Download - special people voorjaar 2011
28 dito
wubbo ockels.indd 28 01-04-2011 17:07:53
Hoogleraar Wubbo Ockels
Was het vizier van ruimtevaarder Wubbo Ockels in het eerste deel van zijn leven gericht op Startrek-
achtige visioenen, inmiddels richt de 65-jarige natuurkundige en hoogleraar aan TU Delft zich vooral op
het behoud en opschonen van de aarde. “Happy energy noem ik dat!”
>>
at beeld van die ene prach-
tige planeet staat nog al-
tijd op zijn netvlies gebrand. Een keerpunt
in zijn leven, zo bleek later. “Die weids-
heid, dat perspectief. Zo overweldigend”,
verhaalt de hoogleraar Duurzame Techno-
logie in zijn werkkamer aan TU Delft. “Ik
realiseerde me ineens dat je alles wat je
hebt en kent voor je ziet.”
Wubbo Ockels en zijn ruimtevlucht. Het
blijft een intrigerend verhaal. Van 31 ok-
tober tot en met 6 november 1985 ver-
toefde hij in de spaceshuttle Challenger.
Een jarenlange droom werd realiteit. In
1979 selecteerde de ESA (European Space
Agency, de Europese organisatie voor
ruimteonderzoek) de toenmalige buiten-
gewoon hoogleraar aan Rijksuniversiteit
Groningen voor het Spacelab-programma,
een samenwerkingsproject van de ESA en
de NASA. In 1980 en 1981 volgde hij een
astronautenopleiding aan het Lyndon B.
Johnson Space Center in Texas. Tijdens de
eerste Spacelab-vlucht in 1983 onderhield
hij vanuit het vluchtleidingscentrum con-
tact met de bemanning. Twee jaar later
was de zoon van een landmeetingeni-
eur zelf aan de beurt. “Tijdens de vlucht
zweefde ik regelmatig naar het raam om de
aarde te bewonderen. Je ziet letterlijk het
einde van het bestaan. Zo’n ervaring blijft
als het ware in je bewustzijn naechoën. Ik
kwam na de vlucht tot de conclusie dat de
aarde in wezen unieker is dan de ruimte.
Daar, in het heelal, is namelijk weinig te
zoeken!”
Er zijn ontelbare sterren en planeten.
Daar moet toch wel wat te vinden zijn?
“Weet je, we kunnen naar de meest dichtbij
gelegen ster alleen maar kijken. Tragisch,
maar er zit geen toekomst in de ruimte-
vaart. Dat hele Startrek-achtige beeld om
de ruimte te ontdekken, is achterhaald.
Het past niet meer bij deze tijd.”
U bent toch Wubbo Ockels! U werkte van
1996 tot 1998 aan Euromoon, een Euro-
pese missie met als doel op de maan een
robotdorp te bouwen. De maan als het
achtste continent en bovendien als een
platform voor reizen naar Mars.
“Het welslagen van dergelijke onder-
nemingen heeft te maken met de drang
om te exploreren. Die pioniersgedachte
laait echter pas op als er in de ruimte
iets te halen valt. Ontdekkingsreizigers
als Christopher Columbus en Marco Polo
kwamen terug met goud, specerijen, noem
maar op. De schat die we in de ruimte
dachten te vinden, vonden we niet. Wel
zweven er inmiddels circa tienduizend
satellieten rond de aarde. Op het gebied
van communicatie en navigatie is dat echt
fantastisch. Maar daarbij blijft het.”
Maar er wordt toch hoogstaand weten-
schappelijk onderzoek gedaan?
“Ja, maar de resultaten daarvan zijn niet
baanbrekend genoeg, het brengt geen
nieuwe beweging tot stand. Daardoor
dito 29
by ditospecial people
D
‘Er zit geen toekomst in de ruimtevaart’
wubbo ockels.indd 29 01-04-2011 17:07:54
staat de bemande ruimtevaart, zeker nu
het spaceshuttleprogramma ten einde
loopt, ter discussie. En terecht. Dit post-
Apollo-project dateert van 1974. Men wil-
de om de aarde allerlei fabrieken en labo-
ratoria opstarten, die materialen zouden
maken die in de shuttlelaadbak naar de
aarde moesten worden getransporteerd.
Onderzoekers zouden er hun gang kun-
nen gaan. Maar van die hele ontwikke-
ling kwam niets terecht. Bovendien: een
spaceshuttlelancering kost een miljard
euro. Dat creëerde een strakke financiële
bureaucratie. Dat staat weer haaks op de
wens om een stel wilde onderzoekshon-
den in de ruimte van alles uit te laten
vogelen en te laten ontdekken. Die dyna-
miek is echter weg. Dat begon al in mijn
tijd en is alleen maar erger geworden.”
Voormalig president George W. Bush
speechte ooit nog nota bene naar Mars
te willen.
“Alle presidenten bezigen zulke loze kre-
ten. De ontwikkelingen staan stil, of in
het gunstigste geval op een laag pitje.
Ook in andere landen houden ze het voor
gezien. Rusland lanceerde nog hun So-
joez. Ze bouwden zelfs drie Boerans, de
Russische spaceshuttle, waarvan er één
de ruimte in ging. Ook van China hoor
je weinig meer. Ook zij wilden naar de
maan, maar ik weet echt niet wat ze daar
nu doen. Ook de Japanners waren actief.
Maar die hebben nu, zeker na de recente
tsunamiramp, wel wat anders aan hun
hoofd. De ruimtevaart verkeert in een
Catch 22-situatie. Aan de ene kant wordt
de aarde ons te klein, aan de andere kant
ontdekken we dat we juist de aarde moe-
ten koesteren door deze weer schoon en
leefbaar te maken. Moet ook, want we
kunnen er niet van weg!”
De Nederlandse kosmonaut André Kui-
pers moet als deze Dito is uitgekomen
van de achtdaagse Delta Missie zijn te-
ruggekeerd. In de Sojoez-raket voerde hij
allerlei medische experimenten uit.
“Maar ik moet nog altijd zien of het
doorgaat. De vlucht is al verschillende
malen uitgesteld. Zijn deelname alleen
al kost bovendien zo’n zestig miljoen
euro. Om dat bij elkaar te krijgen, is
een enorm getrek. Behalve voor enkele
superrijken is de bemande ruimtevaart
geen haalbare droom meer. De aarde
heeft de toekomst. Mensen dromen meer
over cloudcomputering en brainsensors,
waarbij je alle technische elementen
aan elkaar koppelt om wereldwijd nog
beter met elkaar te kunnen communi-
ceren. De gedachte om puur technisch
geleid te worden, heeft haar einde be-
reikt. Dat komt ook door de vervuiling.
Tijdens mijn ruimtereis kon ik in Hawaï
nog groen zien, maar boven Europa, de
VS en andere industriële centra was het
grijs en blauw. 25 jaar geleden nota
bene. Het broeikasgas in onze atmos-
feer is de laatste vijftig jaar verdubbeld.
Niemand weet wat de gevolgen daarvan
precies zullen zijn.”
30 dito dito 31
FavoriEtEn
van Wubbo ockEls
ondernemer?
Binnenland: Aart van Veller
Buitenland: Richard Branson
ontdekkingsreiziger/
explorer?
Charles Darwin
Filosoof?
Martin Heideger
De beste uitvinding?
Het wiel
De aarde heeft de toekomst volgens Ockels.
‘Duurzaamheid raakt bij velen een gevoelige snaar’
wubbo ockels.indd 30 01-04-2011 17:08:04
Hopeloos?
