directoraat-generaal penitentiaire inrichtingen · 3 voorzitter van het directiecomite gezien de...
TRANSCRIPT
Activiteitenverslag 2010
Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen
1
Missie en visie ..............................................................................................................5Organogram .................................................................................................................6Centrale diensten Voorstelling centrale diensten ......................................................................8 Realisaties centrale diensten .......................................................................14Opleidingscentra ....................................................................................................39Buitendiensten Voorstelling buitendiensten ........................................................................49 Activiteiten buitendiensten .........................................................................50EPI in cijfers ..............................................................................................................155
Inhoudstafel
2
MInIster
De gevangenissen staan sinds vele jaren in het centrum van
de maatschappelijke belangstelling. Jaar na jaar worden vele
inspanningen geleverd om zowel op korte als op lange
termijn oplossingen te vinden voor de onderliggende
problemen.
Opnieuw zijn heel wat belangrijke initiatieven gestart.
Opleiding vormt een uitermate belangrijk element in het
loopbaantraject van penitentiaire medewerkers en is van
determinerende waarde voor de wijze waarop zij hun job
invulling en richting geven. Precies daarom is de
basisopleiding voor penitentiair bewakingsassistenten
uitgebreid tot één jaar.
Ik verwijs ook graag naar het belang van het verbeterproject
‘globale aanpak’: overheid en representatieve vakorganisaties
engageren zich samen om een duurzaam kader te
ontwikkelen waarbinnen het directoraat-generaal
Penitentiaire Inrichtingen (DG EPI) zijn doelstellingen
kwalitatief kan realiseren binnen de grenzen van de
beschikbare middelen. Dit vraagt om een optimalisering van
het beheer van de middelen en van de aansturing van de
organisatie. Vele factoren spelen daarbij een rol. Denken wij
maar aan de overbevolking, postenbezetting,
prestatiecoëfficiënt, absenteïsme, opleiding, spreiding van
gedetineerden, enz. Bij het realiseren van dit project zijn alle
belangrijke partners in verschillende fasen en onder diverse
vormen betrokken. Ik kan het belang van dit project voor de
hele organisatie niet genoeg onderstrepen en reken dan ook
op de volle medewerking van alle betrokken geledingen van
de FOD Justitie.
De overbevolking in de gevangenissen blijft een structureel
probleem dat dankzij de huur van de gevangenis in Tilburg
beheersbaar is gebleven. Dit neemt niet weg dat er nog
steeds een structureel tekort is van 1 800 tot 2 000
detentieplaatsen.
De uitvoering van het Masterplan voor een
gevangenisinfrastructuur in humane omstandigheden is
volop aan de gang. De concrete resultaten zullen echter pas
voelbaar zijn in 2013. De huur van de gevangenis in Tilburg is
dan ook een tijdelijke maatregel om deze overgangsperiode
te overbruggen. Mijn uitdrukkelijke felicitaties gaan naar al wie
de snelle operationalisatie van deze Nederlandse inrichting
heeft mogelijk gemaakt. Dit geldt als een krachtig voorbeeld
van teamwerk binnen het DG EPI, en dit in samenwerking met
de beleidscel. Dat er in 2010 ondanks de aanhoudende
overbevolking slechts drie ontvluchtingen waren rechtstreeks
vanuit de gesloten inrichtingen zelf, is opmerkelijk. Dit cijfer
staat in schril contrast met de golf van ontvluchtingen die zich
in het jaar daarvoor had voorgedaan. Ik waardeer de alertheid
van alle medewerkers waardoor meer van dit soort incidenten
kon worden vermeden. En natuurlijk hoop ik dat deze terugval
geen toevalstreffer maar een duurzaam resultaat is van hun
inzet.
Ten slotte dank ik het DG EPI ook voor de vele andere
realisaties in 2010 en de wilskracht om een dynamische
organisatie te blijven.
Stefaan De Clerck
Minister van Justitie
3
VoorzItter Van het dIrectIecoMIte
Gezien de politieke en budgettaire situatie was 2010 zeker
geen gemakkelijk jaar voor de FOD Justitie. Het DG EPI kende,
net zoals de andere entiteiten binnen onze organisatie, een
moeilijke periode. Daar komen dan nog de steeds
terugkerende problematieken bij die eigen zijn aan de
penitentiaire wereld. Het beheer van een organisatie als het
DG EPI vraagt een dagelijkse inzet en ik verheug mij op het
bekijken van de resultaten die jaar na jaar bereikt worden en
die u in dit activiteitenverslag 2010 kunt lezen.
De realisaties van het DG EPI zijn opmerkelijk, des te meer
omdat de werkomstandigheden absoluut niet ideaal zijn. Zo
worden de problemen rond overbevolking of rond de soms
slechte staat van de gebouwen vaak besproken op het
directiecomité van de FOD Justitie om naar coherente en
geïntegreerde oplossingen te zoeken.
Als voorzitter van het directiecomité ben ik blij dat het DG EPI
zich volledig inschrijft in de logica van een geïntegreerd
management. Ik ben eveneens tevreden over de financiële
processen en het optimaal gebruik van de budgettaire
middelen die ter beschikking zijn. Ook het beheer van het
personeel is het vermelden waard, met als hoogtepunt in
2010 het opstarten van de nieuwe basisopleiding voor het
bewakingspersoneel.
De publicatie van een aanvullend activiteitenverslag bij het
jaarrapport van de FOD Justitie, voor het vierde jaar op rij, past
mooi in de logica om zich in te schrijven in de processen van
de FOD Justitie. Ik kan niet anders dan tevreden zijn over het
feit dat een belangrijke organisatie als het DG EPI haar
activiteiten aan de buitenwereld voorstelt en dat deze
activiteiten de dagelijkse moeilijkheden overstijgen waaraan
de penitentiaire administratie het hoofd moet bieden. Ik
twijfel er niet aan dat de lezer van dit activiteitenverslag zal
zien hoe het DG EPI steeds moderner, duidelijker en meer
resultaatgericht te werk gaat, wat bijdraagt tot de uitvoering
van de doelstellingen van de FOD Justitie.
Alain Bourlet
Voorzitter van het directiecomité
4
dIrecteur-generaal
2010 was het vierde volledige jaar van mijn mandaat als
directeur-generaal. Vier jaar waarin het DG EPI stap voor stap
omgevormd werd van een logge, archaïsche en ouderwetse
administratie in een moderne organisatie die hopelijk model
staat binnen Justitie, binnen de federale administratie en zelfs
op internationaal vlak.
Nochtans werden wij geconfronteerd met negatieve factoren,
die de verdere modernisering van het DG EPI afgeremd
hebben. Met gemiddeld 10 536 gedetineerden iedere dag in
onze gevangenissen, werd, voor het zoveelste
opeenvolgende jaar, een nieuw record bereikt. Ook op sociaal
vlak was 2010 een moeilijk jaar. Wij kregen te maken met
opmerkelijk veel en lange stakingen in een aantal
gevangenissen. Er is een perceptie van personeelstekort.
Nochtans kan niemand er naast kijken: met een invulling van
ongeveer 99% van het personeelsplan 2010 voor het
technisch en bewakingspersoneel scoort het DG EPI
uitzonderlijk goed.
De politieke situatie in ons land bood uiteraard geen ideale
context om hervormingen en moderniseringen door te
voeren. Wij zijn sinds eind april 2010 in lopende zaken,
waardoor het uiterst ingewikkeld is om nieuwe projecten
door te voeren. Maar ook projecten waarvan de realisatie in
2010 verwacht was, werden vertraagd. Zo was de verdere
uitvoering van de basiswet voorzien in 2010 en zijn alle
teksten dan ook klaar, maar door de lopende zaken was het
niet mogelijk de uitvoeringsbesluiten door de Koning te laten
tekenen.
Toch waren er ook positieve signalen in 2010. Zo waren er
slechts drie ontsnappingen rechtstreeks vanuit de gesloten
inrichtingen, een historisch laag cijfer. Dit toont ook aan dat
het veiligheidsbeleid langzaam maar zeker haar vruchten
begint af te werpen. Ook binnen de gevangenissen zelf is het
duidelijk dat de modernisering voortgezet wordt. Al die lokale
initiatieven zal u in dit verslag terugvinden. Komen
bijvoorbeeld aan bod : een groter aanbod aan opleidingen,
culturele evenementen, belangrijke infrastructurele
aanpassingen, personeelsaangelegenheden, enz. Ook de start
van de vernieuwde opleiding van de penitentiair
bewakingsassistenten krijgt uiteraard de nodige aandacht.
Rond personeelsbeleid hebben wij in 2010 een aantal
innovaties doorgevoerd in samenwerking met Selor. Wat
betreft selectieprocedures is belangrijke vooruitgang geboekt
dankzij de ‘ongoing’-procedure. Nu moeten wij verder werken
om het systeem te verbeteren en performanter te maken.
2010 was ook het laatste jaar waarin de focus op de
ondersteunende diensten P&O, Budget en ICT lag. En dat zal u
ook merken in de komende jaren. Vanaf 2011 gaat onze
aandacht verschuiven naar de core-business van het DG EPI,
en vooral dan naar de interne en externe rechtspositie van de
gedetineerden, werkgelegenheid, classificatie en
transferbeleid.
Veel leesplezier!
Hans Meurisse
Directeur-generaal
5
dIrectoraat-generaal penItentIaIre InrIchtIngen
Het directoraat-generaal EPI:
> is verantwoordelijk voor een rechtsconforme, veilige en
humane uitvoering van vrijheidsberovende straffen en
maatregelen,
> heeft, vanuit haar expertise, een adviserende rol op
penitentiair vlak,
> verzekert een doelgericht beheer van elke entiteit binnen
haar bevoegdheid.
En dit alles binnen een herstelgerichte Justitie.
Missie
VisieHet directoraat-generaal EPI wil:
> op basis van het professionalisme van haar medewerkers,
een organisatiebrede resultaatgerichtheid en integrale
kwaliteitszorg, een toonaangevende dienstleverancier zijn,
> een innoverende organisatie zijn door alert in te spelen op
relevante ontwikkelingen en gericht te investeren in de
ontplooiing van haar medewerkers,
> optimaal intern en extern communiceren.
6
organograM
Management- ondersteuning
Directeur-generaal
Coördinatie & Kwaliteitsbewaking
Directie P&O
Directie ICT
Regionale Directie Noord Regionale Directie ZuidDirectie Strategische Ondersteuning
Antwerpen
Dendermonde
Hasselt
Ieper
Leuven Hulp
Merksplas
Ruiselede
Turnhout
GJ Everberg
Brugge
Gent
Hoogstraten
Leuven Centraal
Mechelen
Oudenaarde
St-Gillis
Wortel
Andenne
Dinant
Huy
Jamioulx
Marneffe
Namur
Paifve
Tournai
Arlon
Forest
Ittre
Lantin
Mons
Nivelles
St-Hubert
OCPP - Brugge
OCPP - Brugge
OCPP - Merksplas
Verviers
Verviers
Juridische Ondersteuning
Conceptuele Voorbereiding
R&D + Documentatie
DGZG
PSD
PMO & Strategische Planning
Directie Detentiebeheer
Logistieke Ondersteuning
Financiële Ondersteuning
DOGV
CDRGA
Veiligheidskorps
Centrale Garage
Mobiele Equipe NCET
BAB
GFC Tongeren
CFPP - Marneffe
Directie BB & L
Management- ondersteuning
Directeur-generaal
Coördinatie & Kwaliteitsbewaking
Directie P&O
Directie ICT
Regionale Directie Noord Regionale Directie ZuidDirectie Strategische Ondersteuning
Antwerpen
Dendermonde
Hasselt
Ieper
Leuven Hulp
Merksplas
Ruiselede
Turnhout
GFC Everberg
Brugge
Gent
Hoogstraten
Leuven Centraal
Mechelen
Oudenaarde
St-Gillis
Wortel
Andenne
Dinant
Huy
Jamioulx
Marneffe
Namur
Paifve
Tournai
Arlon
Forest
Ittre
Lantin
Mons
Nivelles
St-Hubert
OCPP Brugge
Tilburg
OCPP Merksplas
Verviers
CFF St-Hubert
Juridische Ondersteuning
Conceptuele Voorbereiding
R&D + Documentatie
DGZG
PSD
PMO & Strategische Planning
Directie Detentiebeheer
Logistieke Ondersteuning
Financiële Ondersteuning
DOGV
CDRGA
Veiligheidskorps
Centrale Garage
Mobiele Equipe NCET
BAB
GFC Tongeren
CFPP Marneffe
Directie BB & L
7
centrale dIensten
Het DG EPI is een van de grootste entiteiten binnen de FOD
Justitie. De organisatie bestaat uit een centraal bestuur
en buitendiensten die alle penitentiaire inrichtingen en
opleidingscentra omvatten. Voor de uitvoering van zijn
opdrachten beschikt de directeur-generaal over verschillende
centrale diensten en directies die rechtstreeks onder zijn
bevoegdheid vallen.
Door hun sturende en ondersteunende rol houden
zij toezicht op en monitoren zij de buitendiensten. Zij
behandelen ook de individuele dossiers van gedetineerden
en beheren zowel het personeel als het materieel. Het
Veiligheidskorps, dat instaat voor de overbrenging van de
gedetineerden, behoort ook tot het directoraat-generaal.
8
VoorstellIng
Directeur-generaal
De directeur-generaal staat aan het hoofd van het DG
EPI en is verantwoordelijk voor de eindresultaten van de
organisatie. Als lid van het directiecomité van de FOD Justitie
concipieert en coördineert hij de strategische en operationele
objectieven voor het DG EPI om de doelstellingen van de
FOD mee te verwezenlijken. Hij staat in voor de uitbouw
van moderne penologische concepten en leidt de diensten
van het DG EPI om een efficiënt en effectief beheer
van de inrichtingen en een transparante uitvoering van
vrijheidsberovende straffen en maatregelen te verzekeren.
regionale directie
De regionale directie bevindt zich op een niveau tussen
het centraal bestuur en de buitendiensten. De regionale
directie Noord staat in voor de Nederlandstalige inrichtingen
terwijl de regionale directie Zuid verantwoordelijk is voor de
Franstalige inrichtingen.
Zij is belast met de beleidsondersteuning van de directeur-
generaal en met de coördinatie van de initiatieven die in
de inrichtingen worden georganiseerd om een uniform
detentiebeleid en een rechtsconforme toepassing van de
regelgeving te garanderen. Zo werkt de regionale directie
Noord samen met de Vlaamse Gemeenschap in het kader
van het Strategisch Plan voor Hulp- en Dienstverlening aan
gedetineerden om een degelijk aanbod aan hulpverlening,
vorming, beroepsopleiding, onderwijs, sport en ontspanning
aan te bieden. De regionale directie Zuid werkt samen met de
Franse Gemeenschap.
De regionale directie is ook een aanspreekpunt zowel
binnen als buiten de organisatie en komt tussen in geval
van conflicten tussen lokale directies en andere actoren.
Bovendien beheert de regionale directie dossiers die
betrekking hebben op gedetineerden of personeelsleden.
Sinds 2008 is ook de herstelgerichte detentie volledig
geïntegreerd in dit niveau.
Dienst Managementondersteuning
De dienst Managementondersteuning ondersteunt de
dagelijkse activiteiten van de directeur-generaal en staat
rechtstreeks onder zijn leiding. Deze dienst beschikt over
een communicatiedienst die instaat voor een transparant
en doeltreffend communicatiebeleid. Zij zorgt voor een
gestructureerde interne communicatie, enerzijds tussen
de verschillende diensten van het directoraat-generaal en
anderzijds tussen het centraal bestuur en de buitendiensten.
Via verschillende communicatiekanalen, zoals de e-letter en
het activiteitenverslag, houdt zij het personeel op de hoogte
van wat reilt en zeilt binnen het DG EPI. Ook de externe
communicatie met de buitenwereld en de internationale
contacten behoren tot haar takenpakket. Alle communicatie
naar de pers toe is de verantwoordelijkheid van de
woordvoerder van het directoraat-generaal. Hij beantwoordt
vragen van journalisten en coördineert persaanvragen,
zoals interviews en reportages. Het secretariaat van de
dienst Managementondersteuning houdt zich bezig met
de organisatie van gevangenisbezoeken en aanvragen voor
stages en onderzoeken in de inrichtingen.
Program Management Office & Strategische Planning
Het DG EPI heeft haar eigen dienst Program Management
Office (PMO) en Strategische Planning waarin de program
managers actief zijn. Binnen de organisatie zijn zij de
referentiepersonen voor het projectmatig werken. De
program managers ondersteunen actief de sponsor, meestal
de directeur-generaal, bij het beheer van de projecten en
de uitvoering van de strategische doelstellingen uit het
managementplan. Daarnaast zorgen zij voor de opvolging
van alle projecten op vlak van verwezenlijking en op vlak
van methodologie. Deze personen zijn het aanspreekpunt
voor alle projectverantwoordelijken. De projecten zijn
ofwel veranderingsprojecten (projecten binnen het
managementplan), ofwel doelstellingen die gelinkt zijn
aan de optimalisatie van de kernprocessen van de diensten
(organisationele doelstellingen). De program managers
worden op hun beurt ondersteund door de dienst PMO van
de FOD Justitie.
9
Directie Detentiebeheer
Op grond van aanvragen en verslagen, neemt de directie
Detentiebeheer (DDB) beslissingen en formuleert zij adviezen
over de toekenning van strafuitvoeringsmodaliteiten
(o.a. voorlopige invrijheidstelling, uitgaansvergunningen,
penitentiaire verloven, enz.) voor de veroordeelden en de
opvolging ervan. Samen met de buitendiensten draagt deze
directie bij tot de sociale re-integratie van de veroordeelden,
rekening houdend met hun behoeften, de belangen van de
slachtoffers en de bescherming van de maatschappij.
De DDB bestaat uit twee diensten:
> de dienst Externe Rechtspositie neemt beslissingen en
verstrekt adviezen over de toekenning van
strafuitvoeringsmodaliteiten aan veroordeelden onder
de bevoegdheid van de minister
> de dienst Interne Rechtspositie, die in 2011 operationeel
wordt, staat in voor de planning en transfers van
gedetineerden.
Directie Personeel en Organisatie
Als ondersteuningsdienst van het DG EPI is de directie
Personeel en Organisatie (P&O) verantwoordelijk voor het
personeelsbeleid. Zij ontwikkelt een modern en performant
HR-beleid en volgt de personeelsbegroting op. De directie
P&O staat ook in voor de strategische planning van de
personeelsbehoeften en de aanwerving van personeel voor
de buitendiensten. Daarbij neemt zij het administratief en
financieel beheer van de personeelsdossiers op zich. Via een
vernieuwende visie op welzijn en diversiteit stimuleert zij
bovendien de levenskwaliteit op het werk.
Directie ict
De directie ICT is een ondersteuningsdienst voor het centraal
bestuur en de buitendiensten van het DG EPI. Deze directie
biedt een modern informaticaplatform aan en draagt bij
tot een effectieve en efficiënte dienstverlening van het
directoraat-generaal. Zij gaat daarbij projectmatig en proactief
te werk.
Rekening houdend met de bedrijfsprocessen en de
technische mogelijkheden ontwikkelt de directie ICT
informatiesystemen en managementtools. De noden van
de klant staan daarbij centraal. De directie stelt aangepaste
hardware ter beschikking en waakt over de functionele en
technologische kwaliteit van de ICT-infrastructuur.
Zij biedt gebruikersondersteuning op ICT-vlak. De
eerstelijnsondersteuning gebeurt via de lokale
netwerkbeheerder. Ook via de helpdesk kan een probleem
worden gemeld. Sinds 2008 maakt de helpdesk gebruik van
een ticketingsysteem, waardoor problemen beter worden
opgevolgd.
Dienst administratief Beheer
De dienst Administratief Beheer is een aanspreekpunt voor de
gevangenissen voor wat betreft het administratief beheer van
de detentie. De missie van de dienst is een correcte en
transparante toepassing van de wet- en regelgeving
ondersteunen en opvolgen betreffende de
vrijheidsberovende straffen en maatregelen (voorlopige
hechtenis, modaliteiten externe rechtspositie, strafbecijfering,
enz.).
10
De dienst analyseert proactief de (nieuwe) wet- en
regelgeving over deze materies. De operationalisering hiervan
wordt begeleid en verder opgevolgd. Via de databank
Sidis-Griffie wordt een systematische opvolging voorzien en
voert de dienst wijzigingen en correcties door, indien nodig
of wanneer hierom wordt gevraagd.
Directie Budget, Beheer en logistiek
De directie Budget, Beheer en Logistiek (BB&L) staat in
voor de uitwerking en de opvolging van het budget, de
aankopen en het logistiek beleid. In haar financiële taak
wordt zij ondersteund door de dienst Begroting, Aankopen
en Boekhouding. De directie beschikt eveneens over een
operationeel luik dat bestaat uit de dienst Ondersteuning,
Gebouwen en Veiligheid, de Centrale Dienst van de Regie
voor Gevangenisarbeid, het Veiligheidskorps, de Centrale
Garage en de Mobiele Equipe NCET.
Dienst Begroting, aankopen en Boekhouding
De dienst Begroting, Aankopen en Boekhouding (BAB)
bestaat uit drie afdelingen. De afdeling Begroting is belast
met de opmaak en uitvoering van de begroting. De
afdeling Aankopen biedt de inrichtingen ondersteuning
bij aankoopprocedures en procedures inzake
overheidsopdrachten. Zij stelt bestekken op en staat in voor
de opvolging van de uitvoering van nationale contracten,
zoals contracten voor kledij van het personeel en artikelen
voor gedetineerden. De controle van de rekeningen van de
penitentiaire inrichtingen is de verantwoordelijkheid van de
afdeling Boekhouding.
De dienst BAB treedt op als schakel tussen enerzijds de
inrichtingen en anderzijds het kabinet van de minister
van Justitie, de dienst Kwaliteitscontrole, de Inspecteur
van Financiën, de controleur van de vastleggingen en de
andere diensten van het DG EPI. Op proactieve wijze biedt
zij ondersteuning aan de inrichtingen. Per gevangenis is een
contactpersoon aangewezen en twee ‘vliegende’ opleiders
staan ter beschikking om ter plaatse hulp te bieden bij
problemen.
Dienst Ondersteuning, gebouwen en Veiligheid
Als voornaamste missie wil de dienst Ondersteuning,
Gebouwen en Veiligheid (DOGV) de problematiek
van de soms verouderde gevangenisinfrastructuur en
overbevolking aanpakken en de veiligheid in de penitentiaire
inrichtingen monitoren en verbeteren. Deze dienst speelt
een belangrijke rol in de uitwerking en opvolging van
de projecten uit het Masterplan van de minister om te
voorzien in capaciteitsuitbreiding. De extra capaciteit wordt
enerzijds voorzien door hernieuwde oriëntatie te geven
aan bestaande infrastructuur en anderzijds door concepten
voor nieuwe gevangenissen uit te werken en op te volgen.
Ook de veiligheid binnen de gevangenissen behoort tot
de ‘core business’ van de DOGV. Zo voert de dienst audits
uit om te controleren of de veiligheidsprocedures correct
worden toegepast en om na te gaan welke infrastructurele
aanpassingen nodig zijn om de veiligheid binnen de muren te
verbeteren.
centrale Dienst van de regie voor gevangenisarbeid
De Centrale Dienst van de Regie voor Gevangenisarbeid
(CDRGA) is een staatsdienst met afzonderlijk beheer die
verantwoordelijk is voor het aanbod van werk en opleiding
aan gedetineerden. De tewerkstelling van gedetineerden
en het beheer van gevangenisarbeid zijn de kernopdrachten
van de CDRGA. Zij neemt hierbij de organisatorische,
commerciële, technische en boekhoudkundige aspecten voor
haar rekening.
Gedetineerden kunnen zowel huishoudelijk als
onderhoudswerk in de gevangenis verrichten. Daarnaast
kunnen zij ook worden tewerkgesteld in de eigen
11
werkplaatsen van de CDRGA, waaronder een smidse in
het penitentiair complex van Brugge, een kleermakerij in
de gevangenis van Bergen en een drukkerij in het PSC van
Hoogstraten. In de inrichtingen van Hoogstraten, Marneffe,
Ruiselede en Saint-Hubert kan ook aan landbouw worden
gedaan. Ten slotte kunnen gedetineerden in de werkhuizen
arbeid verrichten voor externe klanten.
Gevangenisarbeid biedt gedetineerden de mogelijkheid hun
detentietijd op een zinvolle manier te besteden en brengt
hen belangrijke professionele en sociale vaardigheden bij.
De vergoeding die gedetineerden krijgen voor hun arbeid
stelt hen bovendien in staat de schadevergoeding aan
de slachtoffers te betalen. Zij kunnen ook een spaarpotje
aanleggen voor na hun invrijheidstelling en hun gezin
financieel ondersteunen. Natuurlijk kan het geld ook gebruikt
worden om zaken aan te kopen uit de gevangeniskantine om
het leven in detentie aangenamer te maken.
Zowel gevangenisarbeid als opleiding speelt een belangrijke
rol bij de voorbereiding op de invrijheidstelling en de
re-integratie in de samenleving. Om op een evenwichtige
manier tegemoet te komen aan de belangen van de
maatschappij, het slachtoffer en de dader zetten de lokale
afdelingen van de CDRGA zich in om een omgeving te
creëren waarin de dader zijn competenties kan ontwikkelen.
Veiligheidskorps
De veiligheidsassistenten van het Veiligheidskorps zijn
geïntegreerd in de lokale politiezones en ontlasten
de politiediensten van taken die strikt genomen geen
politietaken zijn. Het Veiligheidskorps staat in voor de
veiligheid en bewaking bij het transport van gedetineerden
en voor de ordehandhaving in hoven en rechtbanken.
Meer specifiek zijn zij verantwoordelijk voor:
> de veiligheid en bewaking van het transport van
gedetineerden tussen de gevangenissen onderling en
tussen de gevangenissen en de hoven en rechtbanken
> de bewaking van gedetineerden bij het verschijnen voor
de rechtbank
> de uithaling en bewaking van gedetineerden uit de
gevangenis om medische of humanitaire redenen
> de uithaling en bewaking van gedetineerden
wanneer zij aan vreemde autoriteiten worden
overgedragen alsook de opname en bewaking wanneer
gedetineerden aan de Belgische autoriteiten worden
overgedragen
> de overbrenging van gerechtelijke dossiers tussen de
gevangenissen en de hoven en rechtbanken
> de overbrenging en bewaking van illegalen naar een
gesloten centrum of naar de grens wanneer zij het land
worden uitgezet
> de overbrenging en bewaking van minderjarigen naar
specifieke instellingen
> de overbrenging en bewaking van geïnterneerden naar
private instellingen of naar inrichtingen tot bescherming
van de maatschappij
Het Veiligheidskorps bestaat ook uit een beheerscel die
administratieve ondersteuning biedt.
centrale garage
De Centrale Garage staat in voor het transport van
gedetineerden in nauwe samenwerking met het
Veiligheidskorps. Waar het korps verantwoordelijk is voor de
veiligheid en de bewaking bij de transfers van gedetineerden,
zijn het de chauffeurs van de Centrale Garage die de
transferwagens besturen. Het gaat enerzijds om nationale
overbrengingen tussen de verschillende gevangenissen
en anderzijds om lokale overbrengingen tussen de
gevangenissen en de justitiepaleizen. Ook de persoonlijke
bezittingen van de gedetineerden worden door de Centrale
Garage vervoerd. Behalve het transport van gedetineerden en
goederen, behoren ook het beheer van het wagenpark en de
technische uitrusting tot hun opdrachten.
Mobiele equipe ncet
De Mobiele Equipe werkt voor het Nationaal Centrum
voor Elektronisch Toezicht (NCET), dat bevoegd is voor
de uitwerking en opvolging van het Elektronisch Toezicht
(ET). Het NCET maakt deel uit van het directoraat-generaal
Justitiehuizen. De Mobiele Equipe ressorteert onder het DG
EPI.
Het ET is een alternatieve straf waarbij de veroordeelde het
geheel of een gedeelte van zijn straf buiten de gevangenis
ondergaat volgens een bepaald uitvoeringsplan waarvan de
12
naleving wordt gecontroleerd door elektronische middelen.
De veroordeelde krijgt een elektronische enkelband om
en dient zich te houden aan verschillende afspraken en
voorwaarden, zoals een uurrooster. De enkelband stuurt
via een bewakingsbox, die bij de veroordeelde thuis wordt
geïnstalleerd, een signaal uit naar een centrale computer.
De Mobiele Equipe is verantwoordelijk voor het plaatsen van
deze enkelbanden en boxen bij gedetineerden die hun straf
onder de maatregel van ET uitvoeren. Deze dienst staat ook in
voor de technische interventies tijdens het verloop van het ET.
Directie Strategische Ondersteuning
De directie Strategische Ondersteuning bestaat uit drie
diensten die binnen hun specifiek vakgebied strategische
ondersteuning bieden bij de bepaling en realisatie van de
doelstellingen van het DG EPI en de implementatie van
de beslissingen over de interne en externe rechtspositie
van de gedetineerden. Vanuit verschillende en elkaar
aanvullende invalshoeken behandelen deze diensten de
detentieproblematiek.
Dienst Juridische en conceptuele Ondersteuning
Deze dienst verstrekt juridisch advies over de toepassing
van de diverse regelgevingen die de werking van de
penitentiaire administratie regelen, hetzij op eigen initiatief,
hetzij op verzoek van zowel interne (zoals de gevangenissen
of het kabinet) als externe instanties (zoals universiteiten en
internationale organen). De aard van de vragen is verschillend,
aangezien de penitentiaire materie een waaier aan
uiteenlopende aspecten omvat. De dienst beheert eveneens
de antwoorden op de schriftelijke parlementaire vragen over
het gevangeniswezen.
Met het oog op de geleidelijke tenuitvoerlegging van de
basiswet staat de dienst in voor de uitwerking hiervan.
Dit omvat o.a. het opstellen van de basistekst voor het
huishoudelijk reglement, van een wetsontwerp tot
wijziging van de basiswet (om de fouten op technisch vlak
te verbeteren en de basiswet beter aan te passen aan de
realiteit van het gevangenisleven) en van een ontwerp van
uitvoeringsbesluit.
De dienst behandelt penitentiaire geschillen zowel voor de
Raad van State (waar zij de Belgische Staat vertegenwoordigt)
als voor de rechtscolleges van de rechterlijke orde. Voortaan
wordt in de gevangenissen systematisch een analyse van de
rechterlijke beslissingen gemaakt, waarbij de nadruk gelegd
wordt op de praktijken die kunnen worden verbeterd. Ook is
zij belast met de verwerking van dossiers over schade aan de
eigendommen van gedetineerden. De dienst onderzoekt het
dossier en bepaalt of de Belgische staat verantwoordelijk kan
worden gesteld.
De dienst verzamelt ook documentatie die voor alle
administratieve diensten toegankelijk moet zijn en houdt
zich bezig met het creëren van een gegevensbank met
antwoorden op de meest gestelde vragen, een analyse van
de regelgeving en een commentaar op de rechtspraak.
Dienst gezondheidszorg van de gevangenissen
De dienst Gezondheidszorg van de Gevangenissen (DGZG) is
het kenniscentrum wat gezondheidszorg in de gevangenissen
betreft. De dienst staat in voor het beheer van en het toezicht
op de gezondheidszorg, in overeenstemming met de
geldende regelgeving.
Medische zorg in de gevangenis bestaat uit curatieve
zorgen verstrekt door de zorgverleners met het oog op het
bevorderen, vaststellen, behouden, herstellen of verbeteren
van de lichamelijke en geestelijke gezondheidstoestand
van de patiënt. Ook de bijdrage van de zorgverleners tot de
gezondheidspreventie en de gezondheidsbescherming van
het personeel en van de gedetineerden en de bijdrage van de
zorgverleners tot de re-integratie van de gedetineerden in de
samenleving, behoren tot de medische zorg.
Het is de taak van de DGZG om gezondheidszorg aan
te bieden die gelijkwaardig is met deze in de vrije
samenleving. Deze zorg moet aan de specifieke noden
van de gedetineerden zijn aangepast. Zo dienen de
gezondheidstoestand en de detentie in overeenstemming
te zijn en moeten gedetineerden, indien nodig, naar een
ziekenhuis buiten de gevangenis worden overgebracht. Ook
voor vrouwelijke gedetineerden, vooral wanneer zij zwanger
zijn, personen met een handicap en verslaafden worden
specifieke maatregelen genomen.
Zorgequipes op de psychiatrische afdelingen van de
inrichtingen en de Etablissement de Défense sociale
13
(Inrichting tot Bescherming van de Maatschappij) in Paifve
geven bijzondere aandacht aan gedetineerden met een
psychische aandoening (waaronder de geïnterneerden).
De rol van een zorgequipe bestaat erin te zorgen voor
therapeutische opvang van de gedetineerden en daarbij de
deontologische regels in acht te nemen. De equipes bestaan
uit een psychiater, een psycholoog, een maatschappelijk
werker, een ergotherapeut, een psychiatrisch verpleger, een
kinesitherapeut en een opvoeder. Via activiteiten, gesprekken
en begeleide uitstappen willen zij de fysieke, psychische en
sociale capaciteiten van de patiënt verbeteren en zo een
mogelijke re-integratie in de maatschappij of in het externe
zorgcircuit vergemakkelijken.
De DGZG is eveneens belast met de drugsproblematiek
binnen de gevangenismuren. Het penitentiair bestuur werkt
volgens een globale en geïntegreerde aanpak waar preventie,
behandeling en repressie naast elkaar bestaan.
Psychosociale dienst
De Psychosociale dienst (PSD) is een dienst die uit twee
niveaus bestaat. Het DG EPI beschikt zowel over een centrale
PSD als over een PSD-equipe in iedere penitentiaire inrichting.
Om de gedetineerden te begeleiden bij de strafuitvoering
heeft de PSD vanuit wetenschappelijke hoek een adviserende
rol. De dienst omkadert en bereidt de gedetineerden
voor op hun psychosociale re-integratie en evalueert hun
reclasseringsvoorstellen. Bovendien ziet deze dienst erop
toe dat de vrijheidsberoving op een manier gebeurt die het
recht op een menswaardig bestaan voor gedetineerden
garandeert.
De lokale PSD-equipes worden begeleid door directeurs-
psychologen en sociale inspecteurs en door de centrale
PSD die hen ondersteuning biedt op vlak van inhoud en
methodologie, logistiek, personeel en opleiding. Binnen
de gevangenis verzorgen de lokale PSD-equipes het
psychosociaal onthaal van nieuw binnenkomende personen
in de gevangenis en de psychosociale begeleiding tijdens
de detentie. Zij verstrekken ook professionele informatie
aan de directie over de verschillende regimeaspecten en
strafuitvoeringsmodaliteiten.
14
realIsatIes
Operationeel en strategisch
Managementplan
Het DG EPI draagt via haar managementplan bij tot de
realisatie van het geïntegreerde managementplan van de
FOD Justitie en het beleidsplan van de minister. Het
managementplan als strategisch sturingsinstrument maakt
deel uit van een continu leerproces waarbij nog veel ruimte is
voor verbetering, maar waar ook al belangrijke resultaten zijn
bereikt en ‘good practices’ zijn ontwikkeld. De verdere
realisatie van de strategische doelstellingen in 2010 illustreert
dit en geeft dit schematisch weer.
In 2010 lag de nadruk vooral op de realisatie van projecten die
een relevante en belangrijke vooruitgang betekenen en die
bijdragen tot een meer performante en kwalitatieve
dienstverlening. Enerzijds gingen nieuwe initiatieven van start
en anderzijds werd een goede, dagelijkse werking verzekerd.
De initiatieven waarvoor de minister en zijn kabinet in de loop
van de legislatuur een startschot gaven, werden onderzocht
en ofwel ‘on hold’ gezet tot de volgende minister zijn
beleidsplan kenbaar maakt, ofwel overgenomen als
doelstelling binnen het managementplan.
In de toekomst gaat veel aandacht naar de doelstellingen
‘eenduidige, afgestemde kernprocessen’ en ‘duurzame
De taartdiagrammen geven de voortgang weer per strategische doelstelling
15
ontwikkeling’. Voor wat de eerste doelstelling betreft, werd in
2010 reeds de aanzet gegeven tot enkele grote projecten rond
Business Process Management (BPM) bij het Veiligheidskorps
en de PSD. De tweede doelstelling is pas in 2009 toegevoegd
aan het managementplan wat de relatief lage graad van
realisatie verklaart. Alle inrichtingen formuleerden in hun
operationeel plan, dat nog loopt tot 2012, doelstellingen op
maat rond duurzame ontwikkeling.
common assessment Framework
Om een kwaliteitsvolle dienstverlening te garanderen, is het
nodig om de organisatie regelmatig op structurele wijze te
evalueren. In een beperkt aantal gevangenissen werd daarom
het kwaliteitsmodel CAF, het Common Assessment
Framework, ingevoerd om daarna uit te breiden naar de hele
organisatie. Het CAF biedt een eenvoudig en praktisch kader
aan dat geschikt is voor de zelfevaluatie van
overheidsdiensten. Het model bestaat uit negen aspecten die
een organisatie in overweging moet nemen bij zelfevaluatie.
De sterke en verbeterpunten van de organisatie worden zo in
kaart gebracht. Deze oefening leidt tot een reeks van
verbeteracties die in de vorm van doelstellingen in de
operationele plannen van de gevangenissen worden
gerealiseerd.
In 2009 is de volledige cyclus van het kwaliteitsmodel in acht
gevangenissen doorlopen. Uit deze oefening bleek dat de
evaluatie van de gevangenis en het participatieve karakter van
het CAF-model, waardoor verschillende personeelsgroepen
betrokken zijn bij de evaluatie, een positief effect hadden in
de inrichtingen. Dankzij de ervaring van de begeleiders en
van de verschillende CAF-groepen zijn de voor- en nadelen
voor de werkcontext binnen het gevangeniswezen nu
gekend. Op basis van de expertise die zij hebben opgedaan
binnen de gevangenissen en tijdens de voortgezette
opleiding werden 13 begeleiders aangesteld als CAF-expert.
Om het CAF-model zo goed mogelijk aan te passen aan de
context van het gevangeniswezen ging in september 2010
een tweede fase van start. De CAF-experts werken mee aan
de ontwikkeling van een CAF-kwaliteitsmodel dat is
afgestemd op de gevangenis. Ook zijn zij betrokken bij de
opstart van een CAF-opleiding voor het personeel van het DG
EPI.
De doelstelling voor 2011 bestaat erin nog meer inrichtingen
bij de CAF-oefening te betrekken om hun operationeel plan
2012-2014 uit te werken. Dit is een belangrijke uitdaging die
volledig in lijn ligt met de doelstelling van de directeur-
generaal om de kwaliteit van de dienstverlening voortdurend
te verbeteren.
Belgische gevangenis in nederland
Sinds half maart 2010 verblijven een 500-tal ‘Belgische’
gedetineerden in de penitentiaire inrichting Tilburg (PIT). Eind
2009 sloten Nederland en België een samenwerkingsakkoord
dat vastlegt dat het DG EPI 500 detentieplaatsen huurt in deze
gevangenis vlak over de grens in Nederland.
De huisvesting van gedetineerden in Nederland is een
kortetermijnoplossing om de meest ernstige gevolgen van de
overbevolkingsproblematiek op te vangen. Op langere termijn
voorziet het ‘Masterplan bis’ extra capaciteit in de eigen
Belgische gevangenissen door renovatiewerken, uitbreiding
van bestaande capaciteit en de bouw van nieuwe
gevangenissen.
Selectie van gedetineerden
In samenwerking met de regionale directies en de
gevangenisdirecteurs selecteerde de directie Detentiebeheer
(DDB), die de individuele dossiers van de gedetineerden
behandelt, 500 gedetineerden om naar Tilburg over te
brengen.
In december 2009 maakte de DDB aan de directeurs van de
Nederlandstalige en Brusselse inrichtingen een lijst over met
de namen van potentiële kandidaten voor Tilburg met de
vraag te onderzoeken of de gedetineerde definitief
16
veroordeeld was en aan bepaalde voorwaarden voldeed:
> één of meerdere vrijheidsstraffen opgelegd voor
de totale duur van ten minste één jaar in België
> geen Nederlandse nationaliteit en/of ingezetene van
Nederland
> geen voorwerp van een aanhoudingsbevel en evenmin
gesignaleerd voor strafrechtelijke doeleinden in België
De voorkeur ging bovendien uit naar veroordeelden die zo
weinig mogelijk terug naar België moesten worden vervoerd
(bv. om voor de rechtbank te verschijnen) en met een lage
reclasseringsdruk.
Aangezien de PIT een antenne is van de strafinrichting van
Wortel, werden in eerste instantie veroordeelden uit
Nederlandstalige of Brusselse (mits veroordeeld via een
Nederlandstalige procedure) inrichtingen geselecteerd.
Daarnaast duidde de directie eenmalig een negentigtal
veroordeelden aan in de Franstalige inrichtingen.
De DDB sloot het luik ‘classificatie in opstartfase’ van het
transferplan Tilburg administratief af op 10 maart 2010 en ging
dan voort met de gebruikelijke classificatiepraktijk. Op 1 248
behandelde adviezen voor de Nederlandstalige inrichtingen
en 268 voor de Franstalige inrichtingen werden meer dan 500
veroordeelden effectief in Tilburg ondergebracht. Een
veertigtal extra gedetineerden die ook in aanmerking
kwamen voor de PIT, kwamen op een wachtlijst terecht.
Dankzij de opvulling van de detentieplaatsen in Tilburg kon
de gedetineerdenbevolking beter verdeeld worden onder de
Belgische gevangenissen. Tussen de Nederlandstalige
inrichtingen werden in de periode van begin februari tot en
met 10 maart 2010 148 gedetineerden overgeplaatst naar een
andere gevangenis. Samen met de overbrengingen naar
Tilburg werden op ongeveer anderhalve maand tijd meer dan
700 gedetineerden overgeplaatst naar een andere inrichting.
Het leven in de PI Tilburg
Begin februari werden de eerste gedetineerden overgebracht
naar Tilburg. Acht weken later werd de kaap van 500
gedetineerden in de PIT bereikt. Een Belgisch directieteam
bijgestaan door een kleine Belgische staf vangt de
gedetineerden op, terwijl een grote equipe van Nederlands
penitentiair personeel instaat voor de bewaking.
De inrichting beschikt over acht paviljoenen, werkhuizen,
wandelplaatsen, multifunctionele lokalen en uitgebreide
sport- en fitnessvoorzieningen. Gedetineerden kunnen
verblijven in monocellen, duo’s of kamers voor meerdere
personen.
In de PIT zijn de Belgische wetgeving en penitentiaire
regelgeving van toepassing. Er geldt een regime van beperkte
gemeenschap waarbij gedetineerden gedurende een aantal
uren per dag kunnen deelnemen aan gemeenschappelijke
activiteiten en de rest van de tijd op cel verblijven. Het
ministerie van Justitie in Nederland zorgt voor een gevarieerd
aanbod aan onderwijs, werk, sport en cultuur waaruit de
gedetineerden kunnen kiezen.
Betere tewerkstelling van gedetineerden
Business Process Reengineering
De Centrale Dienst van de Regie voor Gevangenisarbeid
(CDRGA) staat in voor het aanbod van werk en
beroepsopleidingen aan gedetineerden. Om haar werking en
organisatie te verbeteren, werd de voorbije twee jaar een
Business Process Reengineering (BPR) uitgevoerd. Deze BPR
maakte duidelijk dat de CDRGA een klantgerichter en
commerciëler beleid moet voeren om zoveel mogelijk
gedetineerden op een optimale manier tewerk te stellen. Een
herstructurering van de CDRGA was dan ook aan de orde.
Met deze BPR wil de CDRGA het aantal tewerkgestelde
gedetineerden verhogen en zo de sociale rol van het DG EPI
beter vervullen. Gevangenisarbeid helpt gedetineerden
immers bij hun re-integratie en laat hen toe om hun
burgerlijke partij te betalen en hun gezin financieel te
steunen. Ook wil de dienst de rendabiliteit van de
werkplaatsen verhogen en de beroepsgerichte opleidingen
beter afstemmen op de arbeidsmarkt. Door o.a. het
dienstenaanbod uit te breiden, kwaliteitsvollere producten af
te leveren en productietermijnen beter na te leven, hoopt zij
de dienstverlening naar de aannemers toe te verbeteren. Ten
slotte wil de CDRGA het evenwicht van de
organisatiestructuur versterken.
17
Mesoniveau
De belangrijkste verandering is de oprichting van een
mesoniveau. Momenteel is de CDRGA georganiseerd op twee
niveaus: de centrale dienst met kantoren in de gevangenis van
Berkendael en de lokale regieën in de gevangenisateliers. Het
mesoniveau fungeert als niveau tussen de centrale dienst in
Brussel en de gevangenissen.
In totaal worden zes mesoniveaus opgericht. Elk mesoniveau
is verantwoordelijk voor vijf à zeven gevangenissen en bestaat
uit een teamleider, twee technisch-commercieel
medewerkers en een administratieve ploeg. Het technisch-
commerciële team verkent de markt om ondernemers te
werven die de gedetineerden kunnen tewerkstellen en stelt
de productieplanning voor de gevangenissen op. De
administratieve medewerkers superviseren de boekhouding
van de werkplaatsen. Dankzij deze mesoniveaus kunnen de
leidinggevenden van de lokale regieën zich opnieuw
focussen op de levering van afgewerkte kwaliteitsproducten
en het halen van productiedeadlines.
In september 2010 is de procedure gestart om intern
personeelsleden aan te werven voor de zes nieuwe
mesodiensten. Het penitentiair complex te Brugge en het
Centre pénitentiaire école in Marneffe werden als testsites
aangeduid met begin 2011 als startdatum.
Business Process Management van de PSD
De Psychosociale dienst (PSD) is een dienst in beweging. Niet
alleen kende de dienst de laatste jaren een personeels-
uitbreiding, ook haar opdrachten zijn sinds de
inwerkingtreding van de wet op de externe rechtspositie
geëvolueerd. De druk op de PSD neemt dan ook alsmaar toe.
De toepasbare wet- en regelgeving werkt met strikte
termijnen en de adviesverlening is onderworpen aan
methodologische instructies die op centraal niveau werden
opgesteld. De eigenheid van elke inrichting en
strafuitvoeringsrechtbank maakt het de dienst bovendien
moeilijk om uniform te werken. Een eenduidige en uniforme
werking is echter belangrijk want zij maakt vergelijkingen
mogelijk, vereenvoudigt de kwaliteitscontrole en laat toe om
vertragende factoren snel op te sporen.
In het kader van hun PuMP-opleiding bestudeerden drie
medewerkers van het DG EPI de verschillende processen van
de PSD, brachten de communicatielijnen in kaart en
evalueerden de functie van de PSD-directeur. De directeur-
generaal diende bovendien een aanvraag in bij de organisator
van deze opleiding om de dienst grondig door te lichten.
Op basis van de verworven informatie werd een Business
Process Managementopdracht (BPM) voor de PSD
uitgeschreven. Het doel van deze BPM-analyse is om de
verschillende procedures en gewoontes die in de
18
gevangenissen bestaan te inventariseren en te visualiseren in
modellen. Vervolgens werd nagegaan in hoeverre deze
overeenstemden met de bestaande regelgeving en
instructies en in welke mate zij beantwoordden aan de
behoeften van de verschillende stakeholders. Knelpunten en
‘good practices’ werden daarbij geïdentificeerd.
Om gestroomlijnder te kunnen werken, vlotter informatie te
kunnen uitwisselen en doorlooptijden te verkorten, worden in
een volgende fase de processen van de PSD bijgestuurd. Op
basis van een consolidatie van de procedures kunnen
knelpunten worden weggewerkt met een efficiëntere
werking als resultaat. Een doorgedreven kwaliteits- en
beheerscontrole worden zo mogelijk. De input van de lokale
PSD-medewerkers en van de lokale gevangenisdirecties is
onmisbaar om deze opdracht tot een goed einde te brengen.
Herstructurering van het Veiligheidskorps
Op 22 april 2010 bereikten de afgevaardigden van de overheid
en de drie representatieve syndicale organisaties een akkoord
over de structuur van het Veiligheidskorps. Het protocol van
akkoord bevat een reeks voorstellen die een betere
rendabiliteit en een meer uniforme werking toelaten en ook
een intern administratief beheer en een bredere
dienstverlening mogelijk maken.
Basisoverlegcomité en kledijcommissie
De belangrijkste doelstelling van dit akkoord was de
oprichting van zowel een eigen basisoverlegcomité voor het
Veiligheidskorps en de Centrale Garage als een eigen
kledijcommissie. Door afzonderlijke organen op te richten, los
van deze voor de gevangenissen, krijgen belangrijke dossiers
de nodige aandacht en kunnen deze op een grondigere
manier worden besproken. Het basisoverlegcomité komt om
de twee maanden samen en de eerste bijeenkomst vond
plaats op 5 juli. De kledijcommissie kwam voor het eerst
samen op 9 december.
Aanduiding lokale chefs
Een andere doelstelling die voortvloeide uit het akkoord was
de aanduiding van een lokale chef per zone. Binnen zijn zone
is hij de hiërarchische verantwoordelijke van de
veiligheidsassistenten. Hij fungeert als intern en extern
aanspreekpunt en neemt ook extra logistieke en
administratieve taken op zich. Tegelijkertijd blijft hij de taak
van veiligheidsassistent op zich nemen onder de
verantwoordelijkheid van de politiediensten. De selecties van
de lokale chefs vonden plaats in november en december
2010.
BPM
Om de nieuwe structuur op procesmatig vlak verder uit te
werken en om de positie van het Veiligheidskorps binnen het
DG EPI en het gerechtelijk apparaat te preciseren, ging in het
najaar van 2010 een Business Process Management (BPM) van
start. De BPM brengt de bestaande processen in kaart en
verbetert deze, waar nodig.
reorganisatie van de DOgV
In 2010 onderging de dienst Ondersteuning, Gebouwen en
Veiligheid (DOGV) een reorganisatie en kreeg zij versterking
van vier nieuwe medewerkers.
De DOGV ondersteunt de gevangenissen bij nieuwbouw-
projecten en infrastructuur- en verbouwingswerken.
Daarnaast werkt zij concepten uit voor de bouw van nieuwe
gevangenissen en volgt zij de bouw op. De DOGV evalueert
en behandelt aanvragen voor infrastructuurwerken en werkt
hiervoor nauw samen met de Regie der Gebouwen en de
CDRGA. Ook buigt zij zich over de veiligheid in de
gevangenissen en fungeert als expert op vlak van
veiligheidsprocedures en -technieken. Aan de
gevangenisdirecties biedt zij ondersteuning bij de uitwerking
van toegangsprocedures, perimeterdetectie en andere
19
veiligheidsvoorzieningen (camera’s, communicatiemiddelen,
enz.).
De directie van de DOGV ziet erop toe dat de procedures
correct worden toegepast en dat incidenten worden
onderzocht en opgevolgd. Ook kennen zij aanvragen voor
werken in de gevangenissen toe en volgen deze op. Op lokaal
niveau werkt een equipe van ingenieurs onder hun leiding.
In 2010 traden vier penitentiair bewakingsassistenten
ploegchef in dienst om de penitentiair en technisch
assistenten te ondersteunen. Samen zijn zij o.a.
verantwoordelijk voor de opsporing van gsm’s in cellen
(gsm-sweepings) en voor de goede werking van de
metaaldetectieportieken (MDP). Zij zorgen ervoor dat de
portieken correct zijn afgesteld en beheren de MDP-databank.
Daarnaast stellen zij technische lastenboeken op en voeren
veiligheidsaudits uit. Ten slotte waken zij over de technische
uniformiteit inzake de gebouwen en de veiligheid.
Werkgroep ‘classificatie open inrichtingen’
De regionale directies Noord en Zuid namen met de
inrichtingshoofden van de vier open inrichtingen (PLC
Ruiselede, PSC Hoogstraten, CPE Marneffe en detentiecentrum
in Saint-Hubert) deel aan de werkgroep ‘classificatie van de
open inrichtingen’ onder leiding van de directie
Detentiebeheer (DDB).
Aangezien de gedetineerdenbevolking blijft stijgen, is het
belangrijk om optimaal gebruik te maken van de
opvangcapaciteit in een open regime. De directeur-generaal
richtte daarom een werkgroep op om nieuwe
classificatiecriteria voor de open inrichtingen op te stellen en
om de regimes die hier gelden te herdefiniëren. Deze
denkoefening past in het kader van de oprichting van de
dienst Interne rechtspositie binnen de DDB en de
inwerkingtreding van de basiswet. Criteria werden uitgewerkt
en een classificatieformulier opgemaakt, wat het onderzoek
vergemakkelijkt. De open inrichtingen maakten een folder op
om het personeel en de gedetineerden te informeren over de
veranderingen. De nieuwe criteria en de procedure die door
de werkgroep zijn opgesteld, worden vanaf maart 2011 getest
en toegepast in vijf inrichtingen: Antwerpen, Gent, Lantin,
Namen en Sint-Gillis.
Doeltreffende ict-strategie
De directie ICT werkte in 2010 intensief aan de uitwerking,
communicatie en implementatie van een ICT-strategie voor
de gevangenissen. Op basis van het managementplan van de
directeur-generaal werden strategische doelstellingen
vertaald in concrete operationele acties die de directie wil
realiseren.
Behalve een ICT-strategie legde de directie ook haar missie en
visie vast: ‘De directie ICT ondersteunt de organisatie door een
moderne, aangepaste en optimaal presterende
informaticaomgeving aan te reiken en wil hierbij de betrouwbare
partner zijn om kwalitatieve IT-diensten aan te leveren die
afgestemd zijn op de noden van de organisatie. Door klantgericht
en projectmatig te werken wil zij de gebruikers tevreden stellen. De
directie ICT wil zich proactief engageren in het verbeteren van de
organisatie door te zoeken welke meerwaarde IT-diensten hierbij
kunnen betekenen.’
Personeel
nieuwe selectieprocedure voor PBa’s
‘On going’
Met gemiddeld 400 aanwervingen voor het bewakings- en
technisch personeel per jaar mag de taak van de directie P&O
een uitdaging worden genoemd. Voor bepaalde
gevangenissen is het moeilijk om voldoende personeelsleden
te vinden, terwijl er voor andere meer dan voldoende
kandidaten zijn. Om de aanwerving vlotter te laten verlopen,
paste de directie P&O in overleg met Selor de
selectieprocedure voor penitentiair bewakingsassistenten aan.
Dankzij de nieuwe ‘on going’-selectieprocedure kan de
selectie van bewakingspersoneel nu doorlopend worden
georganiseerd, terwijl dat voordien slechts eenmaal per jaar
was.
Personen die als PBA willen werken, kunnen zich voortaan het
hele jaar door inschrijven op de website van Selor. Bij hun
inschrijving moeten zij aangeven in welke regio(‘s) zij willen
werken. Per regio komen de kandidaten op een lijst terecht
waarvan de rangschikking bepaald wordt door het tijdstip van
inschrijving. Wanneer in een bepaalde regio plaatsen vacant
zijn, vindt een selectie voor die regio plaats. Op basis van het
aantal beschikbare plaatsen, bepaalt Selor het aantal
20
kandidaten dat voor de selectie wordt uitgenodigd. De
kandidaten die het langst zijn ingeschreven, worden als eerste
uitgenodigd. De selectie zelf bestaat uit een computerproef.
Daarna volgt een intensieve opleiding van een jaar.
Instapkaart
Om aan de selectie te kunnen deelnemen, dienen de
kandidaten te beschikken over een diploma hoger secundair
onderwijs. Wie hier niet over beschikt, kan deelnemen aan de
instapkaartproef niveau C. Dit is een getuigschrift van
competenties verworven buiten het diploma, dat aantoont
dat men kan functioneren op het niveau van hoger secundair
onderwijs. Deze instapkaart niveau C blijft geldig voor een
periode van vijf jaar en de instapkaartproef wordt jaarlijks
door Selor georganiseerd.
arbeidsreglement voor gevangenissen
Het DG EPI beschikt sinds 28 april 2010 over een uniform
arbeidsreglement voor de gevangenissen. Het
arbeidsreglement pakt de essentiële punten aan en bevat
duidelijke richtlijnen en doelstellingen. Het is een van de
fundamenten voor een efficiënt en modern P&O-beleid.
Naar analogie met de privésector is een arbeidsreglement
sinds begin jaren 2000 ook vereist voor overheidsdiensten. De
voorbije jaren werden binnen verschillende entiteiten van de
FOD Justitie arbeidsreglementen ingevoerd en nu dus ook
voor de penitentiaire inrichtingen.
In 2008 formuleerden de representatieve vakorganisaties een
globale eisenbundel. Op 14 mei 2009 volgde een akkoord
over het arbeidsreglement (protocol 341). Enkele thema’s,
zoals inhaalrust en recuperatie van overuren, bleven echter
voorwerp van discussie. Ook over deze thema’s werd
overeenstemming gevonden en met het akkoord van 28 april
2010 werden de onderhandelde oplossingen vastgelegd in
het protocol 354.
Een gevangenis is een bijzondere werkomgeving met eigen
noden. Het doel van het nieuwe arbeidsreglement is om de
regels en de basisprincipes die gelden in de inrichtingen te
uniformiseren.
Protocol 351 versterkt sociale dialoog en conflictbeheersing
Op 19 april 2010 ondertekende het Comité A, het
overkoepelende overlegorgaan voor alle Belgische
overheden, een protocolakkoord over de versterking van de
sociale dialoog en de conflictbeheersing in de publieke
sector. De minister van Justitie nam het initiatief om ook voor
de gevangenissen een gelijkaardig protocol te sluiten.
Duidelijke afspraken werden vastgelegd om de sociale
dialoog te bevorderen en zo tot een aanvaardbare consensus
te komen voor alle betrokken partijen. Een constructieve
sociale dialoog is immers belangrijk voor een modern
personeelsbeleid en een gezond sociaal klimaat.
Het akkoord stelt o.a. dat per representatieve vakorganisatie
en binnen de regionale directie twee medewerkers per taalrol
worden aangesteld als aanspreekpunt, een zogenaamde
SPOC (Single Point of Contact). Op deze manier kunnen
eventuele problemen sneller worden opgepikt en aangepakt.
Ook wordt een duidelijke procedure bij de aankondiging van
stakingen in het akkoord vastgelegd. De overheid engageert
zich om problemen die de vakbonden signaleren en de
initiatieven die zij aanbrengen binnen de 30 dagen te
bespreken in het bevoegde onderhandelingscomité. In ruil
zullen de vakbonden tenminste zeven dagen vooraf een
stakingsaanzegging indienen.
Het akkoord introduceert bovendien een sociaal bemiddelaar
die de overheid en de vakbonden kunnen inschakelen bij een
conflict. Deze bemiddelaars oefenen hun opdracht uit op
onafhankelijke wijze en worden gekozen uit personen die
voldoende vertrouwd zijn met de openbare sector.
HappyPeople@ePi
Omdat het DG EPI veel belang hecht aan de tevredenheid van
haar personeel en om beter te kunnen inspelen op de noden
van haar medewerkers, vond in maart 2010 een
tevredenheidsenquête plaats in de gevangenissen, het
Veiligheidskorps, de centrale garage, de opleidingscentra en
de CDRGA. Het personeel van het centrale bestuur werd reeds
in 2008 bevraagd.
De enquête kreeg de naam HappyPeople@EPI en verliep in
samenwerking met de FOD P&O en een externe firma die de
resultaten verzamelden en analyseerden. Aangezien niet alle
21
personeelsleden van het bewakings- en technisch personeel
over een computer beschikken en om toch iedereen de kans
te geven zijn of haar mening te geven, kon het personeel de
enquête zowel online als op papier invullen.
In totaal nam 25% van het personeel deel. De globale
participatiegraad was dus eerder laag. De enquête maakte
duidelijk dat het personeel het minst tevreden is over
communicatie en organisatiecultuur. Jobinhoud scoorde wel
zeer goed.
Veiligheidskorps breidt uit
In oktober 2010 traden een 50-tal nieuwe veiligheids-
assistenten in dienst bij het Veiligheidskorps, dat zijn
personeel ter beschikking stelt aan de politiediensten. In
Brussel ondersteunt het korps twee politiezones: de zone
Brussel-Zuid voor de overbrenging van gedetineerden vanuit
de Brusselse inrichtingen en de zone Brussel-Hoofdstad voor
het verzekeren van politie bij hoven en rechtbanken in het
Justitiepaleis.
Het Brussels personeelsbestand van het Veiligheidskorps is de
voorbije twee jaar sterk gedaald. Dit personeelstekort kon niet
worden opgevangen door de politiediensten, die zelf over
onvoldoende personeel beschikken. Om dit probleem aan te
pakken, besliste de regering in april 2010 om bijkomend
budget toe te kennen aan het Veiligheidskorps. Nog diezelfde
maand lanceerde Selor een aanwervingsexamen om nieuwe
veiligheidsassistenten in dienst te nemen. Op 1 oktober
vingen een 50-tal laureaten hun basisopleiding aan, die
gegeven werd door de instructeurs van het Veiligheidskorps
zelf.
telewerk bij de directie Detentiebeheer
Telewerk is populair en meer en meer bedrijven bieden hun
werknemers dan ook de kans om van thuis uit te werken. Ook
binnen de FOD Justitie werd een pilootproject rond telewerk
ingevoerd. In de loop van februari 2010 startte de FOD
Personeel en Organisatie binnen de FOD Justitie met een
proefproject telewerk. Diverse diensten stelden zich kandidaat
om hieraan deel te nemen. Uiteindelijk werden een dertigtal
medewerkers uit verschillende directies en entiteiten
geselecteerd om één dag per week van thuis uit te werken.
Vier medewerkers van de directie Detentiebeheer (DDB) van
het DG EPI waren bij de geselecteerden.
Onder leiding van het diensthoofd van de DDB werd alles
voorbereid zodat de vier proefpersonen van thuis uit aan de
slag konden gaan. De directie ICT zorgde ervoor dat zij
toegang hadden tot het netwerk van de organisatie en gaf
hen een gsm en het nodige informaticamateriaal. Ondanks
enkele technische moeilijkheden in de beginfase, verliep op
organisatorisch en inhoudelijk vlak alles vlot.
De telewerkers waren enthousiast en het project was een
succes. Uit een bevraging bleek dat zij thuis meer
gemotiveerd waren om het werk aan te vatten en ook minder
stress ervaarden. Ook de grotere zelfstandigheid en het
vertrouwen van het diensthoofd in hen haalden zij als
positieve punten aan. Daarnaast konden zij de tijd die zij
spaarden door niet van en naar het werk te moeten reizen op
een meer zinvolle manier gebruiken, met een beter evenwicht
tussen werk- en privéleven als resultaat. Ten slotte werd de
bijdrage tot het milieu (door geen transport te gebruiken) als
voordeel aangehaald. Enkel het mindere sociale contact met
collega’s, een lagere betrokkenheid op de werkvloer en de
voorbereidingstijd om van thuis uit te kunnen werken,
merkten zij als minpunten op.
Binnen de DDB werd het proefproject regelmatig geëvalueerd
en waar nodig bijgestuurd. De DDB maakte haar
opmerkingen en aanbevelingen over aan de project-
verantwoordelijke van de FOD P&O.
22
Duidelijke instructies rond kledijverstrekking
In 2010 werkte de afdeling Aankopen de verschillende
modaliteiten van de kledijverstrekking aan het bewakings- en
technisch personeel uit en legde deze vast in de collectieve
brief (CB) nr. 100. Deze CB geeft uitvoering aan het
ministerieel besluit van 28 oktober 2009 dat de
reglementering rond de uitrusting en het materieel van de
penitentiair bewakingsassistenten en veiligheidsassistenten
bevat. De uitbreiding van de kledijartikelen en een aanpassing
van de puntenwaarde van elk artikel in verhouding tot de
reële marktprijzen waren daarin de belangrijkste punten.
De CB bevat alle instructies over de eerste uitrusting bij
indiensttreding en de jaarlijkse vernieuwing van de kledij. De
brief legt vast dat veiligheids- en penitentiair
bewakingsassistenten die in dienst treden en hun
basisopleiding starten in het OCPP Brugge of het CFPP
Marneffe, meteen een volledige basisuitzet (behalve kledij op
maat) ontvangen en legt uit hoe het gevangenispersoneel
deze kledij moet bestellen. Ook de werking van het
puntensysteem om jaarlijks de kledij te vernieuwen, wordt
beschreven. Daarnaast bevat de brief ook alle instructies rond
keuring, levering en facturering van goederen en bakent de
taken en verantwoordelijkheden af van de gevangenisdirectie,
van de kledijverantwoordelijke/rekenplichtige en van het
personeelslid dat de kledij ontvangt.
In het najaar van 2010 organiseerde de afdeling Aankopen een
infodag om de collectieve brief toe te lichten aan de
kledijverantwoordelijken binnen de gevangenissen.
aangepaste kledij voor specifieke werkposten
Om ervoor te zorgen dat het personeel in de gevangenissen
over aangepaste kledij beschikt om zijn of haar taken op een
veilige en correcte manier te kunnen uitvoeren, lanceerde de
afdeling Aankopen in 2010 twee overheidsopdrachten: een
huurmarkt voor de werkkledij van het keukenpersoneel en de
verplegers en de aankoop van persoonlijke
beschermingsmiddelen en werkkledij voor alle specifieke
werkposten binnen de organisatie. Om de veiligheid in de
gevangenissen te verhogen, werd ook een overheidsopdracht
gelanceerd voor de aankoop van interventiemateriaal.
Samen met de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming
op het Werk en de DGZG bepaalde de afdeling Aankopen de
behoeften binnen de gevangenissen en voerden zij een
grondig marktonderzoek uit. Beide opdrachten worden in
2011 afgerond.
aangepaste schoenen voor penitentiair personeel
De afdeling Aankopen werkte een nieuw systeem van
schoenbons uit dat in de inrichtingen werd ingevoerd.
Personeelsleden die omwille van hun voetcomfort andere
schoenen wensen dan deze aangeboden in de uniformuitzet
kunnen die nu aankopen in een winkel naar keuze. Specifieke
instructies voor de verdeling, het gebruik, de betaling, de
terugvordering, de registratie en de controle werden
opgesteld en verspreid aan de gevangenissen.
Veilig werken op elektrische installaties
Om het welzijn op de werkvloer te verbeteren en een correcte
toepassing van het arbeidswetgeving te verzekeren, sloten de
FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (WASO) en
de FOD Justitie op 4 december 2009 een samenwerkings-
akkoord. Dit akkoord legt vast dat de FOD WASO intensief
ondersteuning biedt op vlak van welzijn op het werk en helpt
wanneer zich problemen voordoen bij de toepassing van de
wetgeving. Het DG EPI kon als eerste genieten van de
voordelen van deze samenwerking. In een eerste fase lag de
focus op veilig werken met elektrische installaties. Later
kunnen nog andere technologiedomeinen aan bod komen.
De FOD WASO werkte een opleiding ‘veiligheid op elektrische
installaties’ uit volgens het train-the-trainer principe met als
doel een aantal personeelsleden van de gevangenissen op te
leiden tot interne trainer. In december 2010 namen acht leden
van het technisch personeel deel aan deze opleiding. De FOD
WASO begeleidt hen en staat in voor hun permanente
opleiding.
De interne trainers kunnen andere personeelsleden die aan
een elektrische installatie moeten werken op hun beurt
opleiding geven over de risico’s die hieraan verbonden zijn.
Deze opleidingen vinden in de gevangenissen zelf plaats. Het
is immers de plicht van het DG EPI als werkgever om ervoor te
zorgen dat alle personeelsleden een goede opleiding krijgen
die bovendien specifiek is voor hun werkplaats en functie.
Met deze opleidingen zet het departement een belangrijke
23
stap vooruit om de werking van de gevangenissen af te
stemmen op de regelgeving over welzijn op het werk.
Beter gezondheidstoezicht
Om het gezondheidstoezicht van het gevangenispersoneel te
verbeteren, werd de samenwerking tussen het DG EPI, de
arbeidsgeneesheer en de preventieadviseur op punt gesteld.
