HERONTWIKKELING VAN ERFGOED PAGINA 1 VAN 8
HERONTWIKKELING VAN ERFGOED
HET BELANG VAN SAMENWERKING EN EEN GOED CONCEPT
door: Paul Overakker, Pieter van der Heijden en Dirk Baalman
Erfgoedinstellingen zoals musea zijn op zoek nieuwe business- en verdienmodellen. Minder
vaste bijdragen van leden en/of uit subsidies dwingt ze om meer eigen inkomsten te
verwerven. Veelal vraagt het een ingrijpende verandering waarbij soms zelfs een nieuwe
reden van bestaan moet worden uitgevonden. Het nieuwe concept moet ‘kloppen’ met de
oorspronkelijke identiteit, maar ook met de markt, de trends en ontwikkelingen en de
omgeving. Vaak zit echter het gebouw in de weg en men is gehecht aan wat er is
opgebouwd. Het zijn complexe en ingrijpende processen. De praktijk laat zien dat
samenwerking met derden en een goed concept van grote invloed zijn op het succes. In
dit artikel wordt uiteengezet wat hier allemaal bij komt kijken, met als voorbeeld Natura
Docet Wonderryck Twente.
Paul Overakker is verbonden aan WagenaarHoes Organisatieadvies te Driebergen.
Hij was onder andere procesmanager voor de ontwikkeling van Natura Docet
Wonderryck, “Kunstwerk Diepenheim” en een aantal rijksmonumenten zoals het
Stadhuis van Enschede, de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam en monumentale
kerken in Zutphen en Apeldoorn. Bij herontwikkelingsopgaven werkt hij regelmatig
samen met Pieter van der Heijden en Dirk Baalman.
Pieter van der Heijden is directeur en partner van bureau XPEX uit Amsterdam en
conceptontwikkelaar in de culturele en recreatieve sector.
Dirk Baalman is directeur van Het Oversticht en adviseert overheden en instellingen
over de architectuurhistorische waarde en transformatieruimte van monumenten.
HERONTWIKKELING DOOR SAMENWERKING
Klassieke aanpak bij herontwikkeling is dat instellingen zelf een nieuw concept bedenken
(of laten bedenken). Maar de hedendaagse praktijk van succesvolle herontwikkelingen
laat zien dat een concept zowel de basis vormt voor, als de uitkomst is van de samen-
werking van instelling, publiek, participanten, experts en stakeholders. Dat vraagt om een
goed doordacht proces op maat. Een standaardaanpak helpt niet, maar er is wel een
aantal samenhangende factoren, zoals in de figuur weergegeven, die het succes mede
bepalen.
HERONTWIKKELING VAN ERFGOED PAGINA 2 VAN 8
“NATURA DOCET WORDT WONDERRYCK”
Op 7 juni 2013 opende Natura Docet Wonderryck Twente zijn deuren. Het ruim 100 jaar
oude Provinciaal Natuurhistorisch Museum ‘Natura Docet’ in Denekamp (Noordoost
Twente) is dan veranderd in een landschapscentrum en belevingsmuseum dat zijn
bezoekersaantallen verdrievoudigd ziet.
Eind 2010 verkeerde Natura Docet in zwaar weer. Teruglopende bezoekersaantallen
zetten druk op investeringen in programmering, collectie en gebouw. Om deze vicieuze
cirkel te doorbreken moest het museum vernieuwen, een nieuw concept ontwikkelen.
Zonder innovatie zou het steeds moeilijker worden om aan de subsidie-eisen van de
Provincie Overijssel te voldoen. Samen met de provincie, de gemeente en instellingen als
Landschap Overijssel, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en de andere regiogemeenten
werd een toekomstvisie opgesteld.
