web viewpsycholoog paul bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele...

124
Hoofdstuk 1: de hoofdpersonages (van het boek) We zien een kwaad vrouwengezicht, een foto. Wat we normaal doen is een perfecte combinatie van zien en intuïtief denken. We zien dat ze op het punt staat iets kwaad te zeggen, dat ze zwart haar heeft… Dit is een voorbeeld van snel denken, het gaat vanzelf. Echter: 17 x 24. We zien dat dit een rekensom is, dat we dit snel zouden kunnen oplossen met een papiertje… Maar zonder iets langer na te denken kunnen we de oplossing niet onmiddellijk zeggen. We hebben de keuze om de som wel of niet op te lossen. Dit is langzaam denken. We doorlopen een reeks stappen. Het is een mentale taak: Weloverwogen Inspannend Ordelijk Dit zijn kenmerken van langzaam denken. Niet enkel in de hersenen, ook het lichaam doet mee! Twee systemen 1. Systeem 1 = Dit werkt automatisch en snel, met weinig of geen inspanning en geen gevoel van controle. 2. Systeem 2 = Omvat bewuste aandacht voor de mentale inspanning die worden verricht, waaronder ingewikkelde berekeningen. De werking van systeem 2 wordt vaak gekoppeld aan de subjectieve ervaring van handelingsvermogen, keuze en concentratie. We gaan dit boek verder met psychologisch verhaal met twee hoofdpersonen. Mensen voelen zich vooral aangetrokken door systeem 2, dit heeft de voorkeur. Maar systeem 1 is de held van dit verhaal. Het vormt moeiteloos indrukken en gevoelens, de voornaamste bron van de expliciete overtuigingen en keuzen van systeem 2. De automatische werking van 1 zorgt voor een verrassend complex patroon van ideeën maar alleen het tragere 2 kan gedachten in een ordelijke reeks van stappen omzetten! Ze hebben hun eigen vaardigheden, beperkingen en functies. Voorbeelden van systeem 1 op pagina 29. Deze behoren allen tot de groep van de foto. We delen deze vaardigheden met dieren. Aangeboren vermogen om de wereld om ons heen waar te nemen… Andere 1

Upload: dodieu

Post on 04-Feb-2018

218 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Hoofdstuk 1: de hoofdpersonages (van het boek)

We zien een kwaad vrouwengezicht, een foto. Wat we normaal doen is een perfecte combinatie van zien en intuïtief denken. We zien dat ze op het punt staat iets kwaad te zeggen, dat ze zwart haar heeft… Dit is een voorbeeld van snel denken, het gaat vanzelf.

Echter: 17 x 24. We zien dat dit een rekensom is, dat we dit snel zouden kunnen oplossen met een papiertje… Maar zonder iets langer na te denken kunnen we de oplossing niet onmiddellijk zeggen. We hebben de keuze om de som wel of niet op te lossen.

Dit is langzaam denken. We doorlopen een reeks stappen. Het is een mentale taak:

Weloverwogen Inspannend Ordelijk

Dit zijn kenmerken van langzaam denken. Niet enkel in de hersenen, ook het lichaam doet mee!

Twee systemen

1. Systeem 1 = Dit werkt automatisch en snel, met weinig of geen inspanning en geen gevoel van controle.

2. Systeem 2 = Omvat bewuste aandacht voor de mentale inspanning die worden verricht, waaronder ingewikkelde berekeningen. De werking van systeem 2 wordt vaak gekoppeld aan de subjectieve ervaring van handelingsvermogen, keuze en concentratie.

We gaan dit boek verder met psychologisch verhaal met twee hoofdpersonen. Mensen voelen zich vooral aangetrokken door systeem 2, dit heeft de voorkeur. Maar systeem 1 is de held van dit verhaal. Het vormt moeiteloos indrukken en gevoelens, de voornaamste bron van de expliciete overtuigingen en keuzen van systeem 2. De automatische werking van 1 zorgt voor een verrassend complex patroon van ideeën maar alleen het tragere 2 kan gedachten in een ordelijke reeks van stappen omzetten! Ze hebben hun eigen vaardigheden, beperkingen en functies. Voorbeelden van systeem 1 op pagina 29. Deze behoren allen tot de groep van de foto. We delen deze vaardigheden met dieren. Aangeboren vermogen om de wereld om ons heen waar te nemen… Andere worden door oefening snel en automatisch uitgevoerd. Systeem 1 heeft aangeleerd associaties tussen ideeën te maken en heeft vaardigheden als lezen en het interpreteren van lichaamstaal ontwikkeld. Sommige dingen zijn slechts voor enkelingen weggelegd (bv. schaken op zeer hoog niveau). Vaak ook kennis van cultuur nodig.

Sommige dingen zijn volledig onvrijwillig. Andere activiteiten kunnen soms wel worden gecontroleerd, maar vinden wel automatisch plaats (kauwen). Het controleren van aandacht gebeurt in beide systemen. Jezelf wenden tot de bron van een geluid is zo in systeem 1 doorgaans een onvrijwillig reflex, dit wordt direct gevolgd door de vrijwillige aandacht in systeem 2. De processen van systeem 2 kunnen sterk verschillen maar hebben 1 ding gemeen: ze vereisen aandacht en worden onderbroken als onze aandacht wordt verlegd. Op pagina 30 staan daar enkele voorbeelden van. In deze situaties moet je aandacht zijn, je zal

1

Page 2: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

de taken minder goed of helemaal niet kunnen volbrengen als u niet gefocust bent of zich op andere dingen concentreert.

Systeem 2 heeft het vermogen om de manier waarop systeem 1 werkt te veranderen door normaal gesproken automatische functies van aandacht en geheugen te programmeren. Als we in Engeland een auto huren zullen ze ons waarschijnlijk vertellen dat je links moet rijden. Je wordt gevraagd iets te doen wat in principe onnatuurlijk is. Het uitvoeren van deze activiteiten vergt enige aandacht!

‘Aandacht besteden’ – Dit kan je budget overschrijden en je activiteiten schenden. Ze kunnen elkaar hinderen! Je zal zo 17 x 24 niet makkelijk kunnen oplossen als je in het druk verkeer moet rijden. Je kan meerdere dingen tegelijk doen, maar vaak als ze eenvoudig zijn of weinig aandacht vergen. Iedereen heeft een besef van de beperkingen van onze aandacht… Ook door je intensief op een taak te concentreren kan het zijn dat je geen oog meer hebt voor andere dingen, die je anders direct zouden opvallen. Hierbij het voorbeeld van The Invisible Gorilla zoals we al talloze keren hebben gezien. Vooral het negeren van de ene ploeg creëert deze blinde vlek. Zien en waarnemen zijn automatische functies van systeem 1, maar vergen enige aandacht voor de relevante stimulus. Vooral verbazend was dat proefpersonen hogelijk verbaasd waren… Dit gorillaonderzoek onderstreept twee belangrijke aspecten van onze hersenen:

1. We kunnen een blinde vlek hebben voor opvallende zaken2. We zijn ons ook niet altijd bewust van onze eigen blinde vlekken

Een korte samenvatting van het verhaal

De interactie tussen deze 2 systemen is in het boek een terugkerend thema…

Systeem 1 en 2 zijn beiden actief, mits we niet aan het slapen zijn. Systeem 1 wordt dus automatisch uitgevoerd en systeem 2 bevindt zich normaal gesproken in sluimerstand, waarin slechts een klein deel wordt gebruikt. Systeem 1 genereert voortdurend suggesties voor systeem 2 (indrukken, ingevingen, intenties, gevoelens). Indien ze door systeem 2 worden opgepikt veranderen ze in overtuigingen. Impulsen gaan dan gaan veranderen in vrijwillig ondernomen handelingen. Als alles soepeltjes verloopt zal systeem 2 de suggesties oppakken van systeem 1. Dit is meestal het geval! Meestal geen of weinig aanpassingen… U gelooft dus in de indrukken dat je krijgt en handelt op basis van uw gevoelens. Dit is prima – meestal!

Zodra systeem 1 in de problemen geraakt, wordt systeem 2 ingeschakeld (17 x 24). Wanneer u wordt verrast, bent u zich waarschijnlijk sterk bewust van uw oplettendheid. Systeem 2 wordt geactiveerd wanneer er iets plaatsvindt wat inbreuk doet op het wereldbeeld van systeem 1. Enige aandacht is nodig om het verrassende element op te sporen (gorilla). De verrassing activeert en focust vervolgens uw aandacht. Systeem 2 is ook verantwoordelijk voor de controle over uw eigen gedrag. Dit is bv. de controle dat je zal beleefd blijven wanneer je boos bent of alert bent als je ’s avonds autorijdt. Ook wordt dit geactiveerd als jiij of iemand anders op het punt staan om een fout te maken.

Dus: “Het meeste wat systeem 2 denkt en doet, vindt zijn oorsprong in systeem 1, maar systeem 2 neemt de zaken over wanneer een en ander ingewikkeld wordt en heeft meestal het laatste woord!”

2

Page 3: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

De scheiding van taken tussen 1 en 2 is uiterst efficiënt! Te leveren inspanningen worden geminimaliseerd en de prestaties geoptimaliseerd. De regeling werkt meestal goed, aangezien systeem 1 over het algemeen zeer goed functioneert.

De modellering van bekende situaties is accuraat, de KT voorspellingen zijn dat meestal ook en de eerste reactie op uitdagende kwesties is snel en relevant. MAAR:

Ook vooringenomenheden, biases – systematische fouten die worden gemaakt in specifieke situaties. Systeem 1 zal soms vragen beantwoorden die minder complex zijn dan de vragen die werden gesteld.

Weinig logica en statistiek. Het kan niet worden uitgeschakeld…

Conflict

Dit gaat over een conflict tussen de twee systemen. Voorbeeld pagina 33. Hoofdletters/ kleine letters is makkelijker links en omgekeerd rechts. Misschien zelfs soms een beetje beginnen stotteren. Deze taken doen beroep op systeem 2 , dit is niet wat we normaal gesproken doen bij het lezen. Wat we voor de taak deden, was het programmeren van ons geheugen. De relevante woorden kwamen op het puntje van ons tong te liggen (groot/ klein en links/rechts). Dit bleek effectief, we konden de lichte neiging bij de eerste kolom om andere woorden te lezen eenvoudig weerstaan. De tweede kolom was echter een ander verhaal! We konden ze niet negeren, want we hadden ons ingesteld op deze woorden. Negeren van een automatische reactie bleek lastig. Er was een conflict tussen een taak die we van plan waren te volbrengen en de automatische, conflicterende reactie.

Deze conflicten vinden in het leven veelvuldig plaats. Het zijn handelingen die in tegenspraak zijn met wat we intuïtief zouden doen. Een van de taken van systeem 2 is zo ook om de impulsen van systeem 1 te onderdrukken. Systeem 2 is zo verantwoordelijk voor onze zelfbeheersing.

Illusies

Illusie met de pijlen die even lang zijn. De onderste lijn is duidelijk langer en we geloven onze eigen ogen. Maar dit is de fameuze optische illusie van Müller. Ze zijn dus even lang.

Systeem 2 heeft nu een nieuwe overtuiging. We WETEN nu – na het meten – dat ze even lang zijn. maar toch LIJKT de onderste langer. We geloven de meting wel, maar we kunnen niet voorkomen dat systeem 1 zijn ding doet. We moeten leren om onze indruk van de langte van de lijnen met diagonalen te wantrouwen. We moeten de illusie kunnen doorzien en de kennis opdiepen, dan zullen we nooit meer misleid worden. maar de ene blijft langer lijken dan de andere.

Niet alle illusies zijn optisch, ook cognitieve illusies. Kan men deze negeren? De voortekenen zijn niet bemoedigd. Omdat systeem 1 automatisch werkt zijn denkfouten vaak lastig te voorkomen. Biases kunnen niet altijd worden vermeden. Systeem 2 is zich niet altijd van de fout bewust! Zelfs als er signalen zijn dat er iets misgaat, kunnen fouten alleen door extra controle en inspanning van systeem 2 worden voorkomen. Dergelijke onophoudelijke waakzaamheid is onpraktisch, laat staan wenselijk. Het beste wat we kunnen doen is compromissen sluiten. We gaan de situaties leren herkennen waarin fouten zich kunnen

3

Page 4: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

voordoen. Het is ook makkelijker om fouten van een ander te herkennen dan deze van onszelf.

