amw 1615 verkoopstukken to v1...dit betekent dat er een rioleringssysteem voor het huishoudelijk...
TRANSCRIPT
168 appartementen en 5 townhouses
Technische Omschrijving
Inhoudsopgave
INLEIDING CRUQUIUSWERF 4
1 ALGEMENE INFORMATIE 5
1.1 Bouwbesluit 5
1.2 Afwerking van de appartementen en de townhouses 5
1.3 Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) 6
1.4 Huisaansluitingen 6
1.5 Huishoudelijk afval 7
1.6 Diversen 7
1.7 Betalingen, oplevering, garanties, etc. 8
2 TECHNISCHE OMSCHRIJVING 9
2.1 Peil van de appartementen en townhouses 9
2.2 Grondwerk 9
2.3 Rioleringswerken 9
2.4 Terreininrichting/ Binnengebied 10
2.5 Funderingen 11
2.6 Stallingsgarage 11
2.7 Gemeenschappelijke fietsenstalling 11
2.8 Dragende bouwmuren 11
2.9 Buitengevels 12
2.10 Binnenwanden 14
2.11 Vloeren en balkons 14
2.12 Daken 15
2.13 Balkon en (dak)terrassen 16
2.14 Trappen, hekwerken en privacyschermen 17
2.15 Kozijnen en Buiten zonwering 18
2.16 Hang- en sluitwerk 21
2.17 Metaalwerken 23
2.18 Plafond-afwerking (binnen) 23
2.19 Wandafwerking (binnen) 24
2 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
2.20 Vloerafwerking 25
2.21 Tegelwerk, vensterbanken en onderdorpels 26
2.22 Aftimmerwerk 28
2.23 Keukeninrichting 28
2.24 Beglazing en schilderwerk 29
2.25 Waterinstallatie 30
2.26 Sanitair 31
2.27 Elektrische installatie 31
2.28 Verwarmingsinstallatie 36
2.29 Ventilatievoorzieningen 37
2.30 Liftinstallatie 38
3 NOTA BENE 39
3.1 Schoonmaken en oplevering 39
3.2 Veiligheid tijdens de uitvoering 39
3.3 Nadere toelichting 39
4 BIJLAGE 40
4.1 Sanitair specificatie 40
4.2 Afwerkingsniveau per bouwnummer 40
4.3 Overzicht sanitair per bouwnummer 40
4.4 Overzicht keukens per bouwnummer 40
4.5 Kleurenstaat exterieur 40
4.6 Afwerkstaat algemene ruimten 40
5 COLOFON 41
3 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
Het totale project Cruquiuswerf bestaat uit 290 appartementen en 5 townhouses, een stallingsgarage met 199 stallingsplaatsen, twee commerciële ruimten en een kantoorgebouw. Het koopgedeelte bestaat uit 168 appartementen en 5 townhouses. In deze technische omschrijving worden zowel de appartementen als townhouses omschreven.
Inleiding Cruquiuswerf
Deze technische omschrijving is nauwkeurig en met zorg samengesteld.
Desondanks moeten wij een voorbehoud maken ten aanzien van wijzigingen,
voortvloeiende uit de eisen van de overheid en/of nutsbedrijven. De genoemde
maten in de verkoopcontracttekeningen en in de “technische omschrijving”
met eventuele bijlagen zijn circa maten. De kleuren zijn aangegeven in de
kleurenstaat.
De verkopende partij is gerechtigd tijdens de bouw die wijzigingen aan te
brengen, waarvan de noodzakelijkheid tijdens de uitvoering blijkt, mits deze
wijzigingen geen afbreuk doen aan waarde, kwaliteit en bruikbaarheid van
de woningen. Deze wijzigingen geven geen van de partijen enig recht tot het
vragen van verrekening van meerdere of mindere kosten.
De inspiratieplattegronden, situatieschets, schets binnengebied en artist
impressions, zoals opgenomen in de brochure en website, zijn bedoeld om een
zo goed mogelijke indruk te geven van de toekomstige situatie en mogelijke
woningindeling, maar kunnen niet gezien worden als een exacte weergave
van de woningen. Hiervoor zijn de verkoopcontracttekeningen bedoeld. De
invulling en de beplanting van het binnengebied zijn indicatief en wordt nader
vastgesteld door de ondernemer. Voor de huidige en toekomstige inrichting
van het openbaar gebied en de toekomstige ontwikkelingen door derden, dient
u contact op te nemen met de gemeente.
4 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
Algemene informatie1 1.1 BOUWBESLUIT
Op het project “Cruquiuswerf” is het Bouwbesluit van 2012, inclusief wijzigingen van april 2014,
van toepassing. In het Bouwbesluit worden alle vertrekken eenduidig benoemd naar het karakter
van het vertrek en wordt niet gesproken over ‘woonkamer’, ‘slaapkamer’, ‘keuken’ of ‘hal’. Hier
wordt aangegeven of een ruimte een verblijfsruimte, een verkeersruimte is of bijvoorbeeld niet
is benoemd. In het onderstaande overzicht is aangegeven hoe de verschillende ruimtes bij het
indienen van de bouwaanvraag zijn genoemd.
BENAMING VERKOOPDOCUMENTATIE: BENAMING VOLGENS BOUWBESLUIT:
Woonkamer / keuken / slaapkamer Verblijfsruimte
Gang / hal / entree Verkeersruimte
Berging / Techniek Bergruimte
Toilet Toiletruimte
Badkamer Badruimte
Meterkast (mk) Meterruimte
(dak)terras / balkon Buitenruimte
1.2 AFWERKING VAN DE APPARTEMENTEN EN DE TOWNHOUSES
De woningen worden volgens deze technische omschrijving afgewerkt. Gestippelde lijnen in de
verkooptekeningen geven posities van de onderzijde van balken/wanden of voorzieningen aan die
niet in de leveringsomvang zijn begrepen. In de woningen worden geen losse kasten, garderobes
c.q. meubilair geleverd.
5 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
1.3 ENERGIE PRESTATIE COËFFICIËNT (EPC)
De woningen voldoen aan de hiervoor in het Bouwbesluit gestelde Energie Prestatie Coëfficiënt
(EPC). De EPC is een rekenmethode waarin de totale genormeerde isolatiewaarde van de woning /
appartementengebouw wordt bepaald.
De EPC-norm voor dit totale project bedraagt 0,4. De appartementen en townhouses voldoen
hiermee aan energielabel A.
1.4 HUISAANSLUITINGEN
1.4.1 ELEKTRA EN WATER AANSLUITING
De benodigde aansluitingen voor elektra en water worden aangevraagd door de ondernemer.
Bij de aanvraag van de elektra aansluitingen wordt in basis uitgegaan van een 3x25A elektra
aansluiting. Voor de wateraansluiting wordt uitgegaan van een Qn1,5 wateraansluiting. Er wordt
géén gas aangelegd.
Voor oplevering krijgt u een zogenaamde EAN-code van de elektriciteitsaansluiting waarmee u uw
gewenste energieleverancier kunt aanschrijven. Bij de oplevering van de woning zal dan de meter
worden overgezet naar de leverancier van uw keuze. Mocht u geen energieleverancier hebben
aangeschreven, dan zal de meter worden afgesloten/verwijderd. Het abonnement voor levering van
het water, kabel en telefoon dient u zelf te verzorgen.
De individuele meterkasten bevinden zich in de townhouses en de appartementen. Met
uitzondering van een aantal appartementen. Deze individuele meterkasten zijn in de
gemeenschappelijke hal/gang gesitueerd. Zie verkooptekening.
1.4.2 RIOOLAANSLUITINGEN
De huisaansluitingen van het vuilwaterriool worden aangesloten op het gemeentelijk riool.
De stand- en verzamelleidingen in de kelder en het binnenterrein worden door de aannemer
gerealiseerd. Deze terreininstallatie ligt gedeeltelijk in het terrein van de VVE en valt na oplevering
ook onder het beheer van de VVE. De aansluitkosten zijn opgenomen in de verkoopprijs van de
appartementen en townhouses.
6 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
1.5 HUISHOUDELIJK AFVAL
Het verzamelen van het huishoudelijk afval zal gebeuren conform het beleid van de gemeente
Amsterdam. De inzameling zal plaatsvinden op diverse plaatsen in het openbaar gebied doormiddel
van verzamelcontainers van de gemeente. Ten tijde van het in verkoop gaan zijn de definitieve
plaatsen nog niet door de gemeente vastgesteld.
1.6 DIVERSEN
1.6.1 AFWIJKINGEN
De contractstukken, met onder andere deze technische omschrijving, zijn nauwkeurig en met zorg
samengesteld. Desondanks maken wij een voorbehoud voor architectonische, bouwtechnische en
constructieve wijzigingen, en voor eventuele afwijkingen die kunnen voortkomen uit de eisen en
wensen van overheden en/of nutsbedrijven. Deze wijzigingen geven geen recht op verrekening van
minderwerk. Eventuele afwijkingen of wijzigingen op deze technische omschrijving worden middels
een erratum aan u gemeld.
1.6.2 KRIJTSTREEPMETHODE
Bij het ontwerp is bij sommige verblijfsruimten gebruik gemaakt van de krijtstreepmethode. Dit
is een legitieme methode, hetgeen er op neer komt dat niet over het gehele vloeroppervlak in de
zogenaamde verblijfsgebieden (woonkamer, keuken, slaapkamers) voldoende daglichttoetreding
aanwezig is volgens de hiertoe geëigende norm. In praktische zin betekent dit dat er in sommige
gedeelte van de betreffende kamers, relatief donkere gedeelten aanwezig kunnen zijn. Op de
betreffende verkoopcontracttekeningen is aangegeven om welke delen het hier gaat.
1.6.3 MAATVOERING
Maatvoeringen op de verkooptekeningen zijn indicatief. Hierin kunnen afwijkingen ontstaan.
