Organisatie & PersoneelHoofdstuk 1 Organisatie en organisatiestructuren
Organisatie = samenwerkingsverband van mensen met een blijvend karakter gericht op het bereiken van één of meerdere doelstellingen.
Organiseren = het scheppen van verhoudingen tussen de beschikbare mensen, middelen en activiteiten om bepaalde doeleinden te realiseren
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 1 Organisatie en organisatiestructuren
Arbeidsverdeling en specialisatie:• verbetert de productiviteit
Coördinatie:• op elkaar afstemmen van werkzaamheden• Taak van management• grootte en complexiteit spelen een belangrijke rol
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 1 Organisatie en organisatiestructuren
Soorten organisaties:
Criteria bepalen op basis van vraag 2
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 1 Organisatie en organisatiestructuren
Criteria voor onderscheiden van organisaties:1.Grootte van een organisatie
• Omzet• Aantal personen
2.Product dat ze voortbrengen• Goederen• Diensten: ontastbaar, onscheidbaar, vergankelijkheid
3.Markt• Consumentenmarkt• Producentenmarkt
4.Wel of niet streven naar winst5.Rechtsvorm: juridische vorm waarin organisatie gegoten is
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 1 Organisatie en organisatiestructuren
Rechtsvormen:
Opdracht 3
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 1 Organisatie en organisatiestructuren
Interne organisatie/ organisatiestructuur:• De manier waarop de samenwerking binnen de
organisatie gestructureerd wordt:• Verdelen van taken met bevoegdheden en
verantwoordelijkheden over afdelingen en personen• Bepalen van relaties tussen personen en afdelingen mbt
doelstelling
• raamwerk van taken, functies, procedures en gedragsregels
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 1 Organisatie en organisatiestructuren
Interne organisatie/ organisatiestructuur:Bevoegdheid: het recht tot het nemen van beslissingen
die voor het uitvoeren van een taak nodig zijn.Verantwoordelijkheid: de morele verplichting om een
taak naar beste vermogen uit te voeren.
Iedere persoon heeft een bepaalde functie binnen een organisatie.
Functiescheiding: medewerkers krijgen bevoegdheden en verantwoordelijkheden op één bepaald terrein.
Dit voorkomt fraude en maakt controle mogelijk.
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 1 Organisatie en organisatiestructuren
Taken en functies:
Opdracht 4
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 1 Organisatie en organisatiestructuren
WerkstructureringTaken opnieuw groeperen om recht te doen aan
capaciteiten van de werknemers en saai en eentonig werk te voorkomen.
• Taakverruiming: taken op gelijk niveau samenvoegen• Taakverrijking: taak niet alleen uitvoeren, maar ook
plannen en controleren.• Taakroulatie: wisselen van taak• Autonome groepen en zelfsturende teams:
werknemers maken in groepjes zelfstandig een eindproduct.
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 1 Organisatie en organisatiestructuren
Organisatiestructuur = een overzicht van de wijze waarop taken, bevoegdheden
en verantwoordelijkheden verdeeld zijn over de personen en afdelingen en de relaties tussen die personen en afdelingen.
Organigram =Schematische voorstelling van de belangrijkste
kenmerken van de taakverdeling en de gezagsverhouding in de organisatie.
Spandiepte =Aantal verticale hiërarchische niveaus in een
organigram.
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 1 Organisatie en organisatiestructuren
Vier (verticale) organisatiestructuren:1. Lijnorganisatie
• Sterke hiërarchische structuur• Overzichtelijk
2. Lijn- staforganisatie• Minder niveaus door stafafdelingen• Stafafdelingen ondersteunen de leiding
3. Functionele organisatie• Organisatie met hulpdiensten• Stafafdelingen hebben eigen bevoegdheden
4. Projectorganisatie• Tijdelijk samenwerkingsverband tussen personen uit
verschillende afdelingen in de organisatie, gericht op een specifiek probleem
• Matrixorganisatie = projectorg. met permanent karakter
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 1 Organisatie en organisatiestructuren
Horizontale taakverdeling:Taken verdelen van eenzelfde hiërarchisch niveau.
Verdeling op basis van 4 kenmerken:1. F- indeling: Gelijksoortige werkzaamheden bij elkaar voegen.2. P- indeling: samenvoegen van werkzaamheden verbonden aan
bepaald product of dienst.3. G- indeling: samenvoegen van werkzaamheden die op dezelfde
geografische plaats worden uitgevoerd.4. M-indeling: samenvoegen van werkzaamheden die dezelfde
markt als doelgroep hebben.
