op reis langs de voorzieningen - vilans · voorbeeldbrief uitnodiging ouders 31 voorbeeld...
Post on 05-Jul-2020
3 Views
Preview:
TRANSCRIPT
Op reis langs de voorzieningen
Op reis langs de voorzieningen
Voorlichtingsprogramma voor ouders van kinderen tot en met 12 jaar met een
verstandelijke beperking en een niet-westerse achtergrond
Draaiboek
Wat kunnen voorzieningen, hulpmiddelen en regelingen bijdragen aan het in evenwicht houden van
draagkracht en draaglast?
In opdracht van het project Samen verder in de gekleurde wereld van Rotterdam,
MEE Rotterdam Rijnmond
Ank Loog
Vilans
© 2009 Vilans
Niets uit deze uitgave en de Powerpoint downloads behorende bij deze uitgave mogen worden vermenigvuldigd
en/of openbaar gemaakt door middel van druk fotokopie, microfilm of op enige andere wijze zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming.
Deze uitgave is financieel mogelijk gemaakt door subsidie voor het project Samen verder in de gekleurde wereld van
Rotterdam, subsidie voor het project Diversiteit in participatie ZonMw en subsidie van het Fonds Verstandelijk
Gehandicapten (www.fondsverstandelijkgehandicapten.nl)
Redactiecommissie
Rohina Raghoebier, projectmanager Samen verder in de gekleurde wereld van Rotterdam en initiatiefneemster voor de
actualisering van deze cursus, MEE Rotterdam Rijnmond tot 1 april 2008
Chantelle Rodgers, projectmedewerkster Samen verder in de gekleurde wereld van Rotterdam, MEE Rotterdam Rijnmond
en na 1 april 2008 projectmanager
Fatma Alakay, cursusleidster in de pilotuitvoering
Birsen Yurdakul, CMO Stimulans
Auteur
Ank Loog
Foto’s
Studio Jee Mol/ Mike Harris (zwart-wit), Katrien Mulder (kleur)
Illustraties (bijeenkomst 3)
© Nederlands Jeugdinstituut: Opvoeden & Zo
Pictogrammen
Visitaal Pictogrammen Amsterdam
ISBN 978-90-8839-063-0
Vilans MEE Rotterdam Rijnmond
Catharijnesingel 47 Schiedamse Vest 154
Postbus 8228 3011 BH Rotterdam
3503 RE Utrecht Telefoon (010) 282 11 11
Telefoon (030) 789 23 00 Fax (010) 282 11 86
Fax (030) 789 25 99 E-mail info@meerotterdam.nl
E-mail info@vilans.nl Website www.handicap.info
Website www.vilans.nl
Te bestellen via :
www.vilanswebwinkel.nl
Inhoud
Voorwoord 7
Inleiding 9
1 Draaiboek voor organisatoren
1.1 Doel en opzet van de voorlichtingscursus 11
1.2 Organisatie en planning 15
1.3 Voorbereiding door de cursusleidster 25
Bijlagen 29
Voorbeeldbrief uitnodiging ouders 31
Voorbeeld certificaat deelnemers 33
2 Draaiboek voor cursusleidsters
Bijeenkomst 1 Kennismaking en introductie op de cursus 35
Bijeenkomst 2 Goed zorgen voor jezelf als ouder 51
Bijeenkomst 3 Goed zorgen voor alle kinderen 67
Bijeenkomst 4 Rondkomen met je geld in een ‘passende’ woning 83
Bijeenkomst 5 Je kind stimuleren in zijn ontwikkeling,
voorbereiden op volwassenheid 91
Bijeenkomst 6 Met eigen ogen gaan verkennen 103
7
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Voorwoord
Dit draaiboek is een bewerking van de gelijknamige uitgave uit 2002, geschreven door – de
te jong overleden – Henny Nelissen. Die versie was gebaseerd op proefuitvoeringen in 1998
en 1999, ontwikkeld door het NIZW (voorganger van Vilans) in samenwerking met de stich-
ting Dienstverlening Gehandicapten (inmiddels opgegaan in de CG-Raad) en SPD (nu MEE)
Amstel en Zaan.
Deze nieuwe versie is ten opzichte van de voorgaande uitgave op de volgende punten
gewijzigd:
• In iedere bijeenkomst zijn werkvormen opgenomen met het doel een verbinding te
leggen tussen eigen kennis en ervaringen van de deelnemers en de nieuwe kennis die
wordt overgedragen.
• Er is meer aandacht voor non-verbale werkvormen om het leerproces van de deelnemers
op verschillende manieren te bevorderen.
• Er is een aparte bijeenkomst ingevoegd om deelnemers te stimuleren hun eigen verant-
woordelijkheid te nemen om draagkracht en draaglast in evenwicht te houden; om hen
te stimuleren goed voor zichzelf te zorgen en daarbij hulp van familie in te roepen.
• In de slotbijeenkomst wordt niet meer gevraagd naar de oordelen van de deelnemers
over voorzieningen en instellingen met als doel deze kenbaar te maken aan de verant-
woordelijke instellingen als verbeteropdracht. Na een oriënterende cursus van zes
dagdelen zijn deelnemers vermoedelijk nog niet in staat een dergelijk afgewogen oordeel
te geven.
• Ervaringen van ruim tien jaar interculturalisering hebben geleerd dat dit een langdurig
proces is. De ambities op dit gebied zijn daarom in de nieuwe versie iets beperkter gefor-
muleerd.
De ervaringen van de deelnemers komen door de hele cursus heen aan de orde. Door deze
programmawijziging is er in de slotbijeenkomst ruimte gekomen om deelnemers te stimu-
leren over de toekomst van hun kind na te denken.
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
9
Inleiding
Dit draaiboek biedt handreikingen aan organisaties en individuen die groepsgewijs voorlich-
ting geven aan:
• ouders van kinderen (tot en met 12 jaar) met een verstandelijke beperking;
• die een niet-westerse achtergrond hebben;
• de Nederlandse taal zeer beperkt beheersen;
• weinig weten van instellingen en voorzieningen of daar nog maar kort contact mee
hebben.
In dit draaiboek spreken we over deelnemers of ouders(in plaats van moeder en/of vader).
Daarnaast gebruiken we de term cursusleidster en voorlichtster, aangezien de ervaring uitwijst
dat het vaak vrouwen zijn die voorlichtingscursussen geven. Uiteraard kan hiervoor ook de
mannelijke vorm worden gelezen. De woorden voorlichting en informatie gebruiken we door
elkaar, omdat de praktijk leert dat zowel ouders als beroepskrachten dat vaak doen.
De voorlichtingscursus is een hulpmiddel in de communicatie tussen eerstelijnshulp- en -zorg-
organisaties en ouders die de Nederlandse taal zeer beperkt beheersen. De cursus wordt in
de taal van de ouders gegeven. Er wordt beeldmateriaal gebruikt en mondeling informatie
overgedragen. De cursus kan een eerste stap zijn om de ouders eenzelfde uitgangspositie
te bieden en hun toegang te verschaffen tot voorzieningen en diensten. In veel gezinnen
zal daarna een individueel traject nodig zijn, begeleid door een zorgconsulent. Verder kan de
positie van de ouders worden versterkt wanneer in een gecombineerde aanpak door verschil-
lende organisaties ouders ook een stimulans krijgen om gebruik te maken van opvoedings-
ondersteuning (individueel of groepsgewijs). Het is mogelijk de werking van de cursus te
vergroten door de deelnemers na afronding van de cursus uit te nodigen deel te nemen aan
een informatiemarkt. Op die markt presenteren alle organisaties in het werkgebied zich die
een aanbod verzorgen dat voor de ouders van belang kan zijn. Zo kunnen de ouders contact
maken met mensen die in die organisaties werken en is het mogelijk een aantal vragen
van de ouders direct te beantwoorden. Op die manier kan de informatiemarkt een schakel
vormen in het proces het vertrouwen van de doelgroep te verwerven.
De proefuitvoering van deze cursus in het Turks heeft in het voorjaar van 2008 plaatsge-
vonden in opdracht van het project Samen verder in de gekleurde wereld van Rotterdam van
MEE Rotterdam Rijnmond. In het hele draaiboek wordt MEE als organisator van de cursus
genoemd en worden Turkse ouders als voorbeeldgroep gebruikt. Het draaiboek kan echter
ook door andere organisaties worden gebruikt als zij een specifiek project voor doelgroepen
met een niet-westerse achtergrond willen starten, ook voor andere taalgroepen. Het
gebruikte fotomateriaal is ‘multicultureel’, zodat ook andere dan Turkse ouders zich erin
kunnen herkennen.
10
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Dit draaiboek bestaat uit twee delen:
1 Draaiboek voor organisatoren
Doel en opzet van de voorlichtingscursus
Organisatie en planning
Voorbereiding door de cursusleidster
2 Draaiboek voor cursusleidsters
Uitvoering van de voorlichtingsbijeenkomsten 1 t/m 6
11
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
1.1 Doel en opzet van de voorlichtingscursus
Doelen van de groepsvoorlichting
De voorlichtingscursus heeft twee doelen:
1 Het stilzwijgen over opvoedingsproblemen doorbreken. Ouders aanzetten tot nadenken
over hun eigen (on)mogelijkheden en behoeften om een balans tussen draagkracht
en draaglast te vinden en te behouden. Ouders steunen om eigen keuzes te maken ten
behoeve van de ontwikkeling van hun kinderen.
2 Een eerste oriëntatie op voorzieningen, regelingen en hulpverleners voor ouders die de
Nederlandse taal slecht tot matig beheersen en die zwaarbelast zijn door de zorg voor een
of meer kinderen met een beperking. Deze ouders in contact brengen met mensen die bij
die voorzieningen werken.
Omdat in deze voorlichtingscursus slechts globale en algemene informatie aan bod kan
komen, leren de deelnemers ook persoonlijk enkele hulpverleners kennen bij wie zij terecht-
kunnen voor voorlichting, individueel advies en hulp op maat. Dit verlaagt de drempel naar
voorzieningen. Met het oog hierop is er ook een excursie opgenomen in het programma en
wordt gebruikgemaakt van gastdocenten en/of voorlichtsters van verschillende organisaties.
De ervaring leert dat het goed werkt als aan de cursusgroep ouders deelnemen met kinderen
in vergelijkbare leeftijdsgroepen. Dit maakt het mogelijk beter op de vragen van de ouders
aan te sluiten. De voorkeur gaat uit naar groepen ouders met kinderen tot en met 12 jaar.
Waarom groepsvoorlichting in de eigen taal?
Ouders met een niet-westerse achtergrond ontbreekt het vaak aan basisinformatie, zeker als
zij de Nederlandse taal beperkt beheersen. De informatie van zorg- en hulpverleners, scholen
en gemeenten over hulp en zorg voor ouders en kinderen met een beperking wordt door
hen regelmatig niet (goed) begrepen. Ongeveer 40 procent van de Turken en 45 procent van
de Marokkanen heeft geen onderwijs of alleen basisonderwijs gevolgd. Van de Surinamers
en Antillianen heeft bijna een vijfde deel niet meer dan basisonderwijs genoten. Ongeveer
een kwart tot een derde van de Turken en Marokkanen spreekt nooit Nederlands met hun
kinderen. Partners spreken bijna nooit Nederlands met elkaar. Zoals hieronder blijkt heeft
rond de 40% van de Turken en Marokkanen moeite met zowel het spreken als met het
begrijpen van de Nederlandse taal. Bij Surinamers en Antillianen ligt dit percentage rond de
25%.
12
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Specificatie van de problemen van respondenten die moeite hebben met een gesprek in het Nederlands,
2006 (in procenten).
Turken Marokkanen Surinamers Antillianen
vooral moeite met spreken 42 38 30 51
vooral moeite met begrijpen
15 20 44 27
met allebei moeite 43 42 27 23
Bron: SCP 20071
Schriftelijke informatie bereikt deze ouders niet of onvoldoende, ook niet als deze in de eigen
taal beschikbaar is. De wijze van informatieverwerving gaat bij deze ouders vaak via persoon-
lijk contact, via mondelinge overdracht. Het gevolg hiervan is dat de ouders en de kinderen
het moeilijker hebben dan nodig is. De moeders lopen een grote kans overbelast te raken.2
De beide ouders vinden het moeilijk om goed met hun kind om te gaan. Oudere kinderen
met een verstandelijke beperking worden ook vaak buiten het gezin niet goed opgevangen.3
Mensen die weinig of geen Nederlands spreken en wellicht ook een beperkte schoolopleiding
hebben genoten, zijn gewend aan mondelinge informatieoverdracht. Iemand die iets weet,
vertelt het aan de ander. Als iemand iets te weten wil komen, zoekt hij of zij een bekende in
eigen kring van wie wordt verwacht dat die hem of haar verder kan helpen.
Ouders praten echter niet gemakkelijk over hun problemen met hun kind(eren) met een
beperking. Schuld- en schaamtegevoelens belemmeren hen soms om daar open over te zijn.
Dat betekent dat deze ouders betrekkelijk weinig gebruikmaken van onderlinge informatie-
uitwisseling.
Informatie die mondeling in eigen kring wordt doorgegeven, is daarnaast al snel onbetrouw-
baar aangezien degenen die de informatie doorgeven zelf misschien niet alles goed hebben
gehoord of begrepen.
De ouders die vanwege hun kind(eren) al wel contacten hebben met zorg- en hulpverleners,
krijgen vaak met veel verschillende beroepskrachten te maken. Deze geven ieder informatie
over dat stukje in de puzzel waar zij zich mee bezighouden. De ouders krijgen op die manier
geen overzicht en geen volledig beeld van de mogelijkheden. Het komt niet vaak voor dat
beroepskrachten een tolk inschakelen in hun contacten met ouders die gebrekkig of geen
Nederlands spreken. De gegeven informatie komt ook om die reden regelmatig niet goed
over.
Het gevolg hiervan is dat ouders weinig weten en ook vrijwel niet in staat zijn om zelf de
regie te houden bij het oplossen van problemen: je kunt immers niet vragen om zaken
waarvan je niet weet dat ze bestaan.
1 Dagevos, J. en M. Gijsberts (red). Jaarrapport integratie 2007. Den Haag: SCP, 2007.2 Vink, M., N. Taoujni en H. Tjoa. Er is geen vluchtstrook. Allochtone mantelzorgers in Bos en Lommer. Amsterdam:
APCP, 2007. Loog. A. (red). De complexiteit van allochtone mantelzorg. Onderzoek naar de belasting van allochtone mantelzor-gers in opdracht van stadsdeel Slotervaart door OsiraGroep en Unal Zorg. Amsterdam Slotervaart, 2007. Potter, T. Allochtone mantelzorgers aan het woord: over de positie van allochtone mantelzorgers. Utrecht: Alleato Cen-trum voor Maatschappelijke Ontwikkeling, 2007.
3 Aysel Disbudak, interview ‘Verstandelijke beperking als taboe’, de Volkskrant 2-10-2007.
13
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Groepsvoorlichting in de eigen taal kan eraan bijdragen dat ouders taboes doorbreken,
doordat ze met elkaar over persoonlijke ervaringen en gevoelens4 kunnen praten en daar-
door steun aan elkaar hebben. Groepsvoorlichting kan ouders helpen zo goed mogelijk voor
hun kinderen te zorgen en de eigen regie te voeren. Door in de eigen taal, mondeling en met
veel beeldmateriaal, samenhangend en overzichtelijk informatie te bieden, is de kans groter
dat de informatie juist overkomt en beklijft.
Groepsvoorlichting in de eigen taal is wenselijk voor een deel van de bevolking. Dit geldt
echter niet zonder meer voor alle migrantenouders met een kind met beperkingen.
Hoewel we in dit draaiboek uitgaan van groepsvoorlichting in de eigen taal van de ouders,
zal dat niet in alle plaatsen mogelijk zijn omdat de (financieel en praktisch noodzakelijke)
groepsgrootte dan niet wordt behaald. In dat geval is het mogelijk om te werken met
eenvoudig en beeldend Nederlands als voertaal. Dit vraagt wel extra voorbereidingswerk van
de cursusleidster.
Overzicht van de cursusbijeenkomsten
1 Kennismaking en introductie op de cursus:
• praten over de belangrijkste knelpunten die de deelnemers ervaren
• cursusprogramma presenteren
• keuze voor al dan niet deelnemen en aanmelden voor volgende bijeenkomsten
2 Goed zorgen voor jezelf als ouder:
• balans draagkracht–draaglast
• het belang van kortstondig loslaten en ontspannen
• informatie van de MEE-voorlichtster over ontmoetings- en ontspanningsmogelijk-
heden en lotgenotencontacten
• informatie over mogelijkheden voor hulp in huis van familie, vrijwilligers of instel-
lingen (MEE, thuiszorg, kortverblijfopvang/logeren)
3 Goed zorgen voor alle kinderen:
• het kind met een beperking stimuleren en positief waarderen, grenzen stellen
• informatie van de MEE-voorlichtster over mogelijkheden voor opvoedingsondersteu-
ning, opvoedingscursussen, hulp van MEE
• informatie over wat mogelijk is aan ontwikkelingsstimulering voor kinderen
4 Rondkomen met je geld in een ‘passende’ woning:
• inventariseren wat financieel gezien de belangrijkste knelpunten zijn
• informatie van de MEE-voorlichtster over indicatiestelling
• pgb in natura en in geld, voor- en nadelen van het pgb-werkgeverschap, risico’s etc.;
Wmo / gemeentelijke regelingen, bijzondere bijstand, regelingen voor chronisch zieke
en gehandicapte kinderen
• ‘rugzakje’ voor kinderen die naar een gewone basisschool gaan
• hulp bij het invullen van formulieren, administratie etc.
