Transcript

26 We e k e n d B oeken

Michel Krielaars grasduint door de stapel moderne klassiekers en geeft zijn voorkeuren weer.

Een verloren wereldJoseph Roth:J o b. Ve r t a a l ddoor W i l f re d

Oranje. L.J.

Veen, 207 blz.

€ 10,-

Bernice Ru-bens: B ro e rs .Vertaald door

Lucie Bartel.

Pro m e t h e u s ,

536 blz. € 15,-

David Vogel:H uwe l i j k s l eve n .Vertaald door

Kees Meijling.

Athenaeum –

Polak & Van

Gennep, 615

blz.€ 15,-

Edmund de Waal:De haas met deamberkleurigeogen. Ve r t a a l ddoor Willeke Lem-

pens. Mistral, 335

blz. € 15,-

ZOMERLEZEN

A d ve r t e n t i e

Pieter Steinz is twee weken met

vakantie. Hij hervat zijn rubriek op

9 augustus.

De romans van JosephRoth (1894-1939) blin-ken uit door hun men-selijkheid. Ter gelegen-heid van de 75ste sterf-dag van deze grote

Oostenrijks-Joodse schrijver is eendeel van zijn oeuvre nu in Nederland-se vertaling heruitgegeven. De ro-mans Radetzk ymars, De KapucijnerCr ypte en Vlucht zonder einde geve neen scherp beeld van de ondergangvan het Habsburgse keizerrijk en deopkomst van het nationaal-socialis-me. Maar Roths ontroerendste boek istoch echt Jo b, een roman uit 1930over Mendel Singer, een arme, vromejood uit een dorpje in tsaristisch Rus-

land, wiens lot doet denken aan datvan de Bijbelse Job. Als Mendels doch-ter Mirjam verliefd wordt op een ko-zak emigreert het gezin naar Ameri-ka, waar één van Mendels zonen alwoont. Een gehandicapte zoon blijftachter, net als de oudste zoon, die inhet tsaristische leger zit. Beiden ko-men tijdens WOI om het leven. AlsMendels dochter krankzinnig wordten zijn vrouw overlijdt, verliest hijzijn geloof in God. Maar aan het eindevan dit geweldige boek bestaat er tochnog geluk voor Mendel en laat Roth jein tranen achter.Gruwelijker, maar niet minder ont-roerend, is B ro e r s , de eveneens her-uitgegeven familieroman uit 1983 van

de Brits-Joodse schrijfster Bernice Ru-bens (1928-2004). Rubens vertelt degeschiedenis van vier generaties uitde Russisch-Joodse familie Bindel, tel-kens aan de hand van de lotgevallenvan twee broers. Ook hier word je aande hand van persoonlijke geschiede-nissen deelgenoot van de verschrik-kingen die Europa in de 19de en 20steeeuw hebben ontwricht. Rubensvoert je van de pogroms in het Odessavan de tsaren naar Hitlers concentra-tiekampen, de ‘psychiatri sche’ zie-kenhuizen van de Sovjet-Unie, de En-gelse mijnstreek en de Joodse staat Is-raël. En telkens sta je weer verbaasdover de overlevingsdrang van deb ro e r s .

