delft highlights nr. 4, juni 2011

16
‘Elk gebouw moet de stad verrijken’ Stadsbouwmeester Wytze Patijn beschouwt diverse plekken in Delft: “Wat in de Spoorzone gebeurt, verandert het aanzien van de stad voorgoed.” Leukere woonwijken Dankzij Het Nieuwe Ontwikkelen kunnen mensen zelf bepalen hoe hun huis eruit ziet en wordt ingedeeld. Gevolg: meer variatie en meer sociale binding. p.3 Van der Sar in bad “Een ijsbad is goed voor spierherstel, maar in een kliko zitten is niet professioneel en gevaarlijk”, weten ze bij IcySolutions. p.11 Avatars tegen angst Vliegangst, claustrofobie of hoogtevrees? Geen nood, avatars in de virtuele realiteit helpen je ervan af. p.15 losse verkoop €1.30 ‘Sebastiaansbrug hoeft niet hoger’ Als het aan prof. Mick Eekhout ligt, hoeft de Sebastiaansbrug niet dicht om te worden gerepareerd. “Er zijn andere oplossingen mogelijk.” Koper kan zich niet meer verstoppen “Met de door ons ontwikkelde methode win je via een scheikundig proces pure koper uit de as van afvalverbrandingcentrales”, vertellen de oprichters van Elemetal. NO.4 / JUNI 2011 Het begon met de simpele vraag: wat gebeurt er met afgedankte vliegtuigen die niet naar een Amerikaanse sloopplaats gaan? Inmiddels verzorgt het Delftse AELS de hele ontmanteling en deassemblage van vliegtuigen. Van sloopwerk tot papierwerk. DELFT HIGH LIGHTS 10 /////////////////////////////////////// Maken of kraken? 4 8

Upload: raymond-sparreboom

Post on 30-Mar-2016

219 views

Category:

Documents


1 download

DESCRIPTION

Alles over wetenschap en techniek met een Delfts tintje

TRANSCRIPT

‘Elk gebouw moet de stad verrijken’Stadsbouwmeester Wytze Patijn beschouwt diverse plekken in Delft: “Wat in de Spoorzone gebeurt, verandert het aanzien van de stad voorgoed.”

Leukere woonwijken

Dankzij Het Nieuwe Ontwikkelen kunnen mensen zelf bepalen hoe hun huis eruit ziet en wordt ingedeeld. Gevolg: meer variatie en meer sociale binding. p.3

Van der Sar in bad

“Een ijsbad is goed voor spierherstel, maar in een kliko zitten is niet professioneel en gevaarlijk”, weten ze bij IcySolutions. p.11

Avatars tegen angst

Vliegangst, claustrofobie of hoogtevrees? Geen nood, avatars in de virtuele realiteit helpen je ervan af. p.15

losse verkoop€1.30

‘Sebastiaansbrug hoeft niet hoger’Als het aan prof. Mick Eekhout ligt, hoeft de Sebastiaansbrug niet dicht om te worden gerepareerd. “Er zijn andere oplossingen mogelijk.”

Koper kan zich niet meer verstoppen“Met de door ons ontwikkelde methode win je via een scheikundig proces pure koper uit de as van afvalverbrandingcentrales”, vertellen de oprichters van Elemetal.

NO.4 / JUNI 2011

Het begon met de simpele vraag: wat gebeurt er met afgedankte

vliegtuigen die niet naar een Amerikaanse sloopplaats gaan?

Inmiddels verzorgt het Delftse AELS de hele ontmanteling en

deassemblage van vliegtuigen. Van sloopwerk tot papierwerk.

D E L F TH I G H L I G H T S 10

//// / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / /

Maken of kraken?

4

8

DELFT HIGHLIGHTS / NO.4 / JUNI 20112

Nieuwe Vodafonewinkel betrekt prachtig pandVodafone, opgericht in 1982, verkocht zijn eerste belmi-nuten op Engelse bodem al in 1985. Inmiddels is de Vodafone Group het grootste communi-catiebedrijf ter wereld met 371 miljoen klanten, 85.000 mede-werkers en aanwezigheid op vijf continenten. In Delft hadden we geen Vodafonewinkel. Tót 2 april 2011. Toen opende het bedrijf een vestiging op de Bra-bantse Turfmarkt.

Vodafone wilde altijd al een win-kel in Delft, maar alleen op een toplocatie Dat was absoluut een vereiste. En zo’n plek hebben ze gevonden in een prachtig pand op de Brabantse Turfmarkt. Ves-tigingsmanager Pakhang Chau is content: “Dit is een van de mooiste winkelplekken van Delft.”

Kennis en serviceDe ontwikkelingen in markt van mobiele telefonie gaan hard. Voor sommige mensen is het daarom lastig om bij te houden wat er al-lemaal verkrijgbaar en mogelijk is. Het vier man sterke team van de nieuwe winkel kan echter altijd helpen. Dankzij trainingen die zij volgen en de interesse die zij van nature hebben in alle producten die in de winkel van Vodafone worden verkocht, is hun kennis altijd up-to-date. “Service is één van onze krachten”, zegt Chau. “Er werken hier jonge mensen met verstand van de diensten en pro-ducten die wij leveren. We lezen

allemaal ontzettend veel reviews van de producten en surfen inter-net af om overal van op de hoogte te blijven.”

AssortimentDe winkel heeft een groot aanbod op het gebied van mobiele telefo-nie. “Alles wat op www.vodafone.nl staat, kan hier in de winkel

worden gekocht”, vertelt de vestig-ingsmanager. “Ook hebben wij alle informatie over nieuwe producten die op de markt komen en hun ondersteunende technieken. Voda-fone heeft al vijf miljoen klanten in Nederland en als iemand de vol-gende wil worden, nodig ik hem of haar van harte uit om eens een kijkje bij ons te komen nemen.”

advertentie

advertentie

Wie zegt dat verzekeren geen wetenschap is?

PAUL FRISKES ASSURANTIËN

Dijkshoornseweg 211 T: 015-21581812614 KC DELFT F: 015-2158158www.friskes.nl E: [email protected]

Waarbij de huidige waarde van een lijfrente vertegenwoordigt als gevolg van een serie betalingen aan het begin van elk jaar voor een periode van n jaar (dus de waarde op het moment van de eerste van n betalin-gen).

a(m)n | i

=1 vn

i(m )

˙ ̇ a (m)n | i

=1 vn

d(m )

E-mail ons voor een gratis financieel advies-gesprek (t.w.v. € 375,- excl. BTW) zodat we samen met u kunnen ontdekken/uitvinden wat u zou kunnen besparen!

Graag o.v.v. ‘Actie Delft Highlights juni 2011’ en uw telefoonnummer.

a n | i

Vodafone Delft

Brabantse Turftmarkt 652611 CM Delft

T (015) 212 2139I www.vodafone.nl

/ / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / /

DELFT HIGHLIGHTS / NO.4 / JUNI 2011 3

Hoe economische crisis tot vernieuwing leidt

Het Nieuwe Ontwikkelen levert leukere woonwijken opDe economische crisis heeft de woningmarkt in ons land zwaar geraakt. De woningbouw is gestagneerd en op sommige ple-kken zijn bouwprojecten zelfs stilgelegd. Niet in de Delftse Harnaschpolder. Daar is de ontwikkeling tegen de crisis in doorgegaan. Met groot succes, zo blijkt uit de belangstelling. “Dankzij Het Nieuwe Ontwik-kelen”, stelt wethouder Rai-mond de Prez van onder meer Volkshuisvesting en Stedelijke vernieuwing./door Hans Dalmeijer

Het Nieuwe Ontwikkelen is ook echt nieuw: toekomstige huisei-genaren krijgen veel meer zeg-genschap over hoe hun woning er straks uit komt te zien en wordt ingedeeld. Zij kopen van de ge-meente een kavel en kunnen daar-op een huis laten bouwen, al naar gelang het soort kavel vrijstaand, in een rijtje of in een fl exibel in te delen complex. Het grote voordeel is dat elk huis zeker aan de woon-wensen van de koper voldoet.

Uiteraard kan iedereen het zo duur maken als hij wil, maar voor 290.000 tot pakweg 400.000 euro kun je de trotse bezitter zijn van een kabel mét een huis erop. Met andere woorden, voor dezelfde prijs als een standaardhuis heb je in de Delftse Harnaschpolder een naar eigen smaak en inzicht gebouwde woning. Bovendien ontstaat zo daar een leuke, gevar-

ieerde woonwijk met bewoners die al bij hun buurt betrokken zijn nog voordat de eerste steen gelegd is.Meer binding“Projectontwikkelaars zijn gewend te bouwen vanuit de gedachte dat zij wel weten wat de mensen wil-len”, zegt De Prez. “Voor de cri-sis losbrak, werkte dat prima; de mensen lagen bij wijze van spreken in hun slaapzak voor de deur als er nieuwe huizen te koop stonden. Maar dat is door de crisis verand-erd. Er is geen schaarste aan koo-pwoningen meer, dus kunnen po-tentiële kopers meer eisen stellen. En dat doen ze ook. Zo heeft er een verschuiving plaatsgevonden van aanbodgericht naar vraaggericht. Nu wordt eerst geluisterd naar wat mensen willen en dan wordt daar-op ingespeeld. Dat vertaalt zich in kwalitatief betere woningen en optimale prijs/kwaliteitverhoudin-gen. Bovendien wordt door de gro-tere betrokkenheid van de bewon-ers ook de sociale binding met de woonomgeving vergroot.”

Maar Het Nieuwe Ontwikkelen in de Harnaschpolder biedt niet al-leen de huizenkopers voordelen. Ook de ontwikkelaars hebben er profi jt van: het zorgt voor zeker-heid. Geïnteresseerden in een won-ing die via Het Nieuwe Ontwik-kelen tot stand komen, bepalen eerst hun keuze en tekenen dan al voor de koop. “We betrekken onze klanten van meet af aan bij het project en daardoor is die eerder binnen. Nog voor je gaat bouwen, weet je wat je verkocht hebt”, legt

Sander Berkhout, projectleider Harnaschpolder van de gemeente Delft, uit. “Die zekerheid maakt het mogelijk om de woningproduc-tie op peil te houden. Het mes sni-jdt dus aan twee kanten.”

Boven verwachtingDe praktijk in Delft leert dat zelf bepalen hoe je woning er straks uit komt te zien, enorm aanspreekt. Bijna alle één-op-één gesprek-ken die worden gevoerd over de verkoop van een kavel in de Har-naschpolder resulteren in een hit. Zelfs als het om de duurdere vrije kavels gaat waar de kopers zelf vri-jstaande huizen kunnen laten bou-wen, verloopt de verkoop van een leien dakje. De Prez: “Daar zijn er al dertig van verkocht en dat is veel. Ook vier van de zes water-woningen zijn al verkocht. Dat is boven verwachting, maar bewijst dat het concept aanslaat. En dus kunnen we dat vervolgens ook voor toekomstige bouwlocaties als de Spoorzone gebruiken.”

