cursus technisch tekenen
DESCRIPTION
Werktuigbouwkundig tekenen 2IWTRANSCRIPT
2 IW WERKTUIGBOUWKUNDIG TEKENEN
githo nijlen 2
INLEIDING Beste leerling,
Reeds bij zijn ontstaan was de mens een bouwer. Er zijn dan ook heel oude
tekeningen en schetsen bewaard gebleven. Vroeger, maar ook nu nog
hebben deze technische tekeningen tot doel:
verduidelijken wat moeilijk te omschrijven is met woorden;
begrijpen en zich een voorstelling kunnen maken;
een realisatie kunnen maken door inzicht te hebben in het
getekende schema en
details op een tekening kunnen samenstellen tot één geheel.
Tijdens de Industriële Revolutie kreeg de mens meer en meer
machines en werktuigen. Sinds die tijd communiceren ontwerpers
en bouwers van deze tuigen met elkaar door middel van een
nieuwe taal!!!
TECHNISCH TEKENEN
Deze “nieuwe taal” bleek erg bruikbaar tijdens WO I I. Onderdelen voor
allerhande oorlogstuig werden soms (voor het eerst) duizenden kilometer van
elkaar geproduceerd. Ongeacht de taal die de technici spraken; ze hadden
één taal die universeel was: het technisch tekenen.
Techniek is geen dode materie. Elke dag zijn er nieuwe vindingen of
verbeteringen. Sinds 1953 is er in België een organisme aan het werk dat de
evolutie van de techniek volgt . Zij bekijken hoe technische problemen het best
worden voorgesteld.
Het Belgisch Instituut voor Normalisatie (BIN) heeft sindsdien alle bijzonderheden
van het technisch tekenen vastgelegd in normen (wetten). Om zich
verstaanbaar te maken moet de tekenaar zich aan de afgesproken spelregels
houden.
Tijdens je opleiding in onze school zullen de leerkrachten technisch tekenen je
stap voor stap inwijden in deze materie. Het kunnen “lezen” en “maken” van
een tekening gaat immers samen. Het zal niet altijd even gemakkelijk zijn
daarom doen we nu al een beroep op je doorzettingsvermogen!
leerkrachten technisch tekenen
githo-nijlen
2 IW WERKTUIGBOUWKUNDIG TEKENEN
githo nijlen 3
EISEN TECHNISCHE TEKENING
DE VORM VAN HET WERKSTUK
Het doel van een technische tekening is het overbrengen van
informatie, over een werkstuk of de samenstelling van verschillende
werkstukken, van de ontwerper naar de maker of fabrikant. Deze
informatie moet volledig zijn. Het eerste vereiste is dat de vorm van een
voorwerp duidelijk is. Om de vorm van een voorwerp duidelijk te maken
zal men dit voorwerp voorstellen door het te tekenen in aanzichten. Uit
ervaring blijkt immers dat men op deze manier het duidelijkst een
werkstuk of voorwerp volledig kan omschrijven.
AFMETINGEN MET HUN TOLERANTIES
Om een werkstuk te kunnen vervaardigen is het niet alleen noodzakelijk
om de vorm door middel van aanzichten en/of doorsneden te kennen.
Om een werkstuk te kunnen maken is het natuurlijk ook belangrijk de
afmetingen te kennen.
We kunnen een maat nooit volledig juist bereiken. We moeten dus een
afwijking toestaan op elke maat. De werkelijke maat moet dan liggen
tussen de kleinst en grootst toegelaten maat (grensmaten).
2 IW WERKTUIGBOUWKUNDIG TEKENEN
githo nijlen 4
VOORBEELD MAAT Ø 27
De nominale maat: de maat die op de tekening vermeldt staat.
27.
De tolerantie: toegelaten afwijking. +0,1.
De grensmaten: de grootst en kleinst toegelaten werkelijke maat.
27,1 en 26,9.
De werkelijke maat: de maat die gemeten wordt. 27,05.
VOORBEELD MAAT 40:
De nominale maat: de maat die op de tekening vermeldt staat.
40.
De tolerantie: toegelaten afwijking. +0,01.
De grensmaten: de grootst en kleinst toegelaten werkelijke maat.
40,01 en 39,99.
De werkelijke maat: de maat die gemeten wordt. 40,005.
2 IW WERKTUIGBOUWKUNDIG TEKENEN
githo nijlen 5
OPPERVLAKTETOESTAND
Elk element heeft een bepaald uitzicht. Een vlak kan een zeer ruw tot
een zeer glad uitzicht hebben. Deze ruwheid of oppervlaktetoestand
wordt aangeduid door een V-teken met ongelijke benen vergezeld van
een cijfer. De waarde van het cijfer duidt de ruwheid aan. Hoe groter
het cijfer hoe groter de toegelaten ruwheid. Om niet op alle vlakken het
ruwheidsteken te moeten plaatsen, plaatst men op de tekening ook de
meest voorkomende ruwheidswaarde.
