bundel creative sector by syntens
DESCRIPTION
Syntens handboek met handige tips voor startende ondernemers en social mediaTRANSCRIPT
waargaat het eigenlijk over?
hetgaatDit boek is gedrukt op FSC®-papier, bij een door FSC® gecertficeerde drukker.
Raddraaier werkt met inkten op plantaardige basis en heeft een alcoholvrij offsetprocédé.
eigenhet
nlijk overRedactie-adres
Syntens: [email protected]
088 - 444 0222
Afdeling communicatie:
088 - 444 0456
...nlijk overWaar gaat het eigenlijk over in de creatieve sector?is een uitgave van Syntens.
Uitgevers Annewies Kuipers, Dirk Minne Vis en René Bastiaans, Syntens
Concept en advies Annewies Kuipers
Concept en hoofdredactie Dorien van Schie, www.copycoaching.nl
Redactie Dorien van Schie, Gregor Hakkenberg, Dolf Weverink
Eindredactie Dolf Weverink, www.copycoaching.nl
Concept en ontwerp Yvon Thewessen, www.zo-ontwerp.nl
Fotografie De meeste foto’s komen uit privécollecties
van onze ondernemers. Kijk op pagina 126
voor de overige credits.
Druk Raddraaier, Amsterdam
Syntens is een initiatief van het
ministerie van Economische Zaken
Creativiteit op zich is geen garantie voor innovatie
Je zou missschien verwachten dat we hier uitgebreid gaan uitleggen wie al die door de overheid
betaalde Syntensadviseurs zijn en wat wij waar doen om innovatie in de creatieve industrie te
stimuleren. Maar dat is niet zo. Want wat wij doen is niet de kern. Het gaat er om wat zij
doen, al die creatieve, gedreven, grenzeloze, visionaire, optimistische en soms een
beetje maffe paradigmaverschuivers en voortstuwers van innovatie die wij dagelijks
mogen ontmoeten. Wat zij willen bereiken en hoe zij met hun creativiteit een bijdrage
leveren aan de concurrentiekracht van Nederland, dat is wat ons bezig houdt.
We leven in een tijd van radicale veranderingen, ingegeven door het faillissement van de oude modellen,
die hebben geleid tot een wereldwijde financiële, economische, sociale en milieucrisis. De vraag hoe
en in welke rol de creatieve industrie kan bijdragen aan de innovatie en (productiviteits)groei van het
Nederlandse en internationale bedrijfsleven is nu buitengewoon actueel. Tegelijkertijd is het de
hoogste tijd om het Nederlandse innovatiesysteem aan een kritisch oordeel te onderwerpen.
Hoe kan het anders, creatiever en beter?
Dit boek gaat over de denkers en doeners die de creatieve industrie maken tot wat ze
nu is. Het staat vol verhalen, blikken op de toekomst en passies van modeontwerpers,
architecten, reclamemensen, internetspecialisten, grafisch ontwerpers, muziek- en
filmtalenten, zakelijke dienstverleners en ontwikkelaars van games en andere software.
We hebben ze gevraagd naar hun drijfveren, hoe zij het ondernemerschap beleven, naar de
kruisbestuiving tussen verschillende sectoren, hun visie op intellectueel eigendom, de laatste
trends in bedrijfsvoering en financiering, en naar hun ideeën over hét buzzwoord van deze nog
jonge eeuw: duurzaamheid.
En natuurlijk, stiekem gaat het in al die verhalen ook een beetje over Syntens. Doordat we onze klanten aan
het woord laten, wordt vanzelf duidelijk wat onze toegevoegde waarde is. Creativiteit op zich is immers nog
wie•wat•waar •gaat•het•eigenlijk•over?
Dit boek
gaat over de denkers en doeners die de creatieve industrie maken tot wat ze
nu is
wie•wat•waar •gaat•het•eigenlijk•over?
wie•wat•waar •gaat•het•eigenlijk•over?geen garantie voor innovatie. Het creëren van meerwaarde en duurzaam succes is een proces dat gedreven
wordt door creativiteit, maar waarbij het ook belangrijk is om rationeel te sturen. Je moet af en toe even
stil staan, afstand nemen en kritisch kijken naar je eigen ondernemerschap, de kwaliteit van je organisatie
en de relevantie van je producten voor de markt. Wat zijn mogelijke obstakels? Hoe financier ik het? Hoe zit
het met de beschermbaarheid van je ideeën? Waarop baseer je de beslissing over zelf doen of uitbesteden,
in binnen- of buitenland? Al dit soort overwegingen vragen om andere eigenschappen en expertise dan
alleen creativiteit.
Syntensadviseurs zijn wegbereiders, wegwijzers en inspirende verbinders. Of, zoals diverse ondernemers
in dit boek zeggen: versnellers van verandering. Ze brengen partijen met elkaar in contact, leggen
verbanden tussen sectoren, stellen lastige vragen, duwen, trekken, kietelen en knijpen. En steeds vanuit een
onafhankelijke positie, want ze hebben geen enkel commercieel belang.
Maar goed, over onze rol als stuwers van innovatie gaat het in dit boek dus slechts zijdelings.
We willen hier vooral de portretten schilderen van een kleine, maar representatieve groep
ondernemers: voorhoedespelers in onze creatieve industrie. Zo laten we onze kennisleveranciers,
opdrachtgevers, ambtelijk en politiek verantwoordelijken én ons thuisfront zien wat ze allemaal
doen en bereiken, die creatieven die wij dagelijks mogen ontmoeten.
Tegelijk maakt dit boek zonneklaar waarom wij zo gepassioneerd
kunnen raken van ons werk in en met de creatieve industrie.
Zij leggen immers – elke dag weer – een nieuw stukje
schaduw van onze toekomst bloot en versterken met hun
ideeën onze concurrentiekracht als creatieve natie.
Namens het team Creatieve Industrie van Syntens,
veel plezier met dit boek!
Dirk Minne Vis
Regiodirecteur
Het is de hoogste tijd om
het Nederlandse innovatiesysteem aan een kritisch oordeel te
onderwerpen
Hoe kan het
anders, creatiever en beter?
wie•wat•waar •gaat•het•eigenlijk•over?
Inhoud
28 Butterfly Works: creatief ondernemerschap met een missie. “Onze kracht ligt in innovatie door het samenbrengen van bestaande technieken, kennis en nieuwe oplossingen!” www.butterflyworks.org
8 Look for the shadow of the future in today Een rondetafelgesprek met Marleen Stikker en Daniel Erasmus over
disruptieve businessmodellen en paradigmakantelingen. Kortom, twee visionairs over de betekenis van design thinking voor de
toekomst van de creatieve industrie en Nederland. www.dtn.net www.waag.org
PROFESSIONEEL ONDERNEMERSCHAP
18 De snelste weg naar de top? Met de stroom mee! Column van organisatieactivist
Jaap Peters. www.jaappeters.nl20 Wat heb je te verliezen? 5 stellingen van
Bas van Berkestijn, mede-oprichter van reclamebureau
Woedend!
www.woedend.nl22 Matchmaking in de praktijk Het verhaal
achter een goede match!
www.youngworks.nl www.newzoo.nl24 Mini-dossier MKB-Krachtcentrale Voor
ondernemers die meer rendement willen halen uit
samenwerking met hun bende creatievelingen.
www.mkbkrachtcentrale.nl27 Van fouten leer je Column van Leen Zevenbergen.
www.leenzevenbergen.nl
34 Groeiambities aan het IJ Speciaal voor
vrouwelijke MKB-ondernemers.
35 MVO 2.0 Een frisse kijk op sociaal ondernemen.
www.1procentclub.nl36 Focus, focus, focus Kroeskontrol over de winst
van specialisatie voor leverancier van online kennis.
www.kroeskontrol.nl37 Van heel gespecialiseerd naar breed Curve over de noodzaak om mee te bewegen met de wereld
om je heen.
www.curve.nl38 Trezorix en het semantische web Een
rondetafelgesprek over confronterende vragen en modellen.
www.trezorix.nl41 Turning fashion Talent into Business
54 Netwerkorganisatie: de droom van elke creatieve ondernemer? “Ik vind dat innovatie, op welk vlak dan ook, vooral aan de sector en de ondernemers zelf overgelaten moet worden.” www.fortknox.nl
www.unit2.nl www.versfruit.nu
www.anet.nl
SAMENWERKING
46 Samenwerking is maar lastig! Column en
tips door Rob de Graaf van de Innograaf.
www.deinnograaf.nl48 Heus niet naar Cannes Netwerken en creatief
innoveren in optima forma.
www.heusnietnaarcannes.nl58 Ruimte voor Kruisbestuiven: Wat hebben
architecten en gameontwikkelaars gemeen?
60 Syntens’ universe62 Die filmcommissioner moet er echt komen… De vruchten van een businesscluster.
www.goedzoekers.nl65 Toptalent in de schijnwerpers www.picnicnetwork.org www.gameinthecity.nl68 LiveWIRE Voor pionierende technostarters.
www.livewire.nl
INTELLECTUAL PROPERTY
72 Creativiteit en Intellectueel Eigendom
Waardevolle tips van IP-adviseur Wouter Kanneworff.
www.agentschapnl.nl77 Fablab www.fablab.nl78 De wereld van open content Het delen van
creativiteit stimuleert het creatieve en intellectuele klimaat
in de wereld.
www.creativecommons.nl8o Unlimited Design Contest Een jurkje met het
patroon van je favoriete gerecht? Alles kan!
www.unlimiteddesigncontest.nl82 Tribe of Noise: platform voor nieuw muziektalent www.tribeofnoise.com
74 Open versus closed source Hippo en about:blank op zoek naar de nuance in een vertroebelde discussie “Het is te grof om te zeggen, dat open source altijd goed is, zelfs voor de overheid.”
www.about-blank.nl www.onehippo.com
FINANCIERING
86 Ondernemen met een investeerder: je groei versnellen Column Thomas Engel.
www.the-saints.nl90 Mini-dossier Financiering Voor ondernemers
die extra financiering nodig hebben voor groei, innovatie of
het oplossen van knelpunten.
88 Nederlandse investeerders vaak nog niet klaar voor concepten “In vergelijking met de VS, de UK en Israel staat Nederland echt met stip onderaan als het gaat om het financieren van creatieve concepten.”
www.imxcapital.com
INTERNATIONALISERING
94 Er was eens…. Column door Jeroen Elfferich.
www.exmachina.nl95 Creatief over de Grens Innovatieadviseurs over
hoe internationaliseren en innovatie hand in hand gaan.
www.syntens.nl98 Het succes van ‘LaDress’ Interview met
Simone van Troyen.
www.ladress.com
100 De wereld is mijn speeltuin Micha van de Meer over zakendoen met culturele intelligentie. “Blauw vinden zij namelijk een hele lelijke kleur én dik is ook veel mooier.” www.whitebear.nl
S P EE L TU I N
DUURZAAMHEID
106 Nederland wereldkampioen Column door
Maurits Groen.
www.mgmc.nl 114 Kunst uit Burkina Faso in sneakers! Merijn ten Thije van !SYOU over inspirerend zakendoen op
basis van co-creation.
www.isyou.com118 MVO: de normaalste zaak van de wereld Dieuwertje Damen over ecologische en sociale innovatie.
www.thevalueagency.com122 Groeien? Wat een onzin Column Martijn Meima.
www.meimacoaching.nl
107 Profits for principles Yolanda Philipssen van Biyomap en Jim Bowes van GreenGraffiti in gesprek over social en environmental improvement. “Social en environmental improvement maakt branding een stuk makkelijker.” www.greengraffiti.com www.biyomap.com
Annewies: “Blijft de creatieve sector de komende jaren nog een
sleutelgebied, denken jullie?”
Daniel: “The background idea behind creative industries
being key, was to broaden the sense of IT or technology driven
progress. The idea is that internet and certain technologies
were going to strengthen this evolution of the Nederlandse
maatschappij. Nu wij praat niet meer over techniek en internet,
maar over creativity en design.”
Marleen: “Je ziet dat mensen in de creatieve industrie worstelen
met het feit dat hun rol anders is geworden, dat ze anders in
de keten staan, dat ze andere verantwoordelijkheden hebben.
Interactive designers staan plotseling middenin de discussie
rondom mobiliteit en creatieven worden de vraagbaak voor
het duurzaamheidvraagstuk, omdat dat steeds meer gaat over
lifestyle en experience. Ik ben ervan overtuigd dat het voor het
beantwoorden van de grote maatschappelijke vraagstukken
LOOK FOR THE SHADOW OF THE FUTURE IN TODAYWe leven in een tijd van radicale veranderingen. Niks is nog langer zeker. Oude
modellen hebben geleid tot financiële, sociale en milieuproblemen, waarvan
het einde nog niet in zicht is. Nieuwe businessmodellen zijn nodig om deze
maatschappelijke vraagstukken op te lossen en nieuwe kansen die zich aandienen,
te grijpen. Het gaat dan niet alleen om het ontwerpen van nieuwe producten, maar
juist om nieuwe processen, ideeën en betekenissen. “Daarom is het hoog tijd om
‘design thinking’ meer ruimte te geven in innovatieprocessen, want alleen zo kunnen
we richting geven aan het ontwerpen van een samenleving die goed is voor mensen
en waar nieuwe technologie een middel is en gebruikers ook daadwerkelijk ingezet
worden als informatiebron”, menen Marleen Stikker, directeur van de Waag
Society en Daniel Erasmus, oprichter van het digital thinking network, DTN.
Benieuwd naar wat dit betekent voor de toekomst van MKB-ondernemers in de
creatieve sector organiseerden innovatieadviseurs Annewies Kuipers en Bruni
Hofman een rondetafelgesprek met deze twee creatieve visionairs. Een gesprek in
een heel eigentijdse mengelmoes van Afrikaans, Engels en Nederlands.
10
LOOK FOR THE SHADOW OF THE FUTURE IN TODAYdraait om drie elementen: emerging technologies, design
thinking en creative business. Op het snijvlak van deze drie
zullen disruptieve businessmodellen opnieuw uitgedacht moeten
worden. De creatieve industrie moet emerging technologies
helpen betekenis te geven. Daar zullen vervolgens nieuwe ideeën
en lijnen voor lifestyle uit ontstaan, maar ook nieuwe ideeën voor
emerging technologies. Maar uiteindelijk draait het in de kern
om ‘design thinking’, waarmee de vraag wat betekenisvol is en
vragen over menselijk gedrag beantwoord moeten worden.”
Annewies: “Maar Daniel, jij denkt daar vast anders over want jij
komt uit de hoek van digital thinking.”
Daniel: “I think it is a good analysis. The question is how do
we see the future? Up until pretty recently the future was very
much thought to be a cold technical space of internet driven
technologies in which globalization plays a dominant role and
somehow social communities would ad everything on top of
that. There was thought to be a new frontier for both economic
expansion and cultural expansion. Now the debate has broadened
and matured significantly. We’re not just talking about IT itself
but we’re talking about a broad range of emerging technologies,
material science, chemical and physical approaches. The
question for the future is how do we go about creating systems
using all those elements? But more important: how do we
commonly agree on what is acceptable behavior of the systems
that we have. The good thing is that new business models are
starting to establish new norms.”
Marleen: “Het disruptieve karakter zit ‘m in de winst die we
kunnen behalen uit een andere manier van ontwikkelen ten
Design ThinkingDesign thinking is een manier van ontwerpen die volgens Tim Brown, CEO
van ontwerpbureau IDEO, uitstekend werkt voor allerhande commerciële én
maatschappelijke vragen. Het stellen van HMW-vragen (How might we…) leidt
ontwerpers tot oplossingen voor de meest uiteenlopende ontwerpvragen. Van
trendy fietsen tot goedkope maar effectieve ooglensklinieken in India of het
bevorderen van het sparen in de USA. Alles is volgens IDEO te ontwerpen als je
maar vasthoudt aan een paar belangrijke ontwerpprincipes die Tim Brown in zijn
boek ‘Change by design’ beschrijft.
11
Daniel ErasmusDaniel is CEO of NewsConsole(TM), which reads
more than a million news articles per day to
give its clients strategic overview of today and
tomorrow’s news. As founder of the DTN, Daniel
has led major scenario planning projects for 14
years, edited one and written two books, three
columns and trained more than 1000 executives
and MBA students in scenario thinking. He
is a Visiting Professor at Ashridge Business
School and a Fellow at the Rotterdam School of
Management.
Marleen StikkerMarleen Stikker is directeur van de Waag
Society, dat digitale innovatie ontwikkelt voor
maatschappelijke vraagstukken in sectoren
zoals zorg, cultuur en onderwijs. Stikker is
sinds het begin van de jaren negentig een van
de belangrijkste trendsetters van de wereld
op het gebied van experimenteel internet en
nieuwe media. De voormalig burgemeester
van De Digitale Stad, medeoprichter van
PICNIC, Cross Media Week, lid van de Raad van
Advies van het ICT Regie Orgaan en lid van de
Raad van Commissarissen bij WPG Uitgevers,
schrijft samen met haar collega’s mee aan
het innovatieprogramma van de creatieve
industrie in Nederland. Lees meer op www.
waardevancreatie.nl
opzichte van wat technologie tot nu toe zo machtig heeft
gemaakt. Ik spreek regelmatig met publieke diensten, die een
goudmijn aan data in handen hebben. Het probleem is alleen dat
ze als organisatie – en dat is ook logisch – niet in staat zijn om
deze data te vertalen naar diensten, door er betekenis aan te
geven. En dat moeten
ze ook niet zelf willen
doen, maar het is wel
een uitgelezen kans om
creatieve denkers in te
schakelen om betekenis
te geven, zodat wij als
burgers en maatschappij
kunnen profiteren van
deze informatie. Die
manier van denken is
voorlopig nog behoorlijk
disruptief ten opzichte
van hoe het nu is
georganiseerd, merkte
ik aan de reactie van
mijn gesprekspartners.
Het interessante van de
huidige ontwikkelingen
is dat de creatieve industrie interventies doet in systemen die
al heel erg lang bestaan. Dat vind ik zelf de meest interessante
ontwikkeling. Leuker dan het zoveelste bijzondere meubel in
Milaan. Ook daar kan ik overigens erg geïnspireerd van raken
en ik vind ook dat we dat talent moeten opschalen en uitdragen
over de grenzen heen. Maar de echte uitdaging zit ‘m in de
vraagstukken waar de gemeenschap voor staat en de rol die
disruptieve denkers daarin kunnen hebben. De eerste stap die we
moeten zetten is om al die partijen met elkaar te verbinden.”
Bruni: “De eerste voorwaarde is inderdaad het tot stand
brengen van multidisciplinaire samenwerkingsverbanden om
tot baanbrekende vernieuwing te komen. Innovatie loopt nu nog
te vaak over platgetreden paden. Juist cross-over partnerships
zorgen voor vernieuwende inzichten. Syntens is, in haar rol van
aanjager, daarin heel actief.”
Daniel: “The moment we talk about voorwaarden, we talk about
some kind of a pre-planned system en dan eindig je met een
werkgroep. And I don’t say that those things are not important,
because they are a part of the strategies of governments. But at
this point in time the question is whether this makes sense. The
thing is that the world requires large scale system change and we
are going to have disruptions. That means that the challenge lies
in the institutional ability to engage with people, because in the
end it’s people with ideas who create disruptions. The ability to
capture and move these disruptions in structural ways.”
Marleen: “Ik herken heel goed wat je zegt. Wat je nu ziet is
dat debatten rond mobiliteit-, zorg- en vervoerssystemen nog
steeds volledig gedomineerd worden door stakeholder- en
engineeringprocessen. Het zijn decisionmaking-processen, die
volledig gedicteerd worden door aanbestedingsprocedures uit
angst voor verlies van controle. Een jaar of zeventien geleden
was ik in een lab van Philips waar ze in het kader van een vierjarig
Europees programma bezig waren met interactiviteittesten. En
hoewel het een researchprogramma heet, waar ontdekkingen
gedaan mogen worden, lagen de levels, de terminologie en
platforms en het hele proces al vast. Het schrijnende was
dat ze daardoor niet meer naar internet mochten switchen,
waardoor het totaal irrelevant was wat ze aan het maken waren.
En net als bij de introductie van systemen als het elektronisch
patiëntendossier, de OV-chipkaart en rekeningrijden zijn de
huidige decisionmaking-processen tot op de dag van vandaag
totaal niet geoutilleerd om design thinking de ruimte te geven.
Design thinking betekent immers dat je op basis van bevinding
een volgende itineratie maakt. Een ander voorbeeld is de
communicatie van bus- en treintijden. De verantwoordelijken
binnen de instanties weten dat het kan via vrije sms en toch
gaan ze die palen neerzetten, omdat het in de pen zat en ze
afgerekend worden op targets. Dat geldt ook voor Bloomberg,
“Please don’t go in the geijkte wegen of trends but go other places, because the other places is where the interest will be.”
13
“Design thinking is an approach that uses the designer’s sensibility and methods for problem solving to meet people’s needs in a technologically feasible and commercially viable way.”
een disruptieve technologie om lokaal energie op te wekken, die
kolencentrales overbodig maakt. Helaas beslissen de politieke
mechanieken nog steeds anders. Het zou daarom goed zijn als we
eens een omgekeerd vouchersysteem ontwikkelen, een systeem
waarmee overheden en technische bedrijven de hulp van de
creatieve denkers in kunnen roepen.”
Bruni: “Heel mooi idee!”
Daniel: “We are moving from a push world into a pull world. And
I think that governments have to start to think about how their
instruments function in a pull world. Creative entrepreneurs are
answering unanswered questions. Sometimes they are not yet
understood.”
Marleen: “Eén van de grootste ondernemers van Amsterdam is
Rop Gonggrijp. Deze serie-entrepreneur is volledig authentiek
gericht op een missie, een publieke missie. Maar die man wordt
gezien als een rare hacker die een t-shirt aan heeft en niet te
koop loopt met zijn succes. Dat zijn hele emotionele beelden van
wat ondernemen is, terwijl mensen zoals hij op een missie zijn en
het ondertussen als ondernemer waarmaken.”
Daniel: “Rop is a fantastic example of social engagement and
social entrepreneurship. And that type of thinking needs to be
the space to celebrate the kind of entrepreneurship that Rop
brings.”
Marleen: “Ik kom steeds meer mensen tegen in de reclame- en
internetwereld die geen zin meer hebben in wegwerpcreativiteit.
Hun talent wordt langzaamaan anders gewaardeerd dan vroeger
en ze zetten het liever in voor het oplossen van maatschappelijke
vraagstukken of innovatie, dan voor een nieuwe smaak chips.”
Bruni: “Maar nu even heel simpel, wat zijn volgens jullie de
belangrijkste ontwikkelingen voor ondernemers in de creatieve
industrie?”
Marleen: “Elke creatief komt anders in de keten te staan.
Je kunt niet meer alleen grafisch vormgever zijn of een
reclameman. Van architecten wordt verwacht dat ze snappen
wat virtuele ruimtes zijn en van reclamemensen wordt gevraagd
dat ze weten hoe je met mobiele telefoons sociale netwerken
bestuurt.”
Annewies: “Hun plek in de keten zal dus voortdurend
veranderen.”
Marleen: “Alle terreinen van de creatieve disciplines raken
elkaar dankzij de emerging technologies. Daardoor zullen
creatieve beroepen wezenlijk veranderen, maar ook de
organisatie van netwerken en het gedrag van mensen verandert.
Dat betekent dat alle bestaande businessmodellen steeds meer
op de helling komen te staan de komende jaren. Tegelijkertijd
moeten creatieven in nieuwe ketens telkens weer nieuwe
verbanden leggen. Op dit moment weten bijvoorbeeld nog maar
heel weinig mensen wat Life Science gaat betekenen, maar we
weten wel dat het een impact zal hebben op hoe producten en
materialen worden ontwikkeld. Ik verwacht dat het onder druk
14
van de cradle-to-cradle-gedachte steeds meer lokaal gebeurt.
Kortom, de creatieve sector staat op dit moment al met een
been in een enorme paradigmakanteling, die om een enorme
mindshift vraagt. Creatieven die in deze beweging mee willen,
moeten zorgen dat ze hierin bijgeschoold worden. Gelukkig is het
crisis, dus hebben ze allemaal meer tijd om zich in iets nieuws te
verdiepen.”
Daniel: “My advice
is not to play on
trends. Trends are
obvious. The future
is uncertain, and
let’s not pretend it’s
certain by having
trends. Let’s focus
on uncertainties
and start asking hard questions in your business space. Try
to work at answering them by pulling in knowledge that is
required. So please don’t go in the geijkte wegen of trends but
go other places, because the other places is where the interest
will be. People who answer hard questions, most often smaller
institutions, will be able to address them by building skills to
answer hard questions. This is going to be one of the most
valuable process skills going forward. And please stop playing
knowledge as a being that you can count and store and put in a
bag, instead value processes, networks and abilities to exercise
agendas.”
Marleen: “Wat bedoel je precies met hard questions?”
Daniel: “Things that people have difficulty answering. For
example: How can we grow things, to be things. How do we have
technical systems that require less maintenance? How do we
develop books that learn while you read them? How do we deal
with loneliness? And once you start to address those in a serious
way, you end up in very different spaces, dan we moeten iets
doen aan de vergrijzing.”
Annewies: “Suggereer je nu dat elke ondernemer zichzelf dit
soort vragen moeten stellen?”
Daniel: “Ik denk dat als creatieve MKB-mensen deze vraag
stellen, je stukken enthousiastere antwoorden krijgt.”
Marleen: “Laatst verdeelde iemand de wereld in ‘werkmensen’
en ‘mogelijkheidsmensen’. Werkmensen nemen de wereld
zoals het is en mogelijkheidsmensen durven te geloven in iets
wat er nog niet is. Persoonlijk probeer ik liever door de trends
heen te kijken. Trendwatchers beschrijven en zijn alles behalve
normatief, maar ik heb geen zin om niet normatief te zijn. Het
gaat mij om een betere wereld. Ik denk liever door op iets wat
relevant is en daar trek ik mensen in mee. Als overheid kan dat
niet, maar als ondernemer wel.”
Annewies: “Ik vind het juist heel sterk dat jullie hardop zeggen
waarover nagedacht moet worden.”
Daniel: “We should think of the world as people. And as soon
as we start thinking of the world as people, we start to come up
with very different questions. And we find out that the trends will
take care of themselves, instead of trying to get a false sense of
certainty. I advise creative entrepreneurs to look for the shadow
of the future in today!”
“In other words, design thinking is human-centered innovation.”
15
ONDERNEMERSCHAP
De snelste weg naar de top? Met de stroom mee!
Jaap Peters werkt als
organisatieadviseur
bij ‘DeLimes
Organisatieontwikkeling’
dat is gevestigd in
Zwammerdam. In de
dagelijkse praktijk
noemt hij zichzelf
organisatieactivist.
Hij is gastdocent
op verschillende
universiteiten: Business
Universiteit Nyenrode
(strategie), Universiteit
Wageningen (innovatie)
en Utrechtse School
voor Bestuurs- en
Organisatiewetenschap
(introductie in de
Chaostheorie).
Heel stilletjes voltrekt zich een revolutie in het zakelijk landschap. Als je mij vraagt te beschrijven wat die revolutie
inhoudt, dan zou ik zeggen: fluïditeit. Strakke netwerken worden soepel. Rigide matrixorganisaties laten een zekere
chaos toe. Binnen hiërarchisch georganiseerde ondernemingen ontstaan verbindingen dwars door alle structuren
en beslissingslagen heen. Hoe dat komt? Sommigen leggen de oorzaak bij de sociale media en de nieuwe manieren
waarop mensen contacten aanknopen. Volgens mij klopt dat niet helemaal. De nieuwe media zijn katalysator voor het
proces omdat ze het leggen van nieuwe verbanden faciliteren. Maar de oorzaak ligt dieper. En wel in het falen van het
Angelsaksische business model, wat zich onder meer uit in de economische crisis. Er is behoefte aan iets nieuws.
18
De wortels van de crisisBedrijven die alleen maar werken om geld te verdienen,
verspillen enorm veel energie. Zij roeien tegen de stroom in
omdat ze denken dat ze naar de top moeten. Organisaties die
hun medewerkers stimuleren met plezier de beste kwaliteit te
leveren, laten zich met de stroom meedrijven. Ze leggen zonder
veel moeite grote afstanden af en komen in een steeds bredere
‘flow’. Waar ze bovendien meer klanten bereiken. En die klanten
doen ook veel liever zaken met iemand die duidelijk geniet van
zijn werk dan met een leverancier die met een verbeten kop
verkrampt naar zijn targets zit te roeien. Slachtoffer van wat ik
de ‘Intensieve Menshouderij’ genoemd heb, in mijn gelijknamige
boek.
Weg met moetenAls organisatieadviseur en een van de protagonisten van Het
Rijnlandse Model probeer ik zo veel mogelijk ondernemingen,
instituten en overheidsorganisaties ervan te overtuigen afstand
te nemen van het heilige moeten. Waarbij ik overigens niet
beweer dat de principes van het oorspronkelijk Rijnlandse
Model zaligmakend zijn. Als ze zich maar realiseren dat een
prettige reis belangrijker is dan het bereiken van een doel. Dat
vakmanschap en een goed product meer waarde hebben dan een
hoge beursnotering. Dat je moet streven naar continuïteit door
kwaliteit te leveren en je klanten in de watten te leggen. En dat
dit alles beter lukt als je vaste structuren loslaat en ruimte schept
voor fluïditeit.
Maak je hobby van je werkIk preek hier voor eigen parochie, want dit boek gaat over de
creatieve industrie. En juist daar is men er al lang achter dat
leuk werk betere mensen aantrekt dan hoge bonussen. En dat
als je kwaliteit de ruimte geeft, je organisatie vanzelf steeds
beter wordt. Kijk naar creatieve ondernemingen als Apple en
Google. Bedrijven die zowel hun werknemers als hun klanten een
bepaalde mate van ‘fun’ beloven. Die mensen aannemen met de
boodschap: “Ga lekker je ding doen en bedenk het allerbeste voor
onze gebruikers.” Je ziet wat dat oplevert.
