Download - Sola Media: Het gebruik van sociale media voor gemeenteopbouw in de Protestantse Kerk in Nederland
Sola Media
Het gebruik van sociale media voor gemeenteopbouw in
de Protestantse Kerk in Nederland
Een oriënterend kwalitatief onderzoek
Albert Wieringa
97575
Student Art & Technology
Saxion Hogescholen Enschede
2011
2
InhoudsopgaveVoorwoord.........................................................................................................................................51. Inleiding.........................................................................................................................................6
Aanleiding onderzoek...................................................................................................................6
Achtergrond..................................................................................................................................7
Opbouw........................................................................................................................................7
2. Methode.........................................................................................................................................8Werkwijze inventarisatie PKN-pioniers........................................................................................8
3. Sociale Media...............................................................................................................................11Twitter........................................................................................................................................11
Hyves..........................................................................................................................................15
Facebook.....................................................................................................................................16
LinkedIn.....................................................................................................................................16
4. Gemeenteopbouw........................................................................................................................185. Resultaten....................................................................................................................................20Visie.................................................................................................................................................20
Reden gebruik sociale media.......................................................................................................20
Verwachtingen van de gemeente.................................................................................................21
Inzet.................................................................................................................................................22Contact leggen – Mensen betrekken/bereiken............................................................................22
Contact hebben..........................................................................................................................25
Etalage........................................................................................................................................28
Contact houden – Pastoraal/meeleven........................................................................................28
Evaluatie...........................................................................................................................................30Voorwaarden...............................................................................................................................30
Toekomst....................................................................................................................................31
6. Conclusies....................................................................................................................................337. Aanbevelingen..............................................................................................................................37
Onderzoek..................................................................................................................................37
Beleid..........................................................................................................................................37
Bezinning....................................................................................................................................38
Appendix..........................................................................................................................................39Interviewvragen..........................................................................................................................39
Bronnen......................................................................................................................................40
3
VoorwoordKerk en internet lijken twee verschillende werelden, maar gaandeweg de
vijf interviews die ik heb afgenomen ben ik steeds meer tot de conclusie
gekomen dat internet een erg nuttig hulpmiddel voor de kerk kan zijn en
zo al gebruikt wordt.
Vooral sociale media kunnen het onbegrip naar christenen wegnemen
door te laten zien dat het eigenlijk ook maar gewone mensen zijn, die
daarnaast nog andere interesses, functies en rollen vervullen. Hetzelfde
geldt voor de kerk.
Graag wil ik Robin Effing bedanken voor het meedenken en het
begeleiden bij de totstandkoming van dit rapport. In het bijzonder wil ik
bedanken: ds. Hans Wachtmeester, ds. Pieter van Winden, Jasper
Klapwijk, Martijn Arnoldus en ds. Fred Omvlee. Zonder respondenten
geen rapport.
In dit rapport probeer ik zoveel mogelijk toe te lichten, zodat andere
kerken met deze resultaten aan de slag kunnen. Ik hoop dat dat ook
gebeurt. Er is nog een hoop te doen.
4
1. InleidingAanleiding onderzoekOp internet is het mogelijk om op allerlei manieren met elkaar te
communiceren. Via Twitter, Facebook, Hyves en LinkedIn verbinden
mensen en merken zich en communiceren ze met elkaar. Mensen vinden
elkaar op sociale media vanwege gezamenlijke interesse en zo vormen
gemeenschappen zich. Miljoenen Nederlanders maken in nog steeds
toenemende mate gebruik van sociale mediai.
De kerk is één van de oudste gemeenschappen die er bestaat, maar toch
lijkt het alsof zij het internet voor dit doel links laat liggen. Tegelijk
verliest de kerk ledenii en zien velen de kerk alleen nog maar als gebouwiii.
Zijn sociale media een oplossing?
In januari 2011 zijn voor dit rapport vijf PKN-pioniers op het gebied
van sociale media geïnterviewd. Dit om de kansen die sociale media
bieden voor gemeenteopbouw binnen de Protestantse Kerk in Nederland
(PKN) in kaart te brengen. De hoofdvraag is dan ook:
Wat zijn de kansen van sociale media voor gemeenteopbouw in
de Protestantse Kerk Nederland (PKN)?
5
AchtergrondBinnen de opleiding Kunst en Techniek van Saxion Hogescholen
Enschede vind in het tweede kwartiel van het tweede jaar het cluster
Profielkeuze 1 plaats. Een cluster om te oriënteren op de specialisatie die
in het derde en vierde jaar van de opleiding plaatsvindt.
Robin Effing, docent sociale media op Saxion Hogescholen en theoloog,
is momenteel aan het promoveren op het onderwerp Sociale media en
participatie in maatschappelijke organisaties. Hij schreef eerder een scriptie
over Sociale netwerk sites als middel voor gemeenschapsopbouw in de Rooms
Katholieke Kerk (Effing, 2009) en is geïnteresseerd in de verhouding
tussen sociale media en kerken.
Als student van Saxion Hogescholen Enschede heb ik in het vak
Profielkeuze 1 gekozen voor een onderwerp binnen sociale media. In dit
rapport wordt in kaart gebracht hoe de Protestantse Kerken in Nederland
(PKN) sociale media gebruikt en kan gebruiken.
OpbouwDit rapport is als volgt opgebouwd: In hoofdstuk 2 wordt de methode
toegelicht in hoofdstuk 3 wordt een korte inleiding en definitie gegeven
voor sociale media. In hoofdstuk 4 gebeurt hetzelfde voor
gemeenteopbouw.
Hoofdstuk 5 bevat een gethematiseerde uitkomst van de gehouden
interviews gevolgd door de conclusies en aanbevelingen.