4 Voor iedereen, overal ter wereld geldt dat de moedertaal de taal is waarop iemand terugvalt als emoties een rol spelen.
14
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
5 Je kind stimuleren in zijn ontwikkeling, voorbereiden op volwassenheid:
• groepsgesprek over de toekomst: wat als de kinderen ouder worden; wat is goed voor
hen, wat is goed voor de ouders?
• informatie van de MEE-voorlichtster over dagverblijf, school of dagcentrum, sociale
werkvoorziening, begeleid werk
• woonvoorzieningen voor kinderen, jongeren en volwassenen met een beperking
• evaluatie van de cursus
6 Met eigen ogen gaan verkennen:
• excursie naar een dagcentrum en/of logeerhuis
De cursus kan wekelijks of tweewekelijks worden uitgevoerd. Het programma van de bijeen-
komsten is berekend op ongeveer 2 uur, uitgezonderd de excursie. Afhankelijk van de keuze
van de locatie en de beschikbaarheid van middelen kan de excursie een of twee dagdelen
beslaan.
In verband met het belang van contactlegging met de ouders is het zaak dat de cursusleidster
per bijeenkomst minimaal 3 uur aan de uitvoering kan besteden. Vooraf aan de bijeenkomst
en zeker na afloop ervan zal zij tijd nodig hebben om persoonlijk met deelnemers te praten
en afspraken te maken voor individuele hulpverlening.
15
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
1.2 Organisatie en planning
Initiatief
Het initiatief tot het geven van de voorlichting kan komen van een organisatie als MEE, GGD,
thuiszorg, Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling (CMO) of een oudervereniging, een
initiatief tot bevordering van maatschappelijke participatie, een platform gehandicapten of
een zelforganisatie.
Als niet een zelforganisatie de initiatiefnemer is, is het van belang een dergelijke organisatie
of sleutelfiguren uit de gemeenschap te betrekken bij het organiseren van de voorlichting,
bijvoorbeeld door middel van een werkgroep. Zij kunnen een belangrijke rol vervullen bij de
werving van deelnemers.
Na het vormen van een werkgroep worden er in de oriënterende fase afspraken gemaakt
over:
• keuze voor doelgroep(en) voor de voorlichtingscursus(sen) in eigen taal voor Turken,
Marokkanen, Kaapverdianen, Chinezen, nieuwkomers als Somaliërs, Irakezen, Iraniërs,
Antillianen en Surinamers (bij sommige groepen zoals Antillianen en Surinamers is
(eenvoudig) Nederlands ook een mogelijkheid);
• de inkadering van de groepsvoorlichting; mogelijkheden voor contact met zorgaanbieders
en individueel dan wel groepsaanbod als vervolg;
• de financiering;
• het beschikbaar stellen van medewerkers en faciliteiten;
• de coördinatie;
• de keuze van de cursusleidster en de voorlichtsters vanuit verschillende organisaties.
Coördinator
Voor de voorlichtingscursus moeten tal van zaken worden geregeld. Iemand moet contacten
leggen met de betrokken organisaties en de excursies voorbereiden, de werving en het uitno-
digen van de deelnemers regelen, een goede ruimte reserveren, het voorlichtingsmateriaal
en de apparatuur beschikbaar krijgen, een cursusleidster en voorlichtster in de eigen taal of
een tolk regelen. De ervaring leert dat deze opzet alleen slaagt als iemand de verantwoorde-
lijkheid krijgt voor de coördinatie en deze ook daadwerkelijk aanvaardt.
Vanzelfsprekend kan de betreffende coördinator onderdelen van het werk aan een of meer
anderen delegeren. Hierbij moet duidelijk blijven wie er aangesproken kan worden wanneer
er iets moet worden gedaan of als er vragen zijn. Ook is het belangrijk dat de coördinator en
de cursusleidster goed kunnen samenwerken.
De belangrijkste gewenste kwaliteiten voor een coördinator zijn:
• ervaring met het organiseren van bijeenkomsten;
• kunnen samenwerken;
16
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
• in staat zijn de verantwoordelijkheid voor de coördinatie op zich te nemen;
• op de hoogte zijn van voorzieningen voor en ontwikkelingen in de leefsituatie van
(migranten- en vluchtelingen)ouders;
• contacten hebben met organisaties op het terrein van welzijn, wonen en zorg;
• contacten onderhouden met zelforganisaties van migranten en vluchtelingen.
Cursusleidster
Soms wordt de coördinatie en de cursusleiding door één persoon gerealiseerd. Soms is de
coördinatie een taak van een vaste medewerkster van een organisatie en wordt er voor de
cursus apart een cursusleidster aangetrokken.
De gewenste kwaliteiten van een cursusleidster zijn:
• ervaring met (migranten)groepen;
• in staat zijn met het draaiboek voor de cursus te werken;
• in hoofdlijnen bekend zijn met de voorzieningen voor kinderen met een beperking;
• op de hoogte zijn van beleid in de gehandicaptensector;
• op de hoogte zijn van opvoedings- en zorgopvattingen en praktijken binnen de doelgroep;
• affiniteit hebben met de doelgroepen en met participatiebevordering;
• de deelnemers respecteren;
• bij voorkeur de eigen taal van de doelgroep spreken;
• emoties kunnen hanteren die worden opgeroepen bij de deelnemers door het onderwerp
of door ingewikkelde regelgeving;
• kunnen omgaan met de tijdsdruk.
Deze voorlichtingscursus is bedoeld als eerste brede oriëntatie en niet om dieper in te gaan
op individuele vragen. Hiernaast is het doel niet gericht op lotgenotencontact, hoewel
dat wel een effect kan zijn. Toch zullen veel deelnemers met individuele vragen komen of
persoonlijke aandacht vragen voor hun problematiek. Ook zullen er veel emoties loskomen,
met betrekking tot zowel de zorgen die mensen hebben als de ervaringen met bejegening
door zorgorganisaties. Hiervoor is in deze bijeenkomsten niet veel ruimte en dit kan beter in
individuele afspraken worden behandeld. Dat vraagt een voortdurend afwegen en laveren
tussen het uitvoeren van het geplande programma en het tegemoetkomen aan de emoties
en vragen van de deelnemers. Om die reden pleiten wij voor twee personen als cursusleiding.
Deze werkwijze maakt het mogelijk het proces goed in de gaten te houden en het biedt meer
mogelijkheden voor de individuele contactlegging met de deelnemers. Maar in de praktijk zal
dit niet altijd mogelijk zijn.
De cursusleidster is bij alle bijeenkomsten aanwezig. Zij is verantwoordelijk voor het groeps-
proces, de orde van de bijeenkomst en de uitvoering van enkele programma-onderdelen. Bij
andere onderdelen van bijeenkomsten wordt eventueel ook een voorlichtster uitgenodigd
die specifieke informatie kan geven over de voorzieningen die in de bijeenkomst aan de orde
komen.
17
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Man of vrouw als cursusleid(st)er?
Voor sommige migranten- en vluchtelingengroepen maakt het niet uit of de bijeenkom-
sten worden geleid door een man of een vrouw. Bij bepaalde groepen, zoals bij Turkse en
Marokkaanse (en misschien ook voor zekere groepen vluchtelingen), leert de ervaring dat de
voorlichtingscursus beter apart voor mannen en voor vrouwen georganiseerd kan worden en
met een cursusleid(st)er van hetzelfde geslacht als de deelnemers.
Keuze van periode, dag, tijd en plaats van de bijeenkomsten
Op verschillende gebieden moeten er besluiten worden genomen en stappen worden gezet:
• Beslissen of er een wekelijks of tweewekelijks ritme wordt aangehouden.
• Inventariseren wanneer er schoolvakanties zijn, wanneer religieuze feestdagen van de
doelgroep vallen, bijvoorbeeld ramadan (via de gemeentelijke informatie op internet en
op sites van FORUM of CMO is dit te achterhalen).
• Bepalen voor wie de cursus vooral is bedoeld; dat bepaalt op welke dagen en tijden de
cursus wordt gepland en of er vooral vrouwen en vaders zonder werk worden geworven
of ook de vaders die werken.
• Bepalen waar en wanneer een excursie mogelijk is en hoeveel tijd en geld daarvoor is
vrij te maken. Overdag, tijdens schooluren, door de week of op zaterdag, met of zonder
lunch?
• Bepalen of deelnemers na iedere bijeenkomst een hand-out wordt meegegeven als herin-
nering aan wat er in de bijeenkomst is besproken en die aanleiding kan vormen om in
gesprek te gaan met familie en kennissen. Bepalen of er een apart informatieboekje voor
de deelnemers wordt gemaakt om hun aan het eind van de cursus mee te geven. Daarin
kan overzichtelijke informatie worden opgenomen over de zaken die in de cursus aan de
orde zijn geweest, eventueel aangevuld met foto’s die tijdens de excursie zijn gemaakt.
Een alternatief is geschikt (liefst in de taal van de doelgroep) bestaand voorlichtingsmate-
riaal mee te geven.
• De wervingsperiode en een aaneengesloten periode voor de bijeenkomsten inroosteren,
passend in de agenda’s van de cursusleidster en voorlichtster(s) en die van de doelgroep
(niet in vakanties, niet tijdens religieuze feestdagen).
• De cursus organiseren op een plaats die bekend is bij de doelgroep en dicht bij hun woon-
omgeving is, die deelnemers makkelijk betreden omdat het een onomstreden plek is.
• De ruimte moet plaats bieden aan vijftien mensen, met tafels in carrévorm en een witte
muur waarop geprojecteerd kan worden of met een projectiescherm. Het moet mogelijk
zijn koffie en thee te zetten en uiteraard moet er een toilet beschikbaar zijn.
Tijd en geld
Goede voorlichting geven kost tijd en geld. Het organiseren van deze voorlichting is niet iets
om tussendoor te doen. Het vraagt minimaal 120 uur voor één persoon om de bijeenkom-
sten voor het eerst te organiseren, te begeleiden, alle contacten te leggen met zelforganisa-
ties en Nederlandse organisaties, voor alle werkzaamheden rond de werving en het regelen
van organisatorische zaken.
18
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
1 Algemene voorbereiding
• contacten leggen met organisaties en inbedden van de voorlichtingscursus, bekend-
heid geven aan de cursus bij collega’s, huisartsen, scholen, moskeeën en andere
ontmoetingsplaatsen
• financiering regelen
• overleg tussen coördinator, eventueel cursusleidster, voorlichtster en eventueel tolk
2 Deelnemers werven
• ouders benaderen, sleutelfiguren inschakelen
• bijeenkomsten bezoeken
• affiches maken en verspreiden
3 Praktische voorbereiding
• zaal reserveren voor de bijeenkomsten
• voorlichtster regelen en afspraken maken over de wijze van aanpak
• excursies regelen
• tolk regelen
4 Inhoudelijke voorbereiding van de bijeenkomsten
• draaiboek en materiaal leren kennen
• materiaal gereedmaken
• op basis van de sociale kaart een eenvoudig informatieboekje voor de deelnemers
(laten) maken of geschikt voorlichtingsmateriaal verzamelen
5 Uitvoering van zes bijeenkomsten (3 uur per bijeenkomst, inclusief 1 uur voorbereiding)
6 Nazorg en afsluiting
Het zal minder tijd vragen het programma voor een tweede keer uit te voeren bij dezelfde
groep migranten of vluchtelingen, aangezien de contacten dan al zijn gelegd. In dat geval zal
het om ca. 75 uur gaan.
Er moet geld beschikbaar zijn om te kunnen starten met de voorlichtingscursus. Financie-
ring regelen is de eerste stap na het principebesluit de voorlichting te geven. Als er nog geen
zekerheid is over het geld, is het raadzaam nog geen verdere stappen te zetten. De start is een
realistische begroting.
Mogelijke kostenposten zijn:
• aanschaf van het draaiboek van Op reis langs de voorzieningen;
• uren voor coördinatie en voor cursusuitvoering;
• huur van ruimten met computer en beamer, microfoon, flap-over (5x);
• consumpties (6x);
• huur van een bus voor de excursie of reiskosten openbaar vervoer voor de hele groep;
• kosten voor de excursie: betaling – zo nodig – aan de instelling voor uren en/of
consumpties, een aardigheidje voor inleiders en/of gastvrouw of gastheer bij excursies,
eventueel kosten voor de lunch;
• print- en kopieerkosten, verzendkosten, kosten certificaten;
19
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
• vertaalkosten;
• eventueel kosten van een informatieboekje met foto's van excursies;
• kosten voor een eventuele tolk;
• kosten voor het inschakelen van een voorlichtster voor bepaalde programma-onderdelen
(vaak kan dit gedragen worden door de organisatie van de voorlichtster, dit is echter niet
altijd het geval).
Tijdpad
Er is ongeveer een periode van drie maanden nodig tussen het moment waarop wordt
besloten de cursus uit te voeren (dus wanneer de financiën zijn geregeld) en de daadwerke-
lijke start van de voorlichting.
Eerst moet er een werkgroep worden gevormd en worden de taken verdeeld. Taken voor
de eerste weken zijn: de sociale kaart gereedmaken, tijdsplanning maken, afspraken met
voorlichtsters en de excursie regelen. Er worden ook ruimten gereserveerd, zo nodig tolken
besteld, een wervingsplan en -middelen gereedgemaakt en er wordt onderzocht of en hoe
kinderopvang te regelen is. Een concept voor een certificaat voor de deelnemers wordt
ontwikkeld en het informatieboekje voor de deelnemers wordt eventueel samengesteld.
Minstens een maand voor het geplande begin van de cursus gaat de werving van start, zowel
intern, in de eigen organisatie, als extern, naar buiten. Brieven en affiches zijn dan dus gereed
voor verspreiding.
Minimaal twee weken voor de startdatum begint de cursusleidster met de inhoudelijke voor-
bereiding voor zichzelf en in overleg met de voorlichtster(s).
De cursus wordt uitgevoerd in zes bijeenkomsten, wekelijks of tweewekelijks. Tussentijds
wordt iedere bijeenkomst in detail voorbereid.
Na afloop van de cursusperiode is er nog tijd nodig voor nazorg:
• gastvrouwen/-heren van de excursie bedanken;
• sleutelfiguren bericht sturen over het resultaat van de werving en de bijeenkomsten;
• rapportage maken voor de eigen organisatie en de samenwerkingspartners;
• regelen van doorverwijzing van deelnemers naar individuele hulpverlening of vervolg-
initiatieven.
Werving
In de werkgroep wordt met elkaar afgesproken wat de centrale boodschap van de werving is.
Er komt een voorlichtingscursus voor ouders [moeders of moeders en vaders] met een kind tot en met
12 jaar met een beperking. Het is een cursus voor ouders die niet goed Nederlands spreken en weinig
weten van de voorzieningen die hen bij de opvoeding van hun kind kunnen helpen.
Met veel beeldmateriaal en een excursie krijgen de ouders informatie in hun eigen taal, kunnen
20
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
zij met andere ouders praten en ervaringen delen. Op [datum, tijd] is er een eerste bijeenkomst in
[plaats, adres]. Door daar naartoe te komen, kunnen de ouders ervaren wat de cursus inhoudt en
daarna beslissen of zij aan de vijf voorlichtingsbijeenkomsten willen meedoen.
Stel binnen de eigen organisatie de collega’s op de hoogte van de voorlichting. Geef duide-
lijk doel, doelgroep, taal en leeftijdscategorie van de gehandicapte kinderen op. Spreek met
collega’s af dat zij namen en adressen voor mogelijke deelnemers zullen aanleveren voor het
versturen of uitdelen van de uitnodigingsbrief en spreek daarvoor een aanleverdatum af.
Maak een persoonlijke brief aan mogelijke deelnemers, in eigen taal met eenvoudig taalge-
bruik en zonder jargon geschreven. Deze brief wordt door contactpersonen of sleutelfiguren
uitgedeeld aan ouders die volgens hen daarvoor in aanmerking komen. Ook via scholen en
dagverblijven kan de brief worden uitgedeeld. Zie een voorbeeld voor een brief in de bijlage.
Laat de brief in vertaling door enkele mensen lezen om een eenvoudige, heldere en foutloze
tekst te garanderen.
Vraag collega’s om te helpen bij de werving door in telefonische contacten de cursus onder
de aandacht te brengen.
Leg contacten met:
• zelforganisaties: zij kennen veel mensen en kunnen een belangrijke steun zijn en hebben
het vertrouwen van hun leden;
• sleutelfiguren, mensen die goed bekend zijn in wijk of de gemeente; huisartsen, alloch-
tone zorgconsulenten, imams of andere geestelijk leiders;
• leerkrachten op scholen.
Een affiche helpt ook bij de werving. Daarop staan in de eigen taal en in het Nederlands de
naam van de cursus, de tijd en de plaats van de eerste bijeenkomst vermeld. Het affiche kan
worden opgehangen op verschillende plaatsen waar de doelgroep te verwachten is. De hier-
navolgende voorbeelden kunnen in dezen richting geven.
Hang affiches op en kondig persoonlijk de cursus aan bij een contactpersoon bij:
• godsdienstige of andere activiteiten in moskeeën, kerken of tijdens gebedsdiensten;
• koffiehuizen en cafés;
• buurt- en wijkgebouwen;
• sport- en vrijetijdsverenigingen;
• consultatiebureaus;
• dagverblijven en (z)mlk-scholen.
Maak een persbericht en zorg ervoor dat dit in lokale radio-uitzendingen in de eigen taal
wordt gemeld.
Laat huis-aan-huis wervingsfolders rondbrengen.
