drinkwater kwantitatieve bepaling van anionen met ic...federaal agentschap voor de veiligheid van de...
TRANSCRIPT
Federaal Agentschap
voor de Veiligheid
van de Voedselketen
Bestuur Laboratoria
2017/I-MET-217/LAB/FLVVG versie 08 1/15
2017/I-MET-217/LAB/FLVVG
Drinkwater Kwantitatieve bepaling van anionen met IC
Versie 08
In toepassing vanaf 05-09-2017
Verantwoordelijke administratie Bestuur Laboratoria FLVVG
Verantwoordelijke dienst AC
Bestemmelingen Sectie AC
Naam – functie / dienst Datum1
Opmaak /
revisie door:
Vanessa Schotte
Ingenieur AC
20-06-2017
Nazicht door:
Inge Van Hauteghem
sectieverantwoordelijke AC
01-08-2017
Goedkeuring
door:
Mieke Van de Wiele
Labomanager FLVVG
05-09-2017
1 Elektronische goedkeuring
Drinkwater Kwantitatieve bepaling van anionen met IC
2017/I-MET-217/LAB/FLVVG versie 08 2/15
Overzicht van de revisies
Revisie Van toepassing vanaf Reden en omvang van de revisie
Versie 01 25-11-2013 Origineel
Versie 02 3-12-2013 - Standaarden vers aanmaken
Versie 03 24-12-2013 Opmerkingen interne audit (analyse sequentie, retentietijd
venster, correctie QC eerste lijn)
Versie 04 07-01-2014 Opmerking interne audit (traceerbaarheid gebruikte
standaarden)
Versie 05 07-02-2014 Opmerkingen BELAC audit (B-NC’s): criteria RSD voor
lineariteit, evaluatie resolutie en aanpak indien resolutie niet
voldoet
Versie 06 24-12-2014 Criterium controles verruimen voor enkele elementen
Versie 07 12-06-2017 -Aanpassen aanmaak stockoplossingen eluens CaCO3.
-Extra criterium geleidbaarbeid bij opstart van het systeem.
-Nieuwe geconcentreerde stockoplossingen.
-Registratie op controlekaarten invoeren.
Versie 08 05-09-2017 Update wetgeving (geen gevolg naar interne werking); D01:
aanmaak regenerant dosino toegevoegd ; D02: evaluatie 1ste
lijnscontrole : verwijzing naar werkcontrolekaarten
Trefwoorden Drinkwater, anionen, IC
Drinkwater Kwantitatieve bepaling van anionen met IC
2017/I-MET-217/LAB/FLVVG versie 08 3/15
INHOUDSTABEL
1 DOEL ...................................................................................................................................... 5
2 TOEPASSINGSGEBIED ........................................................................................................ 5
3 WETTELIJKE EN NORMATIEVE DOCUMENTEN ............................................................... 6
4 DEFINITIES EN AFKORTINGEN .......................................................................................... 6
5 PRINCIPE ............................................................................................................................... 6
6 PRESTATIEKENMERKEN .................................................................................................... 6
7 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EN BIJZONDERE MAATREGELEN .............................. 6
8 REAGENTIA EN HULPSTOFFEN ......................................................................................... 7
8.1 REAGENTIA ......................................................................................................................... 7
8.2 HULPSTOFFEN .................................................................................................................... 8
9 TOESTELLEN ........................................................................................................................ 8
10 WERKWIJZE .......................................................................................................................... 9
10.1 BEREIDING VAN HET ANALYSEMONSTER ............................................................................... 9
10.2 BEPALING VAN DE CONCENTRATIE ........................................................................................ 9
10.2.1 Algemeen ................................................................................................................. 9
10.2.2 IC methode ............................................................................................................ 10
10.2.3 Voorbereiding op de meting met IC ....................................................................... 10
10.2.4 Meten van de oplossingen met IC ......................................................................... 11
10.2.5 Uit te voeren controles ter evaluatie van de analysereeks .................................... 11
11 KWALITEITSCONTROLE ................................................................................................... 11
11.1 CONTROLE OP DRIFT ......................................................................................................... 11
11.2 LINEARITEIT ...................................................................................................................... 12
11.3 CONTROLE VAN DE IDENTIFICATIE VAN DE PIEKEN ............................................................... 12
11.4 CONTROLE VAN DE RESOLUTIE .......................................................................................... 12
11.5 CONTROLE VAN DE ZELFGEMAAKTE STANDAARDOPLOSSINGEN ............................................ 12
11.6 EERSTELIJNSCONTROLE .................................................................................................... 12