“Nee. Tegelijkertijd zie je namelijk enorm
sprankelende ontwikkelingen. We leven in
een tijd waarin meer technische ontwikke-
lingen geïntegreerd worden met het pam-
peren van de natuur. Duurzaamheid wordt
de nieuwe cultuur.”
Maar zullen groene energiebronnen echt
doorbreken?
“In Duitsland is rondom de zonnepa-
nelen een bedrijfstak ontstaan waarin
inmiddels drieduizend mensen werken
en jaarlijks vijf miljard euro wordt ver-
diend. Dat komt hier ook. We hebben
bijvoorbeeld te gekke elektrische auto’s
en elektrische fietsen. Ik reed er laatst
mee op de Hiswa. Wat mensen niet ver-
zinnen. Aan TU Delft ontwikkelden we
de zonneauto, de Nuna. En de groene
Superbus, die 250 km/uur haalt. Om
maar te zwijgen van de laddermolen,
waarbij we via vliegers windenergie op-
vangen. Echt fantastisch om te zien. Is
ook veel mooier dan die schoorstenen,
nietwaar?”
Nog meer positieve signalen?
“Steeds meer ondernemers zetten hun
eigen zonnepanelen. Fellinga, een Friese
ondernemer in installatietechniek, richtte
een duurzaamheidscentrum op waar je
kunt zien hoe je je verlichting, je verwar-
ming beter, duurzamer en vooral goedko-
per kunt maken. Je stijgt bovendien bij
klanten in aanzien als je maatschappelijk
verantwoord bezig bent.”
Maar is al dat groen ook leuk?
“Juist! Je vertelt tegen je vrienden dat je
energierekening stukken lager is uitgeval-
len. Maar, zeg je erbij, met een verlengsnoer
breng ik wat energie naar je toe, haha. Nee,
duurzaamheid verbroedert juist. Het creëert
een prettig soort sociaal bewustzijn met
je omgeving. Ik gaf laatst een lezing aan
1500 mensen in Lochem. Ze hadden met
steun van B&W de Lochemse energiemaat-
schappij opgestart, haha. Iedereen dolblij.
Happy energy noem ik dat.”
Heeft duurzaamheid u ook als mens ver-
anderd?
“Ja! Ik was vroeger een nerd, maar inmid-
dels ben ik in mijn communicatie war-
mer geworden. Door mijn lezingen krijg
ik steeds beter door hoe ik mijn gehoor
kan raken. Gisteren was ik in een kerk in
Sneek. Met negenhonderd mensen bom-
vol! Waanzinnig wat die avond losmaakt.
Duurzaamheid raakt bij velen een gevoe-
lige snaar. Het heeft allemaal niet die ge-
varen van kernenergie bijvoorbeeld.”
Maar toch is uw zero mission zeilschip
Ecolution vorig jaar vernield?
(Na een zucht) “Ik keer nog altijd tien-
duizend euro uit aan degene die kan ach-
terhalen waarom die boot is vernietigd.
Bij mij gaat het niet zozeer om wie, maar
om waarom. Volgens velen was het een
aanslag tegen de duurzaamheid. Daarop
kwam nog altijd geen antwoord. Maar het
zit niet meer in mijn voorhoofd, hoor. De
schade is inmiddels bij de verzekering ge-
regeld. We gaan, verwacht ik, snel weer
zeilen.” n
30 dito dito 31
by ditospecial people
Hoe ecologisch is wubbo ockels zelf?
“De ringtone van mijn mobieltje bestaat
uit het startgeluid van mijn Honda-motor.
Ik rij er soms nog mee. Ooit deed ik in
mijn tank ethanol. Maar toen leek het of ik
vanwege de walm alcohol op een rijdende
kroeg zat, haha. Maar een auto heb ik
niet meer. Niet praktisch ook. Ik woon
aan een Amsterdamse gracht, doe alles
met de fiets en met de trein. Verder heb
ik zonnepanelen op mijn dak, mijn vrouw
koopt zoveel mogelijk bioproducten. Ik
ben geen vegetariër; vlees hoeft niet per
se slecht voor het milieu te zijn. Wist je
dat een koe genoeg biogas produceert om
een gezin van energie te voorzien? Er zijn
boerderijen die via handige systemen dat
mogelijk maken. Mooi, toch? De groene
economie dwingt ons intelligenter met de
wereld om te gaan. Juist MKB-bedrijven
zouden daarop kunnen inspelen. Vanwege
hun kleinschaligheid en flexibiliteit kunnen
ze op lokaal niveau naar praktische oplos-
singen zoeken. Het dwingt tot helderheid,
tot praktisch denken. Dat maakt duur-
zaamheid juist zo leuk.”
wubbo ockels.indd 31 01-04-2011 17:08:07
iemand van het uitdijende corps
van wijnschrijvers schrijft met
zo veel kracht en lol over wijn. Geen wol-
lige clichétaal over ‘fluwelen afdronk’, maar
geestige en puntige typeringen, waardoor
zelfs een verstokte geheelonthouder zin
krijgt om een fles te ontkurken. Hamersma
rept niet over zomaar een Chardonnay,
maar schetst met een rake pennenstreep
het spectrum van deze druif. “Van een
beendroge Chablis tot zo’n Dolly Parton/
Karin Bloemen-achtige Chardonnay. Zo’n
overdadige, wufte, gevulde wijn. En alles
wat er tussenin zit.” Of neem een Cabernet
Sauvignon. In de woorden van Hamersma:
“Van mopperige, bonkige, grimmige onrijpe
kleintjes uit de buurt van Bordeaux tot een
zwartebessenkanon met de ultieme Hero-
cassis experience uit bijvoorbeeld Chili.”
Zijn stijl verraadt zijn verleden als succesvol
copywriter (wij noemen hier ‘Nationale Ne-
derlanden... Wat er ook gebeurt’ en ‘Gaat er
wel eens een Dag Voorbij Zonder Verkade?’).
De ex-copywriter verkocht ruim twaalf jaar
geleden zijn eigen reclamebureau om full-
time over wijn te gaan schrijven. En met
succes. Inmiddels is hij en passant uitge-
groeid tot een van de meest invloedrijke
wijnschrijvers in Nederland.
Discipline
Drinken – het is écht waar, bezweert hij
– doet hij met mate. Hij is een zelfver-
klaard ‘fundamentalistische spuger’ en
drinkt tijdens de uitvoerige proefsessies
de wijnen nooit ‘over de lever’. “Ik ben een
gedisciplineerd mens”, vertelt hij aan de
keukentafel in zijn woning in Amsterdam-
Zuid aan Dito. “Anders houd je dit werk
niet vol.” Op de keukenplank staan op
een rij de flessen die deze week op het
programma staan om te proeven. Naast de
gezinskoelkast is voor de wijnschrijver een
aparte koelkast neergezet voor de nodige
48 dito
‘Mijn missie is om zoveel mogelijk mensen enthousiast
te maken voor wijn’Zijn jaarquotum bedraagt een slordige zevenduizend flessen. Ruim tweeduizend (2321) daarvan schoppen het tot
een vermelding in De Grote Hamersma. Na vijf jaar werken aan de Wijnalmanak – de beste wijnen onder vijf euro
(een samenwerking met wijnveteraan Hubrecht Duijker), de moeder aller wijnkoopgidsen, besloot Hamersma
vorig jaar een eigen koers te gaan varen. Zijn magnum opus heet: De Grote Hamersma 2011. Met stip de meest
complete, allerdikste (1500 pagina’s) wijnkoopgids in Nederland. Het lekkerste rood, wit en rosé van het mo-
ment, overzichtelijk op een rij. In alle prijsklassen, van onder de vijf euro tot boven de tien euro, verkrijgbaar
bij supermarkt, slijterij of importeur. Voorwaar een monnikenwerk om samen te stellen. Maar Hamersma (1956)
doet het graag, voor de lezer en voor zijn onmetelijke voorliefde voor wijn.
