ecclesia in oceania

49
Tijdens het vorige millennium heeft de Kerk in Oceanië deze gave van het geloof aan- vaard, gekoesterd, en getrouw aan de nieu- we generaties doorgegeven. Heel de Kerk doet voor dit alles haar lof opstijgen naar de Allerheiligste Drie-eenheid. Van oudsher hadden de volkeren van Oceanië besef van de goddelijke aanwezig- heid zoals die zichtbaar was in de rijkdom- men van natuur en culturen. Maar pas toen in de laatste helft van het tweede millen- nium de eerste missionarissen uit het bui- tenland aankwamen, hoorden deze inheem- se volkeren voor het eerst spreken over Jezus Christus, het vleesgeworden Woord. De immigranten uit Europa of andere delen van de wereld brachten hun geloof met zich mee. Het evangelie van Jezus Christus werd in geloof ontvangen en in de communio van de Kerk beleefd, en voor allen gingen de diepste verlangens van het mensenhart erdoor in vervulling, ja zelfs meer dan dat. In de Kerk van Oceanië leeft een sterke toe- komstverwachting, want zij heeft in Chris- tus de mateloze goedheid van God ervaren. In onze dagen is het kostbaar christelijk geloof nog steeds even dynamisch en veel- belovend, want Gods Geest is altijd nieuw en verrassend. Overal in de wereld deelt de Kerk deze hoop van de volkeren van Oce- anië, namelijk dat de toekomst in de gebie- den van de Stille Zuidzee nieuwe en zelfs nog schitterender genadegaven zal brengen. 2. De Speciale Vergadering van de Bis- schoppensynode voor Oceanië vond plaats van 22 november tot 12 december 1998; ze bood de Kerk in Oceanië een uitstekende 219 2002 Kerkelijke documentatie 3 Johannes Paulus II Postsynodale apostolische Exhortatie Ecclesia in Oceania aan de bisschoppen, aan de priesters en diakens, aan de godgewijden en aan alle gelovige leken over Jezus Christus en de volkeren van Oceanië: zijn Weg volgen, zijn Waarheid verkondigen, zijn Leven leiden Inleiding 1. Bij de aanvang van het derde millennium brengt de Kerk in Oceanië eer aan God en spreekt zij haar hoop uit tegenover de wereld. Haar dankbaarheid jegens God wortelt in het besef van de ontelbare gaven die haar werden geschonken, waaronder de rijkdom aan volkeren en culturen, en de wonderen van de schepping. Maar bovenal is zij God dankbaar voor de onvergelijkelijke gave van het geloof in Jezus Christus, “de eerstgeborene van heel de schepping” (Kol 1,15).

Upload: others

Post on 30-Jul-2022

11 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Ecclesia in Oceania

Tijdens het vorige millennium heeft de Kerkin Oceanië deze gave van het geloof aan-vaard, gekoesterd, en getrouw aan de nieu-we generaties doorgegeven. Heel de Kerkdoet voor dit alles haar lof opstijgen naar deAllerheiligste Drie-eenheid.

Van oudsher hadden de volkeren vanOceanië besef van de goddelijke aanwezig-heid zoals die zichtbaar was in de rijkdom-men van natuur en culturen. Maar pas toenin de laatste helft van het tweede millen-nium de eerste missionarissen uit het bui-tenland aankwamen, hoorden deze inheem-se volkeren voor het eerst spreken overJezus Christus, het vleesgeworden Woord.De immigranten uit Europa of andere delenvan de wereld brachten hun geloof met zichmee. Het evangelie van Jezus Christus werdin geloof ontvangen en in de communio van

de Kerk beleefd, en voor allen gingen dediepste verlangens van het mensenharterdoor in vervulling, ja zelfs meer dan dat.In de Kerk van Oceanië leeft een sterke toe-komstverwachting, want zij heeft in Chris-tus de mateloze goedheid van God ervaren.In onze dagen is het kostbaar christelijkgeloof nog steeds even dynamisch en veel-belovend, want Gods Geest is altijd nieuwen verrassend. Overal in de wereld deelt deKerk deze hoop van de volkeren van Oce-anië, namelijk dat de toekomst in de gebie-den van de Stille Zuidzee nieuwe en zelfsnog schitterender genadegaven zal brengen.

2. De Speciale Vergadering van de Bis-schoppensynode voor Oceanië vond plaatsvan 22 november tot 12 december 1998; zebood de Kerk in Oceanië een uitstekende

219 • 2002 Kerkelijke documentatie 3

Johannes Paulus II

Postsynodale apostolische Exhortatie

Ecclesia in Oceaniaaan de bisschoppen, aan de priesters en diakens, aan de godgewijden en aan alle gelovige leken over

Jezus Christus en de volkeren van Oceanië: zijn Weg volgen, zijn Waarheid

verkondigen, zijn Leven leiden

Inleiding

1. Bij de aanvang van het derde millennium brengt de Kerk in Oceanië eer aan God en spreekt zij haar

hoop uit tegenover de wereld. Haar dankbaarheid jegens God wortelt in het besef van de ontelbare gaven

die haar werden geschonken, waaronder de rijkdom aan volkeren en culturen, en de wonderen van de

schepping. Maar bovenal is zij God dankbaar voor de onvergelijkelijke gave van het geloof in Jezus

Christus, “de eerstgeborene van heel de schepping” (Kol 1,15).

Page 2: Ecclesia in Oceania

gelegenheid om haar dankbaarheid en hoopuit te spreken. In mijn apostolische BriefTertio millennio adveniente had ik het nutvan een dergelijke bijeenkomst aangegeven;er zouden synodes gehouden worden perwerelddeel om de Kerk op het nieuwe mil-lennium voor te bereiden, en deze bijeen-komst zou er een van zijn.1 Naast de bis-schoppen van Oceanië waren ook bisschop-pen uit andere werelddelen aanwezig, als-mede de hoofden van de departementen vande Romeinse Curie. Ook andere leden van deKerk hoorden tot de deelnemers: priesters,leken, godgewijde mannen en vrouwen, als-mede broederlijke afgevaardigden uit ande-re Kerken en kerkelijke gemeenschappen. Inde Vergadering werd de huidige situatiegeanalyseerd en besproken, met de bedoe-ling om doeltreffender op de toekomst in tespelen. Ook werd de aandacht van de uni-versele Kerk gericht op de verwachtingen enuitdagingen, noden en mogelijkheden vandit onmetelijk grote, bonte mensengebieddat Oceanië is.

De bijeenkomst te Rome van zoveel bis-schoppen met en rond de opvolger van Pe-trus bood een uitstekende gelegenheid omde genadegaven te bezingen die tot zo’novervloedige oogst onder de volkeren vanOceanië hebben geleid. Het geloof in JezusChristus was bij het bidden en de besprekin-gen van de deelnemers grondslag en kern-punt. De bisschoppen en allen die daar methen samen waren, waren bezield van een enhetzelfde geloof in Christus. Allen werdengeïnspireerd en versterkt door de kerkelijkecommunio die hen samenbond, en die heelsterk en op ontroerende wijze naar vorenkwam als een waarachtige eenheid in ver-scheidenheid.

Hoofdstuk I

Jezus Christus en de volkerenvan Oceanië

“Toen Hij eens langs het meer van Galilealiep, zag Hij twee broers – Simon, die Petrusgenoemd wordt, en zijn broer Andreas – hetnet uitwerpen in het meer; want het warenvissers. Hij sprak hen aan: ‘Kom achter Mijaan, en Ik zal jullie tot vissers van mensenmaken.’ Meteen lieten zij hun netten achteren volgden Hem” (Mt 4,18-20).

De persoon van Jezus

De roeping3. Tijdens de synodebijeenkomst kon deuniversele Kerk duidelijker zien hoe Jezusonze Heer uitgaat naar de volkeren vanOceanië in hun landen en talloze eilanden.Want de Heer zelf ziet hen aan met een blikvol liefde, die zowel uitdaging als uitnodi-ging is. Juist zoals Simon Petrus en zijnbroer Andreas worden die volkeren uitgeno-digd om alles te verlaten, zich tot Hem tewenden en Hem te volgen. Niet alleenmogen ze niet langer meer zondige wegenvolgen maar ze moeten ook de onvruchtba-re vormen van een bepaalde manier vandenken en doen opgeven, om te komen toteen steeds inniger geloof en de Heer metsteeds groter trouw te volgen.

De Heer heeft de Kerk in Oceanië totzich geroepen: een uitnodiging die, zoalssteeds, betekent uitgezonden te worden. BijJezus zijn heeft tot doel van Hem uit tegaan, gedragen door zijn kracht en genade.Christus vraagt thans de Kerk met nieuwegeestkracht en vindingrijkheid deel tenemen aan zijn zending. De synode zagduidelijk dat dit in het leven van de Kerk inOceanië gaande was.

Met vreugde stelden de bisschoppenvast dat in het leven van de Kerk in Oceanië

Kerkelijke documentatie 2002 • 2204

1. Johannes PaulusII, apostolischeBrief Tertio millen-nio adveniente (10november 1994),38.

Page 3: Ecclesia in Oceania

de Heer zijn belofte gestand heeft gedaan:“Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan devoleinding van de wereld” (Mt 28,20). Doorde zekerheid van zijn aanwezigheid ontvan-gen de leerlingen de kracht en de moed dieze nodig hebben om ‘vissers van mensen’ teworden. Tijdens de Speciale Vergaderingwerd de aanwezigheid van de Heer ervarenin het gebed, het uitwisselen van zorgen enhoopvolle verwachtingen, maar ook in deverbondenheid van de kerkelijke communio.Door het geloof in Jezus’ aanwezigheidonder zijn volk in Oceanië zal het mogelijkzijn Hem steeds weer opnieuw op heerlijkewijze te ontmoeten, en daaruit zal de nieu-we zending voortspruiten.

Wanneer wij met de Heer op weg zijn,laden wij op Hem alles waaronder wijgebukt gaan; dat geeft ons voldoendekracht om de taak te volbrengen die Hij onstoevertrouwt. Hij ontlast en Hij schenkt: Hijontlast ons van onze zwakheden, Hijschenkt ons zijn kracht. Dat is het grotelevensmysterie van de volgeling en apostel.We zijn er zeker van dat Christus met en inons werkzaam is terwijl wij ‘verder de zeeopgaan’, zoals we thans moeten doen. Bijmoeilijke of ongunstige omstandighedenspoort de Heer zelf ons aan om ‘de nettenopnieuw uit te werpen’ (vgl. Lc 5,1-11).2 Wijmogen niet ongehoorzaam zijn.

Christus verkondigen4. In de synodebijeenkomst ging het ervooral om, geschikte middelen te vinden omin onze tijd Jezus Christus als Heer en Hei-land te verkondigen aan de volkeren vanOceanië. Op welke nieuwe manier kan menHem zó voorhouden dat een groeiend aantalmensen met Hem in aanraking komt en inHem gelooft? In hun spreekbeurt gingen desynodevaders in op de met deze vraag ver-bonden problemen en moeilijkheden, maarook op de mogelijkheden die ze zagen en dehoop die ze koesterden.

In de loop van de geschiedenis hebben devolkeren van Oceanië dankzij de krachtigemissionaire en pastorale inzet van de KerkJezus Christus leren kennen, die hen tot hetgeloof blijft uitnodigen en hun een nieuwleven schenkt. Al gauw hebben in de kolo-niale tijd katholieke geestelijken en religieu-zen instellingen opgericht om de nieuwko-mers in Australië en Nieuw-Zeeland in hungeloof te ondersteunen en te versterken.Missionarissen hebben het evangeliegebracht naar de inheemse bevolking vanOceanië, en hen uitgenodigd om in Christuste geloven en in de Kerk hun ware thuis tevinden. In grote getale zijn ze op deze uit-nodiging ingegaan; ze zijn volgelingengeworden van Christus, en gaan leven naarzijn geboden. Voor de synode stond het vastdat de Kerk, de communio van de gelovigen,thans werkelijk leeft onder de talrijke volke-ren van Oceanië. In onze tijd ziet Jezus henopnieuw teder aan, en nodigt hen uit tot eennog dieper geloof, tot overvloedig leven inHem. Vandaar dat de bisschoppen voor devraag stonden: hoe kan de Kerk een doel-treffend instrument zijn van Jezus Christus,die nu de volkeren van Oceanië langs nieu-we wegen tegemoet wil gaan?

Jezus Christus: Herder, Profeet en Priester5. In zijn mateloze liefde voor de wereldheeft God zijn enige Zoon geschonken omGod-met-ons te zijn. Om aan ons gelijk teworden heeft Jezus zich ontledigd en is ineenvoud en armoede geboren uit de MaagdMaria.3 Hoewel op het kruishout van allesontdaan en zonder nog iets te bezitten, isJezus de welbeminde Zoon van God, de Hei-land van de wereld, een lege en armewereld. Toen Christus onder ons verbleef,verkondigde Hij de Blijde Boodschap dat hetRijk van God was gekomen, een Rijk vanvrede, gerechtigheid en waarheid. Grotemenigten van vooral armen en uitgestote-nen, van mensen zonder aanzien, volgden

221 • 2002 Kerkelijke documentatie 5

2. Vgl. SpecialeVergadering voorOceanië van de Bis-schoppensynode,Verslag na debesprekingen, 3.

3. Vgl. a.w., 4.

Page 4: Ecclesia in Oceania

Hem, maar de machtigen van deze wereldhebben zich in meerderheid tegen Hemgekeerd. Ze hebben Hem ter dood veroor-deeld en aan het kruis genageld. De Vaderheeft deze schandelijke dood als een offervan liefde voor het heil van de wereld aan-vaard; door de grote liefde van de Vaderheeft deze dood de weg geopend naar deluisterrijke Opstanding. Daarbij werd Jezusgemaakt tot Koning van het heelal, Profeetvoor alle volkeren, Hogepriester van heteeuwig heiligdom. Niet alleen voor zijn vol-gelingen maar ook voor alle volkeren op deaarde is Hij Profeet, Priester en Koning. DeVader houdt Hem voor als de Weg, de Waar-heid en het Leven voor alle mannen envrouwen, alle gezinnen en gemeenschap-pen, voor alle volkeren en geslachten.

Als Zoon van David is Jezus niet alleenKoning, maar ook de Goede Herder van hendie naar zijn stem luisteren. Hij kent wieHem volgen en heeft hen lief.4 Hij is deallereerste die onze zielen hoedt en de Her-der van alle volkeren. Hij leidt zijn Kerkdoor de kracht van zijn heilige Geest die tenvolle op Hem rust en die Hij zijn leerlingeninblaast (vgl. Joh 20,22). Vanuit een diepeinnerlijke kracht vol liefde geeft de Geestleiding aan de volkeren van Oceanië, raaktHij hun hart en verstand, en maakt Hij hentot vrije mensen zodat zij in overvloed hetrijke leven kunnen leiden waarvoor zijgeschapen zijn.

Als Woord van God is Jezus de univer-sele Profeet, de volle openbaring van God.5

Hij is de Waarheid, en vraagt de mensen inHem te geloven en in zijn leven te delen. Inde gang van iedere dag doet zijn Geest degedoopten steeds dieper in die waarheiddoordringen. Bewogen door de heilige Geesthebben de synodevaders zeer veel puntenvan zorg aangeroerd die verband hieldenmet hun ervaringen in de pastoraal en hunliefde voor het volk van God. Tijdens desynode zelf was het niet mogelijk daarop

een afdoend antwoord te geven, want veelkwesties vragen om nadere bestudering, ommeer experimenten en gebed. Maar bij hetzoeken naar duidelijker inzicht bleken degezamenlijke bisschoppen volledig ervanovertuigd – en spraken dit ook uit – dat dewaarheid van het heil alleen te vinden is inJezus Christus, en dat zijn Geest bemoedi-ging en raad geeft aan allen die zich methun vragen en lasten tot Hem wenden.

De gekruisigde en verrezen Heer is deHogepriester die zichzelf als eeuwigdurendoffer voor het leven van de wereld aan deVader aanbiedt. Hij gaf zijn leven voor allemensen en blijft het in overvloed aan zijnleerlingen schenken, met name door middelvan de sacramenten. In zijn bidden wordende gebeden van alle gelovigen opgenomenen stijgen ze op naar de Vader. Door de hei-lige Geest maakt Hij het de gelovigen moge-lijk in innige verbondenheid te leven metGod, en een leven te leiden van groter liefdejegens hun broeders en zusters, met namejegens arme en hulpbehoevende mensen. Inde synodebesprekingen werd benadrukt datde Kerk, wanneer zij Jezus verkondigt, moetlaten zien hoezeer de wereld die naar gene-zing hunkert, haar aan het hart gaat. Het isde roeping van allen die gedoopt zijn omhet priestervolk van God te zijn, naar hetvoorbeeld van Jezus de Hogepriester; alspriestervolk is het hun opdracht om aan allemensen een liefdevolle hand toe te reiken,vooral aan hen bij wie de nood het grootstis, aan hen die veraf staan en de weg verlo-ren hebben. Wanneer de Kerk haar handuitsteekt en het leven in Jezus’ naam aan-biedt, zal zij in het Oceanië van deze tijdeen sacrament zijn van Gods gerechtigheiden vrede.6

Kerkelijke documentatie 2002 • 2226

4. Vgl. a.w., 1; 5.

5. Vgl. a.w., 19.

6. Vgl. a.w., 39.

Page 5: Ecclesia in Oceania

De volkeren van Oceanië

Plaats en tijd6. In de synode werd niet alleen gewezenop het unieke karakter van dit gebied, datzich over bijna het derde deel van het aard-oppervlak uitstrekt, maar ook op het groteaantal inheemse volkeren die vol vreugdehet evangelie van Jezus Christus hebbenaanvaard en hun geestdrift uiten door demanier waarop zij de heilsboodschap vie-ren.7 Deze volkeren vormen een heel eigendeel van de mensheid in een gebied zoals ergeen ander is op de wereld. Geografischgezien omvat Oceanië het vasteland vanAustralië, talrijke grote en kleine eilandenen een wijde watervlakte. Er is een eindelo-ze dooreenmengeling van zee en land,water en vaste grond, die telkens weer eenverrukkelijke aanblik bieden. Hoewel Ocea-nië, aardrijkskundig gezien, een zeer groteoppervlakte beslaat, is het slechts in tame-lijk beperkte mate, en op grillige wijzebewoond. De bevolking bestaat in feite uiteen groot aantal inheemse volkeren en uitimmigranten. Voor velen van hen is degrond van groot belang: vruchtbare bodemof woestijngebied, de vele soorten plantenen dieren, overvloed of schaarste. Anderenleven weliswaar op vaste bodem, maar zijntoch meer afhankelijk van de rivieren en dezee. Dankzij het water kunnen ze van eilandnaar eiland varen, van kust naar kust. Doorde grote verscheidenheid aan talen –Papoea-Nieuw Guinea alleen al telt erzevenhonderd – alsmede door de groteafstanden tussen eilanden en gewesten zijnde onderlinge contacten in heel dit gebiedbijzonder moeizaam. In veel delen van Oce-anië heeft het vervoer eerder plaats over zeeof door de lucht dan over land. Evenals inhet verleden komen de onderlinge contactenook in deze tijd vaak nog traag en moei-zaam tot stand, ook al is er dankzij demoderne elektronica tegenwoordig in veel

streken een onmiddellijke nieuwsvoorzie-ning.8

Zowel qua oppervlak als qua bevolkingis Australië het belangrijkste land van Ocea-nië. Duizenden jaren heeft er een oerbevol-king gewoond die over uitgestrekte gebie-den voort trok en in volkomen harmonieleefde met de natuur. Toen Australië door devolken uit Europa was ontdekt en gekoloni-seerd, noemden ze haar het Zuidland van deheilige Geest (Terra Australis de SpirituSancto). Wat betreft de vormen van cultuuren de maatschappelijke structuur heeft hetland sindsdien een zeer westers karaktergekregen; het is volop betrokken bij dewetenschappelijke, technologische en socia-le ontwikkelingen in de westerse wereld, enis thans een sterk verstedelijkte, moderne engeseculariseerde natie. Mede doordat er tel-kens nieuwe golven immigranten binnen-stroomden is er een multiculturele samenle-ving ontstaan. De Australiërs zijn dus “eenvolk van een heel eigen soort, en het resul-taat van de ontmoeting van zeer verschil-lende soorten mensen, volkeren, talen enculturen”.9

Het christelijk geloof werd gebrachtdoor immigranten uit Europa. Met henwaren talrijke priesters en religieuzen mee-gekomen die hen door hun toegewijd pasto-raat en hun activiteiten op het gebied vanopvoeding en onderwijs hielpen in eenvreemd nieuw land als christen te leven.Dankzij plaatselijke roepingen tot priester-schap en religieus leven alsmede dankzijtalrijke leken heeft de Kerk in Australië zichverder kunnen ontwikkelen en haar zendingvervullen. Een van al die mannen en vrou-wen was een bijzondere religieuze, de zaligeMary MacKillop die in 1909 is gestorven endie ik tot mijn vreugde in 1995 heb mogenzalig verklaren. Ik heb er toen op gewezendat “door haar zalig te verklaren, de Kerkwil zeggen dat de heiligheid die het evange-lie vraagt, evenzeer als Mary, bij Australië

223 • 2002 Kerkelijke documentatie 7

7. Vgl. Propositie(aanbeveling vande Speciale Verga-dering van de Bis-schoppensynodevoor Oceanië) 1.

8. Vgl. t.a.p.

9. Paulus VI,Homilie op de Ren-baan van Randwickbij gelegenheid vande 200ste gedenk-dag van de aan-komst van J. Cookin Australië (Syd-ney, 1 december1970), 1, in: AAS 63(1971), 62.

Page 6: Ecclesia in Oceania

hoort”.10 De betrekkingen van de Kerk metde aborigines en de eilandbewoners in deStraat van Torres zijn nog steeds eenbelangrijke en moeizame uitdaging; oorza-ken daarvan zijn het hun in het verleden enheden aangedaan onrecht, en daarnaast deculturele verschillen. Niet alleen met ditprobleem heeft de Kerk in Australië thans temaken, maar ook met heel wat moderne“dorre gronden”,11 dezelfde waaronder ookandere westerse landen te lijden hebben.

Nieuw-Zeeland is een eilandrijk; de eer-ste bewoners waren de Maori’s die hun landAotearoa, ‘het Land van de Grote WitteWolk’ noemden. Door kolonisatie en latereimmigratie is het een biculturele samenle-ving geworden; de samensmelting van deMaori-cultuur met de westerse cultuur isnog steeds dringend noodzakelijk. Hetevangelie werd aanvankelijk door uit hetbuitenland afkomstige missionarissen aanhet Maori-volk verkondigd. Toen er latermeer kolonisten uit Europa het land binnen-kwamen, kwamen er ook priesters en reli-gieuzen mee die hielpen bij de consolidatieen uitbreiding van de Kerk. Door de ontwik-kelingen in deze tijd is Nieuw-Zeelandsteeds verder verstedelijkt en geseculari-seerd; in die samenleving staat de Kerk voorhetzelfde soort problemen als in Australië.Weliswaar is er onder de katholieken “eengroeiend besef bij de Kerk te behoren”, maarevenzeer is in het algemeen “het Godsbesefafgenomen en is men zich minder bewustvan diens liefdevolle Voorzienigheid”. “Eendergelijke geseculariseerde samenlevingmoet opnieuw geconfronteerd worden methet hele evangelie van het heil in JezusChristus.”12

Papoea-Nieuw Guinea is het grootstevan de Melanesische volkeren. Het is eenhoofdzakelijk christelijke samenleving, hettelt talrijke plaatselijke talen en heeft eenrijke verscheidenheid aan culturen. Zoalsook andere kleinere naties op de Melanesi-

sche eilanden, is het niet lang geleden poli-tiek onafhankelijk geworden; sindsdienheeft het zich erop toegelegd een hechtedemocratie te worden, en gestreefd naarsociale gerechtigheid en naar een alomvat-tende, evenwichtige ontwikkeling van debevolking. Dit streven werd in de laatste tijdin Papoea-Nieuw Guinea, evenals in anderedelen van Melanesië, gekenmerkt doorgewelddadigheden en door het opkomenvan afscheidingsbewegingen, hetgeen veelleed voor de bevolking en schade voor deinstellingen tot gevolg had. Kerkleiders envele christenen hebben veel bijgedragen totherstel van vrede en tot verzoening; van-zelfsprekend moeten zij hiermee doorgaanaangezien er nog steeds een zeer labielesituatie heerst.

De eilandenrijken van Polynesië enMicronesië zijn betrekkelijk klein; iederheeft een eigen taal en inheemse cultuur.Ook zij hebben te maken met de druk enuitdagingen van de moderne wereld die hunsamenleving sterk beïnvloedt. Zonder huneigenheid te verliezen of hun overgeleverdewaarden op te geven willen zij mede pro-fiteren van de ontwikkelingen die voort-vloeien uit het groeiend aantal rechtstreekseen veelomvattende contacten met anderevolkeren en culturen. In deze kleine enkwetsbare samenlevingen blijkt het nietgemakkelijk om dit met elkaar te rijmen;bovendien is voor sommige ervan de toe-komst weinig rooskleurig, niet alleen omdatveel bewoners naar elders trekken, maarook vanwege de stijging van het zeewater-peil als gevolg van de opwarming van deaarde. Voor deze samenlevingen is de kli-maatverandering niet enkel een economischvraagstuk maar heeft zij veel verstrekkendergevolgen.

Missie en cultuur7. Toen de uit het buitenland afkomstigemissionarissen in het begin van de zestiende

Kerkelijke documentatie 2002 • 2248

10. Johannes Pau-lus II, Homilie voorde zaligverklaringvan Mary MacKil-lop (Sydney, 19januari 1995), 2, in:AAS 87 (1995),1003.