6
2. MethodeOp internet is gezocht naar actieve PKN-pioniers op het gebied van
sociale media. Daaruit is een vijftal respondenten geselecteerd om te
interviewen. De interviews zijn als volgt opgebouwd: visie, beleid en
evaluatie. De interviewvragen staan in de appendix.
Bij ds. Fred Omvlee is in het interview het woord gemeente vervangen
door predikant.
De uitkomsten kunnen een vertekend beeld geven van het gebruik van
sociale media door PKN-kerken, daar enkel de pioniers geïnterviewd
zijn. Echter, zonder algemene uitspraken te kunnen doen over de PKN is
het wel mogelijk zaken die andere kerken (nog) niet gebruiken te
evalueren en als voorbeeld te stellen.
Werkwijze inventarisatie PKN-pioniersOp Twitter, Facebook en Hyves is er gezocht naar accounts of groepen
die expliciet vermelden te behoren bij de Protestantse Kerken in
Nederland. De volgorde van zoeken is bepaald door de leeftijd van het
sociale mediumiv en het gebruik ervanv.
7
Om pionierskerken met betrekking tot het gebruik van sociale media in
de PKN te vinden is er allereerst op kerken gezocht op Twitter. Daarna
zijn deze kerken gezocht op Facebook en Hyves. Voor het markeren van
een kerk als PKN-Pionierskerk werd er gekeken naar het kwantitatieve en
kwalitatieve gebruik van sociale media. Kwaliteit is de mate van
interactie, de (visuele) aankleding van de diverse profielen en het (laten)
blijken van visie over sociale media. Ook is er rekening gehouden met de
integratie van sociale media op de website van de kerk.
Bij personen ging dit anders. Op Twitter zijn er personen geselecteerd die
PKN (of een verwijzing ernaar) in de biografie van Twitter hebben staan
en hierover regelmatig berichten. Ook werd er gekeken naar de website
van deze personen, indien aanwezig.
8
Afbeelding 1: Verkeer gegenereerd door Hyves (geel), Facebook (rood) en Twitter (blauw) en
referentie aan nieuws. Google Trends.
De volgende kerken en personen zijn geïnterviewd:
• PKN Hengelo – ds. Hans Wachtmeester
Vanwege de twitteraccount @pknhengelo , facebookaccount
http://on.fb.me/pknhengelo en website http://www.pkn-
hengelo.nl .
• Pniëlkerk Utrecht – ds. Pieter van Winden
Vanwege de twitteraccount @pnielkerk , facebookpagina
http://www.facebook.com/pnielkerk , Hyve http://pktk.hyves.nl en
website http://www.pktk.nl .
• Oude Kerk Amsterdam – Jasper Klapwijk
Vanwege de twitteraccount @oudekerk020 , facebookgroep
http://on.fb.me/oudekerk en website http://www.oudekerk.nu .
• ELG Haarlem – Martijn Arnoldus
Vanwege de twitteraccount @elghaarlem en de artikelenvi op de
prijswinnende website http://www.luthersekerkhaarlem.nl .
• ds. Fred Omvlee
Vanwege de twitteraccount @fromvlee .
9
3. Sociale MediaVoor sociale media wordt de volgende definitie gehanteerd “Social Media
is a group of Internet-based applications that build on the ideological and
technological foundations of Web 2.0, and that allow the creation and
exchange of User Generated Content.”vii
“Social media of sociale media is een verzamelbegrip voor online
platformen waar de gebruikers, met geen of weinig tussenkomst van een
professionele redactie, de inhoud verzorgen. Tevens is er sprake van
interactie en dialoog tussen de gebruikers onderling. De Engelse term
social media is ook in het Nederlandse taalgebied gangbaar.”viii Er wordt
in dit rapport bewust een erg brede definitie gehanteerd, vanwege het
open karakter van de interviewvragen.
Facebook, LinkedIn, Twitter en Hyves en het bijbehorende jargon wordt
veel aangehaald. Omwille van de leesbaarheid van dit rapport volgen hier
een aantal definities en omschrijvingen van gebruikte termen en namen.
TwitterTwitter is een real-time informatienetwerk waarop berichten van
maximaal 140 tekens, tweets, kunnen worden geplaatst en gelezen. Door
zich te abonneren op anderen – het zogenaamde volgen – kan men zien
welke informatie anderen delen. Gebruikers plaatsen bijvoorbeeld links
naar interessante artikelen, gebeurtenissen, gedachten en nieuws.
10
Een tweet kan worden gezien als krantenkop, vaak zit er nog meer
informatie achter in de vorm van een weblink of fotoix. Twitter geeft geen
data vrij van het aantal gebruikers, geschat wordt dat er circa 420.000
Nederlanders actief zijn op Twitterx.
Afbeelding 2: Een tweet van gebruiker @IchthusElburg.
Tweet: Bericht op Twitter.
Retweeten: Het delen van andermans bericht in het eigen netwerk.
Hashtags: Een woord voorafgegaan door een #. Vaak gebruikt om
berichten te groeperen. Een populaire hashtag is #durftevragen .
Trending topics: De tien momenteel meestgebruikte woorden op Twitter.
11
HyvesHyves is de grootste Nederlandse sociaalnetwerksite. Op Hyves heeft
iedereen een, al dan niet afgeschermd, profiel en een vriendenoverzicht.
Het is mogelijk berichten, agenda-items en fotos te bekijken en
plaatsenxi. Ook is het mogelijk lid te worden van groepen, genaamd
Hyves. Hyves heeft wereldwijd 10,6 miljoen gebruikers, waarvan 9,3
miljoen Nederlandersxii
Afbeelding 3: De Hyve (groep) van de Jongeren PKN Heerenveen op Hyves.
