Download - Programmabegroting 2006
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D
Programmabegroting 2006
Programmabegroting 2006
Haarlem, 23 augustus 2005
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■2
Inhoudsopgave■
■
■
■
■
Leeswijzer
1 De begroting in kort bestek
1.1 Inleiding en begrotingsopzet
1.2 Tussenrapportage collegeprogramma
1.3 De beleidsaccenten per programma
1.4 Kerngegevens provincie Noord-Holland
2 Programmaplan
2.1 Bestuur en burger
2.2 Bestuur en andere overheden
2.3 Wegen, verkeer en mobiliteitsmanagement
2.4 Openbaar vervoer
2.5 Water
2.6 Milieu
2.7 Recreatie en toerisme, natuur en landschap
2.8 Economie en landbouw
2.9 Welzijn en (jeugd)zorg
2.10 Kunst en cultuur
2.11 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
Staf en ondersteuning
Financiering en algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
3 Paragrafen
Introductie op de paragrafen
3.1 Provinciale heffingen
3.2 Weerstandsvermogen
3.3 Onderhoud kapitaalgoederen
3.4 Financiering
3.5 Bedrijfsvoering
3.6 Verbonden partijen
3.7 Provinciaal grondbeleid
3.8 Provinciaal meerjarenprogramma infrastructuur (PMI)
3.9 Extra Investeringimpuls Noord-Holland
3.10 Kwaliteitsimpuls vitaal platteland
7
23
129
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 3
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■4
4 Financiële begroting
4.1 Introductie op de financiële begroting
4.2 Financieel kader
4.3 Het overzicht van baten en lasten en de toelichting
5 Bijlagen
Ontwerpbesluit
5.1 Staat van investeringen en financiering
5.2 Staat van geactiveerde investeringen/deelnemingen
5.3 Overzicht van het verloop van de investeringskredieten
5.4 Specificatie van het verloop van investeringskredieten betreffende het Fonds Investeringen
Noord-Holland en UNA (inclusief extra investeringsimpuls Noord-Holland)
5.5 Overzicht EMU-saldo
5.6 Staat van verstrekte langlopende leningen
5.7 Staat van reserves en voorzieningen
5.8 Overzicht van het renteresultaat en de kapitaallasten
5.9 Staat van gewaarborgde geldleningen en andere garantieverplichtingen
5.10 MJR 2006-2009 per programma
5.11 MJR kapitaallasten 2006-2009
5.12 MJR reserves en voorzieningen 2006-2009
5.13 Subsidies buiten verordening 2006
173
179
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 5
Leeswijzer Programmabegroting 2006
■
■
■
■
■
Deze programmabegroting begint met een overzicht in kort bestek. Daarin passeren
de beleidsaccenten voor 2006 in grove lijnen de revue en is de belangrijkste
financiële informatie voor 2006 samengevat.
Het programmaplan is ingedeeld in de elf programma’s,
zoals vorig jaar door Provinciale Staten (PS) is vastge-
steld. Voor ieder programma is de indeling als volgt:
■ De titel van het programma.
■ De doelstelling die wij met alle activiteiten willen
realiseren.
■ De productgroepen die onder het programma
vallen met vermelding van de eerstverantwoor-
delijke portefeuillehouder.
■ Onder de kop ‘Wat willen we bereiken?’ staan:
– de gewenste maatschappelijke effecten;
– de indicatoren die we gebruiken om het
bereik van de effecten te meten;
– de doestelling door vermelding van het ken-
getal (wat is het nu) en de streefnorm (waar
willen we naar toe);
– de rapportage en de vindplaats (bij welk ver-
antwoordingsdocument geven wij PS infor-
matie over het bereik van het maatschappelijk
effect en in welk document wordt over de
indicatoren gerapporteerd).
■ Onder de kop ‘Wat gaan we er voor doen?’ staan:
– het staande beleid en de belangrijkste regu-
liere activiteiten;
– de beleidsintensiveringen (het nieuwe beleid)
en daarvoor beschikbaar te stellen middelen;
– een toelichting op de beleidsintensiveringen.
■ Onder de kop “Meerjarige beleidsnota’s en ver-
ordeningen” staan de vigerende meerjarige
beleidsnota’s en verordeningen met vermelding
van de jaar (en maand) waarop PS deze hebben
vastgesteld.
■ Onder de kop ‘Wat mag het kosten’ staan:
– de meerjarenplanning van baten en lasten per
programma;
– de financiële vertaling van de beleidsaccenten
voor 2006 e.v.;
– de investeringsuitgaven voor zover van toe-
passing.
■ Afgesloten wordt met de paragrafen Extra
Investeringsimpuls Noord-Holland en Kwaliteits-
impuls Landelijk Gebied. In de eerstgenoemde
paragraaf wordt aangegeven welke projecten uit
dit programma gerealiseerd worden met midde-
len uit de Extra Investeringsimpuls Noord-
Holland (EXIN-H). In de laatstgenoemde para-
graaf wordt kort ingegaan op onze plannen over
het landelijk gebied. Beide onderwerpen zullen
separaat bij eerste begrotingswijziging worden
behandeld.
In het hoofdstuk paragrafen wordt ingegaan op de
opcenten, ons weerstandvermogen, uitgangspunten
bij het onderhoud van kapitaalgoederen, de wijze
van financiering, de bedrijfsvoering, verbonden par-
tijen, grondbeleid, het PMI en de EXIN-H.
In het hoofdstuk financiële begroting wordt o.a. de
financiële positie van de provincie uiteengezet.
In de bijlagen treft u de voordracht en het ontwerp-
besluit aan voor deze programmabegroting.
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■6
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 7
De begroting in kort bestek1■
■
■
■
■
1.1 Inleiding enbegrotingsopzet
De begroting 2006 is de derde programmabegroting
van de provincie Noord-Holland. Deze is opgesteld
binnen het kader van het Besluit begroting en ver-
antwoording provincies en gemeenten (BBV). De
begroting is bij uitstek een instrument waarmee
Provinciale Staten (PS) beleidsinhoudelijke en finan-
ciële kaders kunnen stellen.
Programma’s
De indeling van de begroting in de verschillende pro-
gramma’s is ongewijzigd. Conform de aanbevelingen
van de werkgroep duale begroting van PS is de struc-
tuur van de programma’s aangepast. Hierdoor biedt
de begroting meer inzicht in de programmainhoud.
Dat is wenselijk in verband met de kaderstellende en
controlerende taken van PS.
Elk programma begint met de doelstelling, gevolgd
door een overzicht van productgroepen en porte-
feuillehouders. Vervolgens komen de maatschappe-
lijke effecten aan de orde. Na de omschrijving daar-
van volgt steeds een driedeling: indicator, doelstel-
ling en vindplaats. De indicator geeft aan wat we wil-
len meten. De doelstelling omvat een kengetal (de
situatie nu) en een streefnorm. Bij rapportage is aan-
gegeven wanneer gemeten wordt en/of in welke
documenten wij uw Staten rapporteren over de
voortgang. Veelal gaat het hier om voorjaarsnota,
najaarsnota en jaarverslag/jaarrekening. Dat zijn de
veranwoordings- en sturingsprocucten uit de P&C-
cyclus, die uw Staten in april 2002 hebben vastge-
steld.
Beleidsaccenten
De begroting 2006 is de derde begroting die het col-
lege aan PS aanbiedt. Inmiddels is het college ruim
twee jaar in functie. Dat is een natuurlijk moment om
zowel terug als vooruit te kijken. Terugkijken op dat-
gene wat inmiddels gerealiseerd is en vooruitkijken
naar wat wij in de tweede helft van deze collegeperi-
ode nog willen realiseren. Per programma is nage-
gaan of en zo ja welke beleidsaccenten nodig zijn.
Niet alleen de terug- en vooruitblik in relatie tot het
collegeprogramma 2003-2007 kan aanleiding zijn tot
het benoemen van beleidsaccenten. Ook door PS aan-
genomen amendementen en moties (bijvoorbeeld bij
de kaderbrief 2006) en actuele ontwikkelingen kun-
nen daartoe aanleiding geven. Een statusoverzicht
van alle bij de kaderbrief aangenomen moties (en een
amendement) vindt u in een bijlage bij deze begro-
ting. Een bijzondere bron van beleidsaccenten vormt
de voorgenomen extra investeringsimpuls Noord-
Holland. Ter uitvoering van de investeringsimpuls
zijn tenminste beleidsaccenten nodig op de volgende
beleidsterreinen: weginfrastructuur; openbaar ver-
voer infrastructuur; zorginfrastructuur; versterking
van de economie in Noord-Holland Noord via de
cluster duurzame energie.
Paragrafen
Het BBV schrijft voor dat in de begroting een ver-
plicht aantal paragrafen wordt opgenomen. Deze
hebben betrekking op beleidslijnen van relevante
beheersaspecten en op de provinciale heffingen.
Naast de verplichte paragrafen zijn het provinciaal
meerjarenprogramma infrastructuur (PMI) en de
extra investeringsimpuls Noord-Holland opgeno-
men.
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■8
Memorie van antwoord
Begin september ontvangt u de ontwerpprogram-
mabegroting. Aan het vaststellen van de begroting
2006 gaat een traject vooraf, waarin u met GS over
het voorliggende ontwerp in debat kunt gaan.
Allereerst is voorzien in een periode waarin de frac-
ties van PS vragen en opmerkingen schriftelijk kun-
nen indienen. Het college beantwoordt deze vragen
in de memorie van antwoord. Na ontvangst daarvan
kunt u de beleidsterreinen in de desbetreffende com-
missies gedetailleerd bespreken in aanwezigheid van
de betrokken portefeuillehouder(s). Het plenaire
debat volgt op 14 november 2005. Het college hoopt
op een vruchtbaar debat met uw PS. Na vaststelling
dienen GS de begroting 2006 in bij de minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
1.2 Tussenrapportageuitvoering collegeprogramma‘Bruggen slaan’
Dit college ging ruim twee jaar geleden van start met
de ambitie bruggen te slaan tussen partijen die niet
‘van nature’ coalitiepartners zijn. Het wilde inhou-
delijke tegenstellingen overbruggen tussen traditio-
neel tegengestelde belangen. Daarbij moest het accent
op de uitvoering komen te liggen in plaats van op het
maken van plannen. Nu, ruim halverwege de colle-
geperiode, is het een goed moment een tussenbalans
op te maken en conclusies te trekken voor de periode
tot aan de verkiezingen van 2007.
Binnen het college is de wil om samen te werken
onverminderd aanwezig. De spreiding van sterk ver-
wante onderwerpen over verschillende portefeuilles
heeft, in combinatie met de wil tot samenwerking,
het denken en beslissen in grotere samenhang en met
oog voor alle belangen tot een natuurlijk proces
gemaakt.
Bij het maken van plannen wordt menige brug gesla-
gen, maar uiteraard komt het op de uitvoering aan.
Het college geeft in het streekplan en het ontwikke-
lingsbeeld invulling aan een ruimtelijke ontwikkeling
die inspeelt op terugdringing van de woon/werk-
pendel. De effecten daarvan zullen zijn een afne-
mende mobiliteit in het drukste deel van Noord-
Holland, minder milieubelasting en betere spreiding
van de werkgelegenheid. Bij de uitvoering van dit
beleid kan niet worden volstaan met stimulerings-
programma’s. Het college kiest voor een actievere
benadering via een Ontwikkelingsmaatschappij
Noord-Holland Noord. Landschapsbeleid, recreatie-
beleid en cultuurhistorisch beleid vinden elkaar
onder andere in de aanwijzing van de Stelling van
Amsterdam en het gebied Laag Holland als nationale
landschappen. Ook de Cultuurnota 2005-2008 legt
een verbinding tussen cultuurhistorie en toerisme en
recreatie. De beleidsterreinen wonen, welzijn en zorg
vinden elkaar in het gelijknamige integrale stimule-
ringsbeleid.
Wij zullen u voor uw vergadering van 14 november
een tot en met augustus 2005 bijgewerkt schematisch
overzicht van de uitvoering van het collegepro-
gramma toezenden. Daarin zullen wij per uitspraak
in het collegeprogramma aangeven hoe de stand van
zaken is voor wat betreft de uitvoering ervan.
1.3 De beleidsaccenten perprogramma, nieuw beleid enmoties
1 Bestuur en burger
De doelstelling
Het goed, betrouwbaar en duaal kunnen functione-
ren van het provinciaal bestuur. Het profileren van
het gewenste imago van het provinciaal bestuur, zijn
producten en diensten ten opzichte van de verschil-
lende doelgroepen. Het zorgdragen voor een deug-
delijke toepassing van wetgeving.
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 9
De accenten
Het formuleren van duidelijk meetbare doelen - en
daarmee de afrekenbaarheid van beleid te vergroten
- was en is een aandachtspunt. In het verleden zijn
stappen in de goede richting gezet. PS hebben bij de
bespreking van de jaarstukken 2004 uitgesproken dat
de kwaliteit van deze (control)documenten beter
moet. De kwaliteit van de begroting (planning) hangt
daar nauw mee samen. Wij hebben aangegeven dat
de verbetering een wisselwerking moet zijn tussen
PS en het college. De werkgroep duale begroting
buigt zich over dit onderwerp.
Ter verbetering van onder andere de klantgerichtheid
en de service aan de inwoners wordt het één loket-
systeem ingevoerd. In de inrichtings- en uitwer-
kingsplannen voor de nieuwe organisatie en in het
kader van ‘andere overheid’ wordt de nieuwe werk-
wijze opgenomen. Naar verwachting gaat de nieuwe
provinciale organisatie op 1 januari 2006 van start.
De aangekondigde naslagdocumentatie (met rele-
vante provinciale informatie, instanties en personen)
voor de inwoners kreeg in 2003 vorm in een digitale
almanak op de voormalige website. Deze almanak
paste helaas niet in de navigatiestructuur van de
nieuwe website. In 2005 wordt de digitale almanak
alsnog aangepast.
Het voornemen de hoeveelheid regels kritisch te
bezien en waar mogelijk te verminderen is actief ter
hand genomen. Onderzocht is met name de regellast
van de provincie bij het midden- en kleinbedrijf.
Momenteel worden de resultaten van dit onderzoek
geïmplementeerd in de bedrijfsvoering van de pro-
vinciale organisatie.
Jongerenparticipatie is eveneens een beleidsaccent in
het programma bestuur en burger. Op basis van de
evaluatie van het succesvolle jongerenpanel is beslo-
ten dit instrument voort te zetten. Hiervoor is een
structureel budget nodig.
De provincie organiseert tal van evenementen, maar
een specifiek evenementenbeleid ontbreekt. Ook par-
ticipeert de provincie in evenementen van anderen.
Het beoogde evenementenbeleid biedt bestaande en
toekomstige initiatieven een algemeen provinciaal
kader, met de mogelijkheid afwegingen te maken.
Evenementen kunnen de provincie beter op de kaart
te zetten vanuit promotioneel belang (vergroting
naamsbekendheid, imagovorming), economisch
belang (toeristisch/recreatief, aantrekken van bui-
tenlandse bezoekers) en maatschappelijk belang (gro-
tere betrokkenheid inwoners, overbrugging van cul-
turele verschillen, participatiebevordering). Evene-
menten leveren zo een bijdrage aan het realiseren van
beleidsdoelstellingen op een breed provinciaal ter-
rein.
2 Bestuur en andere overheden
De doelstelling
Het bewaken van een gezond functioneren van
lagere overheden en het verbeteren van de relaties
met andere overheden.
De accenten
De bestuurlijke discussie over de toekomst van het
middenbestuur gaat niet alleen over de provincies,
maar ook over de verdeling van taken en bevoegd-
heden tussen rijk, provincies, plusregio’s (verlengd
lokaal bestuur zoals het ROA) en gemeenten en de
daarbij behorende bestuurskracht en schaalgrootte
van deze bestuurslagen. In het verlengde hiervan
wordt ook de rol van de provincie Noord-Holland in
de verschillende samenwerkingsverbanden, zoals
regio Randstad, P4, regionale samenwerking
Amsterdam en IPO, in 2006 opnieuw beoordeeld.
Het evaluatierapport van de regio Randstad, ver-
schenen in het najaar van 2005, geeft een belangrijke
aanzet.
De agenda voor de Europese strategie (AES) wordt
in 2006 verder uitgevoerd en bijgesteld op basis van
de in 2005 verschenen tussenrapportage. De AES
loopt tot 2007. Eind 2006 rapporteert het college over
de geboekte resultaten. Deze rapportage geeft mede
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■10
richting aan het beleid voor de volgende collegeperiode.
PS hebben er op aangedrongen de economische
samenwerking met Pommeren (Polen) te verbreden.
De in 2004 met Pommeren gesloten overeenkomst
heeft betrekking op de beleidsvelden algemeen
bestuur, economie, milieu en cultuur. Tot en met 2007
is de verbrede samenwerking met Pommeren een
beleidsaccent.
3 Wegen, verkeer en
mobiliteitsmanagement
De doelstelling
Vlot en veilig verkeer door Noord-Holland. Wij rea-
liseren dat - voorzover binnen ons domein - door te
investeren in infrastructuur, door het beheer en
onderhoud van de provinciale wegen op orde te hou-
den, door plannen te maken en door subsidies te ver-
lenen aan andere wegbeheerders en organisaties.
De accenten
In het collegeprogramma is aangekondigd op grond
van een uit te voeren evaluatie voorstellen te doen
voor verbetering van de bereikbaarheid per auto, fiets
en openbaar vervoer. De evaluatie en actualisatie van
het verkeer en vervoerplan is nog niet gestart. Het col-
lege gaat dit beleidsaccent in 2006 uitvoeren. Op deel-
terreinen zijn al voorstellen gedaan voor verbetering
van de bereikbaarheid, zoals de uitvoering van de
fietsmotie, het Mediapark, de bereikbaarheid van de
kust, de N201, de Westfrisiaweg en de Zuidtangent.
GS werken aan betere bereikbaarheid van de
Noordkop door onder andere de Westfrisiaweg. In
juli 2005 hebben wij groen licht gegeven aan een gefa-
seerde aanpak van deze weg. De verdubbeling tot
2x2 rijbanen van de N203 tussen de A7 en de
Markerwaardweg heeft prioriteit. In de extra investe-
ringsimpuls Noord-Holland zijn middelen voor de
Westfrisiaweg gereserveerd. De aanbestedingsproce-
dure van de Randweg Beverwijk is bijna afgerond,
maar heeft vertraging opgelopen door uitspraken van
de Raad van State. De Randweg Beverwijk vormt der-
halve een beleidsaccent voor de tweede helft van deze
collegeperiode.
In de Extra Investeringsimpuls Noord-Holland
(EXIN-H) staat de Zuidtangent in het onderdeel
openbaar vervoerinfrastructuur op prioriteit één.
Onze inzet in 2006 omvat deelname aan en onder-
steuning van de uitwerking in Haarlem, betrokken-
heid bij het project Zuidtangent Oost en acties in het
kader van de rijksfinanciering (meerjarenprogramma
infrastructuur en transport).
In de EXIN-H zijn middelen toegewezen om vanaf
2006 de doorstromingsmaatregelen in de regio’s
Haarlem-IJmond en Gooi en Vechtstreek te continu-
eren. De maatregelen zijn in overeenstemming met
RegioNet korte termijn en de OV-visies in de desbe-
treffende regio’s.
Op zomerse dagen ondervinden verschillende plaat-
sen in de kuststreek hinder van lange files en par-
keerproblemen. De bereikbaarheid staat dan (ook
voor hulpdiensten) onder druk. De provincie Noord-
Holland helpt mee om de bereikbaarheid van de kust
te verbeteren. De eerste maatregelen zijn in 2004
genomen in Zandvoort en Bloemendaal. In 2005
volgden maatregelen in de gemeenten Bergen en
Zijpe. In de periode 2005 t/m 2007 worden middel-
lange termijnmaatregelen verder uitgewerkt en gere-
aliseerd. Hiervoor zijn middelen opgenomen in de
EXIN-H.
4 Openbaar vervoer
De doelstelling
Wij realiseren vlot, veilig en beschikbaar openbaar
vervoer door Noord-Holland voor iedereen. Dit
maken wij mogelijk door het toetsen van sociale vei-
ligheidsplannen van de vervoerders, het verstrekken
van subsidies aan vervoerders, het aanbesteden van
het openbaar vervoer en het monitoren van de
prestaties van vervoerders.
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 11
De accenten
Om de kwaliteit van het openbaar vervoer zo goed
mogelijk te bewaken, geeft het college in 2006 prio-
riteit aan de prestatiemetingen van de vervoerders.
De meetgegevens worden vergeleken met de
gemaakte afspraken. Vervolgens worden de bonus-
malusregelingen toegepast. Bovendien krijgen deze
activiteiten meer aandacht door intensieve publiciteit.
De laatste jaren reizen elk jaar iets minder mensen
met het openbaar vervoer. Voor het behoud van een
levensvatbaar openbaar vervoer in onze provincie is
dat geen goede zaak. Samen met de gecontracteerde
vervoerder, de betrokken gemeenten en consumen-
tenorganisaties willen GS de licht dalende lijn omzet-
ten in een licht stijgende. Daarvoor wordt met de ver-
voerders een actieplan opgesteld en zo mogelijk al in
2006 uitgevoerd.
5 Water
De doelstelling
De provincie Noord-Holland staat voor een gerichte
en realistische aanpak van de wateropgaven in de
komende vier jaar, samen met waterbeheerders,
gemeenten en maatschappelijke partijen. Klimaat-
verandering, zeespiegelstijging en bodemdaling heb-
ben steeds meer invloed op het waterbeheer. De pro-
vincie werkt eraan dat wij in Noord-Holland veilig
kunnen wonen achter de dijken, geen natte voeten
krijgen bij hevige buien en dat de kwaliteit van het
water voldoet aan de eisen die het gebruik hieraan stelt.
De accenten
Vanaf 2006 investeert de provincie beduidend meer
geld in de uitvoering van beleid, met name in inte-
grale projecten, waar met de aanpak van waterover-
last en verbetering van de veiligheid en de water-
kwaliteit, ook de natuur en het landschap worden
versterkt en kansen voor recreatie worden benut.
De ontwikkeling van nieuw beleid in 2006 blijft
beperkt tot de –wettelijk verplichte- implementatie
van de Europese kaderrichtlijn water en de norme-
ring van regionale keringen. Daarmee geeft de pro-
vincie sturing aan een duurzame en uitvoerbare ver-
sterking van de waterkwaliteit in de komende decen-
nia en aan een kosteneffectieve versterking van de
veiligheid tegen regionale overstromingen.
De bepaling van realistische doelen en maatregelen
voor de waterkwaliteit, samen met onze waterpart-
ners (rijk, buurprovincies, waterschappen en ge-
meenten) en het betrekken van belanghebbenden bij
dat proces vragen een extra financiële inspanning in
de periode 2005-2009, ook van de provincie.
Tegelijkertijd neemt de inzet nieuwe beleidsvorming
meer dan evenredig af. Het resultaat is dat de begro-
ting voor Water, na verwerking van de kwaliteitsim-
puls landelijk gebied, in de komende jaren grofweg
gelijk blijft. Dan is er sprake van een verschuiving
van incidentele posten (voor nieuw beleid) naar
structurele posten (voor uitvoering van beleid). Het
provinciale Waterplan vormt daarbij het kader van
de beleidsuitvoering in de komende vier jaar.
De veiligheidsrisico’s door schade aan dijken ver-
oorzaakt door muskusratten moeten beperkt blijven.
In 2006 moeten de eerste resultaten van onze geïn-
tensiveerde muskusrattenbestrijding zichtbaar wor-
den.
PS hebben bij de kaderbrief een motie (14-9) aange-
nomen over schaduwwerking calamiteitenberging
De Ronde Hoep c.a. Deze motie is uitgevoerd (zie het
statusoverzicht van de moties in de bijlage).
6 Milieu
De doelstelling
Wij streven naar een schoon, veilig, gezond en duur-
zaam leef- en werkklimaat in Noord-Holland.
De accenten
Om de uitstoot van CO2 in Noord-Holland terug te
dringen blijft het CO2 Servicepunt gehandhaafd. Wij
verwachten dat het aanpassen van vergunningen van
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■12
bedrijven met een hoog energieverbruik en het
beoordelen van de energieplannen per 2006 zal lei-
den tot een vermeden CO2-emissie van 500 kiloton.
In het collegeprogramma is opgenomen dat wij
gemeenten stimuleren om in hun bestemmingsplan-
nen aandacht te geven aan onder andere duurzame
energie, duurzaam bouwen en zongericht verkave-
len. Aan deze doelstelling is de afgelopen twee jaar
uitvoering gegeven via reguliere programma’s, kli-
maatovereenkomsten en het CO2 Servicepunt.
Een actuele ontwikkeling betreft de gevolgen van
Europese regelgeving inzake luchtkwaliteit. Wij zul-
len het provinciaal actieplan luchtkwaliteit 2005
voortvarend uitvoeren. Tegelijkertijd blijven wij
samen met het interprovinciaal overleg (IPO) en de
rijksoverheid onze invloed aanwenden om de
Europese regelgeving - waaraan thans niet naar de
letter kan worden voldaan - te versoepelen. Ook zul-
len wij voortvarend onderzoeken welke mogelijkhe-
den er zijn om bij de realisering van infrastructuur,
bedrijventerreinen en woningen in Noord-Holland
de luchtkwaliteit te verbeteren.
Tot en met 2009 worden extra middelen ingezet op
lucht, veiligheid en geluid. Omdat wij belang hech-
ten aan een goed functionerende CROS (commissie
regionaal overleg luchthaven Schiphol) verhogen wij
in 2006 onze bijdrage.
In 2006 geven wij ons succesvolle duurzaam ener-
giebeleid een impuls door deze te verbinden met de
economische ontwikkeling van Noord-Holland
Noord. We richten ons hierbij op twee doelstellingen:
■ Groei van de economie in Noord-Holland Noord
door activering van de in dat gebied aanwezige
knowhow op het gebied van innovatieve duur-
zame energietechnologie bij aldaar gevestigde
kenniscentra en bedrijven.
■ Daling van de CO2-uitstoot door het gebruik van
(innovatieve) duurzame energietechnieken te
bevorderen.
In 2005 is de doelstelling uit het collegeprogramma
van 200 Megawatt duurzaam opgewekte energie
gehaald. Voor 2007 ligt de lat op 300 Megawatt.
De provincie en haar handhavingpartners streven
naar professioneler toezicht en handhaving. Daarvoor
stimuleren GS onder andere de oprichting van milieu-
diensten. Om de regio’s tegemoet te komen in de
kosten voor het oprichten van milieudiensten is voor
2006 een bedrag van € 500.000,– gereserveerd. Dankzij
deze provinciale bijdrage kunnen de regio’s het ver-
eiste professionaliseringsniveau halen.
7 Recreatie en toerisme, natuur en
landschap
De doelstelling
De provincie streeft naar de versterking en ontwik-
keling van het landelijk gebied voor recreatie, toe-
risme, natuur en landschap in hun onderlinge samen-
hang en in relatie tot water en landbouw.
De accenten
Wij zullen onverminderd doorgaan met de uitvoe-
ring van de Agenda Recreatie en Toerisme; in het uit-
voeringsprogramma 2006 zullen wij de accenten voor
dat jaar aangeven. Het jaar 2006 staat ook in het teken
van de uitwerking (bijv. AmstelGroen) en de concrete
uitvoering van de aanleg van nieuwe recreatiegebie-
den (bijv. Geestmerambacht). Om deze nieuwe
groengebieden te kunnen toevoegen aan de bestaan-
de recreatieschappen worden gemeenschappelijke
regelingen opgesteld. Onze positiebepaling ten
opzichte van deze recreatieschappen werken wij in
2006 verder uit. Dit zal leiden tot het vaststellen van
een strategische visie.
De Waddenzee is eveneens een beleidsaccent. Wij
houden de gevolgen van de planologische kernbe-
slissing (PKB) waddenzee van de rijksoverheid voor
de economie in de Noordkop scherp in beeld.
Diverse ontwikkelingen, waaronder het verplaatsen
van de veerhaven in Den Helder, de ontwikkeling
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 13
van de havens in Wieringen en Oudeschild en de
bouw van een getijdencentrale, zouden niet onmo-
gelijk moeten worden. Wij zullen ons dan ook
inspannen om de grens van de PKB Waddenzee iets
te verleggen.
Bij onze inspanningen ten aanzien van de nationale
en provinciale landschappen merken wij het natio-
naal landschap Laag Holland als beleidsaccent aan.
Wij zullen dit waardevolle open veenweidelandschap
beschermen en ontwikkelen door het subsidiëren van
projecten (o.a. voor het beter toegankelijk maken van
het gebied) en door het opzetten van een grondbank.
PS staten hebben bij de kaderbrief een motie (14-10)
aangenomen met betrekking tot een te houden
Noordvleugelconferentie over groen en landschap.
GS zullen het belang hiervan (ook) tijdens de vijfde
conferentie in november 2005 benadrukken. Zie hier-
voor het statusoverzicht van de moties in de bijlage.
PS hebben bij de kaderbrief een motie (14-9) aange-
nomen waarin het college de opdracht krijgt een
agenda vitaal landelijk gebied 2006-2010 op te stel-
len. Wij voeren deze motie uit door het instellen van
een “kwaliteitsimpuls landelijk gebied”, welke via
een eerste begrotingswijziging aan u zal worden
voorgelegd. Zie hiervoor ook het statusoverzicht van
de moties in de bijlage.
Het motto van ons collegeprogramma “Bruggen
slaan”, is bij uitstek van toepassing op de sectoren
openluchtrecreatie en toerisme. Via concrete jaarpro-
gramma’s bevorderen wij de integratie van toerisme
en recreatie door:
■ Een optimaal gebruik van schaarse ruimte en
kostbare voorzieningen.
■ Meer mogelijkheden door kostenverlaging en
inkomstenverhoging.
■ Meer transparantie in beleid in inzet van instru-
menten.
■ Meer mogelijkheden voor ondernemers daar op
in te springen.
■ Betere kansen voor toeristische ontwikkelingen in
en bij recreatieve voorzieningen.
■ Kansen voor een in economisch en maatschappe-
lijk vitaal platteland.
■ Mogelijkheden voor koppeling voor cultuur-
historie.
8 Economie en landbouw
De doelstelling
De provincie Noord-Holland investeert in een goed
en innovatief vestigingsklimaat voor ondernemin-
gen, ter bevordering van de werkgelegenheid en het
bruto regionaal product. Een sterk en sociaal Noord-
Holland begint met een gezonde economie.
De accenten
Om onze ambities op economisch terrein te kunnen
realiseren zijn vier beleidsagenda’s in uitvoering
genomen:
■ De economische agenda.
■ De agenda arbeidsmarkt en onderwijs.
■ De agenda landbouw en visserij.
■ De agenda recreatie en toerisme
(zie programma 7).
In Noord-Holland Zuid is vooral aan de orde hoe we
de internationale concurrentiepositie kunnen behou-
den. Deze staat onder zware druk. Dit vraagt om
nieuw elan en investeringen in kansrijke sectoren
zoals de mainports Schiphol en Noordzee-
kanaalhavens, Amsterdam als financieel centrum,
Flower mainport Aalsmeer en de mediacluster in het
Gooi. Onze inzet is om samen met het bedrijfsleven
op het niveau van de Noordvleugel hiervoor de
voorwaarden te creëren.
Extra aandacht is nodig voor Noord-Holland ten-
einde de woon-werk balans in evenwicht te krijgen.
In het ontwikkelingsbeeld (streekplan) Noord-
Holland Noord hebben wij een forse ambitie opge-
nomen om de groei van de werkgelegenheid ‘van
binnen uit’ te bevorderen.
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■14
Met het oprichten van het Ontwikkelingmbedrijf
Noord-Holland Noord vergroten wij de slagkracht
van de regio door bestaande initiatieven te bundelen.
Het Ontwikkelingsbedrijf moet er voor zorgen dat de
regio goed in beeld is bij investeerders en dat de eco-
nomische potenties van de regio optimaal worden
benut.
De Landbouw- en visserijagenda 2004-2007 heeft als
speerpunten:
■ Biologische en duurzame landbouw.
■ Innovatie en ondernemerschap.
■ Perspectief voor de visserij.
De Agenda arbeidsmarkt en onderwijs 2004-2007
heeft de volgende speerpunten:
■ Voorkomen van voortijdige schoolverlaters.
■ Via leerwerkplekken toetreding van jongeren op
de arbeidsmarkt.
■ Stimuleren van ondernemerschap.
9 Welzijn en jeugdzorg
De doelstelling
Een voor alle Noord-Hollandse burgers algemeen
toegankelijke sociale infrastructuur met hoog-
waardige voorzieningen voor (jeugd)zorg en welzijn.
De accenten
Het integraal stimuleringsbeleid wonen-welzijn-zorg
willen wij verbreden en betrekken bij de extra
investeringsimpuls Noord-Holland (EXIN-H):
wonen-welzijn-zorg in kleine kernen. Op dit moment
bereiden wij hiertoe een projectplan voor.
In het uitvoeringsprogramma sociaal beleid 2005 is
opgenomen dat de provincie de opvang van dak- en
thuislozen wil ondersteunen. Zwerfjongeren zijn
daarbij nadrukkelijk inbegrepen. De provincie ont-
plooit daarvoor initiatieven in samenwerking met de
primair verantwoordelijke gemeenten. Het college
wil de verkenning van de dak- en thuislozenproble-
matiek operationaliseren. Daarvoor wordt een pro-
jectplan opgesteld in het kader van de EXIN-H.
De provincie Noord-Holland hecht aan leefbare
kleine kernen. Wij stimuleren leefbaarheid via de
sociale pijler van het investeringsbudget stedelijke
vernieuwing (ISV), wijksteunpunten en projecten
voor multifunctionele accommodaties. Het project
met de Hartwinkels is vertraagd door financiële pro-
blemen bij de beoogde marktpartij. GS hopen op het
moment dat de begroting 2006 aan PS ter besluitvor-
ming voorligt een besluit genomen te hebben over
een herstart. Voor multifunctionele accommodaties
wordt in het kader van de EXIN-H een projectplan
leefbaar platteland gemaakt.
Jeugdigen mogen niet te lang wachten op de jeugd-
zorg die ze nodig hebben. Het Aanvalsplan wacht-
lijsten jeugdzorg zorgt daarom voor meer plaatsen bij
jeugdzorginstellingen zodat meer jongeren tijdig zorg
krijgen. De wachtlijsten voor jeugdzorg moeten in
2006 dalen en bij het Advies- en Meldpunt
Kindermishandeling moeten ze helemaal weg zijn.
10 Kunst, cultuur en educatie
De doelstelling
De provincie Noord-Holland streeft naar een hoog-
waardig en toegankelijk aanbod van cultuur en naar
behoud, versterking en ontwikkeling van het cultu-
reel erfgoed.
De accenten
In het collegeprogramma schreven wij dat het verder
verlagen van de subsidie aan de kunstuitleen wordt
stopgezet. In de cultuurnota 2005-2008 is evenwel
besloten de (rijks)subsidie voor de kunstuitlenen in
de periode t/m 2008 geleidelijk af te bouwen tot
nihil. Dit is reeds besloten en het beleid zal worden
voortgezet in de jaren 2006 t/m 2008.
Een van de onderdelen van de cultuurnota 2005-2008
is het vergroten van de bekendheid en het publieks-
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 15
bereik van erfgoed. Het streven is om in 2006 een erf-
goedhuis operationeel te hebben. Binnen dat erf-
goedhuis werken tal van organisaties samen ten aan-
zien van deskundigheidsbevordering, educatie, toe-
risme en andere aspecten. Tot de relevante organisa-
ties behoren in elk geval de Stichting Stelling van
Amsterdam, het Museaal & Historisch perspectief
Noord-Holland, het provinciaal archeologisch depot,
de Stichting Provinciale Atlas Noord-Holland en de
Provinciale molencommissie. Ook andere particuliere
instellingen en koepelorganisaties op het gebied van
cultureel erfgoed komen voor participatie in aan-
merking.
11 Ruimtelijke ordening en
volkshuisvesting
De doelstelling
Ruimte bieden aan wonen, werken, natuur en vrije
tijd in Noord-Holland. Wij realiseren deze ruimte
door in nauw overleg met onze omgeving uitvoe-
ringsplannen te maken voor nieuwe bouwlocaties,
bedrijventerreinen en kantoorlocaties, groen- en
watergebieden. Daarnaast beoordelen wij of gemeen-
telijke plannen aansluiten op het provinciale en rijks-
beleid, stimuleren wij in samenwerking met onze
omgeving de woningbouwproductie en verlenen wij
subsidies aan gemeenten voor stedelijke vernieuwing.
De accenten
Bebouwing of aanleg van infrastructuur vindt altijd
plaats door middel van passende landschappelijke
inpassing en waar nodig de aanleg van nieuwe
natuur- en recreatiegebieden. Open ruimten blijven
in beginsel bestemd voor groen/blauwe en agrari-
sche functies. Het verdient aandacht dat de verdich-
ting in het stedelijk gebied vertraagt, waardoor
bebouwing in uitleggebieden weer actueel wordt.
De provincie wil in 2006 nog intensiever betrokken
zijn bij het ontwikkelen en realiseren van ruimtelijke
projecten door middel van ontwikkelingsplanologie
en strategisch grondbeleid. De traditionele aanpak
wijkt voor een innovatieve aanpak. Het accent ligt op
grotere invloed en meer sturingsmogelijkheden in
een vroeg stadium van de planontwikkeling. Daarbij
wordt meer nadruk gelegd op het realiseren van
bovenlokale en regionale projecten die in de streek-
plannen zijn vastgelegd. Dit moet in 2006 onder meer
leiden tot een meer anticiperend grondbeleid en
intensieve samenwerking met gemeenten en private
partijen. Beoogd wordt om in 2006 een (ruil)grond-
bank te vestigen in Laag Holland voor het behoud
van de daar aanwezige cultuurhistorische waarden.
Om deze accenten te kunnen aanbrengen moet in
2006 de juiste kennis en expertise aanwezig zijn.
Wij blijven ons inzetten op het behoud van de main-
port Schiphol om de internationale concurrentiepo-
sitie van de regio te handhaven en te versterken. Wij
zijn betrokken bij de ontwikkelingen van de main-
port en de evaluatie van de Wet luchtvaart die in
2006 wordt afgerond. Met onze regionale partners
voeren wij een actieve lobby om te zorgen dat
Schiphol binnen de geldende milieu- en veiligheids-
grenzen kan groeien.
De provincie Noord-Holland speelt een belangrijke
rol in de samenwerking van de Noordvleugel. Wij
dragen de verantwoordelijkheid voor een dertigtal
afgesproken regionale acties.
Staf en ondersteuning
Geen specifieke beleidsaccenten.
Financiering en algemene
dekkingsmiddelen
Ons doel is dat leges kostendekkend blijven door
kostenverlaging en - in tweede instantie - door
inkomstenverhoging. Hieraan is gedeeltelijk al invul-
ling gegeven. Overigens vormen leges slechts een
gering deel van de algemene dekkingsmiddelen. Het
kostendekkend maken van leges wordt in 2006
gecontinueerd.
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■16
Hieronder vindt u een resumerend overzicht van onze voorstellen voor nieuw beleid.
Vervanging meubilair bestuur Borghouts 210.000 0 0 0
Uitvoering evenementenbeleid Poelmann 700.000 500.000 0 0
Cultuurparticipatie (actieplan cultuurbereik) Kruisinga 1.057.300 1.057.300 1.057.300 0
Verbreding samenwerking met Pommeren Kruisinga 50.000 50.000 0 0
Beprijzing in de Noordvleugel Mooij 100.000 0 0 0
Voorbereiding uitvoeringsprogramma Hooijmaijers 315.000 200.000 100.000 100.000
Noordvleugelconferentie 2006
Strategische agenda Schiphol Hooijmaijers 385.000 250.000 100.000 100.000
Stimuleren woningbouwproductie Moens/Hooijmaijers 100.000 0 0 0
Coördinatie Waddenzeebeleid Poelmann 37.900 42.900 47.900 52.900
Sanering riooloverstorten Bergen en Beverwijk Poelmann 80.000 0 0 0
Normering van regionale waterkeringen Poelmann 150.000 150.000 75.000 75.000
Implementatie EU Poelmann 60.000 60.000 60.000 0
kaderrichtlijn Water / Waterkwaliteit
Toets veiligheid beweegbare bruggen Mooij 200.000 0 0 0
Meerjarenprogramma kunstwerken Mooij 250.000 0 0 0
overige vaarwegen
Leasen van dienstauto’s Poelmann 180.000 0 0 0
voor muskusrattenbestrijders
De provincie als netwerk voor Schipper 800.000 0 0 0
kenniseconomie en innovatie
Arbeidsmarkt en onderwijs Schipper 510.000 510.000 0 0
Innovatie en ondernemerschap Schipper 300.000 300.000 0 0
in de landbouw
Het uitvoeren van wettelijke Moens 350.000 350.000 350.000 350.000
taken inzake lucht, veiligheid en geluid.
Budget implementatie en uitvoering
LVG-beleid en ondersteuning gemeenten
Contributie landelijk meldpunt afvalstoffen Moens 64.800 0 0 0
Overdrachtskosten stortplaatsen Moens 40.000 0 0 0
“De Poel” en “Hollandse Brug”.
Stimuleringsbijdrage oprichting milieudiensten Moens 500.000 500.000 0 0
Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord Schipper 375.000 0 0 0
Verhoging bijdrage beheer Schipper 90.500 90.500 90.500 90.500
openluchtrecreatie
Bureau CROS Moens 190.000 0 0 0
(Commissie Regionaal Overleg Schiphol)
Beleidsvoorstellen begroting 2006 Portefeuille 2006 2007 2008 2009
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 17
Totaal nieuw beleid ten laste 7.095.500 4.060.700 1.880.700 768.400
van algemene middelen
Huidige meerjarenraming -1.009.300 1.556.000 531.900 -4.295.300
Te dekken -8.104.800 -2.504.700 -1.348.800 -5.063.700
Voorstel voor dekking
Voorstel structureel om te buigen 4.000.000 5.000.000 5.000.000 5.000.000
Incidenteel saldireserve 4.104.800 63.700
(sluitend maken begroting)
Nieuwe meerjarenraming 0 2.495.300 3.651.200 0
Beleidsvoorstellen begroting 2006 Portefeuille 2006 2007 2008 2009
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■18
Overzicht van moties (M) en amendementen (A) bij de kaderbrief 2006
A 14-1 Aangenomen Extra investeringsimpuls (aanvullende gegevens).
CDA, GrLinks, Te schrappen de punten 4 en 5 van voordracht 34 en op te nemen een nieuw punt 4 “Gedeputeerde Staten
D66, VVD opdracht te geven voor 12 september de gevraagde aanvullende gegevens voor de extra investeringsimpuls
Noord-Holland voor te leggen zodat 26 september 2005 PS kan besluiten over opcentenverhoging”.
Uitvoering Wij zullen er voor zorgen dat de gevraagde informatie eind augustus beschikbaar is voor uw Staten.
M 14-2 Aangenomen Extra investeringsimpuls (voorbereidingskrediet).
PvdA Dragen het college van GS op om tien miljoen euro voorbereidingskrediet opgenomen in de kaderbrief
ruimhartig mede toe te kennen aan lagere overheden en toegelaten instellingen.
Uitvoering Tijdig voor de vergadering van uw Staten op 26 september 2005 zullen wij een besluit nemen over een
voorstel voor de toekenning aan derden van bijdragen ten laste van het voorbereidingskrediet.
M 14-7 Aangehouden Extra investeringsimpuls (financiële dekking en opcenten MRB).
ONH/ Dragen GS op (a) de structurele meeropbrengst van € 2,3 miljoen aan opcenten op de MRB met ingang van
VSP 1 januari 2006 te reserveren / gebruiken voor dekking van de investeringsimpuls, (b) de in de kaderbrief 2006
geschrapte structurele bezuinigingen van € 5 miljoen toch te realiseren met ingang van 1 januari 2006 en dat
geld ook te reserveren / gebruiken voor dekking van de investeringsimpuls, (c) deze statenperiode de burger
(autobezitter) niet te belasten met een opcentenverhoging op de MRB, welk aantal dan ook.
Uitvoering In augustus stellen wij een voorstel over de extra investeringsimpuls vast. Dit voorstel zenden wij aan uw
Staten, zodat uw Staten daar in september over kunnen beraadslagen.
M 14-8 Aangehouden Schaduwwerking calamiteitenberging Ronde Hoep c.a.
CDA Dragen GS op hiervoor een passende uitwerking op te stellen die draagvlak heeft bij de grondeigenaren en
tevens te bezien of de te betalen bedragen ineens dan wel periodiek deels dan wel geheel kunnen worden
teruggevorderd bij rijkswaterstaat
Uitvoering De motie is besproken in de commissie ROV op 16 juni.en uitgevoerd door de aanvullende passage over
schaduwwerking in de voordracht voor Provinciale Staten op 4 juli.
M 14-9 Aangenomen Agenda vitaal landelijk gebied 2006-2010.
GrLinks, CDA, VVD, Dragen GS op een agenda vitaal landelijk gebied 2006-2010 op te stellen die een overzicht biedt van de
D66 beschikbare incidentele en structurele provinciale middelen en de incidentele en structurele kosten die
gedurende deze vijf jaren gemoeid zijn met aankoop, inrichting en beheer van natuur-, veenweide- en
recreatiegebieden, klassieke landinrichting en het platteland; de uitkomsten van deze agenda te betrekken
bij de opstelling van de begroting 2006.
Uitvoering In augustus stellen wij een voorstel over de kwaliteitsimpuls landelijk gebied vast. Dit voorstel zenden wij
aan uw Staten, zodat uw Staten daar in september over kunnen beraadslagen. Wij verwijzen naar de eerste
begrotingswijziging 2006 die u separaat wordt toegezonden, waarover ook in uw vergadering van
november een besluit genomen kan worden.
M 14-10 Aangenomen Noordvleugelconferentie groen en landschap.
D66, GrLinks, VVD, CDA Het college van GS te verzoeken samen met de provincies Flevoland en Utrecht te bevorderen dat in het
voorjaar van 2006 (2007) een volgende noordvleugelconferentie wordt gewijd aan het thema groen en
landschap teneinde een gezamenlijke visie en beleid op dit terrein in het noordelijke deel van de randstad te
formuleren, zodat de uitkomsten medio 2006 kunnen worden meegenomen in de besluitvorming van het rijk.
Uitvoering Wij pakken het verzoek op binnen het huidige beleid. Inmiddels hebben wij samen met de gemeente
Amsterdam een ambtelijke werkconferentie georganiseerd over het thema Groen en Landschap om op de
vijfde noordvleugelconferentie in november een voorstel i.c. te kunnen inbrengen en deze groene conferentie
in 2006 te kunnen bewerkstelligen.
Nr. en indiener(s) Status Onderwerp en dictum
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 19
1.4. Kerngegevens provincie Noord-Holland
Oppervlakte in km2 provincie, land en water totaal, 1 januari 2004
Provincie Noord-Holland
Totale oppervlakte in km2 4.091,76
Land in km2 2.670,36
Water totaal in km2 1.421,41
Bevolkingsdichtheid. Inwoners per km2 provincie + regio-indeling
Provincie Noord-Holland 969
Corop-gebieden:
Kop van Noord-Holland 335
Alkmaar e.o. 833
IJmond 1.181
Agglomeratie Haarlem 1.680
Zaanstreek 1.376
Groot Amsterdam 1.667
Gooi en Vechtstreek 1.229
Aantal gemeenten, aantal per regio
Corop-gebieden:
Kop van Noord-Holland 22
Alkmaar e.o. 6
IJmond 5
Agglomeratie Haarlem 6
Zaanstreek 2
Groot Amsterdam 15
Gooi en Vechtstreek 9
Noord-Holland 65
Aantal waterschappen 3
Buisleidingen (gas) idem 800
Afvalverwerkingsinrichtingen. aantal (2004) 80
Industriële bedrijven aantal 9.548
Omzet toeristische sector. € over 2000 (x 1 miljard) 6,3
Toeristische overnachtingen. aantal 2004 (x 1 miljoen) 17,2
Musea en provinciale musea. Aantal (2004) 146
Monumenten. Idem (2004) 550
Ziekenhuizen. Idem (2004) 24
Verzorgingshuizen, 2004 191
Kerngegevens provincie Noord-Holland
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■20
Veranderingen in de woningvoorraad in 2004
Noord-Holland 1.157.773 8.305 1.166.078
Corop-gebieden:
Kop van Noord-Holland 147.682 1.675 149.357
Alkmaar en omgeving 94.402 1.126 95.528
IJmond 79.110 280 79.390
Agglomeratie Haarlem 97.280 170 97.450
Zaanstreek 65.735 542 66.277
Groot-Amsterdam 567.649 4.018 571.667
Gooi en Vechtstreek 105.915 494 106.409
Effectieve woningvoorraad Voorraad begin Vermeer- Voorraad einde
Woningbouwproductie over 2004 periode deringen periode
Aantal inwoners provincie 2.559.477 2.573.120 2.587.265 2.599.103
Noord-Holland totaal (1 januari)
Aantal personenauto’s geregistreerd in 1.018.119 1.031.380 1.007.156 1.015.262
provincie Noord-Holland (1 januari)
Ziekenhuisgewonden in het verkeer in 1.581 1.594 1.645 1.317
provincie Noord-Holland totaal 2004
Ziekenhuisgewonden in het verkeer 62 62 64 51
per 100.000 inwoners idem
Dodelijke verkeersslachtoffers idem 151 137 142 103
Dodelijke verkeersslachtoffers 6 5 6 4
per 100.000 inwoners idem
2001 2002 2003 2004 2005
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 21
Werkgelegenheid
Noord-Holland 1.246.713 1.292.390 1.320.960 1.328.558
Corop-gebieden:
Kop van Noord-Holland 135.005 135.966 139.306 142.905
Alkmaar en omgeving 88.246 90.519 92.127 95.076
IJmond 72.063 73.410 76.993 77.712
Agglomeratie Haarlem 90.657 94.153 96.526 95.435
Zaanstreek 62.618 59.969 63.250 61.577
Groot-Amsterdam 697.122 735.582 742.702 743.561
Gooi en Vechtstreek 101.002 102.791 110.056 112.292
Werkloosheid
Noord-Holland 37.000 48.000 65.000 78.000
Corop-gebieden:
Kop van Noord-Holland 4.000 6.000 6.000 10.000
Alkmaar en omgeving 3.000 5.000 4.000 7.000
IJmond 2.000 3.000 4.000 3.000
Agglomeratie Haarlem 4.000 3.000 3.000 7.000
Zaanstreek - 2.000 3.000 3.000
Groot-Amsterdam 20.000 25.000 39.000 41.000
Gooi en Vechtstreek 3.000 5.000 5.000 8.000
Werkloosheidspercentage
Noord-Holland 3,1% 3,9% 5,3% 6,3%
Corop-gebieden:
Kop van Noord-Holland 2,7% 3,6% 3,7% 5,7%
Alkmaar en omgeving 2,7% 4,1% 3,4% 6,7%
IJmond 2,6% 3,5% 5,1% 3,7%
Agglomeratie Haarlem 4,1% 2,9% 3,3% 6,8%
Zaanstreek - 2,4% 4,2% 3,7%
Groot-Amsterdam 3,5% 4,2% 6,6% 6,8%
Het Gooi en Vechtstreek 3,2% 4,7% 4,8% 6,9%
Overslag zeehavens Noord-Holland 68,3 70,4 65,5 73,8
hoeveelheden/gewicht (x 1 miljoen ton)
Overslag zeehavens Nederland 411,9 422,4 424,7 459,0
2000 2001 2002 2003 2004
Personeel en organisatie
■ Personeelslasten provincie Noord-Holland. De
totale lasten van het actieve personeel (exclusief
medewerkers van Provinciale en Gedeputeerde
Staten) over 2004 bedroegen € 78.996.000. Het
totaal inclusief uitkeringen Provinciale Staten,
wedden Gedeputeerde Staten en uitkeringen aan
voormalig personeel en voormalige GS-leden)
over 2004 kwam uit op € 84.265.000.
■ Formatieplaatsen provincie Noord-Holland. Het
aantal organieke formatieplaatsen op 31 decem-
ber 2003 was 1.421. Op 31 december 2004 was dit
afgenomen tot 1.342. Het aantal medewerkers op
31 december 2003 bedroeg 1.667, een jaar later
1.465.
■ Personeelsverloop (uit dienst). In 2004 hebben 242
medewerkers de provincie verlaten. Dit aantal is
inclusief de circa 100 medewerkers in het kader
van de verzelfstandiging van de onderafdeling
groenbeheer. In 2004 traden 43 nieuwe medewer-
kers in dienst. Vergeleken met 31 december 2003
waren er op 31 december 2004 zo’n 12% minder
medewerkers in dienst van de provincie Noord-
Holland.
■ Ziekteverzuim. Over 2004 bedraagt het gemid-
delde ziekteverzuimpercentage 6,8%. In 2003 was
dat 6,9%.
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■22
Programmaplan 2006
■24 P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 25
2.1 Bestuur en burger■
■
■
■
■
Het goed, betrouwbaar en duaal kunnen functioneren van het provinciaal bestuur.
Het profileren van het gewenste imago van het provinciaal bestuur, zijn producten
en diensten ten opzichte van de verschillende doelgroepen. Het zorgdragen voor
een deugdelijke toepassing van wetgeving.
Productgroepen
Provinciale Staten
Gedeputeerde Staten
Kabinetszaken
Juridische Kwaliteitszorg
Communicatie
Wat willen we bereiken?
Portefeuillehouder
mr. H.C.J.L. Borghouts
P.J.M. Poelmann
Tevredenheidsenquête onder Provinciale Staten over de statengriffie
Het percentage van de leden van PS dat vindt dat de vertegen-
woordigende rol goed uit de verf komt
Het percentage van de leden van PS dat vindt dat zij er goed in slagen om
de nieuwe relevante vraagstukken op de politieke agenda te krijgen
Het percentage van de leden van PS dat vindt dat hun kaderstellende
functie voldoende waar gemaakt wordt.
Het percentage van de leden van PS dat vindt dat zij hun controlerende
taak voldoende waarmaakt.
Het aantal door GS binnen de daarvoor gestelde termijn verleende
vergunningen en ontheffingen
Het aantal door GS binnen de daarvoor gestelde termijn genomen
beslissingen op subsidieverzoeken (obv deelverordeningen)
Streefnorm: cijfer 7,0
Kengetal: n. n. b.
Streefnorm: 70%
Kengetal 50%
Streefnorm: 70%
Kengetal: 47%
Streefnorm: 55%
Kengetal: 29%
Streefnorm: 60%
Kengetal:53%
Streefnorm: 85%
Kengetal: 85%
Streefnorm: 100%
Kengetal: niet beschikbaar1)
Rapportage vindt plaats bij:
jaarverslag van de staten-
griffie, de enquête die eind
2006 herhaald wordt en de
jaarstukken 2006
Het goed, betrouwbaar, herkenbaar en duaal functioneren van het provinciebestuur.
Indicator Doelstelling Rapportage
houden hoorzittingen en raadplegen de bevolking
door consultaties. Aan deze activiteiten wordt
bekendheid gegeven door:
■ het uitbrengen van persberichten;
Wat gaan we ervoor doen?
Provinciale Staten
Naast de reguliere commissievergaderingen en ver-
gaderingen van Provinciale Staten leggen de staten-
leden in commissieverband werkbezoeken af. Zij
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■26
Tijdig afgehandelde bezwaarschriften Streefnorm: 60%,
Kengetal: 34%
■ Rapportage vindt plaats bij:
– de voorjaarsnota 2006
– de najaarsnota 2006
– de jaarstukken 2006
– het jaarverslag van de HAC;
– het burgerjaarverslag 2006
Waarborgen juridische kwaliteit en het tijdig afhandelen van procedures.
Indicator Doelstelling Rapportage
Aantal ambtsbezoeken van de CdK
Het percentage adviezen over burgemeester benoemingen dat binnen 6
maanden na het vrijgeven van de vacature aan de minister zijn uitgebracht
Streefnorm: 20 per jaar
Kengetal: 19 per jaar
Streefnorm: 100% van de adviezen
Kengetal: 90%
Rapportage vindt plaats bij:
het jaarverslag CdK 2006 en
de jaarstukken 2006
Het herkenbaar functioneren van de commissaris van de Koningin als bestuursorgaan c.q. rijksorgaan en
vertegenwoordiger van de provincie.
Indicator Doelstelling Rapportage
■ Versterking van het imago van de provinciale rollen als - financier/ sub-
sidieverlener
– toezichthouder en handhaver
– coalitiepartner
– initiator
t.o.v. metingsresultaten zoals beschreven in de burgermonitor en het
stakeholdersonderzoek van 2004.
De streefnorm en het kengetal wordt
bepaald op basis van de 0-meting van
2005
2. Toename van het aantal vermeldingen
van de naam van de provincie na het
toekennen van subsidies of na (mede)-
financiering
■ Rapportage vindt plaats bij:
– de jaarlijkse trendmeting
– de jaarstukken 2006
De verschillende doelgroepen zien het provinciaal bestuur van Noord-Holland als:
■ een organisatie die haar rol als volksvertegenwoordiger herkenbaar uitdraagt;
■ een organisatie met duidelijke producten en diensten die een relevante bijdrage leveren aan de Noord-Hollandse
samenleving.
Indicator Doelstelling Rapportage
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 27
■ vermelding op de internetsite van de provincie
(waarop ook meegeluisterd kan worden naar PS-
vergaderingen);
■ periodieke aankondigen op de provinciale pagina
van plaatselijke nieuwsbladen.
Speciale activiteiten van Provinciale Staten zijn de
jaarlijkse installatie van een jongerenpanel, de jaar-
lijkse Arondeuslezing en conferenties, zoals over het
Wieringerrandmeer.
Gedeputeerde Staten
2006 is het jaar vóór de statenverkiezingen. Zeker in
dit jaar moet blijken in hoeverre wij erin zijn geslaagd
de bruggen te slaan die ons voor ogen stonden bij de
vaststelling van het collegeprogramma in mei 2003.
Uit de midterm review over de stand van zaken van
de uitvoering van het collegeprogramma blijkt dat
veel voornemens inmiddels zijn uitgevoerd of dat de
uitvoering ter hand is genomen.
In 2005 is het dualisme geëvalueerd. De uitkomst van
de evaluatie moet aangeven of en zo ja welke wijzi-
gingen in het duaal functioneren tussen PS en het col-
lege nodig zijn. Indien noodzakelijk ondernemen wij
in 2006 activiteiten om de gewenste wijzigingen
vorm te geven.
Ook in 2006 wordt door de commissaris van de
Koningin een burgerjaarverslag opgesteld, dat
inzichtelijk maakt waar de burgerparticipatie en de
kwaliteit van de dienstverlening aan de inwoners
van Noord-Holland beter kunnen. In 2006 zal blijken
in hoeverre de reorganisatie van de ambtelijke orga-
nisatie effect heeft op de efficiëntie en effectiviteit en
daarmee op de kwaliteit van de dienstverlening.
In 2006 wordt verdere invulling gegeven aan het pro-
gramma e-provincies. Dit programma ontwikkelt op
generiek niveau producten die bijdragen aan de
elektronische dienstverlening en informatievoorzie-
ning van de provincie aan burgers, bedrijven en
instellingen. Eind 2007 verloopt 75% van de publieke
dienstverlening via het internet. Tevens moet de inzet
van ICT leiden tot deregulering, minder bureaucra-
tie en verlaging van administratieve lasten.
In 2006 worden de activiteiten met het jongerenpanel
voortgezet.
Het provinciaal bestuur maakt regelmatig gebruik
van vervoer door derden. Om het gewenste kwalita-
teitsniveau te waarborgen, wordt hiervoor alleen
gewerkt met bedrijven met een Taxi Keurmerk.
Kabinetszaken
De commissaris van de Koningin heeft als rijksor-
gaan een aantal taken die voortvloeien uit de
Ambtsinstructie. Deze hebben betrekking op burge-
meestersbenoemingen, advisering inzake (konink-
lijke) onderscheidingen, archivering en registratie
van de op de ambtsinstructie betrekking hebbende
stukken en werkbezoeken aan gemeenten. In de
ambtsperiode van de huidige commissaris wordt er
naar gestreefd elk jaar aan circa 20 Noord-Hollandse
gemeenten een werkbezoek te brengen.
Daarnaast is de commissaris regelmatig gastheer of
vertegenwoordiger van de provincie bij aangelegen-
heden van het Koninklijk Huis en bij het bezoeken of
ontvangen van relaties en klanten binnen en buiten
de provincie.
Om inzicht te geven in de uitvoering van deze taken
aan Provinciale Staten, inwoners van Noord-Holland
en externe partners, brengt de commissaris ieder jaar
een jaarverslag uit.
De belangrijkste externe partners bij het uitvoeren
van zijn taken zijn gemeenten, het ministerie van
BZK en diensten van het Koninklijk Huis. De belang-
rijkste taken/rollen van de provincie zijn onder meer
de (inhoudelijke) organisatie van werkbezoeken en
koninklijke bezoeken, procedurebegeleiding en advi-
sering inzake burgemeestersbenoemingen en
(koninklijke) onderscheidingen. Kritische succesfac-
toren zijn het zorgvuldig hanteren van procedures en
het in acht nemen van privacy en vertrouwelijkheid
bij burgemeestersbenoemingen en (koninklijke)
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■28
onderscheidingen. Voor de werkbezoeken aan
gemeenten is een snelle rapportage naar GS en de
interne organisatie van belang, zodat informatie
gedeeld wordt en gemaakte afspraken een vervolg
kunnen krijgen.
Veel van genoemde taken zijn aan te merken als
“going concern” taken.
Communicatie
Om de burgers en overige doelgroepen van de pro-
vincie Noord-Holland bekend te maken met het pro-
vinciaal bestuur, zijn diensten en taken doen we in
2006 het volgende:
De profilering van het provinciaal bestuur (GS en PS)
is de kern van de corporate communicatie. Het hoofd-
doel van de provinciale communicatie is om bestuur,
diensten en producten duidelijk te profileren conform
het gewenste imago en tevens een bijdrage te leveren
aan de profilering van het duale stelsel.
Projectcommunicatiespecialisten verzorgen de com-
municatie van minimaal 50 provinciale projecten.
Een aantal concerntaken valt binnen het programma
Andere Overheid, zoals onze bijdrage aan het digi-
tale loket.
Overige activiteiten op het gebied van corporate
communicatie zijn het ontwikkelen, (laten) produce-
ren en implementeren van alle in- en externe com-
municatiemiddelen, het handhaven van de huisstijl,
het op aanvraag leveren van bijdragen aan de sta-
tencommunicatie, jongerencommunicatie, het rela-
tiemanagement van de commissaris van de
Koningin, het relatiegeschenkenbeleid en de voorbe-
reiding van de verkiezingen 2007.
Juridische Kwaliteitszorg
Het aantal bezwaarschriften en beroepszaken zal toe-
nemen als gevolg van de centralisering in de nieuwe
organisatie: De verwachte toename is 150 respectie-
velijk 100 (van 250 naar 400 bezwaarschriften en van
180 naar 280 beroepszaken). De juridische dienstver-
lening moet ondanks deze toename klantgericht en
kwalitatief hoogwaardig blijven. Wij zullen daarvoor
zorgdragen.
Evenementenbeleid
GS gaven in het voorjaar van 2005 opdracht om een
kader voor het evenementenbeleid op te stellen. Dit
inmiddels opgestelde beleid is in te passen in het
communicatiebeleid van de provincie Noord-
Holland in aansluiting op het sponsorbeleid, waaro-
ver op 9 november 2004 een notitie door GS is vast-
gesteld.
De provincie organiseert al jaren tal van evenemen-
ten, zonder dat dit onder de vlag van een evenemen-
tenbeleid is gebracht. Ook participeert de provincie
in evenementen van anderen. Het evenementenbe-
leid beoogt de bestaande en toekomstige initiatieven
een algemeen provinciaal kader te bieden, met de
mogelijkheid afwegingen te maken.
Evenementen kunnen de zichtbaarheid van de pro-
vincie in het brede maatschappelijk netwerk bevor-
deren, waardoor de beleidsontwikkeling en -uitvoe-
ring aan betekenis winnen.
Evenementen kunnen de provincie beter op de kaart
te zetten vanuit:
■ promotioneel belang (vergroting naamsbekend-
heid, imagovorming,)
■ economisch belang (toeristisme, recreatie, aan-
trekken buitenlandse bezoekers)
■ maatschappelijk belang (versterking betrokken-
heid inwoners, overbrugging culturele verschil-
len, participatiebevordering)
Hiermee dragen evenementen bij aan het realiseren
van beleidsdoelstellingen op een breed provinciaal
terrein.
Beleidsintensiveringen 2006.
Evenementenbeleid 700.000 500.000 0 0
Omschrijving 2006 2007 2008 2009
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 29
Evenementen zoals themabijeenkomsten zijn, naast
informatieverzameling en monitoring van schrifte-
lijke en digitale bronnen, belangrijk voor het opvan-
gen van geluiden uit de omgeving van de provincie.
Ze geven snel inzicht hoe relevante spelers denken
over een onderwerp.
Bestuurlijke relevantie is het criterium voor het wel
of niet organiseren van een evenement. De provincie
organiseert veel ontmoetingen, zoals de nieuwjaars-
bijeenkomst en kennismakingsbijeenkomsten na de
verkiezingen. Het zwaartepunt ligt evenwel bij
inhoudelijke ontmoetingen: dagconferenties, sympo-
sia, officiële presentatie van beleidsnota’s.