11. A.w., 5, in:a.w., 1004.

12. Johannes Pau-lus II, Toespraak totde bisschoppen vanNieuw-Zeeland,(Wellington, 23november 1986), 4-5, in: AAS 79(1987), 936-937.

Page 7: Ecclesia in Oceania

eeuw Oceanië bereikten, hoorden de volke-ren op de eilanden hen spreken over hetevangelie van Jezus Christus en zij aan-vaardden het. Onder hen die dit missiewerkter hand namen en ermee doorgingen warenheiligen en martelaren; ze zijn niet alleen degrootste glorie van de beginnende Kerk inOceanië, maar vormen ook de zekerstegarantie voor de toekomst. Onder dezegeloofsgetuigen traden het meest op devoorgrond de heilige Pierre Chanel, die in1841 de marteldood stierf op het eilandFutuna, de zaligen Diego Luis de San Vito-res en Pedro Calungsod, die samen op Guamin 1672 werden vermoord, de zalige Gio-vanni Mazzuconi, die in 1851 op WoodlarkIsland de marteldood stierf, en de zaligePeter To Rot, die in New Britain kort voorhet einde van de Tweede Wereldoorlog in1945 werd vermoord. Samen met vele ande-ren hebben deze geloofshelden ieder opeigen wijze ertoe bijgedragen dat de Kerkvaste voet aan de grond kreeg op de eilan-den van Oceanië. Moge hun gedachtenisnooit verloren gaan! Mogen zij een blijven-de voorspraak zijn voor de ons zo dierbarevolkeren waarvoor zij hun bloed hebbenvergoten!

Toen de eerste missionarissen het evan-gelie aan de inheemse volkeren en de Mao-ri’s of op de eilandenrijken brachten, troffenzij mensen aan die van oudsher uiterstgevoelig waren voor het sacrale. Godsdien-stige riten en praktijken vormden eenbelangrijk onderdeel van hun dagelijksleven en drukten een krachtig stempel ophun cultuur. De missionarissen brachten dewaarheid van het evangelie die niemandvreemd is; maar er waren er die van die vol-keren dingen eisten die tegen hun cultuuringingen. Tegenwoordig moet nauwkeurignagegaan worden wat tot de kern van hetevangelie behoort en wat niet, wat vanwezenlijk en wat van meer bijkomstigbelang is. Daar komt nog bij, zo moeten we

toegeven, dat tengevolge van kolonisatie enmodernisering men moeilijker de grens kanaangeven tussen hetgeen tot de inheemsecultuur behoort en dat wat van elders komt.De traditionele volkeren van Oceanië vor-men een bont geheel van uiteenlopende cul-turen: de cultuur van de aborigines, van deMelanesiërs, Polynesiërs en Micronesiërs.Sinds het kolonisatietijdperk heeft ook dewestelijke cultuur het gebied sterk beïn-vloed. In de laatste tijd spelen ook culturenuit Azië een rol op cultureel gebied, metname in Australië. Iedere culturele groep isverschillend van omvang en invloed, enheeft eigen tradities en ervaart op eigenwijze hoe het is om ingeburgerd te raken ineen nieuwe land. Er is een hele waaier vansamenlevingspatronen; sommige daarvanhebben gemeenschappelijke en zeer tradi-tionele kenmerken, terwijl andere in wezenwesters en modern van structuur zijn. Tengevolge van de koloniale en postkolonialeimmigratiepolitiek is de inheemse bevolkingin Nieuw-Zeeland, en meer nog in Australië,alleen nog maar een minderheid op eigenbodem, een minderheid die in heel veelopzichten van haar culturele wortels isberoofd.

Een van de meest opvallende kenmerkenvan de volkeren in Oceanië is hun grootgemeenschapsbesef en hun solidariteitsge-voel in gezin en stam, in het dorp, of met demensen om hen heen. Dat betekent datbeslissingen met gezamenlijke instemmingworden genomen, en dat deze instemmingdoor vaak langdurige en ingewikkeldegedachtewisselingen bereikt wordt. DankzijGods genade zijn deze volkeren door hunaangeboren gemeenschapsbesef ontvanke-lijk voor het mysterie van de communio diein Christus wordt geboden. In de Kerk inOceanië ziet men een oprechte geest vansamenwerking die zich uitstrekt tot de ver-schillende christengemeenschappen en totalle volkeren van goede wil. Onderdeel van

225 • 2002 Kerkelijke documentatie 9

Page 8: Ecclesia in Oceania

de traditionele culturen in Oceanië is ook dediepe eerbied voor overlevering en gezag.Vandaar dat de huidige generatie zich ver-bonden voelt met de voorgaande generaties;vandaar ook het buitengewoon grote gezagdat ouders en traditionele stamhoofdengenieten.

De culturele verscheidenheid in Oceaniëblijft niet beschut tegen de golf van ver-nieuwing die over de gehele wereld gaat,met haar positieve en daarnaast ook nega-tieve gevolgen. Ongetwijfeld heeft demoderne tijd aan positieve menselijke waar-den meer aandacht besteed, zoals aan deeerbiediging van de onvervreemdbare men-senrechten, het invoeren van democratischeprocedures in bestuur en regering, de wei-gering armoede te aanvaarden als een struc-tureel en normaal gegeven waaraan niets tedoen zou zijn, het afwijzen van terrorisme,martelingen en geweld als middelen ompolitieke veranderingen tot stand te bren-gen, het recht van alle mensen op onder-wijs, gezondheidszorg en onderdak. Dezewaarden, die vaak – ook al is het niet expli-ciet – geworteld zijn in het christendom,oefenen een positieve invloed uit in Ocea-nië. De Kerk wil doen wat in haar macht ligtom dat alles te bevorderen.

Maar de vernieuwing heeft in dat gebiedook negatieve gevolgen; men ziet er tradi-tionele gemeenschappen vechten voor hetbehoud van hun identiteit wanneer zij inaanraking komen met westerse geseculari-seerde en verstedelijkte vormen van samen-leving en de toenemende invloed ervarenvan immigranten uit Azië. De bisschoppenhebben met name erop gewezen dat hetaangeboren godsdienstig besef bij die vol-keren geleidelijk zwakker is geworden,zodat ze geen duidelijke norm meer bezittenvoor hun zedelijk leven en geweten. Vooreen groot deel van Oceanië, met name voorAustralië en Nieuw-Zeeland, is er een tijd-perk aangebroken waarin de secularisatie

steeds meer de overhand krijgt. Godsdienst,met name het christendom, wordt verban-nen naar de rand van het maatschappelijkleven; steeds meer ziet men haar als eenstrikt persoonlijke aangelegenheid zonderveel belang voor het openbare leven. Aangodsdienstige overtuigingen en zaken vanhet geloof wordt soms niet langer een rolvan betekenis toegekend in de gewetensvor-ming van de bevolking. Zo hebben de Kerken de andere godsdienstige gemeenschap-pen steeds minder invloed op openbare aan-gelegenheden. Door de zeer moderne tech-nologieën, door de betere kennis van demenselijke natuur en zijn gedragingen, doorde economische en politieke ontwikkelingenin de wereld, worden de volkeren van Ocea-nië in deze moderne tijd geconfronteerd metnieuwe en moeilijke kwesties. Door Jezusvoor te houden als de Weg, de Waarheid enhet Leven moet de Kerk op deze morele enmaatschappelijke vragen een antwoordgeven, nieuwe en concrete wegen aangeven,en ondertussen ervoor zorgen dat haar stemniet gesmoord wordt, haar getuigenis nietterzijde wordt geschoven.

De Speciale Vergadering van de synode

Het onderwerp van bespreking8. De Raad van voorbereiding op de syno-de wilde recht doen aan alles wat de bis-schoppen in Oceanië bezighoudt; vandaardat op voorstel van deze Raad als onder-werp voor deze Speciale Vergadering voorOceanië gekozen werd: Jezus Christus en devolkeren van Oceanië: zijn Weg volgen, zijnWaarheid verkondigen, zijn Leven leiden.Ingegeven door de woorden van het Johan-nesevangelie, waarin Jezus zichzelf aan-duidt als de Weg, en de Waarheid en hetLeven (Joh 14,6), herhaalt dit onderwerp deuitnodiging die Hij tot alle volkeren vanOceanië richt: Hem te ontmoeten, in Hem te

Kerkelijke documentatie 2002 • 22610

Page 9: Ecclesia in Oceania

geloven, Hem te belijden als Heer en Mees-ter van alles. Daarmee wordt de Kerk inOceanië er ook aan herinnerd dat zij eeneenheid vormt als volk van God dat op pel-grimstocht is naar de Vader. Door de heiligeGeest nodigt de Vader de gelovigen, iederafzonderlijk en als gemeenschap, uit om deweg te gaan die Jezus is gegaan, aan de vol-keren de waarheid te verkondigen die Jezusheeft geopenbaard, geheel en al te levenzoals Jezus heeft gedaan; nog steeds deeltHij dit leven met ons.

Dit onderwerp is bijzonder geschikt voorde huidige Kerk in Oceanië, voor de volke-ren in de Stille Zuidzee die strijden voorhun eenheid en eigen karakter: men treft bijhen een grote bekommernis aan om vrede,gerechtigheid en eerbied voor de schepping;en vele van die volkeren zijn op zoektochtnaar de zin van hun leven. Alleen door teaanvaarden dat Jezus Christus de Weg iszullen de volkeren in Oceanië datgene ont-dekken waarnaar ze thans op zoek zijn enwaarvoor zij strijden. Men kan de weg vanChristus niet gaan zonder een vurig missie-besef, en centraal in de zending van de Kerkstaat de opdracht Jezus Christus te verkon-digen als de levende Waarheid, een geopen-baarde waarheid, die in geloof wordt ver-staan en aanvaard, een waarheid die wordtdoorgegeven van geslacht op geslacht. Dewaarheid van Jezus Christus is altijd groterdan wijzelf, groter dan ons hart, want zevloeit voort uit de diepten van de heiligeDrie-eenheid; en het is een waarheid dievan de Kerk eist in te gaan op de vragen enproblemen van deze tijd. In het licht van hetevangelie ontdekken we dat Jezus het Levenis. Het leven van Christus wordt als eengenezende genade geschonken zodat demensheid kan zijn wat de Schepper vanhaar wilde. Leven uit het leven van JezusChristus brengt een grote eerbied met zichmee voor alle leven. En daarnaast ook eenlevende spiritualiteit, een waarachtig zede-

lijk leven, dat door het Woord van God inde heilige Schrift ondersteund en in desacramenten van de Kerk gevierd wordt.Wanneer de christenen met een steeds die-per geloof een leven leiden zoals Christus,wordt hun hoop steeds groter en hun liefdesteeds stralender. Dat was het doel van desynode; dat is ook het doel van de nieuweevangelisatie waartoe de Geest de geheleKerk oproept.

Hoe de synode ervaren werd9. Het was passend dat de synodale bijeen-komst aanving op de feestdag van ChristusKoning; op die dag viert de Kerk Jezus alsde Heer in wie het Rijk Gods over heel dewereld en door geheel de geschiedenisgevestigd is. In de loop van de bijeenkomstbleek het steeds duidelijker dat Christus zelfde weg wees, dat Hij de meester was in debijeenkomst. In de liturgische openings- ensluitingsplechtigheden waren tekenen ensymbolen opgenomen van de eigen culturenuit de eilanden in de Stille Zuidzee; hetwaren uitingen van geloof en diepe eerbied.Harmonieus dooreen gemengd waren dezeplechtigheden een teken van de eenheid vangeloof in de verscheidenheid van de katho-lieke liturgie, en bewezen op aangrijpendewijze dat het katholieke geloof reikt tot deverste stranden van de Stille Zuidzee en dateenieder zich in de Katholieke Kerk thuiskan voelen. Als een symbolische ‘uitwisse-ling van gaven’ bleek uit deze liturgieënwelke een diepe communio er bestaat tussende Kerk van Rome en de plaatselijke Kerkenvan Oceanië. De bisschoppen brachten hetVaticaan hun grote verscheidenheid aanervaringen en culturele schatten; de bandentussen de plaatselijke en de universele com-munio zijn er door aangehaald; het beteken-de voor hen een grote troost en bemoedi-ging voor de toekomst.

Gezien de heel eigen kenmerken van deKerk in Oceanië was het van belang een

227 • 2002 Kerkelijke documentatie 11

Page 10: Ecclesia in Oceania

aparte bijeenkomst van de synode bijeen teroepen. De bisschoppen van Oceanië makendeel uit van vier Conferenties die samen deFederatie vormen van de Katholieke Bis-schoppenconferenties van Oceanië (FCBCO).Aangezien er maar een betrekkelijk geringaantal bisschoppen is konden op de synodealle bisschoppen die in functie zijn, bijeen-komen en vertegenwoordigden zij dus alleparticuliere Kerken. Veel deelnemers ont-dekten tot hun verrassing de vele rijkdom-men op geestelijk en cultureel gebied en inde geschiedenis van de volkeren in Oceanië.Ze werden zich meer bewust van de vaakverborgen of niet als zodanig herkendegenaden die de Heer overvloedig aan zijnKerk heeft geschonken, en ook dit was voorhen een bron van grote bemoediging.Gedachtewisseling en onderscheiding tij-dens de synode maakten hun hart en geestontvankelijk om in te zien wat er diende tegebeuren om het christelijk geloof meer involle zin en daadwerkelijk te beleven. Erwaren talrijke redenen om God te bidden ente danken voor de schatten die men ontdek-te en waarvan men opnieuw de betekenisinzag.

De bijeenkomst was voor de bisschop-pen een broederlijke ervaring, en ook deervaring van communio rond de Stoel vanPetrus. Daar ze plaats had in het Vaticaan,konden alle deelnemers zich ‘thuis voelen’bij de bisschop van Rome. En ook de bis-schop van Rome kon daardoor zich ‘op zijngemak voelen’ bij hen, en uit hun mondhoren hoe zij hier op unieke wijze de uni-versaliteit van de Kerk ervoeren, en hoe blijzij met deze ervaring waren. Door hetgevoel van eenheid en trouw was het moge-lijk om de grote afstanden tussen Rome enOceanië op de aardbol en in de cultuur teoverbruggen. Deze ervaring was een van detalrijke gaven die Christus in zijn goedheidtijdens de synode schonk.

Ook onderling ervoeren de bisschoppen

een nieuw en krachtiger besef van huneigenheid en communio. Vaak zijn ze doorgrote afstanden van elkaar gescheiden, enkunnen ze niet gemakkelijk regelmatigecontacten met elkaar onderhouden. Voor deKerk als geheel is de verscheidenheid aanculturen in Oceanië een voortdurende uitda-ging, namelijk: te moeten werken aan gro-tere eenheid. De bisschoppen willen huncommunio versterken en de volkeren inOceanië helpen om meer daadwerkelijk metelkaar samen te werken. De plaatselijke Ker-ken in dat gebied vormen een bijzonderonderdeel van de universele Kerk, en besef-fen dat ze, als zodanig, hun bijzonderegaven in dienst kunnen en moeten stellenvan de gehele Kerk. Ik bid dat door de syno-de de bisschoppen uit Oceanië zich meerdan ooit met elkaar verbonden zullen voe-len, en zullen beseffen dat zij met hun parti-culiere Kerken volledig deel uitmaken vande universele Kerk, die zij op heel eigenwijze verrijken.13

Het was veelbetekenend dat deze bijeen-komst plaats vond in de periode van deonmiddellijke voorbereiding op het groteJubileum van het jaar 2000. De bulle waar-mee het Jubileum werd aangekondigd,Incarnationis mysterium, werd tijdens desynode afgekondigd,14 en de bijeenkomstzelf was voor de Kerk in Oceanië de gele-genheid om zich op de gave van het HeiligJaar voor te bereiden. De bijeenkomst hielpde Kerken in de Stille Zuidzee zich voor tebereiden op de viering van het Jubileum,door zich met groter kracht in te zetten voorverzoening en vrede. Meer dan ooit was zijzich ervan bewust dat “de Kerk die vanChristus de macht heeft gekregen in zijnnaam zonden te vergeven, in de wereld delevende aanwezigheid is van de liefde vanGod die zich over elke menselijke zwakheidbuigt om deze op te nemen in de omhelzingvan zijn goedertierenheid”.15 Hoe vruchtbaarzou het Jubileum zijn, als de Kerk in Ocea-

Kerkelijke documentatie 2002 • 22812

13. Vgl. Verslag nade besprekingen, 2.

14. 29 november1998.

15. Johannes Pau-lus II, Bul totafkondiging vanhet grote jubileumvan het jaar 2000Incarnationis mys-terium (29 novem-ber 1998), 9.

Page 11: Ecclesia in Oceania

nië, in zo velerlei opzicht door de ervaringvan de synode bevestigd, de inzichten enoproepen in praktijk zou blijven brengenzoals die aangegeven staan in de apostoli-sche Brief Novo millennio ineunte. Het Jubi-leum heeft de onpeilbare diepten verkon-digd van de in Christus geopenbaarde liefdevan God, en heeft zo ook nieuwe kracht-bronnen doen ontspringen om de proble-men onder ogen te zien die de synode aanhet licht gebracht en besproken heeft.16 “Inde liefde die vergeeft loopt Hij vooruit op denieuwe hemel en de nieuwe aarde:”17 mogehet uitzien door de volkeren van Oceaniënaar de nieuwe hemel en de nieuwe aardehen steeds dieper binnenleiden in dienieuwheid van leven!

Hoofdstuk II

In Oceanië de weg volgen vanJezus Christus

“Verderop zag Hij nog twee broers, Jakobusvan Zebedeüs en zijn broer Johannes; zewaren in de boot met hun vader Zebedeüshun netten aan het klaren. Hij riep hen.Meteen lieten zij de boot en hun vader ach-ter en volgden Hem” (Mt 4,21-22).

De Kerk als communio

Mysterie en gave10. Lopende langs de oevers van het Meervan Galilea nodigde Jezus mensen uit omzijn volgelingen te worden, zijn weg te gaanen in zijn voetstappen te treden. “Gedrevendoor de heilige Geest moet de Kerk dezelfdeweg gaan die Christus zelf ging; met ‘deKerk’ worden wij allen bedoeld die zijn ver-enigd als in een lichaam dat zijn levens-kracht ontvangt van Jezus onze Heer.”18

Jezus’ weg is altijd de weg van de zending;

Christus nodigt thans zijn volgelingen uitom opnieuw het evangelie te verkondigenaan de volkeren van Oceanië, opdat er eenverrijkende ontmoeting tot stand komt tus-sen cultuur en evangelieprediking, en opdatde Blijde Boodschap beter wordt verstaanen geloofd en er beter naar wordt geleefd.Deze zending wortelt in het mysterie van decommunio.

Het Tweede Vaticaans Concilie heeft determ communio gekozen om nauwkeurig hetdiepe geheim te verwoorden van de Kerk;19

De Buitengewone Synodebijeenkomst van1985 heeft ons dieper doen beseffen dat decommunio het hart zelve is van de Kerk. Desynodevaders hebben dan ook verklaard dat“de Kerk in wezen een mysterie van com-munio is, een volk dat zijn eenheid ontleentaan de eenheid van Vader, Zoon en heiligeGeest … Dit delen in het leven van de heiligeDrie-eenheid is bron en bezieling van allebetrekkingen van christenen met elkaar envan iedere vorm van christelijke gemeen-schap.”20 Alle beraadslagingen tijdens desynode hadden plaats tegen de achtergrondvan dit geestelijk en leerstellig inzicht, eeninzicht dat “aangevuld en verduidelijktwordt door de Kerk te zien als volk van Goden gemeenschap van volgelingen. Als com-munio erkent de Kerk dat er een fundamen-tele gelijkheid bestaat tussen allen die inChristus geloven, leken, religieuzen, gewijdeambtsdragers. De communio krijgt gestalteen bezieling door de ambten en charisma’s,gaven van de heilige Geest.”21

De communio van de Kerk is een gavevan de heilige Drie-eenheid die op wonder-bare wijze haar diepste innerlijk leven metde mensheid deelt. Ze is de vrucht van hetliefdevol initiatief van God, dat werd vol-trokken in het paasmysterie van Christuswaardoor de Kerk deelt in de communio vanliefde tussen de Vader, de Zoon en de heiligeGeest. “Gods liefde is in ons hart uitgestortdoor de heilige Geest die ons werd geschon-

229 • 2002 Kerkelijke documentatie 13

16. Vgl. Propositie15.

17. Incarnationismysterium, 11.

18. Paulus VI,Homilie bij de wij-ding van de eerstebisschop, diegeboortig was uitPapoea-Nieuw Gui-nea (Sydney, 3december 1970), in:AAS 63 (1971), 71.

19. Vgl. TweedeVaticaans Concilie,dogmatische Con-stitutie over deKerk Lumen genti-um, 4; 8; 13-15;21; 24-25.

20. Propositie 44.

21. T.a.p.

Page 12: Ecclesia in Oceania

ken” (Rom 5,5). Op de Pinksterdag is hetPascha van Christus tot voltooiing gebrachtdoor de uitstorting van de heilige Geest dieons de eerste vruchten schonk van ons erf-deel: te delen in het leven van de Drie-eneGod, waardoor we in staat worden gesteldom elkaar lief te hebben “omdat God ons zoheeft liefgehad” (1Joh 4,11).

Particuliere Kerk en universele Kerk11. Tijdens de synodebijeenkomst hebbende synodevaders bijzondere aandacht be-steed aan het verstaan van de Kerk als com-munio. Ze benadrukten dat het ‘behoren tot’en ‘onderlinge betrekkingen’ noodzakelijkebegrippen zijn om de Kerk te kunnen ver-staan als volk van God. Op eigen wijzekrijgt de kerkelijke communio gestalte enwordt ze beleefd in de rond de bisschop ver-zamelde plaatselijke Kerk waarvan de ledenmedewerken met de zending van de Kerk.22

Als herder streeft iedere bisschop ernaardeze communio door zijn ambtswerk tebevorderen, en deelt daarbij in Christus’taak als Herder, Priester en Profeet. In deHandelingen van de apostelen worden tekenen resultaat van deze communio beschre-ven: “De grote groep gelovigen was één vanhart en ziel” (Hnd 4,32). De synodevaderszagen een zeer concrete vorm van dezegeest in het opstellen van een diocesaanpastoraal plan in samenwerking met degelovigen en hun organisaties. Dat bewijstdat het plan voortvloeit uit de door hetTweede Vaticaans Concilie benadrukte spiri-tualiteit van de communio.23

De communio onder de plaatselijke Ker-ken berust op de eenheid in geloof, op hetdoopsel en de eucharistie, maar ook op deeenheid van het episcopaat. Langs de bis-schoppen die met de bisschop van Rome alszichtbaar Hoofd van de Kerk verenigd zijnomvat de communio van de Kerk alle plaat-selijke Kerken. “Het met de Opvolger vanPetrus verenigde Bisschoppencollege brengt

de communio van de Kerk op waarachtigewijze tot uitdrukking.”24 Deze eenheid vanhet episcopaat blijft door de eeuwen instand door de apostolische opvolging; teallen tijde is deze de vruchtbare bodem voorde identiteit van de Kerk, die Christus opPetrus en het apostelcollege heeft gegrond-vest. De Opvolger van Petrus is werkelijk het“vaste beginsel en de zichtbare grondslag”van de eenheid van de Kerk.25 De Heer heeftzelf aan Petrus en diens opvolgers de op-dracht gegeven hun broeders in het geloofte bevestigen (vgl. Lc 22,32), en de kuddevan Christus te eten te geven (vgl. Joh21,15-17). “Er bestaat tussen de bisschop-pen een band die op persoonlijke en colle-giale manier de communio tot uitdrukkingbrengt – de koinonia – die kenmerkend isvoor het gehele leven van de Kerk. Binnenhet Bisschoppencollege behoort het tot hungezamenlijke taak om de eenheid van hetvolk van God in geloof en liefde te bevorde-ren.”26 De synode heeft de wens uitgespro-ken dat de betrekkingen tussen de plaatse-lijke Kerken en de universele Kerk, metname de Heilige Stoel, een weerspiegelingzouden zijn van de communio en deze ookzouden opbouwen, en dat deze betrekkin-gen zich zouden ontwikkelen met de aan-dacht die aan het Petrusambt van de een-heid toekomt en met het respect waar deplaatselijke Kerken recht op hebben.27 Deplaatselijke Kerken in Oceanië beseffen datzij delen in de communio van de universeleKerk, en zij zien daarin een reden tot vreug-de. Ondanks de grote verscheidenheid aanculturen en de grote afstanden in Oceaniëzijn de plaatselijke bisschoppen zich ervanbewust dat zij onderling en met de bisschopvan Rome verenigd zijn, en ook dit zien zijals een kostbare gave. “Tussen de opvolgervan Petrus en de opvolgers van de andereapostelen bestaat inderdaad een innigegeestelijke en pastorale band: het is onze‘collegialitas affectiva et effectiva’. Mogen

Kerkelijke documentatie 2002 • 23014

22. Vgl. Propositie44.

23. Vgl. Propositie10.

24. Propositie 44.

25. Eerste Vati-caans Concilie,dogmatische Con-stitutie over deKerk van ChristusPastor aeternus,Proloog, in: DS,3051.

26. Johannes Pau-lus II, Toespraak totde bisschoppen vanAustralië (Sydney,26 november1986), 1-2, in: AAS

79 (1987), 954-955.

27. Vgl. Propositie44.

Page 13: Ecclesia in Oceania

we steeds wegen vinden om elkaar te onder-steunen in ons gemeenschappelijk strevende Kerk op te bouwen, en vanuit deze com-munio in geloof en dienstbaarheid televen.”28 Als broeders in het Bisschoppen-college hebben de synodevaders op ondub-belzinnige wijze de wens uitgesproken hunband met de bisschop van Rome te verster-ken,29 en de bisschop van Rome zelf wasontroerd en bemoedigd door hun wens.