Respecten: Het zichtbaar waarderen van inhoud op Hyves. Tegelijk wordt
het gedeeld met vrienden.
Events: Activiteiten. Op Hyves kan informatie en aanwezigheid op een
activiteit worden gedeeld.
12
FacebookFacebook is de grootste sociaalnetwerksite ter wereld. Op Facebook heeft
iedereen een, al dan niet afgeschermd, profiel en een vriendenoverzicht.
Miljoenen mensen gebruiken Facebook elke dag om op de hoogte te
blijven over vrienden, ongelimiteerd fotos te uploaden, links en fotos te
delen en meer te weten te komen over mensen die ze tegenkomenxiii.
Facebook heeft wereldwijd 667 miljoen gebruikers, waarvan 4,2 miljoen
Nederlandersxiv.
Afbeelding 4: De pagina van Pniël Utrecht op Facebook.
Liken: Het zichtbaar waarderen van inhoud op Facebook. Tegelijk wordt
het gedeeld met vrienden.
Groep: Een verzameling uitgenodigde mensen op Facebook. Groepen
kunnen zichtbaar of onzichtbaar zijn.
Page: Een verzameling mensen op Facebook. Mensen bepalen zelf of ze
erbij willen horen en inhoud van de page is voor iedereen zichtbaar.
13
Campagnes: Adverteren op Facebook.
Events: Activiteiten. Op Facebook kan informatie en aanwezigheid op
een activiteit worden gedeeld.
LinkedInLinkedIn is een sociaalnetwerksite voor het bedrijfsleven. Gebruikers
kunnen zich met elkaar verbinden en een curriculum vitae plaatsen. Er
worden banen gezocht en aangeboden en berichten uitgewisseld.
LinkedIn heeft wereldwijd 100 miljoen gebruikers, waarvan 2 miljoen
Nederlandersxv.
Afbeelding 5: De groep Predikanten & Pastores op LinkedIn
Discussies: Een bericht waarop men kan reageren.
Events: Activiteiten. Op LinkedIn kan informatie en aanwezigheid op
een activiteit worden gedeeld.
14
4. GemeenteopbouwAl meer dan 2000 jaar bestaan er gemeenschappen, gemeenten, die de
boodschap van Jezus Christus levend willen houden. Overeenkomst
tussen deze gemeenten is dat ze de verticale relatie, met God, en de
horizontale relatie, tussen mensen, vorm willen gevenxvi.
Gemeenteopbouw is heel erg breed, om niet in allerlei theologische
verhandelingen terecht te komen wordt de bondige en brede definitie van
Plantinga-Kalter gebruikt: “Gemeenteopbouw zou ik willen omschrijven
als: Een bewust en planmatig bezig zijn met de kwaliteit van de
gemeente.”xvii. De kwaliteit van de gemeente is de mate waarin men de
eerdergenoemde verticale en horizontale relatie vorm kan geven.
Sociale media raakt veel vlakken van het gemeente-zijn.
Informatievoorziening, meeleven en uitstraling zijn bijvoorbeeld al drie
verschillende zaken waarvoor het ingezet kan worden. Vandaar deze
bewust ruime definitie.
In dit rapport wordt niet beschreven hoe een gemeente moet zijn. De
focus ligt vooral op de methoden die gebruikt kunnen worden om de
gemeente op te bouwen, hoe dit precies aangepakt wordt verschilt per
gemeente. Al dan niet subtiel. Het ontwikkelen en beproeven van
methoden en technieken valt volgens J. Hendriks óók onder
gemeenteopbouw.
“Het gaat hierbij dus niet om geestelijk of theologisch gedraineerde
sociale technieken, maar om methoden die passen bij de situatie en
15
gericht zijn op de roeping van de gemeente. Ja, sterker nog, die
methoden dienen daarop niet alleen gericht te zijn, maar zij dienen de
waarden van de gemeente zelf te reflecteren. The medium is the message!
Maar […] zelfs als het accent ligt op het ontwikkelen en beproeven van
methoden en technieken, dan nog geldt dat ook daarin de kerk van het
gemeente-zijn wordt gereflecteerd. Een voorbeeld daarvan is het boek
Werken aan gemeenschap van René Hornikx (2004). Het beschrijft en
behandelt een grote variatie aan methoden en technieken, maar zij
moeten alle aan één eis voldoen: ze moeten in staat zijn om geloof en
leven, spiritualiteit en structuur, boodschap en methode te verbinden
(10). En wat dat praktisch kan betekenen maakt hij op ongeveer elke
bladzijde duidelijk.”xviii
Verbinden is precies waar sociale media sterk in zijn. Ze verbinden
mensen rondom een interesse of onderwerp, maar belangrijker nog: ze
verbinden de verschillende rollen die gebruikers hebben. Geloof is niet
een losstaand iets, het is geïntegreerd in iemands leven. Sociale media
maakt deze verbindingen zichtbaar(der) en kan ingezet worden om de
door Hornikx genoemde paren te verbinden.
16
5. ResultatenDit zijn de resultaten van de vijf gehouden interviews over het gebruik
van sociale media door de kerkgemeente. De antwoorden gegeven tijdens
de interviews zijn gethematiseerd en in een logische volgorde gezet.
Allereerst wordt de reden van het gebruik van sociale media genoemd,
daarna de inzet (door de gemeente) en de evaluatie. De gestelde vragen
en gegeven antwoorden kunt u vinden in de appendix.
