bijbel en evolutie
Post on 23-Jun-2015
778 Views
Preview:
DESCRIPTION
TRANSCRIPT
SSScccoootttttt HHHaaahhhnnn (((ttthhheeeooolllooooooggg)))
ooovvveeerrr
BBBiiijjjbbbeeelll eeennn eeevvvooollluuutttiiieee
Scott Hahn: bijbel en evolutie 2
Prof. Scott Hahn (1957) heeft zich als
presbyteriaans theoloog en dominee in 1986
bekeerd tot de Katholieke Kerk. Korte tijd
later heeft zijn vrouw, Kimberly Hahn,
dezelfde stap gezet. Thans is Scott Hahn
hoogleraar aan de Franciscaanse Universiteit
van Steubenville (Ohio) en vader van zes
kinderen. Voor meer informatie zie:
http://www.scotthahn.com/
Sommige van zijn boeken zijn ook in
Nederlandse vertaling beschikbaar bij
uitgever De Boog, zie http://www.deboog.nl/.
Scott Hahn: bijbel en evolutie 3
In het volgende worden er enkele bladzijden
weergegeven uit een boek van Scott Hahn::
Een Vader die Zijn beloften houdt
Gods verbondsliefte in de heilige schrift
Hierin spreekt hij als theoloog over onder meer
over schepping en evolutie. Dit boek is een
Nederlandse vertaling (© de Boog) van:
A Father Who Keeps His Promises
God's Covenant Love in Scripture
In this book, Scott Hahn explores the 'covenant
love' God reveals to us through the Scriptures, and
explains how God patiently reaches out to us to
restore us into relationship with his divine Family.
Servant publishers,
Ann Arbor, Michigan 1998
Scott Hahn: bijbel en evolutie 4
Vermijd buikspreken (Leg niets in de tekst)
Heb je wel eens een gesprek gevoerd met iemand die –
zoals je direct merkte – niet echt geïnteresseerd was in wat
jij denkt? Misschien kreeg je een signaal of een vreemd
antwoord, maar in elk geval was zijn instelling duidelijk:
“Ik wil je ondersteuning, niet je mening” of erger: “Als ik
je mening wil, zal ik het je zeggen”. In elk geval had je het
gevoel te worden misbruikt. Het ging helemaal niet om
jou.
Ik vermoed dat als de oude schrijver van Genesis vandaag
nog zou leven, hij dat gevoel zou hebben aangaande
moderne interpretaties van zijn werk, vooral met
betrekking tot zijn scheppingsverhaal. Om het botweg te
zeggen, veel lezers zijn meer bezig met zich afvragen in
hoeverre Genesis in overeenstemming kan worden
gebracht met de evolutietheorie, dan met het ontdekken
van wat de auteur werkelijk heeft willen zeggen. Wij
moderne mensen zijn zozeer in beslag genomen door de
wetenschap dat we bijna niet meer in staat zijn het boek
Genesis te lezen zoals het is.
Inderdaad is er in de Heilige Schrift maar één keer de
vraag te vinden over hoe de wereld werd geschapen, en
wel in het boek Job, waar God eigenlijk zegt, vergeet het
(Job 38-41). Het is eenvoudig te moeilijk om het ons voor
te stellen, laat staan het te ontcijferen voor onszelf.
Daarentegen schijnt het scheppingsverhaal op enkele
andere – maar niet minder belangrijke – vragen in te gaan,
zoals wat en waarom God heeft geschapen. Om te zien hoe
deze vragen worden behandeld, is het misschien tijd om
Genesis te herlezen met nieuwe ogen, door het te bekijken
door de oude ogen. Dat betekent terug te gaan naar de
tekst, op zoek naar aanwijzingen zoals wat de oude
schrijver aan zijn toenmalige lezers wilde zeggen.