Wijnschrijver Harold Hamersma:
N
hamersma.indd 48 01-04-2011 17:57:30
wijnopslag. Letterlijk dagelijks worden er
dozen wijn door wijnhandelaren aan de
deur voor zijn woonhuis afgeleverd, in de
hoop dat Hamersma iets goeds heeft te
melden over hun wijnen. Het zorgt voor
een dagelijkse gang naar de glasbak, die
zijn vrouw – die meehelpt aan de immense
boekproductie – graag maakt.
Wanneer begon jij met wijn?
“Ik kom uit een arbeidersmilieu uit de Am-
sterdamse Pijp, onder de rook van de Hei-
neken-Brouwerij nota bene. Mijn vader was
plaatwerker en mijn moeder schoenenver-
koopster. Zij was een slechte kokkin, die
zelfs water kon laten aanbranden. Ze dron-
ken bessenjenever, advocaat en bier. Wijn
was onbekend. Op mijn zeventiende ging
ik uit huis. In die jaren zeventig was wijn
nog geen gemeengoed. Je had Pinard, met
water aangelengde wijn in van die karton-
nen pakken van Albert Heijn. Ik vond het
drinken van wijn wel iets bohemiens heb-
ben. Ik las destijds de Avenue, waarin Wina
Born toen schreef over eten. Dat vond ik
al heel bijzonder. Op een gegeven moment
kocht ik een fles wijn van wel vijf gulden.
Een kleine Bordeaux uit 1973, ik weet het
nog goed. Achteraf gezien bleek het een
slecht jaar. Maar we genoten ervan… Daar
wilde ik meteen meer van weten. Ik heb
ooit nog zo’n fles, Château du Bosquet,
gekregen van een importeur die ik het ver-
telde. Vanaf dat moment begon ik te lezen
over wijn, onder meer van Hubrecht Duij-
ker: De Complete Wijnliefhebber.”
Hoe verliep de stap naar de schrijverij?
“Vanaf mijn dertiende wilde ik schrijver
worden. Op mijn zestiende kocht ik mijn
eerste typemachine, een Underwood, voor
65 gulden. Dapper gespaard. Elke ervaring
die ik opdeed, was instinctief. Ik dacht:
daar heb ik later nog wat aan. Ik schreef
ook korte verhalen op mijn achttiende en
deed mee aan schrijfwedstrijden. Toen ik
later in de reclame werkte, begon ik in de
jaren negentig bij HP/De Tijd op hun ver-
zoek over wijn te schrijven, Ik at nogal
eens buiten de deur. Later kwam daarbij
ook mijn wijnrubriek in Het Parool. In
by ditospecial people
dito 49
>>
‘Alleen een gedisciplineerd mens
houdt dit werk vol’
hamersma.indd 49 01-04-2011 17:57:34
2003 ben ik definitief uit de reclame ge-
stapt om fulltime schrijver te worden.”
Ben jij onafhankelijk?
“In de reclame werd altijd goed betaald.
Helemaal als je een eigen bureau hebt. Ik
heb mijn geld dus verdiend. Schrijven over
wijn doe ik omdat ik dat leuk vind. Als ik
het niet meer leuk vind, stop ik direct.
Maar voor het geld heb ik het nooit ge-
daan. Dat maakt dat ik onafhankelijk kan
schrijven wat ik vind. Over wijn schrijven
was en is mijn hobby. Ik schrijf nu jaarlijks
meer dan 250 stukken. Tijdens mijn recla-
metijd heb ik geleerd om met deadlines om
te gaan en hard te werken. Mijn missie is
om zoveel mogelijk mensen enthousiast te
maken voor wijn. Zodat wijn elke dag bij
het eten wordt geschonken.”
Heb je invloed?
“Als ik een stukje in de krant schrijf over
een bepaalde wijn, merkt de winkel dat
meteen aan de verkopen. Ik maak fans
van lezers. Als ik enthousiast ben over een
Hema-wijn waarover ik schrijf, laat ik hun
dat wel van tevoren weten. Ik wil wel dat
mijn lezers er niet naast grijpen als ze een
wijn zoeken.”
Hoe gaat het met wijn in Nederland?
“Het wordt steeds beter. Slechts drie pro-
cent van de wijnkopers in Nederland koopt
wel eens een wijn van tien euro of meer.
Slechts acht procent koopt wel eens een
wijn van zeven euro. Wijn onder de vijf
euro is verreweg de populairste categorie.
In wijnproducerende landen als Italië en
Spanje is dat trouwens precies zo. Vooral
het supermarktkanaal is belangrijk gewor-
den. Driekwart van alle wijnen wordt ver-
kocht via de supermarkt. Het is pas sinds
kort dat de Nederlander bij het eten wijn
drinkt. We staan pas aan het begin.”
Is wijn gezond?
“Ik heb daarover in 2010 Wijnreis door
mijn lichaam geschreven. Jarenlang heb ik
publicaties gescheurd en onderzocht over
het onderwerp wijn en gezondheid. Inclu-
sief zwaar wetenschappelijke onderzoeken.
Is een glas wijn gezond? De conclusie: ja,
maar met mate.”
Wat trekt je aan in wijn?
“Elke fles is anders. Ik hou van de pas-
sie van de makers. Wijnmakers zijn altijd
enthousiaste mensen met gepassioneerde
verhalen. Ik zeg altijd: het is niet about
bottle selling, maar about storytelling.
Neem alleen al de vele verschijningsvor-
men van pakweg een Chardonnay.”
Wat is momenteel een opkomende wijn-
regio?
“Oost- en Centraal-Europa zie je nu open-
gaan. Wijnen uit Bulgarije, Roemenië,
Hongarije, Kroatië, Slovenië en Macedonië.
Die hebben al een heel oude wijncultuur.
Maar in de Sovjettijd werd daarmee weinig
gedaan. Je ziet nu een nieuwe generatie
wijnmakers opstaan. Het zijn doorgaans
nog geen superieure wijnen, maar de ba-
siswijnen zijn prima. Er zit veel potentie.”
50 dito
‘Ik maak fans van lezers’
hamersma.indd 50 01-04-2011 17:57:38
Hoe kijk je aan tegen dure wijnen?
“Die worden vaak gekocht door mensen
zonder kurkentrekker, de verzamelaars. Ik
ben soms verbaasd over wat mensen be-
stellen. Pas nog een Rus die logeerde in
L’Europe en elke dag een Domaine de la
Romanée-Conti, een DRC, bestelde. Een
van de allerduurste wijnen ter wereld. Het
is een van de meest begeerde Bourgognes
van de wereld. Zeg maar: nog duurder dan
stofgoud. Het moet je gegund worden om
die te kunnen kopen. Zelf vind ik het het
geld nauwelijks waard.”
Wat is de duurste wijn uit je eigen kelder?
“Ik heb lang geleden eens een fles Pingus
uit 1996 gekocht, een bekende Spaanse
wijn. Bij toeval. Ik moest vierhonderd gul-
den afrekenen. Dat merkte ik pas bij het
betalen. Bij het opruimen van de kelder
kwam ik hem weer tegen. De fles wijn is nu
tweeduizend euro waard. Die drink ik niet
op. Ik vind het dat dus niet waard.”
