visie...5 0. visie 0.1 vrijwilligerswerk bij mee & de wering mee & de wering gelooft in de...
Post on 19-Jul-2020
5 Views
Preview:
TRANSCRIPT
1
Programmalijn formeel - informeel
De kracht van vrijwilligerswerk
Visie
©MEE & de Wering November 2016
Auteur: Dagmar Alders m.m.v. medewerkers MEE & de Wering
2
3
INHOUD
INLEIDING ...................................................................................................................................................... 4
0. VISIE ....................................................................................................................................................... 5
0.1 Vrijwilligerswerk bij MEE & de Wering ........................................................................................ 5
0.2 Waarden en uitgangspunten .......................................................................................................... 7
0.3 Soorten vrijwilligerswerk .............................................................................................................. 9
0.4 Meerwaarde van vrijwilligerswerk ............................................................................................... 11
0.5 Grenzen aan vrijwilligerswerk ...................................................................................................... 12
SAMENVATTING ........................................................................................................................................... 13
4
INLEIDING
MEE & de Wering streeft naar een samenleving waarin iedereen naar vermogen kan meedoen en
zoveel mogelijk de regie over het eigen leven behoudt. Een samenleving waar voor iedereen een
gelijkwaardige plaats is. Leidend hierbij zijn de oplossingen die worden aangedragen door de
hulpvragers en hun omgeving (MEE & de Wering, 2015). Om dit te realiseren zetten, naast
beroepskrachten, ook heel veel vrijwilligers zich belangeloos in en werken zij gezamenlijk aan
onderstaande missie:
“MEE & de Wering maakt meedoen mogelijk en helpt kwetsbare mensen de regie over hun eigen
leven te versterken” (MEE & de Wering, 2015)
De betekenis van het werk van vrijwilligers voor het dagelijks leven van kwetsbare mensen en hun
naasten is groot. Vrijwillige inzet vraagt dan ook om een volwaardige plek in de organisatie, met
aandacht voor kwaliteit, ondersteuning en waardering. In dit document is de visie van MEE & de
Wering op vrijwilligerswerk, met daarin de leidende waarden en uitgangspunten, beschreven. Deze
visie biedt het fundament voor het vrijwilligersbeleid. Om als organisatie te staan voor kwalitatief
sterke vrijwillige diensten en uitvoering te geven aan het beleid, is het nodig om te investeren in het
vrijwilligerswerk, zowel in tijd als in (financiële) middelen. Bij elkaar maakt dat MEE & de Wering een
aantrekkelijke organisatie voor vrijwilligers om zich voor in te zetten.
Aan de totstandkoming van zowel de visie als het vrijwilligersbeleid is een heel proces voorafgegaan.
Medewerkers van verschillende teams en regio’s, voornamelijk het team Vrijwillige Inzet West-
Friesland, hebben hier een bijdrage aan geleverd door middel van een denktank, teamdagen,
consultatie en advies. Waarvoor hartelijk dank!
Cliënt
In dit document wordt gesproken over cliënt, daarmee wordt de hulpvrager bedoeld. De vrijwilliger
ziet de hulpvrager niet als zijn of haar cliënt, maar voor de leesbaarheid is voor deze term gekozen.
Beroepskracht
Beroepskrachten is de algemene term voor alle betaalde medewerkers van MEE & de Wering.
Hieronder vallen ook de vrijwilligerscoördinatoren die een meer specifieke taak hebben ten aanzien
van de begeleiding en matching van vrijwilligers en cliënten. In dit document wordt voornamelijk
gesproken over “de beroepskracht”. Hiermee worden alle betaalde beroepskrachten en
vrijwilligerscoördinatoren bedoeld die met vrijwilligers werken. Echter lopen deze begrippen soms
door elkaar, omdat er steeds meer beroepskrachten met vrijwilligers gaan werken, wat zorgt voor een
verschuiving in taken. Dit proces is nog niet uitgekristalliseerd en zal in de toekomst aandacht nodig
hebben om taken, rollen en verantwoordelijkheden van beroepskrachten te verhelderen.
5
0. VISIE
0.1 Vrijwilligerswerk bij MEE & de Wering
MEE & de Wering gelooft in de kracht en de preventieve werking van vrijwilligerswerk. Het verbindt
mensen onderling en versterkt en verduurzaamt zorg en ondersteuning, juist omdat het is ingebed in
sociale relaties en het dagelijkse leven. Vrijwilligers van MEE & de Wering zetten zich in ten behoeve
van zorg en/of ondersteuning van een kwetsbare burger,
soms in een kwetsbare zorgsituatie. Deze vrijwilligers doen
hun werk belangeloos en onbetaald. Het contact met de
cliënt kenmerkt zich door de informaliteit,
gelijkwaardigheid en daarmee ook laagdrempeligheid. Het
gaat om gewoon contact en ondersteuning bij alledaagse
zaken. Vrijwilligers werken vanuit hun eigen werk- en of
levenservaring, uitgaande van de vraag, behoefte en
mogelijkheden van de cliënt.
Binnen MEE & de Wering zijn ook (gespecialiseerde)
vrijwilligers actief op het gebied van sociaal-emotionele
ondersteuning. Deze vrijwilligers kunnen goed omgaan
met de doelgroepen en werken vanuit een combinatie van
intuïtie, gezond verstand aangevuld met trainingen; ze
weten hun werk- en levenservaring in te zetten ten
behoeve van de cliënt. Zij staan open voor mensen met
bijzondere kenmerken, hebben een groot empathisch
vermogen, kunnen onbevooroordeeld luisteren en kunnen goed hun eigen grenzen bewaken zodat ze
niet in de situatie verstrikt raken. Vrijwilligers accepteren en erkennen de cliënt als waardevol mens.
Kort gezegd: het gaat om betrouwbare vrijwilligers met een groot hart!
MEE & de Wering ondersteunt en faciliteert haar vrijwilligers zodat zij hun cliënten zo goed mogelijk
kunnen ondersteunen. Bijvoorbeeld bij het leren omgaan met de diverse doelgroepen en het bewaken
van hun eigen grenzen.
Wat is een complexe situatie?
De situatie waarin een kwetsbare burger verkeert. Hierbij is er sprake van gebeurtenissen en
problemen in diverse leefgebieden welke niet op zichzelf staan. Er is meestal sprake van een
samenstelling van problemen die elkaar beïnvloeden. De kwetsbare burger gaat hierdoor achteruit in
welbevinden en/of heeft de situatie (bijna) niet meer onder controle. Hij/zij is niet bij machte dit zelf op
een maatschappelijk aanvaardbare wijze op orde te krijgen en heeft hier ondersteuning bij nodig. Vaak
zit er een ‘verhaal’ achter.
Wanneer spreek je van kwetsbaar?
Of iemand kwetsbaar is, hangt af van de context waarin dit begrip uitgelegd wordt. Iemand kan in de
ene situatie kwetsbaar zijn en in de andere situatie niet; iedereen kan uit balans zijn. Er kan sprake
zijn van: fysieke, verstandelijke, psychische zwakten, beperkingen of tekorten, maar ook van
Voorbeeld:
Een alleenstaande tienermoeder
die slachtoffer van een loverboy
was, is net verhuisd van de
andere kant van het land naar
Hoorn. Ze heeft hierdoor vrijwel
geen sociaal netwerk meer. Een
vrijwilliger gaat met haar aan
de slag om haar sociale netwerk
opnieuw op te bouwen en te
versterken, zodat ze er niet meer
helemaal alleen voor staat.
6
maatschappelijke onverschilligheid of politiek beleid als oorzaak van kwetsbaarheid (Baart, 2014). Er
is sprake van een (toegenomen) afhankelijkheid van de zorg van anderen en er staat werkelijk iets op
het spel.
Doelgroepen
De doelgroepen voor vrijwilligerswerk zijn divers. Vaak worden voor diverse doelgroepen
verschillende diensten ontwikkeld om zo goed mogelijk bij deze mensen aan te kunnen sluiten. Bij alle
doelgroepen is er sprake van een bepaalde kwetsbaarheid. Mogelijke doelgroepen zijn: ouderen,
kinderen, jongeren, ex- gedetineerden, mensen met een psychische, fysieke of verstandelijke
beperking, laaggeletterden of anderstaligen, dementerenden, mensen met schulden, terminale
patiënten, etc.
De vrijwilliger
‘De vrijwilliger’ bestaat niet. Er zijn verschillende vrijwilligersprofielen voor vrijwilligerswerk. Dit is
afhankelijk van de soort dienst waar zij vrijwilliger bij worden. Al eerder werd beschreven dat het gaat
om betrouwbare mensen met een groot hart. Het is belangrijk dat ze daarnaast over voldoende
draagkracht beschikken. Uiteraard zijn er competenties en eigenschappen die een vrijwilliger in huis
moet hebben om een ander goed te kunnen begeleiden of ondersteunen. Vrijwilligers zijn er in allerlei
soorten en maten. Het kunnen gepensioneerden zijn, ervaringsdeskundigen of bijvoorbeeld studenten,
met ieder hun eigen persoonlijke redenen om vrijwilligerswerk te gaan doen. MEE & de Wering biedt
ruimte voor allerlei soorten vrijwilligers en sluit aan bij de individuele behoeften, ambities en
mogelijkheden van de vrijwilliger. Dit komt zowel ten goede aan de persoonlijke ontwikkeling van de
vrijwilliger, als aan de kwaliteit van dienstverlening aan de cliënt. Vrijwilligerswerk op het gebied van
sociaal-emotionele ondersteuning en vrijwilligers die (nog) niet in staat zijn om te werken, vragen om
extra begeleiding. Dit komt bovenop de reguliere begeleiding van vrijwilligers. MEE & de Wering is
zich hiervan bewust en faciliteert haar beroepskrachten zo goed mogelijk om deze extra begeleiding
te kunnen bieden en daarmee de kwaliteit van het vrijwilligerswerk te borgen.
Veranderende verhoudingen
Afgelopen jaren hebben vrijwilligers een belangrijkere rol gekregen in de zorg en ondersteuning voor
kwetsbare mensen (Kampen, Verhoeven en Verplanke, 2013). Vrijwilligerswerk is vaak voorafgaand
aan of aanvullend op zorg van hulpverleners, maar dit kan ook een invullende rol zijn, bijvoorbeeld als
er sprake is van een deeltaak binnen een hulpverleningstraject. De vrijwilliger heeft hierin een andere
rol en positie dan een hulpverlener. Het is nuttig om deze rollen en taken uit elkaar te houden en dit te
bewaken. De vrijwilligerscoördinator is er verantwoordelijk voor om dit zo goed mogelijk te bewaken.
Hulpverleners werken vanuit een bepaalde organisatorische handelingslogica, specifiek ontwikkelde
kennisbasis, methodieken en protocollen. Ze hebben zich georganiseerd in een beroepsgroep waarbij
je zonder vereiste diploma’s geen toegang krijgt (Duyvendak et al., 2006). Vrijwilligers werken meer
vanuit alledaagse kennis, ervaring en intuïtie (Verplanke et al., 2013) en vanuit het hart: men wil
onbezoldigd iets voor een ander betekenen. Daarnaast hoeft de vrijwilliger geen ‘gepaste
professionele afstand’ te bewaren en binnen vastgestelde tijden het werk te verrichten. Dit resulteert
vaak in een grote persoonlijke betrokkenheid en verduurzaming van de zorg en ondersteuning. Van
belang is dat vrijwilligers beschermd worden tegen bureaucratische afspraken en zorgelijke signalen
kunnen melden. De meerwaarde en eigenheid van vrijwilligerswerk komt pas goed tot uiting als het
werk niet beheerst, maar zo goed mogelijk gefaciliteerd en ondersteund wordt.
7
Figuur 1: voorbeeld veranderende verhoudingen ondersteuners. Vrijwilligers en naasten nemen een
steeds grotere rol in, om duurzame zorg en ondersteuning te realiseren.
0.2 Waarden en uitgangspunten
Vrijwilligerswerk geeft uiting aan de kernwaarden die leidend zijn voor MEE & de Wering:
vraagsturing, regie bij de burger houden, naast de burger staan, eigen kracht versterken, niet zorgen
voor-, maar zorgen dat…en lokaal maatwerk. Het gaat in essentie om het organiseren van gewone
oplossingen dichtbij de burger met een verbindend
karakter. Formele en informele zorg zijn dan optimaal in
balans. In de waarden en uitgangspunten van de
vrijwilligersvisie van MEE & de Wering zijn deze
kernwaarden geborgd. Hieronder staan de waarden van de
vrijwilligersvisie beschreven. Vanuit deze waarden worden
de uitgangspunten voor het vrijwilligerswerk
geformuleerd. De waarden zijn: wederkerigheid, eigenheid,
gelijkwaardigheid, laagdrempeligheid en betrokkenheid.
Hieronder worden de waarden stuk voor stuk toegelicht
waarna de uitgangspunten die hieruit voortvloeien worden
geformuleerd.
