chemie - ua.ac.be · pdf fileje kan daarom zonder overdrijven stellen dat chemie overal...

56
bacheloropleiding 2009 Chemie faculteit wetenschappen

Upload: buidat

Post on 08-Feb-2018

226 views

Category:

Documents


2 download

TRANSCRIPT

bach

elor

opleiding

2009

Chemiefaculteit wetenschappen

| 2

Colofon

Redactie Departement Studentgerichte Diensten Departement Chemie

Vormgeving E. Willockx

Fotografie J. Crab, Photo Alto, Photo Disc

Deze brochure is met grote zorg samengesteld. Studieprogramma’s veranderen echter voortdurend. Het is daarom mogelijk dat het vakkenaanbod van de ver-schillende studierichtingen enigzins afwijkt van de informatie in deze brochure.

3 |

Inhoud

Voorwoord 5Waarom aan de Universiteit Antwerpen studeren? 6 Studentgerichtheid 6 Innoverende academische opleidingen 6 Infrastructuur 6 Vorming 7 Antwerpen 7

De opleiding Chemie 8 Wat is Chemie? 8 Waarom Chemie studeren? 8 Waarom Chemie studeren in Antwerpen? 9 Bachelor in de Chemie 9 Master in de Chemie 10

Onderwijs en examens 11 Onderwijs 11 Studiepunten 11 Semestersysteem - examens 12 Internationaal 13

Waar kan je met je diploma aan de slag? 14

Toelatingsvoorwaarden en voorkennis 16 Toelatingsvoorwaarden 16 Voorkennis 16 Gaten in je voorkennis? Je kan er iets aan doen! 16 Heb je keuzemoeilijkheden? 17

Studiebegeleiding 18 Overgang van het secundair onderwijs naar de universiteit 18 Overbruggingsonderwijs in de maand september 18 Algemene studie- en studentenbegeleiding 18 Vakspecifieke begeleiding tijdens het academiejaar 20

Studieprogramma 21 Bachelor eerste jaar 21 Bachelor tweede jaar 22 Bachelor derde jaar 23

| 4

Inhoud

Masteropleiding chemie 24

Opleidingsonderdelen 26 Bachelor eerste jaar 26 Bachelor tweede jaar 32 Bachelor derde jaar 38

Studie- en studentenvoorzieningen 47 Cursusdienst 47 Sport 47 Computerfaciliteiten 48 Studentenrestaurants 48

Studentenverenigingen 49

Hoe bereik je makkelijk de campussen? 50 Wegbeschrijving 50 Met de bus 50 Met de trein 50

Plattegrond van de campussen 51 Stadscampus 51 Campus Groenenborger 52 Campus Middelheim 53 Campus Drie Eiken 54

Bijkomende informatie 55 Provinciale informatiedagen 55 Informatiedagen aan onze instelling 55 Brochures over andere opleidingen 55 Internet 55 STudenten Informatie Punt (STIP) 56 Faculteit Wetenschappen Decanaat 56 Departement Chemie 56

5 |

Welkom bij de Universiteit Antwerpen. Je hebt je weg naar onze universiteit gevonden en je wenst wellicht wat meer informatie over onze instelling en de studierichtingen die wij bieden. Het boekje dat je nu ter hand neemt, brengt je al een hele stap vooruit in je keuzeproces.

De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit met 11.000 studenten. De bestaande opleidingen werden met ingang van het academiejaar 2004-2005 omgevormd naar de bachelor- en masterstructuur. Vanaf 2007-2008 zijn de masteropleidingen gestart die aansluiten op de academische bacheloropleidingen. Binnen de associatie wordt de samen-werking bevorderd met de Plantijnhogeschool, de Karel de Grote Hogeschool, de Hogeschool Antwerpen en de Hogere Zeevaartschool.

Studeren aan de universiteit is het begin van een nieuwe periode in je leven. Belangrijk is dat je je goed voelt op de universiteit van je keuze en dat je je nadien goed voelt met je behaalde diploma. Daarom stelt de Universiteit Antwerpen alles in het werk om je studietijd aangenaam te maken en de kwaliteit van de opleiding op topniveau te houden. Onze opleidingen worden regelmatig bijgestuurd en aangepast aan de maatschappelijke evolutie.

Als je naar één van onze informatiedagen komt, zal je merken dat het aangenaam is om aan de Universiteit Antwerpen te studeren. Zowel onze medewerkers als studenten zullen je er graag over vertellen en kijken alvast uit naar de kennismaking!

Prof. dr. Alain VerschorenRector Universiteit Antwerpen

Voorwoord

| 6

Waarom aan de Universiteit Antwerpen studeren?

StudentgerichtheidDe Universiteit Antwerpen staat voor studentgerichtheid. Dit betekent onder andere dat je zoveel mogelijk college volgt in kleine groepen, hetgeen een vlotte interactie mogelijk maakt. De kleine afstand tussen studenten en het docentencorps zorgt ervoor dat je bij je profs terecht kan met allerlei vragen en problemen.

De vlotte communicatie tussen docenten, assistenten en studenten wordt mee ondersteund door de digitale leeromgeving Blackboard; dit biedt ook nieuwe kansen voor een interactief onderwijssysteem.

Studenten worden bovendien ook uitgenodigd om actief deel te nemen aan het beleid: in verschillende adviesorganen en raden zijn zij vertegen-woordigd. Tenslotte is de Universiteit Antwerpen bekend voor haar goede studentenbegeleiding en -ondersteuning, waarbij wordt ingespeeld op de individuele noden van alle studenten.

Innoverende academische opleidingen De Universiteit Antwerpen biedt innoverende academische opleidingen, waarbij de opleidingen zowel oog hebben voor theorie als voor praktijk. De opleidingen zijn stevig verankerd in sterk wetenschappelijk onderzoek, dat ook interna tionale faam geniet.

De academische ‘ivoren’ toren werd reeds lang geleden gesloopt: academici hechten veel belang aan een voortdurende uitwisseling met de steeds evo-luerende samenleving. Bij je studie aan de Universiteit Antwerpen staat niet zozeer het memoriseren van feitenkennis centraal: je verwerft de relevante kennis en vaardigheden die je nodig hebt om beroepsrelevante opdrachten en problemen op te lossen. De BaMa-structuur werd gezien als een kans tot vernieuwing en verbetering. Nieuwe opleidingen werden ingevoerd, keuze-mogelijkheden binnen bestaande opleidingen verruimd.

InfrastructuurVoor haar onderwijs beschikt de Universiteit Antwerpen over de meest moderne infrastructuur: goed uitgeruste les- en computerlokalen, labo-ratoria, bibliotheken en studielandschappen. In alle publieke ruimten zijn er “hotspots” waar je draadloos kan surfen. De laatste jaren werd ook grootschalig geïnvesteerd in nieuwe gebouwen om het toenemend aantal studenten op te vangen en hen een aangename leeromgeving te bieden.

7 |

Waarom aan de Universiteit Antwerpen studeren?

De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit, met meer dan 10 000 studenten, verspreid over vier campussen en zeven faculteiten. De campussen Middelheim, Groenenborger en Drie Eiken liggen aan de stads-rand, in een groene omgeving. De campussen Middelheim en Groenenbor-ger grenzen aan het openluchtmuseum voor Beeldhouwkunst Middelheim en het Nachtegalenpark. Studeer je op campus Drie Eiken dan kan je volop genieten van de groene oase van Fort VI en de mooie vijvers rondom de campus. De Stadscampus, met zijn kern van prachtig gerenoveerde 16de-eeuwse gebouwen, ligt in hartje Antwerpen. De opleiding Chemie is gesitueerd op de campussen Groenenborger en Drie Eiken.

VormingDe Universiteit Antwerpen wil niet alleen opleidingen aanbieden, maar ook een brede vorming. Jonge mensen laten opgroeien tot professionelen met een kritische ingesteldheid, een tolerante en constructieve houding. De Uni-versiteit Antwerpen kiest resoluut voor pluralisme en verwelkomt diversiteit in haar curricula, personeel en studenten.

AntwerpenTenslotte kies je voor de stad Antwerpen. Studeren is meer dan met je neus in de boeken zitten. Wie in Antwerpen komt studeren, kiest voor een studentenstad. Antwerpen is, naast een universiteitsstad, een bruisende metropool met een uniek cultuurhistorisch aanbod, een wereldhaven, een overvloed aan cafés en restaurants, clubs, gezellige pleintjes, cultuur, architectuur, mode, sportinfrastructuur, .... Kortom: een stad waarin Antwerpenaars, bezoekers en studenten graag wegzinken.

Speciaal voor de lancering van de nieuwe huis-stijl van de Universiteit Antwerpen, schreef Pieter Embrechts een lied “U Aan het woord”. In deze brochure vertellen wij graag over onze universiteit, daarna is het woord aan “A”!

| 8

De opleiding Chemie

Wat is Chemie?Chemie is de wetenschap die de materie bestudeert op het niveau van atomen en moleculen, d.w.z. hoe atomen zich verbinden tot moleculen, hoe moleculen onderling reageren tot nieuwe moleculen of hoe moleculen samen supramoleculaire structuren opbouwen.

Het domein van de chemie is zeer uitgebreid en ook steeds in beweging. Daardoor zijn er subdisciplines ontstaan zoals organische chemie, anorga-nische chemie, analytische chemie, etc. . Ook is de chemie verweven met andere wetenschappen, zodat specialiteiten ontstaan zoals fysicochemie, biochemie, geochemie, kristalchemie, kosmochemie en vele andere. Soms groeien disciplines ook weer naar elkaar toe zoals in de organometaal-chemie.

Je kan daarom zonder overdrijven stellen dat chemie overal tegenwoordig is en daardoor vind je chemici op de meest diverse plaatsen. Zo dragen chemici bijvoorbeeld hun steentje bij tot het oplossen van vele milieuproble-men, door o.a. het bedenken van milieuvriendelijkere syntheseprocessen, meer energie besparende ontwikkelingen, productie van beter recycleerbare materialen, etc.

Waarom Chemie studeren? Wie chemie begrijpt, begrijpt ook het gedrag en de eigenschappen van mate-rialen en stoffen. Zo kan je ook het gedrag en de eigenschappen van mate-rialen optimaal gebruiken om er nuttige dingen mee te doen: geneesmid-delen maken, betere en meer milieuvriendelijke producten, catalysatoren voor rookgaszuivering, biomaterialen, etc. Slechts als we betere producten maken met behoud - en niet ten koste van - energie, grondstoffen en milieu komen we tot duurzame ontwikkeling. De eenvoudige technologische verbeteringen zijn al gebeurd. Er is nu creativiteit en expertise van chemici nodig om nieuwe wegen in te slaan ...

9 |

De opleiding Chemie

Waarom Chemie studeren in Antwerpen?De Universiteit Antwerpen is een jonge en dynamische gemeenschap waar de drempel tussen studenten en lesgevers erg klein is: docenten leiden jonge mensen op om als toekomstige collega’s samen aan een betere wereld te werken.

De Universiteit Antwerpen heeft zich in haar korte bestaan opgewerkt tot een wereldspeler op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. Studen-ten krijgen niet alleen een opleiding maar komen in contact met de meest vooruitstrevende aspecten van de vooruitgang.

Bachelor in de ChemieDe drie jaar durende bacheloropleiding volg je op de campus Groenenborger.

Het bachelorprogramma Chemie biedt een algemene wetenschappelijke vorming en een grondige inleiding in de chemische, fysische en wiskundige basisdiciplines, zowel theoretisch als praktijkgericht. De basiscursussen algemene en organische chemie zijn erop gericht het chemisch denken te stimuleren.