Ten slotte: wat drinken we deze zomer op
het terras of in de tuin?
“Uit Portugal bijvoorbeeld de betere vino
verdes. En uit Spanje een mooie Rueda of
een Albarino, afkomstig uit het noordwes-
ten van Spanje.” n
by ditospecial people
dito 51
HAMersMA geeft les:
zIN eN oNzIN over wIjN…
Decanteren?
“Ja dat kan zeker nuttig zijn. Maar alleen bij
jonge wijnen. Die zitten nog al eens op slot. Jonge
wijnen zijn vaak enorm gebaat bij een extra klap
zuurstof. Heb je geen karaf, gebruik dan gewoon
een steelpan of maatbeker en doe het daarna met
een trechter terug in de fles. Juist bij oude wijnen
moet je niet decanteren. Zo’n wijn zat zo’n twintig
of dertig jaar in een zuurstofarme omgeving. Die
kan zo’n klap zuurstof helemaal niet aan. Dus:
oude wijnen nooit decanteren. Even luchten
met de kurk eraf is ook onzin. Helpt niets, zo’n
opening is te klein.”
Kamertemperatuur?
“Veel wijn wordt te warm geserveerd. Het
begrip kamertemperatuur stamt uit een tijd
waarin de woonkamer een temperatuur van
zestien tot achttien graden Celsius had. Wij
zijn van de wandthermostaatgeneratie en zijn
gewend aan een kamertemperatuur van 20 tot
22 graden. Ook fnuikend: je wijn bij de open
haard zetten. Een bakje aardbeien zet je ook
niet bij de open haard, dan krijg je tuttifrutti.
Je ziet wel de trend dat we rode wijn koeler
gaan drinken, soms zelfs op tien tot twaalf
graden.”
Hoe lees je een wijnkaart in een
restaurant?
“Als je het restaurant vertrouwt, vraag dan de
sommelier: heeft u iets leuks? Bijvoorbeeld:
heeft u iets roods dat prettig geprijsd is? Als
het goed is, vraagt de sommelier vervolgens
waarvan je houdt. Cabernet Sauvignon heeft
dat zwartebessenachtige fruit. Merlot is wat
pruimiger. Shiraz is vaak wat peperiger.
Sauvignon Blanc is vaak wat puntiger, frisser,
brutaler. Chardonnay heeft natuurlijk een
enorm breed spectrum, maar is vaak licht
tropisch of geel fruit. Het hangt natuurlijk
ook allemaal af van de vraag waar het is
aangeplant en of het wel of niet op hout
gerijpt is. Dus je kunt de sommelier vragen
de smaakverwachting van de door hem
gesuggereerde wijn te omschrijven.”
wijnarrangement?
“Wij zijn een land dat aan het leren is. We
drinken pas sinds kort wijn bij het eten. Je
ziet dat we erg leergierig zijn. De sterdichtheid
is in enkele decennia enorm omhooggegaan.
Het combineren van wijn en spijs kan soms
leiden tot leuke ontdekkingen. Ik ontdekte pas
bijvoorbeeld een Chenin Blanc, een Jasnières
om precies te zijn, uit de Loire in combinatie
met een Tournedos Béarnaise. Echt fantastisch.
Maar uiteindelijk moet je gewoon de wijn
drinken waarin je op dat moment zin hebt. Los
van of je die drinkt bij scheermessen, oesters,
ossenhaas of wat dan ook.”
zijn er combinaties die echt niet
kunnen?
“Artisjok en spinazie zijn altijd lastig om met
wijn te combineren. Dat zijn ingrediënten
met veel ijzer, dat werkt niet goed. Pinda’s en
pindasauzen zijn ook altijd de dood in de pot”.
De kaasplank?
“Je krijgt zes soorten kaas. Van een licht
geitenkaasje tot een enorm ruftende blauw-
schimmel. Zoek daarbij maar eens een passende
wijn. Dat is eigenlijk onbegonnen werk.”
Huiswijn?
“Een goed restaurant ziet zijn huiswijn
als beste reclame. Je ziet dat het aanbod
en de kwaliteit van de huiswijn toenemen.
Net als wine by the glass, ofwel de open
wijnen, mede door handige oplossingen om
flessen te vacumeren. Ik ben daar een groot
voorstander van. Ik ben voor alles wat wijn
democratiseert.”
hamersma.indd 51 01-04-2011 17:57:46
56 dito
‘Werken aan je optimisme loont’
borland.indd 56 01-04-2011 18:01:57
World Book of Happiness
Journalist Leo Bormans interviewde honderd ‘geluksprofessoren’ uit vijftig landen over het onderwerp ge-
luk. Van Zuid-Amerika en Europa tot Azië. Wat weten wij over geluk? Wat is geluk eigenlijk? Welke bevol-
king is het meest gelukkig? En hoe behoud je geluk? Het staat in zijn wereldwijde bestseller The World Book
of Happiness. Een fascinerende zoektocht naar de oudste vraag van de wereld: hoe word ik gelukkig?
>>
et streven naar geluk is een
belangrijke menselijke drijf-
veer. Ook voor journalist Leo Bormans. En-
kele jaren geleden ontdekte hij The World
Database of Happiness: een database met
duizenden studies over geluk. De nieuws-
gierigheid was gewekt. Tot zijn verbazing
zag hij dat wereldwijd zo’n drieduizend ge-
luksprofessoren bezig zijn met uit te zoe-
ken wat ons echt gelukkig maakt. Hij las
boekenplanken van vele meterslang. Bor-
mans: “Voorheen lag de focus van onder-
zoek vooral op wat ons ziek maakt, niet op
wat ons gelukkig maakt. In de vorige eeuw
kreeg je voor dergelijk onderzoek niet eens
subsidies aan Amerikaanse universiteiten.
Geluk is altijd weggelegd geweest voor de
filosofie en de religie. Maar het gaat niet
over ‘geloven’, het gaat over ‘weten’.”
Publicaties over geluk zijn er tot nu toe
in twee soorten: de moeilijk leesbare stu-
dies en de populaire (vooral Amerikaanse)
adviesboekjes vol tips. Bormans probeerde
een brug te slaan tussen die twee werel-
den. Het is bijzonder verhelderend om de
visie te horen van honderd professoren
uit vijftig landen, verspreid over de hele
wereld. IJsland, China, Afrika, Australië
of Japan. Hij wordt tegenwoordig veel ge-
vraagd voor lezingen in binnen- en bui-
tenland (van Kopenhagen tot Bangkok).
Er blijkt een brede interesse te zijn voor
deze no-nonsensebenadering van geluk.
Zijn The World Book of Happiness is in het
Engels geschreven en is meteen vertaald
in het Nederlands, Frans en Duits. Overal
is het een groot succes. Binnenkort ver-
schijnen er ook vertalingen in het Spaans
en Chinees.
Wat is uw definitie van geluk?