Omwille van de eenvoud zullen we Mozes als auteur
bekijken, en zijn oorspronkelijke lezers, de oude
Israëlieten, die dit materiaal van hem ontvingen als deel
van Gods wet (de vijf boeken van Mozes). Een dergelijke
traditionele benadering moge uit de mode lijken, maar ze
heeft bepaalde voordelen die haar aanbevelen. Ze gaat
voor haar interpretatie uit van de bijbelse tekst zelf en
heeft daardoor een grotere verklarende kracht. Kortom, het
boek Genesis als zodanig, en de hele Pentateuch, zijn zo
zinvoller. Het weerspiegelt ook de levende traditie van de
Kerk, die door het kerkelijk leergezag steeds weer wordt
bekrachtigd.
Als we zo het boek Genesis voor zichzelf laten spreken,
wordt Mozes onze leraar, zonder hem iets in de mond te
leggen. We worden zijn leerlingen in plaats van
buiksprekers. Tegelijk zouden we ons bewust moeten
worden hoe sommige lezers een moderne mening in de
bijbelse tekst leggen.
Scott Hahn: bijbel en evolutie 5
Enerzijds houden sommige lezers vast aan letterlijk zes
dagen van 24 uren en beweren dat Genesis elke vorm van
evolutie tegenspreekt (theïstisch of niet), bijna alsof Mozes
en de Schrift zouden hebben samengezworen om enkele
duizenden jaren van tevoren een eerste beslissende slag
tegen het Darwinisme te voeren. Terwijl velen van hun
critici dit beantwoorden door ze te brandmerken als
“fundamentalisten” wat zoals veel etiketjes niet zinvol of
passend is.
Enerzijds houden sommige lezers vast
aan letterlijk zes dagen van 24 uren en
beweren dat Genesis elke vorm van
evolutie tegenspreekt, bijna alsof Mozes
en de Schrift zouden hebben
samengezworen om enkele duizenden
jaren van tevoren een eerste beslissende
slag tegen het Darwinisme te voeren.
Anderzijds zijn bepaalde versies van de evolutietheorie
duidelijk in tegenspraak met Genesis, alsook met het
gezonde denken. Zo hebben enkele van de vroege
kerkvaders en geleerden van de Kerk Genesis letterlijk
geïnterpreteerd in termen van zes dagen van 24 uur. En
toch zouden we ze niet als fundamentalisten brandmerken,
net zomin als we Nebukadnessar een nazi zouden noemen
omdat hij de Joden vervolgde en hun tempel in het jaar
586 v.Ch. plunderde. Sommige etiketjes passen gewoon
niet.
Maar er zijn problemen met dit soort letterlijk lezen. Hoe
zijn bijvoorbeeld de eerste drie dagen van 24 uur gemeten
als de zon eerst de vierde dag werd geschapen? Bovendien
wordt er voor de zevende dag geen einde aangegeven
omdat hij wijst op de rust van God en niet op een periode
van 24 uur.
Natuurlijk zou God de wereld in zes dagen geschapen
kunnen hebben, als Hij dat zou hebben gewild – of in zes
uur of zes minuten of zes seconden. Maar “dag”
(Hebreeuws yom) heeft niet altijd betrekking op de tijd van
de klok. Zo is het hier niet noodzakelijk gebruikt om aan te
geven hoelang God nodig had voor zijn werk.
Ik besef dat verdedigers van het “letterlijk” zich van deze
problemen bewust zijn. Ik breng ze daarom ook alleen ter
sprake om erop attent te maken dat ze voor Mozes in het
geheel geen probleem waren (die er zich niet van bewust
was), precies omdat ze niets met de zaak te maken
hadden, d.w.z. met zijn zaak. Maar deze vorm van
Scott Hahn: bijbel en evolutie 6
letterlijke interpretatie is niet de enige manier om iets in
de tekst te leggen (buikspreken). Er is een andere
benadering, aan het andere einde van het
interpretatiespectrum, die ook zijn moderne stem in de
oude tekst laat spreken.
