Deel 1
Wat doet een coach?
Wat wordt verwacht?
..\Filmpjes\2 - U bent een held.mpg
Wat doen we?
• Bevorderen prestatie karateka
– Trainingsopbouw
– Voorbereiden en begeleiden trainingen
• Conditioneel
• Technisch
• Tactisch
• Mentaal
DEEL 2
De jeugd van tegenwoordig
Socrates
• “De jeugd van tegenwoordig”
• 5e eeuw voor Christus
• De evolutie heeft die “jeugd van tegenwoordig”
duidelijk zijn vruchten afgeleverd.
Leren en presteren, bepaald door:
• Fysieke karakteristieken (uithouding, kracht,
lenigheid, …)
• Aanleg
• Blessuregevoeligheid
• Intelligentie
• Tactisch inzicht
• …
• Motivatie
Soorten karate
• Kata (stijlgebonden)
• Kumite
– Een hele hoop vormen
– Vrij gevecht:
• Shobu
• Ippon
Waarom doen jongeren aan sport?
• LEREN: om een vaardigheid te leren
• SAMEN: Om samen deel uit te maken van een
groep (ook bij individuele sporten)
• BEWEGEN: Omdat ze nood hebben aan
lichaamsbeweging
• BELEVEN: Voor het plezier, omdat ze het leuk
vinden.
Waarom stoppen jongeren met sport?
• Omdat ze teveel tijd in beslag neemt
• Omdat ze ontevreden zijn met het sporten (4
hoofdmotieven worden niet bereikt)
• Nadruk te zeer op compe<<e en winnen (≠ tss
willen winnen en moeten winnen)
• Doen liever andere activiteiten die niet te
combineren zijn met engagement van de sport
Deel 3
Motivatie
Definitie
• Richting en intensiteit van iemands inspanning
• Het bepaalt of iemand iets graag doet of niet
• Wie een activiteit graag doet zal zich ook sterk
inzetten
Principe 1
• Motivatie wordt bepaald door:
– Persoonlijke karaktertrek
– Situatie
– Interactie tussen persoonlijke karaktertrek en
situatie
Tips (wat doe je bijgevolg als coach)
• Peilen naar de motieven van uw leden
• Inspelen op de individuele motivatoren als dat
mogelijk is
• Regelmatig peilen naar motieven,
herontdekken en herbeginnen
• Onderschat jouw inbreng niet trainer!
Principe 2
• Relatie tussen motivatie en presteren
– Prestatiemotivatie
– Competitiviteit
Aangezien het ook hier over motivatie gaat wordt
prestatiemotivatie en competitiviteit bepaalt door
– Persoonlijkheid
– Situatie
– Interactie
Tips (wat doe je bijgevolg als coach)
• Zoek situaties waarin individuen uitdaging
hebben en 50/50 kansen op succes.
• Speel in op gevoelens van trots en glorie en
minimaliseer of neutraliseer het gevoel van
schaamte bij verlies of falen.
Principe 3: attributie
• = Wat kampers zelf als oorzaak van hun succes of
falen beschouwen (3 schalen):
– Stabiliteit:
• Stabiel: vb. talent
• Niet stabiel: vb. geluk
– Interne of externe oorzaak:
• Interne: mijn inspanning heeft tot gevolg dat…
• Externe: sterkte van de tegenstrever heeft tot gevolg dat…
– Locus of control � heb ik controle op het resultaat?
• Wel vb. inzet: je beslist zelf of je je inzet of niet
• Niet vb. talent: talent is niet te manipuleren
Tips (wat doe je bijgevolg als coach)
• Successen altijd toewijzen aan stabiele en interne factoren binnen de eigen controle
• Bij mislukking focus op de sterke kanten van je eigen kamper
• Stel taakgerichte doelen en vergelijk niet met een ander/de tegenstrever
• Perceptie van eigen kunnen altijd positief benaderen
• Geef als coach het voorbeeld, kamper spiegelt zich aan de coach
Theoretisch model
• Oefening doen
• Model uitleggen
Extrinsieke motivatie Intrinsieke motivatie
Straf,
beloning,
verwachting
Schaamte,
schuld,
zelfwaarde
Persoonlijke
relevantie,
betekenisvol
Plezier,
passie,
interesse
Verplichting, druk, stress Verplichting, druk, stress
Gecontroleerde motivatie Autonome motivatie
“Moeten” “Willen”
Tips (wat doe je bijgevolg als coach)
• Tracht als coach “willen” toe te voegen om een
beter resultaat te bereiken. Hoe?