11.6.1 Evaluatie van het resultaat van de eerstelijnscontrole .......................................... 13
11.6.2 Gevolg van de evaluatie van de eerstelijnscontrole voor de meetreeks ............... 13
12 BEREKENING EN RAPPORTERING ................................................................................. 13
12.1 IC RAPPORT ..................................................................................................................... 13
12.2 REGISTRATIE KWALITEITSCONTROLE .................................................................................. 13
12.2.1 Registratie controle op drift .................................................................................... 13
12.2.2 Registratie lineariteit .............................................................................................. 13
12.2.3 Registratie van de resultaten van de eerstelijnscontrole ....................................... 13
12.3 RESULTATEN VAN DE ANALYSESTALEN ............................................................................... 13
12.3.1 Berekening van de resultaten van de analysestalen en eerstelijnscontrolestalen 13
12.3.2 Registratie analysegegevens ................................................................................. 14
12.3.3 Evaluatie van de resultaten van de stalen ............................................................. 14
12.3.4 LIMS en resultatenkaft ........................................................................................... 15
Drinkwater Kwantitatieve bepaling van anionen met IC
2017/I-MET-217/LAB/FLVVG versie 08 4/15
13 VERWIJZING NAAR BIJHORENDE PROCEDURES, INSTRUCTIES, DOCUMENTEN,
FORMULIEREN OF LIJSTEN .................................................................................................... 15
Drinkwater Kwantitatieve bepaling van anionen met IC
2017/I-MET-217/LAB/FLVVG versie 08 5/15
1 Doel
Dit voorschrift beschrijft de methode voor de kwantitatieve bepaling van de anionen Fluoride (F-),
Chloriet (ClO2-), Bromaat (BrO3
-), Chloride (Cl-), Nitriet (NO2-), Bromide (Br-), Chloraat (ClO3
-),
Nitraat (NO3-), Orthofosfaat (PO4
3-) en Sulfaat (SO42-) met IC (Ionchromatografie) in drinkwater.
2 Toepassingsgebied
De methode is van toepassing op voor menselijke consumptie bestemd water zoals beschreven
in artikels 1 en 2 van het KB van 14 januari 2002 betreffende de kwaliteit van voor menselijke
consumptie bestemd water dat in de voedingsmiddeleninrichtingen verpakt wordt of dat voor de
fabricage en/of het in de handel brengen van voedingsmiddelen wordt gebruikt, met name:
De methode is van toepassing op waters die:
- in flessen of recipiënten bestemd voor de verkoop aan de consument worden verpakt, zoals
bij voorbeeld bronwaters of tafelwaters, maar met uitzondering van natuurlijke
mineraalwaters;
- in voedingsmiddeleninrichtingen voor de fabricage en/of het in de handel brengen van
voedingsmiddelen wordt gebruikt;
- in voedingsmiddeleninrichtingen uit een tankschip of tankauto voor de fabricage en/of het in
de handel brengen van voedingsmiddelen wordt geleverd.
Type waters die niet zijn opgenomen in de scoop van het KB van 14 januari 2002, maar die wel
behoren tot de scoop van deze methode:
- waters die aan voedingsmiddelenbedrijven via een leidingnet worden verdeeld voordat elke
eventuele verwerking of behandeling in het bedrijf plaatsvindt;
- natuurlijke mineraalwater dat als zodanig is erkend overeenkomstig het koninklijk besluit van
8 februari 1999 betreffende natuurlijk mineraal water en bronwater;
- water dat een geneesmiddel is.
De bepaalbaarheidsgrens van de methode verschilt per anion (Tabel 1).
Tabel 1. Overzicht bepaalbaarheidsgrenzen voor anionen in drinkwater met IC
Element LOQ (mg/l) Element LOQ (mg/l)
Fluoride 0,25 Bromide 0,005
Chloriet 0,025 Chloraat 0,005
Bromaat 0,0025 Nitraat 2,5
Chloride 2,5 Orthofosfaat 0,05
Nitriet 0,01 Sulfaat 2,5
Opmerkingen:
- Orthofosfaat en fosfaat zijn twee benamingen die worden gebruikt voor dit anion.
- Chloriet en chloraat vallen buiten de accreditatiescope van het labo.
Drinkwater Kwantitatieve bepaling van anionen met IC
2017/I-MET-217/LAB/FLVVG versie 08 6/15
3 Wettelijke en normatieve documenten
- ISO 10304-1:2009 Water quality – Determination of dissolved anions by liquid
chromatography of ions – Part 1: Determination of bromide, chloride, fluoride, nitrate, nitrite,
phosphate and sulfate (ISO 10304-1:2007) (+AC:2012).
- WAC/III/C/001: Bepaling van opgeloste anionen door vloeistofchromatografie. Bepaling van
bromide, chloride, fluoride, nitraat, nitriet, orthofosfaat en sulfaat (verwijzing naar de ISO
10304-1:2007 methode).
- KB van 14 JANUARI 2002 - Koninklijk besluit betreffende de kwaliteit van voor menselijke
consumptie bestemd water dat in voedingsmiddeleninrichtingen verpakt wordt of dat voor de
fabricage en/of het in de handel brengen van voedingsmiddelen wordt gebruikt.
- KB van 12 juni 2017 tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2002 betreffende de
kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water dat in voedingsmiddeleninrichtingen
verpakt wordt of dat voor de fabricage en/of het in de handel brengen van voedingsmiddelen
wordt gebruikt.
