Opzet monitoringssystematiek composietstromen
3
Joost Krebbekx
Niki Lintmeijer
25 november 2015
Opzet monitoringssystematiek composietstromen
4
5
Inhoud
1. Inleiding ..................................................................................................... 7
1.1 Wat zijn composieten? ............................................................................................7
2. Doel en scope in de ontwikkeling van een monitoringssystematiek ....... 9
2.1 Doel van het onderzoek ..........................................................................................9
2.2 Afbakening monitoringssystematiek composietstromen in Nederland ................10
3. Situatieschets: de noodzaak van monitoring en recycling ..................... 13
3.1 Aanleiding: composiettoepassingen nemen een vlucht ........................................13
3.2 De levensduur van composieten is zeer lang .........................................................14
3.3 Aantallen in de markt zijn onzeker .......................................................................15
3.4 Geen goede end-of-life oplossing geeft problemen ...............................................16
4. Voorgestelde monitoringsmethodiek ..................................................... 19
4.1 Definities: VAN, OP en IN de markt .....................................................................19
4.2 Voorgestelde opzet verder uitgewerkt ................................................................... 20
5. Wijze van uitvoering ................................................................................ 27
5.1 Voorgestelde totale werkwijze monitoring ............................................................27
5.2 Voorgestelde fasering ............................................................................................ 28
5.3 Begroting kosten periode 2016-2018 ................................................................... 29
6. Conclusies en aanbevelingen .................................................................. 31
6.1 Conclusies .............................................................................................................31
6.2 Aanbevelingen ...................................................................................................... 32
Bijlagen ............................................................................................................. 33
7
1. Inleiding
Door toenemende vraag naar duurzame materialen worden vezelversterkte compo-
sieten steeds vaker toegepast als constructiemateriaal in verschillende industrieën.
Onder andere in de machinebouw, maritieme sector en transport is het gebruik van
composieten vanwege de vele voordelige eigenschappen populair. Echter, ondanks
het duurzame karakter van composieten is de recycling van het materiaal nog
onbekend terrein.
Om in de toekomst composietmaterialen op een verantwoorde, duurzame wijze in
te winnen, te scheiden en te herwinnen, heeft het Ministerie van Infrastructuur
en Milieu aan Berenschot gevraagd een onderzoek op te zetten naar de inrichting
van een monitoringssystematiek van composietstromen. Dit onderzoek richt zich
in eerste instantie op het opstellen van een methodiek om composietstromen in
de Nederlandse markt te meten, om zo een beeld te krijgen van de omvang van het
toekomstige afvalprobleem. Vervolgens wordt gekeken naar de wijze waarop com-
posietstromen gerecycled kunnen worden, en wat de bijbehorende logistiek is. Dit
onderzoek past in het streven van de overheid om afval tot grondstof op te werken,
op basis van een circulaire economie.
Deze rapportage omvat de beschrijving van de voorgestelde methode voor de moni-
toring van composietmateriaal, evenals enkele aanbevelingen rondom de invoe-
ring van deze methode in de komende jaren. In de rapportage zijn slechts enkele
gegevens over de feitelijke stromen opgenomen, vanwege het feit dat deze gegevens
niet (publiek) beschikbaar zijn.
1.1 Wat zijn composieten?
Composiet (letterlijk: samengesteld) is een verzamelnaam voor verschillende
vezelversterkte kunststoffen. Hoewel het materiaal uit verschillende componen-
ten kan bestaan, bestaat de basis ervan enerzijds uit vezels die de sterke structuur
bepalen en anderzijds uit harsen (de matrix) die de constructie bij elkaar houden.
De componenten samen geven het materiaal bijzonder sterke, lichte en vormvrije
eigenschappen. Om deze reden is de toepassing van composieten in vele sectoren
denkbaar.
8
De complete definitie van composietmateriaal kan als volgt worden beschreven:
Een composiet is materiaal dat is samengesteld uit twee of meer materialen met verschil-
lende fysische of chemische eigenschappen, die in combinatie een materiaal vormen dat
duidelijk andere eigenschappen heeft dan de individuele componenten waaruit het is
samengesteld. In de definitieve structuur zijn de samenstellende materialen onderscheid-
baar aanwezig.1
De bekendste vezels die in composieten verwerkt worden zijn glasvezel, koolstof-
vezel (carbon), aramide (twaron en kevlar), nanotubes en natuurlijke vezels, zoals
vlas en hennep. Tot op heden worden polyestercomposieten (glasvezel) het meest
toegepast, onder andere in de scheepsbouw. Koolstofvezels worden voornamelijk
ingezet in de lucht- en ruimtevaart, Formule 1 racewagens en racefietsen.
Het matrixmateriaal kan bestaan uit thermoharders (polymeren die bij verhitting
uitharden) en thermoplasten (polymeren die bij verhitting smelten). Thermo-
harders zijn over het algemeen hoogwaardiger in eigenschappen en worden in
composieten dan ook vaker toegepast dan thermoplasten. De meest gebruikte
thermohardende kunststoffen zijn onverzadigde polyesters, epoxy’s, en vinyl esters.
1.1.1 Voordelen van composietmateriaal
Composieten hebben vele eigenschappen die het materiaal uitermate toepassingsge-
schikt maken in meerdere sectoren.
Voordelige kenmerken zijn onder andere:
z Lichte en sterke constructie
z Vormvrijheid
z Isolerende eigenschappen
z Weinig onderhoud
z Slijtvastheid
z Corrosieweerstand
Deze kenmerken zorgen voor het duurzame karakter van composieten en maken
dat het materiaal kan worden ontworpen voor uiteenlopende, zeer specifieke
producten.
1 Samengesteld door projectteam met consensus van stuurgroep
Figuur 1. Opbouw van een composiet.
9
2. Doel en scope in de ontwikkeling van een monitoringssystematiek
2.1 Doel van het onderzoek
Het opzetten van een goede recyclemethodiek van composieten begint met het
meten van de concrete hoeveelheden composietstromen die in Nederland op de
markt komen, in de markt aanwezig zijn en van de markt komen. Het doel van dit
onderzoek betreft dan ook het ontwerpen van een monitoringssystematiek die het
verkrijgen van deze gegevens mogelijk maakt, ten behoeve van:
z Bewustzijn
z Publieke business cases
z Private business cases
Hierbij wordt alleen gekeken naar de Nederlandse markt.
