Jaarverslag 2012
Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Informatie-, Communicatie- en Kantoortechnologiebranche
Jaarverslag 2012
Dit jaarverslag is een uitgave van
Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Informatie-,
Communicatie- en Kantoortechnologiebranche
Administrateur
Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V.
Postbus 3183, 3502 GD, Utrecht
telefoon:030 245 30 01
Datum
11 juni 2013
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 2 | 96
Voorwoord
Voor u ligt het jaarverslag van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Informatie- Communicatie- en
Kantoortechnologiebranche (Bedrijfstakpensioenfonds ICK) over het jaar 2012.
Met dit jaarverslag willen we u informeren over de ontwikkelingen binnen het pensioenfonds en de ontwikkelingen die van buitenaf
invloed uitoefenen op het fonds. Ook geeft het jaarverslag u inzicht in de financiële situatie van het fonds.
De financiële positie van het pensioenfonds is eind 2012 beter dan eind 2011. De dekkingsgraad is gestegen van 111,3% ultimo
2011 naar 115,7% ultimo boekjaar. De dekkingsgraad heeft in 2012 een grillig verloop laten zien en is in juni zelfs onder de
minimaal vereiste dekkingsgraad (105%) terecht gekomen. Door de verbeterde marktomstandigheden is de dekkingsgraad in
augustus weer boven de minimaal vereiste dekkingsgraad uitgekomen, waardoor indienen van een korte termijnherstelplan niet
nodig was. Het lange termijnherstelplan blijft echter nog wel van kracht. De dekkingsgraad bevindt zich ultimo 2012 met 115,7%
net boven de vereiste dekkingsgraad van 115,4%. De vereiste dekkingsgraad is ten opzichte van vorig jaar gedaald. Deze daling
is met name gekomen door de verhoogde afdekking van de rente in 2012.
Begin 2013 heeft een evaluatie van het herstelplan plaatsgevonden. Op basis van deze evaluatie heeft het fonds geen
aanvullende maatregelen hoeven te nemen. Het bestuur blijft uiteraard de risico’s en de dekkingsgraad kritisch volgen.
Verantwoording en transparantie zijn sleutelbegrippen bij het opstellen van en inhoud geven aan het jaarverslag. Wij verwachten
dat de informatie in dit jaarverslag u een goed beeld geeft van het fonds.
Het bestuur heeft in haar vergadering van 11 juni 2013 het jaarverslag en de daarbij behorende staten voor De Nederlandsche
Bank vastgesteld.
Tot slot bedanken wij iedereen die in het verslagjaar heeft bijgedragen aan het goed functioneren van het fonds.
Met vriendelijke groet,
namens het bestuur,
De heer J.P. Keukelaar De heer S. Dijkstra
Voorzitter Secretaris
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 3 | 96
Inhoud
1 Het fonds 5 1.1 Inleiding 5 1.2 Over het fonds 5 1.3 Het bestuur 7 1.4 Dagelijks Bestuur 8 1.5 Bestuurlijke commissies 8 1.6 De deelnemersraad 9 1.7 Het verantwoordingsorgaan 9 1.8 De visitatiecommissie 10 1.9 Klachten- en geschillencommissie 10 1.10 Uitbesteding 10
2 Ontwikkelingen 12 2.1 Bestuursbesluiten 12 2.2 Wet- en regelgeving 15 2.3 Goed pensioenfondsbestuur 16 2.4 Communicatie 18 2.5 Lange termijnherstelplan 20 2.6 Beschikbare premieregeling 20 2.7 Vooruitzichten 21
3 Financieel beleid 22 3.1 Inleiding 22 3.2 Premiebeleid 22 3.3 Toeslagbeleid 23
3.4 Kosten uitvoering pensioenregeling 24 3.5 Beleggingen 26 3.6 Risicoparagraaf 32
4 Uitvoering van de pensioenregeling 36 4.1 Inleiding 36 4.2 De pensioenregeling 36 4.3 Wijzigingen statuten en reglementen 38
5 Deelnemersraad 40 5.1 Bevindingen ten aanzien van het Jaarverslag en de jaarrekening 2012 41
6 Verantwoordingsorgaan 42 6.1 Oordeel 2012 42 6.2 Reactie bestuur 44
7 Visitatiecommissie 45 7.1 Verslag van de visitatiecommissie 45 7.2 Reactie bestuur 45
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 4 | 96
8 Jaarrekening 46 8.1 Balans per 31 december 47 8.2 Staat van baten en lasten 48 8.3 Kasstroomoverzicht 50 8.4 Algemene toelichting 51 8.5 Toelichting op de Balans 57 8.6 Toelichting op de staat van baten en lasten 78
9 Overige gegevens 85 9.1 Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten 85 9.2 Gebeurtenissen na balansdatum 85 9.3 Actuariële verklaring 86 9.4 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 88
Bijlagen
Bijlage 1 Samenstelling bestuurlijke commissies
Bijlage 2 Meerjarenoverzicht
Bijlage 3 Begrippenlijst
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 5 | 96
1 Het fonds
1.1 Inleiding
Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Informatie-, Communicatie- en Kantoortechnologiebranche (verder:
Bedrijfstakpensioenfonds ICK) heeft verschillende organen, zoals het bestuur, de deelnemersraad en het verantwoordingsorgaan.
Daarnaast is een aantal externe partijen intensief bij het fonds betrokken. In dit hoofdstuk stelt het fonds de bestuursorganen en
externe partijen voor. Allereerst volgen de doelstelling en een aantal algemene gegevens van het fonds.
1.2 Over het fonds
1.2.1 Naam en vestigingsplaats
Bedrijfstakpensioenfonds ICK is opgericht per 1 januari 2004 en statutair gevestigd in Woerden. Het fonds is ingeschreven bij de
Kamer van Koophandel in Woerden onder nummer 41215754. De laatste statutenwijziging vond plaats op 5 februari 2013. Het
fonds is aangesloten bij de Vereniging voor Bedrijfstakpensioenfondsen (VB).
Het fonds is op vrijwillige basis met binding via de ICK-CAO opgericht door Werkgeversvereniging ICT en de vakorganisaties FNV
Bondgenoten, CNV Dienstenbond en De Unie. Met het invoeren van de pensioenregeling is een einde gekomen aan de Flexivut-
regeling.
1.2.2 Doelstelling
Doelstelling van het fonds is het verstrekken van pensioenen aan deelnemers, gewezen deelnemers en hun nabestaanden met
inachtneming van de statuten en reglementen. Zowel de werkgevers als de werknemers dragen bij aan de premiebetaling van de
pensioenregeling. De premies worden onder zo gunstig mogelijke voorwaarden belegd en beheerd. Het fonds belegt in zaken als
vastrentende waarden, aandelen en onroerend goed. Vanuit de beleggingen doet het fonds uitkeringen bij ouderdom, overlijden
en arbeidsongeschiktheid.
1.2.3 Samenwerkende organisaties
De volgende organisaties benoemen leden in het bestuur en/of de deelnemersraad:
1. Werkgeversvereniging ICT
Postbus 401
3440 AK Woerden
telefoonnummer: 0348 49 36 37
www.wgvict.nl
2. FNV Bondgenoten
Postbus 9208
3506 GE Utrecht
telefoonnummer: 0900 9690
www.fnvbondgenoten.nl
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 6 | 96
3. CNV Dienstenbond
Postbus 3135
2130 KC Hoofddorp
telefoonnummer: 023 565 1052
www.cnvdienstenbond.nl
4. De Unie
Postbus 400
4100 AK Culemborg
telefoonnummer: 0345 851 851
www.unie.nl
1.2.4 Externe partijen
Het fonds werkt samen met de volgende externe partijen.
Uitvoeringsorganisatie
Pensioenbeheer
Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V.
Postbus 3183
3502 GD Utrecht
Telefoonnummer: 030 245 39 99
Vermogensbeheer
ING Investment Management B.V.
De heer J. Streefland CFA
Postbus 90470
2509 LL Den Haag
Telefoonnummer: 070 378 1781
Syntrus Achmea Real Estate & Finance
De heer drs J.N. Wijstma
Postbus 59347
1040 KH Amsterdam
Telefoonnummer: 020 606 5600
Vanguard Asset Management Ltd
De heer C. Bezuijen
World Trade Center Amsterdam – Tower D, Level 2
Strawinskylaan 261
1077 XX Amsterdam
Telefoonnummer: 020 575 2580
Adviserend actuaris
Mercer Nederland B.V.
De heer A.J. de Jong A.A.G.
Postbus 2271
1180 EG Amstelveen
Telefoonnummer: 020 431 3700
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 7 | 96
Adviseur vermogensbeheer
Sprenkels & Verschuren
De heer ir R. van Asselt
Haaksbergweg 13
1101 BP Amsterdam
Telefoonnummer: 020 564 31 10
Certificerend actuaris
Mercer Nederland B.V.
Mevrouw A.M.J.H. van der Heijden A.A.G.
Postbus 2271
1180 EG Amstelveen
Telefoonnummer: 020 431 3700
Externe accountant
Mazars Paardekooper Hoffman Accountants N.V.
De heer C.A. Harteveld R.A.
Postbus 23123
3001 KC Rotterdam
Telefoonnummer: 088 277 15 00
Compliance officer
De heer J.A. Kroesen is compliance officer van het fonds.
De toetsing van de naleving van de gedragscode door het bestuur wordt jaarlijks uitgevoerd door Cijf’rs
De heer J. de Graaf R.A.
Oude Polderweg 231
2493 BV Den Haag
Telefoonnummer: 06 27 28 04 15
1.3 Het bestuur
Het bestuur is op 31 december 2012 als volgt samengesteld:
Leden werkgevers Benoemd tot Organisatie
De heer J.P. Keukelaar 31 december 2016 Voorzitter Werkgeversvereniging ICT
De heer J.A. Kroesen 31 december 2015 Plaatsvervangend voorzitter Werkgeversvereniging ICT
De heer J. Lindelauf 31 december 2013 Werkgeversvereniging ICT
Leden werknemers Benoemd tot Organisatie
De heer S. Dijkstra 31 december 2016 Secretaris FNV Bondgenoten
De heer A. Towhidi 31 december 2015 CNV Dienstenbond
De heer M. Raaijmakers 31 december 2013 Plaatsvervangend secretaris De Unie
In 2012 was de heer Keukelaar voorzitter van het fonds. De heer Dijkstra was het hele verslagjaar secretaris. De samenstelling
van het bestuur is in 2013 niet gewijzigd.
Het bestuur kwam in 2012 11 keer bijeen voor een bestuursvergadering. De vergaderingen vonden plaats op 31 januari, 3 april,
24 april, 12 juni, 7 augustus, 3 september, 18 september, 22 oktober, 20 november, 5 december en 18 december 2012.
Daarnaast is bestuur op 7 februari en 20 maart bijeen gekomen voor een workshop in het kader van deskundigheid en
zelfevaluatie.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 8 | 96
Verder is het gehele bestuur uitgenodigd voor de vergaderingen van de beleggingscommissie gezien het belang van de
onderwerpen die in het verslagjaar in de beleggingscommissie aan bod kwamen.
1.4 Dagelijks Bestuur
Het dagelijks bestuur van het fonds bestaat uit de voorzitter van het bestuur, de heer J.P. Keukelaar, en de secretaris, de heer
S. Dijkstra. Het dagelijks bestuur heeft in 2012 zes maal vergaderd. De vergaderingen vonden plaats op 10 januari, 6 maart,
1 mei, 26 juni, 2 oktober en 27 november 2012.
Het dagelijks bestuur is het aanspreekpunt voor de pensioenuitvoerder voor de dagelijkse zaken. Alle operationele besluiten
worden voorgelegd aan het bestuur, tenzij het dagelijks bestuur een mandaat heeft gekregen van het bestuur. Het dagelijks
bestuur heeft uitsluitend bevoegdheden conform de statuten en reglementen van het fonds, in overeenstemming met wat is
vastgelegd in de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN).
1.5 Bestuurlijke commissies
In verband met toenemende complexiteit en de vele taken van het bestuur, heeft het fonds een aantal bestuurlijke commissies
ingesteld. Deze commissies doen voorbereidend werk in kwesties waarover het bestuur een besluit moet nemen. Zij kunnen in de
voorbereidingsfase dieper ingaan op de achtergronden en consequenties van te nemen beleidsbeslissingen. Tevens kan voor
verdere uitvoering van besluiten een specifiek mandaat aan de commissies worden verleend. De leden van de bestuurlijke
commissies kunnen zich laten bijstaan door externe deskundigen.
In 2012 waren de volgende bestuurlijke commissies werkzaam:
Beleggingscommissie
De beleggingscommissie stelt jaarlijks het beleggingsplan van het fonds op en houdt toezicht op de uitvoering ervan. In het
verslagjaar werd de beleggingscommissie bijgestaan door de heer R. van Asselt, beleggingsadviseur van Sprenkels &
Verschuren. De vergaderingen van de beleggingscommissie vonden plaats op 8 februari, 14 februari, 27 februari,
15 mei, 28 augustus en 13 november.
Jaarwerkcommissie
De jaarwerkcommissie heeft een voorbereidende rol bij het tot stand komen van het jaarverslag en het actuarieel rapport. Voor de
vergaderingen van de jaarwerkcommissie worden eveneens de adviserend actuaris, certificerend actuaris, accountant en
vermogensbeheerder uitgenodigd. De jaarwerkcommissie is op 10 januari en 29 mei bijeen gekomen.
Dispensatiecommissie
Voor de uitvoering van het dispensatiebeleid heeft het fonds een dispensatiecommissie. In 2012 was de heer H. Peters van
Mercer Nederland B.V. de externe adviseur voor de dispensatiecommissie. De dispensatiecommissie heeft in het verslagjaar één
vergadering gehad. De vergadering vond plaats op 16 oktober.
Communicatiecommissie
De communicatiecommissie heeft richting het bestuur een voorbereidende en adviserende rol betreffende het beleid rondom de
communicatie richting werkgevers, deelnemers en gepensioneerden. De vergaderingen van de communicatiecommissie hebben
plaatsgevonden op 28 september en 13 december.
Pensioencommissie
De pensioencommissie heeft richting het bestuur een voorbereidende rol bij het opstellen van de reglementen, statuten en
overeenkomsten. De pensioencommissie heeft in het verslagjaar geen reguliere vergadering gehad, maar heeft de
werkzaamheden per e-mail afgewikkeld.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 9 | 96
Klantregiegroep Migratie
In verband met de overgang naar een nieuw administratiesysteem binnen Syntrus Achmea is in het voorjaar van 2012 de
klantregiegroep migratie gestart om het migratietraject naar Maia te bewaken. De klantregiegroep heeft een informerende,
toetsende en controlerende rol in het migratieproces. Verder bewaakt zij de voortgang en neemt besluiten over bepaalde issues of
legt deze ter besluitvorming voor aan het bestuur. De Klantregiegroep vergaderde in 2012 zeven keer.
De samenstelling van de commissies is terug te vinden in bijlage 1.
1.6 De deelnemersraad
Het fonds heeft een deelnemersraad bestaande uit vijf leden. Op voordracht van de werknemersorganisaties worden de leden
door het bestuur benoemd. De werknemersorganisaties spreken onderling de verdeling van de zetels af op basis van de
ledentallen. De deelnemersraad vertegenwoordigt de deelnemers en de pensioengerechtigden binnen het fonds en adviseert het
bestuur over aspecten die het fonds betreffen. In hoofdstuk 5 treft u het verslag van de deelnemersraad aan.
De deelnemersraad is op 31 december 2012 als volgt samengesteld:
Leden Benoemd tot Namens
De heer A.H. Kleinbloesem 31 december 2015 Pensioengerechtigde
De heer B.H.G. Rohling 31 december 2015 Actieve deelnemers
De heer M.J. Overweg 31 december 2015 Actieve deelnemers
De heer M. van Velzen 31 december 2015 Actieve deelnemers
De heer J.G.P.G Hermans 31 december 2015 Actieve deelnemers
De deelnemersraad heeft in 2012 zes keer vergaderd. De vergaderingen vonden plaats op 12 januari, 23 maart, 30 mei, 5 juni,
7 september en 6 november. Aansluitend aan de vergadering op 23 maart heeft een opleidingssessie `Actuariële begrippen en
verslaglegging’ plaatsgevonden. Op 5 juni en 6 november vergaderde de deelnemersraad met het dagelijks bestuur, als
afgevaardigde van het algemeen bestuur.
1.7 Het verantwoordingsorgaan
Het bestuur heeft een verantwoordingsorgaan ingesteld. In het verantwoordingsorgaan zijn de actieve deelnemers,
pensioengerechtigden en de (financieel) betrokken werkgevers in principe gelijkelijk vertegenwoordigd. De leden worden door de
bij het fonds betrokken organisaties voorgedragen en door het bestuur benoemd. Het verantwoordingsorgaan heeft de
bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen, het gevoerde beleid en de beleidskeuzes van het bestuur aan de hand van
onder meer het jaarverslag. Het bestuur bespreekt het rapport van het verantwoordingsorgaan en de bevindingen worden in het
jaarverslag van het pensioenfonds vermeld in hoofdstuk 6.
Het verantwoordingsorgaan is op 31 december 2012 als volgt samengesteld:
Leden Benoemd tot Namens
De heer G. van de Beek 31 december 2015 Pensioengerechtigde
De heer H. Vreman 31 december 2015 Actieve deelnemers
De heer F. Nordhausen 31 december 2015 Werkgevers
Het verantwoordingsorgaan vergaderde in 2012 op 29 mei en 20 november in eigen kring. Op 12 juni vergaderde het
verantwoordingsorgaan met het algemeen bestuur en op 27 november met het dagelijks bestuur.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 10 | 96
1.8 De visitatiecommissie
Het bestuur heeft voor de inrichting van het intern toezicht gekozen voor het instellen van een visitatiecommissie. Het bestuur
geeft de visitatiecommissie de opdracht elke drie jaar het functioneren van het bestuur van het fonds kritisch te bezien. In 2012
heeft er opnieuw een visitatie plaatsgevonden. Deze visitatie was opgedragen aan Xudoo Pension Board Consulting BV.
De visitatiecommissie is op 31 december 2012 als volgt samengesteld:
Leden
De heer D. Slob
De heer M. Straatmeijer
De heer M. Simon
Het verslag van de visitatiecommissie vindt u in hoofdstuk 7.
1.9 Klachten- en geschillencommissie
Het bestuur heeft een klachten- en geschillenregeling. De geschillenregeling is uitsluitend van toepassing op de beslissingen van
het fonds op grond van de pensioenreglementen van het fonds. Geschillen worden afgehandeld door de geschillencommissie. De
geschillencommissie bestaat uit twee onafhankelijke leden die door het bestuur worden benoemd. De commissie wordt
ondersteund door een secretaris.
Klachten over de uitvoering van de pensioenregeling kunnen worden gestuurd aan de administrateur.
De klachten- en geschillenregelingen zijn gepubliceerd op de website van het pensioenfonds.
De geschillencommissie is op 31 december 2012 als volgt samengesteld:
Leden Benoemd tot
De heer I. Slikkerveer 1 januari 2016
De heer J.H.M. van de Vall 1 januari 2016
Eind 2012 is een zaak aangediend bij de geschillencommissie. De zaak wordt afgehandeld in de loop van 2013.
1.10 Uitbesteding
Pensioenbeheer en administratie
Het bestuur van het fonds heeft de dagelijkse uitvoering van de werkzaamheden uitbesteed aan een uitvoeringsorganisatie. De
specifieke werkzaamheden zijn vastgelegd in een mantelovereenkomst en een pensioenbeheerovereenkomst. Het bestuur blijft,
conform de eisen van de Pensioenwet, verantwoordelijk voor de juiste uitvoering van de uitbestede taken. De administratie van de
pensioenregeling is in handen van Syntrus Achmea Pensioenbeheer.
Klantenraad en de Raad van Advies
In 2012 is de Klantenraad van de uitvoeringsorganisatie van het pensioenfonds, twee keer bijeen gekomen. Het fonds heeft twee
zetels in de Klantenraad. De leden van de Klantenraad kiezen uit hun midden een Raad van Advies, die ook in 2012 gevraagd en
ongevraagd de directie van de uitvoeringsorganisatie adviseerde. Het belangrijkste doel van de Raad van Advies is om
gezamenlijk na te denken over belangrijke thema’s in de pensioenwereld. Daarnaast is de Klantenraad een platform om
veranderingen in de dienstverlening van de uitvoeringsorganisatie te toetsen. Dit jaar sprak de klantenraad onder andere
uitgebreid over de samenwerkingsmogelijkheden van pensioenfondsen. De heren S. Dijkstra en J.A. Kroesen maken namens het
Bedrijfstakpensioenfonds ICK deel uit van de Klantenraad van Syntrus Achmea.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 11 | 96
Vermogensbeheer
Het beheer van het fondsvermogen is in 2012 uitbesteed aan ING Investment Management, Syntrus Achmea Real Estate &
Finance en Vanguard Asset Management Ltd. Met de vermogensbeheerders zijn beheerafspraken gemaakt. Deze worden
jaarlijks in een mandaat vastgelegd. De afspraken betreffen onder meer de samenstelling van de portefeuille, de tactische
marges, de perfomancemeting, de benchmarks en de risicometing en – beheersing. Het bestuur stelt jaarlijks het beleggingsplan
vast. In dit plan wordt onder meer voor elke beleggingscategorie het percentage van het totaal belegde vermogen vastgesteld en
de toegestane marges.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 12 | 96
2 Ontwikkelingen
2.1 Bestuursbesluiten
De belangrijkste besluiten van het bestuur in het verslagjaar worden hier kort weergegeven:
Vaststelling jaarverslag 2011
Het bestuur van het fonds heeft op 12 juni 2012 de jaarrekening van het pensioenfonds over het jaar 2011 vastgesteld en
goedgekeurd. De verslagstaten zijn in juni 2012 bij De Nederlandsche Bank (DNB) gedeponeerd. De deelnemersraad heeft een
eigen verslag gemaakt dat in het jaarverslag is opgenomen. Ook het verslag van het verantwoordingsorgaan is in het jaarverslag
2011 opgenomen.
Overgangsrechten
Het bestuur heeft besloten de overgangsrechten over het jaar 2011 toe te kennen aan de deelnemers die nog overgangsrechten
hebben voor het tijdelijk overbruggingspensioen. Het betreft hier uitsluitend actieve deelnemers geboren voor 1 januari 1950.
Toeslag excedentregeling
Het bestuur heeft besloten vanaf 1 januari 2012 de financiering van de toeslag voor de excedentregeling door de werkgever af te
schaffen. Eventuele inhaalindexaties over de achterliggende periode komen ten laste van het Bedrijfstakpensioenfonds ICK.
Renteafdekking
Het bestuur heeft begin 2012 besloten de renteafdekking tijdelijk tactisch te verhogen van 50% naar 65%. Het belangrijkste doel
van deze verhoging was het verkleinen van het neerwaarts risico, om te voorkomen dat de dekkingsgraad onder de minimaal
vereiste dekkingsgraad terecht zou komen. Omdat de dekkingsgraad, mede dankzij de introductie van de Ultimate Forward Rate
(verder: UFR), in de loop van het jaar weer is gestegen en het gevaar voor onderdekking aanzienlijk is verminderd, heeft het
bestuur in het najaar van 2012 besloten de renteafdekking terug te brengen naar 55%.
Vanguard
Het bestuur heeft begin 2012 wegens tegenvallende performancecijfers besloten het Emerging Markets Equity Fund van ING IM
te verkopen en de vrijkomende gelden over te hevelen naar het Vanguard Emerging Markets Stock Index Fund.
Rentevergoeding gemoedsbezwaarden
Begin 2012 heeft het bestuur besloten een regeling voor vrijstelling wegens gemoedsbezwaren te treffen. Ingevolge een dergelijke
regeling kan de deelnemer (of werkgever) die vanwege zijn geloofsovertuiging gemoedsbezwaren heeft en op grond daarvan
zichzelf, een ander of zijn eigendom niet verzekerd heeft, vrijgesteld worden van het betalen van pensioenpremies. De bedragen
die de gemoedsbezwaarde deelnemer of werkgever als pensioenpremie zou moeten betalen, zijn dan verschuldigd als
spaarbijdrage en worden als zodanig geboekt op een spaarrekening.
Ten behoeve van de gemoedsbezwaarde werknemer voor wie spaartegoeden worden betaald, wordt tot de pensioendatum, per
1 januari van elk boekjaar, rente geboekt over het spaartegoed tijdens de opbouwperiode. Het bestuur heeft besloten de
rentevergoeding gemoedsbezwaarden uit te breiden naar de uitkeringsfase.
Bijzonder nabestaandenpensioen
Door wettelijke verplichtingen en eisen die worden gesteld vanuit de toezichthouders, dient voor alle gescheiden deelnemers een
bijzonder nabestaandenpensioen berekend te worden. Hoewel de wetgeving alleen strikte richtlijnen geeft voor echtscheidingen
na 1 januari 2008, geldt voor pensioenfondsen de plicht om de deelnemer adequaat te informeren. Om aan deze verplichting te
kunnen voldoen, dient ook het bijzonder nabestaandenpensioen voor 2008 berekend te worden. Het bestuur heeft in 2012
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 13 | 96
besloten het bijzonder nabestaandenpensioen voor ex-partners van deelnemers gescheiden voor 2008 af te splitsen en een UPO
naar de ex-partner te versturen.
Vrijwillige voortzetting van de pensioenopbouw
Op grond van de Pensioenwet is het mogelijk de pensioenregeling na beëindiging van het dienstverband vrijwillig voort te zetten
gedurende maximaal drie jaar. De termijn van maximaal drie jaar kan worden verlengd tot maximaal tien jaar indien in die periode
winst uit onderneming wordt genoten. Sinds 1 januari 2012 ondersteunt ook de fiscale wetgeving, onder voorwaarden, deze
periode van tien jaar. Tot 1 januari 2012 gold dat vrijwillige voortzetting van de pensioenregeling slechts gedurende maximaal drie
jaar fiscaal werd ondersteund. Het bestuur van het Bedrijfstakpensioenfonds ICK heeft in de bestuursvergadering van 18
september 2012 besloten de vrijwillige aansluiting van de pensioenregeling toe te staan gedurende maximaal tien jaar onder de
voorwaarden zoals genoemd in het fiscale besluit van 27 april 2012. De vertegenwoordigers van CAO-partijen hebben eveneens
ingestemd met dit besluit van het bestuur.
AG-prognosetafel 2012-2062
Het Actuarieel Genootschap (AG) heeft op 10 september 2012 de ‘Prognosetafel AG2012-2062’ gepubliceerd. De nieuwe
Prognosetafel laat zien dat de levensverwachting in de afgelopen drie waarnemingsjaren voor zowel mannen als vrouwen
wederom is toegenomen ten opzichte van de tot en met het jaar 2008 waargenomen levensverwachting. Weliswaar is de
prognose volgens de vorige tafel nagenoeg uitgekomen, maar de afname van de sterftekansen in de jaren 2009 tot en met 2011
zorgt er voor dat de prognose van de sterftekansen in 2062 wederom wordt bijgesteld. Het bestuur heeft in de vergadering van
20 november 2012 besloten over te gaan op het hanteren van de nieuwe AG Prognosetafel 2012-2062 per 31 december 2012. De
consequentie van de invoering is zichtbaar in de dekkingsgraad ultimo 2012.
ABTN 2012
Het bestuur heeft de ABTN geactualiseerd en vastgesteld in de vergadering van 18 september 2012. De deelnemersraad heeft
positief geadviseerd over de ABTN.
Crisisplan
Naar de mening van DNB waren veel pensioenfondsen tijdens de kredietcrisis onvoldoende voorbereid op een snelle
verslechtering van de financiële positie. Alle pensioenfondsen hebben daarom een financieel crisisplan opgesteld. Het crisisplan
maakt onderdeel uit van de ABTN van het fonds. De deadline voor het indienen van het financieel crisisplan was 1 mei 2012. Het
bestuur heeft Mercer de opdracht gegeven om een crisisplan op te stellen. In het crisisplan staat beschreven welke
crisismaatregelen beschikbaar zijn, wat de impact van deze maatregelen is en welke procedures doorlopen moeten worden in
geval een crisis optreedt. Belangrijke aspecten van het crisisplan zijn evenwichtige belangenbehartiging en (mogelijke)
communicatie naar alle betrokkenen.
DNB en AFM evalueerden de kwaliteit van de financiële crisisplannen. Met de brief van 29 oktober 2012 gaf DNB een generieke
terugkoppeling over de uitkomsten van het onderzoek. Daarnaast publiceerden ze een document met voorbeelden van good and
bad practices. De toezichthouders verwachten dat fondsen hun crisisplannen daarmee verbeteren. Geconcludeerd is dat DNB op
het onderdeel communicatie een uitgebreidere rapportage verwacht van het Bedrijfstakpensioenfonds ICK. Het bestuur heeft
besloten het crisisplan in het voorjaar van 2013 op dit onderdeel aan te scherpen en vervolgens te integreren in de ABTN 2013.
