alternatieve cursussengids - utrechtse biologen …...ubv-cursussen 28 entomologie 28 de...

28
1 Alternatieve Cursussengids Periode 2 UTRECHT, september 2019 Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging Editie 2019-2020

Upload: others

Post on 07-Jul-2020

5 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

1

Alternatieve Cursussengids Periode 2

UTRECHT, september 2019

Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging

Editie 2019-2020

2

Voordat je begint met lezen…

De alternatieve studiegids is anders dan de reguliere studiegids van het departement Biologie. De

informatie in deze gids is afgestemd op die in de reguliere gids, maar het kan gebeuren dat ze

minder up to date is. Kijk dus vooral ook naar de reguliere studiegids op de site van de Universiteit.

De directe link er naartoe is als volgt:

https://students.uu.nl/beta/biologie/onderwijs/studieprogramma/major-biologie

(Of https://goo.gl/Uk7whs voor de wat luie student ;-) )

Wil je meer weten over de veranderingen in het onderwijsmodel van de komende jaren, kijk dan

op: https://www.uu.nl/onderwijs/onderwijs-aan-de-uu/het-onderwijsmodel

(https://goo.gl/GGRNw1)

3

Voorwoord

Lieve Biologen,

De eerste periode is net van start gegaan en het is alweer tijd om je te gaan verdiepen in de volgende periode! Periode 2 bevat een aantal nieuwe vakken of vakken die van naam zijn veranderd, dus goed lezen is belangrijk. Light and electron microscopy is bijvoorbeeld een nieuw vak, gegeven door Lukas Kapitein. Daarnaast heet Internationaal natuurbeheer voortaan Tropische ecologie! Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen van andere Biologen over de cursussen van periode 2 (niveau 2 en 3). Het is natuurlijk maar één student die een mening geeft, maar het kan je wel op weg helpen en een beter beeld over de opbouw van cursussen geven. Er staan ook stukjes in over cursussen buiten de faculteit Biologie. Mocht je dus een keer iets anders willen, kijk hier vooral even naar! Groetjes, de OC

4

Toelichting

Beste student,

Het kiezen van de juiste vakken voor de volgende periode blijft altijd moeilijk. Voor veel studenten

biedt deze alternatieve studiegids dan ook een helpende hand. Veel van jullie kennen de gids

inmiddels, maar voor degenen waarbij hij wat minder bekend is volgt hier een korte uitleg over wat

de alternatieve studiegids precies is.

De alternatieve studiegids lijkt in principe erg veel op de gewone studiegids: Over elke cursus staat

een stukje tekst waarin beschreven wordt wat deze cursus precies inhoudt. Het grote verschil met de

gewone studiegids is dat deze stukjes geschreven zijn door studenten. Deze studenten hebben het

vak vorig jaar gevolgd en delen op deze manier hun ervaringen met jullie. Zij beschrijven het verloop

van de cursus, de onderwerpen die aan bod komen en geven bijvoorbeeld aan hoe zwaar zij het

vonden om de desbetreffende cursus te volgen. Dit is natuurlijk wel de mening van één enkele

student, maar het geeft je in ieder geval een beeld van hoe het vak in elkaar zit. Dit kan je helpen bij

je beslissing.

Bij iedere cursus wordt ook het slagingspercentage van de cursus vermeld. Deze slagingspercentages

berusten op de studenten die het vak in een keer halen. Daarnaast worden sinds kort ook gemiddelde

beoordelingen die uit de OAC-B onderwijsenquêtes zijn gekomen onder elke cursus vermeld. Dit geeft

een algemeen beeld van hoe de cursus wordt beoordeeld door studenten. Let wel op, sommige

cursussen zijn maar door een relatief klein deel van de deelnemers beoordeeld. Jij kunt helpen om

deze cijfers nog betrouwbaarder te maken door ook de enquête in te vullen!

Volg je deze periode cursussen bij Biologie? Of volg je een cursus bij een andere studie waar meer

biologen over zouden moeten horen? En wil jij een nieuw stukje schrijven voor de gids van volgend

jaar? Laat het ons weten! Stuur een mailtje naar [email protected] met daarin het vak waarover jij

een stukje zou willen schrijven. Je kunt natuurlijk ook iemand van ons aanspreken!

Ben jij een ouderejaars bioloog en wil je beginnen aan je onderzoeks bachelorscriptie en/of

onderzoeksstage? Ook hiervoor kun je bij ons terecht. Kijk achter in deze alternatieve studiegids voor

meer informatie!

Heel veel succes met het maken van je keuze en natuurlijk veel plezier bij het volgen van je cursussen!

De onderwijscommissie van de UBV,

Vera den Besten, Evelien van der Schaar, Tamara Schoonderbeek, Marcia Oldenburger, Yorgos Bos,

Niels Klaver, Timo van Veghel en Githa de Vries

5

Inhoudsopgave Voordat je begint met lezen… 2

Voorwoord 3

Toelichting 4

Blokjes Rooster 7

Voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen 8

Studieadviespaden 9

Periode 2 - timeslot A + D - 11

- Niveau 2 – 11

Voortgezette Statistiek en ‘R’ (B-B2VSR) 11

Oriëntatie op de onderwijspraktijk 11

- Niveau 3 - 12

Wetenschapper in beleid (B-B3BEL09) 12

Moleculaire prokaryote microbiologie (B-B3MPRO16) 12

Gentherapie, kanker en aids (B-B3GKA16) 13

Periode 2 - timeslot B + C - 14

- Niveau 2 - 14

Gedragsbiologie (B-B2GEBI05) 14

Metabolisme (B-B2META09) 15

De cel (B-B2CEL09) 16

- Niveau 3 - 16

Mariene wetenschappen III (B-B3MSCI05) 16

Molecular plant-microbe interacties (B-B3MPMI18) 17

Computationele biologie (B-B3COMB10) 18

Tropische ecologie (B-B3INB16) (vh Internationaal natuurbeheer) 19

Light and electron microscopy (nieuw) (B-B3LEM18) 20

Evolutie interdisciplinair (B-B3EVIN17) 21

Evolutionaire ontwikkelingsbiologie 22

Periode 2 - timeslot A + D of B + C - 23

- Niveau 2 - 23

Moleculair genetisch onderzoekstechnieken (B-B2MGOT14) 23

- Niveau 3 – 24

Onderzoeksstage en scriptie (B-B3ONST, B-B3ONSCR) 24

Vakken buiten Biologie 25

TIMESLOT B+C -Niveau 2 - 25

Orgaansystemen (BMW20205) 25

TIMESLOT A+D -Niveau 3 - 26

Moleculaire pathologie (BMW32607) 26

6

Paleoenvironments (GEO3-4312) 27

UBV-cursussen 28

Entomologie 28

De Onderwijscommissie van de UBV (OcUBV) 29

Zin om te helpen met het maken van deze gids? 29

Bedankt! 30

7

Blokjes Rooster

8

Voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen

Er zijn voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen. De regels hiervoor staan genoemd

in de Onderwijs Examenregeling (OER). In het artikel uit de OER dat de toelating tot het onderwijs van

niveau 2 en 3 bepaalt, staat:

art. 4.2 – Ingangseisen cursussen; voorkennis

Aan een cursus kan pas worden deelgenomen als de student voldoet aan de voorkenniseisen. In de

Universitaire Onderwijscatalogus is bij elke cursus aangegeven wat die vereiste ingangseisen zijn en

wat de (aanbevolen) voorkennis is.

art. 4.3 - Inschrijving voor cursussen

1. Aan een cursus kan pas worden deelgenomen nadat de student zich tijdig daarvoor via OSIRIS-

student heeft inschreven, zie: http://students.uu.nl/praktische-zaken/in-en-

uitschrijving/inschrijven-cursussen. 2. De student kan zich uitschrijven via OSIRIS student tot en met

de na-inschrijvingsdagen voorafgaande aan het betreffende blok.

art. 4.4 – Deelname aan cursussen; Voorrangsregels

1. In de Universitaire Onderwijscatalogus wordt aangegeven voor hoeveel studenten een cursus ten

hoogste wordt verzorgd. 2. Toelating voor de cursussen met een beperkte capaciteit vindt plaats op

basis van vooraf vastgestelde en toelatingscriteria en voorrangsregels, met dien verstande dat voor

de opleiding ingeschreven studenten voorrang genieten bij de cursussen die behoren tot het

verplichte deel van hun major.

art. 4.5 – Inspanningsverplichting

1. Van elke student wordt actieve deelname verwacht aan de cursus waarvoor hij staat ingeschreven.

2. Naast de algemene eis dat de student actief participeert in het onderwijs, worden de aanvullende

eisen per cursus in de Universitaire Onderwijscatalogus omschreven. Tenzij aldaar anders vermeld, is

de minimum aanvullende eis dat een student participeert in alle toetsonderdelen van een cursus en

alle eventuele deadlines haalt. 3. Als niet aan de inspanningsverplichting is voldaan kan de

cursuscoördinator de student uitsluiten van verdere deelname aan de cursus of een gedeelte

daarvan.