Hoofdstuk 2: aandacht en inspanning

Mentale inspanning

Oefening plus-1 zet systeem 2 in actie. Gaat als volgt:

Kaartjes met 4 getallen maken en steeds 1 optellen bij elk getal. Aan de hand van de grootte van je pupillen kan je zien hoe intensief je bezig bent geweest.

E. Hess: ‘pupil is de spiegel van de ziel’. zou een goede indicator zijn voor mentale inspanning. Vb. grotere verwijding bij lastige som dan bij makkelijke.

Beatty & Kahneman werden geprikkeld door dit fenomeen en deden een experiment.

- Proefpersoon moet hoofd op steun rusten, in camera kijken en oefeningen doen (zoals Plus-1)

- Er werden foto’s gemaakt van de ogen per vraag- Resultaat: grootte pupillen veranderde van seconde tot seconde, afhankelijk van de

zwaarte van de taak. De pupilgegevens corresponderen exact met de subjectieve ervaring: langere reeksen getallen leiden tot meer verwijding, de rekentaak vergt extra inspanning en de maximale pupilgrootte valt samen met de maximale inspanning.

- Wanneer de pupillen heel snel verkleinden betekende dit vaak dat ze de taak opgaven

Kahneman deed een belangrijke ontdekking bij een vrouw die tussen 2 opgaven in zat. Wanneer ze een praatje maakte met de onderzoeker bleef de pupil klein. gesprek over koetjes en kalfjes vereist weinig inspanning, niet meer dan het onthouden van enkele cijfers.

Hij vormde zich een beeld:

Mentale inspanning wordt normaal op wandeltempo uitgevoerd, soms onderbroken door looppas en zelden door een snelle sprint. plus-1 oef is een sprintje Gesprekje is een rustige wandeling

Bij een mentaal sprintje ontwikkelen mensen ook een blinde vlek: zie experimentje ‘The Invisible Gorilla’. In de Plus-1 oefening ontdekte men dit ook (waarnemen letter K, dit lukte het minst goed wanneer de mentale inspanning het intensiefst was).

Net zoals een elektriciteitsmeter geeft de pupil ons een indicatie van de snelheid waarmee we energie gebruiken.

- Dat is afhankelijk van welke taken uitgevoerd worden. - Systeem 2 en de elektriciteitsmeter hebben beide een beperkte capaciteit. Systeem 2

zal selectief en preceis reageren op overbelasting, door de belangrijkste activiteiten te beschermen. (vb. bij plus-1 de letter K niet onthouden omdat men teveel inspanning in de cijfers moet steken)

- Dit is het gevolg van evolutie!

4

Page 5: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Andere belangrijke bevinding: naarmate we beter worden in een taak, wordt de behoefte aan energie minder. Minder gebieden in de hersenen worden ingeschakeld. Ook met intelligentie is dit zo: zeer intelligente mensen moeten zich minder inspannen om mentale vraagstukken op te lossen. Dit is zowel te zien aan de pupilomvang als aan de hersenactiviteit.

Voor zowel fysieke als mentale inspanning geldt de universele ‘wet van minste weerstand’ = als er verschillende manieren zijn om een taak uit te voeren, zal men altijd voor de minst inspannende weg kiezen. Luiheid is in onze aard verankerd.

Verschillende taken verschillen aanzienlijk wat betreft de pupilgrootte. Vb. het onthouden van 2 cijfers of het onthouden van 7. Dat is logisch.

Maar wat maakt een taak nu intensiever dan een andere? Wat kan systeem 2 wat systeem 1 niet kan?

Systeem 2 volgt regels, vergelijkt objecten op basis van verschillende kenmerken en kan een weloverwogen keuze maken tussen diverse alternatieven. Systeem 1 kan dit niet. Belangrijke capaciteit van systeem 2: gebruiken van takensets. Het kan het geheugen programmeren om een instructie uit te voeren die conflicteert met gebruikelijke reacties. Psychologen gebruiken de term ‘coördinerende processen’ voor het initiëren en beëindigen van takensets. Neurowetenschappers hebben de gebieden geïdentificeerd die verantwoordelijk zijn voor deze processen. Een van de gebieden wordt actief zodra een conflict moet worden opgelost.

Nog een taak die veel inspanning vergt: overschakelen tussen 2 verschillende taken. mensen die het hier goed op doen scoren vaak ook hoog op intelligentietests.

Tijdsdruk is een andere drijfveer voor inspanning (vb. metronoom bij de plus-1 taak). U wordt daardoor gedwongen om alle zeilen bij te zetten.

HOOFDSTUK 3: DE LUIE CONTROLEUR

HB p. 47 - 57

Gematigde fysieke inspanning verbetert cognitieve vermogens. Systeem 2 heeft een natuurlijke snelheid. Zelfbeheersing en weloverwogen gedachten putten uit dezelfde (beperkte) bron. ‘Flow’ (Csikszenthihalyi): staat van moeiteloze concentratie die zo diep gaat dat ze zelfs

het besef van tijd, van zichzelf en van hun problemen geheel verliezen’ onderscheid tussen twee vormen inspanning: concentratie op taken en focussen van aandacht. Als je ‘flow’ ervaart vereist het focussen v/d aandacht op de activiteit geen enkele zelfbeheersing, zodat alle resources aan de taak zelf kunnen worden besteed.

Het drukke en uitgeputte Systeem 2

Vormen van mentale arbeid: cognitieve inspanning, zelfbeheersing Systeem 1 heeft meer invloed op gedrag wanneer Systeem 2 drukbezet is. Taken Systeem 2: controlerende gedachten en gedragingen

- Mensen die cognitief bezet zijn, zullen eerder zelfzuchtige keuzes maken, seksistische taal gebruiken en in sociale situaties oppervlakkige oordelen vellen.

5

Page 6: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

- Te veel zorgen over de eigen prestaties bij het uitvoeren van een taak kan de prestaties ook echt verminderen, doordat het kortetermijngeheugen met zinloze spanningen wordt spanningen wordt beziggehouden.

R. Baumeister“Alle varianten van vrijwillige inspanning (cognitief, emotioneel, fysiek) zijn ten minste deels op een gezamenlijke bron van mentale energie gebaseerd.” Egodepletie

Als u uzelf moet dwingen om iets te doen, bent u minder snel bereid of minder goed in staat om uw zelfbeheersing te behouden wanneer de volgende taak zich aandient.

Experiment 1- OV: a) emotionele reactie op emotioneel beladen film onderdrukken

b) emotionele reactie op emotioneel beladen film niet onderdrukken- AV: prestatie bij een latere, fysieke taak

hoelang ze een dynamometer stevig konden vastpakken, ondanks het toenemende ongemak

- Hypothese: mensen met egodepletie zullen sneller toegeven aan de neiging om op te geven.

- Resultaat: de emotionele inspanning gedurende het eerste deel van het experiment verminderde hun vermogen om de pijn van een langdurige

spiersamentrekking te weerstaan. Experiment 2

- OV: gezonde voeding tot zich nemen, terwijl ze de verleiding van koekjes en chocolade weerstaan

- AV: tijd alvorens men toegeeft aan de verleiding tijdens het later verrichten van een cognitieve taak

- Hypothese: mensen met egodepletie zullen sneller toegeven aan de verleiding- Resultaat: later, toen ze een cognitieve taak moesten verrichten, gaven mensen

met egodepletie eerder toen aan de verleiding dan mensen zonder egodepletie.

Activiteiten die Systeem 2 activeren vereisen zelfbeheersing en het tonen van zelfbeheersing is uitputtend en onplezierig.

Egodepletie ≠ cognitieve belasting I.t.t. cognitieve belasting omvat egodepletie ten minste deels een verlies van motivatie.

Concept van mentale energie is meer dan een metafoor:- zenuwstelsel verbruikt glucose- als u een zeer lastige cognitieve taak uitvoert of zelfbeheersing moet vertonen,

daalt de glucosespiegel van het bloed aanzienlijk Het effect van egodepletie kan ongedaan gemaakt worden door de inname van glucose.

Experiment 3- OV: - Opwekken van egodepletie

(woorden die op het scherm verschijnen negeren terwijl een geluidloos interviewfragment wordt bekeken) - Limonade drinken: a) gezoet met glucose b) gezoet met gewone zoetstof

6

Page 7: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

- AV: Het geven van juist/fout antwoord waarbij ze gevraagd werden hun intuïtief antwoord te onderdrukken en het juiste antwoord op de vraag te geven

- Hypothese: Mensen met egodepletie geven veel vaker intuïtieve, foute antwoorden.

- Resultaat: - Drinker van gewone zoetstof, vertoonden egodepletie, en gaven vaker intuïtieve, foute antwoorden.

- Glucose drinkers vertoonden geen egodepletie (doordat de goede suikers in hun hersenen werden aangevuld) en presteerden weer optimaal bij het beantwoorden van de vraag.

- Verder onderzoek: veroorzaken taken die glucosevoorraden uitputten ook die tijdelijke prikkel die verantwoordelijk is voor pupilverwijding en

hogere hartslag?

Uitputtingseffect – experiment- OV: tijd sinds laatste snackpauze van rechter- AV: aantal goedgekeurde aanvragen voor vervroegde vrijlating- Resultaat: het aantal goedgekeurde aanvragen piekte na elke snack (toen werd

ongeveer 65% goedgekeurd). Hierna daalde het percentage goedgekeurde aanvragen geleidelijk tot nul, tot de volgende snackpauze van de rechters.

- Verklaring: vermoeide en hongerige rechters vallen eerder terug op hun standaardreactie (afwijzing). Zowel honger als vermoeidheid spelen vermoedelijk een rol.

Het luie Systeem 2

Eén v/d belangrijkste taken van Systeem 2 is het monitoren en controleren (goedkeuren, onderdrukken, aanpassen) van gedachten en handelingen die door Systeem 1 worden aangedragen.

Beslissingstheorie o.b.v. Systeem 1 en Systeem 2 (Kahneman & Frederick)- Hoe goed monitort Systeem 2 de suggesties van Systeem 1?- Knuppel-balraadsel, rozensyllogisme, Michan/Detroit-vraag

Het niet-slagen voor de tests lijkt een kwestie van gebrekkige motivatie te zijn. ‘Lui’ lijkt een harde (passende) kwalificatie van de zelfcontrole en Systeem 2.

- Mensen die intuïtief antwoorden zijn volgers van de wet van de minste weerstand; mensen die het intuïtieve antwoord onderdrukken, hebben een actiever brein.

- Veel mensen hebben te veel zelfvertrouwen en hechten te veel geloof aan hun intuïtie.

- Als systeem 1 een rol speelt, komt de conclusie eerst en de argumenten pas daarna. Als mensen denken dat een bepaalde conclusie waar is, achten ze ook argumenten die de conclusie ondersteunen valide, zelfs als ze niet valide zijn.

- Intelligentie omvat niet alleen het vermogen tot redenatie, maar ook het vermogen om relevante kennis uit het geheugen op te diepen en deze kennis waar nodig toe te passen.

- De geheugenfunctie is een kenmerk van Systeem 1; de mate waarin het controleren en zoeken gebeurt, is een kenmerk van Systeem 2.

- Mensen die de zonde van de intellectuele luiheid kunnen weerstaan, kunnen we meer ‘betrokken’ noemen. Deze individuen zijn alerter, intellectueel actiever, minder snel bereid genoegen te nemen met op het eerste zicht aanlokkelijke antwoorden, sceptischer t.o.v. hun

7

Page 8: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

eigen ingevingen. Rationeler (Stanovich)

Intelligentie, controle, rationaliteit

Verband tussen denken en zelfcontrole Experiment (W. Mischel)

- Steekproef: vierjarigen- AV: keuze voor onmiddellijke, kleinere beloning (1 koekje) of keuze voor 15

min. Wachttijd en grotere beloning (twee koekjes)- Opzet: kinderen in kamer zonder speelgoed (of andere afleidende objecten),

onderzoeker verliet de kamer en keerde pas terug na verstrijken van 15 min of als het kind het belletje had geluid (om onderzoeker met koekje bij zich had geroepen), het koekje had opgegeten, was opgestaan of tekenen van angst vertoonde.