4 Definities en afkortingen
Afkorting Origine Betekenis
IC - Ionchromatografie
ISO - The International Organization for Standardization
KB wetgeving Koninklijk Besluit
LOD - Limit of Detection (Aantoonbaarheidsgrens)
LOQ - Limit of Quantification (Bepaalbaarheidsgrens)
WAC - Compendium voor analyse van water
5 Principe
Het gehalte aan het anion wordt rechtstreeks in de waterstalen gemeten met ionchromatografie.
Met de methode worden 10 anionen bepaald: Fluoride (F-), Chloriet (ClO2-), Bromaat (BrO3
-),
Chloride (Cl-), Nitriet (NO2-), Bromide (Br-), Chloraat (ClO3
-), Nitraat (NO3-), Orthofosfaat (PO4
3-) en
Sulfaat (SO42-).
6 Prestatiekenmerken
Voor de prestatiekenmerken van de methode wordt verwezen naar het validatiedossier.
7 Veiligheidsvoorschriften en bijzondere maatregelen
- Respecteer de veiligheidsvoorschriften voor werken met de IC.
Drinkwater Kwantitatieve bepaling van anionen met IC
2017/I-MET-217/LAB/FLVVG versie 08 7/15
8 Reagentia en hulpstoffen
Verwijzingen naar een product en/of fabrikant dienen enkel ter informatie en identificatie en houdt
geen uitsluiting in van andere producten en/of fabrikanten die mogelijk ook voldoen. Deze
verwijzingen dienen om vergissingen te vermijden en het uitvoeren van bestellingen te
vereenvoudigen. De in de procedure vermelde reagentia en apparatuur kunnen aldus door
materiaal van minstens evenwaardige kwaliteit worden vervangen.
8.1 Reagentia
Water gebruikt in de analyse van anionen in water moet van zeer hoge kwaliteit zijn, nl. water type I
of Milli-Q water.
8.1.1. Water type I (Milli-Q)
8.1.2. Zwavelzuur 0,5 mol/l 1 N AVS Titrinor 1 (01-0632-07335 )
8.1.3. Oxaalzuur 98 % (01-0443-08481)
8.1.4. Zwavelzuur 0,5 mol/l + 0,1 mol/l oxaalzuur
Zelf aangemaakt (zie 2017/I-MET-217-D02/LAB/FLVVG)
8.1.5. Natriumcarbonaat watervrij (01-0591-00935)
8.1.6. Natriumwaterstofcarbonaat (01-0602-00957) 8.1.7. Sodium bicarbonate concentrate 0,1 M NaHCO3 in H2O
Zelf aangemaakt (zie 2017/I-MET-217-D01/LAB/FLVVG)
8.1.8. Sodium carbonate concentrate 0,1 M Na2CO3 in H2O
Zelf aangemaakt (zie 2017/I-MET-217-D01/LAB/FLVVG)
8.1.9. Stockoplossing Fluoride van 1000 mg F-/l (Merck) (05-0756-03993)
8.1.10. Stockoplossing Chloriet van 1000 mg ClO2-/l (Fluka) (05-0755-05503)
8.1.11. Stockoplossing Bromaat van 1000 mg BrO3-/l (Fluka) (05-0874-05507)
8.1.12. Stockoplossing Chloride van 1000 mg Cl-/l (Merck) (05-0940-06235)
8.1.13. Stockoplossing Nitriet van 1000 mg NO2-/l (Merck) (05-0941-06236)
8.1.14. Stockoplossing Bromide van 1000 mg Br-/l (Merck) (05-0874-05514)
8.1.15. Stockoplossing Chloraat van 1000 mg ClO3-/l (Fluka) (05-0755-05506)
8.1.16. Stockoplossing Nitraat van 1000 mg NO3-/l (Merck) (05-0751-04075)
8.1.17. Stockoplossing Orthofosfaat van 1000 mg PO43-/l (Merck) (05-0939-06234)
8.1.18. Stockoplossing Sulfaat van 1000 mg SO42-/l (Merck) (05-0942-06237)
De stockoplossingen worden bewaard in de koelcel 2.3.
8.1.19. Eluens: 3,2 mM Na2CO3 – 1,0 mM NaHCO3
De houdbaarheid van het eluens bedraagt 10 dagen.
Opmerking: Bij opstarten van het anionensysteem moet de achtergrondgeleidbaarheid (basislijn)
zakken tot +/- 1 µS/cm, anders kan dit wijzen op een ‘contaminatie’ van het eluens met 1 of
meerdere van de te bepalen anionen.