Apple en de beursAls principieel Rijnlander was ik voorheen mordicus tegen
een beursnotering. Nu ben ik iets genuanceerder. Apple
bewijst: je kunt je bedrijf best naar de beurs brengen, zolang
je maar niet beurs wordt. Laat nóóit je beleid beïnvloeden
door je aandeelhouders. Dan krijg je uitwassen, zoals het ooit
briljant voetballende Ajax, dat na de beursgang zijn beste
spelers verkocht om het financieel resultaat op te krikken. De
aandeelhouders waren belangrijker dan de prestaties op het veld.
Dat is typisch Angelsaksisch winstdenken en uiteindelijk de dood
in de pot.
Open Source bron van groeiDe nieuwe manier van werken is fluïde, vloeibaar. Je doet datgene
waar je goed in bent en wat je leuk vindt, je werkt wanneer en
met wie het je uitkomt en probeert er letterlijk het beste van te
maken. Je stelt je open voor inbreng van buiten en laat de ruimte
voor het toeval, voor beweging. Het is het principe van Wikipedia.
Je gooit de deuren open en iedereen die kwaliteit toe wil voegen,
mag dat doen. Hetzelfde geldt voor Open Source software. Je
geeft de macht uit handen om samen sterker te worden. Alleen
ben je misschien sneller, maar samen kom je verder!
Durf te vragen...En zo zijn we weer terug bij de social media, populair omdat ze de
behoefte aan fluïditeit faciliteren. Een prachtig voorbeeld is de
speciale topic bij Twitter: #durftevragen. Als je dat aan je vraag
toevoegt, komt hij vanzelf bij alle mensen binnen die het leuk
vinden om anderen verder te helpen. Zo ben je dus lid van een
netwerk zonder dat je er lid ben bent! Sterker, het is niet eens een
echt netwerk. Het is een groep mensen, alleen gebonden door
hun abonnement op #durftevragen. De fluïditeit ten top!
CU on Twitter!
@JaapPeters
19
Wat heb je te verliezen?
Een kleine tien jaar geleden kocht Bas van Berkestijn
zijn eerste computer. Drie maanden later begon
hij het eigenzinnige reclamebureau Woedend!
Communicatiedingen met boezemvriend Marnix
Pauwels. Vlak daarna sloot Paul Coops, partner
nummer 3, zich ook aan op de zolderkamer.
Inmiddels staat hij aan het roer van een netwerk
van bedrijven, waar negentig vrienden van vrienden
werken, stuk voor stuk specialisten in communicatie,
games en mobile.
”Mensen beoordelen elkaar altijd op gedrag en zichzelf op de intentie. Kunnen we ook ’ns omdraaien.”
20
Stelling 1 Groei is een noodzakelijk kwaad“In het eerste jaar hadden we vijf man in dienst en zwoeren we altijd zo te blijven. Maar om mooie klussen te krijgen, heb je kritische
massa nodig en moet je specialisten aannemen. Dat klinkt allemaal heel simpel, maar het is ook echt geen rocket science. De vonk in
de samenwerking was goed en daardoor ontstond er een bosbrand. Wat ons nog steeds onderscheidt is dat we onszelf zijn gebleven.“
Stelling 2 Je moet juist zaken doen met vrienden “Ik ben meer een bouwer dan een manager. Dat laatste kan ik ook wel aardig, maar dat vind ik minder interessant. Woedend! is
samengesteld uit mensen die ik zocht, maar ook die ik tegenkwam. Mijn stelling is dat je juist met vrienden zaken moet doen. Je moet
dan wel in staat zijn om vrienden te zijn. Dat betekent dat je vertrouwen moet hebben en niet aan jezelf moet denken. Ik wil juist met
mensen werken, waar ik ook mee in de kroeg kan zitten, die me begrijpen en waarbij ik mezelf kan zijn. Dat gaat volgens mij het beste
met vrienden, of in ieder geval mensen waar je het goed mee kunt vinden. Cv’s vinden wij hier dan ook niet zo belangrijk, wel wat het
buikgevoel zegt. We selecteren op grote persoonlijkheden met kleine ego’s. Daardoor is het een hechte club geworden.”
Stelling 3 Ik ben het cement, niet de steen“Als ondernemer is het belangrijk dat je weet wat je niet kunt. Dat heeft vaak te maken met wat je niet zo leuk vindt. Mijn ding is
leiderschap, dat zijn heel veel dingen die eindigen op –eren, zoals creëren, stimuleren, animeren, inspireren. Als leider ontwikkel je de
visie samen met anderen, bepaal je de richting en verzeker je je ervan dat je niet in je eentje over de dijk rent. Mijn rol is het zijn van
Bas, de pionier, de entrepreneur en die is het cement en niet de steen. Echte leiders maken van die stenen een hecht blok. Een stapel
stenen trap je immers zo omver, als het een gemetselde muur is breek je tenen. Dat is het verschil.”
Stelling 4 Ik kan heel goed loslaten“Heel veel ondernemingen groeien niet of doen niet wat ze willen uit angst dat ze het niet kunnen. Mijn credo is steevast: Wat heb je
te verliezen? Als ik dit morgen verlies, weet ik niet of ik opnieuw begin, misschien ga ik wel T-shirts verhuren in Nicaragua. Alles wat ik
doe is ter ontplooiing van mezelf en anderen. En uiteraard voel ik me zeer verantwoordelijk voor alle mensen die hier zitten, met alles
wat ik in me heb. Maar Woedend! is en blijft uiteindelijk een middel om leuke dingen te doen en niet iets waar mijn lot van af hangt.”
Stelling 5 Ondernemen doe je met zijn allen“Kenmerkend voor deze industrie is het eeuwige optimisme. Een tijdje terug wonnen we het global account van Asics en een Zilveren
Leeuw. Woedend! zoemde. We bleken een benchmark voor veel creatieve bureaus. Dat is leuk, maar daar leer je niet zoveel van. Ook
met zo een crisis moet je de spirit erin houden. Je moet mensen allereerst deelgenoot maken van het probleem, maar boeiender is
om ze deelgenoot te maken van de oplossing. Ik hou er helemaal niet van om voor te spiegelen dat Bas het wel even regelt. Het mes
moet aan twee kanten snijden. Op dagen dat de angst hoogtij vierde, legde ik uit dat de situatie nu even niet anders was, maar dat we
er wel invloed op hebben.“
21
Peter Warman is internetondernemer. Daarnaast begeleidt hij, onder meer in samenwerking met Syntens, ondernemers
met het vermarkten van hun ideeën. In die processen doet hij zijn voordeel met zijn eigen ervaringen. Met zijn bedrijf newzoo
ontwikkelde hij gamesindustry.com. Een site op abonnementsbasis die ondernemers in de gamingindustrie een platform biedt met
business data en analyses. Plus de mogelijkheid om jobs aan te bieden en feedback te krijgen op business en marketingplannen.
Juully Ruyters van Syntens nodigde Peter uit om kennis te maken met YoungWorks.
Als je dicht op de inhoud zit is het lastig afstand nemen
Matchmaking in de praktijk
“De eerste sessie met YoungWorks was een
oriëntatie, bedoeld om te kijken of we elkaar
begrepen en vertrouwden. Yvonne en haar
collega’s presenteerden het idee, ik stelde
vragen. Er kwamen direct wat ideeën op
tafel. Zoals bestaande klanten uit te nodigen
Trendport mee te ontwikkelen. Daarmee creëer
je betrokkenheid maar ook je eerste klanten
voor je nieuwe product. Die eerste sessie pakte
heel goed uit, er was een duidelijke ‘click’.
Mijn aanpak is heel overzichtelijk: we beginnen
met twee brainstormsessies van vier uur.
Daarin gaat het erom zoveel mogelijk ideeën
te ontwikkelen en ze vervolgens op de juiste
manier te ordenen en keuzes te maken.
Divergeren en daarna convergeren. Mijn
kracht is dat ik die twee bewegingen goed kan
begeleiden. De derde sessie is een operationele.
Daar werken we aan antwoorden zoals ‘wat
wordt het verdienmodel’, ‘hoe faseren we de
ontwikkeling en hoe financieren we die’, ‘hoe
ziet de praktische organisatie eruit.’
Als je dicht op de inhoud zit, zoals de mensen
van YoungWorks, dan is het lastig om afstand
te nemen en te zeggen ‘nu gaan we er de
markt mee op’. Het is namelijk nooit af. Het
benoemen van de belangrijkste benefits is ook
een lastig punt, want als je van de inhoud bent,
vind je alles belangrijk. Het product Trendport
is een prachtig voorbeeld van het ontsluiten
van kennis voor specifieke doelgroepen. Data,
analyses en trends in de jongerenmarkt, heel
interessant voor adverteerders, uitgevers en
producenten die zich richten op op die markt.
‘Wanneer is Trendport operationeel’ was een
belangrijke vraag tijdens de sessies. En een
moeilijke omdat de samenstellers streven naar
volledigheid. We stelden vast dat 90% ook goed
is. Want die laatste 10 procent vragen een
onevenredig grote inspanning. En je bedient er
maar een heel klein deel van je klanten mee.
Trendport, zoals dat nu door YoungWorks in de
markt is gezet, is een compleet product. Met de
top 10 van jongerentrends, artikelen, data en
analyses. Een kansrijk product.”
22
Yvonne van Sark is directeur
Kennis & Interactie bij YoungWorks.
“Het bureau bestaat nu 12 jaar en ontwikkelt
campagnes gericht op jongeren. Omdat
we werken voor een specifieke doelgroep,
kennen we die heel goed. We voeren al
jaren onderzoek uit. Daarnaast geven we
workshops en organiseren dialogen met
jongeren. Deze data brachten we onder
in een eigen kennismanagementsysteem
en voor een paar klanten maakten we
maandelijkse rapportages over belangrijke
ontwikkelingen rond jongeren. Op een
gegeven moment zagen we de waarde van
onze kennisverzameling in en besloten we
onze bibliotheek om te werken naar een
online tool. In april 2008 was de bètaversie
klaar. Rond die tijd sprak ik Juully Ruyters van
Syntens op een innovatiesessie. Ze herkende
de neiging om een dergelijk product heel lang
bij je te willen houden voordat je er mee naar
buiten treedt, want het is nooit goed genoeg.
We spraken een keer af en zij stelde voor een
brainstorm te organiseren. Zo kwam Peter
Warman in beeld.
Je kunt ieder kwartaal of halfjaar een dik
rapport maken dat je voor veel geld verkoopt.
Met Trendport bieden we een verzameling
actuele content op abonnementsbasis.
Klanten van het eerste uur zijn de Haagse
Hogeschool, uitgeverij Malmberg, de
Koninklijke Luchtmacht en Stationery
Team, een aanbieder van onder meer
schoolagenda’s. De eerste klanten zijn dus
binnen, nu moeten we doorpakken.
De effecten van Trendport zijn heel divers.
Onze opdrachtgevers vinden in de content
inspiratie voor de styling van uitgaven en
producten. Ze zien actuele thema’s die een rol
kunnen spelen in campagnes. Of heel concrete
aanknopingspunten zoals een flashmob die
de Haagse Hogeschool organiseerde bij het
afscheid van een directeur. Een rode draad in
de trends en ontwikkelingen is dat jongeren
allergisch zijn voor het niet-authentiek
ophippen van zaken. Daar prikken ze zo
doorheen. Wist je dat trouwens dat tapdancen
weer helemaal terug is in de USA? En kijk
eens naar deze facial tattoos…
Voor ons is Trendport een goede binnenkomer.
Regelmatig levert een presentatie of een
proefinlog een nieuwe opdrachtgever op. Bij
bureaucompetities geeft Trendport soms de
doorslag en winnen we.
De match die Juully Ruyters van Syntens tot
stand bracht, was een goede. Peter Warman
heeft ons echt verder geholpen. Hij snapt het
proces en heeft veel ervaring met innovatie.”
de match bleek een goede
23
“Uit onderzoek van het Innovatieplatform blijkt dat bedrijven die
zogenoemde harde innovaties combineren met slimmer werken 12%
meer productiviteitsgroei realiseren dan bedrijven die dit niet doen.
De sleutel tot succesvol (internationaal) ondernemerschap is sociale
innovatie. Het devies is: investeer in mensen en hun onderlinge
samenwerking om werkelijke technologische vooruitgang te boeken
en die te vermarkten. Daarom hebben het Innovatieplatform, het
ministerie van Economische Zaken, NCSI en Syntens samen de MKB-
Krachtcentrale ontwikkeld, een programma dat ondernemers en
medewerkers stimuleert om ‘slimmer te werken’. Innovatieadviseurs
van Syntens en NCSI, die het programma uitvoeren, maken succesvolle
initiatieven zichtbaar en organiseren feedback, zodat ondernemers
van elkaar leren. Daarnaast voeren wij gesprekken met ondernemers,
kennisleveranciers en ambtenaren over een ‘slimmere manier
van werken’, om het MKB te stimuleren om meer vanuit kracht en
inspiratie te werken.”
Van piramide naar pannenkoek“Veel bedrijven in de creatieve sector roemen zichzelf om hun
klantgerichtheid, maar een dergelijke claim kun je alleen maar
waarmaken als je medewerkers volledig in hun kracht staan. Die op
zich niet hele nieuwe gedachte heeft verregaande consequenties,
onder meer voor ‘hoe’ veel creatieve bedrijven functioneren. Niet
meer top-down waarbij de eigenaar de binnen- en buitendienst
aanstuurt, maar eerder op een manier waarbij iedereen zijn eigen
expertise inbrengt om het bedrijf te innoveren”, licht Anke Wiersma de
gedachte achter het promoten van ‘slimmer werken’ toe.
MINI-DOSSIER MKB KRACHTCENTRALE
Bedrijven waar ondernemers alleen de kar trekken, die hun kennisnetwerk
niet benutten en waar medewerkers vanuit afgebakende functies werken,
gaan het niet redden in de nieuwe economische orde. In dit mini-dossier
leest u hoe het landelijke programma van het ministerie van Economische
Zaken, Syntens en NCSI, de MKB-Krachtcentrale, MKB-adviseurs en hun
ondernemers inspireert om zich voor te bereiden op ‘slimmer werken’.
Initiatiefnemer Anke Wiersma: “Veel creatieve ondernemers denken dat ze
alleen succes kunnen boeken, als ze zelf heel hard aan de touwtjes trekken.
Maar als adviseurs die dagelijks over de vloer komen bij MKB-bedrijven,
constateren mijn collega’s en ik dat bedrijven die ook nu tijdens de crisis
succes hebben, veel meer dan andere ondernemers de kracht van hun
medewerkers benutten en de verantwoordelijkheid voor hun succes delen.”
24
Wat is slimmer werken precies? “Slimmer werken is een brede term voor onderwerpen als het
anders inrichten van bedrijfsprocessen, verbeteren van taak-
en werkverdeling en flexibele arbeidstijden. Het neerzetten
van een cultuur, waarbij je medewerkers gericht zijn op trends,
ontwikkelingen die relevant zijn voor de klant, maar ook om
onderwerpen als het in balans brengen van hoe goed je bent
voor je klanten met hoe goed je bent voor je medewerkers.
Dat betekent dat je net zo goed luistert naar je klant als naar
je medewerkers en in gesprek gaat met je mensen om uit te
zoeken wat zij nodig hebben om veiliger, gemotiveerder en
daardoor productiever te kunnen werken. In een sector als de
creatieve industrie, die voornamelijk op kenniswerkers draait,
is het niet alleen belangrijk dat je mensen goed over je praten,
maar ook graag bij je werken, want dan werken ze harder
en leveren ze meer op. Door mensen simpelweg te vragen
wat zij nodig hebben, zet je ze in hun kracht en maak je ze
medeverantwoordelijk voor hun en dus jouw succes.”
Slimmer werken in de creatieve industrie“Ondernemers in de creatieve industrie zijn veelal vakmensen
die het niet leuk vinden om leiding te geven. Vaak hoor ik
van ondernemers dat zij worstelen met de vraag hoe zij ‘hun
bende creatievelingen’ moeten aansturen. De commerciëlen
sturen zij op target en de creatieven op output, maar als je
met kenniswerkers werkt, moet je zorgen dat zij hun talent
optimaal kunnen inzetten en ontwikkelen. En dat vraagt
juist een faciliterende in plaats van een sturende manier
van leidinggeven. Helaas zijn creatieve ondernemers ook de
meest eigenwijze ondernemers die ik ken en de vraag ‘wat
heb jij nodig’, die past in een faciliterende stijl gaat ervan
uit dat je vertrouwen hebt in elkaar en dat is vaak een hele
cultuurverschuiving. Een tijd terug sprak ik een creative
director die vertelde: ‘Elke keer als ik binnenkom, zie ik dat ze
internet snel wegklikken. Ze weten dat ik niet wil hebben dat
ze in mijn tijd zitten te internetten.’ Maar toen ik hem vroeg
25
‘waar haal jij dan je inspiratie vandaan’, bleek dat hij ook regelmatig
het internet afstruint of buiten het bedrijf rondkijkt. Maar zo had hij
het nog even niet bekeken.”
Focus op MKB-adviseurs“Het is onze ambitie om minimaal 1.000 ondernemers te helpen
met slimmer werken. Anders dan wat partijen van Syntens gewend
zijn, richt de MKB-Krachtcentrale zich primair op MKB-adviseurs die
bedrijven ondersteunen in het MKB en die op zoek zijn naar inspiratie
en nieuwe technieken en een nieuw netwerk. Dat zijn onze eigen
innovatieadviseurs, maar ook adviseurs van andere organisaties
en zelfstandig opererende adviseurs. De gedachte hierachter is dat
ondernemers druk zijn met hun werk en niet uit zichzelf op zoek
gaan naar methoden om ‘slimmer te werken’. Terwijl dat voor ons
en andere MKB-adviseurs juist onze core business is. Deze adviseurs
vinden hier inspiratie en een podium om zich te profileren met
hun toegevoegde waarde. Wij inspireren en activeren ze om het
onderwerp ‘slimmer werken’ mee te nemen in hun werk met het
MKB. We vragen ze wat ze nodig hebben aan kennis en netwerk
en reiken dat aan. Andersom vragen wij van hen om hun trajecten
zichtbaar te maken en hun ervaring en kennis terug te brengen in het
netwerk. Zo bereiken we samen zeker die 1.000 bedrijven dit jaar.
Je ziet, we proberen zelf ook ‘slimmer te werken’ en die ervaring te
delen met ondernemers.
Tegelijkertijd willen we ondernemers bereiken die al bezig zijn met
sociale innovatie en die daar ook successen mee behalen. Deze
verhalen meten we ter inspiratie breeduit in ons clubhuis: www.
mkbkrachtcentrale.nl”
Mee doen?Anderen inspireren en zelf geïnspireerd raken?
Kijk op www.mkbkrachtcentrale.nl voor meer informatie over de
community, de bijeenkomsten en de oplaaddagen.
Alexander Rinnooy Kan: “Het is belangrijk om deze
1.000 bedrijven goed te monitoren, ervan te leren en nog meer bedrijven slimmer
te laten werken. Immers zo’n 60% van het MKB doet
dit nog niet en resultaten elders behaald zijn zeer
bemoedigend.”
26
Van fouten leer jeSinds 1 januari 2010 is
Leen Zevenbergen CEO van
Qurius, een beursgenoteerde
IT-dienstverlener met 1.000
medewerkers in 7 landen.
Zevenbergen vestigde zijn
reputatie met het boek ‘En
nu laat ik mijn baard staan*’,
een gids voor creatief en
verrassend ondernemen.
*Managementboek van het
jaar 2007
Een angstcultuur werkt heel belemmerend
“Als je naar Nederland kijkt, maak ik me geen zorgen over
ondernemerschap. Dat is er voldoende. Alleen wordt het ondernemers
niet makkelijk gemaakt. Er zijn wel erg veel regels en een tekort aan
startkapitaal. En bovendien angst om je te onderscheiden. Je hoofd
boven het maaiveld uit te steken. Dat is typerend voor Nederland en
geen ideaal klimaat voor ondernemers. Rijd je hier in een Bentley, dan
word je als een graaier of een boef gezien. In Sjanghai of Singapore
ligt dat anders. Daar laat je chique auto zien dat je het goed gedaan
hebt.
Een angstcultuur werkt heel belemmerend. Je ziet het ook bij
de overheid: uit angst om een fout te maken, blijft de actie en de
verandering uit. Want op je fouten word je afgerekend. Ik benader
dat anders. Als CEO neem ik iedere dag veel beslissingen en maak ik
iedere dag fouten. Dat is inherent aan ondernemen. Van fouten leer
je. Dat zou ook voor ministers moeten gelden. Maar die moeten direct
verdwijnen als ze een fout maken. Zo stimuleer je mensen om een
veilige koers te varen en dat is slecht voor innovaties. En als je als land
niet meer innoveert, ga je verliezen.
Potentie genoeg in Nederland, ook in de gaming- en softwareindustrie.
Maar veel kleine bedrijfjes slagen er niet in een succesvolle sprong
naar het buitenland te maken en groot te worden. Tomtom is een
van de weinige ondernemingen die daar wel in geslaagd is. Wil je
echt groeien, dan moet je in gesprek gaan met ondernemers die met
succes de sprong naar het buitenland hebben gemaakt. De overheid
kan daar een rol in spelen. Niet door er geld in te stoppen, maar door
de startups in contact te brengen met grotere, succesvolle bedrijven.
Of door een soort leergang te ontwikkelen.”
27
Hoe grenzeloze nieuwsgierigheid de wereld elke dag weer een beetje mooier maakt
Butterfly Works: creatief ondernemerschap met een missie
Butterfly Works-directeuren Emer Beamer, Hester Ezra
en Ineke Aquarius zijn paradigmaverschuivers in
hart en nieren. Inspirerende ondernemers die
tegelijkertijd op en top ‘de ontwikkelingswerker
nieuwe stijl’ belichamen, die zij in ‘The Butterfly
Paper No. 1’ beschrijven: hoogopgeleid, creatieve
netwerkers, ondernemende geesten. Zelf noemen
ze zich een ‘do-tank, een social design studio
waar design en creativiteit leidend zijn voor het
beantwoorden van internationale sociale vraagstukken.
Algemeen directeur Ineke Aquarius vertelt hoe deze drie
conceptontwikkelaars van Butterfly Works de afgelopen
tien jaar een duizelingwekkende hoeveelheid innovatieve
concepten in de wereld hebben gezet. Een huzarenstukje, dat
een daverende impact heeft op de toekomst van duizenden
talentvolle creatieven in de sloppen van deze wereld.
28
Directeur Ineke Aquarius: “Het begon allemaal met drie vragen
die Emer Beamer, een econome, die vervolgens aan de Rietveld
Academie in Amsterdam studeerde en ontwerpster Hester
Ezra zich in 1999 elkaar stelden: ‘Waarom wordt het internet
gedomineerd door de witte westerse man?’ ‘Hoe kunnen we een
stem geven aan creativiteit bij mensen die deze middelen niet
hebben?’ ‘En is Afrika werkelijk een continent van slachtoffers,
zoals het wordt neergezet door de westerse media?’ Grenzeloos
nieuwsgierig naar ‘de ander’ en op zoek naar het antwoord,
stapten ze op het vliegtuig naar Kenia. Om kort te gaan,
resulteerde die reis in Nairobits, in een ‘Digital Design school’
voor jonge mensen uit de krottenwijken van Nairobi. Onze
creatieve aanpak genereerde een hoop media-aandacht in
binnen- en buitenland. Mensen vroegen zich af: Wie zijn die
The Butterfly effect‘Een vlinder voor de kust van Europa
hoeft maar één keer met zijn vleugels te
klappen om een minieme turbulentie in de
atmosfeer te veroorzaken, die uiteindelijk kan
leiden tot een fikse storm in het Caribische
gebied’, aldus meteoroloog Edward Lorenz. Het
idee dat Emer, Hester en Ineke een dergelijk
effect zouden kunnen realiseren met
hun creativiteit, visie en concepten
inspireerden hen tot de naam
Butterfly Works.
29
drie vrouwen? En hoe kunnen zij zonder enige kennis van traditionele
ontwikkelingssamenwerking een dergelijk momentum creëren?
Beseffend dat het antwoord gezocht moest worden in een combinatie
van empowerment en design en onder de indruk van de leergang die
deze jonge ondernemers hadden neergezet, kwam de World Population
Foundation twee jaar later met het verzoek of wij drieën een HIV/AIDS-
progamma wilden ontwikkelen voor jongeren in Oeganda. Toen ook
dat een succes werd en onze activiteiten en netwerken bleven groeien,
besloten we in 2002 Butterfly Works op te zetten.”
Franchising Nairobits“Nairobits, het eerste innovatieve concept van Butterfly Works, is in
tien jaar uitgegroeid tot een trainingscentrum met een curriculum
waar jongeren niet alleen het vak van webdesigner leren, maar
ook getraind worden in creativiteit, ondernemersvaardigheden,
conflicthantering en ‘life-skills’. Hoewel het maar een klein
onderdeel uitmaakt van onze totale portfolio, heeft het concept
veel potentie en gaat het elk jaar weer een nieuwe levensfase in.
Het programma wordt tegenwoordig gerund door de Keniase Anne
Ikiara. Inmiddels is de reputatie van Nairobits zo stevig, dat andere
ontwikkelingsorganisaties en lokale en internationale bedrijven staan
te trappelen om studenten aan te nemen, die uit het programma
stromen. Ineke: “Met de kennis en ervaring die we nu hebben, vind ik
het een gemiste kans, dat we van Nairobits geen terugverdienmodel
hebben weten te maken. Maar het blijkt heel lastig om een goed
trainingscentrum te zijn én jezelf commercieel in de markt te
zetten. We proberen het trainingscentrum nu te financieren door
te onderzoeken of toekomstige werkgevers willen betalen voor de
opleiding van onze jongeren. Tegelijkertijd blijkt dat donoren dol
zijn op dit concept en het graag willen financieren. Zo succesvol dat
we er een franchiseformule van hebben gemaakt. Naast Nairobits
hebben we tegenwoordig franchisekantoren in Oeganda, Ethiopië, en
Tanzania: Kampabits, Addisbits en Zanzibits en er zitten er nog meer
in de pijplijn. Het zijn allemaal zelfstandig draaiende bedrijfjes die
franchise fees betalen, waarvoor zij in ruil het curriculum, diensten en
support ontvangen. Om de franchiseformule te ondersteunen hebben
we vorig jaar Mamabits opgericht, die de franchisers aanstuurt. Vanuit
Mamabits zal ook in toenemende mate productiewerk gedaan worden
voor een aantal projecten van Butterfly Works.“
Games en social media“Zo kan ons team hier zich richten op het ontwikkelen van nieuwe
concepten, zoals bijvoorbeeld serious games. Na jaren interactieve
lespakketten ontwikkelen, bleek dit uiteindelijk een natuurlijke
volgende stap. We ontdekten namelijk dat we via games met hele
korte intensieve interventies veel grotere groepen kunnen bereiken.
Als onderdeel van een conflictprogramma hebben we bijvoorbeeld
‘Ghetto’ ontwikkeld, een spel dat qua ‘game play’ iets weg heeft
van kolonisten van Catan. Het grappige is dat we tijdens het testen
ontdekten dat ook de professionele gamefreaks hier in Nederland het
leuk vonden. Inmiddels hebben we een uitgever gevonden die het spel
ook in Nederland gaat uitbrengen. Voortbordurend op onze ervaring
met e-learning en gaming, zetten we tegenwoordig ook social media in
voor bijvoorbeeld peacebuilding en democratisering. Building Bridges
is bijvoorbeeld een platform waarmee inwoners en lokale organisaties
in Kenia via alle oude en nieuwe media betrokken worden bij politieke
discussies en vredesinitiatieven. Denk nou niet dat wij specialisten
zijn in zowel aids, seksualiteit en conflicthantering. Nee, onze kracht
ligt vooral in het samenbrengen van bestaande technieken, kennis van
betrokkenen en experts en nieuwe oplossingen. Wij zijn natuurlijk niet
de eersten die een serious game maken, maar wel een van de eersten
die dat doen voor jongeren in Afrika. We proberen elke keer opnieuw
uit alle sectoren de beste ideeën op te pikken en die vervolgens weer
te vertalen voor de mensen waar wij voor werken. Daarnaast zijn wij
heel goed in het samenwerken met lokale organisaties die veel weten
van de inhoud.”
Van Marokko tot de Hema“Dat alles heeft ons bij weer op een heel ander spoor van creativiteit
gezet: productontwikkeling op een duurzame manier. Een aantal jaren
30
Social design
in optima forma:
armoedebestrijding
tussen bh’s en
rookworsten.
31
terug kwam Hester in Marokko manden tegen van autobanden. Met de
intuïtie van een ontwerper pur sang wist zij dat er uit die autobanden
nog meer te halen was. Samen met lokale ambachtsmensen heeft zij
vervolgens nieuwe vormen bedacht, zoals de manden die je nu in veel
designwinkels in Nederland kan krijgen. Die producten sloegen enorm
aan, en daar zijn allerlei nieuwe projecten en concepten uitgerold.
Zo zijn we na verloop van tijd benaderd door Katja Schuurman, die
een partij zocht om het concept Return to Sender mee te helpen
ontwikkelen. Katja had toen al het contact met de HEMA, een van de
belangrijke succesfactoren van Return to Sender. In twee jaar tijd
hebben wij in allerlei landen materialen, producten en producenten
voor Return to Sender gezocht. Die twee jaar hebben Butterfly in
korte tijd een hoop kennis opgeleverd, onder meer over hoe je lokale
producten ontwikkelt voor een internationale markt en hoe je bouwt
aan een merk. Daar bouwen we nu weer op voort. Zo hebben we
onlangs samen met ondernemer Merijn ten Thije een sneakermerk
gelanceerd, !SYOU. Co-designed sneakers voor het hogere segment,
waarvan met 15 euro per verkocht paar businessplannen worden
gesteund van creatief talent uit ontwikkelingslanden, te beginnen met
Burkina Faso en Colombia.