Evenementen zijn ook te onderscheiden naar hun
omvang:
■ Grote evenementen van nationale schaal zullen
veel bezoekers trekken en veel media-aandacht
genereren (SAIL, Bevrijdingsfestival, Dance
Valley, beurzen als HISWA en op internationale
schaal MIPIM en Boot Düsseldorf);
■ Middelgrote evenementen bewegen zich op pro-
vinciale schaal (voorbeeld: culturele zomerpro-
gramma De Karavaan, Bevrijdingspop, Stelling-
maand);
■ Regionale evenementen kunnen een provinciale
kleur krijgen door bijdragen van
provinciewege (voorbeeld: Dam-tot-Damloop, Corus
schaaktoernooi, bloemententoonstellingen, vaar-
dagen Haarlem).
In het evenementenbeleid moet rekening worden
gehouden met deze en andere verschillen in relatie
tot de provinciale betrokkenheid en de profilerings-
mogelijkheden.
Meerjarige beleidsnota’s en verordeningen.
Verordening fractiebijdrage 02-2005
Reglement van orde Rekeningcommissie Noord-Holland 2003 01-2004
Verordening ambtelijke bijstand Provinciale Staten van Noord-Holland 2003 06-2004
Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van PS commissie Noord-Holland 2003 06-2004
Reglement van orde voor vergaderingen en ander werkzaamheden van Provinciale Staten van Noord-Holland 06-2004
Verordening regelende de geldelijke secundaire en faciliterende voorwaarden voor het provinciaal bestuur 09-2004
Reglement van Orde Gedeputeerde Staten 01-1996
Instructie griffier der staten (= ambtsinstructie Provinciesecretaris) 05-1964
Verordening ambtelijke organisatie 09-1996
Vigerende meerjarige beleidsnota’s en verordeningen PS-datum
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■30
Lasten
Beleidsaccenten 910.000 500.000 - -
Bestaand beleid 6.121.000 5.901.000 5.865.900 5.850.900
Totaal lasten 5.603.200 5.969.300 7.031.000 6.401.000 5.865.900 5.850.900
Baten
Beleidsaccenten
Bestaand beleid 53.600 53.600 53.600 53.600
Totaal baten 354.566 53.600 53.600 53.600 53.600 53.600
Resultaat voor bestemming 5.248.634 5.915.700 6.977.400 6.347.400 5.812.300 5.797.300
Ontrekking reserves - - - - - -
Storting reserves - - - - - -
Resultaat na bestemming 5.248.634 5.915.700 6.977.400 6.347.400 5.812.300 5.797.300
Investeringen
Beleidsaccenten - - - - - -
Bestaand beleid - - - - - -
Bijdragen derden - - - - - -
Onttrekking reserves - - - - - -
Saldo activering - - - - - -
Voorzieningen
Onttrekking voorzieningen - memorie memorie memorie memorie memorie
Storting voorzieningen 313.046 268.600 memorie memorie memorie memorie
Exploitatie Rekening Begroting Raming Raming Raming Raming
2004 2005 2006 2007 2008 2009
Wat mag het kosten?
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 31
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■32
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 33
2.2 Bestuur en andere overheden■
■
■
■
■
Bewaken van een gezond functioneren van lagere overheden en verbeteren van de
relaties met andere overheden.
Productgroepen
Bestuurlijke samenwerking
Financieel Toezicht
Archiefinspectie
Europese Zaken
Ontwikkelingssamenwerking
Handhaving openbare orde
Rampenbestrijding en civiel verdediging
Wat willen we bereiken?
Portefeuillehouder
P.J.M. Poelmann
A.M.C.A. Hooijmaijers
A. Moens
P.J.M. Poelmann
Mw. drs. R. Kruisinga
mr. H.C.J.L. Borghouts
Aantal regio’s die deelnemen aan de bestuurkrachtmonitor Streefnorm: 1 regio per jaar
Kengetal: 1 regio per jaar
Rapportage vindt plaats bij
– de voorjaarsnota 2006
– de najaarsnota 2006
– de jaarstukken 2006
Verbeteren van de samenwerking van gemeenten.
Indicator Doelstelling Rapportage
Er is geen indicator van het maatschappelijke effect1)
1) In het kader van de productenraming 2005 wordt gerapporteerd over de
verrichte activiteiten en de geleverde producten.
Rapportage vindt plaats bij:
– de voorjaarsnota 2006
– de najaarsnota 2006
– de jaarstukken 2006
Betere positionering van de provincie Noord-Holland t.o.v. andere overheden.
Indicator Doelstelling Rapportage
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■34
Aantal preventieve gemeenten o.b.v. financiële positie en proces Streefnorm: 0
Kengetal: 6
Rapportage vindt plaats bij:
– de voorjaarsnota 2006
– de najaarsnota 2006
– de jaarstukken 2006.
Het behoud van financiële autonomie van gemeenten (het voorkomen van artikel 12-gemeenten).
Indicator Doelstelling Rapportage
Projecten die volgens projectplan verlopen De streefnorm is 100%
Het kengetal is: 85%
Rapportage vindt plaats bij:
– de voorjaarsnota 2006
– de najaarsnota 2006
– de jaarstukken 2006
Indicator Doelstelling Rapportage
■ Aantal gemeenten, waterschappen en politieregio’s met aangepaste
archiefverordeningen
■ Aantal gemeenten, waterschappen en politieregio’s met goede
archiefruimte
■ Aantal Regionaal-historische centra (RHC’s)
■ Aantal gemeenten aangesloten bij RHC’s
Streefnorm: 100%.
Kengetal: 90%
Steefnorm 100%
Kengetal: 63%
Steefnorm 7
Kengetal: 6
Steefnorm 100%
Kengetal: 93%
Rapportage vindt plaats bij:
– de najaarsnota 2006
Goed toegankelijke en goed beheerde papieren en digitale archieven van provincie, gemeenten, waterschappen,
politieregio’s en gemeenschappelijke regelingen.
Indicator Doelstelling Rapportage
Het leveren van een passende provinciale bijdrage aan structurele verbetering van de primaire levensomstandigheden
van burgers in arme landen en regio’s in de wereld.
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 35
Hoeveelheid uitgevoerde taken uit het Werkplan Europa 2006.
(De taken uit het werkplan vloeien voort uit de doelstellingen die zijn
geformuleerd in de Agenda voor Europese Strategie 2003-2007)
Halverwege 2006 wordt apart gerapporteerd over de uitvoering van het
Werkplan Europa 2006. De rapportage wordt gekoppeld aan de
voorjaarsnota
Streefnorm: 100%
Kengetal: 90%
Rapportage vindt plaats bij:
– de voorjaarsnota 2006
– de najaarsnota 2006
– de jaarstukken 2006
Betere positionering van Noord-Holland in Europa voor het realiseren van provinciale doelstellingen met een
Europees belang en samenwerking met andere Europese regio’s.
Indicator Doelstelling Rapportage
Het percentage van gemeenten dat over tenminste 90% van de risico-
objecten informatie hebben aangeleverd
Streefnorm: 100%
Kengetal: geen kengetal beschikbaar
Rapportage vindt plaats bij:
– de voorjaarsnota 2006
– de najaarsnota 2006
– de jaarstukken 2006
Ook wordt op internet op de
risicokaart de stand van zaken
gegeven.
Het verbeteren van de coördinatie en communicatie op het gebied van veiligheid.
Indicator Doelstelling Rapportage
Het percentage rampenplannen van de Noord-Hollandse gemeenten dat
voldoet aan de vastgestelde toetsingscriteria
Streefnorm: 100%
Kengetal: geen kengetal beschikbaar
Rapportage vindt plaats bij:
– de bestuurlijke rapportage
GS/CdK inzake voor-
bereiding rampenbestrijding
aan BZK.
– de najaarsnota 2006
– de jaarstukken 2006
Het verbeteren van de voorbereiding op en de coördinatie van rampenbestrijding.
Indicator Doelstelling Rapportage
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■36
Wat gaan we ervoor doen?
Bestuurlijke Samenwerking
2006 staat in het teken van een actieve ondersteuning
van initiatieven van gemeenten ter versterking van
hun bestuurskracht. Verschillende gemeenten in
Noord-Holland hebben inmiddels dergelijke initia-
tieven genomen, zoals samenwerking, herindeling of
een onderzoek naar het functioneren van de
gemeente.
Ook in 2006 blijven wij deze initiatieven actief onder-
steunen. Een discussie over de toekomst van het
middenbestuur gaat namelijk niet alleen over de pro-
vincies, maar ook over de verdeling van taken en
bevoegdheden tussen rijk, provincies, plusregio’s
(verlengd lokaal bestuur zoals het ROA) en gemeen-
ten en de daarbij behorende bestuurskracht en
schaalgrootte van deze bestuurslagen.
In het verlengde hiervan moeten ook de verschil-
lende samenwerkingsverbanden opnieuw beoor-
deeld worden, zoals regio Randstad, P4, regionale
samenwerking Amsterdam, IPO etc. Het evaluatie-
rapport van de regio Randstad, verschenen in het
najaar van 2005, geeft hiertoe een belangrijke aanzet.
Het public affairs beleid wordt eveneens voortgezet.
Onderdeel hiervan is de digitale nieuwsbrief ‘Noord-
Holland op de hoogte’. Deze nieuwsbrief wordt
benut om relevant nieuws uit Den Haag en Brussel
of ander collega-overheden te verspreiden.
Financieel toezicht
Het begrotingstoezicht op gemeenten is in beginsel
repressief. Als de financiële situatie of het financiële
proces binnen een gemeente daartoe aanleiding geeft
kunnen wij preventief begrotingstoezicht instellen.
Dit dient te voorkomen dat er zogenaamde artikel 12
gemeenten ontstaan.
Financieel toezicht heeft tot doel het vertrouwen van
de burger in een goed werkende overheid te bewa-
ken. Jaarlijks worden hiertoe analyses gemaakt van
de financiële positie en het financiële proces van
iedere gemeente in Noord-Holland. De uitgangs-
punten voor de beoordeling zijn vastgelegd in een
gemeenschappelijk toezichtkader, dat door alle toe-
zichthouders wordt gehanteerd (twaalf provincies en
het Rijk). De vigerende versie dateert van juni 2003.
Een geactualiseerde versie is in concept gereed. Ons
oordeel is openbaar en wordt aan de gemeentebe-
sturen bekend gemaakt.
Jaarlijks wordt in het analyseformulier een landelijke
toezichtthema opgenomen. Voor 2006 is dit thema ‘
verbonden partijen’. ‘Verbonden partijen’ zijn alle
instanties waarin een gemeente een bestuurlijk en
financieel belang heeft.
Archiefinspectie
Goed toegankelijke en goed beheerde, recente archie-
ven in papieren en digitale vorm zijn voor overheden
essentieel als eigen geheugen. Maatschappelijk zijn
ze van groot belang voor de democratische controle
op het handelen van de overheid door Provinciale
Staten, gemeenteraden en burgers. Individuele bur-
gers kunnen hun rechten terugvinden in overheids-
archieven, mits die goed op orde zijn. Historische
archieven van twintig jaar en ouder zijn een belang-
rijk onderdeel van het cultureel erfgoed. In Noord-
Holland wordt de publieke toegankelijkheid hiervan
gestimuleerd door de vorming van zeven regionale
historische centra, waar de historische archieven van
alle gemeenten, waterschappen en andere instellin-
gen toegankelijk zijn. Ook projecten die historische
archieven via internet beter toegankelijk maken wor-
den bevorderd, in aansluiting op het landelijke con-
venant archieven 2002.
Ontwikkelingssamenwerking
Jaarlijks worden er uit zo’n twintig projectvoorstel-
len van instanties circa tien projecten geselecteerd tot
een gezamenlijk bedrag van € 453.800,-. De betrok-
ken instanties stellen per project voortgangs-, finan-
ciële en evaluatierapporten op, die de provincie
beoordeelt.
Europese Zaken
De uitvoering van de Agenda voor de Europese
Strategie (AES) wordt voortgezet, rekening houdend
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 37
met de tussenrapportage van medio 2005. De belang-
rijkste elementen zijn het verankeren van de resulta-
ten van Europaproof in de organisatie, professionele
informatievoorziening, adequate belangenbeharti-
ging in Brussel, Europese samenwerking en het
benutten van Europese subsidieprogramma’s. De
AES loopt tot 2007. Eind 2006 wordt een rapportage
opgesteld over de geboekte resultaten, die input
vormt voor de volgende collegeperiode.
Jaarlijks bieden wij aan PS het werkplan Europa aan
als vertaling van de Agenda voor Europese Strategie.
In 2006 loopt dit werkplan procesmatig, wellicht ook
inhoudelijk, parallel aan de productenraming die aan
PS wordt aangeboden. Via dit werkplan is de uit-
voering van het Europabeleid jaarlijks te volgen.
Europaproof. Onze inzet is een optimaal gebruik van
de hulpmiddelen om bij de uitvoering van taken in
overeenstemming met de relevante Europese regel-
geving te kunnen opereren.
Informatievoorziening. De digitale informatievoor-
ziening van ‘Noord-Holland op de hoogte’ zal wor-
den benut om relevant nieuws uit Brussel, Den Haag
of van andere collega-overheden te verspreiden (zie
ook productgroep Bestuurlijke Samenwerking).
Belangenbehartiging in Brussel. De lobby in Brussel
mikt op het benutten van de mogelijkheden die ont-
staan door de herziening van de structuurfondsen
per 2007 (regionaal beleid). Ook plattelandsontwik-
keling vraagt veel aandacht. Ten slotte oriënteren wij
ons op de relevantie van het in ontwikkeling zijnde
Europese ‘maritieme beleid’.
Europese subsidies. Het effectief benutten van
Europese subsidieprogramma’s blijft een harde doel-
stelling, hoewel veel subsidieprogramma’s aflopen
en de middelen (vrijwel) zijn uitgeput. Een goede
afronding van lopende projecten heeft daarom onze
aandacht. De provincie verwacht in 2006 aanmerke-
lijk minder middelen nodig te hebben dan in voor-
gaande jaren en dat de afrekening van de diverse
lopende projecten lager zal uitvallen dan begroot.
Voor de uitvoering van het EU-programma Leader+
is budget beschikbaar. De overige nieuwe projecten
worden zoveel mogelijk gefinancierd uit de vrijval
van middelen uit afgeronde projecten. Zijn de vrij-
gevallen middelen daarvoor niet toereikend, dan zul-
len wij bij het voorjaars- of najaarsbericht 2006 als-
nog vragen om extra middelen voor cofinanciering.
Samenwerking. De algemene samenwerking met
andere Europese regio’s omvat deelname in de
Noordzeecommissie en samenwerking met de regio
Pommeren in Polen.
Handhaving Openbare Orde en
Veiligheid
De coördinatie van taken op het gebied van veilig-
heid betreft zowel de provinciale samenwerking als
de samenwerking met externe partners (gemeenten,
hulpverleningsdiensten en bedrijven).
Rampenbestrijding en civiele
verdediging
Bij het toezicht gaat het om de kwaliteit en tijdigheid
van de voorbereiding van rampenbestrijding door
gemeenten, regio’s en beheerders van waterstaats-
werken. Dit omvat ook het al dan niet houden van
oefeningen en aanpassingen in de planvorming naar
aanleiding hiervan en de onderlinge afstemming tus-
sen de diverse partners en planfiguren.
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■38
Vanuit deze begrotingspost wordt een groot deel van
de samenwerkingsactiviteiten met Pommeren (Polen)
gefinancierd. Naar aanleiding van een motie van PS
is deze aanvankelijk economische samenwerking
gestart. PS hebben het college gevraagd om deze
samenwerking te verbreden, wat beleidsmatig is
vastgelegd in de ‘Agenda voor Europese Strategie
2003-2007, Grip op Europa’ en waarover in 2004 een
overeenkomst met Pommeren is gesloten. De over-
eengekomen thema’s voor samenwerking zijn: alge-
meen bestuur, economie, milieu en cultuur. Deze the-
ma’s zijn uitgewerkt in activiteiten. Op 24 mei 2005
hebben wij ingestemd met het activiteitenplan dat PS
ter kennisname is toegezonden.
Beleidsintensiveringen 2006.
Verbreding samenwerking met Pommeren 50.000 50.000 0 0
Omschrijving 2006 2007 2008 2009
Meerjarige beleidsnota’s en verordeningen.
Gemeenschappelijke regeling Regio Randstad 2002
Verenigingsstatuut Interprovinciaal Overleg (IPO) 2003
Gemeenschappelijk minimum beleidskader (Contract tussen 12 provincies en rijk) GS: 2003
Deelverordening Ontwikkelingssamenwerking 06-2004
Agenda voor de Europese Strategie 2003-2007 02-2004
Cultuurnota Provincie Noord-Holland 2005-2008 11-2004
Archiefverordening Provincie Noord-Holland 11-1997
Landelijk convenant archieven 2002
Vigerende meerjarige beleidsnota’s en verordeningen PS-datum
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 39
Lasten
Beleidsaccenten 50.000 50.000 - -
Bestaand beleid 2.743.200 2.741.600 2.581.600 2.581.600
Totaal lasten 2.443.463 4.406.900 2.793.200 2.791.600 2.581.600 2.581.600
Baten
Beleidsaccenten - - - - - -
Bestaand beleid - - - - - -
Totaal baten 74.656 - - - - -
Resultaat voor bestemming 2.368.807 4.406.900 2.793.200 2.791.600 2.581.600 2.581.600
Onttrekking reserves 759.776 2.616.800 816.800 816.800 816.800 816.800
Storting reserves 1.136.800 2.116.800 816.800 816.800 816.800 816.800
Resultaat na bestemming 2.745.831 3.270.100 2.793.200 2.791.600 2.581.600 2.581.600
Investeringen
Beleidsaccenten - - - - - -
Bestaand beleid - - - - - -
Bijdragen derden - - - - - -
Onttrekking reserves - - - - - -
Saldo activering - - - - - -
Voorzieningen
Onttrekking voorzieningen 59.994 memorie memorie memorie memorie
Storting voorzieningen 59.994 memorie memorie memorie memorie memorie
Exploitatie Rekening Begroting Raming Raming Raming Raming
2004 2005 2006 2007 2008 2009
Wat mag het kosten?
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■40
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 41
2.3 Wegen, verkeer en mobiliteitsmanagement
■
■
■
■
■
Vlot en veilig door Noord-Holland.
Wij realiseren vlot en veilig verkeer door Noord-Holland, voorzover binnen ons
domein, door te investeren in infrastructuur, het beheer en onderhoud van de
provinciale wegen op orde te houden, door plannen te maken en subsidies te
verlenen aan andere wegbeheerders en een aantal organisaties.
Productgroepen
Verkeers- en vervoersplannen algemeen
Mobiliteitsmanagement
Vergunningverlening
Provinciale infrastructuur
Beheer provinciale wegen (incl. Zuidtangent)
Overige producten provinciale wegen
Noordhollandsch Kanaal
Overige vaarwegen
Wat willen we bereiken?
Portefeuillehouder
drs. C. Mooij
1 Gemiddelde snelheid per uur op aantal geselecteerde (maatgevende)
relaties op het hoofdwegennet (ca. 10); Streefnorm 60
2 Gemiddelde snelheid per uur op geselecteerde (maatgevende) realties
op het provinciale onderliggende wegennet Streefnorm: 50
Kengetal: Nog niet bekend.
Cijfermateriaal is pas in december 2005
beschikbaar
Document(en): Jaarrekening
2005, Nota Mobiliteit + PVVP
Moment: NJN
VLOT: Bereiken c.q. minimaal handhaven van een gemiddelde snelheid van 60 km per uur op het hoofdwegennet en
50 km per uur op het provinciale wegennet (BUBEKO).
Indicator Doelstelling Rapportage
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■42
Aantal verkeersslachtoffers in relatie tot verkeersintensiteit; lees het aantal
voertuigen per uur op aan te wijzen meetpunten
Streefnorm:
Terugbrengen:
1 aantal verkeersdoden op het gehele provinciale wegennet: 26 (2006)
en 24 (2010)
2 aantal verkeersslachtoffers (met ziekenhuisopname) op het gehele
provinciale wegennet: 260 (2006) en 254 (2010)
3 aantal verkeersdoden in de regiegebieden: 65 (2006) en 59 (2010)
4 aantal verkeersslachtoffers (met ziekenhuisopname) in de regie-
gebieden: 865 (2006) en 827 (2010)
Kengetallen:
Respectievelijk:
1. 28
2. 274
3. 70
4. 894
Documenten:
Jaarrekening 2005, PVVP +
Monitor Verkeersveiligheid
Moment: NJN
VEILIGHEID: Verminderen van het aantal verkeersslachtoffers, conform de doelstelling in VVPNH (= vertaling van de
rijksdoelstelling naar NH, mits het Rijk voldoende middelen beschikbaar stelt) zowel : voor het provinciale wegennet
in heel NH als alle wegen in de regiegebieden in NH (excl. ROA).
Indicator Doelstelling Rapportage
Vergunningen worden verstrekt binnen de termijn die de Awb daarvoor
stelt
Het percentage wegen, waarvan de onderhoudstoestand VOLDOENDE,
MATIG of ONVOLDOENDE is. Deze toestand stellen we jaarlijks middels
ARAN metingen vast
Resultaat van klanttevredenheidonderzoek over de infrastructuur van de
Zuidtangent door een enquête onder de gebruikers
Incidentmanagement: Personenauto’s worden 20 minuten eerder van de
weg gehaald en vrachtauto’s 2 uur eerder dan voor de invoering hiervan.
Bij het uitvoeren van werkzaamheden aan de weg is de vertraging voor
het autoverkeer maximaal 10 minuten.
Streefnorm: 95%.
Kengetal: 95%
Streefnorm:
- 81% voldoende
- 9% matig
- 10% onvoldoende
Kengetal:
- 78% voldoende
- 9% matig
- 13% onvoldoende
Streefnorm:
Rapportcijfer 7
Kengetal:
7
Streefnorm: personenauto’s: 95%
Streefnorm: vrachtauto’s: 95%
Streefnorm: 90%
Kengetal: nog onbekend
Moment: Jaarverslag
Moment: Jaarverslag.
Moment(en):
NJN en Jaarverslag
Moment: Jaarverslag.
Moment: Jaarverslag.
Provinciale wegen en busbanen voldoen aan de eisen van veiligheid, bereikbaarheid, comfort, aanzien, leefbaarheid
en milieu.
Indicator Doelstelling Rapportage
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 43
Aantal incidenten door bedienfouten
Aantal incidenten door bedienfouten
Streefnorm: 4
Kengetal: 6
Streefnorm: 2
Kengetal: 3
Moment(en): VJN, NJN en
Jaarverslag
Moment(en): VJN, NJN en
Jaarverslag
VEILIG: Vaarwegen en kunstwerken voldoen aan de veiligheidsnormen.
Indicator Doelstelling Rapportage
Gebruikersaspecten:
1. Aantal malen gestremd met duur binnen een zeker interval
2. Aantal klachten over stremmingen door weg- en vaarweggebruikers
3. Aantal storingen aan kunstwerken
4. Aantal klachten over bediening door weg- en vaarweggebruikers
5. Onderhoud: Percentage oevers in onderhoudsstaat conform
vastgestelde kwaliteitsniveau
Gebruikersaspecten:
1. Aantal malen gestremd met duur binnen een zeker tijdsinterval
2. Aantal klachten over stremmingen door weg- en vaarweggebruikers
3. Aantal storingen aan kunstwerken
4. Aantal klachten over bediening door weg- en vaarweggebruikers
1. Korter dan 1 dag:
■ Streefnorm: 6
■ Kengetal: 7
■ Tussen 1 en 7 dagen:
■ Streefnorm: 4
■ Kengetal: 5
■ Langer dan 7 dagen:
■ Streefnorm: 3
■ Kengetal: 4
2. Streefnorm: 8
Kengetal: 10
3. Streefnorm: 115
Kengetal: 128
4. Streefnorm: 8
Kengetal: 10
5. Streefnorm: 88%
Kengetal: 78%
Streefdoel 2008: 94%
1. Korter dan 1 dag:
Streefnorm: 5
Kengetal: 6
Tussen 1 en 7 dagen:
Streefnorm: 6
Kengetal: 7
Langer dan 7 dagen:
Streefnorm: 7
Kengetal: 9
2. Streefnorm: 8
Kengetal: 10
3. Streefnorm: 150
Kengetal: 147
4. Streefnorm: 20
Kengetal: 25
Moment(en):
Gebruikersaspecten: VJN, NJN
en Jaarverslag.
Moment:
Onderhoud: jaarverslag
Moment(en):
VJN, NJN en Jaarverslag
VLOT: Vaarwegen en kunstwerken voldoen aan de functionele en beschikbaarheidseisen.
Indicator Doelstelling Rapportage
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■44
Wat gaan we ervoor doen?
Verkeers- en vervoersplannen
Zuidtangent west (Haarlem CS-
Schalkwijk) en oost
(Amstelveen-Amsterdam ZO)
De Zuidtangent staat binnen de prioriteiten top vijf
van het Platform Bereikbaarheid Noordvleugel. Aan
de hand van nadere onderzoeken door provincie en
gemeente in 2005 (inpassing tunnel in historische
binnenstad en optimalisatie bestaande brug) neemt
de gemeente Haarlem in 2005/2006 besluiten over de
passage van het Spaarne (via een tunnel of de
bestaande brug). In de Extra Investeringsimpuls staat
de Zuidtangent in het onderdeel OV-infrastructuur
op prioriteit 1. Afhankelijk van de keuze en de uit-
spraken op de ingediende bezwaarschriften m.b.t. de
MIT 3 cyclus voeren wij in samenspraak met het
ROA overleg met de minister over een rijkssubsidie.
Onze inzet in 2006 bestaat derhalve uit participatie in
en ondersteuning van de uitwerking in Haarlem,
betrokkenheid bij het project Zuidtangent oost en
acties in het kader van de rijksfinanciering (MIT).
(Decentralisatie) spoor
De minister heeft niet ingestemd met ons voorstel tot
overname van de vier aangeboden contractspoorlij-
nen. Aangezien het spoor de ruggengraat is van het
openbaar vervoer, volgen wij de ontwikkelingen
nauwlettend en zetten we waar nodig - gevraagd en
ongevraagd - onze kennis en betrokkenheid in voor
een zo goed mogelijk treinproduct in Noord-Holland.
In het kader van de dienstregeling 2007 zijn dit jaar
onderhandelingen gestart om, in combinatie met op
te leveren spoor-infrastructuur, vanuit het RegioNet-
budget, te komen tot een betere dienstverlening aan
de reiziger. De NS heeft deze onderhandelingen
inmiddels eenzijdig afgebroken. Bezien wordt of en
op welke wijze de onderhandelingen worden vlot-
getrokken. Eveneens wordt in overleg met de
Platformpartners en RegioNetpartners bezien hoe wij
op het afbreken van de onderhandelingen reageren.
Onderdeel van deze spoor-infrastructuur vormt het
station Haarlem-West, dat in combinatie met een
integrale aanpak Zijlweg e.o. gerealiseerd kan wor-
den. Overleg met de gemeente Haarlem is noodza-
kelijk om de eigen bijdrage van Haarlem te bepalen.
De inzet bij het spoordossier blijft ook in 2006 voort
om in overleg met het Rijk en NS onze beleidswen-
sen gerealiseerd te krijgen, zowel in het noorden als
het zuiden van de provincie.
RegioNet korte termijn
In 2005 wordt een vervolg gegeven aan de doorstro-
mingsmaatregelen conform RegioNet korte ter-
mijn/Ov-visies in de regio’s Haarlem-IJmond en
Gooi/Vechtstreek.
In het kader van de Investeringsimpuls zijn midde-
len geprioriteerd om hier vanaf 2006 mee door te
gaan. De Staten hebben besloten het budget van
RegioNet te verhogen van € 4 naar € 15 miljoen,
waardoor grotere projecten aan bod kunnen komen.
Nog in 2005 wordt hiervoor een programma opge-
steld.
Rijksprogramma Noordvleugel
Gecoördineerde besluitvorming rond
(rijks)programma Noordvleugel
In 2006 beslist het rijk over een aantal majeure pro-
jecten, die bepalend zijn voor de ontwikkeling van de
Noordvleugel. De provincie speelt een belangrijke rol
en is betrokken bij zowel de individuele projecten als
de gecoördineerde besluitvorming en de ambtelijke
voorbereiding daarvoor. De projecten vallen deels
onder programma 3 (V&V) en deels onder pro-
gramma 11 (RO). De door het rijk genoemde projec-
ten zijn de planstudie Schiphol-Almere, de
Schaalsprong Almere, de Zuiderzeelijn, de IJmeer-
verbinding, de gebiedsuitwerking Haarlemeermeer
c.a., Mainport Schiphol (incl. de landzijdige bereik-
baarheid), de Zuidas en het door de provincie inge-
brachte (nog buiten het programma vallende) project
De Groene Uitweg. Ons doel is een besluitenpakket
dat in lijn ligt met het streekplan en het collegepro-
gramma. Het zal veel inzet vergen om de besluiten
voor te bereiden en maximaal te beïnvloeden.
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 45
Planstudie Schiphol - Almere
De Planstudie Hoofdwegverbinding Schiphol-
Almere is gestart. Het rijk zal twee varianten bestu-
deren voor de hoofdwegverbinding tussen Schiphol
en Almere: de Stroomlijnvariant (De UITweg) en de
A6-A9 variant (langs de zuidkant van Amsterdam
Zuid-Oost). De Startnotitie en de ‘gewogen’ com-
mentaren daarop zijn input voor de op te stellen
Planstudie. In 2005 streeft het rijk naar afronding van
de Planstudie 1e fase, waarover medio 2006 besluit-
vorming plaatsvindt in relatie tot een aantal andere
rijksdossiers binnen het rijksprogramma Noord-
vleugel. Wij nemen bestuurlijk en ambtelijk deel in
de projectorganisatie. Onze inzet is dat er een oplos-
sing komt voor de verkeersproblematiek tussen
Almere en Amsterdam en dat deze oplossing wordt
gezocht in de Stroomlijnvariant.
Zuiderzeelijn
Vanaf medio 2004 zijn wij, het ROA en de gemeente
Amsterdam actief betrokken bij het project
Zuiderzeelijn. In dit dossier wordt al vanaf begin
2002 samengewerkt met Flevoland, Almere en het
rijk . Het rijk kiest voor een structuurvisie.
Op 8 december 2004 is in het platform Bereik-
baarheid Noordvleugel afgesproken de regio
Noordvleugel te laten participeren in het project
Zuiderzeelijn (intentieovereenkomst, programma van
eisen, samenwerkingsovereenkomst). Achtergrond
hierbij is dat het rijk middelen beschikbaar heeft voor
de Zuiderzeelijn en dat met de Zuiderzeelijn het
regionale openbaar vervoer tussen Almere,
Amsterdam en Schiphol verbeterd kan worden.
Tevens is er een nieuwe variant toegevoegd: de
Hanzelijn +++. De regio onderzoekt nog de moge-
lijkheden van de IJmeer verbinding. Medio 2006
moet besluitvorming plaatsvinden over de resultaten
van de marktconsultatie in samenhang met andere
projecten in het Noordvleugel programma. De voort-
gang in 2006 is mede afhankelijk van de uitkomsten
van het kamerdebat over het rapport van de
Tijdelijke Commissie Infrastructuur (TCI).
Zuidas
In het kader van de investeringsimpuls hebben wij
voorgesteld financieel te participeren in nader te
bepalen, herkenbare onderdelen van het Dokmodel
Zuidas, te dekken uit de investeringsimpuls verkeer
en vervoer. Als lid van het Permanent Publiek
Overlegorgaan Zuidas is de provincie actief betrok-
ken bij het proces rond de financiële inzet. In dit
orgaan stemmen rijk, Amsterdam, ROA en provincie
de bestuurlijke afwegingen, beleid en procedures
inzake de ontwikkeling van de Zuidas op elkaar af.
De Zuidas is een goed voorbeeld van een ontwikke-
ling waarin lokale en regionale overheden samen met
het rijk de handen ineenslaan en samenwerken met
het bedrijfsleven. Ook in 2006 moeten er belangrijke
besluiten genomen worden.
Landzijdige bereikbaarheid Schiphol
Wij hebben het trekkerschap op ons genomen van
deze studie, die in principe in 2005 wordt afgerond.
Het is nog niet duidelijk of en in hoeverre het door-
loopt in 2006, naast de inzet in het rijksprogramma,
maar een vervolg ligt wel in de rede.
Beprijzing
In deel 1 van de Nota Mobiliteit (2004) werd beprij-
zing van weginfrastructuur opnieuw op de rijks-
agenda geplaatst. Moties in de Tweede Kamer zetten
extra druk op dit dossier. In Noordvleugelverband
heeft de provincie zich voorstander getoond van het
beprijzen van infrastructuur. Op dit moment bereidt
het Kabinet een standpunt voor over beprijzen,
gericht op opname in deel 3 van de Nota Mobiliteit
(Kabinetsstandpunt). Onderdeel van deze voorberei-
ding is de instelling van het platform ‘Anders Betalen
voor Mobiliteit’ onder voorzittersschap van dhr.
Nouwen. Parallel aan dit traject bereiden partijen,
waaronder de provincie binnen de Noordvleugel-
samenwerking, zich voor op standpuntbepaling.
Al in 2005 is onze inzet nodig binnen de eigen gele-
dingen, de Noordvleugel (Amsterdam, ROA, Rijks-
waterstaat) en het IPO en andere koepels, gericht op
de ontwikkeling van betaald rijden en de positie van
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■46
de provincie daarbinnen. Na vaststelling van de Nota
Mobiliteit zal er, afhankelijk van de besluiten en daar-
binnen mogelijk gemaakte regionale initiatieven, van
een meer uitvoeringsgericht traject sprake zijn.
Mediapark Hilversum
De minister van Verkeer en Waterstaat heeft het geza-
menlijk door de partijen (provincie, gemeenten,
TCN) ingediende voorstel gehonoreerd en een bij-
drage toegekend van € 25 miljoen. Daarnaast hebben
wij PS gevraagd om een bedrag van € 12,5 miljoen.
Medio 2005 wordt duidelijk of de gemeente
Hilversum en TCN een harde garantie kunnen geven
voor de regionale bijdrage ad € 12,5 miljoen. De pro-
jectorganisatie staat inmiddels op poten en er wordt
voortvarend gewerkt aan maatregelen voor een
betere bereikbaarheid van Hilversum. Op basis van
voorstellen worden de maatregelen vervolgens uit-
gevoerd binnen de gestelde termijn tot 2010. In 2006
is onze inzet nodig voor de projectorganisatie, de uit-
werking van maatregelen en het tot stand brengen
van de eerste investeringen.
Netwerkvisie/gebiedsgerichte aanpak
Samen met de Noordvleugelpartners werken wij aan
de Netwerkvisie Noord-Holland, die binnenkort
wordt afgerond. Het uitgangspunt voor optimalisa-
tie is een betere benutting van het bestaande hoofd-
wegennet. Wij verwachten dat er vervolgens vijf
gebieden worden aangepakt. Daarbij worden maat-
regelen geïntroduceerd (à la DVM) die passen in de
Netwerkvisie. Deze aanpak past goed in de Nota
Mobiliteit en daarom gaan wij uit van nauwe samen-
werking met Rijkswaterstaat. In dit verband werken
wij ook aan voorstellen die moeten leiden tot afspra-
ken over de toekomstige organisatie rond netwerk-
management. Wij hebben daarin een vooraanstaande
rol. Vanzelfsprekend zorgen wij voor een goede
afstemming met wegbeheerders over de planning en
fasering van uit te voeren projecten (afstemming
werk in uitvoering).
Mobiliteitsmanagement
Bereikbaarheid Kust
2004 stond in het teken van het project
Bereikbaarheid Kust, Bloemendaal/Zandvoort.
Voortbordurend op de ervaringen is in 2005 het pro-
ject Bergen/Zijpe uitgevoerd en worden de middel-
lange termijn maatregelen van het project
Bloemendaal/Zandvoort verder uitgewerkt en gere-
aliseerd. In ons voorstel voor de Extra Investerings-
impuls is hiervoor een bedrag opgenomen van € 4,5
miljoen (gespreid over de jaren 2005, 2006 en 2007).
Voor het project Bergen/Zijpe moeten ook uitvoe-
ringsmiddelen ter beschikking komen om structurele
maatregelen te kunnen realiseren. Wij denken hierbij
aan een investeringsclaim van in totaal € 4,0 miljoen
(2006: € 0,5 miljoen; 2007: € 1,25 miljoen en 2008:
€ 2,25 miljoen). In 2006 nemen wij het laatste deel van
de kust ter hand, te weten Castricum-Velsen.
Vergunningverlening
In 2006 worden op aanvraag ontheffingen/vergun-
ningen/toestemmingen verleend en worden er ver-
keersbesluiten opgesteld op basis van wet- en regel-
geving.
Provinciale infrastructuur
PMI 2006-2010
Veel projecten uit het PMI (Provinciaal
Meerjarenprogramma Infrastructuur) zijn opgeno-
men in het Collegeprogramma 2003-2007 en zijn
inmiddels in voorbereiding of uitvoering. In de meer-
jarenraming houden wij rekening met € 31,5 miljoen
als dekking van de kapitaalslasten. Daarnaast vinden
er vanaf 2005 structurele verhogingen van de kapi-
taalslasten plaats voor de uitvoering de van de Extra
Investeringsimpuls Noord-Holland.
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 47
Aanpak verkeersonveiligheid
Wij intensiveren de aanpak van verkeersonveiligheid
op de provinciale infrastructuur. Voor de gebieden
buiten het ROA wordt dit geïntegreerd in de aanpak
van de regionale verkeersonveiligheid. Er worden
geen extra middelen geclaimd. Een en ander dient
naar onze mening tot stand te komen door herprio-
ritering binnen het PMI.
Uitvoering Masterplan N201
Met de goedkeuring door PS van de realisatieover-
eenkomst N201+ is de uitvoering van dit project
zeker gesteld. Voor een aantal onderdelen dient nog
definitieve besluitvorming plaats te vinden (aanslui-
ting A9 en zgn. Amstelpassage). Ook de ontwikke-
lingen rond het besluit luchtkwaliteit vereisen nadere
projectbesluiten. Voor de financiering wordt uit de
Extra Investeringsimpuls Noord-Holland € 31,3 mil-
joen bijgedragen en nog eens € 20 miljoen als risico-
reservering. Met deze bijdragen lijkt de realisatie van
de reconstructie N201 gewaarborgd. In 2006 hebben
continuering van de uitvoering en afronding van de
producten die nodig zijn voor rijksfinanciering prio-
riteit.
Reconstructie N242
Vanwege de gunstig uitgevallen aanbesteding van dit
project is in 2004 het krediet van € 120 miljoen naar
€ 70 miljoen verlaagd. Het provinciale financiële aan-
deel vermindert hierdoor. Deze middelen vallen vrij.
Bij de begrotingsbehandeling wordt aan PS gevraagd
of, en zo ja in hoeverre, de raming van deze verlaging
juist was.
Zo ja, dan kunnen PS een voorstel tot verhoging van
het krediet tegemoet zien. In 2006 staat dit “speer-
puntproject” in het teken van uitvoering. Een van de
voorgenomen acties is de omgeving goed te blijven
informeren over de voortgang.
5 Zuidtangent
De Zuidtangent is in ontwikkeling. Voor het weste-
lijke deel (onderdeel van het kerntraject) loopt voor
het gedeelte Schipholweg - Station Haarlem zoals
aangegeven een nadere studie. Wij verwachten dat in
2006 de voorbereiding en uitwerking aan de orde
zijn. Dit project maakt onderdeel uit van de Extra
Investeringsimpuls Noord-Holland. De uitgaven
(voornamelijk subsidie aan de gemeente Haarlem)
zullen hieruit moeten worden gedekt.
De zijtak Hoofddorp - Nieuw-Vennep is in uitvoe-
ring. De zijtak Hoofddorp - Aalsmeer - Uithoorn
wordt in 2006 in uitvoering genomen. Over de tak
Hoofddorp - Schiphol-Oost vindt in 2006 besluitvor-
ming plaats. De realisatiekosten worden in hoge mate
gedekt door subsidies, onder meer van het ROA. De
noodzakelijke eigen bijdrage van de provincie dek-
ken wij uit de reguliere middelen voor de ontwikke-
ling van de Zuidtangent.
Westfrisiaweg (Alkmaar - Hoorn)
Na besluitvorming over de aanpak van deze weg
(voorzien medio 2005) wordt de voorbereiding voor
uitvoering van delen van de Westfrisiaweg ter hand
genomen. De financiering van het provinciale aan-
deel moeten komen uit de Extra Investeringsimpuls
Noord-Holland.
Beheer provinciale wegen
Uitvoeren meerjarenprogramma
onderhoud aan de provinciale
weginfrastructuur (inclusief het
inlopen van de 3e tranche 25%
achterstallig onderhoud)
Wij werken sinds 2004 met de vernieuwde bekosti-
gingssystematiek van het Centrum voor Regelgeving
en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw
en de Verkeerstechniek (CROW). Daarvoor zijn de
onderhoudsniveaus voor verschillende categorieën
wegen vastgesteld. De vernieuwde bekostigings-
systematiek is niet van toepassing op het onderhoud
aan de Zuidtangent. Hiervoor is bij het CROW geen
regelgeving aanwezig of in ontwikkeling.
Binnen de vastgestelde kwaliteitsniveaus wordt de
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■48
staat van onderhoud op basis van verschillende para-
meters als volgt vastgelegd: voldoende, matig of
onvoldoende. De kwaliteit wordt eens per jaar
bepaald via de zogenoemde Aranmetingen. Deze
gegevens vormen de basis voor de vastgestelde
meerjarenprogramma’s voor het onderhoud.
In 2006 voeren we het jaarplan 2006 van het meerja-
renprogramma 2006-2010 uit. Daarnaast en realise-
ren we de 3e tranche van het in 2004 gestarte, vierja-
rige programma om het achterstallig onderhoud in
te lopen. In combinatie met de uitvoering van het
vaste onderhoud worden hiermee de vastgestelde
onderhoudsniveaus gehaald en 25% van het achter-
stallig onderhoud ingelopen. Het vaste onderhoud
voeren we volgens jaarplanning uit.
Uitvoeren van het variabel onderhoud
Zuidtangent
Onderhoud is onvermijdelijk om de functionaliteit en
veiligheid van de Zuidtangent te blijven garanderen.
Er is sprake is van oplopende kosten voor het onder-
houd, onder meer als gevolg van vandalisme.
Besloten is het verwijderen van graffiti en herstel van
schade door vandalisme tot het hoogst noodzakelijke
te beperken, zodat deze kosten binnen redelijke pro-
porties blijven. Ook de herstelmaatregelen aan de
haltes en aan de baan zijn ingrijpender dan was voor-
zien. Gebleken is echter dat wij nog onvoldoende
inzicht hebben in de (soms in opdracht van derden)
aangelegde constructies. In de loop van 2005 is hier-
naar een nader onderzoek gestart. Een rapportage
hierover wordt eind 2005 verwacht. Daarbij zullen
ook voorstellen worden gedaan voor een (nieuwe)
normering voor beheer en onderhoud, waarbij de
esthetische kwaliteit van de Zuidtangent een rol blijft
spelen. In 2006 wordt het onderhoud uitgevoerd op
basis van deze rapportage. Het vaste onderhoud
wordt in 2006 opnieuw aanbesteed middels een over-
eenkomst met producteisen, die zijn gebaseerd op het
hoogwaardige concept van de Zuidtangent.
In 2005 zijn beheer- en samenwerkingsovereenkom-
sten gesloten met ROA en Haarlem, waarin de struc-
turele bijdrage van deze partijen aan het onderhoud
van het kerntraject is vastgelegd tot eind 2007. Gezien
de oplopende onderhoudskosten starten wij in 2006
besprekingen over de financiële bijdragen na 2007.
Daarbij is ook de gemeente Haarlemmermeer betrok-
ken.
Verkeersveiligheid enverkeersmanagement
Verkeersveiligheid
In 2006 stellen we opnieuw een monitor verkeers-
veiligheid op voor een analyse van de ongevallen in
relatie tot verkeersintensiteit, gedrag en inrichting
van de weg. Op basis van de analyse doen we voor-
stellen ter verhoging van de verkeersveiligheid.
Daarnaast participeren we in veiligheidsprojecten
van derden (bijv. politie) en adviseren we andere
overheden en burgers inzake verkeersveiligheid en
eventuele aanpassing van ontwerpen.
Verkeersmanagement
Verkeersmanagement bevordert de doorstroming en
de verkeersveiligheid. Het zorgt voor afstemming van
verkeersmaatregelen en samenwerking met andere
wegbeheerders. Onderdelen van verkeersmanage-
ment zijn Dynamisch Verkeersmanagement, regiore-
gie, verkeerscoördinatie en incidentmanagement.
Samen met Rijkswaterstaat, de gemeente Alkmaar en
politie zijn we gestart met Dynamisch Verkeers
Management (DVM) rond Alkmaar / Noord-
Holland Midden. In 2006 ronden we de koppeling
van de verkeersregelinstallaties af ten behoeve van
het reguleren van de verkeersstromen op de ring
rond Alkmaar. Het resultaat daarvan is een betere
doorstroming van het verkeer rondom Alkmaar.
Daarmee krijgt de laatste DVM-maatregel zijn beslag.
In 2004 is een bestuurlijk akkoord gesloten met
betrekking tot de regioregie in de regio Alkmaar. De
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 49
regioregie is een overlegstructuur van de verschil-
lende wegbeheerders met als voornaamste doel
werkzaamheden aan de weg en evenementen op de
weg op elkaar af te stemmen. Hierdoor kan de over-
last voor de weggebruiker tot een minimum beperkt
blijven. Vanwege het succes in de regio Alkmaar en
de vele verbetermaatregelen die in het zuiden van de
provincie op stapel staan, waaronder de omlegging
van de N201, is inmiddels ook een regiegroep opge-
richt in Noord-Holland Zuid. In 2006 start een derde
regio-overleg in een nog nader te bepalen regio.
In het kader van de verkeerscoördinatie is VCP-GIS
een belangrijk hulpmiddel voor de afstemming van
wegwerkzaamheden en het realiseren van een goede
doorstroming op de provinciale wegen. In 2005 is dit
voor de burgers beschikbaar gesteld via internet. In
2006 gaan we dit systeem, afhankelijk van de resul-
taten van de in 2005 geplande evaluatie, verbeteren
en zo mogelijk uitbreiden tot een dynamisch route-
systeem. In dat geval worden via internet reisadvie-
zen verstrekt die rekening houden met wegwerk-
zaamheden.
Incidentmanagement heeft als doel de weg na een
incident zo snel mogelijk vrij te maken voor het ver-
keer. Wij ontwikkelen dit met vijf andere provincies
en zijn hiermee in 2005 gestart in de regio Alkmaar.
De provincie zorgt ervoor dat de benodigde over-
eenkomsten worden gesloten en participeert in de
kosten (o.a. administratiekosten Stichting Incident
Management en niet verhaalbare kosten). Na een
evaluatie in 2006 besluiten wij of het zinvol is inci-
dentmanagement in de hele provincie toe te passen.
In dat geval worden hiervoor met ingang van 2007
structureel middelen in de begroting opgenomen.
Overige producten provincialewegen
Deze productgroep omvat het beheer en verkoop van
vastgoed en productontwikkeling en innovaties.
Beheer en verkoop van vastgoed
In 2006 continueren wij de verkoop van overtollig
vastgoed (niet meer nodig voor provinciale doelein-
den). Het gaat vooral om stukken grond (overhoe-
ken) en opstallen. Voorts voltooien wij de juridische
overdracht van restanten van wegdelen tussen pro-
vincie en andere overheden.
Het toepasbaar maken van innovaties
Kunststof bij kunstwerken
In 2004 en 2005 is uitgebreid onderzoek gedaan naar
de toepassing van kunststof bij kunstwerken. Op
basis van de uitkomsten is besloten kunststof vaker
toe te passen, ook bij bestaande kunstwerken.
Toepassing van betonelementen bij rotondes
De toepassing van betonelementen bij rotondes
bevalt goed. Alle nieuwe rotondes worden voorzien
van betonelementen, wat de duurzaamheid van de
rotondes ten goede komt en de overlast voor het ver-
keer vermindert. In 2005 is ook gestart met het toe-
passen van betonelementen voor bestaande rotondes
die onderhoud behoeven. Begin 2006 wordt dit geë-
valueerd.
In samenwerking met TNO is in 2005 gestart met een
integraal afwegingsmodel, dat helpt bij het vaststel-
len van een oplossing die zowel duurzaam als
kosteneffectief is. In 2006 wordt de toepasbaarheid
van dit model beproefd.
Baggerspecie
In 2005 is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden,
voor- en nadelen en concrete randvoorwaarden
inzake het toepassen van baggerspecie in provinciale
infrastructuur. Het onderzoek wijst uit dat bagger-
specie zich het beste leent voor geluidswallen. In
2006 zoeken wij naar geschikte projecten.
Energie uit asfalt
De koers van het project energie uit asfalt is verlegd
van de N201 naar de N244 . Dit project wordt samen
met de gemeente Purmerend gerealiseerd.
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■50
LED-verlichting
In 2004 en 2005 hebben wij onderzoek gedaan naar
het toepassen van LED-techniek bij verkeersregelin-
stallaties. De fabrikanten beschikken inmiddels over
een door KEMA goedgekeurde toepassing. In 2005
zijn testen gehouden met de onderverlichting en is
deze voor het grootste deel vervangen door LED. Bij
het groot onderhoud in 2006 komen de eerste auto-
maten en lantaarns aan bod. Deze techniek is in aan-
schaf duurder dan de conventionele, maar is goedko-
per in onderhoud en vermindert de uitstoot van CO2.
Noordhollandsch Kanaal
Uitvoering Meerjarenprogramma
(MPO) oeverherstel
Noordhollandsch kanaal
In 2006 start de derde uitvoeringsfase conform de in
2004 vastgestelde strategie van risicogestuurd beheer.
Daarnaast worden bij het vaste onderhoud knelpun-
ten aangepakt die een gevaar vormen voor de func-
tie van het kanaal en de oevers. Eind 2006 is 88% van
de oevers in een onderhoudsstaat conform het vast-
gestelde kwaliteitsniveau. Eind 2008 is het achter-
stallig onderhoud aan de oevers van het
Noordhollandsch Kanaal weggewerkt.
Uitvoering Meerjarenprogramma
(MPO) bruggen en sluizen
Noordhollandsch Kanaal
Het onderhoud aan bruggen en sluizen voeren wij uit
op basis van het in 2005 opgestelde meerjarenpro-
gramma 2006 - 2010. Hiervan wordt de eerste jaar-
schijf uitgevoerd, zijnde onderhoud aan acht beweeg-
bare bruggen (waaronder drie monumentale vlot-
bruggen), vier sluizen en twee pontveren. De meer-
jarenprogramma’s worden jaarlijks geactualiseerd op
basis van een vastgestelde beheerstrategie.
Overige vaarwegen
Uitvoering onderhoud overige
vaarwegen
Het onderhoud aan de oevers van de overige vaar-
wegen voeren wij uit op basis van een in 2005 opge-
steld meerjarenprogramma, waarvan de beleids-
doelstellingen zijn geformuleerd in het integraal
vaarwegenbeheerplan.
Het onderhoud aan de Ringvaart van de Haarlem-
mermeerpolder wordt via een overeenkomst uitge-
voerd door het Hoogheemraadschap Rijnland.
In 2006 volgt het meerjarenprogramma voor de 37
beweegbare bruggen van de overige vaarwegen en
in 2007 komen de sluizen aan bod. Daarbij houden
wij rekening met veranderde inzichten en omstan-
digheden, zoals arbo en milieu). In 2006 besteden wij
in het kader van veiligheid ook aandacht aan de toe-
genomen verkeersbelasting van de bruggen.
Vervanging kunstwerken overige
vaarwegen
Wij zijn gestart met het programma “vervanging
kunstwerken”, waarvan de programmering en de
financiële consequenties in 2005 zijn uitgewerkt.
Vanaf 2006 willen wij de bekostiging van vervan-
gingsprojecten uitsluitend regelen via het PMO en
niet meer via het PMI. Voor de begroting van 2007 en
volgende jaren leidt dit tot een extra behoefte aan
middelen ter dekking van de kapitaalslasten voor
vervanging van kunstwerken. Voor die dekking is
naar schatting € 6 à 7 miljoen per jaar nodig. Na de
besluitvorming worden in 2006 de eerste projecten in
uitvoering genomen. Voorbereidingskredieten wor-
den gevraagd in de voorjaarsnota 2006.
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 51
Beprijzing Noordvleugel
Zie eerdere toelichting onder de tussenkop
‘beprijzing’.
Toets veiligheid beweegbare bruggen
In 2005 is onderzoek verricht aan ca. 15 kunstwerken
voor het opstellen van een vervangingsprogramma
kunstwerken. Het onderzoek was vooral gericht op
beweegbare bruggen in de provinciale stroomwegen
en was mede bedoeld om de kredieten voor achter-
stalling onderhoud nader te kunnen onderbouwen
Wij vervolgen dit onderzoek in 2006 met een tweede
tranche van kunstwerken om de programmering van
de vervanging van beweegbare bruggen te kunnen
bepalen. Centraal staat de toetsing van de bruggen
aan de toegenomen verkeersbelasting en -intensiteit
ter waarborging van de veiligheid van de objecten.
Inzage daarin ontbreekt tot op heden. Een uitkomst
kan ook zijn dat tijdelijke maatregelen worden voor-
gesteld om de staat van de bruggen op een minimaal
benodigd veiligheidsniveau te handhaven. De totale
kosten van dit onderzoek worden geraamd op
€ 200.000,–.
Meerjarenprogramma beweegbare
bruggen overige vaarwegen
In 2005 hebben we een meerjarenprogramma onder-
houd kunstwerken (bruggen, sluizen en pontveren)
van het Noordhollandsch Kanaal opgesteld. In 2006
gaan we dat opstellen voor de 37 beweegbare brug-
gen van de overige vaarwegen. Daarvoor dienen wij
specialistische deskundigheid extern in te huren. De
noodzaak van meerjarenprogramma’s onderhoud is
ingegeven door de behoefte aan outputgestuurd wer-
ken, dat door de langetermijnplanning integrale
afstemming mogelijk maakt met andere onderhouds-
activiteiten, inclusief die van andere beheerders zoals
Rijkswaterstaat en gemeenten.
In 2001 is door ons de normkostensystematiek voor
beweegbare bruggen ontwikkeld. In de afgelopen
jaren zijn andere inzichten en omstandigheden
(onder andere inzake arbo en milieu) ontstaan, die in
de meerjarenplannen worden meegenomen. Ook ont-
wikkelen wij normen voor de beschikbaarheid van
de kunstwerken voor met name vaarweggebruikers,
die wij PS ter instemming zullen voorleggen.
De totale kosten voor het Meerjarenprogramma
beweegbare bruggen van de overige vaarwegen
bedragen € 250.000,–.
Beleidsintensiveringen 2006.
Beprijzing Noordvleugel 100.000 0
Toets veiligheid beweegbare bruggen 200.000 0
Meerjarenprogramma kunstwerken overige vaarwegen 250.000 0
Omschrijving 2006 2007 2008 2009
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■52
Meerjarige beleidsnota’s en verordeningen.
Verkeers- en Vervoersplan Noord Holland 2003
Voortschrijdend Provinciaal Meerjarenplan Infrastructuur (PMI) Jaarlijks
Wegenverordening Noord-Holland 1995 Febr. 1995
Scheepvaartwegenverordening Noord-Holland 1995 Febr. 1995
Normkostensystematiek onderhoud wegen 2003
Meerjarenprogramma onderhoud wegen Jan 2005
Meerjarenprogramma Zuidtangent Jan 2005
Normkostensystematiek Overige Vaarwegen April 1998
Noordhollandsch Kanaal (besluit tot overname van Rijk naar provincie) Juni 1994
Beheerstrategie en meerjarenprogramma oevers Noordhollandsch Kanaal Dec. 2004
Vigerende meerjarige beleidsnota’s en verordeningen PS-datum
Lasten
Beleidsaccenten 550.000 - - -
Bestaand beleid 120.233.400 100.609.800 86.254.400 86.083.700
Totaal lasten 96.474.600 106.259.300 120.783.400 100.609.800 86.254.400 86.083.700
Baten
Beleidsaccenten
Bestaand beleid 26.924.400 18.154.300 18.389.000 18.588.200
Totaal baten 25.346.529 16.867.300 26.924.400 18.154.300 18.389.000 18.588.200
Resultaat voor bestemming 71.128.071 89.392.000 93.859.000 82.455.500 67.865.400 67.495.500
Onttrekking reserves 43.310.013 35.419.600 42.130.400 17.533.500 2.000.000 2.000.000
Storting reserves 3.175.000 1.183.500 1.183.500 1.183.500 1.183.500 1.183.500
Resultaat na bestemming 30.993.058 55.155.900 52.912.100 66.105.500 67.048.900 66.679.000
Investeringen
Beleidsaccenten
Bestaand beleid 36.247.826 120.498.400 147.100.800 159.200.000 140.750.000 155.200.000
Bijdragen derden 20.434.900 26.774.500 95.000.000 128.780.000 151.900.000
Onttrekking reserves 30.981.600 19.915.000 68.475.500 20.000.000 4.000.000 4.000.000
Saldo activering 5.266.226 80.148.500 51.850.800 44.200.000 7.970.000 - 700.000
Voorzieningen
Onttrekking voorzieningen 13.362.000 13.152.300 6.823.400 6.823.400 6.823.400
Storting voorzieningen 63.602.300 43.911.100 135.248.600 6.992.100 6.931.900 6.908.400
Exploitatie Rekening Begroting Raming Raming Raming Raming
2004 2005 2006 2007 2008 2009
Wat mag het kosten?
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 53
300 Mediapark Hilversum 9.000.000 1.500.000 2.500.000 2.500.000 2.500.000 Investeringsimpuls:
2005: 500.000
2010: 3.000.000
Zuidelijke Randweg Zaanstad 15.000.000 15.000.000 Investeringsimpuls
Verkeersmanagement A8-A9 5.000.000 2.000.000 3.000.000 Investeringsimpuls
Omlegging A9 Badhoevedorp 15.000.000 15.000.000 Investeringsimpuls
Zuidtangent 51.000.000 1.000.000 8.000.000 17.000.000 25.000.000 Investeringsimpuls:
2010 e.v.: 61.500.000
RegioNet H’lem/IJmond/G&V 15.000.000 2.000.000 4.000.000 4.000.000 5.000.000 Investeringsimpuls
Zuidas Amsterdam 75.000.000 75.000.000 Investeringsimpuls/
reservering
301 Bereikbaarheid kust: 2.600.000 1.000.000 1.000.000 600.000 Investeringsimpuls
Zandvoort/ Bloemendaal
Bereikbaarheid kust: 4.000.000 500.000 1.250.000 2.250.000 Investeringsimpuls
Bergen/Zijpe
Totalen 300 t/m 306 192.150.000 113.550.000 17.500.000 23.500.000 32.500.000
Prd.nr. Product Prod. totaal
2006-2009 2006 2007 2008 2009 Opmerkingen
Extra Investeringimpuls Noord-Holland
Projecten in het kader van de Extra Investeringsimpuls Noord-Holland.
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■54
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 55
2.4 Openbaar vervoer■
■
■
■
■
Vlot, veilig en beschikbaar openbaar vervoer door Noord-Holland.
Wij realiseren vlot, veilig en beschikbaar openbaar vervoer door Noord-Holland
voor iedereen. Dit maken wij mogelijk door het toetsen van sociale
veiligheidsplannen van de vervoerders, het verstrekken van subsidies aan
vervoerders, het aanbesteden van het openbaar vervoer en het monitoren van de
prestaties van de vervoerders.
Productgroepen
Exploitatie openbaar vervoer en versnelde aanleg
infrastructuur
Wat willen we bereiken?
Portefeuillehouder
drs. C. Mooij
Reissnelheid van het Hoogwaardig OV
1) Dit geldt voor de concessiegebieden in Noord-Holland, t.w. Noord-Holland
Noord, Haarlem-IJmond en Gooi en Vechtstreek (exclusief het ROA-gebied).
Streefnorm: De gemiddelde reissnelheid
van de HOV-lijnen tijdens de spits: 39,5
km. De streefnorm voor 2015 is dat de
gemiddelde reissnelheid op iedere HOV-
lijn minimaal gelijk is aan 75% van de
maximaal toegestane gemiddelde snelheid
Kengetal: 38,5 km.
Document: Jaarverslag van de
drie concessies
Moment: NJB
VLOT: Voldoende hoge reissnelheid voor Hoogwaardig OV. 1)
Indicator Doelstelling Rapportage
Wat gaan we ervoor doen?
Exploitatie openbaar vervoer
Concessiebeheer
De prestaties van de verschillende vervoerders wor-
den gemonitord om na te gaan of reizigers snel en
veilig met bus, OV-Taxi en vervoer over water door
Noord-Holland kunnen reizen. Het monitoren omvat
overleg met vervoerders, eigen onderzoek naar hun
prestaties en de opname van managementinformatie
van vervoerders in een monitoringsysteem. Dit
systeem houdt over een reeks van jaren informatie bij
over de belangrijkste kentallen van het collectief per-
sonenvervoer in Noord-Holland. Het monitoring-
systeem vormt de basis voor het concessiebeheer in
de komende jaren. De bevindingen leggen wij vast in
kwartaalrapportages en jaarverslagen voor de drie
concessies voor openbaar busvervoer in Gooi en
Vechtstreek, Haarlem/IJmond en Noord-Holland
Noord. Deze rapportages bevatten ook de resultaten
van de OV-Taxi in Haarlem/IJmond en Noord-
Holland Noord en van het vervoer over water. Voor
de Zuidtangent wordt een apart jaarverslag gemaakt.
Enige malen per jaar wordt overlegd met consumen-
tenorganisaties en gemeenten. Het monitoren van de
financiën verloopt via het actueel houden van de
meerjarenbegroting. Verantwoording over de finan-
ciën wordt afgelegd in de jaarrekening en in de rap-
portages aan het rijk.
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■56
Het gevoel van sociale veiligheid van reizigers in de bus. Streefnorm: 8,2 als gemiddeld reizigers-
oordeel voor sociale veiligheid.
Kengetal: de gemiddelde rapportcijfers
in 2004 voor de sociale veiligheid in de
bus zijn:
- G&V: 8,2
- H/IJ: 8,0
- NJN: 8,0
Documenten: Jaarverslag van
de drie concessies en de
klantenbarometer.
Moment: NJB
VEILIGHEID: Sociale veiligheid in het OV.
Indicator Doelstelling Rapportage
Percentage inwoners van Noord-Holland dat met OV en/of OV-Taxi kan
reizen.
Streefnorm: minimaal 80% van alle
inwoners wonen binnen 500 meter
(hemelsbreed) van een OV-halte en
100% kan over de OV-Taxi beschikken
Kengetal: Op dit moment kunnen alle
inwoners (80% woont binnen 500 meter
van een OV-halte) met het OV reizen.
Dit geldt ook voor de OV-taxi, met
uitzondering van een aantal inwoners in
Gooi en Vechtstreek en van Texel.
Documenten: Jaarverslag van
de drie concessies en de
OV/Taxi.
Moment: NJB
BESCHIKBAAR: Voldoende beschikbaarheid van OV en/of OV-Taxi voor iedereen.
Indicator Doelstelling Rapportage
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 57
Ook in 2006 geven wij prioriteit aan deze activiteit.
Goed opdrachtgeverschap vereist dat wij de presta-
ties van vervoerders meten en hen houden aan
gemaakte afspraken. Dit laatste gebeurt door strikte
naleving van de met hen overeengekomen
bonus/malusregelingen. De publicitaire activiteiten
op dit vlak worden in 2006 geïntensiveerd.
OV-chipkaart
Wij streven er naar, in overleg met betrokken partijen,
op 1 januari 2007 de chipkaart in het openbaar ver-
voer ingevoerd te hebben in de drie concessiegebie-
den. Wij willen de chipkaart tenminste gelijktijdig in
de noordelijke randstad invoeren. In 2006 worden de
voorbereidingen voor de invoering getroffen. Het
streven is de chipkaart ook toepasbaar te maken voor
de OV-taxi.
OV-Taxi Gooi en Vechtstreek
In 2006 wordt de OV-Taxi Gooi en Vechtstreek aan-
besteed. Door invoering van de OV-Taxi kan de rei-
ziger alle plaatsen in deze regio met het openbaar
vervoer bereiken. Gooi en Vechtstreek is de laatste in
Noord-Holland waar de OV-Taxi wordt ingevoerd.
Fast Flying Ferries (bootverbinding
IJmuiden-Amsterdam)
In 2006 wordt de Fast Flying Ferries voor de eerste
keer aanbesteed. Daarmee zijn alle vormen van open-
baar vervoer aanbesteed waarvoor de provincie
opdrachtverlener is.
Aanbesteding concessie Noord-Holland
Noord
De voorbereiding van de aanbesteding van de con-
cessie Noord-Holland Noord start in 2006. Het pro-
gramma van eisen wordt opgesteld in overleg met
gemeenten en consumentenorganisaties.
Meer keuzereizigers in het openbaar
vervoer
In 2006 willen wij samen met gemeenten en organi-
saties nagaan hoe de dalende trend van reizigers-
aantallen is om te buigen in een lichte groei. Samen
met de gecontracteerde vervoerders wordt een actie-
plan opgesteld, dat zo mogelijk nog in 2006 tot uit-
voering komt. Het ombuigen van de dalende tendens
is nodig om het openbaar vervoer op termijn levens-
vatbaar te houden.