Migratie naar Maia
In 2009 is Syntrus Achmea gestart met de migratie van pensioenadministraties van de Bedrijfstakpensioenfondsen naar het
systeem Maia met als doel het aantal systemen terug te brengen van vier naar één en het beter kunnen inspelen op toekomstige
ontwikkelingen. In 2012 is gestart met de voorbereidingen van de migratie van het Bedrijfstakpensioenfonds ICK per 1 januari
2013. Het migratietraject gebeurt op een zeer zorgvuldige en gecontroleerde manier, waarbij de continuïteit en kwaliteit van de
dienstverlening op elk moment geborgd is. Het bestuur is actief betrokken in het migratietraject door deelname van een
afvaardiging van het bestuur in een klantregiegroep migratie. De klantregiegroep heeft een informerende, toetsende en
controlerende rol in het migratieproces. In de vergadering van 18 december 2012 heeft het bestuur de beslissing genomen met
ingang van 1 januari 2013 daadwerkelijk over te gaan naar Maia. Vanaf eind december 2012 worden gedurende een periode van
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 14 | 96
ongeveer drie maanden (freeze-periode) geen mutaties verwerkt. In die periode worden alle werkgevers- en deelnemersgegevens
overgezet naar het nieuwe systeem. Het toekennen van uitkeringen loopt gedurende deze periode wel door.
Aanvullende regelingen
Het bestuur heeft besloten twee nieuwe regelingen aan de aangesloten werkgevers aan te bieden. Vanaf 1 januari 2012 hebben
werkgevers de mogelijkheid om facultatief een ANW-hiaat en/of WIA-exedentpensioen af te sluiten bij het pensioenfonds voor hun
werknemers. Deze nieuwe regelingen worden herverzekerd bij Elips Life.
Certificeringswerkzaamheden
Eind 2012 heeft het bestuur bij verschillende partijen offertes opgevraagd voor de certificeringswerkzaamheden van het jaarwerk over het
boekjaar 2012. Na zorgvuldige bestudering heeft het bestuur besloten de werkzaamheden voor het boekjaar 2012 opnieuw bij Mercer
Nederland B.V. onder te brengen.
Dispensatiebeleid
Hoewel het Bedrijfstakpensioenfonds ICK geen wettelijk verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds is, nemen ondernemingen die
onder de werkingsfeer van de ICK-CAO vallen en lid zijn van de Werkgeversvereniging ICT verplicht deel aan het fonds. Het
bestuur kan besluiten vrijstelling van deelname aan een onderneming te verlenen. De mogelijkheden voor vrijstelling worden niet
bepaald door de regels inzake vrijstelling op grond van het Vrijstellingsbesluit wet Bpf 2000, maar het bestuur heeft wel besloten
deze regels te volgen. Door het bestuur is een dispensatieprocedure opgesteld. Deze is voor het laatst gewijzigd in maart 2009. In
2011 heeft de vijfjaarlijkse hertoetsing van de per 1 januari 2006 verleende dispensaties plaatsgevonden. Voor een gering aantal
ondernemingen is de hertoetsingsprocedure in 2012 niet afgerond en wordt deze voortgezet in 2013.
In het verslagjaar 2012 is voor de volgende ondernemingen de verleende dispensatie gecontinueerd:
Naam bedrijf Soort vrijstelling
Hewlett-Packard Nederland B.V. Volledige vrijstelling
In het verslagjaar 2012 is aan de volgende ondernemingen dispensatie verleend:
Naam bedrijf Soort vrijstelling
HP EDS Volledige vrijstelling
Vrijwillige aansluitingen
Het bestuur heeft in het jaar 2004 besloten dat vrijwillige aansluiting van werkgevers bij het Bedrijfstakpensioenfonds ICK mogelijk
is. Hiervoor heeft het bestuur enkele voorwaarden gesteld op basis waarvan verzoeken tot vrijwillige aansluiting getoetst worden.
Gedurende het jaar 2012 is een aantal verzoeken tot vrijwillige aansluiting ontvangen.
In het verslagjaar 2012 is aan de volgende ondernemingen toestemming verleend om zich vrijwillig aan te sluiten:
Naam bedrijf Periode
SSCS Nederland B.V. 1 juli 2011 – 1 juli 2016
Stoop ICT 1 januari 2012 – 1 januari 2017
Skrepr 1 juli 2012 – 1 juli 2017
NRV Dienstverlening 1 oktober 2012 – 1 oktober 2017
TriNed B.V. 1 november 2012 – 1 november 2017
Trido It Specialisten B.V. 1 oktober 2011 – 1 oktober 2017
De Computer Dokter 1 juli 2012 – 1 juli 2017
De ondernemingen Skrepr en De Computer Dokter zijn per 28 december 2012 overgegaan in Digital Natives B.V. Ook heeft
Digital Natives B.V. alle medewerkers van Skrepr en De Computer Dokter overgenomen. De vrijwillige aansluitingen van Skrepr
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 15 | 96
en De Computer Dokter zijn daarom beëindigd. Er is een nieuwe vrijwillige aansluiting gerealiseerd voor Digital Natives B.V. van
28 december 2012 tot en met 28 december 2017.
2.2 Wet- en regelgeving
Wijziging Wet Bpf 2000
De marktordeningsregel in de Wet Bpf 2000 is per 1 januari 2013 gewijzigd. De wetgever wil meer transparantie tussen
bedrijfstakpensioenfondsen en hun uitvoeringsbedrijven. Uitingen namens het Bedrijfstakpensioenfonds ICK moeten op
briefpapier van het pensioenfonds plaatsvinden. Vanwege de beoogde transparantie is het wenselijk de rol van de uitvoerder te
verduidelijken in een voetnoot.
Vervroegde pensionering en doorwerken
Op basis van het fiscale beleid van het ministerie van Financiën ten aanzien van vervroegde pensionering en doorwerken is het
mogelijk om het pensioen te vervroegen tot de 60-jarige leeftijd zonder dat het dienstverband in dezelfde mate wordt verminderd.
Dit betekent dat het pensioenfonds de betrokkenen niet meer hoeft te laten verklaren dat zij niet meer zullen werken voor zover ze
met pensioen zijn gegaan.
De pensioenregeling van Bedrijfstakpensioenfonds ICK kent een vroegste pensioenleeftijd van 55 jaar. Dit betekent dat, rekening
houdend met het nieuw fiscaal beleid, het deeltijdpensioen vanaf 60 jaar onbegrensd mag worden. Op grond van het gewijzigde
beleid van het ministerie van Financiën heeft het bestuur besloten de verhouding tussen deeltijdpensioen en werken los te laten
om de mogelijkheden van het deeltijdpensioen te verruimen voor deelnemers vanaf 60 jaar. Dit betekent dat de som van
deeltijdpensioen en werken geen 100% hoeft te zijn. Bij deeltijdpensioen ingaand tussen 55 jaar en 60 jaar kan de deelnemer een
eigen verhouding kiezen tussen werken en deeltijdpensioen, mits de som 100% is. Het besluit van het bestuur is vertaald in een
reglementswijziging die het bestuur in februari 2013 heeft vastgesteld.
Verhoging AOW- en pensioenleeftijd
Sinds 2010 discussiëren sociale partners en de overheid over een nieuw pensioenstelsel. In juni 2011 sloten sociale partners en
de overheid een Pensioenakkoord. Pensioenregelingen toekomstbestendig maken is het doel: ze moeten stijgende
levensverwachting en financiële schokken kunnen opvangen. Sinds 1 april 2012 gaat de AOW in vanaf de 65ste verjaardag in
plaats van de eerste van de maand waarin de verjaardag valt. Het bestuur heeft besloten de verschuiving van de ingangsdatum
van de AOW niet te volgen voor de pensioeningangsdatum.
In het Pensioenakkoord waren afspraken gemaakt over de verhoging van de AOW-leeftijd. Maar bij de behandeling van de
begroting voor 2013 besloot de overheid om de AOW-leeftijd sneller te verhogen dan in het Pensioenakkoord was afgesproken.
De afspraken uit dit begrotingsakkoord zijn al in wetgeving neergelegd. De Eerste Kamer stemde namelijk op 10 juli in met deze
versnelde verhoging van de AOW-leeftijd en met verhoging van de fiscale pensioenrichtleeftijd naar 67 jaar per 2014. De AOW-
leeftijd wordt vanaf 1 januari 2013 verhoogd in stappen van een maand. Vanaf 2016 wordt het tempo versneld: de verhoging vindt
dan plaats in stappen van drie maanden en vanaf 2019 in stappen van vier maanden. De AOW-leeftijd wordt daardoor 66 jaar in
2018 en 67 in 2021. Door de stapsgewijze leeftijdsverhogingen in de AOW sluiten de pensioenleeftijd en de AOW-leeftijd vanaf
2013 niet meer op elkaar aan. Dat vraagt om meer flexibiliteit van het pensioenfonds in de uitvoering van de pensioenregeling.
Besluitvorming over de verhoging van de pensioenleeftijd wordt meegenomen in de algehele wijziging van de pensioenregeling
per 1 januari 2014.
Bij de behandeling van de begroting voor 2013 besloot de overheid tevens de fiscaal maximale opbouw voor pensioen per
1 januari 2014 met 0,1% te verlagen. Het maximale opbouwpercentage komt hiermee op 2,15% voor middelloon en 1,9% voor
eindloon. Voor het Bedrijfstakpensioenfonds ICK heeft dit geen consequenties omdat het huidige opbouwpercentage 2%
bedraagt. In het regeerakkoord is bepaald dat het maximale opbouwpercentage in 2014 verder wordt verlaagd naar 1,75% voor
middelloonregelingen. Daarnaast is er een salarisgrens van 100.000 euro ingesteld voor de fiscale aftrekbaarheid van de premies
voor de aanvullende pensioenen. Het bestuur besteedt in de loop van 2013 aandacht aan deze onderwerpen.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 16 | 96
SEPA
De Single Euro Payments Area (SEPA) moet de verschillende systemen, standaarden en regels voor betalingsverkeer in heel
Europa harmoniseren. Daarmee wordt een snellere en efficiëntere afhandeling van betalingen tegen lagere kosten nagestreefd.
Achterliggend doel is de bevordering van één gezamenlijke Europese betaalmarkt, als belangrijk onderdeel van de Interne Markt.
Alle landen van de Europese Economische Ruimte (alle EU-landen + Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) en Zwitserland en
Monaco doen mee. Uiterlijk 1 februari 2014 worden de Nederlandse overschrijvingen en incasso’s vervangen door Europese
betaalmiddelen. De bestaande bank- en rekeningnummers worden vervangen door IBAN en BIC codes en het formaat van
aanlevering bij banken van betalingen wijzigt. Syntrus Achmea regelt de overgang voor het Bedrijfstakpensioenfonds ICK voor
1 juli 2013.
2.3 Goed pensioenfondsbestuur
Het bestuur vindt het van groot belang om het fonds goed te besturen. Sinds 2007 zijn de Principes voor goed
pensioenfondsbestuur van de Stichting van de Arbeid (STAR) verankerd in de Pensioenwet. De bedoeling van de principes is dat
een pensioenfondsbestuur weet waarvoor het verantwoordelijk is en hoe het die verantwoordelijkheid moet dragen en daarover
verantwoording moet afleggen.
Deskundigheidsbevordering
De deskundigheid van individuele bestuursleden en het bestuur als geheel van pensioenfondsen heeft al enige tijd bijzondere
aandacht binnen de pensioensector. Ook het bestuur hecht er groot belang aan dat het fonds op deskundige wijze wordt
bestuurd. Het bestuur heeft een deskundigheidsplan met een daarbij behorende deskundigheidsmatrix opgesteld. Aan de hand
van het deskundigheidsplan wil het bestuur het functioneren van het gehele bestuur en het individuele bestuurslid bevorderen
door duidelijke afspraken te maken over het ontwikkelen en op peil houden van deskundigheid. Het deskundigheidsplan wordt
jaarlijks geactualiseerd.
In het voorjaar van 2012 heeft het bestuur middels de SPO-kennisreflector op individuele basis getoetst of het bestuur als geheel
over voldoende kennis beschikt. De resultaten dienen als vertrekpunt voor de deskundigheidsbevordering. Naar aanleiding van de
kennisreflector kan geconcludeerd dat het bestuur van Bedrijfstakpensioenfonds ICK hoger scoort in vergelijking met het resultaat
van de deskundigheidsindex, samengesteld op basis van alle deelnemers aan de SPO-kennisreflector. Tevens ligt de score
boven de algemene norm.
Daarnaast heeft het bestuur een actieve houding in het bijwonen van bijeenkomsten die georganiseerd worden door de
toezichthouders en de uitvoerders. De bijeenkomsten worden door een afvaardiging van het bestuur bijgewoond waarna een
terugkoppeling aan de overige bestuursleden verzorgd wordt.
Aanscherping toetsing deskundigheid
Sinds 1 januari 2011 geldt de nieuwe Beleidsregel deskundigheid. Bestuursleden van pensioenfondsen krijgen hierdoor te maken
met aangescherpte deskundigheidseisen. De Pensioenfederatie heeft een stappenplan opgesteld om pensioenfondsbesturen te
helpen bij het actualiseren van het deskundigheidsplan. Het hogere doel hiervan is op gestructureerde wijze te werken aan de
deskundigheid, vaardigheden en gedrag. Om te voldoen aan de nieuwe eisen dient het deskundigheidsplan van het fonds
uitgebreid te worden met vereiste competenties. Daarvoor moet het fondsbestuur vaststellen welke competenties voor de
verschillende bestuursleden zijn vereist en langs welke weg dat kan worden bereikt als deze competenties nu niet aanwezig zijn.
Het bestuur heeft in 2012 deelgenomen aan een door Syntrus Achmea georganiseerde workshop ‘Beleidsregel deskundigheid
2011’ om compliant te zijn met de beleidsregel deskundigheid. Aansluitend op de workshop is het deskundigheidsplan
geactualiseerd.
Het bestuur werkt vanaf 2012 met profielschetsen voor bestuursleden. Hierin staan onder meer de randvoorwaarden die gelden
voor bestuursleden. Er geldt bijvoorbeeld een beschikbaarheid van gemiddeld 8 uur per week. Ook gelden er bepaalde
deskundigheidseisen. Daarnaast moeten bestuursleden beschikbaar zijn voor deelname in een bestuurscommissie. In het profiel
staan ook competenties.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 17 | 96
Zelfevaluatie
De Principes voor goed pensioenfondsbestuur eisen dat ieder bestuur zijn eigen functioneren evalueert. Het bestuur heeft een
procedure vastgesteld voor een periodieke zelfevaluatie. Het gaat om het functioneren van het bestuur als geheel en van de
individuele bestuursleden afzonderlijk. Het doel van de zelfevaluatie is de kwaliteit van het bestuur in stand te houden en/of te
verbeteren. Het bestuur organiseert jaarlijks een bijeenkomst waarin de zelfevaluatie wordt uitgevoerd. In het eerste kwartaal
2012 heeft het bestuur deelgenomen aan de door Syntrus Achmea georganiseerde workshop ‘zelfevaluatie’. Uit de zelfevaluatie
kwam naar voren dat het bestuur tevreden is met de algehele effectiviteit van het bestuur. Daarnaast kwam uit de evaluatie naar
voren dat niet voor iedere commissie duidelijk is welke taken en verantwoordelijkheden zij hebben. Naar aanleiding hiervan heeft
het bestuur uiteindelijk besloten een huishoudelijk reglement op te stellen voor de beleggingscommissie en de
communicatiecommissie. Beide reglementen zijn in het voorjaar 2013 door het bestuur vastgesteld.
De workshops ‘Beleidsregel deskundigheid 2011’ en ‘Zelfevaluatie’ zijn gecombineerd in een tweetal sessies en hebben
plaatsgevonden op 7 februari en 20 maart 2012.
Compliance officer
De heer J.A. Kroesen is de compliance officer van het fonds. Voor de toetsing van de naleving van de gedragscode is een
overeenkomst afgesloten met Cijf’rs die deze toetsing jaarlijks uitvoert.
Gedragscode
Het pensioenfonds heeft in 2008 een nieuwe gedragscode ingevoerd conform de Modelgedragscode Pensioenkoepels 2008 met
een regeling koersgevoelige informatie. Deze gedragscode is in 2010 verder aangescherpt. De gedragscode geeft regels en
richtlijnen voor alle bestuursleden:
ter voorkoming van verstrengeling van belangen;
ter vermijding van verspreiding en misbruik van vertrouwelijke informatie;
ter voorkoming van koersmanipulatie.
In 2012 heeft de heer J. de Graaf van Cijf’rs aan de hand van een vragenlijst getoetst of de bestuursleden de gedragscode in
2011 hebben nageleefd. Het bestuur heeft de rapportage naleving gedragscode besproken in de vergadering van 20 november
2012. De toetsing van de naleving van de gedragscode over 2012 vindt plaats in 2013.
Deelnemersraad en verantwoordingsorgaan
Het bestuur van het fonds besteedt, conform de Pensioenwet en de daarin opgenomen eisen voor goed pensioenfondsbestuur,
veel aandacht aan de opzet en inrichting van de organisatie, inclusief de interne beheersing. Door het bestuur zijn
deelnemersraad- en verantwoordingsorgaanleden herbenoemd voor een periode van vier jaar.
Visitatiecommissie
Het bestuur heeft voor de inrichting van het interne toezicht besloten minimaal eens in de drie jaar een visitatie te laten verrichten.
In 2009 heeft de visitatiecommissie voor de eerste keer haar werkzaamheden voor het fonds uitgevoerd en haar bevindingen in
een rapport aan het bestuur neergelegd. In het verslagjaar heeft voor de tweede keer een visitatie plaatsgevonden. Na een
selectie op basis van een aantal offertes en afstemming met het verantwoordingsorgaan is de opdracht voor visitatie gegund aan
Xudoo Pension Board Consulting B.V. In de bestuursvergadering van 18 december 2012 heeft het bestuur de bevindingen en de
rapportage met de visitatiecommissie besproken. Het bestuur geeft in de loop van 2013 opvolging aan de bevindingen. Het
verslag van visitatiecommissie is opgenomen op pagina 45.
Klachten- en geschillenprocedure
In de Principes voor goed pensioenfondsbestuur is onder meer bepaald dat het bestuur moet zorgen voor een adequate klachten-
en geschillenprocedure. Het fonds beschikt over een klachtenprocedure en een geschillencommissie. Klachten zijn afgehandeld
conform de klachtenregeling. In het verslagjaar is één geschil aanhangig gemaakt bij de geschillencommissie. Deze zaak wordt
verder afgehandeld in 2013.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 18 | 96
Transparantiedocument
Het bestuur heeft een transparantiedocument opgesteld en op de website van het fonds gepubliceerd. Onderwerpen die hierin
aan de orde komen zijn bijvoorbeeld uitbesteding, adviseurs van het fonds, het besluitvormingsproces, commissies,
deskundigheid en integriteit, evaluatie functioneren en deelnemersraad en verantwoordingsorgaan. Het document is in het najaar
van 2012 geactualiseerd en op de website van het pensioenfonds gepubliceerd.
Maatschappelijk verantwoord beleggen
Het fonds besteedt, net als andere ondernemingen, aandacht aan maatschappelijk verantwoord beleggen. Bij de uitvoering van
haar beleggingsbeleid houdt het fonds rekening met de normen en waarden waarover in onze samenleving overeenstemming
bestaat. Binnen de huidige beleggingsportefeuille wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met maatschappelijk verantwoord
beleggen.
De wijze waarop het pensioenfonds georganiseerd is en de interne beheersing van processen en procedures zijn beide aspecten
die betrekking hebben op maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ook heeft het fonds vastgesteld dat er geen bestuursleden
zijn die als insider kunnen worden aangemerkt.
Bestuursmodellen
Pensioengerechtigden krijgen het recht om mee te besturen bij bedrijfstakpensioenfondsen. Dat nieuwe recht van hen treedt per
1 juli 2013 in werking. Pensioenfondsen hebben vervolgens tot 1 juli 2014 de tijd om aan de wet te voldoen. Het kabinet wil de
regels over governance en medezeggenschap voor pensioenfondsen eigenlijk integraal herzien. Het Wetsvoorstel Wet versterking
bestuur pensioenfondsen is dan ook breder en gaat de wet over pensioengerechtigden in het bestuur van pensioenfondsen
daarom uiteindelijk vervangen. Maar deze wet moet nog behandeld worden door de Eerste en Tweede Kamer. De laatste stand in
de discussie over bestuursmodellen is dat werknemers en pensioengerechtigden samen meer zetels in het bestuur kunnen
hebben dan werkgevers. Voor de vertegenwoordiging van pensioengerechtigden moeten altijd verkiezingen gehouden worden.
Ook moeten externe deskundigen een grotere rol in het bestuur kunnen krijgen. Het bestuur van werkgevers en werknemers kan
vervangen worden door een bestuur van deskundigen. Werkgevers en werknemers hebben dan een rol in een
belanghebbendenorgaan. Ook kan het fonds kiezen voor een zogenaamd one tier bestuur. De discussie over de nieuwe
bestuursmodellen wordt in de loop van 2013 door het bestuur gevoerd.
2.4 Communicatie
In 2009 heeft het bestuur het communicatiebeleidsplan vastgesteld waarin de visie en ambitie van het Bedrijfstakpensioenfonds
ICK ten aanzien van communicatie voor de periode 2009-2013 wordt beschreven. Daarnaast stelt het fonds jaarlijks een
communicatiejaarplan op waarin de communicatieactiviteiten die voor dat jaar gepland zijn, beschreven worden.
Het bestuur heeft ervoor gekozen het communicatieactieplan met ingang van 2012 te combineren met het
communicatiebeleidsplan. Zo vormt het communicatieplan een geïntegreerd geheel waarin duidelijk wordt gemaakt hoe de
uitgangspunten van het beleid zich vertalen naar de communicatiestrategie en hoe deze strategie concreet vertaald wordt naar
acties en/of communicatiemiddelen.
Missie, visie en strategie
Het fonds vindt het belangrijk duidelijk en helder met alle doelgroepen te communiceren om zo een bijdrage te leveren aan meer
pensioenbewustzijn. De doelgroepen moeten erop kunnen vertrouwen dat het fonds er voor hen is en zij moeten weten waar zij
voor informatie terecht kunnen. Bij de toetsing van de communicatie staan de criteria van de Autoriteit Financiële Markten (AFM)
centraal. Informatie wordt getoetst op tijdigheid, juistheid en toegankelijkheid (duidelijkheid en begrijpelijkheid). Het fonds richt zich
in haar communicatie vooral op de werkgevers, deelnemers, slapers en pensioengerechtigden.
De communicatie moet een juiste mix zijn van informeren en communiceren. Naast informatie geven, vindt het fonds het
belangrijk om te peilen welke informatiebehoefte er is bij de doelgroepen. Het fonds wil bouwen aan haar relatie met de
doelgroepen door vaker te communiceren, de communicatie meer af te stemmen op de verschillende doelgroepen en de
communicatie te laten aansluiten op de interesse en het kennisniveau van de doelgroepen.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 19 | 96
Het fonds heeft ervoor gekozen de pensioencommunicatie te laten plaatsvinden op het niveau zoals in de Pensioenwet is
voorgeschreven (B1 niveau). Alle communicatie-uitingen worden in het kader van de herkenbaarheid uitgevoerd in de huisstijl van
het fonds. Het fonds evalueert jaarlijks hoe de communicatie acties zijn verlopen en wat het effect is geweest.
Uniform Pensioenoverzicht (UPO)
In 2012 is het UPO in een nieuwe vorm gepresenteerd. Het UPO is hierdoor gebruikersvriendelijker en duidelijker geworden.
Hierop aansluitend heeft het fonds een QR-code op het UPO geplaatst waarmee verwezen wordt naar extra informatie op de
website. Daarnaast zijn posters met aankondiging van het UPO verstuurd naar de werkgevers zodat deze op de prikborden in de
bedrijven kunnen worden opgehangen als attentiemiddel voor de werknemers.
Actieve deelnemers moeten voor 30 september een UPO ontvangen. Voor het Bedrijfstakpensioenfonds ICK zijn de UPO’s over
het jaar 2011 in mei 2012 verzonden. Daarnaast zijn UPO’s verstuurd naar werknemers die hun dienstverband hebben beëindigd
(UPO einde deelneming) en naar ex-partners verzonden.
Communicatie gepensioneerden
De gepensioneerden hebben in januari informatie over eventuele wijzigingen in hun pensioenuitkering ontvangen. Daarnaast is
ook de nieuwsbrief in april en oktober 2012 aan gepensioneerden verzonden. In beide nieuwsbrieven werd aandacht besteed aan
onder andere hoe het Bedrijfstakpensioenfonds ICK er financieel voor stond.
Communicatie werkgevers
De werkgevers hebben in oktober de nieuwsbrief van het Bedrijfstakpensioenfonds ICK digitaal ontvangen. Daarnaast zijn de
werkgevers in december 2012 per brief geïnformeerd over de aanpassing van de premie met ingang van 1 januari 2013.
Nieuwsbrieven
In april en oktober 2012 zijn nieuwsbrieven van Bedrijfstakpensioenfonds ICK verschenen voor deelnemers. Hierin is informatie
opgenomen over onder andere de financiële situatie van het fonds, de nieuwe aanvullende regelingen en de wijzigingen in de
AOW. Daarnaast is informatie over de veranderingen in het pensioenreglement opgenomen. De nieuwsbrief van oktober is voor
verzending aan de deelnemers ook digitaal verzonden aan werkgevers. Omdat de financiële situatie van het pensioenfonds een
belangrijk thema is voor alle doelgroepen van het pensioenfonds, is de nieuwsbrief in 2012 ook aan gepensioneerden verzonden.
Tevens zijn de nieuwsbrieven beschikbaar gesteld op de website.
De deelnemersraad heeft naar aanleiding van de nieuwsbrief van april een kleinschalig onderzoek uitgevoerd, waarbij aan de
achterban enkele vragen is gesteld over de nieuwsbrief en de website van het pensioenfonds. De resultaten van dit onderzoek
waren positief.
Website
De website van het fonds speelt een belangrijke rol in de communicatie van het fonds. Op de website www.ickpensioen.nl, vinden
alle doelgroepen gemakkelijk de informatie die ze zoeken over het pensioenfonds en de pensioenregelingen. Ook worden op de
website nieuwsberichten geplaatst op het moment dat de actualiteit dat verlangt. Medio 2012 is een nieuwe website
geïntroduceerd. Deze website is nog toegankelijker en overzichtelijker voor de deelnemers, werkgevers en gepensioneerden in de
bedrijfstak.
Het fonds publiceert nieuwsberichten op de website. Elke maand wordt de actuele dekkingsgraad gepubliceerd en er wordt
gecommuniceerd over wijzigingen en actuele ontwikkelingen.
VB-campagne ‘Samen sta jij sterk’
Het pensioenfonds doet vanaf 2011 mee met de publiciteitscampagne ‘Jouw Pensioenfonds. Samen sta jij sterk!’ van de
Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 20 | 96
Pensioenregister
Het pensioenfonds werkt mee aan het Pensioenregister. Op de website van het fonds is informatie over het Pensioenregister
opgenomen.
Communicatie(beleids)plan 2013
Het bestuur heeft in januari 2013 het communicatie(beleids)plan 2013 vastgesteld. Hierin staat op welke wijze en met welke
middelen en boodschap het fonds de komende jaren met haar doelgroepen wil communiceren. Daarnaast wordt concreet
aangegeven wat er voor communicatieacties in 2013 is gepland.
Toeslagenlabel
Het toeslagenlabel is bedoeld om deelnemers snel inzicht te geven in de mate waarin het fonds hun pensioen naar verwachting
kan verhogen. Uit de praktijk is gebleken dat het label voor deelnemers niet begrijpelijk is. Begin 2011 gaf minister Kamp van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid daarom aan dat pensioenfondsen zelf de afweging mogen maken of het toeslagenlabel
bruikbare informatie biedt. Het bestuur heeft besloten om voor 2011 het toeslagenlabel nog te gebruiken. Met ingang van 2012
heeft het bestuur ervoor gekozen het label te vervangen door een alternatieve tekst. Ook in 2013 wordt deze tekst toegepast.
2.5 Lange termijnherstelplan
Doordat het fonds zich medio 2010 in een positie van reservetekort bevond, heeft het fonds een langetermijn herstelplan
ingediend bij DNB. Hierin is beschreven welke maatregelen het fonds neemt om te zorgen dat de dekkingsgraad weer boven de
vereiste dekkingsgraad komt. DNB heeft het bestuur in maart 2011 geïnformeerd in te stemmen met het ingediende plan. Om tot
een evenwichtig herstel van de dekkingsgraad te komen, heeft het fonds in 2011 enkele maatregelen genomen in het premie- en
beleggingsbeleid. Daarnaast heeft zij de toeslagambitie verlaagd naar 70% en zo meer in overeenstemming gebracht met de
verwachte toeslagverlening.
Evaluatie
Het pensioenfonds evalueert aan het einde van elk boekjaar hoe de financiële gezondheid van het fonds zich heeft ontwikkeld ten
opzichte van het herstelplan. Aan het einde van 2011 was de dekkingsgraad van het pensioenfonds 111,3%. De dekkingsgraad
bedroeg minder dan de vereiste dekkingsgraad, maar bevond zich nog boven de minimaal vereiste dekkingsgraad. Op basis van
de evaluatie eind 2011 heeft het Bedrijfstakpensioenfonds ICK geen verdere maatregelen hoeven te nemen.
De dekkingsgraad is eind december 2012 voor het eerste kwartaaleinde boven de vereiste dekkingsgraad en bedraagt 115,7%.
De vereiste dekkingsgraad ultimo 2012 bedraagt 115,4%. De vereiste dekkingsgraad is ten opzichte van vorig jaar gedaald. Toen
bedroeg de vereiste dekkingsgraad 119,0%. Deze daling is met name gekomen door de verhoogde afdekking van de rente in
2012. Begin 2013 heeft een evaluatie van het herstelplan plaatsgevonden. Uit de evaluatie van het herstelplan per ultimo 2012
blijkt dat het fonds geen verdere maatregelen hoeft te nemen. Het bestuur blijft uiteraard de risico’s en de dekkingsgraad kritisch
volgen.