Waarden
Wederkerigheid
Vrijwilligerswerk is gebaseerd op de kracht van
wederkerigheid. Wederkerigheid zet in op actief
burgerschap bij kwetsbare mensen, want ook kwetsbare
mensen kunnen iets voor een ander betekenen. Het blijkt
dat wederkerigheid een emanciperend en daarmee
versterkend effect heeft op de cliënt om zowel hulp te krijgen als het te geven. Wie goed doet, goed
ontmoet. Maar let op, het is juist niet: voor wat hoort wat. Door de eigen mogelijkheden en talenten
voor een ander in te zetten, juist ook als hulpvrager, stimuleert het actief burgerschap en maakt het
meedoen mogelijk (Van Deur, et al., 2013). Uit wederkerigheid komt waardering voort, één van de drie
fundamentele waarden voor actief burgerschap (Mogendorff et al., 2012). Daarnaast zorgt
wederkerigheid dat de drempel om zelf hulp te vragen wordt verlaagd. Binnen het vrijwilligerswerk
zien we vaak mensen die zelf ook ooit hulp hebben ontvangen en met die opgedane ervaring anderen
willen helpen. Vrijwilligerswerk kan daarom aangemerkt worden als ‘oefenplaats’ voor
Hulpverlener
Eigen netwerk
Vrijwilliger
Cliënt
Hulpverlener
Eigen netwerk
Vrijwilliger
Cliënt
Voorbeeld:
Een echtpaar waarvan de man
(voormalig tuinder) licht
dementerend raakt. De tuin
raakt in het slob; er wordt een
vrijwilliger ingezet om te helpen
met het onderhoud. De
lichtdementerende heer helpt
zelf ook mee, dit lukt met
aanwijzingen van de vrijwilliger
die op zijn beurt weer veel van
deze meneer leert! Zijn vrouw,
mantelzorger, heeft zo ook weer
even tijd voor zichzelf.
8
wederkerigheid. Zowel voor de vrijwilliger als voor de cliënt. De vrijwilliger in de rol als degene die
‘geeft’ en daarbij de cliënt helpt bij het zoeken (maatwerk) naar een passende plaats in de lokale
samenleving van geven en nemen.
Eigenheid
Vrijwilligerswerk staat ‘los’ van de hulpverlening. Het is een apart traject voor, flankerend aan of na
een hulpverleningstraject. De vrijwilliger heeft dan ook een onafhankelijke positie en werkt puur
vanuit de vraag of behoefte van de cliënt. Vrijwilligers werken vanuit hun eigen ervaring en intuïtief en
worden niet opgeleid tot ‘halve professionals’. Om de kwaliteit van de diensten hoog te houden, de
vrijwilligers en cliënten te beschermen en goed bij de cliënten aan te kunnen sluiten, worden
vrijwilligers wel geschoold in onder andere het omgaan met bepaalde doelgroepen het bewaken van
de eigen grenzen. Om de onafhankelijke positie van de vrijwilliger te beschermen hebben vrijwilligers
geen directe samenwerking met hulpverleners. De contacten verlopen altijd via de
vrijwilligerscoördinator.
Gelijkwaardigheid
Een belangrijke waarde van vrijwilligerswerk is gelijkwaardigheid. Door het inzetten van vrijwilligers
kan een gelijkwaardige relatie opgebouwd worden tussen cliënt en vrijwilliger. Gelijkwaardig is niet
hetzelfde als gelijk, er zijn wel degelijk verschillen tussen cliënt en vrijwilliger. Met gelijkwaardigheid
wordt bedoeld dat er geen sprake is van afhankelijkheid of van een machtspositie van een van beide
partijen. Gelijkwaardigheid helpt om open en eerlijk met elkaar om te gaan. Om deze
gelijkwaardigheid te bewaken, daar waar het op het spel staat, is het nodig om vrijwilligers extra te
begeleiden en ze bijvoorbeeld intervisie te bieden.
Laagdrempeligheid en betrokkenheid
Bij deze bespreken we twee waarden in één. Deze waarden staan voor ‘dichtbij’. De vrijwilliger staat
dichtbij de cliënt, want hij werkt binnen de leefwereld van de cliënt en gaat op informele wijze met de
cliënt om. Vanuit de organisatie wordt dit ook gestimuleerd, gefaciliteerd en bewaakt door de
vrijwilligerscoördinatoren. Dit doen ze door:
snel en kundig in te gaan op nieuwe hulpvragen en op ondersteuningsvragen van vrijwilligers;
de schakel te zijn tussen vrijwilligers en mogelijke hulpverleners;
zelf het eerste contact met de cliënt te leggen (intake);
duidelijke grenzen te stellen en te bewaken voor alle betrokken partijen.
Dichtbij de cliënt staan betekent ook dat de betrokkenheid van de vrijwilligers zo groot is dat ze
volhouden daar waar anderen in de omgeving van de cliënt (buren, vrienden) afhaken.
Uitgangspunten
Complementair aan hulpverlening
Vrijwilligerswerk vindt plaats voor, flankerend aan of na een hulpverleningstraject. Hiermee vult het
de mogelijkheden van hulpverlening aan. De vrijwilligers hebben echter geen direct contact met
hulpverleners om hun onafhankelijke positie te borgen. Anders is het risico groot dat er over, in plaats
van ‘met’ de cliënt gepraat wordt of dat een vrijwilliger aangestuurd wordt door de hulpverlener. Een
deeltaak in een hulpverleningstraject is wel mogelijk.
9
Binnen de leefwereld cliënt
De ondersteuning vindt plaats binnen de alledaagse gang van zaken en kenmerkt zich door ‘gewoon’
informeel contact.
Cliënt centraal
De vrijwilliger gaat uit van de vraag en mogelijkheden van de cliënt, de regie blijft bij de cliënt. Er
wordt nooit ‘over’ maar altijd ‘met’ de cliënt overlegd en de vrijwilliger geeft de cliënt alle aandacht,
onbevooroordeeld en met volle erkenning van de cliënt als waardevol persoon.
Vrijwilligers werken vanuit eigen regie
Vrijwilligers beheren hun eigen agenda en worden niet aangestuurd en zijn hiermee gelijkwaardig aan
de cliënt. Ze werken vanuit eigen werk- en levenservaring en ‘gezonde verstand’. Er wordt vanuit MEE
& de Wering rekening gehouden met de mogelijkheden en ambities van de vrijwilliger.
Door anderen te helpen, help je jezelf
Vrijwilligerswerk is gebaseerd op wederkerigheid. Ook als hulpvrager kan je iets voor een ander
betekenen. Er wordt door vrijwilligerswerk gewerkt aan zelfontplooiing en actief burgerschap en
daarmee aan meedoen in de samenleving.
Volhouden ook bij terugval
De betrokkenheid van vrijwilligers bij de cliënt is groot. De informele, persoonlijke relatie die de
vrijwilliger met de cliënt opbouwt, maakt dat zij volhouden daar waar anderen wellicht afhaken.
Bijvoorbeeld bij terugval of tegenslag.
Tijdelijk
Tijdelijkheid heeft voornamelijk betrekking op het gespecialiseerde vrijwilligerswerk (zie hoofdstuk 3).
Het geeft duidelijk grenzen aan tussen vriendschap of mantelzorg. De inzet van een vrijwilliger is niet
oneindig. Er is meestal sprake van een tijdelijke inzet. Daar waar de cliënt en de vrijwilliger toch
langer willen doorgaan kan dat op eigen titel en onder eigen verantwoordelijkheid gebeuren. Dan is
het doel bereikt en wordt de hulpvrager vanuit het eigen netwerk ondersteund. Er is dan geen
noodzaak meer om er als organisatie tussen te zitten. Er kan ook sprake zijn van structurele
vrijwillige inzet. Dan gaat het om terugkerende ondersteuning zoals het begeleiden van een activiteit
of het jaarlijks invullen van de belastingaangifte. Deze vrijwillige inzet heeft een ander soort
tijdelijkheid in zich, namelijk dat het duidelijk is afgebakend tot één taak.
0.3 Soorten vrijwilligerswerk
MEE & de Wering gelooft in de kracht en de preventieve werking van vrijwilligerswerk. Het verbindt
mensen onderling en versterkt en verduurzaamt zorg en ondersteuning, juist omdat het is ingebed in
sociale relaties en het dagelijkse leven. Vanuit deze visie is afgelopen jaren naast de praktische
ondersteuning steeds meer aandacht gekomen voor vrijwillige inzet ten behoeve van sociaal-
emotionele ondersteuning van mensen in een complexe kwetsbare zorgsituatie. MEE & de Wering
heeft de ambitie uitgesproken om deze vorm van informele zorg te versterken, uit te breiden en
onderdeel te maken van het integrale, lokale dienstenaanbod. Naast de cliënt worden hiervoor ook
10
hulpverleners en mantelzorgers ondersteund. Binnen MEE & de Wering onderscheiden we twee
soorten vrijwillige ondersteuning:
Praktische ondersteuning
Sociaal- emotionele ondersteuning
Er bestaan, naast deze soorten vrijwillige inzet, meer soorten vrijwilligerswerk, zoals mensen die
koffie schenken in een buurthuis of mensen die zich inzetten ten behoeve van activiteiten in de buurt.
Deze vrijwilligers zijn in de regel niet direct bij MEE & de Wering aangesloten. Wel kan het zijn dat
beroepskrachten van MEE & de Wering deze vrijwilligers ondersteunen, bijvoorbeeld opbouwwerkers
die burgerinitiatieven ondersteunen. Een voorbeeld van hoe de verschillende soorten vrijwillige
ondersteuning van MEE & de Wering als een lokaal aanbod vorm krijgt, is uitgewerkt in de
dienstenwaaier1, zie bijlage.
Praktische ondersteuning
Praktische ondersteuning bestaat uit vrijwilligers die zich inzetten ter ondersteuning van de dagelijkse
bezigheden van de cliënten. Denk hierbij aan (samen) boodschappen doen, vervoer, administratieve
ondersteuning of klussen in en om het huis. Het gaat hierbij om ondersteuning die vanuit het eigen
netwerk van de cliënt niet of nauwelijks geboden kan worden. Daarnaast biedt het taakverlichting voor
mantelzorgers.
Sociaal emotionele ondersteuning
Deze vorm van vrijwilligerswerk noemen we ook wel ‘gespecialiseerd vrijwilligerswerk’. Eisen voor
een indicatiestelling zijn afgelopen jaren hoger geworden. Voor cliënten die geen indicering meer
krijgen en toch ondersteuning nodig hebben zijn de diensten van het gespecialiseerd vrijwilligerswerk
ontwikkeld. Dit maakt dat cliënten de regie over hun eigen leven weer terug krijgen en zo wordt
verder afglijden voorkomen. Gespecialiseerd vrijwilligerswerk staat niet op zichzelf. Coördinatoren
monitoren de match en hebben goede verbinding met de netwerkpartners, zoals sociale wijkteams.
Indien nodig kan er snel geïntervenieerd worden. Meestal is er sprake van een één-op-één situatie
(individuele ondersteuning) en problemen op diverse leefgebieden (complexe situatie). Binnen MEE &
de Wering maken we onderscheid in twee soorten gespecialiseerd vrijwilligerswerk: 1)
coachingsdiensten en 2) presentiediensten. Voor beide vormen van vrijwilligerswerk is de
vrijwilligerscoördinator onontbeerlijk. Deze zorgt voor een goede match tussen cliënt en vrijwilliger, is
de vraagbaak voor vrijwilligers, bewaakt grenzen en heeft contacten met hulpverleners.
Coachingsdiensten
Gericht op het aanleren van vaardigheden en/of gedragsverandering en bewustwording, zodat de
cliënt leert het gewone dagelijkse leven (weer) zelfstandig te organiseren. De vrijwilliger werkt samen
met de cliënt aan de vooraf gestelde doelen. Als de doelen zijn behaald, wordt de coaching afgrond. De
vrijwilliger fungeert hierin vaak als rolmodel.
Presentiediensten
In situaties waar coaching naar ‘mee doen’ geen oplossing is, biedt MEE & de Wering vrijwilligers die
‘er zijn’. Zij bieden aandacht en betrokkenheid in contactmomenten waarin de ander centraal staat.
Denk aan mensen voor wie contact met anderen een grotere uitdaging vormt, door hun eigen grenzen.
Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van dementie, een psychiatrische of verstandelijke beperking of bij
1 Een dienstenwaaier is een overzicht van het lokale aanbod van diensten van MEE & de Wering voor cliënten.
11
mensen die in hun laatste levensfase zitten. De inzet van vrijwilligers duurt bij deze diensten langer
dan bij de coachingsdiensten.
0.4 Meerwaarde van vrijwilligerswerk
Vrijwilligerswerk heeft grote betekenis voor zowel de maatschappij, voor de vrijwilligers als voor de
cliënten en hun eigen netwerk. Het draagt bij aan het behouden of het (weer) verkrijgen van regie op
het eigen leven en hierdoor weer kunnen meedoen aan de samenleving. Vrijwilligers kunnen zichzelf
ontplooien. De samenleving wordt veerkrachtiger. De effecten die hiertoe bijdragen staan hieronder
beschreven.
Empowerment
Vrijwillige ondersteuning zorgt voor empowerment van de cliënt en diens eigen netwerk. Dit komt
omdat door de vrijwillige inzet de cliënt weer meer grip op de eigen situatie krijgt en dit
zelfvertrouwen geeft. Dit zelfvertrouwen maakt dat de cliënt beter in staat is zichzelf en anderen te
helpen. De vrijwilliger krijgt ook meer zelfvertrouwen door een ander te helpen van de waardering die
hij/zij ontvangt van de vragende partij. Dit wederkerige effect van empowerment maakt dat
maatschappelijke participatie versterkt en de samenleving veerkrachtiger wordt.
