uitvraag 2014 over verslagjaar 2013 · en in samenwerking met de nederlandse health professionals...
Post on 30-Dec-2019
0 Views
Preview:
TRANSCRIPT
Indicatorenset Reumatoïde Artritis Uitvraag 2014 over verslagjaar 2013
Definitieve versie – okt. 2013
2
Colofon Internet: Portal voor aanlevering kwaliteitsgegevens verslagjaar 2013: http://ziekenhuizentransparant.nl. Meer informatie:
Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen: www.nvz-ziekenhuizen.nl/onderwerpen/zichtbare-zorg;
Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra: www.nfu.nl. Samengesteld door: Zorginhoudelijke indicatoren Scientific Institute for Quality of Healthcare (IQ healthcare), UMC St Radboud Klantpreferentievragen Consumentenbond Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) Eerder tot stand gekomen in opdracht en onder eindverantwoordelijkheid van de stuurgroep Zichtbare Zorg Ziekenhuizen. Let op: Zichtbare Zorg is per 1 januari 2013 gestopt en gaat op in het Kwaliteitsinstituut. De ondersteuning die het programmabureau Zichtbare Zorg leverde aan ziekenhuizen en ZBC’s met betrekking tot het verzamelen en aanleveren van de indicatoren, komt hiermee te vervallen. Het beschikbaar stellen van kwaliteitsinformatie is een wettelijke opdracht aan zorgaanbieders, die van kracht blijft. De indicatoren uit deze indicatorengids worden daarom in 2014 niet aangeleverd via de ZiZo-portal, maar via een webportal van Dutch Hospital Data. Den Haag, oktober 2013
3
Inhoudsopgave Deel 1: Zorginhoudelijke indicatoren 4
1. Algemene informatie over zorginhoudelijke indicatoren 5 2. Factsheets zorginhoudelijke indicatoren Reumatoïde Artritis 7 3. Lijst te verzamelen variabelen 14 Bijlage 1: Wijzigingstabel zorginhoudelijke indicatoren 16 Bijlage 2: Autorisatie zorginhoudelijke indicatoren door wetenschappelijke 17
verenigingen
Deel 2: Klantpreferentievragen 18 Klantpreferentievragen Reumatoïde Artritis 19 Bijlage 1: Wijzigingstabel klantpreferentievragen 24 Afkortingenlijst 25
4
Deel 1: Zorginhoudelijke indicatoren
5
1. Algemene informatie over Zorginhoudelijke indicatoren Reumatoïde Artritis (RA)
Indicatorwerkgroep De werkgroep voor de ontwikkeling van de indicatorenset Reumatoïde Artritis bestond uit de volgende personen: NVR: Dhr. Prof. Dr. P.L.C.M. van Riel, reumatoloog, Universitair Medisch Centrum
Sint Radboud, Nijmegen (voorzitter werkgroep) Dhr. Dr. T.L.Th.A. Jansen, reumatoloog, Medisch Centrum Leeuwarden, Leeuwarden
Reumapatiëntenbond: Mw. P. Kortenhoeven, stafmedewerker collectieve belangenbehartiging Reumapatiëntenbond, Amersfoort Mw. M. Scholte-Voshaar, ervaringsdeskundige, Bussum
ZN: Dhr. Drs. G.W. Salemink Zorgverzekeraar Nederland V&VN: Mw. W.J. Struijs, reumaverpleegkundige Flevoziekenhuis, Almere
Mw. Drs. J.E. Voorneveld-Nieuwenhuis, Nurse Practitioner, Medisch Centrum Rijnmond-Zuid, Rotterdam
De werkgroep voor het onderhoud van de indicatorenset Reumatoïde Artritis bestond in 2010 uit de volgende personen: NVR: Dhr. Prof. Dr. van Riel, reumatoloog, UMC St Radboud Nijmegen (voorzitter werkgroep)
Dhr. Dr. Jansen, reumatoloog, Medisch Centrum Leeuwarden (schriftelijke input)
V&VN: Mw. Drs. Voorneveld-Nieuwenhuis, Nurse Practitioner, Maasstad Ziekenhuis ZN: Dhr. Drs. Salemink, arts maatschappij en gezondheid, Achmea Zorg Reumapatiëntenbond: Mw. Kortenhoeven, stafmedewerker collectieve belangenbehartiging Reumapatiëntenbond Dhr. Pourquié, ervaringsdeskundige Consumentenbond: Mw. Berlie MSc., onderzoeker gezondheid De werkgroep voor het onderhoud van de indicatorenset Reumatoïde Artritis bestond in 2011 uit de volgende personen: NVR: Dhr. Prof. Dr. Van Riel, reumatoloog, UMC St Radboud Nijmegen
Dhr. Dr. Jansen, reumatoloog, UMC St Radboud Nijmegen, commissaris kwaliteit NVR
Afstemming met bestaande richtlijnen Van maart 2005 tot december 2007 is gewerkt aan de ontwikkeling van de CBO-richtlijn ‘Diagnostiek en behandeling van reumatoïde artritis’, die in 2009 geaccordeerd werd. Bij de ontwikkeling van de indicatoren is gebruik gemaakt van de kennis die is opgedaan in het ontwikkeltraject van deze richtlijn. Populatiebepaling Reumatoïde Artritis
De eerste stap in het bepalen van de indicatoren is het vaststellen van de populatie. Voor alle Zichtbare Zorg indicatorensets was als uitgangspunt gekozen om de populatie te bepalen aan de hand van de Diagnose Behandel Combinaties (DBC’s). Door de invoering van DOT (DBC’s op weg naar transparantie) per 1 januari 2012, is de populatiebepaling van de Zichtbare Zorg indicatoren gewijzigd.
Let op: In deze indicatorengids zijn nog de oude DBC’s vermeld die voor verslagjaar 2012 en eerder nodig waren om de populatie te bepalen. Specifieke DOT-instructies zijn opgenomen in een separaat document bij de indicatorengidsen.
