STUDIEGIDS
2013-2014
Academische Opleiding
Interne Begeleiding en
Schoolontwikkeling
Inhoudsopgave
1 INLEIDING ACADEMISCHE IB-OPLEIDING ......................................... 5
1.1 Geschiedenis .............................................................................................. 6
1.2 De SPO ...................................................................................................... 6
1.3 Nadere informatie ...................................................................................... 7
2 ALGEMENE INFORMATIE ....................................................................... 8
2.1 Studeren aan een avondopleiding. ............................................................. 8
2.1.1 Een avondopleiding ........................................................................... 8
2.1.2 Didactisch concept ............................................................................ 8
2.1.3 Studentenpopulatie ............................................................................ 8
2.1.4 Examens in de vorm van tentamens .................................................. 8
2.1.5 Status ................................................................................................. 9
2.2 Inschrijving................................................................................................ 9
2.2.1 Vereiste vooropleiding ...................................................................... 9
2.2.2 De inschrijving .................................................................................. 9
2.2.3 Kosten.............................................................................................. 10
2.2.4 Website en digitale leeromgeving (DLO)........................................ 10
2.2.5 Beëindiging van de studie ............................................................... 10
2.2.6 De diploma-uitreiking ..................................................................... 11
2.2.7 Studiefinanciering ........................................................................... 11
2.3 De organisatie .......................................................................................... 13
2.3.1 Het bevoegde gezag ......................................................................... 13
2.3.2 De studieleiding en studiecoördinatie .............................................. 13
2.3.3 Het studiesecretariaat/ Onderwijsbureau ......................................... 13
2.3.4 Docenten Academische IB-opleiding .............................................. 15
2.3.5 Studieondersteuning ........................................................................ 16
2.3.6 Studeren met een functiebeperking ................................................. 16
2.3.7 Klachtenprocedure ........................................................................... 17
2.3.8 De opleidingscommissie .................................................................. 17
2.3.9 De onderwijsorganisatie .................................................................. 18
2.4 Bibliotheken ............................................................................................ 18
2.5 ACLO ...................................................................................................... 19
2.6 REPRO .................................................................................................... 19
3 OPZET ACADEMISCHE IB-OPLEIDING ............................................... 20
3.1 Visie van de opleiding ............................................................................. 20
3.2 Opzet van de opleiding ............................................................................ 20
3.3 Studielast ................................................................................................. 20
3.4 Het programma ........................................................................................ 21
3.4.1 De beroepscompetenties .................................................................. 21
3.4.2 De vakken ........................................................................................ 22
3.4.3 De vakken afgezet tegen de competenties ....................................... 23
3.5 Examens en tentamens ............................................................................ 24
3.5.1 De examenregeling .......................................................................... 24
3.5.2 Toetsing door een werkstuk ............................................................. 25
3.6 De kwaliteitsbewaking ............................................................................ 25
4 HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING ........... 27
4.1 Het eerste studiejaar ................................................................................ 27
Wiskunde ..................................................................................................... 27
Statistiek 1 ................................................................................................... 28
Andragogiek ................................................................................................ 29
Onderwijskunde .......................................................................................... 31
Advisering en begeleiding ........................................................................... 33
Visie en profilering ...................................................................................... 35
Filosofie 2: wetenschapsfilosofie ................................................................ 37
Methodologie/onderzoekspracticum ........................................................... 38
IB in praktijk 1 ............................................................................................ 39
4.2 Het tweede studiejaar .............................................................................. 40
Onderwijsbegeleiding .................................................................................. 40
Lifelong Learning (LLL) in context: inhoud en professionaliteit ................ 42
Effectiviteit van onderwijs en Levenslang leren ......................................... 43
Psychologie: Ontwikkelingspsychologie in relatie tot opvoeding ............... 45
Psychologie: Leerpsychologie ..................................................................... 46
Statistiek 2 ................................................................................................... 47
Grondslagen van onderzoek ........................................................................ 48
Statistiek 3 ................................................................................................... 49
Testtheorie ................................................................................................... 50
Methoden en technieken van onderzoek ..................................................... 51
IB in praktijk 2 ............................................................................................ 52
Afstudeerwerkstuk Interne Begeleiding ...................................................... 54
5 BIJLAGEN .................................................................................................. 55
5.1 De scriptie ............................................................................................... 56
5.2 Literatuurverwijzingen, literatuurlijst en tabellen in een werkstuk ......... 58
5.3 Protocol voor het beoordelen van een scriptie ......................................... 59
5.4 PLATTEGROND .................................................................................... 61
INLEIDING ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
5
1 INLEIDING ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
De SPO is in september 2010 gestart met een IB-opleiding bedoeld voor
leerkrachten basisonderwijs: de Academische Opleiding Interne Begeleiding en
Schoolontwikkeling. Het betreft een tweejarig avondprogramma (120 ECTS) en
leidt tot een HBO-bachelordiploma Pedagogiek. Bovendien bereidt deze
opleiding rechtstreeks op voor de master Algemeen Pedagogische
Wetenschappen en de master Onderwijskunde van de Rijksuniversiteit
Groningen. De opleiding onderscheidt zich van andere IB-opleidingen door een
relatief sterk op theoretische reflectie en empirisch onderzoek gericht profiel.
Door deze wetenschappelijke invalshoek en door ruime aandacht voor
schoolontwikkeling en verandermanagement biedt de opleiding ook een goede
basis voor een coördinerende en beleidsontwikkelende functie op bovenschools
niveau.
De vakken van de IB-opleiding maken deel uit van de HBO-opleiding
Pedagogiek van de SPO. Studenten volgen de colleges samen met deze HBO-
studenten en met studenten van het schakelprogramma Pedagogiek en
Onderwijskunde. Voor de studenten van de IB-opleiding is er daarnaast een
begeleidingslijn IB (IB in praktijk). In deze begeleidingslijn koppelen studenten
onder leiding van een IB-coach theoretische noties aan de IB-praktijk door het
voeren van discussies en het maken van opdrachten. De resultaten van deze
begeleidingslijn vinden hun neerslag in een portfolio.
Omdat de opleiding niet door de overheid wordt bekostigd, zijn
overheidsmaatregelen inzake tweede bacheloropleiding en tweede
masteropleiding en de langstudeerders maatregel niet van toepassing. Studenten
kunnen de hierboven geboden bachelor + HBO-opleiding zonder extra kosten
volgen na hun reeds behaalde HBO-diploma en zij kunnen na deze opleiding,
mits ze niet elders een bekostigde masteropleiding hebben gevolgd, tegen een
regulier collegegeldtarief een universitaire masteropleiding afronden.
INLEIDING ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
6
1.1 Geschiedenis
De academische opleiding Interne Begeleiding en Schoolontwikkeling
(academische IB-opleiding) maakt deel uit van de geaccrediteerde opleiding
HBO-pedagogiek van de Stichting Pedagogisch Onderwijs aan de
Rijksuniversiteit Groningen (SPO). De Stichting kent een lange geschiedenis.
In 1918 is de ‘Vereniging voor Pedagogisch Onderwijs aan de Rijksuniversiteit
te Groningen’ opgericht. Deze vereniging verzorgde theoretische en praktische
cursussen in de didactiek voor aanstaande leraren en voordrachten over
pedagogische onderwerpen voor belangstellenden in het algemeen. In 1954 nam
deze vereniging de verantwoordelijkheid op zich voor het geven van de reeds
bestaande opleiding voor de Middelbare Akte Pedagogiek A. Tevens is toen
besloten een opleiding voor de Middelbare Akte Pedagogiek B te beginnen.
Deze opleidingen zijn bekend geworden als de MO-A en MO-B Pedagogiek.
De ‘Vereniging’ is in 1965 omgezet in een ‘Stichting Pedagogisch Onderwijs
aan de Rijksuniversiteit te Groningen’ (SPO).
De opleiding MO-A Pedagogiek is in 1987 verbreed met een algemene
pedagogisch-agogische beroepsvoorbereiding en wordt sindsdien tot het Hoger
Pedagogisch en Sociaal-Agogisch Onderwijs gerekend. De opleiding MO-B
Pedagogiek wordt in 1990 opgevolgd door een cursusaanbod gericht op
doorstroming naar de afstudeerrichtingen Pedagogiek en de studierichting
Onderwijskunde van de Rijksuniversiteit Groningen. Als reactie op de invoering
van het bachelor-master systeem in het hoger onderwijs is dit cursusaanbod
vanaf 2003 vervangen door schakelprogramma’s die eveneens gericht zijn op
doorstroom naar de afstudeerrichtingen Pedagogiek en de studierichting
Onderwijskunde. Deze schakelprogramma’s zijn bedoeld voor studenten die al
beschikken over een (verwante) afgeronde HBO-opleiding.
Per 1 september 1997 valt de opleiding HBO-pedagogiek onder de door de SPO
in stand te houden Hogeschool voor Hoger Pedagogisch en Sociaal-Agogisch
Onderwijs. De Hogeschool is als zodanig aangewezen door de Minister. Nadere
informatie over de geschiedenis van de SPO is te vinden in het Gedenkboek SPO
“75 jaar Vereniging/Stichting voor Pedagogisch Onderwijs” uit 1994 van J.
Vermoolen (verkrijgbaar bij de SPO à € 7,-).
1.2 De SPO
De SPO treedt op als bevoegd gezag van de opleiding HBO-pedagogiek. De
opleidingen van de SPO worden niet door de overheid gesubsidieerd. De SPO
kan hierdoor de cursusgelden voor haar opleidingen vaststellen onafhankelijk
van het landelijk beleid. De SPO is lid van de landelijke Vereniging ter
Bevordering van de Studie der Pedagogiek (VBSP).
INLEIDING ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
7
1.3 Nadere informatie
In deze studiegids staat de informatie over de academische IB-opleiding. Voor
de opleiding HBO-pedagogiek en de schakelprogramma’s bestaan aparte
studiegidsen. Als u na het lezen van de studiegids nader wil worden
geïnformeerd over de opleiding, dan kunt u zich wenden tot de studiecoördinator
mevr. A. Slijkhuis, tel. 050 – 363 7893, e-mail: [email protected]. Voor meer
administratieve zaken (zoals vereiste vooropleiding, inschrijving,
studiefinanciering) kan men terecht bij het studiesecretariaat. Het secretariaat is
te bereiken op telefoonnummer 050 - 363 6525, e-mail: [email protected].
ALGEMENE INFORMATIE
8
2 ALGEMENE INFORMATIE
2.1 Studeren aan een avondopleiding.
2.1.1 Een avondopleiding
De Academische IB-opleiding is een avondopleiding. De colleges worden
gevolgd samen met studenten van de opleiding HBO-pedagogiek en met
studenten van het schakelprogramma Pedagogiek en Onderwijskunde. Een
avondopleiding houdt in dat de studie kan worden gevolgd naast de dagelijkse
werkzaamheden. Het houdt ook in dat het aantal contacturen beperkt is en dat
dus een groot beroep wordt gedaan op zelfstudie. Studenten moeten veel lezen,
meestal in het Nederlands, maar er staan ook Engelstalige boeken op de lijst.
Een avondopleiding is aantrekkelijk voor degenen die overdag niet in de
gelegenheid zijn een opleiding te volgen. Een avondopleiding is bovendien
aantrekkelijk voor werkzoekenden. Bij het volgen van een avondstudie komt in
principe een werkloosheidsuitkering niet in gevaar (op mogelijk de stageperiode
na), omdat men overdag beschikbaar blijft voor de arbeidsmarkt. Nadere
informatie hierover kunt u verkrijgen bij het UWV-werkbedrijf in uw gemeente.
2.1.2 Didactisch concept
Het didactisch concept van de opleiding is samen te vatten met de termen afstand
nemen en reflecteren. Veel van onze studenten participeren in pedagogische
praktijken en oefenen daarin pedagogisch handelen en samenwerken. In onze
opleiding krijgen de studenten veel theoretische kennis en worden ze uitgenodigd
de kennis te relateren aan deze praktijken. Hiervoor is het van groot belang dat
studenten afstand leren nemen van die pedagogische praktijken. Door inzet van
de kennis en door met elkaar in gesprek te gaan, kunnen dan verschillende
perspectieven verkend worden en kunnen studenten komen tot voldoende
diepgaande en systematische reflectie.
2.1.3 Studentenpopulatie
Aan de opleidingen van de SPO studeren volwassenen. De leeftijd van de
studenten loopt uiteen. Docenten gaan uit van de principes van volwassenen-
educatie. Er wordt bijvoorbeeld regelmatig een beroep gedaan op wat de student
zelf reeds aan ervaringen, inzichten en vaardigheden heeft opgedaan. Tevens
wordt rekening gehouden met persoonlijke omstandigheden. Het aanbod van
studieonderdelen is zodanig dat studenten zelf hun studietempo kunnen bepalen.
2.1.4 Examens in de vorm van tentamens
De examens hebben de vorm van een dossierexamen. Over de verschillende
examenvakken worden tentamens afgenomen (door de eigen docenten). Op die
manier wordt een dossier van tentamenresultaten opgebouwd. Men is geslaagd
voor een examen zodra voor alle examenvakken een voldoende is behaald.
