biomet nib 4 20121

16
Natuurlijk in Beweging ”Natuurlijk in Beweging” is een initiatief van Biomet Nederland BV, gevestigd in Dordrecht. Deze uitgave is een nieuwsbrief, die belangrijke ontwikkelingen met leuke wetenswaardigheden in de gezondheidszorg combineert. Een uitgave van Biomet Nederland BV • Juli 2012 jaargang 1 • nummer 4 In dit nummer o.a.: Plannen winstuitkering ziekenhuizen terug in de ijskast Verantwoordelijkheid nemen in crisistijd Verbeterd OK-proces kent ‘zorgelijke punten’ Invoering prestatie- bekostiging en DOT een kolossaal karwei!

Upload: biomet-innovations

Post on 24-Mar-2016

235 views

Category:

Documents


1 download

DESCRIPTION

 

TRANSCRIPT

Page 1: Biomet nib 4 20121

Natuurlijk in Beweging

”Natuurlijk in Beweging” is een initiatief van Biomet Nederland BV, gevestigd in Dordrecht. Deze uitgave is een nieuwsbrief, die belangrijke ontwikkelingen met leuke wetenswaardigheden in de gezondheidszorg combineert.

Een uitgave van Biomet Nederland BV • Juli 2012 jaargang 1 • nummer 4

In dit nummer o.a.:

Plannen winstuitkering ziekenhuizen terug in de ijskast

Verantwoordelijkheid nemen in crisistijd

Verbeterd OK-proces kent ‘zorgelijke punten’

Invoering prestatie-bekostiging en DOT een kolossaal karwei!

Page 2: Biomet nib 4 20121

Natuurlijk in Beweging

Innovatie in de zorg is en blijft een maatschappelijke verantwoordelijkheid van zorgaanbieders, zorgverzeke-raars en industrie. Een traject waarbij de initiatieven bij voorkeur vanuit de samenwerkingsverbanden dient te komen.

In de media wordt steeds meer aandacht gegeven aan innovatie en het feit dat deze goed gereguleerd, goed geregistreerd en transparant dient te geschieden.Een goede registratie van resultaten, zowel voor lange termijn overleving als voor de gecontroleerde en gere-guleerde introductie van nieuwe producten en diensten, dient daarbij als vangnet te fungeren.De Nederlandse Orthopeden Vereniging speelt hier met de LROI registratie een belangrijke rol in.

Kritisch kijkenVan een aantal gevallen is bekend dat de media onder-zoek heeft verricht om bepaalde informatie en details uit de ziekenhuizen boven water te krijgen en zijn eigen interpretatie daaraan heeft gegeven. Op basis van deze informatie kunnen kijkers een bepaald verwachtings-patroon hebben. Mogelijk om kijkcijfers te stimuleren?

Dikwijls is echter een dergelijke berichtgeving erop gericht om, met een beperkt aantal bronnen, de relatie tussen de beroepsgroep Orthopedie en de Medical Device Industry in een kwaad daglicht proberen te stel-len. Er zijn gevallen bekend waar orthopeden zelfs met een cameraploeg werden achtervolgd.

Media…Bovendien is het jammer dat er daarna geen melding wordt gemaakt van het feit dat de Health Care Profes-sionals en de Medical Device Industry aan de hoogste ethische standaarden voldoen, transparant zijn en wor-den getoetst aan zeer strikte en strenge richtlijnen. Tja, en dat is ook nieuws!

Natuurlijk is het kritisch kijken en volgen uitstekend. Maar er zijn vele voorbeelden van samenwerkingsverbanden die tot goede initiatieven hebben geleid met als primair doel de kwaliteit van de zorg rond de orthopedische patiënt te verbeteren.

Mooie voorbeeldenVoorbeelden van innovatie en goed samenwerken zijn er meer dan voldoende. Zij hebben niet alleen betrekking op verbeteringen in prothese ontwerpen en -materialen maar ook op betere orthopedische zorgpaden, toege-wijde trainingen voor orthopeden, ok-medewerkers en verpleegkundigen. Zaken om trots op te zijn!

Twaalf jaar geleden heeft het zorgpad Joint Care, een samenwerkingsinitiatief tussen orthopeden en Biomet, voor pure zorgwinst gezorgd. Naast een kwaliteitsslag is de gemiddelde ligduur na een totale heup/knie operatie van 16 dagen teruggebracht naar 6 dagen!

AanbevelingLaat de media met ‘vinger aan de pols’ journalistiek op een kritische manier aandacht blijven besteden aan de positieve aspecten van transparante, weloverwogen samenwerkingsverbanden en de uitkomsten hiervan. En ja, als er zaken zijn die niet goed gaan dan is kritische aandacht vanzelfsprekend gerechtvaardigd. Maar dan met goed en objectief wetenschappelijk onderbouwd onderzoek graag.

Om ook goede kijkcijfers te genereren is het wellicht een idee om een programma te maken met als thema ‘Innoverende chirurgen zorgen voor orthopedische ge-zondheidswinst in Nederland’.Veel kijkplezier!

Roland van Esch, Managing director, Biomet Nederland BV

Page 3: Biomet nib 4 20121

Minister Schippers van VWS heeft dit voorjaar, conform

het regeerakkoord, een wetsvoorstel naar de Tweede

Kamer gestuurd waardoor het voor ziekenhuizen mogelijk

wordt om privaat kapitaal aan te trekken. Ziekenhuizen

zullen hierdoor minder afhankelijk worden van de banken.

De verschaffers van privaat kapitaal hebben een direct belang

bij een goede en doelmatige bedrijfsvoering van het ziekenhuis.

Het doel van het wetsvoorstel is om de kwaliteit van zorg en de

dienstverlening aan de patiënt verder te verbeteren. Daarnaast

zullen, naar verwachting, zorginnovaties sneller van de grond

komen.

Op dit moment vallen ziekenhuizen onder het verbod op winst-

uitkering zoals vastgelegd in de Wet Toelating zorginstellingen.

Deze wet zal worden vervangen door de Wet Cliëntenrechten

zorg.

Na aanname van het nieuwe wetsvoorstel zal er voor zieken-

huizen (algemene, categorale ziekenhuizen en ZBC’s) voort-

aan een wettelijke uitzondering op dit verbod bestaan. Voor de

academische ziekenhuizen blijft het verbod op het uitkeren van

winst nog steeds gelden.

Winstuitkering in de zorg is een uiterst gevoelig en al jaren-

lang lopend dossier. In 2008 keerde een meerderheid in de

Tweede Kamer zich nog tegen plannen om winstuitkeringen in

de zorg mogelijk te maken. Tegenstanders vreesden dat op

deze manier geld zou weglekken uit de zorg. Ook zouden er

ongewenste neveneffecten kunnen optreden zoals hoge

bonussen en selectie van winstgevende zorg ten nadele van

verliesmakende ingrepen. Schippers wil dergelijke risico’s

vermijden en verbindt eventuele winstuitkering aan strenge

voorwaarden. Zo mag winstuitkering pas plaatsvinden na een

kwaliteitstoets van de Inspectie voor de Gezondheidszorg.

Het ziekenhuis wordt hierbij getoetst op vooraf gestelde

kwaliteitseisen. Ook moeten er voldoende � nanciële reserves

zijn. Verder is een cruciale eis dat er geen winst mag worden

uitgekeerd in de eerste drie jaar na het moment van investeren.

Deze eis zorgt ervoor dat verschaffers van privaat kapitaal voor

een langere termijn investeren en niet inzetten op ‘snelle winst’

ten koste van het patiëntenbelang. De Nederlandse Zorg-

autoriteit (NZa) moet toezicht houden op de zorgaanbieders

die winst uitkeren. In het geval een ziekenhuis in strijd met de

voorwaarden toch winst uitkeert, voorziet het wetsvoorstel in

sancties. De NZa krijgt de bevoegdheid om af te dwingen dat

de zorgaanbieder de uitgekeerde winst terugvordert. Daar-

naast bevat het wetvoorstel de mogelijkheid dat de NZa een

boete op legt.

Lees verder op de volgende pagina.

Plannen winstuitkering ziekenhuizen terug in de ijskast

2-3

Page 4: Biomet nib 4 20121

Natuurlijk in Beweging

Vervolg van pagina 3.

Wisselende geluidenDe ziekenhuizen zien het wetsvoorstel als een positieve stap.

