Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaar-verslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inhol-land 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaar-verslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inhol-land 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaar-verslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inhol-land 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaar-verslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inhol-land 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaar-verslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inhol-land 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaar-verslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inhol-land 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaar-verslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012-2010 Jaarverslag Inholland 2012-2010 Jaarverslag Inholland 2012-2010aarverslag Inholland 2010 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inhol-land 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaar-verslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag
Jaarverslag 2012
3
Voor u ligt het jaarverslag 2012 van Hogeschool Inholland. Het jaarverslag beschrijft de belangrijkste
activiteiten, de behaalde resultaten en ontwikkelingen en gaat uitgebreid in op de implementatie van
het eind 2011 vastgestelde Strategisch Programma en de hiermee samenhangende ombuiging van de
organisatie. Met het jaarverslag 2012 legt Hogeschool Inholland verantwoording af over het verslagjaar.
Voor Hogeschool Inholland is 2012 een jaar van opbouw. Een jaar waarin een nieuwe Raad van Toezicht
en nieuwe leden van het College van Bestuur zijn geïnstalleerd en waarin de in 2011 in gang gezette
ontwikkelingen vorm krijgen. Inholland maakt dit jaar de keuze voor profilering op waarde(n)vol onderwijs.
Het eind 2011 vastgestelde Strategisch Programma wordt geïmplementeerd en de in september 2011
afgekondigde reorganisatie krijgt zijn beslag: er wordt afscheid genomen van meer dan 500 collega’s.
2012 is ook het jaar waarin de vier in 2011 onder vuur liggende opleidingen (BE, CE, VTM en MEM)
worden beoordeeld door de NVAO. BE en VTM worden geaccrediteerd en CE en MEM krijgen een
herstelperiode om het niveau van het eindwerk op peil te brengen. Voorjaar 2012 start ook het traject
‘portfoliorationalisatie’: een samenhangend pakket maatregelen om invulling te geven aan zowel het Stra-
tegisch Programma als aan de bedrijfseconomische noodzaak om het portfolio financieel robuuster
te maken. En tot slot wordt alles op alles gezet om de in 2011 sterk afgenomen instroom weer op peil
te brengen.
Als College van Bestuur zijn wij ons er zeer van bewust dat in het afgelopen jaar veel van alle medewer-
kers is gevraagd. Na een uiterst bewogen periode kan de balans opgemaakt worden en kan gecon-
cludeerd worden dat er een nieuw fundament onder de hogeschool is gelegd. Het is in dit kader zeer
bemoedigend dat de instroom van studenten zich herstelt. Maar ook nu nog ligt de hogeschool onder
het vergrootglas van politiek en pers. Aanpassing van het portfolio past bij onze strategische keuzes en is
noodzakelijk voor het vormgeven van een ander Inholland. Daarbij zijn nieuwe maatregelen onvermijdelijk
en deze zullen in alle lagen van de organisatie worden gevoeld. Wij zijn er echter van overtuigd dat we
op de goede weg zijn en dat we hiermee de basis leggen voor een ander Inholland. Zowel de NVAO als
de staatsecretaris spraken in de zomer openlijk hun vertrouwen in de hogeschool uit en de instroom-
cijfers laten zien dat ook de studenten geloven in het andere Inholland. Maar komend jaar staan we als
organisatie voor de enorme uitdaging om gedurende deze veranderingen de kwaliteit van ons onderwijs
en onderzoek te verbeteren. Wij hebben er alle vertrouwen in dat we er met elkaar in zullen slagen deze
ambities te realiseren.
Namens het College van Bestuur,
Doekle Terpstra
Voorwoord
4 Jaarverslag Inholland 2012
5
Inhoudsopgave Jaarverslag 2012
Voorwoord 3
1 Bestuurlijke verantwoording 7 1.1 Strategisch Programma en prestatieafspraken 7
1.2 Het andere Inholland 8
1.3 Samenwerking 8
1.4 Reorganisatie 8
1.5 Accreditatie van de opleidingen Bedrijfseconomie (BE), 9
Vrijetijdsmanagement (VTM), Media en Entertainmentmanagement
(MEM) en Commerciële Economie (CE)
1.6 Instroom 9
1.7 Suriname 9
1.8 Onderwijs en Onderzoek 10
1.9 Portfoliorationalisatie 10
1.9.1 BBA 10
1.9.2 Inholland International College 11
2 Raad van Toezicht 12
3 Corporate Governance 14 3.1 Statuten 15
3.2 Bestuursreglement 15
3.3 Huishoudelijk reglement Raad van Toezicht 15
3.4 Integriteit 15
3.5 Veiligheid 15
3.6 Bestuur en Toezicht 16
3.6.1 College van Bestuur 16
3.6.2 Raad van Toezicht 17
3.6.3 Directeuren 18
3.6.4 Medezeggenschap 18
3.6.5 Control 18
3.6.6 Overlegstructuur 19
3.7 Communicatie naar de stakeholders 19
3.8 Marktactiviteiten 19
3.9 Klachtafhandeling 20
4 Onderwijs en Onderzoek 21 4.1 Onderwijs 21
4.1.1 Verbinding als Opdracht en Ruimte voor Presteren 21
4.1.2 Prestatieafspraken: Presteren in verbinding 22
4.1.3 Portfolio 22
4.1.4 Sirius programma 23
4.1.5 Accreditatie 23
4.2. Studentgegevens 24
4.2.1 Instroom 2012 nader bekeken 24
4.2.2 Ontwikkeling instroom 2012 24
4.2.3 Kengetallen studiesucces 25
4.3 Analyse profiel Inhollandstudent met een mbo-vooropleiding 31
4.4 Onderzoek 33
6 Jaarverslag Inholland 2012
5 Internationalisering 38
6 2012 – een jaar van opbouw 39
7 Feiten en cijfers 50 7.1 Financiële cijfers 50
8 Personeel en organisatie 53
9 Studentenaantallen 57
7
Voor Hogeschool Inholland is 2012 een jaar van opbouw. Een jaar waarin na het roerige 2010 en 2011
een voltallige nieuwe Raad van Toezicht is geïnstalleerd en waarin het interim-College van Bestuur plaats
maakt voor een College van Bestuur dat voor een aantal jaren benoemd wordt. Een jaar ook waarin de
in 2011 in gang gezette ontwikkelingen vorm moeten krijgen en waarin Inholland de keuze maakt voor
profilering op waarde(n)vol onderwijs. Het eind 2011 vastgestelde Strategisch Programma wordt vertaald
in ambities ten aanzien van de onderwijsprestaties en het profiel van de toekomst. De in september 2011
afgekondigde reorganisatie krijgt zijn beslag en dat betekent een afscheid van een groot aantal collega’s.
2012 is ook het jaar waarin de vier in 2011 onder vuur liggende opleidingen (BE, CE, VTM en MEM)
worden beoordeeld. Voorjaar 2012 start eveneens het traject ‘portfoliorationalisatie’: een samenhangend
pakket maatregelen om invulling te geven aan zowel het Strategisch Programma als aan de bedrijfs-
economische noodzaak om het portfolio financieel robuuster te maken. Tot slot is 2012 het jaar waarin
alles op alles wordt gezet om de in 2011 sterk gedaalde instroom weer op peil te brengen.
Inholland is van nature een open hogeschool met oog voor elkaar en voor elkaars waarden. Studenten zijn
divers in achtergrond, vooropleiding en in hun doelen voor de toekomst. Inholland staat open voor iedere
aankomende student die de capaciteit en de ambitie heeft binnen nominale duur zijn studie af te ronden.
Studenten krijgen het onderwijs dat bij hen past. Er is structuur mogelijk voor wie daar behoefte aan heeft
en ruimte voor extra uitdagingen voor wie dat zoekt, bijvoorbeeld in een internationale context. Ongeacht
de verscheidenheid van onze studentenpopulatie hebben studenten hun ambities gemeen: heldere en
hoogwaardige ambities ten aanzien van hun opleiding bij Inholland en hun persoonlijke ontwikkeling.
Inholland kiest voor een scherp onderwijs- en onderzoeksprofiel. Onderwijs en onderzoek staan centraal:
meer docenten per student, professionalisering van docenten en uitstekende ondersteuning. Uitgangs-
punt is een structureel kleinere hogeschool: kwaliteit gaat voor kwantiteit. De organisatie komt in dienst
van het onderwijs en dat betekent een totale ommekeer.
1.1 Strategisch Programma en prestatieafspraken
In het Strategisch Programma wordt de nieuwe koers helder uiteengezet: anders dan voorheen wordt
samenwerking en verbinding gezocht. Dat wordt het andere Inholland: een netwerkhogeschool die een
betrouwbare partner is in een snel veranderende omgeving. Deze lijn sluit naadloos aan bij het beleid
van het ministerie van OC&W. Staatssecretaris Zijlstra wil in 2012 in het kader van een hoofdlijnen akkoord
prestatieafspraken sluiten met hogescholen. Op 5 mei stuurt Inholland het document ‘Presteren in
Verbinding’ naar de Reviewcommissie Hoger Onderwijs en Onderzoek. Deze commissie beoordeelt de
door Inholland ingediende prestatieafspraken in september als ‘zeer goed’ en op 1 november worden
de afspraken getekend door de staatssecretaris van Onderwijs.
Met de prestatieafspraken geeft Inholland vorm aan haar toekomst door zich op een aantal hoofdthema’s
te profileren. Speerpunten zijn met name de creatieve economie, de gezonde samenleving en een duur-
zame techniek en groen. Om tot goed onderwijs te komen, zal het onderwijs waar mogelijk versterkt
worden door samenwerking. Afbouw wordt niet uitgesloten als het kwaliteitsperspectief op termijn
niet gevonden kan worden. Inholland neemt afscheid van het idee van versterken door concurreren.
‘Samenwerken is het nieuwe concurreren’ wordt het devies. De prestatieafspraken worden nader vormge-
geven in onder meer de jaarplannen van de domeinen en door interne monitoring van de uitvoering van
de prestatieafspraak. Alle opleidingen doen daaraan mee. Daar waar de hogeschool ook nadrukkelijk de
verbinding met externe partners centraal stelt, zal ook in dat traject sprake zijn van veelvuldige interactie
met de externe partners.
1 Bestuurlijke verantwoording
8 Jaarverslag Inholland 2012
1.2 Het andere Inholland
Op 4 september vindt de jaaropening plaats en worden de contouren van het andere Inholland helder
geschetst: een Inholland dat door een diep dal is gegaan en geleerd heeft van de lessen uit het verleden.
Het startsein wordt gegeven voor ‘de weg van waarde(n)vol Inholland’. De keuze voor profilering op
waarde(n)vol onderwijs biedt kansen om recht te doen aan de bestaande diversiteit in de hogeschool-
gemeenschap. Het andere Inholland is niet alleen een hogeschool die professionals opleidt; de complexe
samenleving vraagt meer dan louter vaklieden. Professionals moeten in toenemende mate overweg
kunnen met reflectie en zingevingsvraagstukken en worden geacht te kunnen denken in termen van
oorzaak en gevolg. Het zijn begrippen die meer en meer aan de orde komen in een maatschappij die
zich volop en fundamenteel aan het heroriënteren is. Inholland wil daar als een door ‘waarden’ gedreven
hogeschool met waarde(n)vol onderwijs een bijdrage aan leveren. Of het nu gaat om betere afspraken,
je thuis voelen, een actievere houding van studenten of een persoonlijke aanpak: iedereen hier heeft zijn
eigen verhaal, zijn eigen waarden waarvoor ruimte is bij Inholland.
Tijdens de jaaropening wordt ‘Wij-Inholland’ succesvol geïntroduceerd: een initiatief ter stimulering van
de ambitie waarde(n)vol onderwijs. Jaarlijks kunnen maximaal vijf multidisciplinaire projecten in aanmer-
king komen; aanvragen worden beoordeeld op ondernemingszin, creativiteit en samenwerking met de
regio.
1.3 Samenwerking
Het streven tot samenwerken zoals verwoord in het Strategisch Programma resulteert in 2012 in het
aangaan van een aantal concrete samenwerkingsovereenkomsten.
Op 25 januari wordt een intentieverklaring getekend met de regio Noord-Holland Noord: gemeenten en
bedrijven in de regio Noord-Holland Noord slaan de handen ineen om onderwijs en arbeidsmarkt in de
regio nog intensiever met elkaar te verbinden. Hogeschool Inholland (Alkmaar) speelt daar als de belang-
rijkste hogeschool van de regio een grote rol in.
Met de VU wordt op 8 juni jl. een convenant getekend waarin de intentie tot samenwerking wordt afge-
sproken. Dit convenant markeert een stap in een proces dat enkele jaren geleden is gestart en dat te
zijner tijd moet uitmonden in een convenant over huisvesting en samenwerking.
Op 25 juni tekenen de drie Colleges van Bestuur van Inholland, iPabo en Windesheim een intentiever-
klaring om te gaan samenwerken in een zogenaamde Educatieve Alliantie. Binnen deze alliantie willen
zij de kwaliteit van het onderwijs gezamenlijk versterken. Centraal staat het gezamenlijk ontwikkelen van
onderwijs, mét het werkveld. De lerarenopleidingen en daarmee samenhangend onderzoek en dienst-
verlening zullen worden versterkt door bundeling van expertise en door samen met het scholenveld het
onderwijs verder te ontwikkelen waarbij nauw zal worden samengewerkt met de VU.
1.4 Reorganisatie
Hogeschool Inholland gaat in 2012 niet alleen herprofileren maar ook reorganiseren. Een reorganisatie is
nodig om een kwaliteitsslag te maken binnen de hogeschool. Bovendien zijn er de komende jaren door
de afgenomen instroom aanzienlijk minder financiële middelen beschikbaar en wordt Inholland net als
alle hogescholen getroffen door overheidsbezuinigingen. Dit alles vraagt om een forse kostenreductie.
De reorganisatie moet het aantal voltijds arbeidsplaatsen per 1 januari 2013 met 470 verminderen.
Op 15 september 2011 wordt de reorganisatie formeel afgekondigd. Op 1 februari 2012 worden de
formatieplannen betreffende het Onderwijs Ondersteunend Personeel (OOP) voorgelegd aan de deel-
raden van de medezeggenschap en op 23 maart wordt het Inhollandbrede formatieplan Onderwijs
Personeel (OP) de hogeschoolmedezeggenschapsraad (HMR) aangeboden.
De nieuwe inrichting is erop gericht om docenten en docententeams in positie te brengen. De kwaliteit
van onderwijs en onderzoek (het primaire proces) is een resultante van de kwaliteit van onderwijs-
gevenden en hun teams. De uitdaging is om de organisatie zodanig in te richten dat het primaire proces
9
met beduidend minder medewerkers optimaal wordt gefaciliteerd en ondersteund. In het nieuwe
Inhollandmodel resulteert dit uitgangspunt in de keus voor een indeling in drie hoofdprocessen:
primair, secundair en tertiair.
Primair proces: alle werkzaamheden die nodig en noodzakelijk zijn voor het realiseren van de beoogde
kwaliteit van het onderwijs en onderzoek en van de contractactiviteiten;
Secundair proces: gestandaardiseerde en geconcentreerde vormen van directe ondersteuning aan
onderwijs, onderzoek en organisatieonderdelen;
Tertiair proces: gericht op het functioneren van de instelling als geheel, het bewaken van de eenheid
van beleid, het afleggen van verantwoording naar de buitenwereld over de instelling als geheel en het
vervullen van de expertfunctie.
Conform planning krijgen alle ondersteunende medewerkers (OOP) voor 1 juli een brief waarin wordt
aangegeven of ze een plaats in de nieuwe organisatie krijgen. Er wordt een mobiliteitscentrum ingericht
ter begeleiding van diegenen die niet geplaatst worden. Doel is om met behulp van training en opleiding
medewerkers zoveel mogelijk van werk naar werk te begeleiden.
Het College van Bestuur benoemt vervolgens begin juli de stafhoofden voor de stafafdelingen Facilitaire
Zaken en Huisvesting, Informatievoorziening, Financiën en Business Control, Bestuurszaken en de nieuw
te vormen stafafdeling Onderwijsbeleid bestaande uit de voormalige diensten Onderwijs en Onderzoek
(O&O), Internationale Zaken (IZ) en Onderwijsaudit. Per 1 november wordt het hoofd HRM benoemd.
De aansturing van de stafafdeling Communicatie zal per 1 januari 2013 wijzigen; de aansturing van ICT
blijft ongewijzigd.
1.5 Accreditatie van de opleidingen Bedrijfseconomie (BE), Vrijetijdsmanagement (VTM), Media en
Entertainmentmanagement (MEM) en Commerciële Economie (CE)
Begin juli worden de langverwachte uitkomsten van het door de NVAO uitgevoerde onderzoek naar het al
dan niet intrekken van de accreditatie van de opleidingen Bedrijfseconomie (BE), Vrijetijdsmanagement
(VTM), Media en Entertainmentmanagement (MEM) en Commerciële Economie (CE) bekend. Dit onder-
zoek is uitgevoerd op basis van een beoordeling van de opleidingen aan de hand van het accreditatie-
kader. De NVAO bevestigt in haar rapportage aan de staatssecretaris dat Inholland essentiële kwaliteits-
sprongen heeft gemaakt. De opleidingen BE en VTM voldoen nu op grond van de 16 door de NVAO
gehanteerde standaarden aan de accreditatie-eisen. Voor MEM en CE geldt dat zij voldoende scoren op
15 van de 16 standaarden. Voor standaard 16 (‘toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties’) adviseert
de NVAO de staatsecretaris beide opleidingen een verbeterperiode van een jaar te verlenen ten aanzien
van de borging van het onderdeel afstuderen. Benadrukt wordt overigens dat de opleidingen wel
beschikken over een adequaat systeem van toetsing, maar nog niet in voldoende mate kunnen aantonen
dat gewaarborgd wordt dat afgestudeerden de beoogde eindkwalificaties hebben gerealiseerd.
De staatssecretaris neemt dit advies van de NVAO over.
1.6 Instroom
Voorjaar 2012 wordt een Taskforce Instroom gestart. De Taskforce zet alles op alles om de in 2011 inge-
zette tendens te keren. Domeinen worden intensief ondersteund bij de voorbereiding en uitvoering van
wervingsactiviteiten en er wordt succesvol geëxperimenteerd met nieuwe activiteiten die beter aansluiten
bij de verwachtingen van de huidige student. Een voorbeeld is ‘speeddating studiekeuze’, waarbij de
potentiële student in korte tijd kan kennismaken met een aantal studierichtingen. Voor de ouders komen
er speciale voorlichtingsavonden en op bestuurlijk niveau worden contacten met het mbo geïntensiveerd.
Deze inspanningen resulteren in een toename van de instroom van 3,5% ten opzichte van de instroom in
2011 per 1 oktober.
1.7 Suriname
Op 1 oktober wordt een overeenkomst getekend tussen Inholland Select Studies (ISS) en de Mr. F.H.R. Lim
A Po Stichting (FHR) inzake de overdracht van de zeggenschap in en beheer van Stichting Hoger Beroeps-
onderwijs Suriname (SHBOS). Van belang bij deze overeenkomst is dat Inholland het dossier Suriname
10 Jaarverslag Inholland 2012
afwikkelt op een wijze waarop er geen kwetsbaarheid ontstaat op het gebied van onderwijswetgeving en
borging van de kwaliteit van het geboden onderwijs.
1.8 Onderwijs en Onderzoek
Het andere Inholland komt ook tot uiting in een herstructurering van het onderwijsmodel. In de nieuwe
onderwijsvisie wordt afscheid genomen van de minorstructuur. De minors worden afgebouwd en in plaats
daarvan komt er een steviger bachelorstructuur. De variëteit en diversiteit voor de student wordt door
middel van afstudeerrichtingen georganiseerd. Tegelijkertijd staat de rol van de docent als vakbekwame
professional centraal. In nieuw te vormen onderwijsteams nemen docenten binnen de teams zelf de
leiding op de vormgeving en de inrichting van het onderwijs binnen de afgesproken kaders en wettelijke
regelingen. Docenten krijgen dus meer professionele ruimte met als uitgangspunt dat verantwoordelijk-
heid genomen wordt en tegelijkertijd verantwoording wordt afgelegd over gemaakte keuzes.