Het totale aantal contacturen bedraagt ong. 600u. per studiejaar. Zowel theorie als practica komen aan bod. Oefeningen en toepassingen worden in kleine groepen doorgenomen om het inzicht in de stof te verhogen.

Ter voorbereiding van de verschillende keuzemogelijkheden in de Masterop-leiding wordt een eerste reeks keuzevakken voorzien.

Studenten die in het eerste of tweede bachelorjaar geslaagd zijn, kunnen onder bepaalde voorwaarden nog overschakelen naar een andere studie-richting in de wetenschappen.

| 10

De opleiding Chemie

Master in de ChemieIn de masteropleiding wordt de chemie met zijn vele deeldisciplines verder theoretisch uitgediept en worden geavanceerde experimentele technieken aangeleerd. Het betreft hier de anorganische en de organische chemie, de fysische en theoretische chemie, de analytische chemie en de industriële chemie. Er wordt één enkele afstudeerrichting aangeboden, met als opties “Onder-zoek en Ontwikkeling”, “Onderwijs” en “Bedrijf en Maatschappij”.

Het masterprogramma bestaat enerzijds uit een aantal verplichte vakken en anderzijds uit keuzevakken die de student samenvoegt tot een pakket. De keuzevakken sluiten nauw aan bij het onderwerp van de eindverhandeling. Zowel in de keuzevakken als in het wetenschappelijk onderzoek komt de zorg voor het milieu sterk aan bod.

11 |

Onderwijs en examens

Onderwijs Voor de meeste vakken worden hoorcolleges georganiseerd. Je volgt in groep een uiteenzetting van de docent, al dan niet ondersteund door audio-visueel materiaal. Voor bepaalde vakken zijn er ook werkcolleges, waar de leerstof uit de hoorcolleges in kleinere groepen wordt uitgediept en ingeoefend.

Als universiteitsstudent leer je zelfstandig, kritisch en probleemoplossend denken. Je bepaalt zelf je studietempo en bereidt tussentijdse evaluatie-momenten voor. Zo krijg je de nodige bagage en ontwikkel je de nodige creativiteit om een grote diversiteit aan problemen te behandelen. Dit heeft tot gevolg dat het bedrijfsleven voor de invulling van hogere functies de voorkeur geeft aan universitairen.

De digitale leeromgeving Blackboard speelt in deze context een grote rol. Opdrachten worden via dit medium doorgegeven en interactief verwerkt en je kan docenten te allen tijde om feedback vragen.

Het contact met professoren en assistenten is niet altijd even intens als met je leerkrachten in het secundair onderwijs, maar je wordt allerminst aan je lot overgelaten. Wanneer je zelf het initiatief neemt om hulp te zoeken, zijn deze mensen zeker bereid een antwoord of oplossing te formuleren voor je vragen of problemen. Het uitgebreide gamma aan begeleidingsmogelijkhe-den wordt verderop in deze brochure besproken.

StudiepuntenDe studieomvang van elke opleiding wordt uitgedrukt in studiepunten. Een voltijds academiejaar telt voor 60 studiepunten. Deze norm werd overgeno-men van het Europees ECTS-project (European Community Course Credit Transfer System). Deze studiepunten zijn een relatieve maatstaf voor de studieomvang van de opleidingsonderdelen in het jaarprogramma.

De volledige bacheloropleiding Chemie omvat 180 studiepunten, de master-opleiding 120 studiepunten. Elk studiepunt komt overeen met een studietijd van 25 tot 30 uren. Hierin zijn zowel het bijwonen van de colleges of practica, de voorbereidingstijd en het studeren voor de examens vervat. De studietijd van een voltijds academiejaar varieert van 1500 tot 1800 uren studie. Het aantal studiepunten van een opleidingsonderdeel zegt dus veel meer over hoeveel tijd je er uiteindelijk aan zal besteden, dan enkel het aantal uren dat

| 12

je les hebt. De normen zijn overal in Vlaanderen en in Europa gelijkaardig, dus gemakkelijk vergelijkbaar.

Semestersysteem - ExamensHet academiejaar wordt verdeeld in twee semesters, met een examen-periode na elk semester. In januari leg je examens af voor ongeveer de helft van het jaarprogramma, in juni voor de overige vakken van de eerste zittijd. Voor wie niet geslaagd is na de eerste zittijd, wordt in september de tweede zittijd ingericht.

Door de flexibilisering in het hoger onderwijs bestaan er geen “studiejaren” meer. Wel worden nog modeltrajecten vastgesteld. Als je voor een voltijds modeltraject kiest, rond je een bacheloropleiding (180 sp) af in drie jaar tijd: 60 studiepunten per jaar. Wanneer je geslaagd bent voor een opleidingson-derdeel en dus minstens 10 op 20 behaalt, verwerf je een creditbewijs dat overeenkomt met het aantal studiepunten van dit opleidingsonderdeel.

Zelfs indien je niet alle creditbewijzen voor je studieprogramma behaalt, mag je verder met je studie. De faculteit moet dan je programma - een geïndividualiseerd traject of GT - goedkeuren. Omdat de studieprogram-ma’s volgens een logische volgorde werden ingebouwd, zijn er voorwaarden vastgelegd om welbepaalde vakken al te mogen volgen. Dit noemt men volgtijdelijkheid.

Je slaagt voor een opleiding als je creditbewijzen haalt voor alle opleidings-onderdelen van de opleiding.

Dankzij de nieuwe bachelor- en masterstructuur en het flexibiliserings-systeem heb je als student meer keuzemogelijkheden gekregen om je studieprogramma in te vullen. In elke faculteit adviseren studietrajectbe-geleiders over de samenstelling van je programma en over de aangeboden keuzemogelijkheden.

Onderwijs en examens

13 |

Het is echter belangrijk voldoende vooruitgang te boeken in je studietraject en in een redelijke tijd je diploma te behalen. Daarom heeft de Universiteit Antwerpen een systeem van studievoortgangbewaking en -begeleiding opgezet; de faculteit zal je studieprestaties volgen en kan je bindende voorwaarden opleggen wanneer je niet de helft van de studiepunten van het goedgekeurde studieprogramma van het academiejaar hebt behaald!

De volledige examenregeling (examenreglement) vind je terug op www.ua.ac.be/OER.

Tijdens de examens kan je met problemen (examenregeling, uitstel van examen, onderbreking of definitief stopzetten van examens, conflict met de docent) terecht bij de ombudspersoon. De ombudspersoon zorgt ervoor dat het examenreglement correct wordt opgevolgd en bemiddelt tussen studen-ten en docenten. De ombuds is ook aanwezig bij de deliberatie en kan, op basis van verzachtende omstandigheden zoals ziekte of ongeval, je “zaak” bepleiten. Je kan steeds de gegevens van jouw ombudspersoon terugvin-den op de website van de Universiteit Antwerpen: www.ua.ac.be, onder de rubriek ‘huidig student’, ombudspersoon.

InternationaalDe Universiteit Antwerpen neemt actief deel aan de Europese uitwisselings-programma’s zoals ERASMUS. Elk jaar studeert een aanzienlijk grote groep studenten één semester aan een buitenlandse universiteit.

In het kader van het ERASMUS-programma heeft de Universiteit Antwerpen samenwerkingsakkoorden gesloten met heel wat universiteiten in West- en Centraal Europa. Maar de Universiteit Antwerpen kijkt verder dan Europa. Op bilaterale basis (buiten het kader van ERASMUS) werden wereldwijd uitwisselingsprogramma’s uitgewerkt. In het kader van Internationale Ontwikkelingssamenwerking kan je met een beurs een aantal maanden in een ontwikkelingsland studeren. Je studieperiode aan één van de buiten-landse partneruniversiteiten wordt erkend als onderdeel van je studie aan de Universiteit Antwerpen.

Onderwijs en examens

| 14

BeroepsmogelijkhedenAlhoewel je eventueel reeds na het behalen van je academische bachelor op de arbeidsmarkt terecht kunt, wellicht in eerder uitvoerende functies, is het toch aangewezen minstens verder te studeren voor een masterdiploma.

De mogelijkheden met het masterdiploma zullen vergelijkbaar zijn met de beroepsmogelijkheden met het licentiaatdiploma scheikunde.

Meer dan de helft van de afgestudeerden blijven een aantal jaren actief in het wetenschappelijk onderzoek om een doctoraat in de scheikunde te behalen. Voor uitgesproken leidinggevende en kaderfunctie is het docto-raatsdiploma een vereiste.

Chemici worden tewerkgesteld inBedrijven, van K.M.O.’s tot multinationals, die actief zijn op zeer diverse domeinen zoals petrochemie, metallurgie, fotochemie, farmaceutische chemie en vele andere die sterk vertegenwoordigd zijn in het Antwerpse havengebied en in de regio Antwerpen-Mechelen-Brussel. Zowat alle bedrijfstakken hebben met chemie te maken. Ze hebben chemici nodig voor de productie, de kwaliteitsbeheersing, de productverbetering, de verkoop, maar ook voor de afvalwaterverwerking en het milieubeleid.

Waar kan je met je diploma aan de slag?

15 |

Waar kan je met je diploma aan de slag?

Het onderwijs, zowel middelbaar (technisch en algemeen vormend) als hoger onderwijs (universitair en niet-universitair).

Fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek: aan de universi-teiten, onderzoeks- en ontwikkelingscentra, klinische, private of openbare laboratoria.

Federale en Vlaamse overheidsinstanties belast met controle van voedsel en drinkwater, onderzoek naar de kwaliteit van lucht, water en bodem. Gezien de steeds strengere normen inzake arbeidsveiligheid en milieu zijn ook scheikundigen werkzaam als veiligheidscoördinator en milieucoördinator waarvoor de Universiteit Antwerpen reeds vele jaren opleidingen organiseert.

Uit een bevraging bij de afgestudeerden van de periode 1993-2001 blijkt dat ongeveer de helft van scheikundigen die de enquête beantwoordden, tewerkgesteld zijn in multinationale ondernemingen, 20 % in het hoger onderwijs buiten de universiteit en 20 % in openbare dienst.

Gezien het belang van de petrochemische sector in het Antwerpse havenge-bied en van de aanwezigheid van multinationale chemische bedrijven in de regio Antwerpen-Mechelen-Brussel is dit niet verwonderlijk.

In de chemische industrie zijn scheikundigen tewerkgesteld in productie- milieu- en commerciële functies.

Verder zijn ook tal van federale en Vlaamse overheidsinstanties belast met controle van voedsel en drinkwater, onderzoek naar de kwaliteit van lucht, water en bodem.

Gezien de steeds strengere normen inzake arbeidsveiligheid en milieu zijn ook scheikundige werkzaam als veiligheidcoördinator en milieucoördinator waarvoor de Universiteit Antwerpen reeds vele jaren opleidingen organiseert.

Gezien het beperkt aantal chemici dat jaarlijks op de arbeidsmarkt komt, biedt deze studierichting zelfs in de huidige economische conjunctuur, zeker gunstige toekomstperspectieven.

| 16

Toelatingsvoorwaarden en voorkennis

ToelatingsvoorwaardenOm toegelaten te worden tot een universitaire studierichting, moet je be-schikken over een diploma van het hoger secundair onderwijs. Een diploma van het hoger onderwijs van één cyclus geeft eveneens toegang tot het universitair onderwijs.