Gegadigden voor een van de circa 150 kavels die de gemeente in de Harnaschpolder verkoopt, kunnen binnenlopen bij de woonwinkel aan de Hoefslagendreef 9 in het ge-bied zelf, maar ze kunnen ook via woondaten.nl digitaal

hun wensen kenbaar maken, uit-zoeken wat ze leuk vinden en of dat past bij hun portemonnee. “De naam woondaten is heel bewust gekozen”, zegt wethouder De Prez. “Bij de opzet van de site is gekeken

hoe echte datingsites werken en daar zijn de bruikbare elementen van verwerkt. Want op woon-daten.nl kun je op zoek gaan naar mensen met dezelfde woonwensen of gematcht worden met woning-bouwprojecten die bij jouw woon-wensen passen. Een andere mo-gelijkheid is dat je met een groep mensen, denk bijvoorbeeld aan 55-plussers, een project starten om gemeenschappelijke woonwensen te realiseren. Zo vind je niet alleen je ideale woning, maar ook nog eens gelijkgestemde mensen die straks misschien je buren worden.”

Droomhuis werkelijkheidWoondaten.nl brengt potentiële kopers ook in contact met profes-sionals, zoals architecten, die kun-nen helpen om hun droomhuis werkelijkheid te laten worden. Ver-volgens kunnen zij bepalen hoeveel ze zelf – of samen met anderen uit de groep – willen doen en hoeveel ze aan professionals willen overla-

ten. Het daten strekt zich dus naar twee kanten uit.Hoe de Harnaschpolder er dus straks uit gaat zien, is nog moei-lijk te zeggen. Uiteraard worden er wel restricties aan de fantasie gesteld, want de toekomstige be-woners mogen niet eindeloos in de hoogte of de breedte bouwen of an-deren overlast bezorgen door hun ontwerp. “Maar het wordt wel heel wat speelser dan de nieuwbouw-wijken die de afgelopen decennia zijn gebouwd”, aldus De Prez. “Hier gaat de variatie juist zorgen voor de onderlinge samenhang. Vergelijk het met de grachten-panden in de binnenstad. Daar zijn er ook geen twee gelijk en toch vormt het een mooi geheel. Zoiets, in een moderner jasje, moet ook in de Harnaschpolder zichtbaar worden. Daarmee wordt het een verrijking voor de stad.”

www.woondaten.nl

Harnasch polder Delft

Wethouder Raimond de Prez

DELFT HIGHLIGHTS / NO.4 / JUNI 20114

Luister nog eens heel goed naar professor Mick Eekhout:

Les één van professor Mick Eekhout aan studenten die een brug moeten ontwerpen is: onderzoek eerst of de op-gave klopt. Is een brug van die bepaalde hoogte en breedte op die plek wel de juiste oplossing van het verkeersprobleem? Als deze les ter harte was genomen, zou de St. Sebastiaansbrug volgens hem inmiddels niet als een molensteen om de nek van de gemeente Delft hebben gehangen. /door Dolf Dukker

Er is van alles mis met Sebastiaans-brug. Om te beginnen de ligging over het Rijn-Schiekanaal. Oor-spronkelijk was de brug bedoeld als een onderdeel van een route die vanuit noordelijke richting de bin-nenstad zou door-snijden tot aan

het vroegere Calvé. Gelukkig is dit plan later verworpen, maar door-dat de brug inmiddels was gebou-wd, is wel die rare scherpe bocht naar de Zuidwal ontstaan. Ronduit verontrustend is de technische staat van de brug. Bij onderzoek naar de mogelijkheden van een regionale tramverbinding (lijn 19) over de Sebastiaansbrug met de TU-wijk en Technopolis bleek de brug er nog veel slechter aan toe te zijn dan gedacht. “Murw gereden”, vat Eekhout de diagnose samen.

Mislukte aanbestedingenTegenslagen volgen elkaar op. Na twee mislukte aanbestedingen hoopte wethouder Milène Junius halverwege 2011 een nieuw voor-stel te kunnen presenteren voor de broodnodige renovatie van de brug. Te optimistisch ingeschat, want terwijl het jaar al voor de

helft is verstreken, is er nog geen nieuw plan. Desgevraagd zegt een woordvoerder van de gemeente dat er over de verschillende mogeli-jkheden wordt onderhandeld met de provincie, die mede-eigenaar is van de Sebastiaansbrug.

Wellicht een goede reden om nog eens goed te luisteren naar wat vol-gens professor Eekhout de beste aanpak is van de problemen met de brug. Of er voor de gestelde op-gave geen andere, simpeler oploss-ingen zijn te verzinnen. Waarbij het handig is om te weten dat de hoogleraar productontwikkeling aan de TU Delft een wereldwijde reputatie heeft in het bedenken van oplossingen voor schijnbaar onmo-gelijke opgaven. Zo ontwierp en realiseerde hij met zijn bedrijf Oc-tatube Space Structures een schit-terend dak in de vorm van vleugels

van twee vredesduiven voor het Yitzak Rabin Center in Tel Aviv. In Delft zijn de glazen overkapping in het Prinsenhof, de serres van BK City en het golvende dak van de bushalte Zuidpoort van zijn hand.

Volle vuilcontainersDaarom vroegen de gemeente en de provincie vijf jaar geleden aan de ondernemende hoogleraar om mee te denken over de vormgev-ing van een verhoogde Sebas-tiaansbrug. Door de brug één me-ter hoger te maken, hoeft de brug minder vaak open, was de redener-ing. Voor Eekhout aanleiding om eerst te onderzoeken hoe vaak en voor welke boten de brug open en dicht moet. “De openingsbeweg-ingen bleken met name te worden veroorzaakt door de vuilcontainers die vanaf Loosduinen naar Rot-terdam worden vervoerd”, con-

stateerde hij. “In grote vierkante bakken staan twee rijen contain-ers bovenop elkaar gestapeld. Het hoogste punt is het dak van de bestuursunit dat één meter boven de containers uitsteekt.”

Leeg ligt het hoogste punt uiteraard hoger dan wanneer de containers vol zijn. “Hebben jullie er wel eens over gedacht om de boten van bal-last watertanks te voorzien?”, was de eerste vraag van Eekhout aan de betrokken partijen. “Gevuld met water ligt zo’n varende bak dieper in het water en kan de klep van de brug dicht blijven en hoeft de brug dus ook niet met één meter ver-hoogd te worden. Op deze vraag heb ik nooit een afdoend antwoord gekregen”, verklaart Eekhout. “De kwestie wel of niet verhogen was een gepasseerd station.”

‘De Sebastiaansbrug hoeft niet hoger’

DELFT HIGHLIGHTS / NO.4 / JUNI 2011 5

Technisch visitekaartjeNiettemin heeft Eekhout toch een voorstel gedaan voor een nieuw te bouwen brug. Een ontwerp dat qua vormgeving mooi aansluit op de rondingen van het aangrenzende busstation Zuidpoort. Fraaie, gebogen portalen aan weerszijden van de brug zijn bedoeld om de bovenleiding van de tram aan te bevestigen en zijn tevens geschikt om stoplichten aan te hangen. Het is ook een mooie visuele overgang van de stad naar de TU-wijk, een soort technisch visitekaartje. Op het brugwachtershuisje staat een blauwe vlam, geïnspireerd door de vlam van Prometheus, tevens te zien op het logo van de TU Delft. Andere opvallende kenmerken van het ontwerp zijn het ontspanningsterras op brugniveau en de glazen caféruimte onder de brug. Behalve een verbinding van

de noord- en zuidoever van het kanaal wilde Eekhout van de brug ook een aangename verblijfsplek maken.

“Veel te duur”, was de reactie van de gemeente en de provincie op het voorgestelde ontwerp. “Ik re-specteer hun beslissing”, oordeelt Eekhout. “Zeker achteraf gezien, met de fi nanciële kennis van nu, is het goed om een soberder brug te maken. Wellicht is het zelfs een geluk bij een ongeluk dat de prijs te hoog was. Want anders zou de stad nu mogelijkerwijs aan twee kanten zijn afgesloten, zowel aan de kant van de spoorzone als aan de TU-zijde.”Eekhout gruwt bij de gedachte. Het afsluiten van bruggen is voor hem geen optie. “Daarmee maak je de hele infrastructuur kapot.” Dat is de enige vrees die hem “buik-

pijn bezorgt”; dat de oplossing waarvoor uiteindelijk zal worden gekozen, inhoudt dat Sebstiaans-brug voor langere tijd gesloten zal zijn. Hoe kun je de brug versterken en aanpassen aan de gestelde eis-en voor verkeer en tramdiensten, zonder de brug dicht te leggen? Dat is volgens professor Eekhout de essentiële opgave.

KoolstofwapeningIn plaats van volledige afsluiting denkt de TU-hoogleraar aan een strooksgewijze versteviging van de Sebstiaansbrug, door baan voor baan versterking aan te brengen in de vorm van gelijmde strips van koolstofwapening aan de onder-zijde en/of bovenzijde in de richt-ing van de overspanning. “Op die manier kan het verkeer bij afslu-iting van de ene baan op andere banen gewoon doorstromen.”

Ook voor verbreding hoeft de brug niet te worden afgesloten. Noodzakelijke verbredingen voor de aanleg van een trambaan kun-nen volgens Eekhout eenvoudig-weg aan weerszijden van de brug worden gelast.

En wat is er eigenlijk op tegen om voorlopig met bussen over de brug te blijven rijden in plaats van met trams? Wiens probleem is het dat lijn 19 geen rondje Haaglan-den kan rijden? Van de gemeente Delft, de TU, de provincie, of de HTM? Wie betaalt wat? Dat is de vraag waarover gemeente, provin-cie en HTM onderhandelen. Het antwoord kan nog wel een tijdje op zich laten wachten.