Daarnaast wordt een stevige onderzoeksagenda gekoppeld aan de prestatieafspraken. Veel aandacht
voor praktijkgericht onderzoek zorgt niet alleen voor een kwalitatieve versterking van het onderwijs, maar
legt ook een belangrijke verbinding met de omgeving en het werkveld. Praktijkgericht onderzoek helpt
bij het realiseren van de maatschappelijke opdracht om betekenisvol te werken aan vraagstukken waar de
samenleving mee worstelt.
Om beter vorm te kunnen geven aan de nieuwe visie op onderwijs wordt in het kader van de reorganisatie
besloten de afdelingen Onderwijs &Onderzoek, Internationale Zaken en Audit samen te voegen tot één
stafafdeling Onderwijsbeleid.
1.9 Portfoliorationalisatie
Conform het Strategisch Programma en de met het ministerie van OCW gemaakte prestatieafspraken is
het noodzakelijk het opleidingenportfolio inhoudelijk robuust en financieel toekomstbestendig te maken.
Voorop staat dat studenten de best mogelijke, gedegen (kennis)basis geboden wordt om hen voor te
bereiden op hun professionele toekomst. Daarnaast speelt de nadrukkelijke wens vanuit het werkveld
om overzicht en helderheid te creëren in het opleidingenportfolio. Dit kan gerealiseerd worden met het
aanbrengen van focus en massa in het opleidingsaanbod. Een aantal opleidingen en opleidingsvarianten
wordt geherstructureerd of afgebouwd en een aantal opleidingen wordt samengevoegd tot degelijke,
voor het (regionale) werkveld herkenbare bredere opleidingen. Voorbeelden zijn de te vormen brede
bachelor Business Management (BBA) en het Inholland International College.
Daarnaast is er de absolute noodzaak om Inholland financieel solide te houden. De financiële gevolgen
van de in studiejaar 2011-2012 sterk verminderde instroom zullen adequaat opgevangen moeten worden.
Het sluiten van de desbetreffende opleidingen heeft geen effect voor zittende studenten. Wel zullen er
gevolgen zijn voor de omvang van de personele formatie van de domeinen / opleidingen die het
betreft. In de periode 2013-2017 zal dan ook een reductie plaatsvinden van een aantal arbeidsplaatsen.
Het College van Bestuur neemt op 29 november een voorgenomen besluit over de start van het traject
portfoliorationalisatie.
In 2012 worden in het kader van de portfoliorationalisatie twee principebesluiten genomen om bestaande
onderwijsvormen om te buigen naar een op moderner leest geschoeide variant: de introductie van de
BBA en het Inholland International College.
1.9.1 BBA
Om het brede aanbod van economische opleidingen meer te structureren wordt besloten om 6 oplei-
dingen binnen het economisch domein te clusteren tot een BBA met daaraan gekoppeld een aantal
afstudeerrichtingen. Daarmee wordt een moderne 21e eeuwse variant op de heao neergezet.
Deze ontwikkeling sluit goed aan bij de wensen van het ministerie van OC&W en biedt studenten een
aantrekkelijke optie om de BBA-graad te verwerven. Tevens wordt met deze keuze tegemoet gekomen
aan de dringende wensen vanuit het werkveld om overzicht en helderheid te creëren in het onderwijs-
aanbod.
11
1.9.2 Inholland International College
Inholland heeft een relatief groot aantal internationale studenten en kent 7 internationale (Engelstalige)
opleidingen of opleidingsvarianten verspreid over 2 domeinen: International Business and Management
Studies (IBMS), Marketing Management (MM), International Communication Management (ICM),
International Media and Entertainment Management (IMEM), Leisure Management (LM) en Tourism and
Recreation Management (TRM). In het nieuw te vormen Inholland International College worden bestaande
internationale opleidingen aaneen gesmeed tot een sterkere bacheloropleiding. Hiermee kan een belang-
rijke bijdrage geboden worden aan een daadwerkelijk internationale leeromgeving, zowel in curriculaire,
als in facilitaire zin. Ook het positioneren van de opleiding als brede bachelor, met een aantal afstudeer-
richtingen sluit goed aan bij de voorstellen van de Brede Bachelor Business Administration (BBA) zoals
hierboven beschreven.
12 Jaarverslag Inholland 2012
De Raad van Toezicht is in 2012 nauw betrokken geweest bij de stappen die het College van Bestuur in
de richting van een ander Inholland zet: de ontwikkeling van de instroomcijfers, de stand van zaken rond
de vier (en vanaf de zomer twee) onder curatele gestelde opleidingen, de reorganisatie, de overeenkomst
met Inholland Suriname en het hoofdlijnenakkoord en de hieruit voortvloeiende prestatieafspraken zijn
regelmatig terugkerende gespreksonderwerpen. De Raad van Toezicht is vanaf het voorjaar nauw aange-
sloten op het traject ‘portfoliorationalisatie’ en geeft eind november groen licht voor het starten van het
traject. Met dit samenhangend pakket maatregelen wordt invulling gegeven aan zowel het Strategisch
Programma als aan de bedrijfseconomische noodzaak om de portefeuille van opleidingen financieel
robuuster te maken.
De Raad van Toezicht heeft veel aandacht voor de verbetering van de kwaliteit van onderwijs en onder-
zoek en volgt de uitwerking van het eind 2011 vastgestelde Strategisch Programma nauwgezet. De Raad
van Toezicht keurt de jaarrekening 2011 en de begrotingen 2011-2012 en 2012–2013 goed en stelt het
huishoudelijk reglement van de Raad van Toezicht alsmede het rooster van aftreden van de Raad van
Toezicht vast. Uitgangspunt van dit rooster is dat na de benoeming tweemaal kan worden herbenoemd.
Hiermee wordt de continuïteit van de Raad van Toezicht op de langere termijn geborgd.
De Raad van Toezicht vergadert regelmatig op de verschillende vestigingen en laat zich ter plekke door
de betreffende vestigingsdirecteur bijpraten en rondleiden. Op die manier krijgt de Raad van Toezicht een
beter beeld van de hogeschool in brede zin. Eind 2012 wordt op verzoek van de Raad van Toezicht een
zelfevaluatie van het functioneren van de Raad van Toezicht gestart. Doel is het functioneren van de Raad
van Toezicht in haar eerste jaar onder de loep te nemen.
In december 2011 benoemt de Raad van Toezicht dr. M.J.W.T. Nollen als lid van het College van Bestuur.
Hij volgt per 1 maart mr. H.J. Rutten op. Per 1 april 2012 benoemt de Raad van Toezicht vervolgens
drs. H. de Deugd als lid van het College van Bestuur. In april wordt D. Terpstra tot medio 2014 herbe-
noemd tot voorzitter van het College van Bestuur omdat de Raad van Toezicht een voltallige bestuurs-
wisseling ongewenst acht in een fase die vraagt om bestuurlijke stabiliteit en continuïteit.
De Raad van Toezicht komt in 2012 zes keer bijeen in een reguliere vergadering. De onderwijscommissie
vergadert twee keer; de auditcommissie drie keer en de remuneratiecommissie komt tweemaal bijeen:
de commissie bespreekt met het voltallige College van Bestuur de prestatieafspraken voor 2013 en met
elk collegelid wordt een bilateraal gesprek gehouden. En ten slotte heeft de Raad van Toezicht tweemaal
overleg gevoerd met de Hogeschool Medezeggenschapsraad (HMR).
Samenstelling van de Raad van Toezicht per 31 december 2012
H.W. Breukink (voorzitter)
Functie: commissaris ING Group, Haagwonen, Nieuwe Steen Investments, Brink Groep, voorzitter Raad
van Commissarissen Heembouw Holding B.V., voorzitter Raad van Toezicht Omring
Benoeming: 1 juli 2011 tot en met 1 juli 2015
M.F. Andriessen
Functies:
— Interimbestuurder en adviseur
Nevenfuncties:
— Instellingsauditor NVAO en FIBAA
— Voorzitter bestuur NVVE
— Voorzitter Raad van Toezicht Blijfgroep
— Voorzitter bestuur CEC
2 Raad van Toezicht
13
— Voorzitter bezwaarcommissie NALL
— Lid Raad van Toezicht Adviesraad VOvA
— Lid Bestuur Klein Pompei
Benoeming: 1 december 2011 tot en met 1 december 2015
L.E.C. van der Sluis
Functie:
— Hoogleraar Strategisch Talent Management, Nyenrode Business Universiteit
Nevenfuncties:
— Lid Raad van Toezicht ROC Leiden
— Buitengewoon hoogleraar North-West University, Vanderbijlpark, Zuid-Africa
— Vakgroepvoorzitter Leadership & Management Development, Nyenrode Business Universiteit
— Lid Jury Logistiek Manager van het Jaar
Benoeming: 1 december 2011 tot en met 1 december 2015
K. van der Steenhoven
Functie:
— Waarnemend SG van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Nevenfuncties:
— Voorzitter Raad van Toezicht Het Nieuwe Instituut te Rotterdam
— Lid Raad van Toezicht CVO te Rotterdam
Benoeming: 1 december 2011 tot en met 1 december 2015
H.J. Rutten
Functie:
— Interim lid College van Bestuur Hogeschool Inholland (tot 1 maart 2012)
— Lid College van Bestuur ROC Midden Nederland (vanaf 1 april 2012)
Nevenfuncties:
— Voorzitter RvC Parnassia Groep ( GGZ Randstad)
— Voorzitter RvC SPF Beheer ( uitvoering Spoorweg Pensioenfonds e.a.)
— Voorzitter Stichting Studielink ( student inschrijving hoger onderwijs)
Benoeming: 1 april 2012 tot en met 1 april 2016
Samenstelling Onderwijscommissie
M.F. Andriessen (voorzitter)
L.E.C. van der Sluis
Samenstelling Auditcommissie
K. van der Steenhoven (voorzitter)
H.J. Rutten
Samenstelling Remuneratiecommissie
H.W. Breukink (voorzitter)
L.E.C. van der Sluis
14 Jaarverslag Inholland 2012
Hogeschool Inholland telt in het verslagjaar bijna 30.000 studenten. Verspreid over Noord- en
Zuid-Holland worden op 10 locaties 72 bacheloropleidingen aangeboden op alle vakgebieden.
Daarnaast heeft Inholland 9 Associate-degreeprogramma’s, 5 masteropleidingen en 2 universitaire
pabo’s (Academische Lerarenopleiding Basisonderwijs). De opleidingen die Inholland in Suriname
aanbiedt, worden de komende jaren afgebouwd.
Basisstructuur Hogeschool Inholland
Hogeschool Inholland sluit aan bij de Branchecode Governance Hogescholen, die vanaf februari 2006 van
kracht is voor alle hogescholen in Nederland. In naleving van de branchecode Governance hechten het
College van Bestuur en de Raad van Toezicht veel belang aan het verstrekken van inzicht in de bestuurs-
structuur en naleving van de code. Hogeschool Inholland voldoet volledig aan de branchecode zoals blijkt
uit een onderzoek (d.d. medio april) van een onafhankelijke commissie die op verzoek van de HBO-raad
onderzocht of hogescholen aan de verplichtingen voldoen.
3 Corporate Governance
Inholland Service Organisatie
Werving Instroom en Relatie- management
Domein Management, Finance en Recht
Domein Communicatie, Media en Muziek
Domein Gezondheid, Sport en Welzijn
Domein Onderwijs, Leren en Levens beschouwing
Domein Techniek, Ontwerpen en Informatica
Domein Argriculture
Domein Marketing, Toerisme en Vrijetijds-management
Stafafdelingen– Bestuurszaken– Bestuurlijke informatievoorziening– Communicatie– Facilitaire Zaken + huisvesting– Finance, Business Control en CSA– Human Resource Management– Onderwijsbeleid– ICT
Rotterdam, Dordrecht & Delft
Den Haag
Amsterdam/Diemen
Haarlem
Alkmaar
College van Bestuur
15
3.1 Statuten
Hogeschool Inholland is de naam voor de Stichting Hoger Onderwijs Nederland. In de statuten legt
Inholland de grondregels en bepalingen van deze stichting vast. Zo beschrijft ze haar doelstellingen en
grondslag, maar ook de verantwoordelijkheden en taken van het College van Bestuur en de Raad van
Toezicht.
3.2 Bestuursreglement
Hogeschool Inholland legt in haar bestuursreglement de regels vast over de besturing van Hogeschool
Inholland. Het reglement bevat bepalingen over benoemingen, schorsing en ontslag. Tevens omschrijft
dit reglement de taken en bevoegdheden van het College van Bestuur, directeuren en afdelingshoofden.
3.3 Huishoudelijk reglement Raad van Toezicht
Op het College van Bestuur van Hogeschool Inholland wordt toegezien door de Raad van Toezicht.
In het Huishoudelijk Reglement is vastgelegd hoe de Raad van Toezicht dit doet. Het reglement bevat
bepalingen over de taken en bevoegdheden alsmede over de samenstelling van de raad. Informatie
over de leden van de Raad van Toezicht is te vinden onder het kopje Raad van Toezicht.
3.4 Integriteit
Het College van Bestuur heeft in 2012 de integriteitscode vastgesteld. Hogeschool Inholland wil met
deze Integriteitscode aangeven welke rol het begrip integriteit binnen de hogeschool speelt. Deze code
bevat geen geboden of verboden, maar biedt een handvat waarin wordt aangegeven wat wordt verstaan
onder integriteit. In de geest van de code kunnen besluiten over integriteitsdilemma’s genomen worden.
Iedereen – bestuur, management, medewerkers, studenten en toezichthouders – is aanspreekbaar op na-
leving. De integriteitscode vormt de basis van Hogeschool Inholland en komt tot uiting in het handelen en
gedrag van de organisatie, medewerkers en studenten. De integriteitscode wordt geconcretiseerd in een
aantal regelingen en reglementen van Hogeschool Inholland waaronder:
— Klokkenluidersregeling
— Regeling vertrouwenspersonen
— Reglement Hoor- en adviescommissie personeel Inholland
— Klachtenregeling studenten (Studiegids art. 45 en 46)
— Regeling studeren met een handicap of functiebeperking
— Reglement Bruikleen apparatuur
— Declaratiereglement
— Treasurystatuut
Daarnaast is externe regelgeving van toepassing, waaronder:
— Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek
— Branchecode Governance van de HBO-raad
— Cao HBO
3.5 Veiligheid
De missie van Inholland op veiligheidsgebied kan als volgt worden samengevat: “Inholland streeft naar
een studie en werkklimaat waarin onze studenten en medewerkers veilig zijn en zich veilig voelen in
positieve verbintenis met de hogeschool, als belangrijke voorwaarde voor een zo optimaal mogelijk
studie- en werkklimaat.”
Nadrukkelijk wil Inholland er voor zorgen dat haar studenten en medewerkers niet alleen veilig zijn,
maar zich ook veilig weten en voelen. Om dat optimaal te kunnen doen, wil Inholland dicht bij de student,
medewerker, markt en maatschappij staan en gericht en actief inspelen op ontwikkelingen in de samen-
leving en de organisatie die van invloed zijn op de risico’s van de organisatie, medewerkers en/of
studenten. Inholland conformeert zich daarbij aan geldende wet- en regelgeving in relatie tot arbeids-
omstandigheden en andere voor de veiligheid relevante wet- en regelgeving.
16 Jaarverslag Inholland 2012
Het begrip veiligheid heeft in deze context meerdere betekenissen. Veiligheid in de zin van geborgenheid
als ook veiligheid in de zin van afwezigheid van risico’s op criminaliteit, ongevallen of rampen. In 2013 zal
een integraal veiligheidsbeleidsplan worden vastgesteld, waarna met domeindirecteuren en stafhoofden
zal worden uitgewerkt hoe implementatie vorm krijgt. De primaire verantwoordelijkheid voor veiligheid
ligt niet bij een paar specialisten, maar bij de leidinggevenden en uitvoerenden van het normale primaire
proces. Onder regie van de Inhollandbrede Regiegroep Veiligheid wordt systematisch gemonitord hoe
het – Inhollandbreed en op verschillende deelgebieden - met de veiligheid gesteld is, worden zo nodig
verdiepende analyses uitgevoerd en worden flankerende of ondersteunende activiteiten uitgevoerd.
Inholland hanteert een groeimodel om het veiligheidsbeleid verder te verbeteren, aan te scherpen en
actueel te houden. Daarbij worden periodiek deelterreinen geselecteerd waaraan een tijdlang extra
aandacht wordt besteed om het beleid op dat deelterrein op een hoger plan te brengen.
3.6 Bestuur en Toezicht
3.6.1 College van Bestuur
Het College van Bestuur is het centrale bestuursorgaan van Hogeschool Inholland. De leden worden voor
bepaalde tijd benoemd door de Raad van Toezicht. Het College van Bestuur legt verantwoording af aan
de Raad van Toezicht. In de statuten van de Stichting Hoger Onderwijs Nederland en het huishoudelijk
reglement van de Raad van Toezicht is vastgelegd voor welke besluiten goedkeuring nodig is van de Raad
van Toezicht.
Samenstelling 2012
D. Terpstra (voorzitter)
Mw. Dr. B. E. van Vucht Tijssen (tot 1 april 2012)
Mr. H.J. Rutten (tot 1 maart 2012)
Dr. M.J.W.T. Nollen (vanaf 1 maart 2012)
Drs. H. de Deugd (vanaf 1 april 2012)
3.6.1.1 Takenpakket
Het College van Bestuur heeft een breed takenpakket, waaronder: het vaststellen van de strategie, missie
en doelstellingen, het bewaken van de kwaliteit van het onderwijs, de zorg voor huisvesting en het beheer
van financiële, materiële en personele middelen, de zorg voor de veiligheid en de gezondheid en overige
arbeidsomstandigheden in de gebouwen en op de terreinen van Inholland.
Het College van Bestuur beschouwt haar bestuurlijke opdracht als collectieve verantwoordelijkheid:
collegiaal bestuur is het uitgangspunt.
3.6.1.2 Portefeuilleverdeling 2012
Het College van Bestuur wil een gedegen invulling geven aan de opdracht die zij heeft meegekregen en
werkt samen in een stijl van onderlinge collegialiteit, verbondenheid, complementariteit en samenhang.
Als uitgangspunt hanteert het College van Bestuur de sleutelwoorden uit het Strategisch Programma:
Verbinding als opdracht. Dat betekent in de portefeuilleverdeling het op basis van vertrouwen gezamenlijk
bewaken van samenhang en integraliteit in het besef dat voorbeeldgedrag in het topmanagement funda-
menteel is in het veranderingsproces dat Inholland doorvoert.
17
Portefeuilleverdeling 2012
Leden College van Bestuur Portefeuilles Regio
Doekle Terpstra
Voorzitter
— Overall Strategie (incl internationaal), coördi-
natie en verbinding
— Bestuurszaken
— Communicatie (Corporate woordvoering)
— Reputatiemanagement
— Externe vertegenwoordiging
— Hogeschoolmedezeggenschap
— Onderwijsaudit (Strategie)
— Regio Amsterdam
— (Amsterdam,
Amstelveen, Diemen,
Haarlem)
Marcel Nollen
Lid
portefeuille Bedrijfsvoering
— Financiën & Business Control (incl risico-
management)
— Communicatie (operationele bedrijfsvoering)
— Vastgoed
— Facilitaire Zaken
— Holdingactiviteiten
— Human Resource Management
— ICT
— Informatiebeleid en informatievoorziening
— Reorganisatie en programmaraad
— Instroom
— Regio Rotterdam
(incl Dordrecht en
Delft)
Huug de Deugd
Lid
portefeuille Onderwijs &
Onderzoek
— Onderwijs- en Onderzoeksbeleid
— Internationaal Onderwijs
— Kwaliteit, kwaliteitsbeleid, accreditatie en
valorisatie
— Veiligheidsbeleid
— Studentondersteuning
— Docentenbeleid
— Onderwijsaudit (inhoud)
— International College
— Regio Den Haag
(incl. regio Leiden).
