Succesvolinformatief presenteren
naar:
Marc Mombaerts
“Even uw aandacht! Succesvol informatief presenteren”
Academia Press, Gent, 1997
Succesvol presenteren:
• tekst & beeld:– lettertype– opmaak– illustraties
• inhoud:– overdrachtanalyse– communicatie– memorisatiegraad
tekst & beeld: lettertype
• klein letteroog is slecht leesbaar (Perpetua 32)
• groot letteroog is beter leesbaar (Arial 32)• fantasieletters kunnen helemaal niet (Creepy
32)• te kleine letters lezen te moeilijk (Arial 16)
•te groot (Arial 110)
tekst & beeld: lettertype
• geschreefde letters vormen onderaan een lijn (Times New Roman 32)
• ongeschreefde letters lezen beter vanop afstand en komen moderner over (Futura, Futura, Arial 32)
• KAPITALEN LEZEN MOEILIJKER DAN KLEINE LETTERS (=ONDERKAST)
• vermijd teveel onderstrepen
tekst & beeld: opmaak
• beperk je liefst tot max. 2 lettertypes
• trefwoorden en opsommingen– lezen makkelijker– krijgen meer ruimte op de dia
• vermijd dus lange zinnen die door hun lengte ook meestal in een kleiner lettertype geplaatst worden, daardoor minder goed leesbaar zijn, door de complexere structuur trager gelezen worden en teveel leesenergie vergen.
tekst & beeld: opmaak
• links uitlijnen leest makkelijkst
• omwille van het rustige tekstbeeld
• rechts uitlijnen
• kan natuurlijk ook
• maar vraagt meer leestijd
• en de opsommingstekens staan
• niet meer mooi onder elkaar
tekst & beeld: opmaak
centreren
sleutelbegrippen
maximum drie woorden
tekst & beeld: illustraties
• een goede illustratie geeft een sterke visuele boodschap
• visuele prikkels worden sneller verwerkt
• beelden helpen om abstracte begrippen te concretiseren
tekst & beeld: illustraties
• opvallende en ongebruikelijke beelden worden beter onthouden
• misverstanden worden vermeden
• afbeeldingen mogen de aandacht niet afleiden
• kies je afbeeldingen daarom met zorg en wees origineel!
tekst & beeld: eindopmaak
• tik- & spelfouten kunnen echt niet!
• werken met kleuren:– kies voldoende contrasterende kleuren– donkere achtergrond (b.v. blauw)– bleke letterkleur (b.v. geel)
• wees sober, beperk de informatie per dia
• rustig diabeeld, consistente opmaak
inhoud: overdrachtanalyse
• basisvragen:– welke informatie wil ik overbrengen?– overdracht van kennis en/of attitude ?– wat kan/moet mijn doelgroep onthouden?
• goede communicatie:– begrijpbaar: duidelijke formulering– onthoudbaar: gestructureerd aanbrengen– geen negatieve gevoelens opwekken
inhoud: communicatie
• het publiek kan niet even terugbladeren (boek) of terugspoelen (video)
• stoorzenders vermijden• kennis/attitude-overdracht:
– goed structureren– met gepaste snelheid aanbrengen– de boodschap herhalen en vastzetten– na elk onderdeel conclusie vastzetten
inhoud: communicatie
• schriftelijke communicatie: kop van het artikel wordt best onthouden
• mondelinge communicatie: slot van presentatie wordt best onthouden
• na titeldia een inhoudstafel (rode draad)• presentatie op papier:
– kopies van dia’s vooraf geven (notitieruimte)– kopies van dia’s achteraf geven (aandacht)
prikkels: memorisatiegraad
• lezen: 9 %
• horen: 15 %
• beelden: 25 %
• a-v presentatie: 59 %
• iets zelf doen: 79 %
• interactief a-v programma: 89 %