Aangezien werken in een gevangenis een extra
gezondheidsrisico inhoudt, is het belangrijk dat kandidaat-
personeelsleden vóór hun indiensttreding medisch
onderzocht worden en dat ook tijdens hun loopbaan in het
gevangenismilieu extra aandacht wordt besteed aan hun
gezondheid. De organisatie van de medische onderzoeken
kende in het verleden echter enkele problemen, wat het werk
van de arbeidsgeneesheren bemoeilijkte. Sinds 2010 regelt
een officiële en algemene procedure de organisatie van het
gezondheidstoezicht in alle gevangenissen.
e-learning voor personeel
De directie ICT onderzocht in 2010 de mogelijkheden om
e-learning voor het gevangenispersoneel mogelijk te maken.
Zij koos voor de open source software Moodle en paste deze
aan de noden van het gevangeniswezen aan.
Verder sloot het DG EPI zich aan bij de Europese werkgroep
LICOS, die werd opgericht om e-learning binnen een
penitentiaire context op Europees niveau te dragen. De
deelnemende landen wisselen ‘best practices’ uit en werken
samen om hun werkwijzen zoveel mogelijk op elkaar af te
stemmen. Voorafgaand aan de ICPA-conferentie in oktober
organiseerde het DG EPI bovendien een pre-conferentie die
volledig was gewijd aan e-learning en knowledge
management. Professionals van over de hele wereld namen
deel aan de workshops en belichtten het thema vanuit
verschillende invalshoeken.
Overdracht van betalingen naar cDVu
Om de reglementering over toelagen en premies correct toe
te passen en de politiek van een modern financieel beheer
van de stafdienst BB&L te volgen, droeg het DG EPI reeds in
2009 de betaling van een aantal toelagen over aan de CDVU
(Centrale Dienst der Vaste Uitgaven). In het najaar van 2010
werden ook de uitbetalingen van de vervoerskosten aan hen
overgedragen. Het gaat om:
> fietsvergoeding
> vergoeding voor het gebruik van een persoonlijk voertuig
> terugbetaling vervoersbewijzen woon-werkverkeer
Voor elk van deze vergoedingen moeten de inrichtingen
maandelijks een lijst overmaken aan de CDVU met de
gegevens van de personen die in aanmerking komen voor
deze vergoedingen. Daarnaast maken zij een nominatieve lijst
van de geleverde prestaties per datum over aan de directie
P&O. Zij maakt de informatie op haar beurt over aan het
management van het DG EPI en aan de stafdiensten P&O en
BB&L. Eind september 2010 nodigde de directie P&O de
personeelsleden die het woon-werkverkeer beheren uit voor
een infosessie. Zij kregen uitleg over hoe zij de lijsten moeten
invullen en welke procedure zij moeten volgen.
De automatische, maandelijkse betaling garandeert in de
eerste plaats een betere dienstverlening aan het personeel. Zij
maakt een betere kwaliteitsbewaking mogelijk, waardoor
onregelmatigheden of behoeften sneller worden opgemerkt.
De directie P&O zorgt voor een permanente monitoring en
geeft feedback aan de gevangenissen. Aangezien de
communicatie tussen hoofdbestuur en gevangenissen vlotter
verloopt, kan zij proactiever handelen. Op termijn zal dit
leiden tot een goede procesbewaking en tot snelle reacties
op interne en externe audits.
gerechtelijke procedures
De juristen van de dienst Juridische en Conceptuele
Ondersteuning behandelden in 2010 meer dan 200
gerechtelijke procedures, wat een recordaantal is. Enerzijds
ging het om een 80-tal procedures voor de burgerlijke
rechtbanken en anderzijds om een 120-tal procedures voor de
Raad van State. In de meeste gevallen won de
gevangenisadministratie de zaak.
Bij procedures voor de burgerlijke rechtbanken bezorgt de
behandelende jurist de nodige informatie aan een advocaat,
waarna zij samen de conclusies opstellen. Het is de advocaat
die de zaak pleit. Voor procedures voor de Raad van State
verdedigt de jurist zelf het dossier en wordt dus (in principe)
geen advocaat aangesteld. In 2010 legde een ministerieel
besluit deze werkwijze officieel vast. Behalve een financiële
24
besparing, betekent de persoonlijke aanwezigheid van
juristen van de dienst op de zitting van de Raad van State dat
het DG EPI zich rechtstreeks kan uitspreken over zaken die de
penitentiaire realiteit aanbelangen. Bovendien laat het toe om
de redevoering tijdens de zitting te analyseren en er lessen uit
te trekken. Nuttige aanbevelingen kunnen worden
geformuleerd om zo tot een betere werkwijze te komen.
In 2010 startten 18 gedetineerden een procedure om hun
overbrenging naar de PI Tilburg ongedaan te laten maken
door de rechter. Alle rechtbanken spraken zich uit in het
voordeel van de gevangenisadministratie.
gedetineerden
Verdere inwerkingtreding van de basiswet
In 2010 zette de dienst Juridische en Conceptuele
Ondersteuning de nodige stappen om de basiswet
betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van
gedetineerden verder in werking te laten treden. Deze wet
omschrijft de rechten en plichten van gedetineerden en
bepaalt de basisbeginselen voor de detentie en de organisatie
van het gevangeniswezen. Om de basiswet beter af te
stemmen op de praktijk van het terrein, werd zij op een aantal
punten gewijzigd. De voornaamste veranderingen gaan over
de tuchtprocedure. De wijzigingen werden op 6 april 2010 in
het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.
Verder redigeerde de dienst een aantal ontwerpen van
koninklijk besluit die aan bepaalde artikelen van de basiswet
uitvoering moeten geven en bezorgde deze voor advies aan
de Raad van State. Belangrijke delen van de basiswet zullen
hierdoor in 2011 in werking kunnen treden. Het gaat
voornamelijk om bepalingen over onthaal, materiële
levensvoorwaarden, contacten met de buitenwereld en het
tuchtregime.
Ten slotte werden de huishoudelijke reglementen van de
gevangenissen gefinaliseerd. Het huishoudelijk reglement
bestaat uit een algemeen gedeelte met regels die in alle
gevangenissen van toepassing zijn en een specifiek gedeelte
met lokale regels eigen aan elke gevangenis. De dienst
Juridische en Conceptuele Ondersteuning stelde in overleg
met de regionale directies het algemeen gedeelte op en
paste het aan op basis van de opmerkingen van het terrein.
De huishoudelijke reglementen zullen, waar nodig, in
overeenstemming worden gebracht met de adviezen van de
Raad van State en zullen samen met bovenvermelde
bepalingen van de basiswet in 2011 in werking treden.
Vlaams Strategisch Plan voor Hulp- en Dienstverlening aan gedetineerden bestaat 10 jaar
In 2010 bestond het Strategisch Plan voor Hulp- en
Dienstverlening aan gedetineerden 10 jaar. Het DG EPI kan
terugblikken op een succesvolle samenwerking met de
Vlaamse Gemeenschap om in de Nederlandstalige
gevangenissen het aanbod aan hulpverlening, onderwijs,
arbeidstoeleiding, sport, cultuur en gezondheidszorg voor
gedetineerden maximaal uit te bouwen. De optimalisering
van de implementatie van het Strategisch Plan blijft een
aandachtspunt van de bovenlokale werkgroep ‘Strategisch
Plan’, waar vertegenwoordigers van de centrale PSD, de DGZG
en de regionale directie overleggen met de collega’s van de
administratie Welzijn en Samenleving.
Tijdens de ICPA-conferentie in Gent stelden medewerkers van
het DG EPI en de Vlaamse Gemeenschap dit
samenwerkingsmodel voor aan hun internationale collega’s.
Naast de gemeenschappelijke missie kwamen ook de
meerwaarde van de samenwerking, de gerealiseerde
projecten en de aandachtspunten voor de toekomst aan bod.
e-learning voor gedetineerden
Het DG EPI heeft in 2010 verder geïnvesteerd om e-learning
voor gedetineerden mogelijk te maken. E-learning staat voor
interactief leren door gebruik te maken van een computer en
maakt plaats- en tijdsonafhankelijk onderwijs mogelijk, wat
een groot voordeel is binnen een gevangeniscontext.
In twee gevangenissen lopen momenteel projecten die
gedetineerden toelaten om via speciale software cursussen te
volgen via de computer. Het project e-learning ging reeds in
2009 van start in het PLC in Ruiselede. Om het aanbod
webcursussen van de VDAB maximaal ter beschikking te
stellen aan gedetineerden paste de directie ICT de software
van de VDAB aan een detentieomgeving aan. De regionale en
lokale directie, de directie ICT, de lokale VDAB en de betrokken
Vlaamse diensten op lokaal en bovenlokaal niveau werkten
samen het project uit en volgden het op.
25
Na een testperiode van meer dan een jaar vond in september
2010 een evaluatie van het project plaats. Daaruit bleek dat
e-learning een reële meerwaarde betekent voor de
gedetineerden, vooral op vlak van inhoud en variatie van de
lessenpakketten, de toegankelijkheid van onderwijs, enz. Ook
de samenwerking tussen de verschillende partners werd als
positief ervaren. De evaluatie bracht verschillende
aandachtspunten aan het licht, waarmee rekening wordt
gehouden.
Gelet op het succes van het e-learningproject in het PLC
Ruiselede, zijn ook de gevangenissen van Ieper en Nijvel met
gelijkaardige projecten gestart. In de gevangenis van Ieper,
waar het project verliep in samenwerking met de Hogeschool
van Kortrijk, de Universiteit van Leuven en de organisatie
Webros, werd het project ‘on hold’ gezet omwille van
technische redenen. De gevangenis van Nijvel werkte
eveneens een project uit in samenwerking met Forem en met
de Franse Gemeenschap.
De directie ICT stelde een planning op voor de verdere uitrol
naar de andere gevangenissen zodat ook zij op termijn van
deze toepassing gebruik kunnen maken.
‘Best Desktop Virtualization Project’ award
Op het VMWorld Europe 2010 congres, het jaarlijkse
gebruikersevenement van virtualisatieleverancier VMware, in
Kopenhagen mocht de directie ICT op 13 oktober de ‘Best
Desktop Virtualization Project’ award in ontvangst nemen
voor het concept van een gevirtualiseerde desktopomgeving
voor gedetineerden.
Het DG EPI is ervan overtuigd dat de uitbouw van een
moderne ICT-omgeving voor gedetineerden een
meerwaarde kan betekenen voor hun individuele
ondersteuning en voor de algemene werking van de
inrichting. De directie ICT wil op termijn aan elke
gedetineerde een gevirtualiseerde desktop aanbieden. Elke
gedetineerde zou een scherm en toetsenbord krijgen, terwijl
de desktop zelf op een centrale server draait en via moderne
technologie naar de klant wordt gestuurd. De gedetineerde
zal dan gebruik kunnen maken van verschillende diensten die
centraal via het netwerk beschikbaar worden gesteld.
Gedetineerden kunnen dan bijvoorbeeld het menu
raadplegen, boeken lenen, zoeken naar vacatures en gebruik
maken van e-learning.
Deze nieuwe infrastructuur zorgt ervoor dat de activiteiten
flexibeler kunnen worden georganiseerd en maakt het
mogelijk om diensten op maat van de gedetineerde aan te
bieden. Door te werken met één centrale server zal informatie
sneller en meer gedetailleerd uitgewisseld kunnen worden en
zal de directie ICT alle acties kunnen controleren, wat de
veiligheid ten goede komt. Bovendien levert de
automatisering van verschillende diensten een financiële
besparing op.
De gevangenis van Hasselt zal als testsite dienen voor de
uitwerking en concretisering van het project. In een eerste
fase zal in een klasomgeving voor 10 gedetineerden een
gevirtualiseerde desktopomgeving met
e-learningmogelijkheden worden uitgebouwd.
Betere medische opvolging van gedetineerden
Sinds de ingebruikname van de software Epicure in 1999 legt
de medische dienst van elke binnenkomende gedetineerde
een elektronisch medisch dossier (EMD) aan dat toegankelijk
is voor de zorgverleners in de gevangenis. Het dossier bevat
zowel de bevindingen van de artsen, tandartsen,
verpleegkundigen en kinesitherapeuten als de resultaten van
medische onderzoeken. Bij de overbrenging van een
gedetineerde naar een andere gevangenis, wordt het EMD
onder gecodeerde vorm elektronisch verstuurd naar die
gevangenis en ter beschikking gesteld van de zorgverleners
ter plekke.
Naast het EMD biedt Epicure aan artsen de mogelijkheid om
geneesmiddelen elektronisch voor te schrijven. Deze
elektronische voorschriften worden overgemaakt aan de
lokale apotheek, die deze gebruikt als basisinformatie om de
geneesmiddelen te leveren. Ten slotte bevat Epicure een
uniform tariferingssysteem dat toelaat de honoraria van de
zelfstandige zorgverleners elektronisch te factureren.
26
Door intensief gebruik door de jaren heen kon het systeem de
enorme hoeveelheid aan gegevens echter niet meer dragen.
Het EMD voldeed bovendien niet langer aan de normen van
Volksgezondheid.
In 2009 bepaalde de Penitentiaire Gezondheidsraad wat
nodig was om de medische opvolging van gedetineerden zo
goed mogelijk te verzekeren. Ter vervanging van het oude
systeem kozen zij in 2010 voor een centrale server die via een
webapplicatie toegankelijk is voor de zorgverleners van de
verschillende gevangenissen. Na een behoeftenanalyse ging
de programmering van start in augustus 2010. De eerste
testen zijn voorzien voor maart 2011 en de definitieve start
staat gepland voor juni 2011.
interventiebeleid in de gevangenissen
In 2010 nam de regionale directie deel aan verschillende
vergaderingen van een stuurgroep die instaat voor de
coördinatie van het interventiebeleid in de gevangenissen.
Deze stuurgroep werd opgericht in het kader van een
samenwerkingsakkoord tussen de Franse Gemeenschap, het
Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie.
Verschillende personeelsleden van de gevangenissen waren
daarnaast lid van werkgroepen waarin thema’s als (geestelijke)
gezondheid, druggebruik, informatie, onderwijs en verlaten
van de gevangenis werden besproken. Aanbevelingen
werden uitgewerkt om de tussenkomst van de
gemeenschappen en gewesten in de gevangenissen te
verbeteren. Deze zullen worden voorgesteld op een
interministeriële conferentie.
lP/VlV Manager
Sinds begin 2010 beschikt de directie Detentiebeheer (DDB)
met de ‘LP/VLV Manager’ over een informaticatoepassing om
de beslissingen te registreren die werden genomen in het
kader van de follow-up van gedetineerden die voorlopig in
vrijheid worden gesteld.
Door voorlopige invrijheidstelling (VLV) toe te kennen wil het
DG EPI de overbevolking in de gevangenissen tegengaan en
zo de leef- en werksituatie van gedetineerden en personeel
verbeteren. Enkel gedetineerden met een
hoofdgevangenisstraf van maximum drie jaar kunnen
voorwaardelijk worden vrijgesteld. Het effectieve straftotaal,
de aard van de gepleegde feiten en de verblijfstitel van de
veroordeelde bepalen de procedure die moet worden
gevolgd. Normaal gezien beslist de gevangenisdirecteur over
de toekenning van de VLV. Voor veroordeelden met een
hoofdgevangenisstraf van minimum één en maximum drie
jaar wegens zedenfeiten tegenover minderjarigen neemt de
DDB echter de beslissing.
De voorlopige invrijheidstellingen worden opgevolgd aan de
hand van periodieke begeleidingsverslagen van de
justitieassistent. Bij schending van de voorwaarden kan de
DDB overgaan tot een aanpassing van de voorwaarden, een
berisping, een verderzetting van de voorlopige
invrijheidstelling of een herroeping wegens niet-naleving van
de voorwaarden. Ook in geval van een nieuwe, definitieve
veroordeling onderzoekt de DDB voor alle toegekende VLV’s
of een herroeping nodig is.
Om een duidelijk beeld te krijgen van het aantal en de inhoud
van de beslissingen over de opvolging van de voorlopige
invrijheidstelling en om de werklast die hiermee gepaard gaat
te kunnen meten, is het noodzakelijk om deze gegevens te
registeren. In afwachting van de modernisatie van SIDIS-
Griffie, de databank om de bewegingen en detentiedossiers
van de gedetineerden digitaal te beheren, ontwikkelden de
directie ICT en de cel Data-analyse begin 2010 de
informaticatoepassing ‘LP/VLV Manager’. Gebruiks-
vriendelijkheid en toegankelijkheid van de toepassing waren
daarbij belangrijke criteria. Dit programma maakt een
efficiënte registratie van beslissingen over de opvolging van
de voorlopig vrijgestelden mogelijk. Alle personeelsleden van
de DDB hebben via de webbrowser toegang tot de applicatie.
27
GEVANGENISSEN REACTIES TOTAALVerderzetting VLV Berisping Aanpassing voorwaarden Herroeping Niet-herroeping Geen beslissing
Niet-naleving voorwaarden Aanpassing voorwaardenAndenne 0 0 0 0 1 2 0 3Antwerpen 1 0 0 0 43 9 0 53Arlon 0 0 0 0 6 4 0 10Berkendael 0 0 0 0 1 0 0 1Brugge 6 6 0 9 13 9 0 43GFC Everberg 0 0 0 0 0 0 0 0Dendermonde 0 2 0 0 12 3 0 17Dinant 0 0 0 0 5 3 0 8Forest / Vorst 0 0 0 0 22 4 0 26Gent 2 2 0 2 17 5 0 28Hasselt 0 0 0 0 0 0 0 0Hasselt Nieuw 0 0 0 4 22 4 0 30Hoofdbestuur 0 0 0 0 0 0 0 0Hoogstraten 0 0 0 0 0 0 0 0Hospitaal/Hôpital 0 0 0 0 0 0 0 0Huy 0 0 0 0 3 4 0 7Ieper 0 3 0 1 9 0 0 13Incident Vrijheid 0 0 0 0 0 0 0 0Ittre 0 0 0 0 0 0 0 0Jamioulx 1 0 0 0 39 45 0 85Lantin 0 0 0 0 65 49 0 114Leuven Centraal 1 0 0 1 10 4 0 16Leuven Hulp 0 0 0 1 10 1 0 12Marneffe 0 1 0 0 0 2 0 3Mechelen 1 0 0 0 6 3 0 10Merksplas 2 0 0 1 14 7 0 24Mons 0 2 0 4 12 6 0 24Mons EDS 0 0 0 0 0 0 0 0Namur 0 0 0 0 11 11 0 22Nivelles 0 0 0 2 13 4 0 19Oudenaarde 0 0 0 0 4 2 0 6Paifve 0 0 0 0 0 0 0 0Provoost / Prison militaire 0 0 0 0 0 0 0 0Ruiselede 0 0 0 0 1 0 0 1St. Andries 0 0 0 0 0 0 0 0St. Gillis / St. Gilles 0 0 0 0 82 13 0 95St. Hubert 1 3 0 2 33 13 0 52Tongeren 0 0 0 0 0 0 0 0Tongeren Nieuw 0 0 0 0 0 0 0 0Tournai 1 0 0 1 5 15 0 22Tournai EDS 0 0 0 0 0 0 0 0Transfer 0 0 0 0 0 0 0 0Turnhout 1 0 0 2 9 7 0 19Verviers 0 0 0 0 22 24 0 46Vrijheid 0 0 0 0 0 0 0 0Wortel 0 1 0 2 23 4 0 30TOTAAL 17 20 0 32 513 257 0 839
28
Scanningsproject
In 2010 introduceerde de CDRGA een nieuw soort
gevangenisarbeid in de ateliers van de gevangenissen van
Andenne en Hasselt: scannen van documenten (foto’s, dia’s,
prentkaarten, negatieven, enz.). Dit scanningsproject is het
resultaat van een partnerschap die in de loop van 2009 is
gesloten tussen de CDRGA, Sun Microsystems en Atos Origin.
Deze samenwerking kwam tot stand in het kader van een
grote overheidsopdracht over de digitalisering van het archief
van het wetenschapsbeleid (POD Wetenschapsbeleid),
waarnaar de CDRGA nog steeds meedingt.
Scannen is een eenvoudig werk dat zowel gedetineerden als
technici gemakkelijk kunnen uitvoeren. Bovendien gaat het
om een technologische en moderne activiteit, wat het imago
van gevangenisarbeid ten goede komt en veel
toekomstperspectieven biedt. De CDRGA wilde daarom een
scanwerkplaats oprichten en scandiensten introduceren in de
gevangenissen. Na goedkeuring door de beheerscommissie
werden de gevangenissen van Andenne en Hasselt als
testsites gekozen.
In een eerste fase stuurde de CDRGA in april 2010 brieven naar
culturele instellingen nabij Andenne en Hasselt om hen kennis
te laten maken met hun scandiensten. Bij wijze van test
konden deze instellingen gratis een aantal documenten laten
scannen. De brieven lokten heel wat positieve reacties uit en
de eerste afspraken vonden eind april plaats.
Tarief
Twee soorten tarieven worden aangeboden: een tarief per uur
en een tarief per stuk. Het arbeidsloon, de kwaliteitscontrole,
de schoonmaak van de te scannen stukken vóór het scannen,
het materiaal, de vervoerskosten tussen de instelling en de
gevangenis en de dvd-r’s waarop de gescande stukken staan,
zijn hierin inbegrepen. Elk stuk wordt in TIFF- en JPEG- formaat
gescand, maar op verzoek kan zowel dit formaat als de
resolutie worden aangepast.
Technisch aspect
De CDRGA bestelde zowel voor de ateliers van Andenne en
Hasselt twee professionele scanners en huurde containers
waarin de gedetineerden het scanwerk kunnen uitvoeren.
Opleiding
In elke werkplaats selecteerden de leidinggevenden vier
gedetineerden om documenten te scannen. Zowel het
personeel als de gedetineerden kregen een opleiding opdat
zij het materiaal optimaal kunnen gebruiken en kwaliteitswerk
kunnen afleveren.
Toekomst
De CDRGA wil haar scanactiviteiten verder ontwikkelen en zo
een maximaal aantal gedetineerden aan het werk zetten. Na
de culturele instellingen richt zij haar pijlen op de gemeenten
en stuurt zij een mailing naar de buurtgemeenten van de
twee scansites. Op langere termijn worden ook de openbare
diensten en de non-profitsector gecontacteerd. Ook de
bedrijfssector zal niet worden vergeten.
Samenwerkingsovereenkomst tussen cDrga en beschutte werkplaatsen
De vzw Vlaamse Federatie van Beschutte Werkplaatsen
(VLAB), de Brusselse Federatie van Beschutte Werkplaatsen
(FEBRAP) en de vzw Entente Wallonne des Entreprises de
Travail Adapté (EWETA) zijn de drie werkgeversorganisaties
van beschutte werkplaatsen (BW’s). Zij willen de
werkgelegenheid voor personen met een handicap
bevorderen om hun maatschappelijke integratie en
levensstructuur te verbeteren. Deze verenigingen verdedigen
hun belangen op politiek, juridisch, economisch en sociaal
vlak.
Het werk van de gedetineerden in de werkplaatsen van de
CDRGA en het werk van de personen met een handicap in de
beschutte werkplaatsen is voor beide groepen een
belangrijke factor voor hun (re-)integratie in de maatschappij.
Dit betekent dat de beschutte werkplaatsen en de CDRGA
dan ook vaak concurrenten zijn op dezelfde markten. Vooral
eenvoudige arbeid is bij beide erg in trek.
Om concurrentie te vermijden en om transparant samen te
werken op bepaalde markten besloten de BW’s en de CDRGA
hun krachten te bundelen. Na afloop van de vergaderingen
tussen de voorzitters van de drie werkgeversorganisaties van
beschutte werkplaatsen, de CDRGA en vertegenwoordigers
29
van de gevangenissen werd een
samenwerkingsovereenkomst tussen de beschutte
werkplaatsen en de CDRGA opgesteld. Op termijn zullen zij
ook een procedure uitwerken om geschillen op te lossen.
Jaarlijks zullen twee vergaderingen plaatsvinden tussen de
betrokken partijen om de naleving en de toepassing van de
overeenkomst te evalueren en om eventuele problemen te
bespreken. Zowel de werkgeversorganisaties van de
beschutte werkplaatsen als de CDRGA zouden in de toekomst
nog een stap verder willen gaan en overwegen een
samenwerking tussen de commerciële diensten van de
verschillende entiteiten.
infrastructuur en Materiaal
gSM-sweepings
Binnen de DOGV bestaat sinds 2010 een nieuw team dat in de
gevangenissen gsm-sweepings uitvoert om verboden gsm’s
op te sporen. In de gevangenissen mogen de gedetineerden
immers geen gsm’s bezitten (of gebruiken) en het
gevangenispersoneel voert dan ook regelmatig celfouilles uit
ter controle. Het nieuwe team ondersteunt het
gevangenispersoneel hierbij.
Dit team beschikt over de nodige gespecialiseerde apparatuur
om gsm’s op te sporen, wat het voor het gevangenis-
personeel gemakkelijker maakt om deze terug te vinden
tijdens celfouilles. Na een sweeping wordt een verslag
opgesteld dat niet alleen de nodige gegevens en resultaten
van de sweeping bevat, maar ook technische aanbevelingen
die de veiligheid in de inrichting kunnen verbeteren. Jaarlijks
zal het team in iedere inrichting twee tot vier sweepings
uitvoeren. Voor grotere inrichtingen kan dit aantal hoger
liggen.
Sneller en performanter netwerk
In een aantal grote gevangenissen voerde de directie ICT in
2010 een upgrade van het computernetwerk uit. Zowel het
Wide Area Netwerk (WAN) als het Local Area Netwerk (LAN)
werden vernieuwd. Een vlotte informatie-uitwisseling tussen
enerzijds de centrale administratie en de gevangenissen en
anderzijds de gevangenissen onderling is een belangrijke
voorwaarde voor een efficiënte werking van de ganse
organisatie.
WAN
Het WAN is de Belgacomlijn die zorgt voor de verbinding
tussen de gevangenis en de buitenwereld. Bij de aanvang van
de upgrade was Belgacom reeds bezig met hun netwerklijnen
te vernieuwen naar glasvezelkabels die zorgen voor een
performantere verbinding. Voor gevangenissen die in een
afgelegen of bebost gebied lagen, was het trekken van deze
glasvezel een dure zaak die Belgacom grotendeels
bekostigde.
Om de glasvezel te verbinden met het netwerk van de
organisatie installeerde de directie ICT in samenwerking met
Belgacom nieuwe routers, waardoor het netwerk nu viermaal
sneller werkt dan voordien.
LAN
Om ook de snelheid van het netwerk in de gevangenissen zelf
te verhogen, kocht de directie ICT nieuwe switches aan om
het netwerk te reguleren. Waar de oude switches tot
maximum 24 computers konden samenkoppelen, is op deze
nieuwe krachtigere switches plaats voor 48 gebruikers en
kunnen deze worden samengebundeld tot één groot krachtig
apparaat.
De directie ICT kocht daarnaast snelle gigabitswitches aan om
de servers aan te sluiten. Voor grote gevangenissen met meer
30
dan 250 gebruikers werd een nieuw virtueel netwerkplan
(VLAN-plan) ontwikkeld. Hiermee kunnen op dezelfde switch
virtuele netwerken naast elkaar draaien als ware het aparte
netwerken. De directie ICT ontwikkelde VLAN’s voor bepaalde
groepen gebruikers en enkele aparte VLAN’s voor kleine
groepen, zoals de projectgroepen ‘e-learning’.
Van helpdesk naar servicedesk
Om de helpdesk van het DG EPI uit te bouwen tot een
volwaardige servicedesk werd het team versterkt met drie
nieuwe medewerkers en een coördinator aangesteld. De
directie ICT voorzag ook een meer uitgebreide monitoring
van de ICT-infrastructuur. Dankzij deze modernisering kan de
helpdesk problemen beter opvolgen en oplossen en komt de
directie ICT tegemoet aan haar kerntaak om klantgericht te
werken.
Verdere uitrol SP expert
De implementatie van de softwaretoepassing SP Expert werd
in 2010 verder gezet. Resultaat is dat nu 31 gevangenissen en
twee centrale diensten gebruik maken van dit centraal
planningssysteem dat helpt bij de opmaak van een efficiënte
personeelsplanning. SP Expert automatiseert het
planningsproces en de dienstlijsten en ondersteunt de lokale
planners in de gevangenissen zodat zij de regelgeving
uniform kunnen toepassen.
Behalve de verdere uitrol, verbeterde de directie ICT ook de
werking van het programma. Zij voerde enkele technische
aanpassingen uit en zorgde ervoor dat het programma
correcte en duidelijke statistieken en grafieken oplevert.
Bovendien staat voortaan een team SP Expert in de
gevangenissen paraat om de lokale planners op te leiden en
te ondersteunen.
Beter archiefbeheer
Net zoals alle overheidsdiensten is het DG EPI verplicht om
haar archieven te beheren volgens de richtlijnen van het
Rijksarchief. Reeds in 2009 ontvingen de gevangenisdirecties
de nodige instructies om deze taak goed te kunnen
uitvoeren. De milieucoördinator volgt dit dossier op en krijgt
daarbij ondersteuning van de regionale directie die zorgt voor
een vlot contact met de gevangenissen en samen met de
betrokken directies de situatie analyseert.
In 2010 werden in de gevangenis van Sint-Gillis concrete
initiatieven genomen om het archiefbeheer te verbeteren. In
samenwerking met het Rijksarchief planden de
milieucoördinator en de regionale en gevangenisdirectie een
grote opruimactie van de kelders. Daarnaast vonden in de
gevangenissen van Merksplas en Lantin overlegvergaderingen
plaats over de archieven.
nieuwe voertuigen voor het Veiligheidskorps
Om de medische uithalingen en overbrengingen van
jongeren van het gesloten federaal centrum in Saint-Hubert
naar de verschillende jeugdrechtbanken te kunnen uitvoeren,
stelde het DG EPI drie nieuwe voertuigen en twee
huurwagens ter beschikking van het Veiligheidskorps. De
afdeling Aankopen nam daarbij de aankoopprocedure voor
haar rekening. Zes veiligheidsassistenten staan in voor een
vlot verloop van deze overbrengingen. Zij traden midden april
in dienst en staan in voor de politiezone Semois-Lesse.
Betere communicatiemiddelen voor het Veiligheidskorps
Sinds 2010 zijn de voertuigen van het Veiligheidskorps
uitgerust met eigen ASTRID-communicatiemiddelen. ASTRID
is het nationale netwerk voor alle hulp- en veiligheidsdiensten
en combineert radiocommunicatie, paging en dispatching.
Het netwerk zorgt voor een efficiënte communicatie tussen
deze hulp- en veiligheidsdiensten en draagt bij tot een vlot
verloop van interventies en de algemene veiligheid.
31
communicatie
nieuwsbrief voor het Veiligheidskorps
Het Veiligheidskorps lanceerde in 2010 haar eigen nieuwsbrief:
VKCS-News. Deze nieuwsbrief informeert de
veiligheidsassistenten systematisch over wat reilt en zeilt
binnen de dienst en zet belangrijke projecten in de kijker.
Aangezien de meeste personeelsleden van het
Veiligheidskorps geen e-mailadres of toegang tot een
computer hebben, is het niet vanzelfsprekend om met hen te
communiceren. Met deze nieuwsbrief zet het Veiligheidskorps
een belangrijke stap vooruit op dit vlak.
Om een doeltreffend en uniform intern communicatiebeleid
te garanderen, werd VKCS-News afgestemd op de algemene
e-letter van het DG EPI en daarin geïntegreerd. Op deze
manier blijven alle personeelsleden van het DG EPI op de
hoogte van de activiteiten van het Veiligheidskorps.
Statistieken over tewerkgestelde gedetineerden
Sinds 2010 kan de CDRGA statistieken opmaken die hen
gedetailleerde informatie geven over het aantal
tewerkgestelde gedetineerden en hun lonen. Dankzij
verschillende programma’s beschikt de CDRGA over heel wat
cijfers over de lonen van de gedetineerden, de
verkoopfacturering en andere boekhoudkundige informatie.
Deze cijfers zijn zeer interessant aangezien zij iets meer
zeggen over de tewerkstelling van de gedetineerden, de
investeringen en de omzetcijfers van de verschillende
werkplaatsen. De dienst beschikte voordien echter niet over
een programma om deze cijfers verder te verwerken.
In samenwerking met de directie ICT integreerde de CDRGA
de gegevens over de lonen van de gedetineerden in het
SAS-platform. Deze gegevensanalysesoftware is het ideale
instrument om betrouwbare statistieken over het aantal
tewerkgestelde gedetineerden en hun lonen te verkrijgen en
om grafieken over de evolutie van deze cijfers te maken.
Dankzij deze statistieken krijgt de CDRGA een dieper inzicht in
het werk dat de gedetineerden in de aannemersateliers en de
productiewerkplaatsen (schrijnwerkerij, drukkerij, smidse,
kleermakerij, landbouwuitbating) uitvoeren en ook in de
huishoudelijke taken die zij doen en de kwalificerende
beroepsopleidingen die zij volgen.
De statistieken worden voorgesteld in de vorm van cijfers
(bedrag van de uitbetaalde lonen en aantal tewerkgestelde
gedetineerden) en grafieken, per inrichting en per soort
activiteit. Zij zullen op maandelijkse, driemaandelijkse en
jaarlijkse basis beschikbaar zijn en iedere maand worden
bijgewerkt.
Moderne site voor de cDrga
Bij een professioneel commercieel beleid hoort een moderne
website. De CDRGA bouwde daarom in 2010 haar website
(http://www.rtp-rga.be) verder uit tot een dynamische en
aantrekkelijke communicatietool. Met deze site boekt de
CDRGA een mooie vooruitgang op vlak van externe
communicatie, die essentieel is in de zoektocht naar
aannemers.
Geïnteresseerden vinden op de site informatie over de
werking van de dienst en kunnen kennismaken met
verschillende soorten gevangenisarbeid en met de
gevangenisateliers. Belangrijke projecten en evenementen,
zoals het scanningproject en de deelname van de CDRGA aan
de industriële beurs van het verpakbedrijf Empack en aan de
Brugse Bedrijvenbeurs, staan op de startpagina in de kijker.
Getuigenissen en een filmpje zetten de voordelen van
gevangenisarbeid in de verf en fleuren de site op. Beide
maken duidelijk dat gevangenisarbeid meer te bieden heeft
dan een groot aantal werkkrachten en voordelige tarieven.
Aannemers kunnen rekenen op gevangenispersoneel dat oog
heeft voor hun behoeften en dat de gedetineerden
32
vakkundig begeleidt tijdens het werk. Korte deadlines zijn
voor de CDRGA geen probleem en met meer dan 30
gevangenisateliers verspreid over het land vindt de aannemer
er steeds wel één in zijn buurt. Aannemers kunnen de dienst
via de site bovendien eenvoudig per mail contacteren.
Milieu en Duurzame Ontwikkeling
Dg ePi denkt groen en zuinig
Interne milieuaudit
Het DG EPI heeft bewezen dat zij het milieu een warm hart
toedraagt en zich inschrijft in de politiek van duurzame
ontwikkeling van de FOD Justitie. De dienst Milieu en
Duurzame Ontwikkeling voerde in 2010 een interne
milieuaudit uit in de Vlaamse en Brusselse gevangenissen. Dit
hield een volledige doorlichting en inventarisatie in van alle
toestellen en installaties in de inrichting. Daarnaast werden
ook alle gevaarlijke producten geïnventariseerd, met
verwijzing naar hun gevarenteken, hun hoeveelheden en
waar zij zich bevinden in de inrichting. Ten slotte maakte de
dienst een overzicht op van alle keuringen die in het kader
van de milieuwetgeving moeten worden uitgevoerd in de
volgende drie jaren. In functie van deze interne audit werden
reeds drie milieuvergunningen opnieuw aangevraagd voor
het penitentiair landbouwcentrum van Ruiselede, de
strafinrichting van Wortel en het gesloten federaal centrum
voor jongeren in Tongeren.
Energiebesparingen
Naast interne milieuaudits
voerde de dienst Milieu en
Duurzame Ontwikkeling in
samenwerking met Fedesco
ook verschillende
haalbaarheidstudies uit in
de gevangenissen om hun
energieprestaties te
beoordelen. Aspecten zoals
warmteverlies,
bouwkundige constructie,
productie van warmte en
warm water, elektriciteits- en gasverbruik werden daarbij
onder de loep genomen. Deze studies toonden aan dat het
verbruik van sommige gevangenissen ideaal is om een
warmtekrachtkoppeling (WKK) te installeren. Een WKK is een
installatie die naast warmte ook elektriciteit opwekt en
produceert. De opgewekte elektriciteit kan plaatselijk worden
gebruikt of bij overschot worden verkocht aan een
elektriciteitsdistributeur, met als resultaat een
energiebesparing en een lagere elektriciteitsfactuur. Op
termijn zullen verschillende gevangenissen over een
warmtekrachtkoppeling beschikken.
Om het energieverbruik nog meer te doen dalen, voerde de
dienst samen met Fedesco, de Regie der Gebouwen en de
DOGV enkele belangrijke energiebesparende werken uit. Op
het dak van het penitentiair complex van Brugge werden
zonnepanelen geplaatst, terwijl dat van Leuven-Centraal werd
geïsoleerd. In de gevangenissen van Merksplas en Hoei en in
het penitentiair schoolcentrum van Hoogstraten werden de
stookinstallaties vernieuwd.
Budget
Solidariteit Steunfonds
Net zoals vele andere departementen kreeg het DG EPI in
2010 af te rekenen met besparingen. Bij de eerste
begrotingscontrole werden alle budgetten voor de dagelijkse
werking van de gevangenissen lineair verminderd. De
besparing liet zich het hardst voelen bij de aankoop van
niet-duurzame goederen (water, gas, elektriciteit, onderhoud,
enz.). Creatief en voorzichtig omgaan met de beschikbare
budgetten was dus de boodschap.
Om ervoor te zorgen dat alle inrichtingen over voldoende
budget beschikten voor onderhoud en werkingsmiddelen,
werd bespaard op sportieve en culturele activiteiten voor
gedetineerden, op activiteiten die de affectieve relaties in
detentie verbeteren en op herstelgerichte detentie. De
dienstverlening naar gedetineerden toe kwam echter niet in
het gedrang aangezien het Steunfonds, een fonds ten
behoeve van minder gegoede gedetineerden in elke
gevangenis, de betaling van deze activiteiten ten laste nam.
Gevangenissen met onvoldoende reserves in hun Steunfonds
kregen hulp van collega-inrichtingen. De solidariteit tussen de
gevangenissen was groot.
33
Beter beheer van aankopen, uitgaven en boekhouding
In samenwerking met de stafdienst Budget, Beheer en
Logistiek (BB&L) stemde de dienst Begroting, Aankopen en
Boekhouding (BAB) de beheerstools Budgetsys en CGAB,
respectievelijk gebruikt om de begroting te raadplegen en
om aankopen, uitgaven en de boekhouding praktisch te
beheren, meer af op de behoeften van het terrein. Ook de
bijhorende synthesefiches die voor elke uitgave moeten
worden opgemaakt, werden aangepast. Dankzij deze
verbeteringen kan de volledige cyclus (van vastlegging tot
betaling) van elk individueel budgettair vastgelegd project nu
worden opgevolgd.
Bij de opmaak van de synthesefiches hield de dienst BAB
rekening met het systeem van gesplitste kredieten
waarbinnen budget voor betalingen niet meer kan worden
overgedragen naar een volgend begrotingsjaar. Vastlegging,
bestelling, levering en betaling van de factuur moeten dus
binnen hetzelfde jaar gebeuren.
Monitoring van budgetten voor vastleggingen en betalingen
De afdeling Begroting van de dienst BAB stemt zich steeds
beter af op de werkwijzen en doelstellingen van de stafdienst
BB&L. Door intensief gebruik te maken van de beheerstools
Budgetsys en CGAB werd de voortgang van vastleggingen en
vereffeningen in 2010 strikt opgevolgd. Dankzij deze
monitoring kon zij in augustus 2010 de budgetten die waren
voorzien voor duurzame aankopen verdelen onder de
gevangenissen om projecten te financieren. Resultaat was dat
98,10% van de vastleggingskredieten en 95,48% van de
vereffeningskredieten werden aangewend.
elektronisch beheer van overheidsopdrachten
De FOD P&O ontwikkelt voor alle federale overheidsdiensten
tools om de processen en transacties die verband houden
met overheidsopdrachten elektronisch (via het internet) te
laten verlopen. Het project kreeg de naam E-Procurement.
Meer transparantie, administratieve vereenvoudiging en meer
doeltreffende en efficiëntere aankoopprocedures zijn de
doelstellingen.
E-Notification
In het kader van dit project nam de afdeling Aankopen in 2010
de toepassing E-Notification in gebruik. Resultaat is dat zij
overheidsopdrachten zowel op Belgisch als op Europees
niveau nu elektronisch aankondigt. Aangezien enkel de
afdeling Aankopen toegang heeft tot deze toepassing,
verlopen alle publicaties van overheidsopdrachten binnen het
DG EPI via deze afdeling, ook deze uitgevoerd door de
buitendiensten.
E-Tendering
In november 2010 deed ook E-Tendering zijn intrede binnen
het DG EPI. Met deze toepassing kunnen offertes elektronisch
worden ingediend en geopend. Aangezien enkel de afdeling
Aankopen toegang heeft tot E-Notification en E-Tendering
hiermee gelinkt is, wordt de applicatie enkel gebruikt voor
overheidsopdrachten die zij afsluiten. Praktische redenen en
een gebrek aan de nodige infrastructuur binnen de
gevangenissen maken dat de opening van offertes voor de
buitendiensten nog niet elektronisch kan verlopen.
Inschrijvers op overheidsopdrachten die door de inrichtingen
worden gevoerd, moeten dus nog steeds papieren offertes
indienen.
Naar de toekomst toe bekijkt de directie ICT samen met de
stafdienst BB&L of het wenselijk is dat ook de inrichtingen op
korte termijn gebruik kunnen maken van de applicaties
E-Notification en E-Tendering.
nieuwe versie cgaB
In 2010 is het programma CGAB verder geëvolueerd en
ontwikkeld zodat voortaan alle facturen erin kunnen worden
opgenomen, ook de facturen die rechtstreeks worden
betaald met fondsenvoorschotten in de gevangenissen. Het
programma CGAB is reeds meer dan een jaar in alle
inrichtingen geïnstalleerd en biedt aan het
gevangenispersoneel de mogelijkheid om de facturen te
coderen voordat zij via een borderel naar het centraal bestuur
worden verstuurd, met het oog op controle en betaling. De
uitbreiding van het programma CGAB tot alle facturen biedt
verschillende voordelen:
34
> de gevangenissen en het centraal bestuur
hebben een globaal overzicht van de
toestand van de verschillende budgetten
> de oprichting van een gegevensbank wat de
opmaak van de fiscale fiches vergemakkelijkt
> de vereenvoudiging van de betalingen van de als
bedrijfsvoorheffing verschuldigde bedragen
> de elektronische betaling van de facturen
die zijn opgenomen in het programma
> opmaak van de beheersrekeningen dankzij een
aanvullende module kassabeheer
Alvorens het programma uit te breiden naar alle inrichtingen,
werd het geïnstalleerd en uitgetest in de gevangenissen van
Leuven-Centraal, Bergen en Sint-Gillis. Op centraal niveau
worden testen uitgevoerd om het programma verder te
verbeteren en zo nog betere resultaten te behalen. De eerste
bevindingen zijn alvast positief. In maart of april 2011 zouden
alle inrichtingen over de nieuwe versie CGAB moeten
beschikken.
internationaal
icPa staff training website
In samenwerking met de International Corrections and Prisons
Association (ICPA) ontwikkelde het DG EPI in 2010 de ICPA
staff training website (http://www.icpa-training.com). Met dit
internationaal geïntegreerd platform willen beide partners op
een gestructureerde manier informatie en ‘best practices’
uitwisselen over de opleiding van penitentiair personeel.
Cursussen van over heel de wereld, van basisopleiding tot
voortgezette en managementopleiding, en andere relevante
publicaties worden via dit platform ter beschikking gesteld. In
openbare en met paswoord beveiligde domeinen vinden
bezoekers informatie gerangschikt volgens onderwerp. De
site is nog volop in ontwikkeling en wordt ook voortdurend
geüpdatet. De officiële voorstelling van de site vond plaats in
oktober tijdens de ICPA-preconferentie rond e-learning en
knowledge management in Gent.
colloquium rond gevangenisarchitectuur in agen
In het kader van de tiende verjaardag van de Ecole nationale
d’Administration pénitentiaire (ENAP) in Agen (Frankrijk)
namen de regionaal directeur Zuid en het inrichtingshoofd
van de gevangenis van Vorst deel aan een colloquium rond
gevangenisarchitectuur in Agen.
Ongeveer 200 deelnemers (gevangenispersoneel, academici,
architecten, magistraten, studenten) waren aanwezig om de
belangrijkste problemen in verband met de bouw van
gevangenissen te bespreken. Zij konden tijdens
rondetafelgesprekken met collega’s van gedachten wisselen
of presentaties bijwonen. Verschillende beroemde Franse en
internationale sprekers namen het woord, onder wie de
directeurs-generaal van zowel het Franse als Roemeense
gevangeniswezen, de Ecuadoriaanse staatssecretaris voor
rehabilitatie, Algerijnse collega’s alsook de Spaanse directeur-
generaal voor gevangenisinfrastructuur.
Thema’s zoals de invloed van utopie en doctrine op
architectuurprojecten en de invloed van gevangenis-
architectuur op zowel het dagelijkse leven van de
gedetineerden als op de werking van het
gevangenispersoneel kwamen aan bod. Ook de verschillende
bouwprojecten en -programma’s in Frankrijk werden
voorgesteld. De presentaties maakten duidelijk dat het
belangrijk is om bij de start van een bouwproject rekening te
houden met de verschillende overwegingen op politiek,
economisch, cultureel, technologisch en veiligheidsniveau.
Deze geven immers inzicht in de herzieningen en
veranderingen die het project ondergaat om tot de
uiteindelijke gevangenis te komen.
EXOCoPReintegration
E x - O f f e n d e r sC o m m u n i t y o f P r a c t i c e
35
eXOcoP
In november 2010
namen de regionale
directies Noord en
Zuid in Rome deel
aan een EXOCoP-
seminarie rond het
thema ‘Engagement
of institutions and
employers: a bridge
to reinsertion of (ex)-offenders’. EXOCoP (‘The Reintegration of
Ex-Offenders Community of Practice’) is een Europees
netwerk dat de re-integratie van ex-gedetineerden op
regionaal, nationaal en Europees niveau wil verbeteren.
Het seminarie stond in het teken van de netwerken die in
verschillende Europese landen bestaan tussen de externe
diensten die in de gevangenissen de gedetineerden helpen
bij hun voorbereiding op re-integratie. Onder grote
belangstelling stelden de regionale directies de
samenwerkingsstructuren voor die het DG EPI heeft
ontwikkeld met de verschillende diensten van de
gemeenschappen en gewesten. Op hun beurt leerden zij
over de netwerken en innovaties in andere Europese landen.
Tijdens een workshop die aan het seminarie voorafging,
bepaalden de deelnemers de fundamentele principes van
een optimale samenwerking in deze netwerken: coördinatie,
legitimiteit, cohesie, integratie en openheid van geest.
36
FOCUS
De 12e icPa-conferentie in gent: een schot in de roos!
Van 24 tot en met 29 oktober 2010 organiseerde het DG EPI
samen met de International Corrections and Prisons
Association (ICPA) en de Universiteit van Gent de 12e ICPA
Annual General Meeting & Conference in het hartje van Gent.
Meer dan 500 deelnemers uit een 70-tal landen woonden de
conferentie bij die plaatsvond in Het Pand, een voormalig
dominicanenklooster en sinds 1963 het culturele centrum van
de Universiteit Gent.
Organisatoren
Het DG EPI is sinds 2002 lid van ICPA. Hans Meurisse, directeur-
generaal, maakt deel uit van de Raad van Bestuur en is 2nd
International Vice President van de organisatie. ICPA is een
niet-gouvernementele organisatie en streeft wereldwijd naar
het delen van kennis en het bevorderen van professionaliteit
op het vlak van de strafuitvoering om zo bij te dragen tot een
veiligere samenleving. Deze organisatie houdt jaarlijks een
congres en telt zo’n 600 leden in een 90-tal landen.
De Rechtsfaculteit van de Universiteit van Gent droeg haar
expertise op vlak van strafuitvoeringsbeleid bij tijdens de
ICPA-conferentie. Tijdens de eerste dag van het congres nam
Prof. Dr. Tom Vander Beken deel aan een workshop rond
detentieproblemen in België.
Building Bridges…
Het thema van de 12e ICPA-conferentie was Building Bridges:
Correctional Best Practices, Worldwide Perspectives. Centraal
stonden Europese rechtsregels inzake gevangenisbeleid,
terrorisme en basisrechten van gedetineerden. Daarnaast
stelden de deelnemende gevangenisadministraties hun
projecten voor rond gevangenisarbeid. Ten slotte werden in
het kader van het thema ‘innovatie’ een aantal projecten
voorgesteld met wereldwijde best practices.
Programma
Op zaterdag 23 en zondag 24 oktober werd een kleiner
congres georganiseerd rond ‘correctional leadership’ met
specifieke aandacht voor de situatie in Afrikaanse landen.
Daarnaast stond het DG EPI samen met ICPA op vrijdag 22 en
zaterdag 23 oktober in voor de organisatie van een
conferentie rond ‘e-learning en knowledge management in
een gevangeniscontext’ in het kader van het EXOCoP-netwerk
en het LICOS-project (Learning Infrastructure for Correctional
Services). Tijdens verschillende workshops werden nationale
en internationale projecten voorgesteld en besproken om te
komen tot een reeks van aanbevelingen op politiek niveau.
Deze conferentie focuste op het uitwisselen van best
practices rond kennismanagement en e-learningsystemen.
In aanwezigheid van prinses Mathilde ging de ICPA-
conferentie van start op maandag 25 oktober met een
‘Belgian day’. Sprekers van de Universiteit van Gent, het
Belgische gevangeniswezen en van andere landen stelden
hun best practices voor rond gevangenisarbeid in Belgische
en Nederlandse gevangenissen, herstelgerichte detentie, de
nieuwe selectieprocedure voor penitentiair personeel, het
drugsbeleid in de Belgische gevangenissen en de
implementatie van Europese rechtsregels en de basiswet van
12 januari 2005 aangaande de rechtspositie van de
gedetineerden. Ook kwamen de samenwerking tussen de
Belgische gevangenissen en de gemeenschappen aan bod
net als de implementatie van het Common Assessment
Framework (CAF), de Balanced Scorecard in de inrichtingen en
de samenwerking tussen België en Nederland in het kader
37
van de huur van detentieplaatsen in Tilburg. De
personeelsleden van het DG EPI maakten duidelijk dat zij
meer zijn dan uitvoerende krachten, maar ook een actieve rol
spelen in de verdere ontwikkeling van de strafuitvoering in
België.
Tijdens de andere dagen werden reïntegratieprogramma’s,
gezondheidszorg in gevangenissen en opleiding en vorming
van penitentiair personeel voorgesteld. Op de laatste dag van
de conferentie kregen de deelnemers de kans om een
gevangenis te bezoeken. Zij konden kiezen uit de gevangenis
van Gent, Nijvel of Ittre.
Interessant was ook de UNDPKO-workshop die tijdens de ICPA
conferentie plaatsvond. UNDPKO staat voor ‘United Nations
Department of Peacekeeping Operations’ en is het
department van de Verenigde Naties dat zich inzet voor het
bewaren van internationale vrede en veiligheid. In landen die
zich in een (post-)conflictsituatie bevinden, leidt dit
departement vredesoperaties die gericht zijn op de
bescherming van de bevolking en de heropbouw van de
staat. Als één van de oprichters van de VN, staat België achter
de visie van het DPKO en het DG EPI draagt ook haar steentje
bij door personeelsleden de kans te geven op missie te gaan
naar Congo en Haïti.
Tijdens de ICPA-conferentie werd voor de partners van de
deelnemers een heus partnerprogramma in elkaar gestoken.
Een 45-tal partners grepen deze kans om België te ontdekken.
Enkele mensen van DG EPI gidsten hen doorheen Gent,
Brussel en Brugge waar zij de lokale bezienswaardigheden
bezochten.
award voor nicole De clercq
Nicole De Clercq, regionaal directeur van de Nederlandstalige
inrichtingen, werd op 27 oktober in de bloemetjes gezet
tijdens het Awards Dinner. Haar jarenlange inzet en bijdrage
tot het departement leverde haar meer dan verdiend de
ICPA-award op voor Outstanding Correctional Staff Member!
38
Enkele reacties van de Belgische deelnemers:
“Het was boeiend om te leren van de ervaringen van andere
landen met hun eigen cultuur en gewoontes. Soms voelden we
ons enorm verbonden, soms waren de verschillen heel duidelijk.
Het thema ‘Building bridges’ was alvast goed gekozen. Wij konden
bruggen slaan tussen elkaars ervaringen, initiatieven en ook af en
toe een suggestie doen naar andere landen over een mogelijke
oplossing voor hun problemen en moeilijkheden.”
Els Van Herck, Diensthoofd Ondersteuning Gebouwen en
Veiligheid, DG EPI
“ICPA is het uitgelezen forum voor een Program Manager om
nieuwe opportuniteiten te ontdekken en ervaringen te delen met
collega’s. Op zoek gaan naar goede praktijken bij collega’s bleek
weer eens een efficiënte wijze om te leren en een ongelooflijke
bron van inspiratie. Het was bovendien opvallend hoeveel landen
geïnteresseerd zijn in onze realisaties. Wij Belgen zijn toch vaak
wat te bescheiden als het gaat over onze eigen prestaties.”
Ils Milis, Diensthoofd PMO & Strategische Planning, DG EPI
“De ICPA-conferentie heeft mij de kans gegeven om mij te
herbronnen en om mijn functie als inrichtingshoofd vanuit een
nieuw perspectief te benaderen. Hoewel de functie van
gevangenisdirecteur de laatste twintig jaar positief is geëvolueerd,
zijn er nog steeds fundamentele problemen die dagelijks tot
gevoelens van onmacht leiden. Door te luisteren naar mijn
buitenlandse collega’s, afkomstig van verschillende culturen en
politieke situaties, heb ik geleerd dat iedereen zich over dezelfde
penitentiaire thema’s buigt, wat zeer stimulerend werkt.”
Véronique Dumonceau, Inrichtingshoofd van de gevangenis
van Nijvel
Meer info? http://www.icpa.ca
39
opleIdIngscentra
Het DG EPI telt drie opleidingscentra: de Opleidingscentra
voor Penitentiair Personeel (OCPP) in Brugge en Merksplas
voor de Nederlandstalige opleidingen en het Centre de
Formation du Personnel pénitentiaire (CFPP) in Marneffe voor
de Franstalige opleidingen.
Het OCPP in Brugge voorziet een basisopleiding voor het
beginnende Nederlandstalige penitentiair personeel. Het
CFPP in Marneffe neemt deze taak op zich voor de Franstalige
personeelsleden. De basisopleiding duurt een jaar en bereidt
de personeelsleden voor om hun taak op een professionele
en gecontroleerde manier uit te voeren. Bovendien leren
zij ook hoe zij gedetineerden kunnen helpen tijdens hun
voorbereiding op de re-integratie. Tijdens de opleiding
volgen de penitentiair bewakingsassistenten afwisselend
opleiding in het opleidingscentrum en in verschillende
penitentiaire inrichtingen. Tijdens hun ‘terreinweken’ worden
zij begeleid door een mentor. Na deze stage treden de
penitentiair bewakingsassistenten in dienst.
Om de competenties van haar personeel permanent te
ontwikkelen, biedt het DG EPI uiteraard ook voortgezette
opleidingen aan. In het OCPP Merksplas en het CFPP Marneffe
kunnen personeelsleden van de gevangenissen zich
bijscholen.
40
Opleidingscentra voor Penitentiair Personeel
Strengere aanwervingsvoorwaarden en betere opleiding voor PBa’s
Op 3 november 2010 startte een eerste groep penitentiair
bewakingsassistenten in het OCPP en het CFPP met de
nieuwe basisopleiding. De deelnemers kwamen in dienst
dankzij een volledig nieuwe selectietest die Selor heeft
uitgewerkt vanuit een functieprofiel dat zij samen met het DG
EPI opstelden. Waar voordien geen diplomavereisten aan de
toekomstige PBA’s werden gesteld, moet de kandidaat nu
beschikken over de competenties van het niveau hoger
secundair onderwijs. Deze niveauverhoging gaat gepaard met
een verlenging van de stageperiode. Als de stage succesvol
verloopt, wordt de penitentiair bewakingsassistent na 1 jaar
vastbenoemd.
De stagiairs volgen een opleiding van 12 maanden waarbij in
het eerste semester theorielessen zich afwisselen met
praktische stages in een gevangenis: 12 lesweken in de
opleidingscentra en 14 terreinweken in verschillende
gevangenissen. Op die manier kunnen zij hun opgedane
kennis snel toetsen aan de realiteit. Na de stage kunnen zij
opnieuw werken aan die punten waar zij moeilijkheden
ondervonden. Tijdens het tweede semester doen zij
praktijkervaring op in de inrichting waar zij uiteindelijk zullen
werken. Een keer per maand keren zij terug naar het
opleidingscentrum.
Aan het programma zijn nieuwe vakken toegevoegd die meer
gericht zijn op de relationele aspecten van het beroep zoals
zelfmoordpreventie en risicorelaties met gedetineerden.
Daarnaast krijgen bestaande vakken zoals verslaggeving,
deontologie, sport en praktijkoefeningen meer aandacht.
Zowel het OCPP als het CFPP wil dat elke stagiair zijn
competenties maximaal kan ontwikkelen. Zo organiseerden zij
een opleiding werkmethode en remediëringsmomenten en
zorgen zij ervoor dat de stagiairs regelmatig feedback krijgen
over hun competenties. De stagiairs zijn wel zelf
verantwoordelijk voor hun leerproces en moeten de
middelen die de opleidingscentra hen aanreiken zelf
aanwenden om te slagen. Na de eerste zes maanden moeten
zij immers zelfstandig in een afdeling kunnen werken en een
veilige en humane detentie verzekeren.
Tijdens de terreinweken krijgen de cursisten begeleiding van
een mentor. Deze ervaren medewerker, specifiek geselecteerd
en opgeleid voor die opdracht, leert de cursist de werking van
de gevangenis kennen, maakt hem wegwijs in het
takenpakket van de PBA en slaat bruggen met andere
collega’s.
Met deze nieuwe basisopleiding willen de opleidingscentra
een kwaliteitsvolle opleiding aanbieden die voldoet aan de
noden op de werkvloer en de penitentiair bewakingsassistent
in staat stelt om zelfstandig te functioneren. Op die manier
willen het OCPP en het CFPP bijdragen tot een hoog niveau
van professionalisme en deskundigheid van de penitentiair
bewakingsassistenten.
De nieuwe basisopleiding werd officieel ingehuldigd in
aanwezigheid van o.a. de minister van Justitie, de regionale
directie, de mentoren en de pers.
41
centre de Formation du Personnel pénitentiaire in Marneffe
Specifieke opleiding voor de eDS in Paifve
De wet betreffende de bescherming van de maatschappij
vervult een dubbele opdracht: de maatschappij beschermen
en de geïnterneerden de verzorging bieden die aansluit bij
hun pathologie om hen weer in de maatschappij te
integreren. Sinds de ministeriële omzendbrief nr. 1800 van de
FOD Justitie van 7 juni 2007 wordt het bewakingspersoneel
beschouwd als een bevoorrechte partner van de zorgequipe.
Het werk van het personeel in Paifve is complex en een
specifieke functiebeschrijving en werving is dan ook nodig.
Een analyse van de opleidingsbehoeften en een
opleidingsprogramma werden opgemaakt. Het programma
houdt rekening met de specifieke omstandigheden van het
sociaal verweer en maakt deel uit van een proces voor
voortgezette opleiding, waarvan deze eerste opleiding de
basis vormt. De opleiding ging van start in 2010. Dertig
vrijwillige personeelsleden namen deel.
Meer professionalisering
De directie van Paifve wilde de opleiding van het personeel al
lange tijd professionaliseren zodat de personeelsleden hun
competenties verder kunnen ontwikkelen en zij in een
omgeving met een specifiek karakter kunnen werken waarin
zij de veiligheid in de inrichting moeten handhaven en waarin
zij omgaan met personen met psychiatrische stoornissen. In
samenwerking met het CFPP werd een programma van vijf
dagen uitgewerkt om de personeelsleden meer teamgeest bij
te brengen, hen bewust te maken van de eigenheid van de
geïnterneerden en hun geestesziekte, en hen te tonen hoe zij
moeten reageren en omgaan met geïnterneerden. Zo kunnen
de personeelsleden niet alleen kennis opdoen maar ook hun
competenties verder ontwikkelen.
Programma op maat
Het CFPP deed voor deze opleiding een beroep op
deskundigen. Interne opleiders van het DG EPI gaven
cursussen over het opstellen van een rapport en over het
vakgebied psychopathologie. Voor andere materies zoals het
wetgevend kader, de deontologie, het multidisciplinair werk
en de rol en missie van het sociaal verweer, werkte het CFPP
met externe opleiders.
In 2010 volgden twee groepen personeelsleden deze
opleiding. Uit de evaluatie blijkt dat de meesten tevreden
waren, dat het programma goed was aangepast aan de
eigenheid van het sociaal verweer, maar dat bepaalde
materies zoals de psychopathologie moeten worden
uitgediept, en dan vooral op praktijkvlak.
In 2011 kunnen alle personeelsleden van Paifve deze
opleiding volgen. Een tweede evaluatie zal helpen om de
inhoud van de permanente opleiding te bepalen, ter
aanvulling en precisering van de onderwerpen die reeds aan
bod komen.
cursus zelfmoordpreventie
Opsluiting op zich vormt een belangrijke risicofactor voor
zelfmoord. Het zelfmoordpercentage ligt beduidend hoger bij
de gevangenispopulatie dan in de buitenwereld. De PBA
moet onder andere waken over de veiligheid van de
personen die hem worden toevertrouwd en hierbij zelfmoord
trachten te voorkomen. Nochtans betekent
zelfmoordpreventie meer dan gewoon verhinderen dat de
gedetineerden deze daad begaan. In vele situaties kan een
luisterend oor al veel verhelpen. Maar praten over zelfmoord is
niet zo eenvoudig. Dit onderwerp blijft vaak taboe. Het roept
bij iedereen vragen op die te maken hebben met persoonlijke
waarden. Daarom was het belangrijk om het
gevangenispersoneel bewust te maken van dit thema in de
nieuwe opleidingsprogramma’s en dit zowel in de
basisopleiding als in de voortgezette opleiding.
Hoewel de cursus geen sluitend antwoord biedt op de vraag
‘hoe zelfmoord te voorkomen’, leren de deelnemers wel de
signalen herkennen. De deelnemers leren dat het belangrijk is
om informatie door te geven aan de belanghebbenden zodat
de professionals die contact hebben met de gedetineerden
meteen kunnen ingrijpen. De cursus behandelt volgende
thema’s: de mythes en opvattingen over zelfmoord die
iedereen kent, de recente statistieken over zelfmoord in de
gevangenis, het begrip crisis en evaluatie van de persoon met
zelfmoordneigingen, de interventietechnieken en de angst
die zou verhinderen dat een personeelslid ingrijpt. De
personeelsleden leren vooral om op een menselijke manier te
kijken naar dit probleem.
42
aangepaste opleiding voor moreel consulenten
Om de opleiding voor het gevangenispersoneel verder te
professionaliseren wil het CFPP zo goed mogelijk op hun
behoeften inspelen. In navolging van de vernieuwde
basisopleiding voor PBA’s, herbekeek het opleidingscentrum
de voortgezette opleiding voor moreel consulenten en paste
deze aan.
Sinds 2008 konden de moreel consulenten een opleiding van
vier dagen volgen waarin zeer uiteenlopende onderwerpen
aan bod kwamen. Het concrete programma van deze
opleiding lag niet vast. Samen met de coördinatrice van de
opleiding herbekeek het CFPP de opleiding en stemde de
inhoud beter af op de behoeften (en niet de verwachtingen)
van de moreel consulenten.
De denkoefening maakte duidelijk dat de consulenten het
moeilijk hebben om hun opdrachten af te bakenen, met een
uiteenlopend opleidingsprogramma als gevolg. In de
gevangenissen worden zij immers geconfronteerd met tal
van verzoeken waaraan zij niet altijd gevolg kunnen geven.
Een vage omschrijving van hun taken, eerder dan een gebrek
aan kennis, lag aan de basis van het probleem. Om deze
situatie te verbeteren werd een opleidingsmodule ‘Zich
positioneren en organiseren in het kader van onze functie’
georganiseerd. Met de hulp van een externe expert namen
de moreel consulenten hun professionele positionering onder
de loep. Vragen als ‘ Wat houdt beroepsidentiteit in? Wat zijn
de werkdomeinen? Op welke manier werken wij samen met
andere actoren? ‘ kwamen twee dagen lang aan bod.
De herwerkte functiebeschrijving van de moreel consulenten
stelt dat hun werk op drie principes steunt: luisterbereidheid,
ondersteuning en doorverwijzing. De consulenten moeten op
een actieve, empathische, onvoorwaardelijke en
vertrouwelijke manier naar gedetineerden luisteren. Het is hun
taak om hen op een menselijke en psychologische manier
steun te bieden en, indien nodig, door te verwijzen naar de
juiste persoon of dienst. Enerzijds voeren zij individuele
gesprekken met gedetineerden op hun cel en anderzijds
organiseren zij groepsactiviteiten die aanzetten tot denken en
de zelfstandigheid bevorderen.
Om de functie van moreel consulent beter te kaderen, kregen
ook de basiswet en de belangrijkste begrippen uit het
strafrecht de nodige aandacht tijdens de vernieuwde
opleiding. Daarnaast werd het belang van een goede
communicatie benadrukt. Omdat ook het ruimer publiek op
de hoogte moet zijn van de missie en de concrete taken van
de moreel consulenten, werd een communicatie- en actieplan
uitgewerkt. De opleiding werd afgesloten met een
discussievoormiddag in aanwezigheid van verschillende
gevangenisdirecteurs die verantwoordelijk zijn voor de
erediensten. De consulenten lichtten hun missie toe en
werkten vooroordelen en misvattingen weg.
De moreel consulenten waren tevreden over de opleiding. Zij
vonden dat zij vooral op vlak van beroepsidentiteit en
professionele positionering veel bijleerden en dat het luik over
de basiswet en het strafrecht zeer interessant was. In 2010 zal
de opleiding zich blijven focussen op de professionele
positionering van moreel consulenten in de gevangenissen
en zal ook de organisatie van groepsactiviteiten met aandacht
voor groepsdynamica aan bod komen.
Voortgezette opleiding voor technisch personeel
In 2010 kreeg het technisch personeel de mogelijkheid om
zich bij te scholen dankzij nieuwe opleidingen. Zo konden zij
onder meer deelnemen aan HACCP-opleidingen (over
keukennormen) en opleidingen voor de installatie van
verwarmingsapparaten.
Het opleidingscentrum organiseerde ook een opleiding
specifiek gericht op technisch assistenten (TA’s) die
verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van de
gevangenissen. Tijdens deze vierdaagse sessie kwamen
onderwerpen zoals veiligheid, hygiëne, bewaking en
boekhouding aan bod. De deelnemers kregen ook de kans
om de leidinggevenden van de DOGV en de CDRGA te
ontmoeten, met wie zij vaak samenwerken. Een dag van de
opleiding focuste zich bovendien op managementtechnieken
die de TA’s in hun positie van hiërarchisch leidinggevende
gebruiken.
Op vraag van de gevangenissen zelf organiseerde het CFPP in
2010 ook opleidingen ‘heftruck’ en ‘werken op hoogte’.
Andere bijzondere verzoeken werden in de opleidings-
catalogus opgenomen of op maat georganiseerd.
43
nieuwe simulatieruimtes
In 2010 werd de basisopleiding verlengd tot een jaar. Daarom
vormde het CFPP een aantal ruimtes in gebouw B om tot
simulatieruimte. Hier zijn alle ruimtes nagebootst van een
gevangenis: een portierszone met een detectiepoort en een
RX-toestel, een spreekkamer voor advocaten en een
individuele spreekkamer, een bezoekzaal of polyvalente zaal,
een ruimte voor ongestoord bezoek, een bewakingspost, een
ruimte voor het rapport, een ziekenboeg, een keuken, een
technische ruimte, een cel voor een persoon, één voor drie
personen en drie fictieve cellen.