— Regio Alkmaar (incl.
regio Noord-Holland
Noord
3.6.1.3 Bezoldiging
De bezoldiging van de leden van het College van Bestuur wordt vastgesteld door de Raad van Toezicht.
De Raad van Toezicht wordt hierin geadviseerd door de Remuneratiecommissie. Het is het beleid van de
Raad van Toezicht om de vigerende bezoldigingscode te volgen. Voor hogescholen is dat de Uitwerking
Bezoldiging Bestuurders Hogescholen. Voor de bezoldiging van College van Bestuur en de Raad van
Toezicht wordt verwezen naar het hoofdstuk Financiën en Cijfers.
3.6.2 Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht van Hogeschool Inholland houdt toezicht op het beleid van het College van Bestuur
en op de algemene gang van zaken in de Stichting Hoger Onderwijs Nederland en de met haar
verbonden instellingen. Voor de selectie van de Raad van Toezicht in 2011 is een gespecialiseerd bureau
ingeschakeld en is geadverteerd in diverse media zodat onafhankelijkheid geborgd werd. De profielschets
voor de Raad van Toezicht is gepubliceerd via de website www.inholland.nl.
Samenstelling per 31 december 2012
Drs. H.W. Breukink (voorzitter)
Mw. Dr. M.F. Andriessen
Prof. Dr. L.E.C. van der Sluis
Drs. K. van der Steenhoven
Mr. H.J. Rutten
18 Jaarverslag Inholland 2012
Conform het huishoudelijk reglement van de Raad van Toezicht wordt het rooster van aftreden jaarlijks
door de Raad van Toezicht vastgesteld. Het rooster van aftreden wordt gepubliceerd op de website
www.inholland.nl.
3.6.3 Directeuren
De opleidingen bij Hogeschool Inholland zijn georganiseerd in 7 domeinen. Elk domein wordt aange-
stuurd door een directeur; de stafafdelingen worden aangestuurd door een stafhoofd. De verantwoorde-
lijkheden en (gemandateerde) bevoegdheden van de directeuren en stafhoofden zijn vastgelegd in het
directiereglement. De directeur/het stafhoofd is primair verantwoordelijk voor de gang van zaken en
het resultaat van het eigen domein of stafafdeling. De directeuren en stafhoofden sturen vanuit hoge-
schoolbrede strategische kaders en zijn via het tweewekelijkse directieoverleg (College van Bestuur,
domeindirecteuren, stafhoofden) mede-initiërend bij de totstandkoming, vormgeving en uitvoering van
het strategisch beleid. Directeuren en stafhoofden kunnen worden belast met hogeschoolbrede taken en
leggen verantwoording af aan het College van Bestuur.
3.6.4 Medezeggenschap
De Hogeschoolmedezeggenschapsraad van Hogeschool Inholland speelt een rol bij de vaststelling van
het beleid van de hele hogeschool door middel van advies- en instemmingsrecht. Er vindt regelmatig
overleg plaats met het College van Bestuur over zaken op het gebied van onderwijs, organisatie en finan-
ciën. Medezeggenschap geeft studenten en medewerkers de mogelijkheid mee te praten over onderwer-
pen die belangrijk zijn voor werk en studie binnen de hogeschool. De medezeggenschap voor het hoger
beroepsonderwijs is in de wet geregeld.
Hogeschool Inholland kent medezeggenschap op verschillende niveaus:
— op hogeschoolniveau is er de Hogeschoolmedezeggenschapsraad (HMR);
— voor de ondersteunende diensten is er de Medezeggenschapsraad Ondersteunende
Diensten (OMR)
— op domeinniveau zijn er Domeinmedezeggenschapsraden (DMR);
— er is een aparte deelraad voor Verloskunde.
De HMR bestaat uit 24 leden, die voor de helft uit en door het personeel worden gekozen en voor de helft
uit en door de studenten. De zittingstermijn is voor beide geledingen twee jaar. Na afloop van de zittings-
termijn zijn de leden herkiesbaar.
Naast de Hogeschoolmedezeggenschapsraad kent de hogeschool ook domeinmedezeggenschapsraden
(DMR’en en de deelraad Verloskunde) en de OMR. Deze raden worden betrokken bij het beleid van hun
domein of de stafafdelingen. De domeinraden tellen 10 leden en de deelraad Verloskunde telt 8 leden,
waarvan de ene helft studenten en de andere helft medewerkers. De OMR telt 8 personeelsleden.
De zittingstermijn voor leden van de domeinmedezeggenschapsraden, de deelraad Verloskunde en OMR
bedraagt eveneens 2 jaar. Na afloop van de zittingstermijn zijn de leden herkiesbaar.
3.6.5 Control
De controlfunctie bij Inholland is gericht op het verbeteren van de efficiëntie, kwaliteit, transparantie en de
verspreiding van informatie. Beheersing van de financiële posities, processen en procedures en facilitering
van het primaire proces zijn kerntaken. De belanghebbenden (intern en extern) worden voorzien van de
benodigde (plannings)rapportages. De controlfunctie is ingericht naar de organisatieonderdelen instel-
ling, domeinen en staven, en wordt (functioneel) aangestuurd door de concerncontroller. Control stelt
kaders op basis van de uitgangspunten van het College van Bestuur en van geldende wet- en regelgeving
en vertaalt dit naar een organisatiebrede P&C-cyclus.
19
3.6.5.1 Interne controle
Inholland Onderwijsaudit, onderdeel van de stafafdeling Onderwijsbeleid, heeft als doel een bijdrage
te leveren aan de kwaliteit van de beheersing van de organisatie, zowel op het gebied van onderwijs en
onderzoek (primaire processen) als op het gebied van onderwijsondersteunende processen, door middel
van toetsing van opzet, bestaan en werking van de beheersingsmaatregelen (de PDCA cyclus). Zij voeren
geen financiële audits uit. Onderwijsaudit werkt zowel ten behoeve van het (decentrale) management
als het College van Bestuur van Inholland en werkt op basis van een Auditjaarplan dat wordt vastgesteld
door het College van Bestuur. De opdrachtgevers van de individuele audits zijn in beginsel de proces-
eigenaren, doorgaans een domeindirecteur. Bij organisatiebrede audits kan het College van Bestuur ook
als opdrachtgever fungeren. De rapportages van de audits zijn primair bestemd voor de opdrachtgever.
De aandachtspunten die uit de audits naar voren komen, vormen een onderdeel van de management-
rapportages aan het College van Bestuur.
3.6.6 Overlegstructuur
Het College van Bestuur hecht veel belang aan een efficiënte en effectieve beleidscyclus. Daarvoor is het
noodzakelijk dat de agendering van het Collegeoverleg structureel inhoudelijk wordt opgepakt en dat
het directieoverleg een beleidsinitiërende en beleidsvoorbereidende rol heeft. De beleidscyclus wordt
ondersteund door een proactieve planning van de agenda’s van zowel het College-overleg als het
directieoverleg. Voordelen hiervan zijn een meer professionele beleidsvoorbereiding, een professionele
vergadercultuur en minder ad-hocgedrag.
Het Directieoverleg is in principe het overlegorgaan voor beleidsvorming; besluitvorming vindt plaats
in het Collegeoverleg. Beleidsvoorbereiding vindt plaats met participatie van domeinen en diensten en
wordt besproken in het directieoverleg. Een definitief beleidsvoorstel gaat vervolgens voor besluitvor-
ming naar CvB-overleg. Communicatie en monitoring vindt plaats via directieoverleg.
De overlegstructuur is als volgt georganiseerd:
— Tweewekelijks directieoverleg met College van Bestuur, domeindirecteuren, stafhoofden en de
directeur van de Holding, voorgezeten door de voorzitter van het College van Bestuur;
— Wekelijks overleg van het College van Bestuur.
3.7 Communicatie naar de stakeholders
Hogeschool Inholland beschikt over een aantal communicatiemiddelen om de stakeholders te informeren.
Voorbeelden hiervan zijn het jaarverslag, de kalenderjaarrekening, de collegejaarafsluiting, de website
en intranet, het personeelsblad ENZO, persberichten en de ’CvB-updates’. Hogeschool Inholland zet
steeds vaker social media in om contacten met de diverse doelgroepen te onderhouden. Het College van
Bestuur bezoekt de verschillende vestigingen regelmatig om ter plekke contacten te onderhouden op de
locatie.
3.8 Marktactiviteiten
Verreweg de meeste studenten volgen een bacheloropleiding. Bachelors vormen het hart van het onder-
wijs van Inholland. Om hoogwaardige kwaliteit te kunnen bieden, wil Inholland haar opleidingen zoveel
mogelijk in keten aanbieden verbonden met onderzoek, de beroepspraktijk en in netwerk of in samen-
werking met collega’s. Associate degrees vormen daar onderdeel van indien ze voorzien in een sterke
vraag uit de markt, volume creëren en onderdeel kunnen worden van deze onderwijsketen. Juist de
verbinding in deze driehoek van onderwijs, onderzoek en arbeidsmarkt door uitwisseling op kennis en
praktijk relevantie zorgt voor innovatiekracht in het onderwijs en is randvoorwaardelijk voor kwaliteit.
Zowel door middel van post-initieel als ook deeltijdonderwijs heeft Inholland een breed aanbod voor
leven-lang-leren. De basis is echter altijd verbonden met het voltijdaanbod in het initieel onderwijs.
Het leven-lang-lerenaanbod is daaraan complementair, voor de deeltijdstudent, voor de alumnus en voor
de docent die zijn professionaliteit wil verbreden of verdiepen.
Op basis van de ambities van Inholland in het private domein zal op termijn het beleid inzake publiek-
privaat worden herijkt.
20 Jaarverslag Inholland 2012
3.9 Klachtafhandeling
Inholland hanteert de vigerende regelgeving op het gebied van klachten en bezwaren. Het studenten-
statuut 2011-2012 gaat in hoofdstuk 3.8 uitgebreid in op de procedures voor en de definities van klachten
en geschillen. Dit studentenstatuut is via Intranet toegankelijk voor alle studenten. De geschillen die zijn
gebaseerd op de regels in de onderwijs- en examenregeling (OER) worden behandeld door de examen-
commissies van de opleidingen. De geschillen als gevolg van geschillen over andere regels van het
Studentenstatuut, zoals bijvoorbeeld het Inschrijvingsreglement of Profileringsfonds worden behandeld
door de Bezwaarschriftenadviescommissies. De klachten worden behandeld door de klachtencoördina-
toren van de domeinen. Zij zetten de klacht uit bij betrokken personen en zien toe op een adequate en
tijdige afwikkeling. De klachten die via andere wegen binnenkomen, waaronder rechtstreeks via het
College van Bestuur of de domeindirecteur worden eveneens via de klachtencoördinator afgehandeld,
zodat een eenduidige afhandeling wordt geborgd.
De klachtenprocedure van Inholland is via Intranet goed toegankelijk voor alle studenten en heeft dienst-
verlening als uitgangspunt. Waar een klacht tevens een bezwaar inhoudt of andersom, wordt deze waar
nodig uitgesplitst voor klachtencoördinator, adviescommissie bezwaarschriften of een examencommissie.
Per 1 september is een registratiesysteem voor alle klachten en geschillen in gebruik genomen. Hiermee
zetten de klachtencoördinatoren van de domeinen en de juristen de klachten en geschillen in procedure
en kan de afhandeling via het systeem gevolgd worden. Met dit systeem is het tevens mogelijk om in
een vroegtijdig stadium trends en ontwikkelingen in de ingediende klachten en geschillen te signaleren
zodat snel actie kan worden ondernomen. De aan dit systeem gekoppelde digitale studentportal is vanaf
1 november in gebruik. Studenten kunnen geheel digitaal via een keuzemenu en invulformulier een klacht
of geschil indienen; waarna automatisch wordt doorgeleid naar de desbetreffende klachtencoördinator of
jurist voor de verdere behandeling.
Hogeschool Inholland is zich zeer bewust van het belang van een goede klachtafhandeling en doet er
alles aan om de procedures helder en toegankelijk te maken, bureaucratie te voorkomen en binnen
de daarvoor gestelde termijnen te reageren. Bij een gegronde klacht worden adequate maatregelen
getroffen om herhaling in de toekomst te voorkomen.
21
4.1 Onderwijs
4.1.1 Verbinding als Opdracht en Ruimte voor Presteren
In december 2011 heeft de hogeschool het nieuwe Strategisch Programma ‘Verbinding als Opdracht’
vastgesteld en de daarmee samenhangende onderwijsnotitie ‘Ruimte voor Presteren’. Het Strategisch
Programma komt voort uit de noodzaak van een ingrijpende verandering van de hogeschool. In het
Strategisch Programma worden vier nauw met elkaar samenhangende thema’s benoemd en uitgewerkt:
— Kwaliteit van onderwijs en onderzoek
— Onderwijsgerichte bedrijfsvoering
— Besturingsmodel
— Financiële ombuigingen
Inholland kiest voor een kwaliteitsversterking die de professionele ruimte van de docent centraal stelt.
Hoofduitgangspunt is dat het realiseren van kwaliteit ligt in de handen van degenen die het onderwijs
uitvoeren: de individuele onderwijsprofessional en het opleidingsteam als geheel. Organisatie en
processen binnen de opleiding worden zodanig ingericht dat het inhoudelijk primaat van de opleiding
bij de docenten en het docententeam ligt. De professionele ankerpunten zijn leidend voor de inhoud van
de opleiding. Concreet betekent het een uitwerking van de opleidingsorganisatie waarbij de wettelijke
gedefinieerde commissies (examencommissie en opleidingscommissie) en de functie van curriculum-
ontwikkeling en kwaliteitsborging van de toetsen expliciet worden georganiseerd en de interactie in de
processen in de opleiding worden gedefinieerd. Daarenboven wordt de ondersteunende functie binnen
de hogeschool zodanig ingericht dat deze maximaal in dienst staat van het onderwijs zelf.
Het onderwijs van Inholland sluit aan bij de NVAO en Dublin-descriptoren en de geformuleerde basis-
elementen van het hbo-niveau: een gedegen theoretische basis, onderzoekend vermogen, professioneel
vakmanschap en beroepsethiek en maatschappelijke en internationale oriëntatie.
Het onderwijs van Inholland richt zich op de beroepspraktijk, waarbij het oplossen van complexe pro-
blemen in de praktijk centraal staat. In het opleidingsprogramma is expliciet aandacht voor de binnen
competenties te onderscheiden componenten kennis, houding en vaardigheden. Het onderwijs van
Inholland legt een duidelijk accent op de noodzakelijke en gevalideerde kennisbasis, mede in relatie tot
praktijk onderzoek. In alle studiejaren heeft de kenniscomponent een herkenbare plaats.
Inholland biedt intensieve, uitdagende en heldere programma’s waarbij gestreefd wordt naar een hoog
niveau. Specialisatiemogelijkheden krijgen vorm door gestructureerde afstudeerrichtingen.
Bovendien wordt de nadruk gelegd op, naast de door de NVAO beschreven criteria voor basiskwaliteit,
constructieve samenwerking met de beroepspraktijk en stevige individuele toetsen.
Inholland wil studiesucces bevorderen door ondersteuning van het keuzeproces bij de instroom, door
de functies van de propedeuse sterk in te vullen, onder andere door verhoging van de norm voor het
bindend studieadvies, en door aandacht voor en uitdaging van alle studenten.
De kanteling naar een onderwijsgedreven instelling wordt mede gerealiseerd door de in oktober 2011
ingezette, en per 1 januari 2013 gerealiseerde, reorganisatie van de hogeschool. In de reductie in de
omvang van het van personeelbestand zal prioriteit worden gegeven aan reductie van het onderwijs-
ondersteunend personeel en zal de student/docentratio worden verbeterd.
4 Onderwijs en Onderzoek
22 Jaarverslag Inholland 2012
4.1.2 Prestatieafspraken: Presteren in verbinding
In het verlengde van de Strategische Agenda Hoger Onderwijs en het eigen Strategisch Programma
‘Verbinding als Opdracht’ heeft Inholland in mei 2012 een voorstel ingediend voor het maken van een
prestatieafspraak tussen de hogeschool en de Staatssecretaris van OCW. Dit voorstel is vervolgens door
de Reviewcommissie Hoger Onderwijs en Onderzoek (RCHOO) als zeer goed beoordeeld. Op basis van
dit advies is de prestatieafspraak bekrachtigd.
In de prestatieafspraken kiest Inholland voor een drietal zwaartepunten. Die zwaartepunten zijn:
Creatieve economie, Gezonde samenleving en Duurzame techniek en Groen. Daarmee samenhangend
zal Inholland, samen met andere partners, uitwerking geven aan minimaal een tweetal Centers of
Expertise. Dit zijn topcentra voor onderzoek en onderwijs met een landelijke uitstraling. Het betreft het
Center of Expertise Creatief/ICT en een Center of Expertise in het Agrarisch Domein.
De afspraken met betrekking tot het onderwijs gaan over het verhogen van de onderwijskwaliteit, het
studiesucces en het terugbrengen van de indirecte kosten. De studenttevredenheid zal worden vergroot
en het aantal docenten met een masterdiploma zal in 2016 tien procent hoger liggen.
In de prestatieafspraken zijn daarnaast voornemens opgenomen ten aanzien van het opzetten van 3-jarige
routes voor vwo’ers, masteropleidingen en excellentietrajecten in het onderwijs. Tevens zijn voornemens
opgenomen ten aanzien van het onderwijsaanbod. Het gaat daarbij vooral om het voornemen de inter-
nationale opleidingen te clusteren in het Inholland International College en de invoering van de brede
Bachelor Business Administration (BBA).
4.1.3 Portfolio
4.1.3.1 Brede Bachelor Business Administration en Inholland International College
Inholland heeft in haar Strategisch Programma opgenomen en in de prestatieafspraken bevestigd om het
onderwijsaanbod in de economische sector en het internationale onderwijs te herijken.
Brede Bachelor Business Administration
Het economisch opleidingsportfolio van Inholland bestaat nu uit acht bacheloropleidingen die op één
tot vijf locaties worden aangeboden. Recente en verwachte externe (arbeidsmarkt)ontwikkelingen vragen
om herijking van dit aanbod. In 2012 is gestart met de ontwikkeling van een brede bachelor Business
Consultancy voortbouwend op de huidige opleidingen Commerciële Economie, Financial Services
Management, Human Resources Management, Logistiek en Economie, Bedrijfskunde MER en Small
Business &Retail Management. Beoogd wordt een planningsneutrale conversie en een start van de
nieuwe opleiding per 1 september 2014.
Inholland International College
Het huidige opleidingsportfolio internationale/Engelstalige opleidingen van Inholland bestaat uit een
internationale opleiding en vijf Engelstalige varianten van Nederlandse opleidingen. Met dit aanbod
beschikt Inholland over belangrijke ingrediënten die de praktijk van het huidige innovatietijdperk nodig
heeft: ‘traditional’ business en creativiteit. Deze ingrediënten worden nu echter los van elkaar aangeboden,
terwijl de praktijk vraagt om een samensmelting. Inholland speelt op de externe ontwikkelingen in door
met ingang van september 2014 in plaats van de zes bestaande internationale opleidingsvarianten een
nieuwe internationale opleiding aan te bieden, op één locatie: International Business Innovation Studies.
4.1.3.2 Portfoliorationalisatie
Het College van Bestuur neemt op 6 december een voorgenomen besluit over het aanpassen van het
portfolio.
De portfoliomaatregelen betreffen de volgende groepen van maatregelen:
1. Educational Engineering: het optimaliseren van de bedrijfsvoering van (groepen van)
opleiding(svariant)en binnen de kaders van kwaliteit;
2. Stopzetten van een aantal opleidingen en opleidingsvarianten;
23
3. Het implementeren van de BBA, inclusief de planningsneutrale conversie dan wel beëindiging van
een aantal bijbehorende opleidingen;
4. Het implementeren van het IIC, inclusief de planningsneutrale conversie dan wel beëindiging van een
aantal bijbehorende opleidingen.