Buitenlandse studenten en studenten met een buitenlands diploma nemen best contact op met de studentenadministratie.

VoorkennisInteresse en aanleg voor chemie, maar ook voor andere exacte wetenschap-pen, zijn de belangrijkste vereisten. Een zekere handigheid en nauwkeurig kunnen werken komen goed van pas, zeker bij werk in het laboratorium. Besef dat het aantal uren dat je in een laboratorium doorbrengt een groot deel van je studietijd zal innemen. Overweeg of je ook wel fysiek geschikt bent voor deze studie.

Voor de cursussen scheikunde is er geen directe voorkennis vereist. De cursussen starten vanaf nul; de leerstof begint met een herhaling van wat in het secundair onderwijs reeds gegeven werd, maar de benadering gebeurt vanuit een ander oogpunt: begrijpen, opbouwen en toepassen is belang-rijker dan iets “kennen”. Een chemicus maakt dikwijls gebruik van parate kennis, een goed geheugen helpt hierbij. Zoals voor alle universitaire studies is doorzettingsvermogen, wilskracht en regelmatige werklust een absolute vereiste.

Gaten in je voorkennis? Je kan er iets aan doen!Vrees je een tekort in je voorkennis voor wiskunde, dan kan je in de maand september speciale overbruggingslessen volgen. Hierover lees je verder meer. Algemeen mag je stellen dat studenten die in hun vooropleiding in de laatste twee jaren van het secundair onderwijs ten minste zes uren wiskunde per week kregen, geen grote problemen ondervinden met deze studierichting.

17 |

Toelatingsvoorwaarden en voorkennis

Heb je keuzemoeilijkheden?Misschien heb je nog geen antwoord op al je vragen of twijfel je nog tussen bepaalde richtingen. Wordt het chemie of misschien toch die andere richting die zo interessant lijkt? Welke studierichting is meer theoretisch en welke biedt meer toepassingen en is meer praktisch gericht? Op de infodagen in de maanden maart en april kom je er meer over te weten. Je kan ook steeds een afspraak maken met één van de medewerkers van het STudenten Informatie Punt (STIP).

Wil je je keuze eens bespreken met een professor uit de chemie, neem dan contact op per e-mail met: Prof. Wouter Herrebout ([email protected]) of Prof. Luc Van Vaeck ([email protected]).

| 18

Studiebegeleiding

Overgang van het secundair onderwijs naar de universiteitAan de universiteit ben je meer dan ooit verantwoordelijk voor jezelf. De manier waarop je studeert en het academiejaar indeelt moet je aanpassen aan je persoonlijk studeervermogen. Deze vaardigheid onder de knie krijgen is voor een “eerstejaarsstudent” niet altijd eenvoudig. Je wordt immers tegelijkertijd geconfronteerd met een aanzienlijke hoeveelheid leerstof en met een examensysteem waar je geen ervaring mee hebt. De medewerkers van de dienst Studieloopbaanbegeleiding kunnen je helpen. Hier kan je het hele academiejaar terecht voor algemene studiebegeleiding.Hierna geven we een kort overzicht van elk van de geboden diensten.

Overbruggingsonderwijs in de maand septemberGedurende twee weken voorafgaand aan het academiejaar (september) worden overbruggingslessen wiskunde en studiemethodiek ingericht.

Het overbruggingsonderwijs steunt op drie pijlers: herhaling, remediëren en kennismaking. In grote lijnen wordt de voorkennis herhaald die nodig is om de gekozen studierichting goed voorbereid aan te vatten. Voor hen die vaststellen dat de voorkennis niet op peil is, worden remediëringslessen voorzien.

Tenslotte biedt het overbruggingsonderwijs de gelegenheid om in een ont-spannen sfeer kennis te maken met de nieuwe studieomgeving, lesgevers en medestudenten.

De overbruggingslessen zijn gratis en niet verplicht. Het rooster is zo opge-steld dat iedere student een eigen lessenpakket kan samenstellen.

Algemene studie- en studentenbegeleidingTijdens het academiejaar kan je terecht bij de dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding, zowel met studie- als met persoonlijke problemen. Zowel groepsactiviteiten als individuele begeleiding zijn volledig gratis. Afspraken met de begeleiders van deze dienst kan je maken via het STudenten Informatie Punt (STIP).

StudiekeuzeDe dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding geeft je advies over je studiekeuze, eventueel heroriëntatie en helpt je bij alle keuzemomenten van

19 |

Studiebegeleiding

het begin van je studieloopbaan tot bij het afstuderen. De dienst werkt ook mee aan het Trampolineproject dat heroriëntatie beoogt wanneer blijkt dat de gekozen richting voor jou minder geschikt zou zijn.

Algemene studiebegeleiding: studievaardigheden en studieplanningStudentenbegeleiders organiseren trainingen en begeleidingen over studie-vaardigheden: studiemethode, studieplanning voor eerstejaarsstudenten. Na de examens van het eerste semester worden remediërende trainingen aangeboden (bv. uitstelgedrag aanpakken en examenstress onder controle krijgen). Je kan er ook terecht voor individuele begeleiding.

Psychosociale begeleidingOok wanneer je last hebt om je te concentreren, twijfelt aan je studiekeuze, kampt met examenangst of persoonlijke problemen zoals het afspringen van een relatie, ernstige ziekte in je onmiddellijke omgeving, ... kan je een afspraak maken met een studentenbegeleider.

Indien nodig wordt een individuele begeleiding opgestart of word je door-verwezen naar gepaste trainingen in kleine groepjes. Dit gebeurt steeds op vrijwillige basis.

Het aanbod aan individuele, groepsgerichte en digitale begeleiding wordt in het begin van elk semester bekend gemaakt in alle mogelijke publicaties voor studenten. Je vindt ook heel wat informatie op de website www.ua.ac.be/adstud of www.ua.ac.be/studentenportaal.

Begeleiding van studenten met specifieke noden: aanvragen bijzondere faciliteiten

Studenten met functiebeperkingen (fysische handicap of chronische ziekte, leerstoornis zoals dyslexie, ADHD, psychische problemen ...) of met bijzon-dere vragen omwille van sport op topniveau of kunstbeoefening kunnen via de Dienst voor studieadvies en studentenbegeleiding bijzondere faciliteiten voor onderwijs en/of examens aanvragen. Dit is voorzien in het Onderwijs- en examenreglement van de Universiteit Antwerpen.

Na het indienen van je aanvraag, word je uitgenodigd voor een intake-gesprek met een studentenbegeleider. In onderling overleg worden de nodige afspraken gemaakt. Als je dossier helemaal in orde is en voorzien van

| 20

de nodige attestering zal de dienst je dossier ter goedkeuring voorleggen aan de rector. Vervolgens kunnen bepaalde faciliteiten toegekend worden.

Vakspecifieke begeleidingMet je vragen over de cursus kan je steeds terecht bij de docent die deze cur-sus doceert of bij zijn of haar assistent(en). Gewoon aankloppen en meestal word je direct geholpen. Zoniet maak je vooraf een afspraak.

Onderwijsassistenten geven extra begeleiding o.a. voor vakken als wiskun-de, chemie en fysica. In groepsessies worden de gekende knelpunten van de cursus behandeld. Deze begeleiding bestaat doorgaans uit een herhaling van de essentie van de theorie, waarna deze wordt toegepast in oefeningen. Het voornaamste verschil tussen de sessies en de lessen is de grote wissel-werking (vragen, bijsturing, ...) tussen de studenten en de begeleider.

Individueel wordt er ook de mogelijkheid geboden om vragen te stellen over onderwerpen die buiten de sessies vallen. Deze vragen worden meestal behandeld in groepen van enkele personen.

Tot slot kunnen de studenten de gemaakte oefeningen steeds ter verbete-ring voorleggen aan de onderwijsassistenten.

Wens je begeleiding voor andere vakken dan wiskunde, chemie of fysica dan vraag je best informatie aan de studentenbegeleiders. Zij beschikken over een aantal adressen van contactpersonen waar je terecht kan.

Ook ouderejaarsstudenten zijn vaak bereid om eerstejaars te helpen of te begeleiden met hun studieproblemen. Informeer hiervoor bij de sociale diensten of via Jobweb.

Onthoud vooral dat je niet met je vragen mag blijven zitten tot het te laat is. Professoren, assistenten, studiebegeleiders en de medewerkers van Studie-loopbaanbegeleiding zijn er om je zo goed mogelijk te helpen.

Studiebegeleiding

21 |

NotaDe indeling in uren theorie (Th.) en praktijk (Pr.) is in werkelijkheid niet altijd even scherp als hier weergegeven. Sommige vakken bieden een mengvorm van klassieke lessen, zelfstudie en praktisch werk. De studiepunten geven een goed beeld van de relatieve tijdsbesteding die verwacht wordt voor elk opleidingsonderdeel.

Studieprogramma Bachelor eerste jaar

Zoek je een voorbeeld van een collegerooster? Surf dan naar www.ua.ac.be/collegeroosters . Daar vind je een overzicht van de huidige collegeroosters.

Th = aantal uren theoriePr = aantal uren practicumSp = studiepunten

Vak Th. Pr. Sp.

Toegepaste wiskunde I 30 30 6Toegepaste wiskunde II 30 30 6Beginselen van de chemie I 60 20 9Beginselen van de chemie II 45 30 8Organische chemie 25 10 4Practica: experimentele vaardigheden inclusief veiligheid in het lab

10 110 6

Practica: uitdieping experimentele vaardigheden 20 3Fysica I 74 24 9Celbiologie en genetica 45 20 6Chemie en samenleving 30 3

totaal 349 294 60

| 22

Studieprogramma Bachelor tweede jaar

Vak Th. Pr. Sp.

Dynamica en symmetrie van moleculen 30 3Organische reacties 40 15 6Practica: organische reacties 100 5Materiaalkunde 35 4Analytische chemie 25 60 7Fysica II 75 24 9Chemische thermodynamica 30 4Biomoleculen en polymeren 25 10 4Moleculaire herkenning: spectroscopische methoden 15 15 4Toegepaste wiskunde 30 30 5Scheidingsmethoden 30 25 5Fysische electrochemie en colloidchemie 40 4

totaal 375 279 60

23 |

Vak Th. Pr. Sp.

Algemene vakkenHeterocyclische chemie 25 3Practica: organische synthesen 40 3Instrumentele analyse 40 40 7Kwantumchemie 15 15 3Kinetiek van gassen en chemische reacties 30 3Practica: fysische chemie 90 5Fysische grondslagen van de spectroscopie 15 10 3Duurzame ontwikkeling en milieu 25 5 3Levensbeschouwing 30 3

Profileringsruimte 15 sp te kiezen uit lijst met keuzevakken 1512 sp projectwerk incl. scriptie: korte stage 12

binnen één van de onderzoeksgroepen van het departement Chemie

Totaal 170 210 60

Studieprogramma Bachelor derde jaar

Keuzevakken Sp.

