de ondertoezichtstelling binnen de save-...de taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de ots...

40
OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 1 © VanMontfoort | SVMNL DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-WERKWIJZE HANDLEIDING VOOR MEDEWERKERS SAVE VERSIE 3.0 JULI 2015

Upload: others

Post on 07-Aug-2020

10 views

Category:

Documents


1 download

TRANSCRIPT

Page 1: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 1 © VanMontfoort | SVMNL

DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-WERKWIJZE

HANDLEIDING VOOR MEDEWERKERS SAVE

VERSIE 3.0 JULI 2015

Page 2: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 2 © VanMontfoort | SVMNL

De ondertoezichtstelling binnen de SAVE-werkwijze

Handleiding voor medewerkers SAVE Versie 3.0 | juli 2015 VanMontfoort : Bas Vogelvang Samen Veilig: Rob Beukering

Joost van den Braak Marianne Cuypers (hoofdstuk 3) Adri van Montfoort

De tekst in deze handleiding is mede tot stand gekomen dankzij medewerking van: Harmke Bergenhenegouwen, Jantine Hemrica, Sanne van der Kleij, Marja de Klerk Anneke de Leeuw, Iris Mank en vele ‘meelezers’ van de SAVE partners: Samen Veilig Midden-Nederland, William Schrikker Groep, Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, Stichting Gereformeerde Jeugdbescherming, de Raad voor de Kinderbescherming Midden-Nederland, en de Eigen Kracht Centrale.

© 2015 VanMontfoort | Samen Veilig Midden Nederland

Page 3: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 3 © VanMontfoort | SVMNL

INHOUD

1 INLEIDING ........................................................................................................................ 5 1.1 Wat is dit document? .................................................................................................................. 5 1.2 Opbouw ...................................................................................................................................... 5 1.3 Verantwoording .......................................................................................................................... 5

2 VISIE EN UITGANGSPUNTEN .............................................................................................. 6 2.1 Inleiding ...................................................................................................................................... 6 2.2 Eigen kracht en regie ................................................................................................................. 6 2.3 Veiligheid en ontwikkeling staan centraal .................................................................................. 7 2.4 De OTS als pedagogische opgave ............................................................................................ 8 2.5 Specifieke doelen van de OTS vanuit het Normenkader ........................................................... 9 2.6 SAVE-teams: tijdelijk en gebiedsgericht .................................................................................. 11 2.7 Integrale werkwijze: één melding volstaat ............................................................................... 11 2.8 Een lerende praktijk ................................................................................................................. 12

3 DE WETTELIJKE BASIS VOOR DE ONDERTOEZICHTSTELLING ..............................................13 3.1 Inleiding ................................................................................................................................... 13 3.2 Wettelijke grond van de OTS ................................................................................................... 13 3.3 Doel van de OTS ...................................................................................................................... 15 3.4 Betrekken van belanghebbenden ............................................................................................ 15 3.5 Instrumenten in het kader van de ondertoezichtstelling .......................................................... 15 3.7 Geschillenregeling .................................................................................................................... 17 3.8 Voorlopige ondertoezichtstelling (VOTS) ................................................................................. 17 3.9 Gezagsbeëindigende maatregel .............................................................................................. 18

4 DE ORGANISATIE VAN DE OTS ........................................................................................19

5 HET ANALYSEMODEL ......................................................................................................20 5.1 De viervensters ........................................................................................................................ 20 5.2 Venster 1: De mensen ............................................................................................................. 21 5.3 Venster 2: De feiten ................................................................................................................. 22 5.4 Venster 3. De weging ............................................................................................................... 25 5.5 Venster 4. De volgende stappen .............................................................................................. 27

6 DE UITVOERING: FASEN IN DE ONDERTOEZICHTSTELLING ..................................................31 6.1 Fasen ....................................................................................................................................... 31 6.2 De fase tot aan de start van de OTS ....................................................................................... 31 6.3 De fase rond de start van de OTS ........................................................................................... 32 6.4 Het (familiegroeps)plan ............................................................................................................ 32 6.5 De fase van planuitvoering ....................................................................................................... 33

Page 4: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 4 © VanMontfoort | SVMNL

6.6 Evaluatie ................................................................................................................................... 34 6.7 Rapportage............................................................................................................................... 34

7 COMMUNICATIE BIJ UITVOERING VAN DE OTS...................................................................36 7.1 Engageren en positioneren ...................................................................................................... 36

8 KENNIS, HOUDING EN VAARDIGHEDEN IN DE OTS .............................................................37 8.1 Algemene kennis, houding en vaardigheden voor de SAVE-werkwijze .................................. 37 8.2 Specifieke kennis, vaardigheden en houding voor uitvoering van de OTS ............................. 39

Page 5: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 5 © VanMontfoort | SVMNL

1 Inleiding

1.1 Wat is dit document?

In de basishandleiding “De SAVE-werkwijze” worden de visie, de toelichting op het viervenstermodel en de achtergrond van de lerende praktijk van de SAVE-werkwijze beschreven. De basishandleiding is het gemeenschappelijke referentiekader voor de uitvoering van de SAVE-werkwijze. Voor de verschillende modules (OTS, voogdij, jeugdreclassering, consult en aannemen melding, onderzoek en crisishulp) is een toegespitste, steeds op de SAVE-werkwijze geënte beschrijving nodig. Daarin voorziet deze handleiding: zij sluit aan op de basishandleiding en werkt de uitvoering van de OTS1 door Samen Veilig2

De handleiding is ook de basis voor de training en de opleiding voor de uitvoering van de OTS. uit.

1.2 Opbouw

De hoofdstukindeling is identiek aan die van de andere handleidingen: • In hoofdstuk 2 komt de visie op de uitvoering van OTS binnen de SAVE-werkwijze aan bod; • In hoofdstuk 3 het nieuwe juridisch kader van de OTS; • In hoofdstuk 4 komt kort de organisatie van de module ter sprake. • Het analysemodel van de SAVE-werkwijze bij uitvoering van de OTS (de viervensters) wordt

besproken in hoofdstuk 5; • Hoofdstuk 6 behandelt de fasen van de OTS. Hierbij komt ook kort de voorlopige OTS (VOTS)

aan de orde; • In hoofdstuk 7 komt de communicatie aan de orde, met de termen die horen bij enerzijds hulp

en steun en anderzijds toezicht bij de uitvoering van de OTS • Hoofdstuk 8, tenslotte, bevat de kennis, houding en vaardigheden die de medewerker SAVE

moet hebben voor een professionele uitoefening van de ondertoezichtstelling. 1.3 Verantwoording

Deze tekst is voor een deel gebaseerd op de Deltamethode (Van Montfoort & Slot 2009). Relevante teksten uit deze handleiding zijn integraal overgenomen of aangepast, om ze te laten voldoen aan de visie, het analysekader, en het professionele handelen binnen de SAVE-werkwijze, zoals beschreven in de basishandleiding. Daarnaast is gebruik gemaakt van teksten uit enkele trainershandleidingen Deltamethode van VanMontfoort en teksten van de Eigen Kracht Centrale over hun de visie en werkwijze. Hoewel de auteurs schatplichtig zijn aan alle mensen die een bijdrage geleverd hebben, zijn alleen zij verantwoordelijk voor de keuzes die uiteindelijk gemaakt zijn.

1 Ondertoezichtstelling wordt in deze handleiding afgekort tot OTS. 2 In deze handleiding staat de SAVE-werkwijze voor de werkwijze en Samen Veilig voor de organisatie.

Page 6: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 6 © VanMontfoort | SVMNL

2 Visie en uitgangspunten

2.1 Inleiding

De basishandleiding formuleert de volgende visie van de SAVE-werkwijze: • Burgers hebben regie over eigen leven en over de opvoeding; • Veiligheid van jeugdigen en bescherming is een publieke verantwoordelijkheid; • Veiligheid en ontwikkeling van jeugdigen staan centraal; • Jeugdbescherming werkt integraal (één werkwijze); • Jeugdbescherming is aanvullend op lokale zorg; • Jeugdbescherming werkt als een lerende praktijk. Uit deze visie kunnen vijf uitgangspunten worden afgeleid, die ook van toepassing zijn op de uitvoering van de OTS:

2.2 Eigen kracht en regie

In de visie van de SAVE-werkwijze gaat de overheid ook bij uitvoering van de OTS nog steeds niet over het leven van de mensen zelf en niet over ‘goed’ opvoederschap. Het gaat in de OTS niet om het realiseren van de ideale situatie, maar om een ‘goed genoeg’ opvoed- en opgroeisituatie. De overheid formuleert een ondergrens voor wat betreft veiligheid en ontwikkeling. Burgers behouden de regie over hun eigen leven. De regie wordt ingeperkt op het punt veiligheid en ontwikkeling en dan nog alleen voor dat deel van de veiligheid en ontwikkeling dat ouders/verzorgers onvoldoende zelf ondersteunen en alleen zolang als dat het geval is. Burgers moeten in de visie van

Veiligheid en ontwikkeling

primaire doelen

Page 7: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 7 © VanMontfoort | SVMNL

de SAVE-werkwijze eerst zelf in de gelegenheid worden gesteld om oplossingen te bedenken die voldoen aan de goed genoeg criteria. De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden van de OTS (zie hoofdstuk 3) op te heffen en opnieuw met elkaar de regie over de opvoed- en opgroeisituatie van jeugdigen te voeren. Alle mensen die het belangrijk vinden dat het goed gaat en goed blijft gaan met de jeugdige, vormen met elkaar een essentieel deel van de opvoed- en opgroeisituatie. Door deze mensen te vragen mee te denken om de gronden voor de OTS op te heffen worden de krachten in de samenleving benut ten behoeve van jeugdigen. De term ‘regie’ kan voor betrokkenen enigszins als ‘misleidend’ worden ervaren omdat de regie over de opvoeding bij een OTS ingeperkt is door de jeugdbescherming op het gebied veiligheid en ontwikkeling. ‘Bevoegdheid ‘en ‘verantwoordelijkheid ‘zijn dan bruikbare alternatieve termen, om aan te geven dat ook bij een OTS de bevoegdheid en verantwoordelijkheid van de ouder(s) behouden blijven om hun leven en de opvoeding van de jeugdige gestalte te geven. In de nieuwe kinderbeschermingswetgeving staat in artikel 1: BW 262, lid 1 dat de inspanningen van de stichting (bedoeld is: de huidige gecertificeerde instelling) in de OTS er op gericht zijn de ouders of de ouder zo veel als mogelijk de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van hun jeugdigen te laten dragen. 2.3 Veiligheid en ontwikkeling staan centraal

De basishandleiding “De SAVE-werkwijze stelt: De integratie van jeugdbescherming en jeugdreclassering vindt in de SAVE-werkwijze plaats door te werken met de begrippen veiligheid, ontwikkelingsbedreiging en ontwikkelingstaken. In de uitvoering van de OTS gebruikt de SAVE-werkwijze deze begrippen ook. Zo komen we tot een gemeenschappelijke taal binnen integrale jeugdbescherming, zonder het specifieke van de werksoorten te verliezen. De SAVE-definitie van veiligheid is: Effectieve bescherming tegen een bestaand risico3

van lichamelijke en geestelijke schade of verwijdering / opheffing van dat risico, waarbij niet alleen het objectieve risico zelf afneemt, maar ook de subjectief gevoelde dreiging. Veiligheid is een basisbehoefte en basisrecht voor ontwikkeling en om deel uit te kunnen maken van maatschappelijke en sociale verbanden.

De SAVE-definitie van ontwikkeling luidt: Het veelzijdige, integrale en continue proces van verandering, waardoor jeugdigen in staat zijn tot steeds complexere niveaus van bewegen, denken, voelen, en relaties met anderen. Ontwikkeling is een basisbehoefte en basisrecht om deel uit te kunnen maken van maatschappelijke en sociale verbanden. Beide definities worden in de basishandleiding de SAVE-werkwijze toegelicht. De basishandleiding de SAVE-werkwijze zegt ook: Veiligheid en ontwikkeling van de jeugdige zijn de te bereiken hoofddoelen in het werk van de medewerker SAVE. Veiligheid is daarbij een voorwaarde voor ontwikkeling.

3 Hierbij gaat het om risico’s van lichamelijke en geestelijke schade door ongelukken en ziektes, fysieke en psychische kindermishandeling en verwaarlozing, delictgedrag, huiselijk geweld, en seksueel misbruik.

Page 8: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 8 © VanMontfoort | SVMNL

Bij uitvoering van de OTS gelden deze uitgangspunten ook. Het specifieke van de OTS is, dat de medewerker SAVE start in een situatie waarin al duidelijk is geworden dat de ontwikkeling van de jeugdige ernstig wordt bedreigd en dat de opvoed- en opgroeisituatie tegelijkertijd niet veilig genoeg is voor de jeugdige. Daarom is de maatregel uitgesproken. De maatregel moet van kracht blijven tot de veiligheid en ontwikkeling zoveel zijn hersteld dat we kunnen zeggen: de opvoed- en opgroeisituatie is weer goed genoeg. Veiligheid staat of valt met concrete, aantoonbare informatie. De medewerker SAVE wil veiligheid aangetoond zien. Zonder veiligheid blijft er grond voor de OTS maatregel. Ook ontwikkeling staat of valt met concrete, aantoonbare informatie. De medewerker SAVE wil herstel en vooruitgang in de ontwikkeling aangetoond zien.

