carnavalswagen van winnaar den uil krijgt teleur...
TRANSCRIPT
Nr. 13 22/02/2015
WINNAAR prijskamp 3
Gedicht van de week
Heel kwaad
Soms kan ik heel kwaad zijn
Dat vinden mam en pap niet fijn Want dan pak ik papier
en begin ik er in te knippen en op te frommelen
Dan zit ik niet lief en schattig te schommelen
Maar dan blijf ik knippen en scheuren
en daarom moet ik niet meer treuren
Inne Suykerbuyk
Carnavalswagen van Den Uil krijgt teleur-stellende 2de plaats
Afgelopen zondag 15 februari was
het weer zover. Carnaval! Dit werd ook hard gevierd op Den Uil met
onder andere een gigantische en prachtige carnavalswagen waar je
echt niet naast kon kijken. Om
alles nog meer in de schijnwerpers te zetten werden er ook heel wat
zelfgemaakte pakken genaaid.
Overduidelijk waren dit (fluo) kip-
pen. De meeste Uilenaars dachten wel dat zij voor de 3de keer op rij
wel de eerste plaats zouden krij-gen. Niet dus. Den Uil kreeg een
teleurstellende 2de plaats waar
niet iedereen even blij mee was. > Pag. 2-3
Haar antwoord was 1908
Het juiste antwoord is 1905
Bedankt aan alle andere deelnemers voor het deelnemen!
Vera Brosens
De opbouw
Naar jaarlijkse gewoonte was er
zondagmorgen al vroeg veel bedrij-vigheid aan de carnavalstent naast
het Uiltje. Met kranen werden de laatste stukken op de wagen beves-
tigd, de muziek werd aangesloten
en alle bewegingen van de poppen getest. Intussen gingen de leden
zich omkleden in het huis naast De Gaffel. De wagen en alle kleding
zijn zelfgemaakt, dit was een werk van maanden dus zeker een dikke
Proficiat hiervoor!!! Het geld om
deze wagen te bouwen was ver-diend met een goede restaurant-
dag,
2 Nieuws 2 Nieuws 2 Nieuws
De wijk Horendonk heeft op
de jaarlijkse carnavalsstoet zondag opnieuw iedereen
verrast met een ronduit schitterende wagen. Boven-
dien was de wagen omringd
door een uitgebreide dans-groep, zodat ook de nodige
animatie aanwezig was. Pro-ficiat alvast aan alle werkers van carnaval die
niet weken-, maar maandenlang avond na avond de wagen hebben gemaakt, danspasjes
aangeleerd, klederen genaaid, vergaderd en
noem maar op. Al die activiteiten gebeurden andermaal in de tent op Over d'Aa naast Ronny
Van Gastel, die dit jaar ook prins carnaval was. Een hele eer. En toch waren er op het sluitings-
bal dinsdag in de Heuvelhal ontevreden gezich-
ten te zien bij de Horendonkse carnavalvierders want niet Horendonk maar de Statie kreeg de
eerste prijs toegekend door de jury. Voor heel veel onafhankelijke waarnemers was dit een
complete verrassing, het resultaat van een on-doorgrondelijke jurybeslissing. De carnavalswa-
gen van de Statie, die kermis op de verschillen-
de wijken van Essen voorstelde, was zonder meer ook schitterend. De animatie rond de wa-
gen was wel iets minder. Maar zoals zovelen daarna zegden: 'Den Uil kan niet elk jaar win-
nen', want de Uilse carnavalsvereniging heeft
intussen een stevige reputatie opgebouwd als veruit de beste wagenbouwer van alle wijken.
Gelukkig verschillen de geldprijzen tussen de eerste 5 wagens niet zo heel veel. Maar voor de
echte wagenbouwer gaat het om de eer en die
was nu natuurlijk gekrenkt door de jurybeslis-sing. Maar de sfeer was er bij de Horendonkse
carnavalvierders toch niet helemaal uit. Ze wa-ren andermaal met veruit de meeste deelne-
mers tijdens die drie carnavalsdagen. En dan hebben we de deelnemers van de chirojongens
nog niet geteld. Ook zij kwamen met een
prachtige wagen aanzetten, goed voor een vier-de plaats in de categorie B. Hier won de Pij-
penclub van het Molenheike. Maar den Uil zou den Uil niet zijn, moest de politieke actualiteit
niet aangekaart worden met het Keldertrapken
en ook met de Vennenzwemmers. Den Uil zorgde eens te meer voor de kritische noot in
de carnavalsstoet en we leverden bovendien veruit de mooiste wagen en daar zijn we fier
op.