– Autonomie geven
– Verbondenheid creëren
– Mogelijkheden bieden om competenties te tonen
• Hanteer motiverende taal ..\Filmpjes\3 - Positief
versus negatief coachen.mpg
• Denk oplossingsgericht
• Belonen?
Arousal
= intensiteit van de motivatie op een gegeven
ogenblik, een energietoestand van lichaam en
geest
• Verwante termen: opwinding, alertheid,
paraatheid, waakzaam, zanchin
• Relatie arousal en presteren
..\Filmpjes\4 - Overaroused.mpg
Arousal-as
Arousal-as
Flow – zone van optimaal
functioneren
Ideale prestatietoestand (IPS)
• Kenmerken
• 9 cruciale elementen
Tips (wat doe je bijgevolg als coach)
• Coach
– Tijdens trainingen: game-like trainen
– Op het wedstrijdmoment zelf: Peptalk, muziek, korte simulaties inoefenen, doelen stellen.
• Kamper
– Tijdens trainingen: zie kenmerken hiervoor + laten weten wat werkt
– Op het moment zelf: Selftalk, ademhalingstechnieken / Meditatie, opwarming en visualisatie..\Filmpjes\5 -rituelen voor de wedstrijd.mpg
• Ouder
Deel 4
Angst – Stress - Druk
Angst
= negatieve emotionele toestand gekenmerkt
door spanning, bezorgdheid en vrees
Effect op de prestatie kan positief of negatief
zijn.
Tips (wat doe je bijgevolg als coach)
• Het controleerbare controleren (zie verder)
• Buikademhaling (frequentie, diepte, duur en
regelmaat sturen)
• Spierontspanning (bewust gekozen spanning en
ontspanning van spieren)
• Visualisatie
• Interne dialoog
• Doelen stellen: haalbaar maar uitdagend
Stress
= aanzienlijk onevenwicht tussen de belasting van
de opdracht en de draagkracht
Stadia van stress
• Stadium 1: de opgelegde taak
• Stadium 2: perceptie van de taak
• Stadium 3: fysieke en psychologische respons
• Stadium 4: gedrag onder stress
Stress
• Oorzaken (deel 1):
– Situationele
• Belang van de situatie
• Graad van onzekerheid over de afloop
Tips (wat doe je bijgevolg als coach)
• Het belang relativeren
• Onzekerheden wegnemen door:– Doornemen van de wedstrijdplanning
– Weten op welke shiai jo gekampt wordt
– Op voorhand weten welk kleur gordel hij/zij moet aantrekken
– Weten als hoeveelste wedstrijd moet hij/zij kampen
– sterkten en zwakten van de tegenspeler kennen: scouting van tegenstrevers (video-analyse of op papier)
– verwachtingen van de scheidsrechters
Kortom: Voorspelbaar maken van wedstrijden
Stress
• Oorzaken (deel 2):
– Persoonlijke
• Een laag gevoel van eigenwaarde
• Angst dat anderen je evalueren
Tips (wat doe je bijgevolg als coach)
• Strategieën om zelfvertrouwen te verhogen =
meest effectief om stress/angst te controleren.
• Hoe?
– Positieve omgeving
– Positieve oriëntatie naar fouten en verlies inprenten
– Aandacht op taak, niet op resultaat
– Simulatietraining
– Vermogende stemming
• Hoe niet?