Nieuw gezicht“Wat zijn jullie allemaal in de stad aan het doen?”, vroeg een vriend me laatst, terwijl hij zijn ogen uit-keek. Hij woont in het buitenland en was voor het eerst sinds een jaar of vier, vijf weer eens in Delft. Ik vond dat ‘jullie’ wel aardig, want behalve in mijn eigen tuin heb ik hier geen spa in de grond gezet. Van de Spoorzone had hij nog nooit gehoord, de Irenetun-nel was bij zijn vorige bezoek nog volledig intact, de Pasouwselaan had een andere indeling en ook de Poptahof was sindsdien fl ink ve-randerd. En dan had hij de Har-naschpolder nog niet gezien.“We geven de stad een nieuw ge-zicht”, antwoordde ik hem en dat wilde hij, kijkend naar alle werk-zaamheden, wel geloven.Als we ervan uitgaan dat de plan-nen voor een stadspark op de Voorhofdreef ook nog doorgaan, krijgt Delft – gefaseerd weliswaar – een facelift die van de Kruithu-isweg helemaal richting Rijswijk loopt. Een gigantische operatie, die het aanzien van de stad voor-goed zal veranderen. Die ontwik-kelingen, waar Delftse architect-en voor zouden kunnen worden ingeschakeld, vormen volgens stadsbouwmeester Wytze Patijn (voorheen decaan van de faculteit Bouwkunde van de TU Delft) een uitgelezen kans om wetenschap-pers en kenniswerkers aan de stad te binden en hier ook fysiek te be-houden in fraaie woonwijken.Daar kan ook Het Nieuwe Ontwikkelen (bouwen zoals de toekomstige bewoner het wil), dat nu met succes in de Harnaschpol-der wordt ingezet, nog eens extra aan bijdragen. Stel je voor dat je in de Spoorzone straks een kavel kunt kopen en je eigen woning mag laten ontwerpen. Hoe mooi zou dat zijn: wonen aan de rand van de binnenstad in een won-ing die helemaal voor jou op maat gemaakt is! En dan hebben we het niet alleen over urban villa’s, maar ook over rijtjeshuizen op kleinere, dus goedkopere kavels.Hoe het nieuwe gezicht van Delft er dus uit komt te zien, is nog niet te voorspellen. Want dat gezicht gaan we waarschijnlijk, meer dan vroeger ooit gedacht, zélf met elkaar vormgeven. Het is met het nieuwe gezicht van Delft dus net als met een gewone facelift: je ziet het resultaat pas als de wonden zijn geheeld en het verband eraf is. Ik denk dat het een heel mooi gezicht wordt.

Hans DalmeijerHoofdredacteur

/ / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / /

‘De Sebastiaansbrug hoeft niet hoger’

fotografi e: Stef Breukel

DELFT HIGHLIGHTS / NO.4 / JUNI 20116

/ / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / /

/ / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / /

Realisatieplannen in volle gang

Centrale rol voor Delft in Europese innovatieregioDe gemeente Delft en de TU Delft hebben elkaar gevonden. Samen hebben ze het master-plan Technologische Innovatie Campus Delft TIC Delft 1.0 gepresenteerd. Delft moet het hart van de Europese innova-tieregio Rotterdam – Delft – Leiden worden.

Wethouder Pieter Guldemond en TU Delft-bestuurder Paul Rul-lmann gaven onlangs in het over-vol Techniek Ontmoetings Punt (TOP) een zinderende presentatie over het masterplan voor de Tech-nische Innovatie Campus Delft.

Europese hartHet college van B&W en het College van Bestuur van de TU Delft zijn enthousiast over het plan. In het masterplan wordt, naast de centrale positie in de regio, ook de ambitie uitgesproken om op termijn de innovatieve kracht van de stad in de regio te verdubbelen. Om deze ambitie te realiseren, is in het masterplan 1.0 een programma van projecten voor kenniseconomie en infrastructuur opgenomen, zoals laboratoria, bedrijfsverzamelgebouwen en de Gelatinebrug. De economische focus ligt op de clusters Clean Tech Delta en Medical Delta.

Het masterplan 1.0 wordt direct ingezet voor fondsenwerving bij het Rijk, de Europese Unie en ka-pitaalverscha� ers. En op korte ter-mijn organiseren gemeente en TU gesprekken en bijeenkomsten met Delftse ondernemers, onderwijs- en kennisinstituten om samen te werken aan het masterplan 2.0.

DEBAT OVER AMBITIES

‘De stad is een campus’Na de presentatie van Guldemond en Rullman, stond er een debat over de ambities op het program-ma. Alexandra den Heijer, uni-versitair docent TU Delft, opende met de stelling: “De campus van de toekomst is een stad. De stad van de toekomst is een campus.” Zij betoogde: “De bezuinigingen op de universiteiten dwingen tot samenwerking tussen universitei-ten onderling en tussen stad en universiteit. Regionale afstemming is noodzaak. De keuze is niet of al-leen of samen; de keuze is samen of niks. Het dwingt ook tot inten-siever gebruik van bestaande ge-bouwen. Minder bijbouwen is de boodschap. Er moet worden geïn-tensiveerd. Benut leegstaande ge-bouwen en vooral erfgoed en mon-umenten. Een moderne campus bevat veel meer functies dan alleen

die voor onderwijs en onderzoek. Ze bevat ook woningen, bedrijven, winkels, voorzieningen, cultuur, sportfaciliteiten, en dergelijke.”

Ook pleitte Den Heijer voor verst-erking van de band tussen TU en stad. “Het Science center is een goede stap. Maar TU kan veel meer doen voor stad: op scholen, op het gebied van cultuur, et cetera. Een goed recent voorbeeld is een aan-tal verrassende zorginnovaties die studenten van TU voor ouderen hebben gemaakt. TU en stad vers-melten. Voorzieningen van de TU meer toegankelijk voor Delfts pub-liek, maar ook meer activiteiten van TU in de stad. Moet de uni-versiteit niet terug in de stad? Heb-ben we wel voldoende programma om alles te vullen? Moeten we niet terughoudend zijn met de ontwik-keling van Technopolis?”

‘Delft jaagt talent weg’“Delft pretendeert Kennisstad te zijn maar jaagt innovatief en cre-atief talent de stad uit.” Dat was de stelling van René Bubberman, mede-eigenaar en -oprichter van multidisciplinair ontwerpbureau Fabrique, die de discussie hier-mee weer op de weerbarstige prak-tijk richtte. “Er is geen geschikte woonruimte in Delft voor jonge

afgestudeerde professionals. Er is ook veel te weinig goedkope hu-isvesting voor bedrijven. Er zijn meer faciliteiten nodig voor start-ende ondernemers. Er moet meer ruimte komen voor deze tussen-groep. De vraag is of Delft qua pri-jzen kan en moet concurreren met Rotterdam of Den Haag. Maar de conclusie uit de discussie is dat een belangrijk actiepunt op weg naar masterplan 2.0 is om te bezien hoe leegkomende ruimte van TU en anderen goedkoop in de markt gezet kan worden.”

‘Verbind sterke disciplines’“Er is meer ambitie en onderne-mingszin nodig”, stelde Rutger de Graaf, directeur Deltasync. “De TICD waterambities zijn pas haalbaar bij een vertienvoudiging van het aantal waterondernemers binnen vier jaar.” Vervolgens deed hij een aantal suggesties: “Meer ondernemingsgeest bij kennisin-stellingen. Minder versplinterde acties in de watersector. Verbind twee sterke disciplines van Delft, ontwerpers en waterdeskundigen. Let op innovatief vermogen in or-ganisaties en op innovatieve fi nan-ciering. Laat in Delft innovatieve wateroplossingen zien in Tech-nopolis en op Campus: Delft als proeftuin.”

Open debat TOP organiseert woensdag 15 juni om 20.30 uur een debat over de ruimtelijke kwesties bij deze uit-werking. Delft heeft veel ontwik-kelruimte. Hoe moet die worden ingevuld? Hoe moet de relatie Campus met de binnenstad, de spoorzone en de rest van de stad worden ingevuld? Welke woonmi-lieus zijn nodig voor kenniswerkers op welke plekken? Hoe moet de groenblauwe structuur voor het hele gebied van binnenstad naar Technopolis worden ingevuld. U bent uitgenodigd om aan deze dis-cussie een bijdrage te leveren.

DELFT HIGHLIGHTS / NO.4 / JUNI 2011 7

Zusammenspiel in Delft én OsnabrückOns land staat mondiaal bekend om haar innovatie en kennis op het gebied van voeding. Duits-land is in deze sector onze bel-angrijkste handelspartner, dus besloot Hogeschool Inholland een studentenuitwisseling met de oosterburen op te zetten voor de opleiding Food Commerce & Technology.

De voedingsmiddelensector is een belangrijke poot van onze econo-mie. Mede doordat er ongeveer een kwart van de totale exportwaarde naar Duitsland wordt geëxpor-teerd, volgens cijfers van het CBS. Maar, maandag 23 mei waren de exportwegen even omgekeerd en kwamen Duitse studenten naar In-holland Delft.

Overeenkomst en verschilHet grootste deel van ons voed-sel ondergaat een of meer indus-triële bewerkingen voordat het wordt verkocht aan consumenten. De Nederlandse opleiding Food Commerce & Technology en de Duitse opleiding Wirtschaftsing-enieuswesen Lebensmittelproduk-tion van Hochschule Osnabrück richten zich op het productie-proces, de kwaliteit en de verbe-tering van voedingsmiddelen. Ook de wisselwerking met de markt en de behoefte van de consument komen aan bod. Een samenwerk-ing belooft mooie resultaten op te leveren, vooral gezien het feit dat beide opleidingen internationaal hoog staan aangeschreven.

“Een element dat de studentenu-itwisseling extra succesvol maakt, is de verschillende manier van les-geven in Duitsland en Nederland. Op Hochschule Osnabrück duiken de studenten dieper in de theorie dan in Nederland. Maar in hier werken wij weer veel projectmati-ger, wat meer praktijkervaring oplevert. Er is voor beide manieren iets te zeggen, maar dus ook aan twee kanten iets te leren tijdens een studentenuitwisseling”, vertelt Dr. Karen Bauer, docente Duits bij Hogeschool Inholland,

Openstaan en lerenBauer zag kansen in een samen-werking. Het is daarom dat zij de drijvende kracht werd achter de studentenuitwisseling met Hoch-schule Osnabrück. De van oor-sprong Duitse heeft met dit initia-tief een aantal vliegen in één klap geslagen. “Het beeld dat Neder-landers van Duitsers hebben, is nog steeds scheef. Men denkt tóch nog geregeld aan de oorlog en ba-seert daarop een mening. Maar wie heeft echt contact met Duit-

sers?”, vraagt zij zich af. “Dit is een uitgelezen mogelijkheid om vooroordelen weg te nemen. Jon-geren staan daar ook open voor. Dat merk ik.”

Maar uiteraard is het ook een kans om de Duitse taal van theorie naar praktijk te brengen. “Door met elkaar in het Duits te praten, leer je de taal veel sneller. Er is een grote kans dat deze studenten later ook in een andere taal dan Neder-lands moeten converseren. Door daarop te oefenen wordt de angst om een vreemde taal te spreken weggenomen”, stelt Bauer.

ProgrammaDe studentenuitwisseling duurde een midweek. Twee dagen een pro-gramma voor Duitse studenten in Nederland, een tussendag waarin de Nederlanders naar Duitsland reisden en een tweedaags pro-gramma in Duitsland.