Communicatie
De deelnemers zijn met de Nieuwsbrief ICK in mei en november 2011 geïnformeerd over de maatregelen in het kader van het
herstelplan. Ook in de nieuwsbrieven van april en november 2012 is nadere informatie gegeven over de financiële situatie van het
fonds en de evaluatie van het herstelplan. Daarnaast wordt ook de website regelmatig geactualiseerd en wordt iedere maand een
bericht over de dekkingsgraad gepubliceerd.
2.6 Beschikbare premieregeling
Naast de bestaande pensioenregeling op basis van Defined Benefit (middelloonregeling), heeft de ICK-branche ook een regeling
op basis van Defined Contribution (beschikbare premie met een aantal collectieve voordelen) geïntroduceerd. Deze regeling is
vergelijkbaar met de reeds bestaande regeling en past binnen de huidige dispensatiecriteria. De regeling is door een laag
kostenniveau en volledige transparantie ook een goed alternatief voor regelingen die door verzekeraars worden aangeboden.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 21 | 96
Werknemers krijgen een eigen ‘pot’ waarmee ze kapitaal opbouwen. Deze pot wordt op de pensioendatum omgezet in een
levenslange pensioenuitkering, eventueel gecombineerd met een partner- en wezenpensioen. De pensioenuitkering wordt
geïndexeerd op basis van het indexatiebeleid van het Bedrijfstakpensioenfonds ICK. Deelname aan de regeling is mogelijk voor
alle werkgevers in de ICK-sector. De premiebijdrage wordt berekend volgens een vaste leeftijdsstaffel, waardoor de
premiebijdrage een grote mate van voorspelbaarheid kent.
2.7 Vooruitzichten
Uitrol pensioenaangifte 2013
Pensioenaangifte is een nieuwe manier van gegevensaanlevering die wordt ingevoerd voor de pensioenfondsen en hun
werkgevers die zijn aangesloten bij Syntrus Achmea. Voor Bedrijfstakpensioenfonds ICK staat de overgang voor 2013 in de
planning. Met Pensioenaangifte kunnen werkgevers sneller en gemakkelijker gegevens aanleveren. Werkgevers zijn begin 2013
per brief geïnformeerd.
Aanpassing pensioenrichtleeftijd per 1 januari 2014
Naar aanleiding van aanpassing van het Witteveenkader dient per 1 januari 2014 slechts één wijziging aangebracht te worden in
de pensioenregeling, namelijk het verhogen van de pensioenrichtleeftijd naar 67 jaar. Het bestuur besluit in 2013 over de
aanpassingen in de pensioenregeling.
Nieuwe financiële opzet pensioenfondsen
De financiële regels voor pensioenfondsen staan in het Financieel Toetsingskader (FTK). Dat FTK is weer onderdeel van de
Pensioenwet. Werknemers verwachten een pensioen dat hoger wordt bij inflatie. Maar de regelingen zijn feitelijk niet zo opgezet.
Dat geeft een verwachtingskloof. Voor het pensioenfonds is de pensioenbelofte bovendien moeilijker waar te maken door de lage
rente en de stijgende levensverwachting. Ook is de volatiliteit van de beleggingsmarkten de laatste jaren sterk toegenomen. De
buffers van pensioenfondsen moeten omhoog om de huidige zekerheidsmaat wel waar te maken. Sociale partners en de overheid
spraken daarom over nieuwe financiële regels voor pensioenfondsen. De overheid werkt de afspraken uit in de nieuwe regels van
het FTK.
Invoering nieuw FTK
Eind 2012 zijn de contouren van een nieuw FTK nog niet helder. Er is al wel een Hoofdlijnennota waarin de uitgangspunten van
het nieuwe FTK staan. Dat nieuwe FTK zou op 1 januari 2014 ingaan, maar eind november 2012 werd de invoering met een jaar
uitgesteld naar 1 januari 2015. De huidige regels blijven daardoor een jaar langer van kracht.
Wat verandert er vanaf 2015? Er komen twee soorten pensioenregelingen. Ten eerste een regeling die uitgaat van een uitkering
inclusief een jaarlijkse verhoging ter compensatie van de inflatie. Maar bij deze pensioenuitkering staat van tevoren minder vast
hoe hoog de pensioenuitkering is. Hij ademt namelijk mee als de beurzen dalen en stijgen of als de levensverwachting stijgt. We
noemen dit een reëel pensioencontract. Daarnaast komen er regelingen die een vaste pensioenuitkering toezeggen. Dit heet een
nominaal contract. Dat lijkt op de huidige pensioenregelingen. Maar de regels worden strenger. Daarmee wordt beoogd dat het
minder vaak voorkomt dat de toegezegde pensioenuitkering verlaagd moet worden. Maar de kans dat een pensioenfonds een
inflatiecorrectie kan geven wordt ook lager. En deze pensioenregelingen moeten ook de stijgende levensverwachting verwerken.
De koopkracht van een dergelijk pensioen is daardoor naar verwachting lager. In het voorjaar van 2013 staat dit onderwerp ook bij
het bestuur van het Bedrijfstakpensioenfonds ICK op de agenda.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 22 | 96
3 Financieel beleid
3.1 Inleiding
Uitvoering beleid
Het bestuur voert een degelijk financieel beleid met enerzijds als doelstelling voldoende middelen op te bouwen om aan de
verplichtingen, de pensioenuitkeringen, te kunnen blijven voldoen en anderzijds om een stabiel premie- en toeslagbeleid te
voeren. De inkomsten uit premies en de opbrengsten uit de beleggingen moeten voldoende zijn om de pensioenrechten van de
deelnemers te waarborgen en de pensioenrechten van de huidige en van de toekomstige gepensioneerden te kunnen blijven
betalen. Het bestuur kijkt hierbij kritisch naar de uitvoeringskosten en gaat hierover geregeld in gesprek met de leveranciers van
diensten aan het fonds.
Financiële positie
Begin januari 2012 besloot DNB dat er aan het einde van 2011 uitzonderlijke omstandigheden op de financiële markten waren en
heeft zij de rentetermijnstructuur aangepast op basis waarvan het pensioenfonds haar verplichtingen berekent. Per einde 2011 is
de rentetermijnstructuur vastgesteld op de driemaandgemiddelde rente. Deze maatregel heeft een positief effect gehad op de
berekende dekkingsgraad per ultimo 2011, maar heeft in de loop van 2012 wel voor een grillig verloop van de dekkingsgraad
gezorgd.
De dekkingsgraad ultimo mei 2012 is ten opzichte van de dekkingsgraad ultimo april (109,4%) gestegen naar 115,2%. Deze
sterke stijging is veroorzaakt door het effect van de renteafdekking en de verdere daling van de marktrente ten opzichte van april.
Het renterisico is afgedekt op basis van de marktrente, terwijl de voorziening is gebaseerd op de door DNB gepubliceerde
rentetermijnstructuur die is gebaseerd op de driemaandgemiddelde rente. De stijging van de dekkingsgraad is daardoor
voornamelijk het gevolg van een berekeningsmethode en niet van een daadwerkelijk verbetering van de positie van het fonds.
De dekkingsgraad ultimo juni 2012 heeft daarentegen weer een beter beeld van de werkelijkheid laten zien. De dekkingsgraad
daalde naar 103,5% en kwam hiermee onder de minimaal vereiste dekkingsgraad waardoor het fonds een dekkingstekort had en
genoodzaakt was een korte termijnherstelplan op te stellen en bij DNB in te dienen. Ultimo augustus 2012 kwam de
dekkingsgraad echter net boven het minimaal vereist vermogen uit, waardoor indiening van het korte termijnherstelplan niet nodig
was.
De dekkingsgraad is in september 2012 gestegen met 8,7% ten opzichte van augustus 2012. De dekkingsgraad per ultimo
september 2012 bedroeg 113,3%, ten opzichte van de dekkingsgraad ultimo augustus van 104,6%. De dekkingsgraad is
gestegen doordat vanaf 30 september 2012 een andere rentecurve geldt voor alle pensioenfondsen. Dit betreft één van de
maatregelen van Staatssecretaris De Krom van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om onnodig verlagen van
pensioenuitkeringen te voorkomen en de problemen van pensioenfondsen te verzachten. Eén van de verplichte maatregelen is de
vervanging van rentetermijnstructuur door een UFR. Bij de UFR wordt nog steeds uitgegaan van een driemaandsmiddeling. Tot
en met jaar 20 wordt de marktrente gebruikt, tussen de 20 en 40 jaar wordt de rente berekend volgens door DNB vastgestelde
interpolatiefactoren. Door het gebruik van de UFR is de dekkingsgraad van het Bedrijfstakpensioenfonds ICK gestegen.
Ultimo boekjaar bedroeg de dekkingsgraad 115,7%. De vereiste dekkingsgraad per ultimo boekjaar bedroeg 115,4%.
3.2 Premiebeleid
De werkgevers die in het pensioenfonds deelnemen op basis van de ICK-CAO betalen een doorsneepremie. Het bestuur heeft
besloten de premie te bepalen op basis van een gedempte premiesysteem, waarbij de gedempte (kostendekkende) premie wordt
berekend op basis van het 5-jaars gemiddelde van de interne rentevoet zoals gepubliceerd door DNB. Als de dekkingsgraad
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 23 | 96
hoger is dan het vereist vermogen zal de premie gelijk zijn aan de doorsneepremie. Wanneer de dekkingsgraad lager is dan het
vereist vermogen, zal de premie het maximum zijn van de doorsneepremie en van de gedempte kostendekkende premie. Voor
2012 is berekend dat er sprake is van een kostendekkendheid van de premie en dat de premie conform beleid kan worden
gehandhaafd op 24%. De kostendekkende premie over het boekjaar bedraagt € 15.887, feitelijke premie € 11.482 en de
gedempte kostendekkende premie € 11.464.
Premie 2013
Het premiebesluit voor 2013 is genomen op basis van de geschatte dekkingsgraad per 31 oktober 2012 en het vereist vermogen
per 30 september 2012. Omdat de dekkingsgraad per deze datum onder het vereist vermogen lag, dient het fonds conform het
beleidskader voor het premiebeleid minimaal de kostendekkende premie te heffen. Geconcludeerd is dat de doorsneepremie van
24% niet kostendekkend was. Het bestuur heeft in de bestuursvergadering van 20 november 2012 besloten de premie als volgt te
verhogen:
Vanaf 1 januari 2013 bedraagt de pensioenpremie voor deelnemers geboren voor 1950 en in dienst voor 2006 31,3%
van de pensioengrondslag. Dit was 29,7%.
Vanaf 1 januari 2013 bedraagt de pensioenpremie voor deelnemers geboren vanaf 1950 en/of in dienst na 2005 25,4%
van de pensioengrondslag. Dit was 23,8%.
3.3 Toeslagbeleid
Het toeslagbeleid van het fonds valt in het verslagjaar in categorie D.1 van de toeslagenmatrix. Dit betekent dat het fonds een
voorwaardelijke toeslagverlening kent op basis van een vooraf vastgestelde maatstaf. Voor de actieve deelnemers geldt de
ontwikkeling van de CAO-lonen in de bedrijfstak als maatstaf. Voor de verhoging van de pensioenuitkeringen en
pensioenaanspraken van gewezen deelnemers geldt de prijsontwikkeling als uitgangspunt.
Met betrekking tot het huidige toeslagbeleid is in 2011 gekeken of een aanpassing van de staffel voor het toeslagenbeleid nodig
was. Gezien de geringe effecten die uit de berekeningen naar voren kwamen, heeft het bestuur besloten het huidige
toeslagenbeleid vooralsnog te handhaven. Aanpassing van het toeslagenbeleid wordt meegenomen bij de herziening van de
pensioenregeling aan het nieuwe pensioenstelsel.
Jaarlijks beslist het bestuur in hoeverre de pensioenaanspraken worden verhoogd. De hoogte van de toeslag is afhankelijk van de
financiële situatie van het fonds. Aan de toeslagverlening kunnen geen rechten worden ontleend. Omdat de dekkingsgraad
beneden het vereiste niveau ligt, heeft het bestuur op basis van het beleidskader besloten geen toeslag te verlenen per 1 januari
2012. Om dezelfde reden is besloten ook per 1 januari 2013 geen toeslag te verlenen.
De achterstand op de toeslagverlening per 1 januari 2013 (inclusief toeslag per 1 januari 2012), te rekenen vanaf 1 januari 2011
bedraagt voor de actieve deelnemers:
ten opzichte van de ambitie: 2,84%
ten opzichte van de maatstaf: 4,05%
De achterstand op de toeslagverlening per 1 januari 2013 (inclusief toeslag per 1 januari 2013), te rekenen vanaf 1 januari 2011
bedraagt voor de pensioengerechtigden en inactieve deelnemers:
ten opzichte van de ambitie: 4,06%
ten opzichte van de maatstaf: 5,80%
Verlaging toeslagambitie
Voorheen was het streven van het pensioenfonds de pensioenen te verhogen met 90% van de loon- en prijsontwikkeling. Op
basis van de in 2010 uitgevoerde continuïteitsanalyse en consistentietoets heeft het fonds geconstateerd dat de toeslagambitie
van 90% niet kan worden waargemaakt. Het bestuur heeft daarom eind 2010 besloten de toeslagambitie te verlagen naar 70%.
Door de verlaging is een ambitie ontstaan die in evenwicht is met het gevoerde toeslagbeleid.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 24 | 96
3.4 Kosten uitvoering pensioenregeling
Het fonds maakt voor het uitvoeren van de pensioenregeling diverse kosten. Globaal kunnen deze kosten worden onderverdeeld
in kosten voor de uitvoering van de pensioenregeling en kosten van het vermogensbeheer. Het bestuur is zeer alert op de
ontwikkeling van deze kosten. De kosten voor het fonds zijn vanwege de omvang van het fonds relatief hoog en laten, mede als
gevolg van toegenomen wettelijke verplichtingen een licht stijgende lijn zien. Het fonds is zich hier van bewust en stuurt daarom
actief op kostenreductie. Ook is het bestuur op zoek naar mogelijkheden om tot schaalvergroting te komen. Het bestuur vindt het
belangrijk transparant te zijn over de kosten. In dit kader is hierna een rapportage over de kosten voor de uitvoering van de
pensioenregeling opgenomen.
Kosten van pensioenbeheer
De kosten voor pensioenbeheer bedragen voor 2012: € 1.119.028,-. Omgerekend is dit € 207,69 per deelnemer, slaper en
gepensioneerde. De uitvoeringskosten kunnen aan de volgende betrokkenen worden toegerekend:
Kosten werkgeversadministratie € 27.482
Kosten deelnemersadministratie € 136.842
Kosten bestuur en financieel beheer € 954.704
Grofweg kunnen de kosten voor de uitvoering van de pensioenregeling onderverdeeld worden in kosten voor de
werkgeversadministratie, de deelnemersadministratie, de financiële administratie en bestuursondersteuning.
Werkgeversadministratie
Deze kosten hebben betrekking op de activiteiten die voortvloeien uit het beheer van het bestand van aangesloten
werkgevers, de aanlevering en verwerking van de werknemersgegevens, het opleggen en innen van de
pensioenpremies en het onderhouden van de contacten met die werkgevers.
Deelnemersadministratie
Deze kosten hebben betrekking op alle werkzaamheden die de administratie verricht om de pensioenaanspraken te
administreren, de uitkeringen van de pensioengerechtigden te verzorgen en alle deelnemers en gerechtigden te
informeren. Te denken valt hierbij aan het verwerken van waardeoverdrachten, het afkopen van kleine pensioenen, het
toekennen van pensioenen en de communicatie met alle doelgroepen (waaronder het klant contact center, website,
nieuwsbrief, Uniform Pensioenoverzicht en de start- en stopbrief).
Kosten bestuur en financieel beheer
De kosten bestuur en financieel beheer hebben betrekking op de bestuurlijke kosten (bestuur, deelnemersraad,
verantwoordingsorgaan, secretariële ondersteuning, bestuurscommissies, juridisch advies en communicatieadvies, het
opstellen van het jaarverslag, het samenstellen van financiële rapportages, de kosten van het wettelijk toezicht (DNB,
AFM) en de advies- en controlekosten (actuaris, accountant, aan derden uitbestede activiteiten).
In onderstaande tabel is een specificatie opgenomen van de kosten die het fonds in het verslagjaar heeft gemaakt:
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 25 | 96
Bedrag Bedrag
Kostensoort Aard van de kosten 2012 2011
Kosten werkgeversadministratie Administratie, communicatie en uitvoering 27.482 23.408
Kosten deelnemersadministratie Administratie, communicatie en uitvoering 136.842 133.888
Overige kosten uitvoerder Verrekening kostenopslag excedentregeling 48.622 96.129
Verrekening administratiekosten vorig boekjaar 4.577 93.911
Te verrekenen in volgend boekjaar* -9.460 13.337
Kosten bestuur en financieel beheer Financiële administratie 78.687 75.708
Ondersteuning bestuur 392.835 377.619
Korting in verband met migratie Maia -10.000 -
Toezichtkosten
* DNB 17.921 18.439
* AFM 3.480 5.280
Advies- en controlekosten
* Adviseur vermogensbeheer 88.845 82.578
* Actuaris 115.316 118.790
* Actuaris (vorig boekjaar) -4.888 13.800
* Accountant 22.948 22.015
* Accountant (vorig boekjaar) 600 6.420
* Notaris 0 1.750
* Compliance werkzaamheden 3.606 -
Overige kosten
* Pensioenregister 890 978
* Druk- en portikosten 11.197 2.336
* Druk- en portikosten (vorig boekjaar) 9.725 -
* Pensioenfederatie 6.575 7.468
* Diversen 137 418
Bestuurskosten
* Reiskosten 11.887 9.349
* Vacatiegelden 129.150 85.696
* Verblijfskosten 3.343 2.376
* Opleidingskosten 4.978 6.000
* Overige bestuurkosten 32.233 -
Overige kosten bestuur en
financieel beheer Vergoeding dispensatiekosten** -8.500 -12.195
Totaal kosten pensioenuitvoering 1.119.028 1.185.498
* Wegens de voortgang van het jaarwerk is de verrekening voor komend boekjaar niet gecorrigeerd in de jaarrekening.
** De vergoeding van de dispensatiekosten 2012 is niet meegenomen in de jaarrekening.
Deze kosten zijn in de jaarrekening terug te vinden onder de pensioenuitvoeringskosten.
Kosten van vermogensbeheer
De kosten van vermogensbeheer kunnen in twee categorieën worden onderscheiden. De eerste categorie betreft de kosten van
het vermogensbeheer zoals in de jaarrekening van het pensioenfonds opgenomen. Dit betreffen beheervergoedingen van de
vermogensbeheerders (Syntrus Achmea Real Estate & Finance, ING Investment Management en Vanguard Asset Management
Ltd). Daarnaast zijn in de pensioenuitvoeringskosten ook kosten opgenomen die feitelijk aan de kosten van het vermogensbeheer
kunnen worden toegerekend. Bijvoorbeeld de kosten van beleggingsadvies en de kosten die de Beleggingscommissie maakt.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 26 | 96
De tweede categorie betreft kosten die rechtstreeks ten laste van het beleggingsrendement zijn gebracht, zoals transactiekosten
en kosten van beheer die in de beleggingsfondsen zijn opgenomen en tot uitdrukking komen in de Total Expense Ratio (TER).
Deze kosten zijn niet inbegrepen in de kosten van de vermogensbeheerders zoals opgenomen in de jaarrekening.
De totale kosten over 2012 bedragen € 895.438. Uitgedrukt in een percentage van het gemiddeld belegd vermogen zijn de kosten
0,58%. Hiervan zijn de geschatte transactiekosten 0,28% van het gemiddeld belegd vermogen.
In de volgende tabel is een specificatie opgenomen van de kosten die het fonds in het verslagjaar heeft gemaakt voor zover deze
kosten inzichtelijk waren.
Bedrag
Kostensoort Aard van de kosten 2012
Vermogensbeheerkosten Algemene beheerkosten 462.833
Transactiekosten 432.605
Totaal kosten vermogensbeheer 895.438
De kosten voor de adviseur vermogensbeheer zijn terug te vinden onder de pensioenuitvoeringskosten. De algemene
beheerkosten zijn opgenomen in de jaarrekening onder de component beleggingskosten. De beheerkosten bestaan onder andere
uit de gemaakte kosten van het bestuur gerelateerd aan het monitoren van de beleggingen en het portefeuillebeheer. De
transactiekosten zijn de kosten die gemaakt worden om de effectentransactie tot stand te brengen en uit te voeren. Deze kosten
zijn veelal op basis van een schatting tot stand gekomen, omdat er bijvoorbeeld bij transacties in de categorie vastrentende
waarden niet separaat kosten in rekening worden gebracht. Daarnaast is het bij participatie in beleggingsfondsen niet exact te
bepalen welke kosten er zijn gemaakt, daarvoor is een schatting gemaakt van de turn-over in de portefeuille en op basis van
gemiddelde transactie kosten in de markt zijn de kosten bij benadering bepaald.
3.5 Beleggingen
Algemene ontwikkelingen 2012
Beleggers zullen zich 2012 herinneren als het jaar dat de centrale banken het verschil maakten. Dankzij zeer lage
rentes, massale liquiditeitssteun en vooral innovatief beleid van de Europese Centrale Bank (ECB) stegen wereldwijde aandelen
sterk (+14% in euro). De ECB wist het vertrouwen in de eurozone fors te verhogen.
Afwisselend voerden risicobereidheid en massale risicoaversie op de financiële markten de boventoon. Beleggers lieten zich
vooral leiden door hun verwachtingen over het verloop van de economische indicatoren, het beleid van de centrale banken en de
eurosysteemcrisis.
Zo droegen meevallende economische indicatoren en massale liquiditeitssteun van de centrale banken tot
omstreeks medio maart bij aan hogere aandelenkoersen. Nadat economische indicatoren teleurstelden en de eurosysteemcrisis
(Spanje, Griekenland) weer oplaaide, bereikten aandelen begin juni het laagste niveau van het jaar.
Dat de Griekse Parlementsverkiezingen in mei niet in de vorming van een regering uitmondden en nieuwe
verkiezingen nodig maakten, leidde tot grote nervositeit op de markten, dus tot massale risicoreductie. Beleggers vluchtten in
Duitse en Amerikaanse staatsleningen. De Duitse 10-jaars rente daalde eind mei even onder 1,2%. Kortlopende obligaties van
Duitsland en van andere, als veilig beschouwde, landen hadden in periodes van crisis zelfs negatieve rentes. Dat er in juni een
Griekse coalitieregering kon worden gevormd, was een grote opluchting voor beleggers. Dat de opwaartse koersbeweging kon
doorzetten, had mede te maken met de lage waarderingsniveaus waarop aandelen en andere risicovollere beleggingen terecht
waren gekomen.
Wat bijdroeg aan de positievere stemming, was dat de Europese regeringsleiders eind juni stappen zetten in de
richting van meer economische en politieke integratie van de 17 landen in de eurozone. Zo werd de weg vrijgemaakt voor directe
steun aan kwetsbare banken, dus buiten de begroting van de betreffende overheid om.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 27 | 96
Kapitaalmarkt en rente
Eurozone (Duitsland)
De rentes van tienjarige staatsleningen van Duitsland bleven binnen een nauwe bandbreedte bewegen. De markt heeft er
kennelijk vertrouwen in dat het, door de ECB in september ingestelde, Outright Monetary Transactions (OMT) mechanisme
effectief zal zijn als een land in moeilijkheden er een beroep op zal doen. Dat verklaart waarom onrust over de politieke
ontwikkelingen in Italië in december geen effect op de staatsleningenmarkten van de kernlanden heeft gehad. De neerwaartse
bijstelling van Frankrijk (van AAA naar AA+) had geen noemenswaardige invloed op de Franse staatsleningenmarkt.
Staatsleningen in de eurozone (Duitsland) met zeer lange looptijden (30 – 50 jaar)
De rente op zeer lange staatsleningen heeft min of meer in lijn bewogen met de rente op staatsleningen met een tienjarige
looptijd. Hierdoor is het renteverschil met tienjarige staatsleningen ongeveer gelijk gebleven.
Perifere landen eurozone
Gedurende het grootste deel van het laatste kwartaal profiteerden staatsleningenmarkten in de perifere landen van een positief
sentiment. Het is aan het, in september door de ECB ingestelde, OMT mechanisme (obligatie-opkoopprogramma) te danken dat
onrust (december) over de politieke ontwikkelingen in Italië slechts tot een minimale stijging van de risicopremies op Italiaanse
staatsleningen leidde. Ook de doorwerking van deze onrust op de Spaanse staatsleningenmarkt en op staatsleningenmarkten van
andere perifere landen was beperkt.
Kortlopende staatsleningen / geldmarkt
De rentes op tweejarige staatsleningen (VS, Duitsland) bleven op extreem lage niveaus bewegen. Dat houdt verband met het
extreem soepele monetaire beleid. Dit papier noteerde geregeld negatieve rentes.
Aandelen
In 2012 moesten de markten vooral omgaan met drie grote risico’s. De eurosysteemcrisis, risico van een harde landing in China
en de ‘fiscal cliff’ in de VS. De gunstige prestaties van wereldwijde aandelen in 2012 zijn voornamelijk te danken aan het beleid
van de ECB. Hierdoor nam een van de grote risico’s die in de markten speelt, fors af. Een additionele positieve factor is dat de
aandelenmarkten vanaf september rugwind ondervinden van betere economische indicatoren, vooral in de VS en in China. De
‘fiscal cliff’ was de belangrijkste risicofactor in de VS. Het aflopen van een aantal belastingvoordelen in de Verenigde Staten op 1
januari 2013 zorgde voor onzekerheid op de financiële markten in 2012. Er is een deel akkoord bereikt over de aflopende
belastingmaatregelen in de VS. Een aantal beslissingen, waaronder het ‘schuldenplafond’ in de VS, is echter naar voren
geschoven.
Wereldwijde, ontwikkelde aandelenmarkten stegen, gemeten in euro, met 14.0%. Opkomende aandelenmarkten stegen door de
hogere risicobereidheid bij beleggers met 16.8%. Japan was in 2012 de zwakste aandelenmarkt (Topix: +5,9% in euro) voor
internationale beleggers. Op basis van de relatief aantrekkelijke waardering en de afgenomen systeemrisico’s presteerden
aandelen in de eurozone het best: +20,6%. Wereldwijde vastgoed aandelen (+28%) en Financials (+27%) wonnen het meest. De
Nederlandse AEX index steeg 14.1% in 2012.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 28 | 96
Vooruitblik
Wereldwijde economie
In de VS trekken de consumentenbestedingen, de duurzame orders en de huizenmarkt aan. Voor 2013 wordt op basis hiervan
een gematigde groei verwacht voor de VS.
In de eurozone verwachten wij een stabilisatie van de economie. De aantrekkende groei in de VS en China, het beleid van de
ECB en een afnemende bezuinigingsdrang van (centrale) overheden zouden hier kunnen leiden tot een traditioneel, aan de export
gerelateerd, herstel. Mede dankzij deze exportgroei zou de eurozone aan een recessie moeten kunnen ontkomen.
Ondanks tekenen van herstel blijft de wereldeconomie kwetsbaar voor schokken. De rol van de centrale banken en van de politici
blijft vooralsnog cruciaal voor een voortzetting van het gematigde economische herstel. De wereldwijde economische groei kan in
2013 op of iets onder het langjarige gemiddelde uitkomen.
Rente
Het aanhoudend ruime beleid van de centrale banken, het naar verwachting gematigde herstel en de nog steeds
voortdurende overcapaciteit in de volwassen economieën zal leiden tot aanhoudend lage rentes van staats-
leningen in landen als de VS, Duitsland en Nederland. Wel kunnen de rentes, vanaf extreem lage niveaus,
iets oplopen.
Aandelen
Mede op basis van de extreem lage rentes en de relatief hoge dividendrendementen gaat de vermogensbeheerder uit van een
positieve waardeontwikkeling op de wereldwijde aandelenmarkten. Gunstig is dat de balansen van de bedrijven
nog steeds relatief gezond zijn en veel bedrijven ruimte hebben om eigen aandelen in te kopen en dividenden te
verhogen.
Het beperkte economische herstel in de verzadigde economieën (VS, Europa, Japan) zal echter druk gaan
uitoefenen op de (historisch hoge) winstmarges. Daardoor zal er niet of nauwelijks ruimte zijn voor winstgroei. De
prestaties van wereldwijde aandelen zullen dan ook moeten voortkomen uit hogere waarderingen.
Valutamarkten
Het systeemrisico in de eurozone is weliswaar sterk afgenomen, maar is nog niet definitief van de baan.
Bovendien is de economie van de eurozone relatief zwak. Daardoor blijft de euro kwetsbaar ten opzichte van de
Amerikaanse dollar. Verwacht wordt dat de ECB het officiële rentetarief verder zal verlagen.
Beleggingen Stichting Bedrijfstakpensioenfonds ICK
Het fonds heeft het beheer van haar beleggingen (grotendeels) ondergebracht bij ING Investment Management (hierna ING IM).
De strategische mix bestaat uit 60% vastrentende waarden, 30% aandelen en 10% vastgoed.