Op deze wijze krijgen zij de kans om minder afhankelijk te

worden van de gangbare � nancieringsstructuren. In de visie

van de ziekenhuizen past het voorstel in het beleid om te zorg

om te vormen tot een gereguleerde (vrije) markt.

Echter er zijn ook tegenstanders van het ingediende wets-

voorstel. Oppositiepartijen zijn niet gecharmeerd van het

voorstel. Volgens de tegenstanders zullen de kosten in de

zorg door de winstuitkering toenemen met als gevolg: verklei-

ning van het basispakket en verhoging van eigen betalingen.

Ook vinden de tegenstanders de door de minister gestelde

randvoorwaarden voor winstuitkering onvoldoende en slecht

uitvoerbaar.

Medisch specialisten lijken ook niet massaal warm te lopen

voor de plannen van minister Schippers. Uit een enquête,

uitgevoerd door Medisch Contact, blijkt dat bijna driekwart van

de medisch specialisten geen voorstander is. De tegenstan-

ders vrezen voor kwaliteitsverlies doordat ziekenhuizen vooral

rendabele behandelingen gaan aanbieden en patiënten gaan

werven die winst opleveren.

Een deel van de medisch specialisten stelt voor dat de

specialistenmaatschappen zouden kunnen gaan investeren in

het ziekenhuis.

De behandeling van het wetsvoorstel is door de val van het

kabinet gestuit. Een meerderheid in de Tweede Kamer heeft

het wetsvoorstel begin juni op grond van de gevoeligheid en

de mogelijke verstrekkende gevolgen controversieel verklaard.

Het voorstel is hiermee voorlopig van de baan en is doorge-

schoven naar het volgende kabinet. Afhankelijk van de kleur

van het nieuwe kabinet zal het een en ander worden vervolgd.

Voorjaarsnota 2012 en Begrotingsakkoord 2013:

De Voorjaarsnota 2012 is tot stand gekomen in � nancieel, eco-

nomisch en politiek roerige tijden. In de lopende begroting van

2012 is sprake van budgettaire krapte en forse tegenvallers.

Daarnaast dreigden de overheids� nanciën voor 2013 door

een nieuwe recessie en lagere economische groei verder te

verslechteren. Een acuut probleem, dat vroeg om een acute

oplossing. De fracties van VVD, CDA, D66, GroenLinks en

ChristenUnie hebben de handen ineen geslagen en een

begrotingsakkoord voor 2013 gesloten dat koers zet richting

gezonde overheids� nanciën en de economie versterkt.

De Voorjaarsnota 2012 geeft daarom naast informatie over de

begroting van 2012 een overzicht van de maatregelen uit dit

Begrotingsakkoord voor 2013 (25 mei 2012 ANP).

Een kwalitatief goede en toegankelijke gezondheidszorg is

voor iedereen van belang. Om dit in stand te kunnen houden

is het noodzakelijk dat de zorg ook betaalbaar blijft. Om de

betaalbaarheid van de zorg voor de toekomst beter te kunnen

waarborgen én grote stijging van de zorgpremie en daling

van de koopkracht te voorkomen, worden er daarom in 2013

zowel op het terrein van de curatieve zorg als op het terrein van

de langdurige zorg maatregelen genomen. Binnen de gezond-

heidszorg verdienen ouderen, langdurig zieken en gehandicap-

ten bijzondere aandacht. Met het Begrotingsakkoord 2013 is

getracht om zowel hervormingen te introduceren die aansluiten

bij de wensen van de cliënt als om de betaalbaarheid van de

zorg te verbeteren. Een hervorming die hieraan heel duidelijk

tegemoet komt, is de inzet op zorg dichtbij huis in de AWBZ.

verantwoordelijkheid nemen in crisistijd

Page 5: Biomet nib 4 20121

4-5

Voorjaarsnota 2012 en Begrotingsakkoord 2013: verantwoordelijkheid nemen in crisistijd

Curatieve zorg• Verhoging eigen risico tot € 350,-

• Per ziekenhuis ligdag eigen bijdrage € 7,50

• Onderzoek naar de norminkomens voor medisch specialisten.

• Aanpassen maximumtarieven kaakchirurgen.

• Gelijkschakeling vergoedingsbedrag vervolgopleidingen.

• Vanaf 2013 € 100 miljoen per jaar beschikbaar voor

preventie en palliatieve zorg.

• De rollator uit basispakket.

• Gehoortoestellen: eigen bijdrage 25 procent.

• Bestuurlijk akkoord (insteek besparing) met de partijen in

de geestelijke gezondheidszorg (GGZ).

Langdurige zorg• Extramuralisering ZZP 1-3: minder snel plaatsing AWBZ

instelling.

• Het vermogen gaat een grotere rol spelen bij eigen bijdrage

AWBZ en Wmo (vermogens-inkomensbijtelling stijgt van

8 naar 12 %).

• Verzachting voorgenomen bezuinigingen op het

persoonsgebonden budget (pgb).

• Terugdraaien overheveling begeleiding naar de Wmo

• Verlaging groeiruimte ABWZ (+ afhankelijk demografi e).

• De tariefsverhogingen GGZ, GHZ en PGB intramuraal

worden ongedaan gemaakt

• Het onder contracteerruimte brengen van boven budgettaire

vergoedingen

• Verlaging vergoeding vervoerskosten voor instellingen

(tarieven voor vervoer van en naar instellingen voor

dagbesteding en behandeling in groepsverband worden

op gelijke hoogte gebracht).

• IQ-maatregel (dat mensen met een IQ tussen de 70 en 85

geen extra zorg meer zouden krijgen) is teruggedraaid

Rest• BTW heffi ng op niet-BIG geregistreerden.

• Dichten fi scale weglek zorgmaatregelen.

Toelichting enkele maatregelen Verhogen eigen risico tot € 350,- met compensatie onderkant.

Het eigen risico wordt met € 115,- verhoogd van naar € 350,-.

Deze verhoging vergroot het bewustzijn van cliënten over de

kosten van de zorg. Voor personen met een laag inkomen

wordt een volledige compensatie via de zorgtoeslag gegeven.

Deze gaat voor lage inkomens (WML) ook met € 115,- omhoog.

Eigen bijdrage verblijfskosten € 7,50 medisch

specialistische zorg

Cliënten die in een instelling voor medisch specialistische zorg

(ziekenhuizen en zelfstandige behandelcentra) verblijven gaan

een eigen bijdrage voor verblijfskosten van € 7,50 per dag

betalen als gedeeltelijke compensatie voor niet-zorgkosten

(voeding en verblijf).

Page 6: Biomet nib 4 20121

Natuurlijk in Beweging

Onderzoek norminkomens medisch specialisten

Er zal onderzoek worden gedaan naar de wijze waarop de

norminkomens van medisch specialisten (in loondienst en

vrijgevestigd) meer in lijn gebracht kunnen worden met hun

collega’s in andere landen. De onderzoeksopdracht valt uiteen

in twee delen:

• een beschrijvende analyse van de relatieve inkomenspositie

van Nederlandse specialisten

• een inventarisatie van beleidsopties om de inkomens van

Nederlandse specialisten meer in lijn te brengen met hun

collega’s in andere landen.

Ook de optie van degressieve tarieven – voor veel produce-

rende specialisten – zal in het onderzoek worden betrokken.

Het onderzoek zal uiterlijk 1 september 2012 worden opgele-

verd (in elk geval voor het deel dat ziet op de inventarisatie van

beleidsopties).

Aanpassen tarieven kaakchirurgie

De kaakchirurgen vallen niet onder de afspraken over uitgaven-

beheersing met de medisch specialisten (beheermodel medisch

specialisten en bestuurlijk hoofdlijnenakkoord ziekenhuizen).

Daarom is voor deze groep besloten het honorariumdeel van

de te declareren maximumtarieven door de Nederlandse Zorg-

autoriteit te herijken. Hiervoor is per 2014 een taakstellende

besparing van € 20 miljoen ingeboekt.

Gelijkschakeling vergoedingsbedrag vervolgopleidingen

(opleidingsfonds)

Er wordt stapsgewijs toegewerkt naar het gelijkschakelen van de

vergoeding voor (medisch) specialistische vervolgopleidingen.

Het betreft hier de situatie waar het vergoedingsbedrag nu

afhankelijk is van het soort opleidingsinstelling en het aantal

aio’s dat er in opleiding is.