“In Nederland hebben we onder meer gezamenlijk het informatie- en educatiecentrum over de Ned-erlandse glastuinbouw Tomatow-orld in Honselersdijk bezocht, een rondleiding bij verpakkings- en

distributiecentrum Greenpack in Maasdijk gehad, samen laboratori-umproeven uitgevoerd en gewoon heel veel met elkaar gesproken. In het Duits wel te verstaan!”, aldus de docente.

Eenmaal in Duitsland aange-komen, stond ook een imposant programma voor de Nederlandse studenten klaar met bezoeken aan het Deutsches Institut für Lebens-

mitteltechnik, een bedrijf dat zich richt op eierproducten (Ovobest) en het in 1891 door de jonge apotheker August Oetker opge-zette bedrijf Dr. Oetker.

Carrièredag“Maar, nog belangrijker was de FOOD FUTURE DAY”, zegt Bauer. Dat is een initiatief van het Deutsche Institut für Lebensmit-teltechnik en de Hochschule Os-nabrück samen. Het evenement is bedoeld voor bedrijven in de voed-ingsmiddelenindustrie, deskun-digen en studenten om een ont-moetingsplaats te creëren die een unieke ruimte biedt voor presenta-ties, netwerken en carrièremogeli-jkheden.”

Zij vervolgt: “Bedrijven uit de voe-dingsmiddelenindustrie worden steeds vaker geconfronteerd met nieuwe uitdagingen en hebben een tekort aan geschoolde krachten. Daarom krijgen bedrijven tijdens dit evenement de mogelijkheid om in een prettige sfeer met studenten en afgestudeerden van de opleidin-gen in de voedingsmiddelenindus-trie in contact te komen en hen te informeren over toekomstige loop-

baan- en carrièremogelijkheden. Een unieke kans voor studenten van Inholland.”

Kansen voor toekomstHoeveel vruchten het samenspel tussen de scholen oplevert, is nog niet bekend. Wel weet Bauer dat er stagekansen in het buitenland ontstaan. Hogeschool Inholland probeert dit zoveel mogelijk te stimuleren, want het vormt de stu-denten op een positieve manier. De school tracht sowieso zoveel mo-gelijk kansen voor de toekomst te scheppen. Daarom zal de samen-werking tussen de twee scholen nog intensiever worden. Met louter positieve reacties van studenten en scholen plus een tevreden interna-tionaal bedrijfsleven, vraagt dit om meer.

Benieuwd naar de opleiding Food Commerce & Technology en de toe-komstmogelijkheden? Bezoek www.inholland.nl

advertorial

/ / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / /

DELFT HIGHLIGHTS / NO.4 / JUNI 20118

‘Elk gebouw moet de stad verrijken’EEN TOCHT DOOR ‘EEN UNIEKE STAD’ MET STADSBOUWMEESTER WYTZE PATIJN

Delft is volgens stadsbouwmeester Wytze Patijn een ‘unieke stad’. Hij noemt het historische centrum authentiek, vriendelijk en dynamisch. “Dat moet je koesteren en dus moet elk nieuw gebouw passend en een bijdrage aan de stad leveren.” Tijdens een fi etstochtje door de stad beschouwt en beoordeelt hij een aantal karakteristieke plekken. Zijn leidraad daarbij is de samenhang met de stad, ongeacht de bouwstijl. “Het gaat niet om de architectuur-opvatting, maar om de kwaliteit.”/Door Hans Dalmeijer

Aangezien het Delftse grondgebied ondertussen grotendeels is bebouwd, moeten nieuwe bouw-projecten voornamelijk worden gerealiseerd in een complexe om-geving die wordt gekenmerkt door vaak intensieve en soms monumentale bebouwing. Zeker nu in deze stad veel grote projecten worden gerealiseerd, is een goed architectuur beleid nodig”, stelt Delfts eerste stadbou-wmeester, die een belan-grijke rol heeft gespeeld bij het maken van een master-plan voor de Technolo-gische Innovatie Campus Delft (TIC-Delft) in Delft zuidoost. “Het is belangri-jk dat de bouw-projecten op een goede manier in de stad worden ingepast.”

SpoorzoneOp weg naar de Poptahof is een tocht langs delen van de Spoorzone onver-mijdelijk. “Wat hier op dit moment gebeurt verand-ert het aanzien van de stad voorgoed”, zegt Patijn stellig. “De aanvankelijke plannen voor de inrichting van het gebied dat ontstaat als de trein eenmaal onder de grond is verdwenen, waren aanvankelijk am-bitieus. Die moeten onder druk van de huidige econ-omische beperkingen worden bijgesteld. Daar ben ik op zich niet rouwig om, het biedt de gelegen-

heid om nog eens goed na te denken over de maatvo-ering die beter bij de oude stad daarachter past. Het wordt een scharnier naar nieuwe en bestaande woon-wijken. Als je straks uit het door Mecanoo ontworpen nieuwe station komt, loop je een nieuw woongebied met parkeergelegenheden onder de woningen. bin-nen. Het moet een verrijk-ing voor de stad worden en daarbij geldt dat minder hemelbestormend al-leen maar goed is. Om de aansluiting met de om-liggende wijken en het his-

torische centrum vloeiend te maken, moet je heel secuur omgaan met hoe hoog en hoe laag je in het nieuwe gebied bouwt. Per-soonlijk zie ik wel wat in urban villa´s in een park, wooncomplexen met bin-nenterreinen en hofjes. Dit gebied biedt nieuwe kansen om Delft verder te versterken als aantrekke-lijke woonstad voor ken-niswerkers. Het is in elk geval een stedenbouwkun-dig avontuur van enorme omvang.”

Poptahof“Waar de economische be-perkingen van dit moment in mijn visie het gebied van de Spoorzone voordelen oplevert, heeft het in de Poptahof toch ook nadelen”, meent Patijn. “Want er is vooralsnog onvoldoende geld om de metamorfose van deze wijk uit de jaren ’60 voort te zetten. Het nieuwe deel dat er nu staat is een bijzonder staaltje gecombineerde herontwikke-ling en nieuwbouw. De hoge fl at ziet er nu heel anders uit, maar is geconstrueerd rond het casco van de oude fl at. Dat is op zich al bijzonder uitgevoerd, maar ik vind het vooral een vondst hoe hier met niveauverschillen is gewerkt, waardoor onder het dek tussen de fl at en maison-nettes kan worden geparkeerd en hier een aangenaam bin-

nenplein is gecreëerd. Mooi ook hoe de bomen die hier stonden behouden zijn door daarvoor in het dek uitsparingen te mak-en. Met de nieuwe, lagere fl at die aan de zijkant is geplaatst, vormt het een harmonieus ge-heel van verschillende woning-typen. Het Poptapark, vroeger een vlakke singel zonder fanta-sie, is een speels glooiend geheel dat zich uitstekend leent voor het organiseren van allerlei ac-tiviteiten en evenementen. Dat gebeurt ook en dat maakt van de Poptahof een wijk die op een verfrissende manier nieuw lev-en is ingeblazen. Ook hier zie je hoe streven naar duurzaamheid en kwaliteit prima hand in hand kunnen gaan.”

moet je koesteren en dus

SpoorzoneOp weg naar de Poptahof heid om nog eens goed na torische centrum vloeiend

heeft het in de Poptahof toch ook nadelen”, meent Patijn. “Want er is vooralsnog onvoldoende geld om de metamorfose van deze wijk uit de jaren ’60 voort te zetten. Het nieuwe deel dat er nu staat is een bijzonder staaltje gecombineerde herontwikke-ling en nieuwbouw. De hoge fl at ziet er nu heel anders uit, maar is geconstrueerd rond het casco van de oude fl at. Dat is op zich al bijzonder uitgevoerd, maar ik vind het vooral een vondst

nenplein is gecreëerd. Mooi ook hoe de bomen die hier stonden

afbeelding: ilovepoptahof.nl

DELFT HIGHLIGHTS / NO.4 / JUNI 2011 9

‘Elk gebouw moet de stad verrijken’EEN TOCHT DOOR ‘EEN UNIEKE STAD’ MET STADSBOUWMEESTER WYTZE PATIJN

Science CentreVertrekpunt is het Science Cen-tre aan de Mijnbouwstraat, waar hij tegenwoordig kan-toor houdt. Recht tegenover de faculteit Bouwkunde waar hij bijna jaar decaan was. De fac-ulteit is daar onder zijn leiding in het voormalige hoofdgebouw van de TU aan de Julianalaan gerealiseerd nadat een desas-treuze brand op 13 mei 2008 het oude bouwkundegebouw tot as en puin had gereduceerd. Een knap staaltje van hergebruik. Het is ook een van Patijns stok-

paardjes: “Bouw niet zomaar iets nieuws, er zijn nog zoveel oude gebouwen die een prachtig tweede leven waard zijn. Daar-om is een denkpauze door de economische crisis en de be-zuinigingen nog niet zo slecht. ‘Er is niet alleen veel gebouwd, ook veel gesloopt. Terwijl we zuinig moeten zijn op onze cul-tuurhistorie. Deze gebouwen zijn gelukkig bewaard gebleven en vormen een uniek stukje Delft, waarin verleden en toe-komst hand in hand gaan.”

BastiaanpleinOp het Bastiaanplein aange-komen, kijkt Patijn om zich heen en concludeert: “Nederlanders durven eigenlijk geen pleinen te bouwen. Het lijkt wel of ze dan schrikken van de ruimte die ze hebben gecreëerd. Dat zie je hier ook op het Bastiaanplein. Waarom hebben ze daar nou weer gebouwen op neergezet? Dat is niet de bedoeling van een plein. Het is als geheel beroerd ingericht; te grootschalig met te

hoge gebouwen eromheen en te veel blinde gevels. Meer balkons zouden de boel al hebben verlev-endigd. Let wel, aan de achter-kant is het heel aardig. Daar lopen een soort straatjes en ziet het er gezellig uit. Maar dat zien de bezoekers op het plein niet. Maar de winkels die er zitten oefenen kennelijk wel voldoende aantrekkingskracht uit, want de loop zit er hier wel in.”

PapsouwselaanVoor we de Poptahof ingaan, staat Patijn even stil op de Pap-souwselaan. “Dat is nou typisch voor de tijd waarin dit is gebou-wd”, zegt hij wijzend op die kant van de straat waar Torenhove staat, de nieuwe parkeergarage is gebouwd en winkels geves-tigd zijn. “Dat is in feite een heel dood stuk. De winkels heb-ben hun voorzijde in het mid-den naar elkaar toe gericht en

deze straat moet het doen met de achterkant. Niet mooi, maar de loop zit er aan de andere kant wel in, zie ik. Winkelcentrum In de Hoven dat hieraan grenst, is trouwens enorm opgeknapt. Toen ik hier studeerde en in de buurt woonde was het een open, tochtig geheel met een wat ar-moedige uitstraling. Nu ziet het er eigentijds, overdekt en licht uit.”