Column
Guy Van Den Broek
De mooiste carnavalswagen
2 Nieuws
Carnaval 2015: van de opbouw tot de avond
hard werken in de omgebouwde
tent tijdens de 5 kermisdagen en zeker niet vergeten 2 dagen hard
werken op de hondenshow Brabo door heel de tijd de hondenuitwerp-
selen op te kuisen! Het was een
prachtwagen met als thema “ ’t is die van os, we sjouwe en we sjowe
“. Lees verder op pagina 3.
3 Nieuws
De familie Pockelé was er bij als de
Vennenzwemmers “ ’t was da van oos
“, om de sluiting van het zwembad aan
te kaarten!
Prins carnaval
Héél de ploeg schitterde tijdens de stoet
en alles liep gesmeerd, zelfs was er een erehaag van mensen met partypoppers.
Ronny van Gastel de nieuwe Prins Car-naval zag dat het goed was en hijzelf
genoot ook van zijn eerste stoet als
Prins!
De wagen van Den Uil op weg naar de start van de stoet. De verenigingen van Den Uil
De Chiro Joho had ook een mooie wa-
gen met “Mario Bros is die van os“. Zij hebben ook maanden gewerkt om alles
in elkaar te knutselen dus ook Proficiat aan hen!
Keldertrapken was er ook bij met als
thema “ D’ overkapping van d’ Over d’ AA “. Het is bij hen gewoonlijk een last
minute wagen, maar telkens weer héél leuk om te zien, goed gedaan mannen!
Carnaval 2015: van de opbouw tot de avond
prijs ging lopen. Het was voor Den Uil en
voor de neutrale kijkers niet te begrijpen dat Den Uil naast een derde opeenvol-
gende overwinning greep en de wisselbe-ker niet definitief in het bezit kreeg! Een
supermooie afgewerkte wagen en alle
kleding zelf gemaakt zijn blijkbaar niet meer zo belangrijk, ik kreeg precies een
dejavu van onze tijd in de jaren ’80. Na al die maanden van hard werken aan de
wagen en kleding kreeg Den Uil een kou-de douche! Aangezien de Statie op de-
mocratische manier als eerste werd uit-
geroepen feliciteren wij hen met hun overwinning. Hopelijk hebben onze man-
nen toch plezante carnavalsdagen gehad en gaan ze er volgend jaar weer met
verse moed tegenaan!!!
José Schrauwen / foto’s: José S. & Wout S.
Vele mensen begrepen niet dat Den Uil
met de A wagen maar 2e was, na de wagen van de Statie die met de eerste
Knippen met Colette
4 Interview
Papierknipkunst
Een papiertje vouwen en er motiefjes in knippen met
een schaar is KNIPWERK. Werkt men volhardend verder dan kan het knipkunst worden. In onze contreien is
reeds 300 jaar geleden het knipwerk opgedoken. Daar-voor kende men reeds het snijwerk. Met een mesje
sneed men in perkament, een luxeproduct.
Voordeliger, gemakkelijker en beschikbaar voor elk was het knippen in papier dat zich ontwikkelde tot volks-
kunst. Het papierknippen stond lange tijd in de vergeet-hoek, maar daarna kwam het knipwerk terug tot bloei.
In Vlaanderen pionierde Colette DRIESSENS, met ouder-wets geduld, ze bracht en brengt ons een nieuwe visie,
een persoonlijke stijl, een moderne benadering in een
evenwichtig beeld.
Colette Driessens
Colette Driessens is geboren en getogen in Oudenaarde (Oost-Vlaanderen) waar ze school liep tot 1949. Ze stu-
deerde 6 jaar aan de Koninklijke Academie te Gent waar
ze woonde tot eind 1960. Ze huwde en verhuisde naar Nederland, U.S.A. en later naar Luxemburg. Ze kwam in
1967 in Essen wonen, eerst in de Beukendreef, later op Horendonk in de boerderij van de gebroeders Uitdewilli-
gen. Toen ze in Essen woonde studeerde ze nog 2 jaar aan de Koninklijke Academie van Antwerpen; ze is moe-
der van 3 kinderen en is grootmoeder.