Preventieve en palliatieve zorg

Preventie en palliatieve zorg leveren een belangrijke bijdrage

aan de kwaliteit van leven van een cliënt. Het gaat hier om

zorg dichtbij de cliënt en zijn of haar omgeving. Zorg die laag-

drempelig en betrouwbaar moet zijn en bij kan dragen aan de

gezondheid op de lange termijn, of juist aan de kwaliteit van

leven in de laatste fase. Om het belang van dit type zorg te

onderstrepen wordt vanaf 2013 € 100 miljoen extra uitgetrok-

ken. Hiervan zal € 10 miljoen besteedt worden aan palliatieve

zorg, € 44 miljoen aan dieetadvisering, € 20 miljoen aan

‘stoppen met roken’ en € 26 miljoen aan het tegengaan van

obesitas bij kinderen.

Rollator en overige eenvoudige mobiliteitshulpmiddelen

uit het basispakket

De cliënt heeft ook zelf een verantwoordelijkheid. Zorg waarvan

de kosten te overzien zijn en die bij het dagelijks leven behoren,

kunnen cliënten zelf dragen. Daarom is besloten om het advies

van het College voor zorgverzekeringen op te volgen door de

rollator en andere eenvoudige mobiliteitshulpmiddelen uit het

pakket te halen.

Hoortoestellen: eigen bijdrage 25%

In 2013 worden de aanspraken ten aanzien van gehoortoe-

stellen functioneel omschreven en vervalt de huidige maximum

vergoeding. Verzekeraars hebben aangegeven zo in staat te

zijn tot scherper inkopen. Dit leidt naar verwachting tot een fors

lagere gemiddelde prijs voor hoortoestellen. Daarbij wordt een

eigen bijdrage van 25% voor gehoortoestellen geïntroduceerd.

Door de functionele omschrijving en het vervallen van de maxi-

mum vergoeding is de verwachting dat de eigen bijdrage straks

veel lager is dan onder de huidige regeling. De totale kosten per

toestel liggen nu vaak tussen de € 1.000,- en € 2.000,- met als

gevolg een eigen bijdrage van € 500,- tot € 1.500,-

Bestuurlijk akkoord curatieve GGZ

Van de aanbieders in de GGZ wordt verwacht dat ze ook

verantwoordelijkheid nemen voor het beperken van de stijgen-

de zorguitgaven. Er wordt daarom een bestuurlijk akkoord met

de veldpartijen in de curatieve GGZ gesloten, waarvan dit een

onderdeel is. Hier wordt onder meer ingezet op een doelmati-

gere zorg. Dit leidt tot een opbrengst van € 75 miljoen in 2013

oplopend tot € 100 miljoen vanaf 2014. Van deze opbrengst zal

€ 15 miljoen worden ingezet om de eigen bijdrage in de GGZ

verder te verzachten. De eigen bijdrage in de curatieve GGZ

wordt verzacht om zo toegang tot deze zorg voor kwetsbare

groepen te garanderen.

Extramuraliseren ZZP 1-3

De AWBZ-zorg zal verder worden hervormd. Deze hervorming

houdt in dat de huidige lichte intramurale zorg vanaf 1 januari

2013 voor nieuwe cliënten niet meer vanuit instellingen wordt

geboden. Cliënten worden voortaan in de eigen woonomgeving

geholpen. Dit sluit aan bij het concept van ‘zorg in de buurt’ en

speelt in op de wens van de cliënt om zolang mogelijk van-

uit eigen huis te worden verzorgd. De zorg voor deze cliënten

blijft gelijk aan de zorg die soortgelijke cliënten ontvangen in

instellingen.

Aanvullende afspraken met de sector ten aanzien van de

vormgeving van de extramurale zorg kunnen voor een impuls

zorgen binnen de ouderenzorg. Bijvoorbeeld door extra inzet

van wijkverpleegkundigen. Binnen de ouderenzorg wordt dit

onderzocht.

Aangezien de extramuralisering over de gehele AWBZ breed

wordt ingevoerd is rekening gehouden met een ingroei pad

over meerdere jaren. Op deze manier kunnen cliënten wennen

aan deze nieuwe ontwikkeling en krijgen zorgaanbieders de tijd

om het huidige zorgaanbod aan te passen aan de ingezette

trend van meer zorg bij mensen thuis.

Page 7: Biomet nib 4 20121

Korte berichten

Burgers: zelf hun oude dag organiseren

De zorg voor ouderen vraagt om ingrijpende maatregelen.

Om een verschraalde ouderenzorg te voorkomen moeten

burgers al vroeg in hun leven voorzorgsmaatregelen treffen.

Zorgverleners moeten méér dan nu gebruikelijk ‘zorg aan

huis’ bieden. Burgers moeten meer privaat investeren en/

of hun netwerk inzetten voor hun oude dag. Op die wijze

kunnen zij zelf bepalen hoe hun zorg er uit ziet. In een zorg-

verklaring kunnen zij vastleggen hoe zij de zorg op hun

oude dag willen regelen en hoe zij deze gaan bekostigen.

Deze maatregelen zijn nodig om de collectieve zorg voor

niet-redzame ouderen zeker te stellen. Verschraling van de

zorg voor niet-redzame ouderen dreigt door toenemende

kosten in die zorg en door krapte op de arbeidsmarkt.

Ingrijpende maatregelen zijn nodig.

De RVZ noemt drie oplossingsrichtingen en doet aanbeve-

lingen om goede zorg en kwaliteit van leven in de toekomst

te garanderen aan niet-redzame ouderen.

1. Het is nodig dat mensen zo lang mogelijk redzaam blij-

ven. Mensen moeten zelf voorzorgsmaatregelen treffen om

langer gezond te blijven én om goed voorbereid te zijn op de

organisatorische en � nanciële aspecten van hun oude dag.

In een zorgverklaring kunnen burgers aangeven hoe zij de

zorg op hun oude dag willen regelen en hoe zij deze gaan

bekostigen. De overheid dient burgers een levensloopwijzer

aan te bieden met tips op het gebied van wonen, vitaliteit,

leefstijl, zorg, � nanciën en sociaal netwerk. De huisarts en

wijkverpleegkundige geriatrie dienen niet-redzame ouderen

proactief op te zoeken.

2. De Raad vindt dat ook ouderen met complexe proble-

matiek ‘zorg aan huis’ moeten kunnen ontvangen. Zij ad-

viseert om de medische en verpleegkundige zorg rondom

de thuiswonende ouderen door een verpleegkundige te

laten coördineren. Verder moeten er ‘slimme’ woningen voor

ouderen ontwikkeld worden. Er dient een opleiding voor

vakmensen te komen die ouderen en hun mantelzorgers

leren om te gaan met slimme technologie in huis.

3. De Raad geeft de aanbeveling om het collectieve

arrangement vooral te richten op niet-redzame ouderen.

Het zorgstelsel dient hervormd te worden zodat burgers

worden gestimuleerd om meer privaat te investeren en hun

directe omgeving in te zetten voor hun oude dag. Dat kan

bijvoorbeeld door het collectieve pakket te beperken tot

zware zorgvragen of door ouderen die hun zorg zelf regelen

te belonen. (8 juni 2012, RVZ)

6-7

Verhogen vermogensinkomensbijtelling AWBZ

De vermogensinkomensbijtelling wordt verhoogd. Daarmee

wordt van vermogende cliënten gevraagd om meer bij te

dragen aan de zorg die zij ontvangen.

Toekomstbestendiger maken persoonsgebonden budgetten

Vanaf 2013 worden extra middelen uitgetrokken om het pgb

toekomstbestendiger te maken. Hiertoe wordt een aantal

maatregelen genomen. Nieuwe cliënten komen pas na een jaar

zorg in aanmerking voor toegang tot het pgb, tenzij op basis

van de indicatie de verwachting is dat de zorgvraag zeer lang-

durig is. Ook zal het zorgkantoor op basis van een pgb-plan

op aangeven van de cliënt eerst bezien of er geen passende

zorg in natura beschikbaar is. Het 10-uurscriterium komt te

vervallen voor cliënten met de functies persoonlijke verzorging

en/of verpleging (al dan niet in combinatie met begeleiding).

Voor cliënten met alleen begeleiding en tijdelijk verblijf blijft het

10-uurscriterium gehandhaafd.

Voor nieuwe cliënten geldt dat de pgb-tarieven maximaal 100%

van de vergelijkbare zorg in natura-tarieven bedragen. Vanaf

2014 zal het pgb bruto worden uitgekeerd. Voor de aanpak

van fraude is in 2013 en 2014 € 15 miljoen extra beschikbaar.

