thesis 6de finale versie 3auglib.ugent.be/fulltxt/rug01/001/491/206/rug01-001491206_2011_000… ·...
Post on 24-Nov-2020
5 Views
Preview:
TRANSCRIPT
UNIVERSITEIT GENT
FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN
Wetenschappelijke verhandeling
Sander Vandamme
MASTERPROEF MANAMA CONFLICT AND DEVELOPMENT
PROMOTOR: PROF. DR. AN VRANCKX
COMMISSARIS: PROF. DR. TIMOTHY RAEYMAEKERS
COMMISSARIS: DR. SIGRID VERTOMMEN
ACADEMIEJAAR 2009 - 2010
‘Maras’ en ‘Comandos’: Gevangenis, Hospitaal of Dood.
Historische schets van (jongeren)bendes in Latijns-Amerika en de functie van geweld
Aantal woorden: 23790
2
“Aqui es pura vida loca, jomi”1
1 Soundtrack TRES CORONAS, La Vida Loca. In: C.POVEDA, La vida loca, Documentaire, [2008].
3
Abstract In het eerste deel van dit werk wordt een historische schets weergegeven van enkele belangrijke
(jongeren)bendes in Latijns-Amerika. Er is aandacht voor de evolutie bij bendes in Centraal-Amerika
en hun brongroeperingen in de Verenigde Staten, voornamelijk de Mara Salvatrucha en 18th Street
Gang. Deze worden naast Braziliaanse gevangenisbendes geplaatst, het Comando Vermelho en het
Primeiro Comando da Capital, en daaruit blijkt duidelijk dat er enige gelijkenissen bestaan tussen deze
twee bendes. Niettegenstaande hun verschillend ontstaan, de Maras ontstonden op straat en de
Comandos in de gevangenis, kan er gezien worden dat dit vandaag nog weinig invloed heeft omdat de
Maras gevangenissen ingepalmd hebben en de Comandos straten onveilig maken. De jeugdige Maras
werden ouder en de oude Comandos trokken meer jongeren aan. Verschillen zijn te erkennen in de
organisatiestructuur van de bendes, waarbij de Comandos hiërarchischer opgebouwd zijn en Maras
eerder via een horizontale structuur geleid worden. Gelijkenissen zijn ook te vinden in het geweld
veroorzaakt door deze bendes en de repressieve reactie daartegen van de verschillende overheden. In
het tweede deel van dit werk wordt onderzocht vanwaar dit geweld komt en welke functie het heeft.
Onderlinge concurrentie, vigilantisme en corrupte politiediensten zorgen er vaak voor dat bendeleden
ook slachtoffer zijn van dit geweld. Ten slotte wordt nog een schets weergegeven van geformuleerde
oplossingen van de verschillende overheden waarbij duidelijk is dat er goed wil gedaan worden, maar
dit vaak onvoorziene gevolgen met zich meebrengt.
4
Inhoudstafel
Inhoudstafel ........................................................................................................................................4
Voorwoord .........................................................................................................................................5
1. Algemene Inleiding .........................................................................................................................6
2. Een Historisch overzicht .................................................................................................................8
2.1. Inleiding ...................................................................................................................................8
2.2. ‘Maras’: 18th Street Gang (Barrio 18) en La Mara Salvatrucha (MS-13) .................................. 10
2.2.1. “Él decidió de la 18 vivir”................................................................................................ 11
2.2.2. “Lo que rifan La Mara Salvatrucha”................................................................................. 12
2.2.3. The Crazy Nineties – Repressive 21st Century .................................................................. 15
2.3. ‘Comandos’: Comando Vermelho (CV), Primeiro Comando da Capital (PCC), Terceiro
Comando (TC; Terceiro Comando Puro, TCP) en Amigos dos Amigos (ADA) ............................. 21
2.3.1. “Pra todos os manos meus, é o vermelho” ........................................................................ 22
2.3.2. “Disposição pra dar e vender, representamos a facção PCC” ............................................ 33
2.4. Algemene evoluties of verschillen te herkennen in bendes in Latijns-Amerika ........................ 39
3. Violencia! Violência! .................................................................................................................... 43
3.1. Inleiding ................................................................................................................................. 43
3.2. In Cijfers ................................................................................................................................ 45
3.3. Georganiseerde Misdaad ........................................................................................................ 47
3.3.1. Organisatie van de bendes................................................................................................ 47
3.3.2. Transnationaal of niet ...................................................................................................... 51
3.3.3. Andere activiteiten ........................................................................................................... 53
3.4. Onderlinge Concurrentie en de Slum wars .............................................................................. 54
3.5. Impact: maatschappij en reactie .............................................................................................. 57
4. Algemeen Besluit .......................................................................................................................... 62
5. Bijlagen ........................................................................................................................................ 63
5.1. Bijlage 1: Organigram Mara ................................................................................................... 63
5.2. Bijlage 2: Organigram Comando Vermelho. ........................................................................... 64
5.3. Bijlage 3: Organigram Primeiro Comando da Capital. ............................................................ 65
6. Bibliografie ................................................................................................................................... 66
5
Voorwoord
“Tarde o temprano, tu destino es el hospital, la cárcel o un cajón de madera”, zegt El Nueve, een 26-
jarig lid van de 18th Street Gang.2 Dit verklaart de uiteindelijke titel van het werk, want hospitaal,
gevangenis of dood zijn praktisch de enige toekomstperspectieven voor bendeleden, dit is zowel het
geval voor bendeleden in Brazilië als Centraal-Amerika. De keuze voor dit onderwerp was vlug
genomen aangezien ik al enkele jaren geïnteresseerd ben in deze bendes. De belangstelling voor de
tatoeages van gevangenen bracht me al vlug bij de Maras. Muziek aangebracht door Braziliaanse
vrienden, Funk Proibidão, vestigde mijn aandacht op de Comandos. Het was geen gemakkelijke
opdracht om alle aspecten van de bendes die ik wou bespreken weer te geven. Ik wil dan ook dank
betuigen aan mensen die mij begeleid en gesteund hebben in deze opdracht. Ik wil mijn promotor
prof.dr. An Vranckx bedanken voor het begeleiden gedurende het jaar en het aangeven van
interessante aspecten binnenin dit onderzoek. Vervolgens wil ik prof.dr. Tim Raeymaekers bedanken
om het aspect, de functie van geweld binnenin deze bendes, aan te halen en me op weg te zetten tot het
werk dat hier voorligt. Daarnaast wil ik ook mijn ouders bedanken om moed in te spreken op
momenten wanneer dit even ontbrak. Ook bedank ik de mensen die deze masterproef doornamen.
Tenslotte wil ik me verontschuldigen aan iedereen die ik lastig gevallen heb met mijn monologen over
bendes in Latijns-Amerika, soms was dit ter ventilatie, soms om informatie mee te geven. Waar het
hart van vol is…
2 “Vroeg of laat is je toekomst, het hospitaal, de gevangenis of een houten kist”. In: C. POVEDA, ‘La vida loca, Made in the US’, G. COSTA en C. ROMERO red., Qué hacer con las pandillas, 164 en 167.
6
1. Algemene Inleiding
Over jeugdbendes (youth gangs) ontbreekt zeker geen literatuur, de selectie van de literatuur was dan
ook moeilijker dan de zoektocht ernaar.3 De geografische reikwijdte van deze studie, die zich zowel
richt op bendes in Centraal-Amerika, Noord-Amerika en Brazilië, en het gevaar zorgde ervoor dat
veldwerk ter plaatste geen optie was. Er werd hier dan ook gekozen om via literatuur een studie van
bendes te doen. Eén van de doelen van dit werk is de lezer mee te nemen, binnen te brengen in de
wereld waarin de bendeleden leven. Via ervaringen van andere personen werd getracht een eigen
ervaring op te bouwen, die tot een beter begrip zou kunnen leiden van een fenomeen die meerdere
landen in de ban houdt. Zonder voorbarige conclusies te trekken kan toch al gezegd worden dat dood
en verdriet, hospitaal en gevangenis, drugs en geweld een groot deel uitmaken van het alledaagse
leven van een bendelid.
De studie rond straat- en andere bendes nam zijn aanvang met het baanbrekend werk van de
Chicagoschool met als belangrijkste voorloper Frederic Thrasher in zijn in 1927 gepubliceerd werk,
The Gang: A Study of 1,313 Gangs in Chicago.4 Sindsdien is er echter veel verandert in de studie rond
(jeugd)bendes. De hedendaagse studies blijken minder anekdotisch te zijn en een holistische aanpak te
hebben, toch zorgde Trasher voor het inbrengen van de studie van bendes in de sociale
wetenschappen. Bij de studie van de ontwikkeling van gangs, straat- of jongerenbendes moet er
rekening gehouden worden met het feit dat dit een proces is dat verschillende parameters kent. Een
proces dat nog niet ten einde is en waarin dus het gevaar bestaat te simplificeren in het zoeken naar
oorzaken voor evoluties die we vandaag terugvinden. Oplossingen, vaak geformuleerd door de
overheden van de bedreigde landen, hebben vaak niet het bedoelde effect. Ontwikkelingen daaruit
voorkomend zijn onomkeerbaar en zoals duidelijk zal blijken hadden deze een aanzienlijk effect op de
organisatie en structuur van de bendes.
In het eerste deel is de opzet om twee ongerelateerde bendes naast elkaar te plaatsen in een historisch
verhaal en op zoek te gaan naar overeenkomsten en verschillen. Dit historische verhaal is geen
geschiedenis om de geschiedenis maar dient ter verklaring van enkele belangrijke evoluties die deze
bendes ondergingen in de laatste decennia.
Een historische schets van een bende schrijven is zeker niet gemakkelijk, er zijn meerdere artikels en
monografieën die beweren het bij het rechte eind te hebben. Het is vaak moeilijk onderscheid te maken
tussen valse en echte historische feiten. Regelmatig komen deze geschiedenissen van buitenstaanders
en niet van diegenen die het best kunnen weten, de bendeleden zelf. De oprichters zijn vaak dood of
verblijven in de gevangenis en zijn dan ook niet geïnteresseerd in een objectief historisch verhaal, die
als gevaar zou hebben de eigen rol te minimaliseren, die hun eigen mythische figuur teniet zou doen,
3 Zie onder andere de in 2008/9 opgestelde bibliografie van Howell. J.C. HOWELL, Youth Gang Bibliography, Tallahassee, 2009. 4 F.M. TRASHER, The Gang: A Study of 1,313 Gangs in Chicago, Chicago, 1927.
7
etc.5 Toch kan begrepen worden via overzichten van deze geschiedenis en studie naar bendecultuur
dat een participatieve methode vaak de beste oplossing is, en subject-participant onderzoek vaak het
beste lijkt te zijn.6 Ook hier wordt getracht binnenin de bendes te raken via het gebruik van casestudies
die zich voornamelijk baseren op direct contact met de leden, die vaak met interviews werken en
meestal voor de onderzoeker een riskante onderneming zijn. Onderzoekers als Tim Lopez en Cristian
Poveda zijn maar twee voorbeelden van onderzoekers die het leven lieten in de research naar bendes.
In het tweede deel van dit werk wordt aandacht besteed aan de functie van geweld binnenin deze
bendes. Dat de functie van geweld een combinatie van factoren is wordt zeker niet ontkend, toch
worden hier enkele verklaringen aangereikt om het geweld, inherent verbonden met deze bendes, beter
te begrijpen. Slachtoffers zijn zowel buitenstaanders als bendeleden, het geweld is dodelijk en vaak
wreed. Onthoofdingen en met machete bewerkte lichamen zijn de sporen die nagelaten worden als
stille getuige van dit geweld. Er wordt aandacht besteed aan de activiteiten van deze organisaties en de
relatie met geweld, de onderlinge concurrentie en de reactie van de overheden in de getroffen landen.
Als laatste volgt een besluit waarin alle bevindingen op een rijtje worden gezet.
Een aantal titels in dit werk zijn stukken tekst uit liedjes gemaakt door artiesten die zich sterk
verbinden met de bendes. De teksten zijn vaak gewelddadig en agressief maar zijn in wezen een
uitdrukking van het echte leven en hoe het eraan toegaat in deze bendes. In Brazilië kan gezien worden
dat deze liederen en bijbehorende Baile Funk een belangrijke bron van macht zijn die bvb. het
Comando Vermelho uitoefent op de favela’s en zijn bevolking.7
Voor de bronnenverwijzing werd een notenapparaat geselecteerd zoals dit in de Faculteit Geschiedenis
van de K.U.L. gebruikt wordt omdat dit perfect kan dienen ter begeleiding van een historisch verhaal.8
Ook de vertrouwdheid met dit systeem hielp in het opstellen van een bibliografie van gebruikte
werken.
5 T. DIAZ, No Boundaries: transnational Latino gangs and American law enforcement, Ann Arbor, 2009, 237. 6 N. PORTILLO, ‘Estudios sobre pandillas juveniles en El Salvador y Centroamérica: una revisión de su dimensión participativa’, Apuntes de Psicología, 21(2003), 475-493. 7 Zie hiervoor onder andere: P. SNEED, ‘Bandidos de Cristo: Representations of the Power of Criminal Factions in Rio’s Proibidão Funk’, Latin American Music Review, 28(2007), 220-241.; P. SNEED, ‘Favelas Utopias. The Bailes Funk in Rio’s Crisis of Social Exclusion and Violence’, Latin American Research Review, 43(2008), 57-308. 8 Volgens: P. DE GRIEK, Handleiding Bibliografische Techniek, Leuven, 2006.
8
2. Een Historisch overzicht
2.1. Inleiding
De termen jeugdbende en straatbende wordt in de literatuur, vnl. in de Angelsaksische wereld, vaak als
dezelfde aanzien. 9 Er wordt hier toch voornamelijk gesproken over een combinatie van beide,
alhoewel enkele opmerkingen hoeven gemaakt te worden over de termen gebruikt in volgend werk.
Zoals ook in andere werken wordt hier een verschil gemaakt tussen criminele bendes die strikt
toegankelijk zijn voor volwassenen; zoals motorbendes, ideologisch geïnspireerde groeperingen, … en
jeugdbendes. Het verschil tussen jeugd- en straatbendes is moeilijker te maken, waar het verschil hier
voornamelijk gemaakt wordt om onderscheid te kunnen maken tussen volwassenengestuurde bendes
en de typische jeugdbendes. 10 Enkele kenmerken kunnen duidelijk maken waar de verschillen in
bestaan. De gangs die belangrijk zijn voor dit werk hebben, ten eerste: een collectief karakter, waarbij
de criminele activiteiten verder gaan dan een samengaan van individueel delinquent gedrag. Als
tweede kenmerk: het delinquent gedrag en als laatste kenmerk: de jonge leeftijd van de leden, breed
genomen tussen de 7 en 35 jaar 11 , voornamelijk tussen de 12 en 24 jaar. 12 De termen gang 13 ,
jeugdbende, straatbende, Mara 14 worden door elkaar gebruikt maar alluderen op bendes met
bovengenoemde kenmerken.
Het onderscheid wordt soms gemaakt tussen eerste, tweede en derde generatie bendes. Waarbij de
eerste generatie bendes relatief klein zijn en vaak niet meer dan een wijk (turf) controleren en deze met
geweld verdedigen. Ze zijn eerder horizontaal dan hiërarchisch georganiseerd. Tweede generatie
bendes zijn vaak georganiseerd rond illegale drugseconomie en zijn vaak verspreid over verschillende
steden, soms internationaal alhoewel dit geen voorwaarde is. Dikwijls bestaat er een intense relatie
met drugskartels en andere transnationale criminele groeperingen. De organisatie is ook verticaler en
hiërarchischer dan eerste generatie bendes. Geweld dient vaak ter bescherming van de
marktopportuniteit gecreëerd in de handel in illegale middelen. Derde generatie bendes zitten vaak in
alle segmenten die kenmerkend zijn voor de eerste en tweede generatie bendes maar doen dit op een
veel grotere schaal. Vaak verspreid over een aantal landen houden zij zich bezig met allerhande
criminogeen gedrag. Mensensmokkel, drugssmokkel en wapenhandel zijn maar enkele activiteiten die
aan deze bendes wordt toegeschreven. Via het geweld, wat in een volgend deel uitgebreid aan bod
komt, trachten zij de overheid weg te drijven uit bepaalde gebieden om vrije hand te hebben om hun
9 CIPC, ‘Las Pandillas. Definiciones’, G.COSTA en C. ROMERO red., Qué hacer con las pandillas, 25. 10 Ibid., 26. 11 Ibid., 27. 12 Office of Juvenile Justice and delinquency Prevention (OJJDP). In: C. PAPPAS, ‘U.S. Gangs: Their Changing History and Contemporary Solutions’, Youth Advocate Program International Resource Paper, 2001, 2. ; CIPC, ‘Las Pandillas. Definiciones’, 27. 13 Voornamelijk gebruikt in de Angelsaksische wereld maar overgenomen in de Nederlandse taal 14 Voor bendes in Centraal-Amerika, cfr. infra.
9
activiteiten uit te breiden, uit te diepen en winstgevender te maken.15 De Maras en Comandos behoren
tot deze laatste categorie maar zoals duidelijk zal worden uit het historisch overzicht blijken deze
bendes verschillende generaties doorlopen te hebben tot het moment waar we ons vandaag bevinden.
In het algemeen is het toch redelijk problematisch om een strikte definitie te geven van de bendes die
hier besproken zullen worden. John Hagedorn ziet bendes niet als een lokaal probleem van
criminaliteit maar eerder als slechts één van de vele antwoorden die gewelddadig zijn als reactie op
gevolgen van omstandigheden gecreëerd door processen van globalisering.16 De vergelijkbaarheid is
zeer groot in Latijns-Amerika, later in dit hoofdstuk wordt alles mooi op een rijtje gezet. Penglase ziet
onder andere in het Comando Vermelho en de Mareros groeperingen die “bastaardkinderen zijn van de
democratie, globalisering en neoliberale economische en politieke hervormingen”.17 Anderen opteren
dan weer om het woord ‘bende’ niet te definiëren omdat er zodanig veel verschillen bestaan tussen de
bendes dat een eenvormige definitie nooit de realiteit kan bevatten.18
Het is onmogelijk om een historisch overzicht van alle bendes in Latijns-Amerika te maken. Twee
deelgebieden van Latijns-Amerika worden uitgelicht, nl. Centraal-Amerika waar Honduras, El
Salvador en Guatemala een groot aantal bendeleden hebben en Brazilië, die met São Paulo en Rio de
Janeiro twee steden heeft waar bendes zeer actief zijn en een deel van de maatschappij controleren.
Ook lijkt dit een historisch verhaal zonder einde want het gaat hier om een niet afgerond verhaal, in
het lezen van deze historische schets moet hier zeker rekening mee gehouden worden.
Vooreerst wordt er gekeken naar Centraal-Amerika, de focus wordt vernauwd naar de twee grootste
spelers op het veld: Mara Salvatrucha (of MS, en later MS-13), en 18th Street (of Barrio 18). Andere
traditionele jongerenbendes in Centraal-Amerika kunnen zeker van belang zijn maar eigenlijk is toch
duidelijk dat ze vaak een onderdeel worden van de grote gangs of zodanig lokaal zijn dat ze weinig
invloed hebben in de buitenwereld, buiten hun barrio. Er bestaan verschillen tussen de MS-13 en de
18th Street en ook tussen de verschillende deelbendes onderling maar toch kan er enige veralgemening
gemaakt worden vanaf de jaren ’90. Daarna worden de gevangenisbendes van Brazilië besproken met
als protagonisten het Comando Vermelho (CV) en het Primeiro Comando da Capital (PCC) met
bijrollen gereserveerd voor de Amigos dos Amigos (ADA) en het Terceiro Comando (TC, en later
TCP).
In dit verhaal worden een aantal personen aangehaald die een invloed hadden op het historisch
verhaal. Zeer vaak hebben ze een slangnaam, de naam die de persoon ontvangt van andere bendeleden
15 H. BRANDS, Third-Generation Gangs and Criminal Insurgency in Latin America, 2009, (http://smallwarsjournal.com/blog/2009/07/thirdgeneration-gangs-and-crim/) 16 J.M., HAGEDORN, A world of gangs: armed young men and gangster culture, Minneapolis, 2008, 30. 17 B. PENGLASE, ‘The Bastard Child of the Dictatorship: The Comando Vermelho and the Birth of "Narco-culture" in Rio de Janeiro’, Luso-Brazilian Review, 45(2008), 140. 18 Zie voor dit en andere problemen van definiëren: J. WOOD en E. ALLEYNE, ‘Street gang theory and research: Where are we now and where do we go from here?’, Aggression and Violent Behavior, 15(2010), 101-102.
10
en die soms kenmerken van de persoon bevat. Echte namen worden vermeld en aangevuld met hun
slangnaam, vervolgens worden ze samen gebruikt. Deze slangnaam wordt soms ook gegeven door
politie of andere overheidsinstanties.19
2.2. ‘Maras’: 18th Street Gang (Barrio 18) en La Mara Salvatrucha (MS-13)
De laatste aantal jaren is de aandacht voor de mareros of pandilleros zeer groot geworden. Via
nieuwsberichten in Centraal-Amerika en de USA zijn velen bekend geworden met het fenomeen van
de Maras.20 Documentaires als deze van Ross Kemp on Gangs, Christian Poveda’s La Vida Loca.
Made in USA en vele andere trokken aandacht naar deze organisaties die voorheen onbestaand was.21
Ook de film Sin Nombre liet de doorsnee bioscoopganger binnen in de leefwereld van de Mara
Salvatrucha.22 Uit volgend relaas zal blijken dat het fenomeen van de Maras zeker niet nieuw is, maar
wel dat deze uitgegroeid zijn tot grote bendes en zo ook meer aandacht krijgen in de
wetenschappelijke wereld. Beide bendes ontstonden in de wijken/barrio’s van Los Angeles met een
geschiedenis die vaak op vele manieren verteld wordt.23 De jongerenbendes waar we hier over spreken
verschilden in belangrijke mate van de eerste ‘latino’-gangs, zoals de 38th Street Gang opgericht in
1920 en nog berucht vandaag24, Florencia 13, Barrio Mojados, en verschillende andere Chicano en
Zoot-Suiter gangs. Toch zijn deze bendes in sterke mate de voorvaders van de moderne latino-bendes
die zowel terug te vinden zijn in Latijns-Amerika als Noord-Amerika.25
Belangrijk voor de geschiedenis van deze bendes is dat immigratie en de sociale uitsluiting, het niet
vinden van jobs, jongeren die vervreemden van de maatschappij waarin ze terechtkwamen, enkele van
de stimuli waren naar het waarom vele jongeren bij een bende aansloten. Meestal waren de ouders met
wie ze mee waren geïmmigreerd bezig aan het bouwen aan een betere toekomst en vaak wisten de
jongeren niet wat of wie ze waren, Latino’s, Mexicanen, Mexicaanse Amerikanen of niets van dit
alles.26 Het racisme, eigen aan de toenmalige politiemacht en maatschappij en de marginale buurten
19 In het geval van William Da Silva en zijn bijnaam “O Professor” zegt hij zelf dat de bijnaam enkel en alleen gebruikt werd door de politie, alle anderen gebruikten simpelweg “William”. In: C. SOUZA, Senhora liberdade
– Freedom, Documentaire, 2004, 1e minuut. 20 Nieuwsberichten over het fenomeen zijn overal terug te vinden, een kleine selectie van recente gebeurtenissen want de lijst is lang en oneindig: ‘Fourteen die as gangs target buses in El Salvador’, BBC News Latin America, 21 juni 2010 (http://www.bbc.co.uk/news/10371224).; ‘9 die in drug gang shooting, Tegucigalpa’, Miami Herald, 12 april 2010 (http://www.miamiherald.com/2010/04/12/1574949/9-die-in-drug-gang-shooting.html). ; ‘Policía arresta a 23 personas bajo cargas de extorsión’, El Salvador.com, 28 juli 2010 (http://www.elsalvador.com/mwedh/nota/nota_completa.asp?idCat=6375&idArt=5007132). 21 Gedurende een lange periode werd het bestaan van Maras ontkend door onder andere politiediensten in USA. 22 Het verhaal gaat over El Casper, een lid van de MS-13 die in onmin komt met zijn bende en er probeert van te vluchten. Zie: C. FUKUNGA, Sin Nombre, Speelfilm, 2009. 23 Af en toe slaat men de bal mis. 24 DIAZ, No Boundaries, 59. 25 Veel gelijkenissen zijn er te vinden tussen de Maras en de Chicano-bendes zie onder andere: J.D. VIGIL, ‘Group Processes and Street Identity: Adolescent Chicano Gang Members’, Ethos, 16(1988), 421-445. 26 DIAZ, No Boundaries, 68.
11
waarin de zonen en dochters van deze immigranten woonden, zorgde voor een grote invloed op het
ontstaan van deze bendes en hun profilering als jongeren ‘you can’t mess with’. De gevolgen van deze
situatie zijn vandaag de dag niet te overzien, er werd een proces op gang getrokken waarvan het einde
voorlopig niet in zicht is. Als de vroege geschiedenis nog enigszins verschilt, dan is deze vanaf de late
jaren ’80, begin jaren ’90 sterk gelijklopend. Daarom wordt dus geopteerd, om beter de evolutie in de
bendes te zien en vanaf de jaren ’90 deze bendes samen te behandelen.
Vooraf is belangrijk om weten dat Mara-bendes georganiseerd zijn in clikas die allen een
verschillende naam kunnen hebben, maar wel onder de moederbende, MS-13 of Barrio 18 vallen.
Deze clikas kunnen als basiseenheid gezien worden, nuclei waaruit de bendes opgebouwd zijn.27
2.2.1. “Él decidió de la 18 vivir”28
Belangrijk voor het ontstaan van ‘La 18’, Mara-18, Barrio 18 of de 18th Street Gang, die eerder werd
opgericht dan de MS-13, zijn enkele gebeurtenissen voorafgaand aan het ontstaan of de evolutie naar
de creatie van een bende. Een eerste evenement is de ‘Sleepy Lagoon murder’ en vervolgens de ‘Zoot
Suit Riots’. De Sleepy Lagoon was een waterput waar Mexicaans-Amerikaanse jongeren gingen
zwemmen omdat ze niet toegelaten werden zich in openbare zwembaden. In 1942 werd deze plaats
een crimescène die onrechtstreeks leidde tot de Zoot Suit Riots en het ontstaan van criminele latino
bendes, waaronder de 18th Street Gang en vele anderen. Voor het eerst werd daar duidelijk in welke
mate de 38th Street volk kon verzamelen om hun recht te laten gelden. Enkele 38’ers waren
aangekomen op de plaats om rond te hangen en wat te praten toen ze in een gevecht kwamen met
enkele Anglo-Amerikanen en naar hun buurt terugreden om meer volk samen te roepen. Er viel een
dode en één van de leden van de 38th werd vervolgd. Het kan niet ontkend worden dat dit één van de
eerste latino jeugdbendes was in Los Angeles. 29 Deze moord zorgde voor een slechter wordende
relatie tussen Latijns-Amerikanen, de LAPD en de Anglo-Amerikaanse bevolking. Het racisme
vergrootte, Latino’s werden als criminelen gezien en zelf vertrouwden ze de politie voor geen haar. In
1943 barstte de bom toen Mexicaans-Amerikaanse jongeren, waarvan sommige zich zoot suits
aanmaten, aangevallen werden door militairen. Meer mensen sloten zich aan wat een grote opstand in
gang zette. Dit zorgde er echter voor dat Latijns-Amerikanen zich meer gingen afzetten van de
maatschappij waarin ze leefden.30 Het zou wat kortzichtig zijn om te zeggen dat dit de enige twee
redenen waren waarom dat de Latino-bendes ontstonden in LA maar deze twee gebeurtenissen waren
toch belangrijk voor de toekomstige Latino-bendes. Immigranten uit Latijns-Amerika voelden zich
meer beschermd door de bendes dan door de racistische politie. Bendeleden werden gezien als
27 Specifiek over de organisatie, zie verder 28 D. LUZ I ÁLVAREZ, ‘Jóvenes y violencia armada organizada en Río de Janeiro’, G. COSTA en C. ROMERO ed., Que Hacer Con Los Pandillas?, 173. 29 DIAZ, No Boundaries, 72-74. 30 Ibid., 78-79.