Ze begon pas in oktober 1987 te knippen, nadat ze bij wijze van spreken nog geen schaar in haar handen had
gehad. Dat deed ze zeer fanatiek en met resultaat. Met trots toonde ze ons een lange lijst van tentoonstellingen
en demonstraties waaraan ze deelnam en in de prijzen
viel.
Op de baan van Horendonk naar
Schijf, op het einde van de
eerste bocht
naar rechts, staat verscho-
len in een blok groen het Knip-
hof van Colette
Driessens. Daar, op nummer 350, is haar woon- , werk- en tentoonstellingsruimte. Er is een permanente ten-
toonstelling (wel op voorhand telefonisch afspreken), een wisselende collectie van ingelijst werk en versierde
eieren, documentatietafels over de geschiedenis en de
techniek van de papierknipkunst die u een ruime kijk brengt op een oude volkskunst.
Nadat we bekomen waren van de eerste indruk van de
vele knipsels ontspon er zich een aangenaam gesprek over o.a. de onverzorgde taal op de Nederlandse televi-
sie, de vriendelijkheid van de mensen van de buitenwijk-
onderbreken om de concentra-
tie terug aan te scherpen. Het is gebruikelijk om gedurende
verschillende dagen met meer-dere werkjes tegelijk bezig te
zijn waardoor men aandachts-
verlies vermijdt. Naast het knip-werk op zich stelde Colette zo-
wat in heel West-Europa ten-toon, zij houdt workshops en
geeft lezingen, schrijft artikels en vertelt met passie over haar
hobby. Wij kunnen de plaatse-
lijke verenigingen en scholen een workshop van Colette van
’t Kniphof warm aanbevelen. Profiteer van de kennis die er
voor het rapen ligt.
en zoals Horendonk en Wildert
tov. het centrum. De kunst om zijn kunst aan de man te bren-
gen enz. Wij vroegen ons af of papierknippen kunst is of een
bezigheid zoals klossen, haken
of breien. Het schriftelijk ant-woord van Colette, die specia-
liste is in de techniek en de ge-schiedenis van papierknippen,
vindt je apart. Wij waren be-nieuwd om te weten hoeveel
scharen Colette ter beschikking
had. Zij haalde een studenten- pennenzakje boven waaruit 2
schaartjes werden gevist waar-mee praktisch alles werd gerea-
liseerd. Of het ook weleens fout
gaat? Dat kan vermeden wor-den door op tijd het werken te
5 Interview
Colette: Levensboom Levensboom (Thuja) is een geslacht van coniferen
uit de cipresfamilie (Cupressaceae). Er zijn vijf soorten, waarvan er twee in Noord-Amerika en
drie in Oost-Azië voorkomen. De naam levens-boom danken de bomen aan het groenblijvende
gebladerte en het veelvuldige traditionele genees-
krachtige gebruik van deze bomen. De planten zijn groenblijvend. De bladeren zijn schaalvormig, be-
halve jonge blaadjes, die naaldachtig zijn. De bla-deren worden soms gegeten door larven van mot-
ten. De mannelijke kegels zijn klein en zitten bij de uiteinden van de takjes. De vrouwelijke kegels
zijn in het begin ook klein, maar worden later on-
geveer 1-2 cm lang en hebben dan zes tot twaalf overlappende, dunne, leerachtige schalen. Het
hout van levensbomen is licht en aromatisch. Het is goed bestand tegen rotting. Het hout wordt ge-
bruikt voor vele doeleinden en is ook bij ons zeer
populair.
10 ooievaars gespot in Steenpaal
Zaterdag 14 februari zijn er in Steenpaal 10 ooievaars ge-
spot. Lieven en Marijke Deckers-Buyse
‘Violet’ op groot scherm in zaal Rex
Debuutfilm van regisseur Bas Devos
‘Violet' is de eerste langspeelfilm van regisseur Bas Devos, die
opgroeide in Horendonk op de blauwhoef, Over d’Aa (tegenover het uiltje) . Vzw Kobie bracht het werk op 23 ja-
nuari 2015 op het grote scherm in de voormalige cinemazaal ‘Rex’. margo tilborghs
FONS VAN MEEL ° Essen op 8 september 1922 + Brasschaat op 14 februari 2015 Echtgenoot van Liza Schrauwen De uitvaartdienst had plaats op vrijdag 20 februari.