MarktTe fi ets naar de Markt is een kort stukje. Patijn lijkt elk ge-bouw afzonderlijk te bekijken. Dan zegt hij: “Het is gek, op het Bastiaanplein zijn de gev-els te hoog, op de Markt juist te laag. Dit is het grootste markt-plein van Nederland, dat vraagt om meer hoogte eromheen. Hoe het er heeft uitgezien voor de grote stadsbrand van 1536 is niet bekend, aangezien ook het stadsarchief in vlammen is

opgegaan. Mogelijk stonden er toen grotere huizen met meer allure, maar dat zullen we noo-it weten. Aan het metselwerk kun je trouwens de gebouwen uit de 19e eeuw herkennen die het aanzien hebben van hui-zen uit de 17e eeuw. De kerk is natuurlijk wat oversized, maar dat zijn kerken altijd. De laatste opknapbeurt van dit plein (net gereed voor de begrafenis van prins Bernhard; red.) heeft een

enorme verbetering betekend. Geen auto’s meer, heldere lijnen en net als elders in de stad is ge-bruik gemaakt van mooie geb-akken materialen. Waar Delft natuurlijk heel trots op moet zijn, is dat prachtige stadhuis uit 1618 van Hendrick de Key-ser, die ook het praalgraf van Willem van Oranje in de Nieu-we Kerk heeft ontworpen.”

Science CentreVertrekpunt is het Science Cen- paardjes: “Bouw niet zomaar

komst hand in hand gaan.”komst hand in hand gaan.”komst hand in hand gaan.”

hoge gebouwen eromheen en te

Papsouwselaan

we Kerk heeft ontworpen.”we Kerk heeft ontworpen.”

fotografi e : Niels Jacobs, KINETICVISION

afbeelding: ilovepoptaho

f.nl

DELFT HIGHLIGHTS / NO.4 / JUNI 201110

Het drama van de 33 Chileense mijnwerkers op zoek naar koper die vorig jaar twee maanden lang zaten opgesloten na een instorting, is destijds in alle media breed uitgemeten. Als het aan Silvan Thus en Bert Jan Kuipers ligt, komt dit nooit meer voor. Met hun bedrijf Elemetal hebben ze dé oplos-sing voor koperwinning die milieuvriendelijk en fi nancieel duurzaam is./Door Maxim Dalmeijer

“Met de methode die wij hebben ontwikkeld win je via een schei-kundig proces pure koper uit de as van afvalverbrandingcentrales. Wij vinden letterlijk elk stukje kop-er. Dat lukt met geen enkele andere bestaande methode van koperwin-ning”, vertelt oprichter Thus.

Twee meter eurostuiversKoper wordt sinds mensenheu-genis gebruikt. Opgravingen in Irak hebben aangetoond dat deze metaalsoort al rond 8700 voor Christus werd benut. Maar be-rekeningen van experts wijzen uit dat het tegenwoordig zo kostbare koper over vijfentwintig jaar uit de

natuur is verdwenen. “Het raakt sneller op dan aardolie”, beaamt Thus. “En op dit moment worden alleen nog maar de grove stukken koper uit afval gehaald. Met onze methode zorgen we ervoor dat koper dat in omloop is, niet wordt verspild. Per huishouden besparen

we elk jaar een twee meter hoge stapel koperen eurostuivers.”

Het idee leverde Elemetal de ASN Wereldprijs op. Een prestigieuze ondernemingsprijs die is wegge-legd voor een idee dat bijdraagt aan een betere wereld. Thus: “Met

het geld hebben we een demonstra-tiemodel gebouwd. Begin mei heb-ben we daar een pilot mee uitgevo-erd. De productie daarvan heeft minister Maxime Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie nog gezien.”

PotentieMet het Nederlandse patent op zak en een lopende aanvraag voor een wereldwijd patent, lacht de toe-komst de jonge ingenieur toe. “In Nederland zijn elf afvalenergiecen-trales. Op verzoek van onze klant-en kunnen wij volgend jaar begin-nen met de bouw van de eerste installatie op locatie”, vertelt hij. “Maar het doel is natuurlijk om er overal ter wereld een te plaatsen.”

Jaarlijks komt er ongeveer zes miljoen ton afval langs afvalen-ergiecentrales in Nederland. Dat houdt in dat er ruim dertig mil-joen euro aan koper in de grond verdwijnt. “Maar erger nog, is de milieuschade die daarbij komt kijken”, stelt Thus. “Wij kun-

nen twintig kilo koper uit zes ton bodemas halen, dus de potentie is enorm. En dan gaat dit alleen nog maar over Nederland!”

Buitenland en DelftNaar alle waarschijnlijkheid zal Elemetal hun milieuverbeterende idee ook in andere landen intro-duceren. “We hebben al contacten. Canada is bijvoorbeeld geïnteres-seerd. Maar naast uitbreiding van landen, kunnen we ook nog uit-breiden op het gebied van grond-sto� en en geproduceerde metalen. Daarom kan ik niet zeggen waar het eindigt. Het is niet te overzien hoe ver we kunnen komen.”

Maar al verovert Elemetal straks de hele wereld, Delft zullen ze noo-it verlaten. Thus: “Kennis is ons bestaansrecht. We zijn een high-tech bedrijf. Om dat te blijven, is continu de nieuwste kennis nodig. En die kennis zit in Delft!”

www.elemetal.eu

Koper kan zich niet meer verstoppen

Elemental gebruikt afval als grondstof

COLUMN

In 2010 lanceerde DOK een digitale, leerzame spelervaring over Europese weten-swaardigheden genaamd Europatour. Binnenkort is het deze tour ook beschikbaar voor het grote publiek via de Appstore van iTunes om zo in DOK, de bibliotheek van Delft, via een speciaal ontworpen applicatie op de iPad te kijken hoe Europees de bezoeker denkt, voelt en geïnformeerd is. In samenwerking met ontwerpstudio Hoog+Diep heeft DOK een mobiele applicatie ontwikkeld die bezoekers van de bibliotheek in aanraking moet brengen met de culturele en politieke diversiteit die Europa biedt.

Het uitgangspunt van de applicatie was tweezijdig. Aan de ene kant het ontwikkelen van een speelse , informatieve ervaring met een stuk hedendaagse techniek van de iPad, maar ook de bezoekers en gebruikers van de openbare bibliotheek op een andere manier ken-nis laten nemen van het stuk Europa in de collectie van de bibliotheek.

De mobiele applicatie bestaat uit een aantal spelletjes die op verschillende plekken in de bibliotheek en met items uit de collecties van de bibliotheek gespeeld moeten worden. Middels de spelletjes ontdekt de gebruiker de Europese aspecten uit en in de verschillen-

de collecties in de bibliotheek. De spelletjes leiden de speler van de kunst afdeling naar de strip afdeling en van de krantentafel naar de muziekcollectie. Op al deze afdelingen en in al deze verschillende collecties gaat de speler op zoek naar de diversiteit van de Eu-ropese cultuur om de spellen succesvol te kunnen spelen en ‘winnen’.

Met name de bewegingsensor in de iPad geeft heel veel leuke mogelijkheden om het Game element in te bouwen of van land naar land te reizen binnen de collectie. Het laat-ste onderdeel van het spel laat de gebruiker middels een aantal inspirerende en grappige vragen zien hoe “Europees” hij of zij is. De verkoop van de iPad heeft inmiddels al veel records gebroken en wordt zelfs al gesug-gereerd dat de verkoop van deze tablets de verkoop van het aantal pc’s binnenkort zal overtre� en. Toch is het voor veel mensen een nieuw product waar in deze tijden niet di-rect geld voor beschikbaar is. De bibliotheek is juist om die reden de perfecte plaats om iedereen een kans te geven om nieuwe technische producten en diensten te proberen en ervaren.

Erik Boekesteijn, manager Science & Innovation DOK

Hoe Europees is de Delftenaar?

DELFT HIGHLIGHTS / NO.4 / JUNI 2011 11

Bejaarde vliegtuigen niet naar woestijnHet begon zes jaar geleden met een simpele vraag: wat gebeurt er met afgedankte vliegtuigen die niet naar een Amerikaanse sloopplaats gaan? Docenten van de TU Delft Luchtvaart- & Ruimtevaarttechniek moesten de toenmalig TU Delft-student Derk-Jan van Heerden het antwoord schuldig blijven. Het intrigeerde hem echter zo, dat hij besloot op zoek te gaan naar het antwoord.

Dat vond hij al snel tijdens zijn stages bij vliegtuigfabrikant Boeing en luchtvaart-maatschappij KLM. Vliegtuigen worden gere- cycled. In Nederland gebeurde dat echter nog niet op grote schaal. “Typerend is het feit dat er maar één persoon

bezig was met vliegtuig- recycling toen ik binnenkwam bij Boeing”, vertelt hij.

Duurzame startJuist vanwege het gegeven dat du-urzaamheid en vliegtuigen vaak tegenover elkaar staan, zag Van Heerden kansen in het concept. “Doordat er steeds meer vluchten zijn, wordt de CO2-uitstoot steeds groter én inherent daaraan de kritiek dat vliegtuigen milieuver-vuilend zijn. Daarom is het van be-lang dat er in de luchtvaartsector ook een duurzaamheidsfactor zit.”

Na zijn stage bij KLM, waar hij hét aanspreekpunt was voor mensen die zich bezighielden met het de- assembleren van vliegtuigen,

studeerde hij af als ingenieur met een duurzaamheidsaantekening. Hij verwachtte dat de markt voor vliegtuigrecycling zou groeien en startte in 2006 direct zijn bedrijf AELS (Aircraft End-of-Life So-lutions) met een uniek concept.

Andere aanpakVan Heerden: “Behalve AELS zijn er maar vier partijen in Europa die een rol van betekenis spelen in deze markt. Die partijen houden zich bezig met één aspect van vliegtuigrecycling: alleen knippen, componenten verwijderen of on-derdelen verhandelen. Wij pakken het anders aan. Ik con- stateerde een gebrek aan kennis en ben zelf op zoek gegaan naar waardevolle recyclebare materialen in het vlieg-

tuig. We weten nu waar die com-ponenten zitten. Met deze kennis bieden wij een totaalaanpak aan. Wij kopen het vliegtuig niet, maar managen de hele ontmanteling en deassemblage van het vliegtuig. Van sloopwerk tot papierwerk.”

