Download - Brel wandeling 3 - deswaene.be
www.deswaene.be
BREL WA�DELI�G
TEKST E� CO�CEPT : MYRIAM VA� VARE�BERGH
JULI 2009
2
Jacques Brel Metrostation
Birminghamstraat
1070 Anderlecht
Google Maps
3
Op 21 juni 2009 organiseerde De Swaene voor het eerst een Brel wandeling. Dit was een
kleine reactie op een A4 documentje dat verspreid werd door de dienst toerisme van de
gemeente, onder de titel “Jacques Brel achterna in Anderlecht : Anderlechtse adolescentie
van 1942 tot 1953”.
Men stelde vast dat de wandeling iets uitgebreider kon en men wou aantonen dat deze wijk
van Scheut vaak onbekend is, doch ook pareltjes bevat.
1. START METROSTATIO� JACQUES BREL (uitgang Jules Graindor)
De figuur van Jacques Brel
Jacques, Romain, Georges Brel werd geboren in Schaarbeek op 8 april 1929 en overleed in
Bobigny bij Parijs op 9 oktober 1978.
Hij was een Belgische zanger, componist en tekstschrijver, die uitgroeide tot een
internationale vedette.
Met Vlamingen lag de relatie moeizaam, ook al heeft hijzelf altijd aangegeven dat hij zichzelf
als een Vlaming beschouwde.
In een interview dat hij gaf in 1972 aan Jo Röpke voor de toenmalige BRT, n.a.v. de première
van zijn film “Franz”, stelde hij : “Op een dag heb ik besloten dat ik Vlaming ben. Ik was 23
jaar voor het tot mij doordrong dat ik een burgermanskind ben. Als een Chinees ter wereld
komt, weet hij niet dat hij Chinees is. Hij beseft dat pas wanneer hij in Brussel rondwandelt
en de mensen hem roepen met de woorden “Chineesje”. Zo werd ik mij van mijn Vlaams zijn
bewust, toen ik in Frankrijk aan het werk ging en de Fransen ervan opkeken dat ik anders
was.”
Al eerder had hij in een interview met Johan Antierens, voor de krant De Standaard van 13
oktober 1966 wat uitleg gegeven over zijn liedje “Les Flamandes”. Hij stelde toen : “Als ik in
een Brusselse zaak behoorlijk Frans spreek, loop ik de kans uitgelachen te worden. Brussel is
de hoofdstad van het koeterwaals. Om in te gaan op uw vraag, voor mij is een flamingant een
extremist en fanaticus, iemand die aan zijn Vlaams zijn voldoende heeft en zich afsluit van de
buitenwereld. … Wij Vlamingen vormen één België en zijn in meerderheid en wij gedragen
ons gemarginaliseerd. Wij zetten een grote bek op om ons klein hart te overstemmen. Als ik de
flaminganten aanpak, is dat om dat ik een Vlaming ben en alle kritiek bij de zelfkritiek begint.
Ik voel mij goed in mijn Vlaamse huid. Over de hele wereld, in 5ew York, in Canada in Tel
Aviv, stel ik mij voor als een Vlaamse liedjeszanger, ik introduceer Vlaanderen in de wereld.”
De meesten kennen hem natuurlijk als de zanger en de componist, maar weinigen weten
echter dat hij ook heel wat films gemaakt heeft. Voor sommige films verzorgde hij enkel maar
de muziek, in andere was hij acteur en in nog andere nam hij ook de regie in handen.
4
Hieronder volgt een kort overzicht van het geheel (bron : Wikipedia) :
Les risques du métier (1967) Regie: André Cayatte
Met Jacques Brel, Emmanuelle Riva
Muziek: Jacques Brel en François Rauber
Brel speelt Jean Doucet, een onderwijzer die wordt beschuldigd van verkrachting.
La bande à Bonnot (1968) Regie: Philippe Fourastié
Met Jacques Brel, Bruno Cremer, Annie Girardot
Muziek: Jacques Brel en François Rauber
Brel speelt Raymond la Science, een van de leiders van een bende bankovervallers.
Mon oncle Benjamin (1969) Regie: Edouard Molinaro
Met Jacques Brel, Claude Jade, Bernard Blier
Muziek: Jacques Brel
Brel speelt Benjamin Rathery, een schalkse plattelandsdokter in het Frankrijk onder
Lodewijk XV. De film is voornamelijk gevuld met degengevechten en blote dames.
Mont-Dragon (1970) Regie: Jean Valère
Met Jacques Brel, Françoise Prévost, Catherine Rouvel
Brel speelt Georges Dormond, een ontslagen militair die wraak neemt op degenen die
hij voor zijn ontslag verantwoordelijk houdt.
Les assassins de l'ordre (1971) Regie: Marcel Carné
Met Jacques Brel, Catherine Rouvel, Paola Pitagora, Charles Denner
Brel speelt een rechter die drie van moord verdachte politie-agenten poogt te
veroordelen.
Franz (1972) Regie: Jacques Brel
Met Jacques Brel, Barbara
Muziek: Jacques Brel en François Rauber
Brel speelt Léon, een postbeambte die in een sanatorium indruk poogt te maken op ene
Leonie (gespeeld door Barbara). De ervaren regisseur Eduard Molinaro hielp Brel om
dit regiedebuut af te ronden.