2.4 De OTS als pedagogische opgave

In de basishandleiding ‘De SAVE-werkwijze’ wordt uitgelegd dat het in de integrale jeugdbescherming altijd gaat om verbetering van de opvoed- en opgroeisituatie. Deze situatie bestaat uit twee elementen:

de ontwikkeling van de jeugdige – met veiligheid als absolute voorwaarde - en het opvoeden door de omgeving, vooral door de ouders/opvoeders

In het wettelijk kader voor de OTS zien we beide elementen terug: het uitspreken en opheffen van de OTS is verbonden aan een ernstige ontwikkelingsbedreiging van de jeugdige en het ontbreken van veiligheid, en de kinderrechter verwacht dat die bedreiging wordt weggenomen door beter of anders opvoeden door de ouders/opvoeders. Deze combinatie betekent: de OTS is een pedagogische opgave voor de mensen rond de jeugdige, inclusief de medewerker SAVE. Het uitvoeren van de OTS maatregel valt onder de overkoepelende doelen van jeugdbescherming en jeugdreclassering, die in de basishandleiding worden besproken:

Page 9: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 9 © VanMontfoort | SVMNL

Afbeelding 1. Doelen van integrale jeugdbescherming

Ook de OTS, als onderdeel van integrale jeugdbescherming, heeft deze twee overkoepelende pedagogische doelen: 1. De jeugdige en de mensen rond de jeugdige wordt gevraagd risicosituaties te voorkomen

en terug te dringen waarin terugval plaatsvindt: het is nodig om te werken aan de psychische en fysieke veiligheid om nieuwe ‘kruisjes’ te voorkomen.

2. Binnen veiligheid als basis, is het doel te zorgen voor herstel/stabiliteit en continuïteit van een gezonde ontwikkeling van de jeugdige: Mensen die de opvoed- en opgroeisituatie vormgeven zijn gemotiveerd, langdurig beschikbaar en competent om de ontwikkeling van de jeugdige vorm te geven en te begeleiden, en om tekorten en levensgebeurtenissen op te vangen.

Werken aan veiligheid staat in dienst van het werken aan ontwikkeling. Voorkomen van terugval en versterken van veiligheid is een voorwaardelijk doel bij uitvoering van de OTS. Herstel en continuïteit van een gezond ontwikkelingsklimaat voor de jeugdige is bij uitvoering van de OTS het uiteindelijke doel. Beide doelen – veiligheid en ontwikkeling - moeten zijn bereikt om te kunnen spreken van een goed genoeg opvoed- en opgroeisituatie. 2.5 Specifieke doelen van de OTS vanuit het Normenkader

De twee overkoepelende doelen van integrale jeugdbescherming die we in de vorige paragraaf bespraken, zijn duidelijk terug te vinden in de resultaten van de OTS die Samen Veilig in opdracht van de overheid moet bereiken. Het “Normenkader ten behoeve van certificering van uitvoerende organisaties voor Jeugdbescherming en Jeugdreclassering” 4

zegt dat een uitvoerende organisatie in het kader van de OTS zich moet richten op de volgende resultaten (p.7):

1. Ontwikkelingsbedreiging is zodanig afgewend, dat geen hulp in het gedwongen kader meer nodig is.

2. Fysieke en/of psychische onveiligheid is weggenomen.

3. Uithuisplaatsing is opgeheven of wordt zo mogelijk voorkomen.

4. Stabiliteit en continuïteit in de opvoed- en opgroeisituatie is georganiseerd5

.

Deze vier specifieke resultaten beschouwt Samen Veilig als de doelen van de OTS. In deze handleiding bouwen we op deze vier doelen voort.

De SAVE-werkwijze werkt bij uitvoering van de OTS aan het hoofddoel ontwikkeling via de specifieke doelen 1 en 4, en aan het hoofddoel veiligheid (voorkomen van terugval) via het tweede specifieke doel.

Hoofddoel 3 benadrukt dat bij zowel doel 1 (veiligheid) als doel 4 (stabiliteit) een uithuisplaatsing alleen geschikt is als een uiterste middel en als een tijdelijk middel. Op de langere termijn zijn uithuisplaatsingen over het algemeen niet goed voor de ontwikkeling van jeugdigen.

4 Ministerie van Veiligheid en Justitie, Juni 2014, Publicatienr: j-22998 5 Doel 4 is voor de jeugdreclassering exact gelijk geformuleerd.

Page 10: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 10 © VanMontfoort | SVMNL

Doel 4 staat vermeld als een apart, op zich zelf staand doel, en niet als een doel dat bereikt moet worden om daarmee doel 1 en 2 te bereiken. Doel 4 is onder alle omstandigheden een doel bij uitvoering van de OTS. We zien hier nog eens duidelijk dat de OTS een pedagogische opgave is, waarbij eigen kracht centraal staat. Ouders, gezin en netwerk worden daarom door de medewerker SAVE uitgenodigd en gestimuleerd om zelf met hun netwerk een plan te bedenken om de situatie te verbeteren en goed genoeg te houden.

Er is een punt wat door de medewerker SAVE goed moet worden begrepen bij de uitvoering van de OTS: ontwikkelingsbedreiging, onveiligheid of gebrek aan stabiliteit en continuïteit zijn niet altijd geldige redenen of gronden om een OTS uit te spreken, maar zijn wel altijd punten die goed genoeg moeten zijn om een bestaande OTS te kunnen opheffen. Namelijk:

Er kan sprake zijn van een ontwikkelingsbedreiging, bijvoorbeeld omdat een jeugdige ernstige gedragsproblemen heeft. Wanneer zijn ouders openstaan voor de hierbij benodigde hulp, is een gedwongen kader zelden nodig.

Er kan kort, of in beperkte mate (niet zakkend onder het niveau van ‘goed genoeg’) sprake zijn van onveiligheid. Een jeugdige wordt bijvoorbeeld enkele weken gepest op school voordat de ouders en leerkracht adequaat ingrijpen. In die periode van onveiligheid is een OTS niet nodig.

Stabiliteit en continuïteit kunnen tijdelijk ontbreken in het leven van jeugdigen. Er zijn te verwachten levensgebeurtenissen die de stabiliteit op het spel zetten, zoals de overgang van de basisschool naar het middelbaar onderwijs of gezinsuitbreiding. Deze horen bij het leven en zijn niet OTS-waardig. De continuïteit kan ook bedreigd zijn. Denk aan een jeugdige die beide ouders verliest bij een verkeersongeluk. Op dat moment zal de familie aan de slag gaan om de continuïteit te herstellen. Over een OTS kan pas worden nagedacht als de familie daar bijvoorbeeld ruzie over krijgt en de jeugdige tussen wal en schip dreigt te vallen..

Het opheffen of voorkomen van een uithuisplaatsing is een ander doel dan de vorige drie punten. Een uithuisplaatsing is geen voorbeeld van een bedreiging voor de ontwikkeling van een jeugdige door de ouders of anderen in de eigen omgeving van de jeugdige, zoals bij de andere drie punten het geval is. Een uithuisplaatsing kan nodig zijn als middel om tijdelijk veiligheid te realiseren of stabiliteit en continuïteit te bieden. Soms kan dat heel goed zijn voor een jeugdige, bijvoorbeeld een uithuisplaatsing bij oma. In andere gevallen kan (vooral een gedwongen) uithuisplaatsing worden opgevat als een mogelijke ontwikkelingsbedreiging. Het is niet zelden een dilemma voor de jeugdbeschermer om voor een uithuisplaatsing te kiezen. Er zijn vaak goede redenen en tevens nadelen om de jeugdige in de eigen omgeving te laten, en goede redenen en nadelen voor een uithuisplaatsing. En tegelijk ervaart de jeugdbeschermer het vraagstuk als ‘kiezen tussen twee kwaden’. Om deze keuze niet ondoordacht te maken en steeds zorgvuldig te evalueren staat dit punt expliciet vermeld in het rijtje resultaten dat Samen Veilig moet behalen. De kinderrechter spreekt een OTS uit om twee redenen:

Ten eerste ziet hij een ernstige ontwikkelingsbedreiging in combinatie met onveiligheid en/of gebrek aan stabiliteit en continuïteit.

Ten tweede is hij van mening dat de ouders / opvoeders op dit moment niet in staat, in de gelegenheid of gemotiveerd zijn die bedreiging op te heffen. Maar tegelijkertijd vindt hij dat daar wel zicht op is, dat er perspectief is op een oplossing van de ouders / opvoeders zelf. Daarom spreekt hij een tijdelijke maatregel uit. Hij zegt: ‘Ik plaats de jeugdige onder toezicht omdat de situatie niet goed genoeg is, maar ook omdat ik jullie als ouders/opvoeders en

Page 11: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 11 © VanMontfoort | SVMNL

familie (opvoedingsomgeving) nog niet wil opgeven. Ik zie mogelijkheden, maar alleen met controle op de jeugdige door de overheid (RvdK en Samen Veilig) heb ik daar vertrouwen in. Ik pak jullie kind niet af, maar ik bemoei er nadrukkelijk mee omdat ik jullie aan het werk wil zien’.

De kinderrechter geeft dus de medewerker SAVE de opdracht (toestemming) om te activeren en te compenseren (positioneren en engageren), omdat hij van mening is dat de ontwikkeling en veiligheid van de jeugdige met een combinatie van beide interventies het meest gebaat is. 2.6 SAVE-teams: tijdelijk en gebiedsgericht

De SAVE-teams zijn vaste teams voor elke buurt, betrokken en dichtbij, met kennis van de buurt. Lokale teams en SAVE-teams doen samen met gezin en netwerk wat nodig is. De SAVE-werkwijze werkt tijdelijk aanvullend op de lokale teams en neemt niet over, maar voegt in en vult aan. De medewerker SAVE blijft zo kort als mogelijk en zo lang als nodig is. Wanneer onderzoek door de RvdK tot een OTS leidt , stelt Samen Veilig de voorwaarden waaraan de opvoed- en opgroeisituatie moet voldoen. Zowel aan het lokale team als andere instellingen en ook burgers zelf wordt dan gevraagd mee te helpen aan een opvoed- en opgroeisituatie die weer ‘goed genoeg’ is. Dit betekent dat we voortdurend moeten zoeken naar de (onder)grens wat we aanvaardbaar vinden voor deze jeugdige in deze situatie. Het is een uitdaging om samen met de cliënt het concept ‘goed genoeg’ per casus concreet in gedragstermen te omschrijven. Dat maakt immers voor de jeugdige en zijn gezin en omgeving duidelijk wanneer de ondertoezichtstelling opgeheven kan worden. Anders gesteld: de te bereiken situatie is de goed genoeg-situatie. Goed genoeg opvoeden is ook het erkennen dat je als ouder zelf niet (altijd) in staat bent om de jeugdige te bieden wat hij nodig heeft en dat je daarvoor hulp en steun van anderen accepteert. De SAVE-werkwijze biedt een aantal hulpmiddelen om antwoorden te vinden op de vraag of de situatie van de jeugdige ‘ernstig’ of ‘goed genoeg’ is (zie ook paragraaf 5.3). Wanneer dat laatste het geval is kan de OTS worden beëindigd , al dan niet met vrijwillige hulp door het lokale team. Zo is de OTS benut waarvoor hij bedoeld is: als een tijdelijke maatregel. In de SAVE-werkwijze wordt de tijdelijkheid van de OTS als een methodische kans gezien. Omdat de periode van onzekerheid voor de jeugdige beperkt moet zijn, beschouwt de SAVE-werkwijze ook (juist) de OTS als een tijdelijke maatregel. De nieuwe wettekst spreekt in dit verband over een gezien de persoon en ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbare termijn waarop ouders weer zelf de verantwoordelijkheid voor opvoeding en verzorging kunnen dragen over wat een aanvaardbare termijn is (zie hoofdstuk 3). 2.7 Integrale werkwijze: één melding volstaat

Jeugdbescherming ‘breed’ betreft het gehele primaire proces ’van melding tot en met voogdij en jeugdreclassering‘. Ook betekent ‘integraal’, dat Samen Veilig samenwerkt met de burgers, en bouwt op de expertise en bevoegdheden van de andere organisaties in de jeugdbescherming. Dit geldt onverkort bij de uitvoering van de OTS. Eén gezin, één plan, één regisseur is het adagium. Bedoeling is tevens dat de werker die al contact

Page 12: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 12 © VanMontfoort | SVMNL

met het gezin heeft uit een vrijwillig en/of drangtraject - mits dat de instemming van het gezin heeft - ook de werker is die de ondertoezichtstelling gaat uitvoeren. 2.8 Een lerende praktijk

De uitvoering van de OTS is een professionele interventiepraktijk van Samen Veilig. De term ‘interventie’ geeft aan, dat Samen Veilig zich als professionele instantie namens de overheid bemoeit met de leefwereld van de jeugdige en zijn ouders. In de basishandleiding ‘De SAVE-werkwijze’ staat aangegeven dat de uitvoering van deze interventie op drie dimensies wordt gekenmerkt door een hoge mate van onzekerheid en door voortdurende verandering: De betrokken mensen hebben hun eigen verhaal, de feiten zijn vrijwel nooit volledig bekend en onomstreden, en de normen in de maatschappij verschuiven, evenals de wettelijke normen. Dit maakt, ook bij de uitvoering van de OTS, een ‘lerende praktijk’ noodzakelijk. Omdat er geen vaste instructie is voor de uitvoering van de OTS in alle mogelijk denkbare gevallen, moet de medewerker SAVE ‘inductief’ werken: vanuit de specifieke gegevens van de opvoed- en opgroeisituatie naar de kennis vanuit de gedragswetenschappen en naar de wettelijke normen. Dat kan alleen bij een individuele, professionele ontwikkeling door systematische reflectie op de praktijk. Daarom staat ook bij de uitvoering van de OTS reflectie op het eigen handelen in actuele praktijksituaties centraal. Dit gebeurt in het team, bij intercollegiaal overleg, bij intervisie en werkbegeleiding en in Methodische Leerbijeenkomsten. Deze bijeenkomsten kunnen ook worden ingezet voor een analyse van kritische beroeps situaties met de samenwerkingspartners.