Statistiek en kansberekening 6Organische milieuchemie en duurzame ontwikkeling 3Moleculaire herkenning II 3Computationele chemie: rekenen aan moleculen en vaste stoffen 3Plasmatechnologie 3Wetenschappelijke rekenomgevingen 3Nucleaire chemie en radioprotectie 3Inleiding tot de massaspectrometrie 3Disconnectie benadering 3Inleiding tot programmeren 6

| 24

Masteropleiding Chemie

Sem. Optie Onderzoek en ontwikkeling

Optie Onderwijs

Optie Bedrijf en maatschappij

1ste sem vaste stam vaste stam /

lerarenopleiding vaste stam

2de sem profileringsruimte profileringsruimte /

lerarenopleiding profileringsruimte

3de sem chemie en industrie chemie en industrie /

lerarenopleiding chemie en industrie

4de sem

masterproef in het departement chemie

masterproef in het departement chemie

masterproef met industriële finaliteit

De masteropleiding Chemie is als volgt gestructureerd:

De doelgroep van de optie “Onderzoek en Ontwikkeling” zijn studenten die via een doctoraat hun loopbaan beginnen, veelal in de R&D afdeling van een bedrijf. Met het behalen van hun doctoraat hebben zij aangetoond een origineel wetenschappelijk project over middellange termijn te kunnen uitvoeren en beschikken zij over de competenties om als onderzoeksleider een team te kunnen coördineren. In tegenstelling tot de traditionele visie, waarbij een opleiding tot doctor sterk gericht wordt op het doctoraatsonderzoek, vernieuwt de Universiteit Antwerpen met dubbele visie. Het aspect onderzoek wordt grondig uitgediept via de profileringsruimte, waarbij een ruim gamma aan keuzevakken wordt aangeboden, en een uitgebreide masterproef, die de studenten actief betrekt bij het onderzoek. Tegelijkertijd blijft de link naar de ultieme finaliteit, nl. een loopbaan in een bedrijfsom-geving, sterk aanwezig. In het tweede jaar van de masteropleiding worden specifieke inzichten en vaardigheden verworven in de module “Chemie en industrie”, zodat studenten na hun doctoraat de taak van onderzoeksleider in een bedrijf efficiënt kunnen aanvatten. De wetenschappelijke en economisch verantwoorde leiding van een team in een onderzoeks- of bedrijfsomgeving is dan ook een geïnte-greerde com petentie van elke doctor die aan de Universiteit Antwerpen wordt gevormd.

25 |

Masteropleiding Chemie

De doelgroep van de optie “Onderwijs” zijn studenten die hun weten-schappelijk inzicht en hun kennis maatschappelijk willen valoriseren door deze naar jonge generaties over te brengen. De noodzakelijke vaardig-heden op het gebied van onderwijskunde worden aangebracht vanuit de (vak)didactische expertise aanwezig in het Instituut voor Onderwijs- en Informatiewetenschappen (IOIW).

De doelgroep voor de optie “Bedrijf en Maatschappij” zijn studenten die zich in het bedrijfsleven of in overheidsdiensten willen inzetten. Om met een masterdiploma aan de slag te gaan is zowel veelzijdigheid (d.w.z. een multi-inzetbaarheid door een grondige beheersing van de vele chemische subdisciplines) als vertrouwdheid met de structuur, de randvoorwaarden en het management van een bedrijf of overheidsdienst vereist. Om de nodige competenties aan te leren is er tijdens de opleiding een langdurige stage en een masterproef in de chemische industrie voorzien. De gelegde klem tonen zijn UNIEK voor Vlaanderen en voegen een effectieve meerwaarde toe aan de masters t.o.v. de vroegere licentiaten.

Meer informatie vind je in de brochure “Chemie - deel 2 masteroplei ding” of op de website: www.ua.ac.be/masters

| 26

Beginselen van de chemie IIn deze cursus worden de noodzakelijke begrippen ivm atoomstructuur en molecuulstructuur behandeld, en wordt bekeken hoe we, vertrekkende vanuit de eigenschappen van een enkele molecule, macroscopische eigenschappen kunnen modelleren / verklaren. Belangrijke topics die hierbij aan bod komen zijn o.a.:- ontwikkeling van het atoommodel;- ontwikkeling van MO-theorie: chemische binding in het H2+ ion,

diatomische homonuclueaire en heteronucleaire diatomische moleculen, polyatomische moleculen, hybridisatie-theorie, VSEPR-theorie, resonantie-theorie, ...;

- intermoleculaire krachten: elektrostatische interacties, polarisatie-interac-ties, London dispersiekrachten, waterstofbruggen;

- ideale en niet-ideale gassen, vloeistoffen en vaste stoffen.

Ervaringen opgedaan tijdens de voorbije jaren hebben aangetoond dat veel stu-denten last hebben met de basisbegrippen zoals stoechiometrie en concentra-ties. Tijdens de theoretische oefeningen aansluitend op dit opleidingsonderdeel worden de verschillende fundamenten herhaald en ingeoefend.

Beginselen van de chemie IIIn een eerste gedeelte van de cursus worden de basisbegrippen uit de chemi-sche thermodynamica aangeleerd, en wordt het begrip chemisch evenwicht behandeld. Hierbij wordt ruime aandacht besteed aan zuur-base evenwichten, oplosbaarheid en elektrochemie. Ook de basisbegrippen ivm reactiekinetiek worden behandeld. Belangrijk hierbij is het leren gebruiken van de aangeleerde modellen. Daarom dienen voldoende uren voorzien voor theoretische oefeningen.

Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar

www.ua.ac.be/wetenschappen -> onderwijs -> chemieIn deze brochure laten we je kennis maken met de inhoud van de opleidingsonderdelen van het eerste, tweede en derde jaar Bachelor Chemie. Op de website van de Universiteit Antwerpen onder www.ua.ac.be/wetenschappen > onderwijs > chemie > vakbeschrijvingen, vind je meer uitgebreide informatie over de begin- en eindtermen, inhoud, werk- en evaluatievormen en het noodzake-lijk en aanbevolen studiemateriaal.

27 |

Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar

In een tweede gedeelte van de cursus worden enkele belangrijke chemische producten, hun eigenschappen en hun bereidingswijzen besproken.

Celbiologie en genetica Wat is leven? Het gebied van de biologie. Water, de basis van leven. Chemische bouwstenen van leven: koolhydraten, vetten, eiwitten, nucleïnezuren. Het ontstaan van het leven. Prokaryotische en eukaryotische celstructuren: de plasmamembraan, het endoplasmatisch reticulum, de kern, het Golgi-apparaat, andere organellen, het flagellum.

Interacties van de cel met de omgeving, doorgang van materiaal in en uit de cel, intercellulaire verbindingen. Het neuron (structuur en functie) als voorbeeld van membraanwerking.

Energie en metabolisme, enzymen. ATP-productie, glycolyse, oxidatieve respira-tie, gisting. Fotosynthese, lichtafhankelijke en lichtonafhankelijke reacties.

Celdeling, mitosis, meiosis, gametogenese, bevruchting.

Genetica, wetten van Mendel, chromosomen, menselijke genetica, gedrag en erfelijkheid.

Synthese van eiwitten, transcriptie, translatie, genregulering. Mutaties en genetische manipulatie, kanker als voorbeeld van mutatie.

Evolutie, natuurlijke selectie, micro- en macro-evolutie.

Virussen, HIV als voorbeeld.

De structuur van de eukaryotische cel wordt gedemonstreerd met een licht-microscoop, evenals enkele weefsels, mitose en meiose, gametogenese en embryonale ontwikkeling.

Chemie en samenlevingIn een eerste deel wordt dieper ingegaan op de grote impact van chemie op ons leven, waarbij toepassingen van chemie bekeken worden in o.a. de voeding, de geneeskunde, cosmetica, textiel, kunststoffen, criminologisch onderzoek, technologische ontwikkelingen, verliefdheid, enz. Hierbij zullen de studenten de opdracht krijgen om ook zelf opzoekingen te doen, en een toepassing van chemie uit te leggen aan hun medestudenten.

| 28

Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar

In een tweede deel bekijken we de chemische aspecten van milieuvervuiling. Na een inleiding over het verband tussen meteorologie en de concentratie en ver-spreiding van luchtpolluenten, worden enkele belangrijke en actuele luchtpol-luenten besproken. Telkens worden de natuurlijke en antropogene bronnen, de mechanismen en interacties, de effecten, de remedies en de trends besproken, namelijk van: zwaveldioxide en verwante stoffen (“zure regen”), stikstofoxi-den, ozon en fotochemische smog, koolstofmonoxide, koolstofdioxide (“Global Climate Change”) en aerosolen (“PM2.5”).

In het laatste gedeelte laten we de studenten kennis maken met de chemische industrie, in al zijn aspecten, vermits dit het latere beroepsleven vormt voor de meeste afgestudeerde chemici. Er zal een overzicht gegeven worden van de verschillende chemische sectoren en producten, tewerkstelling, verschillende taken van chemici (productie, onderzoek en ontwikkeling, analyse, milieu en veiligheid, patenten, kwaliteitszorg,...), regelgeving naar milieu, veiligheid en kwaliteit,...

Fysica IDe cursus fysica beoogt een algemeen overzicht te geven van de wetten van de fysica. Het is een compromis tussen diepgang en volledigheid gezien het prak-tisch onmogelijk is om bepaalde delen van de fysica aan te duiden die niet in de chemie aan bod komen. Aangezien het een zuiver wetenschappelijke opleidings-richting betreft, wordt er geopteerd voor een cursus met een degelijke wiskun-dige ondersteuning, dus met gebruik van differentiaal- en integraalrekening.

De opbouw van de meeste leerboeken is zeer gelijklopend en wordt ook in deze cursus gevolgd. In het eerste jaar Ba wordt voornamelijk Mechanica, Trillingen en Warmte gedoceerd, in het tweede jaar Elektriciteit, Magnetisme, Optica en Moderne Fysica. Op deze manier ingedeeld komen automatisch eerst onderwer-pen aan bod die meer intuïtief kunnen begrepen worden, terwijl minder intuï-tieve onderwerpen in het tweede jaar worden behandeld. Ook in het practicum kunnen we een zelfde opbouw onderscheiden: proeven in het eerste jaar hebben een eenvoudige opstelling waarin men gemakkelijk inzicht krijgt.

Naast theoretische lessen wordt ook uitgebreid aandacht besteed aan het maken van oefeningen: tijdens de les worden er voorbeeldoefeningen gemaakt. Er worden ook extra opgaven opgegeven zowel uit het gebruikte handboek (waarin ook uitkomsten zijn vermeld) als bijkomende. Er worden oplossingen ter beschikking gesteld onder vorm van MathCad files, waardoor de studenten

29 |

Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar

vertrouwd worden met het gebruik en de brede mogelijkheden van rekenpakket-ten. Deze files bevatten meer dan gebruikelijke tussentekst om de oplossingen te verduidelijken. Het is voornamelijk de bedoeling om met de oefeningen de zelfwerkzaamheid te stimuleren. Tijdens seminaries ingewerkt in de les en ook buiten de lessen kunnen er ook vragen worden gesteld bij de aangereikte oplossingen. In de practica wordt daarenboven nog een deel tijd afgesplitst om klassikaal oefeningen op te lossen.

Organische chemie: incl. theoretische oefeningenIn deze introductiecursus organische scheikunde worden de verschillende klas-sen van organische verbindingen en hun functionele groepen (inclusief naam-geving) systematisch behandeld. Belangrijke basisbegrippen zoals isomeren, rotameren, conformeren, tautomeren, resonantie en aromaticiteit zullen aan de hand van voorbeelden en oefeningen verklaard worden. Tevens zal een basis gelegd worden voor de cursus organische synthesen in bachelor 2 door de termen “nucleofiel” en “elektrofiel” te introduceren. Wegens het grote belang van organische moleculen in onze maatschappij zullen verscheidene illustraties gegeven worden vanuit de farmaceutische en agrochemische industrie. Hierbij nauw aansluitend zullen in het kader van de duurzame ontwikkeling tevens voorbeelden worden aangehaald van organische poluenten in ons leefmilieu.

