lleeeerrlliinnggeenn zziijjnn kknnaapp oopp … · 2020-01-23 · descartes), wetenschapper (albert...
Post on 19-Jun-2020
3 Views
Preview:
TRANSCRIPT
LLeeeerrlliinnggeenn zziijjnn kknnaapp oopp
vveerrsscchhiilllleennddee mmaanniieerreenn!!
Leren
vanuit
mijn
sterke
Kanten
!!
kanten
!
Henk De Reviere Schoolbegeleider
Regio Oost-Vlaanderen
0495 53 30 66 henk.dereviere@katholiekonderwijs.vlaanderen
2
MIJN BOODSCHAPPENLIJSTJE
Interessante materialen/literatuur
Inzichten
Werkvormen
Dit ga ik proberen…
3
Ideeën om te onthouden
□ ……………………………………………………………………………………………………………...
□ ……………………………………………………………………………………………………………...
□ ……………………………………………………………………………………………………………...
□ …………………………………………………....………………………………………………………...
□ ……………………………………………………………………………………………………………...
□ ……………………………………………………………………………………………………………...
□ ……………………………………………………………………………………………………………...
□ ……………………………………………………………………………………………………………...
□ …………………………………………………………………………………………...............................
□ …………………………………………………………………………………………...............................
□ …………………………………………………………………………………………...............................
□ …………………………………………………………………………………………...............................
□ …………………………………………………………………………………………...............................
□ …………………………………………………………………………………………...............................
□ …………………………………………………………………...................................................................
□ ……………………………………………………………………………………………………………...
□ ……………………………………………………………………………………………………………...
□ ……………………………………………………………………………………………………………...
□ ……………………………………………………………………………………………………………...
□ ……………………………………………………………………………………………………………...
4
5
De acht intelligenties
1. Verbale intelligentie (VL) of Verbaal – linguïstische intelligentie (NL) of Woord Knap
1.1. Omschrijving
We gebruiken onze verbale intelligentie om te denken in, met en over woorden. Gesproken en
geschreven taal zijn symbolen om in te denken en deze intelligentie uit te drukken.
1.2. Het kind denkt ….
Het kind denkt vooral in woorden en begrippen.
1.3. Het kind wordt aangetrokken tot…
grapjes; grollen; verhaaltjes; brieven; gedichten; discussies; boeken; kruiswoordpuzzels;
kranten; tijdschriften; kringgesprekken; toneelstukjes; spreekbeurten; boekbespreking; …
1.4. Vaardigheden en voorkeuren
mondelinge (praten, luisteren) en geschreven communicatie (lezen, schrijven); verhalen
bedenken; debatteren en discussiëren; vreemde talen leren; woordspelletjes doen; begrijpend
lezen; citaten en spreekwoorden onthouden; goed zijn in spelling; grappige verhaaltjes
vertellen; woordspelingen maken en rijmen; gebruik van correcte grammatica; gebruik van
een rijke woordenschat; coderen en decoderen van taal; voordrachten houden; uitleg vragen;
argumenteren; als het ware een “radar” hebben om nuances en niveaus in taaluitingen snel aan
te voelen; …
1.5. Enkele beroepen en markante voorbeelden
komiek (Freek de Jonge), journalist (Mart Smeets), schrijver (John Irving), redenaar (Winston
Churchill), toneelschrijver (William Schakespeare), tekstdichter (Bram Vermeulen), verkoper
(Alfred Heineken), onderwijskundige (Jean Piaget), …
1.6. Wijze woorden
Woorden zijn, uiteraard, de meest krachtig drug die de mensheid ooit heeft gebruikt.
Rudyard Kipling (1865 – 1936)
Woorden kunnen kwetsen en harten breken en ook geesten. Er zijn geen blauwe plekken, geen
gebroken botten die in het gips moeten en daarom ook geen gevangeniscel voor de
overtreder.
Marlene Dietrich (1901 – 1992)
6
2. Logische intelligentie (VL) of Logisch – mathematische intelligentie (NL) of Reken /
Redeneer Knap
2.1. Omschrijving
We gebruiken onze logische intelligentie om te denken in, met en over hoeveelheden en
verhoudingen. Getallen en symbolen die verhoudingen uitbeelden drukken deze intelligentie
uit.
2.2. Het kind denkt…
Het kind denkt in systemen, redeneert altijd en analyseert graag.