Mythische opvattingen
Het is niet ongewoon lezers te vinden die het Genesis
verhaal willen reduceren tot weinig meer dan een oude
Hebreeuwse mythe. Hun manier van argumenteren gaat
dikwijls als volgt: Daar het scheppingsverhaal een
religieus verhaal is en geen wetenschappelijke beschrijving
van de wereldgeschiedenis, moet het worden beschouwd
als oude Hebreeuwse mythologie, die berust op hun
primitieve bijgeloof en heilige propaganda.
Maar de indeling van Genesis als een mythe heeft een
probleem: Ze stemt niet overeen met de feiten. Een
vergelijking tussen Genesis en andere oude
scheppingsverhalen, die wereldwijd voor mythische
worden gehouden, onthult veel grotere verschillen en
afwijkingen dan parallellen of overeenkomsten.
Bijvoorbeeld, de oude mythen beschrijven allemaal het
scheppingproces in termen van oorlog onder de goden,
waarin de winnaars de kosmos vormen uit de lijken van de
verliezers. Eveneens worden in de mythen de zon, de maan
en de hemellichamen beschouwd als godheden.
Daarentegen is het boek Genesis duidelijk uit ander hout
gesneden.
Deze beide vormen van mythische en letterlijke
interpretatie gaan eender te werk: Mozes worden woorden
in de mond gelegd, om zo de oude tekst te dwingen zich
Scott Hahn: bijbel en evolutie 7
bezig te houden met moderne problemen. Ofschoon er
tegengestelde conclusies uit worden getrokken, berusten ze
op dezelfde vooronderstellingen, niet uit oude teksten van
Genesis gehaald, maar uit de categorieën van de moderne
wetenschap. Helaas beleven vrome lezers, die uitgaan van
deze wetenschappelijke categorieën, een innerlijk conflict
tussen wetenschap en godsdienst. Ik ben ervan overtuigd
dat dit een vals dilemma is, omdat het berust op twee niet
passende opties.
Deze beide vormen van mythische en
letterlijke interpretatie gaan eender te werk:
Mozes worden woorden in de mond gelegd,
om zo de oude tekst te dwingen zich bezig te
houden met moderne problemen.
Ik zou eraan willen toevoegen dat, zonder in te gaan op
ingewikkelde discussies over verklarende theorie, de
letterlijke betekenis van Genesis niet moet worden
onderschat. Integendeel, de Kerk leert dat het wezenlijk is
om van de letterlijke betekenis van de Schrift uit te gaan,
alvorens dieper te graven in haar geestelijke betekenis
(CKK nn.116-18). Daarom is de letterlijke betekenis
precies en allereerst ons doel. We moeten hem alleen juist
benaderen.
Een zodanig juiste lezing van Genesis vraagt om
onafhankelijkheid van actuele discussies, die woeden
tussen evolutie en religie, om objectief en zonder
vooringenomenheid de instrumenten voor literaire analyse
toe te passen. Dat betekent echter niet dat we onszelf
losmaken van de bijbelse tekst. Integendeel, we moeten
ons zo dicht mogelijk aan de tekst houden. Hij nodigt ons
uit om met grote zorg te lezen en met een kritisch
invoelingsvermogen voor de cultuur en de tijd waarin het
oorspronkelijk is geschreven en overgeleverd.
Als het scheppingsverhaal in eerste instantie wordt
benaderd en bestudeerd op deze manier, naar zijn eigen
maatstaven, zal de tekst een letterlijke zin opleveren die
open blijft, zowel voor de echte ontdekkingen van de
moderne wetenschap, alsook voor de geldige bevindingen
van vergelijkende godsdienstwetenschap en mythologie.
Inderdaad ben ik er als overtuigd Katholiek Christen van
overtuigd dat de resultaten van een dergelijke benadering
tenslotte een diepe complementariteit van religie en
wetenschap, geloof en rede zullen aantonen.
Laten we nu verder zonder veel drukte de sandalen
aantrekken, de lendenen omgorden en met het oude volk
Israël het boek Genesis lezen.