D-toets
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 2 Management en leiderschap
Belangrijkste taken van het management:1. Plannen
• Doelen bepalen• Middelen en activiteiten bepalen
2. Organiseren• Inschakelen van mensen en middelen• Taakverdeling, functies en coördinatie
3. Leiding geven• Sturen van mensen; motiveren, activeren, communicatie,
leiderschapsstijl, beloningsstelsel
4. Controleren• Opstellen en vergelijken van prestatie(normen)
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 2 Management en leiderschap
Doelen:
Efficiënt = doelgericht; met een minimum aan middelen de doelen realiseren
Effectief = doeltreffend; de mate waarin het doel bereikt is
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 2 Management en leiderschap
Doelen:
Efficiënt = doelgericht; met een minimum aan middelen de doelen realiseren
Effectief = doeltreffend; de mate waarin het doel bereikt is
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 2 Management en leiderschap
OrganisatiestructuurSpanwijdte: het aantal ondergeschikten aan wie direct
leiding wordt gegeven.
Omspanningsvermogen: het aantal ondergeschikten waaraan een chef leiding kan geven. Dit is afhankelijk van:• deskundigheid, ervaring, kwaliteiten• Houding en capaciteiten• Complexiteit van het werk• Aantal niveaus onder de leider = spandiepte
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 2 Management en leiderschap
Een goed manager is nog geen leider!
Managementlagen:TopmanagementMiddenmanagementLager management (eerstelijnsmanagement)
Managen: plannen, organiseren, leiding geven en controlerenLeiding geven: sturen en beïnvloeden van mensen in de organisatie
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 2 Management en leiderschap
Leiderschapsstijlen:
Eigenschappen van leiders: ?Gedragingen van leiders:• Taakgerichte stijl: uitvoering van werkzaamheden belangrijker
dan de groei of persoonlijke ontwikkeling van werknemers.• Werknemersgerichte stijl: streven naar wederzijds vertrouwen,
respect en een prettige relatie met werknemers.
Leiderschapsmatrix/ Managerial Grid van Blake/MoutonOpdracht 15
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 2 Management en leiderschap
Leiderschapsstijlen:
Hersey en Blanchard: effectief leiderschap is afhankelijk van de kennis en ervaring van de werknemers. Leider moet flexibel zijn en inspelen op capaciteit van de werknemer.
Fiedler: managers zijn niet flexibel. Effictiviteit van de leider is afhankelijk van:• Persoon van de leider• Medewerkers• Situatie
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 2 Management en leiderschap
Leiderschapsstijlen:Kijken naar de mate waarin de ondergeschikte betrokken wordt bij de
besluitvorming van de leider.Drie stijlen:1. Autoritair leiderschap: medewerkers niet betrokken bij
besluitvorming2. Consultatief leiderschap: raadpleegt medewerkers maar besluit
autonoom.3. Participatief leiderschap: medewerkers doen mee in de
besluitvorming.De stijl is afhankelijk van:• Leider• Ondergeschikten• Aard van het werk• bedrijfcultuur
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 2 Management en leiderschap
Leiderschapsstijlen:Kijken naar de mate waarin de ondergeschikte betrokken wordt bij de
besluitvorming van de leider.Drie stijlen:1. Autoritair leiderschap: medewerkers niet betrokken bij
besluitvorming2. Consultatief leiderschap: raadpleegt medewerkers maar besluit
autonoom.3. Participatief leiderschap: medewerkers doen mee in de
besluitvorming.De stijl is afhankelijk van:• Leider• Ondergeschikten• Aard van het werk• bedrijfcultuur
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 2 Management en leiderschap
Managementmethoden1. Management bij objectives (MBO): op alle niveaus in
organisatie doelstellingen formuleren en vastleggen in contract. Doelstellingen moeten voldoen aan SMART-eis:1. Specifiek2. Meetbaar3. Aanvaardbaar4. Realistisch5. Tijdsgebonden
2. Management by delegation3. Management by exception4. Management by walking around5. Management by delegation
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 2 Management en leiderschap
Managementmethoden2. Management by exception: alleen bij afwijkingen neemt chef
maatregelen. Zolang binnen de grenzen zal medewerker zelf bijsturen
3. Management by walking around: manager in rol van ondersteuner; gaat werkvloer op en observeert. Alleen bij kleinere organisaties mogelijk.
2. Management by delegation:bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden overgedragen aan lager management.
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 3 Personeelsbeleid
Doelen van personeel en organisatie moeten enige mate van overeenstemming hebben.
Belangrijk om zicht te hebben wat mensen in een organisatie motiveert.
Motivatie: het bewust en uit eigen wil meewerken aan de realisatie van een bepaald doel.