Inmiddels heeft AELS al on-geveer dertig vliegtuigen bewerkt en draaide in 2010 een omzet van 700.000 euro. “Bij het deassem-bleren verwijderen we compo-nenten, om die vervolgens in een ander vliegtuig te ‘schroeven’. Dat zijn vaak banden en stoelen, maar zelfs vleugels worden overgezet. Het is van cruciaal belang dat het papierwerk bij alle vliegtuigon-derdelen in orde is. Elk onderdeel heeft een geschiedenis, die in een

logboek beschreven hoort te staan. Voor de motoren geldt bijvoorbeeld een maximum aantal draaiuren of vluchten. Als er gegevens missen, is de motor niets meer waard”, stelt de ingenieur. “De niet-herbruik-bare onderdelen worden ontman-teld. De romp wordt bijvoorbeeld in stukken geknipt, versnipperd en vervolgens aan metaalbedrijven verkocht. Delft heeft weliswaar geen vliegveld, maar draagt zo wel positief bij aan de luchtvaartsector.”

Volg AELS via @aelsnews en www.facebook.com/aelsnews óf zoek het bedrijf via Linkedin!

Tarek Ghobar en Hicham Shatou, toen nog twee aanstaande ingenieurs ontmoetten elkaar in Delft. Ze studeerden aan de TU Delft en waren huisgenoten. Het klikte, ze waren ambitieus, dus besloten samen de cursus ‘Turning technology into business’ te volgen. Daar, waar sto� ge oude patenten worden omgezet in moderne businessplannen ontstond ook hun bedrijf: IcySolutions./Door Maxim Dalmeijer

“Mensen kennen misschien het beeld van sporters die in een kliko vol ijswater stappen na de wedstrijd”, zegt Ghobar. “Een ijsbad is goed voor spierherstel, maar in een kliko zitten is niet professioneel, gevaarlijk en bovendien is de watertemperatuur niet controleerbaar. Met onze IcyDip koelapparaten en zelfontworpen baden zit je in een goede houding en is het water precies op de juiste temperatuur.“

Ondernemer wordenNa het schrijven van een goed businessplan en het maken van een prototype, is de stap van een student naar ondernemer is nog niet gezet, ondervond Ghobar. “De eerste keer dat wij aan tafel zaten om zaken te doen, was memorabel. Twee inmiddels net afgestuurde ingenieurs in een spijkerbroek en overhemd, ik kan het me nog goed herinneren”, lacht hij.

Ze hadden net het prototype gereed en stapten het stadion van Sparta binnen. “Het was ’s avonds en buiten schenen de stadionlampen fel, terwijl de terreinknecht het gras aan het maaien was”, vertelt Ghobar. “Onze contactpersoon vroeg of wij een demonstratie wilden geven. Dan zou hij er wel een paar mensen bij roepen. Dat bleken naast het medische team plotseling allemaal belangrijke mensen te zijn, inclusief de voorzitter van de club. Toen wij vervolgens de stekker in het stopcontact staken, zagen we een complete shutdown. Alle stroom viel uit en de terreinknecht stond

ineens in het donker.” Dat kwam omdat het aantal volt en ampère anders was dan in het testlab. Maar het zouden geen studenten van de TU Delft zijn als ze daar geen oplossing voor hadden en de demonstratie toch door kon gaan. “Uiteindelijk waren zij enthousiast en hebben we ons prototype verkocht met de opdracht om direct een nieuwe te bouwen. We liepen naar buiten, keken elkaar aan en dachten: wat is er nou net gebeurd?”

Grote sportersSinds dat moment is de bal hard gaan rollen voor het bedrijf dat binnen het technostarternetwerk van de TU Delft valt; de YES!Delft-formule. Ze wonnen de Baby Tycoon Award 2011 van de Kamer van Koophandel voor beste starter van het jaar. En na Sparta werden ook andere Nederlandse en Europese voetbalclubs, de TVM schaatsploeg en de Nederlandse Cricket Bond klant. “Met Sven Kramer zijn we naar de Olympische Spelen in Vancouver geweest. Daar zag de internationale sportwereld

onze ijsbaden. Dat heeft voor buitenlandse contacten gezorgd. Een paar weken geleden waren we nog in Manchester en zagen we onder meer Van der Sar en Giggs in onze IcyBath liggen. Dat is mooi!”

Ondanks de avonturen die ze in de sportwereld meemaken, richt IcySolutions zich niet alleen op die markt. “We hebben de IcyDip

pas ook verkocht aan het Leids Universitair Medisch Centrum. Zij gebruiken het voor onderzoek. Maar wie weet in welke markten ons product nog meer komt. Ik heb onze uitvinding in Silicon Valley gepitched en daar belangrijke contacten gelegd. Mede dankzij Delft trouwens. Als de naam van de TU Delft valt, luistert namelijk iedereen. Deze universiteit is wereldberoemd!”

Technostarter verovert sportwereld met uitvinging

‘Edwin van der Sar zat pas nog in ons bad’

DELFT HIGHLIGHTS / NO.4 / JUNI 201112

Ondergronds hoogstandje

Kruisende tunnelsDe verandering van de spoor-zone in Delft is in volle gang. In deelprojecten wordt gewerkt op verschillende locaties. Zoals de Prinses Irenetunnel, waar dagelijks veel verkeer doorheen raast. Een fundament, boven-dien, van de huidige spoorlijn. Hier kruisen de wegen. Hoe bouw je een nieuwe tunnel dwars op een bestaande?/Door Eric Burgers

Doorstroming van verkeer, toe-gankelijkheid voor openbaar ver-voer en hulpdiensten, waarborg-ing van een veilige omgeving en beperking van geluidshinder voor omwonenden… Het is een greep uit de randvoorwaarden waarmee Spoorzone Delft en aannemer-scombinatie CCL (Combinatie CrommeLijn) in de spoorzone te maken hebben. De doorkruising van de Prinses Irenetunnel is een goed voorbeeld van het samengaan van organisatorisch vermogen en technisch vernuft. In de organi-satie van het deelproject Prinses Irenetunnel (PIT) doen opdracht-gever en -nemer er een schepje bovenop.

AfstemmingDe Prinses Irenetunnel (‘Gra� ti-tunnel’) ligt in de weg. Het tracé van de spoortunnel snijdt door de Westlandseweg en de Prinses Ire-netunnel heen. “De combinatie van sloop, bouw en instandhoud-ing van verkeersstromen maakt dit project complex, zowel in con-structief als logistiek opzicht”, zegt Francis Nauman, omgevingsman-ager voor Spoorzone Delft. Om een eerste tunnelbuis te kunnen maken, waarna de trein onder-gronds kan gaan rijden, moet een deel van de Prinses Irenetunnel worden gesloopt. “Hoe stem je deze activiteiten op elkaar af, we-tende dat alle verkeersstromen – openbaar vervoer, auto’s, fi etsers – gehandhaafd moeten blijven? Met dien verstande dat het gemotori-seerd verkeer in beide richtingen tijdelijk over één in plaats van twee dubbele rijstroken zal rijden.”Voordat de uitvoering begint, zijn

volgens Nauman al verschillende fasen doorlopen. “De aannemer heeft een projectplan gemaakt. Wij toetsen het projectplan en bespreken dit gezamenlijk in zo-genaamde ‘ateliers’, waarin we adviezen en feedback vragen van deskundigen van bijvoorbeeld de gemeente Delft of hulpdiensten. Er moet een draaiboek komen en de vraag dient zich aan welke vormen van communicatie met de omgev-ing op het project van toepassing zijn. Hoe bieden we relevante in-formatie aan? Hoe kan men ons bereiken? Deze vormen van over-leg monden onder andere uit in een aanvraag om een gemeenteli-jk verkeersbesluit. Zonder ver-keersbesluit van de wegbeheerder kunnen we niet aan de slag. Ook tijdens de uitvoering blijven om-gevingsmanagement en frequent overleg met betrokken partijen, van gemeente tot OV-bedrijf, cru-ciaal.”

TramtijdHet project PIT is door CCL verdeeld in vier fasen. Als in een schaakspel wordt zet voor zet naar het gewenste resultaat toegewerkt. De eerste fase is in april gestart. Toen is het noordelijke wegvak van de Prinses Irenetunnel afgesloten, inclusief de tunnelbuis waarin de tram rijdt. De tram naar Tanthof rijdt tijdelijk niet verder dan de halte bij station Delft. Een pendel-bus verzorgt het vervoer naar Tan-thof. “Om overdag damwanden de grond in te kunnen trillen – dus ’s nachts omwonenden geen overlast te bezorgen – ging het wegver-keer van oost naar west eerst twee weken door de tramtunnel heen”, aldus Sjaak Benne, werkvoorberei-der van CCL.

In acht maanden tijd zal CCL een stuk van de Prinses Irenetunnel slopen, met damwanden een bou-wkuip maken, de paalfundering voor de tunnelbuis aanbrengen en een stuk van het tunneldak maken waarover de tram vervolgens kan gaan rijden. “Volgens het program-ma van eisen mag het tramver-keer maximaal achttien maanden worden gestremd”, vertelt Paul

Bouten, senior werkvoorbereider PIT van CCL. “Door de Prinses Irenetunnel gefaseerd te slopen en al snel een stuk van het dak van de spoortunnel klaar te hebben, kan de tram eind december weer naar Tanthof rijden. Met andere woorden: wij hebben met deze aanpak tien maanden gewonnen.” Bijkomend voordeel is dat de hulp-diensten tien maanden eerder dan voorzien gebruik kunnen maken van de tramtunnel. “De route over de Westlandseweg is een belangri-jke aanrijroute voor de hulpdien-sten. Qua bereikbaarheid scheelt die tijdwinst een slok op een bor-rel.”

SpeelruimteAls de tram eind 2011 weer richt-ing Tanthof rijdt, bevindt het project zich al in de tweede fase (mei 2011 – februari 2012). De vervanging van de verderop gel-egen Constructiebrug, ter hoogte van de Westvest, is vrijwel gelijk met de werkzaamheden aan de Prinses Irenetunnel gestart. Ook hier is eerst de noordelijke rijbaan afgesloten, waardoor op de West-landseweg een aaneengesloten verkeerstrechter is ontstaan. De consequenties van het werk aan de Constructiebrug vormen dan ook integraal onderdeel van het pro-jectplan Prinses Irenetunnel.In de derde fase, van pakweg maart 2012 tot januari 2013, wordt weer een deel van de Prinses Irenetunnel gesloopt om met damwanden de rest van de bouwkuip te kunnen maken. Nauman: “Dan scheppen we ruimte om het fi etspad aan de zuidzijde te behouden en het fi ets-verkeer zo min mogelijk te verstor-en.” Ook bij de Constructiebrug worden de rijstroken verlegd om de zuidkant aan te pakken. Tenslotte zal in de laatste fase, tot ongeveer augustus 2012, het verkeer over het dak van de bijna voltooide oostelijke spoortunnelbuis gaan, terwijl de werkzaamheden aan de Constructiebrug worden afgerond. “De aanleg van de westelijke tun-nelbuis is echt een volgende stap, en een volgend project.”