Practica: experimentele vaardigheden, incl. veiligheid in het lab Het leren leven en werken op een wetenschappelijke en verantwoorde manier in een chemisch laboratorium is de hoofddoelstelling van het opleidingsonderdeel ‘Experimentele vaardigheden’. Daartoe dienen vooreerst de nodige technieken aangeleerd te worden. Daarnaast zijn de wetenschappelijke instelling van de student en zijn labo-gewoonten belangrijke aspecten. Deze zijn van belang o.a. om de band te kunnen leggen met de theoretische inzichten verworven in andere opleidingsonderdelen en tijdens de inleidingslessen en om de student actief bewust te maken van de noodzakelijke veiligheids- en milieu aspecten van zijn experimenten. Deze verschillende facetten komen aan bod in de verschillen-de experimenten die uitgevoerd worden. In dit eerste experimentele opleidings-onderdeel wordt geen onderscheid gemaakt tussen anorganische, organische of biochemische experimenten. Uiteraard wordt waar mogelijk wel verbanden gelegd met de verdere (bio)chemie opleiding.

| 30

Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar

Komen o.a. aan bod: - basistechnieken: filtreren, (micro)pipetteren, titreren, destillatie,

sublimatie, extractie, vormen van neerslagen, maken van oplossingen/ verdunningen.

- veiligheid en milieu: zuurkast, (geconcentreerde) zuren en basen, veilig-heidsuitrusting van het laboratorium.

- algemene chemische begrippen: Molecuulmassa, getal van Avogadro, stochiometrie, reactiekinetiek.

- verwerken van resultaten, schriftelijk en mondeling rapporteren, materiaal-kennis.

Practica: experimentele vaardigheden, partim statistische verwerking van meetresultatenDe doelstelling van dit gedeelte van het practicum is de experimentele schei-kundige een basis te geven voor de practische schatting van de experimentele onzekerheid bij de metingen en experimenten met beperkte datasets zodat deze essentiële vaardigheid van gegevensevaluatie bij de opeenvolgende practica van de opleiding chemie kan worden ontwikkeld.

Er wordt ingegaan op de fundamentele basis van de foutentheorie in zoverre deze nodig is voor de practische vaardigheden zoals het schatten van een onzekerheidsinterval, retraceren van de belangrijkste foutenbron, onderscheid precisie en accuraatheid, toevallige en systematische fouten, etc. Ook worden de praktisch meest gebruikelijke technieken voor de regressie-analyse en data-verwerking ingeleid.

Deze cursus loopt vooruit op het keuzevak “Statistiek en kansberekening” waar een grondige behandeling van de materie wordt voorzien en voorziet alleen in een essentiële primer om de practica chemie te optimaliseren.

De theoretische oefeningen vormen dan ook het belangrijkste onderdeel en wor-den opgevat als praktijkgerichte gegevensverwerking van metingen die in het (latere) labo-werk zullen worden verricht. Binnen de voorziene tijd worden de oefeningen zeer sterk gericht op de typische situaties die in de chemie-opleiding voorkomen en hoe de informatie uit een beperkte hoeveelheid gegevensmate-riaal moet worden ingeschat naar toekomstige experimenten voor situaties als een reactierendement, betrouwbaarheid bij spectroscopische identificatie, etc.

31 |

Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar

Derhalve worden ook een aantal bijkomende begrippen als meetresolutie, ruis en significantie, e.d. ingeleid vanuit de achtergrond van een experimentele chemicus. De nadruk ligt dus vooral op het praktisch gebruik van de statistische technieken (en de randvoorwaarden waarbinnen deze kunnen gebruikt worden), minder op de mathematische achtergrond ervan.

Toegepaste wiskundeDe inhoud van het vak omvat de volgende onderwerpen (niet noodzakelijk in de opgegeven volgorde):- Complexe getallen- Meetkunde van R2 en R3- Limieten en continuïteit- Afgeleiden- Primitieven- Bepaalde integralen- Labo Maple- Differentiaalvergelijkingen- Rijen en reeksen- Differentieerbaarheid in meer veranderlijken

| 32

Opleidingsonderdelen bachelor tweede jaar

Analytische chemie Geen vakbeschrijving voor dit vak beschikbaar.

Biomoleculen en polymeren De basiskennis van de organische stereochemie wordt uitgediept. Een basisken-nis aangaande synthetische polymeren wordt aangebracht. Vervolgens wordt kennis gemaakt met de volgende klassen van biomoleculen vanuit een orga-nisch-chemisch en stereochemisch oogpunt: carbohydraten; lipiden; terpenen; steroïden; aminozuren, peptiden en proteïnen; nucleosiden, nucleotiden en nucleïnezuren.

Chemische thermodynamica In het eerste deel van de cursus worden de hoofdwetten, waarmee de student reeds in de eerste bachelor in contact kwam, herhaald en uitgediept, dit laatste vooral wat betreft de Tweede en de Derde hoofdwet. Eenvoudige toepassingen van de hoofdwetten in de chemie (Wet van Hess, Wet van Kirchoff, Vormingsre-acties) worden besproken.

In het gedeelte Thermochemie wordt vooral ingegaan op het gebruik van de Gibbs energie en van chemische potentialen bij de beschrijving van fasen- en chemische evenwichten.

Afsluitend wordt in een korte inleiding ingegaan op de basiselementen, zoals de Vergelijking van Boltzmann en de berekening van de voornaamste toestands-functies van gasvormige systemen, van de statistische thermodynamica.

Complexchemie Deze leerstof bestrijkt het uitgebreide domein van de mechanismen van anorganische reacties. Er wordt een overzicht gegeven van verschillende soor-ten anorganische reacties waaronder:- het indelen van de globale reactie in zijn individuele stappen en een beschrij-

ving van hun evenwicht- de karakterisatie van intermediaire vormen en een schatting van hun

bestaansperiode- de bestudering van de ‘overgangstoestand’ voor elk der reactiestappen in de

termen van samenstelling, geometrie, solvatatie en energie

33 |

Opleidingsonderdelen bachelor tweede jaar

Tevens worden een aantal typische analyse-methoden besproken, die zeer belangrijk zijn voor het bestuderen van anorganische reactie-mechanismen en anorganische produkten in het algemeen. In dit gedeelte komen o.m. vaste stof spectroscopie en adsorptie/desorptie technieken aan bod. Klassieke theorieën uit de complexchemie (ligand veld theorie, M.O. theorie) worden herhaald.

Dynamica en symmetrie van moleculen De cursus begint met een inleidend hoofdstuk over de postulaten van de kwantummechanica. Vervolgens wordt de molecuulgolffunctie geïntroduceerd, en wordt de scheiding ervan in een elektronisch en een kerngedeelte bespro-ken aan de hand van de Born-Oppenheimer benadering. Vervolgens wordt de scheiding van de variabelen verder gezet, door de kerngolffunctie op te splitsen in een translatie-, een rotatie- en een vibratiefactor, en deze laatste binnen de harmonische benadering in een product van normaaltrillingen. De drie types van kernbewegingen worden dan toegelicht aan de hand van eenvoudige model-systemen: het Deeltje in de Doos als model voor de translaties van molecu-len, de Diatomische Rotor als illustratie van de rotaties van moleculen, en de Harmonische Oscillator als model voor de vibraties van moleculen. Voor deze laatste word het verband gelegd met de spectroscopie, waarbij begrippen zoals overgangswaarschijnlijkheden en selectieregels toegelicht worden.

Vervolgens worden symmetrie-elementen en symmetrie-operaties die voor mo-leculen van belang zijn geïntroduceerd, en deze laatste worden geplaatst in het kader van de representatietheorie. Het begrip irreducibele representatie wordt aangeleerd, en het associëren van irreducibele representaties met de kwantum-toestanden van moleculen wordt ingeoefend aan de hand van elektronische golffuncties en van de vibratorische normaalcoördinaten van moleculen.

Fysica II Dit tweede deel van de cursus Fysica volgt dezelfde aanpak als het eerste deel. De onderwerpen die hier aan bod komen zijn elektrisch veld, de wet van Gauss, elektrostatische potentiaal, elektrische energie, capaciteit en diëlektrica, stromen en de wetten van Ohm, gelijkstroomnetwerken, magnetische kracht en veld, de wet van Ampère, elektromagnetische inductie, magnetische materia-len, wisselstroomnetwerken, verplaatsingsstroom en Maxwell vergelijkingen, licht en radiogolven, weerkaatsing, breking en polarisatie, spiegels, lenzen en optische instrumenten, geometrische optica, interferentie en buiging, experi-

| 34

Opleidingsonderdelen bachelor tweede jaar

mentele evidentie voor de kwantummechanica, stralingswetten, inleiding tot halfgeleiders, kernfysica en radioactiviteit.

Fysicochemische modellen voor gassen, vloeistoffen en colloïden In deze cursus fysicochemie trachten we kwantitatieve verbanden te leggen tus-sen macroscopische eigenschappen van de materie enerzijds, en microscopische eigenschappen van de moleculen/atomen anderzijds. Dit doen we aan de hand van een aantal modellen, die verschillend zijn naargelang het systeem.

In het eerste gedeelte proberen we gassen te beschrijven, via de “kinetische gastheorie”. We bekijken o.a. moleculaire beweging in gassen, de Maxwell snel-heids- en energieverdeling, botsingen tussen moleculen en met een wand, en transportverschijnselen in gassen (diffusie, viscositeit, warmtegeleiding). Ook bespreken we de verschillen tussen “ideale” en “reële” gassen.

In het tweede gedeelte (“elektrochemie”), beschouwen we vloeistoffen, en meerbepaald ionaire oplossingen (vooral in water). We bekijken o.a. ion-solvent en ion-ion interactie, en we leggen het verband tussen het gedrag van opge-loste ionen en de activiteitscoëfficiënt van een oplossing, via het Debije-Hückel model. We bespreken ook het transport van ionen in oplossing (diffusie en migratie). Tenslotte bekijken we het gedrag van elektroden (metallische opper-vlakken) in een oplossing, met name de vorming van een elektrische dubbellaag.

Aansluitend hierbij beschrijven we in het laatste gedeelte het gedrag van col-loïdale systemen: nl. (analoge) opbouw van een elektrische dubbellaag, die de stabiliteit van colloïdale systemen bepaalt, aantrekking en afstoting, coagu-latie, zeta-potentiaal, elektrokinetische verschijnselen,... Tenslotte gaan we dieper in op de vele toepassingen van collo_dale systemen, o.a. in de voeding, geneesmiddelen, detergenten en cosmetica, papier, verf en inkt, fotografie,...

Naast de theoretische basis wordt ook de nodige aandacht besteed aan het kunnen toepassen van de theorie, via numerieke voorbeelden. De studenten bereiden ook een schriftelijk werkstuk en een mondelinge presentatie voor, over een toepassing van collo_dchemie of elektrochemie in één van de vele toepas-singsgebieden.

Materiaalkunde Deze leerstof is gericht op het maken van een verantwoorde materiaalkeuze (Materialenleer) voor diverse toepassingen. De keuze van een materiaal berust

35 |

Opleidingsonderdelen bachelor tweede jaar

op de kennis van de aard (chemische samenstelling) en eigenschappen en dit vereist op zijn beurt een kennis van de structuur en controle mogelijkheden van de materialen. De cursus is opgedeeld in twee stukken. In het eerste deel worden de microscopische materiaaleigenschappen besproken. Begrippen zoals kristalgeometrie, roosterdefecten en diffusie worden uitgebreid toegelicht. In het tweede deel worden de macroscopische eigenschappen (hardheid, bros- en taaiheid, vermoeiing, kruip, e.a.) besproken tezamen met typische destructieve en niet-destructieve controle technieken.