ALGEMENE INFORMATIE
9
2.1.5 Status
De opleiding HBO-pedagogiek, waaronder de Academische IB-opleiding
ressorteert, is een onbekostigde, door de overheid aangewezen opleiding. Deze
opleiding wordt verzorgd door de Hogeschool voor Pedagogisch Onderwijs aan
de Rijksuniversiteit Groningen.
De opleiding is geregistreerd onder het CROHO nummer: 35158 (Pedagogiek).
De opleiding is geaccrediteerd tot 31 december 2018. Het visitatie rapport staat
integraal op de website: www.spo-groningen.nl.
De opleiding valt onder het toezicht van de Inspectie van het onderwijs,
gevestigd in Utrecht. Adres: Rijksinspectiekantoor Utrecht, Postbus 2730, 3500
GS Utrecht.
2.2 Inschrijving
2.2.1 Vereiste vooropleiding
Om tot de Academische IB-opleiding te worden toegelaten moet men in het bezit
zijn van een PABO of PA diploma. Het hebben van een baan is niet verplicht.
2.2.2 De inschrijving
De inschrijving wordt verricht door de onderwijsinstelling en geldt telkens voor
één cursusjaar van tien maanden, namelijk: de periode september t/m juni van
het daaropvolgende jaar. Aan de inschrijving zijn rechten verbonden. Alleen de
inschrijving verleent deze rechten. Als men de studie wil voortzetten, dient men
zich ieder jaar opnieuw in te schrijven. Personen die zich niet inschrijven, mogen
geen onderwijs volgen of examens afleggen.
Indien men zich voor het cursusjaar 2013-2014 wenst in te schrijven, dient men
zich digitaal en schriftelijk aan te melden door middel van een volledig ingevuld
en ondertekend aanmeldingsformulier. Het formulier is te downloaden via de
website: www.spo-groningen.nl. Voor de eigen administratie dient men een
kopie van de overeenkomst te maken en te bewaren.
Bij een eerste aanmelding dient men tevens mee te zenden:
- fotokopie(ën) van diploma’s en/of cijferlijst(en), waaruit blijkt dat men
over de vereiste vooropleiding beschikt;
- een kopie van uw identiteitsbewijs.
Een student heeft gedurende het cursusjaar van inschrijving het recht:
- aan het onderwijs deel te nemen (colleges te volgen enz.) en tentamens af
te leggen;
- van toegang tot en gebruik van de lesgebouwen en de daarin aanwezige
voorzieningen (bibliotheek e.d.).
Pas nadat men is ingeschreven mogen in het cursusjaar van inschrijving colleges
worden gevolgd en tentamens of examens worden afgelegd.
ALGEMENE INFORMATIE
10
Een docent kan een student de toegang tot een tentamen weigeren indien hij/zij
geen geldige collegekaart kan tonen. De collegekaart wordt eenmalig verstrekt.
Bij verlies of diefstal wordt een vervangende pas toegestuurd. Deze moet
handmatig worden voorzien van een hard copy pasfoto.
2.2.3 Kosten
Het cursusgeld moet elk jaar opnieuw worden voldaan. Pas na ontvangst van het
cursusgeld door de opleiding is de student officieel ingeschreven. De hoogte van
het bedrag wordt jaarlijks vastgesteld door het bevoegde gezag van de opleiding,
het bestuur van de Stichting voor Pedagogisch Onderwijs (SPO). Voor het
studiejaar 2013-2014 is de hoogte van het cursusgeld € 1575,-.
Het is mogelijk het cursusgeld in één termijn te betalen of gespreid, in vier
termijnen. Bij gespreide betaling betaalt u € 15,- administratiekosten.
De kosten voor literatuur variëren per jaar. Dit jaar bedragen de kosten voor
literatuur uit het eerste jaar ongeveer € 500, -.
Houd er rekening mee dat er gedurende het studiejaar kleine wijzigingen in de
literatuur kunnen plaatsvinden. Het is verstandig om de literatuur niet te ver van
te voren aan te schaffen.
De literatuur kan ook geleend worden bij de bibliotheek, van de Rijksuniversiteit
Groningen.
Aangezien het voor de IB-opleiding niet mogelijk is om de roosters optimaal te
maken (omdat studenten aanschuiven bij vakken in het HBO- en
schakelprogramma), mogen studenten na het 2e jaar nog maximaal 2 onderdelen
gratis volgen om de opleiding af te ronden.
2.2.4 Website en digitale leeromgeving (DLO)
Op de website www.spo-groningen.nl vindt u de roosters, de studiegids,
informatie over extra onderwijsaanbod (actualiteitencolleges, excursies, etc.) en
actuele mededelingen.
Op de digitale leeromgeving (DLO) https://dlo.spo-groningen.nl/student krijgt u
na inloggen, een persoonlijke pagina. Op deze pagina vindt u o.a. het overzicht
van uw resultaten. Op de DLO worden mededelingen voor docenten en
studenten vermeld, kunt u zich inschrijven voor vakken en tentamens en kunt u
via het prikbord een bericht achterlaten. De eerste keer bij het raadplegen van
DLO kunt u een inlognaam aanmaken. Een wachtwoord ontvangt u via uw e-
mail.
Voor een aantal vakken moet de SPO student de Digitale Leeromgeving van de
RuG (Nestor) raadplegen. De docent geeft dit aan. De inloggegevens voor Nestor
zijn te vinden op de DLO onder de knop Documenten.
2.2.5 Beëindiging van de studie
Als u in de loop van het cursusjaar de studie beëindigt, is in een aantal gevallen
terugbetaling van een deel van het cursusgeld mogelijk. De restitutieregeling
staat hieronder.
ALGEMENE INFORMATIE
11
Beëindiging van de studie dient u per aangetekend schrijven mee te delen aan het
studiesecretariaat. Hierbij geldt een opzegtermijn van twee maanden. De
opzegtermijn gaat in op de datum van poststempeling van het aangetekend
schrijven. Voor elke maand na het einde van de opzegtermijn wordt een
evenredig deel van het cursusgeld terugbetaald.
Voor 1 oktober 2013 kunt u kosteloos opzeggen.
Betalingsregeling in geval van opzegging:
Uiterlijke opzegdatum: Maanden te betalen: U betaalt in 2013-2014:
30 september 2013 geen kosteloos
31 oktober 2013 september t/m december € 630,00
30 november 2013 september t/m januari € 787,50
31december 2013 september t/m februari € 945,00
31 januari 2014 september t/m maart € 1102,00
28 februari 2014 september t/m april € 1260,00
31 maart 2014 september t/m mei € 1147,50
In geval van opzegging na 31 maart vindt geen teruggave meer plaats. Na het
behalen van het diploma wordt restitutie verleend vanaf de datum waarop het
laatste resultaat is behaald.
2.2.6 De diploma-uitreiking
Op drie momenten in het studiejaar vindt het bachelorexamen plaats. Het
examen bestaat uit de uitreiking en ondertekening van de getuigschriften.
Studenten krijgen tijdens de plechtigheid de gelegenheid om in maximaal tien
minuten terug te blikken op hun studie of om iets over hun afstudeerproject te
vertellen. Wanneer studenten hiervan gebruik willen maken, dienen zij dit van te
voren te melden bij het secretariaat.
De uitreiking van de getuigschriften bachelor HBO-pedagogiek (inclusief
Academische opleiding Interne Begeleiding en Schoolontwikkeling) vindt in
2013-2014 plaats op: woensdag 29 januari 2014, woensdag 25 juni 2014 en
woensdag 24 september 2014 om 16.00 uur. De uitreiking is openbaar, d.w.z. dat
familieleden, vrienden en medestudenten aanwezig mogen zijn. De
examenkandidaten en de scriptiebegeleiders worden veertien dagen voorafgaand
aan de uitreiking, schriftelijk uitgenodigd.
Studenten die in aanmerking willen komen voor de uitreiking van het
getuigschrift op één van bovengenoemde data, dienen vier weken daaraan
voorafgaand de volgende bescheiden in te leveren bij het studiesecretariaat:
- het aanmeldingsformulier: dit formulier is te downloaden via de DLO;
- de scriptie in tweevoud en digitaal.
De student dient tijdig een afspraak te maken met de studiecoördinator om
samen te controleren of aan de eisen voor afstuderen is voldaan.
2.2.7 Studiefinanciering
De opleiding HBO-pedagogiek wordt niet door de overheid gesubsidieerd.
Studenten hebben geen recht op een studiebeurs of -lening op grond van de Wet
op de Studiefinanciering. Wel bestaat er een regeling tegemoetkoming
ALGEMENE INFORMATIE
12
lerarenopleidingen. Leraren die de opleiding volgen ter verhoging van hun
professionaliteit komen in aanmerking voor een lerarenbeurs. Informatie is te
verkrijgen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).
Omdat studenten geen recht kunnen doen gelden op studiefinanciering
vermindert de studietijd, doorgebracht bij de opleiding HBO-pedagogiek, niet
het recht op studiefinanciering voor een vervolgopleiding. Bovendien is de
regeling omtrent verschuldigd instellingscollegegeld voor een tweede
bacheloropleiding (stapelregeling) niet van toepassing. Ook de lang-
studeerregeling geldt niet voor SPO-studenten. Wie zich na de opleiding laat
inschrijven bij een door de overheid gesubsidieerde universiteit of hogeschool,
en op dat moment voldoet aan de in de wet gestelde eisen, kan alsnog in
aanmerking komen voor studiefinanciering en kan in principe tegen het wettelijk
vastgesteld collegegeld ingeschreven worden.
ALGEMENE INFORMATIE
13
2.3 De organisatie
2.3.1 Het bevoegde gezag
Het bevoegde gezag van de Academische Opleiding Interne Begeleiding en
Schoolontwikkeling berust bij de Stichting voor Pedagogisch Onderwijs (SPO)
aan de Rijksuniversiteit Groningen. Het bestuur van de SPO is samengesteld uit
de volgende personen:
Voorzitter: Prof.dr. J.J.H. Dekker
Secretaris: Dr. H.T.A. Amsing
Penningmeester: J.G. van der Veen
Leden: J. Kappen
Prof.dr. A.E.M.G. Minnaert
Drs. A. Spreen
Prof.dr. M.P.C. van der Werf
De bestuursleden zijn via het secretariaat te bereiken.
2.3.2 De studieleiding en studiecoördinatie
De dagelijkse leiding van de opleiding berust bij de studieleider mevr. dr. H.T.A.
Amsing en bij de studiecoördinator mevr. A.A. Slijkhuis. Mevr. Amsing is te
bereiken via het studiesecretariaat, tel. 050 - 363 6525, mevr. Slijkhuis op
tel. 050 - 363 7893 / 6525.
2.3.3 Het studiesecretariaat/ Onderwijsbureau
Het studiesecretariaat en het onderwijsbureau van de HBO-pedagogiek te
Groningen, waaronder de Academische IB-opleiding ressorteert, is gevestigd in
de Grote Rozenstraat 38 (kamer 054), 9712 TJ Groningen, tel. 050 – 363 6525.
Het secretariaat wordt verzorgd door mevr. M. Froma en mevr. E. Strating,
mevr. M. Scheltens is verantwoordelijk voor de kwaliteitszorg en de PR van de
opleiding. Het e-mailadres van het secretariaat is: [email protected]. Het secretariaat
en het onderwijsbureau is geopend op maandag, dinsdag, woensdag en
donderdag. Voor de openingstijden van het secretariaat en het onderwijsbureau
zie: www.spo-groningen.nl en/of op de DLO.
Het studiesecretariaat is verantwoordelijk voor de studentenadministratie. De
administratie bevat de studiegegevens van elke student (dossier met naam, adres,
studieresultaten.). Tevens worden hier de gegevens van oud-studenten
(geslaagden/gestopten) en het archief van de scripties en stageverslagen van de
opleiding beheerd. Doorgaans zijn de medewerkers van het secretariaat het eerste
aanspreekpunt voor informatie over de studie en onderwijsorganisatorische
aangelegenheden. Zij kunnen voor een vlotte doorgang zorgen in het overleg
tussen studenten, docenten, coach en studieleiding. Studenten kunnen
schriftelijk/telefonisch contact met hen opnemen of tijdens de openingsuren
langskomen.
Voor elk tentamen en hertentamen dient een student zich in te schrijven. De
deadline voor inschrijving is een week voor de (her)tentamendatum. Studenten
die zich daarna willen inschrijven moeten hiervoor langskomen op het
ALGEMENE INFORMATIE
14
studiesecretariaat. Tegen contante betaling van € 5,- administratiekosten zal de
student worden ingeschreven.