Voor het museum betekende dat ruimte voor nieuwe functies, waaronder een bezoekers-
centrum Nationaal Landschap, een suggestie van het provinciebestuur. Omdat er meer
gegadigden waren voor een dergelijk bezoekerscentrum, ontstond de inspirerende
gedachte om ook op andere locaties in Noordoost Twente informatiepunten te maken,
gelieerd aan het ‘centrale’ bezoekerscentrum.
Wat is het succes van Wonderryck? Voor welk concept koos men, en hoe en met wie is
samenwerking gezocht en gevonden?
CONCEPT ALS BASIS VOOR HERONTWIKKELING
Herontwikkeling begint en eindigt met het vinden van een positie in de samenleving, die
dan vertaald moet worden in functies, programmering en huisvesting. Het nieuwe concept
heeft meestal ook gevolgen voor bestuur en organisatie, omdat de strategische opgave
wijzigt en andere competenties worden gevraagd van de leiding, de organisatie en haar
medewerkers. Een goede businesscase is nodig voor inzicht in exploitatie en investeringen.
HERONTWIKKELING VAN ERFGOED PAGINA 3 VAN 8
IDENTITEIT EN CONCEPT
Identiteit en concept liggen in elkaars
verlengde en beïnvloeden elkaar. De identiteit
is bepalend voor het 'wat' van dat verhaal. Het
concept beschrijft hoe en waarmee het
verhaal verteld wordt. Een witgoedhandel,
sportzaak of klimhal in een kerk voelen als
conflicterend met de identiteit van het
gebouw. Een boekwinkel is al meer in lijn.
Voor musea wordt het onderscheid tussen
identiteit en concept - vooralsnog - minder
absoluut gevoeld; musea ontlenen hun
identiteit aan hun collectie en vertellen daar verhalen over. Maar het zijn - net als bij
kerken en andere erfgoedinstellingen - steeds vaker de verhalen dan de intrinsieke
waarde van de collectie die de identiteit van het museum in de ogen van de bezoekers
bepalen. En daarmee begint het concept de identiteit te veranderen.
Voor Natura Docet vielen identiteit en concept lang
samen: een regionaal natuurmuseum, opgericht door een
lokale schoolmeester, gevestigd in diens woonhuis. Het
nieuwe concept van Wonderryck gaat uit van de locatie als
middelpunt van een informatienetwerk over het Twents
landschap. De museale presentaties kregen daarbinnen
een rol als intermediair tussen de vluchtige perceptie van
de toerist en de 'inside knowledge' van de bewoners.
Met andere woorden: je ziet een heel ander landschap
wanneer je Twente ziet door de ogen van een vlinder,
een buizerd, een kikker of een schoolmeester met
Jac.P.Thijsse-achtige ambities. Het concept verandert
daarmee de identiteit van het museum: van kennispunt
en bewaarplaats tot knooppunt en intermediair.
Door de ogen van een buizerd zie je vanuit de lucht een urinespoor oplichten: prooi!
HERONTWIKKELING VAN ERFGOED PAGINA 4 VAN 8
Een aparte zaal gewijd aan de Twentse Jac. P. Thijsse, meester Bernink.
Geprojecteerde vlinders zwermen rond zijn portret.
FUNCTIES EN PROGRAMMA
Zodra concept en identiteit bekend zijn kunnen de functies en het programma bepaald
worden. Alle functies en programma’s moeten logisch passen in het concept, dat eenduidig
en herkenbaar is voor het publiek. Het belang van een goed concept wordt juist hier
zichtbaar Zonder concept is er het risico van een bedrijfsverzamelgebouw waarin de rode
draad ontbreekt of in ieder geval niet herkenbaar is.
Vóór de herontwikkeling was Wonderryck een museum met een waardevolle collectie in
de vitrinekasten. Nu is de wijze van presenteren van de collectie op de beleving gericht.
Funky Forest, een installatie van Theodore Watson, herontwikkeld voor Wonderryck Andere functies die erbij kwamen zijn het bezoekerscentrum Nationaal Landschap
Noordoost Twente, de VVV, een restaurant en een winkel. Bij zowel de inhoud als
vormgeving van alle functies is het concept TWENTE VAN DICHTBIJ leidend geweest.