Moleculaire herkenning: spectroscopische methoden Deze cursus geeft een inleiding tot en behandelt de toepassing en combinatie van fysische methoden in de structuurbepaling van (an)organische moleculen. De nadruk ligt op het gebruik van de spectroscopische technieken UV-vis, IR, Raman, NMR en MS. Na een algemene inleiding over moleculaire structuur wor-den achtereenvolgens UV-vis spectroscopie, vibratiespectroscopie, nucleaire magnetische resonantie spectroscopie en massaspectrometrie behandeld. De cursus wordt afgesloten met een aantal geïntegreerde oefeningen.

Organische reacties In deze cursus worden de belangrijkste organische reacties behandeld die de verschillende klassen van organische verbindingen kunnen ondergaan of waarlangs ze gevormd worden. De interconversie van functionele groepen zal vanuit mechanistisch standpunt worden benaderd. Eveneens zal de vorming en reactiviteit van radicalen besproken worden. Doorheen de cursus zal aan de hand van voorbeelden en oefeningen het creatief gebruiken van deze reacties voor de synthese van nieuwe producten en het retrosynthetisch denken (discon-nectie) worden aangeleerd. Wegens het grote belang van organische moleculen in onze maatschappij zullen verscheidene illustraties gegeven worden vanuit de farmaceutische en agrochemische industrie. Hierbij nauw aansluitend zullen in het kader van de duurzame ontwikkeling tevens voorbeelden worden aange-haald van organische poluenten in ons leefmilieu.

Practica : organische reacties Aan de hand van Nederlandstalige opdrachten worden eenvoudige synthesen met gradueel toenemende complexiteit uitgevoerd. Specifieke synthesevaardig-heden worden aangeleerd: fasen-transferkatalyse, de opbrengst van even-wichtsreacties opdrijven door azeotropisch water verwijderen, werken onder

| 36

Opleidingsonderdelen bachelor tweede jaar

zeer droge omstandigheden, enz. Aangezien de student geen eenvoudige uit-voerder van een synthese-opdracht mag zijn/worden maar blijk moet geven van theoretisch inzicht in de uitgevoerde reacties, is er telkens een extra aandachts-punt in de synthese-oefening ingebouwd: substitutie van een tertiair versus een primair alcohol, nitrering van een geactiveerde versus een gedesactiveerde aromatische ring, een stereochemisch probleem, spectroscopische vragen, enz. Tenslotte wordt de student vertrouwd gemaakt met de wetenschappelijke, in het bijzonder de chemische literatuur met hieraan gekoppeld een literatuur opdracht en een posterpresentatie.

Scheidingsmethoden Er wordt ingegaan op de fysica van het discrete en continue verdelingsproces als basis voor het chromatografische proces en de analytische scheidingsparame-ters (bandbreedte, resolutie, selectiviteit) en de manier waarop deze geoptima-liseerd worden. Vervolgens worden de belangrijkste vormen van chromatografie besproken, vnl.. gaschromatografie, vloeistofchromatografie, affiniteitschro-matografie, size exclusion chromatografie, ionenchromatografie en capillaire electroforese. Er wordt aandacht besteed aan de scheiding van zowel laagmo-leculaire verbindingen, polymeren en biomoleculen. In elk hoofdstuk wordt kort de instrumentatie behandeld en de praktische optimalisatie van een scheiding. Ongeveer 40 % van de tijd wordt voorbehouden aan geleide oefeningen en toepassingen. In het practicum werkt de student met de verschillende (instru-mentele) scheidingsmethoden

37 |

Opleidingsonderdelen bachelor tweede jaar

Toegepaste wiskunde Meervoudige integralen- Riemannintegralen in R2 en R3- dubbel- en driedubbelintegralen- de stellingen van Fubini en de substitutiestelling in meerdere veranderlijken

Integraalstellingen- lijnintegralen en potentialen- de stelling van Green- oppervlakte-integralen- oriëntatie van krommen en oppervlakken- flux- de stellingen van Stokes en Gauss-Ostrogradski

Vectoriële differentiaalvergelijkingen- stelsels lineaire differentiaalvergelijkingen- de vergelijkingen van Lotka-Volterra- stabiliteit van oplossingen

Partiële differentiaalvergelijkingen- differentiaaloperatoren- scheiden van veranderlijken- testfuncties en distributies- convoluties- existentiestelling van Malgrange-Ehrenpreis- fouriertransformatie en zijn inversie + FFT- getemperde distributies- fundamentele oplossingen voor de warmtevergelijking- fundamentele oplossingen voor de Schrödingervergelijking- fundamentele oplossingen voor de golfvergelijking

| 38

Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar

VERPLICHTE OPLEIDINGSONDERDELEN

Kinetiek van gassen en chemische reactiesIn deze cursus worden eerst de basisprincipes van chemische reactiekinetiek besproken: o.a., definities van reactiesnelheid, snelheidsconstanten en reac-tieorde, reactiesnelheidswetten voor verschillende soorten reacties (eerste en tweede orde, reacties nabij hun evenwicht), de Arrhenius vergelijking, elemen-taire reacties, de zgn. “steady-state benadering”.

In het tweede deel worden deze basisprincipes gebruikt voor de beschrijving van meer complexe reacties, zoals kettingreacties, polymerizatie, katalyse, oscil-lerende reacties en fotochemie.

In het derde deel gaan we dieper in op de betekenis van de reactiesnelheidscon-stanten, en we proberen ze in verband te brengen met eigenschappen van de reagerende moleculen. We maken hierbij gebruik van de botsingstheorie (voor gasfase reacties), de diffusievergelijking (voor reacties in oplossing), de theorie van het geactiveerd complex (Eyring vergelijking en thermodynamische benade-ring) en moleculaire reactie dynamica.

Naast de theoretische basis wordt ook veel aandacht besteed aan het kun-nen toepassen van de theorie, via numerieke voorbeelden en het oplossen van eenvoudige wetenschappelijke problemen. De numerieke voorbeelden worden meestal klassikaal opgelost. De oefeningen op het einde van elk hoofdstuk maken de studenten individueel en worden verzameld in een soort portfolio-systeem.

Duurzame ontwikkeling en milieuDe cursus geeft een overzicht van de lucht-, water- en bodemverontreiniging door organische verbindingen en leert zo het verband te zien tussen pollutie, energieverbruik, materiaalverbruik en afval. Hierop wordt aangesloten met inleidende begrippen van duurzame ontwikkeling.

Het eerste deel gaat in op de basisfenomenen en vormingsprocessen, waar-door organische polluenten ontstaan en in het milieu komen. De impact op de gezondheid van de mens en de (metabolische) afweermechanismen komen aan bod. Tenslotte wordt een overzicht gegeven van de beschikbare methoden voor bemonstering en analyse. Capita selecta omvatten een studie van de atmosfe-rische polluentbelasting door aerosolen, de waterzuivering en de chemie van de

39 |

Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar

microbacteriële processen bij aërobe en anaërobe afbraak. Tenslotte komt ook de verwerking van vast restafval aan bod. Dit alles legt het verband tussen mi-lieu enerzijds en gebruik van energie en materialen anderzijds, of tussen milieu en duurzame ontwikkeling. Het tweede deel gaat op de noodzaak van duur-zame ontwikkeling. Het economische groeimodel en de limieten ervan worden besproken. Er wordt vanuit het standpunt van de toekomstige chemicus in een bedrijf nagegaan hoe en wat er gedaan kan worden. De kwantisering van een product of procesverbetering in termen van duurzame ontwikkeling wordt be-sproken en geillustreerd met verschillende concrete voorbeelden en test cases. Tijdens de hoorcolleges wordt interactieve discussie gestimuleerd.

Fysische grondslagen van de spectroscopieDe studenten vertrouwd maken met de moleculaire basis en fysische achter-grond van een brede waaier van spectroscopische technieken in de geconden-seerde fase en in de gasfase. Het is de bedoeling, naast een inzicht te geven in de algemene aspecten van spectroscopie, om voor een aantal methoden op gedetailleerde wijze (kwalitatief en/of kwantitatief) de relaties te bespreken tussen enerzijds spectroscopische eigenschappen (spectrale verdeling, intensi-teit, extinctie) zoals zij kunnen waargenomen worden in oplossing of gasfase en anderzijds moleculaire eigenschappen (traagheidsmoment, krachtconstante, energieverschillen). De informatie uit dit vak is belangrijk voor het “Fysisch Practicum” van het 3e jaar bachelor. Er wordt op het einde van de cursus ver-wacht dat de studenten spectrale data, relevant voor de cursus, kwalitatief of kwantitatief kunnen interpreteren of voorspellen.

De inhoud van de cursussen beginselen van de chemie, toegepaste wiskunde, fysica, moleculaire herkenning, symmetrie en dynamica en quantumchemie brengen de concepten aan essentieel voor het begrijpen van dit vak.

Heterocyclische chemieIn dit opleidingsonderdeel wordt een zeer grondige inleiding tot de heterocycli-sche chemie gegeven. De chemie van pyridines, furanes, thiophenes en pyrroles komt uitvoerig aan bod. Pyridine is een modelsysteem voor een elektronen-arm en furane, thiophene en pyrrole zijn modelsystemen voor elektronenrijke heteroaromatische verbindingen. Daarnaast wordt er voor de pyridines tevens naar de benzo geanneleerde systemen gekeken (quinoline en isoquinoline).Voor elk van deze skeletten wordt de reactiviteit t.o.v. nucleofielen, elektro-fielen en radicalen uitvoerig bestudeerd. Tevens wordt aandacht besteed aan

| 40

Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar

mogelijke tautomere vormen wanneer amino en hydroxyl groepen ingeplant zijn op de genoemde heteroaromatische skeletten. Ook de belangrijkste synthe-semethoden voor pyridines, quinolines, isoquinolines, furanes, thiophenes en pyrroles via ringopbouw komen aan bod. Hierbij aansluitend worden de Baldwin regels geïntroduceerd. Gezien het belang van heterocyclische verbindingen in het dagelijkse leven worden er aan het einde van elk hoofdstuk steeds enkele synthesen van commerciële geneesmiddelen, gebaseerd op de respectievelijke escaffold van het hoofdstuk, besproken.

Instrumentele analyseDe volgende groepen van analytische methoden worden behandeld: (1) optische spectro(foto)metrie: moleculaire absorptie, fluorescentie en fosforescentie, (2) atomaire spectrometrie: atomaire absorptie, fluorescentie en emissie, X-straal fluorescentie en (3) elektroanalytische methoden: potentiometrie (herhaling), coulometrie, amperometrie en voltammetrie. In het laatste deel worden de voornaamste soorten van iongevoelige elektroden behandeld. Tevens bevat de cursus een hoofdstuk waarin de karakteristieken van analytische methoden worden behandeld (gevoeligheid, detectielimieten, bereik, robuustheid, specificiteit).

KwantumchemieFormalisme en Postulaten. Schroedinger vergelijking, hermitische operato-ren, eigenwaarden en eigenvectoren, onzekerheidsrelaties. Exact op te lossen systemen: harmonische oscillator, hoekmoment L, waterstofatoom, spin van het electron. Benaderingsmethoden (tijdafhankelijke en tijdonafhankelijke storingsrekening) ontaarding, selectieregels, variatiemethode.