2.3. Het kind wordt aangetrokken tot…
cijfers; patronen; verbanden; symbolen; vraagstukken; geschiedenisfeiten (jaartallen);
topografie; puzzels; constructiemateriaal; grafieken; schema’s; formules; vergelijkingen;
berekeningen; rekenmachines; computers; spellen; tijdlijnen; logica; codes; theorieën;
schaken; …
2.4. Vaardigheden en voorkeuren
analyseren; berekeningen maken; deduceren; ontdekken van functies en verbanden; schatten;
voorspellen; experimenteren; dingen uitdenken; patronen ontdekken en ontwerpen; induceren;
organiseren en samenvatten; strategische spelletjes spelen; vragen stellen; abstract redeneren;
selecteren; volgorde bepalen; denken over en het oplossen van problemen; bepalen van
relaties zoals “oorzaak - gevolg” en “als…dan”; creëren van; analyseren van de samenstelling
van objecten en situaties; het gebruik van abstracte symbolen; het ontdekken en gebruiken
van algoritmen en logische reeksen; ordenen; kritisch denken; begroten; …
2.5 Enkele beroepen en markante voorbeelden
computerprogrammeur (Bill Gates), schrijver van detectives (Agatha Christie), ingenieur
(Alexandre Gustave Eiffel), uitvinder (Thomas Edison), beoefenaar van de logica (René
Descartes), wetenschapper (Albert Einstein), …
2.6 Wijze woorden
Niet alles dat geteld kan worden telt, en niet alles dat telt kan worden geteld.
Albert Einstein (1879 – 1955)
De meeste mensen zouden liever sterven dan na te denken; in feite doen ze dat ook.
Bertrand Russell (872 – 1970)
7
3. Ruimtelijke intelligentie (VL) of Visueel – ruimtelijke intelligentie (NL) of Beeld /
Ruimte Knap
3.1 Omschrijving
We gebruiken onze ruimtelijke intelligentie om te denken in, met en over visuele beelden. We
denken in en drukken deze intelligentie uit door plaatjes, beeldhouwwerken, het arrangeren
van objecten en het navigeren door de ruimte.
3.2. Het kind denkt…
Het kind denkt in beelden en voorstellingen.
3.3. Het kind wordt aangetrokken tot…
mozaïeken; tekeningen; schetsen; cartoons; videobanden; pictogrammen; illustraties;
modellen; kaarten; diagrammen; posters; muurkranten; foto’s; schilderijen; knutselwerken;
kleuren; vormen; afstanden; powerpoint; kunst; films; dia’s; musea; strips; computer; lego; …
3.4. Vaardigheden en voorkeuren
waarderen en creëren van architectuur; waarderen en creëren van pagina - lay-out; arrangeren
en decoreren; bouwen van modellen; tabellen en grafieken; kleuren combineren; interieur
ontwerpen; tekentjes krabbelen; iets voorstellen in detail; visualiseren; navigatie en goed
richtinggevoel; spelen van visuele spelletjes; plattegronden en kaarten lezen en maken;
visuele details herinneren; in het hoofd figuren roteren; perspectief van de ander zien;
oplossingen voor problemen “zien”; puzzels leggen; denken in plaatjes en beelden; inrichten;
maken van collages; beeldend bezig zijn; ontwerpen; schetsen; fantaseren; beeldhouwen; gips
gieten; fotografisch geheugen; voordoen; creatieve verbeeldingskracht; …
3.5. Enkele beroepen en markante voorbeelden
architect (Gaudi), schaakmeester (Kasparov), ontdekkingsreiziger (Marco Polo), meetkundige
(Euclides), zeevaarder (Magelhaen), schilder (Vincent van Gogh); beeldhouwer (Auguste
Rodin), cartograaf (Mercator), …
3.6. Wijze woorden
Ieder kind is een kunstenaar. Het probleem is om een kunstenaar te blijven als hij opgroeit.
Pablo Picasso (1881 – 1973)
Ik kies een blok marmer en hak eraf wat ik niet nodig heb.
Francois – Auguste Rodin (1840 – 1917) toen hem naar zijn beeldhouwwerken werd
gevraagd
Kunst is de enige manier om weg te lopen zonder het huis te verlaten.
Twyla Tharpe (1942 - )
8
4. Muzische intelligentie (VL) of Muzikaal – ritmische intelligentie (NL) of Muziek Knap
4.1. Omschrijving
We gebruiken onze muzische intelligentie om te denken in, met en over muziek. Melodieën
en ritmes: het zijn welhaast symbolen waarmee we ons denken in deze intelligentie tot
uitdrukking brengen.