Scott Hahn: bijbel en evolutie 8
Van chaos tot kosmos De eeuwige liefdesgeschiedenis van de Schrift begint erg
eenvoudig: “In het begin schiep God hemel en aarde”
(Gen. 1, 1). Is het niet verwonderlijk hoe eenvoudig dat
klinkt? Zonder enige inspanning, of goden waartegen men
moet vechten, sprak God eenvoudig, en…BOEM (of
BANG, als u daaraan de voorkeur geeft): het hele
Universum – ruimte, tijd, melkwegen, zonnesystemen,
planeten, moleculen, subatomaire deeltjes, dat alles barst
voort uit het niets tot bestaan. Dat noem ik macht.
Het eerste vers van de Bijbel maakt vanaf het
begin duidelijk dat God absoluut
oppermachtig is, totaal soeverein, almachtig
en dus op geen enkele manier te verwarren
met de wereld die Hij heeft geschapen.
Het eerste vers van de Bijbel maakt vanaf het begin
duidelijk dat God absoluut oppermachtig is, totaal
soeverein, almachtig en dus op geen enkele manier te
verwarren met de wereld die Hij heeft geschapen. Hij
alleen is God, en niet wij. Evenmin is de enorme kosmos
zijn lichaam of huis (in tegenstelling tot wat New Age
leert). Hoe groot en enorm de schepping voor ons moge
lijken, zij is werkelijk niet groot genoeg om met de
oneindige Schepper te worden gelijkgesteld.
Als het eerste vers ons vertelt wie God is (de Schepper)
alsook wat Hij niet is (de schepping), blijft nog de vraag:
wat is de schepping volgens Genesis? Dat is wat de rest
van het eerste hoofdstuk verklaart.
Het volgende vers begint met: “De aarde was vormeloos en
leeg” (Gen. 1, 2). In het oorspronkelijke Hebreeuws luidt
de laatste zin, tohu wabohu, twee woorden die de
tweevoudige conditie van de oertoestand van de aarde
beschrijven: vormeloosheid en leegte.
Deze woorden passen strategisch tussen wat ervoor en wat
erna komt. Het voorafgaande vers “de hemelen en de
aarde” wijst naar de twee belangrijkste domeinen ? van de
schepping, het geestelijke en het materiële. Met de eerste
zijn de zuivere geesten, de “hemelse heerscharen” bedoeld
die wij engelen noemen, terwijl het tweede betrekking
heeft op de mensheid. Verschillend van de hemelen echter
bevond zich de aarde nog in een onvolledige toestand van
vormeloosheid en leegte. Na deze woorden vertelt de rest
van dit hoofdstuk over Gods creatieve antwoord en besluit
op deze twee problematische kenmerken van de
oorspronkelijk chaotische conditie van de aarde. God
vormt de aarde om – van chaos tot kosmos – volgens zijn
macht en plan.
Gods macht wordt in het volgende vers onthuld, dat
Scott Hahn: bijbel en evolutie 9
beschrijft hoe “de Geest van God over het wateroppervlak
bewoog” (Gen. 1, 2). Zoals de waakzame
tegenwoordigheid van mijn moeder op het terrein van ons
toekomstige huis, hield de Heilige Geest het
scheppingsproces van de aarde in gang, van
bodemreiniging en het leggen van het fundament tot aan
haar transformatie en heiliging (zie Psalm 104, 5-30;
Spreuken 8, 1-31). zijn macht openbaart bijgevolg ook zijn
plan.
Hoe bouwt men een huis in zes dagen Het scheppingsverhaal schijnt een zeer ordelijk schema te
volgen. Zorgvuldig lezen van het verhaal toont aan hoe de
Schepper omgaat met het probleem van de vormeloosheid
van de aarde gedurende de eerste drie dagen, en dan met
de leegte in de laatste drie dagen. Misschien kan een
diagram het beter begrijpelijk maken:
opvullen leegte
dag 4
zon maan
sterren
dag 5
vogels vissen
dag 6
mens dieren
structureren vormeloos-
heid,
dag 1
dag nacht
dag 2
zee lucht
dag 3
land vegetatie
tijd ruimte leven
Op dag één schiep God licht en scheidde het licht van de
duisternis om dag en nacht te maken (Gen. 1, 3-5). Zo
ontstond de aardse tijd. Op de tweede dag maakte God de
hemelen en de zeeën door de wateren te scheiden in boven
en beneden (Gen. 1, 6-8). Zo ontstond de aardse ruimte.