De verschillende ruimtes zijn uitgerust met camera’s om de
oefeningen van de stagiairs te registreren. Tijdens de
debriefings kunnen op die manier best practices worden
geanalyseerd. De toekomstige PBA kan zich ook beter
voorbereiden op het werk in de gevangenis.
Het CFPP kan voortaan praktische oefeningen doen rond
appels, fouilles en het beheer van ernstige incidenten. De
nieuwe infrastructuur zou ook kunnen worden gebruikt voor
andere technische en voortgezette opleidingen (fouilleringen,
toegangscontroles, enz.).
Om zo dicht mogelijk bij de realiteit te blijven, kan een
observatiegroep van de inrichtingen, bestaande uit directeurs
en penitentiair assistenten, de oefeningen van de stagiairs
bijwonen tijdens de integratiedagen voor alle stagiairs op het
einde van de stageperiode. Voor de simulatieoefeningen zal
een beroep worden gedaan op acteurs die de rol van
gedetineerde kunnen spelen. Het CFPP organiseerde een
informatie- en werkdag om de integratieoefeningen voor te
bereiden met deze acteurs.
44
Opleidingscentra voor Penitentiair Personeel in Brugge en Merksplas
leiderschapstraject voor aMO’s en junior directeurs
Tijdens een zevendaags leiderschapstraject voor attachés
managementondersteuning (AMO) en junior directeurs
schaafden 31 deelnemers hun managementvaardigheden bij.
Thema’s als leiderschap, conflicthantering, veranderings-
management en groepsdynamiek kwamen daarbij aan bod.
Het Instituut voor de Overheid stond in voor de theorie, die
de deelnemers nadien op basis van persoonlijke ervaringen
moesten omzetten naar de praktijk. Sluitstuk van het traject
was een adviesopdracht. In groepjes van twee tot vijf pakten
zij een veranderingstraject aan dat lopende was of op korte
termijn zou plaatsvinden. Op die manier werden o.a. het
verzuimbeleid, het zondagbezoek, de portaalsite van het DG
EPI en het gedetineerdenoverleg onder de loep genomen.
Tijdens de laatste dag van de opleiding stelden de
deelnemers hun analyses voor en bespraken deze met elkaar.
De laatste twee groepen zullen hun leiderschapstraject
afronden in 2011.
Studiedagen voor penitentiair assistenten
Op 11 en 12 oktober organiseerde het OCPP Merksplas in
samenwerking met de DOGV een studiedag voor penitentiair
assistenten (PA’s). De studiedag stond in het teken van
veiligheid en focuste zich in het bijzonder op de opmaak van
interventiedossiers.
Tijdens het luik ‘Technologie in de gevangenis: nu en in de
toekomst’ maakten de PA’s kennis met nieuwe
veiligheidstechnologieën zoals gsm-sweeping, speedgates,
heart beat detection, 3D bodyscanners en sniffers voor drugs
en explosieven.
Vervolgens leerden de PA’s hoe zij best omgaan met
onverwachte gebeurtenissen en kregen zij de opdracht om
een interventieoefening te maken. In groep moesten zij op
basis van een scenario de beschikbare informatie (o.a.
postbezetting, gedetineerden, bezoekers, hulpdiensten) met
magneten en logo’s visualiseren op een grondplan van een
inrichting. Na een korte voorbereiding kregen zij verschillende
crisissituaties, zoals een gijzeling, brand en problemen tijdens
de wandeling, voorgelegd die zij zo efficiënt mogelijk
moesten aanpakken. De oplossingsstrategieën werden aan de
hand van de magneten en logo’s visueel voorgesteld en
daarna besproken in groep. De deelnemers sloten de dag af
met een oefening rond de uitwerking van een
interventiedossier.
De belangrijkste conclusies van deze studiedag op een rijtje:
> een goed uitgewerkt interventiedossier draagt bij tot de
veiligheid van de inrichting
> de kennis over interventiedossiers is te beperkt in sommige
inrichtingen
> er is nood aan duidelijke richtlijnen over de opmaak, de
uitwerking en het updaten van interventiedossiers
> de PA’s geven de voorkeur aan een uniforme werkwijze met
eenduidige procedures in alle inrichtingen
> elke inrichting zou een verantwoordelijke ‘PA veiligheid’
moeten aanstellen
> er is onduidelijkheid over de rol en de bevoegdheden van
de preventieadviseur
De directeur-generaal en de regionale directie houden
rekening met deze bevindingen tijdens de besprekingen over
het beleid van de interventieplannen.
Open aanbod
In het voorjaar 2010 lanceerde het OCPP het ‘open aanbod’:
een reeks opleidingen waarvoor het personeel van het DG EPI
zich op vrijwillige basis kan inschrijven. Voordien bestond het
opleidingsaanbod voornamelijk uit verplichte opleidings-
trajecten. In het open aanbod van 2010 werden o.a. de
promotietrajecten voor de PBA-ploegchefs en penitentiair
assistenten opgenomen. Het OCPP voegde ook een opleiding
rond leidinggeven voor deze personeelscategorieën aan het
aanbod toe gezien de grote vraag hiernaar tijdens lokale
45
opleidingsprojecten. Ook dienstdoende PBA-ploegchefs en
PA’s konden zich hiervoor inschrijven.
Daarnaast werkte het opleidingscentrum ook een reeks
flitstrainingen uit. Dat zijn korte opleidingen van één à twee
dagen waarin materie aan bod komt die in de
basisopleidingen van de nieuwe personeelsleden is
opgenomen. Voor heel wat mensen is het immers jaren
geleden dat zij de basisopleiding hebben gevolgd en de
organisatie staat uiteraard niet stil. Dankzij deze
opfrissingscursussen kunnen deze medewerkers zich
bijscholen. De flitstrainingen ‘fouille’, ‘schriftelijke rapportage’
en ‘suïcidepreventie’ gingen reeds van start. In 2011 wordt het
open aanbod nog verder uitgebreid.
Lut Ruttens, adviseur-directeur in de gevangenis van
Merksplas, getuigt over de flitstrainingen:
“Sinds midden 2010 volgen onze personeelsleden stelselmatig de
twee voornaamste flitstrainingen die door het OCPP worden
aangeboden: fouille en rapportage.
Vele van onze personeelsleden zijn al een aantal jaren ingedeeld in
een vast team dat meestal een eigen werkwijze uitbouwt om een
fouille uit te voeren en om een rapport aan de directeur te
schrijven. Nieuwe personeelsleden, die een doorgedreven
opleiding via het OCPP hebben gevolgd, brengen andere en
nieuwe technische bagage binnen. Directieleden en penitentiair
assistenten weten dat ervaring en gewoonte nogal eens durft te
botsen met jong en aanstormend talent. Ons doel was om alle
teamleden op vlak van fouille en rapportage met de neuzen in
dezelfde richting te draaien en vervolgens te laten doorgroeien tot
een zelfsturend en -corrigerend team.
Aangezien een groot deel van een vast team deelneemt aan de
opleiding kan men op de werkvloer de aangeleerde technieken in
groewp toepassen. De personeelsleden verbeteren en sturen elkaar
aan en stellen zich voortdurend de vraag of zij werken volgens de
aangeleerde manier. Door het ‘samen leren’, weet iedereen
waarover het gaat als men een bepaalde technische term gebruikt
en weegt het resultaat zwaarder door.
Voor de groepen die reeds deelnamen, merken wij een positief
resultaat. Personeelsleden bevragen elkaar wat leidt tot verfijnde
technieken en minder nood aan interventie van een penitentiair
assistent of directielid. Ook in 2011 maken wij gebruik van de
flitstrainingen om verder te werken aan de verbetering en
consolidatie van kennis bij onze personeelsleden met een
bewakingsopdracht.”
Basisopleiding zorgteam
De DGZG en het OCPP sloegen in 2010 de handen in elkaar
om een basisopleiding uit te werken voor de zorgteams.
Resultaat was een tweedelige opleiding waarin de nieuwe
medewerker een ruim kader van zorgverlening in een
penitentiaire context krijgt aangeboden.
In het eerste, meer theoretische gedeelte maken de cursisten
kennis met de werking van het zorgteam en de DGZG. Zowel
de richtlijnen voor de zorgequipes als het beroepsgeheim,
deontologie en medische ethiek binnen de interneringszorg
komen aan bod. Daarnaast krijgt de zorgverlener informatie
over het gerechtelijk parcours dat de geïnterneerden afleggen
en over hun wettelijke toestand. Het eerste gedeelte wordt
afgerond met een overzicht van de taken van de belangrijkste
partners van het zorgteam binnen de gevangenis, zoals de
PSD en de PBA’s.
In het tweede gedeelte geven de opleiders meer uitleg over
de meest voorkomende psychiatrische pathologieën in het
gevangeniswezen. De zorgverleners leren hoe zij best
omgaan met ziektes als psychose, schizofrenie,
persoonlijkheidsstoornissen, mentale handicap, angst- en
stemmingsstoornissen en parafilie. Daarnaast wordt het
belang van zelfzorg en een zelfcoachingsplan toegelicht. De
opleiders geven uitleg over de oorzaken en gevaren van
stress, overspanning en burn-out en geven tips om deze te
voorkomen. Voor dit tweede gedeelte werkte het
opleidingscentrum samen met het Vormingscentrum Guislain.
De reacties over de opleiding waren positief. Om nog meer
aan de noden van de medewerkers van het zorgteam te
voldoen, wordt de opleiding op basis van een evaluatie nog
op een aantal punten aangepast.
46
nieuw ict-lokaal in het OcPP Merksplas
Het OCPP Merksplas beschikt sinds 2010 over een eigen
ICT-lokaal voorzien van 8 PC’s en de nodige lesinfrastructuur.
Voordien moest het OCPP de PC’s telkens opstellen in een
gewoon leslokaal. In dit lokaal kunnen de cursisten tijdens de
opleidingen ‘Veilige inkom’ werken met de RX-simulator. Ook
de praktijkmodule uit de basisopleiding van het
griffiepersoneel vindt hier voortaan plaats.
e-learning in het OcPP Brugge
In oktober 2010 opende het nieuw ingericht PC-lokaal van het
OCPP Brugge haar deuren. Het lokaal beschikt over 18
operationele PC’s en is voorzien van de nodige infrastructuur
om hier lessen en cursussen te geven. De directie ICT leverde
de soft- en hardware, terwijl de technische dienst van het
penitentiair complex in Brugge de nodige kabels trok. Het
opleidingscentrum richtte het lokaal in en organiseert de
opleidingen.
Op 1 november 2010 ging hier het proefproject ‘e-learning’
van start met de uitbouw van het digitaal leerplatform
‘Moodle’. Dit is wereldwijd de meest gebruikte webapplicatie
om online leersites aan te maken en weer te geven. Het OCPP
gebruikt dit leerplatform in de eerste plaats om penitentiair
bewakingsassistenten bepaalde elementaire
computervaardigheden aan te leren via webcursussen Word,
Excel en Powerpoint. De studenten kunnen hun testen
afleggen op Moodle, waarna het programma deze zelf
verbetert. Resultaat is een vermindering van de werklast voor
het OCPP en een papierbesparing.
Het proefproject ‘e-learning’ is een grote stap vooruit in de
richting van een gemoderniseerde basisopleiding. Het OCPP
verbindt zich er dan ook toe om expertise op te bouwen in
deze materie. Zo krijgen alle lesgevers in de toekomst een
opleiding om cursisten te begeleiden in hun e-learningtraject
en kunnen een aantal medewerkers een opleiding in ‘Exe’ en
‘Articulate’ volgen. Dankzij deze programma’s zullen zij zelf
e-learningcontent kunnen creëren en dus eigen cursussen
ontwikkelen en aanbieden. Ten slotte ontving één
personeelslid van het OCPP een beurs van het ‘Lifelong
Learning Programme’ (LLP) voor de opleiding ‘Creating your
own E-learning content in school education and adult
education’, die plaatsvindt in Ancona in april 2011.
Cursisten kunnen in het PC-lokaal ook terecht voor zelfstudie
of kunnen opzoekingen doen op het intra- en internet voor
hun eindwerk.
47
Opleiding interne trainer conflict- en agressiebeheersing
Het OCPP van Merksplas organiseerde dit voorjaar opnieuw
een opleiding interne trainer conflict- en agressiebeheersing.
Tijdens een intensieve basisopleiding van 20 dagen maakten
de cursisten kennis met verschillende technieken in conflict-
en agressiehantering (theorie en praktijk). Zij werden
klaargestoomd als interne trainer en leerden hoe zij deze
kennis en vaardigheden zo goed mogelijk konden overdragen
aan het personeel in de gevangenissen.
Op het einde van de opleiding werden de kandidaat-trainers
geëvalueerd op basis van een eindproef. In aanwezigheid van
een jury gaven zij een theoretische les over conflict- en
agressiebeheersing en leerden zij hun medecursisten enkele
zelfverdedigingstechnieken aan. 14 nieuwe interne trainers
slaagden in de opleiding en ontvingen in september hun
diploma tijdens de diploma-uitreiking in het OCPP Merksplas.
Pascal Notteboom, PBA ploegchef in het OCPP, getuigt over
zijn ervaringen:
“In het OCPP Merksplas begon ik in het voorjaar 2010 samen met
15 collega’s aan een opleiding van 20 dagen tot ‘interne trainer
conflict- en agressiebeheersing’. De interne trainers staan in voor
de opleiding van het personeel in de penitentiaire inrichtingen
opdat iedereen op een professionele wijze kan omgaan met
conflicten en agressie.
Vooraleer wij mochten starten met de opleiding werden alle
kandidaten onderworpen aan een selectieprocedure. De selectie
omvatte twee luiken. Een eerste luik bestond uit de euro-fittest en
coopertest die wij aflegden onder leiding van gebrevetteerde
sportmonitoren van Bloso in een sportcomplex in Brussel.
Vervolgens was er een mondeling gesprek met een jury.
De opleiding zelf bestond uit theorie en praktijk.
Tijdens het theoretische gedeelte leerden wij over communicatie,
verschillende soorten angsten, omgaan met agressie, het
vijffasenmodel, multiculturaliteit en het wettelijk kader. Ook
werden wij getraind in het lesgeven zelf. Tijdens het praktische luik
werkten wij aan onze fysieke paraatheid en kwam het erop aan de
tien basistechnieken (o.a. bevrijdingen en klemmen) onder de knie
te krijgen. Daarna leerden wij hoe een volledige training,
bestaande uit een opwarming, basistechnieken en ‘cool down’, te
geven, wat zeer leerrijk was. Het was een leerzame en fantastische
opleiding, waarvoor mijn dank.”
48
FOCUS
Partnerschap tussen Europese opleidingscentra voor gevangenispersoneel
In april 2010 vond in Toledo de derde Europese vergadering
plaats van de opleidingscentra voor gevangenispersoneel.
Op het programma stonden het delen van ervaringen over de
plaats van deontologie in de programma’s van de
basisopleiding, de voortgezette opleiding en vooral de
ondertekening van een internationaal partnerschap tussen de
opleidingscentra. Deze overeenkomst omschrijft de rollen en
verantwoordelijkheden van de partijen die toetreden tot het
Europese netwerk van opleidingscentra voor gevangenis-
personeel. Zij is zowel het resultaat van het werk waarmee in
2009 in Rome werd gestart, als het beginpunt van meer
gestructureerde uitwisselingen tussen Europese buurlanden.
Aanbeveling nr. R(2006)2 van het Comité van Ministers van de
Raad van Europa aan de lidstaten over de Europese
gevangenisregels bepaalt:
> ‘dat de uitvoering van vrijheidsstraffen en de aanpak van
gedetineerden rekening dient te houden met voorschriften inzake
veiligheid, beveiliging en tucht en tegelijkertijd voorwaarden
moet garanderen die de menselijke waardigheid niet in het
gedrang brengen, daarnaast ook constructieve activiteiten bieden
en een aanpak om de voorbereiding op de re-integratie in de
maatschappij mogelijk te maken’ (...);
> ‘dat het van belang is dat de lidstaten van de Raad van
Europa voort blijven doen met het bijwerken en naleven van
gemeenschappelijke regels met betrekking tot hun penitentiair
beleid’ (...)
> ‘dat het respecteren van deze gemeenschappelijke regels de
internationale samenwerking op dit vlak zal versterken’.
Binnen dit perspectief is de opleiding van het
gevangenispersoneel van essentieel belang en is zij een
strategische investering voor de toepassing van maatregelen
en straffen. Bijgevolg hebben de ondertekenaars zich ertoe
verbonden:
> de uitwisseling van kennis, inhoud, programma’s en goede
praktijken te bevorderen
> de transnationale mobiliteit van personeel in opleiding en
opleiders te vergemakkelijken
> de communicatie tussen de verschillende partners die lid
zijn van het netwerk uit te bouwen
Van alle samenwerkingsdomeinen verdienen volgende
aspecten de nodige aandacht:
> de identificatie van gemeenschappelijke
competentiemodellen
> de selectie en de opleiding van de opleiders
> de evaluatie van de opleiding
> de wetenschappelijke referentiemodellen
> de ethische en deontologische regels
De discussies in Toledo gingen vooral over het laatste punt. Het Belgische optreden werd bijzonder geapprecieerd. De aanpak die België kiest, verzoent immers de kennis van de regels met de toepassing ervan. Hoewel België niet over een strikte deontologische code beschikt, maakt zij gebruik van de bestaande bronnen als leidraad voor de cursussen en worden de handelingen ingeoefend door rollenspellen en discussies over moeilijke situaties.
Vrijwel alle aanwezige landen hebben de overeenkomst
ondertekend: Andorra, België, Catalonië, Kroatië, Spanje,
Frankrijk, Italië, Noorwegen, Roemenië en Zweden. Engeland,
Ierland en Duitsland hebben voor het eerst deelgenomen als
waarnemer en waren sterk geïnteresseerd in de uitwisseling
van ervaringen en goede praktijken tussen de verschillende
centra. De Raad van Europa, die ook vertegenwoordigd was,
overweegt om het netwerk te ondersteunen en heeft aan de
Belgische opleidingscentra gevraagd alle relevante informatie
over hun programma’s over te maken.
Sindsdien komen de eerste uitwisselingen gaandeweg tot
stand. In september heeft het CFPP twee nieuwe Franse
stagiair-directeurs verwelkomd. De contacten worden
verdergezet met Roemenië en Spanje, dat de invoering van
gendergemengdheid bij de penitentiair bewakingsassistenten
overweegt, en met Zweden, dat aan het CFPP enkele tools
rond deontologie heeft bezorgd. In juli 2011 staat een
vergadering in Noorwegen op de agenda.
49
De Belgische strafinrichtingen bestaan uit twee groepen: de arresthuizen en de strafhuizen. In een arresthuis worden personen in hechtenis opgesloten in toepassing van de wet op de voorlopige hechtenis, de zogenaamde beklaagden. In een strafhuis verblijven personen die veroordeeld zijn tot een vrijheidsberovende straf of maatregel. De inrichtingen voor strafuitvoering zijn onderverdeeld in drie categorieën:
> open inrichtingen met beperkte veiligheidsvoorzieningen.
Gedetineerden die hier verblijven aanvaarden vrijwillig een
opvoedingsregime met minieme dwangmiddelen.
> halfopen inrichtingen met een cellulair regime ’s nachts
en met tewerkstelling overdag in open lucht of in
werkplaatsen. > gesloten inrichtingen met alle nodige bewakingsmiddelen
en versterkte veiligheidsvoorzieningen (zoals een
omheiningsmuur, tralies en veiligheidsdetectie). Hier verblijven gedetineerden die niet in aanmerking komen om te worden doorverwezen naar een open of halfopen inrichting.
In 2010 telde België 31 gevangenissen, waarvan 15 in Vlaanderen, 14 in Wallonië en 2 in Brussel. Jongeren die als minderjarige een ‘als misdrijf omschreven feit’ hebben gepleegd en die niet in een gemeenschapsinstelling kunnen worden geplaatst, kunnen onder bepaalde voorwaarden worden ondergebracht in een van de gesloten federale centra voor jongeren in Everberg, Tongeren en Saint-Hubert. In Tongeren en Saint-Hubert kunnen ook jongeren geplaatst worden die als minderjarigen werden ‘uit handen gegeven’ door de jeugdrechter.
In Paifve bevindt zich een inrichting tot bescherming van de maatschappij waar geïnterneerden door de Commissie tot Bescherming van de Maatschappij worden geplaatst om een aangepaste psychiatrische behandeling te volgen.
Om de overbevolking in de Belgische gevangenissen op korte termijn aan te pakken huurt het DG EPI voor drie jaar 500 detentieplaatsen in de penitentiaire inrichting van Tilburg.
BuItendIensten
50
AndenneIn 1997 werd de gevangenis van Andenne geopend als
strafhuis met een gesloten regime. De meeste veroordeelden
die hier verblijven, ondergaan lange straffen.
‘Fêtes de la musique’
Sinds drie jaar organiseert de gevangenis van Andenne
concerten in het kader van de ‘Fêtes de la musique’. Dit
concert vond samen plaats met het gelijknamige
muziekfestival dat de Franse Gemeenschap buiten de
gevangenismuren organiseert. De gedetineerden voelen zich
op zo’n moment minder uitgesloten van wat zich buiten de
gevangenis afspeelt. Enkele uren lang voelen zij op die manier
een band met de buitenwereld. In 2010 stonden de zanger
‘Pitcho’ en de groep ‘Musta Largo’ op het podium. Aangezien
dit festival gepaard ging met het nodige lichtspel, vond de
voorstelling plaats in de bezoekersruimte.
Minivoetbalwedstrijd
In mei vond een minivoetbalwedstrijd plaats tussen een team
van gedetineerden en spelers van het team ‘Action 21’. De
sportmonitor selecteerde de gedetineerden enkele weken
voordien tijdens intensieve trainingen. De wedstrijd werd
georganiseerd in het kader van ‘La semaine contre le racisme
et les discriminations’. Twee maanden voordien konden de
gedetineerden de film ‘Hooligans’ bekijken als voorproefje op
het voetbalevenement.
Deze activiteit had tot doel de gedetineerden met de nodige
omkadering de wedstrijd te laten spelen met professionelen
uit de buitenwereld. Zelfbeheersing, beheersing van
gevoelens en teamgeest zijn stuk voor stuk belangrijke
kwaliteiten die de gedetineerden (opnieuw) kunnen leren
dankzij een teamsport. Zij moeten de regels naleven en
worden gestraft indien zij een fout begaan. De wedstrijd
verliep in een gezellige sfeer met veel ‘fairplay’. De aanwezige
pers bracht verslag uit over dit positieve en constructieve
evenement.
Café philo
In de gevangenis vond in 2010 voor de tweede keer op rij een
‘café philo’ plaats. Dit jaar stond een student-bibliothecaris in
voor de organisatie van en het toezicht op de vergaderingen,
in samenwerking met de opvoedster en de bibliotheek-
verantwoordelijke. De gedetineerden die interesse hadden
voor filosofische boeken, kwamen tijdens drie sessies samen
om hun indrukken over de verschillende werken uit te
wisselen. In deze workshop konden zij vertellen wat zij van de
werken vonden en hun leeservaringen delen. De
gedetineerden waardeerden deze ontmoetingen die hen
aanzetten tot nadenken en waarbij zij zaken in vraag konden
stellen.
gemiddelde bevolking 379,9
Mannen 379,9
Vrouwen 0,0
Beklaagden 8,7
Veroordeelden 370,9
Geïnterneerden 0,0
Andere 0,3
Gewoon regime 379,9
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,0
Beperkte detentie 0,0
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,0
Gemiddelde capaciteit 396,0
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 5,00
Totaal Attachés 2,00
Totaal Administratief 24,80
Totaal Medisch 6,60
Totaal PSD 16,46
Totaal Bewaking/Techniek 308,65
Totaal Erediensten 1,80
Totaal Buiten kader
totaal 365,31
51
Onthaal van nieuwe gedetineerden
De opvoedster in de gevangenis van Andenne staat in voor
het onthaal van nieuwe gedetineerden. Zij geeft hen
informatie over de verschillende diensten en de activiteiten
die de gevangenis organiseert alsook over de algemene
organisatie en het verloop van het dagelijkse leven in de
inrichting. Zij beantwoordt ook vragen van de gedetineerden.
Deze ontmoeting is een aanvulling op het onthaal door de
gevangenisdirectie en de psychosociale dienst. De
gedetineerden hebben op die manier een eerste contact met
iemand die vaak in de het cellencomplex aanwezig is en die
voor hen een contactpersoon blijft tijdens hun detentie.
Omdat de gedetineerden tijdens dit gesprek praktische
vragen kunnen stellen, wordt het werk van de
personeelsleden op de afdeling enigszins verlicht.
Gedetineerden voelen bovendien vaak een angst voor het
onbekende wanneer zij in een nieuwe inrichting worden
opgesloten. De gesprekken helpen om deze angst weg te
nemen.
Duurzame ontwikkeling
De gevangenis van Andenne wil een beleid rond duurzame
ontwikkeling uitbouwen. Daarom is het belangrijk om het
gebouw goed te kennen vooraleer zij in nieuwe
technologieën, zoals zonnepanelen, warmtepompen, enz.
investeert. Daarnaast wil de gevangenis haar energieverbruik
beheren om hier een maximaal rendement uit te halen.
Verschillende parameters voor de regeling van de verwarming
en de pulsiegroepen werden aangepast, wat een gunstige
invloed had op het verbruik van gas en elektriciteit. Met een
maandelijks overzicht van de verschillende soorten verbruik
kan de invloed van deze parameters worden vastgesteld. De
studie van een warmtekrachtkoppelingsinstallatie in de
gevangenis wordt momenteel onderzocht. In 2011 wil de
gevangenis het volledige dak van het cellencomplex isoleren.
52
FOCUS
Partnerplatform ‘Connexion Réinsertion’
Ontstaan
Eind 2004 bleek dat verschillende externe partijen regelmatig
naar de strafinrichting komen om informatiesessies of lessen
te geven. Daaruit volgden bedenkingen en besprekingen
tussen actoren van binnen en buiten de gevangenis. Deze
hebben geleid tot de invoering van een project rond
re-integratie. Zo ontstond het concept van een platform, met
de naam Partnerplatform ‘Connexion Réinsertion’.
De coördinatie van het project was destijds in handen van de
herstelconsulent. Nu zijn de organisatiepartners de ‘Service
d’Aide aux Détenus’ uit Hoei, de Forem van Namen en de
lokale directie van Andenne. Het doel is tweeledig. Enerzijds
leren de externe actoren elkaar beter kennen. Anderzijds
hebben de gedetineerden de mogelijkheid hen te zien, hen
direct aan te spreken en de vragen te stellen die zij nuttig
achten voor hun re-integratie. Hierdoor krijgen zij de
mogelijkheid om informatie in te winnen bij professionals die
rechtstreeks of onrechtstreeks een rol spelen bij hun
re-integratie.
Praktijk
Concreet komt het erop neer één dag per jaar vrij te houden
om de gedetineerden en de sociale partners de kans te geven
elkaar te ontmoeten. De diensten die uitgenodigd zijn, zijn
van uiteenlopende aard, maar allemaal hebben zij, van ver of
van dichtbij, te maken met de sociale re-integratie van de
gedetineerde. Het gaat om CPAS, Onem, Forem,
ziekenfondsen, opvangtehuizen, opleidingsinstituten,
bemiddelingsdiensten, diensten die hulp bieden aan
verslaafden, enz.
De voormiddag is gewijd aan de professionals die onderling
gegevens uitwisselen over hun praktijken en de namiddag is
gewijd aan de gedetineerden. Elke externe dienst stelt een
stand op met affiches en brochures die hun rol en functie
verduidelijken, in het bijzonder ten aanzien van de
gedetineerden. Dat geeft hen de mogelijkheid algemene
informatie te geven over wat zij voorstellen, over toelatings- of
toekenningsvoorwaarden, over de deskundigen die zij
kunnen contacteren, over de voorafgaande stappen die zij
moeten ondernemen, enz. Bovendien kan de dienst de
gedetineerde op die manier oriënteren of heroriënteren naar
andere re-integratiepistes.
Nieuw in 2010
Op 22 oktober 2010 werd de vijfde editie van het
partnerplatform ‘Connexion Réinsertion’ georganiseerd. Die
dag vormde de gelegenheid om een nieuwe formule te
testen. Tijdens de vorige evaluaties kwam een duidelijke wens
naar voren, namelijk de behoefte aan een
uitwisselingsmoment tussen de verschillende partners in
plaats van een gewone voorstelling van de diensten.
In 2010 werd de voormiddag, die nog steeds gewijd was aan
de professionals, in twee delen opgedeeld. Tijdens het eerste
deel werd informatie gegeven over het verblijf van een
gedetineerde in de gevangenis en de voorbereiding van zijn
vertrek uit de gevangenis. Het tweede deel was gewijd aan de
uitwisselingen tussen professionals verspreid over
verschillende werkgroepen. Zo konden drie groepen worden
samengesteld. De verslagen van die voormiddag worden later
opgesteld, maar het succes van deze formule was meteen
duidelijk. De externe actoren willen de gevangenis en haar
werking en ook de geldende wetgeving betreffende het
administratief beheer van de gedetineerden, beter leren
kennen.
Conclusie
De gevangenis van Andenne ontving op 22 oktober meer
dan 20 externe diensten. Meer dan 90 gedetineerden hadden
zich ingeschreven. De balans is op alle vlakken positief. De
interesse voor dit initiatief blijft in de loop van de jaren
groeien, zowel bij de gedetineerden die zo werkelijk hulp
vinden voor de stappen die zij ondernemen, als bij de externe
diensten die door deze toegang tot de inrichting de
mogelijkheid hebben om de richtlijnen, remmingen en
beperkingen in verband met de detentie te begrijpen.
53
AntwerpenDe gevangenis van Antwerpen werd in 1855 in gebruik
genomen en werd ondertussen grondig gerenoveerd. De
inrichting fungeert grotendeels als een arresthuis en beschikt
over een vrouwenafdeling en een psychiatrische annex.
Meer veiligheid
Het interfoniesysteem, de slotensturing en de
camerabewaking werden volledig vernieuwd. Het oude
systeem bleef intussen functioneren zodat de veiligheid van
de inrichting tijdens de werkzaamheden verzekerd bleef en
het leven binnen de gevangenis zijn normale gang kon blijven
gaan. De werken werden uitgevoerd door privéaannemers in
opdracht van de Regie der Gebouwen en in samenwerking
met de technische dienst van de gevangenis, een mooi
staaltje van partnerschap.
Momenteel beschikt de gevangenis van Antwerpen over
interfonie op alle cellen, gangen en de centrale kernen.
Daarnaast werd het cameratoezicht aanzienlijk verhoogd met
102 binnencamera’s, 62 camera’s geplaatst op de perimeter
en 17 doomcamera’s die kunnen bediend worden vanuit de
toezichtlokalen op de wandelingen, de centrale kern op het
gelijkvloers en de bunker. Alle beelden van de camera’s
blijven zeven dagen beschikbaar en kunnen opgevraagd
worden.
Hoog- en laagspanningscabine
De gevangenis vernieuwde de hoog- en laagspanningscabine
met behoud van de transformatoren en een
spanningsverhoging tot 15 000 volt. De inrichting
functioneerde voordien op 6 800 volt, wat ontoereikend was
en regelmatig voor stroompannes zorgde. Tijdens dit
technisch gespecialiseerde werk ging het leven in de
gevangenis zijn gewone gang, omdat een mobiele groep de
inrichting van stroom bleef voorzien. Ook dit is een project
van de Regie der Gebouwen in samenwerking met de
diensten van het DG EPI. Daaraan gekoppeld werd ook de
noodverlichting volledig vernieuwd.
gemiddelde bevolking 665,5
Mannen 623,7
Vrouwen 41,7
Beklaagden 521,5
Veroordeelden 57,1
Geïnterneerden 81,7
Andere 5,2
Gewoon regime 645,2
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,2
Beperkte detentie 11,6
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 8,4
Gemiddelde capaciteit 439,0
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 6,00
Totaal Attachés 2,00
Totaal Administratief 22,05
Totaal Medisch 14,05
Totaal PSD 11,30
Totaal Bewaking/Techniek 264,00
Totaal Erediensten 5,20
Totaal Buiten kader
totaal 324,60
54
Ziekteverzuim aangepakt
Afwezigheid wegens ziekte is een vaakvoorkomend probleem
binnen de gevangenissen. Om dit probleem aan te pakken
richtte de gevangenis van Antwerpen een werkgroep op
bestaande uit de personeelsdirecteur, de arbeidsgeneesheer,
de preventieadviseur, een penitentiair assistent en
afgevaardigden van de drie vakbonden. Zij maakten werk van
een verzuimprotocol met een preventieve, repressieve en
curatieve aanpak. Vernieuwend binnen het Antwerpse
verzuimbeleid is de focus op de verzuimgesprekken die vanaf
2011 zullen starten.
Een voorbeeld van deze preventieve aanpak is het project
‘Stappentellers’ voor het personeel. De gevangenis startte dit
project op in samenwerking met de sportfunctionarissen van
vzw De Rode Antraciet. Elk personeelslid kan op vrijwillige
basis aan een conditietest deelnemen en met een plan op
maat aan de slag gaan. 114 personeelsleden begonnen aan de
sessies start-to-run, swim and bike. Na elke test kregen de
deelnemers een stappenteller met als doel om na tien weken
dagelijks 10 000 stappen te zetten.
Meer bezoekmogelijkheden voor gedetineerden
De bezoekzaal van de gevangenis is qua grootte niet
evenredig met het bevolkingsaantal. Voor het tafelbezoek zijn
acht tafels voorzien waar telkens maximum één gedetineerde
en drie bezoekers kunnen plaatsnemen. Sinds 2010 worden
acht bezoekreeksen per dag georganiseerd en vinden ’s
avonds twee extra bezoekreeksen plaats. Bezoekers die
tijdens de daguren andere verplichtingen hebben, krijgen op
die manier meer kansen om de gedetineerde te bezoeken.
Ook het kinderbezoek werd van twee naar drie bezoeken per
maand uitgebreid om de wachtlijsten te verkorten.
Hufterproof fitnesstoestellen op de wandeling
Omwille van de overbevolking is de gevangenis van
Antwerpen om veiligheids- en infrastructurele redenen
beperkt in de organisatie van (sport)activiteiten. De vraag naar
lichaamsbeweging is in het algemeen nochtans zeer groot bij
de gedetineerden. De directie is er bovendien van overtuigd
dat sport en lichaamsbeweging moeten aangemoedigd
worden omdat gedetineerden hier hun energie in kwijt
geraken.
Door het installeren van een sporteiland, het sportpoint, op
de wandelplaats hebben de gedetineerden een extra
mogelijkheid om aan sport te doen. De gedetineerden die
tijdens hun detentie aan hun conditie willen werken of die
lichaamsbeweging nodig hebben om negatieve gevoelens te
kanaliseren, kunnen hun tijd op de wandeling gebruiken om
te fitnessen. Het sportpoint bestaat uit zes toestellen die elk
een andere spiergroep trainen. Dit toestel werd verankerd in
de bodem en het systeem is zo ontworpen dat de gewichten
vast bevestigd zijn. Gedetineerden kunnen ook tijdens de
georganiseerde conditietraining van deze toestellen gebruik
maken.
55
FOCUS
Beter onthaal van de inkomende gedetineerde
Interculturaliseringsproces
De gevangenis van Antwerpen startte in 2008 een
interculturaliseringsproces op van haar onthaalbeleid en dit in
samenwerking met de Vlaamse Gemeenschap en het
Antwerps Minderhedencentrum De8, dat gespecialiseerd is in
interculturele communicatie. Aanleiding hiervan was het
rapport ‘Divers Geboeid’ dat door De8 werd geschreven
nadat zij een onderzoek rond etnisch-culturele minderheden
gevoerd hadden in de gevangenis. In dit rapport vestigde
De8 de aandacht op het belang van communicatie tijdens het
onthaal en gaf zij aanbevelingen om met taaloverbruggende
middelen de communicatie te verbeteren in een
multiculturele context.
Wegwijzer
In het kader van het actieplan rond diversiteit, richtte de
gevangenis de stuurgroep ‘diversiteit’ op met
vertegenwoordigers van De8, de Vlaamse Gemeenschap en
de gevangenis. Deze stuurgroep werkte een instrument uit
om het onthaal van de gedetineerden en de communicatie
met hen verder uit te bouwen en te verbeteren. Zij besteedde
aandacht aan anderstalige inkomende gedetineerden. Het
instrument werd de ‘Wegwijzer voor je Inschrijving’, of
kortweg de ‘Wegwijzer’ gedoopt.
Het onthaalproces van de inkomende gedetineerde (vanaf de
aankomst in de gevangenis tot de aankomst op cel) omvat vijf
verschillende stappen: de aankomst in de gevangenis in de
wachtzaal bij de portier, de inschrijving bij de griffie, de
inschrijving in het bad, een kort onderhoud met de
verpleegkundige van de medische dienst en ten slotte de
aankomst in de cel.
De Wegwijzer werd opgebouwd rond deze vijf verschillende
stappen. Per stap wordt kort omschreven wat deze stap
inhoudt, zodat de gedetineerde weet wat hij kan verwachten.
Wanneer de gedetineerde in de gevangenis toekomt, neemt
hij plaats in de wachtzaal en ontvangt hij de Wegwijzer. De
gedetineerde houdt de Wegwijzer bij zich tijdens elke stap
van het onthaalproces.
De informatie in de Wegwijzer wordt uitgelegd in eenvoudige
taal. Aangezien De8 gespecialiseerd is in interculturele
communicatie deed de gevangenis beroep op hun expertise
om met pictogrammen de tekstuele informatie visueel te
ondersteunen. De Wegwijzer is beschikbaar in het
Nederlands, Frans, Engels en Duits. In afwachting van de
verdere uitwerking van het actieplan ‘diversiteit’ koos de
gevangenis ervoor zich momenteel te beperken tot deze vier
talen.
Evaluatie
In januari 2010 ging de gevangenis van start met de
Wegwijzer. Een medewerker van De8 evalueerde drie weken
lang het gebruik van dit instrument. Zowel de inkomende
gedetineerden als personeelsleden werden hierbij betrokken.
Uit deze evaluatie bleek dat de Wegwijzer voor duidelijkheid
zorgt bij de inkomende gedetineerden en dus ook voor meer
rust. De gedetineerden weten wat zij kunnen vragen en
stellen bijgevolg ook meer gerichte vragen. De Wegwijzer
informeert enerzijds de inkomende gedetineerden en
bevordert anderzijds de communicatie met het personeel. De
evaluatie leverde ook een aantal aanbevelingen op: het
draagvlak bij het personeel moet groter worden, sommige
pictogrammen zijn niet duidelijk genoeg en de Wegwijzer
moet naar meer talen vertaald worden. De gevangenis wil de
Wegwijzer verder optimaliseren. De eerste contacten met
professionele communicatiebureaus werden gelegd om te
bekijken of hun expertise kan bijdragen tot de verdere
ontwikkeling van dit instrument.
Standaardvragenlijst voor personeel
De stuurgroep werkte ook aan andere stappen van het
onthaalproces. In samenwerking met De8 bekeken zij hoe een
standaardvragenlijst kon worden ontwikkeld voor het
personeel. De bedoeling is dat de vragen die het personeel
stelt bij het onthaal van de gedetineerde, vertaald zullen
worden in meerdere talen. Indien een communicatie-
probleem opduikt, kunnen zij deze vragenlijsten gebruiken
om de nodige informatie te verkrijgen van de gedetineerde.
Ook voor het bewakingskader zit een checklist van alle te
stellen vragen, te geven informatie en opdrachten aan de
gedetineerden in de pijplijn. Het interculturaliseringsproces in
de gevangenis van Antwerpen is dus zeker nog niet ten einde.
56
ArlonSinds 1867 fungeert de gevangenis van Aarlen als arresthuis
en strafhuis. Vooral gedetineerden uit Brussel, Luik, Charleroi
en omgeving worden hier ondergebracht. Omdat vele
vreemdelingen niet over een geldige verblijfsvergunning
beschikken, is de in- en uitstroom van deze inrichting erg
groot.
Lokale opleiding voor contractuele PBA’s
Omdat de gevangenis van Aarlen in een uithoek van de
provincie Luxemburg gelegen is, heeft zij het moeilijk om
haar statutair personeel in dienst te houden. De inrichting
beschikt dan ook bijna uitsluitend over contractuele
bewakingsassistenten. Opdat zij zo snel mogelijk kunnen
meedraaien, worden op lokaal niveau drie opleidingsdagen
georganiseerd. Tijdens deze dagen schetsen verschillende
actoren de essentiële aspecten van de werking van de
inrichting. Elke verantwoordelijke komt zijn dienst, zijn taak
en de taak van zijn medewerkers voorstellen. De directie ziet
erop toe dat een zo veelzijdig mogelijk beeld wordt geschetst
van de taken van de betrokkenen en wijst ook op het belang
van deontologie, loyauteit en het beleid van de gevangenis.
De penitentiair assistenten behandelen onderwerpen als
veiligheid, het huishoudelijk reglement, het arbeidsreglement,
de tuchtprocedure aan de hand van een praktijkoefening en
het opstellen van een verslag voor de directeur.
De personeelsleden van de griffie en de boekhouding
geven toelichting bij hun specifieke opdrachten en welke
medewerking zij verwachten van het bewakingspersoneel.
Een verpleegster geeft uitleg over de werking van de
medische dienst, maakt de personeelsleden bewust van het
belang van hygiëne en herinnert hen aan de verplichtingen
van de arbeidsgeneeskunde (opsporing van tuberculose,
medische onderzoeken). Een maatschappelijk werker van de
psychosociale dienst licht de taken van de PSD toe, waarbij
hij een onderscheid maakt tussen het aspect zorg en het
aspect expertise. Ten slotte stelt een personeelslid van de
federale politie, afdeling drugs, een ‘drugskoffer’ voor met de
verboden middelen die kunnen worden gevonden alsook
de zichtbare effecten van drugsgebruik. Aan het einde van
de derde opleidingsdag wordt de opleiding samen met de
cursisten geëvalueerd.
Evaluatiesysteem voor contractuele PBA’s
De directie heeft in samenwerking met de penitentiair
assistenten een evaluatiesysteem voor de contractuele
bewakingsassistenten ingevoerd.
De ploegchefs vullen een evaluatiefiche in met hun
bevindingen en opmerkingen over de bewakingsassistenten.
Een penitentiair assistent verzamelt de fiches en maakt
een samenvatting die als basisdocument dient voor een
evaluatiegesprek tussen het personeelslid, de directeur en de
penitentiair assistent. De regelmaat van de evaluaties hangt af
van de dienstanciënniteit.
De zwakke en sterke punten van het personeelslid worden
met hem besproken. Hierbij wordt hij aangemoedigd om
zijn sterke punten verder te ontwikkelen en zijn zwakke
punten aan te pakken. Daarnaast krijgt hij verbeter- en
gemiddelde bevolking 124,5
Mannen 124,5
Vrouwen 0,0
Beklaagden 41,3
Veroordeelden 83,2
Geïnterneerden 0,0
Andere 0,0
Gewoon regime 123,5
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,0
Beperkte detentie 1,1
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,0
Gemiddelde capaciteit 111,0
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 1,00
Totaal Attachés 1,00
Totaal Administratief 6,80
Totaal Medisch 3,00
Totaal PSD 3,95
Totaal Bewaking/Techniek 102,85
Totaal Erediensten 1,00
Totaal Buiten kader
totaal 119,60
AArlen
57
aanpassingsvoorstellen aangereikt. Toch blijkt soms dat een
personeelslid niet aan het profiel beantwoordt, waardoor de
directie gedwongen is het contract niet te verlengen.
Opleidingen voor gedetineerden
De gevangenis telde in 2010 gemiddeld 124 gedetineerden
en stelt dagelijks een vijftigtal te werk via huishoudelijk of
industrieel werk, als verantwoordelijke voor het meubilair van
de gebouwen of in de boekbinderij.
In 2010 werden de opleidingen voor gedetineerden
herwerkt. Door de geografische ligging van de inrichting
is het opleidingsaanbod beperkt. In de stad Aarlen en
omstreken zijn minder opleidingsinstituten dan in de grote
steden. Bovendien zijn er qua infrastructuur te weinig
ruimtes en lokalen beschikbaar om de gedetineerden een
breder opleidingsaanbod te kunnen aanbieden. In 2010
organiseerde de gevangenis een alfabetiseringsmodule
(door de vzw Lire et Ecrire) en een initiatiecursus Engels (door
de Ecole Commerciale et Industrielle de la ville d’Arlon). De
gedetineerden hebben toegang tot de bibliotheek en tot
een computerzaal als zij geen pc op cel hebben. Doordat
de gedetineerden deze pc’s kunnen gebruiken, kunnen
zij niet alleen aan hun lessen werken maar ook aan hun
reclasseringsplan.
De actieve actoren van het Gewest die deel uitmaken van
het lokaal follow-upcomité hebben de opleidingen opnieuw
opgestart en werken aan de motivatie van de gedetineerden.
De Franstalige Gemeenschap en de coördinator van de
opleiding voor gedetineerden hebben het werk van dit
comité positief geëvalueerd.
Wedstrijd gezelschapsspelen
Naar aanleiding van een voorstel dat de gedetineerden
hebben aangebracht via de vertegenwoordigers van het
overlegorgaan voor gedetineerden, vond een wedstrijd
gezelschapsspelen plaats. De gedetineerden moesten dit
volledig zelf organiseren. De inrichting zorgde enkel voor de
gezelschapsspelen en de lokalen.
Om zoveel mogelijk deelnemers de kans te geven mee te
kunnen spelen, werd gekozen voor schaken, dammen en
‘Vier op een rij’. Per spel konden drie prijzen (5, 10 en 15 euro
telefoonkrediet) worden verdiend.
De directie vroeg de gedetineerden om feedback over
deze activiteit. De gedetineerden vinden het belangrijk om
elkaar binnen een andere context te ontmoeten dan tijdens
de wandeling of op sectie om zo een andere relatie op te
bouwen. Een spel maakt het voor sommigen gemakkelijker
om zich uit te drukken en hun gevoelens te tonen. Deze
wedstrijd heeft gedetineerden uit verschillende culturen,
leeftijden en talen verenigd. Hoewel deze nieuwe activiteit
een gerichte activiteit was, bracht zij afwisseling in de
gevangenisroutine. De gedetineerden zijn vragende partij
voor nog meer van dit soort activiteiten.
58
FOCUS
Lokale werving van contractuele PBA’s
Wegens het grote verloop van het bewakingspersoneel in
2010 (45%), was het een moeilijke opdracht om het
personeelskader aan te vullen en te stabiliseren. De
geografische afstand tussen de gevangenis in Aarlen en de
woonplaats van vele personeelsleden heeft altijd al
problemen opgeleverd.
Minder dan 10% van de PBA’s woont in de streek van Aarlen.
De meeste leden van het bewakingspersoneel leggen bijna
170 km (heen en terug) af om te komen werken. Zij komen
vooral uit het noorden van de provincie Luxemburg en uit de
provincie Luik, maar ook uit de provincie Namen en soms uit
Waals-Brabant.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat tijdens elke
mutatiecyclus veel verzoeken om overplaatsing worden
ingediend. De opening van het gesloten federaal centrum
voor jongeren in maart 2010 in Saint-Hubert, zette een groot
aantal personeelsleden van de gevangenis van Aarlen ertoe
aan naar die inrichting te gaan. Om dat grote
personeelsverloop op te vangen was het nodig om
contractuele PBA’s te werven.
De inrichting werkte hiervoor samen met de Forem van
Aarlen en organiseerde informatiesessies in hun kantoren. De
Forem lokte via haar communicatiekanalen (televisiespots,
geschreven pers, aankondigingen, enz.) ongeveer 110
personen naar de drie informatiesessies (op 19, 23 en 24 maart
2010). Tijdens die sessies lichtte een penitentiair technisch
deskundige de werkcontext en de functie toe en gaf verdere
uitleg bij de praktische regeling van de werving. Die
deskundige gaf ook nuttige tips ter voorbereiding van het
examen.
In totaal ontving de gevangenis ongeveer 150 kandidaturen,
sommige tijdens de informatiesessies van de Forem, andere in
de vorm van spontane sollicitaties en nog andere via de
website van Selor. De kandidaturen werden gesorteerd op
basis van de inschrijvingscriteria. Deze criteria bepalen dat zij
houder moeten zijn van een getuigschrift van hoger
secundair onderwijs en minstens 20 jaar zijn bij
indiensttreding. Vervolgens werden de kandidaturen gescand
en doorgestuurd naar de personeelsdienst die belast is met
de oproepingen.
127 kandidaten konden deelnemen aan de werving en
werden over negen intensieve selectiedagen gespreid. Een
directrice, twee psychologen, twee penitentiair assistenten en
een administratieve assistent selecteerden ten slotte 23
personen die mogelijk in dienst konden komen. Door een
beroep te doen op en de steun van alle personeelsleden van
de gevangenis van Aarlen zijn uiteindelijk een tiental
personeelsleden in dienst kunnen treden en kon een reserve
worden opgebouwd waaruit het detentiecentrum in
Saint-Hubert ook putte om zijn personeelskader aan te vullen.
Een nadeel is dat de nieuwe PBA’s een contract hebben van
bepaalde duur wat enige onzekerheid creëert bij de
personeelsleden. Het voordeel van deze werving is dat
mensen van de streek de kans krijgen om dicht bij huis te
werken. Bovendien worden op die manier de mutaties
afgeremd waarmee de inrichting te maken heeft.
59
BruggeHet penitentiair complex in Brugge (PCB) is sinds 1991 een
van de grootste gevangenissen van België en biedt plaats
aan beklaagden en veroordeelden. Op de afdeling voor
vrouwelijke gedetineerden kunnen moeders hun kind tot de
leeftijd van drie jaar bij zich houden. Het complex beschikt
ook over een medisch centrum, een drugvrije afdeling en een
Afdeling Individuele Bijzondere Veiligheid (AIBV).
‘Music for Life’-traditie
Met de herstelgedachte in het achterhoofd zorgt het PCB er
sinds 2009 voor dat de gedetineerden van de drugvrije
afdeling en van de Afdeling Individuele Bijzondere Veiligheid
(AIBV) kunnen deelnemen aan de ‘Music for life’-actie van
Studio Brussel. Tijdens de editie van 2010 bakten een 15-tal
gedetineerden op de drugvrije afdeling pannenkoeken voor
het personeel. Ook in de bezoekzalen werden de
pannenkoeken te koop aangeboden. In totaal gingen maar
liefst 2500 pannenkoeken over de toonbank.
Daarnaast werd ook gefietst en gelopen ten voordele van de
actie. De CDRGA sponsorde de gedetineerden die zich fysiek
wilden inspannen door met de fiets of al lopend de nodige
kilometers af te leggen. De gedetineerden van de drugvrije
afdeling legden niet minder dan 2 013 km af per fiets en
liepen 411 rondjes op de wandeling, goed voor 93,5 kilometer.
De gedetineerden die op de afdeling AIBV verblijven, legden
42,8 km af met de fiets en liepen 38,3 km.
De actie werd op 19 december afgesloten met een opbrengst
van 3 177,15 euro. Op 23 december werd de opbrengst met
trots overhandigd aan het Glazen Huis.
Diploma- en attestgericht onderwijs voor gedetineerden
In samenwerking met de partners van de Vlaamse
Gemeenschap legde het PCB de voorbije jaren de focus op
onderwijs. De lestijden van enkele cursussen werden
aangepast in functie van het ontvangen van een attest. In
2009 startte de eerste volwaardige beroepsopleiding
elektrotechnisch installateur. In het voorjaar van 2010 konden
vijf gedetineerden zichzelf elektricien noemen. Drie andere
gedetineerden ontvingen reeds enkele deelattesten. In
september 2010 werd gestart met de tweede, bijkomende
beroepsopleiding ‘lasser’. De eerste gedetineerden zullen
afstuderen in juni 2011.
Beide opleidingen worden gegeven in samenwerking met
het Vrij Technisch Instituut van Brugge. De CDRGA investeerde
in de installatie van lasposten. Enkele tientallen gedetineerden
in het PCB werken in een naaiatelier. In samenwerking met de
VDAB wilde het PCB hun kennis met een attest laten valideren.
In het proefjaar 2009 slaagden slechts twee gedetineerden in
het bekomen van een attest ‘eerder verworven competentie’.
Om de slaagkansen van de stikkers voor de proef in 2010 te
vergroten, startten een aantal opleidingen die hen beter
voorbereiden.
gemiddelde bevolking 758,8
Mannen 664,3
Vrouwen 94,5
Beklaagden 234,4
Veroordeelden 475,5
Geïnterneerden 33,0
Andere 15,9
Gewoon regime 740,9
Halve vrijheid (veroordeelden) 2,2
Beperkte detentie 14,8
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,9
Gemiddelde capaciteit 608,0
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 7,00
Totaal Attachés 5,60
Totaal Administratief 39,80
Totaal Medisch 28,25
Totaal PSD 26,66
Totaal Bewaking/Techniek 564,35
Totaal Erediensten 2,50
Totaal Buiten kader 1,45
totaal 675,61
60
Betere inzet van personeel
Het PCB wil het bewakingspersoneel beter inzetten. Deze
reorganisatie werd in het sociaal overleg gevalideerd. Een
aantal dagdiensten werden omgevormd tot continudiensten.
Er wordt geprobeerd om vanaf 19u00 in de mannenafdeling 1
over een maximale inzet van bewakingspersoneel te kunnen
beschikken om de activiteiten in de polyvalente zalen op de
open secties veilig te organiseren. Het is ook de bedoeling om
het volume aan overuren dat kan gegeven worden, op te
trekken.
Concreet worden een aantal belangrijke activiteiten zoals de
wandeling en de bezoeken in de dagindeling anders
ingepast, zodat PBA’s die instaan voor de veiligheid tijdens
deze activiteiten, beschikbaar worden voor de
mannenafdeling 1 vanaf 19u00. De opdrachten van enkele
andere posten werden herbekeken en anders ingevuld of
herverdeeld zodat ook hier extra personeel ter beschikking
komt vanaf 19u00. Het vrijgekomen personeel kan vanaf dan
ingezet worden voor de bezetting van de subcentra of er
kunnen, indien alle te bezetten posten dat ook zijn, overuren
gevraagd worden.
Milieu en duurzame ontwikkeling
Het PCB nam waterbesparende maatregelen en liet
zonnepanelen op het dak van het complex plaatsen. In blok 2
werd op 73 toiletten een doorspoelsysteem met dubbele
spaartoets geplaatst. Daarmee zijn bijna alle toiletten
omgebouwd. 49 lavabokranen met draaisysteem werden
vervangen door kranen met duwknop.
Het PCB telt 33 secties met telkens drie douches per sectie. Er
kan in principe dagelijks gedoucht worden. In 2010 werd in
één sectie een proefopstelling geplaatst van een gestuurde
doucheconfiguratie. De proefopstelling op de sectie wordt
vergeleken met een sectie zonder sturing. De eerste testen
waren positief. In 2011 zal een tweede, andere proefopstelling
worden geïnstalleerd. Na een testperiode van enkele
maanden zal ook deze proef geëvalueerd worden en zullen
alle secties aan de meest gunstige proefopstelling aangepast
worden. Ten slotte is dankzij een technische ingreep op het
koelwater van de stookinstallatie minder water nodig om een
voldoende koeling te realiseren met een interessante
waterbesparing als gevolg.
In juni 2010 werden ongeveer 5000 m² zonnepanelen op het
dak geplaatst. Zo zal het PCB naar verwachting een eigen
elektriciteitsproductie van 466 Mwh per jaar kunnen realiseren
en draagt het zo bij aan een verminderde CO2-uitstoot van
326,6 ton. Ikaros Solar, de installateur en investeerder van de
zonnepanelen, huurt voor 20 jaar het dak van de Regie der
Gebouwen. Het PCB krijgt een korting op de afgenomen
stroom.
Management door pinguïns
Het is belangrijk dat het operationeel plan van de inrichting
vertaald is in de ontwikkelcirkels voor de personeelsleden
zodat ook zij de doelstellingen van de inrichting helpen
realiseren.
Op de mannenafdeling 2 werd het handboek van J. Kotter als
leidraad gebruikt: ‘De ijsberg smelt’. Met het verhaal van een
kolonie pinguïns die moeten veranderen omdat hun ijsberg
smelt, gaat dit boek over succesvol veranderen in moeilijke
omstandigheden. Uit het operationeel plan van het PCB
werden 28 doelstellingen gedistilleerd die verdeeld werden
over 135 personeelsleden, waarbij medewerkers maximale
inspraak kregen in de keuze van de doelstellingen. Het
dichten van de kloof tussen directie en medewerkers, het
streven naar betrokkenheid en inspraak, het geven van
verantwoordelijkheid aan medewerkers en aandacht voor
ieders persoonlijke ontwikkeling waren prioritair.
In het voorjaar van 2010 lanceerde het PCB in samenwerking
met de VUB een tevredenheidsenquête op de
mannenafdeling 2. De resultaten hiervan waren genuanceerd
positief. Onder andere de finaliteit van een operationeel plan
of van de ontwikkelcirkels waren merendeels gekend, het
pinguïnproject werd gezien als een vooruitgang, de
jobtevredenheid was gestegen en men waardeerde
secundaire effecten van het project zoals de opstart van een
vriendenkring.
61
FOCUS
Vernieuwde veiligheidsinstallatie
Beschadiging door blikseminslag
Enkele jaren geleden werd een groot deel van de
veiligheidsinstallatie van het PCB na een zware blikseminslag
ernstig beschadigd. Door de inslag en de zo veroorzaakte
overspanning waren een aantal systemen (zoals interfonie,
camera’s, omtrekbeveiliging, alarmen en de slotensturing)
vernield. Er werden voorlopige herstellingen uitgevoerd in
afwachting van een meer fundamentele aanpak. De
oorspronkelijke installatie dateerde van eind jaren ‘80. Enkele
subcentra werden de laatste jaren gedeeltelijk vernieuwd
zowel door tussenkomst van de eigen technici van het PCB als
door een onderhoudsfirma. Een modernisering van de
installaties drong zich op.
Lastenboek voor nieuwe installatie
Samen met de Regie der Gebouwen, de DOGV, de technische
dienst van het PCB en de rechtstreeks betrokken
personeelsleden werd een lastenboek opgesteld waarin de
vereisten en kenmerken van de nieuwe installatie werden
opgenomen. Het lastenboek bevatte de vernieuwing van de
installatie en een onderhoudscontract voor de nieuwe
installatie. Door de combinatie van vernieuwing en
onderhoud wordt zowel de continuïteit als de degelijkheid
van de veiligheidsinstallatie nagestreefd.
Fabricom
Het lastenboek werd aanbesteed, verschillende firma’s
dienden hun offerte in en de opdracht werd uiteindelijk
toegekend aan de firma Fabricom. Deze onderneming
beschikt over de technische knowhow op het vlak van
installatie en beheer van dergelijke veiligheidsinstallaties. Een
bijkomend voordeel was dat deze firma reeds jaren het
onderhoud van de te vernieuwen installatie deed en dus de
huidige installatie van het PCB door en door kende.
Eerste acties
De veiligheidsinstallatie zal normaal gezien in het eerste
trimester van 2012 afgewerkt zijn. Reeds in juli 2010 werden de
hoofdcentra 20 en 21 aangepakt omdat deze cruciaal zijn bij
bewegingen en wegens het algemene belang van deze
centra voor de veiligheid. Hierbij werd geopteerd om eerst
alle huidige mogelijkheden zonder uitbreiding te voorzien en
ervoor te zorgen dat de CIP (commando interventiepost) alle
centra kan overnemen.
Na het aanpakken van hoofdcentrum 20 en 21 werden
vervolgens enkele subs van de vrouwenafdeling en een aantal
subcentra van de mannenafdeling 1 (langgestraften)
aangepakt. In de vooropgestelde planning is een groot luik
voorbereiding voorzien en wordt tegelijk het sluitplan
geïmplementeerd, waarbij de eigen technische medewerkers
van het PCB worden ingeschakeld. Eind 2011 zullen alle centra
aangepast zijn en zal in de CIP een proefopstelling geplaatst
zijn. Vervolgens wordt verder gewerkt aan de (kleuren)
camera’s, de optische branddetectie met lokalisatie en het
zenuwcentrum van de installatie in de CIP. Voor de
perimeterbeveiliging werd in november 2010 een
proefopstelling getest met twee verschillende systemen.
Begin 2011 wordt een beslissing genomen over het systeem
dat zal geïmplementeerd worden.
In 2011 wordt de ploeg van Fabricom uitgebreid met extra
technici zodat het omvangrijke werk van kabels trekken,
seinlampen en drukknoppen vervangen en camera’s plaatsen
en vervangen vlot kan verlopen.
62
DendermondeSinds 1863 fungeert de gevangenis van Dendermonde als
arresthuis en strafhuis. Zij is gebouwd volgens het klassieke
Ducpétiaux-model.
Meer sportactiviteiten
De gevangenis van Dendermonde gaf een extra boost aan
haar sportactiviteiten. Naast de gewoonlijke fitness en
spinningsessies, konden gedetineerden deelnemen aan
badmintonsessies, het start-to-run programma en het
B-fitprogramma.
Een team van gedetineerden wordt wekelijks getraind door
de trainer van een lokale badmintonclub. Gedetineerden
spelen tussen de trainingen door geregeld wedstrijden onder
elkaar en met leden van de club. De gevangenis biedt op die
manier een zinvolle ontspanning door fysieke inspanning en
integreert sport in het detentietraject. Deze sportactiviteit
geeft gedetineerden ook de kans om zich sociaal te
engageren.
Met Start-to-run wil de gevangenis een grote groep
gedetineerden bereiken omdat niet zozeer de fysieke conditie
belangrijk is, maar wel de vooruitgang die mensen boeken.
De gedetineerden worden dan ook ingelicht over hun
persoonlijke vooruitgang.
Het B-Fit programma omvat een fietstest waarbij het
conditieniveau wordt gemeten. Aan de hand van hoe ver
iemand zelf al staat, wordt een aangepast trainingsschema
opgemaakt voor de komende acht weken. Dit programma
werkt met een puntensysteem van bewegingsvormen
volgens eigen voorkeur (stappen, lopen, fietsen, enz.). Na acht
weken wordt de conditie opnieuw gemeten. De gevangenis
bood dit programma zowel aan personeel als aan
gedetineerden aan.
Integratie van diensten ‘bad’ en ‘kleedkamer’
De gevangenis van Dendermonde is een relatief kleine
inrichting en integreerde daarom de diensten ‘bad’ en
‘kleedkamer’ in één dienst. De persoonlijke kledij en goederen
van de gedetineerden worden hier beheerd. De ruimte werd
opgefrist zodat gedetineerden in meer comfortabele
omstandigheden worden ontvangen. De inrichting
verbeterde ook de werkingsprocedures, in het bijzonder de
administratieve procedures, om de goederen beter te
beheren. Burgerkledij wordt voortaan in meer hygiënische
omstandigheden bewaard. De registratie van de inkomende
en uitgaande goederen en voorwerpen van gedetineerden is
betrouwbaarder. Alle personeelsleden die geacht worden
deze procedures te gebruiken, werden hiervoor individueel
opgeleid.
Informatisering van procedures
De reorganisatie van de diensten ‘bad’ en ‘kleedkamer’ en de
andere procedures worden ondersteund met lokaal
ontwikkelde informaticatoepassingen binnen de beschikbare
Office Suite. De gevangenis wil daarmee niet alleen met haar
tijd meegaan. De werkingsprocedures kunnen ook worden
herzien zodat zij de ‘Plan-Do-Check-Act’ logica in zich dragen.
De gevangenis wil de procedures begrijpelijker maken om de
gemiddelde bevolking 203,8
Mannen 203,8
Vrouwen 0,0
Beklaagden 119,5
Veroordeelden 80,2
Geïnterneerden 1,0
Andere 3,1
Gewoon regime 198,6
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,0
Beperkte detentie 4,5
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,7
Gemiddelde capaciteit 168,0
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 4,00
Totaal Attachés 1,00
Totaal Administratief 15,80
Totaal Medisch 2,95
Totaal PSD 7,15
Totaal Bewaking/Techniek 105,15
Totaal Erediensten 1,50
Totaal Buiten kader
totaal 137,55
63
ploegchefs en de penitentiair assistenten te ondersteunen in
hun toezichthoudende taak ten aanzien van hun
medewerkers. De gevangenis kan met deze informatisering
ook problemen reconstrueren, verbeterpunten in de werking
of de organisatie ontdekken en eventuele
verantwoordelijkheden opsporen.
Zo worden volgende procedures met lokale toepassingen
beheerd:
> enkele administratieve procedures: het automatisch
dagverslag, de lijst met te scheiden gedetineerden, de
kalender voor ongestoord bezoek, de populatie en de lijst
met gestraften per vleugel, enz.
> de gedetineerden die onder bijzondere bewaking werden
gesteld
> de aanvragen voor tewerkstelling en de aanstelling van de
dienders
> de tuchtrapporten ten aanzien van gedetineerden
Dynamisering van ontwikkelcirkels
Begin 2010 lanceerde de voorzitter van het directiecomité een
oproep tot verdere dynamisering van de ontwikkelcirkels. In
eerste instantie werd de doelstelling nagestreefd (en behaald)
om 95% van de medewerkers te vatten in een ontwikkelcirkel.
De gevangenis besteedde extra aandacht aan het kwalitatieve
aspect van de ontwikkelcirkels. Bij de opmaak van de
doelstellingen is het belangrijk dat zij relevant zijn voor
verschillende personeelsgroepen. Dit betekent dat de
doelstellingen minder afhankelijk zijn van de improvisatie van
de functionele chef en/of de kwaliteit van de relatie met zijn
medewerkers, maar een sterkere binding hebben met:
> het operationeel plan: elke medewerker moet minstens één
doelstelling hebben die gerelateerd is, direct of indirect, aan
een doelstelling uit het operationeel plan
> de functiebeschrijving: elke medewerker moet minstens
één doelstelling hebben die expliciet gerelateerd is aan
één of meer resultaatsgebieden uit zijn functiebeschrijving
en (bijkomend voor wat de functionele chefs betreft) de
opdrachten van een functionele chef kenmerken.
De gevangenis wil niet zozeer punctuele doelstellingen
bepalen, maar eerder doelstellingen die zoveel mogelijk
medewerkers delen en die een ‘houdbaarheidsdatum’
hebben die de duur van één cyclus overschrijdt.
De gevangenis investeerde ook in de ontwikkeling van
instrumenten die de functionele chefs moeten helpen het
gedrag van hun medewerkers tijdens de uitoefening van hun
job zo objectief mogelijk te bekijken. Zo kunnen zij met meer,
concretere en relevantere informatie over de medewerkers
aan de functionerings- en evaluatiegesprekken beginnen.
De waardebarometer toont in welke mate de medewerker de
normen en waarden van het openbaar ambt en van het
gevangeniswezen in zijn dagelijkse job integreert. Dit wordt
getoetst aan definities van concreet waarneembaar gedrag.
De performantiebilan is een instrument dat objectief de mate
toont waarin een medewerker de opdrachten, zoals
opgenomen in zijn functiebeschrijving, daadwerkelijk
realiseert.
Om de functionele chefs voldoende te wapenen en hen
voldoende zelfvertrouwen te geven om de ontwikkelcirkels
tot een goed einde te brengen, konden zij deelnemen aan
workshops om hun vaardigheden te trainen. Daarnaast
kunnen zij beroep doen op een steuncel voor de
voorbereiding, de organisatie, het verloop en de nazorg van
de gesprekken.
64
FOCUS
Nieuwe infrastructuur
Afdeling beperkte detentie
Het complex waarin de gedetineerden onder het regime van
de beperkte detentie verblijven, bestond uit enkele
gemeenschappelijke ruimtes, waaronder een slaapzaal, een
keuken en een ontspanningsruimte. Het was echter moeilijk
om de sanitaire en hygiënische toestand van dit complex
aanvaardbaar en leefbaar te houden. Omdat deze afdeling
relatief afgezonderd ligt van de rest van het celcomplex, ligt
het toezicht niet voor de hand.
In samenwerking met de DOGV en de Regie der Gebouwen
werd ervoor gekozen om deze gemeenschappelijke ruimtes
(op het sanitair complex na) om te bouwen tot een vijftal
kamers voor telkens twee tot drie gedetineerden. Elke kamer
is uitgerust met een televisietoestel, koelkast en
microgolfoven. Binnen het complex kunnen deze
gedetineerden gebruik maken van een telefoontoestel.