De volledige OER kan je inzien en downloaden op de website van de Universiteit:

https://students.uu.nl/beta/biologie/praktische-zaken/regelingen-en-procedures

(Of http://www.5z8.info/bomb-plans_plaw of https://goo.gl/UkQ7Rt)

9

Studiepaden

De Bachelor Biologie kent momenteel drie hoofdrichtingen die zijn onderverdeeld in 11 studiepaden,

plus een aantal ‘verbredende vakken’. Een studiepad is een cluster van cursussen in een bepaalde

richting en bevat cursussen van zowel niveau 1, 2 als 3 met toenemende complexiteit en specialisatie.

Vaak is het zo dat bepaalde cursussen binnen een studiepad een ingangseis vormen voor een cursus

met een hoger niveau uit hetzelfde studiepad. Het is verstandig om deze ingangseisen regelmatig te

checken, want ze kunnen worden aangepast. De verschillende cursussen binnen een studiepad worden

zo goed mogelijk op elkaar afgestemd zodat er geen onnodige overlap is tussen cursussen. Bovendien

wordt de verwerving van voldoende academische vaardigheden bij de verschillende (combinaties van)

studieadviespaden gegarandeerd. Uiteraard kun je meerdere studiepaden combineren, maar

afhankelijk van het aantal cursussen dat je bij biologie volgt, de grootte van de studiepaden en de

gekozen combinatie is het niet altijd mogelijk om alle cursussen uit de gekozen studiepaden te volgen.

Het volgen van studiepaden is niet verplicht maar is wel aan te raden omdat het je een goede basis

geeft voor bepaalde masterprogramma’s. Maar let op, het volgen van een studiepad is geen garantie

om toegelaten te worden tot een bepaalde master. Zorg dus dat je ruim van tevoren uitzoekt wat de

toelatingseisen zijn voor de masters waarin jij geïnteresseerd bent. Naast de vakken die tot deze

studiepaden behoren, zijn er ook verbredende vakken die daar los van staan. Met deze vakken kun je

je loopbaan een andere richting geven dan met de ‘traditionele’ richtingen binnen de biologie. Het zijn

vakken die in ieder studiepad een waardevolle aanvulling (kunnen) zijn. Denk hierbij bijvoorbeeld aan

‘wetenschapper in beleid’.

Hieronder staat een overzicht gegeven van alle studiepaden die momenteel bestaan binnen de

opleiding biologie. Op de volgende pagina staan de bijbehorende kerncursussen uit periode 2. Meer

informatie over aanbevolen biologiecursussen of suggesties buiten biologie (profilering) en de

studieadviespaden vind je in de reguliere studiegids.

10

Studieadviespad Afkorting Bijbehorende kerncursussen

Niveau 2 Niveau 3

Celbiologie

CB -Metabolisme

-De cel

-Moleculair genetische

onderzoekstechnieken

-Light and electron microscopy

Ecologie en natuurbeheer

EN -Voortgezette statistiek en ‘R’ -Tropische ecologie (vh

Internationaal natuurbeheer)

Evolutiebiologie EB -Evolutie interdisciplinair -Evolutionaire ontwikkelingsbiologie

Gedragsbiologie GB -Gedragsbiologie

-Voortgezette statistiek en ‘R’

Mariene wetenschappen MW -Mariene wetenschappen III

Microbiologie MB -Moleculair genetische

onderzoekstechnieken

-Moleculaire prokaryote microbiologie -Molecular plant-microbe interacties

Neurobiologie NB -De cel

-Moleculair genetische

onderzoekstechnieken

Ontwikkelingsbiologie OB -De cel

-Moleculair genetische

onderzoekstechnieken

-Gentherapie, kanker en

aids

-Evolutionaire

ontwikkelingsbiologie

Plantenbiologie PB -Moleculair genetische

onderzoekstechnieken

-Metabolisme

-Molecular plant-microbe interacties

Theoretische biologie &

bioinformatica

TBB -De cel -Voortgezette statistiek en ‘R’

-Computationele biologie

Toxicologie TOX -Metabolisme -Wetenschapper in beleid

Verbredende vakken -Oriëntatie op de

onderwijspraktijk

-Wetenschapper in beleid

11

Periode 2 - timeslot A + D -

- Niveau 2 – Voortgezette Statistiek en ‘R’ (B-B2VSR)

Voortgezette statistiek en R is een handige cursus voor elke bioloog. Het is , zoals de naam al weggeeft,

een statistiek cursus die verder doorgaat op de statistiek dan de cursus “experiment en statistiek”. Het

is voor iedere bioloog handig om onderzoeken en te lezen en begrijpen en daar horen ook de

resultaten bij. In deze cursus leer je resultaten te analyseren door middel van statistiek. Omdat het een

voortgezette cursus is leer je de programmeertaal “R” te gebruiken in plaats van SPSS (wat je bij

experiment en statistiek hebt leren gebruiken).

De cursus bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges. Deze heb je ook meestal achter elkaar. Tijdens de

hoorcolleges ga je dieper in op de theorie achter de statistiek. Daarna kun je deze kennis tijdens het

werkcollege gebruiken om statistiek toe te passen op gegevens van bepaalde onderzoeken die je krijgt

in de vorm van tekstdocumenten. Tijdens 4 van de werkcolleges moet je ook hand-in assignments

maken die je voor het volgende werkcollege moet inleveren. Alle hand-in assignments worden

beoordeeld, maar voor 2 van de 4 telt je cijfer mee voor je eindcijfer. Bij de werkcolleges gaat het niet

alleen om de statistiek, maar ook om het programmeren en om het kunnen uitleggen waarom je

bepaalde toetsen toepast op de gegeven data. Aan het einde van de 10 weken heb je een toets over

alle stof die je tijdens de hoor- en werkcolleges hebt geleerd. Hierbij is het van belang dat je weet hoe

je data moet interpreteren en wanneer je welke statistische toetsen moet toepassen.

Oriëntatie op de onderwijspraktijk (BETA-B2OOP)

- nog geen stukje door student, ga je dit vak volgen? Laat ons weten wat je ervan vond!-

Uit studiegids: Deze cursus biedt een eerste oriëntatie op de beroepspraktijk van een leraar in het

voortgezet onderwijs en de kennis en vaardigheden die je daarvoor nodig hebt. Je traint een aantal

vaardigheden met medestudenten in je cursusgroep en met behulp van het programma Traintool, je

bestudeert literatuur, je ontwerpt een onderwijsactiviteit, en je loopt gedurende het blok een kleine

stage in het voortgezet onderwijs waarbij je vooral onderwijs observeert en uiteindelijk een (deel van)

drie lessen uitvoert.

12

- Niveau 3 -

Wetenschapper in beleid (B-B3WBEL09) Deze cursus is wat anders dan de andere cursussen. Vooraf mag meteen al gezegd worden, het is een

niveau drie cursus maar het telt niet voor niveau 3 studiepunten, omdat het niet verdiepend is in biologie.

Deze eigenschap deelt het met Wetenschapper in Advies. Hier is niets mis mee maar het is wel iets om

in je achterhoofd te houden. De opbouw van de cursus is weinig mis mee. De eerste helft van de periode

leer je wat over beleid, de theorie eromheen en hoe dat in de praktijk is uitgevoerd. Dit wordt afgesloten

door een tentamen, hier later meer over. In de tweede helft van de cursus ga je bezig met een

beleidsonderzoek. Hierbij ga je uitgevoerd beleid evalueren of een verkenning doen op een casus waarbij

je gaat kijken wat voor beleid toepasbaar zou kunnen zijn. Hier krijg je flink veel tijd voor en goede

begeleiding. Vaak zie je dat er minstens wekelijkse afspraken zijn tijdens het project met je begeleider,

zo verloopt de communicatie dan ook goed. Voor het cijfer van het project zijn er drie onderdelen, het

plan van aanpak voor 15%, het beleidsrapport voor 70% en de presentatie voor weer 15%. Je uiteindelijke

project cijfer is 50% van het eindcijfer samen met je tentamencijfer. Verder wordt bij het bestellen van

de boeken een beleidsboekje aangeraden voor een zacht prijsje. Dit boekje geeft wat inzichten en

structuur mogelijkheden voor een beleidsrapport. Persoonlijk heeft mijn groep deze 1 keer nodig gehad,

maar dat kan per groep verschillen natuurlijk. De cursus zelf vond ik niet erg om te doen maar het was

ook niet heel spannend of iets dergelijks. De stof die je leert voor het vak is goed, maar het moet wel

echt in je interessegebied liggen. Daarom dient dit vak dan ook als goede oriëntatie rondom biologen en

beleid. Het project wordt je erg vrij in gelaten maar wel met goede begeleiding dus ook daar was ik

tevreden over. Omdat het een vrij langdurig project is, is het wel fijn als je het kan vinden met de groep

waar je in zit. Deze worden ingedeeld aan de hand van interessegebieden over onderwerpen waar je als

student aardig wat inspraak over hebt. De docenten binnen de cursus zijn stuk voor stuk erg enthousiast,

soms zelfs iets te enthousiast. Al met al zou ik de cursus aanraden als je nieuwsgierig bent naar beleid,

als dit je niet trekt is het niks voor jou.