Motivatietheorieën:1. Theory X en Y: McGegor2. Behoeftepiramide: Maslow3. Twee-factorentheorie: Herzberg4. Rechtsvaardigheidstheorie
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 3 Personeelsbeleid
Theorie X en Theorie Y (Herzberg) Twee soorten aannames van managers over medewerkers:1. Theorie X: klassieke theorie, mensen zijn lui, hebben een hekel
aan werken, geen ambities, willen geen verantwoordelijkheid2. Theorie Y: human relations theorie, mensen willen graag
werken en halen voldoening uit hun werk onder de juiste omstandigheden: mensen willen verantwoordelijkheid dragen, zijn creatief. Management zal in deze theorie kiezen voor het delegeren van bevoegdheden en overdragen van verantwoordelijkheden (participerend/democratisch leiderschap)
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 3 Personeelsbeleid
Piramide van Maslow
Maslow onderscheidt 5 behoefteniveaus:1. Fysiologische behoeften2. Behoefte aan veiligheid en zekerheid3. Behoefte aan sociaal contact en liefde4. Behoefte aan waardering5. Behoefte aan zelfverwezenlijkingEr bestaat een hiërarchisch verband tussen de behoeften.
Kritiek: geldt niet in alle culturen en leeftijdscategorieën, niet universeel.
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 3 Personeelsbeleid
Twee-factorentheorie van HerzbergOorzaak van (on)tevredenheid over werk is te verdelen in twee
categorieën:1. Dissatisfiers: hygiënefactoren: arbeidsomstandigheden,
beloning, arbeidsverhouding, kwaliteit van de leiding. Extrinsieke factoren: aanwezigheid leidt niet tot tevredenheid maar tot afwezigheid van ontevredenheid/neutrale werkhouding.
2. Satisfiers: motiverende factoren: medezeggenschap, erkenning, waardering, verantwoordelijkheid en groeimogelijkheden.
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 3 Personeelsbeleid
Rechtsvaardigheidstheorie
Prestaties, motivatie en tevredenheid hangen af van de eigen subjectieve beoordeling van de eigen inspanningen/beloning in vergelijking met anderen
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 3 Personeelsbeleid
Sociaal beleid in een organisatie heeft betrekking op de relatie tussen personeel en organisatie en met de presentatie van de organisatie naar buiten.
Personeelsbeleid is een onderdeel van het sociale beleid.= Human Relations Management.Aspecten personeelsbeleid:1. Selectie en aanstelling personeel2. Scholing en ontwikkeling van het personeel3. Beëindigen van de relatie met personeel
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 3 Personeelsbeleid
Het werven en selecteren van personeel:• O.b.v. Prognoses kijken naar personeelsbehoefte=
personeelsplan• Soorten banen
• Vast/tijdelijk• Fultime/parttime• Flexiebanen: uitzendkrachten, oproepcontracten
• Werving op de arbeidsmarkt• Personeeladvertenties• Bemiddelingsbureaus• Interne werving
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 3 Personeelsbeleid
• Selectie• Sollicitatiebrieven• Gesprek met personeelsfunctionaris• Gesprek met ‘baas’• Evt: psychologisch onderzoek• Daarna benoemingsprocedure en arbeidscontract opstellen
• Algemene Wet gelijke behandeling
Arbeidsovereenkomst: afspraak tussen 1 werkgever en 1 werknemer waarin wederzijds de rechten en plichten zijn vastgesteld.
CAOPrimaire en secundaire arbeidsvoorwaarden
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 3 Personeelsbeleid
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 3 Personeelsbeleid
Beloning:• Tijdloonstelsel: beloning op basis van aantal gewerkte uren• Stukloonstelsel: beloning afhankelijk van prestatie• Premieloonstelsel: beloningsysteem waarbij een vast bedrag
per periode uitbetaald wordt en een extra uitbetaling plaatsvindt als de geleverde prestatie een bepaalde norm overschreden heeft.
Begeleiding van het personeel:• Functioneringsgesprekken: tweezijdig• Beoordelingsgesprekken: eenzijdig• Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 3 Personeelsbeleid
Mobiliteit van het personeel:• Promotie• Overplaatsing• Ontslag/beëindigen arbeidscontract:
• Bij bereiken van pensioengerechtigde leeftijd• Volledig arbeidsongeschikt raken• Overlijden• Einde termijn tijdelijk contract• Opzeggen arbeidscontract met wederzijds goedvinden• Dringende reden: ontslag op staande voet• Bedrijfseconomische omstandigheden
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 4 Participatief management en medezeggenschap
Organisatie & PersoneelHoofdstuk 4 Participatief management en medezeggenschap
Participatief management: het actief betrekken van medewerkers bij de besluitvorming. Vergroot de effectiviteit van de organisatie.
• Werkoverleg• Kwaliteitskringen• Empowerment: overdragen van verantwoordelijkheden naar een lager niveau
in de organisatie.
MR en ORBevoegdheden:• Instemmingsrecht: voorgenomen besluit van bestuur tegenhouden• Adviesrecht: recht om bevoegd gezag te adviseren over een voorgenomen
besluit.• Informatierecht: bestuur moet MR tijdig informatie verstrekken die de raad
nodig heeft voor vervulling van de taak.• Initiatiefrecht: raad kan voorstellen doen en standpunten kenbaar maken.