Het doel van de monitoring is om een betrouwbaar beeld te schetsen van de
werkelijke stromen composietmateriaal die uiteindelijk beschikbaar komen voor
recycling. Vanwege de complexiteit van het onderwerp wordt verwacht dat het
verkrijgen van de juiste gegevens stapsgewijs betrouwbaarder en vollediger wordt.
Hierbij dienen in ieder geval na het uitvoeren en analyseren van de meting de
volgende vragen beantwoord te kunnen worden2:
z Hoe groot is de vrijkomende stroom van composieten producten in Nederland
op dit moment?
z Hoe groot is de toenemende stroom van nieuwe composieten producten in
Nederland, zowel vanuit binnenlandse productie als import?
z Wanneer en waar komen de nieuwe productstromen vrij voor recycling?
z Is recycling van composieten een reële optie of is tijdelijk opslag nodig?
z Wegen uiteindelijk de kosten van recycling op tegen de baten?
Naast een voorstel voor de wijze van monitoring van composieten bevat dit rapport
een begroting van de wederkerende inspanningen om de monitoring jaarlijks te
realiseren en een voorstel voor de organisatie van deze systematiek.
2 Bron: prioritering van onderzoeksvragen door expertpanel
10
2.2 Afbakening monitoringssystematiek composietstromen in
Nederland
Scoping composietstromen vanuit technologie
Composietmaterialen zijn opgebouwd uit meerdere componenten. De vorm en
opbouw van composieten kunnen dan ook sterk van elkaar verschillen. In dit
onderzoek worden voornamelijk composieten meegenomen met een thermohar-
dende of thermoplastische matrix, waarvan de vezellengte 1 centimeter of langer is.
Een compleet overzicht van de scope staat in onderstaande tabel. Per segment is
aangegeven of dit type composietmateriaal onderdeel is van de scoping.
SOORTEN VEZELSGlas Koolstof Aramide PA PE Biobased vezels
THERMO- PLASTISCHE POLYMERENSpuitgiet/extrusie
THERMO-PLASTISCHE MATRIXPEEK PEI Etc.
THERMO-HARDENDE MATRIX*Epoxy’s Polyesters Vinylesters Etc.
Lange vezels in weefsels nvt Ja Ja
Lange vezels random nvt Ja Ja
Vezels vanaf 1 cm Nee Ja Ja
Vezels kleiner dan 1 cm Nee Nee Nee
Vezels kleiner dan 1 mm Nee Nee Nee
* Bij matrix gaat het om vloeibare harsen (al dan niet in prepreg vorm) en niet om granulaten. Granulaten zullen via de normale polymeren recycling route verlopen (korrels worden weer korrels)
Tabel 1. Overzicht beoogde scope voor monitoringssystematiek.
De scope bevat geen rubbercomposieten (zoals autobanden en transportbanden).
Voor dit soort composiet toepassingen is een geheel andere recyclelogistiek en
recycletechnologie, reeds werkend, voorhanden.
Hetzelfde geldt voor thermoplastische polymeren. Ook voor deze composiettoepas-
singen is een geheel andere recyclelogistiek en recycletechnologie, reeds werkend,
voorhanden.
Scoping composietstromen vanuit logistiek
Vanwege de vele verschijningsvormen van composietmateriaal is de keten van
composieten uitgebreid, internationaal georiënteerd en soms ook gefragmenteerd in
Nederland aanwezig.
Om te beginnen bestaat de keten aan de voorkant in het algemeen uit hars- en
vezelproducenten. In Nederland zijn door de aanwezigheid van een aantal grote
chemieconcerns activiteiten op het gebied van vezelproductie.
11
VERWERKINGSTECHNOLOGIEËN
Continu lamineren
Hand lay-up
Spray-up
RTM
Prepreg autoclaveren
SMC persen
Filament winding
Pultrusie
Infusion
Centrifugaal gieten
BMC spuitgieten
Figuur 2. Overzicht composietketen in Nederland.
Vervolgens wordt het composietmateriaal samengesteld door een verwerker die het
tussenproduct maakt. Typische verwerkingstechnologieën staan in tabel 2, niet al
deze technologieën zijn in Nederland aanwezig. Het tussenproduct gaat daarna naar
een eindfabrikant, die het onderdeel inbouwt in het eindproduct, wat vervolgens op
de markt komt. Vanaf dit moment gaat het product in de gebruiksfase.
De duur van de gebruiksfase kan, afhankelijk van de toepassing, sterk verschillen.
Dit is een belangrijke factor bij het monitoren van stromen die ‘einde levensduur’
zijn.
Bij het opzetten van een recyclingsroute van composieten zijn zowel het inwinnen,
scheiden en herwinnen van belang als aparte stap in de keten. Deze 3 stappen
staan dan ook centraal in de scope van de monitoringssystematiek.
Daarnaast moet bij elk van de stappen rekening worden gehouden met import en
export. Zoals eerder gesteld is de Nederlandse keten sterk internationaal vervloch-
ten en kunnen overal in het systeem import- en export stromen de composiet-
stroom vermeerderen c.q. verminderen.
Hoewel de hoofdvraag van dit onderzoek het opzetten van een systeem betreft voor
het verzamelen van de post-use-stroom, is vanuit het perspectief van het opzetten
van een organisatie die die post-use stroom gaat verwerken een goede business
case van belang. Hierbij kan de post-industrial stroom ook van belang zijn. Bij deze
stroom kan het zowel om uitgeharde composieten gaan (snijafval gerede produc-
ten) als om niet-uitgeharde producten (pre-preg). De stroom van productief afval
is interessant, omdat deze makkelijk te beheersen aantallen bevat van een voor-
spelbare kwaliteit. Post-industrial waste is dan ook in de scope van dit onderzoek
opgenomen.
13
3.1 Aanleiding: composiettoepassingen nemen een vlucht
Vezelversterkte composieten worden voor een toenemend aantal toepassingen
gebruikt. Waar de inzet van composieten in de maritieme sector (o.a. plezierjach-
ten) al langere tijd gebruikelijk is, is het materiaal in onder andere de autoindustrie
en voor de bouw in opkomst. Met name de lichte, sterke constructie en de lange
levensduur van de vezelversterkte kunststoffen geven het materiaal een duurzaam
karakter. Echter, over de recycling van composieten is in het algemeen nog weinig
bekend en nog weinig voor geregeld.
Figuur 3: Overzicht van toepassingen van composieten. Daarnaast komen vezelversterkte compo-
sieten nog voor in silo’s, zwembaden en wordt composietmateriaal gebruikt in de elektriciteitssector
(kabelmantels, schakelkasten, isolatoren en printplaten).