L'aventure c'est l'aventure (1972) Regie: Claude Lelouch
Met Lino Ventura, Jacques Brel, Charles Denner
Brel speelt Jacques, lid van een bende op hol geslagen gangsters.
5
Le bar de la fourche (1972) Regie: Alain Levent
Met Jacques Brel, Rosy Varte, Isabelle Huppert
Muziek: Jacques Brel
Brel speelt Van Horst, die na vele omzwervingen terugkeert bij de minnares die hij
ooit belazerde.
Le Far West (1973) Regie: Jacques Brel
Muziek: Jacques Brel en François Rauber
Brel speelt Jacques, in een film over volwassenen die het Wilde Westen van hun jeugd
in België pogen te hervinden.
L'emmerdeur (1973) Regie: Eduard Molinaro
Met Jacques Brel, Lino Ventura, Caroline Cellier
Muziek: Jacques Brel en François Rauber
Brel speelt Pignon, een vertegenwoordiger in overhemden die tijdens een
zelfmoordpoging per ongeluk een huurmoordenaar in zijn werk stoort.
Belangrijk is dat Brel alleszins een aantal jaren in Anderlecht gewoond heeft. Het leek ons
dan ook een goede reden om in zijn voetsporen te treden of althans de wijk die hij wel gekend
moet hebben in Anderlecht wat nader te bestuderen.
1. Het metrostation Jacques Brel
Wat het metrostation Jacques Brel betreft, dat geopend werd op 6 oktober 1982, moet
duidelijk gemaakt worden dat het hoegenaamd niet de bedoeling was om dit te noemen naar
de Belgische chansonnier Jacques Brel, maar wel naar de Jules Graindorlaan waar het gelegen
is.
In dat ganse metrostation verwijst niets naar Jacques Brel. Men vindt er enkel, in de richting
Stokkel, een werk van Maurice Wyckaert (geboren Brussel 1923 – overleden Brussel 1996)
zijnde een kunstenaar geïnspireerd door de Cobra-beweging. Over een lengte van 120 m (de
hele lengte van het station) heeft hij het werk Coming up for air aangebracht. Iedereen ziet er
wat anders in. Alleszins gaat het over een kleurenspel dat aan een blauwe hemel met diverse
tinten wolken doet denken. Het is een uitbeelding van de natuur.
Wij verlaten de Graindorlaan en gaan onmiddellijk achter het ziekenhuis de voetweg door
en op het einde ervan draaien wij rechts de Verheydenstraat in.
6
2. Verheydenstraat
De Verheydenstraat noemde tot 1866 rue de la Barrière.
Kartonfabriek Vanneste & Brel
Het is hier dat op het nummer 18 de oude kartonfabriek Vanneste & Brel gevestigd was.
Vanneste & Brel fabriek SCA Packaging te Gent
Thans zien wij op de gebouwen nog SCA Packaging van de Zweedse multinational Svenska
Cellulosa Aktiebolaget staan. Dit is een nog steeds gezond bedrijf met ± 46.000 werknemers
over de ganse wereld.
Zij hadden 3 fabrieken in België (Gent, Buggenhout en Brussel) en hadden in Anderlecht tot
34 werknemers. Zij hadden de cartonnage Vanneste & Brel overgenomen in de jaren ’80,
doch zijn overgegaan tot sluiting in 2005. De gebouwen staan er nu nog steeds leeg bij. Wij
herkennen wel twee afzonderlijke delen, nl. het oude gebouw met de bureaus en de
administratie in een stijl uit de jaren ’30, en de nieuwe gebouwen op ongeveer 2,5 ha. In de
oude gebouwen zien wij ook nog op de hoek een nis waar vroeger een Maria-beeldje in stond.
Brel heeft in sommige van zijn interviews daarnaar verwezen om aan te duiden dat hij uit een
katholiek nest kwam.
Belangrijk is echter te wijzen op de vroegere benaming Vanneste & Brel. Dit geeft aan dat het
vooral de familie Vanneste was die een belangrijke rol speelde in het geheel.
Familie Brel
Het is inderdaad Armand Vanneste, die gehuwd was met de zus van de vader van Jacques
Brel, Léontine Brel, die in 1921 deze kartonfabriek overgenomen had – die in 1877 gesticht
werd als “L’Entreprise Bichon” . Een tijdje later heette het bedrijf “La Gondole”. De familie
Vanneste heeft altijd minimum 70% der aandelen behouden. Het is pas achteraf dat de familie
Brel ook ingetreden is.
Armand Vanneste wou oorspronkelijk priester worden. Maar toen zijn broer, Etienne, die
voorbestemd was om de fabriek te leiden, jong overleed, liet hij zijn seminarieopleiding
achter zich en werd fabrikant. Hij heeft zich echter heel zijn leven ingezet voor goede doelen.