Een hele andere nieuwe ontwikkeling speelt zich af in de Sahara.
Hier proberen we met het opzetten van een ecolodge, een cultureel
centrum en een productenlijn een kleinschalige economie op gang te
brengen, met veel aandacht voor het behoud van de bijzondere cultuur
en ecosysteem. Samen met een internationaal architectenbureau, een
Nederlandse milieuorganisatie en vooral met een lokale organisatie
en de vrouwen uit 13 omliggende dorpen leggen we momenteel
letterlijk en figuurlijk de fundering voor een project waar we de
komende jaren nog wel zoet mee zullen zijn.”
Open space ondernemerschap“Toch zijn we uiteindelijk geen gamebedrijf, geen trainingscentrum,
ontwikkelingsorganisatie of designstudio. En dat is, denk ik, de
kracht van onze creativiteit. We werken niet vanuit vooropgezette
kaders, maar pakken wat we nodig hebben, een soort open-space-
ondernemerschap dus. En doordat wij zo’n breed spectrum aan
talenten in huis en in ons netwerk hebben, zijn wij in staat om onszelf
elke dag weer te vernieuwen. Qua businessmodel blijven we tot op
heden op twee gedachten hinken. Aan de ene kant krijgen we subsidie
voor een deel van onze activiteiten, maar we streven er naar om ook
minimaal 50% van onze omzet commercieel te verdienen. Dat was
aanvankelijk een beetje zoeken. Eerst dachten we aan consultancy,
maar dat alleen blijkt niet voldoende op te leveren. Vervolgens
kwamen we uit op licenties, maar dat sluit niet goed aan bij onze focus
op innoveren. Via royalty-overeenkomsten lijken we hierin een stap
gemaakt te hebben. De grootste uitdaging is dat je iedere keer geld
verdient met wat je bedenkt en het leuke is dat elk project beter is dan
het project daarvoor. Een leven lang leren en creëren.”
The Butterfly mentality“Gedreven door een grenzeloze nieuwsgierigheid naar de ander, kan
een mens een ander mens niet ontwikkelen, wel kan je inspireren
en delen. De kernwoorden die The Butterfly mentality dan ook het
best typeren zijn kosmopolitisch, grenzeloos nieuwsgierig, innovatie,
wederkerigheid, open ondernemerschap en een diepgeworteld gevoel
voor wereldwijde onrechtvaardigheid. Die instelling en de successen
die we hebben geboekt, drijft ons om elke dag weer optimaal te
presteren. Een jaar terug waren we op zoek naar een directeur, maar
een van die kandidaten hield me de spiegel voor en liet zien dat ik die
rol beter zelf kan oppakken. Ik ben ontzettend gemotiveerd om de
organisatie nog beter te maken en helemaal up-to-speed te krijgen.
Daarin heb ik ook veel aan Syntens. Ik heb de afgelopen jaren aan
zo een beetje alle workshops en programma’s deelgenomen. En
niet alleen daar leer ik veel, maar ook van al die specialisten, waar
onze innovatieadviseur ons mee in contact brengt. Emer, Hester en
ik zouden dan ook niet weten waar we nu zouden staan zonder haar
netwerk en al haar steun en kritische feedback de afgelopen jaren.”
“Dat is allemaal prachtig, maar je bent zelf een briljant netwerker”,
reageert innovatieadviseur Annewies Kuipers. “Jij, Emer en
Hester zijn bovendien een inspirerend voorbeeld hoe creativiteit,
samenwerken en ondernemerschap als vliegwiel kan werken voor de
empowerment van andere mensen en bedrijven.”
32
Onze kracht ligt in innovatie door
het samenbrengen van bestaande technieken,
kennis en nieuwe oplossingen!
Kruisbestuiving op weg naar Leipzig
Als creatieve netwerkorganisatie tekende
Butterfly Works vorig jaar in op de inspiratietour
van Syntens richting de gameconferentie in Leipzig.
Om de negen uur durende reis optimaal te benutten,
vroegen Syntens en Butterfly Works de meereizende
collega’s samen met hen te brainstormen en toepassingen
en applicaties voor het programma ‘One Laptop per Child’.
Een programma van MIT, dat via goedkope computers ieder
kind op de wereld toegang wil geven tot modern onderwijs.
Innovatieadviseur Annewies Kuipers: “In de VIP-bus die ons
naar Leipzig reed, konden de ondernemers in groepjes
van vier samen brainstormen. Het is elke keer weer
verrassend wat er uit komt als je innovatieve
geesten uit verschillende bedrijven bij
elkaar zet.”
33
Groeiambities aan het IJIn samenwerking met Porth4Growth organiseert Syntens programma’s,
speciaal voor vrouwelijke MKB-ondernemers met een groeiambitie.
De onderneemsters ontmoeten elkaar op inspirerende locaties
aan het IJ, om ervaringen uit te wisselen en van elkaar te leren
over de groei van hun bedrijf.
Lyanne Lamar, partner in Lamar communicatie“Drie avonden vol herkenning
en erkenning, inspiratie en
genieten, groei en bouwen
aan het netwerk. Wat een
verademing om in alle
openheid te praten over alles
wat je als ondernemer-in-
de-groei zoal bezighoudt.
Iedereen bedankt voor het
klankborden!”
Louise Verschuren, Co-founder van Wuzzon,“Met jullie input op mijn
vraagstelling zijn we direct
aan de slag gegaan. De nieuwe
propositie is helder en dat
merken we in onze gesprekken
met partners.”
Mimi Lodewijks, EMTEK“Ik vond het een verfrissend
samenkomen. Eindelijk eens
wat anders dan pratende
krijtstreeppakken met
bolknakken en een zeilboot ;-).
Ik heb er bijzonder genoten
van de open gesprekken. Het
was vooral ook zinvol, dat in
tegenstelling tot sommige
andere clubjes.”
34
In gesprek met Bart Lacroix, partner Outbox Consultancy MVO 2.0Hoewel pas twee jaar oud, timmert Outbox Consultancy hard aan de weg. In binnen- en buitenland.
Hun frisse kijk op sociaal ondernemen in combinatie met een grondige kennis van social media en
web 2.0, resulteert in innovatieve projecten die niet onopgemerkt blijven in de wereld van ontwikkelings-
samenwerking en bedrijven. Hun bekendste project is de 1%CLUB (www.1procentclub.nl), een gratis
marktplaats voor concrete projecten van relatief kleine ontwikkelingsorganisaties.
Drie jaar geleden kwam Bart Lacroix
terug uit Tanzania, waar hij als
ontwikkelingsmedewerker van Voluntary
Services Overseas (VSO) tweeënhalf jaar
kleinschalige projecten ondersteunde,
die opvallend effectief bleken te zijn.
Het weblog dat hij bijhield, werd behalve
door zijn vrienden en familie ook door
een groeiende groep onbekenden
gevolgd. ”Terug in Nederland wilde
ik mijn kennis van webconsultancy
combineren met mijn ervaring voor
VSO. Niet lang daarna ontmoette ik
Anna Chojnacka, die bezig was de
1%CLUB te ontwikkelen. Het klikte en
sindsdien gaan we als een speer.”
Van Nairobi tot AmsterdamInmiddels heeft de 1%CLUB een
tweede vestiging geopend. Bart: “In
Kenia hebben we een incubation lab
opgezet, waar lokale ondernemers
ondersteuning, in de vorm van kennis en
ruimte, krijgen om te kunnen groeien.
Maar Outbox Consultancy is meer dan
de 1%CLUB. Steeds vaker worden wij
door Nederlandse bedrijven benaderd
om op creatieve wijze invulling te
geven aan mvo-vraagstukken. In
opdracht van Delta Lloyd werken we nu
bijvoorbeeld aan een virtueel platform
waar bedrijven zich kunnen aanmelden
om geld, tijd of kennis te investeren om
samen de armoede in Amsterdam te
bestrijden. Heel succesvol en populair
zijn ook de Co-Creation Fridays.
Tijdens deze evenementen brengen
wij de kennis van de medewerkers
van multinationals samen met
concrete businesscases van kleine
hulporganisaties. Zo krijgt ons werk een
vliegwieleffect.”
Samen met Syntens“Omdat wijzelf ook wel wat advies
konden gebruiken, hebben wij
aangeklopt bij Syntens. Samen met onze
innovatieadviseur zitten we regelmatig
om tafel om de professionalisering
en de internationalisering van Outbox
Consultancy in goede banen te leiden.
Doordat zij een enorm netwerk heeft en
zelf ook jaren in Afrika heeft gewerkt,
snapt ze heel goed waar wij tegenaan
lopen en wat wij nodig hebben.” 35
In gesprek met Larissa Zomerdijk, partner in KroesKontrol, leverancier van online kennis.
Focus, focus, focus“We zijn begonnen met werving en selectie voor on- en offline medewerkers voor reclame-
bureaus. De term ‘werving en selectie’ wordt echter snel geassocieerd met cv’s schuiven en
hoge tarieven. Maar dat zijn wij niet, dat past niet in onze visie. Werven doen we uitsluitend
via het ‘ons-kent-ons-principe’. Die kwaliteit onderscheidt ons in de branche.”
Larissa: Hoe kan social media een tijdschrift
helpen om zijn lezers aan zich binden?
Henk: Social media zijn een heel goed middel
voor het binden van de doelgroep van een
magazine. De lezers van de B2B-bladen zijn echter
meer geïnteresseerd in communicatie met een
brancheorganisatie dan met beroepsgenoten. De
inzet van social media moet je daarom per magazine
beoordelen.
Larissa: Zijn online magazines een goede
vervanger van de traditionele print?
Henk: Online magazines kunnen een vervanger,
maar ook een aanvulling zijn op de gedrukte
magazines. Welk middel je inzet, en waarvoor, is
afhankelijk van een samenspel van factoren.
VRAGEN OVER EN WEER
In 2004 had Esther Kroes voldoende geleerd van de grote
bureaus, waar ze tot dan toe haar sporen had verdiend,
en richtte KroesKontrol op. Vier jaar later, in het eerste
jaar van de crisis, waagde ook partner Larissa Zomerdijk
de sprong. Een spannende tijd, volgens Larissa. “In die tijd
ontmoetten wij ook onze Syntensadviseur. Precies op tijd.
Al pratende met haar ontdekten we, dat we een enorm
netwerk van online-specialisten om ons heen hebben.
Eigenlijk draait ons werk volledig om online kennis. Vandaar
dat we onze payoff hebben omgedoopt in leverancier van
online kennis. En dat maakt een groot verschil. Niet alleen
voor ons, ook voor onze opdrachtgevers. Ze weten nu
precies waar ze moeten zijn als ze online kennis zoeken.
Of dat nu is in de vorm van een specialist, een workshop
of het uitvoeren van een online project. Opdrachtgevers
vragen ons bijvoorbeeld hoe ze social media in hun werk
moeten integreren. En hoe, waarom en wanneer ze dit aan
hun klanten moeten adviseren. En natuurlijk hebben we nog
veel meer kennis in huis.
Als online specialist laten we dat graag weten en zijn we
natuurlijk – met vragen en advies - op Twitter en LinkedIn
te vinden. Daardoor worden we tegenwoordig ook veel
gevraagd voor het geven van lezingen en presentaties voor
binnen- en buitenlandse klanten. Zo is de crisis toch ergens
goed voor geweest.”
36
In gesprek met Henk Stoffels, directeur en eigenaar van Curve, bureau voor vormgeving van off- en online magazines
Van heel gespecialiseerd naar breed“Door te specialiseren maak je jezelf zichtbaarder. Dat is 16 jaar ons credo geweest. Maar de wereld
om ons heen verandert. Als de tijdschriftenmarkt op zijn kop staat, producties goedkoper moeten en
wij niet naar India gaan en je daardoor klanten verliest, dan is het tijd om je te bezinnen.”
“Je begint als ontwerper van een hoogfrequent
magazine van de ANWB. Wat je maakt wordt gezien en
je wordt groter. Dan ben je meer bezig met managen
dan met creatie. Toch wil ik de creatie niet helemaal
kwijtraken, want daar ligt mijn hart. Mede door de
gesprekken met onze Syntensadviseur zijn we nu
beter in balans, vindt Henk. “Toen de crisis twee jaar
geleden zijn intrede deed, hebben we een aantal
gerichte keuzes gemaakt. Curve gaat bijvoorbeeld
niet mee in de offshoretrend richting India of de
andere opkomende landen. We zijn goed in de
combinatie van tekst en beeld, vooral bij ingewikkelde
content. Dat lukt je alleen maar als je met je beide
benen in de samenleving staat en de cultuur kent.
Hoe grensoverschrijdend onze wereld ook is, je levert
altijd in op kwaliteit.
Tijdschriftvormgeving is onze niche. Toch heeft
Curve een verschuiving gemaakt naar online
(magazines) en andere aan tijdschriftgerelateerde
producten. De techniek is anders en de manier van
lezen op internet is anders, maar het draait allebei
om redactionele vormgeving. Klanten kloppen nu
bij ons aan voor advies en productie van meerdere
communicatiemiddelen. De verbreding van onze
propositie zorgt ervoor dat klanten een steeds
bredere vraag bij ons neerleggen. Dat betekent na
zestien jaar weer een hele nieuwe uitdaging.”
Henk: Zal online offline verdringen?
Larissa: Nee, dat gaat zeker niet gebeuren. Online
heeft vele voordelen, maar in de praktijk blijkt een
crossmediale aanpak nog altijd het meest effectief.
Henk: Hoe verleid je oudere doelgroepen tot
social media?
Larissa: 40+ is juist veel te vinden op social-media-
kanalen. Op Hyves zijn inderdaad vooral jongeren
actief, maar op Twitter en LinkedIn zie je juist
meer 40-plussers. En Facebook heeft haar groei in
Amerika zelfs te danken aan de 55-plussers.
VRAGEN OVER EN WEER
Een rondetafelgesprek bij Trezorix.
Met Hans Nederbragt, oprichter, en
Syntensadviseurs Wilfred Backers en
Leon van der Sande. Over confronterende
vragen en modellen die je niet verder
helpen.
Wat is dat eigenlijk, het semantische web?Hans: “Web 1.0 is het web van de chaos. Alles is met alles
verbonden, het is alleen heel moeilijk om een schifting
te maken. In web 2.0 vind je veel user input. Web 3.0, het
semantische web, knoopt zaken betekenisvol aan elkaar.
Dus zoek je op vorst, dan maakt het web onderscheid
tussen klimatologische content en informatie over
gekroonde hoofden.”
Hoe kom je als ondernemer uit bij web 3.0?“Ik werkte als zzp-er voor Naturalis in Leiden. Applicaties
ontwikkelen voor tentoonstellingen, gericht op het
toegankelijk maken en verspreiden van kennis. Dat
beviel van beide kanten goed. Toen het museum zo’n tien
jaar geleden de kennisverspreiding op grotere schaal
wilde aanpakken, structureler, los van afzonderlijke
tentoonstellingen, vroegen ze mij of ik dat wilde oppakken.
Daar is het bedrijf Trezorix uit voortgekomen, met Naturalis
als aandeelhouder. We zijn nu zelfstandig, maar Naturalis is
nog steeds een belangrijke opdrachtgever.
TREZORIX EN HET SEMANTISCHE WEB
“Als alles wat je doet nieuw is, vind je geen modellen die je verder helpen”
38
Onze kracht is het koppelen en vindbaar maken van
verschillende soorten data van verschillende organisaties.
Wij koppelen de begrippenlijsten - de thesauri – van
Naturalis aan beschermingsgegevens van het ministerie
van LNV en aan data van waarnemingen. Dat doen we
ook voor het Legermuseum: op een samenhangende
manier koppelen we verschillende soorten data die zijn
ondergebracht in verschillende soorten datamodellen aan
elkaar. In het geval van het Legermuseum gaat het om
informatie over dienstonderdelen, militaire voertuigen,
handwapens, uniformen en een oud militair woordenboek.”
Wanneer kwam Trezorix bij Syntens in beeld?Leon: “In 2006. Hans was door een bedrijfsadviseur op
ons spoor gezet. Wij vonden Trezorix zowel innovatief als
kansrijk en boden ondersteuning aan bij het ontwikkelen
van een meerjarenplan.”
Wilfred: “Het idee was om in een paar gesprekken kansrijke
bedrijven een spiegel voor te houden en vast te stellen
welke innovaties er de komende vier jaar te verwachten
waren op basis van de aanwezige potentie en de ambitie.”
Werkte dat?Hans: “Leon en Wilfred hanteerden een directe aanpak. Ik
houd daar wel van, maar ik lag ook wel eens wakker van de
vragen die ze stelden. Ben je een bureau, voer je projecten
uit, of ben je een echt bedrijf met een DNA en een visie,
dat soort dingen. Dat werkte goed, zo maak je tenminste
meters.”
Hoe kreeg je grip op de ontwikkeling van je innovaties?Hans: “We keken naar modellen die houvast konden bieden.
Mijn achtergrond is projectmanagement, ik houd van
modellen. De mannen kwamen voortdurend met nieuwe,
maar ze boden onvoldoende steun.”
Wilfred: “In andere sectoren maakt een bedrijf bijna altijd
deel uit van een keten. Die gedeelde context zorgt ervoor
dat er een zekere standaardisatie ontstaat; de bedrijven
in de keten hanteren vergelijkbare modellen omdat ze
hun processen op elkaar afstemmen. Creatieve bedrijven
hebben dat niet, daarom werkten ze bij Trezorix met
verschillende modellen.”
Hans licht toe: “We zijn voortdurend het product aan het
uitvinden en daar zoeken we tegelijkertijd een markt
bij. Dan vind je ondertussen ook het businessmodel uit.
Je komt er ook achter dat er van alle administratieve
pakketten geen een is dat aansluit bij wat we hier doen.
We zijn dus voortdurend op zoek naar houvast om grip
te krijgen op de ontwikkelingen. Een goed voorbeeld is
39
leidinggeven. Gaat het allemaal goed, dan is er niets aan de
hand. Maar moet je mensen bijsturen, dan is dat heel lastig
als je het nooit eerder gedaan hebt en je geen steun vindt in
bestaande modellen.”
Een pragmatische aanpak dus. En nu?Hans: “Ondertussen weten we dat we echt een bedrijf zijn.
Met een duidelijke ambitie en identiteit. In de afgelopen
jaren zijn we gegroeid van vijf naar tien medewerkers. De
sessies met Leon en Wilfred hebben ons echt aan het denken
gezet. En het resultaat is dat we nu veel duidelijker zien
welke kant we op willen. Softwareontwikkeling is bij ons
een goed lopende machine. De bezetting van vijf mensen
op dat onderdeel willen we zo houden. Op services – de
verschillende diensten die we onze opdrachtgevers kunnen
leveren - zie ik wel duidelijke groeimogelijkheden.”
Hoe ziet de samenwerking er in de toekomst uit?Wilfred: “We hebben net een updategesprek gehad met
Hans. Hij geeft aan dat hij graag verder wil met ons. Dat
is wederzijds. Het criterium dat wij in opdracht van het
ministerie van EZ, onze financier, hanteren is duurzame
groei. Dat is de optelsom van meer omzet, werkgelegenheid,
groei in capaciteit, de kracht van het netwerk en de
maatschappelijke impact. De vorderingen van Trezorix op
het gebied van het semantische web worden in binnen-
en buitenland met grote belangstelling gevolgd. De
onderneming maakt deel uit van een sterk netwerk waar
universiteiten, instellingen en collega-bedrijven deel van
uitmaken. Aan de verdere ontwikkeling van Trezorix leveren
wij graag een bijdrage.”
Voer je projecten uit, of ben je een bedrijf met een DNA en een visie? Dat soort vragen...
40
Ondernemerschap en mode lijken niet goed samen te gaan.
Alsof ‘de markt’ de kwaliteit van het creatieve proces schaadt.
“Conservatief en hopeloos achterhaald”, noemen innovatie-
adviseurs Marije Hovestad en Bruni Hofman die gedachte. “Omdat
de meeste ontwerpers niet over ondernemersvaardigheden,
financiële steun en productiemogelijkheden beschikken, vallen ze
na hun studie in een zwart gat. Terwijl een van de belangrijkste
zaken bij het opzetten van een collectie natuurlijk is, dat het
uiteindelijk ook verkocht kan worden. Dat geldt voor kunstenaars
én mode-ontwerpers. Maar ondernemerschap gaat natuurlijk
verder dan verkoop, de alerte ondernemer is ook actief bezig met
andere onderdelen van de bedrijfsvoering, zoals de marketing, het
productieproces, het distributienetwerk en de gekozen strategie.
Dat besef ontbreekt volledig bij de Nederlandse starters.”
Klaarstomen voor ondernemerschapOmdat alle partijen in de sector het er wel over eens zijn dat het
Nederlands talent hartstikke mooie dingen maakt, maar niet in
staat is om geld te verdienen, heeft de Dutch Fashion Foundation
(DDFA) samen met HTNK, een adviesbureau voor de modebranche,
de organisatoren van de Arnhemse Mode Biënnale en Syntens het
programma Turning fashionTalent Into Business (TTIB) opgezet.
Turning Fashion Talent into Business
De mode-industrie staat bekend om zijn nimmer aflatende creativiteit,
unieke ontwerpen en vernieuwende collecties. Maar is dat genoeg
om bestaansrecht te hebben? Nee, zo concludeerde de sector
ondersteund door onderzoek van de Universiteit van Utrecht en
Monique Roso in opdracht van Stichting Premsela. Het bereiken van de
top van de markt vereist talent, kennis en geld, maar wie afstudeert
aan de modeacademie heeft vaak geen idee hoe zijn of haar talent
vermarkt moet worden. Alle reden voor Syntens, DDFA, HTNK en de
Arnhemse Biënnale om in 2007 met steun van andere partijen uit
de modesector het programma Turning Talent Into Business op te
zetten. Projectleider en Syntensadviseur Marije Hovestad: “Dit is het
eerste initiatief waar zo’n beetje de héle Nederlandse modewereld bij
betrokken is, een waar unicum.”
Met als doel om zestien modeontwerpers in twee jaar tijd klaar te
stomen voor het zelfstandig ondernemerschap. Maar met wie ga je
aan de slag is dan de vraag. Ook dat bleek geen probleem want in
no time hadden DDFA, HTNK en de Arnhemse Biënnale een longlist
van het Nederlands modetalent opgesteld. Met elk van die veertig
geselecteerden voerden de innovatieadviseurs een persoonlijk
gesprek. Marije Hovestad: “De meesten kwamen met hun portfolio
aanzetten, maar daar waren we eigenlijk niet in geïnteresseerd. De
andere partijen hadden deze veertig immers al aangemerkt als talent.
Wij probeerden vervolgens te ontdekken of zij enig ondernemerstalent
in zich hadden. De zestien geselecteerden zijn vervolgens twee jaar
individueel begeleid door collega Chris Willemsen in Arnhem en Bruni
Hofman en mijzelf in Amsterdam. Die individuele advisering hebben
we aangevuld met workshops door specialisten uit ons netwerk,
en dat van de leden van de projectgroep. Experts van TNO hebben
bijvoorbeeld uitleg gegeven over de laatste ontwikkelingen op het
gebied van stoffen. Price Waterhouse & Coopers hebben een middag
uitgelegd waar een goed businessplan aan moet voldoen en andere
specialisten hebben de ontwerpers bijvoorbeeld geleerd hoe je een
webwinkel bouwt, hoe je naamsbekendheid opbouwt en hoe ze moeten
omgaan met hun intellectueel eigendom. Voor de meeste ontwerpers
was dit de eerste keer dat ze informatie deelden over zakelijke
aspecten als administratie, rechtspersonen en nadachten over
hoeveel tijd ze investeren in hun ontwerpen en daar een prijskaartje
aan hingen.”
Het geheim van TTIBInnovatieadviseur Bruni Hofman: “Regelmatig ontvangen wij
verzoeken van partijen die het format van TTIB willen kopiëren. Maar
dat is lastig, want TTIB is meer dan een educatieprogramma voor
42
ondernemers. Wat dit format uniek en lastig kopieerbaar maakt, is
dat wij ons gebaseerd hebben op de resultaten van het onderzoek.
Vervolgens hebben we gekeken welke partijen van belang zijn.
Door goed naar hen te luisteren, creëerden we een breed draagvlak
in de markt, waardoor we snel en unaniem tot de selectie van de
toptalenten kwamen. Samen met de workshops en de persoonlijke
advisering zijn dat de ingrediënten die van TTIB zo een succes
hebben gemaakt.” Marije Hovestad vult aan: “En dat in een sector
waarvan werd gezegd dat hij totaal verdeeld is. De grootste innovatie
is dat de koplopers in de sector ervaren hebben dat samenwerken
loont. En zo is de projectgroep in staat geweest om die sector meer
te organiseren en netwerk en kennis te delen. Dat is pure winst en
sociale innovatie.”
TTIB heeft ons gesterkt en geïnspireerd Joline Jolink en Peter Feldbrugge runnen samen
het label Joline Jolink. Zij als creatief brein, hij als
zakelijk geweten. Ze maken kleding voor de moderne,
zelfstandige en ondernemende vrouw of zoals zij het zelf
noemen´women with something to do.´
Omdat het retailkanaal lastig bleek te overtuigen van
de markt voor hun kleding openden ze hun eigen online
winkel. Dat bleek een doorslaand succes. Vanaf dag 1
draait de shop boven verwachting en op de koop toe is
de afzet via de retailers sindsdien ook gestegen. Peter:
“TTIB heeft Joline en mij gesterkt in onze overtuiging
dat het ondernemersaspect van een modelabel net
zo belangrijk is als het creatieve deel. Vooral de
persoonlijke gesprekken met onze begeleider hebben
ons erg geïnspireerd. Ik heb zelf mogen ervaren hoe
belangrijk het is dat ontwerpers leren om kritisch naar
hun plannen en onderneming te kijken. Het is uitermate
leerzaam om met iemand te sparren die je vraagt ‘Wat is
je doel? Waar wil je naartoe? Waar sta je over 5 jaar? En
wat heb je hiervoor nodig? En je stimuleert om daarbij
´out of the box´ te denken.
Het is bijzonder hoe onze begeleider naar onze
onderneming kijkt en precies haar vinger weet te leggen
op de sterke en zwakke plekken, maar ook ziet waar er
kansen liggen. Zo een kritische sparringpartner waar we
altijd bij terecht kunnen met nieuwe ideeën, obstakels
of vragen is goud waard. We zijn ons nu op de export van
ons product aan het oriënteren. Daarin denkt ze met ons
mee over subsidies.”
www.jolinejolonk.com
43
SAMENWERKING
Het wordt daarmee steeds lastiger. Kunnen we niet beter
doen waar we goed in zijn? Want voor goede samenwerking
bij innovatie is dat toch de basis? Klopt, alleen als we de
kaarten tegen de borst houden, kunnen we geen gebruik
maken van synergie.
Bijvoorbeeld synergie tussen een reclamebureau en een
koekjesbakker. Het idee waarop ze elkaar vonden was John
Altman Cookies. Koekjes, met natuurlijke ingrediënten en
verrassende smaken voor jongeren. Beetje samplen bij Low
Lands en klaar is Kees. Of toch niet? Nee toch niet, al die
natuurlijke ingrediënten zijn lastig te krijgen in de handel.
Scharreleieren bijvoorbeeld, of verantwoorde chocola, of
afbreekbare verpakking.
Dus moest ook nog worden samengewerkt met verschillende
partijen in de keten. Daar wordt innoveren niet gemakkelijker
van. Bovendien moeten nieuwe machines worden ontwikkeld
om met die natuurlijke en verantwoorde ingrediënten om
te kunnen gaan. Elke keer als er een partij bij komt wordt
het weer lastiger. Daarom halen zoveel goede gezamenlijke
ideeën de eindstreep niet, samenwerken is té lastig.
Is daar nu wat aan te doen? De PDMA, the Product
Development Management Association meent dat partijen
elkaars markt en technologie moeten kunnen begrijpen,
dat ze voldoende overlap moeten hebben in de strategische
doelen en vervolgens ook nog bereid moeten zijn om hun
cultuur een beetje aan te passen. De success stories vertellen
steeds dat verhaal. Maar maakt dat samenwerken dan niet
nog lastiger?
Als je er te lang over nadenkt zeker. Als je het gewoon doet,
niet. Samenwerken is immers een werkwoord, een middel en
geen doel op zich. Dus als je het doel maar helder hebt en je
bent echt bereid om je open te stellen voor de ander, dan kun
je samen al die hobbels wel nemen. En dan kun je die lastige
reis naar het doel samen wel aan. Veel gezelliger ook, maar
lastig blijft het.
Dr.ir. Rob de Graaf,
directeur Innovation Leadership netwerk
Samenwerken is maar lastigSamenwerken, dat blijkt toch steeds weer nodig. Eerst was het Collaborative Engineering, daarna werd het Open
Innovatie en nu wordt er zelfs al gesproken over Collectieve Innovatie. Dat betekent steeds meer samenwerken.
Eerst met collega’s, klanten en toeleveranciers, later met kennispartners en concurrenten en nu al met overheden,
ZZP-ers en brancheorganisaties.
Bij samenwerken is er meestal afstand tussen de partijen. Overbrug die door eerst
elkaar eens wat dieper in de ogen te kijken.
Zorg daarna voor een goede gedeelde infrastructuur. Die infrastructuur delen
vraagt wel discipline. Dat iedereen netjes zijn files op de gezamenlijke server zet,
versiebeheer doet, op tijd zijn reviews doet, et cetera. Legt vaak pijnlijk bloot dat we
dat toen we nog niet samenwerkten, eigenlijk ook nooit goed deden.