12
beschermers en de jeugd keek op naar bendeleden. Gevangenisstraf werd gezien als een deel van het
leven van een bendelid, en ook in deze gevangenissen begonnen de bendeleden zich te organiseren. 31
Vanaf 1953 begon de Mexican Maffia zich te organiseren (zie verder) en zich uit te breiden over de
straten. Iets later ontstond er in downtown Los Angeles, in de wijk Rampart rond Eighteenth Street en
Broadway, een latino bende new style, 18th Street Gang.32 In die tijd was de Clanton Street Gang een
van de machtigste bendes in deze buurt en deze bende rekruteerde enkel leden die konden bewijzen
dat ze 100% afkomstig waren van Mexicaanse voorouders. Jongeren, ook van Mexicaanse afkomst,
gekend onder de noemer Chicanos, die afgewezen werden door deze bende gingen hun eigen gang
oprichten, ‘18th Street gang’ ook wel de ‘Barrio 18’ geheten. Maar organiseren is gemakkelijker dan de
bende uitbouwen, en meestal moesten ze het onderspit delven tegen de veel sterkere Clanton bende. Er
werd geopteerd om ook niet-Mexicanen toe te laten om de 18th Street sterker te maken. Door hun
wervingspolitiek trok deze bende al vlug vele immigrantenjongeren en andere jongeren aan die het beu
waren te moeten leven onder de terreur van de Clanton bende, en dit zorgde voor een explosieve groei
van de bende. Leden waren niet enkel Centraal-Amerikanen maar ook zwarten, Aziaten en enkele
Anglo-Amerikanen.33
In dezelfde periode werd de Mara Salvatrucha opgericht, waar het volgend hoofdstuk om draait. In
deze periode was de MS nog niet echt een bende en was er geen vijandschap tussen de twee. Dit
veranderde echter allemaal in het begin van de jaren ’90. Het is niet echt duidelijk hoe deze twee
bendes de haat zo ver konden drijven of wat de oorzaak was, maar een belangrijk moment wordt
gezien in een feestje waar een lid van de MS het leven verloor in een dispuut met een veteraan van
Barrio 18 omdat hij een vriendin had die lid was van de 18th. Na deze gebeurtenis besliste de clika van
de overledene zich te wreken en de macht van de 18th in vraag te stellen. Vanaf dit moment werd een
oorlog tussen de bendes uitgeroepen die tot op vandaag de dag voor een groot aantal slachtoffers zorgt,
dit zowel in Noord- als Centraal-Amerika.34
2.2.2. “Lo que rifan La Mara Salvatrucha”35
Onderzoek rond de Mara Salvatrucha of MS-13 is zeer uitgebreid. Deze bende krijgt zowel in de
media als in gefundeerd wetenschappelijk onderzoek uitermate veel aandacht. Ze is verspreid over
verschillende landen in zowel Noord-Amerika (Mexico, USA en Canada) als Centraal-Amerika (El
31 DIAZ, No Boundaries, 79. 32 Ibid., 80. 33J.M. IÑIGUEZ RAMOS, Los maras: Problema de seguridad pública o nacional?, 2009 (http://www.inm.gob.mx/estudios/foros/documentos%20basicos/7%20los%20maras%20problema%20de%20seguridad%20publica%20o%20nacional.pdf). 34 W. SAVENIJE, Maras y Barras. Pandillas y violencia juvenil en los barrios marginales de Centroamérica, San Salvador, 2009, 101. 35 Anon., ‘Lo que rifan La Mara Salvatrucha’, Geluidsopname.
13
Salvador, Guatemala en Honduras). Enkele bronnen melden zelfs dat de bende aftakkingen zou
hebben in Spanje.36
Hierop volgt een historische schets waarbij het vertrekpunt van de reis in de eighties in de USA wordt
gelegd. Doorheen de jaren 90 is deze bende zich gaan verspreiden over Centraal-Amerika en vandaag
de dag één van de vele problemen waarmee overheden van de bovenbesproken landen zich
bezighouden. Zoals voorheen vermeld is een geschiedenis schrijven bij het ontstaan van deze bende
ook hier wederom problematisch, de problemen beginnen al bij het ontstaan, de naamgeving, hun
uitgebreidheid en internationale connectie. Hier wordt toch getracht een objectief relaas weer te geven
van een bende gekend als ‘the most violent gang in the world’.
Sterk verbonden met het ontstaan van de MS-13, en ook met andere Latino-bendes in de buurt, was de
migratie naar de Verenigde Staten vanuit Centraal-Amerika. De grote exodus van Guatemalteken en
Salvadoranen begon in de jaren ’70 en ’80 ten gevolge van het daar aan de gang zijnde conflict.
Tijdens die decennia werden 75% van de moorden in geheel Latijns-Amerika gepleegd in El Salvador
en Guatemala, het werd een overheidspolitiek om zoveel mogelijk guerrillero’s uit te drijven of te
vermoorden. Zo ook kwam een ex-guerrillero van El Salvador, gekend als “Flaco Stoner” aan in Los
Angeles zoals duizenden andere immigranten.37 Samen met Ernesto “Smokey” Miranda en een groep
Salvadoraanse jongeren begon men zich in het begin van de jaren te verzamelen in een groep die later
de Mara Salvatrucha zou heten.38 Aanvankelijk waren de leden eigenlijk meer geïnteresseerd in het
luisteren naar heavy metal muziek en het roken van marihuana, eerder dan in het oprichten van een
straatbende.39 Ze kozen de naam Mara Salvatrucha Stoner – MSS, waarbij de naam verwees naar
Mara, een groep vrienden, Salva, van El Salvador, -trucha, slinks, gewiekst en Stoner, de occasionele
cannabisroker.40 Zoals voorheen gemeld is hier al onenigheid rondom het ontstaan van deze bende en
zijn naamgeving. De naam wordt soms getraceerd, refererend naar de naam van de seventies-film
Marabunta, waarin dodelijke mieren in Brazilië alles verslinden op hun weg.41 Eigenlijk bestond de
naamgeving van Mara al in Guatemala bij de voorgangers van de besproken bendes, sommige terug te
brengen tot de jaren ’40, dus lang voordat de film uitkwam.
Om zichzelf een plaats te geven en respect af te dwingen van andere bendes gebruikten de MSS zeer
vaak geweld, een metier aangeleerd in de burgeroorlog. Om te blijven groeien en te blijven bestaan
36Afdelingen van MS-13 te vinden in o.a. G. SANTAMARÍA BALMACEDA, ‘Maras y pandillas: límites de su transnacionalidad’, Revista Mexicana de Política Exterior, 81(2007), 105. 37 IÑIGUEZ RAMOS, Los maras: Problema de seguridad pública o nacional?, 2. 38 Mara Salvatrucha: What is It, Why is It Here, and What is to be Done About it, s.d., (http://www.walkingwithelsalvador.org/Karen/Mara%20Salvatrucha%20Paper.pdf), 10. 39 SAVENIJE, Maras y Barras, 100. 40 D. RODGERS, R. MUGGAH, en C. STEVENSON, ‘Gangs of Central America: Causes, Costs, and Interventions’, Small Arms Survey, 23(2009), 7. 41 H. ZINECKER, ‘From Exodus to Exitus, Causes of post-war violence in El Salvador’, PRIF Reports, 80(2007), 5.
14
zochten de MSS-leden fondsen in het drugsmilieu dat het geweld verhoogde en tevens tot gevolg had
dat een aantal leden van de MSS in de gevangenis belandden. Het doel, tegen de discriminatie
reageren die bestond tegenover Salvadoraanse immigranten, leek ver weg. 42 Zoals voorheen gemeld
werd de MSS eigenlijk niet zozeer als een concurrerende bende gezien in California, maar de
inmenging in de drugshandel, -gebruik, bijhorende criminele activiteiten en gevangenisstraf zorgde
voor een evolutie in de groep. Een evolutie waar de groep zich meer en meer als een Californische
straatbende begon te profileren. De laatste ‘S’ werd weggenomen en de Mara Salvatrucha-leden begon
zich te profileren volgens de Chicano-stijl. 43 Het nummer ‘13’ werd later pas toegevoegd en de
betekenis en afkomst is sterk verschillend dan van het nummer ‘18’ bij de 18th Street Gang. De ’13’
komt niet van de straat in Los Angeles waar de MS zou ontstaan zijn, zoals enkelen melden.44 De
origine van het symbool ligt iets dieper in de bloedige geschiedenis van bendes in California.
Sinds de jaren ’70 was er een bloedvete tussen de Mexican Mafia - MM, ook wel Triple M, Mafia
Mexicana Maravilla geheten en later bekend als simpelweg ‘La Eme’ (Spaans voor de letter ‘M’) - en
tegenstander Nuestra Familia. Beiden waren bendes met leden van Mexicaanse origine, die zich
aanvankelijk enkel in gevangenissen van California manifesteerden. De MM ontstond in de jaren ’50
in de Deuel Vocational Institute in Tracy, California. 45 Het was een soort gang of gangs waar
bendeleden van verschillende bendes aangesloten waren. De Chicanos organiseerden zich om zich te
verdedigen tegen andere gevangenen aangesloten bij zwarte en blanke bendes.46
In de jaren ’60 organiseerden de Chicanos van de noordelijk landbouwgemeenschappen in California –
Norteños – zich ook tegen de discriminatie en mishandeling eigen aan de gevangenissen. Dit was
voornamelijk tegen bendeleden van de zuidelijke eerder urbane bendes van Los Angeles en San Diego
– de Sureños – die zich verbonden met La Eme.47 De bende werd Nuestra Familia – NS – geheten.
Het mislukken om tot een eenvormig front te komen leidde in de gevangenissen tot een bloedige
oorlog en al vlug werden deze bendes ook op straat aartsvijanden. In de gevangenissen lieerde Nuestra
Familia zich met de zwarte Black Guerilla Family en La Eme met de blanke Aryan Brotherhood. De
bendes van de Sureños identificeerden zich met het nummer ‘13’, wat naar de 13de letter van het
alfabet verwijst, de ‘M’ en Mexican Mafia. Daartegenover identificeerden de Norteños zich met het
cijfer ‘14’, de letter ‘N’ van Nuestra Familia. Vanuit de gevangenis wilden deze bendes controle
verkrijgen op straatbendes in de wijken van California. Weinig straatbendes weerstaan de macht van
deze gevangenisbendes, omdat ze weten dat je als crimineel vroeg of laat terechtkomt in een of ander
42 SAVENIJE, Maras y Barras, 100. 43 Ibid., 101. 44 Ibidem. Voorbeelden van werken die melden dat dit wel zo is. O.a. in: Mara Salvatrucha: What is It, Why is It
Here, and What is to be Done About it, 5.; S.C. BORAZ en T.C. BRUNEAU, ‘Are the Maras Overwhelming Governments in Central America?’, Military Review, 2006, 36. 45 SAVENIJE, Maras y Barras, 101. 46 Ibid., 102. 47 Ibidem.
15
penitentiaire instelling onder controle van de Mexican Mafia of de rivaal Nuestra Familia. Regels en
wetten dienden opgevolgd te worden en tegenwerking van één enkel bendelid, clika of de ganse bende
kunnen leiden tot green-lighting. 48
Een groen licht kan zowel betekenen dat de persoon in kwestie gedood of gewond zal worden.49 Het is
praktisch onmogelijk te ontsnappen aan deze praktijk zowel in de gevangenis of op de straat.50 Het
gebruik werd overgenomen door zowel de MS als de Barrio 18, waar een groen licht vaak zoveel
betekent als een doodsvonnis en oranje licht, diende voor mindere, doch erge, overtreding van de
regels. Voorbeelden tonen aan dat de MM wel degelijk een sterke invloed uitoefende op de
straatbendes in California. In 1993 zond de MM een decreet uit dat opriep om een deel van alle
opbrengsten uit taksen op drugsdealers door te storten aan de MM en om een pact – Sur 13 – te sluiten
waardoor drive-by shootings tussen de Sureño-bendes zouden ophouden.51 Het doden tussen de bendes
stopte slechts voor een tweetal jaar maar toch kan de invloed niet ontkend worden. De MM handelde
echter niet uit vredelievendheid maar eerder om geen aandacht te trekken naar de illegale activiteiten
waarin ze betrokken was.
De ‘13’ die de Mara Salvatrucha uiteindelijk aannam wijst er op dat deze bende zich aansloot bij de
Mexican Mafia of de Sureños.52 Ook de 18th Street Gang deed dit maar dit betekende niet dat de
onderlinge vijandschap na deportatie in Centraal-Amerika verminderde, het omgekeerde was eerder
het gevolg.
2.2.3. The Crazy Nineties – Repressive 21st Century
In de jaren ’90 evolueerden deze bendes van een lokaal probleem naar een nationaal probleem. Vanuit
Los Angeles verspreidden La 18 en de MS-13 zich over gans de Verenigde Staten.53 In deze periode
zouden de MS-13 en 18th Street zich ook verspreiden over Centraal-Amerika en Mexico. Eén reden
voor deze verspreiding wordt meestal gevonden in de deportatiepolitiek die de USA in het midden van
de jaren ’90 ontwikkelde. Het kan niet ontkend worden dat dit een zeer grote invloed gehad heeft op
de evolutie van bendes in Centraal-Amerika, maar toch mogen en kunnen niet alle gevolgen daarvan
toe te schrijven zijn aan de USA-deportatie van criminele buitenlanders. De eigen zwakke
maatschappijen en dito overheden van Centraal-Amerikaanse landen zorgden voor een ideale potgrond
waarop deze criminele gedeporteerden de activiteiten van de bendes, volgens het systeem aangeleerd
in de wijken van Los Angeles en andere steden in VS, konden ontplooien.
48 DIAZ, No Boundaries, 128-129. 49 Ibid., 119. 50 Ibid., 130. 51 DIAZ, No Boundaries, 131.; SAVENIJE, Maras y Barras, 102. 52 Crime and Development in Central America. Caught in the Crossfire, United Nations Office on Drugs and Crime, Wenen, 2007, 59. 53 F. FUNES, ‘Removal of Central American Gang Members: How Immigration Laws Fail To Reflect Global Reality’, University of Miami Law Review, 63(2008), 304.
16
De twee bendes waren zeer gewelddadig en de druppel die de emmer deed overlopen was het geweld
en de plundering tijdens de oproer in 1992, beter gekend als de Rodney King Riots. De overheid werd
wakker geschud en reageerde streng tegen de bendes door het invoeren van strikte anti-gang wetten.54
De politiediensten werden aangepast en agenten werden overgebracht naar het Safe Streets Violent
Crimes Initiative, die de focus legde op het bevechten van straatbendes. Niet iedereen was echter
overtuigd dat straatbendes het grootste gevaar vormden in de USA en daardoor was het initiatief niet
echt een succes.55 De Violent Gang Task Force, een ander initiatief ditmaal bij de INS (Immigration
and Naturalization Service) en het doorvoeren van striktere immigratiewetten zorgde echter voor het
op gang trekken van een evolutie in de Mara-bendes die tot op vandaag repercussies heeft.56 Het INS
begon al sinds 1992 met het uitzetten van migranten van wie velen van hen ervaring hadden als
bendelid. Soms werden vermeende bendeleden opgepakt, zonder iets misdaan te hebben en werd er
getracht de personen uit te zetten op basis van illegale aanwezigheid in Amerika. Ook werd een
jaarlijks plafond aangenomen om nieuwe immigratie te ontmoedigen, een voorbeeld hiervan is o.a. het
aantal Salvadoranen dat jaarlijks werd toegelaten, werd begin jaren ’90 op 187.000 gebracht.57
Eén gevolg van de uitwijzingspolitiek is, volgens verschillende bronnen, dat de bendes transnationaal
geworden zijn. De connecties tussen bendeleden over verschillende landen is een feit omdat ze zowel
een probleem vormen in El Salvador, Guatemala, Honduras, VS, Mexico, etc. Deze gedachte krijgt
heel wat kritiek en ook de verschillende definiëring over wat deze transnationaliteit betekent, zorgt
ervoor dat dit debat uitermate interessant is. In het hoofdstuk over geweld wordt verder uitgeweid over
dit onderwerp. In de evoluties onderstaand besproken blijkt het toch nuttig deze gedachte in het
achterhoofd te houden.
De Illegal Immigration Reform and Immigrant Responsibility Act (IIRIRA) en de Antiterrorism and
Effective Death Penalty Act (AEDPA) van 1996 hadden een grote impact op de ontwikkeling van de
bendes in Centraal-Amerika. De IIRIRA zorgde voor een limiet aan de welzijnszorg voor legale
immigranten en een gecoördineerd plan om illegale immigratie tegen te gaan. Belangrijker echter is
dat de IIRIRA ervoor zorgde dat buitenlandse bendeleden die opgesloten waren in gevangenissen in de
Verenigde Staten teruggestuurd konden worden naar het land van herkomst. Als een buitenlander één
van de vooraf opgestelde misdaden pleegde, zelfs al zat de gestrafte zijn celstraf uit en was hij op het
54 RODGERS, MUGGAH, en STEVENSON, ‘Gangs of Central America’, 7. 55 DIAZ, No Boundaries, 90. 56 Er kan ook gezien worden dat de Bloods en de Crips in Belize voorkomen. Dit komt ook door striktere immigratiewetten en bestraffen van bendeleden door ze terug te sturen naar het land van herkomst. Zo ook bij de posses in Jamaica, waar de Shower Posse in juli 2010 bekendheid kreeg toen ze de leider Dudus Coke probeerden op te pakken om uit te leveren aan de V.S., om daar terecht te staan voor moorden gepleegd door zijn posse in de V.S. In: A. VRANCKX, Area Studie: politieke problemen van Latijns-Amerika, Onuitgegeven cursus, Departement Politieke en Sociale wetenschappen, 2010. 57 M.J. McBRIDE, ‘Migrants and Asylum Seekers: Policy Responses in the United States to Immigrants and Refugees from Central America and the Carribean’, International Migration, 37(1999), 292.
17
goede pad geraakt, kon hij uitgewezen worden. Het INS zorgde voor het bijeendrijven en uitwijzen
van deze criminelen.58 De AEDPA zorgde voor een uitbreiding van wat als een zwaar misdrijf gezien
werd voor buitenlandse criminelen, als belangrijkste uitbreiding kwam hier obstructie van de
rechtsgang bij. Zelfs al had de buitenlander maar een wanbedrijf gepleegd kon de buitenlandse
crimineel, als hij al een celstraf van één of twee jaar had, wat het wanbedrijf opwaardeerde naar een
zwaar misdrijf, gedeporteerd worden. 59 Dit zorgde voor een sterke stijging van het aantal
gedeporteerde criminelen, in 1997 was dit cijfer 135% hoger dan het cijfer in 1991.60 Deze evolutie
had een grote impact op de MS-13 en de 18th Street Gang, want veroordeelde bendeleden werden in
groten getale afgevoerd naar hun land van herkomst. Als kind mee geïmmigreerd met de ouders was
dit een land van herkomst waarin velen vaak niet meer geweest waren sinds ze baby of kind waren.
Velen spraken geen Spaans, en bij aankomst waren er geen jobs noch geld.61 De enige oplossing die er
was, was om samen te troepen met mensen die ze kenden, bendeleden van hun gang. Aangezien de
concurrentie niet bijster groot was, zorgde dit voor een boom in de groei van de Maras in Centraal-
Amerika. Tussen 1998 en 2005 werden ongeveer 46.000 veroordeelden gedeporteerd naar Centraal-
Amerika, samen met 160.000 andere illegale immigranten die de juiste papieren niet hadden.62 In 2006
werden naar de Centraal-Amerikaanse Isthmus 13.621 misdadigers gedeporteerd waarvan 12.827 naar
El Salvador, Guatemala en Honduras. Dit cijfer steeg in 2007 naar 14.796 en 14.100 en ook in 2008
waren er tot eind september al 15.933 criminelen gedeporteerd, waarvan 15.226 naar Guatemala,
Honduras of El Salvador.63 Deze missie werd verder gezet door het ICE (Immigration and Customs
Enforcement) en nog altijd vallen MS-13 en XV3-leden te beurt aan deportatie.64
In El Salvador bestonden al bendes voor het einde van de burgeroorlog en het tekenen van de
vredesakkoorden in 1992. Bendes zoals Chancleta, Máquina, Gallo, Morazán en de Mao Mao waren
al bekend voor de vorming van bendes zoals de MS-13 en La 18. Sinds het begin van de jaren ’90
echter werden deze laatste belangrijker en ook het totale aantal jongeren die in een bende zat
verhoogde.65 Al in 1993 had 40% van de stedelingen in El Salvador de Maras opgemerkt in het
straatbeeld.66 Deze eerste generatie bendeleden afkomstig van de USA maakt vandaag nog slechts een
klein deel uit op het totale bendeledenaantal, 90% van de nieuwe rekruten zijn afkomstig uit El
58 DIAZ, No Boundaries, 162-163. 59 FUNES, ‘Removal of Central American Gang Members’, 306-307. 60 Ibid., 307. 61 DIAZ, No Boundaries, 163. 62 RODGERS, MUGGAH, en STEVENSON, ‘Gangs of Central America’, 7. 63 RIBANDO SEELKE, C., Gangs in Central America, 2008 (http://assets.opencrs.com/rpts/RL34112_20081017.pdf). 64 ’30 gang members, associates arrested in Northern Virginia’, U.S. Immigration and Customs Enforcement, 19 juli 2010 (http://www.ice.gov/pi/nr/1007/100719fairfax.htm). 65 W. SAVENIJE, ‘Las Pandillas Trasnacionales o “Maras”: Violencia Urbana en Centroamérica’, Foro
Internacional, 47(2007), 642. 66 ZINECKER, ‘From Exodus to Exitus’, 6.
18
Salvador en tweederde van deze zijn gerekruteerd in de gevangenissen, door mareros in deze
instellingen. Andere nieuwe rekruten zijn vaak nog kinderen die geronseld worden in de verschillende
barrio’s van de steden. 67 De traditionele bendes dolven ofwel het onderspit tegenover deze op
Amerikaanse leest geschoeide bendes of werden opgenomen als clikas in deze bendes.68
Ook in Honduras waren minder gewelddadige en minder criminele straatbendes aanwezig voor de
komst van de MS-13 en Barrio 18. In de jaren ‘80 waren de Estomperos, Sirypury, Poison en Ponys de
bekendste van de traditionele bendes.69 De MS-13 was al aanwezig in Honduras in 1989, 18th Street
Gang enkele jaren later, maar ook hier werd de echte groei pas gevoeld na de invoering van de
‘deportatiewet’ in de V.S.70 Die nieuw aangekomen leden van deze ‘pandillas californias’, een term
die gebruikt werd om het verschil te maken met de al aanwezige bendes, transformeerde de lokale
situatie in steden van Honduras, vnl. Tegucigalpa en San Pedro. Ze brachten een nieuwe stijl van
bendevorming mee en de traditionele bendes bogen onder de gewelddadigheid en werden vaak, zoals
in El Salvador ook het geval was, ondergebracht als clikas in de nieuwe bendes.71
In Guatemala lag de situatie iets anders maar het resultaat was min of meer hetzelfde. In een studie
over bendes van het jaar 1988 is duidelijk dat bendes in Guatemala al enkele decennia aanwezig
waren.72 De bendes worden vaak proto-maras geheten, bendes die Maras waren maar die eigenlijk
vooral gericht waren om zich te ontspannen, niet zozeer op delinquent gedrag of zware misdaad. Als
belangrijkste zien we de Angeles Infernales, Mara Five, Mara 33, Mara Los Garañones, etc. Ook
andere jeugdbendes werden vaak herdoopt naar generische term ‘Mara’. Hierin wordt het verschil
onderkend met de andere landen in Centraal-Amerika, de proto-mara bendes ontwikkelden zich
relatief onafhankelijk ten opzichte van de MS-13 en Barrio 18 maar toch kan de invloed die de bendes
uit L.A. hadden op deze evolutie zeker niet ontkend worden. Aanvankelijk kwamen deze voor in een
beperkte mate en op een beperkt aantal plaatsen maar de groei in de jaren negentig was toch
significant. De lokale gangs werden minder opgeslorpt door de nieuwkomers, zoals dat meer het geval
was in El Salvador en Honduras, maar het verschijnen van deze L.A.-style bendes zorgde toch voor
een invloed op de manier waarop ze handelen en zijn.73
Pas recenter komen de Maras ook voor in Mexico. Sinds 2003, als gevolg van het strenger optreden
van de Centraal-Amerikaanse overheden tegen de bendes (zie verder) diende Mexico vaak als
67 ZINECKER, ‘From Exodus to Exitus’, 6. 68 SAVENIJE, ‘Las Pandillas Trasnacionales o “Maras”, 643. 69 Ibidem. 70 ‘Annex 3: Honduras Profile’, Central America and Mexico Gang Assessment, United States Agency for International Development, 2006, 92. 71 SAVENIJE, ‘Las Pandillas Trasnacionales o “Maras”, 643. 72 D. LEVENSON-ESTRADA, N.M. FIGUEROA en M.Y. MALDONADO CASTILLO, On their own: A
preliminary Study of Youth Gangs in Guatemala City, Ciudad de Guatemala, 1988. Via D. RODGERS, ‘Youth Gangs and Violence in Latin America and the Caribbean: A Literature Survey’, LCR Sustainable Development
Working Paper. Urban Peace Program Series, 4(1999), 10. 73 SAVENIJE, ‘Las Pandillas Trasnacionales o “Maras”, 644.
19
stopplaats op weg naar het Noorden, in casu de V.S. Samen met andere migranten, die ze vaak
afpersen en uitbuiten, zoeken ze een beter leven. 74 De bendes verspreidden zich echter over
verschillende staten van Mexico, o.a. in Chiapas waar een ruzie tussen de MS-13 en La 18 tijdens de
vieringen van de Mexicaanse revolutie in 2004 tot een golf van terreur leidde die enkele dagen
duurde. 75 Een andere vorm van invloed die deze Californische gangs hadden was dat deze vaak
geïmiteerd werden door jongeren (transculturatie) of dat mareros opgenomen werden in bestaande
bendes om deze sterker, en als gevolg gewelddadiger, te maken. 76 Het omgekeerde is ook waar,
Mexicanen die zich aansluiten bij de MS-13 of XV3, en soms zijn leiders van bepaalde clikas van
Mexicaanse origine.77
Ter duiding hier nog een korte bespreking van de situatie in Nicaragua, om aan te tonen dat de
deportatie wel degelijk een belangrijke, edoch niet de enige, stimulans gaf voor de ontwikkeling van
de MS-13 en XV3 in Centraal-Amerika. Nicaragua kent niet echt een situatie waar Maras een voet aan
grond hebben, er zijn wel degelijk bendes maar deze zijn minder georganiseerd en minder
gewelddadig dan hun tegenhangers in de rest van Centraal-Amerika. Rodgers haalt onder andere als
reden aan dat weinig gedeporteerden Nicaraguanen waren, minder dan 3%. Bijkomend hier ziet hij de
Nicaraguanen tijdens de migratie naar de V.S. voornamelijk naar Miami en andere steden in Florida
gaan, waar bendes minder controle uitoefenden op de wijken waar de immigranten terechtkwamen. Dit
in schril contrast met andere Centraal-Amerikanen die in Los Angeles en steden in California hun
leven uitbouwden. In Florida bestonden weliswaar Cubaanse bendes maar deze lieten geen andere
Latino’s toe in hun bendes.78
De verspreiding van de Maras in Centraal-Amerika werd echter een feit in Honduras, Guatemala en El
Salvador. Ook bleken de nieuwe wetten weinig te verhelpen aan de situatie in de V.S. De bendes
verspreidden zich over gans het land, de MS-13 zou voorkomen in 31 staten.79 Deportaties zorgden
voor een transformatie van de bende waar ze van een lokaal probleem uitgroeiden tot een nationaal
probleem en zelfs een internationaal probleem. Er bestaan voorbeelden van bendeleden die na
uitwijzing uit de V.S. echter terugkeren en zich al dan niet in een andere staat inplanten. Het
uitzwermen van Maras over gans de V.S. en verschillende landen in Centraal-Amerika zorgde niet
voor een daling in de gewelddaden van deze bendes maar plantte deze in, in de zwakkere Centraal-
Amerikaanse staten. Landen die totaal niet om konden gaan met deze nieuwe vorm van criminaliteit,
geweld, etc.
74 SAVENIJE, ‘Las Pandillas Trasnacionales o “Maras”, 645-646. 75 IÑIGUEZ RAMOS, Los maras: Problema de seguridad pública o nacional?. 76 SAVENIJE, ‘Las Pandillas Trasnacionales o “Maras”, 646. 77 IÑIGUEZ RAMOS, Los maras: Problema de seguridad pública o nacional?, 7. 78 D. RODGERS, ‘Pandillas y maras: Protagonistas y Chivos expiatorios’, J.L. ROCHA en D. RODGERS red., Bróderes descobijados y vagos alucinados: Una década con las pandillas nicaragüenses 1997-2007, Managua, 2008, 176. 79 FUNES, ‘Removal of Central American Gang Members’, 318.
20
De vijandschap tussen de MS-13 en de XV3 steeg nog in landen die recent uit een burgeroorlog
kwamen, waar wapens voorhanden waren, en de overheden over het algemeen zeer zwak waren. Het
spel ging verder met als inzet het leven van de bendeleden. Dodelijker en wreder dan in de V.S. zien
we een laatste evolutie in deze bendes, streven naar de eliminatie van de andere. “Por el número nos
matan y por el número matamos nosotros”80 is vaak de enige reden om een bendelid van de
concurrent aan te vallen. Deze vijandigheid wordt hedendaags vaak gebruikt om de bendeleden sterker
aan de bende te binden, om leden te absorberen in de cultuur van geweld.81 Alles rond geweld en de
functie ervan volgt in een volgend hoofdstuk van dit werk.