21
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Afspraken met voorlichtsters
Bij de uitleg over het programma aan voorlichtsters is het van belang te benadrukken dat
de informatie die zij gaan geven vooral praktisch moet zijn, en dat het wenselijk is dat zij in
eenvoudige taal en zonder vakjargon spreken. Het is voor deelnemers immers niet interes-
sant hoe een voorziening organisatorisch in elkaar zit. Veel belangrijker zijn vragen als:
• Wat kan een organisatie of voorziening voor ouders of kinderen met een beperking doen
(en wat doen ze niet): welke diensten bieden zij?
• Hoe kunnen ouders in contact komen met deze organisatie? Via doorverwijzing of op
eigen initiatief?
• Waar en wanneer kan men bij de voorziening terecht? Adres, telefoon, e-mail, openings-
tijden etc.
• Wat gebeurt er als men contact zoekt met de voorziening? Wordt men gelijk geholpen?
Is er eerst een intakegesprek en wordt er daarna pas een hulpverlener toegewezen? Is er
een wachttijd?
• Zijn er voorwaarden verbonden aan het gebruik van de diensten? Is er bijvoorbeeld een
indicatie nodig?
• Zijn er kosten verbonden aan het gebruik van de diensten en kan men de kosten hiervan
vergoed krijgen, bijvoorbeeld van de gemeente of van de zorgverzekeraar?
• In hoeverre houdt de voorziening rekening met individuele wensen met betrekking tot
voedsel, hygiëne, scheiding meisjes/jongens, geloofsuitingen etc.
Vraag de voorlichtster om met duidelijke, herkenbare voorbeelden te werken.
Geef aan – als er met een tolk gewerkt wordt – dat het gesprek vertaald moet worden en dat
dit tijd kost. Vraag de voorlichtster steeds korte stukjes tekst te vertellen en dan de tolk de
gelegenheid te geven om te vertalen. Geef duidelijk aan over hoeveel tijd een voorlichtster
kan beschikken en benadruk dat er tijd moet overblijven voor de deelnemers om vragen te
stellen.
Werken met een tolk
Als de cursusleidster de taal van de deelnemers niet spreekt, wordt er met een tolk gewerkt.
De ervaring leert dat inschakeling van een professionele tolk het beste is. Een voorwaarde is
wel dat de tolk bekend is met begrippen die tijdens de cursus worden gebruikt, zoals mantel-
zorg, omschrijvingen van bestaande voorzieningen die ter sprake komen tijdens de cursus
etc. Een officiële tolk kost geld. Het is zaak dat de tolk op de hoogte is van de inhoud van de
cursus en het is wenselijk voorafgaand aan elke bijeenkomst in het kort de inhoud en werk-
wijze van de bijeenkomst te bespreken. Wanneer er een tolk wordt aangetrokken vanuit een
tolkencentrum, is het belangrijk voor de cursus een vaste tolk te reserveren. Mogelijkerwijs
moet bij gebrek aan geld (noodgedwongen) worden gewerkt met een (vrijwillige) tolk die
goed Nederlands spreekt en de taal van de deelnemers beheerst die vaker als intermediair
optreedt. Het is belangrijk goede afspraken te maken over de taak van de tolk.
Zorg dat de tolk naast de cursusleidster zit en alleen vertaalt wat er wordt gezegd.
22
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Tips voor een cursusleidster of voorlichtster die met een tolk werkt:
• Zorg ervoor dat de tolk naast u zit. Richt u tot de groep en houd contact met de deelne-
mers, kijk niet naar de tolk.
• Alles moet steeds worden vertaald, dus geef iedere keer maar een beperkte hoeveelheid
informatie. Geef de tolk de gelegenheid om te vertalen en ga direct aansluitend verder
met uw verhaal.
• Denk vanuit de doelgroep. De deelnemers weten weinig tot niets van Nederlandse voor-
zieningen. Vertel geen standaardverhaal waarin u een organisatie van a tot z presenteert,
maar spreek alleen over wat voor de deelnemers van belang kan zijn.
• Een klein aantal mensen zal u (deels) kunnen verstaan als u Nederlands spreekt. Praat dus
bij voorkeur rustig, eenvoudig en duidelijk om hun de kans te geven u te volgen.
• Vermijd moeilijke woorden en jargon. Geef praktische voorbeelden. Herhaal kernpunten.
• Als deelnemers vragen stellen, luister dan naar de tolk maar kijk bij het antwoorden de
vragensteller weer aan.
Excursie
De voorbereiding voor een excursie kost tijd. Daar staat tegenover dat zelf ergens op bezoek
gaan de deelnemers veel biedt. Zij kunnen zich dan beter voorstellen of de betreffende voor-
ziening voor hen interessant kan zijn. Voorbeelden van een excursie zijn een dagcentrum, een
logeerhuis, een sociale werkplaats.
Tips voor de voorbereiding van de excursie:
• Regel alles een paar weken voor de vastgestelde excursiedatum. Noem dag en tijd bij het
maken van de afspraken. Geef aan hoe groot de groep is. Houd eventueel rekening met
gebedstijden en regel zo nodig dat er gelegenheid is om tussentijds te bidden.
• Maak precieze afspraken met de voorziening die wordt bezocht en met de deelnemers.
Spreek af waar en hoe laat de deelnemers bijeenkomen. Spreek de instaptijden voor de
gehuurde bus of het openbaar vervoer af. Geef de firma én de chauffeurs een overzicht
van de vertrektijden en adressen.
• Spreek af wie de groep zal ontvangen. Het gaat er bij de excursie om dat de deelnemers
met eigen ogen zien en ervaren en praktische informatie krijgen. Spreek daarom met de
gastvrouw of gastheer af dat de tijd vooral wordt besteed aan een rondleiding of demon-
stratie. Verder is het belangrijk dat gebruikers van de voorziening iets kunnen zeggen over
hun ervaringen en dat ze hierbij hun mogelijke emotie kunnen overbrengen. Spreek met
de gebruikers af hoelang ze aan het woord kunnen zijn.
• De deelnemers moeten een goede indruk krijgen van de organisaties voor dienstverle-
ning en zorg. Dit is voor velen de eerste kennismaking met Nederlandse organisaties voor
mensen met een beperking. Daarom is het belangrijk dat de ouders voelen dat zij welkom
zijn. Dat betekent: een goede organisatie van de hele excursie, een gastvrouw of gastheer
die goed op de hoogte is en de groep niet laat wachten (en ook niet tussentijds wordt
weggeroepen), eventueel koffie en thee met iets lekkers daarbij.
• Draag zorg voor een attentie voor de gastheer of gastvrouw.
23
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Tips voor de uitvoering van de excursie:
• Regel waar koffie en thee wordt geserveerd: op het adres van vertrek of op het bezoek-
adres.
• Geef de deelnemers het programma.
• Zeg: ‘Vandaag zullen we een bezoek brengen aan [naam instelling]. In alle gemeenten
zijn zulke organisaties voor kinderen met een beperking. U kunt vandaag allerlei
vragen stellen, daar is deze dag voor. We zijn om [tijd] hier weer terug. We gaan
met [een busje / met het openbaar vervoer / de bus / de tram].’
• Bij aankomst bij een voorziening: als de voorzitter of een beroepskracht van een organi-
satie meegaat, stel dan steeds degene die de groep ontvangt voor aan hem of haar.
• Zorg er tijdens de excursie voor dat de deelnemers steeds weten waar ze zijn. Als iedereen
zit of aanwezig is, zeg dan: ‘We zijn nu [locatie]. Dit is [naam persoon]. [Hij/zij] zal ons
eerst iets vertellen over [onderwerp]. Daarna krijgen we een rondleiding. Ik nodig u van
harte uit de vragen te stellen die u hebt, want die kans hebt u nu.’
• Draag er zorg voor dat de attentie voor de gastheer of gastvrouw wordt overhandigd bij
het vertrek.
• Neem een fototoestel mee en maak foto’s als u hebt besloten een informatieboekje te
maken dat de deelnemers aan het eind van de cursus ontvangen.
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
25
1.3 Voorbereiding door de cursusleidster
Aanpassing van het draaiboek en het materiaal aan de lokale situatie en de doelgroep
In dit draaiboek is de situatie van Turkse ouders als voorbeeld genomen. Het programma
is in een grote stad op proef uitgevoerd. Het draaiboek is ook geschikt voor voorlichtings-
cursussen voor andere taalgroepen en in kleinere plaatsen. Per situatie vraagt dit echter om
enige aanpassing in organisatie, voorbereiding en uitvoering. Iedere plaats heeft zijn eigen
sociale kaart en de beschikbaarheid van voorzieningen is ook niet overal hetzelfde. De lokale
sociale kaart is medebepalend voor de invulling van de onderwerpen van de voorlichting. De
verschillende doelgroepen vragen ieder hun eigen wervingsaccent en aandachtspunten voor
de planning.
In de voorbereiding voor een specifieke doelgroep vragen de voorbeelden en teksten wellicht
om enige aanvulling en/of aanpassing aan de ervaringen van die groep deelnemers.
- Neem het programma van alle bijeenkomsten door en bekijk de Powerpoint-presentaties.
- Besluit welk materiaal kan worden aangevuld en zoek dat op.
- Maak een lijstje van benodigdheden per bijeenkomst en zorg ervoor dat per bijeenkomst
het benodigde materiaal beschikbaar is.
- Bereid iedere bijeenkomst kort van tevoren in detail voor.
- Bedenk vooraf ook hoe je teksten met eigen woorden in de taal van de deelnemers kunt
formuleren en op welke wijze je speciale begrippen kunt uitleggen. Zoek zo mogelijk een
kenmerkend beeld om te laten zien of om over te vertellen. Geef praktische voorbeelden.
Vertel dingen vaker, in andere bewoordingen of toegelicht met een voorbeeld. Schrijf
voor jezelf – in je eigen taal – de tekst op die je gaat uitspreken. Oefen met deze tekst,
zodat je tijdens de bijeenkomst niet steeds hoeft na te denken over de juiste vertaling of
in je aantekeningen hoeft te kijken.
Als het niet mogelijk is om de voorlichtingscursus voor één specifieke taalgroep te organi-
seren, kan dit draaiboek ook van dienst zijn. In dat geval vraagt de werving meer tijd, evenals
de voorbereiding en de uitvoering. Vanuit het perspectief van de cursusleidster heeft het dan
de voorkeur als er een mix is van deelnemers, zodat niet één taalgroep overheerst. De voer-
taal wordt dan zeer eenvoudig Nederlands. Er zijn dan ook tolken nodig. Soms is het mogelijk
met zogenoemde fluistertolken te werken. De coördinator van de cursus kan daarvoor zorg
dragen of bij de werving wordt gemeld dat deelnemers een bekende kunnen meenemen die
de gesproken tekst zachtjes voor hen kan vertalen tijdens de bijeenkomsten.
26
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Beeldmateriaal
In deze voorlichtingscursus wordt bij de bijeenkomsten 1, 2, 3 en 5 beeldmateriaal
gebruikt dat in Powerpoint is gezet en is te downloaden via de Vilans-webwinkel
(www.vilanswebwinkel.nl) bij de publicatie Op reis langs de voorzieningen. Dit materiaal is
aan te vullen met zelfgemaakte foto’s van voorzieningen in de betreffende gemeente
(gebouwen met een leesbare naam en een stuk van de straat waaraan ze liggen, met het
oog op de herkenbaarheid). Ook kunnen foto’s uit tijdschriften of jaarverslagen worden
gescand en worden ingevoegd in de Powerpoint-presentaties. Wellicht beschikt een van de
samenwerkende organisaties over beeldmateriaal (foto’s en logo’s) ter presentatie om de
herkenning te bevorderen. In bijeenkomst 4 wordt niet gewerkt met beeldmateriaal. Deze
bijeenkomst wordt ingevuld door een specialist in financiële regelingen. Bijeenkomst 6 is een
excursie.
Certificaat en informatiemateriaal
Deelnemers krijgen na afloop van de cursus een certificaat (zie het voorbeeld in de bijlage bij
dit deel van het draaiboek). Eventueel ontvangen zij na iedere bijeenkomst een hand-out of
hun wordt aan het eind van de cursus een eenvoudig informatieboekje uitgereikt. Dat infor-
matieboekje omvat de namen van de organisaties die tijdens de bijeenkomsten aan de orde
zijn geweest, inclusief de contactpersonen met naam, adres en telefoonnummer. Daarnaast
kan er ook een beperkt aantal folders van de organisaties worden ingevoegd in het boekje.
De ervaring leert dat deelnemers het boekje beter bewaren en het sneller aan bekenden
laten zien als het is verlevendigd met foto’s van henzelf, met plaatjes van de bijeenkomsten
en de excursie en met foto’s van de gebouwen waarin de voorzieningen gehuisvest zijn. Als
er geen speciaal informatieboekje wordt gemaakt, wordt de deelnemers geschikt bestaand
informatiemateriaal aangereikt.
Benodigdheden voor iedere bijeenkomst (met uitzondering van de excursie)
Voor iedere bijeenkomst dienen de volgende elementen beschikbaar en gebruiksklaar te zijn:
• een zaal die ruim genoeg is voor het aantal deelnemers en goed toegankelijk (dichtbij,
een vertrouwd adres, voor rolstoelen bereikbaar) en op temperatuur is;
• een (laptop)computer met een Powerpoint-programma, een cd-romlade en een USB-
ingang;
• een beamer;
• een projectiescherm of een witte muur;
• een USB-stick, cd-rom of dvd met programma-onderdelen, foto’s en ander beeldmate-
riaal;
• een flap-over met lege vellen, dikke schrijfstiften of whiteboard met passende stiften;
• gekleurde stickers, ‘geeltjes’, fotokaarten en ander werkmateriaal voor tijdens de
programma-onderdelen (voor iedere bijeenkomst het werkmateriaal dat in die bijeen-
komst beschreven staat);
27
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
• affiche om mensen de weg naar de zaal te wijzen en/of een gastheer of -vrouw die
mensen naar de zaal kan leiden;
• koffie, thee, water en eventueel koekjes.
Toelichting op de bijeenkomsten
Bijeenkomst 1 — kennismaking en introductie op de cursus — is voor ouders om te
bepalen of deze voorlichtingscursus hun iets kan bieden.
In de kennismakingsronde krijgen zij een idee van de andere ouders en hun gezinssituatie. Zij
krijgen tijdens deze bijeenkomst de gelegenheid om aan te geven welke knelpunten zij als het
zwaarst ervaren. Zij wisselen ervaringen uit met andere aanwezigen. De cursusleidster zorgt
hierbij voor een prettige, ontspannen en vertrouwelijke sfeer. Dat vraagt een open houding
en aandacht voor alle deelnemers.
Naast algemene informatie over het doel van de voorlichting geeft de cursusleidster uitge-
breid mondeling en met beeld uitleg over het programma van de reeks bijeenkomsten,
zodat de aanwezigen een idee krijgen van wat de cursus hun kan opleveren. De manier van
werken in deze eerste bijeenkomst geeft de deelnemers goed beschouwd een voorbeeld
van de aanpak in de rest van de bijeenkomsten: werken met beelden, onderlinge uitwisse-
ling, vertrouwdheid in de groep en mondelinge informatie. De aanwezigen wordt duidelijk
gemaakt dat de volgende bijeenkomsten (2 t/m 6) alleen bedoeld zijn voor de mensen die
zich bij deze eerste bijeenkomst inschrijven.
Tip: De cursusleidster gebruikt bij voorkeur termen als ‘kinderen die langzaam leren’,
‘kinderen die veel aandacht vragen’ en ‘speciale kinderen’ in plaats van te spreken over
‘gehandicapte kinderen’.
Bijeenkomst 2 — goed zorgen voor jezelf als ouder — staat in het teken van goede zorg
voor jezelf als ouder.
Ouders van kinderen met een beperking kunnen onder grote druk staan. Dat heeft
vanzelfsprekend invloed op hun eigen gezondheid. Als zij de zorg voor hun kind(eren) niet
volhouden, heeft dat een negatieve invloed op het hele gezin. De cursusleidster besteedt in
dit kader aandacht aan de balans draagkracht–draaglast en aan het belang van – kortstondig
– loslaten en ontspannen.
In het tweede deel van de bijeenkomst geeft een voorlichtster van MEE informatie over
ontmoetings- en ontspanningsmogelijkheden, lotgenotencontacten en over het inschakelen
van hulp in huis of bij familie of van instellingen (MEE, thuiszorg).
Bijeenkomst 3 — goed zorgen voor alle kinderen — gaat over goed zorgen voor je kind
en voor de sfeer in het gezin.
De cursusleidster besteedt aandacht aan het stimuleren en positief waarderen van een kind
met beperkingen en aan grenzen stellen.
In het tweede deel van de bijeenkomst geeft een voorlichtster informatie over mogelijkheden
voor opvoedingsondersteuning, opvoedingscursussen en hulp van MEE bij ontwikkelings-
stimulering voor kinderen.
28
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Bijeenkomst 4 — rondkomen met je geld in een ‘passende’ woning.
Heel veel ouders beschikken over een beperkt inkomen en kinderen met een beperking zijn
‘duurder’ dan andere kinderen. Deze bijeenkomst is daarom volledig gewijd aan voorlichting
over financiële regelingen, woningaanpassing en hulpmiddelen. Daarvoor wordt een voor-
lichtster ingeschakeld die gedurende de hele bijeenkomst aanwezig is.
Bijeenkomst 5 — je kind stimuleren in zijn ontwikkeling, voorbereiden op
volwassenheid — stimuleert ouders na te denken over de toekomst van hun
kind en de voorbereiding op volwassenheid.
De cursusleidster voert in dit kader een groepsgesprek over de toekomst: wat als de kinderen
ouder worden; wat is goed voor hen, wat is goed voor de ouders?