Werk niet steeds met dezelfde partner(s) samen. Je innoveert immers voor de wereld
van morgen. Partners van gisteren zijn wellicht goed genoeg voor vandaag, maar
wees kritisch. Is deze samenstelling de beste voor ons nieuwe project?
Gebruik videoconferencing in plaats van de telefoon. Dan zie je of je begrepen wordt
en kan je nog eens een verifiërende vraag stellen. Voorkomt dure foute aannames.
Leiderschap is ook essentieel, zowel van de directies als van de uitvoerders. Zij
moeten zorgen voor engagement en voor het nemen van beslissingen op de juiste
momenten. Niet hiërarchisch, maar persoonlijk leiderschap is de sleutel.
Samenwerking vraagt met meer partijen om meer regie. Een onafhankelijke regisseur
of facilitator kan het overzicht houden, processen managen en waar nodig de
advocaat van de duivel spelen.
Gebruik ook bij samenwerking een gefaseerde aanpak. Dan kan je indien nodig
verderop in het traject een andere partner zoeken die beter past. En zit je niet aan
elkaar vastgebakken.
Maak het elkaar voldoende lastig. Stel steeds verhelderende vragen en geef aan
waarom. Geef ook zelf aan waarom je zaken op een bepaalde manier aanpakt. En
vraag feedback aan elkaar. Niet alleen op de inhoud, maar ook op gedrag. Dat opent
een wereld aan mogelijkheden.
Tips & Tricks van Rob de Graaf
8
7
6
5
4
3
2
1
47
Hoewel iedereen weet, dat het bedrijfsleven juist als het economisch slecht gaat,
van zich moet laten horen, raakt de crisis de reclamebranche flink in 2009. Voor
veel reclamemakers is een reis naar Cannes dat jaar dan ook ‘not done’. Voordat
de VEA, de brancheorganisatie voor de advertisingindustrie, in Adformatie
aankondigt dat Cannes er dit jaar niet in zit, bedenkt DNB Media een ludiek
plan. Want wat veel mensen immers vergeten, is dat het in Cannes niet
draait om de dure hotels en de dikke lunches, maar om creativiteit. En om
inspiratie en internationaal zaken doen.
Heus niet naar Cannes
Met een bijzonder ludiek voorstel klopt DNB Media in het voorjaar van 2009 aan
bij Syntens, dat alom bekend staat om haar waardevolle contacten met ondernemers
én stakeholders in de creatieve industrie. Na een intensieve lobby slaan ondernemers,
met Leendert Mulder van Syndiqate als trekker, brancheorganisaties en overheden de handen
ineen. Het resultaat mag er zijn: de clipper Stad Amsterdam vormt die zomer hét enige Nederlandse
platform in Cannes waar reclamemakers en collega’s uit de creatieve industrie kunnen rechtvaardigen,
dat zij ‘heus niet in Cannes’ waren.
Kruisbestuiven onder Nederlandse vlag De ‘heus niet naar Cannes-matchmaking-zeiltocht’ op de clipper geeft ondernemers uit de gaming industrie,
de designwereld en reclamesector bovendien de kans om kennis te maken, kruisbestuiven en samen te ondernemen.
Zes Noord-Hollandse gameontwikkelaars werken er op 24 en 25 juni daarom samen aan een revolutionaire game. Twee
dagen varen, spelen en werken, resulteert uiteindelijk in een GPS-game, die zich volledig afspeelt in Cannes. Deze ‘urban
game’ neemt de spelers mee, langs de geschiedenis van games, op een ontdekkingstocht dwars door de stad en behandelt
zo alle aspecten van het game-ontwikkelproces. Een sterk staaltje crosssectorale samenwerking, dat in het najaar
bovendien meedong naar de Gouden Kans 2009, dé innovatieprijs voor ondernemers uit de provincie Noord-Holland.
De Gouden Kans hebben de gameontwikkelaars niet gewonnen. Maar de contacten en ervaringen die zij op de Stad
Amsterdam hebben opgedaan, zijn van grote betekenis. Voor nu en in de toekomst.
48
49
50
Dagboek Leendert Mulder – SyndiqateNa een spannend voorjaar, waarin we veel hebben moeten lobbyen en overleggen met tig partijen,
is het dan eindelijk toch echt zover: we zijn weer in Cannes.
Samen met een hele rij stakeholders en ondernemers hebben we ervoor gezorgd dat de
clipper Stad Amsterdam in de oude haven van Cannes komt te liggen. Het schip vaart onder
de Nederlandse vlag. Daardoor is het in principe de enige plek in Cannes waar je als bezoeker
officieel niet in Cannes bent. Een prettig alibi voor bezoekers die vanwege de economische
stormen eigenlijk van plan waren om Cannes dit jaar maar eens over te slaan.
Maandag 22 juniOver twee dagen komt de clipper Stad Amsterdam aan. Hier organiseren we deze week – samen met Syntens en de
BNO – inspiratiesessies en netwerkmomenten voor de reclamesector en de creatieve industrie. Nieuwelingen aan
boord zijn de game-industrie en de ontwerpers.
Deze eerste avond sluiten we traditiegetrouw af op het feest van stichting Jonge Honden op Waikiki beach.
Dinsdag 23 juniVandaag hebben we onze handen vol aan de laatste voorbereidingen voor de aankomst van de clipper Stad
Amsterdam.
Woensdag 24 juniIets voor 12 uur vanmiddag loopt de Stad Amsterdam binnen. Keurig op tijd. We hebben precies twee uur de tijd om
de lunch van de IAA op te dekken. Daarna hosten IAA en Mediamonks samen de inspiratiesessie ‘Advertising versus
gaming’, voorgezeten door de hoofdredacteuren van Creatie en Adformatie.
Genodigde netwerkers pur sang spurten zich daarna naar de Oranje Borrel op het dak van Palais du Stephanie.
Vanavond organiseren we aan boord ook nog een bbq voor alle Nederlanders in Cannes. We zijn blij met de grote
opkomst. De meeste van onze gasten sluiten deze Massive Wednesday af op onze No Party op Noga Beach.
Donderdag 25 juniVandaag waren we de hele dag aan boord van de clipper. Met ook vandaag weer een heel boeiend programma. Niet zo
gek, maar net als elk jaar verschijnt er ook dit jaar bijna niemand op ons ontbijtfeestje, de wake-up-call. Gelukkig is er
wel veel belangstelling voor ‘Advertising versus Design’, dat de BNO deze ochtend organiseert. Deze inspiratiesessie
wordt voorgezeten door Dagan Cohen van de Adformatie. Met als sidekicks, inspirators Eugene Bay van VBAT, Lode
Schaeffer van S-W-H en John Comitis.
Vanmiddag buitengaats zeilen met genodigden van VEA, ADCN, CannesLions. Een bbq voor de vip’s van Amsterdam
in business luidt de laatste avond in. Met als ultieme uitsmijter het Heus-niet-naar-Cannes-feest. Ondanks de crisis is
het een topfeest, vol blije gezichten en positieve verhalen. Dat moet het tij toch keren.
Vrijdag 26 juniVandaag is de clipper Stad Amsterdam vertrokken. Over een paar weken ligt hij weer rustig in het IJ.
“Ik ga wel vaker mee op
tripjes en evenementen die Syntens
organiseert, maar ‘Heus niet naar Cannes’
stak er echt met kop en schouders bovenuit. Een
netwerkevenement in optima forma. Ik ben bang dat
er die week dan ook geen Nederlander in Cannes was, die
de Nederlandse game-industrie over het hoofd heeft gezien.
Het was bovendien goed om te ervaren dat de reclamewereld
minder gesloten is, dan altijd wordt voorgespiegeld. Kortom
een topweek waar ik via AT5, die een mooie discussie
tussen mij en Victor Knaap van MediaMonks tijdens de
workshop gaming versus advertising hadden gefilmd,
bij thuiskomst nog even goed aan werd herinnerd.”
Michiel Sala, Eigenaar Little Chicken
“Met het historische schip de
‘Stad Amsterdam’ als podium op de beste
plek in de haven van Cannes, maakte het tot
een van de meest bijzondere zakenreizen die ik
ooit heb gemaakt. De mix van Nederlandse gaming,
design en marketing bedrijven was een sterke combinatie en
leverde waardevolle discussies met elkaar op. Naast inzicht en
contacten op het internationale speelveld van
marketing en reclame hebben wij ook de relaties versterkt met
de aanwezige Nederlandse bedrijven. Grote complimenten
aan de organisatie en hulde aan Syntens als drijvende
kracht.”
Stephan Poelsma, Managing Partner Cnut
Connecting Concepts/ DPI Holding
“We hebben twee
maanden hard op deuren
geklopt om via de ondernemers en
stakeholders de financiering voor elkaar te
krijgen, en dat was het meer dan waard. Voor veel
ondernemers heeft dit evenement een grote impact
gehad in een tijd dat ze dat hard nodig hadden. Zowel qua
opdrachten en samenwerking is er voor een aantal een heel
nieuwe wereld opengegaan. Ik ben dit jaar dan ook weer veel
gebeld met de vraag ‘wanneer gaan we weer’, maar dat is niet
aan Syntens, de markt moet het nu zelf oplossen. Uiteraard
blijven we alert op kansen om cross-sectorale samenwerking
te stimuleren, want dat brengt innovatie van de sector in
een stroomversnelling. Dat heeft ‘Heus niet naar Cannes’
dubbel en dwars bewezen.”
Bruni Hofman, innovatieaviseur
bij Syntens
52
“De zeiltocht was prachtig natuurlijk,
de feestjes ook, maar wat ik me vooral herinner
me is hoe geschokt ik was om te ontdekken dat
de marketing- en reclameindustrie nog niet snapt dat
gaming een cruciaal middel is om merkwaarden in de focused
mindset door te laten dringen. En dat marketing managers
ook gewoonweg nog niet zover zijn dat zij games kunnen
inzetten voor marketingdoeleinden. We zullen vaker naar
Cannes moeten, maar helaas lieten de deadlines het dit
jaar niet toe. Verder heeft die week in Cannes me vooral
veel waardevolle contacten opgeleverd. En met drie
partijen, DPI, Little chicken en Bite the Lemon, werk
ik sindsdien ook daadwerkelijk samen. “
Micha van der Meer, CGO van
Whitebear
“De activiteiten en initiatieven
van Syntens en BNO vullen
elkaar uitstekend aan. Onze leden, die
met innovatievraagstukken worstelen verwijs
ik dan ook vol vertrouwen door naar de collega’s
van Syntens. Met ‘Heus niet naar Cannes’ lieten ze door
de netwerken met de game-industrie, reclamewereld en
ontwerpers aan elkaar te koppelen, dan ook weer een sterk
staaltje van creatieve innovatie in de praktijk zien. Ik ben dan
ook zeker content dat ze BNO hebben betrokken bij ‘Heus niet
naar Cannes’. Het was voor ons een uitgelezen kans om de
netwerken met de reclamewereld te verstevigen, uit te
breiden en om kruisbestuiving tussen ontwerpers en
gamers te realiseren. Ja, ik kijk tevreden terug
op een geslaagde week.”
Rob Huisman, directeur BNO
“Met het historische schip de
‘Stad Amsterdam’ als podium op de beste
plek in de haven van Cannes, maakte het tot
een van de meest bijzondere zakenreizen die ik
ooit heb gemaakt. De mix van Nederlandse gaming,
design en marketing bedrijven was een sterke combinatie en
leverde waardevolle discussies met elkaar op. Naast inzicht en
contacten op het internationale speelveld van
marketing en reclame hebben wij ook de relaties versterkt met
de aanwezige Nederlandse bedrijven. Grote complimenten
aan de organisatie en hulde aan Syntens als drijvende
kracht.”
Stephan Poelsma, Managing Partner Cnut
Connecting Concepts/ DPI Holding
53
Op de vleugels van de netwerkeconomie schieten steeds meer
netwerkbureaus in de creatieve sector uit de grond. De droom van
een groeiende groep van onafhankelijke creatieve geesten komt
samen in een nieuwe bedrijfsfilosofie: de netwerkorganisatie.
Spannend? Ja en nee. Vernieuwend? Voor de sector wel. De
toekomst? Hoogstwaarschijnlijk!
Een altijd dynamische sector als de creatieve industrie eist samenwerkingsverbanden die
inventiviteit, ondernemerschap en innovatie uitlokken. Klinkt dit allemaal erg idealistisch?
In de praktijk functioneren netwerkorganisaties in de Verenigde Staten en Australië prima.
Rond de Amerikaanse website Fast Company heeft zich een complete gemeenschap van
netwerkbedrijfjes gegroepeerd. Ook in Nederland timmeren netwerkbedrijven als de ICT-ers
van 4BB, inkooporganisatie GOCO en de financiële experts van Finext al jaren met groot succes
aan de weg. Voor een groeiende groep van creatieve ondernemers is ‘de netwerkorganisatie’
het democratisch Walhalla dat hen in staat stelt op flexibele wijze in te spelen op de behoeften
van de snel veranderende markt om hen heen.
1 + 1 = 11In de creatieve sector was pionier Maud de Vries in 2004 de eerste die zich met
volle overtuiging aan het netwerkexperiment waagde. Haar bureau, WD81, is
het eerste creatieve netwerkbureau in Nederland. Inmiddels is WD81 opgegaan
in haar bedrijf Fort Knox, dat tal van grafisch ontwerpers, merkstrategen en
copywriters voor uiteenlopende projecten samenbrengt. Maud: “In mijn werk als
communicatiestrateeg ontmoet ik zeer veel creatieve freelancers, die moeilijk
Netwerkorganisatie: de droom van elke creatieve ondernemer?
54
toegang krijgen tot de grote bedrijven met dito opdrachten.
Tegelijkertijd zag ik dat diezelfde bedrijven zitten te springen om
goede en betaalbare ideeën, want de grote bureaus zijn te inflexibel
en te duur, terwijl de kleinere te weinig diversiteit, continuïteit of
financiële slagkracht bieden. Een en een is dan geen drie, maar elf!“
De tijd zal ons helpenToch is het niet alleen goud wat er blinkt. Maud: “Ik sta nog steeds
volledig voor het principe ‘groeien door te delen’, maar inmiddels,
een aantal jaren wijzer, heb ik ervaren dat er ook best wat haken
en ogen zitten aan het netwerkmodel. Zo zijn niet alle freelancers
echte ondernemers. Sterker nog, een groot deel heeft een sterke
hang naar zekerheid. Dat maakt het voor hen lastig om het risico
te nemen om werk en verdiensten te delen, terwijl het daar nu juist
om draait. Tel daar het dilemma van vertrouwen en concurrentie in
een strategisch netwerk bij op, commitment aan het gezamenlijke
gedachtegoed is dan ook cruciaal.
Tegelijkertijd merk ik dat opdrachtgevers razend enthousiast zijn
over de voordelen van een netwerkmodel, maar dat het echelon
daarboven geneigd is om te kiezen voor een traditioneel groot
bureau. Enerzijds omdat ze aan een bekende naam meer status
ontlenen, anderzijds omdat innovatieve organisaties voor hun
gevoel meer risico met zich meebrengen. Maar ik vertrouw erop dat
de tijd ons zal helpen. Ik blijf er in ieder geval voor gaan, samen met
de mensen die het ook snappen.“
Working Apart TogetherOok in Leiden neemt netwerken, dankzij een initiatief van journalist
Erik Went, inmiddels een hoge vlucht. Nadat hij een aantal
bevriende collega’s net zo enthousiast wist te maken voor het grote
netwerkexperiment, huurde hij een kantoorruimte in een voormalige
wolfabriek, de Nieuwe Energie in Leiden, en zag Unit-2 het
levenslicht. “Alle partners zijn volledig vrij om zelf te bepalen hoe
ze invulling willen geven aan ons concept ‘Working Apart Together’.
In de praktijk gaat dat overigens volledig organisch. Ik ben van
mening dat je samenwerking niet kunt afdwingen. Althans niet
als dat ook prettig, efficiënt en vruchtbaar moet zijn. Samen met
onze Syntensadviseur hebben we tijdens een visietraject inmiddels
wel de verschillende niveaus van samenwerking gedefinieerd. Dat
varieert van kantoorruimte delen tot samen nieuwe producten en
diensten ontwikkelen. Een mooi voorbeeld van dat laatste is de Face
Factory, een instrument om verbindingen te leggen tussen mensen,
dat tijdens het festival van de verleiding door een deskundige jury
bekroond werd tot ‘Mooiste Leidse communicatieproduct van 2009’.
Opdrachtgevers zien dat ookOok crossmediastrateeg, Allain Silbernberg, loopt warm voor wat
hij zijn bureau nieuwe stijl noemt. “Sales- en accountmanagers
zijn vaak veredelde secretaresses. Eigenlijk doen ze niet meer dan
de vraag van de klant doorspelen aan een creatief team. Echte
toegevoegde waarde hebben ze niet. In dat gat springen wij met
‘Bite the Lemon’.” Het bureau, dat deze zomer wordt gelanceerd,
is gebouwd rond een kern van partnerbedrijven en zelfstandig
specialisten. Allemaal specialisten met een toegevoegde waarde
in kennis en ervaring om een duurzame dialoog tussen onze
opdrachtgevers en hun doelgroep te ontwikkelen. “We willen plezier
hebben in ons werk en het moet een uitdaging zijn. Daarom werken
wij alleen voor ‘de challengers’, bedrijven die lef hebben om de
uitdagingen waar ze voor staan samen met ons op te lossen.“
Een kijkje in de vooruitkijkspiegelIn tegenstelling tot Fort Knox, Unit-2 en Bite the Lemon, heeft
Anet een minder commerciële invalshoek. Dit netwerk van 10
architechtenbureaus is in 2008 opgericht op initiatief van de BNA,
onder regie van Syntens. “Het is echt prettig om in vertrouwde
setting kennis met vakgenoten en collega-ondernemers te delen.
En het wordt natuurlijk pas echt interessant, op het moment dat
je ook kennis en ervaringen uitwisselt met je opdrachtgevers”,
meent Robert van Kats, één van de leden. “De debattenreeks die we
afgelopen zomer organiseerden was een belangrijke eye-opener
voor alle partijen. Het is voor iedereen duidelijk dat de wereld er
anders uit gaat zien. Maar welke invloed de crisis op onze rol en die
Commitment aan het gezamenlijke
gedachtegoed is cruciaal
56
van de opdrachtgever zal hebben, dat weet niemand. Dat gaan we
het komend jaar samen verder uitdiepen. Tijdens een interessante
en spannende zoektocht met een nog onbekende uitkomst. En
gezien alle reacties van opdrachtgevers en de vakpers, is dat
kennelijk heel innovatief.”
De sector moet op eigen benen staan De adaptatie van het netwerkmodel door de markt kost tijd en
dus geld. “Toch is het niet de taak van overheden om de creatieve
sector en haar klanten te professionaliseren of te innoveren”,
meent Maud. “Natuurlijk zijn organisaties zoals Syntens en Stichting
Nieuwe Bedrijvigheid zeer waardevol voor ons, maar ik vind ook
dat innovatie, op welk vlak dan ook, vooral aan de sector en de
ondernemers zelf overgelaten moet worden. Het is hoog tijd dat
de creatieve sector op eigen benen leert staan. Ontwikkeling
moet dan ook echt vanuit de sector en haar opdrachtgevers zelf
komen. Subsidies zouden marktinitiatieven moeten ondersteunen
en niet door de overheidspartijen zelf moeten worden uitgevoerd.
De Caballerofabriek, die met vele miljoenen is opgezet door de
Gemeente Den Haag, bekijk ik dan ook met enige scepsis.”
Commitment aan het gezamenlijke
gedachtegoed is cruciaal
57
Kruisbestuiven is niet alleen leuk, je komt er ook
verder mee. Waar kruisbestuiving door hommels
en bijen in de natuur mooiere en zwaardere
vruchten oplevert, daar zorgt het in het
bedrijfsleven voor de onontbeerlijke
inspiratie, creativiteit en vaak verrassende
uitkomsten. Hoewel er plenty leergierige
ondernemers zijn met een open houding,
vinden ze elkaar niet altijd even makkelijk.
Daarom trekt Syntens die kar. Bijna wekelijks
brengen zij ondernemers uit verschillende
beroepsgroepen bij elkaar. De laatste jaren waren
de gameontwikkelaars flink in trek, maar zij zijn
uiteraard niet de enigen.
Ruimte voor kruisbestuiven
58
Ruimte voor kruisbestuivenWat hebben architecten en gameontwikkelaars met
elkaar gemeen? Ze zijn creatief met ruimte. Beide
disciplines denken en ontwerpen driedimensionaal
en dus zouden hun werkwijzen elkaar prima
kunnen versterken. Om te onderzoeken hoe
een wisselwerking tussen de twee ambachten
tot innovatie van ontwerpprocessen kan
leiden, organiseerden Syntens en Virtueel
Platform een kennisuitwisseling tussen de
twee beroepsgroepen. Met als belangrijke les
dat strategische visualisatie – het ontwerpen
van een denkbeeldige ruimte waar mensen iets
kunnen ervaren wat in werkelijkheid (nog) niet
bestaat – kansen op innovatie van ontwerpprocessen
biedt. “De architect kan bijvoorbeeld al aan het begin van
het ontwerpproces zijn opdrachtgever laten ervaren of de
uitgangspunten voor het ontwerp houdbaar zijn”, licht Klaas
Kuitenbrouwer van Virtueel Platform toe. “Andersom kunnen
gameontwikkelaars van stedenbouwkundigen leren hoe reële
ruimten in elkaar grijpen. Veel gameontwikkelaars hebben een
eendimensionale visie op sfeer. Architecten weten als geen
ander hoe je ruimtelijke beleving creëert.”
Thinking outside the waterboxOnder de noemer ‘Thinking outside the waterbox’ organiseerde
Syntens samen met Xmediaworks een serie brainstormsessies
voor leveranciers van interactieve media, ontwikkelaars van
serious games en kennisinstituten die samen tot innovatie
willen komen. Julius Huijnk, directeur van FourceLabs, dat
sociaal-fysieke games ontwikkelt, was een van hen. “Het is een
droom om van de gebaande paden af te stappen, iets nieuws
te proberen en daar helemaal voor te gaan.”
In de sessies stond onder meer een case centraal die was
ingebracht door AKVO, dat duurzame kleinschalige projecten
organiseert op het gebied van water en sanitatie. Julius zag
direct raakvlakken: “We hadden net een drijvend interactief
kunstwerk gemaakt, dat draait om de mysterieuze sfeer van
het leven dat zich in het water begeeft. AKVO houdt zich
vooral bezig met de functie die water heeft voor de levens van
mensen in ontwikkelingslanden. De schaal en complexiteit
van de problematiek spraken ons erg aan, ook omdat games
juist in dergelijke contexten een meerwaarde kunnen
hebben. Het was erg interessant om kennis te delen
met de andere deelnemers en te leren van elkaars
ervaringen.”
Ook Joke Witteveen van XMediaworks, die de sessies
begeleidde, blikt tevreden terug. “Het project laat
zien hoe ontwikkelaars van games en interactieve
media andere sectoren kunnen helpen bij het
oplossen van problemen, zolang alle partijen er maar in
slagen buiten de kaders te denken.”
Meer kruisbestuivingen, in allerlei vormen en tussen allerhande beroepsgroepen, zijn in voorbereiding. Voor meer inspiratie: houd www.syntens.nl goed in de gaten.
59
STAKEHOLDERS
NETWERKEN/PLATFORMENNJDV PUM J
APAN DIGIKRING L
IFT NWP N
LGD DMN
AIM/CCAA BNJ TFI MKB.NL
JCT OFFICE DGA BNO
BNI MODINT REGIONALE ONTWIKKELINGSMAATSCHAPPIJEN
TFJ ROTTERDAMSE MEDIA COMMISSIE BUMA/STEMRA MEDIADESK
VNO/NCW BNA IZOVATOR IMMOVATOR PIBN FOTOGRAFEN FEDERATIE VEA
KAMER VAN KOOPHANDEL GEMEENTEN PROVINCIES IDC
KENNISKRING AMSTERDAM PICNIC
GAME IN THE CITY INNOVATIEPATFORM
JPCICO JCT ZAANSTAD
ICT REGIE
ECP
OKB DFF
HTNK & RED LIGHT FASHION
ARNHEM MODE BIËNNALE A
MSTERDAM INTERNATIONAL FASHION WEEK FASHION UNITED
ICT OFFICE EUROPESE COMMISSIE POLITIEKE PARTIJEN MINISTERIES VAN EZ, OCW, VWS, LNV EN DEFENSIE
JAA AIM D
DFA PDMA P
ICNIC STICHTING JONGE HONDEN K
IZ BNO S
TICHTING FRIS AMSTERDAM TOPSTAD
MEDIAGILDE AMERSFOORT CREATIEVE STAD SPINAWARDS ADCN SFBC EEN
60
GROOTBEDRIJF
KENNISINSTELLIN
GEN
HAY GROUP TG GT SHELL JBM GETRONIcs PWC
PHILIPS ACCENTURE DELOITTE STP SHELL SANOMA IBMFORTIS BANK NEDERLAND ABN AMRO
IIC
D
S
TT
N
HL
SA
XIO
N
FIL
MA
CA
DE
MIE
TWA
N
OV
AY
A
RTE
Z
KIT
TN
O
BIN
GER
INST
ITU
UT
G
RAFI
SCH
LYC
EUM
HOGER- E
N MID
DELBARE BEROEPSOPLEID
INGEN
DE WAAG
W
AGENINGEN
ISR
IR
C
FACHHOCHSCHULE DORTNUND A
MFI
VP/CREATE-IT
F
RAUNHOFER INSTITUTE
CO
MM
ER
CIË
LE
KE
NN
IS-
LE
VE
RA
NC
IER
S
FABLAB AKI E
NSCHEDE NIJENRODE
STICHTING PREMSELA
UNIVERSITEITEN
BDO NAM ECN RABOBANK ING TRIODOS BANK ASN NCSI KPMG
MK
B
Twintig jaar geleden spraken locatiescouts René de la
Rambelje en Simon Brester elkaar in het bovenzaaltje van
Eik en Linde. Ze wisselden ervaringen uit, onder meer
over het gedoe met het regelen van vergunningen voor
filmopnames in Amsterdam. René en Simon hadden in het buitenland goede ervaringen met filmcommissioners: het
aanspreekpunt voor producers waar je terecht kunt met alle
vragen over een shoot op locatie. Veel handiger dan zelf
een tijdrovende route langs alle verschillende loketten
afleggen.
DIE FILMCOMMISSIONER MOET ER ECHT KOMEN
62
In 2010 is het dan zover: Amsterdam heeft
een filmcoördinator. Een belangrijke stap
op weg naar het uiteindelijke doel: een
filmcommissioner. Simon Brester is absoluut
‘the right man in the right place’. Na een lange
aanloop en gedegen onderzoek hebben de
belangrijkste betrokkenen de gemeente van het
belang van deze functie weten te overtuigen.
De aanstelling van Brester door de gemeente
Amsterdam is tijdelijk: ze loopt tot 1 februari
2011 en is gefinancierd uit het budget van
het programma Amsterdam Topstad dat de
hoofdstad een betere positie op de ranglijst van
aantrekkelijke steden wil bezorgen. In dat jaar
is het zaak alle betrokkenen te overtuigen van
het belang van een permanente aanstelling van
een filmcoördinator. Want alleen op die manier
zet Amsterdam zich structureel op de kaart als
een stad vol prachtige locaties waar filmers,
drama- en documentairemakers maar ook
reclamemakers van harte welkom zijn.
Per stadsdeel gelden andere regelsDe filmcoördinator voert gesprekken met de
verschillende stadsdelen. Om kennis te maken,
maar ook om direct werk te maken van een
toegankelijk en werkbaar filmprotocol. René de
la Rambelje: “De huidige situatie is dat er per
stadsdeel verschillende regels gelden. Dan zijn
er nog de termijnen waarbinnen je je aanvraag
moet indienen. In een aantal stadsdelen is
het drie weken voor de shoot, in andere zes
weken. Dat is lastig in een branche waar je
vaak een week of twee vooraf hoort ‘we willen
in Amsterdam draaien.’ Die verschillen zijn
onwerkbaar. Simons’ eerste opgave wordt nu
om alle stadsdelen op één lijn te krijgen en een
uniform en werkbaar filmprotocol op te stellen.”
Commerciële waarde vele malen hogerHet werk van Simon Brester heeft natuurlijk
alles te maken met city promotion. René noemt
de film ‘Ocean’s Twelve’ als voorbeeld. De film
toont Amsterdam in zijn volle glorie en levert
wereldwijd een bijdrage aan de bekendheid
van de stad. Zo heeft de filmcoördinator een
duidelijke toegevoegde commerciële waarde.
Die waarde is overigens vele malen groter dan
de investering in de aanstelling, zo blijkt ook
uit de Casestudy Filmcommissions uit 2009.
Het rendement van een ‘filmcommissioner’
wordt geschat op minimaal € 5 miljoen per jaar
bij een totale investering van 1,7 tot 5 ton. De
filmomzet in de regio Amsterdam is € 100 tot
€ 500 miljoen per jaar. Het rapport stelt verder
dat Amsterdam, door het ontbreken van een
dergelijke voorziening, veel omzet misloopt.
Andere steden zoals Rotterdam profiteren
daarvan.
DIE FILMCOMMISSIONER MOET ER ECHT KOMEN
63
Warm hartAanleiding voor betrokkenheid van locatiescout
René de la Rambelje was overigens een heel
ander project: het digitaliseren van het archief
van zijn bedrijf Goedzoekers. René kwam in
contact met Fred van Ommeren, die voor
Syntens werkte. Van Ommeren adviseerde
over de aanpak van het project en wees
René op de onderzoekvouchers. René: “Fred
adviseerde om als eerste stap in de zoektocht
naar een filmcoördinator een businesscluster
samen te stellen met de belangrijkste spelers.