ALGEMENE INFORMATIE
15
2.3.4 Docenten Academische IB-opleiding
Docent Vak Contactgegevens
mevr. dr. L.W.H. Bakker Advisering en
begeleiding
06 20213126
dhr. dr. Th. Van Dellen Lifelong Learning in
context: inhoud en
professionaliteit
PABA3202 /
Effectiviteit van
onderwijs en
Levenslang leren
PABA3304
050 3636636
mevr. dr. N. Ding
Methoden en technieken
van onderzoek
PABA2062A
ningding0610
@gmail.com
dhr. E.H. von Dülmen
Krumpelmann BSc
Wiskunde [email protected]
06 24289075
mevr. drs. A. Ensing Ontwikkelings-
psychologie PABA2050
dhr. drs. S.R. Fleurke Testtheorie
PABA2064A
06 25093749
dhr. drs. A.L. Heinink Onderwijskunde [email protected]
0481 465139
06 24363814
dhr. dr. R. Hoekstra Statistiek 3 PABA3065 [email protected]
dhr. dr. D.D.N.M.
Kostons
Leerpsychologie [email protected]
dhr. drs. J. Kramer Statistiek 1 PABAP028
Statistiek 2 PABAP029
050 5799675
06 41322554
dhr. drs. J. Lensen
Andragogiek [email protected]
0599 212267
dhr. dr. P. A. van der
Ploeg
Filosofie 2 [email protected]
06 46745501
mevr. drs. A.C.M. van
Roy
Onderwijsbegeleiding
Methodologie /
onderzoekspracticum
Grondslagen van
onderzoek PABA2061A
mevr. drs. M.L. Schuur Visie en profilering [email protected]
050 3184055
ALGEMENE INFORMATIE
16
mevr. dr. A.C.
Timmermans
Effectiviteit van
onderwijs en
Levenslang leren
PABA3304
050 3635740
mevr. C. Tulleken MSc IB in praktijk 1 en 2 [email protected]
06 24590760
dhr. dr. J.J.M. Zeelen Effectiviteit van
onderwijs en
Levenslang leren
PABA3304
2.3.5 Studieondersteuning
Voor vragen over de opleiding kunnen studenten zich wenden tot de studie-
coördinator Ans Slijkhuis of de studiecoach IB-opleiding C. Tulleken.
2.3.6 Studeren met een functiebeperking
Studenten van de SPO die een functiebeperking hebben, kunnen in aanmerking
komen voor ondersteunende onderwijsvoorzieningen wanneer zij door deze
beperking niet optimaal het onderwijs kunnen volgen of tentamens kunnen
afleggen. De SPO volgt in de procedure inzake studenten met een
functiebeperking het beleid van de Rijksuniversiteit Groningen, vastgelegd in de
notitie ‘Functie beperkt? Positie versterkt!’ (2005). In het bepalen van de toe te
kennen voorziening wordt gebruik gemaakt van de richtlijnen door de RUG
uitgegeven in: ‘Hoe het anders kan.’ (2005).
Procedure
Een student die een beroep wil doen op ondersteunende onderwijsvoorzieningen
dient dit zelf, middels een schriftelijk verzoek, bij de studiecoördinator van de
SPO aan te vragen.
In dit verzoek moet de student aangeven om welke beperking het gaat en welke
voorzieningen hij/zij noodzakelijk acht voor het goed kunnen volgen van het
onderwijs en het afleggen van tentamens.
Afhankelijk van de functiebeperking en gewenste voorziening dient de student
de aanvraag van bewijsstukken te voorzien. Bewijsstukken zijn doorgaans een
verklaring van een (huis)arts, specialist, therapeut, psycholoog, etc. Het moet
duidelijk zijn of het een chronische dan wel tijdelijke functiebeperking betreft.
Desgewenst kan de studiecoördinator een persoonlijk gesprek met de student
aangaan voor het verkrijgen van extra informatie omtrent de functiebeperking en
wensen voor onderwijsvoorzieningen.
De studiecoördinator beoordeelt de aanvraag op basis van het verzoek, de
bewijsstukken en het eventuele gesprek met de student.
De studiecoördinator stelt een advies op en maakt een voorstel voor de te nemen
onderwijsvoorzieningen en legt deze ter beoordeling en goedkeuring voor aan de
examencommissie. Wanneer nodig wint de studiecoördinator voor een zo goed
mogelijk advies informatie in bij derden/deskundigen.
ALGEMENE INFORMATIE
17
Wanneer de examencommissie akkoord is, wordt de uitslag schriftelijk of via de
mail medegedeeld aan de student. Een kopie hiervan wordt toegevoegd aan het
dossier van de student.
De student moet, elk jaar van inschrijving, opnieuw een verzoek indienen voor
studie ondersteunende voorzieningen.
De praktische afhandeling voor invoering van de voorzieningen en
communicatie naar student en docenten vindt plaats via de studiecoördinator en
het studiesecretariaat van de SPO.
De SPO kan alleen voorzieningen beiden die praktisch en financieel realistisch
en haalbaar zijn. In alle andere gevallen moet in goed overleg met de student
gezocht worden naar alternatieve mogelijkheden.
Dyslexie (en dyscalculie)
Aparte aandacht, wat betreft studeren met een functiebeperking, behoeft dyslexie
(waaronder ook dyscalculie).
Wanneer een student ondersteunende voorzieningen aanvraagt vanwege dyslexie
dient hij/zij altijd een dyslexieverklaring en de rapportage behorende bij de
dyslexieverklaring te overleggen. Een dyslexieverklaring mag niet ouder dan 6
jaar zijn.
Wanneer nodig kan de studiecoördinator vragen om extra informatie zoals de
rapportage behorende bij de dyslexieverklaring.
De studiecoördinator wint, bij enige twijfel, altijd advies in bij een deskundige.
2.3.7 Klachtenprocedure
Studenten met een klacht betreffende een docent of een vak dienen zich
allereerst tot de betreffende docent te wenden. In tweede instantie kunnen zij met
hun klacht naar de coach of de studiecoördinator. Wanneer studenten een klacht
hebben op het niveau van de organisatie dienen zij zich direct tot de
studiecoördinator te wenden. Indien nodig leggen de coach of de
studiecoördinator de klacht voor aan de studieleider. Studenten hebben
bovendien collectief recht van beklag. Als tenminste vier studenten vinden dat de
opleiding in een bepaald opzicht tekort schiet, kunnen zij rechtstreeks schriftelijk
een klacht indienen bij de studieleider. Vaak is het echter verstandig om de
klacht eerst via de docent, coach of studiecoördinator aan te kaarten. In laatste
instantie kunnen studenten zich wenden tot het bestuur van de opleiding. Zie
paragraaf 2.3.1.
2.3.8 De opleidingscommissie
De opleiding HBO-pedagogiek heeft een opleidingscommissie (OLC). De OLC
bestaat uit drie docentleden en drie studentleden. De studentleden fungeren als
aanspreekpunt voor de studenten. De namen van de leden van de OLC staan
vermeld op de website: www.spo-groningen.nl. De OLC komt drie keer per
cursusjaar bijeen. Tijdens deze bijeenkomsten wordt het onderwijs geëvalueerd
en worden vernieuwingen in de opleiding voorgesteld en besproken. Studenten
die contact willen opnemen met één van de commissieleden kunnen zich wenden
tot het studiesecretariaat.
ALGEMENE INFORMATIE
18
2.3.9 De onderwijsorganisatie
De gebouwen waar de colleges worden gegeven zijn:
- Muntinggebouw, Grote Kruisstraat 2 (Ingang: Grote Kruisstraat 2/1)
- Heymansgebouw, Grote Kruisstraat 2/1
- Boumangebouw, Grote Rozenstraat 31
- Academiegebouw, Broerstraat 5
- Zalen UMCG, Antonius Deusinglaan 1
Zie plattegrond achter in de studiegids.
De colleges, werkgroepen e.d. worden op woensdag- en donderdagavond
aangeboden. In geval van overmacht kan worden uitgeweken naar de
dinsdagavond. Vakken uit de academische route worden op dinsdag-, woensdag-
en donderdagavond geroosterd, bij overmacht ook op de maandagavond. Voor
een aantal vakken uit de academische route geldt dat het tentamen overdag
plaatsvindt, gelijktijdig met het tentamen van de bacheloropleiding Pedagogiek
en Onderwijskunde van de Rijksuniversiteit Groningen.
De lestijden zijn tussen 17.00/17.15 en 21.00/21.15 uur.
De opening van het studiejaar 2013-2014 is op donderdag 29 augustus 2013 om
17.00 uur in de Gadourekzaal Boumangebouw, Grote Rozenstraat 31,
Groningen.
De eerste lesdag zal waarschijnlijk op dinsdag 3 september 2013 zijn.
Het les-, tentamen- en vakantierooster voor het gehele jaar wordt geplaatst op de
website. De lokalen en tijden staan vermeld op het lesrooster. Tijdens het
studiejaar kunnen wijzigingen optreden. Eventuele roosterwijzigingen worden
tijdig vermeld op de DLO.
In geval van absentie van een docent zal worden getracht deze te vervangen.
Wanneer ten gevolge van afwezigheid van een docent lessen uitvallen, dan zal
hiervan mededeling worden gedaan via de website. Wanneer een les op het
laatste moment uitvalt krijgen studenten hierover een sms-bericht.
!!! Raadpleeg voor vertrek naar college de DLO van de opleiding !!!
2.4 Bibliotheken
Aan de inschrijving is het recht verbonden gebruik te maken van de faciliteiten
van de universitaire bibliotheken. Hiertoe dient men in het bezit te zijn van een
lenerspas. Deze pas kan bij het uitleenbureau van de Universiteitsbibliotheek
worden verkregen.
Op de website staat nadere informatie over hoe deze pas aangevraagd kan
worden. Adreswijzigingen moeten worden doorgegeven aan het uitleenbureau
van de Universiteitsbibliotheek. Voor studenten van de opleiding HBO-
pedagogiek zullen vooral de volgende bibliotheken van belang zijn:
Bibliotheek Gedrags- en Maatschappijwetenschappen:
De bibliotheek is gehuisvest op de eerste verdieping van het Heymansgebouw.
Naast een grote collectie boeken en gedrukte tijdschriften biedt de bibliotheek
toegang tot veel elektronische tijdschriften en literatuurbestanden.
ALGEMENE INFORMATIE
19
In de bibliotheek kan men ook terecht om te studeren. Er zijn zo’n 130
studieplekken en 24 studentcomputers. Voor het lenen van materialen is een
geldige studentenkaart nodig. Studenten mogen ook gebruik maken van andere
RuG bibliotheken.
Het adres is: Grote Kruisstraat 2/1
9712 TS Groningen
Tel. 050 - 363 6555
E-mail: [email protected]
Internet: www.rug.nl/gmw/bibliotheek
De openingstijden van de Bibliotheek Gedrags- en Maatschappijwetenschappen
zijn: maandag t/m donderdag van 9.00 - 21.30 uur en vrijdag van 9.00 - 17.00
uur.
Universiteitsbibliotheek (UB): Broerstraat 4 (tegenover Academiegebouw), Groningen, tel. 050 – 363 5000.
Openingstijden: ma t/m vrij 8.30 - 22.00 uur
za en zo 10.00 - 17.00 uur*
Het Uitleenbureau: ma t/m vrij 8.30 - 17.30 uur
* In tentamentijd van de RUG van 10.00 - 0.00 uur. Zie website
www.rug.nl/bibliotheek.
2.5 ACLO
SPO studenten mogen sporten bij de ACLO, tegen het gereduceerde tarief van €
52,- per jaar. De ACLO is de studentsportorganisatie van de Rijksuniversiteit
Groningen en de Hanzehogeschool. Bij de ACLO kunnen tal van sporten worden
beoefend en nadere informatie daarover is te vinden op www.aclosport.nl.
Wanneer u een ACLO-kaart wilt aanschaffen, dient u rechtstreeks contact op te
nemen met de ACLO. De informatiebalie van de ACLO bevindt zich op de
locatie Zernike, Blauwborgje 16, 9747 AC, Groningen. Voor informatie kunt u
van 8.30 -19.00 uur bellen naar de infobalie van de ACLO (050 – 363 8063).
2.6 REPRO
Sinds 1 januari 2012 is het niet meer mogelijk om aan de faculteit te kopiëren of
te printen, ook niet in de bibliotheek. Dit is alleen mogelijk voor studenten aan
de universiteit. De kopieerapparaten hebben de mogelijkheid om te scannen en
de scans naar een e-mailadres te sturen zodat documenten elders uitgeprint
kunnen worden.
Voor het kopen van readers en kantoorartikelen kunnen studenten terecht bij de
reproshop. Deze bevindt zich aan de Grote Rozenstraat 3 (gebouw 2221, ruimte
0069). Openingstijden zijn dagelijks van 8.15 – 12.30 uur en van 13.15 – 16.30
uur. Telefoonnummer 050 – 363 6228, e-mail: [email protected].