- Resultaat: helft kinderen sloeg, helft kinderen faalde. 10-15 jaar later duidelijk verschil tussen kinderen. - Geduldige kinderen: sterke coördinerende processen in cognitieve

taken ontwikkeld, vermogen om aandacht effectief te doseren, kleinere kans op druggebruik - Significant verschil in intellectuele vermogens: geduldige kinderen scoorden aanzienlijk hoger op intelligentietests

Verband tussen cognitieve controle en intelligentie Intelligentie verhogen d.m.v. het doseren van aandacht Experiment

- OV: computerspelletje gericht op aandacht en controle- AV: prestatie bij intelligentietest- Resultaat: trainen van aandacht verbeterde de coördinerende processen en de

prestaties bij niet-verbale intelligentietests en deze verbetering werd enkele maanden vastgehouden.

Specifieke genen spelen een rol bij het doseren van aandacht, maar ook opvoeding is belangrijk.

Verband tussen vermogen van kinderen om aandacht te doseren en hun vermogen om emoties te beheersen.

Cognitive Reflection Test (S. Frederick) bestaat uit 3 raadsels die een intuïtief maar incorrect antwoord uitlokken (zie H5) Onderzoek kenmerken proefpersonen die laagscoren op CRT

Verband dominante systemen en persoonlijkheden:- Systeem 1: impulsief en intuïtief- Systeem 2: beredeneerd, voorzichtig, maar ook lui

Waarom zijn sommige mensen ontvankelijker voor vooringenomenheid dan andere?(K. Stanovich & R. West) Systeem 1 en Systeem 2 Type 1- en Type 2-processen Systeem 2 = ‘algoritmisch brein’ + ‘rationaliteit’

- ‘Algoritmisch brein’: langzaam denken, veeleisende berekeningen hoge score intelligentietests; snel, efficiënt overschakelen tussen taken

- ‘Rationaliteit’: ≈ ‘betrokken’

8

Page 9: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Onderscheid maken tussen rationaliteit en intelligentie

Raadsels (CRT) ietwat betere indicatoren van cognitieve gebreken dan conventionele intelligentiemaatstaven (zoals bv. IQ-tests)

Oppervlakkig (‘lui’) denken is een foutje v/d beschouwende geest, een gebrekkige rationaliteit.

Hoofdstuk 4: De associatieve machine

Associatieve activering = opgeroepen beelden activeren andere beelden, resulterend in een kettingreactie van associaties. Dit gebeurt allemaal dankzij Systeem 1. Als we de woorden ‘banaan’ en ‘braaksel’ presenteren dan volgt zowel een cognitieve, emotionele en fysieke reactie. Deze reacties zijn zowel divers als coherent, dat noemen we associërend coherent.

Hume biedt een verklaring van het denkproces waarbij men ideeën associeert. Hij vatte de principes van associatie terug tot: overeenkomstigheid, samenhang van tijd en plaats en causaliteit. Het huidige inzicht is dat veel gelijktijdig plaatsvindt. Een idee dat is geactiveerd roept niet eenvoudigweg een ander idee op. Het idee activeert veel ideeën die op hun beurt weer andere ideeën activeren. Slechts een klein aantal van die geactiveerde ideeën komt in ons bewustzijn terecht. Associatief denken vindt vooral op de achtergrond plaats.

Het wonder van priming

Priming = als men wordt blootgesteld aan een stimulus zullen concepten die geassocieerd zijn met die stimulus sneller oproepbaar zijn. Priming is niet alleen voorbehouden aan concepten of woorden.

Experiment 1:

John Bargh vroeg aan studenten om uit vijf woorden een zin van vier woorden samen te stellen (bijvoorbeeld ‘vindt hij geel het direct’). Voor de ene groep bevatte de helft van de zinnen woorden die gerelateerd waren aan bejaarden zoals Florida (hier wonen veel Amerikaanse bejaarden). Na deze taak wandelden de studenten beduidend trager. Dit noemt men het Florida-effect. Het beïnvloeden van gedrag door een idee wordt ook het ideomotoreffect genoemd.

Experiment 2:

Het ideomotoreffect werkt ook omgekeerd. Als men vroeg aan studenten om traag te wandelen werden na deze oefening aan ouderdom gerelateerde woorden sneller herkend.

er is dus sprake van een wederkerig verband bij primingeffecten.

Experiment 3:

Studenten moesten een potlood in hun mond houden om zo een lachende uitdrukking of fronsende uitdrukking te krijgen. De personen met de lachende uitdrukking vonden cartoons grappiger dan degenen met een frons.

9

Page 10: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Bovendien rapporteerden de mensen met een frons een sterkere emotionele respons op verontrustende beelden van bijvoorbeeld uitgehongerde kinderen.

Experiment 4:

Deelnemers moesten via een koptelefoon naar boodschappen luisteren, als de deelnemers ruis hoorden moesten ze hun hoofd bewegen. De helft van de deelnemers moest knikken, de helft moest schudden. Degenen die moesten knikken, waren het over het algemeen eens met de boodschap, terwijl degenen die moesten schudden het meestal oneens waren met de boodschap.

eenvoudige gebaren kunnen dus ook onbewust invloed hebben op gedachten en gevoelens.

Priming als richtlijn

Experiment 1:

De steun voor een wetsvoorstel om scholen extra geld te geven nam toe als het stemlokaal in een schoolgebouw was.

stemmen wordt beïnvloed door de locatie van het stemlokaal.

Experiment 2:

Mensen die geprimed werden door zinnen die te maken hadden met geld (‘betalende goed bureau baan een’ ‘een goed betalende baan’) achteraf stelden de proefpersonen zich onafhankelijker, zelfzuchtiger en minder gesteld op gezelschap.

geld doet ons neigen richting individualisme.

Experiment 3:

Dubbelzinnige woordfragmenten W__H en S__P. Mensen die gevraagd werden om aan iets te denken waarover ze zich schaamden interpreteerden dit als WASH en SOAP in plaats van WISH en SOUP.

Als mensen dachten aan achterbakse streken dan waren ze eerder geneigd om zeep te kopen dan sinaasappelsap. Dit noemt men het ‘Lady Macbeth-effect’ = het gevoel dat je iets ergs hebt gedaan, versterkt de wens om jezelf te reinigen.

Een ander voorbeeld van het Lady Macbeth-effect werd duidelijk wanneer men mensen vroeg om tegen een denkbeeldig iemand te liegen. In een vervolgonderzoek over de aantrekkelijkheid van producten verkozen ze mondwater in plaats van zeep.

Conclusie: deze experimenten tonen niet aan dat we worden beheerst door primingprikkels in de omgeving, maar ze zijn er wel. Systeem 1 is de bron van ingevingen die in keuzen transformeren.

Experiment:

10

Page 11: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Boven een bus met ‘vrijwillige bijdragen’ een poster ofwel met ogen op die je aankijken ofwel een poster met bloemen. Men betaalde meer bij de poster van de ogen dan met de bloemen. De zuiver symbolische suggestie van observatie leidt tot beter gedrag.

Hoofdstuk 5: Cognitief gemakIn de hersenen talloze bewerkingen om antwoorden op belangrijke vragen te formuleren (bv. gaat alles goed, zijn ze bedreigingen, …)

Automatische inschattingen door systeem I, met als doel bepalen of systeem II zich extra moet inzetten

Één van de ‘metertjes’ meet cognitief gemak tussen ‘gemakkelijk’ (alles gaat goed) en ‘inspannend’ (probleem, waardoor systeem II gemobiliseerd wordt).

Cognitief gemak wordt beïnvloedt door huidige inspanningen en veresiten waaraan niet is voldaan. Is verbonden aan omvangrijk netwerk van input en output

De illusie van herinneringenLarry Jacoby: Becoming famous overnight: je leest random namen (bv. David Stenbill). Later krijg je een lijst met verschillende namen en je moet er de beroemdheden uithalen. Kans is groot dat je de eerder gelezen namen wel herkent, maar er niks aan kan linken (je hebt er geen mentale map voor, tgo Einstein, Clinton, …).

De ervaring van bekendheid heeft een eenvoudig maar krachtig aspect van het verleden, dat de indruk wekt dat de ervaring een weerspiegeling is van eerdere ervaringen. Dit aspect van het verleden is een illusie.

De waarheid is dat de naam David Stenbill bekend overkomt wanneer u hem leest omdat u hem duidelijker ziet

o Beter identificeren, sneller lezen, … cognitief gemak van eerder gelezen woord is groter

o Ook indien je onbewust op het woord wordt geprimed doordat het voor een exp enkele milliseconden wordt weergegeven of met meer contrast wordt afgedrukt

o Werkt ook de andere kant op: onscherp afgedrukte woorden je zal eerder woorden die je recent zag herkennen

De illusie van waarheidEen kip heeft vier poten onjuist, maar een kip heeft 3 poten zou eerder overkomen als onjuist. Associatieve brein vertraagde het oordeel door te bedenken dat veel dieren 4 poten hebben systeem II moest de informatie verwerken.

11

Page 12: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Voorspelbare illusies zullen plaatsvinden als een oordeel op de indruk van cognitief gemak of cognitieve inspanning wordt gebaseerd. Alles wat het gemakkelijker maakt voor ons associatieve brein, zal onze overtuigingen kleuren.

Goede manier van mensen over onwaarheden te overtuigen, is ze vaak genoeg herhalen, omdat bekendheid niet goed van waarheid onderscheiden kan worden. Cf. politiek, marketeers.

Psychologen: je moet niet de volledige zin vaak herhalen. Als een deel vaak herhaalt wordt, en wordt aangevuld, zal de aanvulling ook eerder als waarheid aanvaard worden. Als je niet weet waar u iets eerder hebt gehoord, of je kan een bewering niet staven, kan je enkel terugvallen op cognitief gemak.

Een overtuigende boodschap schrijvenAlles wat cognitieve spanning kan verminderen kan van pas komen:

Leesbaarheid verbetereno Hitler werd geboren in 1892 tgo Hitler werd geboren in 1887

Beide onwaar, maar eerste meer geloofdo Ook: bij print kwalitatief papier gebruiken contrast tussen letters en papier

verhogeno Ook: kleur wordt eerder geloofd indien fel blauw of rood tgo pastel

Eenvoudige taal gebruikeno Danny Oppenheimer: Consequences of erudite vernacular utilized

irrespective of necessity: Problems with using long words needlesly => verpakken van bekende ideeën in pretentieuze verpakking wordt als teken van mindere intelligentie opgevat

Memorabel maken, bv. door rijmo OZ: rijmende aforismen werden eerder als waarheid ervaren

Bron kiezen met makkelijk uit te spreken naamo OZ: rapporten van consultancy (Artan vs Taahhut), waren niet eenduidig.

Beste strategie = middenweg. Gebeurde niet: meer gehoof aan rapport van Artan

! goede tips, maar maken niks uit indien de boodschap zelf overduidelijk onzin is.

Mensen zijn niet dom, maar worden wel hoofdzakelijk geleid door indrukken van systeem I. Als de boodschap logisch klinkt of past bij overtuigingen of voorkeuren of afkomstig is van betrouwbare bron, zal er cognitief gemak zijn. Echter cognitief gemak kan ook andere oorzaken hebben!

Systeem II zal de suggesties van systeem I vaak klakkeloos overnemen.

Spanning en inspanningWe vinden een zelfbekrachtigende wisselwerking terug:

We ervaren cognitieve spanning als het inspannende systeem 2 wordt ingeschakeld De ervaring van cognitieve spanning lijkt systeem 2 te mobiliseren

Cognitive reflection test (CTR) – Shane Frederick:

12

Page 13: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Zie eerder: Honkbalknuppel met bal = $1,10. Knuppel = $1 meer dan de bal. Hoe duur is de bal? intuïtief $0,10, is $0,05.