8.1.20. Tussenoplossing 1: 10 mg BrO3-/l
Drinkwater Kwantitatieve bepaling van anionen met IC
2017/I-MET-217/LAB/FLVVG versie 08 8/15
8.1.21. Tussenoplossing 2: 1 mg BrO3-/l
8.1.22. Tussenoplossing 3: 100 mg F-, PO43-/l en 10 mg ClO2
-, NO2-, Br-, ClO3
-/l
8.1.23. Standaard 1
8.1.24. Standaard 2
8.1.25. Standaard 3
8.1.26. Standaard 4
8.1.27. Standaard 5
De aanmaak van de standaarden wordt schematisch weergegeven in 2017/I-MET-217-
D01/LAB/FLVVG: Bijlage 1 : ‘Flowchart aanmaak standaarden Anionen IC’.
Voor iedere analyse moeten vers aangemaakte standaarden gebruikt worden.
8.1.28. Multi IC standard SCP (1000 x geconcentreerd): BrO3(-) (10 ppm), Br(-) (100 ppm), ClO3(-)
(100 ppm), Cl(-) (10000 ppm), F(-) (100 ppm), NO3(-) (10000 ppm), NO2
(-) (10 ppm), PO4(3-) (1000
ppm), SO4(2-) (10000 ppm), in water
Houdbaarheid: 12 maanden
8.1.29. Controle-oplossing voor anionen: BrO3- BrO3(-) (0,01 ppm), Br- Br(-) (0,1 ppm), ClO3
-
ClO3(-) (0,1ppm), Cl-Cl(-) (10 ppm), F- F(-) (1 ppm), NO3- NO3(-) (10 ppm), NO2
-NO2(-) (0,1 ppm),
PO43- PO4(3-) (1 ppm), SO4
2- SO4(2-) (10 ppm), in water
(= 8.1.26 1000 x verdunnen (in 2 stappen))
Houdbaarheid: 1 week
De houdbaarheid van zelfbereide oplossingen, indien dit niet expliciet vermeld wordt, is 1 jaar bij
kamertemperatuur. De geschiktheid van de gebruikte oplossingen, buffers en
standaardoplossingen wordt nagegaan aan de hand van ingebouwde borgingspunten en
langetermijnvalidatie. Indien hieraan voldaan wordt, wijst dit op de aanvaardbaarheid van deze
reagentia en toont dit eveneens aan dat de kwaliteit van de analyse gewaarborgd blijft.
8.2 Hulpstoffen
8.2.1. Maatkolven van 50 ml, 100 ml, 1000 ml en 2000 ml
8.2.2. Vials (10-0018-05980) en bijpassende dopjes (10-0018-05984) (Metrohm) voor de
autosampler
8.2.3. Plastiek falconbuisjes van 50 ml
8.2.3. Micropipetten met passende tips (Micropipetten, 2017/I-LOG-AC-R&C-101/LAB/FLVVG)
9 Toestellen
9.1. IC (A IC 2, LAB 22-I-LOG-AC 39)
9.2. Ultrasonbad (A Ultrasonbad 1, 2016/I-LOG-AC-021/LAB/FLVVG)
Drinkwater Kwantitatieve bepaling van anionen met IC
2017/I-MET-217/LAB/FLVVG versie 08 9/15
10 Werkwijze
In alle stappen van de bepaling van het gehalte aan anionen in water dient erover gewaakt dat
contaminatie via stof, contact met de huid, contact met een vuil oppervlak, vuile recipiënten, …
vermeden wordt.
Een overzicht van de belangrijkste stappen in de werkwijze en uit te voeren controles wordt
weergegeven in 2017/I-MET-217-D02/LAB/FLVVG : Bijlage 2 : ‘Flowchart drinkwater anionen’.
10.1 Bereiding van het analysemonster
De handelingen uit te voeren na ontvangst van een monster drinkwater worden weergegeven in
2016/D-112/LAB/FLVVG: ‘Watermonsters – ontvangst’.
Spuitwaters moeten eerst ontgast worden, vooraleer ze kunnen geanalyseerd worden. Hiervoor
wordt een falconbuis van 50 ml (8.2.3) afgevuld met het monster en gedurende 30 minuten in het
ultrasonbad (9.2) geplaatst.
10.2 Bepaling van de concentratie
10.2.1 Algemeen
Het gehalte aan een anion in de stalen wordt rechtstreeks gemeten met IC (9.1) met de methode:
‘Anionen’.
De ijklijn wordt voor alle elementen geconstrueerd met 5 standaardoplossingen.
Anion Std 1
(mg/l)
Std 2
(mg/l)
Std 3
(mg/l)
Std 4
(mg/l)
Std 5
(mg/l)
Fluoride 0,25 0,5 1 2 5
Chloriet 0,025 0,05 0,1 0,2 0,5
Bromaat 0,0025 0,005 0,01 0,02 0,05
Chloride 2,5 5 10 20 50
Nitriet 0,025 0,05 0,1 0,2 0,5
Bromide 0,025 0,05 0,1 0,2 0,5
Chloraat 0,025 0,05 0,1 0,2 0,5
Nitraat 2,5 5 10 20 50
Orthofosfaat 0,25 0,5 1 2 5
Sulfaat 2,5 5 10 20 50
Drinkwater Kwantitatieve bepaling van anionen met IC
2017/I-MET-217/LAB/FLVVG versie 08 10/15
Als op een monster niet alle anionen moeten bepaald worden, kunnen de standaardoplossingen
aangemaakt worden met alleen die anionen die gevraagd worden. Dezelfde ionchromatografische
methode kan gebruikt worden, waarbij dan enkel de ijklijnen worden berekend voor de anionen
aanwezig in de standaardoplossingen.