Terugdraaien overheveling begeleiding naar de Wmo

De geplande overheveling van begeleiding naar de Wmo per

2013 wordt teruggedraaid.

BTW heffi ngBTW hef� ng op niet-BIG (beroepen in de individuele gezond-

heidszorg) geregistreerden.

Met ingang van 1 januari 2013 wordt de BTW-vrijstelling voor

gezondheidskundige verzorging van de mens door zorgver-

leners met de vereiste beroepskwali� caties beperkt tot die

gezondheidskundige diensten die worden uitgevoerd door een

BIG-beroepsbeoefenaar en ook behoren tot de uitoefening van

dat BIG-beroep.

Voor complementair werkende artsen betekent dit een � scaal

verschil tussen reguliere en alternatieve behandelingen, de vrij-

stelling voor psychologische diensten wordt beperkt tot alleen

door GZ-psychologen geleverde diensten. Voor pedagogen,

osteopaten, acupuncturisten en chiropractoren eindigt de

vrijstelling. De kinder- en jeugdpsycholoog (inclusief specialist),

de psycholoog arbeid en gezondheid en de orthopedagoog-

generalist (en specialist) zijn weliswaar niet BIG maar wel gelijk-

waardig aan de BIG-geregistreerde dienstverleners en behou-

den dus de vrijstelling.

Page 8: Biomet nib 4 20121

Natuurlijk in Beweging

De Vaste commissie voor VWS heeft eind mei een aantal

gezondheidszorgonderwerpen controversieel verklaard.

Hieronder een overzicht van de controversieel verklaarde

onderwerpen. Het gaat onder andere om private investering,

overheveling begeleiding en de beginselenwet AWBZ zorg.

Als een onderwerp controversieel is wordt dat niet langer

behandeld totdat er een nieuw kabinet is.

Winstuitkering zorg Demissionair minister Schippers wilde investeerders, zoals pensioenfondsen, bewegen geld te steken in ziekenhuizen. Die zouden daarmee op hun beurt de kwaliteit van de zorg en dienstverlening kunnen verbeteren zonder meer-kosten voor de belastingbetaler. Een meerderheid in het parle-ment vindt dat het onderwerp na de verkiezingen in september door een nieuw kabinet opnieuw moet worden bekeken.

Beginselenwet AWBZ-zorg De beginselenwet regelt dat cliënten in de AWBZ-verblijfszorg afdwingbare rechten krijgen en duidelijke afspraken kunnen maken met een zorgaanbieder over hun wensen en voorkeuren over hun kwaliteit van leven. Met dit wetsvoorstel wil het kabinet de positie van cliënten in de AWBZ met langer dan drie maanden verblijf versterken. De com-missie schort ook de besluitvorming over dit onderwerp op.

Overheveling begeleiding AWBZ naar Wmo De overhe-veling regelt dat de begeleiding van cliënten voortaan wordt geregeld door gemeenten (Wmo). Op dit moment regelen zorgkantoren (AWBZ) nog de begeleiding. In het huidige plan zijn gemeenten vanaf 2013 verantwoordelijk voor de mensen die voor het eerst of opnieuw een beroep doen op begelei-ding en vanaf 2014 voor alle mensen die in aanmerking komen voor begeleiding. Het gaat hier om begeleiding van mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking, ouderen met somatische of psychogeriatrische problemen, volwassenen met psychiatrische problemen en jongeren met psychiatrische problemen in combinatie met opvoed- en opgroeiproblemen. Door de overheveling controversieel te verklaren lijkt het erop dat de startdatum van 2013 niet gehaald gaat worden.

Wet Cliëntenrechten Zorg Met de Wet cliëntenrechten zorg (Wcz) wil het kabinet de rechtspositie van de cliënt versterken en verduidelijken. De wet geeft cliënten recht op goede zorg. De cliënt moet straks eenvoudiger kunnen kiezen voor de zorg-aanbieder die bij hem en zijn zorgvraag past. Wie niet tevreden is, kan daarover eenvoudiger en effectiever een klacht indienen. De Wcz regelt ook de verantwoordelijkheden van zorgaanbie-ders voor de kwaliteit van zorg. Door de regels over de relatie tussen zorgaanbieder en cliënt op te nemen in één wettelijke regeling zijn de rechten en plichten van beide partijen beter op elkaar afgestemd.

Groen licht: Wet zorg en dwang De Wet zorg en dwang kan wel gewoon doorgaan na positief advies van de Raad van State. De Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten is een toevoeging op de huidige wetgeving om de zorg voor een bepaalde groep patiënten beter te organi-seren. Het gaat om mensen met een verstandelijke beper-king en mensen met een psychogeriatrische aandoening. Deze patiënten zijn door hun beperking niet in staat om in te stemmen met opname in een zorgaccommodatie. Ook kunnen ze geen bewuste keuze maken als het gaat om het toedienen van bepaalde voeding of medicijnen. (31 mei 2012, Zorgvisie)

Scheiden wonen en zorg vanaf 2013 Het scheiden van wonen en zorg in de ouderenzorg wordt versneld ingevoerd voor een grotere groep cliënten. Dat blijkt uit de voorjaarnota 2012 waarin het zogenoemde ‘Kunduz-akkoord’ is opgenomen. Zorgaanbieders hebben nog maar zeven maanden om hun bedrijfsvoering hierop in te richten. De Kunduz-coalitie wil het ‘extramuraliseren’ van de zorg versnellen en daarom vindt het scheiden van wonen en zorg niet in 2014 plaats, maar in 2013. Het zal ook voor meer cliënten gelden, namelijk de cliënten met zorgzwaartepakketten (zzp’s) 1,2 en 3. Nieuwe cliënten met deze zorgzwaarte moeten vanaf volgend jaar hun huur zelf gaan betalen. Veel kamers in verzorgingshuizen zijn niet verhuurbaar aan deze cliënten en zullen hierdoor leeg ko-men te staan. Volgens vastgoedadviseur Pieter Heijmerink van BOB Advies zijn de implicaties voor instellingen die zich richten op verzorgingscliënten fors. ‘Opvallend in de voor-nemens is dat het aangekondigde beleid wordt gekenmerkt als eerste stap van een ‘ingroeipad’ over meerdere jaren. Een eerste stap om te komen tot extramuralisering van de gehele AWBZ in de volle breedte.’

Instellingen hebben de keuze om te stoppen met de exploitatie van kamers en appartementen, zich te richten op de zwaardere zzp’s of om huur te gaan vragen voor hun kamers. Volgens Heijmerink kleven aan ieder van deze scenario’s haken en ogen maar scheppen ze ook kansen. In het nieuwsoverzicht van Zorgvisie dat aanstaande vrijdag verschijnt, ligt Heijmerink de scenario’s verder toe. (4 juni 2012, Zorgvisie)

Controversieel verklaarde onderwerpen zorg

Page 9: Biomet nib 4 20121

8-9

Voor degene die het nog een keer in cijfers uitgedrukt wil hebben.

Ons bruto binnenlands product (bbp) is ongeveer 604 miljard

Euro, daarvan gaven we in 2011 zo’n 90 miljard uit aan zorg (52

miljard) en welzijn. Van de 52 miljard die we aan zorg besteden

spenderen we 23,5 miljard aan ziekenhuiszorg (18,3 miljard) en

specialistenpraktijken (5,2 miljard), dat is 14,9% van ons bbp.

Tussen de 40-60% van de ziekenhuiskosten zijn personeels-

kosten, ongeveer 9 miljard. Ruim 2 miljard wordt besteed aan

de inkomens van de medisch specialisten. Naast de personele

kosten besteden de ziekenhuizen nog eens ruim 600 miljoen

euro uit aan consultancy kosten (deels ZZPers op de OK en

adviserende � rma’s). Aan farmaceutische producten geven

we 5,2 miljard uit en aan medische hulpmiddelen 2,1 miljard,

daarvan zo’n 400 miljoen aan implantaten varierend van hecht-

draad tot pacemakers, daarvan 140 miljoen aan heup- en knie-

implantaten. Vier ziektekostenverzekeraars verzekeren onge-

veer 85% van de Nederlanders. Het in stand houden van de

ongeveer 20 bestaande ziektekostenverzekeraars kost ons

jaarlijks ongeveer 1 miljard per jaar. De zorgkosten zijn afge-

lopen jaar zo’n 3,5 % gestegen dat betekend grof weg 1,82

miljard euro.