OPZET ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
20
3 OPZET ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
3.1 Visie van de opleiding
De Academische IB-opleiding heeft als doel zodanige kennis, vaardigheid en
inzicht bij te brengen op het gebied van de pedagogiek, onderwijskunde en de
schoolorganisatie, dat de afgestudeerde in staat is tot een zelfstandige
beroepsuitoefening als IB-er en toegerust is voor een coördinerende en
beleidsontwikkelende functie op bovenschools niveau. De opleiding gaat ervan
uit dat de student werkzaam is in de onderwijspraktijk en daagt studenten
voortdurend uit praktijkkennis te relateren aan theoretische inzichten. De
opleiding heeft een nadrukkelijke academische oriëntatie. Dit houdt in dat de
student op academisch niveau ingeleid wordt op het gebied van
onderwijseffectiviteit en dat de student kennis en vaardigheden opdoet op het
gebied van wetenschappelijke methoden en technieken. Hierdoor is de
afgestudeerde in staat wetenschappelijke literatuur op zijn vakgebied te begrijpen
en kritisch te bevragen. Op deze manier kan de afgestudeerde zijn kennis over
het vakgebied actueel houden en de schoolorganisatie waarbinnen hij werkzaam
is op de hoogte houden van ontwikkelingen. Bovendien bereidt de opleiding
voor op drempelloze instroom in de eenjarige universitaire masterstudies
Algemeen Pedagogische Wetenschappen en Onderwijskunde van de
Rijksuniversiteit Groningen. Wanneer een student wil doorstromen naar de
master Orthopedagogiek is alsnog een schakelprogramma vereist. De student
komt dan in aanmerking voor vrijstellingen.
3.2 Opzet van de opleiding
Het programma van de Academische Opleiding Interne Begeleiding en
Schoolontwikkeling heeft een omvang van 120 ECTS. De opleiding wordt
uitsluitend in de avonduren verzorgd.
Het programma wordt in twee jaar aangeboden. Er zijn echter, afgezien van de
geldigheidsduur van (deel)tentamens, geen beperkingen verbonden aan de
studieduur van de opleiding. Het staat de student vrij om studievoortgang en
studietempo binnen het kader van het aangeboden programma zoveel mogelijk
aan te passen aan eigen mogelijkheden en wensen. Het is in principe dus
mogelijk om studieonderdelen uit de twee jaren naast elkaar te volgen, als niet
alle onderdelen uit het eerste studiejaar zijn afgerond.
3.3 Studielast
De opleiding hanteert voor de berekening van de studielast het European Credit
Transfer System (ECTS). De opleiding kent in totaal; 1 ECTS is 28 uur.
Als men de opleiding verlaat voordat deze geheel is afgerond, kan men
verzoeken om een verklaring (certificaat) waarin staat vermeld welke onderdelen
met goed gevolg zijn afgelegd.
De studielast is per vak verantwoord door een expliciete toewijzing van uren
over de onderdelen contacturen, zelfstudie en practicum. Voor het onderdeel
zelfstudie geldt als norm dat studenten vijf pagina’s per uur kunnen bestuderen.
OPZET ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
21
Voor vakken die ook binnen het schakelprogramma Pedagogiek en
Onderwijskunde worden aangeboden is de norm vastgesteld op zes pagina’s per
uur.
3.4 Het programma
3.4.1 De beroepscompetenties
Het programma is gebaseerd op de beroepscompetenties die zijn vastgesteld door
de Landelijke Beroepsgroep voor intern begeleiders (LBib) en de eisen die
gesteld worden aan toelating tot de universitaire masteropleidingen Algemeen
Pedagogische Wetenschappen en Onderwijskunde van de Rijksuniversiteit
Groningen. Een IB-er is volgens ons (in navolging van de LBib):
1. Andragogisch competent (competent in het begeleiden van
volwassenen)
2. Methodologisch competent (competent in onderzoek)
3. Beheersmatig competent (competent in het beheer van middelen en
data)
4. Organisatorisch competent
5. Innovatief competent (competent in het begeleiden bij vernieuwingen)
6. Competent in het samenwerken met externen
7. Competent in zelfreflectie en ontwikkeling
8. Competent in reflecteren op pedagogische en onderwijskundige
praktijken en ontwikkelingen1
1 Deze competentie is door de opleiding toegevoegd aan de zeven competenties
van de LBib
OPZET ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
22
3.4.2 De vakken
Om deze competenties te ontwikkelen bieden we een tweejarig programma.
Studenten hebben echter de mogelijkheid om een eigen studieplanning te maken
en vakken naar eigen inzicht en draagkracht over een langer traject te verdelen.
Het tweejarige programma biedt in het eerste jaar de volgende onderdelen:
Vak ECTS Wiskunde 4
Statistiek 1 8
Andragogiek 10
Onderwijskunde 10
Advisering en begeleiding 4
Visie en profilering 4
Filosofie 2: Wetenschapsfilosofie 5
Methodologie en onderzoekspracticum 10
IB in praktijk 1 5
---
Totaal: 60
In het tweede jaar worden de volgende vakken aangeboden
Vak ECTS
Onderwijsbegeleiding 9
Lifelong Learning in context: inhoud en professionaliteit 7
Effectiviteit van onderwijs 7
Psychologie: Ontwikkelingspsychologie 5
Psychologie: Leerpsychologie 2
Statistiek 2 6
Grondslagen van onderzoek 3
Statistiek 3 4
Testtheorie 4
Methoden en technieken 3
IB in praktijk 2 1
Afstudeerwerkstuk IB 9
----
Totaal: 60
OPZET ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
23
3.4.3 De vakken afgezet tegen de competenties
In tabel 1 staan de bovengenoemde acht competenties afgezet tegen de
verschillende vakken. Competenties zijn alleen aangekruist, wanneer ze expliciet
en nadrukkelijk aan bod komen.
Tabel 1. Competenties in het programma
1 a
nd
rag
og
iek
2 m
eth
od
olo
gis
ch
3 b
ehee
rsm
ati
g
4 o
rga
nis
ato
risc
h
5 i
nn
ov
ati
ef
6 s
am
enw
erk
en
7 z
elf
refl
ecti
e
8 e
xte
rn
refl
ecte
ren
Andragogiek x x x x
Onderwijskunde x x
Psychologie x x x
Visie en profilering x x x x x x x
Advisering en
begeleiding
x x x x
Onderwijsbegeleiding x x x x x x
Lifelong Learning in
context: inhoud en
professionaliteit
x x x x x x
Effectiviteit van
onderwijs en
levenslang leren
x x x x x
IB in praktijk x x x x x x x x
Wetenschapsfilosofie x
Statistiek en
methodologie
x x
Afstudeerwerkstuk
IB
x x x x x
OPZET ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
24
3.5 Examens en tentamens
3.5.1 De examenregeling
De Academische Opleiding Interne Begeleiding en Schoolontwikkeling maakt
deel uit van de opleiding HBO-pedagogiek van de SPO. De examenregeling
voor de opleiding HBO-pedagogiek is neergelegd in een Onderwijs- en
Examenreglement (OER). Een exemplaar van het OER is opgenomen in de
studiegids van de opleiding HBO-pedagogiek. Het examen van de Academische
IB-opleiding is een dossierexamen, dat wordt afgenomen in de vorm van
tentamens. Daarbij zijn in ieder geval de volgende regelingen van toepassing:
- een examenvak wordt afgesloten met een tentamen, een werkstuk of een
opdracht. Een werkstuk kan de vorm hebben van een opgave over de
literatuur (take-home), het schrijven van een betoog of verslag of het
schrijven van een plan voor diagnose, behandeling, voorlichting of
opleiding. Een opdracht kan de vorm hebben van een presentatie, maar
kan ook een andere opdracht zijn, bijv. het uitvoeren van een data-
analyse. Men is geslaagd voor een examenvak indien op het tentamen, het
werkstuk en/of de opdracht een cijfer 5,5 of hoger is behaald. Het cijfer
wordt afgerond op maximaal 1 één decimaal. Voor vakken uit de
academische routes die zijn getentamineerd met een RuG tentamen geldt
doorgaans dat er geen cijfers tussen de 5,0 en 6,0 worden gegeven;
- als een (deel)tentamen meer dan eenmaal wordt afgelegd, geldt het
hoogste cijfer;
- er wordt tenminste tweemaal per studiejaar de gelegenheid geboden
(deel)tentamens af te leggen;
- de examinator stelt de uitslag van een tentamen vast binnen twee weken
nadat het is afgelegd en verschaft de administratie van de opleiding de
nodige gegevens ten behoeve van de uitslag aan de student. Gedurende
tenminste zes weken na bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk
tentamen heeft een student recht op inzage van het beoordeelde werk. Een
afspraak voor inzage van het tentamen kan worden gemaakt bij het
studiesecretariaat;
- de examinator stelt de uitslag van de beoordeling van een werkstuk vast
binnen zes weken na de dag waarop de inlevertermijn is verstreken;
- tegen beslissingen van de examencommissie, respectievelijk een
examinator kunt u schriftelijk en gemotiveerd beroep aantekenen bij het
bestuur van de Stichting Pedagogisch Onderwijs;
- een student ontvangt tenminste eenmaal per jaar een overzicht van de
behaalde studieresultaten.
OPZET ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
25
3.5.2 Toetsing door een werkstuk
Sommige onderdelen worden getoetst met een werkstuk. In het geval van een
schriftelijk betoog (essay) dient de student een tekst te schrijven over een door de
docent aangedragen probleem. Zowel de inhoud als de opzet wordt beoordeeld.
Ten aanzien van de inhoud geldt dat het betoog blijk moet geven van theoretisch
inzicht. Ten aanzien van de opzet geldt dat het betoog een inleiding heeft waarin
de (maatschappelijke) relevantie van het centrale probleem uiteengezet wordt.
De inleiding bevat een vraagstelling/these en kan al (een aanzet tot) de
beantwoording van het probleem bevatten. De inleiding wordt gevolgd door een
gedeelte waarin de argumentatie aan bod komt en waarin de conclusie van het
betoog wordt geformuleerd. Het stuk kan eindigen met een resumé, een evaluatie
van het geheel, vraagstukken die nader onderzoek behoeven of ander
commentaar. Het betoog is een samenhangend adequaat geordende tekst, waarin
goed gebruik wordt gemaakt van titels en kopjes en kent een correcte
bronvermelding (APA richtlijnen, zie bijlage studiegids HBO-pedagogiek). Er
moet sprake zijn van een juiste woordkeuze en een vloeiende zinsopbouw.
3.6 De kwaliteitsbewaking
Het bewaken van de kwaliteit van de opleiding geschiedt door:
- toezicht op de voortgang van de opleiding door de studieleiding;
- een periodiek overzicht per student en per examenvak van de
studieresultaten;
- schriftelijke evaluatie van de studieonderdelen. In het kader van de
kwaliteitszorg wordt aan studenten de mogelijkheid gegeven om bij elk
vak een evaluatieformulier in te vullen, waarbij anoniem feedback kan
worden gegeven over alle aspecten van het vak, de colleges en de
toetsing. Doorgaans worden de evaluatieformulieren direct na afloop van
het tentamen ingevuld, maar evaluatieformulieren mogen ook naar huis
worden meegenomen en worden opgestuurd. Deze evaluaties worden
gebruikt om de kwaliteit van het onderwijs in de gaten te houden en waar
nodig te verbeteren.
De gang van zaken is als volgt: de ingevulde evaluatieformulieren worden
verwerkt tot een verslag waarin een samenvatting wordt gegeven van alle
scores en opmerkingen. Dit verslag wordt naar de betreffende docent(en)
gestuurd en in het geval van een RUG-tentamen ook naar de docent(en)
van het vak bij de RUG. In het verslag worden opvallend slecht scorende
items nadrukkelijk bij de docent onder de aandacht gebracht, wanneer de
evaluatie over de hele linie slecht uitpakt neemt de studieleider contact op
met de docent.
Verdere procedure t.a.v. HBO vakken:
Alle verslagen van de HBO-vakken worden bovendien jaarlijks
besproken in de Opleidingscommissie van de HBO-pedagogiek, waarin
behalve docenten ook studenten zitting hebben en waarbij de
OPZET ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
26
studieleiding aanwezig is als toehoorder. Tijdens deze vergaderingen kan
besloten worden dat er actie ondernomen moet worden. Soms gaat het om
zaken die moeten worden voorgelegd aan de docent, soms zijn het meer
organisatorische zaken en wordt het behandeld binnen het bureau van de
SPO, en soms wordt het doorgespeeld aan andere organen binnen de SPO
zoals de Examencommissie.
Verdere procedure t.a.v. vakken uit het schakelprogramma:
De verslagen worden behandeld in de Kwaliteitszorgcommissie van het
schakelprogramma, te beschouwen als een werkgroep die opereert onder
verantwoordelijkheid van de Opleidingscommissie. De leden van de
Kwaliteitszorgcommissie (bestaande uit een docent en studenten)
bekijken alle verslagen, en verslagen die aanleiding geven tot nadere
bespreking worden in overleg met de verschillende geledingen
geselecteerd en besproken ter vergadering. Ook hier geldt dat tijdens de
vergaderingen besloten kan worden dat er actie ondernomen moet worden
richting docent, bureau van de SPO of andere geledingen, zoals de
Examencommissie. De notulen van de Kwaliteitszorgcommissie worden
beschikbaar gesteld aan de Opleidingscommissie en daar als vast
agendapunt besproken.