De aangegeven maten zijn tussen de wanden en vloeren gemeten en wordt in millimeters (mm)
weergeven. Hierbij is geen rekening gehouden met afwerking op de wanden en vloeren, waardoor
geringe afwijkingen van de werkelijke situatie mogelijk zijn. Aan de maatvoering die in de tekening is
aangegeven of gemeten, kunnen geen rechten worden ontleend.
7 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
1.6.4 VERKOOPTEKENINGEN
Alle in de plattegronden aangegeven installatieonderdelen zijn schematisch weergegeven; De
exacte plaats en/of afmeting kan in werkelijkheid afwijken. In verband met het leidingverloop van de
installaties is het mogelijk dat diverse leidingen moeten worden ‘versleept’. Installaties en eventuele
verslepingen blijven in de techniekruimte, bergingen, bergingsgangen en stallinggarage in het zicht.
Bij de uitwerking van het project is ervan uitgegaan dat er door de koper een toekomstige
vloerafwerking kan worden aangebracht van maximaal 15 mm.
1.6.5 STICHTING WAARBORGFONDS KOOPWONINGEN (SWK)
De appartementen en townhouses worden gerealiseerd met SWK waarborgcertificaat. Dit
waarborgcertificaat beschermt u tegen risico’s die verbonden zijn aan de aanschaf van een nieuwe
woning/appartement. Zo heeft u zekerheden ten aanzien van de kwaliteit en garanties van uw
woning/appartement, maar bent u ook beter beschermd bij een faillissement van één van de
partijen. Meer informatie kunt u lezen op www.swk.nl.
1.6.6 VOLGORDE VAN STUKKEN
Ongeacht hetgeen in deze technische omschrijving is bepaald, gelden onverkort de door SWK
gehanteerde en voorgeschreven regelingen, reglementen en standaard voorwaarden, tenzij daarvan
uitdrukkelijk en in overleg wordt afgeweken.
Als een omschrijving in deze technische omschrijving onverenigbaar of nadeliger is voor de kopende
partij, dan gelden nog steeds de bovengenoemde bepalingen van het SWK. Bij tegenstrijdigheden
gaat de technische omschrijving voor de verkooptekeningen. De afwerkstaat prevaleert boven de
technische omschrijving. De geveltekeningen hebben voorrang ten opzichte van de plattegronden.
De gevel- en plattegrondtekeningen hebben voorrang ten opzichte van de situatieschets.
1.7 BETALINGEN, OPLEVERING, GARANTIES, ETC.
Voor alle afspraken en omschrijvingen met betrekking tot betalingen, oplevering, garanties,
koperswensen, etc. verwijzen wij u graag naar het document “Koperskeuzehandleiding
Cruquiuswerf”.
8 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
2.1 PEIL VAN DE APPARTEMENTEN EN TOWNHOUSES
Het peil van de appartementengebouwen of de townhouses is de referentiehoogte van waaruit alle
hoogten worden afgeleid. Het peil -P- van waaruit de hoogten zijn aangegeven komt overeen met
de bovenkant van de afgewerkte begane grondvloer gemeten achter de hoofdentreedeur van het
gebouw of de woning op de begane grondvloer. De hoogte van dit peil ten opzichte van NAP, wordt
door de gemeente Amsterdam bepaald.
2.2 GRONDWERK
Het nodige grondwerk wordt verricht voor de aanleg van de fundering, stallingsgarage,
hellingbaan en binnengebied. Het perceel wordt gesaneerd, conform de landelijke regelgeving,
doormiddel van een leeflaagprincipe. Het leeflaagprincipe houdt in dat op de na ontgraving
aanwezige verontreinigde grond, ter plaatse van de tuin, een leeflaag wordt aangebracht. De
leeflaag wordt opgebouwd uit een signaleringsdoek en een zand/grondpakket van circa 1 meter.
De grondaanvullingen worden bij aanbrengen verdicht tot aan gelijke waarde als het bestaande
grondpakket.
2.3 RIOLERINGSWERKEN
2.3.1 BINNENRIOLERING
De binnenriolering wordt uitgevoerd in kunststof doormiddel van een gescheiden rioleringssysteem.
Dit betekent dat er een rioleringssysteem voor het huishoudelijk afvalwater en een separaat
rioleringssysteem voor de afvoer van het hemelwater wordt aangelegd. De riolering wordt aangelegd
tot op de gevellijn/kavelgrens, waar deze worden aangesloten, door Waternet, op het gemeentelijke
riool.
In de kelder wordt voor blok E een gemeenschappelijke rioleringspomp met pompput opgenomen
om het vuilwater op te pompen naar het gemeentelijke riool. Voor de algemene voorzieningen wordt
een separate pomp aangebracht.
Technische omschrijving2
9 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
De rioleringsafvoeren van de diverse lozingstoestellen in het appartement of de woning worden
voorzien van de nodige stankafsluiters. De huisinstallatie wordt verzameld in standleidingen (Bij de
appartementen zijn dit gemeenschappelijke standleidingen). De standleidingen worden opgenomen
in schachten. Tot aan de gevellijn worden de gezamenlijke kunststof leidingen in het zicht versleept
aan het plafond van de stallingsgarage. De standleidingen worden bovendaks belucht.
Het regenwater van de daken wordt afgevoerd met kunststofleidingen die zoveel mogelijk zijn
opgenomen in de bouwkundige schachten. Het regenwater van de balkons en de (dak)terrassen
wordt afgevoerd met hemelwaterafvoeren. Het aantal hemelwaterafvoeren en spuwers en de
plaatsing ervan kunnen nog wijzigen en zijn afhankelijk van de capaciteitsberekeningen door de
installateur.
2.3.2 BUITENRIOLERING
De riolering wordt met de benodigde hulpstukken aangesloten op het vuilwaterriool van
Waternet, ter plaatse van de doorvoer door de gevel wordt een flexibele overgang gemaakt om
zettingsverschillen tussen het gebouw en de grond te kunnen opvangen. Het rioleringssysteem
wordt uitgevoerd in kunststof.
2.4 TERREININRICHTING / BINNENGEBIED
Het binnengebied maakt onderdeel uit van het project. Het binnengebied wordt begrensd met
letters van cortentstaal, met uitzondering daar waar de paden uitkomen op het openbaar gebied.
De paden en het pleintje in het binnengebied zijn openbaar toegankelijk en worden uitgevoerd in
vierkante betontegels, in de kleur grijs, van diverse afmetingen. Bij de verharding is uitgegaan dat
een gedeelte van de paden toegankelijk is voor de hulpdiensten.
Het binnengebied wordt verlicht doormiddel van verlichtingsarmaturen, zoals op verkooptekeningen
indicatief is aangegeven. Ter plaatse van het pleintje wordt een armatuur aangebracht welke
voorzien is van meerdere spots.
Het binnengebied wordt voorzien van beplanting, welke indicatief op de schets ‘binnengebied’
is aangegeven. Het binnengebied, boven de stallinggarage, wordt voorzien van een
waterdruppelsysteem. Het hemelwater van het binnengebied wordt opgevangen en zoveel mogelijk
in het binnengebied geïnfiltreerd.
Tevens wordt het binnengebied ingericht met een aantal bankjes, picknicktafels en een
insectenhotel.
10 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
2.5 FUNDERINGEN
Aan de hand van de resultaten van de uitgevoerde sonderingen wordt een fundering met betonpalen
toegepast. De fundering wordt uitgevoerd conform de opgave van de constructeur en gemeentelijke
voorschriften.
2.6 STALLINGSGARAGE
Onderdeel van het project is een stallingsgarage met 199 stallingsplaatsen voor auto’s. Voor
de appartementen en de townhouses zijn er 104 stallingsplaatsen gereserveerd. De overige
stallingsplaatsen worden toebedeeld aan de huurappartementen, het kantoorgebouw en eventueel
derden. De stallingsgarage is ondergronds en bevindt zich gedeeltelijk onder de toekomstige
bebouwing en het binnengebied. De stallingsgarage is voor de appartementen rechtstreeks
toegankelijk via de lift en het trappenhuis van het appartementengebouw.
De townhouses hebben toegang tot de stallingsgarage doormiddel van de naastgelegen
appartementengebouw, te weten bouwnummer 291 bij blok C, bouwnummer 292 en 293 bij blok J en
bouwnummer 294 en 295 bij blok E).
De trappenhuizen doen ook dienst als vluchtweg vanuit de stallingsgarage naar het aansluitend
terrein. Het bezoekersparkeren vindt plaats op openbaar gebied.
2.7 GEMEENSCHAPPELIJKE FIETSENSTALLING
Ieder appartementengebouw wordt voorzien van een gemeenschappelijke fietsenstalling. Deze
fietsenstallingen worden voorzien van tweelaagse fietsenrekken. In de bijlage is het aantal
fietsopstelplaatsen (met een onderverdeling van onder en boven) per bouwnummer aangegeven. De
fietsopstelplaatsen worden voorzien van een nummer.
De townhouses hebben een inpandige berging waarin fietsen kunnen worden gestald.
2.8 DRAGENDE BOUWMUREN
De dragende bouwmuren van de appartementen(gebouwen) en een aantal liftschachten van de
appartementengebouwen bestaan uit betonnen wanden. Daar waar noodzakelijk worden in de
appartementen en townhouses stalen liggers en stalen kolommen in de constructie opgenomen.
De dragende bouwmuren van de townhouses worden uitgevoerd in kalkzandsteen.
11 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
Voor de stabiliteit van de townhouses wordt er per woning een betonnen stabiliteitswand
aangebracht. Zie verkooptekeningen.
De constructiewanden en kolommen van de stallingsgarage zijn van beton.