In bovenstaande figuur is een overzicht weergegeven van verschillende toepassingen
in verschillende markten en welke delen hierin van composiet zijn gemaakt.
3. Situatieschets: de noodzaak van monitoring en recycling
Romp, vleugels en interieur
Buizen en vaten
Romp en interieur
Gevels, daken en interieur
Carroserie en interieur
Carroserie en interieur
Bladen en gondels
Rackets, fietsen, sticks en hengels
Luchtvaart
Olie en gas
Scheepsbouw
Bouw
Automotive
Bussen en treinen
Windmolens
Sport
14
In deze toepassingen is in de afgelopen jaren een aantal significante doorbraken te
melden:
z De luchtvaart is dusdanig ver dat composieten ook in de dragende delen mogen
worden toegepast. Waar vroeger slechts enkele kleppen en vloeistukken op het
vliegtuig van composietmateriaal werden gemaakt, zien we nu een doorbraak
op grotere schaal, bijvoorbeeld in de Boeing 777 en de Airbus 350 die een
volledig koolstof composiet constructie hebben. De luchtvaart kent bovendien
nog een belangrijke ontwikkeling: die van vezelversterkte thermoplasten, een
Nederlandse TU Delft/Fokker/ten Cate innovatie met veel perspectief.
z Gevelbouw van composiet in de gebouwde omgeving geeft een architect
veel vormvrijheid. Om deze reden worden steeds meer gebouwen van een
composietgevel voorzien, waarbij ook steeds meer de sterkte van composieten
wordt gebruikt..
z Bruggen: voor simpele bruggen worden steeds meer composieten gebruikt. Deze
zijn door hun stijfheid/gewicht verhouding zeer makkelijk te plaatsen.
z Met de introductie van de BMW-i, is composiet ook in personenauto’s
geïntroduceerd. Inmiddels is ook Alfa Romeo met een dergelijke constructie op
de markt gekomen.
De toepassing van composiet is dus in vele markten in opkomst. Er bestaat echter
nog onzekerheid over welke productstromen jaarlijks op de markt komen, en waar
deze stromen uiteindelijk terechtkomen. Deze onzekerheid is een belemmerende
factor in de introductie van een recyclingsmethodiek. Ook de grote verschillen in
levensduur van composieten maakt het ingewikkeld om uitspraken te doen over
welke stromen op welke momenten vrij komen voor recycling.
3.2 De levensduur van composieten is zeer lang
Vanwege bovengenoemde toepassingsvoordelen wordt composietmateriaal in
uiteenlopende sectoren gebruikt. De gemene deler in deze producten is dat het
materiaal een lange gebruiksfase kent. Onderstaande tabel toont een overzicht van
de meest voorkomende toepassingen van composietmateriaal en hun levensduur.
TOEPASSING GEMIDDELDE LEVENSDUUR
Luchtvaart 30 – 50 jaar
Scheepsbouw (jachten) 30 – 45 jaar
Transport (auto’s, treinen, etc.) 20 – 30 jaar
Silo’s > 50 jaar
Infrastructuur (bruggen, waterkeringen) 50 – 100 jaar
Bouw (gevels, dakgoten, etc) 50 – 100 jaar
Apparaten en- machinebouw (incl. windmolens) 20 – 30 jaar
Sport (rackets, hockeysticks, racefietsen) 1 – 10 jaar (hoge esthetische factor/trendgevoelig)
Tabel 3. Overzicht levensduur verschillend soorten composietapplicaties.
15
In principe is de technische levensduur bij de meeste toepassingen dominant boven
de economische levensduur en esthetische levensduur. Bij veel applicaties zien we
dan ook een levendige tweede markthandel. Voor de eerste gebruiker is de econo-
mische levensduur gehaald, het product is technisch nog in orde en gaat naar een
volgende eigenaar. Slechts bij Leisure/sport worden spullen afgedankt omdat er
mooiere, trendgevoelige producten op de markt verkrijgbaar zijn.
3.3 Aantallen in de markt zijn onzeker
Over de aantallen en verwachte groei van de Nederlandse composietenmarkt
bestaat tot op heden onzekerheid, met name vanwege de import- en exportstromen
van het materiaal. Hoewel de jaarlijkse productie redelijk goed wordt gemeten, is
het niet geheel duidelijk welk aandeel via export verdwijnt, via import binnenkomt
en wat de verblijftijd op de Nederlandse markt is. Hierdoor is de inschatting van de
uiteindelijke aantallen end-of-life materiaal complex.
Een aantal studies geeft een indicatie van de omvang van de markt van voor-
namelijk glasvezelversterkte kunststoffen en mogelijke ontwikkelingen hiervan.
Deze studies concentreren zich vaak op Europa of zelfs op de wereldmarkt, wat
de inschatting van exacte stromen in Nederland bemoeilijkt. Een rapport van de
AVK (de Duitse vereniging voor composieten) uit 2014 geeft een overzicht van de
Europese markt van glasvezelversterkte kunststoffen. Dit rapport laat zien dat deze
markt na de economische crisis weer een voorzichtige groei doormaakt. In 2014
werd de totale markt geschat op 1.04 miljoen ton productie, voornamelijk afkom-
stig van de transportsector. De productie in de Benelux wordt in dit onderzoek op
43 kiloton geschat, ongeveer 4% van de totale Europese markt.
Figuur 4. Productie van glasvezelversterkte kunststoffen in Europa vanaf 2004 en verdeling per
sector in 2014. Bron: AVK/Carbon Composites 2014.
Hetzelfde onderzoek van de AVK geeft aan voor koolstofversterkte kunststoffen
een wereldwijde groei in vraag te verwachten van maar liefst 102% tussen 2013
en 2020. Deze groei wordt voornamelijk veroorzaakt door een toenemend aantal
toepassingen in de luchtvaartindustrie en door ontwikkelingen op het gebied van
windturbines.
16
Het ‘MJA Composieten Recycling rapport’ (Kema, 2010) geeft aan dat destijds voor
2015 een hoeveelheid end-of-life afval werd verwacht van 300 kt in Europa. Dit
zou volgens hetzelfde rapport neerkomen op ongeveer 36-60 kt voor de Neder-
landse situatie alleen. Deze gegevens zijn echter gebaseerd op schattingen en niet
uitgesplitst in verschillende productstromen. Een goede monitoring van composie-
tenstromen in Nederland lijkt essentieel om passende end-of-life oplossingen in te
richten.