De monsters worden onverdund gemeten. Indien gehaltes worden gemeten die buiten de ijklijn
vallen, kunnen de monsters verdund worden met Milli-Q water zodat de gemeten waarden wel
binnen de ijklijn vallen.
De identificatie van de te bepalen anionen wordt gecontroleerd aan de hand van de gelopen ijklijn.
De ijklijn van elk te meten anion wordt geëvalueerd aan de hand van de correlatiefactor en de
RSD-waarde voor dat anion.
De resolutie van de gemeten pieken wordt geëvalueerd aan de hand van de waarde die op het
rapport verschijnt, dit is de resolutie van de piek t.o.v. de eerstvolgende piek. Indien de resolutie
voor een piekenpaar niet voldoet, wordt de eluensconcentratie aangepast (verlaagt) teneinde
voldoende gescheiden pieken te bekomen.
Minstens om de 10 oplossingen wordt een standaard opnieuw gemeten als ‘QC’ oplossing om het
toestel te controleren op drift. Hiervoor wordt standaard 3 gebruikt.
Een aangekochte referentieoplossing wordt als eerstelijnscontrole gemeten.
De analysereeks wordt dus als volgt samengesteld: standaardoplossingen gevolgd door de
monsters inclusief een controlemonster, met minstens om de 10 oplossingen standaard 3.
Het resultaat van een monster is het gemiddelde resultaat bekomen uit duplo bepaling van het
monster en berekend zoals omschreven in 2017/I-MET-217-D05/LAB/FLVVG : Bijlage 5 :
‘Berekening gemiddelde’.
10.2.2 IC methode
De volledige lijst met instellingen van de methoden voor analyse van anionen in water is
opgenomen in 2017/I-MET-217-D03/LAB/FLVVG : Bijlage 3 : ‘Methode anionen IC’. In de
methode zijn de retentietijden voor de anionen opgenomen met een tolerantie van 5 % voor het
venster van de retentietijd waarbinnen een anion wordt geïdentificeerd.
10.2.3 Voorbereiding op de meting met IC
Voor de bepaling van anionen in drinkwater met IC wordt het analyseformulier 2017/I-MET-217-
F04/LAB/FLVVG: Bijlage 4: ‘Analyseformulier ANIONEN IC’ gebruikt.
Hierop worden volgende gegevens genoteerd:
- Analist
- Datum meting
- Nummer en aard monsters
- Te bepalen anionen
Dit analyseformulier kan ook opgevraagd worden via een BO-rapport, dat dagelijks geüpdatet
wordt en beschikbaar is op de M-schijf. Alle monsters die in LIMS nog actief zijn, verschijnen op
dit BO-rapport.
Drinkwater Kwantitatieve bepaling van anionen met IC
2017/I-MET-217/LAB/FLVVG versie 08 11/15
10.2.4 Meten van de oplossingen met IC
Volg de instructies van het logboek van de IC (9.1) voor het meten van het gehalte aan een anion
in de monsters.
- Maak een nieuwe ‘sample table’ (analysereeks) aan in ‘workplace’.
- Plaats de standaarden, overgegoten in geschikte buisjes (8.2.2), op de juiste posities in
de autosampler.
- Homogeniseer alle monsters door schudden, breng ze over in geschikte buisjes (8.2.2) en
plaats ze daarna op de voorziene posities in de autosampler.
- Start de analysereeks.
10.2.5 Uit te voeren controles ter evaluatie van de analysereeks
Alvorens over te gaan tot de berekening van de resultaten, moet worden nagegaan of de meting
goed is verlopen. Evalueer de resultaten van de analysereeks. Controleer de resultaten van de
standaardoplossingen (correlatie) en de QC oplossingen.
11 Kwaliteitscontrole
11.1 Controle op drift
Drift is ongewenst. Controle op drift gebeurt door het hermeten van standaard 3 als QC oplossing
en dit met een frequentie van minstens om de 10 te meten oplossingen.
Criterium 1:
Voor Fluoride, Chloride, Nitraat, Orthofosfaat en Sulfaat mag de gemeten waarde van de
standaardoplossing voor de controle op drift niet meer dan 10 % (relatief) afwijken van de nominale
waarde van de standaard.
Voor Chloriet, Bromaat, Nitriet, Bromide en Chloraat mag de gemeten waarde van de
standaardoplossing voor de controle op drift niet meer dan 15 % (relatief) afwijken van de nominale
waarde van de standaard.