2.9 BUITENGEVELS
De gevels worden uitgevoerd als spouwmuurconstructie. Van een spouwmuurconstructie is sprake
als de binnen- en buitengevel van elkaar gescheiden zijn met een spouw. Die spouw (de ruimte
tussen de binnen- en buitengevel) vervult een belangrijke functie bij de waterkering, ventilatie en
isolatie van de woning. De dikte van het isolatiepakket is afhankelijk van de zogeheten Rc-waarde
die noodzakelijk is op basis van de gehanteerde en berekende EPC-waarde. De Rc-waarde van de
dichte gevel schil bedraagt minimaal 4,5 m2K/W. De spouwmuurconstructie is als volgt opgebouwd
(van binnen naar buiten):
DRAGENDE BUITENGEVELS BIJ APPARTEMENTEN
• Betonnen binnenspouwblad
• Isolatie
• Luchtspouw
• Metselwerk / natuurstenen beplating / aluminium beplating (afhankelijk van appartement)
NIET-DRAGENDE BUITENGEVELS BIJ APPARTEMENTEN
• Harde beplating van gips
• Dampremmende folie
• Houten stijl- en regelwerk met daartussen isolatie van minerale wol
• Damp open waterkerende folie
• Luchtspouw
• Metselwerk / natuurstenen beplating / aluminium beplating (afhankelijk van appartement)
BUITENGEVEL BIJ TOWNHOUSES
• Kalkzandsteen
• Isolatie
• Luchtspouw
• Metselwerk
12 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
2.9.1 METSELWERK
In het project worden vijf verschillende gevelstenen toegepast. Het metselwerk wordt uitgevoerd
met gevelstenen in waalformaat, in halfsteensverband (met uitzondering van de witte gevelstenen
van blok F) en circa 5 mm terugliggend gevoegd. Het metselwerk van de witte gevelstenen in blok F
wordt in tegelverband uitgevoerd. Zie kleurenstaat.
De zijgevels van de townhouses en de voorgevel van de dakopbouw van de townhouses
worden uitgevoerd met deels uitstekende metselwerk, waardoor er een reliëf ontstaat. Zie
verkooptekeningen.
Daar waar nodig worden stalen lateien of geveldragers, in kleur conform kleurenstaat, aangebracht.
In het metselwerk worden, conform opgave van de constructeur, dilatatievoegen opgenomen om
scheurvorming in het metselwerk te voorkomen.
In het metselwerk wordt, conform de op verkooptekeningen aangegeven plaatsen, gierzwaluw
nestkasten opgenomen.
2.9.2 NATUURSTENEN BEPLATING
Daar waar op verkooptekening is aangegeven wordt een natuurstenen gevelbekleding aangebracht.
De natuurstenen beplating wordt met ankers aan de achterconstructie bevestigd. Voor kleur zie
kleurstaat exterieur.
2.9.3 ALUMINIUM BEPLATING
Daar waar op verkooptekening is aangegeven wordt een aluminium beplating aangebracht. De
aluminium beplating wordt met ankers en schroeven bevestigd aan de achterconstructie.
De buitenwanden en het buitenplafond van de terugliggende hoofdentree van de
appartementengebouwen worden voorzien van metalen beplating.
13 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
2.10 BINNENWANDEN
De exacte maatvoering van de binnen spouwbladen en de dragende binnenwanden volgen uit de
diverse berekeningen. Hierdoor kunnen geringe maatafwijkingen in de plattegronden ontstaan.
2.10.1 BINNENWANDEN APPARTEMENTEN
• De woningscheidingswanden tussen de appartementen worden uitgevoerd, conform
verkooptekeningen, in beton of gasbeton met plaatselijk aan één zijde voorzien van metal stud-
wanden.
• Binnenwanden van de appartementen worden uitgevoerd als lichte scheidingswanden van
gasbeton met dikte 100 mm.
• De schachtwanden ten behoeve van ventilatie van de stallingsgarage worden uitgevoerd in
Metalstud en/of (gas)betonwanden, afgestemd op de daaraan gestelde eisen.
• De binnenwanden worden, met uitzondering van de meterkast en techniekruimte, behangklaar
opgeleverd.
2.10.2 BINNENWANDEN TOWNHOUSES
De binnenwanden van de townhouses worden, met uitzondering van de stabiliteitswanden,
uitgevoerd als lichte scheidingswanden van gasbeton met dikte 100 mm. De binnenwanden worden,
met uitzondering van de meterkast en techniekruimte, behangklaar opgeleverd.
2.11 VLOEREN EN BALKONS
2.11.1 VLOER VAN DE STALLINGSGARAGE
De keldervloer van de stallingsgarage wordt uitgevoerd in gestort beton met een monolithische
afwerking. Het oppervlak van de hellingbaan wordt voldoende opgeruwd om veilig te kunnen in- en
uitrijden. In de hellingbaan wordt een elektrische rijstrookverwarming opgenomen om bevriezing
te voorkomen. Aan het plafond van de stallingsgarage in de kelder lopen diverse leidingen, zoals
riolering en kabelgoten. Deze worden als zichtwerk uitgevoerd.
14 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
2.11.2 VLOEREN VAN DE APPARTEMENTENGEBOUWEN
De begane grondvloer en de verdiepingsvloeren worden uitgevoerd in een betonnen systeemvloer
met hierop een betonnen druklaag. In deze druklaag worden ook de diverse leidingen verwerkt
voor onder andere de mechanische ventilatie, elektra en riolering. De exacte dikte van deze vloeren
volgt uit de berekeningen van de constructeur. Daar waar stalen liggers in de constructie worden
opgenomen zijn deze zichtbaar in het appartement. De begane grondvloer wordt aan de onderzijde
ter plaatse van bovengelegen appartementen en commerciële ruimten geïsoleerd.
2.11.3 VLOEREN VAN DE TOWNHOUSES
De begane grondvloer wordt uitgevoerd in een betonnen systeemvloer, en indien noodzakelijk
voorzien van een druklaag, op een balkenraster. De verdiepingsvloeren worden uitgevoerd in een
betonnen systeemvloer met hierop een betonnen druklaag. In deze druklaag worden ook de diverse
leidingen verwerkt voor onder andere de mechanische ventilatie, elektra en riolering. De exacte dikte
van deze vloeren volgt uit de berekeningen van de constructeur.
LET OP
In verband met installaties in de vloeren is het niet mogelijk om dieper dan 4 cm te boren in
de plafonds. In de bovenzijden van de vloeren mag niet worden geboord in verband met de
vloerverwarming.
2.12 DAKEN
De platte daken van zowel de appartementengebouwen als de townhouses worden uitgevoerd als
betonnen systeemvloer met hierop een betonnen druklaag. In deze druklaag worden ook de diverse
leidingen verwerkt voor onder andere de mechanische ventilatie, elektra, etc. De exacte dikte van
deze vloeren volgt uit de berekeningen van de constructeur.
De bovenzijde van de vloer wordt afgewerkt met isolatie van voldoende dikte, met daarop een
bitumineuze dakbedekking. Het dak wordt ingericht met diverse installatieonderdelen zoals de
units voor de luchtwaterwarmtepomp, beluchting van de standleidingen, aan- en afvoerkanalen van
diverse ventilatieonderdelen en de PV-panelen.
In de dakranden worden, conform de constructieve berekeningen, nood overstortvoorzieningen
ten behoeve van het regenwater opgenomen. Op het dak van de liftschachten en de trappenhuizen
(alleen van toepassing bij de appartementengebouwen) worden prefab betonnen platen gelegd
welke ingeplakt zullen worden in de dakbedekking.
15 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
Het dakvlak van de appartementengebouwen is bereikbaar door middel van een dakluik met een
schaartrap. Op deze daken worden ook aanlijnvoorzieningen aangebracht, welke gebruikt kan
worden voor inspectie en klein onderhoud op het dak (niet toegankelijk voor kopers). Het dakvlak
van de townhouses is van buitenaf bereikbaar door inzet van bijvoorbeeld een hoogwerker.
Het platte dak ter plaatse van de verspringing, ter hoogte van de 4e verdieping, van het
appartementengebouw blok H wordt voorzien van mossedum beplanting.
2.13 BALKON EN (DAK)TERRASSEN
BALKONS (NIET VAN TOEPASSING VOOR TOWNHOUSES)
De volledig uitkragende balkons worden uitgevoerd in geprefabriceerd beton, welke aan de
bovenzijde wordt afgewerkt met antislip motief. De balkons, welke deels uitkragend zijn, worden
uitgevoerd in beton, met een combinatie van geprefabriceerd- en in het werk gestort beton. De
bovenzijde van deze balkons worden voorzien van grijze betontegels met afmeting 600 x 600 mm.
TERRASSEN (BEGANE GROND)(MET UITZONDERING VAN BLOK E)
De terrassen op begane grond worden uitgevoerd in hardhouten vlonders voorzien van antisliplaag.
GEMEENSCHAPPELIJKE BUITENRUIMTE BLOK E
Het appartementengebouw blok E wordt voorzien van een gemeenschappelijke buitenruimte. Deze
wordt uitgevoerd in grijze betontegels, met afmeting 600 x 600 mm.
(DAK)TERRASSEN
De (dak)terrassen, zoals aangegeven op verkooptekeningen, worden voorzien van grijze betontegels
met afmeting 600x600 mm.
MARGESTROKEN
De townhouses en de op de verkooptekening aangegeven begane grond appartementen zijn aan de
openbaar gebied zijde voorzien van een margestrook. De margestrook wordt uitgevoerd in dezelfde
bestrating als het aangrenzende toekomstig openbaar gebied.
16 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
2.14 TRAPPEN, HEKWERKEN EN PRIVACYSCHERMEN
TRAPPEN GEMEENSCHAPPELIJK (NIET VAN TOEPASSING VOOR TOWNHOUSES)
De trappen en bordessen in de trappenhuizen van de appartementengebouwen worden, met
uitzondering van de noodspiltrap van blok E, uitgevoerd in prefab beton. Aan één zijde van de trap
wordt een stalen leuning aangebracht. Deze wordt in kleur gecoat. In blok E wordt de noodspiltrap
uitgevoerd in metaal, gegalvaniseerd (niet in kleur).
TRAPPEN TOWNHOUSES
De trappen van de townhouses worden uitgevoerd als open trappen (zonder stootbord). Daar waar
nodig wordt een houten spijlen hekwerk aangebracht. De trappen en hekwerken worden uitgevoerd
in vurenhout en worden fabrieksmatig gegrond. Langs de muurzijde wordt een hardhouten leuning
aangebracht.