Aangevuld met:o Als 5 machines 5 minuten nodig hebben om 5 apparaatjes te maken, hoelang

hebben 100 machines dan nodig voor 100 apparaatjes? 100 min of 5 min (intuïtief 100 – is 5)

o In een vijver drijft een eilandje van waterlelies. Elke dag wordt dit eilandje twee keer zo groot. Als het 48 dagen duurt voordat de hele vijver met waterlelies wordt bedekt, hoelang zou het dan duren voordat de halve vijver wordt bedekt?

24 dagen of 47 dagen (intuïtief 24, is 47) Indien de tekst goed leesbaar: 90% maakte min. 1 fout. Indien minder goed leesbaar

daling tot 35%

Het plezier van cognitief gemakMind at ease puts a smile on the face: pp kregen kort bepaalde objecten te zien:

Sommige makkelijk te herkennen doordat contouren kort weergegeven voor object (konden niet opgemerkt worden)

Emotionele respons gemeten door elektrische signalen van de spieren in gezicht te meten

Miniscule veranderingen oppikken: hint van glimlach en ontspannen wenkbrauwen bij duidelijkere afbeelding kenmerk systeem I: cognitief gemak wordt met positieve gedachten geassocieerd

Duidelijk uitspreekbare woorden leiden tot positieve attitude:

Bedrijven met duidelijk uitspreekbare namen betere prestatie week 1 van beursgang (verdwijnt na verloop van tijd)

Zwitsers OZ: beleggers denken dat aandelen met soepele namen een hoger rendement opleveren

Robert Zajonc: verband tussen herhaling en gevoel van affectie = mere exposure effect.

Exp. US: in kranten turks (klinkende) woorden geprint in advertanties: 1 tot 25 keer, verschillend per krant:

Vraag: betekenen ze iets goed of slechts Vaker geprint => werd gunstiger beoordeeld

Mere exposure vindt zelfs plaats als herhaalde woorden of plaatjes zo snel worden weergegeven dat ze niet worden waargenomen.

Volgens Zajonc een belangrijk biologisch gegeven en speelt bij alle diersoorten een rol:

Vindt plaats omdat de herhaalde blootstelling door niks ergs wordt gevolgd. Cf. dieren: argwaan nodig voor overleving, maar moeten zich ook kunnen aanpassen als blijkt dat iets veilig is

Gemak, stemming en intuïtie1960, Sarnoff Mednick: creativiteit is associatief geheugen dat uitzonderlijk goed werkt. Remote Association Test (RAT):

Gaatjes Franse Fondue => kaas

13

Page 14: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Reis Schip Leegte => antwoord minder eenvoudig (ruimte)

Duits onderzoek: mensen of stemmen door aan gebeurtenis te denken. Dan reeks 3 woorden => binnen 2 sec (te kort) aangeven of er volgens hen een verband was tussen de woorden of niet

o Ingevingen waren veel accurater dan volstrekte willekeur rol van cognitief gemak: ontstaat door zwak signaal van associatieve brein dat al weet dat de drie woorden een bepaalde associatie delen

o Grote invloed van stemming op intuïtieve proces intuïtie-index om nauwkeurigheid te meten

Indien nauwkeurigheid verdubbeld Indien niet in staat om taak uit te voeren, niet beter dan willekeur stemming beïnvloedt werking systeem I

o In goede stemming wordt systeem II naar de achtergrond geduwd: Mensen in goede stelling zijn intuïtiever en creatiever, maar ook

minder oplettend en ontvankelijker voor logische fouten Biologisch zinvol: goed humeur = alles loopt goed in orde om

minder oplettend te zijn ↔ slecht humeur = dreiging

Slaap Post Schakel

Zout Diep Schuim

Glimlach bij 2e reeks => cognitief gemak door lezen van woorden die aan elkaar gerelateerd lijken blijkt op zichzelf al aangenaam

Positief gevoel, cognitief gemak en indruk van samenhang correlatief maar noodzakelijk causaal verband.

Cognitief gemak en glimlachen vinden gelijktijdig plaats, en positieve gevoelens leiden tot de indruk van samenhang. Onderzoek:

Sommige respondenten: muziek uit koptelefoon ‘beïnvloedt emotionele reactie van mensen’ (wordt gezegd) elimineert indruk van samenhang

o Dan 3 woorden => korte emotionele respons na vertonen van 3-eenheden is basis voor inschatting van samenhang. Emotionele schommelingen worden verwacht (niet verrassend) => worden niet causaal aan de woorden verbonden

Hoofdstuk 6: Normen, verrassingen en oorzaken

In dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de werking van Systeem 1.

Normaliteit inschatten

Voornaamste functie Systeem 1: model van je persoonlijke belevingswereld onderhouden en updaten indien nodig. Dit model wordt opgebouwd uit associaties. Naarmate deze associaties sterker worden, zullen ze de structuur van gebeurtenissen in je leven gaan vertegenwoordigen en je interpretatie van zaken bepalen.

Verrassingen vormen een essentiële onderdeel in dit model van onze belevingswereld. We onderscheiden 2 soorten verrassingen:

14

Page 15: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

1. Actieve en bewuste verrassingen: hier gaat het over gebeurtenissen die we verwachten. We weten dat we wachten op iets dat staat te gebeuren. Verrassing komt voor wanneer deze verwachte gebeurtenissen niet plaatsvinden.

2. Passieve verrassingen: gebeurtenissen waar we niet actief op wachten en waarbij we niet verrast zijn als ze toch plaatsvinden. Ze zijn dus eigenlijk normaal.

Trends:

1. Een opvallende gebeurtenis kan een volgende keer wel al minder verrassend zijn (terwijl dit eigenlijk niet logisch is!). Bijvoorbeeld eenzelfde vriend tegenkomen tijdens 2 verschillende vakanties in het buitenland. De tweede keer is al een stuk minder verrassend omdat deze vriend na de eerste verrassing bekend staat in ons brein als “die vriend die we altijd tegenkomen op reis”. Systeem 2 vind dit een bespottelijke gedachte, maar Systeem 1 is al gewend geraakt aan de gedachte.

2. Passieve verwachtingen kunnen snel actief worden. Wanneer je bijvoorbeeld in een bepaalde straat een brandende auto ziet (ongewone gebeurtenis), en een week later in diezelfde straat opnieuw een brandende auto ziet, zal deze tweede keer ervoor zorgen dat de verwachting actief wordt. Wanneer je de volgende keer door deze straat rijdt, ben je dus voorbereid op een brandende auto.

Hiermee komen we aan bij de term normaliteit. Wanneer iets niet past in je huidige context van geactiveerde ideëen, wordt er een abnormaliteit gedetecteerd. Voorbeeld: Mozes-misleiding

“Hoeveel dieren van elke soort nam Mozes mee in zijn ark?”

Mozes nam geen dieren mee, Noah deed dit. Maar omdat Mozes net zoals Noah een Bijbelse naam is, past dit in je huidige context van geactiveerde ideëen en zal je in veel gevallen de fout niet opmerken. Wanneer we “Mozes” echter vervangen door “George Bush”, zullen we sneller merken dat er iets fout is aangezien George Bush niet past in de context van geactiveerde (Bijbelse) ideëen.

Hersenonderzoek wees uit dat abnormaliteiten bijzonder snel opgemerkt worden. Experiment: men kreeg volgende zin te horen: “De aarde cirkelt in één jaar om de problemen.” Al na twee tiende van een seconde na het woord “problemen” werd een opvallend hersenpatroon opgemerkt. Opvallend genoeg werd een gelijkaardig patroon opgemerkt wanneer een man “Ik denk dat ik zwanger ben omdat ik elke ochtend moet overgeven” zegt. We vergelijken de gebeurtenis dus met onze geactiveerde ideëen, onze normen over een bepaald thema, om de normaliteit te bepalen. Systeem 1, dat taal verwerkt, speelt hierin dus een belangrijke rol omdat het toegang heeft tot de normen in elke categorie.

Oorzaken en intenties

Systeem 1 zorgt er vaak voor dat twee beschikbare, losstaande feiten (soms onterecht) aan elkaar gekoppeld worden tot een samenhangend geheel. Voorbeeld:

“Na een dag lang toeristische trekpleisters in het drukke New York bezocht te hebben, ontdekte Jane dat haar portemonnee weg was.”

15

Page 16: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Mensen die dit verhaaltje gelezen hadden, koppelden de term “zakkenrollen” hier vaker aan dan “trekpleisters”, hoewel het laatste woord letterlijk voorkwam in het tekstje. Dit komt door associatieve samenhang: de combinatie van een verloren portemonnee, New York, en grote drukte wekt de indruk dat de portemonnee gestolen is. Systeem 1 ordent deze aparte gebeurtenissen dus tot een samenhangend geheel.

Algemene visie op fysieke causaliteit: causaliteit wordt afgeleid uit het herhaaldelijk waarnemen van bepaalde correlaties tussen gebeurtenissen. Albert Michotte dacht hier anders over: causaliteit wordt waargenomen, net zoals we kleuren waarnemen (zie experiment met zwarte vierkanten pagina 84). Dit proces behoort tot Systeem 1.

De ervaring van eigen initiatief is volledig anders dan fysieke causaliteit: u ziet uw eigen intentie niet als een reeks van fysieke oorzaken en gevolgen. Dit wijst dus op twee vormen van causaliteit: fysieke en intentionele causaliteit (voorbeeld intentionele causaliteit: experiment filmpje met driehoeken en cirkel op pagina 84).

Psycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, het bijna universele karakter van religie kan verklaren. We scheiden “de wereld van objecten” van onze mentale wereld. Zo is het makkelijker om de twee centrale ideëen in religie te omarmen, namelijk het idee van de immateriële, goddelijke schepper en het idee van onsterfelijke zielen die onze fysieke lichamen bewonen.

Over normen en oorzaken

“Ik had het niet verwacht, maar verrassend is het niet. Dit is dus een gebeurtenis die we normaal kunnen noemen.”

“Toen ook de tweede sollicitant een oude vriend bleek, was ik minder verbaasd. Slechts weinig herhaling is nodig om een nieuwe ervaring normaal te doen lijken!”

Wat de reacties op deze producten betreft, laten we ervoor zorgen dat we niet uitsluitend op de middelmaat gericht blijven. We moeten rekening houden met alle mogelijke normale reacties.”

“Hij zal direct een reden voor de mislukking verzinnen, zelfs als hij weinig heeft om op terug te grijpen. Mensen zijn vaak niet tevreden totdat ze bepaalde gebeurtenissen in een causaal verband kunnen plaatsen”

“Ze kan niet accepteren dat ze enorm veel pech gehad heeft. Het is gemakkelijker om te denken dat er iemand is die haar bewust heeft gesaboteerd.

Hoofdstuk 7Snel conclusies trekken

Systeem trekt snel conclusies, maar dit is niet per se slecht! Het is zelfs goed als het blijkt dat de conclusies juist zijn, de kosten een eventuele verkeerde conclusie te overzien zijn en het veel tijd en moeite bespaart. Snelle conclusies zijn wel gevaarlijk als er veel op het spel staat en er weinig info voorhanden is. →vergroot kans op intuïtiefouten, Systeem 2 kan deze fouten verhelpen.