Systems EngineeringCCL draagt zelf een integrale ve-rantwoordelijkheid voor ontwerp en uitvoering (op basis van een Design & Constructovereenkomst) en Spoorzone Delft maakt gebruik van de kennis en creativiteit van de aannemer. Zo kan het gebeuren dat de aannemer ervoor zorgt dat de tram al na acht maanden zijn route hervat. Spoorzone Delft kan dankzij een doordachte vraa-gspecifi catie bepalen of de geboden oplossing voldoet aan de eisen en stuurt het proces op hoofdlijnen aan.

Niet alle vraagstukken die bij een dergelijk complex project de kop

opsteken, zijn al beantwoord. Nieuwe inzichten kunnen zelfs lei-den tot maatregelen die niet aan het programma van eisen voldoen. Benne: “Op welk moment kun je de verkeersstromen het beste samenvoegen om tot een goede verkeersafwikkeling te komen? Zo laat mogelijk, volgens het con-tract. Maar in verkeerstechnisch opzicht kan het wellicht beter ee-rder gebeuren. Doordat we als op-drachtnemer en opdrachtgever met elkaar in een team werken, kunnen we zulke vraagstukken ti-jdig signaleren en tot de beste oplossing komen.”

advertorial

DELFT HIGHLIGHTS / NO.4 / JUNI 2011 13

‘Maar’ vier fasenOm de bouw mogelijk te maken én het verkeer door te laten stromen, zijn e� ciënte stappen in de bouw van groot belang, legt werkvoorbereider Benne uit. “We streven naar een zo rustig mogelijk verkeersbeeld, situaties moeten niet voortdurend veranderen. Vandaar dat we maar vier bouwfasen hebben onderscheiden. Iets anders waar we rekening mee moesten houden in het voortraject, is de krappe ruimte. Gezien de regelmaat waarmee bussen en bouwverkeer passeren, moet je meer bieden dan de minimaal vereiste rijstrookbreedte. Anderzijds moet je wel voortvarend een bouwkuip kunnen maken. Passen en meten, is het devies. Door bijtijds te overleggen met hulpdiensten, vervoerders en andere betrokken partijen kun je extra’s in het ontwerp en projectplan opnemen. Een opstelplaats voor een bus bij een kruising, bijvoorbeeld, zodat de bus vóór het verkeer kan oprijden.”

MaatwerkHoe de tram na acht maanden over het versgestorte beton van het spoortunneldak, onder het huidige treinspoor door, de Westlandseweg op rijdt, is voor de aannemer geen eenvoudige opgave. “Er is het nodige reken- en tekenwerk aan te pas gekomen”, lacht werkvoorbereider Bouten. “Je hebt een fors hoogteverschil te overbruggen waar weinig ruimte is. Tot hoe ver kun je de Prinses Irenetunnel slopen zonder risico’s te nemen wat betreft het treinspoor? De tram mag niet te steil naar beneden. Hoe fl auw kan de helling zijn? Een mooi voorbeeld van constructief maatwerk.”

/ / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / /

/ / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / /

advertorial

DELFT HIGHLIGHTS / NO.4 / JUNI 201114

Kinderboerderij 2.0 voor een duurzame wereldKinderboerderijen richten zich steeds meer op een duurzame wereld. Zo ook in Delft. Mis-schien duurt het nog even, maar ideeën liggen er wel al dankzij Inholland-studente Dier- & Veehouderij, Mariëlle Mulder. Betere samenwerking tussen de twee Delftse kinderboer-derijen en natuur- en milieu-centrum De Papaver, nieuwe lessen en het zichtbaar maken of aanbrengen van duurzame toepassingen kunnen hieraan bijdragen.

Delft kent twee kinderboerderi-jen: Delftse Hout en Tanthof. “Als de kinderboerderijen hun kennis delen en dieren aan elkaar uitle-nen, zou dat voor beiden voordeel betekenen”, stelt Mariëlle. “Af en toe een dier aan elkaar uitlenen is bijvoorbeeld goed voor de ver-scheidenheid van de diersoorten.”

NostalgieDe opleiding die de studente volgt, focust zich op de rol die dieren in de samenleving spelen. Een visie op kinderboerderijen is dus een kolfje naar haar hand. “De kinder-boerderij moet een leuke, maar ook leerzame plek zijn”, vindt Mariëlle, die het plan schreef tijdens haar afstudeerstage bij de gemeente Delft. “De drukbezochte kinder-boerderijen zijn de ideale plek om meer informatie over duurzaam-heid aan te brengen. Daarom vind ik dat zij gebruik moeten maken van duurzame toepassingen, zoals zonnepanelen. Ook dáár kan een kinderboerderij kinderen iets over leren .Het schijnt dat ervaringen die indruk maken tijdens kinder-tijd, de rest van een leven worden meegedragen. Dus als we kinderen nu iets over duurzaamheid leren, zal dat een positieve invloed op de wereld hebben in de toekomst.”

Inhaalslag Ons land telt ongeveer vierhon-derd kinderboerderijen, dus vier-honderd potentiële leerplekken. “Veel kinderboerderijen zijn hun werkterrein al aan het verbreden”, zegt Mariëlle. “In Dordrecht en Zoetermeer zijn bijvoorbeeld du-urzame nieuwe kinderboerderi-jen. In Delft kunnen we nieuwe duurzame elementen toevoegen aan de bestaande kinderboer-derijen. Er zijn trouwens ook al

duurzame maatregelen getro� en op beide boerderijen, die voor het publiek zichtbaar gemaakt kunnen worden.”

Inspiratie kreeg de studente onder meer dankzij haar rondje langs di-verse kinderboerderijen in het land en van de sfeer bij haar stageplaats. “Ik zat bij een team van de ge-meente Delft bij natuur- en milieu-centrum. Daar zit veel kennis en ervaring. Dat, plus de ondersteun-

ing vanuit school, hebben mij ge-holpen om nieuwe elementen voor Delftse kinderboerderijen te ver-werken in mijn afstudeerverslag. Zoals een windmolen bij Tanthof, zonnepanelen in de Delftse hout, duurzame speeltoestellen, digitale informatieborden en een nieuwe website die de geboorte van nieuwe dieren aankondigt.

ImpactOf de gemeente het gehele plan

overneemt weet de studente, mede door de bezuinigingen, nog niet. “Ik heb de gemeente laatst wel al een voorbeeld van een website lat-en zien en een voorstel gedaan om nieuwe educatieborden te plaatsen. Dat zijn een paar ideeën waarvan ik hoop dat ze worden uitgevoerd. Het lijkt misschien klein, maar als alle kleine aanpassingen uit mijn plan worden doorgevoerd, heeft dat een grote impact.”

advertorial

Via ‘a bird’s-eye’ door DelftDriedimensionaal door de ogen van een vogel naar de stad ki-jken, is geen science fi ction. Stu-denten van de TU Delft ontwik-kelden er een nieuwe app voor.

“Rijkswaterstaat verzamelt jaar-lijks bergen met data, waaronder een gedetailleerde puntenwolk met hoogtedata van heel Nederland”, zegt student Jasper de Lange. “Bin-nen het kader van ons keuzepro-gramma ‘3D Virtual Earth’ aan de TU Delft zijn wij als projectgroep gaan onderzoeken hoe we deze point cloud interactief en voor een groter publiek bruikbaar kunnen maken. Dit heeft geresulteerd in

onze applicatie ‘Cloudviewer’.”Er staan nu een lichte versie van de applicatie online. De Lange: “Met deze versie is kun je va-nuit de vier windrichtingen door de puntenwolk van een deel van Delft te navigeren. Dit is mogelijk onder drie verschillende hoeken; bovenaanzicht, een aanzicht op 45 graden, en een lager aanzicht op 30 graden. Verder zijn er vier zoomlevels, waardoor er gewis-seld kan worden tussen een globaal overzicht en een gedetailleerde close-up van een bepaald gebied.”.

Check www.cloudviewer.nl voor de app.

Nieuwe waterzui-veringstechniekenZeewater gebruiken voor het toi-let, toiletpapier zeven uit afval-water en CO2 opslaan met afval-waterzuivering. Dat zijn een paar innovatieve ideeën die de TU Delft zal presenteren tijdens het internationale congres Leading Edge Conference on Water and Waste Technologies (LET2011).

Het congres wordt georganiseerd door de International Water As-sociation (IWA) en vindt van 6-10 juni plaats in Amsterdam. Tijdens dit congres worden de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van drinkwater en afval-watertechnologie door univer-siteiten en bedrijven gepresen-teerd. TU Delft presenteert maar liefst acht innovatieve zuivering-stechnieken die de universiteit in samenwerking met derden heeft gemaakt.

Eternal Sun wint!De ondernemers van Eternal Sun zijn nog maar een maand actief bij YES!Delft en vallen nu al in de pri-jzen. Zij hebben de Benelux fi nale van het Bearingpoint BE project gewonnen en namen een cheque ter waarde van € 15.000,- mee naar huis.

Be.Project is een internationale competitie waarin studenten van topuniversiteiten met een innova-tieve business case strijden om een geldprijs. Eternal Sun is opgezet door Stefan Roest en Chokri

Mousaoui, beide studerend aan de TU Delft.

Hun bedrijf levert zonnesimula-toren die zonnepanelen e� ciënt kunnen testen en het rendement van elke type zonnepaneel kunnen bepalen. Eternal Sun heeft fabri-kanten en distributeurs van zon-nepanelen, projectaannemers en onderzoeksinstellingen als klant. Eternal Sun vertegenwoordigt op 9 juni Nederland en België tijdens de Europese fi nale in Brussel.

/ / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / /

/ / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / /

/ / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / /

Push wordt pullHet woord was nog niet uit-gevonden, maar al sinds de komst van de radio (naast de krant) leven we in een multimediaal tijdperk. We kwamen niet op dat woord omdat media geheel los van elkaar stonden; zelfs toen we alle-maal een televisie in huis hadden. Interactie werd pas een tover-woord toen internet gemeengoed was. Dat veranderde onze manier van archiveren, zoeken en com-municeren voorgoed. Wie haalt er nog een encyclopedie uit de kast? Daarmee zijn mooie dingen verloren gegaan, maar ook span-

nende nieuwe kansen ontstaan. En daar komen voortdurend nieuwe bij. Kijk maar naar de mogelijkheden voor redacties en adverteerders van augmented re-ality! Het gaat er niet meer om dat je zoveel mogelijk informatie door iemands (digitale) brievenbus duwt, maar dat jouw doelgroep zélf jou gaat opzoeken. Van push naar pull. Ondertussen ben ik vooral benieuwd naar welk woord op dit gebied we nu nog niet, maar over vijf jaar wél kennen…

De TekstGroepGeen woord te veel!

www.tekstgroep.nl

advertorial

DELFT HIGHLIGHTS / NO.4 / JUNI 2011 15

/ / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / /

/ / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / /

ColofonDelft Highlights is een uitgave van Dumay Strategie & Communicatie, Qliq en Rodi Media. Deze krant wordt mede mogelijk gemaakt door de gemeente Delft, de Stichting Delft Kennisstad, Science Centre Delft, de Haagse Hogeschool en Rabobank Zuid-Holland Midden.