4.2. Het kind denkt…
Het kind denkt in muziek, in ritmes, in maat en patronen.
4.3. Het kind wordt aangetrokken tot…
toonhoogte; klankkleur; liedjes; rijmpjes; versjes; muziekinstrumenten; ritmeboxen; Orff –
instrumenten; zangkoortjes; schoolorkestjes; voordrachten op muziek; audiocassettes; cd’s; …
4.4. Vaardigheden en voorkeuren
componeren van melodieën en teksten schrijven; neuriën en fluiten; herkennen van
instrumenten; maat houden en ritme herkennen; leren met behulp van liedjes; spelen op
gehoor; herinneren van melodieën, liedjes en componisten; zingen en rappen; op zuivere toon
zingen; zachtjes stampen en klappen; het begrijpen van de structuur van muziek; optreden;
muziek beluisteren, op vele manieren zelf muziek maken; waarderen van muziek; bewust van
geluid om zich heen; heeft zelf vaak geluid om zich heen; maat – en ritmegevoelig; ritmes
trommelen met de vingers; drummen op en met alles wat los en vast zit; met ezelsbruggetjes
en rijmpjes werken om iets te onthouden; boeiend vertellen; gevoel voor ritmische aspecten
van rekenen zoals de tafel van drie als ritme bij het opzeggen van de getallenrij: een, twee,
drie, vier, vijf, zes,…; muziek gebruiken bij het aanleren van de tafels; …
4.5. Beroepen en markante voorbeelden
componist (Amadeus Mozart), muzikant (Eric Clapton), instrumentenbouwer (Antonio
Stradivarius), zanger (Bono van U2), liedjesschrijver (Bob Dylan), …
4.6. Wijze woorden
De betekenis van liedjes gaat diep. Wie kan er in logische woorden het effect omschrijven dat
muziek op ons heeft? Een soort van ongearticuleerde, ondoordringbare taal, die ons naar de
grens van het oneindige leidt en ons er enkele ogenblikken een glimp van laat zien!
Thomas Carlyle (1975 – 1881)
Ik zal kunnen horen in de hemel.
Ludwig van Beethoven (1770 – 1827) zijn laatste woorden
9
5. Fysieke intelligentie (VL) of Lichamelijk – kinesthetische intelligentie (NL) of
Beweging Knap
5.1. Omschrijving
We gebruiken onze fysieke intelligentie om te denken in, met en over bewegingen en gebaren.
Gezichtsuitdrukkingen, handgebaren en bewegingen zijn de symbolen waarin we denken en
waarmee we deze intelligentie uitdrukken.
5.2. Het kind denkt…
Het kind denkt in bewegingen, door te voelen.
5.3 Het kind wordt aangetrokken tot…
drama; rollenspelen; mimiek; beweging; dans; lichaamstaal; atletiek; pantomime; excursies;
sport; spellen; gymnastiek; knutselmaterialen; expressielessen; gebaren; …
5.4. Vaardigheden en voorkeuren
acteren en mime; atletiek; choreografie; fitness; allerlei lichamelijke oefeningen; kleine
motoriek; oog – hand coördinatie; grote motoriek; uithoudingsvermogen; kracht; jongleren;
manipuleren van objecten; bewegen met gratie, coördinatie en precisie; sporten in het
algemeen; trefzekere bewegingen (vangen; gooien; springen,…); gemakkelijk leren door iets
te doen; van het leren met hoofd, hart en handen vinden zij het leren met handen heel
belangrijk; …
5.5. Enkele beroepen en markante voorbeelden
basketbal (Michael Jordan), hardlopen (Carl Lewis), voetbal (Johan Cruyff), honkbal (Babe
Ruth), golfen (Tiger Woods), tennis (Kim Clijsters), zwemmen (Mark Spitz), acteurs/actrices
(Tom Hanks, Audrey Tautou), ballet (Rudolf Nurejev), bokser (Mohammed Ali), danser
(Fred Astaire), goochelaar (Harry Houdini), mime (Charlie Chaplin), chirurg (Christian
Barnard), …
5.6. Wijze woorden
Talent is één procent inspiratie en negenennegentig procent transpiratie.
Thomas Alva Edison (1847 – 1931)
Ik hoor en ik vergeet. Ik zie en ik onthoud. Ik doe en ik begrijp.
Confucius (551 – 479 v. C.)
Het is niet hetzelfde om over stieren te praten en om in de arena te staan.