Druk
• Wanneer druk te hoog wordt kunnen enkele
dingen gebeuren:
– De kamper stop met karate
– De kamper wordt angstig want moet winnen
– De kamper beleeft minder plezier
– Het resulteert in een “over-mijn-lijk”-attitude
..\Filmpjes\6 - Druk.mpg
Deel 5
Tactiek
Voorwaarden
• Men moet fysiek klaar zijn (grootte, rijpheid,
motorisch vaardig)
• Men moet psychologisch klaar zijn
– Kunnen inschatten van eigen vaardigheden
– Cognitieve rijpheid
– Betekenis van competitie begrijpen
Kennen jezelf
• Ervaren kamper kent zichzelf
– Sterktes uitbuiten
– Zwaktes vermijden
• Doe veel wedstrijden
• Schakel alle ongekende factoren uit
• Leg vast
Uitleg bij de vorige slide
• Voorbeeld 1: Een grote kamper doet er goed aan om zelf de druk naar voor te houden en aan
te vallen zodat hij niet in een situatie te komen waarin hij snel verschillende passen
achterwaarts moet zetten in de verdediging (wat door lange benen bemoeilijkt kan worden).
• Voorbeeld 2: Je maakt de keuze om de tegenstander te laten aanvallen omdat je weet dat je
zelf goed bent in dehai.
• Sterktes en zwaktes ontdek je door veel wedstrijden te doen. In de club, maar zeker ook in
competitie, wat toch voor een andere spanning zorgt. De één zal in een reële
wedstrijdsituatie boven zichzelf uitstijgen, de andere juist niet.
• Sterktes en zwaktes ontdek je bovendien pas wanneer je het wedstrijdgebeuren op je
duimpje kent. Alle gekende factoren moeten een automatisme zijn en dit kan heel ruim
gezien worden: aanmelden, kleedruimtes, volgorde van de reeksen, opwarmen, soorten
wedstrijden, wat mag de coach en wat mag hij niet, terminologie en tekens van de
scheidsrechters, … Dan is enkel nog de kamp op zich de onbekende factor die voor stress
zorgt en die onvoorspelbaar is. Dan kan je je kamp of die van je leerling puur beoordelen op
technisch, fysiek, mentaal en tactisch vlak en spelen er geen beïnvloedende
omgevingsfactoren mee.
• Het kan interessant zijn voor jezelf, en zeker bij beginnende kampers, om sterktes en zwaktes
per wedstrijd te noteren of te filmen. Zo ontdek je vanzelf wat wel en wat niet werkt in
verschillende situaties. De sterke punten ga je optimaliseren, de zwakke punten ga je leren
ontwijken.
Ken de andere
• Ervaring is een pluspunt
– Sterktes van de tegenstander vermijden
– Zwaktes van de tegenstander opzoeken
• Een automatisch patroon
• Leg vast
..\Filmpjes\7 - Voorspelbare kamp.mpg
Uitleg bij de vorige slide
• Ook hier is ervaring een groot pluspunt omdat je na verloop van tijd al je tegenstanders
kent. Je weet welke de sterke punten zijn van je tegenstanders, maar je kent ook de
zwakke punten.
• Het is de bedoeling ervoor te zorgen dat je tegenstander zijn sterke punten niet kan
gebruiken en zelf te scoren door de zwakke punten van de tegenstander op te zoeken.
• Vaak gaan kampers steeds op dezelfde manier hun kamp aan. Ze gebruiken enkele
geijkte combinaties en reageren in standaardsituaties steeds op dezelfde manier.
Natuurlijk is het niet evident om dat van iedereen te onthouden. Daarom kan het
interessant zijn om video-opnames te maken van de kampers in jouw categorie en
nota’s te nemen van die sterktes en zwaktes van de tegenstander. Zo wordt een kamp
iets voorspelbaarder en dus gemakkelijker.
Wanneer hoe reageren?
• Jouw kamper staat op achterstand
• Jouw kamper staat op voorsprong
• Mogelijke aanvalstactieken
• Mogelijke verdedigingstactieken
Uitleg bij de vorige slide
• Het is niet de bedoeling hier een opsomming te geven van alle mogelijke situaties waarin een
kamper kan verzeilen, wel worden enkele algemene situaties aangehaald en enkele voorbeelden
gegeven hoe hierop gereageerd kan worden.
• Jouw kampers staat op achterstand:
– Defensief kampen is hier uit den boze.
– Er zal zelf aangevallen moeten worden, zeker als de tegenstander zelf niet meer aanvalt.