Wat nu de familie Brel betreft, moet toch aangegeven worden dat wij de stamboom kunnen
retraceren tot 1758. Op dat ogenblik trouwde een zekere Jean-Baptiste Brel, afkomstig uit
Komen, met een dame uit Zandvoorde (thans Zonnebeke). Hij was een welgesteld man en
werd ook burgemeester. Het zou de familie Brel zijn die de lokale politiek in deze gemeente
zou beheersen tot 1966.
7
Zij waren van liberale signatuur en spraken Frans, zoals het toen gepast leek voor de gegoede
burgerij. Nog enkele nazaten wonen in dit dorp maar zijn geen rechtstreekse familieleden van
de overleden Jacques Brel.
De vader van Jacques Brel, Romain, werd geboren op 6 februari 1883 en overleed op 08
januari 1964. Hij vertrok in 1911 naar Congo voor het bedrijf COMEX als handelsagent. Hij
gooide zich op de ruilhandel en exporteerde ook. Het ging van producten zoals palmolie,
koffie, rubber, enz… In 1919 keert hij terug naar België en wordt in contact gebracht met de
familie Van Adorp. Het is een dochter van deze familie, Lisette (geboren 14.02.1896 –
overleden 07.03.1964), die hij zal huwen op 3 december 1921. Zij is op dat ogenblik 23 jaar
oud en hij 38 jaar.
Ze keren terug naar Congo alwaar op 13 augustus 1922 de tweeling Pierre en Elie wordt
geboren. Deze sterven echter begin 1923 aan tyfus. Enkele maanden later, meer bepaald op 19
oktober 1923, krijgt het echtpaar een derde kind, een zoon, die opnieuw Pierre genoemd
wordt. In 1926 komen ze terug naar België (Schaarbeek) en Romain blijft verder werken voor
de firma COMEX.
Drie jaar later, in 1929, wordt Jacques, de latere zanger, geboren. 1929 is ook het jaar van de
grote beurskrach. De familie start aan een verhuisronde. Waarschijnlijk, alhoewel ik
daaromtrent niets echt gevonden heb, heeft dit alles de vader van Jacques Brel ertoe gebracht
om toch te gaan werken bij zijn schoonbroer, Armand Vanneste, en dit vanaf 1931. Tijdens de
tweede wereldoorlog zijn trouwens nog andere Brel familieleden werkzaam geweest in deze
cartonnagefabriek.
Brel zelf heeft er ook enkele jaren in gewerkt, na zijn humaniora in 1947. Hij deed dit zeker
niet met volle goesting. Ook dit heeft hij meermaals aangehaald in allerlei interviews.
Alleszins heeft deze fabriek hem werk verschaft tot op het ogenblik dat hij zich werkelijk op
het chanson is gaan toeleggen en hij in 1953 naar Parijs vertrok.
3. Van Verheydenstraat naar Koloniale Veteranensquare
Wij keren op onze stappen terug in de Verheydenstraat en nemen de eerste straat rechts,
Sylvain Denaeyerstraat.
Sylvain Denayer, geboren in 1872, was ook gemeenteraadslid van 1927 tot 1932, het jaar van
zijn overlijden.
Op de hoek van de Verheydenstraat met genoemde straat, zien wij op het nummer 39 West
Office Centre, dat gevestigd is in de vroegere AEG gebouwen. Er zijn verschillende bedrijven
in onder gebracht. Het is dus nogmaals een bevestiging dat het hier om een straat ging waar
vroeger heel wat industrie was. Trouwens op het einde van de Verheydenstraat vinden wij nog
altijd Emaillerie Belge en het geheel geeft uit op de Ninoofsesteenweg en het Weststation.
Belangrijk is ook dat, wanneer wij even kijken naar de overkant van de Verheydenstraat, aan
de kruising met de Denayerstraat, wij de achterkant zien van de huidige Sint-Anna – Sint-
Remigius kliniek. Daar waren de vroegere gebouwen van de Zusters der Armen. Het is
inderdaad in 1881 dat zij deze gebouwen hebben opgericht, die gesloten werden in 1989 om
afgebroken te worden voor de bouw van de Sint-Anna kliniek. Het huis van de Zusters der
Armen heeft lange tijd gediend als opvang voor hulpbehoevende bejaarden, waar zij soms ook
aan het werk gesteld werden.
8
De koets van het tehuis van de Zusters der Armen keert terug van een inzameling
Bron : Anderlecht : een terugblik op het verleden-un regard vers le passé
(deel 4 : Kuregem, Scheut) – p. 98
De wasserij van het tehuis
Bron : Anderlecht : een terugblik op het verleden-un regard vers le passé
(deel 4 : Kuregem, Scheut) – p. 99
9
Het atelier van de kleer- en schoenmakers
Bron : Anderlecht : een terugblik op het verleden-un regard vers le passé
(deel 4 : Kuregem, Scheut) – p. 98
De gevel van het tehuis omstreeks de jaren ‘60
Bron : Anderlecht : een terugblik op het verleden-un regard vers le passé
(deel 4 : Kuregem, Scheut) – p. 99
In dezelfde Verheydenstraat werd ook in 1908-1909 een voetbalveld ter beschikking gesteld
van de Football Anderlechtois (de voorloper van de RFCA).
Wij vervolgen onze wanderling in de Sylvain Deneyerstraat en nemen de eerste straat links:
de Generaal Ruquoistraat.