De notulen van de Kwaliteitszorgcommissie en een overzicht van de
evaluatieverslagen van de schakelprogramma’s worden bovendien ter
beschikking gesteld aan de onderwijsdirecteur van Pedagogische
wetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen;
- periodiek overleg van de opleidingscommissie;
- periodiek overleg tussen docenten en studieleiding;
- overleg binnen examencommissie;
- een interne programma-evaluatie, waarbij het werkveld wordt betrokken;
- toezicht door de inspectie;
- visitatie in het kader van accreditatie.
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
27
4 HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-
OPLEIDING
4.1 Het eerste studiejaar
Wiskunde
Docent: E.H. von Dülmen Krumpelmann BSc
Doelstelling: Voorbereiding op het gebruik van wiskunde zoals dat bij de
voortgezette studie aan de orde komt, voornamelijk in de
vakken Statistiek en Methodologie. De algebrastof voor
HAVO/VWO staat hierbij centraal.
Vakinhoud: Behandeld zullen onder meer worden: getallen, bewerkingen,
vergelijkingen, functies en grafieken, sommeren.
ECTS: 4
Onderverdeling en studiebelasting in uren:
- colleges
- zelfstudie
20 uur
92 uur
Onderwijsvorm: Er ligt een groot accent op zelfstudie. In de colleges wordt de
theorie behandeld en worden problemen met de gemaakte
opgaven besproken.
Literatuur: Franken, W.M. & Bouts, R.A. (2002). Wiskunde voor
statistiek. - 2e dr. Bussum: Coutinho. - 135 p. - ISBN
9062833179. (€ 16,50)
N.B. Voor het eerste college dient het eerste hoofdstuk te
worden bestudeerd.
Toetsvorm: Schriftelijk tentamen
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
28
Statistiek 1 PABAP028
Docent: drs. J. Kramer
Vakinhoud: In deze cursus komen aan de orde: het verzamelen van
gegevens, beschrijvende statistiek (centrum- en spreidings-
maten), grafische voorstellingen van gegevens, steekproef-
fluctuatie, normale verdeling, univariate regressie, correlatie
en andere samenhangmaten, elementaire kansrekening, steek-
proevenverdelingen van statistics.
De cursus omvat tevens het practicum SPSS.
ECTS: 8
Onderverdeling en studiebelasting in uren:
- contacturen
- practicum
- zelfstudie
24 uur
124 uur
76 uur
Onderwijsvorm: Hoor/ werkcolleges/ practicum. ICT ondersteuning.
Literatuur: Moore, D.S., McCabe, G.P., & Craig, B.A. (2009),
Introduction to the practice of statistics. 6th
ed. New York:
W.H. Freeman and Company. ISBN 9781429216227. (€
75,00)
Of de Nederlandse vertaling van de 5e Engelse editie. De
Nederlandse versie bestaat uit 2 delen, namelijk: een theorie-
en opgaven boek.
De exact te bestuderen hoofdstukken zullen tijdens het college
bekend worden gemaakt.
Toetsvorm: Schriftelijk tentamen.
Opmerking: Deelname aan het practicum is een voorwaarde voor het met
succes afronden van het onderdeel.
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
29
Andragogiek
Docent: drs. J. Lensen
Doelstelling: Kennis nemen en leren hanteren van veranderkundige
begrippen en modellen ten dienste van het ontwikkelen en
verbeteren van eigen professioneel methodisch handelen als
(ped)agoog.
De student is in staat om bij een sociaal probleem een
adequate interventie te kiezen en deze interventie te
verantwoorden.
Vakinhoud: - Andragogiek gaat over hoe volwassen mensen leren. Leren
kun je zien als veranderen van gedrag. De wijze waarop
mensen veranderingen vormgeven, zich daarbij laten
beïnvloeden, maar ook zelf beïnvloeden is daarbij het
onderwerp van de lessen. Life long learning en de rol van de
(andr)agoog in wisselende contexten is daarbij voortdurend
het aandachtspunt.
- Theoretische oriëntaties op en opvattingen over
andrago(lo)gie worden onder de loep genomen. Dat gaat over
het denken over verander- en beïnvloedingsprocessen in de
diverse werkterreinen. Daarbij kijken we naar de ethische
kant (de normatieve andragogie), maar vooral ook naar de
praktische andragogiek, waarin het handelen van de agoog
centraal staat. Methodiek en systematiek om te komen tot
probleemoplossingen. Zelfregulatie als begrip en methodiek
wordt verkend.
- Communicatie is het voertuig van verandering en
beïnvloeding in leerprocessen. Communicatieve
vaardigheden, reflecteren, presenteren, werken met groepen
zijn onderdelen die aan de orde komen.
ECTS: 10
Onderverdeling en studiebelasting in uren:
- contacturen
- practicum
- zelfstudie
26 uur
122 uur
132 uur
Onderwijsvorm: Bij dit vak wordt een grote diversiteit aan werkvormen
gebruikt. Van hoorcolleges tot rollenspel; van theoretische
beschouwing tot praktische probleemanalyse. Bij de laatste
drie (dubbele) contacturen is participatie verplicht.
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
30
Literatuur: 1. Donkers, G. (2012). Veranderkundige modellen. –
(vanaf 9e herz. dr.) Baarn: H. Nelissen. - 295 p. - ISBN
9789024414826. (€ 38,00)
2. Wiekens, C.J. (2012). Beïnvloeden en veranderen van
gedrag. – Pearson. – 280 p. – ISBN 978-90-430-1805-0.
(€ 39,95)
3. Brakkee, S. (2003). Zelfmanagement. - Groningen:
Wolters Noordhoff. - 139 p. - ISBN 9789001167103. (
€ 27,50)
Toetsvorm: Werkstuk over de literatuur (take-home),
methodiektoepassing en presentaties. Maken en werken aan
een Persoonlijk Ontwikkelings Plan; POP.
Opmerking: Participatie bij de laatste drie colleges (het practicum) en
presentatie zijn voorwaarden voor het met succes afronden
van het vak.
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
31
Onderwijskunde
Docent: drs. A.L. Heinink
Doelstelling: Algemene introductie op de wetenschappelijke grondslagen
en de geschiedenis van de onderwijskunde;
Oriëntatie op centrale vraagstellingen en probleemstellingen
in het onderwijs en van het hedendaagse onderwijsonderzoek;
Kennismaking met de belangrijkste deelgebieden en thema’s
binnen de onderwijskunde;
Het vermogen om vanuit theoretische inzichten te reflecteren
op actuele thema’s van de onderwijskunde;
Oriëntatie op mogelijke beroepenvelden van de
onderwijskunde.
Vakinhoud: In dit studieonderdeel wordt ingegaan op de interdisciplinaire
fundamenten van de onderwijskunde en in dat verband op
enkele centrale thema's: onderwijs, samenleving en
zeggenschapsverhoudingen; onderwijswet- en regelgeving,
onderwijsbestel en onderwijsbeleid, de interne vormgeving
van het schoolonderwijs; de relatie tussen leren, ontwikkeling
en onderwijzen, etc.
ECTS: 10
Onderverdeling en studiebelasting in uren:
- contacturen
- zelfstudie
40 uur
240 uur
Onderwijsvorm: Hoor- en werkcolleges (discussie).
Literatuur: 1. Klapper Onderwijskunde en (Onderwijs)wetenschap
(pen) Circa 100 p. (± € 5,00). Te bestellen bij docent.
2. Klapper Het Nederlandse Onderwijsbestel. Circa 200
p. (± € 10,00). Te bestellen bij docent.
3. Standaert, R. (2007) Vergelijken van
onderwijssystemen. – 2e dr. - Leuven: Acco. - 243 p. -.
ISBN 9789033464867. (€ 34,00)
4. Lowyck, J. & Verloop, N. (red.) (2003).
Onderwijskunde: een kennisbasis voor professionals. -
Groningen: Noordhoff. - 474 p. -
ISBN 9789001545338. (€ 59,95)
5. Parreren, C.F. van (2001) Ontwikkelend onderwijs. -
Amersfoort: Acco. - 170 p. - ISBN 9789033417139.
(€ 18,50)
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
32
Niet alle hoofdstukken behoeven te worden bestudeerd van
Het onderwijssysteem in Nederland
Vergelijken van onderwijssystemen
Onderwijskunde: een kennisbasis voor professionals
De docent specificeert de Capita Selecta aan het begin van de
collegereeks en zet de specificatie op de digitale
leeromgeving.
Toetsvorm: Schriftelijk tentamen met open vragen.
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
33
Advisering en begeleiding
Docent: dr. L.W.H. Bakker
Doelstelling: Advisering en begeleiding spelen een belangrijke rol als
taakvelden binnen de jeugdzorg en het onderwijs. De
doelstelling van dit college is een beeld krijgen van deze
taakvelden in de jeugdzorg (waaronder ook de
jeugdbescherming en de geestelijke gezondheidszorg) in
samenwerking met het (speciaal) onderwijs. Daarnaast zullen
aan de hand van praktijkvoorbeelden 7 theoretische
begeleidingsinvalshoeken worden behandeld, waaronder de
medische (waarbij expliciet aandacht is voor kinder- en
jeugdpsychiatrische problematiek), de leertheoretische, de
psychodynamische, de cliëntgerichte, de systeemtheoretische
invalshoek, de pedagogische en de oplossingsgerichte
invalshoek.
Het begeleiden van opvoeders vertoont raakvlakken met het
inhoudelijk ondersteunen van beroepsopvoeders, waaronder
leerkrachten. Deze raakvlakken zijn o.a. gelegen in de
houding en bejegening van de professional en worden
derhalve behandeld tijdens de colleges.
Vakinhoud: - een korte inleiding over de fase van aanmelding en
onderzoek en daarmee samenhangend de relatie van
adviseren en begeleiden met orthopedagogische
diagnostiek en behandeling;
- bespreken van de betekenis van advisering en
begeleiding ten aanzien van kinderen/jeugdigen en
volwassenen in de jeugdzorg en het onderwijs;
- begeleiden en adviseren van (gezins)hulpverleners
(teambegeleiding);
- inleiding in gesprekstechnieken toegespitst op
advisering- en begeleidingsgesprekken waarbij
houdings- en bejegeningsaspecten expliciet van
aandacht worden voorzien;
- meldcode kindermishandeling en het juridisch kader
waarbinnen de professional dient te handelen wanneer
sprake is van vermoedens van kindermishandeling.
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
34
ECTS: 4
Onderverdeling en studiebelasting in uren:
- contacturen
- practicum
- zelfstudie
12 uur
34 uur
64 uur
Onderwijsvorm: Hoor- en eventueel discussiecolleges, casuïstiek aan de hand
van dvd-materialen en inbreng van de groep en docent.
Literatuur: 1. Bakker, L.W.H. (2001). De Pedagogische Variabelen
Lijst (PVL) : de ontwikkeling van een pedagogisch
diagnostisch instrument voor de gezinsvoogden van de
Ambulante Jeugdhulpverlening en Jeugdbescherming
van het Leger des Heils (AJL). Apeldoorn/Leuven:
Garant. Bestuderen hfdst. 1 t/m 3. 81 p. (Niet geheel
tentamenstof).
2. Pas, A. van der (2013). Opvoedproblemen nader
verklaard. Handboek Methodische Ouderbegeleiding
3. Complete herziening van Eert uw Vaders en uw
Moeders. ISBN: 9789088503979. SWP: Amsterdam
Prijs: € 24.90 (200 p.)
3. Winkelaar, P. (2001 of later). Methodisch werken:
inleiding tot methodisch handelen met en voor
mensen. - 4e dr. Utrecht: De Tijdstroom. – 235 p . -
ISBN 9789058980144 ingenaaid. (€ 34, -). Hfdst. 13.
10 p.
4. Blokland, G. (2010) 8e druk. Over opvoeden
gesproken. SWP: Amsterdam. Bestuderen hfdst. 2 en
3. 91 p. (€ 29,50)
Toetsvorm: Werkstuk over collegestof en literatuur (take-home) waarbij
expliciet aandacht is voor vraagstukken die passen bij de
Intern Begeleider.
Opmerking: Deelname aan het practicum is voorwaarde voor het
succesvol kunnen afronden van deze cursus.
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
35
Visie en profilering
Docent: drs. M.L. Schuur
Doelstelling: Doel van de cursus is dat de student:
- kennismaakt met het proces van visie- en
identiteitsontwikkeling;
- deze visie en identiteit kan vertalen naar
profileringsitems en een profiel;
- inzicht krijgt in het belang van interne communicatie
voor draagvlakontwikkeling;
- handvatten krijgt voor het voorbereiden en houden
van een gedegen interview.
Vakinhoud: De student kiest een school of (zorg)instelling. De student
houdt samen met een medestudent een diepte-interview met
de directeur van de school of instelling. In dit interview
achterhalen de studenten o.a. het antwoord op de volgende
vragen:
- Wat zijn de missie, visie en identiteit van de
organisatie?