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■58
Meerjarige beleidsnota’s en verordeningen
Verkeers en Vervoersplan Noord Holland 2003
Toekomstvast Openbaar Vervoer in Noord-Holland 2001
Vigerende meerjarige beleidsnota’s en verordeningen PS-datum
Lasten
Beleidsaccenten - - - -
Bestaand beleid 55.380.600 53.512.100 53.990.700 55.179.100
Totaal lasten 82.211.714 53.532.600 55.380.600 53.512.100 53.990.700 55.179.100
Baten
Beleidsaccenten
Bestaand beleid 43.233.800 42.278.000 43.085.200 44.205.000
Totaal baten 60.878.563 43.255.500 43.233.800 42.278.000 43.085.200 44.205.000
Resultaat voor bestemming 21.333.151 10.276.100 12.146.800 11.234.100 10.905.500 10.974.100
Onttrekking reserves 14.142.267 1.300.800 2.699.900 1.787.200 1.458.600 1.222.300
Storting reserves 10.006.125 3.020.400 1.944.800 1.944.800 1.944.800 1.944.800
Resultaat na bestemming 17.197.009 11.995.700 11.391.700 11.720.300 11.391.700 11.696.600
Investeringen
Beleidsaccenten - - - - - -
Bestaand beleid - - - - - -
Bijdragen derden - - - - - -
Onttrekking reserves - - - - - -
Saldo activering - - - - - -
Voorzieningen
Onttrekking voorzieningen 41.702.100 43.044.700 42.055.200 42.856.800 43.928.200
Storting voorzieningen 1.435.300 40.266.800 43.044.700 42.055.200 42.856.800 43.928.200
Exploitatie Rekening Begroting Raming Raming Raming Raming
2004 2005 2006 2007 2008 2009
Wat mag het kosten?
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 59
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■60
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 61
2.5 Water■
■
■
■
■
De provincie Noord-Holland werkt aan veiligheid tegen overstroming, het
verminderen en beter beheersbaar maken van de risico’s van wateroverlast en
watertekort en aan het waarborgen en waar nodig verbeteren van de kwaliteit van
het oppervlakte- en grondwater. Dat doet zij in samenwerking met de
waterbeheerders, gemeenten en maatschappelijke partijen.
Productgroepen
Kustvisie
Waterschapsaangelegenheden
Veiligheid en waterkeringen
Muskusrattenbestrijding
Integraal Waterbeheer
Grondwaterbeheer
Wat willen we bereiken?
Wij willen de volgende maatschappelijke effecten op
het gebied van water bereiken:
1 De inwoners van Noord-Holland tegen overstro-
mingen vanuit zee beschermen, waarbij ons
beleid zich richt op de komende 50 jaar.
2 Het overstromingsrisico door falen van primaire
en regionale keringen 2 verminderen en beter
beheersbaar maken op een betaalbare wijze.
3 De risico’s van wateroverlast of overstromingen
beperken door het aantal vangsten van muskus-
ratten de komende jaren op te voeren, hun ver-
spreiding te verminderen en de beverrat te elimi-
neren.
4 De inwoners van Noord-Holland beter bescher-
men tegen wateroverlast en -tekort en de water-
kwaliteit van oppervlakte- en grondwater verho-
gen op grond van doelstellingen en maatregelen
die aansluiten bij het (beoogde) gebruik. De maat-
regelen waar mogelijk integreren met natuur,
landschaps- en recreatiedoelen en daarmee de
kwaliteit van de leefomgeving en de kosteneffec-
tiviteit van onze maatregelen verhogen.
5 Kwantitatief en kwalitatief goed grondwater
behouden, vooral met het oog op een duurzaam
veilige drinkwatervoorziening en het terugdrin-
gen van de verdroging van de duinen, het Gooi
en de Vechtplassen.
6 Transparant en effectief waterbeheer in samen-
werking met de waterbeheerders.
Portefeuillehouder
P.J.M. Poelmann
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■62
■ Hoogte, stabiliteit en bekleding van de primaire waterkeringen
■ Gemaakte keuzen over kustverdedigingstrategieën voor zwakke
schakels.
2) Primaire keringen: dijken van IJsselmeer, Markermeer en waddenzee;
regionale keringen; dijken langs binnenwateren.3) Behoudens de Hondsbossche Zeewering.
Streefnorm voor 2006 is:
■ de primaire waterkeringen voldoen aan
de huidige wettelijke normen.3)
■ In 2006 ligt er met het oog op toe-
komstige veiligheid een integraal plan
voor de versterking van zwakke
schakels.
Hoogte, stabiliteit en
bekleding van primaire water-
keringen worden getoetst in
kader van de 5-jaarlijkse
toetsing door waterschappen.
Wij rapporteren bij de
jaarstukken.
Bescherming tegen overstroming vanuit zee.
Indicator Doelstelling Rapportage
■ Geïmplementeerde afspraken over samenwerking en rolverdeling tussen
waterschappen en provincie, (GS besluit van 29 maart 2005)
■ Correct en op tijd doorlopen van alle wettelijke procedures.
Streefnorm voor 2006 is:
■ Dat gezamenlijke afspraken met de
waterschappen zijn geïmplementeerd.
■ alle wettelijke procedures correct en
op tijd zijn doorlopen.
Wij rapporteren bij de
jaarstukken.
Juni 2006: evaluatie van de
implementatie van de 26
afspraken ter modernisering
van de relatie provincie-
waterschappen
Realiseren van effectief en transparant waterbeheer met waterbeheerders.
Indicator Doelstelling Rapportage
■ Hoogte en stabiliteit van primaire en regionale waterkeringen.
■ Periodieke oefeningen i.v.m. mogelijke overstromingen en actuele
getoetste calamiteitenplannen
Streefnorm voor 2006 is:
■ Dat de primaire waterkeringen zijn
getoetst aan de geldende norm voor
veiligheid;
■ Dat de regionale waterkeringen zijn
aangewezen en genormeerd.
■ Dat de calamiteitenplannen door ons
zijn beoordeeld en minimaal 1 maal
geoefend.
Wij rapporteren bij de
jaarstukken.
Bescherming tegen overstroming door primaire en regionale keringen.
Indicator Doelstelling Rapportage
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 63
■ Het aantal gevangen muskusratten per bestrijders uur
■ Besmettingsgraad (vangsten per bestrijders uur) per regio
■ Verspreidingsgraad per regio
Wij hebben voor eind 2009 de volgende
streefnormen bereikt:
■ Vangsten gestabiliseerd rond 4300
ratten
■ Op niet meer dan 42% van het
grondgebied komt de muskusrat voor.
De kentallen voor 2006 zijn:
■ Vangsten 13.000 ratten
■ Op max. 64% van het grondgebied
komt de muskusrat voor.
Wij rapporteren bij VJB, NJB
en jaarstukken
Het beperken van de schade door muskusratten.
Indicator Doelstelling Rapportage
■ Door waterschappen toegepaste werknormen voor overlast.
■ De toestand van de waterkwaliteit.
Streefnorm is:
■ dat in 2006 de waterschappen
uitvoeringsplannen gereed hebben om
de wateroverlast aan te pakken o.b.v.
werknormen.
■ dat in 2009 de ecologische water-
kwaliteitsdoelen (KRW) zijn vastgesteld,
dat in 2015 aan deze doelstellingen
wordt voldaan en dat in 2006 de
minimaal te handhaven waterkwaliteit
wordt vastgelegd (minimum niveau is
in elk geval de situatie in 2000).
Resultaten van de aanpak van
de wateroverlast en
verbetering van de
waterkwaliteit worden gemeld
in kader van jaarlijkse
bestuursrapportage van de
waterschappen.
Wij rapporteren bij de
jaarstukken.
Bescherming tegen wateroverlast en watertekort en verhogen waterkwaliteit.
Indicator Doelstelling Rapportage
■ Hoeveelheid onttrokken grondwater voor drinkwatervoorziening
■ Oppervlak verdroogd gebied.
Streefnorm voor 2006 is:
■ dat maximaal 22 miljoen m3 grond-
water wordt onttrokken voor drink-
watervoorziening als optimum om
enerzijds verdroging te bestrijden en
anderzijds een betrouwbare drink-
watervoorziening te garanderen.
■ dat het oppervlak verdroogd gebied
30% minder is dan in 1985 (kengetal:
in 2004 was verdroging met 25%
teruggebracht t.o.v. 1985).
Grondwatertoestand wordt
gemeten in kader van het
Jaarverslag grondwaterbeheer,
de verdroging via de
tweejaarlijkse kaart van de
verdroging in Nederland.
Wij rapporteren bij de
jaarstukken.
Kwantitatief en kwalitatief goed grondwater behouden.
Indicator Doelstelling Rapportage
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■64
Wat gaan we ervoor doen?
In januari 2006 wordt het provinciale Waterplan 2006-
2010 vastgesteld. Het Waterplan staat voor een
gerichte en realistische aanpak van de wateropgaven
in de komende vier jaar, samen met onze bestuurlijke
partners.
Klimaatverandering, zeespiegelstijging en bodem-
daling hebben steeds meer invloed op het waterbe-
heer. In het Waterplan staat in hoofdlijnen beschre-
ven wat de provincie de komende vier jaar doet om
veilig te kunnen wonen achter de dijken, geen natte
voeten te krijgen bij hevige buien en er voor te zor-
gen dat de kwaliteit van het water voldoet aan de
eisen die het gebruik hier aan stelt.
Vanaf 2006 investeren wij beduidend meer geld en
tijd in de uitvoering van beleid. Tegelijkertijd neemt
de inzet op de wettelijk verplichte nieuwe beleids-
vorming meer dan evenredig af. Het resultaat is dat
de begroting voor Water in de komende jaren grof-
weg gelijk blijft. Wel is er sprake van een verschui-
ving van incidentele posten (voor nieuw beleid) naar
structurele posten (voor uitvoering van beleid). Het
provinciale Waterplan vormt het kader van de
beleidsuitvoering in de komende vier jaar.
Uitwerking van beleid
Zoals aangegeven steken wij slechts beperkte tijd en
energie in de uitwerking van (nieuw) beleid.
Wettelijk verplicht beleid wordt de komende vier jaar
uitgewerkt op twee terreinen:
■ Implementatie van de kaderrichtlijn Water
■ Normering van de regionale keringen
Wettelijke taken
Wij gaan door met de uitvoering van onze wettelijke
taken, inclusief toezicht, veiligheid, keringen en
grondwaterbeheer.
Wat betreft veiligheid is het project Kustvisie een
speerpunt. Wij werken via een integrale aanpak van
de kustzone met veiligheid als uitgangspunt. De uit-
werking in 2006 is financieel geregeld. Daarnaast
werken wij aan de tijdige uitvoering van de dijkver-
sterking Enkhuizen-Hoorn. Wij hebben het initiatief
genomen om de financiering hiervan door het rijk
rond te krijgen.
Muskusrattenbestrijding
Wij willen mogelijke veiligheidsrisico’s als gevolg
van muskusratten zoveel mogelijk beperken. In 2006
zijn de eerste resultaten van de ingezette intensive-
ring zichtbaar door een toename in het aantal vang-
sten. De jaren daarna zullen de vangsten en de ver-
spreiding afnemen.
Wij zijn betrokken bij een landelijk verkenning naar
de nut en noodzaak van de bestrijding van muskus-
ratten deze verkenning moet het inzicht geven in de
vraag of de aanpak van de muskusratten nader
onderzoek vraagt en wat daarbij de relevante onder-
zoeksvragen zijn.
Normering regionale keringen
De provincie stelt als toezichthouder op de water-
schappen normen vast voor regionale waterkeringen
inzake bescherming tegen overstromingen. De nor-
men maken de burger duidelijk waaraan de regionale
waterkeringen moeten voldoen en geven waterbe-
heerders inzicht in de benodigde investeringen. In
2006 worden normen vastgesteld voor een deel van
Beleidsintensiveringen 2006.
Normering regionale waterkeringen 150.000 150.000 75.000 75.000
Muskusrattenbestrijding lease autos 180.000
Sanering riooloverstorten Bergen en Beverwijk 80.000
Implementatie EU kaderrichtlijn water 60.000 60.000 60.000
Omschrijving 2006 2007 2008 2009
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 65
de regionale waterkeringen en boezemkaden. Voor
de normering van de overige regionale waterkerin-
gen zijn studies en berekeningen nodig. Leidraden
worden opgesteld voor het toetsen en ontwerpen van
regionale waterkeringen. De provincie draagt bij aan
onderzoek naar kosteneffectieve maatregelen om aan
het gewenste veiligheidsniveau te voldoen en naar
de mogelijke integratie met andere versterkings-
maatregelen.
In 2006 worden samen met andere provincies leidra-
den opgesteld voor het ontwerpen en versterken van
regionale waterkeringen, kunstwerken en het beheer
en onderhoud. Tevens wordt de systematiek voor
normering geactualiseerd. In 2007 houden wij op
basis van de toetsingsresultaten voor boezemkaden
de (aangepaste systematiek voor) normering
opnieuw tegen het licht. Dit vergt ook onderzoek
naar toepassing van kosteneffectieve maatregelen en
naar de normering van overige regionale waterke-
ringen. In 2008 en 2009 ligt het accent op de inpassing
van verbeterings- en versterkingswerken.
Leaseauto’s muskusrattenbestrijding
De provincie breidt het aantal bestrijders tijdelijk uit
tot 15 fte. Zij dienen goed te zijn uitgerust om zich
naar en in het werkterrein te verplaatsen. Een aantal
muskusrattenbestrijders rijdt momenteel nog in
privé-auto’s. Om het uitsrustingsniveau van de
medewerkers te verbeteren en de herkenbaarheid
van de provincie bij de uitvoering van haar bestrij-
dingstaak te vergroten, sluiten wij in 2006 een full
operational leasecontract af voor dienstauto’s, reke-
ning houdend met de outsourcing van de bedrijfs-
vervoerstaak.
Sanering riooloverstorten Bergen en
Beverwijk
Op 21 september 2004 is besloten een actieve rol te
spelen in de sanering van de riooloverstorten op het
strand te Egmond en Wijk aan Zee. Hoewel de ver-
antwoordelijkheid hiervoor primair ligt bij de betrok-
ken gemeenten, liggen er raakvlakken met de pro-
vinciale beleidsvelden zwemwater en de blauwe
vlag. Zolang de pijpen aanwezig zijn op het strand,
krijgen deze badplaatsen geen blauwe vlag. Sanering
van de pijpen leidt tot schoner zwemwater, herin-
voering van de blauwe vlag en een impuls voor
recreatie en toerisme.
Wij nemen het initiatief tot saneren van de beide
overstorten. Daarvoor moeten de technische oplos-
singen, de kostenplaatjes en de standpunten van alle
partijen in beeld worden gebracht. Op bestuurlijk
niveau zijn keuzes nodig en afspraken over een
kostenverdeling. Pas dan kan tot daadwerkelijke
sanering worden overgegaan. Dit gebeurt in eigen
beheer door de gemeenten.
Implementatie EU-kaderrichtlijn Water
De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is sinds
december 2000 van kracht. De KRW verplicht alle lid-
staten in Europa tot het opstellen van op elkaar afge-
stemde Stroomgebiedbeheerplannen om de kwaliteit
van grond- en oppervlaktewater te verbeteren.
Noord-Holland is samen met haar waterpartners
(Rijk, buurprovincies, waterschappen en gemeenten)
verantwoordelijk voor het uitwerken van de richtlijn.
Het gaat om een wettelijke verplichting. Daarom zijn
wij met onze waterpartners in 2003 het regionale
samenwerkingsverband Rijn-West aangegaan. Voor
de periode 2005-2009 moeten wij gezamenlijk haal-
bare en realistische kwaliteitsdoelen bepalen en aan-
duiden hoe en wanneer wij deze doelen gaan berei-
ken. Haalbaar betekent integraal afgewogen, maat-
schappelijk acceptabel, betaalbaar en technisch uit-
voerbaar. De EU zal ons afrekenen op de resultaten.
De KRW maakt de wijze waarop wij en onze water-
partners met beleidsdoelen in het waterbeheer
omgaan minder vrijblijvend. Dit vereist een zorgvul-
dig proces en een intensivering van de bestaande
inzet. In samenwerking met onze partners is het
werkproces uitgewerkt en beschreven in het regio-
nale ‘Werkplan deelstroomgebied Rijn-West 2005-
2009’. In 2015 zijn deze gebiedsgerichte, haalbare en
realistische kwaliteitsdoelen als uitwerking van de
‘goede toestand’ voor de verschillende waterlicha-
men grotendeels behaald. Voor de waterlichamen
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■66
waarvoor in 2009 duidelijk is dat het bereiken van de
kwaliteitsdoelen meer tijd vergt, gaan 2021 en moge-
lijk 2027 als termijnen gelden. In 2027 verkeren alle
oppervlaktewaterlichamen in de vastgestelde ‘goede
toestand’.
Meerjarige beleidsnota’s en verordeningen.
400 Kustvisie
Kustvisie 2050 10 juni 2002
420 Waterkeringen
Verordening op de waterhuishouding en waterkeringen NH 22 okt 1991
Interprov. Verordening waterbeheer Rijnland 14 dec 1998
Interprov. Verordening waterhuishouding Amstel, Gooi en Vecht 10 juni 2002
Verordening regionale waterkeringen Eind 2005
430 Integraal beheer oppervlaktewater
Verordening op de waterhuishouding en waterkeringen NH 22 okt 1991
Provinciaal Waterhuishoudingsplan Stilstaan bij Stromen 17 sep 2001
Provinciaal Waterplan 2006-2010 Jan. 2006
Provinciaal milieubeleidsplan 2002-2006 21 okt 2002
Streekplan Noord-Holland Zuid 17 feb. 2003
Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord 25 okt. 2004
441 Grondwater
Grondwaterverordening Noord-Holland 1998 29 mrt 1999
Grondwaterheffingsverordening Noord-Holland 1998 16 nov 2000
Vigerende meerjarige beleidsnota’s en verordeningen PS-datum
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 67
Wat mag het kosten?
Lasten
Beleidsaccenten 470.000 210.000 135.000 75.000
Bestaand beleid 2.583.600 1.784.000 1.691.800 1.554.700
Totaal lasten 5.882.301 3.864.300 3.053.600 1.994.000 1.826.800 1.629.700
Baten
Beleidsaccenten
Bestaand beleid 2.105.900 2.117.000 1.998.200 1.808.600
Totaal baten 2.836.163 1.457.800 2.105.900 2.117.000 1.998.200 1.808.600
Resultaat voor bestemming 3.046.138 2.406.500 947.700 - 123.000 - 171.400 - 178.900
Onttrekking reserves 1.685.444 - - - - -
Storting reserves 607.100 - - - - -
Resultaat na bestemming 1.967.794 2.406.500 947.700 - 123.000 - 171.400 - 178.900
Investeringen
Beleidsaccenten - - - - - -
Bestaand beleid - - - - - -
Bijdragen derden - - - - - -
Onttrekking reserve - - - - - -
Saldo activering - - - - - -
Voorzieningen
Onttrekking voorzieningen 113.900 memorie memorie memorie memorie
Storting voorzieningen 1.007.200 memorie memorie memorie memorie memorie
Exploitatie Rekening Begroting Raming Raming Raming Raming
2004 2005 2006 2007 2008 2009
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■68
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 69
2.6 Milieu■
■
■
■
■
De provincie Noord-Holland streeft naar een schoon en veilig Noord-Holland.
De provincie Noord-Holland streeft naar een veilige fysieke leefomgeving.
De provincie Noord-Holland streeft naar een veilig, gezond en duurzaam
leef- en werkklimaat.
Productgroepen
Coördinatie Milieubeleid
Afvalstofenbeleid, bagger
Bodembescherming
Bodemsanering
Nazorg gesloten stortplaatsen (na 1996)
Lucht, Veiligheid en Geluid
Duurzame energie
Vergunningverlening
Handhaving
Regierol milieuwethandhaving
Ontgrondingen
Wat willen we bereiken?
Portefeuillehouder
A. Moens
Volume verwijderde bagger De streefnorm is verwijderen van
300.000 m3 in 2006
Wij rapporteren bij de
jaarstukken
Voortgang in de verwijdering van bagger uit Noord-Hollandse vaarwegen.
Indicator Doelstelling Rapportage
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■70
Onthulling aardkundig monument.
Toetsing bestemmingsplannen op bodemaspecten.
De streefnorm – en kengetal – is de
onthulling van tenminste 1 aardkundig
monument.
De streefnorm is dat alle door de
provincie te beoordelen bestemmings-
plannen worden getoetst op bodem-
aspecten.
Het kengetal is: 100%.
De normen hebben wij
vastgelegd in het GS-besluit
nr. 2002-43948 d.d. 02/03.
Wij rapporteren bij Najaars-
nota of in de jaarstukken.
De normen hebben wij
vastgelegd in de Leidraad
omgevingsbeleid.
Wij rapporteren bij Najaars-
nota.
De provincie Noord-Holland streeft naar het behoud voor toekomstige generaties van waardevolle
bodemkwaliteitsaspecten in 80 unieke en zeldzame gebieden.
Indicator Doelstelling Rapportage
Het oppervlakte en/of volume nog te saneren of beheersbaar te maken
verontreinigde grond.
Realisatie Meerjaren-programma Bodembescherming (MJP) 2005-2009.
De streefnorm – en kengetal – is een
jaarlijkse actualisatie van het oppervlakte
en/of volume verontreinigde grond, op
basis van onderzoek en door de
provincie, gemeenten en marktpartijen
uitgevoerde saneringen.
De streefnorm is: jaarlijks afdoende
voortgang realiseren voor een volledige
uitvoering van het MJP 2005-2009. Met
als speerpunten: het programma
Gasfabrieken, Masterplan ’t Gooi,
Ilperveld, Anna’s hoeve, waterbodems en
grondwatersanering. Een kengetal is door
de aard, complexiteit en duur van
bodemsaneringtrajecten niet van toepassing.
Wij rapporteren in de jaar-
stukken.
De normen hebben wij
vastgelegd in het MJP 2005-
2009 (GS 11/04).
Wij rapporteren over de
voortgang van het MJP bij
Voor- en Najaarsnota en in de
jaarstukken.
De provincie Noord-Holland beoogt in 2030 de bodemverontreiniging te hebben gesaneerd of beheersbaar gemaakt.
Indicator Doelstelling Rapportage
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 71
Uitvoering nazorgplannen De streefnorm is: de nazorg op na 1996
gesloten stortplaatsen wordt conform
vastgestelde nazorgplannen uitgevoerd.
Een kengetal is nog niet van toepassing,
omdat de eerste stortplaatsen pas in de
loop van 2006 gesloten worden en aan
ons worden overgedragen.
De normen liggen vast in
nazorgplannen. (In 2006 voor
Hollandse Brug in Huizen en
de Poel in Zaanstad.)
Wij rapporteren in de jaar-
rekening nazorgfonds 2006.
De provincie Noord-Holland ziet er, door het effectueren van nazorgplannen, op toe dat de omgeving van na 1996
gesloten stortplaatsen geen nadelige effecten ondervindt.
Indicator Doelstelling Rapportage
Voor Luchtkwaliteit:
Voortgangsrapportage uitvoering provinciaal actieplan luchtkwaliteit.
Voor geluid:
Vermindering gemeten geluidbelasting bij toptien ‘provinciale’ Wm-
bedrijven en provinciale wegen.
Voor externe veiligheid:
Een risicokaart met alle risicovolle activiteiten met gevaarlijke stoffen
(bedrijven,transport) en toetsingskader groepsrisico.
Voor Geur:
Vermindering aantal klachten/meldingen bij de toptien geurknelpunten
‘provinciale’ Wm-bedrijven.
Voor luchtkwaliteit:
In 2006 worden de streefwaarden voor
de verschillende stoffen voor 75% niet
meer overschreden.
Voor geluid:
Vermindering aantal (ernstig)
geluidgehinderden t.o.v. 2000.
Voor externe veiligheid:
Verhogen veiligheid door uitvoeren
projecten uit programma’s EV-1 en EV-2.
Voldoen aan grenswaarde voor plaats-
gebonden risico voor nieuwe situaties
Voor Geur:
Halveren aantal geurgehinderden in 2006
t.o.v. 2000
Wij rapporteren bij de
jaarstukken
Het accommoderen van de verdere uitbouw van infrastructuur en woningbouw binnen voorgeschreven EU
regelgeving.
Indicator Doelstelling Rapportage
Reductie kg CO2 Reductie CO2 met 0,3 Mton
Toename opgesteld vermogen
windenergie met 35 MW.
Wij rapporteren in de
jaarstukken
Bijdrage aan de vermindering van het broeikaseffect en groei van de werkgelegenheid in bouw en onderhoud van
installaties in de sector duurzame energie.
Indicator Doelstelling Rapportage
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■72
Wat gaan we ervoor doen?
Het bewaken en verbeteren van de fysieke leefom-
geving tegen reële kosten blijft het uitgangspunt. In
2005 werd vooral het westen van het land gecon-
fronteerd met de ingrijpende gevolgen van Europese
regelgeving inzake luchtkwaliteit. Grote infrastruc-
turele projecten en woningbouw zijn door uitspraken
van de Raad van State op zijn minst vertraagd en
vragen om herbezinning. Het kan niet de bedoeling
zijn dat Noord-Holland op slot gaat. Om die reden
zijn onze inspanningen in 2006 gericht op enerzijds
steun aan IPO en rijk om de europese regelgeving (in
de tijd) te versoepelen en anderzijds om zeer voort-
varend mogelijkheden te onderzoeken om de Noord-
Hollandse infrastructuur, bedrijventerreinen en
woningbouw te kunnen realiseren. Wij geven (samen
met gemeenten) met kracht uitvoering aan de maat-
Adequate vergunningen en ontheffingen
Naleefgedrag regels
De streefnorm is: tenminste 70% van de
vergunningen / ontheffingen wordt in
2006 op tijd afgegeven.
Het kengetal is: 60%
De streefnorm is: in 2006 worden
kernvoorschriften – voorschriften die de
kern vormen van de bescherming van
belangen waartoe een regeling of
beschikking strekt – voor tenminste 80%
nageleefd, aanvullende voorschriften
voor tenminste 70% en resterende voor
tenminste 50%.
Het kengetal is: in ontwikkeling
De normen leggen wij vast in
de productenraming. Wij
rapporteren bij voor- en
najaarsnota en in de
jaarstukken.
De normen hebben wij in 06-
2004 vastgelegd in het
Handhavingsuitvoerings-
programma 2005-2006 m.b.t.
de milieuhandhaving van de
provincie Noord-Holland. Wij
rapporteren in de hand-
havingrapportage-PS 2006.
De provincie Noord-Holland streeft na dat onder haar bevoegd gezag vallende bedrijven en activiteiten gestelde
milieukwaliteits- en veiligheidseisen niet overschrijden respectievelijk actief bijdragen aan verbetering van de
milieukwaliteit en veiligheid.
Indicator Doelstelling Rapportage
Inzet van bagger in m3 als alternatief voor primaire winning
Aantal vergunningen voor primaire winningen
Streefnorm voor 2006 is:
Dat de inzet van bagger als alternatief
tenminste op het niveau van 2005 ligt.
Dat er in beginsel geen vergunningen
voor primaire winning worden afgegeven.
Wij rapporteren bij de
jaarstukken.
Het voorzien in de behoefte aan bouwgrondstoffen met minimalisatie van landontginning en beperken van primaire
winning van bouwgrondstoffen op het land.
Indicator Doelstelling Rapportage
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 73
regelen die zijn vastgelegd in het provinciaal actie-
plan luchtkwaliteit 2005. Ter uitvoering van de
Europese richtlijn omgevingslawaai stellen wij in
2006 geluidsbelastingkaarten op voor provinciale
wegen en zullen wij burgers en gemeenten daarover
informeren.
Het baggerprogramma Noord-Hollandse vaarwegen
ligt op koers. Na het voltooien van één traject en vier
knelpunten in 2005 kan eind 2006 het gehele
Noordhollandsch Kanaal van Den Helder tot
Zaanstad voldoen aan de maritieme en waterhuis-
houdkundige eisen. Wij zetten de bagger o.a. in als
grondstof/bouwstof voor natuur en wegen.
Het duurzaam energiebeleid heeft succes en krijgt in
2006 een wending door deze te verbinden met de
ontwikkeling van de economie in de Kop van Noord-
Holland. Dit vergt een investeringsimpuls van € 10
miljoen. Het accent leggen we bij de doorontwikke-
ling van veelbelovende technieken voor offshore
windparken, duurzame voertuigtechniek en zonne-
cellen. Onze inspanningen voor vergroting van het
geplaatste vermogen windenergie gaan onvermin-
derd door. In 2005 was de doelstelling uit het colle-
geprogramma reeds bereikt (200 MW). Nu richten we
ons vizier op 300 MW voor eind 2007.
De groei van Schiphol heeft grote gevolgen voor het
milieu. In 2006 voltooit de CROS (Commissie
Regionaal Overleg Schiphol) de dit jaar ingezette pro-
fessionalisering. Dit omvat de vorming van een
rechtspersoon voor de CROS en gewijzigde verhou-
dingen met de omgeving en de luchtvaartsector.
Om te voorzien in de behoefte aan bouwgrondstof-
fen met minimalisatie van landontgrondingen is in
2004 het bouwgrondstoffenplan vastgesteld. Voor de
uitvoering daarvan werken wij ook in 2006 via twee
sporen: een uitvoeringsstrategie voor primaire win-
ning en een strategie om hergebruik en zuiniger
gebruik te stimuleren. Anticiperend op de markt-
werking in 2008 voeren wij een terughoudend ver-
gunningenbeleid voor primaire winning van bouw-
grondstoffen.
Voorts informeren wij de inwoners van Noord-
Holland over milieubeleidthema’s (ontwikkelingen
en speerpunten, veiligheidsaspecten en zwemgele-
genheden) en de daaraan gerelateerde procedures via
internet en andere kanalen, zoals:
■ de beleidseffectmonitor, rapportages en evalua-
ties;
■ contacten met burgers, bedrijven en doelgroepen
door bestuurders en ambtenaren;
■ speciale informatiebijeenkomsten en hoorzittin-
gen;
■ RTV N-H, publieksfolders (zoals de jaarlijkse
zwemfolder) en projectborden (billboards);
■ de Milieuklachtentelefoon, inclusief het Groen
Meldpunt, de Zwemwaterinformatielijn en het
Afvalinformatiepunt;
■ de maandelijkse provinciale pagina in de huis aan
huisbladen;
■ publicaties over (voorgenomen) besluiten e.a.;
Daarnaast voeren wij met onze handhavingpartners
ook in 2006 de 24-uurs Milieuestafette uit. Deze jaar-
lijkse, provinciebrede activiteit genereert veel publi-
citeit voor milieuhandhaving.
Beleidsintensiveringen 2006.
Verhoging budget voor lucht, veiligheid en geluid € 350.000 € 350.000 € 350.000 € 350.000
Commissie Regionaal Overleg luchthaven Schiphol (CROS) € 190.000
Landelijk meldpunt afvalstoffen (LMA) € 64.800
Overdrachtskosten stortplaatsen ‘De Poel’en ‘Hollandse brug’ € 40.000
Stimuleringsbijdrage oprichting milieudiensten € 500.000 € 500.000
Omschrijving 2006 2007 2008 2009
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■74
Verhoging budget voor lucht, veiligheid
en geluid
In de jaren 2006-2009 versterken wij onze inzet op
lucht, veiligheid en geluid versterken met € 350.000
per jaar (€150.000 voor lucht, €100.000 voor externe
veiligheid en € 100.000 voor geluid). Aanleidingen
voor deze beleidsintensivering zijn de toenemende
zorg over de luchtkwaliteit in onze regio, de groei-
ende invloed van Europese milieunormen op ons
handelen en recente ontwikkelingen in het
Rijksbeleid.
Commissie Regionaal Overleg
luchthaven Schiphol (CROS)
Bij de oprichting van de Commissie Regionaal
Overleg luchthaven Schiphol (CROS) in 2003 heeft de
provincie besloten deze commissie te ondersteunen
door kantoorruimte en provinciale medewerkers
beschikbaar te stellen. Vorig jaar hebben wij de inzet
van medewerkers ter ondersteuning van de CROS
afgebouwd en vond de commissie elders kantoor-
ruimte. Er is nu alleen nog een financiële ralatie.
Omdat wij groot belang hechten aan een goed func-
tionerende CROS, verhogen wij de jaarlijkse bijdrage
voor 2006 met € 190.000 tot € 400.000.
Landelijk Meldpunt Afvalstoffen
(LMA)
Participatie in het LMA is van belang voor effectieve
handhaving. De contributie wordt jaarlijks vastge-
steld en is voor 2006 fors verhoogd met € 64.767 tot
een bedrag van € 421.767. Wij zullen in 2006 het lid-
maatschap evalueren en o.a. kijken naar de verhou-
ding tussen kosten en baten.
Overdrachtskosten stortplaatsen
‘De Poel’en ‘Hollandse brug’
Op basis van de Wet milieubeheer zijn wij verant-
woordelijk voor de ‘eeuwig durende’ nazorg van na
1996 gesloten stortplaatsen. Om die nazorg te
bekostigen beheren wij een nazorgfonds, dat wordt
opgebouwd met aan exploitanten van stortplaatsen
opgelegde heffingen. Dit jaar worden voor het eerst
stortplaatsen gesloten (de Poel, Hollandse Brug) en
aan ons overgedragen. Voordat wij daartoe kunnen
overgaan, laten we een inspectieonderzoek uitvoeren
om te bepalen of de stortplaatsen voldoen aan de
gestelde eisen. De kosten daarvoor ad. € 40.000
mogen niet ten laste worden gebracht van het
nazorgfonds en kunnen niet worden verhaald op de
exploitanten. Vooralsnog ramen we de kosten niet
structureel, omdat er nog teveel onzekerheden zijn.
Stimuleringsbijdrage oprichting
milieudiensten
Wij streven samen met onze handhavingpartners
naar professioneler toezicht en handhaving.
Daarvoor wordt onder andere de oprichting van
milieudiensten gestimuleerd. Om de regio’s te hel-
pen met het oprichten van milieudiensten is voor
2006 een bedrag gereserveerd van € 500.000 ter
bestrijding van de frictiekosten. Met deze provinci-
ale bijdrage kunnen deze regio’s het vereiste profes-
sionaliseringsniveau halen.
Meerjarige beleidsnota’s en verordeningen.
Het Provinciaal MilieuBeleidsplan (PMP) 2002-2006 21 oktober 2002
PMV (herzieningaanvulling voorzin voor januari 2006) Januari 2001
Landschapschoonverordening 2005
Vigerende meerjarige beleidsnota’s en verordeningen PS-datum
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 75
Extra investeringimpuls Noord-Holland
Investeringsimpuls duurzame energie
In 2004 hebben PS besloten tot een investeringsim-
puls van ruim een half miljard euro. Elders in deze
begroting wordt de investeringsimpuls integraal
gepresenteerd.
Binnen de investeringsimpuls is € 10 miljoen geoor-
merkt voor investeringen in de cluster Duurzame
Energie, gericht op twee doelstellingen:
■ Groei van de economie in Noord-Holland Noord
door activering van de in dat gebied aanwezige
knowhow op het gebied van innovatieve duur-
zame energietechnologie bij aldaar gevestigde
kenniscentra en bedrijven, teneinde tot een eco-
nomisch rendabele bedrijvencluster te komen.
■ Daling van de CO2-uitstoot door het gebruik van
(innovatieve) duurzame energietechnieken te
bevorderen.
Aan de investeringsimpuls duurzame energie wordt
met zes projecten uitvoering gegeven. Het gaat zowel
om voortzetting en/of versterking van succesvol
bestaand beleid als om nieuw beleid. Dit nieuwe
Lasten
Beleidsaccenten 1.144.800 850.000 350.000 350.000
Bestaand beleid 19.292.100 17.693.000 17.701.200 17.705.300
Totaal lasten 62.510.664 27.991.300 20.436.900 18.543.000 18.051.200 18.055.300
Baten
Beleidsaccenten
Bestaand beleid 16.993.400 16.993.400 16.993.400 16.993.400
Totaal baten 57.024.951 17.234.700 16.993.400 16.993.400 16.993.400 16.993.400
Resultaat voor bestemming 5.485.713 10.756.600 3.443.500 1.549.600 1.057.800 1.061.900
Onttrekking reserves 2.219.982 7.881.700 memorie memorie memorie memorie
Storting reserves 146.000 memorie memorie memorie memorie memorie
Resultaat na bestemming 3.411.731 2.874.900 3.443.500 1.549.600 1.057.800 1.061.900
Investeringen
Beleidsaccenten - - - - - -
Bestaand beleid - - - - - -
Bijdragen derden - - - - - -
Onttrekking reserves - - - - - -
Saldo activering - - - - - -
Voorzieningen
Onttrekking voorzieningen 15.959.200 12.341.500 12.341.500 12.341.500 12.341.500
Storting voorzieningen 29.286.900 12.224.800 12.764.400 12.749.200 12.757.400 12.761.500
Exploitatie Rekening Begroting Raming Raming Raming Raming
2004 2005 2006 2007 2008 2009
Wat mag het kosten?
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■76
beleid is alleen mogelijk dankzij de investeringsim-
puls en krijgt bovendien op een nieuwe, innovatie
wijze vorm. De financiële planning voor de zes pro-
jecten ziet er als volgt uit. De jaarschijf 2005 is mee-
genomen om inzichtelijk te maken welke projecten
reeds in 2005 zijn gestart.
DE-01 Windturbinepark Wieringermeerdijk € 250.000 € 200.000 € 200.000 € 650.000
DE-02 CO2 servicepunt/deelverordening € 17.500 € 807.500 € 775.000 € 400.000 € 2.000.000
duurzaam energiepakket
DE-03 Stichting Duurzaam Texel € 116.000 € 116.000 € 116.000 € 348.000
DE-04 Realisatie Facility Center voor maak- € 50.000 € 2.400.000 € 50.000 € 2.500.000
industrie duurzame energietechnieken
DE-05 Realisatie Kenniscentrum Duurzame € 140.000 € 200.000 € 200.000 € 200.000 € 740.000
Energie door ATO
DE-06 Bevordering Innovatieve duurzame pm pm pm pm € 3.700.000
energietechnieken
€ 457.500 € 3.723.500 € 1.341.000 € 716.000 € 9.938.000
2005 2006 2007 2008 totaal
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 77
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■78
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 79
2.7 Recreatie en toerisme, natuur en landschap
■
■
■
■
■
De provincie streeft naar de versterking en ontwikkeling van het landelijk gebied
voor recreatie, toerisme, natuur en landschap in hun onderlinge samenhang en in
relatie tot water en landbouw.
Productgroepen
Beleidsvoorbereiding Gebiedsprogramma’s
landelijk gebied
Realisatie gebiedsprogramma’s landelijk gebied
Ontwikkeling openluchtrecreatie en toerisme
Beheer openluchtrecreatie
Ontwikkeling natuur
Beheer natuur
Landschapsbescherming en advisering
Wat willen we bereiken?
Wij noemen hier de maatschappelijke effecten die wij
uiteindelijk willen bewerkstelligen in de
Noord-Hollandse samenleving. Voor dit programma
gaat het in 2006 om:
1 Een per gebied met de regionale partners over-
eengekomen samenhangend integraal pro-
gramma. Dit behandelt de inrichting of ontwik-
keling enerzijds en het beheer (behoud en onder-
houd) van landelijk gebied anderzijds. Het doel
van dit alles is om over voldoende recreatie en
toerismevoorzieningen te beschikken, natuur-
waarden te behouden of te vergroten, landschap-
pelijke kenmerken en verscheidenheid te waar-
borgen, waterberging en schoon water te realise-
ren en economische ontwikkeling van platteland
te stimuleren en in stand te houden.
2 Het uitvoeren van deze gebiedsprogramma’s. Dit
kan door het realiseren van nieuwe waterstruc-
turen, openbaar toegankelijke groengebieden en
recreatieve en ecologische verbindingen, die aan
een beheerder kunnen worden overgedragen.
3 De realisatie van recreatieve projecten die bijdra-
gen aan voldoende, aantrekkelijke en goed
bereikbare recreatiemogelijkheden, een vergro-
ting van de werkgelegenheid, de bestedingen in
het toerisme en het toegankelijker maken van cul-
tuurhistorische locaties.
4 Het verhogen van het gebruik van de recreatie-
voorzieningendoor een goed beheer van vrij toe-
gankelijke recreatievoorzieningen, aangepast aan
de behoefte van de recreant en het verhogen van
de efficiency en bestuurlijke slagkracht van het
beheer van de recreatieschappen.
5 De afronding van de provinciale ecologische
Portefeuillehouder
A. Moens, J.J. Schipper, P.J.M. Poelmann en
A.C.M.A. Hooijmaijers
P.J.M. Poelmann, J.J. Schipper en A. Moens
J.J. Schipper
J.J. Schipper
A. Moens
A. Moens
P.J.M. Poelmann
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■80
hoofdstructuur (PEHS) in 2018, het realiseren van
stimulerings- en beschermingsmaatregelen voor
(bedreigde) soorten en het voorkomen dan wel
bestrijden van schade door en overlast van dieren.
6 Het in stand houden dan wel verhogen van de
beoogde natuurkwaliteit en de optimale beleving
daarvan.
7 Het behouden en ontwikkelen van landschappe-
lijke verscheidenheid en samenhang zoals om-
schreven in de Landschappelijke Basisstructuur.
■ Aantal gebiedsprogramma’s in voorbereiding
■ Aantal gebiedsprogramma’s gereed voor uitvoering
4) In voorbereiding zijn uitbreiding SGP Geestmerambacht en Horstermeerpolder en
wij maken in 2006 gereed voor uitvoering Nationaal Landschap Laag-Holland, land-
inrichting Zeevang, SGP AmstelGroen en Groene Uitweg. Daarnaast dragen wij bij aan
de feitelijke uitvoering van veel gebiedsprogramma’s (landinrichtingen, SGB, SGP’s).
De streefnorm voor 2006 is:
■ dat wij een met de regionale partners
overeengekomen provinciaal meer-
jarenprogramma landelijk gebied uit-
brengen.
■ Dat wij 2 gebiedsprogramma’s in
voorbereiding hebben en 4 gebieds-
programma’s gereed maken voor
uitvoering 4)
Wij rapporteren bij de
jaarstukken.
Met regionale partners overeengekomen gebiedsprogramma’s landelijk gebied.
Indicator Doelstelling Rapportage
■ Aantal gerealiseerde ha water en groengebied
■ Het aantal gerealiseerde kilometers wandel-, fiets- en ecologische
verbindingen en bruggen.
De streefnorm is dat wij in 2006 (doen)
realiseren:
■ Totaal 792 ha recreatie en natuur
waarvan
– 130 ha SMG
– 195 ha SGP HMGroen
– 150 ha Groene AS
– 150 ha FINH landinrichting
– 85 ha Geestmerambacht
– 80 ha Diemervijfhoek
■ Totaal 14 km verbindingen waarvan:
– 1 km Diemervijfhoek
– 13 km Geestmerambacht
■ Totaal 54 ha waterberging waarvan
– 35 ha FINH landinrichting
– 19 ha Geestmerambacht
■ 1 brug in Geestmerambacht
Wij rapporteren bij de
jaarstukken.
Het realiseren van gebiedsprogramma’s landelijk gebied.
Indicator Doelstelling Rapportage
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 81
■ Aantal opgeloste knelpunten in recreatieve routenetwerken;
■ Aantal toeristische overnachtingen.
De streefnorm voor 2006 is:
■ Het wegnemen van 10 knelpunten in
recreatieve routenetwerken;
■ Het aantal toeristische overnachtingen
stijgt met 2,5%.
Meting vindt plaats via de
monitor bij jaarprogramma
Agenda Recreatie en
Toerisme.
Wij rapporteren bij de
jaarstukken.
Realisatie van recreatieve en toeristische projecten.
Indicator Doelstelling Rapportage
Vergroten gebruik recreatiegebied:
■ Groei aantal bezoeken recreatiegebieden
■ Aantal vastgestelde/uitgevoerde plannen van recreatieschappen voor
voorzieningen voor nieuwe doelgroepen
Wegwerken achterstallig onderhoud:
■ Aantal gestarte projecten voor wegwerken achterstallig onderhoud.
De streefnorm voor 2006 is:
■ 5% groei van het aantal bezoeken aan
recreatiegebieden in 2005 t.o.v. 2003
■ Minimaal 12 vastgestelde en/of
uitgevoerde plannen.
■ Minimaal 30 projecten om achterstallig
onderhoud weg te werken zijn
uitgevoerd.
Meting vindt plaats via de
monitor bij jaarprogramma
Agenda Recreatie en
Toerisme.
Wij rapporteren bij de
jaarstukken.
Goed beheer van recreatie en toeristische voorzieningen.
Indicator Doelstelling Rapportage
■ Toename nieuwe natuur in ha. en ecologische verbindingszones in km.
■ Uitbreiding particulier natuurbeheer in ha.
■ Uitgekeerd bedrag aan schade door dieren
■ Toename nieuwe natuur in 2006 met
400 ha en ecologische
verbindingszones met 17 km
■ Uitbreiding particulier natuurbeheer in
2006 met 150 ha
■ Het aan dierschade uitgekeerde bedrag
is met 10% afgenomen t.o.v. 2005.
Meting van realisatie natuur
vindt plaats i.k.v. de
Milieumonitor, schade
meldingen via verslagen van
Landelijk Faunafonds
Wij rapporteren bij de
jaarstukken.
Realisatie van natuur en bescherming van dier- en plantensoorten.
Indicator Doelstelling Rapportage
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■82
Wat gaan we ervoor doen?
De prioriteit van het programma recreatie en toe-
risme, natuur en landschap blijft net als in 2005 lig-
gen bij de uitvoering. Het gaat om:
■ de uitwerking van het gebiedsgerichte beleid; we
ontwikkelen instrumenten om de inrichting en
het beheer van het landelijk gebied efficiënter en
effectiever te maken. Rijk en provincies hebben
hiertoe samen met de gemeenten en waterschap-
pen een nieuw sturingsmodel voor het landelijk
gebied ontwikkeld (het project ILG -
Investeringsbudget Landelijk Gebied).
■ de integrale uitvoering van projecten in het lan-
delijk gebied; zodra het beleid is vertaald in inte-
grale gebiedsprogramma’s kan de voorbereiding
van de uitvoering beginnen; de provincie heeft
veelal de regie bij het uitvoeringsgereed maken
van deze gebiedsgerichte projecten; in bepaalde
gevallen heeft de provincie ook een rol bij de fei-
telijke uitvoering, in andere gevallen wordt deze
overgelaten aan derden.
■ de uitvoering van het sectorale recreatie-, natuur-
en landschapsbeleid.
Natuurbeleid
Op het gebied van natuur blijft onze inzet gericht op
(versnelde) realisatie van de provinciale ecologische
hoofdstructuur (PEHS). Om de beoogde maatschap-
pelijke effecten op het gebied van natuur te realise-
ren. voeren wij het tempo van de uitvoering van de
PEHS op. Het voor deze versnelling beschikbare
bedrag zetten wij in voor de aankoop van natuurge-
bieden, voor de inschakeling van particulieren bij het
beheer en voor het wegnemen van bestaande knel-
punten in natuurgebieden. Het gaat in 2006 om toe-
■ Vastgestelde beheersplannen van natuurorganisaties
■ Mate waarin natuurdoeltypen daadwerkelijk zijn gerealiseerd in de
PEHS.
Streefnorm is:
■ In 2006 zijn beheersplannen en
jaarverslagen van PWN, Landschap NH
en GNR in PS commissies besproken
■ In 2006 is er een instrument voor het
meten van de kwaliteit van de natuur.
Wij rapporteren bij de
jaarstukken.
Instandhouden en verhogen natuurkwaliteit.
Indicator Doelstelling Rapportage
■ Aantal woonschepen dat nog niet in het kader van bestemmingsplan is
geregeld
■ Aantal zieke iepen
■ Meetbaar instrument voor meting van de kwaliteit van het landschap.
Streefnorm voor 2006 is:
■ Aantal woonschepen dat niet geregeld
is, is gedaald met 20% ten opzichte
van 2005.
■ Aandeel zieke iepen is afgenomen van
5 naar 2,5% (kerngetal: aandeel zieken
iepen in NH 2005 is 5%).
■ In 2006 is er een monitor landschap
operationeel.
Wij rapporteren bij de
jaarstukken.
Behouden en ontwikkelen landschap.
Indicator Doelstelling Rapportage
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 83
voeging aan de PEHS van ruim 500 hectare, waarbij
wij nadrukkelijk particulieren willen betrekken bij het
beheren van de natuur.
Openluchtrecreatie en toerisme
In 2006 werken wij de discussie over onze positiebe-
paling ten opzichte van de recreatieschappen verder
uit. Onze inzet is daarbij gericht op een intensiever
gebruik en duurzame instandhouding van de voor-
zieningen en het aanpassen van de voorzieningen
aan de behoefte van de hedendaagse recreant.
Daarbij vinden wij het erg belangrijk dat inkomsten
en uitgaven in de recreatieschappen duurzaam in
evenwicht zijn. Volgens ons moet er nadrukkelijk
worden gekeken naar de mogelijkheden tot verwer-
ving van inkomstenbronnen uit exploitabele ele-
menten. Tenslotte hebben wij besloten geen funda-
mentele wijziging van de organisatie via de gemeen-
schappelijke regelingen door te voeren.
De Agenda Recreatie en Toerisme geeft aan wat de
provincie in de periode 2004-2007 concreet wil berei-
ken op het gebied van recreatie en toerisme. De
Agenda heeft een integrale opzet; niet alleen recrea-
tie en toerisme zijn stevig verknoopt, óók landbouw
en cultuurhistorie komen nadrukkelijk aan bod. In
2006 gaan wij onverminderd door met de uitvoering
van de Agenda via een jaarlijks uitvoeringspro-
gramma. Wij richten ons daarbij op uitvoeringspro-
jecten in groengebieden, verbetering van het recrea-
tief-toeristisch netwerk, de kust, water en toeganke-
lijkheid van cultuurhistorie.
Behalve de bestaande recreatieschappen staan er nog
enkele Strategische Groenprojecten (SGP’s) in de stei-
gers: Tussen IJ en Z, Geestmerambacht, AmstelGroen
en Vechtstreek. Het jaar 2006 staat in het teken van de
uitwerking van de plannen en de concrete uitvoering.
Landelijk gebied
In 2005 zijn wij gestart met de uitwerking van een
nieuw sturingsmodel voor het landelijk gebied, in
de vorm van het programma Investeringsbudget
Landelijk Gebied. Wij nemen daarbij de regie over
van het rijk voor de uitvoering. Daartoe zullen wij
een meerjarig programma voor de periode 2007-
2013 opstellen. Hierin geven wij aan welke doelen
wij in het landelijk gebied willen realiseren, welke
middelen wij daarvoor beschikbaar hebben en
welke prestaties wij daarvoor gaan leveren.
Uitgangspunten zijn ‘afmaken waar wij aan begon-
nen zijn’ en ‘schoon schip maken in financieel en
organisatorisch opzicht’. Wij achten de inrichting
van gebieden onlosmakelijk verbonden met het
daarop volgend beheer. In 2006 werken wij aan
terugdringing van het aantal deelverordeningen om
te komen tot één subsidieregeling voor ILG. Voorts
passen we de interne organisatie aan en werken we
aan het opstellen van een provinciaal uitvoerings-
progamma 2007-2013.
In de Nota Vitaal Platteland is aangegeven dat voor
de inrichting van de Strategische Groenprojecten
het rijk een nieuwe normkostensystematiek gaat
hanteren. Hierdoor is onduidelijk wat de rijksbij-
drage de komende jaren zal zijn. In het kader van
het ILG gaan wij hierover onderhandelingen voe-
ren. Door de gronden te verwerven, kunnen wij
deze gebieden veiligstellen. Daarbinnen willen wij
nadrukkelijk agrariërs betrekken bij het beheer. Met
rijk en de regio willen wij hierover een strategische
discussie voeren.
In 2005 is het Nationaal Landschap Laag-Holland
tot stand gekomen. Wij zetten in op het duurzaam
ontwikkelen het gebied, waarbij behoud van kwa-
liteiten en het goed beheren gekoppeld worden aan
een verantwoorde ontwikkeling van andere func-
ties, zoals woningbouw. De kern van de problema-
tiek is het gebrek aan middelen voor een duurzaam
beheer van natuur –en landschap. Wij willen nu
voortvarend aan de lag met de realisering van pro-
jecten die het beoogde doel dichterbij brengen.
Naast de middelen van EU, rijk en regio, achten wij
daartoe provinciale investeringen noodzakelijk, uit-
gaande van de ambitie van provincie en regio
gericht op behoud en ontwikkeling van bet bestaan-
de cultuurlandschap.
Naast het Nationaal Landschap Laag-Holland wer-
ken wij ook aan de inrichting van het Nationaal
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■84
Landschap Groene Hart.
In 2005, doorlopend in 2006, zetten wij fors in op
het project De Groene Uitweg tussen Amsterdam
en Almere. De Uitweg heeft twee doelen. Ten eerste
gaat het om het realiseren van een betere weg tus-
sen Noord-Holland Zuid en Almere, in verband
met het uitgroeien van Almere tot de vierde stad
van Nederland. Ten tweede willen we deze ontwik-
keling aangrijpen voor een versterking van de
ruimtelijke kwaliteit van het omliggende gebied
(water, groen, landschap en verstedelijking). Wij
willen stevig staan in het proces van de tracéstudie
Van RWS voor de berinding A6-A9. Dit brengt de
nodige proceskosten met zich mee.
Bij het uitvoeringsprogramma Ontwikkelingsbeeld
Noord-Holland Noord is het project Noordboog
met de aantekening ‘belangrijk” opgenomen. Nadat
in 2005 de ambities van alle betrokkenen (vooral
landbouw, natuur en landschap, water en recreatie
en toerisme) voor deze robuuste ecologische ver-
bindingszone in beeld zijn gebracht, wordt in 2006
een concreet uitvoeringsprogamma opgesteld. Een
andere robuuste ecologische verbindingszone is
Van kust tot kust. Nadat wij in 2005 de begrenzing
hebben geregeld, kan in 2006 naar verwachting tot
uitvoering worden overgegaan.
Coördinatie Waddenzeebeleid
Het Waddenzeebeleid staat volop in de politieke
belangstelling. De planologische kernbeslissing
Waddenzee, het op te richten Waddenfonds, de
Werelderfgoednominatie, de bestuurlijke organisatie
in combinatie met over te dragen taken vanwege de
Natuurbeschermingswet en de internationale samen-
werking vergen ook op provinciaal niveau besluit-
vorming. Via de Stuurgroep Waddenprovincies
(SWP) werken Noord-Holland, Friesland en
Groningen aan dit gezamenlijke beleid. Verder vindt
er via het Coördinatiecollege Waddengebied (CCW)
afstemming plaats met de regionale en landelijke
overheid.
Eind 2003 heeft de SWP besloten de begroting 2004-
2007 te verhogen, teneinde adequaat te kunnen
inspelen op belangrijke Waddenonderwerpen. Wij
hebben daarmee op 30 september 2003 ingestemd.
Zowel voor 2004 als voor 2005 is de begroting op dit
hogere ambitieniveau aangepast, maar niet structu-
reel gemaakt. Beide jaren bedroeg de begroting in
totaal € 217.100,–. Op 1 april 2005 heeft de SWP de
begroting voor 2006 vastgesteld en in principe inge-
stemd met de meerjarenbegroting 2007 t/m 2009. In
het CCW is ingestemd met de begroting voor het
CCW.
De begroting is opgebouwd uit de volgende onder-
delen: bijdragen aan secretariaat Stuurgroep
Waddenprovincies (SWP), secretariaat Coördinatie-
college Waddengebied (CCW), Interwad (website),
rampenplan en onvoorzien.
Verhoging bijdrage beheer
openluchtrecreatie
Een verhoging van de bijdrage aan de recreatie-
schappen is nodig door een verhoging van de parti-
cipantenbijdrage aan het Alkmaarder- en Uitgeester-
meer en aan Groengebied Amstelland, die deels
wordt gecompenseerd door een verlaging van de bij-
drage in de andere schappen. Zie de tabel.
Beleidsintensiveringen 2006.
Coördinatie Waddenzeebeleid 37.900 42.900 47.900 52.900
Verhoging bijdrage beheer openluchtrecreatie 90.461 90.461 90.461 90.461
Omschrijving 2006 2007 2008 2009
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 85
In hoofdlijn zijn er twee redenen voor deze verho-
gingen en verschuivingen:
1 De provincie gaat meer bijdragen in het
Alkmaarder- en Uitgeestermeer en minder in
Spaarnwoude, Het Twiske, Geestmerambacht en
Landschap Waterland. Dit is in verband met een
afspraak met 5 gemeenten die uit het
Alkmaarder- en Uitgeestermeer overstappen naar
een van de andere schappen. Deze verschuiving
is budgettair neutrale.
2 De nieuwe regels rond de BBV. De recreatie-
schappen mogen investeringen in zaken met
maatschappelijk nut (fietspaden, beschoeiingen
en dergelijke) niet meer over meer jaren afschrij-
ven. Als dit in het verleden wel gebeurde, moet
dit versneld worden afgelost. Nieuwe investerin-
gen moeten direct ten laste van de begroting wor-
den gebracht. In Het Twiske, Geestmerambacht
en Landschap Waterland speelde dit probleem
beperkt en is dit vooralsnog binnen de begroting
opgelost, door het uit de reserves te halen of door
een verschuiving in de begroting. In Spaarn-
woude was niet afgeschreven op investeringen
met maatschappelijk nut, dus speelt dit probleem
gelukkig niet. In het Alkmaarder- en Uitgeester-
meer en Groengebied Amstelland is het wel een
groot probleem. Het gaat hier om substantiële
bedragen. Er zijn geen reserves waaruit dit opge-
lost kan worden en een verschuiving levert in de
begroting direct een knelpunt op voor beheer en
onderhoud of lopende afspraken. Vandaar dat
een verhoging van de participantenbijdrage hier
noodzakelijk is. Dit wordt nu bij alle participan-
ten voorgelegd ter afweging in hun begroting.
Alkmaarder- en Uitgeestermeer
Spaarnwoude (excl. kosten Groene Weelde)
Het Twiske
Geestmerambacht
Landschap Waterland
Groengebied Amstelland
Totaal
TTeekkoorrtt
478.164
635.198
827.798
204.000
320.361
772.640
3.238.161
359.500
686.900
840.500
217.700
324.100
719.000
3.147.700
9900..446611
Recreatieschap Begroot (conform ingediende begrotingen Voorlopig beschikbaar in provinciale
recreatieschappen) begroting 2006 (info FEZ)
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■86
Meerjarige beleidsnota’s en verordeningen.
Agenda Recreatie en Toerisme 2004-2007 16 feb 2004
Landschapsverordening 4 juli 2005
Verordening vrijstelling Flora- en Faunawet 23 sep 2002
Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord 25 okt. 2004
Streekplan Noord-Holland Zuid 17 feb. 2003
Projectennota Streekplan NHZ 19 april 2004
Deelverordening landschapselementen NH 13 sep 2004
Raamplan Haarlemmerméér groen 7 mrt 2000 GS
Deelverordening Groene As NH 13 dec 2004
Deelverordening Groene Long 15 mrt 2004
Nota Natuurbeleid 2005 ‘Noord-Holland Natuurlijk!’ 4 juli 2005
Deelverordening Fonds Natuur en Landschapsbescherming 3 nov 1997,
14 juni 2004
Vigerende meerjarige beleidsnota’s en verordeningen PS-datum
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 87
Lasten
Beleidsaccenten 128.400 133.400 138.400 143.400
Bestaand beleid 29.392.500 24.964.600 18.685.900 15.259.000
Totaal lasten 17.823.426 32.741.325 29.520.900 25.098.000 18.824.300 15.402.400
Baten
Beleidsaccenten
Bestaand beleid 542.600 997.400 495.100 358.600
Totaal baten 3.808.022 4.238.700 542.600 997.400 495.100 358.600
Resultaat voor bestemming 14.015.404 28.502.625 28.978.300 24.100.600 18.329.200 15.043.800
Onttrekking reserves 8.135.431 21.261.600 17.967.200 14.128.000 7.856.200 memorie
Storting reserves 8.395.077 4.019.800 3.285.800 3.285.800 3.315.800 3.315.800
Resultaat na bestemming 14.275.050 11.260.825 14.296.900 13.258.400 18.329.200 11.728.000
Investeringen
Beleidsaccenten - - - - - -
Bestaand beleid - - - - - -
Bijdragen derden - - - - - -
Onttrekking reserves - - - - - -
Saldo activering - - - - - -
Voorzieningen
Onttrekking voorzieningen 8.600 memorie memorie memorie memorie
Storting voorzieningen 1.052.300 memorie memorie memorie memorie memorie
Exploitatie Rekening Begroting Raming Raming Raming Raming
2004 2005 2006 2007 2008 2009
Wat mag het kosten?
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■88
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 89
2.8 Economie en landbouw■
■
■
■
■
De provincie Noord-Holland investeert in een goed vestigingsklimaat voor
ondernemingen.
Programma 8 is er op gericht de economie in
Noord-Holland te versterken.
Hoe deze ambities te realiseren is vertaald naar
‘things-to-do-today’ in 3 zgn. beleidsagenda’s (allen
looptijd t/m 2007) :
– de economische agenda
– de agenda arbeidsmarkt & onderwijs
– de agenda landbouw & visserij
Dit programma omschrijft de financiële inzet die
nodig is voor de uitvoering van deze agenda’s in
het jaar 2006. Het onderwerp toerisme is opgeno-
men in programma 7 (GS: wij beschouwen recrea-
tie en toerisme als 1 beleidsveld).
Productgroepen
Regionale economie
Lucht- en zeehavenregio’s
Herstructurering bedrijventerreinen
Water als economische drager
Arbeidsmarkt
Landbouw & visserij
Portefeuillehouder
J.J. Schipper
drs. C. Mooij
A.M.C.A. Hooijmaijers
J.J. Schipper
J.J. Schipper
J.J. Schipper
A. Moens
J.J. Schipper
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■90
Wat willen we bereiken?
■ door de regionale partners gerealiseerde extra arbeidsplaatsen
■ gerealiseerde kennisclusters
In 2008 zijn in Noord-Holland 10.000
extra arbeidsplaatsen tov 2000
In 2008 zijn in Noord-Holland 3
kennisclusters: agriport NH, multimedia,
duurzame energie
Jaarlijks via de monitor RES-en
Jaarlijks via voorjaarsnota
Regionale economie: waar mogelijk groei en waar niet mogelijk behoud van werkgelegenheid in de Noord-Hollandse
regio’s door benutting aanwezige economische potenties, het stimuleren van innovatie en ondernemerschap.
Indicator Doelstelling Rapportage
Aantal door gemeenten herstructureerde bedrijventerreinen en
percentage ruimtewinst
Jaarlijks wordt 250 hectare bedrijven-
terrein geherstructureerd met 15%
ruimtewinst en 10% inzet voor duur-
zaamheidsmaatregelen
Jaarlijks via HIRB voortgangs-
rapportage
Herstructurering bedrijventerreinen: minder beslag op beschikbare ruimte in Noord-Holland voor werklocaties.
Indicator Doelstelling Rapportage
Geen
Water als economische drager: betere benutting van de economische potentie van de aanwezige vaarroutes in
Noord-Holland met accent op watersport, watergebonden bedrijvigheid en goederenvervoer over water.
Indicator Doelstelling Rapportage
door gemeenten en ontwikkelaars gerealiseerde bedrijventerrein en
kantoorlocaties rondom de mainport Schiphol én in het
Noordzeekanaalgebied
2-jaarlijks via voortgangs-
rapportage masterplan en
rapportage SADC
Lucht- en zeehavenregio’s: versterken van de internationale concurrentiepositie van Noord-Holland-Zuid.
Indicator Doelstelling Rapportage
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 91
Wat gaan we ervoor doen?
Economie
De economische agenda 2004 - 2007 kent twee speer-
punten:
■ voor Noord-Holland-Noord: verbeteren van de
woonwerkbalans;
■ voor Noord-Holland-Zuid: versterken van de
internationale concurrentiepositie.
De economische groei zat in de eerste helft van deze
collegeperiode op een dieptepunt. In Noord-Holland-
Zuid was de economische groei 0,2% en in Noord-
Holland-Noord zelfs nihil. Noord-Holland deed het
hiermee slechter dan Nederland als geheel met een
economische groei van 0,4%. De 4 daaraan voor-
gaande jaren kenmerkten zich juist door een hoog-
conjunctuur met 3,7% economische groei voor
Nederland, waarbij Noord-Holland het relatief beter
deed met 4,2%. De vooruitzichten voor de komende
2 jaar lijken beter: 1,3% economische groei, maar de
werkloosheid in Noord-Holland stijgt naar verwach-
ting weer (van 4% naar 6%).
Wij willen, samen met economische partners in de
regio, de ons beschikbare instrumenten inzetten om
deze effecten te stabiliseren. Hiertoe voeren wij een
actieve lobby in Brussel en Den Haag om besluiten te
stoppen die de werkgelegenheid in de Kop negatief
beïnvloeden. Samen met partners in de regio richten
we een ontwikkelingsbedrijf op om de krachten te
bundelen. Ook werken wij aan het uitbouwen van
agriport Aalsmeer en het mogelijk maken van agri-
port A7, aan het behouden van multimediacluster in
Amsterdam en het Gooi voor Noord-Holland. Wij
beseffen dat we de invloeden van de wereldmarkt,
de olieprijs en consumentenvertrouwen op de eco-
nomie niet kunnen beïnvloeden. Maar onze rol is
wezenlijk waar het gaat om het scheppen van econo-
mische voorwaarden, het bij elkaar brengen van par-
tijen en het co-financieren van duurzame investerin-
gen.