Wederzijdse verrijking12. Er bestaat een teken en werktuig voor decollegialiteit en de communio onder bis-schoppen: de Bisschoppenconferentie, “eengeheiligde bundeling van krachten tot nutvan het gemeenschappelijk welzijn van debetrokken Kerken”;30 deze draagt op ver-schillende wijzen bij tot de concrete invul-ling van de geest van collegialiteit. De Bis-schoppenconferenties hebben op velerleigebied vruchtbare betrekkingen tot standgebracht. De uitwisseling van gaven is ken-merkend voor veel gebieden in Oceanië, enkan worden beschouwd als een voorbeeldvan de goede betrekkingen onder de bis-schoppen van Oceanië onderling en metanderen. Dit model bevordert een uitwisse-ling van geestelijke gaven die een stimulansis voor relaties van wederzijdse liefde,respect en vertrouwen. Deze kunnen alsfundament dienen voor een open dialoog,voor deelname en samenwerking als con-crete vormen van de voor de Kerk kenmer-kende communio.

De komst in Oceanië van de OosterseKatholieke Kerken is van betrekkelijk recen-te datum, en het is een kostbare vorm vankatholiciteit dat ze zich daar op verschillen-de plaatsen, met name in Australië, hebbengevestigd. “Met hun geschiedenis en eigentradities geven zij een duidelijk bewijs vande volle verscheidenheid en gehele eenheidvan de universele Kerk.”31 Op de synodebleek duidelijk dat de Oosterse Katholieke

Kerken de edelmoedigheid beseften van deLatijnse Katholieke Kerk in Oceanië. In deloop der jaren hebben bisschoppen, priestersen parochies hun, vaak in moeilijkeomstandigheden, gastvrijheid geboden inhun kerken en scholen, en nog steeds zijn erop alle niveaus banden van vriendschap ensamenwerking. Weliswaar zijn deze Kerkenkwetsbaar, vanwege het betrekkelijk geringeaantal van hun gelovigen en de groteafstand die hen scheidt van hun Moeder-Kerken; bij hun gemeenten kan de dwang ofde bekoring opkomen geheel op te gaan inde Latijnse Kerk die het meeste aantal ledenkent. Toch heeft de synode duidelijk latenblijken dat de Latijnse bisschoppen in Ocea-nië echte waardering hebben voor de tradi-ties, liturgie, discipline en theologie van deOosterse Katholieke Kerken, en die willenbegrijpen en bevorderen. Men ziet dus hoebelangrijk een groter besef en inzicht in derijkdommen van Oosterse Katholieke Kerkenis voor de Latijnse katholieken.

De Kerk in Oceanië staat voor de uitda-ging te komen tot een dieper begrip van deplaatselijke en universele communio, en toteen daadwerkelijke invulling van hetgeendit met zich mee brengt. Mijn voorgangerpaus Paulus VI vatte deze uitdaging aldussamen: “Het eerste aspect van deze commu-nio, de eerste eenheid, is die van het geloof.De eenheid in het geloof is noodzakelijk enfundamenteel … We moeten komen tot eenmeer bewuste en daadwerkelijke liefde in deverschillende facetten van het kerkelijkleven.”32 De volkeren in Oceanië hebbeninstinctief een zeer sterk gemeenschapsbe-sef, maar de eenheid in het geloof is nood-zakelijk, wanneer conflicten en haat plaatsmoeten maken voor verzoening en liefde. Inde culturen van het gebied waar de invloedvan het Westen zich het meest heeft doengelden, zijn er spanningen in de maatschap-pelijke instellingen, en verlangen de volke-ren naar een meer menswaardig leven. Waar

231 • 2002 Kerkelijke documentatie 15

28. JohannesPaulus II, Toe-spraak tot de bis-schoppen van deBisschoppencon-ferentie van deStille Zuidzee(CEPAC) [verderaangeduid als:Toespraak tot deCEPAC] (Suva, 21november 1986),6, in: AAS 79(1987), 934.

29. Vgl. Propositie45.

30. Tweede Vati-caans Concilie,Decreet over hetherderlijk ambt vande bisschoppen inde Kerk ChristusDominus, 37.

31. Propositie 12.

32. Paulus VI, Toe-spraak tot de bis-schoppen vanOceanië (Sydney, 1december 1970), in:AAS 63 (1971), 55-57.

Page 14: Ecclesia in Oceania

individualisme de structuur van de mense-lijke samenleving dreigt te ondermijnen,biedt de Kerk zich aan als een sacrament datgenezing brengt, een bron van communio,die een antwoord geeft op de diepste ver-langens van het hart. Het is overduidelijkdat de volkeren in Oceanië thans een derge-lijke gave nodig hebben.

Communio en zending

De oproep tot missie13. De Kerk in Oceanië heeft het evangelieontvangen van de eerste generatie vanchristenen en missionarissen. De synodebrengt hulde aan de talrijke missionarissen– priesters, religieuzen, christengelovigen –die zich geheel hebben ingezet om hetevangelie naar Oceanië te brengen;33 doorGods genade hebben hun offers rijke vruchtgedragen. Terwijl de volkeren in Oceanië devolheid van de verlossing in Christus be-gonnen te aanvaarden, vonden zij daarvaneen treffend symbool in de met sterren be-zaaide hemel, waar het Zuiderkruis straaltals een lichtend teken van de alomvattendegenade en zegen van God.34 De huidigegeneratie van christenen wordt nu opgeroe-pen en uitgezonden tot een nieuwe evange-lisatie onder de volkeren van Oceanië, eenhernieuwde verkondiging van de eeuwigewaarheid waaraan het Zuiderkruis doet den-ken. Deze oproep tot missie is een grote uit-daging, maar opent ook nieuwe, zeer hoop-volle en zelfs avontuurlijke perspectieven.

Deze oproep is gericht tot alle leden vande Kerk. “Heel de Kerk heeft een missionairkarakter, want de missieactiviteit … is eenwezenlijk onderdeel van haar roeping.”35

Sommige leden van de Kerk worden uitge-zonden naar hen die nog niet over JezusChristus hebben horen spreken, en hun mis-sie is nog steeds van wezenlijk belang. Maarveel andere mensen worden gezonden naar

de wereld dichter bij huis; de synodevadershebben de missie willen benadrukken vande leken in de Kerk. In het gezin, op hetwerk, in de scholen, in verenigingsactivitei-ten kunnen alle christenen de Blijde Bood-schap helpen uitdragen naar de wereldwaarin ze leven.

Lid zijn van een christelijke gemeen-schap heeft nooit betekend een geriefelijkeplaats te hebben. De synodevaders hebbende plaatselijke gemeenschappen willen sti-muleren om, over hun eigen dagelijks be-slommeringen heen, naar anderen te kijken.Als gemeenschap kan de parochie haar ogenniet sluiten voor de haar omringendewereld. De christelijke gemeenschap moetaandacht hebben voor de vraagstukken vansociale rechtvaardigheid en geestelijke hon-ger in de samenleving. Wat Jezus aanbiedtaan hen die Hem volgen moet gedeeld wor-den met alle volkeren van Oceanië, in watvoor situatie ze ook verkeren; want alleenin Hem is de volheid van leven.

Uitdagingen14. De synodevaders verlangden dat de aanhun zorgen toevertrouwde mensen, en daar-naast vele anderen, Jezus Christus zoudenhoren en verstaan. Ze zagen de noodzaak invan contact met mensen die door het levengaan met onbevredigde verwachtingen enverlangens, met mensen die alleen in naamchristen zijn, en met degenen die, misschienvanwege pijnlijke ervaringen, geleidelijkvan de Kerk zijn vervreemd. Er moet allesaan gedaan worden om dergelijke wondente genezen, en te zorgen dat het verlorenschaap terugkeert naar de schaapstal.

Bovenal hebben de synodevaders hethart willen raken van jonge mensen. Velenvan hen zijn op zoek naar waarheid engeluk, en op hun zoektocht kunnen ze somsgaan experimenteren met hetgeen demoderne wereld hen aan soms echt verder-felijke verleidingen en eisen voorhoudt. Bij

Kerkelijke documentatie 2002 • 23216

33. Vgl. Propositie1.

34. Vgl. t.a.p.

35. Homilie bij dewijding van de eer-ste bisschop, diegeboortig was uitPapoea-Nieuw Gui-nea; zie ook Toe-spraak tot de CEPAC,2.

Page 15: Ecclesia in Oceania

de jonge mens die niet langer daarmee temaken wil hebben, kan dat verwarring totgevolg hebben, want hij weet niet welke deechte waarden zijn en waar het ware gelukte vinden is. De grote uitdaging en kansvoor de Kerk is hun de gaven van JezusChristus in de Kerk aan te bieden; immersalleen deze gaven kunnen hun verlangensbevredigen. Maar Christus moet wordenvoorgehouden op een manier die past bij degeneratie der jongeren en bij de snel veran-derende cultuur waarin zij leven.

Soms wordt beweerd dat de Rooms-Katholieke Kerk een niet terzake doende,onaantrekkelijke en niet overtuigendeboodschap voorhoudt; maar we mogen onsvertrouwen door dergelijke kritische gelui-den niet laten ondermijnen; we hebbenimmers een kostbare parel gevonden (vgl.Mt 13,46). Maar toch is er geen reden voorzelfgenoegzaamheid. Van de Kerk wordtgevraagd aan de volkeren van Oceanië dui-delijk te maken welke betekenis de BlijdeBoodschap in deze tijd heeft voor hunnoden en levensomstandigheden. De wijzewaarop wij Christus aan de wereld voorhou-den moet hoop bieden aan mensen die inellende verkeren, onrecht verduren, onderarmoede gebukt gaan. Het Mysterie vanChristus is het mysterie van een nieuwleven voor alle mensen in nood, voor hendie lijden, voor ontwrichte gezinnen, voormensen die geen baan meer hebben, voorwie naar rand van de samenleving zijn ver-bannen, gewond zijn naar lichaam of ziel,voor zieken, verslaafden, verdoolden. Hetmysterie van de genade, het mysteriumpietatis, is wezenlijk voor de Kerk, en het ishaar opdracht.

Een geëngageerde Kerk15. Meer en meer beseffen de katholiekegemeenschappen in Oceanië wat zij de uni-versele Kerk te bieden hebben; van haarkant verheugt de Kerk zich over de speciale

gaven van deze gemeenschappen. Veledaarvan verlenen missionaire bijstand inOceanië en daarbuiten, op de eilanden vande Stille Zuidzee en in Papoea-Nieuw Gui-nea, alsook in Zuid-Oost Azië en andereverder afgelegen streken. De plaatselijkeKerken werden gesticht door missionarissenen zenden op hun beurt missionarissen naarhet buitenland, hetgeen een duidelijk tekenis van volwassenheid. Ze hebben de missie-boodschap verstaan die paus Paulus VI,samen met de bevolking van de Samoa-eilanden, richtte tot de katholieke volkerenvan de wereld: “Wil de oproep verstaan omverkondigers te worden van de Blijde Bood-schap van het heil.”36 Hetgeen ik tot de bis-schoppen van de CEPAC te Suva in 1986 alseen wens had uitgesproken is in vervullinggegaan: “Mogen de Kerken die door missio-narissen werden gesticht, op hun beurt mis-sionarissen naar andere volkeren uitzen-den.”37 Toch zijn enige diocesen van Oceaniënog afhankelijk van de solidariteit vanandere plaatselijke Kerken; hun tekort aanmiddelen mag niet tot gevolg hebben dat zijhun zending niet edelmoedig zouden kun-nen vervullen. Het doen delen in middelenten bate van allen is een belangrijkeopdracht van het leven als christen, en somseen dringend noodzakelijke plicht voorchristenen.

Op talrijke eilanden in Oceanië wordende gewijde ambtsdragers in hun missionairen pastoraal werk bijgestaan door catechis-ten. In Australië en Nieuw Zeeland geven decatechisten geloofsonderricht in de plaatse-lijke gemeenschappen, met name aan kinde-ren en geloofsleerlingen. Ze zijn “directegetuigen, onvervangbare verkondigers vanhet evangelie, die de basiskracht vormenvan de christelijke gemeenschappen”.38 Dezelekenmedewerkers hebben met name in-vloed omdat ze door hun werk en levendicht bij de mensen staan. “Zij leverden enleveren nog steeds een waarlijk onvervang-

233 • 2002 Kerkelijke documentatie 17

36. Paulus VI,Homilie bij de H.Mis op het eilandUpolu (WestelijkeSamoa-eilanden,29 november 1970),in: AAS 63 (1971),49.

37. Toespraak totde C.E.PAC., 3.

38. Johannes Pau-lus II, EncycliekRedemptoris missio(7 december 1990),73. Zie ook deHomilie bij gele-genheid van dezaligverklaring vanPeter To Rot, (PortMoresby, 17 janu-ari 1995), 7, in: AAS

87 (1995), 994.

Page 16: Ecclesia in Oceania

bare bijdrage aan leven en zending van deKerk.”39 Op veel eilanden worden de cate-chisten niet alleen geoefend in het gevenvan onderricht, maar ook in het voorgaanin het gebed van de gemeenschap en in deevangelieverkondiging over de grenzen vande katholieke gemeenschap heen. In de tra-ditionele culturen wordt het geloof vaak hetbest mondeling overgedragen door middelvan verhalen en door te preken en te biddenmet woord, zang en dans. Om dit soort acti-viteiten in goede banen te leiden en verderte ontwikkelen zijn speciale cursussen, pro-gramma’s en retraites nodig. De opdracht isthans Jezus Christus voor te houden aanmensen van wie het geloof onder de drukvan secularisatie en consumentisme ver-zwakt is, en die geneigd zijn de Kerk louterte zien als een van de vele instellingen vande moderne samenleving die denken engedrag van de mensen beïnvloeden. In eendergelijke situatie heeft de Kerk goedgevormde leiders en theologen nodig dieJezus Christus op overtuigende wijze aan devolkeren van Oceanië kunnen voorhouden.

Het was tijdens de synodebijeenkomsteen vreugde veel bisschoppen te horen ver-halen hoe zich bij de mensen in hun dioceeseen vernieuwing van christelijk leven vol-trekt en hun geloof wordt verdiept. De inzeten betrokkenheid van veel leken is een vande opmerkelijke trekken van deze ontwikke-ling. Wij allen danken God voor de velerleigaven die Hij aan de lekengelovigen, man-nen zowel als vrouwen, heeft geschonkenom hen te helpen hun zending goed te ver-vullen, een zending die niet alleen eenoproep is tot actie en dienstverlening, maarook een oproep tot gebed.40 Aan de lekenwordt evenals aan hun herders gevraagd ommet nieuwe energie voort te gaan en metnieuwe overtuigingskracht Jezus Christusaan hun volkeren te verkondigen. Katholie-ke gemeenschappen in Oceanië spannenzich reeds sterk in om ook met andere men-

sen in woord en daad in contact te komen.De synodevaders hebben hun grote dank-baarheid uitgesproken voor dit streven, endoen blijken krachtig de mensen te zullensteunen die zich willen aanbieden voorwerk in de missie van de Kerk. Ik bid dat dewerkers in de wijngaard van de Heer bevre-diging en vreugde mogen vinden in de taakwaartoe God zelf hen heeft geroepen.

De leden van de Kerk, met name zij diemet herderlijke verantwoordelijkhedenbekleed zijn, krijgen met nog veel andereproblemen te maken. Zich bewust van debeperktheid van alle menselijk streven, heb-ben de synodevaders niet de moed opgege-ven, maar ze hebben gedacht aan de een-voudige en krachtige garantie die de Heerheeft gegeven. Toen Hij de apostelen uit-zond om de Blijde Boodschap aan alle vol-keren te verkondigen, zei de verrezen Heer:“Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan devoleinding van de wereld” (Mt 28,20). Dezebelofte van de Heer was voor de bisschop-pen een bron van levendige hoop bij hetzien van de vele moeilijkheden die ze zullenmoeten overwinnen om Jezus Christus,Weg, Waarheid en Leven, te verkondigen; zehebben heel het katholieke volksdeel vanOceanië opgeroepen om deze hoop met hente delen.

Evangelie en cultuur

Inculturatie16. Herhaaldelijk benadrukten de synode-vaders hoezeer inculturatie van belang isvoor een waarachtig christelijk leven inOceanië. Langs het inculturatieproces krijgthet evangelie gestalte in de verschillendeculturen. Enerzijds moeten sommige cultu-ren worden omgevormd en uitgezuiverd,willen ze geïntegreerd worden in een echtchristelijke cultuur. Anderzijds zijn er talrij-ke culturen waarin de christelijke waarden

Kerkelijke documentatie 2002 • 23418

39. Johannes Pau-lus II, Toespraak totde bisschoppen vanPapoea-Nieuw Gui-nea en de Salo-monseilanden (PortMoresby, 8 mei1984), 6, in: AAS 76(1984), 1013.

40. Vgl. Toespraaktot de bisschoppenvan Nieuw-Zee-land, 8.

Page 17: Ecclesia in Oceania

gemakkelijk wortel kunnen schieten. Incul-turatie is de vrucht van het respect voor hetevangelie en voor de cultuur waarin ditevangelie wordt verkondigd en aanvaard.Het inculturatieproces begon in Oceaniëtoen de immigranten vanuit hun moeder-land het christelijk geloof brachten. Voor deinheemse volkeren van Oceanië betekendede inculturatie een nieuwe dialoog tussende wereld die ze hadden gekend en hetgeloof dat zij hadden aangenomen. Zo zijner in Oceanië talrijke voorbeelden van eenheel eigen cultuur op het gebied van theolo-gie, liturgie en het gebruik van godsdiensti-ge symbolen.41 Voor de synodevaders wasverdere inculturatie van het christelijkgeloof de weg die zal leiden tot de volle ker-kelijke communio.

Waarachtige inculturatie van het geloofberust op het mysterie van de Menswor-ding.42 “Zoveel heeft God van de wereldgehouden, dat Hij zijn eniggeboren Zoonheeft geschonken” (Joh 3,16); op eenbepaald moment en in een bepaalde plaatsis de Zoon van God vlees geworden, en“geboren uit een vrouw” (Gal 4,4). Als voor-bereiding op dit allerbelangrijkst gebeurenheeft God zich een volk verkoren met eeneigen cultuur en het geleid naar de Mens-wording toe. Alles wat God onder dit uitver-koren volk deed, openbaarde wat Hij vanplan was te doen voor de gehele mensheid,voor alle volkeren en alle culturen. De heili-ge Schrift vertelt ons van Gods handelentemidden van zijn volk. Maar bovenal ver-telt zij ons het verhaal van Jezus Christus,in wie God zelf in de wereld en in de veleculturen daarvan binnentrad. In alles watHij zei en deed, maar vooral door zijn dooden verrijzenis heeft Jezus Gods liefde voorde mensheid geopenbaard. Het verhaal vanJezus ligt hecht verankerd in de geschiede-nis van de mensheid, en is niet alleenbestemd voor de mensen van zijn tijd encultuur, maar ook voor de mensen van alle

tijden en culturen. Jezus is voor eeuwig hetWoord dat vlees is geworden voor de gehelewereld; Hij is het evangelie dat naar Oce-anië werd gebracht; Hij is het evangelie datthans opnieuw moet worden verkondigd.

Het vleesgeworden Woord is nietvreemd aan welke cultuur ook en moet aanalle culturen worden verkondigd. “Vanaf detijd dat het evangelie voor het eerst gepre-dikt werd heeft de Kerk te maken gehad meteen proces van ontmoeting en confrontatiemet de verschillende culturen.”43 Zoals hetvleesgeworden Woord de geschiedenis isbinnengegaan en onder ons heeft gewoond,zo is ook zijn evangelie diep doorgedrongenin het leven en de cultuur van hen die hetvernemen, ernaar luisteren en erin geloven.Inculturatie, dat wil zeggen ‘het evangeliedat concrete gestalte krijgt’ in de verschil-lende culturen, geschiedt langs dezelfdeweg als waarlangs het evangelie wordt ver-kondigd, verstaan en beleefd.44 De Kerk leertde onveranderlijke waarheid van God,bestemd voor de geschiedenis en cultuurvan een bepaald volk. Maar in iedere cul-tuur zal het christelijk geloof op heel eigenwijze beleefd worden. De synodevaderswaren ervan overtuigd dat in haar strevenom Jezus Christus concreet aan de volkerenvan Oceanië voor te houden, de Kerk iederecultuur moet respecteren en nooit van hetvolk mag vragen hun cultuur te verlooche-nen. “De Kerk nodigt alle volkeren uit omhet levende woord van Jezus tot uitdruk-king te brengen op een wijze die hun harten geest aanspreekt.”45 “Het evangelie is niettegen een bepaalde cultuur gekant, als zouhet, wanneer het daarmee in aanrakingkomt, die cultuur willen beroven van het-geen haar toebehoort, en haar zou dwingenuitwendige vormen aan te nemen die haarwezensvreemd zijn.”46 Voor de Kerk is hetvan vitaal belang een bepaalde cultuurvolop in zich op te nemen, en het procesvan zuivering en omvorming van binnenuit

235 • 2002 Kerkelijke documentatie 19

41. Vgl. Propositie1.

42. Vgl. Propositie2.

43. Johannes Pau-lus II, EncycliekFides et ratio (14september 1998),70.

44. Vgl. Propositie2.

45. Vgl. Paulus VI,Toespraak tot deaborigines (Sydney,2 december 1970),in: AAS 63 (1971),69, vgl. ook Johan-nes Paulus II, Toe-spraak tot de abori-gines (AliceSprings, 29 novem-ber 1986), 12, in:AAS 79 (1987), 978.

46. Fides et ratio,71.

Page 18: Ecclesia in Oceania

op gang te brengen.47

Authentieke inculturatie van het evan-gelie heeft twee facetten. Enerzijds vindtmen in een bepaalde cultuur positievewaarden en vormen die een verrijking kun-nen betekenen voor de manier waarop hetevangelie verkondigd, verstaan en beleefdwordt. Van de andere kant stelt het evange-lie de culturen voor een uitdaging en eisthet dat bepaalde waarden en vormen veran-deren.48 Zoals Gods Zoon een van ons isgeworden, uitgezonderd de zonde (vgl. Heb4,15), zo aanvaardt en erkent het christelijkgeloof alles wat waarlijk menselijk is, maarverwerpt het alles wat zondig is. Door hetinculturatieproces komt het tot een dialoogtussen evangelie en cultuur “waarin hetduidelijk wordt wat wel en wat niet vanChristus is”.49 Iedere cultuur moet gezuiverden omgevormd worden door de waarden diegeopenbaard zijn in Paasmysterie.50 Zo zul-len de positieve waarden en vormen diemen aantreft in de culturen van Oceanië eenverrijking betekenen voor de manier waarophet evangelie verkondigd, verstaan enbeleefd wordt.51 De Blijde Boodschap “is eenwerkelijke vorm van bevrijding van iederedoor de zonde veroorzaakte wanorde, entegelijk een uitnodiging tot de volle waar-heid. Bij een dergelijke ontmoeting wordende culturen niet alleen in geen enkel opzichtaangetast, maar worden ze zelfs geprikkeldom zich open te stellen voor de nieuwheidvan de waarheid van het evangelie, en aan-gespoord om zich verder te ontwikkelen.”52

Door Christus’ Geest omgevormd komen dieculturen tot de volheid van leven waarophun waarden uiteindelijk ten diepste warengericht, en waarnaar hun volkeren steedshebben verlangd. Zonder Christus kaninderdaad geen enkele menselijke cultuurworden wat ze in wezen is.

De huidige situatie17. De laatste tijd heeft de Kerk de incultu-

ratie van het christelijk geloof sterk aange-moedigd. Zo heeft paus Paulus VI bij zijnbezoek aan Oceanië benadrukt dat dekatholieke godsdienst “volstrekt niet hetgoede en oorspronkelijke in welke menselij-ke vorm van cultuur ook onderdrukt, maarintegendeel het eigen karakter van iedervolk aanvaardt, respecteert en tot zijn rechtdoet komen, en dat ze het éne kleed zondernaad van de Kerk van Christus met ver-scheidenheid en schoonheid versiert”.53 Ikheb deze woorden nagesproken bij mijnontmoeting met de aborigines van Austra-lië: “het evangelie van Jezus Christusspreekt alle talen. Het heeft hoogachtingvoor alle culturen en omhelst ze alle. Hetondersteunt ze in alle menselijke aangele-genheden, en reinigt ze, zo nodig, vaneventuele aanslibsels. Het evangelie verheften verrijkt de culturen door de geopenbaar-de boodschap over een liefhebbende enbarmhartige God.”54 De synodevaders heb-ben de Kerk gevraagd in Oceanië de waar-heid van Christus te doen verstaan en aan tebieden uitgaande van de overleveringen enculturen uit het gebied. In de missiegebie-den dienen de missionarissen hun werk ingoede verstandhouding met de inheemsechristenen te verrichten, zodat geloof enleven van de Kerk tot uitdrukking komen ineen rechtmatige, bij iedere cultuur passende,vorm.55

Sinds de komst van de eerste immigran-ten en missionarissen is de Kerk in Oceaniëvanzelfsprekend gewikkeld geweest in eeninculturatieproces binnen de talrijke, vaaknaast elkaar levende culturen van hetgebied. Met open oog voor de tekenen vande tijd hebben de synodevaders “erkend datde vele culturen, ieder daarvan op eigenwijze, door bepaalde inzichten de Kerk hel-pen om het evangelie van Jezus Christusbeter te verstaan en te verwoorden”.56

Voor het goede verloop van dit proces istrouw aan Christus en aan de authentieke

Kerkelijke documentatie 2002 • 23620

47. Vgl. Propositie2.

48. Vgl. t.a.p.

49. Propositie 4.

50. Vgl. JohannesPaulus II, postsyno-dale apostolischeExhortatie Ecclesiain Africa (14 sep-tember 1995), 61.

51. Vgl. Propositie2.

52. Fides et ratio,71.

53. Toespraak totde bisschoppen vanOceanië.

54. Toespraak totde aborigines(1986), 12.

55. Vgl. Propositie2.

56. T.a.p.

Page 19: Ecclesia in Oceania

Traditie van de Kerk vereist. Authentiekeinculturatie van het christelijk geloof moetaltijd gebeuren onder leiding van de univer-sele Kerk. Terwijl ze volledig trouw blijvenaan de geest van communio, zouden deplaatselijke Kerken ernaar moeten strevenom geloof en leven van de Kerk op eenrechtmatige en voor de inheemse culturengeschikte wijze vorm te geven.57 Nieuwe uit-drukkingsvormen zouden door het bevoegdgezag moeten worden beoordeeld en goed-gekeurd. Na te zijn goedgekeurd zullen doordeze authentieke vormen van inculturatiede volkeren in Oceanië beter kunnen erva-ren welk een overvloed van leven doorJezus Christus wordt aangeboden.58

De synodevaders hebben de wens uitge-sproken dat de toekomstige priesters, dia-kens en catechisten door en door vertrouwdzouden zijn met de cultuur van het volk datzij zullen dienen. Om goede christelijke lei-ders te worden moeten ze een vorming ont-vangen die hen niet vervreemdt van hetconcrete dagelijks leven van de mensen. Zezijn geroepen tot een geïncultureerde evan-gelisering door middel van geëigend pasto-raal werk dat de christelijke gemeenschaptoestaat het geloof te aanvaarden, te bele-ven en over te dragen in haar eigen cultuur,afgestemd op het evangelie en in communiomet de universele Kerk.59

Naar het perspectief dat hun voor ogenstaat, schetsen de synodevaders het ideaal-beeld van de talrijke culturen van Oceanië,als een rijke en karakteristieke beschavingdie leeft vanuit het geloof in Jezus Christus.Vurig bid ik samen met hen dat de volkerenin Oceanië de liefde mogen ontdekken vanChristus, Weg, Waarheid en Leven, zodat zede beschaving van liefde en vrede mogenmeemaken en opbouwen, die de volkeren inde Stille Zuidzee steeds tot stand hebbenwillen brengen.