“Als je wereldwijd aan mensen vraagt wat
hen drijft, antwoorden ze ‘geluk’. Ze wil-
len zelf gelukkig zijn en dat hun familie
en vrienden gelukkig zijn. Daar zijn ze
het allemaal over eens. Maar als je de
tweede vraag stelt (wat is geluk?), krijg je
de meest uiteenlopende antwoorden. Dat
intrigeert me. Vooral omdat het antwoord
dikwijls gezocht werd in de religie en filo-
sofie. Als iemand beweert dat hij dé weg
naar geluk gevonden heeft, geloof je hem
maar beter niet. Het is een kwakzalver. Er
is niet één weg naar geluk. Er zijn vele
wegen en ieder van ons zal zijn eigen weg
moeten zoeken. Maar de wetenschappers
hebben wel al redelijk wat belangrijke en
gemeenschappelijke kenmerken gevonden.
dito 57
by ditospecial people
H
Over geluk
gesproken
‘Werken aan je optimisme loont’
Leo Bormans.
borland.indd 57 01-04-2011 18:02:02
Al zijn er nog veel verschillende definities
van geluk. Meestal valt het begrip samen
met ‘welbevinden’ of ‘levenskwaliteit’ en
slaat het zowel op persoonlijk welzijn als
op maatschappelijk welzijn. Zo zou je ge-
luk kunnen definiëren als de mate waarin
een mens de kwaliteit van zijn leven in
het algemeen als gunstig ervaart en zich
daarbij goed voelt. Ofwel: hoezeer houd ik
van het leven dat ik leid?”
Hoe meten de experts geluk?
“Velen zeggen dat je geluk niet kunt me-
ten omdat het een gevoel is. Maar pijn
kun je toch ook op een bepaalde manier
meten? We weten dat geluk iets is wat we
in gedachten hebben, dus kunnen we het
ook gewoon meten door te vragen naar die
gedachten. Onderzoekers vragen dus we-
reldwijd ongeveer zoiets als ‘Hoe tevreden
ben je in het algemeen met het leven dat
je leidt?’. Mensen duiden dat dan aan op
een tienpuntsschaal. Wanneer je dezelfde
vraag wereldwijd stelt, kun je de antwoor-
den goed vergelijken. In Zimbabwe ant-
woorden de mensen gemiddeld 2,8 op 10.
In Nederland 7,6 en in Denemarken 8,3.
Dit is het gemiddeld cijfer van de voorbije
tien jaar. Als je de vraag elk jaar opnieuw
kunt stellen, kun je ook verschillen vast-
stellen. In die zin krijg je uiteraard altijd
subjectieve antwoorden, maar daarmee
kun je wetenschappelijk wel aan de slag.”
Hoe zit het met duurzaamheid van geluk?
Hoe blijf je gelukkig?
“Een van de vaststellingen is dat ons per-
soonlijk geluksniveau niet eens zo erg
schommelt. Het wisselt niet elke dag. Zelfs
als we heel sterke ervaringen meemaken,
komen we na een tijdje wel weer op ons
startniveau. Dat geldt voor erg positieve
en erg negatieve ervaringen. Het is een
beetje zoals met ons gewicht. Iedereen
heeft een andere uitgangspositie. De een
heeft nu eenmaal meer aanleg voor zwaar-
lijvigheid dan de ander. Je kunt daaraan
wel iets doen. Maar wie bijvoorbeeld plots
heel veel geld wint of een ernstige ramp
meemaakt, ziet zijn geluksniveau snel
pieken of dalen. Toch komt na een tijdje
zowel de lottowinnaar als de zieke meestal
weer op het niveau waarop hij aanvanke-
lijk zat.”
Is geluk maakbaar?
“Zo’n vijftig procent van ons gelukspoten-
tieel is genetisch bepaald. We krijgen het
gewoon mee van onze ouders en grootou-
ders. Daarbij moeten we ons neerleggen.
Slechts tien procent is toe te schrijven aan
onze persoonlijke levensomstandigheden,
2
5
3
4
1
58 dito dito 59
Vijf praktische tips om gelukkiger te zijn
Dankbaarheidsdagboek
Schrijf dagelijks drie dingen op waar-
van je die dag gelukkiger werd. Een
gratitude journal wordt dit ook wel
genoemd. Bijvoorbeeld: de zon scheen
en ik heb heerlijk een halfuurtje op
een bankje in het park gezeten. Als
je dat terugleest, heb je zo’n duizend
positieve herinneringen per jaar en
vele tienduizenden gedurende je
leven. Als je dat terugleest, word je
blij om te lezen dat het leven je zoveel
waardevolle momenten heeft gebo-
den. Je kunt het ook voor je kinderen
beschrijven. Je geeft ze dan een
schatkist van geluk.
Onderhoud vriendschappen
Bel eens een oude vriend op. Wees
een goede vriend. En maak nieuwe
vrienden, ook na je studie.
Willen in plaats van moeten
Vervang een woord door een ander
woord: willen in plaats van moeten. Dat
maakt gelukkig. Dus zeg niet: “Ik moet
schoonmaken.” Maar: “Ik wil schoon-
maken.” Dat geeft je het gevoel dat je
het leven in eigen hand hebt.
Mentoren
Bedank de mensen van wie je wat hebt
geleerd of die jou een gouden advies
hebben gegeven. Het is prettig voor de
ontvanger, maar ook voor jezelf.
Doorbreek routines
Doe dagelijks iets wat je normaal niet
doet. Verras jezelf en anderen. Stop
eens onderweg voor een kop koffie en
geniet daarvan.
borland.indd 58 01-04-2011 18:02:03
bijvoorbeeld ons huis, werk en inkomen. Dat
is niet erg veel. Veertig procent ligt in onze
eigen handen. Het gaat over onze manier
van kijken naar de dingen. Gelukkige men-
sen maken niet meer gelukkige dingen mee
dan ongelukkige mensen. We maken allemaal
ongeveer hetzelfde mee in ons leven. Alleen
onze interpretatie en de manier van kijken
daar naar verschillen. Je kunt dus niet alles
veranderen, maar toch heel wat. Net zoals
het streven naar een slanke lijn, vraagt het
streven naar geluk wel enkele permanente
veranderingen in onze levensstijl, die elke
dag inspanning en engagement vergen. Wat
we zeker weten, is dat er tussen optimisme
en geluk een even sterk verband is als tus-
sen roken en longkanker. Wie rookt, krijgt
longkanker. Wie zich optimistisch opstelt
in het leven, wordt gelukkiger. En geluk-
kige mensen zijn gezonder en succesvoller in
sport, wetenschap, zaken, politiek, relaties
en vriendschap. Werken aan je optimisme
loont dus.”
Wat is de relatie tussen geld en geluk?
“Geld maakt inderdaad gelukkig. Wie geen
geld heeft, is vaak erg ongelukkig. Geld
maakt het leven aangenaam en schept
meer mogelijkheden. Maar méér geld maakt
niet méér gelukkig. Integendeel. Wie vol-
doende heeft om zich te kleden, een dak
boven zijn hoofd te betalen, eten en drin-
ken te kopen, de dokter te betalen en de
kinderen naar school te kunnen sturen,
bereikt het standaardgeluksniveau. Dat
is bijvoorbeeld de reden waarom mensen
in Mexico zich gelukkiger noemen dan de
Fransen. Toch is het gemiddelde inkomen
in Mexico véél lager. Maar ze hebben al-
lemaal voldoende voor de basisbehoeften
en proberen daarnaast te genieten van het
leven. De Fransen zijn aanzienlijk rijker,
maar lang niet gelukkiger. Als we het ge-
luksniveau van de honderd rijkste mensen
in New York vergelijken met het geluksni-
veau van honderd kamelendrijvers in de
woestijn, verschillen die niet eens zoveel.