Moleculaire prokaryote microbiologie (B-B3MPRO16)

De cursus wordt gegeven door Margot Koster en een aantal gastdocenten. Alle docenten die lesgeven

in deze cursus waren zeer goede docenten. De colleges waren interessant, leerzaam, en allemaal goed

te volgen. De kleine groep studenten maakte interactieve colleges ook goed mogelijk en leuk. De cursus

bestaat uit twee delen. Het eerste deel bestaat uit interessante colleges en wat opdrachten, en wordt

afgesloten met een tentamen. Hierin leer je veel nieuwe dingen betreft prokaryote organismen op

moleculair niveau. Het tweede deel van de cursus is een goed begeleide groepsopdracht waarin je zelf

een businessplan mag opstellen voor een zelf bedacht product in het gebied van de microbiologie. Er is

geen boek of dictaat voor deze cursus. Alles wat je nodig hebt zijn de handouts van de colleges die

Margot Koster voor iedereen had uitgedraaid. Ondanks dat het een niveau 3 cursus was, was de cursus

niet zwaar. De meeste studenten hebben er minder dan 20 uur week aan besteed. Omdat het enige

tentamen een inzichts-tentamen was, hoefde je ook geen feitjes te stampen, wat ik erg fijn vond. In het

tweede deel van de cursus kan je, als je een leuk product hebt verzonnen, gemakkelijk er extra tijd in

steken, maar dat wordt niet van je verwacht. Het tentamen was een niet te moeilijk of te makkelijk

tentamen waarbij ook de handouts van de colleges gebruikt mochten te worden.

Moleculaire Prokaryote microbiologie was misschien wel de beste en leukste cursus die ik in mijn hele

bachelor heb gevolgd. Ik heb veel nieuwe dingen geleerd over het hoofdonderwerp van de cursus,

maar ook dingen over patenten en zelf een product bedenken, en dat (theoretisch) te realiseren.

13

Samenvattend, een unieke, zeer goed vormgegeven cursus met een leuk project.

Gentherapie, kanker en aids (B-B3GKA16)

GKA is een niveau 3 cursus welke voornamelijk binnen het studiepad ‘Ontwikkelingsbiologie’ valt. Het

wordt gegeven door één docent, namelijk: Adri Thomas. GKA is één van de enige Biologie cursussen

waarbij Adri nog les geeft, en naar mijn idee is dit ook terecht. Ik zou geen enkele Biologiedocent kunnen

aanwijzen die dit vak zou kunnen brengen zoals hij dat doet. Het is echt zijn cursus en brengt deze dan

ook vol enthousiasme. Naast zijn aanstekelijke enthousiasme is er een duidelijke opbouw en uitleg van

de onderwerpen en indien iets, minder goed is doorgekomen is er voldoende ruimte voor vragen. De

cursus zelf bestaat uit verschillende onderwerpen welke zijn onderverdeeld in twee hoofdthema’s:

Gentherapie & Kanker welke worden getoetst in deeltentamen 1, en HIV & AIDS welke worden getoetst

in deeltentamen 2. De subonderwerpen van beide thema’s staan in een gestructureerde volgorde welke

getoond worden aan het begin van ieder hoorcollege. Dit schept voor mij persoonlijk veel overzicht in

wat ik al geleerd had en wat er nog zou volgen. Het was dan ook erg belangrijk dat je de hoorcolleges

goed kon volgen, dit waren namelijk de enige contacturen tijdens de cursus. Elke week bestaat uit 2-3

hoorcolleges van 1 uur en 45 minuten. Deze worden opgenomen en aanwezigheid is niet verplicht. Het

vak vereist dus veel discipline en planning. De stof behandeld in de hoorcolleges is afkomstig uit artikelen

welke allemaal terug te vinden zijn in de reader en de meeste hiervan staan ook op blackboard. Naast de

hoorcolleges, welke je dus voorbereiden op de twee deeltentamens, moet er op de laatste dag van de

cursus ook een essay worden ingeleverd. Dit is een klein essay van 900-1200 woorden en moet over een

onderwerp gaan uit een bepaalde keuzelijst, of over een zelfgekozen onderwerpen in overleg met Adri.

Hier zijn geen tussentijdse deadlines voor dus dit vereist wederom discipline en motivatie. Al met al vond

ik deze cursus erg interessant en heb ik ontzettend veel geleerd. Tijdens de hoorcolleges wordt er erg

veel stof behandeld, maar door het kleine aantal contacturen zou dit met een goede leerplanning prima

te dragen moeten zijn. Daarbij denk ik dat deze cursus ook overwogen mag worden wanneer je niet per

se het studiepad Ontwikkelingsbiologie volgt. In conclusie een zeer leerzame en interessante cursus

welke zeker een aanrader is.

14

Periode 2 - timeslot B + C -

- Niveau 2 -

Gedragsbiologie (B-B2GEBI05) Gedragsbiologie is een cursus voor de bioloog die geïnteresseerd is in het denken en doen van mens en

dier. Het is een uitgebreide cursus met hoor- en werkcolleges over het gedrag van mensen en dieren. Je

leert hierbij over het functioneren van beloningssystemen, motivatiesystemen, interacties tussen

verschillende dingen en nog veel meer. Daarbij leer je wat al deze dingen voor invloed hebben op het

gedrag van de dieren.

In de cursus heb je hoorcolleges waarbij je alle theoretische informatie krijgt over hoe verschillende

gedragingen tot stand komen. Hierbij helpt het boek “the behaviour of animals” van Johan Bolhuis ter

ondersteuning van de theorie. Na een hoorcollege volgt meestal een werkcollege waarbij je de in het

hoorcollege verkregen informatie moet worden toegepast op verschillende vragen. Af en toe heb je ook

een computerpracticum waarbij je bijvoorbeeld een muis gaat conditioneren, het prisoners dilemma

gaat uitproberen en vogelzang gaat analyseren. De eerste 7 weken heb je hoorcolleges, werkcolleges en

practica en middenin en aan het einde een schriftelijk deeltentamen. Hierbij wordt je vooral geacht al je

kennis toe te passen op een heleboel open vragen waarvan er een hoop ook interpretatievragen zijn.

Daarna heb je de laatste 3 weken een groot project waarbij je in kleine groepjes een onderzoeksvoorstel

gaat schrijven. Je krijgt per ongeveer 3 groepen, die over hetzelfde onderwerp een voorstel schrijven,

een begeleider. Daarna worden de groepen ingedeeld en moet 1 groep het voorstel presenteren, 1 groep

moet kritische vragen stellen en de laatste groep moet de voorstellen van de andere groepen

beoordelen. Deze dingen tellen mee voor je eindcijfer, wat samen wordt gevoegd met je punten voor de

deeltentamens.

Metabolisme (B-B2META09)

Metabolisme is een niveau twee cursus met als coördinator en docent van het eerste deel Laurens van

Meeteren en als docent van het tweede deel Henriette Schlupmann. In het eerste deel wordt een

introductie gegeven in de biochemie en de werking van enzymatische processen. Dit deel wordt gegeven

door Laurens, waarbij op maandag en woensdag geen contacturen zijn (zelfstudie waarbij je de stof

doorneemt adhv een COO module en het boek), en op vrijdag een verplicht werkcollege met

toepassingsvragen. Hierna is er een hoorcollege met bespreking van het werkcollege en de stof. Dit deel

van de cursus is relatief goed te doen als je het goed bijhoud. Voor het tentamen wordt gevraagd om

een aantal dingen uit je hoofd te leren, zoals reactiemechanismen en aminozuren en hun afkortingen.