De informatiepunten voor de bezoekers en toeristen van de regio zijn onderdeel van het
concept en zowel thematisch als qua presentatie verbonden met Wonderryck. Door
programmering van fiets- en wandeltochten en onder begeleiding van een gids ‘reizen’
bezoekers van informatiepunt naar informatiepunt door het Twents landschap.
HERONTWIKKELING VAN ERFGOED PAGINA 5 VAN 8
De informatiepunten zijn gemarkeerd met een vlinder. Zonnecellen op de vleugels verzamelen overdag stroom om de vlinders 's avonds te laten oplichten.
Het restaurant van Wonderryck In Twente is weinig lichtvervuiling.
Aan de nacht in Twente is een aparte zaal gewijd.
BESTUUR EN ORGANISATIE
Gewijzigde functies, activiteiten en programmering vragen ook om heroverweging van de
bestuurlijke en organisatorische situatie. Vaak moeten nieuwe rollen vervuld worden en
zijn andere competenties nodig om het nieuwe concept succesvol te realiseren. Soms
vertaalt de samenwerking met derden zich ook in een nieuwe bestuurlijk-juridisch opzet
en andere bestuurlijk-organisatorische verhoudingen. Zonder heroverweging van de
bestuurlijke en organisatorische context is er een risico dat het concept niet optimaal
wordt gerealiseerd en geëxploiteerd.
Bij Wonderryck was al voor de herontwikkeling duidelijk dat een nieuw bestuur en andere
organisatie nodig waren voor de nieuwe rol en taken. Vanwege de integratie met functies
zoals VVV, restaurant en winkel werd voor een samenwerkingsmodel met contracten
gekozen. Er is een samenwerkingsverband met de partijen die de informatiepunten
exploiteren. De directie van Wonderryck werd versterkt met een commercieel manager
vanwege het grote belang van goede marketing en programmering in de nieuwe setting.
HERONTWIKKELING VAN ERFGOED PAGINA 6 VAN 8
INVESTERING EN EXPLOITATIE
De businesscase vormt de basis voor de investeringsbeslissing van de opdrachtgever of
eigenaar. Daarnaast is de overtuiging en het geloof van bestuurders, medewerkers en
stakeholders belangrijk voor het succes. Die overtuiging, en uiteraard een goede
marketing en programmering, zijn essentieel en kunnen het verschil maken.
Over de businesscase van Wonderryck bestonden aanvankelijk de nodige twijfels.
Konden de 40.000 bezoekers wel gerealiseerd worden? Het voormalige museum haalde
amper 12.000 bezoekers op jaarbasis. Maar Wonderryck zou iets totaal anders worden:
een voorziening met veel programmering van culturele, recreatieve en commerciële
activiteiten. De sleutelpersonen stelden uiteindelijk een realistische businesscase op en er
werden nieuwe bestuurders geworven die de ambities omarmden en wilden realiseren.
Een halfjaar na de opening werden er al 30.000 bezoekers geteld. Maar van ‘op de winkel
passen’ is geen sprake. Wonderryck is voortdurend bezig met marketing en vernieuwende
programma’s om bestaande en nieuwe publieksgroepen te bereiken.
SAMENWERKING MET PUBLIEK, MARKT, EXPERTS, OVERHEID
De herontwikkeling van erfgoed vindt plaats in een context en dynamiek waarin publiek,
markt, experts en overheid hun rol vervullen en samenwerken. Goede concepten zoals
die van Wonderryck vormen de basis voor een succesvolle exploitatie. Het succes wordt
mede bepaald door de mate waarin de genoemde ‘groepen’ hun bijdrage leveren aan de
vernieuwing en het concept waarderen. De waardering kent vier invalshoeken.