3.4 Geen goede end-of-life oplossing geeft problemen
Ondanks de lange levensduur van composieten is het noodzakelijk om na te
denken over de end-of-life van het materiaal. De directe aanleiding hiervoor is de
publiciteit rond het groeiende aantal verwaarloosde end-of-life boten, dat een ‘drij-
vende berg’ van glasvezelversterkte polyesters vormt.3 Bootjessloperij ‘Het Harpje’ in
Enkhuizen en de Nederlandse Jachtbouw Industrie (NJI) deden in samenwerking
met de HISWA en het Watersportverbond onderzoek naar deze ‘weesboten’ en
concludeerden dat het aantal end-of-life boten in 2025 kan oplopen tot 35.000.4
Voor deze boten, en andere producten die van de markt komen, is de inrichting van
een goede recyclingsmethodiek nodig om milieuproblemen te voorkomen.
Nieuwe next-life initiatieven zijn sporadisch en niet structureel
Idealiter bij een end-of-life situatie wil men op een zo hoog mogelijk stuklijstniveau
naar hergebruik kijken. Zijn er geen goede opties, dan gaat men pas naar materi-
aalhergebruik kijken. In de praktijk blijkt dat er nauwelijks goede opties zijn van
hergebruik van de totale componenten of producten. Soms worden oude zeilboten
als vijver gebruikt. Geen enkele optie heeft op dit moment echter serieus perspectief
van een volumestroom op termijn.
Nieuwe end-of-life initiatieven zijn gering en tot nu toe niet duurzaam
succesvol
In de afgelopen jaren zijn verschillende end-of-life initiatieven ontstaan, elk met een
andere methodiek. Een overzicht van deze oplossingen is weergegeven in figuur 6.
Figuur 6. Lijst met end-of-life oplossingen in een oplopende duurzaamheidswenselijkheid.
3 NOS (Juli 2013). "Oude bootjes zijn afvalprobleem". Beschikbaar via: http://nos.nl/artikel/526106-oude-bootjes-zijn-afvalprobleem.html
4 Waterreactie Advies BV (2014). Aantal ‘end-of-life’ boten in Nederland en potentiële afvalstromen. Inclusief actualisatie aantal pleziervaartuigen in Nederland 2005 – 2014. In samenwerking met Hiswa, NJI, Ministerie van Economische Zaken, Bootjessloperij ’t Harpje en Het Watersportverbond
Figuur 5. Sporadisch nextlife voorbeeld: speel-
tuin van windmolenbladen in Rotterdam.
Foto: gkbgroep.nl
17
Enkele voorbeelden van deze zogenaamde ‘recyclingsroutes’ zijn:
z Zajons/Compocycle route: Zajons vermaalde tot voor kort composietafval tot
grondstof voor cement. Naast het feit dat glasvezel een waardevolle grondstof
voor cement is, werd daarbij ook energie gewonnen door verbranding van de
hars. Dit Duitse initiatief is in 2014 gestrand vanwege het faillissement van het
moederbedrijf.
z CFK route: CFK Value Recycling is een vereniging met 100 leden op het
gebied van composietenontwikkeling. Deze vereniging heeft in samenwerking
met afvalverwerker Karl Meyer Gruppe een recyclingsfabriek neergezet die
(voornamelijk CFRP) composieten uit elkaar haalt en terugbrengt tot grondstof.
z Teijin route: Teijin verzamelt snijresten bij verwerkers (post-industrial waste) en
zelfs complete kogelvrijevesten (post-use) en recycleert de vezels tot pulp.
z Sintef route: De Noorse onderzoeksorganisatie SINTEF ontwikkelde een
chemisch proces waarmee glasvezel en polyester gescheiden kunnen worden.
Daardoor kan het composietmateriaal van onder andere plezierboten worden
hergebruikt.
z Ook in Nederland is een aantal initiatieven op gang gekomen om
composietmateriaal te recyclen. Onder andere Extreme Eco Solutions (EES) en
Fiber Care & Recycling houden zich bezig met het verpoederen van composieten
tot kleine formaten, waarmee het kan worden ingezet als additief voor ander
materiaal.
Bovenstaande initiatieven zijn tot op heden echter nog niet succesvol gebleken voor
het recyclen van grote hoeveelheden end-of-life materiaal op de langere termijn.
Samengevatte aanleiding voor deze opdracht
Momenteel is de recycling van composietmaterialen niet of nauwelijks ingericht,
onder andere door de (tot nu toe) geringe hoeveelheid afval, ontbrekende wet
& regelgeving op dit gebied en het beperkte aantal recyclingstechnologieën. Op
dit moment belandt het composietmateriaal dan ook in het milieu als zwerfvuil
(boten), op een stortplaats of in de verbrandingsoven.5 Ook de onzekerheid over
welke composietstromen, waar en in welke hoeveelheden op de markt en van de
markt komen, houden de opzet van een goede recyclemethodiek tegen.
Om deze redenen heeft het Ministerie van Infrastructuur en Milieu de opdracht
gegeven om een ontwerp op te zetten voor een monitoringssystematiek van
composieten.
5 Bron: projectinterviews
19
4.1 Definities: VAN, OP en IN de markt
Om een monitoringssystematiek op te zetten met dit bereik zijn we uitgegaan van
de opzet en ervaringen die Nedvang heeft opgedaan met andere materiaalstromen.
Nedvang is met name gericht op verpakkingen, maar de blauwdruk van hun werk-
wijze is tevens toepasbaar als uitgangspunt voor deze studie.
OP de markt wordt hier vervangen door IN de markt.
Een groot verschil tussen de metingen van Nedvang en onze vraagstelling betreft
het verschil in duur van de gebruiksfase. Verpakkingen kennen een relatief korte
levensduur ten opzichte van de levensduur van composietobjecten. Dit betekent
dat de voorspellende waarde van OP de markt metingen veel eerder werkelijkheid
wordt. Daarom introduceren we in dit onderzoek een derde definitie: IN de markt
meten.
DEFINITIES
OP de markt OP de markt houdt in dat producenten en importeurs hun product verkocht hebben aan de gebruiker, en dat het product gebruikt gaat worden (op de markt komen)
VAN de markt VAN de markt houdt in dat de gebruiker van dat moment het product definitief afdankt en dat het product dus in de end-of-life fase komt (van de markt halen)
IN de markt IN de markt betekent dat het product in de gebruiksfase is (in de markt zijn). Hiermee is de studie naar de boten van Hiswa/NJI een echte IN de markt meting, die voorspelt wat er binnen 5, 10 en 15 jaren VAN de markt gaat komen.