Delft Highlights wordt vier maal per jaar huis-aan-huis verspreid in Delft, Pijnacker-Nootdorp, Delfgauw, Schipluiden, Den Hoorn en delen van Rijswijk en Ypenburg. Daarnaast wordt deze kenniskrant gecontroleerd verspreid onder een selecte doelgroep. Oplage: 81.000 exemplaren.

UitgeverRaymond Sparreboom / Dumay Strategie & Communicatie

HoofdredacteurHans Dalmeijer / De TekstGroep Services BV, Delft

RedactieMaxim Dalmeijer, Dolf Dukker, Geert de Vries

VormgevingKinetic Vision, Delft (Science Centre)

AcquisitieJacqueline Jonkhart, Qliq [email protected]

Opmaak, druk en distributieRodi Media zh-bv

Delft Highlights is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Uitgever en redactie aanvaarden geen aansprakelijkheid voor eventuele onjuistheden of mogelijke gevolgen die kunnen voorvloeien uit het gebruik van de hierin opgenomen informatie.

Techniek uit Delft is overal! Delft is een kennisstad, maar niet alle burgers weten waarom. Om dat voor iedereen zichtbaar te maken, is er nu een speciale techniekpagina op de website van de gemeente Delft. Volg hier wat de laatste uitvindingen zijn en welke maatschappelijke vraagstukken worden opgelost dankzij Delftse technieken.Op de pagina ‘Techniek in Delft’ vind je onder meer nieuws, uitleg over alle actuele thema’s en fi lmpjes van en over de uitvinders. En wie daarna nóg meer wil weten, kan doorlinken naar de website van de uitvinders of een artikel lezen in één van de twee magazines op de website.Uiteraard is de website niet de enige manier om kennis te maken met techniek in Delft. Er worden ook tal van evenementen georganiseerd. De Oktober Kennismaand met de drukbezochte Wetenschapsdag, de Dag van de Chemie en de FIRST LEGO League zijn enkele gewaardeerde voorbeelden.

TIP en TOPElke inwoner en bezoeker van de stad kan ook zelf een dag kiezen

om iets met techniek te doen. Er zijn namelijk twee techniekroutes in Delft ontwikkeld. Deze kunnen met een iPhone of tablet worden gelopen. Bij het Toeristisch In-formatie Punt (TIP) is hier meer informatie over te vinden en kunnen tablets worden gehuurd. Ook mensen die hun technische kennis willen verbreden, komen aan hun trekken. Het Technisch Ontmoetings Punt (TOP) or-

ganiseert op veertien donderda-gavonden lezingen en debat-ten aan de Hippolytusbuurt 14.

Science CentreAls klap op de vuurpijl biedt Delft ook nog het Science Centre. Maak hier kennis met wetenschap en technologie van de TU Delft: wat is het en welke plaats neemt het in de maatschappij in? Laat een trein over een magnetenbaan razen

door supergeleiding. Bouw een ei-gen constructie op een bewegende vloer of speel games. Het kan al-lemaal. Eigenlijk is het Science Centre een zoektocht: spannend en niet af, net als de wetenschap zelf!

Surf naar www.delft.nl voor de pagina ‘Techniek in Delft’. Blijf up-to-date via een RSS feed.

Kooaba Paperboy

Pagina’s voorzien van interactieve content zijn te herkennen aan het bovenstaande logo. Download de Kooaba Paperboy App gratis via de App Store of de Android Mar-ket, fotografeer de pagina in deze Delft Highlights waar het logo van Kooaba Paperboy op staat en je krijgt toegang tot extra infor-matie in de vorm van een website of een fi lmpje.

/ / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / /

Avatars in strijd tegen angstenEen methode om angsten te overwinnen is de confrontatie aangaan. Maar dat kan ook tot heftige emoties en een avere-chts e� ect leiden. Daarom is het beter die confrontatie te doseren. Dat kan tegenwoor-dig met virtuele middelen. Het vliegtuig met avatars is er al, maar de virtuele kroeg is nog niet eng genoeg.

Voor mensen met fobieën zoals vliegangst, hoogtevrees of claus-trofobie ontwikkelt Willem-Paul Brinkman van de TU Delft VRET-systemen (Virtual Reality Exposure Therapy). Zo ontwik-kelde hij een angstig trillende vliegtuigstoel, met bijbehorende virtual reality helm. Daarmee kunnen mensen met vliegangst-keer op keer een landing kunnen meemaken – zo ‘hard’ als gewenst (of gevreesd). Dit systeem wordt

al op vele plaatsen gebruikt.Sociale fobieënBrinkman stort zich nu op sociale fobieën en werkt aan een virtuele kopie van de plek waar die angst het vaakst optreedt: de kroeg. Mensen met een sociale fobie vin-den het namelijk eng om lang te worden aangekeken en dat kan in een café gebeuren. Het virtuele café zit daarom vol drinkende en pratende avatars, maar is nog niet eng genoeg. De confrontatie is nog niet sterk genoeg. Bovendien moet de mogelijkheid om een praatje te maken of te worden aangesproken nog worden ingebouwd.

Voor wie nooit in de kroeg komt, is een virtuele tram in de maak. Vol-gens Mark van der Gaag, hoog-leraar aan de Vrije Universiteit en betrokken bij het onderzoek van Brinkman vertellen patiënten achteraf dat ze bang waren om-

dat ze het gevoel hadden dat ze werden aangekeken. Of dat ze fl arden van gesprekken hoorden en dachten dat het over hen ging. In de virtuele wereld worden die mensen aangespoord aan om nog een halte langer in de tram te bli-jven zitten, omdat er geen wer-kelijk gevaar is. Dan merken de patiënten dan dat anderen op een gegeven moment toch wegkijken en er dus niets aan de hand is.

Studenten ontwerpen Spaanse zonnewoning

Een onderzoeksteam van de TU Delft gaat in Spanje deelnemen aan de wedstrijd Solar Decathlon, waaraan ook andere universiteiten uit de hele wereld meedoen. De opdracht is om een fraai vormgegeven huis te bouwen dat volledig duurzaam en economisch rendabel is. Een voorwaarde is dat het hele huis op zonne-energie draait.

Het in Delft ontworpen huis zal tijdens de fi nale in Madrid in 2012 te zien zijn, maar voor die tijd geeft het onderzoeksteam tij-dens de Bouwbeurs van 7 tot 12 februari volgend jaar al een pre-sentatie in de jaarbeurs in Utre-cht. De Nederlandse inzending is geïnspireerd door een typisch ver-schijnsel in ons land: woonboten.

Het Spaanse ministerie van Ontwikkeling heeft twintig teams geselecteerd voor de Solar De-cathlon 2012. Het Delftse team bestaat uit dertig studenten, die worden begeleid door hoogler-aren en docenten. Elk team kri-jgt 100.000 euro van de Spaanse overheid om te kunnen starten. De rest van de benodigde mid-delen moeten de teams bijeen-brengen via fondsenwerving.

CompetitieDe Solar Decathlon is een jaar-lijkse internationale competitie die bewustzijn wil creëren voor het realiseren van duurzame ar-chitectuur, waarbij rekening wordt gehouden met construc-tie, innovatie, comfort, leven-svatbaarheid, sociaal bewustzijn en toepassing van het ontwerp.

Vliegtuig van de toekomstOnderzoekers van de TU Delft hebben onlangs laten zien hoe vliegtuigen er in de toekomst uit kunnen zien. In een hangar op Schiphol-Oost werd het schaalmodel onthuld dat zij hebben ontwikkeld. Om duurzaamheid en milieuvriendelijkheid te realiseren zijn de cockpit, cabine, vleugels en motoren samengesmolten in één vorm. Dit concept is ‘Blended Wing Body’ gedoopt.

Het is volgens prof. Hoekstra van de faculteit Luchtvaart en Ruimtevaarttechniek met de huidige kennis mogelijk om vliegtuigen te bouwen die veel minder energie verbruiken en veel minder milieubelastend zijn. Om die reden is de vorm van het vliegtuig aangepast. “Aan het huidige model van een romp met twee vleugels valt niet veel meer te verbeteren. Wil je tientallen procenten op het brandstofge-bruik besparen, dan moet het hele vliegtuig op de schop.”

Het resultaat van het onderzoek van de TU Delft is de Zero Emis-sion Flying Testbed (ZEFT), een vliegende vleugel. Dit levert een enorme brandstofbesparing op. Bovendien kan de ZEFT vliegen op brandstof uit biomassa of wa-terstof.

Microsoft en TU Delft ontwikkelen supercomputer

De Amerikaanse softwaregigant Microsoft steekt een miljoen euro in een onderzoek van de TU Delft naar quantumcomputers. Dit soort computers is veel krachtiger dan digitale computers doordat ze talloze berekeningen tegelijk kunnen uitvoeren.

De laatste handtekening van de deal is op de post gegaan, vertelt Spinozaprijswinnaar Leo Kou-wenhoven van de universiteit en onderzoeksleider naar aanleiding van een bericht daarover in de Volkskrant. Kouwenhoven werd vorig jaar benaderd door Micro-soft naar aanleiding van enkele artikelen. Fysicafi nancier FOM draagt eveneens een miljoen euro bij aan de ontwikkeling van de quantumcomputers door de TU Delft.

DELFT HIGHLIGHTS / NO.4 / JUNI 201116

3luik_SC_v7.indd 10-12

3/25/10 9:02 AM

Volg het laatste nieuws op

http://sciencecentre.hyves.nl

http://sciencecentredelft.blogspot.com

http://www.twitter.com/sciencecentre http://sciencecentredelft.blogspot.com

http://www.twitter.com/sciencecentre

Kijk voor openingstijden, workshops en tarieven op

www.sciencecentre.tudelft.nl

Mijnbouwstraat 120 | 2628 RX Delft | 015 - 27 85200

Aanraken, doen en beleven!

Deze advertentie is interactief!

1. Ga naar de App Store of Android Market en download

‘Kooaba Paperboy’

2. Maak een foto van deze advertentie

3. …en ontdek wat er achter deze advertentie verborgen gaat!