Page 13: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 13 © VanMontfoort | SVMNL

3 De wettelijke basis voor de ondertoezichtstelling

3.1 Inleiding

Op 1 januari 2015 zijn de Jeugdwet en de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen in werking getreden. Zowel de organisatie van de jeugdzorg als de uitvoering van de OTS worden hiermee ingrijpend gewijzigd. Uitgangspunten van deze wetten zijn onder andere:

• De aanpak is gericht op preventie en vroege signalering van opvoedproblemen; • Zoveel mogelijk wordt het eigen probleemoplossend vermogen (eigen kracht) ingeschakeld,

hersteld en versterkt; • Er wordt integrale hulp geboden volgens het uitgangspunt “één gezin, één regisseur”; • Zoveel mogelijk moet uitgegaan worden van de eigen inbreng van de jeugdige, ouders en de

sociale omgeving door familiegroepsplannen tot stand te brengen, en hulp zoveel mogelijk te verlenen op basis van familiegroepsplannen.

• De duur van de OTS is afgestemd op de bedreigingen van de jeugdige. • Verlengingen van de OTS zonder perspectief op terugplaatsing zijn niet meer mogelijk.

De rechter spreekt een OTS uit op verzoek van de RvdK of van het Openbaar Ministerie (OM). Als de RvdK geen verzoek tot OTS indient kunnen ook (juridisch) ouders of pleegouders een verzoek tot OTS indienen. In de praktijk worden vrijwel alle verzoeken ingediend door de RvdK. Een andere mogelijkheid is dat de gemeente via de RvdK een verzoek tot OTS indient: Het college van B&W kan een verzoek tot onderzoek bij de RvdK doen; als de RvdK geen verzoek tot OTS indient, kan de burgemeester de RvdK verzoeken om het oordeel van de kinderrechter te vragen of het noodzakelijk is een jeugdige onder toezicht te stellen. De RvdK moet in dat geval binnen twee weken om een dergelijk oordeel vragen, en in dat geval kan de kinderrechter de OTS uitspreken. 3.2 Wettelijke grond van de OTS

Wettelijke grond De grond van de OTS is in de wet sinds 1 januari 2015 (art. 1:255 lid 1 BW) kindgericht geformuleerd. Als een minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd én:

a. De zorg die in verband met het wegnemen van de bedreiging noodzakelijk is voor de minderjarige of voor zijn ouder(s) met gezag niet of onvoldoende wordt geaccepteerd én

b. De verwachting gerechtvaardigd is dat de ouder(s) met gezag de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding binnen een gelet op de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn in staat zijn te dragen.

Dit leidt tot de volgende combinatie van wettelijke gronden voor de kinderrechter om al dan niet tot een OTS te besluiten:

Page 14: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 14 © VanMontfoort | SVMNL

Jeugdige bedreigd verantwoordelijkheid in geding Jeugdige niet bedreigd

verantwoordelijkheid

niet in geding

Positieve verwachting

inzake opvoedings-

verantwoordelijkheid

binnen een aanvaardbare

termijn

Negatieve verwachting

inzake opvoedings-

verantwoordelijkheid

binnen een aanvaardbare

termijn

Zorg niet / onvoldoende

geaccepteerd

OTS Voogdij geen OTS

Zorg voldoende

geaccepteerd

geen OTS geen OTS

Tabel 1 Bedreiging, verwachting, en acceptatie van zorg 6

Aanvaardbare termijn Wat voor een jeugdige een “aanvaardbare termijn” is, is afhankelijk van zijn leeftijd en ontwikkeling. De toepassing van het begrip vraagt maatwerk. Wat onder “aanvaardbare termijn” verstaan wordt vraagt om invulling door de rechtspraak. Het begrip staat in de wet om te voorkomen dat een OTS steeds wordt verlengd terwijl het duidelijk is dat ouders duurzaam niet de verantwoordelijkheid voor de zorg van de jeugdige kunnen dragen. Het dragen van verantwoordelijkheid kan ook betekenen dat de ouders accepteren dat de jeugdige elders wordt opgevoed of met voortdurende hulp en steun de verantwoordelijkheid kunnen dragen voor de verzorging en opvoeding. De formulering van de wettelijke grond van de gezagsbeëindigende maatregel (art. 1:266 lid 1 BW) sluit hier op aan: Indien de verwachting niet gerechtvaardigd is dat de ouder(s) met gezag binnen een gelet op de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn in staat zijn de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding te dragen kan het gezag van de ouder(s) worden beëindigd. Deze formulering in de wet kan inhouden dat ook direct een gezagsbeëindigende maatregel nodig kan zijn, namelijk als duidelijk is dat ouders niet duurzaam in staat zullen zijn om de opvoedingsverantwoordelijkheid op zich te nemen. Bedreigingen in de beschikking De kinderrechter moet sinds 1 januari 2015 in de beschikking de concrete bedreigingen in de ontwikkeling van de minderjarige opnemen. Ook moet in de beschikking van de kinderrechter de duur staan, afgestemd op de bedreigingen. Het verzoekschrift tot (verlenging van de) OTS moet de concrete bedreigingen in de ontwikkeling en de daarop afgestemde duur waarvoor de OTS zal gelden vermelden. 6 NB Ook de RvdK gebruikt deze tabel

Page 15: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 15 © VanMontfoort | SVMNL

3.3 Doel van de OTS

Het wettelijke doel van de OTS is volgens art. 1:262 BW: Toezicht houden op de minderjarige en zorgen dat aan de minderjarige en aan de ouder(s) met gezag hulp en steun wordt geboden zodat de bedreiging in de ontwikkeling van de minderjarige binnen de duur van de OTS wordt weggenomen. Daarbij moeten de inspanningen van de GI (Samen Veilig) erop zijn gericht om de ouder(s) zoveel mogelijk de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding te laten dragen. Ook moet de gezinsband tussen de ouder(s) met gezag en de minderjarige zoveel mogelijk bevorderd worden. De GI (Samen Veilig) richt haar inspanningen op het vergroten van de zelfstandigheid van de minderjarige, indien dat mogelijk is gezien de ontwikkeling en bekwaamheid van de minderjarige. 3.4 Betrekken van belanghebbenden

Mening van de minderjarige Ook is sinds 1 januari 2015 expliciet in de wet opgenomen dat elk verzoekschrift in het kader van de OTS moet vermelden of en zo ja, op welke wijze, de inhoud en strekking van het verzoekschrift met de minderjarige (op een wijze die past bij zijn of haar leeftijd, dus ook jonger dan 12 jaar) is besproken en welke reactie de minderjarige hierop heeft gegeven. De rechter moet de reactie van de minderjarige in de beschikking opnemen en daarin aangeven of en zo ja in hoeverre er rekening is gehouden met de mening van de minderjarige. Familiegroepsplan Achtergrond van het opnemen van het familiegroepsplan in de wet is dat ouders, familieleden en andere betrokkenen de mogelijkheid hebben om –ook in de preventieve fase- voor gedwongen en vrijwillige hulp mee te denken en te helpen aan een oplossing. De termijn voor vaststelling van een plan binnen de OTS is uiterlijk binnen zes weken nadat is komen vast te staan dat afgezien wordt van het opstellen van een familiegroepsplan7

.

3.5 Instrumenten in het kader van de ondertoezichtstelling

Er zijn diverse instrumenten die de medewerker SAVE kan gebruiken om aan het (wettelijke) doel van de OTS te werken en om aan het wegnemen van de bedreigingen te werken die de kinderrechter in de beschikking heeft opgenomen. Met deze instrumenten kan de GI (Samen Veilig) het gezag van de ouders beperken:

1. De GI kan aan ouders met gezag en aan een minderjarige van 12 jaar en ouder een schriftelijke aanwijzing geven betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige. De GI kan de kinderrechter verzoeken om een schriftelijke aanwijzing te bekrachtigen, en zelfs verzoeken om een dwangmiddel op te leggen zoals een dwangsom of lijfsdwang.

7 De landelijke werkgroep juristen maakt momenteel een model waarmee het moment gemarkeerd wordt waarop is komen vast te staan dat afgezien wordt van het opstellen van een familiegroepsplan

Page 16: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 16 © VanMontfoort | SVMNL

2. De GI kan de kinderrechter verzoeken om een machtiging uithuisplaatsing te verlenen. Uithuisplaatsing tijdens een OTS kan volgens de wet alleen maar met een machtiging uithuisplaatsing. De grond in de wet voor uithuisplaatsing is dat dit noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding. Voor een machtiging gesloten jeugdhulp zijn andere gronden geformuleerd. Een machtiging uithuisplaatsing wordt uitgesproken voor maximaal een jaar, en kan niet de termijn overschrijden van de duur van de OTS. Wanneer een machtiging niet gebruikt wordt vervalt deze na 3 maanden.

3. De GI kan de kinderrechter verzoeken om, tijdens de machtiging uithuisplaatsing, het gezag gedeeltelijk toe te kennen aan de GI. Dat kan op het gebied van het geven van toestemming van medische behandelingen, het aanmelden bij een onderwijsinstelling of voor de aanvraag van een verblijfsvergunning, of een combinatie. Wanneer de rechter dit verzoek toekent, kan de GI alle beslissingen op deze gebieden nemen.

4. Een ander instrument waarmee het gezag van ouders kan worden beperkt is de mogelijkheid om wijziging of vaststelling van een omgangsregeling (dit geldt voor een ouder zonder gezag) te verzoeken aan de rechtbank, en om wijziging of vaststelling van de verdeling van zorg- en opvoedtaken te verzoeken. Van vaststelling is sprake als er nog geen beschikking door de rechter was genomen aangaande omgang of verdeling van zorg- en opvoedtaken; van wijziging is sprake als er al een beschikking van een rechter lag op dit gebied, maar die er naar mening van de GI anders uit zou moeten zien.

5. De rechter kan de toestemming van ouders met gezag op verzoek van de GI vervangen, als deze een verzoek indient voor vervangende toestemming voor een medische behandeling of voor vervangende toestemming voor de aanvraag van een paspoort. Voor deze mogelijkheid tot beperking van het gezag van ouders hoeft de jeugdige niet uit huis geplaatst te zijn.

3.6 De toetsende taak van de RvdK

De GI (Samen Veilig) dient voor afloop van de OTS en/of van de machtiging uithuisplaatsing een verlengingsverzoek in bij de rechtbank. Daarvoor zijn termijnen, die in het landelijk procesreglement van de rechtbanken staan. Indien de GI vindt dat de OTS of de machtiging uithuisplaatsing niet verlengd zouden moeten worden, dan meldt de GI dit uiterlijk 2 weken vóórdat de termijn voor indiening van een evt. verlengingsverzoek zou verstrijken (in de praktijk is dit 8 weken + 2 weken) bij de RvdK, zodat deze de toetsende taak kan uitvoeren. Mocht de RvdK van mening zijn dat er toch een verlengingsverzoek ingediend moet worden van de OTS of van de machtiging uithuisplaatsing, kan de RvdK alsnog de rechter vragen om deze te verlengen. Ook indien een OTS met uithuisplaatsing 2 jaar of langer heeft geduurd, en de GI wil een verlengingsverzoek hiervan indienen bij de rechtbank, moet de RvdK een advies geven over deze verlenging. De RvdK moet bij het advies ingaan op de vraag of de OTS niet onnodig wordt verlengd en of gezagsbeëindiging niet meer aangewezen is. Op deze manier kan de kinderrechter beter beoordelen of de verlenging van de OTS nog steeds aangewezen is of dat wellicht de maatregel kan

Page 17: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 17 © VanMontfoort | SVMNL

vervallen, omdat de ouders de noodzakelijke zorg aanvaarden of dat een gezagsbeëindigende maatregel meer voor de hand ligt. Overigens is het ook mogelijk dat de kinderrechter de OTS tussentijds opheft. Dit kan de kinderrechter doen indien de grond van de OTS niet meer aanwezig is. De GI kan een verzoek daartoe indienen, maar ook de RvdK, de ouder met gezag of een jeugdige van 12 jaar of ouder wanneer de GI dit verzoek niet indient. In geval van tussentijdse opheffing wordt de beëindiging van de OTS derhalve aan de rechter voorgelegd, en heeft de RvdK geen toetsende taak.