Overlijdensbericht
6 Sport
Laatste manche van de Super-
prestige, de Noordzeecross in Middelkerke! Een massa sup-
porters is naar de kust afgezakt om de crossers in de laatste
klassementscross van het sei-
zoen aan te moedigen! Gelukkig is de zon van de partij en blaast
de wind uit de zee niet al te hard. Het kan nog spannend
worden in deze wedstrijd, met Mathieu van der Poel en Kevin
Pauwels op twee punten van
elkaar voor de eindzege. Voor Tom komt het er vooral op aan
om terug plezier te vinden in het crossen.
Tom voor de wedstrijd:
"Ik ging deze week fietsen in de natuur en hervond mijn goesting. Het mooie weer nodigde ertoe uit om plezante dingen te doen. Ik kon mijn hart opha-len. Ik kon me uitleven." Dat belooft!
Tom technish super en 5de in de Noordzeecross in Middelkerke!
Tom na de wedstrijd:
"Ik maakte vandaag mee wat ik al sinds het WK ervaar: dat het aanvankelijk goed gaat, maar wanneer het echt om de knikkers gaat, kom ik dat tikkeltje te kort en moet ik afhaken. Veel terrein verlies ik niet. Vandaag scheelde het niet veel, maar toch. Meer zat er bijge-volg niet in."
7 De tijd van toen
laatste week elke dag met ons gaan oefenen in de kerk. We gaan in drie rij-en van zes of zeven achter elkaar staan. De meester tikt met een sleutel tegen de communiebank. De eerste rij knielt en schuift zes of zeven paar handen onder het witte “tafelkleed” van de zwarte communiebank. Op de tweede tik knij-pen we onze ogen krampachtig dicht en verschijnt er een begerige tong uit onze opengesperde monden. Op de derde tik openen we onze ogen en sluiten de mond, alsof hij een tabernakel is. Op de vierde tik staan we terug recht, de han-den tot een speerpunt voor onze borst gevouwen, en op de vijfde tik gaan we in rij terug naar onze plaatsen. Dit is heilig zijn. En zo wil ik vanaf de dag van mijn Eerste Communie alle dagen van mijn leven zijn.
De zaterdag vóór het grote gebeuren gaan we te biechten. De meester heeft ons geleerd hoe zondig we wel kunnen zijn op de leeftijd van zeven jaar: zoveel keer gevloekt, zoveel keer ongehoor-zaam geweest, zoveel keer gelogen… Andere zonden zijn er gelukkig nog niet… Na de biecht voel ik hoe mijn ziel wit geworden is als een bruidskleed. Mijn zus Marina wast me en herhaalt wel tien keer dat ik me niet meer vuil mag maken. En dat zal ik nooit meer doen, nee, want nu mijn ziel zo proper is, moet mijn lichaam maar meedoen. De ochtend van de grote dag krijg ik eindelijk mijn nieuwe kleren aan: een witte bloes met een gebiesd kraagje, een korte broek met strenge vouw, lange witte kousen, zwarte schoenen (duidelijk “op de groei” gekocht) en een bruin jasje van velours dat ons Marina zelf voor me genaaid heeft. Ze is fier op me, want ze is mijn meter, en onze Ruj mijn peter. Met kloppend hart ontvang ik eindelijk een echte hostie op mijn tong. Honderd keer hebben we geleerd dat we er niet op mogen bijten, want het is het lichaam van Christus en je mag hem geen pijn doen! Het dunne schijfje smelt op mijn tong vooraleer ik weet hoe het smaakt. En dat is dan toch een eerste teleurstelling… het lichaam van Christus is wat steriel, het blijkt van dezelfde stof gemaakt te zijn waarvan bijvoorbeeld nonnenvingers gemaakt zijn, bleek en klef. Samen met mijn neef en vriend Willy Gommeren (zoon van nonkel Stan) ga ik na de mis op bezoek