Dat bleek een uitstekend idee dat hij zeer
voortvarend en zorgvuldig heeft vormgegeven.
Duidelijke agenda’s en goede vergaderingen.
Met het cluster voerden we overleg met
wethouder Carolien Gehrels, die de filmwereld
in Amsterdam een warm hart toedraagt. De
optelsom van alles - het cluster, het onderzoek
– is dat Simon nu aan de slag kan. Ik ben ervan
overtuigd dat hij laat zien dat het loont. De
volgende stap is het vinden van de financiering
voor een permanente aanstelling van de
filmcoördinator.”
De volgende personen en partijen speelden
een belangrijke rol in het Businesscluster
Filmcommissioner Amsterdam en de aanstelling
van de filmcoördinator:
Federatie Filmbelangen, Joost Dekkers
Ministry of Film, Huub Meijer
Hazazah, Rob van den Idsert
Nederlandse Vereniging van
Speelfilmproducenten, Edwin Smelt, Brechtje
Schaling, Jos van der Linde
Verenigde Commercial Producenten, Huub
Meijer, Rob van den Idsert
Filmacademie, Henk Muller
Facilitair Lichtbedrijf Het Licht, Daaf van der
Veen
Locatiegoed, Tijn Heerkens
Goedzoekers, René de la Rambelje en Walter Kloos
Syntens, Petra Mardikjan, Bruni Hofman
Businesscluster Filmcommissioner
Amsterdam, Fred van Ommeren
Najah Aouki, Mark de Kruijk / gemeente Amsterdam
Topstad, Martine Brinkhuis / DMO, Edwin Oskam / EZ,
programma Kanskanon, wethouder Carolien Gehrels
Simon Brester: “Filmopnames maken deel uit van het openbare leven in Amsterdam. Ik ben het smeermiddel tussen regisseurs, producers en de stad.”
64
Toptalent in de schijnwerpersNederlandse creatieven zijn tegenwoordig internationale smaakmakers. Van unieke designobjecten en haute couture tot
grafische vormgeving, top games en dito films: op alle terreinen oogsten ze succes en bewondering met hun innovatieve
aanpak. Toch weten opdrachtgevers en beleidmakers de weg naar al dat creatief talent niet altijd even makkelijk te vinden.
Om de wereld te laten zien dat Nederland meer interessante toptalenten in huis heeft dan Marcel Wanders en Lost Boys, doet
Syntens er alles aan om de ‘crème de la crème’ uit het ultracreatieve MKB een podium te geven. En dat de innovatieadviseurs
ons Nederlands creatief toptalent als geen ander kennen, wordt al snel duidelijk tijdens hun VIP-tours, creatieve markten en
hun speciale ‘matchmakermomenten’.
PICNIC: een inspirerende totaalervaring
65
Creative Touroperator tijdens PICNICInnovatieadviseur Bruni Hofman: “Nederland barst van creatief
talent dat het verdient om in the spotlights te staan. Als
adviseur is dat ook precies wat me zo inspireert in dit werk
en die inspiratie en kennis, zou ik natuurlijk het liefst met de
hele wereld delen. Een evenementen als PICNIC is natuurlijk
een uitgelezen kans voor beleidmakers en opdrachtgevers om
kennis te maken met de meest innovatieve geesten uit deze
bruisende branche. PICNIC is natuurlijk één van de belangrijkste
mediaevents in ons land op topniveau, waar zowel sprekers als
gasten uit binnen en buiten Europa acte de presence geven.
Via een Creative Tour voeren we elk jaar geïnteresseerden uit
binnen- en buitenland mee langs de pitches en stands van de
ondernemers. En elk jaar merk ik weer dat de mensen die met
ons meegaan op de Creative Tour minstens net zo onder de
indruk zijn, en geïnspireerd raken van de Nederlandse creatieve
industrie als mijn collega’s bij Syntens en ik.”
Match made in AmersfoortInnovatieadviseur Annewies Kuipers: “Met een omzet van
ruim 1.2 miljard euro en ruim 2.000 arbeidsplaatsen is de
game-industrie in enkele jaren in Nederland een belangrijke
economische sector geworden. Sinds drie jaar treffen
ondernemers, studenten, opdrachtgevers en geïnteresseerden
uit aanpalende sectoren elkaar tijdens de ‘Game in the City’ in
de Rijtuigenloods Herikrail in Amersfoort. Om het evenement
luister bij te zetten organiseert Syntens een creatieve markt
waar een keur aan toptalent uit de game-industrie zijn
vakmanschap en creativiteit aan de bezoekers presenteert.
Tijdens een speciale VIP-tour stellen de gamebedrijven zich
voor aan geïnteresseerde afgevaardigden uit de top-500 van het
Nederlandse bedrijfsleven. Dit matchmaken zet zich ’s avonds
vrolijk voort tijdens een sfeervol VIP-diner, waar de Dutch Game
Awards werden uitgereikt aan gamebedrijven en zelfstandige
developers die zich (inter)nationaal hebben onderscheiden.”
kennismaken met de meest innovatieve geesten uit deze bruisende branche
67
Ondernemers die tussen de een en vijf jaar
actief zijn, krijgen drie jaar lang gratis advies,
trainingen en veel kansen om te netwerken met
andere ondernemers. Ze profiteren bovendien
van het omvangrijke netwerk van Shell en
Syntens en LiveWIRE-partners zoals BDO en de
NAM. De ambitie van de partners in LiveWIRE is
om de technostarters door hun pioniersfase heen
te helpen. Innovatieadviseur Paulien Roovers:
“Technische innovaties en investeringen in
research en development leiden namelijk niet
altijd tot succesvolle en rendabele producten
en diensten, omdat startende ondernemers
meestal nog niet voldoende netwerken en
ondernemersvaardigheden hebben om van hun
innovatie ook een commercieel succes te maken.“
Ik heb niet overal ervaring meeDat beaamt ook Robbert Smit, de ontwikkelaar
van de Webchair, een innovatief systeem
dat isolatie en leerachterstand van zieke
kinderen beperkt, en hen vanaf hun bed, thuis
of in het ziekenhuis met hun klas verbindt
via videoconferencingtechnieken. “Het is
uiterst waardevol om met een onafhankelijk
adviseur te kunnen sparren over de belangen en
ontwikkelingen van je bedrijf. Ik heb nu eenmaal
niet overal ervaring mee. LiveWIRE verbreedt
wat dat betreft echt mijn horizon. Tijdens
bijeenkomsten als de LiveWIRE Netwerk tour en
MKB Innovatie top100 doe ik veel inspiratie op.
Je krijgt er niet alleen een stortvloed van goede
ideeën over je heen, ook is het heel makkelijk
om andere ondernemers aan te spreken en zelfs
afspraken te maken. Tijdens de Netwerktour heb
ik naast ondernemers ook managers van Sanoma
en Deutsche Telekom ontmoet. Hier gaan er
deuren voor mij open, waar ik vroeger niet eens
over durfde te dromen.”
We hadden geen koersDaan Boekestein, Swen-Peter Ekkebus en Paul
Uithol bouwden vijf jaar geleden een volgsysteem
voor de Batavierenrace, een estafetteloop voor
studenten. In een tijd dat Google Maps nog ver
weg was, integreerden ze allerlei technologieën
en zorgden ze dat ploegen hun lopers als een
stip op een digitale landkaart konden volgen. Nu
zijn ze een bedrijf, Smartposition, en verkopen
ze ‘locatie-gebaseerde diensten’. “Toen we
anderhalf jaar geleden als bedrijf startten,
hadden we geen koers. We wilden alles doen,
maar dan blijft het een hobbyproject en wordt het
nooit een goeie business.” Hun Syntensadviseur
hielp ze om een duidelijke richting te kiezen. “We
mikken nu vooral op business-to-business en op
de grote klanten in de telecom en de zorg. We zijn
een stuk commerciëler geworden.”
LiveWIRE voor pionierende technostarters
68
LiveWIRE helpt technisch innovatieve ondernemers om van hun innovatie ook commercieel een succes
te maken. Een technische innovatie ontwikkelen is immers één ding, een bedrijf opzetten weer iets heel
anders. Shell LiveWIRE is actief in 22 landen. Partners in Nederland zijn Shell en Syntens. Sinds LiveWIRE
in Nederland van start ging in 1997, hebben al duizenden technostarters geprofiteerd van de persoonlijke
begeleiding en netwerken van Shell en Syntens.
LiveWIRE NetwerktourSinds twee jaar organiseren Shell en Syntens een
LiveWIRE Network Tour. Twintig businessmanagers
uit de branches Medical, Industry en ICT ontmoeten
twintig technostarters. Paulien Roovers: “Daarmee
slaat LiveWIRE twee vliegen in één klap. Voor
businessmanagers van multinationals biedt de
LiveWIRE Netwerktour een unieke kans om zich te
laten inspireren door technostarters met nieuwe
technologieën en creatieve toepassingen. Terwijl
het technostarters tegelijkertijd kansen biedt om in
contact te komen met grote samenwerkingspartners
en potentiële launching customers.”
Innovatie is sexyJe kunt tegenwoordig geen managementblad
openslaan of je televisie aanzetten of je komt wel een
wedstrijd of programma tegen over slimme innovaties.
En terecht, want innovatie spreekt veel mensen tot
de verbeelding. Al is het alleen maar omdat veel
succesvolle ideeën vaak in de categorie ‘waarom heb
ik dat nooit zelf bedacht?’ vallen. Ook het programma
LiveWIRE organiseert jaarlijks een competitie. Een jury
selecteert ieder jaar vier kandidaten uit alle LiveWIRE-
deelnemers tot en met 35 jaar voor de Young Business
Award. In de finale bepaalt de jury welke technostarter
de hoofdprijs van € 10.000 wint.
Meer over de workshops, resultaten en ervaringen
op www.livewire.nl
69
INTELLECTUAL PROPERTY
Waardevolle tips van IP-adviseur Wouter Kanneworff
Creativiteit en Intellectueel EigendomMogen creatievelingen producten en diensten van anderen kopiëren? Jazeker, tenzij er sprake is van intellectueel eigendom (IE) – in het Engels intellectual property of IP. Na
het bedenken van nieuwe, originele of kunstzinnige producten, werkwijzen of diensten kun je aanspraak
maken op IE-rechten.
De vijf belangrijkste IE-rechten zijn: Tips Octrooi (of patent) kun je verwerven op een fysiek product, of een
werkwijze die technisch en wereldwijd nieuw is - op
het moment van de aanvraag dus nog onbekend - en
niet voor de hand ligt. Ook technische aspecten van
software zijn octrooieerbaar. Octrooien hebben een
maximale duur van twintig jaar. Een octrooi geldt
slechts in het land van aanvraag. Zo’n zeventig
miljoen octrooidocumenten zijn inmiddels wereldwijd
opgeslagen in zogenoemde octrooidatabases. Deze zijn
vrij toegankelijk en bevatten een schat aan informatie.
Merkenrecht beschermt tekens of symbolen die geschikt zijn om
‘waren’ van een onderneming te onderscheiden
van anderen. Het merk mag niet verwarrend of
beschrijvend zijn: zoals asbak voor een asbak.
Merkenrecht moet je elke tien jaar verlengen. Dat
kan alleen als je het merk ook aantoonbaar gebruikt,
anders vervallen je rechten.
Auteursrecht is het exclusieve recht op het verveelvoudigen of
openbaar maken van creatieve uitingen die een
‘persoonlijk karakter’ hebben. Auteursrecht komt toe
aan de maker. Alleen in loondienst is het auteursrecht
aan de werkgever. Bij werken in opdracht is het
belangrijk om duidelijke afspraken te maken over de
rechten van de opdrachtgever. Auteursrecht vervalt
zeventig jaar na de dood van de schepper of, als het van
een bedrijf is, zeventig jaar na eerste openbaarmaking.
Dit recht is van grote betekenis voor schrijvers,
websitebouwers, reclamemakers, programmeurs en
illustratoren. Ook software, de programmeerregels,
valt onder auteursrecht. Auteursrecht ontstaat op het
moment van scheppen, is gratis en geldt wereldwijd.
Hoewel de rechten die hieraan ontleend kunnen
worden, niet in alle landen exact gelijk zijn. Recentelijk
zijn er nieuwe ontwikkelingen in de vorm van Creative
Commons. Deze maken het makkelijker om creatieve
werken te verspreiden. Je maakt vooraf de (beperkte)
voorwaarden bekend waaronder je overname van je
werk door anderen toestaat.
1
2
3
Tips& Tricks van Wouter Kanneworff
Heb je iets nieuws ontwikkeld, denk dan goed na welke rechten er van toepassing zouden
kunnen zijn.
In geval van aanspraak op auteursrecht is het vaak prettig dat je kunt aantonen wanneer
je het idee hebt uitgewerkt.
Zie octrooi-, merk- en model-registraties als een soort verzekering. Door jouw kennis van
waarde te voorzien, kun je deze later verkopen, licentiëren of gebruiken in samenwerking
met andere partijen.
Modelrecht beschermt het uiterlijk van een product voor zover dat
uiterlijk niet noodzakelijk is voor de werking van het
product. Modelrecht kan ook van toepassing zijn op lay-
out of een dessin van bijvoorbeeld een stof. Modelrecht
kan maximaal één jaar na eerste openbaarmaking
worden aangevraagd. Het recht geldt voor een
periode van vijf jaar en is daarna maximaal vier keer
- met perioden van vijf jaar - te verlengen. Binnen
de EU bestaat ook het zogenoemde ongeregistreerd
modelrecht - vaak gebruikt in de mode - dat voor drie
jaar geldig is.
Tussen modelrecht en auteursrecht zit in de
Nederlandse praktijk een behoorlijke mate van overlap.
In andere landen zijn de verschillen soms groter.
GeheimhoudingBepaalde creaties kun je beter gewoon geheimhouden.
Hoe je een bepaald resultaat bereikt bijvoorbeeld,
denk aan recepten, is vaak achteraf niet eenvoudig
te achterhalen. Ook broncodes of productiewijzen,
grondstoffen, fijne kneepjes of kennis van wat er
mis kan gaan, zijn waardevol. In combinatie met een
geheimhoudingsverklaring kun je dergelijke facetten
met anderen bespreken zonder dat een concurrent
meteen op de hoogte is.
Meer over intellectueel eigendom lees je op de site van NL Octrooicentrum:
www.agentschapnl.nl/octrooicentrum.
Wil je weten hoe je jouw product of creatie kunt beschermen? Neem dan contact op met Wouter Kanneworff van het NL Octrooicentrum.
”De meeste mensen associëren open source met gratis.
Dat is natuurlijk onzin.”
Open versus closed source
Hippo en about:blank op zoek naar de nuance in een vertroebelde discussie
Open source software groeit gestaag. Inmiddels besturen verschillende soorten Linux gigantische
serverparken van multinationals, terwijl het merendeel van de websites op het internet
gebruikmaakt van Apache Webserver. De Europese Unie heeft bij monde van Europees Commissaris
Neelie Kroes bepaald dat open source software bij gelijke geschiktheid voorrang moet krijgen op
closed source software. In gesprek met ondernemers Jeroen Verberg, CEO van Hippo en Maarten
Alleman, CEO van about:blank ontdekken we dat de open versus closed source discussie op de
internetfora sterk gekleurd wordt door evangelisten en commerciële belangen.
74
Jeroen: “De overheid is een tijd terug een project gestart om de
communicatie te centraliseren. Naar aanleiding daarvan hebben
ze onderzoek gedaan naar welke site van de ministeries het beste
functioneert. De site van Verkeer en Waterstaat kwam als beste uit de
bus. Dat team, aangevuld met specialisten van andere ministeries hebben
een selectie gemaakt van alle systemen die binnen de rijksoverheid
gebruikt werden. Om een lang verhaal kort te maken, hebben ze besloten
om de site voor de hele rijksoverheid op de open source software van
Hippo te bouwen.”
Maarten: “Dat is best een leuk telefoontje om te krijgen.”
Jeroen: “Dat is inderdaad een prima telefoontje. Het is een megaproject,
waar zo een vijftig man aan werkt.”
Maarten: “De overheid is heel serieus in de keuze voor open source. Is dat
terecht?”
Jeroen:”In 2007 presenteerde het ministerie het actieplan ‘Nederland
Open in Verbinding’ (NOiV) om het gebruik van open standaarden en open
source software te stimuleren in de (semi-) publieke sector. Vaak wordt
naar open source gekeken als de ultieme kostenverlager. Een hele platte
redenering: ik betaal geen licentie dus het kost minder. Als je namelijk de
‘Total Cost of Ownership’ gaat berekenen, zie je dat je juist nog meer voor
open source moet kiezen. Het blijkt dat vooral de extra flexibiliteit, je kan
immers niet ineens extra geld vragen voor nieuwe features, de grootste
besparingen bieden. Net als in vrijheid in de keuze van partners. Op een
open source-omgeving kan iedereen onderhoud plegen. Ook op Hippo
voor alle duidelijkheid.”
Maarten: “Laatst las ik dat de Belgische CIO van Microsoft roept dat open
source niet sustainable is, omdat het op communities van vrijwilligers
draait, die plotseling hun interesse kunnen verliezen.”
Jeroen: “Open Source software zijn meestal hele generieke producten.
Ook Hippo. Daardoor is het voor partijen interessant om aan te werken.
En dat zijn echt geen vrijwilligers. Wij betalen zeker twaalf man om de
broncode weg te geven. Bij Intel en IBM gebeurt dat ook. Al die mensen
staan gewoon keurig op de payroll.”
Open versus closed source
75
Troebele discussieMaarten: “De open-versus-closed-source-discussie wordt
vertroebeld door fanatiekelingen en commerciële belangen.
Diezelfde CIO meende ook dat broncode, waar jaren aan
is gewerkt, onmogelijk kan worden ontcijferd door nieuwe
partners, en dat het argument van keuzevrijheid van open
source een rookgordijn is.”
Jeroen: “Als een leverancier van closed source de broncode
erbij levert, in een poging om ook open source te lijken, dan
heeft de klant daar meestal helemaal niets aan. Maar open
source is fundamenteel anders. Kijk, wij maken al jaren deel
uit van de Apache softwarefoundation. Dat is onze core engine.
Daar werken we samen met onze grootste concurrenten. Het
voordeel voor bijvoorbeeld Hippo-gebruikers is dat je meerdere
leveranciers, dealers en partners hebt, die met hetzelfde product
werken. Onafhankelijk onderzoek laat daarom ook keer op keer
zien dat de kwaliteit van de open-source-broncode vele malen
hoger is.”
Maarten: “Voor sommige opdrachten is open source prima. Maar
het is allemaal minder simpel dan het lijkt, want hoewel wij op
Microsoft draaien, heb ik nog niet vaak tegen een klant gezegd
dat hij een CMS moest kopen waar hij licentiekosten op moet
betalen. Ga alsjeblieft lekker je naar een open source CMS als
dat beter past. In essentie is dat wat Hippo doet en wat wij doen
gewoon anders.”
Jeroen: “Klopt, als je op het niveau van about:blank werkt, dan
ben je allerlei applicaties aan het koppelen. Dan werk je aan een
eindproduct, dat is maatwerk. En dan kun je niet alles met open
source vangen.”
Maarten: “Sterker nog, die keuze is niet aan ons. Kijk als wij een
e-commerce project draaien voor de klant omdat hij daar zijn
concurrentie mee voor wil blijven, dan is het niet logisch dat hij
of wij dat in een community hangen, waar de concurrent er mee
vandoor kan gaan.”
Jeroen: “Helemaal mee eens. Het gaat er om dat je een
oplossing implementeert die voor de klant voldoet. En dat is wat
about:blank doet en wat Hippo doet, maar ieder op zijn eigen
manier.”
Overheid moet regels stellenMaarten: “Daarom heb ik wel een beetje moeite met statements
als ‘de overheid moet op open source’. Misschien is dat voor
bepaalde processen en afdelingen helemaal niet relevant en
zelfs helemaal niet handig zelfs. Het is te grof om te zeggen open
source is altijd goed.”
Jeroen: “Omdat ze geen winstoogmerk hebben, moet de overheid
juist wel dit soort regels stellen voor zichzelf. Interessanter is
dat verschillende recente onderzoeken van Forrester en Gartner
uitwijzen dat meer dan de helft van alle grote Amerikaanse
en Europese ondernemingen gebruikmaakt van open source
software voor één of meer toepassingen.”
Alles draait om vertrouwenJeroen:”Veelal wordt de hele open-source-versus-closed-
source-discussie gekleurd door ideologische en commerciële
belangen. Waar menig open-source-adept wijst naar de talloze
zwakheden en beveiligingslekken in de producten van Microsoft
en Oracle, hekelen commerciële softwarebedrijven de vermeend
amateuristische ontwikkel- en testpraktijken bij open source
projecten. Volgens mij is het allemaal niet zo zwart wit. Maar
misschien is dat een generatieverschil.”
Maarten: “Toch hangt het nut en de noodzaak van bescherming
heel erg af van je businessmodel, vind ik. In een ideale wereld zou
iedereen lekker delen, maar zo ideaal is de wereld niet.”
”Het
is t
e gr
of o
m t
e ze
ggen
dat
ope
n so
urc
e al
tijd
go
ed is
, zel
fs v
oor
de o
verh
eid.
”
76
Fablabs in Nederland:Fablab Amsterdam
Pakhuis de Zwijger
Piet Heinkade 179 -3e
1019 HC Amsterdam
amsterdam.fablab.nl
Fablab Utrecht
Nijverheidsweg 16
3534 AM Utrecht
protospace.nl
Fablab Den Haag
Caballero Fabriek, unit 74
Saturnusstraat 60
2516 AH Den Haag
cabfablab.nl
Fablab Groningen
Het Paleis
Boterdiep 111
9712 LM Groningen
fablabgroningen.nl
Fablabs in België en Duitsland:Timelab
Sint Pietersnieuwstraat 21
9000 Gent, België
www.timelab.org
Betahaus Berlin
Prinzessinnenstraße 19-20
10969 Berlin, Duitsland
www.betahaus.de
De digitale communicatie revolutie ligt
achter ons. Hoog tijd voor de volgende stap:
Personal Fabrication. Dankzij een concept
uitgedacht door Neil Gershenfeld van MIT,
kunnen kunstenaars, productontwerpers en
kleine bedrijven zelf hun ideeën voor tastbare
producten en andere creatieve uitspattingen
realiseren. Een prototype van een nieuw
ontwerp, een gietvorm voor een Arabische
chocoladeletter, een lange afstand internet
antenne, een ingenieuze maquette of een
poppetje van je Second Life avatar: bijna alles
kun je maken in het FabLab.
Het eerst Nederlandse FabLab is opgezet in een
samenwerking tussen Stichting Fablab.nl, de Waag
Society, Amsterdamse Innovatie Motor, Regionaal
Technocentrum Amsterdam, Roland, Epilog en
Syntens. Innovatieadviseur Dirk van Vreeswijk:
“Fablabs zijn kleine digitale werkplaatsen waar
iedereen zelf producten kan ontwerpen en maken,
bijvoorbeeld met behulp van 3D-printers en
rapid prototyping op machines van bij elkaar zo’n
30.000 dollar. Het Fablab is bovendien gratis.
Alleen moet iedereen die in het FabLab wil werken
als tegenprestatie het productieproces uitvoerig
documenteren, publiceren via wiki.fablab.nl en
anderen actief helpen om te leren werken met het
FabLab.”
Uiteraard werkt elk Fablab zoveel mogelijk met
open standaarden, waardoor het mogelijk is om
digitale ontwerpen, producten en kennis uit te
wisselen met andere Fablabs in de wereld.
Fablab
77
Hoog tijd, want onze netwerksamenleving maakt een verandering van
denken noodzakelijk. En bovendien raakt de digitalisering aan steeds
meer domeinen: onderwijs, cultuur, amusement, de omroepwereld,
overheidsinformatie. Wereldwijd zijn er nu al miljoenen CC-licenties
op internet. Net als in de VS sluiten ook bij ons de licenties aan
op het geldende auteursrecht; ze zijn geen vervanging, maar een
alternatieve manier om het auteursrecht te gebruiken. In Nederland
hebben het Amsterdamse Instituut voor Informatierecht, Stichting
Nederland Kennisland en De Waag Society de taak op zich genomen
om Creative Commons bekend te maken.
CC stimuleren creatief en intellectueel klimaatDe gedachte achter Creative Commons is dat delen van creativiteit
het creatieve en intellectuele klimaat in de wereld stimuleert. Elke
creatief behoudt immers het auteursrecht op zijn of haar werk, maar
stelt die creatie tegelijkertijd ter beschikking aan derden onder de
voorwaarden die hij of zij zelf kiest.
Door het plaatsen van een icoontje bij een foto, beeld, tekst of
muziek, dat linkt naar een licentie, bepaalt elke creatief zelf onder
welke voorwaarden hij of zij de creatie online – maar ook op papier –
publiceert. Zo kunnen creatieven ervoor kiezen hun werk beschikbaar
te maken voor hergebruik afgezien van commercieel gebruik, of
bijvoorbeeld alleen met naamsvermelding.
Zijn gebruikers van Creative Commons idealisten?Mensen die iets weggeven worden vaak als idealisten gezien, maar
dat kan ook heel doelmatig zijn. Je kunt als auteur zeggen: in een
bepaalde fase gaat het mij er vooral om onder de aandacht te komen.
Ik zie dan vervolgens wel hoe ik op basis van die aandacht inkomen
genereer. In het geval van schrijvers, kunstenaars en muzikanten zie
je dat steeds meer. Hoe bekender ze zijn, hoe meer geld te kunnen
verdienen met optredens.
In het internettijdperk is iedereen auteur, en dat vraagt om nieuwe
manieren van regulering van auteursrecht. Eind jaren negentig ontstonden
er ‘open content’-licenties, voortbordurend op de gedachte achter ‘open
source’. De licenties van Creative Commons (CC) zijn het geesteskind
van Stanford-hoogleraar Lawrence Lessig. Hij richtte in 2001 een niet-
commerciële organisatie op, die eenvoudige licentieteksten schreef die
niet botsten met het geldende auteursrecht en ze online zette. Creative
Commons zorgt er voor dat creatieven hun werk kunnen delen via gratis,
rechtsgeldige en makkelijk bruikbare licenties.
DE SPELREGELS VAN CREATIVE COMMONS
DE WERELD VAN OPEN CONTENT
78
Sommige rechten voorbehoudenHet doel van Creative Commons is standaardisatie
van licentievoorwaarden, waardoor de vruchten van
onze creatieve sector makkelijker te combineren
zijn en gebruikers meer duidelijkheid krijgen over de
licentievoorwaarden.
De zes Nederlandse CC-licenties zijn aangepast aan het
Nederlandse recht en volledig rechtsgeldig. Dat betekent
dat je met een CC-licentie dus gewoon je auteursrechten
behoudt en daarmee ook beroep kunt doen op het
sanctiesysteem zoals dat in Nederland bestaat als je
auteursrechten geschonden worden.
Wat zijn de spelregels? In totaal zijn er zes Nederlandstalige CC-licenties om uit te kiezen. Daarnaast bestaat er ook nog de cc0 (cc-Zero) verklaring. Deze kan je gebruiken als je volledig afstand van je auteursrecht wilt doen. Op de website van Creative Commons kun je kiezen uit en combinaties maken van een reeks voorwaarden.
Naamsvermelding. Je staat anderen toe om het werk waar jij auteursrecht op hebt te kopiëren, distribueren, vertonen, en op te voeren, en om afgeleid materiaal te maken dat op jouw werk gebaseerd is, maar uitsluitend als jij vermeld wordt als maker.
Niet-commercieel. Anderen mogen je werk kopiëren, vertonen, distribueren en opvoeren, alsmede materiaal wat op jouw werk gebaseerd is, mits niet voor commerciële doeleinden.
GeenAfgeleideWerken. Anderen mogen je werk kopiëren, distribueren, vertonen en opvoeren mits het werk in de originele staat blijft. Het is niet toegestaan dat anderen jouw werk gebruiken als basis voor nieuw materiaal.
GelijkDelen. Je staat anderen toe om van jouw werk afgeleid materiaal te maken onder de voorwaarde dat zij het onder dezelfde licentie vrijgeven als het originele werk.Lees meer op www.creativecommons.nl
DE SPELREGELS VAN CREATIVE COMMONS
DE WERELD VAN OPEN CONTENT
79
(Un)limited designStel, je wilt een bestaand ontwerp uit één van de categorieën
opnieuw gebruiken, bijvoorbeeld de winnaar van 2009 uit de categorie
Fashion: de hexagonale papieren jurk. Je wilt het bestand gebruiken
voor bijvoorbeeld een gordijn. Onder het auteursrecht is dit alleen
mogelijk als je de toestemming hebt van de maker van dit werk: Goof
van Beek. Maar met Open Design-ontwerpen kan het wel! Omdat alle
werken hier onder een Creative Commons licentie worden geplaatst,
kan iedereen elk ontwerp gebruiken en/of aanpassen.
(Un)limited Design Contest 2010Waar de ontwerpwedstrijd in 2009 een nationaal karakter had,
eindigend tijdens de Dutch Design Week in Eindhoven, is de wedstrijd
nu internationaal. Met behulp van internationale partners gaat
de wedstrijd dit jaar van start in Berlijn. Iedereen kan meedoen.
Deelnemers kunnen een nieuw ontwerp toevoegen of een afgeleid
ontwerp maken van een van de bestaande ontwerpen. In 2009
leverde de wedstrijd meer dan 80 ontwerpen op. Aangezien alle
ingeleverde ontwerpen een zogeheten ‘blueprint’ hebben, een digitaal
bronbestand, kunnen deze allemaal worden gebruikt om remixen te
maken.