Gedurende één jaar, nl. van 1936 tot 1939 noemde deze straat de Kapitein Coquilhatstraat en
werd eindelijk genoemd naar Generaal Ruquoi (1861-1937), die een held is uit de eerste
wereldoorlog en die zelfs in 1924 tot baron verheven werd. Wij wandelen deze straat verder
rechtdoor, en kruisen de tweede straat rechts, de Leopold Deswaefstraat (1890-1930). Hij was
een journalist die ook gemeenteraadslid was in Anderlecht van 1921 tot 1923.
10
Tijdens onze wandeling tot aan de Leopold Deswaefstraat komen wij langs een metershoge
haag met het opschrift privé. Erachter ligt een voetbalveld en een atletiekpiste in vervallen
staat met ook nog een villa met ingang op het nummer 25 en op de bel staat SomvilleVictor.
Aansluitend is er de “Internat autonome – Communauté Française – Anderlecht”.
Wanneer wij gewoon verder rechtdoor gaan, komen wij in de Debattystraat.
Belangrijk is dat wij hier op de hoek een mooi voorbeeld hebben van sociale
appartementsgebouwen van de Anderlechts Open Haard, met ingesloten een parkje dat
beperkt toegankelijk is. Dit is nog eens een voorbeeld van het vele groen dat in de gemeente
aanwezig is maar vaak niet bekend is. Leon Debatty zelf was een Belgisch letterkundige die
leefde van 1884 tot 1927.
Op het einde van de straat komen wij aan de Koloniale Veteranensquare.
Deze square werd aldus genoemd als eerbetoon aan de oud-medewerkers aan de
Congostichting (1876 – 1908). Hier zou frituur Eugène gestaan hebben, waarover Jacques
Brel zong in zijn bekend liedje Madeleine. Doch, er zijn twee versies rond het bestaan van
deze frituur, nl. : deze die ik net kom te noemen en dat de frituur in het midden van de square
zou gestaan hebben, en een tweede die komt van de heer Veulemans, directeur van Aux
Armes de Bruxelles, die beweert dat in de Kleine Beenhouwersstraat palend aan hun zaak er
een traiteurzaak was uitgebaat door iemand die iedereen Eugène noemt, die perfect frieten
bakte en waar ook Jacques Brel verlekkerd op was.
4. Maurice Herbettelaan en Square H. Rey
Wij gaan nu gewoon verder naar rechts, de Maurice Herbettelaan op.
Maurice Herbette, die een Frans ambassadeur was in België, leefde van 1871 tot 1921. De
Maurice Herbettelaan is een prachtig voorbeeld van Anderlechtse lanen met in het midden een
wandelcorridor voor de wandelaars.
De sociale woningen aan de Maurice Herbettelaan (nrs. 10 tot 20) dateren van 1930.
Bron : Anderlecht : een terugblik op het verleden-un regard vers le passé
(deel 4 : Kuregem, Scheut) – p.126
11
Let in de Maurice Herbettelaan ook op het nummer 32. Het is een speciale bouwstijl van
appartementsgebouwen dat men af en toe ook nog in Brussel-Stad terugvindt.
In het begin van de straat ziet men aan de linkerkant een elektriciteitscabine, genaamd
Herbette. Grappig is dat de elektriciteitscentrale duidelijk geen afscheid kon nemen van deze
straat daar ze verderop, op het nummer 38A, thans het “Huis van de Elektriciteit –
Vormingscentrum” opende.
U ziet dat ook in deze straat heel wat industrie aanwezig was. Zo was er Soudometal, dat
thans een school is en MBLE dat thans voor een groot stuk ingenomen werd door de Colruyt
en op wiens site ook nieuwe loften gebouwd werden.
Wanneer wij rechtdoor lopen komen wij op de Square Henri Rey.
Henri Rey was een industrieel en gemeenteraadslid in Anderlecht (van 1921 tot 1938). De
square zelf werd aangelegd in 1934. Vanaf 1900 hadden de broeders Asselmans er een
bekende bakkerij, nl. La Liedekerkoise, die thans nog een vestiging heeft op de
Ninoofsesteenweg.
Square Henri Rey
Bron : Anderlecht : een terugblik op het verleden-un regard vers le passé
(deel 4 : Kuregem, Scheut) – p.123
Hier reed ook tram 33. Ook over deze tram 33 zingt Jacques Brel in zijn liedje Madeleine. Het
is deze tram die hij neemt om de frietjes te gaan halen. Wie interesse heeft voor de tekst van
het liedje moet gewoon op de Square Rey even kijken naar de blauwe steen van de muurtjes
van de paden waarop de tekst integraal gebeiteld staat.
Bron : Anderlecht : een terugblik op het verleden-un regard vers le passé
(deel 4 : Kuregem, Scheut) – p.123
12
Het is alleszins meer dan zeker dat Jacques Brel de tram tussen 1942 en 1951 vaak gebruikte.
Men stelt ook dat de vader van Jacques, nl. Romain, al vroeger de tram nam om naar de
fabriek van zijn schoonbroer te gaan werken, doch toen in 1942 een brug opgeblazen werd en
de tram niet meer door kon, hij besloot om met de ganse familie te verhuizen naar Anderlecht,
en meer bepaald naar de J. Mannestraat. Of dit waar is of niet laat ik aan uw verbeelding.