Hoofdstuk III

De waarheid van Jezus Christusverkondigen in Oceanië

“Toen Hij aan het meer van Gennesaretstond en de mensenmenigte zich om Hemverdrong om het woord van God te horen,zag Hij twee boten bij het meer liggen. Devissers waren van boord gegaan en spoeldende netten. Hij stapte in een van die boten,die van Simon, en vroeg hem een eindje vanhet land af te varen. Hij ging zitten en van-uit de boot gaf Hij de mensen onderricht”(Lc 5,1-3).

Een nieuwe evangelisatie

De evangelisatie in Oceanië18. Evangelisatie is de opdracht die de Kerkheeft om de in Jezus Christus geopenbaardewaarheid van God te brengen aan dewereld. Het was de uitdrukkelijke wens vande synodevaders dat communio onderwerpen richtlijn van de gehele evangelisatie inOceanië zou zijn60 en ten grondslag zou lig-gen aan alle pastorale planning. Bij evange-lisatie brengt de Kerk haar eigen inwendigeeenheid tot uitdrukking en treedt zij op alséén enkel lichaam, waarbij ze heel de mens-heid in God door Christus tot eenheid trachtte brengen. Allen die gedoopt zijn hebbende verantwoording om het evangelie metwoord en daad bekend te maken in dewereld waarin zij leven.61 Het evangeliemoet door iedereen in Oceanië wordengehoord, door gelovigen en niet-gelovigen,door inheemse bevolking en immigranten,door jong en oud. Inderdaad hebben al dezemensen het recht het evangelie te verne-men, en de christenen hebben dus de heiligeplicht om het met hen te delen. In deze tijdis een nieuwe evangelisatie noodzakelijkzodat iedereen kan horen van Gods genadedie in Jezus Christus aan alle volken wordt

237 • 2002 Kerkelijke documentatie 21

57. Vgl. t.a.p.

58. Vgl. Verslag nade besprekingen,12.

59. Vgl. Redempto-ris missio, 54.

60. Vgl. SpecialeVergadering voorOceanië van de Bis-schoppensynode,Lineamenta, 42;Instrumentum labo-ris, 22, 51; Proposi-ties 4, 10, 44.

61. Vgl. Propositie4.

Page 20: Ecclesia in Oceania

aangeboden, haar kan verstaan en eringeloven.

Tijdens de Speciale Vergadering hebbende bisschoppen met elkaar gesproken overde rijke schat van hun eigen pastorale erva-ringen en die van hun naaste medewerkers.Zo ontdekten zij samen nieuwe perspectie-ven voor de toekomst van de Kerk in Oce-anië. Velen van hen spraken over de beproe-ving van een eenzaam bestaan, geweldigeafstanden te moeten afleggen, in primitieveomstandigheden te leven. Tegelijk schetstenze zeer positieve ervaringen met het prillegeloof en de communio, als mensen hetevangelie aanvaarden en de liefde ontdek-ken van God. De bisschoppen spraken ookover wat zij hoopten of vreesden, over het-geen voldoening gaf of teleurstellingbracht, over groei en verval van particuliereKerken in Oceanië. Voor sommigen was hetduidelijk dat de Kerk in Oceanië als geheelop een kruispunt van wegen was aangeko-men en dus belangrijke keuzes moest makenvoor de toekomst. Ze beseften dat de nieuweomstandigheden in Oceanië gepaard gaanmet grote uitdagingen, en dat de tijd is aan-gebroken om aan de volkeren van de StilleZuidzee het evangelie opnieuw voor te hou-den, opdat zij het Woord van God met eenverjongd geloof kunnen horen en overvloe-diger leven mogen vinden in Christus. Maarze erkenden dat daartoe nieuwe wegen enmethodes van evangelisatie nodig zijn, dieworden ingegeven door een overgrootgeloof, hoop en liefde voor Jezus onze Heer.

Als eerste fase in deze noodzakelijke‘nieuwe wijze van denken’ (vgl. Rom 12,2)hebben de bisschoppen met grote instem-ming gesproken over al wat is gedaan omde richtlijnen van het Tweede VaticaansConcilie naar best vermogen ten uitvoer teleggen. Ze hebben erop gewezen dat opdeze grondslag verder moet wordengebouwd, hetgeen betekent dat er andereinitiatieven genomen moeten worden om bij

mensen van wie het geloof verzwakt is, ditte versterken, en het geloof op overtuigen-der wijze aan de samenleving als geheel tepresenteren. De oproep tot vernieuwingbetekent dat gevraagd wordt de waarheidvan Jezus Christus aan de wereld te verkon-digen, en van Hem te getuigen, zo nodigzelfs door het martelaarschap. Hiertoe is deKerk in Oceanië thans geroepen, en dat is deonderliggende reden voor het houden vande Speciale Vergadering van de Bisschop-pensynode.62

Gezien de situatie in Oceanië kan hetvoorkomen dat Gods oproep niet gehoordwordt ten gevolge van de wereldwijde ver-anderingen, die in dit gebied het eigen cul-tureel karakter en de maatschappelijkeinstellingen beïnvloeden. Sommigen vrezendat deze veranderingen tot ondermijningvan de grondslagen van het geloof en tot‘geestelijke weerzin’ en wanhoop zoudenkunnen leiden. Laten we in dergelijkeomstandigheden bedenken dat de Heer dekracht schenkt om dergelijke bekoringen teoverwinnen. Ons geloof in Hem is als eenhuis dat op een rots is gebouwd. “De regenviel neer, de bergstromen kwamen omlaag,de wind stak op en ze stortten zich op dathuis, en het stortte niet in, want het was opde rots gegrondvest” (Mt 7,25). Uit krachtvan de heilige Geest maakt de Kerk in Ocea-nië zich op voor een nieuwe evangelisatievan de volkeren, die in deze tijd dorstennaar Christus. “Nú is het die gunstige tijd,nú is het de dag van het heil” (2Kor 6,2).

Vele synodevaders zeiden ongerust tezijn over de maatschappelijke positie vanhet christelijk geloof in Oceanië, en merktenop dat het minder invloed heeft op de poli-tiek met betrekking tot het algemeenbelang, de openbare zedelijkheid en derechtsbedeling, de status van gezin enhuwelijk of zelfs het recht op leven. Enigebisschoppen wezen erop dat hetgeen deKerk leert soms zelfs door katholieken wordt

Kerkelijke documentatie 2002 • 23822

62. Vgl. Tertio mil-lennio adveniente,21.

Page 21: Ecclesia in Oceania

aangevochten. In zoverre dit waar is, is hetnogal begrijpelijk dat de stem van de Kerkzich minder doet gelden in het openbareleven.

Alle plaatselijke Kerken in Oceanië heb-ben te maken met de uitdagingen van demoderniteit en de postmoderniteit, maarheel in het bijzonder de plaatselijke Kerkenin een samenleving waarin secularisatie,individualisme en consumentisme zichkrachtiger manifesteren. Wanneer de bis-schoppen in het leven van sommige menseneen verzwakt katholiek geloof bespeuren enzien dat zij minder praktiseren is de oorzaakdaarvan naar hun oordeel dat deze mensenzich in hun denken en doen laten leidendoor een totaal geseculariseerde norm. PausPaulus VI waarschuwde reeds: “Het gevaarbestaat dat de mens alles tot een aardshumanisme terugbrengt, de morele en gees-telijke dimensie van het leven uit het oogverliest, zich niet meer bekommert om zijnnoodzakelijke relatie met de Schepper.”63 DeKerk moet haar opdracht om het evangeliete verkondigen vervullen in een steeds ster-ker geseculariseerde wereld. Het Godsbesefen het besef van zijn liefdevolle Voorzienig-heid is bij veel mensen, en zelfs in grotedelen van de samenleving, getaand. Depraktische onverschilligheid ten opzichtevan godsdienstige waarheden en waardenversluiert het gelaat van de goddelijke lief-de. Vandaar dat “tot een van de eerste ver-eisten voor nieuwe toeleg op evangelisatiegerekend moet worden dat men weer besefkrijgt van het heilige, weer inziet welke cen-trale plaats God in heel het mensenbestaaninneemt”.64 Het eerste wat de Kerk in Ocea-nië te doen staat is te beginnen aan eennieuwe evangelisatie. In zekere zin is haaropdracht eenvoudig en duidelijk: aan demenselijke samenleving opnieuw de geheleboodschap van het heil in Jezus Christusvoorhouden. De Kerk wordt naar de wereldvan deze tijd gezonden, naar de mannen en

vrouwen van deze tijd, “om het evangelie teverkondigen … opdat het kruis van Christuszijn kracht niet zou verliezen. Want deboodschap van het kruis is … een krachtGods” (1Kor 1,17-18).65

Aan wie de evangelisatie is toevertrouwd19. Evenals de apostelen worden de bis-schoppen naar hun diocees gezonden omals eersten te getuigen van de verrezenChristus. Geschaard rond de opvolger vanPetrus vormen zij een college dat totopdracht heeft het evangelie door de wereldte verspreiden. Tijdens de Speciale Vergade-ring voor Oceanië erkenden de bisschoppendat zij zelf als eersten geroepen zijn totnieuwheid van leven en getuigenis. Doorzich biddend te verdiepen in de heiligeSchrift en de Traditie zullen zij hun geloofinniger leren kennen en liefhebben. Op dezewijze zullen zij als herder van hun volk metnog meer resultaat een bijdrage leveren aande opdracht van de nieuwe evangelisatie.66

Zoals duidelijk uit de Handelingen van deapostelen blijkt, is het fundamentele ken-merk van de door de heilige Geest ingege-ven apostolische opdracht de moed te heb-ben “het woord van God met vrijmoedig-heid” (Hnd 4,31) te verkondigen. Deze moedwordt hun geschonken in reactie op hetgebed van de gehele gemeenschap: “Geefdat uw dienaren in alle vrijmoedigheid uwwoord verkondigen” (Hnd 4,29). Deze zelfdeheilige Geest stelt ook in onze tijd de bis-schoppen in staat om openlijk, duidelijk enmoedig te spreken wanneer ze geconfron-teerd worden met een samenleving die hetwoord van de christelijke waarheid te horenmoet krijgen. De katholieken in Oceaniëblijven vurig bidden dat hun herders even-als de apostelen stoutmoedig mogen getui-gen van Christus; de Opvolger van Petrusverenigt zich met hun gebed.

Samen met de bisschoppen zijn allechristengelovigen – geestelijkheid, religieu-

239 • 2002 Kerkelijke documentatie 23

63. Homilie op deRenbaan van Rand-wick, 3.

64. Toespraak totde bisschoppen vanAustralië, 4.

65. Vgl. Toespraaktot de bisschoppenvan Nieuw-Zee-land, n. 5.

66. Vgl. Propositie4.

Page 22: Ecclesia in Oceania

zen en leken – tot het verkondigen van hetevangelie geroepen. Hun communio krijgtconcreet gestalte door een geest van samen-werking, die zelf een krachtig getuigenis isvan het evangelie. De priesters zijn de naas-te medewerkers van de bisschoppen en hel-pen hen het meest daadwerkelijk in hetwerk van de evangelisatie, met name in deaan hun zorg toevertrouwde parochiege-meenschappen.67 Zij dragen Christus’ Offerop voor de noden van de gemeenschap, zijverzoenen zondaars met God en met degemeenschap, zij versterken zieken op huntocht naar het eeuwig leven,68 en ze makenhet aldus mogelijk dat de hele gemeenschapin leven en dood getuigenis aflegt van hetevangelie. Godgewijde mannen en vrouwenzijn een levend teken van het evangelie.Hun geloften van evangelische armoede,maagdelijkheid en gehoorzaamheid zijn eenveilige weg om Christus beter te leren ken-nen en liefhebben; uit deze innige verbon-denheid met de Heer komt hun godgewijdedienst in de Kerk voort die zo’n heerlijkegenade is gebleken voor Oceanië.69 Ook deleken spelen hun rol doordat ze de wereldaan God toewijden; velen van hen gaan die-per beseffen hoe onmisbaar hun rol is in deevangelisatieopdracht van de Kerk.70 Doorhet getuigenis van hun liefde in het huwe-lijkssacrament of door de edelmoedige toe-wijding van hen die geroepen zijn tot onge-huwd leven, door al wat zij in de wereld aanactiviteit ontplooien, kunnen en moeten deleken in alle lagen van de samenleving inOceanië een werkelijk zuurdesem zijn. Hetslagen van de nieuwe evangelisatie hangtdaarvan grotendeels af.

Een nieuwe verkondiging van Christusmoet wortelen in een inwendige vernieu-wing van de Kerk, en, als men het gevaarvan een naar binnen gekeerde Kerk wil ver-mijden, moet het doel van iedere vernieu-wing in de Kerk de zending zijn. Alle aspec-ten van de zending van de Kerk in de wereld

moeten voortkomen uit een vernieuwing dieuitgaat van de beschouwing van Christus’gelaat.71 Deze vernieuwing zal dan leiden totconcrete pastorale programma’s; wat ditpunt betreft, vraagt de Speciale Vergaderingde plaatselijke gemeenschappen hun bijdra-ge te leveren aan de nieuwe evangelisatiedoor in hun liturgie en ook in hun maat-schappelijke en apostolische activiteiten eengeest van hartelijke onderlinge verbonden-heid te ontwikkelen; te trachten in contactte komen met niet-praktiserende en van deKerk vervreemde katholieken; het eigenkarakter van de katholieke scholen te ver-sterken; volwassenen gelegenheid te biedenhun geloof te verdiepen door middel vanstudie- en vormingsprogramma’s; aan hendie niet tot de christelijke gemeenschapbehoren, onderricht te geven in de katholie-ke leer en deze goed uit te leggen; de socialeleer van de Kerk in het sociale leven inOceanië tot gelding te brengen.72 Dankzijdeze gezamenlijke initiatieven zal van hetevangelie een grotere overtuigingskrachtuitgaan op de samenleving en zal het evan-gelie de cultuur sterker kunnen beïnvloe-den.

De heilige Geest bracht de eerste christe-nen ertoe om in Christus te geloven en Hemte verkondigen als de enige, door de Vadergezonden Heiland van de wereld. Te allentijde is het de heilige Geest die vernieuwingen evangelisatie bewerkt; Hij zal zeker ookde Kerk van onze dagen helpen bij het vin-den van de missionaire krachten en metho-des die geschikt zijn voor onze zo snel ver-anderende samenlevingen. En even zekerzal de nieuwe evangelisatie aan de volkerenvan Oceanië de wonderbare vruchten bren-gen van de heilige Geest, zoals de eerstechristenen hebben ervaren toen zij de verre-zen Heer ontmoetten en de gave ontvingenvan zijn liefde die sterker was dan de dood.

Kerkelijke documentatie 2002 • 24024

67. Vgl. t.a.p.

68. Vgl. t.a.p.

69. Vgl. t.a.p.

70. Vgl. t.a.p.; zieook de oproep vanpaus JohannesPaulus II tot deleken te Sydney in1986: “Komt terug!… Komt terug naarhuis!, in: Homilietijdens de Mis voorde diocesen vanNew South Wales(Renbaan vanRandwick, Sydney,26 november1986), 5, in: Inseg-namenti IX, 2(1986), 1678.

71. Vgl. JohannesPaulus II, apostoli-sche Brief Novomillennio ineunte(6 januari 2001),16.

72. Vgl. Propositie4.

Page 23: Ecclesia in Oceania

Primaat van de verkondiging20. Het kerygma is het Woord van God datverkondigd wordt om de mensheid met Godte verzoenen door het geloof in Christus. Wezien hoe het kerygma krachtig werkzaam isin de eerste gemeenschap te Jeruzalem. “Zewijdden zich trouw aan het onderwijs dat deapostelen gaven, en aan de onderlingegemeenschap, het breken van het brood enhet gebed” (Hnd 2,42). Dat is de ware kernvan het leven van de Kerk, de vrucht van deeerste evangelisatie. Men gaat ChristusJezus volgen omdat men in zijn door deKerk verkondigd Woord gelooft. Paulusschrijft: “hoe kunnen ze verkondigen, als zeniet zijn gezonden?” (Rom 10,15); Christuszelf zendt zijn apostelen uit, en zo “klinktde boodschap over heel de aarde, reikt datgetuigenis tot het einde van de wereld” (Ps19,5). Als “getuigen van de goddelijke enkatholieke waarheid”73 hebben de missiona-rissen zeeën en landen doorkruist, zijn zedoor woestijnen en wilde wateren getrok-ken, hebben ze te maken gehad met groteculturele problemen bij het vervullen vanhun prachtig werk. Terugziende op de ont-staansgeschiedenis van de Kerk in Oceanië,zagen de synodevaders in dat een nieuwe enmoedige verkondiging van het evangelie inonze tijd noodzakelijk is.

De Kerk staat voor een dubbele uitda-ging als zij het evangelie in Oceanië wil ver-kondigen: dat zijn enerzijds de traditionelegodsdiensten en culturen, anderzijds hetmoderne secularisatieproces. In beide geval-len is het de “eerste en dringende plicht deverrezen Christus te verkondigen, hetgeendient te gebeuren in een persoonlijke ont-moeting waardoor de ander gebracht kanworden tot de bekering van het hart en hetverzoek om het doopsel”.74 Of de Kerk nu temaken heeft met de traditionele godsdienstdan wel met een geraffineerde filosofie,steeds zal zij in woord en daad “de waarheiddie in Jezus is” verkondigen (Ef 4,21; vgl.

Kol 1,15-20). In het licht van deze waarheidlevert zij haar bijdrage aan de discussie overde waarden en ethische beginselen die inhet leven van de mens bron zijn van geluk,en van vrede in de menselijke samenleving.Het geloof moet steeds worden voorgehou-den als een rationeel en coherent gebeuren,zodat het daardoor op steeds breder terreinvan de menselijke ervaring kan doordrin-gen. Het geloof heeft immers in zich hetvermogen de cultuur zelf gestalte te gevendoor tot datgene wat haar ten diepstebeweegt door te dringen. Met oog voor detwee polen van de christelijke traditie en deinbreng van de huidige cultuur moet hetgesprek tussen geloof en rede gepaard gaanmet het getuigenis dat men met zijn levengeeft, wil de evangelisatie vruchtbaar zijn.Maar meer dan wat ook is een vrijmoedigverkondigen van Christus noodzakelijk, een“parrhèsia van het geloof”.75

Evangelisatie en de media21. In de moderne wereld is door toedoenvan de media, zelfs in de meest afgelegenstreken van Oceanië, een steeds sterkeremodernisering gaande. De media beïnvloe-den heel sterk het leven van de mensen, huncultuur, hun zedelijke inzichten en hungodsdienstig gedrag. Bij onkritisch gebruikkunnen ze een schadelijke uitwerking heb-ben op de traditionele culturen. De synode-vaders verlangden vurig dat men zich meerbewust zou worden van de macht van demedia, die “aan de Kerk een uitstekendegelegenheid bieden om het evangelie te ver-kondigen, te bouwen aan gemeenschapszinen solidariteit”.76 In feite vormen de mediavaak het enige contact van de Kerk metniet-praktiserende en van de Kerk ver-vreemde katholieken. Men moet er dus vin-dingrijk en verantwoord gebruik vanmaken.77

Waar mogelijk, zou de Kerk een pasto-raal plan voor de communicatiemiddelen

241 • 2002 Kerkelijke documentatie 25

73. Lumen genti-um, 25.

74. Fides et ratio,38.

75. A.w., 48.

76. Propositie 5.

77. Vgl. Propositie4.

Page 24: Ecclesia in Oceania

moeten opstellen op nationaal, diocesaan enparochieel niveau. Bundeling van krachtenin de Kerk is noodzakelijk om een betereopleiding te garanderen van de mensen diede Kerk in de media vertegenwoordigen,78

en om leken van beproefd geloof te stimule-ren zich als roeping in de mediawereld tebegeven. Het is hoopvol te zien hoe sterk inde media werkzame christenen aan de chris-telijke waarden gehecht blijken te zijn. Methun hulp kunnen er op professionele wijzegodsdienstige uitzendingen worden ge-maakt of programma’s die menselijke enzedelijke waarden weerspiegelen, zelfs alontbreekt het vaak aan geldelijke middelen.Een katholiek mediacentrum voor heelOcea-nië zou heel nuttig zijn om de mediate kunnen gebruiken voor evangelisatied-oeleinden. Ook hebben de bisschoppen hunbezorgdheid uitgesproken over de fatsoen-snormen in de media en hun verweten dater zoveel geweld in voorkomt.79 De kerklei-ders moeten hun medewerking verlenen bijhet opstellen van een ethische gedragscodevoor de media;80 verder dienen gezinnen enjonge mensen geholpen te worden zich eenkritisch oordeel te vormen over de inhoudvan de programma’s. Het christelijk geloofwil dat we als toehoorders, kijkers en lezersde dingen op hun juiste waarde weten teschatten.81

De bisschoppen hebben hun zorg uitge-sproken met betrekking tot de reclame enopgemerkt dat reclame een krachtige in-vloed kan hebben ten goede zowel als tenkwade. Door de voortschrijdende globalisa-tie en het toenemend aantal monopolies inde media komen de mensen steeds sterkeronder invloed te staan van de reclame. Doorde macht van beeld en suggestie werkt dereclame vaak een cultuur van consumentis-me in de hand, waarbij de betekenis van eenmens nog slechts afhangt van de vraag wathij of zij bezit of kan verwerven. Mensengaan erdoor denken dat er niets gaat boven

hetgeen een consumptiemaatschappij tebieden heeft. “De grootste zorg omtrent demacht van de reclame is dat er bijna voort-durend een ideologie door wordt verspreiddie duidelijk in strijd is met de visie van hetkatholieke geloof.”82 Het is dus van belangdat de gelovigen, en met name de jongemensen, kritisch leren staan tegenover de inde huidige maatschappij alom tegenwoordi-ge reclame. Hun moet daarom een helder enkrachtig besef worden bijgebracht van demenselijke en christelijke waarden die tengrondslag liggen aan de katholieke opvat-ting van het leven.

De uitdaging van het geloof in dezetijd

Catechese22. De opdracht van de Kerk om in deze tijd‘de waarheid van Jezus Christus te verkon-digen’ in Oceanië vraagt vernieuwing vanhaar catechese, van haar onderricht en vande vorming die ze geeft op het gebied vanhet geloof. De grote invloed die de mediahebben op het leven van de mensen bewijsthoe sterk bij een nieuwe maatschappelijkesituatie ook nieuwe methoden vereist zijnom het geloof aan te bieden. Catecheseheeft tot doel kinderen, opgroeiende jeugden volwassenen op te voeden in het geloof.Dat houdt met name in “een onderricht vande christelijke leer dat meestal op samen-hangende en systematische manier wordtgegeven, met de bedoeling de gelovigen inte wijden in de volheid van het christelijkleven”.83 De synodevaders verklaarden zichbereid tot het brengen van belangrijkeoffers op financieel gebied en met betrek-king tot de personeelsvoorziening, in hetstreven om bepaalde groepen te bereiken diegemakkelijk worden vergeten. Een bijzon-dere aandacht moet worden besteed aan hetsystematisch opzetten van cursussen voor

Kerkelijke documentatie 2002 • 24226

78. Vgl. Propositie6.

79. Vgl. t.a.p.

80. Vgl. Propositie7.

81. Vgl. Propositie5.

82. Propositie 7.

83. Johannes Pau-lus II, apostolischeExhortatie Cateche-si tradendae (16oktober 1979), 18.

Page 25: Ecclesia in Oceania

volwassenen en kinderen die specialebehoeften hebben waarmee katholiekescholen geen rekening houden. Godsdienst-vrijheid is een van de grondrechten van demens, en houdt ook het recht in op onder-richt in het geloof.84 “Iedere gedoopte heeft,op basis van zijn doopsel, het recht van deKerk onderricht en opvoeding te ontvangenom tot een echt christelijk leven tekomen.”85 Regeringen en schoolbesturendienen daarom erop toe te zien dat dit rechtwerkelijk gerespecteerd wordt. “WanneerKerk en Staat werkelijk als partners de zorgdragen voor de financiering en de goedegang van zaken op de scholen, betekent ditdat de opvoeding van kinderen en jeugd inhet land goed wordt behartigd.”86 Religieu-zen, leken en priesters hebben daaraangewerkt, vaak ten koste van grote inspan-ningen en offers. Wat zij deden, moetgeconsolideerd en versterkt worden om tegaranderen dat iedere gedoopte kan groeienin het geloof en het verstaan van de waar-heid van Christus.