Tabel 4. Definities OP, VAN en IN de markt.
4. Voorgestelde monitoringsmethodiek
Nedvang is opgericht voor en door
producenten en importeurs van
verpakte producten. Zij zijn namelijk
verantwoordelijk voor preventie,
hergebruik en recycling van de
verpakkingen die ze op de markt
brengen. Het bestuur van Nedvang
bestaat uit vertegenwoordigers van
organisaties uit het verpakkende
bedrijfsleven en de zogeheten mate-
riaalorganisaties. Deze laatste groep
vertegenwoordigt bedrijven die
verpakkingsmaterialen maken. Ned-
vang is onder andere bekend van de
‘Plastic Heroes’ en ‘Glas in ’t bakkie’
campagnes. Ook Nedvang monitort
hout, glas, karton en kunststof stro-
men met zogenaamde OP en VAN
de markt metingen omdat herge-
bruik en recyclingsdoelstellingen zijn
afgesproken met de overheid.
20
Voor business cases is de combinatie met Post Industrial stromen van
belang
Een ander verschil is dat vanuit deze composiet informatie een business cases
gemaakt moet kunnen worden voor bedrijven die actief willen worden in deze
markt. Business cases zijn eerder positief als dit soort bedrijven zich ook richten op
het fabrieks-/productieafval (Post Industrial waste). Dit betekent bijvoorbeeld in
de praktijk afgesneden randen, afgekeurde producten, materiaal wat over datum is
geraakt, etc.
Dit voorstel voor composieten bevat een ontwerp voor een monitoringssystematiek
op drie niveaus:
z VAN de markt: hoeveel end-of life composietmateriaal komt jaarlijks
beschikbaar voor recycling?
z IN de markt: hoeveel composietmateriaal is momenteel in de markt aanwezig
zodat een voorspelling gedaan kan worden hoeveel er einde levensduur van de
markt komt?
z Post Industrial waste: extra meting van stromen uit productieafval.
Bij de VAN de markt metingen worden direct de stromen gemeten van materialen
die de end-of-life fase in gaan. Dit loopt via de afvalverwerkers die hun resultaten
doorgeven aan het landelijk afvalmeldpunt.
OP de markt metingen worden vooral gedaan om te voorspellen hoe de VAN de
markt stromen er in de toekomst uit gaan zien. Op de markt metingen worden
doorgaans door producenten/importeurs gemeten.
4.2 Voorgestelde opzet verder uitgewerkt
Wij stellen voor om vanaf 2016 composietstromen te monitoren via een jaarlijkse
cyclus, in oplopende betrouwbaarheid en volledigheid. Deze cyclus gaat uit van drie
stromen: VAN de markt, IN de markt en Post Industrial waste. Tijdens dit onder-
zoek is consensus ontstaan over het initieel vervangen van OP de markt metingen
door IN de markt studies, omdat de lange levensduur van composietproducten
ervoor zorgt dat OP de markt metingen pas over minimaal 20 jaar waardevol zijn.
IN de markt meten voorspelt de markt van end-of-life producten voor (circa) de
komende vijf jaar, waarbij de focus ligt op korte termijn end-of-life producten, en
dus relevanter is.
De voorgestelde opzet voor de jaarlijkse monitoring van bovengenoemde drie stro-
men is weergegeven in figuur 7.
21
Figuur 7. Opzet jaarlijkse monitoring.
Een gedetailleerde beschrijving van de voorgestelde monitoringsystematiek van deze
stromen volgt in de volgende drie subparagrafen.
4.2.1 VAN de markt
Wanneer een product van de markt komt, verschuift het van de gebruiksfase naar
de end-of-life fase. Om te zorgen dat het product in de end-of-life fase gerecycled
kan worden, zijn drie stappen van belang: inwinnen, scheiden en herwinnen.
Momenteel is voor composieten het inwinnen om meerdere redenen een probleem:
het herkennen van composietmateriaal is ingewikkeld, er is geen aparte meldings-
plicht voor de registratie van composietmateriaal en er is geen private business
cases die het recyclen van composieten interessant maakt.
Figuur 8. Overzicht van de composiet keten en VAN de markt.
22
Voor de meeste afvalstromen zijn afvalverwerkers verplicht om het type materiaal dat
zij inwinnen te registreren via het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen (LMA). Het LMA
registreert maandelijks alle meldingen van binnenlandse transporten van gevaarlijk
afval, bedrijfsafval en scheepsafval en stelt deze gegevens beschikbaar aan overheden.
Bij de melding van afval moet door de afvalverwerker altijd een Euralcode worden
opgegeven: een zes-cijferige code uit de Regeling Europese Afvalstoffenlijst die aan-
geeft hoe gevaarlijk het afval is. De Europese afvalstoffenlijst (EURAL) bevat circa 800
verschillende afvalstoffen, deels gerangschikt naar herkomst, namelijk de bedrijfstak
of bedrijfsactiviteit waarbij de afvalstof vrijkomt of naar soort van afvalstof.
Voor het afval van composietstromen zijn nog geen Euralcodes beschikbaar die
volledig passen binnen de definitie van composietmateriaal. Het afval van compo-
sieten wordt dan ook niet op deze manier geregistreerd. Wel bestaan er codes die
hieraan gerelateerd zijn. Een van deze codes wordt momenteel ook al door sommige
partijen gebruikt voor de registratie van composieten:200139:
z kunststoffen
Om een op langere termijn zo betrouwbaar mogelijk monitoringsysteem op te
zetten, stellen wij voor om voor de volgende Europese Afvalstoffenlijst een nieuwe
code aan te vragen die de verzameling van composietstromen registreert. De
aanvraag van een nieuwe Euralcode ligt bij de Europese Commissie en hangt onder
andere af van de wens andere lidstaten om nieuwe codes aan het bestaande systeem
toe te voegen. Nederland kan hierin alvast onderzoeken wat de mogelijkheden zijn
en in hoeverre deze wens ook speelt bij andere lidstaten.
In een later stadium kan gekeken worden naar eventueel onderscheid in Euralco-
des tussen de verschillende stromen composietmateriaal. Dit wordt voornamelijk
relevant wanneer ook de verwerkingstechnieken duidelijk onderscheidend zijn. Dit
onderscheid kan een volgende indeling hebben, of mogelijk nog gedetailleerder:
z Glasvezelversterkte kunststoffen
z Koolstofvezel- en aramideversterkte kunststoffen
z Andere vezelversterkte kunststoffen
Omdat de aanvraag van nieuwe Euralcodes echter een langdurig proces is dat kan
oplopen tot enkele jaren (gemiddeld 3-6 jaar) stellen wij voor om gelijktijdig te
beginnen met de registratie van composietmateriaal door alle meldingsplichtige
inrichtingen via de bestaande code voor kunststoffen: 200139. Dit is een veelge-
bruikte code voor alle (harde) kunststoffen en daarmee bekend bij alle verwerkers.