De bedoeling is dat zij beter zorg dragen voor hun
leefomgeving omdat zij met minder personen moeten
samenleven en meer privacy hebben. In samenwerking met
de justitieassistenten van het lokale justitiehuis worden de
gedetineerden ertoe aangezet hun verantwoordelijkheid op
te nemen voor het onderhouden van hun kamer.
Renovatie van de wandelkoer
Reeds geruime tijd ging de collectieve wandeling door op de
B-koer waar zich voordien de individuele wandelruimtes
bevonden en waar een tijdelijke, en niet altijd even veilige en
comfortabele wandeling was ingericht. De lang aanslepende
werken op de A-koer resulteerden in een nieuwe wandeling
met een moderne look. Deze biedt niet alleen meer veiligheid
en comfort, maar zij is ook ruimer en uitgerust met
sportfaciliteiten. Gedetineerden kunnen balsporten spelen of
gebruik maken van de buitenfitnesstoestellen ter aanvulling
van de binnenfitnessruimte.
Deze toestellen zijn, samen met de zitplaatsen en de
overdekte schuilruimtes, ook een beveiliging tegen
ongewenste bezoekers van buitenaf. De gevangenis wil de
sportfaciliteiten op deze wandelkoer in de toekomst
uitbreiden. Zo komen er bijkomende zitplaatsen en degelijke
vandalismebestendige en aangepaste tafels. Bij de
vernieuwing werd ook aandacht besteed aan het
werkcomfort van het personeel dat toezicht houdt op de
wandeling. Er werd een ruim toezichtlokaal gebouwd en een
zeer gevoelige en uiterst precies manipuleerbare camera
vergemakkelijkt het toezicht.
65
DinantMet plaats voor 33 gedetineerden is Dinant de kleinste
gevangenis van het land. In theorie is dit een arresthuis maar
zij fungeert vaak ook als strafhuis. Zij is gebouwd volgens het
Ducpétiaux-model en er heerst een gesloten regime.
Nieuwe keuken volgens HACCP-normen
De gevangenis van Dinant is de oudste gevangenis die
halfweg de negentiende eeuw op het Belgische grondgebied
werd gebouwd volgens de Ducpétiaux-beginselen. Het is een
oud gebouw, ontworpen voor een veertigtal gedetineerden
die volledig geïsoleerd van elkaar verblijven.
De keuken van de gevangenis was niet groot genoeg en
beantwoordde bovendien niet meer aan de veiligheids-
en hygiënenormen. Iedereen moest door de keuken
gaan om zich naar de stookplaats in de kelder en naar de
voorraadruimte te begeven. In 2002 bracht het Federaal
Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen in haar
inspectieverslag verschillende inbreuken naar voren op de
regelgeving voor levensmiddelen. Die inbreuken gingen
vooral over de bestaande infrastructuur en de organisatie van
de maaltijdbereiding.
De gevangenis richtte daarom een lokale HACCP-commissie
op om toezicht te houden op de keukenactiviteiten. Die
commissie komt regelmatig samen om een stand van zaken
op te maken. In 2005 startten de eerste gesprekken met de
Regie der Gebouwen en werden de eerste plannen getekend
voor de renovatie van de keuken en de bijgebouwen alsook
voor de aanpassing ervan aan de normen. Begin 2009 werd
de werf opgestart met een planning van vier maanden.
Om de kwaliteit en de flexibiliteit te behouden bij de
maaltijdbereiding, richtte het technisch team een voorlopige
keuken in in drie cellen op de gelijkvloerse verdieping. De
werken hebben één jaar geduurd en in de lente van 2010
kon de gevangenis de ingerichte en goed verlichte lokalen in
gebruik nemen, volledig conform de regelgeving.
Andere projecten worden al sinds twee jaar bestudeerd
en wachten op de uitbouw van financiële en technische
partnerships tussen het lokaal team, de DOGV, de CDRGA en
de Regie der Gebouwen. Met dit uitgebreide renovatieproject
kan de gevangenis het gebouw in overeenstemming brengen
met de basiswet en dit meer afstemmen op de aanbevelingen
rond welzijn en veiligheid op het werk.
Geïndividualiseerde fiche voor ‘detentieplan’
Het aanbod aan werk, activiteiten en opleidingen was niet
steeds goed afgestemd op de verwachtingen, ervaringen,
kennis en competenties van de gedetineerden. Zij zijn niet
allemaal vragende partij om deel te nemen aan de activiteiten
of om te werken. Soms zijn zij immers niet op de hoogte
van wat zij in de gevangenis kunnen doen of zijn zij niet
gemotiveerd. Daarom maakte de gevangenis voor iedere
gedetineerde een fiche ‘detentieplan’ op.
De maatschappelijk assistent van de dienst sociale
hulpverlening vult de fiches wekelijks in tijdens het
onthaal van de nieuwkomers om informatie te verzamelen
over het schooltraject en de professionele loopbaan
van de gedetineerden, zowel binnen als buiten de
gemiddelde bevolking 50,9
Mannen 50,9
Vrouwen 0,0
Beklaagden 29,4
Veroordeelden 21,4
Geïnterneerden 0,0
Andere 0,0
Gewoon regime 50,5
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,0
Beperkte detentie 0,4
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,0
Gemiddelde capaciteit 32,5
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 2,00
Totaal Attachés
Totaal Administratief 6,30
Totaal Medisch
Totaal PSD 1,95
Totaal Bewaking/Techniek 38,65
Totaal Erediensten
Totaal Buiten kader
totaal 48,90
66
gevangenis, over hun talenkennis, hun sociale en familiale
situatie en hun verwachtingen ten aanzien van werk,
opleidingen en activiteiten rond herstelrecht. Zo kunnen
de gedetineerden ook informatie inwinnen over de
activiteiten binnen de gevangenis en kan de maatschappelijk
assistent hen motiveren. De fiche wordt bezorgd aan
de alfabetiseringsleraar die een test Frans en wiskunde
organiseert.
Eenmaal om de twee weken vindt een gesprek plaats tussen
de gedetineerde, de leraar, het afdelingshoofd dat bevoegd
is voor de activiteiten en de directeur die verantwoordelijk is
voor de tewerkstelling en de organisatie van de activiteiten.
Zo krijgen zij feedback over het profiel en de testresultaten.
Zij kunnen dan met de gedetineerde bekijken om al dan
niet deel te nemen aan opleidingen en activiteiten of om
te werken binnen de gevangenis. De voorkeuren van de
gedetineerde worden in de fiche vermeld. Die fiche wordt
dan doorgegeven aan de personen die verantwoordelijk zijn
voor de tewerkstelling, de opleidingen en het herstelrecht. De
fiche wordt ook opgenomen in het detentiedossier van de
gedetineerde. Tijdens de detentie wordt de fiche aangevuld
met de gevolgde opleidingen, het werk in de gevangenis
(soort en periode) en de deelname aan andere activiteiten.
Bewust budgetbeheer voor gedetineerden
Verschillende gedetineerden verkeren in een moeilijke
financiële situatie of hebben schulden. Die moeilijke
financiële situatie heeft niet alleen gevolgen voor hun sociale
re-integratie, maar ook, wanneer zij de gevangenis verlaten,
voor hun familie, hun beroepsleven of hun zoektocht naar
werk. Dit vormt een bron van ongerustheid, stress en soms
zelfs een verlokking om nieuwe misdrijven te begaan.
Phoenix, een dienst aan bedrijven van Fontaine l’Evêque,
stelt driemaandelijks een activiteit van twee uur voor om de
gedetineerden te helpen hun huishouden financieel beter
in de hand te houden, maar ook om hun uitgaven in de
gevangenis beter te beheren. De activiteit wordt betaald door
het Steunfonds voor gedetineerden. Zowel de begeleider als
de gedetineerden stellen een evaluatie op.
Betere tewerkstelling van gedetineerden
Gedetineerden in de gevangenis van Dinant die willen
werken, kwamen vroeger op een wachtlijst terecht. Die
lijst was niet steeds up-to-date en het was moeilijk om
te controleren of de gedetineerden werkelijk werden
tewerkgesteld volgens de volgorde waarop zij op de lijst
stonden. Er werd dan ook zelden rekening gehouden met
hun verwachtingen over het soort werk dat zij wilden
doen, hun ervaring, hun kennis en hun competenties. De
gevangenis stelde een procedure op voor de evaluatie
van de gedetineerden die beginnen werken en voor de
veranderingen in het rendement of de kwaliteit van het werk.
Bovendien was het stockbeheer niet up-to-date en
werd de kwaliteit van het werk niet steeds door elke
werkverantwoordelijke gecontroleerd. Er was dus nood aan
een tool waarmee kon worden vastgesteld dat op periodieke
basis een controle is uitgevoerd. De directie, de penitentiair
assistenten en de verantwoordelijken van de technische
dienst volgen dit nu op aan de hand van een informaticatool
om de vastgestelde problemen te verhelpen.
Het jaarbudget voor de vergoedingen voor huishoudelijk
werk moet zo optimaal mogelijk worden besteed. De
verantwoordelijken voor de gedetineerde werknemers
ontvangen nu een model met het uurtarief van de
werknemers, het aantal werkdagen per maand en het
maximum aantal werkuren. Op die manier kan het budget
niet worden overschreden.
Om de gedetineerden te motiveren om te werken,
zijn de uurtarieven aangepast in functie van hun
ervaring en competenties, de aard van het werk, de
verantwoordelijkheden, de kwaliteit van het werk en het
regelmatig aanwezig zijn op het werk. Een real time beheer
van de tewerkstelling en van het afsluiten van posten was
dan ook aan de orde. Binnen de technische dienst werd een
procesverantwoordelijke en diens vervanger aangeduid.
67
FOCUS
Bijeenkomsten rond welzijn voor gedetineerden
Sinds 1998 leidt de ‘Service d’Education à la Santé’ (SES) van
Hoei verschillende preventieacties rond aids, virale hepatitis
en andere SOA’s binnen de gevangenis. Het gevangenismilieu,
een milieu waar niet altijd rekening wordt gehouden met
bepaalde behoeften op het vlak van welzijn van
gedetineerden en penitentiair personeel, is een
angstwekkende omgeving. Hier heersen spanningen, agressie
en zelfs geweld, afkeer, verslavingen, risicogedrag en
discriminerend gedrag zowel ten aanzien van gedetineerden
als ten aanzien van het penitentiair personeel. Daarom stelde
de SES van Hoei in maart 2010 een nieuw proefproject voor
dat hoofdzakelijk gericht is op de geestelijke gezondheid in de
gevangenis.
De gevangenis van Dinant werd in 2010 gekozen als één van
de vier proefgevangenissen voor dit project. Dit was tot grote
tevredenheid van de inrichting aangezien zij de nadruk
probeert te leggen op een veilig en menselijk beheer van de
detentie, voornamelijk door middel van een goed beheer van
de emoties en de interpersoonlijke relaties binnen de
gevangenis. Om het project aan het voltallige personeel voor
te stellen, vonden in mei 2010 twee verplichte
informatiesessies plaats.
Ter voorbereiding van deze informatiesessies vulde het
personeel een vragenlijst in om zo een beter zicht te krijgen
op de inhoud van de gewenste informatie. In eerste instantie
werden de modules enkel aan de gedetineerden voorgesteld.
Het project wordt later ook uitgebreid naar
bewakingsassistenten. Gelet op het belang van systematisch
werken en om deze sessies te verbeteren, is het op langere
termijn nuttig om met de twee doelgroepen, gedetineerden
en personeel, te werken. Dit komt de interpersoonlijke relaties
en de sfeer in de gevangenis ten goede.
De inhoud van de bijeenkomsten rond welzijn voor de
gedetineerden werd ook besproken met de directie, de
penitentiair assistenten en de psychosociale dienst van de
inrichting. Tussen 10 juni 2010 (informatiesessie voor de
gedetineerden) en 16 augustus 2010 stonden tien sessies op
het programma. Een psychologe, Aurélie Dormal, en een
gespecialiseerde opvoedster, Jessica Lafalize, begeleidden de
sessies. De begeleiding wil geen individuele psychologische
follow-up bieden, maar wil het welzijn van de personen
verhogen aan de hand van groepsdynamiek. Door te werken
rond zelfrespect, stressbeheer en geweldloze communicatie
worden verschillende doelstellingen vooropgesteld:
> meer zelfkennis en zelfrespect krijgen
> stressbeheer bevorderen
> doeltreffende communicatiemiddelen aanreiken
> de relaties tussen de gedetineerden onderling en met het
penitentiair personeel verbeteren
> gewelddadige of ontoereikende reacties beheersen
> gemakkelijker gevoelens uitdrukken en de familiale
en sociale re-integratie van de gedetineerde
bevorderen
Twee aanvullende soorten workshops werden georganiseerd
voor een groep van tien gedetineerden:
> bezinningsworkshops gericht op het omgaan met
emoties, stressbeheer en de ontwikkeling van geweldloze
communicatie
> praktische workshops gericht op manuele activiteiten,
lichaamsexpressie en creativiteit. Bij de gevangenis van
Dinant werd het accent gelegd op artistiek werk, aangezien
dit type activiteit daar ontbrak
Tijdens de workshops werken zij met rollenspellen,
vragenlijsten, audiovisuele begeleiding, relaxatie-oefeningen,
enz. Na de eerste informatiesessie ondertekenden de
begeleidsters, de ingeschreven gedetineerden en de
gevangenisdirectie een charter voor de goede werking van
de bijeenkomsten.
Uit de feedback van de eerste bijeenkomst kwam het goede
verloop van de sessies naren voren alsook het grote aantal
uitwisselingen tussen de gedetineerden, de luisterbereidheid
van alle betrokken partijen en het wederzijds respect voor de
vertrouwelijke gesprekken en voor wat ieder heeft
meegemaakt. De gedetineerden vroegen ook een formeel
engagement om het vertrouwelijke karakter te respecteren.
Ondanks de vermindering van het aantal deelnemers was de
evaluatie na afloop van de tien sessies positief. De
begeleidsters stelden vast dat het belangrijk is om het project
voort te zetten en dat de workshops ‘Bijeenkomsten rond
welzijn’ beantwoorden aan de overduidelijke behoeften om
het welzijn in het gevangeniswezen en de sociale re-
integratie van de gedetineerden te kunnen verbeteren.
68
GFC EverbergDe wet van 1 maart 2002 richtte het gesloten federaal
centrum (GFC) De Grubbe in Everberg in als centrum voor
voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf
omschreven feit hebben gepleegd. Hier verblijven jongens
tussen 14 en 18 jaar voor een periode van maximum twee
maanden en vijf dagen.
Nieuw polyvalent gebouw in de maak
Het GFC was in 2002 een tijdelijke oplossing voor de
capaciteitsproblemen in de gemeenschaps-instellingen. Dit
centrum bestaat uit vijf secties van tien kamers, verdeeld over
twee gebouwen: een klein gebouw met één sectie en een
tweede gebouw met vier secties. Er is plaats voor 50
jongeren. Dankzij een protocol tussen de minister van Justitie
en de bevoegde ministers van de gemeenschappen zal de
capaciteit voor minderjarige delinquenten op termijn worden
verhoogd tot 126 plaatsen.
De nieuwe infrastructuur wordt in drie fasen voorzien. In een
eerste fase wordt een polyvalent gebouw opgetrokken, in
een tweede fase een cellulair blok van 50 plaatsen en een
administratief gebouw, en in een derde fase een tweede
cellulair blok van 76 plaatsen. In het polyvalente gebouw
zullen een veilige inkom, een bezoekzaal, individuele
spreekzalen, vergaderruimtes, stockageruimte, een
fitnessruimte en een sporthal worden voorzien. De technische
dienst, de wasserij, de kledij- en meubilairopslag en de lokalen
waar data- en telefoonverkeer worden beheerd, zullen zich op
de kelderverdieping bevinden.
In juni begonnen de afbraakwerken van het bestaande
gebouw en de bouwwerken van het nieuwe polyvalente
gebouw. De opleveringsdatum van de ruwbouw van het
polyvalente gebouw is voorzien voor medio 2011.
Communicatie en conflicthantering met jongeren
Het centrum De Grubbe organiseerde een vierdaagse
opleiding ‘Communicatie en conflicthantering met jongeren’
voor twee groepen van een 12-tal personeelsleden uit het
bewakingskader. De basis voor deze opleiding waren de
aanbevelingen van het Comité européen pour la Prévention
de la Torture en van de Evaluatiecommissie die in 2002 was
opgericht binnen de schoot van het samenwerkingsakkoord
tussen de federale overheid en de verschillende
gemeenschappen.
De basisopleiding van iedere nieuwe PBA is vooral gericht op
de ontwikkeling van expertise binnen het gevangeniswezen.
Alle PBA’s volgen een opleiding rond algemene communicatie
en conflicthantering. Deze biedt echter onvoldoende
antwoord op de specifieke behandeling van jongeren die
nodig is wegens hun emotionele onvolwassenheid,
kortetermijndenken, lagere frustratiedrempel, enz.
Daarom volgt het nieuwe penitentiair bewakingspersoneel
een bijkomende basisopleiding om expertise te verwerven in
de omgang met jongeren. Tijdens deze opleiding leren zij
gespreks- en conflicthanteringstechnieken aan, maar ook wat
de effecten zijn van opsluiting op het gedrag en de beleving
van jongeren. Ook vaakvoorkomende psychopathologieën bij
gemiddelde bevolking 30,6
Mannen 30,6
Vrouwen 0,0
Beklaagden 0,0
Veroordeelden 0,0
Geïnterneerden 0,0
Andere 30,6
Gewoon regime 30,6
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,0
Beperkte detentie 0,0
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,0
Gemiddelde capaciteit 34,1
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 3,00
Totaal Attachés
Totaal Administratief 7,55
Totaal Medisch
Totaal PSD
Totaal Bewaking/Techniek 67,25
Totaal Erediensten
Totaal Buiten kader
totaal 77,80
69
jongeren, zoals ADHD, gedragsstoornissen of middelen-
misbruik komen aan bod. De deelnemers leren dat zij
jongeren anders moeten benaderen dan meerderjarige
gedetineerden.
Iedereen was lovend over de opleiding. Zij hebben een beter
zicht op het gedrag en de gedragsproblemen van de
jongeren en kennen het verschil in functioneren en reageren
tussen volwassenen en jongeren. Zo kunnen zij ook beter
ingrijpen in geval van problemen. De directie van het GFC in
Tongeren besloot om deze opleiding ook te organiseren. Het
is de bedoeling dat alle nieuwe PBA’s die in Everberg of
Tongeren zullen werken, deze opleiding volgen.
Kleinere ecologische voetafdruk
Het centrum De Grubbe heeft aandacht voor duurzame
ontwikkeling. Toch is dit niet vanzelfsprekend aangezien het
inkomgebouw en de lokalen van de directies en de
administratieve diensten in containers zijn gelegen met
elektrische verwarming en verkoeling. In haar operationeel
plan wil het centrum haar stookolie- en waterverbruik met
minstens 3% verminderen in respectievelijk 2010 en 2011
zonder de leef- en werkomstandigheden van de jongeren en
het personeel in het gedrang te brengen.
De lokale technische dienst plaatste twee draadloze
thermostaten die de verwarming regelen van de vier secties.
De temperatuur wordt voortaan iets lager gehouden en alle
jongeren krijgen een extra deken. Een schakelklok op de
circulatiepomp van de boiler zorgt ervoor dat de
gedetineerden enkel van 6u30 tot 22u00 kunnen douchen
met warm water.
Uit cijfers blijkt dat het centrum 40 000 liter minder stookolie
verbruikte in 2010 dan het jaar voordien, wat een besparing
inhoudt van 30%. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat,
omwille van het vertrek van de Franstalige jongeren, één
sectie gesloten werd. Omwille van de renovatiewerken zakte
de opnamecapaciteit naar 24 jongeren. In december werd de
capaciteit opgetrokken naar 30 jongeren. Na de
renovatiewerken bieden de vier secties plaats aan 40
jongeren.
Door al deze factoren kan geen exacte analyse worden
gemaakt van de verbruikcijfers in 2009 en 2010. Het centrum is
vastberaden om de doelstelling van 3% reductie in 2011 te
halen.
Selectieve afvalophaling
Het centrum De Grubbe ging in 2010 van start met een nieuw
selectief afvalbeleid. Momenteel wordt het afval verzameld in
een container die tweewekelijks wordt geledigd. Het afval
moet voortaan bij de bron worden gesorteerd. Een
behoefteanalyse werd opgemaakt waarbij per type afval het
aantal containers en hun inhoud werden vermeld, evenals de
frequentie waarmee het afval wordt opgehaald.
De Grubbe wil haar steentje bijdragen om beter te recycleren
én te besparen. Zo gebruikt het personeel porseleinen tassen
in plaats van wegwerpbekers, wordt het gebruik van
drinkfonteinen gepromoot en worden defecte TL-lampen in
een lampendoos of -koker gratis opgehaald. Het centrum
voorziet ook een container voor verpakkingsmateriaal.
70
FOCUS
Meer opnamecapaciteit
Het GFC werd in 2002 opgericht. In 2010 werden de
Franstalige jongeren overgebracht naar het Centre fédéral
fermé pour Jeunes (CFF) in Saint-Hubert. Daar werden 13
plaatsen voorzien voor uit handen gegeven jongeren en 37
plaatsen voor jongeren die door de jeugdrechter kunnen
worden geplaatst door de wet van 1 maart 2002.
De Franstalige personeelsleden die tot dan in Everberg
werkten, zijn tewerkgesteld in een gevangenis in Brussel of in
het Franstalige landsgedeelte. Enkele personeelsleden werken
nu in het CFF Saint-Hubert. Sinds 21 mei 2010 verblijven in het
Centrum De Grubbe enkel nog jongeren geplaatst door een
jeugdrechter uit de Nederlandstalige jurisdictie.
Renovatie van de cellen
De capaciteitsverdeling was bij de oprichting van het centrum
duidelijk vastgelegd in het samenwerkingsakkoord dat was
afgesloten tussen de federale overheid en de drie
gemeenschappen. 24 plaatsen waren voorbehouden voor
jongeren uit de Nederlandstalige jurisdictie. Zij verbleven op
een afdeling waarvoor de Vlaamse Gemeenschap bevoegd
was. 26 plaatsen werden voorbehouden voor jongeren uit de
Franstalige en Duitstalige (twee plaatsen) jurisdictie, die op de
secties verbleven waar de Franse Gemeenschap instond voor
de pedagogische omkadering. Na het vertrek van de
Franstalige afdeling voor jongeren bleef de capaciteit aan
Nederlandstalige kant gedurende een aantal maanden op 24
plaatsen.
De vier secties in het cellulaire gebouw werden gerenoveerd
en opgefrist. Het centrum deed een beroep op een externe
aannemer en deed ook enkele werken in eigen beheer. Met
hulp van de jongeren renoveerde het centrum zelf de secties
en het kamermeubilair. Het pleisterwerk van de kamers werd
bijgewerkt en de muren, celdeuren en plafonds kregen een
nieuw likje verf. De sectiegangen en de gezamenlijke ruimtes
(de keukens, de leslokalen en de polyvalente ruimtes) werden
ook grondig aangepakt. Het meubilair werd verankerd in de
muren en de vloer. Een externe firma behandelde de muren
aan de oostzijde van het cellulair om de vochtproblemen te
bestrijden. Ook het kraanwerk van de douches werd
aangepast.
Uitbreiding naar 40 plaatsen
De uitbreiding naar 40 plaatsen wordt voorbereid. Zowel op
vlak van interne werking als op vlak van personeels-
omkadering, zal deze uitbreiding een aantal veranderingen
met zich meebrengen die moeten toelaten om de werking
meer af te stemmen op de werking van de gemeenschaps-
instellingen in Vlaanderen.
71
Vorst
ForestDe gevangenis van Vorst dateert van 1910 en is hoofdzakelijk
een arresthuis. Er is een psychiatrische afdeling aanwezig voor
geïnterneerden. De inrichting is op twee locaties gelegen: de
vrouwengevangenis, ook wel ‘Berkendael’ genoemd, is fysiek
gescheiden van de gevangenis van Vorst.
Arbeidsreglement
Net zoals in de andere gevangenissen trad in 2010 in de
gevangenis van Vorst het arbeidsreglement in werking. De
belangrijkste gevolgen daarvan waren de opstelling van
nieuwe dienstlijsten en een nieuw verlofbeheer om alle
personeelsleden de kans te geven hun jaarlijks verlof op te
nemen en om de gecumuleerde achterstand van vakantie- en
rustdagen (de zogenaamde ‘rugzak’) weg te werken. Ondanks
enkele problemen op dat vlak, nam het personeel in het
algemeen voldoende verlof op.
Infrastructuur
De gevangenis van Vorst vierde in 2010 haar honderdste
verjaardag en is dan ook al sterk verouderd. De verouderde
infrastructuur heeft een niet te onderschatten impact op
de dagelijkse werking van alle personeelsleden. Hoewel de
inrichting in 2018 zal worden vervangen door de gevangenis
van Haren, blijft het belangrijk om een goede infrastructuur te
voorzien die een correcte gevangeniswerking toelaat. Behalve
een betere hygiëne legde de gevangenis in 2010 daarom de
nadruk op herstellingen, op de follow-up van de aanvragen
voor werkzaamheden en op de samenwerking met de Regie
der Gebouwen. De technische dienst had dan ook handen
vol werk. De gevangenis sloot het jaar af met een beperkte
renovatie van vleugel B, wat haar was opgelegd door de
arbeidsinspectie van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en
Sociaal Overleg. Hoewel de lijst lang blijft, zijn verschillende
werkzaamheden reeds uitgevoerd of al aan de gang. Binnen
een van de nieuwe projecten wordt voor het personeel een
aangepast gebouw voorzien.
gemiddelde bevolking 686,9
Mannen 611,0
Vrouwen 75,9
Beklaagden 466,9
Veroordeelden 109,2
Geïnterneerden 109,1
Andere 1,6
Gewoon regime 686,9
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,0
Beperkte detentie 0,0
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,0
Gemiddelde capaciteit 469,0
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 4,00
Totaal Attachés 2,00
Totaal Administratief 35,20
Totaal Medisch 18,20
Totaal PSD 15,45
Totaal Bewaking/Techniek 351,00
Totaal Erediensten 5,20
Totaal Buiten kader
totaal 431,05
72
Opleiding conflictbeheer uitgebreid
Een van de risico’s van werken in de gevangenis is fysieke en
verbale agressie tegenover penitentiair bewakingsassistenten.
Om ervoor te zorgen dat het personeel zichzelf kan
beschermen, geven interne trainers een opleiding in
conflictbeheer aan het bewakingspersoneel. In 2010 werd
deze opleiding uitgebreid naar andere personeelscategorieën
zoals administratief assistenten, psychologen,
verpleegkundigen, aalmoezeniers, boekhouders, directeurs,
enz. Iedereen kreeg de kans om deze tweedaagse opleiding
te volgen.
Vademecum
Aangezien vele personeelsleden dichter bij huis willen
werken, wordt de gevangenis geconfronteerd met een
voortdurend personeelsverloop. Om te voorkomen dat kennis
en expertise verloren gaan, besliste de directie dat elke dienst
een vademecum met hun werkprocedures moest opmaken.
Dat is een grootschalig project dat tijd en nauwkeurigheid
vraagt. In lijn met de ontwikkelcirkels die in 2010 sterk zijn
geëvolueerd, werden de doelstellingen van elke dienst
bepaald. De belangrijkste procedures werden schriftelijk
vastgelegd.
73
FOCUS
Informatiebrochure voor gedetineerden in verschillende talen
De gevangenis van Vorst is een Brusselse inrichting en dus
tweetalig. In werkelijkheid heeft zij dagelijks te maken met
multiculturaliteit en vaak ook met gedetineerden die geen
van beide landstalen beheersen. Bijna dagelijks wordt een
beroep gedaan op de talenkennis van de
bewakingsassistenten. Die kennis vormt een belangrijk
hulpmiddel om in contact te komen met gedetineerden die
geen Nederlands of Frans spreken. De talenkennis bij de
bewakingsassistenten is uitgebreid. Sommigen spreken
Spaans, Arabisch, Pools, Roemeens, Italiaans, Engels, Grieks,
enz. Eén van de doelstellingen van het operationeel plan
bestaat erin die kennis op een goede manier te inventariseren,
om deze verder te ontwikkelen, ernaar te kunnen verwijzen en
zo het dagelijks contact met de gedetineerden te
vergemakkelijken.
In datzelfde verband heeft de inrichting in 2010 een
persconferentie gehouden over de uitgave van een
informatiebrochure ten aanzien van de gedetineerden, met
als thema ‘De gevangenis, er heelhuids van afkomen’. Deze
brochure werd uitgegeven in verschillende talen en
voorgesteld door de vereniging van acht diensten Justitieel
Welzijnswerk, gecoördineerd door mevrouw Etienne. De
voorstelling werd bijgewoond door de Ministers Huytebroeck,
Grouwels en De Clerck.
74
GentSinds 1862 doet de gevangenis van Gent dienst als arrest- en
strafhuis. Zij is gebouwd volgens het Ducpétiaux-model en is
ondertussen grondig gerenoveerd. Zij beschikt ook over een
vrouwenafdeling en een psychiatrische annex. Hier heerst een
gesloten regime.
Koepelgewelven en vleugels in een nieuw jasje
Een gevangenis is voor vele nieuwe gedetineerden een
echt doolhof. De gevangenis van Gent besloot dan ook
de herkenbaarheid van de verschillende vleugels letterlijk
en figuurlijk in de verf te zetten. Zij gebruikte hiervoor een
rustgevende kleur, waarbij een accentkleur op de ribben van
de koepelgewelven en onder de looppaden de specificiteit
beklemtoont.
De gevangenis vertrouwde de opdracht toe aan het
team ‘celrenovatie’, bestaande uit een PBA en een zestal
gedetineerden. Het koepelgewelf, inclusief de ribben in een
accentkleur, werden volledig geretoucheerd en geschilderd.
Na de koepels werden de muren en de looppaden onder
handen genomen en ten slotte werd alle metaalwerk van
balustrades en trappen gerenoveerd. Twee maanden na de
start van de werken werd de eerste vleugel ingehuldigd.
Ondertussen zijn de werken in de overige vleugels, elk in zijn
eigen kleur, in volle gang.
Renovatiewerken in eigen beheer
Om de schaarse ruimtes in de gevangenis efficiënter te
gebruiken, werd tussen de werkplaatsen, de kleedkamer,
de fitnesszaal en de bibliotheek een heuse carrousel
opgestart. Het personeel en de gedetineerden van de lokale
technische dienst voerden de werken in eigen beheer uit,
waarbij het team ‘celrenovatie’ de nieuwe lokalen opfriste. In
een vrijgemaakte werkplaats werd een nieuw fitnesslokaal
geïnstalleerd. De lokale sportcoördinator zag erop toe dat
naast krachttraining ook nieuwe toestellen voor conditie- en
cardiotraining werden voorzien.
De kleedkamer nam op haar beurt intrek in de voormalige
fitnessruimte. Dat gedetineerdenkledij, burgerkledij en
verboden voorwerpen nu samengebracht zijn in één lokaal,
centraal gelegen tussen het centrum en de wasserij, maakt de
werking efficiënter en veiliger.
De tussenwanden in de vroegere kleedkamer werden
verwijderd en de ruimte werd heringericht tot een grote,
heldere en aangename bibliotheek. De boeken, maar ook
strips, tijdschriften en multimedia komen in het vernieuwde
meubilair ten volle tot hun recht. De gedetineerden
kunnen zelfstandig opzoeken in het BIB-netwerk en een
zithoek nodigt uit om ter plaatse literatuur door te nemen.
De gevangenis sloot een overeenkomst met de Vlaamse
Gemeenschap, de provincie Oost-Vlaanderen en de stad Gent
waardoor de gevangenisbibliotheek voortaan een volwaardig
filiaal is van de Stedelijke Openbare Bibliotheek Gent.
gemiddelde bevolking 376,4
Mannen 336,0
Vrouwen 40,4
Beklaagden 157,8
Veroordeelden 113,1
Geïnterneerden 102,1
Andere 3,4
Gewoon regime 368,9
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,5
Beperkte detentie 5,9
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 1,2
Gemiddelde capaciteit 283,0
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 4,00
Totaal Attachés 1,00
Totaal Administratief 25,25
Totaal Medisch 7,70
Totaal PSD 9,95
Totaal Bewaking/Techniek 194,80
Totaal Erediensten
Totaal Buiten kader 2,70
totaal 245,40
75
Kledijdistributie
Tot voor kort kreeg elke gedetineerde tweemaal per week
op cel een kledijpakket op maat geleverd en diende hij
het bevuilde linnen na het douchen in een container te
deponeren. Toch werd dit niet steeds gecontroleerd, wat
leidde tot ernstige verliezen op financieel en materieel vlak,
waardoor soms kledij tekort was.
In 2010 werd een nieuw distributiesysteem ingevoerd waarbij
elke gedetineerde bij opsluiting een volledige uitzet op maat
ontvangt waar hij zelf voor verantwoordelijk is. Wekelijks
wordt het vuile linnen aan de cel opgehaald en ingeruild voor
propere kledij. Zo ontvangt iedereen die zorgzaam is steeds
nette kledij. Diegene die kledij beschadigt of verliest, wordt
opgemerkt bij de punctuele controles of bij het verlaten van
de inrichting.
Meldpunt suïcidepreventie
Ondanks het algemene leefklimaat en de uitgebreide
regimemogelijkheden kende de gevangenis de voorbije
jaren meerdere, en soms zelfs ernstige, pogingen tot
zelfmoord. Daarom werd besloten te investeren in specifieke
preventie. Een werkgroep ‘suïcidepreventie’ stelde diverse
aanbevelingen op rond het te voeren beleid. Vooreerst dient
elk personeelslid binnen het bewakings- en administratief
kader zich bewust te zijn van aandachtspunten of signalen
waarbij voorzichtigheid geboden is. Daarnaast wil de
gevangenis een relationeel leefklimaat creëren dat een
beschermende omgeving vormt voor de gedetineerden.
Een specifieke aanbeveling was de oprichting van een
‘meldpunt voor suïcidepreventie’, dat in juni 2010 van
start ging. Dit multidisciplinair team is samengesteld uit
PBA’s, leden van de psychosociale en medische dienst en
administratieve medewerkers, die een externe, specifieke
opleiding hebben gevolgd. In het najaar van 2010 kregen
alle personeelsleden een beperkte opleiding over de
risicofactoren, het herkennen van signalen en de procedure
om deze signalen te melden bij de werkgroep.
Het meldpunt komt tussen in kritieke, risicovolle periodes
en doet een screening rond het suïciderisico. Zij geven
vervolgens advies aan de gevangenisdirectie. Dit advies
omvat twee pijlers: de daling van de risicofactoren door
het inbouwen van beveiligingsmaatregelen zoals het
aanpassen van de verblijfsruimtes en de verhoging van de
beschermende factoren waaronder doorverwijzing naar
hulpverlenende instanties. Van juni tot december 2010 kwam
het meldpunt in 48 situaties tussen.
76
FOCUS
Gedetineerdenoverleg
De gevangenis van Gent startte in 2010 het
gedetineerdenoverleg op. De verkozen gedetineerden
vormden een representatieve weerspiegeling van de
populatie omdat de gevangenis rekening hield met hun
juridisch statuut, strafmaat, geslacht, culturele en religieuze
achtergrond.
Eerste onderwerp op de agenda: de kantine
In de eerste fase werkte zij rond een thema dat een
rechtstreekse invloed heeft op hun dagelijkse leven: de
evaluatie en de eventuele aanpassing van de weekkantine. Dit
onderwerp vormde geen bedreiging voor de veiligheid in de
inrichting en de organisatie en daarom creërde de gevangenis
ook een draagvlak bij het personeel zodat beide groepen
nadien in overleg konden treden.
Naast de officiële overlegmomenten met het personeel
konden gedetineerden ook zonder direct toezicht wekelijks
samenkomen en de feedback van hun respectievelijke
‘achterban’ bespreken. Een verslag van deze
overlegmomenten was beschikbaar voor alle deelnemers
zodat het personeel de vorderingen kon volgen.
‘Werkonderzoek’
Voor het vlotte en praktische verloop bleek de aanwezigheid
van enkele ‘kenners ter zake’ nodig. Zo vormden de
rekenplichtige der waren en de gedetineerde die in het
magazijn werkt, twee sleutelfiguren. Om de deelnemende
gedetineerden een realistische inschatting te geven van de
mogelijkheden en de beperkingen van de kantinewerking
brachten zij een ‘werk- en plaatsbezoek’ aan het magazijn.
Deze kennismaking met het terrein zorgde ervoor dat zij
begrip konden opbrengen voor de beperkingen.
Gedetineerdenraad
Al gauw bleek hoe de ‘gedetineerdenraad’, zoals zij zichzelf
doopten, erin slaagde ‘out of the box’ te denken. Het
oorspronkelijk initiatief oversteeg het eenvoudigweg oplijsten
van enkele nieuwe of te vervangen producten. Een structurele
hervorming van de kantinelijsten drong zich op. Omwille van
hun doorslaggevende argumenten mocht de
gedetineerdenraad de kantinewerking volledig herbekijken.
Zij vroegen om sommige producten, zoals hygiëneartikelen of
dranken, zowel in het huismerk als in het commercieel merk
aan te bieden. Verder kwamen kleinere en goedkopere
elektronica, zoals een radiowekker, op de weekkantine terecht
en werden de duurdere hifiketens naar de maandelijkse
kantine verschoven.
De gedetineerdenraad hield een kleine petitie om de
meerderheid van de gedetineerden te vertegenwoordigen.
Zij bereidden zelf de bevraging voor, stonden in voor de
communicatie en verwerkten de resultaten. Zo effenden zij
het spreekwoordelijke pad door op voorhand te lobbyen op
de wandeling, de filmzaal of tijdens andere groepsmomenten.
Zij overtuigden de anderen van het nut van hun opdracht en
trachtten sceptici over de streep te trekken. Het resultaat van
de enquête was verbluffend: een hoge respons en heel wat
concrete voorstellen en constructieve opmerkingen. Na
enkele maanden werden alle producten ‘gewogen’ op hun
prijskaartje (merkproduct versus huismerk), hun wenselijkheid
of noodzaak voor alle gedetineerden of een deelgroep (bv. de
hallalkantine) en ten slotte op hun beschikbaarheid op korte
termijn (weekkantine versus maandkantine).
Koken op cel
Ook het topic ‘koken op cel’ kwam aan bod. De
gedetineerden waren vragende partij om veilig te kunnen
koken op hun cel met bijkomende producten, zoals verse
vleeswaren en kant-en-klare maaltijden. Er werd uiteindelijk
geopteerd om een kleine microgolfoven, een pannenset en
een door de gedetineerden samengesteld menuboekje aan
de kantine toe te voegen.
Herinrichting van de gevangenisbibliotheek
Omwille van het succes van dit project gaf de
gedetineerdenraad haar advies over de herinrichting en de
werking van de gevangenisbibliotheek en de
multimediacollectie in het bijzonder. De gedetineerden
wogen alternatieven af, onderbouwden hun argumenten en
gingen op zoek naar realistische en concrete voorstellen,
waarbij zij rekening hielden met de structurele beperkingen
en zélfs met de veiligheid van de gevangenis.
Menu
Een vierde thema was het menu en de toespijs en meer
bepaald de verhouding pasta versus rijst, vleeswaren versus
vis, maandmenu’s of seizoensgebonden voorstellen, enz.
Naast de vaste leden van het gedetineerdenoverleg werden
de technieker-kok en de gedetineerde-kok als
‘ervaringsdeskundige’ betrokken.
77
HasseltDe gevangenis van Hasselt, die werd geopend in 2005, is
de nieuwste inrichting in België. Zij doet dienst als arrest-
en strafhuis. Er is een vrouwenafdeling voorzien waar
gedetineerde moeders met hun kind (tot drie jaar) kunnen
verblijven.
Een gezonde geest in een gezond lichaam
Een groot deel van de gedetineerden schrijft zich wekelijks in
voor de sportactiviteiten. De gevangenis wil dit
ondersteunen, want voldoende sport werpt haar vruchten af.
Gedetineerden ontmoeten elkaar en kunnen zich
ontspannen, werken aan hun conditie, hun stress en
gevoelens van agressie ventileren en sociale vaardigheden
ontwikkelen, wat belangrijk is voor hun re-integratie.
Het sportaanbod blijft evolueren in de gevangenis van
Hasselt. In 2010 maakte de gevangenis voor het eerst een
onderscheid tussen een winteraanbod (body control, fitbal,
badminton, enz.) en een zomeraanbod (voetbal, volleybal,
tjoekbal, enz.) In de zomerperiode vinden de sportactiviteiten
plaats op de wandeling.
De gevangenis bouwt dit sportaanbod uit in samenwerking
met haar interne en externe partners, onder andere met de
stedelijke sportdienst van Hasselt. Hierdoor kunnen
gedetineerden deelnemen aan wedstrijden tegen externe
ploegen, aan sportlessen zoals het start-to-run programma
dat wordt georganiseerd op de wandeling, of aan
zaalvoetbalcompetitie waarbij zij spelen tegen externe
zaalvoetbalploegen. Voor de wedstrijden tegen externe
ploegen werkte de gevangenis specifieke praktische
afspraken en voorwaarden uit.
Scanningsproject
De CDRGA investeerde recent in de scanning van
archiefdocumenten. De gevangenis beschikt momenteel over
één speciaal uitgeruste box met vier scanposten. De
gedetineerden die in het scanningsproject zijn tewerkgesteld
en hun begeleiders hebben een specifieke opleiding gevolgd.
On site werd een module ontwikkeld die bepaalde
scanactiviteiten vereenvoudigt. De archiefdocumenten die
gescand worden zijn foto’s, postkaarten, dia’s, ecta’s,
negatieven, enz.
Multiculturaliteit
De gevangenis is een afspiegeling van de maatschappij. Dit is
dus een multiculturele omgeving. In de gevangenis van
Hasselt verblijven gedetineerden van 45 verschillende
nationaliteiten en levensbeschouwelijke achtergronden. Hier
heerst de visie dat alle culturen gelijk zijn en gelijk behandeld
moeten worden.
De erkenning van feestdagen is hier dan ook belangrijk. De
gevangenis organiseerde in 2010 een offer- en suikerfeest
voor moslimgedetineerden. In december vond ook een
speciaal kerstfamiliebezoek plaats. Deze initiatieven vonden
heel wat bijval. Gedetineerden vragen vaak religieuze en
morele bijstand en willen om verschillende redenen terecht
gemiddelde bevolking 514,4
Mannen 483,4
Vrouwen 31,1
Beklaagden 168,3
Veroordeelden 337,6
Geïnterneerden 1,4
Andere 7,2
Gewoon regime 509,9
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,0
Beperkte detentie 4,2
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,3
Gemiddelde capaciteit 450,0
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 4,00
Totaal Attachés 5,00
Totaal Administratief 22,65
Totaal Medisch 2,25
Totaal PSD 17,00
Totaal Bewaking/Techniek 336,00
Totaal Erediensten 2,40
Totaal Buiten kader
totaal 389,30
78
kunnen bij vertegenwoordigers van instituten die een traditie
hebben in zingeving.
Helikopterbeveiliging
In februari 2010 werden op één van de grote wandelingen
drie 20 jaar oude platanen geplant. Hiermee wil de
gevangenis wandelingen creëren die voldoen aan een aantal
specifieke veiligheidsvoorschriften. De aanwezigheid van de
bomen bemoeilijken namelijk ontsnappingen met een
helikopter. De plaatsing van de bomen gebeurde in nauw
overleg met de Regie der Gebouwen. Dit bleek niet alleen de
meest effectieve, maar ook de goedkoopste oplossing. Op die
manier is nu ook meer groen voorzien op de wandeling. Het
basketbalterrein moest wel wijken, maar in de plaats hiervan
werden twee minivoetbalterreinen aangelegd. De gevangenis
plant ook de beveiliging van de andere wandelingen.
79
FOCUS
Geattesteerde opleidingen schoonheidsverzorging
Op 16 februari 2010 ondertekende de gevangenis van Hasselt
een samenwerkingsovereenkomst met het consortium
volwassenenonderwijs Limburg Zuid (CVLZ). Deze
geformaliseerde samenwerking garandeert het onderwijs aan
gedetineerden. Naast een zinvolle tijdsbesteding, biedt
onderwijs aan gedetineerden, die nog steeds overwegend
lagergeschoold zijn, vooral andere en nieuwe
toekomstperspectieven, zoals het vinden van een geschikte
job.
In de vrouwenafdeling werden van 2 februari tot 11 juni 2010
twee modules van de opleiding schoonheidsverzorging
ingericht. Deze opleiding brengt de deelnemers theoretische
en praktische kennis bij over handverzorging. Van de zes
gedetineerden die startten met de opleiding hebben vier de
modules met succes afgerond.
Sinds november volgen tien vrouwelijke gedetineerden de
eerste module van de opleiding make-up. In een tweede fase
kunnen zij deelnemen aan de vervolgmodule avondmake-up.
De lessen vinden tweewekelijks plaats. De gevangenis kocht
zelf het nodige materiaal aan.
“Ik vind de cursus make-up leuk en interessant om te
volgen. Je leert iets dat je kan gebruiken om terug te
re-integreren in de maatschappij. Wat ook heel belangrijk
is, zijn de sociale contacten tijdens de cursus.”
“Heel boeiend en interessant. Ik doe dit omdat het mij
interesseert, niet om examen af te leggen want dat vind ik
soms wel vervelend. Het is gewoon heel ontspannend en
leerzaam. Van mij mogen er nog meer creatieve cursussen of
ontspanningsactiviteiten gegeven worden. Het verzet je
gedachten en je bent bezig. Het zijn lieve en leuke mensen,
maar van een echte groep kan je niet spreken.”
“Ik ben aan de cursus begonnen uit interesse en heb
toch al veel nuttige tips gehaald uit wat we tot hiertoe
hebben geleerd, bijvoorbeeld dat niet iedereen staat
met een bepaalde kleur van oog make-up. Ik zou de
les zeker willen aanraden aan de anderen, al is het voor
eigen gebruik.”
“Ik vind de cursus make-up best wel interessant. Je leert bij over
alle soorten make-up en welke make-up je het beste aanbrengt
bij een bepaald type gelaat. Ook de cursus handverzorging heb
ik gevolgd en vond ik zeer interessant. Ik zou dus niet twijfelen
om terug deel te nemen moest er een vervolgcursus komen.
Ook in taalcursussen heb ik wel interesse.”
“Ik vind de cursus leuk en interessant want je leert veel dingen die je
niet weet. Er zijn veel mensen die niets kennen van make-up en hier
krijg je de kans om te leren. Ik hoop dat er in de toekomst nog andere
cursussen volgen.”
80
HoogstratenHet penitentiair schoolcentrum (PSC) in Hoogstraten is
gevestigd in het Gelmelslot en is een open inrichting.
Het kasteel fungeerde tijdens de Franse Revolutie als
gendarmeriekazerne en later als bedelaarsoord. In 1880
werd dit een landbouwkolonie en in 1931 werd het gebouw
ingericht als het huidige penitentiair schoolcentrum. De
inrichting is enkel bedoeld voor veroordeelden. Zij werken in
ateliers en kunnen een gevarieerd opleidingsaanbod volgen.
Er heerst een sterk gemeenschapsregime.
Reorganisatie van de buitenkantine
De werking van de buitenkantine was zeer arbeidsintensief.
De procedure was omslachtig, weinig transparant en de
gevangenis had geen zekerheid of duidelijkheid over de
levertermijnen. De aanvragen konden in principe op elk
moment in de week gebeuren en zonder formele
voorwaarden.
De nieuwe procedure heeft zowel op administratief als op
logistiek vlak verbetering gebracht. Zo zorgt een administratie
ervoor dat de formulieren en het tijdstip van levering parallel
lopen met de gewone kantines. Concreet betekent dit dat het
aanvraagmoment samenvalt met de gewone kantines en dat
de formulieren op dezelfde manier zijn opgesteld. Eenmaal
per week kan men op een vaste dag een bestelling plaatsen.
De levering gebeurt ten laatste een week na de bestelling.
Na een gedetineerdenbevraging en op basis van een analyse
van het koopgedrag stelde de gevangenis bijkomende
producten ter beschikking in de buitenkantine.
Gedetineerden kunnen enkel producten bestellen die op
deze lijst staan. De meeste producten zijn opgenomen in
catalogi met foto’s.
De gevangenis maakte een beperkte lijst van vaste
leveranciers op die de producten leveren en factureren. Elke
leverancier wordt wekelijks bezocht voor alle producten van
die week. De ophaaldienst van het PSC kan door dit systeem
een vaste planning opmaken waardoor het aantal ritten naar
de leveranciers sterk wordt beperkt.
Afdeling A volledig gerenoveerd
De cellen, gangen en grilles van de observatieafdeling werden
opnieuw geschilderd en beschadigd meubilair werd
vervangen. Alle cellen werden voorzien van nieuwe
vliegenramen. De renovatie gebeurde in het kader van goed
beheer en onderhoud. De bedoeling is dat de relatief nieuwe
observatieafdeling haar ‘nieuwheid’ behoudt zodat het eerste
contact van de inkomende gedetineerde met het PSC een
frisse indruk achterlaat. In samenwerking met de
gedetineerden uit de opleiding schilderen en behangen
voerde de technische dienst deze werken uit.
gemiddelde bevolking 165,4
Mannen 165,4
Vrouwen 0,0
Beklaagden 1,3
Veroordeelden 163,0
Geïnterneerden 0,0
Andere 1,1
Gewoon regime 165,3
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,0
Beperkte detentie 0,1
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,0
Gemiddelde capaciteit 170,0
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 2,00
Totaal Attachés 1,00
Totaal Administratief 10,55
Totaal Medisch 1,00
Totaal PSD 6,90
Totaal Bewaking/Techniek 113,55
Totaal Erediensten 1,00
Totaal Buiten kader
totaal 136,00
81
Ontwikkeling van kwaliteitsmeters
Zowel het bewakingspersoneel als de administratieve
diensten ontwikkelden instrumenten die de kwaliteit van het
werk dagelijks meten. De cijfers worden elke dag op het
ochtendrapport bekeken. Deze instrumenten van het
bewakingspersoneel meten de kwaliteit van twee
kernprocessen: de bewegingen met gedetineerden en de
maaltijdbedeling. De administratieve diensten meten o.a. de
termijnen waarbinnen betekeningen gebeuren en de
foutenmarges bij de kantineleveringen. De resultaten vormen
opnieuw de aanleiding om de processen bij te sturen.
Vraaggericht beleid in het landbouwbedrijf en de bakkerij
Het PSC voerde in het landbouwbedrijf en de bakkerij een
enquête uit naar de behoeftes bij de gevangenissen die
momenteel producten afnemen van het PSC Hoogstraten.
Deze behoeftes werden geïnventariseerd en onderzocht op
hun haalbaarheid wat productie betreft. Naar 2011 toe heeft
het PSC de ambitie om een pakket van nieuwe producten, die
aan deze behoeftes beantwoorden, in productie te brengen.
Communicatieplan
Het PSC tracht met haar communicatieplan verschillende
doelstellingen te bereiken: alle personeelsleden moeten
eenvoudig bereikbaar zijn, de communicatielijnen moeten
duidelijk benoemd worden, de communicatievormen dienen
omschreven en uniform te zijn en er moeten systematische
overlegstructuren worden voorzien. Het PSC slaagde erin om
reeds een deel van deze doelstellingen te realiseren. Zo
beschikken alle personeelsleden voortaan over hun
persoonlijk postvakje voor officiële briefwisseling. Het PSC
ontwikkelde ook templates voor de verschillende soorten
communicatie en maakte afspraken over de distributie en
archivering van communicatieacties. Met verschillende
diensten is systematisch overleg opgestart.
82
FOCUS
Relaties van gedetineerden versterken
In 2010 besteedde het PSC extra aandacht aan de affectieve
relaties van gedetineerden en dan vooral aan de relaties met
hun kinderen.
Kindvriendelijk ingerichte bezoekruimtes
Het PSC voorzag in de bezoekruimtes speciale kruipruimtes
opgebouwd rond een kindvriendelijk thema zoals de zee of
panda’s. Een grote zachte kruipruimte biedt speelplezier aan
de allerkleinste bezoekers (1- tot 4-jarigen). De ouders kunnen
tijdens het bezoek de klassieke bezoektafel verlaten en met
hun kinderen spelen. Voor de oudere kinderen (vanaf 4 jaar)
zijn teken- en legotafels voorzien. Ouders kunnen met hun
kinderen tijdens het bezoek ook gezelschapsspellen spelen.
Tijdens de zomerperiode vindt het maandelijks kinderbezoek
plaats in een nieuw ontworpen openluchtspeeltuin. De
technische dienst legde samen met enkele gedetineerden
deze speeltuin in de zomer van 2010 aan. De speeltuin wil
zoveel mogelijk het gevoel geven van een echte speeltuin
buiten de gevangenis. De gevangenis is vanuit de speeltuin
niet zichtbaar. Alle speeltuigen zijn gericht op samen spelen
als gezin.
Het PSC legde bovendien de eerste contacten met de
afdeling van de Academie voor Schone Kunsten om een
project op poten te zetten waarbij de leerlingen van de
Academie zich inzetten voor een kindvriendelijke ‘restyling’
van de bezoekzalen én van het parcours naar de bezoekzalen.
Aangepast regime met aandacht voor het gezin
Het PSC maakte een jaarkalender voor 2011 op met vijf
nieuwe initiatieven die de persoonlijke relaties van
gedetineerden ondersteunen. De nadruk lag op de
normalisatie van de gevangeniscontext waarin de partners
mekaar zien. Het PSC werkt zoveel mogelijk naar analogie met
de vrije wereld. Zo kunnen gedetineerden met hun partner
deelnemen aan een restaurantavond of een
theatervoorstelling en infosessies bijwonen rond opvoeding
en opvoedproblemen. Het PSC laat gedetineerden toe om,
onder begeleiding van een professional, een verhaal of een
boodschap in te spreken voor hun kinderen. Deze
opgenomen verhalen kunnen de kinderen dan thuis
beluisteren. Gedetineerden met tienerkinderen kunnen
deelnemen aan ‘coolere’ activiteiten, waaronder
djembélessen.
Bezoek van de kinderrechtencommissaris
Het PSC deed beroep op een externe en onafhankelijke
organisatie die haar visie kan geven op de genomen
initiatieven. De kinderrechtencommissaris kwam op bezoek
en gaf zijn advies over de realisaties van het PSC tot nog toe.
Dit was een impuls om de activiteiten te blijven ondersteunen
en verder uit te werken.
83
HuyDe gevangenis van Hoei behoort tot de kleinste inrichtingen
van het land en werd gebouwd in 1871. Zij deed
oorspronkelijk dienst als arresthuis maar er worden vandaag
ook veroordeelden ondergebracht.
Voordracht en debat door Jean-Marc Mahy
De film ‘Liberté sur paroles’ van Jean-Marc Mahy en Daniel
Nokin is in aanwezigheid van de makers aan 45 gedetineerden
vertoond. Op initiatief van de gevangenis en de vzw ‘Aide et
reclassement’ kreeg het publiek een film te zien die het
levenspad schetst van de hoofdacteur Jean-Marc Mahy vanuit
zijn persoonlijke ervaringen. Naar aanleiding van de vertoning
en het daaropvolgende debat kon van gedachten worden
gewisseld over het leven na de detentie. Daarbij kwamen
allerlei thema’s aan bod, gaande van beroeps(her)oriëntatie
tot huisvesting, samenwonen en de problemen die gepaard
gaan met de re-integratie in de maatschappij. De gesprekken
waren heftig maar diepgaand. Alle deelnemers haalden
persoonlijke elementen aan.
De maatschappij evolueert veel sneller dan het leven in de
gevangenis. De gedetineerden hebben het dan ook moeilijk
om hiermee om te gaan wanneer zij hun re-integratie
voorbereiden en hierbij rekening moeten houden met de
eisen van de strafuitvoeringsrechtbank en van de directie
Detentiebeheer van het DG EPI.
Hoei
Uiteindelijk was iedereen tevreden over het debat aangezien
daarbij de realiteit van het gevangenisleven naar voren kwam
en mogelijke oplossingen werden aangereikt.
Voordracht en debat ‘Où trouver du travail?’
De voordracht ‘Où trouver du travail?’ werd georganiseerd
door de gevangenis van Hoei, de vzw ‘Aide et Reclassement’,
Forem en het ‘Comité Subrégional de l’Emploi et de la
Formation’. Zo kregen een dertigtal gedetineerden de kans
gemiddelde bevolking 75,5
Mannen 75,5
Vrouwen 0,0
Beklaagden 30,7
Veroordeelden 44,7
Geïnterneerden 0,0
Andere 0,1
Gewoon regime 74,4
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,0
Beperkte detentie 1,0
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,0
Gemiddelde capaciteit 64,0
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 2,00
Totaal Attachés
Totaal Administratief 10,45
Totaal Medisch
Totaal PSD 2,50
Totaal Bewaking/Techniek 64,65
Totaal Erediensten 0,20
Totaal Buiten kader
totaal 79,80
84
Infokanaal
Sinds 2010 hebben de gedetineerden via hun televisietoestel
toegang tot een intern infokanaal. Het wordt uitgezonden op
een van de twee kanalen van Be tv. De uitzendingen worden
doorlopend herhaald en gaan over de rechten en plichten
van de gedetineerden maar ook over de opleidingen en de
verschillende activiteiten die de inrichting aan de
gedetineerden aanbiedt.
om de vertegenwoordigers van deze verschillende
organisaties te ontmoeten.
Het debat werd gevoerd volgens het principe van vraag en
antwoord, waardoor de onderwerpen concreet bleven en
dicht aanleunden bij de situaties die iedereen meemaakt. De
verschillende sprekers konden dan ook een antwoord geven
op ieders vragen:
> welk beroep wil ik uitoefenen?
> waar kan ik werk vinden?
> wat moet ik daarvoor doen?
> welke competenties heb ik nodig?
> wat zijn de arbeidsvoorwaarden?
> welke opleidingen moet ik volgen en wat zijn de
voorwaarden om een opleiding te kunnen volgen?
> is er al dan niet een officiële goedkeuring nodig?
Aan het eind van het debat werd gevraagd naar de richtingen
met veel toekomstmogelijkheden zoals informatica, talen en
handenarbeid.
85
FOCUS
Heropening werkplaats CDRGA
Voor de gevangenis van Hoei is de tewerkstelling van de
gedetineerden steeds een terugkerend probleem geweest,
aangezien de lokalen die bestemd zijn voor de CDRGA heel
moeilijk bereikbaar en beperkt in ruimte zijn. De economische
crisis maakte de situatie nog moeilijker zodat de werkplaats
eind maart 2007 werd gesloten. Sindsdien was er voor de
gedetineerden geen werk meer in de ateliers. De enige
werkmogelijkheden voor de gedetineerden waren
huishoudelijk werk, technisch werk en werk in de keuken. Dit
komt neer op 25 werkplaatsen voor heel de inrichting, wat
een veel te beperkt werkaanbod was.
Twee medewerkers van de CDRGA werden dan ook verzocht
om ondernemingen in de buurt te contacteren om hen
diensten aan te bieden. Meer dan 100 e-mails werden
verstuurd, maar weinige werden beantwoord.
Begin 2010 werden toch de eerste contacten gelegd met de
onderneming ‘Comptoir de Russie’. Door die contacten kon
begin mei 2010 een project worden opgestart. Enkele
gedetineerden voerden tests uit. De werkplaats werd
opnieuw geschilderd op kosten van de onderneming, opdat
de hygiënevoorwaarden vervuld zouden zijn en de
werkomgeving aangenaam zou zijn. De productie startte in
juli 2010 met 20 gedetineerden. Het werk bestaat uit het
vouwen en het voorvormen van kartonnen dragers en uit
kwaliteitscontrole. Op de kartonnen dragers kunnen taarten
en fijne bakkersproducten worden geplaatst. Eenmaal dit klaar
is, moeten de gedetineerden de afgewerkte producten
volgens een plan dat voor ieder product is opgemaakt,
verpakken, thermisch lassen, thermisch krimpen en tot slot op
een pallet plaatsen.
Het hele jaar door werken 15 tot 20 gedetineerden van 7u30
tot 11u15 en van 12u45 tot 15u15. Iedere maand krijgen zij
hiervoor ongeveer 250 euro. De gedetineerden die hier
werken, vormen een evenwichtig team. Zij werken in goede
verstandhouding en helpen elkaar. Door de creatie van deze
15 tot 20 arbeidsplaatsen kunnen de gedetineerden voldoen
aan elementaire behoeften, kunnen zij hun levenscomfort in
de gevangenis verbeteren en kunnen zij de families van de
slachtoffers buiten de gevangenis helpen. Na deze eerste
ervaring met de onderneming ‘Comptoir de Russie’ volgden
nog andere gerichte werkzaamheden voor rekening van
kleine lokale ondernemers. De inrichting is op de goede weg.
Als de infrastructuur het mogelijk maakt, moet de werkplaats
van de CDRGA van de gevangenis in Hoei op middellange
termijn worden uitgebreid, zeker na de grote werkzaamheden
die in de inrichting zijn gepland.
86
IeperDe gevangenis van Ieper is een kleine gevangenis. Zij
werd in 1876 in gebruik genomen als arresthuis maar doet
ondertussen ook dienst als strafhuis. Tijdens de Tweede
Wereldoorlog werd de gevangenis volledig vernield en in
1919 weer opgebouwd. In de jaren ’70 werd een vleugel
bijgebouwd en eind jaren ’90 werd zij grondig gerenoveerd.
Interne opleidingscel
Na een sterkte- zwakteanalyse bij het personeel besloot de
gevangenis van Ieper om een eigen opleidingscel binnen de
gevangenismuren op te richten. Uit de analyse bleek immers
dat verschillende personeelsleden expert zijn binnen hun
vakgebied en de gevangenis vond het nuttig dat deze kennis
kon worden doorgegeven. De interne opleidingscel bestaat
uit personeelsleden uit alle geledingen van de gevangenis,
zowel uit het bewakingskader als uit de administratie.
Ter voorbereiding nam de gevangenis een enquête af bij het
personeel waarin werd gepolst naar hun opleidingsnoden.
Ook werd bekeken wie bereid was om deel uit te maken van
de opleidingscel. De personeelsleden die wilden deelnemen,
werden verantwoordelijk gesteld voor specifieke opleidingen
in hun vakgebied. De ‘opleiders’ geven aan hun collega’s
vooral training op de werkvloer. Tijdens deze opleidingen
komen de procedures aan bod die wat verwaterd zijn of
nieuwe processen die om extra uitleg vragen. Daarnaast
organiseert de cel ook meer intensieve opleidingen in groep
over het nieuwe fouilleplan, het interventieplan, de werking
van het nieuwe accesgebouw, de opleiding bad, enz.
Heropleving van de werkplaats
In de werkplaats wordt voornamelijk stukwerk afgeleverd
waarbij gedetineerden producten verpakken, labelen
of monteren. In 2009 kon de gevangenis slechts enkele
gedetineerden tewerkstellen maar 2010 bracht beterschap,
mede dankzij de inspanningen van het team van de
werkplaats.
In 2010 slaagde de gevangenis erin om enkele nieuwe
aannemers aan te trekken en met de bestaande aannemers
regelmatig overlegmomenten te organiseren om continue
opdrachten mogelijk te maken. De gevangenis kan opnieuw
30 à 40 gedetineerden per dag aan het werk zetten. De
gedetineerden werken in de voormiddag van 7u00 tot
12u00, maar door het vele werk en in functie van een goede
service werken zij ook regelmatig in de namiddag opdat de
bestellingen tijdig bij de klanten kunnen worden afgeleverd.
De stockageruimte werd uitgebreid en is nu volledig benut.
gemiddelde bevolking 105,2
Mannen 105,2
Vrouwen 0,0
Beklaagden 70,1
Veroordeelden 33,1
Geïnterneerden 0,2
Andere 1,8
Gewoon regime 100,2
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,0
Beperkte detentie 5,0
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,0
Gemiddelde capaciteit 67,0
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 1,00
Totaal Attachés 1,80
Totaal Administratief 8,75
Totaal Medisch 1,00
Totaal PSD 3,75
Totaal Bewaking/Techniek 65,60
Totaal Erediensten
Totaal Buiten kader
totaal 81,90
87
Opfrissing van gangen en cellen
De gevangenis herschilderde in 2010 alle cellen. Deze
renovatie was meer dan nodig maar niet vanzelfsprekend in
een arresthuis met een overbevolking van meer dan honderd
procent. In de praktijk betekent dit immers dat dagelijks
één cel niet beschikbaar was. Het schilderen van de duo- en
quatrocellen was dan ook geen sinecure. De schilderwerken
gebeurden volledig in eigen beheer en werden uitgevoerd
door de technische dienst en hun dienders. Alle cellen
zijn geverfd in een neutrale kleur die mooi aansluit bij het
kleurenpalet van de gangen. Het herschilderen van de
cellen vergemakkelijkt ook de celcontroles. In geval van
beschadiging kan ook sneller worden opgetreden aangezien
het vóór de schilderwerken vaak moeilijk was om uit te maken
of het al dan niet om recente beschadigingen ging.
Buren bij Kunstenaars
In oktober 2010 sloot de gevangenis van Ieper zich aan bij
het project ‘Buren bij kunstenaars’ dat werd georganiseerd
door de provincie West-Vlaanderen. Tijdens een creatieve
workshop vervaardigden enkele gedetineerden, samen
met een professionele kunstenaar, verschillende beeldende
kunstwerken uit plastic flessen en tape.
Deze werken werden op 17 oktober 2010 tentoongesteld in
het sas van het nieuwe accesgebouw en de tentoonstelling
was voor een breed publiek toegankelijk. Naast de
beeldende kunstwerken konden de toeschouwers ook de
schilderijen, gedichten, schetsen en etsen bewonderen van
gedetineerden die zij tijdens de tweewekelijkse creatieve
ateliers maakten. Tijdens de tentoonstelling was ook een
projectie te bekijken over het leven in de gevangenis.
Personeelsleden van de gevangenis en van de Vlaamse
Gemeenschap gaven aan de bezoekers een woordje uitleg
over de kunstwerken en de hulp- en dienstverlening in
de gevangenis. Na een hapje en een drankje konden de
bezoekers het gastenboek invullen dat de gedetineerden van
de workshops nadien konden inkijken. De tentoonstelling trok
maar liefst 240 bezoekers aan.
88
FOCUS
Nieuw accesgebouw
Verbouwingsplan
Het verbouwingsplan van de gevangenis van Ieper voorziet
drie fasen. In 2007 werd de nieuwe wandeling in gebruik
genomen. Het nieuwe accesgebouw is het resultaat van de
tweede fase. Als derde, laatste en grootste fase start in 2011
de afbraak van alle bijgebouwen van de gevangenis om twee
nieuwe vleugels te bouwen.
Voorbereidende werken
De gevangenis kreeg in de zomer een zicht op de definitieve
structuur van het nieuwe gebouw en het was duidelijk dat
een volledig andere manier van werken nodig zou zijn. Het
nieuwe gebouw toonde immers weinig gelijkenissen met de
toenmalige verouderde inkom: de loge van de portier is
helemaal afgesloten, binnen- en uitgaand bezoek worden
gescheiden, de doorgang voor het personeel en het bezoek is
voortaan ook gescheiden, er wordt gewerkt met elektrische
deuren, enz.
Het personeel van de gevangenis sloeg onmiddellijk de
handen in elkaar om de verhuis en de ingebruikname voor te
bereiden. De nieuwe procedures en werkprocessen werden
op papier gezet en de nieuwe functiebeschrijvingen voor de
portiersloge werden uitgewerkt. De technische dienst zorgde
voor de nodige ondersteuning en werkinstrumenten.
Na de afwerking en de aansluiting van alle elektrische
voorzieningen werd de installatie een dag getest. Een aantal
personeelsleden van de DOGV namen de rol op van bezoeker.
Het personeel kon zo inspelen op mogelijke toekomstige
situaties. Tegelijkertijd kregen de personeelsleden de kans om
de werking uit te testen van het bedieningspaneel van de
elektrische deuren, de vleugelpoort en de schuifpoort. Na de
evaluatie van deze testen werden bepaalde procedures verder
uitgewerkt en aangevuld in functie van een optimale werking.