DBC’s
De volwassen patiënten worden geselecteerd waarbij een van de onderstaande DBC’s in het verslagjaar is afgesloten. Reguliere DBC’s: 0324.xx.101.111 poliklinisch 0324.xx.101.112 met dagbehandeling 0324.xx.101.113 met klinische episodes
6
0324.xx.101.114 enkelvoudig poliklinisch conservatief 0324.xx.101.211 poliklinische behandeling met cytostatica (d.w.z. methotrexaat) 0324.xx.101.212 dagbehandeling met cytostatica 0324.xx.101.213 klinische episodes met cytostatica 0324.xx.101.311 poliklinische behandeling met biologicals (subcutaan/intraveneus) 0324.xx.101.312 dagbehandeling met biologicals (sc/im) 0324.xx.101.313 klinische episodes met biologicals (sc/im) 0324.xx.101.411 poliklinische behandeling met biologicals (intraveneus) 0324.xx.101.412 dagbehandeling met biologicals (iv) 0324.xx.101.413 klinische episodes met biologicals (iv)
Patiënten met jeugdreuma (JIA) worden niet meegenomen.
Parallelle DBC’s worden meegenomen. Wel wordt gekeken naar alle verrichtingen die aangevraagd en/of uitgevoerd zijn door de Reumatoloog, aangezien verrichtingen aan de andere DBC gekoppeld kunnen zijn.
De populatie wordt uiteindelijk bepaald door de in 2013 afgesloten DBC-zorgproducten. In het document met DOT-instructies vindt u relevante DBC-zorgproducten. Om dubbelregistratie te voorkomen, dient – indien de indicator gebaseerd is op tellingen op patiëntniveau – geselecteerd te worden op het unieke patiëntnummer. In alle andere gevallen wordt geteld op verrichtingenniveau en telt iedere verrichting apart mee. Voor codes en instructies, zie de variabelenlijst en rekenregels (tabellen 1 en 2). Peildatum De structuurindicatoren worden, in verband met de actualiteit, eenmaal per jaar op peildatum 1 maart geregistreerd. In- en exclusiecriteria Om een eerlijke vergelijking tussen zorgaanbieders te kunnen maken, heeft de werkgroep in- en exclusiecriteria vastgesteld. Zo kunnen patiënten bijvoorbeeld op leeftijd of comorbiditeit worden uitgesloten. Ook kunnen extra eisen worden gesteld aan het DBC-zorgproduct. Bijvoorbeeld de aanwezigheid van een specifieke verrichting. In- en exclusiecriteria hoeven niet per definitie voor alle indicatoren in de set gelijk te worden toegepast. Soms dienen er bijvoorbeeld extra gegevens te worden verzameld om later te kunnen corrigeren voor comorbiditeit, die de waarde van de indicator beïnvloedt. Op basis van de populatie en de in- en exclusiecriteria wordt de noemer van de indicator vastgesteld.
7
2. Zorginhoudelijke indicatoren Reumatoïde Artritis
1. Beschikbaarheid reumaverpleegkundige binnen de reumapolikliniek
Relatie tot kwaliteit De laatste decennia is samenwerking op een reumapolikliniek tussen de reumatoloog en reumaverpleegkundigen een veelvoorkomend verschijnsel. Begeleiding door een reumaverpleegkundige heeft positieve effecten voor patiënten: zij kunnen beter met hun aandoening omgaan. Ook kunnen ze een belangrijke rol spelen bij metingen van ziekteactiviteit in het kader van monitoring.
Operationalisatie 1a Wat is het aantal FTE reumaverpleegkundigen (RV) binnen de reumapolikliniek dat beschikbaar is op een reumapatiëntenpopulatie van 1000 patiënten?
Operationalisatie 1b Wat is het aantal FTE Nurse Practitioners (NP)/verpleegkundig specialisten (VS) binnen de reumapolikliniek dat beschikbaar is op een reumapatiëntenpopulatie van 1000 patiënten?
Operationalisatie 1c Percentage RA-patiënten dat in het verslagjaar een gesprek heeft gehad met de reumaverpleegkundige of Nurse Practitioner
Teller 1c Aantal RA-patiënten dat in het verslagjaar een gesprek heeft gehad met de reumaverpleegkundige of Nurse Practitioner
Noemer 1c Aantal RA-patiënten waarbij het DBC-zorgproduct in het verslagjaar is afgesloten
Definities Deze indicator heeft betrekking op reumaverpleegkundigen, Nurse Practitioners (NP)/verpleegkundig specialisten (VS) die een eigen spreekuur hebben op de polikliniek. In het Beroepsdeelprofiel reumaverpleegkundigen (AVVV, 2004) staan de kerntaken, taakgebieden en competenties beschreven. Deze indicator hanteert de volgende takenpakket voor reumaverpleegkundige (RV, NP/VS): de reumaverpleegkundige op de polikliniek heeft een belangrijke rol bij het geven van advies, instructie, voorlichting, begeleiding van de zorgvrager en zijn naaste omgeving, en de coördinatie van de zorg. Bijna alle reumaverpleegkundigen op poliklinieken hebben de opleiding voor reumaverpleegkundige (SSSV Bunnik) gedaan en zijn lid van V&VN Reumatologie. Onder 1 FTE wordt een 36-urige werkweek verstaan (cao-ziekenhuizen).
In-/exclusiecriteria n.v.t.
Bron ZIS, DBC-registratie, ziekenhuisregistratie
Meetfrequentie Aantal patiënten: Continu
Peildatum 1a, 1b: 01-03-2014
Verslagjaar 1c: 01-01-2013 tot en met 31-12-2013
Rapportagefrequentie 1a, 1b: 1x per jaar 1c: 1x per verslagjaar
Type indicator 1a, 1b: Structuur 1c: Proces
Meetniveau 1a, 1b: Ziekenhuisniveau 1c: Patiëntniveau
Kwaliteitsdomein Effectiviteit, doelmatigheid, patiëntgerichtheid
8
Rekenregels
Indicator 1a Beschikbaarheid verpleegkundigen binnen de reumapolikliniek: FTE reumaverpleegkundigen
Formule
1) Bepaal het aantal reumapatiënten in ziekenhuis waarbij het DBC-zorgproduct in het verslagjaar is afgesloten Dit aantal is hetzelfde als bij stap 1 van indicator 1b
2) Bepaal FTE reumaverpleegkundigen (RV) 3) Deel het aantal FTE reumaverpleegkundigen door het aantal reumapatiënten
en vermenigvuldig dit met 1.000.