Het geweld, en het ontbreken van veiligheid an sich, noopte de overheden van Centraal-Amerika om te
reageren tegen deze vormen van jeugdorganisaties. Zonder vooruit te lopen op wat nog komt, kan
gemeld worden dat de aandacht van de overheden in Centraal-Amerika en USA voor het
bendeprobleem sterk vergrootte. Meestal werd deze aandacht gekanaliseerd in een repressief beleid,
plannen met ‘aantrekkelijke’ namen als: Operativo (Super) Mano Dura, Leyes Antimaras, Plan
Escoba, Operacíon Libertad, etc. 82 Dit repressief beleid zorgde ervoor dat meer pandilleros
terechtkwamen in overbevolkte gevangenissen. Daar in de Verenigde Staten het min of meer mogelijk
was de vrede te bewaren tussen de Sureño-bendes, zie het pact Sur-13 uitgevaardigd door de Mexican
Mafia, was dit niet het geval in El Salvador of Honduras.83 Daar leidde de opsluiting van de 2 bendes
in dezelfde gevangenissen tot bloedige confrontaties. 84 Al vlug werd beslist beide bendes in
verschillende penitentiaire instellingen te plaatsen om de oorlog in eerste instantie te vermijden. Dit
had als gevolg dat de gevangenissen onder volledige controle van de ene of de andere bende kwamen
te staan, wat enkel maar de interne cohesie en de organisatie van de bendes versterkte.85 De bendes
reageerden ook tegen de wetten ingesteld door de overheid. Als triest hoogtepunt kan hier een aanval
op een bus in San Pedro Sula, in Honduras gemeld worden waar MS-13–leden, 28 mensen
vermoordden en een brief achter lieten dat de aanval als wraak diende tegen het verstrengen van de
Hondurese wetten.86
80 SAVENIJE, Maras y Barras, 108. 81 SAVENIJE, Maras y Barras, 110. 82 Zie deel 2: Violencia. Met daarin het hoofdstuk Impact en reactie voor een uitgebreide bespreking van de verschillende programma’s. 83 SAVENIJE, Maras y Barras, 112. 84 Voorbeeld: La Esperanza gevangenis in El Salvador, een confrontatie van de 18th Street met andere gevangenen, 31 doden. In Guatemala, waar in 2005 de MS-13 een aanval in verschillende gevangenissen uitvoerde op de XV3 met 35 doden tot gevolg. Honduras waar 200 doden in brand omkwamen. En zo gaat dit maar verder. In: FUNES, ‘Removal of Central American Gang Members’, 314-315. 85 SAVENIJE, Maras y Barras, 112. 86 FUNES, ‘Removal of Central American Gang Members’, 315.
21
2.3. ‘Comandos’: Comando Vermelho (CV), Primeiro Comando da Capital
(PCC), Terceiro Comando (TC; Terceiro Comando Puro, TCP) en Amigos dos
Amigos (ADA)
In Brazilië zijn er enkele grote bendes, voornamelijk in de favela’s (of sloppenwijken) en in
gevangenissen in Rio de Janeiro en São Paulo, die een grote impact hebben op de Braziliaanse
maatschappij. Met de redelijk recente films, zoals Cidade de Deus (2002), Carandiru (2003), Tropa de
Elite (2007), Tropa de Elite 2 (2010), 400 contra um, a Historia do Comando Vermelho (2010), en de
serie Cidade de Homen (2007) werd de problematiek in de Braziliaanse favela’s ook voor een breder
publiek zichtbaar. Ook in de Belgische pers vindt men sporadisch een artikel over gevangenisbendes
en de favela’s.87 De controle over de favela’s en de oorlog daaromtrent is echter niet zo filmisch, maar
pure realiteit (tristesse) in deze steden. De favela’s hebben een geschiedenis van meer dan honderd
jaar. Gestart als illegale krakergemeenschappen zijn ze sterk verschillend van de legale buurten,
alhoewel enkele favela’s, waaronder de grootste Rocinha, in de huidige geschiedenis legale wijken
werden.88 Favelados, bewoners van een favela, werden in deze eeuw gebruikt door zowel politici als
door bendeleiders. De eerste favela, gesticht iets voor de eeuwwisseling van 19de naar 20ste eeuw, was
de Morro da Providência genaamd Morro da Favella, naar een kleurrijke plant die vaak voorkomt in
het Nord-Este. Tegen 1900 waren al 7 favela’s opgebouwd, meestal tegen de hellingen van de vele
bergen die Rio de Janeiro telt, die gekenmerkt werden door het ontbreken van infrastructuur, het
negeren van de overheid, het constante gevaar dat bij hevige regenval de ‘krotten’ konden wegspoelen,
etc.89 Al vroeg werd aangenomen dat favela’s criminelen huisvestten, een krant meldde in 1900 al dat:
‘de heuvels vergeven waren van vagebonden en criminelen’.90 Het duaal karakter bleef echter bestaan,
aan de ene zijde zagen de elite favelados als goedkope werkkrachten en eleitores (‘stemmers’) en aan
de andere kant als criminelen, barbaren, preburgers die scholing en begeleiding nodig hadden wat de
staat vaak niet kon geven.91 De explosieve groei van de favela’s in Rio de Janeiro maakt dat hun aantal
moeilijk te tellen valt, in 1991 waren al 412 onafhankelijke favela’s92, twee jaar later al 570 en
vandaag de dag zijn er ongeveer 900 favela’s.93
87 C. DE STOOP., ‘Broeders van barmhartigheid’, Knack (17 september 2008), 108-112.; C. DE STOOP, ‘De Slaven van Salvador’, Knack (10 september 2008), 90-94.; C. DE STOOP, ‘Welkom in mijn favela’, Knack (24 september 2008), 92-96. 88 WILLIAMS, C., The Challenge of the slums: Looking for democratic inclusion on the squatter settlements of
Rio de Janeiro, Brazil, Doctoraatsverhandeling, University of Florida, department Filosofie, 2008, 42. 89 Ibid., 52. 90 Ibid., 54. 91 Ibid., 67. 92 Ibid., 80. 93 D. MARTÍN MAZO en J. PANIAGUA LÓPEZ, ‘Narcotráfico y paternalismo en Río de Janeiro. Drug Trafficking and Paternalism in Río de Janeiro’, Política y Sociedad, 46(2009), 209.
22
Vaak controleren deze bendes gehele wijken en het antwoord van de Braziliaanse overheid daarop is
meestal zeer bloedig en gewelddadig. Hoe deze fracties controle kregen over de gebieden, en niet te
vergeten over de gevangenissen is niet enkel te verklaren door een geschiedenis van de belangrijkste
bendes in de 2 grootste steden van Brazilië, maar een geschiedenis licht wel in hoe deze bendes lokaal
macht verworven en hoe deze via networking transnationale allures kregen en zo een stevige basis
uitbouwden ter controle van de armere buurten in deze steden. Betwistingen en vragen bij deze
transnationaliteit worden verder in dit relaas beantwoord.
De aandacht wordt hier vooral toegespitst op de Comando Vermelho (CV)94, het Primeiro Comando
da Capital (PCC)95 en ook wordt Terceiro Comando (TC; en later TCP, Terceiro Comando Puro) en de
ADA (Amigos dos Amigos) die ook een rol hebben in de controle over de favela’s en in het conflict
daar aanwezig worden van dichterbij bekeken. Het verhaal van de laatste twee bendes wordt verweven
met deze van het Comando Vermelho, aangezien de ontstaansgeschiedenissen nauw met elkaar
verwant zijn. De steden São Paulo en Rio de Janeiro zijn de steden die het meeste aandacht verdienen
in de literatuur rondom gangs en andere problemen kenmerkend aan de Braziliaanse maatschappij.96 In
deze staten, en hun megasteden, waar ongeveer één derde van de Braziliaanse bevolking woont, is het
bendeprobleem zeer uitdrukkelijk aanwezig.97 Het is in deze plaatsen dat zich de kernen van de PCC
en de CV, de twee grootste bendes van Brazilië, bevinden. Vandaag de dag zijn deze echter verspreid
over verschillende staten en gevangenissen in gans Brazilië.
2.3.1. “Pra todos os manos meus, é o vermelho”98
Het Comando Vermelho (CV) kent haar ontstaan in de gevangenis van Cândido Mendes, een zeer
grote gevangenis op het Ilha Grande in de staat Rio de Janeiro, een eiland waar in die periode ook veel
zomerhuizen waren van rijke Brazilianen.99 Het tekort aan voedsel, slaapplaatsen en uniformen voor
de gevangenen zorgde ervoor dat dit één van de ergste gevangenissen van de ganse wereld was. De
gevangenis werd gebouwd om 540 gevangenen te huisvesten maar in 1979 waren er 1284 gevangenen
opgesloten in deze Calderão do Diabo100, zoals de gevangenis gekend was onder de opgesloten
94 Vertaald: Het Rode Commando. 95 Vertaald: Het Eerste Commando van de Hoofdstad. 96 A. SALES BATISTA en M.D. BURGOS, ‘Brazilian Gangs’, In: L. KONTOS en D.C. BROTHERTON red., Encyclopedia of Gangs, West Port, 2008, 15. 97 In de regio São Paulo wonen volgens geraamde telling 39827570 personen in Rio de Janeiro komt dit op 15420375 en dit op een totale populatie van 183987291. ‘Tabela 1.1 - População recenseada e estimada, segundo as Grandes Regiões e as Unidades da Federação – 2007’, Instituto Brasileiro de Geografia e Estatistica, 2010 (http://www.ibge.gov.br/home/estatistica/populacao/contagem2007/contagem_final/tabela1_1.pdf). 98 MENOR DO CHAPA, ‘Comando Vermelho’. 99 A. DE SOUZA PINHEIRO, Irregular Warfare: Brazil’s Fight Against Criminal Urban Guerrillas, Florida, 2009, 5. 100 Vrij vertaald: de Duivelsketel.
23
delinquenten.101 Vanaf de jaren ’60 was deze gevangenis er een geworden waarin enkel de zwaarste
‘criminelen’ werden opgesloten, zowel voor een korte periode als voor lange termijn. Voor 1979 was
de controle van de gevangenis(populatie) in handen van de Falanga Jacaré die resideerde in de D-
galerij. De leden bestonden voornamelijk uit criminelen van de favela’s en wijken in de Zona Norte
van Rio de Janeiro. Ze hingen goed samen en terroriseerden de andere gevangenen, waarbij een reactie
van de laatste hierop meestal resulteerde in de dood. 102 Hierin kan het ontstaan van de Terceiro
Comando erkend worden, een concurrent van het Comando Vermelho waarmee vaak bloedige
oorlogen uitgevochten worden.103 De organisatie zal hier een onderdeel zijn van het historisch verhaal
van het CV omdat deze zo sterk verbonden zijn met elkaar en an sich weinig verschillen. Het Terceiro
Comando – 3C – en de latere opvolger Terceiro Comando Puro – TCP – zijn sinds het ontstaan
aartsvijanden, Alemão, van het CV. De gewapende arm van het TC(P) zijn de Amigos dos Amigos,
gesticht door drugsdealer Celso Luiz Rodrigues, “Celsinho da Vila Vintém”. Deze bende bestaat
voornamelijk uit ex-militairen van de Special Forces en van de marine aangevuld met (ex-
)politieagenten en drugstrafikanten. 104 Naderhand wordt op deze bende niet meer ingegaan maar
indachtig hun alliantie met het TC(P) zijn ze hier toch belangrijk genoeg om te vermelden.
In de periode van 1969 tot 1975 waren in die gevangenis politieke, linkse gevangenen opgesloten en
ook gewone criminelen en na een tijdje werden de contacten sterker tussen de twee groepen.
Uiteindelijk leerden de gewone criminelen tactieken, technieken en wijzen van verzet aan van de
radicaal linksen. 105 Via de nationale veiligheidswet (Lei da Segurança Nacional, LSN) in 1969
ingesteld was deze mix een gevolg van het beleid van de overheid. Het repressieve militaire regime
bestreed succesvol opstanden van meestal links-politieke bewegingen maar creëerde zo onbewust een
huiveringwekkendere vijand. 106 De Galeria LSN, de plaats waar deze veroordeelde criminelen
terechtkwamen, organiseerde zich zoals voorheen enkel het geval was bij linkse rebellieën. De linkse
politieke gevangenen fungeerden als doorgeefluik van gedachten die handig gebruikt werden door de
latere leiders binnen de bende. Onder invloed van geschriften van Ernesto Ché Guevara, Karl Marx,
etc. ondernamen deze gewone criminelen bankovervallen, die voor deze politieke gevangenen als
fondsen dienden om de opstand tegen de staat te organiseren en gebruikt werden ter verrijking. Dit
resulteerde in de oprichting van een ‘criminele’ organisatie, het Falanga Vermelha, met lippendienst
aan enkele politieke doelen, als motto gebruikte deze organisatie: Paz, Justiça e Liberdade. In 1979
werd Comando Vermelho als naam aangenomen, waarbij ze als sociale gevangenenorganisatie
101 C. AMORIM, CV—PCC: a irmandade do crime, 8e uitg., Rio de Janeiro, 2007, 51-52. 102 AMORIM, CV—PCC: a irmandade do crime, 54. 103 Ibid., 70. 104 Ibid., 31. 105 DE SOUZA PINHEIRO, Irregular Warfare, 6. 106 PENGLASE, ‘The Bastard Child of the Dictatorship’, 125.
24
streefden voor betere behandeling en meer respect. 107 De regels die opgesteld werden moesten
gememoriseerd worden en het niet navolgen ervan kon vaak uitlopen in erge straffen waarbij het
elimineren van eigen afvallige leden zeker niet vermeden werd. De eerste belangrijke regel was de
doodstraf voor diegene die metgezellen aanviel of verkrachtte. Een tweede niet onbelangrijke regel
was dat problemen die zich voordeden of ontstonden op de straat, opgelost dienden te worden op de
straat en niet in de gevangenis. Geweld werd aan banden gelegd in de derde regel, geweld werd enkel
toegelaten tijdens vluchtpogingen. Als laatste regel werd een constante strijd tegen misbruik en
repressie aangenomen.108 Eer en collegialiteit stonden bovenaan de ladder, leden buiten de gevangenis
moesten leden binnen de gevangenis onderhouden, het leiderschap kon niet in vraag worden gesteld,
etc.109 Al vlug controleerden de Comandos de gevangenis op Ilha Grande. De begeleiders van het
Comando Vermelho waren personen die uitermate intelligent waren en zo een vorm van respect
genoten, cf. Padre Alípio Cristiano de Freitas en anderen.110 Hun ideeën verspreidden zich al vlug over
de ganse Galeria B. Een foute reactie van de overheid, door gevangenen te verplaatsen naar
verschillende gevangenissen in Rio de Janeiro zorgde al vlug voor een grote verspreiding over het
ganse gevangeniswezen van de staat. Zo groeide deze bende vlug en werd ze aantrekkelijk voor de
gedetineerden, die in de organisatie bescherming, een uitweg of simpelweg respect vonden.111 Ook
buiten de gevangenis was niet enkel de financiële aantrekking het belangrijkste om zich aan te sluiten
bij de organisatie, ook prestige speelde een grote rol.112
De eerste open oorlog tussen de verschillende Falangas als gevolg van het mislukken, door
verklikking, van een ontsnappingspoging zette al vlug de toon voor een gewelddadige geschiedenis. In
de missie geheten “de nacht van Sint-Bartolomeus” op 17 september 1979 werd gedurende de dag de
Galeria C van de concurrerende Falanga in brand gestoken en werden leden van Falanga Jacaré
vermoord. Enkele dagen voordien werd een verdachte verklikker uit de weg geruimd, die
waarschijnlijk niets met de situatie te maken had maar die wel tot de Falanga Jacaré behoorde. Zijn
dood zette een proces in gang waarbij het CV zich ontwikkelde tot gewelddadige organisatie strevend
naar de controle over de gevangenis. Het kreeg hierbij de Falanga Jacaré, die voorheen de controle
over de gevangenis had, als aartsvijand. Er komt een vergelding voor de moord waarbij een lid van de
Galeria B werd ‘omgekocht’ om een celmaat aan te vallen. De belofte om hem over te brengen naar de
Galeria C, waar hij veilig zou zijn, werd echter niet nagevolgd en hij werd later geëxecuteerd door
107 SALES BATISTA en BURGOS, ‘Brazilian Gangs’, 16. 108 AMORIM, CV—PCC: a irmandade do crime, 137. 109 SALES BATISTA en BURGOS, ‘Brazilian Gangs’, 16. 110 D.R. LEMOS CECCATO, O Comando Vermelho e a Ordem Mundial, 2006 (http://www.publicacoesacademicas.uniceub.br/index.php/relacoesinternacionais/article/viewFile/166/285), 8. Padre was niet echt de leider van het CV, wel wou hij een socialistische revolutie teweeg brengen in Brazilie. zie: AMORIM, CV—PCC: a irmandade do crime, 77. 111 SALES BATISTA en BURGOS, ‘Brazilian Gangs’, 16. 112 PENGLASE, ‘The Bastard Child of the Dictatorship’, 137.
25
leden van het CV. De leiding van het CV bereidde zich voor op een totale oorlog, ‘vai correr sangue
no paraíso’.113 De cel waar de Falanga Jacaré vergaderde werd in brand gestoken, diegenen die
vluchtten werden aangevallen en neergestoken, bloed vloeide, en verschillende leden en leiders
werden gedood in het tumult dat volgde. Als ook de gevangenisbewakers en het leger zich moeide
deed de gevangenis de naam van Caldeirão do Diabo eer aan.114 Na deze nacht van Sint-Bartholomeus,
uitgevoerd bij het krieken van de dag, nam het Comando Vermelho definitief de macht over in de
gevangenis van Cândido Mendes.115 Later richtten enkele overlevenden van deze aanval het Terceiro
Comando op, en zo blijft de oorlog in de gevangenis en andere gevangenissen doorgaan, zie onder
andere de aanvallen gericht op het TC in 1983 in Ilha Grande, later in het Complexo da Frei Canaca,
Penitenciária Lemos de Brito en Présidio Hélio Gomes.116
Het grote publiek werd pas in 1981 bekend met de naam Comando Vermelho, toen de naam
geschreeuwd werd tijdens één van de grootste schietpartijen in de geschiedenis van Brazilië.117 Op 3
april 1981 zochten speciale politie-eenheden, de Clube do Guri, een bankovervaller Eli in het
bankdistrict van de Zona Norte van Rio de Janeiro. Op diezelfde plaats was een Comando Vermelho-
cel uitgebouwd onder leiding van José Jorge Saldanha, beter bekend onder de naam Zé do Bigode.118
Toen een schot viel was het hek van de dam, en werd het appartement van Zé do Bigode belegerd, die
maakte duidelijk dat hij niet de gezochte bankovervaller was maar Saldanha van het Comando
Vermelho en vermeldde hierbij ook dat hij genoeg kogels had voor iedereen want met het CV speelt
men niet. Het gevolg was een vuurgevecht van 400 politieagenten tegen 1, dat ongeveer een dag
duurde waarbij 4000 schoten werden gelost, granaten en gasbommen werden gegooid, 2
appartementen afbrandden, en er vijf doden, 8 zwaargewonden, 16 lichtgewonden vielen. 119 Dit
verhaal werd later beschreven door William Da Silva, Ô Profesor.120 Het was een belangrijk teken
voor de geschiedenis van het CV. Voor de eerste maal toonden de Comandos hun grote kracht buiten
de gevangenismuren en stootten op onbegrip van de politie, overheid, en rechterlijke macht die niet
begrepen hoe zij de capaciteit hadden ontwikkeld om een dergelijke reactie op te zetten. Het
communistisch verzet werd crimineel verzet en de criminaliteit werd een urbane rebellie gevormd
volgens de regels van het links verzet.121 In de beginjaren van het CV namen zij het leeuwendeel van
de gewapende overvallen voor hun rekening (in de jaren ‘80-’81, was er om de 80u een overval).122
Het verschil met ervoor bestaat er echter in dat deze ‘nieuwe’ criminelen sterk georganiseerd zijn, een
113 AMORIM, CV—PCC: a irmandade do crime, 131-132. Citaat p133. 114 Ibid., 135. 115 Ibid., 136. 116 Ibid., 186 en 200-201. 117 SALES BATISTA en BURGOS, ‘Brazilian Gangs’, 15. 118 AMORIM, CV—PCC: a irmandade do crime, 145-146. 119 Ibid., 151. 120 W.DA SILVA, Quatrocentos contra um, Rio de Janeiro, 1991. 121 AMORIM, CV—PCC: a irmandade do crime, 156 en 160. 122 Ibid., 158.
26
codetaal ontwikkelden, allemaal vanuit Ilha Grande kwamen, plannen maken voor grootschalige
ontsnappingen, en in de wapentrafiek stappen. Uit de gesprekken met de politieke gevangen werd
duidelijk dat georganiseerd men meer kon verwezenlijken.123 Georganiseerde ontsnappingen waren
daar zeker deel van, daarbij ontsnapten vaak gevangen uit de eerste lijn van het Comando Vermelho.
Willian da Silva, A. Branco, en “Portuguezinho” ontsnapten op 3 januari 1980 en zorgde voor een
nieuwe wind in de wereld van de criminaliteit in Rio de Janeiro. Ze hadden als missie de
georganiseerde misdaad te organiseren volgens de principes die voorheen enkel gebruikt werden door
stedelijke guerrillamilities. 124 Veelal was de vrijheid van korte duur, William da Silva werd
bijvoorbeeld al op 15 oktober 1980 terug opgepakt, maar de impact was zeker niet gering.125 Ook
andere ontsnappingen, zoals deze van Escadinha, die in 1986 vluchtte met een helikopter vanuit de
gevangenis in Ilha Grande, hadden een grote invloed op de uitbreiding en evolutie binnen de
organisatie. Ricardo da Silva zwom 15km in 16 uur om weg te komen van de gevangenis, hij werd bij
aankomst ingerekend. 126 De eerste lijn van organisatie waren de originele veroordeelden van de
Galeria LSN, met ongeveer 120 gedetineerden vormde dit gezelschap de stoottroepen van de CV. De
groep werd geleid door 8 leiders: Willian da Silva Lima, bijgenaamd “O Professor”, was de eigenlijke
oprichter van het CV en is of was dan ook één van de topfiguren, hoewel hij zelf niet aanzien wil
worden als de oprichter, “Eu não soi fundador do Comando Vermelho por que o Comando Vermelho
não foi fundado, se crio, nasceue”127 , in verder verhaal zullen we zien dat andere figuren dit
leiderschap overnamen. De bijnaam, o Professor, werd vaak gebruikt voor leden van de falangas die
instonden voor de planning van, en de controle op, de bankovervallen. Ook het nummer 2 van het
originele CV had als bijnaam “o Professor”. Carlos Alberto Mesquita was een bankovervaller die
gespecialiseerd was in ontsnappingen, al voor het ontstaan van het CV ontsnapte hij in 1974128 en in
1983 werd hij gepardonneerd voor zijn straf, in 1984 zat hij nog altijd in de gevangenis en sindsdien
ontbreekt alle nieuws van deze nummer 2, het is niet gekend of deze nog leeft of al overleden is.129 Bij
deze tweede ‘professor’ werd onder andere een document teruggevonden, geschreven door Carlos
Marighela oprichter van de linkse antistatelijke ALN (Aliança Libertadora Nacional) getiteld: “O
pequeno manual do guerrilheiro urbano”. 130 Daaruit blijkt dat de connectie tussen de politiek
gevangenen en de andere criminelen een feit was en dat deze ‘normale’ gedetineerden zeker de
strategieën uitgewerkt door de eerste groep gebruikten in hun opgerichte organisatie. Met zekerheid
kan gezegd worden dat de derde in de kern van het CV overleden is. Paulo Nunes Filho, “Flavio” of
123 AMORIM, CV—PCC: a irmandade do crime, 162-163. 124 Ibid., 166. 125 Ibid., 170. 126 Ibid., 174. 127 William da Silva In: SOUZA, Senhora liberdade – Freedom, 7e minuut . 128 AMORIM, CV—PCC: a irmandade do crime, 103. 129 Ibid., 104. 130 Ibid., 92.
27
“Careca”, werd in 1971 opgepakt voor een bankoverval en via de LSN (Lei de Segurança Nacional)
overgebracht naar het eiland van de Duivel. In 1980 werd hij opgenomen in een ziekenhuis en
overleed daar. Paulo César Chaves, “PC Branco” werd 21 maal veroordeeld voor gewapende overval
en voor moord. In de organisatie was hij belangrijk als redacteur van de aktes en verschillende
regelgevingen binnen het Comando Vermelho. Het nummer vijf was José Jorge Saldanha, “Zé do
Bigode” waar voorheen al over gesproken werd, met zijn overlijden hoorde de wereld voor de eerste
maal van het bestaan van de organisatie. Na zijn ontsnapping in 1980, hij was veroordeeld tot het jaar
2030, was hij nog enkele maanden op vrije voeten. Als meest gezochte man van Rio de Janeiro was hij
de leider van een bende die bankovervallen pleegde, met de opbrengst financierde hij
ontsnappingspogingen, en kocht zelfs een boot die vluchten van Ilha Grande gemakkelijker moest
maken, Miss Jupira.131 Na zijn dood werd een boek “Guerra de Guerillhas” gevonden in zijn bezit.132
Nummer 6 van de organisatie, Eucanan de Azevedo, “Canã”, was net als Zé do Bigode van jongs af
aan in de criminaliteit gestapt, hoewel hij nooit voor LSN werd veroordeeld kwam hij toch in deze
Galeria terecht. Iassy de Castro, “Iacy”, bankovervaller en nummer zeven van het CV, werd in 1986
conditioneel vrijgelaten en sindsdien is van hem niets meer bekend, het is niet geweten of hij nog leeft.
De laatste persoon die deel uitmaakte van het originele CV was Apolinário de Souza, “Nanai”,
veroordeelt voor bankoverval tot 61 jaar gevangenisstraf, ontsnapte in 1980 uit Cândido Mendes maar
overleed iets later bij een schietpartij na deel te nemen aan een ontsnappingspoging van vroegere
medegevangenen op Ilha Grande.133 Dit waren de eerste kernleden die zich al vroeg organiseerden in
de gevangenis op Ilha Grande en volgens William da Silva werd de groepering genaamd naar de wet
waarvoor ze zaten, “diegenen van de nationale veiligheidswet” en werd de naam Falanga Vermelha en
het latere Comando Vermelho bij de aanvang enkel gebruikt door de politionele macht, maar
langzaamaan werd deze naam door de leden zelf aangenomen en naar buiten toe bekend gemaakt.134
Een eerste belangrijke evolutie in het Comando Vermelho deed zich voor in het begin van de jaren
’80. Vóór 1982 was het vooral een organisatie van gevangen bankovervallers die zich organiseerden
en elkaar hielpen daar waar nodig, vanaf 1982 echter begon de drugshandel en –trafiek een belangrijke
rol te spelen. En vanaf 1984 werden ontsnappingen georkestreerd om controle over deze ‘pontos-de-
venda’ te verkrijgen, cf. Escadinha. Ideologie speelde een eerder ondergeschikte rol voor de nieuwe
leden van de organisatie. Ook de structuur en het bijhorende leiderschap veranderden in belangrijke
mate, de vroegere bankovervallers werden aan de kant gezet ten voordele van veroordeelde
drugshandelaars, -trafikanten. Op het voorplan trad in deze periode Rogerío Lengruber, “Bagulhão” of
“Marechal”, een drugsdealer die de nieuwe CV leidde of toch op een bepaalde manier probeerde te
sturen. Zijn charisma en vaardigheid om de organisatie te leiden maakten van hem één van de
131 AMORIM, CV—PCC: a irmandade do crime, 104-105. 132 Ibid., 93. 133 Ibid., 105-106. 134 SOUZA, Senhora liberdade – Freedom, 6e minuut.