Arbeidsmarkt en onderwijs
De agenda arbeidsmarkt en onderwijs 2004 - 2007
kent 3 speerpunten:
■ voorkomen van voortijdig schoolverlaten;
■ via leerwerkplekken toetreding van jongeren op
Aantal probleemjongeren dat deelneemt aan een werkervaringsproject en
aantal leerwerkplekken
Eind 2006 zijn 250 probleemjongeren
ingestroomd in eenwerkervaringsproject
en 250 nieuwe leerwerkplekken
gerealiseerd .
Jaarlijks bij najaarsnota.
Arbeidsmarkt: betere aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt.
Indicator Doelstelling Rapportage
Areaal en afzet biologisch en duurzaam geteelde gewassen 6% biologische landbouw in 2007 Jaarlijkse rapportage over
ingezette subsidies, promotie-
campagne en monitoring van
areaalsgroei/groei afzet
Landbouw en visserij: Het bevorderen van de biologische en duurzame landbouw, het bieden van perspectief voor de
visserij.
Indicator Doelstelling Rapportage
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■92
de arbeidsmarkt;
■ stimuleren van ondernemerschap.
De werking van de arbeidsmarkt baart velen zorgen,
jongeren komen niet aan de bak. Daarom hebben we,
op verzoek van PS, een apart beleid hiervoor ont-
wikkeld om bruggen tussen school en werk te slaan.
Landbouw en visserij
De Landbouw- en visserijagenda 2004-2007 kent 3
speerpunten:
■ biologische en duurzame landbouw;
■ innovatie en ondernemerschap;
■ perspectief voor de visserij.
Landbouw en visserij zijn economische sectoren, met
ondernemers die produceren wat de markt vraagt.
Voor de bollenteelt en de glastuinbouw zijn die
marktperspectieven gunstig. Sectoren als de akker-
bouw en veehouderij staan onder druk door een
afbouw van Europese subsidies en wereldwijde con-
currentie. Dit vraagt aanpassingen van bedrijven
zoals schaalvergroting en verbreding. Het kan echter
ook leiden tot het stop zetten van agrarische acti-
viteiten. Onze rol ligt met name in de ruimtelijke
ordening. Wij bieden economisch sterke sectoren als
de glastuinbouw en de bollenteelt ruimte om te
groeien in projectvestigingen, zoals vastgelegd in
streekplan en ontwikkelingsbeeld. Voorbeelden hier-
van zijn Hollands Bloementuin voor de bollenteelt en
de locaties Alton, Grootslag, Agriport A7 en
Rijsenhout voor de glastuinbouw. Voorts willen wij
in het landelijk gebied de landbouw, recreatie, natuur
en waterdoelen zo goed mogelijk op elkaar afstem-
men en laten aansluiten op hedendaagse eisen van-
uit bedrijfsvoering, landschapsbeleving en waterber-
ging. Wij doen dit door de financiering van Stivas,
die op vrijwillige basis kavelruilen uitvoert. Daar-
naast zullen wij, voor zover de financiën dat toelaten,
innovaties in de landbouw en visserij stimuleren,
zodat deze sectoren blijven vernieuwen en tevens
duurzamer gaan produceren. Voor die verduurza-
ming - waaronder ook de groei van de afzet van de
biologische landbouw - stellen wij subsidies beschik-
baar om riskante, vernieuwende projecten van de
grond te tillen. Maar ook hier geldt dat de markt (de
consument) bepaalt of de doelstelling van 6 % biolo-
gisch in 2007 daadwerkelijk wordt bereikt.
Ontwikkelingsbedrijf
Noord-Holland-Noord
In het ontwikkelingsbeeld Noord-Holland-Noord is
de ambitie opgenomen om het forensenverkeer terug
te dringen door meer werkgelegenheid in de regio
mogelijk te maken. Als uitvoeringsinstrument daar-
voor is in het bijbehorende uitvoeringsprogramma
een ontwikkelingsbedrijf genoemd. Deze moet alle
bestaande initiatieven ter versterking van de regio-
nale economie bundelen en daarmee efficiënter en
krachtiger maken. In 2005 is gestart met de voorbe-
reidende werkzaamheden en het creëren van draag-
vlak bij de beoogde regionale deelnemers.
Arbeidsmarkt en onderwijs
Eind 2004 hebben PS de agenda arbeidsmarkt en
onderwijs vastgesteld. Ten opzichte van ons plan
wensten zij een aantal aanvullende initiatieven, met
name om schooluitval onder jongeren te voorkomen.
Dit heeft er toe geleid dat in 2006 en 2007 € 510.000
meer nodig is voor uitvoering van de agenda dan
was geraamd (en waarin was voorzien in de meerja-
renbegroting).
Kennisalliantie
Op 30 mei 2005 hebben PS met algemene stemmen
een initiatiefvoorstel aangenomen waarin zij ons
opdroegen tot een kennismaatschappij (werktitel) te
komen met een aantal taken en hiervoor een voorstel
uit te werken. Op 5 juli hebben wij een voorstel
besproken om, in navolging van Zuid-Holland, te
komen tot een kennisalliantie. Tevens constateerden
wij dat de middelen om dit te realiseren ontbraken.
Indien PS toch verder wil met een kennisalliantie, is
in 2006 een voorbereidingskrediet van € 800.000
nodig.
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 93
Innovatie en ondernemerschap
In de Landbouw- en visserijagenda 2004-2007 is voor
het speerpunt Innovatie en Ondernemerschap geen
geld gereserveerd, terwijl in het bijbehorende
Uitvoeringsprogramma wel een aantal belangrijke
actiepunten is geformuleerd.
Dit zijn onder meer:
■ de realisatie van een regionaal innovatie- en ken-
nisnetwerk;
■ de medefinanciering van de regionale innovatie-
beurs Agrinova;
■ de ontwikkeling van praktijknetwerken tussen
biologische en gangbare land- en tuinbouw;
■ de opzet van een actieprogramma met nieuwe
initiatieven ter verbreding van de landbouw,
waaronder agrarisch natuurbeheer en zorgboer-
derijen;
■ het operationeel maken van de Landbouw Effect
Rapportage (LER).
Bij de vaststelling van de landbouwagenda heeft
provinciale staten aan ons verzocht om de financie-
ring van het speerpunt Innovatie en Ondernemer-
schap ad € 300.000,- per jaar voor de jaren 2006 en
2007 te betrekken bij de begroting 2006.
Bij de begroting 2007 wordt nogmaals een claim van
gelijke omvang ingebracht.
Beleidsintensiveringen 2006.
Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord € 375.000
Arbeidsmarkt en onderwijs € 510.000 € 510.000
Kennisalliantie € 800.000
Innovatie en ondernemerschap € 300.000 € 300.000
Omschrijving 2006 2007 2008 2009
Meerjarige beleidsnota’s en verordeningen
Economische agenda 10/02/ 2004 (GS)
Masterplan noordzeekanaalgebied 15/01/1996 (PS)
Programma HIRB 08/12/2003 (PS)
Streekplan Noord-Holland-Zuid, (onderdeel werklocaties)
Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland-Noord (onderdeel werklocaties) 12/09/2005 (PS)
Agenda Arbeidsmarkt en Onderwijs 31/01/2005 (PS)
Landbouw- en visserijagenda 2004-2007 31/01/2005 (PS)
Deelverordening Landbouw en visserij Noord-Holland 2004 25/10/2004 (PS)
Programma duurzame bollenteelt in binnenduinrand 2005-1007 24/01/2005 (ELE)
Vigerende meerjarige beleidsnota’s en verordeningen PS-datum
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■94
Wat mag het kosten?
Lasten/baten programma 8.
Lasten
Beleidsaccenten 1.985.000 810.000
Bestaand beleid 14.549.700 13.264.100 6.078.900 6.047.700
Totaal lasten 17.897.433 20.537.700 16.534.700 14.074.100 6.078.900 6.047.700
Baten
Beleidsaccenten
Bestaand beleid 34.000 34.000 34.000 34.000
Totaal baten 2.300.706 34.000 34.000 34.000 34.000 34.000
Resultaat voor bestemming 15.596.727 20.503.140 16.500.700 14.040.100 6.044.900 6.013.700
Onttrekking reserves 9.932.285 11.191.840 7.951.000 6.916.400 31.200 memorie
Storting reserves 4.275.762 - memorie memorie memorie memorie
Resultaat na bestemming 940.204 9.311.300 8.549.700 7.123.700 6.013.700 6.013.700
Investeringen
Beleidsaccenten - - - - - -
Bestaand beleid - - - - - -
Bijdragen derden - - - - - -
Onttrekking reserves - - - - - -
Saldo activering - - - - - -
Voorzieningen
Onttrekking voorzieningen memorie memorie memorie memorie memorie
Storting voorzieningen - memorie memorie memorie memorie memorie
Exploitatie Rekening Begroting Raming Raming Raming Raming
2004 2005 2006 2007 2008 2009
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 95
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■96
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 97
2.9 Welzijn en (jeugd)zorg■
■
■
■
■
Een voor alle Noord-Hollandse burgers algemeen toegankelijke sociale
infrastructuur, met hoogwaardige voorzieningen op het gebied van (jeugd)zorg
en tweedelijns welzijnsvoorzieningen
Productgroepen
Sociaal beleidskader
Volksgezondheid
Jeugdhulpverlening
(incl. Educatie en bijzondere onderwijsprojecten)
Wat willen we bereiken?
A De provincie streeft naar een grotere mate van
integratie, diversiteit en emancipatie.
B De provincie streeft naar een goede sportinfra-
structuur en een toename van sportdeelname,
met speciale aandacht voor ouderen, jongeren en
gehandicapten.
C De provincie streeft naar een sluitende keten in
jeugdbeleid voor de jeugd tussen de 4 en 23 jaar.
D De provincie streeft naar een verhoging van de
sociaal-culturele omgevingskwaliteit met speciale
aandacht voor het platteland en sociale cohesie.
E Alle inwoners van de provincie Noord-Holland
kunnen 7 dagen per week en 24 uur per dag een
beroep doen op de THD’.
Portefeuillehouder
Mw. drs. R. Kruisinga
Mw. drs. R. Kruisinga
A. Moens
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■98
a./b/c/d Percentage gemeenten/instellingen dat tevreden is over de
ondersteuning van de steunfunctie-instellingen.
Percentage gemeenten/instellingen dat de ondersteuning daadwerkelijk
heeft kunnen toepassen.
e. Bereikbaarheid Telefonische hulpdienst
In 2005 wordt gestart met de
welzijnsmonitor. De streefnormen voor
2008 worden bepaald op basis van het
voor de welzijnsmonitor uit te voeren
klanttevredenheidsonderzoek.
De streefnorm is: de telefonische
hulpdiensten zijn 24 uur per dag
bereikbaar. Deze norm is in de afgelopen
jaren reeds bereikt.
In de Welzijnsmonitor.
Beschikbaar: bij VJB 2006
Jaarverslagen THD’s
Beschikbaar: bij VJB 2006
Indicator Doelstelling Rapportage
3.a.1 Aantal wachtenden voor geïndiceerde jeugdzorg (bij gelijkblijvende
instroom).
3.a.2 Wachttijd in dagen.
3.a.3 Aantal wachtenden bij het AMK.
3.a.4 Het aantal regio’s met een zorgstructuur rond scholen
3 b. Percentage voortijdige schoolverlaters tussen de 18 en 24 jaar
3.a.1. + 2.Streefnorm: Het aantal
wachtenden dat langer dan 45 werk-
dagen wacht op geïndiceerde jeugdzorg
is eind 2008 gereduceerd tot nul.
3.a.3 Streefnorm: Er is geen wachtlijst: na
een melding van kindermishandeling start
het onderzoek altijd binnen vijf werk-
dagen (de landelijke normtijd) in 2006.
3.a.4 Streefnorm: In alle 6 regio’s is rond
onderwijs een zorgstructuur gerealiseerd
3b. Streefnorm: Het onderzoeksrapport
met aanbevelingen over o.a. een
sluitende registratie is nog niet definitief.
Zolang de registratie nog niet sluitend is,
is het niet mogelijk hier een streefnorm
voor 2006 te noemen.
- Kwartaalrapportages aan de
commissie Sociale Infra-
structuur
- Jaarverslag uitvoerings-
programma jeugdzorg
3 In jaarverslag over 2006
Indicator Doelstelling Rapportage
(Streefnorm en kengetal) (vindplaats)
De provincie streeft naar een betere afstemming tussen vraag en aanbod in de jeugdzorg, zodat de gewenste zorg
binnen landelijke geaccepteerde wachttijden voorhanden is. Bij bestuurders en beleidsmedewerkers van gemeenten is
meer inzicht verkregen in de omvang van de problematiek rond schooluitval in eigen regio. Door middel van
voorbeeldprojecten zijn mogelijkheden aan hen aangereikt om het percentage schooluitval terug te brengen en hierin
mee te gaan in de landelijke richtlijn (terugbrengen van 15% naar 8% in 2010).
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 99
Wat gaan we ervoor doen?
Sociaal Beleid
De provincie levert een bijdrage aan diversiteit,
gelijkwaardigheid en zelfredzaamheid van haar bur-
gers. Om dit te bereiken financiert de provincie 4
instellingen die het uitvoerend werk van gemeenten,
instellingen en burgers ondersteunen op lokaal en
regionaal niveau door het aanbieden van kennis en
informatie. Bovendien is er de mogelijkheid om sub-
sidie aan te vragen voor projecten waarin actuele
maatschappelijke projecten op een nieuwe eigentijdse
manier worden opgepakt. In 2006 willen wij de sport-
deelname van de Noord-Hollandse burger verder sti-
muleren. Het provinciale welzijnsterrein wil door
samenwerking met andere beleidsterreinen (zoals
stedelijke vernieuwing, wonen,welzijn en zorg) bij-
dragen aan de oplossing van sociale problemen.
Bovendien subsidieert de provincie de Telefonische
a Aantal gemeenten waar een samenhangend voorzieningenpakket
aanwezig is.
b Ambulances die binnen 15 minuten na melding ter plaatse zijn.
c Eén effectieve, slagvaardige organisatievorm i.p.v. 6 regiokantoren.
Kengetal:
In 2004 was in geen enkele gemeente
een samenhangend voorzieningenpakket.
Streefnorm:
In 2009 is in minimaal 10 gemeenten een
samenhangend voorzieningenpakket.
In alle gemeenten (uitgezonderd
Amsterdam) heeft de provincie een
bijdrage geleverd aan een meer samen-
hangend voorzieningenpakket.
Kengetal:
Op dit moment komt 93% van de
ambulances op tijd.
Streefnorm:
In geval van spoed is 95% (of meer) van
de ambulances binnen 15 minuten na
melding aanwezig.
Kengetal:
6 regionale organisaties (RPCP’s) voeren
het zorgvragersbeleid uit.
Streefnorm:
Eén effectieve, slagvaardige en profes-
sioneel aangestuurde zorgvragers-
organisatie voor geheel NH, m.u.v.
Amsterdam, samengesteld uit de huidige
RPCP’s, m.u.v. APCP/Amsterdam;
De resultaten van de monitor
van het WWZ stimulerings-
programma (lijn 1) worden in
Voor- en Najaarsbericht
gepresenteerd.
De resultaten van lijn 2 van
het Stimuleringsprogramma
(dvo’s Wijksteunpunten,
Mantelzorg, Wonen Plus,
Kleinschalige Woonvormen
Dementerenden) worden
periodiek per dvo gemonitord
en gepresenteerd in VJB en NJB.
Jaarlijks overzicht per regio
van de behaalde prestaties.
Tevens wordt gerapporteerd
in de jaarstukken.
Over de implementatie van de
nieuwe organisatievorm in
2006 zal aan PS in voor- en
najaarsbericht worden
gerapporteerd .
a Samenhangend voorzieningenniveau op het gebied van wonen, welzijn en zorg voor mensen met een zorgvraag in
wijken en buurten.
b Goed gespreide standplaatsen voor het ambulancevervoer.
c Verbetering van collectieve en individuele behartiging van de zorgvragersbelangen.
Indicator Doelstelling Rapportage
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■100
Hulpdiensten, waarbij wordt gestreefd naar 24 uurs
bereikbaarheid. Ook de leefbaarheid op het platte-
land zal in 2006 onze aandacht hebben.
Jeugdzorg
De provincie heeft een spilfunctie in de Noord-
Hollandse jeugdzorg. Dat is de hulp voor kinderen
en jongeren met ernstige opgroei- of opvoedingspro-
blemen en kinderen van wie het lichamelijke of psy-
chische welzijn bedreigd wordt. De hulpverlening
gebeurt door vier regionale jeugdzorginstellingen en
een specialistische instelling die in verschillende pro-
vincies werkzaam is. Vaak vindt de hulpverlening
plaats op verzoek van de jongeren en/of hun ouders.
Het gebeurt ook dat de rechter bepaalt dat een kind
of jongere beschermd moet worden. Er is dan sprake
van justitiële jeugdbescherming of jeugdreclassering.
Een bijzondere positie is er voor het Advies- en
Meldpunt Kindermishandeling (AMK). De provincie
subsidieert het AMK als onderdeel van het Bureau
Jeugdzorg.
De jeugdzorg kent wachtlijsten. De provincie zet
extra geld in om die terug te dringen. Dit gebeurt met
voorrang bij het AMK: daar moet de wachtlijst in
2006 helemaal weg zijn. Bij andere delen van de
jeugdzorg moet hij in 2006 flink dalen.
Wij zetten ons er ook voor in dat de hulp beter aan-
sluit bij de vraag en voor de versterking van de posi-
tie van jeugdzorgcliënten. En op meer samenwerking
op concrete onderwerpen tussen het gemeentelijke
jeugdbeleid en de provinciale jeugdzorg.
Daarnaast onderneemt de provincie in 2006 acties die
ertoe moeten leiden dat er minder jongeren voortij-
dig de school verlaten.
Intensivering lijn 1 en lijn 2 van het
Stimuleringsprogramma Wonen,
Welzijn en Zorg
De vraag naar zorg en welzijn neemt door de ver-
grijzing sterk toe. Vroeger gingen ouderen en gehan-
dicapten die zorg nodig hadden vaak naar een ver-
zorgingshuis of instelling. Tegenwoordig willen de
meeste ouderen en gehandicapten zo lang mogelijk
thuis blijven wonen. Daarom heeft de provincie een
Stimuleringsprogramma voor Wonen, Welzijn en
Zorg opgesteld.
Met de invoering van de nieuwe Wet maatschappe-
lijke ondersteuning (WMO) krijgen de gemeenten de
wettelijke taak om hiervoor te zorgen. Veel gemeen-
ten hebben moeite om dit goed te regelen. Dat komt
door een gebrek aan kennis, ambtenaren of geld. De
provincie heeft, indien de gemeenten daarom ver-
zoeken, de mogelijkheid om gemeenten waar nodig
te ondersteunen.
De komende jaren wordt het Stimulerings-
programma WWZ verder uitgebreid:
Lijn 1: de provincie stelt subsidie beschikbaar voor
vijf nieuwe meerjarige voorbeeldgemeenten
in het landelijk gebied. In deze voorbeeldpro-
jecten wordt onder regie van de gemeente een
compleet en samenhangend aanbod van
wonen, welzijn en zorg gerealiseerd. Dit bete-
kent dat er in de gemeente voldoende wonin-
gen zijn met zorg en welzijn voor ouderen en
gehandicapten.
Lijn 2: in alle andere gemeenten stelt de provincie
subsidie beschikbaar voor:
■ Wijksteunpunten Breed (wijkgebouwen voor
zorg, informatie en recreatie).
■ Wonen Plus (diensten door vrijwilligers bij hulp-
vragers aan huis).
■ Kleinschalige Woonvormen Dementerende (hui-
zen voor dementerende ouderen).
■ Mantelzorg (ondersteuning voor familie of vrien-
den die voor hulpbehoevende mensen helpen).
Dak- en thuislozenbeleid en
zwerfjongeren
Centrumgemeenten investeren onvoldoende in de
problematiek van dak- en thuislozen/zwerfjongeren.
Er zijn te weinig opvangplaatsen, er is onvoldoende
aandacht voor preventie, ketenaanpak en reïntegra-
tie. De provincie ondersteunt de gemeenten bij het
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 101
oplossen van deze knelpunten, waarbij een geïnte-
greerde aanpak centraal staat. Dat houdt in dat er
aandacht is voor opvang, preventie, ketenaanpak en
reïntegratie.
Meerjarige beleidsnota’s en verordeningen.
Stimuleringsprogramma Wonen, welzijn, zorg apr. 2004
Nota ‘ Zorg verbetert het leefklimaat in NH’ okt. 2004
Deelverordeningen:
■ Wijksteunpunten breed
■ Mantelzorg
■ Kleinschalige woonvormen voor ouderen met dementie apr. 2005
Nota Ambulancezorg in Noord-Holland 2001-2004 dec. 2000
Spreidingplan ambulancezorg in Noord-Holland 2001-2006 dec. 2004
Kadernota Zorgvragersbeleid 2004-2007 febr. 2004
Nota ‘ Projecten Extra investeringsimpuls voor zorg en welzijn, jeugdzorg en sociaal-culturele infrastructuur’ mei 2005
Sociaal Beleidskader 2005-2008 13 sept. ‘04
Deelverordening Sociaal Beleid Noord-Holland 2005 13 sept. ’04 (wordt aangepast 4 jul. ’05)
Beleidskader jeugdzorg 2005-2008 dec. 2004
Aanvalsplan wachtlijsten jeugdzorg 2005-2008 dec. 2004
Vigerende meerjarige beleidsnota’s en verordeningen PS-datum
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■102
Extra investeringimpuls Noord-Holland
Lasten
Beleidsaccenten - - - -
Bestaand beleid 92.796.000 91.747.600 87.421.200 82.490.000
Totaal lasten 80.885.748 70.747.100 92.796.000 91.747.600 87.421.200 82.490.000
Baten
Beleidsaccenten
Bestaand beleid 65.048.600 65.048.600 65.048.600 65.048.600
Totaal baten 59.035.966 50.749.400 65.048.600 65.048.600 65.048.600 65.048.600
Resultaat voor bestemming 21.849.782 19.997.700 27.747.400 26.699.000 22.372.600 17.442.300
Onttrekking reserves 4.872.547 2.881.400 1.515.200 152.000 memorie memorie
Storting reserves - - - - - -
Resultaat na bestemming 16.977.235 17.116.300 26.232.200 26.547.000 22.372.600 17.442.300
Investeringen
Beleidsaccenten - - - - - -
Bestaand beleid 27.798 250.000 773.900 1.714.868 - -
Bijdragen derden - 250.000 - 1.714.868 - -
Onttrekking reserves 27.798 - 773.900 - - -
Saldo activering - - - - - -
Voorzieningen
Onttrekking voorzieningen 68.722.500 64.934.200 64.934.200 64.934.200 64.934.200
Storting voorzieningen 2.954.500 67.948.600 64.934.200 64.934.200 64.934.200 64.934.200
Exploitatie Rekening Begroting Raming Raming Raming Raming
2004 2005 2006 2007 2008 2009
De beleidsveranderingen in 2006.
860 (EII ZW1) Vijf meerjarige WWZ-voorbeeldprojecten in het € 800.000 € 1.400.000 € 1.400.000 € 1.400.000
landelijk gebied
860 (EII ZW4) Kleinschalig wonen voor mensen met dementie € 1.080.000 € 1.080.000 € 1.080.000 € 1.080.000
860 (EII ZW5) WonenPlus 2006 t/m 2007 € 375.000 € 375.000 – –
860 (EII ZW7) Dak en thuislozen beleid/Zwerfjongeren € 250.000 € 250.000 € 250.000 € 250.000
Prod.Nr. Omschrijving 2006 2007 2008 2009
Wat mag het kosten?
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 103
A Impulsprogramma Zorg-Infrastructuur.
ZW1 Vijf voorbeeldprojecten WWZ in kleine gemeenten (gestart in 2005) € 5 miljoen
ZW2 Wijksteunpunten Breed (gestart in 2005) € 11 miljoen
ZW3 Mantelzorg (gestart in 2005) € 1,5 miljoen
ZW4 Kleinschalig wonen voor ouderen met dementie € 4.320.000,-
ZW5 Wonen plus € 750.000,-
ZW6 b. Leefbaar Platteland 2: pilot-project Hartwinkels (gestart in 2005) b. € 1,5 miljoen
ZW7 Opvang zwerfjongeren en daklozen € 1 miljoen
ZW8 Stimuleren breedtesport/Sportinfrastructuur (gestart in 2005) € 1 miljoen
JZ1 Aanvalsplan Jeugdzorg (gestart in 2005) € 10,3 miljoen
JZ2 Aansluiting met gemeentelijk beleid (gestart in 2005) € 3,1 miljoen
JZ3 Zorgaanbod voor jongeren met ernstige gedragsproblematiek (gestart in 2005) € 9 miljoen
Nr. Project Geraamd bedrag
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■104
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 105
2.10 Kunst, cultuur en educatie■
■
■
■
■
De provincie Noord-Holland streeft naar een hoogwaardig en toegankelijk aanbod
van cultuur en naar behoud, versterking en ontwikkeling van het cultureel erfgoed.
Productgroepen
RTV Noord-Holland
Cultuur
Cultureel Erfgoed
Bibliotheekwerk
Wat willen we bereiken?
Portefeuillehouder
A. Moens
Mw. drs. R. Kruisinga
a. Kijk – en luisterdichtheid naar RTV N-H in relatie tot de landelijk
gemiddelde waarden bij regionale omroepen
b. Mate van waardering van de programma’s door de Programmaraad van
RTV Noord-Holland
a. Streefnorm: Hoger of gelijk aan
landelijk gemiddelde van alle regionale
omroepen
b. Streefnorm: Geen Provinciale
doelstelling ivm de Mediawet
a. Wij rapporteren jaarlijks in
het derde kwartaal via het
rapport ‘Kwaliteit en kwanti-
teit van de regionale omroep’.
b. Jaarverslag van de
programmaraad (onderdeel
van de jaarlijkse rapportage)
Er wordt in voldoende mate naar RTV N-H gekeken en geluisterd. De waardering voor de radio- en TV programma’s is
voldoende.
Indicator Doelstelling Rapportage
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■106
a. Het percentage mensen dat deelneemt aan culturele activiteiten5).
b. Het aantal gemeenten dat cultuurbeleid 6) voert.
c. Het aantal steunfunctie-instellingen dat afspraken over product- en
prestatie-analyse in het plan heeft opgenomen.
5) Culturele activiteiten zijn activiteiten op het gebied van theater, dans, beeldende kunst, media,muziek, literatuur en cultureel erfgoed.6) Gemeentelijk cultuurbeleid is visie-ontwikkeling op de culturele activiteiten die regulier onderdeel gaan vormen van het gemeentelijk beleid.
a. Streefnorm: 90%, excl.Amsterdam
(Kengetal: in 2004 83%)
b. Streefnorm: 43 (Kengetal: 33 in 2004)
c. Streefnorm: 7 (Kengetal: 0 in 2004)
a. extern onderzoek in 2008
b. najaarsnota 2006
c. najaarsnota 2006
De provincie streeft naar een kwalitatief hoogwaardig en goed toegankelijk aanbod van cultuur, met daarbij speciale
aandacht voor de Jeugd.
Indicator Doelstelling Rapportage
a Het aantal provinciale plannen waarin de cultuurhistorische component
expliciete aandacht krijgt.
b Het aantal projecten waarbij zowel de cultuuractoren als de
cultuurfactoren zijn ingebracht in ruimtelijke ordeningsprocessen.
c Aantal archeologische vindplaatsen die bewaard kunnen worden door
middel van financiële compensatie aan agrariërs en waarover publiciteit
gegenereerd wordt.
a Streefnorm: 5 provinciale plannen.
b Streefnorm: 15 – 20 projecten.
c Streefnormen:
Groetpolder-de Gouw: 1 nieuw
beschermd terrein van ca. 8 ha.
Oer-IJ: 4 nieuwe vindplaatsen van ca. 5
ha.
a Voorjaarsnota 2006,
najaarsnota 2006 en het
jaarverslag 2006.
b Voorjaarsnota 2006,
najaarsnota 2006 en het
jaarverslag 2006.
c Beleid is neergelegd in
‘Cultuur verbindt’ , op basis
van het projectrapporten
‘Met zorg vereeuwigd’ en
‘Behoud en beheer van
archeologische vindplaatsen
in het Oer-IJ-gebied’. Er
wordt gerapporteerd
middels de voorjaarsnota,
najaarsnota en de
jaarrekening.
Een door cultuur(historie) geïnspireerde inrichting van de openbare ruimte waardoor de kwaliteit en de identiteit van
gebieden wordt vergroot en meer bekendheid wordt gegeven aan de geschiedenis en identiteit van de verblijfs-
omgeving.
Indicator Doelstelling Rapportage
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 107
Wat gaan we ervoor doen?
Stelling van Amsterdam
De Stelling van Amsterdam heeft een grote cultuur-
historische en landschappelijke betekenis. De pro-
vincie Noord-Holland wil de Stelling behouden en
versterken door voor de lange termijn (2020) in te zet-
ten op de doelstellingen, zoals die in het Streekplan
Noord-Holland Zuid zijn verwoord:
■ Behoud van de ruimtelijke samenhang.
■ Versterken van de herkenbaarheid en de
gebruikswaarden.
Dit is voor de kortere termijn tot 2008 vertaald in 4
deelthema’s:
■ Het vergroten van de publieke toegankelijkheid.
■ Het behouden, restaureren en toegankelijk maken
van het militair-historisch complex.
■ Het versterken van de ruimtelijke samenhang en
de landschappelijke herkenbaarheid.
■ Het vergroten van de economische betekenis.
Dit is uitgewerkt in het Gebiedsprogramma Stelling
van Amsterdam 2005-2008 . Het Gebiedsprogramma
is door het college van GS vastgesteld op 10 mei 2005.
Vaststelling door PS is voorzien op 4 juli 2005.
Archeologie
In 2006 richt de provincie Noord-Holland zich ten
aanzien van de archeologie op het realiseren van een
open depot in gebouw Mercurius, het behouden van
archeologische vindplaatsen in het landelijke gebied,
de uitwerking van de gevolgen van het Verdrag van
Malta en de actualisering van de archeologische
monumentenkaart van Noord-Holland. Daarnaast
blijft de provincie de huidige taken en bevoegdheden
uitvoeren, zoals vondstmeldingen, het beheer van het
archeologische depot en het toetsen van diverse plan-
nen en besluiten op archeologische aspecten.
Cultuurnota
In de Cultuurnota 2005-2008 (Cultuur Verbindt) wor-
den drie kerntaken onderscheiden:
■ cultuureducatie;
■ culturele planologie;
■ cultuurbehoud.
De voorstellen in het kader van de begroting 2006
houden hier rechtstreeks verband mee.
a Aantal leden van bibliotheken
b Aantal basisbibliotheken
a Streefnorm: jaarlijks 2% toename
ledental ten opzicht van het jaar ervoor;
b Kengetal: 2 nieuwe basisbibliotheken
juridisch gevormd (mei 2005).
Streefnorm: minimaal 6 nieuwe
basisbibliotheken zijn najaar 2006
gevormd;
a wij rapporteren over het
ledental 2005 met
voorjaarsbericht 2006.
b tussentijds inhoudelijk
verslag Bibliotheek-
vernieuwing NH in opdracht
van OCW (mei 2006);
De provincie streeft naar een kwalitatief en goed toegankelijk netwerk van bibliotheekvoorzieningen, door middel
van de vorming van basisbibliotheken en een adequate ondersteuningsstructuur.
Indicator Doelstelling Rapportage
Beleidsintensiveringen 2006.
Cultuurparticipatie (Actieplan Cultuurbereik) € 1.057.257 € 1.057.257 € 1.057.257
Omschrijving 2006 2007 2008 2009
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■108
Een van de doelstellingen uit de Cultuurnota is het
vergroten van de bekendheid en publieksbereik van
erfgoed. Om dit te stimuleren, is de planning er op
gericht om in 2006 een Erfgoed operationeel te heb-
ben.
Het Actieplan Cultuurbereik wil in samenwerking
met gemeenten en scholen cultuurparticipatie ver-
groten en cultuureducatie verbeteren. Om het bezoek
aan de musea te stimuleren, wordt bijgedragen aan
de kwaliteitsverbetering van enkele musea.
In het kader van cultuurbehoud wordt een speciaal
accent gelegd op behoud- en beheerprogramma’s
archeologie en de Stelling van Amsterdam.
Provinciale Staten hebben bij besluit van 13 decem-
ber 2004, nr.86 inzake de vaststelling van de provin-
ciale cultuurnota 2005-2008 ‘Cultuur verbindt’ onder
punt 14. het volgende besloten: “Voor de jaren 2005
tot en met 2008 jaarlijks een bedrag beschikbaar te
stellen van € 1.057.257,- voor het Actieplan cultuur-
bereik 2005-2008. De dekking hiervoor te vinden in
2005 vanuit het surplus van de saldi reserve en dit te
regelen bij het Voorjaarsbericht. Bij de programma-
begroting 2006 zal worden aangegeven op welke
wijze dekking voor de jaren 2006 tot en met 2008 zal
plaatsvinden.”
Als maatschappelijk effect streeft de provincie naar
een kwalitatief hoogwaardig en goed toegankelijk
aanbod van culturele voorzieningen met speciale
aandacht voor de jeugd. Door het Actieplan
Cultuurbereik uit te voeren, wordt het publieksbereik
en de actieve deelname aan kunst en cultuur van de
Noord-Hollandse bevolking (excl. Amsterdam) ver-
groot en de cultuureducatie in het onderwijs ver-
sterkt. Dit gaat op een dusdanige manier, dat leerlin-
gen van 4 tot 18 jaar in een doorgaande leerlijn ken-
nis opdoen van kunst en cultuur in hun omgeving.
De doelstellingen zijn onder meer dat in 2008 mini-
maal 90% van de Noord-Hollandse bevolking (excl.
Amsterdam) deelneemt aan culturele activiteiten, dat
eind 2008 75% van de scholen een cultuureducatief
beleid heeft dat opgenomen is in het schoolbeleids-
plan en dat eind 2008 in geheel Noord-Holland net-
werken erfgoededucatie voor het voortgezet onder-
wijs functioneren.
Op 17 december 2003 zijn de staatssecretaris van
OCW, het IPO en de VNG overeengekomen het
Actieplan Cultuurbereik 2001-2004 wegens succes
met vier jaar te verlengen. Aan het Actieplan
Cultuurbereik 2005-2008 doen OCW, de 12 provincies
en 30 grote gemeenten in Nederland mee. Voor het
Actieplan Cultuurbereik stelt OCW, in de vorm van
een brede doeluitkering, jaarlijks € 0,79 per inwoner
beschikbaar mits Noord-Holland eenzelfde bedrag
per inwoner beschikbaar stelt. Voor Noord-Holland
komt dit op een jaarlijks bedrag van € 1.057.257,–,
gebaseerd op het totale aantal inwoners minus de
inwoners van Amsterdam, Alkmaar, Haarlem,
Haarlemmermeer en Zaanstad. Deze vijf gemeenten
hebben evenals Noord-Holland een aanvraag voor
een specifieke uitkering voor het Actieplan
Cultuurbereik 2005-2008 bij OCW ingediend.
OCW heeft onze aanvraag goedgekeurd en bij besluit
van 29 april 2005 aan Noord-Holland op grond van
de Regeling uitkeringen cultuurbereik 2005-2008,
voor de jaren 2005-2008 een specifieke uitkering ver-
strekt van in totaal € 4.229.028,– ( € 1.057.257,– per
jaar). Een van de verplichtingen waaronder de bij-
drage is versterkt, is die van medefinanciering: “De
eigen bijdrage van uw provincie is ten minste even
hoog als de verstrekte uitkering (artikel 6, eerste lid,
sub a, Regeling uitkeringen cultuurbereik 2005-
2008).”
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 109
Meerjarige beleidsnota’s en verordeningen.
Cultuurnota 2005-2008 Uitvoering geven aan de vier pijlers: cultuurparticipatie, cultuureducatie, culturele planologie en cultuurbehoud. 13-12-2004
Cultuurparticipatie (Actieplan Cultuurbereik) 13-12-2004
Bibliotheekplan Noord-Holland Maart 2003
Vigerende meerjarige beleidsnota’s en verordeningen PS-datum
Lasten
Beleidsaccenten - - - -
Bestaand beleid 31.897.700 29.899.900 29.871.300 29.529.000
Totaal lasten 33.361.451 31.970.700 31.897.700 29.899.900 29.871.300 29.529.000
Baten
Beleidsaccenten
Bestaand beleid 4.315.600 4.369.000 4.449.800 4.505.900
Totaal baten 6.519.827 3.532.800 4.315.600 4.369.000 4.449.800 4.505.900
Resultaat voor bestemming 26.841.624 28.437.900 27.582.100 25.530.900 25.421.500 25.023.100
Onttrekking reserves 4.733.553 5.315.000 2.175.400 1.336.500 2.055.400 1.300.000
Storting reserves 1.207.100 1.107.100 1.107.100 1.107.100 1.107.100 1.107.100
Resultaat na bestemming 22.315.171 24.230.000 26.513.800 25.301.500 24.473.200 24.830.200
Investeringen
Beleidsaccenten - - - - - -
Bestaand beleid - - - - - -
Bijdragen derden - - - - - -
Onttrekking reserves - - - - - -
Saldo activering - - - - - -
Voorzieningen
Onttrekking voorzieningen 615.000 1.638.500 1.638.500 1.638.500 1.638.500
Storting voorzieningen 461.000 2.288.200 1.638.500 1.638.500 1.638.500 1.638.500
Exploitatie Rekening Begroting Raming Raming Raming Raming
2004 2005 2006 2007 2008 2009
Wat mag het kosten?
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■110
E Impulsprogramma Sociaal-Culturele Zorg in brede zin.
CC1 Vergroting bekendheid en publieksbereik erfgoed Reeds toegezegd € 100.000
CC2 Verbetering van museum aanbod Reeds toegezegd € 2.300.000
CC8 Behoud en beheer archeologie € 1,2 miljoen
Nr. Project Geraamd bedrag
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 111
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■112
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 113
2.11 Ruimtelijke ordening envolkshuisvesting
■
■
■
■
■
Ruimte bieden aan wonen, werken, natuur en vrije tijd in Noord-Holland
Wij realiseren deze ruimte door in intensief overleg met onze omgeving op uitvoering
gerichte plannen te maken voor nieuwe bouwlocaties, bedrijventerreinen/kantoor-
locaties, groen- en watergebieden. Daarnaast beoordelen wij gemeentelijke plannen op
passendheid in provinciaal en rijksbeleid, stimuleren wij in samenwerking met onze
omgeving de woningbouwproductie en verlenen wij subsidies aan gemeenten voor
stedelijke vernieuwing.
Productgroepen
Strategische beleidsontwikkeling
Realisatie ruimtelijk beleid
Gemeentelijke plannen
Stedelijke vernieuwing
Wonen
Wat willen we bereiken?
Portefeuillehouder
A.M.C.A. Hooijmaijers
A. Moens
Planologische vertaling van de projecten zoals opgenomen in het
Uitvoeringsprogramma Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord
(algemene indicator)
Tussen 2005 en 2015 ruimte bieden in Noord-Holland Noord.
Indicator Doelstelling Rapportage
(Streefnorm en kengetal) (vindplaats)
Tot 2015 kan er tenminste 390 hectaren bedrijventerrein worden
gerealiseerd
Streefnorm: 390
Kengetal: 390
Document:
Ontwikkelingsbeeld NHN
Moment: NJB
Ruimte geven aan 390 ha bedrijventerreinen.
Indicator Doelstelling Rapportage
(Streefnorm en kengetal) (vindplaats)
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■114
Aan de hand van opgaven die volgen uit het uitvoeringsprogramma NHN,
indien noodzakelijk streekplanherziening(en) doorvoeren. Begin 2006, op
basis van verkenning, keuze go/ no go voor de Noordboog (robuuste ecol.
verbinding).
Streefnorm: Verwerving van een deel van
800 ha (voornamelijk bollengrond) in het
westelijk deel van de Noordboog)
Kengetal: 240 ha in westelijk deel Noord
boog in bezit (Wieringerrandmeer-project)
Document: Ontwikkelings-
beeld NHN
Moment: NJB
Ruimte geven aan 2056 hectaren nieuwe natuur voor de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur.
Indicator Doelstelling Rapportage
Volgens het provinciaal Waterplan hebben de waterschappen in 2006 de
wateropgave per polder bepaald. Aanpak via fijnmazige maatregelen
Streefnorm: Fijn-mazige maatregelen (niet
in ha uit te drukken)
Kengetal: Het kengetal
is niet bekend
Document: Ontwikkelings-
beeld NHN
Moment: NJB
Ruimte geven aan 825 hectaren voor wateropvang.
Indicator Doelstelling Rapportage
In 2006 hebben de drie regio’s een regionale woonvisie opgesteld waarin
wordt opgenomen hoeveel woningen gerealiseerd gaan worden en op
welke locaties
Streefnorm: Plancapaciteit van in totaal
45.000 woningen (waarbij rekening wordt
gehouden met een planuitval van 30%).
Van de nog te zoeken plancapaciteit
(7.400 woningen, inclusief planuitval:
9.600 woningen) dient 40% in het
bestaand stedelijk gebied te liggen.
Kengetal: 28.900 woningen in bestaande
plannen, waarvan 8.000 in bestaand
stedelijk gebied
Document: Monitor
woningbouwproductie
Moment: NJB
Ruimte geven aan 34.500 woningen.
Indicator Doelstelling Rapportage
7) Dit is de ruimtelijke plancapaciteit in 2004 (gerekend moet echter worden met een planuitval van circa 30%).
Kengetal: 161.400 7)
Tussen 2005 en 2015 ruimte bieden in Noord-Holland Zuid.
Indicator Doelstelling Rapportage
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 115
In de periode tot 2030, 5.600 hectaren groen en recreatie planologisch
mogelijk maken
Streefnorm: 0 (prioriteit wordt voorlopig
gegeven aan het realiseren van de
bestaande groene plannen)
Kengetal: 0
Document: Streekplan
Noord-Holland Zuid
Moment: NJB
Ruimte geven aan 5.600 hectaren groenvoorziening en recreatief groen.
Indicator Doelstelling Rapportage
a In 2006 wateropgave bekend voor Bovenkerkerpolder en
Horstermeerpolder
b Eventuele start streekplanprocedure voor locatie waterberging
in Haarlemmermeer-Zuid
c Besluit over noodzaak calamiteitenberging in Ronde Hoep
Streefnorm: Niet bekend
Kengetal: 0
Streefnorm: 50 ha, 1 miljoen m_
Kengetal: 0
Streefnorm: Niet bekend
Kengetal: 0
Document: Streekplan
Noord-Holland Zuid
Moment: NJB
Ruimte geven aan waterberging.
Indicator Doelstelling Rapportage
a Eind 2006 door PS vastgestelde evaluatienota streekplan NHZ waarin
duidelijkheid wordt gegeven of er nog steeds een zoekopgave is van
1.000 ha bedrijventerrein, op basis van:
■ Monitor Ontwikkelingsstrategie (Schipholgebonden bedrijven)
■ Nota ELM (naam?)
■ Besluit over Wijkermeerpolder
b Uitwerking Haarlemmermeer- Bollenstreek met extra ruimte voor
bedrijventerreinen tot 2030
Streefnorm: Niet bekend.
Kengetal: 640
Streefnorm: Max. 90 ha voor opvang
tekort Zuid-Kennemerland
Kengetal: geen
Document: Streekplan
Noord-Holland Zuid
Moment: Jaarrekening
Document: Streekplan
Noord-Holland Zuid
Moment: Jaarrekening
Ruimte geven aan 1.000 hectaren bedrijventerreinen.
Indicator Doelstelling Rapportage
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■116
In 2006 vastgestelde streekplanuitwerking voor de ontwikkeling van
Bloemendalerpolder-KNSF. Daarmee maken wij 4.500 woningen
planologisch mogelijk.
In 2006 vastgestelde gebiedsuitwerking Haarlemmermeer-Bollenstreek.
Daarmee maken we ruimte voor 10 tot 20.000 woningen planologische
mogelijk.
Eind 2006 door PS vastgestelde evaluatienota streekplan NHZ waarin
duidelijkheid wordt gegeven of de ambitie van 50% stedelijk verdichting
uit het streeplan gerealiseerd kan worden. Ook wordt duidelijk of het
noodzakelijk is de zoekopgave voor het gebied al dan niet te effectueren.
Streefnorm: Ruimte voor 4.500 woningen
waarvan circa 700 woningen in de
bebouwde kom van Muiden en Weesp
Kengetal: 0
Streefnorm: Ruimte voor 10.000 tot
20.000 woningen in uitleglocaties tot 2030
Kengetal: 0
Streefnorm: Plancapaciteit van circa
158.000 woningen (waarbij rekening wordt
gehouden met een planuitval van 30%)
Kengetal: 141.000 woningen in
bestaande plannen, waarvan 106.400 in
binnenstedelijke plannen
Document: ‘Voortgang van de
woningbouwcapaciteit in
Noord-Holland Zuid’ (tussen-
balans 2004), GS, 15 maart
2005 en Streekplan NHZ
Moment: NJB
Document: Uitvoerings-
programma streekplan Noord-
Holland Zuid
Moment: NJB
Document: Streekplan
Noord-Holland Zuid
Moment: Jaarrekening
Ruimte geven aan 166.000 woningen in de periode tot 2020, waarvan 155.000 woningen binnen Noord-Holland Zuid.
Indicator Doelstelling Rapportage
In 2006 realiseren wij tenminste 2 streekplan-uitwerkingen/-herzie-
ningen (Bloemendalerpolder en Wieringerrandmeer) waarin het Rood-
voor-Groen concept is verwerkt.
Streefnorm: 2
Kengetal: 0
Document: Streekplan
Noord-Holland Zuid
Moment: NJB
Rood-voor-Groen concepten betrekken bij de streekplanuitwerkingen.
Indicator Doelstelling Rapportage
Het tekort aan woningen voor starters Streefnorm: tekort van 17.775 woningen
(2010)
Kengetal: tekort van 32.000 woningen
(2002)
Document: Monitor
woningbouwproductie
Moment: NJB
Het verminderen van het tekort aan woningen onder starters en daarmee het terugdringen van de wachttijden.
Indicator Doelstelling Rapportage
Gevarieerd aanbod: inventarisatie woningbouwplannen, incl. woonmilieus
Voldoende: urgent tekort onder woningen voor starters
Een gevarieerd en voldoende woningaanbod in koop- en huur in Noord-Holland voor starters en senioren.
Indicator Doelstelling Rapportage
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 117
Wat gaan we ervoor doen?
Strategischebeleidsontwikkeling
Strategische Agenda Schiphol
Net als voorgaande jaren blijven wij ons inzetten op
het behoud van de Mainport Schiphol om de inter-
nationale concurrentiepositie van de regio te hand-
haven en te versterken. In dit kader is in 2005 een
convenant gesloten met onze regionale partners, het
Rijk en de luchtvaartsector. Daarmee willen we
komen tot de uitvoering van maatregelen die deze
positie handhaven en versterken , alsook de main-
portstrategie naar de metropolitane strategie te ver-
ruimen.
Daarnaast blijven wij betrokken bij zowel de ont-
wikkelingen van de Mainport als de evaluatie van de
Wet luchtvaart die in 2006 wordt afgerond. Wij voe-
ren met onze regionale partners een actieve lobby om
te zorgen dat Schiphol binnen de geldende milieu- en
veiligheidsgrenzen kan groeien en daarmee haar
Mainport- en HUB-positie kan handhaven. Daarmee
a Aantal gemeenten dat is gestart met de uitvoering van ISV-
activiteiten in 2006
b Aantal gemeenten dat in aanmerking komt voor UNA-ISV middelen
Streefnorm: 25 gemeenten
Kengetal: 0
Streefnorm: 6 à 10 gemeenten
Kengetal: 0
Document: -
Moment: JR
Document: PS-besluit 03-6
Moment: NJB
Leefbaarheid en vitaliteit in steden vergroten door te investeren in sociaaleconomische en fysieke ruimte van de
steden.
Indicator Doelstelling Rapportage
Indicator voor senioren: het aantal 0-treden woningen en het aantal te
creëren woonvormen voor verzorgd wonen.
Streefnorm: 33.400 0 treden woningen
(tot 2010) en 7.500 plaatsen in woon-
vormen (tot 2010)
Kengetal: 0
Document: Beleidsdocument
VROM/VWS (2004)
Moment: NJB
Bouw van 33.400 0-treden woningen en het creëren van 7.500 plaatsen in woonvormen voor verzorgd wonen in de
periode 2005-2010.
Indicator Doelstelling Rapportage
Het aantal woningen dat betrokken is bij aanjaagacties Streefnorm: 11.797
Kengetal: 4.943 (1-6 2004 t/m 1-6-2005)
Document: Voort-
gangsrapportage Wonen
(1-7-2005)
Moment: NJB
Versnelde bouw van 3.000 woningen in de provincie door inspanningen van de provincie in de periode 2004 tot en
met 2007.
Indicator Doelstelling Rapportage
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■118
zijn behoud en groei van veel arbeidsplaatsen in de
regio gemoeid. Wij zijn nu gereed om deze provinci-
ale hoofdtaak tot uitvoering te brengen, maar hebben
daar meer capaciteit voor nodig.
Uitvoeringsprogramma 4e
Noordvleugelconferentie
De gezamenlijke overheden in de Noordvleugel van
de Randstad hebben gekozen voor een verdergaande
samenwerking om de internationale concurrentiepo-
sitie van de regio te versterken. Zonder samenwer-
king staat die positie op de tocht, terwijl dit gebied
de economische motor van Nederland is. Wij spelen
een belangrijke rol in deze samenwerking en dragen
de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van een
groot aantal afgesproken regionale acties (31 in
totaal). De uitvoering van deze acties, hetgeen vaak
in samenwerking met gemeenten plaatsvindt, heeft
hoge prioriteit bij ons. Het betreffen activiteiten op
het gebied van infrastructuur, woningbouw, econo-
mische ontwikkeling, die een lange uitvoeringstijd
kennen. Daarnaast vervullen wij de rol van vice-
voorzitterschap van de Noordvleugelsamenwerking.
Wij zijn nu gereed om deze provinciale hoofdtaak tot
uitvoering te brengen, maar hebben daar meer capa-
citeit voor nodig.
Nota Ruimte en de Uitvoeringsagenda
Nota Ruimte
a Partiële herziening: In 2005 hebben wij de
Gebiedsuitwerking
Haarlemmermeer/Bollenstreek uitgevoerd in
opdracht van het ministerie VROM. Omdat deze
gebiedsuitwerking op onderdelen verschilt met
het huidige streekplan Noord-Holland Zuid, leidt
dit in 2006 tot een partiële streekplanherziening.
b Uitvoering Nota Ruimte: De gestarte realisatie
van het uitvoeringsprogramma Nota Ruimte en
de vertaling naar provinciale projecten zetten wij
in 2006 voort. Het Rijk neemt in 2006 over een
aantal projecten uit de Nota Ruimte na afronding
van studies een definitief besluit. Het gaat onder
meer om Uitweg, de IJmeerverbinding en de
schaalsprong Almere. Wij willen de besluitvor-
ming van het Rijk ten gunste van het provinciale
beleid beïnvloeden. Daartoe ontplooien we
diverse activiteiten, zoals deelname aan diverse
ambtelijke en bestuurlijke overleggen en afstem-
ming op Noordvleugelniveau.
Ontwikkelingsplanologie
De opgaven voor de provincie zijn groot. De druk op
de ruimte in Noord-Holland neemt steeds meer toe.
Van de provincie worden, als (boven)regionaal regis-
seur, heldere keuzes en beslissingen gevraagd. Wij
willen op een adequate wijze invulling geven aan de
omslag in het denken over de ruimte. De essentie is
van ordenen naar ontwikkelen om te buigen. De
koers is nog niet helemaal helder, want deze hangt
ook af van de nieuwe Wet op de ruimtelijke orde-
ning. Daarin krijgenprovincies ruimere bevoegdhe-
den dan in de huidige wet. Ontwikkelingsplanologie
is een instrument van integrale gebiedsontwikkeling,
waarin publieke en marktpartijen in een gezamenlijk
proces streven naar verbetering van de ruimtelijke
kwaliteit, door uitvoering en financiering van een
aantal samenhangende ruimtelijke projecten. Dit
vraagt een pro-actieve en ontwikkelende rol van de
provincie, naast de traditionele coördinerende en
toetsende rol.
In samenwerking met de provinciaal bouwmeester
passen wij ontwikkelingsplanologie toe in situaties
waarin ontwikkelingsgericht werken daadwerkelijk
toegevoegde waarde heeft. In 2006 werken wij aan
het verder uitbouwen van de ontwikkelingscompe-
tenties (kennis, vaardigheden en attitude), waarover
wij moeten beschikken wil gebiedsontwikkeling een
succes worden. Deze actualiseringslag vindt plaats
langs het spoor van ontwikkeling, vorming en trai-
ning en via de toepassing van ontwikkelings-plano-
logie in complexe projecten.
Ontwikkelingsplanologie is een cruciaal instrument
voor de provincie ter versterking van de samenwer-
king met gemeenten, maatschappelijke organisaties,
marktpartijen en burgers.
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 119
Strategisch grondbeleid
De oprichting van een grondbank voor Laag-Holland
hebben wij in 2005 geïnitieerd. Ook voerden we een
kaderstellende discussie over de vormgeving van het
provinciaal strategisch grondbeleid. Wanneer er vol-
doende samenwerkende partners voor een grond-
bank in Laag-Holland zijn gevonden, gaan wij in
2006 over tot een definitieve oprichting van de
grondbank.
In 2006 gaan wij ook over tot de implementatie en
uitvoering van de kaders die door Provinciale Staten
in 2005 zijn vastgesteld. Dit kan betekenen dat wij
grondbeleidinstrumenten sterker inzetten voor een
aantal nog te selecteren projecten uit de uitvoerings-
programma’s van de twee streekplannen en hiervoor
een organisatie opzetten.
Realisatie ruimtelijk beleid
Uitvoering Streekplan Noord-Holland
Zuid: projectennota
Wij voeren het Streekplan Noord-Holland Zuid uit
op de volgende onderdelen:
■ afronding van de streekplanuitwerking voor
Bloemendaler-polder/KNSF;
■ voor het gebied tussen de A4/A5 en oude
Schipholweg loopt de streekplanuitwerking op
basis van een besluit dat is genomen over het al
of niet omleggen van de A9;
■ tevens herzien wij het streekplan in verband met
de verlenging van de reserveringstermijn voor
het banenstelsel Schiphol.
Uitvoering streekplan Noord-Holland
Noord: uitvoeringsprogramma
Wij voeren het Streekplan Noord-Holland Noord uit
voor het volgende onderwerp:
het project BES/CAL wordt door ons in 2005 met een
bestuursovereenkomst bekrachtigd; de start van de
realisering is voorzien in september 2006.
Taskforce Intensief ruimtegebruik
Wij voeren de acties van de Taskforce intensief ruim-
tegebruik zodanig uitdat de verdichtingopgave in
Noord-Holland Zuid een nader invulling krijgt. Ook
krijgen gemeenten handvatten aangereikt voor de
vraag, hoe intensief ruimtegebruik concreet vorm
kan krijgen. Dit zal leiden tot een aantal adviezen en
publicaties over de mogelijkheden tot ruimtewinst
van woningbouw- en bedrijvenprojecten in de pro-
vincie en de selectie van een aantal best practices.
Gemeentelijke plannen
Actualisering bestemmingsplannen
Wij blijven bevorderen dat gemeenten hun verou-
derde bestemmingsplannen daadkrachtig actualise-
ren. Dit doen wij door de uitvoering van de gemeen-
telijke plannen van aanpak te bewaken. Zonodig pas-
sen wij artikel 37 van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening toe. Dit artikel geeft ons de bevoegdheid
gemeenten een aanwijzing te geven om het bestem-
mingsplan te herzien. Zo dragen wij er aan bij dat de
ruimtelijke ordening is gebaseerd op actuele bestem-
mingsplannen engaranderen wij de burger rechtsze-
kerheid.
Implementatie herziene Wet op de
ruimtelijke ordening
De herziene Wet op de ruimtelijke ordening treedt
naar verwachting op zijn vroegst in 2007 in werking.
Het is daarom noodzakelijk om in 2006 de nodige
voorbereidingen te treffen. Zolang de wettelijke
behandeling van het wetsvoorstel niet is afgerond, is
het moeilijk te voorspellen of deze wijzigingen
beperkt of ingrijpend van aard zijn. Mocht onze
goedkeuring van door gemeenteraden vastgestelde
bestemmingsplannen vervallen, zoals nu in het ont-
werp zit, dan bouwen wij de Leidraad Provinciaal
Ruimtelijk Beleid om naar een provinciale verorde-
ning. Dan bekijken wij ook welke maatregelen nodig
zijn om gebruik te maken van de bevoegdheden om
provinciale bestemmingsplannen te maken of pro-
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■120
vinciale projectprocedures (voorheen art. 19 WRO) te
doorlopen.
Wonen
Naar één woningmarkt voor
huurwoningen in Noord-Holland
In 2006 zoeken we naar manieren om de burger meer
keuze te geven bij het zoeken naar huurwoningen in
Noord-Holland. We streven ernaar om grenzen tus-
sen woningmarktregio’s te beslechten en het beschik-
bare aanbod aan huurwoningen op een inzichtelijke
manier aan de woningzoekende te presenteren.
Aanjaagteam stimuleren
woningbouwproductie
Dit betreft een aanjaagactie waar wij op maat én op
locatie bijdragen om de woningbouwproductie te
versnellen. In 2006 wordt een aantal probleemloca-
ties in Noord-Holland bijgestaan door dit aanjaag-
team. Dit gebeurt zodanig, dat de woningbouwpro-
ductie op deze plek sneller gerealiseerd kan worden.
Daarnaast bewaakt het aanjaagteam onze zoektocht
naar mogelijkheden om onze eigen procedures waar
mogelijk te verkorten. Dat moet op zo’n manier
gebeuren, dat uitvoering van onze wettelijke taken
niet onnodig vertragend werkt in het planproces.
Voorbereiding uitvoeringsprogramma
Noordvleugelconferentie 2006
Deze activiteit draagt bij aan de versterking van de
internationale concurrentiepositie van de regio. Dat
uit zich in handhaving en versterking van de werk-
gelegenheid en welvaart in de regio op de lange ter-
mijn (2030). De actie draagt ertoe bij, dat economische
groei mogelijk wordt gemaakt. Aan de fysieke rand-
voorwaarden daarvoor wordt voldaan, door bij-
voorbeeld voldoende en goede huisvesting en dito
bedrijventerreinen te hebben. Daartoe moeten nu met
het Rijk afspraken worden gemaakt over aantallen
woningen, infrastuctuur, locaties en moet met de
regio worden gesproken over bedrijventerreinen en
kantorenterreinen, over de ontwikkeling en groei van
Schiphol en dergelijke.
Het betreft intensivering van bestaand beleid.
De Noordvleugelactiviteiten en de bijdrage daaraan
van de provincie zijn bestaand beleid. De uitvoering
en onze ambitie daarin een stevige rol te spelen, ver-
gen meer inzet dan is voorzien in het clusterplan
Beleid en meer middelen dan is opgenomen in de
lopende begroting.
Bij de Voorjaarsbegroting 2005 zijn incidenteel extra
middelen ter beschikking gesteld voor 2005 (tijdelijke
inhuur/onderzoek en dergelijke). Het huidige voor-
stel is deze intensivering structureel te maken vanaf
2006.
Het bedrag is bestemd voor:
a Inhuren externe expertise: 2006 € 225.000,–;
2007 t/m 2009 € 110.000,– per jaar.
a Onderzoek en advies. Op basis van de ervaringen
Beleidsintensiveringen 2006.
Noordvleugel 315.000 200.000 100.000 100.000
Schiphol 385.000 250.000 100.000 100.000
Stimuleren woningbouwproductie 100.000
Omschrijving 2006 2007 2008 2009
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 121
van de afgelopen twee jaar is hiervoor jaarlijks
een extra bedrag nodig van € 50.000,– voor advi-
sering en € 40.000,– voor onderzoek.
Op deze wijze leveren wij een volwaardige inhoude-
lijke bijdrage inzake het woningbouwprogramma,
infrastructuur, werklocaties en groenontwikkeling
aan het document voor de Noordvleugelconferentie
2006 en de activiteiten die voortvloeien uit het uit-
voeringsprogramma van de Noordvleugel.
De voortgang van de Noordvleugelactiviteiten is
afhankelijk van de overeenstemming in de regio. Een
mijlpaal in de uitvoering is de Noordvleugel-
conferentie 2006.
Strategische agenda Schiphol
Wij willen bijdragen aan een internationaal concur-
rerende vestigingsklimaat in de regio Schiphol. Het
gaat ons om de ruimtelijk-economische ontwikkeling
in de regio in de vorm van bedrijventerreinen,
woningbouw, infrastructuur en ontwikkeling van de
leefomgeving binnen de gestelde (milieu) randvoor-
waarden.
Sinds tweede helft 2004 hebben wij met de regionale
samenwerkingspartners het beleid geïntensiveerd.
Dit heeft geleidtot onder meer een Uitvoerings-
programma korte termijn, gezamenlijk uitbesteed
onderzoek en een gezamenlijk optrekken in rijkspro-
gramma’s.
Het vaststellen van het Uitvoeringsprogramma
houdt in dat wij ons gesteld zien voor een uitbrei-
ding van de taken van het Schipholteam. Het gaat
om het (doen) uitvoeren van onderzoek, procesbege-
leiding en het inhuren van externe expertise, om de
slagvaardigheid van de uitvoering te vergroten .
De gevraagde middelen stellen het Schipholteam in
staat om onze regionale verantwoordelijkheid te
nemen voor:
■ de aansturing van ons strategische Schipholteam;
de regionale werkgroep Bestuurlijke Regio
Schiphol (BRS) : het voeren van het voorzitters-
schap en secretariaat, directeurenoverleg en de
BRS en de voorbereiding en uitvoering van alle
door de BRS aan ons opgedragen maatregelen;
■ uitvoering van de door de BRS geaccordeerde
maatregelen van het Uitvoeringsprogramma (dit
is het verbreed mainport-programma korte ter-
mijn; projectopdrachten)
■ het bevorderen van het draagvlak en met het oog
daarop structureren en afstemmen van de com-
municatie (communicatieplan);
■ het ontwikkelen van een lange termijnvisie op de
mainportontwikkeling (opdracht GS 17 mei 2005);
het (doen) leveren van bijdragen aan onder meer pro-
jecten in het kader van de Noordvleugel, gebiedsuit-
werking Haarlemmermeer/Bollenstreek en inbreng
in de rijksprojecten Mainport en Evaluatie
Schipholwet (MEIS)
De extra middelen maken de door BRS/GS
gevraagde uitvoering van de eerder genoemde reeks
maatregelen en projecten mogelijk. Samen met de
regio maken wij over de twintig projecten die zijn
opgenomen in het uitvoeringsprogramma afspraken
in een uitvoeringsconvenant, dat in het najaar is vast-
gesteld.
Mijlpalen in de uitvoering
Het uitvoeringsconvenant is opgedragen door het
College en de BRS. Wij willen een blijvende pro-
actieve rol in dit dossier spelen en gaan ervan uit dat
opeenvolgende GS-colleges (2007-2011 en verder)
deze politiek-bestuurlijke prioriteit voortzetten. De
gevraagde extra middelen zijn bestemd voor reali-
sering van de in het uitvoeringsconvenant vervatte
maatregelen en de daaruit te starten projecten. Voor
deze projecten dragen wij deels financiële verant-
woordelijkheid, maar ook willen wij met samenwer-
kingspartners afspreken voor welke projecten zij ver-
antwoordelijkheid nemen.
De belangrijkste mijlpalen die wij willen halen, zijn:
■ sluiten uitvoeringsconvenanten: 10-2005
■ bepalen lange-termijnstrategieën: 11-2005
■ afronding Economische Effect rapportage: 11-2005.
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■122
■ Noordvleugelconferentie: 11-2005 (resultaten EER,
uitvoeringsconvenant en diverse onderzoeken).
■ Aanjagen uitvoeringsproces: geheel 2006.
■ (eventuele) streekplanherziening baanherconfi-
guratie: 3-2006.
■ lange-termijnvisie in PS: 3-2006.
■ participatie in de Evaluatie Schipholwet Tweede
Kamer; 4/5-2006.
■ implementatie communicatie en draagvlakstrate-
gie: geheel 2006.
■ inbreng in het rijkstraject Mainport Schiphol:
geheel 2006.
Stimuleren woningbouwproductie
Wij willen de planvorming en realisatie van woning-
bouwopgaven versnellen door gemeenten te stimu-
leren met maatwerkacties, procedureversnelling en
inzet van expertise.
Wij zijn van plan het bestaande beleid te intensive-
ren.
In juli 2005 nemen wij kennis van de Voortgangs-
rapportage van de activiteiten in 2005. In oktober
2005 wordt op basis van een evaluatie een go/no go-
besluit voor 2006 genomen. Wij bieden ons besluit
aan Provinciale Staten aan in het vierde kwartaal van
2005.
De bijbehorende kosten bedragen € 80.000,– voor
inhuur expertise/menskracht en € 20.000,– voor com-
municatie. (werkconferenties)
Dit moet uiteindelijk leiden tot enerzijds financiële
doorlichtingen en adviezen voor locaties met finan-
ciële knelpunten daar waar dat volgens provinciaal
beleid van belang is en kansrijke locaties die met een
kleine impuls versneld kunnen worden. Anderzijds
gaat het ook om de inhuur van maatwerkexpertise
die ervoor zorgt dat de stagnatie in de ontwikkeling
van een woningbouwlocatie wordt doorbroken en
gaat het om de organisatie van enkele themabijeen-
komsten op maat.