Anion Std 3
(mg/l)
Criterium 1
(mg/l)
Fluoride 1 0,9 – 1,1
Chloriet 0,1 0,085 – 0,115
Bromaat 0,01 0,0085 – 0,0115
Chloride 10 9 – 11
Nitriet 0,1 0,085 – 0,115
Bromide 0,1 0,085 – 0,115
Chloraat 0,1 0,085 – 0,115
Nitraat 10 9 – 11
Orthofosfaat 1 0,9 – 0,11
Sulfaat 10 9 – 11
Drinkwater Kwantitatieve bepaling van anionen met IC
2017/I-MET-217/LAB/FLVVG versie 08 12/15
Criterium 2:
Het verschil tussen twee opeenvolgende resultaten van de controle op drift mag niet meer afwijken
dan 10 % van de nominale concentratie van de te controleren standaard en dit voor alle anionen.
11.2 Lineariteit
Bij het meten van de ijklijn wordt per anion de correlatiecoëfficiënt en de RSD-waarde berekend
door de software.
De correlatiecoëfficiënt moet minstens 0,99 bedragen.
De RSD-waarde mag maximaal 5 % bedragen.
Als niet voldaan is aan deze twee criteria, moet de standaardreeks voor het anion van toepassing
opnieuw aangemaakt worden en moeten de stalen voor dit anion hermeten worden.
11.3 Controle van de identificatie van de pieken
De identificatie van de pieken wordt gecontroleerd nadat de ijklijn is geconstrueerd. Indien de
software niet zelf een piek heeft geïdentificeerd, gebeurt de piekidentificatie door de analist. Deze
houdt hiervoor rekening met de volgorde van elutie van de anionen, de verhoudingen in
piekoppervlakte in de standaarden en de retentietijden. De retentietijden kunnen verschuiven
naargelang de kolom veroudert, als het eluens wordt gewijzigd, door matrixinterferentie… Bij
twijfel over de identificatie van een piek, wordt standaardadditie toegepast om tot een correcte
identificatie te komen.
11.4 Controle van de resolutie
De resolutie van piekenparen wordt weergegeven in ‘Results’ in de kolom ‘Resolution’. Dit is de
resolutie van de geselecteerde piek t.o.v. de eerstvolgende geïdentificeerde piek.
De resolutie moet minstens 1,3 bedragen voor alle pieken die moeten gekwantificeerd worden.
Als niet voldaan is aan dit criterium, moet een eluens met verlaagde concentratie worden
toegepast waarmee aan het criterium voor de resolutie wel wordt voldaan om de stalen van
toepassing opnieuw te analyseren.
11.5 Controle van de zelfgemaakte standaardoplossingen
De standaardoplossingen (8.1.23 tot 8.1.27) worden aangemaakt in het laboratorium. De controle
gebeurt zoals beschreven in het voorgaande punt § 11.2.
11.6 Eerstelijnscontrole
Bij een meetreeks wordt als eerstelijnscontrole een controle-oplossing anionen (8.1.29)
meegenomen in de meetreeks. Deze wordt aangemaakt uit een aangekochte gecertificeerde
oplossing (8.1.28). De aangekochte oplossing is 1000 keer meer geconcentreerd en wordt dus
Drinkwater Kwantitatieve bepaling van anionen met IC
2017/I-MET-217/LAB/FLVVG versie 08 13/15
eerst 1000 x verdund vooraleer ze meegenomen wordt in de meetreeks. De oplossing bevat geen
chloriet (chloriet resultaat wordt geëvalueerd a.d.h.v. re-standaard).
11.6.1 Evaluatie van het resultaat van de eerstelijnscontrole
Het resultaat van de eerstelijnscontrole wordt geëvalueerd a.d.h.v. een elektronische
werkcontrolekaart.
De werkcontrolekaart is een Excel document dat bewaard wordt onder:
M:\AC\z_CTRL_kaarten
De waarde van de controle-oplossing anionen (8.1.29) wordt per anion geëvalueerd. Als de reeks
dus enkel monsters bevat waarop nitriet gevraagd wordt, wordt ook alleen naar nitriet gekeken om
de eerstelijnscontrole (8.1.29) te evalueren.
11.6.2 Gevolg van de evaluatie van de eerstelijnscontrole voor de meetreeks
Als een eerstelijnscontrole niet voldoet, wordt de reeks volledig opnieuw geanalyseerd.
12 Berekening en rapportering
12.1 IC rapport
De resultaten van de meting met IC (9.1) worden genoteerd op het analyseformulier (2017/I-MET-
217-D04/LAB/FLVVG: Bijlage 4 : ‘Analyseformulier ANIONEN IC’), alsook de datum van analyse
en de naam of initialen van de analist.
In de database van de IC zijn de ruwe data van de analyses terug te vinden.
12.2 Registratie kwaliteitscontrole
12.2.1 Registratie controle op drift
Deze controle wordt niet op een apart document geregistreerd.
12.2.2 Registratie lineariteit
Deze controle wordt niet op een apart document geregistreerd.
12.2.3 Registratie van de resultaten van de eerstelijnscontrole
De analist noteert op het analyseformulier (2017/I-MET-217-F04/LAB/FLVVG : Bijlage 4 :
‘Analyseformulier ANIONEN IC’) of de eerstelijnscontrole voldoet (bv. via OK/NOK).