28
belangrijkste figuren van de Braziliaanse georganiseerde misdaad, te vergelijken met wat Pablo
Escobar betekende voor het Colombiaanse Medellin-kartel. 135 Initialen in herinnering aan zijn
leiderschap duiken overal op in de favela’s van Rio de Janeiro, het CV-RL (Comando Vermelho
Rogerío Lengruber) is ook wijdverspreid over Rio en andere steden in Brazilië. Deze wending waarbij
drugs een belangrijke rol begonnen te spelen in de organisatie zorgde voor een uitbreiding van het
originele 8-koppige leiderschap naar een 31-koppige commissie waaraan totale gehoorzaamheid geëist
werd. Het profijt speelde een grotere rol in de organisatie dan het aangenomen motto van vrede,
gerechtigheid en vrijheid deed vermoeden. 136 Deze commissie zat tjokvol bekende Braziliaanse
gangsters waaronder: Sérgio Silva Santos, “Serginho da Ivete”, die vele ontsnappingspogingen regelde
en financierde. Francisco Viriato de Oliveira, “Japonês”, een van de meest wreedaardige gevangenen
opgesloten in Instituto Penal Cândido Mendes, een opsomming van zijn misdaden lijkt onbegonnen
werk maar hij werd ten minste 17 maal veroordeeld voor vergrijpen tegen het leven, was tot 1996 één
van de belangrijkste leiders van het Comando Vermelho. Hij stierf in 1999, samen met één van zijn
zoons, in de gevangenis van Milton Dias Moreira, toen twee leden van het Terceiro Comando hen
executeerden, later werden deze twee ‘opgehangen’ door het CV waarbij de daad gewroken werd. De
overheid reageerde hierop door de 200 leden van het Terceiro Comando en hun geallieerden over te
plaatsen naar Bangu Quatro, een ‘maximum security’ gevangenis die toen juist afgewerkt was.137
Silvio de Carvalho, “Silvio Maldição” was de leider van een groep die zich bezighield met het
overvallen van banken en gepantserde geldtransporten. In 1982 ontsnapte hij uit de gevangenis en al
vlug wierp hij zich op als groothandelaar in marihuana toen hij met een groep de Favela do Rebu
ontzette van de controle van Ademir Dragão. Hij stierf een drietal jaar later toen 250 soldaten van de
militaire politie de favela bezetten. De aanval van de overheid zorgde voor een sterke reactie van de
bewoners van de favela, want Silvio Maldição was een weldoener geweest voor dezelfde bewoners,
eerst door de wreedaardige Dragão, die de bevolking met terreur onder de knoet hield, af te zetten en
vervolgens door voorzieningen in te planten die voorheen niet aanwezig waren in de favela, waaronder
een hospitaal, scholen en rechtspraak.138 Hier toont een lid van het Comando Vermelho aan dat het CV
wel degelijk een sociale rol speelde en verklaart mede daardoor waarom bewoners van de favela’s
vaak deze en andere bendes steunen in de controle over hun wijk. Hoewel deze steun niet altijd komt
door ontwikkeling te brengen in de favela’s kan dit toch meetellen als uiterlijke verantwoording voor
de daden van de Comandos. De vermeende steun kan ook ‘gemaakt’ worden doordat bewoners zich
zodanig angstig voelen dat reactie tegen de Comandos zeker niet opportuun is. De steun van het volk,
al dan niet afgedwongen, is uitermate belangrijk in de geschiedenis van de Comandos omdat mede
door deze steun van de bevolking de beweging zich kon uitbreiden en verspreiden over andere
135 SALES BATISTA en BURGOS, ‘Brazilian Gangs’, 17. 136 Ibidem. 137 AMORIM, CV—PCC: a irmandade do crime, 114. 138 Ibid., 115.
29
marginale buurten in de schaduw van de grootsteden. Eén van de belangrijkste nieuwelingen in de
organisatie was Rogério Lengruber, ‘Bagulhão’, tot 1992 was hij lid van de commissie van het
Comando Vermelho en had een sterke invloed op de richting die het CV uitging. Later werd hij
‘Marechal’ geheten en leidde de beweging, in Bangu Um, gedurende vijf jaar. Als jongere verkende
hij al de criminele wereld, getuige de vele littekens die hij daaraan overhield. In 1972 werd hij
veroordeeld voor de handel in verdovende middelen. Hij bleek één van de hardste criminelen te zijn in
de eerste lijn van het CV en door zijn invloed evolueerde het CV naar een organisatie die zich sterk
ging bezighouden met drugstrafiek, -verkoop, en zelfs productie.139 Hij stierf in de gevangenis ten
gevolge van complicaties die diabetes met zich meebrachten. Tot op van de dag wordt Bagulhão
geëerd door leden van het CV-RL, die zijn naam verwerkten in adoratie aan de maarschalk.
Dit zijn maar enkele van de originele leden van het Comando Vermelho. Velen zouden volgen, velen
zouden sterven en van anderen is er geen nieuws meer. Algemeen kan deze uitbreiding vooral gezien
worden als een uitbreiding met delinquenten die ofwel zeer gewelddadig zijn en goed gebruikt kunnen
worden ter versterking van de organisatie en ter verdediging tegen de concurrerende organisaties ofwel
zijn het meestal veroordeelde drugtrafikanten die naarmate de organisatie zich uitbreidt een
belangrijkere rol toegewezen kregen of zelf opnamen. Leden van de commissie van het CV hadden al
vlug door dat met drugstrafiek veel meer geld te verdienen viel dan met bankovervallen en dat die
drugshandel minder riskant was, de pakkans bij een bankoverval was veel groter. Op die uitbouw van
drugshandel en gerelateerd geweld wordt later uitgebreid ingegaan. Na zijn ontsnapping expandeerde
Escadinha, als gerespecteerd lid van de commissie, de controle over de drugsmarkt en werd een leider
op de straat. Dit ging gepaard met grote gevechten, het ontstaan van de beruchte guerra nos morros in
de favela’s. 140 Escadadinha wou deze oorlog laten ophouden door allen die zijn organisatie
belemmerden uit de weg te ruimen. Donos, eigenaars van verkooppunten in de favela’s lieerden zich
met het CV of zouden zich liëren uit angst vermoord te worden. 141 Totale controle over de
verkoopspunten was nodig om het vertrouwen te winnen van de Colombiaanse kartels, dit had de
totale eliminatie van onafhankelijke bendes tot gevolg.142 De cocaïne in Brazilië werd ingevoerd via
Colombia, deze ‘pakketjes’ kwamen zowel via het Cali-kartel (met het opschrift: Fortuna – 100%
pura) als van het Medellin-kartel, deze laatste had als belangrijkste figuur Pablo Escobar. Cocaïne
vanuit Medellin had als een verpakking met ‘Los nada que ver’ op. Al vlug wordt duidelijk dat het
CV in deze handel een internationale connectie uitbouwde. Colombianen werden opgepakt in Brazilië,
Italianen gelieerd met internationale drugshandel werden gespot. De DEA’s interesse werd gewekt en
ook de Braziliaanse Federale Politie volgde de situatie op de voet. In 1990 werd voor de eerste maal
een grote lading van 500 kilo pure cocaïne onderschept en al vlug werd deze nieuwe richting van het
139 AMORIM, CV—PCC: a irmandade do crime, 116. 140 Ibid., 215. 141 PENGLASE, ‘The Bastard Child of the Dictatorship’, 128. 142 AMORIM, CV—PCC: a irmandade do crime, 215.
30
CV ook voor buitenstaanders bekend.143 De connectie tussen de Colombianen en CV-trafikanten werd
gevormd door Antônio José Nicolau, “Toninho Turco”, als tussenpersoon zou deze het middelpunt
worden van Operatie Mozaïek, die voornam om de relatie tussen het CV en het Medellin-kartel te
verbreken.144 Toninho komt om in een kogelregen toen hij gewapend uit zijn door de politie omsingeld
huis kwam. Uit onderzoek van zijn handelsdocumenten kwamen 2000 namen op, waaronder vele
leden van het CV, Toninho was de grootste distributeur van cocaïne in Rio de Janeiro. 145 De
uitschakeling van deze leverancier, die ongeveer 60% van alle handel in handen had, was een zware
klap voor het CV. Er werd op zoek gegaan naar alternatieven. Drugshandel is echter niet het enige
waar het CV zich mee bezighoudt. Voor de uitgebreide bespreking van de verschillende activiteiten
van de organisatie is een specifiek hoofdstuk gereserveerd.
De ontsnappingen in combinatie met bovenvermelde verplaatsingen zorgde ervoor dan het CV al vlug
de controle verwierf over plaatsen waar de staat min of meer afwezig was, zoals de gevangenissen en
favela’s en daar zich exponentieel ontwikkelden in deze periode, en ook vandaag nog in Rio zijn er
ongeveer 900 onafhankelijke favela’s.146 Een eerste gelukte ontsnapping over zee van Jorge Jordão de
Araújo, “O Cao”, lid van de commissie en een goede vriend van Willian Da Silva, zorgde een tweede
belangrijke evolutie in de organisatie van het CV. Het CV werd nu ook georganiseerd buiten de
gevangenismuren, er werden contacten gelegd met andere bandieten die nog niet gevat waren, er werd
een juridische strategie uitgewerkt waarbij advocaten aangesproken werden om gevangenen te
bezoeken en zo rechtstreeks te fungeren als postbodes om belangrijke informatie door te spelen.
Advocaten konden vrij met gevangen spreken en soms spraken ze wel vijf verschillende delinquenten
op een dag al dan niet in dezelfde gevangenis waardoor zelfs geïsoleerde gestraften connectie met de
organisatie, de buitenwereld en andere leden van het CV bleven behouden. Instructies, die soms
beslisten over leven en dood van een bajesklant, handel buiten de gevangenis regelen, etc. werden zo
uitgewisseld.147 Één voorbeeld hiervan is de organisatie één moord per dag zou plegen tot toegegeven
wordt aan de vraag om de leiders van de beweging over te brengen naar gevangenissen waar ze niet
maximaal beveiligd worden en ‘geïsoleerd’ zijn van de rest van de gevangenisbevolking en de
buitenwereld. Een order wordt verspreid door de leiders van CV en in 1988 op praktisch hetzelfde
tijdstip komen de leden in actie. Sueli Gonçalves Bezerra is maar één van de advocaten die de
organisatie inzet om bevelen uit te sturen. Doden vallen in Bangu Um, Milton Dias Moreira en Ilha
Grande. 148 De organisatie beveelt niet enkel moorden maar ook massale hongerstakingen,
werkstakingen, … Deze en andere acties zorgen voor onrust in gevangenis maar ook voor onrust
143 AMORIM, CV—PCC: a irmandade do crime, 236-237. 144 Ibid., 245. 145 Ibid., 253. 146 MAZO en LÓPEZ, ‘Narcotrafico y paternalismo en Rio de Janeiro’, 209. 147 AMORIM, CV—PCC: a irmandade do crime, 140. 148 Ibid., 310-312.
31
binnen de organisatie zelf. Enkelen die niet akkoord gingen met deze ontwikkelingen splitsten zich af
van de organisatie en probeerden het Terceiro Comando nieuw leven in te blazen, die geleid zal
worden door Jorge Zambi, “Pianinho”.149 De organisatie won aan belang in 1994 en zeker na de
alliantie met het ADA, cf. infra.150 CV stopt plotseling met de moorden en het is niet geweten of er een
toegift kwam van de overheid en in de jaren 89-90 was het leven in de gevangenissen van Rio relatief
vredevol.151 Later wakkerde het conflict terug aan maar door het overplaatsen van verschillende van de
leiders naar andere gevangenissen in 1991-‘92 keerde de rust terug. In 1993 wordt zelfs de gevangenis
waar het Comando Vermelho ‘geboren’ werd gesloten.152 Echt veilig zouden de gevangenissen nooit
worden, getuige hiervan de aanval van Beira-Mar die later aan bod zal komen.
Vredig werden de favela’s echter nooit waar het Terceiro Comando, het Comando Vermelho blijft
bekampen en vice versa. Dit is onder andere te zien in het gevecht om de favela Morro do São Carlos
die het CV probeerde te veroveren van Adilson Balbino, die deel uitmaakte van het TC. Over de jaren
heen vallen in deze strijd aan beide kanten verschillende doden. Andere favela’s schikten zich
gemakkelijker en al in 1985 controleerde het CV meer dan 60% van alle verkooppunten.153 Tot op de
dag van vandaag gaat dit geweld, ter controle van lucratieve pontos-de-venda gewoon door zonder dat
politionele macht hier enige invloed op heeft. Door grote corruptie zit de politie vaak in deze handel.
Ook de politieke autoriteiten zijn sterk verbonden met de trafikanten.154
William da Silva zou een tweede maal ontsnappen uit de gevangenis. Deze maal gebeurde het via de
hoofdpoort, want hij was al toegelaten om in halfopen gevangschap te leven. In juli 1986 besloot hij
niet terug te keren naar de gevangenis en sloeg op de vlucht.155 Deze episode is belangrijk omdat
volgens bepaalde bronnen gezegd wordt dat William waarschijnlijk in deze periode van 5 jaar in São
Paulo zou zijn geweest en daar vermoedelijk een beweging gelanceerd hebben die volgens dezelfde
methode als het CV tewerk ging, het Primeiro Comando da Capital. In volgend hoofdstuk wordt
dieper op deze organisatie ingegaan, het is hier voldoende te melden dat hij de beweging niet kan
gesticht hebben, maar zeker als inspiratie kan gediend hebben voor de gevangenen in São Paulo.156
Duidelijk wordt, cf. infra, dat een alliantie tussen de Cariocas en de Paulistas bestaat.
149 AMORIM, CV—PCC: a irmandade do crime, 319. 150 L. MENDES CAMPOS en L. DOS SANTOS, O Crime Organizado e as prisões no Brasil, s.d. (https://www2.mp.pa.gov.br/sistemas/gcsubsites/upload/60/O%20Crime%20Organizado%20e%20as%20pris%C3%83%C2%B5es%20no%20Brasil%281%29.pdf). 151 AMORIM, CV—PCC: a irmandade do crime, 320. 152 Ibid., 335. 153 Ibid., 221-223. 154 Onder andere in K. KOONINGS en S. VEENSTRA, ‘Exclusión Social, Actores Armados y Violencia Urbana en Río de Janeiro’, Foro Internacional, 47(2007), 622. 155 AMORIM, CV—PCC: a irmandade do crime, 339. 156 Ibid., 347.
32
Het TC werd hersticht door Ernaldo Pinto de Medeiros “Uê” die opgesloten zat in Bangu Um tot hij
vermoord werd op 11 september 2002 via een moordaanslag georkestreerd door Fernandinho.157 Na de
oorlog in 1979 tegen de Falanga Jacaré, organiseerden de overlevenden het Terceiro Comando. Ook
Pianinho had in 1986 geprobeerd deze als afsplitsing te herinitiëren. Uê was een oud-lid van het CV,
volgde Escadinha en bestuurde zijn imperium van 5 favela’s. Hij was een lange tijd op vrije voeten, hij
genoot een constante bescherming van 10 personen.158 Uiteindelijk liep hij toch tegen de lamp en werd
veroordeeld tot 277 jaar in gevangenschap. Hij werd naar Bangu Um gestuurd. Zoals vaak stond zijn
opvolger al klaar, in zijn plaats verscheen Fernando Luis da Costa, “Fernandinho Beira-Mar”, die de
bekendste/beruchtste traficante van Brazilië zal worden.159
De hoofden van de organisatie werden overgebracht naar de maximum security prisons waar contact
met de buitenwereld bemoeilijkt werd alhoewel door o.a. corruptie het organiseren van misdaden
buiten de gevangenismuren om, blijvend mogelijk is onder andere door gebruik van GSM en wapens
in de gevangenis zelf, gecoördineerde aanvallen op concurrenten, organisatie van drugstrafiek en –
verkoop. Eigenlijk kan gezegd worden dat een maximale beveiligde gevangenis niet bestaat.160 Bangu
Um zou zo een gevangenis moeten zijn, 48 cellen, in ‘totale’ isolatie van de buitenwereld maar er zijn
genoeg voorbeelden om te illustreren dat er wel contacten zijn met de buitenwereld. Deze gevangenis
herbergde de leiders van zowel het ADA, TC, en het CV. Het ADA werd bij het begin van deze eeuw
geleid door “Celsinho da Vila Vintém”, het TC door “Uê” en de leider van het Comando Vermelho
was Fernandinho, die een tweede maal opgepakt werd op 21 april 2001 in Colombia samen met een
commandant van de FARC-guerilleros.161 De opsluiting weerhield geen van allen hun organisatie
verder te leiden, via gesofisticeerde systemen van telefonie. Op 11 september 2002 werd door
Fernandinho en veertien andere CV’ers, waaronder “Marcinho VP” en “Chapolin”, een aanval
gepleegd op ‘as duas torres’ zijnde de leiders van de ADA en TC.162 Er werd verwacht dat de dood van
deze leiders een effect op de straat zou hebben, waarbij het CV de gebieden van het TC en ADA zou
inpalmen maar dit gebeurde niet. Vermoedelijk streeft Beira-Mar naar een droom die ook door Pablo
Escobar gekoesterd werd, de unificatie van de ganse drugsmarkt in Brazilië onder zijn leiding.163 Het
Terceiro Comando stierf uit maar werd hersticht als het Terceiro Comando Puro, ook wel ‘The Firm’
geheten door ex-leden van de militaire staatspolitie van Rio.
157 AMORIM, CV—PCC: a irmandade do crime, 31. 158 Ibid., 366. 159 Ibid., 367. 160 C. CALDEIRA, ‘A Política do Cárcere duro. Bangu 1’, São Paulo em Perspectiva, 18(2004), 88. 161 Hij was al eens ontsnapt na een opsluiting van 9 maanden in 1997. In: DE SOUZA PINHEIRO, Irregular
Warfare, 17. 162 Eén jaar na de aanslagen op de 2 WTC torens, sprak Beira-Mar ervan. In: AMORIM, CV—PCC: a
irmandade do crime, 431-433. 163 Ibid., 434.
33
Beira-Mar zou voor nog meer chaos zorgen, en niet alleen binnen de gevangenis maar ook erbuiten.
Telkens zou zijn overplaatsing voor chaos zorgen: een ontsnappingspoging, de overplaatsing in 2003
zorgt voor chaos in de straten, executies van rechters, de organisatie van een hongerstaking van 10.000
bij de CV aangesloten gevangen in augustus 2003 kan enkel maar aantonen dat deze organisatie
sterker en sterker georganiseerd is.164 De alliantie met het PCC en de Comando Vermelho Jovem, die
een van de gewelddadigste criminele organisaties is in Rio de Janeiro.165 Ook de vijandschap met TCP
en ADA zorgen ervoor dat de favela’s in Brazilië vaak toneel zijn van zeer gewelddadige episodes.
Soms wordt er zelfs gesproken van een burgeroorlog, cijfergegevens in het tweede deel kunnen dit
enkel maar beamen. Voorlopig gaat dit chaotisch verhaal verder en met zekerheid kan gezegd worden
daar er niet direct een einde aankomt.
2.3.2. “Disposição pra dar e vender, representamos a facção PCC”166
Het Primeiro Comando da Capital (PCC) werd gecreëerd op 31 augustus 1993 in Casa de Custódia de
Taubaté, een gevangenis in het binnenland van de staat São Paulo.167 De organisatie is ook gekend
volgens de cijfercombinatie 15.3.3, waarbij de 15 staat voor de ‘P’ als vijftiende letter van het alfabet
en de 3 voor de derde letter van het alfabet, C.168 Gevangenen in deze correctionele instelling waren
voornamelijk afkomstig uit Taubaté zelf, maar een achttal onder hen waren afkomstig uit São Paulo,
waardoor ze al vlug gekend waren onder de gevangenispopulatie als ‘os da Capital’ (diegenen van de
hoofdstad). Ze konden goed voetballen en de acht, Isaias Moreira do Nascimento “Esquito”, Ademar
dos Santos “Bicho Feio”, Mizael Aparecido da Silva “Baianão”, José Epifãnio “Zé Chachorro”, César
Augusto Roriz “Cesinha” en José Marcio Felício “Geléia” begonnen al vlug uit te blinken in de
gevangenis met hun spel. Op 31 augustus hadden ze tijdens het spel een moord gepland op een tweetal
gevangenen en dit gebeurde ook. Na deze gelukte aanslagen bleven ze samenkomen en organiseerden
zich in een ‘partido’ (partij), die door de leden ‘facção’ (factie) genaamd wordt. Omdat ze gekend
waren als ‘os da capital’ noemden ze de partido, Primeiro Comando da Capital (de hoofdstads eerste
Comando). 169 De stichters noemen zichzelf ‘Cobras’ en worden soms als een soort criminele
aristocratie gezien.170 Ook de PCC stelt zichzelf voor met een romantisch idee, net als het Comando
Vermelho, als een gevangenenorganisatie die zichzelf inzet ter verbetering van de situatie waarin de
164 CALDEIRA, ‘A Política do Cárcere duro. Bangu 1’, 92-95. Over de grote hongerstaking: C. CALDEIRA, ‘Bangu 3: Desordem e ordem no quartel-general do Comando Vermelho’, Inteligência, 6(2003), 97-108. 165 CAMPOS en SANTOS, O crime organizado e as prisões no Brasil. 166 CARECA E PIXOTE, E se mexer com nóis. 167F. SOUZA, Como Funciona o PCC – Primeiro Comando da Capital, [2007] (http://pessoas.hsw.uol.com.br/pcc.htm). 168 C. FORT en L. VACA ALVAREZ DE OLIVEIRA, ‘Medo e horror na cobertura jornalística dos ataques do PCC em São Paulo’, Logos 26, 14(2007), 136. 169 SOUZA, Como Funciona o PCC. 170 T. DE SOUSA BRANDÃO, ‘Organizações criminosas no Brasil: Uma análisa a partir da teoria das elites e da teoria da ação coletiva’, Revista Eletrônica Inter-Legere, 3(2008), 6.
34
gevangenen leven, een soort van “gevangenenvakbond”.171 Er bestaan zeker gelijkenissen tussen de
stichting van het PCC en de CV, het aannemen van hetzelfde motto, Paz Justiça e Liberdade, is een
uiterlijk kenmerk van gelijkenis. Ook codetaal en organisatiestructuren van het PCC zijn in sterke
mate verwant aan deze van het CV.172
De stichting van het PCC wordt voornamelijk verbonden met het wreken van de inval, als reactie op
een opstand, in het Casa de Detenção Carandiru (waar de gelijknamige film over gaat) die 111
slachtoffers maakte onder de gevangenen waarbij velen onder hen in de rug geschoten werden, in
wreedaardige executiestijl. Geboren in São Paulo verspreidde deze bende zich over verschillende
Braziliaanse staten waaronder Rio de Janeiro in het Noorden, Bahia in het Noordoosten, Paraná in het
Zuiden, etc.173 Direct na de stichting van het PCC werden, naar de hand van Cesinha, regels opgesteld
die ieder lid diende te gehoorzamen en te volgen. Zestien belangrijke regels die over leven of dood in
de gevangenis konden beslissen.
Statuut van het Primeiro Comando Da Capital174 1. Loyauteit, respect en solidariteit met de Partij, boven alles. 2. De strijd voor vrijheid, gerechtigheid en vrede. 3. De organisatie van de strijd tegen het onrecht en de onderdrukking binnenin de
gevangenis. 4. De bijdrage van diegenen die vrij zijn aan de broeders in de gevangenis door
middel van advocaten, geld, hulp aan familieleden en uitbraakacties 5. Respect en solidariteit tussen alle leden van de Partij, zodat er geen interne
conflicten ontstaan, diegene die het probeert om het broederschap te verdelen wordt uitgesloten en verstoten van de Partij
6. Gebruik de Partij nooit voor persoonlijke conflicten met buitenstaanders. Want de idealen van de Partij staan boven persoonlijke conflicten. De Partij zal echter altijd loyaal en solidair zijn met al zijn leden zodat zij niet leiden onder vormen van ongelijkheid of onrecht in externe conflicten
7. Diegene die in vrijheid leeft en er goed leeft, maar die vergeet bijdrage te leveren aan zijn broeders in de gevangenis, zal zonder vergiffenis ter dood veroordeeld worden
8. Leden van de Partij moeten het goede voorbeeld geven en om deze reden laat de Partij geen overvallen, verkrachting of afpersing toe binnen het systeem.
9. De Partij staat geen leugens, verraad, jaloezie, hebzucht, misleiding, egoïsme en persoonlijk belang toe maar waardeert waarheid, trouw, mannelijkheid, solidariteit en stelt belang in het gemeenschappelijk goed, want we zijn één voor allen en allen voor één.
10. Ieder lid moet de Partij’s orde en discipline respecteren. Ieder zal ontvangen in relatie tot wat hij deed om het te verdienen. Ieders mening/advies zal gehoord en gerespecteerd worden maar de finale beslissing zal gemaakt worden door de stichters van de Partij.
171 Zo geheten in: DE SOUZA PINHEIRO, Irregular Warfare, 9. 172 AMORIM, CV—PCC: a irmandade do crime, 375-376. 173 SOUZA, Como Funciona o PCC, 1 174 Vrij vertaald vanuit DE SOUZA PINHEIRO, Irregular Warfare, 11-12 en SOUZA, Como Funciona o PCC, 9-11.
35
11. Het Primeiro Comando da Capital – PCC werd gesticht in het jaar 1993, in een overdonderende en onvermoeibare strijd tegen onderdrukking en onrecht in het concentratiekamp van Casa de Custodódia e Tratamento van Taubaté, met het absolute motto “Vrijheid, Recht en Vrede”.
12. De Partij laat geen interne rivaliteit, in dispuut voor het leiderschap toe, want ieder lid van het Comando kent zijn eigen rol naargelang de capaciteit om deze uit te voeren.
13. We moeten eendrachtig en georganiseerd blijven om een gelijke of ergere afslachting zoals diegene die zich voordeed op 2 oktober 1992, toen 111 gevangenen laf vermoord werden, te voorkomen. Een afslachting die nooit zal vergeten worden in het geweten van de Braziliaanse maatschappij. Want wij Comandos zullen het systeem doen beven en maken dat deze autoriteiten deze onmenselijke gevangenneming, vol van onrecht, onderdrukking, martelingen en afslachtingen in de gevangenissen, stopzetten.
14. De prioriteit van het Comando is om druk te zetten op de staatsoverheid om het concentratiekamp van Taubaté te sluiten, waar de wortels van het Comando ontkiemden, in het midden van dit roemloze en afschuwelijke lijden.
15. Uitgezonden van het Centrale Comando van de hoofdstad, het hoofdkwartier van de staat, zullen de simultane richtlijnen in alle gevangenissen een grenzeloze oorlog zonder mogelijke wapenstilstand teweegbrengen tot de uiteindelijke overwinning
16. Het belangrijkste in dit alles is, dat niemand ons zal stoppen in deze strijd wat de kiemen van het Comando zijn verspreid over alle penitentiaire instellingen in de staat, en we zijn er in geslaagd ons buiten [de gevangenis] ook te organiseren, met veel offers en onherstelbare verliezen, maar we zijn erin geslaagd ons te consolideren op staatsniveau en op de lange termijn zullen we ons consolideren op nationaal niveau. We kennen onze kracht en de kracht van onze machtige vijanden, maar we zijn voorbereid en geünificeerde mensen zal nooit overwonnen worden.
VRIJHEID! RECHT! VREDE! PCC
“UNIDOS VENCEREMOS”
In het statuut, aangebracht door Pinheiro wordt ook nog de coalitie met het Comando Vermelho
blootgelegd, de twee organisatie zeggen tegen hetzelfde onrecht te strijden, tegen een maatschappij die
in gevangenissen monsters creëerde en daarvoor moet boeten.175 Het is echter duidelijk dat het PCC
niet voor een sociale revolutie staat en een nieuwe maatschappelijke fundering wil teweegbrengen
gebaseerd op gerechtigheid, gelijkheid en democratie. Wat een grote rol lijkt te spelen zijn de zakelijke
belangen van de organisatie. Het leiderschap doet wat het nodig acht om zijn zaken op punt te houden.
Eliminatie van tegenstanders is hiervan één van de aspecten. De leiding zit totaal niet in met de sociale
noden en het lijden van de bevolking onder deze terreur en nog minder met het eigen op te volgen
statuut.176
175 Laatste regel in PCC-Statuut. DE SOUZA PINHEIRO, Irregular Warfare, 12. 176 S. ADORNO en F. SALLA, ‘Organized Criminality in Prisons and the attacks of the PCC’, Estudos
Avançados [online], 21(2007), 14.
36
Gedurende een tiental jaar werd de leiding opgenomen door twee van de stichtingsleden van de
organisatie. Zoals ook de leden van eerste Comando spendeerden deze criminelen hun ganse leven in
de gevangenis. De eerste die het commando van de PCC opnam was Geléia samen met Cesinha.
Cesinha werd vermoord op augustus 2006 in de gevangenis. Hij werd gearresteerd en veroordeeld in
1989 voor moord en bendevorming, hij was toen 22 jaar oud.177 Geléia werd al opgesloten toen hij pas
18 jaar oud was en na in 33 gevangenissen gezeten te hebben blijft hij nog altijd opgesloten. Ook hij
werd veroordeeld voor moord en bendevorming aangevuld met gewapende overval.178 Geléia leidde
in 2001 de grote opstand in 29 gevangenissen in São Paulo, de eerste maal dat de PCC openlijk
opstond.179 Geléia meldde aan de reporter Fátima Souza dat toen hij in Bangu Um verbleef er een
alliantie gesmeed werd met het Comando Vermelho.180
In 2003 veranderde de leiding binnen het PCC. De vroegere stichters en coleiders van de PCC,
Cesinha en Geléia werden uit de factie gezet en leiderschap werd opgenomen door Marco Willians
Herbas Camacho beter gekend als Marcola. Als viceleider nam Júlio César Guedes de Moraes ‘Julinho
Carambola’ de honneurs waar. 181 Ook zij waren veroordeeld voor zware misdaden, overvallen,
berovingen,… Van de acht originele oprichters van het PCC is enkel bekend dat Geléia nog leefde in
2007, de rest werd vermoord in de gevangenis.182 Ter bevestiging van zijn leiderschap, dat aanvaard
moest worden door alle leden, gebruikte Marcola terreur. Moorden op gevangenen en ‘zelfmoorden’
binnen het penitentiaire systeem stegen in belangrijke mate, maar ook georkestreerde rebellieën
werden driester, een voorbeeld hiervan is de later besproken opstand in 2006.