Oecumene23. De verdeeldheid onder de christenen tastvolgens de synodevaders heel sterk degeloofwaardigheid aan van de Kerk. Meteen ondertoon van droefheid hebben zij hetverlangen uitgesproken dat de verdeeldheidniet moge voortduren en dat nieuwe pogin-gen worden gedaan om tot verzoening engesprek te komen opdat de glans van hetevangelie helderder kan schijnen.

In veel missiegebieden van Oceanië heb-ben de verschillen tussen Kerken en kerke-lijke Gemeenschappen in het verledengeleid tot naijver en tegenstellingen. Maarin de laatste tijd zijn de onderlinge betrek-kingen positiever en hartelijker geworden.De Kerk in Oceanië heeft hoge prioriteitgegeven aan de oecumene, en dankzij haaris er thans in de oecumenische activiteiteneen nieuwe en open mentaliteit. Gelegenhe-

den voor “een heilsdialoog” worden verwel-komd,87 en deze leidt tot wederzijds begripen grotere onderlinge verrijking. Het groteverlangen naar eenheid in geloof en ere-dienst is een van de gaven, door de heiligeGeest aan Oceanië geschonken;88 de samen-werking op het gebied van caritatieve wer-ken en sociale gerechtigheid is een overdui-delijk teken van christelijke saamhorigheid.De oecumenische beweging heeft in Oceaniëop vruchtbare bodem wortel kunnen schie-ten, want op veel plaatsen zijn er nauwebanden tussen de plaatselijke gemeenschap-pen. Wanneer het verlangen naar eenheidnog verder toeneemt, zullen we dezegemeenschappen dicht bijeen kunnen hou-den. Dit verlangen naar een diepere eenheidin Christus is tot uiting gekomen in dewarme aanwezigheid van afgevaardigdenuit de andere Kerken en kerkelijke Gemeen-schappen. Zij hadden een stimulerende ennuttige inbreng om voortgang te boeken opde weg naar de door Christus gewilde een-heid.

Voor katholieken die oecumenisch werkverrichten is het van belang dat zij de leervan de Kerk, haar traditie en geschiedenis,beter leren kennen; wanneer zij dieper hungeloof verstaan, zullen zij beter tot oecu-menische dialoog en samenwerking in staatzijn. Ook wordt een ‘geestelijke oecumene’gevraagd, dat wil zeggen een oecumene vangebed en bekering. Oecumenisch gebed zalleiden tot een met elkaar delen van leven endienst overal waar christenen zoveel alsthans mogelijk is, dingen samen doen.Geestelijke oecumene kan ook leiden tot eendialoog op leerstellig gebied, of als dat reedsgebeurt, aan deze dialoog een sterke impulsgeven. De synodevaders zouden graag kun-nen beschikken over oecumenisch aanvaar-de teksten van de heilige Schrift en gebedenvoor gemeenschappelijk gebruik. Ze wens-ten dat er meer aandacht besteed zou wor-den aan de pastorale begeleiding van gezin-

243 • 2002 Kerkelijke documentatie 27

84. Vgl. a.w., 14.

85. T.a.p.

86. Propositie 9.

87. Paulus VI, Eny-cliek Ecclesiamsuam (6 augustus1964), III.

88. Vgl. Propositie13.

Page 26: Ecclesia in Oceania

nen waarvan de leden een verschillendechristelijke godsdienst hebben. Ook wildenze bevorderen dat de Kerk zo mogelijk teza-men met andere christelijke gemeenschap-pen zou optreden bij sociale dienstverle-ning. Christelijke leiders doen er goed aanin onderling overleg op te treden en, indiennoodzakelijk of gewenst, gemeenschappelij-ke verklaringen af te leggen over godsdien-stige of maatschappelijke vraagstukken.89

Fundamentalistische groeperingen24. Er moet onderscheid worden gemaakttussen de oecumenische beweging en dewijze waarop de Kerk zich opstelt tegenoverfundamentalistische godsdienstige groepe-ringen en bewegingen, waarvan sommigeeen christelijke achtergrond hebben. Inenkele missiegebieden maken de bisschop-pen zich zorgen over de indruk die dezegodsdienstige groeperingen of deze sektenmaken op de katholieke gemeenschap. Som-mige groepen baseren hun ideeën op eenwijze van Schriftlezing waarin vaak apoca-lyptische beelden worden gebruikt, gedreigdwordt dat de wereld een duistere toekomsttegemoet gaat, en aan de aanhangers mate-riële beloningen in het vooruitzicht wordengesteld. Sommige van die groeperingenstaan openlijk vijandig tegenover de Kerk,terwijl andere met haar in gesprek willengaan. In tal van hoger ontwikkelde en gese-culariseerde samenlevingen is er een groei-ende ongerustheid over fundamentalistischechristelijke groeperingen die jonge mensenertoe brengen de Kerk en zelfs hun familiete verlaten. Heel veel soorten van bewegin-gen bieden een bepaalde vorm van spiritu-aliteit die naar hun zeggen een middel zouzijn tegen de schadelijke gevolgen van eentechnologische cultuur die vervreemdendwerkt en waarin men zich vaak machteloosvoelt. De aanwezigheid en het optreden vandeze groeperingen en bewegingen vormeneen uitdaging voor de Kerk, zetten haar aan

tot nieuw elan in haar pastoraal, en metname tot een hartelijker tegemoet tredenvan jonge mensen en mensen in grote gees-telijke of materiële nood.90 Deze situatievraagt ook om een betere bijbelse en sacra-mentele catechese, en om een geschikte vor-ming op spiritueel en liturgisch gebied. Er isbehoefte aan een nieuwe apologie, gedach-tig de woorden van Petrus: weest “altijdbereid tot verantwoording aan ieder dierekenschap vraagt van de hoop die in uleeft” (1Petr 3,15). Zo zullen de gelovigenmeer vertrouwen hebben in hun katholiekegeloof en minder vatbaar zijn voor de ver-leiding van genoemde groeperingen enbewegingen, die vaak het tegendeel brengenvan hetgeen ze beloven.

Interreligieuze dialoog25. Er zijn talloze gelegenheden om te rei-zen, en naar elders vertrekken is veel mak-kelijker geworden, met als gevolg dat ermeer dan ooit tevoren in de wereld een ont-moeting plaatsvindt van culturen, en mentegenwoordig de grote niet-christelijkegodsdiensten ook in Oceanië aantreft. Erzijn steden met gemeenschappen van jodenwaarvan een groot aantal de Holocaustheeft overleefd; deze gemeenschappen kun-nen een belangrijke rol spelen in de betrek-kingen tussen joden en christenen. Op veelplaatsen zijn er sinds lang daar gevestigdemoslimgemeenschappen; elders, gemeen-schappen van hindoes; weer ergens anderszijn er centra van boeddhisme in opkomst.Het is van belang dat de katholieken diegodsdiensten, met hun leer, levenswijze eneredienst, beter leren kennen. Wanneerouders die tot die godsdiensten behoren,hun kinderen op katholieke scholeninschrijven, betekent dit voor de Kerk eenbijzonder delicate opgave.

Ook moet de Kerk in Oceanië een gron-diger studie maken van de traditionelegodsdiensten van de inheemse volkeren,

Kerkelijke documentatie 2002 • 24428

89. Vgl. t.a.p.

90. Vgl. Propositie14.

Page 27: Ecclesia in Oceania

zodat ze met meer succes de voor de ver-kondiging van de christelijke boodschapvereiste dialoog kan aangaan. “Verkondi-ging en dialoog worden elk op hun wijzebeschouwd als wezenlijke bestanddelen enauthentieke elementen van de ene evangeli-sche zending van de Kerk. Beide zijn gerichtop de mededeling van de heilswaarheid.”91

Om een vruchtbaar gesprek te voeren metdie godsdiensten heeft de Kerk deskundigennodig op het gebied van filosofie, antropo-logie, vergelijkende godsdienstwetenschap-pen, sociale wetenschappen en vooral vantheologie.

Hoop voor de samenleving

De sociale leer van de Kerk26. De Kerk beschouwt het sociaal aposto-laat als een integraal onderdeel van haarevangelische zending, die is: een woord vanhoop te spreken tot de wereld. Hoezeer zijzich hiervoor inzet blijkt uit hetgeen zij doetvoor de menselijke ontwikkeling, uit het feitdat ze de mensenrechten bevordert, opkomtvoor het leven en de menselijke waardig-heid, voor sociale gerechtigheid en milieu-bescherming. Geheel in de lijn van hun volkzeiden de synodevaders vastbesloten te zijnactie te voeren tegen onrecht, corruptie,bedreiging van het leven en de nieuwe vor-men van armoede.92

Toen tegen het einde van de negentien-de eeuw de industriële en consumptiemaat-schappij nog maar net in opkomst was,heeft de Kerk in Oceanië de sociale leer vande pausen aanvaard over het recht van dearbeider op werk en rechtvaardig loon. In deontwikkelingsgebieden van Oceanië is desociale leer van de Kerk goed ontvangen,met name sinds het Tweede Vaticaans Con-cilie; de bisschoppen van Oceanië hebbenzich erop toegelegd om in deze sociale leerte onderrichten, en hebben die verder uitge-

werkt in hun gewone publicaties over maat-schappelijke kwesties. De verslagen van deFederatie van Bisschoppenconferenties inOceanië, van de Bisschoppenconferenties envan de individuele bisschoppen laten duide-lijk zien hoe systematisch in de sociale leervan de Kerk onderricht wordt gegeven; zetonen ook aan welke inspanningen de Kerkzich getroost heeft om de belangen van deinheemse volkeren en de rechten van dekleine naties te behartigen, en de bandenvan internationale solidariteit te versterken.Ook heeft de Kerk meegewerkt aan de ont-wikkeling van democratische vormen vanbestuur, die de mensenrechten, het gezagvan de wet en de rechtvaardige toepassingervan respecteren.

Zeer zeker is het een integraal onderdeelvan de zending van de Kerk in de wereldzich in te zetten voor sociale gerechtigheiden vrede.93 Toch mag haar zending nietafhankelijk zijn van politieke macht. “DeKerk bekommert zich om de tijdelijke aspec-ten van het algemeen welzijn, inzoverre diegericht zijn op het hoogste goed, ons uitein-delijke doel.”94 In Oceanië moet het onder-richt in en de toepassing van de sociale leervan de Kerk nog concreter gebeuren, metname door middel van organisaties zoals decommissies voor ‘rechtvaardigheid envrede’. Deze sociale leer moet “helder en ingemakkelijk verstaanbare woorden aan degelovigen worden voorgehouden, en menmoet ervan getuigen door een soberelevensstijl”.95 Onrechtvaardigheden op eco-nomisch gebied en corruptie moeten gron-diger worden geanalyseerd, om geschiktemaatregelen ter bestrijding ervan te kunnenvoorstellen. Aan de katholieke organisatiesdie zich beijveren voor gerechtigheid wordtgevraagd om blijvende aandacht voor denieuwe vormen van armoede en ongerech-tigheid, en om mee te werken aan het weg-nemen van de oorzaken daarvan.

245 • 2002 Kerkelijke documentatie 29

91. Pauselijke Raadvoor InterreligieuzeDialoog, Congrega-tie voor de Evange-lisatie der Volkeren,Dialoog en Verkon-diging (19 mei1991), 2.

92. Vgl. Propositie17.

93. Vgl. t.a.p.

94. Katechismusvan de KatholiekeKerk, 2420.

95. Propositie 17.

Page 28: Ecclesia in Oceania

Mensenrechten27. De synodevaders hebben benadrukt datde bewoners van Oceanië zich meer bewustdienen te worden van de waardigheid vande mens, die berust op het gegeven dat allemensen geschapen zijn naar het beeld vanGod (vgl. Gn 1,26). Respect voor de mense-lijke persoon betekent de onaantastbarerechten respecteren die voortvloeien uit dewaardigheid van iedere mens. Al dezegrondrechten gaan aan de samenlevingvooraf en moeten door haar erkend wor-den.96 De waardigheid of de rechten van eenander niet eerbiedigen is strijdig met hetevangelie en ondermijnt de menselijkesamenleving. De Kerk spoort jonge mensenen volwassenen aan zich daadwerkelijk teverzetten tegen onrecht en tegen het nietrespecteren van de mensenrechten; sommi-ge daarvan worden in Oceanië bedreigd ofdienen beter beschermd te worden.

Een ervan is het recht op arbeid en opeen arbeidsplaats zodat de mensen zelf inhun behoeften kunnen voorzien, en hungezin kunnen onderhouden en opvoeden.Werkloosheid onder de jonge mensen baartgrote zorg; in sommige landen heeft ze eentoenemend aantal zelfmoorden onder dejeugd tot gevolg. De vakbonden kunnen eenbijzondere rol spelen door op te komen voorde rechten van de arbeiders. Willen zij aanhun roeping trouw zijn, dan moeten politici,leden van de regering en politieambtenareninteger zijn, en corruptie in welke vorm ookafwijzen; deze betekent immers altijd ern-stig onrecht jegens de burgers. Door samente werken met politici, leiders van onderne-mingen en vooraanstaande figuren in hetmaatschappelijk leven kunnen de kerklei-ders op een nuttige wijze ertoe bijdragen dater ethische gedragsregels ten dienste vanhet algemeen belang worden opgesteld enervoor zorgen dat deze in praktijk wordengebracht.

Zonder te willen beweren ter zake des-

kundig te zijn dienen de kerkleiders goed opde hoogte te blijven van economischevraagstukken en de gevolgen daarvan voorde samenleving. De synodevaders wezenerop dat “een theorie die van de winst deexclusieve norm en het uiteindelijk doel vande economische activiteit zou maken,moreel onaanvaardbaar is”.97 Wat mennoemt “rationele benadering van de econo-mie”98 is een systeem dat rijke en arme lan-den, gemeenschappen en individuen, steedsmeer uiteen drijft. De kleine naties in Ocea-nië zijn bijzonder kwetsbaar voor een eco-nomische politiek die op een dergelijkemaatschappijbeschouwing berust, want diegedachtewereld heeft minder oog voor dedistributieve gerechtigheid, en maakt zich teweinig zorg over de vraag of iedereen welover voldoende bestaansmiddelen beschikt,en zich volledig kan ontplooien. Gezinnenzijn slachtoffer van een dergelijke economi-sche politiek, hetgeen buitengewoon ver-ontrustend is. Ook over een ander verschijn-sel in Oceanië met funeste gevolgen hebbende bisschoppen gesproken: het wijdverbrei-de spelen om geld, vooral in de casino’s;deze spiegelen voor dat ze een snelle enspectaculaire oplossing bieden voor finan-ciële problemen, maar hebben als enigresultaat dat ze de mensen in nog grotermoeilijkheden brengen.

De inheemse bevolkingsgroepen28. Onrechtvaardige vormen van economi-sche politiek hebben rampzalige gevolgenvoor de inheemse bevolkingsgroepen, voorde jonge naties en hun traditionele culturen.Het is de plicht van de Kerk de inheemsemensen te helpen om hun culturele identi-teit te bewaren en hun tradities te behou-den. De synode heeft de Heilige Stoel metnadruk aangespoord te blijven opkomenvoor de Verklaring van de Verenigde Natiesover de Rechten van de Inheemse Volke-ren.99

Kerkelijke documentatie 2002 • 24630

96. Vgl. Katechis-mus van de Katho-lieke Kerk, 2273.

97. A.w., 2424.

98. Propositie 17.

99. Vgl. Propositie18.

Page 29: Ecclesia in Oceania

De situatie van de aborigines in Australiëdie strijden voor het voortbestaan van huncultuur is een geval apart. Duizenden jarenlang hebben zij in harmonie proberen televen met het vaak ruige milieu van hun‘grote land’; maar tegenwoordig wordenhun identiteit en cultuur ernstig bedreigd.Toch werpt in de laatste tijd hun gezamen-lijk streven om te blijven voortbestaan engerechtigheid te verkrijgen geleidelijkvrucht af. In de vergaderzaal van de synodeheeft men vaak het volgende karakteristiekeverhaal horen vertellen over het leven in dewildernis van Australië: “Als u nauw metelkaar verbonden blijft, bent u als een boomdie midden in een door het dichte struikge-was jagende vuurzee staat. De bladeren zijngeblakerd, de harde schors zit vol littekensen brandplekken, maar binnenin de boomblijft het levenssap stromen en onder degrond zijn de wortels nog altijd springle-vend. Zoals die boom hebt u de vlammenoverleefd en kunt u steeds weer opnieuw totleven komen. Nu is het moment voor diewedergeboorte aangebroken.”100 De Kerkblijft de zaak ondersteunen van alleinheemse volkeren die een billijke en recht-vaardige erkenning nastreven van hunidentiteit en rechten;101 ook hebben de syno-devaders hun steun uitgesproken voor hetstreven van de inheemse bevolkingsgroepennaar een rechtvaardige oplossing voor hetmoeilijke probleem van hun grondbezit dathun is ontnomen.102

Iedere keer dat de waarheid door rege-ringen of hun organen, of zelfs door chris-telijke gemeenschappen is achtergehouden,moet het onrecht dat aan de inheemsebevolkingsgroepen is aangedaan eerlijkworden toegegeven. De synode ondersteun-de het instellen van ‘Waarheidscommis-sies’,103 overal waar dankzij dergelijke com-missies een oplossing gevonden kan wordenvoor het onrecht uit het verleden, en binneneen gemeenschap of binnen het land ver-

zoening kan worden bereikt. De geschiede-nis kan niet worden overgedaan, maar alshet onrecht uit het verleden eerlijk wordttoegegeven, kan men komen tot maatrege-len en standpunten die zullen bijdragen tothet goedmaken van de verderfelijke gevol-gen van dat onrecht zowel binnen deinheemse gemeenschap als in de samenle-ving als geheel. De Kerk spreekt haar grotespijt uit en vraagt vergiffenis voor al dekeren dat haar zonen of dochters aan ditonrecht aandeel hebben gehad of nog heb-ben. In het besef van het schandelijkonrecht dat aan de inheemse bevolkings-groepen in Oceanië is aangedaan, hebben desynodevaders hun welgemeende excusesaangeboden voor het aandeel dat leden vande Kerk aan deze wandaden hebben gehad,met name waar kinderen met geweld uithun gezin werden weggerukt.104 Ze spoordende regeringen aan, de programma’s, gerichtop het verbeteren van levensomstandighe-den en levenspeil van de inheemse groepenop de belangrijke gebieden van gezond-heidszorg, onderwijs, werkgelegenheid enonderdak, met hernieuwde energie door tevoeren.

Ontwikkelingshulp29. In de oerkerk waren de christelijkegemeenschappen onderling met elkaar ver-bonden door de gastvrijheid die ze aan pel-grims boden, door wederzijdse ondersteu-ning, en door het met elkaar delen vanmateriële en personele middelen; op dezelf-de wijze wordt de communio voor de wereldzichtbaar door de concrete solidariteit tus-sen de particuliere Kerken in Oceanië. Inveel landen in Oceanië is het economischeleven nog te zeer afhankelijk van interna-tionale steun, en moet ze rekenen op eenvoortdurende stroom van ontwikkelings-hulpgelden. Weliswaar worden door deinternationale organisaties ruimhartig mid-delen ter beschikking gesteld voor de socia-

247 • 2002 Kerkelijke documentatie 31

100. Toespraak totde aborigines(1986), 8; vgl. Pro-positie 18.

101. Vgl. Toe-spraak tot de abori-gines (1986), 10.

102. Vgl. Proposi-tie 18.

103. Vgl. Proposi-tie 17.

104. Vgl. Proposi-tie 18.

Page 30: Ecclesia in Oceania

le en economische ontwikkeling, maar voorde Kerk is het vaak moeilijker om directehulp te krijgen voor pastorale projecten,zelfs al hebben veel daarvan betrekking opmeer dan de katholieke gemeenschap alleen.Daarom heeft de synode de met de Kerk ver-bonden organisaties die voor fondsen zor-gen, aangeraden hun beoordelingsnormente herzien, en met hun giften de apostoli-sche werken te ondersteunen die een nood-zakelijke voorwaarde zijn voor de verbete-ring van het levenspeil.105

Ook hebben de synodevaders de Kerk inde meer welvarende gebieden van Oceaniëgevraagd “haar middelen te delen met deverschillende plaatselijke Kerken van deStille Zuidzee, en met hen mee te werkenaan het totstandkomen van contacten metorganisaties voor fondswerving”.106 Zo kande Kerk in Oceanië niet onverschillig blijvenvoor het lot van armere Kerken in het vlak-bij gelegen Azië, wanneer deze haar omhulp en bijstand vragen. De synode heefthaar dank willen uitspreken aan de katho-lieken die, door hun edelmoedige bijdragenin de vorm van geld of dienstverlening,bepaalde programma’s hebben ondersteund;met name spreekt zij haar bewondering uitvoor de leken die in vaak moeilijke omstan-digheden vol toewijding hebben gewerktaan het verbeteren van de levensomstandig-heden in Oceanië.

Heiligheid van het leven30. In de meer welvarende en geseculari-seerde samenlevingen in Oceanië is hetrecht op leven het meest bedreigd. Dat iseen grote innerlijke tegenstrijdigheid, wanthet gaat daarbij om samenlevingen die demond vol hebben van mensenrechten entegelijk het meest fundamentele daaronderaanvechten. Heeft Christus zelf niet gezegd:“Ik ben gekomen opdat ze leven mogenbezitten, en wel in overvloed” (Joh 10,10)?Inderdaad, “het evangelie van het leven

behoort tot de kern van Jezus’ boodschap”.107

In het huidige conflict tussen een ‘cultuurvan het leven’ en een ‘cultuur van de dood’moet de Kerk het recht op het leven verdedi-gen vanaf het moment van de bevruchtingtot aan de natuurlijke dood, in alle fases vanzijn ontwikkeling. De morele en maatschap-pelijke waarden waaraan de samenlevinghaar structuur zou moeten ontlenen, zijngefundeerd op de heiligheid van het doorGod geschapen leven. Wil men de mensenvan deze tijd helpen ontdekken wat de wer-kelijke waarde is van het leven, dan moetmen duidelijk aantonen dat de oorsprongvan de mensheid in God is gelegen, en hunlaten zien wat van eeuwigheid af haarbestemming is. Het gaat er niet om dat deKerk aan anderen haar opvatting over demoraal wil opdringen, maar veelmeer dat zijtrouw wil blijven aan haar zending de vollewaarheid door te geven over het leven,zoals Jezus Christus geleerd heeft. Wanneermen de heiligheid van het leven verdedigt isdat een noodzakelijk gevolg van de christe-lijke opvatting over het mensenbestaan.Deze boodschap van de Kerk is niet alleenbestemd voor de katholieke gemeenschap,maar ze moet haar ook op profetische wijzeaan heel de samenleving voorhouden, omzo de kracht en schoonheid van het evange-lie van het leven te verkondigen.

Om op te komen voor de waarden vanhet leven is, in dit verband, het getuigenisvan de katholieke instituten op het gebiedvan gezondheidszorg van wezenlijk belang,evenzeer als de rol van de media. Om hetstandpunt van de Kerk over biomedischekwesties en over gezondheidsvraagstukkenwaarover publiek gediscussieerd wordt, dui-delijk en getrouw uiteen te kunnen zetten,moeten priesters en deskundigen op hetgebied van rechtswetenschappen en medi-cijnen een adequate vorming ontvangen.108

Men moet opkomen voor het leven en deheiligheid ervan verdedigen tegen alle drei-

Kerkelijke documentatie 2002 • 24832

105. Vgl. Proposi-tie 16.

106. T.a.p.

107. JohannesPaulus II, EncycliekEvangelium vitae(25 maart 1995), 1.

108. Vgl. Proposi-tie 20.

Page 31: Ecclesia in Oceania

gend geweld, onder welke vorm ook, metname het geweld tegen de meest weerlozen– bejaarden, stervenden, vrouwen, kinderen,gehandicapten, ongeboren kinderen.

Het milieu31. Oceanië is een deel van de wereld meteen grote natuurlijke schoonheid, en waarvele gebieden voor verontreiniging ge-spaard gebleven zijn. Nog steeds biedt hetde inheemse volkeren een plaats waar zijmet de natuur en met elkaar in harmoniekunnen leven.109 Aangezien de scheppingaan de mens is toevertrouwd om haar tebeheren, is de wereld van de natuur nietalleen een verzameling grondstoffen diemen kan benutten, maar dient ze ook gere-specteerd te worden, en moet ermee zelfsmet ontzag als met een gave, als met eendoor God toevertrouwd onderpand, wordenomgegaan. Aan de mensen is opgedragenzorg te hebben voor de schatten van deschepping, ze te behoeden en in stand tehouden. De synodevaders vroegen aan devolkeren van Oceanië zich over de heerlijk-heid van de schepping te blijven verblijdenen dank te brengen aan de Schepper.