De geschiedenis van Midden-Europaen de typische sfeer van de wereldvan Stefan Zweig, Franz Kafka, JosephRoth en Italo Svevo blijkt ook uit hetbeklemmende en magistrale Huwe -lijksleven van de Oostenrijks-Joodseschrijver David Vogel (1891-1944). De-ze in het Hebreeuws geschreven en in1939 voltooide roman, maakte deschrijver pas eind jaren tachtig, velejaren na zijn dood in een Duits con-centratiekamp, wereldberoemd. Hu -welijksle ven verhaalt over de schle-mielige intellectueel Rudolf Gur-dweill, die in het armoedige Wenenvan na WOI een verhouding krijgtmet een sadistische, aan lager wal ge-raakte barones. In hun destructieverelatie is het zaad van het nationaal-socialisme overal aanwezig. Hu we -lijksleven is een sensitieve roman oververnedering en ondergang, waarin jehet neurotische Wenen van Freudmet zijn Joodse zelfhaat en destructie-drang op ieder bladzijde tegenkomt.Met meer afstand wordt die wereldbeschreven in De haas met de am-berkleurige ogen, waarin de Brit Ed-mund de Waal de geschiedenis van deJoodse tak van zijn familie vertelt.Aan de hand van die Ephrussi’s eneen collectie Japanse netsuke’s, dievan generatie op generatie wordtdoorgegeven, krijg je zo een fascine-rend beeld van een schatrijke familieuit Odessa, die zich in de loop der ja-ren over de Europese hoofdstedenverspreidt. De zoons van de fortuin-makers houden zich niet meer bezigmet zaken, maar met kunst verzame-len en literatuur. Het levert intiemegeschiedenissen op, die laten zienhoe geniepig en sluipend het antise-mitisme in Europa opkwam. Een vande Ephrussi’s stond model voorProusts Joodse personage Swann.De Waals mooi geïllustreerde boekzou verplichte kost moeten zijn vooriedereen die zich interesseert voorde geschiedenis van het vooroorlog-se Europa. Juist omdat het zo goedlaat zien hoe in een redelijk stabielesamenleving van het ene momentop het andere haat jegens een min-derheid de overhand kan krijgen enhet dan te laat is om het kwaad teke re n .

Royaal genieten in Duitsland.

Reserveren: www.purschenstein.de / +49 (0)37361 - 14080

Pure verwennerij met een verblijf in het mooistekasteel in Saksen. Op het fraaie landgoed,onder Nederlandse leiding, zult u merken dateen verblijf in dit kasteelhotel wel een heelbijzondere beleving is.

Inbegrepen bij het arrangement:• 4 x overnachting incl. ontbijtbuWet• 3 x 3-gangendiner• 1 x dagtrip naar Dresden of Praag• 1 x kasteeltour

5 dagen kasteelheer/-vrouw in Saksen!

slechts

€ 329,-*

prijs per persoon, excl. toeris

tenbe

lasting

Japanse netsuke’s uit de verzameling van Edmund de Waal

FOTO ’S NEIL TURNER

Z AT E R DAG 2 AUGUSTUS& ZO N DAG 3 AUGUSTUS 2 0 14 27N RC WEEKEND

SPREKEND

Wim Daniëls (59) schreef bijna honderd

boeken, waarvan de meeste over het

Nederlands. Een taal die hij tot zijn

vijftiende nooit sprak, want hij werd

grootgebracht in het Peellands dialect.

„Ollieklonje bleek eau-de-cologne te zijn.”

Tekst Brigit Kooijman Foto Andreas Terlaak

Heeft ‘s t o e l e n’niet ookgewoon eenmeer voud?

B o e re n v u u r„Ik ben opgegroeid in Aarle-Rixtel, een Noord-Bra-bants dorp onder de rook van Helmond. Een behoor-lijk paradijsje, vond ik zelf. We waren altijd buitenaan het spelen, voetballen vooral, achter de schoolwas een groot voetbalveld. En we trokken erop uit,de natuur in. Je had korenvelden, bossen, een moe-rasgebiedje. Er woonden b o e re n in het dorp. BijSjaak Smits, zijn boerderij stond honderd meter bijons vandaan, ging ik altijd aardappelen halen. De an-dere kant uit woonden Betje en Marinus van Leeu-wen, bij wie ik eieren kocht. Frans Raijmakers kwamelke morgen voorbij met paard en kar, hij had zijnland achter ons huis. Daar maakte hij boerenvuur.Weet je wat dat is? Je armen kruiselings tot achter opje rug slaan om warm te worden. Mooie uitdrukkinghè: boerenvuur maken.”