De analist vult de datum van uitvoering en de resultaten van de eerstelijnscontroles in op de
elektronische controlekaart (zie § 11.6.1 en 2015/I-24/LAB/FLVVG: ‘Prestatiekenmerken &
Meetonzekerheid van kwantitatieve methoden’).
12.3 Resultaten van de analysestalen
12.3.1 Berekening van de resultaten van de analysestalen en eerstelijnscontrolestalen
Aan de hand van de IC rapporten berekent de analist de resultaten van de stalen en de
eerstelijnscontrolemonsters.
Drinkwater Kwantitatieve bepaling van anionen met IC
2017/I-MET-217/LAB/FLVVG versie 08 14/15
Algemeen is het eindresultaat van een staal gelijk aan het gemiddelde resultaat van de duplo
bepaling van dat monster. Indien het eindresultaat lager is dan de LOQ voor dat element (zie § 2
Tabel 1), wordt het resultaat gerapporteerd als volgt: < LOQ mg/l.
Deze berekening wordt niet door de analist zelf uitgevoerd, maar gebeurt automatisch in het LIMS
systeem.
Indien meer dan 2 analyseresultaten bekomen werden doordat resultaten bevestigd werden n.a.v.
een te groot verschil tussen duplo-resultaten (cf. § 12.3.3.1), dan wordt het eindresultaat
berekend a.d.h.v. de werkwijze beschreven in 2017/I-MET-217-D05/LAB/FLVVG : Bijlage 5 :
‘Berekening gemiddelde’.
Indien meer dan 2 analyseresultaten bekomen werden doordat de resultaten bevestigd werden
n.a.v. een overschrijding van de norm, waarbij aan het criterium i.v.m. het verschil tussen de
duplo-resultaten voldaan was, dan wordt het eindresultaat berekend uit het gemiddelde van alle
bekomen resultaten.
12.3.2 Registratie analysegegevens
De analist vult de gegevens van het Analyseformulier (2017/I-MET-217-F04/LAB/FLVVG:
Bijlage 4 : ‘Analyseformulier ANIONEN IC’) aan met de evaluatie van de eerstelijnscontrole (‘OK’
voor gunstig, ‘NOK’ voor ongunstig).
De ingevulde analyseformulieren worden bewaard in de kaft “Analyseformulieren IC”.
12.3.3 Evaluatie van de resultaten van de stalen
Er kan worden overgegaan tot de evaluatie van de resultaten van de analysemonsters als de
kwaliteitscontrole gunstig werd bevonden, m.a.w. als voldaan was aan de criteria voor:
- De controle op drift,
- De lineariteit van de ijklijn,
- De resolutie,
- De eerstelijnscontrole.
Algemeen geldt dat resultaten slechts gerapporteerd worden wanneer er minstens één geldig
resultaat bekomen is. Duplo-resultaten van eenzelfde staal moeten ook voldoen aan het criterium
i.v.m. het maximaal toegelaten verschil tussen duplo-bepalingen (cf. § 12.3.3.1).
12.3.3.1 Duplo-bepalingen
Algemeen worden stalen in tweevoud geanalyseerd. Indien van een monster twee resultaten
beschikbaar zijn (in één analysereeks bekomen), is het maximaal toegelaten verschil tussen de
duplo bepalingen 10% absoluut van het gemiddelde:
Maximaal toegelaten: 10 % absoluut van het gemiddelde
Indien het gemiddelde lager is dan de LOQ, vervalt dit criterium en is het eindresultaat < LOQ. Zie
ook 2017/I-MET-217-D05/LAB/FLVVG : Bijlage 5 : ‘Berekening gemiddelde’.
Indien niet aan deze voorwaarde is voldaan, moet het monster opnieuw geanalyseerd worden.
Het eindresultaat wordt berekend a.d.h.v. de werkwijze beschreven in 2017/I-MET-217-
D05/LAB/FLVVG : Bijlage 5 : ‘Berekening gemiddelde’.
Drinkwater Kwantitatieve bepaling van anionen met IC
2017/I-MET-217/LAB/FLVVG versie 08 15/15
12.3.3.2 Vergelijking van het resultaat met de norm
12.3.3.2.1 Normen
In Richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor
menselijke consumptie bestemd water zijn de richtlijnen voor de chemische parameters
opgenomen, waaronder elementen in de scoop van deze methode. In het KB van 14.01.2002 zijn
dezelfde vereisten opgelijst.
Voor volgende anionen in de scoop van deze methode is een norm voorhanden: Fluoride,
Bromaat, Chloride, Nitriet, Nitraat, Sulfaat.
12.3.3.2.2 Resultaat vergelijken met een norm
Indien een norm gekend is, wordt het eindresultaat vergeleken met de norm.