MAATSCHAPPELIJKE WAARDE
Erfgoedinstellingen ontlenen hun bestaansrecht steeds meer aan de belangstelling van
het publiek. Kennis van doelgroepen en - uiteraard - van wat zij belangrijk vinden, is dan
ook essentieel (Prof. dr. D. Verhoeven, inleiding Nationaal Monumentencongres 14
november 2012). Het publiek is veelvormig in de motivatie en in de rollen die het kan
vervullen: bezoekers, deelnemer, buurtgenoot, partner, toerist, vriend, klant, volger etc.
Door het publiek actief te betrekken, krijgt het nieuwe concept maatschappelijk een
steviger fundament en wordt de instelling sterker verbonden met de lokale en/of regionale
krachtenvelden, historie en ontwikkeling. De maatschappelijke waarde komt onder andere
tot uitdrukking in de participatie door vrijwilligers, studenten van vakopleidingen die helpen
bij restauratiewerkzaamheden, het bezoek van groepen basisschoolleerlingen en de trots
en gemeenschapszin naar aanleiding van de herontwikkeling van het erfgoed.
Bij Wonderryck hebben verschillende gremia (landschap, gemeente, erfgoed, omwonenden,
exploitanten van informatiepunten in de regio) geparticipeerd. Daarnaast is een grote
groep vrijwilligers van het museum betrokken evenals lokale ondernemers en regionale
instellingen. Zij brachten allen hun eigen publiek mee, en uiteraard hun kennis over
wensen en gedragingen van dat publiek.
RUIMTELIJKE WAARDE
Gemeenten hebben op grond van het Besluit Ruimtelijke Ordening een aantal wettelijke
taken als het om erfgoed gaat. Bij alle ruimtelijke gebiedsplannen moet bijvoorbeeld een
analyse gemaakt worden van het aanwezige erfgoed en hoe hiermee omgegaan wordt.
Gemeenten hebben een goed overzicht van verschillende ruimtelijke en economische
ontwikkelingen in de omgeving van het erfgoed. Het is belangrijk dat erfgoedinstellingen
HERONTWIKKELING VAN ERFGOED PAGINA 7 VAN 8
zich hiervan bewust zijn en in een vroeg stadium samen met de gemeente bespreken op
welke wijze de herontwikkeling kan bijdragen aan de ruimtelijke plannen. Het levert vaak
nieuwe contacten op met andere partijen (bedrijven, instellingen, burgers) in de omgeving
op en daardoor ook nieuwe inzichten en ideeën voor de herontwikkeling.
Zo was in Denekamp de westelijke entree van het dorp al decennia lang een agendapunt.
De afwaardering van de vroegere A1 en een nieuwe rondweg hebben tot 'gaten' in het
dorp geleid. Verkeerskundig klopte het allemaal, maar er bleef een saai stadsbeeld over,
juist aan de belangrijkste toegangsweg waar ook Wonderryck aan ligt. Het concept van
Wonderryck leidde tot een enorme kwaliteitsverbetering op dit punt door het sterk verbeterde
gebouw en een uitgebreide landschaps- en belevingstuin eromheen, en zelfs door verleg-
ging van fiets- en wandelpaden en een markant ontworpen rotonde, die een visueel verband
legt met Wonderryck. De gemeente vervulde een belangrijke rol bij de herontwikkeling van
Natura Docet en leverde gedurende het gehele proces een forse ambtelijke inzet om de
herontwikkeling te realiseren.
Wonderryck na verbouwing door SeARCH architecten en Lola landschapsarchitecten
ECONOMISCHE WAARDE
Het is belangrijk om bij conceptontwikkeling zicht te hebben op potentiële bronnen voor
financiering en subsidiëring. Maar minstens zo belangrijk is het om participatie te zoeken
van lokale en regionale ondernemers. Die moeten vaak nog overtuigd worden van de baat
die zij kunnen hebben bij ontwikkeling van cultuur, maar zijn tegelijkertijd als ambassadeurs
en coproducenten van grote waarde. De economische waarde van erfgoed manifesteert
zich in nieuwe initiatieven en investeringen van het lokale bedrijfsleven die de herontwik-
keling uitlokt, de werkgelegenheid die dat vervolgens oplevert, de waardestijging van het
vastgoed in de omgeving en de bijdrage aan versterking van het toeristisch profiel van
een regio of gemeente.