VORM– EN PLAATSTOLERANTIES
De vorm van een element moet ook aan bepaalde voorwaarden
voldoen en wordt de plaats van deze elementen ten opzichte van
elkaar duidelijk bepaald. Deze voorwaarden noemt men vorm – en
plaats toleranties.
Wanneer je later het vak technisch tekenen gaat doorgronden zal men
verder op dit onderwerp ingaan.
2 IW WERKTUIGBOUWKUNDIG TEKENEN
githo nijlen 6
TITELHOEK
In de titelhoek van iedere tekening tekent men een titelhoek en stuklijst.
In deze titelhoek vermeld je verschillende gegevens. In figuur beneden
zie je welke gegevens men in de titelhoek plaatst.
2 IW WERKTUIGBOUWKUNDIG TEKENEN
githo nijlen 7
PERSPECTIEF TEKENEN
DOEL
We gebruiken perspectief tekenen om een drie - dimensionaal voorwerp
op een plat vlak (ons blad is twee – dimensionaal) te tekenen.
Perspectief tekenen is als het ware het afbeelden van een object op
zo’n wijze dat de voorgestelde figuur een fotografische weergave van
het object vormt
Er bestaan verschillende soorten perspectief. Hieronder bespreken we er
enkele.
VLUCHTPUNTENPERSPECTIEF
Beide figuren stellen vluchtpunten perspectief tekeningen van een
spoorlijn en een willekeurig blokje voor. De spoorlijn en het blokje worden
op een natuurgetrouwe manier voorgesteld. Bij dit soort van perspectief
is het moeilijk om de maten te bepalen. Daarvoor gebruiken we een
ander manier van tekenen (zie aanzichten en maataanduiding).
2 IW WERKTUIGBOUWKUNDIG TEKENEN
githo nijlen 8
Het uitwerken van de tekening gebeurt als volgt:
Je tekent de “horizonlijn”.
Je bepaalt op de horizonlijn de vluchtpunt(en), dit zijn punten
waarop de lijnen samenkomen en verdwijnen.
Bepalen van het standpunt van de waarnemer (kan van hoog tot
laag zijn).
Tekenen van wat je wilt voorstellen.
ISOMETRISCH PERSPECTIEF
Lengte verhouding A – B - C = 1 – 1 - 1
Hoeken α = β = 30°
DIMETRISCH PERSPECTIEF
Lengteverhouding A – B - C = 1 - 0,5 - 1
Hoeken α = 7° β = 42°
2 IW WERKTUIGBOUWKUNDIG TEKENEN
githo nijlen 9
PARALLEL PERSPECTIEF
Lengteverhouding A – B - C = 2/3 – 1 – 1
Hoek α = 45°
2 IW WERKTUIGBOUWKUNDIG TEKENEN
githo nijlen 10
AANZICHTEN
DOEL
Het doel van een werktuigbouwkundige tekening is het overbrengen
van informatie over een onderdeel of de samenstelling van verschillende
werkstukken, van de ontwerper naar de fabrikant. Deze informatie moet
volledig zijn. De eerste vereiste is dat de vorm van een voorwerp duidelijk
is. Om de vorm van een voorwerp duidelijk te maken zal men dit
voorwerp voorstellen door het te tekenen in aanzichten. Uit ervaring blijkt
immers dat men op deze manier het duidelijkst een werkstuk of voorwerp
volledig kan omschrijven.
ORTHOGONALE OF RECHTHOEKIGE PROJECTIE
Bij een orthogonale of rechthoekige projectie wordt elk punt
geprojecteerd op het projectievlak volgens een loodlijn.
2 IW WERKTUIGBOUWKUNDIG TEKENEN
githo nijlen 11
DEFINITIE
Een voorwerp kan men uit 6 verschillende waarnemingsrichtingen
bekijken als we de kijkrichting 90° of een veelvoud van 90° verdraaien.
Elk van de 6 waarnemingsrichtingen geeft een aanzicht.
Een aanzicht is de voorstelling van een voorwerp bekomen door
orthogonale of rechthoekige projectie van een vlak.
2 IW WERKTUIGBOUWKUNDIG TEKENEN
githo nijlen 12
BENAMING
Deze aanzichten hebben dan ook een benaming.
VOORAANZICHT
BOVENAANZICHT
2 IW WERKTUIGBOUWKUNDIG TEKENEN
githo nijlen 15
SCHIKKING VAN DE AANZICHTEN
INLEIDING
Wanneer we de aanzichten van een voorwerp gaan tekenen mogen
we deze aanzichten niet gaan plaatsen op een willekeurige plaats of in
een willekeurige volgorde. Dit zou onze tekening zeker niet verduidelijken
en zo bestaat er een grotere kans op vergissingen.