Op dag drie schiep God land en vegetatie (Gen. 1, 9-13. Zo
Scott Hahn: bijbel en evolutie 10
begon het aardse leven. De drie basiscondities voor
bestaan op aarde waren nu compleet: tijd, ruimte en leven.
Eender waren de drie wezenlijke elementen voor menselijk
bestaan op zijn plaats: licht, water en voedsel. Drie
domeinen verlangden nu naar heersers.
Op dag vier schiep God de zon, de maan en de sterren, om
“te heersen over de dag en de nacht” (Gen. 1, 14-19),
d.w.z. over het tijdelijke bereik dat al gevormd was op dag
een. Op dag vijf schiep God de vissen en de vogels, opdat
ze de hemelen en de zeeën zouden vullen (Gen. 1, 20-23),
om te heersen over het ruimtelijke gebied dat God de
tweede dag had geschapen. Op de zesde dag schiep God de
dieren en de mens, opdat ze zouden heersen over het land
en de vegetatie, d.w.z. het biologische bereik dat God op
de derde dag had geschapen.
We hebben, door zorgvuldig lezen, een
eenvoudig maar diep samenhangend
geraamte ontdekt, een dat waardevolle
aanwijzingen geeft. (...) Kortom, het toont
ons wat en waarom God heeft geschapen.
Er bestaat een perfecte overeenstemming tussen wat God
deed op de eerste drie dagen en op de tweede drie dagen.
De Heer schiep eerst de structuur in drie dagen, en vulde
dan de structuur op met levende wezens op de tweede drie
dagen. Eerst de terreinen en dan de heersers. Is dit louter
toeval? Ik denk van niet.
Deze parallellen onthullen het literaire geraamte, ingebed
in het scheppingsverhaal, en wat Mozes gebruikte om
Gods transformatie van de aarde in een geëigende
woonplaats voor de mensheid te beschrijven . We hebben,
door zorgvuldig lezen, een eenvoudig maar diep
samenhangend geraamte ontdekt, een dat waardevolle
aanwijzingen geeft over hoe de oorspronkelijke Israëlische
lezers waarschijnlijk het scheppingsverhaal hebben
begrepen. Meer nog helpt het ons de bedoeling en de
betekenis van de schepping te begrijpen. Kortom, het toont
ons wat en waarom God heeft geschapen.
Scott Hahn: bijbel en evolutie 11
Beeld is alles Wat heeft God geschapen? Hij bouwde een thuis voor zijn
toekomstige kinderen. De schepping is een groot
bouwproject. Goede bouwlieden werken met een doel voor
ogen. Aristoteles schreef: “Wat tenslotte wordt uitgevoerd,
ligt eerst in de intentie”. God werkt altijd met zijn doel
voor ogen; daarom maken we uit het laatste wat Hij
maakte zijn bedoeling op ons.
“Toen sprak God: ’Laten we de mens maken naar Ons
beeld en gelijkenis…’ Dus schiep God de mens naar zijn
eigen beeld, naar het beeld van God schiep Hij hem; man
en vrouw schiep Hij hen” (Gen. 1, 26-27). Nu wordt de
zaak ingewikkelder, zoals men zegt. Wat betekent het voor
ons te zijn geschapen, als man en vrouw, naar Gods “beeld
en gelijkenis”?
God werkt altijd met zijn doel voor ogen;
daarom maken we uit het laatste wat Hij
maakte zijn bedoeling op ons.