RA1 RA2 RA2/RA1*1000
Indicator 1b Beschikbaarheid verpleegkundigen binnen de reumapolikliniek: FTE Nurse Practitioners/verpleegkundig specialisten
Formule
1) Bepaal het aantal reumapatiënten in ziekenhuis waarbij het DBC-zorgproduct in het verslagjaar is afgesloten Dit aantal is hetzelfde als bij stap 1 van indicator 1a
2) Bepaal FTE Nurse Practitioners/verpleegkundig specialisten 3) Deel het aantal FTE nurse practitioners /verpleegkundig specialisten door het
aantal reumapatiënten en vermenigvuldig dit met 1.000.
RA1 RA3 RA3/RA1*1000
Indicator 1c Beschikbaarheid verpleegkundigen binnen de reumapolikliniek: Gesprek met reumaverpleegkundige
Formule
Teller Voor de teller wordt uitgegaan van de populatie van de noemer. Selecteer de patiënten die in het verslagjaar een gesprek hebben gehad met de reumaverpleegkundige of Nurse Practitioner
# patiënten noemer waarvoor RA4 geldt
Noemer Alle RA-patiënten waarbij het DBC-zorgproduct in het verslagjaar is afgesloten
# patiënten waarvoor RA5 geldt
Achtergrond en variatie in kwaliteit van zorg Patiënten met reumatoïde artritis moeten een evenwicht vinden tussen de gevolgen van de ziekte en de behandeling en de eisen die zij aan hun leven en levensstijl stellen. Dit vraagt naast een goede behandeling ook om goede informatie en multidisciplinaire begeleiding van de patiënt. De laatste decennia is samenwerking op een polikliniek tussen de reumatoloog en reumaverpleegkundigen of Nurse Practitioners (verpleegkundig specialist) een veelvoorkomend verschijnsel. De reumaverpleegkundige of Nurse Practitioner heeft zich gespecialiseerd in de zorg voor patiënten met reuma. Zij verricht haar werkzaamheden en handelt vanuit een eigen professionaliteit volgens vastgestelde procedures en protocollen. De reumaverpleegkundige of Nurse Practitioner is een schakel tussen patiënt en behandelaar. Ze participeert actief binnen het multidisciplinaire team. Vaak is er sprake van een verpleegkundig spreekuur. De verpleegkundige geeft advies, instructie en voorlichting. Ze begeleidt de patiënt en heeft daarnaast een belangrijke taak in de coördinatie van zorg. Zij stemt (in samenspraak met de reumatoloog) zorgverlening en behandelingen van medeprofessionals – in een multidisciplinair en transmuraal verband – op elkaar af. Daarin streeft zij naar optimale continuïteit. Ook heeft de verpleegkundige een rol in het meten van ziekteactiviteit, door middel van het afnemen van een DAS-score en administratie rondom biologicals. De verpleegkundige kan problemen op psychosociaal gebied signaleren en eventueel in overleg doorverwijzen. Ook heeft zij aandacht voor pijn, vermoeidheid, conditie, stemmingsklachten, acceptatie, relationele/seksuele problemen, werk en andere sociaal-maatschappelijke problemen. De zorginhoudelijke kerntaken van een reumaverpleegkundige of Nurse Practitioner zijn (AVVV, 2004):
De vraag naar verpleegkundige zorg introduceren en verkennen
Verpleegkundige diagnose vaststellen
Het beoogde resultaat van de verpleegkundige zorg formuleren
Verpleegkundige interventies plannen en verrichten (waaronder het afnemen van DAS-scores)
9
Begeleiden, informeren, instrueren en adviseren van zelfmanagement
Preventie en voorlichting geven
Coördineren van de zorgverlening van alle betrokken disciplines
Evalueren van reumazorg Dit beroepsdeelprofiel is geschreven voor zowel de reumaverpleegkundige of Nurse Practitioner op de verpleegafdeling, als voor de reumaverpleegkundige of Nurse Practitioner met een eigen spreekuur op de polikliniek. Er is een speciale opleiding voor reumaverpleegkundige (SSSV Bunnik). Bijna alle reumaverpleegkundigen op poliklinieken hebben deze opleiding gedaan en zijn lid van V&VN Reumatologie. Criteria voor het verplicht volgen van bijscholing zullen door de V&VN Reumatologie worden ontwikkeld. Wel is er sinds kort een kwaliteitsregister voor verpleegkundigen waar vrijwillig aan deelgenomen kan worden. De V&VN Reumatologie organiseert vier dagen bijscholing per jaar en in samenwerking met de Nederlandse Health Professionals in de Reumatologie (NHPR) wordt ook een dag georganiseerd. Vanaf 2008 geeft de SSSV bijscholing voor het verrichten van DAS-metingen. De Nurse Practitioner heeft een tweejarige masteropleiding Advanced Nursing Practice gevolgd. Nog niet ieder ziekenhuis in Nederland beschikt over een reumaverpleegkundige of Nurse Practitioner met een eigen spreekuur binnen de polikliniek. In de ziekenhuizen waar een reumaverpleegkundige of Nurse Practitioner aanwezig is, verschilt het takenpakket van de reumaverpleegkundige. Daarmee verschilt ook de tijd die zij aan patiëntenzorg zal besteden. Mogelijkheden tot verbetering De mogelijkheden voor verbetering liggen in de taakverdeling tussen de reumatoloog en de reumaverpleegkundige of Nurse Practitioner. Een goede afstemming van taken zal leiden tot doelmatige en patiëntgerichte zorg. Omdat nog niet alle ziekenhuizen over een reumaverpleegkundige of Nurse Practitioner beschikken, liggen hier verbetermogelijkheden. De optimale formatie ten opzichte van de adherentie voor reumatologie is