Officiële opening
Op 17 december 2010 was het dan eindelijk zover: het nieuwe
toegangsgebouw werd in gebruik genomen. Aangezien de
portiersloge onmiddellijk operationeel moest zijn, werd alles
op één dag verhuisd. De eerste twee dagen was er geen
bezoek voor de gedetineerden zodat het personeel zich kon
inwerken en kleine problemen kon op lossen. In het weekend
van 19 december was de loge volledig operationeel voor het
bezoek.
Gebruiksvriendelijke en veilige ruimte
Het nieuwe accesgebouw bestaat uit een grote en
comfortabele veilige ruimte voor het portiersteam. Op de
bovenverdieping is een ontspanningsruimte voor het
personeel voorzien en in de gescheiden kleedkamers staan
moderne sanitaire voorzieningen en douches. Elk
personeelslid beschikt over een eigen kast en kan zich nu
omkleden alvorens het cellulair binnen te komen.
De bezoekers beschikken over voldoende en kleurrijke kastjes
om hun spullen te deponeren en de doorgang tussen binnen-
en uitgaand bezoek is gescheiden. Er zijn mooie en moderne
wachtruimtes met sanitaire voorzieningen voor de bezoekers
voorzien. Ook het nieuwe sas is veel ruimer en eveneens
geschikt voor vrachtwagens waardoor de industriële poort
minder gebruikt wordt.
De contacten tussen het personeel en de bezoekers zijn nu
minder persoonlijk. Daar waar de portier vroeger gemakkelijk
de loge kon verlaten om een handje te helpen en de
hulpportier in het poortgebouw aanwezig was, gebeurt nu
alles via intercom vanuit de loge. De oude poorten zijn
vervangen door elektrische deuren en poorten met
deuraanvraag.
Uit een eerste evaluatie blijkt dat de ingebruikname van het
nieuwe accesgebouw een grote verbetering betekent voor
zowel personeel, externe diensten als bezoekers. In 2011 zal
de gevangenis de werking regelmatig evalueren om kleine
problemen op te lossen en verbeterprocessen uit te werken.
89
IttreDe gevangenis van Itter is een van de recentste
gevangenissen in België. In 2002 werd zij in gebruik genomen
als strafhuis en is een van de hoogbeveiligde gevangenissen
in het land.
Brandweeropleiding
De gevangenis van Itter investeerde in een grootschalig
project om het welzijn van de werknemers en de
gedetineerden te bevorderen. Enkele teams werden opgericht
met mensen die een brandweeropleiding kregen. Het
bijzondere aan deze opleiding was dat zij gegeven werd door
eigen gekwalificeerd personeel en dat het theoretische
gedeelte en de praktijkoefeningen mooi op elkaar aansloten
om zo oefeningen te kunnen doen binnen de ganse
inrichting.
Overlegorganen voor gedetineerden
In het kader van het operationeel plan 2010-2012 richtte de
gevangenis van Itter een werkgroep overlegorganen op. De
groep kwam reeds drie keer samen, bepaalde het algemeen
werkkader en stelde de agenda op van de stappen die
moeten genomen worden voor de oprichting van het
overlegorgaan. De uitdagingen zijn groot en beantwoorden
aan verschillende richtlijnen uit de basiswet.
Het personeel dat deel uitmaakt van de werkgroep is zeer
enthousiast en de toekomstige voordelen van dit instrument
zijn reeds duidelijk. De laatste nota van de directeur-generaal
rond de overlegorganen stimuleert de inrichting om het werk
voort te zetten en er een prioriteit van te maken. Het is de
bedoeling dat de eerste vergaderingen plaatsvinden in
september 2011. Het vraagt immers tijd om de verschillende
partijen te informeren en te motiveren om zo een goede
uitvoering van het instrument te garanderen.
Re-integratieplatform
Sinds eind 2008 organiseert de gevangenis van Itter re-
integratieplatforms met een werkgroep bestaande uit een
directeur, twee leden van de psychosociale dienst en twee
leden van de diensten voor hulpverlening aan gedetineerden.
Enerzijds is het de bedoeling de samenwerking tussen de
diensten die de gedetineerden tijdens en na hun detentie
moeten ontmoeten te verbeteren, evenals hun kennis van de
regels van het gevangeniswezen. Anderzijds is het de
bedoeling om het doelpubliek beter te kunnen doorverwijzen
dankzij een beter begrip van het netwerk. Ten slotte vindt de
gevangenis dat dit soort ontmoeting op termijn, zowel
kwantitatief als kwalitatief, een meerwaarde zal betekenen
voor de gedetineerden en de betrokken partijen. De enen
kunnen op meer coherente wijze hun re-integratie begrijpen
terwijl anderen bijvoorbeeld voorkomen dat nutteloze
afspraken worden gemaakt, dat er overlappingen zijn, enz. In
de praktijk vinden deze platforms vier keer per jaar plaats en
zij kennen een groot succes. Meer dan twintig externe
actoren en een vijftigtal gedetineerden schreven zich in.
itteritter
gemiddelde bevolking 416,6
Mannen 416,6
Vrouwen 0,0
Beklaagden 10,3
Veroordeelden 406,3
Geïnterneerden 0,0
Andere 0,1
Gewoon regime 416,6
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,0
Beperkte detentie 0,0
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,0
Gemiddelde capaciteit 429,8
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 6,00
Totaal Attachés 3,00
Totaal Administratief 23,65
Totaal Medisch 5,55
Totaal PSD 15,70
Totaal Bewaking/Techniek 321,55
Totaal Erediensten 0,50
Totaal Buiten kader
totaal 375,95
90
Afvalsortering
In samenwerking met de gedetineerden en enkele
medewerkers nam de gevangenis het initiatief om
afvalsortering mogelijk te maken in de open afdelingen met
gevolgen voor de helft van de gevangenisbevolking of zo’n
222 gedetineerden. Glas, papier, karton en PMD worden
gesorteerd. Er is een budget van 2 818 euro vrijgemaakt voor
de aankoop van vuilnisbakken voor afvalscheiding.
Het project werd opgestart in september 2010. Er wordt een
evaluatie gepland na een jaar om de haalbaarheid te
analyseren en deze afvalsortering naar de volledige
gevangenisbevolking uit te breiden. Nu al ziet de inrichting de
hoeveelheid afval verminderen. De diverse initiatiefnemers
van het project zorgen voor een constante aanpassing om
tegemoet te komen aan de problemen die zich voordoen op
het terrein zoals opslag van afval, problemen bij de
opruiming, betere informatie, enz.
91
FOCUS
Opleiding brandveiligheid
In het kader van het operationeel plan en in
overeenstemming met het arbeidsreglement werden de
opleidingen ‘evacuatieprocedure bij brand’ en ‘eerste
interventieploeg bij brand’ op touw gezet. Voor deze laatste
opleiding werd via een dienstnota een oproep tot kandidaten
gedaan met het oog op een efficiënte en permanente
dienstverlening (24u/24u-dienst). In alle penitentiaire
inrichtingen samen hebben ongeveer 80 personen
deelgenomen. Gelet op de kostprijs van de externe
opleidingen en het geringe aantal toegelaten kandidaten
voor die opleiding, werd beslist alle kandidaten via een
interne opleiding voor te bereiden. Deze opleiding werd
gegeven door drie personeelsleden die, naast hun beroep
van penitentiair bewakingsassistent, als vrijwilliger de taken
van brandweerman uitvoeren.
Nog voor de opleiding van de vierde groep, kan men reeds
spreken van een succes. De deelnemers zijn gedisciplineerd
en gemotiveerd. Het werk als vrijwilliger is daar zeker niet
vreemd aan. Zodra alle penitentiaire inrichtingen de opleiding
gevolgd hebben, kunnen de evacuatieoefeningen van start
gaan. Deze reddingshandelingen kunnen zeer nuttig zijn voor
iedereen, op het werk (voor collega’s en gedetineerden) en in
het dagelijks leven. Om dit initiatief te illustreren, vertelt een
van de deelnemers zijn ervaringen.
Edouard De Melotte, penitentiair bewakingsassistent in Itter
sinds november 2002, aan het woord:
Jij hebt de opleiding ‘eerste interventieploeg bij brand’ gevolgd. Wat was jouw motivatie om die opleiding te volgen?“Ten eerste biedt de organisatie ons de mogelijkheid een
opleiding te volgen: iets waarvoor niet altijd de tijd wordt
genomen in het dagelijks leven. Voorts hebben er zich in onze
inrichting reeds verschillende aanzetten tot ‘celbrand’
voorgedaan, met als gevolg dat verschillende collega’s door
rook werden bevangen omdat zij de nodige kennis misten en
niet wisten hoe zij op een veilige manier moesten ingrijpen.
Dat heeft mij overtuigd om deel te nemen aan deze
opleiding, wetende dat het ook op persoonlijk vlak nuttig zou
kunnen zijn.”
is jouw gedrag op jouw werkplaats sindsdien veranderd?“Ik besteed meer aandacht aan de middelen voor
brandpreventie en -bestrijding die wij ter beschikking
hebben, maar ook aan respect voor het materiaal en de
veiligheidsadviezen.”
Heb jij sindsdien een gevoel van verantwoordelijkheid en voorlichting ten aanzien van jouw collega’s en jouw werkmateriaal, wat brandpreventie betreft?“Ja, omdat wij een verkeerd idee hadden over het risico tot
gevaar door het vele ijzerwerk en beton in de gevangenis. De
opleiding maakt ons bewust van de gevaren en risicovolle
ruimtes en tevens van de belangrijke aanwezigheid van
mogelijke slachtoffers, zoals in elk ander openbaar gebouw. In
de mate van het mogelijke probeer ik de collega’s en
gedetineerden te wijzen op de handelingen en acties die voor
verbetering vatbaar zijn en hun aandacht te vestigen op de
noodzaak om de veiligheidsregels goed na te leven.”
Zal deze opleiding volgens jou ook haar nut bewijzen in jouw dagelijks leven?“Ja, omdat ik nu vertrouwd ben met de efficiënte uitvoering
van de eerste handelingen en acties in geval van brand. Ik heb
ook de preventiemiddelen leren kennen en toen ik mijn zoon
in het kinderdagverblijf ging ophalen, viel mijn oog op de
verschillende preventie-instructies in dat gebouw. Voordien
had ik daar nooit aandacht aan besteed.”
Heb jij zin om dit soort opleiding te volgen, bijvoorbeeld het leren van hart- en long reanimatie en het gebruik van een semi-automatische defibrillator? “Jazeker, omdat zij mij aanvullend en nuttig lijkt. Enkele
collega’s of gedetineerden zijn ernstig onwel geweest. Wij
hebben het materiaal ter beschikking en het zou zeer handig
zijn om het met kennis van zaken te kunnen gebruiken.”
is jouw visie op brandgevaar, risico’s en brandbestrijding veranderd? “Niet wat de risico’s en gevaren betreft, omdat ik jammer
genoeg zoiets vreselijks al heb meegemaakt, maar dankzij de
opleiding ken ik nu de verschillende manieren van optreden
in geval van brand.”
Mocht jij een boodschap aan jouw omgeving willen meegeven, welke zou dat zijn?“Zich behoorlijk informeren en zich strikt houden aan de
veiligheidsregels en -adviezen, zowel in het beroepsleven als
in het privéleven. Degenen die de kans hebben, raad ik aan
zo’n opleiding te volgen”.
92
JamioulxIn 1975 werd de gevangenis van Jamioulx in gebruik
genomen als arrest- en strafhuis. De inrichting is niet
gebouwd volgens het bekende Ducpétiaux-model maar in
een vierkant. Alle cellen hebben uitzicht op een wandeling
van één hectare. De gevangenis heeft ook een psychiatrische
annex. Op drie van de negen secties heerst een open regime.
Algemene opleidingen voor gedetineerden
In het verleden hebben verschillende factoren ertoe geleid
dat de algemene opleidingen die in de gevangenis van
Jamioulx werden gegeven, werden afgeremd en vervolgens
stopten. Eind 2009 vond in de gevangenis van Jamioulx geen
enkele algemene opleiding meer plaats. In 2010 werden
enkele contacten opnieuw verbeterd. De samenwerking
met de partners van de Franse Gemeenschap en van de stad
Charleroi heeft op het einde van het jaar tot een nieuwe
opleidingskalender voor 2011 geleid. Verschillende remmende
factoren zijn aangepakt, wat leidde tot:
> de afwijking van de regel die de minister van Onderwijs van
de Franse Gemeenschap stelt om de opleiders van de regio
Charleroi toestemming te geven les te geven in de regio
Ham sur Heure/Nalinnes waar de gevangenis van Jamioulx
gelegen is
> de vrijstelling van het inschrijvingsrecht voor de
gedetineerde stagiairs
> de inschrijvingsmogelijkheid voor de buitenlandse
gedetineerden, zelfs voor hen van wie de
verblijfstoestand niet in orde is
De inrichting moest niet alleen rekening houden met
deze moeilijkheden, maar ook de selectie van de stagiairs
aangezien het aantal inschrijvingen een beeld geeft van de
algemene interesse. Na lange voorbereidingen werd een
opleidingsagenda opgesteld waarbij ruimte blijft voor andere
initiatieven zoals Frans als vreemde taal, waarnemingstekenen,
een basisopleiding informatica en een basiscursus Engels.
Het programma zal starten begin 2011. Tegelijkertijd
stelde de vzw Avanti, die een aantal kwalificerende
opleidingen organiseert (bv. betegelen en het aanpakken
van bouwberoepen), een volledig programma met
toneelworkshops voor dat eind 2010 startte en vanaf begin
2011 verder zal ontwikkeld worden.
Preventieacties voor risico’s verbonden aan drugsgebruik
De lokale stuurgroep Drugs (LSD) tracht dit thema te bekijken
binnen een bredere context van gezondheidspromotie.
In 2010 organiseerde de inrichting de actie ‘Boule de
neige’ in samenwerking met de lokale partners van de
regio Charleroi (vzw Carolo Rue en vzw Le Comptoir).
Gedetineerde vrijwilligers, al dan niet gebruikers, krijgen een
specifieke opleiding. Vervolgens verzamelen zij bij andere
gedetineerden die anoniem blijven informatie over hun
verslavingen en hun wijzen van gebruik. Deze uitwisselingen
vormen het moment waarop de preventieactie wordt
uitgevoerd.
gemiddelde bevolking 333,0
Mannen 333,0
Vrouwen 0,0
Beklaagden 208,4
Veroordeelden 88,1
Geïnterneerden 35,2
Andere 1,3
Gewoon regime 331,6
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,0
Beperkte detentie 1,4
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,0
Gemiddelde capaciteit 221,9
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 4,80
Totaal Attachés 1,00
Totaal Administratief 22,90
Totaal Medisch 8,70
Totaal PSD 12,75
Totaal Bewaking/Techniek 219,50
Totaal Erediensten 2,10
Totaal Buiten kader
totaal 271,75
93
De dubbele evaluatie door de LSD en door twee
gedetineerden die de deelnemende gedetineerden
vertegenwoordigen, was positief. Een vijfde van de
gedetineerden wilde antwoorden op de vragen van hun
medegedetineerden. De diversiteit qua afkomst bood de
mogelijkheid om een zo groot mogelijk doelpubliek te
bereiken. De aanwezigheid van externe organisatoren zorgde
bovendien voor een link met de buitenwereld die nuttig is
op het tijdstip van de invrijheidstelling. De actie zelf leidde
tot een informatiecampagne over de risico’s die verbonden
zijn aan het delen van persoonlijke voorwerpen tussen
gedetineerden (bv. een tondeuse, een scheerapparaat, een
tandenborstel, enz.).
Het druggebruik van gedetineerden is een feit. Het is
nuttig gebleken de mensen op het terrein de kans te
geven hun kennis en hun competenties in dit specifieke
domein te vergroten. De doelstelling van de opleiding
bestond erin de deelnemers de mogelijkheid te bieden hun
persoonlijke mening te geven, hen oplossingen te bieden
om het drugsgebruik in het gevangeniswezen te kunnen
begrijpen en hen bewust te maken van de principes van
de risicobeperking. 27 personeelsleden uit de verschillende
diensten van de gevangenis volgden deze opleiding,
georganiseerd door vzw Modus Vivendi, gevolgd. Overigens
werd het team ‘Agents Relais Santé’ (ARS) (werknemers die
fungeren als tussenpersoon rond gezondheid) vernieuwd
om een actieve dynamiek te behouden op het vlak van
gezondheid in het gevangeniswezen. 12 personeelsleden
volgden een opleiding die hen de mogelijkheid moet
bieden om aan de gedetineerden informatie te geven
over hygiëne, voeding, tuberculose, SOA’s, enz. Bovendien
werd een brochure ‘les bons réflexes’ verspreid onder het
bewakingspersoneel.
Versterking van Steunfonds voor gedetineerden
De uitgaven die worden gedragen door het Steunfonds
voor gedetineerden zijn de laatste jaren toegenomen,
onder meer voor de toekenning van sociale bijstand aan
behoeftigen, bijstand aan in vrijheid gestelde gedetineerden
en de toekenning van een hygiënische set in de gevangenis.
Er waren acties nodig om het voortbestaan ervan en het
behoud van de toegekende hulp mogelijk te maken. Diverse
nieuwe kantines werden georganiseerd zoals sandwiches,
pizza’s, ijsjes in de zomer, enz. Het aanbod warme en
koude dranken is uitgebreid en gevarieerder. Er is eveneens
een project rond de reorganisatie van de wekelijkse
kantines opgestart. Alle bestellingen, ook van de artikelen
waaruit geen enkele winst wordt gehaald (bv. elektrische
huishoudapparatuur), worden afgehandeld via een systeem
van levering aan huis. De winstperspectieven voor het
Steunfonds zijn gunstig.
Projecten duurzame ontwikkeling
De gevangenis van Jamioulx engageert zich volledig om een
duurzaam beleid te voeren en maakte in 2010 verder werk van
haar recyclagebeleid. Om te kunnen recycleren, recupereerde
de inrichting afval zoals frituurolie en/of -vet, hout, gebruikte
batterijen (ook batterijen die door het personeel van
thuis worden meegebracht), elektrisch of elektronisch
afval en apparatuur, papier, toners en inktcartidges (via
plaatselijke vzw’s), voedselresten uit de keuken door een
recyclagefirma in biomethaan en compost en PMD op de
gemeenschapsafdelingen, semi-gemeenschapsafdelingen
en voor het personeel. De levering van bederfelijke voeding
gebeurt voortaan in kunststof bakken zodat het aantal
kartonnen en plastic zakjes beperkt blijft. Tot slot worden de
maaltijden aan de gedetineerden in kartonnen bakjes van de
leveranciers verdeeld om de hoeveelheid plastic afval laag te
houden.
94
FOCUS
Culturele activiteiten
In de gevangenis van Jamioulx verblijven gemiddeld meer
dan 400 gedetineerden met zeer verschillende culturele
achtergronden. In november 2010 waren 54 nationaliteiten
vertegenwoordigd. Het is dan ook geen kinderspel om
activiteiten te organiseren waarvoor iedereen warm loopt. De
concurrentie van televisie weegt bovendien zwaar. In 2010
brainstormde de gevangenis samen met de vzw Avanti over
activiteiten die inspelen op wat leeft bij de gedetineerden en
die aan hun verwachtingen voldoen.
Op 20 november konden de gedetineerden een funk/
rockconcert van de groep Mister Muffin and the Sticky Bones
bijwonen. Het optreden was een succes en de vraag naar een
bisnummer was groot. De artiesten slaagden erin om het
woord ‘cultuur’ een modernere en meer toegankelijke
betekenis te geven. De gedetineerden kwamen tot het besef
dat cultuur geen abstract concept is, maar verschillende en
dynamische vormen kan aannemen.
Van 15 tot 21 november vond daarnaast een tentoonstelling
plaats in het teken van het werk van kunstenaar Piet
Vandenhende. Deze man, die zichzelf omschrijft als ‘ex-
alcoholist, ex-dakloze en ex-gedetineerde’, heeft de weg naar
de re-integratie gevonden via de schilder- en
beeldhouwkunst. In samenwerking met het ‘Maison de la
laïcité’ van Charleroi werden verschillende van zijn werken
tentoongesteld in de projectiezaal van de gevangenis en
mochten de gedetineerden per afdeling de kunstwerken
gaan bekijken.
Tijdens twee avonden vond ook een debat met het publiek
plaats over thema’s zoals delinquentie, de zin van detentie en
re-integratie. De boodschap kwam duidelijk over en gaf een
aantal gedetineerden hoop. Verschillende van de
kunstwerken werden vervolgens in de bezoekersruimte
geplaatst zodat ook de familieleden deze kunstenaar konden
ontdekken. De reacties waren unaniem positief.
Tijdens het laatste trimester van 2010 startte het gezelschap
‘Créa d’âmes’ bovendien met wekelijkse theaterworkshops.
Via deze toegankelijke en concrete cultuurvorm waarin
samenwerking centraal staat, kunnen gedetineerden hun
sociale vaardigheden verbeteren. Zij maken kennis met
theater-, zang- en stemtechnieken en leren kostuums
ontwerpen en decors opstellen. Samen bereiden zij een
theaterstuk voor dat wordt voorgesteld aan het einde van het
academiejaar 2010-2011.
Samen met de vzw Avanti stelde de gevangenis het
activiteitenprogramma voor 2011 op. Door om de zes weken
een culturele activiteit te organiseren, behaalt zij de
doelstelling in haar operationeel plan. Ook is de gevangenis
van plan om eind 2011 een concert van het Koninklijk
Kamerorkest van Wallonië te laten doorgaan en laat zij nog
ruimte voor andere initiatieven.
95
LantinDe penitentiaire inrichting van Lantin is gebouwd naar
Amerikaans en Duits model. Zij is de grootste inrichting van
het land en daarom opgesplitst in afzonderlijke entiteiten:
een arresthuis, een strafhuis, een vrouwenafdeling, een
psychiatrische afdeling en een polikliniek. De gevangenis
beschikt ook over een Afdeling Individuele Bijzondere
Veiligheid (AIBV).
Nieuwe bibliotheek in de vrouwenafdeling
Jarenlang konden de gedetineerden in de gevangenis van
Lantin boeken lezen en ontlenen in een kleine bibliotheek.
Een vrijwilliger van de vzw ‘Aide sociale aux Justiciables’
die een voormalige leerkracht Frans is, startte met de
opwaardering van de bibliotheek en lanceerde verschillende
projecten, waaronder leesworkshops. Aangezien er
niet voldoende plaats was voor alle boeken, besloot de
gevangenis om de bibliotheek te verhuizen naar een andere
ruimte. De vrouwenafdeling beschikt nu over een ruime,
verluchte bibliotheek met mooie boekenplanken waarop
ieder boek zijn plaats heeft. Elk boek wordt voortaan correct
gerangschikt, gesorteerd en opgeborgen.
Ontmoeting met schrijvers
In samenwerking met drie vrijwilligers van de vzw ‘Aide
sociale aux Justiciables’ kregen de gedetineerden de
gelegenheid om enkele schrijvers te ontmoeten om hun
leesinteresse aan te wakkeren. De twee gastauteurs voor
deze eerste ontmoetingen waren Karel Logist en Yasmina
Khadra. Het initiatief bleek een groot succes en zowel de
medewerkers als de ingeschreven gedetineerden waren
na afloop enthousiast. Ter gelegenheid van de eerste
ontmoeting bood de Franse Gemeenschap in het kader
van het initiatief ‘Je lis dans ma commune’ (‘Ik lees in mijn
gemeente’) een aantal boekenchques aan waarmee de
gevangenis nieuwe boeken kocht.
Overlegvergaderingen met geïnterneerden van de psychiatrische afdeling
In aansluiting op het gedetineerdenoverleg in het
strafhuis, de zogenaamde ‘Réunions Relais’, besliste de
gevangenisdirectie om deze vergaderingen ook in de
psychiatrische afdeling te organiseren. Dit initiatief maakte
deel uit van de hoofddoelstellingen van de inrichting en is
dan ook ingeschreven in het operationeel plan 2010 – 2012.
Een eerste vergadering vond plaats op 30 juni 2010 en verliep
vlot. Vier geïnterneerden en vier medewerkers van de afdeling
waren aanwezig alsook de directrice die de leiding heeft over
deze afdeling. De groep besprak verschillende onderwerpen
om de werking van de afdeling te verbeteren.
gemiddelde bevolking 934,4
Mannen 859,8
Vrouwen 74,6
Beklaagden 395,6
Veroordeelden 491,7
Geïnterneerden 43,2
Andere 3,9
Gewoon regime 933,8
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,0
Beperkte detentie 0,6
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,0
Gemiddelde capaciteit 694,0
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 8,00
Totaal Attachés 4,00
Totaal Administratief 46,40
Totaal Medisch 16,25
Totaal PSD 24,10
Totaal Bewaking/Techniek 641,95
Totaal Erediensten 4,80
Totaal Buiten kader
totaal 745,50
96
Urban painting
Alpha-Fle, een onderwijsinstelling voor sociale promotie die
een reeks opleidingen in de gevangenis van Lantin geeft,
diende in 2007 bij de Franse Gemeenschap een ‘graffiti’-
project in. De gevangenis werkte dit project in 2010 met
succes uit. Dankzij dit project kunnen gedetineerden tijdens
het graffiti spuiten uiting geven aan hun emoties en de
manier waarop zij hun detentie beleven. Op die manier
leren zij in groep een gemeenschappelijk project op touw
te zetten en helpen zij ook de wandeling te verfraaien. Zij
verbeteren bovendien hun kennis van de Franse taal tijdens
de groepsvergaderingen waarin zij hun mening geven over
de aanpak van het project.
Twaalf gedetineerden van het strafhuis namen deel. Zij
werden onderverdeeld in twee groepen. Voor iedere groep
stonden vijf sessies op het programma met een voorafgaande
brainstorming, een overleg over de keuze van het thema en
drie ‘paint’-sessies op de wandelingen.
Fêtes de la Musique
Na het succes van de eerste editie in 2009 vond in de
gevangenis van Lantin in juni 2010 een nieuwe editie
plaats van het festival Fêtes de la Musique en dit dankzij de
samenwerking tussen de gevangenis, de vzw ‘Aide sociale
aux Justiciables’, de ‘Conseil de la Musique’ van de Franse
Gemeenschap, de dienst Cultuur van de provincie Luik en de
gemeente Juprelle.
De bedoeling is om gedetineerden toegang te geven tot
culturele evenementen zoals bepaald in de Universele
Verklaring van de Rechten van de Mens. Personen van
verschillende culturen ontmoeten elkaar tijdens deze
concerten. Zij praten met elkaar en leren elkaars muziekstijl
kennen. Bovendien is dit een ontmoeting tussen de
verschillende generaties in de gevangenis.
Terwijl dit evenement vorig jaar enkel plaatsvond in het
strafhuis, kon de vrouwenafdeling in 2010 ook meegenieten.
Zo speelden de groepen MRZOUT en SPACECOWBOYS op 18
juni voor de vrouwenafdeling, terwijl de muzikanten van CLEO
en DYNAMIC BAND op 19 juni voor de gedetineerden van het
strafhuis optraden.
97
FOCUS
Theaterstuk ‘MANO ARRIBA!’
Begin 2010 zette de gevangenis onder begeleiding van de
Luikse vzw Acteurs de l’Ombre een workshop
vormingstheater op touw in het strafhuis van Lantin. De
workshop, waaraan acht veroordeelde
gedetineerden deelnamen, kreeg vorm in het toneelstuk
‘Main en l’air!, Mano arriba!’ (Hand omhoog!), dat in oktober
drie keer werd vertoond: voor de gedetineerden van het
strafhuis, voor de vrouwenafdeling en een laatste keer voor
een extern publiek van familieleden van de acteurs,
vertegenwoordigers van verschillende verenigingen en
instellingen, journalisten en magistraten.
De inleidende tekst op de uitnodiging voor het publiek van
de derde voorstelling spreekt voor zich:
Wanneer een leven omslaat in gedwongen isolement,Wanneer een ‘misstap’ je je vrijheid en familie voor jaren ontneemt, Wanneer je elke avond wacht op een dag in de verre toekomst, Wanneer je onophoudelijk denkt aan de dingen die je niet meer kan veranderen, aan de tijd die je niet meer kan inhalen, aan het leven dat buiten en binnen voorbijgaat, aan een onzekere toekomst en de moeilijkheden van een toekomstige terugkeer naar de maatschappij, Wanneer de gevangenis heel je leven is geworden,Wanneer haar muren de horizon belemmeren en haar regels je breken,Wanneer het verlaten van de gevangenis zelf angst inboezemt...
Je hand opsteken, de hoogte in... dat is het woord vragen en nemen, dat is stemmen en groeten... Dat is praten en zich laten horen, dat is weerstand bieden...
‘Hand omhoog!’ is het delen... van ervaringen en gedachten, van emoties en gevoelens, hilariteit en verontwaardiging... Uitwisselen...‘Hand omhoog!’ is een stuk, een collectieve creatie die zulke ervaringen, gedachten, emoties, gevoelens, hilariteit en verontwaardiging wil delen... Geen tranen, nee, die bestaan niet in de gevangenis... Medelijden evenmin, zelfs geen wrok of woede...‘Hand omhoog!’ is een manier om zich uit te drukken... Van een realiteit... De uitdrukking van het leven van een gevangene...
Het stuk is overigens een coproductie van de vzw Acteurs de
l’Ombre en de Chileense vereniging Teatro Pasmi, en werd
ook vertolkt door Chileense gedetineerden in de
gevangenissen van Colina en Santiago.
De toeschouwers en de pers waren enthousiast over de
Belgische voorstellingen. De theaterworkshop wacht
ongetwijfeld een mooie toekomst, te meer omdat de
deelnemers genoten van dit avontuur en zij de kans kregen
om boodschappen over te brengen waarmee zij willen
aantonen dat gedetineerden in de eerste plaats mensen zijn,
ook al hebben zij een bijzonder verleden:
“Tijdens de repetities had ik niet meer het gevoel dat ik in de gevangenis zat. Ik was er als het ware even tussenuit.” (Farid)
“Voor de mensen blijft het etiket van gevangene op ons kleven, ook al hebben wij onze schuld afgelost. Wij willen dat mensen begrijpen dat ook wij een hart hebben, net als iedereen.” (Angelo)
“Met dit spektakel kunnen wij de mensen laten zien wat wij hier meemaken en hun een boodschap over de gevangenis brengen.” (Farid)
98
Leuven-CentraalDe Leuvense centrale gevangenis is sinds 1860 een van de
weinige Belgische inrichtingen waar een uitsluitend gesloten
regime heerst dat aangepast is aan een langdurig verblijf. De
gevangenis is bedoeld voor strafuitvoering.
Tussenregime
Op 1 mei 2010 ging in de gevangenis het tussenregime van
start. Dit regime heeft een dubbele bedoeling. Ten eerste
kan de gevangenis nieuwe gedetineerden voortaan op een
rustige manier leren kennen en hen laten kennismaken met
het regime. Ten tweede kunnen gedetineerden, die het vaak
moeilijk hebben zich aan te passen aan een opendeurregime,
hier tijdelijk verblijven.
Nieuwkomers verblijven standaard tien dagen in het
tussenregime. Gedetineerden die in het tussenregime
terecht komen naar aanleiding van storend gedrag binnen
het opendeurregime, verblijven hier, na het uitzitten van
een eventuele tuchtsanctie, normaal gezien drie maanden.
De gevangenis werkt met een objectief puntensysteem
om te beoordelen of gedetineerden de overstap naar het
tussenregime moeten maken. Het regime is vergelijkbaar met
het aanbod in klassieke gevangenissen.
Gedragscode voor gedetineerden
Vanaf april 2010 ontvingen alle gedetineerden en elke
nieuwkomer een gedragscode. De code omschrijft de
waarden die de gevangenis belangrijk vindt: respect,
openheid, betrouwbaarheid, veiligheid, verantwoordelijkheid
en integriteit. De gedragscode geeft aan waarom de
gevangenis belang hecht aan de code, wat zij van de
gedetineerden verwacht, wat de gevolgen zijn bij de
niet-naleving en waar de gedetineerden terecht kunnen met
hun vragen of problemen.
Opdat iedereen deze waarden in de praktijk zou kunnen
omzetten, werd elke waarde gedefinieerd en aangepast aan
de context waarin de gedetineerden verblijven. In de code
geven concrete voorbeelden van iedere waarde aan hoe
de gedetineerde deze waarden in zijn dagelijkse leven kan
toepassen. De gedragscode heeft als doel alle gedetineerden
te wijzen op hun verantwoordelijkheid om zo constructief
mogelijk bij te dragen tot een positief leef- en werkklimaat
binnen de inrichting.
Open Leercentrum ‘Piazza’
In 2010 startte de gevangenis met het Open Leercentrum
‘Piazza’. Heel wat gedetineerden willen studeren en bijleren,
maar vinden niet altijd hun gading in het groepsaanbod van
lessen. Sommigen studeren liever zelfstandig en op eigen
tempo. Anderen volgen wel les in de gevangenis, maar
missen een omgeving om te studeren of extra oefeningen te
maken. Gedetineerden kunnen voortaan in een lokaal talen,
computerlessen, rekenen, enz. leren op een computer.
Samen met twee scholen voor volwassenenonderwijs
installeerden de netwerkbeheerders van de gevangenis
een portaal waarop de gedetineerden deze programma’s
gemakkelijk terugvinden. Zelfstandig studeren vraagt
natuurlijk de nodige inzet van de gedetineerden. Daarom is
gemiddelde bevolking 344,9
Mannen 344,9
Vrouwen 0,0
Beklaagden 33,3
Veroordeelden 304,0
Geïnterneerden 1,0
Andere 6,6
Gewoon regime 342,7
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,7
Beperkte detentie 1,6
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,0
Gemiddelde capaciteit 350,0
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 3,80
Totaal Attachés 1,50
Totaal Administratief 16,85
Totaal Medisch 2,70
Totaal PSD 13,80
Totaal Bewaking/Techniek 198,05
Totaal Erediensten 2,60
Totaal Buiten kader
totaal 239,30
99
steeds een lesgever aanwezig die hen kan begeleiden of extra
uitleg kan geven indien nodig. Twee leerkrachten wisselen
elkaar om de week af. Zij werken nauw samen en zorgen
voor de opvolging en de ondersteuning van de cursisten.
Wekelijks kunnen 24 gedetineerden deelnemen. In 2011 zal de
gevangenis Piazza verder uitbouwen zodat het centrum een
vaste waarde in het onderwijsaanbod kan worden.
Tewerkstellingsproject
De gevangenis wil van de tewerkstelling van gedetineerden
een heuse werkervaring maken. Voor verschillende
tewerkstellingsplaatsen werd een competentieprofiel
opgemaakt. Aan de hand van dit profiel houden de
werkbegeleider en de gedetineerde-werknemer
functioneringsgesprekken. Dit zijn positieve gesprekken
waarbij de competenties van de individuele gedetineerde in
kaart worden gebracht.
Daarnaast komen ook de werkpunten aan bod. Zo kan
de gedetineerde zijn werk nog beter uitvoeren. De
functioneringsgesprekken vinden op regelmatige basis plaats.
Van zodra een gedetineerde gaat solliciteren, krijgt hij een
ervaringspas mee. Hierop staan de competenties vermeld,
die hij tijdens zijn tewerkstelling in de gevangenis heeft
verworven. Op deze manier kan het sollicitatiegesprek vanuit
een positieve insteek vertrekken en niet vanuit het feit dat er
een ‘zwart gat’ zit in het curriculum vitae omdat een persoon
in de gevangenis heeft gezeten.
Kunst in huis
Totaal vernieuwend is het project ‘Kunst in huis’. Deze
organisatie biedt burgers de kans om kunstwerken in huis te
halen uit een collectie van meer dan 7300 werken. In de loop
van 2010 kwam een samenwerking tussen ‘Kunst in huis’ en
de centrale gevangenis van Leuven op gang. Eerst werd de
kunst van verschillende gedetineerden geselecteerd voor de
collectie en een tentoonstelling. Werken van ‘Kunst in huis’
zelf worden tentoongesteld in de gevangenisbibliotheek, die
driemaandelijks wisselen.
Gedetineerden kunnen de online beeldcatalogus via de
gevangenisbibliotheek rustig raadplegen en ontdekken
welke kunstwerken de organisatie ter beschikking stelt.
Gedetineerden kunnen tegen een heel voordelig tarief
werken ontlenen en zo actuele beeldende kunst in hun eigen
cel bewonderen. ‘Kunst in huis’ stelt, nu ook in Leuven-
Centraal, een unieke ervaring van omgaan met kunst centraal,
waarbij niet het bezitten van het kunstwerk, maar wel de
kunstervaring primeert.
100
FOCUS
150 JAAR LEUVEN CENTRAAL (1860 - 2010)
De centrale gevangenis van Leuven blies in 2010 haar 150ste
kaarsje uit. Naar aanleiding van dit jubileum konden
gedetineerden, personeel, externe medewerkers én het grote
publiek deelnemen aan enkele festiviteiten.
Op 1 oktober 1860 werd de gevangenis van Leuven in gebruik
genomen. De nieuwe inrichting was een typevoorbeeld van
het zogenaamde Ducpétiaux-model, gebaseerd op voor die
tijd baanbrekende penitentiaire opvattingen. Het model kon
rekenen op veel internationale belangstelling. Als inrichting
voor langgestraften is de gevangenis doorheen de
negentiende en twintigste eeuw getuige geweest van
belangrijke historische gebeurtenissen. De inrichting heeft
immers een belangrijke rol gespeeld voor de ontwikkeling
van het Belgische gevangeniswezen.
Studiedag
In aanwezigheid van Minister Stefaan De Clerck vond op 1
oktober 2010 een studiedag plaats in het Leuvense
Provinciehuis en dit in samenwerking met de afdeling
criminologie van de KU Leuven en de VUB. De evolutie, de
huidige en toekomstige invulling van de detentie en de
maatschappelijke betekenis van de gevangenisstraf kwamen
aan bod. De studiedag wekte duidelijk interesse bij het grote
publiek dat informatie ontving over het regime en de werking
van Leuven-Centraal. De voordrachten werden gepubliceerd
in een themanummer van ‘Fatik’, een uitgave van de Liga voor
Mensenrechten. De getuigenissen van actoren uit het
werkveld van Leuven-Centraal werden gebundeld en ter
beschikking gesteld in de gevangenis.
Terug in de tijd
In de Leuvense stadsbibliotheek ‘TweeBronnen’ werd van 30
september tot 13 oktober 2010 een tentoonstelling
georganiseerd over het verleden en het heden van de
gevangenis. Honderden geïnteresseerden bezochten deze
tentoonstelling.
Opendeurdagen
Een groep enthousiaste personeelsleden organiseerde tijdens
vier zondagen in september en oktober 2010 opendeurdagen
in Leuven-Centraal. De inrichting opende haar deuren voor
het personeel, externe medewerkers en hun familie. Zo
konden maar liefst 800 familieleden van (externe)
medewerkers uitgebreid kennismaken met de inrichting.
Ook feest voor gedetineerden
Tijdens de eerste week van oktober 2010 vonden allerlei
activiteiten plaats voor de gedetineerden: een feestmaaltijd,
een optreden van stand-up comedian Youssef El Mousaoui,
een klassiek concert door het Koperensemble van De Munt en
een voordracht over de geschiedenis van Leuven-Centraal.
Daarnaast konden zij genieten van een optreden van Jean
Bosco Safari, een demonstratie skating en een optreden van
een muziekband uit Leuven-Centraal. Tot slot namen enkele
sportieve gedetineerden het in een voetbalwedstrijd op
tegen een ploeg met oud-spelers van KRC Genk.
101
Leuven-HulpSinds 1869 fungeert de Leuvense Hulpgevangenis als
arresthuis, maar zij herbergt ook een aantal veroordeelden.
Bovendien beschikt zij over een psychiatrische annex.
Gevangenisbibliotheek ‘restyled’
De afgelopen zes jaar sloegen verschillende partners de
handen in elkaar om de gevangenisbibliotheek uit te bouwen
tot een moderne en aantrekkelijke bibliotheek. Met de actieve
steun van de provincie Vlaams-Brabant, de stad Leuven en de
bibliotheek ‘Tweebronnen’, vzw De Rode Antraciet en de
Vlaamse Gemeenschap werd de bibliotheek volledig
‘gerestyled’. In deze open ruimte kunnen de gedetineerden
boeken, kranten, tijdschriften, cd’s en dvd’s raadplegen of
ontlenen en gebruik maken van de PC’s.
De bibliotheek van de Hulpgevangenis werd uitgebouwd tot
een volwaardig servicepunt van de Openbare Bibliotheek.
Elke gedetineerde kan lid worden van de Openbare
Bibliotheek en kan op die manier boeken, cd’s en dvd’s uit de
catalogus bestellen via een beveiligde internetverbinding.
Twee penitentiaire personeelsleden en een
bibliotheekmedewerker van de stad Leuven zetten zich
dagelijks in. En de inspanningen renderen. Meer dan 150
gedetineerden komen minstens tweemaal per week over de
vloer. Voor een totale populatie van ongeveer 200 personen is
dit een succes.
Piazza, wa’s da?
‘Piazza’ is een open leercentrum van het Centrum voor
Volwassenenonderwijs ‘De Orangerie’ in Diest. Er werden
reeds afdelingen uitgebouwd in verschillende andere
gemeenten van Oost-Brabant. In 2010 werd ook in Leuven-
Hulp en Leuven-Centraal een ‘Piazza’ open leercentrum
geopend. Gedetineerden kunnen hier via de PC op eigen
tempo individuele leerprogramma’s doorlopen. Piazza-
medewerkers zorgen voor de begeleiding.
Renovatie van het celinterieur
In 2010 vernieuwde de gevangenis het interieur van de cellen
van de grootste vleugel. Alle sanitair en de meubels werden
nagekeken en zo nodig vervangen. De cellen kregen een
nieuwe laag verf en er werd modernere en minder storende
controleverlichting geplaatst. Verder werden op iedere cel
gordijnen gehangen en werden nieuwe minder verbruikende
koelkasten geplaatst. In 2011 wordt de andere vleugel
aangepakt en worden ook alle televisietoestellen vervangen
door moderne flatscreens.
gemiddelde bevolking 188,5
Mannen 188,5
Vrouwen 0,0
Beklaagden 79,8
Veroordeelden 62,4
Geïnterneerden 43,6
Andere 2,7
Gewoon regime 185,4
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,4
Beperkte detentie 2,2
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,6
Gemiddelde capaciteit 149,0
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 2,00
Totaal Attachés 1,00
Totaal Administratief 11,80
Totaal Medisch 7,65
Totaal PSD 5,50
Totaal Bewaking/Techniek 106,40
Totaal Erediensten 0,50
Totaal Buiten kader
totaal 134,85
102
Shetlandpony voor de psychiatrische patiënten
In september 2010 werd een nieuwe bewoner ingeschreven
in Leuven-Hulp: Tara V.D. Runrot. Deze pony werd zorgvuldig
geselecteerd op basis van haar zacht en meegaand karakter.
Verder beschikt zij over kwaliteiten die de gevangenis
gebruikt in haar begeleiding van psychiatrische patiënten.
Tara is eenduidig in haar communicatie en is een gevoelig en
beweeglijk dier. Daarnaast kan zij de zintuigen stimuleren en
een spiegel zijn van de menselijke houdingen en emoties.
Bovendien laat deze pony zich graag kammen en verzorgen,
loopt zij braaf aan de lijn en laat zij gewillig haar hoefjes
kuisen. Hiervoor geeft zij erkenning en genegenheid terug.
Het is de bedoeling dat Tara een nieuwe invulling geeft aan
de zorg voor enkele psychiatrische patiënten in Leuven-Hulp.
De gevangenis wil nog niet van volwaardige hippotherapie
spreken. Maar door zich te laten verzorgen en in interactie te
gaan met sommige bewoners kan Tara zeker bijdragen aan
het zelfvertrouwen en de verantwoordelijkheidszin van een
aantal patiënten en daardoor hun verblijf in de gevangenis
een tikkeltje zinvoller en menswaardiger maken.
Personeel en gedetineerden samen op het podium
Op 15 augustus 1998 gaf de groep Blaise and DA
Funkamentals het muzikale startschot van een nieuwe editite
‘Marktrock binnen de muren’ op de binnenkoer van Leuven-
Hulp. Artiesten met naam en faam deelden de afgelopen
negen jaar het podium tijdens dit festival.
In 2001 stond voor de eerste keer een groepje gedetineerden
op het podium. ‘Big Crime’ heette het gezelschap onder
leiding van leraar Anton Walgrave. De samenwerking mondde
later uit in de cd ‘Side by Side’. Het gezelschap, ondertussen
omgedoopt tot ‘Unbreakable’, kreeg een ereplaats op de
affiche van 2003.
Sindsdien staat wel elke editie een jailhouse band op de
Marktrockaffiche. De editie van 2010 verdient zeker een
bijzondere vermelding in de annalen van het
gevangenisfestival. Voor de eerste keer werd een cross-
overgroep samengesteld. De groep ‘SOS’ bestaat namelijk
voor de ene helft uit gedetineerden en voor de andere helft
uit personeel. In volle vakantieperiode repeteerden zij
wekelijks. Op een regenachtige 15 augustus 2010 werden de
liedjes ‘Sympathy for the Devil’, ‘Pet Semetary’, ‘Under The
Bridge’, ‘Hard Times’, ‘Keep on Rocking in a free World’ en ‘Eye
of the Tiger’ losgelaten op een talrijk opgekomen publiek.
Leuven Hulp loopt
In 2010 startte de gevangenis een programma op om zowel
gedetineerden als personeel te stimuleren om aan het lopen
te gaan. De doelstellingen zijn voor beide groepen dezelfde,
namelijk de mensen aan te zetten tot meer beweging voor
een betere gezondheid, een beter functioneren en een groter
geluk. Het sociale aspect speelt uiteraard ook mee.
Binnen de gevangeis werden loopwedstrijden georganiseerd
en het personeel nam in groep deel aan vijf joggings buiten
de gevangenis. Er werden ook speciale T-shirts ontworpen die
zowel de gedetineerden als het personeel droegen tijdens
hun deelname aan wedstrijden.
103
FOCUS
‘Leuven Hulp’: de serie
Van december 2009 tot februari 2010 werd de tv-reeks
‘Leuven Hulp’ uitgezonden. Elke aflevering plaatse zich
gemakkelijk in de wekelijkse top tien van best bekeken
programma’s. Dat de reeks ook bij beroepsmensen nationale
en internationale erkenning genoot, bewijzen de nominatie
bij de vier beste Vlaamse realityprogramma’s voor de Nacht
van de Vlaamse Televisiesterren en een nominatie voor de
beste documentairetelevisie voor het prestigieuze ‘Prix Europa
2010’ in Berlijn.
inrichtingshoofd Paul Dauwe licht toe: “Het zijn geen heiligen en we willen er ook geen heiligen van
maken. Toch hebben deze gevangenen ook het recht om gehoord
te worden. Het beeld van de stereotiepe gevangene is nog altijd
sterk aanwezig in onze maatschappij. Daarom willen we tonen
dat het mensen van vlees en bloed zijn. We hebben zeker niet
geprobeerd om een positiever beeld van de gevangenis te
schetsen.”
Prof. Dr. Kristel Beyens van de Faculteit recht en criminologie aan de VuB, geeft haar visie op de serie: “De serie toont dingen aan de burger die een andere
documentaire tot nu toe niet toonde. Ik heb tot nog toe, denk ik,
alle mogelijke Belgische gevangenisdocumentaires gezien die er
de laatste tien jaar gemaakt zijn. En deze ‘het leven zoals het is’ is
heel geslaagd. Ik kan me ook best indenken dat dit heel wat
kopbrekens en slapeloze nachten heeft gekost, maar ik denk dat
het de moeite waard is geweest.”
Ook in de Vlaamse media werd uitgebreid commentaar
geleverd:
Documaker luk Haekens in Focus Knack: “We hebben de gevangenen ook cameraatjes gegeven waarmee
ze zelf konden filmen. Uren materiaal hebben we daarvan, het
leek voor hen haast therapeutisch. Vaak halen ze die boven als ze
’s nachts niet kunnen slapen. Dan hoor je straffe en schrijnende
verhalen.”
De Standaard Online: “Gevangenen en het leven in de gevangenissen. Het zal de
tv-makers en de mensen thuis altijd blijven intrigeren. Woestijnvis
maakte met de serie Leuven Hulp een ‘Het leven zoals het is:
Gevangenis’. Maar eigenlijk is die omschrijving veel te kort door de
bocht, want Leuven-Hulp is een documentaire van uitzonderlijke
kwaliteit.”
De Morgen: “ ‘Schuld en boete in Leuven’- Op persconferenties klinkt het wel
vaker dat er een uitzonderlijk televisieprogramma voorgesteld zal
worden. Maar na het zien van de eerste aflevering kunnen we het
alleen maar volmondig eens zijn met de programma-
verantwoordelijke van Woestijnvis, Olivier Goris. Al ging het niet
van een leien dakje. Wij zijn al verschillende jaren bezig met
Leuven-Hulp en het is absoluut niet evident dat het programma er
nu ook is. Dat is mede te danken aan monteur Yoohan Leyssens.
Hij filmde ooit een workshop die singer-songwriter Anton
Walgrave gaf aan een aantal gevangenen. Hij toonde het filmpje
aan zijn Woestijnviskompanen en het idee voor Leuven-Hulp
begon te kiemen. Je zag meteen wat de mogelijkheden waren.
Alleen hadden we meer nodig om er een volwaardige tv-reeks van
te maken. Waarop onze eindredacteur gevangenisdirecteur Paul
Dauwe is beginnen te stalken.”
104
MarneffeHet Centre pénitentiaire école (CPE) in Marneffe werd
gebouwd in de negentiende eeuw en werd na het einde
van de Tweede Wereldoorlog in gebruik genomen als
een penitentiair schoolcentrum. Het centrum is omgeven
door een domein van 40 hectare met een park, een bos
en landbouwgrond. Er heerst een open regime voor
veroordeelden die zich kunnen aanpassen aan een leven
in gemeenschap. De gedetineerden kunnen hier opleiding
volgen en werken en zich zo voorbereiden op hun
toekomstige vrijlating.
Theoretisch rijexamen
In de loop van het schooljaar 2009-2010 schreven 17
gedetineerden zich in voor de opleiding ‘theoretisch
rijexamen’. Het CPE biedt deze opleiding aan in samenwerking
met de Ecole de Promotion sociale van Hoei-Borgworm. Tien
gedetineerden slaagden voor de theoretische proef, die in het
examencentrum van Tihange plaatsvond.
Het is de bedoeling dat de gedetineerden die geslaagd zijn
voor het theoretisch gedeelte een praktische opleiding
kunnen volgen om rijvaardigheden te leren. Deze tweede
module gaat van start in de loop van het eerste semester van
2011, in voorbereiding op het traditionele praktische
rijexamen. De Ecole du Promotion sociale stelt dan ook een
wagen ter beschikking voor de begeleider en de studenten.
De praktijklessen zullen plaatsvinden op een beveiligde plaats
op het domein van het CPE. Deze opleiding kent veel succes
en een tweede reeks theorielessen is gepland voor het
schooljaar 2010-2011. 23 kandidaten schreven zich reeds in.
Opleiding in betegeling
Ieder schooljaar organiseert het CPE in samenwerking met de
Ecole de Promotion sociale van Hoei-Borgworm een
opleiding in betegeling. Tijdens het schooljaar 2009-2010
schreven zeven studenten zich in. Twee studenten liepen
stage in externe ondernemingen en slaagden voor hun
kwalificatieproef. Twee andere studenten konden echter geen
stage lopen aangezien zij geen uitgaansvergunning kregen.
Met goedkeuring van de directie hebben deze gedetineerden
hun stage in het CPE kunnen lopen en de gangen van drie
afdelingen opnieuw betegeld. De deelnemers slaagden met
glans en bezorgden hun medegedetineerden bovendien een
opgefriste en aangenamere leefplaats. In de loop van 2011
zullen de gediplomeerde studenten ook de andere afdelingen
betegelen.
Deelname aan werkgroep over open regime
Op initiatief van de regionale directie en onder leiding van de
directie Detentiebeheer werd begin 2010 een reflectie- en
werkgroep opgericht over de Belgische open penitentiaire
inrichtingen. De Waalse open inrichtingen zijn het CPE in
Marneffe en het detentiecentrum in Saint-Hubert. Langs
Vlaamse kant werkten het PLC in Ruiselede en het PSC in
Hoogstraten mee.
Tijdens de werkgroepen dachten de leden na over het
bepalen van nieuwe classificatiecriteria voor de open
inrichtingen en het voorstellen van een nieuwe en
gemiddelde bevolking 124,9
Mannen 124,9
Vrouwen 0,0
Beklaagden 0,0
Veroordeelden 124,9
Geïnterneerden 0,0
Andere 0,0
Gewoon regime 124,9
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,0
Beperkte detentie 0,0
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,0
Gemiddelde capaciteit 131,0
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 4,00
Totaal Attachés 1,00
Totaal Administratief 13,40
Totaal Medisch
Totaal PSD 8,75
Totaal Bewaking/Techniek 92,41
Totaal Erediensten 0,50
Totaal Buiten kader 1,00
totaal 121,06
105
aangepaste definitie van de regimes die in de open
inrichtingen gelden. Voor de open inrichtingen is het
belangrijk dat zij gedetineerden kunnen opvangen die
voldoen aan de voorwaarden van het toegepaste regime en
de specifieke kenmerken ervan. De werkgroep stelde nieuwe
classificatiecriteria op die overeenstemmen met de
bijzonderheden van de regimes, de infrastructuur, de
activiteiten en de specifieke eigenschappen van elke open
inrichting.
De classificaties kunnen volgens bepaalde voorwaarden
gebeuren, maar ook individueel bij de meer specifieke
gevallen. Het is de bedoeling om de gesloten penitentiaire
inrichtingen en meer bepaald de directies te betrekken bij
deze classificatieverzoeken. De directies van de gesloten
inrichtingen vullen daartoe een formulier in. Daarna geeft de
directie van de open inrichting een advies tot beslissing. De
directie Detentiebeheer van de centrale administratie neemt
de eindbeslissing.
De werkgroep gaf een nieuwe definitie aan de geldende
regimes in de open inrichtingen en informeerde de betrokken
partijen binnen het DG EPI hierover. De groep stelde een
praktische en leesbare folder op voor iedere open inrichting
om deze informatie kenbaar te maken. Alle gedetineerden
zullen deze folder kunnen lezen en aan de hand van foto’s
ontdekken hoe de open inrichtingen er precies uitzien. Zij
kunnen bekijken onder welke voorwaarden zij hun
overplaatsing naar een open inrichting kunnen vragen en wat
precies van hen wordt verwacht. Zij krijgen bovendien een
beeld van de kenmerken van het regime dat in de open
inrichting geldt, de interne en externe activiteiten waaraan zij
kunnen deelnemen en het werk dat zij kunnen uitvoeren. De
formulieren en de folders worden in 2011 verspreid in een
testfase. Dit project gaat van start in de gevangenissen van
Namen, Lantin, Sint-Gillis, Antwerpen en Gent.
Opleiding rond multiculturaliteit
Marcel Kabundi, directeur bij het Centre national
d’Apprentissage et de l’Administration corporative du Service
correctionnel in Canada, gaf in oktober 2009 de opleiding
‘Opleiders in culturele bemiddeling’ bij het CFPP in Marneffe.
Aansluitend op die opleiding zocht het CFPP twee
proefgevangenissen om het personeel bewust te maken voor
multiculturaliteit. Het CPE in Marneffe en de gevangenis van
Nijvel boden zich aan.
Om het personeel bewust te maken van het belang van
multiculturaliteit en om vrijwilligers aan te trekken, werd
gekozen voor een stuk van Pie Tshi Banda, genaamd ‘Un fou
noir au pays des blancs’. De voorstelling vond op 14 oktober
2010 plaats in het CPE. Een dertigtal personen woonden de
activiteit bij, waaronder de directie, bewakingspersoneel, de
psychosociale dienst en administratief personeel. Tot dusver is
een lid van het bewakingspersoneel van buitenlandse
afkomst geïnteresseerd in dit schakelproject over diversiteit.
106
FOCUS
60 are voor bioteelt
In 2008 werd het idee van een bioteeltproject in het CPE in
Marneffe gelanceerd door de leidinggevenden van de
landbouwwerkplaats. Na het zoeken van een partnership is
een overeenkomst opgesteld met het OCMW van de
gemeente Gesves die reeds 20 jaar aan bioteelt doet in het
kader van tewerkstelling van personen door het OCMW. Het
OCMW van Gesves levert het ‘boodschappenpakket van de
huisvrouw’ en zocht destijds partners voor de biologische
groenteteelt aangezien de vraag naar dergelijke producten
voortdurend blijft stijgen. Sinds 2009 heeft het CPE in
Marneffe dan ook 60 are gewone teeltoppervlakte omgezet in
bioteeltoppervlakte.
In de loop van 2010 werden dus verschillende groenten
verbouwd zoals courgettes, pompoenen, wortelen, prei en
uien. Voor dit project was geen enkele financiële investering
van de strafinrichting nodig. Het bracht echter heel wat
voordelen met zich mee op sociaal en financieel vlak:
> 2000 uren gewerkt aan bioteelt
> een nieuwe teeltmethode voor de werknemers volgens de
logica van duurzame ontwikkeling door geen chemische of
organische meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen
te gebruiken en door te verbouwen met de hand
> de drang aanwakkeren bij gedetineerden die bioteelt
overwegen in hun professioneel reclasseringsplan
> stijging van de omzet van de landbouwwerkplaats en
deelname aan een project tijdens het schooljaar 2010-
2011 bij de verdeling van de verbouwde groenten voor
de bereiding van soep voor de scholen van de gemeente
Gesves.
De firma Certisys heeft de ‘bio’landbouwwerkplaats in
Marneffe erkend als verpakker waardoor de gedetineerden
tijdens de winter van 2010 konden worden tewerkgesteld
voor het verpakken van biologische zaden en planten voor
een gespecialiseerde firma. De gedetineerden konden hun
werk dus behouden tijdens het winterseizoen, wat nog steeds
de logica van een duurzame ontwikkeling volgt.
Op 1 maart 2011 zal de werkplaats ‘bioteelt’ van het CPE in
Marneffe officieel erkend worden als ‘bioteler’ door de
erkende firma Certisys. Ten slotte hoopt de inrichting deel te
nemen aan het project van het OCMW van Gesves dat erin
bestaat biologische groenten te leveren voor de bereiding
van alle maaltijden die geserveerd worden in de kantines van
de verschillende scholen van de gemeente.
107
MechelenSinds 1874 fungeert de gevangenis van Mechelen als
arresthuis met een gesloten regime, maar ook als een
inrichting voor recidivisten met middellange straffen. De
gevangenis heeft een stervormige structuur.
JailTV: crimineel goed
JailTV is het Vlaamse voorbeeld van Third Sector Media, ook
wel doelgroepenmedia genoemd. Het is een sociaal-
participatief ‘narrow casting’ mediaproject met als doel
gedetineerden te informeren, bij te scholen in sociale en
emotionele vaardigheden en hen creatief te stimuleren.
Onder begeleiding van een procesbegeleider van vzw De
Rode Antraciet, maken de gedetineerden, enkele studenten
en een leerkracht journalistiek van de Lessius Hogeschool
deel uit van een redactieraad en worden producer,
cameraman, interviewer of monteur. Zij verzorgen
maandelijks in team een intern televisiejournaal.
Waar JailTV aanvankelijk voorzichtig als een pilootproject
startte in 2007, werd dit initiatief tijdens het derde
werkingsjaar onder groeiende belangstelling voorgesteld op
het Community Oriented Media Congress. In het najaar van
2010 werd de stuurgroep versterkt met een medewerker van
het productiehuis Sultan Sushi.
In het kader van dit project werd de onthaalbrochure virtueel
vertaald met als resultaat een onthaal-dvd voor Nederlands-
en anderstaligen. Gedetineerden zullen deze brochure
gemiddelde bevolking 115,5
Mannen 115,5
Vrouwen 0,0
Beklaagden 86,3
Veroordeelden 26,7
Geïnterneerden 0,9
Andere 1,6
Gewoon regime 115,5
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,0
Beperkte detentie 0,0
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,0
Gemiddelde capaciteit 84,0
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 1,00
Totaal Attachés 1,80
Totaal Administratief 8,85
Totaal Medisch
Totaal PSD 3,75
Totaal Bewaking/Techniek 84,90
Totaal Erediensten 3,40
Totaal Buiten kader
totaal 103,70
permanent vanuit hun cel kunnen consulteren via het interne
videokanaal.
De stuurgroep ontwikkelde ook een waaier van
sleutelcompetenties waar de redactieleden rond kunnen
werken tijdens het project JailTV. Een deelnemer die zich inzet
om aan deze technische en sociale competenties te werken,
ontvangt een competentiedocument, een zogenaamde
Oscar. Zo kan de medewerking aan JailTV ook haar nut
hebben in de sociale re-integratie van de gedetineerden.
108
Betrokkenheid tussen gevangenis en buurt
Sinds de opstart van het project Rondom Prison in 2008
werkt de gevangenis regelmatig activiteiten uit die een
wederzijdse betrokkenheid tussen de gevangenis en de buurt
nastreven. Na de eerste editie van Rondom Prison kwam
vanuit het buurtcomité de vraag om regelmatig een
gemeenschappelijke activiteit te organiseren aangezien zij uit
ervaring hadden geleerd dat dit bijdraagt tot een wederzijdse
verstandhouding als ‘buren’.
Ondertussen ontvangen gedetineerden regelmatig het
buurtkrantje waarin naast ‘nieuws van de buren’ ook
verslagen zijn terug te vinden van gemeenschappelijke
activiteiten die in de gevangenis plaatsvonden. Zo
organiseerde de gevangenis Rondom Prison (voor- en
najaarseditie) en Kunst en muziek met de buren, waarin
gedetineerden konden deelnemen aan een workshop
drumband, muziekband of kunst achter tralies.
Aangezien ook voetbalclub KV Mechelen tot de buren
behoort, startte de gevangenis ook met hen een
samenwerking op. Met de steun van vzw Hattrick
organiseerde de gevangenis een voetbaltornooi dat op de
wandeling werd afgesloten met een optreden van de
harmonie van KV Mechelen.
Nieuwsflash als aanloop naar intranet
Uit een onderzoek naar de werktevredenheid bij het
penitentiair personeel bleek dat vooral de interne
communicatie een werkpunt was. De gevangenis werkte
samen met een communicatiedeskundige een
communicatiebeleidsplan uit met strategische doelstellingen
op korte en lange termijn, die telkens zijn vertaald in een
aantal concrete acties. De gevangenis neemt het
optimaliseren van de interne communicatie en de
informatiedoorstroming systematisch op in haar operationele
plannen.
Eén van de doelstellingen is de opmaak van een eigen
intranet dat toegankelijk is voor alle medewerkers zodat zij
gelijktijdig en op dezelfde manier alle actuele informatie
ontvangen. Aangezien de communicatiedienst van het DG
EPI zich reeds engageerde voor de opmaak van een
portaalsite voor het departement, waarbij naast algemene
informatie ook een lokaal luik voor de gevangenissen
voorzien is, kon Mechelen aansluiten als pilootgevangenis
waardoor meteen de nodige technische ondersteuning en
opleiding kan gegarandeerd worden. In aanloop naar de
concrete opstart van het intranet communiceert de
gevangenis haar nieuwe ontwikkelingen en belangrijke
mededelingen via een elektronische nieuwsflash.
TOM-project: onderweg naar werk
‘TOM’ staat voor Trajectmatige, Op maat en Modulaire
begeleiding van kortverblijvende gedetineerden naar de
arbeidsmarkt. Dit project is een initiatief van verschillende
partners vanuit de hulp- en dienstverleningssector om
gedetineerden tijdens hun detentie voor te bereiden op een
latere tewerkstelling door hen op te leiden, te laten werken in
de gevangenis en hen gepersonaliseerde ondersteuning te
bieden.
De gevangenis werkte samen met de werkplaats-
verantwoordelijken aan de bestaande competentieprofielen.
In het werkhuis vonden inmiddels de eerste functionerings-
gesprekken plaats tussen de werkplaatsverantwoordelijke, de
gedetineerden en de VDAB. Een sollicitatieprocedure werd
opgestart voor de functie van schrijver, bibliothecaris en
fitnessmonitor. De job wordt opengesteld, gedetineerden
kunnen zich inschrijven en vervolgens wordt via een
sollicitatiegesprek met de VDAB iemand aangeworven aan de
hand van competentieprofielen.
De gevangenis organiseert beroepsopleidingen met een
voorafgaande screening om de gedetineerden gemakkelijker
een job aan te bieden in de gevangenis maar in een latere
fase ook op de arbeidsmarkt buiten de gevangenis. In 2010
probeerde de gevangenis deze trajectmatige aanpak voor het
eerst uit binnen de beroepsopleidingen schilderen-decoratie
en elektriciteit. Het is uiteindelijk de bedoeling om voor elke
arbeidsplaats en opleiding binnen de gevangenis een
competentieprofiel op te maken en deze te kaderen binnen
het detentie- en reclasseringstraject.
109
FOCUS
Meer aandacht voor directe omgeving van gedetineerden
De gevangenis besteedt bijzondere aandacht aan de directe
omgeving van de gedetineerden. Zo maakten gedetineerden
en hun familieleden tijdens een workshop het kinderboekje
‘Papa is weg’. Maar ook de bezoekfaciliteiten werden grondig
verbeterd.
Kinderbezoek vanuit andere invalshoek
Sinds 2009 werd de formule van het kinderbezoek aangepast.
Vroeger werd dit vooral opgevat als een gezinsmoment. Nu
nemen de gedetineerden en hun kinderen eerst deel aan een
individuele activiteit terwijl de moeders een infosessie
bijwonen van het Centrum voor Kinderzorg en
Gezinsondersteuning (CKG). Daarna neemt het hele gezin
deel aan een gemeenschappelijke activiteit. De bedoeling is
enerzijds de vaders te responsabiliseren in hun vaderrol en
anderzijds de partners de kans te geven om onder
professionele begeleiding hun ervaringen met elkaar te delen.
Tijdens de infosessies voor de partners tracht het CKG de
ouders zo goed mogelijk te ondersteunen in de opvoeding
van hun kinderen.
Dankzij de toekenning van provinciale subsidies kon een
pedagogische begeleider van het CKG tweewekelijkse
groepsbijeenkomsten voor gedetineerden en hun partners
organiseren, afgewisseld met tweewekelijkse gezinssessies.
De moeders kunnen gebruik maken van wekelijkse
individuele begeleiding. Met dit project biedt de gevangenis
aan de gedetineerden en hun partner ondersteuning in het
zoeken naar een nieuw evenwicht in hun opvoedkundige rol
tijdens de detentie.
Gezinsvriendelijke ruimtes
Gedetineerden die minstens drie maanden in de gevangenis
verblijven en die voldoen aan de interne voorwaarden,
kunnen maandelijks gebruik maken van ongestoord familiaal
bezoek van hun kinderen, ouders, grootouders, kleinkinderen,
broers, zussen, enz. Minimum twee en maximum vijf
familieleden kunnen op bezoek komen in een mooi
ingerichte bezoekersruimte.
De gevangenis richtte ook de wachtruimte voor bezoekers
opnieuw in. De ruimte werd opgefrist, een kinderhoek werd
geïnstalleerd en er werden verdeelrekken voor brochures
voorzien. Wachtende bezoekers kunnen een informatieve
presentatie bekijken via een televisiescherm.
110
MerksplasDe strafinrichting van Merksplas fungeerde vroeger als
landbouwkolonie, maar is nu een strafhuis met een halfopen
regime. Zij bestaat uit acht paviljoenen. ‘De Haven’, een
afdeling voor 60 mentaal gehandicapte geïnterneerden, werd
in 2009 in gebruik genomen.
Nieuwe portiersloge
In februari werd de nieuwe portiersloge van de industriële
toegang in gebruik genomen. Bijkomende camera’s, een
beveiligde zone voor de portiers en de noodzakelijke
sasfuncties werden voorzien. Een uitgebreid vast portiersteam
volgde de opleiding ‘Veilige Inkom’. Het veilig registreren,
verwerken en begeleiden van het externe vrachtverkeer
wordt nu in betere banen geleid.