Na de stichting bleef de PCC onbekend voor niet-integranten tot 1997, toen ze bekend werden in een
reportage op de Braziliaanse televisie. Hun bestaan werd echter blijvend ontkend en genegeerd door de
staatsoverheid. Dit had tot gevolg dat het PCC zich rustig kon uitbouwen in de gevangenissen en
daarbuiten, toen leden vrijkwamen en de boodschap verspreiden buiten de gevangenis.183 In deze
eerste periode, van 1993 tot 2001, hielden ze zich bezig met kleinschalige rebellieën, steun aan de
leden in de gevangenissen, georganiseerde ontsnappingspogingen geholpen van buitenaf en moord op
tegenstanders of andere lastige medegevangenen. De groei van het geweld binnen de gevangenis,
gecombineerd met geweld en criminele activiteiten ter financiering van de factie buiten de gevangenis
toonde een significante verandering aan in de machtsrelaties tussen gevangenen onderling, deze van de
factie en de overheid. Hoewel de organisatie niet erkend werd veranderde alles na de megarebellie in
177 SOUZA, Como Funciona o PCC, 3. 178 Veroordeeld tot 59 jaar en 15 dagen, in 2007 nog in gevangenis en nu mogelijk ook nog aangezien zijn straf nog niet afgerond is. SOUZA, Como Funciona o PCC, 4. 179 AMORIM, CV—PCC: a irmandade do crime, 372. 180 Ibid., 373. 181 SOUZA, Como Funciona o PCC, 4. 182 Ibidem. 183 Ibidem.
37
2001 toen er een simultane opstand georganiseerd werd in 29 gevangenissen.184 Uithangborden in de
verschillende gevangenissen met het motto: ‘Paz, Justiça e Liberdade’ konden niet ontkennen dat dit
wel degelijk geregeld werd door sterk georganiseerde gevangenisbendes.185 De opstand in 2001 zorgde
voor bekendheid bij zowel Braziliaanse overheid, die zich repressief opstelde en de creatie van het
RDD186 , en ook kreeg deze PCC aandacht in de internationale media. Belangrijker echter is de
naambekendheid die deze organisatie kreeg bij inmates over gans São Paulo en daarbuiten. Dit zorgde
voor een groei in het ledenaantal wat deze organisatie tot de volgende belangrijke periode (vanaf
2006) onstuitbaar bleek te maken en dit ook bewees in 2006 toen het São Paulo omtoverde tot een
‘spookstad’187 te vergelijken met ‘a week in Baghdad’.188 De combinatie van overpopulatie in de
gevangenissen en het tekort aan bewakingspersoneel zorgde ervoor dat de controle op de gevangenen
lakser werd doorheen de jaren.189 Sinds zijn ontstaan is de PCC één van de machtigste criminele
organisaties in Brazilië, die de controle verwierf in zowel gevangenissen van São Paulo als belangrijke
steden en punten in de drug- en wapentrafiek. Operaties worden meestal vanuit de gevangenis
gecoördineerd via het gebruik van mobiele telefonen, die binnengesmokkeld worden.190 De organisatie
financiert dit alles via een maandelijkse toelage die leden in de gevangenis betalen, ongeveer 50 Real,
en leden buiten de gevangenis die ongeveer tienmaal zoveel betalen.191 Ook een loterij, ieder lid wordt
verplicht om ten minste drie lotjes te kopen, met als hoofdprijs een appartement van 70.000 Real
(ongeveer 30.000 EUR), zorgt voor inkomsten.192 De bende heeft ongeveer een legioen van 500.000
man sterk, waar zowel advocaten, drugdealers, etc. zitten buiten de gevangenis in additie op de
140.000 gevangenen in de staat São Paulo, waar de meesten lid zijn van de bende.193 Nochtans is lid
worden van het PCC niet al te gemakkelijk. De persoon in kwestie moet voorgedragen worden door
een ‘padrinho’ (peter) die instaat dat de rekruut ‘gente boa’ (een goede persoon) is. De doop wordt
bekracht met een beker gevuld met water of cachaça en een druppel bloed van beiden. De nieuweling
184S. HANSON, Brazil’s Powerful Prison Gang, 2006 (http://www.cfr.org/publication/11542/brazils_powerful_prison_gang.html). In: SOUZA, Como Funciona o
PCC. worden gesproken van opstanden in 30 gevangenissen. 185 C.C.N. DIAS, ‘Consoldidação do Primero Comando da Capital (PCC) no Sistema Carcerário Paulista e a nova Configuração do Poder’, Sociedade e Politica em Tempo de Incerteza, 2009, 3. 186 Regime Disciplinar Diferenciado, een wet gestemd die de ondervragingstechnieken en bestrijding van de bendes geleid in de gevangenissen moest vergemakkelijken. 187 SOUZA, Como funciona o PCC, 5. 188 DE SOUZA PINHEIRO, Irregular Warfare, 2. 189 Ibid., 9. 190 Ibid., 2. 191 Ibid., 10. 192 SOUZA, Como funciona o PCC, 8. 193 DE SOUZA PINHEIRO, Irregular Warfare, 13. Of toch tenminste, uit angst voor represailles, verbaal melden lid te zijn. Logan via HANSON, Brazil’s Powerful Prison Gang, 2.
38
wordt verwacht het statuut van het PCC te kennen en te gehoorzamen, hij krijgt een kopie mee, belooft
zijn peter niet teleur te stellen en zweert trouw aan het PCC voor altijd.194
De aanvallen en opstanden in 2006 waren tot nog toe de grootste, meest gewelddadige, gecoördineerde
acties van het PCC. Het waren aanvallen op openbare gebouwen en politiekantoren en opstanden in
verschillende gevangenissen. Het was een reactie tegen het verplaatsen van 765 PCC-leden naar de
Presidente Bernardes gevangenis, een maximum security facility. 293 aanvallen op kantoren,
checkpoints, patrouilles, rechtbanken, banken, etc. 195 Er werden 215 gijzelaars genomen in 80
opstanden in gevangenissen in verschillende staten van Brazilië, in 74 gevangenissen in São Paulo, 5
in Paraná en 5 in Mato Grosso do Sul.196 82 bussen werden in brand gestoken en een metrostation in
São Paulo werd aangevallen. Er vielen 463 doden in mei 2006, de ergste maand, ook in juli en
augustus was het onrustig.197 Uit mediaberichten is duidelijk dat het PCC voor deze aanvallen niet
echt gekend was, of toch tenminste niet kon toegedicht worden zo een grootschalige aanval te kunnen
organiseren. In de eerste dagen werd het PCC niet eens vermeld in de nieuwsberichten.198 Nadien,
samen met berichten van onthoofdingen en gijzelingen, verloor de media de volledige controle over de
objectieve berichtgeving en weergave van de realiteit.199 Er kan gesteld worden dat dit vaak het geval
is als men over bendes bericht, de weergave correspondeert vaak minder met de realiteit dan gewenst
wordt.
Na augustus 2006 komt het PCC in zijn laatste periode terecht die tot vandaag de dag verder gaat.200
Kenmerkend hiervoor is het terugkeren van de rust in de gevangenissen, het dalen van opstanden en
moorden binnenin de gevangenissen. Een nieuwe vorm van effectief machtsgebruik deed zijn intrede.
Institutionalisering van hun ‘instanties’ en opstellen van normatieve regels zorgden voor een sterkere
organisatie, die nog moeilijker te bevechten viel.201 Discipline werd al afgedwongen door de statutaire
regelgeving en een aanvulling daarop bond de leden nog meer aan de leiders en de organisatie.
Crackgebruik werd verboden, peters van nieuwe leden moesten deze in het gareel houden of werden
gestraft, het vroegere moorden van ‘slechte’ PCC-leden werd langzaamaan vervangen door lichtere
straffen zoals uitsluiting voor een bepaalde periode, messen dragen in de gevangenissen werd
194 SOUZA, Como funciona o PCC, 9. 195 DE SOUZA PINHEIRO, Irregular Warfare, 2. 196 SOUZA, Como funciona o PCC, 5. 197 Soms worden er een 161 doden geteld cfr. DE SOUZA PINHEIRO, Irregular Warfare, 2. Adorno en Salla tellen al 439 doden in de acht dagen van 12 mei tot 20 mei, uit onderzoek van autopsierapporten. In: ADORNO en SALLA, ‘Organized Criminality in Prisons and the attacks of the PCC’, 1. Het cijfer is een samenstelling van de cijfers in tabel. Te vinden in: SOUZA, Como funciona o PCC, 6. 198 FORT en VACA ALVAREZ DE OLIVEIRA, ‘Medo e horror na cobertura jornalística dos ataques do PCC em São Paulo’, 138. 199 Ibid., 140-143. 200 DIAS, ‘Consoldidação do Primero Comando da Capital (PCC) no Sistema Carcerário Paulista’, 5. 201 Ibid., 6.
39
verboden, etc.202 Een tweede kenmerk van de periode na de aanvallen in 2006 is dat de executies van
vijanden iets subtieler worden gedaan. Zelfmoord, overdoses, hartstilstanden krijgen minder aandacht
dan onthoofdingen of spectaculaire eliminaties van rivalen. Deze ‘natuurlijke doden’ alarmeren
minder de gevangenisbewaarders en de media. Wat maakt dat de PCC rustig zijn gang kan gaan in het
uitschakelen van concurrenten. Een derde en laatste kenmerk van de hedendaagse periode is een
vermeende democratisering van de organisatie. Vroeger werd de organisatie sterk van bovenaf geleid
maar sinds Marcola aan de macht kwam en sterk stond na de aanvallen in 2006 wordt de organisatie
op verschillende niveaus geleid in een celstructuur tegenover de vroegere piramidestructuur. Dit alles
om het onderzoek naar de bende te vermoeilijken en de controle over de gevangenispopulatie in
verschillende gevangenissen te vergroten. Debatten tussen leiders, onderleiders en leden, het opzetten
van tribunalen zijn vaak voorkomend, het lemma ‘leider’ wordt bijna niet meer gebruikt, er kan
gesproken worden van primi inter pares, waarbij de ‘leiders’ iets meer verantwoordelijkheid hebben
dan de ‘normale’ leden.203 Zelfs achter tralies kunnen deze nog altijd hun organisatie blijven leiden,
zoals dit ook het geval is bij de leiding van het Comando Vermelho.
2.4. Algemene evoluties of verschillen te herkennen in bendes in Latijns-Amerika
Er zijn verschillen binnenin de Maras te vinden, zo is duidelijk gebleken uit het historisch overzicht
dat Maras in El Salvador een andere achtergrond hebben dan de Maras in Guatemala. Ook bestaan er
jongerenbendes in Brazilië (galeras cariocas) die on-gerelateerd zijn met de eerder besproken
gewelddadige bendes (quadrilhas) die zich bezighouden met drugshandel en moord.204 De galeras
cariocas zijn bendes die vaak niet gewelddadig zijn hoewel er soms confrontaties zijn over
territorium, worden deze vaak met stenen en messen uitgevochten eerder dan met vuurwapens.205 Ook
is duidelijk dat de structuur van de bendes sterk verschilt, of er nu geografisch verschilpunten gemaakt
worden, tussen Maras of Comandos of binnenin eenzelfde bende onderling. Toch kan er in al deze
verschillen kenmerkend aan de bendes, enkele algemene trends gezien worden.
Aangenomen wordt dat jongeren steeds jonger de bende vervoegen.206 Hier wordt in eerste instantie
een addendum aangebracht op deze stelling, waarbij ook leeftijd een rol speelt. Er kan gezien worden
dat bendes in Brazilië die vanaf hun oprichting eerder volwassenen als leden hadden, in sterke mate
jongeren rekruteren wat de gemiddelde leeftijd van de bendeleden omlaag brengt. 207 Bij de Maras,
via een politiek van ‘eens Mara, altijd Mara’, gaat de gemiddelde leeftijd van de originele jeugdige
202 DIAS, ‘Consoldidação do Primero Comando da Capital (PCC) no Sistema Carcerário Paulista’, 7-8. 203 Ibid., 9. 204 C. STROCKA, ‘Youth Gangs in Latin America’, SAIS Review, 26(2006), 135. 205 RODGERS, ‘Youth Gangs and Violence in Latin America and the Caribbean: A Literature Survey’, 6. 206 STROCKA, ‘Youth Gangs in Latin America’, 136. En: M. LIEBEL, Pandillas y maras: señas de identidad, 2002 (www.envio.org.ni/articulo/1161), 5. 207 Op straat zijn er jongeren van 17-20 jaar, die niets met de oprichting van het CV te maken hadden, zich als CV-lid profileren. Een derde generatie traficantes staat op. In: AMORIM, CV—PCC: a irmandade do crime, 442.
40
bendeleden omhoog. Dit is duidelijk uit een studie van Aguilar en Carranza. Hoewel de leeftijd bij
intreden min of meer gelijk blijft, van de geïnterviewde leden schommelt dit van 14,58 jaar oud in
1996 tot 15,23 jaar oud tien jaar later, is de gemiddelde leeftijd echter verhoogd van 18,70 jaar oud in
de jaren ’90 naar 24,10 jaar oud een decennium later in 2006.208 In een casestudy over El Salvador
haalt ook Savenije dit aspect aan. Hij verklaart de stijging van de leeftijd van de bendeleden doordat
sociale stigmatisering en het ontbreken van rehabilitatieprogramma’s de kans te ontnemen om uit de
bende te stappen. Bendeleden die willen stoppen worden dus zowel door de maatschappij als door de
bende zelf tegengehouden wat voor een stijging in de gemiddelde leeftijd zorgt van bendeleden.209 Het
jonger worden van de leden van de bendes in Brazilië210, jongeren werden gedurende de geschiedenis
steeds belangrijker in de bende, en het ouder worden van bendeleden in de Maras, maakt het eigenlijk
dat de bendes steeds meer op elkaar gelijken en meer van elkaar lijken over te nemen.
Een tweede element van evolutionaire gelijkenis wordt de controle over het gevangenissysteem. Van
het PCC en CV, die ontstonden in de gevangenis, is duidelijk uit de historische schets dat ze de
controle namen van de gevangenissen. Een evolutiepatroon is te zien waarbij deze gevangenisbendes
‘uitbreken’ naar de straat toe. 211 Bij Mara-bendes is het omgekeerde eerder zichtbaar, waarbij de
bendes van op de straat in de gevangenis terechtkomen en die naderhand ook beginnen te controleren.
Recentelijk is de identiteit van de mareros in sterke mate verbonden met de gevangenissen.212 De
overheid besliste om verder bloedvergieten in de gevangenissen te vermijden, de bendeleden op te
splitsen en te verdelen over verschillende gevangenissen. Dat maakte dat de controle over de
gevangenispopulatie totaal werd. Dit is zowel het geval in Brazilië als in Centraal-Amerikaanse
gevangenissen. De handel verder zetten is zeker aan de orde, moorden en opstanden worden
georganiseerd door gevangenen opgesloten in ‘isolatie’, getuige de opstanden in 2006 georkestreerd
door Marcola en de moorden op de leiders van het ADA en TCP opgezet door Fernandinho Beira-
Mar. Ook bij Maras zitten leiders in gevangenissen en ze blijven er de leiding in handen houden,
organiseren moordpartijen, regelen drugshandel verder in deze gevangenissen. De gevangenissen zijn
namelijk de universiteit voor de echte gangster, iedere gangster weet dat bijna iedere bandiet/crimineel
vroeger of later terechtkomt in de gevangenis. In Brazilië ontstond de identiteit en het organisatie van
de bendeleden door criminaliteit terwijl dit bij Latijns-Amerikaanse Maras en hun brongroeperingen in
de Verenigde Staten eerder op etnie of sociale strata gebaseerd is.213
208 J. AGUILAR en M. CARRANZA, ‘Las maras como actores ilegales en Centroamérica’, G. COSTA en C. ROMERO red., Qué hacer con las pandillas, 111-150. 209 W. SAVENIJE red., Definición y categorización de pandillas, Secretaria General de la Organización de los Estados Americanos, Departamento de seguridad pública, 2007, 5. 210 M. MISSE, O Movimento, 2003 (http://www.necvu.ifcs.ufrj.br/arquivos/O%20Movimento.pdf), 6-8. 211 DE SOUSA BRANDÃO, ‘Organizações criminosas no Brasil’, 14-15. 212 Mara Salvatrucha: What is It, Why is It Here, and What is to be Done About it, 14. ; A. ARANA, ‘How the Street Gangs Took Central America’, Foreign Affairs, 84(2005), 106. 213 ADORNO en SALLA, ‘Organized Criminality in Prisons and the attacks of the PCC’, 5.
41
Als derde element kan aangenomen worden dat bendeleden zowel in Brazilië als Centraal-Amerika
vaak als ‘de ergste op aarde’ worden aanzien, dat hun extreme gewelddadigheid barbaars of
prehistorisch is, onmenselijk, etc. gezien wordt. Veel onderzoekers zien de processen van
globalisering en veranderingen in de maatschappij en omgeving waar deze leden zich bevinden als een
grote schuldige in de evolutie van deze bendes. Het deporteren van illegale bendeleden naar hun
thuisland wordt ook vaak als reden aangehaald, cfr.supra. Meestal waren de ontvangende overheden
niet ingelicht over welke criminelen ze binnenkregen in hun land. Arana ziet ook in deze massale
deportaties van bendeleden een desastreuze ontwikkeling voor de Centraal-Amerikaanse landen. De
gedeporteerde leden kwamen aan in hun ‘thuisland’, vaak waren ze er nooit geweest, met weinig
vooruitzichten anders dan het verder zetten met waar ze het best in waren, gangbanging.214 Zij haalt
ook aan dat deze deportaties leiden naar de verspreiding van de MS-13 en de 18th Street over minder
traditionele steden van de V.S., vaak suburbane plaatsen of wijken in New York City waar ze
voorheen niet aanwezig waren. Volgens Arana maakte dit dat de bendes zich over gans U.S.A. konden
verspreiden. Dat achter deze voorstelling van het probleem een niet misteverstane beleidsaanpak zit is
duidelijk. Arana ziet een grotere rol weggelegd voor de U.S.-overheid in de Centraal-Amerikaanse
driehoek, want “It is unrealistic, however, to expect any of the tiny Central American countries, with
their fragile governments, to take the lead in organizing a multilateral approach…”.215 Ook Rodgers
was van mening dat de hoge deportatieaantallen één van de belangrijkste factoren is om het ontstaan
van de Maras in El Salvador te verklaren. Met een scholing die deze gedeporteerden kregen in de
straten van Los Angeles en bijhorende ‘universiteitsgraad’ in de gevangenissen in combinatie met een
cultuur van gewelddadigheid na het einde van de burgeroorlog maken van deze bendes een gevaarlijk
probleem voor de veiligheid. 216 Toch haalt Rodgers verder aan dat niet enkel de deportatie en
immigratie verantwoordelijk is voor het probleem in zijn geheel. Deze opvatting wordt voornamelijk
gemaakt uit de verschillen die te zien zijn met Nicaragua, de bendes zijn daar minder gewelddadig, de
bendecultuur kwam niet mee uit de V.S. De reden die hij hiervoor aanhaalt is dat Nicaraguanen meer
genaturaliseerd werden dan gedeporteerd en de migranten van Nicaragua kwamen vooral terecht in
Miami en andere delen van Florida.217
Duidelijk wordt hier dat deze deportatiepolitiek van de overheid van de Verenigde Staten slechts
terzijde kan aangehaald worden als reden waarom bendes ontstonden in Latijns-Amerika, de situatie in
Brazilië verklaart onder andere dat ook zonder inmenging van de Verenigde Staten bendes kunnen
214 ARANA, ‘How the Street Gangs Took Central America’, 99. 215 Ibid. ,101. 216 RODGERS, ‘Youth Gangs and Violence in Latin America and the Caribbean’, 9-10. 217D. RODGERS, The Gangs of Central America: Major Players and Scapegoats, 2007 (http://www.envio.org.ni/articulo/3704), 7.
42
ontstaan en evolueren naar een gewelddadige organen die controle over verschillende, vaak stedelijke
maar zeker ook rurale, gebieden hebben overgenomen van de overheid. 218
Strocka is, net als Savenije, van oordeel dat een maatschappij van sociale exclusie en met een grote
sociale ongelijkheid als resultaat van processen van globalisering een niet te onderschatten invloed
gehad hebben en nog altijd hebben op het ontstaan en het voortbestaan van bendes in deze
geografische onaangename plaatsten. Ze zien in deze sociale exclusie, die eigenlijk voor zowel
Centraal-Amerikaanse als Braziliaanse gemeenschap geldt, verbonden is met de creatie van ‘perverse
social organisations’. 219 Ongelijkheid, urbanisatie en armoede worden ook vaak als goede
kweekvijver gezien voor het ontstaan van gewelddadige bendes. Het is niet te ontkennen dat de staat
zich in bepaalde plaatsen terugtrekt en dat zich daar een stijging van criminogeen gedrag voortdoet.
Het ontstaan van de bendes voltrekt zich, zowel in Brazilië, de V.S. als Centraal-Amerika in favela’s
of ghetto’s, plaatsen die genegeerd worden door de overheid.220 Deze gebieden worden onbestuurbaar
en bendes nemen die taak op, en jongeren zien de bendes als enige uitweg, een vorm van
zelfverwezenlijking en van ergens bijhoren.221 In deze gebieden is het drugprobleem groter dan in
andere, structureel geweld is alledaags, etc. Drugs blijkt in de bendeorganisatie een grote rol te spelen
en het verschil met de narco-criminaliteit is moeilijk te maken, dit is zowel te zien bij de Maras als
Comandos.222 In het hoofdstuk geweld wordt aandacht gegeven aan dit onderdeel van de organisatie,
hier wordt enkel aangenomen dat zowel in Centraal-Amerika als in Brazilië een gelijkenis bestaat in
het omgaan met drugs, hoewel er bij Braziliaanse bendes, die vanuit Colombia cocaïne aanvoeren en
distribueren over Brazilië, de organisatie van de drugstrafiek en –verkoop sterker blijkt dat bij de
Maras, die zich vooral bezighouden met de lokale markt en met doorvoerroutes veilig te stellen.
Als vierde en laatste element kan gesproken worden van een stijgende professionalisering van de
bendes, vaak als gevolg van inmenging van de overheid. Bovenstaand werd al besproken dat de PCC
sinds 2006 meer en meer professionaliseert, bij het CV is eenzelfde evolutie te erkennen.223 Ook bij de
Maras is dit het geval, belangrijk in deze evolutie is de opsluiting in de gevangenissen, die als
vergaderplaats voor bendeleden dient en waar bendeleden strakker aan de bende en de structuur
vastgemaakt worden.224
Verschillen zijn er voornamelijk te vinden in de organisatievorm, zonder voor te lopen op elementen
uit volgend hoofdstuk kan gezegd worden dat de Maras een eerder horizontale structuur kennen en de
Comandos een eerder verticale en hiërarchischere organisatievorm hebben.
218 STROCKA, ‘Youth Gangs in Latin America’, 136. 219 J.M. CHÁVEZ, ‘An Anatomy of Violence in El Salvador’, NACLA Report on the Americas, 37(2004), 36. 220 HAGEDORN, A world of gangs, 3-10. 221 A.M. COHEN, ‘Global Crime Case: Gangs Go Global’, The Futurist, 42(2008), 47. 222 STROCKA, ‘Youth Gangs in Latin America’, 136. 223 DE SOUSA BRANDÃO, ‘Organizações criminosas no Brasil’, 7. 224 SAVENIJE red., Definición y categorización de pandillas, 8-9.
43
3. Violencia! Violência!
3.1. Inleiding
Van de Mara Salvatrucha is geweten dat ze vaak benoemd wordt als: The most violent gang in the
U.S.225
Voorbeelden van deze stelling zijn overal terug te vinden. O.a. het verhaal van Reyes-Castillo
die zich voordeed als een lid van de MS-13, maar het niet was. Tijdens een confrontatie met echte MS-
13 leden en het ‘verplicht’ uitwisselen van symbolen onderling, werd duidelijk dat Reyes-Castillo
‘fake’ was.226 Hij werd doodgeslagen en zijn lichaam was dusdanig verminkt dat het enkele weken
duurde voordat hij geïdentificeerd kon worden.227 Maar de driestheid waarmee de bendes te werk
gaan is vaak niet gericht tegen niet-bendeleden, meestal gaat het over inter- of intra-bendegeweld.
Rond geweld in burgeroorlogen is er al heel wat onderzoek verricht, zie onder andere Kalyvas en ‘the
logic of violence in Civil War’.228 De onderzoekstraditie beginnend bij Trasher in 1927 rond geweld in
bendes is ook zeer rijk. Dit was echter een eerder anekdotisch werk en de opvolging van onderzoekers
hanteert vandaag eerder een holistische aanpak. In de recente werken zijn twee kaders volgens Vigil
belangrijk, de subcultuur van geweld en de verklaring via routine. Waarbij de subcultuur van geweld
een ander normatief kader schetst voor het gebruik van geweld binnenin de bendes. Geweld wordt
verheerlijkt, is aanvaard en vaak nodig om de eer hoog te houden.229 De routine verklaart de stijging
van geweld in bendes doordat de leden van een bende zich meer omringen in tijd en plaats met
geweld. In het kort kan gezegd worden dan een vorm van transgressie optreedt, waarbij vaak een
nieuwe norm geldt dan als algemeen aanvaard wordt. Malec trekt dit punt iets verder door en komt tot
de conclusie dat bendes niet slecht zijn, hun antisociaal gedrag komt doordat het structureel geweld in
de maatschappij waarin ze leven hun niet toelaat zichzelf te uiten in sociaal aanvaarde vorm.230 Deze
vormen van sociale exclusie kunnen bijgevolg leidden tot wat onder andere David Keen zag in de
burgeroorlog in Sierra Leone, waar de rebellen en soldaten langzaamaan als outcasts door de
maatschappij worden gezien en zich naarmate deze negatieve perceptie stijgt, ook zo zullen gedragen.
Toch vindt Vigil dat er niet enkel vastgepind mag worden op deze kaders, de onderzoeker moet blijven
openstaan voor andere aspecten tot verklaring van geweld, waarbij plaats, socio-economische status,
225 Zie onder andere: ARANA, ‘How the Street Gangs Took Central America’.; LOGAN, This is for the Mara Salvatrucha.; enz. 226 Dit uitwisselen van symbolen, stacking genaamd, is voor een bendelid praktisch verplicht in confrontatie met andere bendeleden, zelfs al is het bendelid in de minderheid. Ook de uitspraak ‘De donde eres?’ (letterlijk: “Van waar ben je?”, maar figuurlijk “Voor welke bende kom je uit?”) is een gelijkaardig voorbeeld van relaties tussen bendeleden. 227 Via W. TRIPLETT, ‘Gang Crisis’, CQ Researcher, 14(2004), 2. 228 S. KALYVAS, The logic of violence in civil war, Cambridge, 2006. 229 J.D. VIGIL, ‘Urban Violence and Street Gangs’, Annual Review of Anthropology, 32(2003), 228. 230 D. MALEC, ‘Transforming Latino Gang Violence in the United States’, Peace Review: A Journal of Social Justice, 18(2006), 81-89.
44
discriminatie en sociale exclusie zeker een even belangrijke rol kunnen spelen.231 Het gerespecteerd
worden en het afdwingen van respect is ook een belangrijk onderdeel van de bendecultuur en kan ook
leiden tot geweld die op het eerste zicht als irrationeel aanzien kan worden maar wel degelijk een
rationaliteit in zich draagt. In dit deel wordt getracht deze brede invalshoek te gebruiken in de
benadering van de functie van geweld in bendes.