Een voorlichtster geeft informatie over een dagverblijf, een school of een dagcentrum,
sociale werkvoorziening, begeleid werk, logeerhuizen, woonvoorzieningen voor kinderen,
jongeren en volwassenen met een beperking.
De cursus wordt aan het einde van deze bijeenkomst geëvalueerd. De deelnemers treffen
elkaar hierna immers alleen nog tijdens de excursie.
Bijeenkomst 6 is de excursie — met eigen ogen gaan verkennen.
De cursusleidster begeleidt de deelnemers op hun excursie naar een dagcentrum en/of een
logeerhuis.
29
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Bijlagen
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
31
Voorbeeldbrief uitnodiging ouders
Uitnodiging aan (Turkse) ouders met een kind dat zich langzaam ontwikkelt
[plaats, datum]
Geachte ouders,
Uw kind groeit op en moet veel leren, zoals elk kind. Als ouder doet u daar steeds uw best
voor. Maar soms is het erg moeilijk. Vaak is het nog moeilijker met een kind dat zich lang-
zaam ontwikkelt. Dan vraagt u zich misschien af: Wat kan ik doen? Wie geeft mij hulp? Bij
wie moet ik zijn? Hoe kom ik uit met mijn geld?
Wij gaan voorlichting geven om u te helpen met uw vragen. In het [Turks]. U hoeft niet te
kunnen lezen of schrijven om mee te doen.
Mevrouw [naam] geeft de voorlichting. U hoort dan hoe u hulp kunt krijgen.
Kom naar de eerste bijeenkomst. U bent van harte welkom.
Tijd:
Plaats:
Lokaal:
We hebben een programma gemaakt dat moeders echt kan helpen. U praat met elkaar over
uw problemen. We vertellen over de onderwerpen die in volgende bijeenkomsten worden
behandeld. Daarna kunt u besluiten of u wilt meedoen aan de vijf bijeenkomsten van deze
cursus.
In de cursus kunt u met andere ouders ervaringen uitwisselen. We laten beelden zien. Er
komen deskundige sprekers. U kunt vragen stellen. U gaat ook zelf kijken naar een dagop-
vang en een logeerhuis voor kinderen die zich langzamer ontwikkelen.
Namens:
Hebt u vragen? Belt u dan: [naam en telefoonnummer]
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
33
Voorbeeld certificaat deelnemers
Certificaat
[naam]
heeft deelgenomen aan de cursus Op reis langs de voorzieningen.
Deze voorlichtingscursus bestond uit zes dagdelen en is georganiseerd door:
[naam project/organisatie]
[handtekening]
[datum]
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
35
Bijeenkomst 1 Kennismaking en introductie op de cursus
Doel voor de cursusleidster:
• Tien tot vijftien deelnemers weten wat ze kunnen verwachten en zijn gemotiveerd om
zich aan te melden voor de rest van het cursusprogramma.
Doelen voor de deelnemers:
• deelnemers weten waarom de cursus wordt gegeven, weten dat de voorlichting is
bedoeld voor ouders van kinderen tot en met 12 jaar en hebben kennisgenomen van het
cursusprogramma;
• deelnemers zijn gemotiveerd om mee te doen en melden zich aan.
36
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Programma
tijd 120 minuten inhoud werkvorm materiaal
25 minuten 1.1 Welkom en kennis-
making
Welkomstwoord en
kennismakingsgesprek
Lijst kennismaking
10 minuten 1.2 Uitleg over het doel van
de bijeenkomst
Groepsinstructie Introductietekst
Powerpoint-presentatie 1,
dia 1-3
40 minuten 1.3 Bespreking ervaren
knelpunten aan de hand
van dia’s
Groepsgesprek onder
leiding van cursusleidster
Instructie
Powerpoint-presentatie 1,
dia 4-16
Knelpuntenlijst
10 minuten Pauze
10 minuten 1.4 Uitleg over het
programma van de cursus
Groepsinstructie door
cursusleidster
Instructie
Powerpoint-presentatie 1,
dia 17 en eventueel dia 18
5 minuten 1.5 Gelegenheid om
vragen te stellen
Individuele reacties
10 minuten 1.6 Aanmelding Groepsinstructie door
cursusleidster
Deelnemers geven naam,
adres, telefoonnummer
Aanmeldingslijst
10 minuten 1.7 Afspraken en afsluiting Groepsinstructie door
cursusleidster
37
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Uitvoering
1.1 Welkom en kennismaking
Doel
Deelnemers en cursusleidster weten wie aanwezig zijn en voor welke kinderen (met een
beperking) zij zorgen. Zij bouwen samen een vertrouwelijke sfeer op.
Tijdsduur
25 minuten
Voorbereiding door de cursusleidster
Bedenk vooraf hoe je jezelf voorstelt. Bereid voor hoe je iets persoonlijks meldt in relatie tot
het hebben van kinderen met een beperking. Dit helpt om een open sfeer te bewerkstelligen.
Jij begint de kennismakingsronde en zet de toon. Bereid je erop voor de voorstellingsronde
persoonlijk te maken en tegelijkertijd per deelnemer de tijd betrekkelijk kort te houden.
Alternatieve vorm
Bedenk wat je wilt zeggen over een voorwerp dat iets over jou zegt, dat je dagelijks gebruikt of waar je
vaak naar kijkt (bijvoorbeeld foto’s in je portemonnee, een sleutelring of een mascotte die altijd in je
tas zit).
Werkvorm en inhoud
Een persoonlijke voorstellingsronde langs alle deelnemers. Stel je niet te centraal op; meng
je zo tussen de deelnemers dat zij zich niet alleen op jou kunnen richten. Vraag hun om hun
verhaal aan elkaar te vertellen. Vraag hun om hun naam te noemen en het aantal kinderen
waar ze voor zorgen. Vraag hun ook of ze willen aangeven hoe oud de kinderen zijn en of het
kind / de kinderen met een beperking overdag thuis, op school of op een dagverblijf is/zijn.
Alternatieve vorm
Vraag de deelnemers iets te pakken wat zij dagelijks bij zich dragen (bijvoorbeeld een sleutelring,
een mobiele telefoon, een hulpmiddel of medicijnen), te vertellen wat het is, waarom zij het bij zich
hebben en of het iets belangrijks voor hen is. Wellicht kan deze werkvorm worden ingezet om tot
een persoonlijke, vertrouwelijke sfeer te komen. Het kan ook zijn dat het niet goed werkt om op de
allereerste bijeenkomst al zo nabij te komen. Het is aan de cursusleidster om in te schatten of deze
werkvorm wel of niet passend is.
Materiaal
Lijst kennismaking, in te vullen door de cursusleidster tijdens de kennismaking.
38
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Aanwezigen
naam naam en leeftijd kind met
speciale aandacht
andere kinderen en hun leef-
tijden
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
39
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
1.2 Uitleg over het doel van de bijeenkomst
Doel
Deelnemers begrijpen waarom deze cursus (door MEE) georganiseerd wordt.
Tijdsduur
10 minuten
Voorbereiding door de cursusleidster
Neem de introductietekst door. Zoek eigen woorden en een enkel voorbeeld om de inhoud
ervan over te brengen aan de deelnemers.
Werkvorm en inhoud
Presentatie door de cursusleidster aan de groep.
Materiaal
• Powerpoint-presentatie 1, dia 1-2 en na de introductietekst dia 3
- dia 1: titeldia
- dia 2: dia van gezin
- dia 3: dagprogramma
• Introductietekst
Vertel:
Dit zijn Ibrahim en Asha en hun kinderen. Hun zoon Adil is nu 9 jaar. Toen hij 4 jaar was, merkten
ze dat er iets met hem aan de hand was. Op school ging hij schreeuwen en andere kinderen schoppen
en slaan. Mensen die hem niet kenden, konden hem ook niet goed verstaan. Hij kon niet op de
gewone basisschool blijven. Hij is nu op een school voor moeilijk lerende kinderen, maar daar gaat
het niet goed. Misschien moet hij daar wel weg en naar een dagverblijf. Asha maakt zich grote
zorgen, ze slaapt er ook niet goed van. Zij begrijpt niet echt goed wat er aan de hand is en wat de
school over Adil zegt. Als hij van school moet en naar een dagverblijf moet, wat voor toekomst zal hij
dan hebben? Zullen ze daar wel goed voor hem zorgen? Zij voelt zich alleen. Met haar man kan zij
niet goed praten over haar zorgen en ze durft er niet met anderen over te spreken.
Zeg verder:
Zoals dit gezin zijn er vele. MEE organiseert deze bijeenkomst voor ouders van speciale kinderen
tot en met 12 jaar, voor ouders van kinderen die langzaam leren. Alle ouders willen goed voor hun
kinderen zorgen. Soms is dat moeilijk voor ouders. Het kan moeilijk zijn omdat je als ouder zo’n
kind heel veel aandacht moet geven. Of omdat andere kinderen ook aandacht moeten hebben. Soms
weet je niet meer hoe je rond moet komen omdat je kind zo ‘duur’ is. Soms ben je wanhopig omdat je
rust nodig hebt en niet weet hoe je die kunt krijgen. Je wilt het beste voor je kind, maar je weet niet
precies hoe je erachter kunt komen wat dat is en hoe je het kunt regelen. Je kunt het ook erg moeilijk
vinden om je weg te vinden in alle ingewikkelde regels in Nederland.
MEE organiseert een cursus om samen te praten over hoe je goed kunt zorgen voor jezelf, voor je gezin
en vooral voor je speciale kind en om je de weg te wijzen naar hulp als je die nodig hebt en er een
40
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
beroep op zou willen doen. Vandaag kunnen jullie een idee krijgen of die cursus wat voor jullie is,
of jullie er iets aan hebben. Vervolgens kunnen jullie kiezen of jullie mee willen doen aan de andere
bijeenkomsten.
1.3 Bespreking ervaren knelpunten aan de hand van dia’s
Doelen
• Deelnemers raken met elkaar aan de praat over de zorg voor hun speciale kind.
• Deelnemers geven aan wat voor hen op dit moment de knelpunten zijn die het zwaarst
wegen.
Tijdsduur
40 minuten
Voorbereiding door de cursusleidster
Bekijk zelf vooraf de dia’s, lees de instructie door en bedenk hoe je in eigen woorden dit
programma-onderdeel presenteert en een toelichting geeft bij de dia’s.
Zorg ervoor dat je de knelpuntenlijst en een pen bij de hand hebt om tijdens het groepsge-
sprek te noteren hoeveel deelnemers sterk reageren op een bepaald knelpunt en of het voor
hen zwaar of licht weegt.
De dia’s roepen denkelijk veel reacties op. Laat de deelnemers praten, stimuleer iedereen om
het woord te nemen. Kondig al bij het begin aan dat er twaalf dia’s komen en dat je niet over
iedere dia heel lang zult kunnen praten met de groep. Meld ook dat sommige onderwerpen
in de volgende bijeenkomsten uitgebreider aan bod komen. Bereid je erop voor dat je heel
goed de tijd in de gaten moet houden. Als mensen eenmaal loskomen, kan er over iedere dia
heel lang worden doorgepraat. Het zal niet steeds makkelijk zijn om te bepalen wanneer en
hoe je op een prettige manier kunt ingrijpen. Je kunt het gesprek over iedere dia afronden
door samen te vatten wat er is gezegd, eventueel een conclusie te trekken en de overgang
naar de volgende dia aan te kondigen. Je kunt ook aangeven dat de deelnemers na deze
bijeenkomst voor individuele vragen een afspraak kunnen maken met een medewerker van
MEE.
Alternatieve vorm
Als je in de voorbereiding al denkt dat twaalf dia’s te veel is en dat er meer ruimte moet zijn voor
reacties, kun je de dia's 7, 10, 12 en 16 laten vervallen. De onderwerpen hiervan komen min of
meer ook in de andere dia’s aan de orde.
Werkvorm en inhoud
Een groepsgesprek aan de hand van dia’s die een voor een worden getoond en besproken.
41
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Alternatieve vorm
Voor deze werkvorm is niet per se de Powerpoint-presentatie nodig. De dia’s kunnen ook tot foto’s
worden afgedrukt. Geef iedere deelnemer een setje foto’s en rode, gele en groene stickers. Vraag hun
op iedere foto een sticker te plakken: rood voor ‘zelf ook veel problemen met de afgebeelde situatie’,
geel voor ‘af en toe problemen met de afgebeelde situatie’ en groen voor ‘weinig problemen met de
afgebeelde situatie’.
Materiaal
• Instructie
Zeg:
We gaan een aantal dia’s bekijken en er samen over praten. Daardoor leren we van elkaar wat goede
en wat moeilijke dingen zijn in het leven met een kind met een beperking. De onderwerpen van dit
gesprek komen in het vervolg van de cursus ook aan de orde.
Stel vragen als deelnemers niet uit zichzelf beginnen te praten, bijvoorbeeld:
- Voor wie is dit niet zo moeilijk?
- Wie vindt dit wel heel moeilijk?
- Wie wil er uitleggen wat het precies zo moeilijk maakt?
- Wie wil er iets vertellen over hoe je ermee om zou kunnen gaan?
- Wat voor oplossing kies je om toch te weten te komen wat er over je kind wordt gezegd?
Rond het groepsgesprek af. Vertel welke van de besproken onderwerpen veel mensen als
knelpunt noemen. Geef aan dat die onderwerpen in de volgende bijeenkomsten worden
opgenomen en worden besproken.
• Powerpoint-presentatie 1, dia 4-16
- dia 4: Wat vinden ouders moeilijk?
- dia 5: ‘Mijn man en ik zijn vaak boos dat wij dit kind hebben gekregen’
- dia 6: ‘Mijn familie begrijpt niet wat het is om een kind met beperkingen te hebben’
- dia 7: ‘Ik ken geen andere ouders die ook een speciaal kind hebben; ik praat daar met
bijna niemand over’
- dia 8: ‘Ik vind het moeilijk om streng te zijn voor mijn kind. Als anderen mij niet
steunen, is het nog moeilijker’
- dia 9: ‘Ik moet steeds rekening houden met ieder kind én ook nog met mijn kind dat
langzaam leert’
- dia 10: ‘Ik ben vaak moe omdat ik zo veel moet doen voor mijn kind dat zo veel
aandacht vraagt’
- dia 11: ‘Ik maak mij veel zorgen over de toekomst van mijn speciale kind’
- dia 12: ‘Overal waar ik met mijn kind kom, spreken ze alleen maar Nederlands’
- dia 13: ‘Ik begrijp vaak niet wat het kinderdagverblijf en school over mijn kind zeggen’
- dia 14: ‘Het dagverblijf en de school houden geen rekening met onze regels voor
douchen of voor het apart houden van jongens en meisjes’
- dia 15: ‘Mijn speciale kind kost meer geld dan andere kinderen’
- dia 16: ‘Ik begrijp niets van al die formulieren waar ik mee te maken krijg’
42
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
• Knelpuntenlijst
dia 5 — ‘Mijn man en ik zijn vaak boos dat wij dit kind hebben gekregen’niet soms altijd
dia 6 — ‘Mijn familie begrijpt niet wat het is om een kind met beperkingen te hebben’niet soms altijd
dia 7 — ‘Ik ken geen andere ouders die ook een speciaal kind hebben; ik praat daar met bijna
niemand over’ niet soms altijd
dia 8 — ‘Ik vind het moeilijk om streng te zijn voor mijn kind. Als anderen mij niet steunen, is
het nog moeilijker’niet soms altijd
dia 9 — ‘Ik moet steeds rekening houden met ieder kind én ook nog met mijn kind dat lang-
zaam leert’ niet soms altijd
dia 10 — ‘Ik ben vaak moe omdat ik zo veel moet doen voor mijn kind dat zo veel aandacht
vraagt’ niet soms altijd
dia 11 — ‘Ik maak mij veel zorgen over de toekomst van mijn speciale kind’ niet soms altijd
dia 12 — ‘Overal waar ik met mijn kind kom, spreken ze alleen maar Nederlands’ niet soms altijd
dia 13 — ‘Ik begrijp vaak niet wat het kinderdagverblijf en school over mijn kind zeggen’ niet soms altijd
dia 14 — ‘Het dagverblijf en de school houden geen rekening met onze regels voor douchen
of voor het apart houden van jongens en meisjes’niet soms altijd
dia 15 — ‘Mijn speciale kind kost meer geld dan andere kinderen’niet soms altijd
dia 16 — ‘Ik begrijp niets van al die formulieren waar ik mee te maken krijg’niet soms altijd
43
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
1.4 Uitleg over het programma van de cursus
Doel
Deelnemers weten wat ze van de cursus kunnen verwachten, begrijpen waar het over gaat
en kunnen een keuze maken of ze wel of niet willen meedoen.
Tijdsduur
10 minuten
Voorbereiding door de cursusleidster
Lees de instructie door en bekijk het beeldmateriaal. Bereid je verhaal bij dit onderdeel voor
om in eigen woorden een beeld te geven van het programma. Bedenk eventueel een eigen,
kenmerkend praktisch voorbeeld om de inhoud van iedere bijeenkomst duidelijk te maken.
Werkvorm en inhoud
Uitleg door de cursusleidster over wat er in de volgende bijeenkomsten aan de orde komt.
Materiaal
• Instructie
Zeg:
Er komen vijf bijeenkomsten. Iedere week één keer. Op dinsdagmorgen. [Of: Om de week. Dus de ene
week wel en de andere week niet.]
Deelname kost geen geld. MEE vindt het belangrijk dat iedereen goede informatie krijgt. Alle
bijeenkomsten zijn in dit gebouw en in deze zaal. Iedereen die een speciaal kind tot 13 jaar heeft,
kan meedoen; niet alleen vrouwen, ook mannen. De cursus wordt in het [Turks of een andere
taal] gegeven. U hoeft niet te kunnen lezen of schrijven. Het is de bedoeling dat de mensen die zich
aanmelden aan alle bijeenkomsten deelnemen. [Als er kinderopvang is geregeld, kun je dit melden.]