- Hoe zijn deze tot stand gekomen?
- Op welke wijze is draagvlak voor visie gecreëerd?
- Wat is het doel van de positionering?
- Wat is het imago van de organisatie?
- Wat zijn de sterke en zwakke punten van de
organisatie?
- Wat is de concurrentiepositie van de organisatie?
Op basis van de uitkomsten van het interview, ontwikkelen
de studenten een profiel van de organisatie. De studenten
presenteren het profiel aan medestudenten (‘de
medewerkers’ van de organisatie) met als doel draagvlak
voor het profiel te creëren bij de ‘medewerkers’.
Medestudenten moeten mede op basis van de literatuur een
kritisch oordeel vormen over het welslagen van het profiel.
ECTS: 4
Onderverdeling en studiebelasting in uren:
- contacturen
- practicum
- zelfstudie
24 uur
47 uur
41 uur
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
36
Onderwijsvorm: Hoor- en werkcolleges: studenten werken samen in groepjes.
Presenteren en discussiëren: studenten presenteren het
profiel aan de groep; de groep vormt een kritisch oordeel
over het welslagen van het profiel.
Literatuur: 1. Michels, W.J. (2010). Communicatiehandboek:
identiteit, imago, merk, media. – 3e dr. (of later) . -
Groningen: Noordhoff. -427 p.- ISBN 978-90-01-
78268-9. (€ 49,95)
Hfdst. 5, 8, 9, 10, 11.
2. Een door de docent samengestelde reader.
Toetsvorm: Opdracht, presentatie en tentamen (take-home).
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
37
Filosofie 2: wetenschapsfilosofie
Docent: dr. P.A. van der Ploeg
Doelstelling: Kennismaken met wetenschapsfilosofie.
Vakinhoud: De aard en de problemen van wetenschappelijk onderzoek en
wetenschappelijke theorievorming, met name die van
gedrags- en maatschappijwetenschappelijk(e) onderzoek en
theorievorming.
ECTS: 7 (5 theorie + 2 opdracht)
Onderverdeling en studiebelasting in uren:
- contacturen
- zelfstudie
- opdrachtdeel
22 uur
60 uur
114 uur
Onderwijsvorm: Hoorcolleges
Literatuur: 1. Digitale reader (online beschikbaar) ± 170 p.
2. Philips, D.C. & Burbules, N.C. (2000). Postpositivism
and educational research. - Lanham/ Oxford: Rowman
& Littlefield. - 112 p. - ISBN 9780847691227. (€ 22,99)
3. Koningsveld, H. (2006). Het verschijnsel wetenschap.
Amsterdam: Boom. - 286 p. -. ISBN 9789085061373.
(€ 30,-)
Toetsvorm: Theoriegedeelte: Schriftelijk tentamen: essayvragen, ‘open
boek’ over collegestof en literatuur
Opdrachtgedeelte: opdracht.
Opmerking: Het 5 ECTS gedeelte wordt aangeboden aan studenten van de
academische IB-opleiding, studenten van de facultaire minor
en aan studenten van het schakelprogramma Pedagogiek en
Onderwijskunde.
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
38
Methodologie/onderzoekspracticum
Docent: drs. A.C.M. van Roy
Doelstelling: In dit studieonderdeel staat het verkrijgen en toepassen van
inzicht in de methoden van het sociaalwetenschappelijk
onderzoek centraal.
Vakinhoud: In de cursus komt een verscheidenheid aan onderwerpen aan
de orde, waaronder: het onderzoeksproces, probleemstelling,
theorie en conceptueel model, onderzoekselementen (steek-
proeftrekking), dataverzamelingsmethoden (interviews en
observaties), validiteit en betrouwbaarheid, verwerking van
gegevens, soorten onderzoek etc. In het onderdeel
Onderzoekspracticum voeren studenten een onderzoekje uit,
in het kader waarvan ook aandacht zal worden besteed aan
(automatische) literatuur-ontsluiting.
ECTS: 10
Onderverdeling en studiebelasting in uren:
- contacturen
- practicum
- zelfstudie
34 uur
171 uur
75 uur
Onderwijsvorm: Hoor- en werkcolleges, het schrijven van onderzoeks-
voorstellen, het opzetten en uitvoeren van kleinschalig
onderzoek (in groepen), het mondeling presenteren van
resultaten, schriftelijke rapportage. Verder wordt aandacht
geschonken aan het invoeren en verwerken van onderzoeks-
gegevens met behulp van SPSS en aan het ontsluiten van
literatuur.
Literatuur: Baarda, D.B., & Goede, M.P.M. de (2012). Basisboek
methoden en technieken. - 5e dr. Groningen: Noordhoff. -
376 p. - ISBN 9789001807719. (€ 52,50)
Toetsvorm: Schriftelijk tentamen. Het voldoende afronden van het
Onderzoekspracticum (groeps- presentatie en –verslag) is
een voorwaarde voor de afronding van dit onderdeel. Bij het
vak methodologie is kennis van Statistiek 1 vereist.
Opmerking: Studenten dienen zich op de DLO in te schrijven voor het
vak Methodologie èn het vak Onderzoekspracticum.
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
39
IB in praktijk 1
Docent:
C. Tulleken MSc
Doelstelling: De opgedane kennis bij de verschillende vakken uit het
1e studiejaar vertalen naar de praktijk van de intern
begeleider.
Vakinhoud:
De intern begeleider vervult beleidstaken op het gebied
van zorgverbreding en onderwijsvernieuwing. De intern
begeleider is bovendien verantwoordelijk voor de
kwaliteit van het zorgsysteem op de school. Een
kerntaak van de intern begeleider is om de collega-
leerkrachten aan te sturen en aan te spreken op hun zorg
voor leerlingen.
Het werkveld van de IB-er komt aan bod is samenhang
met de competenties van de intern begeleider.
Andragogisch competent (competent in het
begeleiden van volwassenen)
Methodologisch competent (competent in
onderzoek)
Beheersmatig competent (competent in het
beheer van middelen en data)
Organisatorisch competent
Innovatief competent (competent in het
begeleiden bij vernieuwingen)
Competent in het samenwerken met externen
Competent in zelfreflectie en ontwikkeling
Competent in reflecteren op pedagogische en
onderwijskundige praktijken en
ontwikkelingen
ECTS: 5
140 uur
Onderwijsvorm: Diverse werkvormen, waaronder (intercollegiale)
intervisie. Er wordt gebruik gemaakt van
praktijkvoorbeelden en er is inhoudelijke afstemming
mogelijk met de wensen en behoeften van de werkplek.
Verwerkingsopdrachten worden op maat gemaakt: de
intensiteit en hoeveelheid van de verwerkings-
opdrachten worden in overleg bepaald. Literatuur: Bij iedere aangeboden competentie zal er literatuur
worden geadviseerd die gebruikt kan worden in het
werkveld.
Toetsvorm: Portfolio Opmerking: Let op: de studiegidstekst kan nog gewijzigd worden.
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
40
4.2 Het tweede studiejaar
Onderwijsbegeleiding
Docent: drs. A.C.M. van Roy
Doelstelling: Kennis van de verschillende probleemgebieden waarin een
onderwijsbegeleider functioneert en inzicht in handelings-
opties die hij heeft. Inzicht in de actuele ontwikkeling en
vraagstukken met betrekking tot de begeleiding van het
onderwijs. Oriëntatie op het werkveld.
Vakinhoud: - Korte schets van veranderingen in het onderwijs en het
ontstaan van de onderwijsbegeleiding.
- Schets van de Nederlandse onderwijsverzorgings-
structuur op vier niveaus (landelijk-, school-, klas- en
kindniveau).
- Onderwijsondersteuning bij primaire processen in de
school. Hierbij zijn (ortho)didactische en pedagogische
kennis en vaardigheden onontbeerlijk.
- Interne begeleiding en coaching/consultatie en evaluatie
binnen de eenzorgroute zijn belangrijke componenten
van het vak.
ECTS: 9
Onderverdeling en studiebelasting in uren:
- contacturen
- practicum
- zelfstudie
20 uur
101 uur
131 uur
Onderwijsvorm: In de colleges wordt getracht via afwisselende werkvormen
kennis en vaardigheden uit te wisselen. Het analyseren van
gesprekken (m.b.v. videofragmenten) en het oefenen van
gespreksvaardigheden (o.a. middels de methodiek CLB) zijn
belangrijk onderdelen van de cursus. Ieder college van 2 uur
bestaat uit een gedeelte hoorcollege (verzorgd door de docent)
en een gedeelte werkcollege, grotendeels verzorgd door
interactieve presentaties van studenten. Aanwezigheid is
verplicht i.v.m. presentaties.
Literatuur: 1. Meijer, W. (2009). Leerkrachten begeleiden bij passend
onderwijs. - Amersfoort: CPS. - 180 p. - ISBN
9789065086068. (€ 29,90)
2. Lagerweij & Voogt-Lagerweij. (2004). Anders kijken. De
dynamiek van een eeuw onderwijsverandering.
Antwerpen: Garant -. 410 p. – ISBN 9789044114577. (€
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
41
29,95)
3. Landelijke beroepsgroep voor intern begeleiders. (2010).
De beroepsstandaard voor de intern begeleider. - Huizen:
Pica. - 68 p. - ISBN 9789077671436 (€ 12,50).
4. Winkelaar, P. (2001 of later). Methodisch werken:
inleiding tot methodisch handelen met en voor mensen. -
4e dr. Utrecht: De Tijdstroom. - 235 p. - ISBN
9789058980144 ingenaaid). (€ 32,-). Hfdst. 2.2. en hfdst.
3 (14 p.).
Toetsvorm: Naast drie tentamenvragen bestaat de eindopdracht uit het
opstellen van een ‘begeleidingsplan’ voor een school (reële
casus) waarbij gebruik gemaakt wordt van zowel de literatuur
als de collegestof (take-home).
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
42
Lifelong Learning (LLL) in context: inhoud en professionaliteit PABA3202
Docent: dr. Th. van Dellen
Doelstelling: Het vak Lifelong Learning (LLL) in context: inhoud en
professionaliteit richt zich op het werkveld en de
professionaliteit van het leren van volwassenen met een
accent op het veld van werkplek leren.
Vakinhoud: Het brede maatschappelijke thema Lifelong Learning kent
een versplinterd werkveld waarin het aanzetten en
faciliteren van leren van volwassenen de kern van de
professionaliteit vormt. Deze module “inleiding en
professionaliteit van LLL” kent twee centrale
aandachtspunten of – vragen: welke barrières en blokkades
hebben volwassenen om eigenstandig gemotiveerd te
(gaan) leren in verband met burgerschap, persoonlijke
ontwikkeling of werk en wat is de professionele rol van de
docent, trainer en coach of counselor in dit verband?
Theoretische concepten die een rol spelen aan de kant van
de individuele lerende volwassene zijn: motivatie en
emotie, self-efficacy, betrokkenheid op de omgeving
(management en organisatie), arbeidsvoldoening, eerdere
leerervaringen en persoonlijkheid en waardensystemen.
Aan de andere is er aandacht voor ‘de professionaliteit’
van de docent, trainer, counselor of consultant. Hoe ziet
deze professionaliteit eruit? Welke methoden en
technieken hanteren professionals en waarom werken deze
wel of niet in verschillende contexten?
ECTS: 7
Onderverdeling en studiebelasting in uren:
- contacturen
- practicum
- zelfstudie
18 uur
18 uur
160 uur
Onderwijsvorm: Hoorcollege
Literatuur: 1. T. van Dellen (ed.), Artikelenbundel LLL in context:
inhoud en professionaliteit
2. Illeris, K. (2007), How We Learn. Learning and non-
learning in school and beyond. (ISBN: 0415438470),
€ 60,00
3. Overige artikelen
Toetsvorm: Schriftelijk tentamen (meerkeuze), opdracht
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
43
Effectiviteit van onderwijs en Levenslang leren PABA3304
Docent: dr. A.C. Timmermans, dr. T. van Dellen en
dr. J.J.M. Zeelen
Doelstelling: Van de studenten wordt verwacht dat zij inzicht hebben in de
wijze waarop onderwijs en educatie kan worden geëvalueerd
en de effectiviteit ervan kan worden vastgesteld. Ook wordt
beoogd dat studenten kennis hebben van factoren die relevant
zijn ter bevordering van de effectiviteit van educatie en
onderwijs.
Modellen over en onderzoek naar (onderwijs)effectiviteit
benadrukken de opbrengsten die onderwijs en educatie kan (en
moet) hebben. Bij die opbrengsten gaat het om de cognitieve
en niet-cognitieve resultaten van lerenden: wat leren zij op
school of in de opleiding? Naast deze vraag komt ook aan de
orde wat scholen, programma's en leerkrachten kunnen doen
om betere resultaten bij lerenden te bereiken
Vakinhoud: Wat lerenden moeten leren is geen vaststaand gegeven maar is
voortdurend onderwerp van discussies in ieder land. Naast
leerprestaties streven scholen en opleidingen ook naar andere
opbrengsten, zoals metacognitieve of sociale vaardigheden.