Toch is de natuurlijke schoonheid vanOceanië niet gespaard gebleven voor ver-woestende gevolgen van uitbuiting door demensen. De synodevaders hebben de rege-ringen en volkeren in Oceanië dringendgevraagd dit kostbaar milieu te beschermenvoor de huidige en komende generaties.110

Zij dragen voor de gehele mensheid de ver-antwoordelijkheid met name waakzaam tezijn voor de Stille Zuidzee, die meer dan dehelft van de watervoorraad der aarde bevat.Het is niet alleen van wezensbelang voor devolkeren in Oceanië maar ook voor die in dehele wereld dat het water van deze oceaan,en ook van andere zeeën, gezond blijft.

De natuurlijke rijkdommen van Oceaniëdienen beschermd te worden tegen deschadelijke politieke opvattingen van som-

mige geïndustrialiseerde landen en tegen desteeds groter wordende macht van interna-tionale ondernemingen, waarvan de gevol-gen wellicht zullen zijn: ontbossing, uitput-ting van de grond, vervuiling van derivieren tengevolge van mijnbouw, groot-schalige jacht op winstgevende vissoorten,vervuiling van de zeebodem met industrieelof nucleair afval. Het dumpen van nucleairafval in dat gebied betekent bovendien eenextra bedreiging voor de gezondheid van deinheemse volkeren. Toch moet men welerkennen dat industrialisatie grote voorde-len kan hebben, mits ze gebeurt met eerbie-diging van de rechten en de cultuur van deplaatselijke bevolkingsgroepen en met zorgvoor het milieu.

Werken van naastenliefde

De katholieke instellingen32. De geschiedenis van de Kerk in Oceaniëkan niet worden verstaan als er niet gespro-ken wordt over de grootse bijdrage van deKerk op het gebied van onderwijs, gezond-heidszorg en maatschappelijke werk. Dekatholieke instellingen laten het licht vanhet evangelie binnendringen in de verschil-lende culturen en samenlevingen, door zeals het ware van binnenuit te evangeliseren.Dankzij de arbeid van de christelijke missio-narissen hebben oude vormen van geweldplaats gemaakt voor een gedrag dat zichlaat leiden door wet en gerechtigheid. Dooronderwijs en opvoeding zijn er vooraan-staande christenen en verantwoordelijkeburgers gevormd, en hebben de christelijkewaarden hun stempel gedrukt op de samen-leving. In haar educatieve programma’sstreeft de Kerk naar de vorming van demens als totaliteit, waarbij ze opziet naarChristus die mens is in de meest volle zin.Het apostolaat van de naastenliefde getuigtniet alleen door woorden maar ook door

249 • 2002 Kerkelijke documentatie 33

109. Vgl. Proposi-tie 19.

110. Vgl. t.a.p.

Page 32: Ecclesia in Oceania

daden van de volle christelijke liefde. Demensen gaan zich dan afvragen wat de bronis van die liefde en waarom de christenenzich anders gedragen en andere waardenaanhangen.111 Door deze apostolische liefderaakt Christus het hart van de mensen enleert Hij hen beter verstaan wat bedoeldwordt met “de beschaving van de liefde”112

waartoe men tracht te komen.De Kerk benut de godsdienstvrijheid in

de samenleving om openlijk Christus te ver-kondigen en overvloedig in zijn liefde tedoen delen door middel van de kerkelijkeinstellingen. Op deze godsdienstvrijheid be-rust het recht van de Kerk om instellingenop het gebied van onderwijs, gezondheids-zorg en maatschappelijk werk te stichten.Het sociaal apostolaat van deze instellingenkan nog doeltreffender zijn als de regerin-gen niet alleen dat werk dulden, maar opdat gebied ook met de leiders van de Kerksamenwerken, met duidelijke eerbiedigingvan ieders taak en deskundigheid.

De katholieke opvoeding33. De ouders zijn de eerst aangewezenenals opvoeders van hun kinderen met betrek-king tot de menselijke waarden en het chris-telijk geloof; ze hebben het fundamentelerecht om de bij hun kinderen passendeopvoeding en onderwijs te kiezen. De scho-len staan de ouders bij in de uitoefeningvan dat recht door de leerlingen te helpenzich naar behoren te ontwikkelen. In som-mige gevallen is de katholieke school hetenige aanrakingspunt van de ouders met dekerkelijke gemeenschap.

De katholieke school heeft een kerkelijkeidentiteit, want zij deelt in de evangelise-rende zending van de Kerk.113 Eigen ken-merk van de katholieke school is dat zeopen staat voor iedereen, met name voor dearmen en voor de zwakste leden van desamenleving.114 Het is van het allergrootstebelang dat school en parochie samenwer-

ken, en dat de school een plaats heeft in depastorale plannen van de parochie, vooralmet betrekking tot de sacramenten van ver-zoening, vormsel en eucharistie.

Op de basisscholen ontwikkelt hetonderwijzend personeel het geloofs- enintelligentievermogen van de kinderen; inde volgende jaren zal dit vermogen zichgeheel ontplooien. Het beste middel waar-mee “de katholieke gemeenschap aan deleerlingen een vorming biedt op het gebiedvan verstand, beroep en godsdienst zijn descholen voor middelbaar onderwijs”.115

Gedurende deze jaren krijgen de leerlingengewoonlijk een groter inzicht in hun geloofen zedelijk leven, doordat ze een meer per-soonlijke kennis verwerven van Jezus Chris-tus, de Weg, de Waarheid en het Leven. Eendergelijk geloof, dat door gebed en sacra-menten in het gezin, op school en in deparochie wordt gevoed, wordt zichtbaardoor een gezond en rechtschapen zedelijkleven. De grote uitdaging voor de katholiekescholen in een steeds sterker geseculariseer-de wereld is het systematisch en overtui-gend brengen van de christelijke boodschap,in het besef dat “catechese onvruchtbaardreigt te worden, als de catechumeen niet ineen bepaalde fase van zijn catechese dooreen gemeenschap van gelovige en christe-lijk levende mensen wordt opgenomen”.116

De jonge mensen moeten dus een goedeplaats vinden binnen leven en activiteitenvan de gemeenschap.

De synodevaders hebben hun bewonde-ring willen uitspreken voor het werk van demannelijke en vrouwelijke religieuzen enook van de leken die zich met zoveel toewij-ding inzetten op het gebied van het katho-lieke onderwijs en opvoeding,117 door hetstichten van katholieke scholen, vaak ondergrote moeilijkheden en met zware persoon-lijke offers, en door ervoor te zorgen dat zegoed functioneren. Hun bijdrage aan Kerken burgermaatschappij in Oceanië is van

Kerkelijke documentatie 2002 • 25034

111. Vgl. PaulusVI, apostolischeExhortatie Evange-lii nuntiandi (8december 1975),21.

112. Paulus VI,Homilie tijdens desluitingsmis vanhet Heilig Jaar (25december 1975), in:AAS 68 (1976), 145.

113. Vgl. Congre-gatie voor deKatholieke Opvoe-ding en Vorming,De katholiekeschool op de drem-pel van het derdemillennium (28december 1997), 8-11.

114. Vgl. a.w., 7.

115. Propositie 9.

116. Catechesi tra-dendae, 24.

117. Vgl. Proposi-tie 9.

Page 33: Ecclesia in Oceania

onschatbare waarde. In de huidige omstan-digheden op het gebied van onderwijs enopvoeding hebben de religieuze Congrega-ties, Instituten en Sociëteiten alle reden omvast te houden aan hun roeping. In deonderwijsinrichtingen zijn godgewijdemensen onmisbaar om een radicaal getuige-nis te geven van de evangelische waardenen deze aan anderen over te dragen. In delaatste tijd zijn de leken edelmoedig inge-gaan op de nieuwe noden, en hebben daar-mee wijde perspectieven geopend voor hetkatholieke onderwijs. Onderwijs geven isvoor de daarbij betrokken leken meer daneen beroep; het is een roeping om de leer-lingen op te voeden, het is een belangrijkeen onmisbare dienst van de leken in deKerk. Lesgeven is altijd een uitdaging; maarin samenwerking met en met steun vanouders, geestelijkheid en religieuzen, kan deinzet van de leken in het katholieke onder-wijs een kostbare dienst betekenen aan hetevangelie, en tegelijk een weg van christe-lijke heiligheid voor leermeesters en leerlin-gen.

Wat het eigen karakter van het katholie-ke onderwijs zal zijn, welk succes het zalboeken, hangt geheel af van het getuigenisdat het onderwijspersoneel door zijn maniervan leven geeft. De aanbeveling van de bis-schoppen is daarom “bij de aanname vanonderwijzend of leidinggevend personeelrekening te houden met het geloofslevenvan de sollicitanten”.118 Leraren en leraressendie als oprechte gelovigen leven, zullen eenbelangrijke rol spelen in de nieuwe evange-lisatie doordat ze een sfeer scheppen diebevorderlijk is voor de groei in het geloof,en aan de hun toevertrouwde leerlingengeestelijk voedsel bieden. Ze zullen resultaatboeken in de mate dat zij praktiserendekatholieken zijn, betrokken bij het levenvan de parochiegemeenschap en trouw aande Kerk en haar leergezag.

Tegenwoordig breidt de Kerk in Oceanië

haar activiteiten op onderwijskundig gebiedverder uit. De katholieke leken-leraren zul-len veel steun ondervinden van de hoge-scholen, de pedagogische academies en dekatholieke universiteiten, die hun intellectu-ele opleiding en didactische vorming ver-zorgen en hen in hun geloof ondersteunenzodat ze de plaats kunnen bekleden die hunin de zending van de Kerk binnen de wereldtoekomt. Pas sinds kort waagt men in Oce-anië zich aan universitair onderwijs; om hetverder uit te bouwen is bijzonder veel wijs-heid en inzicht nodig. Katholieke universi-teiten zijn gemeenschappen die gevormdworden door geleerden uit verschillendetakken van menselijke wetenschap. Dezegeleerden wijden zich aan onderzoek, aanonderricht en aan verschillende met hunculturele opdracht samenhangende bezighe-den. Ze hebben de eer en de plicht zichonvoorwaardelijk te wijden aan de zaak vande waarheid.119 Op het gebied van acade-misch onderzoek en onderwijs moeten zijeen zo hoog mogelijk niveau bereiken alsdienst aan de plaatselijke, de nationale ende internationale gemeenschap. Zo spelenzij een onvervangbare rol in de samenle-ving en in de Kerk, en leiden ze toekomstigeleiders en deskundigen op die ernst makenmet hun verantwoordelijkheid als christen.De bisschoppen waren van oordeel dat hetvan wezenlijk belang was persoonlijk con-tact te houden met de academici, en de lei-dinggevende eigenschappen te stimulerenvan allen die bij het hoger onderwijsbetrokken zijn.

Wetenschappelijk onderzoek en onder-richt op de hogescholen moeten de christe-lijke waarden verspreiden in de wereld vankunsten en wetenschappen. De Kerk heeftmensen nodig die deskundig zijn in filoso-fie, ethiek en moraaltheologie, opdat in eensteeds ingewikkelder wordende technologi-sche samenleving men de menselijke waar-den goed zal kunnen verstaan. Geen een-

251 • 2002 Kerkelijke documentatie 35

118. T.a.p.

119. Vgl. JohannesPaulus II, apostoli-sche Constitutieover de katholiekeuniversiteiten [Excorde ecclesiae] (15augustus 1990), 4.

Page 34: Ecclesia in Oceania

heid in kennis kan bereikt worden tenzij detheologie haar licht mag laten schijnen overalle gebieden der wetenschap. Er moet dusbijzondere aandacht worden besteed aan deselectie en opleiding van theologiestuden-ten. “De apostolische Constitutie Ex cordeecclesiae benadrukt dat de meerderheid vande hoogleraren op katholieke universiteitenen hogescholen praktiserende katholiekenzouden moeten zijn. Allen die met het aan-namebeleid zijn belast zouden zorgvuldighoogleraren moeten kiezen die niet alleenop hun eigen gebied deskundig zijn, maarook als voorbeeld kunnen dienen bij onzejonge mensen.”120 Het is van groot belangdat er in instellingen voor hoger onderwijstoegewijde katholieken zijn; dit betekenteen authentieke dienst aan Kerk en samen-leving.

Gezondheidszorg34. Jezus is gekomen om zieken te genezenen bedroefden te troosten. Na zijn verrijze-nis zet Christus zijn werk van genezing entroost voort door middel van mensen dieaan zieke en lijdende mensen de steun vanGods aanwezigheid doen ervaren. Dit werkvan de Kerk in Oceanië is voor velen hetduidelijkste en meest concrete teken vanGods liefde. De messiaanse zending vanbarmhartigheid,121 genezing en vergevingmoet onvermoeibaar worden voortgezet, endient te geschieden langs nieuwe, aan dehuidige behoeften aangepaste wegen.

Uit de geschiedenis van de gezondheids-zorg in Oceanië blijkt duidelijk welke nauwebanden er tussen haar en de Kerk bestaan.Het zijn banden die alle facetten van zorgomvatten, zelfs dat er in de verst afgelegenstreken voorzien is in een medische basis-zorg. De Kerk was een van de eersten diezich bekommerde om mensen die dooriedereen in de steek waren gelaten, metname door de verzorging van melaatsen envan mensen met HIV/AIDS. Ze beheert ook

ziekenhuizen waar verplegend personeelopgeleid en uitstekend gevormd wordt. Ten-gevolge van de huidige crisis omtrent ver-schaffing en financiering van medischezorg in Oceanië, verkeert een aantal instel-lingen in een bijzonder moeilijke situatie;maar dat mag in geen enkel opzicht afbreukdoen aan de fundamentele inzet van deKerk op dit gebied.

De leer van de Kerk over de waardigheidvan de menselijke persoon en de heiligheidvan het leven moet duidelijk gemaakt wor-den aan hen die op het gebied van wetge-ving en rechtspraak verantwoordelijkheiddragen, met name wanneer hun oordeel vaninvloed is op de medische zorg, het beheervan de ziekenhuizen en de wijze waarop degezondheidsdienst georganiseerd is. In onzetijd staan de katholieke ziekenhuizen eninstellingen voor gezondheidszorg in devoorhoede van de Kerk om het leven van demens te verdedigen vanaf het moment vande bevruchting tot aan zijn natuurlijkedood. De synodevaders hebben hun bewon-dering willen uitspreken voor de toewijdingvan de Congregaties van religieuzen die inheel Oceanië voor katholieke gezondheids-centra hebben gezorgd. De Kerk en de gehe-le samenleving zijn hun enorme dank ver-schuldigd. Deze verschillende instituten vangodgewijd leven dienen in de ziekenhuizenaanwezig te blijven, naast het lekenperso-neel dat met hen heeft leren samenwerkenin de lijn van hun charisma. Dankzij dezemensen kan in een samenleving die voor dezedelijke waarden vaak weinig oog meerheeft, het evangelie van het leven onom-wonden verkondigd worden. Om de ‘cultuurvan de dood’ te bestrijden hebben de syno-devaders alle christenen opgeroepen in hetgeweer te komen om te voorkomen dat hetgrote erfgoed van de gezondheidszorg zouworden ondermijnd.122

Voor de katholieke universiteiten is eenzeer belangrijke taak weggelegd voor de

Kerkelijke documentatie 2002 • 25236

120. Propositie 8.

121. Vgl. JohannesPaulus II, EncycliekDives in misericor-dia (30 november1980), 13.

122. Vgl. Proposi-tie 20.

Page 35: Ecclesia in Oceania

vorming van hen die beroepshalve in demedische zorg werkzaam zijn, opdat ze deleer van de Kerk toepassen tegenover denieuwe uitdagingen die op medisch gebiedvoortdurend opkomen. Katholieke vereni-gingen van doktoren, verplegers, verpleeg-sters en ander verplegend personeel dienente worden aangemoedigd, of te wordenopgericht op plaatsen waar ze nog nietbestaan. In de katholieke instellingen dientde leiding en het personeel een speciale vor-ming te krijgen om de beginselen van dekatholieke moraal op hun beroepsleven toete passen. Dat is geen gemakkelijke taak,want sommige werknemers in katholiekeziekenhuizen hebben enkel een gebrekkigekennis van deze beginselen of zijn het erniet mee eens. Maar als de leer van de Kerkgoed wordt uitgelegd ervaren deze mensenvaak de vrede die de vrucht is van de har-monie tussen leven en waarheid, en zijn zetot samenwerken bereid.

Het geloof in het verlossende Kruis vanChristus geeft een nieuwe betekenis aanziekte, lijden en dood. De synodevadershebben om steun gevraagd voor mensen diehet initiatief hebben genomen tot oprich-ting van instellingen, of daarvan bescherm-heer/vrouw zijn, waar men aan lijdendemensen, met name gehandicapten, mensenmet HIV/AIDS, bejaarden, stervenden, in-heemse mensen of mensen in verlatengebieden doet ervaren dat Christus met henmededogen heeft.123 Met name ging hunzorg uit naar allen die dit werk verrichten inverafgelegen gebieden, in de jungle, op dekleine eilanden of in het ‘achterland’ vanAustralië. Vaak beschikken ze slechts overgeringe middelen en weinig financiële hulp,maar ze geven door hun toewijding eenkrachtig getuigenis van Gods liefde voor dearmen, de zieken en de zwakken. Wat hetmedisch personeel in de ziekenhuizenbetreft en hen die voor bejaarden zorgen ofop een andere wijze de zorg op zich nemen

voor de geringsten van hun broeders enzusters (vgl. Mt 25,40), laten ze beseffen datde Kerk hun edelmoedige toewijding ophoge prijs stelt en dat zij hen dankt omdatzij op die wijze in de eerste gelederen staanvan de christelijke caritas.

Maatschappelijk dienstbetoon35. Tijdens zijn leven op aarde voelde Jezusmee met alle menselijke zwakheid en leed.“Centraal in zijn onderricht staan de achtzaligheden, gericht tot mensen die in hunaardse bestaan door verschillende vormenvan lijden worden beproefd.”124 Aan de Kerkis de zorg voor de naaste opgedragen, en zijsteekt in navolging van de Heer haar handuit naar mensen die in de grootste noodverkeren: naar wezen, armen, daklozen,verwaarloosden, paria’s. Deze opdrachtwordt vervuld door allen die zich hun lotaantrekken, op persoonlijk initiatief of doorinstellingen die gesticht zijn om te voorzienin de behoeften en noden op parochieel,diocesaan, nationaal en international vlak.

We kunnen hier geen volledige opsom-ming geven van de talrijke vormen vanmaatschappelijk dienstbetoon die de Kerk inOceanië biedt; maar sommige daarvan zijntijdens de synode speciaal genoemd. Vanuitde Kerk zijn er voor mensen met persoonlij-ke of maatschappelijke moeilijkheden raad-gevende instanties; daarmee wil zij degezinsbanden versterken, echtbreuk enechtscheidingen voorkomen of de verderfe-lijke gevolgen ervan helen. Gaarkeukens,zorgcentra voor allerlei soorten mensen, hetwerk met daklozen of ‘kinderen van destraat’ vormen slechts een gedeelte van hetsociaal apostolaat van de Kerk in Oceanië.Bescheiden en zonder veel ophef trachtengroepen in parochies en apostolischegenootschappen de vaak verborgen ellendete verlichten die het gevolg is van dearmoede in de achterstandswijken of op hetplatteland. Anderen bemiddelen tussen

253 • 2002 Kerkelijke documentatie 37

123. Vgl. t.a.p.

124. JohannesPaulus II, apostoli-sche Brief Salvificidoloris (11 februari1984), 16.

Page 36: Ecclesia in Oceania

strijdende partijen, volksstammen of anderemet elkaar botsende groeperingen. Vrou-wen, met name moeders, kunnen bij hetzoeken naar vreedzame oplossingen voorconflicten bijzonder veel invloed uitoefe-nen.125 De zorg van de Kerk gaat ook uitnaar mensen die verslaafd zijn aan alcohol,drugs of gokken, en ook naar slachtoffersvan seksueel misbruik. De synodevadershebben ook gewezen op het lot van vluchte-lingen en asielzoekers; hun aantal groeit, enuit hoofde van hun menselijke waardigheidzou men ze moeten opvangen en behoorlijkvoor hen zorgen. Tenslotte, aangezien denaties in Oceanië voor hun bestaan sterkafhankelijk zijn van oceanen en zeeën, heb-ben de synodevaders de zorgen vertolkt vanallen die hun werk op zee verrichten ondervaak ruige omstandigheden waarbij ze heelveel te verduren hebben.

Al deze vormen van apostolaat gebeu-ren vaak door vrijwilligers die daaraanbelangeloos hun tijd, energie en deskundig-heid besteden. Mensen die hebben gekozenvoor een leven uit belangeloze liefde zijnniet uit op erkentelijkheid of op een belo-ning; overigens zou geen enkele beloningkunnen opwegen tegen hetgeen zij preste-ren. Door hun inzet in allerlei gedaantenleveren zij een belangrijke bijdrage aan dezending van de Kerk, die de waarheid vanJezus Christus verkondigt, zijn voetspoorvolgt en uit Hem leeft. Deze mensen zijnonmisbaar bij het opzetten van de verschil-lende programma’s voor de nieuwe evange-lisatie onder de volkeren van Oceanië. Doorde prediking van het Woord van God wordthet geloof gewekt, en door de belofte vanzijn koninkrijk komt er hoop, maar liefdewordt ingestort door de heilige Geest, ‘Hijdie Heer is en Leven schenkt’.

Hoofdstuk IV

Het leven leiden van JezusChristus in Oceanië

“Toen Hij uitgesproken was zei Hij tegenSimon: ‘Vaar nu het meer op naar diepwater. Daar moeten jullie je netten uitwer-pen.’ ‘Meester’, antwoordde Simon, ‘de helenacht hebben we ons al afgetobd zonder ietste vangen. Maar als U het zegt zal ik de net-ten uitwerpen.’ Dat deden ze en ze vingenzo’n massa vis dat hun netten ervan scheur-den. Daarom wenkten ze hun maats in deandere boot om hen te komen helpen. Diekwamen, en beide boten vulden ze tot zin-kens toe” (Lc 5,4-7).

Geestelijk en sacramenteel leven

Kom, heilige Geest!36. “Gods liefde is in ons hart uitgestortdoor de heilige Geest die ons werd geschon-ken” (Rom 5,5). Toen het Woord vlees werden onder ons woonde (vgl. Joh 1,14) is Godde geschiedenis van de mens binnengetre-den opdat we “deel zouden krijgen aanGods eigen wezen” (2Pe 1,4). Leven inChristus houdt in dat we onze wijze vanleven door de Geest laten vernieuwen. Pau-lus spreekt over “zich bekleden met de nieu-we mens, die naar Gods beeld is geschapenin ware gerechtigheid en heiligheid” (Ef4,24). De Kerk in Oceanië heeft van de heili-ge Geest vele gaven ontvangen. Ondanks degrote verscheidenheid van culturen en tra-dities, blijft zij één in geloof, hoop en liefde,één in de katholieke leer en discipline, éénin de communio van de heilige Drie-een-heid.126 In deze communio zijn alle mensengeroepen om, temidden van hun daagsebeslommeringen, het leven van Christus teleiden, de wonderbare vruchten te tonenvan de Geest (vgl. Gal 5,22-23), en te getui-gen van Gods liefde en barmhartigheid in

Kerkelijke documentatie 2002 • 25438

125. Vgl. Proposi-tie 17.

126. Vgl. JohannesPaulus II, Homilietijdens de mis voorde evangelisatie(Mount Hagen, 8mei 1984), 5, in:AAS 76 (1984),1010.

Page 37: Ecclesia in Oceania

de wereld.

De Geest van inwendig leven37. De Speciale Vergadering heeft er veelnadruk op gelegd dat voor de Kerk in Oce-anië het gebed en een inwendig leven invereniging met Christus van vitaal belangzijn. De inheemse bewoners hebben eengrote hoogachting behouden voor stilte enbeschouwing, en een levendig besef voorhet mysterie van het leven. Vanwege hetmoderne jachtige leven met zijn onvermij-delijke stress is het voor christenen absoluutnoodzakelijk te zoeken naar de stilte vangebed en beschouwing, als voorwaardenvoor een levend geloof, en tegelijk als eenteken daarvan. Een mensenleven waarinGod niet meer centraal staat wordt leeg enverliest zijn zin.127

Voor de synodevaders was het duidelijkdat iedere gelovige een impuls en aanmoe-diging nodig heeft voor zijn geestelijkleven. Jezus zelf trok zich vaak terug op eenverlaten plaats en “bleef daar bidden” (Mc1,35). De evangelist schrijft: “Verhalen overHem deden nu in nog wijdere kring deronde. Grote drommen mensen stroomdensamen om Hem te horen en hun ziekten telaten genezen. Maar Hij trok zich telkensterug in de eenzaamheid om te bidden” (Lc5,15-16). Jezus’ bidden blijft voor ons eenvoorbeeld, vooral wanneer de spanningenen verantwoordelijkheden van het gewoneleven ons in hun ban houden. De synodeva-ders hebben het belang van het gebed bena-drukt, juist nu de regio steeds meer temaken krijgt met secularisatie en materia-lisme; om het inwendig leven te bevorderenhebben zij aangespoord tot het bijwonenvan de H. Mis, aanbidding van het heiligSacrament, de Kruisweg, het Rozenhoedjeen andere devotiepraktijken, en ook tot hetgebed in het gezin.128 De aanwezigheid vankloostergemeenschappen van beschouwendleven in Oceanië herinnert heel levendig

aan die geest van inwendig leven waardoorwe Gods aanwezigheid in ons hart kunnenontdekken. De geest van inwendig leven isook van belang om pastorale initiatieven tebezielen en te begeleiden. Deze geest biedtde kracht van een waarachtige apostolischeliefde die een weerspiegeling is van Godsliefde.