Dubbelzinnigheden en twijfels onderdrukken

16

Page 17: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Zonder verdere informatie levert Systeem 1 een aantrekkelijke context. Door beroep te doen op Systeem 1 word je soms niet bewust van de keuzemogelijkheden of van andere mogelijke interpretaties. In geval van dubbelzinnigheden gokt Systeem 1 op een bepaald antwoord, een gok die door eerdere ervaringen wordt bepaald. Dit proces van gokken is zeker geïnformeerd → wanneer er voor een bepaalde interpretatie moet worden gekozen, leggen recente gebeurtenissen (of oudere herinneringen) en huidige context het meeste gewicht in de schaal.Door Systeem 1 komt er slechts één interpretatie op en word je je niet bewust van de dubbelzinnigheid. Er word snel een keuze gemaakt.↔ onzekerheid en twijfel behoren bij Systeem 2

Een bias voor geloven en bevestigen

Gilberth meende dat het begrijpen van een bewering moet beginnen let een poging om de bewering te geloven: we moeten eerst weten wat de bewering betekent als ze waar zou zijn. Pas dan kunnen we ervoor kiezen het idee te falsificeren. De eerste poging tot geloven is een automatische reactie van Systeem 1 en omvat het genereren van de best mogelijke interpretatie. Zelfs een onlogische bewering zal aanvankelijk voor waar worden aangenomen.Bijvoorbeeld: “vissen eten snoep” → Beeld van snoep etende vissen, terwijl in het associatieve geheugen verbanden werden afgezocht die deze onzinnige uitspraak aannemelijk konden maken.

Falsificeren is een functie van Systeem 2.Experiment: Proefpersonen kregen onlogische zinnen gevolgd door ‘juist’ of ‘onjuist’. Daarna moesten ze aangeven welke zinnen er als juist waren geclassificeerd. In één groep moesten ze cijfers onthouden tijdens de taak → Verstoring Systeem 2: Moeilijk maken om onjuiste zinnen te falsificeren. Deze groep bleken veel van de proefpersonen de onjuiste zinnen als juist aan te duiden.→Als Systeem 2 extra wordt belast, zullen we bijna alles voor waar aannemen.

Conclusie: Systeem 1 is eenvoudig voor de gek te houden en geneigd om dingen te geloven.Systeem 2 is verantwoordelijk voor het in twijfel trekken en falsificeren van dingen, maar is soms met andere zaken bezig en is ook lui.

Systeem 1 toets een hypothese op de manier van bevestigingsbias (dingen zoeken die stroken met de heersende overtuiging)

Overdreven emotionele samenhang (halo-effect)

Halo-effect: de neiging om alles van iemand te waarderen, inclusief aspecten die u nog niet hebt ervaren. (Of horn-effect, maar dan met negatieve eigenschappen)

Systeem 1 maakt vaak gebruik van het Halo-effect om het gegenereerde wereldbeeld eenvoudiger te maken.

Experiment:Beschrijving 2 personenAlan: Intelligent/actief/impulsief/kritisch/koppig/jaloersBen: Kritisch/koppig/jaloers/intelligent/actief/impulsief

17

Page 18: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

→Alan werd gunstiger beoordeeld dan Ben

De volgorde van waarneming is duidelijk van belang, het halo-effect laat de eerste indruk zwaarder meewegen, soms tot op het punt waarbij alle overige informatie niet langer relevant is.Om de beste informatie uit meerder aanwijzingen te destilleren moet je er altijd voor zorgen dat de aanwijzingen niet-gecorreleerd zijn. Het principe van onafhankelijke oordelen.Bijvoorbeeld rechercheurs: Verschillende getuigen mogen elkaar niet spreken anders stemmen ze onbewust hun verklaring op elkaar af.

What you see is all there is (WYSIATI)

Belangrijke eigenschap associatieve brein: vertegenwoordigt alleen geactiveerde ideeën. Informatie die niet uit het geheugen wordt opgehaald (zelfs niet onbewust), kan net zo goed niet bestaan. Systeem 1 blinkt uit in het verzinnen van het best mogelijke verhaal op basis van geactiveerde ideeën, maar kan geen informatie gebruiken die niet voorhanden is.

Succesmaatstaf Systeem 1: de samenhang van het geproduceerde verhaal. Hoeveelheid en kwaliteit zijn grotendeels irrelevant. Samenhang of consistentie maakt een verhaal goed, niet de volledigheid.Schaarse informatie → Systeem 1 zal vertrouwen op snelle conclusie.

De combinatie van het verhalen verzinnende Systeem 1 en het luie Systeem 2 impliceert dat Systeem 2 veel intuïtieve overtuigingen accepteert, die een nauwe weerspiegeling vormen van de door Systeem 1 gegenereerde indrukken.Systeem 2 is beter in staat om beschikbare informatie systematischer en zorgvuldiger te benaderen of om een checklist na te lopen voordat een besluit wordt genomen. Toch zal Systeem 1 ook zorgvuldigere beslissingen beïnvloeden!

→ WYSIATI: Er is niet meer dan datgene wat u ziet, Systeem 1 is relatief ongevoelig voor zowel de kwaliteit en kwantiteit van de informatie die onze indrukken en ingevingen verzorgt.

WYSIATI vergemakkelijkt de creatie van samenhang en de ervaring van het cognitieve gemak dat ons een bepaald feit als waar doet aannemen. →Verklaring voor snel denken en hoe we betekenis kunnen destilleren uit beperkte informatie in een complexe wereld.

WYSIATI kan ook volgende concepten verklaren:

Overmoed: Het vertrouwen dat mensen in hun overtuigingen stellen, is vooral afhankelijk van de kwaliteit van het verhaal dat ze op basis van de beschikbare informatie kunnen samenstellen, zelfs al is deze beperkt. Vakken wordt er geen rekening gehouden met het feit dat informatie kan ontbreken (wat we zien, is alles wat er is). Twijfels en dubbelzinnigheden worden onderdrukt

Het Framing-effect: Verschillende manieren om dezelfde informatie te presenteren leiden vaak tot verschillende gevoelens. “Overlevingskans 90%” vs “Kans op sterven 10%” → eerste wordt als gunstiger ervaren. Komt weliswaar op hetzelfde neer, maar mensen zien slechts de ene formulering, en wat hij of zij ziet, is het enige wat telt.

18

Page 19: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Het negeren van de a-priorikans: Een persoonsbeschrijving kan saillant en beeldend zijn, wat bepaalde statistische gegevens kan onderdrukken, wat je zag, was alles wat er was.

Hoofdstuk 8: Hoe oordelen zich vormen

Aantal vragen die we kunnen beantwoorden is eindeloos. Geen limiet voor het aantal kenmerken en eigenschappen dat we kunnen beoordelen.

Systeem 2 kan vragen stellen en beantwoorden.Systeem 1 houdt voortdurend in de gaten wat er zich binnen en buiten ons brein afspeelt en beoordeelt voortdurend diverse aspecten van de situatie, zonder er specifiek de aandacht op te vestigen of anderszins inspanningen te verrichten.= basisevaluaties

Basisevaluaties

Door evolutie: Systeem 1 -> beoordeling voornaamste bedreigingen voor ons overleven continu te beoordelen (vluchten of vechten?, is er dreiging?...) = neurale processen (nog steeds actief)vb van basisevaluatie: vriend van vijand onderscheiden

Oeroude mechanisme -> in moderne wereld nieuwe rol gekregen = invloed op ons stemgedrag.

Mensen beoordelen competentie door de twee dimensies va kracht en betrouwbaarheid te combinerenBeoordelingsheuristiek = Kiezers proberen zich een beeld te vormen van hoe een bepaalde kandidaat zal functioneren -> vertrouwen hierbij op een eenvoudig oordeel dat snel en automatisch gevormd wordt en beschikbaar is wanneer Systeem 2 een keuze moet maken.

Relatieve belang van Systeem 1 voor het bepalen van stemvoorkeuren is niet voor iedereen even groot.

Sets en prototypen

Figuur 8: Wat is de gemiddelde lengte van de lijnen? (Systeem 1)Wat is de totale lengte van de lijnen? (Systeem 2)

Omdat Systeem 1 zich een voorstelling maakt van categorieën adhv een prototype of een aantal archetypen, gaat het goed om met gemiddelden, maar minder goed met sommen.

vb: Hoeveel bent u bereid te betalen om respectievelijk 2000, 20 000 of 200 000 vogels te redden?Het aantal vogels maakte weinig verschil: men reageerde op een prototype-het beeld van een hulpeloze vogel. Kwantiteit wordt bijna volledig genegeerd.

Afstemming van intensiteit

Talent van systeem 1: door een onderliggende schaal van intensiteit kunnen we verschillende dimensies op elkaar afstemmen

Bijvoorbeeld:

19

Page 20: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

- Julia kon op haar vierde al goed lezen

Koppel Julia’s leesvermogens al kind nu aan de volgende intensiteitsschaal:

- Hoe lang is de man die net zo lang is als Julia’s leesvermogens?

U probeert nu een lengte te vinden die net zo opvallend is als een kind dat op haar vierde al kan lezen. Redelijk opvallend maar niet uitzonderlijk. Vb tussen 1.80 m – 2.10 m

Als we a mensen vragen om haar cijfergemiddelde te voorspellen op basis van het gegeven dat ze al op zeer jonge leeftijd heeft leren lezen, zal men zonder al te veel moeite de ene naar de andere schaal omzetten en een passend gemiddelde kiezen.

Later komt aan bod waarom deze manier van voorspellen statistisch fout is, hoewel het een natuurlijke methode is van systeem 1

Het mentale hagelschot

De controle die we over weloverwogen mentale activiteiten hebben, is verre van volledig. Vaak schatten we veel méér in dan wat we willen. Ik noem dit overmatig inschatten het mentale hagelschot.

Met een hagelpatroon is het onmogelijk een enkel punt te raken, omdat hagelkorrels over een groot gebied bestrijken. Zo lijkt systeem 1 er ook moeite mee te hebben om NIET MééR te doen dan wat systeem 2 opdraagt.

Experiment :

- Deelnemers luisteren naar woordparen en moeten zo snel mogelijk op knop drukken wanneer ze merken dat de woorden rijmen.

ROOS-DOOSROOS-CADEAUS

De proefpersonen kregen de woorden alleen te horen maar werden toch beïnvloed door de spelling. Men merkte het rijmen minder snel op als de spelling van de woorden verschilde!

Hoewel ze dus alleen op klank hoefden te letten, vergeleken de deelnemers ook op spelling. Dit verschil in irrelevante dimensie zorgde voor vertraging.De intentie om 1 vraag te beantwoorden riep ook een andere op, dit was niet alleen overbodig maar belemmerde ook de uitvoering van de eerste taak!

Experiment:

- Zo snel mogelijk knop A drukken wanneer zin letterlijke waarheid bevat en knop B als het niet letterlijk op te vatten was.

1. Sommige wegen zijn slangen2. Sommige banen zijn slangen3. Sommige banen zijn gevangenissen

Alle drie de zinnen bevatten dus geen letterlijke waarheid maar bij de eerste en derde meer tijd nodig. Bij de tweede zie je direct dat het geen betekenis kan hebben in letterlijke zin. Bij 1

20

Page 21: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

en 3 heb je het moeilijk omdat ze wel in metaforische zin waar kunnen zijn -> mentaal hagelschot -> roept andere dingen op ->verstoring.

Hoofdstuk 9: een eenvoudigere vraag graagOpvallend kenmerk van onze hersenen: we weten zelden helemaal geen antwoord. Normaal gesproken weten we vaak wel ongeveer wat het antwoord is. Dit is op vele vlakken zo.

Vervangingsvragen

Als het lastig is om een adequaat antwoord te vinden op een moeilijkere vraag (doelvraag), zal systeem 1 op zoek gaan naar een eenvoudigere vraag (heuristische vraag) en hier een antwoord op proberen vinden. = substitutie kern van heuristische en biasbenadering

Hoe zijn mensen in staat waarschijnlijkheden in te schatten zonder te weten wat de waarschijnlijkheid inhoudt? Mensen vereenvoudigen deze onmogelijke taak. Hoe? Ze schatten iets anders in en krijgen vervolgens het idee dat ze de waarschijnlijkheid hebben ingeschat. Opgelet: soms leidt dit echter tot fouten.

Vb:

Doelvraag Heuristische vraagHoeveel hebt u over voor het redden van bedreigde diersoorten?

Wat voel ik als ik denk aan stervende dolfijnen?