Het tentamen wordt gezien als relatief goed te doen.

Het tweede deel is een stuk zwaarder, hier worden net als in het eerste deel twee hoofdstukken uit het

boek per week behandeld, maar deze zijn veel langer en lastiger dan die uit het eerste deel. Er wordt

diep ingegaan op pathways en biochemische processen. Het tempo ligt erg hoog en de ingeroosterde

zelfstudietijd kan in sommige gevallen wel eens niet genoeg zijn om alle stof goed door te nemen,

waardoor je snel een achterstand kunt oplopen. De colleges in het tweede deel worden gegeven door

Henriette Schlupmann en zijn volgens velen een stuk moeilijker om te volgen dan die van Laurens,

hierdoor zijn het boek en de COO modules voor veel mensen leidend voor het begrijpen van de stof.

De werkcolleges zijn belangrijk omdat ze een goed beeld geven van wat voor vragen je moet kunnen

beantwoorden en wat belangrijk is. Het is echter wel nodig voor de werkcolleges om de hoofdstukken

15

vooraf al te hebben doorgenomen, anders zul je er weinig van begrijpen (de stof wordt namelijk pas na

afloop van het werkcollege besproken).

Voor het tweede tentamen mag je één kantje handgeschreven a4 als spiekbriefje gebruiken: dit kan je

leven redden op het tentamen! Hou hier alvast rekening mee als je de hoofdstukken van deel twee

doorneemt tijdens zelfstudie, en bedenk alvast wat je hier op wilt hebben (de vele pathways zijn een

must). Op het einde wordt ook nog een presentatieopdracht gedaan die 15% meetelt, deze is goed te

doen.

Metabolisme is bedoeld voor zowel MLS’ers als biologen (verhoudingen ongeveer 50/50) waardoor het

niveau voor biologen soms erg hoog kan liggen. Het is een zwaar vak met relatief veel uitval, maar het is

ook een belangrijke en heel interessante cursus voor iedereen met een interesse in de moleculaire- of

celbiologie.

De cel (B-B2CEL09) De cel is een belangrijk vak voor alle studiepaden die zich richten op biologie op een kleine schaal, zoals

celbiologie, microbiële biologie en bio-geïnspireerde innovatie. Het vak richt zich grotendeels op de

biologie achter de cel, zoals de naam al zegt, maar raakt ook onderwerpen binnen de biochemie en

virussen. Het is een duidelijk vervolg op de cursus Moleculaire Biologie, en als je dit volgt in je eerste jaar,

tevens een goed niveau 2 vak om mee te beginnen

Deze cursus kent drie werkvormen: hoorcolleges, werkcolleges en een eindproject. De hoorcolleges

worden gegeven door verschillende docenten, en zijn zeer overzichtelijk. Op de dag van een hoorcollege

moet je een blackboard toets maken over de stof van die dag. De werkcolleges doe je in groepen. Hoe

en wanneer je ze doet ligt aan je groepje, hier heb je vrij veel vrijheid in, zolang je het maar voor de

deadline ingeleverd hebt. Ook het eindproject doe je met een groep. Dit project bestaat uit een

literatuuronderzoek en het schrijven van een essay, begeleid door een van de docenten, gevolgd door

een presentatie over het onderwerp van onderzoek. Een voorbeeld van een onderwerp is angiogenese,

het ontstaan van nieuwe bloedvaten.

Het eindcijfer van deze cursus bestaat uit twee deeltoetsen en het eindproject. Ook is er een

inspanningsverplichting omtrent de werkcolleges en blackboard toetsen.

16

- Niveau 3 -

Mariene wetenschappen III (B-B3MSCI05)

Mariene Wetenschappen 3 is de laatste cursus van het studiepad mariene wetenschappen. MW1 gaat vooral over de basisprincipes, MW2 vooral over kustvorming en MW3 borduurt voort op deze principes en gaat er dieper op in. Het hoofdthema van MW3 is ‘Oceans of the Future’ en daar is de cursus omheen gebouwd. Eerst gaat het een tijdje over ecologie, micro-organismen, koraalriffen en de ontwikkelingen daarvan in het verleden, en wat we op basis daarvan kunnen voorspellen voor de toekomst. Daarna gaat het over de deep sea, foraminifera en als afsluiting de paleoceanografie. Het is dus een hele diverse cursus waar veel onderwerpen aan bod komen, met de kernvraag wat de toekomst gaat brengen voor deze onderwerpen. De docenten van deze cursus zijn heel divers, specialisten op de gebieden geven er college over. Veel docenten komen ook van buitenaf (van het NIOZ, NIOO of Naturalis). Over het algemeen zijn deze docenten heel enthousiast (niet allemaal natuurlijk), college geven is niet hun hoofdberoep en ze vinden het dan ook leuk informatie over te brengen aan mensen die daar ook in geïnteresseerd zijn. Vooral de colleges van Appy Sluijs, de cursuscoördinator, maken je erg enthousiast. De cursus bestaat voornamelijk uit hoor- en werkcolleges. Soms zijn er ook practica, deze zijn vooral leuk en helpen je de stof te begrijpen. Aan het eind van de cursus schrijf je met een groepje van vijf een literature study. Het onderwerp wordt gekozen uit 15 mogelijke onderwerpen, er zit altijd iets tussen wat je leuk vindt. Na 10 weken is er 1 tentamen, deze is redelijk moeilijk (en veel stof, alles van 10 weken in plaats van de gebruikelijke 5) maar haalbaar. Voor het tentamen heb je je boek niet nodig, alle belangrijke informatie wordt tijdens hoorcolleges verteld en staat op de slides. Al met al vond ik het een hele leuke en leerzame cursus, het is wel een redelijk moeilijke cursus met veel stof, maar dat mag ook verwacht worden van een niveau 3 cursus. Ik raad dus wel aan naar de hoorcolleges te gaan, daar wordt al het belangrijkst verteld. Waar ik MW2 een beetje matig vond, heeft deze cursus me echt geënthousiasmeerd voor het mariene vak en ik raad iedereen aan deze cursus te volgen.

Molecular plant-microbe interacties (B-B3MPMI18)

MPMI is een nieuw niveau 3 vak dat is opgezet na het splitsen van het oude vak Planten, Adaptatie en

Afweer. Waar PAA een combinatie was van een moleculair gedeelte en een ecologisch gedeelte zijn bij

MPMI de volledige tien weken gewijd aan de moleculaire interacties tussen microben en planten en de

werking van het immuunsysteem van de planten tegen verschillende belagers. Hierdoor kan het vak

meer de diepte in gaan dan bij PAA mogelijk was. De eerste 5 weken van het vak bestaan uit hoorcolleges

in de ochtend en de rest van de dag practica. Deze practica moet je voor het grootste gedeelte zelf

indelen, dit geeft je veel vrijheid en ook het gevoel dat je echt zelf bezig bent met onderzoek. Deze eerste

paar weken practica worden afgesloten met presentaties over je gevonden resultaten. Na 1 week

computerpractica volgt het enige tentamen van de cursus. Als je de hoorcolleges hebt gevolgd en een

beetje hebt opgelet bij de practica is het tentamen heel goed te doen. Het tweede deel van de cursus

bestaat uit het maken van een populair wetenschappelijk artikel met een partner en een

onderzoeksvoorstel dat je alleen maakt. Je bent heel erg vrij in het indelen van je eigen tijd maar zeker

het onderzoeksvoorstel is veel lastiger dan het in eerste instantie lijkt. Het begeleidend college helpt

hierbij niet veel en je moet zelf veel uitzoeken(bijvoorbeeld hoe lang verschillende onderdelen in het

onderzoek duren. Al met al is de cursus erg leuk, de docenten zijn allemaal van de plantenafdeling en

vertellen met veel passie over de onderwerpen. Ook op het lab is dit goed te merken en je kan tijdens je

practica een leuk praatje maken met alle docenten en begeleiders dit maakt de practica het leukste

gedeelte van het vak!

17

Computationele biologie (B-B3COMB10) De cursus computationele biologie is een unieke cursus. Het dubbelt als een niveau 3 cursus en een mastercursus. Deze cursus wordt erg getypeerd door de bijzondere hoofddocent prof.dr.Paulien

Hogeweg. Zeggen dat Paulien veel ervaring in het veld van bio-informatica en systeembiologie heeft is een understatement. Ze heeft de term bio-informatica letterlijk bedacht en wordt in het Oxford dictionary als referentie ervoor gebruikt.

