buiten leren, binnen valideren 10 februari 2010 het groene leertraject karin elferink
TRANSCRIPT
Buiten leren, binnen valideren
• 10 februari 2010 • Het Groene Leertraject
Karin Elferink
Workshop
Aanleiding en achtergrond
Buitenschoolse activiteiten in beeld
De casussen belicht
In groepen aan het werk
Plenaire terugkoppeling
De aanleiding
Het onderzoek
De weg
De wetenschap
Het richten
“It takes a village to raise a child!”, Hillary Clinton
De aanleiding
Doel• De effecten van buitenschool leren bevorderen
Onderzoeksvraag• Wat is nodig om de wisselwerking tussen binnen en buitenschools leren te versterken, zodanig dat een optimaal leeropbrengst ontstaat?
Sherlock Holmes:"The world is full of obvious things which nobody by any chance ever observes."
Het onderzoek
Nulmeeting
Plan van aanpak
Volgen en in beeld brengen van interventies
Tussenmeeting 2009
Eindmeeting 2010
Digitale Toolkit
De weg
Dr. Bill Law www.hihohiho.com
Expertgroep
De wetenschap
Kernpunten van Bill’s gedachtegoed
• Loopbaanleren voltrekt zich overal, niet alleen op school of werkplek of in begeleidingssituatie
• Loopbaanleren is interactief, gebaseerd op ervaringen en (innerlijke) dialoog
• Loopbaanleren = learning for living, de verbinding tussen werk en leven
• De sociale (culturele) context is een belangrijke, in grote mate bepalende factor in loopbaanleren
• Doel van onderwijs en begeleiding is jongeren in staat te stellen levensbeslissingen te nemen en levenskeuzes te maken en stereotypen te doorbreken
• Loopbaanleren verbindt formeel en informeel leren
NetwerkontwikkelingWaaier van mogelijkheden
partners-coming-in / students-going-out / ‘real-life’ projects
Buitenschools leren in omgeving Leerlingen zijn direct in contact met mensen, omgeving en taken
learning-outcomes / target-setting / outcomes-of-learning
Leerling profielen en individuele leer &actieplannen Verwerking en reflectie op wat je weet en wat je ermee kunt doen.
tutor-time / carousels / specialist-timeOntwikkeling persoonlijke & sociale vaardigheden Leren van conventies
&rollen,hoe toe te passen in spec.situaties
expert help / mentoring / digital mediaPersoonlijke begeleiding&advies Ind. Hulp bieden bij
specifieke problematiek
display & loan / interactive / local & life-wideInformatiepunt en bronnenmateriaal Verzamelen van
informatie en indrukken kansen, rollen en identiteit
occasional / systematic / progressive
Duurzaam partnerschap voor onderwijs Samenwerkende partners binnen en buiten de school, gepositioneerd in teams
as-and-when / planned / monitored
Vakkenintegratie Toepassen van (vak)kennis op leven/ervaringsleren
Partners binnen / leerlingen buiten / levensechte projecten
Leeropbrengst (wat)/ doelgericht (normen) / leereffect (wat&hoe)
Mentoruur/tutortijd/ wisselende groepen/ inzet specialist
decanaat / mentoraat / digitale media
Folder&leenmateriaal / interactief /lokaal&levensbreed
soms / systematisch (gestuurd)/ progressief
Af en toe / vaste momenten (projecten / als beleid
Buitenschools leren
Valideren
Formeel, non-formeel en informeel leren
Wettelijk kader
Het Richten
Buiten leren, binnen valideren
Buitenschools leren buiten de school: stage, excursie, et cetera – formeel leren
Buitenschools leren binnen de school: minionderneming – formeel leren
Buitenschoolse activiteiten – non-formeel en informeel leren
Curriculum
Formeel, non-formeel en informeel leren
Gevalideerd Niet gevalideerd
Georganiseerd
Geregisseerd Formeel
Niet gevalideerde
buitenschoolse
activiteiten
Niet georganiseerd
en niet
geregisseerd
Non-formeel
(EVC= erkennen van
competenties)
Informeel
Buiten leren, binnen valideren• Valideren is waarde toekennen
Iets is gevalideerd als het is gekoppeld aan een doel. De waarde kan vooraf of achteraf toegekend worden
Meer valide als:• De waarde door meerdere mensen wordt toegekend• Als er beslissingen genomen worden op basis van het waardeoordeel•Bij vergroten civiel effect (waarde voor de omgeving)
Manieren om waarde toe te kennen, bijvoorbeeld: Loopbaangesprek, reflectiegesprek, feedback, CGI, PvB’s maar ook schriftelijke kennistoetsen.