Preventieve werking
Er gaat een preventieve werking uit van vrijwilligerswerk. Dit heeft verschillende oorzaken. Door het
tijdig inzetten van ondersteuning wordt afglijden voorkomen. Het inzetten van zwaardere vormen van
ondersteuning, zoals professionele hulpverlening is dan meestal niet (meer) nodig. Daarnaast draagt
het bij aan het ‘durven hulp vragen’. Bij zowel vrijwilligers als bij cliënten is gebleken dat zij eerder
hulp durven te vragen. Dit komt enerzijds door de laagdrempeligheid, anderzijds door de
wederkerigheid (zie paragraaf 2.1).
Signaleren
Vrijwilligers van MEE & de Wering werken binnen de leefwereld van de cliënt. Dat maakt dat zij veel
meekrijgen en zien van de alledaagse gang van zaken. Dit heeft een grote meerwaarde, omdat
hierdoor vrijwilligers tijdig zorgelijke situaties kunnen signaleren en dit bespreekbaar kunnen maken
met de cliënt. Vanuit de organisatie worden de vrijwilligers ondersteund om hierbij integer te kunnen
handelen.
Verduurzamen zorg en ondersteuning
Vrijwilligers ondersteunen cliënten en ook hun mantelzorgers. Hierdoor ervaren die een
lastenverlichting, het geeft respijt. Mantelzorgers kunnen zodoende hun taken beter volhouden.
Omdat vrijwilligerswerk is ingebed in sociale relaties versterkt en verbindt het mensen met elkaar.
Het helpt om de situatie en de vragen die leven te normaliseren. Daarnaast kan het na de werktijd van
zorg- en hulpverleners plaatsvinden. Daarmee biedt vrijwilligerswerk duurzame zorg- en
ondersteuning.
Sterk aansluiten bij de cliënt
Vrijwilligers werken binnen de leefwereld van de cliënt. De ondersteuning vindt plaats bij de cliënten
thuis en binnen de alledaagse bezigheden. Daarnaast werken vrijwilligers vanuit hun eigen
12
levenservaring. Hierdoor kan de vrijwilliger goed bij de leef- en belevingswereld van de cliënt
aansluiten. Er is een grote diversiteit aan kennis door de verschillende achtergronden van de
vrijwilligers. De onafhankelijke positie van vrijwilligers zorgt voor een lagere drempel voor
zorgmijders of mensen met een negatieve ervaring met hulpverlening.
0.5 Grenzen aan vrijwilligerswerk
Er zijn grenzen aan vrijwillige inzet. Deze grenzen zijn meervoudig, want er zijn de grenzen van de
cliënt, de vrijwilliger, de organisatie en er zijn wettelijke grenzen. De cliënt en de vrijwilliger zijn zelf
grotendeels verantwoordelijk voor het bewaken van hun persoonlijke grenzen. Ook heeft de
beroepskracht een verantwoordelijkheid in het bewaken
en het helpen aangeven van deze grenzen. Er kan
bijvoorbeeld een té groot appel worden gedaan op de
vrijwilliger door de cliënt of door een betrokken
hulpverlener. De beroepskracht moet in gesprekken met
de vrijwilliger en de cliënt de mogelijkheden goed
doorspreken, zodat de beroepskracht de juiste matches
kan maken. Tijdens deze gesprekken kan inzicht worden
verkregen omtrent de eventuele risico’s. De grenzen
worden samen ontdekt en besproken en er worden
duidelijke afspraken gemaakt. Indien nodig stemt de
beroepskracht af met betrokken hulpverleners welke
taken de vrijwilliger gaat uitvoeren, zodat hier geen
verwarring over ontstaat. De belangrijkste grenzen zijn:
Geen beroepsgebonden handelingen of interventies
Zoals voorbehouden medische handelingen waarop BIG registratie van toepassing is. Ook niet als de
vrijwilliger en de cliënt dit beiden goedkeuren. MEE & de Wering blijft eindverantwoordelijk en kan
deze verantwoordelijkheid niet dragen. Vrijwillige ondersteuning is daarnaast ook geen specialistische
hulpverlening. Vrijwilligers ondersteunen vanuit hun levenservaring en gezonde verstand kwetsbare
mensen. De vrijwilliger vervangt met deze ondersteuning de hulpverlener niet. De
ondersteuningsvraag kan te zwaar of te complex blijken. In dat geval kan de beroepskracht de cliënt
bemiddelen naar specialistische hulpverlening.
Vrijwillige ondersteuning is geen vriendschap.
Willen cliënt en vrijwilliger na de (tijdelijke)inzet van de vrijwilliger contact blijven houden, dan kan
dat, maar dan op persoonlijke titel en niet als vrijwilliger van de organisatie. Het doel is dan bereikt:
het netwerk is versterkt en er is geen noodzaak meer om als organisatie hier tussen te zitten.
Voorbeeld:
Zoltan komt elke twee weken
langs bij Nico, een jongen met
een verstandelijke beperking. Na
drie jaar stopt deze vrijwillige
inzet. Beiden besluiten dat ze het
zo gezellig hebben samen, dat ze
met elkaar blijven afspreken.
Niet meer als vrijwilliger, maar
als vrienden.
13
SAMENVATTING
Vrijwilligerswerk bij MEE & de Wering gaat om het inzetten van vrijwilligers ten behoeve van
alledaagse zorg en/of ondersteuning van een kwetsbare burger. De relatie tussen vrijwilliger en cliënt
kenmerkt zich door gewoon contact binnen het dagelijkse leven. De vrijwilligers zijn betrouwbare
mensen met een groot hart die hun werk- en levenservaring inzetten om een ander te helpen.
Vrijwilligerswerk wordt ingezet voor, flankerend aan of na hulpverlening en is hier complementair
aan. Vrijwilligerswerk draagt bij aan de missie, visie en ambities van MEE & de Wering. Het heeft zijn
eigen waarden, welke naadloos aansluiten bij de kernwaarden van de organisatie. Wederkerigheid,
eigenheid, gelijkwaardigheid, laagdrempeligheid en betrokkenheid zijn de waarden van het
vrijwilligerswerk waaruit onderliggende uitgangspunten voor gespecialiseerd vrijwilligerswerk
voortvloeien:
Complementair aan hulpverlening;
Binnen de leefwereld van de cliënt;
Cliënt staat centraal;
Vrijwilligers werken vanuit eigen regie;
Door anderen te helpen, help je jezelf;
Volhouden, ook bij terugval
Vaak tijdelijk van karakter.
MEE & de Wering biedt twee soorten vrijwilligerswerk, namelijk op het gebied van praktische
ondersteuning en sociaal-emotionele ondersteuning. Binnen deze laatste categorie onderscheiden we
twee soorten diensten, namelijk de coaching en presentie. Coaching is gericht op het aanleren van
vaardigheden en (weer) grip op de eigen situatie krijgen. Presentie is gericht op er voor de ander zijn,
als een maatje. Voor beide soorten vrijwilligerswerk is een vrijwilligerscoördinator onontbeerlijk en
heeft die een verbindende en ondersteunende functie.
Vrijwilligerswerk van MEE & de Wering heeft een geheel eigen meerwaarde. Het draagt bij aan
empowerment van de cliënt, van diens netwerk en van de vrijwilliger. Het heeft een preventieve en
signalerende werking, het zorgt voor het verduurzamen van zorg en ondersteuning en sluit goed aan
op de leef- en belevingswereld van de cliënt. Vrijwilligerswerk zorgt voor een veerkrachtige
samenleving.
1
Programmalijn formeel - informeel
De kracht van vrijwilligerswerk
Beleid
©MEE & de Wering November 2016
Auteur: Dagmar Alders m.m.v. medewerkers MEE & de Wering
2
3
INHOUD INLEIDING ............................................................................................................................................................. 4
1. BEZINNEN .................................................................................................................................................... 6
1.1 Waar staan we nu en straks? ................................................................................................................... 6
1.2 Visie ............................................................................................................................................................. 6
2. BINNENHALEN ......................................................................................................................................... 10
2.1 Werving ..................................................................................................................................................... 10
2.2 Aanmelding .............................................................................................................................................. 10
2.3 Veiligheid .................................................................................................................................................. 11
2.4 Inwerken ................................................................................................................................................... 12
3. BEGELEIDEN ............................................................................................................................................. 13
3.1 Vrijwilligerscoördinator als contactpersoon ........................................................................................ 13
3.2 Deskundigheidsbevordering .................................................................................................................. 14
4. BELONEN ................................................................................................................................................... 16
4.1 Vergoedingen ........................................................................................................................................... 16
4 .2 Waardering .............................................................................................................................................. 18
5. BEHOUDEN ................................................................................................................................................ 20
5.1 Communicatie met vrijwilligers ............................................................................................................ 20
5.2 Inspraak .................................................................................................................................................... 20
5.3 Verzekeringen .......................................................................................................................................... 21
5.4 Kwaliteit .................................................................................................................................................... 21
6. BEEÏNDIGEN .............................................................................................................................................. 23
6.1 Afmeldprocedure ..................................................................................................................................... 23
6.2 Afsluiting samenwerking ........................................................................................................................ 23
7. BORGING .................................................................................................................................................... 24
7.1 Implementeren, borgen, doorontwikkelen .......................................................................................... 24
7.2 Lokaal of centraal .................................................................................................................................... 24
7.3 Budget ....................................................................................................................................................... 24
7.4 P&O ........................................................................................................................................................... 25
7.5 Vertrouwenspersoon ............................................................................................................................... 25
7.6 Evaluatie beleid ........................................................................................................................................ 26
8. BOODSCHAPPENLIJST ............................................................................................................................ 27
8.1. Inhoudelijke thema’s .............................................................................................................................. 27
8.2 Strategie ................................................................................................................................................... 27
8.3 Randvoorwaarden.................................................................................................................................... 27
9. BRONNEN .................................................................................................................................................. 29
10. BIJLAGE ..................................................................................................................................................... 30
Bijlage 1: Voorbeeld Lokale dienstenwaaier:............................................................................................. 31
4
INLEIDING
MEE & de Wering streeft naar een samenleving waarin iedereen naar vermogen kan meedoen en de
regie over het eigen leven behoudt. Een samenleving waar voor iedereen een gelijkwaardige plaats is.
Leidend hierbij zijn de oplossingen van de hulpvragers en hun omgeving zelf (MEE & de Wering, 2015).
Om dit te realiseren zetten naast beroepskrachten ook heel veel vrijwilligers zich belangeloos in en
werken gezamenlijk aan onderstaande missie:
“Mee & De Wering maakt meedoen mogelijk en helpt kwetsbare mensen de regie over hun eigen
leven te versterken” (MEE & de Wering, 2015)
De betekenis van het werk van vrijwilligers voor het dagelijks leven van kwetsbare mensen en hun
naasten is groot. Vrijwillige inzet vraagt dan ook om een volwaardige plek in de organisatie, met
aandacht voor kwaliteit, ondersteuning en waardering. In dit document zijn de belangrijkste zaken
hiervoor omschreven en de kaders voor het samenwerken met vrijwilligers aangegeven. Voor zowel
beroepskrachten als vrijwilligers geeft het handvaten voor wat betreft positie, verantwoordelijkheden,
rechten en plichten. Het fundament voor dit beleid is gelegd in de visie op vrijwilligerswerk. Beide
documenten zijn hierdoor onlosmakelijk met elkaar verbonden. Om als organisatie te staan voor
kwalitatief sterke, vrijwillige diensten en uitvoering te geven aan het beleid, is het nodig om te
investeren in het vrijwilligerswerk, zowel in tijd als in (financiële) middelen. Bij elkaar maakt dat MEE
& de Wering een aantrekkelijke organisatie voor vrijwilligers om zich voor in te zetten.
Het vrijwilligersbeleid is gevormd rondom de zogenaamde 6 B’s (Van Nieuwenhuijzen). Dit zijn
Bezinnen, Binnenhalen, Begeleiden, Belonen, Behouden Beëindigen en Borgen. In het eerste
hoofdstuk, bezinnen, wordt onder andere de verkorte versie van de visie van MEE & de Wering op
vrijwilligerswerk beschreven. De B’s die daarna volgen, geven vorm aan het beleid. Vervolgens zijn er
‘Borgen’ en ‘Boodschappenlijst’ toegevoegd om het beleid te kunnen borgen en toekomstbestendig te
kunnen maken.
MEE & de Wering is gebonden aan een aantal kaders voor het formuleren van dit beleid, zoals
wettelijke kaders, het fusiedocument en het kwaliteitsbeleid. Het werken met vrijwilligers brengt
mogelijke risico’s met zich mee. Dit beleid is onder andere opgesteld om deze risico’s zo veel mogelijk
uit te sluiten en voldoet hiermee aan de kwaliteitsnormen van de brancheorganisatie Sociaal Werk
Nederland. Dit beleid is niet uitputtend, het zal niet alle vragen die het werken met vrijwilligers met
zich meebrengt kunnen beantwoorden. Dit document dient als stevige basis. Vanuit deze basis wordt
het vrijwilligersbeleid verder verrijkt en vervolmaakt. Het hiervoor beschreven proces zal worden
voortgezet, want ontwikkelingen in het sociale domein staan niet stil! Dat maakt dit document een
dynamisch en pragmatisch stuk welke steeds bijgesteld kan worden of aangevuld met andere
documenten. Zo ontstaat er een actuele ‘gereedschapskist’ die bijdraagt aan de versterking van
vrijwilligerswerk en de implementatie van het gespecialiseerde vrijwilligerswerk. De vragen en
actiepunten die uit dit beleid naar voren komen worden in het document verzameld in een
boodschappenwagen. Het boodschappenlijstje dat hieruit naar voren komt, wordt besproken in
hoofdstuk 8.