De rapportage hiervan vindt parallel aan andere afvalstromen maandelijks plaats
via het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen. De opgegeven tonnages kunnen vervol-
gens op jaarlijkse basis worden gerapporteerd.
Omdat de genoemde code voor alle kunststoffen wordt gebruikt, is het noodzakelijk
om frequente steekproeven uit te voeren van de opgegeven stromen. Door middel
van een schouw kan een indicatie worden gegeven van het percentage composiet-
materiaal dat zich in de kunststoffenstroom bevindt. Bij herhaalde metingen geeft
dit (gemiddelde) percentage een eerste indicatie van de hoeveelheid composietma-
teriaal dat jaarlijks VAN de markt komt.
23
Parallel hieraan kan worden gestart met het verzorgen van trainingen voor verwer-
kers, zodat men in toenemende mate inzicht krijgt in het herkennen van compo-
sieten. Voornamelijk in een later stadium, wanneer nieuwe Euralcodes beschikbaar
worden gesteld, is dit van groot belang.
Samengevat is ons advies om gebruik te maken van de Euralcode 200139 (omdat
veel composieten al in deze stroom terechtkomen), de wijze van melden via LMA te
rapporteren en de volgende zaken hierop in te richten:
z Overzicht maken van de verwerkers die composietmateriaal ontvangen,
om te kunnen zorgen voor de opvolging van de Euralcode en bijbehorende
steekproeven.
z Steeksproefgewijs doen van samenstellingsonderzoeken zodat een gemiddelde
composietstroom samenstelling vastgesteld kan worden als rekenfactor.
Nedvang heeft hier ervaring mee.
z Instructie (video’s) maken en opleidingen verzorgen voor meldpunten ten
behoeve van composietherkenning zodat een betere inname kan plaatsvinden.
De VKCN kan hier een uitstekende bijdrage in leveren.
z Maandelijkse meldingen ontsluitbaar maken voor jaarlijkse meting.
4.2.2 IN de markt
Wanneer een product in gebruik is, is het product IN de markt aanwezig. Door
gerichte studies en enquêtes in bepaalde marktcombinaties is een voorspelling te
maken hoeveel van deze producten de komende jaren echt hun einde levensduur
gaan bereiken.
In dezelfde afbeelding van de keten hebben we het dan over dit gebied:
Figuur 9. Overzicht van de composiet keten IN de markt.
Uitgangspunt is hierbij eenzelfde wijze van werken zoals de Hiswa/ NJI studie waar-
bij door middel van het uitzetten van een vragenlijst bij de achterban, in combina-
tie met een expertteam een prognose is gemaakt voor 5, 10 en 15 jaren vooruit.
24
Figuur 10. Voorbeeld resultaten van de IN de markt studie met betrekking tot boten, bootjes en
surfplanken
De studie naar pleziervaart dekt voor de komende jaren dus één belangrijke PMC
af. Er zijn echter nog meer PMC’s waar composieten toegepast worden. Om een
selectie te maken van de belangrijkste is hierbij een overzicht gegeven van alle
PMC’s. Door middel van het aandeel composiet in de producten en de verwachting
dat producten nog in Nederland zijn bij einde levensduur, kan dus een selectie
gemaakt worden in de mate van prioriteit van de verschillende PMC’s onderling.
Deze prioritering staat weergegeven in tabel 5.
Een voorbeeld van de gebruikte methodiek hierbij geldt als volgt: Het aandeel com-
posiet in auto’s is momenteel klein (S), maar neemt sterk toe, er worden heel wat
auto’s in Nederland op de markt gezet (voornamelijk door importeurs). Echter, veel
auto’s verdwijnen na hun eerste en/of tweede gebruiker over onze landsgrenzen
en komen daarmee niet vrij voor recycling binnen onze landsgrenzen. De VAN de
markt stroom groeit daardoor minder hard dan de OP de markt stroom.
PMC
INGESCHATTE STROOMOP DE MARKT NL KOMT DOOR IMPORT EN PRODUCTIE
INGESCHATTE STROOM VAN DE MARKT DIE NL BLIJFT PRIORITERING
Automotive personen auto’sGlaspolyester, Koolstofepoxies S, maar sterk groeiend S, maar groeiend
Automotive bussen/trucksGlaspolyester XL, stabiel XL, stabiel 2
WindmolensGlaspolyester M, maar groeiend S, maar groeiend 3
BotenGlaspolyester XL, maar afnemend XL en toenemend Gereed
AerospaceKoolstof/Aramide epoxiesKoolstof thermoplasten
S, veel export S, stabiel
Silo’s /tanks/pijpleidingenGlaspolyester M, ook export M, stabiel 4
Leisure (fietsen, rackets etc)Koolstof epoxies S, licht toenemend S, licht toenemend
Bouw (gevels, zwembaden, dakgoten, golfpla-ten, etc.) XL, maar toenemend L, toenemend 1
Uit het onderzoek van de Hiswa en NJI blijkt dat er in Nederland:
• 197.500 boten in het water liggen, waarvan 154.000 in jachthavens.
• 100.000 boten, bootjes, surfplanken en kano’s die niet meer worden gebruikt in
tuinen, garages, schuren en loodsen liggen.
• De totale Nederlandse reactievloot 900.000 ton weegt, waarvan 286.000 ton
polyester.
• Het aantal te recyclen boten toeneemt met 2,5% in de komende 5 jaar en
7,5% tussen 2025 en 2030. Dit komt neer op 12.500 boten in de komende vijf
jaar en loopt op tot 35.000 boten tussen 2025 en 2030.
Tabel 5. Volgorde van belang van meten van verschillende PMC’s (inschatting stuurgroep van dit
project).