HOOGTEVERSCHIL WOONWERKAPPARTEMENT MET BOUWNUMMER 198
De entreehal van het werkgedeelte van het woonwerkappartement met bouwnummer 198 ligt circa
190 mm lager dan het peil van het appartement. Het hoogteverschil wordt afgewerkt met een
houten kantplank.
HEKWERK VAN DE BALKONS EN DAKTERRASSEN
Het hekwerk van de balkons en dakterrassen wordt uitgevoerd in glazen panelen in een metalen
onder- en bovenprofiel met metalen balusters, welke aan de vloer worden bevestigd. Het glazen
paneel begint circa 100 mm boven de vloerrand. Daar waar op verkooptekening aangegeven wordt
het glazen paneel voorzien van een patroon van witte stippen.
HEKWERK FRANSE BALKONS
Het hekwerk van de franse balkons wordt uitgevoerd in een glazen paneel dat door middel van een
metalen profiel is bevestigd aan het kozijn. De bovenzijde van het glas heeft een bescherming tegen
het inwateren van het glas.
PRIVACYSCHERMEN
De privacyschermen, zoals aangegeven op verkooptekeningen, worden uitgevoerd in metalen frame
(in kleur) voorzien van ondoorzichtig glas.
17 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
2.15 KOZIJNEN EN BUITEN ZONWERING
2.15.1 GEVELKOZIJNEN, RAMEN EN DEUREN
De gevelkozijnen, ramen en deuren van het gebouw worden uitgevoerd in gemoffeld aluminium. De
kleur en afwerking wordt uitgevoerd conform de kleurenstaat.
De bewegende delen in de buitenkozijnen worden voorzien van tochtweringsprofielen. De kozijnen
worden, conform op verkooptekeningen aangegeven, voorzien van deuren, draai-/kiep ramen,
schuifpuien en vouwwanden.
Indien de buitenruimte voorzien is van een draaikiep ‘deur’, wordt deze uitgevoerd als een
draai-/kiepraam. Dit is de actieve ‘deur’, welke is voorzien van een handgreep aan de binnen- en
buitenzijde. Tevens is deze voorzien van een snapper om de ‘deur’ te kunnen vastzetten. De
toegang tot de buitenruimte bij deze deur is voorzien van een drempel welke boven vloerniveau ligt.
De op verkooptekening aangegeven toegangen naar de buitenruimte worden uitgevoerd met een
opstap.
STALLINGSGARAGEDEUR
De toegang tot de stallinggarage wordt voorzien van een vouwhek, uitgevoerd in een open structuur
van metaal, voorzien van poedercoating.
2.15.2 BUITEN ZONWERING
Daar waar op de verkooptekening een screen staat aangegeven bij de gevelkozijnen wordt aan de
buitenzijde een zonwering aangebracht. Deze zonwering is per ruimte van binnenuit elektrisch te
bedienen.
2.15.3 VOORDEUREN EN BERGINGSDEUR (BIJ TOWNHOUSES) EN WONINGENTREEDEUREN
(BIJ APPARTEMENTEN)
WONINGENTREEDEUREN BIJ DE APPARTEMENTEN
De inpandige woningentreedeuren van de appartementen, niet van toepassing bij appartementen
met de bouwnummers 71 en 72, worden uitgevoerd als vlakke houten deur in houten kozijn, in kleur,
en voorzien van een deurspion. Daar waar op tekening aangegeven wordt de deur voorzien van een
zogenaamde vrijloopdranger. Dit is een deurdranger die in de normale situatie niet actief is. Deze
wordt pas geactiveerd bij brand door de rookmelder(s) in uw appartement.
18 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
VOORDEUR BIJ DE TOWNHOUSES EN DE APPARTEMENTEN MET DE BOUWNUMMERS 71 EN 72 EN TWEEDE DE TOEGANGSDEUR VAN HET WOONWERKAPPARTEMENT MET BOUWNUMMER 198
De voordeuren van de townhouses de appartementen met de bouwnummers 71 en 72 en tweede
toegangsdeur van het woonwerkappartement met bouwnummer 198 worden uitgevoerd in
aluminium met een grote glasopening.
BERGINGSDEUR BIJ TOWNHOUSES
De (buiten)bergingsdeuren van de inpandige berging van de townhouses worden uitgevoerd in
aluminium met een dicht paneel.
2.15.4 GEMEENSCHAPPELIJKE BINNENDEUREN EN KOZIJNEN
ENTREE (BUITEN)DEUREN EN -KOZIJNEN IN ALGEMENE RUIMTEN (ALLEEN VAN TOEPASSING BIJ
APPARTEMENTEN)
De hoofdentree op de begane grond en de gemeenschappelijke fietsenstallingsdeur (buiten) en de
eventuele vluchtdeur (buiten) van de appartementengebouwen worden uitgevoerd in een aluminium
kozijn met een aluminium buitendeur met een grote glasopening.
De hoofdentreedeur, met uitzondering van blok E, wordt voorzien van een elektrische deurautomaat
en wordt aangestuurd middels een sleutelschakelaar of de videofoon in het appartement. Van
binnenuit is deze deur te openen doormiddel van een drukknop. Bij blok E wordt de hardhouten
tussen/lifthal-deur voorzien van een elektrische deurautomaat.
De fietsenstallingsdeur (buiten) wordt uitgevoerd met een elektrische deurautomaat, welke aan de
buitenzijde wordt bediend met een sleutelschakelaar en aan de binnenzijde met een drukknop.
GEMEENSCHAPPELIJKE BINNENDEUREN (ALLEEN VAN TOEPASSING BIJ DE APPARTEMENTEN)
De kozijnen in de lifthallen, trappenhuizen, naar de gemeenschappelijke fietsenstalling (binnen) en
de toegang vanuit de stallingsgarage worden uitgevoerd als houten kozijnen voorzien van vlakke
dichte stompe massieve deuren. De binnenkozijnen en deuren naar de fietsenberging, de deuren
van de parkeergarage naar het trappenhuis, de deuren van het tussenportaal tot aan de lift, de
deuren van de hal op de begane grond naar het trappenhuis zijn voorzien van een glasopening.
De deuren van technische ruimtes, meterruimtes, werkkasten etc. zijn vlakke dichte stompe
massieve houten deuren. Daar waar nodig zijn de deuren, conform de voorschriften, voorzien van
deurdrangers.
19 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
2.15.5 BINNENDEUREN EN BINNENKOZIJNEN IN DE APPARTEMENTEN EN TOWNHOUSES
Voor de binnendeuren en binnenkozijnen is een onderscheid gemaakt in Comfort en Luxe. In de
bijlage is een overzicht van het afwerkingsniveau per bouwnummer opgenomen.
COMFORT
De binnenkozijnen worden uitgevoerd als metalen nastelkozijnen, voorzien van een bovenlicht
of paneel. De slaapkamers, woonkamer, toilet en badkamer worden voorzien van een glazen
bovenlicht. De overige kozijnen worden voorzien van een dicht paneel.
De deuren zijn opdekdeuren, fabrieksmatig afgelakt (RAL 9010).
LUXE
De binnen kozijnen worden uitgevoerd als houten kozijnen. Deze zijn fabrieksmatig afgelakt.
(RAL 9010). De kozijnen worden uitgevoerd zonder bovenlicht. De deuren zijn stompe deuren,
fabrieksmatig afgelakt (RAL 9010).
Onder de binnendeuren wordt een ruimte gehouden voor de ventilatie tussen de verschillende
ruimten. Bij de detaillering is rekening gehouden met een toekomstige vloerafwerking door de koper
van circa 15 mm dik.
De meterkast (kozijn en deur) wordt uitgevoerd conform de binnendeur en deurkozijn van de
betreffende woning. De deuren van de meterkast aan de gangzijde zijn aan de onderzijde voorzien
van een vergrootte spleet en in de deuren is aan de bovenzijde een rooster of sparing opgenomen.
Een en ander conform de uitvoeringsrichtlijnen van de nutsbedrijven.
De deur van de separate bergingen bij blok E, niet van toepassing bij de appartementen met
bouwnummers 71 en 72, wordt uitgevoerd als een houten kozijn en een stompe massieve deur met
een gelijksluitend cilinderslot.
20 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
2.16 HANG- EN SLUITWERK
2.16.1 HANG- EN SLUITWERK IN DE APPARTEMENTEN EN TOWNHOUSES
• Het hang- en sluitwerk van de gevelkozijnen van de begane grond en 1e verdieping en de
woningentreedeuren voldoet aan weerstandsklasse 2;
• Cilindertrekbeveiliging bij:
• Woningentreedeur (bij appartementen)
• Bij townhouses:
Voordeur;
Bergingsdeur (begane grond)
Schuifpuien op de begane grond
• Waar de regelgeving dat vereist, worden deurdrangers, paniekbeslag en/of panieksloten
toegepast.
De binnendeuren in de appartementen worden voorzien van:
Comfort: Sloten 1200 serie, V&B-sloten, loopsloten, kastsloten. Garnituur: Buvalux Plus F1
Luxe: Sloten 1200 serie, V&B sloten, loopsloten, kastsloten. Garnituur: BUVA RVS Luxemburg
• Garnituur woningtoegangsdeuren, en algemene ruimten Buva serie 3400.
De volgende sloten worden op de binnendeuren aangebracht:
• Badkamer, vrij- en bezetslot
• Toilet, vrij- en bezetslot
• Meterkast, kastslot (waar deze buiten het appartement is gepositioneerd zal deze voorzien zijn
van een gelijksluitend cilinderslot)
• Overige ruimten, loopslot
2.16.2 HANG- EN SLUITWERK GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTEN (NIET VAN TOEPASSING BIJ
TOWNHOUSES)
• Het hang- en sluitwerk van de gevelkozijnen begane grond en de gemeenschappelijke
fietsenstalling en de algemene ruimten voldoet aan weerstandsklasse 2;
• Waar de regelgeving dat vereist, worden deurdrangers, paniekbeslag en/of panieksloten
toegepast;
• Garnituur algemene ruimten: Buva serie 3400.