5
Aan de totstandkoming van zowel de visie- als het vrijwilligersbeleid, is een heel proces voorafgegaan.
Medewerkers uit verschillende teams en regio’s, onder andere het team Vrijwillige Inzet West-
Friesland, hebben hier een bijdrage aan geleverd door middel van een denktank, teamdagen,
consultatie en advies. Ook het advies van de VCRA is voor dit beleid gevraagd. Waarvoor hartelijk dank!
Cliënt
In dit document wordt gesproken over cliënt. Daarmee wordt de hulpvrager bedoeld. De vrijwilliger
ziet de hulpvrager niet als zijn of haar cliënt, maar voor de leesbaarheid is voor deze term gekozen.
Vrijwilligerscoördinator en beroepskracht
Beroepskrachten is de algemene term voor alle betaalde medewerkers van MEE & de Wering.
Hieronder vallen ook de vrijwilligerscoördinatoren die een meer specifieke taak hebben ten aanzien
van de begeleiding en matching van vrijwilligers en cliënten. In dit document wordt voornamelijk
gesproken over “de beroepskracht”. Hiermee worden alle betaalde beroepskrachten en
vrijwilligerscoördinatoren bedoeld die met vrijwilligers werken. Echter lopen deze begrippen soms
door elkaar, omdat er steeds meer beroepskrachten met vrijwilligers gaan werken, wat zorgt voor een
verschuiving in taken. Dit proces is nog niet uitgekristalliseerd en zal in de toekomst aandacht nodig
hebben om taken, rollen en verantwoordelijkheden van beroepskrachten te verhelderen.
Aanscherpen profielen vrijwilligerscoördinator en beroepskrachten
6
1. BEZINNEN
1.1 Waar staan we nu en straks?
Ondersteuning van kwetsbare burgers bij meedoen in de samenleving en behoud van regie over het
eigen leven, kan anno 2017 niet meer zonder samenwerking met het eigen informele netwerk. Hierbij
horen, naast familie, buren en vrienden, ook vrijwilligers en ervaringsdeskundigen. In het portfolio
van MEE & de Wering komt dit duidelijk naar voren. Denk bijvoorbeeld aan Mee op Weg, Logeerkring,
Budgetbuddy’s, Rolmaatjes, Samenkracht, WonenPlus en Autodienst. In totaal zijn er ruim duizend
vrijwilligers die voor onze organisatie actief!
De samenleving, landelijk en lokaal beleid, maar ook partnerorganisaties vragen steeds meer om
vernieuwende diensten en arrangementen waarin beroepskrachten, mantelzorgers, vrijwilligers
(buddy’s, maatjes, ervaringsdeskundigen), buren en buurten met elkaar en met kwetsbare burgers
samenwerken. Dit om inclusie en meedoen aan het gewone leven en het organiseren van “gewone
oplossingen” dichtbij mogelijk te maken. De complexiteit van vrijwillige inzet neemt hiermee toe.
Praktische burenhulp zoals WonenPlus en klusjes doen in het wijkcentrum breidt zich steeds meer uit
naar vrijwillige inzet in zorgsituaties bij kwetsbare burgers. Vrijwillige inzet t.b.v. sociaal emotionele
ondersteuning neemt dus toe. Daarnaast wil MEE & de Wering kwetsbare burgers zelf ook benaderen
op hun talenten en mogelijkheden, zodat zij zelf ook vrijwilliger zijn. De toegenomen complexiteit van
vrijwillige inzet en het creëren van wederkerigheid vraagt van professionals een andere mindset dan
nu gemiddeld aanwezig. Mee & de Wering wil in de toekomst een zeer aantrekkelijke organisatie zijn
voor vrijwilligers om zich voor in te zetten. Hierdoor wordt de participatie van een grote groep mensen
versterkt. Beroepskrachten zijn goed toegerust om vrijwilligers gedegen te kunnen begeleiden, zodat
er kwalitatief sterke vrijwillige diensten geboden worden. Het leven van cliënten wordt verrijkt door de
ondersteuning van vrijwilligers. Vernieuwende diensten en producten op het gebied van vrijwillige
inzet worden ontwikkeld, zodat MEE & de Wering aantrekkelijk blijft voor (potentiële) opdrachtgevers.
1.2 Visie
Onderstaande visie is een samenvatting van de uitgebreide, onderbouwde visie van MEE & de Wering
op het vrijwilligerswerk binnen de organisatie.
MEE & de Wering gelooft in de kracht en de preventieve werking van vrijwilligerswerk. Het verbindt
mensen onderling en versterkt en verduurzaamt zorg en ondersteuning, juist omdat het is ingebed in
sociale relaties en het dagelijkse leven.
Vrijwilligerswerk gaat om het inzetten van (getrainde) vrijwilligers ten behoeve van alledaagse zorg
en/of ondersteuning van een kwetsbare burger. De vrijwilligers doen hun werk belangeloos en
onbetaald. De relatie tussen vrijwilliger en cliënt kenmerkt zich door gewoon, informeel contact
binnen het dagelijkse leven. De vrijwilligers zijn betrouwbare mensen met een groot hart die hun
werk- en levenservaring inzetten om een ander te helpen. Vrijwilligerswerk wordt ingezet voor,
flankerend aan of na hulpverlening en is hier complementair aan. Vrijwilligerswerk draagt bij aan de
missie, visie en ambities van MEE & de Wering: meedoen mogelijk maken en regie van kwetsbare
mensen op hun leven versterken.
7
1.2.1 Waarden
Vrijwilligerswerk binnen MEE & de Wering heeft haar eigen waarden, welke naadloos aansluiten op de
kernwaarden van de organisatie: vraagsturing, regie bij burger houden, naast burger staan, eigen
kracht versterken, niet zorgen voor- maar zorgen dat… en lokaal maatwerk. Het gaat in essentie om
het organiseren van gewone oplossingen dichtbij met een verbindend karakter waarin formele en
informele zorg optimaal in balans zijn. De belangrijkste waarden voor het vrijwilligerswerk binnen
MEE & de Wering zijn:
Wederkerigheid
Door de eigen mogelijkheden en talenten voor een ander in te zetten, juist ook als hulpvrager,
stimuleert het actief burgerschap; het maakt meedoen mogelijk.
Eigenheid
Vrijwilligerswerk heeft een geheel eigen meerwaarde en is complementair aan hulpverlening, maar
staat hier ook los van. De vrijwilliger heeft een onafhankelijke positie en werkt vanuit eigen regie.
Gelijkwaardigheid
Met gelijkwaardigheid wordt bedoeld dat er geen sprake is van afhankelijkheid of machtspositie.
Gelijkwaardigheid helpt om open en eerlijk met elkaar om te gaan.
Laagdrempeligheid en Betrokkenheid
Deze twee waarden staan voor ‘dichtbij de cliënt’. De vrijwilliger werkt binnen de leefwereld van de
cliënt en beiden gaan op informele wijze met elkaar om. De vrijwilligerscoördinator ondersteunt,
bewaakt grenzen en schakelt tussen hulpverlener en vrijwilliger. Hierdoor is de vrijwilliger in staat vol
te houden, daar waar anderen afhaken.
1.2.2 Uitgangspunten
Vanuit deze waarden vloeien onderstaande uitgangspunten voor vrijwilligerswerk- en beleid voort:
Complementair aan hulpverlening
Vrijwilligerswerk vindt plaats voor, flankerend aan of na een hulpverleningstraject. Hiermee vult het
de mogelijkheden van hulpverlening aan. De onafhankelijke positie van de vrijwilliger dient bewaakt te
worden, want hij of zij is geen verlengstuk van de hulpverlener. Daarom hebben vrijwilligers zo min
mogelijk direct contact met hulpverleners, dit loopt zo veel mogelijk via de beroepskracht. Een
deeltaak in een hulpverleningstraject is wel mogelijk.
Binnen de leefwereld cliënt
De ondersteuning vindt plaats binnen de alledaagse gang van zaken en kenmerkt zich door ‘gewoon’
informeel contact.
Cliënt centraal
De vrijwilliger gaat uit van de vraag en mogelijkheden van de cliënt, de regie blijft bij de cliënt. Er
wordt nooit ‘over’ maar altijd ‘met’ de cliënt overlegd. De vrijwilliger geeft de cliënt alle aandacht,
onbevooroordeeld en met volle erkenning van de cliënt als waardevol persoon. Er is werkelijk sprake
van maatwerk en aansluiting bij de cliënt.
8
Vrijwilligers werken vanuit eigen regie
Vrijwilligers beheren hun eigen agenda en worden niet aangestuurd en zijn hiermee gelijkwaardig aan
de cliënt. Ze werken vanuit eigen werk- en levenservaring en ‘gezond verstand’. Er wordt vanuit MEE
& de Wering rekening gehouden met de mogelijkheden en ambities van de vrijwilliger.
Door anderen te helpen, help je jezelf
Vrijwilligerswerk is gebaseerd op wederkerigheid. Ook als hulpvrager kan men iets voor een ander
betekenen. Er wordt door vrijwilligerswerk gewerkt aan zelfontplooiing en actief burgerschap.
Volhouden ook bij terugval
De betrokkenheid van vrijwilligers bij cliënten is groot. De informele, persoonlijke relatie die de
vrijwilligers met de cliënten opbouwen, maakt dat zij volhouden, daar waar anderen wellicht afhaken.
Bijvoorbeeld bij terugval of tegenslag.
Tijdelijk
De inzet van een vrijwilliger is niet oneindig. Er is meestal sprake van een tijdelijke inzet, op enkele
uitzonderingen na.
1.2.3 Soorten vrijwilligerswerk
MEE & de Wering biedt twee soorten vrijwilligerswerk: praktische ondersteuning en sociaal
emotionele ondersteuning (gespecialiseerd vrijwilligerswerk). Binnen deze laatste categorie
onderscheiden we twee soorten diensten, namelijk coaching en presentie. Coaching is gericht op het
aanleren van vaardigheden en (weer) grip op de eigen situatie krijgen. Presentie is gericht op er voor
de ander zijn, als een maatje. Voor alle soorten vrijwilligerswerk is een vrijwilligerscoördinator
onontbeerlijk. Die heeft een verbindende en ondersteunende functie.
Ook voor burgerinitiatieven waarbij sprake is van vrijwillige inzet of participatie kunnen burgers bij
MEE & de Wering terecht. Bij dit soort verzoeken wordt gezamenlijk gekeken naar wat (kortdurend)
nodig is aan faciliteiten of ondersteuning. Deze vrijwilligers werken echter op eigen initiatief en titel en
vallen niet onder de verantwoordelijkheid van MEE & de Wering.
1.2.4 Meerwaarde
Vrijwilligerswerk van MEE & de Wering heeft een geheel eigen meerwaarde. Het draagt bij aan
empowerment van de cliënt, diens netwerk en de vrijwilliger. Het heeft een preventieve en
signalerende werking. Het zorgt voor het verduurzamen van zorg en ondersteuning en sluit goed aan
bij de leef- en belevingswereld van de cliënt. Vrijwilligerswerk zorgt voor een veerkrachtiger
samenleving.
1.2.5 Grenzen
Er zijn grenzen aan vrijwillige inzet. Deze grenzen zijn meervoudig, want er zijn de grenzen van de
cliënt, de vrijwilliger, de organisatie en wettelijke grenzen. De cliënt en de vrijwilliger zijn zelf
grotendeels verantwoordelijk voor het bewaken van hun persoonlijke grenzen. Ook de beroepskracht
heeft een belangrijke rol in het bewaken en het helpen aangeven van deze grenzen. Er kan
bijvoorbeeld een te groot appel worden gedaan op de vrijwilliger door de cliënt-of door een betrokken
hulpverlener. De beroepskracht moet in gesprekken met de vrijwilliger en de cliënt duidelijk de
mogelijkheden doorspreken. Zodat de beroepskracht de juiste matches kan maken, inzicht krijgt in
risico’s en kan helpen de grenzen te bewaken en goede afspraken te maken. Indien nodig stemt de
9
beroepskracht af met betrokken hulpverleners welke taken de vrijwilliger gaat uitvoeren, zodat hier
geen verwarring over ontstaat. De belangrijkste grenzen zijn:
Geen beroepsgebonden handelingen of interventies
Zoals voorbehouden medische handelingen waarop BIG registratie van toepassing is. Ook niet als de
vrijwilliger en de cliënt dit beiden goedkeuren. MEE & de Wering blijft eindverantwoordelijk en kan
deze verantwoordelijkheid niet dragen.
Vrijwillige ondersteuning is geen vriendschap
Willen cliënt en vrijwilliger ná de (tijdelijke)inzet van de vrijwilliger contact blijven houden, dan kan
dat, maar dan op persoonlijke titel en niet als vrijwilliger van de organisatie.