Madeleine is een liedje waarin Brel zichzelf voorstelt als een soort van loser.
5. Jacques Mannestraat
Wij lopen nu gewoon rechtdoor en nemen de straat links, de Jacques Mannestraat.
Jacques Manne (1847-1918) was een nijveraar en oud-voorzitter van de Teken- en
Nijverheidschool. Hij was ook gemeenteraadslid in Anderlecht van 1880 tot 1891 en was de
stichter van de Cercle d’Art d’Anderlecht.
Het is op het nummer 7 dat Jacques Brel woonde van 1942 tot hij trouwde in 1950. Zijn
ouders hebben er gewoond tot aan hun overlijden in 1964. Thans wordt het bewoond door
derden. Zoals gezegd, bracht Jacques Brel een deel van zijn jeugd hier door.
Hij liet zich Jacky noemen, iets waar hij later naar refereerde in zijn “Chanson de Jackie”.
Hij was op dat ogenblik ook heel actief in de scoutsbeweging. Hij had aldaar de totemnaam
Phoque hilarant (grappige zeehond). In het jargon van de scouts staat een zeehond voor
bedrijvig, vinnig en zwijgzaam. Later is hij ook actief geweest in de humanistische katholieke
jeugdbeweging La franche cordée waar hij nog een tijdje de leiding van genomen heeft in
1949. Belangrijk is toch ook op te merken dat hij zichzelf aanmeldde voor de legerdienst in
1948. Hij trad in het leger op 1 juni van dat jaar en werd gekazerneerd in Limburg met als
stamboeknummer A48-2567. Later werd hij gekazerneerd in Zellik.
Via zijn activiteiten in de jeugdbeweging kwam hij in contact met zijn echtgenote Thérèse
Michielsen (Miche) die geboren werd in Etterbeek op 30 december 1926. Zij trouwden op 1
juni 1950 en vestigen zich in Molenbeek (Brigade Pironlaan 29). Een jaar later werd hun
eerste dochter geboren, Chantal (06.12.1951- � 1999). Twee jaar later kwam France ter
wereld (12.07.1953) en in 1958 de derde en laatste dochter, Isabelle (23.08.1958).
In 1952 zette Brel zijn eerste liedjes op papier en begon hij te zingen op familiefeesten en in
het Brusselse cabaretcircuit. Veel succes had hij niet en het ging zó ver dat zijn vader in het
begin zich verzette tegen het feit dat hij onder de familienaam Brel optrad. Hij heeft toen een
tijdje zijn optredens gedaan onder de artiestennaam Jacques Bérel. Hij trad o.a. op in het
Brussels cabaret La rose noire en neemt in 1953 zijn eerste plaat op met 2 liedjes (La Foire en
Il y a).
Gelukkig werd hij op dat ogenblik ontdekt door Jacques Cannatti, een Franse talentjager en
artistiek directeur van het Philips label, die bovendien broer was van de latere bekende
schrijver Cannatti. Onder diens invloed gaat hij naar Parijs en laat dus zijn familie achter in
België, doch met hun volledige instemming. Hij heeft daar heel hard gevochten om zijn
carrière van de grond te krijgen. Hij woonde op een klein kamertje, had vele audities, deed
kleine optredens in het cabaretcircuit, kwam een jaar later, in 1954, terug om in Knokke deel
te nemen aan Le Grand Prix de la Chanson.
13
Hij had daar helemaal geen succes, hij werd maar voorlaatste maar hij had een meevaller
omdat Juliette Gréco hem vroeg met haar op te treden in de Olympia in Parijs.
Juliette Gréco
Photo : Truus, Bob & Jan too - Flickr
Echter veel succes had hij niet maar hij vond dat hij best in Frankrijk kon blijven om tot
succes te komen. Daarom komen in 1955 zijn vrouw en kinderen over om zich samen met
hem in Montreuil, een voorstad van Parijs, te vestigen. In datzelfde jaar neemt hij ook zijn
eerste Franse album op onder het Philips label en begint hij een tournée voor christelijke
verenigingen, wat hem de bijnaam abbé Brel gaf, uitgevonden door zijn vriend Georges
Brassens.
Jacques Brel, Léo Ferré, Georges Brassens
Photo : http://parousie.over-blog - Flickr
Het is pas in 1958, het geboortejaar van zijn derde dochter, dat hij naar aanleiding van een
optreden in het Olympia echt succes begint te krijgen. Hij begint dan aan een tournée door
Frankrijk en zal vanaf 1960 ook concerten houden in het buitenland.
In 1962 moet hij, door toeval, Marlène Dietrich, vervangen in l’Olympia en dat wordt voor
hem een geweldig succes. Opnieuw gaat hij op wereldtournée.
Ondanks het feit dat in 1964 zijn beide ouders overleden, blijft hij verder werken maar leeft
hij zich uit in een nieuwe passie, het vliegen. Na een reeks vlieglessen heeft hij trouwens een
klein vliegtuigje gekocht. Achteraf is het hem van pas gekomen toen hij op de Marquises-
eilanden ging wonen.