21 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
2.16.3 SLEUTELPLAN
Iedere eigenaar ontvangt drie sets sleutels die toegang geven tot:
APPARTEMENT:
• Woningentreedeur van het appartement (niet van toepassing bij bouwnummers 72 en 73);
• Voordeur van de appartementen met bouwnummers 72 en 73;
• Deur van de hoofdentree van het appartementengebouw (ook van toepassing bij bouwnummers
72 en 73);
• Deur van de gemeenschappelijke fietsenstalling, gelijksluitend met hoofdentree;
• Entreedeur van woonwerkappartement met bouwnummer 198, gelijksluitend met de voordeur
van het appartement (alleen van toepassing bij bouwnummer 198).
TOWNHOUSE:
• Voordeur van de townhouse
• Bergingsdeur, gelijksluitend met de voordeur
• Schuifpui op begane grond, gelijksluitend met de voordeur
• Deur van de hoofdentree van het naastgelegen appartementengebouw ten behoeve van toegang
tot de stallingsgarage, te weten:
• bouwnummer 291 bij blok C
• bouwnummers 292 en 293 bij blok J
• bouwnummers 294 en 295 bij blok E
STALLINGSPLAATS (INDIEN VAN TOEPASSING):
• De stallingsplaatsen in de stallingsgarage worden per stallingsplaats voorzien van één
afstandsbediening voor bediening van het toegangshek.
Voor de algemene ruimten wordt een cilinder sluitplan opgesteld. Deze wordt overgedragen aan de
VvE (Vereniging van Eigenaren).
22 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
2.17 METAALWERKEN
2.17.1 POSTKASTEN EN BELLENTABLEAU ’S
• De postkastunits en het bellentableau zijn verwerkt in het ontwerp van de entreehal. De frontplaat
wordt uitgevoerd in aluminium. De postkasten hebben aan de voorzijde een brievenklep en in de
entreehal een afsluitbare openingsmogelijkheid om de post te verwijderen. In het bellentableau
zijn ook de camera voor de videofoon en de sleutelschakelaar van de hoofdentree opgenomen;
• De townhouses worden voorzien van een RVS postkast aan de gevel.
2.17.2 HUISNUMMER- EN ALGEMENE BORDEN
De huisnummer- en huisnummerverzamelborden worden uitgevoerd in RVS met gegrafeerde zwarte
letters op de daarvoor noodzakelijke posities.
De algemene en technische ruimten worden voorzien van naamborden.
2.17.3 DAKDOORVOEREN EN DAKKAPPEN
De centrale dak doorvoeren en dakkappen voor de diverse installaties worden uitgevoerd in metaal
en/of kunststof.
2.17.4 ALUMINIUM DAKKAPPEN EN AFDEKKERS
De dakranden worden voorzien van aluminium dakrandprofielen of dakkappen, in kleur.
Aan de onderzijde van de kozijnen komt ter plaatse van natuurstenen gevelbekleding en aluminium
beplating en aluminium afdekker.
2.18 PLAFOND-AFWERKING (BINNEN)
PLAFONDS IN DE APPARTEMENTEN EN TOWNHOUSES
De plafonds, met uitzondering van de meterkasten en technische ruimten, worden voorzien van
spuitwerk, in de kleur wit.
Ter plaatse van de aansluiting van twee vloerplaten ontstaan er aan de plafondzijde V-naden.
23 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
Comfort (C): De V-naden blijven in het zicht;
Luxe (L): De V-naden worden dichtgezet en vlak afgewerkt. Ondanks een zorgvuldige uitvoering
is het mogelijk dat er lichte scheurvorming ontstaat ter plaatse van deze vlak afgewerkte V-naden.
Deze scheurvorming valt niet onder de SWK garantie.
PLAFOND GEMEENSCHAPPELIJKE ENTREEHAL APPARTEMENTENGEBOUW (BEGANE GROND)
De plafonds in de entreehallen op de begane grond worden voorzien van een akoestisch verlaagd
systeemplafond.
PLAFOND GEMEENSCHAPPELIJKE LIFTHALLEN/GANGEN EN TRAPPENHUIZEN APPARTEMENTENGEBOUW
(VERDIEPINGEN)
De plafonds in de gemeenschappelijke gangen op de verdiepingen en de gemeenschappelijke
fietsenstallingen en de onderzijde van de trappen worden voorzien van fijne structuur spuitwerk.
De plafonds in de lifthallen op de verdiepingen en de bordessen in de trappenhuizen worden
voorzien van een akoestische plafond.
PLAFOND STALLINGSGARAGE IN DE KELDER
De betonplafonds in de stallinggarage worden, daar waar appartementen / commerciële ruimten
boven zijn geprojecteerd, voorzien van een geïsoleerd fijndradig houtwolcement plafond. Aan het
plafond van de stallingsgarage bevinden zich diverse leidingen en kabelgoten in het zicht.
2.19 WANDAFWERKING (BINNEN)
2.19.1 WANDAFWERKING APPARTEMENTEN EN TOWNHOUSES
De wanden, voor zover niet betegeld, worden behang klaar opgeleverd, met uitzondering van de
meterkast en technische ruimte. Er worden geen vloerplinten aangebracht.
De wanden in het toilet worden tot circa 1.500 mm boven afgewerkte vloer voorzien van tegelwerk.
Het niet betegelde deel in het toilet wordt voorzien van fijne structuur spuitwerk. De wanden van de
badkamer worden tot plafondhoogte betegeld. Er wordt verschil gemaakt in de afmetingen van de
wandtegels. In de bijlage is een overzicht van het afwerkingsniveau per bouwnummer opgenomen.
24 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
2.19.2 WANDAFWERKING GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTEN (NIET VAN TOEPASSING BIJ
TOWNHOUSES)
WANDAFWERKING GEMEENSCHAPPELIJKE CENTRALE ENTREEHAL (BEGANE GROND)
De wanden van de gemeenschappelijke entreehal van de begane grond van de
appartementengebouwen worden vlak afgewerkt, in kleur.
WANDAFWERKING GEMEENSCHAPPELIJKE LIFTHALLEN EN TRAPPENHUIZEN
De wanden van de hallen/gangen en de wanden van de trappenhuizen worden voorzien van fijne
structuur spuitwerk.
OVERIGE GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTEN
De wanden van de gemeenschappelijke werkkasten worden ter plaatse van de uitstortgootsteen tot
een hoogte van 1.200 mm voorzien van wandtegels. Overige wanden worden niet nader afgewerkt.
De wanden van de gemeenschappelijke meterruimten, technische ruimten en stallingsgarage
worden niet nader afgewerkt.
2.20 VLOERAFWERKING
2.20.1 VLOERAFWERKING APPARTEMENTEN EN TOWNHOUSES
De constructieve vloeren van de appartementen en townhouses worden, met uitzondering van
de douchehoek, afgewerkt met een zwevende dekvloer. De zwevende dekvloer wordt opgebouwd
uit een isolatielaag, welke los op de betonvloer ligt. Daarop wordt de afwerkvloer aangebracht. De
afwerkvloeren worden, met uitzondering van de badkamer uitgevoerd in anhydriet. In de badkamer
zal een zandcementvloer worden aangebracht. In de afwerkvloer worden leidingen opgenomen,
waaronder van de vloerverwarming. In de vloer kan niet gehakt of geboord worden.
Bij de keuze van de na oplevering toe te passen vloerafwerking dient bij de appartementen
rekening te worden gehouden met de bepalingen in de splitsingsakte rond het voorkomen van
geluidsoverlast. De verwerkingsadviezen van de leveranciers dienen nageleefd te worden bij het
aanbrengen van de vloerafwerkingen. Het totale pakket van de aan te brengen vloerbedekking mag
een maximale isolatiewaarde hebben van 0,10 m²K/W.
25 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
2.20.2 VLOERAFWERKING ALGEMENE RUIMTEN (NIET VAN TOEPASSING VOOR TOWNHOUSES)
VLOERAFWERKING GEMEENSCHAPPELIJKE ENTREE LIFTHAL BEGANE GROND
De vloer van de gemeenschappelijk entree-/lifthal op de begane grond wordt voorzien van
vloertegels met een tegelafmeting van circa 600 x 600 mm met een bijpassende plint. Bij de
entreedeur wordt een schoonloopmat in een metalen matrand in het tegelwerk opgenomen. De
vloertegels worden doorgelegd in de lift.
VLOERAFWERKING GEMEENSCHAPPELIJKE LIFTHALLEN VERDIEPINGEN
De hallen en gangen op de verdiepingen worden voorzien van een PVC vloerbedekking.
VLOERAFWERKING GEMEENSCHAPPELIJKE TRAPPENHUIZEN
De vloeren in de trappenhuizen worden voorzien van PVC vloerbedekking.
De vloeren en/of bordessen en trappen welke zijn uitgevoerd in prefab beton worden niet nader
afgewerkt.
VLOERAFWERKING STALLINGSGARAGE, INCLUSIEF HALLEN
De vloeren van de stallinggarage, inclusief hallen worden uitgevoerd in gestort beton met een
monolithische afwerking.
VLOERAFWERKING FIETSENSTALLING
De vloeren van de gemeenschappelijke fietsenstallingen worden voorzien van een zandcement vloer
voorzien van slijtlaag.
2.21 TEGELWERK, VENSTERBANKEN EN ONDERDORPELS
2.21.1 TEGELWERK APPARTEMENTEN EN TOWNHOUSES
De vloeren en wanden (deels) van de badkamer en het toilet wordt voorzien van tegelwerk.
In het toilet wordt het wandtegelwerk tot circa 1.500 mm boven de afgewerkte vloer worden een
aangebracht. In de badkamer wordt het wandtegelwerk tot het plafond aangebracht.
De douchehoekvloer wordt verdiept aangebracht. De vloer- en wandtegels worden niet strokend
gelegd.