Maar als je plots een duur horloge bij de
kamelendrijvers brengt, ontstaan na-ijver,
jaloezie, competitie en… ongeluk. Geld
maakt vaak het slechtste in de mens wak-
ker. Wie geld heeft, wil gewoon altijd meer
geld, wordt hebzuchtig en jaloers en gaat
voortdurend vergelijken met het bezit van
anderen. Dat leidt niet tot meer geluk. In-
tegendeel.”
Was men vroeger gelukkiger? Of juist nu?
“De levensomstandigheden zijn er wereld-
wijd op vooruitgegaan. We leven langer en
gezonder. Onze kinderen sterven niet meer
zo jong, zijn gezonder en kunnen langer
naar school gaan. Bovendien zijn ook de
tijden veiliger geworden. Het aantal moor-
den is bijvoorbeeld in onze regio de laatste
driehonderd jaar gedaald van veertig per
duizend naar twee per duizend inwoners.
We hebben nog nooit in zo’n veilige tijd
geleefd als nu. Maar de perceptie is anders.
En daardoor worden we er eigenlijk niet
58 dito dito 59
‘Er is niet één weg naar geluk’
by ditospecial people
>>
borland.indd 59 01-04-2011 18:02:12
niet gelukkiger op. De media spelen daarin
een cruciale rol. Ze leggen bijvoorbeeld
het accent op moordzaken, terwijl het
aantal zelfmoorden veel hoger ligt. De
werkelijke vijand sluipt niet ’s nachts met
een mes rond, maar woont in onze huizen
en heet ‘Eenzaamheid’. Economisch gezien
zijn we er in het westen de jongste de-
cennia allemaal sterk op vooruitgegaan.
We zijn waarschijnlijk allemaal rijker dan
onze grootouders en kunnen ons veel meer
veroorloven. Maar we zijn niet gelukkiger
geworden. We slikken bijvoorbeeld mas-
saal veel pillen tegen depressies. De grote
focus die we gelegd hebben op geld en be-
zit, heeft ons niet gelukkiger gemaakt. We
zullen weer moeten leren kiezen voor de
echte prioriteiten in het leven. En die zijn
niet te koop.”
Wat draagt bij aan geluk? En wat doet af-
breuk aan geluk?
“Ik vroeg aan de grondlegger van de posi-
tieve psychologie, Christopher Peterson, of
hij de tientallen boeken en studies die hij
heeft gepubliceerd, kon samenvatten in
één pagina van duizend woorden. Hij vond
dat bijzonder moeilijk. Maar uiteindelijk
meldde hij me dat hij erin geslaagd was
om de essentie samen te vatten in slechts
twee woorden. Wat die twee woorden zijn?
Other People. Andere Mensen. Dat is het
tegenovergestelde van Mijn Dingen. Het
gaat niet om het materiële en niet om me-
zelf. Het gaat om het menselijk contact
met familie, vrienden, buren, anderen…
En we zijn op onze beurt ook altijd iemand
anders andere. Geluk zit in het delen van
geluk. De mens is een sociaal dier. We wil-
len best een tijdje alleen zijn, maar dan
begint het toch te knagen. Andere mensen
zijn cruciaal in ons geluksbesef. Ik had de
Chinese geluksprofessor Samuel Ho uitge-
nodigd om het boek in België en Nederland
te komen presenteren. Hij vertelde me dat
Chinezen niet eens een antwoord kunnen
formuleren op de vraag ‘Ben je gelukkig?’.
Ze zullen het antwoord altijd zoeken in het
geluk van hun familie en vrienden. Terwijl
Amerikanen onmiddellijk aan zichzelf be-
ginnen te denken en vaak niet eens weten
waar hun familie en vrienden wonen. Hij
noemt het boek een mijlpaal op weg naar
universeel geluk. We kunnen van elkaar
leren, wereldwijd over landen en culturen
heen.”
Wat is de invloed van leeftijd?
“We denken vaak dat jonge mensen geluk-
kiger zijn en dat het geluksniveau jaar na
jaar afneemt. Dat is niet zo. Geluk gaat
met de leeftijd niet in dalende of stijgende
lijn, maar vertoont een curve. Jonge men-
sen zijn gelukkig. In de middenleeftijd
– 30, 40 jaar – daalt dat geluk doorgaans.
Mensen hebben dan veel zorgen, werk en
verantwoordelijkheid. Maar met het ouder
worden stijgt het geluksniveau meestal
60 dito dito 61
borland.indd 60 01-04-2011 18:02:17
weer sterk. Heel veel oude mensen zijn ook
heel gelukkig. Daarbij stellen we vast dat
optimistische mensen aanzienlijk langer
leven en minder vaak ziek zijn.”
En het huwelijk?
“Wereldwijd zeggen mensen die getrouwd
zijn dat ze ook iets gelukkiger zijn. We we-
ten echter niet precies of dat ligt aan het
feit dat ze getrouwd zijn. Het kan bijvoor-
beeld ook zijn dat optimistische mensen
gemakkelijker een (optimistische) partner
vinden. Bovendien is het netwerk heel be-
langrijk. Er zijn singles die heel gelukkig
zijn. Juist omdat ze er beter dan getrouw-
de koppels in slagen een breed netwerk
van vrienden rond zich uit te bouwen.
Daarnaast stellen we vast dat iedereen wel
degelijk behoefte heeft aan iemand met
wie hij close en intiem kan omgaan.”
Is uiterlijk van belang?
“Dat speelt geen rol. Er zijn heel mooie
mensen die heel ongelukkig zijn. En an-
dersom. Ook zoiets als kinderen hebben
speelt geen rol. Sommige mensen met
kinderen zijn heel gelukkig, maar som-
mige mensen zonder kinderen ook. Kinde-
ren zijn niet alleen een bron van vreugde.
Ze zijn vaak ook een bron van zorgen en
verdriet.”
Zijn er grote verschillen in landen en regio’s?
“Jazeker. Sommige mensen zullen denken
dat bewoners van zuidelijke landen het
gelukkigst zijn: zon, zee, strand en palm-
bomen. Maar dat is niet zo. De Scandina-
vische landen doen het bijvoorbeeld heel
goed, met Denemarken op kop. De grootste
geluksvoorspeller is niet het klimaat, maar
het begrip ‘vertrouwen’. Hoe hoger de mate
van vertrouwen in elkaar en in de instel-
lingen, hoe gelukkiger een land is. Ook de
mate van gelijkheid speelt een grote rol.
In landen waar bijvoorbeeld mannen en
vrouwen meer gelijke kansen hebben, zijn
zowel de mannen als de vrouwen gelukki-
ger. Dat geldt ook voor landen met minder
grote inkomensverschillen: hoe kleiner die
verschillen, hoe gelukkiger de mensen.”
En wat als je erge dingen meemaakt?
“Er zijn veel mensen die erge dingen heb-
ben meegemaakt en die naar een lezing
van mij komen. Het feit dat ze die stap
zetten, is vaak al een goed begin: ze wil-
len erover praten. Vaak krijgen ze echter
nergens gehoor. We hebben allemaal recht
op ons verdriet. Het leven is niet alle da-
gen feest of een aaneenschakeling van
plezierige dingen. Ook niet het leven van
gelukkige of optimistische mensen. Maar
je hebt wel de keuze: ofwel laat je je le-
ven verzuren door gepieker, ofwel kies je
voor een positieve kijk. Ondanks alles en
juist daarom. Veel mensen slagen daar ook
effectief in. Maar optimisme is geen mor-
ning-afterpil die je neemt bij tegenslag.
Het is een levenshouding die je je het best
van jongs af aan eigen maakt. Dat ver-
hoogt je veerkracht.”