Hiervan afgeleid zijn andere maatregelen te formuleren:
5. Aanpassen van de organisatie van en in de domeinen;
6. Aanpassen van de behorende ondersteunende organisatie in personele zin;
7. Aanpassen van de behorende ondersteunende organisatie in materiële zin:
a. Huisvesting;
b. ICT;
c. Overig;
8. Het op basis van aanvullende besluitvorming doorvoeren van overige maatregelen in onderwijs en
ondersteuning om de efficientie en effectiviteit te verhogen.
Besluitvorming inzake de zgn. Educatieve Alliantie wordt opgeschort (maart 2013) in verband met het nog
nader uitwerken van te maken afspraken.
4.1.4 Sirius programma
Hogeschool Inholland neemt deel aan het Sirius Programma, een programma dat tot doel heeft de beste
studenten in het hoger onderwijs te laten excelleren. Het is onderdeel van het Platform Bèta Techniek en
wordt gefinancierd door het ministerie van OCW.
Op 1 november 2012 heeft de tweede audit, de zogeheten mid-term review, plaatsgevonden. De con-
clusie van het auditpanel was onder andere dat Inholland kwalitatief goede honoursprogramma’s aan-
biedt maar dat de studentenaantallen achter zijn gebleven bij de gestelde prognose aan de start van het
project. Daarnaast stelde de auditcommissie vast dat Inholland een zeer uitdagende klus voor de boeg
heeft in het laatste jaar van de projectperiode: welke resultaten kunnen gerealiseerd worden?
Mede op basis van deze audituitkomsten heeft Inholland, in goed overleg met Sirius, besloten af te zien
van verder gebruik van de subsidiegelden. Zij neemt langer de tijd om honoursprogramma’s op zetten in
de betreffende domeinen (zoals opgenomen in de Prestatieafspraken).
4.1.5 Accreditatie
In 2012 zijn de volgende opleidingen door de NVAO geaccrediteerd:
1. Landscape, Environment & Management
2. Plattelandsvernieuwing
3. Food, Commerce & Technology
4. Voedingsmiddelen Technologie
5. Luchtvaarttechnologie
6. Vrijetijdsmanagement
7. Werktuigbouwkunde
8. Bedrijfseconomie
De NVAO heeft in juli 2012 de rapportages opgeleverd over de vier opleidingen die in 2011 door de
Inspectie als ‘zeer zwak’ waren beoordeeld. Op basis van deze rapportages zijn twee opleidingen
geaccrediteerd (Vrijetijdsmanagement en Bedrijfseconomie). Van twee opleidingen is vastgesteld dat
deze voldoende scoren op 15 van de 16 NVAO-standaarden. Deze opleidingen, Commerciële Economie
en Media en Entertainment Management worden in 2013 opnieuw beoordeeld op de standaard
‘Toetsing en gerealiseerd niveau’.
24 Jaarverslag Inholland 2012
Voor de volgende opleidingen heeft Inholland in 2012 een accreditatieaanvraag ingediend:
1. Imam/Islamitische Geestelijk werker
2. Verloskunde
3. Culturele en Maatschappelijke Vorming
4. Informatica
5. International Business & Management Studies
6. Sociaal Juridische Dienstverlening
7. Verpleegkunde
8. Personeel en Arbeid/HRM
4.2. Studentgegevens
4.2.1 Instroom 2012 nader bekeken
In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de instroom bij Hogeschool Inholland. De instroom
wordt bekeken aan de hand van criteria die ook worden gebruikt voor ramingen ten behoeve van de
bekostiging. Daarbij wordt aangegeven hoeveel studenten voor het eerst bij Inholland aan een studie zijn
begonnen in vergelijking met studenten die zich opnieuw inschreven al dan niet bij dezelfde opleiding.
Bovendien wordt gekeken naar de vooropleiding van die studenten en de provincie waar zij vandaan zijn
gekomen.
Definities
— Instroom: Alle bekostigde studenten die in september van het aangegeven jaar voor het eerst
stonden ingeschreven bij Hogeschool Inholland. Een student wordt als instromer gekenmerkt, als
deze niet eerder bekostigd is geweest bij Inholland, ofwel; het eerste jaar dat een student bekostigd
wordt.
— Aanmeldingen opleiding: Alle bekostigde studenten die in september van het aangegeven jaar voor
het eerst stonden ingeschreven bij de opleiding. Dit is inclusief studenten die al eerder bekostigd
zijn geweest bij Hogeschool Inholland (omzwaaiers).
— Omzwaaiers: Student die al eerder bij Hogeschool Inholland bekostigd is geweest, maar zich voor
het eerst inschrijft voor de betreffende opleiding.
4.2.2 Ontwikkeling instroom 2012
Op grond van het fotobestand ‘Bekostiging & Aanmelders’ van oktober 2012 kan tabel 1 worden samen-
gesteld. In de eerste kolommen wordt het aantal herinschrijvers en de nieuwe instroom van Hogeschool
Inholland weergegeven, uitgesplitst naar haar locaties. In de laatste kolommen wordt eerst het aantal
nieuwe aanmeldingen per opleiding (8310) weergegeven en daarnaast het aantal omzwaaiers (1454)
binnen deze groep.
Tabel 1. Instroom op locatieniveau
herin-
schrijving
instroom totaal aandeel aanmelding
opleiding
omzwaaiers aandeel
Alkmaar 2.522 914 3.436 13% 1.062 154 15%
Amsterdam 2.943 1.230 4.173 18% 1.523 314 21%
Delft 666 289 955 4% 298 12 4%
Den Haag 2.445 622 3.067 9% 742 124 17%
Diemen 3.672 962 4.634 14% 1.143 184 16%
Dordrecht 245 69 314 1% 80 11 14%
Groningen 106 48 154 1% 48 1 2%
Haarlem 4.331 1.384 5.715 20% 1.561 177 11%
Hoofddorp 117 1 118 0% 2 1 50%
Rotterdam 5.836 1.382 7.218 20% 1.851 476 26%
2012 22.883 6.901 29.784 100% 8.310 1.454 17%
25
De locaties Rotterdam en Amsterdam hebben de meeste omzwaaiers en Delft heeft in verhouding het
laagste aantal studenten dat al eerder een andere opleiding deed (Groningen, Dordrecht en Hoofddorp
worden buiten beschouwing gelaten). Opmerkelijk is dat de instroom voor Haarlem als kleinere locatie
op hetzelfde niveau komt als Rotterdam. Verder is de instroom in 2012, met dezelfde criteria als in 2011,
zo’n 3,5% hoger, voornamelijk door toenames in Haarlem en Amsterdam, respectievelijk in Alkmaar en
Diemen. Als de ontwikkeling van de instroom in 2012 nader wordt bekeken ten opzichte van 2011 ontstaat
het volgende beeld (tabel 2).
Tabel 2. Kenmerken van de instroom: vooropleiding en herkomst
Vooropleiding 2011 2012 Herkomst 2011 2012
HAVO 2.825 3.132 Noord Holland 2.138 2.531
MBO 2.281 2.516 Rijnmond 1.185 1.116
VWO 445 426 Amsterdam 839 980
Buit.Dip. 434 395 Haaglanden 755 861
21+ 378 179 Flevoland 222 240
HBO 198 189 Rest Zuid Holl. 126 132
WO 54 46 Overig 1.370 1.041
Overigen 20 18 Instroom 6.635 6.901
Instroom 6.635 6.901
Wat betreft de proportionele verdeling over de vooropleidingen is er nauwelijks wijziging in de instroom,
noch in de herkomst uit de gedefinieerde wervingsregio’s. Inholland kreeg alleen in Rijnmond 5% minder
instroom, uit de rest van Nederland -24% (Overig). In de vooropleidingen daalde de instroom van studen-
ten die met een 21+ toets werden toegelaten met -52,6% (-199).
Uit een andere interne bron is bekend dat de afname van de instroom ook wordt veroorzaakt door minder
herinschrijvingen (-8%), qua volume voornamelijk herleidbaar naar Diemen, respectievelijk Rotterdam en
Haarlem. Qua instroom verloor Den Haag het meeste (-11%) gevolgd door Rotterdam (-9,5%). Het aantal
omzwaaiers nam af met 357 (-19%), waarvan het grootste aandeel in Delft. Dat laatste is een illustratie van
het bewuste keuzegedrag van de Delftse studenten.
4.2.3 Kengetallen studiesucces
In deze paragraaf worden enkele kengetallen rond het studiesucces van Inhollandstudenten nader uitge-
werkt. De kengetallen zijn gedefinieerd volgens de prestatieafspraken, die zijn gemaakt met het ministerie
in het kader van het Hoofdlijnenakkoord. De gegevens betreffen alleen voltijdbachelorstudenten, die met
hun inschrijving bij Inholland voor het eerst begonnen met een opleiding in het hoger onderwijs.
Definities kengetallen studiesucces en legenda
— Instroom: Alle bekostigde voltijdbachelorstudenten, die in september van het aangegeven jaar
voor het eerst stonden ingeschreven bij Hogeschool Inholland. In deze paragraaf worden onder
instroom dus niet gerekend studenten die al eerder in het hoger onderwijs stonden ingeschreven.
Bron: 1CijferHO (DUO).
— Cohort: Cohort is hier het jaar waarin de student bij Inholland is begonnen.
— Uitvallers: Het aandeel van het totaal aantal voltijdbachelorstudenten (eerstejaars ho) dat na
één jaar niet meer bij Hogeschool Inholland staat ingeschreven. Bron: 1CijferHO (DUO).
— Switchers: Het aandeel studenten van het totaal aantal voltijdbachelorstudenten (eerstejaars ho) dat
na 1 jaar studie staat ingeschreven bij een andere studie bij Hogeschool Inholland.
Bron: 1CijferHO (DUO).
— Herinschrijvers: Het aandeel studenten van het totaal aantal voltijdbachelorstudenten (eerstejaars
ho) dat zich na 1 jaar studie opnieuw inschrijft bij Hogeschool Inholland. Bron: 1CijferHO (DUO).
— Diplomarendement: Het aandeel van de voltijdbachelorstudenten die zich na het eerste studiejaar
opnieuw bij Hogeschool Inholland inschrijven (herschrijvers) dat in de nominale studietijd + één jaar
(C+1) bij Hogeschool Inholland het bachelorsdiploma behaalt. Bron: 1CijferHO (DUO).
26 Jaarverslag Inholland 2012
— Legenda bij de tabellen en grafieken: Domeinen Hogeschool Inholland. Agri: Agriculture; CMM:
Communicatie, Media en Muziek; GSW: Gezondheid, Sport en Welzijn; MFR: Management, Finance
en Recht; MTV: Marketing, Toerisme en Vrijetijdsmanagement; GSW: Gezondheid, Sport en Welzijn;
OLL: Onderwijs, Leren en Levensbeschouwing; TOI: Techniek, Ontwerpen en Informatica; Verlos:
Verloskunde
4.2.3.1 Studiesucces: instroom en herinschrijving
Vanaf het moment dat een student zich inschrijft bij Hogeschool Inholland begint een gezamenlijk streven
van zowel student als instelling om binnen de gestelde tijd een diploma te halen. Het grootste deel van de
studenten dat zich heeft ingeschreven zal zich na een jaar opnieuw inschrijven bij Inholland om de studie
te vervolgen (herinschrijving). In figuur 1 staat de ontwikkeling van de instroom en de herschrijvingen na
het eerste jaar. Uit de figuur blijkt dat de zowel de instroom cohort 2011 als de herinschrijvingen cohort
2010 zijn gedaald ten opzichte van de voorgaande cohorten.
Bron: 1 cijfer ho bestand (DUO), maart 2012
Bron: 1 cijfer HO bestand DUO; april 2012
Inholland kent domeinen waarin verwante opleidingen zijn geclusterd. Als de ontwikkeling van de
instroom wordt vergeleken op domeinniveau binnen Hogeschool Inholland (figuur 2), dan lijkt de dalende
trend evenredig van toepassing op zes van de acht domeinen. Alleen bij de kleinere domeinen Agriculture
en Verloskunde blijkt de daling niet of geringer te zijn ingezet.
instroom
herinschrijf
Figuur 1. Ontwikkeling instroom en herinschrijvingen Inholland
3000
4000
5000
6000
7000
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
2008200920102011
Figuur 2. Ontwikkeling instroom op domeinniveau
1.000
800
600
400
200
1.200
1.400
1.600
0CMM GSW MFR MTV OLL TOI Verlos Agri
27
4.2.3.2 Studiesucces: uitval, switch en diplomarendement
Hogeschool Inholland wil betere prestaties op het gebied van studiesucces. Zo is het streven de groep
studenten die zich voortijdig uitschrijft bij de opleiding (switch) of instelling (uitval) te verkleinen.
Daarnaast is het doel een toename te realiseren van het aantal studenten dat binnen de gestelde tijd
Hogeschool Inholland met een diploma (rendement) verlaat. Figuur 2 geeft een overzicht van de ontwik-
keling van deze drie indicatoren in de afgelopen jaren.
Bron: 1 cijfer ho bestand (DUO), maart 2012
Uit de figuur blijkt dat zowel uitval als rendement onder druk staan. Uitval is ten opzichte van cohort 2009
gestegen met 6% terwijl het rendement ten opzichte van cohort 2005 is gedaald met 5%. De omvang van
de groep switchers bleef relatief stabiel.
Als de ontwikkeling van uitval, switch en rendement wordt vergeleken met die bij de vijf grote hoge-
scholen in de Randstad is het beeld dat, alhoewel hogeschool Inholland rond het gemiddelde presteert,
de prestaties op het gebied van uitval en rendement bij Inholland wat sterker daalden dan bij de andere
Randstedelijke hogescholen. Met andere woorden nam de uitval bij Inholland na 1 jaar toe en het
diplomarendement nam af. De omvang van het switchen is bij Inholland relatief laag. Zie hiervoor tabel 3.
Tabel 3. Ontwikkeling rendement, uitval en switchen bij G5 Randstad hogescholen
Uitval (na 1 jaar) Switch (na 1 jaar) Rendement (na 1 jaar)
Cohort 2009 2010 2009 2010 2009 2010
Haagse Hogeschool 29% 29% 11% 12% 61% 61%
Hogeschool Inholland 28% 34% 8% 7% 66% 61%
Hogeschool Rotterdam 23% 24% 10% 11% 64% 64%
Hogeschool Utrecht 33% 32% 10% 10% 63% 63%
Hogeschool van Amsterdam 33% 30% 11% 12% 62% 59%
Randstad (G5, ongewogen) 29% 30% 10% 10% 63% 62%
Bron: overzichten prestatieindicatoren uit 1 cijfer ho, samengesteld door DUO (april, 2012)
uitval na 1 jaar
switch na 1 jaar
rendement na 5 jaar
Figuur 3. Ontwikkeling studiesucces hogeschool Inholland
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Cohort
28 Jaarverslag Inholland 2012
Studiesucces op domeinniveau
Figuur 4 toont de ontwikkeling van uitval uit de instelling na 1 jaar, uitgesplitst naar de acht domeinen
van Inholland.
Bron: 1 cijfer HO bestand DUO; april 2012
Uit de figuur blijkt dat de domeinen TOI, MTV en MFR de hoogste uitval hebben voor cohort 2010.
Verder is goed te zien dat er een stijging van de uitval is ten opzichte van cohort 2009 bij vrijwel alle
domeinen. De domeinen TOI, MTV, CMM en Verloskunde hadden te maken met een iets sterkere stijging
van uitval dan de andere domeinen. Bij het domein Agriculture is uitval juist afgenomen.
Figuur 5 toont de ontwikkeling van de groep studenten, die van opleiding wisselde (switch). Uit de figuur
kan worden afgeleid dat het percentage switchers bij de meeste domeinen is gedaald. Alleen bij GSW en
bij Agriculture is er sprake van een stijging.
Bron: 1 cijfer HO bestand DUO; april 2012
Net als bij de uitval is ook de daling van het rendement na 5 jaar bij vrijwel alle domeinen terug te vinden.
Alleen bij het domein OLL is een lichte verbetering zichtbaar ten opzichte van cohort 2005 (zie figuur 6).
Het rendement is bij de domeinen die de thema’s zorg en onderwijs verzorgen, over het algemeen hoger.
Figuur 4. Ontwikkeling uitval na 1 jaar (domeinniveau)
2007200820092010
25%
20%
15%
10%
5%
30%
35%
40%
45%
0%CMM GSW MFR MTV OLL TOI Verlos Agri
Figuur 5. Ontwikkeling switch na 1 jaar (domeinniveau)
2007200820092010
10%
8%
6%
4%
2%
12%
14%
16%
0%CMM GSW MFR MTV OLL TOI Agri
29
Bron: 1 cijfer HO bestand DUO; april 2012
4.2.3.3 Uitval en rendement gesplitst op etniciteit, geslacht en vooropleiding
In de onderstaande figuren worden de uitval en het rendement in beeld gebracht aan de hand van
kenmerken van de populatie studenten. Achtereenvolgens wordt gekeken naar etniciteit, geslacht en
tenslotte naar vooropleiding. Vervolgens wordt het profiel van de mbo’er bij Hogeschool Inholland
nader bekeken.
Etniciteit
Figuur 7 laat zien dat studieuitval onder westerse en vooral niet-westerse allochtonen hoger ligt dan onder
autochtonen. Ook is uitval onder deze groepen bovengemiddeld gestegen ten opzichte van cohort 2009.
Bron: 1 cijfer HO bestand DUO; april 2012
Ditzelfde beeld zien we bij het diplomarendement. Figuur 8 laat zien dat de niet-westerse allochtonen
zowel het laagste rendement als de sterkste daling van het rendement ten opzichte van het voorgaande
cohort voor hun rekening nemen.
Bron: 1 cijfer HO bestand DUO; april 2012
Figuur 6. Ontwikkeling rendement na 5 jaar (domeinniveau)
40%
45%
50%
55%
60%
65%
70%
75%
80%
85%
2004 2005 2006
CMM
GSW
MFR
MTV
OLL
TOI
Agri
Cohort
Figuur 7. Ontwikkeling uitval na 1 jaar (etniciteit)
20%
25%
30%
35%
40%
45%
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
autochtoon
westerseallochtoon
niet westerseallochtoon
Cohort
Figuur 8. Ontwikkeling rendement na 5 jaar (etniciteit)
autochtoon
westerseallochtoon
niet westerseallochtoon
35%
45%
55%
65%
75%
85%
2004 2005 2006 Cohort
30 Jaarverslag Inholland 2012
Geslacht
Vrouwen hebben in de afgelopen jaren beter gepresteerd dan mannen bij Inholland op zowel de indicator
uitval als rendement. De kloof tussen man en vrouw bleef overigens stabiel (figuur 9). Van cohort 2009 en
2010 viel 9% meer mannen uit dan vrouwen.
Bron: 1 cijfer HO bestand DUO; april 2012
Het percentage vrouwelijke studenten dat na 5 jaar het diploma haalt ligt maar liefst 19% hoger dan
dat bij hun mannelijke collega’s (figuur 10). Die kloof is met 2% toegenomen ten opzichte van de kloof
in cohort 2009.
Bron: 1 cijfer HO bestand DUO; april 2012
Vooropleiding
De vooropleiding van de studenten die bij hogeschool Inholland instromen is divers. Naast de reguliere
vooropleidingen gaan ook studenten met diverse buitenlandse vooropleidingen bij hogeschool Inholland
studeren. Figuur 11 toont dat uitval in cohort 2010 het hoogste is onder mbo’ers, net als in cohort 2009.
De toename van uitval ten opzichte van cohort 2009 is evenredig verdeeld over de verschillende voor-
opleidingsprofielen. Overigens is de toename van uitval onder studenten met een buitenlandse voorop-
leiding en de groep overige vooropleidingen wel een fractie hoger (+1%) dan uitval onder havisten en
mbo’ers. Uitval onder vwo’ers bleef stabiel.