Om deze redenen zal de plaatsing van de aanzichten gebeuren volgens
een bepaalde methode. Er bestaan twee methodes voor de schikking
van de aanzichten:
Projectiemethode van de eerste tweevlakshoek of Europese
methode;
Projectiemethode van de derde tweevlakshoek of
Amerikaanse methode.
Het verschil tussen beide methodes zit hem hierin dat de ene methode
het projectievlak achter het werkstuk plaats en de andere methode zal
het projectievlak plaatsen tussen de waarnemer en het voorwerp.
2 IW WERKTUIGBOUWKUNDIG TEKENEN
githo nijlen 16
PROJECTIEMETHODE VAN DE EERSTE TWEEVLAKSHOEK
(VROEGER METHODE E OF EUROPESE METHODE)
Bij deze projectiemethode zal men het aanzicht projecteren naar
achter. Het te tekenen voorwerp bevind zich als het ware tussen de
waarnemer en projectievlak.
Men zal de aanzichten schikken rond het vooraanzicht.
Linkeraanzicht rechts van het vooraanzicht.
Bovenaanzicht onder het vooraanzicht.
Onderaanzicht boven het vooraanzicht.
Rechteraanzicht links van het vooraanzicht.
Achteraanzicht mag willekeurig naast het rechteraanzicht of het
linkeraanzicht worden geplaatst.
Op technische tekeningen hoort in de kader het ISO- symbool dat de
gebruikte projectiemethode symboliseert thuis.
2 IW WERKTUIGBOUWKUNDIG TEKENEN
githo nijlen 17
PROJECTIEMETHODE VAN DE DERDE
TWEEVLAKSHOEK (VROEGER METHODE A OF
AMERIKAANSE MEHODE)
Bij deze projectie methode zal men het aanzicht naar voor projecteren.
Het projectievlak bevindt zich als het ware tussen de waarnemer en te
tekenen voorwerp.
Men zal de aanzichten schikken rond het vooraanzicht.
Linkeraanzicht links van het vooraanzicht.
Bovenaanzicht boven het vooraanzicht.
Onderaanzicht onder het vooraanzicht.
Rechteraanzicht rechts van het vooraanzicht.
Achteraanzicht mag willekeurig naast het rechteraanzicht of het
linkeraanzicht worden geplaatst.
Op technische tekeningen hoort in de kader het ISO- symbool dat de
gebruikte projectiemethode symboliseert thuis.
2 IW WERKTUIGBOUWKUNDIG TEKENEN
githo nijlen 18
KEUZE EN AANTAL AANZICHTEN
Het vooraanzicht is het aanzicht dat de vorm en het
werkstuk het duidelijkst weergeeft.
Men tekent maar het aantal aanzichten dat nodig is om
het werkstuk volledig en duidelijk (zonder mogelijke
vergissingen) weer te geven.
Meestal kan men een voorwerp volledig omschrijven met
het tekenen van twee aanzichten.
het vooraanzicht en
het bovenaanzicht, onderaanzicht of een
zijaanzicht
Men tekent 3 of meer aanzichten (eventueel als
doorsnede) als het werkstuk niet volledig of duidelijk is
omschreven.
Het tekenen van een bijkomend aanzicht is te verkiezen
boven het gebruik van een groot aantal verborgen
omtrekken.
Het vooraanzicht wordt getekend in de stand dat het
werkstuk gebruik wordt.
2 IW WERKTUIGBOUWKUNDIG TEKENEN
githo nijlen 19
Men kan het aantal aanzichten beperken tot 1 indien
men gebruik maakt van bepaalde symbolen
(doormeterteken, vierkantsymbool enz.).
Bij werkstukken waarbij de stand niet belangrijk (bvb.
cilindrische werkstukken) worden deze getekend in de
stand dat het de laatste bewerking (bijvoorbeeld op de
draaibank) ondergaat.
Cilindrische werkstukken worden best in verticale stand
getekend.
2 IW WERKTUIGBOUWKUNDIG TEKENEN
githo nijlen 20
MAATAANDUIDING
DOEL
Om een werkstuk te kunnen vervaardigen is het niet alleen noodzakelijk
om de vorm door middel van aanzichten en/of doorsneden te kennen.
Het is natuurlijk ook belangrijk dat we de maten van het werkstuk en zijn
mogelijke bewerkingen kennen
UITVOERING
Een maat heeft altijd een: maatlijn, maatpijlen,
maatgetal en in de meeste gevallen omvat ze ook nog
de hulpmaatlijnen die echter vervangen kunnen worden
door dikke lijnen of hartlijnen. Alle lijnen voor
maataanduiding zijn dun .