Deze cursus gaat over het gebruiken, interpreteren en kritisch bekijken van wiskundige modellen van biologische processen. Dus niet over de “echte” bioinformatica die zich bezig houdt met het verwerken van veel (genoom)data en daar informatie uit halen. Voor de cursus is het verplicht om biologische modellering, voorheen theoretische ecologie, gedaan te hebben. Het is niet belangrijk dat je de stof van deze cursus paraat hebt. Wel is het belangrijk dat je de basis van modellen snapt en weet dat bij alles wat je doet een (impliciete) aanname erbij komt. Ook staat het vak data science and biology aangeraden, maar dit is zeker geen must. Het is handig om wat programmeer voorkennis te hebben maar absoluut niet essentieel. Je zal elke week 6 uur hoorcollege met nieuwe stof hebben, deze worden niet opgenomen. De voertaal is Engels of Nederlands afhankelijk van of er een Engelse student aanwezig is. Deze hoorcolleges worden door de meeste mensen als erg pittig en moeilijk te volgen beschouwd. Dit heeft meerdere oorzaken. Als eerst is de stof gewoon erg moeilijk en wordt vaak erg abstract gebracht. Ook zal het erg snel gaan, de hoorcolleges gaan vooral over de vele modellen uit Paulien haar loopbaan en er gaat makkelijk 1 model per kwartier doorheen. Als je ergens in het anderhalf uur luisteren naar lokale interacties de draad kwijtraakt is het zeer moeilijk deze weer terug te vinden aangezien de dia’s niet erg informatief zijn en recap momenten in de hoorcolleges zeldzaam zijn. Conclusie is dat zelfs de meest doorgewinterde PHD student de draad wel eens kwijt raakt. Gelukkig worden de hoorcolleges ondersteunt door werkcolleges die door de student-assistenten worden gegeven. De 8 uur aan werkcolleges die je per week hebt worden gegeven op het besturingssysteem Linux. De student-assistenten kunnen je voldoende helpen met dit nieuwe besturingssysteem. In deze werkcolleges moet je een reader met opdrachten doorwerken en dit is een stuk beter te doen dan de hoorcolleges. Daarbuiten staan de student-assistenten ook voor je klaar om de stof te bespreken en helpen ze om het in een groter plaatje te plaatsen. De werkcolleges zijn echt essentieel voor dit vak. Er staat per week 2 uur gereserveerd om de antwoorden te bespreken. Hiermee heb je in totaal 16 contacturen per week. De contacturen zijn nooit verplicht, behalve 1 keer presenteren en 1 gast college. De colleges worden niet opgenomen en de slides terugkijken is niet erg informatief. Het enige dat je echt thuis kunt doen is de reader lezen voor de hoorcolleges, dit is ook zeker aan te raden. Buiten het tentamen moet je ook een verplicht project en een presentatie maken. Er is tijdens de werkcolleges tijd gereserveerd om deze te maken. Je krijgt er geen cijfer voor maar je tentamen wordt naar boven afgerond op een heel getal als je ze goed doet. Het tentamen is een open internet tentamen. Je mag daadwerkelijk alles behalve communicatie erbij gebruiken. Maar vergis je niet, dit betekent niet dat het tentamen makkelijk is. De vragen zijn over het algemeen dermate diep, open en op de rand van het veld dat google je niet gaat helpen. De meeste studenten hebben moeite om deze cursus te halen. Van de bachelorstudenten die tot het tentamen blijven haalt iets meer dan de helft het.

18

Tropische ecologie (B-B3INB16) (vh Internationaal natuurbeheer)

Cursuscoördinator: Dr. M. (Marijke) van Kuijk.

Het vak Internationaal Natuurbeheer is een vak dat niet veel vernieuwde inzichten geeft voor studenten

die de track van ecologie volgen binnen de Bachelor Biologie. Veel onderwerpen worden herhaald;

Ecofysiologie, decompositie en ecosysteem functioneren passeren de revue.

Voor studenten die niet de track ecologie volgen, zijn deze onderwerpen zeer interessant als men de

basis concepten van ecologie wil weten. Naast de theoretische onderwerpen gaat men aan de slag met

het simuleren van een bos aan de hand van een koolstof model. In een paar werkcolleges maak je wat

opdrachten die verbonden zijn aan het model zodat je het model begrijpt. Uiteindelijk ga je middels het

aanpassen/verbeteren van het model je eigen (tropische)bos simuleren met een onderwerp naar keuze,

hierbij kun je het jezelf zo moeilijk maken als je zelf wilt. Uit primaire literatuur haal je parameters en op

basis daarvan voer je de simulaties uit. Deze resultaten verwerk je in een verslag, waarin ook de

opgedane theoretische kennis naar voren moet komen.

Het theoretisch deel wordt getoetst aan de hand van een tentamen en het simulatie-verslag wordt

becijferd, samen vormen ze de helft van het eindcijfer. In het begin van de cursus heb je veel contacturen,

maar zodra je gaat starten aan het simulatie-project merk je dat deze verdwijnen. Er wordt dus een

beroep gedaan op zelfstandigheid en discipline. De verschillende onderwerpen in het theoretisch deel

worden behandeld door verschillende gespecialiseerde docenten. Deze variatie houdt het vak levendig.

Als men de colleges volgt en actief meedoet is dit vak met gemak te halen. Je krijgt genoeg tijd om de

stof en het model eigen te maken en te beheersen. Het tentamen reflecteert goed de behandelde stof,

je komt niet voor verrassingen te staan. Ook het simulatie-project is goed te doen; samen met je groepje

krijg je genoeg tijd en begeleiding om tot een goed verslag te komen. Zelf vond ik het vak niet heel

uitdagend. Dit komt mede doordat ik de track ecologie gevolgd heb (waarmee veel overlap is) en ik geen

tijdsdruk ervaarde. Voor studenten die de track ecologie niet gevolgd hebben en toch wat ecologische

kennis op willen doen is dit vak erg aan te raden.

Light and electron microscopy ( B-B3LEM18)

De cursus licht en elektronen microscopie werd dit jaar voor het eerst gegeven, maar dat viel niet te

merken. Het leek alsof het vak al jaren werd gegeven door de docenten Lukas Kapitein, Tzviya Zeev Ben

Mordehai, Harold Mac Gillavry, en Stuart Howes. De colleges zitten erg goed in elkaar en de docenten

zijn goed verstaanbaar, toegankelijk, en merkbaar enthousiast over het onderwerp waar ze college over

geven. De cursus bestaat uit twee delen die beide worden afgesloten met een eigen tentamen en een

journal club.

Het eerste deel is lichtmicroscopie, hier krijg je eerst een aantal colleges over optica, diffractie, en de

geschiedenis van microscopie. Hieruit volgen vervolgens de limitaties van lichtmicroscopie die

uiteindelijk gedeeltelijk opgelost worden met superresolutie microscopie. Er zitten een aantal practica in

waarin je met lenzen lasers en allerlei andere onderdelen je eigen rudimentaire microscoop in elkaar

knutselt waarbij je goed begeleid wordt. Doordat het geen demo is maar je zelf echt bezig bent met de

onderdelen, begrijp je de in eerste instantie wat abstractere natuurkunde een stuk beter als je het zelf

ziet gebeuren.

19

Later volgen een paar demos waarbij je verschillende fluorescentie superresolutie technieken in actie

ziet. Het laatste college wat voor het tentamen was werd gegeven door Eugene Katrukha, die een college

geeft over beeldanalyse. Hierin leer je hoe de output van de microscoop tot stand komt en op je

computer beland en hoe je hier data uit kan halen en analyseren. Het behoorde niet tot de tentamenstof

maar naar mijn idee was dit een nuttige toevoeging. Als ik nu in artikelen lichtmicroscopie afbeeldingen

tegenkom kijk ik altijd achterin het artikel hoe en wat voor bewerkingen en microscopen gebruikt zijn.

Dit voegt naar mijn idee heel veel toe aan het begrijpen van artikelen waarin gebruik gemaakt wordt van

(fluorescentie)lichtmicroscopie.

Bij het leren voor het tentamen was het gebruik van het online boek voor mij echt een uitkomst. Veel

informatie uit het boek komt terug in de colleges, maar dan met meer informatie waardoor je niet altijd

goed meer weet in hoeveel detail je nou moet leren. Maar het tentamen was erg goed te doen dus maak

je geen zorgen.