Ook deze opbrengsten horen thuis binnen het onderzoek naar
effectiviteit.
De school of het programma is niet de enige plaats waar
lerenden leren. Als het gaat om effecten van scholen en
leerkrachten, is het belangrijk om alle invloeden van buiten de
school of programma ‘uit te zuiveren’, om de echte (netto)
school- of programma-effecten zo nauwkeurig mogelijk te
schatten. In onderzoekstermen gaat het er om de betekenis van
de school of programma ofwel de toegevoegde waarde vast te
stellen die de school of het programma voor
volwasseneneducatie realiseert.
Wat lerenden aan kennis, vaardigheden en attituden
verwerven, wordt bepaald door factoren op verschillende
niveaus in het onderwijs: de leerkracht, de klascontext, de
school en de schoolcontext. In de cursus wordt dieper ingegaan
op effecten van factoren op deze niveaus en worden mogelijk
effectiviteitsbevorderende factoren op het niveau van de klas,
de leerkracht en de school behandeld. Daarnaast wordt in de
cursus aandacht besteed aan historische ontwikkelingen binnen
onderwijseffectiviteitsonderzoek en onderzoek naar de
effectiviteit van volwasseneneducatie en komt de
methodologie om onderwijseffecten en effectiviteit vast te
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
44
stellen aan bod.
ECTS: 7
Onderverdeling en studiebelasting in uren:
- contacturen
- practicum
- zelfstudie
18 uur
120 uur
58 uur
Onderwijsvorm: Hoorcollege, practicum
Literatuur: Geselecteerde artikelen beschikbaar via reader, DLO of Nestor
en internet.
Toetsvorm: schriftelijk tentamen (essay)
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
45
Psychologie: Ontwikkelingspsychologie in relatie tot opvoeding
Docent: drs. A. Ensing
Doelstelling:
Het opdoen van basiskennis over de ontwikkeling in
verschillende ontwikkelingspsychologische domeinen en het
belang daarvan voor de bestudering van vraagstukken in
relatie tot opvoeding.
Vakinhoud: In deze cursus wordt ingegaan op verschillende domeinen van
ontwikkeling, zoals motoriek, perceptie, cognitie en taal, en de
emotionele, sociale en morele ontwikkeling. Verschillende
theoretische en methodologische benaderingen voor de
bestudering van ontwikkeling komen daarbij aan de orde. In
deze cursus wordt de aandacht gericht op de periode van
geboorte tot aan de middelbare leeftijd.
ECTS: 5
Onderverdeling en studiebelasting in uren:
- contacturen 16 uur
- zelfstudie 144 uur
Onderwijsvorm: Hoorcollege, zelfstudie
Literatuur: 1. Artikelen en internetpublicaties. Zie Digitale
Leeromgeving of Nestor.
2. Belsky, J. (2010). Experiencing the lifespan. 2e editie
(H1 t/m H12). ISBN 9781429219501. (€ 50.28)
Toetsvorm: Schriftelijk tentamen (meerkeuze)
Opmerking: Het vak Ontwikkelingspsychologie wordt gegeven samen met
het schakelprogramma Orthopedagogiek (PABA2050).
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
46
Psychologie: Leerpsychologie
Docent: dr. D.D.D.M. Kostons
Doelstelling:
Het doel van de cursus is het verkrijgen van kennis over de
vraag hoe het onderwijs op microniveau moet worden
ingericht ten behoeve van het optimaliseren van leerprocessen
(in den brede zin) van leerlingen.
Vakinhoud: De kern van de cursus bestaat uit de theoretische en
empirische kennis over leren (leertheorieën). Leertheorieën
beschrijven de wijze waarop leren plaats vindt en de condities
die het leren bevorderen dan wel belemmeren. In de cursus
wordt aandacht besteed aan verschillende theorieën over leren.
ECTS: 2
Onderverdeling en studiebelasting in uren:
- contacturen 6 uur
- zelfstudie 50 uur
Onderwijsvorm: Hoorcollege en practicum
Literatuur: Santrock, J.W. (2009). Educational psychology. 4th
ed.
Berkshire: McGraw-Hill. ISBN 9780071280822. (€
54.95). (Nog niet aanschaffen, onder voorbehoud !!!).
Toetsvorm: Schriftelijk tentamen (meerkeuze) en een opdracht
Opmerking: Leerpsychologie wordt gegeven in het Engels en maakt ook
onderdeel uit van het schakelprogramma Pedagogiek en
Onderwijskunde.
LET OP: De studiegidstekst kan nog gewijzigd worden!
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
47
Statistiek 2 PABAP029
Docent: drs. J. Kramer
Vakinhoud: Statistiek 2 sluit aan op Statistiek 1 en behandelt een aantal
onderwerpen uit de inferentiële statistiek. De volgende onder-
werpen komen aan de orde: kansverdelingen, steek-
proefverdelingen, schatten, betrouwbaarheidsintervallen en
toetsen. Ook wordt de F-procedure en de Chi-
kwadraatprocedure behandeld. In het verplichte practicum
wordt gewerkt met SPSS.
ECTS: 6
Onderverdeling en studiebelasting in uren:
- contacturen
- practicum
- zelfstudie
26 uur
88 uur
54 uur
Onderwijsvorm: hoorcollege, werkcollege, zelfstudie
Literatuur: 1. Moore, D.S., McCabe, G.P., & Craig, B.A. (2011),
Introduction to the practice of statistics. (7th edition),
New York: W.H. Freeman and Company. (€ 75,00).
2. Timmerman, M.E., Krimpen-Stoop, E.M.L.A. van,
Kiers, H.A.L. & Hoekstra, R. Syllabus Statistiek 2.
Toetsvorm: Schriftelijk tentamen (meerkeuze)
Opmerking: Aanwezigheid verplicht! De stof voor het tentamen Statistiek 2 beslaat de hoofdstukken
5, 6, 7, 8 en 9 van “Introduction to the practice of statistics”.
De Syllabus Statistiek 2 bevat extra literatuur, en de
opdrachten voor het verplichte practicum.
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
48
Grondslagen van onderzoek PABA2061A
Docent: drs. A.C.M. van Roy
Doel: Behalen van kennis en inzicht in de grondslagen van
empirisch wetenschappelijk (interventie)onderzoek.
Inhoud: In de colleges worden de belangrijkste termen en ideeën van
de empirische methodologie behandeld aan de hand van de
empirische cyclus van A.D. de Groot. Vervolgens worden –
op inleidend niveau – methoden en technieken van
(ortho)pedagogisch en onderwijskundig interventieonderzoek
behandeld. Aandacht wordt besteed aan praktische
belemmeringen en problemen bij het uitvoeren van
effectstudies. Daarbij is uitvoerig aandacht voor oplossingen,
die een compromis vormen tussen methodologische eisen en
praktische beperkingen.
ECTS: 3
Onderverdeling en studiebelasting in uren:
- contacturen
- zelfstudie
12 uur
72 uur
Onderwijsvorm: hoorcollege, zelfstudie
Literatuur: Loon, D. van, Meulen, B.F. van der & Minnaert, A.E.M.G.
(2011), Effectonderzoek in de gedragswetenschappen.
Methodologische moeilijkheden en mogelijkheden. Den Haag:
Boom Lemma. (ISBN 978-90-5931-660-7) €37,00
Toetsvorm: schriftelijk tentamen (essay), schriftelijk tentamen
(meerkeuze)
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
49
Statistiek 3 PABA3065
Docent: dr. R. Hoekstra
Inhoud: In de colleges worden een aantal gangbare statistische modellen
& technieken behandeld die voor het lezen van sociaal-
wetenschappelijke onderzoeksliteratuur en voor het zelfstandig
kunnen uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek van belang
zijn. Aan de orde komen:
Enkelvoudige & multiple regressieanalyse.
Een- en tweeweg ANOVA, en covariantieanalyse.
Logistische regressie.
Nonparametrische statistiek
Daarnaast zijn er verplichte practica waarin de behandelde
methoden worden toegepast. Hierbij zal gebruik gemaakt
worden van het statistisch computerprogramma SPSS.
ECTS: 4
Onderverdeling en studiebelasting in uren:
- contacturen
- practicum
- zelfstudie
14 uur
14 uur
84 uur
Onderwijsvorm: hoorcollege, practicum, zelfstudie
Literatuur: 1. Moore, D.S., McCabe, G.P. & Craig, B.A. (2011),
Introduction to the practice of statistics (7th ed.), New
York: W.H. Freeman and Company. Hoofdstukken 9
t/m 13. €75,00. (al in bezit) 2. Syllabus met o.a. opdrachten & collegestof.
Toetsvorm: Schriftelijk tentamen (deels multiple choice en deels open
vragen).
Opmerking: Aanwezigheid verplicht!
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
50
Testtheorie PABA2064A
Docent: drs. S.R. Fleurke
Doel: Het doel is studenten kennis en vaardigheid op het terrein van
testconstructie en testgebruik te leren. De cursus gaat in op het
maken van een test, het met behulp van SPSS analyseren van
een test en de situatie waarin een test ingezet kan worden.
Vakinhoud: Centrale begrippen zijn testkenmerken, betrouwbaarheid,
validiteit en beslissen.
ECTS: 4
Onderverdeling en studiebelasting in uren:
- contacturen
- practicum
- zelfstudie
12 uur
10 uur
90 uur
Onderwijsvorm: hoorcollege, praktische oefening
Literatuur: 1. Klapper en powerpoint. 2. Drenth, P.J.D. & Sijtsma, K. (2006), Testtheorie:
inleiding in de theorie van de psychologische test en
zijn toepassingen. (4e dr.). Houten: Bohn Stafleu Van
Loghum. Hieruit hoofdstukken 2 t/m 9. p. 435.
(ISBN 90-313-4747-7) € 67,00.
Toetsvorm: schriftelijk tentamen (meerkeuze), schriftelijke opdrachten
Opmerking: Het eindcijfer is gebaseerd op het gewogen gemiddelde van
het tentamencijfer (2x) en het cijfer voor de groepsopdracht
(1x). De groepsopdracht moet voor het eerste tentamen
worden ingeleverd.
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
51
Methoden en technieken van onderzoek PABA 2062A
Docent: dr. N. Ding
Doel: Verdiepen van kennis en inzicht in methoden en technieken
van empirisch onderzoek.
Vakinhoud: In dit onderdeel wordt gestreefd naar verdieping van de
kennis van en het verwerven van basisvaardigheden in
belangrijke onderzoeksstrategieën, waarbij onderscheid kan
worden gemaakt in experimenteel- en niet-experimenteel
onderzoek en onderscheid naar setting. De navolgende
onderwerpen zullen aan bod komen:
Waarnemen van gedrag: naturalistische observatie,
case studies en systematische observatie.
Surveyonderzoek: opstellen van vragenlijsten &
interviews, steekproeftechnieken, nonresponse. Experimenteel en quasi-experimenteel onderzoek:
voor- en nadelen; opzet & uitvoering.
ECTS: 3
Onderverdeling en studiebelasting in uren:
- contacturen
- zelfstudie
12 uur
72 uur
Onderwijsvorm: Hoorcollege
Literatuur: Fraenkel, J.R. & Wallen, N.E. (2009), How to design and
evaluate research in education. International edition (7th
edition). New York: Mc Graw Hill. ISBN 978-0-07-128792),
€ 42,99
Toetsvorm: schriftelijk tentamen (essay), schriftelijk tentamen
(meerkeuze)
Opmerking: De colleges worden merendeels in het Engels gegeven.
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
52
IB in praktijk 2
Docent:
C. Tulleken MSc
Doel: De opgedane kennis bij de verschillende vakken uit het
2e studiejaar vertalen naar de praktijk van de intern
begeleider.
Vakinhoud:
De intern begeleider vervult beleidstaken op het gebied
van zorgverbreding en onderwijsvernieuwing. De intern
begeleider is bovendien verantwoordelijk voor de
kwaliteit van het zorgsysteem op de school. Een kerntaak
van de intern begeleider is om de collega-leerkrachten
aan te sturen en aan te spreken op hun zorg voor
leerlingen.
Het werkveld van de IB-er komt aan bod is samenhang
met de competenties van de intern begeleider.
1. Andragogisch competent (competent in het
begeleiden van volwassenen)
2. Methodologisch competent (competent in
onderzoek)
3. Beheersmatig competent (competent in het
beheer van middelen en data)
4. Organisatorisch competent
5. Innovatief competent (competent in het
begeleiden bij vernieuwingen)
6. Competent in het samenwerken met externen
7. Competent in zelfreflectie en ontwikkeling
8. Competent in reflecteren op pedagogische en
onderwijskundige praktijken en ontwikkelingen
ECTS: 1 28 uur
Onderwijsvorm: Diverse werkvormen, waaronder (intercollegiale)
intervisie. Er wordt gebruik gemaakt van
praktijkvoorbeelden en er is inhoudelijke afstemming
mogelijk met de wensen en behoeften van de werkplek.