• Jouw kampers staat op voorsprong:
– Het volstaat de kamp te controleren.
• De tegenstander zal moeten aanvallen om gelijk te komen of te winnen. De kamp wordt dus
voorspelbaarder, je kan je meer richten op zijn aanval en hierop anticiperen.
Uitleg bij de vorige slide
• Mogelijke aanvalstactieken:
– Gecombineerd aanvallen � verdediger heeft het moeilijk met gecombineerd verdedigen. Als
er meer dan 2 technieken zijn, kan de 3de aanval vaak al niet meer afgeweerd worden.
– Grote verplaatsingen � achterwaarts verplaatsen is moeilijker dan voorwaarts. Hierdoor
komt een grote druk op de verdediger.
– Snelle verplaatsingen en aanvallen � verdediger moet snel reageren op ongekende
technieken wat erg moeilijk is.
– Sterke gerichte aanvallen � verdediger moet correct afweren om zelf niet geraakt te worden.
– Gevarieerd aanvallen � zorgt ervoor dat men als aanvaller onvoorspelbaar is.
– Schijnbewegingen � zorgen voor nog meer onvoorspelbaarheid, een extra
moeilijkheidsfactor voor de verdediger om correct te kunnen reageren.
Uitleg bij de vorige slide
• Mogelijke verdedigingstactieken:
– Niet te ver achteruit stappen, beter achteruit schuiven of ontwijken zodat men snel de aanval
kan overnemen als die kans zich voordoet.
– Zanchin: Alert afweren en blijvend waakzaam zijn.
– Tegenaanval: op de onverdedigde zones van de aanvaller.
– Snelheid in tegenaanval: men krijgt niet veel kansen om te scoren, als die zich toch voordoen
mag men niet twijfelen.
– Deaï: altijd reageren op aanvallen en schijnbewegingen legt druk bij de aanvaller. Door
alertheid van de tegenstander durft hij/zij vaak niet aan te vallen uit angst op de counter te
lopen.
Mentale voorbereiding
• Win ook in je hoofd (pos. gedachten en emoties)
• Hoe?
– Wat werkte in het verleden?
– Waar voelt kamper zich goed bij? (laten ontdekken)
– Oefen rituelen en routines
– Regel van 5 weken
– Acting skills
• Mentale routine
Uitleg bij de vorige slide
• Mentale training is ook training. Hierin leren we een wedstrijdhouding aan. Het is de bedoeling te
winnen op wedstrijden, dan is het ook de bedoeling dat de kamper in zijn hoofd gaat winnen.
Daarom ga je als coach naar wedstrijden toe inspelen op positieve gedachten, positieve emoties en
positieve zelfevaluatie.
• Je kan dit bereiken door (bijvoorbeeld) volgende zaken te laten doen door jou kamper:
• Leer van alles wat in het verleden reeks werkte. Laat dit de kamper zelf ontdekken, niet wat jij als
coach succesvol vindt opdringen.
• Oefen rituelen en routines. Een kampioenschap verloopt altijd volgens hetzelfde verloop: je meldt
je aan, gaat naar de wedstrijdruimte, gaat je kleden, opwarmen, wordt afgeroepen, groeten,
kampen, afgroeten, wachten op de volgende kamp, … Zorgt dat dit een routine is waarover de
kamper helemaal niet meer nadenkt. Zo kan je bijvoorbeeld ook 2 uren voor de aanvang van de
wedstrijd aanwezig zijn in de zaal zodat je een thuisgevoel krijgt.
• Denk aan de regel van 5 weken: Er zijn 5 weken nodig om hersenen iets te laten automatiseren
(bijvoorbeeld een verbetering van een beweging). Train tot het saai wordt.
• Ontwikkel “acting skills”. Doe alsof op training of in je hoofd. Het brengt biochemische
veranderingen teweeg die op de wedstrijd zelf ten goede komen. Cfr. Sven Nys – presteert altijd
beter de 2e dag van het weekend. Indien er geen wedstrijd is op zaterdag gaat hij op zaterdag een
training afwerken alsof het een wedstrijd is.