In januari 2012 heeft ICK besloten om, door de tegenvallende relatieve performance, het ING IM Emerging Markets Equity Fonds
te verkopen en om hiervoor in de plaats een passief Vanguard Emerging Markets Equity Fonds op te nemen in haar portefeuille.
ICK heeft daarbij ING IM gevraagd om een geconsolideerde rapportage op te stellen inclusief de externe Vanguard Emerging
Markets Equity belegging en de vastgoed beleggingen (Syntrus Achmea) zodat er een totaaloverzicht kan worden getoond van de
gehele beleggingsportefeuille.
In februari 2012 is besloten om tijdelijk de renteafdekking te verhogen van 50% naar 65% door middel van een belegging in het
Duration Matching Range (DMR) Fonds XL. Dit is een fonds dat belegt in kort AAA staatspapier met een swapoverlay waarmee
de rentegevoeligheid fors wordt vergroot. Door de renteafdekking te verhogen komt de rentegevoeligheid van de vastrentende
portefeuille (nog) meer in lijn te liggen met de rentegevoeligheid van de verplichtingen. Er is bewust gekozen de rentegevoeligheid
te vergroten via het DMR XL Fonds in plaats van de bestaande All Grade Long Duration Fonds allocatie te verhogen. Reden
hiervoor is dat het DMR XL Fonds alleen in staatspapier belegt en het All Grade Long Duration Fonds ook (tactisch) in
spreadproducten kan beleggen waardoor de renteafdekking ook wordt beïnvloed door de spread in plaats van alleen de
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 29 | 96
rentebewegingen op de kapitaalmarkten. Het All Grade LDF fonds is een verzameling van verschillende onderliggende fondsen
waarin wordt doorbelegd (Credits, ABS papier, Covered Bonds, AAA Obligaties en Swaps). Naast het spreadeffect binnen All
Grade LDF had het bestuur ook de wens om te kunnen sturen op de afzonderlijke categorieën. Door middel van beleggingen in
DMR L en DMR XL voor de rentehedge en daarnaast te beleggen in de categorieën Credits en EMD kan het fonds zelf de
normwaarden en bandbreedtes bepalen. Hiermee wordt ook tegemoet gekomen aan een aantal conclusies uit het DNB
beleggingsonderzoek.
Sinds begin 2012 lag de nadruk op de korte termijn: het voorkomen van dekkingstekort door verhoging van het
afdekkingpercentage. Hierdoor was de renteafdekking tijdelijk verhoogd naar 65%. Mede door introductie van de UFR, is de
dekkingsgraad verder verwijderd van de tekortgrens. De nadruk kan nu meer op de lange termijn worden gelegd, waardoor
verlaging van de renteafdekking naar 55% past in het strategische beleid van ICK; de eerdere verhoging naar 65% was een
tijdelijke maatregel.
Daarom is in januari 2013 besloten de tijdelijke verhoging van de rentehedge terug te brengen naar 55%. Hiervoor is de belegging
in het All Grade Long Duration Fonds volledig verkocht en is met de opbrengst o.a. het DMR L Fonds en het DMR XL Fonds
aangekocht. Deze twee (passieve) fondsen worden ingezet voor het afdekken van het renterisico. De overige vastrentende
beleggingen in de strategische beleggingsmix zoals Credits en Emerging Market Debt zijn opgenomen om een hoger rendement
te maken.
Performance 2012
De tabel toont de resultaten van de portefeuille van ons fonds versus de benchmark;
Asset Categorie Resultaat Benchmark
Vastrentende waarden 14,7% 14,1%
Aandelen (excl. hedge) 17,6% 16,0%
Vastgoed portefeuille 9,8% 9,8%
Totaal (excl. hedge) 15,0% 14,6%
Totaal (incl. hedge) 14,7% 14,6%
Vastrentende waarden
De absolute performance op de vastrentende portefeuille van ons fonds kan niet los worden gezien van de
verplichtingenkant van de balans. De afstemming van de looptijd van de vastrentende beleggingen met de looptijd van de
verplichtingen in combinatie met een dalende rentecurve heeft ervoor gezorgd dat het rendement hoger is dan zonder de
renteafdekking.
De relatieve performance op de vastrentende portefeuille in 2012 was positief (+0,60%).
Aandelen
Ultimo 2012 is de portefeuille van ons fonds voor ca 55% belegd in het INI Aandelen Fonds, voor ca 22% in het ING Dividend
Aandelen Fonds en voor 23% in het Vanguard Emerging Markets Equity Fonds
Aandelenbeleggers hadden in 2012 een heel goed jaar. De koersen stegen met 17,6% (voor valuta-afdekking) voor ons fonds.
Hiermee deed de portefeuille van ons fonds het beter dan de benchmark (16,0%). Deze goede relatieve performance komt
voornamelijk door het ING Aandelen Fonds (16,3%) dat ruim een procent beter heeft gerendeerd dan de benchmark (15,2%). Het
ING Dividend Aandelen Fonds bleef iets achter bij de benchmark en het Vanguard Emerging Market Equity Fonds presteerde in
lijn met de benchmark.
Het afdekken van de valuta’s binnen de aandelenportefeuille zorgde in 2012 voor een licht lager resultaat (inclusief hedge 14,7%
versus exclusief hedge 15,0%).
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 30 | 96
Vastgoed
De Nederlandse economie is in 2012 met 1% gekrompen. De groei van de Nederlandse economie werd met name gedrukt door
daling van de binnenlandse bestedingen: zowel de consumptie van de overheid als van particuliere huishoudens daalde, mede als
gevolg van de verslechtering van de koopkracht. Daarnaast namen ook de bedrijfsinvesteringen af, met name in de woningbouw.
Door de onzekerheid over de toekomst van de Nederlandse economie, in combinatie met de verslechterde vastgoed
gebruikersmarkten, is het beleggingsvolume in vastgoed sinds 2008 gedaald. Interesse in eersteklas (prime) langjarig verhuurde
beleggingsproducten was er in de afgelopen vijf jaar wel, maar een gebrek aan een passend product heeft een dempend effect
gehad op de beleggingsdynamiek, net als de beperkte financieringsmogelijkheden en de angst voor nieuwe afboekingen. Als
gevolg hiervan werd in 2012 relatief weinig belegd in vastgoed. Het totale beleggingsvolume in vastgoed bedroeg in 2012 € 4,3
miljard: € 0,5 miljard minder dan in 2011 en ongeveer de helft van het volume in 2008 (€ 8,7 miljard).
Ongeveer 30% van het beleggingsvolume in 2012 kwam voor rekening van het kantorensegment, 25% werd belegd in woningen
en eveneens 25% in winkels. Het overige deel betrof bedrijfsruimte (10%) en overig vastgoed (10%), zoals zorgcomplexen, hotels
en parkeergarages. De daling van het beleggingsvolume werd vooral gevoeld in de bedrijfsruimtemarkt, waar het
beleggingsvolume afnam met circa 30%. Ook in de winkelsector daalde het beleggingsvolume sterk (-26%), gevolgd door de
kantorensector (-10%). Daarentegen werd meer dan in het voorgaande jaar belegd in overig vastgoed (+21%) en woningen
(+4%).
Woningen
Beleggersmarkt
Op de woningmarkt hield de interesse van beleggers aan. Beleggers hebben in 2012 4% meer belegd in woningen ten opzichte
van 2011, met een totaal volume van € 1,1 miljard. De blijvende onzekerheid op de koopwoningmarkt had een negatief effect op
de waardering van beleggerhuurwoningen. Het uitponden van woningen ging in een langzamer tempo, wat zich negatief heeft
vertaald in de exploitatieberekeningen.
In 2012 zijn de aanvangsrendementen voor woningen, zowel binnen als buiten de Randstad, licht naar boven bijgesteld. De
relatieve huurwaardestijging die men zou verwachten door de waardedalingen bleef echter beperkt doordat extra leegstand de
huurinkomsten drukte. Bij herstel van de markt en het teruglopen van de leegstand zal zich hierdoor een inhaaleffect voordoen.
Gebruikersmarkt
In 2012 is de koopwoningmarkt verder ingezakt. Het aantal transacties nam af met 4% ten opzichte van 2011. Ook bleven de
woningprijzen onder druk staan. Sinds het begin van de crisis zijn de prijzen van verkochte woningen gemiddeld met 15,6%
gedaald. Gecorrigeerd voor inflatie bedraagt de daling inmiddels 20,8%. Hier bovenop komt een stagnatie van de
nieuwbouwproductie. In 2012 werden minder woningen opgeleverd dan in voorgaande jaren.
Door de aanhoudende onzekerheid op de koopwoningmarkt gaven huishoudens steeds vaker de voorkeur aan een huurwoning.
Ook de strengere eisen aan hypotheekverstrekking droegen hieraan bij. Verder was de onzekerheid over de ontwikkeling van de
woningprijzen een belangrijke drijfveer om te gaan huren. Met name onder specifieke groepen zoals (her)starters nam de
belangstelling om een woning te huren snel toe.
Winkelmarkt
Beleggersmarkt
In de winkelmarkt werd in 2012 het laagste beleggingsvolume in negen jaar bereikt (€ 1,1 miljard). De teruggang was deels te
wijten aan de beperkte financieringsmogelijkheden. Daarnaast werden beleggers ook kritischer in hun beleggingsstrategie en
acquisitiebeleid. De focus van beleggers lag vooral op prime winkelvastgoed in de sterkste winkelsteden. Het aanbod in dit
segment was schaars, met als gevolg dat slechts een beperkt aantal transacties werd gerealiseerd. Institutionele beleggers
namen het overgrote deel van het beleggingsvolume voor hun rekening, waarbij zij zich richtten op verzorgende stadsdeel- en
grote wijkcentra en binnenstedelijk gelegen solitaire winkelpanden. Onder druk van de grote belangstelling bleven de
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 31 | 96
aanvangsrendementen voor A1-locaties in de grote steden stabiel op circa 4,5%. Voor het midden- en ondersegment werden de
bruto aanvangsrendementen licht opwaarts bijgesteld tot 6,5% en 8%.
Gebruikersmarkt
Voor de detailhandel was 2012 een moeizaam jaar. In 2012 daalde de totale detailhandelsomzet (licht) verder, vooral als gevolg
van een daling van het omzetvolume. De volumedaling werd hierbij nog deels gecompenseerd door prijsinflatie. Het beeld in de
winkelmarkt was verdeeld. Voor winkels in voedingsmiddelen, met name supermarkten, groeiden de omzetvolumes en
omzetwaardes. Hiertegenover stond de situatie in de non-foodsector er minder florissant voor. Vooral winkels in woninginrichting,
recreatieartikelen, huishoudartikelen, speelgoed, keukens en bouwmarkten zagen de omzetten dalen.
In 2012 tekenden de verschillen tussen kansarme en succesvolle locaties zich scherper af. Aan de onderkant van de markt
concentreerde de leegstand zich op de meest kansarme locaties, terwijl in het topsegment de vraag naar winkelruimtes aanhield.
Dit topsegment bewoog zich vooral op de Amsterdamse winkelmarkt, waar luxe merken als Michael Kors, Karl Lagerfeld en Marc
Jacobs winkels openden.
De toenemende tweedeling was ook te zien in de ontwikkeling van de huurprijzen. Alleen in de Kalverstraat Amsterdam,
Beursplein Rotterdam en Grote Houtstraat Haarlem gingen de huurprijzen nog licht omhoog. Op de overige beste locaties in de
grote steden stabiliseerden de prijzen of werden licht neerwaarts bijgesteld. Onder druk van het toenemende aanbod aan
winkelruimten daalden de huurprijzen in de middelgrote en kleine steden voor het derde achtereenvolgende jaar, ditmaal met
gemiddeld 1,6% op de beste locaties. Op B en C locaties nam het huurniveau sneller af.
Zorgvastgoed
Beleggingsmarkt
Politieke ontwikkelingen in 2012 hebben de trends in de zorgmarkt versneld. De enorme groei van het
aantal senioren en de nationale zorguitgaven de afgelopen jaren hebben politieke, zorg- en vastgoedpartijen
in beweging gebracht. De overheid trekt zich steeds meer terug uit de zorgsector. Ouderen worden vitaler
en wonen langer thuis. Door de snelle invoering van het scheiden van wonen en zorg is de vraag naar
passende huisvesting verder toegenomen. Er is duidelijk sprake van een fundamentele overgangsfase in
de zorgsector. Naar verwachting stijgt het aantal mensen met een zorgbehoefte en daarmee de vraag
naar kostenefficiënte combinaties van huisvesting en zorgverlening. Mede als gevolg van deze trends groeit bij zorginstellingen de
behoefte om hun vastgoed af te stoten.
De aanhoudende groei van de zorg(vastgoed)sector, gedreven door de vergrijzing, maakt dat de belangstelling voor beleggen in
zorgvastgoed toeneemt. De gerealiseerde BAR (bruto aanvangsrendement) voor zorgvastgoed schommelt tussen 5,2% (voor
woningen) en 7,4% (voor aan zorg gerelateerde kantoren). Binnen de intramurale sector ligt de BAR tussen de 6,0% en 7,2%,
afhankelijk van de kwaliteit van de locatie en de mogelijkheid van herbestemming.
Gebruikersmarkt
Onder druk van invoering van marktwerking heeft een toenemend aantal zorginstellingen hun vastgoed afgestoten aan
vastgoedbeleggers en vervolgens teruggehuurd. De zorgpartijen maken zo vermogen vrij om zich te kunnen focussen op hun
kerndoel: het leveren van goede zorg. Ook bij nieuwbouw wordt vaker gekozen voor samenwerking met institutionele
investeerders. Nieuw ontwikkeld zorgvastgoed wordt daarbij steeds meer aangepast aan de woonbehoefte van de nieuwe
generatie ouderen. Ouderen willen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen, maar indien nodig willen ze daarbij wel een beroep
kunnen doen op zorgvoorzieningen. Met nieuwe ontwikkelingen wordt hierop ingespeeld, zoals levensloopbestendige complexen.
In een levensloopbestendig complex worden zelfstandige woningen gecombineerd met intramurale woningen (voor als er wel
‘zware zorg’ noodzakelijk is), een gezondheidscentrum voor simpele behandelingen en vaak servicegerichte functies, zoals een
winkel en een kapper. Met de komst van deze nieuwe zorgcomplexen kiezen steeds minder ouderen voor verzorgingshuizen, als
ze sowieso al kiezen om hun bestaande woning te verlaten. Het gevolg is dat de verzorgingshuizen meer en meer leeg raken.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 32 | 96
3.6 Risicoparagraaf
Risico en beheersing
Pensioenfondsbesturen moeten voldoen aan alle wet- en regelgeving en controle hebben over alle risico’s die zich voordoen. Ook
het bestuur van het Bedrijfstakpensioenfonds ICK besteedt veel aandacht aan risicomanagement. In 2010 heeft het bestuur een
risicoanalyse laten uitvoeren van financiële en niet-financiële risico’s. Vervolgens heeft het bestuur een aantal sessies over
risicomanagement gevolgd onder begeleiding van Sprenkels & Verschuren. De acties die zijn voortgekomen uit deze sessies
worden actief door het bestuur gemonitord. In 2012 ligt de focus en de risicomonitoring op de overgang naar een nieuw
administratiesysteem. Eind 2012 heeft het bestuur besloten een vervolg te geven aan het risicomanagementtraject onder
begeleiding van Sprenkels & Verschuren en 4th Line. In het tweede kwartaal van 2013 volgt, na interviews met de afzonderlijke
bestuursleden, een integrale workshop ‘Risicomanagement’.
Concentratie en migratie
Het bestuur heeft in 2011 en 2012 de bijeenkomsten van Syntrus Achmea Pensioenbeheer bijgewoond waarin de voortgang is
besproken van de concentratie van activiteiten in De Meern en het migratieproces naar een nieuw administratiesysteem. Het
bestuur heeft geconstateerd dat Syntrus Achmea voldoende maatregelen heeft getroffen (waaronder kenniswaarborging) om de
risico’s tot een minimum te beperken. Het fonds zal in 2013 naar een ander administratiesysteem overgaan. In 2012 is de
Klantregiegroep Migratie opgericht om de migratie te monitoren.
Herinrichting beleggingsportefeuille
Het fonds is gevoelig voor de lange termijn rente door de waardering op marktrente van pensioenverplichtingen en de waardering
van vastrentende waarden. Naar aanleiding van de uitkomsten uit de ALM-studie van 2010, heeft het bestuur besloten de
renteafdekking in 2011 te verhogen naar 50%. Begin 2012 is de renteafdekking extra verhoogd naar 65%. Hieraan ligt de
afweging van het bestuur ten grondslag meer gewicht te geven aan het verkleinen van het korte termijn risico. Door het vergroten
van de mate van renteafdekking wil het bestuur voorkomen dat de dekkingsgraad door daling van de rente onder de minimaal
vereiste dekkingsgraad terechtkomt. De verhoging van de renteafdekking naar 65% wordt door het bestuur als tijdelijke maatregel
gezien. Eind 2012 heeft het bestuur besloten de tactische renteafdekking terug te brengen naar 55% omdat het gevaar voor
onderdekking aanzienlijk is verminderd. Dit besluit is in januari 2013 doorgevoerd.
Beleggingsrisico’s
Algemeen
De in de balans opgenomen financiële instrumenten zijn beleggingen, vorderingen en schulden. De financiële instrumenten zijn
opgenomen tegen actuele waarde, voor zover niet anders is aangegeven. Onderstaand worden de belangrijkste risico´s
weergegeven die zich kunnen manifesteren in het beleggingsproces, en de wijze waarop het fonds de risico’s tot op zekere
hoogte mitigeert.
Marktrisico
De waarde van beursgenoteerde beleggingen fluctueert continu. Het risico dat daarmee gepaard gaat, ofwel stijgende of dalende
koersen, noemt men het marktrisico. Dit marktrisico is niet voor alle beleggingscategorieën gelijk. Aandelen kennen vaak een
hoger marktrisico dan bijvoorbeeld staatsobligaties. Maar het verwachte rendement van aandelen is daarentegen ook vaak hoger.
Het pensioenfonds mitigeert het marktrisico door beperkt in risicovolle beleggingscategorieën te beleggen, en door bandbreedtes
te hanteren voor elke beleggingscategorie.
Renterisico
Op basis van de opgebouwde pensioenaanspraken en de levensverwachting van de deelnemers kunnen de in de toekomst
verwachte pensioenuitkeringen van het fonds in kaart gebracht worden. Om deze uitkeringen in de verre toekomst te kunnen
betalen, hoeft het fonds niet de volledige optelsom van verwachte uitkeringen als voorziening aan te houden. Een uitkering in de
toekomst heeft nog tijd om ‘op te renten’ naar het vereiste niveau. Het terugrekenen van de toekomstige uitkeringen naar nu aan
te houden voorzieningen (pensioenverplichtingen) op dit moment wordt verdiscontering genoemd. DNB stelt voor de
pensioenfondsen periodiek vast met welke rentes deze rekensommen gedaan dienen te worden. Wanneer deze rentes dalen,
zullen fondsen een grotere voorziening moeten treffen (de pensioenverplichtingen stijgen) om in de toekomst uitkeringen te
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 33 | 96
kunnen doen. De kans waarmee en de mate waarin deze gebeurtenis zich voordoet wordt renterisico genoemd. Als de rente stijgt,
gebeurt overigens het omgekeerde en dalen de verplichtingen. Het bestuur heeft maatregelen getroffen om het renterisico te
verminderen. Naar aanleiding van de belangrijkste conclusies van de in 2010 uitgevoerde ALM-studie heeft het bestuur besloten
de renteafdekking te verhogen. In 2011 is deze verhoogd naar 50% en in 2012 naar 65%. Eind 2012 is de renteafdekking terug
gebracht naar 55%.
Kredietrisico
Kredietrisico is het risico dat het fonds loopt dat betrekking heeft op de kredietwaardigheid van een belegging ofwel tegenpartij. In
het bijzonder indien een tegenpartij haar verplichtingen niet nakomt, dan wel de kans daarop. De belangrijkste kredietrisico’s zijn
verbonden aan beleggingen in vastrentende waarden en derivaten, en aan het afwikkelen van effectentransacties.
Het fonds mitigeert het kredietrisico door minimale restricties te hanteren met betrekking tot de kredietwaardigheid van de
belegging dan wel tegenpartij. Bovendien laat het fonds specifieke risico-rendementskarakteristieken meewegen, zoals het
effectieve rendement op obligaties. Ook zijn er restricties wat er als onderpand geaccepteerd mag worden. De mate van securities
lending wordt periodiek gemonitord.
Valutarisico
Pensioenfondsen die internationaal (dus niet in de euro) beleggen, lopen het risico dat de waarde van effecten die ze in
buitenlandse valuta aanhouden wordt aangetast door veranderingen in de wisselkoers. Het fonds mitigeert het valutarisico door
het valutarisico gedeeltelijk af te dekken.
Liquiditeitsrisico
Liquiditeitsrisico is het risico dat een belegging niet op korte termijn liquide gemaakt kan worden. Dit is bijvoorbeeld het geval
indien er geen markt of een slechte markt onderhouden wordt in het betreffende beleggingsproduct. De beleggingscategorieën
aandelen en obligaties zijn meer liquide dan vastgoed. Binnen aandelen en obligaties zijn opkomende markten vaak minder
liquide dan ontwikkelde markten. Het liquiditeitsrisico in opkomende markten is dan ook groter. Liquiditeitsrisico manifesteert zich
met name (maar niet uitsluitend) in neergaande markten. Ook door het gebruik van derivaten kan liquiditeitsrisico optreden. Door
marktbewegingen kan het voorkomen dat het fonds op korte termijn liquiditeit moet bijstorten als onderpand. Het fonds mitigeert
het liquiditeitsrisico door beleggingscategorieën en vermogenstitels te kiezen die zoveel mogelijk liquide worden geacht te zijn.
Actuariële risico’s
Strategisch risico / solvabiliteitsrisico
Het risico dat de ontwikkeling van het vermogen (in de vorm van beleggingen en premies) niet optimaal aansluit op de
ontwikkeling van de verplichtingen, waardoor de beoogde pensioenkwaliteit en de beoogde financieringsdoelstelling niet kunnen
worden gehaald. Er is een aantal beleidsinstrumenten waarmee de financiële positie kan worden bijgestuurd. Deze
beleidsinstrumenten zijn de pensioenregeling, het toeslagbeleid, het premiebeleid, het beleggingsbeleid en het liability
managementbeleid. Met ALM wordt samenhang aangebracht tussen deze beleidsinstrumenten. In 2010 is een ALM-studie
uitgevoerd. Naar verwachting is de volgende ALM-studie in 2013.
Verzekeringstechnisch risico
Naast de financiële risico’s staat het fonds bloot aan verzekeringstechnische risico’s, waarvan het langlevenrisico het belangrijkste
is. Bij de bepaling van de voorziening pensioenverplichtingen worden prudente veronderstellingen gehanteerd waaronder
leeftijdscorrectiefactoren alsmede toekomstige verbetering van de levensverwachting. Het AG heeft geconstateerd dat de
levensverwachting de afgelopen jaren sneller is toegenomen dan was voorzien en heeft, in navolging op de tafels uit 2010, in
2012 nieuwe AG prognosetafels 2012-2062 gepubliceerd. Het bestuur heeft in 2012 besloten per 31 december 2012 over te gaan
op het hanteren van de nieuwe AG Prognosetafel 2012-2062.
Tenslotte heeft het fonds het overlijdensrisico herverzekerd bij Zwitserleven in de vorm van éénjarige risicokapitalen. Dit risico
komt voort uit de reglementaire verzekeringen van ouderdoms- en nabestaandenpensioen.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 34 | 96
Operationele risico’s
Algemeen
Operationeel risico behelst het falen of tekortschieten van interne processen, menselijke en technische tekortkomingen en
onverwachte externe gebeurtenissen.
Het fonds mitigeert het operationele risico door het vastleggen van functiescheidingen, bevoegdheden, taken en
verantwoordelijkheden, evenals het beoordelen van de werking van de beheersmaatregelen, mede aan de hand van de
bevindingen van de externe accountant. Daarnaast heeft het fonds uitbestedingsovereenkomsten met betrokken partijen
afgesloten.
Uitbestedingsrisico
Het uitbestedingsrisico is het risico dat de continuïteit, integriteit en/of kwaliteit van de aan derden uitbestede werkzaamheden dan
wel door deze derden ter beschikking gestelde apparatuur en personeel wordt geschaad.
Het vermogensbeheer van het fonds is uitbesteed aan ING Investment Management B.V., Syntrus Achmea Real Estate & Finance
en Vanguard Asset Management Ltd. Syntrus Achmea Pensioenbeheer voert de administratie uit van de pensioenregeling. De
condities van uitbesteding zijn vastgelegd in verschillende overeenkomsten: een vermogensbeheerovereenkomst met ING
Investment Management, een vermogensbeheerovereenkomst met Syntrus Achmea Real Estate & Finance, een subscription
agreement met Vanguard Asset Management Ltd en een dienstverleningsovereenkomst met Syntrus Achmea Pensioenbeheer.
In de Pensioenwet staan voorwaarden omschreven waar een pensioenfonds aan moet voldoen bij de uitbesteding van zijn
bedrijfsprocessen. Voor het pensioenfonds is de beleidsregel van toepassing omdat zowel de pensioenadministratie als de
vermogensbeheeradministratie is uitbesteed. De beleidsregel schrijft onder meer voor dat het pensioenfonds het beleid vaststelt
met betrekking tot de beheersing van risico´s van uitbesteding. Hiertoe moeten uiteraard de afspraken met de uitvoerder goed
worden vastgelegd. Het bestuur houdt toezicht op de tijdigheid en de kwaliteit van dienstverlening, onder andere door periodiek te
ontvangen rapportages. Een belangrijk aspect hierin is dat de pensioenuitvoerder, Syntrus Achmea Pensioenbeheer, beschikt
over een ISAE 3402 verklaring type II. Deze verklaring geeft zekerheid dat de bedrijfsprocessen en de daarin opgenomen interne
controles, in opzet en bestaan adequaat zijn (type I) en effectief hebben gewerkt (type II). Naar aanleiding van de ISAE 3402
rapportage 2011 heeft het bestuur aan Syntrus Achmea gevraagd extra aandacht te schenken aan de klachten en
correspondentie. Het bestuur wil dit beter monitoren. Begin 2012 is met het bestuur afgesproken dat zij voortaan op kwartaalbasis
een door de uitvoerder opgestelde klachtenrapportage ontvangt. De klachtenrapportage is geïntegreerd in de SLA-
kwartaalrapportage.
Ook de vermogensbeheerders beschikken over rapportages die inzicht bieden in de interne controles. De afspraken met de
vermogensbeheerders worden in een mandaat vastgelegd dat jaarlijks opnieuw wordt vastgesteld. Op kwartaalbasis wordt door
de vermogensbeheerders gerapporteerd over het gevoerde beleid met betrekking tot de gehele beleggingsportefeuille en het
beleid binnen subportefeuilles, de portefeuilleverdeling, de performance en de performanceattributie. Op maandbasis wordt
eveneens gerapporteerd over de ontwikkeling van de dekkingsgraad gebaseerd op de marktontwikkelingen.
Bij de uitvoering van het beleggingsplan staat de prudent person-regel centraal. Deze regel rust op de volgende pijlers:
deskundig vermogensbeheer;
de activa worden belegd in het belang van de (gewezen) deelnemers;
de activa worden zodanig belegd dat de veiligheid, de kwaliteit, de liquiditeit en het rendement van de portefeuille als
geheel wordt gewaarborgd; dit betekent dat het risico- en rendementsprofiel van de totale portefeuille steeds afgestemd
moet zijn op de verplichtingenstructuur van het fonds, en dat de beleggingen voldoende moeten zijn gespreid.
IT-risico
IT-risico is het risico dat bedrijfsprocessen en informatievoorziening onvoldoende integer, niet continu of onvoldoende beveiligd
worden ondersteund door IT.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 35 | 96
Integriteitrisico
Integriteitrisico is het gevaar voor de aantasting van de reputatie alsmede de bestaande en toekomstige bedreiging van het
vermogen of resultaat van het pensioenfonds. Het beleid van het fonds is er op gericht om integriteitsrisico’s tot een absoluut
minimum beperkt te houden en zo snel mogelijk adequate maatregelen te nemen mocht er (een kans op het ontstaan van) een
integriteitrisico zich voordoen. Dit geldt zowel voor de eigen organisatie als voor tegenpartijen.
Intern risico
Voor het risicobeheer van het niet voldoen aan vigerende wet- en regelgeving dan wel het niet tijdig onderkennen van
veranderingen in de wet- en regelgeving zijn gedragscodes opgesteld die extern zijn getoetst. Het fonds heeft een
compliance officer aangesteld voor toezicht op de naleving van de gedragscodes.
Extern risico
De uitbestede activiteiten en de hiermee gepaard gaande risico’s worden gemonitord middels kwartaalrapportages. Daar
waar nodig vraagt het bestuur aanvullende informatie op. Het bestuur ziet er op toe dat de externe partijen het
integriteitsprincipe niet schaden. De overeenkomsten met de externe partijen bevatten de uit de wet voortvloeiende
sanctiebepalingen in het kader van het niet integer handelen van haar medewerkers.
Risico’s voor de deelnemers
Actuariële en beleggingsrisico’s worden collectief gedeeld. Naast de premies zijn de beleggingsopbrengsten een belangrijke
financieringsbron voor de opbouw van nieuwe pensioenaanspraken. Partiële toeslagverlening, of het geheel achterwege laten van
toeslagverlening, biedt soelaas als de financiële positie van het fonds daartoe noodzaakt.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 36 | 96
4 Uitvoering van de pensioenregeling
4.1 Inleiding
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de belangrijkste kenmerken van de pensioenregeling van het fonds. Daarnaast komen de
wijzigingen in statuten en reglementen die in 2012 zijn doorgevoerd aan de orde.