Uitbreiding van afdelingen voor sociaal verweer
In februari werden een honderdtal gedetineerden vanuit
Merksplas naar de penitentiaire inrichting van Tilburg
overgebracht. Hierdoor konden 68 bijkomende
geïnterneerden op het paviljoen E worden opgenomen om
de psychiatrische afdelingen in Gent en Antwerpen te
ontlasten.
Het paviljoen E is de enige afdeling met monocellen waar
voordien veroordeelden werden geplaatst. Enkele
noodzakelijke infrastructurele aanpassingen waren nodig. In
overleg met de zorgcoördinator besloot de inrichting in
eerste instantie om bepaalde geïnterneerden, waaronder de
deelnemers van het psychoseproject, te verhuizen naar
paviljoen E. De vrijgekomen 68 plaatsen op de andere
afdelingen voor sociaal verweer werden ingenomen door
geïnterneerden uit Gent en Antwerpen.
De vaste personeelsequipe van paviljoen E woonde een
informatiesessie bij over de medische en psychosociale zorg
van geïnterneerden. Alle personeelsleden werden persoonlijk
ingelicht over hun nieuwe functie waarbij zij de keuze kregen
om mee te stappen in dit project. De meerderheid ging
akkoord. Zij volgden een driedaagse opleiding over
persoonlijkheidsstoornissen en ziektebeelden en nemen
voortaan driemaandelijks deel aan een terugkomdag voor
eventuele vragen of bedenkingen. Zij kunnen ook steeds
rekenen op de steun van de psychosociale dienst en de
zorgequipe.
De inrichting huisvest momenteel zo’n 350 geïnterneerden op
een totale populatie van 671 gedetineerden. Twee
zorgpsychiaters traden ondertussen in dienst. De beleidscel
gemiddelde bevolking 657,9
Mannen 657,9
Vrouwen 0,0
Beklaagden 29,8
Veroordeelden 291,6
Geïnterneerden 325,7
Andere 10,8
Gewoon regime 657,1
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,0
Beperkte detentie 0,0
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,8
Gemiddelde capaciteit 694,0
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 7,00
Totaal Attachés 3,80
Totaal Administratief 24,30
Totaal Medisch 38,25
Totaal PSD 25,20
Totaal Bewaking/Techniek 401,90
Totaal Erediensten 3,00
Totaal Buiten kader
totaal 503,45
111
Zorg communiceert regelmatig over de evoluties en
projecten in de zorgsector in het infoblad ‘DE ZORG in een
notendop’.
Beter interventiesysteem
De gevangenis werkte aan een beter interventiebeleid en
richtte de dienst Interventie op om degelijke bijstand te
verlenen in geval van incidenten. Deze dienst bestaat uit
ongeveer vier personeelsleden per ‘sector’, die
verantwoordelijk zijn voor bepaalde afdelingen in de
gevangenis.
De werkgroep Veiligheid ontwikkelde een draaiboek met
duidelijke instructies voor het personeel in geval van een
incident. Het bestaande alarmcodesysteem werd
vereenvoudigd. De PBA-ploegchef van het betrokken
paviljoen neemt de leiding tijdens de interventie en zorgt
voor de coördinatie. De vier personeelsleden die deel
uitmaken van de dienst Interventie, worden telkens bij het
begin van hun shift aangeduid door de PBA-ploegchef. Alle
PBA-ploegchefs namen deel aan informatiesessies over de
nieuwe procedures en alle personeelsleden ontvingen een
exemplaar van het uitgewerkte draaiboek.
In het draaiboek zijn codes opgenomen. Code 1 is een oproep
tot gewone bijstand waarbij naargelang de ernst van het
incident een kleur wordt toegekend aan de oproep.
> Geel staat voor een klein incident waarbij enkel de
aangeduide personen van de betrokken sector ter plaatse
komen.
> Oranje staat voor een iets groter incident waarbij de
aangeduide personen van sector 1 en 2 ter plaatse komen
en de gedetineerden worden ingesloten op een veilige
plaats (bv. een cel of de ontspanningszaal). Het personeel in
de paviljoenen blijven stand-by voor code Rood.
> Rood staat voor een ernstig incident waarbij ieder
beschikbaar personeelslid ter plaatse komt. Op de
paviljoenen blijft de afgesproken minimumbezetting van
personeel aanwezig.
Code 2 wordt gebruikt als oproep bij een ontvluchting die
standaard omgeroepen wordt als code 2 Oranje. Naargelang
de situatie kan deze overgaan in code 2 Rood met de
bijhorende procedures.
Het draaiboek besteedt aandacht aan de te volgen
procedures voor bijstand tijdens een oproep, aan de toe te
passen regelgeving bij de fysieke overbrenging van
gedetineerden naar de veiligheidscel en aan de
communicatiestrategie tijdens de interventies. Het
opvangteam kan ook worden ingeschakeld. Speciale
evaluatieformulieren kunnen nadien worden overhandigd aan
de dienst Interventie. De gevangenis stelt vast dat dit nieuwe
model goed werkt. De leerzame debriefingsmomenten na elk
incident zorgen voor meer expertise rond conflictbeheersing.
De gevangenis paste ook het interventiedossier aan volgens
de nieuwe procedures en dit in samenwerking met de lokale
politie en brandweer. De interne brandweerploeg zal in de
toekomst ook gereorganiseerd en uitgebreid worden tot de
Eerste Interventieploeg bij Brandincidenten.
Nieuw personeelsrestaurant
De inrichting heropende haar personeelsrestaurant met een
volledig nieuwe keuken. De personeelsleden kunnen kiezen
uit een warm menu of broodjes. Zij kunnen ook een
vegetarisch menu bestellen. Na zes maanden zal de werking
van het restaurant worden geëvalueerd aan de hand van een
personeelsenquête en, indien nodig, worden bijgestuurd.
Waterzuiveringsinstallatie met ecologische toets
De gevangenis beschikt sinds 20 jaar over een kleine
installatie voor de zuivering van het huishoudelijk afvalwater
van de inrichting en van het Centrum voor Illegalen. Toch is
slechts één rioleringssysteem voorzien voor regenwater en
huishoudelijk afvalwater. Om te voldoen aan de
lozingsnormen die de Vlaamse Milieu Maatschappij oplegt,
moest de verouderde installatie worden vernieuwd.
In samenwerking met de Regie der Gebouwen startte de
gevangenis een project op om de bestaande installatie te
moderniseren en te optimaliseren conform de wettelijke
normen. Op basis van een probleemanalyse stelden beide
partijen voor om niet alleen de installatie te vernieuwen maar
om ook twee rietvelden aan te leggen. De waterzuivering
verloopt nu volledig computergestuurd met een
automatische alarmmelding bij defecten en conform de
principes en procedures van Aquafin. Dankzij de aanleg van
de twee rietvelden zal bij zware en langdurige regenval een
gedeelte van het afvalwater automatisch naar de rietvelden
gestuurd worden, waardoor het proces van de waterzuivering
deels in de technische installatie en deels in het rietveld zal
gebeuren.
De eerste resultaten geven aan dat de gemoderniseerde
installatie het gewenste effect bereikt. De lozingsnormen
werden niet overschreden. Dit resultaat zal nog verbeteren
aangezien de spontane aangroei van de nodige bacteriën in
het rietveld nog wat tijd vraagt.
112
FOCUS
Beurs Planning Maatschappelijke Dienstverlening
Op initiatief van de Vlaamse beleidsmedewerker en in
samenwerking met de Vlaamse Gemeenschap, organiseerde
de strafinrichting van Merksplas in november een beurs rond
haar maatschappelijke dienstverlening. Zo konden het
personeel en de Vlaamse partners informeel kennismaken
met het aanbod aan hulp- en dienstverlening binnen de
gevangenismuren.
Alle vaste partners van de Vlaamse Gemeenschap die in
Merksplas hun diensten aanbieden, werden samen met hun
coördinatoren en directies uitgenodigd. De gevangenis-
directie, het team van penitentiair assistenten, de PBA-
ploegchefs, de leden van de psychosociale dienst van de
werkgroepen van de Vlaamse Gemeenschap, de
zorgcoördinator, de preventieadviseur en het diensthoofd van
de DGZG waren eveneens van de partij.
Op deze beurs stelden de partners hun aanbod en activiteiten
voor aan de hand van flyers, brochures en affiches. Het
Centrum voor Volwassenenonderwijs, Horito, het Huis van het
Nederlands, vzw De Rode Antraciet, vzw Suggnomè, de VDAB,
Justitieel Welzijnswerk, enz. lieten het publiek kennismaken
met hun diensten.
De talrijk opgekomen bezoekers waren tevreden. Zij konden
nu een gezicht plakken op de personen die zij regelmatig in
de inrichting zagen rondlopen. Ook de partners van de
Vlaamse Gemeenschap stelden enthousiast vast dat de
maatschappelijke dienstverlening in de strafinrichting van
Merksplas breder en ruimer is dan gedacht.
Omwille van het succes van dit evenement overweegt de
inrichting om deze beurs te organiseren voor de grotere
groep PBA’s en het technisch personeel. In een latere fase kan
worden bekeken of de gedetineerden, de klantendoelgroep
van deze maatschappelijke dienstverlening, vragende partij
zijn.
De inrichting creëerde enerzijds een draagvlak bij de
personeelsleden voor de uitvoering van de doelstellingen die
zij gemeenschappelijk heeft met de Vlaamse Gemeenschap.
Anderzijds kon de beleidsmedewerker een eerste basis
leggen voor een samenwerkingsverband tussen de
verschillende Vlaamse partners om in de toekomst een
Platform voor Maatschappelijke Dienstverlening te
implementeren.
113
MonsDe stervormige gevangenis van Bergen is sinds 1870 een
arrest- en strafhuis en beschikt ook over een vrouwenafdeling
en een psychiatrische annex.
Rationalisatie van kosten
De gevangenis wil haar begrotingsmiddelen optimaal
besteden en voerde daarom een interne audit uit om na te
gaan waar besparingen mogelijk zijn. De telefoonkosten
werden als eerste onder de loep genomen. Na een analyse
van het gebruik van elk telefoontoestel werd een
rationalisatieplan opgesteld en uitgevoerd. De bewustmaking
van de gebruikers en een nieuw mechanisme voor nazicht
van de facturen zijn gesystematiseerd. Door de analyse van
alle bestaande lijnen werden ook enkele lijnen gedesactiveerd
die niet meer gebruikt werden. Dankzij deze initiatieven zijn
de telefoonfacturen op twee jaar tijd tot 63% gedaald.
Voorts resulteerde een audit van de kantoor- en
onderhoudsuitgaven in een aangepast beheer met een
besparing van 10%. Met het vrijgekomen budget kocht de
gevangenis vuilnisbakken aan voor selectieve afvalinzameling
in de lokalen van de administratieve diensten, waardoor op
termijn de afvalkosten zullen dalen.
Informaticasysteem voor reparatieformulieren
De gevangenis in Bergen is een oude inrichting. Herstellingen
zijn dan ook vaak aan de orde. De papieren
reparatieformulieren leverden regelmatig problemen op en
een doeltreffende opvolging van de gevraagde werken was
dan ook broodnodig.
Iedere kwartierchef kan nu via een informaticaprogramma
een reparatieformulier invullen. De leidinggevende van de
technische dienst geeft aan de formulieren een orde van
prioriteit en geeft vervolgens zijn medewerkers binnen de
dienst de opdracht om de werken uit te voeren. Daarna
controleert hij in real time de goede uitvoering van de
werken. De directeur-zaakvoerder kan dit ook controleren, de
bestemming van het materiaal volgen en ervoor zorgen dat
de voorraad aangevuld blijft.
Nieuwe werkplaats
De gevangenis beschikte over een industriële wasserij waar
niet alleen het wasgoed van de gevangenis zelf, maar ook dat
van verschillende andere inrichtingen werd gewassen. De
rentabiliteit was echter beperkt en de investeringen om de
apparatuur in goede staat te houden waren buitensporig.
Bovendien bood de wasserij slechts werk aan een beperkt
aantal gedetineerden. Daarom werd de wasserij opgedoekt
en werd een nieuwe werkplaats ingericht om meer
gedetineerden tewerk te stellen. De gevangenis geeft hierbij
de voorkeur aan kwalificerend werk.
Bergen
gemiddelde bevolking 403,2
Mannen 367,0
Vrouwen 36,3
Beklaagden 135,9
Veroordeelden 236,3
Geïnterneerden 29,3
Andere 1,8
Gewoon regime 402,7
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,0
Beperkte detentie 0,6
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,0
Gemiddelde capaciteit 307,0
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 4,00
Totaal Attachés 3,00
Totaal Administratief 25,45
Totaal Medisch 10,45
Totaal PSD 11,55
Totaal Bewaking/Techniek 236,25
Totaal Erediensten 1,50
Totaal Buiten kader
totaal 292,20
114
Gedetineerden onderhouden zelf hun cel
Overeenkomstig het responsabiliseringsbeginsel, een van de
pijlers van de basiswet, startte de gevangenis een project op
om de cellen te laten verfraaien door de gedetineerden die
hier verblijven. De gedetineerden die hun cel willen opfrissen,
kunnen aan de technische dienst het nodige materiaal
vragen, zoals schoonmaakmiddelen en verf. Zij voeren alle
werken zelf uit.
Dankzij het project is al meer dan 10% van de
gevangeniscellen gerenoveerd. De gedetineerden die aan dit
project hebben deelgenomen, zorgen er ook voor dat de
netheid van hun detentieruimte behouden blijft. Hun gedrag
en hun houding naar hun medegedetineerden, het personeel
en zichzelf is er ook op vooruit gegaan.
115
FOCUS
Reorganisatie van personeel in teams
De organisatie van het bewakingspersoneel van de
gevangenis in Bergen verliep reeds lang volgens het principe:
één personeelslid voor één functie. Uit de CAF-oefening bleek
dat deze regeling heel wat beperkingen met zich meebrengt.
Om te beantwoorden aan de werkelijke aanwezigheden en
afwezigheden, is een dagelijkse besparing nodig van
werkposten en de verplichting om de dienstroosters dagelijks
te herzien. De betrokken personeelsleden zagen zich
regelmatig bij een andere functie ingedeeld, wat bij de
meesten te vaak voor ontevredenheid zorgde.
De directie heeft daarom beslist om het systeem te herzien
door zich te baseren op de organisatie van de andere
diensten van de gevangenis en de bewaking te organiseren in
teams. De personeelsleden worden dan niet langer ingedeeld
bij een functie maar bij een team (bv. team vleugel A, team
wandeling, team annex, enz.) onder de bevoegdheid van een
PBA ploegchef, die belast is met zijn team, met daarnaast een
pentitentiair assistent. Bijkomend werd het proces om dit te
bereiken grondig geanalyseerd. Daarvan hangen immers het
slagen van het project, haar stabilisatie en bijgevolg de
beoogde resultaten af.
De uitdagingen zijn:
> de nadruk leggen op het interne professionalisme,
> de organisatiestructuur toelichten om de directieleden
ertoe te brengen hun opdrachten en functie te
omschrijven
> een duidelijk en transparant werkkader geven
> zorgen voor een heropleving van de motivatie en het
welzijn op het werk versterken
> het aantal aanwezigheden verhogen
Om deze doelstellingen te bereiken, is een eerste fase
gerealiseerd in samenwerking met de penitentiair assistenten.
Het te volgen proces werd bepaald en de juiste definitie van
de rollen en functies van iedere hiërarchische lijn werden
uitgeschreven: penitentiair assistenten, PBA ploegchef en
teamleden.
Een tweede fase van het proces was het aanduiden van de
PBA’s ploegchef aan het hoofd van een team waarbij rekening
gehouden werd met hun verwachtingen. Naar aanleiding van
deze aanwijzing werden de werkmethodes in elk team
geherdefinieerd rond de volgende thema’s:
> het structurele kader bepalen van de opdrachten en taken
voor de vleugel of de sectie waarover zij de leiding
hebben. Een vademecum dat elke fase van elke opdracht
bevat, wordt opgesteld en aan alle stafleden bezorgd.
> dagelijkse checklists van het werk opstellen zodat de goede
uitvoering van de opdrachten kan worden gecontroleerd
> zich bijscholen op vlak van het beheer van de
aanwezigheden/afwezigheden binnen een team
Op het einde van dit proces wordt het team werkelijk
samengesteld in overleg met de PBA’s ploegchef waarbij
rekening wordt gehouden met de verwachtingen van alle
personeelsleden, die allemaal hebben moeten opgeven tot
welk team of sectie zij wensen te behoren.
De inrichting is ervan overtuigd dat deze reorganisatie bij elk
personeelslid van de gevangenis zorgt voor een beter begrip
van de verplichtingen van hun beroep, een duidelijke
methode biedt om hun functie uit te oefenen, een perfecte
interpretatie van de hiërarchische structuur geeft en een bron
is van professionele ontplooiing.
116
NamurSinds 1874 doet de gevangenis van Namen dienst als arrest-
en strafhuis met een vrouwenafdeling. De gevangenis is
stervormig en bestaat uit open afdelingen. Hier is ook een
psychiatrische annex gevestigd.
Modernere basisuitrusting op cel
In vele Europese landen zijn de cellen in de arresthuizen
overbevolkt. Gedetineerden verblijven soms per twee, per
drie en soms zelfs per vier in cellen met een vrije ruimte van
ongeveer 4 of 5 m² (exclusief sanitair, bedden en meubelen).
Sommige gedetineerden slapen op een matras op de
grond. Aangezien zowel het aantal activiteiten als het aantal
arbeids- en opleidingsplaatsen vaak beperkt zijn, brengen
gedetineerden 20 tot 22 uur per dag op hun cel door.
Deze overbevolking weegt zwaar op alle aspecten van het
gevangenisleven. De ‘Commission for the Prevention of
Torture’ stelt: “Door de overbevolking worden gedetineerden
soms onmenselijk behandeld en vernederd. Dit is een van de
redenen waarom gedetineerden zichzelf meer verwonden
(zelfverminking en zelfmoord(poging), waarom de agressie tussen
gedetineerden onderling toeneemt en waarom afpersing en
geweld tegen het bewakingspersoneel meer voorkomt.”
De gevangenis van Namen besliste daarom om de
basisuitrusting in de cellen te moderniseren. Alle cellen
werden uitgerust met een televisietoestel en een koelkast.
Rekening houdend met het gebrek aan arbeids- en
opleidingsplaatsen, is televisiekijken voor de gedetineerden
een belangrijke activiteit om hun dag te vullen. Voor vele
gedetineerden is de televisie bovendien een link met de
buitenwereld, waardoor zij zich beter voelen en ook beter
gedragen. De toestellen blijven helaas niet altijd van schade
bespaard. Aangezien de huurkosten niet hoog zijn en
dikwijls worden voorgeschoten door het Steunfonds voor
gedetineerden kan de veroorzaakte schade niet worden
vergoed.
gemiddelde bevolking 193,0
Mannen 180,8
Vrouwen 12,2
Beklaagden 108,1
Veroordeelden 67,8
Geïnterneerden 16,3
Andere 0,9
Gewoon regime 191,9
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,3
Beperkte detentie 0,8
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,0
Gemiddelde capaciteit 140,0
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 3,00
Totaal Attachés 1,00
Totaal Administratief 17,95
Totaal Medisch 6,95
Totaal PSD 8,10
Totaal Bewaking/Techniek 146,05
Totaal Erediensten 1,90
Totaal Buiten kader
totaal 184,95
nAmen
117
Opleiding budgetbeheer voor gedetineerden
In de gevangenis van Namen hebben veel gedetineerden
financiële moeilijkheden Deze bemoeilijken hun
maatschappelijke re-integratie, verkleinen hun kans om werk
te vinden na vrijlating en hebben vaak ook gevolgen voor hun
gezin.
In juli 2010 organiseerde de gevangenis een opleiding die
gedetineerden bewust leert omgaan met hun budget. Het
gaat om een opleidingsmodule van de vzw Phoenix die
gericht is op onder meer OCMW’s, werkgelegenheids-
agentschappen en hulpverleningsorganisaties voor personen
die het op sociaal vlak moeilijk hebben. Na overleg met de
plaatselijke PSD, werden een twaalftal gedetineerden
(beklaagden en veroordeelden) geselecteerd om aan de
opleiding deel te nemen.
De vzw Phoenix maakte een brochure (http://www.
mieuxgerersonbudget.com) op om de opleiding voor te
stellen. Daarin staat dat veel gezinnen een laag inkomen
hebben. Aangezien de facturen elke maand binnenstromen,
kunnen de schulden zich snel opstapelen. Financiële
moeilijkheden wegen zwaar op het gezins- en beroepsleven.
De vzw Phoenix organiseert een opleiding van twee uur om
een groep van maximaal twaalf personen, in eenvoudige taal
en op interactieve wijze, bewust te leren omgaan met hun
budget. Doel is om prioritaire uitgaven te bespreken en om na
te denken over middelen om bepaalde kosten te verminderen
en om de gezondheid te verbeteren. Tijdens de opleiding
wordt bovendien een dvd getoond over hoe schulden te
vermijden.
118
FOCUS
Reorganisatie van vleugel D
Tijdens de zomervakantie van 2010 is de gevangenisbevolking
van Namen sterk veranderd. De vrouwenafdeling op vleugel
D sloot immers de deuren om mannelijke gedetineerden uit
de gevangenissen van Jamioulx, Nijvel en Bergen op te
vangen. In een vleugel van de gevangenis van Jamioulx wordt
immers asbest verwijderd.
In augustus werden alle vrouwelijke gedetineerden van
Namen overgebracht naar de andere vrouwenafdelingen in
Bergen, Lantin en Berkendael. De eerste mannen namen
begin september 2010 hun intrek op vleugel D. De lokale
vakorganisaties en de directie van de gevangenis van Namen
beslisten om in deze vleugel, die minder beveiligd is dan de
drie andere celvleugels, gedetineerden te plaatsen met een
‘light’ profiel. Het gaat hier voornamelijk over tewerkgestelde
gedetineerden van wie de meesten een uitgaansvergunning
of penitentiair verlof hebben. Het aantal plaatsen is
vastgesteld op 21. Door het vertrek van de vrouwen en de
plaatsing van mannelijke gedetineerden in vleugel D moesten
enkele infrastructurele aanpassingen gebeuren en het
detentieregime van deze vleugel worden herzien.
De meeste twee- en vierpersoonscellen zijn omgebouwd tot
eenpersoonscellen om de gedetineerden dezelfde
leefomstandigheden te bieden als in de andere open vleugel
van de gevangenis. Om te voorkomen dat de gedetineerden
van deze vleugel te veel heen en weer moeten lopen tussen
vleugel D en de rest van het cellencomplex, zijn verschillende
specifieke ruimtes beschikbaar in vleugel D. Zo is er een
ziekenboeg, een lokaal voor gesprekken met de psychosociale
dienst, een ruimte voor de vrijwillige bezoekers en twee
douches. De gedetineerden beschikken daarnaast over een
recent heringerichte keuken met een washoek, waardoor zij
vrij zelfstandig hun eigen kleren kunnen wassen. In de oude
kapel van de vleugel is een fitnesszaal ingericht zodat zij ook
hier sport kunnen beoefenen.
Deze afdeling heeft een ‘opendeurregime’. Het merendeel
van de bewoners zijn tewerkgestelde gedetineerden die
overdag niet in hun cel verblijven. De wandeling wordt dan
ook tijdens de week na hun werkdag georganiseerd en in het
weekend twee keer per dag op een aparte binnenplaats.
Binnen de vleugel hebben de gedetineerden recht op een
redelijk ‘vrije’ toegang tot de telefoon, de keuken/wasplaats
en de fitnesszaal.
Omdat verschillende ruimtes op de vleugel zelf beschikbaar
zijn, functioneert deze vleugel uiteindelijk vrij zelfstandig,
behalve voor de organisatie van lessen, bezoeken aan tafel en
de erediensten en de toegang tot de bibliotheek. Hiervoor
kunnen de gedetineerden van vleugel D naar het klassieke
cellencomplex gaan. Enkele maanden na de ingebruikname,
worden de werking en de impact bekeken die deze nieuwe
vleugel heeft op de algemene organisatie van het
detentieregime.
119
NivellesIn Nijvel werd de gevangenis in 1908 in gebruik genomen als
arrest- en strafhuis. Tijdens de jaren ’90 werd de gevangenis
grondig gerenoveerd en werden twee vleugels bijgebouwd.
Onthaal van de familieleden van het personeel
Om haar personeel te motiveren, organiseerde de directie
activiteiten om haar waardering te tonen tegenover de
werknemers. Zo vonden twee bezoeken voor (volwassen)
familieleden plaats. Hiermee krijgt de werknemer de kans
om aan zijn familie zijn specifieke werkomgeving te laten
zien. Voor het bezoek gaf de directie een presentatie over de
verschillende diensten en specifieke opdrachten binnen de
gevangenis. Het bezoek werd afgesloten met een receptie.
Deze actie was een groot succes en zal om de twee jaar
plaatsvinden.
Yoseikan Budo
Aangezien het aantal jonge gedetineerden (jonger dan 25)
in Nijvel toeneemt, was het noodzakelijk om een specifieke
activiteit voor hen te organiseren. De directie koos voor een
workshop ‘Yoseikan Budo’ die aan de jongeren een manier wil
bieden om zich zowel op psychomotorisch als op verbaal vlak
uit te drukken om zelfmoordgedrag en asociale, agressieve of
misdadige houdingen te voorkomen of te beperken.
nijVel
De workshop begint met een sportuurtje onder toezicht
van een psychotherapeut. Daarna krijgen de gedetineerden
gedurende een half uur het woord. De directie koos voor
twee proefsessies die worden voorafgegaan door een
individueel gesprek met de geïnteresseerde gedetineerden
van wie de directie de kandidatuur op basis van objectieve
criteria heeft goedgekeurd.
Workshop Café Philo
Tijdens Café Philo komt een praatgroep samen, bedoeld voor
gedetineerden ouder dan 25 jaar. Tijdens deze workshop
kunnen zij gesprekken voeren rond thema’s die zij zelf
gemiddelde bevolking 227,4
Mannen 227,4
Vrouwen 0,0
Beklaagden 88,0
Veroordeelden 137,4
Geïnterneerden 0,0
Andere 2,0
Gewoon regime 226,6
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,2
Beperkte detentie 0,6
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,0
Gemiddelde capaciteit 192,0
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 4,00
Totaal Attachés 3,00
Totaal Administratief 17,15
Totaal Medisch 3,35
Totaal PSD 8,05
Totaal Bewaking/Techniek 169,85
Totaal Erediensten 2,10
Totaal Buiten kader
totaal 207,50
120
gekozen hebben op basis van literair of audiovisueel materiaal.
Een externe partner leidt de praatgroep. Dit initiatief kende
reeds veel succes bij de gedetineerden waardoor het in 2011
dan ook zal herhaald worden.
Workshop vormingstheater
De vzw FUNOC (project Passerelle vers la Liberté) en het
Réseau Art et Prison organiseren deze wekelijkse workshop.
Deze workshop wordt gegeven door een professional uit de
showwereld en wil de gedetineerden betrekken bij alle fasen
van een theaterstuk, vanaf het bedenken van het scenario tot
de voorstelling.
Workshop diversiteit
In oktober 2009 namen verschillende personeelsleden
van het DG EPI in het CFPP deel aan een opleiding rond
multiculturaliteit en diversiteit van de heer Kabundi. Hij is
deskundige bij de Verenigde Naties en leidt in Canada de
afdeling ‘Services ethnoculturels, programmes et réinsertion
sociale des délinquants’. In navolging van deze opleiding,
richtten de deelnemers een reflectie- en werkgroep op. De
voornaamste doelstelling is het opstarten van een netwerk
rond diversiteit. Nijvel is een van de twee pilootinrichtingen.
In december werd het spektakel ‘Un fou noir au pays des
blancs’ (van en met Pie Tsibanda) opgevoerd voor de
personeelsleden.
Na deze voorstelling volgde een oproep tot kandidaatstelling
en het warm maken van geïnteresseerde personeelsleden om
in 2011 verschillende concrete acties rond diversiteit te leiden.
121
FOCUS
Nieuwe leermethode via e-learning
De gevangenis van Nijvel is de Waalse pilootgevangenis voor
de organisatie van onderwijsmodules via e-learning. Dit
project wordt aangestuurd door de regionale directie en op
lokaal niveau georganiseerd in samenwerking met de Forem
en de Franse Gemeenschap. In 2010 werden de lokalen
ingericht en voorzien van meubilair en PC’s. Met succes legde
de inrichting contacten met potentiële pedagogische
partners. Deze nieuwe manier van onderwijs zal tijdens het
eerste semester van 2011 starten.
De inrichting biedt verschillende modules aan zoals inleiding
tot milieubeheer, e-Food of de bewustmaking over de
veiligheid van de voedselketen en commercieel Nederlands
en Engels. Vzw’s Adeppi en La Touline verzorgen de
pedagogische coaching zodat de cursisten die voor zelfstudie
hebben gekozen, worden gemotiveerd en gesteund.
122
OudenaardeVan 1922 tot 1933 was de gevangenis van Oudenaarde een
arresthuis. In 1936 werd de gevangenis heropend en zij is
sindsdien een strafhuis hoofdzakelijk voor langgestraften.
Toegankelijke bibliotheek
Degelijke rekken met boeken en een leeshoek laten de
gedetineerden toe om in alle rust hun boeken uit te kiezen in
de vernieuwde gevangenisbibliotheek. Dankzij een
samenwerking met de Oudenaardse stadsbibliotheek en de
tussenkomst van de provincie en de Vlaamse overheid
beschikt de gevangenis nu over een uitgebreide collectie
boeken. Gedetineerden kregen ook inspraak in de aankoop
van nieuwe boeken. Gedetineerden kunnen hier ook cd’s en
dvd’s uitlenen.
Leden van de stadsbibliotheek ondersteunden de opstart van
de nieuwe bibliotheek. Gedetineerden kunnen nu op vraag
een boek over een bepaald onderwerp uitlenen uit de
wisselcollecties. Wekelijks kunnen zij een bezoek naar de
bibliotheek aanvragen voor een portie lectuur, muziek of film.
Vernieuwde douches op secties
Gedetineerden konden vroeger om de twee dagen een
douche nemen. De werkende gedetineerden konden dit
dagelijks doen. Eind 2009 startte de renovatie van de
douche-installatie op de zes secties. Omdat de gevangenis
alle gedetineerden dagelijks een douche wil aanbieden, was
ook een uitbreiding van de warmwatercapaciteit nodig. Drie
condensatieketels zorgen volgens het doorstroomprincipe
continu voor warm water.
De nieuwe installatie biedt tal van voordelen. Zo is de
vertrektemperatuur verhoogd naar 70°C en is er bijgevolg
geen gevaar voor een besmetting met de legionellabacterie.
Het debiet van de gasgestookte condensatieketels is
bovendien ruimschoots voldoende om de zes secties en de
afdeling voor beperkte detentie van warm water te voorzien.
De installatie kan ten slotte door de doorstoomboilers in de
zomer worden uitgeschakeld.
De gevangenis werkte een doucheregeling uit.
Gedetineerden die moeten verschijnen voor de rechtbank,
naar een andere gevangenis worden overgegegebracht of
een uitgangsvergunning krijgen, kunnen een douche nemen
voor hun vertrek. Zij die niet werken, worden aangeraden om
’s ochtends een douche te nemen. Gedetineerden die wel
werken, kunnen een douche nemen na de avondwandeling.
Zij die in de keuken werken en het eten bedelen, kunnen,
indien nodig, meermaals douchen. Gedetineerden die tijdens
het weekend deelnemen aan sportactiviteiten, hebben
eveneens recht op een douche.
Nieuwe opleiding loodgieterij
De gevangenis wil haar onderwijsaanbod beter afstemmen
op dat van andere gevangenissen. Uit de ervaringen van de
centrale gevangenis van Leuven bleek dat de
bouwopleidingen de gedetineerden erg aanspraken. Daarom
besloot de gevangenis van Oudenaarde, na een gesprek met
de VDAB over knelpuntberoepen, om de opleiding
loodgieter-monteur centrale verwarming te organiseren.
gemiddelde bevolking 145,4
Mannen 145,4
Vrouwen 0,0
Beklaagden 40,9
Veroordeelden 102,5
Geïnterneerden 1,2
Andere 0,8
Gewoon regime 139,4
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,2
Beperkte detentie 5,8
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,0
Gemiddelde capaciteit 132,0
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 2,00
Totaal Attachés 1,00
Totaal Administratief 15,00
Totaal Medisch 0,00
Totaal PSD 5,75
Totaal Bewaking/Techniek 119,80
Totaal Erediensten 1,20
Totaal Buiten kader
totaal 144,75
123
Leerkrachten van de twee Oudenaardse Centra voor
Volwassenenonderwijs geven de opleiding.
Gelet op de privacyregels en de verschillende bevoegdheden,
was een goede samenwerking noodzakelijk. Voorwaarden
zoals voldoende tijd voor voorwaardelijke invrijheidstelling en
een positief detentiegedrag werden in de screening van de
gedetineerden opgenomen. De onderwijscoördinator keek of
de gedetineerden die aan de opleiding wilden deelnemen,
over de nodige leervaardigheden beschikten en voldoende
basiskennis hadden. Aan de hand van een interview werd
duidelijk of de gedetineerden voldoende gemotiveerd waren.
Ondertussen zijn 13 leerlingen aan de opleiding begonnen en
wacht een tweede groep van 14 leerlingen om te starten.
Uitreiking Prijs voor Mensenrechten aan vzw Touché
De Liga voor Mensenrechten reikt jaarlijks de Prijs voor
Mensenrechten uit aan een persoon of organisatie die zich
verdienstelijk heeft gemaakt in de verdediging van de
mensenrechten. In 2010 ging de prijs naar vzw Touché voor
hun bijdrage tot een meer zinvolle en meer humane
strafuitvoering. Om de agressieproblematiek van (ex-)
gedetineerden te verminderen werkte zij een transmuraal
begeleidingsaanbod uit. Als erkenning hiervoor ontving zij de
Prijs voor Mensenrechten.
Ernstige geweldmisdrijven houden het publiek, de media en
de politiek in de greep. Ook in de gevangenissen is er
geregeld agressie tussen gedetineerden en tegen het
personeel. Mensen beter uit de gevangenissen laten
vertrekken dan ze erin komen, is en blijft het streefdoel. Vooral
gedetineerden met een agressieprobleem die langdurige
begeleiding nodig hebben, vielen in het verleden tussen wal
en schip. Sinds kort wordt deze leemte gevuld door de
medewerkers van vzw Touché die (ex-)gedetineerden trainen
in agressiebeheersing, zowel binnen als buiten de gevangenis
en zowel individueel als in groep. De aanpak van Touché
(‘Creatief met agressie’, ‘Verder met agressie’ en
‘Buitengewoon met agressie’) is uniek en vernieuwend.
Touché hecht veel belang aan een continue begeleiding die
het liefst tijdig begint tijdens de detentie en die ook na de
vrijlating niet ophoudt.
Vzw Touché is sinds 2008 actief in de gevangenis van
Oudenaarde. Groepsessies en individuele begeleidingen
spelen op elkaar in en hebben een positief effect op het
leefklimaat in de strafinrichting. Ook de
strafuitvoeringsrechtbank apprecieert de begeleidingen en
sprak al meermaals de voorwaarde uit van verdere
begeleiding bij diverse strafuitboetingsmodaliteiten. De
begeleidingen van Touché tekenen zo voor kortere detenties.
124
FOCUS
Freedom Of Thought
‘Freedom Of Thought’ is de naam van het socioculturele
project in de gevangenis van Oudenaarde. Zij werkt hiervoor
samen met de vzw Jint, de Belgische afdeling van Youth in
Action, Vorming Plus, KVS, Justitieel Welzijnswerk, vzw De
Rode Antraciet en Hilde Droogné.
Tijdens het eerste deel van het project konden gedetineerden
en jongeren buiten de gevangenis brieven naar elkaar
schrijven als fictieve personages. De jongeren stelden vragen
en de gedetineerden gaven een antwoord. Op basis van deze
brieven kwam een scenario tot stand. Dit gebeurde onder
leiding van de professionele schrijfster Hilde Droogné die
reeds in andere gevangenissen meewerkte aan
schrijfprojecten.
Vervolgens voerden de gedetineerden een theaterstuk op
met zelfgemaakte muziek, monologen en rechtstreekse
interactie met het publiek. Regisseur Willy Thomas stond in
voor de begeleiding. De voorstellingen vonden plaats binnen
de gevangenismuren en zowel de jongeren waarmee zij
brieven schrijven als buurtbewoners konden het theaterstuk
bijwonen. Het doel van dit project was om creatief samen te
werken en de gedetineerden de kans te geven om zich vrij te
uiten. Dankzij dit project kwam een dialoog tot stand tussen
de wereld binnen en buiten de gevangenis. Zo’n 300
kijklustigen woonden de theatervoorstelling bij. De opbrengst
ging integraal naar het Steunfonds. De gedetineerden
toonden dat zij veel meer zijn dan enkel de persoon die
misdrijven heeft gepleegd. Het publiek was enthousiast en dit
gaf de deelnemende gedetineerden voldoening. De
gevangenis heeft dan ook besloten om voortaan dramalessen
aan te bieden.
Onder begeleiding van Justitieel Welzijnswerk en de
beleidsmedewerker dienden vijf gedetineerden dit project in
bij de vzw Jint in de hoop financiële steun te krijgen. Omdat
dit ‘hun project’ was, hebben zij een veel grotere rol gespeeld
bij de bekendmaking, de motivatie van deelnemers, de
bestelling van materiaal, enz. Europa wou in hen investeren en
uit dankbaarheid voor deze kans deden zij hun uiterste best
om van dit project een succesverhaal te maken.
125
PaifveDe Etablissement de Défense sociale (EDS) in Paifve werd
in 1972 geopend. Het regime in de inrichting houdt het
midden tussen een typisch gevangenisregime en het leven
in een psychiatrisch ziekenhuis. De geïnterneerden die hier
verblijven, worden ’s nachts en tijdens de middagpauze
opgesloten, maar brengen de rest van de dag met elkaar
door. Hier werkt niet enkel gevangenispersoneel, maar ook
gespecialiseerd psychiatrisch verplegend personeel.
Toegang tot extern zorgcircuit
In het operationeel plan 2010-2012 van de EDS zijn de
contacten met het psychiatrisch zorgcircuit een van
de belangrijkste werkthema’s. Die contacten nemen
verschillende vormen aan. Samengevat worden vier
hoofdlijnen uitgewerkt:
> een ontmoeting tussen diensten (gericht, op verzoek of
naar aanleiding van problemen bij de samenwerking)
> deelname van de EDS aan het psychiatrisch overleg in
Luik en aan diverse werkgroepen op het niveau van het
tussenoverleg
> de uitwerking van criteria voor de opname van
geïnterneerde patiënten, in samenwerking met de
instellingen voor externe zorgverlening
> een inlevingsprogramma voor professionals op het terrein
Op die manier leren de medewerkers van het terrein en
de directies meer over elkaars werk. Daarnaast werkte een
subwerkgroep de samenwerkingsprocedures uit voor de
aanvraag tot opname van een patiënt in de instellingen voor
externe zorgverlening.
Vervolgens werd een inlevingsprogramma van drie
dagen uitgewerkt. Maximaal 17 werknemers van het
psychiatrisch zorgcircuit kunnen hieraan deelnemen. Het
programma bestaat uit theoretische uiteenzettingen,
beroepspraktijkuitwisselingen met de teams, een bezoek aan
de inrichting en een volledige dag besteed aan de activiteiten
van de EDS. In 2010 werden twee modules van drie dagen
georganiseerd en in 2011 zijn reeds twee nieuwe gepland.
Overleg in functie van het specifieke karakter van geïnterneerden
De oprichting van een overlegorgaan leidde tot heel wat
vragen over de toepassing ervan op het sociaal verweer.
Omwille van de specificiteit van de EDS en haar bevolking
besloot de inrichting om de sector van de geestelijke
gezondheidszorg te bevragen. De ervaringen van de
vzw Psytoyens bij de invoering van gebruikerscomités
in een hulpdienst of een zorgdienst voor geestelijke
gezondheidszorg leidden tot een nauwere samenwerking
tussen de EDS en deze vzw. Een algemeen schema voor de
invoering van een overlegstructuur binnen de EDS werd
opgemaakt. Werken met en begeleiden van geïnterneerden
is onmisbaar binnen het overlegproces. Om de informatie
binnen de gevangenismuren te houden, was de zorgequipe
de uitverkoren partner in dit project.
Voor deze overlegstructuur organiseert de EDS drie soorten
vergaderingen. De vergaderingen met de gebruikers,
begeleid door minstens twee zorgmedewerkers, zijn
gemiddelde bevolking 200,6
Mannen 200,6
Vrouwen 0,0
Beklaagden 0,1
Veroordeelden 0,0
Geïnterneerden 200,5
Andere 0,0
Gewoon regime 200,6
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,0
Beperkte detentie 0,0
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,0
Gemiddelde capaciteit 207,7
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 3,00
Totaal Attachés 1,00
Totaal Administratief 13,00
Totaal Medisch 26,50
Totaal PSD 10,30
Totaal Bewaking/Techniek 177,95
Totaal Erediensten 1,30
Totaal Buiten kader
totaal 233,05
126
toegankelijk voor alle patiënten van dezelfde sectie. Iedereen
kan zijn problemen bespreken en verschillende thema’s
aankaarten, bij voorkeur over het leven in gemeenschap.
Aan de gemeenschappelijke vergaderingen, ook begeleid
door minstens twee zorgmedewerkers, nemen twee
vertegenwoordigers van de patiënten deel, die tijdens de
vergaderingen met de gebruikers per sectie worden verkozen.
Tijdens deze vergaderingen brengen de deelnemers de
problemen, die aangekaart werden tijdens de vergaderingen
met de gebruikers, per paviljoen samen en werken
oplossingen of voorstellen uit die aan de overlegorganen
worden voorgelegd. De overlegorganen vinden voor ieder
paviljoen om de zes maanden plaats. Zij komen dus vier
keer per jaar samen. De afgevaardigden van de patiënten en
hun zorgmedewerkers maken van deze overlegmomenten
gebruik om problemen te bespreken en om de mogelijke
oplossingen die zij hebben uitgewerkt, af te toetsen. Tot
slot streeft de EDS met deze overlegorganen naar een
participatieve aanpak van de geïnterneerden bij problemen
van algemeen belang.
Opleiding ‘D’amont en aval’
Tijdens het eerste semester van 2010 namen elf
geïnterneerden van de EDS deel aan een voorbereidende
module rond socio-professionele integratie met als titel
‘D’amont en aval’. Die module werd georganiseerd door
de vzw Aide Sociale aux Justiciables (ASJ) uit Luik. Deze
opleiding, erkend door het Waals Gewest, vindt sinds
een aantal jaren plaats in de strafinrichting van Lantin.
René Michel, directeur van de vzw ASJ, en het dynamisch
opleidingsteam van het ASJ hebben heel wat lessen
aangepast aan het specifieke profiel van de geïnterneerden.
Dit gebeurde in nauwe samenwerking met de lokale teams en
de directie.
‘D’amont en aval’ is een opleidingsprogramma gericht op een
betere voorbereiding van de geïnterneerden op hun
reclassering. Deze opleiding wordt vier dagen per week
gegeven gedurende vier maanden en is erkend als een
Organisme de Réinsertion Socioprofessionelle. De Forem
zorgt voor een vergoeding voor de stagiairs.
Het programma van deze opleiding bestaat uit:
> het bijwerken van de kennis van wiskunde en Frans
> een module mondelinge en schriftelijke vaardigheden
> workshops sociale vaardigheden met improvisatie en
toneel als hulpmiddelen
> een opfrissing van het wettelijke kader van de
interneringsmaatregel en een bewustmaking over het
begrip ‘slachtoffer‘
> informaticalessen
> informatiesessies over de sociale wetgeving en het netwerk
> een individuele opvolging van de stagiairs (nadenken
over het reclasseringsproject en ondersteuning bij het
opleidingsproces)
Het resultaat was zeer positief. Het doorzettingsvermogen,
de motivatie van de patiënten en de evolutie van hun gedrag
getuigen van het belang van een dergelijke opvang en de
gunstige gevolgen voor iedereen. De EDS zal ervoor zorgen
dat de groep in de toekomst heterogener wordt en dat er
overleg is met de zorgequipe na de opleiding. De module
wordt vanaf september 2011 voortgezet.
Op 30 juni organiseerde de EDS een slotdiner met de
geïnterneerde stagiairs, het personeel van de opleiding
en van de EDS. Dit was de gelegenheid bij uitstek om de
geïnterneerden in de bloemetjes te zetten en om hen
een getuigschrift en een geschenk van de vzw ASJ te
overhandigen.
Aangepast intern nood- en interventieplan
In 2006 en 2009 vonden in de EDS twee brandoefeningen
plaats. Na afloop werd een debriefing georganiseerd. Naar
aanleiding van die oefeningen besliste de inrichting om de
structuur van het intern noodplan te veranderen. Een interne
werkgroep, die bestaat uit alle beroepsgroepen, ging hiermee
van start in januari 2010 en vergadert driemaandelijks.
Zij maakten een overzicht van de lessen die uit de
oefeningen kunnen worden getrokken, brachten alle
geldende documenten over brandveiligheid in de EDS in
kaart en maakten van het oude interne noodplan een
samenhangende en aangepaste tekst. De werkgroep
besteedde bijzondere aandacht aan de communicatie-
middelen, de precieze rol van elke werknemer in een
noodsituatie, de rol van PCops en de crisiscel, de te kennen
basisideeën en aan de afdeling forensische psychiatrie in
geval van een ramp. Een eerste ontwerp van het nieuwe plan
werd voorgelegd aan de brandweer, de medische sector, de
politie, enz.
127
FOCUS
Nieuwe werkplaats van de CDRGA
Werken en geestelijke gezondheid
De opening van een werkplaats van de CDRGA in september
2010 geeft werkgelegenheid aan een tiental geïnterneerden.
Zonder twijfel speelt deze werkplaats een belangrijke rol bij
de behandeling van een geïnterneerde met het oog op hun
herstel en reclassering. Iedereen weet dat werk positieve
gevolgen heeft voor de gezondheid van mensen met
psychische problemen die een sociale en economische
uitsluiting tot gevolg hebben. Werken heeft een positief
effect op hun zelfrespect, hun vertrouwen in eigen
capaciteiten en vaardigheden, het onderhouden van hun
persoonlijke en gemeenschappelijke opvattingen en ook op
het besef deel uit te maken van de maatschappij.
Concreet
Een ondernemer met veel ervaring binnen de sector van de
beschutte werkplaatsen bood de EDS een contract aan
waardoor de opening van de werkplaats snel moest
gebeuren. Met de steun van de CDRGA reageerde het
personeel dat op een of andere manier betrokken is bij de
tewerkstelling van geïnterneerden snel op deze buitenkans.
De werknemers die geïnteresseerd waren in deze uitdaging
werkten hun eerste werk op tijd en kwalitatief af. Na dit eerste
‘succes’ volgden de opdrachten elkaar snel op. Het gaat om
simpele taken zoals het sorteren van kleine voorwerpen en
het verpakken, aan elkaar plakken en monteren van kartonnen
displays.
De werknemers van dit atelier vormen een heterogene groep.
Hoewel zij allemaal vrijwilligers zijn, blijkt na een korte
proefperiode dat het werken gevolgen heeft voor hun
lichamelijke toestand en hun cognitieve en relationele
vermogen. Bij de organisatie en de verdeling van de taken
wordt het bandwerk aangepast aan de geïnterneerde en niet
omgekeerd. Zo werken sommigen eerder drie of vier dagen in
plaats van vijf omdat zij snel vermoeid zijn of wegens hun
geestestoestand. Bij anderen wordt de aandacht gevestigd op
de moeilijkheden om handelingen te beginnen of te plannen
of op hun neiging zich te isoleren.
De penitentiair bewakingsassistenten die samenwerken met
de hoofd-technisch assistent organiseren de productiestroom
en beheren de werksfeer. Zij moeten hun
onderwijskwaliteiten aanpassen aan het individu en letten op
stiptheid bij het uitvoeren van het werk.
Op weg naar reclassering
Vandaag is de werkplaats van de CDRGA een kleine ruimte
binnen de EDS waar het goed is om te werken. Het behoud
van het aspect welzijn dat van groot belang is voor het
uitvoeren van een taak en de aanpassing ervan aan het
therapeutisch project binnen de muren, kan er op termijn
voor zorgen dat het werk in een werkplaats, geval per geval,
een plaats krijgt binnen het reclasseringsplan van de
geïnterneerde. Het feit dat het werk in de EDS en in de
beschutte werkplaatsen, erkend door het Waals Gewest,
gelijkaardig is, zou de procedure tot opname binnen deze
laatste categorie moeten vergemakkelijken.
128
RuiseledeIn 1849 fungeerde het penitentiair landbouwcentrum (PLC)
van Ruiselede als opvangplaats voor landlopers. Sinds 1936 is
het centrum een volwaardige gevangenis voor veroordeelden
die niet vluchtgevaarlijk zijn, in groepsverband kunnen leven,
gerechtigd zijn om in België te verblijven en kunnen werken
in het landbouwcentrum. Met dit open regime kunnen de
gedetineerden, die hier verblijven, zich voorbereiden op hun
terugkeer naar de maatschappij.
Oprichting van een ‘ZEG’-groep
Om het gevangenispersoneel meer inspraak te geven in het
beleid van de gevangenis, richtte het PLC een ‘ZEG’-groep op.
Tijdens de vergaderingen van deze groep zoekt men samen
naar oplossingen voor zaken die minder goed lopen en denkt
men na over mogelijke nieuwe initiatieven. De directie treedt
hierbij op als procesbegeleider en engageert zich om
maximaal rekening te houden met de aangebrachte
suggesties.
Nieuwe opleiding groenteteelt
In september 2010 startte de opleiding groenteteelt voor
gedetineerden. De cursus bestaat uit 120 lesuren gegeven
door een praktijkleerkracht Tuinbouw van het Provinciaal
Centrum voor Volwassenen Onderwijs West-Vlaanderen
(PCVO). Met de steun van de CDRGA kon het PLC het nodige
lesmateriaal aankopen en de deelnemers vergoeden. Tijdens
de wekelijkse lessen, die voornamelijk praktijkgericht zijn,
leren gedetineerden hoe zij groenten moeten zaaien,
onderhouden, oogsten, enz. Deze opleiding geeft
gedetineerden de kans om een certificaat te behalen binnen
de gevangenismuren en sluit bovendien perfect aan bij de
land- en tuinbouwactiviteiten.
Teambuilding via TEAMWORK
Als gevolg van mutaties en de instroom van nieuwe
medewerkers begon de vertrouwde collegialiteit samen met
de open overlegcultuur stilaan te verdwijnen. De nood aan
een gezamenlijke opleiding om de onderlinge betrokkenheid
te verhogen, deed zich steeds vaker voelen. Daarom
organiseerde het PLC in het najaar van 2010 een opleiding
Teamwork. Gedurende een hele dag volgden verschillende
groepen op een afzonderlijke locatie een specifiek
programma vooral gericht op groepsdynamiek. Volgens
bepaalde richtlijnen moesten de deelnemers
ervaringsopdrachten uitvoeren.
Hoewel de opleiding bij velen wat spanning en onzekerheid
voor het onbekende teweegbracht, was de tevredenheid
tijdens, maar vooral nadien, duidelijk zichtbaar. Het
ervaringsgericht leren werd door velen als positief ervaren en
de samenwerkingsopdrachten verlaagden in zekere zin de
drempels tussen collega’s onderling. De eerste kennismaking
deed smaken naar meer en het PLC denkt na over een
vervolgformule.
gemiddelde bevolking 56,3
Mannen 56,3
Vrouwen 0,0
Beklaagden 0,0
Veroordeelden 54,9
Geïnterneerden 0,0
Andere 1,4
Gewoon regime 53,8
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,0
Beperkte detentie 2,5
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,0
Gemiddelde capaciteit 52,0
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 1,00
Totaal Attachés 2,00
Totaal Administratief 7,55
Totaal Medisch
Totaal PSD 3,20
Totaal Bewaking/Techniek 39,95
Totaal Erediensten
Totaal Buiten kader
totaal 53,70
129
Tevredenheidsmeting bij personeel
Gelijktijdig met de tevredenheidsenquête van het DG EPI,
verspreidde het PLC een vragenlijst rond persoonlijk en
professioneel welzijn. Extra aandacht ging uit naar de mening
van het personeel over het gemeenschapsregime, specifieke
pijlers en de projectwerking van het PLC. Vooral de
basiswerking van het PLC werd als zeer positief ervaren. De
directie kreeg bijna de voltallige steun om het regime op
dezelfde wijze verder uit te bouwen. De resultaten van de
tevredenheidsmeting zullen de basis vormen voor een
verdere uitbouw van het personeelsbeleid en
personeelscoaching binnen de inrichting.
130
FOCUS
Pretherapeutisch project voor seksuele delinquenten
Hoewel het brede publiek nog steeds erg gevoelig reageert
op seksuele misdrijven en daders het liefst levenslang achter
de tralies ziet verdwijnen, blijkt uit ervaring dat bestraffen
alleen niet helpt om de hoge recidivecijfers in zedendelicten
te verminderen. Het samenwerkingsakkoord tussen de FOD
Justitie en de Vlaamse Gemeenschap over de begeleiding en
behandeling van daders van seksueel misbruik concretiseert
de pretherapeutische taak van gevangenissen. In dit kader
werden heel wat argumenten aangehaald om reeds tijdens
de detentiefase te starten met pretherapie bij
zedendelinquenten.
Pretherapie is een voorfase van de echte therapie. Het doel
van dit soort therapie is voornamelijk interesse wekken voor
verdere begeleiding, bepaalde vaste overtuigingen
loswrikken, kennis en inzicht verhogen, aanzetten tot
nadenken en vooral zo snel mogelijk een antwoord bieden op
de ondersteunings- en begeleidingsnood van deze groep
gedetineerden.
In februari 2010 startte in het PLC Ruiselede een
pretherapeutisch project voor seksuele delinquenten: Uitweg.
Dit project is ontstaan in samenwerking met het PC Sint-
Amandus te Beernem, afdeling Forensisch Initiatief voor
Deviante Seksualiteit (FIDES) enerzijds en de psychosociale
dienst van het PLC anderzijds. Concreet gaat het om
wekelijkse groepssessies van twee uur met een vijftal
deelnemers.
In het najaar volgde een evaluatie van de inhoudelijke en
structurele aspecten van het project. Dankzij deze therapie
voelen deelnemers zich beter voorbereid op de eigenlijke
therapie. Na een jaar pretherapie blijkt dat dit een goede
manier is om intakes te organiseren, mensen op te nemen in
de groepen en de deelnemers door te verwijzen naar de
Uitweggroep en naar het therapeutisch programma van het
FIDES in Beernem.
Om het project verder uit te bouwen is het engagement van
de FOD Justitie belangrijk zodat voor deze doelgroep van
daders een forum kan worden gecreëerd om de problemen
zichtbaar te maken en een therapeutisch aanbod uit te
bouwen. Daders van seksuele delicten worden op deze
manier vanuit therapeutische hoek op de eigen
verantwoordelijkheden gewezen.
131
Saint-HubertIn het detentiecentrum in Saint-Hubert, dat in gebruik
werd genomen in 1972, heerst een open en gedeeltelijk
gemeenschappelijk regime. Op die manier kunnen de
gedetineerden zich voorbereiden op een leven buiten de
gevangenis. De activiteiten van het centrum zijn dan ook
gericht op re-integratie en herstel door de gedetineerden de
kans te bieden om te werken, activiteiten te volgen binnen en
buiten de inrichting, enz.
Samenwerking met het centre fédéral fermé (CFF)
Sinds april 2010 groepeert de site van Saint-Hubert twee
penitentiaire entiteiten die fysiek en administratief gescheiden
zijn: het CFF en het detentiecentrum. De opening van het CFF
was het startsignaal voor een aantal samenwerkingsvormen
die tijdens de voorbereidingsfase van deze nieuwe entiteit
waren uitgedacht. Zo moeten beide centra samenwerken om
de maaltijden te bedelen en de was te doen.
Het gaat niet enkel om een economische samenwerking.
Beide centra liggen vlak naast elkaar maar verschillen op
administratief en cultureel vlak. Om de gemeenschappelijke
doelstellingen te bereiken, is een goede samenwerking nodig.
Zij moeten beschikken over veel creativiteit en goed kunnen
reageren op en zich aanpassen aan onverwachte situaties.
Zij werken ook samen voor de (her)verdeling van de post,
de vuilnisophaling, het beheer van de watervoorraden, de
reactie in geval van stroomonderbreking, de verwarming,
de interne communicatiemiddelen, de infrastructuur voor
brandbestrijding, het sneeuwvrij maken van de toegangen,
enz.
Renovatie van de ziekenboeg
De ziekenboeg van het detentiecentrum was tot op heden
gelegen in een gebouw dat bestaat uit twee slaapzalen van
een twintigtal plaatsen, die vooral bezet worden door oudere
gedetineerden. Dit gebouw wordt na 2010 vervangen omdat
de Regie der Gebouwen hiervoor een aanbesteding tot
renovatie heeft ingediend. Dit betekent het einde van een
verblijf in grote slaapzalen, wat lang kenmerkend was voor de
detentie in Saint-Hubert.
Deze geplande renovatie van het gebouw is het gevolg
van de renovatie van het aangrenzend gebouw waarvan
de werkzaamheden zich reeds in een eindfase bevinden.
Bij de opening zal dit laatste gebouw een capaciteit van 24
plaatsen (hoofdzakelijk ruimtes voor één persoon) hebben
en zal de inrichting uitgerust zijn met een gloednieuwe
ziekenhuisvleugel. Na een enigszins ‘vage’ uitwerking van
de eerste plannen van het gebouw, heeft de inrichting
dankzij de medewerking van de DOGV en de Regie der
Gebouwen bijna een volledige hertekening van de indeling
van de ziekenboeg opgemaakt. Deze beantwoordt zo goed
mogelijk aan de behoeften van het medisch personeel en het
bewakingspersoneel.
gemiddelde bevolking 219,6
Mannen 219,6
Vrouwen 0,0
Beklaagden 1,4
Veroordeelden 217,2
Geïnterneerden 0,0
Andere 1,0
Gewoon regime 219,6
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,0
Beperkte detentie 0,0
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,0
Gemiddelde capaciteit 235,0
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 3,00
Totaal Attachés 3,00
Totaal Administratief 14,95
Totaal Medisch 3,30
Totaal PSD 8,20
Totaal Bewaking/Techniek 138,76
Totaal Erediensten 0,40
Totaal Buiten kader
totaal 171,61
132
Beleid en nieuwe infrastructuur voor brandbestrijding
Het detentiecentrum doet al drie jaar beroep op de
brandweerdiensten van Saint-Hubert om bij brand zo
correct mogelijk te reageren. Dit is moeilijk omwille van
organisatorische redenen en door een tekort aan middelen
voor branddetectie en -bestrijding.
Prioritair was dan een volledige inventaris van de beschikbare
middelen in goede staat, de samenstelling van een
eerste interventieploeg (door een beroep te doen op
personeelsleden die vrijwillig lid zijn van een brandweerkorps)
en nadenken over nieuwe procedures. Zodra dit initiatief van
start ging, volgde snel een coördinatie door drie actoren:
de gevangenis, de brandweer en de Regie der Gebouwen.
Verschillende vergaderingen vonden plaats om een nieuw
gezamenlijk beleid rond branddetectie en -bestrijding uit te
stippelen. 2010 was cruciaal in de evolutie van de beschikbare
middelen door de voltooiing van de werkzaamheden aan de
brandkranen die voortdurend onder druk staan dankzij twee
pompstations. Het gaat over een investering van meer dan
500 000 euro. Toch is deze investering slechts één stap binnen
het proces dat in 2011 zal worden afgerond. Dan zal een
detectiesysteem worden geïnstalleerd in alle gebouwen van
de site van Saint-Hubert.
Productie van hoeveboter
Net als alle producenten van melkproducten voelde de
boerderij van het detentiecentrum de crisis binnen de
melksector. 2010 was een overgangsjaar voor de boerderij,
niet enkel omwille van de herverdeling van de kosten, maar
ook door het ontwerp van een nieuw businessmodel waarin
de bekende activiteiten (verkoop van vee en melk) worden
versterkt, nevenactiviteiten worden ontwikkeld (verkoop van
bomen op stam, per kubieke meter en in zakken) en nieuwe
activiteiten worden ondernomen. Met deze laatste activiteiten
beschikt de inrichting dankzij het omzetten van melk tot
hoeveboter niet alleen over een kwaliteitsproduct, maar het
brengt ook een verdubbeling van de brutowaarde van de
melkproductie met zich mee. De eerste testen zijn alvast
overtuigend, zowel bij de productie als bij de degustatie.
GOLA
GOLA is een nieuw kantoormeubel met ergonomische lijnen
dat sinds 2010 door de schrijnwerkers van Saint-Hubert
wordt gemaakt. Zoals gebruikelijk bij de CDRGA hebben
de schrijnwerkers aan het kantoormeubel de twee eerste
letters van hun naam gegeven. De heren GOdenir en LAmbin
maakten dit esthetisch en goedkoop ontwerp als antwoord
op een vraag van de griffie. Na de plaatsing van GOLA-stoelen
op de griffie, was er veel vraag naar dit kantoormeubel tijdens
de renovatie van de lokalen van de boekhouding. Gelet
op de ruime kleurkeuze en de verschillende soorten MDF-
bekleding zal dit nieuwe model binnenkort met verschillende
afwerkingen in andere inrichtingen terug te vinden zijn.
133
FOCUS
Samenwerking met de Regie der Gebouwen
De infrastructuur van de site Saint-Hubert werd volledig
gewijzigd. De gebouwen, opgetrokken eind jaren ’60, zouden
aanvankelijk 30 jaar gebruikt worden. Stap voor stap zijn deze
gebouwen vervangen door klassieke ruwbouwconstructies.
De laatste jaren werd de gemiddelde tijdsduur waarmee
werken en renovaties worden uitgevoerd ruimschoots
overschreden, wat een echte samenwerking tussen de
verschillende diensten van de Regie der Gebouwen en de
gevangenis van Saint-Hubert op gang heeft gebracht.
De lijst met werkzaamheden, die aan de gang zijn of
uitgevoerd zijn in 2010, is indrukwekkend. De realisatie van het
CFF was eveneens een enorme oplevering. Maar ook de
volgende werkzaamheden verdienen de nodige aandacht:
een nieuwe portiek, de omheining over de volledige site met
perimeterdetectie, de renovatie van gebouw H2 met een
nieuwe ziekenboeg, de aanbesteding van de renovatie van
gebouw H1, de invoering van een netwerk van brandkranen,
de vervanging van de ramen in blok 6, het geplande
traliewerk en de beveiliging van de toegang tot de
binnenplaats, de brandbeveiliging van blok 6, de installatie
van een glasvezelnetwerk over de volledige site, de
aanbesteding van een nieuw systeem voor interfonie,
geolocatie en bewaking, de vervanging van bepaalde
verwarmingsketels, de planning van een branddetectie-
installatie en de voorafgaande levering van meer dan 200
autonome detectoren, de boring van een put voor het
winnen van drinkbaar water, de versterking van het
elektriciteitsnetwerk van de site, enz.
Deze opleveringen zijn niet enkel indrukwekkend qua
resultaten en infrastructuur, maar zijn eveneens een verrijking
voor de contacten en uitwisselingen tussen ambtenaren van
diverse entiteiten die gaandeweg een gemeenschappelijk
doel moeten bereiken. Naargelang de ontmoetingen
snappen de diverse actoren de eisen en de klachten van de
ander. Deze samenwerking biedt iedereen de mogelijkheid
dezelfde taal te spreken over een inrichting waarvan beide
partners de omvang en de algemene toestand beter kennen
en beheersen. De focus wordt niet zozeer op louter
technische overwegingen gelegd, zodat de Regie der
Gebouwen en de gevangenis een algemeen werkinstrument
met enige toekomstvisie kunnen bedenken. Dat instrument
zal niet langer enkel betrekking hebben op het gebouw, maar
ook op de functie en de bestemming ervan.
134
CFF Saint-HubertOpening van het CFF
Het Centre fédéral fermé (CFF) in Saint-Hubert is op 2 april
2010 in gebruik genomen. Deze opening is de uitwerking van
de beslissing om langs Franstalige kant meer minderjarigen
te laste te nemen die een als misdrijf omschreven feit
hebben gepleegd en die voorlopig zijn geplaatst door de
jeugdrechter. Om het centrum in gebruik te kunnen nemen,
moest de inrichting voldoende operationeel zijn zodat de
eerste minderjarigen konden worden opgevangen.
Er moest worden nagedacht over alle aspecten, zowel over
organisatie en veiligheid als over infrastructuur, regime,
personeelsbeheer, boekhoudkundig beheer, enz. Daarbij
komt nog dat er door het bijzondere karakter van een
inrichting waarbij ‘Justitie en Hulpverlening aan de Jeugd’ zijn
betrokken, vooral aandacht moest uitgaan naar de uitwerking
van de specifieke juridische bepalingen die gelden in een
dergelijk centrum.
Dankzij de inzet van alle betrokkenen werd die doelstelling
behaald. De werkzaamheden, onder leiding van de Regie der
Gebouwen, duurden een jaar. Op 30 april kwamen de eerste
bewoners toe. Het ging om jongeren overgebracht uit het
GFC van Everberg. De afdeling voor uit handen gegeven
minderjarigen werd op 15 juni 2010 geopend.
Veiligheid en aanpassing van de infrastructuur
De infrastructuur is aangepast aan de opdracht van het
centrum dat is ondergebracht op het terrein van het
detentiecentrum in Saint-Hubert. Twee paviljoenen van deze
open inrichting zijn volledig gerenoveerd en aangepast aan
de specifieke kenmerken van de nieuwe bewoners.
Opmerkelijk is dat in dit centrum maximale veiligheid en
gemeenschapsleven hand in hand gaan. De site is in nauwe
samenwerking met het DG EPI, de DOGV en de Regie der
Gebouwen gereorganiseerd. De belangrijkste uit te voeren
werken waren de aanpassing van de cellen (met vastgemaakt
meubilair en antivandalismeverlichting), de ombouwing van
de gemeenschappelijke ruimten in een leslokaal, keuken en
eerstehulppost, de aanleg van beveiligde sportterreinen
buiten (met concertinadraad of prikkeldraad, beveiligde
ruimten en waterdichte bekleding) en de plaatsing van tralies
voor sommige ramen. Door de plaatsing van
bewakingscamera’s, een ‘public address’-systeem (voor
mededelingen via luidsprekers), het beheer voor het openen
en sluiten van deuren met parlofoon, perimeterdetectie van
de omheining en branddetectie, beschikt het CFF over
hoogtechnologische veiligheidsvoorzieningen.
gemiddelde bevolking 32,7
Mannen 13,5
Vrouwen 0,0
Beklaagden 4,5
Veroordeelden 1,2
Geïnterneerden 0,0
Andere 27,0
Gewoon regime 32,7
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,0
Beperkte detentie 0,0
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,0
Gemiddelde capaciteit 48,6
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 1,00
Totaal Attachés
Totaal Administratief 3,75
Totaal Medisch
Totaal PSD 0,50
Totaal Bewaking/Techniek 73,85
Totaal Erediensten
Totaal Buiten kader
totaal 79,10
135
Organisatie van twee detentieregimes
In het centrum worden twee bevolkingscategorieën
onderscheiden:
> 37 plaatsen zijn voorbehouden aan minderjarigen die
een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en
door de jeugdrechter werden geplaatst. De plaatsing van
deze jongeren moet beantwoorden aan bepaalde
wettelijke criteria, zoals het gebrek aan plaats in de gesloten
instellingen van de Franse Gemeenschap.
> 13 plaatsen zijn beschikbaar voor uit handen gegeven
minderjarigen. De regelgeving over gevangenissen en het
klassieke strafrecht zijn hier van toepassing.