Allereerst betekent het dat menselijk leven een grote
heiligheid bezit. De maatschappij begaat dikwijls de fout
de waarde van een persoon af te meten aan grote werken,
een goed uitzien of economische productiviteit en
opbrengst. Deze fout is door de Nazi’s gemaakt in
wereldoorlog II, en het ligt ten grondslag aan de tragedie
van abortus en euthanasie in onze tijd. De heiligheid van
menselijk leven omvat zowel de ongeboren mens als de
bejaarde, de lichamelijk zwakke en de mentaal
gehandicapte. Elke persoon heeft deze eerbiedwaardige en
onmetelijke waardigheid, omdat iedere mens geschapen is
naar Gods beeld. Zelfs zij die zondigen of een of andere
gruwelijke misdaad plegen, blijven omhuld door deze
waardigheid. Geen mens is uitgesloten van de redding.
Op de tweede plaats betekent het dat ons werk speciale
waarde heeft. De maatschappij doet het omgekeerde. Niet
mijn werk verleent mij waardigheid, maar het dragen van
het beeld van God bekleed mijn werk met aanzien. Werk is
geen vloek, in en van zichzelf, hoewel het vervloekt is
vanwege de zonde van Adam, met een frustrerende last
(vgl Gen. 3, 17-19). God Zelf werkte om de schepping tot
stand te brengen. Voor de zondeval waren wij mensen
ertoe geroepen om te werken in navolging van God onze
Vader.
Op de derde plaats betekent het dat wij op God gelijken.
Als personen hebben wij een redenerend intellect, een vrije
wil en een uniek vermogen om lief te hebben. Bovendien
maakte God onze natuur verschillend van alle andere. Als
menselijke wezens bevinden wij ons ergens tussen de
engelen en de dieren, met fysieke lichamen en rationele
zielen. Engelen kunnen beminnen maar zich niet
Scott Hahn: bijbel en evolutie 12
voortplanten. Dieren planten zich voort maar zonder liefde.
Desondanks hebben wij mensen het waarlijk unieke
vermogen om beide te doen in de voortplantingsdaad van
de echtelijke liefde, de oorsprong van het verbond van
interpersonele gemeenschap en familieleven.
Als we werkelijk beminnen als echtelieden, ouders, zusters
en broeders, nemen we uiteindelijk deel aan Gods heel
eigen leven van liefde (in God zijn leven en liefde
hetzelfde). Als personen in een familie zijn wij geroepen te
leven en lief te hebben zoals God de Vader, de Zoon en de
Heilige Geest. Het begint allemaal met de echtverbintenis,
wanneer de liefde tussen man en vrouw bewust op
levengevende wijze wordt gedeeld.
Velen spreken vandaag de dag over het belang van een
goed zelfbeeld. Anderen zeggen dat dit een vals probleem
is, dat het niet echt van belang is. Ik ben het daarmee
oneens. Het is wel van belang, zeer zelfs. Maar we gaan er
op een verkeerde manier mee om. Het is niet het probleem
wat fout is, maar de zogenaamde oplossingen. Het is niet
verkeerd een goed zelfbeeld te hebben. Wat we nodig
hebben is niet het scheppen van een goed zelfbeeld voor
iedereen, maar te geloven dat iedereen geschapen is naar
Gods beeld.
De diepe waarheid over God, die ons geschapen heeft naar
zijn “beeld en gelijkenis” verschijnt voor het eerst in
Genesis, maar op een zeer eenvoudige wijze. De
oorspronkelijke betekenis van de zin houdt een nuchtere
waarheid in. Dit wordt duidelijk gemaakt in de volgende
tekst waarin deze uitdrukking verschijnt, namelijk Genesis
5, 3, waar staat dat Adam een zoon verwekte, namens
Seth, “naar zijn eigen beeld en gelijkenis”. Hier wordt
duidelijk verwezen naar vader en zoon relatie. En hier is
wezenlijk hetzelfde bedoeld als in het scheppingsverhaal.
Deze en andere presentaties en documen-
ten over evolutie zijn te vinden op:
http://www.slideshare.net/group/csr-evolution
top related