Het tweede gedeelte gaat over elektronenmicroscopie, en hierin is het hebben van de kennis uit het

lichtmicroscopie gedeelte van de cursus een goede basis. Elektronen microscopen maken gebruik van

electronen en niet van licht, dit verschil maakt dat er veel overeenkomsten zijn, maar ook grote

verschillen. Toch is het tweede gedeelte goed te begrijpen. In het electronen gedeelte krijg je een zelfde

soort opbouw als in het licht gedeelte, je krijgt weer wat natuurkunde geschiedenis en alle soorten

electronen microscopie. Hier wordt veel aandacht gegeven aan het maken en interpreteren van samples

en de verschillende manieren waarop dit kan. Wat erg leuk was aan dit gedeelte van de cursus was dat

je meerdere practica had op verschillende soorten elektronenmicroscopen (het bedienen hiervan was

best spannend, deze zijn namelijk veel duurder dan je studieschuld ooit zal worden) en hier vervolgens

afbeeldingen uit kreeg waar je analyses op moest uitvoeren of een 3d beeld moest maken. Je doorloopt

ook het maken van een sample voor de transmissie en scanning electronen microscoop. Met je sample

van de scanning electronen microscoop ga je vervolgens aan de slag (behave mijn groepje, onze vlieg

was opeens verdwenen toen we deze een metaallaagje aan het geven waren) en kan je zelfs van andere

samples zoals computerchips de aanwezige elementen bepalen. In deze practica houden de docenten

goed in de gaten of je niet de apparatuur sloopt, maar als je 1.000.000 keer wilt inzoomen helpen ze je

hier enthousiast bij. Aan het einde van het EM gedeelte heb je weer een journal club waarin je zelf een

artikel mocht kiezen waarbij zowel gebruik gemaakt werd van licht als electronen microscopie. Dit brengt

naast de onderwerpen in college de twee delen samen. Ook hier was het tentamen goed van te doen.

Kortom ik vond dit zelf een leuke leerzame cursus die je niet na 10 weken afsluit en niets meer mee doet.

Het enthousiasme van de docenten heeft een deel van de studenten zeker aangestoken en dit tot een

topcursus gemaakt.

20

Evolutie interdisciplinair (B-B3EVIN17)

Afgelopen jaar werd de cursus Evolutie Interdisciplinair voor het eerst gegeven door Fred Wiegant. In

deze cursus staat interdisciplinariteit centraal, en dat is voornamelijk te merken in de colleges die

worden gegeven. Er wordt maar één echt college gegeven door Fred. De rest zijn allemaal

gastdocenten, die het stuk voor stuk hebben over hun vakgebied in combinatie met evolutie. De

onderwerpen reikten van moleculaire biologie tot geschiedenis. Dit is soms heel interessant, maar

soms ligt een onderwerp je ook niet waardoor het college wat saaier of vergezocht kan zijn. Toch zorgt

dit er wel voor dat je over meer onderwerpen gaat nadenken in het licht van evolutie en dat je een

beter beeld krijgt van hoe de evolutietheorie toegepast kan worden in de wetenschap. Vaak was er na

het college een vragenmoment of een discussie, die geleid werd door Fred. Omdat het vak maar voor

een kleine groep was, werd je ook echt verwacht om hier actief aan mee te doen en kreeg je ook een

cijfer voor actieve participatie.

Echter, waarschijnlijk omdat dit het eerste jaar was dat het gegeven werd, was de tijdsplanning van dit

vak nog niet op orde. Er waren veel deadlines, die dicht op elkaar zitten waardoor het heel lastig was

om een kwalitatief goed iets neer te zetten. Halverwege de cursus zou er een tentamen plaatsvinden,

maar omdat het zo druk was met de deadlines heeft Fred deze afgelast. Dit laat ook zien dat Fred wel

goed naar de studenten luistert, dus ik verwacht hier de komende jaren verbetering in te zien. Over het

algemeen vond ik het een interessant vak, maar stond het nog teveel in kinderschoenen om er heel

positief over te zijn. De stof die werd gegeven was vaak erg interessant en vulde een beetje de gaten,

die de andere evolutievakken hadden achtergelaten. En als er geluisterd wordt naar de feedback,

verwacht ik dat de kinderschoenen snel uitgedaan mogen worden.

Evolutionaire ontwikkelingsbiologie (B-B3EVON19) (nieuw)

- nog geen stukje door student. Ga je dit vak volgen? Laat ons weten wat je ervan vond! -

Uit studiegids: Het doel van deze cursus is om studenten kennis te laten maken met de belangrijkste

onderwerpen van een relatief nieuwe discipline; evolutionaire ontwikkelingsbiologie (evo-devo). Deze

discipline brengt de ontwikkelingsbiologie in een evolutionaire context en verheldert hoe

ontwikkelingsprocessen evolutie sturen. De kennis uit dit vakgebied draagt bij aan het beantwoorden

van vragen over de geschiedenis van het leven, onze plaats in de wereld, het evolueren van

lichaamsbouwplannen en de effecten van de omgeving op de embryonale

ontwikkeling en menselijke gezondheid.

In deze, voornamelijk theoretische, cursus leert de student hoe evo-devo onderwerpen aansnijdt die

een combinatie zijn van klassieke evolutietheorie, embryologie, moleculaire biologie en ecologie.

Hoorcolleges hierover zullen worden gevolgd door analyse en bespreking van onderzoeksartikelen,

waarin de moleculaire basis van evo-devo processen zal worden besproken. De student leert ook hoe

de omgeving en genregulatie het fenotype bepalen en hoe dit invloed heeft op de ontwikkeling,

bouwplannen van organismen, evolutie van nieuwe morfologische eigenschappen, micro-evolutie en

macro-evolutie. Daarnaast gaan we ook verder door te kijken naar de huidige evolutietheorie (the

Modern Synthesis) en een mogelijke toekomstige variant (the Extended Evolutionary Synthesis). De

ideeën achter wetenschappelijke theorievorming zullen worden besproken en bediscussieerd

aan het einde van de cursus.

21

Periode 2 - timeslot A + D of B + C -

- Niveau 2 -

Moleculair genetisch onderzoekstechniek (B-B2MGOT14)

MGOT wordt gecoördineerd door Lena Will, die erg enthousiast is over het vak. Het vak zelf is opgesplitst

in vier delen, die best op zichzelf staan, waarbij het niveau van de practica hoger wordt naarmate je

vordert. Elk deel heeft een andere begeleider, wat ervoor zorgt dat elk deel erg anders wordt gegeven

en een andere structuur heeft. Deel 1 is vooral basis labtechnieken en leren (soort van) VMT te werken,

en wordt gegeven door Luis Lugones. Deel 2 gaat vooral over planten en plant-microbe interacties en

wordt gegeven door Marcel Proveniers. Deel 3 ging vooral over ontwikkeling en eiwit-interacties en werd

gegeven door Mike Boxem. Deel 4 ging vooral over humane en zoogdiercellen, en detectie van

componenten hierin. Dit deel werd gegeven door Lena Will. Lena en Luis hebben allebei een accent, waar

sommigen even aan moeten wennen, maar zeker met hun enthousiasme, brengen ze de stof goed over.

De onderwerpen hingen op zich vrij goed samen, maar sloten niet altijd helemaal op elkaar aan.

Voorkennis van moleculaire biologie en bijvoorbeeld biotechnologie zorgen ervoor dat je in het eerste

deel veel herhaling hebt, waardoor deze hoorcolleges niet erg interessant zijn. Door het hele vak heen

zijn er veel practica, waarbij vooral aan het einde er soms langere labdagen zijn. Persoonlijk vond ik dit

erg fijn, omdat hierdoor de lab-ervaring goed wordt opgebouwd. Verder zijn er in de cursus redelijk wat

hoorcolleges, een paar werkcolleges en een aantal COO’s waar je vooral kennis maakt met programma’s

met het maken van constructen. De hoorcolleges sloten goed aan op de practica, maar dit uitte zich niet

zo in de tentamens. De tentamens waren bijna exclusief de stof van de hoorcolleges, en de stof van de

practica die hierin terugkwam was verbazingwekkend weinig. De nabesprekingen van de practica zijn

echter heel erg aan te raden, sinds ze wel het begrip over de practica erg versterken, wat heel positief

werkt op je labjournaal. Naast de ingeroosterde uren heb je niet heel erg veel zelfstudietijd nodig. Het is

belangrijk dat je je voorbereid op de practica, zodat je daar weet wat je doet en ook sneller kan werken

dan wanneer je dat niet doet (en ook eerder naar huis kan soms). Het schrijven, maar vooral het

bijhouden van het labjournaal moet niet onderschat worden. Dit is niet extreem moeilijk, maar vereist

discipline en een minimale hoeveelheid tijd.