VisieReden gebruik sociale media
“Je moet zijn waar de mensen zijn”
ds. Pieter van Winden
Sociale media worden allereerst gebruikt uit persoonlijke interesse,
daarna ziet men potentie voor de gemeente. Het wordt ingezet om
zichtbaar te zijn, maar vooral om (anders onbereikbare) mensen te
bereiken en daarmee contact te hebben en houden (Wachtmeester, Van
Winden, Klapwijk, Arnoldus, Omvlee).
“De kerk moet midden in de wereld staan” en “bruggen slaan tussen
kerk/geloof en de wereld” aldus Omvlee. Volgens Arnoldus passen sociale
media goed binnen de doelstelling van de kerk: “Kerk zijn is mensen
aanspreken via netwerken”.
Bij Van Winden is het meer noodzaak: “Jonge tieners openen hun
17
mailbox gewoon niet meer”. Hij ziet sociale media als manier om
verschillende doelgroepen te bereiken. De tieners zitten op Hyves, daarna
komt Facebook met twintigers en dertigers, dan LinkedIn met
hoogopgeleide veertigers en vijftigers en Twitter wordt gebruikt door
twintigers tot vijftigers.
De Pniëlkerk in Utrecht is de enige die beleidsmatig met sociale media
bezig is, dit komt omdat deze kerk een pilot is van de
internet/socialmediastrategie van de Protestantse Gemeenten Utrecht
(PGU) (Van Winden)
Verwachtingen van de gemeenteDe gemeenten verwachtten aan het begin niets van het gebruik van
sociale media door de kerk (Wachtmeester, Van Winden, Klapwijk,
Arnoldus en Omvlee). Dat is door het toenemende gebruik ervan
veranderd, vooral jongere gemeenteleden “verwachten niet anders” (Van
Winden, Arnoldus).
Het gebruik van sociale media is meer ingeburgerd geraakt (Van Winden,
Klapwijk, Arnoldus,Omvlee) en daarbij het besef dat “de invloed/rol van
sociale media gaat toenemen” volgens Arnoldus.
18
Daarnaast verwacht men dat alle
informatie over een kerk online staat
(Arnoldus). Het winnen van de Webfish
Award (Arnoldus) of het zijn van een
pilotgemeente (Van Winden) zorgt er ook
voor dat de verwachtingen groter worden.
Arnoldus maakt de kanttekening dat er nog steeds een “grote groep –
ouderen – is die niets verwacht”.
InzetMen gebruikt overwegend Twitter, Facebook en LinkedIn om mensen te
bereiken. Hyves wordt te rommelig gevonden (Wachtmeester, Omvlee),
maar wel gebruikt (Van Winden). Arnoldus maakt intensief gebruik van
een blogstructuur. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de sociale
media wordt ingezet.
Contact leggen – Mensen betrekken/bereiken
“De groep die de kerk nu niet bereikt is wél actief met social
media”
ds. Fred Omvlee
Sociale media maken het mogelijk om snel en gemakkelijk contact te
leggen (Wachtmeester, Arnoldus, Omvlee), ook buitenkerkelijk. Zo heeft
19
Webfish AwardDe Webfish Awards is een prijs
voor de beste christelijke
bijdragen op het internet binnen
het Nederlandse taalgebied.
Http://www.webfishawards.nl
ELG Haarlem weer contact met buitenlandse Lutherse kerken door
middel van Twitter (Arnoldus). “Ik heb een hoop leuke nieuwe mensen
buiten mijn netwerk leren kennen” vult Omvlee aan.
Twitter maakt het gemakkelijk om snel (andermans) nieuwtjes te delen
(Wachtmeester, Van Winden) met gemeenteleden en niet-gemeenteleden.
Zo kan het gebeuren dat men “persaandacht voor noviteiten” krijgt voor
bijvoorbeeld het plannen van een LinkedIn-kerkdienst (Omvlee) of een
vermelding in de plaatselijke uitagenda vanwege het aankondigen van een
kerstmarkt op Twitter (Wachtmeester). Met de persoonlijke account
verwijzen naar de kerkaccount werkt om meer aandacht te krijgen (Van
Winden, Klapwijk). Met als aanvulling van Klapwijk: “Ik retweet wel
dingen die ik zelf leuk vind, niet elke aankondiging”. “Bijvoorbeeld een
filmpje van een kunstproject, De Nokia-variaties, in onze kerk. Daar
kregen we veel hits op”.
“Het bereiken van niet-kerkelijken is onmogelijk zonder internet” zegt
Arnoldus zelfs. Wel staat het “gebruik van sociale media in dienst van je
roeping als kerk, het is geen doel op zich”. Omvlee is het daarmee eens en
voegt toe “je hoeft het niet te doen, je moet het wel leuk vinden”.
“Bereikbaar blijven en meer mensen bereiken” noemt Van Winden als
reden voor de aanwezigheid op sociale media, want het zijn niet alleen
kerken die op zoek zijn naar contact. “Dertigers en twintigers die druk
zijn met carrière hebben meestal wel tijd voor twitter, die kun je als kerk
daar ook bereiken. Ze hebben wel vragen, vooral als er kinderen komen.
20
Dan gaat het geloof op een andere manier leven.” zegt Wachtmeester. Op
internet hoeft tegenwoordig geen vraag meer gesteld te worden om een
antwoord te krijgen, het aanbod komt vanzelf (Van Winden), zorg dat
het antwoord van de gemeente er te vinden is.
Werving/promotie
Op sociale media worden activiteiten gepromoot. Dit werkt wisselend,
Omvlee kreeg in 2009 internationale aandacht voor zijn LinkedIn-
kerkdienst terwijl het alleen nog maar een idee was. Voor Taizé werd een
groep opgericht (Wachtmeester) en actief gepromoot (Van Winden).
De Oudekerkgemeente in Amsterdam voert campagnes op Facebook.