14
Hij is uiteindelijk overal terechtgekomen, zelfs in The Royal Albert Hall in London en
Carnegie Hall in New York. Bovendien gaat het verhaal dat hij in 1966 op tournée was in Tel
Aviv. Later zou hij in een interview zeggen dat, toen hij aldaar uit het vliegtuig stapte, een
medewerker van de Belgische diplomatie hem begroette met de vraag om ‘s avonds zeker niet
Les Flamandes te zingen. Brel gaf later toe dat dit hem er juist toe bracht om wel dat liedje te
zingen en hij beweert dat daar de oorlog van 1967 in het Midden-Oosten is door uitgebroken
omdat Nasser zou gezegd hebbem “als Brel les Flamandes mag zingen dan mag ik Israël
aanvallen !”.
Wat er ook van zij, blijft Jacques Brel, die bekend stond om het verbruik van liters whisky-
cola aangevuld met 5 à 6 pakjes Gauloises per dag, keihard verder werken tot hij plotseling,
in mei 1967, aankondigde dat het zijn laatste concert is en hij zich gaat storten op de film.
Dat laatste heeft hij gedaan met wisselend succes. Hij heeft dan nog een aantal kleinere
optredens gegeven maar heeft in 1973 moeten ontdekken dat hij kanker had. Hij heeft
onmiddellijk een testament opgesteld waarbij hij heel bewust alles naliet aan zijn vrouw
Thérèse. Omdat hij dacht dat hij niet lang meer te leven had, heeft hij dan het jaar daarop met
zijn dochter France en met zijn minnares Madly, een zeiltocht georganiseerd. Het is ook
belangrijk op te merken dat hij toegegeven heeft dat, ondanks het feit dat hij wel
vriendinnetjes had – en zelfs een minnares – hij altijd van zijn vrouw gehouden heeft, die heel
wat van hem verdragen heeft. Het liedje Liefde van later zou aan haar opgedragen zijn
LIEFDE VA8 LATER
(in een vertaling van Lennaert �ijgh gezongen door Herman van Veen op zijn LP Suzanne
in 1969)
Als liefde zoveel jaar kan duren,
dan moet het echt wel liefde zijn,
ondanks de vele kille uren,
de domme fouten en de pijn.
Heel deze kamer om ons heen,
waar ons bed steeds heeft gestaan,
draagt sporen van een fel verleden,
die wilde hartstocht lijkt nu heen,
die zoete razernij vergaan,
de wapens waar we toen mee streden.
Ik houd van jou,
met heel mijn hart en ziel
houd ik van jou.
Langs de zon en maan
tot aan het ochtendblauw,
ik houd nog steeds van jou.
Jij kent nu al mijn slimme streken,
ik ken allang jouw heksenspel.
Ik hoef niet meer om jou te smeken,
jij kent mijn zwakke plaatsen wel.
Soms liet ik jou te lang alleen,
misschien was wat je deed verkeerd,
maar ik had ook wel eens vriendinnen.
We waren jong en niet van steen
en zo hebben we dan toch geleerd:
je kunt toch altijd opnieuw beginnen.
Ik houd van jou...
We hebben zoveel jaar gestreden
tegen elkaar en met elkaar.
Maar rustig leven en tevreden
is voor de liefde een gevaar.
Jij huilt allang niet meer zo snel,
ik laat me niet zo vlug meer gaan,
we houden onze woorden binnen.
Maar al beheersen we het spel
een ding blijft toch altijd bestaan:
de zoete oorlog van het minnen.
Ik houd van jou...
Ik houd nog steeds van jou,
voorgoed van jou.
15
Hij keerde van zijn zeiltocht terug om de begrafenis bij te wonen van een vriend en ook het
huwelijk van zijn dochter Chantal. In datzelfde jaar zou hij naar Brussel komen om zich te
laten opereren. Ondanks het advies dat hij beter niet terug kon keren naar zijn eiland in de
Stille Oceaan omdat het tropisch klimaat slecht was voor zijn longen, is hij dit blijven doen
om dan uiteindelijk in juli 1978 terug te komen naar Frankrijk, alwaar hij op 7 oktober met
spoed overgebracht werd naar een ziekenhuis in Bobigny (nabijheid van Parijs) waar hij op 9
oktober overleed aan een longembolie.