Wettelijk kaderEindtermen - PTAPreambuleKwalificatiedossiers - OER
Onderwijstijd (Cornielje)• Onder verantwoordelijkheid van• Maakt deel uit van onderwijsprogramma• Inspirerend en uitdagend karakter bijdrage aan zinvolle
invulling
• het moet gaan om begeleid onderwijs (inspectie)
Buitenschoolse activiteiten in beeld!
Gevalideerd Niet gevalideerd
Georganiseerd
Geregisseerd Formeel
Niet gevalideerde
buitenschoolse
activiteiten
Niet georganiseerd
en niet
geregisseerd
Non-formeel
(EVC= erkennen van
competenties)
Informeel
GastsprekerEchte klantopdracht Oriënterende
stage
Bijbaantje bloemenwinkel
Buiten leren, binnen valideren
• Dit verhaal gaat ook over Ilse en Jeroen, het hadden ook Mayke of Tarik kunnen zijn. Het verhaal gaat over hun leven, bij hen thuis, hun vrije tijd en op school. Wat ze doen en wat ze leren binnen en buiten de school.
‘It takes a village to raise a child!’, Hillary Clinton
Even voorstellen…• Ilse woont met haar
ouders en broer in Boxtel (Noord Brabant).
• Ze zit op het vmbo-t• en is 14 jaar oud.
• Jeroen woont met zijn ouders en broer in Alkmaar.
• Hij zit ook op het vmbo-K
• en is 14 jaar oud.
Wat zijn hun hobby’s?• Ilse zit bij de Scouting. • Ze is daar een echte
creatieve regelaar.• Neemt veel initiatief (weekend
organiseren) en wil als ze 16 is leiding worden.
• Jeroen zat op voetbal.• Vond het spelletje wel
leuk, maar heeft er nu even genoeg van.
• Denkt na over iets anders.• Ouders stimuleren hem.
Wat leren ze daar?• Ilse leert veel bij Scouting: • Organiseren, spelen
samenwerken, plannen,• Uitdagingen aangaan,
grenzen verleggen.
• Jeroen heeft veel geleerd op voetbal:
• Tactiek, samenspelen, doorzetten, omgaan met teleurstellingen en successen.
Wat doen ze in hun vrije tijd?• Ilse werkt bij haar vader in
de zaak. (supermarkt) • ze maakt er schoon, vult
vakken, doet soms de kassa.
• Jeroen is vaak buiten op het plein. Kletsen met de buurtjongens.
• Ook kijkt hij graag TV en gamed (Wii).
• Jeroen helpt zijn oma met de boodschappen.
Wat leren ze ?• Ilse leert 101 dingen.
• Ze pakt het ondernemerschap van haar vader snel op.
• Ze ziet het werk en denkt mee.
• Jeroen is niet zo met leren bezig. Kijkt wel veel documentaires en ontdekt de Wii in al z’n facetten.
• Zijn oma is blij met hem, hij helpt haar echt, week in week uit!
Wat doen ze op school?• Ilse heeft leuke vriendinnen
op school.
• Ze volgt de vakken die op het rooster staan.
• De docenten vindt ze best aardig.
• Jeroen heeft leuke vrienden op school.
• Hij volgt de meeste vakken die op het rooster staan. Is er niet altijd.
• De docenten vindt hij wel ok.
Wat leren ze op school?• Ilse doet het gemiddeld op
school. Ze kan meer en beter zegt ze zelf. Maar waarom zou je?
• Ze mist iets… maar weet niet precies wat.
• Jeroen kan volgens zijn mentor veel meer.
• Zelf vindt hij het wel best zo.
• School is maar school.
Denkt u ook even mee!• Wat zou u op uw school
kunnen doen om Ilse en Jeroen meer te laten uitblinken?
• Wat zijn de interne sterktes en zwaktes?
• Wat zijn de externe kansen en bedreigingen?
Individueel denken, uitwisselen en formuleer gezamenlijke conclusies.
Wat is voor u nu de volgende stap?
Resultaten SWOT: sterktes en zwaktes
SWOT: kansen en bedreigingen