VLOERTEGELWERK
De vloertegels in de kleur grijs worden in tegelverband gelegd en grijs afgevoegd.
26 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
WANDTEGELWERK
De wandtegels in glans wit worden liggend, in tegelverband, gelegd en wit afgevoegd.
De afmetingen van de vloer- en wandtegels zijn aangegeven in de bijlage.
2.21.2 TEGELWERK ALGEMENE RUIMTEN (NIET VAN TOEPASSING VOOR TOWNHOUSES)
De vloer van de centrale entreehal van de appartementengebouwen wordt voorzien van keramische
vloertegels, afmeting 600 x 600 mm, kleur grijs.
De wanden van de gemeenschappelijke werkkasten worden ter plaatse van de uitstortgootsteen
voorzien van keramische wandtegels tot circa 1.200 mm boven de vloer, kleur wit.
2.21.3 VENSTERBANKEN
De gevelkozijnen, welke niet tot aan de vloer doorlopen, worden aan de binnenzijde voorzien van
een kunststenen vensterbank, welke circa 2 cm uitsteekt. In de kleur wit
Met uitzondering van de badkamer. Hier worden de vensterbanken doorgetegeld.
2.21.4 KUNSTSTENEN ONDERDORPELS
Onder de onderstaande deurkozijnen wordt een kunststenen dorpel, kleur antraciet, aangebracht:
• Voordeur, bergingsdeur en schuifpuien (begane grond) van de townhouses
• De voordeur van woonwerkappartement met bouwnummer 198;
• De woningentreedeuren van de appartementen;
• De binnendeuren van toilet en badkamer;
De overige kozijnen worden zonder onderdorpel uitgevoerd.
2.21.5 NATUURSTENEN ONDERDORPEL
Onder centrale toegangsdeuren, vluchtdeuren wordt een natuurstenen dorpel aangebracht.
27 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
2.22 AFTIMMERWERK
2.22.1 AFTIMMERWERK BINNEN
Er worden diverse aftimmeringen aangebracht. Deze worden met name aangebracht ter plaatse van
de kozijnaansluitingen en houten trappen (alleen van toepassing bij townhouses) waar noodzakelijk.
In de appartementen en townhouses worden geen plinten aangebracht.
In algemene ruimten waar een PVC-vloerbedekking wordt aangebracht zal een witte plint worden
aangebracht.
2.22.2 AFTIMMERWERK BUITEN
WANDBEKLEDING
Daar waar de gevel niet wordt voorzien van de basis gevelbekleding, zijnde metselwerk/
natuurstenen- en metalenbekleding, wordt de gevel (waaronder binnenzijde van de dakranden,
binnenzijde van de loggia’s en balkons) afgewerkt met onderhoudsarm plaatmateriaal, in de kleur
wit. Zoveel mogelijk blind bevestigd, maar altijd geborgd met schroeven aan de bovenzijde.
BUITENPLAFONDS
Daar waar aan de buitenzijde onder balkons geïsoleerd moet worden, wordt de onderzijde afgewerkt
met onderhoudsarm vezel gebonden plaatmateriaal, in de kleur wit.
FTIMMERWERK
2.23 KEUKENINRICHTING
De appartementen en townhouses zijn standaard voorzien van een projectkeuken, die is uitgewerkt
door Homestudios en schematisch is weergegeven op de verkooptekeningen. Deze projectkeuken
vertegenwoordigd een waarde die u in de vorm van een waardecheque kunt besteden bij
Homestudios. De hoogte van deze waardecheque verschilt per woning. In de bijlage is een overzicht
van waardecheques per bouwnummer opgenomen.
De positie van de wandcontactdozen, aansluitpunten kraan en dergelijke worden, conform de
standaardposities, op de keukentekening gerealiseerd.
Indien u een andere keuken wenst dan de uitgewerkte projectkeuken, dan kunt u dat aangeven via
onze woonadviseur van Homestudios.
28 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
2.24 BEGLAZING EN SCHILDERWERK
2.24.1 BEGLAZING
De gevelkozijnen van de appartementen en townhouses worden voorzien van hoog rendement
isolatieglas. Zogenaamd HR++ glas. Waar volgens de eisen van Bouwbesluit noodzakelijk wordt
doorvalveilig en/of brandwerende en/of geluidwerende beglazing toegepast.
De glasopeningen in de kozijnen en deuren in de algemene ruimte (niet van toepassing voor de
townhouses) worden, waar volgens de eisen van het Bouwbesluit noodzakelijk, uitgevoerd in
doorvalveilig, letsel beperkend en/of brandwerende beglazing.
2.24.2 GLASBEWASSING EN GEVELONDERHOUD
De glasbewassing van de gevelkozijnen in de appartementen, kan vanuit de woning door middel van
de draaiende delen worden uitgevoerd.
Voor de glasbewassing van townhouses, het gevelonderhoud en de bewassing van de glazen hekken
kan er een hoogwerker worden ingezet. De posities en de reikwijdte hiervan zijn in kaart gebracht.
De informatie betreffende de appartementen zal aan de VVE worden overhandigd.
2.24.3 SCHILDERWERK
BUITEN
De gevelkozijnen, ramen en deuren zijn uitgevoerd in een aluminium uitvoering conform de kleur
welke is aangegeven in de kleur- en materiaalstaat. De kleur van de binnen- als buitenzijde staan
opgenomen in de kleurenstaat. Deze kozijnen zijn fabrieksmatig voorzien van kleurcoating, conform
kleur- en materiaalstaat.
BINNEN (IN APPARTEMENTEN EN TOWNHOUSES)
In verband met de regelgeving wordt het binnen schilderwerk uitgevoerd in een water gedragen
verfsysteem. De volgende onderdelen in de woning worden dekkend geschilderd afgewerkt conform
de kleur- en materiaalstaat:
• Houten- en metalen binnen kozijnen: fabrieksmatig voorzien van kleurcoating;
• De nodige aftimmeringen.
29 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
De aftimmeringen in de technische ruimten worden niet afgeschilderd.
De trappen, hekken en leuningen van de townhouses worden fabrieksmatig gegrond.
De trappen, met uitzondering van de traptreden, hekken en leuningen worden afgeschilderd. De
traptreden worden niet afgeschilderd.
BINNEN (GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTEN)
Het schilderwerk van de binnenkozijnen en binnendeuren van de algemene ruimten worden
dekkend geschilderd in kleur, conform kleur- en materiaalstaat.
De wanden van centrale entreehal van de appartementengebouwen worden gesausd.
De stallingsplaatsnummers en de belijning van de parkeervakken in de stallingsgarage worden in
het wit op de betonvloer aangebracht.
2.25 WATERINSTALLATIE
2.25.1 WATERINSTALLATIE VAN DE APPARTEMENTEN EN TOWNHOUSES
De waterleiding wordt volgens de voorschriften van de nutsbedrijven uitgevoerd. De
drinkwaterleidingen worden uitgevoerd in koperen en/of kunststof leidingwerk. De leidingen worden
daar waar mogelijk weggewerkt in de wanden en/of vloeren. In de meterkast, technische ruimten en
inpandige berging worden de leidingen uitgevoerd als opbouwleidingen.
De appartementen en townhouses worden aangesloten op het waterleidingnet. De aansluitkosten
van het water leverende bedrijf zijn bij de koopsom inbegrepen. De watermeter wordt in de
meterkast van de woning geplaatst.
Een koud- en warmwaterleiding wordt aangelegd naar:
• Het aansluitpunt ten behoeve van de keukenmengkraan in de keuken;
• De mengkraan op de wastafel in de badkamer;
• De douchemengkraan in de badkamer;
• De badmengkraan in de badkamer (indien van toepassing).
Een koudwaterleiding wordt aangelegd naar:
• Tappunt bij opstelplaats van de vaatwasser (indien van toepassing, zie bijlage);
• De toiletcombinatie;
• De fonteinkraan in het toilet (indien van toepassing);
• Tappunt bij de opstelplaats van het voorraadvat van de lucht/water-warmtepomp;
• Tappunt bij de opstelplaats van de wasmachine (is tevens vulpunt voor de technische installatie).
30 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
2.25.2 GEMEENSCHAPPELIJKE WATERINSTALLATIE
Het project wordt ten behoeve van de vereiste waterleidingdruk voor de appartementen voorzien
van één (gemeenschappelijke) waterdrukverhogingsinstallatie, zo genaamde hydrofoorinstallatie.
Deze wordt geplaatst in de hydrofoorruimte in de stallingsgarage. Vanuit de hydrofoor wordt deze
vertakt naar de individuele watermeters. De townhouses worden rechtstreeks op het waterleidingnet
aangesloten. De gemeenschappelijke werkkast in ieder appartementengebouw wordt voorzien van
een koudwater aansluiting (met close-in boiler en een uitstortgootsteen) aangesloten op een aparte
tussenwatermeter. Voor het watergeefsysteem van de binnentuin op de stallingsgarage wordt een
koudwater aansluiting aangebracht, aangesloten op een aparte tussenwatermeter.
2.26 SANITAIR
2.26.1 SANITAIR VAN APPARTEMENTEN EN TOWNHOUSES
Het sanitair staat nader omschreven in de sanitair specificatie welke in de bijlage is opgenomen.
Tevens is de sanitair uitrusting per bouwnummer opgenomen. Het sanitair wordt uitgevoerd in de
kleur wit. De wit tint tussen de stalen-, kunststof- en keramische onderdelen kan verschillen. Het
sanitair is in Homestudios te bezichtigen.
2.26.2 SANITAIR IN ALGEMENE RUIMTEN (GEMEENSCHAPPELIJK)
De gemeenschappelijke werkkast in ieder appartementengebouw wordt ten behoeve van onderhoud
van de gemeenschappelijke ruimten, voorzien van een koud- en warmwaterkraan (met close-in
boiler) en een uitstortgootsteen. De waterleiding wordt aangesloten op de algemene watermeter.