Graf van Jacques Brel in Hiva Oa , Iles Marquises
Photo : Christopher Bown - Flickr
Belangrijk is aan te geven dat Brel zelf in zijn talrijke interviews aangegeven heeft dat hij als
kind zichzelf als een soort Vasco de Gama beschouwde en dat hij helemaal niet echt gelukkig
was. In het liedje Mijn Jeugd zingt hij aldus :
MIJ8 JEUGD (vertaling van het lied “Mon Enfance” door Mohamed el-Fers)
mijn jeugd ging voorbij
van trieste eentonigheid in stilte
in valse beleefdheid
die confrontatie schuwt
's winters zat ik in de buik
van het grote huis
dat 't anker had uitgeworpen
in 't 5oorden, tussen 't riet
's zomers liep ik half naakt rond
maar zo, dat niemand iets van me merkte
dan werd ik een indiaan
maar ik wist al van te voren
dat mijn volgevreten ooms
me van mijn Wilde Westen zouden beroven
mijn jeugd ging voorbij
bij de vrouwen in de keuken
waar ik droomde van China
terwijl zij vergrijsden boven hun fornuis
de mannen bij de kaas
hulden zich in rookwolken
zwijgzame wijze Vlamingen
die niets wisten van mij
ik die elke nacht
neerknielde voor niets
en mijn verdriet stileerde
bij een veel te groot bed
ik wilde een trein nemen
die ik nooit genomen heb
mijn jeugd ging voorbij
van dienstmeisje naar dienstmeisje
en toen al was ik verwonderd
dat 't geen planten waren
zoals ik verbijsterd was
over die familiebijeenkomsten
die van dode naar dode slenteren
gekleed in deftige rouw
en bovenal was ik verbaasd
dat ik ook bij die kudde hoorde
16
die me leerde huilen
en die ik al te goed kende
ik had 't oog van de herder
maar het hart van 'n lam
mijn jeugd barstte open
ik werd een jonge man
en de muur van stilte
brak op een morgen
toen kwam de eerste bloem
en 't eerste meisje
de eerste voor wie m'n hart klopte
en de eerste angst
ik had vleugels, dat zweer ik
ik zweer dat ik vloog
mijn hart ging wijd open
ik was niet langer 'n barbaar
en toen brak de oorlog uit
en werd het avond
Belangrijk is toch ook nog op te merken dat, na het overlijden van de moeder van Jacques
Brel, zijn broer Pierre het huis hier in de Mannestraat nr. 7 overgenomen heeft.
Zijn echtgenote, Marie-Jeanne, die een oud-arbeidster was, had inmiddels ook al
yogacursussen gevolgd, o.a. in Indië, en zij heeft zich daaraan geïnspireerd om dergelijke
yogacursussen ook in België te organiseren. Het is in dit huis dat zij een dergelijk
yogacentrum heeft ingericht, wat toch wel een zeker succes had.
Echter heeft het huwelijk tussen Pierre en deze Marie-Jeanne niet stand gehouden want hij is
hertrouwd met zijn secretaresse, Béatrice. Uiteindelijk is hij overleden op 22 april 2001.
Met zijn eerste echtgenote had hij drie kinderen : Martine, Romain en Bruno. Het is deze
jonge Bruno Brel die zich ook in de muziek wou lanceren en in dezelfde stijl zong als zijn
oom Jacques.
Sommigen onder u zullen hem waarschijnlijk ooit wel hebben weten optreden.
6. Van J. Mannestraat naar Metrostation J. Brel
Wij zetten onze wandeling verder en gaan op het einde van de Jacques Mannestraat naar
links, de Jakob Smitsstraat in.
Deze schilder, geboren in Rotterdam, is zich komen vestigen in Mol in 1889 en studeerde aan
de Academieën van Brussel, Wenen en Rome. Hij is vooral bekend voor zijn zichten uit de
Kempen.
Wij zien voor ons een school. Vroeger was daar ook een klein parkje, doch dit heeft moeten
sluiten omwille van vandalisme zoals te lezen stond in het Nieuwsblad van 11.11.1990.
17
Bron : Het 5ieuwsblad 11.11.1990
Wij lopen verder door de straat en komen op het nummer 20. Hier was vroeger La Brasserie
du Perfecta gevestigd. De sporen daarvan zien wij nog op de gevel die quasi identiek is
gebleven.
La Brasserie du Perfecta
Bron : Anderlecht : een terugblik op het verleden-un regard vers le passé
(deel 4 : Kuregem, Scheut) – p. 127
18
Altijd rechtdoor lopend komen wij aan de Demosthènestraat, waar wij het politiebureau zien
en het bospark.
Wij lopen rechtdoor en komen automatisch in de Jules Graindorlaan. Deze advocaat,
geboren in 1869, was gemeenteraadslid in de gemeente van 1906 tot aan zijn dood in 1931.
Wij dwarsen de 8orbert Gilleslaan (professor veeartsenijschool en lid van de Academie van
Geneeskunde van België (1819-1899), waar wij op nr. 67 de parochie van Maria van het
Heilig Hart vinden. Deze parochie is gebouwd in 1935 in een art-déco stijl (geen zuivere stijl).
Verderop in de Jules Graindorlaan dwarsen wij de Leonidasfabriek. In 1910 is Leonidas
Kestekides, een Amerikaanse banketbakker met Griekse roots, naar België gekomen voor de
Wereldtentoonstelling in Brussel. Drie jaar later kwam hij terug voor de Wereldtentoon-
stelling in Gent. Telkens heeft hij medailles gewonnen.
Belangrijker nog is dat hij ook verliefd werd op een Belgische. Dit heeft er hem toe gebracht
om zich definitief in België te vestigen. Hij heeft zijn zaken uitgebreid en heeft ook
familieleden opgenomen. Onder andere is zo zijn neef, Basil Kestekides, in 1935 in de zaak
gekomen.