DMY International Design FestivalBegin van de zomer wordt in Berlijn het international design festival
DMY gehouden. Op het speciale ‘Maker Lab’ terrein op de voormalige
luchthaven Tempelhof van het festival zullen de inzendingen te zien
zijn en als startpunt fungeren voor nieuwe ontwerpen of afgeleide
ontwerpen voor de (Un)limited Design contest. Deelnemers zullen op
het festival direct aan de slag kunnen via een mobiel Fablab om open
design direct in de praktijk te brengen. Nieuw is dat de producten ook
gekocht kunnen worden, dankzij de samenwerking met het online
verkoopkanaal Etsy.com.
En de winnaar isEen van de thema’s van het PICNIC festival in Amsterdam, waar
duizenden creatieven elkaar ontmoeten is Open Design. Bezoekers
kunnen hier - met behulp van de digitale machines van het Fablab
- ook de ontwerpen van de (Un)limited Design Contest ter plekke
maken. Meedingen naar een open source 3D printer, de prijs van
2010, lukt dan niet meer, want de prijzen voor Form, Food, Fashion en
Fusion worden tijdens PICNIC uitgereikt.
(UN)LIMITED DESIGN CONTEST (Un)limited Design is bedoeld als een experiment in Open Design, het delen van creatief werk zoals dat al
gebeurt met open source software. Dankzij een Creative Commons licentie kunnen anderen de ontwerpen
namaken, verder verspreiden en zelfs aanpassen, onder de voorwaarden dat ze daarbij de naam van de
originele ontwerper vermelden, dat niet met commerciële bedoelingen doen en het nieuwe werk onder dezelfde
voorwaarden verder verspreiden. Deze zomer organiseren Premsela.org, Waag Society en Creative Commons
Nederland in samenwerking met de Nederlandse FabLabs de tweede editie van de (Un)limited Design Contest.
80
(UN)LIMITED DESIGN CONTEST
MEEDOEN IN ZES STAPPEN
form
food
fashion
fusion
81
Tribe of Noise: platform voor nieuw muziektalent
Stel, je bent videoproducent, of je maakt
webapplicaties en computergames. Dan ga je
op een gegeven moment op zoek naar muziek.
De standaardroute voert je langs min of meer
bekende artiesten en hun maatschappijen. Een
moeizame en kostbare weg: achterhalen wie alle
rechthebbenden zijn, duidelijk samen omschrijven
waar je de muziek voor wil gebruiken. Vervolgens
duurt het even voordat de artiest heeft besloten
of hij wel voelt voor deze toepassing van zijn
muziek. Dan zijn er nog de juridische en financiële
details rondom oplage, distributie, vergoedingen
en rechten. Als je een bedrijfsfilm maakt, kan het
zo maar zijn dat je een fee moet afrekenen die
gebaseerd is op een oplage die je helemaal niet
haalt met je dvd’s. Vaak legt de maatschappij alle
risico bij jou als gebruiker. Tijdrovend, kostbaar
en vaak heel frustrerend, vindt Hessel van
Oorschot van Tribe of Noise.
Een revolutie in de wereld van de muziekuitgeverijen.
Rechteninclusieve muziek voor films, apps en games
82
Rechteninclusieve muziek voor films, apps en gamesHessel: “Dat moet anders kunnen, riepen wij in
2008. Met Tribe of Noise bieden we een formule
die professionele gebruikers in staat stelt snel
en voordelig te beschikken over muziek voor
hun productie, of dat nu een film, een app of een
game is. Sinds we op 14 juli 2008 live gingen, zijn
we gegroeid naar 7000 artiesten. Die datum?
Inderdaad, de dag van de Franse Revolutie.
Want zo zien we dit initiatief, als een revolutie
in de wereld van de muziekuitgeverijen. De
gebruikslicentie is gebaseerd op de principes van
Creative Commons, die je ook kent van Wikipedia.
Het gebruik is rechteninclusief; ‘rechtenvrij’ wordt
dat meestal genoemd, hoewel dat juridisch niet
correct is.
Kant-en-klare oplossingMet Tribe of Noise bieden we muzikanten en
componisten een platform om hun werk te
presenteren. Iedere artiest droomt natuurlijk van
een doorbraak. Ons advies is: doe mee met de
initiatieven die wij organiseren. ‘One billion fans’
is een voorbeeld van een contest. Als je die wint,
kun je rekenen op heel veel publiciteit. Verder is
het zaak de ‘briefings’ goed in de gaten te houden.
Dat zijn verzoeken van opdrachtgevers die in onze
PRO-database niet vinden wat ze zoeken en op
de site hun wensen kenbaar maken. Daar kun je
op intekenen. Zo zorg je dat je in beeld komt. En
wanneer jouw muziek voorkomt in een game die
miljoenen keren gedownload wordt, dat kun je je
voorstellen dat andere partijen ook zaken willen
doen met de muzikant die in de credits genoemd
wordt. Ik noem het een ecosysteem; wij bieden
muzikanten een gratis platform en professionele
gebruikers een kant-en-klare oplossing: muziek
die ze direct kunnen gebruiken. Afrekenen en
downloaden, dat is alles.
Aantrekkelijk alternatiefEen andere belangrijke doelgroep van
professionele gebruikers zijn winkelcentra en
grootwinkelbedrijven. Wij brengen de muziek
van onze artiesten onder in muziekkanalen. Je
kunt kiezen uit ‘chart’ – dat is Top 40-achtige
muziek - , ‘mainstream’ en ‘easy listening’. Voor
winkelketens een aantrekkelijk en voordelig
alternatief. Want bij de reguliere muziekaanbieders
betaal je naast de muziekservice ook nog aan
de Buma en Sena. De kroeg op de hoek zal
waarschijnlijk niet snel voor onze optie kiezen, die
wil tijdens het WK voetbal bekende feestnummers
en meezingers laten horen.
Tijd voor de volgende stapNu de formule staat, is het tijd voor een volgende
stap. En daarvoor zoeken we de steun van
een partner of een externe financier. Er zijn
gesprekken gaande, ik heb goede hoop dat we er
uit komen.”
FINANCIERING
Ondernemen met een investeerder: je groei versnellen
Wat maakt een onderneming interessant voor een
investeerder?
“Een professionele investeerder kijkt naar de man met het plan.
En die twee hebben een versnelling of kapitaal nodig. Zo eenvoudig
is het. Een investeerder stapt in wanneer hij denkt dat in een periode
van drie tot vijf jaar de waarde van zijn inleg vijf tot tien keer zo hoog
wordt. En dan verkoopt hij zijn belang of de hele onderneming gaat in
andere handen over.”
Hoe vind je een investeerder?
“Kijk naar bedrijven die je kent en achterhaal de namen van de
investeerders. Gewoon een rondje Googelen helpt ook. Je maakt een
shortlist met partners die je interessant vindt. Het is wel belangrijk
om realistisch te blijven. Je ziet startups veel energie steken in
contacten met grote Amerikaanse investeerders die waarschijnlijk
wekelijks tientallen verzoeken ontvangen. Je moet wel een heel
bijzonder plan hebben om bij deze partijen in beeld te komen. Wees
reëel en zoek het bijvoorbeeld dichter bij huis. Er zijn diverse events
waarop je investeerders kunt ontmoeten. Zorg dat je goed voorbereid
bent en leg contacten. Zo begint het. Het is verstandig om dit te
doen wanneer het niet of nog niet nodig is. Dat praat veel prettiger
dan wanneer je weet dat over drie maanden je geld op is. Er zijn ook
investeerders die naar jou toe komen. In ons geval bracht Syntens ons
in contact met Syllion. Dat leidde tot de huidige situatie waarin Syllion
een van onze investeerders is.”
Hoe groot is de zeggenschap van de investeerder
“In een overeenkomst leg je vast hoe groot het belang van je partner
wordt. Dat is meestal een minderheidsbelang. Je spreekt met elkaar
een aantal regels af. Dat je bijvoorbeeld niet opeens de koers van de
onderneming verlegt en dat je belangrijke beslissingen overlegt met
je investeerders. Maar het blijft natuurlijk gewoon jouw bedrijf.”
Professioneler ondernemen
“Voor ons is de huidige situatie een verbetering. Om te beginnen vind
ik het mooi dat er mensen zijn die, net als ik, geloven in ons product en
bereid zijn erin te investeren. Het stelt je in staat om professioneler
te acteren op alle terreinen. Van aandeelhoudersvergaderingen tot
en met je rapportages. Met twee investeerders neemt de druk om te
presteren natuurlijk toe. Het geeft in deze situatie extra bevrediging
wanneer je de afgesproken targets haalt.”
“Het beste moment om met een investeerder te praten is wanneer het niet of nog niet nodig is. Dat maakt je uitgangspositie sterker dan een gesprek op het moment dat je nog voor drie maanden geld hebt.”
86
The Saints is actief in de
markt van de mobiele
applicaties. Het bedrijf
van Thomas Engel
ontwikkelde onder meer
‘nu.nl shortcuts’ en de
Mobile Festival Guide
‘Lowlands 2009’. Sinds
twee investeerders
instapten is The Saints
gegroeid van 4 naar
14 medewerkers. The
Informal Investor
Network (tiin.net) en
Syllion (syllion.com)
hebben samen een
minderheidsbelang.
87
Stelling 1. De buitenlandse creatieve industrie is vaak scherper en zakelijker. “Ondernemers in landen als de VS, de
UK en Israel snappen vaak beter wat een
financiële partner van hen wil én verwacht.
Van de week vertelde een ondernemer
me dat hij overgestapt was op een nieuw
boekhoudsysteem en dat hij daarom niet
in staat was om mij de jaarcijfers 2009 te
tonen. Hoe moet deze ondernemer een
investeerder overtuigen dat hij goed op zijn
geld kan passen? Ik snap natuurlijk wel dat
die man druk bezig is zijn product of dienst
te verbeteren, maar als je kapitaal wilt
aantrekken dan zul je wel moeten zorgen dat
je bedrijf goed loopt. En als je dat niet kan
laten zien, dan worden investeerders terecht
huiverig. Die sterke productfocus kenmerkt
overigens het merendeel van de creatieve
ondernemers. Wereldwijd!“
Stelling 2. Ook Nederlandse investeerders zijn medeplichtig.“Ik kom regelmatig tegen dat Nederlandse
investeerders direct de helft van de toko
willen, zodra ze besloten hebben om
een bescheiden bedrag te investeren.
Terwijl er vervolgens weer een tweede
financieringsronde nodig is met dito claim,
waardoor de ondernemer uiteindelijk zelf
met een bescheiden percentage achterblijft.
Investeerders in de VS en Israel realiseren
zich eerder dat dat niet zinvol is, omdat een
ondernemer dan net zo goed een baan kan
zoeken. Gelukkig komen er in Nederland
nu ook steeds meer clubs van informal
investors die het allemaal wat professioneler
aanpakken, zoals TIIN, Peak Capital, Syllion.”
Stelling 3. In het financieren van creatieve concepten staat Nederland met stip onderaan.“Waar komen Facebook, Google en Twitter
vandaan? Amerikaanse investeerders zijn
meer gewend om te denken in concepten,
maar ook om risico te lopen voor concepten
waarin ze geloven. Ik denk dat het komt
doordat de hele infrastructuur van high-risk-
investeringen en leningen sterker ontwikkeld
is in de Verenigde Staten en Israel. Als je
in Israel bij een startup werkt, dan krijg
je gewoon een hypotheek, zodra je kunt
aantonen dat er een investeerder in gelooft.
Kom daar in Nederland maar eens om.”
“In vergelijking met de VS, de UK en Israel staat Nederland
echt met stip onderaan als het gaat om het financieren
van creatieve concepten”, stelt Micha Zwaaf, specialist
in strategische financiering en communicatie. Waarom
Nederlandse vragers en aanbieders van kapitaal die notering
eerlijk met elkaar moeten delen, legt Micha uit aan de hand
van drie pittige stellingen.
NEDERLANDSE INVERSTEERDERS VAAK NOG NIET KLAAR VOOR CONCEPTEN
88
DRIE TIPS OM JE BEDRIJF INVESTEERBAAR TE MAKEN
NEDERLANDSE INVERSTEERDERS VAAK NOG NIET KLAAR VOOR CONCEPTEN
TIP 1Consistentie is de sleutel tot succes.“Ben je als ondernemer in staat om
je bedrijf investeerbaar te maken,
dan ben je in staat om partijen aan
je te binden. Of dit nu een bank, een
business angel of een overheid is die
via subsidies en garantiestellingen
in je investeert. Aan hen moet je
goed kunnen uitleggen hoe jij die
kans die jij in de markt ziet, wilt
gaan pakken. Met mijn achtergrond
als investeerder weet ik dat het
sleutelwoord ‘consistentie’ is. Je
kans op succes is een stuk hoger
als je als ondernemer je plan
onderbouwt met een consistent
verhaal en je zo committeert aan
de commerciële, operationele én
financiële strategie.”
TIP 2Bouw je businessmodel rond de verdienpotentie van je plan.“Zodra je een consistent verhaal
hebt, moet je je eerlijk afvragen of
het de moeite waard is gezien de
tijd, het risico en bedrag dat jij en je
partners moeten investeren. Daarbij
wil ik aantekenen dat ondernemers
snel vergeten dat ze maar met een
beperkt deel van hun activiteiten
geld zullen verdienen, en zeker niet
met alles. Een animatiefilm pakt
zijn rendement bijvoorbeeld eerder
op de verkoop van merchandise
dan op de vertoning op tv. Rond
die wetenschap moet je je
businessmodel bouwen.”
TIP 3Alles draait om de uitvoering.“Creatieve ondernemers blinken
vaak uit in hun vak, maar het zijn
niet per definitie mensen die
zorgen dat alles goed loopt en
de deadlines gehaald worden.
Terwijl een groot deel van je
ondernemersucces afhangt van de
uitvoering en dus de management
van je bedrijf. Het is cruciaal dat
ondernemers en investeerders
dit met elkaar bespreken, zodat
je het samen kunt oplossen door
managementkwaliteiten in te kopen
of door een strakke monitoring af te
spreken.”
89
Extra financiering: is het effectief?Om te voorkomen dat ondernemers tijd en energie steken in een
traject dat het bedrijf niet verder brengt, gaan we in een gesprek
eerst samen na of financiering daadwerkelijk effectief is.
Enkele situaties waar extra financiering niet het
adequate antwoord is:
• u biedt uw product of dienst tegen te lage prijs aan
• uw bedrijf heeft structureel te hoge kosten
• uw bedrijf heeft meer klanten nodig voor continuïteit
• de marktvraag loopt achteruit.
Geen van deze situaties los je op met extra financiering. In feite
leidt de vraag naar financiering af van de werkelijke aandachts-
punten van dat moment.
MINI-DOSSIER FINANCIERING CREATIEVE INDUSTRIE
Extra financiering: is uw bedrijf er klaar voor? Indien het helder is dat extra financiële ruimte nodig is voor
verdere ontwikkeling, begint de fase van de voorbereiding.
Onvoldoende voorbereiding betekent weggooien van
kostbare tijd en kansen. Bezuinig op cruciale momenten niet
op een betrouwbare, gespecialiseerde adviseur voor wie
financieringsvragen dagelijks werk zijn. Het verhaal naar
financiers moet kloppen en aantrekkelijk zijn.
De checks die in deze fase van belang zijn:
• Klopt het verhaal, in woorden en cijfers? Bent u consistent?
• Zijn de interne financieringsmogelijkheden benut?
• Is de financiële planning verbonden met het commerciële
perspectief?
• Heeft u zich verplaatst in de overwegingen van financiers?
Dankzij haar onafhankelijke positie in de markt en inbedding in de creatieve industrie en programma’s, initiatieven en instituten die innovatie stimuleren, vragen ondernemers Syntens
regelmatig om mee te denken over de financiering van hun bedrijf. Pieta Stam is een van de innovatieadviseurs van Syntens, die veel kennis in huis heeft over financiering van bedrijven. Samen
met ex-bankier Arnold Monshouwer stelde zij een mini-dossier op voor ondernemers die extra financiering nodig hebben voor groei, innovatie of het oplossen van knelpunten.
Innovatievoucher slaat brug naar kennisMKB-ondernemers die willen innoveren kunnen hun voordeel doen door met een
kennisvoucher externe kennis in te kopen bij een publieke kennisinstelling, zoals
TNO, universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstellingen. Ook kan een publieke
voucher ingezet worden om de kosten van het aanvragen en verkrijgen van een
octrooi te vergoeden. Ook voor private vouchers kunt u bij Syntens aankloppen.
FINANCIËLE RUIMTE VERGROTEN OP EIGEN KRACHT, BINNEN UW BEDRIJF
Een top-5 van acties die u zelf, bij voorkeur samen met uw medewerkers,
kunt uitvoeren om de financiële ruimte en gezondheid van uw bedrijf te vergroten:
1
Aanscherpen van de strategie en propositie
2 Ontwikkelen van de financiële kennis van de ondernemer zelf
3
Afspraken maken met uw klant over betalingen
4 Debiteurenbeleid
5 Digitaal factureren
EEN KLEINE SELECTIE UIT INNOVATIEPROGRAMMA’S, SUBSIDIES EN FISCALE REGELINGEN
Nederland kent zo’n 5.000 subsidieregelingen. Een kleine greep uit de meest
toegankelijke regelingen, zonder volledig te willen zijn:
1
Innovatievouchers - publieke en private, kleine en grote, voor inkopen van kennis.
2
WBSO - fiscale stimuleringsregeling die een deel van de loonkosten voor speur- en ontwikkelingswerk (S&O) compenseert.
3
Regeling versneld afschrijven - fiscale regeling.
4
Innovatiekrediet - voor grotere financieringen.
5
Prepare2start – EZ-subsidie voor de start op een buitenlandse markt.
6
Innovatie Prestatie Contracten - meerjarige innovatietrajecten van groepen mkb-ondernemers, centraal staat samenwerking en kennisoverdracht.
7
Regionale ontwikkelingsmaatschappijen.
8
Technostarters hebben extra opties vanwege het grote economische belang. Zij kunnen zich aanmelden bij het programma LiveWire dat Syntens samen met Shell uitvoert (www.livewire.nl).
De belangrijkste informatiebronnen voor deze programma’s en regelingen
zijn AgentschapNL www.agentschapnl.nl en www.antwoordvoorbedrijven.nl.
Een handige test voor de routes die u kunt bewandelen vindt u op
www.nlinnovatie.nl/ondernemingsfinanciering.
VOORSORTEREN OP EXTERNE FINANCIERINGSBRONNEN
Het investeringsklimaat in Nederland noodzaakt tot
goed voorsorteren op financieringsbronnen:
• Waar nodig kan uw innovatieadviseur u doorverwijzen
naar adviseurs, intermediairs, kennisinstituten en
stichtingen die u via voorlichting, advies en begeleiding een
helder beeld kunnen geven van uw specifieke situatie.
• Jonge bedrijven zijn vaak aangewezen op het zeer
informele circuit van 3F: family, fools & friends en op
microkredieten (www.qredits.nl).
• Voor het aantrekken van investeerders zijn strategische
partnerships met bijvoorbeeld technologiepartners en/of
launching customers vaak cruciaal.
• Bedrijven die al eerste resultaten kunnen laten zien,
kunnen terecht bij (samenwerkende) informal investors, ook
wel business angels genoemd, en banken.
• Gevestigde bedrijven zijn voor grotere financieringen
welkom bij participatie-maatschappijen verenigd in de NVP
en ook banken.
Handige websites: www.technopartner.nl
www.nvp.nl – de vereniging van
participatiemaatschappijen
www.nebib.nl
www.nextstage.nl
www.evca.com (Europees niveau)
91
INTERNATIONALISERING
door Jeroen Elfferich Er was eens... een Nederlandse ondernemer die wilde slagen in het buitenland
De vraag is alleen: “Zitten ze in het buitenland op onze producten
te wachten?” Dat ligt er aan. Diverse Nederlandse ondernemers
bewijzen dat je ook buiten Nederland succesvol kunt zijn. Zoals
de TU-studenten die de Senz paraplu ontwikkelden. Dat vreemde
asymmetrische ding weerstaat windkracht 10 en scoort wereldwijd.
En onze nationale technologiereus Philips wist de wereld te veroveren
met uitvindingen als de muziekcassette, de videorecorder, de cd, de
dvd en onlangs nog de Senseo.
Als je analyseert welke Nederlandse producten succesvol zijn in
het buitenland, dan valt op dat het bijna altijd om innovaties gaat.
Rembrandt en Van Gogh spotten met de tot dan heersende regels van
compositie en onderwerpkeuze. Ons bekendste exportproduct, de tulp,
dankt zijn nu al eeuwen voortdurende succes aan de steeds nieuwe
varianten, ontwikkeld door Hollandse kwekers. En kijk naar de meer
recente successen van televisiemakers als John de Mol en Reinoud
Oerlemans. Zij bedachten onder meer Big Brother, The Phone en De
Nationale IQ Test... allemaal vernieuwende concepten, die wereldwijd
aanslaan.
Het is duidelijk: wij zijn sterk in innovatie.Dezelfde parallel zie ik in mijn eigen industrie, die van de digitale
games. Met massaproductie en consoles, meer van hetzelfde, gaan
we het niet winnen van de Aziaten en Amerikanen. Die kunnen dat
beter en goedkoper. Het zijn de creatieve, vernieuwende bedrijfjes
die overleven in de internationale markt. Dus doe als het kleine
kleermakertje dat met zijn intelligente ideeën en slimme oplossingen
alle uitdagingen overwint en uiteindelijk de draak verslaat en de
prinses huwt. Op die manier kunnen ook kleine Nederlandse spelers de
wereld veroveren. En dat is geen sprookje.
Jeroen Elfferich is mede-oprichter en CEO van Ex Machina.
Gespecialiseerd in multiplayer games en marktleider in live,
sociaal en interactief entertainment.
Nederland is een mooi land. Het is alleen jammer dat er zo
weinig Nederlanders wonen. Want wat is 16 miljoen nou
helemaal op een wereldbevolking van zes miljard? 99,75%
van de potentiële consumenten wonen ergens anders. Voor
ondernemers een prima reden om eens over de grens te
gaan kijken.
Innovatieadviseur Marije Hovestad: “De Nederlandse creatieve industrie heeft van
oudsher een sterke internationale oriëntatie. Tel daarbij op dat de Nederlandse markt
gewoonweg te klein is en de concurrentie voor de Nederlandse creatieve industrie
steeds internationaler wordt. Als innovatiepartner van het midden- en kleinbedrijf
is het onze taak om ondernemers te helpen om horizons te verbreden. Daar hoort in
de creatieve industrie ook het buitenland bij. Stel bijvoorbeeld dat de architecten en
gameontwikkelaars naar Praag willen om bepaalde technologie aan de universiteit van
Praag nader te onderzoeken, dan praat je over inspiratie en innovatie. Als diezelfde
ondernemers naar Praag willen om business te halen, dan sturen we ze door naar de
Kamer van Koophandel. Het initiëren van traditionele handelsrelaties voor import en
export is de specialisatie van de Kamer van Koophandel, de EVD en de Trade Council.
In die scheiding in rollen en taken zijn alle partijen heel helder. Tegelijkertijd wil ik
vooropstellen dat we natuurlijk het liefst samenwerken om zo voor de ondernemers
het maximale aan handel én inspiratie uit die paar dagen of week te halen.”
Internationalisering en innovatie gaan hand in handMarije Hovestad: “Zoals ik het nu zeg klinkt het simpeler dan het in de praktijk
natuurlijk is, maar het staat vast dat innovatie het makkelijker maakt om nieuwe en
Innovatie stopt voor creatieve ondernemers van anno nu allang niet meer bij de Nederlandse grens. Hongerig naar de ontdekking van nieuwe wegen, concepten, perspectieven, materialen, technologieën, markten en kansen, tekenen jaarlijks steeds meer ondernemers in op de buitenlandse trips die Syntens organiseert. Innovatieadviseurs Marije Hovestad, Bruni Hofman en Martijn van Gogh leggen uit wat hun rol is en wat een weekje in het buitenland allemaal oplevert.
Van Leipzig, Keulen, San Franciso, Fez, Ouagadougo, Praag, Cannes, Tokyo tot Hong Kong
Creatief over de grens
95
buitenlandse markten te betreden. Om product- en procesinnovaties te realiseren, is het
belangrijk dat ondernemers weten waar ze technologieën, productiekansen en kennis,
die niet in Nederland beschikbaar of elders goedkoper is, kunnen vinden. Tijdens de
inspiratietours naar het buitenland stellen wij ondernemers in staat om ideeën op te doen
over nieuwe markten, kennis, netwerken en technologieën. Naast al die inspiratie zijn de
kruisbestuiving en de netwerken die ontspruiten minstens zo waardevol.”
Iemand die met mij meekijkt naar mijn belangSinds een paar jaar staat Hong Kong in december in het teken van de internationale
creatieve sector. De Business of Design Week is de grootste designmanifestatie
in Azië. Innovatieadviseur Bruni Hofman: “In 2008 was Nederland gastland van de
Business Design Week in Hong Kong. Met ruim 300 architecten, productontwikkelaars,
modeontwerpers, designers, ondernemers uit de game-industrie vertrok in 2008 de
grootste handelsmissie ooit. Op Schiphol bleek al snel dat wij in alle clubjes iemand
kennen, omdat wij sectorbreed werken. In tegenstelling tot partijen als de EVD, de DDFA,
de Trade Council en de brancheverenigingen had Syntens tot dan toe geen duidelijk
omlijnde taak. Maar omdat wij een onafhankelijke partij zijn en beide talen spreken, blijkt
al snel dat ondernemers naar ons toekruipen. Creatieve ondernemers, die de wegen
naar de missies niet kennen, zijn vaak best onder de indruk van partijen als de EVD,
de ambassade en de consul. Op die momenten zijn wij in staat een brug te slaan, door
iedereen aan elkaar voor te stellen en ondernemers te coachen zodat ze ook echt wat
hebben aan de gesprekken. Eén ondernemer verwoordde heel mooi onze toegevoegde
waarde: ‘Het gaat heel goed en ik heb geen gebrek aan partners die met mij om tafel
willen, maar ik heb ontzettend behoefte aan een totaal objectieve partij, die met mij
meekijkt naar mijn belang en dat is waarom ik me graag aansluit als ik weet dat Syntens
meegaat.’ Doordat wij ons niet bezig hoeven houden met de organisatie of de pr, zijn wij in
staat om ons volledig te richten op een succesvolle week voor de ondernemers.”
De missie naar Hong Kong heeft hele mooie innovatieve dwarsverbanden opgeleverd
96
InspiratiemomentenInnovatieadviseur Martijn van Gogh reist dit voorjaar met een gezelschap van ondernemers
naar de de grootste Game Development Conference in de wereld. ”In de VS is net als in
Hong Kong alles groots, maar het absolute hoogtepunt van dit voorjaar was voor de meeste
ondernemers het bezoek aan het wereldvermaarde EA, dat bekend is van games als Harry
Potter, Lord of the Rings en de Fifa soccer-reeks. Niet alleen werden we onthaald als een
Koninklijke delegatie, maar ze wisten hun verhaal ook nog eens perfect af te stemmen op ons
puur Nederlandse referentiekader. Knap hoor!”
Bruni Hofman: “In Hong Kong hebben we een speciale tour georganiseerd naar een door de
overheid gefinancierd innovatief centrum (Cyberspace). De game-ontwikkelaars, architecten,
en de interactieve communicatiebureaus liepen daar rond met de tong op de schoenen.
Als kinderen in een snoepwinkel. Een echte eyeopener was dat je daar voor nog geen 200
Euro per maand een werkplek kan huren, gebruik kan maken van alle denkbare technische
faciliteiten en tussen vakgenoten zit uit alle delen van de wereld. Cyberspace is inmiddels
financieel onafhankelijk. Kijk, dat is nou een mooi voorbeeld van visionair investeren door de
overheid.”
Innovatieve dwarsverbandenInspiratie, innovatie en horizons verbreden, dat is de toegevoegde waarde van deze reizen,
onderstreept Marije Hovestad de rol van Syntens. “Van tevoren kunnen wij natuurlijk niet
garanderen wat een dergelijke trip concreet oplevert. Wat we ondernemers wel kunnen
beloven is dat het heel gezond is om af en toe eens echt los te komen van de waan van
alledag en letterlijk vanuit een andere plek in de wereld naar hun bedrijf te kijken en daar in
een heel andere setting over te sparren met andere ondernemers. Ik beveel mijn relaties dan
ook van harte aan om eens in een dergelijk gezelschap naar een hele andere markt te gaan,
waar onder de vlag van de ambassade en de consul alle deuren voor je opengaan.“ Bruni
Hofman vult aan: “De missie naar Hong Kong heeft hele mooie innovatieve dwarsverbanden
opgeleverd. Het was de eerste keer dat we als sector de architecten en gamebedrijven met
elkaar om tafel kregen. Na zo’n reis merk je bovendien dat het vrij makkelijk is om ze snel
weer bij elkaar te krijgen voor workshops als Shared Spaces, omdat ze weten dat als Syntens
iets doet, zij daar wellicht iets aan kunnen hebben. Kroon op ons werk is dat het ook de
staatssecretaris niet is ontgaan. Een paar maanden na die trip naar Hong Kong, refereerde
Frank Heemskerk tijdens een prijsuitreiking aan de grootste handelsmissie ooit waar de
kruisbestuiving tussen gamers en architecten voor de eerste keer daadwerkelijk vorm kreeg.“
97
EEN JURKJE VOOR IEDEREEN, OVERAL. EXCLUSIEF ONLINE VERKRIJGBAAR.