Beide categorieën van minderjarigen hebben geen contact
met elkaar en evenmin met de gedetineerden van het
detentiecentrum. De detentieregimes verschillen naargelang
de categorie van bewoners. De jongeren in de drie
opvoedingsafdelingen vallen op pedagogisch en
psychosociaal vlak en voor de organisatie van het dagelijks
leven, onder het personeel van ‘Aide de la Jeunesse’ van de
Franse Gemeenschap. Het opvoedend, psychosociaal en
onderwijzend personeel houdt zich 14 uur per dag met de
jongeren bezig om de opdrachten te vervullen die zijn
vastgelegd in het pedagogische project van de Franse
Gemeenschap. De jongeren nemen deel aan verschillende
activiteiten zoals individueel schoolwerk, sport en workshops
rond het ontwikkelen van sociale vaardigheden. De
voorbereiding op de zittingen voor de jeugdrechter en de
gevolgen die gegeven moeten worden aan de plaatsing van
de jongeren, behoren ook tot de taken van het
gemeenschapspersoneel. Het federaal personeel is belast met
de orde en de veiligheid, de infrastructuur, de logistiek, de
medische zorgen en het onthaal van de jongere.
De afdeling van de uit handen gegeven jongeren is op een
meer klassieke, penitentiaire wijze georganiseerd, met een
gespecialiseerde begeleiding. Op die manier ontstaan
samenwerkingen en partnerschappen om de begeleiding van
deze speciale categorie van gedetineerden te verbeteren.
Externe diensten, in het bijzonder de dienst ‘Aide aux
Justiciables’ van de Franse Gemeenschap, organiseert tal van
activiteiten zoals pedagogische ondersteuning bij
afstandsonderwijs, bezinningsmodules of sportbegeleiding.
Partnerschap met de Franse Gemeenschap
Een gesloten jeugdcentrum brengt een samenwerking met
de Franse Gemeenschap met zich mee voor het beheer van
de twee specifieke detentieregimes. Een en ander is nader
bepaald in twee samenwerkingsprotocols tussen de
betrokken sectoren.
Dagelijks vinden overlegmomenten plaats met het personeel
van de Franse Gemeenschap. Het directiecomité,
samengesteld uit de federale directie en de pedagogische
directie, komt elke dag samen en tijdens elke ploegwissel
wordt het personeel over beide regimes gebrieft. Over het
algemeen zijn de partners het eens dat de samenwerking
kwaliteitsvol verloopt, niet alleen over het behalen van de
eigen doelstellingen maar evenzeer over de verwezenlijking
van de opdrachten van de andere partner.
Omdat de afdeling van de uit handen gegeven jongeren pas
later is geopend, wordt nog steeds gewerkt aan de
partnerschappen over het beheer van deze categorie
gedetineerden. Zo is onder meer een beroep gedaan op de
dienst voor hulpverlening aan gedetineerden, de sector van
de sociale promotie en het afstandsonderwijs om sociale en
culturele activiteiten alsook opleidingen te ontwikkelen.
Lopende werkzaamheden
Naast de reeds vermelde aanpassingen van de bestaande
infrastructuur, moeten nog een administratief blok, een
portiek en een sportzaal voorzien worden. Die
werkzaamheden zullen ongeveer drie jaar in beslag nemen.
Wanneer deze achter de rug zijn, zal het centrum volledig
klaar zijn. In afwachting daarvan beschikt het centrum over
containers waarin alle administratieve diensten, het portiek,
de vestiaire en de bezoekersruimte zijn ondergebracht.
136
FOCUS
Samenwerking met het detentiecentrum
Het CFF in Saint-Hubert heeft een oppervlakte van 15 000 m²,
staat los van het detentiecentrum in Saint-Hubert en werkt
dan ook volledig onafhankelijk met een eigen administratie
en ingang. Toch is een goede samenwerking op verschillende
vlakken absoluut noodzakelijk.
Infrastructuur
Het CFF is gelegen op het domein van een open penitentiaire
inrichting, het detentiecentrum. Toch functioneert het CFF op
een volledig verschillende manier en heerst hier een andere
penitentiaire logica dan in het detentiecentrum. De twee
centra bevinden zich vlak naast elkaar en zijn enkel
gescheiden door een omheining. Beide centra werken dan
ook nauw samen voor de bepaling van hun toegangsregels.
Het verkeer op beide domeinen, de parkeermogelijkheden en
een goede bewegwijzering zijn daarvan enkele voorbeelden.
De centra zijn in de Ardennen gelegen en de winter slaat hier
vaak heel hard toe. Het detentiecentrum en het CFF denken
daarom samen na over een verbetering van de processen om
in geval van hevige sneeuwval de sneeuw zo goed en snel
mogelijk te ruimen om de ingang vrij te maken en te houden.
Zij werken hiervoor nauw samen met de dienst BB&L en de
CDRGA.
Maaltijdbedeling en wasserij
Bij het ontwerp van het CFF werd nagedacht over hoe beide
centra kunnen samenwerken voor de bereiding van
maaltijden en de wasserij. Zo staat het detentiecentrum in
voor de bereiding van de maaltijden voor alle bewoners van
het CFF en voor de personeelsleden die dagelijks een warme
of koude maaltijd krijgen, bereid in de keuken van het
detentiecentrum. Reeds bij de opening van het centrum
startten beide partijen een samenwerking op voor het wassen
van het linnen.
Personeel
Aangezien slechts één persoon de leiding van het CFF voor
zich neemt, installeerde de gemeenschappelijke directie van
het detentiecentrum en van het CFF een bewakingsinstallatie.
De diensten van beide centra wisselen hun ervaring, expertise
en good practices met elkaar uit. Er is ook meer
samenwerking op vlak van personeelsopleiding. Zo zullen de
personeelsleden van beide centra samen deelnemen aan
professionele opleidings- en informatiesessies. Hoewel dit
ambitieus samenwerkingsproject heel wat voeten in de aarde
heeft gehad, geeft dit toch veel voldoening.
137
Sint-GillisSinds 1884 is de stervormige gevangenis van Sint-Gillis
een arresthuis. Toch verblijft hier ook een beperkt aantal
veroordeelden. De gevangenis beschikt ook over een
genees- en heelkundig centrum voor de verzorging van
gedetineerden uit andere gevangenissen.
Renovatie van vleugel B
Vleugel B is een van de vijf vleugels van de gevangenis
die in de jaren 1870 volgens het Ducpétiaux-beginsel
werd gebouwd. Oorspronkelijk was het een vleugel zoals
de andere. Vanaf 1960 werden hier verschillende soorten
gedetineerden ondergebracht, vooral jongeren onder de 18
jaar en gedetineerden veroordeeld tot zware straffen voor
ernstige misdaden zoals doodslag. Deze gedetineerden
werden opgesloten in het kader van het POC-project, het
Penitentiair OriëntatieCentrum. Het POC stond onder leiding
van Dr. De Waele, professor criminologie. De personeelsleden
die hier werkten, werden door het team van de professor
zorgvuldig geselecteerd. De opstand van 7 september
1987, die een derde van de cellen onbewoonbaar maakte,
betekende het einde van het POC-project.
Aan het begin van de jaren 1990 startte de Regie der
Gebouwen met renovatiewerken in verschillende vleugels
van de gevangenis om de hygiëne en de veiligheid te
verbeteren. De gerenoveerde cellen werden aangepast aan
de huidige normen en uitgerust met sanitair, stromend water
en nieuwe ramen. Er vonden ook beveiligingswerken plaats,
zoals de vervanging van de deuren. De gevangenis voorzag
in gemeenschappelijke zalen om opleidingen en activiteiten
te organiseren. De zalen van vleugel B zullen op termijn met
computerverbindingen worden uitgerust.
Tot in 2003 werden in vleugel B gedetineerden
ondergebracht. Na de renovatie van vleugel D verhuisden de
gedetineerden naar deze nieuwe vleugel. In afwachting van
de renovatiewerken werd deze vleugel als werkplaats van de
CDRGA gebruikt. Deze werkplaats biedt werk aan een vijftigtal
gedetineerden.
De renovatiewerkzaamheden gingen in 2009 van start en
worden in de herfst van 2011 beëindigd. In tegenstelling
tot de andere vleugels is het de bedoeling om aan vleugel
B een strafcellencomplex toe te voegen, uitgerust met
dubbele deuren, individuele wandelingen, douches en
advocatenspreekzalen. Op het vlak van veiligheid is de vleugel
uitgerust met een luchtafzuigingssysteem om in geval van
brand de rook af te voeren. De vleugel is voorbehouden
voor de opvang en begeleiding van geïnterneerden met
psychotische problemen en biedt opvang aan 12 personen.
Topdesign uit de gevangenis
Een achttal jaar geleden startte de gevangenis van Sint-Gillis
een samenwerking op met architect en designer Charles
Kaisin. Eén van zijn favoriete thema’s is recycleren. Hij maakt
voorwerpen met een hedendaags design uit gerecycleerde
materialen en gebruikt daarbij structuren zoals honingraat.
Kaisin geeft les aan het Saint-Luc, Institut Supérieur
d’Architecture in Brussel en is sinds 2010 zowel art director
voor Val Saint-Lambert als voor BEE®.
gemiddelde bevolking 616,8
Mannen 616,8
Vrouwen 0,0
Beklaagden 344,6
Veroordeelden 268,9
Geïnterneerden 2,0
Andere 1,4
Gewoon regime 610,0
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,2
Beperkte detentie 6,7
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,0
Gemiddelde capaciteit 502,0
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 5,00
Totaal Attachés 3,00
Totaal Administratief 32,55
Totaal Medisch 17,45
Totaal PSD 15,55
Totaal Bewaking/Techniek 324,15
Totaal Erediensten 3,80
Totaal Buiten kader
totaal 401,50
138
Voor de Expo ‘Interieur 2010’ creëerde hij de BEE®huahua, een
grote hond. De afmetingen en de honingraatstructuur
waaruit duizenden kartonnen pixels zijn opgebouwd, maken
dit kunstwerk uniek. Gedetineerden uit de gevangenis van
Sint-Gillis werkten mee aan de creatie van deze BEE®huahua
en zetten de verschillende elementen in elkaar. Dit was een
unieke ervaring voor heel wat gedetineerden. De symboliek
van een steentje te kunnen bijdragen aan een mooi groot
geheel, zette de deelnemers aan tot nadenken over hun rol in
de maatschappij.
Ter gelegenheid van de ‘Interieur Biënnale’ in Kortrijk, werd de
reusachtige hond omgevormd tot BEE®poufs, genummerd en
gesigneerd door Charles Kaisin. De medewerking van
gedetineerden aan de poufs werd tijdens het event in de verf
gezet.
Na het succes van dit kunstproject besteedde dezelfde
Brusselse topdesigner in oktober 2010 de productie van zijn
eigenzinnig meubilair uit aan de gevangenis. Een van zijn
bekendste stukken, de ‘Hairy Chair’, is gemaakt door de
gedetineerden. Deze ‘Hairy Chair’ is een oude stoel waarop
lamellen van oude tijdschriften uit een papierversnipperaar,
met houtlijm gekleefd zijn. Het project was zo uniek dat het
de aandacht van de media trok. TV Brussel maakte een
reportage met als titel: ‘Gevangenen maken stoelen voor
topdesigner Kaisin’. Het werk in het atelier van de gevangenis
en het belang van tewerkstelling voor gedetineerden tijdens
hun detentie kwamen hiermee in de schijnwerpers.
Hoewel kunst meestal een van de laatste zorgen lijkt te zijn
van gedetineerden, leren deze projecten dat deze niet zo
evidente combinatie voor hen van grote betekenis kan zijn en
op een originele manier bijdraagt tot een zinvolle
detentieperiode en de voorbereiding van de re-integratie in
de maatschappij.
Koken achter tralies
Eind 2010 kregen tien cursisten in de gevangenis van
Sint-Gillis hun attest voor de beroepsopleiding ‘Basiskeuken’.
Het was de eerste keer dat de gevangenis samen met de
Vlaamse Gemeenschap een keukenopleiding in het
Nederlands aanbood.
De gevangenis, de Vlaamse Gemeenschap en haar
onderwijspartner Brucovo sloegen de handen in elkaar
met het Brusselse Centrum voor Volwassenenonderwijs
Elishout Coovi voor de organisatie van een keukenopleiding.
Een groep van tien gemotiveerde deelnemers en
een ervaren leerkracht gaven gedurende vijf weken
het beste van zichzelf in de keuken van Sint-Gillis.
De module ‘Basiskeuken’ bracht de cursisten de
basisbeginselen van de grootkeuken bij. Gedetineerden
stelden menu’s samen en leerden kooktechnieken.
De inrichting koos voor een module op maat. Gedetineerden
die vaak voor een korte periode in Sint-Gillis verblijven,
hebben op die manier een attest op zak om elders, binnen of
buiten de muren, verder mee aan de slag te gaan. De module
‘Basiskeuken’ is de start van een traject dat uiteindelijk kan
resulteren in een diploma ‘Hulpkok’ om een job in de horeca
te vinden. Ondertussen vonden enkele deelnemers al werk in
de personeelskeuken van de gevangenis.
De CDRGA bood financiële steun aan het project. Cursisten
die de lessen nauwgezet volgen, krijgen een klein bedrag
uitbetaald, samen met een extra vergoeding bij deelname
aan alle lessen en het behalen van het eindattest.
Verder zorgde de opleiding voor heel wat persbelangstelling
toen de Vlaamse en Brusselse Onderwijsministers het project
kwamen bezoeken in het kader van hun subsidieopdracht
vanuit de Vlaamse regering en de Vlaamse Gemeenschaps-
commissie in de Brusselse gevangenissen. Een reportage in de
Brusselse media bracht de opleiding voor gedetineerden in
Sint-Gillis op een positieve manier in beeld en gaf enkele
gedetineerden die bouwen aan hun toekomst een stem.
Inzetten op beroepsopleiding was voor alle betrokken
partners, niet in het minst voor de gedetineerden zelf, een
echte meerwaarde in de gevangenis van Sint-Gillis. De
woorden van een van de cursisten tijdens de proclamatie van
het project vatten alles mooi samen: “Ik kijk geweldig uit naar
het vervolg”.
139
FOCUS
Archiefbeheer
Een zorg voor veel penitentiaire inrichtingen is de grote
hoeveelheid dossiers. De steeds stijgende stapel papier
brengt enorme uitdagingen op het vlak van veiligheid, ruimte
en ordening met zich mee.
Jarenlang bewaarde de gevangenis van Sint-Gillis haar
duizenden dossiers in de kelders onder de vleugels. Ook
enkele antropologische dossiers uit andere Nederlandstalige
gevangenissen werden daar tot voor enkele jaren
gecentraliseerd in het kader van wetenschappelijk onderzoek.
Toen dit onderzoek werd stopgezet, had de centralisatie geen
meerwaarde meer. Bovendien hadden de slechte
omstandigheden waarin de dossiers worden bewaard tot
gevolg dat sommige archiefbestanden in zo’n slechte staat
waren dat van permanente bewaring geen sprake meer kon
zijn. Hierdoor en als gevolg van een groeiend plaatsgebrek
zag de inrichting zich genoodzaakt om in 2010 te zoeken naar
een duurzame oplossing voor het archiveringsprobleem. In
samenwerking met de regionale directie en de dienst Milieu
en Duurzame Ontwikkeling werkte zij een lokaal project uit,
bestaande uit twee fasen.
De eerste fase bestond uit een grootschalige, tweedaagse
interventie in juli 2010. Een ploeg archivarissen van het
Algemeen Rijksarchief, een groep vrijwilligers van de
technische dienst van de gevangenis en tal van
gedetineerden werkten een weekend lang aan een selectie
van grote hoeveelheden historische, aangetaste of te
vernietigen dossiers. Stukken die besmet waren met
schimmels zijn in quarantaine geplaatst en later ontsmet. De
waardevolle antropologische dossiers die nog in goede staat
verkeerden, zijn overgebracht naar het Algemeen Rijksarchief.
In de kelder bevond zich ook een sterk bevuilde bibliotheek
met literatuur van penologische, criminologische, juridische
en psychiatrische inhoud. Ook hier moest worden
geselecteerd. Wat overbleef, werd grondig gereinigd, ontstoft
en klaargezet voor overdracht naar het Rijksarchief.
In de tweede fase zocht de gevangenis naar een geschikte
ruimte die op lange termijn dienst kan doen als archiefruimte,
rekening houdend met de vochtigheidsgraad, de
temperatuur, de stofontwikkeling en het licht. Daarnaast zocht
de gevangenis naar een optimaal basisinstrument voor een
goed archiefbeheer. Alle dossiers werden gereinigd of stofvrij
gemaakt, gesorteerd, ingepakt en nadien geïnformatiseerd,
chronologisch opgelijst en geklasseerd. Het is de bedoeling
om het archief toegankelijker te maken en gemakkelijker te
kunnen overgaan tot periodieke vernietigingen. Op die
manier sparen zij verdere archiefruimte uit, kunnen zij stukken
gemakkelijker terugvinden en zullen belangrijke documenten
minder snel verloren gaan.
140
TongerenHet gesloten federaal centrum (GFC) in Tongeren doet sinds
november 2009 dienst als een centrum voor minderjarigen
die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd.
Opleiding communicatie en conflicthantering met jongeren
enkele reacties na afloop van deze opleiding:
“Gedurende de drie dagen in het GFC Tongeren vielen mij binnen
de groep enkele zaken op. Enerzijds was er een grote gedrevenheid
om de zaken goed te doen, een grote groepsgeest en
ondersteunende attitude naar elkaar, een groep die ruimte gaf om
kritische zaken aan bod te laten komen (ook van zichzelf).
Anderzijds merkte ik een groep mensen die sterk overtuigd was
van hun eigen visie en handelen, maar tezelfdertijd zich de vraag
stelde: ‘Zijn we wel goed bezig?’. Tijdens de driedaagse stonden wij
stil bij de eigen persoonlijke stijl als PBA. Sommige PBA’s hadden
een uitgesproken mening over ‘hoe het zou moeten zijn’. Door in
dialoog te gaan en hen via beeldmateriaal en casussen aan het
werk te zetten, merkte ik dat sommigen meer zicht kregen op hun
eigen handelen.”
G. Taghon, lesgever
“In deze cursus stond het bieden van structuur centraal. De
oorzaken van jeugddelinquentie werden uitgespit en toegelicht,
zowel mondeling als aan de hand van verhelderende
videofragmenten. Probleemsituaties in de vroege jeugd van de
delinquent werden geduid en als bewakingspersoneel kregen wij
vooral de boodschap mee om eenvormig en correct te werken. Het
dagprogramma binnen de jeugdgevangenis zou een bondig
maar vooral repetitief karakter moeten hebben. Deze
jongvolwassenen hebben immers vooral behoefte aan regelmaat
en positieve input.”
F. Jamees, penitentiair assistent
“Het fijne aan de opleiding was dat er veel interactie was tussen de
collega’s en de lesgever. Wat ik geleerd heb, is dat er een constante
moet zijn in je doen en laten. Wat vandaag zwart is, is morgen ook
zwart en niet wit. Zeker omdat wij met een specifiek doelpubliek
zitten, is dat zeer belangrijk. In het begin kan je als PBA ook beter
wat strenger zijn zodat je daarna de ‘touwtjes’ wat kan lossen in
plaats van omgekeerd. Zoniet moet je nadien altijd weer de strijd
aangaan. ‘Consequent, direct en correct’ waren vaak de woorden
van de lesgever. Het was een zeer aangename opleiding die ik
zeker zou aanraden om aan iedereen te geven in de basisopleiding
voor PBA’s.”
K. Onkelinx, penitentiair bewakingsassistent
Sport voor jongvolwassen gedetineerden
Op een jaar tijd ontwikkelde het GFC een sportaanbod dat
bestaat uit fitness en sportactiviteiten op de wandeling. Elke
gedetineerde kan wekelijks tot zeven uur sporten.
De fitnessruimte werd grondig aangepast en uitgebreid met
krachttoestellen. Twee derde van de jongeren maken hiervan
gemiddeld twee uur per week gebruik. Het GFC werkt met
vaste groepen van maximum vier personen per blok
waardoor alles op een veilige manier kan verlopen. De
gedetineerden kunnen hier hun energie kwijt en geven zelf
aan hun frustraties soms vanzelf verdwijnen na een uurtje
sport.
gemiddelde bevolking 13,5
Mannen 13,5
Vrouwen 0,0
Beklaagden 3,4
Veroordeelden 6,4
Geïnterneerden 0,0
Andere 3,7
Gewoon regime 13,5
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,0
Beperkte detentie 0,0
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,0
Gemiddelde capaciteit 23,4
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 1,00
Totaal Attachés 1,00
Totaal Administratief 5,35
Totaal Medisch
Totaal PSD 2,00
Totaal Bewaking/Techniek 51,95
Totaal Erediensten
Totaal Buiten kader
totaal 61,30
141
Vanaf juli 2010 biedt het GFC in Tongeren ook buiten op de
wandeling een ruim sportaanbod. Voor deze activiteiten
moeten gedetineerden zich vooraf inschrijven. Tijdens de
sportmomenten hebben zich nog geen incidenten
voorgedaan. De jongeren kunnen zich beheersen en luisteren
naar de sportleerkracht. In dat opzicht vormt dit sportaanbod
een belangrijk onderdeel van het sociale vaardigheids-
programma van het GFC. De uitdaging voor de toekomst is
om nog meer variatie in het aanbod te brengen, dit af te
stemmen op de tewerkstellings- en onderwijsmomenten en
buitenploegen hierbij te betrekken.
SOVO: Training sociale vorming
SOVO staat voor ‘Sociale Vorming’. De nadruk ligt hierbij op
sociale vaardigheden en maatschappelijke en persoonlijke
thema’s, zoals communicatie, relaties, seksualiteit, positie in
een groep, geweld, enz. Het doelpubliek bestaat uit jongeren
die tijdens hun adolescentie in het instellings- en
gevangeniswezen terechtgekomen zijn. Deze jongeren
hebben zich niet ten volle kunnen ontwikkelen op
maatschappelijk en persoonlijk vlak. SOVO wil hen leren op
een gepaste manier hun mening te formuleren, van
gedachten te wisselen en rekening te houden met anderen.
Via deze vorming krijgen gedetineerden de kans het
groepsgebeuren te ervaren en tegelijk een sociaal rolmodel
voor te houden. Dankzij het beroepsgeheim voelen zij zich
veilig en kunnen zij ongedwongen spreken. Elke gedetineerde
kan wekelijks aan een sessie deelnemen.
Naast sessies over een bepaald thema, waarbij gewerkt wordt
volgens diverse methodieken zoals educatieve spelen en
beeldmateriaal, worden ook sessies met
samenwerkingsopdrachten gegeven. Daarin krijgen de
jongeren de opdracht om samen een activiteit tot een goed
einde te brengen.
enkele reacties van de lesgevers:
“Wij stellen vast dat een vast publiek en de meerderheid van de
gedetineerden de sessies blijft volgen. Zij reageren op een meer
sociaal aangepaste manier. Wij zien ook dat dit groepsgebeuren
en het ‘groepsgeheim’ voor hen een oase van rust en veiligheid
creëert. Zij kunnen van gedachten wisselen zonder veroordeeld te
worden, maar er wordt toch een sociaal aangepast model
voorgehouden. Zeker in deze populatie waar vaak banden met
anderen gesmeed werden voor het plegen van feiten, maar zelden
‘affectieve’ banden, is het belangrijk dat zij op een positieve manier
in relatie tot anderen leren treden. Op deze manier trachten wij
een aantal leermomenten uit de samenleving die zich binnen de
muren niet spontaan aandienen, binnen de gevangenismuren te
creëren.”
C. Blanckaert en J. Vaelen, Maatschappelijk assistent en
Psychologe Vlaams Team.
142
FOCUS
Opstart van het GFC Tongeren
Het GFC in Tongeren, gehuisvest in de oudste en kleinste
gevangenis van het land, werd met het KB van 12 november
2009 officieel opgericht. Na de sluiting als arresthuis in 2005
en tot 2008 dienst te hebben gedaan als gevangenismuseum,
werd de allereerste Belgische celgevangenis door toenmalig
Minister van Justitie Vandeurzen immers herbestemd als
federale instelling voor jongeren. Hierdoor kwam een
tegemoetkoming aan het tekort aan opvangmogelijkheden
voor minderjarige delinquenten en aan de wet die bepaalt dat
uit handen gegeven jongeren in een aparte inrichting moeten
verblijven. Vanaf maart 2009 kreeg de infrastructuur een
grondige renovatie, in september 2009 kwamen de eerste
personeelsleden ter plaatse en op 23 november 2009 werd de
eerste jongere overgebracht.
Infrastructuur en populatie
In de loop van 2010 werd op allerlei vlakken heel wat werk
verricht. Na twee ontsnappingen in de loop van februari
vonden, naast nog lopende infrastructurele aanpassingen en
projecten, bijkomende beveiligingswerken plaats. Procedures
en regime werden uitgewerkt en afgestemd op de populatie
van het GFC, bestaande uit zowel minderjarige jongeren
onder jeugdbeschermingsmaatregel als (vaak inmiddels al
meerderjarige) jongeren die door de jeugdrechter werden uit
handen gegeven. Werken in het GFC Tongeren in 2010 was
werken met twee populaties in één: minderjarigen versus
meerderjarigen, beklaagden versus veroordeelden,
verschijnend voor de jeugdrechter versus verschijnend voor
de raadkamer of strafrechter, kinderrechten versus rechten uit
de basiswet, jongeren versus gedetineerden, enz. Voor de
meeste personeelsleden betekent dit ‘werken in kwadraat’
zoals het organiseren van dubbele wandelingen, dubbele
sessies fitness, dubbele lessen, dubbele bibliotheek-
momenten, enz.
Kernopdracht en regime
Het GFC Tongeren biedt plaats aan jongeren die enerzijds niet
langer door de jeugdrechter beschermd worden en door de
strafrechter zijn veroordeeld, maar anderzijds niet samen met
andere gedetineerden in eenzelfde inrichting voor
volwassenen mogen verblijven. Om de specifieke en dubbele
opdracht van het centrum op een zinvolle manier in te vullen,
volgde een zoektocht naar een maatschappelijke
meerwaarde en een verantwoorde benadering van ‘uit
handen gegeven’ jeugddelinquenten die overeenkomstig het
vonnis van de jeugdrechter niet langer pedagogisch mag of
kan zijn. Het werd een zoektocht in samenwerking met het
Agentschap Jongerenwelzijn van de Vlaamse Gemeenschap
met een opvoedkundige opdracht.
Doorheen deze zoektocht tekenden zich stilaan vier grote
lijnen af waarlangs de detentie in het GFC verloopt:
> een intensieve begeleiding en (pre)therapeutische
behandeling van diegenen waarvoor dit aangewezen is of
die er zelf om vragen, door het eigen Vlaamse zorgteam en
externen
> een (vaak grote) schoolse achterstand inhalen door het
aanbieden van onderwijs op maat van jongvolwassenen,
met interne en externe leerkrachten
> halftijdse tewerkstelling met een gelijke verdeling van
de beschikbare arbeid en een stimulans om aan andere
activiteiten deel te nemen
> een voldoende intensief recreatief aanbod
Verwachtingen naar personeel
Na het eerste werkjaar zijn de belangrijkste fundamenten
gelegd en bleek dat de kleinschaligheid van de inrichting met
haar beperkte groep personeelsleden en gedetineerden een
grote meerwaarde heeft. Hierdoor worden deze jongeren
echt gezien en kan kort op de bal worden gespeeld. Een
duidelijke structuur kwam tot stand die naast het bestaande
aanbod en de noodzakelijke begrenzing ook een
voorspelbaarheid biedt waaruit jongvolwassenen met een
problematisch(er) profiel een zeker voordeel halen. Dit kan
enkel via eenduidig en consequent handelen waarbij zowel
het individuele belang van de jonge gedetineerde als dat van
de samenleving voorop staat. Dit vraagt om gemotiveerde
medewerkers met veel zelfvertrouwen, inzicht in de
doelgroep en een grote dosis communicatieve vaardigheden.
143
TournaiDe gevangenis van Doornik werd in 1868 in gebruik
genomen en heeft een klassieke stervorm. Zij herbergt zowel
beklaagden als veroordeelden.
Werken in vleugel C
De gevangenis startte in januari met de werken aan het
einde van vleugel C. De oude cellen zullen uiteindelijk
worden ingericht als cellen voor beperkte detentie. De
voormalige opslagplaatsen zullen plaats maken voor
een opleidingscomplex met nieuwe leslokalen en een
bibliotheekzaal. Op termijn zal voor elke opleiding een
speciaal daartoe ingericht leslokaal beschikbaar zijn, met
panelen voor de lessen elektriciteit, een oven voor de cursus
pottenbakken, enz. Er zullen ook sanitaire installaties worden
geplaatst. Dankzij deze renovatie vinden alle opleidingen in
dezelfde afdeling plaats, waardoor de bewegingen van de
gedetineerden makkelijker worden beheerd. De gevangenis
voerde werken uit om de veiligheid op de werf te verzekeren
en de lessen te laten doorgaan.
Slamworkshop en diploma-uitreiking
Sinds 2008 organiseren de ‘Ecrivains publics de Wallonie
picarde’ twee keer per maand een schrijfworkshop voor de
gedetineerden in de gevangenis van Doornik en bieden hen
de ruimte om zich vrij uit te drukken. Sinds september 2009
zijn zij op vraag van de directie de drijvende kracht achter de
slampoëzieworkshops geworden.
Doornik
Tijdens elke sessie zitten vijf tot tien gedetineerden rond de
tafel en nemen actief deel aan de workshop. Zij luisteren naar
muziek van bekende slammers, kiezen samen de thema’s,
lezen korte gedichten tussen het schrijfadvies door en krijgen
stijloefeningen en schrijfopdrachten voorgeschoteld. Aan het
einde van de workshop delen zij hun ervaringen met elkaar.
Zij lezen a capella of met achtergrondmuziek hun teksten
voor om podiumgevoel te krijgen. Voor de slammer aan zijn
tekst begint, zegt hij steeds de woorden: “Un poème dit...”, dat
de anderen samen aanvullen met “un verre offert!”.
Alle thema’s komen aan bod, van de emotioneel zwaarste tot
de luchtigste onderwerpen. De deelnemers kunnen hun hart
luchten, spijt betuigen, hun woede uiten, maar kunnen ook
hartstochtelijke liefde, tederheid of ongebreidelde humor in
hun teksten leggen. Van censuur is geen sprake. Hier geldt
vrijheid van meningsuiting. De gedetineerden, volwassen
mannen van alle leeftijden en uiteenlopende herkomst, gaan
respectvol en vriendelijk met elkaar om in het gezelschap van
twee animatrices die de workshop in goede banen leiden.
Bij sterke emoties of grappige momenten vergeet een mens
vaak dat hij tussen de muren van de gevangenis zit. Van de
teksten die in de loop van het voorbije jaar zijn geschreven,
is een bloemlezing samengesteld en in de bibliotheek ter
beschikking gesteld van de gedetineerden.
De deelnemers kregen tijdens de workshops zin om voor
een publiek op te treden. De uitreiking van de ADEPPI-
diploma’s in juni was daartoe de gelegenheid bij uitstek.
Een week na de generale repetitie vond het concert plaats
voor een ongewoon publiek: andere gedetineerden,
bewakingspersoneel, leerkrachten, animatoren en de
gevangenisdirectie. Plankenkoorts, hevige emoties
gemiddelde bevolking 200,7
Mannen 200,7
Vrouwen 0,0
Beklaagden 55,7
Veroordeelden 143,6
Geïnterneerden 0,0
Andere 1,4
Gewoon regime 200,4
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,0
Beperkte detentie 0,2
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,0
Gemiddelde capaciteit 183,0
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 2,00
Totaal Attachés 3,00
Totaal Administratief 18,35
Totaal Medisch 1,95
Totaal PSD 6,45
Totaal Bewaking/Techniek 147,20
Totaal Erediensten 0,50
Totaal Buiten kader
totaal 179,45
144
en gedeelde vreugde waren duidelijk zichtbaar. De
gedetineerden zeiden blij te zijn dat zij tijdens een concert
een greep uit het leven, met gewichtige onderwerpen en
wissewasjes, konden brengen in ruil voor een daverend
applaus.
De slamworkshop biedt de gedetineerden de kans om op
een andere manier gezien te worden. Het is een weg naar
zelfbewustwording door hun zelfbeeld bij te stellen, een
leidraad en een ferme duw in de richting van re-integratie en
niet te vergeten: het gevoel dat zij bestaan.
145
FOCUS
Progressief regime
De heropening van vleugel B was het moment om het regime
in de drie vleugels van de gevangenis van Doornik te herzien
en de filosofie van de basiswet beter na te streven. Zo kan een
gedetineerde zijn detentie op een constructievere wijze in
handen nemen. Elke veroordeelde begint zijn detentie in een
klassieke gesloten afdeling en evolueert naar een open of
halfopen regime.
Het klassieke celregime is momenteel beperkt tot vleugel C
waarin de beklaagden, de pas aangekomen veroordeelden en
enkele zeer moeilijke veroordeelden zijn ondergebracht.
De gedetineerden worden bij hun aankomst in vleugel C
onderworpen aan een observatiefase. Tijdens die periode
kunnen de PBA’s informatie verzamelen over de
gedetineerden en hun gedrag. Op grond van die informatie
kan de PBA ploegchef zich tot de penitentiair assistenten en
de directie richten voor een gemotiveerde vraag tot
overplaatsing van een veroordeelde. De veroordeelde zet zijn
traject vervolgens voort in vleugel B of vleugel A waar andere
regimes gelden.
In vleugel A zitten veroordeelden die logistieke taken
uitvoeren zoals karweien in de keuken, de vestiaire,
onderhoudstaken, enz. Zij vallen onder een open regime
waardoor zij steeds toegang hebben tot het sanitaire
gedeelte. Dit regime is niet alleen ingevoerd omdat de
directie de regimes van de verschillende vleugels wou
personaliseren, maar ook om de gebrekkige infrastructuur van
het sanitair en de douches in het gebouw te herstellen.
Door in vleugel B verschillende verdiepingen te maken, is een
echt progressief regime tot stand kunnen komen met een
uitgebreid aanbod aan vrijetijdsactiviteiten. Stoelen, tafels,
gezelschapsspelen, groepsspelen zoals tafeltennis of
tafelvoetbal, enz. zijn hiervoor ter beschikking gesteld. Met
hulp van de CDRGA kon de inrichting investeren in het nodige
materiaal.
In de eerste afdeling van vleugel B geldt het klassieke
celregime en begint een tweede observatiefase zodat kan
worden geëvalueerd of de veroordeelde geschikt is voor een
soepeler regime. In de tweede afdeling is het regime al
flexibeler. Sinds december 2010 is een halfopen regime
ingevoerd zodat op een afdeling met gesloten deuren tussen
18u00 en 19u30 activiteiten op de sectie kunnen doorgaan en
gedetineerden kunnen gebruik maken van de telefoon aan
voordeligere tarieven. In de derde afdeling komt sinds april
2010 bovenop het halfopen regime de mogelijkheid om de
cel open te houden van 16u00 tot 19u30. De veroordeelden
kunnen telefoneren en regelmatig contact houden met hun
familieleden, maar ook een douche nemen tijdens de
activiteiten zonder een beroep te moeten doen op een
personeelslid. Het regime in de derde afdeling betekent dat
de veroordeelden vrij kunnen bewegen op de afdeling en
samen met hun medegedetineerden kunnen eten.
Deze verschillende regimes worden voortdurend geëvalueerd
in overleg met het personeel. Dit soort van regime zorgt voor
een zekere kalmte binnen de gevangenis. Door de observaties
in de open afdeling kunnen de directeurs zich een beeld
vormen van de veroordeelden en in sommige gevallen
overgaan tot een mogelijke overplaatsing naar een open
omgeving.
Door dit progressieve regime worden overplaatsingen zeer
belangrijk, hetgeen ook in het bijzonder geldt voor de
motivatie van de verzoeken tot overplaatsing van de
gedetineerden zelf of van de PBA’s ploegchef. Dit systeem
stimuleert de verantwoordelijkheid van de personeelsleden
en betrekt hen meer bij het gevangenisleven. Aangezien het
gedrag van de veroordeelden voortdurend wordt
geobserveerd, zijn zij zich ervan bewust dat zij in bepaalde
gevallen (bijvoorbeeld wegens een disciplinaire overtreding)
kunnen worden uitgesloten van activiteiten of naar een
gesloten afdeling moeten terugkeren.
De gedetineerden konden nog niet deelnemen aan zinvolle
activiteiten. Nochtans moet het activiteitenaanbod op termijn
groeien en op een meer structurele wijze georganiseerd
worden (bijvoorbeeld een thema-avond). De komende
maanden krijgt de directie immers te maken met een nieuwe
uitdaging. Omdat de werkplaatsen voor minstens twee jaar
gesloten zijn wegens verbouwingen, is het belangrijk de
gedetineerden nuttig te kunnen bezighouden. De duur van
de werkzaamheden zal de inrichting gebruiken om een
voldoende en aangepast werkaanbod te creëren wat de
re-integratie van gedetineerden in het arbeidsleven kan
vergemakkelijken.
146
TurnhoutDe gevangenis van Turnhout werd gebouwd in 1908
en bestaat uit drie vleugels. In één vleugel worden
geïnterneerden met een psychotische problematiek
opgenomen en begeleid. In de andere vleugels verblijven
beklaagden en veroordeelden.
Werkbladen op cel
Om de tafelruimte op cel te vergroten, ontwikkelde de
gevangenis van Turnhout een project waarbij in alle cellen
een werkblad werd geplaatst tegen een celwand ter
vervanging van de klassieke tafels. Gedetineerden hebben
daardoor meer opbergruimte en voldoende plaats om te eten
op hun cel.
Vernieuwing van de fitnessruimte
De fitnesszaal is binnen de Belgische gevangenismuren een
populaire plaats. Het veelvuldig en intensief gebruik van de
toestellen en de toenemende gedetineerdenbevolking
zorgen voor een snelle slijtage. Dankzij financiële
ondersteuning van de CDRGA kon de inrichting in 2010 haar
materiaal vervangen en nieuwe toestellen aankopen.
Betere dienstverlening voor advocaten
Als arresthuis met ongeveer 40 procent beklaagden, is de
gevangenis van Turnhout een belangrijke werkplek voor
advocaten. De directie wilde de dienstverlening naar
advocaten toe verbeteren door meer klantgericht te werken.
Het project verloopt in verschillende fasen. Na een
voorbereidend gesprek met de stafhouder van de balie werd
een vragenlijst opgemaakt die de stafhouder zal verspreiden.
De eerste actiepunten op basis van de output zullen bekend
zijn tegen begin 2011.
TV op cel via centrale aansturing
Waar gedetineerden voordien de keuze hadden tussen het
huren of aankopen van een televisietoestel, besliste de
directie in het voorjaar van 2010 om alle cellen standaard uit
te rusten met een flatscreen televisie. Deze is vast gemonteerd
aan de celmuur. Een gratis basispakket van vier kanalen (VRT,
RTBF, BBC en een infokanaal van de gevangenis) zit hierbij
inbegrepen. Wie meer kanalen wenst te consulteren, betaalt
een wekelijkse bijdrage en ontvangt wat standaard via
digitale televisie en prime beschikbaar is.
gemiddelde bevolking 174,1
Mannen 174,1
Vrouwen 0,0
Beklaagden 71,8
Veroordeelden 31,6
Geïnterneerden 68,1
Andere 2,6
Gewoon regime 174,1
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,0
Beperkte detentie 0,0
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,0
Gemiddelde capaciteit 152,0
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 3,00
Totaal Attachés 0,00
Totaal Administratief 11,80
Totaal Medisch 11,95
Totaal PSD 4,25
Totaal Bewaking/Techniek 102,10
Totaal Erediensten 1,00
Totaal Buiten kader
totaal 134,10
147
FOCUS
Hygiëneproject voor geïnterneerden
De gevangenis van Turnhout hecht veel belang aan de
hygiëne binnen haar muren. Een aantal geïnterneerden
scoren laag qua zelfredzaamheid, persoonlijke hygiëne en
ondervinden moeilijkheden om hun cel te onderhouden. Het
project heeft als doel om deze specifieke groep, mits
begeleiding en ondersteuning van het zorgteam, actief te
betrekken bij het elementaire onderhoud van de cel en hen
op die manier een zinvolle activiteit te laten uitvoeren. Een
intensieve samenwerking tussen het bewakingspersoneel en
het zorgteam is hierbij heel belangrijk. De leden van het
zorgteam gaan na of er achter het hygiëneprobleem een
psychische oorzaak schuilt of eerder een gebrek aan
motivatie. Hierna stellen zij een actieplan op en volgt een
individuele begeleiding van de geïnterneerde. Ook het
bewakingspersoneel geeft de nodige ondersteuning.
Ondanks de inspanningen van het personeel bleken niet alle
geïnterneerden geïnteresseerd in of mentaal in staat voor
deze aanpak. Bovendien is het veiligheidsrisico in bepaalde
gevallen te groot om geïnterneerden op een doeltreffende
wijze te begeleiden op vlak van hygiëne. Om deze redenen
voegde de inrichting een nieuwe functie aan het werkaanbod
toe, namelijk de ‘celpoetser’. In het bijzijn van een PBA voert
deze persoon bepaalde onderhoudstaken uit, speciaal voor
deze groep geïnterneerden. Om te voorkomen dat
geïnterneerden die wel in staat zijn om hun cel te
onderhouden gaan misbruik maken van de celpoetser, kan hij
enkel in actie komen op vraag van het personeel en dit na
onderling overleg tussen het bewakingspersoneel en het
zorgteam. Personeelsleden ervaren dit project alvast als een
stap in de goede richting.
148
VerviersSinds 1895 doet de gevangenis van Verviers dienst als arrest-
en strafhuis. Zij is gebouwd volgens het Ducpétiaux-model en
heeft een Y-vorm.
Relaties met gerechtelijke overheden
Tot in 2009 heerste tussen de gevangenis en de gerechtelijke
overheden een wederzijds gevoel van wantrouwen. Omdat
de gevangenisdirectie dit gevoel wilde wegwerken, maakte zij
in 2009 werk van een beter contact met het parket van de
procureur des Konings en de federale en lokale
politiediensten, die bevoorrechte gesprekspartners zijn. Naar
aanleiding van een smokkelincident binnen de
gevangenismuren maakte de inrichting de gerechtelijke
overheid kenbaar dat zij een relationeel leefklimaat wil creëren
en in stand houden waarin niet alleen de wet wordt
nageleefd maar waarin vooral de personen die toezicht
houden op de naleving van de wet worden gerespecteerd.
In 2010 stelde de gevangenis zich proactief op tijdens het
overleg met het parket en de politie voor de controle van de
drugsproblematiek in de gevangenis. De partijen ontmoeten
elkaar voortaan driemaandelijks om een permanent netwerk
uit te bouwen, informatie uit te wisselen en, indien nodig,
binnen de muren gerichte interventies uit te voeren.
Dankzij het herwonnen vertrouwen tussen beide partijen
maakt de gevangenis weer deel uit van een keten van
georganiseerde sociale controle. Deze positie versterkt haar
zichtbaarheid als solide schakel binnen het stelsel van de
strafrechtsbedeling, zowel ten aanzien van de gerechtelijke
partners als van de gedetineerden.
Activiteiten van de technische dienst
De gevangenisdirectie stelde vast dat de activiteiten van de
technische dienst minder zichtbaar waren omdat een aantal
praktische werken noodzakelijk waren, maar waarvan hun
collega-PBA’s de impact niet konden inschatten. De directie
wilde de uitusting en het onderhoud van de gebouwen
verbeteren. In 2010 verving de de technische dienst de
cilinders van alle sloten op de celdeuren alsook alle
televisietoestellen en koelkasten in de cellen.
Onthaal van nieuwe personeelsleden
PBA’s die na hun basisopleiding in dienst treden in de
inrichting worden volgens een procedure onthaald die de
voorbije vijf jaar is uitgegroeid tot het ‘onthaalproject’. Er is
weinig geweten over deze nieuwe personeelsleden en over
hun persoonlijke competenties, hun scholing, hun
professionele ervaring, hun specifieke voorkeuren of hun
affiniteiten op relationeel en technisch vlak.
Omdat de functie van PBA veelzijdig is, vraagt de directie aan
de nieuwe personeelsleden wat meer informatie te geven
over hun verwachtingen, technische kennis en competenties,
opdat zij kunnen worden ingezet op een werkplek en voor
een opdracht die aansluit op hun persoonlijk profiel. De
gevangenis bouwde dan ook een geïnformatiseerde
gegevensbank uit. Elk personeelslid kan zijn of haar profiel
gemiddelde bevolking 263,0
Mannen 263,0
Vrouwen 0,0
Beklaagden 88,7
Veroordeelden 174,0
Geïnterneerden 0,0
Andere 0,4
Gewoon regime 262,2
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,0
Beperkte detentie 0,9
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,0
Gemiddelde capaciteit 194,0
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 4,00
Totaal Attachés 1,00
Totaal Administratief 20,50
Totaal Medisch 3,35
Totaal PSD 6,90
Totaal Bewaking/Techniek 161,55
Totaal Erediensten 0,50
Totaal Buiten kader
totaal 197,80
149
hier aanvullen en de penitentiair assistenten en de
personeelsdienst kunnen deze informatie gebruiken.
Betere broodverdeling
Aangezien de ramen van de gevangenis in Verviers geen
tralies hebben, gooien heel wat gedetineerden hun afval naar
buiten. Dit leidt tot onaangename en ongezonde situaties.
Vooral broodresten trekken heel wat duiven aan. In plaats van
alle ramen te voorzien van tralies en zo het gevoel van
opsluiting te versterken, wilde de gevangenisdirectie de
verdeling van het brood verbeteren. De directie stelde vast
dat boterhammen minder in de smaak vallen dan broodjes en
besliste dan ook om minder boterhammen en meer broodjes
te verdelen. De verdeling van het brood met een constante
hoeveelheid en budget droeg uiteindelijk bij tot minder
broodverspilling.
150
FOCUS
‘Prévenez-vous’, een origineel project rond drugspreventie tijdens de voorlopige hechtenis
In 2010 werkte de gevangenis van Verviers een origineel
project uit rond drugspreventie in het arresthuis. Het project
‘Prévenez-vous (‘Wees gewaarschuwd’) biedt een
detentieregime aan dat meer inhoudt dan de traditionele
opsluiting in een cel gedurende 22 uur per dag. De
gevangenis wil de beklaagden helpen om geen illegale
producten te gebruiken of hun gebruik beter te beheersen
door hen actief bezig te houden. Het project biedt de
beklaagden, die dat wensen, een leefregime aan op basis van
een vast programma met dagelijkse ludieke, culturele,
therapeutische of sportactiviteiten. Een module duurt drie
maanden en er kunnen maximaal 12 gedetineerden
deelnemen.
Het programma en de inhoud van de activiteiten laten toe
om met een open groep te werken. Dit betekent dat wanneer
gedetineerden de groep verlaten (omdat zij zijn vrijgelaten,
veroordeeld, enz.) zij plaats maken voor nieuwkomers. Elke
kandidaat ondertekent een bilaterale overeenkomst voor
akkoord. De kandidaat moet zich houden aan bepaalde
voorwaarden die verband houden met zijn gedrag,
aanwezigheid, enz. Wie de overeenkomst niet naleeft, wordt
ten minste tot het einde van de module uitgesloten, maar
mag wel een aanvraag indienen om deel te nemen aan een
volgende module.
De activiteiten vinden plaats op de wandeling, in de
activiteitenruimte en in de ruimtes die daarvoor zijn
voorbehouden. De gevangenis koopt het nodige materiaal
aan (zoals gezelschapsspelen) op basis van het budget dat
aan het project werd toegekend. Een pedagoge, die hiervoor
werd aangeworven, begeleidt de projecten.
151
WortelDe huidige strafinrichting van Wortel was tot 1933 een
landloperskolonie. Met de afschaffing van de wet op de
landloperij werd de strafinrichting in gebruik genomen om
veroordeelden onder te brengen.
De tabel links toont een globaal overzicht van het aantal
gedetineerden en het aantal personeelsleden in de penitentiaire
inrichtingen van Wortel en Tilburg. De cijfers hebben enkel
betrekking op het Belgisch personeel.
Aangepaste infrastructuur
Aangezien de strafinrichting van Wortel werd uitgebreid met
een bijkomende afdeling in de PI Tilburg, moest ook in
aanpaste infrastructuur worden voorzien. De transitzone werd
opgebouwd uit containers en dient vooral om de doorstroom
van gedetineerden van en naar de PI Tilburg vlotter te laten
verlopen. Bovendien bood deze ruimte de mogelijkheid om
gedetineerden tijdelijk te huisvesten waardoor slechts
beperkte celcapaciteit verloren ging.
Gedetineerden die in uitgaansvergunning of penitentiair
verlof vertrekken of terugkomen, worden hier tijdelijk
ondergebracht. Daarenboven kunnen de gedetineerden die
voor de strafuitvoeringsrechtbank moeten verschijnen of
door politiediensten moeten gehoord worden, hier ook
tijdens de dag verblijven. De containers zijn voorzien van vier
slaapplaatsen, twee veiligheidscellen, een bureau voor de
toezichthoudende PBA, de nodige sanitaire voorzieningen,
een wandelplaats en een viertal gesprekslokalen.
De technische dienst van de inrichting voerde de overige
aanpassingen in eigen beheer uit. Aangezien alle
detentiedossiers in de strafinrichting van Wortel behandeld
worden, was het nodig om bijkomende kastenruimte te
voorzien op de griffie. De financiële diensten werden
ondergebracht in een leegstaand magazijn dat werd
omgebouwd tot een volwaardig bureau.
Het educatief centrum
Door de bouw van een nieuwe C-vleugel moesten een aantal
activiteitenlokalen verhuizen naar een nieuwe locatie. Dit was
een goede gelegenheid om alle hulp- en
dienstverleningsactiviteiten en de medewerkers van de
Vlaamse Gemeenschap te groeperen om een heus educatief
centrum uit te bouwen. Op deze manier worden oude
gebouwen na grondige renovatie terug in gebruik genomen.
De strafinrichting kan ook efficiënter werken door alle
activiteiten samen te brengen. De groepsgerichte activiteiten
zoals sport, vorming, ontspanning en onderwijs worden nu
georganiseerd in de noordvleugel van de oude
landloperskoer. De installatie van een leskeuken en een extra
vormingslokaal zijn gepland voor 2011.
gemiddelde bevolking 612,8
Mannen 612,8
Vrouwen 0,0
Beklaagden 9,6
Veroordeelden 594,9
Geïnterneerden 0,0
Andere 8,3
Gewoon regime 621,8
Halve vrijheid (veroordeelden) 0,0
Beperkte detentie 0,0
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 0,0
Gemiddelde capaciteit 641,5
Personeel voltijds equivalent
Totaal Directie 7,00
Totaal Attachés 1,00
Totaal Administratief 18,00
Totaal Medisch 0,80
Totaal PSD 8,75
Totaal Bewaking/Techniek 113,20
Totaal Erediensten
Totaal Buiten kader
totaal 148,75
152
Opleiding schilder-behanger
De strafinrichting wilde in 2010 haar aanbod aan
beroepsgerichte opleidingen uitbreiden en legde haar oor te
luisteren bij het Koninklijk Atheneum Centrum voor
Volwassenenonderwijs uit Turnhout. Na enkele verkennende
gesprekken kon de modulaire opleiding ‘schilder-behanger’ in
september 2010 van start gaan. Tien cursisten ontvingen
ondertussen hun diploma en volmaakten na een half jaar de
volledige opleiding.
Nieuwe bibliotheek
Dankzij een samenwerking met de Provincie Antwerpen, de
stadsbibliotheek van Turnhout, vzw De Rode Antraciet en
Justitieel Welzijnswerk Turnhout opende de strafinrichting in
2010 een eigentijdse bibliotheek. De bibliotheekmomenten
zijn nu aangenamer voor de gedetineerden. Een
bibliothecaris, vrijwilligers van Justitieel Welzijnswerk en een
gedetineerde staan op vaste momenten in de week in voor
de werking van de bibliotheek.
153
FOCUS
Samenwerkingsakkoord met Nederland
Op 31 oktober 2009 sloten België en Nederland een verdrag
over de ingebruikname van een gevangenis in Nederland
voor de tenuitvoerlegging van Belgische veroordelingen. Het
DG EPI en de Nederlandse Dienst Justitiële Inrichtingen
ondertekenden daartoe een samenwerkingsovereenkomst.
De penitentiaire inrichting (PI) van Tilburg fungeert sindsdien
als bijhuis van de strafinrichting van Wortel. Enkele
werkingsprocessen moesten uiteraard herbekeken worden.
Administratief beheer
Het Belgisch personeel in de PI Tilburg, de directie, de
psychosociale dienst, de penitentiair assistent en de twee
adjunct-penitentiair assistenten konden werken zonder de
(papieren) gedetineerdendossiers. De griffie van Wortel
beheert en bewaart deze dossiers. Naast het gewone
dossierbeheer worden alle relevante documenten uit het
dossier voortaan gescand en elektronisch beschikbaar gesteld
voor de PI Tilburg. De administratieve medewerkers in de PI
Tilburg ontvangen dagelijks de wijzigingen, betekeningen,
enz. zodat zij hun dossiers kunnen afhandelen en de
beslissingen kunnen communiceren aan de veroordeelde.
Financieel beheer
De strafinrichting van Wortel beheert de rekeningen van de
Belgische gedetineerden in Tilburg. De Nederlandse diensten
staan in voor het beheer van de kantine, de tewerkstelling en
de huur van televisietoestellen.
Beheer van de capaciteit
De gehuurde detentiecapaciteit moet steeds maximaal
worden ingevuld. Toch zijn hier enkele beperkingen zoals het
beheer van de bewegingen en het transport van
gedetineerden tussen de strafinrichting van Wortel en de PI
Tilburg.
De strafinrichting van Wortel organiseert alle in- en uitgaande
bewegingen van de gedetineerden. Dit betekent dat zij alle
uitgaansvergunningen, penitentiaire verloven,
overbrengingen en vrijstellingen regelen. Dezelfde regeling
geldt voor de verschijningen voor de strafuitvoerings-
rechtbank, verhoren door politie, verzoeken van
deurwaarders, medische onderzoeken, enz. De nodige
maatregelen werden genomen om de afwezigheid van de
gedetineerde uit zijn cel in Tilburg zo minimaal mogelijk te
houden.
De Nederlandse Dienst Vervoer & Ondersteuning staat in voor
het transport tussen de strafinrichting van Wortel en de PI
Tilburg. Vanuit budgettair oogpunt worden deze dagelijkse
transporten optimaal benut. Voor de planning hiervan werd
een proces ontwikkeld dat rekening houdt met de
transitbewegingen naar en van de PI Tilburg, de aansluiting
op de nationale transferroutes in België en het vroege vertrek
wegens uitgangsvergunning of penitentiair verlof vanuit
Wortel.
154
Wortel-TilburgHistoriek
De Penitentiaire Inrichting (PI) in Tilburg, voordien Justitieel
Complex Koning Willem II, is ondergebracht in een
voormalige legerkazerne. De gevangenis was oorspronkelijk
bedoeld om illegale vreemdelingen, die wachten op hun
uitzetting, te kunnen huisvesten. Kenmerkend was het
gegroepeerd onderbrengen van de gedetineerden in
afgesloten ruimtes met maximaal acht gedetineerden per
zaal. Dat was destijds een nieuwigheid binnen het
Nederlandse detentiewezen. De inrichting was, en is nog
steeds, een normaal beveiligde inrichting met moderne
technische veiligheidsvoorzieningen.
In de loop der jaren is veel, voornamelijk individuele,
celcapaciteit bijgebouwd. Na de uitstroom van de
vreemdelingen kreeg de PI Tilburg de status van een
gevangenis gecombineerd met een Huis van Bewaring, wat te
vergelijken is met een Belgisch arresthuis.
Bi-nationaal verdrag
In 2009 kwam de inrichting meerdere keren in het nieuws.
Nederland kampte met een cellenoverschot waardoor Justitie
zich gedwongen zag enkele gevangenissen te sluiten. België
zit echter met het probleem van een nijpende overbevolking
in de gevangenissen waarvoor dringend een oplossing nodig
was. Op 31 oktober 2009 sloten Nederland en België een
verdrag over de plaatsing van minimaal 500 ‘Belgische’
gedetineerden in Tilburg. Het verdrag houdt in dat Nederland
de inrichting en het daarbijhorende personeel tegen betaling
ter beschikking stelt aan het Belgische gevangeniswezen en
daarnaast het beheer van de inrichting blijft verzorgen. Het
terrein blijft Nederlands grondgebied, maar is een afdeling
van de strafinrichting in Wortel. Gedetineerden die in Tilburg
verblijven, vallen onder de Belgische wetgeving. De inrichting
staat onder leiding van een Belgisch directieteam.
De PI Tilburg ontving de eerste Belgische gedetineerden op 2
februari 2010, tien dagen nadat de laatste Nederlandse
gedetineerde de inrichting verliet. De omschakeling verliep
zeer snel. Na vijf weken was de penitentiaire inrichting
volledig opgevuld. Gezien de alsmaar stijgende
gedetineerdenpopulatie in België werd gevraagd gebruik te
maken van de Verdragsclausule tot verhoging naar een
maximale capaciteit van 650 gedetineerden. De Ministerraad
gaf hiertoe groen licht op 3 december 2010.
Capaciteit en doelgroep
In totaal kunnen 681 gedetineerden in de PI Tilburg verblijven.
Afgesproken is dat België ten minste 500 detentieplaatsen
afneemt tegen een forfaitair bedrag van 30 miljoen euro per
jaar. Een aantal specifieke kosten, vervoerskosten en bepaalde
medische kosten, zullen daarnaast op declaratiebasis door
België aan Nederland worden vergoed. De opdracht tot het
beschikbaar stellen van bijkomende plaatsen gebeurt in
groepen van 50, op te lopen tot 650 detentieplaatsen. In het
verdrag zijn een aantal beperkingen opgenomen rond de
plaatsing van gedetineerden. Volgende groepen zijn
uitgesloten:
> gedetineerden met de Nederlandse nationaliteit
> gedetineerden die een bevel tot verwijdering van
het grondgebied in Nederland hebben ontvangen
> gedetineerden die in Nederland een
strafrechtelijk verleden hebben
> gedetineerden die nog niet definitief veroordeeld zijn
> vluchtgevaarlijke en zwaar criminele gedetineerden
> gedetineerden die in de Belgische inrichtingen gekend
staan als gedragsmatig problematische gedetineerden
Personeel
De personeelsenveloppe wordt lokaal beheerd. Elke afdeling
heeft een eigen regime en dagprogramma. In tegenstelling
tot de Belgische inrichtingen waar het personeelskader wordt
bepaald via postenbezetting, is het Nederlandse
personeelsbestand samengesteld op basis van een
taakafbakening. Dit houdt in dat een personeelslid een
specifieke taak uitvoert en zich ontwikkelt in een deelaspect
van het penitentiaire werk.
155155
epI In cIjfers
Na een overzicht van de voornaamste activiteiten en
verwezenlijkingen van het DG EPI volgen in dit deel enkele
kerncijfers over het gevangeniswezen in 2010. Het eerste deel
bevat informatie over de gedetineerdenbevolking en over de
typering van de personen die door de penitentiaire
inrichtingen ten laste zijn genomen in de loop van 2010. Het
tweede deel bevat cijfers over detentiebeheer, terwijl het
derde deel informatie geeft over het personeel in de
inrichtingen. In het laatste deel worden de budgettaire posten
toegelicht.
156
Enkele termen uitgelegd
De gedetineerdenbevolking binnen een gevangenis
verandert het hele jaar door. Om de samenstelling ervan beter
te begrijpen zal hoofdzakelijk gesproken worden over
gemiddelde bevolking, wat het voordeel biedt dat de
extreme schommelingen tot een minimum worden beperkt
en dat tegelijk rekening wordt gehouden met alle verblijven
in de gevangenis.
De gemiddelde capaciteit is het gemiddeld aantal plaatsen
voorzien voor de gedetineerden in de verschillende
inrichtingen. Dit gemiddelde vertoont een stijgende trend
door de opening van nieuwe afdelingen binnen inrichtingen
en de bouw van nieuwe inrichtingen. Een dalende trend is het
gevolg van de buitengebruikstelling van cellen, hetzij tijdelijk
(bijvoorbeeld in het kader van renovatiewerken) hetzij
definitief (sluiting van de inrichting).
De gemiddelde overbevolkingsgraad is het aantal
overtollige gedetineerden op basis van de berekening van de
verhouding tussen de gemiddelde bevolking en de
gemiddelde capaciteit. De gemiddelde overbevolkingsgraad
is echter niet representatief voor de toestand binnen elke
gevangenis. Bepaalde inrichtingen zijn helemaal niet of
weinig overbevolkt. In andere inrichtingen ligt de
overbevolkingsgraad ver boven het gemiddelde.
Beklaagden: verdachten opgesloten in afwachting van een
definitieve rechterlijke beslissing (veroordeling, internering,
vrijspraak, enz.).
Veroordeelden: uitsluitend opgesloten in het kader van de
uitvoering van straffen die in kracht van gewijsde zijn gegaan.
Geïnterneerden: opgesloten op basis van een internering
bevolen door een strafrechtbank of veroordeelden
geïnterneerd op basis van een ministeriële beslissing wegens
hun geestestoestand.
Halve vrijheid (veroordeelden): strafregime waarbij de
gedetineerde die veroordeeld is tot een totale straf van
maximum drie jaar, een uitgangsvergunning krijgt tijdens de
weekdagen voor de uitoefening van een job of het volgen
van een opleiding en waarbij hij ’s avonds terugkeert naar de
gevangenis.
Beperkte detentie: gelijkaardig regime als de halve vrijheid.
De beperkte detentie is een wijze van uitvoering van de
vrijheidsstraf waarbij de gedetineerde die veroordeeld is tot
een totale straf van meer dan drie jaar gevangenisstraf
regelmatig de penitentiaire inrichting mag verlaten voor een
bepaalde duur van maximum 12 uur per dag. De beperkte
detentie kan door de strafuitvoeringsrechtbank aan de
veroordeelde worden toegekend om professionele, familiale
belangen of opleidingsbelangen te behartigen die zijn
aanwezigheid buiten de gevangenis vereisen.
Halve vrijheid (geïnterneerden): regime toegekend door de
Commissies tot Bescherming van de Maatschappij aan de
geïnterneerden die ervan afhangen.
Opgelet!Decimalen en totalen
Voor bepaalde statistieken, zoals de gemiddelden, is het
resultaat afzonderlijk berekend voor elke cel van de tabel en
voor de totalen. De afronding gebeurde op één cijfer na de
komma. Door deze afrondingen kan het soms zijn dat de
precieze waarde van het totaal niet geheel overeenstemt met
de som van de opgetelde elementen.
gemiddelde bevolking 10535,7 %
Mannen 10129,1 96,1%
Vrouwen 406,6 3,9%
Beklaagden 3637,9 34,5%
Veroordeelden 5713,7 54,2%
Geïnterneerden 1095,7 10,4%
Andere 88,4 0,8%
Gewoon regime 10445,6 99,1%
Halve vrijheid (veroordeelden) 4,7 0,0%
Beperkte detentie 72,5 0,7%
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) 13,0 0,1%
Gemiddelde capaciteit 8949,5
gemiddelde overbevolkingsgraad 17,7%
157
inrichtingen gemiddelde bevolking gemiddelde capaciteit gemiddelde overbevolkingsgraad
Merksplas 657,9 694,0 -5,2%
Wortel-Tilburg 612,8 641,5 -4,5%
Antwerpen 665,5 439,0 51,6%
Mechelen 115,5 84,0 37,5%
Turnhout 174,1 152,0 14,6%
Hoogstraten 165,4 170,0 -2,7%
St Gillis / St Gilles 616,8 502,0 22,9%
Leuven Centraal 344,9 350,0 -1,4%
Forest / Vorst 611,0 405,0 50,9%
Leuven Hulp 188,5 149,0 26,5%
Nivelles 227,4 192,0 18,4%
Berkendael 75,9 64,0 18,5%
Ittre 416,6 429,8 -3,1%
Brugge 758,8 608,0 24,8%
Ieper 105,2 67,0 57,0%
Ruiselede 56,3 52,0 8,3%
Gent 376,4 283,0 33,0%
Oudenaarde 145,4 132,0 10,1%
Dendermonde 203,8 168,0 21,3%
Mons 403,2 307,0 31,3%
Tournai 200,7 183,0 9,7%
Jamioulx 333,0 221,9 50,0%
Marneffe 124,9 131,0 -4,7%
Lantin 934,4 694,0 34,6%
Verviers 263,0 194,0 35,6%
Huy 75,5 64,0 17,9%
Paifve 200,6 207,7 -3,4%
Hasselt Nieuw 514,4 450,0 14,3%
Arlon 124,5 111,0 12,2%
St Hubert 219,6 235,0 -6,5%
Namur 193,0 140,0 37,9%
Dinant 50,9 32,5 56,7%
Andenne 379,9 396,0 -4,1%
totaal 10535,7 8949,5 17,7%
GFC Everberg 30,6 34,1 -10,3%
GFC Tongeren 13,5 23,4 -42,2%
CFF St Hubert (sinds 30/04/2010) 32,7 48,6 -32,7%
Gedetineerden geMIddelde oVerBeVolkIngsgraad per InrIchtIng In 2010 (exclusIef elektronIsch toezIcht)
In 2010 waren de gevangenissen met de meeste
overbevolking (in dalende lijn): Ieper, Dinant, Antwerpen, Vorst
en Jamioulx. Voor deze inrichtingen bedroeg de gemiddelde
overbevolkingsgraad meer dan 50%. Twaalf inrichtingen
(inclusief de gesloten federale centra voor jongeren) hadden
een gemiddelde bevolking die lager lag dan de theoretische
capaciteit. Het is wel mogelijk dat deze inrichtingen
overbevolking hebben gekend tijdens bepaalde periodes van
het jaar of in bepaalde secties.
158
eVolutIe Van de geVangenIsBeVolkIng op BasIs Van de wettelIjke toestand In 2010
De bevolkingscategorieën (op basis van de wettelijke
toestand van de gedetineerden) variëren in de loop van het
jaar. De totale bevolking is de som van die deelevoluties.
Volgende grafieken tonen:
> de gecumuleerde dagelijkse evolutie van de
gedetineerden naargelang hun wettelijke toestand
(beklaagden, veroordeelden, geïnterneerden en anderen)
> de tendens die elke groep vertoont ten opzichte van
het aanvankelijke niveau bij het begin van het jaar
Er is een jaarlijkse stijging van 6 à 7 % merkbaar van enerzijds
de globale bevolking en anderzijds het aantal beklaagden en
veroordeelden. Het aantal geïnterneerden is met 4%
gestegen. De drie belangrijkste bevolkingscategorieën
(beklaagden, veroordeelden en geïnterneerden) kenden een
gelijkaardige evolutie tijdens het eerste semester van 2010:
een seizoensgebonden stijging in het begin van het jaar,
gevolgd door een periode waarin de bevolking relatief stabiel
bleef tot midden juni. Net zoals elk jaar daalde het aantal
beklaagden in de zomer, maar dit had geen invloed op het
aantal veroordeelden en geïnterneerden. Integendeel, hun
aantallen stegen tijdens de zomerperiode en zijn daarna op
dit verhoogde niveau gebleven. De sterke stijging van het
aantal beklaagden sinds september in combinatie met de
globale stijgingstendens leidde tot een recordaantal
gedetineerden op het einde van 2010: 11 028 gedetineerden
(inclusief de gesloten federale centra voor jongeren) op 15 en
20 december 2010.