Lectio divina en heilige Schrift38. De Kerk spoort “met bijzondere nadrukalle christengelovigen aan … om door veel-vuldige lezing van de goddelijke geschriften‘de alles overtreffende kennis van ChristusJezus’ (Fil 3,8) te verwerven. … Zij dienenechter te bedenken, dat de lezing van deheilige Schrift samen moet gaan met gebed,om een gesprek te doen ontstaan tussenGod en de mens; want ‘tot Hem spreken wij,als wij bidden, Hem horen wij als wij Godswoorden lezen’.”129 Het Woord van God inhet Oude en Nieuwe Testament is van fun-damentele betekenis voor iedereen die inChristus gelooft, en het is een onuitputtelij-ke bron van evangelisatie. Heiligheid vanleven en doeltreffende apostolische activi-teit zijn vrucht van een voortdurend luiste-ren naar het Woord van God. Door eennieuw verstaan van de Schrift kunnen weterugkeren naar de bronnen van ons geloofen in contact komen met Gods waarheid inChristus. Van iedere gelovige wordtgevraagd veelvuldig de Schrift ter hand tenemen; dit geldt in het bijzonder voor semi-naristen, priesters en religieuzen. Ze moetenworden aangespoord tot de lectio divina, datrustig en biddend overwegen van de Schrift,waardoor Gods woord tot het mensenhartkan spreken. Door deze vorm van gebed,alleen of in groepsverband verricht, zal hunliefde voor de bijbel groeien en een vitaal enlevenwekkend deel worden van hun daagseleven.130

Daarom moet de Schrift voor iedereenin Oceanië toegankelijk worden gemaakt. Ze

255 • 2002 Kerkelijke documentatie 39

127. Vgl. Proposi-tie 21.

128. Vgl. t.a.p.

129. Tweede Vati-caans Concilie,dogmatische Con-stitutie over degoddelijke openba-ring Dei verbum,25; vgl. Ambrosius,De officiis mini-strorum I, 20, 88,in: PL 16, 50.

130. Vgl. Proposi-tie 22.

Page 38: Ecclesia in Oceania

moet juist en getrouw in zoveel mogelijklandstalen worden vertaald. Er is reeds oploffelijke wijze met dit vertaalwerk begon-nen, maar er moet nog veel gebeuren. Maarmen kan er niet mee volstaan de vele taal-groepen te voorzien van een bijbeltekst dieze kunnen lezen; die mensen moeten gehol-pen worden om te begrijpen wat ze lezen; ermoet dus worden gezorgd voor een degelij-ke en blijvende bijbelse vorming voor allendie tot taak hebben het Woord van God teverkondigen en er onderricht in te geven.131

De liturgie39. De synodevaders hebben veel tijdbesteed aan beschouwingen over het belangvan de liturgie in de plaatselijke Kerken inOceanië; ze hebben de wens uitgesprokendat de lokale Kerken zouden doorgaan metde vernieuwing van hun liturgie opdat degelovigen dieper kunnen doordringen in hetChristusgeheim. Ze erkenden dat de groterebetrokkenheid van het volk van God bij deliturgie een van de vruchten was van hetTweede Vaticaans Concilie; dit heeft vanzijn kant geleid tot een groter missiebesef,zoals ook de bedoeling was. Doordat deliturgie, met name wat het eucharistischoffer betreft, op een nieuwe wijze wordtverstaan en tot haar recht komt, heeft hetleven van de christen een nieuwe impulsontvangen. De vernieuwing van de liturgiewas in de ogen van het Concilie een procesdat zou leiden tot een steeds beter verstaanvan de heilige riten. In dit opzicht zijn tal-rijke plaatselijke Kerken theoretisch enpraktisch bezig met een concrete incultura-tie van vormen van eredienst; daarbij zor-gen ze ervoor de Romeinse Ritus intact tebewaren. Wanneer de liturgische tekstengoed worden vertaald en een juist gebruikwordt gemaakt van symbolen uit de plaat-selijke culturen kan dit het gevoel van ver-vreemding wegnemen bij de inheemsebevolking wanneer ze deelneemt aan de

eredienst van de Kerk.132 De woorden entekenen van de liturgie zullen woorden entekenen zijn van hun hart.

De eucharistie40. De eucharistie maakt de initiatie van dechristen volledig en is bron en hoogtepuntvan zijn leven. Christus is werkelijk en tenvolle aanwezig in het sacrament van zijnLichaam en Bloed, dat opgedragen wordt alsoffer voor het leven van de wereld, en waar-aan de gelovigen deel hebben door de com-munie. Vanaf het eerste begin heeft de Kerksteeds gehoorzaamd aan de opdracht van deHeer: “Blijf dit doen om mij te gedenken”(1Kor 11,24). De katholieken in Oceaniëbegrijpen zeer goed welk een centrale plaatsde eucharistie inneemt in hun leven. Zebeseffen dat dankzij de regelmatige en bid-dende viering van het eucharistisch offer zijde weg kunnen gaan van persoonlijke hei-ligheid en deel hebben aan de zending vande Kerk. Deze grote hoogachting en intenseliefde voor het belangrijkste sacrament vande Kerk was voor de synodevaders een dui-delijk gegeven.

Daarnaast spraken zij er hun zorg overuit dat in talrijke gemeenschappen in Oce-anië gedurende lange periodes er geeneucharistieviering plaats vond.133 Daarvoorzijn verschillende redenen: de groeiendeschaarste aan voor het pastoraal dienstwerkbeschikbare priesters; met name wat hetplatteland in Australië betreft, de groeiendearmoede en het wegtrekken naar de steden,waardoor de bevolking steeds verder inaantal afneemt en talrijke gemeenschappengeïsoleerd raken. Vanwege de grote afstan-den tussen de talrijke eilanden is het vaakonmogelijk te beschikken over een priesterter plaatse. Toch komen veel gemeenschap-pen op de Dag des Heren bijeen voor bijeen-komsten die geen eucharistievieringen zijn.Er is veel wijsheid en moed nodig om opdeze zeer treurige situatie te reageren. Ik

Kerkelijke documentatie 2002 • 25640

131. Vgl. t.a.p.

132. Vgl. Proposi-tie 47.

133. Vgl. Proposi-tie 39.

Page 39: Ecclesia in Oceania

sluit mij aan bij het aandringen van desynode dat men zich meer zal inspannenom priesterroepingen te wekken en dat depriesters eerlijker over het gehele gebiedworden ingezet.

Het sacrament van boete en verzoening41. “Het is van groot belang na te denkenover het feit dat Christus van het sacramentvan boete en verzoening de bron en hetteken heeft willen maken van radicalebarmhartigheid, verzoening en vrede. DeKerk dient de wereld het best door te zijnwat zij wil zijn: een verzoende en verzoe-nende gemeenschap van leerlingen vanChristus … De Kerk is het meest zichzelf alszij, in de liefde en kracht van Jezus Christus,bemiddelt en verzoent door middel van hetsacrament van boete en verzoening.”134 Desynodevaders waren dan ook dankbaar datmen in talrijke Kerken in Oceanië regelma-tig gaat biechten, en dat men grote achtingheeft voor dit sacrament als bron van gene-zende genade.

Maar anderzijds werd opgemerkt dat inandere plaatselijke Kerken men met betrek-king tot dit sacrament te maken heeft meternstige pastorale problemen. Met name inde ontwikkelde samenlevingen heerst er bijveel gelovigen een zekere verwarring ofonverschilligheid over de vraag wat zondebetekent en over de noodzaak, door hetsacrament van boete en verzoening vergif-fenis te verkrijgen. Het komt zelfs voor datmen de echte betekenis van de menselijkevrijheid niet begrijpt. De bisschoppen ver-langen vurig de mensen bij te brengenwelke fundamentele betekenis het sacra-ment van boete en veroening heeft voor hetleven van het volk van God. Zij drongenerop aan dat “een meer uitgebreide cateche-se zou worden aangeboden over persoonlij-ke verantwoordelijkheid, zondebesef en hetsacrament van boete en verzoening, omdaarmee de katholieken eraan te herinneren

dat in dat sacrament de barmhartige liefdevan Jezus Christus wordt aangeboden, endat de sacramentele absolutie noodzakelijkis voor zware zonden die na het doopsel zijnbegaan. Aangezien bovendien de priestershet proces moeten kunnen begeleiden vangeestelijke vooruitgang waarmee het sacra-ment van boete en verzoening gepaard gaat,moet hun niet alleen worden gevraagd voordit sacrament een belangrijke plaats in teruimen in hun persoonlijk leven, maar hetook te beschouwen als een belangrijkonderdeel van hun ambt, en ervoor te zor-gen dat de gelovigen het regelmatig kunnenontvangen.”135 Uit de ervaring bij het groteJubileum is gebleken dat nu de tijd is geko-men voor een dergelijke vernieuwde cate-chese en praktijk van het grote sacramentvan de barmhartigheid.

De ziekenzalving42. Christus’ meevoelende liefde wordt opeen speciale wijze geboden aan zieken enlijdende mensen. Dat neemt concrete vormaan in de zorg waarmee de Kerk allenomringt die naar lichaam of geest lijden. Devernieuwing van de liturgie voor de ziekenheeft een zeer positieve bijdrage betekendvoor mensen die in een levensbedreigendesituatie verkeren, zoals: ernstige ziekte,gevaarlijke chirurgische ingreep, hogeouderdom. Bejaarden lijden vaak aangevoelens van eenzaamheid en buitengeslo-ten te zijn. Gemeenschappelijk gevierde zie-kenzalvingen zijn een kostbare hulp entroost voor de zieke of lijdende mensen, eneen bron van hoop voor hun begeleiders. Desynodevaders willen hun bijzondere dankuitspreken aan allen die zieken en sterven-den begeleiden. Dat is een kostbaar bewijsvan de liefde van Christus zelf, terwijl tochsoms zieken en mensen van wie het leventen einde loopt, beschouwd worden als eenzware last.136

257 • 2002 Kerkelijke documentatie 41

134. Toespraak totde bisschoppen vanNieuw-Zeeland, 9.

135. Propositie 40A.

136. Vgl. Proposi-tie 41.

Page 40: Ecclesia in Oceania

Het volk van God

De roeping van de leken43. Voor de christenen was het in hun levenals volgelingen van Jezus een fundamenteleervaring om geroepen te worden zoals Mat-teüs. “Toen Jezus vandaar verder ging, zagHij iemand bij het tolkantoor zitten, dieMatteüs heette, en Hij zei tegen hem: ‘VolgMij.’ Hij stond op en volgde Hem” (Mt 9,9).Door het doopsel zijn alle christenen geroe-pen tot heiligheid. Iedere persoonlijke roe-ping is een oproep om deel te nemen aan dezending van de Kerk; gezien de eisen van denieuwe evangelisatie is het thans ook vangroot belang de leken te wijzen op hun heeleigen roeping binnen de Kerk. De synodeva-ders waren “verheugd over het werk en hetgetuigenis van zeer veel gelovige leken, diesterk hebben bijgedragen tot de groei vande Kerk in Oceanië”.137 Vanaf het allereerstebegin van de Kerk in Oceanië hebben deleken op velerlei wijze bijgedragen aan haargroei en zending; zij doen dat nog steedsdoor hun betrokkenheid bij verschillendevormen van dienstverlening, vooral in deparochies als catechist, als begeleider bij devoorbereiding op de sacramenten, in dejeugdpastoraal en bij het leiding geven aangroepen of gemeenschappen.

In een wereld die verlangt de waarheidvan Christus te zien en te horen zijn deleken in hun uiteenlopende beroepen leven-de getuigen van het evangelie. De lekenhebben als fundamentele roeping, de tijde-lijke orde in al haar vele onderdelen te her-nieuwen.138 De synodevaders hebben “hunsteun toegezegd aan de mannelijke en vrou-welijke leken die in hun daagse leven volle-dig hun christelijke roeping beleven, en detijdelijke orde vernieuwen door hun eigenkwaliteiten of die van het gezin, door hundeelname aan het economisch gebeuren,hun beroepsbezigheden, hun actieve aan-wezigheid binnen politieke organisaties,

binnen de internationale betrekkingen, bijactiviteiten op het gebied van de kunst,enzovoorts.”139 De Kerk steunt en bemoedigtde leken die streven naar het vaststellen vaneen juiste waardeschaal voor dingen in detijdelijke orde en deze aldus door Christusnaar God te leiden. Op die manier wordt deKerk de gist die heel het deeg van de tijdelij-ke orde doet rijzen.

De jeugd in de Kerk44. In veel landen van Oceanië vormt dejeugd de meerderheid van de bevolking, ter-wijl dit niet opgaat voor landen als Austra-lië en Nieuw-Zeeland. De synodevaders wil-den de jonge mensen uit de Kerk in Oceaniëbevestigen in hun opdracht: “het zout tezijn van de aarde en het licht van dewereld” (Mt 5,13.14). Ze wilden de jongemensen doen weten dat zij een vitaal deelzijn van de huidige Kerk, en dat de kerklei-ders zich afvragen hoe ze hen meer actiefkunnen doen delen in leven en zending vande Kerk. De katholieke jongeren wordengeroepen om Jezus te volgen, niet alleenlater als ze volwassen zijn, maar reeds nuals opgroeiende volgelingen. Mogen zesteeds worden aangetrokken door deonweerstaanbare schoonheid van Jezus’gelaat! En moge de uitdaging van de hogeidealen uit het evangelie voor hen een aan-sporing zijn! Dan zullen ze de kracht krijgenom actief deel te nemen aan het apostolaatwaartoe de Kerk hen thans oproept, en omoveral in het leven van de Kerk hun rol volvreugde en energie te vervullen: op univer-seel, nationaal, diocesaan en plaatselijkniveau.140 De jeugd “leeft tegenwoordig ineen heel eigen cultuur. De kerkleiders moe-ten daarom de taal en cultuur van de jongemensen leren kennen, deze positief benade-ren en de goede elementen daarvan eenplaats geven in leven en zending van deKerk.”141

Maar we leven ook in een tijd waarin de

Kerkelijke documentatie 2002 • 25842

137. Propositie 30.

138. Vgl. TweedeVaticaans Concilie,Decreet over hetlekenapostolaatApostolicam actuo-sitatem, en Johan-nes Paulus II, post-synodaleapostolischeExhortatie Christi-fideles laici (30december 1988).

139. Propositie 30.

140. Vgl. Proposi-tie 26.

141. T.a.p.

Page 41: Ecclesia in Oceania

jonge mensen geconfronteerd worden metgrote moeilijkheden. Veel jongeren lukt hetniet werk te vinden; vaak worden ze aange-lokt door de grote steden waar ze neerslach-tig worden omdat ze geen contact hebbenmet anderen, en in hun eenzaamheid terechtkomen in verderfelijke situaties. Sommigenworden in verleiding gebracht door drugs ofandere vormen van verslaving; anderenworden zelfs tot zelfmoord gedreven. Entoch zoeken jonge mensen, zelfs in dergelij-ke situaties, vaak naar het leven dat alleenChristus hun kan bieden. De Kerk moet dushet evangelie aan de jongeren verkondigenop een voor hen verstaanbare manier, zodatze de hand kunnen grijpen die Christussteeds door naar hen blijft uitsteken, vooralin hun donkerste momenten.

De synodevaders waren overtuigd vande noodzaak van een apostolaat voor endoor de jongeren, en ze hebben herhaaldwat ik de jeugd voorhield toen ik in datgebied was: “weest niet bang als taak op jete nemen om Christus te doen kennen enliefhebben, met name onder jullie vele leef-tijdgenoten die het grootste deel van debevolking uitmaken.”142 Met de synodeva-ders vraag ik de jonge mensen serieus enbiddend na te denken over de roeping omJezus als priester of in het godgewijde levente volgen, want de nood is hoog. De bis-schoppen hebben de jonge mensen warmgeprezen vanwege hun sterk rechtvaardig-heidsgevoel, hun eerbied voor de onaantast-baarheid en waardigheid van de menselijkepersoon, hun bekommernis om de armen,hun zorg voor het milieu. Dat zijn tekenenvan een grote geestelijke edelmoedigheiddie zeer zeker, net als in het verleden,vruchten zal voortbrengen in het leven vande Kerk.

Op veel plaatsen vormen pelgrimstoch-ten-voor-de-jeugd een positief element inhet leven van de jonge katholieken.143 Pel-grimstochten vormden lange tijd een vast

patroon in het leven van de christen, en eenvan de effecten ervan is dat ze het identi-teitsbesef versterken en ook het gevoel datmen erbij hoort. De synodevaders erkendenhet belang van de Wereldjongerendagenomdat door deze dagen de jonge mensenkunnen ervaren wat echte communio is;heel duidelijk bleek dit tijdens het onverge-telijke grote Jubileum. De jonge mensenkomen samen om naar het Woord van Godte luisteren dat hun in een voor hen ver-staanbare taal wordt voorgehouden, om datWoord biddend te overwegen, en om deel tenemen aan luisterrijke liturgische plechtig-heden en bijeenkomsten waar intens gebe-den wordt.144 Heel vaak heb ik kunnen vast-stellen hoezeer zij, althans velen van hen,spontaan open staan voor het in het evan-gelie geopenbaarde mysterie van God. Mogehet roemrijk mysterie van Jezus Christus dejonge mensen in Oceanië blijvende vrede envreugde brengen!

Huwelijk en gezinsleven45. “Het christelijk gezin vormt een speci-fieke openbaring en verwerkelijking van dekerkelijke communio en ook daarom kan enmoet men het ‘huiskerk’ noemen.”145 Uitein-delijk is het gezin een beeld van de nietonder woorden te brengen communio bin-nen de heilige Drie-eenheid. Door de voort-planting en de opvoeding van de kinderendeelt het gezin ook in het scheppingswerkvan God, en als zodanig is het een sterkekracht voor de evangelisatie binnen en bui-ten de Kerk. “De wijze waarop het gezinfunctioneert is van grote invloed op Kerk ensamenleving in Oceanië.”146 Dat betekent datchristenen die een huwelijksverbintenisaangaan een grote verantwoordelijkheid opzich nemen; “voor alle paren die het huwe-lijkssacrament willen ontvangen dient ereen passende pastorale voorbereiding plaatste hebben”.147

Als instituut zal het gezin altijd een

259 • 2002 Kerkelijke documentatie 43

142. Homilie bijgelegenheid van dezaligverklaring vanPeter To Rot, 8.

143. Vgl. Proposi-tie 26.

144. Vgl. t.a.p.

145. JohannesPaulus II, apostoli-sche ExhortatieFamiliaris consor-tio (22 november1981), 21.

146. Propositie 23.

147. T.a.p.

Page 42: Ecclesia in Oceania

alomvattende pastorale zorg van de kantvan de Kerk nodig hebben; met name zalmen weet moeten hebben van de behoeftenen lasten van grote gezinnen. Van de Kerken de burgerlijke overheden wordt gevraagdom op allerlei manieren ouders en gezinnente ondersteunen. Met name ziet de Kerk toeop het recht van de vrouw om zonderdwang van buiten in het huwelijk te tredenen om in het huwelijk met respect te wordenbejegend. In sommige streken heerst nogpolygamie, hetgeen oorzaak is van ernstigeuitbuiting van de vrouwen. Meer in hetalgemeen hebben de synodevaders zich zor-gen gemaakt over de maatschappelijke situ-atie van de vrouw in Oceanië; ze verlang-den handhaving van het beginsel: ‘voorgelijk werk ook gelijke beloning’, en dat aande vrouwen niet het recht zou worden ont-zegd om een beroep uit te oefenen. Maartegelijk ook mogen moeders er niet voormoeten boeten wanneer zij thuis blijven omvoor hun kinderen te zorgen, want hetouderschap is een grote waardigheid, en deopvoeding van de kinderen is uiterstbelangrijk.

Wanneer in een gezin de twee ouderskatholiek zijn kunnen ze gemakkelijker hungeloof met hun kinderen delen. De synode isweliswaar dankbaar voor al die gemengdehuwelijken waar men zowel bij de echtge-noten als bij de kinderen een bloeiendgeloofsleven ziet, maar toch stimuleert zehet streven in de pastoraal naar huwelijkentussen mensen met hetzelfde geloof.148

Evenals elders staan in Oceanië huwelijken gezin tegenwoordig onder allerlei span-ningen. Daardoor kan het huwelijk alsbasiseenheid van de samenleving aangetastworden en daarmee ook de samenlevingzelf. Zoals ik bij mijn bezoek in Australiëheb opgemerkt “wordt de christelijke opvat-ting over huwelijk en gezin bedreigd dooreen nieuwe geseculariseerde, pragmatischeen individualistische opvatting, die in de

wetgeving terreinwinst heeft geboekt en inde openbare mening tot op zekere hoogte‘instemming’ ondervindt”.149 De synodeva-ders beseffen dit gevaar en hebben aanbe-volen dat “pastorale programma’s geëigen-de steun verlenen aan gezinnen die temaken hebben met een van de vele ernstigeproblemen van de moderne samenleving:alcoholisme, drugs, gedragsstoornissen,gokverslaving … Gezien de moeilijkhedenwaarmee in onze dagen het huwelijk en hetgezin te kampen hebben, zoals de droevewerkelijkheid van echtelijke onenigheid,echtbreuk en echtscheiding, roept de synodeop tot een vernieuwde catechese over deidealen van het christelijk huwelijk.”150 DeKerk heeft de unieke mogelijkheid om hetchristelijk huwelijk op een nieuwe manier tepresenteren als een levenslange verbintenisin Christus, gebaseerd op een edelmoedigzichzelf wegschenken en een onvoorwaar-delijke liefde. Deze prachtige visie op huwe-lijk en gezin vertolkt een niet alleen voor deindividuen, maar ook voor de gehelesamenleving heilzame waarheid. Daarommoeten de theologische beginselen die deleer van de Kerk over huwelijk en gezinonderbouwen, aan iedereen met grote zorgen op overtuigende wijze uiteen wordengezet.151

Voor echtparen bestemde bezinningsbij-eenkomsten kunnen hen helpen om tekomen tot een inniger band met elkaar enom de vreugde te vergroten die vrucht isvan de liefde tussen man en vrouw. Maarals het huwelijk op een of andere manierdreigt stuk te lopen, dienen de pastores alleaandacht te besteden aan hen die in noodzijn. De synode heeft ook willen wijzen opde grote toewijding van mensen die alsalleenstaanden hun kinderen grootbrengenen opvoeden; de synode wilde hun doenweten dat zij grote waardering heeft voor demanier waarop deze mensen het evangeliein vaak moeilijke omstandigheden beleven.

Kerkelijke documentatie 2002 • 26044

148. Vgl. t.a.p.

149. Toespraak totde bisschoppen vanAustralië, 10.

150. Propositie 23.

151. Vgl. Proposi-tie 24.

Page 43: Ecclesia in Oceania

Geestelijkheid, katholieke scholen en cate-cheten moeten aan hen en aan hun kinde-ren bijzondere aandacht schenken.152

De vrouwen in de Kerk46. De eindeloze stoet van heiligen door deeeuwen heen bewijst overduidelijk dat deKerk aan vrouwen unieke en onvervangbarerijkdommen te danken heeft. Het ontbrekenvan deze gaven zou de christelijke gemeen-schap hopeloos verarmd hebben.153 Meerdan ooit heeft in deze tijd de Kerk behoefteaan de vaardigheden, de daadkracht en zelfsde heiligheid van vrouwen, als men wil datde nieuwe evangelisatie de zo vurig ver-langde vruchten zal opleveren. Er zijn wel-iswaar vrouwen die zich in de Kerk en in desamenleving als geheel nog ondergewaar-deerd voelen, maar heel veel anderen heb-ben het gevoel zich te kunnen ontplooiendoor hun inbreng in het parochieleven, hundeelname aan liturgie, aan gebedsleven, enaan apostolische en caritatieve werken in deKerk van Oceanië. Het is van belang dat opplaatselijk niveau de Kerk aan de vrouwende mogelijkheid biedt de hun toekomenderol te spelen in de zending van de Kerk: zezouden zich nooit buitenstaanders mogenvoelen. Voor de vrouwen staan vele vormenvan lekenapostolaat en vormingscursussenvoor leken open; daarnaast ook leidendefuncties op verschillende niveaus, waardoorzij hun gaven nog beter in dienst kunnenstellen van de zending der Kerk.154

De nieuwe kerkelijke bewegingen47. Een van de ‘tekenen van de tijd’ voor deKerk in Oceanië is het opkomen van nieuwekerkelijke bewegingen, een van de vruchtenvan het Tweede Vaticaans Concilie. Dezebewegingen geven de katholieken van alleleeftijden nieuw elan en krachtige steun bijhun streven om een intenser christelijkleven te leiden. Binnen deze bewegingenkomt een behoorlijk aantal roepingen tot

priesterschap of godgewijd leven tot was-dom, hetgeen tot grote dankbaarheid stemt.Dankzij deze kerkelijke bewegingen ontdek-ken talrijke katholieken Christus op een die-per niveau, en dat helpt hen in het huidigeculturele klimaat trouw te blijven, allemoeilijkheden ten spijt. Deze bewegingenhelpen de mensen groeien in christelijkleven, en tegelijk heeft de Kerk er velegaven van heiligheid en zeer gewaardeerdesamenwerking aan te danken.155 De synode-vaders verwelkomen deze bewegingen alstekenen van de in de Kerk werkzame Geest,en vragen dat ze hun werk zullen verrichtenbinnen de structuur van de plaatselijke Ker-ken, om op die manier mee te werken aande opbouw van de communio in het dioceeswaarin ze zich bevinden. De bisschop moet“ze pastoraal benaderen door ze te verwel-komen en leiding te geven; daarbij zal hijvragen de pastorale programma’s van hetdiocees te respecteren”.156

Het gewijde ambt en het godgewijdleven

Roepingen en seminaries48. In het leven van de Kerk is de rol vanhet priesterschap van wezenlijke aard en hetgodgewijd leven zeer belangrijk; vandaardat de bisschoppen in de Speciale Vergade-ring hebben onderstreept hoe belangrijk hetgetuigenis is dat bisschoppen, priesters engodgewijden geven door middel van hungebed, trouw, edelmoedigheid en eenvoudvan leven.157 Groot is de akker waarop zijwerken, en ze zijn betrekkelijk weinig inaantal. In Oceanië leven veel jonge mensendie een grote geestelijke rijkdom vormen;ongetwijfeld voelt een aantal van hen zichgeroepen tot het priesterschap of het godge-wijd leven. “Moge een groeiend aantal (…)aandachtig luisteren naar de volgendewoorden van Christus en ze in zich opne-

261 • 2002 Kerkelijke documentatie 45

152. Vgl. t.a.p.

153. Vgl. JohannesPaulus II, apostoli-sche Brief Mulierisdignitatem (15augustus 1988);Johannes Paulus II,Brief aan de vrou-wen (29 juni 1995).