Simone van Trojen over het succes van haar merk
‘LaDress’
Van de vele duizenden internet-bedrijfjes die de laatste jaren zijn gestart, zijn er maar weinig écht succesvol. Een ondernemer die wel geslaagd is haar droom waar te maken is Simone van Trojen. Zij bedacht in 2006 LaDress. Op het oog een simpel en duidelijk concept. Bij de lancering verkocht LaDress in principe één jurkje. Maar dan wel meteen ‘De Ideale Jurk’ volgens Van Trojen. Een simpel, elegant en tijdloos doorknoopjurkje voor iedere vrouw en voor elke gelegenheid. Met een LaDress in de kast heb je dus altijd iets om aan te trekken. Voor de distributie besloot Van Trojen zich te beperken tot internet. De jurkjes zijn alleen online verkrijgbaar via www.ladress.com.
“Dus besloot ik het aanbod zelf te creëren.”
98
“Ik ben puur van mijn eigen belevingswereld
uitgegaan. Als werkende vrouw met twee
kinderen heb je gewoon heel veel te
organiseren. Je baan, je gezin, hobby’s, en
er dan ook nog eens representatief uit zien.
Je hebt dan niet altijd zin en tijd om hele
middagen te gaan winkelen voor dat ene
perfecte jurkje. Ik bedacht dat ik zelf graag
een mooie, veelzijdige jurk online zou kopen,
onder de juiste voorwaarden. Op het net vond
ik niet precies wat ik zocht. Het bestond nog
niet, terwijl ik me niet voor kon stellen dat
ik de enige zou zijn met die behoefte. Dus
besloot ik het aanbod zelf te creëren.
Nooit getwijfeldEigenlijk is LaDress nu hetzelfde als mijn
oorspronkelijke basisidee. Ik begon met één
jurkje in diverse varianten en een simpele
site, gewoon vanuit huis. Al die tijd heb ik
nooit getwijfeld of het ging lukken. Nou ja,
bij de start, toen al die jurkjes hingen te
wachten op de eerste klanten, dacht ik voor
het eerst even: ‘Jeetje, als er nou maar wel
bestellingen komen.’ Maar het ging al best
snel harstikke goed.
Sindsdien is het alleen maar gegroeid.
LaDress biedt nu heel veel jurkjes in allerlei
stijlen en stoffen. Maar de kern blijft
hetzelfde. Alléén jurken, draagbare mode
voor álle vrouwen. Stijlvol. Uitstekende
kwaliteit. En met de service die ik zelf ook
verwacht. Elke jurk wordt met liefde verpakt
en verzonden in een luxe doos, als een
cadeautje. En je kunt altijd zonder kosten
ruilen als het niet precies past.
10 maanden voorbereidingOverigens, als ik zeg dat ik gewoon begonnen
ben, betekent dit niet dat ik me niet goed
heb voorbereid. Ik ben tien maanden bezig
geweest met de voorbereiding. Alles goed
uitgewerkt in een business plan, en actief
op pad gegaan om overal te gaan praten
over mijn idee. Zo vond ik de juiste mensen.
Iemand die het patroon kon tekenen dat ik in
mijn hoofd had. Een atelier voor de productie.
Iemand die de site kon bouwen. Ik heb steeds
mijn hart gevolgd en gezocht naar de klik:
naar mensen in wie ik kon geloven en die ook
in mij geloofden. Misschien dat ik daarom
nog steeds met ongeveer dezelfde groep
samenwerk. Ook de adviseur van Syntens
is er nog steeds bij. Zij is vooral nuttig als
klankbord. Iemand die de markt in de gaten
houdt en zegt: “Heb je daar al aan gedacht?”,
die positief kritisch is en die eigenlijk niets
anders wil dan dat LaDress een succes is. Fijn
dat zoiets bestaat.
Brede aandacht in de mediaLaDress is meteen ontzettend goed
ontvangen in de markt. Ik kreeg brede
aandacht in de media, en diverse bekende
Nederlandse dames gingen onze jurkjes
dragen. Op www.ladress.com kun je zien
hoeveel bladen uit alle segmenten – van
traditionele damesbladen tot trendy glossies
en zelfs zakenmagazines – artikelen schreven
over mijn concept. Ik ben erg dankbaar voor
hun positieve benadering. Publiciteit in de
gedrukte media is heel belangrijk voor een
internetconcept, want ze moeten je wel weten
te vinden.
Met LaDress Europa inVia de site hebben we veel contact met
onze klanten, met als voordeel dat je ze
met het blog en een nieuwsbrief heel
laagdrempelig kunt informeren. En omdat
het digitaal is, hoeft het niet beperkt te
blijven tot Nederland. De site is vertaald,
dus ook moderne, zelfbewuste vrouwen in
Engeland, België en Frankrijk kunnen LaDress
ontdekken. Die willen net zo goed als wij
snel en makkelijk via Internet een mooie jurk
kunnen kopen. LaDress is er helemaal klaar
voor om wereldwijd dezelfde kwaliteit en
service te bieden.”
99
Chief Game Officer, CGO, van WhiteBear Studios, Micha van de Meer over zakendoen met culturele intelligentie.
DE WERELD IS MIJN
Game-ontwikkelaar en Publisher, Micha van der Meer, werd op zijn veertiende al gescout door Walt Disney. Op zijn zestiende raakte hij half verlamd. Dat laatste heeft hem nooit gestopt. Sterker nog, sinds zijn jonge puberjaren reist hij non-stop rond de wereld om te werken aan zijn grote passie voor games. Kortom het leven van Micha van de Meer, CGO van WhiteBear Studios, leest als een spannend avonturenboek. Hoe interessant ook, toch gaat dit verhaal niet over Micha. Wel gaat het over zijn kijk op zakendoen over de grenzen van je eigen vooroordeel, want ook daar weet hij inmiddels heel veel van.
100
S P EE L TU I N
Normale jongeren hebben een bijbaantje om hun scooter te betalen. Jij ging naar je werk met het vliegtuig? Micha: “Tot mijn zeventiende heb ik voor de studio’s van Disney in
Noorwegen gewerkt, tussen de meest briljante freaks uit Europa. Ik
werkte voornamelijk vanuit huis, omdat ik nog op school zat, en inderdaad
stapte ik toen al regelmatig in het vliegtuig naar Oslo. Ik verdiende niet
veel, maar dat vond ik niet echt belangrijk. Ik werkte in de game-industrie
en dat is mijn grote passie.”
En voor die passie reis je de hele wereld af?Micha: “Ja, afgezien van Afrika, Zuid-Amerika, Australië en Nieuw-
Zeeland, ben ik eigenlijk overal wel geweest. Maar om intercultureel
zaken te doen, hoef je eigenlijk niet eens je eigen bedrijf te verlaten. Heb
je wel eens goed geobserveerd hoe marketeers, techneuten en economen
met elkaar communiceren? Dat zijn echt verschillende bloedgroepen
met compleet andere waarden. De techneut streeft naar de hoogste
kwaliteit, terwijl de marketeer graag snel wil scoren. In dit wereldje
haal ik veel voordeel uit mijn technische achtergrond, die ik combineer
met een commerciële inslag en kennis van bedrijfseconomie. Ik voel me
thuis bij freaks, maar begrijp ook wat die commerciële jongens en de
bedrijfseconomen willen.”
Wat is je lievelingsstad?“Vroeger was dat Londen, maar nu is Moskou mijn absolute favoriet.
Iedereen denkt dat de Russen nors en grauw zijn, maar het tegendeel
is waar. Ze zijn juist ontzettend open en aardig als je door het eerste
schilletje heen komt. Neem nou mijn Russische collega Michael, hij
investeerde gewoon een heel maandsalaris om mij te trakteren op de
lokale lekkernijen, nadat ik hem vertelde dat ik graag de Russische keuken
wilde ontdekken. Hij vond dat zo geweldig dat ik hem niet kon overhalen
om zelf te betalen. Temeer daar volgens hem de meeste Amerikanen,
Engelsen en andere Europeanen eigenlijk alleen maar bij KFC en Mc
Donalds eten en geen enkele interesse tonen in de Russische cultuur.”
“IEDEREEN DENKT DAT DE RUSSEN NORS EN GRAUW ZIJN”
102
Op je kaartje zie ik een paar interessante tekens staan“Klopt, het bovenste is Japans oftewel Katakana, klankentaal, zoals zij
dat noemen en daaronder staat Koreaans. Hoewel wij denken dat alle
Aziaten op elkaar lijken, zijn de cultuurverschillen er mogelijk groter
dan in Europa. De Japanners zijn bijvoorbeeld heel elitair. In het
Japans heb je een woord voor buitenlander, wat zoiets betekent als: zij
die je moet vergeven. In Korea word je daarentegen onthaald als een
grote held, met je blonde haar en blauwe ogen. Een van hun nationale
helden is een Nederlander, en dan heb ik het niet over Guus Hiddink.
Maar wel over de zeventiende-eeuwse Hendrik Hamel, een Friese VOC-
boekhouder die schipbreuk leed en jaren in Korea heeft gewoond.”
Voel jij je een wereldburger?“Ja, ik voel me overal thuis en heb inmiddels niet snel meer last
van cultuurverschillen. Toch is het ook niet handig om je eigen
vooroordelen te ontkennen, maar wees je gewoon terdege bewust van
de culturele verschillen. Ik noem dat ook wel culturele intelligentie.
Daarbij gaat het om het vermogen je in andere culturen te verplaatsen
en effectief met anderen samen te werken. De wereld wordt een
stuk beter als we die stigma’s, die via de media verspreid worden,
overboord zetten en we ons oprecht verdiepen in wat de ander bezig
houdt.”
Geef eens een voorbeeld“Ik heb in India gezeten om een studio op te zetten die aan Europese
standaarden moest voldoen, met Disneykwaliteit als uitgangspunt.
Mijn grootste angst was dat ze geen Donald Duck konden tekenen,
maar wat ik daar leerde was eigenlijk nog veel interessanter. Want als
je in India een tekening laat maken van Donald Duck, en je vraagt om
hem een blauw jasje te geven, dan komen ze terug met een of ander
dik gedrocht. En als je dan vraagt waarom ze Donald zo dik gemaakt
hebben en zijn jasje rood is, dan blijkt dat zij gewoon niet begrijpen
waarom jij hen zoiets afgrijselijk lelijks vraagt. Blauw vinden zij
namelijk een hele lelijke kleur én dik is ook veel mooier. Dus om jou
tevreden te plezieren, maken ze het ‘mooier’. In hun optiek leveren ze
dus meer kwaliteit dan waar jij om gevraagd hebt. En als je niks van
hun cultuur begrijpt en het ook niet vraagt, dan denk je alleen maar
dat ze gewoon de verkeerde kleur hebben gekozen. Maar als je de
Bollywood-films bekijkt, dan word je in een klap duidelijk dat smaak
vooral cultureel bepaald wordt.”
In Europa valt dat toch wel mee? “Hoewel we dezelfde taal spreken, hebben de Belgen en de
Nederlanders een heel andere cultuur, vergis je niet. Met de Duitsers
hebben we daarentegen veel meer gemeen. Zo houden we allebei
van bier en van snacks en net als de Duitsers zijn Nederlanders net
werkmieren. Het grootste verschil is dat Duitsland zo groot is dat ze
eigenlijk niet gedwongen worden om buiten hun grenzen te denken
en dat doen de Nederlanders natuurlijk wel. Daarin onderscheiden
we ons en kunnen we waarde voor hen toevoegen. Een van mijn
vorige bedrijven is opgekocht door een Duits bedrijf, dat vervolgens
beursfraude pleegde en zo was ik in een klap miljoenen kwijt. Daar
heb ik veel van geleerd, maar dat is voor mij geen reden om met de
Duitsers geen zaken meer te doen. De wereld is mijn speeltuin, als de
koers laag staat, werk ik met Amerikanen. Is dat niet voordelig, dan ga
ik toch gewoon ergens anders heen.”
Waarom doet de Nederlandse game-industrie het zo goed in de wereld? “Nederlanders hebben Dutch Design. Net als voor de architecten en
ontwerpers, geldt dat ook voor de game-ontwikkelaars. Doordat wij
met allerlei nationaliteiten samen opgroeien, in de klas zitten en onze
kennis delen, zijn we in staat games te maken die over de hele wereld
succes oogsten.”
“IEDEREEN DENKT DAT DE RUSSEN NORS EN GRAUW ZIJN”
103
DUURZAAMHEID
Bij voetbal is het Nederlands elftal meestal
kampioen voordat de eerste bal geschoten is.
Na afloop van het toernooi blijkt altijd tot onze
verbazing dat toch een ander team gewonnen
heeft. Maar daar zijn dan natuurlijk wel allerlei
uitstekende verklaringen voor: Folklore. Je
moet erin blijven geloven. In de wetenschap,
technologie en economie, lukt het Nederland
echter vaak wel om wereldkampioen te worden
of tenminste royaal in de wereldtop mee te
draaien. Ook, en misschien juist wel, als het
gaat om toekomstbestendige oplossingen voor
duurzaamheidproblemen, loopt Nederland
echt voor op cruciale thema’s als agro/voeding,
water, duurzame energie en biochemie.
Van de technologische vertaling naar
concrete toepassingen van Wageningen
Food Valley plukken de Nederlandse land- en
tuinbouw en veeteelt de vruchten. Wist je
bijvoorbeeld dat ons piepkleine landje na
de VS de grootste agrarische exporteur ter
wereld is? Ook Nederland Waterland heeft
wereldklasse. Of het nu gaat om baggeren
met een wereldwijd marktaandeel van circa
80%!, membraanfilterzuivering of coastal
zone management. Wie zorgen er nu voor dat
New Orleans de fouten uit het verleden niet
herhaalt?
Voor topwetenschap op het gebied van zowel
wind, zon als blue energy moet je in Delft,
Eindhoven, Petten zijn. En de Dutch State Mines
(DSM) zijn misschien wel het eerste en zeer
succesvolle voorbeeld van een multinational
die de transitie weet te maken van een
steenkolenbedrijf naar fine chemicals, die
efficiënt, met ‘groene grondstoffen’ en zonder
vervuiling superieure producten uitvindt, maakt
en over de hele wereld afzet.
Kortom, aan creativiteit ontbreekt het ons niet.
En toch zijn we van wereldkampioen natuur- en
milieubeleid in 1989, inmiddels afgezakt naar
een 55e plaats in de mondiale rangschikking.
Hoe dat komt? Misschien zijn we teveel op
onze lauweren gaan rusten. Terwijl we het
juist van innovatie en slim en efficiënt omgaan
met grondstoffen, energie en ruimte moeten
hebben. Juist dat kan ons, met onze hoge
kostenstructuur, een concurrentievoordeel
opleveren. Dat begint dus met creativiteit en
durf, met openheid en vertrouwen op eigen
kracht. En met een overheid die dat allemaal
faciliteert en de juiste randvoorwaarden schept.
Communicatieadviseur Maurits Groen is vooral
bekend omdat hij Al Gore naar Nederland
haalde voor de Nederlandse première van ’An
inconvenient Truth’. Zijn communicatiebureau
MGMC adviseert bedrijven over duurzaam
ondernemen. Daarnaast is hij politiek adviseur
voor het platform Energietransitie, waarin
bedrijfsleven, overheid en wetenschap
samenwerken aan duurzame energie.
door Maurits Groen
Nederland wereldkampioen
Profits for principles
Jim: “Ik heb jarenlang in de reclamewereld gewerkt.
Daar draait het voornamelijk om ik, ik en ik en welke
‘goodies’ het bedrijf mij oplevert. Het gaat niet om
de klant of het bedrijf, maar om de leukste auto, de
mooie reizen en vul maar in. Voor hele generaties is
status de driving force. Op een gegeven moment was
ik daar helemaal klaar mee. Al die tijd dat ik veel geld
verdiende, voelde ik me eigenlijk nooit vervuld. Pas nu
ik een kleine start-up heb opgezet, die een alternatief
biedt voor de vele tonnen afval die de reclamesector
produceert, voel ik me de koning te rijk. Helemaal nu
GreenGraffiti ook nog voor schoon water zorgt voor
duizenden mensen die ik niet ken en waarvan ik niet
eens weet waar ze wonen. Dat gevoel is met geld niet
te koop.”
GreenGraffiti en BiyomapYolanda: “Ik heb wel een beeld bij GreenGraffiti, maar
leg eens uit?”
Jim: “GreenGraffiti is eigenlijk een heel simpel idee.
Het is gebaseerd op een heel oud concept. We werken
met sjablonen en leggen die op een vieze stoep om
vervolgens met een hogedrukreiniger letterlijk een
marketingboodschap uit de viezigheid te wassen. In de
pure vorm is het dus heel simpel.
Veel mensen dragen hun steentje bij als vrijwilliger.
Ik heb de keuze gemaakt om dat als bedrijf te doen.
Natuurlijk kan ik ook koud wassen en mijn lampen uit
doen, maar als bedrijf heb ik zoveel meer kracht en
impact om bij te dragen aan de samenleving.”
Jim: “En wat doe jij?”
Yolanda: “Biyomap maakt duurzame oplossingen voor
het verpakken van kunst. Jarenlang vroeg ik me af
waarom er nu niet iemand iets duurzamers maakt,
want als je ziet wat er aan bergen bubbeltjesplastic
en andere materialen in die sector verspild wordt,
dan schaam je je werkelijk dood. Tijdens de Affordable
Art Fair afgelopen jaar bereikte ik de limiet en ben
ik een verpakking gaan ontwerpen. Niet snel daarna
heb ik een investeerder gevonden. De Biyomap is niet
alleen goedkoper dan bubbeltjesplastic, maar ook
nog eens 100% recyclebaar. Bovendien ontdekte ik,
tijdens het testen, dat de Biyomap beter beschermt
dan bubbeltjesplastic. En omdat het zo’n mooie map
is, gooi je het niet snel weg, kortom het bespaart een
hoop afval, kost minder en is volledig duurzaam.
Yolanda Philipssen van Biyomap en Jim Bowes van GreenGraffiti in gesprek over social en environmental improvement
Het aantal MKB-
ondernemers dat bereid is
om vergaande maatregelen
te nemen om duurzaam
te ondernemen groeit.
Twee ondernemers die
van hun passie voor
duurzaam ondernemen
een wereldsucces maken
zijn kunstenares Yolanda
Philipsen van Biyomap en
reclameman Jim Bowes
van GreenGraffiti. Syntens
initieerde een tweegesprek
over hun ambities, dromen
en de belemmeringen die
ze op hun pad tegenkomen.
107
Jim: “Is dat laatste voor kunstenaars een
belangrijk argument?”
Yolanda: “Voor sommigen wel, maar voor het
merendeel draait het puur om de besparing.
En dat is jammer, want de kunstsector is
sterk vervuilend en daar zijn maar weinig
kunstenaars zich van bewust. Helaas spreek
ik uit ervaring, want ik heb zelf een zware
metaalvergiftiging opgelopen van alle
pigmenten waar ik mee werkte. Wist je dat
sommige zelfs arsenicum bevatten? En dat
spoelen we allemaal weg via de gootsteen.
Daar hoor je nooit iemand over.”
Social environmental improvementJim: “Het is echt hoog tijd dat we met zijn
allen minder korte termijn gaan denken.
Zeker in de reclamesector. Maar dat is nog
een lange weg. Kijk, Biyomap biedt een
duidelijke win-win, want het is goedkoper
en beter, maar de reclamesector ontwikkelt
helemaal geen duurzame alternatieven. En dat
is jammer, want als sector verzamelen we al
honderd jaar kennis over hoe we meningen en
gedrag kunnen beïnvloeden. We zouden een
uitgelezen rol kunnen spelen om tenminste
de westerse wereld door een ‘early adoption
curve’ te leiden. Maar ik vraag me af waar al
die reclamemakers in de discussie rond global
warming en sustainability zijn?”
Yolanda: “Hoe ben je eigenlijk op het idee
gekomen?”
Jim: “Als klein jongentje had ik tijdens het
autowassen al ontdekt, dat ik mijn naam op
de grond kon schrijven met water. Vele jaren
later ontdekte ik via Herman Brood, met wie
ik de laatste twee jaar van zijn leven optrok,
wat je allemaal met sjablonen kon doen. Nog
weer later kwam ik Eckhart Wintzen tegen,
die stelde dat hij mijn ‘green marketing
concept’ pas echt serieus zou nemen op de
dag dat ik had bedacht hoe je marketing
kon doen zonder inkt en papier. Ik dacht in
eerste instantie, kom op Eckhart, be real,
we zijn nog lang niet toe aan een papierloze
maatschappij. Maar ik heb de handschoen
opgepakt en niet lang daarna werd ik op een
nacht wakker met het idee voor reversed
graffiti. In feite is het concept dus al heel oud,
maar wat nieuw is dat je het mixt met reclame
en dan ontstaat innovatie.”
Yolanda: “En toen?”
Jim: “Niet lang daarna presenteerde ik
het idee bij Telfort en die wilde het wel
uitproberen op vijftig plekken in Amsterdam.
Dat leverde een hoop pr op. Zelf namen
wij het allemaal niet zo serieus, maar
langzamerhand druppelden de telefoontjes
van opdrachtgevers binnen. En toen gebeurde
er iets magisch: we kregen een feature op
Springwise.com, een veel gelezen site over
innovatie. En sindsdien stromen de aanvragen
uit de hele wereld binnen.”
Yolanda: “Ja, ik kan me voorstellen dat veel
bedrijven in jullie geïnteresseerd zijn.”
Jim: “GreenGraffiti is een tool voor social
environmental improvement. Grote bedrijven
als Philips en Unilever willen de dingen
‘beter’ aanpakken. Maar aan het eind van de
keten hebben ze geen enkel alternatief voor
alle vervuiling die de reclame en marketing
produceren. In dat vacuüm hebben wij
GreenGraffiti gebouwd.”
Yolanda: “Hoe reageert de reclamesector?”
Jim: “Reclamebureaus vinden het leuk, alleen
hebben ze geen idee hoe het werkt. Het is
geen print, geen tv, geen dm, dus hoe plug
je het in de mix? Wat ze nu nog doen is vaak
een beetje saai, een URL, een logo. Maar
stel je eens voor dat ze een brochure over
6 straatblokken gaan schrijven. Dat zou pas
echt cool zijn!”
Dromen over city-beautificationJim: “Het is mijn droom om GreenGraffiti
in te zetten voor city-beautification. Er
zijn genoeg vieze muren en tunnels in
Amsterdam en andere grote steden. Zo
belde laatst stadsdeel Slotermeer met de
vraag of wij wat tunnels van hen wilden
schoonmaken tegen een lage prijs. Waarop
wij antwoordden, waarom doen we het niet
gratis? Het is heel simpel als ik jouw vieze
muur mag gebruiken, dan verkoop ik het aan
mijn klanten als mediaruimte en na een week
of vier maken we het gratis voor je schoon.
Wij hebben toestemming nodig, jij een
schone muur en onze klant krijgt een unieke
advertentieruimte. Een win-win-win-situatie
dus. Zo kunnen adverteerders over de hele
wereld steden schoonmaken.”
Yolanda, grappend: “Had je ooit verwacht
dat je in de schoonmaakbusiness terecht zou
komen?”
Jim: “Nee nooit, maar het is een
interessante verandering van perspectief,
waar onze Syntensadviseur ons op wees.
En terecht, want waarom zouden we
geen corporate budgetten inzetten om
vervuilingvraagstukken op te lossen.
Adverteerders zijn immers driftig op zoek
naar concepten. TV is down, print is dying,
radio is almost dead, thanks to I-pod.
GreenGraffiti biedt een uitstekend alternatief
voor adverteerders die story telling willen
doen.”
Domino’s green storyJim:”Een prachtig voorbeeld is onze
campagne voor Domino’s Pizza in
Amerika. Op 70 plekken in drie steden
voor bijna niks. Op ons advies hebben
ze er een pr-campagne via social media
omheen gebouwd, met als resultaat
dat de campagne 29 miljoen keer op
internet is gedownload. Dit alles heeft
bovendien anderhalve minuut zendtijd op
internationale tv-stations opgeleverd. En
zuiver en alleen omdat de story rond dit
verhaal zoveel groter is dan een poster in
een bushalte. Sterker nog, er zit geen verhaal
aan een poster in een bushalte. Wel aan een
nieuwe vorm van reclame, waarmee je ook
nog water doneert aan dorpen, die dat keihard
nodig hebben. Zo een verhaal maakt
branding een stuk makkelijker.”
109
Aanvragen uit de hele wereld stromen binnen.
Yolanda: “Vertel eens meer over die
waterprojecten.”
Jim: “Water is een schaars goed, dat realiseren
wij ons niet elke dag in Nederland. Wij wilden
graag iets doen aan onze water footprint. Onze
Syntensadviseur bracht ons in contact met The
Value Agency. Zij hebben ons geholpen om een
watercompensatieprogramma op te zetten.
Dat betekent dat we voor elke liter water
die wij hier in Nederland gebruiken, 10 cent
investeren in waterharvesting programma’s
in Brazilie en Zuid-Afrika. Zo hebben we het
afgelopen jaar ongeveer 60.000 liter water
voor een klein dorp in Brazilië gekocht.
In maart hebben we het GreenAdsBlue
programma ondergebracht in een aparte
stichting, zodat andere adverteerders en ook
onze concurrenten hun waterverbruik kunnen
compenseren in regio’s waar water schaars is.”
Yolanda: “Dat klinkt fantastisch. Zelf ben ik
al jaren betrokken bij Paint-a-future, een
ontwikkelingsproject van een vriendin van
mij. Daar word ik zo blij van. Ook de winst van
onze nieuwe lijn van verpakkingsmaterialen
wil ik koppelen aan een kunstproject voor
kunstenaars uit arme landen.”
Jim: “Voelt dat lekker of niet? De focus op
milieu is heel belangrijk, maar dat is geen
sustainable development: People, Planet en
Profit. Voor mij draait de P van People ook
sterk om de vraag hoe ik het beter kan maken
voor andere mensen op de wereld. Het is de
uitdaging om die drie P’s met elkaar in balans
te krijgen.”
Dikke muren en commerciële belangenJim: “Frustrerend is dat innovaties vaak tegen
de oude regels aanlopen. En daar hebben wij
heel veel last van. Want wat wij doen is niet
legaal, maar ook niet illegaal. Er is geen wet
of regel voor reversed graffity en dat zorgt
er voor dat de ambtenaren bij die instanties
niet weten wat ze moeten doen. Aan de
ene kant gaat het om reclame maken in
openbare ruimtes en aan de andere kant om
schoonmaken.”
Yolanda: “Dat laatste is een slimme
invalshoek, want daarmee omzeil je de
precariorechten.”
Jim: “Ja, maar ik wil ze juist graag betalen.
Ik loop nu tegen situaties aan dat klanten
een grote campagne willen voeren en ik geen
toestemming kan krijgen. Gekker is nog dat
gemeenten me een opdracht geven, maar me
tegelijkertijd geen toestemming geven.”
Yolanda: “Maar dan doe je het toch gewoon.”
Jim: “Nee, ik wil en kan geen bedrijf bouwen
op illegale acties. Ik wil een serieus bedrijf
opbouwen. Gelukkig steunt de Triodos Bank
ons wel. Het is soms zo frustrerend, we
krijgen heel veel support van politici en grote
klanten met nog grotere intenties, maar de
mensen bij de stadsdelen interesseert het
niks zo lang ze geen duidelijke regels hebben.
Yolanda: “Waarom ga je niet eerst naar landen
waar het wel mogelijk is.”
Jim: “In alle landen is dit een grijs gebied. Het
is een politieke kwestie, die gedreven wordt
door commerciële belangen.”
Yolanda: “Je zou een boodschap kunnen
spuiten op het Binnenhof.”
Jim: “Het probleem is dat de minister van
milieu niet beslist over campagnes. Dat zijn
de personen in een heel klein afdelinkje in
een klein stadsdeel. En die zijn helemaal niet
geïnteresseerd in duurzaamheid, hun belang
is om de regeling volgens de letter uit te
voeren. Ander obstakel is dat de mensen die
verantwoordelijk zijn voor ons straatbeeld
niet willen, dat wij weten hoe vies onze
111
straten eigenlijk zijn. En die zijn echt vies. Een
ander probleem in Nederland is, dat niemand
een beslissing neemt.”
Yolanda: “Je zou ook kunnen overwegen om
kunstenaars erbij te betrekken. Dat trekt de
aandacht van het grote publiek en je krijgt
er nog subsidie voor ook. Ik ben bevriend
met een Spaanse kunstenaar die dit soort
conceptueel werk doet. Als je het in Madrid
voor elkaar krijgt, heb je direct ook een mooi
verhaal als je in Amsterdam, Utrecht of
Rotterdam bij de gemeente aan tafel zit.”
Jim: “Ja, dat is zeker een interessante optie.
En noem me eigenwijs, maar mijn grote
droom is om dit concept vanuit Nederland
over de wereld uit te rollen. Om zo ook
de creatieve industrie hier op de kaart te
zetten, als onderdeel van citymarketing. Ik
hoor Balkenende nog roepen dat Nederland
jonge, creatieve bedrijven nodig heeft die
risico’s durven nemen en goeie plannen
hebben. Nou, in dat plaatje passen we perfect,
maar officiële toestemming is toch wel een
belangrijke sleutel tot succes.”
Yolanda: “Ik ben bij de Stichting Kunstuitleen
ook tegen een dikke muur opgelopen toen ik
de Biyomap wilde presenteren. Zij zijn immers
grootverbruiker van bubbeltjesplastic, en ik
dacht doen ze het niet voor het milieu dan
doen ze het wel voor hun portemonnee. Maar
ze wilden er niks van weten. Heel vreemd.”
Jim: “Dat is zeker vreemd van een organisatie
die met gemeenschapsgeld wordt betaald.
Zeker nu de Rijksoverheid roept dat zij vanaf
2010 100% duurzaam inkopen.”