3.7 Geschillenregeling

Wanneer er sprake is van een geschil over de uitvoering van de OTS kan een ouder met gezag, de minderjarige 12+, de GI (Samen Veilig), een pleegouder of een zorgaanbieder/aanbieder van jeugdhulp dit aan de kinderrechter voorleggen. Uitgezonderd daarvan zijn gedragingen (bijvoorbeeld bejegening). Als het gaat om gedragingen kan daarover een klacht worden ingediend bij een klachtencommissie. Anderen dan de GI, die een geschil aan de rechter willen voorleggen, hebben daarvoor een advocaat nodig. De kinderrechter heeft als taak om eerst te bemiddelen naar aanleiding van voorgelegde geschillen. Indien dat geen uitkomst brengt, beslist de kinderrechter “als hem in het belang van de minderjarige wenselijk voorkomt”. Hoger beroep tegen de beslissing van de kinderrechter is niet mogelijk. Naast deze geschillenregeling en de klachtenprocedure (bij de klachtencommissie) hebben ouders met gezag ook de mogelijkheid om een procedure bij de kinderrechter te starten wanneer zij het niet eens zijn met een schriftelijke aanwijzing (zie verder deel II van deze module).. 3.8 Voorlopige ondertoezichtstelling (VOTS)

Als er sprake is van een crisissituatie, kan gebruik worden gemaakt van een voorlopige ondertoezichtstelling (VOTS). Een minderjarige kan voorlopig onder toezicht worden gesteld als er een ernstig vermoeden bestaat dat de grond is vervuld voor het uitspreken van een OTS en de maatregel noodzakelijk is om een acute en ernstige bedreiging voor de minderjarige weg te nemen. Er hoeft niet, zoals bij de reguliere OTS, aangetoond te worden dat aan de grond voor OTS is voldaan; voldoende is dat het ernstig vermoeden bestaat. Omdat het bij een VOTS meestal om een acute noodsituatie gaat, is aan een verzoek tot VOTS meestal een verzoek voor een machtiging uithuisplaatsing gekoppeld. De VOTS kan worden uitgesproken zonder dat de ouders, de jeugdige en andere belanghebbenden vooraf gehoord zijn door de kinderrechter. Dit is alleen mogelijk als de jeugdige onmiddellijk en ernstig gevaar zal lopen als het verhoor zou worden afgewacht. De kinderrechter moet de belanghebbenden dan alsnog binnen twee weken horen. Een VOTS wordt uitgesproken voor maximaal 3 maanden. In deze termijn doet de RvdK onderzoek of een reguliere OTS, volgend op de OTS, noodzakelijk is en verzoekt evt. de rechtbank om een OTS uit te spreken. Belanghebbenden kunnen niet in hoger beroep tegen de VOTS, maar wel tegen de machtiging uithuisplaatsing die daarbij hoort.

Page 18: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 18 © VanMontfoort | SVMNL

3.9 Gezagsbeëindigende maatregel

Zoals hierboven al beschreven kan de rechter het gezag van een ouder beëindigen indien de minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling wordt bedreigd, en de ouder niet de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding in staat is te dragen binnen een voor de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbare termijn. Daarnaast kan het gezag ook beëindigd worden indien de ouder het gezag misbruikt. In de toelichting bij de wet staan als voorbeelden van misbruik van het gezag: het onthouden van onderwijs aan een jeugdige, of het plegen van een misdrijf en met name misdrijven gericht tegen de jeugdige zoals (zware) mishandeling van de jeugdige of seksueel misbruik. Verzoekers van de gezagsbeëindigende maatregel zijn de RvdK of het OM, en (als de RvdK geen verzoek indient) pleegouders die een jaar of langer voor de jeugdige hebben gezorgd. Indien de GI een verzoek tot onderzoek indient bij de RvdK, en de RvdK gaat niet over tot het indienen van een verzoek tot gezagsbeëindigende maatregel bij de rechtbank, moet de RvdK dit laten weten aan de GI. De GI kan dan de RvdK verzoeken het oordeel van de rechtbank vragen of een gezagsbeëindigende maatregel noodzakelijk is. De RvdK moet daarna binnen 14 dagen het oordeel van de rechtbank daarover vragen. (Deze omweg lijkt op de procedure waarin de burgemeester wenselijk vindt dat er een OTS over een jeugdige komt en de RvdK kan verzoeken het oordeel van de rechtbank hierover te vragen).

Page 19: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 19 © VanMontfoort | SVMNL

4 De organisatie van de OTS

De SAVE-werkwijze werkt met gebiedsgebonden teams die aanvullend zijn op de lokale teams/wijkteams. Een deel van de meldingen over mogelijke ontwikkelingsbedreiging die voorheen bij het Bureau Jeugdzorg kwamen, wordt nu behandeld door lokale teams. Met enig overleg en zorgvuldige begeleiding is het vaak mogelijk de zorgen open met het gezin te bespreken. De medewerker SAVE sluit aan bij het lokale team als er sprake is van een bedreiging van de veiligheid en ontwikkeling van de jeugdige. De SAVE-werkwijze kan aansluiten met een consult (zonder contact met het gezin), een participerend consult (met eenmalig contact met het gezin), en met een ‘drang-traject’ dat zo kort als mogelijk is, maar zo lang als noodzakelijk. De SAVE-werkwijze werkt dan samen met het gezin en het lokale team. In zo’n drangtraject kunnen ook voorwaarden worden gesteld om de veiligheid en ontwikkeling te borgen. Een OTS komt er pas, wanneer de jeugdige ernstig wordt bedreigd in zijn ontwikkeling en noch de ouders, noch het lokale team deze dreiging kan afwenden. De medewerker SAVE of medewerker Veilig Thuis kan dit traject in gang zetten door een raadsmelding te doen. De medewerker SAVE blijft dan doorgaan in het drangtraject (als de ouders hiervoor toestemming geven), waarbij de OTS alsnog kan worden afgewend. Als er (toch) een OTS is, blijft het lokale team zo mogelijk betrokken bij de jeugdige en is er tijdelijk een bijzondere situatie. Wanneer de OTS wordt beëindigd omdat de veiligheid goed genoeg is geborgd, is sprake van ‘einde zorg’ of weer van ‘gewone’, lokale zorg. Dan is de OTS benut waarvoor hij bedoeld is: als een tijdelijke maatregel. Ook daarna kan de medewerker SAVE betrokken blijven bij het lokale team en het gezin, bijvoorbeeld ter ondersteuning van het borgen van de veiligheid en ontwikkeling in een drang-traject. Doorgaans neemt het lokale team de begeleiding weer geheel over.

Page 20: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 20 © VanMontfoort | SVMNL

5 Het analysemodel

5.1 De viervensters

De viervensters vormen ook bij de uitvoering van de OTS de basis van het analysemodel. De bij dit model gehanteerde terminologie is - Venster 1 (wie zijn de mensen?) legt de nadruk op de betrokkenen, het eigen netwerk en op de

eigen kracht van cliënt, gezin en netwerk

Page 21: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 21 © VanMontfoort | SVMNL

- In Venster 2 (wat zijn de feiten?) komt eerst de tijdlijn aan de orde, die inzicht geeft in het instellingsnetwerk ronde de cliënt. Daarna komen de zorgen (zorgpunten en belemmerende factoren) aan bod alsmede de krachten (beschermpunten en helpende factoren).Het onderzoeksrapport en de OTS-beschikking van de rechter maken duidelijk wat de zorgen (ontwikkelingsbedreigingen) voor de OTS zijn.

- In Venster 3 (hoe wegen we de situatie?) komt de weging en beoordeling ter sprake. Het gaat in dit venster om het samenvoegen van de voorwaarden van Samen Veilig met de doelen van de leden van het gezin om zo tot een goed genoeg situatie te komen, goed genoeg om de OTS op te kunnen heffen.

- In Venster 4 (wat zijn de volgende stappen?) komt het handelen aan bod: wat zijn de concrete stappen die gezet gaan worden? Per doel worden hierin de afspraken beschreven die volgens gezin en netwerk nodig zijn om het doel te halen, en het toezicht daarop.

Het schema van de viervensters is circulair. Zodra bij de uitvoering van de OTS de volgende stappen genomen worden, verandert de situatie en kan de medewerker SAVE voor een volgende vraag komen te staan. Dan wordt opnieuw de analyse gemaakt, waarbij eerst wordt teruggegaan naar de mensen rond de jeugdige en de vraag hoe zij de (nieuwe) situatie zien en hoe zij (weer) mee kunnen denken over de vraag wat er moet gebeuren.

5.2 Venster 1: De mensen

In dit venster komen aan bod: de minderjarige, de ouders/opvoeders, het gezin, de familie en het verdere netwerk daar omheen. Voor het betrekken van deze mensen is de richtvraag:

Wie vinden het belangrijk dat het goed gaat en blijft gaan met de jeugdige(n)?

Denk hierbij niet alleen aan de mensen die mogelijk kunnen helpen bij de uitvoering van het plan maar allereerst aan de mensen die mee willen denken over de toekomst van de jeugdige (regie en besluitvorming). Na besluitvorming volgt de vraag wie iets zou kunnen en willen betekenen bij de uitvoering van het plan (het helpen opheffen van de gronden voor de OTS) en wie daarvoor, in een volgende bijeenkomst, nog benaderd kan worden.

De SAVE-werkwijze noemt dit principe: regie gaat voor steun.

Ook komt in dit venster kort en feitelijk de opvoedsituatie aan bod (woonsituatie, gezagssituatie, omgangsregeling, culturele achtergrond).

Negatieve invloed van een netwerk Een sociaal netwerk - of een deel daarvan - kan ook een negatieve invloed hebben. Voor de medewerker SAVE is hierbij de centrale vraag wat de impact is

Regie gaat voor steun: Netwerkleden worden niet uitgenodigd met als

doel een “plan van professionals” te helpen uitvoeren. De medewerker

SAVE begint niet met het organiseren van steun, maar met het

organiseren van regie: hij nodigt de mensen rond de jeugdige uit, of -

liever nog - laat ouders en jeugdigen hen uitnodigen - om gezamenlijk

regie te voeren en tot besluitvorming aangaande het plan te komen, om

daarmee de gronden voor de OTS weg te kunnen nemen. Het is daarbij

niet verplicht dat deze betrokkenen ook zelf een rol in de uitvoering

kunnen en willen spelen. Pas in tweede instantie wordt bekeken wie

vanuit het netwerk een rol bij de uitvoering kan en wil spelen. Door hen

eerst te betrekken ten behoeve van regie en besluitvorming is de stap

naar betrokkenheid bij uitvoering meestal logisch en ongedwongen.

Page 22: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 22 © VanMontfoort | SVMNL

van een dergelijk sociaal netwerk op de jeugdige en of die impact een bedreiging van de veiligheid en/of ontwikkeling impliceert. Hij zal steeds nagaan of bepaalde netwerkleden toch ondersteunend kunnen zijn en bepaalde taken toch kunnen vervullenen zal zo nodig verder bevragen op een (vroeger) netwerk met een gezonde invloed. Verdere inventarisatie van het sociaal netwerk Sommige omstandigheden - grote veranderingen voor het gezin en een (plotselinge) toename van problemen- kunnen onmiddellijk of tussentijds aanleiding zijn tot verdere verkenning van het netwerk. Voorbeelden zijn:

Het gezin heeft een grote verandering doorgemaakt wat gevolgen heeft voor het bestaande

sociaal netwerk. Denk aan bijvoorbeeld werkeloosheid, verhuizing, overlijden gezinslid of een echtscheiding.

Een van de opvoeders kampt met psychiatrische problematiek en/of een licht verstandelijke beperking waardoor het sociaal netwerk directe ondersteuning en compensatie zou moeten bieden in de dagelijkse zorg voor de jeugdige.

Er zijn signalen dat er mogelijk sprake is van een negatief sociaal netwerk, bijvoorbeeld een drugsverslaafde scène, negatieve peer grouping van een jongere, loverboy-problematiek, enz.

Een dreigende uithuisplaatsing en/ of mogelijke thuisplaatsing. 5.3 Venster 2: De feiten

De feiten betreffen de veiligheid en de ontwikkeling van de jeugdige. De medewerker SAVE laat zich bij het opbouwen van een beeld over wat er aan de hand is leiden door de feiten en niet door (voor)oordelen, vermoedens, interpretaties, e.d. Om zich een feitelijk beeld te vormen van wat er aan de hand is, verzamelt de medewerker SAVE informatie uit verschillende invalshoeken.

Hij start met het opstellen van een tijdlijn. Dit betreft de relevante hulpverleningsgeschiedenis en – als er sprake is (geweest) van een maatregel - de maatregelgeschiedenis. De tijdlijn maakt onder andere duidelijk welk instellingsnetwerk rond het gezin aanwezig was en is.

Omdat er sprake is van een OTS kijkt hij daarna naar de grond van de maatregel. Bronnen hiervoor zijn het rapport van de RvdK en de OTS-beschikking waarin de kinderechter de ‘ernstige bedreiging van de ontwikkeling’ heeft geconcretiseerd en heeft aangegeven waaruit die bedreiging bestond bij het uitspreken van de maatregel.