Spaans Spreekwoord
10
6. Natuurlijke intelligentie (VL) of Naturalistische intelligentie (NL) of Natuur Knap
6.1. Omschrijving
We gebruiken onze natuurlijke intelligentie om te denken over planten, dieren, wolken, stenen
en andere natuurverschijnselen.
6.2. Het kind denkt…
Het kind denkt in samenhangen, vooral met de omgeving.
6.3. Het kind wordt aangetrokken tot…
planten; dieren; natuurverschijnselen; landschappen; stenen; wolken; milieu; excursies naar
buiten; schooltuintjes; verzamelingen; verloop van seizoenen; natuurlessen; …
6.4. Vaardigheden en voorkeuren
“groene vingers”; analyseren van overeenkomsten en verschillen; genieten van planten,
bloemen en bomen; bestuderen en zorgen voor planten, tuinen, huisdieren en wilde dieren;
benoemen van flora, fauna en natuurverschijnselen; verzamelen van planten, insecten, stenen;
ontdekken van patronen in de natuur; genieten van de capriolen van dieren; observeren van
details; het weer voorspellen; het milieu beschermen; herkennen van dieren – en
plantensoorten, stenen, sterren en wolken; temmen en trainen van dieren; gevoelig voor de
onderlinge afhankelijkheid tussen planten en dieren, voor ecologie en voor milieubeheer;
ontdekkende observerende houding; mag graag vergelijken; kan goed zaken onthullen en de
betekenis verklaren; onderscheiden; herkennen; categoriseren; analyseren; verzamelen (ook
van dingen die niet direct uit de natuur voortkomen zoals postzegels); classificeren;
gemakkelijk leren door waarnemingen buiten; …
6.5. Enkele beroepen en markante voorbeelden
dierentrainer (Martin Gaus), astronoom (Galileo Galilei), bioloog (Louis Pasteur);
natuurkundige (Charles Darwin), oceanograaf ( Jacques Cousteau), veearts (James Herriot),
…
6.6. Wijze woorden
Er is iets in de glimp van een bloem dat op bepaalde momenten zelfs de grootste opschepper
van de wereld in bedwang kan houden.
John Muir (1938 – 1914)
Het meest onbegrijpelijke feit over de wereld is dat hij begrijpelijk is.
Albert Einstein (1879 – 1955)
11
7. Sociale intelligentie (VL) of Interpersoonlijke intelligentie (NL) of Mensen/ Samen
Knap
7.1. Omschrijving
We gebruiken onze sociale intelligentie om anderen te begrijpen en succesvol met hen om te
gaan.
7.2. Het kind denkt…
Het kind denkt, door na te gaan wat de ander ervan vindt, als het ware rekening houdend met
de ander.
7.3. Het kind wordt aangetrokken tot…
andere mensen; sociale interactie; verlangens; motivatie; gezelligheid; feestjes;
kringgesprekken; groepswerk; groepsopdrachten; discussies; dialogen; gesprekken; sport;
spel; groepsverantwoordelijkheid; welbevinden en betrokkenheid; …
7.4. Vaardigheden en voorkeuren
communiceren met anderen; interactie met anderen; meeleven met anderen; leiden en
organiseren van groepen en evenementen; maken en behouden van vrienden; oplossen van
conflicten en bemiddelen; respecteren van de rechten en meningen van anderen; het talent om
het perspectief van een ander in te nemen; gevoelig zijn voor de stemmingen en motieven van
anderen; begrijpen van gevoelens, waarden en behoeften van anderen zonder zichzelf weg te
cijferen; werken als lid van een team; initiatief nemen, genieten van werken met, zorgen voor
en leren met anderen; bereiken van overeenstemming; letten op non – verbaal gedrag van wat
mensen uitstralen; bereidheid om anderen te helpen; samen dingen uitwisselen en ervaren;
door gezamenlijke activiteiten leren; leren door feedback; …
7.5. Enkele beroepen en markante voorbeelden
antropoloog (Claude Levi – Strauss), dokter (Albert Schweitzer), opvoedkundige (Thomas
Gordon), filantroop (Moeder Theresa), verpleegster (Florence Nightingale), politicus (John F.
Kennedy), minister – president (Winston Churchill), socioloog (Karl Marx),
talkshowpresentator (Oprah Winfrey), …
7.6. Wijze woorden
Laat ons proberen zo te leven, dat als we sterven zelfs de begrafenisondernemer het erg zal
vinden.
Mark Twain (1839 – 1910)
De diensten die we anderen bewijzen vormen eigenlijk de huur die we betalen voor onze
kamer op de aarde.