Het geweld in landen van Latijns-Amerika is multi-factorieel en een volledige verklaring voor de
functie van geweld bij één van de geweldenaars, en tegelijkertijd één van de slachtoffers, de bendes, is
moeilijk te doen, hier wordt toch getracht dit ietwat duidelijker te maken. Het waarom, het waarom zo
extreem, en verschillende andere redenen worden in vraag gesteld. Het geweld in Latijns-Amerika is
in sterke mate groter dan landen in Europa of in de Verenigde Staten. Brazilië en landen in Centraal-
Amerika spannen de kroon op vlak van homicide-cijfers en de slachtoffers zijn vooral jonge
mannen.232 Hier wordt eerst een cijfermatige weergave gegeven van dit fenomeen. Een sterke stijging
in de laatste decennia kan vooral opgemerkt worden in bovengeschreven landen. Vele verklaringen
voor deze stijging van geweld worden aangehaald maar het is duidelijk dat de bendes rechtsreeks of
onrechtstreeks sterk verantwoordelijk zijn voor deze evolutie in het geweld. 233 In een tweede
hoofdstuk wordt stilgestaan bij de organisatie van de misdaad en of er kan gesproken worden van
georganiseerde criminaliteit. De vraag wordt gesteld of het gebruik van geweld inherent verbonden is
met de ‘business’ waarmee de bendes zich bezighouden. Is er sprake van een vicieuze cirkel waarin
een uitweg moeilijk te vinden is, en hoe is de respons hierop van de verschillende overheidsinstanties.
Voordat hier bij stilgestaan wordt, is er nog ruimte voor een behandeling van de concurrentiestrijd die
bendes onderling voeren. Dit kan verbonden worden met hun activiteiten maar ook vaak gaat het
eenvoudigweg om respect en disrespect of om identiteit en nummers.234 Onderlinge confrontaties en
confrontaties met de autoriteiten zijn in belangrijke mate verantwoordelijk voor de wreedheid van het
geweld in de landen waar bendes zeer actief zijn. Kortom, wat is de functie van dit geweld in de
besproken bendes en hoe wordt daarop gereageerd. Oplossingen worden hier niet onmiddellijk
aangegeven alhoewel via de behandeling van de reacties toch duidelijk zal worden dat een repressieve
respons vaak weinig zoden aan de dijk brengt en een eerder gewelddadige evolutie versterkt in plaats
van het geweld te bestrijden.
Soms wordt er gesproken van een cultuur van geweld die leeft in de besproken landen, waarin ze zeer
sterk verschillen van Europese landen. Vuurwapens, het bezit ervan, het dragen ervan en het gebruik
ervan wordt niet als iets slecht aanzien maar eerder aanvaard/toegejuicht. Als reden voor dit fenomeen
231 VIGIL, ‘Urban Violence and Street Gangs’, 229-236.; SAVENIJE, Maras y Barras, 156 e.v. 232 P. SALAMA, ‘Informe sobre la violencia en América Latina’, Revista de Economía Institutional, 10(2008), 82. 233 O.a. “What needs to be understood[…] is the role played by[…]in particular by the youth gangs named maras.” In: F. BREVE, ‘The Maras: A Menace to the Americas’, Military Review, 87(2007), 88. 234 SAVENIJE, Maras y Barras, 110.
45
wordt van Centraal-Amerikaanse landen vaak de burgeroorlogen aangehaald waar ze pas midden jaren
90 uitkwamen. Wapens zijn een gewoonte geworden en zijn wijdverspreid, hoezeer ook pogingen
gedaan werden deze te vernietigen bij het tekenen van de vredesakkoorden.235 Er wordt geschat dat
ongeveer 4 miljoen vuurwapens in de handen van burgers zijn in Centraal-Amerika.236 In Brazilië is
ongeveer 90% van het totale aantal vuurwapens, 17 miljoen, in handen van burgers, waarvan een groot
deel legaal aangekocht werd maar via via zijn weg vond in de illegaliteit.237
De transitie naar democratie na deze oorlogen (en de militaire dictatuur in Brazilië) verminderde
echter het geweld niet, het geweld leek zich te converteren van politiek geweld naar sociaal geweld.
Het geweld in Centraal-Amerikaanse landen was te vergelijken met het geweld in delen van Colombia
en enkele Braziliaanse steden, alhoewel er enkel in Colombia gesproken wordt van
‘burgeroorlog’(hoewel de bepaling van wanneer men spreekt van een burgeroorlog nogal onder
discussie staan) is dit niet het geval in de vaak gewelddadigere buurten van Rio de Janeiro, San
Salvador, Guatemala City of Tegucigalpa. 238 Er wordt soms gesproken van onvolbrachte
democratisering in zowel Brazilië als landen in Centraal-Amerika.239
3.2. In Cijfers
Moordindices in Latijns-Amerika liggen hoog en in de laatste 5 jaar zijn deze cijfers nog gestegen in
bepaalde landen, vnl. dan in Centraal-Amerika en steden in Brazilië. De hoogste moordcijfers zijn
terug te vinden in deze regio met cijfergegevens boven de 40 moorden op 100.000 inwoners.240 In
Guatemala is er een evolutie van 25 naar 47 moorden per 100.000 inwoners van 2000/1 naar 2008. In
El Salvador is er een evolutie van 37,3 in 2000/1 naar 52 in 2009, met enkele pieken ruim boven de 60
in de jaren ertussen. Honduras komt ook uit op 52 in 2009 terwijl dit in 2000/1 ‘maar’ 49 was en
2003-2005 een periode was waar het in de 30 liep. Volgens cijfers van de politiestatistieken
verdubbelde het moordcijfer tussen 2004 en 2008.241 De cijfers in Brazilië liggen beduidend lager
waar het moordcijfer sinds 2000/1 rond de 30 of er juist boven blijft.242Dit laatste kan verklaard
235 CHÁVEZ, ‘An Anatomy of Violence in El Salvador’, 36-37. 236 M. HUME, ‘Armed violence and poverty in El Salvador’, Armed Violence and Poverty Initiative, 2004, 2. 237 SOU DA PAZ, Brazil: Changing a History of Violence, 2006, (http://www.iansa.org/regions/samerica/documents/Brazil-gun-referendum-analysis-SoudaPaz-2006.pdf), 1-2. 238 J.M. CRUZ, ‘Violencia y democratización en Centroamérica: el impacto del crimen en la legitimidad de los regímes de posguerra’, América Latina Hoy, 35(2003), 27. 239 A. ZALUAR, ‘Dilemas da segurança pública no Brasil’, A. ZALUAR red., Desarmamento, segurança
pública e cultura da paz, Rio De Janeiro, 2005, 11-24. En als toevoeging daarbij: A. ZALUAR, ‘Unfinished democratization: the failure of public safety’, Estudos Anvançados [online], 21(2007), 31-49. 240 S. HARRENDORF, M. HEISKANEN en S. MALBY red., International Statistics on Crime and Justice, Helsinki, 2010, 12. 241 Ibid., 16. 242 A. VRANCKX, Landenprofielen en Basisindicatoren, 2008-2009, Onuitgegeven cursus, Departement Politiek en Sociale Wetenschappen, 2010, 23. ; Homicide Statistics, Criminal Justice and Public Health Sources
- Trends (2003-2008), UNODC Homicide statistics, 2010 (http://www.unodc.org/unodc/en/data-and-analysis/homicide.html).
46
worden doordat de Braziliaanse populatie groter is dan de Centraal-Amerikaanse landen en er niet
overal evenveel criminaliteit is, vooral de megasteden zijn verantwoordelijk voor het opkrikken van
dit cijfer. In São Paulo is het laatst gekende cijfer ongeveer 49 moorden per 100.000 inwoners. Cijfers
van dodelijke slachtoffers onder jongeren blijven stijgen in Brazilië, van iets meer dan 24000 in 1998
naar iets minder dan 28000 in 2002.243 Een duidelijk deel van deze sterfgevallen gebeuren in São
Paulo, 8 à 9000 en Rio de Janeiro, rond de 4000.244 In bepaalde wijken van Rio de Janeiro en São
Paulo kunnen cijfers voorkomen van moorden op de jonge mannelijke bevolking die ruim boven de
200 op 100.000 inwoners ligt.245
Als verklaring voor deze hoge cijfers wordt in het nieuwste rapport van het UNODC meermaals
benadrukt dat de stijging van dit cijfer vooral toe te schrijven kan zijn aan de stijging van
aanwezigheid van georganiseerde misdaad, drugstrafiek en bendeactiviteit.246
Naast deze moordcijfers spelen ook andere criminele activiteiten een grote rol op de onveiligheid in
Latijns-Amerika. De cijfers voor roofovervallen, verkrachtingen, diefstal en afpersingscijfers zijn
eveneens hoog voor landen in Latijns-Amerika.247
Over de aansprakelijkheid van de bendes voor een stijging in deze cijfers bestaat veel discussie. Er zijn
weinig ondersteunde cijfergegevens te vinden maar er wordt gegokt dat bendes in Centraal-Amerika
verantwoordelijk zijn voor 10% tot 60% van alle crimineel geweld, alhoewel dit sterk kan verschillen
van land tot land, Honduras en Guatemala zijn ‘minder’ geteisterd dan El Salvador. Cijfergegevens
tonen vaak aan dat bijvoorbeeld Maras in El Salvador verantwoordelijk zijn voor een groot deel, 60%,
van de intentionele moorden, maar soms is het moeilijk daarvan bewijs te vinden.248 Anderen spreken
dan weer dat Maras in Guatemala verantwoordelijk zijn voor 20% van de moorden, in El Salvador en
Honduras stijgt dit cijfer tot 45% van alle intentionele doden.249 In Nicaragua en Costa Rica is geweld
afkomstig van bendevorming zeker niet de belangrijkste factor van onrust.250
243 ‘Número de homicídios de jovens de 15 a 29 anos – Anual Brasil’, IPEADATA, Presidência da República
Secretaria de Assuntos Estratégicos , 2010 (http://www.ipeadata.gov.br/ipeaweb.dll/ipeadata?SessionID=668337190&Tick=1280584372453&VAR_FUNCAO=Ser_TemasNiv%2825789188%2C1%29&Mod=S). 244 ‘Número de homicídios de jovens de 15 a 29 anos – Anual Estados’, IPEADATA, Presidência da República
Secretaria de Assuntos Estratégicos , 2010 (http://www.ipeadata.gov.br/ipeaweb.dll/ipeadata?SessionID=668337190&Tick=1280584372453&VAR_FUNCAO=Ser_TemasNiv%2825789188%2C1%29&Mod=S). 245 VRANCKX, Landenprofielen en Basisindicatoren, 2008-2009, 24. 246 HARRENDORF, HEISKANEN en MALBY red., International Statistics on Crime and Justice, 12, 16 en 18. 247 Ibid., 37-46 248 Crime and Development in Central America. Caught in the Crossfire, 16. 249 D. KRUIJT, ‘Violencia y pobreza en América Latina: Los actores armados’, Pensamiento Iberoamericana, 2(2008), 64. 250 RODGERS, The Gangs of Central America: Major Players and Scapegoats, 3.
47
Soms wordt cocaïne en andere drugstrafiek als schuldige aangegeven, hoewel dit zeker niet
ondersteunt wordt door cijfergegevens voor Centraal-Amerika, kan het toch gezien worden dat
drugsgerelateerde activiteiten in Brazilië zeker een belangrijke factor is voor een negatieve spiraal in
de evolutie van geweld. Bij maras zijn afpersing en taksen een belangrijkere factor van inkomsten dan
(inter)nationale drugshandel of –verkoop. Kwantitatief bewijs hiervan is voorhanden wat niet kan
gezegd worden van de vermeende inmenging in mensensmokkel of wapenhandel. UNODC spreekt
ervan dat jeugdig geweld eerder een symptoom is van onderliggend geweld en drugsproblematiek dan
een oorzaak.251
3.3. Georganiseerde Misdaad
De moeilijkheid in het beschrijven van georganiseerde misdaad bestaat erin om te bepalen wat met
georganiseerde misdaad bedoeld wordt. Vaak wordt verwezen naar een Noord-Amerikaanse of
Siciliaanse maffia, als men spreekt over georganiseerde misdaad. In een belangrijke mate kunnen ook
de bendes in Latijns-Amerika zo bekeken worden, hoewel er toch een verschil kan gezien worden
tussen de vormen van organisatie tussen de bendes van het mara-type en deze van het comando-type.
Er kan aangenomen worden dat de structuren van de Comandos sterker en hiërarchischer uitgebouwd
zijn dan deze van de Maras.
Belangrijk is hier ook bij dat er een verschil bestaat tussen een organisatie van criminelen en een
criminele organisatie.252 Zo kan het Comando Vermelho vaak gezien worden als een organisatie van
drugshandelaren die samenwerken maar toch een grote autonomie behouden, er is toch een groot
verschil te onderkennen met de drugstrafiek in andere delen van Brazilië waar CV geen voet aan grond
heeft.253 Toch zien enkele wetenschappers zoals Penglase het Comando Vermelho eerder als een losse
asociatie van criminelen dan een georganiseerd misdaadsyndicaat. 254 Het is ook de vraag of de
economische activiteiten waarmee de bendes zich verrijken zouden leiden tot een stijging van het
geweld.255 Hier wordt aangebracht dat als het al dan niet rechtstreeks leidt tot geweld, er zeker een
onrechtreekse connectie is tussen geweld en de activiteiten bedreven door de bendeleden.
3.3.1. Organisatie van de bendes
Het wordt aangenomen dat er tussen de 70.000 en 100.000 bendeleden zijn in Centraal-Amerika,
hoewel er studies zijn die dit cijfer verdrievoudigen. De PCC zouden 140.000 leden hebben in de
gevangenissen in São Paulo en ongeveer een half miljoen personen die steun verlenen aan het PCC
251 Crime and Development in Central America. Caught in the Crossfire, 17. 252 PENGLASE, ‘The Bastard Child of the Dictatorship’, 122. 253 Ibid., 123. 254 Ibid., 125. 255 B.C. COUGHLIN en S.A. VENKATESH ‘The Urban Street Gang After 1970’, Annual Review of Sociology, 29(2003), 45e.v.
48
waaronder drugsdealers, advocaten, enz.256 Ook het CV heeft enkele tienduizenden leden verspreid
over de favelas en gevangenissen in Rio de Janeiro.
Eén aspect voor de functie van het geweld in deze bendes zijn de initiatie-rites, vnl. beschreven bij de
maras, maar zoals voorheen te zien ook het geval bij bendes in Brazilië (cfr. PCC). Bij de initiatie
willen de andere bendeleden overtuigd zijn dat het nieuwe lid wel degelijk goed genoeg is om in de
bende opgenomen te worden. De intitiatie-rite, ook wel brincar genaamd wat zoveel betekent als
‘inspringen’, is zeer gelijk bij de mara-bendes. Het aspirant-lid wordt geslagen en geschopt door 3 of 4
leden van de bende, bij de MS-13 duurt dit 13 seconden, bij de 18th Street Gang duurt dit 18 seconden.
Daarna wordt de nieuweling verwelkomt en ingewijd in de wereld van de bende, en enige regelgeving
wordt opgelegd. Respect voor bende en de ‘homies’ staan op het hoogste schavot.257 Het gewelddadige
kan dus al teruggevonden worden bij de initiatie en gaat enkel in stijgende lijn naarmate het lid deel
ervan uitmaakt. De interne solidariteit tussen de leden is zeer groot, ze zijn/worden een soort familie
voor elkaar. Ook vrouwelijke aspiranten kunnen zo in de bende geraken (cfr. Brenda Paz) maar
meestal worden de vrouwen seksueel in de bende gebracht, door seks te hebben met de leden kunnen
ze deel uitmaken van de bende, hoewel ze nooit dezelfde appreciatie zullen hebben als leden die
‘ingesprongen’ zijn. Eenmaal lid is het bijna altijd voor het leven, waarbij eruit stappen geen optie is
en gezien wordt als verraad. Bij de Maras bestaat de mogelijkheid om, om religieuze redenen, uit de
bende te stappen maar er het kan niet gegarandeerd worden dat de vijandige bende deze keuze
respecteert. Vaak worden oudere leden ontzien van het actieve bendeleven en bestaat de mogelijkheid
om zich terug te trekken, calmarse (kalmeren).258
Er is een groot verschil tussen de organisatie van bendes in Brazilië en de organisatie van de Maras in
Centraal-Amerika en de V.S. Deze discussie, er bestaat grote onenigheid over hoe de bendes
georganiseerd worden, leidt uiteindelijk tot de vraag of de bendes transnationaal georganiseerd zijn,
deze transnationaliteit een mythe is of dat de realiteit daar ergens tussen ligt.
Meeste overheidspapers maar ook andere wetenschappelijke bronnen omtrent georganiseerde misdaad
tonen aan dat zowel Maras als Comandos transnationale kenmerken zouden hebben.259 Ofwel is dit om
de organisaties af te schilderen als gevaarlijker dan dat ze zijn ofwel zit hier toch enige waarheid
achter. Deze thesis toont toch, via een historische schets, een belangrijke evolutie in de organisatie en
uitbouw van de verschillende bendes in Latijns-Amerika. Een afschildering als een lokaal probleem
die enkel een symbolische verwijzing, in graffiti, tatoeages, kledij, etc. van de bendes gebruiken, zou
een sterke onderkenning zijn van de situatie ter plaatse. Er is wel degelijk sprake van een
256 DE SOUZA PINHEIRO, Irregular Warfare, 13. 257 SAVENIJE, Maras y Barras, 115. 258 SAVENIJE, Maras y Barras, 119-121. 259 O.a. over PCC en CV: DE SOUZA PINHEIRO, Irregular Warfare.; Over Maras :ARANA, ‘How the Street Gangs Took Central America’ ; C. FRANCO, The MS-13 and 18
th Street Gangs: Emerging Transnational Gang
Threats, 2008 (http://fpc.state.gov/documents/organization/102653.pdf).
49
georganiseerde vorm van geweld, handel, afpersing, gijzeling, wapentrafiek, mensensmokkel. De
connectie tussen verschillende clikas, barrios, favelas of donos de morro en de grote chefs die meestal
in de gevangenis verblijven (in case CV, PCC), of ondergedoken zitten (Zie onder andere Nelson
Comandari260, die de vermoede opperleider is van de MS-13) is er wel degelijk. Het is niet altijd even
duidelijk maar het kan toch aangenomen worden dat de leiders wel dusdanig een invloed uitoefen die
sterk buiten hun eigen clica of favela treed. Getuige hiervan zijn de besproken simultane opstanden in
gevangenissen in Rio de Janeiro in 2001 en 2002 en deze van São Paulo in 2006 georkestreerd door
de in isolatie opgesloten leider van de PCC, Marcola.261 De connectie Los Angeles en Centraal-
Amerika kan ook niet onderkent worden aangezien een deel van de oudere mareros één of meerdere
malen de grens met de U.S. passeerden en ze zeker contacten legden met de brongroeperingen. Een
volgend bewijs stelt zich in gevluchte mareros, maras die mogelijk uit de bende willen, nergens heen
kunnen zonder dat verschillende clikas op de hoogte zijn van hun verraad. Hierover volgt een
specifiek hoofdstuk ‘Craddling’.
De mara-bendes zijn opgebouwd uit clikas, die als basiseenheid gezien kunnen worden. De clika
wordt geleid door één of meerdere leiders, de palabrero of het primera palabra is meestal de leider van
de clika en tweede in rang is het secunda palabra, die als een soort onderbaas kan gezien worden.262
Verschillende namen kunnen gegeven worden aan deze leider en onderleider, in Honduras
bijvoorbeeld heet de chef, mero mero en de onderchef, master jomi.263 Deze organisatie is echter niet
vast of stabiel en soms wordt het leiderschap gedeeld met de leden van de clika. Een samenkomst van
bendeleden wordt dikwijls een mirin geheten, alhoewel het ook vaak als misa wordt benoemd. Daarin
worden besluiten genomen, evaluaties gedaan en richtlijnen worden meegegeven aan de
bendeleden. 264 Onderlinge discussies over te de nemen beslissingen zijn zeker niet uitgesloten
aangezien er toch min of meer gelijkheid bestaat bij de leden onderling.
Deze clikas controleren vaak één enkele wijk of een bepaalde zone, soms zijn er verschillende clikas
en sub-clikas te vinden in eenzelfde zone. Verschillende clikas vormen een jenga, een soort
coördinatieplatvorm voor verschillende clikas, vnl. als er verschillende bestaan in zelfde zone, allen
onder dezelfde moeder-bende.265 Deze regionale samenkomsten gebeuren maar er wordt geen gewag
gemaakt dat deze geleid zouden worden door een opper-chef of capo, ze worden geleid door de
verschillende leiders van de clikas.266
260 DIAZ, No Boundaries, 200-208. 261 Over opstanden in RJ, zie: CALDEIRA, ‘Bangu 3: Desordem e ordem no quartel-general do Comando Vermelho’, 93. 262 O.a. in SANTAMARÍA BALMACEDA, G., ‘Maras y pandillas: límites de su transnacionalidad’, 102. ; DEMOSCOPIA S.A., Maras y Pandillas, comunidad y policía en Centroamérica, Guatemala, 2007, 17. 263 Ibid., 16. 264 Ibid., 17. 265 Ibid., 15. 266 Ibid., 19.
50
De organisatie van de maras wordt wel geacht sterker te worden doorheen de jaren. Sommige
criminele activiteiten hebben toestemming nodig via een hiërarchie die zich buiten de clika bevindt.
Uit verhalen over het plaatsen van groene lichten op politieagenten kan gezien worden dat er zeker een
connectie bestaat tussen de Maras in de V.S. en deze in Centraal-Amerika.267
Er bestaan een tweetal opvattingen over de opbouw van de organisatie van de Maras. Aan de ene kant
staat de verticale, hiërarchisch opgebouwde structuur met duidelijke communicatie en centraal gezag.
Aan de andere kant staat de horizontale en eerder onafhankelijkheid van de clikas binnen de bende,
waarbij een centraal gezag sterk ontkend wordt. Meestal komt deze laatste opvatting uit interviews met
de bendeleden zelf, de eerste vaak vanuit de hoek van overheidsinstellingen.268 Een organigram van de
meest voorkomende structuur is terug te vinden in bijlage 1.269
Het PCC in Brazilië is sterker gecentraliseerd, met één of twee bazen die alle orders geven.270 Het
werk wordt verdeeld. Juist onder de top, staat de Torre, die een soort comité vormen om tot
besluitvorming te komen, alhoewel de generale chef altijd het laatste woord heeft. Ook onder de
generale staf komt de Bicho-Papão, ofwel de boekhouders van de organisatie, die instaan dat het geld,
ontvangen van de Recolhe, die rondgaat in de wijken en geld ontvangt uit de winst in de drugshandel,
terecht komt bij de bazen. De Disciplina staat in voor de interne controle in de bende. De Pilotos zijn
leiders binnenin verschillende gevangenissen die de orders van de generale staf naar de soldaten
overbrengen. Die soldaten, zowel buiten als binnen de gevangenissen, zijn de werkmieren van de
organisaties, het waren ook zij die verantwoordelijk waren voor het ontploffen van bommen, het
aanvallen van politie, enz. in de straten van São Paulo in 2006. Tenslotte zijn er nog de Sintonias, die
zich bezighouden met de contacten tussen de gevangenen en diegene erbuiten, zodat de communicatie
tussen alle bendeleden gegarandeerd wordt.271
Ook bij het CV en andere bendes in Rio de Janeiro vinden we zelfde organisatiestructuur, vnl. ter
coördinatie van de activiteiten in de drugshandel. De internationale invoer van cocaïne en wapens
wordt gecontroleerd door atacadistas (groothandelaars) en matutos (transporteurs) die meestal niet
gelieerd zijn met de bendes. Via hun internationale contacten leveren ze goederen aan de donos, of
bazen van de favela’s en gevangenissen. Vanaf hier spelen de bendes een rol want donos zijn ook de
leiders van de bendes. Er zijn verschillende leiders binnenin het CV, één enkele leider zou niet
praktisch zijn, noch gewenst. Onder deze donos is er een gerente geral (algemene manager), die de
dagelijkse activiteiten in de favela overziet. Hij krijgt daarbij hulp van subgerentes, waar de jobs
267 S. LOGAN en A. MORSE, MS-13 Organization and U.S. Response, 2007 (http://www.samuellogan.com/publications/MS-13-Organization-and-US-Response.pdf), 3-4. 268 DEMOSCOPIA S.A., Maras y Pandillas, comunidad y policía en Centroamérica, 16. 269 Aspectos Generales del Fenómeno de las Maras o Pandillas 2, s.d. (http://www.docstoc.com/docs/21484525/2-ASPECTOS-GENERALES-DEL-FEN%C3%83%E2%80%9CMENO-DE-LAS-MARAS-O), 41. 270 Zie organigram in bijlage 3. 271 SOUZA, Como Funciona o PCC, 6.
51
verdeelt zijn over de cocaine (gerente de branco), marihuana (gerente de preto) en soldaten (gerente
de soldados). De soldaten beschermen de gemeenschap tegen rivalen en overvallen gebieden van
rivalen. Een speciale soldaat zijn de fiel, die de donos en gerentes persoonlijk beschermen. De Vapor
is diegene die verantwoordelijk is voor een pontos-de-venda en de verkoop van drugs, ingepakt door
de endolador. Indien er iets verdacht wordt gezien worden iedereen gealarmeerd door de Olheiros/
foqueteiros (verkenners) die dan vaak vuurwerk afschieten.272
Er zijn dus grote verschillen tussen de bendes, clikas, quadrillhas, galleras cariocas, pandillas, Maras,
etc. en soms wordt geopteerd dat de transnationaliteit of connectie met georganiseerde misdaad en de
drugshandel eerder een mythe is, die voornamelijk gecreëerd wordt door overheden en agentschappen
in de Verenigde Staten.273 De drugshandel van bijvoorbeeld de Maras situeert zich, volgens enkele
studies, puur op lokaal niveau, aanbrengen van het goedje aan de plaatselijke markt. De cocaïnehandel
is vaak in handen van Mexicaanse kartels, die vaak vanaf de zee de cocaïne vervoeren en dit niet zo
vaak via grondtransport doen, op gebieden waar de Maras wel controle hebben.274 Dit is echter niet het
geval bij de favela-, drugs-, of gevangenisbendes in Brazilië, daar is wel degelijk duidelijk, zie
hiervoor bovenstaand verhaal over Fernandinho Beira-Mar, “the Cocaine King”, (met zijn
Escobariaanse interpretatie van organisatie van drugstrafiek in de grote verbruikersmarkt Brazilië (2de
markt na de Verenigde Staten, alhoewel de Europese landen deze tweede plaats kunnen overnemen als
gekeken wordt naar de Europese Unie) 275, dat er connectie bestaat met drugskartels in Colombia en
andere misdaadsyndicaten.276 Het is aannemelijk dat bepaalde Mara-bendes of individuele Mareros
contacten onderhouden met de georganiseerde narco-trafikanten, toch lijkt dit eerder in beperkte mate
zich te voltrekken. In El Salvador is bijvoorbeeld duidelijk dat meer dan 85% van de ondervraagde
bendeleden vermeld dat er geen contacten zijn met georganiseerde narco-trafikanten, indien dit wel het
geval is, zie onder andere het cijfer van Guatemala (wat dichter bij Mexico ligt, wat eigenlijk de
verklaring van de cijfers kan geven) waar er gesproken wordt van meer dan 50% die een connectie met
de georganiseerde narco-trafiek, dan zijn het meestal persoonlijke contacten en minder de ganse clika
die betrokken is in deze relatie.277 De Mara-bendes worden niet geacht zelf in de groothandel en de
internationale verkoop te zitten.278
3.3.2. Transnationaal of niet
De al dan niet vermeende transnationaliteit van de bendes is al enkele malen ter sprake gekomen. We
zien bendes die deelnemen aan drugstrafiek, handel, verkoop en vele andere activiteiten (zie verder).
272 SALES BATISTA en BURGOS, ‘Brazilian Gangs’, 19. 273 AGUILAR en CARRANZA, Las maras y pandillas como actores ilegales de la región, 136. 274 Crime and Development in Central America. Caught in the Crossfire 17. 275 VRANCKX, Area Studie: politieke problemen van Latijns-Amerika. 276 D.R. LEMOS CECCATO, O Comando Vermelho e a Ordem Mundial, 9-10. 277 AGUILAR en CARRANZA, Las maras y pandillas como actores ilegales de la región, 138-139. 278 RODGERS, The Gangs of Central America: Major Players and Scapegoats, 8.
52
Of ze ook over de grenzen heen gaan, is een heikel punt van discussie. Er is zowel bevestiging van
hun transnationaliteit als grote twijfel of dit wel het geval is, en niet alle bevestiging komt uit de hoek
van overheidsbronnen. Mogelijk ligt de realiteit ergens in het midden, waarbij er kan contact zijn over
de grenzen heen maar toch niet overdreven kan worden dat deze bendes centraal geleid worden om
over de grenzen heen chaos te brengen.