N e d s ch ro e f„Al vroeg was me duidelijk dat wij tot de ‘gewo n em e n s e n’ behoorden. Mijn vader werkte bij schroef-boutenfabriek Nedschroef in Helmond. Hij was gal-vaniseur, dompelde bouten en moeren onder in eenzoutzuurbad. Gruwelijk zwaar en ongezond werk,maar toch had hij er geen hekel aan. Hij was er in ze-kere zin trots op. Niemand durfde in zijn hok te ko-men, vanwege de gevaarlijke giftige dampen. De fa-briekslucht die hij bij zich had verdween nooit, hoegoed hij zich ook waste. Op zijn dertigste waren zijntanden al helemaal zwart geworden van de zoutzuur-dampen, ik heb mijn vader alleen met kunstgebit ge-kend. De fabriek misbruikte mijn vader, vond ik,want hij had het zwaarste werk voor het laagste sala-ris. Om bij te verdienen bracht hij de radiogids rond,en ging hij met de groenteboer langs de deuren. Datdeed hij óók voor de gezelligheid, hij was een vrolijkeman die van buurten hield. Bij ons thuis was het dezoete inval. Iedereen viel binnen om te buurten, tekaarten of koffie te drinken. En met het sinterklaas-feest in het dorp was mijn vader sinterklaas.”

Ro m m e„Op vakantie gingen we niet, en ik kwam als kind zel-den het dorp uit. Eén keer per jaar met de stichtingHerwonnen Levenskracht – ontstaan uit de katholie-ke vakbeweging – naar de speeltuin in Elsendorp. Totmijn vijftiende sprak ik uitsluitend Peellands. Eenvaatdoek heette bij ons ’n schottelslet, paardenbloe-men waren ertschallen, eau de cologne noemden weollieklonje. Het is een taal die verdwijnt, net als alledialecten. Toen mijn moeder bij de nieuwe melkboer‘tweie flesse romme’ bestelde en vervolgens hoorde:‘Alsjeblieft, Bertha, twee flessen melk,’ was dat na-tuurlijk een teken aan de wand. Ze stapte daarna zelfook maar over op ‘melk’. Wel jammer, want rommesmaakt lekkerder. Taal is ook emotie. Aan de anderekant: dialecten bestaan bij de gratie van grenzen, endie vervagen nu eenmaal. En daar zijn we over het al-gemeen niet rouwig om. Het dialect hoort steedsminder bij deze tijd. Mijn eigen kinderen heb ik ookniet meer in het dialect opgevoed.”

Hullie„Het is een groot misverstand dat kinderen die dia-lect spreken een taalachterstand zouden hebben.Dialecten zijn veel rijker dan het Algemeen Neder-lands. Zo kent het Peellands zo’n honderd verschil-lende klanken, het Nederlands maar een goede veer-tig. Het is dus beslist niet zo dat ik een achterstandmoest inlopen toen ik halverwege de middelbareschool Algemeen Nederlands ging spreken, integen-deel: ik moest dingen prijsgeven. Zo voel ik het ten-minste. De standaardtaal is een slap aftreksel, in dezeventiende eeuw geconstrueerd uit de toenemendebehoefte aan een algemene schrijf- en spreektaal. Na-tuurlijk kon ik soms niet op een woord komen. Tij-dens een mondeling eindexamen aardrijkskunde hadik het over ‘hu l l i e ’, en hoe de leraar ook aandrong, ikhad op dat moment geen idee hoe ik dat in het Neder-lands moest zeggen. En ik vergis me ook nu nog wel-

eens, dan zeg ik tijdens een voordracht ‘k re k ’ inplaats van ‘net’ of ‘dè’ in plaats van ‘d at ’. Maar datvind ik zelf allerminst een bezwaar.”