Wilfred Grenfell (1865 – 1940)
12
8. Persoonlijke intelligentie (VL) of Intrapersoonlijke intelligentie (NL) of Zelf Knap
8.1. Omschrijving
We gebruiken onze persoonlijke intelligentie om te denken in, met en over gevoelens,
stemmingen en gemoedstoestanden. Droombeelden en gevoelens zijn de symbolen van dit
denken. Hiermee drukken we deze intelligentie uit.
8.2. Het kind denkt…
Het kind denkt door bij zichzelf te rade te gaan.
8.3. Het kind wordt aangetrokken tot…
innerlijk ervaringen (stemmingen, herinneringen, intuïtie, waarden en normen, gevoelens,
fantasieën, ingevingen, diepere gedachten); dagboeken; meditatiemomenten;
reflectiemomenten; poëzie; oefeningen in het leren van zelfbevestiging; …
8.4. Vaardigheden en voorkeuren
aandacht schenken aan herinneringen, fantasieën, dromen; verhelderen van eigen waarden en
overtuigingen; controle hebben over impulsen; ontwikkelen van gedifferentieerde meningen
en overtuigingen; genieten van denktijd, tijd alleen, stille momenten; zelfbeschouwing en
intuïtie; kennen van en omgaan met stemmingen en gevoelens; kennen van de eigen zwakke
en sterke kanten; zichzelf motiveren; het stellen van realistische doelen; nadenken over het
eigen denken; het begrijpen van innerlijk conflicten en motivaties; zelfsturend; vastberaden en
doelgericht; neemt verantwoordelijkheid,; wat filosofisch ingesteld; leren interpreteren; leeft
in eigen wereld; zichzelf op de achtergrond plaatsen; …
8.5. Enkele beroepen en markante voorbeelden
filosoof (Jean Paul Sartre), dichter (Remco Campert), politiek leider (Nelson Mandela),
psycholoog (Carl Jung), religieus figuur (Jezus Christus), theoloog (St. Thomas van Aquino),
…
8.6. Wijze woorden
Een vriend is een cadeau dat je jezelf geeft.
Robert Louis Stevenson (1850 – 1894)
Leer om zo stil te zijn dat je het geluid van het echte in jezelf kan horen, zodat je het ook in
anderen kan horen.
Marion Wright Edelman (1939 - )
13
14
VensterRuiten
1. Sofie
2. Myriam
3. Samuel
4. Lucas
5. Christine
6. Suzanne
7. Eric
8. Harry
15
Kijkwijzer “Meervoudige Intelligentie” kleuters
1. Verbale intelligentie (VL) of Verbaal – linguïstische intelligentie (NL) of Woord Knap
Aangetrokken door lezen of doen alsof ze lezen
Vinden voorlezen leuk
Vertellen zelf graag verhaaltjes
Hebben een uitgebreide woordenschat
Pakken nieuwe woorden snel op
Kunnen hun gevoelens goed beschrijven
Grijpen vlug naar boeken
…
2. Logische intelligentie (VL) of Logisch – mathematische intelligentie (NL) of Reken /
Redeneer Knap
Houden van oplossen van problemen
Werken gestructureerd
De manier waarop ze vragen stellen en die beantwoorden
Meten is leuk
Herkennen van cijfers
Houden van tellen
Kunnen snel schatten wie er iets minder of meer heeft
Vinden het leuk om reeksen getallen op te schrijven
…
3. Ruimtelijke intelligentie (VL) of Visueel – ruimtelijke intelligentie (NL) of Beeld /
Ruimte Knap
Denken in beelden
Houden van kleuren en vormen
Zitten veel te tekenen en te krabbelen
Ze weten snel de weg
Weten vlug of ze al ergens geweest zijn
Houden van puzzels
Kunnen precies vertellen hoe hun kamer er uit ziet
Bouwen graag met Knex
…
16
4. Muzische intelligentie (VL) of Muzikaal – ritmische intelligentie (NL) of Muziek Knap
Luisteren graag naar muziek
Zingen graag
Zingen graag liedjes mee
Houden van melodieën en ritmes
Zorgen zelf voor achtergrondmuziek tijdens activiteiten
Houden van trommelen, neuriën, zelf muziek maken, achtergrondmuziek
Herkennen vlug liedjes en muziekinstrumenten
Bedenken zelf nieuwe liedjes
Hebben gevoel voor het ritmische aspect van taal bv. rijmen
Willen snel leren fluiten
…
5. Fysieke intelligentie (VL) of Lichamelijk – kinesthetische intelligentie (NL) of