Om de uitvoerbaarheid hiervan te waarborgen, is dit
zeer zeker een beleidsaccent wat betreft bewaking en
actie van proces en resultaten.
Mijlpalen in de uitvoering
Cruciaal is het go/no-go besluit in het najaar. Op
grond daarvan bepalen wij of en zo ja, welke mijlpa-
len gehaald moeten worden in 2006. Onze verwach-
tingen zijn: een toename van het aantal te bouwen
woningen en een versnelling van het proces.
Meerjarige beleidsnota’s en verordeningen.
Ontwikkeling NHN, incl. uitvoeringsprogramma 2004
Streekplan NHZ, incl. uitvoeringsprogramma 2003
Streekplanuitwerking Randzone Saendelft 2004
Streekplanuitwerking Westrand 2005
Streekplanuitwerking Bedrijventerrein Amstelveen 2005
Streekplanherziening Parkeernorm Zuidas 2005
Streekplanherziening Ruimte voor Water 2005
Beleidsnota Regionale Woonruimteverdeling in NH 2004
Provinciale beleidskader Stedelijke Vernieuwing in NH 2005-2009 2005
Subsidieverordening Stedelijke Vernieuwing ISV II 2005-2009 2004
Vigerende meerjarige beleidsnota’s en verordeningen PS-datum
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 123
Moties
Aanzet tot uitwerking motie 14-10
Aan de motie wordt uitvoering gegeven door de
wens van PS aan de orde te stellen in een vergade-
ring van de Bestuurlijke Kerngroep Noordvleugel. Of
de suggestie daar gevolg vindt, is echter de vraag,
want:
I In de Noordvleugelconferentie van 4 februari
2005 is aan de orde geweest wanneer een vol-
gende Noordvleugelconferentie zou moeten
plaatsvinden en zijn diverse onderwerpen
genoemd, waaronder groen en landschap, dat
overigens door gedeputeerde Hooijmaijers is
ingebracht. Besloten is om in oktober/november
2005 een vijfde conferentie te organiseren. In die
conferentie wordt de balans opgemaakt van de
vier eerdere conferenties. De kwestie van de
20.000 woningen kan dan aan de orde komen en
de actiepunten van de vierde conferentie worden
nagelopen. Daarnaast wordt teruggekoppeld
over het Programma Noordvleugel van minister
Peijs en wordt gekeken of er aanbevelingen kun-
Lasten
Beleidsaccenten 800.000 450.000 200.000 200.000
Bestaand beleid 26.665.600 23.543.900 23.335.500 23.335.700
Totaal lasten 39.611.209 34.893.700 27.465.600 23.993.900 23.535.500 23.535.700
Baten
Beleidsaccenten
Bestaand beleid 20.000.000 20.000.000 20.000.000 20.000.000
Totaal baten 29.357.115 20.000.000 20.000.000 20.000.000 20.000.000 20.000.000
Resultaat voor bestemming 10.254.094 14.893.700 7.465.600 3.993.900 3.535.500 3.535.700
Onttrekking reserves 8.509.142 7.753.600 4.233.900 1.764.700 1.500.000 1.500.000
Storting reserves 1.815.100 1.315.100 1.315.100 1.315.100 1.315.100 1.315.100
Resultaat na bestemming 3.560.052 8.455.200 4.546.800 3.544.300 3.350.600 3.350.600
Investeringen
Beleidsaccenten - - - - - -
Bestaand beleid - - - - - -
Bijdragen derden - - - - - -
Onttrekking reserves - - - - - -
Saldo activering - - - - - -
Voorzieningen
Onttrekking voorzieningen 18.000.000 20.000.000 20.000.000 20.000.000 20.000.000
Storting voorzieningen 10.422.000 20.205.600 20.259.800 20.309.800 20.365.900 20.365.900
Exploitatie Rekening Begroting Raming Raming Raming Raming
2004 2005 2006 2007 2008 2009
Wat mag het kosten?
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■124
nen worden gedaan voor de projecten in dat pro-
gramma. Er is nadrukkelijk besloten nu geen con-
ferentie over groen en water te beleggen. De
reden om het niet te doen, was dat er gemeente-
raadsverkiezingen zijn in het voorjaar van 2006
en men voor die tijd de uitkomst wil hebben afge-
rond van de vierde conferentie. Momenteel is de
volgende conferentie volop in voorbereiding.
II De Noordvleugelsamenwerking bestaat uit onge-
veer 30 overheidspartijen die gezamenlijk hun
agenda bepalen. Het is de vraag of Noord-
Holland, ondanks dat zij een belangrijk partner
in de Noordvleugel is, nu haar partners kan over-
tuigen om een recentelijk gezamenlijk genomen
besluit te veranderen.
III De provincie Utrecht maakt geen deel uit van de
Noordvleugel en samenwerking met Utrecht op
het gebied van groen en landschap vergt dus een
andere constellatie van samenwerking. Dit vraagt
voorbereiding en dus tijd.
IV Het programma Noordvleugel van minister Peijs
bevat geen expliciete groen- en landschapprojec-
ten. Als thema is het wel genoemd in dit pro-
gramma. Vanuit de Milieufederatie, Amsterdam
en Noord-Holland wordt daarom een bijeen-
komst op ambtelijk niveau belegd in oktober
2005. Deze bijeenkomstmoet leiden tot een eerste
aanzet van een gemeenschappelijke visie op het
thema groen en landschap. Als dit verrassende
resultaten oplevert, worden deze waarschijnlijk
onder de aandacht gebracht in de Noord-
vleugelconferentie van 18 november aanstaande.
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 125
Staf en ondersteuning
Toelichting staf en ondersteuning
In het overzicht Staf en ondersteuning zijn de lasten
en baten weergegeven betreffende het voormalige
provinciaal personeel (wachtgelduitkeringen e.d.),
het voormalig personeel van gesubsidieerde instel-
lingen (subsidies in kosten wachtgelduitkeringen) en
het voormalig personeel van het ziekenhuis
Santpoort (kosten boetes IZR en IZZ e.d.) . Voorts zijn
daarin begrepen de lasten en baten betreffende eigen-
dommen niet voor de openbare dienst bestemd (bijv.
opbrengst huren panden) en de opbrengsten van
catering en drukwerk.
Ook zijn daarin opgenomen de vergoedingen voor
werkzaamheden verricht voor derden (bijv. via deta-
cheringen).
Lasten/baten staf en ondersteuning.
Lasten
Beleidsaccenten
Bestaand beleid 6.682.400 6.681.900 6.681.400 3.675.700
Totaal lasten 2.577.932 3.633.300 6.682.400 6.681.900 6.681.400 3.675.700
Baten
Beleidsaccenten
Bestaand beleid 1.569.200 1.586.200 1.603.700 1.621.900
Totaal baten 1.784.800 1.690.600 1.569.200 1.586.200 1.603.700 1.621.900
Resultaat voor bestemming 791.132 1.942.700 5.113.200 5.077.700 5.095.700 2.053.800
Onttrekking reserves - - - - - -
Storting reserves - - - - - -
Resultaat na bestemming
Investeringen
Beleidsaccenten - - - - - -
Bestaand beleid 1.956.772 3.378.285 memorie memorie memorie memorie
Bijdragen derden - - - - - -
Onttrekking reserves - - - - - -
Saldo activering 1.956.772 3.378.285 memorie memorie memorie memorie
Voorzieningen
Onttrekking voorzieningen - - - - - -
Storting voorzieningen - - - - - -
Exploitatie Rekening Begroting Raming Raming Raming Raming
2004 2005 2006 2007 2008 2009
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■126
Financiering en algemenedekkingsmiddelen enonvoorzien
Toelichting Financiering en algemene
dekkingsmiddelen
In het overzicht Financiering en algemene dekkings-
middelen zijn de lasten en baten weergegeven welke
niet in de programma’s en het overzicht Staf en
ondersteuning zijn opgenomen.
De belangrijkste onderdelen worden hieronder toe-
gelicht.
Apparaatskosten
De apparaatskosten zijn als een stelpost in de pro-
grammabegroting 2006 opgenomen. Deze zijn nog
niet verdeeld over de diverse programma’s resp. pro-
ductgroepen. Dit zal (evenals vorig jaar) gebeuren in
de productenraming 2006 aan de hand van de op te
stellen clusterplannen (voorheen afdelingsplannen).
De dalende trend in de eerste jaren houdt verband
met de bezuinigingstaakstelling op de apparaats-
kosten in samenhang met het reorganisatieproces.
Stelposten plus onvoorzien
Conform het bij de kaderbrief 2006 geactualiseerd
financieel kader van het collegeprogramma en op
basis van verdere GS-besluitvorming zijn de vol-
gende stelposten in de begroting en meerjarenraming
verwerkt:
Financiering en algemene dekkingsmiddelen.
Direct beïnvloedbare kosten:
Apparaatskosten 112.038.300 106.517.100 105.040.100 110.394.000 113.365.400
Stelposten + onvoorzien 10.222.200 9.985.300 11.410.900 10.116.700 11.826.000
Niet direct beïnvloedbare kosten:
Storting in reserves 16.359.700 20.245.200 11.245.200 11.295.200 11.295.200
torting in voorzieningen 8.071.800 386.700 402.200 418.300 435.100
Afschrijvingskosten (dis)agio 2.780.100 1.289.800 888.400 -
Totaal lasten 146.692.000 139.914.400 129.388.200 133.112.600 136.921.800
Baten
Bruto renteresultaat 25.555.300 29.527.900 21.719.500 19.825.800 17.478.400
Provinciefonds 106.930.200 110.040.200 115.266.400 119.274.600 121.966.000
Dividenden 7.939.900 7.939.900 7.939.900 7.939.900 7.939.900
Opcenten motorrijtuigenbel. 114.700.000 121.700.000 122.900.000 124.100.000 127.700.000
Onttrekking reserves 123.849.165 96.025.700 58.601.800 25.284.800 8.452.800
Stelposten 3.400.000 6.485.600 7.421.300 7.421.300 8.478.600
Overige baten 1.750.000 1.750.000 1.750.000 1.750.000 1.750.000
Totaal baten 384.124.565 373.469.300 335.598.900 305.596.400 293.765.700
Saldo 207.869.533 237.432.565 233.554.900 206.210.700 172.483.800 156.843.900
Rekening Begroting Raming Raming Raming Raming
2004 2005 2006 2007 2008 2009
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 127
Stortingen reserves en voorzieningen
en onttrekkingen
Voor een specificatie van de stortingen in reserves en
voorzieningen en van de geraamde onttrekkingen
wordt verwezen naar de bijlagen 5.7 en 5.13.
Bruto renteresultaat
De vanaf 2007 zichtbare jaarlijkse daling van de ren-
teopbrengst houdt met name verband met de te ver-
wachten terugloop van de FINH- en UNA-middelen.
Ook is er rekening mee gehouden dat de omvang
van de bestemmingsreserves per saldo zal terug-
lopen. In het “Overzicht van het renteresultaat en de
kapitaallasten” (staat 5.8) wordt een specificatie gege-
ven van het voor 2006 geraamde renteresultaat.
Provinciefonds
De ramingen van de uitkering uit het Provinciefonds
voor 2006 en volgende jaren zijn gebaseerd op de
gegevens van de junicirculaire 2005 van de Minister
van BZK. In hoofdstuk 4.2 (Financieel kader) is een
nadere specificatie van de geraamde bedragen voor
de jaren 2006 t/m 2009 opgenomen.
Dividenden
De dividendopbrengsten voor 2006 en volgende jaren
zijn geraamd op € 7.939.900. Een specificatie van het
geraamde bedrag luidt als volgt:
NV NUON € 5.000.000,–
NV PWN € 476.500,–
NV Afvalzorg € 1.111.800,–
NV BNG € 1.171.900,–
SADC NV € 127.600,–
NV NWB € 52.100,–
Totaal € 7.939.900,–
Opcenten motorrijtuigenbelasting
(MRB)
Voor een toelichting op de raming voor 2006 e.v.
wordt verwezen naar de paragraaf Provinciale hef-
fingen (hoofdstuk 3.1).
Stelpost Infra/Normkosten 7.899.900 1.478.400
Stelpost Nota “Toekomstvast openbaar vervoer” 740.000 740.000
Stelpost prijscompensatie gesubsidieerde instellingen 85.000 85.000
Stelpost prijsstijgingen 60.400 2.907.500
Stelpost structureel baggeren - 5.000.000
Stelpost onvoorziene uitgaven 1.200.000 1.200.000
Totaal lasten 9.985.300 11.410.900
Omschrijving stelpost lasten 2006 2007
Stelpost afrekeningsverschillen 1.000.000 1.000.000
Stelpost verwachte onderuitputting 500.000 -
Stelpost professionalisering inkoop en bezuiniging materiële apparaatskosten 1.242.900 1.742.900
Stelpost bezuinigingen programmabegroting 2006 3.742.700 4.678.400
Totaal baten 6.485.600 7.421.300
Omschrijving stelpost baten 2006 2007
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■128
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 129
Paragrafen3■
■
■
■
■
Het besluit begroting en verantwoording provincies
en gemeenten (BBV) schrijft de volgende paragrafen
voor:
■ Provinciale heffingen.
■ Weerstandsvermogen.
■ Onderhoud kapitaalgoederen.
■ Financiering.
■ Bedrijfsvoering.
■ Verbonden partijen.
■ Provinciaal grondbeleid.
Deze paragrafen lichten de beleidslijnen toe van
beheersaspecten met grote financiële invloed, grote
politieke betekenis of aanzienlijk belang voor de rea-
lisatie van beleidsprogramma’s.
De provincie heeft de paragrafen het afgelopen jaar
verbeterd, rekening houdend met de opmerkingen
en adviezen die het ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties als toezichthouder op
de begroting 2005 heeft gegeven.
Met name de paragrafen Onderhoud kapitaalgoede-
ren en Bedrijfsvoering zijn aangepast.
In de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen is een
veel betere relatie gelegd met het sinds kort in wer-
king zijnde jaarplan onderhoud (JPO) en het meerja-
renplan onderhoud (MPO).
Het is toegestaan om naar eigen inzicht paragrafen
toe te voegen. Voor de programmabegroting 2006 zijn
twee aanvullende, niet verplichte paragrafen opge-
nomen:
■ Provinciaal meerjarenprogramma infrastructuur
(PMI);
■ Extra investeringsimpuls Noord-Holland (EXIN-H).
Deze nieuwe paragrafen benadrukken het karakter
van de investerende provincie. De beleidskaders voor
het komende begrotingsjaar worden voor het PMI
samengevat in deze paragraaf. Het PMI zelf blijft een
afzonderlijk statenstuk. De paragraaf legt een duide-
lijke relatie tussen de geplande investeringen en de
in de begroting beschikbaar gestelde kapitaallasten-
budgetten.
De paragraaf Extra Investeringsimpuls Noord-
Holland brengt alle onder dit investeringspro-
gramma vallende projecten tezamen. Dat is noodza-
kelijk vanwege de beleidsmatige verantwoording,
omdat deze projecten investeringen bevatten die zul-
len worden geactiveerd en omdat deze investeringen
subsidies bewerkstelligen in beleidsvelden zoals
zorg, welzijn en cultuur.
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■130
3.1 Provinciale heffingen
1 Inleiding
Belastingheffing is bedoeld ter financiering van col-
lectief tot stand gebrachte voorzieningen. Bij de
voortbrenging van overheidsvoorzieningen (alloca-
tie) hebben lagere overheden veel mogelijkheden om
eigen beleid te voeren, mede omdat het profijt van
veel voorzieningen beperkt blijft tot het grondgebied
van die lagere overheid.
Een eigen belastinggebied leidt tot een scherpere
afweging tussen de baten van overheidsvoorzienin-
gen en de op te leggen lasten aan burgers en bedrij-
ven. In het besluitvormingsproces verdient het eigen
belastinggebied daarom een eigen plaats.
In het duale stelsel normeren en controleren provin-
ciale staten. Doel van deze paragraaf is provinciale
staten de beleidslijnen van de diverse onderdelen te
kunnen laten vaststellen en controleren. In het colle-
geprogramma 2003-2007 wordt bij het financieel
kader aangegeven dat de dekking van de uitgaven
voor mobiliteit moet plaatsvinden vanuit de enige
provinciale belasting: de provinciale opcenten op de
hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting (“de
opcenten”). De opcentenheffing is een zuivere
belasting, wat betekent dat de opbrengst ervan
bestemd is als algemeen dekkingsmiddel.
2 Wat zijn lokale lasten?
Lokale lasten zijn inkomsten voor de provincie,
betaald door de burgers. Deze inkomsten worden
verkregen op grond van publiekrechtelijke regels.
Het zijn voornamelijk belastingen en heffingen, die
de provincie op grond van wettelijke bepalingen
oplegt aan haar inwoners en (in veel mindere mate)
het bedrijfsleven.
Lokale lasten omvatten:
1 Belastingen: uitvoering van collectieve vormen
van dienstverlening in het algemeen belang, maar
ook publiek - individuele vormen van dienstver-
lening zonder een duidelijke relatie tussen dienst-
verlening en belasting;
2 Heffingen: uitvoering van publiekrechtelijke
dienstverlening.
3 Retributies: individuele dienstverlening van typi-
sche overheidsdiensten van publiekrechtelijke
aard.
In deze paragraaf geldt de provinciale terminologie
voor lokale lasten:
■ algemene belasting: de opcenten.
■ heffingen: de Grondwaterheffing, de Ont-
grondingenheffing en de Nazorgheffing gesloten
stortplaatsen;
■ retributies: leges (in de Provinciewet rechten
genoemd).
3 Beleidsmatige aspecten van lokale
lasten
3.1 Besteedbaar inkomen/lastendruk
Belastingheffing heeft direct invloed op het besteed-
baar inkomen van de burger. Wettelijk is vastgelegd
dat het de provincie niet vrij staat onderscheid te
maken tussen haar inwoners of bedrijven aan te bren-
gen.
Het inkomensbeleid is een primaire verantwoorde-
lijkheid van het rijk. De provinciale opcentenheffing
heeft, gelet op de geringe financiële invloed en op de
groep van belastingplichtigen, nauwelijks tot geen
relatie met sociale aspecten en armoedebeleid.
Daarom laten zowel de provinciale belasting als de
heffingen, mede door hun aard, geen kwijtschelding
toe. Provinciale belastingen zijn mede, al is het in
geringe mate, bepalend voor de collectieve lasten-
druk en dus voor de omvang van het besteedbaar
inkomen. Vandaar dat de rijksoverheid, via de moni-
tor lokale lastendruk, de tariefontwikkelingen van
lokale belastingen en heffingen nauwlettend volgt.
3.2 Legitimering overheid(soptreden)
Wat krijgt de burger terug voor de betaling aan de
provincie? Er moet sprake zijn van een zeker even-
wicht tussen het ervaren van overheidsoptreden en
de hoogte van het te betalen bedrag. In de provincie-
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 131
wet is vastgelegd dat heffingen en leges maximaal
kostendekkend mogen zijn. Een provincie mag der-
halve geen winst maken c.q. er mogen geen baten uit
heffingen en leges toevloeien naar de algemene
middelen. Bij overtreding hiervan kan de rechter de
desbetreffende heffingsverordening onverbindend
verklaren.
3.3 Algemene dekkingsmiddelen
De opbrengst uit de provinciale opcentenheffing
geldt als algemeen dekkingsmiddel.
De totale omvang van deze inkomsten wordt voor de
begroting 2006 geraamd op € 121,7 mln. Dit is ruim
een kwart van de uitgaven die de provincie voor haar
eigen exploitatie aanwendt.
4 Beleidsuitgangspunten lokale lasten
4.1 Belastingdruk
In het collegeprogramma 2003-2007 is afgesproken
om bezuinigingen op de uitkering uit het
Provinciefonds op te vangen met ombuigingen van
de uitgaven. Nieuw beleid dient binnen het kader
van de inkomsten te worden gefinancierd.
Tijdens het beleidsdebat 2006 bevestigden Provinciale
Staten dat de Extra investeringsimpuls Noord-
Holland (EXIN-H) mede gefinancierd wordt uit een
opcentenverhoging. Op 26 september 2005 besluiten
Provinciale Staten over de financiële dekking van de
EXIN-H (deels door zogenoemde “vrije” UNA-
middelen, deels door een eventuele opcentenverho-
ging). Pas na die besluitvorming is duidelijk of en
hoeveel de belastingdruk toeneemt. Het sinds 1 april
geldende tarief van 52,7 opcenten is vastgesteld bij
besluit van provinciale staten van 8 december 2003,
nr. 80 (Provinciaal blad 2003/57).
4.2 Profijt en belastingdruk
Hoewel het profijtbeginsel zich sterker manifesteert
bij heffingen dan bij belastingen, is een aanzienlijk
deel van de Noord-Hollandse burgers en vrijwel het
gehele bedrijfsleven niet betrokken bij in de opcen-
tenheffing. Een verhoging van het opcententarief ver-
groot de financiële druk op de groep die wél
belastingplichtig is en veroorzaakt een grotere dis-
crepantie tussen betalers en niet-betalers. De invoe-
ring op termijn van een kilometerheffing of andere
vorm van beprijzing kan de mogelijkheid tot het hef-
fen van provinciale opcenten onder druk zetten. In
voorstudies wordt de zogenaamde ingezetenenhef-
fing gezien als belangrijkste vervanger voor de moge-
lijk wegvallende opcentenheffing. Het moge duide-
lijk zijn dat een keuze voor deze heffingsvorm leidt
tot een forse verschuiving in lastendruk tussen de nu
wel en niet in de provinciale belastingheffing betrok-
ken belastingplichtigen.
5 Uitwerking van het provinciale beleid
Een beleid gericht op de kostendekking vergt inzicht
in de kostenstructuur en de kostentoerekening. Dit
beleid richt zich op de heffingen en rechten waarvoor
wettelijk is vastgelegd dat de provincie slechts
bepaalde respectievelijk de volledige kosten in de
heffingstarieven mag doorberekenen en daarop geen
winst mag maken. Dit beleid dient dan ook te begin-
nen met een adequate kostenbeheersing. Daarnaast
dient er een concrete kostentoerekening aanwezig te
zijn. Met het financiële systeem SAP, het tijdschrijven
en het maken van kostenberekeningen zijn de instru-
menten daartoe voorhanden. In het collegepro-
gramma wordt aangegeven dat leges in eerste instan-
tie kostendekkend worden door kostenverlaging (het
optimaliseren van efficiency) en in tweede instantie
door inkomstenverhoging. Dit houdt in dat nog niet
kostendekkende legestarieven worden opgetrokken
en dat tarieven die meer dan kostendekkend zijn
worden verlaagd tot op maximaal kostendekkend
niveau.
6 Noord-Hollandse opcentenheffing
interprovinciaal vergeleken
Als meerjarig referentiemateriaal kunnen de opcen-
tentarieven van andere provincies gebruikt worden.
Op basis van hun en onze opcententarieven en het
percentage van het jaarlijks wettelijk vastgesteld maxi-
mum aantal opcenten dat de provincies mogen heffen,
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■132
ontstaat inzicht in de onderlinge verschillen en in de
(on)benutte belastingcapaciteit. Het maximum aantal
opcenten dat provincies mogen heffen is 99.0 per 1
april 2005 en 102,4 vanaf 1 april 2006. Aangetekend
wordt dat de tarieven van de andere provincies voor
2006 nog voorlopig zijn en nog vastgesteld dienen te
worden door hun provinciale besturen.
Interprovinciaal is er in 2006 opnieuw sprake van een
meer dan trendmatige tariefstijging. Noord-Holland,
dat veruit het laagste opcententarief hanteert, blijft
daar bij ongewijzigd beleid sterk bij achter.
7 Opcenten, beleid en cijfers 2005
(begroting programma 10,
productnummer 020)
In het Collegeprogramma 2003-2007 wordt aangege-
ven dat de dekking van de uitgaven voor mobiliteit
vanuit de opcenten, in het licht van de te verwachten
financiële kortingen van rijkswege, opwaarts moet
worden bijgesteld om de (extra) uitgaven en inkom-
sten voor mobiliteit in balans te houden. Dit leidde
tot een tariefsverhoging van 10 opcenten op 1 april
2004. De opbrengst per opcent in 2006 wordt
geraamd op ongeveer € 2,3 mln. Bij een tarief van
52,7 opcenten geeft dit een verwachte opbrengst van
€ 121,7 mln. De onbenutte belastingcapaciteit
bedraagt € 111,9 mln in 2006 en € 116 mln structureel
bij het huidige tarief van 52,7 opcenten.
8 Overige heffingen
8.1 Legesheffing (begroting, diverse
producten onder kostensoort 8110000)
Leges, zogenaamde rechten of retributies, zijn beta-
lingen die de overheid krachtens algemene regels
vordert ter zake van een concrete, door haar indivi-
dueel bewezen dienst. Het betreft werkzaamheden
die rechtstreeks en in overheersende mate verband
houden met dienstverlening ten behoeve van een
individualiseerbaar belang. Daarmee onderscheiden
de retributies zich van belastingen. Zuiver publiek-
rechtelijke handelingen van de overheid, zoals het
verlenen van vergunningen of ontheffingen, zijn
diensten in deze zin.
De opbrengstnorm, vermeld in artikel 225 Provincie-
wet, bepaalt dat de tarieven in een belastingverorde-
ning waarin gebruiks- of genotsretributies zijn gere-
geld, zodanig moeten worden vastgesteld dat de
geraamde baten niet uitgaan boven de geraamde
lasten ter zake.
In totaal wordt er in 2006 een opbrengst van ruim €
0,6 mln aan leges geraamd.
De meest recente legesverordening is door provinci-
Friesland 61,0 76,0 99,0 / 102,4 61,6 / 74,2
Groningen 75,0 76,8 99,0 / 102,4 75,8 / 73,7
Drenthe 75,9 77,4 99,0 / 102,4 76,6 / 75,6
Overijssel 73,1 74,0 99,0 / 102,4 73,8 / 72,3
Flevoland 62,5 63,4 99,0 / 102,4 63,1 / 61,9
Gelderland 78,1 79,0 99,0 / 102,4 78,9 / 77,2
Utrecht 71,7 74,1 99,0 / 102,4 72,4 / 72,4
Noord-Holland 52,7 52,7 99,0 / 102,4 53,2 / 51,5
Zuid-Holland 71,8 72,2 99,0 / 102,4 72,5 / 70,5
Noord-Brabant 68,3 69,7 99,0 / 102,4 69,0 / 68,1
Zeeland 69,3 69,3 99,0 / 102,4 70,0 / 67,7
Limburg 71,1 75,3 99,0 / 102,4 71,8 / 73,5
Provincies gemiddeld 69,3 72,8 99,0 / 102,4 70,0 / 71,1
Naam provincie Tarief opcenten Voorlopig Maximumtarief % benut
2005 tarief 2006 2005 / 2006 2005 / 2006
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 133
ale staten vastgesteld bij besluit van 8 december 1997,
nummer 64 (Provinciaal blad 1997/72), de meest
recente tarieventabel bij besluit van 6 december 2004,
nummer 92 (Provinciaal blad 2004/67).
8.2 Nazorgheffing gesloten
stortplaatsen (begroting programma 5)
In de Leemtewet is op 1 april 1998 een regeling in de
Wet milieubeheer opgenomen (artikelen 15.44, 15.45
en 15.47) over de nazorg van operationele stortplaat-
sen. Dit zijn stortplaatsen waar het storten van afval-
stoffen niet vóór 1 september 1996 is beëindigd. In
deze wet is bepaald dat de provincies bestuurlijk en
financieel ervoor verantwoordelijk zijn dat deze stort-
plaatsen na sluiting geen nadelige gevolgen voor het
milieu veroorzaken. Daartoe dient eeuwigdurende
nazorg plaats te vinden. Dit vereist maatregelen om
bodembeschermende voorzieningen op gesloten stort-
plaatsen in stand te houden, te onderhouden, te her-
stellen en eventueel te vervangen. Ook regelmatige
inspecties van de bodembeschermende voorzieningen
en bodemonderzoek onder de stortplaats behoren tot
de provinciale taken.
Ter bestrijding van deze kosten is als bestemmings-
heffing een nazorgheffing ingesteld, die wordt gehe-
ven van de exploitanten van de operationele stort-
plaatsen. De opbrengst van de heffing, die via een
rekenmodel per stortplaats wordt berekend, wordt in
het uitsluitend voor nazorg bestemde Nazorgfonds
gestort. Het Nazorgfonds is een bij wet vastgestelde
rechtspersoon. In het Nazorgfonds wordt een zodanig
kapitaal opgebouwd, dat uit het rendement daarvan
de eeuwigdurende nazorg gefinancierd kan worden.
Het Nazorgfonds bevatte per 1 januari 2005 ruim €
25,9 mln. In 2005 is voor € 1,5 mln aan nazorgheffing
opgelegd. Per 1 januari 2006 zal het fonds ongeveer €
28,2 mln bevatten inclusief rentebaten.
De verordening Nazorgheffing is door provinciale sta-
ten vastgesteld bij besluit van 29 maart 1999, nummer
19 (Provinciaal blad 1999/25), de meest recente tarie-
ventabel bij besluit van 23 november 2004, nummer 85
(Provinciaal blad 2004/58).
8.3 Grondwaterheffing
(begroting programma 4)
In artikel 48 van de Grondwaterwet is aan Gede-
puteerde Staten de bevoegdheid toegekend om bij
wijze van een provinciale belasting een heffing in te
stellen wegens het onttrekken van grondwater. De hef-
fing is bestemd ter bestrijding van een groot deel van
de ten laste van de provincie komende kosten die zijn
verbonden aan het grondwaterbeheer, waaronder het
tegengaan van verdroging in bepaalde gebieden. De
kosten/batenverhouding wordt bij balansvoorziening
geregeld. Heffingsplichtig zijn de onttrekkers van
10.000 m_ of meer grondwater per heffingsjaar. Het
tarief bedraagt € 0,00808 per m2 netto onttrokken
grondwater. In 2006 wordt een opbrengst geraamd
van € 0,8 mln bij een ongewijzigd tarief. De vigerende
Grondwaterheffingverordening is door provinciale
staten vastgesteld bij besluit van 8 december 1997,
nummer 65 (Provinciaal blad 1997/75). Het meest
recente tarief bij besluit van 6 november 2000, nummer
78 (Provinciaal blad 2000/63). Gelet op de aanwezige
balansvoorziening is er geen aanleiding om het tarief
te verhogen of te verlagen.
8.4 Ontgrondingenheffing
(begroting programma 4)
In artikel 21f van de Ontgrondingenwet kunnen pro-
vincies de kosten van planvorming, coördinatie en
informatie voor 50% verhalen op de houders van ont-
grondingenvergunningen. Het tarief is in 2001 ver-
hoogd van ƒ 0,07 naar ƒ 0,16 (€ 0,0726 ) per m_ te ont-
gronden stoffen. Deze tariefsverhoging werd veroor-
zaakt door een uitbreiding van planning en onder-
zoek. Vooral het in kaart brengen van zandvoorko-
mens en het onderzoek naar beton- en metselzand in
de Noordzee zijn kostbaar. Het huidige tarief ad €
0,0726 per m_ blijft in 2006 gehandhaafd. Gelet op het
karakter van deze bestemmingsheffing wordt de voor-
ziening voor kosten en baten bij balans geregeld. Voor
2006 wordt een opbrengst geraamd van € 109.000,-.
De thans vigerende heffingverordening Ont-
grondingen is door provinciale staten vastgesteld bij
besluit van 6 november 2000, nummer 79
(Provinciaal blad 2000/64).
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■134
3.2 Weerstandsvermogen
1 Inleiding
Sinds de Comptabiliteitsvoorschriften ‘95 (CV) kent
de provincie Noord-Holland een risicoparagraaf.
Deze omvat een uitwerking van de gesignaleerde
risico’s en de opstelling van het daarvoor aanwezige
financieel weerstandsvermogen. Tijdens de jaarlijkse
actualisatie van deze paragraaf bij de begrotingsop-
stelling en jaarrekening bleek het weerstandsvermo-
gen telkens toereikend.
In 2004 zijn deze voorschriften vervangen door het
Besluit Begroting & verantwoording (BBV ‘04).
Anders dan voorheen wordt daarin aandacht
gevraagd voor een kwantitatieve benadering van de
geïnventariseerde risico’s ter reële bepaling van het
(noodzakelijke) weerstandsvermogen van de pro-
vincies. Voor de provincie is dat geen onbekend gege-
ven. In de risicoparagrafen uit 2004 en voorgaande
jaren werd reeds volgens deze lijn gewerkt.
2 Artikelen Besluit Begroting &
Verantwoording 2004
In dit besluit (BBV ‘04) is bepaald dat de provincie in
haar programmabegroting en jaarrekening paragra-
fen moet opnemen die van belang zijn voor het
inzicht in de financiële positie van de organisatie. Een
van die paragrafen betreft het Weerstandsvermogen
(artikel 9-b). In deze paragraaf moet de provincie
haar risico’s naar de laatste stand van zaken bevesti-
gen, zowel bij de begroting als bij de vaststelling van
de jaarrekening. Deze paragraaf bevat tenminste de
volgende onderdelen:
a het beleid inzake de weerstandscapaciteit en de
risico’s;
b een inventarisatie van de weerstandscapaciteit;
c een inventarisatie van de risico’s.
2.a Het beleid omtrent de
weerstandscapaciteit en de risico’s
Sinds 2000 beoordeelt de provincie potentiële risico’s
steeds meer vanuit het principe van Risico-
management (RM). Bij risico-inventarisatie geldt de
volgende gedragslijn:
■ de hantering van een eenduidige definitie van het
begrip risico;
■ het periodiek en waar nodig uitzetten van een
RM-vraaglijn bij de afdelingen als check-list ter
signalering, objectivering en actualisering van
nieuwe en bestaande risico’s.
In 2003 is toegewerkt naar de opstelling van een con-
cernbreed risicobeheersplan. Daarin zijn de gesigna-
leerde risico’s beschreven volgens een daartoe inge-
richt format, waardoor er per afdeling zicht is op:
■ de aard van de risico’s;
■ de achterliggende oorzaken en de kans van optre-
den;
■ de daarmee samenhangende (financiële) conse-
quenties en het risiconiveau;
■ de daarvoor ingezette beheersmaatregelen;
■ de verwachte looptijd en de wijze waarop de
monitoring is geregeld.
Vanaf 2004 genereert dit plan op basis van drie-
maandelijkse actualisatie de input voor de paragraaf
Weerstandsvermogen bij de Programmabegroting en
de Jaarrekening.
De optelsom van de daarin opgenomen financiële
risicogevolgen is richtinggevend voor het benodigde
financieel weerstandsvermogen in eerste aanleg.
2.b Een inventarisatie van de
weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit betreft het vermogen om
calamiteiten en financiële tegenvallers op te vangen,
zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van
de bestaande taken.
Dit vermogen omvat het geheel van vrij aanwend-
bare middelen en mogelijkheden binnen de financi-
ële positie van een organisatie. Het gaat dus om vrij
aanwendbare middelen vanuit bepaalde reservebe-
standdelen, voorzieningen en mogelijk alsnog te
genereren (onbenutte) inkomsten. Ook dient dient er
bij de opbouw en samenstelling van de weerstands-
capaciteit onderscheid gemaakt te worden tussen
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 135
incidentele en structurele componenten.
Incidentele componenten ter bepaling van de weer-
standscapaciteit (in mln €).
Volgens de jaarrekening 2004 beschikte de provincie
Noord-Holland eind 2004 over de volgende vrij aan-
wendbare reservebestanddelen:
Structurele componenten ter bepaling van de weer-
standscapaciteit (in mln €).
De onbenutte belastingcapaciteit bij opcentenheffing
motorrijtuigbelasting voor 2006 (op basis van de
gewichtsuitdraai d.d. 2 juli 2005) is € 116,-
Totaal aan structurele ruimte € 116,-
De reserve “uitgestelde intenties” bevat middelen
voor bepaalde intenties en bestuurlijk geoormerkte
bedragen voor doeleinden waarvoor nog geen schrif-
telijke toezeggingen zijn gedaan. Voorts worden de
verwachte beleggingsopbrengsten van de algemene
en bestemmingsreserves elk jaar ingezet als algemeen
dekkingsmiddel. Daarom worden deze reservebe-
standdelen niet als vrij aanwendbaar meegenomen
in de berekening van de weerstandscapaciteit.
Per saldo resteren de stille reserve ad € 6,8 mln en de
onbenutte belastingcapaciteit bij de opcentenheffing
op de motorrijtuigenbelasting ad € 116,- mln voor de
berekening van de weerstandscapaciteit. De totale
weerstandscapaciteit voor 2006 bedraagt dus € 122,8
mln.
2.c Een inventarisatie van de risico’s
Hierbij wordt verwezen naar de bijlage van deze
paragraaf met een verkorte weergave van de geïn-
ventariseerde risico’s, als volgt gecategoriseerd:
A Juridische risico’s (waar aansprakelijkheid en
schadeclaims in het geding zijn);
B Risico’s beleidsvelden (met financiële onzekerhe-
den);
C Overige risico’s (met veelal niet op voorhand te
kwantificeren gevolgen);
D Vervallen risico’s.
In totaal gaat het om 50 risico’s, waarvan er 7 uit de
rapportage voor 2005 zijn komen te vervallen. Van de
43 resterende risico’s hebben 28 mogelijke financiële
consequenties. Het totaal aan gekwantificeerde finan-
ciële tegenvallers dat daaruit kan voortvloeien
bedraagt maximaal € 154,18 mln.
De gemiddelde kans dat deze € 154,- mln het weer-
standsvermogen zal belasten, is 48,52 %.
Hierbij wordt opgemerkt dat niet alle risico’s voor
het volledige bedrag en binnen één jaar zullen
“exploderen”. Dat hangt af van de verwachte afwik-
kelingsdatum, het feitelijk risicoverloop en het effect
Vanuit de algemene reserve € 64,2
saldireserve € 64,2
Vanuit bestemmingsreserves en fondsen € 274,6
reserve uitgestelde intenties € 2,5
reserve grondbeleid € 2,5
UNA-compartiment € 220,1
het niet nog niet schriftelijk verplichte deel € 49,5
Vanuit een stille reserve € 6,8
meerwaarde in al afgeschreven niet bedrijfsgebonden activa € 6,8
––––––––––
Totaal aan incidentele ruimte € 345,6
Reservebestanddelen Geraamd bedrag
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■136
van de ingezette beheersmaatregelen. Er zijn immers
maatregelen getroffen om de desbetreffende risico’s
te verkleinen en hun gevolgen te beperken.
3 Conclusies over het
weerstandsvermogen
Het na beschouwing te relativeren bedrag onder 2.c.
(€ 154,2 mln) in relatie tot het daartoe benodigde
financieel weerstandsvermogen, geeft aan dat de
geïnventariseerde weerstands- capaciteit onder 2.b.
(€ 122,8 mln.) toereikend is ter afdekking van de
mogelijk optredende financiële risicogevolgen van de
hieronder - in de bijlagen - opgenomen risco’s.
Bijlage paragraaf weerstandsver-mogen. Verkorte risicoparagraaf2006.
A Juridische risico’s
A.1 Schadeclaim van Chipshol Holding
B.V. met betrekking tot Badhoevedorp-Zuid
In het streekplan Noord-Holland Zuid is een inspan-
ningsverplichting opgenomen jegens TeleVerde B.V.
om de gronden in Badhoevedorp-Zuid tot bedrij-
venterrein te ontwikkelen. Bij de uitwerking daarvan
loopt de provincie het risico dat door Chipshol (deels
economisch eigenaar van TeleVerde) een schadeclaim
zal worden ingediend.
A.2 Schadeclaim bij toepassing
bestuursdwang
Vanwege het opleggen van bestuursdwang na een
brand bij een grasdrogend bedrijf (firma Hartog),
loopt de provincie het risico dat deze firma de kosten
van de haar opgedragen maat- regelen op de pro-
vincie zal verhalen. De kans daarop is hoog.
Tegenpartij heeft tegen de bestuursdwang bezwaar
aangetekend, is door de Raad van State in het gelijk
gesteld en heeft onlangs een schadeclaim ingediend
van € 389.597,–. Ook is inmiddels door een andere
partij (een beroepsvisser) een schadeclaim ingediend
van ca. € 95.000,–.
A.3 Claims i.v.m. verleggen van kabels
en leidingen bij reconstructie van
wegwerken
Bij het realiseren van infrastructurele projecten loopt
de provincie het risico dat kabel- en/of leidingex-
ploitanten de projectkosten voor het verleggen van
kabels en leidingen op de provincie zullen verhalen.
De kans daarop is hoog. Inmiddels is door leiding-
beheerder NUON een claim ingediend van € 164.606,-.
Meer en hogere claims zijn niet uitgesloten.
A.4 Mogelijke claims wegens
vernattingsschade
Door het stoppen van de grondwaterwinning in
natuurgebieden (Kennemerduinen), loopt de pro-
vincie het risico dat er wateroverlast voor de omwo-
nenden optreedt met schadeclaims als gevolg.
Zonder preventieve maatregelen is de kans daarop
aanzienlijk. Dergelijke claims kunnen miljoenen
euro’s omvatten. De resultaten van de meetpro-
gramma’s wijzen vooralsnog niet op schade. De pre-
ventieve maatregelen lijken dus te werken, zodat de
kans als laag kan worden ingeschat en de mogelijke
schade beperkt blijft tot ca. € 1,- mln.
A.5 (Mogelijke) schadeclaims i.v.m.
Saneringsprojecten Bodemsanering
Komt te vervallen, zie D.1.
A.6 Delegatieregeling gemeente
Amsterdam
Vanwege de gedeeltelijke onrechtmatigheid van de
delegatieregeling en de geleden schade door vertra-
ging bij het verkrijgen van milieuvergunningen loopt
de provincie het risico van schadeclaim door gedu-
peerde bedrijven. De kans daarop is zeer hoog.
Betoncentrale Oost West B.V. heeft een claim inge-
diend ad. € 3.647.000,– (excl. rente en incassokosten).
De rechtbank heeft bij uitspraak van 11 mei 2005 de
primaire vordering van € 3,6 mln afgewezen. Zij
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 137
heeft de provincie en de gemeente Amsterdam wel
aansprakelijk gesteld voor de winstderving van de
betoncentrale over een periode van twintig maanden,
terwijl de betoncentrale uitgaat van een langere scha-
deperiode dan 20 maanden. Subsidiair is € 1,5 mln.
gevorderd. De rechtbank wil deskundigenadvies
inwinnen over de feitelijke schade en zal op voorstel
van alle partijen (betoncentrale, gemeente en provin-
cie) deskundigen benoemen. Gemeente en PNH
beraden zich zowel hierover als over een eventueel
hoger beroep tegen deze uitspraak om de schadepe-
riode te verkorten. Het uiteindelijk door de rechter
toegekende schadebedrag zal op 50/50 basis door de
provincie en de gemeente Amsterdam worden
betaald.
Een tweede claim is aangekondigd door Coenhaven
B.V.. Meer claims zijn niet uit te sluiten, hoewel de
kans daarop kleiner wordt; de delegatieregeling is in
2002 gerepareerd.
A.7 Uitbreiding Luchthaven Schiphol
Komt te vervallen, zie D.2.
A.8 Schadeclaim in verband met
goedkeuring bestemmingsplan
‘Koepelbesluit’
Vanwege de ruimtelijke beperkingen van het
Koepelbesluit en de vernietiging van dit besluit door
de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van
State kan de provincie door gedupeerde projectont-
wikkelaars aansprakelijk worden gesteld voor het
niet meer kunnen verwezenlijken van hun oorspron-
kelijke plannen. In 2001 heeft een projectontwikke-
laar (Gewerbe im Park) reeds een pro forma schade-
claim ingediend. Het aantal nog in te dienen claims
door anderen is niet bekend. Door recente ontwikke-
lingen en door het verstrijken van de tijd neemt de
kans op meer claims echter af tot beneden
gemiddeld. Niettemin blijft het risico van claims
hoger dan € 2,5 mln bestaan.
A.9. Claim Chipshol i.v.m.
Groenenbergterrein
Vanwege twee vernietigingen van goedkeuringsbe-
sluiten van een wijzigingsplan door de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State en de
daaruit voortgekomen schade- claim loopt de PNH
het risico van een schadevergoeding voor twee jaar
rentederving.
De kans daarop is aanzienlijk. Chipshol heeft een
claim ingediend die later is verhoogd tot € 118,5 mln
i.v.m. een door de minister opgelegd bouwverbod.
De provincie is tot nu toe uitsluitend veroordeeld tot
betaling van gederfde rente (21-01-’04). Chipshol is
hiertegen in hoger beroep gegaan. De uitspraak in
deze zaak wordt begin 2006 verwacht.
De vermelde claim is voor een groot deel (€ 97,2 mln)
eveneens neergelegd bij de Luchthaven Schiphol. De
rechtbank heeft de luchthaven inmiddels aansprake-
lijk geacht voor deze schade (12-01-’05). De hoogte
daarvan wordt momenteel bepaald door deskundi-
gen, waarna de rechtbank definitief uitspraak zal
doen. De te vergoeden rente, uitgaande van de bij
Schiphol geclaimde schade, kan oplopen tot ca. € 14,-
mln en hangt dus af van de uitspraak van de recht-
bank in het geding tussen Chipshol en Schiphol,
waarin de provincie zich heeft gevoegd. Deze uit-
spraak wordt begin 2006 verwacht.
A.10 Omzetting Besluit Beheer
Autowrakken
Het Besluit Beheer Autowrakken (Amvb) wijkt af
van de Europese richtlijn. Hierdoor loopt de provin-
cie het risico dat bij omzetting van dit Besluit in de
Milieuvergunningen van ruim 100 autodemontage-
bedrijven, deze bedrijven in beroep gaan, in het gelijk
worden gesteld en de vergunningen of handhavin-
gacties alsnog nietig worden verklaard.
Eind 2004 is de omzetting afgerond. Het risico van
schadeclaims blijft echter bestaan, omdat vanaf begin
2005 - conform voornoemde Amvb - wordt gecon-
troleerd en gehandhaafd of de extra investerings-
maatregelen door de branche zijn uitgevoerd. De
kans daarop is beneden gemiddeld. Als de investe-
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■138
ringen niet zijn of worden gepleegd kunnen via het
bestuurlijke handhavingtraject juridische procedures
in gang worden gezet. Schadeclaims tot € 700.000,-
zijn daarbij niet uitgesloten.
A.11 Bezwaar- en beroepschriften Arriva
m.b.t. aanbestedingsprocedure O.V.
Doordat bij de aanbesteding van de concessie
Openbaar Vervoer in NHN een afgewezen vervoer-
der (Arriva) bezwaar en beroep heeft aangetekend,
loopt de provincie het risico dat de rechter Arriva als-
nog in het gelijk stelt. De kans daarop is gering.
Een dergelijke uitspraak kan leiden tot een nieuwe
aanbestedingsprocedure of tot een schadevergoeding
aan Arriva, die waarschijnlijk niet hoger zal zijn dan
€ 6,- à € 8,- mln.
Bij een evt. nieuwe aanbesteding van de concessie
NHN is vervolgens een schadeclaim te verwachten
van de huidige concessiehouder Connexxion, als
deze de huidige concessie niet mag voortzetten. Ook
in dit geval zal de schadeclaim hooguit € 6,- à € 8,-
mln bedragen.
Arriva eist in geen van de lopende procedures een
schadevergoeding, maar wel een nieuwe aanbeste-
ding als uit de juridische toets blijkt dat de gehan-
teerde methode voor NHN onjuist was. De zitting is
geweest, de uitspraak wordt verwacht in het derde
kwartaal van 2005.
A.12 Schadeclaim Van Asbeck
(‘Hippo-Tex’)
Vanwege een onterechte dwangsomoplegging bij een
privé paardrijbak in Laren loopt de provincie het
risico, dat zij (deels) moet opdraaien voor een scha-
declaim van de eigenaar (Van Asbeck). De eigenaar
is door de Raad van State in het gelijk gesteld en
heeft inmiddels een schadeclaim van € 27.000,– neer-
gelegd bij Gedeputeerde Staten. Naar verwachting
wordt de claim in de loop van 2005 afgehandeld.
A.13 Financiering bootverbinding
Connexxion FFF
Vanwege de niet eenduidige financieringswijze voor
de bootverbinding en verschillende verwachtings-
patronen is er een geschil over de uitleg van in het
verleden geschreven stukken over deze financiering
van deze bootverbinding Hierdoor loopt de PNH het
risico dat vervoerder Connexxion FFF een rechtszaak
aanspant en dat de rechter Connexxion in het gelijk
stelt. De kans daarop is beneden gemiddeld.
Connexxion stelt dat het recht heeft op circa twee jaar
extra Rijksbijdrage op basis van een brief van de pro-
vincie, die voor meerdere uitleg vatbaar is. Op ver-
zoek heeft Connexxion haar stelling onderbouwd en
aan de provincie toegezonden, met het verzoek om
alsnog tot betaling over te gaan. Dit risico kan een
financiële claim inhouden van maximaal € 1,7 mln.
A.14 Bezwaar Arriva m.b.t.
aanbestedingsprocedure O.V. in Gooi en
Vechtstreek
Er is door een afgewezen vervoerder (Arriva)
bezwaar ingediend tegen het besluit om haar offerte
terzijde te leggen. Hierdoor loopt de provincie het
risico dat de rechter dit in de beroepsfase honoreert,
met als mogelijk gevolgen een hernieuwde aanbe-
stedingsprocedure of het betalen van een schadever-
goeding. Dit risico kan een schadeclaim inhouden
van circa € 4,8 mln.
A.15 Beoordeling gemeentelijke plannen
Diverse factoren kunnen een zorgvuldige naleving
van de wettelijke beoordelingsbepalingen in de weg
staan. Hierdoor kan de provincie bij de beoordeling
van gemeentelijke plannen fouten maken of niet tij-
dig en/of juist handelen. Van de mogelijke gevolgen
zijn de juridisch/financiële het meest relevant. De
kans daarop is redelijk klein. Eventuele schadeclaims
kunnen oplopen tot zo’n € 25,- mln.
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 139
A.16 Bedrijfsvoeringknelpunten
vergunningverlening & handhaving
Door knelpunten in de bedrijfsvoering bij de afdeling
M&B worden vergunningen op grond van de Wet
Milieubeheer soms niet op tijd verleend. Dit kan lei-
den tot schadeclaims door bedrijven. De kans daarop
is redelijk klein op grond van de verwachte effecten
van de ingezette beheersmaatregelen. Eventuele
claims kunnen oplopen tot in totaal ca. € 3,- mln.
B Risico’s beleidsvelden
B.1 Co-financiering Europese projecten
Enkele vakafdelingen van de provincie voeren
Europese projecten uit waarvoor de Europese
Commissie (EC) subsidie (heeft) verstrekt. Daarnaast
start de provincie in samenwerking met regionale en
internationale partners regelmatig nieuwe projecten
op waarvoor subsidie wordt aangevraagd bij de EC.
De Europese regelgeving stelt onder andere dat de
zogenaamde “lead partner” van zo’n project verant-
woordelijk en aansprakelijk is voor de uitkomst van
het gehele project. Dit breft zowel de inhoud, de uit-
voering, de voortgang en de kosten als het verhaal
daarvan op de projectpartners.
Waar de provincie optreedt als lead partner draagt zij
het financieel risico. Dat kan variëren van enkele ton-
nen tot miljoenen euro’s. Uitgaande van een goede
risicoafdekking richting en bij de partners is het eigen
directe risico voor Noord-Holland ca. € 3,- mln.
De kans daarop wordt ingeschat als gemiddeld. De
provincie is momenteel lead partner van acht
Europese projecten, samen goed voor ca. € 33,- mln
inclusief partnerbijdragen.
B.2 Bouwkundige staat huisvesting
jeugdhulpverleningsinstellingen
Komt te vervallen, zie D.3.
B.3 Reservering investeringsfonds RO
Noordzeekanaalgebied N.V. (RON)
Het is niet zeker dat de investeringsprojecten van de
Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Noordzee-
kanaalgebied altijd het gewenste rendement opleve-
ren. Hierdoor bestaat de kans dat de RON het pro-
vinciale krediet van € 6,8 mln niet kan aflossen. Deze
kans is klein. Het maximale risicobedrag bij het mis-
lukken van alle investeringsprojecten wordt inge-
schat op € 3,5 mln, plus eventuele niet betaalde ren-
telasten.
B.4 Beheer en onderhoud Zuidtangent
Als belangrijkste financier, beheerder en onder-
houdsplichtige voor het kerntraject van de
Zuidtangent draagt de PNH het risico van tegenval-
lende beheers- en onderhoudskosten.
De kans daarop is zeer hoog. Voorlopig onderzoek
heeft uitgewezen dat baan en halten ernstige gebreken
vertonen. Daarnaast zijn de kosten wegens vanda-
lisme (vernielingen, graffiti e.d.) veel hoger dan voor-
zien. De financiële consequenties van het herstel van
schade en gebreken wordt geschat € 0,5 tot € 1,– mln..
B.5 Onderhoud oevers
Noordhollandsch Kanaal
Komt te vervallen, zie D.4.
B.6 Het Landelijk Faunafonds
Sinds het voorjaar van 2002 is de Flora- en Faunawet
van kracht. In het Besluit Faunafonds (Staatsblad 337,
jaargang 2002) van de rijksoverheid worden de pro-
vincies volledig verantwoordelijk gesteld voor de
voeding van dat fonds. De kans is aanzienlijk dat de
voeding van het fonds op enig moment onvoldoende
blijkt te zijn, c.q. dat daarin tekorten gaan ontstaan.
De provincie loopt dan het risico te moeten bijstor-
ten. Over de exacte omvang daarvan en de termijn
waarop deze bijstortingen noodzakelijk zijn valt nog
weinig te zeggen. Vooralsnog wordt uitgegaan van
een bedrag tussen de € 0,5 en € 1,– mln.
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■140
B.7 Rente- en dividendinkomsten
Komt te vervallen, zie D.5.
B.8 Voorfinanciering dijkversterking
Medemblik-Enkhuizen
De provincie is betrokken bij de voorfinanciering van
het dijkversterkingproject Medemblik-Enkhuizen,
waarvoor nog geen gelden zijn vrijgemaakt en/of
onvoldoende suppletie door het Rijk is verstrekt.
Hierdoor kan de provincie geconfronteerd worden
met declaraties van het Waterschap, waarvoor nog
geen dekking is gevonden of aangegeven.
De kans daarop is beneden gemiddeld; er is een
minuut in productie waarin gevraagd wordt gelden
vrij te maken om deze declaraties te kunnen betalen.
Inmiddels zijn met het Waterschap afspraken
gemaakt over in te dienen declaraties, oplopend tot
ca. € 7,- mln. De eindafrekening met accountants-
verklaring wordt in het najaar van 2005 verwacht.
B.9 Recht op Jeugdzorg
Komt te vervallen, zie D.6.
B.10. Leerwerktraject
Komt te vervallen, zie D.7.
B.11 Kustplaatsen
Landelijk is er veel onduidelijkheid over ieders ver-
antwoordelijkheid voor stormschade in de buiten-
dijkse gebieden van de kustplaatsen. Dit geldt ook
voor het Kennermerstrand met het bebouwde gebied
rondom de jachthaven Seaport Marina. Waar zaken
nog niet wettelijk zijn geregeld, loopt de provincie
het risico dat schadeclaims worden ingediend.
De kans daarop is gering, want de kans op storm-
schade is ca. 1/500 per jaar. Alleen wanneer er sprake
is van onrechtmatig handelen (verwijtbaar gedrag)
en bij nadeelcompensatie en planschade is de pro-
vincie aansprakelijk.De financiële gevolgen daarvan
zijn op voorhand moeilijk te kwantificeren, maar
kunnen variëren van enkele tienduizenden euro’s bij
beperkte schade tot meer dan een miljard euro bij
complete verwoesting van het buitendijkse gebied.
Een en ander is afhankelijk van de zwaarte van de
storm, de omvang van de schade en de toerekening
daarvan aan anderen, zoals rijk, gemeente, eigenaren
en bewoners. Als de storm- en overstromingsschade
in buitendijks gebied van de Noord-Hollandse
kustplaatsen groter is dan enkele (tientallen) miljoe-
nen, moet er al snel een volledig beroep worden
gedaan op het rijk. De regering zal dan waarschijn-
lijk de Wet Tegemoetkoming Schade bij Rampen en
Zware Ongevallen (WTS) van toepassing verklaren.
Hier van uitgaande zou de maximale financiële con-
sequentie voor de provincie bepaald kunnen worden
op ca. € 15,- mln.
B.12 Provinciaal garantiebeleid
instellingen voor gezondheidszorg
Op 1 januari 2005 was de omvang van de provinciale
garantstellingen € 64,7 mln. Het merendeel betreft
gewaarborgde leningen aan instellingen voor
gezondheidszorg binnen en buiten de provincie (€
50,1 mln). Vanwege dit garantiebeleid loopt de pro-
vincie het risico op haar borgverplichtingen te wor-
den aangesproken. Die kans is gering. De totale
garantieverplichting per 01-01-2005 bedroeg € 50,1
mln voor elf instellingen Hiervan is ca. € 1,4 mln
sterk risicogevoelig door het ontbreken van het eer-
ste hypotheekrecht.
B.13 Masterplan N201
Als enige verantwoordelijke voor de uitvoering van
het project “Masterplan N201” ad € 562,- mln kan de
PNH geconfronteerd worden met budgetoverschrij-
dingen en meerkosten. De kans daarop is gemid-
deld, blijkens een uitgebreide risico-inventarisatie.
Voor de financiële risico’s, zoals zelf te dragen meer-
kosten, wordt rekening gehouden met een bedrag
van ca. € 20,- mln.
B.14. Pro Biblio
Op grond van de de vernieuwing van de subsidiere-
latie met ProBiblio, waarbij de provincie andere acti-
viteiten gaat inkopen, loopt de provincie het risico,
dat ProBiblio een deel van te maken kosten (wacht-
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 141
gelden, bij- en nascholing) bij de provincie zal verha-
len. Die kans is zeer hoog. ProBiblio heeft herhaalde-
lijk gesteld dat de verandering door de provincies
Noord- en Zuid-Holland is ingezet en dat zij daarom
de frictiekosten moeten betalen.
B.15 Afwijzing subsidieverzoeken
Wanneer subsidieverzoeken worden afgewezen, kun-
nen aanvragers daar in principe bezwaar tegen aan-
tekenen. Dit kan financiële gevolgen hebben voor de
provincie. De kans daarop is boven gemiddeld, aan-
gezien veel aanvragers afhankelijk zijn van over-
heidssubsidie.
De financiële gevolgen zijn op voorhand moeilijk te
kwantificeren, maar kunnen afhankelijk van de con-
crete aanvraag oplopen tot boven de € 4,5 mln.
B.16 Realisatie van de zuid- en oosttak
van de Zuidtangent
Bij de financiering van voornoemde projectonderde-
len van de Zuidtangent loopt de PNH het risico dat
de voorbereidingskosten niet volledig door het ROA
vanuit Bonroute-subsidies worden gedekt. De kans
daarop is laag, want de subsidies zijn al geoormerkt
door het ROA. De risico’s zijn van financiële, poli-
tieke en/of bestuurlijke aard: het zelf dragen van
ongedekte kosten, annulering van projecten en ima-
goschade. Voor zelf te dragen kosten wordt rekening
gehouden met een bedrag van € 1,5 mln.
B.17 Realisatie projectplan N242
De RO-procedure kan leiden tot vertraagde uitvoe-
ring van het project N242. Hierdoor kan de provincie
als enige verantwoordelijke voor de uitvoering
geconfronteerd worden met budgetoverschrijdingen
en meerkosten. De kans daarop is gemiddeld, de
financiële gevolgen worden becijferd op ca. € 10 mln.
Daarnaast kan vertraging van het project bestuurlijke
consequenties hebben met een aanzienlijke impact.
B.18 Kustvisie - zwakke schakels
Volgens zijn meerjarenbegroting trekt het Ministerie
van Verkeer en Waterstaat pas in de periode 2015-
2020 substantieel geld uit om de zwakke schakels te
versterken. Wanneer de provincie de planvorming
voortzet, kan er een groot gat vallen tussen de afron-
ding van de plannen (2007) en start van de uitvoe-
ring. De kans daarop is aanzienlijk, want de meerja-
renbegroting V&W ligt al vast. De risico’s zijn van
financiële, politieke en/of bestuurlijke aard. Uitstel
van de uitvoering tast de geloofwaardigheid van de
provincie en het draagvlak voor de plannen aan. De
impact hiervan is bovengemiddeld. Bovendien bete-
kent uitstel dat een groot deel van de planvorming
opnieuw moet worden doorlopen, waarbij rekening
gehouden moet worden met meerkosten ten bedrage
van ca. € 1,5 mln.
C Overige risico’s
C.1 Automatiseringsbeveiliging
Vanwege aanwijsbare situaties en omstandigheden
loopt de PNH het risico dat het automatiseringsnet-
werk, het serverpark en de telecommunicatieappa-
ratuur uit vallen, waardoor bedrijfsprocessen tijde-
lijk geen doorgang kunnen vinden. Die kans is rede-
lijk laag, maar storingen, brand, diefstal, inbraak, hac-
king, het binnendringen van virussen en andere cala-
miteiten zijn nooit volledig uit te sluiten.
Calamiteiten in de centrale computerruimte kunnen
leiden tot gevolgschade op alle afdelingen, zoals het
verlies van tijd en arbeidsuren. De impact en schade
hangen sterk af van de aard en omvang van de cala-
miteit en laten zich moeilijk op voorhand kwantifi-
ceren.
C.2 Uitval P-View applicatie
Vanwege het niet of te laat ontvangen van de tape
met (salaris)mutaties door leverancier Centric, loopt
de PNH het risico dat de mutaties van de desbetref-
fende maand niet kunnen worden verwerkt.
Medewerkers kunnen dan schadeclaims indienen
wegens onzorgvuldig personeelsbeleid. Hoewel er
bij verzending en ontvangst altijd iets mis kan gaan,
is die kans beneden gemiddeld. In voorkomende
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■142
gevallen heeft dit risico vooral organisatorische con-
sequenties. De impact daarvan is op voorhand moei-
lijk te kwalificeren en kwantificeren.
C.3 Beveiliging provinciale gebouwen
Bij onvoldoende toezicht, onder andere in situaties
met veel goederenverkeer door werkzaamheden van
derden in provinciale gebouwen, kunnen onbevoeg-
den met onzuivere bedoelingen de provinciale
gebouwen betreden en zich bezondigen aan vernie-
lingen, diefstal en dergelijke. Rekening houdend met
de getroffen beheersmaatregelen is de kans daarop
redelijk laag, maar het risico is voortdurend aanwe-
zig. De organisatorische, financiële en informatie-
consequenties (evalueren beveiligingmaatregelen,
vervangingskosten van gestolen apparatuur en
eigendommen van medewerkers) variëren per geval.
Ter beperking van schadegevolg vinden regelmatig
waarschuwingen plaats op intranet in verband met
diefstallen. De provincie is tegen diefstal verzekerd.
Medewerkers van de provincie kunnen alleen clai-
men, als het om diefstal van eigen goederen gaat, die
zij op verzoek van de leidinggevende naar de pro-
vincie hebben meegenomen. De impact en de nega-
tieve gevolgen laten zich moeilijk op voorhand kwa-
lificeren en kwantificeren.
C.4 (Geo)databestanden
Door het uitwisselen, beheren, interpreteren en
gebruiken van onbetrouwbare en niet valide
(geo)databestanden, alsmede door het gebruik van
(geo)databestanden waarvoor de provincie geen
gebruiksrecht heeft, loopt de provincie het risico dat
gebruikte of te gebruiken gegevens niet juist of vol-
ledig zijn, met alle gevolgen van dien. De kans
daarop is laag tot gemiddeld, want niet van alle aan-
wezige (geo)databestanden is de inhoud en/of kwa-
liteit beoordeeld en beschreven. Evenmin is zeker dat
alle aanwezige (geo)databestanden bekend zijn.
De eventuele gevolgen liggen voornamelijk op het
informatieve vlak (verkeerd, onzorgvuldig of onge-
autoriseerd gebruik van (geo)databestanden). De
impact en de negatieve gevolgen in termen van aan-
sprakelijkheid, imago en reputatie kunnen redelijk
groot zijn.
C.5 Steunfunctie-instellingen
De provincie loopt het risico, dat gesubsidieerde
instellingen failliet kunnen gaan. De kans daarop is
aanwezig, blijkens het anditrapport uit 2004 en de
gang van zaken bij Multiple Choice.
De gevolgen zijn overwegend van politieke en
bestuurlijke aard, zoals stagnerende beleidsuitvoe-
ring, imagoschade en negatieve media-aandacht. De
impact en de negatieve gevolgen voor de klanten van
de steunfunctie-instellingen (o.a. welzijnsinstellingen,
vrijwillegersorganisaties en gemeenten) kunnen aan-
zienlijk zijn.
C.6 Overschrijding subsidieplafonds
Bij subsidieverlening op basis van deelverordeningen
met door GS vastgestelde subsidie- plafonds loopt de
provincie het risico dat deze plafonds worden over-
schreden. Die kans is redelijk laag; bij tenderproce-
dures is er een goed overzicht van de ingediende
aanvragen en vindt er een duidelijke prioriteitstelling
plaats, die bovendien wordt gecontroleerd. Bij de op-
is-op regelingen is de kans op overschrijding even-
eens redelijk laag. De consequenties zijn vooral van
organisatorische aard (evalueren; zonodig anders
inrichten van werkinstructies en communicatielij-
nen). De impact en de negatieve effecten zijn als
gemiddeld te kwalificeren..