“De campagne rond kerst werkte goed, maar dat was geïntegreerd in een
grotere actie” (Klapwijk). De ELG Haarlem gebruikte voor
Haarlemgroethaarlem.nl Twitter om
vrijwilligers te werven voor het maken van
kaarten. Ze kregen positieve reacties
(Arnoldus).
De Oudekerkgemeente gebruikte met kerst
posters en flyers met daarop een QR-code
met een link naar de Facebookpagina. “Het
is wel een beetje té geavanceerd, maar het is
leuk om te laten zien dat je daar als kerk
mee bezig bent”, aldus Klapwijk. “Een
21
QR-CodeQuick Response-codes zijn
streepjescodes met een
internetlink die door moderne
mobiele telefoons gelezen
kunnen worden.
facebookcampagne op zichzelf werkt niet,
met Allerzielen gebruikten we $100 en er
kwamen twee mensen opdagen. Dat zijn
dure mensen en dat geld gooien ze ook niet
meer in de collecte.”, Klapwijk vervolgt
over AdWords “Dat soort dingen werken
slecht, dat is meer iets voor producten”.
Contact hebben
“Je moet de gemeente breder zien dan de mensen die in de kerk
komen, anders red je het niet.”
ds. Pieter van Winden
Het internet en sociale media maken het laagdrempeliger mensen te
betrekken bij de kerkdienst (Klapwijk, Omvlee), met als extreem
voorbeeld Social Sunday. “Predikanten hebben nog heel sterk het idee
dat ze doordeweeks in de kerk moeten zitten met mensen moeten praten,
face-to-face, dat hoeft helemaal niet.”, volgens Klapwijk. “Daar is social
media heel sterk in: dat je met mensen kan praten, zonder dat je ze
spreekt”. “De dominee wil input vanuit mensen over het leven van
alledag voor zijn preken, zodat ze levendiger worden en meer op de
wereld aansluiten. Dat kun je ook via sociale media bereiken”.
22
AdwordsGoogle Adwords zijn
advertenties gebaseerd op
zoektermen en inhoud op
Google.
Http://www.google.com/adwords
Op internet is de betrokkenheid groter dan
alleen de mensen op die éne ochtend in de
week (Van Winden). Bij de Oude
Kerkgemeente in Amsterdam konden met
Allerzielen namen ingediend worden van
overledenen waarvoor men kon bidden.
Externen gebruikten deze mogelijkheid
ook (Klapwijk). Om korte, massale
interactie en aandacht te krijgen werken de
Trending Topics op Twitter erg goed. (Klapwijk, Omvlee)
Op LinkedIn worden discussies gevoerd (Wachtmeester, Klapwijk,
Omvlee), omdat daar mensen actief zijn (Klapwijk). Op internet worden
op een andere, hardere manier discussie gevoerd dan in het echt, dat is
voor sommige mensen even wennen (Klapwijk). Het verschilt nogal of de
discussies alleen voor gemeenteleden of buitenstaanders toegankelijk zijn.
Wachtmeester vindt het “razend interessant wat mensen van buiten de
kerk vinden van de kerk”, maar Klapwijk prefereert een LinkedIngroep
die besloten is.
Arnoldus heeft “bewust voor de blog en twitter gekozen, de rest is te
gesloten”. Hij ziet de sociale media als een “caféachtige setting, waar
iedereen kan meeluisteren” en de “nadruk ligt op sociaal mediagebruik
naar externen.”. Klapwijk gebruikt sociale media als middel voor de
23
TwiddenIn de week van gebed riep Eric
van den Berg ( Isidorusweb.nl )
op de hashtag #weekvangebed te
gebruiken om te bidden op
Twitter. In een afgesproken half
uur deelde veel mensen hun
gebeden. Het werd al snel
twidden genoemd en werd een
Trending Topic.
gemeente, waar mensen op elkaar reageren en waar voorstudiemateriaal
wordt geplaatst.
EtalageDe aanwezigheid van kerken op sociale media geeft naast
communicatiemogelijkheden een etalage. “Mensen die op zoek zijn naar
een kerk kunnen eens de sfeer snuiven.” zegt Van Winden, want “het
moet sfeer geven, niet alleen content”. Inhoud is er genoeg, plaats “alles
wat in de kerk gebeurt”, bijvoorbeeld een link naar het album dat in de
kerk opgenomen is, fotos van activiteiten, videos en preken (Klapwijk).
“Laat zien dat je actief bent, ook in afbeeldingen en videos. Niet alleen in
tekst. Dat werkt.”, vult Arnoldus aan. Zorg wel “dat je je profileert en
niet promoot”, “Ga niet drammen of spammen” zegt Klapwijk. De
Pniëlkerk in Utrecht plaatst op vaste
dagen in de week inhoud op Facebook.
Bij de ELG Haarlem schrijven 10
mensen voor de website, “Opinie,
aankondigingen, verslagen, van alles...”
(Arnoldus). Omvlee waarschuwt voor
loze tweets “Bij Twitter moet je eigenlijk
altijd een linkje meesturen. Het moet
content hebben, doorverwijzen naar iets
interessants.”
“Maak een twitteraccount aan met de naam van je kerk. Laat de
24
Content met dagenDe Pniëlkerk in Utrecht heeft vaste
dagen om inhoud te plaatsen. Op
Music Monday, Diaconale
Dinsdag, Doordenkdonderdag en
Funny Friday wordt er
gestructureerd muzikale, diaconale
, filosofische en grappige inhoud
gedeeld met een link naar het
geloof.
http://www.facebook.com/pnielkerk
webbeheerder dat ook beheren. Maak een facebookgroep/pagina aan
zodat je in ieder geval vindbaar bent.” tipt Omvlee.