In Nederland wonen op dinsdag 12 juni: 16.739.435 men-

sen. Dit betekend dat we per hoofd van de bevolking 5.392

euro uitgeven aan gezondheidszorg (3.106 euro) en welzijn.

Per inwoner spenderen we 1093 euro aan ziekenhuiskosten,

119 euro aan salarissen van medisch specialisten en 538 euro

aan salariskosten van het overige ziekenhuispersoneel. Aan

farmaceutische producten besteden we per individu 310 euro

per jaar en aan de medical devices 125 euro. Aan heupen en

knieprothesen geeft iedere Nederlander 8 euro per jaar uit.

In perspectief, rokers kosten de Nederlandse samenleving

ongeveer 2,4 miljard per jaar en drinkers ruim 2 miljard. Dat is

respectievelijk 143 en 119 euro per persoon per jaar. 3,5%

stijging van de zorgkosten betekend per hoofd van de bevol-

king 108 euro meer uitgaven aan zorg per jaar.

Wanneer we met zijn allen de kostenexplosie geen halt toe

roepen dan besteden we 23% van ons bbp in 2040 aan de

zorg dat is bij gelijkblijvend bbp en gelijk aantal inwoners met

een gemiddelde in� atie van 2% ruim 9.500 euro per persoon.

In onze omringende landen lopen de kosten in de pas met die

van Nederland, in 2009 varieerde dit tussen de 7% (Polen) en

meer dan 12% (Nederland) van het bbp. Duitsland en Belgie

respectievelijk 12% en 11%.

Gaat het al duizelen?Het wordt nog erger, want we hebben een probleem. De

Nederlandse ziekenhuizen zijn niet of nauwelijks in staat om

de bedrijfsvoering te continueren. Te dure huisvesting, te hoge

personeelskosten en te weinig productiviteit heeft de balans

negatief doen uitslaan en de door de ziektekostenverzekeraars

uitgekeerde voorschotten zijn in veel gevallen al verbruikt. Het

is te gemakkelijk als overheid om de groei in te dammen door

een plafond in te stellen van 2,5% groei.

De kosten gaan namelijk voor de baten uit. Ziekenhuizen heb-

ben geinvesteerd in gebouwen en medische apperatuur en

geschoold personeel met als doel 7 - 10% groeien, dus meer

patienten behandelen. En dat mag nu niet. De kosten zijn ge-

maakt maar aan de inkomsten kant gebeurt er nauwelijks iets,

slechts 2,5% groei. Je hoeft geen rocketscientist te zijn om te

begrijpen dat zich hier een probleem voor doet. Kunnen we dit

oplossen?

Lees verder op de volgende pagina.

Kosten, kosten en nog eens kosten

Paul van der Wielen

Page 10: Biomet nib 4 20121

Natuurlijk in Beweging

Brainstormen:Hogere eigen bijdrage / samenvoegen van aantal ziekenhuizen /

ef� cienter gebruik van OK ruimtes en dure medische apperatuur

/ 24-7 aktief op de OK en andere.../ beter samenwerken tussen

specialisten en vakgroepen / Rapid recovery programma’s niet

alleen voor de orthopedie maar ook voor andere specialisten /

administratieve last terugbrengen van zowel verpleegkundige

als specialisten/ stoppen met “zuildenken” / loonmatiging / be-

ter inkopen/ zorgen voor elkaar/ partnerschap met leveranciers

/ prestatiebeloning en bekostiging/ betalen voor extra service/

maar met behoud van kwaliteit / .....

Waar beginnen we morgen mee?

Bestuurders en vakgroepen orthopedie:1. Plan volgende week een afspraak met de buren en begin op

kleine schaal met samenwerking.

Regionale samenwerking is een must. Ziekenhuizen binnen

een regio moeten gezamenlijk afspraken en keuzes maken

welke zorgproducten aangeboden worden op welke locatie.

Door een beperkt zorgaanbod kunnen processen beter inge-

regeld worden en wordt een hogere mate van specialistatie

bereikt en effectiever gewerkt wat de kwaliteit voor de patient

ten goede komt. Wanneer we ons beperken tot de orthope-

dische zorg dan is 1 orthopedisch centrum per gezondheids-

regio ruim voldoende waarbij een aantal regio’s samengevoegd

zouden kunnen worden (maximaal 27). In deze centra worden

voldoende aantallen verrichtingen gedaan om de kwaliteitscri-

teria te doorstaan en is er op ieder deelspecialisme een meer

dan dubbele dekking. Verhogen van productiviteit en ef� cienty

door het invoeren van 16/6 (2*8 uur / 6 dagen per week) en

Rapid Recovery optimalisatie programma’s voor de verschillende

“high volume” verrichtingen. Combineer deze regionale centra

met een zorghotel en een goede samenwerking met andere

uitstroompartners en instroompartners en we zijn op de goede

weg. Door effecient werken met dedicated teams kunnen meer

verrichtingen gedaan worden met minder � nanciële middelen.

Doelstellingen kunnen beter bewaakt worden en het is voor ie-

dereen helder en duidelijk wat van hem of haar verwacht wordt.

2. Plan over 4 weken, of net na de zomervakantie, een regi-

onale afspraak met de huisartsen en doe dit samen met je

collega’s uit de gezondheidsregio. Bereid dit voor met de

collega’s en ben helder en duidelijk wie wat waar en wanneer

gaat doen.

Integreer huisartsen in de ziekenhuisorganisatie. Door echt

samen te werken tussen de eerste- en tweedelijnszorg (“wie

heeft dat eigenlijk verzonnen”) en de verwijzers te interesseren

voor het vak orthopedie / te scholen in diagnostiek en meer

diagnostische middelen zoals bijvoorbeeld MRI ter beschikking

te stellen wordt de “hit rate” op de poli van de medisch specia-

list hoger en de tijd van de specialist beter benut. Hier is zeker

ook een rol weggelegd voor physician assistants gecombi-

neerd met een stukje automatisering.

Overal waar ja of nee op geantwoord kan worden kan in

principe gedaan worden door een computer of een “appje”.

Wanneer een huisarts weet naar wie de patient gestuurd moet

worden en waar hij/zij terecht kan met speci� eke vragen is dat

wel zo handig.

Andere zorgprofessionals en ziekenhuiswerknemers3. Maak morgen een lijstje met daarop dingen die je opvallen

en die in jou optiek beter kunnen. Vergelijk overmorgen deze

lijstjes met je buren en begin met veranderen daar waar over-

eenkomsten zijn. Levert het niet direct het gewenste resultaat

op, verander opnieuw en bekijk vervolgens weer het resultaat.

Ons Health Care Initiatives team doet eigenlijk niets anders dan

dit soort processen begeleiden. Vreemde ogen dwingen, dus

helpt het meestal wanneer onze mensen bij veranderprocessen

betrokken zijn. 10 jaar geleden werd er schande van gespro-

ken waneer patienten binnen 5 dagen naar huis gingen na een

grote operatie. Vandaar de dag door gebruik te maken van de

principes van het Rapid recovery programma gaan patienten

na 2 a 3 dagen naar huis met hantering van dezelfde kwaliteits

parameters en zelfs een grotere tevredenheid. Zijn we er dan?

Nee, ook dit kan beter en effectiever. “One-day-Knee”wordt

al gedaan en gaan we binnenkort verder uitrollen. Dit kan al-

leen door een optimale samenwerking tussen de verschillende

specialisten en zorgverleners, want hun rol in het geheel wordt

hierbij steeds groter.

Ik ben geen zorgprofessional meer, ik werk al 15 jaar in de

medical device industry, in de sales en zie ik alles door een

roze bril, en ik weet ook dat het gemakkelijk coachen is vanaf

de zijlijn, maar ik ben er van over tuigd dat het werken niet

Page 11: Biomet nib 4 20121

10-11

alleen leuker wordt, maar ook beter wanneer we met zijn allen

morgen beginnen de eerste stappen te zetten. We hebben

geen keus.

Doen we dit niet nu dan komt de volgende crisis er al weer

aan en dat is niet Griekenland, Spanje of Frankrijk, maar onze

Nederlandse zorg. Ik hoop dat ik met het bovenstaande ver-

haal jullie getriggerd heb en wil afsluiten met een uitspraak van

Richard Branson:

….SCREW IT LET’S DO IT....

Wij staan er klaar voor.

Paul van der Wielen

Sales Director

Biomet Nederland B.V.