Beweging Knap
Zijn veel in beweging, lopen rond, zijn altijd met iets in de weer
Maken vaak gebaren als ze praten
Hebben een sprekende mimiek
Hebben de poppenhoek en bouwhoek als favorieten
Houden van sport bv. judo of ballet
Vinden het vervelend om op één plek te moeten blijven zitten
Houden er niet van om langdurig op een stoel te moeten zitten
Leren met hun lijf
Imiteren veel
…
6. Natuurlijke intelligentie (VL) of Naturalistische intelligentie (NL) of Natuur Knap
Worden aangetrokken door dieren, planten, weer, sterren, planeten, dinosaurussen…
Verzamelen graag
Zien overeenkomsten en verschillen
Zien vlug details
Speuren de omgeving af
Tijdens een wandeling vinden ze altijd iets
Brengen zaken mee uit de natuur
Vinden het leuk om planten water te geven of mee te helpen in de tuin
Kennen vlug moeilijke woorden bv. van vlinders
Classificeren, rubriceren, ordenen graag bv. schelpen en stenen
…
17
7. Sociale intelligentie (VL) of Interpersoonlijke intelligentie (NL) of Mensen/ Samen
Knap
Werken graag met andere kinderen
Vinden samen iets doen leuk
Uitwisselen is fijn
Kunnen zich goed in de gevoelens van anderen verplaatsen
Hebben veel vriendjes en vriendinnetjes
Hebben graag contact met anderen
Weten wanneer een ander kind zich verdrietig voelt
Gaan graag op bezoek of krijgen graag bezoek
Willen absoluut een verjaardagsfeestje
…
8. Persoonlijke intelligentie (VL) of Intrapersoonlijke intelligentie (NL) of Zelf Knap
Vertellen graag recente ervaringen bv. hoe de vakantie was, wat heb ik gisteren
gedaan
Hebben denktijd nodig, denken graag na vooraleer antwoord te geven
Kunnen aangeven wat ze goed kunnen of juist niet zo goed
Houden van dromen en fantaseren
Bekijken graag familiefoto’s uit de tijd dat ze nog baby waren
Ze kunnen goed alleen bezig zijn
Houden van de stiltehoek
…
18
Kijkwijzer “Meervoudige Intelligentie” lager
1. Verbale intelligentie (VL) of Verbaal – linguïstische intelligentie (NL) of Woord Knap
Vertelt graag en beeldend en houdt ervan te praten.
Geniet van “expressief taalgebruik” (woordherhalingen, rijmpjes, melodietjes).
Leest graag (krant, boek, stripverhaal, opschriften).
Maakt woordgrapjes of doet graag taalspelletjes.
Kan spelen met zijn/haar stem (stemmetjes maken).
Pikt graag nieuwe woorden en begrippen op, integreert die in eigen taalgebruik.
Houdt ervan voorgelezen te worden en kan goed voorlezen.
Schrijft graag (verhalen, informatieve teksten, woorden bij een tekening).
Rijmt graag of schrijft gedichten.
Luistert graag naar iets dat verteld wordt, is betrokken bij gesprekken.
Heeft interesse voor de juiste spelling.
Heeft een grote woordenschat en vraagt vaak om uitleg: “Wat betekent dit, wat is
dat?”
Kan anderen verbaal corrigeren of overtuigen.
2. Logische intelligentie (VL) of Logisch – mathematische intelligentie (NL) of Reken /
Redeneer Knap
Houdt van cijferpuzzels en nog onbekende rekenopdrachten.
Geeft blijk van inzicht in getalsverhoudingen (bijvoorbeeld bij de tafels: 2 X 6 = 12
“O dan is 4 X 6 het dubbele!”).
Legt materiaal/eten (en dergelijke) gestructureerd neer en pakt het systematisch op.
Heeft de neiging om een rekensom/probleemstelling op verschillende manieren te
willen uitrekenen/benaderen, bedenkt (nieuwe), originele en vaak logische
oplossingen.
Houdt van meten, met meetinstrument of met stokjes, vingers, draadjes.
Heeft graag duidelijkheid en logica, houdt van gestructureerd werken.
Heeft iets met “tijd”, geschiedenisfeiten, jaartallen.
Zoekt graag uit hoe hij/zij iets kan maken, bijvoorbeeld met lego of ander
constructiemateriaal.
Legt graag verbanden, gebruikt eventueel schema’s om die te verduidelijken.