LevensbeschouwingDe cursus is opgesplitst in drie onderdelen. Alle studenten volgen verplicht een inleidende A-module en kiezen vervolgens één module uit de B- en C-reeks. Alle modules bedragen 10 uur.

A-module: inleiding

B-modules: B1: Het Christendom van op afstand bekeken.

41 |

Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar

B2: De monotheïstische religies.B3: Westerse en Oosterse levensbeschouwingen.B4: Vrijzinnig Humanisme.

C-modules: C1: Levensbeschouwelijke visies op staat, recht en civil society. C2: Levensbeschouwing en natuurwetenschap. C3: Antropologische bouwstenen van levensbeschouwing.C4: Levensbeschouwing en het individu.C5: De levensbeschouwelijke basis van de Westerse samenleving.

Practica: fysische chemieIn dit practicum maakt de student kennis met de fysische scheikunde. Onder-werpen als kinetiek, de verschillende vormen van spectroscopie, diffractie, computationele chemie, ... die al dan niet in vorige opleidingsonderdelen aan bod kwamen worden geïntroduceerd of verder uitgediept a.d.h.v. een hands-on aanpak. Het Fysisch Practicum biedt de student eveneens de mogelijkheid om experimenten uit te voeren in de fysisch-chemische onderzoeksgroepen van het departement. Hierdoor krijgen de studenten de kans om te leren werken met apparatuur die in de laboratoria van de practica niet aanwezig is.

Practica: organische synthesenIn het practicum “Organische Synthesen Ba3” worden de in Bachelor 2 (prac-ticum Organische Reacties) reeds verworven synthesevaardigheden verder ontwikkeld. Technisch moeilijkere en multi-stap synthesen worden uitgevoerd aan de hand van Engels-talige recepten. Om een kritische houding ten opzichte van literatuurgegevens aan te kweken worden de studenten aangespoord de syntheserecepten niet alleen letterlijk uit te voeren, maar ook weloverwogen variaties te suggereren met de bedoeling de synthese te vereenvoudigen, de reactie-omstandigheden te verbeteren, het rendement te verhogen, enz. Tevens dient de student de reactiemechanismen van de uitgevoerde reacties te achter-halen via de handboeken die ter beschikking zijn in het studielandschap CGB. Ook het grote belang/gebruik van courante karakterisatietechnieken (NMR en MS) in de organische synthesechemie komt ruimschoots aan bod. Dit in vele gevallen aan de hand van spectra opgenomen van de eigen gesynthetiseerde reactieproducten.

| 42

Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar

KEUZE-OPLEIDINGSONDERDELEN

Computationele chemie: rekenen aan moleculen en vaste stoffenStudie van atomen en moleculen, systemen van identiek deeltjes, helium atoom, H2+, koppeling van hoekmomenten, Slaterdeterminant, viriaal theo-rema en de chemische binding, Hartree-Fock en post-Hartree-Fock methoden, LCAO-ontwikkeling, Roothaan-Hall vergelijkingen, studie van eigenschappen van moleculaire kristallen.

Disconnectie benaderingSyntheseplanning van organische verbindingen volgens de principes van de disconnectiebenadering worden aangeleerd en ingeoefend.

Moleculaire herkenning IIAls vervolg op Moleculaire herkenning : spectroscopische methoden (2BCHE-10), waarin het achterhalen van de connectiviteit centraal staat, gaat deel II dieper op de fysische technieken die de structuurchemicus ter beschik-king staan voor het bepalen van de moleculaire geometrie van (an)organische verbindingen. Hiermee wordt de volledige set interatomaire afstanden en valentie- en torsiehoeken bedoeld, waarin de driedimensionale structuur van de molecule tot uiting komt en aan de hand waarvan moleculaire eigenschappen zoals reactiviteit kunnen verklaard worden. De nadruk ligt vooral op de diffrac-tiemethoden (GED en XRD) maar spectroscopische methoden als rotatiespec-troscopie en LC-NMR komen ook aan bod. Tot slot worden de mogelijkheden van de computationele chemie behandeld. Afhankelijk van het aantal deelne-mers kan een praktisch luik (het bepalen van een gasfase- of kristalstructuur) aan de vakinhoud worden toegevoegd.

Nucleaire chemie en radioprotectieNa een inleiding over de ontdekking van de verschillende soorten radioactiviteit, volgt een hoofdstuk waarin de structuur en de eigenschappen van atoomkernen (zowel radioactieve als stabiele) worden besproken met nadruk op de gelijkenis en de verschillen met de elektronische structuur van het atoom. In hoofdstuk 3 worden de verschillende vormen van radioactief verval (alfa, beta en gamma-verval) besproken, alsook de kinetiek en wordt er nader ingegaan op de manier

43 |

Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar

waarop de verschillende soorten straling interageert met materie; ook de productie van radioactiveit komt aan de orde. Vervolgens worden een aantal toepassingen van radioactiviteit behandeld die belangrijk zijn vanuit chemisch oogpunt, zoals activeringsanalyse en tracer methoden. Het laatste hoofdstuk tenslotte richt zich voorol op veiligheidsaspecten.

Inleiding tot de massaspectrometrieDe student leert een kritische analyse te maken van de verschillende methoden en instrumentele configuraties in de massaspectrometrie. Dit laat toe te anti-ciperen welke specificieke informatie in welk experiment kan worden bekomen. De curusus behandelt zowel de organische als anorganische massaspectrome-trie.

In een eerste deel wordt een overzicht gegeven van de inlaatsystemen, ionen-bronnen, massa-analysers, detectiesystemen en vacuumapparatuur. Vervol-gens wordt dieper ingegaan op de ionenvorming en fragmentatie. De student leert het verband spectrum-structuur ook voor de meer recente (Soms nog experimentele) vormen van massaspectrometrie. De methoden voor deductieve identificatie van zowel organische als anorganische analieten in klassieke en

| 44

Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar

vaste stof ionisatiemethoden worden ingeleid. Hoorcolleges worden aangevuld met geleide oefeningsessies. Er is een uitgebreide collectie van instrument-on-derdelen als illustratief materiaal.

Organische milieuchemie en duurzame ontwikkelingEr wordt een overzicht gegeven van de lucht-, water- en bodemverontreiniging door organische verbindingen. Een eerste deel beschrijft het algemene kader. Er wordt ingegaan op de basisfenomenen en vormingsprocessen, waardoor or-ganische polluenten ontstaan en in het milieu komen. De impact op de gezond-heid van de mens en de (metabolische) afweermechanismen komen aan bod. Tenslotte wordt een overzicht gegeven van de beschikbare methoden voor be-monstering en analyse. Het tweede deel is opgevat als een reeks capita selecta. De polluentbelasting van de atmosfeer door aerosolen wordt gekarakteriseerd aan de hand van een overzichtsstudie op het immissie-aeroslen in onze streken. Pollutie in de atmosferische gasfase geeft de kans uitgebreid in te gaan op de fotochemische aspecten van het pollutieprobleem. Er wordt ingegaan op het zelfreinigend vermogen van de atmosfeer, de afbraak van organische polluen-ten (koolwaterstoffen, CFKs) en de fotochemische smog. Aansluitend wordt de fotochemie van bestanddelen in water en bodem besproken. De problematiek van zuiver (grond)water krijgt aandacht met nadruk op de chemie van de mi-crobacteri_le processen bij aerobe en anaerobe afbraak. Tenslotte komt ook de verwerking van vast restafval aan bod en wordt gebruik van verbrandingsovens bekeken, o.m. in verband met de emissie van polychloordibenzodioxines.

PlasmatechnologiePlasma is de vierde aggregatietoestand van materie, naast gas, vloeistof en vaste stof. Een plasma is een (geheel of gedeeltelijk) ge_oniseerd gas. Het bestaat dus naast neutrale atomen of moleculen, ook uit ionen en elektronen, alsook uit geëxciteerde deeltjes, fotonen, en radicalen. Meer dan 99% van het zichtbare heelal is in plasma-toestand (bv. de zon, sterren, nebulae, zonnecoro-na’s). Naast deze natuurlijke plasma’s worden plasma’s ook opgewekt door de mens, nl. voor fusie-onderzoek, en ook voor vele industriële toepassingen.

In dit keuzevak wordt de student allereerst vertrouwd gemaakt met plasma in al zijn facetten en bestaansvormen (natuurlijke astro-plasma’s, fusie-plasma’s, gasontladingen). Ook de vele toepassingen van plasma’s (o.a., materiaaltech-nologie, micro-elektronica, lampen, lasers, plasma-TV’s, analytische chemie, milieu- en biotechnologische toepassingen) worden toegelicht.

45 |

Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar

Vervolgens wordt dieper ingegaan op de speciale fysica en chemie van plasma’s (met speciale aandacht voor gasontladingen), o.a. hoe wordt het plasma opge-wekt in de verschillende vormen van gasontladingen, elektrische eigenschappen van plasma’s, soorten deeltjes in het plasma en hun botsingen, transport van deeltjes in plasma, chemische reacties in het plasma’s. Ook de manier waarop deze fysica en chemie kan beschreven worden aan de hand van computersimu-laties enerzijds en plasmadiagnostiek anderzijds, komt aan bod.

Tenslotte krijgen de studenten de opdracht om een paper te schrijven over een toepassing van plasmatechnologie, gebaseerd op wetenschappelijke publicaties (keuze onderwerp in overleg tussen student en docent).

Statistiek en kansberekeningDeze cursus is nieuw en gaat uit van een moderne visie op het onderwerp. De inhoud van de cursus : Week 1: De rol van kanstheorie in de wetenschapWeek 2: Kanstheorie en logica (herhaling)Week 3: Inferentie, Bayes, priorsWeek 4: Kansen toekennenWeek 5: Klassieke discrete probabilistische modellen Week 6: Klassieke continue probabilistische modellenWeek 7: Statische inferentie: Schatten en het testen van hypothesenWeek 8: Maximum entropyWeek 9: Gaussische FoutenWeek 10: Lineaire Modellen Week 11: Herhaling

Week 5-7 wordt via begeleide zelfstudie gegeven.

Wetenschappelijke rekenomgevingenAangezien er voor wetenschappelijk onderzoek vaak beroep wordt gedaan op varianten van het Unix operating systeem, is het in eerste instantie de bedoe-ling van deze cursus om hierin een aantal (basis)vaardigheden te bekomen. Een goed inzicht in de theoretische principes van operating systemen is hiervoor essentieel. Volgend op die theoretische basis, zal er concreet aandacht worden besteed aan shell-scripting, compilatie en linken van Fortran code en het gebruik van standaard software ontwikkelingstools zoals CVS en MAKE. Vervolgens wordt een basis programmeren in Fortran gegeven. Tenslotte wordt

| 46

Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar

een overzicht gegeven van en een inleiding gegeven tot verschillende tools voor wetenschappelijke software en graphics: GSL, BLAS/LAPACK, Netlib, en de volwaardige wetenschappelijke rekenomgevingen waaronder Matlab. Met de combinatie van al deze tools moet de student in staat zijn om computationele problemen in de chemie aan te vatten.