niet bekend, deze indicator kan na verloop van tijd hier meer inzicht in geven. Beperkingen bij gebruik en interpretatie Er worden geen beperkingen bij gebruik en interpretatie verwacht. Inhoudsvaliditeit Het is aannemelijk dat patiënten met reumatoïde artritis die begeleid worden door een gespecialiseerd reumaverpleegkundige binnen een reumapolikliniek beter met hun aandoening omgaan (CBO, 2009). De richtlijn geeft hiervoor als mate van bewijskracht B (CBO, 2009). In een Nederlands onderzoek is gebleken dat begeleiding door reumaverpleegkundigen in samenwerking met een reumatoloog vergelijkbare resultaten heeft, als dagbehandeling of opname en ook goedkoper was (Tijhuis, 2003). Uit een onderzoek van Hill (1997) blijkt dat patiënten die door een reumaverpleegkundige werden begeleid, minder pijn hadden, meer kennis hadden en meer tevreden waren dan patiënten die uitsluitend door een reumatoloog werden behandeld. Ook blijkt dat de zorg door reumaverpleegkundigen effectief is en dat het toevoegen van verpleegkundige zorg aan de zorg door de reumatoloog een voor patiënten een positief effect heeft op pijn, stijfheid, angst, depressie en kennis over de ziekte (Hill, 2004). Binnen elke reumapolikliniek zou een RA-patiënt de mogelijkheid moeten hebben een reumaverpleegkundige of Nurse Practitioner te bezoeken voor begeleiding en advies. DAS-metingen kunnen gedaan worden verpleegkundigen die daarvoor zijn opgeleid (CBO, 2009). De optimale formatie ten opzichte van de adherentie voor reumatologie is niet bekend, deze indicator kan na verloop van tijd hier meer inzicht in geven. Statistisch betrouwbaar onderscheiden De werkgroep verwacht dat er voldoende variatie in de praktijk bestaat, waardoor de indicator discrimineert tussen de ziekenhuizen en verbeteringen in kwaliteit van zorg zal registreren. Nog niet elke reumapolikliniek heeft een reumaverpleegkundige of Nurse Practitioner ter ondersteuning van de zorg rondom reumatoïde artritis. Vergelijkbaarheid Controle voor verschillen in demografische en sociaal-economische samenstelling, of in gezondheidsstatus van patiëntengroepen, is niet nodig volgens de werkgroep. Omdat de reumaverpleegkundige of Nurse Practitioner naast RA-patiënten ook patiënten met andere reumatische aandoeningen begeleidt, kan mogelijk een lichte vertekening optreden bij grote gespecialiseerde reumaklinieken. Ook het takenpakket en de taakverdeling met de reumatoloog en
10
andere disciplines binnen de polikliniek kunnen per instelling verschillen. Deze factoren kunnen invloed hebben op de beschikbaarheid van de reumaverpleegkundige of Nurse Practitioner voor RA-zorg en daarmee een rol spelen bij de interpretatie van deze indicator. Echter, de werkgroep verwacht niet dat deze factoren van dermate invloed zijn dat hiervoor gecorrigeerd moet worden. Registratiebetrouwbaarheid De werkgroep verwacht dat de indicator onder gelijkblijvende omstandigheden (min of meer) hetzelfde resultaat oplevert. Maar de verantwoordelijkheid voor de registratiebetrouwbaarheid ligt bij de aanleverende ziekenhuizen zelf. De registratielast van 1a en 1b is gering. Voor 1c moet uit de systemen kunnen worden gehaald of een patiënt tenminste één gesprek heeft gehad met een reumaverpleegkundige of Nurse Practitioner (Verpleegkundig Specialist). Referenties
- AVVV Beroepsdeelprofiel reumaverpleegkundigen. Utrecht, 2004: Algemene Vergadering van Verpleegkundigen en Verzorgenden.
- AVVV Beroepsprofiel reumaverpleegkundigen. 2004: Algemene Vergadering van Verpleegkundigen en Verzorgenden.
- CBO Richtlijn diagnostiek en behandeling van reumatoïde artritis. 2009: Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg. www.cbo.nl.
- Hill J. Patiënts satisfaction in a nurse-led rheumatology clinic. J Adv Nurs 1997;25:347-54. - Hill J, Hale C. (2004). Clinical skills: evidenced-based nursing care of people with rheumatoid
arthritis. Br J Nurs 2004;13:852-7.
- http://www.reumatologie.org/index.php?id=97&d=BDP_Reumaverpleegkundige.pdf. - Tijhuis GJ, Zwinderman AH, Hazes JM, Breedveld FC, Vlieland PM. Two-year follow-up of a
randomized controlled trial of a clinical nurse specialist intervention, inpatient, and day patient team care in rheumatoid arthritis. J Adv Nurs 2003;41:34-43.
11
2. Beschikbaarheid multidisciplinaire samenwerking
Relatie tot kwaliteit Binnen ziekenhuizen moet voldoende aandacht zijn voor de complexe RA-patiënt. De Nederlandse Vereniging van Reumatologie is van mening dat het voor patiënten met complexere problematiek bij RA, zoals moeilijke handen en voeten en polschirurgie, meerwaarde heeft als deze patiënten multidisciplinair worden gezien (multidisciplinaire spreekuren). Dit draagt bij aan betere behandeling van deze patiëntengroepen. Daarnaast is een multidisciplinair overleg van het behandelingsteam van belang voor de afstemming van de zorgverlening aan de patiënt. In dit overleg worden behandeldoelen en –plannen opgesteld en de resultaten hiervan geëvalueerd.
Operationalisatie 2a Welk van de onderstaande multidisciplinaire spreekuren zijn binnen uw ziekenhuis aanwezig?