Uitleg bij de vorige slide
• Mentale routine:
• Verschil tussen bewegingsroutine en wedstrijdroutine.
• Vb. bewegingsroutine: voor het opkomen op de mat 3x opspringen en gordel extra aanspannen.
• Vb. wedstrijdroutine: heeft als doel telkens verder te kunnen werken in een optimale geladenheid
per wedstrijdonderdeeltje. Een erg persoonlijke zaak.
• Steeds terugkerende wedstrijdkenmerken die kunnen opgenomen worden in een mentale routine:
• Voorbereiding:
– Steeds hetzelfde ontbijt voor de wedstrijd
– Mama zorgt voor het lunchpakket
– Sportzak in orde: kimono, drinken, bescherming, … piekfijn in orde en in de juiste volgorde
– 2 uur voor de aanvang van de 1e kamp aanwezig in de sporthal
• Ontspanning:
• muziek in de oren – ademhalingsoefeningen doen (iedere sporter weet wat hem rustig en
evenwichtig houdt)
Uitleg bij de vorige slide
• Opwarming:
volgens hetzelfde routine vb. CV goed in het zweet komen, combinaties rustig herhalen, timing
inoefenen met de coach.
• Activatie focus, geen babbels meer, focus op taakdoelen
• Aan te moedigen routines hier zijn:
• Rationaliseren: het kan alleen maar lukken aangezien ik er alles aan gedaan heb
• Eenzaamheid oproepen
• Een laatste check
• Zelfspraak
• Zelfactivatie
• Visualisatie (wedstrijdverloop voor ogen houden - jezelf zien winnen in gedachten)
• Een aantal keer diep inademen
• Zorgen overboord gooien
• Vlak voor de wedstrijd:
• neemt de spanning toe, op zo’n moment zal het bijna niet meer mogelijk zijn om informatie te
delen en op te nemen. Belangrijk hier is de herkenbaarheid, zodat men enkel nog de wedstrijd als
onvoorspelbare factor is.
Uitleg bij de vorige slide
• Wedstrijdaanvang:
– Wedstrijdinvulling � herfocus op taakdoelen, al dan niet m.b.v. de coach
• Tijdens de wedstrijd:
• Als coach kan je een wedstrijd ook beïnvloeden.
• Vb. de ene kamper is gebaat bij positieve feedback tussen de wedstrijden, toegesproken worden
op zijn volgende actie laat hem boven zichzelf uitgroeien. Als je als coach tegen die persoon niet
spreekt tussen de wedstrijden door, laat je een kans onbenut om hem te doen toppen.
• Een andere kamper is gebaat bij alleen laten en gerust laten. Als je als coach tussen de kampen
door niks anders doet dan goede raad geven, dan raakt die kamper uit balans en zal die minder
presteren.
• Trainers staan vaak molenwiekend hun stem schor te schreeuwen, maar dat kan allemaal
gestructureerd en functioneler verlopen wanneer ook voor de wedstrijdcommunicatie routines
worden afgesproken.
– Timing wordt afgesproken, wanneer ingegrepen wordt wordt afgesproken
– Even wegdraaien op de wedstrijd om kort op een rijtje te zetten wat tot op dat moment reeds
heeft gewerkt, kan tactisch de juiste aanpassing geven.
– Ligt het spel stil (vb. door kwetsuur van de tegenstander of tussen 2 wedstrijden door): neem
even tijd om korte ontspanningsoefeningen te doen zodat de focus weer hoger zit. Oefen dit
vooraf, vb. via simulaties op training!
Uitleg bij de vorige slide
• Gewonnen of verloren?
• Wedstrijd gewonnen: ontlading – genieten – loslaten
• Wedstrijd niet gewonnen: even met rust laten
• Cooling down:
• overlopen wat heeft gewerkt en wat niet (laat kamper zelf aan het woord – bij jou als coach of bij
iemand anders als die kamper dat wil). Ook bij een slechte wedstrijd is het belangrijk dezelfde
cooling-down te doorlopen als houvast. Emoties kunnen geventileerd worden en men onthoudt
wat men meeneemt naar de volgende wedstrijd.