Houdt ervan probleemoplossend bezig te zijn en dan de zaak op een rijtje te zetten, het
zit zus en zo in elkaar.
Wil weten hoe iets werkt.
Hanteert “zwart – wit” redeneringen.
Denkt kritisch.
Is vaak zuinig met woorden.
Houdt van spelletjes als schaken, dammen en kaarten.
19
3. Ruimtelijke intelligentie (VL) of Visueel – ruimtelijke intelligentie (NL) of Beeld /
Ruimte Knap
Grijpt allerlei aanleidingen aan om te kunnen tekenen, schilderen, eventueel
fotograferen.
Heeft oog voor verhoudingen, bij het tekenen van mensfiguren.
Blijkt details te zien en weer te geven, ook op de achtergrond.
Gebruikt materiaal (als kleurkrijt, potlood, enzovoort) verrassend “anders”.
Heeft het nodig iets te zien om het te begrijpen: afbeelding, demonstratie, voordoen.
Ziet van alles voor zich als het leest, voorgelezen wordt, als iemand iets vertelt.
Kan fantaseren door zich iets voor te stellen.
Heeft interesse voor de inrichting van een ruimte (klas, eigen kamer, enzovoort).
Weet goed de weg in de buurt (kortere weggetjes en dergelijke).
Kan zich snel oriënteren in een nieuwe omgeving, al dan niet met behulp van een
kaart.
Tekent figuren om iets vast te houden.
Beeldend bezig zijn, ontwerpen, schetsen, bouwen en construeren.
Kleedt zich vaak op een eigen manier.
Let op het uiterlijk bij anderen (complimenten).
Doet graag videospelletjes.
4. Muzische intelligentie (VL) of Muzikaal – ritmische intelligentie (NL) of Muziek Knap
Zingt, neuriet of fluit (onbewust) voor zichzelf.
Heeft graag muziek om zich heen, achtergrondmuziek werkt ontspannend,
stimulerend.
Trommelt, tikt, beweegt ritmisch (bij muziek of op basis van een innerlijk ritme).
Herkent instrumenten, stemmen, zangers/groepen, componisten.
Hoort bewust geluiden om zich heen (verkeer, natuur, mensen op de achtergrond).
Bespeelt een instrument.
Zingt snel een melodie na, onthoudt liedjes goed.
Reageert duidelijk op verschillen in intonatie als iemand spreekt.
Vertelt iets op een boeiende manier (verschil in toonhoogte en tempo).
Houdt van meedoen met (of maken van) een yell, rap, liedje.
Maakt zelf liedjes en versjes.
Is gevoelig voor storend geluid (concentratie).
20
5. Fysieke intelligentie (VL) of Lichamelijk – kinesthetische intelligentie (NL) of
Beweging Knap
Gebruikt gebaren en gezichtsuitdrukking om iets duidelijk te maken (praten met
“handen en voeten”).
Reageert enthousiast op activiteiten waarbij het kan bewegen en iets met de handen
kan doen.
Heeft graag dingen in de hand of raakt iets aan om het te kennen of te begrijpen hoe
het werkt.
Maakt onbewust kleine bewegingen (wippen op de stoel, heen en weer “kijken”, en
dergelijke).
Houdt van dansen en bewegen.
Is graag praktisch bezig met sleutelen, knutselen, bouwen, dingen klaarzetten.
Voelt zich aangetrokken tot toneelspelen, iets uitbeelden/uitspelen, mime.
Is gevoelig voor lichamelijk contact (aanraken, hand geven), doet dat zelf ook bij
volwassenen en medeleerlingen.
Speelt graag buiten: rennen, spelletjes, ergens naartoe wandelen of fietsen.
Houdt ervan zich lichamelijk in te spannen, sporten in het algemeen.
Kan goed anderen nadoen (mimiek).
Is goed in fijne motoriek ( computerspelletjes: oog – handcoördinatie).
Doen is begrijpen.
6. Natuurlijke intelligentie (VL) of Naturalistische intelligentie (NL) of Natuur Knap
Voelt zich aangetrokken tot de natuur (meer dan normale interesse), komt op voor de
natuur.
Verzamelt: brengt van alles mee (stenen, schelpen, mos, paardenkiezen, enzovoort).
Is geïnteresseerd in natuurverschijnselen, het weer, de ruimte.
Wil namen weten van planten, dieren, gesteenten, natuurgebieden, wolken,
lichaamsdelen, enzovoort.
Heeft de neiging tot scherp observeren van mensen, dieren, planten, gebeurtenissen.