4.2 De pensioenregeling
Per 1 januari 2004 is de Flexivut-regeling vervangen door een geïntegreerde pensioenregeling. De pensioenregeling geldt voor
iedere werknemer van 21 jaar en ouder die werkzaam is bij een ICK bedrijf dat lid is van de Werkgeversvereniging ICT en dat
werkzaamheden verricht die onder de werkingssfeer van de regeling vallen.
Vanaf 1 januari 2006 bestaat de pensioenregeling van Bedrijfstakpensioenfonds ICK uit twee regelingen:
1. Pensioenregeling voor deelnemers geboren vóór 1 januari 1950 en op 31 december 2005 reeds deelnamen aan
de regeling.
Ouderdomspensioen
De regeling voor het ouderdomspensioen betreft een middelloonregeling. Het ouderdomspensioen is gebaseerd op het
gemiddelde salaris dat een deelnemer tijdens de loopbaan verdiende. Gedurende de deelname wordt er jaarlijks 1,75%
van de pensioengrondslag opgebouwd. Het ouderdomspensioen gaat in op de 61-jarige leeftijd en wordt uitgekeerd tot
datum overlijden.
Het pensioensalaris is gelijk aan 12 x het vaste maandsalaris vermeerderd met de vakantietoeslag. Bij een
indiensttredingdatum na januari wordt het pensioensalaris naar rato berekend. Het maximum pensioensalaris bedroeg in
2012 € 59.394,-. Het maximum salaris is voor 2013 vastgesteld op € 60.433,-.
De franchise is het deel van het pensioensalaris waarover geen pensioenaanspraken worden opgebouwd. De franchise
is het deel van het inkomen dat betrekking heeft op het AOW-pensioen. De franchise bedroeg in 2012 € 15.887,-. De
franchise 2013 bedraagt € 16.155,-.
De pensioengrondslag is het deel van het pensioengevend salaris waarover ouderdomspensioen wordt opgebouwd. De
pensioengrondslag is het pensioengevend salaris minus de franchise.
Tijdelijk overbruggingspensioen
Het overbruggingspensioen gaat in op de 61-jarige leeftijd en loopt tot de 65-jarige leeftijd. Dit pensioen geldt als
vervanging van de AOW en wordt tussen 51 en 61 jaar opgebouwd. Jaarlijks wordt er 7,7% van de laatst geldende
franchise opgebouwd. Het maximale tijdelijk overbruggingspensioen bedraagt 77% van de laatst geldende franchise
(franchise 2013: € 16.155,-).
Partnerpensioen
Daarnaast bouwt een deelnemer partnerpensioen op. Dit partnerpensioen wordt uitgekeerd bij overlijden van de
deelnemer en bedraagt 70% van het ouderdomspensioen. Kinderen ontvangen vanaf overlijden van de deelnemer 14%
van het ouderdomspensioen.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 37 | 96
Premie
In 2012 bedroeg de premie voor deze pensioenregeling 29,7% van de pensioengrondslag. Het premiepercentage over
het pensioensalaris is komen te vervallen. De werkgever betaalt tenminste 50% van de premie en de werknemer ten
hoogste 50%. Voor 2013 is het premiepercentage gewijzigd naar 31,3%.
2. Pensioenregeling voor deelnemers geboren op of ná 1 januari 1950 en voor alle deelnemers waarvan de
arbeidsovereenkomst is ingegaan op of ná 1 januari 2006.
Ouderdomspensioen
De regeling voor het ouderdomspensioen is een middelloonregeling. Het ouderdomspensioen is gebaseerd op het
gemiddelde salaris dat een deelnemer tijdens de loopbaan verdiende. De normpensioenleeftijd is gesteld op 65 jaar.
Een deelnemer bouwt tussen de leeftijd 21 en 65 jaar jaarlijks 2% van de pensioengrondslag op.
Het pensioensalaris is gelijk aan 12 maal het vaste maandsalaris van januari, vermeerderd met de vakantietoeslag. Bij
een indiensttredingdatum na januari wordt het pensioensalaris naar rato berekend. Het maximum pensioensalaris
bedroeg in 2012 € 59.394,-. Het maximum pensioensalaris 2013 bedraagt € 60.433,-.
De franchise is het deel van het pensioensalaris waarover geen pensioenaanspraken worden opgebouwd. De franchise
is het deel van het inkomen dat betrekking heeft op het AOW-pensioen. In 2012 bedroeg de franchise € 13.364,- en in
2013 bedraagt de franchise € 13.590,-.
De pensioengrondslag is het deel van het pensioengevend salaris waarover ouderdomspensioen wordt opgebouwd. De
pensioengrondslag is het pensioengevend salaris minus de franchise.
Partnerpensioen
Daarnaast bouwt een deelnemer partnerpensioen op. Dit partnerpensioen wordt uitgekeerd bij overlijden van de
deelnemer en bedraagt 70% van het ouderdomspensioen. Kinderen ontvangen vanaf overlijden van de deelnemer 14%
van het ouderdomspensioen.
Premie
In 2012 bedroeg de premie voor deze pensioenregeling 23,8% van de pensioengrondslag. De werkgever betaalt
tenminste 50% van de premie en de werknemer ten hoogste 50%. Voor 2013 is het premiepercentage gewijzigd en
bedraagt 25,4%.
De excedentpensioenregeling
In de basisregeling wordt pensioen opgebouwd tot een vastgesteld maximum salaris (2012 € 59.394,- / 2013 € 60.433,-). Over het
meerdere wordt geen pensioen opgebouwd. Eveneens wordt er in de basisregeling geen pensioen opgebouwd over variabel loon
en een dertiende maand. Het is mogelijk voor een werkgever om bij het fonds een aanvullende pensioenregeling af te sluiten, de
excedentpensioenregeling. Met deze regeling kunnen deelnemers een aanvulling op de rechten uit de basisregeling opbouwen.
Flexivut-regeling
Werkgeversvereniging ICT en de vakorganisaties FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond en De Unie hebben besloten dat per 1
januari 2004 een pensioenregeling in de Informatie -, Communicatie - en Kantoortechnologiebranche (ICK) op vrijwillige basis met
binding via de ICK-CAO van start is gegaan. Met het invoeren van de pensioenregeling per 1 januari 2004 is een einde gekomen
aan de Flexivut-regeling. De Stichting Flexivut is middels een statutenwijziging opgegaan in de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds
ICK. Bij deze wijziging zijn onder meer het doel en de grondslag van de stichting veranderd. De Flexivut-regeling bestond uit een
vut-regeling en een spaarregeling (met een verplicht en vrijwillig deel). Het bestuur heeft besloten dat deelnemers die voor 1 juli
2004 voldeden aan alle voorwaarden nog in aanmerking konden komen voor een vutuitkering.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 38 | 96
De premieheffing ten behoeve van de Flexivut-regeling is per 1 januari 2004 gestopt. Het Bedrijfstakpensioenfonds ICK zal de
resterende verplichtingen van de Flexivut-regeling uitvoeren. De algemene reserves van de Flexivut-regeling zijn overgeheveld
naar de pensioenregeling. De reserve wordt mede gebruikt om de resterende verplichtingen van de Flexivut-regeling te voldoen.
In 2011 zijn de laatste deelnemers met een Flexivut-uitkering 65 jaar geworden. Met ingang van 2012 zijn er geen verplichtingen
meer voor het fonds met betrekking tot lopende Flexivut-uitkeringen.
De tot 1 januari 2004 vrijwillig door de deelnemer gespaarde bedragen zijn ongemoeid gelaten en zijn achtergebleven bij
verzekeraar Centraal Beheer Achmea. Dit gespaarde deel blijft eigendom van de deelnemer en kan te zijner tijd worden
uitgekeerd.
Kerncijfers Flexivut
2012 2011 2010 2009 2008 2007
Aantal uitkeringsgerechtigden ultimo jaar 0 0 7 21 34 54
Aantal betaalde maanduitkeringen 0 19 150 345 554 842
Uitkeringslasten * ( x € 1.000) 0 36 319 732 1.195 1.911
Gemiddelde uitkeringslast per
uitkering per maand (in € ) 0 1.880 2.127 2.123 2.157 2.270
Voorziening nakomende verplichtingen ultimo jaar**
( x € 1.000) 10 30 148 435 1.180 2.124
* Inclusief Centraal Beheer-deel
** Contante waarde en inclusief Stivuka-deel
(vanaf 2012 betreft dit uitsluitend de verplichting inzake de overgangsregeling Stivuka)
4.3 Wijzigingen statuten en reglementen
In het verslagjaar hebben diverse wijzigingen in de statuten, het pensioenreglement en het uitvoeringsreglement van het fonds
plaatsgevonden.
4.3.1 Statuten
De statuten zijn in het verslagjaar niet gewijzigd.
4.3.2 Pensioenreglement
De reglementen zijn gewijzigd in verband met de volgende aanpassingen:
Invoering regeling voor vrijstelling wegens gemoedsbezwaarden
Uitbreiding rentevergoeding gemoedbezwaarden naar uitkeringsfase
Het reglement aan laten sluiten op de toeslagambitie van 70%
Aanscherping van het pensioenreglement en het addendum op het pensioenreglement inzake de eigen bijdrage van de
deelnemers in de excedentregeling.
Het in overeenstemming brengen met de kerncijfers voor 2012
Verlenging van de maximale periode van vrijwillige voortzetting van drie naar tien jaar.
4.3.3 Uitvoeringsreglement
Het uitvoeringsreglement is gewijzigd in verband met de volgende aanpassing:
Verlenging van de maximale periode van vrijwillige voortzetting van drie naar tien jaar.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 39 | 96
4.3.4 Overig
Het bestuur heeft besloten de rechtsverhouding tussen het Bedrijfstakpensioenfonds ICK en de commissieleden van de
geschillencommissie door middel van een overeenkomst vast te leggen. Daarnaast heeft het bestuur besloten de
geschillenprocedure aan te passen ten aanzien van de benoemingsbepaling.
Syntrus Achmea heeft in het kader van de migratie naar Maia de pensioenreglementen onderzocht. Hieruit is een aantal
aandachtspunten naar voren gekomen. Deze zijn besproken in de bestuursvergadering van 20 november 2012. De keuzes van
het bestuur worden vertaald in reglementswijzigingen die begin 2013 door het bestuur zijn vastgesteld.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 40 | 96
5 Deelnemersraad
De Deelnemersraad adviseert het bestuur, conform de Pensioenwet, op verzoek of uit eigen beweging over zaken of te nemen
besluiten die het fonds betreffen. Het gaat onder meer over maatregelen van algemene strekking, reglementen en statuten,
jaarverslag, de ABTN, toeslag- en premiebeleid, overdracht van verplichtingen, liquidatie van het fonds en
uitvoeringsovereenkomsten. De Deelnemersraad heeft in 2012 zes keer vergaderd, op 12 januari, 23 maart, 30 mei, 5 juni, 7
september en 6 november, waarvan tweemaal met het bestuur, op 5 juni en 6 november.
De Deelnemersraad heeft in 2012 het bestuur geadviseerd over onder meer de volgende onderwerpen:
Wijzigingen reglement Gemoedsbezwaarden
Parameters, premie en franchise 2012
Vervroegde pensioendatum en doorwerken
Reglement Afkoop
Communicatieplan 2012
Rentevergoeding gemoedsbezwaarden tijdens uitkeringsperiode
Wijziging toeslagambitie
Uitbesteding Visitatiecommissie
Vrijwillige voortzetting pensioenregeling
Jaarstukken 2011
Wijzigingen ABTN en crisisplan
Wijzigingen in korte termijn herstelplan
Algemeen kostenbewustzijn
Financiering toeslag excedentregeling
Parameters, premie en toeslag 2013
Communicatie Nieuwsbrieven
ICK beschikbare premieregeling
Verlenging uitvoeringscontract met Syntrus Achmea
Naast de adviezen aan het bestuur op statuten- en reglementswijzigingen (zie ook bij bestuursbesluiten en wijzigingen statuten en
reglementen elders in dit jaarverslag) werd in 2012 evenals het voorafgaande jaar veel aandacht besteed aan het volgen van de
ontwikkelingen betreffende langer doorwerken en gevolgen van een pensioenakkoord. De communicatie van het fonds met de
achterban werd begin 2012 standaard op de agenda gezet. Er werden reacties op de Nieuwsbrief gevraagd en geanalyseerd en
met adviezen voorzien aan de communicatiecommissie doorgegeven. Met support van Syntrus Achmea werd op 23 maart een
praktisch gerichte opleiding genoten, die het algemene kennis- en ervaringsniveau van de Deelnemersraad verder verhoogde.
Verder verzekert deelname aan adviesraadvergaderingen en bijwonen van themadagen van het landelijke Platform
Deelnemersraden de Deelnemersraad van een continue informatiestroom vanuit de deelnemersachterban.
De actuele kosten (€) in 2012 van de Deelnemersraad waren lager dan begroot:
Vergaderkosten Begroot 11.720 Actueel 8.792
Opleidingskosten 3.525 2.116
Themadagen, adviesraad 480 557
Ondersteuning Syntrus 25.704 21.760
-------- --------
Totaal 41.429 33.225
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 41 | 96
5.1 Bevindingen ten aanzien van het Jaarverslag en de jaarrekening 2012
De Deelnemersraad heeft in haar vergadering van 17 mei het Jaarverslag, de Jaarrekening, het Actuarieel Rapport en bijlagen
over het boekjaar 2012 geëvalueerd vanuit haar rol als deelnemersvertegenwoordiging. In de Deelnemersvergadering van 4 juni
zijn de bevindingen, vragen en opmerkingen met het Dagelijks Bestuur van het fonds besproken.
De Beoordeling was gericht op:
De aanwezige inhoud en kwaliteit
De leesbaarheid en begrijpelijkheid van de stukken
De waarde, consistentie en trends in de (financiële) gegevens
De toelichting van het Bestuur op vragen en opmerkingen.
De Conclusies van de Deelnemersraad op de Jaarstukken:
De Deelnemersraad beoordeelt de positieve resultaten van het fonds in 2012 ten opzichte van de negatieve in 2011 als
goed en is tevreden over de algemene ontwikkelingen binnen het fonds.
De Deelnemersraad constateert dat door blijvende kennisverbetering en betrokkenheid in de afgelopen jaren er thans
een gedegen beleggingsbeleid, risicomanagement en procesvoering bij het fonds aanwezig is. Dit heeft er mede voor
gezorgd, dat de beleggingsresultaten boven die van de benchmark uitkomen.
De totale kosten van de pensioenuitvoering zijn gedaald ten opzichte van 2011. De Deelnemersraad vindt dit een
positieve ontwikkeling, maar voorziet met komende wijzigingen ten gevolge van een nieuwe pensioenregeling een
negatieve impact op de uitvoeringskosten 2013. Extra aandacht voor kosten blijft dus van kracht.
Ondanks de renteverlaging en het invoeren van de nieuwe AG-prognosetafels is de dekkingsgraad uit het dal
geklommen van net onder het minimum vereist vermogen in de loop van 2012 tot net boven het vereist vermogen aan
het eind van 2012. De Deelnemersraad ziet dit als een zeer goede ontwikkeling en ziet gelukkig ook in 2013 een steeds
verder stijgende dekkingsgraad. Verder zorgt de in 2012 verhoogde renteafdekking voor meer stabiliteit.
Helaas is er voor 2013 geen toeslagverlening verleend, maar gezien de ontwikkelingen van de dekkingsgraad van 2012
(en in 2013) ziet de Deelnemersraad de toeslagverlening eind 2013 weer in het zicht komen. Verder constateert de
deelnemersraad verschillen ontstaan bij de gemiste toeslagverlening van de afgelopen jaren tussen de actieve
deelnemers enerzijds en slapers en gepensioneerden anderzijds.
De Deelnemersraad is het eens met de in 2012 gemaakte keuzen in het Beleggingsbeleid.
De Deelnemersraad is het eens met de bevindingen en adviezen uit het Actuarieel Rapport met Bijlagen.
De relatie van de Deelnemersraad met bestuur en Syntrus Achmea medewerkers blijft onverminderd goed.
De acties ter verbreding van de basis van het fonds door de invoer van een nieuwe ICK Beschikbare premieregeling
naast de bestaande middelloonregeling juicht de Deelnemersraad toe.
De Deelnemersraad concludeert tenslotte, dat de Jaarstukken een juiste, complete en onderbouwde weergave geven
van de werkelijkheid in het boekjaar 2012
De Aanbevelingen
Bij het kiezen van een juiste en gedragen koers van het fonds als gevolg van de nieuwe pensioenwetgeving,
bestuursorganisatie en de gewijzigde AOW wetgeving, adviseert de Deelnemersraad het bestuur de Deelnemersraad
ruim en tijdig te betrekken.
De Deelnemersraad adviseert het bestuur te blijven letten op mogelijke kostenbesparing, met name waar het nieuwe
ontwikkelingen betreft binnen en rondom de pensioenwijzigingen en AOW ontwikkelingen.
De deelnemersraad adviseert het bestuur om de aanbevelingen uit het Visitatierapport te volgen, evenals die uit de
Actuariële rapportage.
De Deelnemersraad acht communicatie met de achterban belangrijk en binnen redelijke grenzen wordt dan ook
aanbevolen verder gebruik te maken van nieuwe technologieën en sociale media om actuele informatie over het fonds
goed bereikbaar te maken en te houden.
De Meern, 4 juni 2013
Deelnemersraad van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Informatie-, Communicatie en Kantoortechnologiebranche
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 42 | 96
6 Verantwoordingsorgaan
6.1 Oordeel 2012
6.1.1 Algemeen
Het verantwoordingsorgaan van het pensioenfonds is met ingang van 1 januari 2008 ingesteld. Op basis van de Principes voor
goed pensioenfondsbestuur (Pension Fund Governance) van de Stichting van de Arbeid heeft het bestuur de werkwijze van het
verantwoordingsorgaan in een reglement vastgelegd. Er zijn afspraken gemaakt over welke informatie het verantwoordingsorgaan
ontvangt, de frequentie van het overleg met het bestuur en de te behandelen onderwerpen.
Het bestuur legt verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan over het beleid en de wijze waarop het is uitgevoerd. Tevens
legt het bestuur verantwoording af over de naleving van de Principes voor goed pensioenfondsbestuur zoals vastgesteld door de
Stichting van de Arbeid op 16 december 2005.
Het verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen van het bestuur, over het door het
bestuur uitgevoerde beleid, alsmede over beleidskeuzes voor de toekomst. Het verantwoordingsorgaan legt zijn oordeel ten
minste één maal per jaar schriftelijk vast. Dit oordeel wordt, samen met de reactie van het bestuur daarop, bij voorkeur
opgenomen in het jaarverslag waar het oordeel betrekking op heeft, dan wel uiterlijk in het eerstvolgende jaarverslag, en wordt op
korte termijn geplaatst op de website van het fonds.
Het verantwoordingsorgaan heeft een adviesrecht ten aanzien van:
- het vaststellen en wijzigen van de vergoedingsregeling voor bestuursleden;
- het wijzigen van het beleid ten aanzien van het verantwoordingsorgaan;
- de vorm, inrichting en samenstelling van het interne toezicht;
- het vaststellen en wijzigen van een interne klachten- en geschillenprocedure;
- het vaststellen en wijzigen van het communicatie- en voorlichtingsbeleid.
Het verantwoordingsorgaan heeft in het kader van haar taakuitoefening in 2012 kennis genomen van de statuten en reglementen
en het jaarverslag 2012 en de bijbehorende bijlagen. Het verantwoordingsorgaan heeft geen gebruik gemaakt van haar recht op
overleg met de externe accountant en de compliance officer. Tevens heeft het verantwoordingsorgaan gebruik gemaakt van de
mogelijkheid om tijdens de bestuursvergadering van 11 juni 2013 een toelichting op het jaarverslag 2012 te kunnen krijgen. Het
oordeel van het verantwoordingsorgaan is gebaseerd op de verslagen van het algemeen bestuur van 2012, zoals vermeld in het
jaarverslag. Als extra informatie is gebruik gemaakt van de verslagen van de deelnemersraad en beleggingscommissie.
6.1.2 Bevindingen
Het verantwoordingsorgaan heeft de volgende bevindingen.
Wet en regelgeving en reglementen
In 2012 heeft het bestuur in de reglementen wijzigingen doorgevoerd met name ter verduidelijking en aanscherping van een
aantal voorwaarden. Het verantwoordingsorgaan is van mening dat het bestuur heeft gehandeld binnen de grenzen van de
pensioenwet en de overige reglementen en regelgeving.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 43 | 96
Het handelen van het bestuur
Naar de mening van het verantwoordingsorgaan heeft het bestuur een deskundig en correct beleid gevoerd. Op de door het
verantwoordingsorgaan gestelde vragen en/of opmerkingen heeft het bestuur met volledige openheid gereageerd.
Premiebeleid
Het verantwoordingsorgaan heeft geconstateerd dat het fonds een gedegen premiebeleid voert. Als gevolg van de verslechterde
financiële positie van het fonds heeft het fonds een lange termijnherstelplan opgesteld. Per 1 januari 2012 volgt het bestuur een
kostendekkend premiesysteem.
Beleggingsbeleid (inclusief Corporate Governance en Verantwoord Beleggen)
Het verantwoordingsorgaan is van mening dat het bestuur in 2012 uitgebreid aandacht heeft besteed aan het evalueren van het
beleggingsbeleid. Op basis van de geaccepteerde beleggingsstrategie is de inrichting van de portefeuille vastgesteld. Ter
vermindering van het renterisico is in 2012 de renteafdekking aanpast.
Indexatiebeleid
Het verantwoordingsorgaan heeft gekeken naar het indexatiebeleid en is van mening dat het indexatiebeleid, overeenkomstig de
financiële situatie van het fonds, gedegen en verantwoord is uitgevoerd richting alle betrokkenen. Er heeft geen indexatie
plaatsgevonden.
Financieel beleid
Het verantwoordingsorgaan heeft geconstateerd dat het bestuur kritisch blijft kijken naar de uitvoeringskosten.
Deskundigheid
Het verantwoordingsorgaan heeft geconstateerd dat het bestuur door middel van trainingen haar deskundigheid bevordert op
gebied van financieel risico management.
Communicatie
Het verantwoordingsorgaan heeft geconstateerd dat de communicatie overeenkomstig het communicatieplan is uitgevoerd naar
alle betrokkenen. Tevens wordt de ICK website regelmatig voorzien van de laatste ontwikkelingen.
Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur
Het verantwoordingsorgaan heeft geconstateerd dat het bestuur de principes van een goed pensioenbestuur, zoals verankerd in
de pensioenwet, naleeft. Ondanks dat het bestuur over voldoende deskundigheid beschikt wil het bestuur aan de hand van het
deskundigheidsplan het functioneren van het totale bestuur en het individuele bestuurslid bevorderen.
Het bestuur communiceert zorgvuldig en betracht voldoende openheid.
6.1.3 Oordeel
Op grond van het voorafgaande komt het verantwoordingsorgaan tot het volgende oordeel.
Het verantwoordingsorgaan van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor ICK is van oordeel dat:
- het bestuur ruim voldoende informatie aan het verantwoordingsorgaan heeft verstrekt om zich een
volledig oordeel te kunnen vormen.
- Het handelen van het bestuur in 2012 in overeenstemming is geweest met de statuten en reglementen.
- Het bestuur in 2012 een consistent beleid heeft gevoerd, waarbij de belangen van alle betrokkenen afgewogen en geborgd
zijn.
- Het bestuur uitgebreid aandacht heeft besteed aan het herijken van het beleggingsbeleid en het risicomanagement.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 44 | 96
6.1.4 Aanbevelingen
Het verantwoordingsorgaan heeft de volgende aanbevelingen aan het bestuur:
- Erkend wordt dat het bestuur, mede door het aanbieden van een nieuw product, actief zoekt naar groei van het aantal
deelnemers. Het bestuur zal naar aanleiding van de verdere ontwikkeling moeten beslissen of dit fonds de juiste
bestuursstructuur heeft.
- Het bestuur wordt uitgenodigd te beoordelen of het lange termijnherstelplan reëel is ten opzichte van de gestelde
toeslagambitie en, binnen de mogelijkheden, eventueel aan te passen.
De Meern, 21 mei 2013
Namens het verantwoordingsorgaan van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Informatie-, Communicatie- en
Kantoortechnologiebranche,
G. van de Beek
H. Vreman
6.2 Reactie bestuur
Het bestuur heeft met waardering kennis genomen van het verslag van het verantwoordingsorgaan over het jaarverslag 2012.
Door het introduceren van de beschikbare premieregeling ICK verwacht het bestuur de omvang en het draagvlak van het
pensioenfonds te vergroten. Dit zal door het bestuur worden gevolgd.
Het bestuur bedankt het verantwoordingsorgaan voor de inspanningen die het heeft verricht om tot een oordeel te komen en voor
de inzet in het afgelopen jaar.
De Meern, 11 juni 2013
Het bestuur van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Informatie-, Communicatie- en Kantoortechnologiebranche
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 45 | 96
7 Visitatiecommissie
7.1 Verslag van de visitatiecommissie
In het vierde kwartaal van 2012 is in opdracht van het bestuur door Xudoo Pension Board Consultancy een visitatie verricht.
De visitatie is gehouden volgens de Xudoo Visitatiemethode, waarin vier graden van “rijpheid” worden onderkend.
Alle bestuursleden zijn individueel ondervraagd evenals alle leden van het Verantwoordingsorgaan en alle leden van de
Deelnemersraad.
De commissie heeft zich verdiept in de deelgebieden :
algemeen bestuurlijk
financieel-economisch beleid
beleggingsbeleid
uitbesteding en governance
communicatiebeleid
riskmanagement.
De commissie is van oordeel dat het bestuur van Bedrijfstakpensioenfonds ICK een bestuur is, dat goed functioneert. Daarnaast
maakt het bestuur van een relatief jong fonds op een aantal gebieden positieve ontwikkelingen door. Het bestuur heeft de
afgelopen paar jaar vergaande besluiten genomen om de schaal te vergroten. Daartoe heeft zij een nieuwe regeling ontworpen,
die inmiddels wordt gepresenteerd aan gedispenseerde ondernemingen. Kortom, het bestuur toont realiteitszin en is
besluitvaardig.
Het oordeel van de visitatiecommissie is dat het bestuur zich in de één na hoogste graad van rijpheid bevindt en nog steeds groeit
(of in ontwikkeling is). Dit betekent, dat het bestuur alle procedures prima volgt en ook monitort. De vierde fase van rijpheid, te
weten de fase waarin ook gestructureerd wordt geëvalueerd, waardoor het bestuur continu in control is, ligt nu binnen handbereik.
Na alle hectiek van het jaar 2012 adviseert de commissie het bestuur de missie, visie en strategie te herijken.
Vergeleken met een aantal andere fondsen is het pensioenfonds behoorlijk toekomstbestendig. Door tijdig genomen besluiten
heeft het fonds een grote kans over tien jaar nog zelfstandig te bestaan, met een fors toegenomen aantal deelnemers.
Namens de visitatiecommissie van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Informatie-, Communicatie- en
Kantoortechnologiebranche
Maas Simon, MBA EPP
Dick Slob EPP
Mr Martin Straatmeijer EPP
7.2 Reactie bestuur
Het bestuur van het Bedrijfstakpensioenfonds ICK heeft kennis genomen van het oordeel en de bevindingen van de
visitatiecommissie, zoals opgenomen in het rapport van de commissie. Zoals met de visitatiecommissie besproken hecht het
bestuur veel waarde aan het oordeel van de commissie. Het bestuur heeft een plan van aanpak opgesteld en zal in de loop van
2013 opvolging geven aan de aanbevelingen.