Over het algemeen is MGOT een extreem handig vak als je enigszins in de buurt van een lab wilt komen

in je bachelor/master/werk. Je leert technieken in de praktijk, met ondersteunende colleges. Voor bijna

elke bioloog is er wel een deel van de cursus wat aanspreekt, omdat elk van de 4 delen een vrij onderwerp

heeft, maar het toch aansluit qua lesstof. Over het algemeen wordt er redelijk veel tijd in de labzalen

doorgebracht, met ondersteunende hoorcolleges, een paar COO’s en een aantal werkcolleges. Ik heb het

idee dat MGOT een goede basis legt qua labvaardigheid, en een aantal ‘simpele’ dingen leert die erg

benodigd zijn in latere vakken. Lena is als beide coördinator en docent erg enthousiast en het is zeker te

merken dat ze met veel liefde en plezier dit vak geeft.

22

- Niveau 3 –

Onderzoeksstage en scriptie (B-B3ONST, B-B3ONSCR)

Je scriptie en stage zijn voor velen de laatste onderdelen van je bachelor. Ervaringen hierin zijn erg

verschillend; sommigen hadden er moeite mee terwijl anderen het juist het leukste onderdeel van de

hele bachelor vonden. Dit hangt deels ook af van je begeleiding en onderwerp. Kies daarom vooral iets

wat je heel erg leuk vindt en probeer goed contact met je begeleider te onderhouden. Dat maakt het

een stuk makkelijker en minder stressvol. Deze cursus bevat drie verplichte colleges waarin je alle

belangrijke informatie krijgt over deadlines, regels en hoe je een goede thesis schrijft. Ton Peeters en

Martijn van Zanten zijn hier de docenten, welke je ook kan aanspreken/mailen met eventuele vragen

tijdens je scriptie. Tijdens de colleges worden ook praktische tips gegeven over bijvoorbeeld refereren

en op correcte manieren figuren maken. Hoewel sommige dingen al wel bekend zijn, is het toch nuttig

om dit nog een keer te zien en horen.

De stage en scriptie zijn beide 5 weken. Je bent redelijk vrij in het indelen van de planning, dit doe je

samen met je stagebegeleider. Er is één verplichte deadline voor je scriptieplan, deze moet ook naar

Ton Peeters. De tweede deadline is optioneel en in overleg met je begeleider, deze hoeft alleen naar je

beoordelaars. Het is de kunst om een goede planning te maken, en flexibel in te spelen op eventueel

tegenvallende resultaten. Persoonlijk vond ik het heel leuk om aan een eigen project te werken in de

richting van mijn interesse. Een betrokken begeleider en leuk onderwerp is naar mijn mening een grote

invloed op je ervaring. Zoek dus op tijd een leuk stageadres!

Naast de stage moet ook nog een thesis geschreven worden. Dit vinden studenten vaak lastiger, omdat

je zelf je tijd moet indelen en jezelf aan het werk moet zetten. Maak een goede planning voor jezelf en

zorg dat je je daaraan houdt. Vind een thesis-maatje of ga naar de bibliotheek als je merkt dat je je er

niet goed toe kan zetten. Blijf ook niet stilzitten als je vastloopt, vraag je begeleider op tijd om hulp.

Persoonlijk vond ik het erg leuk om mijn thesis te schrijven. Je hebt niet meer elke dag een andere

cursus, maar juist één onderwerp waar je een paar weken helemaal induikt.

Uiteindelijk lever je twee aparte documenten in: je stageverslag (soort labjournaal) en je thesis. Deze

worden ook apart beoordeeld. Op internet kun je een site van UU Biologie vinden met alle informatie

over de scriptiecursus, met de beoordelingsrubric, deadlines en FAQs. Lees je van te voren goed in,

zodat je gelijk lekker aan de gang kunt gaan met je onderzoek en thesis. Wees niet te bang voor je

eindstage en scriptie, als je een goede instelling hebt en een leuk onderwerp dan komt het zeker goed,

en maak je het ook voor jezelf leuk!

23

Vakken buiten Biologie

TIMESLOT B+C -Niveau 2 -

Orgaansystemen (BMW20205)

Ik vond het vak orgaansystemen enorm leerzaam en gaaf. Het vak is ingedeeld in 3 delen. Eerst krijg je

colleges en practica over het hart, hierna de longen en als laatste de nieren. Na elk onderdeel krijg je

meteen een tentamen over de stof. Dus na het hart deel, dat ongeveer 3 weken duurt, krijg je meteen

een tentamen hierover. Dit is voor elk deel zo dus je hebt om de 3 weken tentamens wat best pittig is.

Je hebt ook vrij veel contacturen omdat je niet alleen colleges krijgt, maar ook veel gave practica. Hierbij

ga je bijvoorbeeld in mensenlichamen kijken en de organen bestuderen. Ook krijg je bijvoorbeeld

mensenharten te zien die bepaalde afwijkingen hebben in het eerste gedeelte en bijvoorbeeld echte

rokerslongen in het tweede gedeelte. Ik vond dat heel indrukwekkend. Bij biologie krijg je in je eerste

jaar bij biologie van dieren waar je naar naar varkens en ratten gaat kijken, maar bij biomedische

wetenschappen zie je alle structuren ook echt in mensen. Het moet je wel liggen natuurlijk, want dat is

niet voor iedereen weggelegd. Het vak gaat dus over hoe de homeostase in je lichaam gehandhaafd

wordt. Hier hebben het hart, de longen en de nieren een grote invloed op dus vandaar dat deze organen

heel gedetailleerd aanbod komen. Je leert over het cellulaire niveau van elk orgaan, de weefsels en hoe

dit impact heeft op de functie van het orgaan. Er zit ook wat natuurkunde in, bijvoorbeeld formules over

de druk en weerstand van de bloedvaten. Ik vond het gaaf dat ze van elk orgaan op alle aspecten ingingen

zoals de functie, bouw en regulatie waardoor je echt een heel duidelijk en compleet plaatje krijgt. Het

was wel een erg lastig vak waarbij je veel uit je hoofd moest leren en hier elke 3 weken tentamens over

kreeg. Ook waren de tentamens anders dan bij biologie. Ik merkte dat ze een ander soort vraagstelling

gebruikten waar je even aan moet wennen. Naar mijn idee testen ze meer inzicht. Je krijgt echt casussen

van patiënten die bepaalde symptomen hebben en dan moet jij gaan bepalen wat er mis is, zoals

bijvoorbeeld een disfunctioneel ionkanaal. Na de 3 kleine tentamens krijg je aan het einde nog een groot

tentamen over alle stof die je geleerd hebt. Dit telt voor 60% mee dus het laatste tentamen is erg

belangrijk. Ook moet je nog een presentatie geven over hartfalen aan het einde van het vak, dit telt

samen met de 3 kleine deeltentamens voor 40% mee. Al in al is het dus een best pittig vak, maar als je

het bijhoud is het goed te doen. Ik vond het in ieder geval heel gaaf om een vak bij biomedische

wetenschappen te volgen omdat je de stof op een andere manier leert dan bij biologie waardoor je een

groter perspectief krijgt over biologie in het algemeen.

24

TIMESLOT A+D -Niveau 3 -

Moleculaire pathologie (BMW32607)

De cursus Moleculaire Pathologie is een derdejaars cursus bij BMW. In deze cursus gaat het niet zo

zeer om het leren van bepaalde ziektebeelden en symptomen maar ligt de focus op veranderingen in

het DNA en hoe deze leiden tot een bepaald ziektebeeld. Ook gaat het om het onderzoeken welke

behandeling bij een patiënt zal aanslaan, waarbij het vooral gaat om kanker. Erg leuk om de vertaalslag

te maken van de theorie naar de praktijk!

De cursus heeft drie verschillende werkvormen. Het bestaat uit hoorcolleges, seminars (werkcolleges)

en practica. De hoorcolleges waren elke week alleen op maandag van 13:15-16:00. Dat was wel pittig

want drie uur lang geconcentreerd luisteren valt niet mee ;) De cursus wordt, als er internationale

studenten aanwezig zijn, in het Engels gegeven. Helaas werden de hoorcolleges niet opgenomen wat

het extra belangrijk maakt om goed op te letten. Gelukkig komen de slides wel op blackboard en kan

je bij vragen de docenten mailen die snel antwoorden. Soms ging het over theorie maar er werd

voornamelijk gesproken over de toepassing ervan in de praktijk, over onderzoeken die gedaan zijn en

over moleculaire technieken, waarvan je er een paar ook zelf gaat uitvoeren tijdens de practica. Om

de week was er practicum waarbij je in tweetallen werkt. Er was goede begeleiding bij en de practica

waren leuk om te doen. Je gaat onder andere DNA isoleren, sequencen en op zoek naar mutaties.