159
VarIatIe Van de geVangenIsBeVolkIng In 2010 per categorIe gedetIneerden (wettelIjke toestand) (Index : 1 januarI = 100)
160
inrichtingen Mannen Vrouwen totaal
Merksplas 657,9 657,9
Wortel-Tilburg 612,8 612,8
Antwerpen 623,7 41,7 665,5
Mechelen 115,5 115,5
Turnhout 174,1 174,1
Hoogstraten 165,4 165,4
St Gillis / St Gilles 616,8 616,8
Leuven Centraal 344,9 344,9
Forest / Vorst 611,0 611,0
Leuven Hulp 188,5 188,5
Nivelles 227,4 227,4
Berkendael 75,9 75,9
Ittre 416,6 416,6
Brugge 664,3 94,5 758,8
Ieper 105,2 105,2
Ruiselede 56,3 56,3
Gent 336,0 40,4 376,4
Oudenaarde 145,4 145,4
Dendermonde 203,8 203,8
Mons 367,0 36,3 403,2
Tournai 200,7 200,7
Jamioulx 333,0 333,0
Marneffe 124,9 124,9
Lantin 859,8 74,6 934,4
Verviers 263,0 263,0
Huy 75,5 75,5
Paifve 200,6 200,6
Hasselt Nieuw 483,4 31,1 514,4
Arlon 124,5 124,5
St Hubert 219,6 219,6
Namur 180,8 12,2 193,0
Dinant 50,9 50,9
Andenne 379,9 379,9
totaal 10129,1 406,6 10535,7
geMIddelde dagelIjkse BeVolkIng In 2010 Volgens geslacht (exclusIef elektronIsch toezIcht)
De gevangenisbevolking is grotendeels mannelijk. De
vrouwelijke bevolking (4%) is verspreid over acht inrichtingen:
Antwerpen, Brugge, Gent, Hasselt, Berkendael (Vorst), Lantin,
Bergen en Namen. Meer dan de helft van de vrouwelijke
gevangenisbevolking verblijft in Berkendael, Brugge en Lantin.
161
nationaliteit gDB % nationaliteit gDB % nationaliteit gDB % nationaliteit gDB %
ALBANIE 93,6 0,9% OEKRAINE 9,0 0,1% TURKIJE 182,8 1,7% EGYPTE 11,2 0,1%
DUITSLAND 23,5 0,2% MOLDAVIE 11,2 0,1% PALESTINA 82,0 0,8% LIBIE 4,5 0,0%
OOSTENRIJK 0,3 0,0% RUSLAND 67,3 0,6% BURUNDI 5,7 0,1% MAROKKO 1.131,9 10,7%
BULGARIJE 78,8 0,7% BELGIE 6.034,7 57,3% KAMEROEN 9,8 0,1% MAURITANIE 6,2 0,1%
CYPRUS 0,0 0,0% SRI LANKA 2,0 0,0% CENTRAAL-
AFRIKAANSE REP.
1,0 0,0% SOEDAN 2,5 0,0%
DENEMARKEN 1,3 0,0% SINGAPORE 0,4 0,0% CONGO (DEM. REP.) 100,3 1,0% TUNESIE 79,9 0,8%
SPANJE 39,7 0,4% ZUID-KOREA 1,0 0,0% CONGO (VOLKSREP.) 3,3 0,0% MALAWI 1,0 0,0%
FINLAND 0,4 0,0% INDIA 42,6 0,4% BURKINA FASO 2,1 0,0% CANADA 0,6 0,0%
FRANKRIJK 221,0 2,1% INDONESIE 0,4 0,0% IVOORKUST 6,2 0,1% VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA 2,9 0,0%
VERENIGD KONINKRIJK 20,0 0,2% JAPAN 0,6 0,0% BENIN 0,7 0,0% CUBA 0,8 0,0%
LUXEMBURG 4,4 0,0% LAOS 1,2 0,0% ETHIOPIE 4,9 0,0% GUATEMALA 1,8 0,0%
GRIEKENLAND 19,0 0,2% CAMBODJA 1,0 0,0% GABON 0,2 0,0% JAMAICA 1,4 0,0%
HONGARIJE 6,0 0,1% MALEISIE 5,6 0,1% GAMBIA 3,7 0,0% MEXICO 1,6 0,0%
IERLAND 1,9 0,0% NEPAL 1,0 0,0% GHANA 9,0 0,1% PANAMA 0,3 0,0%
MONACO 0,4 0,0% FILIPIJNEN 5,0 0,0% GUINEA 12,7 0,1% HAITI 0,9 0,0%
NOORWEGEN 0,4 0,0% CHINA 5,0 0,0% MAURITIUS 0,4 0,0% DOMINICAANSE REP. 13,6 0,1%
POLEN 78,1 0,7% VIETNAM 3,3 0,0% LIBERIE 5,6 0,1% ANTILLEN 0,2 0,0%
PORTUGAL 32,6 0,3% MONGOLIE 3,9 0,0% MALI 1,8 0,0% DOMINICA 0,2 0,0%
ROEMENIE 232,4 2,2% BHUTAN 0,0 0,0% SENEGAL 9,8 0,1% ARGENTINIE 2,2 0,0%
ZWEDEN 1,2 0,0% KAZACHSTAN 3,3 0,0% NIGER 10,8 0,1% BRAZILIE 9,9 0,1%
ZWITSERLAND 0,5 0,0% KIRGIZSTAN 1,4 0,0% NIGERIA 23,4 0,2% CHILI 10,0 0,1%
ITALIE 187,4 1,8% OEZBEKISTAN 2,4 0,0% MADAGASKAR 0,2 0,0% COLOMBIA 11,0 0,1%
NEDERLAND 201,7 1,9% THAILAND 0,6 0,0% ZUID-AFRIKA 1,1 0,0% ECUADOR 1,8 0,0%
EX-JOEGOSLAVIE 257,2 2,4% BANGLADESH 0,1 0,0% RWANDA 7,8 0,1% PARAGUAY 0,1 0,0%
waarvan ARMENIE 21,6 0,2% SIERRA LEONE 9,6 0,1% VENEZUELA 2,0 0,0%
KROATIE 26,7 0,3% AZERBEIDZJAN 3,9 0,0% SOMALIE 11,3 0,1% GUYANA 0,3 0,0%
SLOVENIE 3,2 0,0% AFGHANISTAN 19,4 0,2% TANZANIA 0,3 0,0% SURINAME 0,9 0,0%
MACEDONIE 21,4 0,2% GEORGIE 57,1 0,5% TSJAAD 0,1 0,0% NIEUW-ZEELAND 0,6 0,0%
BOSNIE-HERZEGOVINA 19,0 0,2% IRAK 75,3 0,7% TOGO 3,8 0,0% PAPOEA-NIEUW-GUINEA 0,3 0,0%
ONBEPAALD 187,0 1,8% IRAN 25,5 0,2% ZAMBIA 0,4 0,0% VLUCHTELING 11,2 0,1%
LETLAND 4,5 0,0% ISRAEL 3,9 0,0% KENIA 0,7 0,0% NAVO 0,2 0,0%
ESTLAND 9,2 0,1% JORDANIE 2,5 0,0% GUINEE-BISSAU 0,8 0,0% OVN-VLUCHTELING 17,3 0,2%
LITOUWEN 36,4 0,3% LIBANON 19,3 0,2% KAAPVERDIE (REP.) 0,0 0,0% OVN ONBEPAALD 0,2 0,0%
TSJECHIE 16,4 0,2% PAKISTAN 14,0 0,1% ANGOLA 20,1 0,2% VADERLANDSLOOS 10,4 0,1%
SLOVAKIJE 13,5 0,1% VERENIGDE
ARABISCHE
EMIRATEN
0,5 0,0% ERITREA 0,1 0,0% ONBEPAALD 10,4 0,1%
WIT-RUSLAND 3,6 0,0% SYRIE 8,8 0,1% ALGERIJE 612,9 5,8% 100,0%
totaal 10.537,7 100%
geMIddelde dagelIjkse BeVolkIng In 2010 per natIonalIteIt (exclusIef elektronIsch toezIcht)
In 2010 hadden gemiddeld 6 op de 10 gedetineerden binnen
een penitentiaire inrichting (57,3%) de Belgische nationaliteit
(de nationaliteiten staan vermeld per staatsburgerschap). Wat
betreft de overige vertegenwoordigde nationaliteiten die
minstens 1% van de gemiddelde bevolking uitmaken, zijn er
voornamelijk burgers van de volgende landen:
> Marokko (10,7%)
> Algerije (5,4%)
> Roemenië (2,2%)
> Frankrijk (2,1%)
> Nederland (1,9%)
> Italië (1,8%)
> Turkije (1,7%)
> Congo (Dem. Rep.) (1%)
en de burgers van de landen van ex-Joegoslavië (2,4%).
In 2010 waren in totaal burgers van meer dan 130 landen
gedetineerd in de Belgische gevangenissen.
162
inrichtingen Beklaagden Veroordeelden geïnterneerden andere totaal Zuigelingen
GDB % GDB % GDB % GDB % GDB % GDB
Merksplas 29,8 4,5% 291,6 44,3% 325,7 49,5% 10,8 1,6% 657,9 100%
Wortel-Tilburg 9,6 1,6% 594,9 97,1% 0,0 0,0% 8,3 1,4% 612,8 100%
Antwerpen 521,5 78,4% 57,1 8,6% 81,7 12,3% 5,2 0,8% 665,5 100%
Mechelen 86,3 74,7% 26,7 23,1% 0,9 0,8% 1,6 1,4% 115,5 100%
Turnhout 71,8 41,2% 31,6 18,2% 68,1 39,1% 2,6 1,5% 174,1 100%
Hoogstraten 1,3 0,8% 163,0 98,6% 0,0% 1,1 0,6% 165,4 100%
St Gillis / St Gilles 344,6 55,9% 268,9 43,6% 2,0 0,3% 1,4 0,2% 616,8 100%
Leuven Centraal 33,3 9,6% 304,0 88,1% 1,0 0,3% 6,6 1,9% 344,9 100%
Forest / Vorst 426,6 69,8% 80,1 13,1% 102,7 16,8% 1,6 0,3% 611,0 100%
Leuven Hulp 79,8 42,3% 62,4 33,1% 43,6 23,1% 2,7 1,4% 188,5 100%
Nivelles 88,0 38,7% 137,4 60,4% 0,0 0,0% 2,0 0,9% 227,4 100%
Berkendael 40,3 53,2% 29,1 38,4% 6,4 8,5% 0,0 0,0% 75,9 100% 2,7
Ittre 10,3 2,5% 406,3 97,5% 0,0 0,0% 0,1 0,0% 416,6 100%
Brugge 234,4 30,9% 475,5 62,7% 33,0 4,3% 15,9 2,1% 758,8 100% 3,8
Ieper 70,1 66,7% 33,1 31,5% 0,2 0,2% 1,8 1,7% 105,2 100%
Ruiselede 0,0% 54,9 97,5% 0,0% 1,4 2,5% 56,3 100%
Gent 157,8 41,9% 113,1 30,0% 102,1 27,1% 3,4 0,9% 376,4 100%
Oudenaarde 40,9 28,1% 102,5 70,5% 1,2 0,8% 0,8 0,5% 145,4 100%
Dendermonde 119,5 58,6% 80,2 39,3% 1,0 0,5% 3,1 1,5% 203,8 100%
Mons 135,9 33,7% 236,3 58,6% 29,3 7,3% 1,8 0,4% 403,2 100% 0,6
Tournai 55,7 27,7% 143,6 71,6% 0,0 0,0% 1,4 0,7% 200,7 100%
Jamioulx 208,4 62,6% 88,1 26,5% 35,2 10,6% 1,3 0,4% 333,0 100%
Marneffe 0,0% 124,9 100,0% 0,0% 0,0% 124,9 100%
Lantin 395,6 42,3% 491,7 52,6% 43,2 4,6% 3,9 0,4% 934,4 100% 1,7
Verviers 88,7 33,7% 174,0 66,1% 0,0 0,0% 0,4 0,1% 263,0 100%
Huy 30,7 40,7% 44,7 59,2% 0,0% 0,1 0,1% 75,5 100%
Paifve 0,1 0,0% 0,0 0,0% 200,5 100,0% 0,0% 200,6 100%
Hasselt Nieuw 168,3 32,7% 337,6 65,6% 1,4 0,3% 7,2 1,4% 514,4 100% 0,1
Arlon 41,3 33,2% 83,2 66,8% 0,0% 0,0% 124,5 100%
St Hubert 1,4 0,6% 217,2 98,9% 0,0% 1,0 0,5% 219,6 100%
Namur 108,1 56,0% 67,8 35,1% 16,3 8,4% 0,9 0,5% 193,0 100% 0,4
Dinant 29,4 57,9% 21,4 42,1% 0,0% 0,0 0,1% 50,9 100%
Andenne 8,7 2,3% 370,9 97,6% 0,0% 0,3 0,1% 379,9 100%
totaal 3637,9 34,5% 5713,7 54,2% 1095,7 10,4% 88,4 0,8% 10535,7 100% 9,4
geMIddelde dagelIjkse BeVolkIng per prIorItaIre wettelIjke toestand In 2010 (exclusIef elektronIsch toezIcht)
In totaal verblijft in de gevangenis ongeveer de helft
van de gedetineerden uitsluitend in het kader van de
tenuitvoerlegging van definitieve straffen (veroordeelden),
een derde in afwachting van een definitief vonnis
(beklaagden) en 10 % als geïnterneerde. Die verhoudingen
variëren van inrichting tot inrichting naargelang de
classificatie van de inrichtingen.
Sommige inrichtingen fungeren als arresthuis, andere als
strafhuis en nog andere als beide. Enkel de inrichting tot
bescherming van de maatschappij in Paifve is uitsluitend
bestemd voor geïnterneerden (naast de inrichtingen tot
bescherming van de maatschappij in Bergen en Doornik, die
afhangen van het Waals Gewest).
In 2010 verbleven in zes inrichtingen moeders met heel jonge
kinderen (zuigelingen).
Tot slot bedroeg de dagelijkse bevolking van het GFC in
Everberg gemiddeld 31 jongeren die daar gedetineerd
zijn na een beslissing van de jeugdrechtbank zonder dat
zij uit handen zijn gegeven (d.w.z. doorverwijzing naar het
gerecht voor volwassenen). Daarnaast worden ook jongeren
ondergebracht in de gesloten federale centra van Tongeren
en St-Hubert (sinds 30 april 2010). Deze centra vangen ook
jonge beklaagden en veroordeelden op die doorverwezen
zijn naar het gerecht voor volwassenen.
inrichtingen voor jongeren Beklaagden Veroordeelden geïnterneerden andere totaal
GDB % GDB % GDB % GDB % GDB %
GFC Everberg 0,0% 0,0% 0,0% 30,6 100,0% 30,6 100%
GFC Tongeren 3,4 25,2% 6,4 47,4% 0,0% 3,7 27,4% 13,5 100%
CFF St Hubert (jongeren sinds
30/04/2010)
4,5 13,8% 1,2 3,7% 0,0% 27,0 82,6% 32,7 100%
163
inrichtingen gewoon regime Halve vrijheid (veroordeelden) Beperkte detentie Halve vrijheid (geïnterneerden) totaal elektronisch toezicht
Merksplas 657,1 0,0 0,8 657,9 13,8
Wortel-Tilburg 612,8 612,8 19,6
Antwerpen 645,2 0,2 11,6 8,4 665,5 71,2
Mechelen 115,5 0,0 115,5 20,9
Turnhout 174,1 174,1 12,5
Hoogstraten 165,3 0,1 165,4 19,9
St. Gillis / St. Gilles 610,0 0,2 6,7 616,8 10,0
Leuven Centr. 342,7 0,7 1,6 345,0 9,7
Forest / Vorst 611,0 0,0 611,0 81,5
Leuven Hulp 185,4 0,4 2,2 0,6 188,5 24,4
Nivelles 226,6 0,2 0,6 227,4 27,1
Berkendael 75,9 75,9 11,8
Ittre 416,6 416,6 28,6
Brugge 740,9 2,2 14,8 0,9 758,8 50,0
Ieper 100,2 5,0 0,0 105,2 27,0
Ruiselede 53,8 0,0 2,5 56,3 3,6
Gent 368,9 0,5 5,9 1,2 376,4 58,7
Oudenaarde 139,4 0,2 5,8 145,4 14,8
Dendermonde 198,6 0,0 4,5 0,7 203,8 64,3
Mons 402,7 0,6 403,2 37,8
Tournai 200,4 0,2 200,7 14,0
Jamioulx 331,6 1,4 333,0 45,4
Marneffe 124,9 0,0 124,9 24,9
Lantin 933,8 0,6 934,4 54,4
Verviers 262,2 0,9 263,0 24,8
Huy 74,4 1,0 75,5 12,7
Paifve 200,6 200,6
Hasselt Nieuw 509,9 0,0 4,2 0,3 514,4 74,7
Arlon 123,5 1,1 124,5 11,3
St. Hubert 219,6 219,6 21,5
Namur 191,9 0,3 0,8 193,0 20,7
Dinant 50,5 0,4 50,9 9,0
Andenne 379,9 379,9 11,8
totaal 10445,6 4,7 72,5 13,0 10535,7 932,6
geMIddelde dagelIjkse BeVolkIng In 2010 per detentIeregIMe
De overgrote meerderheid van de gevangenisbevolking
die fysiek aanwezig is in de gevangenis valt onder het
gewone detentieregime. Dat wil zeggen dat zij voortdurend
onder toezicht van de penitentiaire inrichtingen blijft,
met uitzondering van de toekenning van verloven en
uitgangsvergunningen.
Gemiddeld 76 veroordeelden waren dagelijks geplaatst onder
het regime van beperkte detentie of halve vrijheid (met
toelating om op regelmatige wijze de penitentiaire inrichting
te verlaten voor een bepaalde duur van maximum 12 uur per
dag).
Het aantal gedetineerden dat fysiek afwezig is in de inrichting,
maar geplaatst is onder het regime van elektronisch
toezicht, bedroeg gemiddeld ongeveer 933 op dagbasis. De
afgebeelde tabel toont eveneens hun dagelijks gemiddelde
aantal naargelang de inrichting van waaruit zij onder
elektronisch toezicht geplaatst zijn en die instaat voor het
administratief beheer van hun detentie.
164
inrichtingen Beklaagden Veroordeelden geïnterneerden andere totaal Zuigelingen
Merksplas 2 2
Antwerpen 2209 853 69 31 3162
Mechelen 260 117 3 3 383
Turnhout 366 114 1 11 492
St. Gillis / St. Gilles 88 12 2 102
Forest / Vorst 2466 853 49 26 3394
Leuven Hulp 257 142 37 17 453
Nivelles 279 80 359
Berkendael 173 88 7 268 4
Brugge 696 333 24 26 1079 17
Ieper 236 169 28 433
Gent 627 349 85 15 1076
Oudenaarde 117 73 3 2 195
Dendermonde 431 272 8 23 734
Mons 394 264 17 5 680
Tournai 211 130 2 343
Jamioulx 624 298 17 8 947
Lantin 1097 415 13 9 1534
Verviers 270 113 383
Huy 94 55 2 151
Paifve 1 1
Hasselt Nieuw 647 335 31 23 1036 1
Arlon 158 61 219
Namur 425 108 11 1 545
Dinant 154 64 1 219
totaal 12279 5298 378 235 18190 22
opsluItIngen per prIorItaIre wettelIjke toestand
De dagelijkse bevolking in penitentiaire inrichtingen
wordt bepaald door de in- en uitstroom van personen.
De aanvankelijke instroommodaliteit in een penitentiaire
inrichting is de opsluiting. Dit kan het gevolg zijn van de
tenuitvoerlegging van een aanhoudingsbevel (beklaagden),
een vrijheidsstraf (veroordeelden), een bevel tot internering
(geïnterneerden) of andere titels zoals de voorlopige
aanhouding van voorwaardelijk in vrijheid gestelde
veroordeelden of veroordeelden begeleid in het kader van de
probatie.
De volgende tabel geeft de verdeling weer van deze
aanvankelijke opsluitingen naargelang de inrichting waarin
de detenties een aanvang namen. Bepaalde gevangenissen
zijn niet vermeld, niet omdat er in 2010 geen nieuwe
gedetineerden verbleven, maar omdat de instroom er onder
andere vormen gebeurde, waarbij het hoofdzakelijk de
overbrenging vanuit een andere inrichting betreft.
Het merendeel van de opsluitingen gebeurt na de afgifte
van een aanhoudingsbevel (beklaagden). Iets minder dan
een derde had betrekking op definitief veroordeelden.
Sommige beklaagden in opsluiting blijven opgesloten tot
hun veroordeling of internering en daarna, zonder dat dit als
een nieuwe opsluiting wordt beschouwd. Bijgevolg maakt
de opsluiting van veroordeelden slechts een deel uit van
de instroom in de categorieën definitief veroordeelden of
geïnterneerden.
inrichtingen voor jongeren Beklaagden Veroordeelden geïnterneerden andere totaal
GFC Everberg 347 347
GFC Tongeren 3 86 89
CFF St Hubert (jongeren sinds 30/04/2010) 1 182 183
165
inrichtingen Voorlopige
hechtenis
Vreemdelingen
(excl. voorl. invr.)
Strafeinde geïnterneerden Voorwaardelijke
invrijheidstelling
Voorlopige
invrijheidstelling
(algemeen)
Voorlopige
invrijheidstelling
(bijzondere)
andere totaal Zuigelingen
Merksplas 22 15 26 99 15 134 15 5 331
Wortel-Tilburg 13 10 33 17 202 6 2 283
Antwerpen 1401 12 3 76 7 575 7 6 2087
Mechelen 161 2 4 51 1 2 221
Turnhout 248 2 3 16 4 76 1 350
Hoogstraten 2 13 26 26 67
St. Gillis / St. Gilles 470 5 20 2 19 429 51 2 998
Leuven Centraal 45 7 16 5 62 11 7 153
Forest / Vorst 1323 1 8 49 232 2 7 1622
Leuven Hulp 189 6 8 47 5 220 79 554
Nivelles 172 12 7 44 4 2 241
Berkendael 153 1 9 2 34 6 205 6
Ittre 3 32 19 1 11 3 69
Brugge 473 11 63 19 21 249 8 4 848 13
Ieper 169 2 10 1 59 1 242
Ruiselede 3 5 6 14
Gent 390 6 8 79 10 225 3 2 723
Oudenaarde 74 1 6 1 3 30 3 118
Dendermonde 227 13 4 125 3 372
Mons 328 19 13 9 145 1 2 517
Tournai 172 16 8 61 2 259
Jamioulx 365 1 4 26 4 139 3 1 543
Marneffe 1 10 24 35
Lantin 825 6 76 6 27 359 12 6 1317 1
Verviers 202 30 7 89 3 5 336
Huy 68 3 1 30 102
Paifve 19 1 20
Hasselt Nieuw 507 8 43 34 206 16 7 821 1
Arlon 121 6 5 25 6 3 166
St. Hubert 1 76 18 207 1 303
Namur 330 3 10 4 52 1 400
Dinant 127 1 1 25 1 155
Andenne 1 1 25 7 9 6 49
totaal 8583 97 590 471 322 4127 261 70 14521 21
InVrIjheIdstellIngen In 2010 per reden Van afschrIjVIng (exclusIef elektronIsch toezIcht)
In 2010 konden 14 521 gedetineerden rechtstreeks
de gevangenis verlaten ingevolge een beslissing tot
invrijheidstelling. Bovenop dit aantal komen de 2 553
invrijheidstellingen van gedetineerden die hun straf uitzaten
onder het regime van elektronisch toezicht op het moment
dat een einde kwam aan hun detentie en de 588 vrijgelaten
gedetineerden uit de gesloten federale centra, wat het totaal
invrijheidstellingen op 17 662 brengt.
Wat de gedetineerden betreft die niet onder elektronisch
toezicht geplaatst waren, heeft het merendeel van de
invrijheidstellingen betrekking op beklaagden die opnieuw in
vrijheid zijn gesteld vóór het definitieve vonnis.
Van de andere reden van ‘afschrijving’ van gedetineerden uit
de gevangenisregisters (invrijheidstellingen) is de ‘(algemene)
voorlopige invrijheidstelling’ vanuit kwantitatief oogpunt
de belangrijkste. Het betreft de voornaamste vorm van
vervroegde invrijheidstelling van veroordeelden die een totale
gevangenisstraf van maximaal drie jaar uitzitten.
De vervroegde invrijheidstelling van veroordeelden met
een totale gevangenisstraf van meer dan drie jaar neemt
de vorm aan van de voorwaardelijke invrijheidstelling (voor
Belgen en vreemdelingen met verblijfsrecht in België) of
die van een ‘voorlopige invrijheidstelling met het oog op
verwijdering’ (opgenomen in de tabel onder de bijzondere
voorlopige invrijheidstelling). Meer dan de helft van het aantal
voorwaardelijke invrijheidstellingen wordt ten uitvoer gelegd
nadat de gedetineerde een deel van zijn straf onder het
regime van elektronisch toezicht heeft uitgezeten.
inrichtingen voor jongeren Voorlopige hechtenis Voorlopige invrijheidstelling (algemeen) andere Minderjarigen totaal
GFC Everberg 351 351
GFC Tongeren 2 1 58 61
CFF St Hubert (jongeren sinds 30/04/2010) 3 4 169 176
166
De categorie ‘vreemdelingen (exclusief voorlopige
invrijheidstellingen)’ heeft betrekking op vreemdelingen die
administratief gedetineerd zijn in een penitentiaire inrichting
na hun detentie als beklaagde of als veroordeelde aan het
einde van de straf (uitzonderlijk als geïnterneerde) en die
na hun invrijheidstelling ter beschikking gesteld zijn van de
Dienst Vreemdelingenzaken.
Deze buitenlandse gedetineerden die in vrijheid gesteld
zijn na het einde van hun straf, zijn niet opgenomen
in de categorie ‘strafeinde’. Hetzelfde geldt voor de
gedetineerden die in vrijheid gesteld zijn aan het einde
van de tenuitvoerlegging van de hoofdstraffen, op wie een
subsidiaire gevangenisstraf ingevolge de niet-betaling van
een boete ook van toepassing was en die vrijgelaten zijn na
betaling van een deel van de verschuldigde bedragen. Dat is
een ander geval van ‘bijzondere voorlopige invrijheidstelling’.
invrijheidstellingen van de veroordeelden onder elektronisch toezicht (2010)
Inrichtingen Strafeinde Voorwaardelijke
invrijheidstelling
Voorlopige invrijheidstelling
(algemeen)
Voorlopige invrijheidstelling
(bijzondere)
Andere Totaal
Merksplas 2 18 11 31
Wortel-Tilburg 12 19 31
Antwerpen 1 4 217 2 224
Mechelen 2 5 50 57
Turnhout 1 48 49
Hoogstraten 2 22 3 1 28
St. Gillis / St. Gilles 11 9 20
Leuven Centraal 12 12
Forest / Vorst 1 242 5 248
Leuven Hulp 1 4 62 1 68
Nivelles 1 18 46 3 68
Berkendael 5 35 1 41
Ittre 3 40 43
Brugge 8 21 97 126
Ieper 1 6 70 77
Ruiselede 4 4
Gent 16 185 201
Oudenaarde 4 34 38
Dendermonde 1 8 185 194
Mons 9 106 1 116
Tournai 1 1 37 1 40
Jamioulx 1 3 128 1 2 135
Marneffe 41 41
Lantin 7 15 140 162
Verviers 3 8 41 52
Huy 2 26 28
Hasselt Nieuw 1 29 205 235
Arlon 1 4 33 38
St. Hubert 9 21 8 38
Namur 6 66 72
Dinant 1 18 19
Andenne 2 15 17
totaal 48 366 2121 2 16 2553
167
zelfMoorden en andere oVerlIjdens In penItentIaIre InrIchtIngen In 2010 (zIekenhuIzen InBegrepen) In 2010 overleden 46 gedetineerden in detentie, hetzij in de
penitentiaire inrichting zelf, hetzij in een ziekenhuis waarnaar
zij in voorkomend geval waren overgebracht. Van deze
46 sterfgevallen werden 19 geïdentificeerd als zelfdoding
(waarvan 5 in de gevangenis van Lantin). Wegens het medisch
beroepsgeheim is het niet mogelijk de andere doodsoorzaken
te onderscheiden.
inrichtingen Zelfmoorden andere overlijdens totaal
Merksplas 3 3
Antwerpen 2 2
Turnhout 1 1 2
Hoogstraten 1 1
St. Gillis / St. Gilles 2 1 3
Forest / Vorst 1 2 3
Nivelles 1 1
Brugge 1 4 5
Ieper 1 1
Gent 1 1
Mons 1 1 2
Tournai 1 1
Jamioulx 3 3
Lantin 5 3 8
Verviers 1 1 2
Paifve 2 2
Hasselt Nieuw 2 2
Arlon 1 1
St. Hubert 1 1
Namur 1 1
Andenne 1 1
totaal 19 27 46
168
gedetIneerden onder gewoon regIMe ontsnapt In 2010, ontsnappIngen BuIten de Muren InBegrepen (BV. uIt het zIekenhuIs, uIthalIng, enz.)
In 2010 ontsnapten slechts 10 gedetineerden uit een gesloten
penitentiaire inrichting of uit een gesloten centrum voor
jongeren. 48 andere gedetineerden zijn gevlucht uit open of
halfopen inrichtingen. Deze cijfers omvatten ontsnappingen
buiten de perimeter van de inrichtingen, bijvoorbeeld bij
uithalingen (om te verschijnen in het gerechtsgebouw)
of uit een ziekenhuiskamer. Dit betekent dat slechts 3
gedetineerden rechtstreeks ontsnapten uit een gesloten
inrichting, van wie één persoon daarbij geweld (gijzeling)
gebruikte.
type inrichtingen aantal
ontsnappingen
type Omstandigheid van ontsnapping aantal
ontsnappingen
Gesloten Antwerpen 1 Gesloten celruimte (individuele cel of gemeenschappelijke slaapruimte)
0
Ittre 1 atelier 0
Jamioulx 1 ontvluchting uit andere gesloten aanhorigheden (koeren)
1
Lantin 1 met gijzelneming (cellulair, atelier, bezoek, ...) 1
Merksplas 1 door persoonsverwisseling (bezoek, vrijstelling)
0
Paifve 1 extra-muros: tewerkstelling - (sport)activiteit 1
Gesloten (jongeren) Everberg 1 ziekenhuis, uithaling voor consultatie, overbrenging naar ziekenhuis
2
GFC Tongeren 2 tijdens uithaling 4
St. Hubert (jongeren)
1 niet-geregistreerd 1
Subtotaal 10 Subtotaal 10
(Half)open Hoogstraten 5 (Half)open celruimte (individuele cel of gemeenschappelijke slaapruimte)
29
Ruiselede 5 atelier 7
Marneffe 5 polyvalente zaal - sport/fitness 1
St. Hubert 33 ontvluchting uit andere gesloten aanhorigheden (koeren)
4
Subtotaal 48 extra-muros: tewerkstelling - (sport)activiteit 3
Totaal 58 tijdens uithaling 0
niet-geregistreerd 4
Subtotaal 48
Totaal 58
169
detentIeBeheer
Volgende tabellen geven enkele cijfers weer inzake de toepas-
sing van de wet betreffende de externe rechtspositie van 17
mei 2006, artikelen 4 tot 20 – strafuitvoeringsmodaliteiten
onder de bevoegdheid van de minister.
Deze tabel bevat de gemotiveerde adviezen uitgebracht door
de directeurs naar aanleiding van de door veroordeelden
ingediende aanvragen inzake:
Uitgaansvergunning (UV) art. 4 § 2: een uitgaansvergunning
(max. 16u) die op elk moment van de detentieperiode aan
de veroordeelde kan worden toegekend om sociale, morele,
juridische, familiale, opleidings- of professionele belangen
te behartigen die zijn aanwezigheid buiten de gevangenis
vereisen of om een medisch onderzoek of een medische
behandeling buiten de gevangenis te ondergaan.
De directeurs hebben 743 adviezen voor dit type
uitgaansvergunning uitgebracht. De gunstige adviezen
maken 73,4 % van de voor deze modaliteit uitgebrachte
adviezen uit.
Uitgaansvergunning (UV) art. 4 § 3: een uitgaansvergunning
(max. 16u, eventueel met een bepaalde periodiciteit) die
kan worden toegekend tijdens de twee jaar die de datum
voorafgaan waarop voorwaardelijke invrijheidstelling kan
worden toegelaten, om de sociale re-integratie voor te
bereiden.
De directeurs hebben 4 220 adviezen voor dit type
uitgaansvergunning uitgebracht. De gunstige adviezen
maken 77,7 % van de voor deze modaliteit uitgebrachte
adviezen uit.
Door de directeurs uitgebrachte adviezen inzake strafuitvoeringsmodaliteiten in 2010
Inrichtingen UV (art4§2) UV (art4§3) PV SO Totaal positief Totaal negatief Totaal algemeen
POS NEG POS NEG POS NEG POS NEG
Andenne 12 6 186 95 94 160 1 1 293 262 555
Antwerpen 5 1 4 2 2 1 0 0 11 4 15
Arlon 6 2 24 19 23 18 0 0 53 39 92
Berkendael 4 1 10 0 10 5 0 0 24 6 30
Brugge 78 39 494 82 92 190 1 6 665 317 982
Dendermonde 18 4 65 18 29 33 1 1 113 56 169
Dinant 6 0 40 0 22 4 0 0 68 4 72
Forest / Vorst 5 1 22 1 28 34 0 1 55 37 92
Gent 9 6 54 6 29 27 1 0 93 39 132
Hasselt 11 6 166 95 56 117 1 4 234 242 476
Hoogstraten 26 6 168 16 71 102 0 0 265 124 389
Huy 1 3 46 21 10 21 0 0 57 45 102
Ieper 4 1 24 0 12 4 0 0 40 5 45
Ittre 12 11 148 86 92 235 0 3 252 335 587
Jamioulx 9 2 32 4 25 19 0 0 66 25 91
Lantin 23 13 241 169 97 199 2 0 363 381 744
Leuven Centraal 69 13 227 22 72 76 0 0 368 111 479
Leuven Hulp 3 0 51 1 26 20 0 0 80 21 101
Marneffe 29 2 83 14 70 30 0 0 182 46 228
Mechelen 5 0 35 4 18 10 1 0 59 14 73
Merksplas 18 8 162 29 59 83 0 1 239 121 360
Mons 31 7 103 51 69 83 1 0 204 141 345
Namur 2 5 39 12 28 24 0 0 69 41 110
Nivelles 16 6 91 28 74 39 1 1 182 74 256
Oudenaarde 35 9 116 6 30 29 1 0 182 44 226
Ruiselede 27 1 62 1 32 10 0 0 121 12 133
St. Gillis / St. Gilles 2 3 24 5 32 78 0 1 58 87 145
St. Hubert 26 3 102 19 113 113 0 2 241 137 378
GFC Tongeren 0 0 8 1 3 4 0 0 11 5 16
Tournai 10 6 87 52 44 82 0 0 141 140 281
Turnhout 1 3 12 3 9 18 0 0 22 24 46
Verviers 6 2 80 5 64 70 0 0 150 77 227
Wortel-Tilburg 36 8 273 73 124 143 0 5 433 229 662
Niet toegewezen 0 0 1 0 1 0 0 0 2 0 2
totaal 545 198 3280 940 1560 2081 11 26 5396 3245 8641
170
Penitentiair verlof (PV) art. 6 en 7: verlof (3x36u per trimester)
dat kan worden toegekend in het jaar dat de datum van de
voorwaardelijke invrijheidstelling voorafgaat.
De directeurs hebben 3 641 adviezen voor penitentiaire
verloven uitgebracht, de gunstige adviezen maken 42,8 % van
de ter zake uitgebrachte adviezen uit.
Strafonderbreking (SO) art. 15: onderbreking van de
strafuitvoering (max. 3 maanden, kan worden hernieuwd)
die op elk moment van de detentieperiode kan worden
toegekend om ernstige en uitzonderlijke redenen van
familiale aard.
De directeurs hebben 37 adviezen voor strafonderbrekingen
uitgebracht. De gunstige adviezen maken 29,7 % van de voor
deze modaliteit uitgebrachte adviezen uit.
De gunstige adviezen maken 62,4 % van alle uitgebrachte
adviezen uit, alle modaliteiten samen genomen.
In de tabel op de volgende pagina worden de beslissingen
vermeld van de namens de minister handelende directie
Detentiebeheer (DDB). Deze beslissingen worden genomen
op grond van de door de directeurs ingediende adviezen
voor strafuitvoeringsmodaliteiten zoals omschreven in de
toelichting bij de vorige tabel.
DDB niet bevoegd: het door de directeur ingediende advies
is zonder gevolg gebleven omdat de veroordeelde, tijdens
het door de DDB gevoerde onderzoek met het oog op een
beslissing, niet meer voldeed aan de toelatingsvoorwaarden
wegens een wijziging van zijn wettelijke situatie, zijn
voorwaardelijke invrijheidstelling, enz.
Bijkomende informatie: art. 10 § 2, indien op korte termijn
beschikbare, bijkomende informatie noodzakelijk is,
wordt deze aangevraagd en leidt zij automatisch tot een
verlenging met 7 werkdagen, die wordt toegevoegd aan de
oorspronkelijke beslissingstermijn van 14 werkdagen.
Positieve beslissingen: worden genomen binnen een termijn
van 14 werkdagen (eventueel verlengd met 7 dagen wegens
een vraag om bijkomende informatie) die begint te lopen
vanaf het tijdstip waarop de DDB het advies van de directie
heeft ontvangen.
Negatieve beslissingen: worden genomen zowel na positieve
als negatieve adviezen. Hierbij moet worden onderstreept dat
de wet bepaalt dat voor uitgaansvergunningen en verloven
waarvoor de directeur een positief advies heeft uitgebracht,
de minister wordt geacht de modaliteit aan de veroordeelde
toe te kennen indien bij het verstrijken van de wettelijke
termijn geen beslissing is genomen (art. 10 § 4). Dit is niet het
geval indien het advies van de directeur negatief was.
Indien de adviezen worden gegroepeerd volgens de regio
van de penitentiaire inrichting waarvan zij uitgaan, is de
verdeling als volgt:
inrichtingen van de regio Noord: 4 305 adviezen
inrichtingen van de regio Zuid: 4 068 adviezen
inrichtingen van de regio Brussel: 267 adviezen
Opmerking: Voor de strafinrichting van Wortel is een stijging
van het aantal adviezen merkbaar (336 meer dan in 2009). Aan
de basis hiervan liggen de 520 adviezen die sinds 1/02/2010
werden uitgebracht voor veroodeelden in de PI Tilburg en die
geregistreerd werden in Wortel-Tilburg (verantwoordelijk voor
het administratief beheer van hun dossiers).
171
Termijn overschreden: het gaat uitsluitend om de positieve
adviezen die de directeurs hebben uitgebracht, waarvoor
de DDB binnen de wettelijke termijn geen beslissing nam en
waarvoor de minister dus wordt geacht de modaliteit toe te
kennen (art. 10 § 4).
Totaal beslissingen (zonder bijkomende informatie): In
tegenstelling tot in 2009 komt het totaal aantal adviezen
(8641) overeen met het totaal aantal beslissingen (8619).
Beslissingen genomen door de DDB inzake strafuitvoeringsmodaliteiten in 2010
Inrichtingen DDB niet bevoegd
Bijkomende informatie
Positieve beslissingen
Negatieve beslissingen
Termijn overschreden
Totaal beslissingen (zonder bijkomende informatie)
Totaal algemeen
Andenne 5 84 146 396 0 547 631
Antwerpen 0 4 7 7 0 14 18
Arlon 0 8 27 64 0 91 99
Berkendael 1 5 17 16 0 34 39
Brugge 9 139 469 493 2 973 1112
Dendermonde 3 17 68 96 0 167 184
Dinant 0 13 37 29 0 66 79
Forest / Vorst 2 5 26 41 0 69 74
Gent 1 22 71 61 0 133 155
Hasselt 8 67 148 317 1 474 541
Hoogstraten 0 58 227 164 0 391 449
Huy 1 12 36 59 0 96 108
Ieper 1 10 20 17 0 38 48
Ittre 2 71 153 450 0 605 676
Jamioulx 0 6 33 33 0 66 72
Lantin 16 104 196 538 0 750 854
Leuven Centraal 4 56 227 238 0 469 525
Leuven Hulp 2 13 69 33 0 104 117
Marneffe 1 41 124 115 0 240 281
Mechelen 3 7 28 35 0 66 73
Merksplas 0 65 155 195 3 353 418
Mons 2 50 131 209 0 342 392
Namur 2 21 45 71 0 118 139
Nivelles 5 41 98 147 0 250 291
Oudenaarde 2 40 95 125 1 223 263
Ruiselede 0 21 106 30 1 137 158
St. Gillis / St. Gilles 0 20 33 104 0 137 157
St. Hubert 3 59 163 224 0 390 449
GFC Tongeren 0 6 7 11 0 18 24
Tournai 4 48 78 198 0 280 328
Turnhout 0 8 10 36 1 47 55
Verviers 2 38 109 119 0 230 268
Wortel-Tilburg 8 128 289 387 0 684 812
Niet toegewezen 1 5 4 12 0 17 22
totaal 88 1292 3452 5070 9 8619 9911
172
In deze tabel worden voor elke maand van 2010 de
gunstige adviezen en de beslissingen tot toekenning van de
verschillende strafuitvoeringsmodaliteiten vermeld. Deze
tabel geeft een idee van de variatie in het aantal adviezen
en beslissingen dat elke maand wordt genomen en het
percentage beslissingen tot toekenning te vergelijken met de
positieve adviezen per type modaliteit.
Gemiddeld genomen waren in 2010 449,6 gunstige adviezen
per maand en 287,6 beslissingen tot toekenning per maand.
Er zijn belangrijke afwijkingen merkbaar. Er is een minimum
van 365 positieve adviezen in november en een maximum
van 547 in juni. Voor de beslissingen tot toekenning is een
minimum van 231 positieve beslissingen in mei en een
maximum van 354 in juni merkbaar.
Bij nader onderzoek van het gebruik van de verschillende
modaliteiten wordt het kleine aantal positieve adviezen (11)
inzake strafonderbreking en het kleine aantal toekenningen
(1, hetzij 9% van de positieve adviezen) merkbaar. Deze
modaliteit, die op elk ogenblik van de strafuitvoering kan
worden toegekend, wordt nog altijd weinig aangewend.
Twee factoren kunnen de zeer beperkte toekenning van deze
modaliteit verklaren: de aangevoerde reden komt niet altijd
overeen met de wettelijke bepaalde ernstige en uitzonderlijke
reden en, in tegenstelling tot de andere modaliteiten, kunnen
aan strafonderbreking geen bijzondere voorwaarden worden
verbonden om tegemoet te komen aan contra-indicaties,
waardoor de toekenning ervan nog beperkter wordt.
Aan de andere kant is er het aanzienlijk aantal positieve
adviezen (3 280) inzake uitgaansvergunningen met het
oog op het voorbereiden van de sociale re-integratie.
Uitgaansvergunningen kunnen worden toegekend
vanaf twee jaar voor de toelaatbaarheidsdatum voor de
voorwaardelijke invrijheidstelling en het aantal toekenningen
dat daarmee overeenstemt (2 299, hetzij 70% van de positieve
adviezen). Deze modaliteit bestrijkt een groot domein, te
weten de voorbereiding op de sociale re-integratie, en
kan worden verbonden aan een bepaalde periodiciteit. De
combinatie van deze twee aspecten heeft ongetwijfeld een
invloed op de frequente aanwending ervan.
Indien alle positieve adviezen voor alle modaliteiten in
aanmerking worden genomen, kan worden opgemerkt dat
in 64% van de gevallen een beslissing tot toekenning erop is
gevolgd.
Door de DDB genomen beslissingen over de toekenning van strafuitvoeringsmodaliteiten n.a.v. door de directeurs uitgebrachte positieve adviezen
Maanden Positieve adviezen directeurs Positieve beslissingen DDB
UV (art4§2) UV (art4§3) PV SO Totaal adviezen
UV (art4§2) UV (art4§3) PV SO Totaal beslissingen
januari 49 234 112 0 395 27 167 53 0 247
februari 35 272 116 0 423 22 181 55 0 258
maart 57 303 135 0 495 28 227 68 0 323
april 45 285 138 1 469 21 164 64 0 249
mei 40 234 95 0 369 21 166 44 0 231
juni 49 307 189 2 547 31 215 108 0 354
juli 38 282 135 1 456 26 195 81 0 302
augustus 53 328 158 2 541 32 219 92 0 343
september 42 262 119 2 425 23 191 64 0 278
oktober 53 246 90 2 391 35 186 58 1 280
november 36 211 118 0 365 25 169 67 0 261
december 47 316 155 1 519 27 219 80 0 326
Totaal 544 3280 1560 11 5395 318 2299 834 1 3452
% toekenning 58,45% 70,09% 53,46% 9,09% 63,98%
173
Advies over de niet-naleving van de voorwaarden: twee
soorten informatie worden onder deze benaming
samengebracht. Enerzijds het advies van de directeur naar
aanleiding van de niet-naleving door de veroordeelde van de
algemene voorwaarde om geen nieuwe strafbare feiten meer
te plegen en/of van de bijzondere voorwaarden opgelegd
in verband met de modaliteit toegekend om tegemoet te
komen aan de tegenaanwijzingen (art. 5, 2°, 7, 2°, 11 § 3) en
anderzijds de beschrijving van het gedurende meer dan
3 dagen niet terugkeren na afloop van een toegekende
modaliteit. In de loop van 2010 werden voor deze twee
categorieën 418 adviezen uitgebracht.
Voortzetting van de modaliteit: betekent dat na onderzoek
van de niet-naleving van de voorwaarde de DDB van mening
was dat de toegekende modaliteit kon blijven voortduren
zonder dat een andere reactie nodig was.
Aanpassing van de voorwaarden: betreft de aanpassing
van de voorwaarden voor toegekende modaliteiten. Deze
aanpassing gebeurt in geval van de niet-naleving van
voorwaarden zowel in het kader van art. 11 § 4 als in het kader
van art. 12 § 1, 1° en § 2, 1°.
Schorsing: schorsing van maximaal 3 maanden, te rekenen
vanaf de laatst toegekende modaliteit van dat type naar
aanleiding van de niet-naleving van voorwaarden, art. 12 § 1,
1° en § 2, 1°.
Herroeping: herroeping naar aanleiding van de niet-naleving
van de voorwaarden die opgelegd zijn in verband met een
modaliteit art. 12 § 1, 4° en § 2, 4°.
Van de 418 adviezen in verband met de niet-naleving van
voorwaarden zijn 253 beslissingen tot herroeping genomen,
wat overeenkomt met 64,7% van het totaal aantal beslissingen
dat werd genomen naar aanleiding van de niet-naleving van
de modaliteit.
Rekening houdend met het totaal aantal beslissingen
tot toekenning van modaliteiten (3 452), heeft het aantal
herroepingen (253) betrekking op 7,3% van deze beslissingen.
reacties n.a.v. de niet-naleving van toegekende strafuitvoeringsmodaliteiten
Gevangenis Adviezen directeurs
Beslissingen DDB
Advies niet-naleving
voorwaarden
Voortzetting modaliteit
Aanpassing voorwaarden
Niet-aanpassing
voorwaarden
Schorsing Herroeping Totaal beslissingen
Andenne 26 1 1 0 6 18 26
Antwerpen 0 0 0 0 0 1 1
Arlon 4 0 0 0 0 3 3
Berkendael 1 0 0 0 0 1 1
Brugge 73 6 0 0 19 35 60
Dendermonde 5 0 0 0 0 5 5
Dinant 1 0 0 0 0 1 1
Forest / Vorst 0 0 0 1 0 1 2
Gent 8 0 0 0 1 8 9
Hasselt 8 0 0 0 0 6 6
Hoogstraten 22 0 0 0 4 14 18
Ieper 4 1 0 0 1 1 3
Ittre 19 2 1 0 2 14 19
Jamioulx 1 1 0 0 0 0 1
Lantin 41 7 3 0 4 30 44
Leuven Centraal 2 0 0 0 1 1 2
Leuven Hulp 4 0 0 0 0 5 5
Marneffe 16 2 1 0 2 7 12
Mechelen 1 0 0 0 0 1 1
Merksplas 22 2 0 1 2 15 20
Mons 15 2 1 0 4 7 14
Namur 9 3 0 0 1 3 7
Nivelles 12 0 2 0 2 10 14
Oudenaarde 7 0 0 0 0 5 5
Ruiselede 21 1 1 0 8 8 18
St. Hubert 46 15 4 0 10 19 48
Tournai 5 0 1 1 1 4 7
Turnhout 4 0 0 0 2 1 3
Verviers 11 2 0 0 0 9 11
Wortel-Tilburg 30 2 0 0 3 20 25
totaal 418 47 15 3 73 253 391
174
personeel
Personeelssituatie
Deze tabel geeft een overzicht van de personeelssituatie op 2
december 2010 voor alle personeelscategorieën in de
inrichtingen en in het Veiligheidskorps. De ‘effectieven’ zijn
het aantal fysieke personen die tewerkgesteld zijn, terwijl de
‘voltijds equivalenten’ prestaties betreft. Net zoals in 2009 was
de budgettaire marge voor nieuwe aanwervingen eerder
beperkt.
in Out
Totaal Directie 0 2
Totaal Attachés 2 4
Totaal Administratief 52 43
Totaal Medisch 24 22
Totaal PSD 11 12
Totaal Bewaking/Techniek 251 281
Totaal Buiten kader 0 0
Totaal Penitentiaire Inrichtingen 340 364
Totaal Erediensten 6 7
Totaal Veiligheidskorps 56 15
totaal 402 386
cycli aanvragen Mutaties
Cyclus 1 368 90
Cyclus 2 297 46
Cyclus 3 299 55
Cyclus 4 293 64
Cyclus 5 333 95
totaal 2010 1.590 350
In- en uitstroom
Deze tabel geeft een overzicht van het aantal nieuwe
medewerkers die in de loop van 2010 werden aangeworven
en van het aantal medewerkers die het departement hebben
verlaten. Het is duidelijk dat de vertrekken werden
gecompenseerd en dat het aantal medewerkers bovendien is
gestegen.
Mutaties
Deze tabel toont het aantal mutaties in 2010 volgens de
procedure die in 2007 werd ingevoerd. Deze procedure houdt
in dat iedere bewakingsassistent een mutatie kan aanvragen
naar een gevangenis op vijf nauwkeurig vastgestelde data. Na
een evaluatie van de geplande mutaties, stelt de directie P&O
van het DG EPI vast in welke gevangenissen betrekkingen
vrijkomen of vacant zijn. Vervolgens dient zij een aanvraag tot
werving in voor die inrichtingen waar het personeelskader
moet worden aangevuld. Deze wervingen vinden eveneens
jaarlijks plaats op vijf welbepaalde data. Dankzij deze
procedure slaagt de directie P&O erin de werving beter af te
stemmen op de behoeften van elke inrichting.
graad effectief Voltijds equivalent Voorzien in personeelsplan 2010 invullingsgraad
personeelsplan
Totaal Directie 144 142,10 146,40 97,06%
Totaal Attachés 85 77,30 80,70 95,79%
Totaal Administratief 733 656,15 683,89 95,94%
Totaal Medisch 298 256,05 288,71 88,69%
Totaal PSD 387 335,12 346,36 96,75%
Totaal Bewaking/Techniek 7.637 6.824,47 6.889,80 99,05%
Totaal Buiten kader 3 2,45 0,00
Totaal Penitentiaire Inrichtingen 9.287 8.293,64 8.435,86 98,31%
Totaal Erediensten 86 55,10 65,00 84,77%
Totaal Veiligheidskorps 400 383,90 430,00 89,28%
Totaal 9.773 8.732,64 8.930,86 97,78%
175
Totaal Directie 6,00 7,00 4,00 3,00 4,00 4,00 2,00 1,00 3,80 2,00 1,00 7,00 2,00 1,00 5,00 1,00 3,00 3,00 4,00
Totaal Attachés 2,00 5,60 1,00 1,00 5,00 1,00 1,80 1,50 1,00 1,80 3,80 1,00 2,00 3,00 1,00 0,00 1,00
Totaal Administratief 22,05 39,80 15,80 7,55 25,25 22,65 10,55 8,75 16,85 11,80 8,85 24,30 15,00 7,55 32,55 5,35 11,80 13,65 4,35
Totaal Medisch 14,05 28,25 2,95 7,70 2,25 1,00 1,00 2,70 7,65 38,25 0,00 17,45 11,95 0,80
Totaal PSD 11,30 26,66 7,15 9,95 17,00 6,90 3,75 13,80 5,50 3,75 25,20 5,75 3,20 15,55 2,00 4,25 4,85 3,90
Totaal Bewaking / Techniek 264,00 564,35 105,15 67,25 194,80 336,00 113,55 65,60 198,05 106,40 84,90 401,90 119,80 39,95 324,15 51,95 102,10 105,25 7,95
Totaal Erediensten 5,20 2,50 1,50 2,70 2,40 1,00 2,60 0,50 3,40 3,00 1,20 3,80 1,00
Totaal Buiten kader 1,45
totaal 324,60 675,61 137,55 77,80 245,40 389,30 136,00 81,90 239,30 134,85 103,70 503,45 144,75 53,70 401,50 61,30 134,10 128,55 20,20
Totaal Directie 5,00 1,00 2,00 4,00 2,00 6,00 4,80 8,00 4,00 4,00 3,00 4,00 3,00 3,00 1,00 2,00 4,00
Totaal Attachés 2,00 1,00 2,00 3,00 1,00 4,00 1,00 3,00 1,00 3,00 1,00 3,00 3,00 1,00
Totaal Administratief 24,80 6,80 6,30 35,20 10,45 23,65 22,90 46,40 13,40 25,45 17,95 17,15 13,00 14,95 3,75 18,35 20,50
Totaal Medisch 6,60 3,00 18,20 5,55 8,70 16,25 10,45 6,95 3,35 26,50 3,30 1,95 3,35
Totaal PSD 16,46 3,95 1,95 15,45 2,50 15,70 12,75 24,10 8,75 11,55 8,10 8,05 10,30 8,20 0,50 6,45 6,90
Totaal Bewaking / Techniek 308,65 102,85 38,65 351,00 64,65 321,55 219,50 641,95 92,41 236,25 146,05 169,85 177,95 138,76 73,85 147,20 161,55
Totaal Erediensten 1,80 1,00 5,20 0,20 0,50 2,10 4,80 0,50 1,50 1,90 2,10 1,30 0,40 0,50 0,50
Totaal Buiten kader 1,00
totaal 365,31 119,60 48,90 431,05 79,80 375,95 271,75 745,50 121,06 292,20 184,95 207,50 233,05 171,61 79,10 179,45 197,80
AN
TWER
PEN
BRU
GG
E
DEN
DER
MO
ND
E
EVER
BERG
GFC
GEN
T
HA
SSEL
T
HO
OG
STRA
TEN
IEPE
R
LEU
VEN
CEN
TRA
AL
LEU
VEN
HU
LP
MEC
HEL
EN
MER
KSPL
AS
OU
DEN
AA
RDE
RUIS
ELED
E
ST G
ILLI
S / S
T G
ILLE
S
TON
GER
EN G
FC
TURN
HO
UT
WO
RTEL
WO
RTEL
- TI
LBU
RG
AN
DEN
NE
ARL
ON
DIN
AN
T
FORE
ST /
VO
RST
HU
Y
ITTR
E
JAM
IOU
LX
LAN
TIN
MA
RNEF
FE
MO
NS
NA
MU
R
NIV
ELLE
S
PAIF
VE
ST H
UBE
RT
ST H
UBE
RT C
FF
TOU
RNA
I
VER
VIE
RS
personeel per InrIchtIng In 2010 Onderstaande tabel geeft een globaal overzicht van het personeel (voltijds equivalent) per penitentiaire inrichting en per functie.
176176
gratIfIcatIes
In 2010 kregen alle gevangenissen, de centrale garage en de
opleidingscentra een enveloppe toegewezen voor het
betalen van huishoudelijke werken uitgevoerd door de
gedetineerden. Slechts 2,8% van het voorziene budget bleef
onbenut. Hiermee werden de enveloppes dus beter beheerd
dan in 2009. Enkele inrichtingen overschreden hun budget.
Deze kosten vallen ten laste van de CDRGA. Het management
van het DG EPI zal er ieder jaar op blijven aandringen dat de
enveloppes zorgvuldig opgevolgd worden.
inrichting Budget 2010 (€) totaal gerealiseerd 2010 (€) Overschot (€) % gerealiseerd
Andenne 162.370 158.746,63 3.623,55 97,77%
Antwerpen 179.500 182.746,90 -3.246,90 101,81%
Arlon 52.400 50.032,32 2.367,68 95,48%
Berkendael 42.900 39.281,70 3.618,30 91,57%
Brugge 291.000 291.632,45 -632,45 100,22%
CFPP Marneffe 29.600 28.174,80 1.425,20 95,19%
Dendermonde 74.600 73.382,98 1.217,02 98,37%
Dinant 25.800 27.100,85 -1.300,85 105,04%
Forest 220.800 215.158,80 5.641,20 97,45%
Garage 9.900 9.048,75 851,25 91,40%
Gent 148.900 148.848,91 51,09 99,97%
Hasselt 149.400 142.342,78 7.057,22 95,28%
Hoogstraten 98.900 104.601,27 -5.701,27 105,76%
Huy 38.800 37.648,05 1.151,95 97,03%
Ieper 54.100 51.528,21 2.571,79 95,25%
Ittre 140.200 139.296,80 903,20 99,36%
Jamioulx 128.000 121.910,10 6.089,90 95,24%
Lantin 305.200 303.569,22 1.630,78 99,47%
Leuven Centraal 135.900 132.361,94 3.538,06 97,40%
Leuven Hulp 73.700 70.584,50 3.115,50 95,77%
Marneffe 93.030 85.936,42 7.093,40 92,38%
Mechelen 52.400 53.112,31 -712,31 101,36%
Merksplas 266.800 261.749,54 5.050,46 98,11%
Mons 150.300 150.259,70 40,30 99,97%
Namur 83.900 83.899,82 0,18 100,00%
Nivelles 99.400 98.528,09 871,91 99,12%
OCPP Brugge 9.000 6.421,26 2.578,74 71,35%
OCPP Merksplas 4.500 3.710,76 789,24 82,46%
Oudenaarde 69.400 67.665,24 1.734,76 97,50%
Paifve 105.200 105.209,82 -9,82 100,01%
Ruiselede 40.700 40.616,69 83,31 99,80%
Saint-Hubert 119.300 116.321,85 2.978,15 97,50%
Saint-Hubert CFF 1.500 586,81 913,19 39,12%
Sint-Gillis 225.000 224.418,14 581,86 99,74%
Tongeren GFC 5.000 4.881,80 118,20 97,64%
Tournai 82.000 75.945,37 6.054,63 92,62%
Turnhout 77.400 77.378,38 21,62 99,97%
Verviers 98.900 99.148,55 -248,55 100,25%
Wortel 88.800 80.170,25 8.629,75 90,28%
totaal 4.034.500 3.963.958,76 70.541,24 98,25%
177
Budget 2010De volgende tabel geeft een overzicht van de uitgaven van
het DG EPI per budgettaire post in 2010. Aangezien deze tabel
meer in detail treedt dan de tabel in het activiteitenverslag
van 2009 wijken een aantal cijfers af tegenover vorig jaar.
Uit de tabel blijkt dat de personeelskost 76,65% van de
begrotingsmiddelen bedroeg. Voeding en onderhoud van
gedetineerden kostten 3,27% en hun medische en
psychologische omkadering namen 5,57% van het budget in.
(*) Omwille van budgettaire besparingen werden deze
uitgaven in 2010 ten laste gelegd van het Steunfonds voor
gedetineerden van elke penitentiaire inrichting.
De tabel op de volgende pagina geeft de graad van
besteding (budgettaire vastlegging en vereffening van
facturen) weer van de begrotingsmiddelen (zonder
personeelskosten) die in 2010 ter beschikking werden gesteld
van het DG EPI.
Hieruit blijkt dat 98,10% van de kredieten voor bestellingen
werden benut (budgettair vastgelegd) en dat 95,48% van de
middelen werden aangewend voor de betaling van facturen.
Begroting 2010
Budgettaire post in € in %
Personeel (PI, jongerencentra, Veiligheidskorps) 383.930.000 76,65
Opleiding personeel 1.456.250 0,29
Kledij penitentiair personeel 2.240.500 0,45
Inzet gedetineerden bij huishoudelijke taken 4.021.000 0,80
Voeding en onderhoud gedetineerden 16.355.000 3,27
Bevordering contacten tussen gedetineerde ouders en hun kinderen (*) 0 0,00
Herstelgerichte detentie (*) 0 0,00
Energie (elektriciteit, stookolie, gas) 9.928.800 1,98
Waterverbruik 2.750.000 0,55
Huisvuilophaling 935.450 0,19
Onderhoud en onderhoudscontracten gebouwen en installaties 4.893.250 0,98
Werkingskosten administratie Penitentaire Inrichtingen 4.038.350 0,81
Inhuring cellen Tilburg (11 maanden) 28.275.000 5,65
Bijkomende uitgaven i.v.m. inhuring cellen Tilburg (vervoer, medische kosten, transit Wortel, enz.)
467.000 0,09
Medische en psychologische expertise en zorg 27.906.000 5,57
Informatica 4.629.000 0,92
Aankoop duurzame goederen, meubilair, toestellen 3.031.000 0,61
Andere uitgaven Penitentiaire Inrichtingen (milieu, prestaties van derden, enz.) 765.400 0,15
Werkingskosten jongerencentra 2.600.000 0,52
Werkingskosten Veiligheidskorps 1.863.500 0,37
Voertuigen Centrale Garage / Veiligheidskorps 786.500 0,16
totaal 500.872.000 100,00
178
Wettelijke basisallocatie Oorspronkelijk
vastleggingskrediet
(100.1) 2010
Oorspronkelijk
vereffeningskrediet
(100.1) 2010
Vastgelegd bedrag op
vastleggingskrediet 2010
geordonnanceerd
bedrag op
vereffeningskrediet 2010
Vastgelegd
bedrag in %
2010
Vereffend
bedrag in %
2010
Werkingskosten - niet duurzame bestedingen - contracten 51021201 [32] 2605 28.361.000,00 € 28.361.000,00 € 28.361.000,00 € 27.910.718,87 € 100,00% 98,41%
Informatica - niet duurzame bestedingen - contracten 51021204 [35] 1901 1.757.000,00 € 1.758.000,00 € 1.714.452,86 € 1.457.732,04 € 97,58% 82,97%
Informatica - niet duurzame bestedingen - contracten 51021204 [35] 2606 485.000,00 € 485.000,00 € 485.000,00 € 485.000,00 € 100,00% 100,00%
Inhuring parkings 51021206 [37] 2605 60.000,00 € 60.000,00 € 44.000,00 € 42.546,93 € 73,33% 70,91%
Inhuring cellen Tilburg 51021234 [65] 2605 28.275.000,00 € 28.275.000,00 € 28.275.000,00 € 28.275.000,00 € 100,00% 100,00%
Duurzame bestedingen 51027401 [24] 2605 3.064.000,00 € 3.064.000,00 € 3.052.747,00 € 3.047.173,74 € 99,63% 99,45%
Informatica - duurzame bestedingen 51027404 [27] 1901 1.887.999,80 € 1.787.999,80 € 1.886.381,00 € 1.759.004,46 € 99,91% 93,17%
Informatica - duurzame bestedingen 51027404 [27] 2606 499.000,00 € 499.000,00 € 498.836,27 € 486.795,92 € 99,97% 97,55%
Bestaansmiddelenprogramma Totaal Programma 0 64.388.999,80 € 64.289.999,80 € 64.317.417,13 € 63.463.971,96 € 99,89% 98,56%
Vergoedingen gedetineerden huishoudelijke dienst 51101110 [13] 2605 4.021.000,00 € 4.021.000,00 € 4.021.000,00 € 4.021.000,00 € 100,00% 100,00%
Aanmoedigingspremies studie gedetineerden 51101111 [14] 2605 160.000,00 € 160.000,00 € 160.000,00 € 137.530,00 € 100,00% 85,96%
Voeding en onderhoud gedetineerden 51111231 [46] 2605 16.557.000,00 € 16.557.000,00 € 16.557.000,00 € 15.735.508,90 € 100,00% 95,04%
Vergoeding gedetineerden ingevolge arbeidsongeval in detentie 51113403 [84] 2216 26.000,00 € 26.000,00 € 24.100,00 € 19.908,23 € 92,69% 76,57%
Pro Memorie 51113415 [96] 2216 1.000,00 € 1.000,00 € - € - € 0,00% 0,00%
Onderhoud en voeding gedetineerden Totaal Programma 1 20.765.000,00 € 20.765.000,00 € 20.762.100,00 € 19.913.947,13 € 99,99% 95,90%
Zorg: Werkingskosten - niet duurzame bestedingen - contracten 51311201 [02] 2501 12.668.400,00 € 12.668.400,00 € 12.668.400,00 € 12.712.521,01 € 100,00% 100,35%
Expertise: Werkingskosten - niet duurzame bestedingen - contracten 51311201 [02] 2801 2.458.600,00 € 2.458.600,00 € 2.051.811,00 € 2.051.811,00 € 83,45% 83,45%
Zorg: Duurzame bestedingen 51317401 [91] 2501 636.000,00 € 636.000,00 € 546.000,00 € 559.845,47 € 85,85% 88,03%
Expertise: Duurzame bestedingen 51317401 [91] 2801 105.000,00 € 105.000,00 € 90.000,00 € 72.767,31 € 85,71% 69,30%
Zorg: Kosten medische verzorging gedetineerden en geïnterneerden 51321231 [41] 2501 10.331.000,00 € 10.331.000,00 € 10.331.000,00 € 10.161.284,36 € 100,00% 98,36%
Zorg: Coördinatoren zorgcircuit 51321233 [43] 2501 375.000,00 € 375.000,00 € - € - € 0,00% 0,00%
Expertise: Subsidie steuncentra behandeling seksuele delinquenten, samenwerkingsakkoorden
Vlaanderen, Wallonië en Brussel
51323307 [80] 2801 894.000,00 € 894.000,00 € 894.000,00 € 879.149,51 € 100,00% 98,34%
Zorg: Subsidie opname in zorgcircuit Low Risk (Prog wet 27/12/2006 art8) 51323308 [81] 2801 438.000,00 € 438.000,00 € - € - € 0,00% 0,00%
Medische en psychologische expertise en zorg Totaal Programma 3 27.906.000,00 € 27.906.000,00 € 26.581.211,00 € 26.437.378,66 € 95,25% 94,74%
Jongerencentra: Werkingskosten - niet duurzame bestedingen - contracten 51511201 [85] 2605 1.058.000,00 € 1.058.000,00 € 731.826,13 € 605.971,03 € 69,17% 57,28%
Jongerencentra: Duurzame bestedingen 51517401 [77] 2605 252.000,00 € 252.000,00 € 252.000,00 € 195.946,52 € 100,00% 77,76%
Jongerencentra: Voeding en onderhoud jongeren 51521231 [27] 2605 1.290.000,00 € 1.290.000,00 € 924.653,30 € 606.934,25 € 71,68% 47,05%
Jongerencentra Totaal Programma 5 2.600.000,00 € 2.600.000,00 € 1.908.479,43 € 1.408.851,80 € 73,40% 54,19%
Veiligheidskorps: Werkingskosten - niet duurzame bestedingen - contracten 51611201 [78] 2701 1.710.000,00 € 1.677.000,00 € 1.582.784,87 € 1.198.282,24 € 92,56% 70,07%
Veiligheidskorps: Duurzame bestedingen 51627401 [79] 2701 922.000,00 € 922.000,00 € 896.722,40 € 522.301,75 € 97,26% 56,65%
Veiligheidskorps: Voeding gedetineerden nationale transfers 51631231 [29] 2701 18.000,00 € 18.000,00 € 18.000,00 € 18.000,00 € 100,00% 100,00%
Veiligheidskorps, Centrale Garage en Mobiele Equipe ET Totaal Programma 6 2.650.000,00 € 2.617.000,00 € 2.497.507,27 € 1.738.583,99 € 94,25% 65,61%
algemeen totaal 118.309.999,80 € 118.177.999,80 € 116.066.714,83 € 112.962.733,54 € 98,10% 95,48%
Ord
onna
teur
179
heBBen Meegewerkt aan dIt actIVIteItenVerslag:
Eric Leytens, Annelies Boffé, Inge Nagels, Laurent Sempot, Olivier Michiels, Nathalie Faes, Christine Melebeck en Samuel Deltenre
Een extra dankwoord gaat uit naar:
> de vertaaldienst van de FOD Justitie > het Belgisch Staatsblad > de drukkerij van het PSC Hoogstraten > Luc D’Hollander (fotografie) > alle inrichtingen en diensten voor hun bijdrage
April 2011
www.just.fgov.be
Vera
ntw
oord
elijk
e ui
tgev
er:
Han
s M
euris
se
FOD JUSTITIEDG EPI - Penitentiaire InrichtingenWaterloolaan 761000 Brussel