Leonidas Kestekides
Bron : http://le.coin.gourmand.free.fr/pages/histoire.htm
Deze heeft een nieuw logo, nl. de Spartaanse koning Leonidas als logo gekozen, als erebetoon
aan zijn oom. Zij begonnen met de verkoop van pralines via het raam, het guillotineraam, wat
hen wereldberoemd gemaakt heeft.
Spartaanse koning Leonidas op een Leonidas pralinedoos
Bron : Wikipedia
19
Onder invloed van de komst van nieuwe familieleden werd er ook maar altijd uitgebreid en
heeft men o.a. in 1983 en 1993 twee nieuwe fabrieken geopend waaronder deze waar wij voor
staan.
In 2000 zijn zij ook overgegaan tot de aankoop van een Deva-fabriek in Slovakije. Momenteel
hebben zij een 1.400 verkooppunten, verspreid in een 40-tal landen. Spijtig is dat de fabriek
niet te bezoeken is en er is ook geen verkoopshop aanwezig is op dit adres.
Leonidasfabriek nr. 2 in Anderlecht, Jules Graindorlaan
Bron : http://le.coin.gourmand.free.fr/pages/histoire.htm
Iets verderop, aan de linkerkant van de straat, zien wij de Sint-Annakliniek. Deze is in 1994
in gebruik genomen en is ontstaan uit een samenwerking tussen de oude Sint-Annakliniek uit
Anderlecht en Sint-Remigius uit Molenbeek. In 1997 is er ook nog Sint-Etienne bijgekomen.
Er zijn meer dan 800 bedden aanwezig. De verhuis heeft heel wat voeten in de aarde gehad.
Zo werden de zieken vervoerd per legerwagens zoals men kan lezen in de kranten van toen.
20
Bron : Het 5ieuwsblad 16.12.1994
Het Sint-Annaziekenhuis heeft een lange geschiedenis. In 1885 verleende mevrouw Depret,
filantroop en mecenas die in het oude huis tussen de Broekstraat en de Instituutstraat te
Anderlecht woonde, onderdak en zorgen aan dames/kostgangers. Zij vergroot haar huis en
roept de hulp in van de zusters Très Sauveur uit Niederbronn (Elzas). Aldus kwamen op 22
augustus 1890 de eerste drie kloosterlingen aan.
Een jaar later komt dokter Charles Jacobs de ploeg vervoegen en richt een
vrouwenziekenhuis in, dat toen het eerste privaat chirurgisch ziekenhuis van Brussel was.
In 1900 wordt er opnieuw uitgebreid en de thans nog bestaande ingang, met beeld van Sint-
Anna in de voorgevel, werd opgetrokken. Gedurende de eerste wereldoorlog heeft men
gewonde Belgen opgevangen en van maart 1915 tot juni 1919 heeft het geheel dienst gedaan
als weeshuis voor jongens tussen de 1 en de 13 jaar. Een vijftigtal van hen heeft er verbleven.
21
In 1918 werd de verzorgingsploeg echter het slachtoffer van een zware griepepidemie die
heel wat zusters deed overlijden. In 1932 heeft men de kraamafdeling gestart en in 1954 de
school voor verpleegkundigen, thans in handen van het Sint-Guido Instituut en gevestigd op
het Sainte-Adresseplein in Anderlecht.
Vanaf 1971 heeft de Congregatie zich teruggetrokken bij gebrek aan roepingen, ook al is
zuster Jean-Marie Viannet gebleven tot haar dood in 1986.
In 1990 is er dan de fusie ontstaan tussen Sint-Anna en Sint-Remigius als gevolg van het
toenmalige hervormingsplan van de minister van sociale zaken (J.L. Dehaene), wat geleid
heeft tot de bouw van het nieuw ziekenhuis waarnaar men verhuisde in 1994, doch dat
slechts officieel in gebruik genomen werd in 1996.
Sint-Anna & Sint-Remi kliniek Anderlecht
Photo : http://www.sainteanne.be
Wij komen nu terug aan het metrostation Jacques Brel.
Achter het metrostation heeft de Brusselse vervoermaatschappij MIVB ook een bus- en
metroremise in gebruik genomen werd. De stelplaats ligt op een domein van 6 ha groot en
telt een 600-tal medewerkers. De bouw van deze stelplaats was nodig om de nieuwe
zogenaamde “bo- metrostellen” te stallen. De garage kan 20 metrostellen herbergen. Op deze
site gebeuren er kleine onderhoudsbeurten van metrostellen. De grote onderhouden vinden
nog steeds in stalplaats Delta plaats.
In 2009 werd deze stelplaats bovendien verbonden met de kleine ring en met het Weststation,
het belangrijkste station met metro, tram en bussen van de MIVB en De Lijn.
22
MIVB bussen- en metroremise rechtover metrostation Jacques Brel
Bron : photo Stephane Ascoet – Flickr
Bibliografie
- René Seghers, « Jacques Brel : leven en liefde », 1929-1978, Lanoo 2003
- Johan Antierens, « Jacques Brel : de passie en de pijn », ed. 1998
- Eddy Przybjobski, « Brel à Bruxelles », 2001
- http://www.mokumtv.nl-brel02.htm