C.7 Normen Luchtkwaliteit
Vanwege de nieuwe Europese regelgeving kunnen
de normen voor luchtkwaliteit binnen de provincie
worden overschreden. De kans daarop is redelijk
hoog. De gevolgen zijn vooral van politieke en
bestuurlijke aard, zoals vertraging of stopzetting van
infrastructurele projecten.De impact hiervan is groot.
C.8 Project Windpark Wieringermeerdijk
Door het ontbreken van maatschappelijk en bestuur-
lijk draagvlak of als gevolg van uitkomsten van het
vogelonderzoek loopt de provincie het risico dat het
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 143
windpark niet doorgaat. De kans daarop is aanwe-
zig. De realisatie van de doelstellingen ten aanzien
van duurzame energie komt daardoor onder druk te
staan. De impact daarvan is te kwalificeren als
gemiddeld.
C.9 Oprichting ontwikkelingsbedrijf
Noord-Holland Noord
Het lokale denken bij gemeenten kan er toe leiden
deze gemeenten niet participeren in het ontwikke-
lingsbedrijf. De kans daarop is beneden gemiddeld.
De gevolgen zijn vooral van politieke en bestuurlijke
aard (de ambitie uit het ontwikkelingsbeeld wordt
niet gerealiseerd; geen verbetering van woon-werk-
verkeer). De impact daarvan is aanzienlijk.
C.10 Realisatie projectplan N197
Westelijke Randweg Beverwijk
Vanwege de recente uitspraak door de Raad van
State met schorsende werking jegens een mogelijk
ontoereikend flora- en faunaonderzoek kan de pro-
vincie - als verantwoordelijke voor de realisatie van
project N197 ad € 29,49 mln - geconfronteerd worden
met een ernstige vertraging. De kans daarop is zeer
hoog. Er wordt gerekend op meer dan zes maanden
vertraging t.o.v. de geplande start op 1-11-2005. Dit
heeft vooral politieke en bestuurlijke gevolgen voor
de gemaakte afspraken met de regio over de functi-
onaliteit (vertraagde ontsluiting van bedrijfsterreinen,
resp. vertraagde verbetering leefbaarheid bebouwde
kom) en de financiering (de vertraging compliceert
de met diverse partijen overeengekomen bijdragen).
De impact daarvan is te kwalificeren als veront-
rustend. Bovendien kan een feitelijke vertraging lei-
den tot budgetoverschrijdingen en meerkosten van-
wege indexatie.
C.11 Risico’s bij Staatssteun
Waar sprake blijkt van “verboden staatssteun” en de
ontvangende partij(en) deze niet (geheel) kan terug-
betalen, loopt de provincie het risicodat zij de gevol-
gen daarvan niet (volledig) kan terugdraaien. Dit
risico bestaat bij niet toegestane vormen van subsi-
dieverlening.(leningen, leningsgaranties, voorschot-
ten, e.d.). De kans daarop is gering, want bij het
opstellen van subsidieverordeningen is er altijd syste-
matische aandacht voor eventuele “verboden staats-
steun”. Bovendien wordt in het minutenformulier stil
gestaan bij de Europese regelgeving voor staatssteun
en wordt in elk geval voorzien in de beantwoording
van de vraag naar de europees rechtelijke conse-
quenties in deze. Tenslotte komt elk voorgenomen
GS-besluit langs een kwaliteitscommissie, waar ook
aandacht voor dit fenomeen bestaat.
Als er sprake is van “verboden staatssteun” zal de
Europese Commissie besluiten dat de ontvangende
partij de “onterecht verkregen gelden” aan de pro-
vincie moet terugbetalen. Kan de ontvanger dat niet,
dan kan hij failliet gaan of als dubieuze debiteur wor-
den aangemerkt.
Zelfs als terugbetaling geen probleem vormt, kan dit
het imago van de provincie aanzienlijke schade toe-
brengen. Tot op heden is dit niet gebeurd. Wel zijn
enkele voorgenomen GS-besluiten niet doorgegaan,
omdat dit zou leiden tot “verboden staatssteun”.
D Vervallen risico’s
D.1 (Mogelijke) schadeclaims i.v.m.
Saneringsprojecten Bodemsanering
Bij saneringsprojecten in twee Noord-Hollandse
gemeenten loopt de provincie het risico van schade-
claims ten bedrage van ca. € 0,7 mln. De kans daarop
is hoog. Inmiddels is aangegeven dat dergelijke risi-
co’s gedekt kunnen worden vanuit het
Meerjarenprogramma Bodemsanering, dat doorloopt
tot 2009.
D.2 Uitbreiding luchthaven Schiphol
De uitbreiding van de luchthaven Schiphol met de
vijfde landingsbaan en de daarmee samenhangende
aanpassingen van de wegen- en groenstructuur in de
noordelijke Haarlemmermeer kunnen schade ver-
oorzaken. De provincie is risicodrager voor schade
als gevolg van maatregelen voor de aanleg van de
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■144
N22 en de vervoersbaan Zuidtangent. De kans
daarop is aanzienlijk. Inmiddels loopt de provincie
inzake Alkemade (mogelijke belastingschade door de
aankoop van zijn grond voor de N22 Zuid/N205)
geen financieel risico meer. Uit een arrest van de
Hoge Raad blijkt dat de provincie aan Alkemade
niets meer verschuldigd is.
D.3 Bouwkundige staat huisvesting
jeugdhulpverleningsinstellingen
Vanwege de beperkte financiële ruimte binnen de
doeluitkering jeugdhulpverlening voor noodzake-
lijke investeringen in gebouwen, loopt de provincie
het risico dat zij niet alle investeringsaanvragen kan
honoreren, zonder dat dit ten koste gaat van het
zorgaanbod of de eigen middelen. Die kans is gering,
want tot dusver konden alle binnen de criteria te
honoreren aanvragen - soms gefaseerd - worden toe-
gekend. Uit een inventarisatie bij de instellingen is
niet gebleken dat er veel of grote investeringsaan-
vragen zijn te verwachten die niet gehonoreerd kun-
nen worden. Bovendien is door PS bij de vaststelling
van de begroting 2005 een motie aangenomen voor
een extra investeringsimpuls van € 500 miljoen, waar-
van ca. € 95,- mln voor Zorg. Daarmee is dit risico
begrotingstechnisch ondervangen.
D.4 Onderhoud oevers
Noordhollandsch Kanaal (NhK)
Het beheer en onderhoud van het Noordhollandsch
Kanaal kan financiële knelpunten opleveren. De kans
daarop is zeer hoog. De vervanging van de boord-
voorzieningen van kanaal vergt de komende jaren
waarschijnlijk tientallen miljoenen euro’s. Sinds okto-
ber 2004 is er het meerjaren onderhoudsprogramma
voor het oeverherstel. Hierin is een extra investering
van ca. € 26 mln opgenomen voor de periode 2004-
2009. Voor de periode 2010-2014 resteert ca. € 14 mln
aan extra investeringen, maar dat vormt momenteel
geen reëel risico. Inmiddels hebben PS alle verbeter-
plannen voor het Noordhollandsch Kanaal gehono-
reerd. Het financiële risico is daarmee van tafel.
D.5 Rente- en dividendinkomsten
De geraamde baten op het provinciale vermogen
worden grotendeels ingezet als algemeen dekkings-
middel in de begroting. Door prijs- en volume-effec-
ten in het uitstaande vermogen loopt de provincie het
structurele risico van beleggingsopbrengsten die
achterblijven bij de raming. Ter beperking van dit
risico wordt de geraamde opbrengst uit vermogen,
zoals die is opgenomen in de meerjarenraming bij de
begroting, periodiek bijgesteld op basis van de laat-
ste renteontwikkelingen en het verwachte kasritme
voor de eerstvolgende jaren. Fluctuerende prijs- en
volume effecten worden derhalve begrotingstech-
nisch ondervangen, waardoor het risico kan verval-
len.
D.6 Recht op Jeugdzorg
Vanwege de Wet op de Jeugdzorg per 1-1-2005, waar-
mee cliënten recht kunnen doen gelden op provinci-
ale jeugdzorg, loopt de provincie bij het vigerende
zorgaanbod het risico dat de cliënt zijn aanspraak
daarop alsnog via de rechter kan afdwingen. De kans
daarop is aanzienlijk, want de huidige doeluitkering
van het Rijk verschaft op dit moment onvoldoende
middelen om in een adequaat zorgaanbod te voor-
zien. Op 13 december 2004 stelden PS het aanvals-
plan wachtlijsten vast. Reeds op 12 en 15 november
stelden PS de begroting 2005 vast en namen zij een
motie aan voor een extra investeringsimpuls van €
500 miljoen, waarvan circa € 95 miljoen voor Zorg.
Het dreigende structurele tekort vanaf 2005 is daar-
mee ondervangen.
D.7 Leerwerktraject
VROM honoreert hooguit 23% van de totale project-
kosten tot een maximum van € 440.640,–, waardoor
de provincie een eventueelnadelig verschil in de
afdekking uit eigen middelen moet betalen. De kans
daarop is redelijk hoog, want de ontwikkeling van de
kostenposten is neerwaarts, zodat VROM minder
dan het voornoemde maximum zal bijdragen. Het
nadelig verschil kan uitkomen op € 63.892,– . Uit de
voortgangsrapportage Leerwerktraject 2004 blijkt dat
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 145
de provincie minder milieusubsidie nodig heeft
(€ 414.384,–) dan door VROM is toegezegd
(€ 440.640,–). Met het aangepaste subsidiebedrag kan
de provincie de harde verplichtingen nakomen,
waardoor het risico komt te vervallen.
3.3 Onderhoudkapitaalgoederen
Met een bevolking van ongeveer 2,5 miljoen inwo-
ners en een oppervlakte van 406.000 ha heeft de pro-
vincie Noord-Holland grote stukken openbare ruimte
in beheer. Voor goed onderhoud in dit gebied zijn
veel kapitaalgoederen nodig. In beheer zijn
(vaar)wegen, riolering, kunstwerken, groen, verlich-
ting en gebouwen. De kwaliteit van de kapitaalgoe-
deren en het onderhoud ervan zijn bepalend voor het
voorzieningenniveau en uiteraard de (jaarlijkse)
lasten. In 2006 vertegenwoordigt het onderhoud van
de kapitaalgoederen ongeveer 7,7% van de begroting.
De jaarlijkse lasten zijn als volgt onder te verdelen:
Het beleid voor het onderhouden van kapitaalgoe-
deren is opgenomen in de nota’s:
■ (Vaar)wegen: Normkostensystematiek Provincie
Noord-Holland (conform bekostigingssystema-
tiek van het Centrum voor Regelgeving en
Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw
en de Verkeerstechniek- CROW)
■ Onderhoud gebouwen: Meerjarenonderhouds-
plan 2003-2033 (facilitair bedrijf provincie Noord-
Holland)
Jaarprogramma 2006 en meerjaren-
programma 2006-2010 onderhoud
provinciale weginfrastructuur.
Het jaarprogramma 2006 en het meerjarenpro-
gramma 2006-2010 onderhoud provinciale weginfra-
structuur (=MPO wegen) geeft een gedetailleerd
inzicht in het uit te voeren onderhoud in 2006 en een
globaal inzicht in het te verwachten onderhoud in de
periode 2007-2010 met de bijbehorende financiële
gevolgen. Het onderhoud is te verdelen in variabel
onderhoud en vast onderhoud.
Variabel onderhoud is onderhoud dat niet periodiek
wordt uitgevoerd of een onderhoudscyclus heeft van
meer dan twee jaar en gericht is op de vervanging
van onderdelen van een constructie of zelfs de gehele
constructie.
Vast onderhoud wordt periodiek uitgevoerd en heeft
een onderhoudscyclus van maximaal twee jaar. Het
is gericht op het instandhouden van de infrastructuur
zonder grote vervangingen of reconstructies.
Variabel onderhoud bestaat uit de componenten
groot onderhoud en vervangingsinvesteringen. Aan-
gezien in dit MPO geen vervangingsinvesteringen
zijn gepland, betreft het variabel onderhoud hier
alleen groot onderhoud. Vast onderhoud bestaat uit
dagelijks en klein onderhoud (kleine reparaties en
vervangingen).
In dit MPO is het uitvoeringsprogramma leidend,
waarbij de provinciale weginfrastructuur moet vol
Onderhoud gebouwen regulier 300.000
Onderhoud gebouwen groot 686.700
Onderhoud tuinen 90.000
Onderhoud wegen (incl.groen) 29.638.600
Onderhoud vaarwegen 11.442.400
Totaal 42.157.700
Kostensoort Begroot bedrag 2006 in €
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■146
doen aan door het provinciaal bestuur vastgelegde
kwaliteitsniveaus.
Dit MPO is dus een productgestuurde planning.
Eerst zijn alle werkzaamheden bepaald die nodig zijn
om de afspraken betreffende de kwaliteitsniveaus na
te kunnen komen. Vervolgens is bepaald welk bud-
get nodig is om deze werkzaamheden te kunnen uit-
voeren. Tot slot is dit noodzakelijke budget naast het
medio 2005 voorlopig beschikbare budget gelegd.
Door achterstallig onderhoud voldoet nog niet alle
infrastructuur aan het afgesproken kwaliteitsniveau.
In de jaren 2004-2007 wordt het achterstallig onder-
houd met 25% per jaar ingelopen met behulp van
aanvullende budgetten. In totaal is voor het wegen-
onderhoud in 2006 een bedrag nodig van
€ 32.428.600. In de begroting voor 2006 is echter
slechts een totaal budget van € 29.638.600 beschik-
baar. Dit betekent een tekort van € 2.790.000. Dit
wordt veroorzaakt door:
■ eerder dan in het vorige MPO gepland vervangen
van twee bruggen: € 1.400.000,–;
■ onvoorzien extra variabel onderhoud aan de
Zuidtangent: € 600.000,–;
■ benodigde middelen voor verkeersmanagement
en -besluiten: € 440.000,–;
■ het uitvoeren van landmeetkundig revisiewerk
dat in 2005 nog door eigen personeel wordt uit-
gevoerd, maar in 2006 zal worden uitbesteed:
€ 350.000,–;
Bij de voorjaarsnota 2006 worden PS gevraagd het
benodigde extra budget beschikbaar te stellen.
Wellicht kan dit in 2006 budgettair neutraal worden
opgelost door lager uitvallende kapitaallasten als
gevolg van een lager investeringsniveau in de afge-
lopen jaren. In het onderstaande overzicht is een spe-
cificatie weergegeven van het benodigde onder-
houdsbudget.
Uit te voeren werkzaamheden met financiële gevolgen:
310-11 Schades € 500.000
310-31 Strategisch beheer € 384.000
310-32 Variabel onderhoud € 17.203.500
310-33 Vast onderhoud wegen € 13.533.100
310-34 Verkeersmanagement en -besluiten € 458.000
310-35 Revisiewerkzaamheden € 350.000
Totaal nodig voor werkzaamheden onderhoud € 32.428.600
Beschikbare financiële middelen volgens ontwerp-begroting 2006:
310-11 Schades € 500.000
310-31 Strategisch beheer € 384.000
310-32 Variabel onderhoud € 15.203.500
310-33 Vast onderhoud € 13.533.100
310-34 Verkeersmanagement en -besluiten € 18.000
310-35 Revisiewerkzaamheden € 0
Totaal beschikbaar volgens ontwerp-begroting 2006 € 29.638.600
Kostensoort Bedrag in €
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 147
In het onderstaande overzicht zijn de in het MPO
geraamde onderhoudsbedragen weergegeven voor
2006 t/m 2009. Zoals al is aangegeven zijn de in de
provinciale begroting beschikbare budgetten niet toe-
reikend om de totale kosten te dekken.
Onderhoud Noordhollandsch Kanaal en
overige vaarwegen
In 1995 is het beheer en onderhoud van het
Noordhollandsch Kanaal door de provincie overge-
nomen van het Rijk. Voor het onderhoud aan de
oevers zijn initieel extra investeringen nodig om het
kanaal - gegeven zijn functies - in een acceptabele
staat van onderhoud te krijgen. Op basis van een
nieuw ontwikkelde beheerstrategie is een vervan-
gingsprogramma voor de oevers opgesteld en is in
2005 gestart met een tweede uitvoeringstraject voor
de vervanging van 6,1 km oevers. De ontwikkelde
methodieken voor de oevers worden via administra-
tieve procedures in de organisatie ingevoerd, waar-
mee de bedrijfsvoering wordt verbeterd. Voor het
groot onderhoud van het Noordhollandsch Kanaal in
2006 is ca € 2,9 miljoen begroot. Voor de jaren 2007
t/m 2009 zijn de ramingen respectievelijk € 1,9, € 1,5
en € 0,7 miljoen. Voor regulier onderhoud en beheer
is jaarlijks ca € 1,7 miljoen beschikbaar. De uitvoering
van (groot) onderhoud geschiedt conform het jaar-
programma onderhoud (JPO) en het meerjarenpro-
gramma onderhoud (MPO) Noordhollandsch
Kanaal.
Het beheer en het onderhoud van de overige vaar-
wegen in beheer en onderhoud bij de provincie ver-
lopen eveneens volgens een JPO en een MPO
A: Schades 500.000 500.000 500.000 500.000
B: Strategisch Beheer 384.000 384.000 384.000 384.000
C: Verhardingen 8.049.480 7.840.000 8.000.000 8.000.000
D: Belijning 900.000 900.000 900.000 900.000
E: Verkeersregelinstallaties 1.453.500 1.225.000 837.000 1.219.000
F: Openbare verlichting 1.742.200 1.819.000 513.000 852.000
G: Baggeren wegsloten 250.000 714.000 714.000 714.000
H: Beschoeiingen 250.000 455.000 455.000 455.000
I: Beplantingen/bomen 320.000 320.000 320.000 320.000
J: Bermen 295.000 330.000 365.000 400.000
K: Kunstwerken 3.025.000 965.000 515.000 1.865.000
L: Gladheidmaterieel 120.000 354.400 203.200 109.500
M: Bewegwijzering 265.000 200.000 485.000 265.000
N: Bebording 120.000 80.000 80.000 80.000
O: Zuidtangent 600.000 600.000 600.000 600.000
P: Vast onderhoud 11.270.100 11.600.000 11.950.000 12.300.000
Q: Vast onderhoud Zuidtangent 2.263.000 2.330.000 2.400.000 2.475.000
R: Verkeersmanagement 458.000 400.000 410.000 420.000
Revisiewerkzaamheden 350.000 360.000 370.000 380.000
Totaal 32.428.600 31.376.400 30.001.200 32.238.400
Onderdeel 2006 2007 2008 2009
Overzicht programma kosten variabel en vast onderhoud wegen 2006-2009.
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■148
Overige Vaarwegen. Voor groot onderhoud van deze
vaarwegen is structureel ca € 2,3 miljoen beschikbaar,
voor regulier onderhoud en beheer is dit structureel
ca € 4,2 miljoen. In samenhang met het provinciale
baggerprogramma wordt een beheer- en informatie-
systeem ontwikkeld voor de bodems van de vaar-
wegen. In 2005 is gestart met de implementatie daar-
van voor de vaarwegen die onderdeel uitmaken van
het Basisnet Beroepsvaart. Met dit systeem kunnen
de keuzes voor investeringen in de onderwaterbo-
dems beter worden onderbouwd en worden de
maatschappelijke effecten daarvan goed in beeld
gebracht.
Meerjarenplan onderhoud gebouwen
Inhoud van het onderhoudsplan
Het meerjarenplan onderhoud Gebouwen omvat al
het bouwkundig onderhoud aan de buitenzijde van
gebouwen, inclusief terreinvoorzieningen (hekwerk,
bestrating, beelden en tuinmuur) en de vervanging
van cv-installaties. Bovendien is voor elk gebouw een
post klachten c.q. regulier onderhoud opgenomen.
Duur van onderhoudsplan
Het onderhoudsplan heeft een planningshorizon van
30 jaar en werd in 2003 geïmplementeerd. Om de drie
jaar vindt er een herinspectie plaats (voor het eerst in
2005) en worden de onderhoudswerkzaamheden en
bedragen aangepast.
Onderhoud kapitaalgoederen
Het Facilitair Bedrijf beheert panden voor de huis-
vesting van medewerkers en panden voor de ver-
huur.
Het onderhoud wordt gesplitst in regulier en groot
onderhoud. In het reguliere onderhoud zijn ook de
onderhoudscontracten opgenomen. De kosten van
het reguliere onderhoud bedragen op jaarbasis totaal
ca € 300.000. Voor de periode 2006 - 2009 is er een
meerjarenplan onderhoud vastgesteld voor het exte-
rieur van de gebouwen in beheer bij het Facilitair
Bedrijf. Het betreft de volgende panden: Paviljoen
Welgelegen, Dreef 1, Dreef 3 (n.v.t. in verband met
nieuwbouw), Houtplein, Zijlweg (inclusief Schoon-
zichtlaan 2 en 8), Schoonzichtlaan 4, Florapark 5 en
6, Frederikspark 10 en 12, Paviljoenslaan 3, 5, 7/9.
Het onderhoud van de genoemde panden wordt
bekostigd uit het budget voor materieel. Van de pan-
den Welgelegenstraat 3 (dienstwoning) en Mercurius
(Wormerveer) wordt het onderhoud bekostigd uit
directe budgetten.
Het meerjarenplan onderhoud omvat al het bouw-
kundig onderhoud aan de buitenzijde van gebou-
wen, inclusief terreinvoorzieningen en de vervanging
van cv-installaties.
Hoewel er geen definitief plan is voor het onderhoud
van het interieur, is aan de hand van schattingen een
overzicht samengesteld van de hiervoor benodigde
budgetten. Dit betreft uitsluitend de panden in
beheer bij het Facilitair Bedrijf.
Het hoge bedrag in 2006 vloeit vooral voort uit groot
onderhoud aan gebouw Mercurius ad € 220.000,–
geraamd. Het betreft schilderwerk en het vervangen
van glas in bestaande stalen raamconstructies.
Waarschijnlijk zijn de beschikbare budgetten niet toe-
reikend om de kosten in 2006 te dekken. In dat geval
worden PS bij de voorjaarsnota 2006 gevraagd extra
budget beschikbaar te stellen.
Exterieur 449.700 184.900 316.000 214.600
Interieur 231.000 138.000 138.000 139.500
Totaal 680.700 322.900 454.000 354.100
Groot onderhoud 2006 2007 2008 2009
De kosten voor het groot onderhoud van de panden over de periode 2006-2009 zijn als volgt verdeeld.
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 149
3.4 Financiering
Inleiding
Sinds de inwerkingtreding van de Wet financiering
decentrale overheden (Fido) op 1 januari 2001, gepu-
bliceerd in Staatsblad nummer 587 van 2000, is deze
paragraaf een verplicht onderdeel van de provinciale
begroting.
Een andere verplichting van genoemde wet is het
opstellen van een financieringsstatuut. De provincie
heeft dit statuut opgenomen in de Verordening finan-
cieel beheer. De herziening van de verordening werd
door provinciale staten vastgesteld bij statenbesluit
van 19 april 2004, voordracht nummer 25. De wijzi-
ging betreft de termijn waarop middelen belegd kun-
nen worden, te weten maximaal vijf jaar. Daarnaast
is toegevoegd het maximale bedrag dat bij een
wederpartij belegd kan worden, namelijk maximaal
€ 100 miljoen of een aandeel van 10% in het eigen
vermogen van de wederpartij (artikel 5.4, lid 5 en 6).
Op grond van genoemde wet en de daarop geba-
seerde regelingen zijn normen vastgesteld voor de
hoogte van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.
Voor de provinciale overheden geldt voor 2006 een
kasgeldlimiet van 7% over het totaal van de begro-
ting. Voor het renterisico geldt voor de provincies een
percentage van 20. Het renterisico op de vaste schuld
in een jaar wordt als volgt berekend: de som van het
bedrag aan herfinanciering en het bedrag aan rente-
herziening op de vast schuld mag niet meer bedra-
gen dan 20% van het totaal aan uitstaande geldle-
ningen. Tevens is aangegeven dat het uitzetten van
tijdelijk overtollige middelen op prudente wijze dient
te geschieden. Daarbij mogen geen overmatige risi-
co’s worden gelopen. Voor het beleggen van midde-
len mogen in het algemeen alleen financiële instel-
lingen als tegenpartij optreden. Die instellingen die-
nen ten minste een A-rating te bezitten.
Algemene ontwikkelingen
Bij het opstellen van deze financieringsparagraaf
(begin juli 2005) bestaat er nog steeds onzekerheid
over de mate van economisch herstel. Aandachts-
punten zijn de inflatieverwachtingen en het consu-
mentenvertrouwen. Deze zorgen voor een rentever-
goeding op zowel de geld- als kapitaalmarkt die
lager ligt dan vorig jaar. De referentiepunten op de
die markten zijn als volgt: voor de geldmarkt (drie-
maands deposito) wordt een vergoeding van 2,0%
(vorig jaar 2,3%) verwacht en voor de kapitaalmarkt
(tienjarige staatsobligatie) ligt de verwachting op een
rentevergoeding van 3,4% (vorig jaar 4,5%). Voor de
beleggingtermijn van drie tot vier jaar, waarin de pro-
vincie veel van haar beleggingen heeft onderge-
bracht, wordt een rendement van 2,5% per jaar (vorig
jaar 3%) verwacht. In 2005 heeft de provincie tot op
heden € 15,9 mln uitgezet in beleggingen met loop-
tijden van twee tot vier jaar ten laste van haar depo-
sito’s. Deze omzetting levert een hogere rentever-
goeding op dan de deposito’s. Voor 2006 leveren de
meerjarige beleggingen in totaal € 16,9 mln aan ren-
tebaten op. Hierop dient wel de afschrijving op agio
in mindering te worden gebracht ad € 2,8 mln voor
2006.
Risicobeheer
Volgens de ‘Handreiking Treasury’ van het Ministerie
van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties dient
in de financieringsparagraaf ingegaan te worden op
de risico’s ten aanzien van rente, krediet, liquiditeit,
koers, debiteuren en valuta, op het feit dat de uit-
voering van de treasuryfunctie uitsluitend de
publieke taak dient, dat het beheer prudent is en op
de vraag of voldaan wordt aan de kasgeldlimiet en
de renterisiconorm.
De maat voor het renterisico op de vlottende schuld
is de kasgeldlimiet. Uit hoofde van de Wet Fido geldt
als grondslag de omvang van de jaarbegroting per 1
januari. De grondslag voor 2006 bedraagt € 551 mln.
Vervolgens wordt de toegestane omvang van de kas-
geldlimiet bepaald. Uitgaande van 7 procent
bedraagt de kasgeldlimiet € 38,6 mln voor 2006. In
geen kwartaal mag deze limiet worden overschreden,
wat op basis van de huidige depositopositie ook niet
wordt verwacht.
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■150
De maat voor het renterisico op de opgenomen en
uitgezette vaste schuld is de renterisiconorm. De ren-
terisiconorm is een bij ministeriële regeling aangege-
ven percentage van 20 over de stand van de vaste
schuld per 1 januari van enig begrotingsjaar. De ver-
kregen renterisiconorm wordt vergeleken met dat
deel van de vaste schuld dat in het begrotingsjaar
voor renteherziening in aanmerking komt, vermeer-
derd met het bedrag van herfinanciering.
Blijkens de laatste stand van de financiële vaste activa
staat er € 332 mln uit. Het bedrag van de renterisico-
norm is dan € 66,4 miljoen. Aan aflossingen in 2006
is € 93,8 miljoen begroot, ruim € 27 mln meer dan de
renterisiconorm.
Volgens artikel 36 van het Besluit Begroting en
Verantwoording 2004 (BBV) is een vastgestelde
balansindeling van de financiële vaste activa vereist,
te weten:
a kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen,
gemeenschappelijke regelingen en overige ver-
bonden partijen;
b leningen aan woningbouwverenigingen, gemeen-
schappelijke regelingen en overige verbonden
partijen;
c overige langlopende leningen
d overige uitzettingen met een rentetypische loop-
tijd van één jaar of langer;
e bijdragen aan activa in eigendom van derden.
Voor onderdeel a. wordt verwezen naar de paragraaf
Verbonden partijen.
b Leningen verstrekt aan deelnemingen € 27 mln
c Overige langlopende leningen € 13 mln
d Overige uitzettingen met een € 292 mln
rentetypische looptijd van
één jaar of langer _________
Totaal conform staat 6.2 € 332 mln
Investering en Financiële vaste activa etc.
De leningen vermeld onder b. betreffen leningen die
verstrekt zijn uit hoofde van publieke taak, te weten
NUON € 21,3 mln. en PWN € 5,4 mln.
De onder c. vermelde overige langlopende leningen
zijn op basis van bestuurlijke besluitvorming ver-
strekt aan Coöperatieve Visafslag Den Oever (€ 0,1
mln), gemeente Purmerend (€ 9,3 mln) en
Investeringsmaatschappij Noordzeekanaalgebied
C.V. (€ 3,3 mln).
De uitzettingen ad € 292 miljoen, vermeld onder d.,
zijn verstrekt uit hoofde van de Treasury. De uitzet-
tingen voldoen aan de eisen uit hoofde van de Wet
Fido. Het gaat om 13 verschillende financiële instel-
lingen en een gemeente. De leningsvormen zijn te
onderscheiden in onderhandse geldleningen, open-
bare obligaties en medium term notes.
De komende vijf jaar vallen verstrekte leningen en
uitzettingen als volgt vrij:
2006 € 92 mln, 2007 € 151 mln, 2008 € 44 mln, 2009
€ 4 mln en 2010 € 4 mln, dus in totaal € 295 mln. Deze
bedragen kunnen worden aangewend voor provin-
ciale investeringen.
Momenteel lopen er diverse investeringsprojecten,
met als grootste de extra investeringsimpuls ad € 500
mln. De besluitvorming daarover is nog niet afge-
rond, zodat nog geen totaalbedrag genoemd kan
worden. Gelet op de in vorige alinea genoemde
middelen en de aanwezige liquiditeiten zal de finan-
ciering in de eerstkomende jaren geen probleem vor-
men.
Garanties
De door de provincie gegarandeerde leningen, die
grotendeels door gezondheidsinstellingen bij insti-
tutionele vermogensverschaffers zijn opgenomen,
omvatten bijna € 48 miljoen. Als gevolg van aflossin-
gen daalt dit bedrag naar ruim € 43 miljoen ultimo
2006. Ten slotte heeft de provincie aan het begin van
het begrotingsjaar aan andere garantieverplichtingen
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 151
tegenover derden een bedrag van ruim € 13 miljoen
uitstaan.
Derivaten
Van derivaten (afgeleide financiële producten, zoals
opties en termijncontracten) maakt de provincie geen
gebruik.
Valuta
De provincie bezit geen financiële activa in vreemde
valuta en kent dus geen valutarisico.
Liquiditeiten
Gelet op de bij (financiële) instellingen gestalde depo-
sito’s ad € 234 miljoen per juli 2005, worden er in
2006 geen liquiditeitsprobleem verwacht. Dit bedrag
is inclusief een bedrag van circa € 50 mln van derden
voor de reconstructie van de N201. De rentebaten
van dit laatste bedrag worden aan het project toege-
voegd. De deposito’s voldoen alle aan de ratingsei-
sen die gesteld zijn in de Wet Fido. In het kader van
relatiebeheer zijn bovengenoemde deposito’s onder-
gebracht bij zes instellingen.
Prudent beheer
Het prudent beheer van middelen draait om twee
aspecten: voldoende kredietwaardigheid van de
tegenpartij (debiteurenrisico) en een beperkt markt-
risico van de uitzetting. In de ministeriële “Regeling
uitzettingen en derivaten decentrale overheden” is
ingegaan op het begrip prudent. Gelet op de verde-
ling van de verstrekte langlopende leningen en uit-
zettingen en de spreiding van de kortlopend uitge-
zette middelen is naar onze mening invulling gege-
ven aan het begrip prudent beheer.
Publieke taak
Volgens de Wet Fido mogen openbare organen uit-
sluitend financiële transacties aangaan voor de uit-
oefening van de publieke taak. In het kader van de
uitoefening van de treasuryfunctie geschieden al de
transacties per definitie ten dienste van de publieke
taak.
3.5 Bedrijfsvoering
Bedrijfsvoering bij de overheid definiëren wij als de
sturing en beheersing van bedrijfsprocessen binnen
de overheid om de (beleids)doelstellingen te kunnen
realiseren. Het betreft zowel primaire als ondersteu-
nende processen. Bedrijfsvoering is geen doel op
zich; het uiteindelijke doel is immers het realiseren
van de door het bestuur vastgestelde (beleids)doel-
stellingen.
Missie
De missie van de provincie Noord-Holland is het
leveren van een concrete bijdrage aan de kwaliteit
van de Noord-Hollandse samenleving op alle terrei-
nen van de publieke dienstverlening.
Doel van de ambtelijke organisatie
De ambtelijke organisatie ondersteunt het college bij
het uitvoeren van het collegeprogramma. De afne-
mers zijn burgers, bedrijven, maatschappelijke orga-
nisaties en medeoverheden. De ambtelijke organisa-
tie is hiervoor slagvaardig en professioneel ingericht.
Scheiding beleid en uitvoering
De scheiding tussen beleid en uitvoering is een lei-
dend principe voor de inrichting van de nieuwe
organisatie. Om een betere sturing te realiseren is
deze indeling de basis van de hoofdstructuur. Dit
maakt het mogelijk gelijksoortige processen geza-
menlijk te organiseren, aangestuurd onder verant-
woordelijkheid van één directeur. In de hoofdstruc-
tuur staat de sturing van het concern centraal. Dit
concern bestaat uit drie productgroepen, te weten :
■ beleidsvoorbereiding en -evaluatie, onderge-
bracht in het cluster Beleid;
■ administratieve producten (Subsidies, Hand-
having en Vergunningverlening), ondergebracht
in het cluster SHV;
■ tastbare/zichtbare producten (onderhoud van
(vaar)wegen en realisatieprojecten), onderge-
bracht in het cluster Beheer & Uitvoering.
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■152
Organisatie
Middelen centraal georganiseerd
In de hoofdstructuur zijn de bedrijfsvoeringsproces-
sen georganiseerd in een centraal cluster Middelen.
Het cluster Middelen ondersteunt elk cluster op de
gebieden financiën, personeel, organisatie, juridische
zaken, informatie, automatisering, facilitaire dienst-
verlening, communicatie en administratie. Tevens
levert het cluster Middelen de kaderstelling voor de
algemeen directeur. Een groot aantal van de facilitaire
en ICT-taken wordt uitbesteed. Het cluster Middelen
voert de regie over deze opdrachtverlening aan
externe partners.
Planning en Control
Voor sturing op het primaire proces en beheersing
van de ondersteunende processen zijn er in de orga-
nisatie specifieke planning- en controlinstrumenten.
Deze geven invulling aan de door Provinciale Staten
vastgestelde planning- en controlcyclus, waarin de
programmabegroting een centrale plaats inneemt. Op
basis hiervan stellen wij een productenraming vast,
waarin de planning van producten en activiteiten ter
uitvoering van de programmabegroting is opgeno-
men.
Deze werkwijze waarborgt een consequente koppe-
ling in de lijn van politieke doelstelling tot concrete
uitvoering. Door deze werkwijze zijn de voort-
gangsrapportages voor het college en PS direct te
herleiden tot de door PS vastgestelde programmabe-
groting. Deze lijn waarborgt tevens de inbreng van
PS in de voortgangsrapportages bij de voor- en
najaarsnota.
Om ook op het vlak van bedrijfsvoering een trans-
parante en duidelijke sturing te kunnen realiseren,
hebben wij ervoor gekozen de belangrijkste taakvel-
den in ondersteunende sfeer te integreren in de plan-
ning- en controlcyclus. Daarvoor brengen we de
doelstellingen en resultaten van de ondersteunende
processen op eenzelfde wijze in beeld als de primaire
processen.
Statengriffie PS GS
Controlunit Algemeen Directeur
MT
Cluster Beleid
Cluster Middelen
Cluster Beheer en UitvoeringCluster Subsidies, Handhaving en Vergunningen
Statengriffie PS GS
Controlunit Algemeen Directeur
MT
Cluster Beleid
Cluster Middelen
Cluster Beheer en UitvoeringCluster Subsidies, Handhaving en Vergunningen
De hoofdstructuur van de organisatie per 1 januari 2006.
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 153
Voor de belangrijkste delen van de bedrijfsvoering en
de ondersteunende processen is in deze paragraaf
weergegeven wat we willen bereiken. Het betreft de
volgende taakvelden: Personeel en Organisatie,
Informatisering en Automatisering, Juridische zaken,
Communicatie, Facilitaire Zaken. Daarnaast geven
we in deze paragraaf weer wat we willen bereiken
voor twee specifieke taken in het productieproces:
Subsidies en Kennis & Strategie.
Personeel en organisatie
De afdeling Personeel en Organisatie (P&O) heeft als
doelstelling om samen met het lijnmanagement te
komen tot competente en betrokken medewerkers,
die op professionele wijze bijdragen aan het primaire
proces van de provinciale organisatie.
Kerntaken van P&O zijn het adviseren van het mana-
gement op rechtspositioneel gebied en personeelsbe-
leid, management development (werven en begelei-
den van trainees en het coachen en begeleiden van
potentials en leidinggevenden) en de personeels- en
salarisadministratie.
De ombouw naar een klantgerichte organisatie heeft
hoge prioriteit, omdat daarmee vorm wordt gegeven
aan de nieuwe organisatie. Het accent ligt op “anders
werken”, omdat dezelfde werkzaamheden moeten
worden uitgevoerd bij halvering van de materiele
lasten. Bovendien gaat er gewerkt worden met een
producten- en dienstencatalogus die duidelijkheid
biedt over het dienstenpakket aan de totale organi-
satie.
Het PSA-systeem P-view wordt vervangen door
SAP-HR, wat de personeels- en salarisadministratie
rechtstreeks koppelt aan het concernbrede financiële
systeem. Daardoor zullen de managementrapporta-
ges helderder zijn en beter afgestemd op de vraag.
In 2006 komt er een herijking van het totale HRM-
beleid en -instrumentarium. Dit moet leiden tot min-
der regelgeving en duidelijkere bevoegdheden. Een
en ander gebeurt in overleg met de Ondernemings-
raad en (eventueel) het Georganiseerd Overleg.
De functie Organisatieadvies en advies over oplei-
dingen zal, conform de aangegeven standpunten van
het bestuur, worden afgebouwd. Werkzaamheden op
deze terreinen zullen voortaan moeten worden inge-
huurd.
De speerpunten in 2006
■ Afhandeling van de personele aspecten van de
reorganisatie.
■ Ombouw naar klantgerichte organisatie van het
cluster Middelen.
■ Management development.
■ Effectieve transitie van het personeels- en salaris-
Voormalig personeel
Overige diensten voor derden
Afhandeling personele aspecten reorganisatie
Klantgerichte organisatie cluster Middelen
Management Development
Implementatie SAP HR
HRM-beleid en instrumentarium
Beleidsontwikkeling en advies op rechtspositioneel gebied
■ Correcte betaling uitkeringen voormalig personeel
■ Correcte salarisadministratie van door de provincie uit te betalen kosten
voor het IZR
■ Administratie detacheringen
■ Uitvoer regelingen Sociaal Plan
■ Opstellen rechtspositionele brieven
■ Inspelen op vraaggestuurde dienstverlening, HRM-instrumenten inzetten
ten behoeve van effectieve en klantgerichte werkwijze
■ Verdere professionalisering en begeleiding van management
■ Effectief verloop van P-view naar SAP HR en efficiënte implementatie en
uitvoering
■ Herijking personeelsbeleid na de reorganisatie
■ Adviseren management
Belangrijke activiteiten in 2006Productgroepomschrijving
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■154
administratiesysteem van P-view naar SAP-HR.
■ Ontwikkeling en implementatie van HRM-beleid
en HRM-instrumentarium na de reorganisatie.
■ Beleidsontwikkeling en advisering op rechtspo-
sitioneel gebied.
Informatievoorziening enautomatisering
De afdeling Informatievoorziening en automatisering
zet zich in voor een optimale informatievoorziening
en geautomatiseerde ondersteuning van werkpro-
cessen bij de provincie.
De speerpunten in 2006
■ Implementatie plan van aanpak ICT-servicedesk
‘Nieuwe stijl’ (gericht op de verdere professiona-
lisering van de dienstverlening in het licht van de
missie van de cluster Middelen/aankomende
outsourcing).
■ Leveren van een adequate inhoudelijke bijdrage
voor het outsourcingtraject.
■ Consolidatie contract-, software- en licentiebe-
heer, te beleggen in de nieuwe cluster Middelen
c.q. regiefunctie richting de outsourcingpartner.
– Verder ontwikkelen en beheren van een (organi-
satiebrede) informatiearchitectuur, mede richting
geven aan een ‘vraaggestuurde publieke elektro-
nische dienstverlening (één loket)’, te beleggen in
de nieuwe cluster Middelen.
– Verstevigen van het functioneel applicatiebeheer
binnen de organisatie, te beleggen binnen de
nieuwe cluster Middelen.
Belangrijk aandachtspunt
Het in de overgangsperiode tot aan de outsourcing
waarborgen van ‘going concern processen’ en het
ondersteunen van de nieuwe clusters, onder andere
door het tijdig signaleren van eventuele knelpunten
en het zo nodig benoemen van nieuwe prioriteiten.
Een optimale informatievoorziening en geautomatiseerde ondersteuning van de
werkprocessen bij de provincie
■ Een voortdurende (her)ijking van de ICT-voorzieningen aan de verander-
ende omgevingseisen (over te dragen aan de nieuwe cluster Middelen)
■ De ontwikkeling en implementatie van (nieuwe) informatiesystemen
(gedeeltelijk over te dragen aan de nieuwe cluster Middelen)
■ De provinciaal medewerkers via een centraal computernetwerk kunnen
laten werken met op de functie toegesneden toepassingen, toegang tot
internet en intranet, bijbehorende randapparatuur en helpdesk-
ondersteuning (definitieve bepaling van het aantal werkplekken vindt
plaats als de definitieve huisvestingssituatie van de clusters bekend is).
■ Toegankelijke digitale gegevens
■ Een bedrijfszekere telecommunicatie (zowel vast als mobiel)
■ Interne afdelingsondersteuning (uit te voeren door c.q. in overleg met de
cluster Middelen)
Belangrijke activiteiten in 2006Productgroepomschrijving
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 155
Juridische zaken
Juridische Zaken richt zich op verbetering van de
juridische kwaliteit van de door de provincie geno-
men beslissingen, zodat de rechtmatigheid van deze
beslissingen wordt gewaarborgd.
De going concerntaken zijn juridische adviezen, pro-
jectondersteuning, implementatie van nieuwe wet-
geving, opstellen van verordeningen, mandaten en
convenanten, het inschakelen van de huisadvocaat,
deskundigheidsbevordering, onderhouden van juri-
dische contacten en juridische informatievoorziening.
Voor een compleet beeld van de activiteiten van de
afdeling Juridische Zaken wordt verwezen naar het
programma Bestuur en Burger.
De speerpunten in 2006
■ Opzet contractbeheer.
■ Opzetten één loket schadezaken inclusief regeling
nadeelcompensatie.
■ Besluitvorming provincie Europaproof.
■ Inventariseren van convenanten en het doorlich-
ten op nut en effect.
■ Rechtmatigheid en bevoegd genomen besluiten.
Belangrijke aandachtspunten
■ Opdrachtgeverschap-opdrachtnemerschap vindt JZ
zeer belangrijk. Bij grote adviezen worden afspra-
ken gemaakt over de leveringstermijn, de inzet van
personeel en de kwaliteit van het geleverde advies.
Kleinere adviezen worden per e-mail bevestigd.
■ Er vindt voortdurend overleg plaats met/over cli-
ënten, zowel door de afdelingscontactpersoon als in
het managementoverleg juridische kwaliteit (MJK).
■ Het regisseren van juridische kwaliteitszorg
middels kwaliteitseisen en normen.
■ Juridisch adviseur aan organisatie/manage-
ment/bestuur (faciliteren van kwaliteitszorg).
Juridische Zaken (stafdeel) ■ Opzet contractbeheer
■ Opzetten éen-loket schadezaken inclusief nadeelcompensatieregeling
■ Besluitvorming provincie Europaproof
■ Inventariseren convenanten en het doorlichten op nut en effect
Belangrijke activiteiten in 2006Productgroepomschrijving
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■156
Facilitaire zaken
De afdeling Facilitaire Zaken verzorgt een doelma-
tige en op het bedrijfsproces afgestemde huisvesting
voor de bestuurlijke en ambtelijke organisatie en
levert doelmatige, efficiënte en klantgerichte diensten
aan de primaire processen van de organisatie tegen
zo laag mogelijke kosten.
De afdeling wil de reguliere ondersteuning van de
organisatie op het huidige niveau houden. Hierbij
wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de nieuwe werk-
wijze van het cluster Middelen. De ‘oude’ afdeling ver-
zorgt in de nieuwe organisatie de outsouricng van
diensten tot in de overgang is voorzien. Deze wordt zo
uitgevoerd dat het serviceniveau op peil blijft.
Professionalisering inkoop
Het team inkoop en aanbesteding staat in voor het
strategische en tactische inkoopbeleid van de hele
organisatie. Daarnaast verzorgt het team de inkoop
van alle middelen voor de bedrijfsvoering van de
hele organisatie. De resultaten van het project ver-
antwoord aanbesteden (nieuwe aanbestedingsregels,
AO etc. waarover PS op 4 juli 2005 heeft besloten)
worden geïmplementeerd binnen de nieuwe organi-
satie. Daarbij vervult het team inkoop en aanbeste-
ding een centrale rol. Het doel is dat inkoop en aan-
besteding volgens de regels en tegen zo laag moge-
lijke kosten verlopen.
De speerpunten in 2006
■ Nieuwbouw en renovatie van de kantoorgebou-
wen begeleiden.
■ Een naadloze overgang bewerkstelligen van de
huidige diensten naar de outsourcing.
■ Professionalisering inkoop inrichten volgens het
clusterplan middelen.
Belangrijk aandachtspunt
■ Streven naar een hoge klantgerichtheid.
Huisvesting
■ Services
■ Begeleiden nieuwbouw Dreef
■ Aanpassen paviljoen Welgelegen
■ Vaststellen programma van eisen renovatie Houtplein
■ Verbetering provinciale archivering
■ Ondersteuning organisatie
■ Begeleiden overgang naar outsourcing van de diensten
■ Taxikeurmerk tbv vervoer GS-leden
■ Vervanging huidige FB-auto’s door gasauto’s
■ Verhogen aandeel biologische producten in de catering
Belangrijke activiteiten in 2006Productgroepomschrijving
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 157
Communicatie
Communicatie levert de door het bestuur gewenste
bijdrage aan de profilering van het provinciaal
bestuur en haar diensten en producten.
De profilering van het provinciaal bestuur (GS en PS)
is de kern van de corporate communicatie. Het
hoofddoel van de provinciale communicatie is om
het bestuur, haar diensten en producten duidelijk te
profileren conform het gewenste imago en tevens een
bijdrage te leveren aan de profilering van het duale
stelsel.
De projectcommunicatiespecialisten verzorgen de
communicatie van minimaal 50 provinciale projec-
ten. Een aantal van de concerntaken van de afdeling
valt binnen het programma Andere Overheid, zoals
onze bijdrage aan het digitaal loket. Overige corpo-
rate communicatieactiviteiten zijn het ontwikkelen
en uitvoeren van alle interne en externe communica-
tiemiddelen, handhaving van de provinciale huisstijl,
op aanvraag leveren van bijdragen aan de Staten-
communicatie, jongerencommunicatie, het relatie-
management van de commissaris van de Koningin,
het relatiegeschenkenbeleid en de voorbereiding van
de verkiezingen 2007.
Speerpunten in 2006
■ versterken van het gewenste provinciale imago
en de verschillende rollen van het provinciaal
bestuur.
■ sterkere profilering van de diensten en producten
die door de keuzen van het provinciaal bestuur
tot stand komen.
■ bijdrage aan ‘Andere Overheid’ (ontwikkeling
één loket, elektronische handtekening etc. etc.)
■ (mede) ontwikkelen publieksvoorlichting.
■ stimuleren en faciliteren van interactieve beleids-
vorming.
■ versterken van de (regiogerichte) contacten met
de externe media.
Belangrijke aandachtspunten
■ de volksvertegenwoordiging in het duale stelsel
wordt duidelijker.
■ voorbereiding van verkiezingen 2007.
■ de producten en diensten van het provinciaal
bestuur zijn duidelijk.
■ het gewenste imago van het provinciaal bestuur
neemt toe.
■ de communicatieactiviteiten versterken elkaar
door de uitvoering van een geïntegreerd com-
municatiebeleid zoals verwoord in het door GS
op 16 september 2004 vastgestelde beleidskader
2003-2007.
Communicatie ■ projectcommunicatie rond beeldbepalende projecten
■ beheer provinciale website
■ ontwikkeling interne en externe communicatiemiddelen (brochures,
folders, jaarverslagen, televisieprogramma’s etc.)
■ organisatie bestuurlijke optredens en evenementen
■ versterking naambekendheid van de provincie door naamsvermelding na
verlening subsidies en (mede)financiering af te dwingen
■ eerste fase uitvoering voorbereidende activiteiten verkiezingen 2007
■ lijncommunicatie
■ advisering en ondersteuning afdelingen bij interne communicatie
■ intranet en interne magazines
Belangrijke activiteiten in 2006Productgroepomschrijving
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■158
Subsidies
Efficiënt, effectief en rechtmatig subsidies verstrek-
ken en een optimale dienst verlenen aan haar interne-
en externe klanten. Dit doet de sector Subsidies in
samenwerking met de clusters Beleid en Middelen.
De sector Subsidies ontwikkelt deskundigheid op het
beleidsinstrument subsidies en adviseert het bestuur
en de genoemde clusters over de inzet van het subsi-
die-instrument.
Organisatie
Het proces subsidieverstrekking staat centraal in de
sector Subsidies. De formatie van 38 fte per 1 januari
2006 wordt ingezet voor de programma’s 1 tot en met
11 in de begroting.
Dit gebeurt in teamverband in de Units. Hierbij gel-
den de volgende overwegingen:
■ Flexibiliteit en stabiliteit: door teams verant-
woordelijk te stellen voor de uitvoering van een
subsidieregeling, ontstaat er meer flexibiliteit en
stabiliteit.
■ Betrokkenheid: de grootte van de teams is vol-
doende om het bovenstaande te bereiken en klein
genoeg om medewerkers maximaal te betrekken
bij het proces.
■ Motivering medewerkers/invloed op het werk:
bepaalde regeltaken, zoals planningsactiviteiten,
kunnen door de teams worden verzorgd. Dit ont-
last het management en motiveert de medewerkers;
■ Continue verbetering en verhoging van het leer-
vermogen van de afdeling: de teams zijn verant-
woordelijk voor de (eind)resultaten. Hierdoor
kan in teamverband continu worden gewerkt aan
het verbeteren van de prestaties. De teams kun-
nen van elkaar leren om zo tot verbeteringen te
komen.
Specialisten
Binnen de Sector zijn in het primaire proces financi-
eel specialisten werkzaam. Vanuit het cluster werkt
een kwaliteitsmedewerker voor subsidies aan kwali-
teitsverbetering van de werkwijzen. Vanuit het
cluster Middelen ondersteunen juridisch medewer-
kers het primaire proces. De administratief mede-
werkers worden ook ingezet in de frontoffice van het
cluster.
Taakverdeling
De sector Subsidies bestaat uit de units A en B. Elke
unit behartigt een aantal beleidsvelden.
Unit A: Cultuur, Educatie, Monumenten en
Archeologie, Zorg, Welzijn en Ouderen.
Unit B: Water, Natuur, Landschap, Openlucht-
recreatie en toerisme, Milieu, Landbouw, Bodem,
Ontwikkelingssamenwerking, Economie, FIN-H,
Vervoer en Infrastructuur.
Aansturing
De sector Subsidies maakt deel uit van het cluster
SHV. Het sectormanagement bestaat uit twee men-
sen, de sectormanager en de unitmanager. De sec-
tormanager en de unitmanager sturen beiden een
unit aan.
De speerpunten in 2006
■ Efficiënt, rechtmatig en doeltreffend uitvoeren
van subsidieverstrekking conform de opdracht
van de directie:
– Efficiency = het gemiddeld aantal behandelde
subsidieaanvragen per fte (primair proces);
– Rechtmatigheid = % gewonnen HAC zaken
t.o.v. totaal ingediend aantal HAC zaken voor
de afdeling Subsidies;
– Doeltreffendheid = % juist ingevoerde subsi-
diebedragen per maand = aantal verschillen
tussen SAP/Susy;
% volledig ingevoerde afhandeltermijnen per
maand;
volledig ingevoerde n.a.w. gegevens in
RBS_sub + aanvragers in Susy /RBS_sub.
■ Samenwerking met het cluster Beleid en inspelen
op hun wensen en doelstellingen:
– Tevredenheid = jaarlijkse meting & evaluatie;
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 159
– Klant/leverancier of dienstverlener = % actu-
ele dienstverleningsovereenkomsten (of
samenwerkingsovereenkomsten) / DVO.
■ Een optimale dienstverlening aan de subsidie-
aanvragers en -ontvangers:
– Tevredenheid: Uitvoeren belangrijkste verbe-
terpunten o.b.v. tevredenheidsmeting 2004:
1 Het op de hoogte houden van nieuwe ont-
wikkelingen inzake het provinciale beleid
en subsidieregelingen;
2 De snelheid van subsidieverlening;
3 De helderheid/duidelijkheid van de aan-
vraagformulieren.
Belangrijke aandachtspunten
■ Afstemming beleid en uitvoering. Voor het uit-
voeren van het beleidsinstrument subsidies is
samenwerking tussen beleid en uitvoering essen-
tieel. Op managementniveau wordt samenge-
werkt voor de begrotingscyclus, het monitoren
van de uitvoering en het signaleren van noodza-
kelijke beleidswijzigingen. De medewerkers van
subsidies en beleid werken samen bij de voorbe-
reiding van bestuurlijke besluiten over subsidie-
verlening en bij de uitvoering van die besluiten.
■ ICT. Voor het uitvoeren, beheren en monitoren
van het beleidsinstrument subsidies is een auto-
matiseringsysteem nodig. Dit systeem moet mini-
maal de termijnen van alle deelprocessen van het
proces subsidieverstrekking monitoren en de
subsidieplafonds bewaken.
■ AO/werkprocessen. De afdeling Subsidies be-
staat nog maar kort. Al in 2005 kregen de werk-
processen bijzondere aandacht. De beschrijving
en implementatie van de werkprocessen is ook in
2006 aan de orde.
■ Het beleidsinstrument subsidies komt voor in diverse programma’s van de
begroting / productenraming.
■ Subsidieaanvragen beschikken.
Belangrijke activiteiten in 2006Productgroepomschrijving
Kennis en strategie
Samenhang en helderheid op strategisch gebied en
de organisatie voorzien van kennis op maat.
De speerpunten in 2006
■ Beleidsmonitoring verder vormgeven en veran-
keren.
■ Methodiek van strategische verkenningen veran-
keren in het beleidsproces.
■ Centraal ontsluiten en leveren van betrouwbare
(geografische) basisdata.
■ Adviseren over het doelmatig inzetten en uitbe-
steden van extern onderzoek.
■ Voor een aantal provinciale producten de infor-
matievoorziening in kaart brengen en optimali-
seren.
Belangrijke aandachtspunten
■ Bij het verlenen van een geo(data) opdracht krijgt
de aanvrager binnen een week een tijdsplanning.
■ 100% betrouwbaarheid van de geleverde pro-
ducten.
■ Alle contracten over aanschaf van basisdata wor-
den centraal beheerd.
Strategie
Beleidsmonitoring
(Geo)datavoorziening
Informatievoorziening
Onderzoeksadvisering
■ Uitvoeren werkplan strategische verkenningen 2006 waaronder de
Burgermonitor
■ Uitvoeren werkprogramma beleidsmonitoring 2006 waaronder het
adviseren over maatschappelijke effecten en indicatoren
■ Verder vormgeven van het Geoloket zodanig dat er eind 2006 via intranet
een toegankelijke geografische database is.
■ Stimuleren GIS zodanig dat eind 2006 de GIS-methodiek wordt ingezet bij
minstens drie nieuwe beleidsproducten
■ Uitvoeren werkprogramma informatievoorziening 2006, waaronder DURP
■ Adviseren bij formulering en uitbesteding van extern onderzoek, zodanig
dat we extern onderzoek zo effectief mogelijk inzetten.
Belangrijke activiteiten in 2006Productgroepomschrijving
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■160
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 161
3.6 Verbonden partijen
Sinds 1 februari 2003 is het Besluit begroting en ver-
antwoording provincies en gemeenten van kracht.
Artikel 9 schrijft voor dat de begroting een para-
graaf verbonden partijen moet bevatten.
Een verbonden partij is een privaat- of publiek-
rechtelijke organisatie waarin de provincie een
bestuurlijk en een financieel belang heeft. Een finan-
cieel belang is een aan de verbonden partij ter
beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is
indien de verbonden partij failliet gaat dan wel het
bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien
de verbonden partij haar verplichtingen niet
nakomt. Een bestuurlijk belang is zeggenschap uit
hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur of
uit hoofde van stemrecht.
De verbonden partijen van de Provincie Noord-
Holland bestaan uit de provinciale deelnemingen,
de gemeenschappelijke regelingen waaraan wordt
deelgenomen en publiekrechtelijke rechtspersonen
waarmee een financieel en een bestuurlijk belang
zijn gemoeid.
Toelichting deelnemingen
Het college is op grond van de Provinciewet
bevoegd te besluiten tot privaatrechtelijke rechts-
handelingen van de provincie, dus ook tot het
beschikken over de aandelen en het uitoefenen van
aandeelhoudersrechten. Daarbij geldt dat wij PS op
verzoek of wanneer de uitoefening van de aandeel-
houdersrechten ingrijpende gevolgen voor de pro-
vincie kan hebben vooraf informatie geven.
Het stemrecht op grond van de aandeelhoudersre-
latie wordt uitgeoefend door een lid van het college
op basis van een plenair collegebesluit. Van de
belangrijkste deelnemingen worden de vergaderin-
gen van aandeelhouders bezocht. De informatie-
verstrekking vanuit de deelneming vindt plaats
door verzending van jaarstukken, begrotingen,
notulen etc.
Vertegenwoordiging
In 2005 is er definitief voor gekozen om tijdens deze
collegeperiode de belangen van de provincie bij de
deelnemingen primair via de aandeelhoudersrol te
behartigen. Wij zijn van mening dat dit uit vennoot-
schapsrechtelijk oogpunt de voorkeur verdient. Dat
betekent dat in de raden van commissarissen van de
provinciale deelnemingen geen leden van het college
zitting hebben. De aandeelhoudersrol is geplaatst in
de portefeuille van de gedeputeerde die belast is met
het beleidsveld. Teneinde het benodigde contact met
de belangrijkste deelnemingen (NUON, Afvalzorg,
PWN) te hebben, worden door het jaar heen ver-
schillende afstemmingsoverleggen gehouden tussen
de portefeuillehouder en bestuurders van de onder-
neming. Wij hebben PS voorgesteld periodiek over-
leg te plegen met de door of op voordracht van de
provincie benoemde commissarissen in de diverse
deelnemingen.
Wij vinden dat provinciale commissarissen die op
onze voordracht worden benoemd in ieder geval aan
een aantal (algemene) kwalificatievoorwaarden moe-
ten voldoen. Dit waarborgt het provinciale belang bij
de deelneming.
Op de internetsite van de provincie staat een register
van provinciale commissarissen, zodat ook voor der-
den duidelijk is hoe de provincie vertegenwoordigd
wordt.
De structuurregeling in het Burgerlijk Wetboek is ver-
anderd. Diverse deelnemingen (o.a. NUON, PWN en
Afvalzorg) vallen onder het structuurregime. In de
nieuwe structuurregeling is de direct door de over-
heid benoemde commissaris verdwenen. Wel bete-
kent de wijziging een uitbreiding van de aandeel-
houdersbevoegdheden, bijvoorbeeld door de bepa-
ling dat de algemene vergadering van aandeelhou-
ders de Raad van Commissarissen in zijn geheel naar
huis kan sturen. Wij maken ons sterk voor optimale
benutting van de verruimde zeggenschap bij de ven-
nootschappen waarin de provincie deelneemt en stre-
ven naar goede afstemming met de overige aandeel-
houders.
Deelnemingen.
1 N.V. Nuon 61.962.205 9,2 stemrecht AVA netwerkbeheer
2 N.V. PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland 6.806.703 100,0 stemrecht AVA drinkwatervoorziening
3 N.V. Afvalzorg 14.294.077 90,0 stemrecht AVA efficient gebruik
stortplaatsen
4 N.V. Watertransportmaatschappij 22.689 50,0 stemrecht AVA drinkwatervoorziening
Rijn Kennemerland WRK
5 Schiphol Area Development Company N.V. 2.479.464 18,1 stemrecht AVA ruimtelijke inrichting
Schipholgebied
6 N.V. Luchtvaartterrein Texel 12.252 5,2 stemrecht AVA geen
7 N.V. Ontwikkelingsmaatschappij Noord-Holland 45.378 100,0 stemrecht AVA verbetering economie
NH
Noord-Holland benoeming directie
8 Business Park Ymond C.V. 453.780 31,3 stemrecht AVA ontwikkeling
bedrijventerrein
9 Financieringsmaatschappij voor Regionale 18.605 100,0 stemrecht AVA ontwikkeling
Ontwikkeling van Noord-Holland ‘Firon’ B.V. economie
10 NV Regionale Ontwikkelingsmaatschappij 317.646 14,3 stemrecht AVA Ontwikkeling
voor het Noordzeekanaalgebied Noordzeekanaalgebied
11 Zeehaven IJmuiden N.V. 408.402 8,4 benoeming lid visserijbelangen
administratiekant.
12 N.V. Bank Nederlandse gemeenten 1.525.875 1,1 stemrecht AVA
13 Nederlandse Waterschapsbank N.V. 11.845 0,2 stemrecht AVA
14 N.V. Landelijke bouwkunst West-Friesland 45.378 21,3 stemrecht AVA geen
15 N.V. Oostindiëvaarder ‘Amsterdam’ 45 stemrecht AVA geen
16 Recreatie Noord Holland N.V. 370.000 100,0 stemrecht AVA beheer en onderhoud
recreatiegebieden
naam nominaal belang percentage belang (bestuurlijk) publiek doel
Samenwerkingsverband Randstad Bevordering van de ontwikkeling van het landsdeel west
Schadeschap Luchthaven Schiphol Bevordering afwikkeling schadevergoedingen uitbreiding Schiphol
Recreatieschap Spaarnwoude Beheer recreatiegebied
Groengebied Amstelland Beheer recreatiegebied
Recreatieschap Het Twiske Beheer recreatiegebied
Recreatieschap Geestmerambacht Beheer recreatiegebied
Landschap Waterland Beheer recreatiegebied
Recreatiegebied Alkmaarder-en Uitgeestermeer Beheer recreatiegebied
gemeenschappelijke regelingen Doel
Fonds nazorg gesloten stortplaatsen Beheer fonds ten behoeve van de nazorg stortplaatsen
provincie Noord-Holland
publiekrechtelijk rechtspersoon Doel
Interprovinciaal Overleg belangenbehartiging provincies
vereniging Doel
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■162
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 163
Het college ïnformeert PS over de ontwikkelingen bij
de deelnemingen via de paragraaf verbonden par-
tijen van de jaarrekening en anderszins als daar aan-
leiding toe is.
Ontwikkelingen
Naar hun aard worden de deelnemingen onder-
scheiden in (voormalige) nutsbedrijven, regionale ont-
wikkelingsmaatschappijen, beleggingen en overig.
De belangen in (voormalige) nutsbedrijven (NUON,
PWN, Afvalzorg) zijn vooral ontstaan vanwege hun
historische publieke belang. De voortgaande libera-
lisering van de energiemarkt maakt deze motieven
voor het aanhouden van deze deelnemingen minder
doorslaggevend. Regelmatig wordt beoordeeld of het
aanhouden van de belangen een provinciaal belang
dient. Voor de toekomst van onze deelneming in
NUON is de landelijke discussie over de positione-
ring van de energiesector van belang. Samen met de
andere aandeelhouders in NUON volgen wij die dis-
cussie op de voet.
Wij zien de drinkwatervoorziening, net als de rijks-
overheid, als een publieke taak en hebben geen voor-
nemen onze deelneming in NV PWN te verminde-
ren. Ten aanzien van NV Afvalzorg hebben PS uitge-
sproken dat deze vennootschap een publiek belang
dient. Uitbreiding van de activiteiten van Afvalzorg
buiten het gebied van Noord-Holland en Flevoland
(de huidige aandeelhouders) is niet uitgesloten, mits
de decentrale overheden in het desbetreffende gebied
daarvoor tot de vennootschap toetreden. Noord-
Holland zal echter altijd een bepalende meerderheid
in de vennootschap willen hebben.
Voor de participaties in regionale ontwikkelings-
maatschappijen gelden vooral sociaal-economische
motieven. Zolang de doelstelling van een ontwikke-
lingsmaatschappij nog niet is bereikt, blijft de pro-
vincie daarom in principe deelnemen, tenzij nieuwe
ontwikkelingen tot andere keuzes leiden.
De deelneming in NV Luchthaventerrein Texel dient
geen provinciaal belang meer. Deze aandelen worden
verkocht zodra ook het Rijk haar belang in de NV
opgeeft. Momenteel wordt onderhandeld over de
voorwaarden waaronder de overdracht zal plaats-
vinden. De afronding van de onderhandelingen
wordt in het najaar van 2005 verwacht.