- Reumato-orthopedisch spreekuur (moeilijke voeten / heup / knieproblematiek) Ja/Nee
- Reumato-plastisch chirurgisch-revalidatie spreekuur (hand-/polschirurgie) Ja/Nee
- Voetenspreekuur Ja/Nee
Operationalisatie 2b Welk van de onderstaande personen maken deel uit van het multidisciplinair overleg?
- Maatschappelijk werker Ja/Nee/ Op aanvraag - Medisch psycholoog Ja/Nee/ Op aanvraag - Fysiotherapeut Ja/Nee/ Op aanvraag - Ergotherapeut Ja/Nee / Op aanvraag - Reuma verpleegkundige Ja/Nee/ Op aanvraag - Reumatoloog voor poliklinische patiënten Ja/Nee/ Op
aanvraag
Definities Bij een multidisciplinair spreekuur houden verschillende specialisten een gezamenlijk spreekuur, waarbij ze de patiënt gezamenlijk zien. Reumato-orthopedisch spreekuur (moeilijke voeten / heup / knieproblematiek): Bij dit spreekuur dienen ten minste een reumatoloog en orthopeed de patiënt gelijktijdig te zien. Reumato-plastischchirurgisch-revalidatie spreekuur: (Hand-/ polschirurgie): bij dit spreekuur dienen ten minste een reumatoloog en/of orthopeed en een plastisch chirurg de patiënt gelijktijdig te zien en daarnaast kunnen ook een revalidatiearts en/of ergotherapeut aanwezig zijn. Voetenspreekuur:
Bij dit spreekuur dienen ten minste de reumatoloog, de orthopedisch schoenmaker en de orthopedisch chirurg of revalidatiearts aanwezig te zijn. Multidisciplinair overleg: Een multidisciplinair overleg van het behandelingsteam is van belang voor de afstemming van de zorgverlening aan de patiënt. In dit overleg worden behandeldoelen en –plannen opgesteld en de resultaten hiervan geëvalueerd. Het multidisciplinair overleg bestaat uit: Maatschappelijk werker en/of medisch psycholoog, fysiotherapie/ergotherapie, (reuma)verpleegkundige en reumatoloog. Bij dit overleg dienen naast de reumatoloog ten minste een maatschappelijk werker, fysiotherapeut/ergotherapeut en (reuma)verpleegkundige aanwezig te zijn.
In-/exclusiecriteria n.v.t.
Bron Protocol, documentbeheersysteem
Meetfrequentie 1x per jaar
Peildatum 01-03-2014
12
Rapportagefrequentie 1x per jaar
Type indicator Structuur
Meetniveau Ziekenhuisniveau
Kwaliteitsdomein Effectiviteit, patiëntgerichtheid
Achtergrond en variatie in kwaliteit van zorg Binnen ziekenhuizen moet voldoende aandacht zijn voor de complexe RA-patiënt. De Nederlandse Vereniging van Reumatologie en de werkgroep zijn van mening dat het voor patiënten met complexere problematiek bij RA, zoals moeilijke handen en voeten en polschirurgie, meerwaarde heeft als deze patiënten multidisciplinair worden gezien. Dit draagt bij aan betere behandeling van deze patiëntengroepen. Naast de meer algemene multidisciplinaire teamzorg zijn er in verschillende instellingen ook multidisciplinaire werkverbanden die zich richten op specifieke problematiek, zoals hand- of voetfunctieproblemen, cervicale problematiek of arbeidsproblemen. Ongeveer 75 % van de RA-patiënten zal naar verwachting polsproblemen ontwikkelen. De behandeling hiervan vraagt om een multidisciplinaire aanpak waarbij ruim aandacht is voor de coördinatie tussen de verschillende specialisten (huisarts, reumatoloog, orthopedisch chirurg) (Ilan, 2003). Het reumato-orthopedisch spreekuur (moeilijke voeten/heup/knieproblematiek), het reumato-plastischchirurgisch-revalidatie spreekuur (hand-/polschirurgie) en multidisciplinair overleg met maatschappelijk werk, fysiotherapie/ergotherapie en (reuma)verpleegkundige op polikliniek zullen veelal alleen aanwezig zijn in de grotere centra. Mogelijkheden tot verbetering Multidisciplinaire spreekuren inrichten voor RA-patiënten met complexere problematiek, zodat hierbij de expertise wordt ingebracht door verschillende betrokken specialismen. Beperkingen bij gebruik en interpretatie Er worden geen beperkingen bij gebruik en interpretatie verwacht. Inhoudsvaliditeit Er is geen wetenschappelijk onderzoek beschikbaar waarin de effectiviteit van specifieke vormen van multidisciplinaire teamzorg (bijv. handenteams, voetenteams) wordt vergeleken met reguliere poliklinische zorg. Wel komt in een onderzoek van Alderman (2003) naar voren dat reumatologen en (hand)chirurgen onvoldoende met elkaar communiceren en dat zij het vaak oneens zijn over de in te zetten behandeling. Uit het onderzoek blijkt dat reumatologen van mening zijn dat chirurgen onvoldoende kennis hebben van de verschillende behandelingsmogelijkheden en dat de chirurgen van mening zijn dat reumatologen onvoldoende beeld hebben van de chirurgische mogelijkheden. De werkgroep en de Nederlandse Vereniging voor Reumatologie zijn van mening dat multidisciplinaire spreekuren, waarin patiënten door verschillende betrokken specialismen gelijktijdig worden gezien, meerwaarde heeft en dat aandacht voor RA-patiënten met complexere problematiek belangrijk is. De mate van bewijskracht voor deze indicator is D, dat wil zeggen dat de werkgroep indicatorontwikkeling hierover consensus heeft bereikt. Statistisch betrouwbaar onderscheiden De werkgroep verwacht dat er voldoende variatie in de praktijk bestaat, waardoor de indicator discrimineert tussen de ziekenhuizen en verbeteringen in kwaliteit van zorg zal registreren. Vergelijkbaarheid Controle voor verschillen in demografische en sociaal-economische samenstelling of in gezondheidsstatus van patiëntengroepen is niet nodig volgens de werkgroep. Registratiebetrouwbaarheid De werkgroep verwacht dat de indicator onder gelijkblijvende omstandigheden (min of meer) hetzelfde resultaat oplevert. Maar de verantwoordelijkheid voor de registratiebetrouwbaarheid ligt bij de aanleverende ziekenhuizen zelf. De gegevens die nodig zijn voor deze indicator, worden op ziekenhuisniveau verzameld. Voor deze indicator volstaat het om eens per verslagjaar gegevens te verzamelen. Deze structuurindicator heeft een lage registratielast.