Uiteindelijk worden er in totaal vier wetenschappelijke artikelen geschreven over je bevindingen. Dit

schrijven is in het begin lastig, maar in de cursushandleiding staat precies hoe zo’n verslag er uit moet

komen te zien en het mag weer in tweetallen, zodat je samen kunt struggelen ;). Je leer hier enorm

veel van en je krijgt feedback. Tijdens de practica houdt je individueel een labjournaal bij waar je later

op beoordeeld wordt. Verder krijg je tijdens de practica een aantal demonstraties waarbij je wordt

rondgeleid op de moleculaire pathologie afdeling van het UMC, zo krijg je een goed beeld van hoe het

in de praktijk gaat. De seminars (werkcolleges) waren ook om de week. Hierbij werd je telkens

ingedeeld in een andere groep en moest je van te voren iets voorbereiden, bijvoorbeeld het uitleggen

van een wetenschappelijk artikel, wat tijdens de seminar (in het Engels) gepresenteerd moest worden.

Voor de cursus is een Nederlands boek beschikbaar, die ik aanraad om te gebruiken omdat de

hoorcolleges niet altijd geheel te volgen zijn en ze niet opgenomen worden. Aan het eind van de tien

weken is er een tentamen op de laptop. Dit ging voornamelijk over de stof van de hoorcolleges en

practica en was redelijk te doen. Al met al raad ik deze cursus aan als je geïnteresseerd bent in kanker,

het ontstaan van ziektes, het opsporen van veranderingen in het DNA en het bepalen welke

behandeling het beste aanslaat bij de patiënt!

25

Paleoenvironments (GEO3-4312)

De cursus Paleoenvironments wordt gegeven in de tweede periode en de cursuscoördinator is Timme Donders en de cursus past goed in een studie met de paden mariene wetenschappen en evolutie. De cursus wordt gegeven door 3 verschillende docenten en er zijn een aantal gastcolleges. Sommigen kwamen uit het buitenland, maar ze waren allen zeer goed verstaanbaar. De colleges worden gegeven in het Engels omdat er ook vaak internationale studenten dit vak volgen. Binnen de cursus gingen we dieper in op klimaatverandering en bijvoorbeeld de CO2 waardes door de tijd heen. Ook wordt er ingegaan op manieren van datering en je kijkt in de colleges naar verschillende cores die genomen zijn op verschillende plekken in de wereld. Hierin leer je dan te zien wat voor soort grond er in een bepaalde tijdsperiode was en wat je hieruit kan halen over het klimaat toen. Wie had er gedacht dat er palmbomen op de polen voorkwamen, ik niet en toch was het zo! Ook kijk je naar de aquatische systemen zoals een meer of de zee vroeger en welke soorten daar toen voorkwamen. Een standaard week in deze cursus bevat een paar colleges waarna je een werkcollege hebt. Hierbij kan je soms een paar vragen hebben maar soms moet je ook werken met een systeem op de computer bijvoorbeeld. Ook zijn er regelmatig practica. Ikzelf heb bijvoorbeeld een paar weken gekeken naar pollenrecords. Hierbij moest je dan de soorten pollen identificeren en kon je later zien in welke tijd welke plantensoorten voorkwamen. Zo ben je dus bezig met het verleden en wat voor klimaat er toen heerste door erachter te komen welke boomsoorten er bijvoorbeeld waren. Tijdens de practica liepen er verschillende docenten rond die erg behulpzaam waren. De andere helft van de groep heeft gekeken naar huidmondjes van goed bewaarde bladeren, omdat deze vaak plant specifiek zijn. Er is geen boek voor dit vak en de colleges worden helaas ook niet opgenomen. Wel wordt er tijdens de colleges al veel gebruik gemaakt van voorbeelden zodat je direct verdieping hebt. Ik vond wel dat de diepgang op dit niveau prima was, hierdoor is het ook echt een cursus voor erbij en niet per se een hoofdcursus. De zwaarte van de cursus is mij erg meegevallen. Het was wel belangrijk om de colleges bij te houden aangezien je werkcolleges daarover gingen, maar de diepgang was erg goed te doen. Er is aan het einde een tentamen en deze was erg goed te maken en sloot goed aan op de stof. Ik vond deze cursus erg interessant omdat je door datering dus een goed beeld kreeg van het klimaat vroeger. Dat vond ik zelf erg leuk. Het was heel interessant om te zien dat door de tijd heen de wereld enorm is veranderd! Ook zie je goed hoe de mens nu een enorme impact heeft op het klimaat. Al met al dus een erg leuke en interessante cursus om ernaast te volgen!

26

UBV-cursussen

Entomologie

Entomologie is de Biologie in het werkveld cursus die zich richt op insecten. De cursus begint met een

aantal colleges waar je informatie krijgt over de anatomie, ontwikkeling en voeding van insecten. Ook is

er een college over hoe je insecten kunt vangen. De colleges zijn erg algemeen en maken weinig

onderscheid tussen verschillende insecten. Ook zijn ze van een behoorlijk laag niveau en passen ze

daardoor misschien niet bij een universitaire cursus. Wel worden ze enthousiast gegeven met veel

voorbeelden uit de praktijk.

Een goed deel van de cursus is dat er een hele avond wordt besteed aan het correct gebruiken van een

loep en binoculair. Als bioloog heb je dit waarschijnlijk al best vaak gedaan, maar toch wordt er in veel

andere cursussen nauwelijks aandacht besteed aan hoe je dit precies goed doet. Tijdens entomologie

oefen je hier mee, zodat je echt geen hoofdpijn krijgt nadat je lang door je loep hebt gestuurd. Na een

avond determineren volgen er practica waar je insecten moet sorteren die de docent in het veld

gevangen heeft. Helaas wordt hier nauwelijks verteld hoe je verschillende insecten kunt herkennen en

toch moet je ze van elkaar scheiden. In het laatste deel van de cursus ga je insecten prepareren. Dit is

erg leuk, omdat je het eindresultaat mee naar huis mag nemen. Veel mensen vinden dit het leukste

deel van de cursus.

Bij de colleges en practica leer je dus niet zoveel over alle soorten en families die voorkomen in het

insectenrijk, als dat je misschien gehoopt had. Toch ben je een paar avonden leuk met insecten bezig

en zie je allemaal mooie dingen voorbij komen. Je sluit de cursus af met een toets. Je moet hiervoor de

reader goed doorlezen en dan is de toets erg makkelijk te halen. Voor mij viel de cursus dus een beetje

tegen. Ik had graag geleerd over de families en soorten binnen het insectenrijk, maar dit komt niet aan

bod. Toch is het alsnog een interessante cursus waarbij je basiskennis opdoet en op een andere manier

leert kijken naar insecten.

Inschrijvingen in 2019 zijn op 9 oktober om 08:30 uur.

27

De Onderwijscommissie van de UBV (OcUBV)

De onderwijscommissie van de UBV is de commissie die service op onderwijsgebied levert aan alle

Utrechtse biologiestudenten. De commissie heeft ook jou een heleboel te bieden! Aan wat voor

services kun je zoal denken?

-Tentamenbank op internet

-Tentamenbundel voor eerstejaars

-Alternatieve studiegidsen

-Alternatieve mastergids

-Stagebank

-Studie-informatie

De producten van de OcUBV kun je vinden op de website van de UBV: www.ubv.info onder het kopje

onderwijs. Ook over de commissie zelf staat informatie op de website. Klik hiervoor vanaf de

hoofdpagina door naar het kopje commissies.

Voor meer algemene informatie en nieuws op onderwijsgebied kun je ook altijd een email sturen naar

[email protected] of bellen naar de UBV-kamer (030-2536741). Natuurlijk kun je ook een

onderwijscommissie- of UBV-bestuurslid aanspreken, vragen staat vrij!

Zin om te helpen met het maken van deze gids?

Wil je in een commissie, maar er niet al te veel tijd aan kwijt zijn?

Kom de OcUBV versterken!

Hoe? Zoals hierboven: mail/bel/spreek iemand aan

NB 1: Ben jij op zoek naar een gezellige commissie die niet te veel tijd kost maar wel belangrijk werk

verzet? Kom ons dan versterken! Stuur een mailtje naar [email protected] en wie weet zien wij

jou op de volgende vergadering!

NB 2: Wil je een bijdrage leveren aan de tentamenbank? Vraag je docent of je het tentamen mee mag

nemen voor de tentamenbank en geef het aan de vice-voorzitter van de UBV. Hier heeft iedereen

profijt van!

28

Bedankt!

De Onderwijscommissie wil iedereen die heeft bijgedragen aan het tot stand komen van deze

studiegids hartelijk bedanken voor hun inzet!