25
Ons advies is gebruik te maken van het (hoogwaardige) netwerk van Nederlandse
brancheorganisaties, actief in de geselecteerde PMC’s, en de volgende zaken hierop
in te richten:
z Opzetten van een projectteam dat de voorbereiding, uitvoeringen en analyses
doet van enquêtes en onderzoek.
z Uitvoeren van vier studies, in volgorde zoals beschreven in tabel 5 met behulp
van bijbehorende branchverenigingen: bouw (Bouwend Nederland, NVTB),
automotive trucks & bussen (RAI, Holland Automotive), windmolens (NWEA)
en silo’s/vaten.
z Ontsluitbaar maken van onderzoeken voor jaarlijkse metingen.
z Vergelijken van de jaarlijkse marktgegevens met voorspelling om een vervolg
onderzoek beter te maken.
4.2.3 Post Industrial stroom
In dezelfde afbeelding van de keten hebben we het dan over het omcirkelde gebied
in figuur 13. Het betreft hier de verwerkers van composieten met verschillende
soorten bewerkingstechnologieën in huis (zie ook tabel 2).
Figuur 11. Overzicht keten Post Industrial.
Deze bedrijven zijn goed in staat middels hun grondstoffen- en afvaladministratie
een jaarlijkse opgave te doen van de Post Industrial stroom.
Ons advies is gebruik te maken van het netwerk van de VKCN/NRK, actief in deze
wereld, en de volgende zaken hierop in te richten:
z Opzetten van een projectteam dat de voorbereiding, uitvoering en analyse
doet van enquêtes en onderzoek (kan onderdeel uitmaken van de jaarlijkse
inventarisatie onder leden van de VKCN).
z Ontsluitbaar maken van onderzoeken voor jaarlijkse metingen.
27
5. Wijze van uitvoering
5.1 Voorgestelde totale werkwijze monitoring
Figuur 12. overzicht van werkwijze monitoring.
De sommatie van bovengenoemde drie stromen levert het volgende voorstel aan
activiteiten op:
1. VAN de markt metingen: Aansluiten bij LMA systematiek met maandelijkse
Euralcode metingen en opstarten van aanvraagprocedure voor nieuwe
Euralcodes. Naarmate er meer zicht komt op de samenstellingen van de
stromen kan de meting verfijnd worden.
2. Post Industrial metingen: Opzetten van systematiek via NRK/VKCN achterban
met jaarlijkse meting.
3. IN de markt studies: Studies met een voorspellende waarde die minstens 5
jaar geldig moeten zijn. Door het uitvoeren van deze studies en het eventueel
bestuderen van VAN de markt informatie kan er meer duidelijk worden over
end-of-life aantallen.
4. Het jaarlijks sommeren van deze gegevens, het opzetten van een professionele
database en het publiceren van de jaarlijkse resultaten hiervan.
28
Voorwaardelijk zijn hierbij:
z Het hebben van een webbased applicatie om gegevens te verzamelen (IN de
markt & Post Industrial stromen)
z Absolute geheimhouding ten aanzien van bedrijfsspecifieke gegevens.
5.2 Voorgestelde fasering
Figuur 13. voorgestelde fasering.
Wij stellen voor om alle drie de verschillende stromen tegelijkertijd op te starten,
maar om een fasering aan te brengen bij IN de markt studies. Voor een periode van
drie jaar stellen we voor om eerst te leren van de eerste studies in 2016 en daarna
de andere studies in te zetten.
Dit betekent dat elk jaar een rapport uitkomt over de ontwikkeling van de compo-
sietstromen in Nederland met een database die steeds meer inzichten kan verschaf-
fen over de stromen.
Ons voorstel is in deze periode de scope stabiel te houden, tenzij biobased com-
posieten een grotere vlucht neemt dan nu lijkt te gebeuren. Blijven de stromen
volgens huidig niveau dan is ons voorstel om dit in 2018 te laten voor wat het is.
29
5.3 Begroting kosten periode 2016-2018
In onderstaande tabel zijn op basis van een aantal uitgangspunten deelbegrotingen
gemaakt voor bovenstaand voorstel.
ACTIVITEITEN DEELTAKEN INZET PERIODE 2016-2018 INZET PERIODE2016-2018
IN de markt studie per PMC • Betrekken brancheorganisatie• Samenstellen projectteam• PR campagne in de PMC• Opzetten vragenlijst/enquête• Analyse
Per PMC (totaal vier studies in drie jaar):400 manuur + 50k
€ 328k
Regulier meten Post Industrial waste
• Uitzetten vragenlijst/enquête• Najagen metingen• Checken metingen• Expertpanel extrapolaties
2 uur per meetpunt/jaarCirca 50 meetpunten (constant aantal)
€ 24k
Opstarten meldingsplichtigenVAN de markt
• Verzamelen NAW gegevens• Samenstellen projectteam• Overleg LAM• Systeem aanpassen• PR organiseren
400 manuur + 50k € 82k
Regulier meten VAN de markt • Najagen metingen• Checken metingen• Houden van steekproeven
(€ 50k/jaar)• Verzorgen van opleidingen
12 uur per meetpunt/jaar30 meetpunten (constant aantal)+ steekproeven á € 50k/jaar+ opleidingen á € 25k/jaar
€ 311,4k
Regulier samenstellen VAN, IN & PI
• Metingen anonimiseren• Analyses+ conclusies• Opleveren 3 jaarrapporten• Publiek maken
200 uur/jaar +15k/jaar
€ 93k
Totaal begroot Uurtarief = €80 € 838,4k= € 279,4/jaar
Tabel 6. Begroting wijze van werken in perioden 2016-2018.
Vanuit de stuurgroep is consensus ontstaan om met een tarief van 80 Euro/uur te
rekenen. Het idee is om de jaarlijkse samenstelling, analyse en rapportage door één
partij gedurende deze jaren te laten uitvoeren, zodat hier een effect van ervaringsle-
ren maximaal benut kan worden.
Tabel 6 geeft een geschatte begroting van de kosten over de periode 2016-2018 drie
jaren) van circa € 840k in totaal. Omgerekend naar een bedrag per jaar hebben we
het dan over een begrote kostenpost van € 280k/jaar.
31
6. Conclusies en aanbevelingen
6.1 Conclusies
z Er is consensus over het feit dat de levensduur van composieten ‘an sich’ zeer
lang is en composieten dus een duurzaam karakter hebben, maar dat er ooit
sprake is van een einde levensduur van een object.
z Er is consensus over het feit dat bij einde levensduur op dit moment geen
duurzame oplossing voorhanden is.
z Er is consensus over het feit dat er nauwelijks data is om de grootte van deze
stromen inzichtelijk te maken.
z Er is consensus over de nut en noodzaak van het hebben van data over de
composietstromen in Nederland, om data te genereren voor bewustzijn en
mogelijke business cases (privaat en publiek) mogelijk te maken om dit
genoemde probleem op te lossen.
z Er is consensus over het feit dat de wijze van werken van Nedvang niet 1-op-1
te kopiëren is en dat in dit geval IN de markt studies, eerder goede data
opleveren.
z Er is consensus over het feit dat ook Post Industrial informatie van belang is om
met name business cases te kunnen maken.
z Er is consensus over de scope van de te meten composietenstromen, de periode
van drie jaar om nut en noodzaak te bewijzen en de voorwaardelijke zaken zoals
webbased werken en informatiegeheimhouding op bedrijfsniveau.