• Powerpoint-presentatie 1, dia 17 en eventueel dia 18
Vertel:
• Op de eerstvolgende bijeenkomst gaan we het hebben over: Goed zorgen voor jezelf als ouder. Hoe
kun je het zorgen volhouden? Hoe kun je ontspannen? Hoe kun je jezelf sterker maken om ervoor
te zorgen dat je zelf niet ziek wordt?
• Daarna bespreken we hoe je ervoor kunt zorgen dat het met je hele gezin goed blijft gaan, dat je
speciale kind niet alle aandacht naar zich toe trekt of het voor iedereen in huis moeilijk maakt.
En over hoe je daarbij hulp kunt krijgen als je dat wilt.
• Voor bijna iedereen is het moeilijk om rond te komen. Er komt daarom een aparte bijeenkomst
waarin veel wordt uitgelegd over hoe en waar je financiële steun kunt krijgen. Jullie kunnen dan
ook kennismaken met iemand die jullie kan helpen bij het aanvragen van die steun.
• Jullie kinderen worden groter en ouder. Nu denken jullie misschien nog helemaal niet aan later.
Voor jullie zelf en voor de ontwikkeling van jullie speciale kind zijn er soms veel dingen moeilijk,
maar er is ook veel mogelijk. Daar krijgen jullie informatie over.
44
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
• In de laatste bijeenkomst gaat de hele groep zelf kijken hoe het eruitziet en hoe er voor de
kinderen wordt gezorgd op een dagopvang en in een logeerhuis. Dan weten jullie dat er opvang
mogelijk is voor jullie kind als je bijvoorbeeld naar het ziekenhuis moet of naar een begrafenis
wilt van een familielid ver weg.
1.5 Gelegenheid om vragen te stellen
Vraag of mensen iets niet snappen of dat ze nog andere vragen hebben. Geef nadere uitleg.
Sluit dit onderdeel af door de aanwezigen te bedanken voor hun komst en de getoonde
belangstelling. Meld dat degenen die niet willen meedoen aan het vervolg van de cursus nu
naar huis kunnen gaan.
Vraag iedereen die wel mee wil doen naar je toe te komen om zich in te schrijven.
Tip: De kans is groot dat er mensen met persoonlijke vragen komen. Vertel dat je die nu
alleen kunt noteren met het adres en telefoonnummer van de betreffende persoon erbij.
Geef aan dat je de vragen of problemen zult doorgeven aan iemand die uitgebreider met
de mensen kan praten en aan oplossingen kan werken. Geef ook de naam en het telefoon-
nummer van de persoon bij MEE die als consulent de eerste contacten op zich neemt en zeg
dat zij daar ook zelf contact mee kunnen opnemen. De vragensteller weet dan dat er gebeld
kan worden door de consulent.
Geef aan dat de deelnemers in iedere volgende bijeenkomst kunnen kennismaken met
iemand die hen verder kan helpen om een oplossing voor hun problemen te zoeken.
1.6 Aanmelding
Vul samen met de mensen die willen meedoen de aanmeldingslijst in.
Materiaal
• Aanmeldingslijst
45
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Op reis langs de voorzieningen
naam adres telefoon
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
46
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
1.7 Afspraken en afsluiting
Rond de bijeenkomst af. Vertel hoeveel mensen zich hebben aangemeld. Meld nogmaals
dat het de bedoeling is dat de deelnemers bij alle bijeenkomsten aanwezig zijn, maar dat als
iemand nu al weet één keer niet te kunnen komen vanwege een andere afspraak zich toch
kan aanmelden.
Noem nog eens de datum, dag, tijd en locatie van de volgende bijeenkomst.
47
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Powerpoint 1
Downloaden via Vilans-webwinkel (www.vilanswebwinkel.nl) bij
de publicatie Op reis langs de voorzieningen.
48
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
49
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
51
Bijeenkomst 2 Goed zorgen voor jezelf als ouder
Doelen voor de cursusleidster:
• deelnemers stimuleren tot nadenken over de noodzaak van het in balans houden van
draagkracht en draaglast;
• deelnemers laten kennismaken met de mogelijkheden voor hulp daarbij.
Doelen voor de deelnemers:
• deelnemers begrijpen dat het voor iedereen in het gezin en voor henzelf heel belangrijk is
dat zij gezond blijven;
• deelnemers realiseren zich dat ze zichzelf niet moet wegcijferen;
• deelnemers nemen kennis van een aantal mogelijkheden om de balans tussen draag-
kracht en draaglast in evenwicht te houden.
52
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Programma
tijd 120 minuten inhoud werkvorm materiaal
5 minuten
2.1 Welkom
- uitleg over dagpro-
gramma
Ontspanningsoefening
Programma op flap-over of
Powerpoint-presentatie 2,
dia 1 Programma
5 minuten - loslaten en ontspannen Instructie voor de ontspan-
ningsoefening
35 minuten 2.2 Balans draagkracht–
draaglast
Mondelinge uitleg aan
de groep met behulp van
symbolen
Powerpoint-presentatie 2,
dia 2-7
Instructie werkvorm balans
Oefentouwtjes (10x,
waarvan enkele al half
doorgeknipt) en instructie
oefening met touw
20 minuten 2.3 Inschakeling hulp in
huis van familie
Casus voorlezen en
bespreken in de groep
Casus
15 minuten Pauze
35 minuten 2.4 Voorlichting over
ontmoeting en ontspan-
ning, lotgenotencontact,
thuiszorg,
hulpmiddelen
Groepsvoorlichting door
MEE-voorlichtster
Instructie voor de voorlicht-
ster
Foldermateriaal over
aanbod in woonplaats/wijk
Powerpoint-presentatie 2,
dia 8-19 en/of beelden uit
dvd Info thuis
5 minuten 2.5 Afronding met
ontspanningsoefening
Ontspanningsoefening
Aankondiging volgende
bijeenkomst
Instructie voor de oefening
53
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Programma
9.30 Welkom en uitleg over dagprogramma
9.35 Loslaten en ontspannen
9.40 Balans draagkracht-draaglast
10.15 Inschakeling hulp in huis van familie
10.35 Pauze
10.50 Voorlichting over ontmoeting en ontspanning, lotgenotencontact, thuiszorg, hulp-
middelen
11.25 Afronding met ontspanningsoefening
11.30 Einde
54
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Uitvoering
2.1 Welkom
Uitleg over dagprogramma
Doel
Een verbinding maken met de vorige bijeenkomst en uitleg geven over wat er deze keer aan
de orde komt.
Tijdsduur
5 minuten
Voorbereiding door de cursusleidster
Kom kort terug op de vorige bijeenkomst. Verwoord voor jezelf hoe je kort kunt weergeven
wat er toen aan de orde is geweest. Vertel dat deze dag het volgende thema aan bod komt:
goed zorgen voor jezelf als ouder.
Zorg ervoor dat je het programma van de bijeenkomst gereed hebt op een flap-over of in
Powerpoint
Werkvorm en inhoud
Groepsinstructie
Materiaal
• Programma op flap-over of beeld (Powerpoint-presentatie 2, dia 1)
Ontspanningsoefening
Doel
• Deelnemers ervaren het effect van loslaten en ontspannen.
• Deelnemers leren een eenvoudige ontspanningsoefening om zelf thuis te doen.
Tijdsduur
5 minuten
Voorbereiding door de cursusleidster
Lees de instructie. Doe vooraf aan de bijeenkomst de oefening voor jezelf. Oefen met in je
eigen woorden de opdracht te geven voor de oefening.
Werkvorm en inhoud
Groepsgewijs uitvoeren van enkele ontspanningsoefeningen.
55
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Materiaal
• Instructie voor de ontspanningsoefening
Zeg dat jullie deze bijeenkomst eerst gaan praten over hoe belangrijk het is om goed te
zorgen voor jezelf, dat je positief kunt denken en kunt ontspannen. Zeg dat je daarom begint
met een ontspanningoefening.
Vraag de mensen om zo ontspannen mogelijk op hun stoel te gaan zitten.
Geef de deelnemers de volgende opdrachten:
- Strek je armen boven het hoofd, beweeg je armen en lijf vanuit je middel opzij naar beide
kanten, vijf keer naar iedere kant.
- Pak achter je rug je handen samen, strek je armen naar achteren en omhoog. Zet niet te veel
kracht. Doe dit vijf keer.
- Trek grimassen in je gezicht; hoe raarder, hoe beter.
Rond de oefening af door het volgende zelf voor te doen en te zeggen:
Schud nu even je armen en je hoofd los.
2.2 Balans draagkracht-draaglast
Doel
Deelnemers hebben kennis van de balans draaglast-draagkracht en begrijpen hoe ze zelf
kunnen bijdragen aan een evenwichtige balans en waarom dat belangrijk is.
Tijdsduur
35 minuten
Voorbereiding door de cursusleidster
Lees de instructie voor deze werkvorm en bedenk hoe je die in eigen woorden en je eigen
taal kunt formuleren. Leg het werkmateriaal klaar en zet de Powerpoint-presentatie gereed.
Werkvorm en inhoud
Groepsinstructie over balans door de cursusleidster.
In tweetallen een oefening met touwtjes.
Materiaal
• Instructie werkvorm balans – Powerpoint-presentatie 2, dia 2
Vertel:
Je familie helpen dat doe je gewoon, daar denk je niet over na. Dat geldt voor iedereen in de hele
wereld. Ook in Nederland zorgen mensen voor hun familieleden die hulp nodig hebben. Als je ouders
bent van kinderen, zorg je natuurlijk voor hen. Dat is ‘normale’ (gebruikelijke) zorg. Bijna altijd
kunnen de mensen die zorgen daar gezond bij blijven.
56
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Laat dia 2 zien, het symbool van de balans ‘gezond en wel’.
Maar als je een kind hebt met beperkingen, moet je wel heel veel meer en heel veel langer voor dat
kind zorgen dan voor een ander kind. Als een familielid ziek wordt en hij of zij jaren ziek blijft,
vraagt de zorg wel erg veel van die familie. In veel landen in de wereld moet de familie wel alles zelf
blijven doen, hoelang iemand ook ziek of gehandicapt is en hoe zwaar de zorg ook is.
• Tien oefentouwtjes waarvan er enkele al zijn ingeknipt en daardoor een zwakke plek
hebben en instructie oefening met touw – Powerpoint-presentatie 2, dia 3-7
Laat dia 3 zien, met het touw dat begint te rafelen. Deel de groep in in tweetallen die naast
elkaar zitten. Geef hun per twee deelnemers één touwtje. Enkele touwtjes hebben in het
midden al een zwakke plek.
Deze oefening is bedoeld om deelnemers aan den lijve te laten voelen hoe de afwisseling van
spanning en ontspanning werkt en hoelang aangehouden spanning op je armen inwerkt.
Met deze oefening wordt al zonder woorden duidelijk dat langdurig te veel spanning slecht is
voor het lichaam. Na deze oefening is het verhaal over de balans draagkracht-draaglast veel
eenvoudiger te begrijpen.
Geef de deelnemers opdracht om ieder een eind van het touwtje in handen te nemen en
eraan te trekken.
Zeg:
Trek nu zacht en kort. Trek nu harder en langer. Trek weer even zacht en kort. Trek nu heel hard en
lang.
Kijk of er touwtjes breken. Stop op dat moment de oefening. Vraag de deelnemers of iemand
wil vertellen wat hij of zij voelde bij deze oefening.
Zeg dan:
Dat touwtje, dat is een beeld van jezelf als je lang zorgt. Op een gegeven moment kun je heel zwak
worden of breken. Als lange tijd zorgen te veel van je vraagt, kan je in de stress raken en uiteindelijk
ziek worden. De draaglast, de ervaren belasting, is dan te groot geworden voor wat je kunt dragen, je
draagkracht.
Laat dia 4 zien, van de balans ‘ziek en moeite’, waar de balans draagkracht-draaglast uit
evenwicht is.
Vertel:
Je kunt als mantelzorger bij jezelf merken dat de balans scheef komt te staan. Wie kan er uit eigen
ervaring voorbeelden geven van dingen waaraan je merkt dat het niet goed meer gaat?
Schrijf op wat door de deelnemers wordt genoemd. Vat samen en orden de genoemde
signalen op de volgende manier.
Er komen bijvoorbeeld:
1 lichamelijke klachten
o verhoogde hartslag
o hoofdpijn
2 gevoelsmatige klachten
o piekeren
o alles zwart zien, depressiviteit
57
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
3 gedragsveranderingen
o rusteloosheid
o verwaarlozing van zichzelf of de verzorgde
o veel gaan roken of veel alcohol gaan drinken
o ongeduldig en ruw worden tegen de verzorgde, gaan schreeuwen en soms zelfs knijpen of
slaan uit vermoeidheid, onmacht en woede
Ook wanneer je grote problemen krijgt met je echtgenoot of alsmaar boos bent op je kinderen of op
het werk niet meer goed functioneert, dan ben je duidelijk te ver gegaan. De zorgtaak kan je te zwaar
worden.
Laat dia 5 zien, het symbool van de balans ‘gezond en wel’.
Zeg:
Wat kun je doen om je zorgtaak te kunnen volhouden, je eigen draagkracht sterk te houden en de
balans in evenwicht te houden?
Dan moet je ervoor zorgen dat er evenwicht is, dat er genoeg leuke dingen zijn (stel je mooie
gekleurde knikkers voor) die op de weegschaal gelegd kunnen worden aan de kant van jouw draag-
kracht.
Het is heel belangrijk voor je – als je langdurig zware zorgtaken hebt – om:
• goed voor jezelf te zorgen, goed te eten, rust te nemen;
• zélf te werken aan het versterken van je eigen draagkracht. Daarvoor is het belangrijk dat je
positief blijft denken. Verder is het heel erg belangrijk dat je je regelmatig ontspant en ervoor
leert zorgen dat je daarvoor ook de gelegenheid krijgt. Straks komt iemand vertellen hoe en waar
je ‘jezelf ontspannen’ kunt leren, ontspannende dingen kunt doen of je zorgen met anderen kunt
delen zodat je positief kunt blijven.
Laat dia 6 zien, het symbool van de balans ‘ziek en moeite’, balans uit evenwicht.
Zeg:
Je zorgtaken kunnen ook zo zwaar zijn dat je het tóch niet redt om goed voor jezelf en je gezin te
blijven zorgen.
Wat is er dan mogelijk om ervoor te zorgen dat er wat lelijke, sombere, loden knikkers van de weeg-
schaal worden afgehaald aan de kant van je draaglast, zodat die wat minder wordt? Dat er zware
dingen van de weegschaal af gaan, zodat er weer evenwicht komt?
Je kunt aan andere mensen in je familie vragen om jou te helpen en taken van je over te nemen.
Bijvoorbeeld iemand die af en toe komt oppassen, zodat jij even vrij hebt. Daarover gaan we dadelijk
verder praten.
In Nederland is het ook mogelijk om hulp in te schakelen als je langer dan 3 maanden en meer dan
8 uur per week bezig bent met hulp en zorg voor een familielid. Dan wordt het niet meer ‘normale’
zorg genoemd, maar ‘mantelzorg’. Dat is dus zorg die veel zwaarder is dan gewone zorg. Mantelzor-
gers kunnen hulp krijgen om ervoor te zorgen dat ze het zorgen kunnen volhouden en niet zelf ziek
worden.
Laat dia 7 zien, het symbool van de balans ‘ziek en hulp’, de balans die weer in evenwicht is.
58
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Bij deze oefening kunnen reacties naar boven komen die met slechte ervaringen met hulp-
verleners te maken hebben. Erken dat deze situaties zich voordoen. Geef ook aan dat het hier
en nu niet de plaats is om uitgebreid op deze ervaringen in te gaan. Leid het gesprek terug
naar de drempels die de deelnemers zelf ervaren, in zichzelf en in hun eigen omgeving.
Geef aan dat er na de pauze informatie wordt gegeven over hulp en ondersteuning.
Zeg:
Straks komt er een voorlichtster van MEE om u uitgebreid te vertellen wat er mogelijk is om hulp in
huis te krijgen.
2.3 Hulp van familie inschakelen in huis
Doel
Deelnemers stimuleren tot denken over het loslaten van taken en anderen om hulp vragen
en gelegenheid bieden om emoties bij die gedachten te bespreken.
Tijdsduur
20 minuten
Voorbereiding door de cursusleidster
Lees de casus. Lees de instructie voor het groepsgesprek door en bedenk hoe je die in eigen
woorden kunt weergeven.
Werkvorm en inhoud
Casus en groepsgesprek.
Materiaal
• Casus
Ik ben Ayse. Ik heb een heel lief zoontje van 7 jaar. Een schatje is het, echt waar. Het punt is dat hij
net als een kindje van 1,5 jaar is. Je moet hem altijd in de gaten houden, hij kruipt overal naartoe,
steekt alles in zijn mond, zit overal aan. Daardoor was ik vaak erg moe en had ik ook geen tijd om
even rustig met zijn zusje te zijn. Mijn dokter heeft gezegd dat ik een beetje rust moet hebben, af
en toe. Zij zei: ‘Vraag iemand die kan oppassen.’ Dat vond ik moeilijk; dan moet ik hulp vragen,
gaan praten over mijn zoontje en wie zou ik kunnen vragen? Toen ik weer een keer bij de dokter was,
vroeg ze of ik al hulp had en zei ze dat het voor mij toch wel erg nodig was. Toen ben ik met mijn zus
gaan praten. Haar kinderen gaan allemaal al naar school. Ik weet dat ze van mijn zoontje houdt.