2.27 ELEKTRISCHE INSTALLATIE
2.27.1 ELEKTRISCHE INSTALLATIE VAN DE APPARTEMENTEN EN TOWNHOUSES
In de meterkast wordt een elektra-aansluiting met een elektrameter gerealiseerd door de
nutspartijen. Vanaf de elektrameter wordt een laagspanningsinstallatie aangelegd volgens het
centraal dozen systeem. Verdeeld over diverse groepen zijn de wandcontactdozen en lichtpunten
aangesloten op de groepenkast in de meterkast. Het aantal groepen wordt bepaald door de
31 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
installateur en is afgestemd op de voor dit werk geldende wet- en regelgeving.
De leidingen worden in de vloeren en wanden weggewerkt, met uitzondering van de meterkast en
technische ruimte/berging. Hier worden de leidingen in het zicht aangebracht en wordt er opbouw
materiaal toegepast.
De posities van de schakelaars, wandcontactdozen en rookmelders zijn schematisch weergegeven
op de verkooptekeningen.
Het schakelmateriaal is van merk Busch & Jaeger, serie: SI, kleur wittint. Er wordt, met uitzondering
van de meterkast en technische ruimte, inbouw schakelmateriaal toegepast. In de meterkast
en technische ruimte wordt opbouw schakelmateriaal toegepast. Het schakelmateriaal is bij
Homestudios te bezichtigen.
De dubbele wandcontactdozen worden in de woonkamer, keuken en slaapkamers horizontaal
geplaatst op circa 300 mm boven de afgewerkte vloer, uitgezonderd de wandcontactdozen bij
de keukenopstelplaats. Deze worden geplaatst op circa 1200 mm boven de afwerkvloer. De
wandcontactdozen voor de mechanische ventilatie unit, lucht/water-warmtepomp, wasmachine en
wasdroger worden op de daartoe geëigende hoogte uitgevoerd. In de overige ruimten worden de
wandcontactdozen geplaatst op circa 1050 mm boven de afwerkvloer. De wandcontactdoos in de
meterkast wordt conform voorschriften geplaatst.
De lichtschakelaars in het appartement worden geplaatst op circa 1050 mm boven afwerkvloer,
uitgezonderd de lichtschakelaar bij de keukenopstelplaats en het toilet. Deze worden op circa 1200
mm boven afwerkvloer geplaatst.
Keuken (zie bijlage voor de aansluitingen per bouwnummer)
• Een aansluitpunt ten behoeve van een vaatwasser (op aparte groep)(indien van toepassing);
• Een aansluitpunt voor een oven/magnetron, aansluitvermogen 3,6 kW (op aparte groep)(indien
van toepassing);
• Twee horizontale dubbele wandcontactdozen boven het aanrecht;
• Een aansluitpunt voor een keramische/inductie kookplaat, aansluitvermogen 7,6 kW (perilex-
aansluiting);
• Een aansluitpunt voor een koel/vries combinatie;
• Een aansluitpunt ten behoeve van de schouwkap;
Badkamer
• Een enkele wandcontactdoos nabij de wastafel;
• Een aansluitpunt ten behoeve van een wandlichtpunt achter de spiegel, hoogte circa 1700 mm;
• Een aansluitpunt voor elektrische design handdoekradiator.
32 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
Overige
• Een enkele wandcontactdoos ten behoeve van wasmachine-opstelplaats, op een aparte groep
(opbouw);
• Een enkele wandcontactdoos ten behoeve van wasdroger-opstelplaats, op een aparte groep
(opbouw);
• Een wandcontactdoos voor de mechanische ventilatie unit (opbouw);
• Een wandcontactdoos voor de lucht/water-warmtepomp (opbouw);
• Meterkast voorzien van één dubbele wandcontactdoos (opbouw).
• Een wandcontactdoos in de separate individuele berging bij blok E gecombineerd met de
schakelaar, welke wordt aangesloten op de installatie van het betreffende appartement.
ELEKTRA TEN BEHOEVE VAN ZONWERING
Daar waar op verkooptekeningen is aangegeven wordt er zonwering aangebracht. Deze is per
ruimte van binnen elektrisch te bedienen. Hiervoor worden de benodigde leidingen en schakelaars
aangebracht.
TELEFOON - CENTRALE ANTENNE INRICHTING
Ten behoeve van de telefoonvoorziening en kabeltelevisie wordt een bedrade leiding aangebracht
van de meterkast naar de woonkamer en slaapkamer 1. Voor de overige verblijfsruimten wordt een
onbedrade leiding naar de meterkast aangebracht. De inbouwdozen worden aangebracht op circa
300 mm boven de afwerkvloer. De entree en abonnementskosten voor telefonie en kabeltelevisie
zijn niet in de koopsom inbegrepen.
VERLICHTING
Voor de appartementen en townhouses zijn, met uitzondering van de buitenruimten en entree-/
voordeur, geen verlichtingsarmaturen voorzien.
Elke buitenruimte wordt voorzien van een buitenwand lichtarmatuur, nog nader te bepalen door de
ondernemer. De schakelaar wordt binnen het appartement en townhouse aangebracht.
Het buitenwandarmatuur nabij de voordeur van de townhouses en de woonwerkappartement met
bouwnummer 198 wordt nog nader door ondernemer bepaald.
2.27.2 ELEKTRA INSTALLATIE GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTEN (NIET VAN TOEPASSING VOOR DE
TOWNHOUSES)
De voeding voor de elektrotechnische installatie worden, met uitzondering van blok F, per
33 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
blok ingevoerd in de centrale voorzieningenkast. De invoer van blok F vindt plaats in blok G.
Vanuit de centrale voorzieningenkast van blok G wordt de installatie aangelegd naar de centrale
voorzieningenkast van blok F.
De voeding voor de elektrotechnische installatie van de stallingsgarage wordt ingevoerd in de
centrale voorzieningenkast, welke is geplaatst in blok D.
De elektrische voorzieningen ten behoeve van de hoofdentree, lifthallen, gangen, trappenhuizen
en fietsenstalling worden aangesloten op deze centrale algemene voorziening. In de algemene
gemeenschappelijke ruimten wordt de nodige verlichting aangebracht, uitgevoerd in ledverlichting.
De noodverlichting wordt daar waar mogelijk geïntegreerd in de verlichtingsarmaturen en anders
separaat geplaatst.
De algemene verlichting wordt als volgt geschakeld:
• De verlichting in de centrale hallen wordt geschakeld door middel van een schemerschakelaar.
• De inpandige algemene ruimten (met uitzondering van de technische ruimten en kasten)/
trappenhuizen brandt continue indien er geen daglichttoetreding aanwezig is. Indien dit wel het
geval is wordt de verlichting geschakeld door middel van bewegingssensoren.
• In de stallingsgarage brandt 50% continue, de overige 50% wordt ingeschakeld zodra
bewegingssensoren beweging detecteren.
In de hal of gang van iedere verdieping wordt een wandcontactdoos ten behoeve van algemeen
gebruik aangebracht. Deze wandcontactdozen worden geschakeld in de werkkast van de het
appartementengebouw.
VIDEOFOONINSTALLATIE EN DEURBELINSTALLATIE
Voor de toegangscontrole van de entree van de centrale hal wordt, met uitzondering van blok
E, in het front van de postkasten een bellentableau en camera opgenomen. De appartementen,
welke worden ontsloten via de centrale hal, zijn voorzien van een videofooninstallatie met
kleurenbeeldscherm (zonder hoorn) gekoppeld aan de elektrische deurautomaat van de
hoofdentreedeur.
Bij blok E wordt de deur van de centrale entreehal naar de lifthal voorzien van een elektrische
deurautomaat. Het bellentableau, waarmee deze deur wordt ontsloten, wordt in de centrale
entreehal geplaatst.
In de onderstaande situaties wordt er een roestvrij stalen beldrukker aangebracht en voorzien van
een schel in de hal:
• De voordeuren van de townhouses;
• Voordeuren van de appartementen met bouwnummers 72 en 73;
• Woonwerkappartement met bouwnummer 198.
34 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
In de onderstaande situaties wordt er een roestvrij stalen beldrukker aangebracht en aangesloten op
de videofooninstallatie:
• Woningentreedeuren (bij de appartementen).
TOEGANGSCONTROLE SYSTEEM STALLINGSGARAGE BIJ HELLINGBAAN
De stallinggarage wordt afgesloten door een vouwhekwerk. De bediening vindt plaats door
middel van een lange afstandslezer die het vouwhek bij het in- en uitrijden aanstuurt. Bij iedere
stallingsplaats wordt een afstandsbediening meegeleverd.
De stallingsgarage wordt voorzien van een brandmeldinstallatie en brandschermen, conform
de verkooptekening. Hiermee wordt de stallingsgarage gecompartimenteerd. Bij brandmelding
gaan deze brandschermen naar beneden om te voorkomen dat de brand meteen naar andere
compartimenten doorslaat. Vanuit ieder compartiment kan door een trappenhuis naar aansluitend
terrein gevlucht worden.
In de hellingbaan van de stallingsgarage wordt een elektrische rijstrookverwarming opgenomen (en
aangesloten op de cvz-kast van de stallingsgarage) om bevriezing te voorkomen.
MOGELIJKHEID VOOR OPLADEN ELEKTRISCHE AUTO’S
In de stallingsgarage wordt rekening gehouden met een (beperkte) mogelijkheid voor het opladen
van elektrische auto’s (optioneel).
PV-PANELEN
Op de daken van zowel de appartementen als de townhouses worden PV-panelen geplaatst.
De PV-panelen van de appartementen worden aangesloten op de gemeenschappelijke elektrameter
van het betreffende appartementengebouw, waarmee de opgewekte stroom ten gunste komt voor
de betreffende VVE, waar de appartementen deel van uitmaken. De PV-panelen van de townhouses
worden rechtstreeks aangesloten op de elektrameter van de betreffende woning, waarmee de
opgewekte stroom ten gunste komt voor het betreffende townhouse.