Wat heeft u zelf geleerd over geluk?
“Je kunt altijd blijven vergelijken met men-
sen die het zogezegd beter hebben. Daar-
mee leg je het vergelijkingspunt buiten
jezelf. Je mag best vergelijken, maar dan
met een vergelijkingspunt binnen jezelf.
Dat heet gezonde ambitie. Je stelt jezelf
realistische doelen die je wilt verwezenlij-
ken voor je eigen ontplooiing en geluks-
gevoel. Wie dat doet, wordt ook effectief
gelukkiger. Niet door te vergelijken met
anderen, maar door te bouwen op je eigen
kracht, interesse en mogelijkheden.”
Heeft dit boek u gelukkiger gemaakt?
“Het belangrijkste is dat ik mij veel be-
wuster ben geworden van wat mij geluk-
kig maakt. Ik kijk vaker in een spiegel. Ik
voel me redelijk gelukkig. En ik wil daar-
mee vooral ook bewust omgaan. Dat is de
grootste les die ik van al die onderzoeken
heb geleerd. Geluk kun je ook leren. Op
bijvoorbeeld de website www.lesseninge-
luk.nl staan leuke praktische tips.” ■
60 dito dito 61
by ditospecial people
Afghanistan 4,1
België 7,3
Burundi 2,9
Canada 8,0
Denemarken 8,3
Egypte 5,7
Ethiopië 4,2
Frankrijk 6,6
Griekenland 6,3
Haïti 3,9
Irak 4,7
Italië 6,7
IJsland 8,2
Marokko 5,3
Nederland 7,6
Polen 6,3
Portugal 5,7
Tanzania 2,6
VS 7,4
Zwitserland 8,0
Bron: World Database of
Happiness, gemiddelden:
2000-2009.
Geluk wereldwijd
Titel:
Geluk. The World Book of Happiness
Samenstelling:
Leo Bormans
Uitgever:
Terra Lannoo
Websites:
www.theworldbookofhappiness.com en www.
leobormans.be
borland.indd 61 01-04-2011 18:02:22
e zitten amper of de
ondernemer maakt ons
deelgenoot van zijn actuele situ-
atie als hockeytrainer. “Als ik me
op de club laat zien, kijken ze
me aan alsof ik een greep uit de
kas heb gedaan.” Jacques Brink-
man is, zoals hijzelf uitlegt, geen
‘normale ondernemer’. In het
44-jarige leven van de meer dan
300-voudig hockey-international,
gouden winnaar op de Spelen van
1996 en 2000, staat namelijk al-
les in het teken van het hockey.
Zeker in deze weken. “Het zal wel
uitlopen op een rechtszaak,” al-
dus de Sjek.
Behalve dat hij distributeur en
producent van het sportmerk
Princess is, trainde hij het afgelo-
pen seizoen de Stichtse Cricket en
Hockey Club (SCHC), en dat heeft hij ge-
weten. Bilthoven is het hockeygekste dorp
ter wereld. Met 2500 leden is SCHC op Rot-
terdam en Amsterdam na ‘s lands grootste
hockeyclub. Topwedstrijden aan
de Kees Boekelaan trekken gemid-
deld vijfduizend toeschouwers.
Het wel en wee van de club is van
de bakker tot het schoolplein het
gesprek van de dag. Zowat ieder-
een is lid of wil het worden. Aan
de hand van een puntensysteem
kunnen per jaar slechts honderd
‘benjamins’ het blauwrode shirt
aantrekken. Tientallen staan daar-
door op een wachtlijst te dringen.
De beleving is enorm, ook bij de
jeugdwedstrijden. Ouders, vooral
moeders, springen over het hek
als hun kind in hun ogen onte-
recht wordt gewisseld of iets an-
ders wordt aangedaan. Topspelers
verdienen al snel 50.000 euro per
jaar en hebben aantrekkelijke
secundaire arbeidsvoorwaarden.
Ook het fenomeen van machtige sponsors,
mental coaches, spelersmakelaars en bui-
120 dito
‘Mensen vereenzelvigen zich graag met de winnaars’
Wat is de invloed van iemands sportprestaties op zijn zakelijke activiteiten? Dito ging op bezoek bij trainer en
ondernemer in hockeyretail Jacques Brinkman. De Sjek, tevens voormalig international, is een icoon in de hoc-
keywereld. Maar inmiddels is zijn sterrenstatus vanwege zijn ontslag als trainer bij zijn geliefde Stichtse aardig
verbleekt. Zowel privé als zakelijk voelt hij dat. Een openhartige ontmoeting.
Hockeyondernemer Jacques Brinkman over ondernemen en zijn ontslag bij Stichtse
W
jacques brinkman.indd 120 01-04-2011 19:06:07
tenlandse spelers steekt de kop op.
In dit decor was Brinkman van 2004 tot
2008 trainer van het mannenteam. Onder
zijn leiding haalden ze enkele malen de
play-offs. Een topprestatie, want Stichtse
presteerde al jaren niet meer zo goed en
werd voor het laatst in 1959 landskam-
pioen. De bedrijfseconoom, geboren en
getogen op Stichtse en nog altijd in Bilt-
hoven wonend, vertrok daarop voor twee
seizoenen naar het damesteam van Laren,
dat tot de wereldtop behoort. Maar al snel
begon het dorp opnieuw naar Brinkman
terug te verlangen. Want zonder ‘hun’ Sjek
presteerde het team niet. Brinkman te-
kende uiteindelijk na vele gesprekken een
driejarig contract met een optie voor een
vierde jaar. De verwachtingen in Bilthoven
stuwde hij daarmee ongewild naar kook-
hoogte. Zouden ze dit seizoen dan einde-
lijk eens kampioen worden?
Maar toen sloeg de Wet van Murphy toe.
Ook onder hun eigen ‘zoon’ presteerde
SCHC namelijk niet, en zelfs dreigde de-
gradatie. In de laatste wedstrijden stelde
de club zelfs zijn clubicoon op non-ac-
tief. De sfeer werd alsmaar grimmiger.
Brinkman kreeg tijdens zijn schorsing van
de clubleiding de mededeling zich ‘beter
even niet op de club te vertonen’. Toen
eenmaal op een haar na degradatie was
ontlopen, besloot het bestuur zijn trainer
te ontslaan, een juridische strijd is het
gevolg. Zijn gezin lijdt tijdens ons inter-
view onder de druk. “Een van onze kinde-
ren zal mogelijk de club verlaten,” aldus
Brinkman, die verder ook nog clubloos is.
Daarbij voelt hij als ondernemer de pijn.
En dat verbaast ons.
In een decor van hockeysticks, schoenen
en kleding legt de directeur van Brinkman
Sports uit hoe dat komt. “Hockeyretail
is nauw verweven met de sport. De koek
wordt al jarenlang verdeeld onder enkele
grote winkelketens (Intersport, Sport
2000) en hockeyspeciaalzaken zoals Dek-
ker Sport van ex-international Maarten
van Grimbergen, Lomans Sport van Ton
Lomans, de vader van international Bram
Lomans, en Jawa Sport (eigenaar Jan Wat-
tez). Echte papa-mamawinkels geleid door
50-, 60-jarige ondernemers die altijd wel
hun omzetten halen. Ze vinden het prima
zo. Ze zijn volop actief in hockey, hun pas-
sie. Onze omzetten bij diverse sportwin-
kels staan onder druk door de crisis, maar
is dat de enige reden? Er kleeft toch iets
aan mij van: ‘Die Brinkman heeft gefaald
als trainer, zouden zijn producten nou wel
zo goed zijn?’. Het slaat helemaal nergens
op, maar het gebeurt. Je kunt je er ook
moeilijk tegen verzetten. Ik kan moeilijk
controle uitoefenen op wat mensen van
me vinden en bij me voelen. Wel houd ik
er rekening mee. Nu toont mijn zakenpart-
ner, Rutger, zijn gezicht meer in de markt
en trek ik me bewust wat terug.”