Het bestuur bedankt de visitatiecommissie voor het gedegen rapport.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 46 | 96
8 Jaarrekening
In dit hoofdstuk presenteert het bestuur van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Informatie-, Communicatie- en
Kantoortechnologiebranche de jaarrekening. In de eerste paragrafen vindt u de jaarrekening. In hoofdstuk 9 volgen de
verklaringen van de certificerend actuaris en van de accountant van het pensioenfonds.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 47 | 96
8.1 Balans per 31 december
(na voorgestelde bestemming saldo baten en lasten)
(x € 1.000) Toelichting 2012 2011
*) EUR EUR
Activa
Vastgoedbeleggingen 11.725 10.675
Aandelen 54.005 45.422
Vastrentende waarden 101.371 84.042
Derivaten 146 2
Overige beleggingen 1.324 97
Beleggingen voor risico fonds 8.5.1 168.571 140.238
Vorderingen en overlopende activa 8.5.2 1.897 1.468
Overige activa 8.5.3 412 86
170.880 141.792
Passiva
Stichtingskapitaal en reserves 8.5.4 23.049 14.363
Overige voorzieningen 10 30
Technische voorziening voor risico fonds 146.876 126.721
Technische voorzieningen 8.5.5 146.886 126.751
Overige schulden en overlopende passiva 8.5.6 945 678 170.880 141.792
*) De nummering verwijst naar de toelichting
Dekkingsgraad op basis van FTK (in %) 8.5.4 % %
115,7 111,3
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 48 | 96
8.2 Staat van baten en lasten
(x € 1.000) Toelichting 2012 2011
EUR EUR
BatenPremiebijdragen (van werkgevers en werknemers) 8.6.1 11.484 12.314 Beleggingsresultaten risico fonds 8.6.2 18.849 8.911 Overige baten 8.6.3 1.106 310
31.439 21.535
Lasten
Pensioenuitkeringen 8.6.4 1.410 1.257 Pensioenuitvoeringskosten 8.6.5 1.128 1.185
Mutatie technische voorzieningen:
· Pensioenopbouw 8.6.6 12.117 9.900 · Indexering en overige toeslagen 8.6.7 - - · Rentetoevoeging 8.6.8 2.029 1.271 · Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten
8.6.9-1.131 -947
· Wijziging marktrente 8.6.10 5.129 20.768 · Wijziging overige actuariële uitgangspunten 8.6.11 1.304 - · Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten 8.6.12 663 2.374 · Overige mutatie voorziening pensioenverplichtingen 8.6.13 44 88
20.155 33.454
Mutatie overige technische voorzieningen 8.6.14 -20 -118 Saldo overdrachten van rechten 8.6.12 -535 -1.789 Overige lasten 8.6.15 615 636
22.753 34.625
Saldo van baten en lasten 8.686 -13.090
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 49 | 96
Bestemming van het saldo van baten en lasten
(x € 1.000) 2012 2011
EUR EUR
Algemene reserve 10.069 -12.318
Weerstandsreserve -1.383 -772
Saldo van baten en lasten 8.686 -13.090
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 50 | 96
8.3 Kasstroomoverzicht
(x € 1.000) 2012 2011
EUR EURKasstroom uit pensioenactiviteiten
Ontvangen premies 12.303 12.447
Ontvangen waardeoverdrachten 766 3.953
Betaalde pensioenuitkeringen -1.397 -1.268
Betaalde waardeoverdrachten -482 -591
Ontvangen uitkeringen van herverzekeraars 572 637
Betaalde premies herverzekering -614 -636
Betaalde pensioenuitvoeringskosten -1.179 -1.132 Totaal kasstroom uit pensioenactiviteiten 9.969 13.410
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten
Verkopen en aflossingen van beleggingen 29.948 72.182
Ontvangen directe beleggingsopbrengsten 3.050 2.927
Aankopen beleggingen -41.170 -91.612
Betaalde kosten van vermogensbeheer -11 -10 Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten -8.183 -16.513
Mutatie liquide middelen 1.786 -3.103
Stand liquide middelen per 1 januari 192 3.295
Stand liquide middelen per 31 december *) 1.978 192
*) De liquide middelen zijn als volgt opgebouwd:
- deel opgenomen onder de Beleggingen voor risico fonds 1.566 106
- overige liquide middelen (opgenomen onder de Overige activa) 412 86
1.978 192
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 51 | 96
8.4 Algemene toelichting
8.4.1 Inleiding
Het doel van de Stichting Pensioenfonds voor de Informatie- Communicatie en Kantoortechnologiebranche, statutair gevestigd te
Woerden (hierna ‘het fonds’) is het nu en in de toekomst verstrekken van uitkeringen aan gepensioneerden en nabestaanden ter
zake van ouderdom en overlijden; tevens verstrekt het fonds uitkeringen aan arbeidsongeschikte deelnemers. Deze doelstelling is
nader uitgewerkt in onder andere de statuten, het pensioenreglement, de uitvoeringsovereenkomst en de Actuariële en
Bedrijfstechnische Nota van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Informatie- Communicatie en Kantoortechnologiebranche.
Het fonds geeft invulling aan de uitvoering van de pensioenregeling van de in de branche ICT aangesloten werkgevers.
8.4.2 Overeenstemmingsverklaring
De Jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW
en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. De bedragen opgenomen in de jaarrekening zijn vermeld in
duizenden euro’s, tenzij anders is aangegeven.
Het bestuur heeft op 11 juni 2013 de jaarrekening opgemaakt.
8.4.3 Schattingswijzigingen
Voorziening pensioenverplichting voor risico fonds
De actuariële grondslagen en/of methoden worden periodiek beoordeeld en mogelijk herzien ten behoeve van de berekening van
de actuele waarde van de pensioenverplichtingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van interne en externe actuariële deskundigheid.
Dit betreft onder meer de vergelijking van veronderstellingen ten aanzien sterfte, langleven, arbeidsongeschiktheid met werkelijke
waarnemingen voor zowel de gehele bevolking als specifiek voor de populatie van het fonds.
Vanaf boekjaar 2012 is de grondslag voor overlevingskansen gebaseerd op de Prognosetafel 2012-2062 van het Actuarieel
Genootschap (AG). De AG-Prognosetafel 2012-2062 houdt rekening met de voorzienbare trend in overlevingskansen van de
gehele Nederlandse bevolking. De algemene sterftekansen die volgen uit de tafel worden voor het fonds gecorrigeerd in verband
met ervaringssterfte.
8.4.4 Algemene grondslagen
Opname van een actief of een verplichting
Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het
pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans
opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de
omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Verantwoording van baten en lasten
Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel,
samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan
de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch
potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden,
waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s
met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in
de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 52 | 96
meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid
van de bepaling van de waarde.
Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn
van een post “nog af te wikkelen transacties”. Deze post kan zowel een actief als een passief zijn.
Saldering van een actief en een verplichting
Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake is
van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en
bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerd opgenomen financiële activa en
financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen.
Schattingen en veronderstellingen
De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het bestuur oordelen vormt en
schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van
activa en verplichtingen, en van baten en lasten.
De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden
opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien, en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
Verwerking van waardeveranderingen van beleggingen
Er wordt onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle
waardeveranderingen van beleggingen, inclusief transactiekosten, provisies, valutakoersverschillen e.d., worden als
beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen.
Vreemde valuta
Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar euro’s tegen de koers per balansdatum. Deze waardering is
onderdeel van de waardering tegen reële waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta’s worden
omgerekend tegen de koers per transactiedatum. Alle valutakoersverschillen zijn verwerkt in de staat van baten en lasten.
31 december 2012 gemiddeld 2012 31 december 2011 gemiddeld 2011
EUR EUR EUR EUR
EUR 1,0 1,0 1,0 1,0
GBP 0,8 0,8 0,8 0,8
JPY 114,0 106,9 99,9 104,3
USD 1,3 1,3 1,3 1,3
8.4.5 Specifieke grondslagen
Beleggingen
Algemeen
De beleggingen worden gewaardeerd op reële waarde.
Vorderingen en schulden uit beleggingen welke samenhangen met een specifieke beleggingscategorie worden onder
beleggingsdebiteuren dan wel -crediteuren opgenomen in de betreffende beleggingscategorie.
Vastgoedbeleggingen
Participaties in beleggingsfondsen worden gewaardeerd tegen actuele waarde per 31 december van het boekjaar. De actuele
waarde van de vastgoedfondsen die in Nederlands vastgoed is bepaald middels gedurende het jaar uitgevoerde externe taxaties.
Elk kwartaal wordt circa 25% van de vastgoedportefeuille extern getaxeerd door een erkende taxateur conform de richtlijnen van
de vermogensbeheerder. Deze richtlijnen sluiten aan bij de ROZ/IPD-index. Het overige deel van de portefeuille wordt per
kwartaal gewaardeerd op basis van interne indexering. Deze is gebaseerd op externe taxaties per sector per kwartaal. Ten
aanzien van de waardering per 31 december is voor de objecten die niet extern getaxeerd zijn, in het laatste kwartaal een update
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 53 | 96
van de externe taxateur ontvangen. Resultaten door wijziging in reële waarde worden in de staat van baten en lasten
verantwoord.
Aandelen
Beursgenoteerde aandelen en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd op reële waarde. De
reële waarde is de beursnotering per balansdatum.
De reële waarde van niet beursgenoteerde participaties is bepaald op basis van de laatst bekende intrinsieke waarde. Dit is het
aandeel in het zichtbare eigen vermogen.
Vastrentende waarden
Niet beursgenoteerde participaties in vastrente waardenfondsen worden gewaardeerd tegen de intrinsieke waarden, die de
actuele waarden van de onderliggende beleggingen representeert.
Deposito’s en vorderingen op banken worden gewaardeerd op verkrijgingsprijs.
Derivaten
Derivaten worden gewaardeerd op reële waarde, zijnde de marktwaarde van het contract. Voor beursgenoteerde contracten is dit
de beurskoers per balansdatum. Voor niet beursgenoteerde contracten is de waardering gebaseerd op beschikbare
marktinformatie als input voor gehanteerde waarderingsmodellen.
Creditposities in derivaten worden separaat verantwoord onder de overige schulden.
Overige beleggingen
Overige beleggingen worden gewaardeerd tegen actuele waarde.
Vorderingen en overlopende activa
Vorderingen en overlopende activa worden bij de eerste verwerking gewaardeerd op reële waarde. Na de eerste verwerking
worden vorderingen gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs (gelijk aan de nominale waarde indien geen sprake is van
transactiekosten) onder aftrek van eventuele bijzondere waardeverminderingen, indien sprake is van oninbaarheid.
Overige activa
Onder meer worden hieronder de liquide middelen opgenomen voor zover dit banktegoeden betreft welke onmiddellijk opeisbaar
zijn. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Zij worden onderscheiden van tegoeden in verband met
beleggingstransacties. Liquide middelen uit hoofde van beleggingstransacties worden gepresenteerd onder de beleggingen.
Technische voorziening
Voorziening pensioenverplichtingen voor risico fonds
De voorziening pensioenverplichtingen voor risico fonds wordt gewaardeerd op reële waarde. De reële waarde wordt bepaald op
basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum
onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken
en de onvoorwaardelijke (toeslag)toezeggingen.
De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur. Voor 2011
(vergelijkende cijfers) betrof dit de rentetermijnstructuur op basis van een driemaandsgemiddelde. Voor 2012 betreft dit de
rentetermijnstructuur op basis van een driemaandsgemiddelde met toepassing van de Ultimate Forward Rate. Het hanteren van
de UFR houdt in dat voor ver in de toekomst liggende verplichtingen (20 jaar tot 60 jaar) een aangepaste rentecurve (ultimo 2012
hogere rente) wordt gehanteerd. Voor verplichtingen korter dan 20 jaar geldt de rentetermijnstructuur op basis van een
driemaandsgemiddelde. Ultimo 2012 levert de toepassing van de UFR een positief effect op de dekkingsgraad op van ongeveer
7%-punt.
Bij de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen voor risico fonds is uitgegaan van het op de balansdatum geldende
pensioenreglement en van de over de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. Jaarlijks wordt door het bestuur
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 54 | 96
besloten of de opgebouwde pensioenaanspraken worden geïndexeerd. Alle per balansdatum bestaande toeslagbesluiten (ook
voor toeslagbesluiten na balansdatum voor zover sprake is van ex ante condities) zijn in de berekening begrepen. Er wordt geen
rekening gehouden met toekomstige salarisontwikkelingen.
De contante waarde van de toekomstige, ten laste van het fonds komende, reglementaire premies van de reeds
arbeidsongeschikte deelnemers is in de technische voorziening opgenomen en is berekend naar het niveau van de
pensioengrondslagen per 1 januari na de balansdatum.
Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten wordt uitgegaan van voor de toezichthouder acceptabele grondslagen, waarbij
rekening wordt gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen.
De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen per 31 december 2012:
Overlevingstafels: prognosetafel AG 2012-2062, waarbij de sterftekansen zijn vermenigvuldigd met een
leeftijdsafhankelijke factor die zijn gebaseerd op de ervaringssterfte van het pensioenfonds.
Voor alle actieve deelnemers en alle nog niet gepensioneerde gewezen deelnemers wordt een partnerpensioen
verzekerd. De reservering hiervoor vindt plaats op basis van het zogenaamde onbepaalde partner-tarief, waarbij
samenlevingsfrequenties worden gebruikt conform de tafels Gehele Bevolking 1985-1990, vermenigvuldigd met 1,05.
Op de pensioenleeftijd (61 of 65 jaar) wordt de samenlevingsfrequentie op 1 gesteld.
Voor partnerpensioen is aangenomen dat de partner 3 jaar jonger is dan de verzekerde man en 3 jaar ouder dan de
verzekerde vrouw.
Voor de verzekering van het overlijdensrisico voor wezenpensioen wordt jaarlijks een opslag van 5% op de premie van
het partnerpensioen berekend. Deze opslag maakt geen deel uit van de technische voorziening.
Kostenopslag ter grootte van 2% van de technische voorziening in verband met toekomstige administratie- en
excassokosten.
Niet opgevraagd pensioen: Voor pensioen dat nog niet is ingegaan omdat de deelnemer onvindbaar is of niet reageert
wordt de reservering 5 jaar in stand gehouden
Overige technische voorzieningen
Voorziening voor nakomende verplichtingen VUT
De voorziening voor nakomende verplichtingen VUT wordt op basis van dezelfde technische grondslagen en volgens dezelfde
systematiek berekend als de Voorziening pensioenverplichtingen.
Overige schulden en overlopende passiva
Overige schulden en overlopende passiva worden bij de eerste verwerking gewaardeerd op reële waarde. Na de eerste
verwerking worden schulden gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs (gelijk aan de nominale waarde indien geen sprake is van
transactiekosten).
Dekkingsgraad
De (nominale) dekkingsgraad van het pensioenfonds wordt berekend door op balansdatum het balanstotaal minus de kortlopende
schulden te delen op de technische voorzieningen zoals opgenomen in de balans.
8.4.6 Grondslagen voor de resultaatbepaling
Algemeen
Baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben. De in de staat van baten en lasten
opgenomen posten zijn in belangrijke mate gerelateerd aan de in de balans gehanteerde waarderingsgrondslagen voor
beleggingen en de voorzieningen pensioenverplichtingen. Zowel gerealiseerde als ongerealiseerde resultaten worden
rechtstreeks verantwoord in het resultaat.
Premiebijdragen risico fonds
Onder premiebijdragen van werkgevers en werknemers wordt verstaan de aan derden in rekening gebrachte c.q. te brengen
bedragen voor de in het verslagjaar verzekerde pensioenen onder aftrek van kortingen, alsmede premies van de Stichting
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 55 | 96
Voortzetting Pensioenverzekering (FVP). Premies zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
Beleggingsresultaten risico fonds
(In)directe beleggingsresultaten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
Indirecte beleggingsopbrengsten
Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als indirecte beleggingsopbrengsten in de
staat van baten en lasten opgenomen. Aankoopkosten zijn verwerkt in de reële waarde van de beleggingen. Verkoopkosten worden
verantwoord als onderdeel van de gerealiseerde herwaarderingen.
Directe beleggingsopbrengsten
Onder de directe beleggingsopbrengsten wordt in dit verband verstaan rentebaten en -lasten, dividenden, huuropbrengsten en
soortgelijke opbrengsten.
Dividend wordt verantwoord op het moment van betaalbaarstelling.
Kosten van vermogensbeheer
Onder kosten van vermogensbeheer worden de externe en de daaraan toegerekende interne kosten verstaan.
Verrekening van kosten
Met de directe en indirecte beleggingsopbrengsten zijn verrekend de aan de opbrengsten gerelateerde transactiekosten,
provisies, valutaverschillen e.d.
Pensioenopbouw
De pensioenopbouw is de contante waarde van de pensioenaanspraken die toegekend zijn in het boekjaar.
Rentetoevoeging technische voorziening
De pensioenverplichtingen worden contant gemaakt op basis van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur. De
interesttoevoeging wordt tegen de rekenrente primo berekend over de beginstand en de mutaties gedurende het jaar.
Onttrekking uit technische voorziening voor pensioenuitkeringen
Verwachte toekomstige pensioenuitkeringen worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de technische voorziening. De
onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de
pensioenen in de verslagperiode.
Mutatie technische voorziening voor pensioenuitvoeringskosten
Jaarlijks wordt 2% van de pensioenopbouw en de inkomende waardeoverdrachten toegevoegd aan de technische voorziening ten
behoeve van de pensioenuitvoeringskosten. Daarnaast valt 2% van de uitkeringen, afkopen en uitgaande waardeoverdrachten vrij
uit de technische voorziening ten behoeve van pensioenuitvoeringskosten (excassokosten).
Pensioenuitkeringen
De pensioenuitkeringen betreffen de aan deelnemers uitgekeerde bedragen inclusief afkopen. De pensioenuitkeringen zijn
berekend op basis van het pensioenreglement en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben.
Wijziging marktrente
Jaarlijks wordt per 31 december de reële waarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele
rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging
marktrente.
Pensioenuitvoeringskosten
De pensioenuitvoeringskosten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 56 | 96
Saldo overdrachten van rechten
De post saldo overdrachten van rechten bevat het saldo van bedragen uit hoofde van overgenomen dan wel overgedragen
pensioenverplichtingen.
Overige baten en lasten
De overige baten en lasten worden opgenomen voor de aan het verslagjaar toe te rekenen bedragen. Onder de overige baten en
lasten zijn tevens de baten en lasten opgenomen uit hoofde van het herverzekeringscontract.
Herverzekeringscontract
Ter dekking van het sterfte- en arbeidsongeschiktheidsrisico is een overeenkomst gesloten met Zwitserleven Nederland,
gevestigd te Amstelveen. Voor de herverzekering van het overlijdensrisico op risicobasis geldt het volgende:
Ultimo verslagjaar bedroeg het in risicoherverzekering gegeven bedrag € 329.959. Het contract is per 1 januari 2010 verlengd met
5 jaar. De herverzekeraar vergoedt aan het einde van de contractstermijn een aandeel van 89% in een positief verschil tussen
betaalde premie en schaden. Voor de herverzekering van arbeidsongeschiktheidsrisico was ultimo verslagjaar € 9.057 in
risicoherverzekering gegeven.
8.4.7 Grondslagen kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is conform de directe methode opgesteld. Alle ontvangsten en uitgaven worden hierbij als zodanig
gepresenteerd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen kasstromen uit pensioenuitvoeringsactiviteiten en beleggingsactiviteiten.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 57 | 96
8.5 Toelichting op de Balans
8.5.1 Beleggingen voor risico fonds
.Overzicht totale waarde per beleggingscategorie
Ultimo 2012(x € 1.000) Vastgoed- Aandelen Vastrentende Derivaten Overige Totaal
beleggingen waarden beleggingen
EUR EUR EUR EUR EUR EUR
Belegde waarden in
betreffende
beleggingscategorie 11.226 54.005 101.371 146 - 166.748
Beleggings-
debiteuren 257 - - - - 257
Liquide middelen 242 - - - 1.324 1.566
Beleggings-
crediteuren - - - - - -
11.725 54.005 101.371 146 1.324 168.571 Negatieve derivaten verantwoord aan passiefzijde - -
Stand per
31 december 2012 11.725 54.005 101.371 146 1.324 168.571
Ultimo 2011(x € 1.000) Vastgoed- Aandelen Vastrentende Derivaten Overige Totaal
beleggingen waarden beleggingen
EUR EUR EUR EUR EUR EUR
Belegde waarden in
betreffende
beleggingscategorie 10.549 45.422 84.042 -157 - 139.856
Beleggings-
debiteuren 117 - - - - 117
Liquide middelen 9 - - - 97 106
Beleggings-
crediteuren - - - - - -
10.675 45.422 84.042 -157 97 140.079 Negatieve derivaten verantwoord aan passiefzijde 159 159
Stand per
31 december 2011 10.675 45.422 84.042 2 97 140.238
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 58 | 96
Verloopoverzicht van belegde waarden per beleggingscategorie
Ultimo 2012(x € 1.000) Vastgoed- Aandelen Vastrentende Derivaten (1) Overige Totaal
beleggingen waarden beleggingen
EUR EUR EUR EUR EUR EUR
Stand per
1 januari 2012 10.549 45.422 84.042 -157 - 139.856
Aankopen /
verstrekkingen 949 13.844 26.377 - - 41.170
Verkopen/
aflossingen - -11.048 -19.140 240 - -29.948
Overige mutaties - - - - - -
Herwaardering -272 5.787 10.092 63 - 15.670
Stand per
31 december 2012 11.226 54.005 101.371 146 - 166.748
Ultimo 2011(x € 1.000) Vastgoed- Aandelen Vastrentende Derivaten Overige Totaal
beleggingen waarden beleggingen
EUR EUR EUR EUR EUR EUR
Stand per
1 januari 2011 6.220 39.848 66.578 84 - 112.730
Aankopen /
verstrekkingen 10.732 9.322 61.074 - - 81.128
Verkopen/
aflossingen -6.289 - -53.389 -42 - -59.720
Overige mutaties -126 - - - - -126
Herwaardering 12 -3.748 9.779 -199 - 5.844
Stand per
31 december 2011 10.549 45.422 84.042 -157 - 139.856
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 59 | 96
Reële waarde
Schattingen en oordelen
Afgezien van de beleggingsvorderingen en -schulden zijn de beleggingen van het pensioenfonds gewaardeerd tegen reële
waarde per balansdatum. Het is over het algemeen mogelijk en gebruikelijk om de reële waarde binnen een aanvaardbare
bandbreedte van schattingen vast te stellen. De boekwaarde van alle activa en de financiële verplichtingen op balansdatum
benadert de reële waarde.
Voor de meerderheid van de beleggingen van het pensioenfonds kan gebruik worden gemaakt van marktnoteringen. Echter,
bepaalde beleggingen zijn gewaardeerd door middel van gebruikmaking van waarderingsmodellen en -technieken, inclusief
verwijzing naar de huidige reële waarde van vergelijkbare instrumenten. Op basis van de boekwaarde kan het volgende
onderscheid worden gemaakt:
(x € 1.000) marktnoteringen marktnoteringen waarderingsmodellen- totaal
direct afgeleid en technieken
EUR EUR EUR EUR
Actief per 31 december 2012
Vastgoedbeleggingen - - 11.226 11.226
Aandelen - 54.005 - 54.005
Vastrentende waarden - 101.371 - 101.371
Derivaten - 146 - 146
- 155.522 11.226 166.748
Passief per 31 december 2012
Derivaten - -
Actief per 31 december 2011
Vastgoedbeleggingen - - 10.549 10.549
Aandelen - 45.422 - 45.422
Vastrentende waarden - 84.042 - 84.042
Derivaten - 2 -159 -157
- 129.466 10.390 139.856
Passief per 31 december 2011
Derivaten -159 -159
Schatting van reële waarde
Vastgoed
Het deel van de waarde aan vastgoedbeleggingen dat is opgenomen op basis van waarderingsmodellen en -technieken
betreft indirect vastgoed. Zoals bij de grondslagen staat vermeld is de waarde gebaseerd op de taxatiewaarde. De eerste
waardering is verkrijgingsprijs inclusief transactiekosten. Deze taxaties worden verricht door verscheidene externe erkende
taxateurs. Iedere externe taxateur hanteert, binnen de algemene richtlijnen zoals binnen de branche gelden, eigen
uitgangspunten. De richtlijnen binnen de branche geven aan dat voor de waardebepaling in dit geval moet worden uitgegaan
van de verkoopwaarde van een object met als doelstelling om met het object huurinkomsten te genereren. Als basis wordt
hiervoor een contante waardeberekening gebruikt van de toekomstige kasstromen.
Derivaten
Bij de schatting van de reële waarde van derivaten wordt uitgegaan van verwachte toekomstige kasstromen.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 60 | 96
Belegde waarden in vastgoed
(x € 1.000) 2012 2011
EUR EUR
Indirect vastgoed 11.226 10.549
Stand per 31 december 11.226 10.549
Belegde waarden in aandelen
(x € 1.000) 2012 2011
EUR EUR
Aandelenbeleggingsfondsen 54.005 45.422
Stand per 31 december 54.005 45.422
Belegde waarden in vastrentende waarden
(x € 1.000) 2012 2011
EUR EUR
Obligatiebeleggingsfondsen 101.371 84.042
Stand per 31 december 101.371 84.042
Belegde waarden in derivaten
(x € 1.000) 2012 2011
EUR EUR
Valutaderivaten
Positieve waarde 146 2
Negatieve waarde - 159
Stand per 31 december 146 -157
Voor de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gebruikgemaakt van financiële derivaten. Als hoofdregel geldt dat derivaten
uitsluitend worden gebruikt voor zover dit passend is binnen het algemene beleggingsbeleid. De portefeuillestructuur en het
risicoprofiel, berekend inclusief de economische effecten van derivaten, dienen zich binnen de door het bestuur vastgestelde
grenzen (limieten) te bevinden.
Het pensioenfonds gebruikt derivaten voornamelijk om het valutarisico en het renterisico af te dekken. Eén van de belangrijkste
risico’s bij derivaten is het kredietrisico. Dit is het risico dat tegenpartijen niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Dit
risico wordt beperkt door alleen transacties aan te gaan met te goeder naam en faam bekend staande partijen. Bovendien geldt
dat zoveel mogelijk wordt gewerkt met onderpand.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 61 | 96
Gebruik wordt gemaakt van onder meer de volgende instrumenten:
Valutatermijncontracten: dit zijn met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het
verkopen van een valuta en de aankoop van een andere valuta, tegen een vooraf vastgestelde prijs en op een vooraf
vastgestelde datum. Door middel van valutatermijncontracten worden valutarisico’s afgedekt.
Beleggingsfondsen: het renterisico wordt gedeeltelijk afgedekt door beleggingen in het All Grade Long duration fonds, DMR
XL fonds en het Credit fonds.
Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities per 31 december 2012:
Type contract Contractomvang Actuele waarde activa Actuele waarde passiva
EUR EUR EUR
Forward 8.557 146 -
8.557 146 -
Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities per 31 december 2011:
Type contract Contractomvang Actuele waarde activa Actuele waarde passiva
EUR EUR EUR
Forward 6.799 2 -159
6.799 2 -159
Beleggingsdebiteuren
(x € 1.000) 2012 2011
EUR EUR
- dividend 170 99
- dividend- en couponbelasting 87 18
Stand per 31 december 257 117
Door het fonds wordt niet belegd in premiebijdragende (aangesloten) ondernemingen.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 62 | 96
8.5.2 Vorderingen en overlopende activa
Specificatie vorderingen en overlopende activa
(x € 1.000) 2012 2011
EUR EUR
Vorderingen uit hoofde van herverzekering 1.351 887
Vordering op werkgevers 408 542
Vordering op deelnemers 4 3
Waardeoverdrachten 13 25
Teveel in rekening gebrachte kosten vermogensbeheer 102 -
Overige vorderingen 19 11
Stand per 31 december 1.897 1.468
Bij de waardering van vorderingen wordt rekening gehouden met het risico van oninbaarheid door hiervoor een voorziening in
aftrek te brengen op het saldo van de uitstaande vorderingen. Voor gelijksoortige posten met gelijksoortige risico’s wordt
gezamenlijk een schatting gemaakt van verliezen en risico’s op balansdatum. Deze systematiek om de voorziening vast te stellen
wordt gerekend tot de statische methode.
Alle vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar.
Nadere specificatie ‘Vorderingen op werkgevers’
(x € 1.000) 2012 2011
EUR EUR
Werkgevers 408 542
Voorziening dubieuze debiteuren - -
Stand per 31 december 408 542
In 2012 is een bedrag van € 0 onttrokken aan de voorziening (2011: onttrekking € 121). Er werd een bedrag van € 0 aan premies
over voorgaande jaren als oninbaar afgeschreven (2011: € 42).
8.5.3 Overige activa
(x € 1.000) 2012 2011
EUR EUR
Liquide middelen 412 86
Stand per 31 december 412 86
Onder de liquide middelen worden opgenomen die kasmiddelen en tegoeden op bankrekeningen die onmiddellijk dan wel op korte
termijn opeisbaar zijn.
Er zijn geen kredietfaciliteiten van toepassing.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 63 | 96
8.5.4 Stichtingskapitaal en reserves
Algemeen
Stichtingskapitaal en reserves worden bepaald door het bedrag dat resteert nadat alle actiefposten en posten van het vreemd
vermogen, inclusief de voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds en risico deelnemers en overige
technische voorzieningen, volgens de van toepassing zijnde waarderingsgrondslagen in de balans zijn opgenomen.
In de toelichting wordt opgenomen het krachtens de Pensioenwet minimaal vereiste eigen vermogen volgens de in het Besluit
Financieel ToetsingsKader (FTK) voorgeschreven berekeningsmethodiek als het surplusvermogen.
Algemene reserve
Aan de algemene reserve wordt jaarlijks het saldo toegevoegd of onttrokken dat resteert na toevoeging of onttrekking aan de
overige reserves.
Weerstandsreserve
In de jaarstaten is aansluiting gezocht bij de uitkomsten van het vereist eigen vermogen in de evenwichtssituatie door het vormen
van een weerstandsreserve. De weerstandsreserve dient onder meer ter opvang van een mogelijke waardedaling van de
beleggingen. Teneinde de weerstandsreserve op het gewenste niveau te brengen, wordt jaarlijks een deel van de het saldo van
de rekening van baten en lasten toegevoegd of onttrokken.
De hoogte van de benodigde weerstandsreserve wordt bepaald door Syntrus Achmea Pensioenbeheer en is gelijk aan de hoogte
van het vereist eigen vermogen.