Contact houden – Pastoraal/meeleven
“Ik kwam in contact met mensen die ik fysiek uit het oog was
verloren”
ds. Pieter van Winden
“Ik ben als predikant heel actief op sociale media, vanwege pastorale
overwegingen” zegt Van Winden. Wachtmeester benoemt soortgelijke
doelen, hij wil “dat mensen naar elkaar om gaan kijken, het meeleven
bevorderen en dat mensen met elkaar in gesprek komen”.
Sociale media zoals facebook zijn een gemeenschapsmedium
(Wachtmeester), door sociale media te gebruiken is het mogelijk contact
te leggen met mensen die niet meer in de kerk komen (Van Winden).
“Op Facebook heb je ook een pastorale taak” zegt Van Winden en vult
aan met “Contact met de dominee is eng, maar via Facebook of LinkedIn
mag dat.”. Zo komt hij mensen tegen die niet snel een rouwkaart sturen,
maar dit wel delen op sociale media. Gebeurtenissen als verjaardagen en
geboorten worden een aanleiding om mensen te feliciteren en een
afspraak te maken voor een bezoek. Wachtmeester plaatste het adres van
een in het ziekenhuis liggend meisje in de facebookgroep en kreeg daar
positieve reacties op. Gemeenteleden vonden het verrassend dat ze ook
25
op deze manier herinnerd kunnen worden om een kaartje te sturen.
Als iemand zich aanmeldt voor de fanpage op Facebook doet Van
Winden suggesties voor vrienden. Daardoor bestaan nu persoonlijke
banden. Ook werkt het om events te maken van activiteiten (Van
Winden, Klapwijk), zodat mensen “kunnen zien wie er zondag ook naar
de kerk gaan”. Dit is vooral belangrijk voor twintigers, die treffen graag
leeftijdsgenoten en/of bekenden (Van Winden).
EvaluatieVoorwaarden
“Kerk zijn is mensen aanspreken via netwerken”
Martijn Arnoldus
Zoals eerder genoemd werken sociale media als sociaal medium en niet
als marketingmedium. (Van Winden, Klapwijk). “Je kunt het zien als een
soort telefoon” zegt Omvlee, “een manier om mensen te bereiken”
beaamt Van Winden. “Houd het persoonlijk” zegt Van Winden, “Je bent
geen wat, maar een wie” legt Arnoldus uit. “Wees uitnodigend en
positief, deel je zegeningen” beveelt Van Winden aan en “wees eerlijk,
geef toe als je iets niet kunt.”
De identiteit is een probleem. “Men wil wel actief zijn, maar weet niet
welke identiteit men moet uitstralen” zegt Omvlee. Arnoldus raadt dan
ook aan “Begin vanuit je identiteit, niet met sociale media”, “Het gebruik
van sociale media staat in dienst van je roeping als kerk. Het is geen doel
26
op zich”. “Voor de gemeente moet de combinatie altijd fysiek en social
media zijn”, door bijvoorbeeld af te spreken via sociale media (Van
Winden).
“Begin met het enthousiast maken van mensen voor het persoonlijk
gebruik van social media. En maak dan eens een keer een groep” vindt
Klapwijk, hij vervolgt “Iedereen gebruikt het op zijn eigen manier.”. “Per
onderwerp werken soms Twitter, Facebook, of LinkedIn. Dat verschilt.
Het is een beetje willekeurig” geeft Omvlee toe. Volgens Klapwijk begint
het bij het aanbieden van cursussen “Als je geen social media gebruikt
heeft het geen enkele zin structuren op te tuigen”, “Begin gewoon”.
“Zorg wel dat je mensen hebt die er op lange termijn aan kunnen blijven
werken” vult Van Winden aan. Om het steeds beter te gebruiken is er wel
reflectie nodig (Klapwijk), dat is er nu nog weinig.
Toekomst
“De kerk wordt steeds meer los zand, vooral de jeugd. Dat kan
je door middel van sociale media opvangen”
ds. Hans Wachtmeester
Over de toekomst van sociale media en de kerk zegt Arnoldus “Alles kan
werken met inzet. Mensen moeten eerst zien wat het oplevert, dan pas
doen ze mee. Er zijn nu nog weinig mensen die meedoen.”. “Het
allerleukste is dat mensen kunnen reageren op alles, dat het een
27
wisselwerking wordt” vult Omvlee aan. Men is het erover eens dat de
kerk in de toekomst nog veel met sociale media gaat doen.
Wel is het “moeilijk om overal actief te zijn, kies je medium” zegt
Arnoldus. Hij roept ook op om “een actievere rol in maatschappelijke
vraagstukken te spelen”. Klapwijk is op zoek naar een manier om religie
te integreren in sociale media. “Er is op internet een behoefte naar
spirituele ervaring, #twidden is niet voor niets zon succes”, “Hoe
brengen we die internetspiritualiteit verder?” en “Hoe past sociale media
in je traditie?”.
Klapwijk: “Het nadeel van social media is dat het allemaal heel kort
moet. Lange dingen werken niet. Misschien is het tijd om daar eens op te
bezinnen: Sociale media maken onrustig, christelijk geloof niet, dat
brengt rust. Hoe zit dat?”
28
6. ConclusiesDe hoofdvraag van dit rapport is:
Wat zijn de kansen van sociale media voor gemeenteopbouw in
de Protestantse Kerk Nederland (PKN)?
Vooral onwetendheid rondom sociale media lijkt kerken te weerhouden
van het gebruik ervan. Vaak wordt er gedacht dat het iets oppervlakkigs
voor jongeren is, maar feit is dat het gebruik van sociale media steeds
meer ingeburgerd raakt. Onder alle leeftijdenxix en echt niet alleen om te
delen dat men een broodje bebogeen heeft gegeten.