bij de nonkels en tantes Gommeren in onze straat, om “mijn eigen te komen laten zien.” Bij nonkel Pol Van Gils, hoofdonderwijzer van de jongensschool, poseren Willy en ik voor een foto in de voortuin. Hij is zeker anderhalve kop groter dan ik… bijna geschikt om zijn Plechtige Communie te doen. Naast de gebruikelijke “cent” krijgen we een bij-zonder cadeautje: we mogen vanaf nu – samen met de andere neefjes en nichtjes die jonger zijn dan twaalf – elke zater-dagnamiddag na schooltijd naar het “Kinderuurtje” met Nonkel Bob en Tante Ria komen kijken. En dat doen we met zeker tien kinderen! Mijn vader had me nog niet zo lang geleden op zo’n spriet-achtig ding gewezen dat door het dak gegroeid was bij Maurice Backx, ge-trouwd met een dochter van de kruide-nier. “Antenne” bleek zo’n futuristisch ding te heten. En vanaf nu zouden wij elke week in het grootste clubhuis van Vlaanderen kunnen plaats nemen, bij Nonkel Bob en Tante Ria, in kleermakers-zit in de huiskamer bij nonkel Pol en tan-te Melanie. Dat was nogal wat meer dan “De lustige Kapoentjes,” waarvan wij de fratsen elke week volgden in de krant “Het Volk”. Dit werd zoiets als een hoog-mis op zaterdag, de kijkkast was een ta-bernakel. Wie dat mocht openen en daar-in kijken, was aangeraakt en gezalfd. Zo werd er een netwerk van een wereld tus-sen woorden over een wereld van woordjes gespannen… Cis Gommeren
Deel 7: EERSTE COMMUNIE
Op 1 september 1955 stap ik trots naar de meisjesschool… voor de allerlaatste keer. Het is de gewoonte dat de onder-wijzer van het eerste leerjaar (“meester” D’Hooghe) de jongens komt ophalen op de speelplaats van de meisjes en dan gaat het in stoet naar de jongensschool. We voelen ons inderdaad veel te groot geworden voor de “papschool”, waar weer een verse lading huilgezichten afgeleverd is door hun moeders; maar op de jongensschool worden we met veel gejoel begroet als de “papkindjes.”
De jongensschool is ouder en lelijker dan de meisjesschool. Er zijn maar drie onderwijzers, elk met een graadklas. Meester D’Hooghe opent voor mij een wereld van woorden met lange stroken papier, bedrukt met zwarte en rode let-tertekens:
Jan is de broer van Gusta
Tuur heeft een reep
Jan en Gusta en Tuur wonen in
een groot huis
Elke dag begint met een verse lading woorden, als appelen uit een mandje. Ik kan er niet genoeg van krijgen. Daarna rekenen, een verhaal uit de “Gewijde Geschiedenis”, versjes van buiten leren en zingen, een verhaaltje over Oude Belgen en Romeinen. (De meester gaat naar de rechterwand van de klas, en wijst naar oude platen met besnorde krijgers met weinig kleren aan en zwaar bewapende Romeinse soldaten met san-dalen; zij lijken ons aan te staren alsof we niet-beschaafde wezens zijn… en misschien hebben ze wel gelijk.) Na de middag opnieuw een hoopje woordjes en een herhaling in dreunend koor van alle woorden die we al kennen. Het mooist vind ik de nieuwe woorden in rode letters. Rood wordt mijn lieve-lingskleur voor het leven. Woorden zijn het bloed van mijn eerste leerjaar, ze kruipen overal in mij rond waar ik nog niet gaan kan. Ja, voor alles bestaat er een woord. “En als jullie groot zijn,” zegt meester D’Hooghe, “dan kunnen jullie de gazet helemaal lezen. En dikke boeken. En als jullie dat kunnen, leer ik jullie Frans…” Dat kan niet, zeggen on-ze ogen als twee open monden… maar ik voel dat ik dat wel zal kunnen. Mijn geredde tong is gereed voor taal.
(…) Op 29 april 1956 doe ik mijn Eerste
Communie. Meester D’Hooghe is de
Foto en prent-
je van mijn eerste commu-
nie.
De autobiografie van Cis Gommeren
Natuur op Den Uil Frank Rossen
8 Varia
De apenbroodboom: Baas aap vindt een oplossing!