Ze is altijd erg lief voor hem als we bij elkaar zijn. Zij komt nu op dinsdagmiddag bij mij, na school
komen haar kinderen ook naar mijn huis. Ik heb nu op dinsdagmiddag even tijd om alleen bood-
schappen te doen of even te gaan slapen als ik erg moe ben. Als mijn dochtertje uit school komt, ga ik
met haar naar het speeltuintje of we gaan samen winkels kijken. Het gaat nu beter met mij.
59
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
• Instructie
Vraag om reacties. Laat mensen met elkaar in gesprek gaan. Zorg ervoor dat er niet wordt
geoordeeld; zeg dat ieder mens zelf verantwoordelijk is voor zijn of haar keuzes.
Als mensen niet spontaan gaan praten, kun je een of meer vragen stellen:
- Wie heeft er wel eens met anderen over gepraat dat zorgen zo zwaar kan zijn?
- Zouden jullie erover willen en durven praten met iemand uit jullie familie? Met je moeder, je
broer?
- Zouden jullie als Ayse in dit voorbeeld willen doen?
2.4 Voorlichting over ontmoeting en ontspanning, lotgenotencontact, thuiszorg,
hulpmiddelen
Doel
Deelnemers horen dat er hulp geboden kan worden door familie, door vrijwilligers en door
organisaties, kennen naam en gezicht van een contactpersoon en weten hoe ze met haar in
contact kunnen komen.
Tijdsduur
35 minuten
Voorbereiding door de cursusleidster
In de voorbereiding voor de cursus is al geregeld dat er een voorlichtster komt (die de eigen
taal van de deelnemers beheerst). Check kort voor deze bijeenkomst of de afspraken goed
zijn doorgekomen. Als er geen voorlichtster eigen taal beschikbaar is, bereid dan met de
betreffende voorlichtster voor en geef tips voor een goed contact met de deelnemers. (Zie
daarvoor de aanwijzingen in deel 1, paragraaf 1.2.)
Werkvorm en inhoud
Mondelinge groepsvoorlichting door een voorlichtster.
Powerpoint-presentatie 2, dia 8-19 kan hierbij worden gebruikt.
Alternatieve vorm
Een kort stukje uit de dvd Info thuis van MEE Rotterdam Rijnmond.
Sluit het voorlichtingsdeel af door de kaartjes uit te delen waarop de contactgegevens voor
de thuiszorg staan.
Materiaal
• Instructie voor de voorlichtster
Stel de voorlichtster voor. Geef aan dat zij kort gaat vertellen over ontmoetings- en ontspan-
ningsmogelijkheden en lotgenotencontact, thuiszorg en hulpmiddelen.
Vertel de deelnemers dat ze nu alleen heel korte informatie krijgen. Als zij meer willen weten
of hulp willen inschakelen, kunnen ze de voorlichtster of een andere persoon – met naam te
noemen – bellen of naar het spreekuur komen.
60
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
• Foldermateriaal over aanbod, indien beschikbaar in eigen taal van de deelnemers. Kaart
met contactgegevens: naam, adres, telefoonnummer van medewerker van MEE of mede-
werkers van andere instellingen die hulp kunnen bieden.
• Powerpoint-presentatie 2, dia 8-19; toelichtende tekst
- dia 8: startdia Thuiszorg
- dia 9: overzicht diensten thuiszorg: wegwijs maken, hulp in de huishouding, hulp bij
persoonlijke verzorging, verpleging
- dia 10: Hier [adres thuiszorg of ggd] werkt op [dag] [naam]. Zij spreekt [Turks] en
Nederlands en bij haar kunnen mensen terecht voor vragen over gezondheid en
ziekten.
- dia 11: de hulp in huis vanuit thuiszorg helpt met schoonhouden
De thuiszorg geeft hulp in het huishouden als het huishouden te zwaar is. Deze hulp
wordt gegeven als het echt nodig is. Er is een indicatie voor nodig. Het indicatieorgaan
beslist of het echt nodig is. Mensen moeten een eigen bijdrage betalen. Hoeveel dat is,
hangt af van het inkomen.
- dia 12: hulp bij persoonlijke verzorging, douchen bijvoorbeeld
Via de thuiszorg kan er ook iemand komen helpen bij het dagelijks wassen, helpen
aankleden, regelmatig douchen als iemand dat zelf niet meer kan.
- dia 13: hulp van een verpleegkundige
De thuiszorg biedt ook verpleegkundige hulp. Verpleegkundigen verzorgen wonden
en geven medicijnen. Ook hiervoor is een indicatie nodig.
- dia 14: startdia Hulpmiddelen
- dia 15: rollator
- dia 16: aangepaste rolstoel
- dia 17: scootmobiel
- dia 18: papegaai, hulpmiddel om in bed overeind te komen
- dia 19: tillift
In de Thuiszorgwinkel (adres en openingstijden) kunnen dergelijke hulpmiddelen
worden geleend.
• Dvd Info thuis van MEE Rotterdam Rijnmond
2.5 Afronding met ontspanningsoefening
Doel
• Deelnemers ervaren het effect van loslaten en ontspannen.
• Deelnemers leren een eenvoudige ontspanningsoefening om zelf thuis te doen.
Tijdsduur
5 minuten
Voorbereiding door de cursusleidster
Lees de instructie en bereid voor hoe je die in eigen woorden kunt weergeven.
61
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Werkvorm en inhoud
Groepsactiviteit
Materiaal
• Instructie voor de oefening
Vertel de deelnemers dat je een ontspanningsoefening met hen gaat doen.
Zeg:
De eerste keer dat iemand de oefening doet, lukt het soms niet gelijk. Thuis oefenen helpt. Als je het
vaker doet, merk je dat die oefening je steeds beter afgaat. Het is een goede manier om zelf thuis te
doen en voor wat ontspanning voor jezelf te zorgen.
Vraag de deelnemers om goed op hun gemak op hun stoel te gaan zitten, ontspannen,
de voeten losjes naast elkaar op de grond. Vraag hun uitdrukkelijk om te voelen of zij
ontspannen zijn: zitten ze breed, voelen ze de hele zitting van de stoel? Vraag hun dan hun
ogen te sluiten.
Vertel:
Het is een mooie zomerdag, de zon schijnt, de bloemen bloeien, er staat een lekker verkoelend windje
en je zit rustig boven op een berg. Haal rustig en diep adem.
Vraag hun:
Stel je voor dat je al een hele poos lekker rustig zit te kijken; je hoeft niets, je hebt geen haast. Voel
hoe dat is.
Voor je straks weer naar beneden loopt en naar huis gaat, kun je een van je zorgen, een van je
‘moeten’-dingen, achterlaten op de berg.
Stel je voor en zie het ook echt voor je wat jij het liefst zou achterlaten op de berg. Heb je het echt
helder?
Nu steekt er een windvlaag op. Je ‘moeten’-ding wordt meegenomen in de lucht en dwarrelt ver weg,
buiten bereik. Kijk het na en laat het los. Voel hoe het is als je dat loslaat.
Nu jullie een bepaalde last hebben achtergelaten, ben je er weer aan toe om naar beneden te komen,
naar de groep en naar het lokaal.
Open je ogen.
Noem na afloop van deze oefening de datum en het programma van de volgende bijeen-
komst en bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid.
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
63
Powerpoint 2
Downloaden via Vilans-webwinkel (www.vilanswebwinkel.nl) bij
de publicatie Op reis langs de voorzieningen.
64
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
65
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
67
Bijeenkomst 3 Goed zorgen voor alle kinderen
Doelen voor de cursusleidster:
• deelnemers begrijpen dat het belangrijk is voor kinderen om positieve aandacht te
krijgen, grenzen te stellen en een prettige sfeer in huis te hebben;
• deelnemers weten waar en bij wie ze steun bij opvoedingsvragen kunnen krijgen.
Doelen voor de deelnemers:
• deelnemers verwerven inzicht in de noodzaak van positief belonen voor een goede
ontwikkeling van kinderen en in de noodzaak van grenzen stellen in de opvoeding;
• deelnemers maken kennis met personen en instellingen die hen bij opvoedingsvragen
kunnen ondersteunen.
68
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Programma
tijd 120 minuten inhoud werkvorm materiaal
5 minuten 3.1 Welkom en uitleg over
dagprogramma
Groepsinstructie Programma op flap-over of
Powerpoint-presentatie 3,
dia 1
35 minuten 3.2 Stimuleren en positief
waarderen van kinderen
(met een beperking)
Dia’s vertonen met scènes
uit Opvoeden & Zo en over
groepsreacties samen
doorpraten
Instructie
Powerpoint-presentatie 3,
dia 2-8
Vragen voor het
groepsgesprek
20 minuten 3.3 Grenzen stellen Introductie op dit onder-
deel met dia’s over twee
cases, groepsreacties
samen doorpraten
Instructie
Powerpoint-presentatie 3,
dia 9-11
Vragen voor het groeps-
gesprek
10 minuten Pauze
15 minuten 3.4 Uitleg over hulpmoge-
lijkheden aan de hand van
steuncirkel gezin
Toelichting op steuncirkel
in gesprek met de groep
Steuncirkel op flap-over of
Powerpoint-presentatie 3,
dia 12
Instructie
30 minuten 3.5 Informatie over
ontwikkelings-
stimulering voor kinderen,
ondersteuning bij
opvoeding door MEE,
instellingen voor zorg aan
gehandicapten
en cursussen
Groepsvoorlichting door
voorlichtster van MEE
Gelegenheid om vragen te
stellen
Instructie voor de voorlicht-
ster
Foldermateriaal over
aanbod in woonplaats/wijk
Powerpoint-presentatie 3,
dia 13-20 en/of beelden uit
dvd Info thuis
Informatie over telefonische
hulplijn Alloe!
5 minuten 3.6 Afronding Groepsinstructie Afrondingstekst
69
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Programma
9.30 Welkom en uitleg over dagprogramma
9.35 Stimuleren en positief waarderen van kinderen (met een beperking)
10.05 Grenzen stellen
10.30 Pauze
10.40 Uitleg over hulpmogelijkheden aan de hand van steuncirkel gezin
10.55 Informatie over ontwikkelingsstimulering voor kinderen, ondersteuning bij
opvoeding door MEE, instellingen voor zorg aan gehandicapten en cursussen
11.25 Afronding
11.30 Einde
70
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Uitvoering
3.1 Welkom en uitleg over dagprogramma
Doel
Een verbinding maken met de vorige bijeenkomst en uitleg geven over wat er deze keer aan
de orde komt.
Tijdsduur
5 minuten
Voorbereiding door de cursusleidster
Kom kort terug op de vorige bijeenkomst. Verwoord voor jezelf hoe je kort kunt weergeven
wat er die keer aan de orde is geweest. Vermeld dat er deze dag een ander thema aan bod
komt: opvoeden.
Zorg ervoor dat je het programma van de bijeenkomst gereed hebt op een flap-over of in
Powerpoint.
Werkvorm en inhoud
Groepsinstructie
Materiaal
• Programma op flap-over of beeld (Powerpoint-presentatie 3, dia 1)
3.2 Stimuleren en positief waarderen van kinderen (met een beperking)
Doel
Deelnemers begrijpen waarom positief waarderen belangrijk is voor het individuele kind en
voor de sfeer in het gezin.
Tijdsduur
35 minuten
Voorbereiding door de cursusleidster
Lees de instructie vooraf door. Zorg ervoor dat je deze in eigen woorden kunt formuleren.
Bekijk vooraf de beelden die aan bod komen.
Werkvorm en inhoud
Groepsactiviteit
Gezamenlijk kijken naar situaties waarin kinderen ‘vervelend’ zijn, waarin ze onwenselijk
gedrag vertonen. Daarover een groepsgesprek voeren en daarna enkele foto’s laten zien
waarin het geven van positieve aandacht wordt uitgebeeld en neem de vragen voor het
groepsgesprek door.
71
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Materiaal
• Powerpoint-presentatie 3, dia 2-8
• Instructie
Toon dia 2
Zeg:
Ouders vinden het soms moeilijk om een evenwicht te vinden en alle kinderen aandacht te geven.
Soms ben je met het kind dat een beperking heeft zo veel bezig dat andere kinderen erbij inschieten.
Het kan zijn dat kinderen dan heel vervelend gaan doen. Als ze erg vervelend zijn, krijgen ze vanzelf
wel aandacht, maar dan in de vorm van boze woorden of straf. Daar worden kinderen vaak niet
rustiger van; ze blijven bezig met vervelende dingen doen en krijgen dan iedere keer weer boze reac-
ties. Zo gaan ouders en kinderen in een rondje draaien en wordt het niet gezellig.
Vraag of iemand in de groep wil vertellen over eigen ervaringen en of hij of zij deze situatie
herkent. Vraag daarna om een enkel voorbeeld van hoe die persoon omgaat met een derge-
lijke situatie.
Zeg daarna dat een kind aandacht geven (dia 3-4) en een kind prijzen vaak helpt om onwen-
selijk gedrag te verminderen of te stoppen.
Toon dia 5-6: voorlezen en samen buitenspelen.
Zeg:
Ik laat nu een paar manieren zien voor hoe je een kind goede aandacht kunt geven. Daar praten we
vervolgens samen even over door.
Toon daarna dia 7-8 en vertel:
Alle kinderen vinden het fijn als ze worden geprezen voor de dingen die ze goed doen. Zeg tegen het
kind dat je het fijn vindt dat het goed heeft geholpen, haar bord heeft leeg gegeten, lief heeft gespeeld
met een broertje en zo meer. Dan geef je kinderen zelfvertrouwen en worden ze prettiger in de
omgang.
Juist een kind met beperkingen heeft veel complimentjes nodig voor wat het goed doet. Als je het
kind veel prijst, wordt het vaak ook rustiger.
• Vragen voor het groepsgesprek:
- Wat denken jullie? Zal aandacht geven helpen om de sfeer goed te houden?
- Kunnen jullie een voorbeeld bedenken van wat je vanmiddag tegen je kind kunt zeggen om
het te prijzen?
72
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
3.3 Grenzen stellen
Doel
• Deelnemers begrijpen waarom grenzen stellen belangrijk is.
• Deelnemers zien een voorbeeld van de manier waarop ze grenzen kunnen stellen: nee
zeggen en het daarbij houden, of vervelend gedrag negeren.
Tijdsduur
25 minuten
Voorbereiding door de cursusleidster
Lees de instructie vooraf door. Zorg ervoor dat je die in eigen woorden en in eigen taal aan de
groep kunt overbrengen. Bekijk vooraf de beelden die aan bod komen.
Werkvorm en inhoud
Groepsactiviteit
Twee dia’s bekijken met cases over grensoverschrijdend gedrag (ruzie over afstandsbediening
en niet willen eten). Aan de hand van twee cases een uitwisseling in de groep over hoe met
grensoverschrijdend gedrag om te gaan.
Materiaal
• Powerpoint-presentatie 3, dia 9-11
• Instructie
Zeg:
Ouders geven aan dat ze het soms moeilijk vinden om kinderen iets te verbieden. Moeders zeggen: ‘Ik
wil wel grenzen stellen, ik doe dat ook. Maar soms als ik mijn kind iets verbied, begint het zo lelijk
te doen dat ik gauw zeg dat het toch wel mag. Of soms zegt mijn man of mijn moeder dat het toch
wel mag, ook al heb ik nee gezegd.’ Alle kinderen kunnen zo worden verwend, en kinderen met een
beperking nog meer. Als een kind nooit leert dat het niet alles mag en niet alles kan krijgen, leert het
nooit om ook met anderen rekening te houden. Dan wordt het kind egoïstisch en wil het altijd met
alles zijn zin krijgen. Dan wordt het iemand die niet prettig is om mee om te gaan, die in de familie,
maar ook in de buitenwereld, geen waardering krijgt. Dat maakt een kind onzeker en daardoor
wordt het weer extra ‘vervelend’. Alle kinderen voelen zich beter als ze leren waar de grenzen liggen.
Daarnet hebben we besproken dat je een kind zelfvertrouwen kunt geven door het te prijzen voor wat
het goed doet. Nu laten we twee voorbeelden zien waarin kinderen over de grenzen heen gaan. Bij elk
voorbeeld worden enkele reacties genoemd. Bij elk voorbeeld vraag ik jullie na te denken over hoe je
zelf zou reageren.
73
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
De eerste situatie is (dia 11):
De kinderen maken ruzie voor de televisie. De een wil naar een tekenfilm kijken, de ander naar een
muziekzender. Ze vechten om de afstandsbediening met elkaar.
Denk na hoe u in deze situatie reageert of zou reageren:
• u reageert niet
• u dreigt met straf
• u stuurt ze naar hun kamer.
De tweede situatie is (dia 12):
Een van de kinderen wil niet eten en gooit het eten op de grond.
Denk na hoe u in deze situatie reageert of zou reageren:
• u ruimt de rommel op
• u zegt er iets van: dat mag niet
• u geeft het kind een klap.
Vraag na iedere dia aan twee deelnemers te vertellen waarvoor zij hebben gekozen. Zorg
ervoor dat je steeds andere mensen hiertoe uitnodigt.
3.4 Uitleg over hulpmogelijkheden aan de hand van steuncirkel gezin
3 steun van dokter, psycholoog MEE, stichting vroeghulp
2 steun van familie en vrienden
1 gezinsleden zorgen voor elkaar
4 er komt h
ulp van buiten het gezin: het kind is overdag of langdurig ergens anders
74
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Doel
Deelnemers hebben een kader om de informatie uit de voorlichting in te plaatsen. Zij
begrijpen dat zij niet alleen hoeven te staan bij opvoedingsmoeilijkheden.