Inleiding tot programmerenDit is een inleidende cursus programmeren specifiek gericht op studenten van de Faculteit Wetenschappen voor wie programmeren een middel is en niet een studie-object op zich. In een eerste deel van de cursus komen volgende onderwerpen aan bod: proce-duraal en objectgeorienteerd programmeren, datastructuren (lijsten, bomen, hash-tabellen, ...), recursie en iteratie, verschillende abstractiemogelijkheden, modulair programmeren, zoek- en sorteeralgoritmes, compileren, debuggen en testen van code, het verkrijgen en gebruiken van geteste bibliotheken. In het tweede deel van de cursus worden deze concepten concreter gemaakt in een programmertaal naar keuze (Java, C/C++ of Fortran). Elke student kiest individueel een van deze drie talen. De syntax van deze programmeertaal wor dt aangeleerd en ingestudeerd door middel van oefeningen. Ten slotte maakt de student een programmeerproject dat aansluit bij zijn studierichting en wor dt opgegeven door zijn departement.

PROJECTWERK

Tijdens de bachelorproef dienen de studenten twee verschillende onderwerpen uit te werken en dit binnen twee uiteenlopende onderzoeksgroepen van het departement chemie. Om deze opdrachten te kunnen voltooien zijn in totaal 12 volledige lesdagen voorbehouden.

De eerste opdracht situeert zich in de 2e, 3e, 4e en 5e week van het 2e semester, en wordt afgesloten door een mondelinge verdediging in de 6e week. De tweede opdracht vindt plaats in de 7e, 8e, 9e en 10e week van het 2e semester, en wordt afgesloten door een mondelinge verdediging in de 11e week.

47 |

Studie- en studentenvoorzieningen

CursusdienstEerstejaars kunnen voor de aankoop van cursussen terecht bij de Cursus-dienst (Campus Groenenborger, naast de cafetaria, tegenover lokaal U024 en U025). De officiële cursussen, uitgegeven door de professoren en as-sistenten onder de vorm van losse kopies en eventueel CD’s met illustratie-materiaal, worden er tegen minimale prijzen verkocht. Veel van dit materiaal is ook beschikbaar via het electronische leerplatform Blackboard.

Aan de balie van de cursusdienst vind je een lijst van de cursussen met betrekking tot jouw studierichting. De cursusdienst verkoopt ook laboratori-ummateriaal zoals labojassen, veiligheidsbrillen, dissectiesets, enz.

SportJe kan zowel individueel als in groep een grote verscheidenheid aan sport-takken beoefenen (+/- 30 sporten). Daarnaast besteden we aandacht aan representatiesport en interfacultaire competities en worden er allerhande tornooien georganiseerd evenals sportinitiaties, skistages, de 24-urenloop, Hossa-sportorganisaties...

Campus Middelheim beschikt over een mooie sporthal (Sportopolis). Je kan er naar hartelust fitnessen, dansen, vechtsporten beoefenen, squashen, badminton spelen, tafeltennissen enz. Daarnaast beschikt het sportcomplex over een polyvalente zaal die ruimte biedt voor sporten zoals volleybal, handbal, basket- en korfbal, zaalvoetbal...,. Er is ook een denksportruimte (schaken, bridge,...), een ontspanningsruimte met biljart en een cafetaria voorzien.

Het spreekt voor zich dat hier ook plaats is voor TD’s en andere studentikoze en culturele activiteiten.

| 48

Studie- en studentenvoorzieningen

ComputerfaciliteitenOp alle campussen van de Universiteit Antwerpen kan je gebruik maken van volwaardige computerfaciliteiten en van het elektronisch leerplatform “Blackboard”. Je vindt zowel computers in de bibliotheekruimten als in speciaal daartoe voorziene lokalen. Bovendien kan je in de bibliotheken en cafetaria’s ook draadloos surfen met je eigen laptop.

StudentenrestaurantsDe Universiteit Antwerpen beschikt over goede studentenrestaurants waar je terecht kan voor warme en vegetarische maaltijden aan een zeer demo-cratische prijs. De studenten kunnen terecht in het studentenrestaurant “Het Atrium” (Campus Middelheim). Een andere mogelijkheid biedt “De Passage” (Campus Groenenborger) met weliswaar een beperkter aanbod aan warme maaltijden maar met een ruime keuze aan broodjes, gebak, sa-lades, versnaperingen en soep. De laatste jaren werd het aanbod aanzienlijk uitgebreid. Campus Drie Eiken beschikt naast een restaurant met een uitge-breide keuze aan gerechten over een uitstekende en drukbezochte cafetaria met een prachtig zonneterras.

Je kan zowel individueel als in groep een grote verscheidenheid aan sporttakken beoefenen.

49 |

Studentenverenigingen

Het studentenleven aan de Universiteit AntwerpenDe boog kan niet altijd gespannen staan. Zoek je wat verstrooiing en wil je het studentenleven wat aangenamer maken dan kan je je aansluiten of kennismaken met enkele studentenverenigingen van de Universiteit Antwerpen.

KDAAls student chemie kom je in de eerste plaats in contact met KDA, de studentenvereniging voor chemiestudenten. Het is een erg actieve ver-eniging met een clubblad en diverse activiteiten zoals TD’s en traditionele cantussen, maar ook regelmatig uitstappen en weekends. De sfeer tussen de studenten is erg goed in Antwerpen en ook afgestudeerden (zelfs as-sistenten en professoren) nemen soms nog deel aan de activiteiten.

VUASNaast de eigen studentenvereniging is er ook VUAS (Verenigde Universiteit Antwerpen Studenten). Deze organisatie is een overkoepeling van ASK-Stu-wer en UNIFAC (resp. de studentenverenigingen van de buitencampussen en van de Stadscampus).

De praeses (voorzitter) en het praesidium engageren zich voor de studenten op vlak van ontspanning, begeleiding en bescherming. Zij stellen drie doelen voorop:

- de opmaak van de wekelijkse Snelkrant die gratis wordt verspreid en infor-matie biedt over de activiteiten van studentenverenigingen, beschikbare jobs bij de jobdienst, e.a.;

- studentenvertegenwoordiging en behartiging van studentenbelangen;- instaan voor ontspanning en culturele activiteiten (bv. wekelijkse filmverto-

ning, jaarlijkse filmweek, go-cartrace, cocktailparty, galabal,...).

VUAS vormt tevens de tussenschakel tussen andere studentenkringen, de studenten en de academische overheid van de Universiteit Antwerpen.Voor meer informatie kan je ook terecht op: www.vuas.be

Voorts zijn er nog studentenclubs die niet aan opleidingen gebonden zijn maar studenten bijeen brengen met bijvoorbeeld gelijkaardige politieke interesses. Ook CAMPINARIA, de vereniging van kot- en homestudenten, is een naam die je ongetwijfeld zal horen vallen.

| 50

Hoe bereik je makkelijk de campussen?

WegbeschrijvingOp www.ua.ac.be/route kan je de wegbeschrijving naar de verschillende campussen terugvinden.

Alle campussen beschikken over ruime parkings, behalve de Stadscampus. Wens je toch in de buurt van de Stadscampus te parkeren, volg dan best de blauwe parkeerroute “Meir Universiteit”. Parkeren in Antwerpen is echter niet gratis! Meer info kan je terugvinden op www.parkereninantwerpen.be

Met de bus

De Lijn info: 070 220 200Voor alle informatie over reiswegen, dienstregelingen, verloren voorwerpen en algemene inlichtingen: op weekdagen van 7u tot 19u, za-, zo- en feestda-gen van 10u tot 18u.

Je kan ook terecht in één van de Lijnwinkels om dienstregelingsboekje te kopen. Die bieden een overzicht van alle bus- en/of tramlijnen in een streek. Op veel bussen en trams vind je een folder met de dienstregeling van de lijn waarop je rijdt. Natuurlijk kan je ook steeds één van de chauffeurs aanspre-ken of surfen naar de website: www.delijn.be.

De website van De Lijn beschikt ook over een routeplanner die voor jou de reis van deur tot deur met bus, tram en/of trein uitstippelt.

Dienst Abonnementen van De Lijn AntwerpenGrotehondstraat 58, 2018 Antwerpen, tel. 03 218 14 11 op weekdagen van 8u30 tot 16u e-mail: [email protected]

Met de treinVoor alle informatie over reiswegen, dienstregelingen, vertrek- en aan-komst-tijden kan je terecht bij de NMBS, Centraal Station: Koningin Astrid-plein 2, 2000 Antwerpen, tel. 03 204 20 40 of op de website: www.b-rail.be.

51 |

Plattegrond van de Stadscampus

Hoofdadres Stadscampus Prinsstraat 13 - 2000 Antwerpen

| 52

Plattegrond van campus Groenenborger

Hoofdadres campus Groenenborger Groenenborgerlaan 171 - 2020 Antwerpen

53 |

Plattegrond van campus Middelheim

Hoofdadres campus MiddelheimMiddelheimlaan 1 - 2020 Antwerpen

| 54

Plattegrond van campus Drie Eiken

Hoofdadres campus Drie EikenUniversiteitsplein 1 - 2610 Antwerpen

55 |

Bijkomende informatie

Provinciale informatiedagenDe studiebegeleiders en medewerkers van de Universiteit Antwerpen nemen jaarlijks deel aan de netoverschrijdende studie-infobeurzen (Sidin’s). Deze worden per provincie georganiseerd op initiatief van het Ministerie van Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap en de Centra voor Leerlingen-begeleiding.

Informatiedagen aan onze instellingElk jaar organiseert de Universiteit Antwerpen informatiedagen voor leer-lingen van het secundair onderwijs. Deze hebben meestal plaats in de lente. Naast een algemene en een specifiek studiegerichte infosessie kan je aan de infostands de cursussen inkijken en een aantal brochures verkrijgen. Je krijgt de gelegenheid tot vragen stellen en desgewenst tot een persoonlijk gesprek. Vooraf inschrijven is niet nodig. De data vind je op onze website onder: www.ua.ac.be/infodagen, in onze brochures en in de kranten.

Brochures over andere opleidingenAndere publicaties in deze reeks (alfabetisch gerangschikt): Biochemie en Biotechnologie, Bio-ingenieurswetenschappen, Biologie, Biomedische Wetenschappen, Communicatiewetenschappen, Diergeneeskunde, Farmaceutische Wetenschappen, Fysica, Geneeskunde, Geschiedenis, Handelsingenieur, Handelsingenieur in de Beleidsinformatica, Informatica, Politieke Wetenschappen, Rechten, Sociologie, Sociaal - Economische Wetenschappen, Taal- en Letterkunde, TEW: bedrijfskunde, TEW: economisch beleid, Wijsbegeerte, Wiskunde.

Wil je meer informatie dan kan je een brochure van één van deze opleidingen aanvragen bij de dienst Studie-informatie.

InternetSurf gerust eens naar de volgende website van de Universiteit Antwerpen: www.ua.ac.be. Je vindt er uitgebreide informatie over alles wat je als student moet weten: studieaanbod, internationale programma’s, studie- begeleiding, voorbereidende cursussen, sociale voorzieningen, studenten-leven, bibliotheken, examenreglement, enz.

Bijkomende informatie

STudenten Informatie Punt (STIP)Campus Drie EikenUniversiteitsplein 1, gebouw G2610 Antwerpen (Wilrijk)Tel. 03 820 20 09 - 32, fax 03 820 20 92e-mail: [email protected]

Faculteit Wetenschappen DecanaatCampus GroenenborgerGroenenborgerlaan 171, gebouw T2020 AntwerpenTel. 03 265 33 07e-mail: [email protected]

Departement ChemieCampus Drie EikenUniversiteitsplein 1, gebouw B en C2610 Antwerpen (Wilrijk)Tel. 03 820 23 40

| 56