De SAVE-werkwijze medewerker maakt onderscheid tussen krachten en zorgen. Binnen de krachten is er een onderverdeling in beschermpunten en helpende omstandigheden. Binnen de zorgen kijkt de medewerker SAVE naar zorgpunten en belemmerende omstandigheden:

Krachten Zorgen

Van invloed gebleken op veiligheid en ontwikkeling in het

recente en verdere verleden:

Beschermpunten Zorgpunten

Mogelijk / vermoedelijk van invloed op de (samenwerking voor)

verbetering van veiligheid en ontwikkeling:

Helpende

omstandigheden

Belemmerende

omstandigheden

Page 23: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 23 © VanMontfoort | SVMNL

De beschermpunten en zorgpunten hebben altijd betrekking op de jeugdige. Hier gaat het meestal om concreet gedrag van ouders/opvoeders, en soms om gedrag van andere betrokkenen of de jeugdige zelf, dat in het recente of verdere verleden een positief (beschermpunten) of nadelig (zorgpunten) effect heeft (gehad) op veiligheid en/of ontwikkeling van de jeugdige. Het gaat bij de uitvoering van de OTS meestal om concreet gedrag van de ouders, omdat door de kinderrechter het gedrag van de ouders/opvoeders wordt aangesproken.

De helpende en belemmerende omstandigheden vinden we ook in het recente en verdere verleden, en in het hier en nu. Deze omstandigheden hebben mogelijk / vermoedelijk in de toekomst invloed op het (samen)werken aan de verbetering van de veiligheid en ontwikkeling. Het kunnen zowel omstandigheden rond de jeugdige, als rond de ouders/opvoeders en omgeving, en het hoeft hier ook niet alleen om concreet gedrag te gaan.

Bij de zorgen maakt de medewerker SAVE dus onderscheid tussen o zorgpunten die in het (recente en verdere) verleden bij de jeugdige(n) zijn gesignaleerd,

inclusief de gronden van de OTS: wat is er aan de hand? wat is bedreigend?

o omstandigheden die het (samen)werken aan verbetering van de veiligheid en ontwikkeling van de jeugdigen vermoedelijk belemmeren

wat maakt het moeilijk? wat maakt verbetering lastig?

In geval van een OTS brengt de medewerker SAVE vervolgens voor zichzelf ordening aan in de zorgpunten (inclusief de zorgen vanuit de gronden). Dit doet hij aan de hand van ontwikkelingstaken van jeugdigen. Deze exercitie doet hij voor zichzelf en buiten de rapportage om. Hij kan zijn ordening zo nodig inzichtelijk maken voor de gedragswetenschapper.

Bij de krachten maakt de medewerker SAVE onderscheid tussen: o beschermpunten in het gedrag van meestal de ouders/opvoeders, en soms van de

jeugdige of anderen, die de veiligheid en/of ontwikkeling rond een of meer zorgpunten duidelijk hebben bevorderd

wat zorgt voor bescherming? o omstandigheden (hulpbronnen) die vermoedelijk kunnen helpen bij het (samen)werken

aan het verbeteren van de veiligheid en ontwikkeling van de jeugdigen

Ontwikkelingstaken. De medewerker SAVE gebruikt de ontwikkelingstaken van de jeugdige om tot een

clustering te komen van de zorgpunten. Ontwikkelingstaken zijn specifiek voor een bepaalde periode in

het leven. Het is voor de huidige en toekomstige ontwikkeling belangrijk dat jeugdigen zich vaardigheden

eigen maken voor die taken, en die taken goed (kunnen, mogen) vervullen. De medewerker SAVE maakt

hiertoe gebruik van schema’s met ontwikkelingstaken en vaardigheden voor jeugdigen en adolescenten

(zie hiervoor de bijlagen bij de basishandleiding SAVE).

Voor leden van het gezin is het werken met het begrip ontwikkeling (en zeker ontwikkelingstaken!) niet

altijd begrijpelijk. De medewerker SAVE bespreekt daarom de ontwikkeling en ontwikkelingstaken van de

jeugdige in eenvoudiger termen met het gezin. Dat geldt ook voor de gebruikte termen in de

rapportage(s). Zo heeft de SAVE-werkwijze er bijvoorbeeld voor gekozen om in plaats van de term

‘bedreiging van de ontwikkeling’ over ’zorgpunten’ te spreken

Page 24: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 24 © VanMontfoort | SVMNL

wat is helpend? wat maakt verbetering mogelijk? De medewerker SAVE zet een risicotaxatie-instrument in om de huidige veiligheid in kaart te

brengen en de risico’s op toekomstige onveiligheid te inventariseren. Op indicatie kan de medewerker SAVE in overleg met de gedragswetenschapper of vertrouwensarts op inhoudelijke gronden besluiten een extra instrument in te zetten, zoals die bestaan voor seksueel misbruik, eergerelateerd geweld, kindermishandeling en complexe echtscheiding. Het soort instrument, de datum van invullen en de uitkomst noteert hij bij het rijtje met belemmerende omstandigheden. In de SAVE-werkwijze wordt hiervoor standaard de SAVE-Veiligheidschecklist gebruikt.

Bij het bespreken van alle zorgen en krachten met leden van het gezin en netwerk vat de medewerker SAVE (alleen) de zorgpunten samen tot de belangrijkste (ca. 3-5) punten. Hij noteert deze samenvatting in termen van ongewenst / zorgelijk gedrag van (meestal) de ouders/opvoeders en (soms) de jeugdige en anderen, in relatie tot het nadelige effect dat dit gedrag (vermoedelijk of zeker) op de veiligheid of ontwikkeling van de jeugdige heeft gehad. Deze samenvatting wordt gebruikt bij de onderbouwing van de weging in Venster 3.

In schema: Krachten Zorgen

Van invloed gebleken op veiligheid en ontwikkeling in het recente en verdere

verleden:

• Wat weten we?

Beschermpunten

• Wat zorgt voor bescherming?

• Wat geeft veiligheid?

• Meestal gedrag van

ouders/opvoeders, soms gedrag

van de jeugdige of anderen, en het

positieve effect daarvan op

jeugdige

Zorgpunten

• Wat is er aan de hand?

• Wat is bedreigend?

• Meestal gedrag van

ouders/opvoeders, soms gedrag

van de jeugdige of anderen, en het

nadelige effect daarvan op de

jeugdige

• Effect op de jeugdige vervatten in

ontwikkelingstaken

o Inclusief gronden OTS

• Samengevat in 3-5 punten

Mogelijk / vermoedelijk van invloed op de

(samenwerking voor) verbetering van veiligheid

en ontwikkeling:

• Waarmee moeten we

rekening gaan houden ?

Helpende omstandigheden • Wat is helpend?

• Wat maakt verbetering mogelijk?

• Alles wat (samen)werken aan het

verbeteren van de veiligheid en

ontwikkeling van de jeugdige(n)

vermoedelijk zal helpen

Belemmerende omstandigheden • Wat maakt het moeilijk?

• Wat maakt verbetering lastig?

• Alles wat het (samen)werken aan

verbeteren van de veiligheid en

ontwikkeling van de jeugdige(n)

vermoedelijk zal belemmeren

• Resultaat risicotaxatie

Waarheidsvinding en feitenonderzoek Bij uitvoering van de OTS doet de medewerker SAVE geen strafrechtelijk onderzoek. Het verzamelen en selecteren van feiten, gebeurtenissen en omstandigheden hoort wel tot zijn taak. Hij stelt zichzelf,

Page 25: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 25 © VanMontfoort | SVMNL

de ouders en betrokkenen steeds de vraag: “wat betekent dit voor de veiligheid en ontwikkeling van de jeugdige?” De medewerker SAVE kan bij uitvoering van de OTS de hulp van politie en justitie inroepen om na te gaan of er strafbare feiten zijn gepleegd. Ook kan hij medische, psychologische of pedagogische expertise inschakelen. Toch kunnen bij uitvoering van de OTS veel beweringen en vermoedens niet worden geobjectiveerd. Daarom is cruciaal dat de medewerker SAVE onderscheid maakt tussen enerzijds feiten en anderzijds opvattingen en beweringen. Dit onderscheid helpt om een duidelijke positie in te nemen.

5.4 Venster 3. De weging

In venster 2 is de medewerker SAVE vooral bezig is met het verzamelen en ordenen van veelsoortige informatie over de jeugdige, de ouders en de omgeving. In venster 3 trekt hij een conclusie op basis van een weging. Deze weging heeft twee aspecten:

een vergelijking (confrontatie) van de beoordeling van de opvoed- en opgroeisituatie door alle betrokkenen (en het daaruit voortvloeiend gesprek met elkaar over wat goed genoeg is voor deze jeugdige en wat er daartoe moet gebeuren);

de weging leidt tot een beslissing van de bevoegde instantie als de opvoed- en opgroeisituatie niet goed genoeg is.

Voordat hij tot de weging overgaat moet de medewerker SAVE zich afvragen voor welke afweging(en) of beslissing(en) hij in de betreffende casus staat. Dit kan een kernbeslissing zijn (zie kader).

De medewerker SAVE maakt vervolgens (in gedachten) een weging van alle in Venster 2 benoemde zorgen en krachten. Hij drukt het resultaat van zijn weging daarna uit in een cijfer, door gebruik te maken van een schaalvraag. Deze vraag kan van toepassing zijn op: • de veiligheid van de jeugdige in

de opvoed- en opgroeisituatie; • de ontwikkeling en het

ontwikkelingsklimaat van de jeugdige in de opvoed- en opgroeisituatie;

• bij OTS: het nog van toepassing zijn van de oorspronkelijke grond voor de maatregel.

Kernbeslissingen bij de SAVE-werkwijze:

1. Melding: beslissing over de actie naar aanleiding van

een melding of signaal over een jeugdige

2. Onderzoek: beslissing over de actie op basis van

onderzoek

3. Professionele zorg: inzetten professionele zorg

4. Maatregel: beslissing om een maatregel van

kinderbescherming inclusief voorziening in voogdij of

maatregel van jeugdreclassering te vragen

5. Plaatsing: beslissing om te verzoeken de jeugdige uit

huis te plaatsen en iedere beslissing om te verzoeken

de jeugdige over te plaatsen

6. Terugkeer: beslissing om te verzoeken de jeugdige

terug thuis te plaatsen

7. Afsluiten maatregel: beslissing om te verzoeken de

maatregel te beëindigen c.q. wel of geen verlenging te

vragen dan wel een verderstrekkende maatregel te

vragen, of een jeugdreclasseringsmaatregel terug te

melden bij justitie

8. Afsluiten van bemoeienis met de jeugdige

Page 26: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 26 © VanMontfoort | SVMNL

De medewerker SAVE noteert het cijfer inclusief de onderbouwing van het cijfer bij de schaalvraag in Venster 3 (let op: een cijfer zonder deugdelijke onderbouwing zegt niets!). Bij zijn onderbouwing maakt hij gebruik van de samenvatting in Venster 2. Op deze 3-5 zorgpunten ligt de focus, maar het cijfer op de schaalvraag kan anders zijn door wat de medewerker SAVE weet of vindt over de belemmerende en helpende omstandigheden alsook de beschermpunten.

Naast zijn eigen weging vraagt de medewerker SAVE de leden van het gezin, en zo mogelijk de belangrijkste netwerkleden en betrokken professionals, dezelfde weging te maken door de schaalvraag te stellen. Hij vraagt daarbij ook hun onderbouwing uit en noteert deze in Venster 3.

Bij het bespreken van de weging met leden van het gezin en netwerk vat de medewerker SAVE tenslotte de belangrijkste (ca. 3-5) punten samen, waarover men bezorgd dat die zouden kunnen gebeuren als er niets verandert.

o Dit is een andere samenvatting dan in Venster 2: daar gaat het om een samenvatting van alleen de zorgpunten. In Venster 3 benoemt de medewerker SAVE de belangrijkste 3-5 mogelijk nadelige invloeden op de jeugdige, als het (samen)werken aan het verbeteren van de veiligheid en ontwikkeling in de toekomst niet van de grond komt of niet lukt. Dit kunnen uiteraard voor een deel of zelfs geheel dezelfde punten zijn als in Venster 2, maar dat hoeft niet, omdat de medewerker SAVE er nu ook de beschermpunten en belemmerende en helpende omstandigheden in betrekt. Deze aanpak is nodig om tot de formulering van de voorwaarden te komen, hierna in Venster 3.

In het contact met de leden van het gezin komt nadrukkelijk ook ter sprake wat zij zelf willen

bereiken ten aanzien van veiligheid en ontwikkeling van de jeugdige(n). Dit zijn de doelen van de leden van het gezin.

De samenvatting van de zorg over de toekomst uit Venster 3 leidt tot de formulering van voorwaarden die de medewerker SAVE aan ouders (en eventueel oudere jeugdigen) stelt, met betrekking tot de opvoed- en opgroeisituatie (waarvoor ouders immers verantwoordelijk zijn). In geval van een OTS formuleert hij de voorwaarden in termen van gewenst gedrag van ouders/opvoeders in relatie tot veiligheid en ontwikkeling van de jeugdigen. Daarbij betrekt hij de krachten. Dit gedrag is te beschouwen als een onderdeel van de goed-genoeg situatie waar naar gestreefd wordt.

De medewerker SAVE voorziet de

voorwaarden van 1) een termijn waarbinnen het plan gereed moet zijn en 2) hoe lang het plan aantoonbaar moet werken alvorens Samen Veilig de bemoeienis kan stoppen.