Bron: 1 cijfer HO bestand DUO; april 2012
Figuur 9. Ontwikkeling uitval na 1 jaar (geslacht)
20%
25%
30%
35%
40%
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
man
vrouw
Cohort
Figuur 11. Ontwikkeling uitval na 1 jaar (vooropleiding)
2007200820092010
25%
20%
15%
10%
5%
30%
35%
40%
0%havo mbo vwo buitenlands overig
Figuur 10. Ontwikkeling rendement na 5 jaar (geslacht)
man
vrouw
45%
55%
65%
75%
2004 2005 2006 Cohort
31
Figuur 12 toont een iets sterker contrast als het gaat om het rendement van de verschillende groepen.
Studenten met een buitenlandse vooropleiding en de groep overige vooropleidingen realiseerden
het laagste rendement. Het rendement van de groep overige vooropleidingen is bovendien het sterkst
gedaald. Rendement van mbo’ers hield gelijke tred met dat van havisten en is ten opzichte van 2005 licht
gedaald.
Bron: 1 cijfer HO bestand DUO; april 2012
4.3 Analyse profiel Inhollandstudent met een mbo-vooropleiding
Hogeschool Inholland richt zich op de versterking van de relatie met het mbo. Het is daarom van belang
het profiel van de studenten die uit het mbo komen in kaart te brengen. Het valt op dat daar waar de
studieprestatie van havist en mbo’er zich in de afgelopen jaren vergelijkbaar ontwikkelde, de uitval van
mbo’ers ten opzichte van de havisten iets is opgelopen. In cohort 2010 was de uitval van mbo’ers 5%
hoger dan van havisten. Hoewel mbo’ers en havisten vergelijkbaar presteerden in de afgelopen jaren,
blijken er toch interessante verschillen te bestaan tussen deze groepen als het gaat om samenstelling,
studiekeuze en de studiebeleving in de eerste 100 dagen. Daar wordt in het vervolg nader op ingegaan.
Tabel 4 toont de ontwikkeling van de samenstelling van de instroom gesplitst op leeftijd, etniciteit en
geslacht.
Tabel 4. Kenmerken van de havo en mbo instroom
Cohort 2010 Cohort 2011
Leeftijd instroom <20 20-24 24< <20 20-24 24<
havo 92% 7% 1% 92% 8% 0%
mbo 23% 68% 9% 22% 69% 9%
Etniciteit instroom nwa aut overig nwa aut overig
havo 16% 77% 7% 13% 80% 7%
mbo 42% 52% 6% 35% 59% 6%
Geslact instroom man vrouw man vrouw
havo 43% 57% 43% 57%
mbo 36% 64% 38% 62%
Bron: 1 cijfer ho bestand (DUO), maart 2012; voltijdbachelorstudenten, eerste keer ho
Wat in het oog springt, is dat de mbo’er ouder is dan de havist. Dit hangt onder andere samen met de
duur van de vooropleiding en de mogelijkheid voor de mbo’er om eerst werkervaring op te doen voordat
wordt begonnen met een vervolgstudie. Uit de tabel kan verder worden afgeleid dat de instroom vanuit
het mbo procentueel uit meer vrouwen en niet westerse allochtonen bestaat dan de instroom vanuit de
havo.
Figuur 12. Ontwikkeling rendement na 5 jaar (vooropleiding)
35%
45%
55%
65%
75%
85%
2004 2005 2006
havo
mbo
vwo
buitenlands
overig
Cohort
32 Jaarverslag Inholland 2012
Ook in cohort 2011 blijft die samenstelling vrij redelijk stabiel, al is de groep niet-westerse allochtonen
uit het mbo procentueel iets afgenomen.
Jaarlijks wordt een aansluitonderzoek gedaan onder de eerstejaarsstudenten. In tabel 5 staan enkele resul-
taten uit het aansluitonderzoek dat in 2011 is afgenomen.
Tabel 5. Bewust voor je studie gekozen?
Schaal: oneens < 1 2 3 4 5 > eens havo mbo vwo
heb ik goed nagedacht over de voor- en nadelen van de opleiding * 3,9 4,2 4,1
was mijn beeld van de opleiding goed genoeg om te kunnen kiezen 3,8 3,9 3,9
was ik zeker van mijn opleidingskeuze * 4,0 4,3 4,2
had ik reeds een goed beeld van mijn toekomstig beroep * 3,4 3,9 3,5
heb ik mijn eigen capaciteiten goed laten meewegen in mijn besluit 3,9 4,1 4,1
Bron: Aansluitonderzoek 2011 (N=1275) * sign. verschil havo-mbo (p<0,01)
Uit het aansluitonderzoek blijkt dat het verschil in profiel tussen havist en mbo’er resulteert in een iets
ander keuzegedrag. Zo kiest de mbo’er bewuster voor een studie dan de havist en maakt de mbo-er een
meer doordachte studiekeuze. Verder is de mbo’er zekerder van zijn of haar opleidingskeuze en heeft
een beter beeld van het beoogde beroep dan de havist of de vwo’er. Dat hangt samen met het feit dat de
mbo’er beschikt over een volwaardige startkwalificatie. De mbo’er is, zoals eerder opgemerkt, wat ouder
en rijper en heeft meer inzicht kunnen ontwikkelen in de betekenis van werken en het werkveld op zich.
Voor hun opleidingskeuze keken mbo’ers meer naar de kans op een baan en het beroepsperspectief.
Ook het salarisperspectief, de toelatingseisen en de indruk van docenten hebben een grotere rol
gespeeld bij die keuze (Aansluitonderzoek, 2011).
Gekeken is verder naar mogelijke verschillen wat betreft de belangrijkste motieven om te stoppen met de
studie, afhankelijk van de vooropleiding (tabel 6).
Tabel 6. Belangrijkste motieven voor uitschrijven bij Inholland
belangrijk < 1 2 3 4 5 > onbelangrijk, score 1&2 mbo havo vwo Inholland
verkeerde studie gekozen * 50% 63% 60% 56%
de inhoud van de studie viel tegen * 42% 56% 55% 49%
moeite met de manier van onderwijs 35% 38% 41% 37%
te weinig studiemotivatie * 33% 45% 45% 39%
gebrekkige organisatie van de opleiding * 30% 41% 47% 36%
gebrekkige informatie vanuit de opleiding 30% 36% 41% 34%
studieresultaten bleven achter 29% 27% 20% 27%
beroepsperspectief valt tegen 27% 30% 46% 29%
onvoldoende studiebegeleiding 25% 23% 20% 24%
de studie bleek te zwaar * 25% 17% 9% 19%
Bron: Exit interviews Inholland cohort 2010 (N=1502) meest belangrijk
* sign. verschil havo-mbo (p<0,01)
Uit de tabel blijkt dat de belangrijkste argumenten voor de mbo’er om te stoppen met de studie bij ho-
geschool Inholland, een verkeerde studiekeuze en een tegenvallende studie zijn. Echter, deze motieven
komen bij de mbo’er minder prominent naar voren dan bij havist, waarschijnlijk doordat de mbo’er wat
rijper is en meer investeert in de studiekeuze. Daarnaast komt de zwaarte van de studie sterker naar voren
als motief om te stoppen.
33
De aspecten van de studie waarmee de mbo’er gedurende de eerste 100 dagen bij Inholland de meeste
problemen heeft gehad, blijken vooral samen te hangen met studeren op zich (tabel 7). Hierin verschilt de
mbo’er weinig van de havist. Beide groepen moeten wennen aan de cultuur van het studeren. De mbo’er
heeft verder wel meer moeite met taal en rekenen maar minder met bijvoorbeeld zelfreflectie.
Tabel 7. Probleem in de eerste 100 dagen?
geen problemen < 1 2 3 4 5 > veel problemen mbo havo vwo Inholland
Niveau van de lesstof 2,4 2,4 1,7 2,3
Hoeveelheid lesstof 2,9 2,9 2,4 2,8
Tempo van de studie 2,6 2,6 2,1 2,6
Zelfstandig werken 2,2 2,0 1,8 2,1
Samenwerken in groepen 2,4 2,3 2,5 2,4
Wiskunde of statistiek * 2,4 3,0 1,8 2,5
Nederlandse taal * 1,9 2,4 1,3 2,1
Engelse taal 2,1 2,3 1,7 2,1
Overige vreemde talen 2,1 2,2 1,7 2,1
Omgaan met de computer 1,7 1,7 1,6 1,7
Presenteren 2,2 2,0 2,1 2,1
Bijhouden van een portfolio * 2,6 2,2 2,6 2,5
Bron: Exit interviews Inholland cohort 2011 (N=1275) meeste problemen
* sign. verschil havo-mbo (p<0,01)
Mbo’er kiest bewuster voor de studie maar heeft meer moeite met studeren
Samengevat kan worden gesteld dat de mbo’er weloverwogen kiest en een beter beeld heeft van het
beroep. De mbo’er kiest naast inhoudelijke interesse meer dan gemiddeld voor ‘focus op de arbeids-
markt’ en persoonlijke ‘fit’ met de opleiding’. Dit hangt mede samen met het feit dat de mbo’er wat ouder
en rijper is.
Ondanks een meer bewuste studiekeuze vallen mbo’ers vaker uit. Belangrijkste redenen daarvoor zijn
‘een verkeerde studiekeuze’ en ‘niet uitgekomen verwachtingen’. Hoewel de mbo’er wel goed nadenkt
over de studiekeuze is het beeld dat wordt ontwikkeld over het studeren mogelijk onvoldoende scherp.
Daarnaast heeft de mbo’er met een afgeronde startkwalificatie volwaardig toegang tot de arbeidsmarkt.
Ook de zwaarte van de studie komt wat vaker naar voren. Dat blijkt ook het feit dat de mbo-er de aan-
sluiting moeilijker dan gemiddeld ervaart. Belangrijkste struikelblokken zijn het studietempo en de
hoeveelheid stof (universeel) maar specifiek rekenvaardigheid en taal.
Inholland heeft de afgelopen tijd veel geïnvesteerd in de aansluiting van taal- en rekenvaardigheid van
met name mbo’ers, door middel van bijspijkercursussen en summer schools. Verder moeten meeloop-
dagen, proefstuderen en intensievere contacten met de toeleverende mbo-instellingen het beeld dat
de aankomende studenten hebben van een studie bij Inholland zoveel mogelijk verscherpen.
4.4 Onderzoek
Lectoraten en daaraan verbonden onderzoeksactiviteiten leveren sinds de inbedding in 2010 in de
domeinen een steeds belangrijker bijdrage aan de realisatie van de doelstelling op het gebied van
praktijkgericht onderzoek van het domein en gezamenlijk aan de onderzoeksagenda van de hoge-
school. Daarnaast hebben de lectoren en onderzoeksdocenten een belangrijke bijdrage geleverd bij de
implemen tatie van leerlijnen onderzoek en aan de verhoging en borging van het niveau van afstuderen in
de bachelor- en masteropleidingen van Inholland.
De aansturing van het praktijkgericht onderzoek in de domeinen vindt plaats op een wijze die passend is
in de structuur van het domein. Dit wordt mede bepaald door de omvang van het aantal en van de directe
relatie van de lectoraten met het onderwijs. In alle domeinen is in 2012 de Handleiding Kwaliteitsbeleid
Praktijkgericht Onderzoek Inholland geïmplementeerd. De onderzoeksprogramma’s van de lectoraten
34 Jaarverslag Inholland 2012
leveren een wezenlijke bijdrage aan de realisatie van het werkprogramma onderwijs en de onderzoeks-
agenda van de domeinen en worden door de domeindirecteur vastgesteld en opgenomen in de
managementagenda van de directeur.
Overzicht lectoraten Inholland 2012
Domein Lectoraat Lector
UA Integrale Voedsel en Productieketens dr. ir. Woody Mayers
Duurzame verbindingen in de Greenport prof. dr. Olaf van Kooten
OLL Geïntegreerd Pedagogisch Handelen dr. Jeroen Onstenk
Ontwikkelingsgericht Onderwijs dr. Dorian de Haan
E-Learning dr. Guus Wijngaards
Educatieve Dienstverlening drs. Ruud Gorter
Grootstedelijk Onderwijs en Jeugdbeleid prof. drs. Dolf van Veen
Onderwijs en Levensbeschouwing dr. Ina ter Avest
Taaldidactiek en Onderwijs prof. dr. Rick de Graaff
MFR Intellectual Capital dr. Daan Andriessen
HRM en Persoonlijk Ondernemerschap dr. Petra Biemans
Boards and Governance dr. Stefan Peij
Controlling vacature
Public Reassurance Marnix Eysink Smeets
Airport & Aviation drs. Lex Oude Weernink
MTV Digital World drs. Frans van der Reep
City Marketing & Leisure Management dr. Angelique Lombarts
CMM Media, Cultuur, Burgerschap dr. Joke Hermes
Communicatie- en Design Management drs. Willy Geurts a.i.
Media en Entertainment Management drs. Wes Wierda
TOI Duurzaam Inrichten vacature
Groot Composiet dr. ir. Rogier Nijssen
GSW GGZ-verpleegkunde dr. Berno van Meijel
Dynamiek van de Stad drs. Guido Walraven
Medische Technologie in de Oncologie dr. Iain Bruinvis a.i.
Leefwerelden van Jeugd dr. Pauline Naber
Maatschappelijk werk drs. Margot Scholte
Kwaliteitszorg in de Intramurale dr. Piet Bartels
Gezondheidszorg
— In 2012 is het initiatief genomen tot een verdere integratie van het lectoraat Controlling met het
lectoraat Boards & Governance. Naar verwachting zal dit in 2013 leiden tot de opheffing van beide
lectoraten en de oprichting van een nieuw breed lectoraat Governance, Finance & Accountancy.
— In augustus 2012 heeft Ruud Gorter, lector lectoraat Educatieve Dienstverlening vanwege het
bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd afscheid genomen van Inholland. Het lectoraat is
opgeheven en de onderzoeksagenda van het lectoraat is inmiddels geïntegreerd in de onder-
zoeksagenda ’s van de lectoraten Grootstedelijk Onderwijs & Jeugdbeleid en Geïntegreerd
Pedagogisch Handelen.
35
In 2012 is het volgende lectoraat ingesteld en is met de volgende lector een verbintenis aangegaan met
Inholland:
— Domein Onderwijs, Leren en Levensbeschouwing :
Lectoraat Taaldidactiek en Onderwijs, lector prof. dr. Rick de Graaff per 1 april 2012
Hogeschool Inholland, Hogeschool van Amsterdam, Hogeschool Windesheim, Hogeschool
Arnhem en Nijmegen en Hogeschool Utrecht hebben besloten nauw samen te werken bij het aan-
vragen en inrichten van een aantal didactisch en inhoudelijk gerichte lectoraten. Het onderzoek
binnen deze lectoraten wordt gekenmerkt door een evidence based benadering van de leraren-
opleidingen. De bedoeling is dat de lector een kenniskring samenstelt bestaande uit deskun digen
van de vijf verschillende hogescholen. Het lectoraat Taaldidactiek & Onderwijs is vanuit deze
samenwerking met opdracht door Hogeschool Inholland opgericht.
Op 27 november 2012 is lector Prof. drs. Dolf van Veen verkozen als lector van het jaar in een verkiezing
georganiseerd door ScienceGuide en ISO.
Overzicht van de promotieonderzoeken 2012
In 2012 werden onderstaande medewerkers door Hogeschool Inholland gefaciliteerd voor een omvang
van 0,4 fte tot het uitvoeren van promotieonderzoek. In 2012 rondden de volgende medewerkers hun
promotieonderzoek met een promotie af:
Dr. Machteld de Jong, Vrije Universiteit
Studie-uitval onder Marokkaanse studenten in het hbo
Dr. Peter ‘t Lam, Vrije Universiteit
Inpressions of European integration, The EU in newspapers and public opinion
Dr. Jos Fransen, Open Universiteit
Selecting effective teams through simulation
Dr. Helen de Haan, University of Bath (UK)
Increase the successfulness of internationalisation strategies in order to create competitive advantages
for higher education institutions
Dr. Rudy Snippe, Nyenrode Business University
How can a B2B organisation with no R&D create a corporate context in which highly-educated
professionals act innovatively?
Dr. Raymond Zaal, Nyenrode Business University
Reinforcing ethical behavior through organizational architecture
Dr. Sylvia Bacchini , Universiteit van Amsterdam
Eerste hulp bij tweede taal. Experimentele studies naar woordenschatdidactiek voor jonge tweedetaal-
verwervers.
36 Jaarverslag Inholland 2012
Onderwerp Promovendus Universiteit Domein
Democratie leren door filosoferen Rob Bartels UvH OLL
Studiekeuze, studievoortgang en rendement in de
propedeutische fase
Jeany Van Beelen-
Slijper
RUG MFR
De kwaliteit van het aardrijkskundeonderwijs in de
lerarenopleiding basisonderwijs
Marian Blankman VU OLL
Research for the implementation of an automatic system
that, based non an event drive model, will generate a
periodic real-time application
Ton Boode UT TOI
Onderzoek naar de implementatie van de Veder
Methode in de 24-uurs zorg op verpleeghuisafdelingen
voor ouderen met dementie
Petra Boersma UvA GSW
Een stepped-care interventieprogramma voor patienten
met hematologische maligniteit die chemotherapie
en stamceltransplantatie hebben ondergaan: een
effectiviteitsstudie
Annemarie Braam-
se
VU MC Pilot GGZ-
VU
Schrijfdidactiek voor het hoger beroepsonderwijs Marleen Claessens RUN CMM
De effectiviteit van de Systematische Activerings
Methode (SAM) voor ouderen met een depressieve
stoornis
Frans Clignet VU Pilot
GGZ-VU
Integrated business-to-business branding and marketing Tom Dolkens NBU MTV
Van diploma naar portfolio Ruud Duvekot VU OLL
Seksuele en relationele vorming in Ghana Jolien van der
Geugten
UM GSW
Large Composite Wind Turbine Design and Control Terry Hegberg TU Delft TOI
De betekenis van juridische interventies voor goede
zorg aan Korsakov patienten
Susanne van den
Hooff
EUR MFR
Zorgbehoeften van thuiswonende ouderen met een
depressieve stoornis
Wim Houtjes VU Pilot
GGZ-VU
Moral concerns about ethical Caredroids (mogen we
menselijk handelen in de zorg vervangen door Robotica
Margo van Keme-
nade
VU GSW
Autonomie van de client en dwang-en-drang trajecten Fons Klaase UvH GSW
Stedelijk burgerschap; een onderzoek naar de betekenis
van burgerschap in het alledaagse grootstedelijke leven
Trees Moll WUR CMM
Affectieve scaffolding in beroepsgerichte vakken in het
VMBO
Marij Passier UvA OLL
Geagiteerd gedrag van ouderen met dementie.
Bouwstenen voor verpleegkundige en verzorgende
interventies
Rieneke Peijnen-
burg
VU GSW
Prognostische modellen in de medische besliskunde Tjeerd van der
Ploeg
EUR MFR
Leidt het zichtbaar maken van competenties met ICT
tools tot verbetering van de kwaliteit van reflectie
Eric Poldner UU OLL
Informatieve teksten leren lezen in de middenbouw van
het basisonderwijs
Yvonne van Rijk UvA OLL
Nieuwe Media en Therapietrouw Janneke Scheer-
man
UvA GSW
Corporate Governance binnen het bankwezen in 2007 Ellen Steijvers VU MTV
Collaborative care bij patienten met een borderline
persoonlijkheidsstoornis: een effectiviteitsonderzoek
Barbara Stringer VU Pilot
GGZ- VU
Effectieve inzet van blended learning binnen leer-
praktijken
Pieter Swager VU OLL
37
Het leren van de hogeschooldocent in relatie tot de
didactische en taalgerichte onderwijspraktijk
Fenna Swart UU CMM / OLL
Zorg om uit- en terugval; een onderzoek naar het
minnelijke traject schuldhulpverlening
Afke Theunissen UU MFR
Collaborative care bij patiënten met een bipolaire
stoornis
Nienke van den
Voort
VU Pilot
GGZ-VU
Verbintenissenrecht als handvat om studievertraging
in het hoger onderwijs tegen te gaan
Annette van der
Weijden
UT CMM
Dark tourism Karel Werdler LSBU (UK) MTV
De strategische positie van de muziekuitgeverij in
Nederland - historie en actualiteit
Wes Wierda UL CMM
Reputatie van de Avant-garde Cees van Wijk UvA CMM
Metaforiek van kennismanagement Jeroen Wittink, VU DBB
Afbreken van muren, bouwen van bruggen: de
bemiddelende rol van islamitische organisaties
tussen hun leden en de samenleving
Hasan Yar VU OLL
38 Jaarverslag Inholland 2012
Facts and Figures
In het collegejaar 2011-2012 hebben in totaal 645 studenten een buitenlandervaring in de vorm van een
stage of studie opgedaan. De studie werd gevolgd aan een van de 251 partnerinstellingen van Inholland.