Vrijwillige ondersteuning is geen specialistische hulpverlening
Vrijwilligers ondersteunen vanuit hun levenservaring en gezonde verstand kwetsbare mensen. De
vrijwilliger vervangt met deze ondersteuning de hulpverlener niet. De ondersteuningsvraag kan te
zwaar of te complex blijken, in dat geval kan de beroepskracht de cliënt bemiddelen naar
specialistische hulpverlening.
1.2.6 Positie in de organisatie
Zoals eerder aangegeven zijn vrijwilligers van grote waarde en hebben zij een belangrijke positie
binnen de organisatie. De vrijwilligers vallen onder de verantwoordelijkheid van de beroepskracht
waar zij aan gekoppeld zijn. Vrijwillige diensten worden daarom onderdeel van het portfolio van MEE &
de Wering. Daarnaast hebben vrijwilligers ook mogelijkheid tot inspraak. Meer hierover in het
hoofdstuk ‘BEHOUDEN’.
10
2. BINNENHALEN
2.1 Werving
Vrijwilligers verdienen het om op de juiste plek terecht te komen, een plek waar ze hun kwaliteiten
optimaal kunnen inzetten voor een ander en waar ze met plezier naar toe gaan. MEE & de Wering wil
een aantrekkelijke organisatie zijn voor vrijwilligers. Door mond- tot- mondreclame melden
vrijwilligers zich vaak spontaan aan maar daarnaast kunnen vanuit de zelfsturende teams vacatures
geplaatst worden bij de diverse vacaturebanken, zoals www.noordkopvoorelkaar.nl voor de regio Den
Helder en https://ijmond.buuv.nu/ voor de regio IJmond. Bijna elke regio heeft zo’n vacaturebank. Aan
het werven van vrijwilligers kan elk zelfsturend team zelf vorm geven. Er kan advies gevraagd worden
aan de afdeling communicatie voor de juiste middelen en vormgeving. Een persoonlijke benadering
werkt vaak het beste: 95% van de vrijwilligers is ooit persoonlijk benaderd en gevraagd vrijwilliger te
worden. Belangrijk bij de werving is om de nadruk te leggen op wat de vrijwilliger kan betekenen op
basis van kwaliteiten. Gebruik een mix van de diverse mogelijkheden. Denk aan een persbericht,
sociale media, vacature op de eigen website, aparte ‘knop’ op onze eigen website ‘wordt vrijwilliger’ en
in de lokale vacaturebank, eigen netwerk inschakelen en andere vrijwilligers laten ‘scouten’. Werving
van vrijwilligers zou een continue proces moeten zijn (projecten uitgezonderd). De ‘Wervingscirkel’
(Movisie, 2016) kan helpen goed vorm te geven aan het werven van vrijwilligers. Deze en andere
handige hulpmiddelen zijn terug te vinden op internet.
2.2 Aanmelding
De aanmelding van een nieuwe vrijwilliger is een vastgelegde procedure, dit is voor iedere vrijwilliger
hetzelfde. Er wordt gestart met een intakegesprek met de verantwoordelijke beroepskracht. Dit
gesprek heeft als doel om nader met elkaar kennis te maken, verwachtingen van zowel de vrijwilliger
als de organisatie uit te spreken en afspraken te maken over eventuele scholing en inzet. Ook de
algemeen geldende gedragscode wordt besproken. De afspraken uit dit gesprek worden opgenomen
in de vrijwilligersovereenkomst welke door vrijwilliger en organisatie ondertekend wordt en verder
verwerkt in de centrale database. Gekoppeld aan de vrijwilligersovereenkomst is de gedragscode.
2.2.1 Intake
Tijdens het intakegesprek met verantwoordelijke beroepskracht worden onderstaande punten
besproken:
Kennismaking en verwachtingen
Ambities
Scholing en ondersteuning
Taken
Proeftijd
Overeenkomst & gedragscode
Website gedeelte voor vrijwilligers
Registratie en VOG
Pas na het ondertekenen van de vrijwilligersovereenkomst kan de vrijwilliger beginnen met de
werkzaamheden. De duur van de proeftijd wordt in overleg afgesproken. Dit is afhankelijk van de
11
frequentie van de inzet van de vrijwilliger. Over het algemeen is een proeftijd van één maand
gebruikelijk.
2.2.2 Afwijzing voor vrijwilligerswerk
Soms kan het zijn dat na het intakegesprek of na de proeftijd de vrijwilliger en beroepskracht
besluiten niet met elkaar verder te gaan. Wanneer dit een besluit is vanuit de beroepskracht, wordt
deze boodschap onderbouwd doorgesproken met de vrijwilliger. Zo nodig kan de vrijwilliger
doorverwezen worden naar de lokale vrijwilligerscentrale of een andere organisatie waar mogelijk wel
passend vrijwilligerswerk is.
2.3 Veiligheid
2.3.1 VOG ja of nee?
Een VOG is een Verklaring Omtrent Gedrag, oftewel een bewijs van goed gedrag. Onderzoek heeft
aangetoond dat het vragen van een VOG aan vrijwilligers bijdraagt aan de veiligheid binnen het
vrijwilligerswerk. Met zo’n verklaring toont de vrijwilliger aan dat hij niet veroordeeld is voor ernstige
delicten, zoals een zeden- of geweldsdelict. Het is voor de cliënten die onder onze
verantwoordelijkheid vallen belangrijk om zoveel mogelijk beschermd te zijn. Daarom verplichten we
bepaalde groepen vrijwilligers om een VOG (verklaring omtrent het gedrag) te overleggen. Een VOG is
verplicht als er sprake is van:
Één-op-één contact;
Ouderen, mensen met beperking en minderjarigen;
Werken met financiële administraties of geld;
Een activiteit met een hoger risico, bijvoorbeeld bij begeleiden van zwemlessen.
In het aanvraagformulier staat duidelijk aangegeven voor welke taken de vrijwilliger een VOG
aanvraagt. De vrijwilliger start pas met de aanvang van het werk nadat een VOG bij de
vrijwilligerscoördinatie is ontvangen. Kosten voor het aanvragen van een VOG kunnen bij MEE & de
Wering gedeclareerd worden.
Let op: als een bestaande vrijwilliger een andere vrijwilligersfunctie gaat uitvoeren binnen MEE & de
Wering, moet worden nagegaan of voor de nieuwe functie een VOG aangevraagd dient te worden.
Verklaring van Geen Bezwaar
Let op: Voor activiteiten waarbij sprake is van pleeg- of gastouderschap, zoals bij de Logeerkring, is
het een wettelijke verplichting om een Verklaring van Geen Bezwaar (VGB) aan te vragen van alle
gastgezinsleden van 12 jaar en ouder, via de Raad van de Kinderbescherming. Voor deze verklaring
geldt een meer uitgebreide screening dan bij een VOG.
2.3.2 Geheimhouding
Alle vrijwilligers en medewerkers van MEE & de Wering hebben een geheimhoudingsplicht.
Vrijwilligers die vanwege hun functie over vertrouwelijke informatie beschikken, dienen maatregelen
te nemen om te voorkomen dat onbevoegden hiervan kennis kunnen nemen. De geheimhoudingsplicht
is opgenomen in de vrijwilligersovereenkomst.
12
2.3.3 Meldcode
De overheid heeft steeds meer aandacht voor huiselijk geweld. Vandaar dat per 1 juli 2013 de wet
Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling voor beroepskrachten is ingevoerd. Deze wet heeft
als doel om geweld in privésituaties zo vroeg mogelijk te signaleren en te laten stoppen. Ook
vrijwilligers die werken binnen onze organisatie kunnen hiermee te maken krijgen. Wanneer zich zo’n
situatie voordoet, is het dan ook de bedoeling dat een vrijwilliger hierbij direct ondersteuning krijgt en
op weg geholpen wordt. De vrijwilliger meldt zich met de zorgsignalen bij de beroepskracht en deze
handelt vervolgens zoals beschreven in het beleid “Huiselijk geweld en kindermishandeling” van MEE
& de Wering.
2.3.4 Vertrouwenspersoon
Voor vrijwilligers wordt een interne vertrouwenspersoon aangewezen. Het eerste aanspreekpunt voor
vrijwilligers is de beroepskracht die als contactpersoon voor de vrijwilliger is aangewezen. Mocht er
een probleem zijn ontstaan waar de beroepskracht en de vrijwilliger samen niet uitkomen, of als de
vrijwilliger een klacht heeft over de beroepskracht, dan kan contact opgenomen worden met de
vertrouwenspersoon. De naam en bereikbaarheidsgegevens van deze medewerker worden op de
website kenbaar gemaakt.
2.3.5 Veiligheidsprotocol
Vrijwilligers komen in aanraking met allerlei situaties. Ook situaties die mogelijk kunnen escaleren,
bijvoorbeeld door agressie. Net als voor betaalde beroepskrachten is er voor vrijwilligers een
veiligheidsprotocol die zij moeten volgen in onveilige situaties.
2.4 Inwerken
Het is belangrijk dat nieuwe vrijwilligers zich welkom voelen. Daarom moet het inwerken goed
geregeld worden. Het inwerken van nieuw ingestroomde vrijwilligers wordt regionaal en per
zelfsturend team georganiseerd. Dit valt onder de verantwoordelijkheid van de betreffende
beroepskracht. Deze draagt er zorg voor dat het inwerken in ieder geval bestaat uit:
Kennismaking met het werk;
Kennismaking met andere medewerkers;
Kennismaking met de organisatie;
De introductie moet recht doen aan de missie, visie en het beleid van de organisatie. Daarnaast wijst
de beroepskracht de nieuwe vrijwilliger op het informatieve gedeelte van de website dat is bedoeld
voor vrijwilligers.
Ontwikkelen procedure intake, registratie, aanvraag VOG, format vrijwilligersovereenkomst en veiligheidsprotocol en aanwijzen vertrouwenspersoon i.s.m. afdelingen P&O en Financiën
13
3. BEGELEIDEN
MEE & de Wering investeert in haar vrijwilligers door goede begeleiding te bieden en is daarmee een
aantrekkelijke organisatie om je als vrijwilliger voor in te zetten. Hierbij is het van belang dat de
vrijwilliger een passende, zinvolle functie kan uitoefenen en hierbij van de organisatie de begeleiding
en beloning ontvangt die aansluit bij de belangrijkste behoeften van de vrijwilliger. Er wordt rekening
gehouden met de individuele motieven en mogelijkheden van vrijwilligers. Binnen MEE & de Wering
onderscheiden we twee typen vrijwilligerswerk: praktische ondersteuning en sociaal-emotionele
ondersteuning. Deze tweede categorie noemen we ook wel ‘gespecialiseerd vrijwilligerswerk’ en is
een groeiende vorm van vrijwilligerswerk. Daarnaast neemt het aantal vrijwilligers toe die om diverse
redenen (nog) niet in staat zijn betaald werk te verrichten. En een opstapje naar een betaalde baan
nodig hebben. Samenwerken met deze en gespecialiseerde vrijwilligers vraagt om extra begeleiding
en coaching, naast de reguliere begeleiding die al geboden wordt. Onderzocht moet worden wat de
beroepskrachten nodig hebben om deze extra begeleiding te kunnen bieden, zoals tijd, ruimte of
werkbegeleiding.
3.1 Vrijwilligerscoördinator als contactpersoon
Een vrijwilliger is altijd gekoppeld aan een beroepskracht of vrijwilligerscoördinator. Wie dit is, staat
vermeld in de vrijwilligersovereenkomst. Deze vrijwilligerscoördinator draagt zorg voor de begeleiding
en coaching van de vrijwilliger, voert op verzoek voortgangsgesprekken, organiseert met collega’s de
deskundigheidsbevordering, bewaakt grenzen van de vrijwilligers en zorgt voor de juiste match tussen
vrijwilliger en cliënt(en).
Binnen MEE & de Wering zijn diverse vrijwilligerscoördinatoren actief. Daarnaast zijn er ook andere
beroepskrachten die met vrijwilligers werken. De vrijwilligerscoördinatoren hebben het coördineren
van vrijwilligers als hoofdtaak. Waar in dit stuk gesproken wordt over “beroepskracht” kan ook
“vrijwilligerscoördinator” gelezen worden, want vrijwilligerscoördinatoren zijn immers ook
beroepskrachten. Zij dragen zorg voor de juiste matches tussen cliënten en vrijwilligers en
ondersteunen en faciliteren de vrijwilligers zo goed als mogelijk in het uitvoeren van hun
werkzaamheden. Vrijwilligers kunnen met al hun vragen terecht bij hun vrijwilligerscoördinator. Die
fungeert als vraagbaak en als coach voor de vrijwilligers. Om dit goed te kunnen volbrengen moet de
vrijwilligerscoördinator over een aantal vaardigheden beschikken. Hiervoor moet een algemeen
profiel vrijwilligerscoördinator ontwikkeld worden. De vrijwilligerscoördinatoren en beroepskrachten
worden in hun werkzaamheden ondersteund door de werkbegeleider van MEE & de Wering.
3.1.1 Voortgangsgesprekken
Alle vrijwilligers kunnen op verzoek een jaarlijks voortgangsgesprek krijgen met de beroepskracht. Er
vind minimaal eens per twee jaar een gesprek plaats om zo de voortgang te monitoren en de kwaliteit
van het vrijwilligerswerk te bewaken. Het doel van dit gesprek is om samen te bekijken of de
samenwerking naar tevredenheid verloopt. Het verslag van het gesprek wordt toegevoegd aan het
vrijwilligersdossier welke na de registratie in het centrale registratiesysteem is aangemaakt. De Wet
bescherming van persoonsgegevens is hierop van toepassing, zodat de vrijwilligers de zekerheid
hebben dat alle medewerkers zorgvuldig omgaan met privacygevoelige gegevens.