Desondanks: hockey is een van de snelst
groeiende sporten. Tijdens de finale op de
OS in Peking scoorden onze gouden Oran-
jedames twee miljoen kijkers. Hockey-
sterren zijn BN’ers. Er komen in Nederland
binnen nu en enkele jaren vierhonderd ex-
tra velden en 140 nieuwe clubs bij. Zelfs
in gemeenten waar nog nooit aan hockey
werd gedaan. Je zit op een goudmijn.
“Klopt! De groei zit vooral in de jeugd, en
daarvan plukken we uiteraard de vruchten.
Onze sticks, zeventig procent van onze
omzet, zijn doorgaans voor 10- tot 18-
jarigen. Maar tegelijkertijd trekt de crisis
de groei naar beneden. Kochten ze vroeger
vijfhonderd sticks tegelijk in, nu kopen ze
eerst vijftig, dan 25, 75, 100, enzovoort.
Ze willen rustig bekijken welke stick het
best loopt. Daarnaast waren sticks vroe-
ger van hout, nu zijn ze van kunststof.
Daardoor gaat een stick langer mee,
by ditospecial people
dito 121
>>
‘Ik ben niet zo’n pleaser’
jacques brinkman.indd 121 01-04-2011 19:06:08
maar dat trekt de omloopsnelheid weer
naar beneden. Verder worden ook de clubs
partij. Ik lever aan verschillende hockey-
verenigingen de clubkleding. Dan heb je
het bijvoorbeeld over tweeduizend paren
sokken, shirtjes en broekjes. Maar clubs
eisen inmiddels ook een deel van die koek.
Ze verkopen het zelf, of willen een percen-
tage van de verkoop.”
In India, Pakistan is hockey een volks-
sport. Een enorme markt?
“Ja, maar de populariteit daalt er van-
wege de matige prestaties van de nati-
onale hockeyteams. Nu is in Pakistan en
India cricket populairder vanwege de suc-
cessen van de nationale teams. Vroeger
zag je er kinderen hockeyen, nu cricketen
ze. Bovendien kunnen zeer weinigen zich
in India en Pakistan een stick van vijftig
tot honderd euro veroorloven. In andere
hockeylanden, zoals Engeland, Amerika,
Zuid-Afrika en Australië, ligt het weer
anders. Daar kopen trainers, directeuren
en leraren van scholen, kampen en eve-
nementen de spullen in. Er bestaat in die
landen geen hockeywinkelcultuur zoals
hier. Nederland is echt het hockeyland
van de wereld. In de nabije toekomst spe-
len 270.000 Nederlanders in clubverband
hockey.”
Jullie doen marketingacties met onder
meer ABN Amro, De Telegraaf en hagel-
slagproducent Venz.
“Met Venz initieerden we clinics. We ont-
wikkelden zelfs een eigen Venzstick die we
tijdens een clinic voor de winnaars van
de Venzprijsvraag weggeven. Maar onze
vaste winkeliers reageren daarop niet zo
enthousiast. Daarmee komen we namelijk
aan hun deel van de koek. Het is een vrij
conservatieve wereld, waarin ook tegen
het fenomeen internetwinkels angstig
wordt aangekeken.”
Maar jullie hebben wel tot 2012 Teun de
Nooijer onder contract. De nummer 14
van het hockey.
“We doen veel met hem, een prachtig
uithangbord. Maar we mogen hem alleen
in zijn clubshirt gebruiken. Niet in het
Oranjeshirt, want de portretrechten van
de internationals liggen bij de bond. Dat
is jammer, want de grote massa kent Teun
toch van Oranje.”
122 dito
jacques brinkman.indd 122 01-04-2011 19:06:11
Jullie omzet leunt voor zeventig procent
op de sticks. Blijft dat zo?
“We willen naar 50/50. Daarom zetten we
nu fors in op de ontwikkeling van een in-
novatieve hockeyschoen die in 2011 op de
markt komt. Asics heeft inmiddels andere
hockeymerken op de markt weggevaagd,
maar hockeyers willen na wat jaren wel
iets nieuws. Zet je iets goeds in de markt,
dan gaan ze om, en daar gaan we dan ook
voor. Verder blijven we actief in kleding.
Maar mode? Als het aanslaat heb je te wei-
nig, slaat het niet aan dan blijf je ermee
zitten. Tricky. We blijven dan ook sticks
ontwikkelen, onze corebusiness. Daarin
concurreren we nu met onder andere Adi-
das. In augustus komt onze 7 stars qua-
lity stick uit, ontwikkeld door onze vaste
ontwerper José van Hattem, een stick van
250.000 tot 300.000 euro. We hebben die
ook in de T 14-uitvoering. De T staat voor
Teun, 14 is De Nooijers rugnummer.”
Wat is je doel?
“We willen eind dit jaar tienduizend
sticks verkopen. Maar een goudmijn
is het niet, en dat hoeft voor mij ook
niet. Ik voel me prima in dit concept.
Met onze drie medewerkers doen we alles
zelf: in- en verkoop, marketing, ontwik-
keling en ontwerpen tegelijk. Die diver-
siteit ligt me.”
Aad Ouborg van Princess is jullie licentie-
houder. Het k roontje van zijn bedrijf was
jullie huisstijl. Nu is dat veranderd in een
P met de contouren van een juichend man-
netje. Waarom?
“Aad heeft Princess huishoudelijke pro-
ducten verkocht aan een Duits bedrijf. De
nieuwe eigenaren wilden voor sportartike-
len een ander logo. Vandaar! Ikzelf vind
dit mooier!”
Spiegel je je aan Aad Ouborg, de man ach-
ter het Princessconcern en een Quote 500-
man?
“Ik heb superveel respect voor Aad. Hoe
die Princess opbouwde, 250 dagen per
jaar reizen om je zaak uit de grond te
stampen. Maar ik wil Brinkman Sport op
een andere manier verder uitbouwen.
Wil ik wereldwijd distributeurs hebben,
dan zal ook ik meer de wereld in moeten
trekken. Als ik drie weken China afstruin,
vind ik vast een bedrijf met een betere
inkoopprijs. Maar ik hoef ook geen we-
reldveroveraar te worden, ik zie graag
mijn kinderen opgroeien. Als het mooi
weer is, speel ik graag met ze in de tuin.
En daarbij steek ik ook tijd in mijn car-
rière als coach/ trainer. Ik ben dan ook
een wat luie ondernemer. Daarover heb
ik met Aad wel eens discussies. Ik sluit
ook niet uit dat hij zich ‘zorgen’ maakt,
ook vanwege mijn ontslag bij Stichtse.
Hij woont weliswaar in Breda, maar ook
daar zal hij wel eens horen dat ik dit jaar
niet goed gepresteerd heb. Dat zal zeker
ook aan bod komen. Uit ervaring weet
ik dat mensen zich graag vereenzelvigen
met winnaars.” n
by ditospecial people
dito 123
‘Teun de Nooijer is voor ons een prachtig uithangbord’
jacques brinkman.indd 123 01-04-2011 19:06:13