De deelnemingen met een beleggingskarakter in de
Bank Nederlandse Gemeenten en de Nederlandse
Waterschapsbank dienen geen direct provinciaal
belang, maar worden aangehouden vanwege het
geringe risico en het hoge rendement.
De deelneming in NV Landelijke Bouwkunst West-
Friesland dient geen provinciaal belang en wordt
afgestoten zodra een koper is gevonden.
De aandelen in de NV Oost-Indiëvaarder Amsterdam
zijn ooit verkregen als relatiegeschenk en dienen geen
provinciaal belang. Gezien het te verwaarlozen
belang worden ze aangehouden.
Recreatie Noord-Holland NV beheert en onderhoudt
gebieden van zes recreatieschappen waarin de pro-
vincie deelneemt. Deze taak werd voorheen uitge-
voerd door de provinciale onderafdeling
Groenbeheer. Alle aandelen zijn bij de provincie
geplaatst. Er worden nadere afspraken gemaakt over
‘inbesteding’ van activiteiten van de onderneming
door de provincie.
NV Ontwikkelingsmaatschappij Noord-Holland kan
eventueel worden ingeschakeld bij de vormgeving
van het Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord.
In 2005 wordt de evaluatie van de provinciale deel-
nemingen uit 2000 geactualiseerd. Hierdoor kan het
publieke doel van de deelnemingen wijzigen.
Toelichting gemeenschappelijk
regelingen
Twee regelingen (Samenwerkingsverband Randstad
en Schadeschap Luchthaven Schiphol) voorzien in de
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■164
afstemming van belangen tussen de diverse overhe-
den in de regio. Ook is de provincie actief in zes
recreatieschappen in het kader van landschapsbeheer
en het creëren van recreatievoorzieningen.
Toelichting overig
Het fonds nazorg gesloten stortplaatsen provincie
Noord-Holland is op grond van de Wet milieubeheer
tot stand gekomen als publiekrechtelijk rechtsper-
soon. Doel is het beheren van de gelden in het fonds
ter dekking van de kosten van de gesloten stort-
plaatsen.
De provincie is lid van het Interprovinciaal Overleg,
het IPO. Het IPO is een vereniging, waarvan alleen
de Nederlandse provincies lid kunnen worden. Met
deze samenwerking wordt beoogd de condities
waaronder provincies werken te optimaliseren en
provinciale vernieuwingsprocessen te stimuleren.
3.7 Provinciaal grondbeleid
Algemeen
De Nota Grondbeleid uit 1994 en de Tweede Nota
Grondbeleid 2001 “Met beide benen op de grond”,
zoals deze op 10 december 2001 door Provinciale
Staten is vastgesteld, vormen het uitgangspunt voor
aan- en verkoop en het beheer van onroerende zaken
die eigendom van deze provincie zijn en niet worden
benut voor de openbare dienst. Beide nota’s gaan uit
van het onderscheid tussen taakgebonden en antici-
perende aankopen. Ook strategische aankopen wor-
den vermeld, maar over de toepassing daarvan heeft
geen besluitvorming plaatsgevonden.
De toepassing van het grondbeleid heeft als regel
financiële consequenties en kan, afhankelijk van de
omvang van de bestede middelen, grote financiële
risico’s inhouden. In dit kader is het zinvol om voor
de uitvoering van het grondbeleid ook in 2006 goed
rekenschap te geven. Uitgegaan wordt van het vast-
gestelde beleid. Het, op basis van het collegepro-
gramma 2003 - 2007, gestarte onderzoek loopt nog
door naar de uitbreiding van de grondbeleidsinstru-
menten, inclusief een model van regionale ontwik-
kelingsmaatschappijen, een grondbank en een pro-
vinciaal grondbedrijf. Dergelijke ontwikkelingen
kunnen extra risico’s met zich mee brengen, die afge-
wogen moeten worden bij de ter zake te nemen
beslissingen. In dit verband wordt daarop hier niet
ingegaan.
Taakgebonden verwervingen
De taakgebonden verwervingen vinden plaats voor
concrete provinciale plannen. Meestal betreft dit
infrastructurele werken uit het Meerjarenprogramma
Infrastructuur. Voor alle aankopen gelden dezelfde
uitgangspunten t.a.v. prijsvorming, schadeloosstel-
ling en nadeelcompensatie. In dit kader wordt met
voorrang gewerkt aan een regeling in verband met
nadeelcompensatie voor claims van tracégedupeer-
den. Met in achtneming van de algemene uitgangs-
punten vraagt iedere transactie maatwerk, rekening
houdend met de specifieke feiten en omstandighe-
den. Zolang er nog geen definitief besluit tot uitvoe-
ring van het plan is genomen, maar de taakgebonden
verwervingen wel zijn gestart, vormt de vrije ver-
koopwaarde het uitgangspunt. Daarbij speelt het
plaatselijk prijsniveau een belangrijke rol. Naast de
vermogenschade wordt een vergoeding geboden
voor verhuis- en herinrichtingskosten en voor aan-
koopkosten van een vervangende onroerende zaak
(taxatie- en makelaarskosten, notariskosten e.d.). Als
concreet tot de uitvoering van een plan is besloten
vindt de verwerving plaats tegen vergoeding op ont-
eigeningsbasis. Indien op deze basis niet tot aankoop
kan worden gekomen, wordt vervolgens de onteige-
ning in gang gezet. De bekostiging van grondver-
werving vindt plaats vanuit de projectbudgetten
voor de uit te voeren infrastructuurplannen. In 2006
zijn voor diverse plannen aankopen aan de orde. In
financiële zin zijn de aankopen voor de omlegging
van de N201 en de reconstructie van de N242 de
belangrijkste. In de loop van 2005 werd er voor het
project Wieringerrandmeer een intentieovereenkomst
bereikt tussen de partijen. Hierdoor is het karakter
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 165
van de verwerving gewijzigd van anticiperend naar
taakgebonden. Een samenwerkingsovereenkomst
wordt spoedig verwacht.
Anticiperende verwervingen
Het instrument anticiperende grondverwerving
wordt ingezet waar grond wordt aangeboden en op
termijn provinciale strategische doelstellingen gere-
aliseerd kunnen worden. De concrete plan- en
besluitvorming daarover laat dan nog op zich wach-
ten. De onroerende zaken worden aangekocht tegen
marktwaarde. Als de plannen geen doorgang vinden
kunnen de aangekochte onroerende zaken worden
afgestoten tegen de dan geldende marktwaarde. De
risico’s van dergelijke aankopen zijn gelegen in een
daling van de marktwaarde en rentelasten over de
periode van eigendom. Deze afspraken en regels zijn
neergelegd in de nota Financiële spelregels anticipe-
rende grondaankopen.
Voor anticiperend grondbeleid is een krediet van €
27,23 mln beschikbaar. Dit is een ‘revolving fund’,
omdat de gronden bij doorgang van het beoogde
plan ten laste komen van het planbudget. Het krediet
wordt dan voor hetzelfde bedrag aangezuiverd. Dit
gebeurt in 2005 voor het project Wieringerrandmeer.
Als voorgenomen plannen geen doorgang vinden,
kunnen de onroerende zaken tegen marktwaarde
worden verkocht. Voor eventuele verliezen en niet te
compenseren rentelasten is eind 2001 binnen de sal-
direserve een bedrag van € 2,7 mln geoormerkt als
risicoreserve grondbeleid. Deze risicoreserve is
slechts zeer beperkt aangesproken (stand ultimo
2004: € 2,6 mln).
Financiële positie anticiperend
grondbeleid
Over de taakgebonden en anticiperende verwervin-
gen rapporteert GS jaarlijks aan PS. In de jaarversla-
gen wordt gerapporteerd over de uitvoering van het
grondbeleid, de besteding van de beschikbare kre-
dieten en de risico’s inzake de anticiperende verwer-
vingen. Ultimo 2004 bedroegen de bestedingen ten
laste van het krediet voor anticiperende verwervin-
gen € 2,3 mln, terwijl er nog verplichtingen liepen tot
een bedrag van € 0,6 mln bij een boekwaarde van
€ 10,6 mln. De resterende bestedingsruimte per
31 december 2004 is € 16,0 mln.
Ultimo 2004 bedroegen de opbrengsten uit verkoop
van anticiperend verworven grond € 2,2 mln. Bij een
boekwaarde van € 2,1 mln resulteerde dit in een
winst van € 0,1 mln, die is toegevoegd aan de risico-
reserve. Er is nog geen zicht op nieuwe concrete
transacties. Wegens de correctieboeking voor de
Wieringerrandmeer resteert er bij aanvang van het
begrotingsjaar 2006 een budget van € 27,2 mln.
Voor twee grote strategische projecten loopt het in
2004 ingezette voorkeursrecht tot aankoop door een
aantal gemeenten krachtens de Wet voorkeursrecht
gemeenten verder door. Verwacht wordt dat in 2006
diverse percelen aan de provincie te koop worden
aangeboden (taakgebonden). Voor de rest van 2005
en 2006 bestaan er op dit moment geen concrete
nieuwe transacties. Wel wordt hierover nagedacht in
het kader van nieuw grondbeleid.
Risico’s anticiperend grondbeleid
De voornaamste risico’s van anticiperende grond-
aankopen zijn het niet doorgaan van de plannen
waarvoor grond is aangekocht, de rentebijschrijvin-
gen en een daling van de marktwaarde van de aan-
gekochte gronden. In 2005 is de hoogte van de
gemiddelde grondprijs (agrarisch) ongeveer € 2,60
per m2 (€ 26.000 per ha). Per 1 januari 2005 was het
negatieve saldo van geschatte winsten en verliezen
bij verkoop van de onroerende zaken in de huidige
staat een € 2,8 tot € 3,9 mln. Dit overstijgt de aanwe-
zige risicoreserve grondbeleid, die op dezelfde
datum € 2,6 mln bedroeg. Begin 2005 is aan PS een
voorstel voorgelegd tot ophoging van deze risicore-
serve. Voor deze ophoging zou een gedeelte kunnen
worden benut van de te verkrijgen opbrengst van een
verkoop van gronden in Heemstede. Inmiddels is
besloten om de helft hiervan toe te voegen aan de
risicoreserve.
Uiteraard moet bij alle komende transacties het risico
van de gehele portefeuille worden afgewogen in rela-
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■166
tie tot de risicoreserve grondbeleid. Naar mate de
grondportefeuille groeit worden de risico’s groter en
wordt de risicobeoordeling steeds belangrijker. In het
kader van de nieuwe nota grondbeleid wordt de
financiële structuur van grondaankopen en vastgoed
beoordeeld en zo nodig aangepast. Ook in dit kader
moeten de genoemde financiële spelregels bezien
worden.
3.8 Provinciaalmeerjarenprogrammainfrastructuur (PMI)
Inleiding PMI 2006
Het provinciaal meerjarenprogramma infrastructuur
(PMI) geeft een jaarlijks voortschrijdend inzicht in de
geplande investeringen van projecten die in uitvoe-
ring genomen zijn. De projecten voor aanleg van
wegen zijn dynamische processen, die beïnvloed
worden door een turbulente omgeving met partijen
die uiteenlopende belangen hebben.
Dit heeft onder andere tot gevolg dat kasritmes en de
meerjarenbegrotingen voor de samenhangende kapi-
taallasten gedurende het boekjaar 2005 enkele keren
zijn aangepast.
Wij verwachten voor het begrotingsjaar dat de dyna-
miek hetzelfde zal zijn als in voorgaande jaren.
Bij het opstellen van de programmabegroting 2006 is
het PMI voor de jaren 2006-2010 nog niet beschik-
baar. De afwijking tussen de financiële verantwoor-
ding van het PMI in de programmabegroting 2006 en
het later dit jaar vast te stellen PMI 2006-2010 zal in
de voorjaarsnota 2006 gesynchroniseerd worden.
Wij streven ernaar voor het begrotingsjaar 2007 uit te
kunnen gaan van het PMI 2007-2011.
De kapitaallasten 2006 zijn berekend op basis van de
op 26 mei 2005 vastgestelde actualisering van het
PMI en een bijgewerkt kasritme van het PMI voor
2005.
In juli 2005 heeft vervolgens nog een neerwaartse bij-
stelling van het kasritme 2005 plaatsgevonden van
circa € 77 miljoen naar circa € 70 miljoen. Deze bij-
stelling is nog niet verwerkt.
Provinciale wegen 13.345.299 10.305.268 23.650.567 nummer 306
Achterstallig onderhoud vaarwegen 287.693 311.838 599.531 nummer 335
Totaal kapitaallasten 13.632.992 10.617.106 24.250.098
Meerjarenraming
Budget kapitaallasten 26.900.000
Investeringsimpuls 5.250.000
Totaal budget kapitaallasten 32.150.000
Onderschrijding 7.899.902
Omschrijving van de Investering Afschrijvingen Toegerekende Totaal van de Toelichting
rentelasten kapitaallasten
Kapitaallasten in PMI 2006
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 167
De kapitaallasten 2007-2009 zijn berekend op basis
van de op 26 mei 2005 vastgestelde actualisering van
het PMI en een bijgewerkt kasritme van het PMI voor
2005. In juli 2005 heeft nog een neerwaartse bijstel-
ling van het kasritme 2005 plaatsgevonden van circa
€ 77 miljoen naar circa € 70 miljoen. Deze bijstelling
is nog niet verwerkt.
Conclusie
Op basis van bovenstaande cijfers is er voor de jaren
2006 en 2007 een onderschrijding in de kapitaallasten
van circa € 9, 4 miljoen (€ 7,9 miljoen + € 1,5 miljoen)
en voor de jaren 2008 en 2009 een overschrijding van
€ 3,2 miljoen (€ 1, 4 miljoen en € 1,8 miljoen). Per
saldo resteert een onderschrijding van € 6,2 miljoen.
Wij beogen de onderschrijding in te zetten voor over-
schrijdingen van volgende jaren.
Provinciale wegen 28.860.742 31.654.617 31.968.664
Achterstallig onderhoud vaarwegen 811.598 901.064 1.013.420
Totaal 29.672.340 32.555.681 32.982.084
Meerjarenraming
Budget kapitaallasten 25.900.000 25.900.000 25.900.000
Investeringsimpuls 5.250.000 5.250.000 5.250.000
Totaal budget kapitaallasten 31.150.000 31.150.000 31.150.000
Onder-en overschrijding 1.477.660 -1.405.681 -1.832.084
Omschrijving van de Investering Totaal van de Totaal van de Totaal van de
kapitaallasten 2007 kapitaallasten 2008 kapitaallasten 2009
Kapitaallasten in PMI 2007-2009
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■168
3.9 Extra InvesteringsimpulsNoord-Holland (EXIN-H)
Begrotingsdebat 2005
Provinciale Staten hebben in het begrotingsdebat
2005 (15 november 2004) de uitgangspunten vastge-
steld voor een extra investeringsimpuls Noord-
Holland. PS willen een zeer krachtige investerings-
impuls geven op een aantal gebieden, met name
mobiliteit, economie in Noord-Holland Noord en
zorg. Bovenop de reguliere middelen willen PS de
komende jaren € 500 miljoen extra investeren om
grote knelpunten voortvarend op te pakken en toe-
komstgerichte oplossingen uit te werken. Deze extra
investering is als volgt verdeeld over een aantal pro-
gramma’s:
■ circa € 197,5 miljoen voor een Extra Investerings-
impuls Openbaar Vervoerinfrastructuur;
■ circa € 197,5 miljoen voor een Extra Investerings-
impuls Weginfrastructuur;
■ circa € 10 miljoen voor een Extra Investerings-
impuls Versterking Economie in Noord-Holland
Noord via de cluster duurzame energie;
■ circa € 95 miljoen voor een Extra Investerings-
impuls Zorginfrastructuur, waarvan circa € 66
miljoen voor zorginfrastructuur en circa € 29 mil-
joen voor sociaal-culturele zorg in brede zin.
Beleidsdebat 2006
Een belangrijke stap voorwaarts voor de concrete
invulling van de Extra Investeringsimpuls Noord-
Holland werd gezet in het beleidsdebat 2006 (30 mei
2005). PS stelden daarin een indicatieve groslijst vast
van de te ontwikkelen projecten. Tevens hebben PS
in dat debat bevestigd de Extra Investeringsimpuls
Noord-Holland mede te financieren uit een opcen-
tenverhoging. Het tijdstip van een opcentenverho-
ging ligt bij voorkeur zo dicht mogelijk bij het uit-
voeringsgereed zijn van de te realiseren projecten.
Een goede planning, begeleiding en voortgangscont-
role van de geselecteerde projecten is noodzakelijk.
Bij amendement 14-1 op de kaderbrief 2006 hebben
PS het college opgedragen vóór 12 september 2005
aanvullende gegevens te verstrekken over de projec-
ten opgenomen in de Extra Investeringsimpuls
Noord-Holland. PS willen op basis van de aanvul-
lende gegevens op 26 september 2005 besluiten over
de financiële dekking van de Extra Investerings-
impuls Noord-Holland (deels door zogenoemde
‘vrije’ UNA-middelen, deels door een eventuele
opcentenverhoging). Wij stellen ons voor dat de
resultaten van de bespreking van de ‘aanvullende
gegevens over de Extra Investeringsimpuls Noord-
Holland’ betrokken worden in het begrotingsdebat
2006. De conclusies en eventuele besluiten betref-
fende de Extra Investeringsimpuls Noord-Holland
worden dan opgenomen in een eerste wijziging van
de programmabegroting 2006 en in de productenra-
ming 2006.
Overzicht projecten Extra
Investeringsimpuls Noord-Holland
Onderstaand overzicht bevat de indicatieve groslijst
van de te ontwikkelen projecten in het kader van de
Extra Investeringsimpuls Noord-Holland, zoals door
Provinciale Staten vastgesteld op 30 mei 2005.
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 169
Extra Investeringsimpuls Openbaar Vervoerinfrastructuur (beschikbaar € 197,5 miljoen).
Zuidtangent € 112.500.000
RegioNet Haarlem/IJmond + Gooi en Vechtstreek € 15.000.000
Bereikbaarheid Kust € 3.200.000
Zuid As Amsterdam € 75.000.000
Zuiderzeelijn1 –
Totaal indicatief investeringsbedrag € 205.700.000
1) Over uitwerking van het project ‘Zuiderzeelijn’ wordt pas besloten als er op rijksniveau meer duidelijkheid is over de realiseringskans
Indicatieve groslijst projecten Geraamd bedrag
Extra Investeringsimpuls Weginfrastructuur (beschikbaar € 197,5 miljoen).
N201 € 31.300.000
N201 reservering € 20.000.000
Media Park Hilversum € 12.500.000
N23 Westfrisiaweg € 100.000.000
Zuidelijke Randweg Zaanstad € 15.000.000
Natuurverbinding Naardermeer – Ankeveense Plassen 1) € 3.000.000
Oostweg Haarlem € 15.000.000
Verkeersmanagement A8-A9 € 5.000.000
Omlegging A9 Badhoevedorp / T106 € 15.000.000
Verbinding N244 –
Verbinding A208-A22 –
Ombouw N9 tot autoweg –
Totaal indicatief investeringsbedrag € 216.800.000
1) Het project ‘Natuurverbinding Naardermeer-Ankeveense plas’ is voorshands gehandhaafd op de projectenlijst Weginfrastructuur, maar is bij voorkeur te financieren uit de regulierebegroting of het PMI.
*) Gedeputeerde Staten werken de projecten van de prioriteitenlijst Weginfrastructuur vooralsnog uit binnen het beschikbare budget van € 197.500.000,–. De drie laatstgenoemde
projecten worden opgepakt nadat aan het voorgaande is voldaan.
Indicatieve groslijst projecten Geraamd bedrag
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■170
Extra Investeringsimpuls Versterking Economie in Noord-Holland Noord via de cluster Duurzame Energie
(beschikbaar € 10 miljoen).
Windturbinepark Wieringermeerdijk € 650.000
Voortzetting CO2 Servicepunt en deelverordening duurzaam energiepakket in de jaren 2006 en 2007 € 2.000.000
St. Duurzaam Texel € 350.000
Realisatie Facility Center Duurzame Energie € 2.500.000
Realisatie van een Kenniscentrum Duurzame Energie door de ATO-NH € 800.000
Bevordering Innovatieve Duurzame Energie Technieken € 3.700.000
Totaal indicatief investeringsbedrag € 10.000.000
Indicatieve groslijst projecten Geraamd bedrag
Extra Investeringsimpuls Zorginfrastructuur (beschikbaar ca. € 66 miljoen).
Vijf voorbeeldprojecten WWZ in kleine gemeenten € 5.000.000
Wijksteunpunten Breed € 20.000.000
Mantelzorg € 3.000.000
Kleinschalig wonen voor ouderen met dementie € 4.320.000
Wonen plus € 750.000
a. Leefbaar Platteland 1: vitale voorzieningen € 2.500.000
b. Leefbaar Platteland 2: pilot-project Hartwinkels € 1.500.000
Opvang zwerfjongeren en daklozen € 1.000.000
Stimuleren breedtesport € 1.000.000
Kwaliteitsimpuls sportvoorzieningen € 2.000.000
Aanvalsplan Jeugdzorg € 10.400.000
Aansluiting met gemeentelijk beleid € 3.000.000
Zorgaanbod voor jongeren met ernstige gedragsproblematiek € 9.000.000
Verbetering spreiding speciaal onderwijs aan kinderen met gedragsproblemen € 3.000.000
Totaal indicatief investeringsbedrag € 66.470.000
Indicatieve groslijst projecten Geraamd bedrag
Extra Investeringsimpuls Sociaal-culturele Zorg in brede zin (beschikbaar ca. € 29 miljoen).
Vergroting bekendheid en publieksbereik erfgoed € 1.500.000
Verbetering van museum aanbod € 7.000.000
Verbetering en uitbreiding van theaters en podia € 4.500.000
Investeringen in (basis-)bibliotheken € 4.000.000
Stelling van Amsterdam € 6.000.000
Industrieel erfgoed Noordzeekanaalgebied € 3.500.000
Inzichtcentrum voor droogmakerijen en waterbeheer € 1.300.000
Behoud en beheer archeologie € 1.200.000
Totaal indicatief investeringsbedrag € 29.000.000
Indicatieve groslijst projecten Geraamd bedrag
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 171
3.10 Kwaliteitsimpuls landelijkgebied
Provinciale Staten hebben tijdens de behandeling van
de Kaderbrief 2006 op 30 mei jongstleden de motie
14-9 ‘Vitaal Landelijk Gebied Noord-Holland’ una-
niem aangenomen. De motie bevat een kaderstel-
lende oproep aan GS om de financiën en eventueel
noodzakelijke maatregelen in kaart te brengen voor
een vitaal platteland.
Wij willen met het instellen van een kwaliteitsimpuls
landelijk gebied invulling geven aan deze motie. De
kwaliteitsimpuls landelijk gebied is bedoeld om in de
periode 2006-2013 bestaand beleid uit te voeren, met
andere woorden af te maken waar we als provincie
aan begonnen zijn. Er is in deze kwaliteitsimpuls
géén sprake van financiering van nieuw beleid. De
kwaliteitsimpuls is gericht op het wegwerken van
achterstallig onderhoud, het structureel regelen van
het beheer van gebieden, de provinciale cofinancie-
ring van de aankoop van gronden en de inrichting
van gebieden op de beleidsterreinen landbouw, recre-
atie, natuur, landschap en water. GS zijn van mening
dat de provincie met het instellen van deze kwali-
teitsimpuls landelijk gebied de verantwoordelijkheid
neemt om naast het formuleren van uitvoerbaar
beleid ook het beheer in het landelijk gebied structu-
reel te regelen; kortom ook voor toekomstige gene-
raties een vitaal platteland te realiseren.
Om gehoor te geven aan de motie hebben wij een
eerste verkenning uitgevoerd waaruit blijkt
dat om bovenstaande te realiseren er bovenop
bestaande middelen een aanzienlijk extra bedrag
nodig is voor de periode 2006-2013. Wij hebben deze
conclusie onderschreven en vervolgens besloten een
lijst te selecteren van uit te voeren projecten en pro-
gramma’s voor een maximale totale omvang van
circa € 50 mln. Om dit bedrag van circa € 50 mln. te
dekken stellen wij voor de opcentenheffing te verho-
gen met 2 opcenten met ingang van 1 april 2006 en
daarnaast incidenteel voor het jaar 2006 een bedrag
van € 4 mln. aan het surplus van de saldireserve te
onttrekken. Tenslotte hebben wij besloten voor de
financieel administratieve verwerking van deze voor-
stellen vooralsnog alle extra beschikbaar komende
middelen als reguliere begrotingsposten op te nemen.
Voor de periode na 2006 wordt de mogelijkheid van
een bestemmingsreserve onderzocht en afgewogen
bij de begrotingsvoorbereiding 2007.
Bovenstaande betekent dat er voor het jaar 2006 een
bedrag beschikbaar is van € 7,6 mln. Wij stellen aan
PS voor dit bedrag voor de volgende projecten en
programma’s aan te wenden:
■ Stimuleren biologische landbouw € 884.500,–
■ Investeringsregeling jonge boeren € 250.000,–
■ Landinrichtingsprojecten € 2.000.000,–
■ Uitvoering agenda recreatie € 700.000,–
en toerisme
■ Soortenbescherming € 65.600,–
■ Nationaal Landschap € 1.176.000,–
Laag Holland
■ Grondbank Laag Holland € 1.000.000,–
■ Tender water € 750.000,–
■ Wormer en Jisperwater € 245.000,–
■ Uitbreiden zwemlocaties € 100.000,–
■ Beleidsontwikkeling wateropgave € 70.000,–
■ Groene Hart € 125.000,–
■ Groene Uitweg € 135.000,–
■ Programma Investeringsbudget € 95.000,–
Landelijk Gebied
De eerste verkenning met daarin opgenomen een
nadere inleiding en onderbouwing van de tekorten
toegespitst op concrete projecten en programma’s
willen wij eind september met de commissie Natuur,
Water, Landschap en Milieu bespreken.
Voor de jaren 2007-2013 wordt een nadere priorite-
ring en programmering van deze kwaliteitsimpuls
voorzien in de loop van 2006. Wij achten het name-
lijk van groot belang om met deze kwaliteitsimpuls
landelijk gebied aan te sluiten bij het proces om tot
het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) te
komen. Met het rijk is in het kader van het ILG afge-
sproken dat wij daartoe voor de periode 2007-2013
een provinciaal meerjarenprogramma landelijk
gebied opstellen, waarin wordt aangegeven welke
doelen zullen worden gerealiseerd, waar dit in begin-
sel zal plaatsvinden, welke prestaties zullen worden
geleverd en met welke financiële middelen van rijk,
provincie en regionale partners. Over de uitvoering
van dit provinciaal meerjarenprogramma rappor-
teert de provincie jaarlijks.
Bij een separate voordracht, die u wel tegelijk met de
ontwerp-begroting 2006 ontvangt, worden de voor-
stellen in het kader van deze Kwaliteitsimpuls nader
onderbouwd.
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■172
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 173
Financiële begroting4■
■
■
■
■
4.1 Introductie op de financiëlebegroting
In dit hoofdstuk geven wij aan welke budgettaire
ontwikkelingen zich na de vaststelling van de voor-
jaarsnota 2005 en de kaderbrief 2006 op 30 mei 2005
hebben voorgedaan.
Met de vaststelling van de kaderbrief 2006 bepaalden
uw Staten in mei de financiële kaders voor het in de
begroting 2006 uit te werken beleid. De kaderbrief
bevat echter slechts een financiële tussenstand op
basis van de op dat moment meest actueel beschik-
bare financiële stand van zaken.
Op basis van ontwikkelingen en nieuwe kennis, bij-
voorbeeld naar aanleiding van de junicirculaire, dient
dit financiële kader te worden aangepast. De lengte
van het voorbereidingsproces van de begroting ener-
zijds en de dynamiek in de financiële informatie
anderzijds, maakt dat het aanbieden van een defini-
tief financieel kader in mei van het jaar voorafgaande
aan het begrotingsjaar niet mogelijk is. Wij vragen
daarvoor uw begrip.
De budgettaire positie van de provincie voor 2006 en
volgende jaren laat zich per saldo nog iets ongunsti-
ger aanzien dan in de kaderbrief 2006 werd aange-
nomen. In de volgende paragraaf wordt nader inge-
gaan op het geactualiseerde financiële kader.
4.2 Financieel kader
Na de vaststelling van de kaderbrief 2006 hebben
zich nog enkele ontwikkelingen voorgedaan die van
belang zijn voor het financieel kader voor de pro-
grammabegroting 2006.
Ter toelichting op bovenstaand schema het volgende:
Regel 1 - Bijgestelde prijsindexering
2006 (definitieve CPB cijfers)
Het bij de voorjaarsnota 2005 voorlopig vastgestelde
prijsindexeringspercentage van 1,7% voor ‘tekort- en
budgetsubsidies in exploitatiekosten instellingen’,
‘materiële apparaatskosten’ en ‘materiële directe
kosten’ wordt aan de hand van de door het CPB
1 Bijgestelde prijsindexering (definitieve CPB cijfers) 867,5
2 Provinciefonds (lager accres op basis van junicirculaire 2005) -946,0 -1.160,0 -960,0 -1.275,0
Saldo mutaties na 7 juli 2005 -78,5 -1.160,0 -960,0 -1.275,0
Omschrijving (getallen x € 1.000) 2006 2007 2008 2009
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■174
geactualiseerde consumentenprijsindexcijfers (CPI)
definitief vastgesteld op -0,05% (1,7% -/- 1,75%).
Het percentage is als volgt berekend (ten opzichte
van VJN 2005):
■ inflatie 2004 was geraamd: verschil 0,00 %
op 1,2 % en is uitgekomen
op 1,2%
■ inflatie 2005 was geraamd: verschil - 0,50 %
op 1,75 % en wordt 1,25%
■ inflatie 2006 was geraamd: verschil - 1,25 %
op 2% en wordt 0,75%
Correctie prijscompensatie : - 1,75 %
totaal voor 2006
Het hiermee gemoeide voordeel bedraagt voor de
exploitatie van het jaar 2006 € 867.500.
Regel 2 - Provinciefonds (op basis van
juni circulaire 2005)
Recent is van het ministerie van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijkrelaties de zogeheten junicirculaire 2005
ontvangen. Deze circulaire bevat onder meer de actu-
ele ontwikkelingen ten aanzien van de accressen op
de uitkeringen uit het provinciefonds.
Onderstaand is aangegeven welke accrespercentages
in de junicirculaire worden genoemd en met welke
percentages bij de voorjaarsnota 2005 (op grond van
eerdere circulaires) rekening werd gehouden.
Uit de tabel blijkt dat met name voor 2006 met een
lager accres rekening wordt gehouden.
Dit heeft structurele doorwerking naar volgende
jaren.
In de junicirculaire speelt echter nog een belangrijke
ontwikkeling. Dat betreft de
verdere toevoeging van middelen voor de regionale
omroepen aan de uitkering provinciefonds. Eerder
zijn al bedragen tot circa € 65 miljoen voor dit doel
aan de uitkering toegevoegd, maar in de december-
circulaire 2003 provinciefonds werd aangegeven dat
een eerder aangekondigde aanvullende verhoging
van de uitkering provinciefonds per 1 januari 2004 in
verband met een overboeking van de begroting van
het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Weten-
schappen (OCW) van circa € 47 miljoen naar het
fonds geen doorgang zou vinden. Dit vloeide voort
uit het aanhouden van het wetsvoorstel ‘wijziging
van de Mediawet’ in verband met een nieuwe finan-
cieringsstructuur voor de regionale omroep.
Nu de Mediawet inmiddels gewijzigd is, wordt als-
nog met ingang van 2006 een bedrag van € 47,592
miljoen aan de uitkering provinciefonds toegevoegd.
Dit betekent dat de integratie-uitkering voor Noord-
Holland voor de omroepbijdragen met enkele mil-
joenen wordt verhoogd. Daar staat tegenover dat de
doeluitkering die de provincie thans nog ontvangt
van het Ministerie van OCW van € 2.586.600 zal
komen te vervallen. Vooralsnog wordt er vanuit
gegaan dat deze operatie voor de provincie budget-
tair neutraal zal verlopen, maar enig positief herver-
deeleffect voor Noord-Holland wordt niet uitgeslo-
ten.
Uitwerking bezuinigingstaakstellingen
Ons college heeft besloten in 2006 € 4 miljoen om te
buigen op de directe uitgaven en in 2007 structureel
€ 5 miljoen. Afgesproken is dat de bezuinigingen
“pondspondsgewijs” over de portefeuilles worden
verdeeld. Binnen ons college is reeds voor € 257.300
aan bezuinigingen in 2006 en voor € 312.600 aan
bezuinigingen in 2007 e.v. gevonden. De stelposten
2006 en 2007 e.v. van resp. € 4 miljoen en € 5 miljoen
Accres junicirculaire 2,62 2,07 3,83 2,83 2,74
Accres voorjaarsnota 2,16 2,99 3,95 2,66 2,93
Verschil + 0,46 - 0,92 - 0,08 + 0,17 - 0,19
Effect Noord-Holland - € 946.000 - € 1.160.000 - € 960.000 - € 1.275.000
Uitkeringsjaar 2005 2006 2007 2008 2009
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 175
kunnen daardoor met genoemde bedragen worden
verlaagd tot respectievelijk € 3.742.700,– en
€ 4.687.400,–. Het overige gedeelte van de taakstel-
ling zal uiterlijk in oktober gevonden moeten wor-
den. Deze zullen wij vervolgens verwerken in de eer-
ste wijziging van de programmabegroting 2006 en de
productenraming 2006.
Actueel financieel kader 2006-2009
In de onderstaande tabel hebben wij de budgettaire
effecten aangegeven van de wijzigingen ten opzichte
van de kaderbrief 2006 / voorjaarsnota 2005. Daarna
is op elke regel een toelichting gegeven.
Ad 1 Dit was het financieel kader na de vaststelling
van de voorjaarsnota 2005/kaderbrief 2006
op 30 mei 2005.
Ad 2 Nadien is een aantal feiten bekend geworden
die tot aanpassing van het kader hebben
geleid.
Ad 3 Dit betreft de nieuwe meerjarenraming na
verwerking van de mutaties sub 2.
Ad 4 Dit zijn de bedragen voor nieuw beleid waar-
over ons college op 7 juli heeft besloten.
Ad 5 Deze besluitvorming zou zonder dekkings-
maatregelen tot genoemde tekorten leiden.
Ad 6 Gelet hierop is besloten tot een bezuiniging op
de directe uitgaven van € 4 miljoen in 2006 en
€ 5 miljoen in 2007 e.v.
Ad 7 In aanvulling hierop zijn in 2006 en 2009 (inci-
dentele) onttrekkingen aan de Saldireserve
noodzakelijk om de begroting 2006 en de
meerjarenraming 2009 sluitend te maken.
Ad 8 Met inachtneming van het vorenstaande
resteert voor de jaren 2007 en 2008 een
beperkte financiële ruimte.
1 Financieel kader zoals vastgesteld in de -930,8 +2.716,0 +1.491,9 -3.020,3
voorjaarsnota 2005/kaderbrief 2006
2 Saldo mutaties na 7 juli 2005 -78,5§ -1.160,0 -960,0 -1.275,0
3 Huidige meerjarenraming -1.009,3 1.556,0 531,9 -4.295,3
4 Totaal nieuw beleid t.l.v. algemene middelen -7.095,5 -4.060,7 -1.880,7 -768,4
5 Te dekken -8.104,8 -2.504,7 -1.348,8 -5.063,7
6 Ombuigingen 4.000,0 5.000,0 5.000,0 5.000,0
7 Incidenteel Saldireserve (sluitend maken begroting) 4.104,8 - - 63,7
8 Nieuwe meerjarenraming 0 2.495,3 3.651,2 0
Omschrijving (getallen x € 1.000) 2006 2007 2008 2009
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■176
4.3 Het overzicht van baten enlasten en toelichting
Programma Rekening Begroting Begroting
2004 2005 2006
Totaaloverzicht van baten en lasten dienstjaar 2006
Burger en Bestuur
Lasten 5.969.300 7.031.000
Baten 53.600 53.600
Saldo 5.248.634- 5.915.700- 6.977.400-
Bestuur en andere overheden
Lasten 4.406.900 2.793.200
Baten - -
Saldo 2.368.807 4.406.900 2.793.200-
Vaar(wegen), verkeer en mobiliteitsmanagement
Lasten 106.259.300 120.783.400
Baten 16.867.300 26.924.400
Saldo 71.128.071 89.392.000 93.859.000-
Openbaar vervoer
Lasten 53.532.600 55.380.600
Baten 43.255.500 43.233.800
Saldo 21.333.151- 10.277.100- 12.146.800-
Water
Lasten 3.864.300 3.053.600
Baten 1.457.800 2.105.900
Saldo 3.046.138- 2.406.500- 947.700-
Milieu
Lasten 27.991.300 20.436.900
Baten 17.234.700 16.993.400
Saldo 5.485.713- 10.756.600- 3.443.500-
Recreatie en natuur
Lasten 32.741.325 29.520.900
Baten 4.238.700 542.600
Saldo 14.015.404- 28.502.625- 28.978.300-
Economische en landbouw
Lasten 20.537.140 16.534.700
Baten 34.000 34.000
Saldo 15.596.727- 20.503.140- 16.500.700-
Welzijn en (jeugd)zorg
Lasten 70.747.100 92.796.000
Baten 50.749.400 65.048.600
Saldo 21.849.782- 19.997.700- 27.747.400-
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 177
Toelichting op de tabel:
Het totaaloverzicht van baten en lasten bevat:
a Per programma, of per programmaonderdeel, de
raming van de baten en lasten en het saldo.
b Het overzicht van de geraamde algemene dek-
kingsmiddelen en het geraamde bedrag voor
onvoorzien.
c Het geraamde resultaat voor bestemming, vol-
gend uit de onderdelen a en b.
d De beoogde toevoegingen en onttrekkingen aan
reserves per programma.
e Het geraamde resultaat na bestemming, volgend
uit de onderdelen c en d.
Kunst, cultuur en educatie
Lasten 31.970.700 31.897.700
Baten 3.532.800 4.315.600
Saldo 26.841.624- 28.437.900- 27.582.100-
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
Lasten 34.893.700 27.465.600
Baten 20.000.000 20.000.000
Saldo 10.254.094- 14.893.700- 7.465.600-
Staf en ondersteuning
Lasten 3.633.300 6.682.400
Baten 1.690.600 1.569.200
Saldo 791.132- 1.942.700- 5.113.200-
Financiering en algemene dekkingmiddelen
Lasten/Onvoorzien 130.332.300 119.669.200
Baten 260.275.400 277.443.600
Saldo 207.869.533 129.943.100 157.774.400
Totaal lasten 526.879.265 534.045.200
Totaal baten 419.389.800 458.264.700
Resultaat 9.910.256 107.489.465- 75.780.500-
Saldo voor bestemming 107.489.465- 75.780.500-
Onttrekkingen aan reserves 123.849.165 96.025.700
Stortingen in reserves 16.359.700 20.245.200
Saldo na bestemming - -
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■178
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 179
5 Bijlagen■
■
■
■
■
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■180
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 181
Bijlage 5.1
Staat van investeringen en financiering
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■182
5.1 Staat van investeringen en financiering dienstjaar 2006
Vermoedelijke Vermeerde- Verminde- Vermoedelijke Omschrijving stand per ringen ringen Afschrijvingen stand per Zie specificatie in Bijlage:
31-12-2005 2006 2006 2006 31-12-2006
€ € € € € ACTIVA
1. Immateriële activa 7.136.299 2.780.100 - 2.780.100 7.136.299 5.2
2. Materiële activa 282.499.060 193.148.000 95.250.000 55.904.400 324.492.660a. Investeringen met economisch nut 66.390.068 - - 2.256.500 64.133.568 5.2b. Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut 216.108.992 193.148.000 95.250.000 53.647.900 260.359.092 5.2
3. Financiële vaste activa 89.355.965 - - - 89.355.965a. Deelnemingen 89.355.965 89.355.965 5.2b. Bijdrage aan activa in eigendom van derden - 773.900 - 773.900 - 5.2
4. Verstrekte langlopende leningen 341.798.100 372.600 93.824.300 - 248.346.400 5.6
Totaal 720.789.424 197.074.600 189.074.300 59.458.400 669.331.324
PASSIVA
6. Algemene reserves 144.471.600 4.500.000 4.104.800 144.866.800 5.7
7. Bestemmingsreserves 536.600.400 15.745.200 91.920.900 460.424.700 5.7
8. Voorzieningen 165.441.500 278.276.900 165.111.200 278.607.200 5.7
9. Opgenomen langlopende leningen - - - - -
Totaal 846.513.500 298.522.100 261.136.900 - 883.898.700
↓ ↓Overschot/ tekort aan financieringsmiddelen 125.724.076 88.843.300 214.567.376
mutatie
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 183
Bijlage 5.2
Staat van geactiveerde investeringen/deelnemingen
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■184
5.2 Staat van geactiveerde investeringen en deelnemingen
Oorspronkelijk Vermeer- Verminde- Oorspronkelijk Vermeer- Verminde- OorspronkelijkOmschrijving van de investeringen bedrag van de deringen ringen bedrag van de deringen ringen bedrag van de
investeringen in 2005 in 2005 investeringen in 2006 in 2006 investeringenbegin 2005 eind 2005 eind 2006
(kolom 2+3-4) (kolom 5+6-7)
2 3 4 5 6 7 8
€ € € € € € €1. IMMATERIELE ACTIVAa. kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen
en disagio:
1. Kosten verbonden aan het sluiten van geld-leningen en disagio 11.195.799 4.414.700 15.610.499 2.780.100 18.390.599
Subtotaal a. immateriële activa 11.195.799 4.414.700 - 15.610.499 2.780.100 - 18.390.599
b. kosten van onderzoek en ontwikkeling:
Subtotaal b. immateriële activa - - - - - - -
Totaal immateriële activa 11.195.799 4.414.700 - 15.610.499 2.780.100 - 18.390.599
2. MATERIELE VASTE ACTIVA
a. investeringen met een economisch nut
1. Krediet grondbeleid (incl.rentebijschrijving) 10.624.751 4.000.000 14.624.751 14.624.751
2. Landgoed "Marquette" te Heemskerk 1.495.206 1.495.206 1.495.206
3. Weidegronden landgoed "Marquette" 280.132 280.132 280.132
4. Wimmenummerduinen 2.942.897 2.942.897 2.942.897
5. Perceel Welgelegenstraat 3 te Haarlem 134.936 134.936 134.936
6. Houtpleincomplex te Haarlem*aankoop kantorencomplex en winkelruimten 28.815.044 28.815.044 28.815.044*optimalisering kantorencomplex 6.491.928 2.000.000 8.491.928 8.491.928
7. Voorbereidingskosten vervangende nieuwbouw provinciehuis te Haarlem 5.518.282 1.219.000 6.737.282 6.737.282
Idem, rentebijschrijving 480.500 159.285 639.785 639.785
Voorbereidingskrediet renovatie PaviljoenlaanWelgelegen
8. Perceel Paviljoenslaan 13-15 te Haarlem 209.702 209.702 209.702
9. Beveiliging bestuurscentrum Dreef 3 en Houtplein-gebouw 408.402 408.402 408.402
10. Onderkomens muskusrattenvangers 874.006 874.006 874.006
11. Restauratie en inrichting gebouw Mercurius teWormer als archeologisch depot 2.949.571 2.949.571 2.949.571
12. Vervanging technische infrastructuur* telefooncentrale en bekabeling 3.629.766 3.629.766 3.629.766
13. Meubilair CBD 680.506 680.506 680.506
14. Nieuwe website en intranet* aanvullend krediet 551.204 551.204 551.204
15. Financieel systeem 3.725.000 3.725.000 3.725.000
Subtotaal a. investeringen met economisch nut 69.811.833 7.378.285 - 77.190.118 - - 77.190.118
1
Dienstjaar 2005
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 185
dienstjaar 2006
Dienstjaar 2006
Percen- Rente- Totaal van de Afschrijvingen Boekwaarde Boekwaarde Gemiddelde Toegerekende Totaal van detage per- afschrijvingen 2006 per per boekwaarde rentelasten kapitaallasten Toelichtingaf- cen- aan het begin 1-1-2006 31-12-2006
schrij- tage van 2006ving
(kol 5-11) (kol 8-11-12) (kol 13+14):2 (kolom 12+16)
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
€ € € € € € €
8.474.200 2.780.100 7.136.299 7.136.299 7.136.299 2.780.100 nummer 012
8.474.200 2.780.100 7.136.299 7.136.299 7.136.299 - 2.780.100
- - - - - - -
8.474.200 2.780.100 7.136.299 7.136.299 7.136.299 - 2.780.100
2,8 14.624.751 14.624.751 14.624.751 409.500 409.500 activering rentekosten
4 7,5 1.446.205 24.500 49.001 24.501 36.751 2.700 27.200 nummer 621
4 7,5 246.532 11.200 33.600 22.400 28.000 2.100 13.300 idem
4 7,5 1.412.667 117.700 1.530.230 1.412.530 1.471.380 110.500 228.200 idem
4 7,5 118.136 5.600 16.800 11.200 14.000 1.100 6.700 nummer 170
40jr/ann 4,5 1.472.840 335.500 27.342.204 27.006.704 27.174.454 1.230.400 1.565.900 apparaatskosten 13jr/ann 5,25 769.065 571.800 7.722.863 7.151.063 7.436.963 432.000 1.003.800 idem
2 - - 6.737.282 6.737.282 6.737.282 147.800 147.800 activering rentekosten
2 - - 639.785 639.785 639.785 11.200 11.200 activering rentekosten
activering rentekosten
4 7,5 173.142 8.400 36.600 28.200 32.400 2.400 10.800 apparaatskosten
15jr/ann 7 166.745 27.900 241.657 213.757 227.707 16.900 44.800 idem
3 1/3 7,5 383.083 29.100 490.923 461.823 476.373 35.700 64.800 nummer 421
4 7,5 962.571 118.000 1.987.000 1.869.000 1.928.000 144.700 262.700 nummer 839
10jr/ann 4,25 1.621.947 368.900 2.007.819 1.638.919 1.823.369 85.300 454.200 apparaatskosten
15jr/ann 6,5 330.144 49.600 350.362 300.762 325.562 22.800 72.400 idem
4jr/ann 5 405.504 145.700 145.700 0 72.850 7.300 153.000 idem
7jr/ann 4,75 1.291.509 442.600 2.433.491 1.990.891 2.212.191 115.600 558.200 idem
10.800.090 2.256.500 66.390.068 64.133.568 65.261.818 2.778.000 5.034.500
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■186
5.2 Staat van geactiveerde investeringen en deelnemingen
Oorspronkelijk Vermeer- Verminde- Oorspronkelijk Vermeer- Verminde- OorspronkelijkOmschrijving van de investeringen bedrag van de deringen ringen bedrag van de deringen ringen bedrag van de
investeringen in 2005 in 2005 investeringen in 2006 in 2006 investeringenbegin 2005 eind 2005 eind 2006
(kolom 2+3-4) (kolom 5+6-7)
1 2 3 4 5 6 7 8
€ € € € € € €
b. Investeringen in openbare ruimte met een maatschappelijk nut
1. Provinciale wegen - 308.268.326 77.910.000 40.350.000 345.828.326 170.250.000 95.250.000 420.828.326
2. Achterstallig onderhoud vaarwegen - 7.042.339 150.000 7.192.339 2.700.000 9.892.339
3. Vervanging boordvoorzieningen NoordhollandschKanaal 595.000 595.000 20.198.000 20.793.000
Subtotaal b. investeringen in openbare ruimte met een maatschappelijk nut 315.310.665 78.655.000 40.350.000 353.615.665 193.148.000 95.250.000 451.513.665
Totaal materiële vaste activa 385.122.498 86.033.285 40.350.000 430.805.783 193.148.000 95.250.000 528.703.783
3. FINANCIELE VASTE ACTIVA
a. Deelnemingen
1. N.V. Bank Nederlandse Gemeenten 1.525.875 1.525.875 1.525.875
2. N.V. Luchtvaartterrein Texel 12.252 12.252 12.252
3. Nederlandse Waterschapsbank N.V. 11.845 11.845 11.845
4. N.V. Ontwikkelingsmaatschappij Noord-Holland 45.378 45.378 45.378
5. N.V. PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland 6.806.703 6.806.703 6.806.703
6. N.V. NUON 61.962.205 61.962.205 61.962.205
7. N.V. Afvalzorg Noord-Holland 14.294.078 14.294.078 14.294.078
8. C.V. Business Park Ymond BPY 453.780 453.780 453.780
9. FIRON B.V.: 18.605 18.605 18.605
10. Schiphol Area Development Company N.V.:* deelname aandelenkapitaal 2.287.052 2.287.052 2.287.052idem,uitbreiding aandelenkapitaal 796.720 796.720 796.720
11. Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Noordzee-kanaalgebied N.V. (RON) 317.646 317.646 317.646
12. Zeehaven IJmuiden N.V. 408.402 408.402 408.402
13. N.V. Landelijke Bouwkunst West-Friesland 45.378 45.378 45.378
14. N.V. Oostindiëvaarder "Amsterdam" 45 45 45
15. N.V. Groenbeheer 370.000 370.000 370.000
Subtotaal a. deelnemingen 89.355.965 - - 89.355.965 - - 89.355.965
b. Bijdragen aan activa in eigendom van derden
1. Bijdrage in het project Diemervijfhoek 47.474 250.000 297.474 773.900 1.071.374
Subtotaal b. bijdragen aan activa in eigendom van derden 47.474 250.000 - 297.474 773.900 - 1.071.374
T0TAAL GEACTIVEERDE INVESTERINGEN 485.721.736 90.697.985 40.350.000 536.069.721 196.702.000 95.250.000 637.521.721
Dienstjaar 2005
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 187
dienstjaar 2006
Dienstjaar 2006
Percen- Rente- Totaal van de Afschrijvingen Boekwaarde Boekwaarde Gemiddelde Toegerekende Totaal van detage per- afschrijvingen 2006 per per boekwaarde rentelasten kapitaallasten Toelichtingaf- cen- aan het begin 1-1-2006 31-12-2006
schrij- tage van 2006ving
(kol 5-11) (kol 8-11-12) (kol 13+14):2 (kolom 12+16)
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
€ € € € € € €
10.305.300 63.650.600 nummer 306 01 en 306 024 div 136.455.711 53.345.300 209.372.615 231.027.315 220.199.965 <
1.687.500 1.687.500 activering rentekosten
311.800 599.500 nummer 3354 div 1.050.962 287.700 6.141.377 8.553.677 7.347.527 <
60.800 60.800 activering rentekosten
2,5 4,0 - 14.900 595.000 20.778.100 10.686.550 427.400 442.300 nummer 334
137.506.673 53.647.900 216.108.992 260.359.092 238.234.042 12.792.800 66.440.700
148.306.763 55.904.400 282.499.060 324.492.660 303.495.860 15.570.800 71.475.200
- 1.525.875 1.525.875 1.525.875
- 12.252 12.252 12.252
- 11.845 11.845 11.845
- 45.378 45.378 45.378
- 6.806.703 6.806.703 6.806.703
- 61.962.205 61.962.205 61.962.205
- 14.294.078 14.294.078 14.294.078
- 453.780 453.780 453.780
- 18.605 18.605 18.605
- 6,2 2.287.052 2.287.052 2.287.052 142.000 142.000 nummer 712 - 6,2 796.720 796.720 796.720 49.500 49.500 idem
- 317.646 317.646 317.646
- 7,5 408.402 408.402 408.402 30.900 30.900 nummer 712
- 45.378 45.378 45.378
- 45 45 45
- 5,0 370.000 370.000 370.000 18.500 18.500 nummer 611
89.355.965 89.355.965 89.355.965 240.900 240.900
297.474 773.900 773.900 nummer 911 (t.l.v. FINH)
297.474 773.900 - - - - 773.900
157.078.437 59.458.400 378.991.324 420.984.924 399.988.124 15.811.700 75.270.100
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■188
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 189
Bijlage 5.3
Overzicht van het verloop van de
investeringskredieten
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■190
5.3 Overzicht van het verloop van de investeringskredieten dienstjaar 2006
Bijlage Cate- Besluit van provinciale Totaal Te besteden Nog te beste-num- gorie Omschrijving van de investeringsuitgaven staten krediet vanaf 2005 den in demer num- (begrotingswijziging) volgende
mer 2005 2006 dienstjaren
€ € € € €
5.2 1. IMMATERIELE ACTIVA
2. MATERIELE VASTE ACTIVA
a. investeringen met een economisch nut
2.0 Krediet voor anticiperende grondaankopen 1e/1994/10.12.2001 nr. 66 27.200.000 17.182.799 4.000.000 memorie 13.182.7992.0 Verkoop gronden
Optimalisering Houtpleincomplex2.1 * oorspronkelijk krediet voorjaarsbericht 2001 16.790.000
8.016.240 2.000.000 memorie 6.016.240* verlaging oorspronkelijk krediet voorjaarsbericht 2003 2.281.700-
2.1 Perceel Welgelegenstraat 3 te Haarlem voorjaarsbericht 2004 100.000 19.836 memorie memorie 19.836
Vervangende nieuwbouw Provinciehuis2.1 *voorbereidingskrediet; oorspronkelijk krediet najaarsbericht 2000 681.000 - - -2.1 * aanvullend krediet voorjaarsbericht 2002 1.600.000 - - -2.1 * aanvullend krediet najaarsbericht 2002 2.500.000 - - -2.1 * aanvullend krediet voorjaarsbericht 2004 3.219.000 2.460.553 1.219.000 memorie 1.241.553
8.1 * rentebijschrijving jaarlijkse begroting 282.861 159.285 159.285 - -
Voorbereiding ondergrondse parkeergarage Dreef2.1 * oorspronkelijk krediet voorjaarsbericht 2004 1.200.000 1.200.000 memorie memorie 1.200.000
51.291.161 29.038.713 7.378.285 - 21.660.428
b. investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut
Aanleg en reconstructie van provinciale wegen2.0 Grondaankopen diverse 145.720.109 110.175.347 15.000.000 - 95.175.3472.1 Overige investeringkosten 1) diverse 739.034.637 670.094.933 57.961.371 142.562.500 469.571.0624.1 Bijdragen aan derden diverse 10.650.109 5.199.146 4.103.529 1.000.000 95.6178.1 Rentebijschrijving diverse 2.532.600 2.532.600 845.100 1.687.500 -
897.937.455 788.002.026 77.910.000 145.250.000 564.842.026
4.1 Bijdragen van derden diverse 168.660.000- 90.002.400- 20.434.879- 26.774.500- 42.793.021-6.0 Bijdragen uit fondsen (zie Bijlage 6.6) diverse 119.594.822- 115.594.822- 19.915.121- 68.475.500- 27.204.201-
288.254.822- 205.597.222- 40.350.000- 95.250.000- 69.997.222-
Provinciale vaarwegen -2.1 Uitbesteed onderhoud diverse 10.359.020 1.750.172 150.000 2.700.000 1.099.828-8.1 Rentebijschrijving diverse 64.125 64.125 3.375 60.750 -
10.423.145 1.814.297 153.375 2.760.750 1.099.828-
2.1 Vervanging boordvoorzieningen NoordhollandschKanaal diverse 38.165.000 38.165.000 595.000 20.198.000 17.372.000
c. Bijdragen aan activa in eigendom van derden
4.1 Bijdrage in project Diemervijfhoek voorjaarsbericht 2000 2.786.211 2.738.768 250.000 773.900 1.714.8686.0 Afschrijving ten laste van Fonds investeringen N-H 821.342- 773.900- - 773.900- -4.1 Bijdrage andere participanten 1.964.869- 1.964.868- 250.000- - 1.714.868-
- - - - -
Investeringsuitgaven 1.000.602.972 859.758.804 86.286.660 168.982.650 604.489.494Inkomsten t.z.v. investeringsuitgaven 291.041.033- 208.335.990- 40.600.000- 96.023.900- 71.712.090-
Netto investeringsuitgaven 709.561.939 651.422.814 45.686.660 72.958.750 532.777.404
Vermoedelijke uitgavenin de begrotingsjaren
5.2
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 191
Bijlage 5.4
Specificatie van het verloop van
investeringskredieten betreffende het Fonds
Investeringen Noord-Holland en UNA (inclusief Extra
Investeringsimpuls Noord-Holland)
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■192
5.4 Specicatie van het verloop van investeringskredieten betreffende de reserve FINH en het UNA compartiment in de algemene reserve
Omschrijving van de investeringen Ontvanger/respectievelijk Besluit van Besluit van Provinciale Provinciale
Staten Staten
jaar/nummer datum
FINH EXCLUSIEF UNA-COMPARTIMENT
A. FINH-Projecten waartoe Provinciale Staten reeds
besloten hebben:
Projecten Eerste investeringsprogramma
1 Deelprojecten Groene As Deelverordening 1997-58 03-11-972 Zaans Museum Stichting Zaans Museum 1997-03 19-01-983 Australiehaven-Westpoort gemeente Amsterdam 1997-05 19-01-984 Uitbreiding Bollenarseaal (Anna Paulowna West) 1998-09 09-03-985 Herstructurering glastuinbouw:6 a. verbetering ontsluitingssituatie 1998-20 06-04-987 b. voorbereidings- en procesmanagement 1998-20 06-04-988 c. bevordering grondmobiliteit 1998-20 06-04-989 d. Inrichtingsplan Glastuinbouwgebied Het Grootslag Gemeenten Wervershoof en Andijk 2002-39 13-05-02
Subtotaal 1 t/m 9
Projecten Overgangsprogramma 1998
10 HAL-Groenstructuur: grondverwerving Heerhugowaard Zuid 1998-51 12-10-9811 Verbetering accommodaties jeugdhulpverlening 1e+2e tranche 1998-61 09-11-9812 Herstructurering industrieterrein Medemblik 1998-62 09-11-9813 HAL OpenbaarVervoer-corridor, deel a deelproject 1998-84 14-12-9814 Theater De Toneelschuur gemeente Haarlem 1998-86 14-12-9815 Uitdiepen Alkmaarder- en Uitgeestermeer 1998-87 14-12-9816 Oude Rijkswerf te Den Helder gemeente Den Helder 2000-55 13-11-0017 Zomer in de Kop: parkeerplaats Falga gemeente Den Helder 1998-90 14-12-9818 Bovenlanden Aalsmeer 1998-89 14-12-98
Subtotaal 10 t/m 18
Projecten investeringsprogramma 1999
19 Verbetering Haven Huizen gemeente Huizen 1999-50 13-09-9920 Business Park IJmond: deelproject Triport gemeente Velsen 1999-43 13-09-9921 Schouwburg/congrescentrum Hoorn gemeente Hoorn 1999-44 13-09-9922 Verbetering Vaarwegen De Zaan gemeente Zaanstad 1999-79 13-12-9923 Diemer Vijfhoek (voorm.PEN-eiland) provincie Noord-Holland 1999+vjn200524 Blauwe loper: Groenontwikkelingsplan HAL-gebied deelverordening 2000-15 21-12-9925 Duurzaam bedrijfsterrein de Trompet (Heemskerk) gemeente Heemskerk 1999-84 13-12-9926 Hemhavens Amsterdam; tweede fase gemeente Amsterdam 2000-3 17-01-0027 Gedeeltelijke herbouw en restauratie vier molens: div. (rechts)personen 1999-58 11-10-99
- De Twuyver J. Kriek- De Krijgsman Stichting Molen de Krijgsman
28 Buitendijksterrein de Pieterman (Edam-Volendam) gemeente Edam/Volendam 2000-62 25-09-00
Subtotaal 19 t/m 28
Projecten begroting 2000
29 Theater de Purmaryn (Purmerend) gemeente Purmerend 1999-55a 15-11-9930 Aansluiting op A7 Noorder-Koggenland gem. Noorder-Koggenland 1999-55a 15-11-9931 Museum In 't Houten Huis - Graft de Rijp gemeente Graft de Rijp 2000-35 15-05-0032 Gedeeltelijke herbouw en restauratie van molens: 2000-35 15-05-00
- De Zwarte Ruiter S. Siewertsz van Reesema- De Slootgaardmolen R.W. Goossens
33 Landschapspark Assumburg/Oud Haerlem gemeente Heemskerk 2000-35 15-05-0034 Therapie reumabad Stadsdeel De Baarsjes gemeente Amsterdam 2000-35 15-05-00
Subtaal 29 t/m 34
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 193
dienstjaar 2006
Maximaal Restant Te besteden Afdeling Nummer krediet krediet in volgende begroting
dienstjaren
2005 2006 2007 2008 2009
€ € € € € € € €
2.070.539 1.975.852 1.975.852 WNLO 600 72794.116 67.800 17.000 17.000 17.000 16.800 - ZWC 830 73
2.268.900 324.400 324.400 - ELM 712 712.280.245 1.974.236 2.630.000 655.764- ELM 731 71
2.268.901 229.755 229.755 ELM 731 72794.100 125.400 31.400 31.400 31.400 31.200 - ELM 731 73
3.063.016 2.630.000 2.630.000- - ELM 731 741.471.600 1.425.075 386.500 386.500 289.900 362.175 ELM 731 75
15.011.417 8.752.500 759.300 434.900 338.300 48.000 - 1.912.018
4.991.600 1.458.600 1.458.600 WNLO 600 7311.833.700 250.000 250.000 ZWC 880 71
871.300 784.100 784.100 ELM 713 714.878.100 4.878.100 1.300.800 1.300.800 975.700 1.300.800 RWB 342 71
680.700 136.100 136.100 ZWC 830 701.477.100 295.400 147.700 147.700 WNLO 610 718.667.200 2.044.400 400.000 177.700 1.466.700 ELM 711 71
351.700 70.300 70.300 ELM 711 73473.860 68.500 68.500 ELM 731 76
34.225.260 9.985.500 1.848.500 1.478.500 975.700 - - 5.682.800
2.268.900 692.500 692.500 ELM 712 72907.600 181.500 181.500 ELM 713 70
3.857.100 771.400 771.400 - ZWC 830 71816.800 343.400 343.400 RWB 335 71821.400 773.900 250.000 773.900 151.700 401.700- RWB 911 71
1.043.700 1.043.700 1.043.700 WNLO 600 741.134.500 579.700 579.700 ELM 713 721.089.100 1.089.100 1.089.100 ELM 712 73
-195.700 39.100 10.000 4.600 19.500 5.000 ZWC 839 71171.200 34.200 34.200 ZWC 839 72
1.973.900 1.688.200 705.000 394.800 588.400 ELM 714 71
14.279.900 7.236.700 1.736.400 1.173.300 171.200 - - 4.155.800 -
680.700 9.000 9.000 ZWC 830 69830.400 830.400 830.400 - RWB 306 71794.100 158.800 158.800 ZWC 830 74
212.700 57.200 57.200 ZWC 839 74107.500 25.000 25.000 ZWC 839 75
2.745.400 676.100 549.000 127.100 WNLO 620 741.815.100 1.516.600 815.100 701.500 ZWC 880 73
7.185.900 3.273.100 2.194.500 - - - - 1.078.600
Vermoedelijke uitgaven in het begrotingsjaar
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■194
5.4 Specicatie van het verloop van investeringskredieten betreffende de reserve FINH en het UNA compartiment in de algemene reserve
Omschrijving van de investeringen Ontvanger/respectievelijk Besluit van Besluit van Provinciale Provinciale
Staten Staten
jaar/nummer datum
Projecten begroting 2001