14
3.2 Deskundigheidsbevordering
Er zijn verschillende soorten deskundigheidsbevordering te onderscheiden binnen MEE & de Wering.
Namelijk: intervisie, individuele coaching, basistrainingen, specialistische trainingen, online
trainingen, themabijeenkomsten en loopbaanbegeleiding. Deskundigheidsbevordering van vrijwilligers
wordt door MEE & de Wering gestimuleerd, maar is niet verplicht, tenzij dit wettelijk of door
opdrachtgevers is vereist. De kosten en uren hiervoor kunnen op drie manieren worden gedekt:
Het valt onder het reguliere takenpakket van de beroepskrachten;
Het is onderdeel van de offerte;
Zoveel mogelijk gebruik makend van/in samenwerking met de vrijwilligerscentrales.
3.2.1 Intervisie
De vrijwilligers die zich inzetten ten behoeve van sociaal-emotionele ondersteuning (gespecialiseerd
vrijwilligerswerk) krijgen intervisie aangeboden. Deze intervisie wordt georganiseerd door de
verantwoordelijke beroepskracht en valt binnen de reguliere uren van die beroepskracht. Het is
onderdeel van het takenpakket. Deelname aan de intervisiegroepen wordt vanuit de organisatie sterk
gestimuleerd, maar is niet verplicht. Als een vrijwilliger besluit deel te nemen, is dat echter niet
vrijblijvend. De vrijwilliger gaat hiermee voor langere tijd een commitment met de andere
intervisiegroepsleden aan. De intervisiegroep maakt hier onder leiding van de beroepskracht
afspraken over met elkaar.
3.2.2 Individuele coaching
Sommige vrijwilligers, bijvoorbeeld vrijwilligers die een jongere coachen, hebben zelf ook behoefte
aan individuele coaching door de beroepskracht. Het doel van deze coaching is gezamenlijk
reflecteren op en evalueren van het coachingstraject van de vrijwilliger met de cliënt. Frequentie van
coachingsbijeenkomsten wordt afgestemd op de behoefte van de vrijwilliger, met een minimum van
twee keer per jaar. Van deze vrijwilligers wordt ook verwacht dat zij het coachingsproces schriftelijk
vastleggen. De individuele coaching valt binnen de reguliere taken van de beroepskracht, die meestal
een vrijwilligerscoördinator is.
3.2.3 Basistrainingen en specialistische trainingen
De beroepskrachten zijn verantwoordelijk voor de trainingen aan hun vrijwilligers. De basistrainingen
worden op regionaal niveau aan de vrijwilligers aangeboden. MEE & de Wering heeft heel veel kennis
in huis. Dit biedt kansen voor uitwisseling en doorontwikkeling van de trainingen. Ook kan er meer
samengewerkt worden met de regionale vrijwilligerscentrales. Basistrainingen zijn meestal op het
gebied van:
Kennismaking met de organisatie
Omgaan met een doelgroep
Grenzen bewaken
Signaleren
Specialistische trainingen zijn vaak op het gebied van het toepassen van bepaalde werkvormen en
instrumenten, bijvoorbeeld ten behoeve van netwerkversterking. Voor trainingen dient een apart
budget begroot te worden, want soms worden er sprekers of trainers ingehuurd. Het organiseren van
de trainingen valt onder de reguliere uren van de beroepskrachten. Onderzocht moet worden of dit
haalbaar is.
15
3.2.4 Online trainingen
MEE & de Wering kan haar vrijwilligers een leermenu bieden in de vorm van het gratis volgen van
online trainingen. Deze trainingen dienen nog ontwikkeld te worden of kunnen ingekocht worden bij
een andere organisatie. De mogelijkheden hiervoor dienen te worden onderzocht. Online trainingen
zijn een kans om vrijwilligers goed toe te rusten voor hun werkzaamheden. Het biedt hen kansen ten
behoeve van hun eigen ontwikkeling en de kwaliteit van de dienstverlening te verhogen. Hiermee
wordt MEE & de Wering een nog aantrekkelijker organisatie om vrijwilligerswerk voor te verrichtten.
Het ontwikkelen van online trainingen valt niet onder de reguliere taken van beroepskrachten, maar
dienen centraal ontwikkeld te worden. De projectleider vrijwilligerswerk (zie § 7.4) kan hier een
initiërende rol in spelen.
3.2.5 Themabijeenkomsten
Per regio kunnen diverse themabijeenkomsten voor vrijwilligers georganiseerd worden. De diverse
teams stemmen dit onderling met elkaar af. Het organiseren van deze bijeenkomsten valt binnen de
reguliere taken van de beroepskrachten en die kunnen hierbij ondersteuning krijgen van de
projectleider vrijwilligerswerk. Een themabijeenkomst kan bijvoorbeeld gaan over ziektebeelden, of
hoe je als vrijwilliger andere vrijwilligers kunt werven.
3.2.6 Loopbaanbegeleiding
Sommige vrijwilligers doen vrijwilligerswerk om zichzelf verder te ontwikkelen. Hierbij kan MEE & de
Wering ondersteuning bieden in de vorm van loopbaanbegeleiding. Hierbij worden niet vrijwilligers uit
de participatiewet bedoeld. De betreffende beroepskracht moet inschatten of het vrijwilligerswerk en
de organisatie gebaat is bij loopbaanbegeleiding van de vrijwilliger. Men kan bijvoorbeeld aandacht
besteden aan het CV van de vrijwilliger of starten vanuit eenvoudig vrijwilligerswerk met de ambitie
om door te groeien naar meer complexere werkzaamheden. Hoe de loopbaanbegeleiding precies
vorm kan krijgen moet nog nader onderzocht worden.
Vormgeven aan deskundigheidsbevordering zoals online trainingen en loopbaanbegeleiding i.s.m. afdelingen Kennisontwikkeling en Communicatie
16
4. BELONEN
4.1 Vergoedingen
Voor vrijwilligers bij MEE & de Wering gelden een aantal regelingen m.b.t. vergoedingen en
verzekeringen. Randvoorwaarde voor toepassing van deze regelingen is dat NAW gegevens van de
vrijwilliger bekend zijn. Verder benodigde gegevens zijn dan het team, een kostenplaatsnummer, de
medewerker die als contactpersoon optreedt en de activiteit waarbij men vrijwilliger wordt. Een
eventueel verstrekte vergoeding, staat niet in verhouding tot de omvang en het tijdsbeslag van het
werk dat men doet. De vergoeding heeft meestal het karakter van een onkostenvergoeding. Om voor
vrijwilligersvergoeding in aanmerking te komen is een vrijwilligersovereenkomst verplicht.
Declaraties dienen centraal ingediend te worden via het ‘Declaratieformulier Vrijwilligers MEE & de
Wering’. Een onkostenvergoeding kan bestaan uit verschillende onderdelen:
declaratie van de werkelijk gemaakte kosten;
reiskostenvergoeding;
een vrijwilligers uur vergoeding.
4.1.1 Declaratie van de werkelijk gemaakte kosten
Het declareren van werkelijk gemaakte kosten (met betalingsbewijs) kan voor iedere vrijwilliger van
toepassing zijn. Wel moet men vooraf toestemming hebben van de verantwoordelijke beroepskracht
om deze kosten te mogen maken. Een vrijwilliger kan onkosten vergoed krijgen op basis van
declaraties van de werkelijke kosten. Hiervoor dient het declaratieformulier te worden ingevuld dat
vergezeld moet gaan van bewijsstukken van de gemaakte kosten. Men dient aan te kunnen tonen dat
de kosten zijn gemaakt. Declaraties kunnen uitsluitend achteraf ingediend worden, werken met een
voorschot is belastingtechnisch niet mogelijk.
4.1.2 Reiskostenvergoeding
Wanneer vrijwilligers voor MEE & de Wering reiskosten maken kunnen ze deze declareren.
Voorwaarde is dat het voor de vrijwilliger noodzakelijk moet zijn dat hij per auto of openbaar vervoer
reist. Samen met de verantwoordelijke beroepskracht kan men bepalen of de reiskostenvergoeding
van toepassing is. Als norm hanteert MEE & de Wering hiervoor € 0,28 per km. Voor reizen met
openbaar vervoer dienen de bewijsstukken van de gemaakte kosten toegevoegd te worden. Voor
reizen per fiets is geen vergoeding.
4.1.3 Uurvergoeding
MEE & de Wering is van mening dat vrijwilligerswerk onbetaald zou moeten zijn. Vrijwilligers
ontvangen daarom geen vrijwilligersuurvergoeding van MEE & de Wering. Hierop zijn enkele
uitzonderingen van toepassing. Deze uitzonderingen zijn bekend bij de verantwoordelijke
beroepskracht van de activiteit. Redenen voor uitzondering op de regel zijn gebaseerd op een aantal
overwegingen:
Als er oude rechten bestaan die moreel gezien niet gestopt kunnen worden totdat deze
vrijwilliger uitstroomt. Deze rechten gaan niet over op een nieuwe vrijwilliger.
Als de zwaarte, intensiteit of verantwoordelijkheid van de vrijwilligerstaak veel groter is dan
een gemiddelde vrijwilligerstaak. Een dergelijke situatie dient voorkomen te worden, omdat
dit neigt naar werkzaamheden die bij een beroepskracht thuishoren.
17
In alle situaties waarbij toch een uurvergoeding met vrijwilligers wordt afgesproken, is vooraf altijd
uitvoerig gesproken met de verantwoordelijke beroepskracht en zijn de afspraken hieromtrent
vastgelegd in de Vrijwilligersovereenkomst. Zonder getekende vrijwilligers overeenkomst en het
ingevuld declaratieformulier wordt de uurvergoeding niet uitbetaald.
Vergoeding van cliënt aan vrijwilliger
Enkele vrijwillige diensten zijn voor de cliënt niet kosteloos, zoals diensten van WonenPlus. Dan krijgt
de vrijwilliger een vrijwilligersvergoeding. MEE & de Wering hanteert de regel dat deze vergoedingen
in principe direct door de cliënt aan de vrijwilliger betaald wordt, zonder tussenkomst van MEE & de
Wering. Hiervoor zijn enkele randvoorwaarden noodzakelijk:
MEE & de Wering maakt duidelijke afspraken met vrijwilligers en cliënten over de hoogte van
de vergoeding voor de cliënt. Hierover wordt transparant gecommuniceerd met zowel cliënt
als vrijwilligers, zodat misbruik voorkomen wordt;
MEE & de Wering spreekt met de vrijwilligers af en ziet er op toe dat de vergoeding voor
vrijwilligers niet boven de wettelijk maximale onbelaste vergoeding uitkomt. (zie paragraaf
4.1.4);
4.1.4 Vergoeding en belastingdienst
De belastingdienst hanteert vaste bedragen voor vrijwilligersonkostenvergoeding. Dit bedrag is een
maximaal uurloon van € 4,50 per uur en voor jongeren onder de 23 jaar is dit € 2,50 per uur. Maximaal
€ 150,= per maand met een maximum van totaal aan € 1.500,= per jaar. Dit bedrag is inclusief de
ontvangen onkosten- en reiskostenvergoedingen. MEE & de Wering doet opgave aan de
belastingdienst als vrijwilligers meer ontvangen dan de bovengenoemde vrijgestelde norm. De
vrijwilliger moet dit opgeven bij de aangifte inkomstenbelasting. Afhankelijk van de persoonlijke
situatie kan het zijn dat hierover premies en belasting afgedragen moeten worden. Bovenstaande
bedragen gelden voor 2016, voor de actuele bedragen kan men terecht bij afdeling financiën.
Aandachtspunt is dat indien een vrijwilliger bij meerdere organisaties vrijwilligerswerk verricht, het
maximum voor deze persoon € 1.500,= blijft (de vrijwilligersuurvergoeding en onkostenvergoeding
samen). Het is de verantwoordelijkheid van de vrijwilliger om de belastingregels te volgen.
Uitgezocht moet worden wanneer en hoe er kosten verbonden zijn aan diensten en vergoedingen
aan vrijwilligers. Hierin moet organisatiebreed één lijn komen. Dat zelfde geldt voor systemen als
abonnementsgelden of lidmaatschappen. Dit kan wringen met de waarde wederkerigheid. Betalen voor
diensten suggereert dat cliënt zich als consument kan opstellen. Het principe van wederkerigheid en
hiermee kansen op actief burgerschap, meedoen, gaan hierdoor verloren. De vraag is kan de organisatie
zonder deze vergoedingen en abonnementen en welke geschikte alternatieven zijn er?
Huidige regelingen dienen gefaseerd afgebouwd en omgezet te worden naar deze werkwijze.
18
4.1.5 Vergoedingen en uitkerende instanties
Als de vrijwilliger een bijstandsuitkering ontvangt en daarnaast een vrijwilligersvergoeding, verandert
de hoogte van de uitkering niet als de vergoeding voor het vrijwilligerswerk maximaal €95,= per
maand en maximaal € 764,= per jaar is. Als het gaat om vrijwilligerswerk dat de gemeente
noodzakelijk vindt voor de re-integratie van de vrijwilliger, dan verandert de hoogte van de uitkering
niet als de vrijwilligersvergoeding niet hoger is € 150,= per maand en € 1.500,= per jaar. Omdat er
voor vele situaties andere interpretaties bestaan, is het altijd raadzaam dat de vrijwilliger met zijn of
haar uitkerende instantie overlegt over het vrijwilligerswerk en de daarbij verstrekte vergoedingen.