Mutatieoverzicht eigen vermogen
(x € 1.000) algemene weerstands Totaal
reserve reserve
EUR EUR EUR
Stand per 31 december 2011 -9.699 24.062 14.363
Uit bestemming saldo van baten en lasten 10.069 -1.383 8.686
Stand per
31 december 2012 370 22.679 23.049
(x € 1.000) algemene weerstands Totaal
reserve reserve
EUR EUR EUR
Stand per 31 december 2010 2.619 24.834 27.453
Uit bestemming saldo van baten en lasten -12.318 -772 -13.090
Stand per
31 december 2011 -9.699 24.062 14.363
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 64 | 96
Solvabiliteit
(x € 1.000)
EUR % EUR %
Aanwezig vermogen 169.925 115,7 141.084 111,3
Af: technische voorzieningen op FTK-waardering 146.876 100,0 126.721 100,0
Eigen vermogen 23.049 15,7 14.363 11,3
Af: vereist eigen vermogen 22.679 15,4 24.062 19,0
Vrij vermogen 370 0,3 -9.699 -7,7
Minimaal vereist eigen vermogen 6.463 4,4 5.704 4,5
Dekkingsgraad 115,7 111,3
31 december 201131 december 2012
Voor het bepalen van het vereist eigen vermogen (de solvabiliteitstoets) maakt het fonds gebruik van het standaardmodel. Het
bestuur acht het gebruik van het standaardmodel passend voor de risico’s van het fonds. De uitkomsten van de solvabiliteitstoets
zijn opgenomen onder toelichting 8.5.7 Risicobeheer.
De dekkingsgraad is als volgt berekend: (Totale activa -/- schulden) / Technische voorzieningen * 100%.
Als het eigen vermogen lager is dan het minimale vereiste eigen vermogen bevindt het pensioenfonds zich in een situatie van
dekkingstekort. Indien het eigen vermogen lager is dan het vereiste eigen vermogen, maar wel tenminste gelijk is aan het
minimale vereiste eigen vermogen, bevindt het pensioenfonds zich in een situatie van reservetekort.
De solvabiliteit van het pensioenfonds is niet toereikend, er is sprake van een reservetekort.
Herstelplan
In 2012 heeft de dekkingsgraad zich ten opzichte van het herstelplan als volgt ontwikkeld:
(x € 1.000) Werkelijk Herstelplan2012 2012
% %
Dekkingsgraad per 1 januari 111,3% 122,1%
Premie -2,4% -1,6%Uitkeringen 0,0% 0,4%Verandering van de rentetermijnstructuur -1,9% 0,0%Rendement op beleggingen 9,5% 4,4%Overige oorzaken en kruiseffecten -0,8% -0,5%
Dekkingsgraad per 31 december 115,7% 124,8%
De dekkingsgraad bedroeg op 31 december 2012 115,7% en liep daarmee achter op het herstelplan dat uitgaat van 124,8% op
die datum.
Premieverhoging
Omdat de dekkingsgraad van het fonds beneden de vereiste dekkingsgraad ligt, moet het fonds ten minste een kostendekkende
premie heffen. Eind 2011 is berekend dat er sprake is van kostendekkendheid van de premie en is de premie voor 2012 conform
beleid gehandhaafd op een doorsneepremie van 24%. Voor 2013 is berekend dat de kostendekkende premie 25,4% bedraagt.
Omdat de doorsneepremie lager is dan de kostendekkende premie, is besloten de premie voor 2013 te verhogen.
De premieverhoging is gelijkelijk verdeeld over de regelingen voor deelnemers geboren voor en na 1950.
Op basis van de huidige verhouding bedraagt de pensioenpremie per 1 januari 2013 voor deelnemers geboren voor 1950 en
in dienst voor 2006 31,3% van de pensioengrondslag. Dit was 29,7%.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 65 | 96
Voor deelnemers geboren vanaf 1950 en/of in dienst na 2005 bedraagt de pensioenpremie per 1 januari 2013 25,4% van de
pensioengrondslag. Dit was 23,8%.
8.5.5 Technische voorzieningen
Specificatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico fonds
(x € 1.000) 2012 2011
EUR EUR
Basisregeling 146.632 126.503
Nakomende verplichting Vut 10 30
Premievrijstelling / IBNR 244 218
Stand per 31 december 146.886 126.751
Mutatieoverzicht voorziening pensioenverplichtingen voor risico fonds
(x € 1.000) 2012 2011
EUR EUR
Stand per 1 januari 126.721 93.267
Pensioenopbouw 12.117 9.900
Rentetoevoegingen 2.029 1.271 Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten -1.131 -947
Wijziging marktrente 5.129 20.768
Wijziging overige actuariële uitgangspunten 1.304 -
Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten 663 2.374
Overige mutatie voorziening pensioenverplichtingen 44 88
Stand per 31 december 146.876 126.721
Voor een toelichting op de verschillende posten wordt verwezen naar de toelichting op de verschillende posten uit de staat van
baten lasten.
Als gevolg van de invoering van de nieuwe AG-Prognosetafel is in het verslagjaar 2012 een last verantwoord van € 1.304. In het
mutatieoverzicht van de voorziening pensioenverplichting voor risico fonds is het effect van € 1.304 weer gepresenteerd onder de
regel 'wijziging overige actuariële uitgangspunten'.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 66 | 96
Specificatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico fonds
(x € 1.000) 2012 2011
EUR EUR
Actieve deelnemers 78.743 70.326
Pensioengerechtigden 11.668 8.812
Gewezen deelnemers 53.590 45.103
Netto pensioenverplichtingen 144.001 124.241
Toekomstige kosten uitvoering pensioenregeling 2.875 2.480
Stand per 31 december 146.876 126.721
De methode voor de berekening van de pensioenverplichtingen is zodanig toegepast dat er geen sprake is van een
financieringsachterstand.
Naar hun aard hebben de technische voorzieningen in het algemeen een langlopend karakter.
Korte beschrijving van de pensioenregeling
De pensioenregeling bestaat uit 2 regelingen.
1. Een regeling voor deelnemers geboren voor 1 januari 1950 en op 31 december 2005 al deelnamen aan de regeling.
Deze regeling kent een normpensioenleeftijd die gesteld is op 61 jaar. Gedurende de deelname wordt er jaarlijks 1,75% van de
pensioengrondslag opgebouwd. In de periode tot 65 jaar is een tijdelijk overbruggingspensioen verzekerd. Dit
overbruggingspensioen wordt tussen 51 en 61 jaar opgebouwd. Jaarlijks wordt er 7,7% van de laatst geldende franchise
opgebouwd. De regeling voor het ouderdomspensioen is een middelloonregeling. Tevens bestaat er recht op nabestaanden- en
wezenpensioen.
2. Een regeling voor deelnemers geboren op of na 1 januari 1950 en deelnemers waarvan de arbeidsovereenkomst is
ingegaan op of na 1 januari 2006. Deze regeling kent een normpensioenleeftijd die gesteld is op 65 jaar. Een
deelnemer bouwt tussen de leeftijd 21 en 65 jaar 2% van de pensioengrondslag op. Deze regeling kan worden gekenmerkt als
een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling. Tevens bestaat er recht op nabestaanden- en wezenpensioen.
Het bestuur beslist jaarlijks in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke
toeslagverlening is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald. Bij het vaststellen van het
toeslagpercentage voor gewezen en gepensioneerde deelnemers hanteert het fonds de consumentenprijsindex (CPI). Bij het
vaststellen van het toeslagpercentage van de actieve deelnemers wordt uitgegaan van de loonstijging zoals vastgesteld in de
CAO.
Werkgevers kunnen bij het fonds een aanvullende pensioenregeling afsluiten, de excedentregeling. De excedentregeling is
identiek aan de basispensioenregeling, met dien verstande dat alleen het salaris boven het maximum salaris dan wel
salariselementen ter aanvulling van het pensioensalaris, voor de excedentregeling worden meegenomen. De aangesloten
werkgever betaalt voor de excedentregeling de actuarieel benodigde premie, inclusief een opslag voor uitvoeringskosten,
premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid en solvabiliteit.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 67 | 96
Toeslagverlening
De mate van toeslagverlening wordt jaarlijks door het bestuur vastgesteld en is afhankelijk van de financiële positie van het
pensioenfonds. Er bestaat geen recht op toeslagen. Ter financiering van deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen
bestemmingsreserve gevormd. Er is geen geld gereserveerd voor toekomstige toeslagverlening en er zal geen premie voor
worden betaald. Een verleende toeslag wordt direct opgenomen in de technische voorziening.
Het toeslagbeleid van het fonds valt in het verslagjaar in categorie D.1 van de toeslagenmatrix. Dit betekent dat het fonds een
voorwaardelijke toeslagverlening kent op basis van een vooraf vastgestelde maatstaf. Voor de actieve deelnemers geldt de
ontwikkeling van de CAO-lonen in de bedrijfstak als maatstaf. Voor de verhoging van de pensioenuitkeringen en
pensioenaanspraken van gewezen deelnemers geldt de prijsontwikkeling als uitgangspunt.
Met betrekking tot de mate van de feitelijke toekenning fungeert onderstaand kader als leidraad voor het toeslagbeleid. Daarin
wordt afhankelijk van de dekkingsgraad (marktwaarde beleggingen t.o.v. de technische voorziening) de mate van toeslagverlening
weergegeven. De geschatte dekkingsgraad per 31 oktober van het voorgaande jaar is hierbij bepalend.
Dekkingsgraad Toeslagverlening
Hoger dan 170% 100% + inhalen van gemiste toeslag
Tussen 170% en 135% 100%
Tussen 135% en 125% Naar rato
Lager dan 125% 0%
Het bestuur beslist uiteindelijk in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast. De toeslagambitie is
vastgesteld op 70% van de normindex.
Het bestuur heeft besloten op basis van het beleidskader om per 1 januari 2012 en 1 januari 2013 geen toeslagen te verlenen.
In de afgelopen drie jaren zijn de pensioenaanspraken en de ingegane pensioenen verhoogd met
Actieven Inactieven
1 januari 2012 0% 0%
1 januari 2011 0% 0%
1 januari 2010 0% 0%
Specificatie overige technische voorzieningen
(x € 1.000) 2012 2011
EUR EUR
Stand 1 januari 30 148
Onttrekking -20 -118
Stand per 31 december 10 30
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 68 | 96
8.5.6 Overige schulden en overlopende passiva
Specificatie overige schulden en overlopende passiva
(x € 1.000) 2012 2011
EUR EUR
Te verrekenen premies 783 95
Uitkeringen - 3
Derivaten - 159
Belastingen en premies sociale verzekeringen 44 28
Waardeoverdrachten - 263
Overige schulden 118 130
Stand per 31 december 945 678
Alle schulden hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar.
Nadere specificatie ‘Derivaten’
(x € 1.000) 2012 2011
EUR EUR
Valutaderivaten - 159
Stand per 31 december - 159
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 69 | 96
8.5.7 Risicobeheer en derivaten
Solvabiliteitsrisico
Het pensioenfonds wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan geconfronteerd met risico’s. De
belangrijkste doelstelling van het pensioenfonds is het nakomen van de pensioentoezeggingen. Voor het realiseren van deze
doelstelling wordt gestreefd naar een toereikende solvabiliteit op basis van de reële waarde van de pensioenverplichtingen.
Het belangrijkste risico voor het pensioenfonds betreft het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat het pensioenfonds niet beschikt
over voldoende vermogen ter dekking van de pensioenverplichtingen. De solvabiliteit wordt gemeten zowel op basis van
algemeen geldende normen als ook naar de specifieke normen welke door de toezichthouder worden opgelegd. Indien de
solvabiliteit van het pensioenfonds zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat het pensioenfonds de premie voor de
onderneming en deelnemers moet verhogen en het risico dat er geen ruimte beschikbaar is voor een eventuele toeslag van
opgebouwde pensioenrechten. In het uiterste geval kan het noodzakelijk zijn dat het pensioenfonds verworven
pensioenaanspraken en pensioenrechten moet verminderen.
Het surplus/tekort op FTK-grondslagen is als volgt:
(x € 1.000)
EUR EUR EUR EUR
Technische voorzieningen (FTK-waardering) 146.876 126.721
Buffers:
S1 Renterisico 7.856 10.457
S2 Risico zakelijke waarden 15.306 14.747
S3 Valutarisico 7.680 7.484
S4 Grondstoffenrisico - -
S5 Kredietrisico 1.791 3.396
S6 Verzekeringstechnisch risico 5.992 5.513
S7 Liquiditeitsrisico - -
S8 Concentratierisico - -
S9 Operationeel risico - -
Diversificatie-effect -15.946 -17.535
Aanvulling tot minimum vereist vermogen - -
Totaal S (vereiste buffers) 22.679 24.062
Vereist vermogen (artikel 132 Pensioenwet) 169.555 150.783
Aanwezig vermogen (totaal activa - schulden) 169.925 141.084
Tekort 370 -9.699
31 december 2012 31 december 2011
Het pensioenfonds heeft ter afdekking van risico’s derivatencontracten afgesloten. Hiermee is bij het bepalen van de vereiste
buffers rekening gehouden. Bij de berekening van de buffers past het pensioenfonds het standaard model van DNB toe, waarbij
uitgegaan wordt van het vereist vermogen in evenwichtsituatie, gebaseerd op de strategische asset mix.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 70 | 96
Beleid en risicobeheer
Het bestuur beschikt over een aantal beleidsinstrumenten ten behoeve van het beheersen van deze risico’s. Deze
beleidsinstrumenten betreffen:
beleggingsbeleid
premiebeleid
herverzekeringsbeleid
toeslagbeleid.
De keuze en toepassing van beleidsinstrumenten vindt plaats na uitvoerige analyses ten aanzien van te verwachten
ontwikkelingen van de verplichtingen en de financiële markten. Daarbij wordt onder meer gebruikgemaakt van ALM-studies. Een
ALM-studie is een analyse van de structuur van de pensioenverplichtingen en van verschillende beleggingsstrategieën en de
ontwikkeling daarvan in diverse economische scenario’s.
De uitkomsten van deze analyses vinden hun weerslag in jaarlijks door het bestuur vast te stellen beleggingsrichtlijnen als basis
voor het uit te voeren beleggingsbeleid. De beleggingsrichtlijnen geven normen en limieten aan waarbinnen de uitvoering van het
beleggingsbeleid moet plaatsvinden. Ze zijn gericht op het beheersen van de volgende belangrijkste (beleggings)risico’s. Bij de
uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gebruik gemaakt van derivaten.
Marktrisico’s (S1 – S4)
Het marktrisico omvat het renterisico, het prijs(koers)risico en het valutarisico. Marktrisico omvat de mogelijkheden voor winst of
verlies en door een verandering van marktfactoren. Marktfactoren kunnen bijvoorbeeld marktprijzen zijn van aandelen,
grondstoffen, vastgoed en private equity (prijsrisico), maar ook valutakoersen (valutarisico) of rentes (renterisico).
De strategie van het pensioenfonds met betrekking tot het beleggingsrisico wordt bepaald door de beleggingsdoelstellingen. Het
marktrisico wordt op dagelijkse basis beheerst in overeenstemming met de aanwezige beleidskaders en richtlijnen. De
overallmarktposities worden periodiek gerapporteerd aan het bestuur.
De mate waarin de beleggingsportefeuille van het pensioenfonds gevoelig is voor het prijs- en renterisico is in de volgende alinea
weergegeven, vervolgens worden de risico’s die het pensioenfonds loopt nader toegelicht.
Renterisico (S1)
Het renterisico is het risico dat de waarden van de portefeuille vastrentende waarden en de pensioenverplichtingen wijzigen als
gevolg van veranderingen in de marktrente.
De rentegevoeligheid kan worden gemeten door middel van de duration. De duration geeft aan hoeveel procent bij benadering de
reële waarde van een belegging of verplichting verandert bij een parallelle verschuiving van de rentecurve. Een hoge duration
geeft een hoge gevoeligheid voor veranderingen in de rente weer.
(x € 1.000) Waarde balanspost Duration Duration
31 december 2012 31 december 2012 31 december 2011
EUR
Vastrentende waarden (voor derivaten) 101.371 3,9 4,0
Vastrentende waarden (na derivaten) 101.371 25,6 18,1
Duration van de technische voorzieningen 146.876 24,6 25,4
Op balansdatum is de duration van de beleggingen aanzienlijk korter dan de duration van de verplichtingen. Er is derhalve sprake
van een zogenaamde “duration-mismatch”. Dit betekent dat bij een rentestijging de waarde van beleggingen minder snel daalt dan
de waarde verplichtingen (bij toepassing van de actuele marktrentestructuur) daalt, de dekkingsgraad zal stijgen. Bij een
rentedaling zal de waarde van de beleggingen minder snel stijgen dan de waarde van de verplichtingen, waardoor de
dekkingsgraad daalt.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 71 | 96
Het beleid van het pensioenfonds is gericht op het verkleinen van de “duration-mismatch”. Het bestuur heeft begin 2012 besloten
de renteafdekking tijdelijk tactisch te verhogen van 50% naar 65%. Het belangrijkste doel van deze verhoging was het verkleinen
van het neerwaarts risico, om te voorkomen dat de dekkingsgraad onder de minimaal vereiste dekkingsgraad terecht zou komen.
De renteafdekking wordt gerealiseerd via de beleggingen in drie vastrentende fondsen bij ING IM, namelijk het All Grade Long
duration fonds het DMR XL fonds en het Credit fonds. De (ex-ante) renteafdekking van 65% betekent dat de rentegevoeligheid
van de drie fondsen tezamen gelijk is aan 65% van de rentegevoeligheid van de verplichtingen.
Verdere verhoging van de renteafdekking is afhankelijk gesteld van de rentestand en de nominale dekkingsgraad volgens
onderstaande tabel.
30-jaars swaprente Dekkingsgraad % Renteafdekking
≤ 3,0% ≤ 120% 30%
> 3,0% > 120% 50%
> 3,5% > 140% 70%
> 4,0% > 160% 90%
Aanpassing van de renteafdekking vindt niet automatisch plaats. Vooraf dient eerst overlegd te worden met ICK om te bepalen of
de aanpassing gewenst is. Daarnaast wordt de afdekking niet verlaagd als de rente weer daalt.
De samenstelling van de vastrentende waarden naar looptijd is als volgt:
(x € 1.000)
EUR % EUR %
Resterende looptijd < 1 jaar 12.809 12,6 2.681 3,2
Resterende looptijd > 1 en < 5 jaar 31.785 31,4 30.895 36,8
Resterende looptijd > 5 jaar 41.162 40,6 38.870 46,3
Liquiditeiten 15.615 15,4 11.596 13,7
101.371 100 84.042 100
31 december 2012 31 december 2011
Prijsrisico
Prijsrisico is het risico van waardewijzigingen door de ontwikkeling van marktprijzen, die wordt veroorzaakt door factoren
gerelateerd aan een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren. Omdat alle beleggingen worden
gewaardeerd tegen reële waarde waarbij waardewijzigingen onmiddellijk in het saldo van baten en lasten worden verwerkt, zijn
alle wijzigingen in marktomstandigheden direct zichtbaar in het beleggingsresultaat. Het prijsrisico wordt gemitigeerd door
diversificatie.
De segmentatie van vastgoed naar sectoren is als volgt:
(x € 1.000)EUR % EUR %
Winkels 6.735 60,0 6.588 62,5
Woningen 2.287 20,4 2.467 23,4
Zorg instellingen 2.204 19,6 1.494 14,1
11.226 100 10.549 100
31 december 2012 31 december 2011
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 72 | 96
De segmentatie van vastgoed naar regio is als volgt:
(x € 1.000)
EUR % EUR %
Nederland 11.226 100,0 10.549 100,0
11.226 100 10.549 100
31 december 2012 31 december 2011
De segmentatie van de aandelenportefeuille naar sectoren is als volgt:
(x € 1.000)
EUR % EUR %
Financiële instellingen 11.314 21,0 8.308 18,3
Industriële ondernemingen 4.732 8,8 4.628 10,2
Informatie technologie 5.384 10,0 4.607 10,1
Telecommunicatie 2.739 5,1 2.309 5,1
Energie 5.693 10,5 4.564 10,0
Consumentengoederen 9.850 18,2 8.128 17,9
Basisindustrie 4.111 7,6 3.408 7,5
Farmacie 4.228 7,8 3.933 8,7
Nutsbedrijven 1.673 3,1 1.725 3,8Overige 4.281 7,9 3.812 8,4
54.005 100 45.422 100
31 december 2012 31 december 2011
Ultimo 2012 wordt er voor wat betreft aandelen alleen belegd in aandelenfondsen.
De segmentatie van de aandelenportefeuille naar regio is als volgt:
(x € 1.000)
EUR % EUR %
Europa 19.901 36,9 15.776 34,8
Latijns-Amerika 228 0,4 2.602 5,7
Noord-Amerika 26.813 49,6 15.238 33,5
Azië 4.343 8,1 9.320 20,5
Oceanië 1.088 2,0 781 1,7
Overige 1.632 3,0 1.705 3,8
54.005 100 45.422 100
31 december 2012 31 december 2011
Het pensioenfonds heeft er niet voor gekozen om het prijsrisico middels derivaten (gedeeltelijk) af te dekken.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 73 | 96
Valutarisico (S3)
Het totaalbedrag van de gehele beleggingsportefeuille dat buiten de euro wordt belegd bedraagt ultimo 2012 circa € 42.997 (2011:
€ 47.861). Het strategische beleid van het pensioenfonds is om 50% van het strategisch valutabelang in Amerikaanse Dollar af te
dekken. Per einde boekjaar is de waarde van de uitstaande valutatermijncontracten € 146 (2011: € 2). Het valutarisico wordt in
onderstaande tabel weergegeven.
(x € 1.000) 31 december 31 december
2012 2011
EUR EUR EUR EUR
vóór valuta- netto netto
derivaten positie (na) positie (na)
EUR 116.871 8.703 125.574 92.280
GBP 4.761 - 4.761 4.670
JPY 3.422 - 3.422 2.992
USD 15.638 -8.557 7.081 7.529
Overige 27.733 - 27.733 32.670
168.425 146 168.571 140.141
Kredietrisico (S5)
Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor het pensioenfonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van
tegenpartijen waarop het pensioenfonds (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan partijen die
obligatieleningen uitgeven, banken waar deposito’s worden geplaatst, marktpartijen waarmee Over The Counter (OTC)-
derivatenposities worden aangegaan en aan bijvoorbeeld herverzekeraars.
Een voor beleggingsactiviteiten specifiek onderdeel van kredietrisico is het settlementrisico. Dit heeft betrekking op het risico dat
partijen waarmee het pensioenfonds transacties is aangegaan niet meer in staat zijn hun tegenprestatie te verrichten waardoor
het pensioenfonds financiële verliezen lijdt.
Beheersing vindt plaats door het stellen van limieten aan tegenpartijen op totaalniveau, dat wil zeggen met inachtneming van alle
posities die een tegenpartij heeft jegens het pensioenfonds; het vragen van extra zekerheden zoals onderpand en dergelijke bij
hypothecaire geldleningen en het uitlenen van effecten; het hanteren van prudente verstrekkingnormen bij hypothecaire geld-
leningen. Ter afdekking van het settlementrisico wordt door het pensioenfonds enkel belegd in markten waar een voldoende
betrouwbaar clearing- en settlementsysteem functioneert. Voordat in nieuwe markten wordt belegd, wordt eerst onderzoek
gedaan naar de waarborgen op dit gebied. Met betrekking tot OTC-derivaten wordt door het pensioenfonds enkel gewerkt met
tegenpartijen waarmee ISDA/CSA-overeenkomsten zijn afgesloten zodat posities van het pensioenfonds adequaat worden
afgedekt door onderpand. Er wordt gebruik gemaakt van dagelijkse waarderingen.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 74 | 96
In de onderstaande tabel wordt de verdeling van de vastrentende waarden naar sector weergegeven:
(x € 1.000) 2012 2011
EUR EUR
Bedrijven 26.297 20.990
Financiële instellingen 3.748 2.631
Overheid 51.249 45.080
Lokale overheid 261 410
Hypotheken / leningen 2.426 3.262
Overig / beleggingen in beleggingsfondsen 1.775 74
Liquiditeiten begrepen in beleggingen 15.615 11.595
101.371 84.042
Ten aanzien van de kredietwaardigheid van de debiteuren van de vastrentende portefeuille wordt het volgende overzicht gegeven:
(x € 1.000)
EUR % EUR %
AAA 31.709 31,3 42.139 50,1
AA 14.150 14,0 5.398 6,4
A 9.414 9,3 13.891 16,5
BBB 22.894 22,6 6.041 7,2
BB 3.311 3,3 1.694 2,0
B 954 0,9 887 1,1
Lower than B 88 0,1 169 0,2
Not rated* 18.851 18,5 13.823 16,5
101.371 100 84.042 100
31 december 2012 31 december 2011
* Bestaat uit 15.615 liquiditeiten begrepen in beleggingen.
De wijzigingen in de ratingverdeling ten opzichte van vorig jaar wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door verlaging van de afgegeven
ratings door de rating agencies
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 75 | 96
Verzekeringtechnische risico’s (S6)
Langlevenrisico
Langlevenrisico is het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de bepaling van de
technische voorziening. Als gevolg hiervan volstaat de opbouw van het pensioenvermogen niet voor de uitkering van de
pensioenverplichting. Door toepassing van AG prognosetafel 2012-2062 met adequate correcties voor ervaringssterfte is het
langlevenrisico nagenoeg geheel verdisconteerd in de waardering van de pensioenverplichtingen.
Overlijdensrisico
Het overlijdensrisico betekent dat het pensioenfonds in geval van overlijden mogelijk een nabestaandenpensioen moet toekennen
waarvoor door het pensioenfonds geen voorzieningen zijn getroffen. Dit risico kan worden uitgedrukt in risicokapitalen.
Arbeidsongeschiktheidsrisico
Het arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat het pensioenfonds voorzieningen moet treffen voor premievrijstelling bij
invaliditeit en het toekennen van een arbeidsongeschiktheidspensioen (schadereserve). Voor dit risico wordt jaarlijks een
risicopremie in rekening gebracht. Het verschil tussen de risicopremie en de werkelijke kosten wordt verwerkt via het resultaat. De
actuariële uitgangspunten voor de risicopremie worden periodiek herzien. Het pensioenfonds heeft het overlijden- en
arbeidsongeschiktheidsrisico herverzekerd.
Toeslagrisico
Het bestuur van het pensioenfonds heeft de ambitie om het pensioen te indexeren. De mate waarin dit kan worden gerealiseerd is
afhankelijk van de ontwikkelingen in de rente, rendement, looninflatie en demografie. Uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat de
toeslagtoezegging voorwaardelijk is.
Het beleid en de ambitie inzake toeslagverlening is weergegeven in de toelichting van de post ‘Indexering en overige toeslagen’.
Liquiditeitsrisico (S7)
Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide
middelen. Hierdoor kan het pensioenfonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen voldoen. Waar de overige
risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Dit risico wordt
beheerst door in het strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor de liquiditeitsposities. Er
wordt eveneens rekening gehouden met de directe beleggingsopbrengsten en andere inkomsten zoals premies. Inzake het
liquiditeitsrisico wordt vermeld dat het pensioenfonds in haar beleggingsportefeuille over voldoende obligaties beschikt die
onmiddellijk zonder waardeverlies te gelde kunnen worden gemaakt om eventuele onvoorziene uitstroom van geldmiddelen te
financieren.
Concentratierisico (S8)
Grote posten zijn aan te duiden als een vorm van concentratierisico. Om te bepalen welke posten hieronder vallen, moeten per
beleggingscategorie alle instrumenten met dezelfde debiteur worden gesommeerd. Als grote post wordt aangemerkt elke post die
meer dan 2% van het balanstotaal uitmaakt. Concentratierisico is gemeten naar concentratie van een land of bij een tegenpartij.
Onderstaande posten zijn weergegeven zonder toepassing van het doorkijkprincipe. Het eventuele risico is aanwezig op
beleggingsfondsenniveau.
Dit betreft per 31 december 2012 de volgende posten (percentage ten opzichte van het balanstotaal ultimo 2012 respectievelijk
ultimo 2011):
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 76 | 96
(x € 1.000)
EUR % EUR %
Vastgoed
Achmea Dutch Retail Property Fund 6.734 4% 6.588 5%
Aandelen
INI Aandelen fonds 29.446 17% 25.780 18%
INI Dividend aandelen basis fonds 11.948 7% 10.230 7%
INI Emerging Markets Equity funds - 0% 9.394 7%
Vanguard Emerging Markets Stock Index Fund 12.611 7% - 0%
Vastrentende waarden
INI Fixed income all grade long duration 62.239 36% 52.664 37%
INI Duration matching fonds XL 21.671 13% - 0%
INI Fixed income AA fonds - 0% 15.206 11%
INI EM. fixed income fonds LC 6.217 4% 4.871 3%
INI EM. fixed income fonds HC 5.974 3% 4.105 3%
INI Euro credit fund 5.270 3% 4.033 3%
INI Covered bond fonds - 0% 2.982 2%
162.110 135.853
31 december 2012 31 december 2011
In het algemeen geldt dat concentratierisico kan optreden als een adequate spreiding van activa en passiva ontbreekt.
Concentratierisico’s kunnen optreden bij een concentratie van de portefeuille in regio’s, economische sectoren of tegenpartijen.
Een portefeuille van beleggingen die sterk sectorgebonden is, kan door deze sectorconcentratie een verhoogd risico lopen. Indien
aandelen in dezelfde sector worden aangehouden is sprake van een cumulatief concentratierisico.
Bij de bepaling van het vereist vermogen past het pensioenfonds het standaardmodel van de DNB toe. In dat model wordt het
concentratierisico vooralsnog op nihil gesteld.