Goed genoeg: Het gaat er niet om dat het

einddoel de ideale situatie is. De bemoeienis

van Samen Veilig kan eindigen als er een

goed genoeg situatie is ontstaan. Het is een

uitdaging om dit steeds met de cliënt in zo

concreet mogelijke temen te omschrijven

Voorwaarden: de SAVE-werkwijze gebruikt de term

‘voorwaarden’ in plaats van ‘bodemeisen’ of ‘eisen’. Het

woord ‘voorwaarde’ geeft meer aan, dat er mogelijkheden

zijn. Daarbij werken woorden als ‘eisen’– net als ‘moeten’

en ‘bepalen’– het vertrouwen in de samenwerking tussen

ouders en de medewerker SAVE vaak meer tegen dan

dat het de samenwerking ondersteunt. Het formuleren

van de voorwaarden is een proces, dat communicatie en

denkwerk vergt. Voorwaarden zijn niet onderhandelbaar.

De medewerker SAVE bepaalt uiteindelijk of het geheel

van voorwaarden leidt tot voldoende veiligheid en

ontwikkeling.

Page 27: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 27 © VanMontfoort | SVMNL

Het sociaal netwerk in venster 3 Het ontbreken van een sociaal netwerk of een negatieve invloed van het sociaal netwerk kan een directe bedreiging vormen voor de ontwikkeling van de jeugdige. De medewerker SAVE brengt die bedreiging van de ontwikkeling in termen van zorgpunten onder woorden in venster 3. Hier tegenover staat dat het sociaal netwerk een plaats in de toekomstige goed-genoeg situatie kan hebben.

5.5 Venster 4. De volgende stappen

Dit venster betreft het uiteindelijke plan. Het plan heeft bij uitvoering van de OTS vaste onderdelen, overeenkomstig de SAVE-rapportage. Cruciaal is dat de geformuleerde doelen van het plan zo SMART mogelijk zijn en worden gedragen door zowel ouders, jeugdige als medewerker SAVE.

Een plan heeft bij uitvoering van de OTS de volgende onderdelen:

De mensen: Wie maken het en wie voeren het uit? De aanleiding: Welke specifieke zorg was de aanleiding voor het plan? De inhoud van het plan: De gecombineerde doelen van gezin en medewerker SAVE met

bijbehorende afspraken De tijd: Wanneer wordt het uitgevoerd? Het toezicht: Hoe is het toezicht op het plan geregeld? De bijstelling: Wat te doen als het plan niet werkt of de situatie verandert? Afsluiting: wanneer kan de jeugdbescherming worden afgesloten?

Totstandkoming van het plan De medewerker SAVE zal de ouders / opvoeders en eventueel de jeugdige aanbieden om hen te ondersteunen bij het maken van het (familiegroeps)plan. Hierbij kan een netwerkbijeenkomst als bijvoorbeeld een Eigen Kracht-conferentie worden ingezet. De ouders / opvoeders kunnen die steun afwijzen omdat zij zelf een plan willen maken. Als zij en het netwerk dit (uiteindelijk) niet doen, wordt eerst dat moment gemarkeerd en zal de medewerker SAVE de regie op zich nemen voor wat betreft het eerste plan. Het maken van het plan start met de vraag welke besluit in Venster 3 is genomen door de leden van het gezin, respectievelijk door Samen Veilig, en wat het gezin van dat besluit vindt.

Vervolgens worden de doelen van de leden van het gezin en de

Kernbeslissingen worden voorbereid in venster 3; de uitvoering

valt onder het plan in venster 4. Ook bij uitvoering van de OTS

worden kernbeslissingen door meer dan één persoon genomen, in

de meeste gevallen door meer dan één instantie, en bovendien

doorgaans in verschillende etappes. Het zijn overigens niet altijd

kernbeslissingen die aan de orde zijn in venster 4. Het kan in

venster 4 ook gaan om ‘gewone’ stappen in de uitvoering van de

OTS.

Page 28: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 28 © VanMontfoort | SVMNL

voorwaarden die de medewerker SAVE heeft gesteld (dat zijn de doelen van Samen Veilig) samengevoegd tot de definitieve doelen die met het plan gerealiseerd moeten worden. Het plan dient door deze samenvoeging niet uitsluitend de doelen van Samen Veilig maar ook de doelen van de leden van het gezin, waardoor er meer draagvlak is gecreëerd voor het uitvoeren van het plan. Met andere woorden, dit maakt de kans groter dat het plan werkt. De doelen staan op deze manier ook direct in verband met de zorgpunten, inclusief de gronden. De krachten uit venster 2 krijgen ook een plek in het plan: zij worden genoemd als middelen om de doelen van de leden van het gezin en de gestelde voorwaarden te behalen.

Per doel worden er afspraken gemaakt wie wat zal gaan doen en wanneer dat zal gebeuren. Tot de afspraken behoort ook het onderwerp toezicht: wie is de toezichthouder inzake het nakomen van de afspraken en wie is eventueel de veiligheidspersoon voor de jeugdige.

Ook worden de consequenties beschreven als de afspraken niet of juist wel worden nagekomen (waardoor niet of juist wel aan de voorwaarden wordt voldaan).

Tot slot wordt een evaluatie gepland waarbij het gehele viervensterschema zal worden ‘nagelopen’.

Cyclisch Het vierde venster maakt de analyse met de viervensters concreet in zijn consequenties voor uitvoering van de OTS. Die consequenties veranderen tijdens de uitvoering van de OTS. De viervensters vormen dan ook een dynamisch, cyclisch model. Termijn Betrokkenen hebben de wettelijke bevoegdheid om zelf een plan te maken. De Eigen Kracht Conferentie sluit op dit punt goed aan bij de Wet Jeugd (familiegroepsplan) en bij de visie van de SAVE-werkwijze (regie bij gezin en netwerk). De termijn voor vaststelling van een plan binnen de OTS is uiterlijk binnen zes weken nadat is komen vast te staan dat afgezien wordt van het opstellen van een familiegroepsplan. Verder onderzoek Bij uitvoering van de OTS kan bij het bespreken van de te nemen stappen duidelijk worden, dat meer informatie/verder onderzoek nodig is. Venster 4 in zeer dreigende en onveilige situaties Soms is de situatie zo bedreigend voor een jeugdige dat het nodig is de ouders (of andere leden van het gezin, inclusief de jeugdige) te ‘overrulen’ in het belang van de jeugdige. De medewerker SAVE formuleert dan voorwaarden en consequenties bij het zich niet aan die voorwaarden houden, terwijl er (nog) geen of slechts deels sprake van een vertrouwensband of samenwerkingsrelatie tussen de hem en de ouders. Ook in deze situaties worden de vier vensters als analysekader gehanteerd.. De vensters moeten dan vaak versneld worden doorlopen. De formulering in venster 4 zal soms anders zijn bij omstandigheden die zeer dreigend en onveilig zijn voor de jeugdige. Het SMART criterium geldt onder die omstandigheden immers niet altijd meer. Netwerk Het informele netwerk kan hier op drie manieren steun verlenen: informatie en advies ten aanzien van besluitvorming, praktische hulp of steun aan de jeugdige en het gezin, en betrokkenheid en

Page 29: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 29 © VanMontfoort | SVMNL

emotionele ondersteuning. Voortdurend moet tijdens de OTS de vraag gesteld worden: ‘kan deze taak worden uitgevoerd door iemand uit het netwerk en/of iemand in het lokale team?’ Praktische handelingen kunnen vaak worden overgedragen aan mensen in het netwerk. De medewerker SAVE onderzoekt echter ook of en hoe de verantwoordelijkheid kan worden overgedragen, zodat de ondertoezichtstelling kan worden opgeheven. Als in Venster 1 met het gezin wordt geconstateerd dat er te weinig mensen om het gezin heen zijn die mede tot regie en besluitvorming kunnen komen en hen kunnen ondersteunen, gaat de medewerker SAVE samen met jeugdige en gezin kijken hoe dit netwerk uitgebreid en/of gecreëerd kan worden. Hierbij is het van belang om eerst met de jeugdige en ouders te kijken wat voor type contact ze nodig hebben en waar ze dat zouden kunnen krijgen. Als hier duidelijkheid over is, kan de medewerker SAVE samen met het de jeugdige of ouder(s) kijken hoe men met de juiste personen in contact kan komen. Indien nodig kan hij dit vooraf ‘oefenen’ met de jeugdige/ouder(s). Ook het lokale team kan hier een belangrijke activerende rol hebben. De viervensters bij uitvoering van de OTS staan op deze en volgende pagina samengevat.

De viervensters bij uitvoering van de OTS

1 DE MENSEN 2 DE FEITEN 1.1 Jeugdige, leden van het gezin, familie, netwerk • Inclusief niet-jeugdbeschermers als

pleegouders, gezinshuishoudens 1.2 Opvoed- en opgroeisituatie • Woonsituatie, gezagssituatie,

omgangsregeling, culturele achtergrond 1.3 Vraag : Wie vinden het belangrijk dat het goed gaat en blijft gaan met de jeugdige(n)?

2.1 De tijdlijn • De hulpverleningsgeschiedenis (zicht op instellingsnetwerk rond de jeugdige) • De maatregel-geschiedenis 2.2 Bij OTS: De ernstige bedreiging van de ontwikkeling • De gronden die in Raadsrapport en in de OTS-beschikking staan genoemd 2.3 De zorgen Onderscheid wordt gemaakt tussen: • Zorgpunten die in het recente en verdere verleden een negatieve invloed

hebben gehad op veiligheid en/of ontwikkeling van de jeugdige (vraag: wat is er aan de hand? wat is bedreigend?)

• Omstandigheden die het (samen)werken bij het aanpakken van de zorgpunten mogelijk / vermoedelijk zullen belemmeren (vraag: wat maakt het moeilijk? wat maakt verbetering lastig? ) De uitkomst van het risicotaxatie instrument noteert de medewerker SAVE ook onder dit ‘kopje’

De medewerker SAVE ordent de zorgpunten (inclusief die vanuit de gronden), voor zichzelf (buiten de rapportage om) aan de hand van de ontwikkelingstaken 2.4 Krachten Onderscheid wordt hierbij gemaakt tussen: • Beschermpunten die in het recente en verdere verleden daadwerkelijke

bescherming, die daadwerkelijk de veiligheid en/of ontwikkeling in relatie tot een of meerdere zorgpunten hebben bevorderd (vraag: wat zorgt voor bescherming? wat geeft veiligheid?)

• Helpende omstandigheden: Algemeen sterke punten, inclusief hulpbronnen, die mogelijk / vermoedelijk zullen bijdragen aan het (samen)werken aan daadwerkelijke bescherming tegen de zorgpunten (vraag: wat is helpend?)

2.5 Samenvatting van de zorgen in termen van (ongewenst) gedrag van (meestal) de ouders/opvoeders en (soms) de jeugdige of anderen, en het (nadelig) effect daarvan op (de veiligheid en ontwikkeling van) de jeugdige.

Page 30: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 30 © VanMontfoort | SVMNL

4 DE VOLGENDE STAPPEN 3 DE WEGING 4.1 Welk besluit is genomen in overleg met de jeugdige het gezin 4.2 De samenvoeging van de doelen van de leden van het gezin (3.2) met de voorwaarden van Samen Veilig (3.4) leidt tot vaststelling van de definitieve doelen waartoe de aanpak moet leiden 4.3 Per doel worden er afspraken gemaakt, inclusief 1) of er toezicht nodig is ( in welke vorm,

door wie, wat diegene moet doen als hij signaleert dat de afspraak niet nagekomen is.)

2) en of een veiligheidspersoon wordt aangewezen voor signalering inzake onveiligheid

3) consequenties als de afspraken niet, of juist wel, worden nagekomen en daardoor niet (of juist wel) aan de voorwaarden wordt voldaan.

4.4 Planning van een evaluatie van de voortgang aan de hand van het gehele viervenster-model.

3.1 Weging, vertaald in een cijfer op een schaalvraag en onderbouwing van dat cijfer. De weging kan van toepassing zijn op: • De veiligheid van de jeugdige in diens opvoed- en opgroeisituatie • De ontwikkeling en het ontwikkelingsklimaat van de jeugdige in de opvoed- en

opgroeisituatie • Bij OTS: het nog steeds bestaan van de oorspronkelijke grond De medewerker SAVE weegt zelf, maar vraagt ook leden van het gezin en betrokkenen te wegen. Hij gebruikt de samenvatting van 2.5 bij zijn onderbouwing. 3.2. In het contact met de leden van het gezin komt nadrukkelijk ter sprake wat zij zelf willen bereiken. Dit zijn de doelen van de leden van het gezin 3.3 Samenvatting: 3-5 punten waarover men bezorgd is dat ze in de toekomst met de jeugdigen kunnen gebeuren als er niets verandert, als het (samen)werken aan het verbeteren van de veiligheid en ontwikkeling in de toekomst niet van de grond komt of niet lukt. 3.4 Hiervan afgeleid stelt de medewerker SAVE voorwaarden met betrekking tot de (goed-genoeg) opvoed -en opgroeisituatie waar aan voldaan moet worden, zowel m.b.t. de veiligheid als m.b.t. het pedagogisch klimaat van de jeugdige. De voorwaarden worden geformuleerd in termen van gewenst gedrag van de opvoeders en voorzien van een termijn.