De slechtste les om te lerenYolanda: “Maar een echt punthoofd krijg ik
pas van alle regeltjes rond de bescherming
van mijn idee. Ik heb patent aangevraagd in
Nederland en dat is heel duur. En helaas ben
ik in zee gegaan met wat achteraf een hele
foute advocaat bleek. Hij heeft me bijna het
driedubbele gerekend van wat het normaal
kost. Maar ik moest snel zijn, want ik ontdekte
dat iemand die ik in vertrouwen had genomen,
de Biyomap probeerde na te maken.”
Jim: “Wat een deceptie! Dat is mij ook
overkomen. Twee studenten die bij ons
langskwamen en hun hulp aanboden, waren
twee weken later onze concurrent. Ze kwamen
binnen met een heel ander verhaal. Dat is de
slechtste les die ik ooit heb geleerd.”
Yolanda: “Ik wil ook niet al mijn energie
verspillen om te verhinderen, dat de Biyomap
nagemaakt wordt, maar ik ben er wel voor
aan het knokken dat mijn investeerders
hun poen terug krijgen. Hoe ga jij daar mee
om? Het nadeel van graffiti is dat je het niet
kan beschermen. En je idee lijkt me ook vrij
eenvoudig te kopiëren.”
Jim: “Dat klopt. Ik krijg dan ook vaak tips
dat ik mijn concurrentie moet uitschakelen,
maar dat past helemaal niet in mijn stijl. Ik wil
iedereen juist stimuleren om samen met ons
de wereld te verbeteren.”
We zijn nog lang niet klaarYolanda: “Hoe zie jij de toekomst voor
GreenGraffiti?”
Jim: “Of sky high of over. En dat weten we
dit jaar. Het hangt af van de regelgeving
in Nederland. Je kan geen sterk bedrijf
opbouwen als je in een grijs gebied zit. Maar
reverse graffiti is hier en gaat niet meer weg.
En wij hebben het helpen starten en daar ben
ik heel trots op. En jij?”
Yolanda: “Hoewel ik pas afgelopen oktober
de markt op ben gegaan met de Biyomap,
zijn mensen wereldwijd makkelijk te
overtuigen van de winstpunten. Eind vorig
jaar heb ik de Biyomap op twee kunstbeurzen
geïntroduceerd en dat was direct een
doorslaand succes. Ik heb distributeurs
in ruim twintig landen en ben bezig met
Australië en de Verenigde Staten. En onlangs
stond ik door een tip van mijn Syntens-
adviseur plotseling naast Jort Kelder, in het
programma ‘Bij ons in de BV’. Ik kan dus wel
spreken van een onverwacht megasucces.
En we zijn nog lang niet klaar, want ik ben
nu bezig met een nieuwe lijn van harde
verpakkingen waarmee je beelden kunt
opsturen bijvoorbeeld. Het is een geperst
materiaal van gerecycled papier, een
opvouwbare verpakking. Daarmee kunnen
kunstenaars nog meer geld besparen. Zoveel
zelfs, dat ik er een goed doel aan vastknoop.”
Social en environmental improvement maakt branding een stuk makkelijker
112
Jim: “Profits for principles!”
Yolanda: “Ja succes is natuurlijk leuk, maar ik
kwam ook voor allerlei vragen te staan, waar ik
zelf geen antwoord op had. Dus ik ben blij dat
een vriendin mij op Syntens wees. Het is heel fijn
om met ze te sparren. Die innovatieadviseurs
zijn van zoveel markten thuis en ieder heeft zo
zijn eigen specialisatie. En weten ze het zelf niet,
dan brengen ze me wel met een expert uit hun
netwerk in contact.”
Jim: “Ik ben naar Syntens gestapt met de vraag
hoe ik het gesprek aan zou kunnen gaan over
de regels rond het straatrecht. Syntens kwam
niet met de oplossing, maar ze brachten me met
goede mensen in contact. En ze denken met me
mee over mijn aanpak.”
Yolanda: “Is de focus op duurzaam ondernemen
aan het groeien in de creatieve industrie, denk je?”
Jim: “Het moet! Hoe lang kunnen ze nog niets
doen? Ik zie wel nieuwe initiatieven ontstaan
zoals die van wijzijnkoel.nl van Art van Velder,
maar Nederland kent geen echte leiders, behalve
Maurits Groen, maar hij is niet zo bekend bij het
grote publiek.”
Biyomap goes AmericaSyntens hielp Biyomap met het indienen van een Prepare2start-regeling voor de VS.
Dit is een subsidie van de EVD om export te stimuleren met een land waar je nog niet mee
werkt. De subsidie gaat tot een maximum van 23.000 euro en dekt 50% van alle kosten die
je maakt voor je promotie of de bescherming van je idee. Ook is Yolanda mee geweest op de
handelsmissie naar Hong Kong waar ze een partner voor de productie van haar nieuwe
lijn ontmoette.
De locatie van het gesprek spreekt boekdelen: een ontmanteld
bankgebouw aan de Vijzelstraat. De grootbank heeft
plaatsgemaakt voor een bonte verzameling ondernemers,
waaronder !SYOU. Een betere illustratie van een paradigmashift
is nauwelijks denkbaar: van gestoffeerd corporate ondernemen
naar de out-of-the-box aanpak van !SYOU.
Coole sneakerMerijn ten Thije werkt in een kantoor op de eerste verdieping
van het ontmantelde gebouw. Van kastdeuren heeft hij een
bureau gemaakt, zwarte kubussen waar ooit servers in stonden
te snorren, dienen als nu opbergruimte. Ook aanwezig is Luc
Hilhorst die !SYOU met zijn kennis van onder meer de Franse
taal en cultuur bijstaat. Dat komt van pas wanneer je zaken
doet met het Franstalige Burkina Faso. ‘Hors de la boîte’ is de
toepasselijke naam van Lucs bedrijf.
Hoe kom je in de internationale sneakerbusiness terecht?Merijn kijkt naar zijn schoenen, een paar sneakers uit de
collectie van !SYOU. Het is de gele schoen, model BF3. “Ik had
altijd al een internationale oriëntatie. Aan de Universiteit
van Maastricht deed ik de bachelor International Business en
tijdens een bestuursjaar was ik actief voor de internationale
KUNST UIT BURKINA FASO IN SNEAKERS! Inspirerend zakendoen op basis van co-creation
Co-creation is gebaseerd op gelijkwaardigheid en creatieve kracht. In het geval van !SYOU leidt de
optelsom van co-creation en co-design tot een andere vorm van ondernemen én een aantrekkelijke
sneaker met een inspirerend verhaal. Merijn ten Thije over grote ondernemingen, co-creation,
Burkina Faso en zijn volgende stappen.
114
organisatie AIESEC. Ik heb toen de CEO emerging markets
van Nike ontmoet, Hans van Willige. Een inspirerende man
die me een geweldige stage aanbood: een onderzoek naar
mogelijkheden van Nike in Afrika. Met alle mogelijkheden
die ik daar tegen kwam, wilde ik iets doen. Niet de focus op
sport maar op sourcing van materialen en creatieve talenten
wereldwijd een kans geven.
Toen ik na mijn master in Australië en China weer in
Nederland was, zag ik dat veel vrienden aan de slag waren
gegaan bij een grote onderneming, een logische route voor
bedrijfseconomen. Ik was inmiddels met een ander idee bezig:
een sneaker combineren met ontwikkelingssamenwerking.”
Volwaardige partners“In deze fase kwam ik in contact met Butterfly Works, een
organisatie die een belangrijk aandeel heeft in het succes
van !SYOU. Ze noemen zichzelf een ‘social design agency’,
een ‘do-tank’ die design koppelt aan het stimuleren van de
economie van ontwikkelingslanden. Ik zie ontwikkelingslanden
als volwaardige samenwerkingspartners. Als je je in de
materie verdiept, kom je tot interessante conclusies. Zo
staan Franstalige ontwikkelingslanden veel minder in de
belangstelling dan Engelstalige. Samen met Butterfly
Works keek ik naar de DAC-lijst waar ontwikkelingslanden
in categorieën worden ingedeeld. Somalië en Burkina Faso
behoren tot de armste landen, aan het andere eind van de
schaal vind je landen als Uruguay. Wij vonden Burkina Faso
interessant omdat er weinig organisaties actief zijn. Het land
heeft, behalve katoen, weinig grondstoffen, maar wel een
sterke creatieve industrie. Er zijn studio’s waar ontwerpen
worden gemaakt die vervolgens in zeefdrukkerijen worden
aangebracht op jurken en T-shirts. Een industrie die overigens
flink te lijden heeft van de goedkope Chinese productie.”
Creatief talent“Hester Ezra van Butterfly Works is in Burkina Faso op zoek
gegaan naar de geschikte combinatie van materialen en
creatief talent. Ze legde contact met Robert Guillouin, de
‘bio-coton guru’ en met kunstenaar Wilfried de Paul. Ons idee
over co-creation is dat je talent uit het buitenland koppelt aan
bijvoorbeeld Nederlands talent. We koppelden Wilfried aan
de jonge Nederlandse ontwerpster Esther van Oorschot. Zij
hebben gezamenlijk de sneakers ontworpen. Daarnaast heeft
Hester het Burkinese fotografietalent François Ouédraogo
en copywriter Ramata Soré gescout. François hebben we
gekoppeld aan het Nederlandse duo Petrovsky & Ramone,
twee bijzondere fotografen. Ramata werkt samen met de Brit
Neil Bedwell.
De kunst van Wilfried zie je terug op de schoen en op de
!SYOU tube, de koker waarin we de sneakers versturen. De
schoenen zijn verpakt in tasjes van biokatoen uit het land,
de veters zijn van hetzelfde materiaal. Grappig detail van de
schoen is het materiaal waar de accentvlakken op de zijkant
van zijn gemaakt: plastic afval dat in Burkina Faso wordt
verzameld en waar grote matten van worden gemaakt. Die
gaan naar de productielocatie waar ze terechtkomen in de
schoenen.”
Wat voor prijzen hanteren jullie?Merijn: “We betalen Wilfried, François en Ramata prijzen die
zij in Burkina Faso ook vragen voor hun werk. Verder gaat er
van ieder verkocht paar schoenen 15 euro naar lokaal talent.
Bij een oplage van 600 stuks – we werken met gelimiteerde
series, de schoenen zijn genummerd - is dat 3000 euro.
Butterfly Works vraagt de talenten om een business plan te
Burkina Faso is een West-Afrikaans land dat ligt ingeklemd tussen Ivoorkust,
Mali, Niger, Benin, Togo en Ghana. Tot 1984 heette het land Opper-Volta.
Er wonen bijna 16 miljoen mensen op een oppervlak van 7 keer Nederland.
De hoofdstad, waar de creatieve industrie is geconcentreerd, is Ouagadougou.
maken waarin ze laten zien hoe ze het geld denken te besteden. Een
voorwaarde is dat ze 50 procent ten goede moeten laten komen aan
de gemeenschap. Zo geeft Wilfried art classes op scholen.
De schoenen kosten € 149,12 per paar, inclusief verzending. Daarvoor
krijg je een genummerd paar schoenen uit een gelimiteerde serie. Met
die prijs zitten we boven een standaard Nike of Adidas product. Maar
vergelijk je onze sneakers met die van modemerken zoals Paul Smith,
dan zijn onze schoenen helemaal niet duur.”
Waar worden de schoenen gemaakt?“De complete productie in Afrika onderbrengen bleek niet haalbaar.
Daar zijn verschillende redenen voor. Om te beginnen zouden we
met een lokale fabriek een belofte maken die we misschien niet na
kunnen komen. We bestaan nog maar kort, zijn heel klein en kunnen
dus geen continuïteit garanderen. Verder ontbreekt het in Burkina
Faso aan sustainable leer. Wij stimuleren alleen industrieën die
onder de juiste omstandigheden en met de juiste materialen werken.
Daarom betrekken we het leer van Ecco. Ik had contacten met hun
R&D-centrum dat in Nederland is gevestigd. Ecco heeft de complete
productieketen in eigen beheer en produceert verantwoord en
duurzaam. De sneakers worden eerlijk geproduceerd in een fabriek in
Portugal, een land met een schoenentraditie.
Het is onze doelstelling om binnen drie jaar sourcing en productie
geheel lokaal onder te brengen in de landen waar we de !SYOU’s
op inspireren. Een proces dat we stap voor stap zetten, want het is
belangrijk om niet alleen kwaliteit te bieden, maar ook de beloftes
die je maakt na te komen. Burkina Faso is een goed begin, nu volgt
Colombia.”
Zuid-Amerika“Ik ben net twee weken in Colombia geweest, dat wordt ons volgende
project. Het is een land met een sterke creatieve industrie en heel
veel mogelijkheden. De grote problemen rondom drugs en rebellen
zijn in de afgelopen jaren met succes aangepakt en de nieuwe
regering zet die lijn nadrukkelijk voort. Qua producten overwegen
we ook espadrilles te maken, die zijn redelijk verwant aan schoenen.
Andere producten, zoals katoenen shirts en caps, zijn een optie, maar
ik denk dat het goed is te blijven focussen op onze core business.
Schoenmaker blijf bij je leest!”
Commercie en do-good“Wij doen niet aan ontwikkelingswerk, maar zijn een commerciële
organisatie die laat zien dat commercie en do-good uitstekend
te combineren zijn. Mensen kopen onze producten niet omdat
de opbrengst voor een deel ten goede komt aan talent in
ontwikkelingslanden; het verhaal van de 15 euro per paar zie je pas
wanneer je de sneaker in huis hebt. De schoenen koop je omdat je
ze graag wilt hebben. We streven ernaar dat de producten uit onze
webwinkel wereldwijd verkrijgbaar zijn; de helft van de voorraad
staat bij TNT, onze fulfilmentpartner. We hanteren een online concept,
maar werken incidenteel met pop-up stores, zoals dit voorjaar in
Amsterdam. Dan zijn de schoenen ook direct te koop. Zo’n tijdelijke
pop-up store is een uitstekende manier om je product te lanceren.
Amsterdam was een succes, voor de volgende pop-up store wil ik naar
New York.”
Walk your talk“We passen de principes van co-creation zelf ook toe. Onze
partnerships met Butterfly Works en Syntens zijn daar voorbeelden
van. De bijdrage van Syntens in de vorm van gesprekken en tientallen
nieuwe contacten is van grote waarde wanneer je pioniert zoals wij.
Zij helpen je echt verder. Inspirerend is ook de samenwerking met
Geert Slaats, die participeert in !SYOU, en met de ontwerpers van
DAY Creative Business Partners die ons logo en de verpakkingen
hebben gemaakt op basis van een barterovereenkomst. HTNK Fashion
Recruitement heeft ons in de modewereld goed op weg geholpen.
De accountants van De Keijzer Nipius & Co vormen daarnaast een
belangrijke steun. Recent zijn we een partnership met Buro Koos
en Fiction Factory aangegaan om op korte termijn ons nieuwe
retailconcept te lanceren: de !SYOU Cube. Bij de realisering hiervan
speelde Syntens een doorslaggevende rol.”
116
!SYOU laat zien dat commercie en do-good te combineren zijn
Value Agent Dieuwertje Damen over ecologisch en sociaal innoveren
MVO: de normaalste zaak van de wereld
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO)
is de hype-fase voorbij. Het vinden van een balans
tussen mens, maatschappij en milieu is steeds
meer een ‘license to operate’. Ook voor het
MKB. “MVO komt je bedrijfsresultaten
ten goede. En niet alleen omdat
klanten, medewerkers en investeerders
er positief op reageren, maar ook
omdat het creativiteit en innovatie
stimuleert”, stelt Dieuwertje Damen,
partner in The Value Agency, dat
bedrijven ondersteunt die vanuit hun
kernactiviteiten en kernwaarden
invulling willen geven aan hun
maatschappelijke rol.
Wat beweegt Dieuwertje Damen?“Samen met mijn zakenpartner Hubertine
Roessingh heb ik in 2008 The Value Agency
opgericht. In de collegezalen van de UvA
ontdekten wij dat wij in tegenstelling
tot onze studiegenoten en docenten bij
ontwikkelingsstudies, er allebei stellig van
overtuigd zijn dat het bedrijfsleven dé motor
is voor de ontwikkeling van arme landen en
gemeenschappen. Voor onze afstudeerscriptie
hebben we onderzoek gedaan naar de
zogenoemde bierpromotie-meisjes in
Thailand en Cambodja. Dit zijn meisjes die bier
promoten in bars, nachtclubs en restaurants.
In Cambodja blijkt dit werk een korte route te
zijn richting de prostitutie. Terwijl in Thailand
deze meisjes vooral last hebben van seksuele
intimidatie door klanten, en een stigma
opgeplakt krijgen door de gemeenschap.
Indirect werken de grote biermerken daarmee
prostitutie in de hand. Vlak voor ons vertrek,
zijn we daarom met de CEO van Heineken gaan
praten. Een inspirerend gesprek, dat ertoe
leidde dat wij met onze eerste echte opdracht
richting Thailand vertrokken, waar we naast
ons onderzoek ook een adviesrapport schreven
over wat Heineken zowel operationeel als
strategisch kan doen om de situatie van deze
biermeisjes te verbeteren. Die opdracht
sterkte ons in onze dromen om bedrijven te
ondersteunen in hun MVO-strategie en beleid.“
Wat doet de Value Agency concreet?“Veel van onze klanten verdwalen in het woud
van eindeloze kansen, publicaties en projecten
die ze tegenkomen als ze MVO intikken in hun
zoekmachine. En dat snap ik maar al te goed,
want als het niet je core-business is dan kan
de MVO-wereld een flink doolhof zijn. Ook wij
verzopen bijna in de duizenden plannen en
ideeën die we hebben om samen met bedrijven
waarde toe te voegen aan deze wereld. Onze
Syntensadviseur heeft ons geholpen om daarin
keuzes te maken. Zij heeft via KansenKanon
een expert gevonden die ons heeft geholpen
om onze businesspropositie aan te scherpen.
Nu helpt onze Syntens-adviseur ons focus te
houden. Inmiddels kunnen wij met gepaste
trots zeggen dat The Value Agency bedrijven
ondersteunt die willen weten wat hun eigen,
unieke MVO-identiteit is. Samen met hen
ontwikkelen we een MVO-concept op hun
maat, dat we koppelen aan een concreet
actieplan. Waar nodig zoeken wij ook nog
de juiste commerciële en ideële partners
erbij. Om redenen van geheimhouding,
kunnen we niet ingaan op programma’s die
we voor onze klanten ontwikkelen, maar we
ontwikkelen ook eigen initiatieven die we
aanbieden aan bedrijven. Een mooi voorbeeld
is onze Rainbow-collection. Als echte Value
Agents vinden wij natuurlijk dat we als
Nederland meer dan alleen oranje schminck
en Heineken biertjes moeten achterlaten in
Zuid-Afrika. Daarom bedachten we onze eigen
fairtrade WK-wuppie, een armbandje met
oranjekraaltjes en de kleuren van Zuid-Afrika.
Als je die draagt, laat je zien dat je Oranje én
de werkgelegenheid in Zuid-Afrika steunt.
We hebben inmiddels 100.000 armbandjes
laten maken, waarmee we samen met een
119
Het bedrijfsleven is dé motor voor de ontwikkeling van arme landen
partnerorganisatie uit een van de townships
400 banen hebben gecreëerd. Er is dan
ook geen oranjekraaltje meer te vinden in
heel Zuid-Afrika. Ons eigen enthousiasme
wekte aanstekelijk op bedrijven als de Hema,
Bijenkorf, America Today en C1000. En ook
MKB-onderneemster Marlies Dekker waagt
de sprong. Is dat niet fantastisch? Samen met
onze lokale partner hebben we inmiddels een
Rainbow-charter opgesteld: een vijfjarenplan
hoe we onze partner in KwaZulu Natal kunnen
ondersteunen in zijn professionalisersslag.
Zo kunnen zij zich langzaam maar zeker
zelfstandig bedruipen, en krijgt hun en ons
werk een duurzaam effect.“
Doen grote bedrijven het beter dan kleine?“Grote bedrijven kunnen veel meer mensen
vrijmaken om invulling te geven aan hun MVO-
strategie. In tegenstelling tot het MKB , waar
vaak slechts één persoon, de MVO-coördinator,
naast zijn andere werk ervoor moet zorgen
dat duurzaamheid tussen de oren en in de
harten van zijn collega’s komt. En uit ervaring
weet ik dat dit hele lastige processen zijn.
Daarentegen zijn MKB-bedrijven veel flexibeler
natuurlijk. Toch geloven wij dat elke bedrijf in
principe de potentie heeft. Sterker nog het is
al verweven in hun identiteit. Wij noemen dat
de MVO-identiteit van een bedrijf en die ligt
veelal in het verlengde van de kernactiviteiten
en waarden van de onderneming. Ik geef je
een voorbeeld. Stel dat je een eigen kledinglijn
en meerdere winkels hebt, en je laat je
kleding maken in India, dan is het slimmer
om na te denken over wat je kunt betekenen
voor de gemeenschap van de arbeiders
daar, dan dat je noodhulp steunt in Haïti
bijvoorbeeld. Ook heel nobel, laten we dat
vooropstellen, maar je verhaal over India ligt
veel dichter bij je kernactiviteiten. Zo word
je van een ondernemer die ‘iets goeds’ doet,
een organisatie die MVO integreert in zijn
businessstrategie. En maak je MVO net zo een
normale zaak als ICT, HRM, logistiek en sales
en wordt je ‘corporate story’ voor klanten,
medewerkers en investeerders authentiek en
congruent.”
Zet de kredietcrisis MVO op achterstand?“De term MVO is duidelijk aan het
transformeren: het wordt steeds vaker
ecologische en sociale innovatie genoemd.
En dat is goed nieuws, want dat betekent
dat ondernemers steeds meer in termen
van innovatie en kwaliteit gaan denken, als
ze nadenken over hun maatschappelijke
functie. Tegelijkertijd constateren wij dat oude
patronen in veel bedrijven nog maar moeizaam
veranderen, maar dankzij de kredietcrisis,
begint de wal nu het schip te keren. Veel
ondernemers zijn er van doordrongen dat
ook hun toekomst afhangt van het feit of zij
in staat zijn om sterke relaties op te bouwen
met hun maatschappelijke en natuurlijke
omgeving. Maar dan moet je wel een visie
hebben op ecologische en sociale innovatie.
En als je die niet hebt, dan zul je die moeten
ontwikkelen. En daar helpen wij natuurlijk
graag bij.”
121
Alles moet altijd maar groter, meer en beter. Waarom zijn we niet
gewoon tevreden met wat we hebben. Ja, de overheid, die wil dat
bedrijven groeien? Dat schijnt goed te zijn voor de economie. Nou,
ik zie er niks van. De problemen van de huidige economie komen
volgens mij juist door die grote bedrijven waar de menselijkheid ver
te zoeken is.
Nee, dan de kleine zelfstandige, de ZZP-er. Heerlijk, vrij en
verantwoordelijk voor al zijn of haar eigen daden. Geen baas die het
salaris betaalt of de kastanjes uit het vuur moet halen. ZZP-ers zijn
ondernemers in de puurste zin van het woord. Zij zorgen ervoor dat
de economie weer een menselijk karakter krijgt. Je weet namelijk met
wie je zaken doet. De vent is de tent.
Eigenlijk zou iedereen al zijn personeel moeten ontslaan en op
freelance basis moeten inhuren. Op die manier doen we alleen nog
maar zaken met diegenen die het beste bij ons en bij ons bedrijf
passen. Veranderen de omstandigheden? Dan veranderen we gewoon
de mensen met wie we zaken doen. Niks geen ontslagrecht, CAO’s en
afkoopregelingen. Gewoon het pure zakendoen van mens tot mens.
Heerlijk.
Maar hoe kunnen we dan grote klussen klaren of complexe producten
maken? Door samen te werken op een gelijkwaardige basis. Dus niet
iemand die de baas speelt en anderen die de verantwoordelijkheid
op hem of haar afschuiven. Nee, iedereen neemt zijn eigen
verantwoordelijkheid en vertrouwt elkaar. Op basis daarvan gaan we
met elkaar aan de slag om grote dingen te doen.
Werkt dat? Ja, natuurlijk. BMW is er groot mee geworden en IBM is
daardoor van de ondergang gered. Deze bedrijven hebben gezien dat
het geen zin heeft om een heel groot log conglomeraat te vormen,
maar hebben zich afgeslankt tot kleinere vormen (nog niet tot ZZP
grootte, maar goed) en zijn zo flexibeler geworden en kunnen sneller
inspelen op de veranderingen in de markt. Ook Eckhart Wintzen had
deze filosofie met Atos Origin. Kleine cellen die hij weer splitste als ze
te groot werden.
Overweeg dus eens om uw bedrijf op te delen, mensen de gelegenheid
te bieden als zelfstandige verder te gaan, te krimpen. Geheel tegen
de huidige trend in natuurlijk, maar daardoor misschien wel zo
effectief. Kijk dan of u met deze freelancers wilt samenwerken of als
gelijkwaardige partners mooie dingen te doen in deze wereld.
En wat de overheid betreft. Die mogen wat mij betreft mee in deze
inkrimping en afslanking. Ook gewoon iedereen ontslaan en diegenen
inhuren waar ze echt wat aan hebben. Volgens mij besparen we dan
genoeg geld, zodat de crisis ook weer voorbij is. En is dit rot voor de
mensen die niet ingehuurd worden? Nee, natuurlijk niet. Ze gaan weer
op zoek naar hun passie en eigen kracht en vanuit daar vinden ze iets
waarvoor ze met plezier ingehuurd worden. Win-win!
Groeien? Wat een onzin.
Iedereen ontslaan en dan diegenen inhuren waar je echt wat aan hebt.
122
Als zelfstandig coach
helpt Martijn Meima
ondernemers bij het
vergroten van hun
persoonlijke effectiviteit.
Via klankbordsessies,
strategisch advies
en workshops. Nadat
hij jarenlang als
bedrijfskundige zijn
sporen verdiende in
het bedrijfsleven en als
Syntensadviseur van
de creatieve industrie,
maakte hij een aantal
jaar geleden de overstap
naar het zelfstandig
ondernemerschap.
www.meimachoaching.nl
123
Aanmelder AAIQU Amikasa Atimoko Butterfly Works
Create law Vlijmscherp Woedend Witheet Blammo Brainshuffle Cannibal
Chocolate and Foam Cyberfish Dr. Kominski Drawingnightmare Ex Machina Fantazm Flavour Fleck Fourcelabs Friendhunter GoedWerk
Headland Hippo Webworks Hutspot Identity Doctor InnoCrator isyou Khaeon Little Chicken
Missing Link Mobilab Face culture Ladress Syndicate Blond Eboman Fortress music Improvive Zeezeilen On-lime De Limes Raddraaier
Ideas4 Fablab Immovator Acte de Presence Tribe of Noise 178aardige ontwerpers Femme X Flying circus studio
Tuyu Soda Bruist 40knots Bureau Boomgaard Experience company Fortknox Monkeybizniz MoodFactory
Mooi Droog Mountains & Rivers Newzoo RapidSugar Noizlabs Oeverwerk One-o-Niners
OOAK OrangeHill RedFoxBlue Trezorix Rhinocreations
Rough Cookie Secret Sombrero Sloom en Slordig Soepel Soundsight Sparkx Stetz Stormy Minutes Society The Saints The Value Agency
Touching Media Uselab Vals Plat Viafrica Vinland Waddameeting White Bear WZZRD Nrg Eagr Yuhri wants to play YuTrain Wuzzon Sticky Studio’s Xform Xmedia Doppler E-mail Handyman Syndicate Zincom
Outbox GNR8 Factotum Love2Speak Next2news Kroeskontrol About:Blank Mindshift Deksels
WaiBai Grrr D’ondersteuning Hermans Speelhuisjes
...in de
Aanmelder AAIQU Amikasa Atimoko Butterfly Works
Create law Vlijmscherp Woedend Witheet Blammo Brainshuffle Cannibal
Chocolate and Foam Cyberfish Dr. Kominski Drawingnightmare Ex Machina Fantazm Flavour Fleck Fourcelabs Friendhunter GoedWerk
Headland Hippo Webworks Hutspot Identity Doctor InnoCrator isyou Khaeon Little Chicken
Missing Link Mobilab Face culture Ladress Syndicate Blond Eboman Fortress music Improvive Zeezeilen On-lime De Limes Raddraaier
Ideas4 Fablab Immovator Acte de Presence Tribe of Noise 178aardige ontwerpers Femme X Flying circus studio
Tuyu Soda Bruist 40knots Bureau Boomgaard Experience company Fortknox Monkeybizniz MoodFactory
Mooi Droog Mountains & Rivers Newzoo RapidSugar Noizlabs Oeverwerk One-o-Niners
OOAK OrangeHill RedFoxBlue Trezorix Rhinocreations
Rough Cookie Secret Sombrero Sloom en Slordig Soepel Soundsight Sparkx Stetz Stormy Minutes Society The Saints The Value Agency
Touching Media Uselab Vals Plat Viafrica Vinland Waddameeting White Bear WZZRD Nrg Eagr Yuhri wants to play YuTrain Wuzzon Sticky Studio’s Xform Xmedia Doppler E-mail Handyman Syndicate Zincom
Outbox GNR8 Factotum Love2Speak Next2news Kroeskontrol About:Blank Mindshift Deksels
WaiBai Grrr D’ondersteuning Hermans Speelhuisjes
...in de
creatieve sCredits fotografie:
De meeste foto’s in dit boek komen uit privécollecties van onze ondernemers.
Foto’s bij ‘Heus niet naar Cannes’: oa. Marcel Mikkers
Foto’s bij ‘Toptalent in de schijnwerpers’: Marcel Mikkers, Gianfranco Chicco en Opmeer Reportages
Portret Hessel van Oorschot: Guido van Nispen
Portret Merijn ten Thije: Amsterdams Historisch Museum
creatieve s
ector€ 29,95