Overige niet-financiële risico’s
Operationeel risico (S9)
Operationeel risico is het risico van een onjuiste afwikkeling van transacties, fouten in de verwerking van gegevens, het verloren
gaan van informatie, fraude en dergelijke. Dergelijke risico’s worden door het pensioenfonds beheerst door het stellen van hoge
kwaliteitseisen aan de organisaties die bij de uitvoering betrokken zijn op gebieden zoals interne organisatie, procedures,
processen en controles, kwaliteit geautomatiseerde systemen, enzovoorts. Deze kwaliteitseisen worden periodiek getoetst door
het bestuur.
Systeemrisico
Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren
functioneert waardoor beleggingen van het pensioenfonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde
kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen, is dit risico voor het pensioenfonds niet beheersbaar.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 77 | 96
8.5.8 Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
Langlopende contractuele verplichtingen
Het pensioenfonds heeft een uitbestedingovereenkomst afgesloten met Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. Het contract is
afgesloten per 1 januari 2004 voor een periode van 10 jaar. Tenzij het fonds de overeenkomst 1 jaar voor het einde van de
lopende termijn opzegt wordt de overeenkomst met 10 jaar verlengd. Eind 2012 heeft het bestuur het contract proforma
opgezegd. In 2013 zullen de contractbesprekingen gaan plaatsvinden.
Het fonds heeft een vermogensbeheerovereenkomst afgesloten met ING Investment Management B.V., Syntrus Achmea Real
Estate & Finance en Vanguard. De overeenkomsten zijn aangegaan voor onbepaalde tijd met een opzegtermijn van een maand
voor zowel het fonds als de beheerder.
Investering- en stortingsverplichtingen
Het fonds heeft per balansdatum geen investering- en stortingsverplichtingen.
Voorwaardelijke verplichtingen
Per jaareinde lopen er geen juridische procedures tegen het pensioenfonds en heeft het pensioenfonds tevens geen juridische
procedures aangespannen tegenover derden.
Verstrekte zekerheden en garanties
Het fonds heeft geen zekerheden en garanties verstrekt.
8.5.9 Verbonden partijen
Transacties met bestuurders
Inzake de beloning van bestuurders wordt verwezen naar 8.6.5. Er zijn geen leningen verstrekt aan, noch is er sprake van
vorderingen op, (voormalige) bestuurders.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 78 | 96
8.6 Toelichting op de staat van baten en lasten
8.6.1 Premiebijdragen risico pensioenfonds
(x € 1.000) 2012 2011
EUR EUR
Verplichte verzekering 10.845 11.099
Voortgezette verzekering 130 128
Aanvullende verzekering 507 1.008
11.482 12.235
Mutatie inzake voorziening premievorderingen - 121
Afschrijving premievorderingen 2 -42
11.484 12.314
De totale bijdrage van werkgever en werknemers bedraagt 29,7% van de loonsom voor deelnemers geboren voor 1950 en in
dienst voor 2006. Voor deelnemers geboren na 1949 of in dienst na 2005 bedraagt de totale bijdrage 23,8%.
De kostendekkende, gedempte en feitelijke premie volgens artikel 130 van de Pensioenwet zijn als volgt:
(x € 1.000) 2012 2011
EUR EUR
Kostendekkende premie 15.887 13.941
Feitelijke premie 11.482 12.235
Gedempte kostendekkende premie 11.464 11.803
De kostendekkende premie is gebaseerd op de marktrente (nominale rentetermijnstructuur van 31 december 2011 gepubliceerd
door DNB). Het bestuur heeft de gedempte premie vastgesteld op basis van de gemiddelde RTS en is uitgekomen op 4%. De
feitelijke premie is in 2012 hoger dan de gedempte premie.
De aan het boekjaar toe te rekenen feitelijke premie is als bate verantwoord. De samenstelling van de kostendekkende premie is
als volgt:
(x € 1.000) 2012 2011
EUR EUR
Kosten pensioenopbouw 12.045 9.856
Pensioenuitvoeringskosten 1.261 1.032
Opslag voor instandhouden vereiste vermogen 2.335 2.675
Mutatie technische voorzieningen voor excassokosten 246 201
Opslag structureel tekort uitvoeringskosten - 177
15.887 13.941
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 79 | 96
De samenstelling van de gedempte premie is als volgt:
(x € 1.000) 2012 2011
EUR EUR
Kosten pensioenopbouw 8.979 8.435
Pensioenuitvoeringskosten 923 866
Opslag voor instandhouden vereiste vermogen 1.562 2.159
Opslag structureel tekort uitvoeringskosten - 343
11.464 11.803
De kosten pensioenopbouw betreffen de kosten van de jaarinkoop van de pensioenaanspraken inclusief de kosten voor
premievrijstelling voor nieuwe arbeidsongeschiktheidsgevallen. De toeslagverlening is voorwaardelijk en daarom geen onderdeel
van de kosten pensioenopbouw. De pensioenuitvoeringskosten volgen uit de staat van baten en lasten. De solvabiliteitsopslag
2012 wordt berekend door het percentage vereist vermogen per 31 december 2011 te vermenigvuldigen met de kosten
pensioenopbouw.
Er is geen sprake van premiekortingen dan wel premieopslagen.
8.6.2 Beleggingsresultaten risico pensioenfonds
2012 Directe Indirecte Kosten van Totaal
beleggings- beleggings- vermogensbeheer
opbrengsten opbrengsten
EUR EUR EUR EUR
Vastgoedbeleggingen 463 -216 -56 191
Aandelen 638 5.933 -146 6.425
Vastrentende waarden 2.046 10.342 -250 12.138
Derivaten - 63 - 63
Overige beleggingen 43 - -11 32
3.190 16.122 -463 18.849
De indirecte beleggingsopbrengsten inclusief de kosten van vermogensbeheer sluit aan op de herwaardering in de verloopstaat in
paragraaf 8.5.1.
2011 Directe Indirecte Kosten van Totaal
beleggings- beleggings- vermogensbeheer
opbrengsten opbrengsten
EUR EUR EUR EUR
Vastgoedbeleggingen 154 12 -28 138
Aandelen 3.214 -3.748 -145 -679
Vastrentende waarden - 9.779 -264 9.515
Derivaten - -199 - -199
Overige beleggingen 91 55 -10 136
3.459 5.899 -447 8.911
De kosten van vermogensbeheer bedragen in 2012 € 463 (2011: € 447). Transactiekosten zijn onderdeel van de aan- en
verkooptransacties van beleggingen. Deze zijn eveneens onderdeel van de indirecte beleggingsopbrengsten en bedragen over
2012 € 433. Voor 2011 zijn de transactiekosten niet betrouwbaar in te schatten.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 80 | 96
8.6.3 Overige baten
(x € 1.000) 2012 2011
EUR EUR
Baten uit herverzekeringen 1.036 191
Andere baten 70 119
1.106 310
8.6.4 Pensioenuitkeringen
(x € 1.000) 2012 2011
EUR EUR
Ouderdomspensioen 969 1.066
Partnerpensioen 146 113
Wezenpensioen 9 5
Afkopen 286 37
Overige - 36
1.410 1.257
De post Afkopen betreft de afkoop van pensioenen die lager zijn dan € 240 (2011: € 240) per jaar (de afkoopgrens).
8.6.5 Pensioenuitvoeringskosten
(x € 1.000) 2012 2011
EUR EUR
Bestuurskosten 178 97
Administratiekostenvergoeding boekjaar 665 720
Administratiekostenvergoeding vorig boekjaar 5 94
Controle- en advieskosten (excl. accountantskosten) 202 218
Accountantskosten 24 28
Contributies en bijdragen 29 23
Overig 25 5
1.128 1.185
Bezoldiging bestuurders
De transacties met bestuurders hebben betrekking op de vergoedingen voor de werkzaamheden verband houdende met de
bestuurs- en commissievergaderingen. De vergoedingen bestaan uit vacatiegeld, vergoeding van reis- en verblijfkosten en
overige bestuurskosten 2012: € 178 (2011: € 97).
Afgezien hiervan zijn geen bezoldigingen toegekend.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 81 | 96
Honoraria accountant
(x € 1.000) EUR EUR EUR
Accountant Overig Totaal
netwerk
2012
Controle van de jaarrekening 24 - 24
Andere controlewerkzaamheden - - -
Fiscale advisering - - -
Andere niet-controle diensten - - -
24 - 24
2011
Controle van de jaarrekening 28 - 28
Andere controlewerkzaamheden - - -
Fiscale advisering - - -
Andere niet-controle diensten - - -
28 - 28
Aantal personeelsleden
Het fonds heeft zowel in 2012 als 2011 geen personeel in dienst. De beheeractiviteiten zijn volledig uitbesteed aan Syntrus
Achmea Pensioenbeheer en vermogensbeheer.
8.6.6 Pensioenopbouw
Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende waarde van de diensttijdopbouw. Dit is het effect op de
voorziening pensioenverplichtingen van de in het verslagjaar opgebouwde nominale rechten ouderdomspensioen en
nabestaandenpensioen. Verder is hierin begrepen het effect van de individuele salarisontwikkeling.
8.6.7 Indexering en overige toeslagen
In de staat van baten en lasten is de last uit hoofde van indexering en overige toeslagen welke aan het verslagjaar moet worden
toegerekend verantwoord.
Als de middelen van het pensioenfonds het toelaten, streeft het bestuur ernaar de pensioenen van de actieve deelnemers jaarlijks
aan te passen aan de ontwikkeling van de CAO-lonen in de bedrijfstak voor Informatie-, Communicatie- en
Kantoortechnologiebranche.
Het bestuur streeft ernaar de opgebouwde pensioenen van gewezen deelnemers en de ingegane pensioenen jaarlijks aan te
passen aan de stijging van het afgeleide consumentenprijsindexcijfer, alle huishouden. Dit betekent dat de index niet beïnvloed
wordt door belasting- en accijnseffecten.
Het bestuur beoordeelt jaarlijks of de financiële middelen van het pensioenfonds toereikend zijn om de opgebouwde
pensioenaanspraken en de ingegane pensioenen te verhogen. Er bestaat geen recht op toeslagverlening en er is dus geen
zekerheid of en in hoeverre het pensioenfonds in de toekomst een toeslag kan verlenen. Het pensioenfonds reserveert namelijk
geen gelden voor toekomstige toeslagen.
In 2012 is er geen toeslag verleend als gevolg van de lage dekkingsgraad.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 82 | 96
8.6.8 Rentetoevoeging
De pensioenverplichtingen zijn opgerent met 1,544% (2011: 1,296%), zijnde €2.029 (2011: €1.271).
Het rentepercentage is afgeleid van de éénjaarsrente uit de rentetermijnstructuur per begin van het boekjaar zoals gepubliceerd
door DNB.
8.6.9 Onttrekking pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten
Verwachte toekomstige pensioenuitkeringen worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening
pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve
van de financiering van de verwachte pensioenuitkeringen in de verslagperiode.
Toekomstige pensioenuitvoeringskosten (in het bijzonder excassokosten) worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de
voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten
behoeve van de financiering van de verwachte uitvoeringskosten in de verslagperiode.
8.6.10 Wijziging marktrente
Jaarlijks wordt per 31 december de reële waarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele
rentetermijnstructuur. Vanaf 30 september 2012 heeft DNB de rentetermijnstructuur aangepast door invoering van de UFR. Het
effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente.
8.6.11 Wijziging overige actuariële uitgangspunten
De actuariële grondslagen en/of methoden worden periodiek beoordeeld en mogelijk herzien ten behoeve van de berekening van
de actuele waarde van de pensioenverplichtingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van interne en externe actuariële deskundigheid.
Dit betreft onder meer de vergelijking van veronderstellingen ten aanzien sterfte, langleven, arbeidsongeschiktheid met werkelijke
waarnemingen voor zowel de gehele bevolking als specifiek voor de populatie van het pensioenfonds.
De vaststelling van de toereikendheid van de voorziening voor pensioenverplichtingen is een inherent onzeker proces, waarbij
gebruik wordt gemaakt van schattingen en oordelen door het bestuur van het pensioenfonds. Het effect van deze wijzigingen
wordt verantwoord in het resultaat op het moment dat de actuariële uitgangspunten worden herzien.
Vanaf boekjaar 2012 is de grondslag voor overlevingskansen gebaseerd op de Prognosetafel 2012-2062 van het Actuarieel
Genootschap (AG). De AG-Prognosetafel 2012-2062 houdt rekening met de voorzienbare trend in overlevingskansen van de
gehele Nederlandse bevolking. De algemene sterftekansen die volgen uit de tafel worden voor het fonds gecorrigeerd in verband
met ervaringssterfte.
Als gevolg van de invoering van de nieuwe AG-Prognosetafel is in het verslagjaar 2012 een last verantwoord van € 1.304.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 83 | 96
8.6.12 Saldo overdracht van rechten
(x € 1.000) 2012 2011
EUR EUR
Saldo overdrachten van rechten
Inkomende waardeoverdrachten -754 -2.380
Uitgaande waardeoverdrachten 219 591
Subtotaal -535 -1.789
Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten
Toevoeging aan de technische voorzieningen 915 3.049
Onttrekking aan de technische voorzieningen -252 -675
Totaal overige resultaten 663 2.374
Saldo overdracht van rechten 128 585
Een inkomende waardeoverdracht betreft de ontvangst van het pensioenfonds of de pensioenverzekeraar van de vorige
werkgever van de contante waarde van premievrije pensioenaanspraken van deelnemers, die tot de ontslagdatum zijn
opgebouwd. Een uitgaande waardeoverdracht betreft de overdracht aan het pensioenfonds of de pensioenverzekeraar van de
nieuwe werkgever van de contante waarde van premievrije pensioenaanspraken van deelnemers, die tot de ontslagdatum zijn
opgebouwd. De ontvangen koopsommen worden aangewend voor de inkoop van extra pensioenaanspraken.
8.6.13 Overige mutatie voorziening pensioenverplichtingen
(x € 1.000) 2012 2011
EUR EUR
Kanssystemen
Sterfte 169 -143
Arbeidsongeschiktheid -499 -355
Mutaties 374 586
Totaal kanssystemen 44 88
Overige mutaties
Overig - -
Totaal overige mutaties - -
Totaal overige wijzigingen in de technische voorzieningen 44 88
8.6.14 Mutatie overige technische voorzieningen
Deze zijn berekend op basis van de voor de balansposten gehanteerde grondslagen.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 84 | 96
8.6.15 Overige lasten
(x € 1.000) 2012 2011
EUR EUR
Lasten uit hoofde van herverzekeringen 615 636
615 636
8.6.16 Belastingen
De activiteiten van het pensioenfonds zijn vrijgesteld van belastingheffing in het kader van de vennootschapsbelasting.
De Meern, 11 juni 2013
De heer J.P. Keukelaar De heer S. Dijkstra
Voorzitter Secretaris
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 85 | 96
9 Overige gegevens
9.1 Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten
Het voorstel resultaatbestemming 2012 is opgenomen in de paragraaf van de staat van baten en lasten in de jaarrekening.
9.2 Gebeurtenissen na balansdatum
Er hebben zich geen relevante gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 86 | 96
9.3 Actuariële verklaring
Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Informatie-, Communicatie- en Kantoortechnologiebranche
Opdracht
Door Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Informatie-, Communicatie- en Kantoortechnologiebranche te Woerden is aan
Mercer (Nederland) B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over
het boekjaar 2012.
Gegevens
De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van
het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb
ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening.
In overeenstemming met de richtlijn “Samenwerking tussen accountant en actuaris ter zake van de controle van verantwoordingen
van verzekeringsinstellingen” heeft de accountant van het pensioenfonds mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van
de betrouwbaarheid en de volledigheid van de administratieve basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn
oordeelsvorming van belang zijn.
Werkzaamheden
Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet.
De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt voor mijn
beoordelingswerkzaamheden heb aanvaard.
Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht:
heb ik ondermeer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen
vermogen toereikend zijn vastgesteld, en
heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds.
Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen
onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het
pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend het financieel beleid
van het pensioenfonds.
De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel Genootschap
geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel.
Oordeel
De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningregels en uitgangspunten, als geheel bezien,
toereikend vastgesteld. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum,
sprake van een toereikende solvabiliteit.
Met inachtneming van de kanttekeningen in dit rapport heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met
140 van de Pensioenwet.
Op basis van de uitkomsten van de uitgevoerde consistentietoets in 2010 concludeer ik dat er sprake is van een consistent geheel
tussen de gewekte verwachting, de financiering en het realiseren van toeslagen. Echter, op basis van de evaluatie van het
herstelplan per 31 december 2012 zal het pensioenfonds voorlopig niet in staat zijn om volledige uitvoering aan het toeslagbeleid
te kunnen geven.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 87 | 96
De vermogenspositie van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Informatie-, Communicatie- en Kantoortechnologiebranche
is naar mijn mening voldoende. Daarbij is in aanmerking genomen dat de mogelijkheden tot het realiseren van de beoogde
toeslagen beperkt zijn.
‘s-Hertogenbosch, 11 juni 2013
Mevrouw A.M.J.H. van der Heijden AAG
verbonden aan Mercer (Nederland) B.V.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 88 | 96
9.4 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Aan het bestuur van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Informatie-, Communicatie- en Kantoortechnologiebranche
Verklaring betreffende de jaarrekening
Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2012 van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Informatie-,
Communicatie- en Kantoortechnologiebranche Industrie te Woerden gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per
31 december 2012 en de staat van baten en lasten over 2012 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de
gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuur
Het bestuur van het pensioenfonds is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat
getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het verslag van het bestuur, beide in overeenstemming met Titel 9
Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne
beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel
belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze
controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij
voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke
mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de
toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste
oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als
gevolg van fraude of fouten.
Bij het maken van deze risico-inschatting neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het
opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die
passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen
over de effectiviteit van de interne beheersing van het pensioenfonds. Een controle omvat tevens het evalueren van de
geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van het
pensioenfonds gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons
oordeel te bieden.
Oordeel betreffende de jaarrekening
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting
Bedrijfstakpensioenfonds voor de Informatie-, Communicatie- en Kantoortechnologiebranche per 31 december 2012 en van het
resultaat over 2012 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 89 | 96
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen
Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het
onderzoek of het verslag van het bestuur, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 boek 2 BW is opgesteld,
en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het verslag
van het bestuur, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Rotterdam, 11 juni 2013
M A Z A R S P A A R D E K O O P E R H O F F M A N A C C O U N T A N T S N . V .
drs C.A. Harteveld RA
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 90 | 96
Bijlage 1 Samenstelling bestuurlijke commissies
Onderstaand ziet u de samenstelling van de bestuurlijke commissies per 31 december 2012:
Beleggingscommissie
Leden werkgevers Leden werknemers
De heer J.P. Keukelaar De heer S. Dijkstra
De heer J.A. Kroesen
Gezien het belang van de onderwerpen die in het verslagjaar in de beleggingscommissie aan bod zijn gekomen, is het voltallige
bestuur voor de vergaderingen uitgenodigd. Deze afspraak blijft ook in 2013 nog gehandhaafd.
In het verslagjaar wordt de beleggingscommissie bijgestaan door R. van Asselt van Sprenkels & Verschuren.
Jaarwerkcommissie
Leden werkgevers Leden werknemers
De heer J.P. Keukelaar De heer S. Dijkstra
De heer J.A. Kroesen
De heer J. Lindelauf
Voor de vergaderingen van de jaarwerkcommissie worden eveneens de adviserend actuaris, certificerend actuaris, accountant en
vermogensbeheerder uitgenodigd.
Dispensatiecommissie
Leden werkgevers Leden werknemers
De heer J.P. Keukelaar De heer G. van Hees
In 2012 was de heer H. Peters van Mercer Nederland B.V. de externe adviseur van de dispensatiecommissie. De heer Van Hees
(werknemerslid namens FNV Bondgenoten) is per 1 juli 2010 afgetreden als lid van het bestuur, maar maakt nog deel uit van de
dispensatiecommissie.
Communicatiecommissie
Leden werkgevers Leden werknemers
De heer J.A. Kroesen De heer A. Towhidi
Pensioencommissie
Leden werkgevers Leden werknemers
De heer J. Lindelauf De heer M. Raaijmakers
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 91 | 96
Klantregiegroep Migratie
Leden werkgevers Leden werknemers
De heer J. Lindelauf De heer S. Dijkstra
De heer J.P. Keukelaar
De heer K. Kroesen
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 92 | 96
Bijlage 2 Meerjarenoverzicht
Aantallen 2012 2011 2010 2009 2008 2007
Werkgevers 1 40 41 46 42 42 43
Deelnemers 1.702 1.833 1.817 1.8122 2.756 3.002
Ex-deelnemers 3.498 3.445 3.284 3.047 1.979 1.412
Arbeidsongeschikten 12 - - 4 1 -
Pensioengerechtigden 176 144 128 98 69 39
Financiële gegevens (x € 1000)
Technische voorziening 146.876 126.721 93.267 69.184 60.422 31.184
Overige technische voorzieningen 10 30 3 148 435 1.180 2.124
Weerstandsreserve 22.679 24.062 24.834 20.400 17.329 10.011
Algemene reserve 370 -9.699 2.619 10.593 -3.754 36.405
Resultaat verslagjaar 8.686 -13.090 -3.540 17.418 -32.841 3.897
Dekkingsgraad 115,7% 111,3% 129,40% 144,50% 122,00% 239,40%
Premiebijdragen 11.482 12.235 11.779 14.051 24.748 13.391
Ambtshalve vastgestelde premies - - - - -11.739 -1.157
Premies excl. ambtshalve vaststellingen 11.482 12.235 11.779 14.051 13.009 12.234
Uitkeringen BPF 1.410 1.221 1.165 980 687 418
Uitkeringen Flexivut - 36 289 578 917 1.481
Belegd vermogen tegen marktwaarde 168.571 140.238 114.603 96.505 71.455 75.389
Performance 14,7% 7,7% 9,5% 16,80% -17,40% 1,00%
Toeslag actieven4 0,00% 0,00% 0,00% 3,00% 3,00% 1,50%
Toeslag premievrije en ingegane pensioenen4 0,00% 0,00% 0,00% 0,40% 2,53% 1,48%
Toevoeging resultaat (bedragen x € 1.000)
Toevoeging aan weerstandsreserve -1.383 -772 4.434 3.071 7.318 4.333
Toevoeging aan/ (onttrekking van) algemene 10.069 - 12.318 -7.974 14.347 -36.405 -436
reserve
1 Dit is het aantal werkgevers exclusief gedispenseerde werkgevers
2 De sterke daling van het aantal deelnemers ten opzichte van 2008 is het gevolg van overnames in de branche. Twee grote werkgevers zijn hierdoor per
1 december 2009 uit het pensioenfonds getreden
3 De laatste flexivut-uitkeringen zijn in 2011 gedaan, resterende voorziening heeft betrekking op nakomende verplichtingen vanuit overgangsregeling Stivuka
4 Toeslagverlening per 1 januari van het volgende boekjaar
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 93 | 96
Bijlage 3 Begrippenlijst
ABTN
Pensioenfondsen dienen te werken volgens een Actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN). Hierin zijn de financiële opzet van
een pensioenfonds en de grondslagen waarop deze berust, gemotiveerd omschreven.
AFM
Autoriteit Financiële Markten
AG
Actuarieel genootschap
ALM
Asset Liability Management. Een methode om modelmatig de samenstelling van de strategische beleggingsportefeuille te
bepalen, rekening houdend met de pensioenverplichtingen.
Benchmark
Vergelijkingsmaatstaf. Representatieve herbeleggingsindex waartegen de prestaties van een beleggingsportefeuille worden
afgezet.
Contante waarde
Bedrag dat op enig moment aanwezig moet zijn om, rekening houdend met toekomstige rente inkomsten en eventuele andere
actuariële grondslagen, de huidige verplichtingen in de toekomst ook daadwerkelijk te kunnen betalen.
Dekkingsgraad
De waarde van het pensioenvermogen uitgedrukt als percentage van de waarde van de pensioenverplichtingen. De
dekkingsgraad wordt als graadmeter beschouwd voor de mate van zekerheid dat de toegezegde pensioenen ook daadwerkelijk
kunnen worden uitbetaald.
Derivaat
Financieel contract waarvan de waarde is afgeleid van een andere (onderliggende) waarde, zoals een aandeel, obligatie of
grondstof. Bijvoorbeeld: futures, swaps.
Dispensatie
Vrijstelling van de verplichting tot deelname aan de pensioenregeling van het bedrijfstakpensioenfonds.
DNB
De Nederlandsche Bank
Duration
Gewogen gemiddelde looptijd van een lening. Maatstaf om de prijsgevoeligheid van de lening te bepalen voor
renteveranderingen.
FIRM
FIRM is een geïntegreerde methode voor de analyse van risico’s en de beheersing daarvan.
Franchise
Vrijgesteld bedrag. Over dit deel van het pensioengevend loon worden geen aanspraken opgebouwd.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 94 | 96
FTK
Het Financieel Toetsingskader (FTK) is een stelsel van De Nederlandsche Bank voor in de toekomst te hanteren
waarderingsmethoden.
FTT
De Europese Commissie wil een Europese belasting heffen op financiële transacties, de Financial Transaction Tax (FTT).
High Yield
Hoogrenderende obligaties, uitgegeven door ondernemingen met een lage kredietwaardigheid.
IASB
International Accounting Standards Board. Onafhankelijk orgaan dat de standaard voor financiële verslaglegging vaststelt, die
wereldwijd (kunnen) worden toegepast.
Insider
Een persoon die (in)direct bij transacties van het pensioenfonds in financiële instrumenten is betrokken, dan wel uit hoofde van
zijn werkzaamheden over voorwetenschap beschikt of kan beschikken.
Langetermijnherstelplan
Pensioenfondsen stellen in geval van een reservetekort een langetermijnherstelplan op. Dit plan bevat de concrete maatregelen
waardoor het fonds binnen een termijn van maximaal vijftien jaar weer voldoet aan het vereist eigen vermogen.
Outperformance
Er wordt een beter resultaat behaald dan de benchmark.
Pensioengrondslag
Het deel van het pensioengevend loon boven de franchise. Over de pensioengrondslag worden aanspraken opgebouwd.
Performance
Totale rendement op marktwaarde. Performance wordt normaliter vergeleken met die van een benchmark.
Prudent Person principe
Dit principe bepaalt dat het door een pensioenfonds te hanteren beleggingsbeleid moet voldoen aan de uitgangspunten zoals
opgenomen in artikel 135 PW.
PW
Pensioenwet
Rekenrente
Fictief rendementspercentage dat het belegde vermogen in de toekomst wordt geacht op te brengen.
Rentedekking
Financieringsvorm waarin de betaalde premies gelijk zijn aan de contante waarde van de aanspraak die in dat jaar begint.
Rentetermijnstructuur
Dit is een set van rentes voor iedere looptijd. In de regel zal voor iedere looptijd een andere rente gelden. Dit weerspiegelt
verschillen in het rendement dat vereist wordt op beleggingen met een verschillende horizon.
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 95 | 96
Reservetekort
Een fonds heeft een reservetekort als het aanwezige eigen vermogen kleiner is dan het vereist eigen vermogen, maar groter is
dan het minimaal vereist eigen vermogen (als het aanwezige eigen vermogen lager is dan het minimaal vereist vermogen stelt het
fonds een kortetermijnherstelplan op).
SEPA
De Single Euro Payments Area (SEPA) moet de verschillende systemen, standaarden en regels voor betalingsverkeer in heel
Europa harmoniseren
Solvabiliteit
Het vermogen dat op langere termijn aanwezig moet zijn om de verplichtingen te kunnen nakomen.
STAR (Stichting van de Arbeid)
Een landelijk overlegorgaan van de centrale organisaties van zowel werkgevers als werknemers in Nederland.
Sterftegrondslag
Berekeningsmethode gebaseerd op een statisch overzicht van sterftekansen per leeftijd van een bepaalde groep personen.
Swap
Ruil van het rendement op een vastgestelde referentiewaarde tegen een variabele rente gedurende een vastgestelde looptijd.
Swaption
Een swap waarbij de eigenaar van de swaption het recht heeft, maar niet de verplichting, om een swap tegen vooraf bepaalde
voorwaarden af te sluiten op of binnen een bepaald tijdstip.
Technische voorziening
zie “voorziening pensioenverplichtingen (VPV)”
Underperformance
Er wordt een slechter resultaat behaald dan de benchmark.
UFR
Ultimate Forward Rate
Vastrentende waarden
Beleggingssoort waarover in beginsel een vaste rentevergoeding en een vaste looptijd geldt, zoals obligaties, onderhandse
leningen en hypotheken.
VB
Vereniging van bedrijfstakpensioenfondsen
Vereist eigen vermogen
Het vereist eigen vermogen is de omvang van het eigen vermogen waarover een pensioenfonds ten minste moet beschikken.
Indien een fonds niet over dit vermogen beschikt, moet het een langetermijnherstelplan indienen bij DNB.
VPV (Voorziening Pensioen Verplichtingen)
De passiva van het pensioenfonds, gelijk aan de waarde van de pensioenverplichtingen.
Vrijstelling
Zie ‘Dispensatie’
Jaarverslag 2012 Bedrijfstakpensioenfonds ICK pagina 96 | 96
Waardeoverdracht
Het naar een andere pensioenregeling overdragen van de waarde van een tot zeker moment opgebouwde pensioenaanspraak, in
het geval de deelnemer verandert van werkgever of verzekeraar.
962
www.ickpensioen.nl
Bedrijfstakpensioenfonds ICKp/a Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V.Postbus 400527300 AZ Apeldoorn