444 inkomende uitwisselingstudenten hebben bij Inholland aan een van de uitwisselingsprogramma’s
deelgenomen. 42 docenten en 14 stafleden hebben als docent of staflid bij een van de partnerscholen
aan een uitwisseling meegedaan, ten opzichte van 40 inkomende docenten en 5 inkomende stafleden.
In totaal hebben ruim 1400 studenten een kortere buitenlandervaring opgedaan als onderdeel van hun
studieprogramma in de vorm van projecten, studiereizen etc.
Inholland verzorgt in studiejaar 2011-2012 acht internationale Engelstalige opleidingen: Aeronautical
Engineering, Information Technology, International Business & Management Studies, International
Communication Management, International Media & Entertainment Management en International
Music Management, Leisure Management, en Tourism & Recreation Management. Voor zeven van deze
opleidingen zijn 540 eerstejaarsstudenten ingeschreven, waarvan 170 buitenlandse (31%). Worden alle
jaren meegenomen, dan volgen op dit moment 2.135 studenten deze internationale opleidingen,
waarvan 680 buitenlandse (32%).
Enkele highlights
Studie en Stage Buitenland 2011-2012
— Een student MEM liep stage bij Social Athletics Club, een eventagency in London;
— Een student IBL liep stage bij Mercedes-Benz BeLux in Brussel;
— Een student Verpleegkunde liep stage bij Kyotera Centre in Uganda;
— Twee studenten pabo volgden een minor over ervaringsgericht leren (Outdoor Life in Wintertime)
aan de Universiteit van Stavanger in Noorwegen;
— Een student ICM studeerde een semester in Toowoomba Australië aan de Universiteit van
Southern Queensland;
— Een student MEM studeerde in Korea aan de Sungkyunkwan University in Seoul;
— Een student Lerarenopleiding Engels studeerde een semester aan de University of
Wolverhampton in het Verenigd Koninkrijk.
Stimuleringsfonds Internationale Studentinitiatieven 2011-2012
Voor het derde achtereenvolgende jaar konden studenten die een buitenlandervaring wilden opdoen,
maar zich dat niet helemaal konden veroorloven, in 2011-2012 een beroep doen op het Stimuleringsfonds
Internationale Studentinitiatieven. Voorwaarde voor deelname aan dit fonds is dat de buitenlandactiviteit
een eigen initiatief van de student (of groep studenten) is en geen verplicht onderdeel van het curriculum
vormt. Verder dient de buitenlandactiviteit een concrete bijdrage te leveren aan de beroepsoriëntatie van
de student en zijn internationale en crossculturele competentieontwikkeling.
In 2011-2012 was in totaal € 30.000 beschikbaar voor het Stimuleringsfonds Internationale Student-
initiatieven, waar 59 studenten met succes een beroep op hebben gedaan. Enkele voorbeelden van
studentinitiatieven:
— 2 studenten Sport en Bewegen deden een afstudeeropdracht bij Ajax Cape Town/Zuid-Afrika;
— 3 studenten hebben gedurende anderhalve maand bij Rookie Entertainment Company met hun
bedrijf Young & Lost Productions een reportage gemaakt over het Zweedse Kalmar ter promotie
van studie in Zweden;
— Een studente CMM deed een afstudeeronderzoek over zonne-energie bij een bedrijf in
Cambodja;
— 36 studenten van de opleiding Technische Bedrijfskunde organiseerden een studiereis naar
Berlijn.
5 Internationalisering
39
Januari
“Dit jaar wordt een keerpunt.” Dat zei collegevoorzitter Doekle Terpstra in zijn Nieuwjaarsboodschap.
Terpstra blikt kort terug op het jaar 2011 met de inspectieonderzoeken, de inzet van de reorganisatie, de
voortdurende toetsing van het Inhollandonderwijs aan de Wet Hoger Onderwijs en de voortdurende aan-
dacht in de media. “De discussie over de hbo-sector is nog niet afgelopen,” constateerde hij. “We blijven
kwetsbaar en zullen publicitair gezien voorlopig wel een speelbal blijven. Daar moeten we rekening mee
houden.”
Over 2012 zei hij: “Het wordt een cruciale periode, misschien wel de meest spannende in het bestaan van
de hogeschool. Wij als college zullen er alles aan doen wat binnen ons vermogen ligt. Maar together we
are one. Laten we elkaar dus ook aanmoedigen in ons werk en hand in hand, schouder aan schouder met
elkaar optrekken.”
De collegevoorzitter besloot met: “Ik ben van Inholland gaan houden. Deze hogeschool kan ontzettend
veel. Er is veel veerkracht, veel betrokkenheid, veel energie, veel inzet, veel loyaliteit. Ik wil graag dat we
dit jaar een pijnlijk deel van onze geschiedenis achter ons kunnen laten.”
19 Het lectoraat Grootstedelijk Onderwijs en Jeugdbeleid heeft plaats voor een promovendus die
onderzoek doet naar multimethod coaching (MMC) van leerkrachten in het primair onderwijs.
Lector Dolf van Veen en senior onderzoeker Patricia Vuijk hebben de beschikking gekregen over een
subsidie van 700.000 euro van de Stichting Innovatie Alliantie.
6 2012 – een jaar van opbouw
40 Jaarverslag Inholland 2012
25 Inholland Delft participeert samen met drie andere ‘groene’ hogescholen in de ontwikkeling door
Wageningen Universiteit van het Centre for Biobased Economy. Het centrum moet een bijdrage leveren
aan de overschakeling naar een economie die draait op ‘groene’ in plaats van fossiele brandstoffen.
Het doel is in eerste instantie kennis op te doen en die door te geven aan het bedrijfsleven en aan
relevante opleidingen.
26 Conciërge Hassan Tabiat van Inholland Den Haag wordt onderscheiden met de titel ‘Haagse
Conciërge van het jaar 2011’. Het is de zevende keer dat D66 Den Haag deze verkiezing organiseert.
Basisscholen, middelbare scholen, maar ook hoger onderwijsinstellingen in de regio mogen hierbij hun
topconciërges naar voren schuiven. D66 organiseert de verkiezing om te benadrukken dat de conciërge
een onmisbare rol op school vervult.
Februari01 Het College van Bestuur stelt eind januari het formatieplan Onderwijs Ondersteunend Personeel
(OOP) vast. Daarin presenteert het CvB een technische beschrijving van het herontwerp van Inholland voor
wat betreft het OOP. Het formatieplan komt tegemoet aan de behoeften van onderwijs en onderzoek op
het gebied van ondersteunende processen bij de uitoefening van hun taken. Tegelijkertijd maakt het plan
de noodzakelijke financiële middelen vrij om te kunnen investeren in het verhogen van de onderwijskwali-
teit. Op 21 februari stemt de Deelraad Diensten (OMR) in met het plan na langdurig en intensief overleg.
02 Schelte Beltman, coördinator van de Research School van Inholland en verbonden aan de eenheid
Bestuur en Beleid, wordt op 18 januari als Doctor of Philosophy (PhD) geïnaugureerd aan de Kingston
University in Londen. Zijn promotieonderzoek was gericht op facetten van cultuur binnen hogeronderwijs-
instellingen in Nederland en Engeland.
Later in februari is er nog meer nieuws van het ‘wetenschappelijk’ front. Op 8 februari promoveert Peter
’t Lam, docent Communicatie in Diemen, aan de Vrije Universiteit op zijn proefschrift ‘Impressions of
European Integration’; eveneens aan de Vrije Universiteit promoveert op 23 februari docent Machteld
de Jong op haar dissertatie ‘Ik ben die Marokkaan niet!’, een onderzoek naar identiteitsvorming van
Marokkaans-Nederlandse hbo-studenten’.
21 Een Inhollandmedewerker begint een handtekeningenactie om collegevoorzitter Doekle Terpstra
‘langer in huis te houden’ dan aanvankelijk zijn bedoeling was. In korte tijd stromen honderden steun-
betuigingen binnen. In de tussentijd benoemt de Raad van Toezicht Huug de Deugd per 1 april als lid
van het College van Bestuur. De Deugd, tot dan toe secretaris van het College van Bestuur c.q. directeur
Bestuur en Beleid, volgt dan interim-collegelid Lieteke van Vucht Tijssen op en richt zich met name op de
portefeuille Onderwijs.
27 Interim-bestuurder Kees Rutten wordt per 1 april lid van het College van Bestuur van ROC Midden
Nederland. Per 1 maart draagt hij zijn functie over aan Marcel Nollen. Na zijn vertrek zal Rutten, op voor-
dracht van de Hogeschoolmedezeggenschapsraad, toetreden tot de Raad van Toezicht van Hogeschool
Inholland.
41
Maart
“Alles moet draaien om de student.” Die opvatting uit Marcel Nollen als hij officieel Kees Rutten opvolgt
als collegelid bij Hogeschool Inholland. Met een forse reorganisatie bij het Rotterdamse Albeda College
achter de rug, neemt Nollen een schat aan informatie mee om Inholland als kwalitatieve onderwijsinstel-
ling stevig op de rails te zetten. “Je werkt als hogeschool met een maatschappelijk mandaat. Dat betekent
dat je niet jezelf voorop moet stellen, maar je studenten en het bedrijfsleven,” zegt hij in een ‘welkomst-
interview in het medewerkersblad ENZO.
‘Verbinding als opdracht’, de titel van het Strategisch Programma van Inholland, spreekt Nollen erg aan.
Hij zegt zich dan ook graag in te zetten voor het bouwen van een nieuw Inholland.
Hoe ziet hij de toekomst van Inholland, over pakweg een jaar? “We zullen een aantal stappen hebben
gemaakt op een aantal zaken die we zelf in de hand hebben. Van personeelsreductie tot het op orde
hebben van de basisprocessen. Ook hebben we dan een start gemaakt met de cultuurverandering.
Uitgangspunt daarbij moet een gemeenschappelijke visie zijn. Daar gaat bij een grote organisatie als
Inholland tijd overheen. En het gaat met vallen en opstaan.”
19 De master Special Educational Needs (SEN) is opnieuw positief geaccrediteerd door de Nederlands-
Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO). Hogeschool Inholland biedt de opleiding aan in samenwerking
met drie andere hogeronderwijsinstellingen. De opleiding scoort op twee van de drie onderzochte
standaarden een ‘goed’ terwijl de derde standaard boven basiskwaliteit scoort. Daarmee onderscheidt
de opleiding zich positief ten opzichte van de andere SEN-masteropleidingen in Nederland. Het NVAO-
panel is zeer te spreken over het feit dat de opleiding zorg draagt voor enerzijds de competentieontwik-
keling van studenten en anderzijds een stevige kennisbasis legt voor orthodidactiek lezen, orthodidactiek
rekenen en orthopedagogiek.
27 Jolanda Visser, studente Small Business & Retail Management aan Inholland Haarlem, wint in Parijs
met haar team de eerste Europese Global Enterprise Project Challenge (GEP). De ‘Magic Steps’, vloer-
tegels die energie opwekken door er over heen te lopen, zijn goed voor deze Europese onderscheiding.
“Steden zullen groeien, er wonen en werken meer mensen dus de vraag naar energie stijgt,” zegt de
prijswinnares. “Aan ons de opdracht om in dat opzicht een grote stad leefbaar te houden. Als je een paar
meter energieopwekkende ‘Magic Steps’ bij een treinstation neerlegt, lopen daar dagelijks tienduizenden
mensen overeen en dat levert behoorlijk wat energie op, om bijvoorbeeld de stationshal en perrons te
verlichten.”
42 Jaarverslag Inholland 2012
30 Collegelid Lieteke van Vucht Tijssen neemt afscheid van Inholland. Haar inzet van 15 maanden om
het onderwijs bij Inholland weer op orde te krijgen, levert haar een fraaie tweede plaats op de ranglijst
van ScienceGuide. “Er was wel het nodige te doen,” zegt Van Vucht Tijssen in haar afscheidsinterview.
Zij onderstreept dat de geboekte resultaten vooral het succes zijn van teamwerk. “Dit college heeft als
team de focus verschoven van de ondersteunende diensten naar het onderwijs. Docenten nemen hun
verantwoordelijkheid bij de ontwikkeling van het curriculum, de examencommissies en de accreditaties.
Er worden enorme bergen werk verzet.”
April01 Huug de Deugd treedt toe tot het College van Bestuur. “Ik heb de intense overtuiging dat we bij
Inholland ver kunnen komen in de verbetering van de onderwijskwaliteit. Ik hoop dat ik als collegelid
weer dichter bij het onderwijs sta dan de afgelopen jaren,” aldus De Deugd die voorheen secretaris van
het college was. De Deugd begon als docent Engels in 1994 bij Ichthus Hogeschool, een van de rechts-
voorgangers van Hogeschool Inholland. Enkele dagen na het aantreden van De Deugd wordt bekend dat
collegevoorzitter Doekle Terpstra zal aanblijven tot medio 2014. Dit in tegenstelling tot zijn oorspronkelijke
plannen en mede op aandringen van de Raad van Toezicht. “De Raad is in zijn mening gesterkt door het
signaal van binnenuit waarin de wens naar voren kwam voor continuïteit bij het uitvoeren van de ingezette
strategische koers,” aldus raadsvoorzitter Henk Breukink.
05 Communicatiestudente Smahane Ghannou wint de NOS Media Award, onderdeel van de ECHO
Awards. Met deze award wil de NOS excellent allochtoon talent uit het hbo of wo met kwaliteiten voor het
vak journalistiek onder de aandacht te brengen. “Ik geloof in de krachtige werking van het geschreven
woord,” zegt Smahane in reactie op dit persoonlijke succes. “Woorden raken het hart en vinden uiteindelijk
hun weg naar het verstand. Ik wil mijn stem laten horen en mensen inspireren en motiveren om hun
dromen na te jagen.”
10 “Ik adviseer mijn leerlingen juist nu voor Inholland te kiezen.” Die uitspraak deed een decaan uit
het voortgezet onderwijs tijdens een bijeenkomst van de lokale decanenkring bij Inholland Haarlem.
De gesprekken gaan zoals gewoonlijk over instroom, het laatste nieuws over hbo-opleidingen en andere
studiekeuzegerelateerde onderwerpen. Een aantal van de aanwezige decanen ziet kansen voor hun
ambitieuze leerlingen. Nu Inholland zich in de schijnwerpers weet te staan vanwege een aantal
ongelukkige voorvallen, is het streven naar en de aandacht voor kwaliteit echt en gemeend. Die indruk
wordt versterkt door een uitspraak van collegevoorzitter Terpstra die de decanen bijpraat: “Ik ben er van
overtuigd dat wij straks de frontrunner zijn voor het andere hbo, omdat we nu een flink aantal keuzes
maken die ons helpen om ons in die positie te krijgen.”
Mei“De Strategische Agenda van staatssecretaris Halbe Zijlstra komt voor Hogeschool Inholland zeer
gelegen.” Dat zegt collegevoorzitter Doekle Terpstra over de profilering van Inholland in het kader van de
prestatieafspraken die in het voorjaar 2012 met het ministerie zijn gemaakt. Met die prestatieafspraken
geeft Inholland vorm aan haar toekomst: een ambitieuze en realistische toekomst. Terpstra: “Studenten
opleiden tot goede professionals is de maatschappelijke opdracht van Inholland. Een opdracht die ons
dwingt om te kijken waar we het beter kunnen doen en die ons dwingt keuzes te maken. Hoe kunnen we
het best doen wat we nastreven, waar kiezen we voor als we ons profiel duidelijker willen maken en ons
willen onderscheiden?” Inholland heeft haar nieuwe profilering al ingezet. “Wat onderwijsniveau betreft
leggen we de lat hoger,” aldus Terpstra. Kwaliteit van onderwijs staat voorop. We bieden onze studenten
een goede begeleiding en een kwalitatief stevig curriculum. Inholland richt zich op de lokale profilering,
positionering en verankering waarin plaats is voor een betere samenwerking met het werkveld in de
regio. Ons portfolio aan opleidingen moet dan ook aansluiten bij de wensen van de regio. Ons onderwijs
zal zich bovendien kenmerken door een aspect dat wij waarde(n)vol noemen. Er is meer dan alleen het
beroep waar je voor leert. Maatschappelijk functioneren vindt plaats in de beroepscontext maar ook in de
complexe maatschappelijke context: een student moet meer meekrijgen dan de kennis en kunde van zijn
beroep. Persoonlijke ontwikkeling zal daarom ook deel uitmaken van ons curriculum.”
43
15 De master Leren & Innoveren van Hogeschool Inholland is als beste beoordeeld door de Keuzegids
Masters. De master is daarmee bovendien de nummer twee van alle beoordeelde hbo-masters. In een
reactie op deze beoordeling zegt Jeroen Onstenk, academic director van de master: “We zijn trots op dit
resultaat. Het is een beloning voor de kwaliteit en betrokkenheid van ons team én van onze studenten.
De lat ligt nu weer een stukje hoger.”
24 Marnix Eysink Smeets, lector Public Reassurance aan Inholland, krijgt - samen met medeonder zoekers
Hans Moors, Koen van ’t Hof en Esther van den Reek Vermeulen - de NSV-VBO Beleidsprijs. De prijs is hun
toegekend voor het rapport ‘Omgaan met de perceptie van overlast en verloedering - Een beknopt advies
voor de bestuurspraktijk’. De jury kwam tot haar oordeel ‘vooral vanwege de sterke inbedding in sociaal-
wetenschappelijke theorie’. Met de eerder toegekende Inholland Onderzoeksprijs is het de tweede prijs
die het lectoraat Public Reassurance dit studiejaar mag ontvangen.
25 Pabostudente Jip Boxma van Inholland Haarlem is de winnaar van de tweede landelijke finale van
de Voorleeswedstrijd Pabo’s in Muziekcentrum Vredenburg in Utrecht. Ook de tweede plaats is voor een
Inhollandstudente, Roxanne Biesheuvel van de Inhollandpabo in Dordrecht.
Juryvoorzitter en kinderboekenschrijver Jacques Vriens is lovend over Jip. “Het moeilijke van voorlezen is
om niet teveel te acteren. Jip verstaat de kunst van het voorlezen precies. Ze weet de hele zaal, inclusief
jurytafel, mee te nemen in haar verhaal”.
Juni08 De portal van het Mobiliteitscentrum Inholland is online. Degenen die als gevolg van de reorgani-
satie niet geplaatst zullen worden, kunnen hier aan de slag met instrumenten die kunnen helpen wanneer
men zich beter wil profileren, ontwikkelen of op zoek is naar een nieuwe baan. De portal bevat onder meer
arbeidsmarktinformatie en sollicitatietips, loopbaaninstrumenten, een opleidingengids en een vacature-
bank.
13 Docent Geert Plug (Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken) van Inholland
Haarlem krijgt de award voor de beste Erasmusdocent. De docent echografie en afdelingscoördinator
internationalisering krijgt de prijs op grond van het feit dat hij “een uitstekende uitdrager is van het
Erasmusprogramma door zijn gedrevenheid en inzet in de Erasmus Radiography Group (ERG).”
Plug is sinds 2003 actief in ERG, onder andere als (vice)voorzitter.