13
Referenties
- Alderman AK, Ubel PA, Kim HM, Fox DA, Chung KC. Surgical management of the rheumatoid hand: consensus and controversy among rheumatologists and hand surgeons. J Rheumatol 2003;30:1464-72.
- Illan DI, Rettig ME. Rheumatoid arthritis of the wrist. Bull Hosp Jt Dis 2003;61:179-85.
14
3. Lijst te verzamelen variabelen In dit hoofdstuk leest u hoe u de gegevens voor het bepalen van de indicatoren kunt verzamelen. Dit gebeurt aan de hand van een variabelenlijst. Een variabele is een te verzamelen data-element. Variabelenlijst Structuurindicatoren worden op ziekenhuisniveau verzameld. Het is voor deze indicatoren voldoende om één keer per jaar een vraag met ja of nee te beantwoorden. Om de proces- en uitkomstindicatoren te kunnen bepalen, worden gegevens op patiëntniveau verzameld en verschillende bronnen geraadpleegd. Op de volgende pagina’s zijn alle variabelen beschreven, die nodig zijn om de indicatoren te kunnen bepalen van de set Reumatoïde Artritis. Van de variabelen worden de volgende gegevens vastgelegd:
Variabele nummer: Het nummer van de variabele wordt later gebruikt om uit te kunnen leggen welke variabelen gebruikt moeten worden voor de berekening van een indicator.
Naam: Naam/beschrijving van de variabele.
Vast te leggen waarde: De vast te leggen waarde is een omschrijving om aan te geven wat een ziekenhuis moet vastleggen. Dit kan bijvoorbeeld een codering zijn, ja/nee of een datum.
Bron: De bron is bedoeld om het zoeken naar de variabele (het data-element) te vereenvoudigen Dit is gebaseerd op de bevindingen van de ziekenhuizen uit de praktijktest. Het kan zijn dat dit in andere ziekenhuizen onder een andere naam of op een andere plaats/systeem wordt vastgelegd.
Instructie: Deze beschrijft met welke zoekwaarden gezocht moet worden. Ook worden praktijktips gegeven.
Nodig voor indicator: Als laatste staat aangegeven voor welke indicatoren de variabele gebruikt wordt.
Voor sommige variabelen is het niet mogelijk om direct uit de data de waarde van de variabele te bepalen. Leeftijd is hierbij het duidelijkste voorbeeld. Om de leeftijd te kunnen bepalen is een peildatum en een geboortedatum nodig. Deze eerste twee gegevens zijn opgenomen bij de variabelen. Vervolgens zijn rekenregels gedefinieerd die de uiteindelijke variabele berekenen. Een voorbeeld is: peildatum – geboortedatum = leeftijd.
15
Tabel 1: Variabelen uit verschillende bronnen in het ziekenhuis
Variabele Naam Vast te leggen waarde Bron Instructie Benodigd voor indicator
RA0 Patiëntnummer ZIS Het patiëntnummer is het unieke element dat de basis vormt om koppelingen tussen registratiesystemen mogelijk te maken.
1: Beschikbaarheid reumaverpleegkundige
RA1 Aantal reumapatiënten in ziekenhuis
DBC Reuma: 0324 DBC-registratie
Aantal reumapatiënten in ziekenhuis waarbij de DBC is afgesloten in het verslagjaar.
1: Beschikbaarheid reumaverpleegkundige
RA2 FTE reumaverpleegkundige
FTE reumaverpleegkundige
ZIS Aantal FTE (1 FTE=36 uur, CAO ziekenhuizen)
1: Beschikbaarheid reumaverpleegkundige
RA3 FTE Nurse Practitioner /verpleegkundig specialist
FTE Nurse Practitioner /verpleegkundig specialist
ZIS Aantal FTE (1 FTE=36 uur, CAO ziekenhuizen)
1: Beschikbaarheid reumaverpleegkundige
RA4 Gesprek reumaverpleegkundige
Gesprek reumaverpleegkundige of Nurse Practitioner (verpleegkundig specialist)
Afsprakensysteem
dd-mm-jjjj 1: Beschikbaarheid reumaverpleegkundige
RA5 RA-patiënten 0324.xx.101.111 xx.101.112 xx.101.113 xx.101.114 xx.101.211 xx.101.212 xx.101.213 xx.101.311 xx.101.312 xx.101.313 xx.101.411 xx.101.412 xx.101.413
DBC-registratie
Aantal RA-patiënten in ziekenhuis waarbij de DBC is afgesloten in het verslagjaar.
1c: Beschikbaarheid reumaverleegkundige
16
Bijlage 1: Aanpassingen in zorginhoudelijke indicatoren n.a.v. gegevensuitvraag in 2013 over verslagjaar 2012
Reumatoïde artritis
Indicator* Aanpassingen Opmerkingen
ZI1: Beschikbaarheid reumaverpleegkundige en Nurse Practitioners /verpleegkundig specialisten
Formule aangepast. De formule om het aantal FTE per 1000 patiënten te berekenen was onjuist opgenomen in de indicatorenset van verslagjaar 2012.