154. Vgl. Proposi-tie 27.

155. Vgl. Proposi-tie 11.

156. T.a.p.

157. Vgl. Proposi-tie 29.

Page 44: Ecclesia in Oceania

men; ze spreken over een bijzondere per-soonlijke uitverkiezing door God, over eenapostolische vruchtbaarheid: ‘Niet julliehebben Mij uitgekozen; nee, Ik heb jullieuitgekozen en Ik heb jullie de taak gegeveneropuit te gaan en vrucht te dragen, vruch-ten die blijvend zijn’ (Joh 15,16).”158 Desynodevaders hebben gewezen op het dui-delijk afnemend aantal priesters en religieu-zen in Oceanië. Het bevorderen van roepin-gen is voor heel de katholieke gemeenschapeen dringende opdracht. Iedere bisschop zoumoeten zorgen voor het opstellen en inpraktijk brengen van een plan om roepin-gen tot het priesterschap en het godgewijdleven te bevorderen op diocesaan enparochieel niveau, op school en in hetgezin. De synodevaders zien de toekomstmet hoop en vertrouwen tegemoet terwijl zij“de eigenaar van de oogst” bidden “omarbeiders in te zetten voor zijn oogst (Lc10,2)”;159 ze wankelen niet in hun geloofdaar ze weten dat God erin zal voorzien(vgl. Gn 22,8).

In de seminaries worden de toekomstigepriesters gevormd naar het beeld van deGoede Herder, “wanneer zij zich verenigenmet Christus in de erkenning van de wil vande Vader en in de gave van zichzelf voor dehun toevertrouwde kudde”.160 Iedere bis-schop is verantwoordelijk voor de vormingvan zijn geestelijkheid in het kader van deplaatselijke cultuur en traditie. Op dit punthebben de synodevaders gevraagd “serieusna te denken over meer flexibele en creatie-ve modellen voor de vorming en oplei-ding”,161 met aandacht voor de wezenlijkeelementen van een alomvattende vormingvoor de kandidaten voor het priesterschapin Oceanië: vorming als mens, intellectuele,spirituele en pastorale vorming.162 Tegelijkhebben de bisschoppen “gewaarschuwdvoor de extreme standpunten van klerikalis-me en secularisme, en de gevaren vanonvoldoende deskundigheid; deze is soms

het gevolg van een seminarieopleiding dieop het ogenblik te weinig aandacht schenktaan de werkelijke intellectuele en spirituelebehoeften van de semina- risten”.163

De situatie van sommige Kerken inOceanië verdient speciale aandacht. In departiculiere Kerken van Papoea-Nieuw Gui-nea, de Salomonseilanden en de andereeilandstaten in de Stille Zuidzee zijn nieuweseminaries geopend voor de opvang van hetgroeiend aantal seminaristen die in eigengebied en cultuur hun vorming moeten ont-vangen. De synodevaders zijn dankbaarvoor de kostbare gave van nieuwe roepin-gen, maar zagen tegelijk ook in dat de semi-nariestaf een meer autochtone samenstel-ling zou moeten hebben met leden die voorhet geven van onderwijs en vorming goedopgeleid zijn. Er zijn voorstellen gedaan omin deze kritieke situatie verbetering aan tebrengen, zoals onder andere de uitwisselingvan personeel binnen Oceanië. Inheemsediocesane priesters zouden meer faciliteitenmoeten krijgen om hogere studies te doenbinnen of buiten de regio. Er zouden weder-zijds goedgekeurde uitwisselingsprojectenkunnen worden gestart om in de verschil-lende behoeften te voorzien. De allereerstezorg van de bisschop blijft steeds de mense-lijke en pastorale vorming van de semina-risten in het kader van hun eigen cultuur. Ermoeten ook oplossingen worden gevondenom te voorzien in de noodzakelijke finan-ciële ondersteuning van de seminaries, dievoor veel diocesen een zware belastingbetekenen. Waar er in Oceanië een tekortaan middelen is, zou in ruimere mate eenberoep moeten worden gedaan op de Kerk,de religieuze ordes, congregaties en institu-ten, om de jonge Kerken te helpen bij devorming van gekwalificeerd inheems perso-neel.164 De toekomst van de Kerk in Ocea-niëhangt daar grotendeels van af, want de Kerkkan haar taak niet vervullen zonder hetsacramenteel priesterschap, en ze kan niet

Kerkelijke documentatie 2002 • 26246

158. JohannesPaulus II, Homiliein de mis voor roe-pingen, PortMoresby (7 mei1984), 4, in: AAS 76(1984), 1006.

159. Vgl. Proposi-tie 28.

160. Tweede Vati-caaans Concilie,Decreet over hetambt en het levenvan de priestersPresbyterorum ord-inis, 14.

161. Propositie 37.

162. Vgl. JohannesPaulus II, postsyno-dale apostolischeExhortatie Pastoresdabo vobis (25maart 1992), 43-59.

163. Propositie 37.

164. Vgl. Proposi-tie 38.

Page 45: Ecclesia in Oceania

goed functioneren zonder goede priesters.

Het leven van de gewijde ambtsdragers49. Sinds het Tweede Vaticaans Conciliehebben de priesters te maken gekregen metde veranderingen, ontwikkelingen en uitda-gingen van de hedendaagse samenleving.De synodevaders erkenden “de blijvendetrouw en toewijding van de priesters in hunpriesterlijk ambt. Een trouw die temeerindrukwekkend is omdat zij moet wordenbeleefd in een wereld vol onzekerheden,eenzaamheid, gejaagdheid, en soms ookonverschilligheid en apathie. Wij zien detrouw van de priesters als een krachtiggetuigenis van Christus’ bekommernis omzijn volk, en wij prijzen hen daarvoor.”165

Richtsnoer voor het leven van de pries-ter is het leven van Christus, die zichzelfheeft uitgeleverd opdat wij allen leven zou-den hebben in overvloed. Door het gewijdeambtswerk wordt Christus’ aanwezigheidzichtbaar in de gemeenschap. Dit betekentechter niet dat de priesters van menselijkezwakheid of zonde gevrijwaard zouden blij-ven. Inderdaad heeft iedere priester voort-durende bekering nodig en moet hij zichopenstellen voor de Geest om te komen toteen hechter priesterlijke verbintenis introuw aan Christus. “Om deze trouw tebeschermen geeft de synode aan alle ledenvan de geestelijkheid de dringende raad methernieuwde kracht ernaar te streven om hungebedsleven af te stemmen op dat vanChristus, en een levensstijl te volgen die eenweerspiegeling is van Christus’ leven, metzijn eenvoud, zijn vertrouwen jegens deVader, zijn edelmoedigheid jegens de armenen zijn vereenzelviging met de onaanzien-lijken.”166

De synode besefte dat de identiteit vande priester aan erosie onderhevig is, metname doordat het priestercelibaat in eenkwaad daglicht wordt gesteld binnen eenwereld die wordt beïnvloed door waar-

deoordelen die haaks staan op de eisen vanhet evangelie. Het priesterlijk celibaat is eengroot geheim dat berust op de liefde vanChristus, en het roept op tot een radicale,liefdevolle, alomvattende relatie met Chris-tus en met zijn Lichaam, de Kerk. Het celi-baat is een gave van God voor hen diegeroepen worden om een christelijk leven teleiden als priester, en het is een grote gena-de voor de gehele Kerk, een getuigenis vanvolledige zelfgave omwille van het Rijk. DeKerk zal de eeuwige waarden van het evan-gelisch celibaat en de kuisheid moeten ver-dedigen en uitleggen in culturen die dezewaarden nooit hebben gekend, en in moder-ne samenlevingen waar er weinig begrip ofwaardering voor is. Wanneer zij die dezegave van het celibaat hebben aanvaard zichverder verdiepen in het christelijk mysterieervan, zal dit hen helpen om het met grotertrouw en inwendige vrede te beleven.167

Het Tweede Vaticaans Concilie heeftgeleerd dat “alle priesters, die door de wij-ding in het priesterlijk ambt zijn gesteld,met elkaar in verbinding staan door eenintieme sacramentele broederschap; vooralechter vormen zij in het bisdom in dienstwaarvan zij staan onder een eigen bisschopéén priestercollege”.168 Inderdaad vormen depriesters samen met hun bisschop een unie-ke gemeenschap die doorgaans presbyteri-um wordt genoemd. Op heel bijzonderewijze krijgt de communio van het presbyte-rium een liturgische vorm in de rite van depriesterwijding, en in de concelebratie vande eucharistie met de bisschop, met nametijdens de mis voor de chrismawijding opWitte Donderdag. Zieke en bejaarde pries-ters of emeriti hebben een speciale plaats inhet presbyterium. De Kerk dient hun haardankbaarheid betonen voor hun trouw, endaarom hen bijstaan en in hun behoeftenvoorzien. Men moet ook de emeriti latenmerken dat zij in het presbyterium eengewaardeerde plaats innemen.169

263 • 2002 Kerkelijke documentatie 47

165. Propositie 36.

166. T.a.p.

167. Vgl. Proposi-tie 35.

168. Presbyterorumordinis, 8.

Page 46: Ecclesia in Oceania

De communio van het presbyteriumheeft nog andere praktische aspecten.“Priesters hebben het gezelschap en desteun nodig van hun bisschop en van ande-re priesters. Van de bisschoppen wordtgevraagd aan de priesters te laten voelendat ze werkelijk hun medearbeiders zijn inde wijngaard van de Heer. Ze moeten depriesters stimuleren om in een broederlijkegeest zorg te hebben voor elkaar, zodat ereen plaatselijke diocesane clerus groeit diedoor onderlinge steun en doorgaande ver-nieuwing aaneen is gesmeed.”170 Deze broe-derlijke en liefdevolle steun is bijzonderbelangrijk in de situaties op de eilanden;daar zijn veel priesters afkomstig uit samen-levingen waar de banden van de gemeen-schap zeer sterk zijn, en waar ze bijzonderworden geëerd vanwege hun wijding enhun plaats in de samenleving. “Omdat hetvolk in dienst waarvan ze zijn gesteld, henzo beschouwt, hebben zij veel ondersteu-ning nodig om hun eigen tradities enlevensstijl als diocesaan priester door tevoeren.”171

Het leven van bisschoppen, priesters endiakens vereist een doorgaande vorming envraagt om gelegenheden om de ijver voorhun goddelijke roeping te verlevendigen. Desynodevaders hebben met klem aangeradente zorgen voor geschikte intellectuele, spiri-tuele, pastorale en recreatieve gelegenhedenopdat ze beter in staat zullen zijn hun ambtgoed uit te oefenen en door de jaren heenzich energiek te wijden aan hun zending. Desynode heeft gewezen op bepaalde facettenvan de doorgaande vorming: “Alle ambts-dragers worden eraan herinnerd dat ze beteren frisser geestelijk inzicht zullen krijgendoor het vervullen van hun dagelijkse taken– viering van de eucharistie, dagelijkseSchriftlezing, breviergebed, het bestuderenvan de heilige Schrift en van andere bron-nen voor prediking en onderricht, biechtho-ren, het lezen van theologische werken en

tijdschriften. Zelf moet men zich moeitegetroosten om mee te doen met retraites,conferenties en jaarlijkse verlofdagen, zelfsals men daardoor pastorale bezighedenmoet laten rusten. Doorgaande vormingvraagt dat allen zich verder bekwamen inhet verkondigen van de boodschap van hetevangelie op een voor hun mensen ver-staanbare wijze; doorgaande vorming heeftnaast de intellectuele ook een spirituele,menselijke en pastorale component. De bis-schoppen wordt gevraagd om in deze zin dedoorgaande vorming in hun diocees teorganiseren. Ook moeten er voor heel declerus voorzieningen worden getroffen voorstudieverlof en momenten van geestelijkebezinning.”172 Ook hebben de synodevadersde wens uitgesproken om hun priesters pas-torale steun te verlenen door in alleomstandigheden open te staan voor hunnoden. Ook heeft de situatie van wie hetambt verlieten, hen niet onberoerd gelaten.

In sommige delen van Oceanië heeftseksueel misbruik door priesters of religieu-zen de slachtoffers groot leed berokkend engeestelijke wonden geslagen. Dat was in hetleven van de Kerk diep tragisch, en eenbelemmering voor de verkondiging van hetevangelie. De synodevaders hebben iederseksueel misbruik en alle vormen vanmachtsmisbruik veroordeeld, zowel binnende Kerk als in de gehele samenleving. Bin-nen de Kerk is seksueel misbruik volledig instrijd met leer en getuigenis van JezusChristus. De synodevaders hebben onvoor-waardelijk aan de slachtoffers vergiffeniswillen vragen voor het leed en de ontredde-ring, hun aangedaan.173 De Kerk in Oceaniëis op zoek naar open en rechtvaardige pro-cedures voor het behandelen van klachtenop dit punt; en ze heeft zich ondubbelzinnigverplicht om op meevoelende wijze effectie-ve hulp te bieden aan de slachtoffers, hunfamilie, de hele gemeenschap, en ook aan deschuldigen zelf.

Kerkelijke documentatie 2002 • 26448

169. Vgl. Proposi-tie 36.

170. Propositie 33.

171. T.a.p.

172. Propositie 34.

173. Vgl. Proposi-tie 43.

Page 47: Ecclesia in Oceania

Het permanent diaconaat50. Het Tweede Vaticaans Concilie heeft hetpermanent diaconaat als gewijd ambt in deLatijnse Kerk weer hersteld. In enkele dioce-sen van Oceanië is dit ambt ingevoerd, enwerd het goed ontvangen. Een bijzondervoordeel van het permanent diaconaat isdat het zich makkelijk kan schikken naarallerlei plaatselijke pastorale behoeften. Debisschoppen op de synode hebben hun dankuitgesproken voor de onvermoeibare arbeiden toewijding van de permanent diakens inOceanië; daarbij beseften ze heel goed welkeen grote edelmoedigheid gevraagd wordtvan de gezinnen van de gehuwde diakens.Een goede opleiding van de diakens is vanvitaal belang, zoals ook een grondige cate-chese en voorbereiding in het gehele dio-cees, met name in de gemeenschappen waarze te werk zullen worden gesteld.174 Ook die-nen zij een permanente vorming te ontvan-gen. Priesters en diakens moeten, iederovereenkomstig de eigen roeping, nauwsamenwerken bij de verkondiging van hetevangelie en de toediening van de sacra-menten.175

Het godgewijd leven51. De geschiedenis van de stichting van deKerk in Oceanië valt voor een groot deelsamen met de geschiedenis van het missie-werk van ontelbaar veel religieuzen die metbelangeloze toewijding het evangelie heb-ben verkondigd in allerlei soorten situatiesen culturen. Hun constante inzet voor hetevangelisatiewerk is nog steeds van vitaalbelang en verrijkt de Kerk nog steeds opunieke wijze. Door hun roeping zijn ze bijuitstek deskundig op het gebied van decommunio der Kerk. In dienst van hetKoninkrijk streven ze de volmaaktheid derliefde na; daarmee reageren ze op de dorstnaar spiritualiteit van de volkeren vanOceanië, en zijn ze een teken van de heilig-heid van de Kerk.176 De herders moeten de

unieke betekenis blijven onderstrepen vanhet godgewijd leven, en God danken voorde offerzin van de gezinnen die bereid zijnom een of meer van hun kinderen aan deHeer af te staan om deze prachtige roepingte volgen.177

Trouw aan de charisma’s van het godge-wijd leven hebben congregaties, institutenen gezelschappen van apostolisch levenzich moedig bij de nieuwe omstandighedenaangepast, en op nieuwe wijze het licht vanhet evangelie verspreid. Voor de toekomstvan het godgewijd leven is een goede vor-ming van het grootste belang, en kandida-ten voor dit soort leven dienen op theolo-gisch, spiritueel en menselijk gebied deallerbeste vorming te ontvangen. Met hetoog daarop moeten de jonge mensen in deeerste jaren van hun opleiding goed wordenbegeleid. Gezien de centrale plaats van hetgodgewijd leven in de Kerk van Oceanië ishet belangrijk dat de bisschoppen de charis-ma’s van de religieuze instituten respecte-ren, en hen stimuleren om deze charisma’sin ieder opzicht te delen met de plaatselijkeKerk. Dat kan gebeuren door hun deelnameaan de organisatie en besluitvorming in hetdiocees; zo moeten de bisschoppen de reli-gieuzen ook aansporen om hun medewer-king te verlenen bij de uitvoering van depastorale plannen van de plaatselijke Kerk.

Contemplatieve ordes hebben zich inOceanië gevestigd en zijn op heel bijzonderewijze teken van Gods transcendentie en vande alles overtreffende kracht van Christus’liefde. Ze getuigen van de innige verbon-denheid tussen individu, communauteit enGod. De synodevaders waren er zich vanbewust dat het biddend leven dat kenmer-kend is voor het contemplatieve leven, vanvitale betekenis is voor de Kerk in Oceanië.Op mysterieuze wijze worden vanuit hethart van de Kerk de gelovigen erdoor geïn-spireerd en opgewekt om radicaler Christus’leven te leiden. Daarom hebben de bis-

265 • 2002 Kerkelijke documentatie 49

174. Vgl. Congre-gatie voor deKatholieke Opvoe-ding en Congrega-tie voor de Clerus,Basisnormen voorde vorming vanpermanent diakensen Directoriumvoor de dienst enhet leven van per-manent diakens (22februari 1998).

175. Vgl. Proposi-tie 32.

176. Vgl. Proposi-tie 29.

177. Vgl. t.a.p.

Page 48: Ecclesia in Oceania

schoppen met klem gezegd dat in Oceaniëde achting voor het contemplatieve levennooit mag verminderen, en zij hebben zichverplicht om het op alle mogelijke manierente bevorderen.178

52. Hoe zouden wij bij het beschouwen vanGods edelmoedigheid in Oceanië en zijngrenzeloze liefde voor de volkeren van ditwerelddeel niet Hem danken van wie allevolmaakte gave komt? Hoe zouden we Godniet prijzen voor de onovertroffen schat vanhet geloof, en voor de roeping tot missie diedeze schat met zich meebrengt. We hebbenin Christus willen geloven, en het is Chris-tus’ woord dat wij dienen te verkondigen inde concrete omstandigheden van onze tijden culturen. De Speciale Vergadering voorOceanië heeft een aantal routes aangewezenen suggesties gedaan die de plaatselijkeKerken in Oceanië zich ter harte moetennemen om hun rol te kunnen spelen in hetwerk van de nieuwe evangelisatie. Met watvoor welke moeilijkheden we ook te makenmogen hebben, toch zijn we tot deze taakgeroepen door de verrezen Christus, die Pet-rus en de andere apostelen de opdracht gaf:“Vaar nu het meer op naar diep water. Daarmoeten jullie je netten uitwerpen” (Lc 5,4).Door ons geloof in Jezus weten we dat onzehoop niet ijdel is en dat we met Petrus kun-nen zeggen: “Als U het zegt zal ik de nettenuitwerpen” (Lc 5,5). Met verrassend resul-taat: “ze vingen een massa vis” (Lc 5,6).Hoewel er in Oceanië vele, over grote opper-vlakte verspreide en diepe wateren zijn,heeft de Kerk in Oceanië steeds opgewekt envol vertrouwen haar weg samen met Chris-tus vervolgd, zijn waarheid verkondigd enzijn leven geleid. Nu is het moment voor degrote visvangst!

Conclusie

Maria onze Moeder53. Als slot van deze apostolische Exhorta-tie vraag ik dat u zich samen met mij keerttot de Maagd Maria, Moeder van Jezus enMoeder van de Kerk die zo grote vereringgeniet in Oceanië. Missionarissen en immi-granten hebben hun grote devotie voor deMaagd overgebracht; ze droegen die metzich mee als een integraal deel van hunkatholieke geloof; sindsdien hebben degelovigen in Oceanië nooit opgehouden hungrote liefde voor Maria te tonen.179 Zij heeftde Kerk wonderbaar geholpen bij haar stre-ven om de leer van het evangelie te verkon-digen in heel de Stille Zuidzee. In deze tijdis zij niet minder aanwezig in de Kerk dantoen zij met Pinksteren samen met de apos-telen aan het bidden was (vgl. Hnd 1,14).Door haar tussenkomst en aanwezigheid zalzij zeker de nieuwe evangelisatie ondersteu-nen zoals ze dat ook deed bij de eerste ver-kondiging. Bij moeilijkheden en lijden isMaria steeds een feilloze toevlucht geweestvoor mensen die zochten naar vrede engenezing. In kerken, kapellen en huizen her-innert de afbeelding van Maria iedereen aanhaar liefdevolle aanwezigheid en moederlij-ke bescherming. In verschillende strekenvan de Stille Zuidzee wordt zij bijzondervereerd als ‘Hulp der christenen’; de bis-schoppen hebben haar uitgeroepen totbeschermvrouwe van Oceanië, met als titel‘Onze Lieve Vrouw van de Vrede’.

In Jezus Christus, die zij in haar schootheeft gedragen, is een nieuwe wereld gebo-ren waar gerechtigheid en barmhartigheidelkaar ontmoeten, een wereld van vrijheiden vrede. Door kruis en verrijzenis vanChristus heeft God de wereld met zich ver-zoend, en Hij heeft Jezus onze Heer aange-steld tot Vredesvorst voor alle tijden enplaatsen. Moge Maria, Regina Pacis, de vol-keren van Oceanië helpen om die vrede te

Kerkelijke documentatie 2002 • 26650

178. Vgl. t.a.p.

179. Vgl. Proposi-tie 48.

Page 49: Ecclesia in Oceania

genieten en met anderen te delen! Mogenbij het begin van het derde christelijk mil-lennium ware gerechtigheid en eensgezind-heid de gaven zijn van God aan Oceanië enaan alle volkeren van de wereld!180

In dankbaarheid voor de genade vandeze Speciale Vergadering van de Bisschop-pensynode beveel ik alle volkeren van Oce-anië aan de moederlijke zorg aan van dezalige Maagd Maria, in het absolute ver-trouwen dat zij altijd aandachtig luistert,dat zij haar hart wijd opent en dat haargebed altijd wordt verhoord.

GebedO Maria, Hulp van de christenen, tot U wen-den we ons in onze noden met ogen volliefde met lege handen en een hart vol ver-langens.

Wij wenden ons tot U die ons uw Zoon,onze Heer toont. Wij heffen de handen omhet Brood van Leven te ontvangen. Wij ope-nen wijd ons hart om de Vredesvorst wel-kom te heten.

Moeder van de Kerk, uw zonen en doch-ters danken U voor uw gelovig woord datdoor alle eeuwen klinkt en opstijgt uit eenarm hart, vol van genade, dat in gereedheidwas gebracht om God te ontvangen, hetWoord in de wereld, opdat de wereld herbo-ren zou kunnen worden.

Als een dageraad kondigde zich in U hetRijk van God aan, Rijk van genade en vrede,Rijk van liefde en gerechtigheid, voortko-mend uit het mysterie van het vleesgewor-den Woord.

De over de wereld verspreide Kerk ver-enigt zich met U om Hem te loven wiensbarmhartigheid in alle eeuwen blijft be-staan.

O Stella Maris, licht boven alle oceanen,gij die heerst over de diepten, leid de volke-ren van Oceanië over donkere en woeligezeeën naar de haven van licht en vrede diein gereedheid is gebracht door Hem die de

storm tot bedaren bracht. Bescherm al uwkinderen tegen het kwaad want de golvengaan hoog en we zijn ver van de haven.

Terwijl wij onze reis vervolgen over deoceanen van de wereld en door de woestij-nen trekken van onze tijd wil ons, o Maria,de vrucht tonen van uw schoot, want zon-der uw Zoon zijn we verloren.

Bid dat wij onderweg niet vallen, dat wijin ons hart en in onze geest, in woorden endaden, in woelige dagen en in dagen vanrust, steeds de ogen gericht houden opChristus, en zeggen: “wat is dat toch vooriemand dat zelfs de wind en de zee Hemgehoorzamen?”

Onze Lieve Vrouw van de Vrede in wiealle stormen geleidelijk gaan liggen, bid, bijhet aanbreken van het nieuwe millenniumdat de Kerk in Oceanië nooit moge ophou-den het heerlijke gelaat te tonen van uwZoon, vol genade en waarheid opdat man-nen en vrouwen uit de Stille Zuidzee Godlaten heersen in hun hart en zij vrede vin-den bij de ware Heiland van de wereld.

Pleit voor de Kerk in Oceanië opdat zijde kracht krijge trouw de weg te gaan vanJezus Christus, moedig de waarheid te ver-kondigen van Jezus Christus, vreugdevolhet leven te leiden van Jezus Christus.

O, Hulp van de christenen, beschermons! Stralende Sterre der Zee, ga voor onsuit! Onze Lieve Vrouw van de Vrede, bidvoor ons!

Gegeven te Rome, bij Sint Pieter, 22 novem-ber 2001, in het vierentwintigste jaar vanmijn pontificaat.

JOHANNES PAULUS II

Vertaling: F. van Voorst tot Voorst s.j.

267 • 2002 Kerkelijke documentatie 51

180. Vgl. t.a.p.