Verwerkingsopdrachten worden op maat gemaakt: de
intensiteit en hoeveelheid van de verwerkingsopdrachten
worden in overleg bepaald. Reflectie ten aanzien van
eigen competenties vindt plaats aan de hand van een
competentiemeter, hierover schrijft de student een
reflectieverslag.
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
53
Literatuur: Bij iedere aangeboden competentie zal er literatuur
worden geadviseerd die gebruikt kan worden in het
werkveld.
Toetsvorm: Portfolio met neerslag van verwerkingsopdrachten,
waaronder het reflectieverslag
Opmerking: Let op: de studiegidstekst kan nog gewijzigd worden.
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
54
Afstudeerwerkstuk Interne Begeleiding
Docent: Eén van de docenten uit de IB-opleiding
Doelstelling: Naar aanleiding van een praktijkprobleem zelfstandig een
onderzoek verrichten en daarover schriftelijk rapporteren.
De student dient een situatie uit de praktijk van een IB-er te
analyseren in relatie tot relevante theoretische
uitgangspunten, de school als organisatie en de
samenleving en dient het vraagstuk ook vanuit een ethisch
perspectief te kunnen benaderen.
Vakinhoud: Scholen beschikken over veel data en de Intern Begeleider
moet in staat zijn met behulp van deze data vragen kunnen
beantwoorden op het niveau van de individuele leerling, het
niveau van een bepaalde groep leerlingen, het niveau van
een curriculumonderdeel en op het niveau van de school als
organisatie. In het kader van het afstudeerwerkstuk dient de
student aan de slag te gaan met een vraag die met behulp
van reeds op school beschikbare data (bijvoorbeeld in
leerlingvolgsystemen) kan worden beantwoord. De student
analyseert de data met behulp van technieken die aan bod
zijn gekomen in het statistiek en methodologieonderwijs,
vergelijkt ze indien nodig met gegevens van buiten de
school, plaatst ze in een theoretisch perspectief en doet
aanbevelingen voor de praktijk. In overleg met de
docent kan van deze opzet worden afgeweken en kan de
student een vraag centraal stellen waarbij data zelf worden
verzameld (observaties, survey-onderzoek, (quasi)
experimenteel onderzoek).
Voordat de student met het onderzoek aanvangt vindt
overleg met de docent plaats over de probleemstelling, het
theoretisch kader, de data-analyse en, zo nodig, de
onderzoeksopzet.
De De student schrijft het afstudeerwerkstuk op basis van de
richtlijnen die als bijlage in de studiegids zijn opgenomen.
ECTS: 9 totaal 252 uur 252 uur
Onderwijsvorm: Individuele begeleiding en groepsoverleg onder leiding van
de IB coach
Literatuur: zelf in te vullen
Toetsvorm: schriftelijk werkstuk
BIJLAGEN
55
5 BIJLAGEN
5.1 De scriptie 56
5.2 Literatuurverwijzingen, literatuurlijst en tabellen in een
werkstuk
58
5.3 Protocol voor het beoordelen van een scriptie 59
5.4 Plattegrond SPO/ GMW 61
BIJLAGEN
56
5.1 De scriptie
De begeleiders van de scriptie
De student dient zelf een docent van de opleiding te benaderen als begeleider van
de scriptie. Elke docent van de IB-opleiding kan hiervoor worden benaderd.
Wanneer de student begeleiding van buiten de opleiding wenst, dient eerst te
worden overlegd met de studiecoördinator. De docent benadert in samenspraak
met de student de tweede beoordelaar. Deze tweede beoordelaar mag een
deskundige van buiten de opleiding zijn. Hij wordt op twee momenten bij het
proces betrokken. Ten eerste moet hij goedkeuring geven aan de scriptieopzet,
ten tweede moet hij zich buigen over de concepteindversie. Eventueel
commentaar van de tweede beoordelaar dient door de student te worden
verwerkt. De beoordeling van de scriptie komt tot stand op basis van onderling
overleg tussen eerste en tweede beoordelaar (consensus principe).
Voor de begeleiding van de scriptie geldt als richtlijn dat de docent de student
drie keer persoonlijk spreekt en dat de hoofstukken in de loop van het proces
naar de docent worden gestuurd en van commentaar worden voorzien. Aan het
eind van het proces wordt dan het gehele werk van commentaar voorzien. Als de
student vastloopt in het proces dan wordt de begeleidend docent geconsulteerd.
Scriptievoorbereiding
Het resultaat van de scriptievoorbereiding dient te zijn:
- scriptieovereenkomst. Deze is te vinden op de DLO, onder de knop
documenten;
- het onderzoeksvoorstel.
Het onderzoeksvoorstel omvat de afbakening van het probleemgebied, de keuze
voor een bepaalde vraagstelling (of probleemstelling, doelstelling), een
verantwoording van de wijze waarop deze vraagstelling wordt onderzocht, een
globale aanduiding van de hoofdstukindeling, en een globale tijdsplanning. De
student overlegt hierover met de beoogde begeleider. Deze opzet dient
voorgelegd te worden aan de tweede beoordelaar. Pas wanneer deze opzet door
beide beoordelaars is goedgekeurd, een goedkeuring die wordt bekrachtigd in de
scriptieovereenkomst, kan daadwerkelijk met het onderzoek worden begonnen.
Literatuurvereisten en eigen onderzoek
Voor elke scriptie geldt dat er ter verdieping van de vraagstelling literatuur wordt
bestudeerd. Hiervoor geldt een minimum van tien titels, waarvan er tenminste
drie als wetenschappelijk te kwalificeren zijn. Daarnaast omvatten werkstukken
in het algemeen een empirisch deel. Voor de IB-opleiding geldt dat studenten
gebruik maken van beschikbare data op school. In overleg met de begeleidend
docent kan hier van afgeweken worden.
BIJLAGEN
57
Inhoud van de scriptie
De scriptie bevat in ieder geval het volgende:
- de gekozen vraagstelling voor de scriptie en een verantwoording ervan
(theoretische en/of praktische aanleiding voor deze vraagstelling en
afbakening in de zin van wat wel en wat niet zal worden behandeld),
alsmede daaruit voortvloeiende deelvragen;
- een verantwoording van de methoden en bronnen waarmee de vraag-
stelling wordt onderzocht (d.w.z. een nadere specificatie van de
literatuurstudie en het empirisch deel, de stage of een onderzoek);
- de inhoudelijke resultaten van de theoretische literatuurstudie, met
conclusies die zijn gerelateerd aan de vraagstelling;
- een weergave van het empirische gedeelte (eigen onderzoek) met
conclusies die aan de vraagstelling zijn gerelateerd;
- een nabeschouwing waarin aan de hand van de resultaten van het
theoretische en het praktische deel van het project de vraagstelling
opnieuw wordt besproken (conclusies, eventuele aanbevelingen of vragen
voor vervolgonderzoek, kritische reflectie op de praktijk);
- een lijst van gebruikte literatuur met per boek een vermelding van: auteur,
titel, jaar, uitgever en plaats, of per tijdschrift: de titel van het tijdschrift,
de jaargang, jaar en nummer; In geval van artikelen uit een boek of
tijdschrift: eerst de auteur en titel van het artikel vermelden en na
vermelding van de hoofdbron, de pagina's.
Het werkstuk dient in de tekst een goede bronvermelding -overeenkomstig de
APA-regels- te bevatten. Raadpleeg hiervoor het door de opleiding opgestelde
document over literatuurverwijzingen (digitale leeromgeving, website).
De scriptie dient een titelblad te bevatten, waarop behalve de titel van de
scriptie, de aanduiding ‘scriptie’, het jaartal, de naam van de student en de naam
van de opleiding, ook de namen van de begeleider en tweede beoordelaar worden
vermeld. In het verslag moet de privacy van betrokkenen worden gewaarborgd
door anonimisering.
Bij het studiesecretariaat zijn op afspraak voorbeelden in te zien van scripties uit
voorgaande jaren.
Nadere informatie
Voor vragen van algemene aard kunt u zich wenden tot de studiecoördinator Ans
Slijkhuis, tel. 363 7893.
Voor vragen van administratieve aard (bijv. m.b.t. de diploma-uitreiking) kunt u
zich wenden tot het studiesecretariaat, kamer 054, Grote Rozenstraat 38, tel. 050-
363 6525.
BIJLAGEN
58
5.2 Literatuurverwijzingen, literatuurlijst en tabellen in een
werkstuk
Elk wetenschapsgebied heeft regels voor het verwijzen naar literatuur en het
opstellen van tabellen en grafieken. In de sociale wetenschappen gelden de
regels van de American Psychological Association (APA) als internationale
standaard. Bij de SPO sluiten we aan bij deze standaard. Dat betekent dat in alle
schrijfopdrachten en in het afstudeerwerkstuk van de SPO volgens de APA-
regels moet worden verwezen naar literatuur. Ook de literatuurlijst moet volgens
de APA-regels worden opgesteld (zie hiervoor: Dijkstra, A.J. (2012).
Verwijswijzer: onderzoeksrapportage en bronvermelding volgens de APA-
richtlijnen. Groningen: Antharis. 134 p. ISBN 978 90 818838 01).
Wanneer je in een werkstuk verslag doet van empirisch onderzoek kan het zinvol
zijn bepaalde gegevens in een tabel of grafiek te presenteren, naast of in plaats
van een weergave in de tekst. De tabellen en grafieken die je invoegt mag je niet
rechtstreeks knippen en plakken vanuit SPSS; je moet ze opzetten en vormgeven
op een manier die past bij jouw onderzoeksverslag (dus b.v. geen Engelse
benamingen in een grafiek, terwijl je hele onderzoeksverslag in het Nederlands
is). Voor het gebruik en de lay-out van tabellen gelden ook APA-regels. Je vindt
deze in de algemene handleiding.
BIJLAGEN
59
5.3 Protocol voor het beoordelen van een scriptie
Het protocol bestaat uit zeven categorieën, geordend van meest naar minder
belangrijk. Per categorie is een nadere operationalisatie gemaakt. Deze lijst ligt
aan de basis voor het beoordelen van de scriptie, maar biedt tevens houvast voor
studenten bij het schrijven.
1. Argumentatielijn
- Is het verhaal overzichtelijk en adequaat opgebouwd (vraagstelling,
theoretisch kader, resultaten, conclusie, nabeschouwing)?
- Is de vraagstelling op een zinvolle wijze gelegitimeerd/ingekaderd?
- Wordt er een aan de vraagstelling gerelateerde conclusie gegeven?
- Worden voldoende argumenten aangedragen voor de argumentatie en is
deze consistent?
- Worden de eigen onderzoeksresultaten duidelijk voor het voetlicht
gebracht?
2. Theorie
- Is het werkstuk voldoende theoretisch onderbouwd? De literatuurlijst
dient tenminste tien relevante titels te bevatten, waarvan tenminste drie
als wetenschappelijk te kwalificeren zijn. Voor een scriptie in de
academische route geldt een minimum van 15 titels, waarvan tenminste
acht wetenschappelijk.
- Geeft de scriptie blijk van goed begrip van de gebruikte literatuur?
- Wordt goed gebruik gemaakt van de literatuur (bijvoorbeeld in het
instrument)?
- Bevat de scriptie literatuurverwijzingen in de tekst?
3. Reflectie
- Kan de student met afstand -vanuit de onderzoeksresultaten/literatuur -
naar de praktijk kijken?
- Geeft de student heldere en logisch uit de resultaten voortvloeiende
aanbevelingen?
- Schat de student vanuit zijn methodologische kennis, z’n eigen onderzoek
op waarde (maakt de student bijvoorbeeld kritische kanttekeningen bij het
eigen onderzoek indien nodig)?
BIJLAGEN
60
4. Methodologie
- Wordt de methode helder uiteengezet?
- Past de gekozen methode bij de vraag?
- Is de kwaliteit van het instrument in orde?
- Academische route: is het gehanteerde onderzoeksinstrument geborgd in
theoretisch kader en worden resultaten in de conclusie afgezet tegen dit
kader?
- Academische route: worden methodologische keuzen verantwoord?
- Academische route: is de onderzoeksopzet toetsend van aard?
5. Proces
- Heeft de student zelf voldoende initiatieven genomen?
- Heeft de student goed in kunnen schatten wanneer hij een beroep moest
doen op zijn begeleider?
- Heeft de student optimaal gebruik gemaakt van aanwijzingen van de
begeleider?
- Heeft de student goed gecommuniceerd met alle betrokkenen?
- Heeft de student het project naar behoren georganiseerd?
6. Taal/stijl
- Is de scriptie geschreven in een adequate, dat wil zeggen vrij zakelijke en
vlotte stijl?
- Is de scriptie wat spelling en grammatica betreft (nagenoeg) foutloos?
7. Lay-out
- Is de lay-out adequaat?
- Heeft de literatuurlijst een consistente standaardvorm (APA)?
- Zijn de verwijzingen in de tekst opgesteld volgens een standaard format
(APA)?
PLATTEGROND
61
5.4 PLATTEGROND
Plattegrond SPO / GMW