* Indien een indicator niet in deze lijst voorkomt, is deze ongewijzigd gebleven
17
Bijlage 2: Autorisatie zorginhoudelijke indicatoren door wetenschappelijke vereniging
De zorginhoudelijke indicatoren uit de indicatorset Reumatoïde Artritis zijn in 2010 geautoriseerd door:
- Nederlandse Vereniging van Reumatologie
18
Deel 2: Klantpreferentievragen
19
Vragenlijst klantpreferenties Reumatoïde Artritis De volgende vragen gaan in op het aanbod van de zorg rondom reumatoïde artritis. Deze informatie kan bijdragen aan de beeldvorming van de patiënt/consument om een keuze te maken voor een zorgaanbieder. De klantpreferentievragen zijn opgesteld door de Consumentenbond en de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie, in samenwerking met de Reumapatiëntenbond. Om te achterhalen welke informatie de patiënt wil gebruiken om een ziekenhuis op te kiezen, zijn er focusgroepen en/of telefonische interviews gehouden. Door middel van een vragenlijst aan een grotere groep patiënten is onderzocht welke aspecten voor deze groep patiënten het meest van belang zijn. Bij elke vraag worden, waar nodig, definities beschreven en de technische haalbaarheid toegelicht. Daar waar ‘ziekenhuis’ of ‘ziekenhuislocatie’ staat, kan ook ‘zelfstandig behandelcentrum’ gelezen worden.
Tijdsduur consult
Vraag 1 A. Hoeveel minuten worden er per patiënt met RA voor het eerste consult bij de reumatoloog op uw ziekenhuislocatie ingepland?
*
(aantal minuten invullen) ___ minuten B. Hoeveel minuten worden er per patiënt met RA voor een vervolgconsult bij de reumatoloog op uw ziekenhuislocatie ingepland?
*
(aantal minuten invullen) ___ minuten C. Hoeveel minuten worden er per patiënt met RA voor het eerste consult op het zelfstandig spreekuur
1 van de reumaverpleegkundige ingepland op uw
ziekenhuislocatie?*
(aantal minuten invullen) ___ minuten De reumaverpleegkundige heeft geen zelfstandig spreekuur Er is geen reumaverpleegkundige werkzaam op de ziekenhuislocatie D. Hoeveel minuten worden er per patiënt met RA voor een vervolgconsult op het zelfstandig spreekuur
1 van de reumaverpleegkundige ingepland op uw
ziekenhuislocatie?*
(aantal minuten invullen) ___ minuten
Definities 1 Met zelfstandig spreekuur wordt in dit geval bedoeld dat de patiënt een gesprek
heeft met alleen de reumaverpleegkundige, zonder aanwezigheid van een arts.
Technische haalbaarheid
* Peildatum: 1 maart 2014
20
Vast aanspreekpunt
Vraag 2 A. Wordt de naam van het vaste aanspreekpunt1 voor de patiënt met RA op
papier2 meegegeven aan de patiënt?*
(aanvinken, één antwoord mogelijk) Ja Nee Er is geen vast aanspreekpunt B. Wordt de naam van het vaste aanspreekpunt
1 voor de patiënt met RA voor het
chirurgisch behandelplan op papier2 meegegeven aan de patiënt?*
(aanvinken, één antwoord mogelijk)
Ja Nee Er is geen vast aanspreekpunt Niet van toepassing
Definities 1 Een vast aanspreekpunt is iemand in het ziekenhuis bij wie de patiënt terecht
kan met (zorginhoudelijke) vragen. 2 Dit kan bijvoorbeeld middels de afsprakenkaart, een brief of een visitekaartje.
Technische haalbaarheid
* Peildatum: 1 maart 2014
Bereikbaarheid
Vraag 3 A. Krijgt de patiënt met RA een telefoonnummer mee op papier1 dat hij ‘s avonds,
‘s nachts en in het weekend kan bellen voor dringende vragen?2*
(aanvinken, één antwoord mogelijk) Ja, en de patiënt krijgt meteen iemand aan de lijn Ja, en de patiënt krijgt in principe iemand aan de lijn, en heeft anders de mogelijkheid om een voicemailbericht achter te laten Ja, en de patiënt kan uitsluitend een voicemailbericht achterlaten Nee, de patiënt krijgt op papier geen telefoonnummer mee dat ’s avonds, ’s nachts en in het weekend bereikbaar is B. Hanteert uw ziekenhuislocatie een antwoordtermijn voor telefoontjes, als bedoeld onder vraag 3A, van de patiënt met RA, waarbinnen hij antwoord op zijn vraag krijgt?
3*
(aanvinken en/of invullen, één antwoord mogelijk) Ja, de patiënt krijgt direct telefonisch antwoord Ja , telefoontjes van de patiënt moeten binnen ... uur worden beantwoord Ja, telefoontjes van de patiënt moeten binnen .... dag(en) worden beantwoord Nee, hierover zijn geen afspraken vastgelegd
21
C. Krijgt de patiënt met RA een e-mailadres mee op papier1 waar hij vragen
naartoe kan mailen?* (aanvinken, één antwoord mogelijk) Ja Nee, maar de patiënt kan wel een vraag stellen via de website van de ziekenhuislocatie middels een e-mail of een contactformulier Nee D. Hanteert uw ziekenhuislocatie een antwoordtermijn voor e-mails van de patiënt met RA, waarbinnen hij antwoord op zijn vraag krijgt?
3*
(aanvinken en/of invullen, één antwoord mogelijk)
Ja, e-mails van de patiënt moeten binnen ... uur worden beantwoord Ja, e-mails van de patiënt moeten binnen ... dag(en) worden beantwoord Nee, hierover zijn geen afspraken vastgelegd
Definities 1 Dit kan bijvoorbeeld middels de afsprakenkaart, een brief of een visitekaartje.
2 Met dringende vragen worden vragen bedoeld die, naar inzicht van de patiënt,
niet kunnen wachten tot aanvang van de reguliere kantoortijden. Het gaat hier niet om spoedvragen waarvoor men naar de SEH moet of waarvoor men 112 moet bellen. 3 Het gaat om een inhoudelijk antwoord en dus niet om een ontvangstbevestiging.