Referentie:- www.cbs.nl

- Onderzoekprogramma arbeidsmarkt zorg en WJK

Werknemersonderzoek Zorg en WJK 2011 rapport

- Medisch Contact | 14 januari 2011 | 66 nr. 2

- Ziekenhuiszorg en Marktwerking; Mia Sol; Februari 2009

- Miljoenennota 2011, www.rijksoverheid.nl

- Nederlandse zorgautoriteit, marktscan medisch

specialistische zorg

- Bijlage honorarium op specialisten niveau 2007- 2009

- Gezondheid en zorg in cijfers, 2011, CBS

- Sectorstudie medische hulpmiddelen: Opdrachtgever:

de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) &

het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)

Rotterdam, 1 december 2011

- Screw it lets do It, Richard Branson, Boek

- www.bakas.nl: trendwatcher

De NMa bekeek vanaf 2005 de prijzen van heupoperaties

in 12 ziekenhuizen die met toestemming van de autoriteit

zijn gefuseerd. Uitschieters waren een prijsdaling van 4%

en een stijging van 16%.

Bij zes van de 12 onderzochte ziekenhuizen blijken de prijzen

voor heupoperaties na een door de Nederlandse Mededin-

gingsautoriteit (NMa) goedgekeurde fusie � ink te zijn gestegen.

Bij drie ziekenhuizen zijn de prijzen voor dezelfde operaties � ink

gedaald, aldus de NMa in een studie. Het feit dat het onderzoek

prijsstijgingen aantoont voor heupoperaties, betekent niet dat

dit ook geldt voor andere operaties en andere ziekenhuisfusies.

Voor die forse prijsstijgingen heeft de NMa een aantal moge-

lijke verklaringen. Zo kan het zijn dat de kwaliteit omhoog is

gegaan, of dat ziekenhuizen de dure operaties compenseren

met andere, goedkopere operaties. Ook kan het zijn dat zieken-

huizen door de fusie zoveel macht kregen dat ze de prijzen

daarom verhoogden. De laatste mogelijkheid is volgens de NMa

dat de fusie tot meer inef� ciëntie leidde. Verder onderzoek

moet uitsluitsel bieden.

De NMa benadrukt dat dit niets zegt over de prijs van andere

operaties bij ziekenhuizen of de zorg na een fusie in het alge-

meen.

Uit de studie blijkt dat verzekeraars, in tegenstelling tot wat

de NMa had verwacht, patiënten voor heupoperaties in de

onderzochte periode (2005-2010) niet naar andere ziekenhui-

zen hebben gestu urd vanwege een prijsstijging. Ook is niet

duidelijk of de kwaliteit van een ingreep wordt beïnvloed door

een fusie en of het kwaliteitsaspect een rol speelt bij de keuze

van patiënten voor een ziekenhuis. Daar gaat nader onderzoek

naar worden gedaan, want dergelijke inzichten zijn goed bruik-

baar bij de beoordeling van toekomstige fusies. Uit de studie

blijkt dat een aantal verzekeraars in hun onderhandelingen

met verschillende gefuseerde ziekenhuizen wel een lagere prijs

hebben weten af te dwingen, ook daar waar de gemiddelde

prijs opliep. Sinds 2010 zijn zorgverzekeraars intensiever gaan

onderhandelen met ziekenhuizen.

De NMa heeft voor de tweede keer onderzocht wat het prijsef-

fect is van een ziekenhuisfusie op heupoperaties. In 2009 is het

onderzoek uitgevoerd voor twee ziekenhuizen. Het onderzoek

is verbreed naar alle ziekenhuisfusies die de NMa sinds 2004

heeft beoordeeld en is gepubliceerd in het tijdschrift De Eco-

nomist. De studie vergelijkt de prijzen van vrij onderhandelbare

reguliere heupoperaties. Eerst is gekeken naar de prijs vóór

de fusie en dan naar de prijs die na de fusie werd berekend,

afgezet tegen de gemiddelde prijs voor deze ingreep in Neder-

landse ziekenhuizen (10 mei 2012 Nma).

Heupoperatie duurder na ziekenhuisfusie

Page 12: Biomet nib 4 20121

Natuurlijk in Beweging

Invoering prestatie-bekostiging en DOT: een kolossaal karwei!

De invoering van prestatie-bekostiging en DOT per 1 janu-

ari 2012 kent een lange voorgeschiedenis. Het een en an-

der vereiste immense voorbereidingen door zowel lokale

en landelijke partijen evenals verschillende organisaties.

De van oudsher bekende systemen werden gewijzigd en

vertrouwde rollen moesten op de helling. Er moet worden

geconstateerd dat, ondanks de vele voorbereidingen, het

proces lokaal verre van soepel is verlopen. In het Bestuur-

lijk Hoofdlijnen Akkoord (BHA) hadden de landelijke par-

tijen afgesproken om de contractering voor 1 april af te

ronden. Deze datum is echter zelden gehaald.

Op dit moment hebben de meeste instellingen na maanden

van onderhandelen nu wel afspraken met verzekeraars kunnen

maken of hebben het zicht op afspraken. Echter, een aantal

ziekenhuizen is nog steeds in onderhandeling. Daarnaast moet

vastgesteld worden dat er nog maar zeer weinig contracten

daadwerkelijk zijn getekend. Weinig ziekenhuizen zijn gestart

met de facturatie van DOT-producten.

Er kan worden vastgesteld dat door ziekenhuizen en verzeke-

raars voor 2012 nog weinig afspraken zijn gemaakt over presta-

ties op basis van DOT-producten. Uiteindelijk zijn vooral budget/

plafond/lumpsum-afspraken gemaakt over totaal omzet in euro’s

over A-segment, B-segment en veelal ook het honorarium sa-

men. Deze aanpak is primair ingegeven vanuit de onzekerheid

die voortvloeit uit de introductie van DOT. Zowel ziekenhuizen

als zorgverzekeraars beschikken niet over historische gegevens

en moeten de prijzen en volumina baseren op simulaties.

Door de lumpsumachtige afspraken is nu feitelijk lokaal, per

verzekeraar, een vangnet/plafond overeengekomen voor het

onvoorziene ‘DOT-effect’.

Rondom de invoering van prestatie-bekostiging en DOT kun-

nen diverse knelpunten worden geconstateerd:

- Vanuit de ziekenhuizen werd het massaal uitblijven van de

bevoorschotting als grootste knelpunt gezien. Ondanks

afspraken die hierover zijn gemaakt in het BHA, wordt

er door verzekeraars maar mondjesmaat bevoorschot.

Ziekenhuizen komen hierdoor in ernstige liquiditeitsproble-

men en moeten tegen hoge kosten geld lenen bij de bank.

- Ook werd het onderhandelingstraject op zich als een

probleem ervaren. De besprekingen vergden veel tijd,

partijen spraken elkaars ‘taal’ niet altijd en hanteerden

andere de� nities en uitgangspunten.

- De onduidelijkheden rondom de voor 2012 beschikbare

groeiruimte in het BHA werkten ook vertragend in de

onderhandelingen.

- De werking van het NZa-transitie-model veroorzaakte de

nodige complicaties.

- De inhoud van de diverse contracten die verzekeraars

hanteerden leidde lokaal tot veel discussie en wederom tot

vertraging.

- En ‘last but not least’ de regelgeving rondom DOT, bijvoor-

beeld met betrekking tot.de de� nitie van de verpleegdag,

leverde ook de nodige ruis op.

Page 13: Biomet nib 4 20121

12-13

Op 5 april jl. heeft minister Schippers een brief aan de

Tweede Kamer gestuurd waarin zij in gaat op de stand van

zaken van de contractering en de gevolgen voor patiënten

waarvan de � nanciering van behandelingen heeft plaatsge-

vonden tussen 1 januari en 1 april 2012. Door ziekenhuizen

werd betreffend schrijven van de minister als een steun in

de rug ervaren.

Begin mei heeft VWS aan de NZa verzocht een evaluatie

uit te voeren naar de invoering van DOT en prestatiebe-

kostiging. Deze evaluatie moet deze zomer leiden tot een

advies aan de minister. In dit verband zal de NZa ook zelf

een actieve uitvraag bij de ziekenhuizen en verzekeraars

naar de ervaren knelpunten doen. Algemeen kan worden

gesteld dat ziekenhuizen en verzekeraars op de goede weg

zijn. Het is in deze evaluatie aan de landelijke partijen om de

lokaal geconstateerde knelpunten zo veel mogelijk weg te

nemen en het pad voor de toekomst verder te egaliseren.