Het is lekker hoog in de boom en dus
veilig en met een leuk uitzicht. In de verte kan hij de apenbroodbomen van
andere apenfamilies zien. Eh baas… vraagt hij: mag ik goedendag zeggen
in de ochtend?? Baas aap krabt zich
achter de oren. Goedendag is niet ver-keerd, want in het apenboek staat dat
je dat eigenlijk de hele dag mag zeg-gen. Misschien is het beter om deze
keer wat soepel te zijn. Want iemand uit de familie zetten, hakt er nogal in.
Hij weet dat de coole vriendin van aap
op tak nr. 36 hem dat erg kwalijk zal nemen. Die zal hem nooit meer vlooien,
terwijl dat toch zo gezellig is. Alle vrouwtjesapen vlooien baas aap, zo
hoort het want hij is de baas. Maar de
coole vriendin van aap op tak nr. 36 is ook al zo een halve revolutionair in wor-
ding. Daar zouden nog meer problemen van kunnen komen. Vrede in de boom
is wat waard, maar we hoeven er onze gewoonten niet voor op te geven. En
nieuwkomers moeten zich aanpassen…
anders gaan ze maar terug naar hun eigen familie.
Het is goed zegt hij, maar tegen mij zeg je goedemorgen. En voortaan heet je:
GOEDENDAGAAP. Dan valt het niet zo
op als je goedendag zegt.
Terwijl IT-aap piekert over hoe hij in
Eiken kan komen, is baas aap klaar met denken. Hij is een doe-aap: van daden
en weinig woorden. Dat probleem op tak nr. 36 ga ik oplossen, zei hij in zich-
zelf. Zoals we weten woont op tak nr.
36 een halve of hele revolutionair die goedenavond zegt in de ochtend maar
wel netjes zijn tanden poetst voor het slapen gaan. Sommigen van de familie
SNURK vinden hem dan ook een halve revolutionair, want hele revolutionairen
poetsen hun tanden niet. Heb je ooit
een bekende revolutionair met een tan-denborstel op de foto gezien? NEE! Ech-
te revolutionairen roken sigaren en meer van dat soort stoere dingen. Baas
aap zegt tegen de aap op nr. 36: ik heb
een voorstel. Bij de familie DEMOCRAAT hiernaast, kun je zeggen wat je wilt in
de ochtend: goedenmorgen, goeden-avond of goedendag. Je kunt kiezen: je
verhuist naar hiernaast en sluit je aan bij de familie DEMOCRAAT of je houdt
je aan de regels van de familie SNURK:
goedenmorgen zeggen in de ochtend, goedenmiddag in de middag en .. juist
ja: goedenavond in de avond. De aap op tak nr. 36 schrikt want hij wil zijn
coole vriendin niet kwijt, en hij is best
tevreden op tak nr. 36.
En zo gebeurde het. De GOEDENDAGAAP
zei goedendag en baas aap was met een paar sprongen terug hoog in de boom.
De rust keerde terug bij de familie SNURK… maar niet voor lang.
Want IT-aap was van plan om naar EI-
KEN te reizen. Hij wilde ook wel eens smullen en vooral proeven van die FRIT-
TEN. Misschien nog lekkerder dan bana-nen? Hij had van NEDERAAP in EIKEN
gehoord dat grote brullende monsters lange dozen brachten bij een schuur aan
de OVER D AAP. De mensen noemen die
dozen containers. IT-aap wist dat in een dorp niet ver van de apenbroodbomen,
de mensen zulke dozen vullen met zak-ken met cacaonoten. Apen lusten die
rauw. Maar de mensen koken ze en NE-
DERAAP mailde uit EIKEN dat ze er over-heerlijke chocola van maakten. Als hij nu
eens in zo een lange grote doos ging zitten als ie vol cacaonoten was? Maar
dan wel een die richting EIKEN of in de buurt werd gebracht. Hij moest LAND-
KAARTAAP eens vragen in welk landje
EIKEN lag. Hij nam een banaan mee, want hij wist dat LANDKAARTAAP die
heel lekker vond. Een kadootje op zijn tijd doet wonderen, ook in apenland.
Wordt vervolgd… Tjeerd Ossewaarde
Foto van de week