Page 31: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 31 © VanMontfoort | SVMNL

6 De uitvoering: fasen in de ondertoezichtstelling

6.1 Fasen

De uitvoering van de OTS kan worden ingedeeld in fasen. In grote lijnen gaat het steeds om: • de beginfase tot aan de start; • rondom de startfase; • het plan; • een fase van planuitvoering; • een evaluatie van het plan. • de fase van afsluiting van de OTS Daarna wordt een nieuw of bijgesteld plan gemaakt voor de dan volgende periode en begint de cyclus opnieuw, totdat bij evaluatie geconcludeerd wordt, dat de OTS kan worden beëindigd.

6.2 De fase tot aan de start van de OTS

Als de rechter een OTS oplegt is Samen Veilig in verreweg de meeste gevallen al betrokken. Het gezin kampt al enige tijd met problemen met opvoeden en opgroeien en kan al met lokale en specialistische hulpverlening te maken hebben gehad. Een medewerker SAVE is ingevoegd omdat er zorgen waren over de veiligheid. De medewerker zal op basis van onderzoek van de situatie, concrete voorwaarden hebben gesteld waaraan men moet gaan voldoen om een voldoende-veilig-situatie te realiseren. Wanneer het onvoldoende (snel) lukt om die situatie te realiseren wordt door Samen Veilig bij de RvdK een onderzoek aangevraagd naar de noodzaak van een ondertoezichtstelling. Met uitzondering van crisissituaties, komt deze stap naar de RvdK voor de leden van het gezin dus niet onverwacht. Voor de leden van het gezin is een onderzoek door de RvdK, en de mogelijkheid dat een maatregel wordt opgelegd, vaak spanningsvol; ook al zal de medewerker de stap plaatsen in een oplossingsgericht kader; goed informeren van de betrokkenen is daarom essentieel. Indien de leden van het gezin daar geen bezwaar tegen hebben, kan de inzet van Samen Veilig, in overleg met de RvdK, tijdens het raadsonderzoek doorgaan; als dit vóór afronding van het onderzoek, naar het oordeel van de RvdK alsnog leidt tot een goed-genoeg-situatie, kan de RvdK het onderzoek afsluiten zonder een rekest aan de rechter voor een ondertoezichtstelling. Als de RvdK wel om een OTS verzoekt stelt Samen Veilig een medewerker SAVE aan als beoogd uitvoerder van de ondertoezichtstelling. Bij voorkeur is dat dezelfde medewerker die al betrokken was in het voortraject. Als leden van het gezin daar bezwaar tegen hebben, wordt gezorgd voor een goede overdracht naar een andere medewerker. De match tussen deze werker en de leden van het gezin is zeer belangrijk. De beoogde medewerker SAVE bouwt voort op wat in het voortraject al aan kennis en relatie is opgebouwd. Hij bestudeert het dossier en neemt contact op met hulpverleners die eerder contact hadden met het gezin. Hij maakt een (nieuwe) inventarisatie van de situatie met behulp van het SAVE- analyseschema, de viervensters.

Page 32: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 32 © VanMontfoort | SVMNL

De beoogde medewerker SAVE gaat naar de zitting en maakt daar, als de medewerker niet eerder betrokken was bij het gezin, kennis met de leden van het gezin, geeft hen de gelegenheid om op de uitspraak te reageren, en geeft informatie over de uitspraak van de kinderrechter en het kader waarin men nu met Samen Veilig te maken heeft; er wordt ook direct een afspraak gemaakt voor verdere kennismaking. Als Samen Veilig eerder in het geheel niet betrokken was dan wordt ook informatie over de SAVE-werkwijze gegeven. Een medewerker die eerder betrokken was bij het gezin gaat ook naar de zitting; kennismaking is dan niet nodig. Over de start van de maatregel vindt binnen Samen Veilig overleg plaats tussen de medewerker SAVE en de gedragswetenschapper. Dit is belangrijk, omdat bij de start de strategie moet worden doordacht. 6.3 De fase rond de start van de OTS

De medewerker SAVE heeft in de startfase frequent contact met het gezin, omdat er gelijktijdig gewerkt wordt aan kennismaking/relatieopbouw, analyse en risicomanagement en planvorming. Hij spreekt de ouders en de jeugdige bij voorkeur eerst thuis. Dit is nodig zowel voor de relatieopbouw als voor het uitoefenen van toezicht en risicomanagement. Hij spreekt in het begin zowel met de ouders als met de jeugdige. Ingaan op ‘wie zijn de mensen’ (venster 1) krijgt in het eerste gesprek ook altijd aandacht. Afhankelijk van de vraag of hij het gezin al kent of niet, krijgt dit meer of minder aandacht. Hij geeft (nogmaals) informatie over de OTS en de werkwijze bij uitvoering van de OTS, en bespreekt de feiten en zorgen die bij elkaar de grond van de OTS vormen (venster 2). Leden van het gezin moeten de gelegenheid hebben uitgebreid te vertellen wat hun mening is over de maatregel, de onderbouwing van de maatregel en de feiten en zorgen die erin genoemd worden. Dit is onderdeel van ‘aansluiten’ bij het gezin, wat maakt dat leden van het gezin betrokken en actief kunnen worden. Naast de zorgen en voorwaarden die de medewerker SAVE zal opstellen, wordt altijd gesproken over de krachten en over de toekomst en de concrete doelen van de leden van het gezin (vensters 2, 3 en 4).. In latere gesprekken kan hierop worden teruggekomen en kunnen punten worden uitgediept. Dit bevordert tevens de relatievorming. Het ter sprake brengen van de feiten en zorgen die de grond van de OTS hebben bepaald, gebruikt de medewerker SAVE ook om zijn (nieuwe) rol, taak, plicht en verantwoordelijkheid te bevestigen. Hij kan het tegelijk zien als een middel voor het versterken van de relatie en het activeren van de leden van het gezin, omdat zij worden uitgenodigd te reageren en mee te praten over het invullen van het plan om de gronden te doen verdwijnen. Wanneer bij de start van de OTS al professionele hulp actief is of wordt, betrekt de medewerker SAVE dit van meet af aan bij de planvorming. 6.4 Het (familiegroeps)plan

De ouder of ouders met gezag hebben het recht om als eerste in de gelegenheid gesteld te worden om een plan te maken, samen met bloedverwanten, aanverwanten of anderen die tot de sociale omgeving behoren. Dit familiegroepsplan ligt direct in het verlengde van het SAVE-uitgangspunt over regie en verantwoordelijkheid van ouders en omgeving. De termijn voor vaststelling van een plan

Page 33: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 33 © VanMontfoort | SVMNL

binnen de OTS is uiterlijk binnen zes weken nadat is komen vast te staan dat cliënt en omgeving afzien van zelf het opstellen van een familiegroepsplan, zonder steun van de medewerker SAVE. De medewerker SAVE bouwt het plan vanaf het eerste moment – en vanaf venster 1!- samen met het gezin en andere mensen op. Uitgangspunt is steeds dat gezin en netwerk zoveel mogelijk het plan maken (regie bij cliënt, eigen kracht). Het plan in venster 4 bevat de afspraken die zijn gemaakt om het uiteindelijk doel ‘goed genoeg’ te realiseren. De medewerker SAVE richt zich op het ondersteunen van de ouders en familie bij het maken van dit plan en op het stellen van de voorwaarden (venster 3) waaraan het plan moet voldoen. Een Eigen Kracht-conferentie past bij de visie van de SAVE-werkwijze dat burgers de regie hebben over de opvoeding van jeugdigen en dat het te maken plan een plan van gezin en netwerk moet zijn. 6.5 De fase van planuitvoering

De uitvoering van de OTS is gebaseerd op de gedachte van begeleiding bij verandering in de gewenste richting. De OTS wordt ingezet om de opgroei- en opvoedsituatie van de jeugdige te verbeteren. De medewerker SAVE dient zich te realiseren dat, hoe ernstig de situatie nu ook is, het gezin het heeft ‘overleefd’. Hoe is hen dat gelukt? Wat heeft ze ondanks de immense problemen op de been gehouden? De medewerker SAVE gebruikt vragen die helpen om de ‘uitzonderingen’ op de onveiligheid/mishandeling te vinden, om ook van daaruit te zoeken naar beschermpunten en helpende omstandigheden die (opnieuw en nog beter) kunnen worden benut. Door hierbij te werken met concrete doelen en korte termijnen, wordt zichtbaar welke verbeteringen in het gezin haalbaar zijn. Bij deze benadering hoort een intensief contact van de medewerker SAVE met het gezin. De medewerker SAVE heeft zowel met de ouders als met de jeugdige zelf direct contact. In deze contacten werkt hij bewust en doelgericht aan de uitvoering van de afspraken uit het plan. Hij is tevens voortdurend bezig met risicomanagement en is steeds alert op de veiligheid van de jeugdige in het gezin. Omdat de medewerker SAVE de ouders, de jeugdigen en het netwerk telkens opnieuw zal betrekken daar waar het belangrijke stappen/besluiten in hun leven betreft, kunnen frequentie en timing in zaken sterk verschillen. De medewerker SAVE werkt op maat en houdt als criterium niet een standaard frequentie aan, maar de vraag of men voor een belangrijk dilemma / besluit staat. Een richtlijn voor frequentie en timing is er wel: richtlijn is dat in het eerste half jaar de medewerker SAVE gemiddeld 1 keer per week spreekt met een of meer leden van het gezin. Daarnaast gelden:

- 1x per 3 weken face to face contact met het gezin is wenselijk. - 1x per 8 weken face to face contact met het gezin is noodzakelijk - 4x per jaar face to face contact met de jeugdige zonder aanwezigheid van primaire opvoeder

is wenselijk - 2x per jaar face to face contact met de jeugdige zonder aanwezigheid van primaire opvoeder

is noodzakelijk Bij de uitvoering van de OTS heeft de medewerker SAVE zoals gezegd ook herhaaldelijk contact met jeugdigen zelf. Hij bereidt zich zeer goed voor om met hen (mits oud genoeg daarvoor) te praten over

Page 34: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 34 © VanMontfoort | SVMNL

hoe zij de situatie zien, welke zorgen zij hebben en over wat zij vinden dat goed gaat en over wat er volgens hen moet gebeuren. Hij bespreekt ook met de jeugdige hoe de inhoud van het gesprek kan worden verteld aan anderen. Er zijn diverse hulpmiddelen om jeugdigen te helpen hun mening te geven over hun situatie. Enkele hiervan worden besproken in de bijlage. Een bruikbaar hulpmiddel is het tekenen van ‘De Drie Huizen’en/of ‘het Veilige Huis’. Hiermee kunnen jeugdigen worden geholpen op een ongedwongen manier mee te praten over hoe het thuis gaat en wat zij willen. Dit vraagt om goede voorbereiding en ook om toestemming van de ouders. Bij het bespreken van ‘lastige’, schaamtevolle gebeurtenissen is het behulpzaam dat de medewerker SAVE eerst voor zichzelf maar ook voor de ander(en) verduidelijkt wat er precies gebeurd is. Drie observatievragen gelden hier: Wat was de situatie waarin het gedrag plaatsvond? Wat was het gedrag? Wat waren de gevolgen? Bij een gesprek over (een vermoeden van) kindermishandeling zijn van belang: het nadruk leggen op het delen van zorg, het centraal stellen van de ontwikkeling en belang van de jeugdige, het rustig laten uitpraten van ouders en begrip tonen voor hun reactie, en het vragen naar en benoemen van verschillende mogelijke oorzaken van het gedrag of verschijnsel.

6.6 Evaluatie

De evaluatie betreft de stand van zaken met betrekking tot de voorwaarden. Tijdens vooruit geplande evaluatiemomenten en waar nodig ook tussentijds toetst de medewerker SAVE het plan aan de voorwaarden en aan de praktijk (dus of het plan werkt zoals beoogd). Hij evalueert regelmatig samen met de leden van het gezin of aan de in dat kader vastgelegde voorwaarden, zoals opgenomen in het plan (4e venster), daadwerkelijk is voldaan. Door te werken met concrete doelen en korte termijnen, wordt zichtbaar welke verbeteringen in het gezin haalbaar zijn. Aan het eind van de uitgesproken duur van de OTS is een evaluatie verplicht. Voor een eventuele verlenging van de OTS is nodig om te weten wat wel en niet bereikt is, of er nieuwe zorgen zijn ontstaan en waaruit de grond voor de OTS op dat moment nog bestaat. Een positief verloop van de maatregel kan er toe leiden dat de OTS kan worden opgeheven. Zo ja, dan is dat reden om de OTS op te heffen: aan het eind van het jaar, of door tussentijds opheffing van de OTS te vragen aan de kinderrechter. Het einde van de OTS valt lang niet altijd samen met het einde van hulpverlening. Die kan, al dan niet met Samen Veilig, in een vrijwillig kader worden voortgezet om de gewenste toekomst voor de jeugdige volledig te realiseren.

6.7 Rapportage

De SAVE-werkwijze werkt bij de uitvoering van de OTS met een beperkt aantal formulieren. De kern bestaat uit het viervensterschema, het plan uit venster 4 en de evaluatie. Bij de opbouw van de rapportage volgt de medewerker SAVE met gezin en netwerk de logica van de vier vensters.