Tijdsduur
15 minuten
Voorbereiding door de cursusleidster
Lees de instructie vooraf door. Oefen om deze in eigen woorden en eigen taal te kunnen
uitleggen. Zorg ervoor dat je de steuncirkel gezin beschikbaar hebt, op flap-over of in Power-
point.
Werkvorm en inhoud
Groepsactiviteit met instructie in combinatie met korte reacties uit de groep.
Materiaal
• Steuncirkel op flap-over of Powerpoint-presentatie 3, dia 12
• Instructie
Vertel als toelichting op de cirkel:
In een gezin zorgen de mensen voor elkaar. Vaak zorgt vooral de vrouw voor het huishouden en de
kinderen. Als er in het gezin een bijzonder kind is dat langzaam leert of beperkingen heeft, dan
helpen andere gezinsleden ook. Dat zie je midden in de cirkel.
Als het heel moeilijk wordt voor het gezin en vooral als de moeder het te zwaar krijgt, dan is het
belangrijk om te gaan praten met de familie en te vragen of zij af en toe kunnen helpen: even
oppassen bijvoorbeeld als de moeder naar de dokter moet.
Als ouders niet goed weten wat er met hun kind aan de hand is of als ze het moeilijk hebben met
de opvoeding en de zorg, kunnen ze gebruikmaken van hulp van anderen. Hulp van mensen die
het kind kunnen onderzoeken, zoals de dokter. Maar ook mensen die kunnen regelen dat er goede
hulp en zorg komt om het kind of het hele gezin vooruit te helpen. Dat doen zorgconsulenten. Straks
horen jullie daar meer over. Daarvoor is de voorlichtster vandaag hier.
Als het kind groter wordt, is het misschien niet meer mogelijk dat het thuis blijft. Het kan te veel
worden voor het gezin om voor het kind te blijven zorgen omdat het te veel aandacht nodig heeft of te
groot en te zwaar wordt. Het kan ook zijn dat de ouders het kind niet meer kunnen helpen om zich
zo goed mogelijk te ontwikkelen; dat het kind zulk moeilijk gedrag vertoont dat de ouders ten einde
raad zijn. Dan zijn er hulpmogelijkheden. Dat is de buitenste cirkel. Daarover gaat het in bijeen-
komst 5.
3.5 Informatie over ontwikkelingsstimulering voor kinderen, ondersteuning bij
opvoeding door MEE, instellingen voor zorg aan gehandicapten en cursussen
Doel
• Deelnemers horen dat er hulp geboden kan worden bij stimulering van de ontwikkeling
van kinderen met een beperking, ondersteuning bij opvoeding door MEE en horen over
het bestaan van cursussen voor steun bij opvoeding.
75
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
• Deelnemers kennen naam en gezicht van een contactpersoon en weten hoe ze met haar
in contact kunnen komen.
Tijdsduur
30 minuten
Voorbereiding door de cursusleidster
In de voorbereiding voor de cursus is al geregeld dat er een voorlichtster komt (die de eigen
taal van de deelnemers beheerst). Check kort voor deze bijeenkomst of de afspraken goed
zijn doorgekomen. Als er geen voorlichtster eigen taal beschikbaar is, bereid dan met de
betreffende voorlichtster voor en geef tips voor een goed contact met de deelnemers. (Zie
daarvoor de aanwijzingen in deel 1, paragraaf 1.2.)
Werkvorm en inhoud
Mondelinge groepsvoorlichting aan de hand van Powerpoint-presentatie 3, dia 13-20.
Alternatieve vorm
Extra: Een kort stukje uit de dvd Info thuis van MEE Rotterdam Rijnmond.
Sluit het voorlichtingsdeel af met het uitdelen van de kaartjes of folders met contactgegevens
van MEE of andere (lokale) organisaties die ondersteuning kunnen bieden.
Materiaal
• Instructie voor de voorlichtster
Stel de voorlichtster voor. Geef aan dat zij kort gaat vertellen over hulpmogelijkheden bij
stimulering van de ontwikkeling van kinderen met een beperking, ondersteuning bij opvoe-
ding door MEE en cursussen (schoolkeuze basisschool, Opvoeden & Zo, pubercursus). Vertel
dat er nu maar kort tijd is om informatie te geven, alleen om te laten weten dat het bestaat.
Als de mensen meer willen weten of hulp willen inschakelen, kunnen ze de voorlichtster
bellen of naar het spreekuur komen.
• Foldermateriaal, liefst in de eigen taal van de deelnemers
• Folder van de telefonische hulplijn voor allochtonen Alloe!, waar zij in de eigen taal
kunnen praten met hulpverleners: (070) 362 26 29
• Powerpoint-presentatie 3, dia 16-23; toelichtende tekst
- dia 16: steun bij opvoeding van baby, peuter, schoolkind en hulp thuis
- dia 17: vader met kind op consultatiebureau
Ouders merken vaak al dat er iets is met hun kind als het kind nog heel klein is.
Misschien ging de bevalling niet goed. Misschien merkt de moeder dat het kind niet
goed wil drinken of dat het alleen naar het plafond kijkt. Misschien is het kind heel
langzaam met kruipen. Als ouders denken dat er iets is met hun kind, dan vragen zij
vaak eerst aan de huisarts of het consultatiebureau wat er aan de hand is. De huisarts
of het consultatiebureau zegt dan: u kunt naar MEE gaan.
76
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
- dia 18: zorgconsulente van MEE
Bij MEE werken zorgconsulenten. Mensen kunnen met de zorgconsulent praten over
hun vragen en over problemen met hun kind. De zorgconsulent kan zorgen voor hulp.
Vaak zijn er wachtlijsten voor hulp. De zorgconsulent spreekt de taal van de zorg-
vrager of werkt met een tolk. Zij vertellen vooral over hulp en geld.
- dia 19: praktisch pedagogische gezinsbegeleidster (ppg)
Bij MEE is ook praktisch pedagogische gezinsbegeleiding (ppg). Een gezinsbegeleidster
kan de ouders helpen bij problemen met het opvoeden. De gezinsbegeleidster komt
bij de ouders thuis. Zij leert de ouders wat zij kunnen doen, bijvoorbeeld als hun kind
snel boos wordt of maar niet zindelijk wordt.
- dia 20: Informatiepunt MEE
In het gebouw van MEE is het lnformatiepunt. Daar kunnen mensen allerlei vragen
stellen.
- dia 21-22: de praktische thuishulp komt met het kind spelen
- dia 23: opvoedingscursussen
• Dvd Info thuis van MEE Rotterdam Rijnmond
• Kaart met contactgegevens: naam, adres, telefoonnummer van MEE en medewerker of
medewerkers van andere instellingen die hulp kunnen bieden.
77
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
3.6 Afronding
Tijdsduur
5 minuten
Werkvorm en inhoud
Groepsactiviteit
Sluit de bijeenkomst af met een korte terugblik.
Zeg:
Vandaag hebben we het gehad over opvoeden, aandacht geven en grenzen stellen. We hebben er ook
over gesproken dat opvoeden soms een heel moeilijke taak is waar ouders wel wat hulp bij kunnen
gebruiken. De voorlichtster heeft verteld wat er mogelijk is. Jullie kunnen daarover nadenken en zelf
beslissen of jullie daar behoefte aan hebben. Jullie weten nu hoe jullie contact kunnen opnemen.
Noem de datum en het programma van de volgende bijeenkomst en bedank de deelnemers
voor hun aanwezigheid.
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
79
Powerpoint 3
Downloaden via Vilans-webwinkel (www.vilanswebwinkel.nl) bij
de publicatie Op reis langs de voorzieningen.
80
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
81
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
83
Bijeenkomst 4 Rondkomen met je geld in een ‘passende’ woning
Doelen voor de cursusleidster:
• deelnemers stimuleren om na te denken over hun behoefte aan administratieve en finan-
ciële steun;
• deelnemers motiveren de geboden informatie tot zich te nemen en voor zichzelf te
bepalen wat voor hen van nut kan zijn.
Doelen voor de deelnemers:
• deelnemers nemen kennis van regelingen voor financiële en praktische ondersteuning;
• deelnemers weten dat er voorwaarden aan verbonden zijn;
• deelnemers maken kennis met de mensen/loketten die hen bij het regelwerk en de admi-
nistratie kunnen helpen.
84
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Programma
tijd 120 minuten inhoud werkvorm materiaal
5 minuten 4.1 Welkom en uitleg over
dagprogramma
Groepsinstructie Programma op flap-over
15 minuten 4.2 Hulpmogelijkheden bij
invullen van formulieren,
administratie etc.
Groepsgesprek aan de
hand van casus
Voorlichting over
spreekuur van MEE,
Wmo-loketten, belasting-
spreekuur, Formulierenbri-
gade door voorlichtster
Casus met richtvragen
Instructie voor de voorlicht-
ster
Folders en kaartjes van
contactpersonen voor
spreekuren en administra-
tieve hulp
15 minuten 4.3 Woningaanpassing Groepsgesprek aan de
hand van vragen
Voorlichting over verkrijg-
baarheid van deze voorzie-
ningen door voorlichtster
Voorlichtingsmateriaal
mogelijkheden en voor-
waarden voorzieningen;
brochure over voorzie-
ningen voor mensen met
een laag inkomen, dvd
Info thuis over woningaan-
passing
20 minuten 4.4 Indicatiestelling
en voorlichting over pgb in
natura en in geld
Uitleg en instructie over
procedures en aanvraag,
varianten pgb, advies
om altijd hulp te vragen;
beroepsmogelijkheid en
assistentie daarbij via MEE
geen
15 minuten Pauze
45 minuten 4.5 Wmo / gemeentelijke
regelingen: bijzondere
bijstand, TOG-regelingen
voor chronisch zieke en
gehandicapte kinderen,
‘rugzakjes’-regeling,
Groepsvoorlichting met
gelegenheid om algemene
vragen te stellen (geef
aan dat voor individuele
situaties een spreekuur is
geregeld)
Dvd Info thuis en symbolen
om verschillende regelingen
te illustreren
5 minuten 4.6 Afronding Samenvatting en slot-
woord door cursusleidster
85
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Programma
9.30 Welkom en uitleg over dagprogramma
9.35 Hulp bij invullen van formulieren, administratie etc.
9.50 Woningaanpassing
10.05 Indicatiestelling en voorlichting over pgb in natura en in geld
10.25 Pauze
10.45 Wmo / gemeentelijke regelingen: bijzondere bijstand, TOG-regelingen voor
chronisch zieke en gehandicapte kinderen, ‘rugzakjes’-regeling
11.25 Afronding
11.30 Einde
86
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Uitvoering
4.1 Welkom en uitleg over dagprogramma
Doel
Een verbinding maken met de vorige bijeenkomst en uitleg geven over wat er deze keer aan
de orde komt.
Tijdsduur
5 minuten
Voorbereiding door de cursusleidster
Kom kort terug op de vorige bijeenkomst. Verwoord voor jezelf hoe je kort kunt weergeven
wat er die keer aan de orde is geweest. Vermeld dat er deze dag een ander thema aan bod
komt: hulp bij regelwerk, het aanvragen van voorzieningen en hulpmiddelen, woningaanpas-
sing en mogelijkheden om extra geld te krijgen voor je speciale kind.
Zorg ervoor dat je het programma van de bijeenkomst gereed hebt op een flap-over.
Werkvorm en inhoud
Groepsinstructie
Materiaal
• Programma op flap-over
NB Voor deze bijeenkomst is geen Powerpoint beschikbaar. Alle informatie wordt door een
ter zake kundige specialistische voorlichtster gegeven.
Tips:
• De tijdsindeling van deze bijeenkomst kan variëren. Spreek met de voorlichtster af hoe zij
haar tijd wil verdelen over de verschillende onderwerpen.
• Geef de deelnemers die ervaring hebben met bepaalde regelingen en voorzieningen ook
de gelegenheid om daarover aan de andere aanwezigen te vertellen.
• Deelnemers komen vrijwel zeker met klachten en slechte ervaringen met bepaalde
aanvraagprocedures en voorzieningen. Geef aan dat je die noteert en dat zij zullen
worden doorgegeven. Waak ervoor dat er geen negatieve sfeer ontstaat en de klachten
niet te veel tijd in beslag nemen. Benadruk dat deze bijeenkomst er is om informatie over
verschillende mogelijkheden te krijgen.
4.2 Hulp bij invullen formulieren, administratie etc.
Doel
Deelnemers informeren over mogelijkheden om deskundige hulp te krijgen bij allerlei admi-
nistratief regelwerk en het doen van aanvragen.
87
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Tijdsduur
15 minuten
Voorbereiding door de cursusleidster
In de voorbereiding voor de cursus is al geregeld dat er een voorlichtster komt (die de eigen
taal van de deelnemers beheerst). Check kort voor deze bijeenkomst of de afspraken goed
zijn doorgekomen. Als er geen voorlichtster eigen taal beschikbaar is, bereid dan met de
betreffende voorlichtster voor en geef tips voor een goed contact met de deelnemers. (Zie
daarvoor de aanwijzingen in deel 1, paragraaf 1.2.)
Vertel dat je begint met een casus en leg uit waar de casus over gaat. Zorg ervoor dat de voor-
lichtster goed weet dat zij bij alle voorzieningen die aan de orde komen in ieder geval vertelt:
• Wat is het?
• Waar kan ik het krijgen?
• Waar wordt het georganiseerd?
• Hoe kan ik er gebruik van gaan maken?
• Wat zijn de voorwaarden: leeftijd, inkomen, gezinssituatie etc.?
• Is er een indicatie voor nodig?
• Is er een wachtlijst?
Werkvorm en inhoud
Casus door cursusleidster, gevolgd door een kort groepsgesprek naar aanleiding van vragen.
Voorlichting door de voorlichtster over het spreekuur van MEE, Wmo-loketten, het belas-
tingspreekuur, de Formulierenbrigade.
Materiaal
• Casus
Fatma komt moeilijk rond met het geld dat ze heeft. Haar kind kost zo veel geld! ’s Nachts kan ze
vaak niet goed slapen – ook al is ze erg moe – omdat ze schulden heeft. Ze weet niet meer hoe ze
alles moet betalen. Ze heeft van de onderwijzers van de school van haar kinderen wel gehoord dat ze
misschien geld van de gemeente kan krijgen, maar ze weet niet hoe dat gaat. Ze heeft wel formu-
lieren gekregen, maar ze snapt niet goed hoe ze die moet invullen. Gelukkig heeft ze van een andere
moeder met een kind dat langzaam leert gehoord dat er mensen zijn die haar kunnen helpen met
het uitzoeken van haar mogelijkheden om extra geld te krijgen voor haar kind. Zij is met die andere
moeder meegegaan naar het spreekuur van MEE. Ze is heel blij dat ze dat heeft gedaan, want nu
hebben zij haar geholpen om extra geld te krijgen voor haar speciale kind en ze krijgt ook nog belas-
tinggeld terug. Dat scheelt weer en zo heeft ze wat minder zorgen.
Richtvragen:
- Wie vindt het ook moeilijk om rond te komen?
- Is er iemand die ergens extra geld voor zijn of haar speciale kind krijgt?
- Wil diegene vertellen hoe hij of zij dat heeft geregeld?
88
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
• Instructie voor de voorlichtster
Stel de voorlichtster voor en vertel dat zij zal uitleggen wat er voor mogelijkheden zijn
om hulp te krijgen. Benadruk dat er in deze bijeenkomst alleen tijd is om mogelijkheden
bekend te maken. Er is geen gelegenheid om diep in te gaan op onderwerpen. Ook is het
niet mogelijk alle individuele vragen te behandelen. Daarvoor moeten de deelnemers
afspraken maken met mensen die hen verder kunnen helpen.
• Folders en kaartjes van contactpersonen voor spreekuren en administratieve hulp (door
de coördinator of cursusleidster in de plaats van uitvoering te verzamelen)
4.3 Woningaanpassing
Doel
• Deelnemers weten dat er onder voorwaarden mogelijkheden zijn om de woning te laten
aanpassen.
• Deelnemers weten dat er hulpmiddelen zijn om de verzorging van hun speciale kind
lichter te maken of het kind mobieler en zelfstandiger te maken.
Tijdsduur
15 minuten
Voorbereiding door de cursusleidster
In de voorbereiding voor de cursus is al geregeld dat er een voorlichtster komt (die de eigen
taal van de deelnemers beheerst). Check kort voor deze bijeenkomst of de afspraken goed
zijn doorgekomen. Als er geen voorlichtster eigen taal beschikbaar is, bereid dan met de
betreffende voorlichtster voor en geef tips voor een goed contact met de deelnemers. (Zie
daarvoor de aanwijzingen in deel 1, paragraaf 1.2.)
Werkvorm en inhoud
Voorlichting over verkrijgbaarheid van voorzieningen door de voorlichtster.
Materiaal
• Voorlichtingsmateriaal mogelijkheden en voorwaarden voorzieningen
• Dvd Info thuis van MEE Rotterdam Rijnmond over woningaanpassing
4.4 Indicatiestelling en voorlichting over pgb in natura en in geld
Doel
Deelnemers weten dat er voor zorgvoorzieningen een indicatie nodig is. Zij krijgen infor-
matie over de wegen waarlangs een indicatie te verkrijgen is. Zij weten dat het ingewikkelde
procedures zijn waar ze beter hulp bij kunnen vragen. Zij nemen kennis van het verschil in
pgb-vormen (in natura en in geld) en van de voorwaarden voor goed beheer van een pgb. Zij
maken kennis met een contactpersoon die hen verder op weg kan helpen voor indicering en
aanvragen pgb.