44 Jaarverslag Inholland 2012
22 Studenten van Inholland zijn over het algemeen redelijk tevreden over hun opleiding. Dat blijkt uit de
resultaten van Nationale Studenten Enquête 2012. De tevredenheid scoort over de gehele linie hoger dan
in 2011. Erg tevreden zijn onze studenten over de inhoud van hun opleiding, de sfeer bij de opleiding en
de studieomgeving. Net als een jaar eerder vinden de studenten echter dat de wijze waarop de opleiding
gebruik maakt van de uitkomsten van onderwijsevaluaties beter kan. Dat geldt ook voor de manier waarop
de opleiding op klachten en problemen reageert.
28 Kadene Vassell, atlete en vierdejaars student HLO Biochemie van Hogeschool Inholland, wint de
Inholland Topsportprijs 2012. Kadene ontvangt de prijs vlak voor haar vertrek naar de EK Atletiek in
Helsinki, in de aanloop naar de Olympische Spelen in London waarvoor zij zich eerder dit jaar kwalifi-
ceerde. Voetbalster Dominique Bruinenberg won de publieksprijs dankzij de fans die op haar stemden
via de poll op www.facebook.com/inholland.
28 Onderwijsinstellingen, ondernemers en gemeenten in de regio Haaglanden ondertekenen de
‘Actieagenda Geslaagd in het Vak 2012 - 2015’, een samenwerkingsovereenkomst voor een goed
functionerende regionale onderwijs- en arbeidsmarkt. Ondertekenaar Inholland Den Haag zet zich vooral
in om personeelstekort in het onderwijs aan te pakken en ondernemerschap te stimuleren via het onder-
wijs.
Juli01 Studente Kadene Vassell, winnaar van de Inholland Topsportprijs 2012, wint op het EK atletiek in
Helsinki zilver op de 4x100 meter estafette. Inholland alumnus Patrick van Luijk, winnaar van de Inholland
Topsportprijs 2007, wint zilver op de 200 meter en goud op de 4x100 meter estafette.
04 Hogeschool Inholland, de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Fontys luiden in Amsterdam de
noodklok over de mogelijke gevolgen van de langstudeerboete voor topsportstudenten. Tijdens het
Olympisch voorprogramma, een evenement voor alle topsporters en Olympiërs van de HvA, Inholland
en de Universiteit van Amsterdam verklaren de bestuurders gezamenlijk dat zij “er bijzonder trots op zijn”
dat ze zulke talenten in huis hebben, “die zich inzetten om op beide gebieden te excelleren.” De lang-
studeermaatregel zien ze als een van de bedreigingen die de maatschappelijke en sportieve toekomst
van studerende sporters negatief kunnen beïnvloeden.
09 Docenten Roderick Balk en Kees van Dam overhandigen bij Inholland Haarlem vijf studenten de
eerste diploma’s met de afstudeervariant Sportmanagement. Sportmanagement is onderdeel van de
opleiding Bedrijfskunde MER (Management, Economie & Recht) en specifiek gericht op management-
functies in de sportsector.
17 Met een scriptie over de kweek van tomaten wint Arie Boers (Tuin- en Akkerbouw, Inholland Delft) de
KNLC-prijs 2012 (Koninklijk Nederlands Landbouwcomité). De winnende scriptie gaat over ‘De invloed van
topmethoden op trospositie en koploosheid bij de opkweek van tomaten’. “Een goede onderzoeksopzet
met veel diepgang met een praktisch resultaat waar het stagebedrijf, Plantenkwekerij Vreugdenhil uit de
Lier, zeer tevreden mee is”, aldus het juryrapport.
27 Locoburgemeester Jantine Kriens heet in het Rotterdamse Stadhuis de nieuwe lichting studenten
uit Curaçao welkom in Nederland en Rotterdam in het bijzonder. 35 van de studenten doen mee aan de
introductiedag van Inholland Rotterdam. Ieder jaar komt een groep studenten vanaf de eilanden naar
Rotterdam om een opleiding te beginnen aan één van de Rotterdamse onderwijsinstellingen. De onder-
wijsinstellingen bieden diverse mogelijkheden voor studieondersteuning. De studenten komen immers in
een nieuwe omgeving, zonder familie waarop ze kunnen terugvallen.
45
Augustus
Oud-Inhollandstudente en hockeyster Kim Lammers en haar teamgenoten winnen 10 augustus de gouden
medaille tijdens de Olympische Spelen in Londen. Na een zinderende finale tegen Argentinië was de
eindstand 2-0. Hogeschool Inholland feliciteert de hockeydames en natuurlijk ook de andere ‘Olympische
Inhollanders’ met hun topprestatie. Voor de 31-jarige Kim Lammers is het in Londen haar olympische
debuut. De spits haalt er ook nog de medaille op waar ze al haar hele carrière van droomt: de gouden.
Lammers: “Ik ben een dolgelukkig mens. Vorige week zag ik de gouden plak van Marianne Vos al en toen
wist ik het zeker: die moet ik ook hebben. En nu heb ik ‘m dan. Op mijn 31ste. Zo mooi.”
16 HTRO-student Alwin Westhof begint met ‘Responsible Suits’ een duurzaam productiebedrijf in
maatpakken. Hij werkt hiervoor samen met een gezin van kleermakers in Vietnam. “Het ‘verantwoordelijke’
deel komt voort uit het feit dat de pakken in Vietnam, een laag loon land, worden geproduceerd, maar wél
tegen een goede betaling. In Vietnam maakt een gezin van kleermakers de pakken, waarvoor zij goed en
eerlijk betaald worden.”
22 Collegevoorzitter Doekle Terpstra doet in een opiniebijdrage aan NRC Handelsblad het voorstel
de langstudeerboete te vervangen door een kortstudeerbeloning. Dat is een positieve prikkel die waar-
schijnlijk meer bijdraagt aan het verminderen van het aantal langstudeerders dan de langstudeerboete.
Terpstra is zich er goed van bewust dat het langer studeren dan de norm – vier of vijf jaar – slecht is voor
het afstudeerrendement. De langstudeerboete heeft hier volgens hem nog een extra negatief effect op.
Is het niet beter de boete, die alleen al door de benaming een negatief imago heeft, om te zetten in een
beloning voor kortstuderen, zo vraagt hij zich af. In oktober wordt de langstudeermaatregel overigens
alsnog teruggedraaid. Reeds geïnde boetes worden zo spoedig mogelijk terugbetaald.
29 Met het afstudeerplan “Herberg voor Herstel” bedenken Bouwkundestudenten Andreas Toufexes
en Dennis Meijerink een nieuwe invulling voor het monumentale Vuurtoreneiland in het IJmeer net uit de
kust bij Durgerdam. “Het eiland is van oorsprong een plek van veiligheid, ruimte en rust. Dat is een goede
basis om er een herstel- en wellnesscenter op te zetten.”
46 Jaarverslag Inholland 2012
September
Jaaropening 2012-2013 in teken van waarde(n)vol onderwijs
“Aan de slag met het andere, waarde(n)volle Inholland” of “Samenwerken is het nieuwe
concurreren”
“De klus is nog niet geklaard, maar wij zijn samen een eind op dreef bij het vormgeven van het andere,
waarde(n)volle Inholland!” Met die woorden opent collegevoorzitter Doekle Terpstra het collegejaar
2012-2013 bij Inholland Haarlem. Een collegejaar waarin de nieuwe contouren van het ‘andere’ Inholland
zichtbaar worden. Terpstra: “We willen terug naar waar we voor zijn opgericht en hebben een maatschap-
pelijke opdracht te vervullen ten behoeve van het (regionale) werkveld en we zijn ervoor om studenten
goed toe te rusten voor een professionele carrière. En dat maakt dat het instituut Inholland daaraan onder-
geschikt is. We willen korte metten maken met ouderwetse concurrentiemodellen en niet meer alleen
denken in termen “what’s in it for me”. Samenwerken is het nieuwe concurreren en het aangaan van
allianties met andere hogescholen, universiteiten en het mbo is wat ons betreft het nieuwe credo.”
03 Collegevoorzitter Doekle Terpstra behoort volgens het online magazine Science Guide tot de tien
mensen die het meest invloedrijk en inspirerend zijn op het gebied van kennis en hoger onderwijs.
Terpstra staat op een vijfde plaats, na onder andere de Italiaanse premier en hoogleraar Mario Monti en
nanowetenschapper Leo Kouwenhoven, ‘vinder’ van het majoranadeeltje. “Desastreus dreigende aan-
meldingscijfers wist Terpstra te keren,” aldus de toelichting van ScienceGuide.
05 Collegelid Marcel Nollen lanceert tijdens de opening van het collegejaar in Haarlem het stimulerings-
programma Wij Inholland, een nieuw ‘keurmerk’ om ondernemende en innovatieve studenten van
Inholland te ondersteunen en in de schijnwerpers te zetten. De eerste winnaars van de Wij Inholland award
zijn de studenten Luchtvaarttechnologie die met hun zelf ontworpen Apollo meedoen aan de Shell Eco
Marathon 2013 in Rotterdam. Ook het project ‘De Glazen Studentenbus’ krijgt de award. Met een mobiele
studio willen studenten van verschillende opleidingen 100 uur live radio maken, waarvan de opbrengst
gaat naar 3FM Serious Request
24 “Zeer goed.” Dat is het oordeel van de Reviewcommissie Hoger Onderwijs en Onderzoek over het
voorstel voor prestatieafspraken van Hogeschool Inholland, ‘Presteren in Verbinding’, dat in mei 2012 aan
de commissie werd voorgelegd. De commissie adviseert de staatssecretaris van Onderwijs en de minister
47
van Economische Zaken de voorstellen van Inholland als toereikend te beschouwen voor de voorwaarde-
lijke financiering en concludeert dat Inholland in aanmerking dient te komen voor middelen uit het
selectief budget. De aanpak van het vormgeven van drie zwaartepunten wordt als positief beoordeeld.
Die zwaartepunten zijn: Creatieve economie, Gezonde samenleving en Duurzame Techniek en Groen.
27 Om een structurele dialoog aan te gaan tussen het beroepsonderwijs, bedrijven en arbeidsbemid-
delaars, tekent de opleiding Informatica van Hogeschool Inholland Haarlem een convenant ondertekend
met ondernemers tijdens het evenement ‘De Waarderpolder Werkt!’. Eén van de afspraken is de kloof
tussen arbeidsmarkt en onderwijs te overbruggen. Te denken valt onder andere aan bedrijfsbezoeken
voor zowel docenten als studenten.
OktoberZes Inhollandopleidingen bovenaan in ranglijsten Keuzegids HBO
Zes opleidingen van Hogeschool Inholland staan in de top 3 van hun categorie in de Keuzegids HBO
Voltijd 2013. Met een gedeelde eerste plek komt de opleiding Bouwkunde van Inholland Haarlem als
beste uit de bus. Met een totaalscore van 51 staat Hogeschool Inholland als laatste op de algemene
landelijke ranglijst. Avans Hogeschool staat net als vorig jaar op nummer één. Alle lof heeft collegevoor-
zitter Doekle Terpstra voor de hoge noteringen van de zes opleidingen. Dat de algemene resultaten
tegenvallen komt voor hem niet onverwacht. Doekle Terpstra: “Inholland heeft het afgelopen jaar een
aantal belangrijke eerste verbeterstappen gezet om de kwaliteit van het onderwijsaanbod waar nodig te
verhogen. Zo zijn onze opleidingen tegen het licht gehouden en hebben we besloten een aantal van onze
opleidingen af te bouwen. Deze zijn of worden te klein om ze goed te kunnen aanbieden. Inholland houdt
onverminderd vast aan haar primaire opdracht: het verzorgen van gedegen en kwalitatief goed onderwijs
voor haar studenten.”
08 De website van Inholland is vanaf vandaag vernieuwd en vereenvoudigd. Belangrijkste verandering
is dat de opleidingsinformatie centraal en overzichtelijker geplaatst is. Op www.inholland.nl is een nieuw
kopje ‘locaties’ toegevoegd waar de locaties zich kunnen profileren. De veranderingen zijn noodzakelijk
omdat bezoekers, veelal aankomende studenten, tot dusver moeite hadden om de juiste informatie te
vinden. Ook bevatte de website veel dubbele informatie. De website is nu duidelijker, biedt doelgroepen
meer kwaliteit en is met de huidige personeelsbezetting beter te onderhouden.
10 Om voor meer stage- en leerwerkplekken te zorgen voor studenten in de bouw, ondertekenen
woningcorporaties, Hogeschool Inholland en andere onderwijsinstellingen in Noord-Holland Noord
een convenant bij het Regionaal Platform Werk en Inkomen Noord-Holland Noord in Alkmaar. Doel is
jongeren beter te kunnen voorbereiden op een baan in de bouw of een technisch beroep door meer
praktijk ervaring aan te bieden.
16 Studenten van het prestigieuze Berklee College of Music bezoeken Inholland Haarlem voor een
week. Gezamenlijk bieden de instellingen de minor International Music Publishing aan. Naast overleg
over verdere samenwerkingsvormen, krijgen studenten colleges over actuele ontwikkelingen in de
muziekindustrie en krijgen ze lessen over songwriting, sampling en mixen. Het onderhandelen over
muziekrechten krijgt speciale aandacht. Het bezoek geeft volgens collegevoorzitter Doekle Terpstra aan
dat de programmering van Inholland er goed voor staat. “Als mensen van Berklee geïnteresseerd zijn in
onze faciliteiten en de manier waarop we lesgeven over regelgeving, mogen we trots zijn. Voor ons is het
heel belangrijk om de band met Berklee verder te ontwikkelen.”
48 Jaarverslag Inholland 2012
November
Dolf van Veen Lector van het Jaar 2012
Dolf van Veen, lector Grootstedelijk Onderwijs en Jeugdbeleid bij Hogeschool Inholland, wordt uitge-
roepen tot Lector van het Jaar 2012. De bijbehorende award ontvangt hij uit handen van Pieter Gerrit
Kroeger, hoofdredacteur van ScienceGuide, die, om het hoge gehalte aan te geven van de voorgedragen
kandidaten dit jaar, zei: “Je hebt alleen maar winnaars”. Van Veen is mede gekozen vanwege de bijzondere
rol die hij vervult als het gaat om de versterking van het docentschap. In 2013 is Nederland namelijk
gastland van de zogeheten ‘Obamasummit’, een wereldwijd door president Obama in het leven geroepen
topconferentie over excellentie in het vak van docent. “Als gastland moet Nederland daarbij zijn beste
inspiratoren de kans geven om inbreng aan zo’n summit te leveren”, aldus Kroeger. Het lectoraat van
Van Veen doet onderzoek, verzorgt onderwijs en geeft advies in de beroepspraktijk in de ontwikkeling,
toepassing, samenwerking en implementatie van kennis op het gebied van onderwijs en jeugdzorg.
Het lectoraat heeft daarbij speciale aandacht voor leerlingenzorg, schooluitval, en de integratie van
dienstverlening en de beleidsvoering op dat gebied.
09 Vierdejaars student Roeland van Schie van Inholland Haarlem wint met zijn plan van aanpak voor
Wesseling Logistics de Lean and Green Challenge Award. En het bedrijf wint een Lean and Green Award
als het plan wordt goedgekeurd. Het plan beschrijft hoe het bedrijf minimaal 20 procent CO2 kan
besparen in 5 jaar tijd, en tegelijkertijd de winstgevendheid verhoogt. Het gaat hierbij om de logistieke
activiteiten van het bedrijf.
13 Een uitgebreide test van studentenvakbond LSVb laat zien dat de voorlichtingsbrochures van
Inholland erg volledig en informatief zijn. De organisatie legde 93 folders van 31 hogescholen naast
elkaar en vergeleek ze op 39 punten. In het onderzoek ‘Studiefolders: voorlichting of verkooptruc?’
scoort Inholland op twee punten 100 procent: bij de informatievoorziening over de vereiste zelfstudie en
de noodzakelijke inhoudelijke kennis die een student zal opdoen. De folders van de opleidingen Pabo en
Informatica eindigen in de top 15 van meest informatieve.
16 Studenten van de Pabo van Inholland Alkmaar bezoeken de Tweede Kamer om in gesprek te gaan
over de toekomst en de (financiële) staat van het basisonderwijs. Ze spreken er met Walfred Haans,
beleidsmedewerker Onderwijs van de PvdA, naar aanleiding van een betoog van de PvdA tegen extra
bezuinigingen in het basisonderwijs.
49
20 Ruim 400 ouders van eerstejaarsstudenten bezoeken de eerste kennismakingsavond van Inholland
Rotterdam. De avond is georganiseerd omdat ouders steeds meer betrokken zijn bij het studiekeuze-
proces van hun kinderen. Ook tijdens de opleiding spelen zij een belangrijke rol. De ouders krijgen
onder andere informatie over waarde(n)vol onderwijs en persoonlijke ontwikkeling, thema’s waar
Inhollandstudenten de komende vier jaar mee te maken krijgen.
December“We willen een andere hogeschool worden”
Doekle Terpstra blikt terug en vooruit naar 2013
Samen met decanen van middelbare scholen uit Haarlem en omstreken blikt collegevoorzitter Doekle
Terpstra vlak voor de kerstdagen terug op 2012 en schetst het profiel van het ‘andere Inholland’ dat in
2013 gestalte moet gaan krijgen. “Het ministerie heeft onze plannen als ‘zeer goed’ beoordeeld. Dat is
fantastisch. Maar dat moeten we nu wel waar gaan maken. We zijn een hogeschool en hebben een maat-
schappelijke opdracht te vervullen in dit beroepsonderwijs. In nauwe samenwerking natuurlijk met het
wetenschappelijk onderwijs, de regio en het werkveld. Ook is het ongelooflijk belangrijk om de relaties
met de toeleverende scholen goed te blijven organiseren. Dit geldt voor het voortgezet onderwijs en het
mbo. Niet met de rug naar elkaar toe gaan staan. Maar actief luisteren en kijken wat we voor elkaar kunnen
betekenen.” Terpstra licht de plannen voor 2013, en daarna, toe. Zo herstructureert de hogeschool het
portfolio, mede tegemoetkomend aan wensen van het werkveld. Ook schroeft Inholland de eisen op voor
de studenten en dan in het bijzonder voor het eerste jaar. Daar tegenover staat een goede begeleiding.
“Onze opdracht is kwaliteit te bieden, op menselijke maat geschoeid dichtbij de student. Stevig aan de
maat, dat wel, op de manier waarop wij vinden dat we het moet gebeuren. Wij willen een andere hoge-
school worden.”
06 Inhollanddocenten Machteld de Jong en Peter ‘t Lam zijn genomineerd voor de FSW Dissertatieprijs
2012, die jaarlijks uitgereikt wordt door de Vrije Universiteit. De prijs beoogt kwalitatief hoogstaand
empirisch promotieonderzoek op het brede terrein van de sociale wetenschappen te vergroten.
Machteld de Jong is genomineerd voor haar proefschrift ‘Ik ben die Marokkaan niet! Onderzoek naar
identiteitsvorming van Marokkaans-Nederlandse hbo-studenten’. De nominatie van Peter ‘Lam is
gebaseerd op zijn proefschrift ‘Impressions of European Integration. A comparitive analysis of the impact
of EU news in European newspapers on European audiences’.
13 Doekle Terpstra wordt in Zeist verkozen tot Influencer of the Year 2012. De prijs wordt jaarlijks tijdens
het evenement Strategie Platform Onderwijs uitgereikt aan de meest invloedrijke persoon binnen de
sector. “Uit deze benoeming blijkt dat het onderwijs vertrouwen heeft in ‘het andere Inholland’ waaraan we
bouwen”, zegt de collegevoorzitter in een reactie. “Deze award is een erkenning voor mij persoonlijk maar
vooral voor de hogeschool.”