Stand van zaken beheersmodel vrijgevestigd medisch specialisten Met ingang van dit jaar is op basis van het tussen de

Orde van Medisch Specialisten, de NVZ Vereniging van

Ziekenhuizen en VWS gesloten Convenant ‘Bekostiging

vrijgevestigd medisch specialisten’ het beheersmodel in-

gevoerd. Voor 2012 is door de NZa per ziekenhuis/ZBC

een zogenaamd initieel omzetplafond vastgesteld voor de

honorariumomzet van vrijgevestigd medisch specialisten.

Het plafond geldt als maximum. Instellingen en collectieven

die het plafond overschrijden, moeten het bedrag van de

overschrijding afstorten in het Zorgverzekeringsfonds. Het

beheersmodel heeft een looptijd van drie jaar, van 2012 tot

en met 2014. Vanaf 2015 zal sprake zijn van integrale tarie-

ven (ziekenhuiskosten en honorarium samen).

Ziekenhuizen konden tot 1 april van dit jaar met één of

meerdere zorgverzekeraars afspraken maken over het aan-

vragen van extra groeiruimte bovenop hun initiële plafond.

Voor 2012 is hiervoor landelijk € 65 miljoen beschikbaar

gesteld.

Bijna 140 ziekenhuizen en ZBC’s hebben tijdig een verzoek

bij de NZa ingediend voor een totaalbedrag van ruim € 100

miljoen. De aanvragen zijn door de NZa voor bijna 65% ge-

honoreerd, omdat er voor de extra groeiruimte slechts een

bedrag van € 65 miljoen beschikbaar was. Vorige maand

zijn de betrokken ziekenhuizen (77) en ZBC’s (61) door de

NZa geïnformeerd over de aan hen toegekende groeiruimte.

Overigens is het in de NZa-regelgeving ook mogelijk om

gedurende het jaar afspraken te maken over plafondover-

dracht van het ene naar het andere ziekenhuis op basis van

vrijwilligheid. Voor 2012 zal er naar verwachting nog geen

gebruik gemaakt worden van deze regeling.

Wanneer de komende jaren de selectieve inkoop door

verzekeraars meer zijn beslag krijgt, zal mogelijk ook de

vrijwillige overdracht van plafondruimte gaan plaatsvinden.

Op dit moment wordt door de Convenantspartijen nage-

dacht over de omvang van de groeiruimte voor 2013.

Perikelen rondom het macrobeheersinstrument Op aanwijzing van VWS heeft de NZa eind 2011 regel-

geving vastgesteld met betrekking tot het macrobeheers-

instrument (MBI). Dit MBI moet het budgettair kader zorg

(BKZ) borgen. Het MBI betreft een ultimum remedium dat

wordt toegepast als alle andere maatregelen onvoldoende

hebben opgeleverd. Voor 2012 is voor de ziekenhuizen een

macrobedrag van bijna € 17 miljard beschikbaar. Dit bedrag

is onderdeel van de gemaakte afspraken in het Bestuur-

lijk Hoofdlijnenakkoord. Indien na a� oop van 2012 mocht

blijken dat het beschikbare bedrag is overschreden, dan

zullen VWS en veldpartijen in eerste instantie hierover over-

leg voeren. Het een en ander kan uiteindelijk echter leiden

tot een aanwijzing van VWS aan de NZa over het terug-

halen van de overschrijding. Het betreffende bedrag wordt

dan door de NZa naar rato van marktaandeel over de instel-

lingen verdeeld.

De instellingen dienen vervolgens het bedrag te storten in

het Zorgverzekeringsfonds. In de volksmond wordt dit ook

wel de ‘BKZ-boete’ genoemd.

Het MBI wordt door alle partijen zeer onwenselijk bevon-

den. Hoewel het vanuit macrobudgettaire overwegingen

een noodzakelijk kwaad is, dient in de visie van betrokken

partijen te worden voorkomen dat het MBI wordt toege-

past. Naar aanleiding van de kritiek op de werking van het

MBI wordt naar andere mogelijkheden van macrobeheer-

sing gezocht. Hierbij wordt vooral gekeken naar de rol van

de zorginkoop en de contractering aan ‘de voorkant’ van

het proces. Eén van de denkrichtingen is bijvoorbeeld dat

gecontracteerde zorg gevrijwaard zou moeten worden van

de achteraf opgelegde BKZ-boete. De uitvoerbaarheid van

een dergelijk meer gedifferentieerde MBI is echter bijzonder

complex. Dit voorjaar heeft een commissie van onafhan-

kelijk deskundigen, de commissie Baarsma, zich gebogen

over deze ingewikkelde materie. Conform de planning zal

de commissie medio juni aan de minister van VWS rappor-

teren over haar bevindingen.

Page 14: Biomet nib 4 20121

Natuurlijk in Beweging

De verbetering in de afgelopen vijf jaar kwam er overigens niet zomaar. In een rapport schrijft de inspectie dat ze ‘niet gerust heeft voordat alle geconstateerde tekortkomingen in de 30 onderzochte ziekenhuizen waren opgelost’. Elf matig en zes slecht scorende ziekenhuizen kregen twee keer herhaalbezoek, voordat de zorg rondom operaties naar wens van de inspectie verliep. Eén ziekenhuis werd tijdelijk onder verscherpt toezicht gesteld.

MedicatieveiligheidUit het onderzoek van de inspectie blijkt dat medicatieveilig-heid in een kwart van de operatiekamers voldoende tot goed is. Meer dan de helft van de ziekenhuizen voert geen dubbel-check uit bij het klaarmaken en toedienen van medicijnen. Circa de helft van de door de IGZ bezochte operatiekamers scoort voldoende tot goed op communicatie en overdracht.

StopmomentDe invoering van de richtlijn voor het preoperatief traject verloopt volgens de inspectie voorspoedig, maar is nog nergens volledig operationeel. Vooral de invoering van de zogeheten “stopmomenten” is nog niet in orde, aldus de IGZ. De stopmomenten zijn ingebouwd om te controleren of de patiënt de benodigde stappen in het proces heeft doorlopen.

Time-outToch vindt de inspectie dat de veiligheid aantoonbaar is verbe-terd. De inspectie wijst in dit verband op de invoering van een time-outprocedure. Vlak voordat de operatie wordt uitgevoerd,

controleert het operatieteam nog even de naam en geboorte-datum van de patiënt en het materiaal dat nodig is voor de operatie. Ook het tellen van het gebruikte operatiemateriaal om te voorkomen dat er iets achterblijft in de patiënt en het actief tegengaan van infecties hebben ervoor gezorgd dat er minder mis ging. Aandachtspunt is nog wel het gebruik van medicijnen in operatiekamers. Zo wordt niet steeds goed gecontroleerd of medicijnen correct klaargemaakt en toegediend worden.

DrukDe inspectie is positief over de betrokkenheid van professionals bij de ontwikkeling van richtlijnen, maar stelt tezelfdertijd dat intensieve inspectiedruk nodig is om het operatieve proces blij-vend te verbeteren. Om deze reden worden in 2012 opnieuw minimaal 20 ziekenhuizen onaangekondigd bezocht.

OnvoorstelbaarPatiënten federatie NPCF is kritisch over het inspectierapport en noemt het onvoorstelbaar en onverantwoord dat nog steeds niet alle ziekenhuizen voor honderd procent veiligheidsproto-collen naleven rondom operaties. Daardoor lopen patiënten die worden geopereerd volgens de NPCF onnodige risico’s.

VermijdbaarPer jaar krijgen 30.000 ziekenhuispatiënten te maken met blijvend letsel dat vermeden had kunnen worden. Naar schatting overlijden 2000 patiënten aan onnodige complicaties. Van alle medische fouten vindt 62% plaats rondom de operatie (24 mei 2012, Skipr/Zorgmarkt).

Verbeterd OK-proces kent ‘zorgelijke punten’

De kwaliteit van de operatieve zorg in de Nederlandse ziekenhuizen is de afgelopen vijf jaar aantoonbaar verbeterd.

Dat constateert de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Wel zijn er volgens de inspectie nog ‘zorgelijke punten’ in de

vorm van de medicatieveiligheid, afspraken rond stopmomenten en overdracht. Het is belangrijk dat juist de zorg rondom

operaties zo goed mogelijk gebeurt, want operaties behoren tot de meest risicovolle processen in de zorg. In Nederlandse

ziekenhuizen zijn ze goed voor de hoogste kans op schade.