Alle respondenten geven aan dat ze uit persoonlijke interesse met het
gebruik van sociale media zijn begonnen en daarna pas kansen zagen
voor de gemeente. Dat betekent dat deze gebruikers niet mee proberen te
doen met een hype, maar weten wat ze doen. Tijdens de interviews kwam
ook vaak naar voren dat men “gewoon zelf moet beginnnen” en dan
kijken of het ingezet kan worden voor de kerk. “Het heeft geen zin om
allerlei structuren op te tuigen” zonder kennis van zaken.
Aan de andere kant wordt er verwacht dat de kerk aanwezig is op
internet. Vooral jongeren verwachten niet anders dan dat alle informatie
en contactmogelijkheden online beschikbaar zijn. En dat is waar de
respondenten de kansen zien: De kerk moet zijn waar de mensen zijn.
29
Een kerk aanwezig in de online netwerken van mensen is meer zichtbaar,
meer benaderbaar en meer transparant.
Concreet houdt dat in dat een kerk een account heeft op Twitter, een
groep op LinkedIn en een pagina of groep op Facebook. Maar dat
verhoogt de kwaliteit van de gemeente nog niet, het gaat erom wat ermee
gedaan wordt. Een veel aangehaalde analogie is die van de telefoon.
Sociale media zijn een vorm van communicatie, met eigen regels. Een
telefoon op zichzelf is niet slecht, behalve als het als enige
communicatiemiddel wordt ingezet. Het is een hulpmiddel. Enkel het
bezit ervan is niet voldoende om mee te doen.
Activisme op sociale media door kerken of dominees heeft een
etalagefunctie. Men kan op een laagdrempelige en vrijblijvende manier
zien waar een kerk allemaal mee bezig doordat er links naar verslagen en
fotos van activiteiten worden geplaatst, geluid en video worden
gepubliceerd van preken en meningen worden gedeeld. Ook links naar
inhoud van anderen laten zien waar men mee bezig is. De inhoud komt
overigens niet alleen van de kerk of dominee zelf, iedereen – ook
buitenkerkelijken – kan iets toevoegen aan de discussie of inhoud.
Dat klinkt misschien eng. Of voor sommigen is het zelfs bezwaarlijk,
maar het biedt wel een laagdrempelige manier voor interactie en
profilering. De aanwezigheid op sociale media als kerk an sich zou geen
30
inhoudelijke negatieve of positieve reacties moeten geven. De reacties
gaan over de kerk zelf en sociale media bieden een extra mogelijkheid tot
gesprek of discussie. Die vaak weer zichtbaar zijn voor iedereen. Reacties
verwijderen kan niet. Op internet werkt het niet om dingen te verzwijgen
of te verbergen. Eerlijkheid werkt wel.
Dat betekent niet dat alles voor iedereen zichtbaar moet zijn. Het
grootste deel van de respondenten kiest voor een besloten groep voor de
gemeente. Zodat bijvoorbeeld interne informatie als adressen van zieken,
voorbereidingsmateriaal voor een bijbelstudiegroep of sommige discussies
afgeschermd zijn. In een besloten groep kan men persoonlijker zijn en
jargon gebruiken, het neemt ook een barrière weg om iets te plaatsen.
Vrijwel alle sociale media bieden de mogelijkheid om privéberichten te
versturen die niet zichtbaar zijn voor anderen.
Aan de andere kant kan die zichtbaarheid juist weer werken. Gebruikers
van sociale media delen vaak allerlei dingen uit hun leven en doen mee
met al hun rollen, functies en interesses. Als er een event van een
activiteit in de kerk is aangemaakt en iemand neemt deel, dan zien al
zijn/haar connecties dat. Hetzelfde geldt voor het waarderen of van
reactie voorzien van inhoud over de kerk. Mensen zullen eerder naar een
activiteit gaan waarvan ze weten dat er bekenden aanwezig zullen zijn.
Sociale media maken dit inzichtelijk.
31
Doordat er op sociale media gecommuniceerd wordt met en over kerken
worden kerken menselijker en minder enkel een instituut. Hetzelfde
geldt voor gelovigen, die vaak eendimensionaal worden neergezet. Één
respondent zei over contact binnen de gemeente: “contact met de
dominee is eng, maar via Facebook of LinkedIn mag dat.”. Gelovigen
kunnen op sociale media laten zien dat ze ook maar gewone mensen zijn.
Of omgekeerd.
Binnen de gemeente werkt dit ook. Doordat gemeenteleden elkaar
volgen op bijvoorbeeld Twitter kunnen ze erachter komen dat ze dezelfde
interesses hebben. Hierdoor kunnen banden ontstaan en versterken. Één
van de respondenten gaf aan mensen aan elkaar voor te stellen als
connectie als zij zich aanmelden voor de facebookpagina van de kerk. Bij
de meeste sociale netwerken is dit mogelijk.
Sociale media wordt ingezet om zichtbaar te zijn, maar vooral om (anders
onbereikbare) mensen te bereiken en daarmee contact te hebben en
houden. Altijd als hulpmiddel voor fysiek contact.
32
7. AanbevelingenTot slot volgen nog enkele aanbevelingen. Deze hebben betrekking op
mogelijkheden voor nader onderzoek en op advies aan kerken. Het
onderzoek dat gedaan is moet gezien worden als een eerste oriënterende
verkenning waarbij nieuwe gerichte vragen zijn opgekomen.