4.1.6 Korte samenvatting
MEE & de Wering vergoedt reiskosten en werkelijk gemaakte kosten;
MEE & de Wering verstrekt in principe geen vrijwilligeruurvergoedingen;
Vergoeding vrijwillige dienst wordt direct door cliënt aan vrijwilliger betaald.
Declaraties kunnen ingediend worden via het ‘Declaratieformulier Vrijwilligers MEE & de Wering’. Ook
indien een vergoeding via de kas wordt verstrekt moet er een declaratieformulier aan ten grondslag
liggen. In verband met de registratieplicht voor de belastingdienst, moeten vergoedingen altijd worden
geregistreerd en op naam gesteld worden.
4.1.7 Giftenaftrek voor de belasting
Wanneer een vrijwilliger geen gebruik wil maken van het recht op uitbetaling van de werkelijk
gemaakte kosten, kan hij of zij in aanmerking komen voor giftenaftrek bij de Belastingdienst.
Voorwaarden hiervoor zijn:
De kosten moeten gemaakt zijn;
De kosten moeten declarabel zijn (dus NIET de vrijwilligersuurvergoeding);
Men moet vrijwillig afzien van de uitbetaling.
De vrijwilliger vult het declaratieformulier in. Vrijwilliger geeft op het formulier aan dat hij / zij afziet
van betaling. De financiële administratie van MEE & de Wering stuurt de vrijwilliger een verklaring op
die bruikbaar is voor de belastingdienst om tot giftenaftrek te komen.
4.1.8 Giften van cliënten
Als de vrijwilliger een gift krijgt aangeboden van een cliënt, gelden hiervoor een aantal regels:
De vrijwilliger mag geen geldbedrag aannemen van een cliënt;
De vrijwilliger mag een gift ter waarde van maximaal € 5,= per jaar aannemen;
De vrijwilliger dient een gift te melden aan de beroepskracht.
4 .2 Waardering
MEE & de Wering geeft graag uiting aan de waardering die zij voor haar vrijwilligers heeft. Naast het
zo goed mogelijk ondersteunen en faciliteren van de vrijwilligers, bijvoorbeeld door te zorgen voor
goede werkomstandigheden en scholing (zie hoofdstuk ‘Begeleiden’), wordt er aandacht besteed aan
Opstellen format Declaratieformulier Vrijwilligers MEE & de Wering
19
een jaarlijkse attentie en bijvoorbeeld een gezellige bijeenkomst, een getuigschrift, of een attentie bij
een bijzondere gelegenheid.
4.2.1 Jaarlijkse activiteit en (kerst)attentie
De verantwoordelijke beroepskrachten van de afdeling organiseren jaarlijks een waarderingsactiviteit
of attentie voor de vrijwilligers. De wijze van invulling staat niet vast. Dit bepalen de beroepskrachten
en wordt afgestemd binnen het zelfsturend team. Dat kan bijvoorbeeld een uitje, cadeautje of een
activiteit zijn. De organisatie stelt hiervoor jaarlijks € 20,= per vrijwilliger ter beschikking. In principe
wordt uitgegaan van € 10,= kerstattentie en nog eens € 10,= voor een overige activiteit, zoals lunch,
borrel of attentie. Als de beroepskrachten niet in staat zijn zelf een kerstattentie te regelen, dan wordt
het secretariaat van de betreffende regio gevraagd dit te doen.
4.2.2 Getuigschrift
Wanneer een vrijwilliger na enige tijd stopt met het vrijwilligerswerk kan deze op verzoek een
getuigschrift ontvangen. Hiervoor zorgt de verantwoordelijke beroepskracht waarmee de vrijwilliger
het meest heeft samengewerkt. Er wordt vooraf aan de vrijwilliger verteld wat er in het getuigschrift
vermeld zal worden. Het getuigschrift wordt op briefpapier afgedrukt en ondertekend door de
verantwoordelijke beroepskracht. Hierdoor krijgt het een officiële status. Er is een format voor het
getuigschrift.
4.2.3 Attentieregeling
De beroepskrachten die met vrijwilligers samenwerken zijn verantwoordelijk voor de viering van
jubilea, verjaardagen, geboorte van een kind, huwelijk, of een steuntje in de rug bij ziekte of overlijden.
Hierop is de ‘Attentieregeling vrijwilligers’ van toepassing.
Format Getuigschrift opstellen en bijwerken Attentieregeling
20
5. BEHOUDEN
5.1 Communicatie met vrijwilligers
MEE & de Wering is verplicht haar vrijwilligers te informeren over belangrijke ontwikkelingen en
veranderingen in het beleid van de organisatie. Dit wordt via de nieuwsbrief en de website
gerealiseerd.
5.1.1 Nieuwsbrief
Alle geregistreerde vrijwilligers ontvangen enkele malen per jaar een (digitale) nieuwsbrief. Met deze
nieuwsbrief willen we de vrijwilligers goed, volledig en tijdig informeren over allerlei zaken die binnen
onze organisaties spelen. Daarnaast biedt deze nieuwsbrief ook aan vrijwilligers ruimte om kopij aan
te leveren waardoor de nieuwsbrief kan uitgroeien tot een verbindend orgaan. De nieuwsbrief valt
onder de verantwoordelijkheid van de projectleider vrijwilligerswerk en deze krijgt hierbij
ondersteuning van de afdeling communicatie.
5.1.2 Website
Op de website van MEE & de Wering wordt een speciale pagina voor vrijwilligers ingericht. Dit dient
nog ontwikkeld te worden samen met afdeling communicatie.
5.2 Inspraak
MEE & de Wering gelooft in de kracht, eigenheid en meerwaarde van vrijwilligerswerk en neemt haar
vrijwilligers serieus door ze te betrekken bij de ontwikkeling van de organisatie. Vrijwilligers brengen
een enorme verscheidenheid aan kennis en ervaring met zich mee welke een grote bijdrage kan
leveren aan de ontwikkeling en versterking van de organisatie. Daarom is MEE & de Wering
voornemens vrijwilligers een stem te geven binnen de organisatie. Er is onderscheid tussen
zeggenschap en medezeggenschap. Bij zeggenschap gaat het over beslissingsbevoegdheid en bij
medezeggenschap gaat het om inspraak. Het gaat hierbij om de laatste; inspraak. De mening en
wensen van vrijwilligers worden meegenomen in de besluitvorming. Dit kan bijvoorbeeld door het
opzetten van een vrijwilligersraad, een digitaal panel of een klankbordgroep. Hoe dit precies
georganiseerd kan worden en hoe dit zich verhoudt met bijvoorbeeld de cliëntenraad, dient nader
onderzocht te worden, onder andere samen met vrijwilligers.
Nieuwsbrief en pagina op de website ontwikkelen i.s.m. afdeling Communicatie
Onderzoeken hoe organiseren inspraak vrijwilligers
21
5.3 Verzekeringen
MEE & de Wering heeft een zorgplicht voor al haar medewerkers, ook vrijwilligers. Alle vrijwilligers
van MEE & de Wering zijn daarom verzekerd tijdens het uitvoeren van het vrijwilligerswerk.
Gemeenten hebben via het gemeentefonds gelden gekregen voor het afsluiten van een collectieve
vrijwilligersverzekering, geldig voor alle vrijwilligers. Maatschappelijke stagiaires vallen ook onder
deze verzekering, mantelzorgers niet. Op de betreffende gemeentelijke website is meer informatie en
een schademeldingsformulier te vinden. Mocht de opgelopen schade niet door de
vrijwilligersverzekering van de betreffende gemeente of door de eigen WA verzekering van de
vrijwilliger gedekt worden, dan is MEE & de Wering verzekerd middels een
aansprakelijkheidsverzekering voor ongevallen en/of schade. Hierop is wel een eigen risico van
toepassing voor de organisatie.
Let op: Voor vrijwilligers die andere mensen vervoeren is door de organisatie geen
inzittendenverzekering afgesloten. Hiervoor dient de vrijwilliger zelf zorg te dragen, de beroepskracht
controleert dit. Kosten hiervoor worden door MEE & de Wering vergoed en dienen meegenomen te
worden in de kostprijs van de betreffende dienst.
5.3.1 Praktisch
In het geval van schade dient de vrijwilliger dit binnen drie werkdagen aan de beroepskracht te
melden. De beroepskracht meldt de schade direct aan de verzekering van MEE & de Wering.
Vervolgens gaat de beroepskracht na of de schade niet op de verzekering van de vrijwilliger zelf te
verhalen is. Als dit niet het geval is, dan kan een beroep worden gedaan op de verzekering van de
gemeente. De beroepskracht kan het schadeformulier samen met de vrijwilliger invullen en bij de
betreffende gemeente inleveren. Indien deze verzekering niet uitkeert, kan een beroep worden gedaan
op de verzekering van MEE & de Wering. De beroepskracht meldt zich in dat geval bij de facilitair
medewerker.
1. Melden schade aan verzekering MEE & de Wering binnen 3 werkdagen;
2. Check schade verhalen op eigen verzekering vrijwilliger, zo niet:
3. Schade verhalen op verzekering gemeente, zo niet:
4. Schade verhalen op verzekering MEE & de Wering.
5.4 Kwaliteit
5.4.1 Meten en monitoren
MEE & de Wering monitort de kwaliteit van haar dienstverlening. Regelmatig worden hiertoe
klanttevredenheid onderzoeken verricht. Met betrekking tot vrijwilligerswerk is dit tweeslachtig.
Namelijk de tevredenheid en ervaringen van cliënten die vrijwillige ondersteuning ontvangen en de
tevredenheid en ervaringen van de vrijwilligers over het vrijwilligerswerk en de ondersteuning vanuit
MEE & de Wering. Het verdient aanbeveling om een vrijwilligers ervaringsonderzoek te verrichten.
Frequentie en uitvoering hiervan moet nog nader onderzocht en besloten worden. Eventueel kan de
nog op te zetten vrijwilligersraad of klankbordgroep hierbij een rol spelen. Daarnaast is het zeer
interessant, voor de ontwikkeling van de dienstverlening en voor de opdrachtgevers om inzicht te
krijgen in de effecten van de verschillende soorten vrijwillige diensten. Het verdient aanbeveling om
deze diensten structureel te monitoren. Er moet eerst onderzocht worden hoe het beste een
ervaringsonderzoek onder vrijwilligers uitgezet kan worden en hoe de effecten van de vrijwillige
diensten gemonitord kunnen worden.
22
5.4.2 Klachtenprocedure
Voor de afhandeling van klachten heeft MEE & de Wering een klachtenbeleid en procedure opgesteld.
In het geval van klachten van vrijwilligers over de organisatie of cliënten dient deze gevolgd te worden.
In het geval van klachten van cliënten over vrijwilligers dienen ook de volgende stappen gevolgd te
worden;
Bij vrijwilligerswerk op het gebied van sociaal-emotionele ondersteuning is dossiervorming
zeer belangrijk. De beroepskracht ondersteunt de vrijwilliger hierin. Dus vooraf dienen een
aantal zaken geborgd te zijn, om achteraf klachten te voorkomen. Bijvoorbeeld bij
ondersteuning van een financiële administratie: de beroepskracht verzorgt de intake met de
cliënt, Hierbij wordt een overeenkomst in drievoud opgesteld. Deze overeenkomst wordt door
beroepskracht, vrijwilliger en cliënt ondertekend. Hierin staat duidelijk dat de cliënt ten alle
tijden zelf verantwoordelijk blijft voor de eigen financiën en administratie. De overeenkomst
wordt in het cliëntendossier toegevoegd.
Als iemand een klacht heeft of er onvrede leeft, is het van belang om dit in een zo vroeg
mogelijk stadium bespreekbaar te maken. Tussen cliënt en vrijwilliger, eventueel met een
beroepskracht erbij. Het horen van alle partijen is belangrijk.
Verjaringstermijn: een klacht kan uiterlijk twee jaar na afsluiten van de vrijwillige
ondersteuning worden ingediend.
Reactie aan de cliënt kan uitgesteld worden indien intern overleg of collegiaal consult nodig
blijkt.
5.4.3 Loopbaanbegeleiding
Binnen MEE & de Wering kunnen vrijwilligers zichzelf verder ontplooien. Door middel van het volgen
van trainingen of deelnemen aan themabijeenkomsten, maar men kan ook in aanmerking komen voor
loopbaanbegeleiding. Zie hoofdstuk ‘Begeleiden, §3.2.6’.
Onderzoeken hoe ervaringsonderzoeken vormgegeven kunnen worden
23
6. BEEÏNDIGEN
Soms besluit een vrijwilliger of de organisatie niet meer met elkaar verder te gaan waardoor het
vrijwilligerswerk eindigt. Hiervoor kunnen allerlei redenen zijn. Ontevredenheid van een van beide
kanten, een betaalde baan, of gewoon het hebben van andere wensen. We vinden het belangrijk dat
ook dit onderdeel - het beëindigen van de samenwerking - naar tevredenheid verloopt.