VOORBEREIDENDE VOORZIENINGEN TEN BEHOEVE VAN PAKKETKLUISJESSYSTEEM (BLOK E)
In appartementengebouw blok E worden de voorbereidende voorzieningen aangebracht voor de
mogelijkheid tot het plaatsen van een pakketkluisjes kast (met mogelijkheid tot gemeenschappelijk
gebruik binnen het project). De voorbereidende voorzieningen bestaan uit een loze leiding naar de
centrale voorziening kast voor elektra en data.
35 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
2.28 VERWARMINGSINSTALLATIE
De appartementen en townhouses worden voorzien van een individueel verwarmingssysteem dat
bestaat uit een lucht/water-warmtepomp en vloerverwarmingsafgiftesysteem.
LUCHT/WATER-WARMTEPOMP
De lucht/water-warmtepomp haalt energie uit de buitenlucht, waarmee warm tapwater en de
verwarming en (beperkte) koeling wordt voorzien. De lucht/water-warmtepomp bestaat uit twee
onderdelen de binnenunit met een voorraadvat en de buitenunit waar de energie uit de buitenlucht
wordt gehaald. De binnenunit van de lucht/water-warmtepomp bevindt zich in de techniekruimte/
berging en de buitenunit van de luchtwaterwarmtepomp bevindt zich op het dak. Aan de hand van
de definitieve transmissieberekening wordt door de installateur de capaciteit van de lucht/water-
warmtepomp bepaald.
Het warmtapwater voor huishoudelijk gebruik wordt opgeslagen in een individueel voorraadvat.
De lucht/water-warmtepomp van de appartementen en de townhouses, met uitzondering van
de appartementen welke standaard voorzien zijn van twee badkamers, zijn uitgerust met een
voorraadvat van 200 liter. De appartementen welke twee badkamers hebben, worden voorzien
van een separaat voorraadvat van circa 300 liter. Dit voorraadvat komt in plaats van het standaard
voorraadvat van circa 200 liter. Zie bijlage voor de grootte van het voorraadvat per bouwnummer.
De buitenunit van de lucht/water-warmtepomp staat op het dak. Bij de appartementen is dit dak
gemeenschappelijk. De buitenunit wordt met leidingen gekoppeld aan de binnenunit. De leidingen
worden deels weggewerkt in de schachten, wanden en/of vloeren (niet bij de technische ruimte en
de berging).
VLOERVERWARMING
De warmteafgifte voor de verwarming (en beperkt voor de koeling) van het appartement of
townhouse vindt plaats doormiddel van vloerverwarming, die wordt uitgevoerd met slangen
in de zwevende dekvloeren. In de meterkast, technische ruimte en berging en ter plaatse van
het keukenblok en de douchehoek wordt geen vloerverwarming aangebracht. De horizontale
verdeelleidingen zijn van kunststof en worden opgenomen in de dekvloer, waardoor er geen boor-
, hak-, spijker- en breekwerk in de vloer verricht mag worden. In de woning wordt een verdeler
geplaatst waar de verdeelleidingen op worden aangesloten. De verdeler wordt voorzien van een
metalen omkasting, in een witte kleur. De positie van deze verdeler staat op tekening aangegeven.
In verband met regelgeving inzake legionella, kan deze positie alleen in overleg met de installateur
36 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
worden gewijzigd.
De temperatuurregeling van de vloerverwarming vindt plaats doormiddel van een thermostaat,
die in de woonkamer wordt geplaatst. In de op verkooptekening aangegeven appartementen en de
townhouses worden voorzien van een tweede thermostaat, welke geplaatst wordt in slaapkamer 1.
Deze thermostaat regelt de temperatuur van deze en, indien van toepassing, alle slaapkamers. Dit is
een zogenaamde zone-regeling. De thermostaten zijn digitaal en draadloos.
In de badkamer wordt ten behoeve van extra comfort een elektrische design radiator geplaatst.
De conform SWK te behalen en te handhaven temperatuur, bij gelijktijdig functioneren van alle
verwarmingselementen en bij gesloten ramen en deuren, is voor de volgende ruimten ten minste:
woonkamer 20ºC
keuken 20ºC
slaapkamer(s) 20ºC
badkamer 22ºC
entree 15ºC
Voor de berekening van de capaciteit van de centrale verwarmingsinstallatie gelden de voorwaarden
en berekeningsgrondslagen conform de uitgave van de SWK 2014 en de aanvullende garantie
voorwaarden module II P.
Het verwarmingssysteem is, met uitzondering van de elektrische design badkamer radiator, een
zogeheten ‘traag systeem’, dit betekent dat de opwarm/koeltermijn langer duurt in vergelijking tot
traditionele systemen.
2.29 VENTILATIEVOORZIENINGEN
2.29.1 VENTILATIE APPARTEMENTEN EN TOWNHOUSES
In de appartementen en townhouses wordt een ventilatiesysteem aangebracht op basis van
mechanische toevoer van buitenlucht en mechanische afvoer van binnenlucht met warmte-
terugwinning (WTW).
De luchttoevoer geschiedt via inblaasventielen in het plafond of wand van de verblijfsruimten.
De mechanische af- en toevoer vindt plaats via een gemotoriseerde WTW-ventilatiebox in de
techniekruimte. De WTW-ventilatiebox haalt, indien nodig, warmte uit de af te voeren buitenlucht
om de in te blazen lucht op te warmen.
Leidingkokers verbinden de leidingen met elkaar en komen uit in de techniekruimte van de
woning. Deze leidingen worden naar het dak gevoerd. Via een kanalenstelsel wordt de verse lucht
37 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
aangevoerd en de binnenlucht afgevoerd.
Vanaf de WTW-ventilatiebox wordt de lucht afgezogen en ingeblazen via metalen kanalen met
eventuele (flexibele) hulpstukken. In de keuken, het toilet, de badkamer, de berging en bij de
wasmachine opstelplaats worden afzuigventielen aangebracht op vaste posities. De afzuigventielen
worden per vertrek ingeregeld. De posities van de toevoer- en afvoerventielen zullen na engineering
door de installateur worden bepaald. Deze zijn ter indicatie op de verkooptekening aangegeven.
De bediening van de mechanische ventilatie wordt geregeld via twee draadloze schakelaars, welke
worden geplaatst in de badkamer en keuken. Met deze bediening kan de mechanische afzuiging
tijdelijk in een hogere stand worden gezet.
2.29.2 VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN DE ALGEMENE RUIMTEN
De inpandige verkeersruimten en de inpandige trappenhuizen worden met mechanische aan- en
afvoer geventileerd. De gemeenschappelijke fietsenstallingen en de trappenhuizen, die direct aan de
gevel grenzen, worden natuurlijk geventileerd.
VENTILATIE STALLINGSGARAGE
De stallingsgarage wordt geventileerd middels stuwdruk ventilatoren die de lucht verplaatsen naar
de afvoerkanalen. De afvoer van ventilatielucht wordt verzorgd met axiaal ventilatoren en op vier
plaatsen via schachten naar buiten gebracht. De toevoer is geregeld via de toegang van de garage.
De ventilatie wordt aangestuurd door middel van zogenaamde CO/LPG detectie.
De mechanische ventilatievoorzieningen van de algemene ruimten en de stallingsgarage, zoals
hierboven omschreven, worden aangesloten op de algemene elektravoorzieningen.
2.30 LIFTINSTALLATIE
Elk appartementengebouw wordt voorzien van een liftinstallatie. De lift heeft stopplaatsen in de
stallingsgarage, op de begane grond en op de verdiepingen.
Per stopplaats is er één lifttoegang, die vanuit de lifthal bereikbaar is. De liftcabine vloer wordt
voorzien van vloertegels (conform centrale hal), spiegel, leuning aan één wand en verlichting in
het plafond. De liften worden elektrisch aangedreven en worden aangesloten op de algemene
voorzieningen.
38 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
Nota bene3
3.1 SCHOONMAKEN EN OPLEVERING
Minimaal 2 weken voor de oplevering wordt u schriftelijk op de hoogte gesteld van de definitieve
datum en het tijdstip waarop de oplevering plaats vindt. De townhouses, appartementen en
algemene ruimten worden voor oplevering bezemschoon opgeleverd. De toiletruimte, de badruimte,
indien van toepassing de keuken en de beglazing worden schoongemaakt.
3.2 VEILIGHEID TIJDENS DE UITVOERING
Binnen de huidige wetgeving (Arbowet) is het uitvoerend bouwbedrijf tijdens de uitvoering
verantwoordelijk voor de veiligheid van iedereen die zich op de bouwplaats bevindt. Daarom is
het, ook in uw eigen belang als koper, niet toegestaan het bouwterrein vrijelijk te betreden. Om
u toch mogelijkheid te geven uw toekomstige woning te bezichtigen zullen kijkmiddagen worden
georganiseerd. Alleen op deze kijkmiddagen is het bouwterrein voor u op eigen risico toegankelijk.
Middels infobulletins wordt u van deze kijkdagen op de hoogte gesteld.
3.3 NADERE TOELICHTING
Mocht u vragen hebben over of nadere toelichting willen hebben op de bovengenoemde
omschrijvingen, dan kunt u altijd contact opnemen met uw woonadviseur, de contactgegevens zijn
opgenomen in de Koperskeuzehandleiding Cruquiuswerf.
39 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
Bijlage4
4.1 SANITAIR SPECIFICATIE
4.2 AFWERKINGSNIVEAU PER BOUWNUMMER
4.3 OVERZICHT SANITAIR PER BOUWNUMMER
4.4 OVERZICHT KEUKENS PER BOUWNUMMER
4.5 KLEURENSTAAT EXTERIEUR
4.6 AFWERKSTAAT ALGEMENE RUIMTEN
40 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING
Colofon5
AANNEMER
BAM Wonen Speciale Projecten
Postbus 12890
1100 AW Amsterdam
ONTWIKKELAAR
AM
Ptolemaeuslaan 80
3528 BP Utrecht
41 CRUQUIUSWERF TECHNISCHE OMSCHRIJVING