OnderzoekKwantitatief onderzoek
In dit onderzoek zijn er slechts vijf mensen geïnterviewd. Om een beter
huidig beeld te geven van het gebruik van sociale media in de PKN is het
nodig meer (of alle) kerken te interviewen of enquêteren.
Prestatie-onderzoek
Of kerken die sociale media gebruiken beter presteren dan kerken die
dit niet doen. Het probleem is om dit meetbaar te maken. Worden het
aantal (actieve) leden geteld? En waren deze kerken voor het gebruik van
sociale media sowieso niet al aansprekender?
Reflectie
Het onderzoek naar naar sociale media en kerk staat nog in de
kinderschoenen. Er zijn nog weinig wetenschappelijk publicaties, maar er
wordt wel al vanalles gedaan. Voor het gebruik van sociale media als kerk
is het goed om het gebruik ervan wetenschappelijk te evalueren, zodat er
in de toekomst op deze resultaten gebouwd kan worden.
BeleidCursussen aanbieden
Uit de interviews bleek dat een groot deel van de gemeente niet weet wat
33
sociale media zijn, maar wel enthousiast zijn als het uitgelegd wordt. De
kerk kan hier op inspringen door informatie te verschaffen door middel
van cursussen. Als er in de gemeente zelf geen expertise is: er zijn externe
adviseurs en sindskort het boek Kerk en Internet van Eric van den Berg.
BezinningSociale media zijn erg vluchtig en oppervlakkig. Lange inhoud werkt niet
en het maakt onrustig, terwijl het christelijk geloof dit juist niet doet. Er
is bezinning nodig op sociale media. Er wordt wel gezegd dat sociale
media an sich niet goed of slecht zijn, maar het format vereist een
oppervlakkige bondigheid. McLuhan schreef “De conventionele reactie
op alle media, namelijk dat telt hoe ze gebruik tworden, is het dwaze
standpunt van de technologische idioot”xx.
34
AppendixInterviewvragen1. Visie
– 1.1 Waarom is uw gemeente social media gaan gebruiken?
– 1.1.1 Kwam dit vanuit de gemeente of vanuit een persoon?
– 1.2 Wat had de gemeente voor verwachtingen van (het gebruik van) social media?
2. Uitvoering
– 2.1 Op welke sociale media is uw gemeente actief?
– 2.1.1 Waarom deze sociale media?
– 2.2 Op welke manier is uw gemeente daar actief? (Per stuk)
– 2.2.2 Door wie/wat worden de accounts beheerd?
– 2.3 Hoe wordt social media binnen de gemeente gebruikt?
– 2.4 Hoe wordt social media naar externen toe gebruikt?
3. Evaluatie
– 3.1 Wat heeft de gemeente voor verwachtingen van (het gebruik van) social media?
– 3.2 Wat werkt goed?
– 3.3 Wat werkt niet goed?
– 3.4 Wat gaat uw gemeente in de toekomst (nog) doen met social media?
– 3.5 Hebt u tips voor andere kerken?
4. Afsluiting
– 4.1 Heeft u nog vragen/opmerkingen over het interview?
– 4.2 Wenst u het op te stellen rapport te ontvangen?
35
BronnenInterviews:
Wachtmeester, ds. Hans, Interview, PKN Hengelo, 6-01-2011
Van Winden, ds. Pieter, Interview, Pniëlkerk Utrecht, 26-01-2011
Klapwijk, Jasper, Interview, Oudekerkgemeente Amsterdam, 27-01-2011
Arnoldus, Martijn, Interview, ELG Haarlem, 27-01-2011
Omvlee, ds. Fred, Interview, 27-01-2011
36
i http://www.ernohannink.nl/aantal-gebruikers-twitter-facebook-linkedin-nederland-vs/ donderdag 7 april – 17:23
ii http://nl.wikipedia.org/wiki/Protestantse_Kerk_in_Nederland#Ledenaantal donderdag 7 april – 17:56
iii HET ASSOCIATIEVE NETWERK VAN DE KERK, J. Van den Akker
iv Twitter (2006), Facebook (2004), Hyves (2004). Oprichtingsdata verkregen via Wikipedia
v Google Trends. Twitter vs. Hyves vs. Facebook in the Netherlands http://www.google.nl/trends?q=twitter%2Cfacebook
%2Chyves&ctab=0&geo=nl&date=all&sort=1
vi http://www.luthersekerkhaarlem.nl/category/kerk-en-internet/ , 12 april 2011
vii Kaplan en Haenlein Users of the world, unite! The challenges and opportunities of Social Media, 2010, p.61
viii http://nl.wikipedia.org/wiki/Sociale_media , 11 april 2011
ix http://twitter.com/about , 9 mei 2011
x http://nl.twirus.com/details/blog/731/Top-418.621-van-Nederlandstalige-twitteraars , 9 mei 2011
xi http://www.hyves.nl/about , 9 mei 2011
xii http://www.hyves.nl/over/facts/ , 9 mei 2011
xiii http://www.facebook.com/facebook , 9 mei 2011
xiv http://www.checkfacebook.com/ , 9 mei 2011
xv http://press.linkedin.com/about/ , 9 mei 2011
xvi R. Effing, Sociale netwerk sites als middel voor gemeenschapsopbouw in de Rooms Katholieke Kerk, 2009, p.33
xviiIngrid Plantinga-Kalter, De gereedschapkist van de gemeenteopbouwer, 2009, p.10
xviii J. Hendriks Verlangen en vertrouwen: het hart van gemeenteopbouw,2008, p.395
xix http://www.marketingfacts.nl/berichten/20100917_social_media_in_nederland_cijfers_en_feiten/ , 11 april 2011
xx Geciteerd in Nicholas Carr, Hoe onze hersenen omgaan met internet: Het ondiepe, 2011, p.13