32
6.2 Aanbevelingen
z We zien voor het welslagen van een goede monitoring dat het van belang is een
draagvlak te organiseren onder verschillende partijen. Het is zinvol om deze
verschillende partijen (NRK/VKCN, LMA, en verschillende brancheorganisaties
per PMC) bijeen te brengen en een ‘Green deal’ met hen te sluiten.
z In dat Green Deal proces raden wij ook aan om te kijken of onze voorgestelde
PMC’s en PMC-volgorde de juiste is. Wellicht kunnen kleinere PMC’s
enthousiast zijn om mee te werken, wat de volgorde licht verandert. In de eerste
fase kan dit van belang zijn.
z Tot die tijd bevelen wij aan om een klein team in werking te stellen
(voortzetting stuurgroep), dat zich buigt over voorbereidende werkzaamheden,
zoals de ontwikkeling van webbased applicaties, de uitvraag van een driejarige
monitoringspartij en de totale financiering van dit initiatief.
33
Bijlagen
Opzet van de opdracht en betrokkenen
De opzet van werkwijze van deze opdracht bestond uit twee fasen:
Fase 1: Interviews
Voor de uitvoering van dit onderzoek is gebruik gemaakt van bestaand onderzoeks-
materiaal en een aantal interviews met experts in alle fasen van de composietketen.
In totaal zijn acht experts in de keten individueel geraadpleegd.
Fase 2: Validatiesessie
De voorgestelde methode is vervolgens gevalideerd in een werksessie, georganiseerd
voor een doorsnede van experts in de keten van composietmateriaal. Een lijst van
aanwezigen is toegevoegd als bijlage. De resultaten van deze werksessie zijn in deze
rapportage verwerkt.
Fase 3: Eindrapportage
U vindt de uitkomst van deze fase voor u in de vorm van dit adviesrapport.
Voor de totstandkoming van dit onderzoek is onderstaande projectorganisatie
samengesteld.
Stuurgroep:
z Dhr. M. de Roos, Ministerie van IenM;
z Dhr. B. Drogt, BiinC / CompositeNL;
z Dhr. E. Schutjes, NRK;
z Dhr. E. de Ruijter, NRK;
z Dhr. J. van den Heuvel, Hiswa;
z Dhr. G. Wyfker, Metaalunie;
z Dhr. G. Klok, Nederlandse Jacthbouw Industrie;
z Dhr. K.van der Sterren, Rijkswaterstaat.
Projectteam:
z Joost Krebbekx, Berenschot
z Niki Lintmeijer, Berenschot
34
Aanwezigen validatiesessie (22-09-2015)
NAAM
Murk de Roos
Erik de Ruijter
Eric Schutjes
Gerwin Klok
Klaas van der Sterren
Ben Drogt
Jeroen van den Heuvel
Oene Wassenaar
Bram van der Pijll
Pieter Kuiper
Jack Smit
Marthien van Eersel
Paul Gramsma
Bert Jan van der Woude
Joost Krebbekx
Niki Lintmeijer
ORGANISATIE
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
NRK
NRK
Metaalunie
Rijkswaterstaat
Biinc / CompositeNL
Hiswa
Polem
Bootjessloperij ‘t Harpje
ARN
Flexipol
Van Gansewinkel
EES
Fibre care & Recycling
Berenschot
Berenschot
Geïnterviewde personen
NAAM
Leen Schaap
Bram van der Pijll
Dick Zwaveling
Marthien van Eersel
Heidi Beers
Erik van der Hout
Martine van der Ent
ORGANISATIE
Schaap Composites
Bootjessloperij 't Harpje
Nedvang
Van Gansewinkel
Teijin Aramid
Accel
DSM Resins
Literatuurlijst
z AVK & Carbon Composites (2014). Composites Market Report 2014. Market
developments, trends, challenges and opportunities.
z Kema (2010). MJA Composieten Recycling. In opdracht van Agentschap NL en
NRK.
z Ministerie van VROM (2001). Europese Afvalstoffenlijst (Eural). Handreiking
Eural.
z NOS (Juli 2013). "Oude bootjes zijn afvalprobleem". Beschikbaar via: http://
nos.nl/artikel/526106-oude-bootjes-zijn-afvalprobleem.html
z Waterreactie Advies BV (2014). Aantal ‘end-of-life’ boten in Nederland en
potentiёle afvalstromen. Inclusief actualisatie aantal pleziervaartuigen in Nederland
2005 – 2014. In samenwerking met Hiswa, NJI, Ministerie van Economische
Zaken, Bootjessloperij ’t Harpje en Het Watersportverbond
Vormgeving: Berenschot, Harrie Wilkens
Berenschot Groep B.V.Europalaan 40, 3526 KS UtrechtPostbus 8039, 3503 RA UtrechtT 030 2 916 916E [email protected]
Berenschot is een onafhankelijk organisatieadviesbureau met
350 medewerkers wereldwijd. Al ruim 75 jaar verrassen wij onze
opdrachtgevers in de publieke en private sector met slimme en
nieuwe inzichten. We verwerven ze en maken ze toepasbaar.
Dit door innovatie te koppelen aan creativiteit. Steeds opnieuw.
Klanten kiezen voor Berenschot omdat onze adviezen hen op een
voorsprong zetten.
Ons bureau zit vol inspirerende en eigenwijze individuen die
allen dezelfde passie delen: organiseren. Ingewikkelde vraag-
stukken omzetten in werkbare constructies. Door ons brede
werkterrein en onze brede expertise kunnen opdrachtgevers ons
inschakelen voor uiteenlopende opdrachten. En zijn we in staat
om met multidisciplinaire teams alle aspecten van een vraagstuk
aan te pakken.
Berenschot is aangesloten bij de E-I Consulting Group, een
Europees samenwerkingsverband van toonaangevende bureaus.
Daarnaast is Berenschot lid van de Raad voor Organisatie-
Adviesbureaus (ROA) en hanteert de ROA-gedragscode.