2 IW WERKTUIGBOUWKUNDIG TEKENEN
githo nijlen 21
Alle maten zijn in millimeter gegeven, uitzondering:
hoeken in graden.
Hulpmaatlijnen eindigen op het werkstuk.
Hulpmaatlijnen lopen ongeveer 1 millimeter verder dan
de maatlijn.
De maatlijn staat op 10 mm van het werkstuk, de
volgende maatlijn staat op 10 mm van de vorige.
De lengte van de maatpijlen is 3,5mm en zijn 1 mm dik.
2 IW WERKTUIGBOUWKUNDIG TEKENEN
githo nijlen 22
Maatpijlen staan aan de binnenzijde van de maat, tenzij
de maatlijn kleiner is als 8 mm.
Het maatgetal staat in het midden van de maatlijn en
staat boven de maatlijn. Bij plaatsgebrek, het maatgetal
inschrijven op het verlengde van de maatlijn buiten de
pijltjes (liefst rechts).
De cijfers en letters zijn recht (normschrift) en hebben
hoogte van 3,5 mm .
AL DEZE PUNTEN ZIJN OVEREENKOMSTEN, ZE ZIJN
DUS GEEN NORM EN DAAROM WORDEN
AFWIJKINGEN TOEGESTAAN
2 IW WERKTUIGBOUWKUNDIG TEKENEN
githo nijlen 23
ALGEMENE RICHTLIJNEN
Alle maten, die de uitvoerder nodig heeft, moeten op de
tekening staan.
De totale lengte, breedte en dikte (of de grootste
diameter)moet steeds op tekening vermeld staan.
Alle maten die gemeten moeten worden moeten op de
tekening vermeld staan, wanneer de gleuf belangrijker is
(bijvoorbeeld als geleiding) moet voor maataanduiding
1 worden gekozen.
Geen lijnen van de tekening gebruiken als maatlijn (wel
als hulpmaatlijn).
2 IW WERKTUIGBOUWKUNDIG TEKENEN
githo nijlen 24
Maten slechts eenmaal weergeven.
Maten die bepalend zijn voor een element moet men
zoveel mogelijk groeperen en plaatsen in het aanzicht
dat het duidelijkst dat element weergeeft.
2 IW WERKTUIGBOUWKUNDIG TEKENEN
githo nijlen 25
Maatlijnen mogen geen andere lijnen (hulpmaatlijnen,
volle lijnen en andere maatlijnen) snijden.
Hulpmaatlijnen mogen elkaar snijden.
Hulpmaatlijnen loodrecht op het element waar men de
maat zal van aanduiden.
2 IW WERKTUIGBOUWKUNDIG TEKENEN
githo nijlen 26
Bij conische werkstukken mogen de hulpmaatlijnen
schuin getekend worden.
Maatgetallen moeten altijd leesbaar zijn van onder en/of
van rechts. Ze moeten ook steeds boven de maatlijn
geplaatst worden.
2 IW WERKTUIGBOUWKUNDIG TEKENEN
githo nijlen 27
Bij plaatsgebrek mag de maatpijl vervangen worden
door een bolletje en het maatgetal verplaatst worden.
Zonder rekening te houden met de schaal van de
tekening geeft men altijd de maten van de werkstukken
aan.
2 IW WERKTUIGBOUWKUNDIG TEKENEN
githo nijlen 28
VOORBEELDEN
Voor de maten van stralen slechts één pijltje tekenen aan
de binnenkant van de boog. Bij plaatsgebrek aan de
buitenkant. Het middelpunt aanduiden door een duidelijk
punt.
Bij omwentelingslichamen die slechts door één aanzicht
weergegeven zijn of wanneer verwarring mogelijk is,
worden de diametermaten voorafgegaan door het
symbool ø.
Hetzelfde geldt voor vierkante stukken, maar met het
symbool □.
De straalmaten worden voorafgegaan door R.
Van afschuiningen geeft men steeds de twee maten van
afschuining.
Van soevereinen geeft men één maat en één hoekmaat.
Is deze hoekmaat 45°, dan mag ze gegeven worden
zoals in de figuur.
2 IW WERKTUIGBOUWKUNDIG TEKENEN
githo nijlen 29
ONTVOUWINGEN
DOEL
Als we in een doosje (kubus of balk)wensen te maken in een metalen
plaat kunnen wij dit door op de plaat een ontvouwing te tekenen van
dat doosje.
Ontvouwingen worden veel gebruikt in de plaatbewerking. De dikke
lijnen stellen de omtrek van de plaat voor en de dunne lijnen de
plooilijnen.