Indien het eindresultaat hoger is dan de norm, wordt het monster nogmaals in duplo
geanalyseerd. Het eindresultaat is het gemiddelde van alle bekomen resultaten, tenzij bij de
eerste analyse niet voldaan was aan het criterium van het verschil tussen de duplo’s. In dat geval
wordt het eindresultaat berekend a.d.h.v. de werkwijze beschreven in 2017/I-MET-217-
D05/LAB/FLVVG : Bijlage 5 : ‘Berekening gemiddelde’.
Indien geen norm bestaat, wordt met dit criterium geen rekening gehouden.
12.3.4 LIMS en resultatenkaft
- De eindresultaten van de analyses worden ingevoerd in het LIMS. De ingevoerde gegevens
worden gevalideerd door de analist d.m.v. een elektronische handtekening.
- De analist doet de nodige registraties op de afgedrukte lijsten met proefaanvragen voor de
stalen van de sectie water die worden bewaard in de kaft ‘Gevraagde proeven WATER’.
13 Verwijzing naar bijhorende procedures, instructies, documenten, formulieren of lijsten
2017/I-MET-217-D01/LAB/FLVVG : Bijlage 1 : ‘Flowchart aanmaak standaarden Anionen IC’
2017/I-MET-217-D02/LAB/FLVVG : Bijlage 2 : ‘Flowchart drinkwater anionen’
2017/I-MET-217-D03/LAB/FLVVG : Bijlage 3 : ‘Methode anionen IC’
2017/I-MET-217-F04/LAB/FLVVG : Bijlage 4 : ‘Analyseformulier ANIONEN IC’
2017/I-MET-217-D05/LAB/FLVVG : Bijlage 5 : ‘Berekening gemiddelde’
2016/D-112/LAB/FLVVG: ‘Watermonsters – ontvangst’
2015/I-24/LAB/FLVVG: ‘Prestatiekenmerken & Meetonzekerheid van kwantitatieve methoden’
2017/I-MET-217-D01/LAB/FLVVG versie: 03 datum van toepassing: 2017-09-05 p.1/1
Bijlage 1 bij 2017/I-MET-217/LAB/FLVVG
Flowchart aanmaak standaarden Anionen IC
2017/I-MET-217-D02/LAB/FLVVG versie: 03 datum van toepassing: 2017-09-05 p.1/1
Anion LOQ (mg/l)
QC – std 3 (mg/l)
Criterium 1 (mg/l)
Fluoride 0,25 1 0,9 – 1,1
Chloriet 0,025 0,1 0,085 – 0,115
Bromaat 0,0025 0,01 0,0085 – 0,0115
Chloride 2,5 10 9 – 11
Nitriet 0,01 0,1 0,085 – 0,115
Bromide 0,005 0,1 0,085 – 0,115
Chloraat 0,005 0,1 0,085 – 0,115
Nitraat 2,5 10 9 – 11
Fosfaat 0,05 1 0,9 – 1,1
Sulfaat 2,5 10 9 – 11
Bijlage 2 bij 2017/I-MET-217/LAB/FLVVG
Flowchart drinkwater anionen
2017/I-MET-217-D03/LAB/FLVVG versie: 02 Datum van toepassing: 2017-06-9 1/ 1
Bijlage 3 bij 2017/I-MET-217/LAB/FLVVG
Methode Anionen IC
Analyseformulier ANIONEN IC
Kwantitatieve bepaling van anionen met IC
Bijlage 4 bij 2017/I-MET-217/LAB/FLVVG
Analist:
Datum:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
Te bepalen anionenType staalIdentificatie monster
2017/I-MET-217-D04/LAB/FLVVG versie: 04 datum van toepassing: 2017-06-12 p. 1/2
Analyseformulier ANIONEN IC
Kwantitatieve bepaling van anionen met IC
Bijlage 4 bij 2017/I-MET-217/LAB/FLVVG
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
Identificatie monsterType staal Te bepalen anionen
2017/I-MET-217-D04/LAB/FLVVG versie: 04 datum van toepassing: 2017-06-12 p. 2/2
2017/I-MET-217-D05/LAB/FLVVG versie: 02 Datum van toepassing: 2017-06-9 1/1
Afkortingen: Xi = resultaat µ = gemiddelde LOQ = Limit of Quantification = rapporteringsgrens = bepaalbaarheidsgrens START: X1, X2
Bijlage 5 bij 2017/I-MET-217/LAB/FLVVG
Berekening van het gemiddelde
[(|X1 – X2|).100/µ] ≤≤≤≤ 10 %
JA µ = (X1 + X2)
2
Herneem de analyse nogmaals in
duplo ⇒ X3 en X4
NEEN
Waarbij : X1 ≥ X2 ≥ X3 ≥ X4
µ = (X2 + X3) 2
µ = ‘< LOQ’
LOQ (zie tabel Bijlage 2)
Bereken het gemiddelde resultaat (X1 + X2)
2
(X1 + X2) < LOQ 2
LOQ (zie tabel Bijlage 2)
JA
Kwantitatieve bepaling van anionen met IC
NEEN