Mammoet wet„Na de basisschool in Aarle-Rixtel ging ik naar deHenricusmulo in Helmond. De ambachtsschool ofrechtstreeks naar de Nedschroef was logischer ge-weest, maar omdat ik graag uit boeken wilde leren,mocht ik naar de mulo. De Mammoetwet uit 1968, dievoor mij precies op het juiste moment kwam, open-de vervolgens de weg naar de havo, en vandaar naarhet hbo en de universiteit. Anders was mijn levenwaarschijnlijk iets anders gelopen. Op de mulo zag ikmijn boekentas echt als een soort goudkist, thuishadden we geen boeken. Ooit donderde die boeken-tas in de Zuid-Willemsvaart toen hij van mijn bagage-drager afschoot terwijl ik op weg naar school de loop-brug overging. Dat was een drama, ook omdat er lief-desbrieven in zaten van Marie-Louise.”

Beer Burlot„Ik had een paar heel goede leraren, die geweldigkonden vertellen. Door hun verhalen ontdekte ik hoefenomenaal taal is. Later op het Carolus BorromeusCollege kreeg ik een docent Nederlands die veelvoorlas uit de boeken van Anton Koolhaas. Die verha-len wilde ik zelf ook graag lezen, dus ging ik naar debibliotheek in Helmond. Die is heel belangrijk voormij geweest, die bibliotheek. Ik denk dat er niemandis die daar méér boeken geleend heeft dan ik. Ik trokEen gat in het plafond uit de kast, sloeg het open enlas de beginzin van het verhaal ‘Ko u’: ‘A a n ge n o m e ndat alles goed is geregeld, dan ben ik de laatste tijd ta-melijk nijdig, dacht de beer Burlot.’ Ik was verplet-terd door die zin. Hij zit nog altijd in mijn geheugengegrift. Ik zag meteen: die zin klopt niet. Maar datkón blijkbaar, een verhaal beginnen met een onlogi-sche zin. In taal is alles mogelijk, concludeerde ik.”

Masker„Intussen weet ik dat de taal toch vaak tekortschiet –‘als ik liefheb is dat poëzie, als ik het opschrijf een po-ging daartoe’ heeft schrijver Wim Gijsen ooit treffendgezegd – maar het is het enige wat we hebben om teleren snappen hoe de wereld in elkaar zit. Een ge-dicht van Hans Andreus luidt: ‘Ik ben benieuwdnaar,/ maar ook bang voor,/ het meervoud van bij-voorbeeld/ stoelen.’ Wij denken dat er naast enkel-voud en meervoud niets bestaat, maar is dat wel zo?Ik ontdekte, ook door mijn dialect, dat taal een mas-kerade is. Elk woord heeft een masker op, dat je erafkunt halen. Achter wat je ziet, schuilt een heel anderewerkelijkheid. Het is nogal wat als je erachter komtdat ‘ollieklonje’ eau-de-cologne is, een Frans woord,waarmee je het hebt over een stad in Duitsland! Ik as-socieerde het altijd met ‘ollienutje s’, pinda’s.”

Nooteboom„Buiten Aarle-Rixtel bleek nog een andere, veel grote-re wereld te zijn. Niet alleen die van de taal, waardoorje kon reizen in je hoofd, maar ook een fysieke we-reld. Ik was daar een beetje bang voor, had de neigingom in mijn kleine, veilige wereld te blijven, maar mijnnieuwsgierigheid won het. Nadat ik de roman P h il i pen de anderen van Cees Nooteboom las, over een jon-gen die liftend door Europa trekt en ontdekt wat rei-zen met hem doet, ben ik in mijn eentje naar Parijsgegaan, en vanaf dat moment ben ik jarenlang eenreiziger geweest. Eén keer heb ik zelfs een jaar rond-getrokken. Steeds gedreven door de vraag of ‘s to e l e n’

misschien ook nog een meervoud heeft, of dat we hetmoeten doen met wat we om ons heen zien. Niet datik het antwoord intussen weet, maar het is al mooi ge-noeg dat de taal mij heeft aangezet tot die zoektocht.”

Onlangs verscheen van Wim Daniëls S p i j ke r b a l se m ,

een bundel columns die hij schreef voor het radiopro-

gramma Spijkers met Koppen. Uitgeverij Thomas Rap,

€ 12,50

Top Related