Ziet kleine verschillen en overeenkomsten.
Is goed in staat om te ordenen en kwalificeren.
Houdt ervan om met dieren om te gaan en ze dingen aan te leren (inlevingsvermogen).
Kan belangstelling en talent hebben voor koken.
Weet veel over planten, dieren, hoe ze groeien, hoe ze zich gedragen, wat ze
beïnvloedt en dergelijke. Leest daarover, vraagt daarover of kijkt daarover tv.
Is geïnteresseerd in verandering, groei en opeenvolging.
Vertelt graag over die aspecten van de natuur waarvoor hij zich interesseert.
Is sterk gericht op buiten.
Komt vaak met leuke en boeiende ontdekkingen van buiten.
Houdt van kamperen.
21
7. Sociale intelligentie (VL) of Interpersoonlijke intelligentie (NL) of Mensen/ Samen
Knap
Houdt ervan samen met anderen te zijn (“streetsmart”).
Neemt initiatief tot contact, vraagt of een ander mee wilt doen, toont belangstelling.
Kan zich inleven/verplaatsen in een ander.
Accepteert andere kinderen zoals ze zijn.
Geeft er blijk van iets om een ander te geven.
Heeft de neiging leiding op zich te nemen bij spel of werk waardoor anderen (ook)
goed kunnen functioneren.
Is in staat om een positieve atmosfeer op te roepen om de groep bij elkaar te houden.
Is er op uit conflicten met anderen tot een goede oplossing te brengen.
Wil dingen met anderen delen (materiaal, speelgoed, voedsel, enzovoort).
Let op hoe anderen zich voelen, hoe ze zich gedragen; heeft de neiging daar op in te
spelen.
Helpt een ander ergens mee.
Kan genieten van bij elkaar zijn, feestjes, uitstapjes, en dergelijke.
Werkt graag samen met anderen.
Organiseert gemakkelijk.
Doet buiten de school aan sociale activiteit of teamsport.
8. Persoonlijke intelligentie (VL) of Intrapersoonlijke intelligentie (NL) of Zelf Knap
Kan goed alleen bezig zijn (zelfstandig).
Denkt na over eigen gedrag, gevoelens en dergelijke.
Heeft soms een uitgesproken mening over wat het belangrijk vindt, graag wil doen,
graag wil hebben, is vastberaden en doelgericht.
Behoeft zich dikwijls niet zo direct te uiten over wat het denkt, voelt, heeft
meegemaakt.
Vindt het interessant om de eigen voorkeuren en sterkere/zwakkere kanten te kennen.
Houdt een dagboek bij of maakt op een andere manier aantekeningen over dingen die
gebeuren en wat het daarvan vindt.
Kan opgaan in fantasie, dagdromen.
Heeft graag een “privé plek” om te werken, studeren, lezen en dergelijke.
Is zich bewust van eigen gevoelens en stemmingen en heeft de neiging die te willen
beïnvloeden.
Heeft dikwijls denktijd nodig alvorens op iets te reageren.
Neemt graag verantwoordelijkheid.
Stelt meestal hoge eisen aan zichzelf.
Is wat filosofisch ingesteld.
Toont sterk gevoel van onafhankelijkheid/sterke wil.
Kan goed naar anderen luisteren, voelt gevoelens en stemmingen van een ander goed
aan.
Bron: Vrij naar “De kracht van meervoudige intelligentie” (www.bazalt.nl)
22
Didactische structuur: Lied voor Twee Stemmen
Allerlei Knap
Melodie: My Bonnie is Over The Ocean
A. De een leert het best op z’n eentje
B. De ander leert goed als hij praat
A. En weer een leert fijn in een groepje
B. Een ander heeft “natuur” als maat
AB Ik knap, jij knap
AB Allerlei mensen zijn knap (ja knap)
AB Ik knap, jij knap
AB Allerlei mensen zijn knap (ja knap)
A. De een leert heel goed als zij tekent
B. De ander leert fijn met muziek
A. En weer een leert goed met getallen
B. Een ander met dans/gymnastiek
AB Ik knap, jij knap
AB Allerlei mensen zijn knap (ja knap)
AB Ik knap, jij knap
AB Allerlei mensen zijn knap (ja knap)
Bron: Vrij naar KAGAN, S. & KAGAN, M., Meervoudige Intelligentie. Het complete
MI boek. Deel 2. In de klas: structuren en activiteiten. Middelburg, RPCZ Educatieve
uitgaven, 2004, 7-25, 8-34
top related