Toch ontbreekt er iets aan dit verhaal: de antwoorden moeten aangepast worden aan de oorspronkelijke vraag. een ander vermogen van systeem 1, afstemming van intensiteit, kan hierbij helpen (geld en gevoelens kunnen namelijk uitgedrukt worden in intensiteit)

Heuristiek in drie dimensies

21

Page 22: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Hier lijkt de figuur rechts op het eerste zicht langer, maar eigenlijk is hij even lang als de andere. illusie die het proces van substitutie aardig illustreert: u wist dat de vraag te maken had met de lengte van de figuurtjes. Als u de lengte had moeten schatten, had u geantwoord in centimeters. Die vraag werd niet gesteld, maar u werd er wel degelijk door beïnvloed. De essentiële stap in de heuristiek vond automatisch plaats. Het plaatje bevat aanwijzingen die 3D-interpretatie impliceren. Deze zijn irrelevant voor de taak en u had ze moeten negeren, maar kon dit niet! Dit is een bias. een op substitutie gebaseerd oordeel zal op een voorspelbare manier bevooroordeeld zijn.

De stemmingsheuristiek voor geluk

Een van de beste voorbeelden van substitutie vinden we in een Duiste enquete bij studenten, waar we o.a. volgende vragen vonden:

Hoe gelukkig voel je je tegenwoordig? Hoeveel afspraakjes heb je de afgelopen maand gehad?

De correlatie tussen de antwoorden bleek 0. Vroeg men de vragen in omgekeerde volgorde, was de correlatie wel hoog! De studenten met veel afspraakjes werden herinnerd aan een geslaagd aspect van hun leven, en degene met weinig afspraakjes net niet. De door de afspraakjes opgeroepen emoties waren nog aanwezig toen men de 2e vraag moest beantwoorden. Hoe gelukkig we ons voelen, is niet direct makkelijk te beantwoorden. Indien je de vraag over de afspraakjes kreeg, had je echter al een gerelateerd antwoord klaar! (dit kunnen we trouwens ook linken aan het WYSIATI principe)

Affectheuristiek

= mensen laten hun opvattingen over de wereld bepalen door hun voorkeuren en aversies. Vb. uw emotionele attitude tov kernenergie vormt uw overtuigingen over hun voordelen en risico’s. Houdt u niet van kernenergie, dan denkt u waarschijnlijk dat de risico’s groot zijn en de voordelen verwaarloosbaar. Dit kan echter wel veranderen.

22

Page 23: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

hier zien we een kant van de persoonlijkheid van systeem 2. Systeem 2 gedraagt zich meer als verdediger van emoties, eerder als goedprater dan als politieagent en is vooral gebonden aan informatie die consistent is met heersende opvattingen. Het is weinig geïnteresseerd in het in twijfel trekken van info.

Hoofdstuk 10: De wet van de kleine getallen

Uw denken is verdeeld in Systeem 2 en Systeem 1.

- Systeem 2: hypothesen- Systeem 1: feiten en suggesties (causale verbanden, maar een tekort bij ‘zuiver

statistische’ feiten) Er is een moeizame relatie tussen ons brein en statistiek Een willekeurige gebeurtenis laat zich per definitie niet goed verklaren, maar

verzamelingen van willekeurige gebeurtenissen gedragen zich wel volgens bepaalde patronen.

Een toevallige steekproef kan opvallend hoge of lage resultaten weergeven, maar dit verklaart niets. Bijvoorbeeld extremere uitkomsten zal je vinden bij dunbevolkte county’s. Dit kunnen we vergelijken met een steekproef van knikkers, als het een hoog aantal knikkers is dat getrokken wordt, is er minder kans op grote afwijkingen tussen het aantal wit en rood. Waarnemingen worden geheel veroorzaakt door een bepaald aspect van de onderzoeksmethode. (‘wet van de grote getallen’: grote steekproeven zijn betrouwbaarder)

De wet van de kleine getallen

- Intuïtieve statistiek - Te kleine steekproefomvang, resulteert in onzinnige uitkomsten (artefact van

onderzoeksopzet)- Zelfs de experts besteedden onvoldoende aandacht aan het bepalen van de juiste

steekproefomvang.1

Opl: hun statistische intuïtie met argwaan bekijken. Opl: ingevingen indien mogelijk direct door harde berekeningen vervangen.

Liever vertrouwen dan twijfel

Mensen zijn niet voldoende gevoelig voor steekproefomvang.

- Kan uw Systeem I verschillende maten van geloofwaardigheid onderscheiden? Het WYSIATI-principe impliceert dat Systeem I dit niet kan. (niet ontvankelijk voor twijfel, onderdrukt dubbelzinnigheid en construeert spontaan verhalen die samenhangen)

- Systeem 2 is wel in staat tot twijfel, kan niet-rijmende mogelijkheden verwerken. We zijn geneigd de consistentie en samenhang van wat we zien te

overdrijven. Bijvoorbeeld; Halo-effect = karakteristieken toekennen aan mensen die we niet

kennen

Oorzaak en verandering

1 Hierover een experiment. Er werd getest of onderzoekers met wiskundige achtergrond dezelfde fouten maakten. Een vragenlijst met beschrijvingen van realistische onderzoekssituaties, waaronder bestaande, succesvolle onderzoeken werd gegeven. Er werd gevraagd een steekproefomvang te kiezen, foutkans van hun keuze in te schatten en advies te geven aan denkbeeldige studenten die dit onderzoek moesten uitvoeren. (p.121 HB)

23

Page 24: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Ons causaal denken maakt ons ontvankelijk voor grove fouten in de beoordeling van willekeurigheid.

- Artikel over representativiteit: het gemak waarmee mensen niet-bestaande patronen onderscheiden.

Onderzoek in het leger. Mensen dachten dat aanvallen niet zomaar willekeurige waren.

Onderzoek naar misvattingen over willekeurigheid in basketbal. Het ‘feit’ dat als een speler meerdere keren scoort, we de conclusie trekken dat hij het op zijn heupen heeft gekregen en nog zal scoren. Zowel de spelers zelf, coaches en fans denken zo. Spelers accepteren dit, teamgenoten zullen de bal vaker toespelen en de verdediging zal extra op hem letten. 2

De wet van de kleine getallen is onderdeel van twee grotere verhalen over de werking van onze hersenen:

- We besteden meer aandacht aan inhoud dan aan de betrouwbaarheid. - Veel feiten schrijven zich toe aan toeval (causaal niet altijd goed)

Hoofdstuk 11: ReferentieniveausExperiment:

- Rad van fortuin wordt gesaboteerd: stopt enkel op 10 of 65- Vlakken van 0 -100- Studenten Unief van Oregon - Na draai aan het rad nummer noteren- 2 vragen gesteld:

o Is het percentage Afrikaanse landen in VS groter of kleiner dan het getal dat je net hebt genoteerd?

o Wat is je beste schatting van het percentage Afrikaanse landen in de VS?- Resultaten:

o 10: gemiddelde schatting was 25%o 65: gemiddelde schatting was 45% 10 en 65 dienen als refentieniveau

Psychologische processen aan de basis van dit fenomeen:1) Weloverwogen proces van aanpassing – systeem 22) Automatisch proces (priming effect) – systeem 1

Referentie als aanpassing

Aanpassen-en-refereren-heuristiek als strategie voor het inschatten van onzekere hoeveelheden:

- Referentieniveau -> inschatten of het te hoog of te laag is -> inschatting hieraan aanpassen

- Er is altijd een onzekerheidsmarge: net na deze marge zult u waarschijnlijk stoppen- Aanpassing vergt wel inspanning -> mensen passen hun inschattingen minder aan

als hun mentale bronnen uitgeput zijno Onvoldoende aanpassing door zwak of lui systeem 2

Referentie als priming-effect

Referentie is een kwestie van suggestie 2 Uit analyse van duizenden scorereeksen bleek dat spelers het niet op hun heupen krijgen in professionele basketbal, niet in openspelsituaties en niet met strafworpen. Dit is niet meer dan een cognitieve illusie. (p.125 HB)

24

Page 25: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

- Suggestie is een priming-effect en roept selectief bijpassende aanwijzingen op - Associatieve samenhang- Experiment:

o ‘Is de jaarlijkse gemiddelde temp in Duitsland hoger of lager dan 20°C/5°C?’o Pp’n moeten woorden benoemeno De waarde van 20°C vergemakkelijkt het benoemen van zomerse woordeno De waarde van 5°C vergemakkelijkt het benoemen van winterse woorden De hoge en lage waarden activeren verschillende associaties in het geheugen

De referentie-index

= De verhouding tussen de twee verschillen, uitgedrukt als percentage- Referentie-index = 100% voor mensen die het referentieniveau als inschatting

gebruiken - Referentie-index = 0% voor mensen die het referentieniveau volledig negeren

Experiment:- Makelaars en studenten schatten prijs van woning- Makelaars zeggen niet beïnvloed te zijn door de echte vraagprijs

o Bleek niet waar te zijn; het referentie-effect was 41%- Studenten zeggen wel beïnvloed te zijn

o Het referentie-effect was 48%

Experiment: - ‘Hoeveel zou je doneren om milieuschade te verminderen?’- Geen referentieniveau: gemiddeld 64 dollar- Referentieniveau van 5 dollar: gemiddeld 20 dollar - Referentieniveau van 400 dollar: gemiddeld 143 dollar

400-5 = 395 en 143-20 = 123 DUS 123/395 = referentie-index van meer dan 30%

Experiment:- Rechters lezen beschrijving van vrouw die opgepakt is voor winkeldiefstal- Werpen van dobbelstenen- Resultaat is altijd 3 of 9- Na werpen van dobbelstenen een gevangenisstraf opleggen- 9 gegooid: straf tot 8 maanden- 3 gegooid: straf tot 5 maanden

9-3 = 6 en 8-5 = 3 DUS 3/6 = referentie-index van 50%

Referentieniveaus gebruiken en misbruiken

Experiment:

- 10% korting op soep- ‘Maximaal 12 blikken per klant’ of ‘Geen maximum aantal blikken’

o Klanten kochten gemiddeld 7 blikken op dagen met een limiet en dubbel zoveel zonder limiet

o Verklaring: referentie en rantsoenering

Referentieniveaus en de twee systemen

Systeem 2:

25

Page 26: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

- Werkt obv gegevens uit het gehuegen, automatisch en onvrijwillig opgehaald door systeem 1

- Heeft geen controle over het referentie-effect en is zich er niet bewust van

Hoofdstuk 12: BeschikbaarheidBeschikbaarheidsheuristiek = het inschatten van het aantal items in een categorie aan de hand van ‘het gemak waarmee voorbeelden uit het geheugen worden opgediept’.

We probeerden te ontdekken of deze heuristiek een weloverwogen, probleemoplossende strategie of een automatisch proces was beide systemen spelen een rol!

Bijvoorbeeld: hoeveel woorden kunnen er uit de volgende verzameling letters worden samengesteld:

XUZONLCJM

TAPKERHOB

Zonder voorbeelden op te halen is het duidelijk dat de ene verzameling meer mogelijkheden biedt dan de andere.

De beschikbaarheidsheuristiek vervangt de ene vraag door de andere: u wilt de omvang van een bepaalde categorie of de frequentie van een gebeurtenis inschatten, maar zegt iets over het gemak waarmee voorbeelden uit het geheugen lijken te worden opgehaald substitutie van vragen leidt tot systematische fouten!

Bijvoorbeeld: neergestort vliegtuig veel media-aandacht gevoel over vliegen verandert.

Weerstand bieden tegen die bias is mogelijk, maar vergt veel energie. De mogelijkheid om de bias succesvol weg te nemen bestaat omdat de omstandigheden waarin individuele erkenning moet worden verleend, duidelijk identificeerbaar zijn.

Bekend onderzoek: bewustzijn van onze eigen bias verbetert het huwelijksgeluk en mogelijk ook ander ‘gezamenlijke projecten’. Vraag: “Hoeveel draag je zelf bij aan het schoonhouden van het huis, uitgedrukt in percentage?” Schatting van de proefpersonen zou bij elkaar opgeteld 100% moeten bedragen, maar we zien een duidelijke overschrijding van die 100% beide partners herinneren zich hun eigen bijdrage beter dan die van de ander en dit verschil in beschikbaarheid leidt tot een verschil in de geschatte frequentie.

En ander voorbeeld hiervan: leden van een team overdrijven hun eigen bijdrage aan het teamsucces en vinden dat hun inzet onvoldoende op waarde wordt geschat.