Page 15: Biomet nib 4 20121

14-15

Korte berichtenSCP: ‘De Nederlandse zorg is ondermaats´

De prestaties van Nederland op het gebied van de gezond-

heidszorg zijn onder de maat. In het rapport van het Sociaal

en Cultureel Planbureau (SCP) worden verschillende publieke

sectoren van 28 OESO landen vergeleken. De Nederlandse

gezondheidszorg scoort in het rapport een 4,5.

Daarmee staat Nederland op een gedeelde zestiende plaats,

samen met Oostenrijk en Slovenië. Japan staat met een 9,0

bovenaan de lijst, gevolgd door Zweden (8,1), Zwitserland

(7,5), Noorwegen (7,2) en Australië (6,7). Onderaan staan

Estland (1,5), Hongarije (1,0) en Slowakije (0,4).

Nederland besteedt gemiddeld 12,0% van het Bruto Binnen-

lands Product aan de zorg. Dit is het op één na hoogste

percentage van alle onderzochte landen. Alleen de Verenigde

Staten heeft met 17,3% een hoger percentage.

In het rapport staat dat Nederland nu al relatief veel geld

uitgeeft aan langdurige zorg, terwijl de vergrijzing hier nog

minder ver is gevorderd dan in andere landen. Van de totale

zorgkosten gaat 23% op aan de langdurige zorg. Dit is veruit het

hoogste percentage van alle landen. Op een gedeelde tweede

plaats komen Noorwegen en Zwitserland met ieder 17%.

Er wordt in Nederland relatief veel uitgegeven aan intramurale

zorg, terwijl in andere landen ouderenzorg vaak bestaat uit

thuiszorg. Het huidige beleidsstreven in Nederland om oude-

ren zo lang mogelijk thuis zorg te laten ontvangen sluit hier

overigens al op aan. In het SCP-rapport zijn naast de zorg nog

acht andere publieke sectoren onderzocht, te weten: onderwijs,

sociale zekerheid woningmarkt, sociale veiligheid, economie,

milieu, cultuur en publieke diensten. Nederland haalt gemid-

deld over alle sectoren een 6,1 waarmee het op een zevende

plaats staat. Ons land geeft ongeveer 53% van het BBP uit

aan de publieke sector. De onderzoekers bekeken de presta-

ties van 28 OESO landen in de periode van 1995 tot 2009. Van

de onderzochte landen scoort Noorwegen het hoogst met een

6,7 en Griekenland het laagst met een 2,7. (10 mei 2012 SCP).

Nieuwe kwaliteitseisen chirurgie gaan in 2013 in

Ziekenhuizen moeten binnen een jaar voldoen aan nieuwe

kwaliteitseisen voor kinderchirurgie, traumachirurgie, de behan-

deling van maagkanker en uitzaaiingen in het buikvlies.

Vandaag bracht de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde

voor de derde keer een set kwaliteitsnormen uit. Het gevolg van

deze normen is dat ziekenhuizen zich verder specialiseren en

meer met elkaar moeten gaan samenwerken. De kwaliteits-

eisen zijn onderdeel van het kwaliteitsbeleid van de Nederlandse

Vereniging voor Heelkunde (NVvH). Een belangrijke eis is dat

een team binnen het ziekenhuis een behandeling een minimum

aantal keer per jaar uitvoert. Eerder werden kwaliteitseisen voor

behandelingen van vaatziekten, overgewicht en diverse vormen

van kanker gepubliceerd. Met deze uitbreiding is nu voor een

groot deel van de complexe chirurgische zorg vastgelegd aan

welke eisen voldaan moet worden.

Achmea neemt de normen op in de inkoopafspraken voor 2013

die dit najaar beginnen. Op 1 juli 2013 moeten ziekenhuizen aan

de kwaliteitsnormen voldoen of met de zorg stoppen, anders

krijgen ze geen contract (11 juni 2012, Zorgvisie/Skipr).

ZBC’s fi nancieel in zwaar weer

Twee derde van de zelfstandige behandelcentra (ZBC’s) ver-

keert in zware � nanciële nood, omdat ze nog geen contract

hebben met de zorgverzekeraar. ZBC’s zijn daardoor sinds

1 januari verstoken van inkomsten. ZBC’s hebben contracten

met zorgverzekeraars nodig om de geleverde zorg te kunnen

declareren. ZBC’s die geen contract hebben zijn daardoor ze

al sinds januari verstoken van inkomsten. Om de huur en hun

personeel te betalen moeten ZBC’s geld lenen bij banken. Maar

dat is in deze tijd niet eenvoudig.

In het Hoofdlijnenakkoord van 2011 zijn ziekenhuizen, medisch

specialisten, verzekeraars en ministerie van VWS overeen geko-

men dat de kosten voor ziekenhuiszorg maximaal 2,5% mogen

stijgen. Deze afspraak treft vooral ZBC’s die net zijn gestart. Zij

kunnen hierdoor niet de benodigde omzet halen en dat brengt

hun voortbestaan in gevaar. Verzekeraars zijn vanwege het

hoofdlijnenakkoord terughoudend bij de contractonderhande-

lingen. Daarbij komt nog dat begin 2012 de nieuwe declaratie-

structuur DOT is ingevoerd.

De meeste zorgverzekeraars hebben eerst zaken met zieken-

huizen gedaan, omdat die de bulk van de zorg leveren. Pas

daarna zijn ze gaan praten met ZBC’s. Alleen Achmea heeft de

onderhandelingen met ruim 200 klinieken bijna afgerond. Die

vertegenwoordigen drie procent van de ziekenhuiszorg van

Achmea. Achmea is rond met 95% van ZBC’s. De afspraken

vallen binnen het onderhandelingsakkoord. Sommige ZBC’s

krijgen er iets bij, bij andere gaat er wat vanaf.

Ziekenhuizen die in geldproblemen raken kunnen bij zorg-

verzekeraars aankloppen om te vragen of ze gedurende de

onderhandelingen geld voorschieten, in vakjargon ‘bevoor-

schotten’. Bij ZBC’s zijn zorgverzekeraars veel terughoudender

met dit ‘bevoorschotten’. Verzekeraar VGZ herkent zich niet in

dat beeld. ‘ZBC’s kunnen zich tot ons wenden als ze in � nanciële

nood verkeren. Dan zoeken we samen naar een oplossing.’

(14 mei 2012 Zorgvisie/Mednet).

Page 16: Biomet nib 4 20121

www.biomethci.nl

Iets voor ons!?

Meten of weten

Onderbouwing of traditieOnderbouwing of traditieOnderbouwing

Sneller of beter

Communicatie ofCommunicatie of publicatie publicatie Outcomes

Onderbouwing of traditieOnderbouwing of traditieOnderbouwing

Meten of weten

Sneller of beter

Data collection

Clinical outcomes

Process optimalisation

Biomet introduceerde in 1997 het Joint Care programma in Nederland. Sindsdien is de

afdeling Health Care Initiatives (HCI), met verschillende programma’s, betrokken bij de

implementatie van zorgpaden in meer dan 45 Nederlandse ziekenhuizen. De afdeling

HCI is binnen Biomet verantwoordelijk voor het bijdragen aan kwaliteitsverbetering van de

geboden zorg. Deze verbetering ontstaat door het implementeren, blijvend evalueren en

daar waarnodig aanpassen van zorgprogramma’s. Met de Rapid Recovery programma’s

biedt Biomet een doorontwikkeling van het Joint Care programma.

1109408 BIOMET adv Rapid Recovery huisje_210 x 243_v2.indd 1 02-11-11 15:39

Biomet Nederland B.V. • Toermalijnring 600, 3316 LC Dordrecht • Postbus 3060, 3301 DB Dordrecht • The Netherlands

Phone: +31 78 629 29 29 • Fax: +31 78 610 42 65 • e-mail: [email protected] • www.biomet.nl

This publication and all content, artwork, photographs, names, logos and marks contained in it are protected by copyright, trademarks and other intellectual property rights owned by or licensed to Biomet or its af� liates. This publication must not be used, copied or reproduced in whole or in part for any purposes other than marketing by Biomet or its authorised representatives. Use for any other purposes is prohibited.

Redactie Judith Rutteman ([email protected]),

Dr. Yvonne van Kemenade

Vormgeving Rob Verhoeven Concept & Illustratie

Lithografi e & druk Samplonius & Samplonius BV Oplage 1000