17 De Glazen Studentenbus, een project naar voorbeeld van het Serious Request Glazen Huis van 3 FM,
haalt in vier ‘Inhollandsteden’ ruim 12.500 euro op voor het Rode Kruis, na een non-stop radiomarathon
van 100 uur. De mobiele radiostudio wordt gerund door studenten Media- en Entertainment Management
en studenten Communicatie, onder begeleiding van radiodocent Sieb Kroeske. Een week later verhogen
studenten van de opleiding Hoger Toeristisch en Recreatief Onderwijs de Inhollanddonatie voor Serious
Request nog eens met 10.000 euro met een speciale activiteitenweek in het Stay Okay hostel in Bergen op
Zoom.
50 Jaarverslag Inholland 2012
7.1 Financiële cijfers
Onderstaande cijfers zijn ontleend aan de kalenderjaarrekening 2012, waarbij door KPMG Accountants
N.V. op 15 mei 2013 een goedkeurende verklaring is afgegeven.
Geconsolideerde balans x 1000 euro
Toelichting Werkelijk
31 december
2012
Begroot
31 december
2012
Werkelijk
31 december
2011
Werkelijk
31 december
2010*
Activa
Vaste activa
Vorderingen
Liquide middelen
(a)
(b)
205.828
30.000
27.424
217.047
29.817
14.885
227.404
29.817
8.567
244.171
32.322
12.214
263.252 261.749 265.788 288.707
Passiva
Eigen vermogen
Aandeel derden
Voorzieningen
Langlopende schulden
Kortlopende schulden
(c)
(d)
76.445
375
34.597
68.921
82.914
76.573
0
21.304
75.261
88.611
72.198
353
27.304
77.321
88.612
102.714
489
4.983
45.654
134.865
(e) 263.252 261.749 265.788 288.707
Kerncijfers
Current ratio
Solvabiliteit
Werkkapitaal
(a+b) / (d)
(c) / (e)
(a+b) – (d)
0,69
29,0%
– 25.490
0,50
29,3%
– 43.909
0,43
27,2%
– 50.228
0,33
35,6%
– 90.329
* Aangepast voor vergelijkingsdoeleinden
Solvabiliteit
Met solvabiliteit wordt aangegeven in hoeverre de stichting haar financiële verplichtingen aan
de verschaffers van vreemd vermogen kan nakomen. Met andere woorden: solvabiliteit is
de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen op de balans.
Inholland streeft, net als het Waarborgfonds HBO naar een solvabiliteit van minimaal 20%.
Met een solvabiliteit van 29% blijft Inholland boven de norm van 25%.
Voorzieningen
Onder de post Voorzieningen zijn opgenomen de voorzieningen Reorganisatie, Leegstand,
Bovenwettelijke Werkloosheidsregeling Hoger Beroepsonderwijs, WAO Eigen Risico,
Langdurig zieken en Jubileumuitkering.
7 Feiten en cijfers
51
Geconsolideerde staat van baten en lasten x 1000 euro
Werkelijk
2012
Begroting
2012
Werkelijk
2011*
Werkelijk
2010*
Baten
Rijksbijdragen
Collegegelden
Baten werk i.o.v. derden
Overige baten
200.544
49.818
5.407
17.437
193.279
55.117
17.360
7.511
196.013
55.345
7.547
16.684
193.257
53.406
7.861
20.695
Totaal baten 273.206 273.267 275.588 275.218
Lasten
Personele lasten
Afschrijvingen
Huisvestinglasten
Overige instellingslasten
198.946
25.254
19.004
22.606
203.418
23.689
14.727
23.166
239.085
22.790
15.516
25.580
201.951
20.444
17.136
27.878
Totaal lasten 265.809 265.000 302.972 267.409
Saldo baten & lasten 7.396 8.267 -27.384 7.809
Financiële baten en lasten
Financiële baten
Financiële lasten
171
– 2.731
173
– 4.369
228
– 3.228
125
– 2.887
Totaal financiële baten en lasten – 2.560 – 4.196 – 3.000 – 2.762
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering 4.836 4.071 -30.384 5.048
Vennootschapsbelasting
Resultaat Deelneming
Aandeel derden
– 16
– 551
- 22
- 49
0
0
– 49
0
– 85
– 61
0
– 99
Exploitatieresultaat 4.247 4.022 - 30.518 4.888
* Aangepast voor vergelijkingsdoeleinden
52 Jaarverslag Inholland 2012
Resultaatbestemming
Werkelijk
2012
Begroting
2012
Werkelijk
2011*
Werkelijk
2010*
Toevoeging/onttrekking aan algemene
reserve
4.906 4.022 - 13.192 11.888
Toegevoegd aan bestemmingsreserve - 659 0 - 17.326 - 6.200
Resultaat 4.247 4.022 - 30.518 4.888
* Aangepast voor vergelijkingsdoeleinden
Het resultaat over 2012 is ten opzichte van de begroting ca. € 2 mln. hoger. De belangrijkste afwijkingen
ten opzichte van de begroting zijn:
— De rijksbijdragen in 2012 zijn hoger dan begroot door aanpassing van het macrobudget
(andere verdeling naar instellingen), de afschaffing van de langstudeerdersmaatregel en de
ontvangen prijscompensatie.
— Collegegelden wijken af van de begroting door de afschaffing van de langstudeerders-maatregel.
— De baten in opdracht van derden en overige baten lopen achter op de begroting door de afname
van het contractonderwijs (Holding), minder opbrengsten uit detachering personeel en de
studentbijdragen die teruglopen.
— De personele lasten zijn lager dan begroot door de afname van personeel in het kader van de
reorganisatie. In het kader van de bezuinigingen wordt er sterk gestuurd op het verminderen van
externe inhuur. Dit is terug te zien in een daling van deze kosten in de rubriek personele lasten.
Daarnaast veroorzaken de dotaties (€ 9,5 mln.) in de personele voorzieningen (met name de
reorganisatievoorziening) personele lasten die niet begroot waren.
— De afschrijvingen zijn hoger dan begroot en de afwijking wordt verklaard door de afwaardering
(€ 1,8 mln.) van de verbouwingen in de huurpanden in Amstelveen en Hoofddorp die per
1 september 2013 leegstaan.
— De huisvestingslasten zijn hoger dan begroot door de vorming van een leegstandsvoorziening
(€ 4,4 mln.) voor de huurpanden in Hoofddorp en Amstelveen die per 1 september 2013 leeg-
staan.
— Het saldo van de financiële baten en lasten wijkt af van de begroting, met name door de lagere
rentelasten. In de financiële baten en lasten is ook de afwaardering (€ 0,5 mln) van de deelneming
Stichting Hoger Beroeps Onderwijs Suriname verwerkt.
53
Formatie OP/OOP
2009 2010 2011 2012
fte aantal fte aantal fte aantal fte aantal
OP 1.185 1.601 1.251 1.690 1.175 1.579 1.100 1.486
OOP 1.132 1.298 1.134 1.298 1.080 1.240 869 995
Totaal 2.317 2.899 2.385 2.988 2.255 2.819 1.968 2.481
Formatie Man/Vrouw
2009 2010 2011 2012
FTE Man 1.133 1.153 1.071 923
FTE Vrouw 1.184 1.232 1.184 1.045
FTE M+V 2.317 2.385 2.255 1.968
Aantal Man 1.329 1.344 1.252 1.084
Aantal Vrouw 1.570 1.644 1.567 1.397
Aantal M+V 2.899 2.988 2.819 2.481
Gemiddelde leeftijd
OP m OP v OOP m OOP v
december 2008 49,38 45,37 43,59 41,80
december 2009 49,57 44,81 43,54 41,48
december 2010 49,68 44,51 43,56 42,29
december 2011 50,06 45,61 44,62 42,58
december 2012 50,49 45,90 45,59 43,68
Leeftijdverdeling OP-OOP
8 Personeel en organisatie
<21
0,012%0,007%
0,037%0,056%
0,077%
0,089%
0,011%11%
15%
0,104%
0,131%
0,140%
0,193%0,200%
0,092%
21-25 26-30 31-35 36-40 41-45 46-50 51-55 56-60 61-64 >=65
0,20%
% OP % OOP
0,18%
0,16%
0,14%
0,12%
0,10%
0,08%
0,06%
0,04%
0,02%
0%
0,130%
0,155%
0,138%
0,053%
0,002%0,001%
54 Jaarverslag Inholland 2012
Formatie Leeftijd (OP/OOP; M/V)
FTE FTE FTE FTE FTE FTE Aantal Aantal Aantal Aantal
OP OOP OP+
OOP
Man Vrouw M+VOP man OP
Vrouw
OOP
Man
OOP Vrouw
<21 - 10 10 5 5 10 - - 5 6
21 - 25 8 33 40 15 25 40 5 4 12 23
26 - 30 61 67 128 39 89 128 26 62 24 49
31 - 35 98 102 200 66 135 200 42 90 35 80
36 - 40 114 127 241 105 136 241 56 99 62 85
41 - 45 115 114 229 91 138 229 67 98 41 95
46 - 50 154 114 268 103 165 268 95 121 30 101
51 - 55 213 135 348 189 159 348 144 132 74 80
56 - 60 233 121 354 214 139 354 192 111 57 81
61 - 64 102 47 148 95 53 148 86 54 29 24
>=65 1 1 1 1 1 1 2 - - 2
Leeftijd totaal 1.100 869 1.968 923 1.045 1.968 715 771 369 626
Verzuim%*
2009 2010 2011 2012
Leeftijd Totaal 4,9 4,1 4,9 5,5
* Betreft het gewogen ziekteverzuim over het gehele kalenderjaar.
Formatie Deeltijd/Voltijd
FTE M+V Aantal M+V
2009 2010 2011 2012 2009 2010 2011 2012
Deeltijd 1.009 1.078 1.033 908 1.585 1.681 1.597 1.421
Voltijd 1.314 1.307 1.222 1.060 1.314 1.307 1.222 1.060
2.323 2.385 2.255 1.968 2.899 2.988 2.819 2.481
Formatie Aard van het dienstverband
FTE M+V Aantal M+V
2009 2010 2011 2012 2009 2010 2011 2012
Onbepaalde tijd 1.751 1.834 1.801 1.682 2.162 2.256 2.214 2.083
Bepaalde tijd 430 445 360 215 640 670 547 351
Bepaalde tijd muo OT* 22 13 7 5 28 17 11 6
Tijdelijke uitbreiding** 49 53 40 32 237 259 195 154
Stagiair 57 40 42 33 61 41 43 36
* Bepaalde tijd met uitzicht op aanstelling voor onbepaalde tijd
** Geeft dubbeltelling bij het aantal
55
Verhouding M/V in topposities (Talent naar de Top)
2012 2011 2012 2011
FTE FTE FTE FTE Aantal Aantal Aantal Aantal
Man Vrouw M+V M+V Man Vrouw M+V M+V
Functieschalen 13 en 14
88,63 (62%) 53,58 (38%) 142,21 139,32 94 (61%) 59 (39%) 153 151
Functieschalen >=15
17,30 (63%) 10,00 (37%) 27,30 33,01 21 (64%) 12 (36%) 33 41
Totaal 105,93 (62%) 63,58 (38%) 169,51 172,33 115 (62%) 71 (38%) 186 192
Formatie OP naar functie
2009 2010 2011 2012
FTE Aantal FTE Aantal FTE Aantal FTE Aantal
Lector 1 4,6 7 5,8 8 5,8 9 5,8 8
Lector 2 7,8 12 8,2 13 8,2 13 6,6 10
Associate Lector 1 1,4 4 0,6 3 0,6 3 3,6 6
Associate Lector 2 1,6 4 2,1 4 2,6 5 3,3 5
Specialist 8,8 17 7,2 15 6,6 13 2,8 5
Docent 1; Specialist 180,5 209 197,2 234 225,0 269 225,3 273
Docent 2 575,6 739 618,0 790 567,9 740 516,3 688
Docent 3 346,1 522 327,2 508 260,5 399 199,2 321
Docent-Expert 1 0,0 0 6,8 8 13,6 16 20,7 24
Docent-Expert 2 0,0 0 4,5 5 20,2 24 38,1 45
Docent-Expert 3 0,0 0 4,4 5 8,4 10 12,1 14
Honoursdocent 0,0 0 2,0 3 6,2 8 8,4 9
Onderwijsassistent 1 15,0 17 18,9 22 10,0 12 13,9 17
Onderwijsassistent 2 2,9 4 5,6 6 3,7 5 14,5 19
Onderwijsassistent 3 4,9 8 4,6 8 3,6 6 3,3 5
Praktijkdocent 34,6 55 37,3 56 31,9 45 25,4 36
Onderwijs. 1.183,8 1598 1.250,6 1688 1.174,7 1577 1.099,4 1485
Formatie OOP naar salarisschaal
2009 2010 2011 2012
FTE Aantal FTE Aantal FTE Aantal FTE Aantal
Nominaal 69,3 74 45,6 47 48,4 49 41,5 50
Schaal 1 0,4 1 0,4 1 - - - -
Schaal 2 0,6 1 0,6 1 - - - -
Schaal 3 - - - - - - - -
Schaal 4 45,6 54 42,8 49 40,2 47 33,1 38
Schaal 5 57,2 70 46,4 57 39,4 47 25,0 30
Schaal 6 121,7 149 124,6 153 108,0 133 85,3 105
Schaal 7 156,7 189 165,8 199 146,6 180 100,1 122
Schaal 8 110,0 131 111,9 134 102,5 124 96,9 114
Schaal 9 79,5 90 77,8 90 81,9 95 68,4 78
Schaal 10 89,0 99 101,8 113 99,1 110 75,9 84
Schaal 11 127,0 142 123,4 138 129,5 148 107,1 121
Schaal 12 114,6 133 140,5 159 131,2 150 99,5 113
Schaal 13 112,4 117 100,2 104 102,9 106 88,5 92
Schaal 14 23,5 24 28,4 29 29,2 30 28,3 29
Schaal 15 8,0 8 9,8 10 8,8 9 9,9 10
Schaal 16 16,0 16 14,0 14 11,0 11 9,0 9
Schaal 17 - - - - 1,0 1 - -
Schaal 18 - - - - - - - -
1.131,6 1.298 1.134,1 1.298 1.079,7 1.240 868,6 995
56 Jaarverslag Inholland 2012
Uitstroom van medewerkers
Studiejaar 2011-2012 Uitstroom vrouwen Uitstroom mannen Uitstroom Totaal
Aantal Fte Aantal Fte Aantal Fte
Arbeidsongeschikt 4 2,6 1 0,5 5 3,1
Beeindigingsregeling 75 54,0 74 63,5 149 117,5
Eigen verzoek 62 46,1 28 23,3 90 69,3
Einde tijdelijk dienstverband 160 112,7 122 92,3 282 205,0
FPU volledig 9 6,2 12 8,5 21 14,7
Ontslag op staande voet 0 0,0 1 1,0 1 1,0
Overlijden 2 1,3 2 1,7 4 3,0
Overlijden (geen smartegeld) 0 0,0 - 0,0 0 0,0
Pensioen 5 5,3 12 10,3 17 15,6
Tijdens proeftijd 0 0,0 - 0,0 0 0,0
Totaal 317 228,1 252 201,1 569 429,2
57
Onze gegevens over studentenaantallen betreffen de inschrijvingen per domein en locatie. De gebruikte
terminologie is als volgt:
— Een inschrijving is een (her)aanmelding waarvoor geldt dat op de wettelijke peildatum
aantoonbaar aan alle inschrijvingsvoorwaarden is voldaan.
— De inschrijvingen betreffen de interne cijfers van Inholland (PeopleSoft).
— Bij het overzicht inschrijvingen staat het totaal aan nieuwe inschrijvingen en herinschrijvingen
opgenomen. Nieuwe inschrijvingen zijn die inschrijvingen waarvoor geldt dat de student in het
vorig studiejaar niet voor dezelfde opleiding ingeschreven stond bij Inholland.
— Voor de hbo-bekostiging (OC&W) gelden afwijkende aantallen. Deze zijn op de site van de
HBO-raad gepubliceerd en aldaar terug te vinden met bijbehorende definities.
De aantallen zijn weergegeven naar de verschillende domeinen en naar de verschillende locaties van
Inholland. Sinds 2008 is de opleiding tot Verloskundige verbonden aan Inholland met vestigingen in
Amsterdam en Groningen.
Ook zijn de aantallen verdeeld naar de OCW-clusters waardoor vergelijking met landelijke ontwikkelingen
binnen die clusters mogelijk is. De betekenis van de OCW-clusters / onderwijssectoren is als volgt:
Cluster Sector
hao-cluster agrarisch
heo-cluster economie
hgzo-cluster gezondheid
hpo-cluster educatie
hsao-cluster gedrag en maatschappij
hto-cluster techniek
kuo-cluster kunst
Naast bachelors en Associate degrees bestaat de Inholland-populatie ook uit masterstudenten en
inschrijvingen in een hoger jaar. De mbo-opleidingen zijn inmiddels afgebouwd.
9 Studentenaantallen
58 Jaarverslag Inholland 2012
Overzicht Inschrijvingen totaal per domein
Per Domein Peildatum
1-10-2012
Actuals 2011
01-10-2011
Domein Agriculture 920 552
Domein Communicatie, Media en Muziek 5.869 6.290
Domein Gezondheid, Sport en Welzijn 5.749 6.214
Domein Management, Finance en Recht 5.655 6.151
Domein Marketing, Toerisme en Vrijetijdsmanagement 5.330 5.733
Domein Onderwijs, Leren en Levensbeschouwing 3.194 3.570
Domein Techniek, Ontwerpen en Informatica 2.344 2.516
Verloskunde 361 353
Totaal hbo-bachelorstudenten 29.422 31.379
Domein Gezondheid, Sport en Welzijn 204 195
Domein Onderwijs, Leren en Levensbeschouwing 72 76
Totaal hbo-masterstudenten 276 271
Totaal hbo-bachelor- en masterstudenten 29.698 31.650
Nieuwe inschrijvingen incl februari doorstroom Peildatum
1-10-2012
Actuals 2011
1-10-2011
Hbo - Bac exclusief februari 7.518 7.262
Hbo - Bac februaridoorstroom 659 993
Hbo - MAS 136 89
Totaal 8.313 8.344
In 2011 is er sprake geweest van een flinke daling van nieuwe inschrijvingen. Tegelijkertijd is het aanbod
aan opleidingen voor eerstejaars verkleind. In 2012 is de verkleining van het aanbod voor eerstejaars
verder doorgevoerd maar is er weer toename te zien in de nieuwe inschrijvingen. De februaridoorstroom
daarentegen lag op een lager niveau dan vorig jaar (het aantal herinschrijvingen dat overbleef van de
februari-instroom). Het totaal aantal studenten is tegen de 30.000 uitgekomen.
Overzicht Inschrijvingen totaal per locatie
Per Locatie Peildatum 1-10-
2012
Actuals 2011
01-10-2011
Alkmaar 3.433 3.542
Amsterdam 4.162 4.193
Delft 956 1.119
Den Haag 3.072 3.329
Diemen 4.624 5.109
Dordrecht 314 367
Groningen 154 152
Haarlem 5.700 5.907
Hoofddorp 115 173
Rotterdam 7.168 7.744
Zaanstad 0 15
Totaal hbo-bachelor- en masterstudenten 29.698 31.650
59
Inschrijvingen per OCW cluster
Mutatie clusters inschrijvingen totaalpopulatie 2012 t.o.v. 2011 o.b.v. aantallen 1-10-2012
hao-cluster -1,72%
heo-cluster -7,73%
hgzo-cluster 0,87%
hpo-cluster -10,48%
hsao-cluster -4,24%
hto-cluster -2,19%
kuo-cluster -10,50%
Bachelor -6,32%
Master 1,85%
Associate Degree 3,18%
Totaalpopulatie -6,17%
Profileringsfonds 2012
Aantal EER studenten met tegemoetkoming uit het Profileringsfonds in het kalenderjaar 2012 457
Subtotaal van deze verstrekte vergoedingen (x 1.000) 376K
Aantal niet EER studenten met een vergoeding uit het Profileringsfonds 27
Subtotaal van deze verstrekkingen (x 1.000) 51K
Grand totaal van de in 2012 verstrekte vergoedingen uit het Profileringsfonds (x 1.000) 427K
60 Jaarverslag Inholland 2012