De psychologie van beschikbaarheidWordt onze indruk van de frequentie van een categorie bepaald door de vereiste om een specifiek aantal instanties op te noemen? Stel: “Noem zes situaties waarin u zich assertief hebt opgesteld. Beoordeel nu hoe assertief u bent.” Schwarz et al.: de taak van het noemen van voorbeelden verbetert de beoordeling van ‘assertief zijn’ op twee manieren:

1. Via het aantal voorbeelden dat men zich voor de geest haalt.2. Via het gemak waarmee de voorbeelden uit het geheugen worden opgediept.

Welke factor zal zwaarder wegen?

26

Page 27: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Experiment 1: We laten mensen i.p.v. zes voorbeelden nu twaalf voorbeelden van situaties opnoemen waarin ze zich assertief opstelden mensen met twaalf voorbeelden vonden zich minder assertief dan mensen in de zes voorbeelden conditie beoordelingen werden gedomineerd door het gemak waarmee men voorbeelden voor de geest kon halen (anders zou men meer assertief zijn in de twaalf voorbeelden conditie).

Experiment 2: alle deelnemers moesten zes voorbeelden van assertief (of meegaand) gedrag noemen en ondertussen een bepaalde gelaatsuitdrukking aannemen:

‘lachers’ = spieren bij het jukbeen samentrekken lichte glimlach ‘fronsers’ = wenkbrauwen samendrukken

Hypothese: de onderzoekers verwachten dat de fronsers meer moeite zouden hebben met het opsommen van voorbeelden van assertief gedrag (fronsen = ervaren van meer mentale inspanning) en zichzelf dus minder assertief zouden vinden. Deze hypothese werd ook bevestigd.

Voorbeeld van conclusies: mensen zijn van mening dat ze hun fietsen minder vaak gebruiken nadat ze zich veel voorbeelden van fietstochtjes voor de geest hebben gehaald.

De interessantste uitkomst van dit paradoxale onderzoek is het feit dat de paradox niet altijd plaatsvindt: soms gaan mensen af op de inhoud en niet op het gemak waarmee voorbeelden voor de geest worden gehaald. Oordelen worden niet langer beïnvloed door het gemak van herinnering wanneer de gemakservaring ‘verklaard’ wordt.

Toegepast op het experiment met de zes of twaalf voorbeelden van assertief zijn door Schwartz et al.: heuristiek verstoren door de respondenten een verklaring te geven van het gemak. Men vertelde de respondenten dat een achtergrondmuziekje te horen was bij het bedenken van de voorbeelden.

Twee condities:

1. Muziek helpt geheugentaak2. Muziek verstoort geheugentaak

respondenten aan wie was verteld dat de muziek de geheugentaak lastiger zou maken, kwalificeerden zich bij zowel zes als twaalf genoemde voorbeelden even assertief.

Systeem 1 zorgt voor het vermogen om verwachtingen te vormen en om verbaasd te zijn als niet aan deze verwachtingen wordt voldaan “Ik heb veel meer moeite dan verwacht met het bedenken van voorbeelden van mijn assertiviteit, dus ik zal wel niet zo assertief zijn” is een ‘verrassing’, want het is ineens zo moeilijk om voorbeelden voor de geest te halen (= onverklaarde heuristiek van niet-beschikbaarheid).

Systeem 2 kan de verwachtingen van Systeem 1 zo nodig ‘resetten’ zodat een normaal gesproken verrassende gebeurtenis bijna normaal wordt.

Schwartz et al. ontdekten dat mensen die persoonlijk betrokken zijn bij de vorming van het oordeel, meer gefocust zijn op het aantal voorbeelden die ze voor de geest halen en minder op het ervaren gemak.

Experiment:

27

Page 28: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Twee groepen:

Groep 1: Familieleden met hartziekten Groep 2: Geen persoonlijke ervaring met hartziekten

Hypothese: de onderzoekers verwachten dat groep 1 de onderzoekstaak serieuzer zouden opvatten dan groep 2.

Alle studenten moesten drie of acht eigen gedragingen (gezond of ongezond) noemen die invloed hebben op het hart. Groep 2 ging losjes om met de taak en volgden de beschikbaarheidsheuristiek:

Studenten die het moeilijk vonden om acht voorbeelden van riskant gedrag te noemen, dachten zelf niet in de gevarenzone te riskeren

Studenten die moeite hadden met het noemen van gezonde gedragingen, risico meenden te lopen

Het patroon bleek omgekeerd in groep 2:

Veiliger gevoel bij het opnoemen van veel voorbeelden van gezond gedrag Onveiliger als ze zich veel voorbeelden van schadelijk gedrag konden herinneren Kregen het gevoel dat hun toekomstig gedrag beïnvloed werd door de ervaring van

het inschatten van de risico’sConclusie: het gemak waarmee men zich voorbeelden voor de geest kan halen is een heuristiek van Systeem 1, die vervangen wordt door een focus op de inhoud wanneer Systeem 2 een grotere rol gaat spelen. Mensen die zich door Systeem 1 laten leiden zijn ontvankelijker voor de beschikbaarheidsbiases dan mensen die alerter zijn.

Hoofdstuk 13 (enkel experiment)

1. Onderzoek naar risicoperceptie - Paul Slovic, Sarah Lichtenstein en Baruch Fischoff

- Aan respondenten wordt gevraagd na te denken over paren doodsoorzaken. Bijvoorbeeld suikerziekte en astma of hersenbloeding en verkeersongelukken.

- Bij elk paar moeten de respondenten dus aanduiden welke doodsoorzaak ze denken dat het meest voorkomt en schatten ze die verhouding. Bijvoorbeeld suikerziekte 70% en astma 30%

- Dit wordt dan vergeleken met de werkelijke statistieken. Bijvoorbeeld suikerziekte 60% en astma 40% (ik gebruik nu willekeurige cijfers als voorbeeld)

De kans op doodsoorzaken zoals hersenbloedingen, tornado's, terrorisme, blikseminslagen, bepaalde media-populaire ziektes,... worden veel te hoog ingeschat. Minder media-populaire doodsoorzaken zoals suikerziekte, astma,... worden veel te laag ingeschat.

Conclusie: inschattingen van doodsoorzaken worden beinvloed door de media. Onze verwachtingen van de frequentie van bepaalde gebeurtenissen worden gekleurd door de invloed en emotionele intensiteit van boodschappen waar we worden aan blootgesteld.

2. Onderzoek naar affectheuristiek - Slovic et al.

- Aan respondenten wordt een enquête gegeven. Ze dienen zowel de voordelen als de gevaren van de volgende technologieën op te noemen: voedselconservering, autotechniek, chemische processen en het fluorideren van water.

28

Page 29: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Negatieve correlatie tussen voordelen en risico's van een technologie. Dus als men veel voordelen opsomde, gaf men weinig nadelen en vice versa. Er is dus een consistent affect

- Na de vragenlijst krijgen de respondenten korte tekstjes met argumenten over de technologieën: sommige kregen argumenten die de voordelen van de technologie bevestigden, anderen kregen argumenten op het gebied van risicobeperking.

De teksten beïnvloeden de emotionele aantrekkingskracht van de technologieën. Een opvallende uitkomst was dat de respondenten die de voordeelargumenten lazen, ook anders over de risico's gingen denken. De technologie die ze nu nog meer waardeerden, werd ook minder riskant gevonden.

Conclusie: de affectheuristiek vereenvoudigt ons leven door een wereld te creëren die een stuk opgeruimder is dan de realiteit. Goede technologieën hebben in onze imaginaire wereld weinig nadelen, slechten hebben geen voordelen, en al onze keuzen zijn eenvoudig.

Hoofdstuk 14: Tom W’s studierichting

Groep 1: Denk na over het volgende raadsel

Tom W; zit in het laatste jaar van zijn universiteitsstudie. Rangschik de volgende studierichtingen op basis van de kans dat Tom die studie volgt. Noteer een 1 bij de studie met de grootste kans en een 9 bij de studie met de kleinste kans.

• Bedrijfseconomie• Computerwetenschappen• Technische natuurkunde• Geesteswetenschappen• Rechten• Medicijnen• Boekwetenschappen• Biowetenschappen• Sociale wetenschappen

Tom is willekeurig gekozen net als een knikker uit een pot. Om de kans te bepalen dat je een rode knikker neemt, moet je weten hoeveel knikkers er van elke kleur in zitten.

- Het aandeel knikkers van een bepaalde kleur wordt de a-priorikans genoemd In dit geval is de a-priorikans de verhouding tussen het aantal studenten dat

die studie volgen en het aantal totale studenten op de universiteit- A-priorikansen gebruiken is de meest voor de hand liggende benadering als er verder

geen andere informatie wordt gegeven.

Groep 2: Psychologisch profiel van Tom opgemaakt in zijn laatste studiejaar door een psycholoog op basis van enkele psychologische tests met onzekere validiteit:

Tom is zeer intelligent, hoewel zijn creativiteit tekortschiet. Hij heeft behoefte aan regelmaat en duidelijkheid en aan geordende systemen waarin alles een eigen plek heeft. Zijn schrijfsels zijn nogal saai en inspiratieloos, maar worden her en der verlevendigd met flauwe clichés en creatieve, sciencefictionachtige beschrijvingen. Tom is sterk competitief. Hij lijkt weinig empatisch te zijn en houdt niet zo van omgang met anderen. Hij is egocentrisch, maar beschikt desalniettemin over een moreel kompas.

29

Page 30: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Rangschik de studierichtingen op basis van de overeenkomst van Tom’s beschrijving met de gemiddelde student van die studies. Noteer een 1 bij de studie met de grootste overeenkomst en een 9 voor de studie met de kleinste overeenkomst.

Studie jaren 70: rangschikking:

1. Informatica: door de flauwe woordspellingen kiest men voor deze en het was dan ook de bedoeling om deze suggestie te wekken

2. Technische natuurkunde3. Bedrijfseconomie4. Biowetenschappen5. Boekwetenschap6. Rechten7. Medicijnen8. Geesteswetenschappen9. Sociale wetenschappen

- Rangschikken van die 9 studierichtingen is ingewikkeld en vereist discipline en organisatievermogens:

Systeem 2- De aanwijzingen in de beschrijving zijn bedoeld om stereotypen te activeren:

Systeem 1

Voorspellen met representativiteit

De 3e groep kreeg alle statistische gegevens en kende de a-priorikansen van de richtingen. Men dacht dat ze zich volledig gingen richten op de mate van overeenkomst van het stereotype (representativiteit) en de a-priorikansen en de twijfels over de validiteit van Toms beschrijving zou negeren en informatici als zeer waarschijnlijk classificeren.

Hun rangschikking op basis van kans verschilde niet van hun rangschikking op basis van overeenkomstigheid met het stereotype.

Als men een vraag met kansinschatting moet beantwoorden dan leidt dit tot een antwoord op een gemakkelijkere vraag, vb. Een automatische inschatting van representativiteit.

Systeem 1: genereert ongewild een impressie van overeenkomstigheid

De zondes van representativiteit

Soms zijn kansen inschatten op basis van intuitieve indrukken accurater dan accurater dan willekeurige kansinschattingen:

- mensen die zich vriendelijk gedragen zijn meestal ook vriendelijker- een atleet die lang en slank is zal eerder basket spelen dan rugby

Specifieke zonde: de overdreven wil om onwaarschijnlijke gebeurtenissen (met een lage a-priorikans) te voorspellen

Conclusie van Amos en Kahneman: a-priori-informatie zal altijd worden genegeerd als er specifieke aanvullende informatie beschikbaar is. (Dit was een stap te ver)

Norbert Schwartz:

30

Page 31: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

- De instructie ‘als statisticus denken’ zorgde voor meer aandacht voor de a-priori-informatie. De instructie ‘als psycholoog denken’ leidde ertoe dat men de aanvullende informatie meer ging gebruiken

Ander experiment: extra activering van systeem 2 verbeterde de voorspellende kracht in het Tom W.-vraagstuk

- Groep1, helft van de studenten moesten wangen bollen de andere helft moest fronsen, groep 2

- Groep 1: dezelfde resultaten als in het oorspronkelijke onderzoek- Groep 2: maakten meer gebruik van de a-priorikansen

Uw intuïtie onder de duim krijgen

Bayes was de 1e die een groot probleem aanpakte: de logica van hoe mensen in het licht van nieuwe aanwijzingen voor een nieuwe strategie zouden moeten kiezen.