Een transnationale bende is een bende die zich niet enkel fixeert op de controle van één wijk, maar
steden, regio’s en landen in de ban houdt en zich over de grenzen heen manifesteert. Vaak wordt van
de Maras gezegd dat ze grenzeloos zijn. Uit de organisatiestructuur van de Maras kan afgeleid worden
dat bij deze straatbende moeilijk zou kunnen gesproken worden van ‘transnationaliteit’ in die mate dat
er één centrale leider zou bestaat die de clikas in een bepaalde richting duwt. De bende is mogelijk niet
verticaal opgebouwd, de clikas zijn redelijk autonoom, dit in tegenstelling tot de Braziliaanse
quadrilhas.279 Toch bestaan er contacten tussen bijvoorbeeld L.A. en El Salvador, duidelijk uit het
vragen van toestemming van een lid uit Maryland, U.S. aan een gedeporteerde en gevangen leider in
San Miguel, El Salvador om een interview te geven aan een Amerikaanse krant. 280 Een ander
voorbeeld is een lid dat meldt dat de orders voor de clika komen vanuit L.A. Een lid van La 18 meldt
dat de Barrio 18 een grote familie is, waar alle leden bijhoren.281 In de bespreking van USAID over
gangs in Guatemala kan als samenvatting dienen van wat hier bedoeld wordt: "Gangs in Guatemala,
specifically the MS-13 and 18th Street gangs, are becoming progressively more transnational with
communication taking place between gang members within Guatemala, Honduras, El Salvador, and
the United States. Deportation, fluid migration across country borders, and the Internet and cell
phone revolutions have all inevitably resulted in the transnationalization of gangs.”282
Soms wordt gemeld dat de MS-13 in contact zou staan met terroristen om hen via Mexico binnen te
smokkelen in de V.S.283 Mogelijk is dit een paniekaanval om de bende voor te stellen als gevaar voor
de nationale veiligheid en om budget veilig te stellen die voornamelijk naar de strijd tegen terrorisme
gaat. Verhalen over deze connectie bleken later ‘rubbish’ te zijn.284
Van Braziliaanse bendeleiders is geweten dat de contacten met rebellenbewegingen en
wapensmokkelaars in het buitenland een feit is. Toch zijn de inkopers van cocaïne en de transporteurs
279 Toch wordt in sommige studies een verticale structuur ‘geplakt’ op de Maras, uit voorgaand is echter duidelijk gebleken uit verhalen van mareros dat dit niet het geval is. DEMOSCOPIA S.A., Maras y Pandillas,
comunidad y policía en Centroamérica, 15. 280 C.S. VALENTIN, ‘Big Kids Falling trough International Cracks: Transnational Youth Gangs on the Global Stage’, Brown Policy Review, 2(2006), 6. 281 SAVENIJE, Maras y Barras, 98. 282 ‘Annex 2: Guatemala profile’, Central America and Mexico Gang Assessment, 67-68. 283 Een ontmoeting tussen een leider van de Al-Qaeda, Adnan el-Shukrijumah, en leiders MS-13 in Honduras. A.V. PAPACHRISTOS, ‘Gang World‘, Foreign Policy, 147(2005), 50. 284 M. HUME, ‘Mano Dura: El Salvador responds to gangs’, Development in Practice, 17(2007), 743.
53
meestal niet verbonden aan een of andere bende. In de media zijn ook verhalen bekend waarbij de
PCC leden zou hebben in Paraguay, om zich daar op de drugs en wapenmarkt te manifesteren.285
Er kan zeker gezegd worden dat de bendes zich op identitair vlak transnationaal verbinden, waar
kleuren, nummers, graffiti, … over de grenzen heen dezelfde zijn. Soms zijn de oudere leden bij de
Maras gedeporteerden vanuit L.A. en hebben ze nog contact met hun homies in de V.S.
Balmaceda toont aan dat de Maras wel degelijk een transnationaal karakter kennen maar dat dit enkel
op basis van identitaire kenmerken zo is. Studies tonen aan dat er geen internationaal netwerk bestaat
waarin deze Maras opgenomen zijn. Vaak zijn de hedendaagse leden van de bende nooit uit hun buurt
of stad geweest, laat staan dat er internationale contacten zouden bestaan tussen Mara-bendes over
Centraal-Amerika of USA. Voorgaande voorbeelden tonen nochtans aan dat er soms wel over de
naties heen wordt gecommuniceerd of zelfs orders aangebracht worden. Het autonome gedrag van de
clikas onderling bewijst nog maar eens dat ze mogelijk niet centraal geleid worden.
Het kan eigenlijk gezegd worden dat de zaken zeker niet zwart-wit kunnen voorgesteld worden.
Hopelijk is hiermee aangetoond dat de waarheid zich ergens in het midden bevindt zonder over te
hellen naar transnationale netwerken die zich bezighouden met terroristen te smokkelen of extreem
lokale bendes die enkel hun barrio of favela beschermen.
3.3.3. Andere activiteiten
Dat de drugshandel zorgt voor een stijging van de gewelddaden wordt duidelijk in een volgend
hoofdstuk over de onderlinge concurrentie. De bendes houden zich niet enkel bezig met de
drugshandel maar ook met andere activiteiten. De PCC en de CV houden zich ook in belangrijke mate
bezig met kidnappingen, bankovervallen, carjacking, moord, enz. 286 Bij de maras is dit niet anders,
een ex-lid spreekt van: ‘You name it, they do it; murder, robbery, witness intimidation, …’.287 Eén van
de belangrijkste inkomstenbronnen bij de mareros is de afpersing van de lokale bevolking. 288 Er
worden taksen opgelegd aan de lokale handelaars in ruil voor bescherming. Meestal betaalt de angstige
lokale bevolking om geen problemen te krijgen met de bendes. Koonings en Kruijt spreken ervan dat
de bewoners leven in een ‘society of fear’.289 Recent is ook het sicariato (huurmoorden) in opkomst bij
de mareros, het is een bron van inkomsten en zeker een bron van geweld.
Al bij al kan gezegd worden dat de organisatie en de activiteiten die deze bendes beheren, rechtstreeks
of onrechtstreeks leiden tot vormen van geweld. Geld uit drugshandel wordt gebruikt om wapens mee
285 Zie: ‘El PCC monopoliza el tráfico de drogas en la Triple Frontera’, Ultima Hora Online, 24 oktober 2008 (http://www.ultimahora.com/notas/165497-El-PCC-monopolizael-trafico-de-drogas-en-la-Triple-Frontera). 286 AMORIM, CV—PCC: a irmandade do crime. ; SALES BATISTA en BURGOS, ‘Brazilian Gangs’, 15-16. 287 ‘MS-13, The most dangerous gang in America’, Documentaire, s.d. (http://www.youtube.com/watch?v=PrZx2YdZFOk). 288 DEMOSCOPIA S.A., Maras y Pandillas, comunidad y policía en Centroamérica, 53. 289 Koonings en Kruijt via D. RODGERS, ‘Slum Wars of 21st century: Gangs, Mano Dura and the New Urban Geography of Conflict in Central America’, Development and Change, 40(2009), 958.
54
te kopen. Afpersing en het geweld dat daarbij te pas komt en huurmoorden, kidnappingen, enz. leiden
tot een zeer onveilige situatie in de marginale buurten van grote steden in Centraal-Amerika en
Brazilië. Een grotere invloed op het geweld is echter de onderlinge strijd die deze bendes uitvechten.
De controle van territorium en de haat tussen de bendes zorgt voor een explosie van geweld.
3.4. Onderlinge Concurrentie en de Slum wars
In de historische schets is duidelijk gebleken dat de eeuwige vijandschap tussen verschillende
straatbendes, zorgt voor een opbod van geweld. De MS-13 tegenover de Barrio 18 en vice versa, het
CV in alliantie met het PCC tegen TC en ADA, zijn maar enkele voorbeelden van de rivaliteit. Het
lijkt een vicieuze cirkel, waarbij wraak voor de ene moord leidt naar wederwraak, een vorm van matar
— rematar — contramatar. In de media en andere bronnen zijn vele verhalen te vinden van bendeleden
die andere bendeleden een kopje kleiner maken. Soms gaat dit om het veroveren en controleren van
economisch interessante territoria, bijvoorbeeld omdat dit een belangrijk punt is in de drugstrafiek of
in de drugsverkoop.
De controle over het territorium tussen de verschillende bendes is zeker één van de belangrijkste
vormen die zorgt voor een groot deel van het geweld kenmerkend in Latijns-Amerika.290 Wanneer de
ene bende de controle overneemt over een bepaald stuk van een andere bende gaat dit gepaard met
vormen van geweld die vaak dodelijk zijn. Hiervoor gebruikt men zowel kleine wapens als zware
oorlogswapens zoals raketlanceerders en mortiervuur.291 De reactie van de politionele en militaire
macht is ook meestal van de aard dat het geweld eerder oploopt dan verminderd. Koonings en
Veenstra bekijken deze ontwikkelingen in Brazilië als een dubbelzijdig probleem, ten eerste is dit een
vermilitariseerde vorm van afdwingen van de wet en anderzijds zijn deze militairen en politie zelf
vaak onderdeel van de drugshandel, of hebben deze toch tenminste een hand in deze lucratieve
markt.292 Ook in Centraal-Amerika zijn deze beleidsvormen van ‘zero tolerance’ terug te vinden, deze
en andere reacties worden in een verder hoofdstukje uitgebreid besproken en uitgewerkt. De grenzen
van het territorium worden vaak afgebakend met graffiti die aantoont wie er de baas is. Muren die ook
vaak gebruikt worden om eer te bewijzen aan overleden homies. Een overname van een territorium
door een andere bende geeft vaak reden tot overschrijven of doorkruisen van boodschappen
achtergelaten door de vorige ‘eigenaar’.293
Gevechten over dit territorium versterken de bendes en geven hen zin. Het gevaar is altijd aanwezig en
bendeleden dienen zich daartoe te ‘wapenen’ om wanneer nodig zich te verdedigen tegen aanvallen
van rivaliserende bendes. Iedere vorm van bedreiging of aanval dient gewraakt te worden, wat leidt tot
290 KOONINGS en VEENSTRA, ‘Exclusión Social, Actores Armados y Violencia Urbana en Río de Janeiro’, 622. 291 Ibidem. 292 Ibid., 623. 293 M. ZÚÑIGA NUÑEZ, ‘Cultura juvenil alternativa en la sociedad salvadoreña: las representaciones visuales al redor de las maras’, Intercambio, 5(2008), 145 e.v.
55
een vicieuze cirkel waar bendeleden niet meer uitraken.294 Er wordt een sterke identiteit uitgebouwd,
voorbeelden in de kleuren, klederdracht en de verschillende tatoeages die de maras zich aanmeten, een
identiteit die vaak dodelijk is.295 Zo zijn de bendeleden daders maar zeker ook slachtoffers van het
geweld. Het kan gezien worden als een burgeroorlog, ter controle van het territorium, die niemand wil
zien.296 De gevechten spelen zich meestal af in de gebieden waar de bendes het sterkst geïmplanteerd
zijn, de ghetto’s en favela’s. Daarom is het niet onbegrijpbaar dat Rodgers e.a. stellen dat deze bendes
een oneindige slum war uitvechten. 297 Een andere vorm van geweld inherent verbonden met de
controle op het territorium zijn de vaak voorkomende vigilante-groeperingen die zich ontwikkelen,
vaak uit frustratie van bewoners die het beu zijn in constante oorlog en angst te leven.298
Een andere belangrijke functie voor geweld binnen de concurrentiestrijd is het afdwingen van respect.
Uit het geweld, dat vaak aangedaan wordt aan concurrerende bendeleden, halen bendeleden
eigenwaarde, belang en respect van medebendeleden. Het vermoorden van vijanden geeft aan dat het
lid van goede kwaliteit is, en een stijging in de hiërarchie is zeker niet uitgesloten.
Vaak wordt la vida loca of el vacilon aangehaald als een van de belangrijkste redenen om zich bij een
bende aan te sluiten.299 Daarmee inherent verbonden is de band tussen geweld en eer of respect. In een
onderzoek naar Chicano-gangs en de functie van geweld halen Horowitz en Schwartz in 1974 al aan
dat bij deze gangs vaak het respect, of het gebrek er aan, zorgt voor een gewelddadige escalatie tussen
twee bendeleden of ganse bendes. Waarbij ze vaak zich op uiterlijke kenmerken baseren, in het geval
van de Chicano-gangs op de naam, kledij.300 Het is een reactie op een vorm van ‘disrespect’ en als
antwoord op een bedreiging van de eigenwaarde. De respons is echter niet altijd individueel
ingegeven, bendeleden denken vaak in het motto, tegen één is tegen allen, en een collectieve actie is
dan vaak het gevolg. 301 Vaak als demonstratie effect evolueerde dit type geweld van
woordenwisselingen naar gewapende overvallen, moord, etc. met een evolutie in de wreedheid. Het
geweld evolueert via een sneeuwbaleffect waarbij geweld meer geweld oproept, etc.
294 DEMOSCOPIA S.A., Maras y Pandillas, comunidad y policía en Centroamérica, 49-50. 295 ZÚÑIGA NUÑEZ, M., ‘Cultura juvenil alternativa en la sociedad salvadoreña: las representaciones visuales al redor de las maras’, Intercambio, 5(2008), 136. 296 KOONINGS en S. VEENSTRA, ‘Exclusión Social, Actores Armados y Violencia Urbana en Río de Janeiro’, 617-620. 297 Gevechten in favelas, ghettos, etc. ziehier ook RODGERS, ‘Slum Wars of 21st century’. ; HAGEDORN, A
world of gangs. 298 Vigilantisme en Limpieza Social, o.a. in J.M. GARCIA, ‘Empty Streets, Missing Children’, Fourth Genre:
Explorations in Nonfiction, 8(2006), 23-37.; L.A. GOLLO, Vigilante Groups in Brazil Trump Drug Gangs and
Become Rio’s New Authority, 2009 (http://www.brazzil.com/component/content/article/200-january-2009/10295-vigilante-groups-in-brazil-trump-drug-gangs-and-become-rios-new-authority.html). 299 ‘Zich gek gedragen’ en simpelweg samen zijn om drugs te roken, naar muziek te luisteren, etc. 300 R. HOROWITZ en G. SCHWARTZ, ‘Honor, Normative Ambiguity and Gang Violence‘, American
Sociological Association, 2(1974), 239. 301 HOROWITZ en SCHWARTZ ‘Honor, Normative Ambiguity and Gang Violence’, 240.
56
Horowitz en Schwartz maken allusie van een normatieve ambiguïteit kenmerkend aan bendeleden,
dewelke in een middenklasse als een overdreven reactie wordt aanzien. De vraag voor respect maakt
voor een bendelid het fundament uit van zijn persoonlijke ‘space’ en de reactie op een tekort aan
respect is dan ook in die sterkteorde te vinden. Het bendelid wordt verplicht de lijn te bewandelen van
gangregels en de legaliteit in de maatschappij, een lid kan moord veroordelen en beseffen dat dit niet
aanvaard wordt maar tezelfdertijd de stelling aannemen dat eigen eer moet verdedigt worden, zelfs als
dat een moord tot gevolg heeft.
Eén voorbeeld kan dienen als illustratie van het streven naar respect. Alex, een MS-13 lid beschrijft
vele gevechten met Cholos die hem niet voldoende respect toonden toen hij bendesymbolen
uitwisselde (stacking).302 Hij meldde dat hij een Cholo-lid had beschoten en dit werd hem niet in dank
afgenomen door deze bende. De haat in het leven van Alex en zovele andere bendeleden lijkt te
groeien en groeien. Er wordt soms gesproken van een fenomeen dat Dollard, e.a. benoemen als
‘displaced aggression’.303 Zeer kenmerkend voor de bendes is dat dit concept, waarbij het ene bendelid
wraak neemt voor een actie ondernomen door een lid van een concurrerende bende, maar waarbij deze
vergelding niet noodzakelijk tegen de dader van de handeling wordt gedaan en ook niet door het
slachtoffer van de daad. De wraak is zo verplaatst van een individuele wraak naar een collectieve
wraak, waarbij de bende opkomt voor een daad tegen één van zijn leden.
Een derde belangrijke vorm van geweld als gevolg van de oorlogen die uitgevochten worden, is
moord binnenin de bende, door eigen bendeleden. Door de stijging van de reactie van politie en
overheid zijn de bendes strikter geworden voor hun leden. In tegenstelling tot hoe ze zich tegenover de
regels opgelegd door de overheid opstellen, is er in iedere bende een lijst met regels waaraan een
bendelid zich dient te houden. Verraad of afstand nemen van de bende zijn meestal de ergste
overtredingen die een bendelid kan doen. Typisch in bendes is dat vaak eigen leden vermoord worden
door personen die hun ‘familie’ zouden moeten zijn. Zowel bij de Maras als de Comandos zijn een
groot aantal voorbeelden te vinden van interne liquidatie. De lichtere vorm van straf bij de Maras, die
uitgevoerd wordt als een bendelid zijn homie niet respecteerde, is vaak een herhaling van het
initiatieritueel waarbij de gestrafte 13 of 18 seconden geslagen en geschopt wordt door de enkelen van
zijn bende. Een in gradatie ergere straf is het zetten van een oranje licht op het hoofd van een bendelid
wat vaak leidt tot een moordaanslag maar waarbij het lid daarna achtergelaten wordt voor het hospitaal
om mogelijk te herstellen. De groene lichten echter worden evenwel toegepast en ontsnappen is vaak
niet mogelijk.
Daarvan is het verhaal van Brenda ‘Smiley’ Paz een triest voorbeeld en toont aan hoe de bende alles in
het werk stelt om na verraad, door het klikken van misdaden gepleegd door medebendeleden aan de
302 S. HOLLANDSWORTH, ‘You don’t want to know what we do after dark’, Texas Monthly (December 2006), 264. 303 Via E.A. VASQUEZ, B. LICKEL en K. HENNIGAN, ‘Gangs, displaced, and group-based aggression’, Aggression and Violent Behavior, 15(2010), 131.
57
politie, Brenda uit de weg te ruimen. Ze werd vermoord door een van haar beste vrienden in de bende,
een vorm van geweld die craddling geheten wordt, waarbij de verrader zodanig dichtbij wordt
gehouden en vermoord wordt door diegene waarvan ze het minst verwacht.304
Eens Mara altijd Mara houdt verband met een volgend verhaal van Daniel Ochoa “Panadero”, die weg
geraakt was van zijn bende en er in geslaagd was om zijn tatoeages succesvol te verwijderen. Hij
richtte zijn eigen bedrijf op maar kon niet ontkomen aan zijn verleden, hij werd meermaals dodelijk
getroffen in het hoofd, van de daders geen spoor.305
Bij Braziliaanse bendes wordt een gelijkaardige vorm van geweld toegepast op mensen die te veel
weten en die dit mogelijk zouden uitlekken aan de autoriteiten. Deze vorm heet ‘quema do archivo’
waarbij figuurlijk het archief wordt gewist. Dit gebeurt zowel met eigen bendeleden als met anderen
die iets te veel blijken te weten.306
3.5. Impact: maatschappij en reactie
De vraag wat er tegen deze bendes te doen is, wordt in praktisch ieder werk wel eens gesteld. De
meningen over wat er tegen de bendes gedaan kan worden en hoe dit zou moeten gedaan, zijn dan ook
sterk verdeeld. Hier opper ik niet oplossingen voor het bendeprobleem te brengen maar er is eerder
aandacht voor reeds geformuleerde antwoorden door de verschillende overheden van de besproken
Latijns-Amerikaanse landen. Uit voorgaande, zie onder andere Crazy Nineties – Repressive 21st
century, blijkt duidelijk dat de repressie, een contraproductief effect teweegbrachten waardoor het
vandaag de dag de bendes een onoverkomelijk probleem lijken geworden te zijn. De reactie van de
USA overheid sinds de jaren ’90 was een uitwijzingspolitiek waarbij buitenlandse criminelen
teruggezonden werden naar hun ‘land van herkomst’. Dat dit ook het probleem van Mara-bendes niet
oploste bleek duidelijk uit voorgaande hoofdstukken. Het kan niet ontkend worden dat de Maras en
Comandos een impact hebben op de maatschappij. De onveiligheid en het onveiligheidsgevoel zijn
zeer groot in gebieden waar de bendes aanwezig zijn. De focus van de overheid om het geweld terug te
dringen is vaak op de bendes gericht. Reacties werden pas gevormd sinds de laatste jaren. Meestal
was dit een politiek project met criteria van harde hand en repressie, vnl. in El Salvador en Honduras.
De aandacht wordt eerst toegespitst op programma’s in Honduras, El Salvador en Guatemala, de
landen waar het probleem het ergste is, Nicaragua had ook enkele programma’s maar hier worden
deze niet besproken.307 Er wordt handig ingespeeld op de publieke angst en stereotypering van de
304 S. LOGAN, This is for the Mara Salvatrucha. Inside the MS-13, America’s most violent gang, New York, 2009. 305 DIAZ, No Boundaries, 276. 306 O.a. in AMORIM, CV—PCC: a irmandade do crime. 307 Tussen 2001 en 2005 verschenen verschillende wetten en programma’s tegen jeugddelinquentie en criminaliteit waaronder: Ley de Promocíon del desarollo Integral de la Juventud (2001), Secretaría de la Juventud (2002), Proyecto Piloto de Prevencíon Social de Delito (2003), Creacíon de la Direccíon de asuntos
58
gangster, wat vergroot wordt door verhalen in de media. De overheden kunnen zo repressief te werk
gaan zonder de echte wortels van het probleem aan te pakken.
Hoewel het niet ontbrak aan verschillende programma’s tegen de gewelddadige bendecultuur die de
Centraal-Amerikaanse isthmus en Braziliaanse steden controleerden moet toch rekening gehouden
worden dat de politionele of militaire middelen ingezet als remedie vaak met een tekort aan middelen
geconfronteerd worden, zowel op menselijk als financieel vlak. 308 Dit in combinatie met grote
corruptie verhoogt het enkel de zwakte van de nationale veiligheid.
In Honduras zijn drie etappes te onderscheiden over hoe de staat reageerde tegen jeugdbendes. In de
eerste etappe (1992-1995) werd een politiek van onverschilligheid er op nagehouden. Jeugdbendes
waren al aanwezig (cfr. supra) maar de term of het voorkomen van de Maras was zeker nog niet het
geval. Het waren vooral lokale problemen, die te controleren vielen met een kleine dosis repressie.309
De tweede etappe (1996-2001) bestond in de containment (inperking) van de jongerenbendes. Sinds
de vredesbesprekingen kwamen verschillende bendeleden, die gedeporteerd werden vanuit de V.S. aan
in Hondurese steden en zorgden daar voor een geweldsexplosie. Voorgaande aanpak was niet
aangepast aan deze nieuwe situatie. De overheidsdiensten konden geen antwoord formuleren en een
politiek van gelimiteerde repressie diende enkel ter inperking van de bendes. Vanaf eind 2001 begon
de derde etappe die tot op vandaag verdergaat. Deze wordt gekenmerkt door harde hand en de
repressie van de overheid. In 2001 werd gestart met programma’s in de strijd tegen jeugdcriminaliteit,
La Ley de Prevencíon, Rehabilitacíon y Reinsercíon de Personas Vinculadas a Pandillas.310 Het
programma als gevolg van deze wet werd in 2004 gecreëerd. Als objectief werd voorgesteld om alle
preventieprogramma’s te coördineren in één Nationaal Plan. Zelfs met de beste wil ter wereld lukte
deze opzet niet door onder andere financiële problemen.311 Een agressievere campagne, Libertad Azul,
werd gelanceerd door president Maduro Joest (2002-2006) een plan waarbij de eerste maal het leger
werd ingezet. Hervorming van onder andere wet 332, Ley Antimaras, leidde tot de mogelijkheid om
leden van bendes op te pakken via de legale term van ‘illegale vereniging’. 312 Zo konden jongeren
met tatoeages opgepakt worden en vervolgd worden voor bendevorming. Het bezit van één tatoeage
kon al leiden tot opsluiting, aangezien dit de enige vorm was waardoor de politie bendeleden kon
herkennen. Hoewel niet altijd strikt toegepast, de gevangenissen zouden simpelweg alle bendeleden
niet kunnen slikken, zorgde dit vanaf de instelling van het plan in augustus 2003 tot het einde van
juveniles de la Policía Nacional (2003), Plan de Atencíon a la Violencia juvenil (2004-2005). In: AGUILAR en CARRANZA, ‘Las maras como actores ilegales en Centroamérica’, 122. 308 Critical Issues: ‘Gang land’, The Economist (7 februari 2008), 4. 309 T.A. MENCÍA, Las maras en la sombra. Ensayo de actualización del fenomeno pandillero en Honduras, Tegucigalpa, 2006, 62. 310 AGUILAR en CARRANZA, ‘Las maras como actores ilegales en Centroamérica’, 122. 311 POLJUVE en T. ANDINO red., Violencia Juvenil, Maras y Pandillas en Honduras, s.l., [2009], 28. 312 ‘Annex 3: Honduras Profile’, Central America and Mexico Gang Assessment, 96.
59
hetzelfde jaar tot opsluiting van 1.458 bendeleden.313Een tweetal jaar later was dit al opgelopen tot
5400 gevangen bendeleden.314 Eind 2004 werden ook de gevangenisstraffen voor het behoren tot een
bende verhoogd van 12 naar 30 jaar.315 Dat het systeem daarvoor niet aangepast is blijkt ook uit de
rechtszaken die uit deze massale aanhoudingen resulteren, in 2004 was slechts 3% veroordeeld, de rest
wachtte nog op zijn rechtszaak.316
In El Salvador was de harde hand mogelijk nog harder dan deze in Guatemala. In 2003 kondigde de
toenmalige president Francisco Flores, zijn Plan Mano Dura aan. Daarbij zouden militaire
strijdkrachten ingezet worden om de bendes te bevechten. Ook werd de noodtoestand uitgeroepen in
het land. Net zoals in Honduras kreeg de politie de macht om jongeren op te pakken voor
bendevorming, op basis van het hebben van tatoeages of bijeenkomsten op straat met meer dan drie
personen.317 Het plan werd in 2004 opgevolgd door Plan Super Mano Duro, wat in 1 jaar al zorgde
voor de arrestatie van 11.000 bendeleden. Al voor deze wetten waren de gevangenissen overbevolkt in
El Salvador en vanaf 2003 tot 2005 kwamen daar dus 4.000 bendeleden bij op een totale
gevangenispopulatie van 12.117 personen (2004). 318 Hoewel de president aandrong zijn deze wetten
weinig gebruikt door de rechters in El Salvador, er werd niemand veroordeeld (tot 2006) voor het lid
zijn van een illegale vereniging omdat hij/zij getatoeëerd was. Veel van de opgepakte bendeleden
werden terug vrijgelaten wegens het gebrek aan bewijzen. Ook gingen ze niet akkoord om jongeren te
veroordelen als volwassenen. Andere wetten, zoals de Ley Penal Juvenil (2004) proberen dan weer om
de jeugd te ‘beschermen’, waarbij de gevangenisstraf voor een jongere (12-17 jaar) maximaal ‘7 jaar’
mag zijn.319
De grote verontwaardiging op deze aanpak van de overheid, noopte hen ertoe het over een andere boeg
te gooien. In 2006 werd het Plan Mano Amigo en Mano Extendida waarbij het Plan Mano Amigo zich
toespitste op preventie voor jongeren die mogelijk bij een bende zouden raken. Plan Mano Extendida
is een rehabilitatieplan voor ex-bendeleden. Het lijkt dus de goeie kant uit te gaan alhoewel toch
rekening gehouden moet worden dat de preventie en rehabilitatieprogramma’s maar 20% van het
budget hebben dat gespendeerd wordt aan de repressievere aanpak van de harde hand.
In 2009 was duidelijk dat de voorgaande programma’s eigenlijk de sociale structuur verwoestten en de
onveiligheid verhoogden, kortom de situatie erger maakten dan dat deze al was.320
313 AGUILAR en CARRANZA, ‘Las maras como actores ilegales en Centroamérica’, 126. 314 POLJUVE en T. ANDINO red., Violencia Juvenil, Maras y Pandillas en Honduras, 29. 315 G. THALE, ‘Las Pandillas Juveniles Centroamericanas y las Respuestas de Mano Dura’, Quórum. Revistas
de pensamiento iberoamericano, 16(2006), 52. 316 SAVENIJE, Maras y Barras, 143. 317 THALE, ‘Las Pandillas Juveniles Centroamericanas y las Respuestas de Mano Dura’, 52. 318 ‘Annex 1: El Salvador Profile’, , Central America and Mexico Gang Assessment, 54. 319 Ibid., 56. 320 D. DE CESARE, ‘Salvadoran Gangs: Brutal Legacies and a Desperate Hope’, NACLA Report on the
Americas, 42(2009), 33-37.
60
In Guatemala werd eerst geopperd om de rechtshandhaving te verbeteren om bendes te bestrijden in
samenwerking met preventie en rehabilitatie. Uiteindelijk draaide het toch uit op enkele repressieve
plannen, waaronder eentje dat jongeren vanaf 12 jaar zouden kunnen vervolgen en zware straffen
oplegde aan bendeleiders. Het Plan Escoba (2004-2005) nam de strategie over van de harde hand
zoals in de rest van de Centraal-Amerikaanse driehoek. Hervormingen van de strafwetten leidde er
enkel toe dat (vermoede) bendeleden massaal opgepakt en naar gevangenissen overgebracht werden.