35 Goois museum te Hilversum gemeente Hilversum 2000-55 13-11-0036 Westergasfabriek,Stadsdeel Westerpark Amsterdam gemeente Amsterdam 2000-55 13-11-0037 Stelling van Amsterdam: Fort Spijkerboor Natuurmonumenten 2000-55 13-11-0038 Blauwe netwerk: diverse deelprojecten (ingetrokken VJB2004) deelverordening 2000-55 13-11-0039 Industrieel Erfgoedpark De Hoop - Uitgeest Stichting Industrieel Erfgoedpark De Hoop 2000-55 13-11-0040 Zeehaven IJmuiden Diverse locaties Zeehaven IJmuiden N.V. 2000-55 13-11-0041 Amsterdam Westhaven Fase 1 gemeente Amsterdam 2000-55 13-11-0042 Ecologische verbindingszones Amstelmeergebied 2001-34 21-05-0143 ACB-terrein Beverwijk gemeente Beverwijk 2001-34 21-05-0144 Restwarmteproject HVC 2001-34 21-05-0145 Paleiskade Haven Den Helder 2001-34 21-05-0146 Landinrichtingsprojecten 2001-2003 deelverordening 2001-40 22-05-01
- deelproject procesmanagement- deelproject projecten
47 Wijksteunpunten Plus deelverordening 2001-34 21-05-0148 Reacreatiegebied Geestmerambacht: waterrijke variant 2001-34 21-05-0149 Woon/werkproject Ridderikhoff Hoorn Stichting Stadsherstel Hoorn 2001-34 21-05-0150 Subsidies duurzame-energiepakket N-H 2001-2005 deelverordening 2001-45 22-05-01
Subtotaal 35 t/m 50
Projecten Begroting 2002
51 Fort Vijfhuizen St. Kunstfort Vijfhuizen 2001-55 5-11-0152 Renovatie Concertgebouw Haarlem gemeente Haarlem 2001-55 5-11-0153 Wielerbaan Alkmaar Gemeente Alkmaar 2001-55 5-11-0154 Natuurbrug Zanderij Crailoo St. het Goois Natuurreservaat 2001-55 5-11-0155 Kenniscentrum WMC+Wieringermeer St. Kenniscentrum WMC+ 2002-30 13-05-0256 ICT en Zorg 2002-30 13-05-0257 IKTC Zaanstad 2002-79 21-10-02
Subtotaal 51 t/m 57
Begrotingsjaar 2003
58 Groen- en waterplan IJmondgemeenten Gemeente Beverwijk, Heemskerk en Velsen 2002-70a59 Kunstijsbaan Hoorn Gemeente Hoorm 2002-70a60 Renovatie - overkapping Kunstijsbaan Haarlem Gemeente Haarlem 2002-70a61 Revitalisering Zaanse Schans: herbouw molen Het Jonge Schaap Stichting De Zaanse Molen 2002-70a62 Herstel Biotoop Ilperveld (Krediet verlaagd bij VJB2004) Stichting Noord-Hollands Landschap 2002-70a63 Den Helder Offshore Service&Logistics Center Gemeente Den Helder 2002-70a64 Bezoekerscentrum Natiomaal Park Duinen van Texel Stichting EcoMare Texel 2002-70a65 Fort Uitermeer (verhoging bij VJB 2003) 2002-70a/2003/4466 Deelsanering Ilperveld Integraal Stichting Noord-Hollands Landschap 2002-70a67 Herstructurering Bedrijventerreon Zandhorst 1 Heerhugowaard Gemeente Heerhugowaard 2002-70a
Subtotaal 58 t/m 67
Voorjaarsbericht 2004 + Begroting 2005
68 Reconstructie stadshaven Schagen Gemeente Schagen69 Trust waterrijke variant uitbr.recreatieschap Geestmerambacht Recretaieschap Geestmerambacht70 Realisatie van het Beheerpad Ilperveld Stichting Landschap Noord-Holland76 Therapiebad Bussum Gemeente Bussum77 Kleinschalige woonvormen voor mensen met dementie
Subtotaal 68 t/m 77
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 195
dienstjaar 2006
Maximaal Restant Te besteden Afdeling Nummer krediet krediet in volgende begroting
dienstjaren
2005 2006 2007 2008 2009
€ € € € € € € €
Vermoedelijke uitgaven in het begrotingsjaar
1.021.000 51.100 51.100 - ZWC 830 752.268.900 2.268.900 453.800 1.815.100 ZWC 839 77
487.800 310.800 97.500 213.300 ZWC 839 78- - - WNLO nvt
730.200 252.800 127.100 146.100 20.400- ELM 714 722.948.400 1.125.600 786.200 786.200 589.800 1.036.600- ELM 712 76
771.400 771.400 771.400 ELM 712 772.104.600 2.074.100 551.100 551.100 420.800 551.100 WNLO 600 75
704.700 494.800 140.900 353.900 ELM 712 78626.700 125.300 125.300 - ELM 531 73
2.124.100 1.972.800 424.800 1.548.000 ELM 713 73-
212.000 190.100 69.200 69.200 69.100 17.400- WNLO 600 774.791.900 3.599.300 719.900 719.900 719.900 719.700 719.900 WNLO 600 786.479.100 5.013.900 1.883.600 1.361.300 1.769.000 ZWC 860 731.815.100 1.815.100 484.000 484.000 363.100 484.000 WNLO 610 73
830.400 166.100 166.100 ZWC 860 744.448.800 4.448.800 1.805.400 907.600 1.735.800 ELM 531 74
32.365.100 24.680.900 7.594.600 5.150.700 2.162.700 719.700 - 9.053.200
1.646.300 684.200 329.200 355.000 ZWC 839 792.268.900 1.147.100 565.100 453.800 128.200 ZWC 830 721.729.600 86.500 86.500 ZWC 802 714.537.800 1.078.000 500.000 327.900 250.100 WNLO 620 76
817.000 163.400 163.400 - ELM 715 71680.700 455.800 151.900 151.900 152.000 - ZWC 860 72
1.000.000 1.000.000 1.000.000 ELM 715 72
12.680.300 4.615.000 1.709.600 933.600 152.000 - - 1.819.800
4.487.075 3.626.800 897.400 897.400 897.400 897.500 37.100 WNLO 600 763.693.000 738.600 738.600 - ZWC 802 723.802.100 2.456.500 760.400 1.696.100 ZWC 802 73
884.900 857.200 236.000 236.000 176.900 208.300 ELM 714 73865.500 360.125 100.000 100.000 160.125 WNLO 600 70
1.069.300 1.069.300 427.700 213.900 427.700 ELM 713 74715.000 143.000 143.000 - WNLO 620 78798.650 730.200 730.200 - WNLO 610 72
1.600.000 466.900 235.300 235.300 235.300 320.000 559.000- WNLO 600 711.151.500 1.124.800 230.300 230.300 230.300 433.900 ELM 713 75
19.067.025 11.573.425 3.760.300 1.912.900 1.539.900 1.956.100 - 2.404.225
592.300 592.300 592.300 - ELM 711 751.815.000 1.815.000 1.215.000 200.000 400.000 WNLO 611 72
387.900 387.900 200.000 187.900 - WNLO 600 791.450.000 1.450.000 1.450.000 - ZWC 802 75
680.000 680.000 680.000 - ZWC 860 71
4.925.200 4.925.200 4.137.300 387.900 - - - 400.000
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■196
5.4 Specicatie van het verloop van investeringskredieten betreffende de reserve FINH en het UNA compartiment in de algemene reserve
Omschrijving van de investeringen Ontvanger/respectievelijk Besluit van Besluit van Provinciale Provinciale
Staten Staten
jaar/nummer datum
TOTAAL FINH EXCLUSIEF UNA-COMPARTIMENT
UNA-COMPARTIMENT
A. UNA-projecten waartoe Provinciale Staten reeds
besloten hebben:
1 Algemeen voorbereidingskrediet UNA 2001-34 21-05-012 Voorfinanciering grondaankoop PEHS Staat der Nederlanden 2002-28 15-04-02
a. Renteloos krediet t.b.v. aankoop van grondenb. Proceskosten (inzet extra menskracht DLG)
3 Hermitage a/d Amstel a. kleine Hermitage Stichting Hermitage a/d Amstel 2002-41 13-05-02b. grote Hermitage Stichting Hermitage a/d Amstel 2002-41 13-05-02
4 N201+ 2003-8 13-01-035 Realisatie Wieringerrandmeer 2003-8 13-01-036 ISV-programma Noord-Holland 2002-2004 Hilversum, Den Helder,Zaandam,Beverwijk 2003-8 13-01-037 Voorbereidingskrediet Realisatie Wieringerrandmeer 2003-8 13-01-038 Voorbereidingskrediet NH Maritiem/ Water als ec. drager 2003-8 13-01-039 Ilperveld Integraal Noord-Hollands Lanschap 2003-8 13-01-03
10 Herstructurering en innovatief ruimtegebruik bedrijventerreinen diversen 2003-70 10-11-0311 Baggerprogramma Noord-Holland 1e tranche diversen 2003-70 10-11-0312 Vernieuwingsimpuls Openluchrecreatie diversen 2003-91 8-12-03
Deelprojecten Sociaal Culturele. Infrastructuur 13 Nieuwbouw Regionaal Historisch Centrum Hoorn Gemeente Hoorn 2003-61 26-06-0314 DeelprojecRevitalisering Sluis bij Kudelstaart Gemeente Aalsmeer 2003-61 26-06-0315 EBH-project Haarlem Gemeente Haarlem 2003-95 12-1-0416 Museum Pest- en Dolhuys Haarlem Stichting Pest- en Dolhuys 2003-95 12-1-0417 Projectplan Sportinfrastructuur Noord-Holland Sportservice Noord-Holland 2003-95 12-1-0418 2e tranche ISV Programma 2005-2010 (Taskforce
Ruimtewinst) vjn200520 Baggerprogramma Noord-Holland 1e tranche (2e bijdrage) begr200521 Voorfinanciering grondaankoop PEHS (2e tranche) incl.ecoduct Zandvoortselaan € 1 mln. begr200522 De Adelaar Gemeente Zaanstad vjn200523 Noord-Holland Maritiem/ Water als economische drager Gemeente Niedorp 2004-108 31-01-2005
- Ansjoviskade te Niedorp24 Programma Sociaal Culturele Infrastrucuur Diversen 2005-40/41 04-07-2005
Subtotaal 1 t/m 24
B. UNA-projecten waartoe Provinciale Staten nog niet
besloten hebben:
25 Zeepoort IJmond
Subtotaal 25
TOTAAL UNA-COMPARTIMENT ALGEMENE RESERVE
EXTRA INVESTERINGSIMPULS NOORD-HOLLAND
26 N201+ (zie ook UNA project 4) 2004-72 11-10-200427 Aanvalsplan Wachtlijsten Jeugdzorg 2005-33 04-07-200528 Aansluiting gemeentelijk jeugdbeleid 2005-33 04-07-200529 Wijksteunpunten Breed 2005-33 04-07-200530 Mantelzorg 2005-33 04-07-200531 2005-33 04-07-200532 Hart winkels 2005-33 04-07-200533 2005-33 04-07-200534 Aansluiting met gemeentelijk jeugdbeleid 2005-33 04-07-200535 Verbetering museumaanbod 2005-33 04-07-2005
Breedtesport
Zorgaanbod voor jongeren met ernstige gedragsproblematiek
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 197
dienstjaar 2006
Maximaal Restant Te besteden Afdeling Nummer krediet krediet in volgende begroting
dienstjaren
2005 2006 2007 2008 2009
€ € € € € € € €
Vermoedelijke uitgaven in het begrotingsjaar
139.740.102 75.042.325 23.740.500 11.471.800 5.339.800 2.723.800 - 26.506.400
1.983.000 1.967.775 300.000 300.000 300.000 300.000 767.775 FEZ 179 31WNLO 620 79
12.160.000 12.160.000 12.160.000 620 79340.000 272.000 68.000 68.000 68.000 68.000 620 79
2.000.000 400.000 400.000 - ZWC 830 767.075.600 7.075.600 7.075.600 ZWC nvt
112.800.000 101.333.549 18.500.000 36.000.000 15.533.500 31.300.049 RWB 306 7229.000.000 29.000.000 29.000.000 WNLO nvt21.800.000 12.680.000 5.240.000 1.960.000 5.480.000 RWB 932 712.500.000 1.331.319 900.000 431.319 WNLO 600 81
850.000 802.737 250.000 250.000 302.737 ELM 711 727.750.000 7.750.000 4.000.000 1.500.000 1.500.000 750.000 WNLO 600 80
23.500.000 23.500.000 5.875.000 5.875.000 5.775.000 5.975.000 ELM 713 765.000.000 4.755.200 1.000.000 3.755.200 ELM 510 72
20.000.000 20.000.000 5.650.000 5.000.000 5.000.000 4.350.000 WNLO 610 75
250.000 50.000 50.000 - ZWC 830 78490.000 490.000 98.000 392.000 ZWC 839 69
1.400.000 1.400.000 500.000 400.000 500.000 ZWC 839 70900.000 900.000 300.000 600.000 ZWC 830 79
1.500.000 1.140.000 250.000 200.000 200.000 200.000 290.000 ZWC 802 74
723.000 723.000 524.000 186.000 113.000 - 100.000- RWB 911 725.000.000 5.000.000 5.000.000 - ELM 510 72
12.500.000 12.500.000 12.500.000 WNLO 620 79728.000 728.000 728.000 - WNLO 802 70815.200 815.200 815.200 ELM
3.300.000 3.300.000 3.300.000 ZWC
274.364.800 250.074.380 45.633.000 54.239.000 28.489.500 2.000.000 - 119.712.880
memorie ELM
- - - - - - - -
274.364.800 250.074.380 45.633.000 54.239.000 28.489.500 2.000.000 - 119.712.880
31.300.000 31.300.00010.300.000 10.300.000 2.200.000 2.500.000 2.800.000 2.800.000 - ZWC 880 75
100.000 100.000 100.000 - ZWC 880 7611.000.000 11.000.000 3.000.000 4.000.000 4.000.000 - ZWC 860 751.500.000 1.500.000 500.000 500.000 500.000 - ZWC 860 761.000.000 1.000.000 250.000 150.000 150.000 150.000 150.000 150.000 ZWC 802 761.500.000 1.500.000 100.000 500.000 500.000 400.000 - ZWC 802 779.000.000 9.000.000 2.000.000 2.000.000 2.000.000 2.000.000 1.000.000 - ZWC 880 773.000.000 3.000.000 600.000 600.000 600.000 600.000 600.000 - ZWC 880 782.300.000 2.300.000 1.150.000 1.150.000 - ZWC 830 68
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■198
5.4 Specicatie van het verloop van investeringskredieten betreffende de reserve FINH en het UNA compartiment in de algemene reserve
Omschrijving van de investeringen Ontvanger/respectievelijk Besluit van Besluit van Provinciale Provinciale
Staten Staten
jaar/nummer datum
36 Vergroting bekendheid en publieksbereik erfgoed 2005-33 04-07-200537 Behoud en beheer archeologie 2005-33 04-07-200538 Voorbereidingskrediet Extra Investeringsimpuls 2005-33 04-07-2005
TOTAAL EXTRA INVESTERINGSIMPULS NOORD-HOLLAND
TOTAAL FINH + UNA + EXTRA INV.IMPULS
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 199
dienstjaar 2006
Maximaal Restant Te besteden Afdeling Nummer krediet krediet in volgende begroting
dienstjaren
2005 2006 2007 2008 2009
€ € € € € € € €
Vermoedelijke uitgaven in het begrotingsjaar
100.000 100.000 100.000 - ZWC 839 671.200.000 1.200.000 250.000 316.700 316.700 316.600 - ZWC 839 68
10.000.000 10.000.000 1.000.000 3.000.000 3.000.000 3.000.000 - DIV 179 32
82.300.000 82.300.000 11.250.000 14.716.700 13.866.700 9.266.600 1.750.000 150.000
414.104.902 325.116.705 80.623.500 80.427.500 47.696.000 13.990.400 1.750.000 146.369.280
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■200
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 201
Bijlage 5.5
Overzicht EMU-saldo
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■202
Bijlage 5.5 Berekening EMU-saldo provincie Noord-Holland dienstjaar 2006
onder- Omschrijving 2005 2006 2007deel
€ € € +1 Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit
reserves (zie BBV, artikel 17c) 107.489- 75.781- 47.357-
+2 Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 19.748 59.458 53.295
+3 Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie 8.072 5.595 1.288
-4 Uitgaven aan investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd 86.287- 168.983- 169.200-
+5 De in mindering op onder 4 bedoelde investeringen gebrachteontvangen bijdragen van het rijk, de provincies, de EuropeseUnie en overigen 34.036 96.023 95.000
+6a Verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs) - - -
-6b Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiële vaste activa - - -
-7 Uitgaven aan aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-,woonrijp maken e.d. 4.000- - -
+8a Verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs) - - -
-8b Boekwinsten op grondverkopen - - -
-9 Betalingen ten laste van de voorzieningen 166.838- 165.111- 151.718-
-10 Betalingen die niet via de exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen e.d.) wordenen die nog vallen onder één van de andere genoemde posten - - -
-11 Boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen - - -
Berekend EMU-saldo 302.757- 248.798- 218.692-
x 1.000
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 203
Bijlage 5.6
Staat van verstrekte langlopende leningen
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■204
5.6 Staat van verstrekte langlopende geldleningen
Restant bedrag Bedrag van deOorspronkelijk Rente van de lening in de loop van
Omschrijving bedrag van de percen- per 1 januari 2006 tegeldlening Provinciale c.q. Koninklijke goed- tage 2006 verstrekken
Gedeput. Staten keuring leningen
€ € €Leningen aan deelnemingen
N.V. NUON 45.378.000 21-12-1995; 83 div. 17.454.200
N.V. NUON (achtergestelde converteerbarelening, retour 18 maart 2006) 3.906.500 3.906.500
N.V. PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland 28.588.200 div. div. 5.354.600
Recreatie Noord-Holland N.V. memorie
Overige langlopende leningen
Coöperatieve Visafslag Den Oever 226.900 21-12-1993; 21 - 106.500
Stadsverwarming Gemeente Purmerend 7.962.900 13-01-1997; 6 4,000 9.315.500 372.600
Investeringsmaatschappij Noordzeekanaal-gebied C.V. 6.800.000 3.317.600
Overige uitzettingen met een rente-typische looptijd van 1 jaar en langer
ABNAmro Bouwfonds 70.000.000 div. div. 70.000.000
Nederlandse Waterschapsbank 5.000.000 07-08-2003;30781 3,400 5.000.000
ING Bank 30.176.400 div. div. 30.176.400
Fortis Bank Nederland N.V. 30.857.000 div. div. 29.042.000
Credit Agricole Indosuez (Zero-lening) 18.151.200 2004-9311 - 18.151.200
Rabobank Nederland 25.000.000 17-03-2004; 4,500 25.000.00012919/12921
Europ Investeringsbank 5.700.000 2004-14566 8,500 5.700.000
LB Baden-Wuerttemberg 30.903.400 div. div. 30.903.400
Achmea Hypotheek Bank 30.000.000 div. div. 30.000.000
Friesland bank N.V. 10.000.000 13-07-2004/31678 3,640 10.000.000
F. van Lanschot bankiers N.V. 7.260.500 13-07-2004/31680 6,250 7.260.500
SNS Bank Nederland N.V. 5.227.500 15-07-2004/32144 5,875 5.227.500
Aegon N.V. 5.000.000 14-07-2004/32145 4,625 5.000.000
Gemeente Vlaardingen 5.000.000 14-09-2004/40361 2,840 5.000.000
BNG Capital Managemet B.V. 10.000.000 28-07-2005/35690 2,364 10.000.000
Totaal 381.138.500 325.915.900 372.600
Datum en nummer besluit van
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 205
dienstjaar 2006
Bedrag van Restantbedragvan de lening
de rente of het de aflossing of of voorschot perrentebestand- het aflossings- 31 december
deel bestanddeel 2006
€ € €
940.800 3.490.500 13.963.700
3.906.500 -
400.200 1.143.500 4.211.100
memorie
25.000 81.500
386.700 9.688.100
memorie 3.317.600
2.841.000 70.000.000
170.000 5.000.000
1.121.800 21.100.800 9.075.600
562.200 29.042.000 -
- 18.151.200
1.125.000 25.000.000
366.100 5.700.000 -
1.447.100 6.693.400 24.210.000
808.100 20.000.000 10.000.000
364.000 10.000.000
376.900 7.260.500 -
307.100 5.227.500
231.200 5.000.000
142.000 5.000.000
- 10.000.000
11.590.200 98.362.200 227.926.300
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■206
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 207
Bijlage 5.7
Staat van reserves en voorzieningen
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■208
5.7 Staat van reserves en voorzieningen
Vorig dienstjaar 2005
Num- Naam van de reserve of voorziening Saldo bij de Storting Toevoeging i.v.m. Onttrekkingmer aanvang van op peil houden
het dienstjaar van reserve(op kasbasis) of voorziening
1 2 3 4 5 6
€ € € €Algemene reserves
1. Saldireserve 64.255.700 14.203.200 23.387.6002. Eigen kapitaal wegens deelnemingen 89.400.300 memorie memorie
Totaal algemene reserves 153.656.000 14.203.200 23.387.600
Bestemmingsreserves
1. Reserve Investeringen Noord-Holland 80.552.800 - 28.761.500 2. Reserve voor BTW-afdrachten 17.298.300 1.733.500 memorie 3. Reserve Ontwikkelingssamenwerking 500.800 453.800 453.800 4. Reserve Kleine infrastructuurprojecten 8.351.100 1.183.500 4.902.500 5. Reserve Groot onderhoud wegen en vaarwegen 1.954.000 - 1.954.000 6. Reserve Openbaar vervoerprojecten 15.594.800 3.020.400 memorie 7. Reserve Grondverwerving en inrichting natuurgebieden 11.004.300 1.051.600 2.615.500 8. Reserve Ontwikkeling openluchtrecreatie 10.355.000 2.968.200 5.769.000 9. Reserve Herstructurering bedrijfsterreinen 6.467.500 - 1.500.00010. Reserve Cofinanciering Europese projecten 2.325.200 1.663.000 2.163.00011. Reserve Monumenten (Mr. F.J. Kranenburg monumentenfonds) 1.874.400 1.107.100 1.100.00012. Reserve Stedelijke vernieuwing 2.359.200 1.315.100 1.500.00013. UNA-Compartiment 452.786.200 - 56.155.00014. Reserve Uitgestelde intenties 2.568.400 - 2.568.40015. Reserve Grondbeleid 2.565.100 - -16. Reserve afwikkeling opheffing fondsen 17.991.800 - 3.002.000
Totaal bestemmingsreserves 634.548.900 14.496.200 - 112.444.700
Totaal reserves 788.204.900 28.699.400 - 135.832.300
Voorzieningen
1. Voorziening Stadsverwarming Purmerend 2.488.800 - 371.800 memorie 2. Voorziening Verlofsparen en arbeidsmarkttoelagen 185.100 memorie 20.000 3. Voorziening Kosten reorganisatie 30.645.800 - 7.500.000 4. Voorziening Pensioenen leden GS 313.000 268.600 memorie 5. Voorziening Rijksbijdrage interprovinciaal oefenbeleid 48.300 memorie 48.300 6. Voorziening Rijksbijdragen Gebundelde Doel Uitkering GDU/IBDV 25.751.700 6.823.400 481.700 10.152.300 7. Voorziening GOVERA 85.700 memorie 85.700 8. Voorziening Rijksbijdrage jaarplan vervoersmanagement 14.200 memorie 14.200 9. Voorziening Rijksbijdrage ROV 201.200 memorie memorie10. Voorziening Groot onderhoud wegen en vaarwegen 2.656.000 1.516.900 3.384.00011. Voorziening Openbaar vervoer 1.435.300 40.266.800 - 41.702.10012. Voorziening Aanleg N201 35.073.700 34.036.100 1.053.000 memorie13. Voorziening Rijksbijdrage planstudie kustvisie 395.600 memorie memorie14. Voorziening Bijdrage diffuse bronnen 113.900 memorie 113.90015. Voorziening Grondwaterheffing 497.700 memorie memorie16. Voorziening Bodemsanering 23.921.400 11.778.600 446.200 15.000.00017. Voorziening Rijksbijdrage leerwerktraject bodemsanering 100.400 memorie 100.40018. Voorziening Rijksbijdrage servicepunt duurzame energie 480.100 memorie 100.00019. Voorziening Rijksbijdrage impl. plan in milieuvergunningen 366.700 memorie memorie20. Voorziening Rijksbijdrage technische isolatie woningen 3.931.200 memorie 400.00021. Voorziening Regionale service punten ter versterking milieu 358.800 memorie 358.80022. Voorziening Rijksbijdrage beleid,lucht, veiligheid en geluid 128.300 320.000 memorie23. Voorziening Convenant Mainport en Groen 1.043.700 - memorie24. Voorziening Uitvoering Flora en Faunawet 8.600 memorie 8.60025. Voorziening Europese projecten 11.800 memorie 11.80026. Voorziening Rijksbijdrage tijd.stimul.reg.vrijwilligers werk 50.200 memorie 50.20027. Voorziening Rijksbijdrage cultuurbereik 360.100 200.00028. Voorziening Rijksbijdrage culturele planologie29. Voorziening Rijksbijdrage beeldende kunst 205.400 835.900 300.00030. Voorziening Rijksbijdrage cultureel erfgoed 115.000 memorie 115.00031. Voorziening Rijksbijdrage bibliotheekwerken 140.600 1.092.200 500.00032. Voorziening Rijksbijdrage primair onderwijs 139.800 139.80033. Voorziening Rijksbijdrage jeugdhulpverlening 2.904.300 67.808.800 68.532.50034. Voorziening Rijksbijdrage stedelijke vernieuwing 9.033.500 20.000.000 205.600 17.500.00035. Voorziening Rijksbijdrage Besluit Locatiegebonden Subsidies (BLS) 1.388.800 memorie 500.000
Totaal voorzieningen 144.094.800 185.247.200 2.558.300 166.837.600
Totaal generaal 932.299.700 213.946.600 2.558.300 302.669.900
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 209
dienstjaar 2006
Saldo op het Storting Toevoeging i.v.m. Ontrekking Vermoedelijk saldoeind van op peil houden einde van het aan het einde van
het dienstjaar van reserve dienstjaar 2006 het dienstjaar(op kasbasis) of voorziening (op kasbasis)
7 8 9 10 11
€ € € € €
55.071.300 4.500.000 4.104.800 55.466.50089.400.300 memorie memorie 89.400.300
144.471.600 4.500.000 - 4.104.800 144.866.800
51.791.300 - 11.471.800 40.319.50019.031.800 1.592.100 memorie 20.623.900
500.800 453.800 453.800 500.8004.632.100 1.183.500 2.000.000 3.815.600
- memorie memorie18.615.200 1.944.800 1.399.100 19.160.900
9.440.400 804.600 2.535.500 7.709.5007.554.200 2.481.200 2.142.000 7.893.4004.967.500 memorie memorie 4.967.5001.825.200 363.000 363.000 1.825.2001.881.500 1.107.100 1.100.000 1.888.6002.174.300 1.315.100 1.500.000 1.989.400
396.631.200 memorie 68.955.700 327.675.500- memorie memorie -
2.565.100 4.500.000 memorie 7.065.10014.989.800 - memorie 14.989.800
536.600.400 15.745.200 - 91.920.900 460.424.700
681.072.000 20.245.200 - 96.025.700 605.291.500
2.860.600 - 386.700 memorie 3.247.300185.100 memorie memorie 185.100
23.145.800 - 10.000.000 13.145.800581.600 memorie memorie 581.600
- - - -22.904.500 6.823.400 394.800 13.152.300 16.970.400
- - - -- - - -
201.200 memorie memorie 201.200788.900 memorie memorie 788.900
- 43.044.700 43.044.700 -70.162.800 123.900.000 4.130.400 memorie 198.193.200
395.600 memorie 395.600-
497.700 memorie memorie 497.70021.146.200 12.341.500 422.900 12.341.500 21.569.100
-380.100 memorie memorie 380.100366.700 memorie memorie 366.700
3.531.200 memorie memorie 3.531.200358.800 memorie memorie 358.800448.300 memorie memorie 448.300
1.043.700 memorie memorie 1.043.700- -- -- -
160.100 660.000 660.000 160.100404.800 404.800 -
741.300 573.700 573.700 741.300- -
732.800 memorie memorie 732.800- -
2.180.600 64.934.200 64.934.200 2.180.60011.739.100 20.000.000 259.800 20.000.000 11.998.900
888.800 memorie memorie 888.800
165.441.500 272.682.300 5.594.600 165.111.200 278.607.200
846.513.500 292.927.500 5.594.600 261.136.900 883.898.700
Dienstjaar 2006
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■210
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 211
Bijlage 5.8
Overzicht van het renteresultaat en de kapitaallasten
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■212
5.8 Overzicht van het renteresultaat en de kapitaallasten dienstjaar 2006
Uitgaven InkomstenCategorie Omschrijving c.q. c.q.
lasten baten
€ €
A. RENTERESULTAAT
5.0 Rente van opgenomen kasgeld en van andere kortlopendeschulden -
5.0 Rente van verstrekt kasgeld, van in rekening-courant uit-staande gelden en van andere kortlopende vorderingen 1.514.300
5.0 Rente van opgenomen langlopende geldleningen -
6.1 Afschrijving op geactiveerde kosten van agio op overgenomen verstrekte geldleningen (functie 012) 2.780.100
5.0 Rente van verstrekte langlopende geldleningen(zie Bijlage 5.6) 11.590.200
2.780.100 13.104.500
6.0 Doorberekende rente aan kostenplaatsen, functies enactiva (zie specificatie onder B.) 15.407.800
6.0 Op peil houden voorzieningen, niet op product 011 maarop functies -
Totaal 2.780.100 28.512.300 Af: lasten 2.780.100
Bijdrage renteresultaat aan HF0 product 011 per saldo 25.732.200
B. KAPITAALLASTEN
B1. RENTE
8.1 Op kostenplaatsen 1.912.700
8.1 Op producten 11.582.200
8.1 Geactiveerde rentekosten 2.316.800
Totaal rente 15.811.700
B2. AFSCHRIJVINGEN
6.1 Op kostenplaatsen 1.950.400
6.1 Op producten 54.727.900
6.1 Op rentekosten 2.780.100
Totaal afschrijvingen 59.458.400
Totaal te verdelen kapitaallasten 75.270.100
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 213
Bijlage 5.9
Staat van gewaarborgde geldleningen en andere
garantieverplichtingen
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■214
5.9 Staat van gewaarborgde leningen en andere garantieverplichtingen
Nummer Oorspron- Doel van de geldlening Door wie de geldlening is aangegaan kelijk % of deel bedrag gewaarborgd
provincie
€
1001 * 294.050 Aankoop, verbouwing en inrichting kliniek Brijder Stichting Noord-Holland 100 1002 * 89.395 Ged. aankoop, verbouw.- en inrichtingskosten idem 100
2005 * 453.780 Bouw en inrichting kliniek Limmen Stichting Geestelijke Gezondheidszorg 100Noord-Holland-Noord
2006 * 1.406.719 Uitbreiding en verbetering inrichting idem 100 2009 * 1.530.000 1ste fase nieuwbouw en renovatie psych. centrum idem 100 2010 * 1.531.508 Nieuwbouw en renovatie psych.centrum idem 100 2011 * 2.467.430 2e fase nieuwbouw en renovatie psych. centrum idem 100 2012 * 3.403.352 Idem idem 100 2013 * 2.382.346 Idem idem 100 2014 * 2.586.547 Idem idem 100
4019 * 2.722.681 Bouw gemeenschapscentrum en uitbreiding Stichting De Open Ankh Provincie Utrecht 40therapiecomplex Eemeroord
4020 * 3.101.588 Idem idem Provincie Utrecht 40 4021 * 3.122.008 Diverse projekten Zon & Schild te Amersfoort idem 100 4022 * 1.718.725 Vervangende nieuwbouw paviljoen Bergopwaarts idem 100
en renovatie paviljoen Berkenrode
10001 * 2.949.571 Grondaankoop t.b.v. bouw Kadijkerkoog Dr. M.J. Prinsenstichting 100 10002 * 3.573.519 1ste fase zwakzinnigeninrichting idem 100 10003 * 10.096.610 2e fase zwakzinnigeninrichting Kadijkerkoog idem 100 10004 * 3.333.016 3e fase zwakzinnigeninrichting Kadijkerkoog idem 100 10005 * 1.713.156 laatste fase Kadijkerkoog idem 100 10006 * 1.361.341 Gedeeltelijke vervanging 8,75%-lening 1977 idem 100
11001 * 2.722.681 Bouw Reigersdaal Esdégé-Reigersdaal 100 11002 * 2.994.949 Ged. bouw zwakzinnigeninrichtng Reigersdaal idem 100 11003 * 1.332.979 Reigersdaal idem 100 11004 * 14.600.378 Investeringen verdere bouw van verpleeghuis idem 100
Reigersdaal
13001 * 8.956.623 Bouw en inrichtingskosten 1e fase Stichting Leekerweide 100
17001 1.089.073 Bouw en inrichting verpleeghuis Amstelrade Mytyl Stichting Amstelrade Gemeente Amstelveen 83,333 17002 453.780 Idem idem Gem. Amsterdam /Amstelveen 50 17003 2.495.791 Idem idem Gem. Amsterdam /Amstelveen 50 17004 2.044.298 2e fase bouw en inrichting Amstelrade idem Gem. Amsterdam /Amstelveen 50
20002 * 1.128.098 Bouw verpleegtehuis Magnushof Zr. Kueter Stichting 100 20003 * 680.670 Idem idem 100 20004 * 1.361.341 Idem idem 100 20005 * 907.560 Idem idem 100
24001 * 3.781.532 Uitbreiding Lindendael Westfriese Zorggroep De Omring 100(Lindendael)
24002 * 3.403.352 Uitbreidings- en herstructueringswerken idem 100
27001 * 3.374.310 Bouw verpleeghuis Heemswijk Stichting Heemswijk 100 27002 * 3.403.352 Idem idem 100 27004 * 5.309.229 Gedeeltelijke financ. bouw verpleeghuis Heemswijk idem 100
28003 1.815.121 (Ver)nieuwbouwkosten huisvesting Provinciale St. Provinciale Bibliotheekcentrale 100 Bibliotheekcentrale NH
30002 431.091 Diverse investeringen Recreatieschap Alkm. Uitgeester Meer 100
33002 * 5.672.253 Aanpassing gebouw Eijkman, verbouw paviljoen Stichting Dennendal Prov. Utrecht/Zuid-Holland 30en aankoop 4 woningen
37001 1.724.365 Aanleg ontsluitingsweg T106 Schiphol Area Development Company 100N.V. te Schiphol
- 83.895 Hypothecaire geldleningen i.v.m. aankoop of Div. Ambtenaren 100bouw woonhuis
Totaal 119.604.063
Bij de met "*" aangeduide nummers van de borgstellingen is ten behoeve van de provincie zekerheid gevestigd op het onderpand.De met "#" gemerkte aflossingen betreft het aflossingesbestanddeel van de annuïteit.
Gevallen van gemeenschappelijke waarborging van de lening
lichamen
Namen van andere waarborgende
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 215
dienstjaar 2006
Te waar- rente borgen
Prov. Staten Koninklijke % Gewaarborgd in Gewaarborgd c.q. Goedkeuring Totaal door 2006 Totaal door
Ged. Staten provincie provincie
€ € € € € €
21-10-1974;103 13-01-1975;010 5,5 108.907 108.907 10.891 98.016 98.01610-04-1978;015 21-10-1978;007 8,0 9.021 9.021 2.977 6.044 6.044
01-07-1965;004 27-08-1965;039 6,5 11.344 11.344 11.344 - -
25-01-1961;004 27-02-1961;007 6,25 70.336 70.336 35.168 35.168 35.16829-10-1979;080 27-02-1980;048 4,4 1.275.000 1.275.000 85.000 1.190.000 1.190.00029-10-1979;080 27-02-1980;048 5,65 1.276.256 1.276.256 85.084 1.191.172 1.191.17218-01-1982;005 17-05-1982;006 5,20 1.446.424 1.446.424 85.084 1.361.340 1.361.34018-01-1982;005 17-05-1982;006 5,72 2.042.011 2.042.011 113.445 1.928.566 1.928.56618-01-1982;005 17-05-1982;006 6,25 1.508.819 1.508.819 79.412 1.429.407 1.429.40710-06-1985;041 21-08-1985;003 6,2 1.293.273 1.293.273 64.664 1.228.609 1.228.609
01-06-1978;031 13-02-1979;009 6,35 453.780 181.512 90.756 363.024 145.210
01-06-1978;031 13-02-1979;009 5,88 620.681 248.272 103.371 517.310 206.92411-10-1982;092 16-12-1982;011 4,84 832.609 832.609 104.181 728.428 728.42813-06-1983;033 21-11-1983;010 7,75 902.325 902.325 42.968 859.357 859.357
21-10-1986;167 18-11-1986;025 6,7 907.560 907.560 113.445 794.115 794.11525-10-1976;085 01-07-1977;002 7,05 1.548.525 1.548.525 119.117 1.429.408 1.429.40804-12-1978;099 31-01-1979;009 7,75 3.533.814 3.533.814 252.415 3.281.399 3.281.39919-05-1980;019 21-08-1980;170 7,15 1.922.894 1.922.894 128.193 1.794.701 1.794.70114-11-1983;074 05-12-1997;97-3 6,06 963.651 963.651 107.072 856.579 856.57925-10-1976;085 01-07-1977;002 7,05 544.536 544.536 45.378 499.158 499.158
30-10-1972;128 18-05-1973;010 6,35 588.716 588.716 73.585 515.131 515.13110-06-1985;045 19-02-1986;010 6,68 998.316 998.316 99.832 898.484 898.48410-06-1985;045 19-02-1986;010 6,68 444.251 444.251 44.425 399.826 399.82626-05-1975;036 25-09-1975;003 5,8 5.862.273 5.862.273 442.436 5.419.837 5.419.837
29-10-1979;078 24-01-1980;020 7,875 5.373.974 5.373.974 358.265 5.015.709 5.015.709
26-01-1966;027 09-03-1966;008 6,375 71.177 59.314 71.177 # - -26-01-1966;027 25-11-1968;228 6,75 87.141 43.571 27.171 # 59.970 29.98509-04-1973;033 08-10-1973;005 6,45 1.017.604 508.802 144.242 # 873.362 436.68109-04-1973;033 08-10-1973;005 6,8 1.316.210 658.105 110.803 # 1.205.407 602.704
02-07-1969;092 29-09-1969;010 5,5 294.271 294.271 49.079 245.192 245.19202-07-1969;092 29-09-1969;010 7,53 128.784 128.784 18.397 110.387 110.38710-01-1972;222 30-03-1972;016 6,875 257.566 257.566 36.792 220.774 220.77410-01-1972;222 30-03-1972;016 7,05 171.706 171.706 24.530 147.176 147.176
19-11-1984;077 10-01-1985;012 6,2 2.079.842 2.079.842 189.077 1.890.765 1.890.765
19-11-1984;077 10-01-1985;012 5,9 2.042.011 2.042.011 170.168 1.871.843 1.871.843
15-06-1981;036 30-09-1981;002 8,35 1.861.681 1.861.681 116.356 1.745.325 1.745.32515-06-1981;036 30-09-1981;002 8,35 1.928.566 1.928.566 113.445 1.815.121 1.815.12115-06-1981;036 30-09-1981;002 8,125 1.964.869 1.964.869 152.016 1.812.853 1.812.853
18-04-1977;024 24-08-1977;006 7,1 272.268 272.268 90.756 181.512 181.512
13-12-1993;078 25-02-1994; 4,52 183.213 183.213 21.555 161.658 161.658
16-04-1984;025 29-06-1984;74 8,125 1.891.356 567.407 189.045 1.702.311 510.693
11-12-1995;066 - 7,91 674.130 674.130 149.041 # 525.089 525.089
22-10-1963;XXIX - div. 21.181 21.181 7.098 14.083 14.083
50.802.872 47.611.906 - 4.379.256 46.423.616 43.634.429
van het dienstjaar 2006gewone en
Restantbedragvan de lening aan het eindeDatum van het besluit
Restantbedragvan de lening aan het begin
van het dienstjaar 2006 Totaalbedrag
buitengewone aflossing
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■216
6.10 Staat van gewaarborgde leningen dienstjaar 2006
Naam rechtspersoon Inhoud garantieverplichting looptijd gerealiseerde in bedrag aanspraken procenten
€ €
Recreatieschap Geestmer- Kapitaalkrediet t.b.v. investeringen t/m 2007 - 25 *) 5.344ambacht
Stichting Agrarisch Texel Nakoming verplichting jegens Rabobank Texel i.v.m. t/m 2007 - 100 204.201 max.geldlening voor grondverbeteringsproject op Texel
Co-financiering Europese Terugbetaling subsidie bij gebrekkige uitvoering en project divers 689.296 1)projecten bij niet terugbetaling door projectuitvoerder
Het Nationaal Groenfonds Uitvoering van het natuurbeleid divers - 6,20 9.005.071 2)
9.903.912
*) Volgens de gemeenschappelijke regelingen staan de participanten/deelnemers garant in de verhouding waarin zij participeren in het exploitatietekort van het recreatieschap
1) Betreft aandeel partners
2) Rente en aflossing komen t.l.v. van de van het rijk te ontvangen zgn. convenantsgelden.
Provinciaal aandeel
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 217
Bijlage 5.10
Meerjarenraming 2006-2009 per programma
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■218
5.10 De meerjarenraming 2007-2009 bedragen x € 1.000
BEGROTING MEERJARENRAMING2006 2007
Producten Lasten Baten Nadelig Lasten Baten Nadelig saldo saldo
€ € € € € €
Programma 1, Burger en Bestuur 7.031 54 6.977 6.401 54 6.347
Programma 2, Bestuur en andere overheden 2.793 - 2.793 2.792 - 2.792
Programma 3, (Vaarwegen), verkeer en 120.783 26.924 93.859 100.610 18.154 82.456 mobiliteitsmanagement
Programma 4, Openbaar vervoer 55.381 43.234 12.147 53.512 42.278 11.234
Programma 5, Waterhuishouding 3.054 2.106 948 1.994 2.117 123-
Programma 6, Milieubeheer 20.437 16.993 3.444 18.543 16.993 1.550
Programma 7, Recreatie en natuur 29.521 543 28.978 25.098 997 24.101
Programma 8, Economische en agrarische zaken zaken 16.535 34 16.501 14.074 34 14.040
Programma 9, (Jeugd)zorg en welzijn 92.796 65.049 27.747 91.747 65.049 26.698
Programma 10, Kunst, cultuur en educatie 31.898 4.316 27.582 29.900 4.369 25.531
Programma 11, Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting 27.466 20.000 7.466 23.994 20.000 3.994
Programma 12, Staf en ondersteuning 6.682 1.569 5.113 6.682 1.586 5.096
Totaal van de Programma's 1 t/m 12 414.377 180.822 233.555 375.347 171.631 203.716
Programma 0, Financiering en algemene dekkingsmiddelen
011 Bruto voordelig renteresultaat over financieringsmiddelen 29.528 29.528 21.720 21.720
021 Uitkering uit het Provinciefonds 110.040 110.040 115.266 115.266
030 Motorrijtuigenbelasting 121.700 121.700 122.900 122.900
040 Dividenden 7.940 7.940 7.940 7.940
045 Voorzieningen algemeen 387 - 387- 402 - 402-
050 BTW baten 1.750 1.750 1.750 1.750
050 Afschrijvingskosten (dis)agio 2.780 2.780- 1.290 1.290-
050 Stelposten (o.a. prijscompensatie en onvoorzien) 9.985 6.486 3.499- 11.411 7.421 3.990-
050 Apparaatskosten 106.517 106.517- 105.040 105.040-
Programma 0 (exclusief mutaties reserves) 119.669 277.444 157.775 118.143 276.997 158.854
Saldo voor bestemming 75.780- 44.862-
080 Mutaties reserves 20.245 96.025 75.780 11.245 58.602 47.357
Saldo na bestemming - 2.495
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 219
Dienstjaar 2006
MEERJARENRAMING MEERJARENRAMING2008 2009
Lasten Baten Nadelig Lasten Baten Nadelig saldo saldo
€ € € € € €
5.866 54 5.812 5.851 54 5.797
2.582 - 2.582 2.582 - 2.582
86.255 18.389 67.866 86.084 18.588 67.496
53.991 43.085 10.906 55.179 44.205 10.974
1.826 1.998 172- 1.630 1.809 179-
18.051 16.993 1.058 18.055 16.993 1.062
18.824 495 18.329 15.402 359 15.043
6.079 34 6.045 6.048 34 6.014
87.421 65.048 22.373 82.491 65.049 17.442
29.871 4.450 25.421 29.529 4.506 25.023
23.536 20.000 3.536 23.536 20.000 3.536
6.682 1.604 5.078 3.676 1.622 2.054
340.984 172.150 168.834 330.063 173.219 156.844
19.826 19.826 - 17.478 17.478
119.275 119.275 121.966 121.966
124.100 124.100 - 127.700 127.700
7.940 7.940 7.940 7.940
418 418- 435 435-
1.750 1.750 1.750 1.750
888 888- - -
10.117 7.421 2.696- 10.769 7.421 3.348-
110.394 110.394- 113.365 113.365-
121.817 280.312 158.495 124.569 284.255 159.686
10.339- 2.842
11.295 25.285 13.990 11.295 8.453 2.842-
3.651 -
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■220
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 221
Bijlage 5.11
Meerjarenraming kapitaallasten 2006-2009
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■222
5.11 Overzicht van de in de meerjarenraming verwerkte kapitaallasten 2006-2009 dienstjaar 2006
bedragen x € 1.000
Nummerbegro- Omschrijving 2006 2007 2008 2009ting
€ € € €A: Apparaatskosten
Aankoop Houtpleincomplex en winkelruimten 1.565,9 1.565,9 1.565,9 1.565,9
Achterstallig en groot onderhoud Houtplein-complex 1.003,8 1.003,8 1.003,8 1.003,8
Perceel Paviljoenslaan 13-15 te Haarlem 10,8 10,0 9,3 8,7
Aankoop meubilair kantoorgebouw Dreef 3 72,4 72,4 72,4 72,4
Beveiliging bestuurscentrum en Houtplein-complex 44,8 44,8 44,8 44,8
Vervanging technische infrastructuur 454,2 454,2 454,2 454,2
Aanvullend krediet nieuwe website en intranet 153,0 - - -
Financieel systeem 558,2 558,2 558,2 558,2
Totaal A 3.863,1 3.709,3 3.708,6 3.708,0
B: Directe kosten
012 Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en disagio 2.780,1 1.289,8 888,4 -
170 Perceel Welgelegenstraat 3 te Haarlem 6,7 6,2 5,7 -
306.72 Reconstructie N242 (afschrijving ineens) 4.000,0 4.000,0 4.000,0 4.000,0
306.01 Aanleg van provinciale wegen 23.650,6 28.860,0 31.654,0 31.968,0
306.02 UNA realisatie N201+ 36.000,0 15.533,5 - -
334 Vervanging boordvoorzieningen Noordhollandsch
Kanaal 38,4 1.340,5 1.809,0 2.010,9
335 Achterstallig onderhoud vaarwegen 599,5 811,6 901,1 1.013,4
421 Onderkomens muskusrattenvangers 64,8 62,6 60,4 58,3
611 Deelneming in het aandelenkapitaal van de
N.V. Groenbeheer 18,5 18,5 18,5 18,5
621 Landgoed "Marquette" te Heemskerk 27,2 25,4 - -
621 Weidegronden landgoed "Marquette" 13,3 12,4 11,6 -
621 De Wimmenummerduinen 228,2 219,4 209,7 201,6
712 Deelneming in het aandelenkapitaal van deZeehaven IJmuiden N.V. 30,9 30,9 30,9 30,9
712 Deelneming in het startkapitaal van de N.V. Schipholontwikkelingsmaatschappij 191,5 191,5 191,5 191,5
839 Provinciaal archeologisch centrum Mercurius 262,7 253,8 245,0 236,1
911 FINH Diemervijfhoek 773,9 151,7 - -
Totaal B 68.686,3 52.807,8 40.025,8 39.729,2
C: Te activeren rentekosten 2.711,7 memorie memorie memorie
Totaal A + B + C 75.261,1 56.517,1 43.734,4 43.437,2
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 223
Bijlage 5.12
Meerjarenraming reserves en voorzieningen
2006-2009
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■224
5.12 Ontwikkeling van de stand van de reserves en voorzieningen
(Bedragen
Dienstjaar 2006 Dienstjaar 2007
Num- Naam van de reserve of voorziening Stand Stor- Storting Onttrek- Stand Stor- Storting Onttrek-mer per ting ivm rente- king per ting ivm rente- king
1-1-2006 toevoeging/ 1-1-2007 toevoeging/op peil op peilhouden houden
voorziening voorziening
€ € € € € € € €
Algemene reserves
1. Saldireserve 55.071,3 4.500,0 - 4.104,8 55.466,5 memorie - memorie 2. Eigen kapitaal wegens deelnemingen 89.400,3 memorie - memorie 89.400,3 memorie - memorie
Totaal algemene reserves 144.471,6 4.500,0 - 4.104,8 144.866,8 - - --
Bestemmingsreserves --
1. Reserve Investeringen Noord-Holland 51.791,3 0,0 - 11.471,8 40.319,5 0,0 - 5.339,82. Reserve voor BTW-afdrachten 19.031,8 1.592,1 - memorie 20.623,9 1.592,1 - memorie3. Reserve Ontwikkelingssamenwerking 500,8 453,8 - 453,8 500,8 453,8 - 453,84. Reserve Kleine infrastructuurprojecten 4.632,1 1.183,5 - 2.000,0 3.815,6 1.183,5 - 2.000,05. Reserve Groot onderhoud wegen en vaarwegen 0,0 memorie - memorie - memorie - memorie6. Reserve Openbaar vervoerprojecten 18.615,2 1.944,8 - 1.399,1 19.160,9 1.944,8 - 811,57. Reserve Grondverwerving en inrichting natuurgebieden 9.440,4 804,6 - 2.535,5 7.709,5 804,6 - 2.535,58. Reserve Ontwikkeling openluchtrecreatie 7.554,2 2.481,2 - 2.142,0 7.893,4 2.481,2 - 2.142,09. Reserve Herstructurering bedrijfsterreinen 4.967,5 memorie - memorie 4.967,5 memorie - memorie10. Reserve Cofinanciering Europese projecten 1.825,2 363,0 - 363,0 1.825,2 363,0 - 363,011. Reserve Monumenten (Mr. F.J. Kranenburg monu-
mentenfonds) 1.881,5 1.107,1 - 1.100,0 1.888,6 1.107,1 - 1.100,012. Reserve Stedelijke vernieuwing 2.174,3 1.315,1 - 1.500,0 1.989,4 1.315,1 - 1.500,013. UNA-Compartiment 396.631,2 0,0 - 68.955,7 327.675,5 0,0 - 42.356,214. Reserve Uitgestelde intenties 0,0 memorie - memorie - memorie - memorie15. Reserve Grondbeleid 2.565,1 4.500,0 - memorie 7.065,1 memorie - memorie16. Reserve afwikkeling opheffing fondsen 14.989,8 0,0 - memorie 14.989,8 0,0 - memorie
Totaal bestemmingsreserves 536.600,4 15.745,2 - 91.920,9 460.424,7 11.245,2 - 58.601,8
Voorzieningen
1 Voorziening Stadsverwarming Purmerend 2.860,6 0 386,7 memorie 3.247,3 - 402,2 memorie2 Voorziening Verlofsparen en arbeidsmarkttoelagen 185,1 memorie - memorie 185,1 memorie memorie4 Voorziening Kosten reorganisatie 23.145,8 0 - 10.000,0 13.145,8 - 4.000,05 Voorziening Pensioenen leden GS 581,6 memorie - memorie 581,6 memorie memorie6 Voorziening Rijksbijdrage interprovinciaal oefenbeleid 0,07 Voorziening Rijksbijdragen Gebundelde Doel Uitkering
GDU/IBDV 22.904,5 6.823,4 394,8 13.152,3 16.970,4 6.823,4 168,7 6.823,48 Voorziening GOVERA 0,0 memorie - memorie - memorie memorie9 Voorziening Rijksbijdrage jaarplan vervoersmanagement 0,0 memorie - memorie - memorie memorie10 Voorziening Rijksbijdrage ROV 201,2 memorie - memorie 201,2 memorie memorie11 Voorziening Groot onderhoud wegen en vaarwegen 788,9 memorie - memorie 788,9 memorie memorie12 Voorziening Openbaar vervoer 0,0 43.044,7 - 43.044,7 - 42.055,2 42.055,213 Voorziening Aanleg N201 70.162,8 123.900,0 4.130,4 memorie 198.193,2 memorie memorie memorie14 Voorziening Rijksbijdrage planstudie kustvisie 395,6 memorie - memorie 395,6 memorie memorie15 Voorziening Bijdrage diffuse bronnen 0,0 memorie - memorie - memorie memorie16 Voorziening Grondwaterheffing 497,7 memorie - memorie 497,7 memorie memorie17 Voorziening Bodemsanering 21.146,2 12.341,5 422,9 12.341,5 21.569,1 12.341,5 407,7 12.341,518 Voorziening Rijksbijdrage leerwerktraject bodemsanering 0,0 memorie - memorie - memorie memorie19 Voorziening Rijksbijdrage servicepunt duurzame energie 380,1 memorie - memorie 380,1 memorie memorie20 Voorziening Rijksbijdrage impl. plan in milieuvergunningen 366,7 memorie - memorie 366,7 memorie memorie21 Voorziening Rijksbijdrage technische isolatie woningen 3.531,2 memorie - memorie 3.531,2 memorie memorie22 Voorziening Regionale service punten ter versterking milieu 358,8 memorie - memorie 358,8 memorie memorie23 Voorziening Rijksbijdrage beleid,lucht, veiligheid en geluid 448,3 memorie - memorie 448,3 memorie memorie24 Voorziening Convenant Mainport en Groen 1.043,7 0 - memorie 1.043,7 - memorie25 Voorziening Uitvoering Flora en Faunawet 0,0 memorie - memorie - memorie memorie26 Voorziening Europese projecten 0,0 memorie memorie memorie - memorie memorie memorie27 Voorziening Rijksbijdrage tijd.stimul.reg.vrijwilligers werk 0,0 memorie - memorie - memorie memorie28 Voorziening Rijksbijdrage cultuurbereik 160,1 660,0 - 660,0 160,1 660,0 660,029 Voorziening Rijkbijdrage culturele planologie 0,0 404,8 - 404,8 - 404,8 404,829 Voorziening Rijksbijdrage beeldende kunst 741,3 573,7 - 573,7 741,3 573,7 573,730 Voorziening Rijksbijdrage cultureel erfgoed 0,0 memorie - memorie - memorie memorie31 Voorziening Rijksbijdrage bibliotheekwerken 732,8 memorie - memorie 732,8 memorie memorie32 Voorziening Rijksbijdrage primair onderwijs 0,0 memorie - memorie - memorie memorie33 Voorziening Rijksbijdrage jeugdhulpverlening 2.180,6 64.934,2 - 64.934,2 2.180,6 64.934,2 64.934,234 Voorziening Rijksbijdrage stedelijke vernieuwing 11.739,1 20.000,0 259,8 20.000,0 11.998,9 20.000,0 309,8 20.000,035 Voorziening Rijksbijdrage Besluit Locatiegebonden
Subsidies (BLS) 888,8 memorie - memorie 888,8 memorie memorie
Totaal voorzieningen 165.441,5 272.682,3 5.594,6 165.111,2 278.607,2 147.792,8 1.288,4 151.792,8
Totaal generaal 846.513,5 292.927,5 5.594,6 261.136,9 883.898,7 159.038,0 1.288,4 210.394,6
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 225
dienstjaar 2006
x € 1.000)
Dienstjaar 2008 Dienstjaar 2009
Stand Stor- Storting Onttrek- Stand Stor- Storting Onttrek- Stand per ting ivm rente- king per ting ivm rente- king per
1-1-2008 toevoeging/ 1-1-2009 toevoeging/ 1-1-2010op peil op peilhouden houden
voorziening voorziening
€ € € € € € € € €
55.466,5 memorie - memorie 55.466,5 memorie - 63,7 55.402,889.400,3 memorie - memorie 89.400,3 memorie - memorie 89.400,3
144.866,8 - - - 144.866,8 - - 63,7 144.803,1
34.979,7 0,0 - 2.723,8 32.255,9 0,0 - memorie 32.255,922.216,0 1.592,1 - memorie 23.808,1 1.592,1 - memorie 25.400,2
500,8 453,8 - 453,8 500,8 453,8 - 453,8 500,82.999,1 1.183,5 - 2.000,0 2.182,6 1.183,5 - 2.000,0 1.366,1
- memorie - memorie - memorie - memorie -20.294,2 1.944,8 - 1.458,6 20.780,4 1.944,8 - 1.222,3 21.502,95.978,6 854,6 - 2.277,0 4.556,2 854,6 - memorie 5.410,88.232,6 2.481,2 - 2.142,0 8.571,8 2.481,2 - memorie 11.053,04.967,5 memorie - memorie 4.967,5 memorie - memorie 4.967,51.825,2 363,0 - 363,0 1.825,2 363,0 - 363,0 1.825,2
1.895,7 1.107,1 - 1.100,0 1.902,8 1.107,1 - 1.100,0 1.909,91.804,5 1.315,1 - 1.500,0 1.619,6 1.315,1 - 1.500,0 1.434,7
285.319,3 0,0 - 11.266,6 274.052,7 0,0 - 1.750,0 272.302,7- memorie - memorie - memorie - memorie -
7.065,1 memorie - memorie 7.065,1 memorie - memorie 7.065,114.989,8 0,0 - memorie 14.989,8 0,0 - memorie 14.989,8
413.068,1 11.295,2 - 25.284,8 399.078,5 11.295,2 - 8.389,1 401.984,6
3.649,5 418,3 memorie 4.470,0 435,1 memorie 4.905,1185,1 memorie memorie 185,1 memorie memorie 185,1
9.145,8 - 2.000,0 7.145,8 memorie 2.000,0 5.145,8581,6 memorie memorie 581,6 - memorie 581,6
17.139,1 6.823,4 108,5 6.823,4 17.247,6 6.823,4 85,0 6.823,4 17.417,6- memorie memorie - memorie memorie -- memorie memorie - memorie memorie -
201,2 memorie memorie 201,2 memorie memorie 201,2788,9 memorie memorie 788,9 memorie memorie 788,9
- 42.856,8 42.856,8 - 43.928,2 memorie 43.928,2198.193,2 memorie memorie memorie 198.193,2 memorie memorie memorie 198.193,2
395,6 memorie memorie 395,6 memorie memorie 395,6- memorie memorie - memorie memorie -
497,7 memorie memorie 497,7 memorie memorie 497,721.976,8 12.341,5 415,9 12.341,5 22.392,7 12.341,5 420,0 12.341,5 23.232,7
- memorie memorie - memorie memorie -380,1 memorie memorie 380,1 memorie memorie 380,1366,7 memorie memorie 366,7 memorie memorie 366,7
3.531,2 memorie memorie 3.531,2 memorie memorie 3.531,2358,8 memorie memorie 358,8 memorie memorie 358,8448,3 memorie memorie 448,3 memorie memorie 448,3
1.043,7 - memorie 1.043,7 - memorie 1.043,7- memorie memorie - memorie memorie -- memorie memorie memorie - memorie memorie memorie -- memorie memorie - memorie memorie -
160,1 660,0 660,0 160,1 660,0 660,0 160,1- 404,8 404,8 - 404,8 404,8 -
741,3 573,7 573,7 741,3 573,7 573,7 741,3- memorie memorie - memorie memorie -
732,8 memorie memorie 732,8 memorie memorie 732,8- memorie memorie - memorie memorie -
2.180,6 64.934,2 64.934,2 2.180,6 64.934,2 64.934,2 2.180,612.308,7 20.000,0 365,9 20.000,0 12.674,6 20.000,0 365,9 20.000,0 13.406,4
888,8 memorie memorie 888,8 memorie memorie 888,8
275.895,6 148.594,4 1.308,6 150.594,4 275.606,4 149.665,8 1.306,0 107.737,6 319.711,5833.830,5 159.889,6 1.308,6 175.879,2 819.551,7 160.961,0 1.306,0 116.190,4 866.499,2
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■226
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 227
Bijlage 5.13
Subsidies buiten verordening 2006
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■228
5.13 Subsidielijst buiten verordening dienstjaar 2006
Subproduct Subsidieontvanger subsidienummer (subsidies zonder verordening) bedrag
€
100 21 Fracties uit Provinciale Staten 778.300130 21 Interprovinciaal overleg (IPO) 856.900130 41 Gemeente Amsterdam (RSA) 50.000130 81 Bestuurlijke organisatiezaken 100.000161 01 Lidmaatschappen 500166 16 ABP Centrum Maatwerk administratie 35.400166 22 Voormalig personeel gesubsidieerde instellingen 104.400304 32 Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid 590.000342 01 Exploitatiebijdragen openbaar vervoer:
Connexxion-OVTaxi 130.023Onbekende subsidie-ontvanger OV-taxi Zuidkennemerland 40.613Onbekende subsidie-ontvanger treintaxi Gooi en Vechtstreek 18.467Connexxion-FFF 1.223.049Gemeente Andijk 22.402Gemeente Bergen 112.718Gemeente Castricum 170.418Gemeente Drechterland 56.018Gemeente Enkhuizen 90.217Gemeente Graft de Rijp 32.396Gemeente Heerhugowaard 205.806Gemeente Heiloo 36.982Gemeente Hoorn 241.585Gemeente Langedijk 86.771Gemeente Medemblik 28.263Gemeente N-Koggenland 39.457Gemeente Obdam 41.194Gemeente Opmeer 51.216Gemeente Schermer 24.853Gemeente Stede Broec 92.876Gemeente Venhuizen 24.700Gemeente Wervershoof 34.756Gemeente Wester-Koggenland 59.805Gemeente Wognum 35.558Connexxion-OVTaxi 2.167.043Onbekende subsidie-ontvanger OV-taxi Zuidkennemerland 676.887Onbekende subsidie-ontvanger treintaxi Gooi en Vechtstreek 307.791Gemeente Alkmaar 2.806.671Gemeente Haarlem 1.574.083Provincie Flevoland 91.000Nog te beslissen 42.107.082
430 11 Rioleringen buitengebied 22.600500 01 Contributie Vereninging van Milieukundige 500
500 41 Milieufederatie Noord-Holland 394.100500 51 Interprovinciaal overleg ( IPO) 134.800530 81 Comm. Milieuhygiene voor de luchtvaart 500
531 11 Ontwikkelen/bevrorderen duurzame energiebronnen 40.200550 01 Contributies 500550 03 Gemeente Amsterdam 465.300550 15 Landelijk Meldingsbureau Afvalstoffen 486.600550 22 Bijdragen aan overheden regie handhavingsamenw. en profess. 442.400600 55 Uitvoeringsprogramma NHM 200.000600 56 Laag Holland 70.000610 02 Amsterdam Toerisme & Congres Bureau 827.900
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 229
5.13 Subsidielijst buiten verordening dienstjaar 2006
Subproduct Subsidieontvanger subsidienummer (subsidies zonder verordening) bedrag
€
601 03 Stichting NORT Noordholland 200.000611 11 Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer 478.200611 12 Recreatieschap Spaarnwoude 895.200611 13 Recreatieschap het Twiske 827.800611 14 Recreatieschap Geestmerambacht 204.000611 15 Landschap Waterland 320.400 611 16 Groengebied Amstelland 772.600 612 17 Plassenschap Loosdrecht 394.800611 21 Rijwielpadenvereniging “Gooi en Eemland 26.800611 22 Stichting Landelijk Fietsplatform 3.200611 31 Bestuurlijk platform het Groene Hart 28.100620 51 Nationaal Groenfonds 703.400621 12 Stichting Goois Natuurreservaat 407.300621 33 Instituut voor Natuurbeschermingseducatie 152.900621 35 Stichting Samenwerkende Vogelwerkgroepen 5.500621 36 In Natura 135.000621 37 Stichting Landschap Noord-Holland 2.135.700621 30 Coördinatie beleid en beheer Waddenzee 167.100622 21 ROL/RAL 133.900711 11 RES IJmond 2000+
RES GooiRES Westfriesland/Noord-KennemerlandRES Kop van Noord-HollandTotaal 711 11 (verdeling nog onbekend) 2.640.200
712 11 Subsidie aanleg T106 199.700712 23 Bijdragen Noordzeehavens 222.900716 20 Herstelling 250.000718 12 Bijdragen in- en externe missies 45.000731 21 STIVAS 524.700731 26 Agrarische ondernemers 250.000731 42 Biologische landbouw 115.500731 61 POP/Rruraal ontwikkelingsplan 114.800731 65 Structuurverbetering visserij 46.000800 11 Stichting Regionale Omroep Noord-Holland (regionale radio) 6.509.100800 21 Stichting Regionale Omroep Noord-Holland (regionale televisie) 5.459.100802 10 Anne Frank Stichting 23.200802 20 Stichting Sportservice Noord-Holland 607.100
Stichting Primo 3.919.000St. A`damse Federatie van Steunf. Minderheden (evt. rechtsop- volgers ACB en SSA) 1.411.300Stichting Profor 461.700Voormalig Multiple Choice 1.311.900
802 40 Sport 45.500802 51 Telefonische hulpdiensten 505.100830 31 Stichting Kunst en cultuur 1.524.100
Zeven regionale steunfuncties kunsteducatie 1.924.800Stichting Artiance te Alkmaar 72.500Stichting Museaal en Historisch Perspectief 562.200Stichting Provinciale Atlas Noord-Holland 29.500Provinciaal steunpunt amateurkunst 585.400Historische verenigingen 22.700
830 32 Subsidies culturele planologie 225.200830 33 Kunstuitleen gemeente Hoorn 34.104
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■230
5.13 Subsidielijst buiten verordening dienstjaar 2006
Subproduct Subsidieontvanger subsidienummer (subsidies zonder verordening) bedrag
€
Kunstuitleen gemeente Haarlem 55.225Kunstuitleen gemeente Den Helder 31.378Kunstuitleen gemeente Amstelveen 40.976Kunstuitleen gemeente Hilversum 43.385Kunstuitleen gemeente Beverwijk 18.926Kunstuitleen gemeente Bergen 16.753Kunstuitleen gemeente Alkmaar 34.458Kunstuitleen gemeente Zaanstad 50.717Kunstuitleen gemeente Purmerend 37.102
830 34 Kernpodia popmuziek 113.400Stichting Toneelgroep Wederzijds 394.154Kalebas 125.460Stichting MUZ theater + Caspar Rapak (jeugdtheater) 308.814Speeltheater 103.463Danstheater Aya 110.092
839 30 Subsidies uitvoering cultuurnota 710.300840 11 Stichting Probiblio 3.946.400840 12 Wetenschappelijke steunfunctie 372.800860 01 Lidmaatschappen 500860 30 Bijdrage regiovisies 244.400860 40 Noord-Hollandse (regionale) patiënten-consumentenplatforms 1.727.800910 01 Nederlands instituut voor Ruimtelijke Ordening en Volksh. 7.500
Lidmaatschappen 1.600912 21 Gemeente Amsterdam 74.200
Totaal 104.435.607
P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 231
Colofon
Uitgave
Provincie Noord-Holland
Postbus 123
2000 MD Haarlem
Tel.: (023) 514 31 43
Fax: (023) 514 40 40
Internetadres: www.noord-holland.nl
E-mailadres: [email protected]
Eindredactie
Provincie Noord-Holland
Afdeling Communicatie
Fotografie
Jur Engelchor, blz 33
Connexxion, blz 59
NUON, blz 75
Provincie Noord-Holland, overig
Grafische verzorging
Provincie Noord-Holland
MediaProductie
Papier
Hello matt, houtvrij MC
Oplage
500 exemplaren
Haarlem, augustus 2005
P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■232