89
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Tijdsduur
20 minuten
Voorbereiding door de cursusleidster
In de voorbereiding voor de cursus is al geregeld dat er een voorlichtster komt (die de eigen
taal van de deelnemers beheerst). Check kort voor deze bijeenkomst of de afspraken goed
zijn doorgekomen. Als er geen voorlichtster eigen taal beschikbaar is, bereid dan met de
betreffende voorlichtster voor en geef tips voor een goed contact met de deelnemers. (Zie
daarvoor de aanwijzingen in deel 1, paragraaf 1.2.)
Werkvorm en inhoud
Groepsvoorlichting in de vorm van uitleg en instructie over:
• procedures en aanvraag indicatie
• pgb, varianten pgb
• advies om altijd hulp te vragen
• beroepsmogelijkheid en assistentie daarbij via MEE
Materiaal
Geen
4.5 Wmo / gemeentelijke regelingen: bijzondere bijstand, TOG-regelingen voor
chronisch zieke en gehandicapte kinderen, ‘rugzakjes’-regeling
Doel
Deelnemers weten dat het verkrijgen van financiële steun mogelijk is. Zij krijgen informatie
over de wegen waarlangs die steun te verkrijgen is. Zij weten dat het ingewikkelde proce-
dures zijn waar ze beter hulp bij kunnen vragen. Zij maken kennis met een contactpersoon
die hen verder op weg kan helpen voor het aanvragen van financiële steun.
Tijdsduur
40 minuten
Voorbereiding door de cursusleidster
In de voorbereiding voor de cursus is al geregeld dat er een voorlichtster komt (die de eigen
taal van de deelnemers beheerst). Check kort voor deze bijeenkomst of de afspraken goed
zijn doorgekomen. Als er geen voorlichtster eigen taal beschikbaar is, bereid dan met de
betreffende voorlichtster voor en geef tips voor een goed contact met de deelnemers. (Zie
daarvoor de aanwijzingen in deel 1, paragraaf 1.2.)
Werkvorm en inhoud
Groepsvoorlichting door voorlichtster met gelegenheid om algemene vragen te stellen (geef
aan dat voor individuele situaties een spreekuur is geregeld) over verkrijgbaarheid van deze
voorzieningen.
90
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Materiaal
• Dvd Info thuis en symbolen om verschillende regelingen te illustreren
4.6 Afronding
Tijdsduur
5 minuten
Werkvorm en inhoud
Groepsactiviteit
Sluit de bijeenkomst af met een korte terugblik.
Zeg:
Vandaag hebben we het gehad over mogelijkheden voor aanpassingen in huis en over hulpmiddelen
om het zorgen voor jullie kind te verlichten. Ook hebben we uitgelegd dat er financiële hulp geboden
kan worden. Jullie hebben gehoord bij wie jullie terechtkunnen om hulp te vragen bij het aanvragen
van extra geld of hulp. De voorlichtster heeft verteld wat er mogelijk is. Jullie kunnen daarover
nadenken en zelf beslissen of jullie daar behoefte aan hebben. Jullie weten nu hoe jullie contact
kunnen opnemen.
Noem de datum en het programma van de volgende bijeenkomst en bedank de deelnemers
voor hun aanwezigheid.
91
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Bijeenkomst 5 Je kind stimuleren in zijn ontwikkeling, voorbereiden op volwassenheid
Doelen voor de cursusleidster:
• deelnemers maken kennis met mogelijkheden voor de ontwikkeling van hun kind op
school, dagverblijf of werkplaats en weten van het bestaan van woonvoorzieningen;
• deelnemers krijgen een stimulans tot nadenken over de toekomst, als hun kind groot is.
Doelen voor de deelnemers:
• deelnemers hebben kennis van mogelijkheden voor de ontwikkeling van hun kind op
school, dagverblijf of werkplaats en weten van het bestaan van woonvoorzieningen;
• deelnemers worden aangezet tot nadenken over de toekomst van hun kind.
92
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Programma
tijd 120 minuten inhoud werkvorm materiaal
5 minuten 5.1 Welkom en uitleg over
dagprogramma
Groepsinstructie Programma op flap-over of
Powerpoint-presentatie 5,
dia 1-2
10 minuten 5.2 Je kind stimuleren in
zijn ontwikkeling en voor-
bereiden op volwassenheid
Groepsgesprek Instructie groepsgesprek
15 minuten 5.3 Informatie over school,
dagverblijf en dagcentrum
oudere kinderen
Voorlichting Powerpoint-presentatie 5,
dia 3-8
20 minuten 5.4 Informatie over sociale
werkvoorziening en bege-
leid werk
Groepsgesprek en voorlich-
ting
Instructie groepsgesprek
Powerpoint-presentatie 5,
dia 9-12
10 minuten Pauze
30 minuten 5.5 Informatie over
woonvoorzieningen voor
kinderen, jongeren en
volwassenen met een
beperking
Voorlichting door voor-
lichtster
Powerpoint-presentatie 5,
dia 13
Folders en beeldmateriaal
over woonvoorzieningen
20 minuten 5.6 Evaluatie van de cursus Groepsgesprek Evaluatievragen
10 minuten 5.7 Uitdelen certificaten
en boekje, afsluiting en
aankondigen excursie
Certificaten (zie bijlage
deel 1)
Voorlichtingsboekje
93
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Programma
9.30 Welkom en uitleg over dagprogramma
9.35 Je kind stimuleren in zijn ontwikkeling en voorbereiden op volwassenheid
9.45 Informatie over school, dagverblijf en dagcentrum oudere kinderen
10.00 Informatie over sociale werkvoorziening en begeleid werk
10.20 Pauze
10.30 Informatie over woonvoorzieningen voor kinderen, jongeren en volwassenen met
een beperking
11.00 Evaluatie van de cursus
11.20 Uitdelen certificaten en boekje
11.25 Afsluiting en aankondigen excursie
11.30 Einde
94
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Uitvoering
5.1 Welkom en uitleg over dagprogramma
Doel
Een verbinding maken met de vorige bijeenkomst en uitleg geven over wat er deze keer aan
de orde komt.
Tijdsduur
5 minuten
Voorbereiding door de cursusleidster
Kom kort terug op de vorige bijeenkomst. Verwoord voor jezelf hoe je kort kunt weergeven
wat er die keer aan de orde is geweest. Vermeld dat er deze dag andere thema’s aan bod
komen:
• stimulering van de ontwikkeling van het kind;
• mogelijkheden voor volwassenen met een beperking.
Zorg ervoor dat je het programma van de bijeenkomst gereed hebt op een flap-over of in
Powerpoint.
Werkvorm en inhoud
Groepsinstructie
Materiaal
• Programma op flap-over of beeld (Powerpoint-presentatie 5, dia 1-2)
5.2 Je kind stimuleren in zijn ontwikkeling en voorbereiden op volwassenheid
Doel
Deelnemers aanzetten tot nadenken over de ontwikkelingskansen en toekomst van hun
speciale kind(eren).
Tijdsduur
10 minuten
Voorbereiding door de cursusleidster
Lees de instructie vooraf door. Bedenk hoe je in eigen woorden en eigen taal het gesprek
kunt starten en kunt doorvragen. Dit is alleen een opwarmoefening, houd dus de tijd in de
gaten als er veel loskomt bij de deelnemers.
Werkvorm en inhoud
Groepsgesprek aan de hand van vragen.
95
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Materiaal
• Instructie groepsgesprek
Stel de volgende vragen:
1 Wie kan er het best voor jullie kind zorgen? Jullie zelf? Alleen, of met hulp van anderen?
2 Wie denkt dat het belangrijk is voor de ontwikkeling van een kind als het in contact komt met
mensen die ervoor hebben geleerd om langzaam lerende kinderen te helpen?
3 Denken jullie dat jullie kind altijd bij jullie blijft wonen, ook als jullie oud zijn?
4 Als jullie kind niet bij jullie blijft wonen, zorgen broers of zussen dan voor het kind?
5 Weten jullie dat jullie speciale kind als het groot is ook in een woonvoorziening kan wonen, met
anderen, of alleen en met begeleiding?
6 Zouden jullie daar meer van willen weten om jullie zorgen over de toekomst van het kind
misschien lichter te maken?
5.3 Informatie over school, dagverblijf en dagcentrum oudere kinderen
Doel
Deelnemers hebben kennis van mogelijkheden voor de ontwikkeling en dagbesteding voor
oudere kinderen.
Tijdsduur
15 minuten
Voorbereiding voor de cursusleidster
Bekijk de dia’s van Powerpoint-presentatie 5, dia 3-8.
Werkvorm en inhoud
Voorlichting
Materiaal
• Powerpoint-presentatie 5, dia 3-8
5.4 Informatie over sociale werkvoorziening en begeleid werk
Doel
Deelnemers worden aangezet tot nadenken over het volwassen worden van hun kind en zijn
of haar dagbesteding als het kind ouder is. Zij nemen kennis van sociale werkvoorziening en
begeleid werk en van het bestaan van dagverblijf en sociale werkplaats.
Tijdsduur
20 minuten
96
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Voorbereiding door de cursusleidster
Bekijk de dia’s van Powerpoint-presentatie 5, dia 9-12. Lees de instructie vooraf door. Bedenk
hoe je in eigen woorden het gesprek kunt starten en kunt doorvragen.
Werkvorm en inhoud
Groepsgesprek aan de hand van vragen.
Materiaal
• Powerpoint-presentatie 5, dia 9-12
• Instructie groepsgesprek
Stel de volgende vragen:
1 Wat zal jullie kind de hele dag doen als het groot geworden is? Hoe zal het de dag doorbrengen?
2 Zullen jullie of zullen broers en zussen zich de hele dag met jullie speciale kind bezighouden en
het activeren?
3 Denken jullie dat het goed zou zijn voor jullie kind om bezigheden te hebben buitenshuis, net als
andere volwassen mensen?
4 Zou jullie kind kunnen werken als het werk op zijn of haar vermogens is aangepast?
Rond het gesprek af en zeg dat er mogelijkheden zijn voor dagverblijf voor volwassen
kinderen met een beperking en voor werkplaatsen voor aangepast werk.
Toon Powerpoint-presentatie 5, dia 9-12 of laat voorlichtingsfolders zien.
5.5 Informatie over woonvoorzieningen voor kinderen, jongeren en volwassenen met
een beperking
Doel
Deelnemers hebben informatie over het bestaan van instellingen waarin kinderen en
volwassenen kunnen leven, weten van het bestaan van begeleid wonen en van zogenoemde
focuswoningen. Zij weten waar zij terechtkunnen voor nadere informatie.
Tijdsduur
30 minuten
Voorbereiding door de cursusleidster
In de voorbereiding voor de cursus is al geregeld dat er een voorlichtster komt (die de eigen
taal van de deelnemers beheerst). Check kort voor deze bijeenkomst of de afspraken goed
zijn doorgekomen. Als er geen voorlichtster eigen taal beschikbaar is, bereid dan met de
betreffende voorlichtster voor en geef tips voor een goed contact met de deelnemers. (Zie
daarvoor de aanwijzingen in deel 1, paragraaf 1.2.)
Spreek met de voorlichtster af hoelang zij tijd heeft, welke informatie je verwacht en vraag
haar, indien beschikbaar om folders of beeldmateriaal mee te nemen.
97
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Werkvorm en inhoud
Voorlichting over woonvoorzieningen door voorlichtster.
Materiaal
• Powerpoint-presentatie 5, dia 13
• Foldermateriaal en foto’s van woonvoorzieningen
5.6 Evaluatie van de cursus
Doel
Deelnemers vertellen wat zij vinden van de voorlichtingscursus.
Tijdsduur
20 minuten
Voorbereiding door de cursusleidster
Lees de vragen vooraf door en zorg ervoor dat je ze in eigen woorden en taal aan de deel-
nemers kunt stellen. Wees erop voorbereid dat deelnemers gemakkelijk afdwalen en gaan
vertellen wat voor de evaluatie niet direct belangrijk is. Bereid je voor door van iedere bijeen-
komst een of meer kenmerkende voorvallen te noemen als hulpmiddel om de betreffende
bijeenkomst in herinnering te roepen.
Werkvorm en inhoud
Groepsgesprek aan de hand van evaluatievragen.
Materiaal
• Evaluatievragen
Wij willen graag van jullie weten wat wij de volgende keer beter kunnen doen. Daarom stellen we
jullie enkele vragen.
We hebben nu vijf bijeenkomsten gehad:
1 met praten over welke problemen er zijn, aan de hand van foto’s
2 over goed voor jezelf zorgen, met balanceren
3 over een goede sfeer in het gezin en opvoeden
4 over financiële regelingen en woningaanpassing
5 over de toekomst van jullie kind
Welke bijeenkomst was voor jullie het belangrijkst?
1 met praten over welke problemen er zijn, aan de hand van foto’s
2 over goed voor jezelf zorgen, met balanceren
3 over een goede sfeer in het gezin en opvoeden
4 over financiële regelingen en woningaanpassing
5 over de toekomst van jullie kind
98
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Welke werkvormen vonden jullie prettig? Welke vonden jullie helemaal niet prettig?
Wat kunnen we de volgende keer beter doen in de bijeenkomst:
1 met praten over wat jullie problemen zijn, aan de hand van foto’s
2 over goed voor jezelf zorgen, met balanceren
3 over een goede sfeer in het gezin en opvoeden
4 over financiële regelingen en woningaanpassing
5 over de toekomst van jullie kind
Heeft iemand van jullie thuis, met familie, of met kennissen over deze cursus gepraat?
Voor wie was de informatie uit deze cursus nieuw? Wie wist al veel of alles?
99
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
5.7 Uitdelen certificaten en boekje, afsluiting en aankondigen excursie
Doel
Afronding van de cursus. Aan de trouwe deelnemers een bewijs van deelname geven. Infor-
matieboekjes uitdelen. Excursie aankondigen.
Tijdsduur
10 minuten
Voorbereiding door de cursusleidster
Bereid een aardig afscheidswoordje voor. Zorg ervoor dat de certificaten met de namen van
de trouwe deelnemers gereed zijn om uit te delen. Zorg ervoor dat er aparte informatie-
boekjes voor de groep zijn gemaakt of dat er bestaande boekjes beschikbaar zijn om uit te
delen.
Werkvorm en inhoud
Afrondend gesprek en uitdelen van certificaten en informatieboekjes aan de deelnemers.
Maken van afspraken over datum, plaats van verzamelen, wijze van vervoer, adres van de
excursie.
Materiaal
• Certificaten voor alle deelnemers (zie voorbeeld in bijlage bij deel 1)
• Informatieboekjes
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
101
Powerpoint 5
Downloaden via Vilans-webwinkel (www.vilanswebwinkel.nl) bij
de publicatie Op reis langs de voorzieningen.
102
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
103
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Bijeenkomst 6 Met eigen ogen gaan verkennen
Doelen voor de cursusleidster:
• deelnemers laten kennismaken met voorzieningen en daardoor drempels verlagen;
• deelnemers stimuleren tot nadenken of zijzelf eventueel ook van deze voorzieningen
gebruik willen maken voor hun kind.
Doel voor de deelnemers:
Deelnemers zien met eigen ogen hoe het toegaat in voorzieningen waarvan speciale
kinderen overdag of voor altijd gebruik kunnen maken als het thuis niet meer gaat en
vormen zich een beeld over de wijze waarop daar zorg wordt verleend: ‘Beter één keer zien
dan honderd keer horen.’
104
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Programma
tijd 120 minuten inhoud werkvorm materiaal
120 minuten 6.1 Excursie naar dagcen-
trum en/of logeerhuis
Groepsuitstapje en bezoek
aan dagcentrum en/of
logeerhuis
Voorlichtingsmateriaal
instelling(en)
6.2 Afronding en afscheid
105
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Uitvoering
6.1 Excursie
Doel
Deelnemers zien met eigen ogen.
Tijdsduur
120 minuten (exclusief reistijd)
Voorbereiding door de cursusleidster
In de voorbereidingsfase van de cursus als geheel zijn al afspraken gemaakt met instellingen
die in het kader van een excursie bezocht kunnen worden. Zie daarvoor de aanwijzingen in
deel 1 van dit draaiboek.
Neem een of twee weken voor de geplande cursusdatum nog even contact op met de verant-
woordelijke persoon in de instelling en controleer of alle afspraken helder en duidelijk zijn.
Let ook op de afspraken over eventuele inzet van tolken.
Werkvorm en inhoud
Groepsuitstapje naar een of meer instellingen. Rondleiding door de instelling. Gelegenheid
tot vragen stellen door deelnemers aan medewerkers en gebruikers van die instelling.
Materiaal
• Voorlichtingsmateriaal van de bezochte instelling(en) en andere soortgelijke instellingen
6.2 Afronding en afscheid
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
Vilans
kennis die werkt in zorg
Vilans ontwikkelt en verspreidt praktisch toepasbare kennis en informatie. Hiermee kunnen
aanbieders in zorg, welzijn en wonen hun diensten goed afstemmen op de vraag van cliënten
en de kwaliteit van hun aanbod verhogen en bewaken. Tegelijkertijd wil Vilans bereiken dat
cliënten en hun naasten in staat zijn om hun vraag en behoefte duidelijk te maken, te kijken
wat hun eigen mogelijkheden zijn en de weg te vinden naar het best passende aanbod.
Kennis uitwisselen tussen consumenten en aanbieders is nodig om vraag en aanbod beter op
elkaar af te stemmen. Vilans heeft een integrale visie op zorg, wonen en welzijn en wil vanuit
die visie alle betrokken partijen verbinden. Het beoogde eindresultaat is dat de kwaliteit van
leven van kwetsbare ouderen en mensen met een beperking of chronische ziekte verbetert
en dat zij zo goed mogelijk kunnen deelnemen aan de samenleving.
Vilans, Op reis langs de voorzieningenVilans, Op reis langs de voorzieningen
Vilans, Op reis langs de voorzieningen
top related