Recenter werd het Plan Merida, voor Mexico en Centraal-Amerika, opgezet waarbij de VS steun wil
bieden aan de bestrijding van terrorisme, narcotrafiek, wapentrafiek, trafiek van personen en bendes.
Daarbij echter wordt geen rekening gehouden of dat de instituties in de bewuste landen wel werken, er
worden wat centen, een 550 miljoen USD, tegenaan gegooid en verder weinig vragen gesteld. Er
wordt weinig gedaan tegen corruptie van de politiediensten of niet werkende justitie.
Ook in Brazilië is er een geschiedenis van bevechten van de bendes en het verhogen van de veiligheid
in het land. BOPE en andere speciale eenheden werden opgericht ter bestrijding van de bendes in de
favelas van Rio de Janeiro. Met een strategie van eerst schieten dan vragen, verhoogd de reactie enkel
het geweld en zijn de slachtoffers soms burgers die niets te zien hebben met de bendes. Ook het beleid
dat zich niets aantrekt van hoe mensen dienen te overleven in de favelas speelt zeker mee in de situatie
waarin deze zich bevinden. Als laatste foutje kan aangehaald worden dat het breken van de
gevangenisbendes door de leiders in verschillende gevangenissen te plaatsten de bewegingen eerder
versterkt hebben dan verzwakt.
Gevolgen van deze politiek werd al duidelijk in voorgaande stukken. Een stijging van sociale isolatie
van bendeleden 321 , een versterking van de structuur van de bendes 322 en de versterking van de
economische basis van de bendes. De gevangenissen zijn daar mede verantwoordelijk voor.
Bendeleden zitten er samen, regelgeving en structuren maken dat bendeleden zich nog meer verbinden
aan de bende (in Brazilië is een stijging van bijna 400% van het aantal gevangenen tussen 1988 en
2005).323 Van buitenaf zijn er ook meer financiële middelen nodig om de gevangenen te ondersteunen,
wat enkel het geweld in de straten van Centraal-Amerika en Brazilië vergroot. Het lijkt erop dat er
voorlopig geen beterschap komt in de repressieve behandeling van bendeleden, alhoewel er toch
projecten zijn van verschillende NGO’s 324 of van de bendeleden zelf o.a. Homies Unidos 325 , de
321 SAVENIIJE, Maras y Barras, 143. 322 Ibid., 146. 323 S. ADORNO, ‘Crimen, Punición y Prisiones en Brasil: Un Retrato sin Retoques’, Quórum. Revistas de
pensamiento iberoamericano, 16(2006), 46. 324 Zie onder andere: W. SAVENIJE red., Violencia Juvenil en Centroamérica: Respuestas desde la Sociedad
Civil, s.l., 2006.; J.M. CRUZ red., Maras y Pandillas en Centroamérica. Las respuestas de las sociedad civil
organizada: tomo IV, San Salvador, 2006.; WOLF, S., The politics of gang control. NGO advocacy in post-war
El Salvador, Doctoraatsverhandeling, Universiteit van Wales, Departement Filosofie, 2008. 325 Te vinden in: J.M. CRUZ, red., Maras y Pandillas en Centroamérica. Las respuestas de las sociedad civil
organizada: tomo IV, San Salvador, 2006.
61
bespreking van deze programma’s zullen voor een volgend werk zijn. Zonder in herhaling te vallen,
zie bovenstaande vermelding over gevangenissen, is geweten dat deze gevangenissen eigenlijk onder
controle van de bendes werden geplaatst/gelaten want het mengen van verschillende bendes in
dezelfde gevangenis zorgde vaak voor totale onbeheersbaarheid van de opgeslotenen. 326 Dit maakte
echter dat het beleid, het breken van de controle van de bendes in de straten door ze er af te nemen en
zwaar te straffen, volledig faalde. De gevangenis werd gezien als een universiteit waar diende aan
‘afgestudeerd’ worden, waar bendeleden ‘echt’ lid werden van de bende, waar indoctrinatie in de
regelgeving en hiërarchie legio was en waar de controle over de straten blijvend in handen was van de
leiders van de bendes. Voorbeelden van deze controle van binnen in deze soms maximum security
prisons, op de buitenwereld werden bovenstaand al uitgebreid besproken.
326 DE CESARE, ‘Salvadoran Gangs: Brutal Legacies and a Desperate Hope’, 35.
62
4. Algemeen Besluit
In dit historisch overzicht van bendes in Latijns-Amerika was er aandacht voor enkele van de
belangrijkste bendes die aanwezig zijn op dit continent. Als conclusie kan gesteld worden dat zowel
bendes in Centraal-Amerika als bendes in Brazilië in deze schets een gelijkaardig karakter vertonen en
weinig blijken te verschillen van elkaar. Deze ontwikkelingen uiten zich op het vlak van gemiddelde
leeftijd, de controle over het gevangenissysteem en de stijgende professionalisering. De verschillen
situeren zich dan weer op vlak van organisatiestructuur, waarbij de Comandos hiërarchischer geleid
worden dan de Maras.
Eén overeenkomst die hier verder uitgewerkt werd is dat alle bendes zeer gewelddadig zijn. Dit gedrag
werd gekaderd in functie van de organisatie, de georganiseerde misdaad en de onderlinge concurrentie.
Een reactie van de verschillende overheden hiertegen kon dan ook niet uitblijven. Met een repressief
beleid trachtten deze staten het monopolie op geweld te herstellen. Dit zorgde echter niet voor een
verzwakking van de bendes maar deze werden beter georganiseerd en wonnen aan kracht.
Landen die geconfronteerd werden met deze vormen van criminaliteit hadden echter geen lange-
termijn oplossingen en niet de kracht om structurele veranderingen door te voeren. Via een systeem
van sociale exclusie en auto-exclusie is er vaak voor de bendeleden geen toekomst om te functioneren
als een ‘normaal’ lid van de samenleving. Bendeleden blijken niet alleen een daderrol op te nemen in
het geweld, vaak zijn ze het slachtoffer van dit geweld. Dit geweld kan zowel door concurrerende
bendeleden als door vigilante groeperingen of politiediensten aangedaan worden.
Nieuwe oplossingen voor dit fenomeen werden niet geformuleerd in dit werk maar een bespreking van
voorheen geformuleerde oplossingen toont duidelijk aan dat een andere weg dient ingeslagen te
worden. Met een historische schets werd hier getoond dat de marginale buurten vaak een goeie
kweekgrond vormen voor het uitbouwen van gewelddadige (jongeren)bendes. Oplossingen dienen
zich daar dan ook te formuleren.
Hoop op een betere toekomst is waar velen naar streven, zo ook jongeren die een foute keuze maakten
en lid werden van een bende. Een beter toekomstbeeld scheppen zou een oplossing kunnen bieden om
in de toekomst het bendegeweld terug te dringen in Latijns-Amerika. Toch mogen de hedendaagse
jongeren niet vergeten of als verloren aanzien worden, met de juiste steun kunnen deze jongeren een
betere toekomst krijgen, ver weg van gevangenissen, hospitalen en funeraria.
63
5. Bijlagen
5.1. Bijlage 1: Organigram Mara Bron: Aspectos Generales del Fenómeno de las Maras o Pandillas 2, s.d. (http://www.docstoc.com/docs/21484525/2-ASPECTOS-GENERALES-DEL-FEN%C3%83%E2%80%9CMENO-DE-LAS-MARAS-O), 41.
Primera Palabra o Cabecilla
Segundo Palabra
/Cabecilla
Reclutamiento Logistica Choque Delincuencial
Homicidios
Drogas
Extorciones
Otros
Informacíon
Observacíon
Propaganda
Colaboradores
64
Dono
FielGerente geral
Gerente de preto
Vapor
Gerente de branco
Vapor
Endolador
Olheiro/
foqueteiros
Gerente de soldados
Soldados
5.2. Bijlage 2: Organigram Comando Vermelho. Bron: SALES BATISTA, A. en BURGOS, M.D., ‘Brazilian Gangs’, In: L. KONTOS en D.C. BROTHERTON
red., Encyclopedia of Gangs, West Port, 2008, 15-20.
65
Chefia
Torre
Disiplina Pilotos
Soldados
Sintonias
Bicho-Papão
Recolhe
5.3. Bijlage 3: Organigram Primeiro Comando da Capital. Bron: SOUZA, F., Como Funciona o PCC – Primeiro Comando da Capital, [2007]
(http://pessoas.hsw.uol.com.br/pcc.htm).
66
6. Bibliografie
‘9 die in drug gang shooting, Tegucigalpa’, Miami Herald, 12 april 2010
(http://www.miamiherald.com/2010/04/12/1574949/9-die-in-drug-gang-shooting.html).
‘El PCC monopoliza el tráfico de drogas en la Triple Frontera’, Ultima Hora Online, 24 oktober 2008
(http://www.ultimahora.com/notas/165497-El-PCC-monopolizael-trafico-de-drogas-en-la-Triple-
Frontera).
‘Fourteen die as gangs target buses in El Salvador’, BBC News Latin America, 21 juni 2010
(http://www.bbc.co.uk/news/10371224).
‘Gang land’, The Economist (7 februari 2008).
‘MS-13, The most dangerous gang in America’, Documentaire, s.d.
(http://www.youtube.com/watch?v=PrZx2YdZFOk).
‘Número de homicídios de jovens de 15 a 29 anos – Anual Brasil’, IPEADATA, Presidência da
República Secretaria de Assuntos Estratégicos , 2010
(http://www.ipeadata.gov.br/ipeaweb.dll/ipeadata?SessionID=668337190&Tick=1280584372453&V
AR_FUNCAO=Ser_TemasNiv%2825789188%2C1%29&Mod=S).
‘Número de homicídios de jovens de 15 a 29 anos – Anual Estados’, IPEADATA, Presidência da
República Secretaria de Assuntos Estratégicos , 2010
(http://www.ipeadata.gov.br/ipeaweb.dll/ipeadata?SessionID=668337190&Tick=1280584372453&V
AR_FUNCAO=Ser_TemasNiv%2825789188%2C1%29&Mod=S).
‘Policía arresta a 23 personas bajo cargas de extorsión’, El Salvador.com, 28 juli 2010
(http://www.elsalvador.com/mwedh/nota/nota_completa.asp?idCat=6375&idArt=5007132).
‘Tabela 1.1 - População recenseada e estimada, segundo as Grandes Regiões e as Unidades da
Federação – 2007’, Instituto Brasileiro de Geografia e Estatistica, 2010
(http://www.ibge.gov.br/home/estatistica/populacao/contagem2007/contagem_final/tabela1_1.pdf)
’30 gang members, associates arrested in Northern Virginia’, U.S. Immigration and Customs
Enforcement, 19 juli 2010 (http://www.ice.gov/pi/nr/1007/100719fairfax.htm).
ADORNO, S. en SALLA, F., ‘Organized Criminality in Prisons and the attacks of the PCC’, Estudos
Avançados [online], 21(2007), 7-29.
67
ADORNO, S., ‘Crimen, Punición y Prisiones en Brasil: Un Retrato sin Retoques’, Quórum. Revistas
de pensamiento iberoamericano, 16(2006), 41-49.
AMORIM, C., CV—PCC: a irmandade do crime, 8e uitg., Rio de Janeiro, 2007.
ANDERSON, J.L., ‘A Reporter at Large. Gangland, Who controls the streets of Rio de Janeiro?’, The
New Yorker (5 oktober 2009), 46-57.
ARANA, A., ‘How the Street Gangs Took Central America’, Foreign Affairs, 84(2005), 98-110.
Aspectos Generales del Fenómeno de las Maras o Pandillas 2, s.d.
(http://www.docstoc.com/docs/21484525/2-ASPECTOS-GENERALES-DEL-
FEN%C3%83%E2%80%9CMENO-DE-LAS-MARAS-O)
BORAZ, S.C. en BRUNEAU, T.C., ‘Are the Maras Overwhelming Governments in Central
America?’, Military Review, 86(2006), 36-40.
BRANDS, H., Third-Generation Gangs and Criminal Insurgency in Latin America, 2009,
(http://smallwarsjournal.com/blog/2009/07/thirdgeneration-gangs-and-crim/)
BRANTLEY, A.C. en DI ROSA, A., ‘Gangs’, FBI Law Enforcement Bulletin, 63(1994), 1-6.
BREVE, F., ‘The Maras: A Menace to the Americas’, Military Review, 87(2007), 88-95.
BURKE, D., They Banish Fools: Salvadoran Gang Members in Los Angeles, Presentatie voor: The
Institute of Latin American Studies Student Association Conference, Austin, TX, 12-14 februari 2004.
FUKUNGA, C., Sin Nombre, Speelfilm, 2009.
CALDEIRA, C., ‘A Política do Cárcere duro. Bangu 1’, São Paulo em Perspectiva, 18(2004), 87-102.
CALDEIRA, C., ‘Bangu 3: Desordem e ordem no quartel-general do Comando Vermelho’,
Inteligência, 6(2003), 91-115.
CALDEIRA, C., ‘El crimen organizado en Brasil. Tendencias del control penal’, Nueva Sociedad,
26(2000), 99-113.
Central America and Mexico Gang Assessment, United States Agency for International Development,
2006.
CHÁVEZ, J.M., ‘An Anatomy of Violence in El Salvador’, NACLA Report on the Americas,
37(2004), 31-37.
68
CIPC, ‘Las Pandillas. Definiciones’, G.COSTA en C. ROMERO red., Qué hacer con las pandillas,
25-44.
COHEN, A.M., ‘Global Crime Case: Gangs Go Global’, The Futurist, 42(2008), 47.
COSTA, G. en ROMERO, C. red., Qué hacer con las pandillas, Lima, 2009.
COUGHLIN, B.C. en VENKATESH, S.A., ‘The Urban Street Gang After 1970’, Annual Review of
Sociology, 29(2003), 41-64.
Crime and Development in Central America. Caught in the Crossfire, United Nations Office on Drugs
and Crime, Wenen, 2007.
CRUZ, J.M. red., Maras y Pandillas en Centroamérica. Las respuestas de las sociedad civil
organizada: tomo IV, San Salvador, 2006.
CRUZ, J.M., ‘Violencia y democratización en Centroamérica: el impacto del crimen en la legitimidad
de los regímes de posguerra’, América Latina Hoy, 35(2003), 19-59.
LUZ I ÁLVAREZ, D., ‘Jóvenes y violencia armada organizada en Río de Janeiro’, G. COSTA en C.
ROMERO red., Que Hacer Con Los Pandillas?, 175-193.
DA SILVA, W., Quatrocentos contra um, Rio de Janeiro, 1991.
DE CESARE, D., ‘Salvadoran Gangs: Brutal Legacies and a Desperate Hope’, NACLA Report on the
Americas, 42(2009), 33-37.
DE GRIEK, P., Handleiding Bibliografische Techniek, Leuven, 2006.
DE SOUSA BRANDÃO, T., ‘Organizações criminosas no Brasil: Uma análisa a partir da teoria das
elites e da teoria da ação coletiva’, Revista Eletrônica Inter-Legere, 3(2008), 1-18.
DE SOUZA PINHEIRO, A., Irregular Warfare: Brazil’s Fight Against Criminal Urban Guerrillas,
Florida, 2009.
DE STOOP, C., ‘Broeders van barmhartigheid’, Knack (17 september 2008), 108-112.
DE STOOP, C., ‘De Slaven van Salvador’, Knack (10 september 2008), 90-94.
DE STOOP, C., ‘Welkom in mijn favela’, Knack (24 september 2008), 92-96.
DEMOSCOPIA S.A., Maras y Pandillas, comunidad y policía en Centroamérica, Guatemala, 2007.
69
DIAS, C.C.N., ‘Consoldidação do Primero Comando da Capital (PCC) no Sistema Carcerário Paulista
e a nova Configuração do Poder’, Sociedade e Politica em Tempo de Incerteza, 2009, 2-15.
DIAZ, T., No Boundaries: transnational Latino gangs and American law enforcement, Ann Arbor,
2009.
FORT, C. en VACA ALVAREZ DE OLIVEIRA, L., ‘Medo e horror na cobertura jornalística dos
ataques do PCC em São Paulo’, Logos 26, 14(2007), 133-145.
FRANCO, C., The MS-13 and 18th Street Gangs: Emerging Transnational Gang Threats, 2008
(http://fpc.state.gov/documents/organization/102653.pdf).
FUNES, F., ‘Removal of Central American Gang Members: How Immigration Laws Fail To Reflect
Global Reality’, University of Miami Law Review, 63(2008), 301-338.
GARCIA, J.M., ‘Empty Streets, Missing Children’, Fourth Genre: Explorations in Nonfiction,
8(2006), 23-37.
GOLLO, L.A., Vigilante Groups in Brazil Trump Drug Gangs and Become Rio’s New Authority, 2009
(http://www.brazzil.com/component/content/article/200-january-2009/10295-vigilante-groups-in-
brazil-trump-drug-gangs-and-become-rios-new-authority.html).
GOUBAUD, ‘Maras y Pandillas en Centroamerica. Maras and gangs in Central America’, Revista
Latinoamericana de Seguridad Ciudadana, 4(2008), 35-46.
HAGEDORN, J.M., A world of gangs: armed young men and gangster culture, Minneapolis, 2008.
HANSON, S., Brazil’s Powerful Prison Gang, 2006
(http://www.cfr.org/publication/11542/brazils_powerful_prison_gang.html)
HARRENDORF, S., HEISKANEN, M. en MALBY, S. red., International Statistics on Crime and
Justice, Helsinki, 2010.
HARTNETT, M.J., ‘En búsqueda de nuevos espacios juveniles: las maras y estrategias de prevención
en El Salvador’, Iberoamerica Global, 3(2008), 1-25.
HOLLANDSWORTH, S., ‘You don’t want to know what we do after dark’, Texas Monthly
(December 2006), 168-173 en 255-266.
Homicide Statistics, Criminal Justice and Public Health Sources - Trends (2003-2008), UNODC
Homicide statistics, 2008 (http://www.unodc.org/unodc/en/data-and-analysis/homicide.html)
70
HOROWITZ, R. en SCHWARTZ, G., ‘Honor, Normative Ambiguity and Gang Violence‘, American
Sociological Association, 2(1974), 238-251.
HOWELL, J.C., Youth Gang Bibliography, Tallahassee, 2009.
HUME, M., ‘(Young) Men With Big Guns’: Reflexive Encounters with Violence and Youth in El
Salvador’, Bulletin of Latin American Research, 26(2007), 480-496.
HUME, M., ‘Armed violence and poverty in El Salvador’, Armed Violence and Poverty Initiative,
2004, 1-39.
HUME, M., ‘Mano Dura: El Salvador responds to gangs’, Development in Practice, 17(2007), 739-
751.
IÑIGUEZ RAMOS, J.M., Los maras: Problema de seguridad pública o nacional?, 2009
(http://www.inm.gob.mx/estudios/foros/documentos%20basicos/7%20los%20maras%20problema%20
de%20seguridad%20publica%20o%20nacional.pdf).
AGUILAR, J. en CARRANZA, M., ‘Las maras como actores ilegales en Centroamérica’, G. COSTA
en C. ROMERO red., Qué hacer con las pandillas, 111-150.
KALYVAS, S., The logic of violence in civil war, Cambridge, 2006.
KAPLAN, D.E., ‘The law of the jungle’, U.S. News & World Report, 133(2002), 35.
KOONINGS, K. en VEENSTRA, S., ‘Exclusión Social, Actores Armados y Violencia Urbana en Río
de Janeiro’, Foro Internacional, 47(2007), 616-636.
KRUIJT, D., ‘Violencia y pobreza en América Latina: Los actores armados’, Pensamiento
Iberoamericana, 2(2008), 55-70.
LEMOS CECCATO, D.R., O Comando Vermelho e a Ordem Mundial, 2006
(http://www.publicacoesacademicas.uniceub.br/index.php/relacoesinternacionais/article/viewFile/166/
285).
LESSING, B., ‘As Facções Cariocas em Perspectiva Comparativa’, H. DE MELLO FILHO (vert.),
Novos Estudos, 80(2008), 43-62.
LIEBEL, M. Pandillas y maras: señas de identidad, 2002 (www.envio.org.ni/articulo/1161).
LOGAN, S. en MORSE, A., MS-13 Organization and U.S. Response, 2007
(http://www.samuellogan.com/publications/MS-13-Organization-and-US-Response.pdf).
71
LOGAN, S., This is for the Mara Salvatrucha. Inside the MS-13, America’s most violent gang, New
York, 2009.
MALEC, D., ‘Transforming Latino Gang Violence in the United States’, Peace Review: A Journal of
Social Justice, 18(2006), 81-89.
Mara Salvatrucha: What is It, Why is It Here, and What is to be Done About it, s.d.,
(http://www.walkingwithelsalvador.org/Karen/Mara%20Salvatrucha%20Paper.pdf)
MARTÍN MAZO, D. en PANIAGUA LÓPEZ, J., ‘Narcotráfico y paternalismo en Río de Janeiro.
Drug Trafficking and Paternalism in Río de Janeiro’, Política y Sociedad, 46(2009), 205-219.
McBRIDE, M.J., ‘Migrants and Asylum Seekers: Policy Responses in the United States to Immigrants
and Refugees from Central America and the Carribean’, International Migration, 37(1999), 289-317.
MENCÍA, T.A., Las maras en la sombra. Ensayo de actualización del fenomeno pandillero en
Honduras, Tegucigalpa, 2006.
MENDES CAMPOS, L. en DOS SANTOS, N., O Crime Organizado e as prisões no Brasil, s.d.
(https://www2.mp.pa.gov.br/sistemas/gcsubsites/upload/60/O%20Crime%20Organizado%20e%20as
%20pris%C3%83%C2%B5es%20no%20Brasil%281%29.pdf).
MISSE, M., O Movimento, 2003 (http://www.necvu.ifcs.ufrj.br/arquivos/O%20Movimento.pdf).
NARVÁEZ GUTIÉRREZ, J.C., Los tristes más tristes del mundo. El departamento 15: Un espacio
transnacional, 2004 (http://collaborations.denison.edu/istmo/n08/articulos/tristes.html)
OLIVEIRA, G., Senhora liberdade – Freedom, 2006
(http://www.sllf.qmul.ac.uk/hispstudies/ladocs/brazildocs/br19senh.pdf)
PAPACHRISTOS, A.V., ‘Gang World‘, Foreign Policy, 147(2005), 48-55.
PAPPAS, C., ‘U.S. Gangs: Their Changing History and Contemporary Solutions’, Youth Advocate
Program International Resource Paper, 2001, 1-16.
PENGLASE, B., ‘The Bastard Child of the Dictatorship: The Comando Vermelho and the Birth of
"Narco-culture" in Rio de Janeiro’, Luso-Brazilian Review, 45(2008), 118-145.
POLJUVE en ANDINO, T. red., Violencia Juvenil, Maras y Pandillas en Honduras, s.l., [2009].
PORTILLO, N., ‘Estudios sobre pandillas juveniles en El Salvador y Centroamérica: una revisión de
su dimensión participativa’, Apuntes de Psicología, 21(2003), 475-493.
72
POVEDA, ‘La vida loca, Made in the US’, G. COSTA en C. ROMERO red., Qué hacer con las
pandillas, 151-174.
POVEDA, C., La vida loca, Documentaire, [2008].
REISMAN, L., ‘Breaking the Vicious Cycle: Responding to Central American Youth Gang Violence’,
SAIS Review, 26(2006), 147-152.
RIBANDO SEELKE, C., Gangs in Central America, 2008
(http://assets.opencrs.com/rpts/RL34112_20081017.pdf).
ROCHA, J.L. en RODGERS, D. red., Bróderes descobijados y vagos alucinados: Una década con las
pandillas nicaragüenses 1997-2007, Managua, 2008.
RODGERS, D., ‘Slum Wars of 21st century: Gangs, Mano Dura and the New Urban Geography of
Conflict in Central America’, Development and Change, 40(2009), 949-976.
RODGERS, D., ‘Youth Gangs and Violence in Latin America and the Caribbean: A Literature
Survey’, LCR Sustainable Development Working Paper. Urban Peace Program Series, 4(1999), 1-28.
RODGERS, D., MUGGAH, R. en STEVENSON, C., ‘Gangs of Central America: Causes, Costs, and
Interventions’, Small Arms Survey, 23(2009), 1-32.
RODGERS, D., The Gangs of Central America: Major Players and Scapegoats, 2007
(http://www.envio.org.ni/articulo/3704).
SALAMA, P., ‘Informe sobre la violencia en América Latina’, Revista de Economía Institutional,
10(2008), 81-102.
SALES BATISTA, A. en BURGOS, M.D., ‘Brazilian Gangs’, In: L. KONTOS en D.C.
BROTHERTON red., Encyclopedia of Gangs, West Port, 2008, 15-20.
SANTAMARÍA BALMACEDA, G., ‘Maras y pandillas: límites de su transnacionalidad’, Revista
Mexicana de Política Exterior, 81(2007), 101-123.
SAVENIJE, W. red., Definición y categorización de pandillas, Secretaria General de la Organización
de los Estados Americanos, Departamento de seguridad pública, 2007.
SAVENIJE, W. red., Violencia Juvenil en Centroamérica: Respuestas desde la Sociedad Civil, s.l.,
2006.
73
SAVENIJE, W., ‘Las Pandillas Trasnacionales o “Maras”: Violencia Urbana en Centroamérica’, Foro
Internacional, 47(2007), 637-659.
SAVENIJE, W., Maras y Barras. Pandillas y violencia juvenil en los barrios marginales de
Centroamérica, San Salvador, 2009.
SNEED, P., ‘Bandidos de Cristo: Representations of the Power of Criminal Factions in Rio’s
Proibidão Funk’, Latin American Music Review, 28(2007), 220-241.
SNEED, P., ‘Favelas Utopias. The Bailes Funk in Rio’s Crisis of Social Exclusion and Violence’,
Latin American Research Review, 43(2008), 57-308.
SOU DA PAZ, Brazil: Changing a History of Violence, 2006,
(http://www.iansa.org/regions/samerica/documents/Brazil-gun-referendum-analysis-SoudaPaz-
2006.pdf)
SOUZA, C., Senhora liberdade – Freedom, Documentaire, 2004.
SOUZA, F., Como Funciona o PCC – Primeiro Comando da Capital, [2007]
(http://pessoas.hsw.uol.com.br/pcc.htm).
STROCKA, C., ‘Youth Gangs in Latin America’, SAIS Review, 26(2006), 133-146.
THALE, G., ‘Las Pandillas Juveniles Centroamericanas y las Respuestas de Mano Dura’, Quórum.
Revistas de pensamiento iberoamericano, 16(2006), 51-61.
TRASHER, F.M., The Gang: A Study of 1,313 Gangs in Chicago, Chicago, 1927.
TRIPLETT, W., ‘Gang Crisis’, CQ Researcher, 14(2004), 1-29.
VALENTIN, C.S., ‘Big Kids Falling trough International Cracks: Transnational Youth Gangs on the
Global Stage’, Brown Policy Review, 2(2006), 1-14.
VASQUEZ, E.A., LICKEL, B. en HENNIGAN, K., ‘Gangs, displaced, and group-based aggression’,
Aggression and Violent Behavior, 15(2010), 130-140.
VIGIL, J.D., ‘Group Processes and Street Identity: Adolescent Chicano Gang Members’, Ethos,
16(1988), 421-445.
VIGIL, J.D., ‘Urban Violence and Street Gangs’, Annual Review of Anthropology, 32(2003), 225-242.
74
VRANCKX, A., Area Studie: politieke problemen van Latijns-Amerika, Onuitgegeven cursus,
Departement Politieke en Sociale wetenschappen, 2010.
VRANCKX, A., Landenprofielen en Basisindicatoren, 2008-2009, Onuitgegeven cursus, Departement
Politiek en Sociale Wetenschappen, 2010.
WILLIAMS, C., The Challenge of the slums: Looking for democratic inclusion on the squatter
settlements of Rio de Janeiro, Brazil, Doctoraatsverhandeling, University of Florida, department
Filosofie, 2008.
WOLF, S., The politics of gang control. NGO advocacy in post-war El Salvador,
Doctoraatsverhandeling, Universiteit van Wales, Departement Filosofie, 2008.
WOOD, J. en ALLEYNE, E., ‘Street gang theory and research: Where are we now and where do we
go from here?’, Aggression and Violent Behavior, 15(2010), 100-111.
ZALUAR, A., ‘Dilemas da segurança pública no Brasil’, A. ZALUAR red., Desarmamento,
segurança p´blica e cultura da paz, Rio De Janeiro, 2005, 11-24.
ZALUAR, A., ‘Unfinished democratization: the failure of public safety’, Estudos Anvançados
[online], 21(2007), 31-49.
ZINECKER, H., ‘From Exodus to Exitus, Causes of post-war violence in El Salvador’, PRIF Reports,
80(2007), 1-40.
ZÚÑIGA NUÑEZ, M., ‘Cultura juvenil alternativa en la sociedad salvadoreña: las representaciones
visuales al redor de las maras’, Intercambio, 5(2008), 131-156.
top related