Page 35: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 35 © VanMontfoort | SVMNL

6.8 De fase afsluiten OTS Uit onderzoek blijkt, dat het formuleren van concrete doelen en afspraken leidt tot een kortere ondertoezichtstelling (Stams c.s., 2010). Het verkorten van de duur van de OTS is niet het eerste doel. Het eerste doel is ervoor zorgen, dat de opgroei- en opvoedsituatie van de jeugdige weer goed genoeg is. Het verkorten van de duur is wel het tweede doel, omdat jeugdbescherming een (tijdelijke) inperking is van de regie van burgers over de opvoeding. Gedurende de OTS stelt de medewerker SAVE regelmatig de vraag: ‘wat moet er nog gebeuren voordat de OTS kan worden opgeheven?’ De medewerker SAVE bespreekt dit met de leden van het gezin en de mensen in het netwerk. Een praktische manier om dit concreet te maken is op te schrijven wat de medewerker SAVE feitelijk doet. Voor elk van de taken die hij uitvoert in het kader van de OTS, kan de vraag gesteld worden: ‘kan deze taak worden uitgevoerd door iemand uit het netwerk? En, zo nee, kan deze taak dan worden uitgevoerd door iemand van het lokale team? Of iemand van de instantie voor jeugd- en opvoedhulp? Deze taak wordt dus zo dicht mogelijk bij het gezin belegd. De uitvoering van de OTS bestaat uit praktische handelingen, zoals huisbezoek, optreden als contactpersoon, etc. en het dragen van de verantwoordelijkheid. De medewerker SAVE onderzoekt of en hoe beide kunnen worden overgedragen aan mensen in het netwerk, zodat de OTS kan worden opgeheven. De vraag of een OTS kan worden opgeheven wordt besproken tussen Samen Veilig en de RvdK. De OTS kan worden afgesloten zodra de opgroei- en opvoedsituatie voor de jeugdige weer goed genoeg is. Dat wil zeggen, dat de jeugdige veilig is en niet meer ernstig wordt bedreigd in zijn ontwikkeling. Of: de bedreiging wordt afgewend omdat de ouders/verzorgers of jeugdige de noodzakelijke hulp accepteren en er van profiteren. Dit laatste betekent ook dat de medewerker SAVE bij problemen die niet verdwijnen, blijft zoeken naar manieren om blijvende steun te organiseren buiten het gedwongen kader. Een tussentijdse opheffing van een OTS is een positieve actie, als de opgroei- en opvoedsituatie dat toelaat. Het betekent, dat de gronden van de maatregel sneller zijn weggewerkt dan was voorzien, of dat de regie sneller geheel kan worden overgedragen aan de ouders en de mensen in het netwerk. Een tussentijdse opheffing is een compliment aan het gezin en het netwerk. Het kan de mensen meer vertrouwen geven en kan een betere uitgangspositie creëren als onverhoopt in de toekomst opnieuw ‘gedwongen bemoeienis’ met de SAVE-werkwijze nodig is. De opheffing kan op deze manier methodisch gebruikt worden door van de opheffing een officieel moment te maken. Dat kan een reden zijn om een zitting aan te vragen, ook in het geval iedereen het met de opheffing eens is. Als er geen zitting is, kan de medewerker SAVE een formeel en positief gestemd moment creëren: de medewerker SAVE en een medewerker van de RvdK die samen met de ouders de opheffing bespreken.

Page 36: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 36 © VanMontfoort | SVMNL

7 Communicatie bij uitvoering van de OTS

7.1 Engageren en positioneren

Tot de vaardigheden van de medewerker SAVE in de OTS behoort een transparante, concrete en respectvolle communicatie, zowel met jeugdigen, hun gezin als het netwerk daar omheen . De overkoepelende kernbegrippen om de houding en communicatie van de medewerker SAVE met de cliënt aan te duiden zijn Engageren en Positioneren: • Onder engageren wordt verstaan: alles wat de medewerker SAVE doet om de jeugdige, diens

ouders, het gezin en andere belanghebbenden en betrokkenen te motiveren tot een actieve medewerking. Alle gedrag van de medewerker SAVE om de mensen rond de jeugdige de regie te geven over de opgroei- en opvoedsituatie.

• Positioneren is datgene wat een medewerker SAVE doet om het specifieke van de OTS te verduidelijken. Dat is de bedreiging van de ontwikkeling en de veiligheid van de jeugdige. In feite is positioneren: het geven van een positie aan de jeugdige. Als diens positie (concreet: diens ontwikkeling en veiligheid) in de knel dreigt te geraken treedt de medewerker SAVE handelend op (bv: de afspraken en voorwaarden benadrukken, consequenties aangeven).

Om deze tweeledige boodschap (en dat is iets anders dan een dubbele boodschap!) duidelijk te maken worden ook andere omschrijvingen gebruikt.

Engageren Hulp en steun (1:262BW)

Uw doelen Uw regie

Compassie Liefde

Bewegen Bescheiden

Helpen/coachen Draagvlak Activeren

Positioneren Toezicht (idem)

Mijn voorwaarden Mijn inperking

Controle Lef

Bemoeien Robuust

Sturen/instrueren Transparantie Compenseren

De linker- en rechterkolom betreffen overigens geen tegenstellingen. De meeste ouders willen dat de jeugdige veilig is en zich goed kan ontwikkelen. Daarom houdt helder positioneren impliciet ook hulp en steun voor het gezin in. Essentieel is dat de medewerker SAVE in de OTS voortdurend schakelt en een goede balans weet te vinden tussen deze beide posities.

Page 37: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 37 © VanMontfoort | SVMNL

8 Kennis, houding en vaardigheden in de OTS

In de basishandleiding ‘De SAVE-werkwijze’ staan algemene competenties opgenomen waarover de medewerker SAVE dient te beschikken. Het gaat over algemene kennis, vaardigheden en houding (deze worden herhaald in 8.1) en de specifieke kennis, houding en vaardigheden voor uitvoering van de OTS (8.2). 8.1 Algemene kennis, houding en vaardigheden voor de SAVE-werkwijze

Kennis

• Kennis over o de normale ontwikkeling van jeugdigen o ontwikkelingsbedreigingen o aspecten van fysieke en psychische veiligheid en onveiligheid o signalen en gevolgen van kindermishandeling, verwaarlozing en huiselijk geweld; o kinder- en volwassen psychopathologie, inclusief LVB en forensische psychiatrie; o risicofactoren, beschermende factoren en criminogene factoren (uitkomsten van

wetenschappelijk onderzoek die van toepassing zijn op zorgen en krachten in actuele casussen);

o onderzoek en risicotaxatie. • Weten wat de SAVE-definitie van veiligheid gekoppeld aan ontwikkeling inhoudt • Kennen van verantwoordelijkheden en bevoegdheden binnen verschillende kaders en de

daarbij relevante wetgeving • Kennis van het belang van eigenaarschap/regie bij het maken en mede-uitvoeren van plannen

en vaardigheden door de reeds benoemde grondhouding bij de betrokkenen te houden, binnen gestelde kaders.

Vaardigheden Vooral Venster 1 • Constructieve werkrelatie met ouders en jeugdigen opbouwen • Rol en wisseling in rol (drang-dwang) uitleggen aan jeugdige, gezin, netwerk en professionals • Activeren van de mensen rond het kind en ondersteunen van netwerkbijeenkomsten • Middelen als genogram, ecogram, bolletjesschema,, veiligheidscirkels kunnen inzetten • In kaart brengen van systeemkenmerken: interne en externe grenzen, hiërarchie, macht,

rollen / rolomkering, gezinsorganisatie, saamhorigheid, loyaliteit, rechtvaardigheid en verdienste

Vooral Venster 2: • Onderscheid maken tussen feiten en meningen. • Observeren en duiden van de interactie tussen ouders en jeugdigen; • Zien, spreken en observeren van jeugdigen; • Gevoelige zaken (mishandeling, misbruik, huiselijk geweld) bespreekbaar maken

Page 38: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 38 © VanMontfoort | SVMNL

Vooral Venster 3: • Kernbeslissingen voorbereiden • Voorwaarden als toetssteen inbrengen in het cliëntsysteem: Realistische consequenties

formuleren voor de situatie dat wel / niet binnen de aangegeven termijn wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden.

• Voorwaarden benoemen waaraan plan van ouders/netwerk moet voldoen • Voorwaarden formuleren;

o gericht op het ‘wat’ in plaats van op het ‘hoe’ o gedragsspecifiek in plaats van in abstracte termen die beschrijven wat ouders (en

jeugdigen) moeten doen in plaats van wat ze niet moeten doen, in taal die de leden van het gezin (incl. de jeugdigen) begrijpen

Vooral venster 4: • Ruimte bieden voor (ondersteuning bij) familiegroepsplan • Praktische, smart--geformuleerde afspraken met cliëntsysteem maken • Ruimte te geven aan gezin, netwerk en (lokale) professionals om inhoud te geven aan plan en

uitvoering en toch toezicht houden op de veiligheid en voortgang en te sturen op realisatie van voorwaarden (met en zonder maatregel)

• Netwerk opbouwen/uitbreiden bij ontbreken van of beperkt netwerk • Kernbeslissingen weten uit te voeren Alle vensters: • Denken en handelen in termen van goed genoeg • Kort, bondig en in begrijpelijk taal met alle betrokkenen communiceren en rapporteren; • Oplossingsgerichte gespreksvaardigheden en –technieken hanteren (o.a. de schaalvragen,

gewenste situatievragen, uitzonderingsvragen). • Tot stand brengen en handhaven van afstemming en samenwerking met name met lokaal

team, waarbij op- en afgeschaald wordt waar dat nodig is. • Reflecteren op eigen handelen • Toetsen van eigen handelen aan professioneel en beroepsethisch oordeel van collega’s • Samenwerken met de lokale teams • Samenwerken met zorgaanbieders

Houding

• Meerzijdig partijdig zijn, alle perspectieven van de betrokkenen onderzoeken en meewegen (vooral: kunnen omgaan met ontkenning van mishandeling).

• Vanuit oplossingsgerichte grondhoudingen werken (vooral de erkennende, niet-wetende, niet-oordelende grondhouding toepassen)

• Bereikbaar en toegankelijk zijn • Menselijk en betrokken zijn • Gericht zijn op het positieve

Page 39: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 39 © VanMontfoort | SVMNL

8.2 Specifieke kennis, vaardigheden en houding voor uitvoering van de OTS

Juridisch / procedureel • Kennis hebben van

o de gronden voor een OTS o gehele rechtbankprocedure (voorbereiding en zitting). o de gronden en procedure voor een uithuisplaatsing en terugplaatsing o verzoekschriften en beslismodellen binnen de OTS. o de wettelijke taken en bevoegdheden van samenwerkingspartners als RvdK en

kinderrechter. o de fasen van de OTS en de daaraan gekoppelde procedurele handelingen en KB-

wetgeving. o de gronden/procedure voor een verder strekkende maatregel. o de gronden/procedure voor een afsluiting OTS.

• Kunnen reflecteren op wat er dient te gebeuren als de gevraagde OTS of uithuisplaatsing niet wordt uitgesproken (inclusief Hoger Beroep).

• Tijdig verzoeken aan de kinderrechter doen toekomen inzake opheffing en (niet-)verlenging va een maatregel of uithuisplaatsing.

• Weten hoe om te gaan met werken binnen vrijwillig kader en gedwongen kader of meerdere maatregelen in één gezin of meerdere maatregelen bij één jeugdige.

• Weten hoe om te gaan met nieuwe zorgsignalen tijdens een maatregel. Rapportage • De specifieke aspecten van de OTS in de 4 Vensters van het SAVE- rapportageformat kunnen

vertalen en plaatsen (gronden etc.). • Op adequate wijze een verzoekschrift kunnen schrijven. Samenwerking ouders/opvoeders, jeugdige en netwerk • Communiceren over

o de gronden voor een OTS. o de gehele rechtbankprocedure (voorbereiding en zitting) o de gronden en procedure voor een uithuisplaatsing en terugplaatsing. o de gronden/procedure voor een afsluiting OTS.

• Weten en in houding uitdragen wat de SAVE-uitgangspunten betekenen voor o uitvoering OTS (incl. houding en communicatie). o de relatie met de cliënten (rol, attitude, contactbeleid, jeugdige centraal) en dit aan de

cliënt kunnen uitleggen. • Ook bij (verlenging van) uithuisplaatsing en verlenging OTS zowel kunnen positioneren als

engageren. • Vanaf de start van de uithuisplaatsing kunnen focussen op voorwaarden waaronder

uithuisplaatsing kan worden opgeheven en de minderjarige weer thuis kan wonen • Steeds gefocust zijn op opheffen van de gronden. • Prudent omgaan met schriftelijke aanwijzingen. • Consequenties aangeven van niet-voldoen aan de schriftelijke aanwijzing. • Invulling kunnen geven aan toezicht op (naleving van) de voorwaarden

Page 40: DE ONDERTOEZICHTSTELLING BINNEN DE SAVE-...De taak van de jeugdbescherming bij uitvoering van de OTS is de burgers (jeugdigen, ouders, gezin, netwerk) in staat te stellen om de gronden

OTS binnen de SAVE-werkwijze 3.0 40 © VanMontfoort | SVMNL

Samenwerking professionals • Samenwerken met de RvdK inzake de toetsende taak van de RvdK bij het voornemen van

Samen Veilig tot niet-verlenging van de OTS of de uithuisplaatsing.