6.1 Afmeldprocedure
Wanneer een vrijwilliger bij de verantwoordelijke beroepskracht aangeeft te willen stoppen met
vrijwilligerswerk wordt de afmeldprocedure in gang gezet. De verantwoordelijke beroepskracht draagt
zorg voor de uitschrijving van de vrijwilliger uit het registratiesysteem. Het vrijwilligersdossier wordt
nog 2 jaar bewaard, i.v.m. de klachtenprocedure.
6.2 Afsluiting samenwerking
Iedere vrijwilliger die zich voor onze organisatie heeft ingezet en besluit om te stoppen met
vrijwilligerswerk, krijgt een bedankbrief namens de organisatie. Daarnaast vinden we het belangrijk
dat de verantwoordelijke beroepskracht op een positieve manier persoonlijk afscheid neemt van de
desbetreffende vrijwilliger.
6.2.1 Afscheidscadeau
Vrijwilligers die zich meer dan een jaar actief hebben ingezet voor MEE & de Wering, krijgen een
afscheidscadeau welke is vergezeld met een bedank brief of kaart. De beroepskracht is
verantwoordelijk voor het regelen van het afscheidscadeau.
Als een vrijwilliger meer dan een jaar actief is geweest ontvangt deze van de beroepskracht een
boeket bloemen of een cadeau ter waarde van € 12,50.
Als een vrijwilliger meer dan vijf jaar actief is geweest ontvangt deze van de beroepskracht een boeket
bloemen ter waarde van € 12,50 en een cadeau(bon) ter waarde van € 10,00.
6.2.2 Afsluitend gesprek
De verantwoordelijke beroepskracht voert een afsluitend gesprek met de vrijwilliger die stopt. In het
gesprek komen onderstaande onderwerpen aan de orde:
Redenen om te stoppen;
Doorstroom naar ander vrijwilligerswerk;
Evaluatieformulier
Getuigschrift
Afscheidscadeau
Opstellen afmeldprocedure
24
7. BORGING
7.1 Implementeren, borgen, doorontwikkelen
Vrijwilligerswerk is volop in ontwikkeling, ook binnen MEE & de Wering. Zwaardere vormen van
vrijwillige inzet, binnen bijvoorbeeld zorgsituaties zijn in opmars. De organisatie en de vrijwilligers
dienen hiervoor goed toegerust te zijn. Dat begint met een degelijk eenduidig vrijwilligersbeleid. Om
dit beleid te implementeren, te borgen en door te ontwikkelen moet iemand aangewezen worden die
zorg draagt voor deze processen. Schatting van het aantal uren is voor het eerste jaar (2017) 24 uur
per week, daarna vanaf 2018, 16 uur per week.
7.2 Lokaal of centraal
Omdat MEE & de Wering werkt met zelfsturende teams, ligt de uitvoering van het vrijwilligersbeleid zo
veel mogelijk daar (decentraal). Dat houdt in dat de beroepskrachten en vrijwilligerscoördinatoren
hier gezamenlijk zorg voor dragen en hier voldoende ruimte voor krijgen. Daar waar het niet anders
kan of waar het bedrijfsmatig veel efficiënter is, worden zaken centraal geregeld. In onderstaand
schema staat aangegeven wat per zelfsturend team of wat centraal geregeld wordt.
7.3 Budget
Faciliteren en ondersteunen van kwalitatief goed vrijwilligerswerk vraagt om een investering in
aandacht, tijd en middelen. Met name het ‘gespecialiseerd vrijwilligerswerk’ vraagt extra begeleiding
en deskundigheidsbevordering en kost dus extra tijd en geld. Elk jaar stelt het MT het budget voor het
vrijwilligerswerk vast. Dit budget is opgesplitst in verschillende delen:
Decentraal budget voor zelfsturende teams voor vrijwilligersactiviteiten, zoals kerstborrel en
–attentie, afscheid of een bijzondere gebeurtenis. Dit is ongeveer € 20,= per vrijwilliger per
jaar. Daarnaast is per regio een klein budget nodig voor het financieren van
deskundigheidsbevordering.
Centraal budget voor werkelijk gemaakte kosten zoals reiskosten of onkostenvergoedingen;
Wat waar regelen? Centraal Decentraal
Werving & selectie X
Registratie nieuwe vrijwilliger X
Inwerken nieuwe vrijwilliger X
Aanvraag VOG X
Begeleiding vrijwilliger X
Attenties X
Deskundigheidsbevordering X
Online scholingsaanbod X
Declaraties X
Getuigschrift X
Verzekering gemeente X
Verzekering MEE & de Wering X
25
Algemeen budget zoals nieuwsbrief, VOG en deskundigheidsbevordering.
Daar waar projectmatig of in opdracht gewerkt wordt, is meestal sprake van een projectbegroting
waarin kosten voor het faciliteren en begeleiden van vrijwilligers apart zijn opgenomen.
7.3.1 Kostenraming:
In onderstaand overzicht zijn kosten beraamd ten behoeve van vrijwillige inzet. Deze kosten werden
voorheen uit diverse algemene en regionale budgetten gefinancierd en zijn niet nieuw. De kosten
moeten wel inzichtelijk gemaakt zijn en worden en apart worden begroot.
Decentraal budget:
Attenties: € 20.000,=
Centraal budget:
Vergoedingen: € 30.000,=
VOG: € 2.000,=
Algemeen budget:
Loonkosten: € 47.500,=
Deskundigheidsbevordering: € 11.000,= (deels naar regio’s)
Communicatie: € 2.000,=
TOTAAL € 112.500,=
7.4 P&O
Vrijwilligers zijn, net als personeel, medewerkers van de organisatie. Vrijwilligers hebben net als
personeel een overeenkomst met de organisatie en er wordt van elke vrijwilliger een dossier
bijgehouden waarin gespreksverslagen opgenomen worden. Deze registratie dient centraal geregeld
te zijn. Vrijwilligers hebben ook te maken met arbeidsomstandigheden. Wettelijk gezien geldt het
arbobeleid niet voor vrijwilligers, maar als MEE & de Wering vinden we de arbeidsomstandigheden
van alle medewerkers van groot belang en zullen dit toetsen aan het arbobeleid. Als vrijwilligers
problemen ondervinden, kunnen ze dit bespreekbaar maken bij de verantwoordelijke beroepskracht.
Gezamenlijk wordt gezocht naar een oplossing.
7.5 Vertrouwenspersoon
Binnen de organisatie is een vertrouwenspersoon voor vrijwilligers aangesteld. Deze
vertrouwenspersoon richt zich op meldingen over ongewenste omgangsvormen én op problemen
rondom het omgaan met vertrouwelijke informatie. Mochten vrijwilligers binnen onze organisatie
hiermee te maken krijgen, dan kunnen ze in eerste instantie terecht bij hun contactpersoon. Samen
met de verantwoordelijke beroepskracht bepaalt men of voor de kwestie de vertrouwenspersoon
ingeschakeld moet worden. Het kan zijn dat het probleem juist te maken heeft met deze
beroepskracht. In dat geval kan de vrijwilliger rechtstreeks contact zoeken met de
vertrouwenspersoon.
Afspraken maken met afdeling Financiën over wegboeken kosten vrijwillige inzet
26
7.6 Evaluatie beleid
Het vrijwilligersbeleid is zoals eerder aangegeven een dynamisch document. Het beleid wordt net
zoals de reguliere beleidscyclus om de vier jaar geëvalueerd en indien nodig elke twee jaar aangepast.
27
8. BOODSCHAPPENLIJST
Voor de implementatie en uitvoering van dit beleid dienen een aantal randvoorwaarden gerealiseerd te
worden en een aantal zaken uitgezocht. Belangrijkste hiervan is de medewerkers van MEE & de
Wering te helpen om zo veel als mogelijk informele hulp in te zetten. Een voorbeeld hiervan is het
opstellen van een dienstenwaaier per regio. Deze dienstenwaaier maakt inzichtelijk welke vrijwillige
diensten vanuit MEE & de Wering aangeboden worden, zie bijlage. In het document zijn er een aantal
belangrijke aandachtspunten verzameld in een boodschappenwagen. Daarnaast zijn er een aantal
zaken waar dit beleid (nog) geen antwoord op heeft, maar die in de toekomst aandacht behoeven. Deze
zaken zijn verzameld en geordend op de (boodschappen)lijst hieronder. Deze boodschappenlijst moet
worden vertaald naar een plan van aanpak waarvan een uitvoeringsregeling een onderdeel is.
8.1. Inhoudelijke thema’s Beleid ontwikkelen voor diverse doelgroepen onder vrijwilligers zoals studenten, kwetsbare
vrijwilligers, allochtonen, ervaringsdeskundigen.
Aanscherpen profielen vrijwilligerscoördinator en beroepskrachten.
8.2 Strategie Monitoren kosten vrijwillige inzet.
Uitzoeken of de kosten vrijwillige inzet deels versleuteld kunnen worden in kostprijs.
Door ontwikkelen diensten en producten vrijwillige inzet naar verdienmodellen.
Meetbaar maken effecten en meerwaarde van vrijwillige inzet (effectencalculator).
8.3 Randvoorwaarden Uitzoeken welke taken beleggen bij ondersteunende diensten.
Registratie vrijwilligers mogelijk maken in CRM systeem.
Opstellen uitvoeringsregeling waarin procedures, protocollen en formats beschreven staan.
Zoals intake, registratie, aanvraag VOG, format vrijwilligersovereenkomst. Ook dient een
vertrouwenspersoon aangewezen te worden.
Vormgeven aan deskundigheidsbevordering zoals online trainingen en loopbaanbegeleiding
i.s.m. afdelingen Kennisontwikkeling en Communicatie.
Vullen website gedeelte voor vrijwilligers
Beleidsimplementatie samen met afdeling Kennisontwikkeling en Communicatie vormgeven.
Beroepskrachten stimuleren om te werken met vrijwilligers i.s.m. afdeling
Kennisontwikkeling.
Huidige regelingen gefaseerd afbouwen en omzetten naar nieuwe regelingen.
Uitzoeken wanneer en hoe er kosten verbonden zijn aan diensten en vergoedingen aan
vrijwilligers. Hierin moet organisatiebreed één lijn komen. Dat zelfde geldt voor systemen als
abonnementsgelden. Deze systemen wringen met de waarde wederkerigheid. Betalen voor
diensten suggereert dat cliënt zich als consument kan opstellen. Het principe van
28
wederkerigheid en hiermee kansen op actief burgerschap, meedoen, gaan hierdoor verloren.
De vraag is kan de organisatie zonder deze vergoedingen en abonnementen en welke
geschikte alternatieven zijn er?
Opstellen format Declaratieformulier Vrijwilligers MEE & de Wering
Format Getuigschrift opstellen en bijwerken Attentieregeling
Nieuwsbrief en pagina op de website voor vrijwilligers ontwikkelen i.s.m. afdeling
Communicatie
Onderzoeken hoe organiseren inspraak vrijwilligers
Onderzoeken hoe ervaringsonderzoeken vormgegeven kunnen worden
Opstellen afmeldprocedure
Afspraken maken met afdeling Financiën over wegboeken kosten vrijwillige inzet
Wat Wanneer
Beleid vergoedingen toetsen aan wet/regelgeving December 2016
Registratie vrijwilligers mogelijk maken (overeenkomsten
in crm systeem)
Januari 2017
Budget vrijwilligersbeleid monitoren Vanaf januari 2017
i.s.m. team kennisontwikkeling
- beleidsimplementatie vormgeven
- stimuleren werken met vrijwillige inzet
Voorbereiding november 2016
Uitvoering voorjaar 2017
Medezeggenschap vormgeven Voorjaar 2017
Communicatie vrijwilligers Voorbereiding november 2016
Doorlopend in 2017
Aanpassen diverse formats, formulieren en profielen December 2016
Januari 2017
Doorontwikkeling deskundigheidsbevordering
Doorontwikkeling soorten vrijwilligerswerk
Ontwikkeling doelgroepenbeleid vrijwilligerswerk
2e helft 2017
Kwaliteit monitoren Onderdeel nieuw
kwaliteitsbeleid
29
9. BRONNEN
Baart, A., Carbo, C. (2014) De Zorgval . Amsterdam: Thoeris.
Van Deur, H. Scholte,M. Sprinkhuizen, A. (2013) DichterErBij. Wegen en overwegen in het sociaal
werk. Bussum: Coutinho (essay Kees Penninx)
Kampen, T; Verhoeven, I; Verplanke, L.(2013) De affectieve burger. Hoe de overheid verleidt en
verplicht tot zorgzaamheid. Amsterdam: Van Gennep
MEE & de Wering. (2015)Samen staan voor kwetsbare burgers. Fusiedocument Mee & De Wering.
Alkmaar: MEE & de Wering.
Mogendorff, K; Tonkens, E; Verplanke, L. (2012) Recpect, waardering en ontplooiing. Burgerschap
voor mensen met een verstandelijke of psychische beperking. Utrecht: Movisie
Van Nieuwenhuijzen, A. (jaartal onbekend) Routeboekje XL. Vinden en binden van vrijwilligers. Borne:
Acron.
De Wering. (2014) Bedrijfsplan 2015-2018. Alkmaar: De Wering
De Wervingscirkel. (2016) https://www.movisie.nl/tools/vrijwilligers-werven-volgens-goed-plan
Opgehaald op 02-11-2016
30
10. BIJLAGE
31
Bijlage 1: Voorbeeld Lokale dienstenwaaier:
top related