Technische haalbaarheid
*Peildatum: 1 maart 2014
Informatievoorziening/Biologicals
Vraag 4 A. Over welke onderwerpen wordt op uw ziekenhuislocatie informatie op papier meegegeven aan de patiënt met RA?* (aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk) Omgang met vermoeidheid en pijn Oefentherapie of op de doelgroep aangepaste bewegingsactiviteiten Zelfmanagement, leefstijladviezen, voeding en seksualiteit Doorverwijzing naar andere hulpverleners, zoals maatschappelijk werker/psycholoog Ergotherapie / fysiotherapie Het informeren over hulpmiddelen, aanpassingen thuis en op het werk (o.a. begeleiding naar het werk, behoud van werk, etc.) Informatie over Biologicals en (bij)werkingen Informatie over medicijnen en (bij)werkingen anders dan Biologicals B. Over welke onderwerpen met betrekking tot RA is informatie te vinden op de website
1 van uw ziekenhuislocatie?*
(aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk) Omgang met vermoeidheid en pijn Oefentherapie of op de doelgroep aangepaste bewegingsactiviteiten Zelfmanagement, leefstijladviezen, voeding en seksualiteit Doorverwijzing naar andere hulpverleners, zoals maatschappelijk werker/psycholoog Ergotherapie / fysiotherapie Het informeren over hulpmiddelen, aanpassingen thuis en op het werk (o.a.
22
begeleiding naar het werk, behoud van werk, etc.) Informatie over Biologicals en (bij)werkingen Informatie over medicijnen en (bij)werkingen anders dan Biologicals C. Is het mogelijk biologicals op indicatie voorgeschreven te krijgen op uw ziekenhuislocatie?
2*
(aanvinken, één antwoord mogelijk) Ja Nee D. Worden er op uw ziekenhuislocatie voorlichtingsbijeenkomsten
3 aangeboden
m.b.t. RA?* (aanvinken, één antwoord mogelijk) Ja Nee Nee, maar er wordt wel informatie gegeven over mogelijke voorlichtingsbijeenkomsten buiten het ziekenhuis E. Welke voorlichtingsbijeenkomsten
3 worden er op uw ziekenhuislocatie
aangeboden m.b.t. RA?* (invullen) ______
Definities 1 Met website wordt de website van het ziekenhuis bedoeld of een duidelijke
verwijzing op de website naar een andere website waar de informatie te vinden is. 2 Biologicals komen vanaf 2012 op rekening van het ziekenhuis. Patiënten kunnen
zich daarom afvragen of het aanbod van het ziekenhuis hierdoor verandert en of zij hun behandeling hierdoor kunnen kwijtraken. 3 Hieronder kunnen ook trainingen en cursussen vallen.
Technische haalbaarheid
*Peildatum: 1 maart 2014
Aantal orthopedisch chirurgen werkzaam met aandachtsgebied reumachirurgie
Vraag 5 Hoeveel orthopedisch chirurgen met aandachtsgebied reumachirurgie zijn er werkzaam op uw ziekenhuislocatie?* (aantal invullen) ___ orthopedisch chirurgen
Definities Geen bijzonderheden
Technische haalbaarheid
*Peildatum: 1 maart 2014
23
Wetenschappelijk onderzoek
Vraag 6 A. Wordt er op uw ziekenhuislocatie wetenschappelijk onderzoek gedaan op het gebied van RA?* (aanvinken, één antwoord mogelijk) Ja Nee B. Kunt u de wetenschappelijke onderzoeken die op uw ziekenhuislocatie worden uitgevoerd op het gebied van RA toelichten?* (invullen)
Titel onderzoek Omschrijving
C. Heeft de commissie Kwaliteitsvisitaties Reumatologiepraktijken de vakgroep reumatologie gecertificeerd?
1*
(aanvinken en/of invullen, één antwoord mogelijk) Ja Nee, omdat: ____
Definities 1 Indien de vakgroep reeds gecertificeerd is op de peildatum, maar in afwachting
is van nieuwe certificering, kunt u “Ja” aankruisen. Indien de vakgroep nog niet gecertificeerd is op de peildatum, kunt u “Nee” aankruisen, ook al is de vakgroep in afwachting van certificering.
Technische haalbaarheid
* Peildatum: 1 maart 2014
24
Bijlage 1: Wijzigingstabel vragenlijst klantpreferenties De klantpreferentievragen van deze set zijn ongewijzigd gebleven.
25
Afkortingenlijst AIRE Appraisal of Indicators, Research and Evaluation ACR American College of Rheumatology AVVV Algemene Vergadering van Verpleegkundigen en Verzorgenden BSE BezinkingsSnelheid Erytrocyten CAO Collectieve arbeidsovereenkomst CBO Centraal Begeleidingsorgaan (Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg) CCP Cyclic citrullinated peptide CRP C-reactief proteïne CTG College Tarieven Gezondheidszorg DAS Disease Activity Score DBC’s Diagnose Behandeling Combinaties EPD Elektronisch patiëntendossier FTE Full-time equivalent (36-urige werkweek) IGZ Inspectie voor de Gezondheidszorg im intramusculair iv intraveneus JIA Juveniele Idiopatische Artritis LIMS Laboratorium Informatie Management Systeem NFU De Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra NHPR Nederlandse Health Professionals in de Reumatologie NP Nurse Practitioner NPCF De Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie NVR Nederlandse Vereniging voor Reumatologie NVU Nederlandse Vereniging voor Urologie NVZ De NVZ vereniging van ziekenhuizen OMS De Orde van Medisch Specialisten RA Reumatoïde artritis RV Reumaverpleegkundige sc subcutaan SIGN Scottish Intercollegiate Guidelines Network SSSV Stichting Specifieke Scholing Verpleegkundigen V&VN Verpleging en Verzorging Nederland VRC Verpleegkundig reumaconsulent VS Verpleegkundig specialisten VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ZIS Ziekenhuis informatiesysteem ZN Zorgverzekeraars Nederland ZonMw De Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie.
top related