Wonderryck kon rekenen op een flinke investeringsbijdrage van de Provincie Overijssel en
de gemeente Dinkelland, maar is voor een sluitende exploitatie sterk afhankelijk van eigen
HERONTWIKKELING VAN ERFGOED PAGINA 8 VAN 8
inkomsten. De economische potentie van het nieuwe concept werd positief en kansrijk
ingeschat. Wonderryck zou immers een belangrijke functie gaan vervullen in de promotie
van Noordoost Twente. Dit was mede aanleiding voor de VVV om deel te nemen. Maar
ook lokale ondernemers zagen hun kans: de horeca wordt verzorgd door een lokale
ondernemer en een plaatselijke rijwielzaak levert fietsen voor het programma landschaps-
excursies.
MONUMENTALE WAARDE
Deze waardestelling geeft niet alleen inzicht in de monumentale waarde van het erfgoed
(exterieur, interieur, collectie), maar ook in de zogenaamde transformatieruimte. Dit is de
ruimte om aanpassingen te realiseren. De monumentale waardestelling wordt opgesteld
door een expert; voor het gebouw bijvoorbeeld iemand met architectuurhistorische kennis
en expertise. De angst dat er van Monumentenzorg 'niets mag' is ongegrond: de transfor-
matieruimte blijkt dikwijls veel groter dan gedacht, vooral wanneer de monumentencommissie
en RCE, die de plannen uiteindelijk moeten toetsen, tijdig in het proces betrokken worden.
Bovendien levert de waardestelling van een gebouw bijdragen aan de conceptontwikkeling.
Voor collecties geldt hetzelfde, met inzet van andere experts.
Het gebouw van Wonderryck is ruim 100
jaar, maar heeft geen monumentale
status. Een waardestelling was dan ook
niet noodzakelijk. Wel werd en wordt aan
met name de oude vitrinekasten voor de
collectie van het museum een belangrijke
cultuurhistorische waarde toegekend.
Deze hebben in het nieuwe concept
daarom opnieuw een belangrijke functie
gekregen.
HET BELANG VAN PROCESREGIE EN EEN GOED CONCEPT
De gezochte samenwerking met publiek, (markt)partijen, overheid en experts vereist
procesregie en concept. Andere partijen willen hun opvattingen over de instelling en de
toekomst uitspreken en kenbaar maken. Maar de basishouding is vaak dat alleen de
instelling zelf mag bepalen wat goed en belangrijk is voor de toekomst. Dan werkt het niet.
Die houding loslaten echter, betekent dat de uitkomst niet van te voren vaststaat. Dan is
een procesregie belangrijk. De procesregie vervult vier functies:
het organiseren van verbindingen tussen mensen en organisaties;
het beschermen van kernwaarden van instelling en stakeholders;
het verdiepen op inhoud in termen van ambities, doelen en scenario’s;
het sturen op voortgang in het kader van gemeenschappelijke doelen en afspraken.
Als de complexiteit, het aantal partijen en de belangen groot zijn, is er veel voor te zeggen
om een externe procesregisseur aan te wijzen. Diens rol eindigt op het moment dat er
onomkeerbare besluiten zijn genomen en er duidelijkheid is over het concept, de koers en
de aanpak om deze te gaan realiseren. Een concept verbindt de visie met de realisatie.
Publieke participatie, interesse en betrokkenheid van burgers, maatschappelijke
organisaties en (lokale) ondernemers zijn essentieel voor het draagvlak en de
financiering; en uiteindelijk is dat het, waar procesregie en concept hun succes aan
meten.