Bayesiaanse regels: ze beschrijven hoe aanvankelijke overtuigingen moeten worden gecombineerd met de diagnostiek van nieuwe aanwijzingen, de mate waarin een hypothese de voorkeur krijgt boven een ander alternatief.

2 dingen onthouden over de Bayesiaanse logica:

1. A-priorikansen maken wel degelijk uit, zelfs als er aanvullende info beschikbaar is. Vaak ligt dit niet intuïtief voor de hand.

2. Intuitieve indrukken over de diagnostiek van aanwijzingen worden vaak overdreven. De combinatie van WYSIATI en associatieve samenhang doet ons geloven in de verhalen die we onszelf opdissen.

De kernelementen van gecontroleerde Bayesiaanse beredenering kunnen kort worden samengevat:

- Koppel uw oordeel over de kans op een bepaalde uitkomst aan een geloofwaardige a-priorikans

- Trek de diagnostiek van de aanwijzingen in twijfel

H15: Linda – minder is méér

Het bekendste en meest controversiële experiment handelde over een fictieve vrouw genaamd Linda. Men formuleerde dit vraagstuk om de rol van heuristiek in oordeelvorming en conflict tussen heuristiek en logica aan te tonen.

“Linda is 31 jaar oud, alleenstaand, openhartig en zeer slim. Ze is afgestudeerd in de filosofie. Als student maakte ze zich druk om discriminatie en sociale onrechtvaardigheid en nam ze deel aan diverse demonstraties tegen kernenergie”

mensen die dit in de jaren ’80 te lezen kregen dachten dat ze studeerde aan de Universiteit van Californië (Berkeley), stond nl bekend om haar radicale, politiek betrokken studenten

31

Page 32: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

8 mogelijke scenario’s, net zoals in het Tom W.-vraagstuk rangschikten sommigen de scenario’s op basis van representativiteit, anderen op basis van kans. Dit vraagstuk is gelijkaardig maar krijgt een iets andere wending:

- Linda is docente op een basisschool

- Linda is actief in vrouwenbeweging

Duidelijk wat verouderd vraagstuk, maar desondanks is het nog gemakkelijk om te raden wat respondenten toen dachten: de beschrijving van Linda past goed bij het karakter van een ‘actieve feministe, redelijk goed bij iemand die in een boekenwinkel werkt en yogalessen volgt en slecht bij iemand die werkt als winkelbediende of verkoper van verzekeringen.

Maar past Linda nu goed bij een bankbediende of een feministische bankbediende? Past beter bij het tweede idee dan het algemene stereotiepe beeld van

bankbediendes

Het verschil met het Tom W.-vraagstuk heeft te maken met de kansinschatting, aangezien er een logisch verband bestaat tussen de twee scenario’s. Probeer het in een venndiagram te zien: de groep van feministische bankbediendes is volledig opgenomen in de groep van bankbediendes, omdat iedere feministische bankbediende in wezen een banbediende is. De kans moet dus kleiner zijn dan de kans dat ze gewoon een bankbediende is.

Het vraagstuk zorgt dus voor een conflict tussen het intuïtieve van representativiteit en de logica van kansschatting

OPZET

Het eerste experiment was between subjects: iedere deelnemer kreeg een verzameling van 7 uitkomsten te zien, waaronder slechts één van de kritieke opties (bankbediende of feministische bankbediende). Sommigen rangschikten de uitkomsten op basis van overeenkomstigheid, anderen op basis van kans. In beide gevallen scoorde F bankbediende hoger dan bankbediende.

Vervolgens een within subjects design: we presenteerden de uitkomsten zoals u ze hebt gezien, met bankbediende op de zesde plaats en F bankbediende op de 8e plaats: men was overtuigd dat de respondenten de relatie tussen de twee uitkomsten zouden zien en dat hun rangschikking logische regels zou volgen. Na afloop werd er gevraagd om de Linda vragenlijst in te vullen, voordat men vergoeding kreeg.

we hadden het falen van systeem 2: de deelnemers aan het experiment hadden alle kans gekregen de relevantie van de logica te onderkennen, aangezien beide items in de lijst waren opgenomen.

89% van de studenten produceerde een onwaarschijnlijke rangschikking. De experimentleiders waren ervan overtuigd dat statistisch onderlegde studenten het beter gingen doen en dus legden we de vragenlijsten voor aan postdocstudenten ‘besluitvormingswetenschappen’: 85% dacht dat Linda eerder een feministische bankbediende was dan een bankbediende.

32

Page 33: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Poging om de fout te elimineren (uitgeklede versie):

“Welk alternatief is waarschijnlijker?”

- Linda is een bankbediende

- Linda is een bankbediende die actief is binnen een vrouwenbeweging

Opvallend: ongeveer 85-90% van de studenten koos voor de tweede optie. Het woord “fallacy” of misvatting wordt over het algemeen gebruikt wanneer mensen er niet in slagen een overduidelijke logische regel toe te passen.

Conjunction fallacy: misvatting die mensen maken als ze in een directe vergelijking de combinatie van twee items waarschijnlijker achten dan één van deze items Net als bij de Müller-Lyer-illusie blijft de misvatting aanlokkelijk, zelfs al herkennen we de illusie.

Slechts in één van de onderzoeken gaf de meerderheid het correcte antwoord op de korte versie van het Linda-vraagstuk: 64% van een groep doctoraatstudenten in de sociale wetenschappen vonden ‘feministische BB’ minder waarschijnlijk dan BB. In de oorspronkelijke versie met 8 uitkomsten maakte slechts 15% van de vergelijkbare groep studenten dezelfde keuze. Hoe komt dit?

In de lange versie: de 2 kritieke opties werden van elkaar gescheiden door een niet-gerelateerde optie (verkoper van verzekeringen) en moesten lezers de uitkomsten los van elkaar beoordelen, zonder te vergelijken

In de korte versie: vereiste een expliciete vergelijking waarbij systeem 2 werd gemobiliseerd zodat de meeste studenten de misvatting wisten te vermijden

Extra opmerking: misschien was het zinvol geweest om iets meer aandacht te besteden aan de denkwijze van de grote minderheid (36% van de deskundige studenten)

De kansinschattingen van de respondenten correspondeerden (in Tom W. en Linda vraagstuk) exact met de inschattingen van representativiteit (de overeenkomstigheid met stereotypen). De meest representatieve uitkomsten worden met de karakterbeschrijvingen gecombineerd om zo’n samenhangend mogelijk verhaal te vormen. De meest samenhangende verhalen zijn niet noodzakelijk de meest kansrijke, maar ze zijn wel AANNEMELIJK en als we niet voorzichtig zijn kunnen we de concepten van samenhang, aannemelijkheid en waarschijnlijkheid snel door elkaar halen…

Vervangen van waarschijnlijkheid door aannemelijkheid kan ons oordeel nadelig beïnvloeden

Neem volgende scenario’s:

- Volgend jaar vindt er ergens in Noord-Amerika een enorme overstroming plaats waarbij meer dan duizend slachtoffers zullen vallen

- Volgend jaar vindt er in Californië een aardbeving plaats die een overstroming veroorzaakt waarbij meer dan duizend slachtoffers zullen vallen

Het tweede gedetailleerde scenario is overduidelijk samenhangender en aannemelijker dan het eerste, hoewel de kans op dit scenario kleiner is. Dit is een valkuil voor voorspellers en

33

Page 34: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

hun klanten: extra detail toevoegen aan scenario’s maakt ze overtuigender, maar minder waarschijnlijk…

Illustratie van de rol van waarschijnlijkheid:

Welk alternatief is waarschijnlijker?

- Mark heeft haar.- Mark heeft blond haar.En- Jane is docente- Jane is docente en loopt elke morgen naar school

De twee vragen hebben dezelfde logische structuur als het Linda-vraagstuk, maar leiden niet tot een misvatting, omdat de gedetailleerde uitkomst alleen gedetailleerder is, ze is niet aannemelijker, samenhangender of interessanter. In afwezigheid van conflicterende intuïtie zal logica zegevieren.

Minder is méér, soms zelfs bij vergelijkingsevaluaties

Christopher Hsee vroeg aan mensen om een prijskaartje te hangen aan twee serviezen die in een lokale winkel in uitverkoop stonden (zie kader pg 169)

Vergelijkingsconditie = men kon de twee serviezen tegelijk vergelijken Enkele evaluatie = overige twee groepen kregen slechts één van de twee serviezen

te zien en konden alleen aan dit servies een prijs toekennen

“Aangenomen dat de borden van de 2 serviezen dezelfde kwaliteit hebben, welke servies is dan meer waard?”

serie A bevat alle borden van B + 7 extra intacte delen (moet dus wel meer waard zijn…): men bleek bereid om hier meer voor te betalen, nl. 32 $ vs 30$

Maar in de enkele evaluatiegroep was het resultaat omgekeerd: serie B kreeg een hogere prijs toegekend dan servies A (33$ vs. 22$)

Waarom? Verzamelingen worden vertegenwoordigd door normen en prototypen. Je merkt meteen dat de gemiddelde waarde van de delen van A lager is dan die van servies B, omdat niemand wil betalen voor kapotte delen dit patroon noemde hij ‘minder is meer’ (door de 16 delen weg te laten uit servies A (waarvan de zeven intacte delen) neemt de waarde toe

Zijn ontdekking werd gestaafd door List, in een echte markt voor honkbalplaatjes:

Veilde pakjes van 10 waardevolle plaatjes en identieke pakjes waaraan hij drie plaatjes van lage waarde had toegevoegd

Resultaten:- net zoals in vergelijkingsevaluatie werden de grotere pakjes meer gewaardeerd, lager in de enkele evaluatie

Verontrustend! Economische waarde van servies of pakje honkbalplaatjes is somachtige variabele. Een item met positieve waarde toevoegen aan verzameling kan de waarde alleen maar verhogen zelfde opzet als bij Linda: kans is, net als economische waarde, een somachtige variabele!

34

Page 35: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Kans (linda = bankbediende) = kans (linda = F bb) + kans (Linda = niet-F bb)

Hoe komt dit?

Systeem 1 middelt in plaats van dat het optelt en als de niet-feministische bankbedienden uit de verzameling worden verwijderd, wordt de subjectieve kans groter. Maar dat de variabele somachtig is, is veel minder duidelijk bij de waarschijnlijkheden dan bij de geldbedragen. Daardoor haalt de vergelijkingsevaluatie de fout alleen uit Hsee experiment en niet uit het Linda-vraagstuk

Voorbeeld Bjorn Borg

A: Borg wint wedstrijdB: Borg verliest eerste setC: Verliest eerste set, maar wint wedstrijdD: wint eerste set, maar verliest de wedstrijd

Optie B is de meest omvattende uitkomst en kans op B moet wel groter zijn dan elke uitkomst die eronder valt. In weerwil van de logica: 72% wees optie B een lagere kans toe dan optie C (een vb van minder is meer in een directe vergelijking!)

Formulering vraagstuk waar het woord kans helemaal niet voorkwamAls verdeding tegen kritiek dat conjunctiefout te wijten kon zijn aan een verkeerde interpretatie van waarschijnlijkheid

Deelnemers werden verteld over een normale, zeszijdige dobbelsteen met 4 groene en 2 rode zijden. Men kreeg 3 reeksen van groene en rode worden te zien, waaruit één moest gekozen worden. Men kon een prijs van 25 dollar winnen als die reeks daadwerkelijk geworpen werd!

1. RGRRR2. GRGRRR3. GRRRRR

Omdat de dobbelsteen twee keer zoveel groene als rode zijden heeft, is de eerste reeks niet representatief, net zoals Linda die bankbediende is. Tweede reeks, met 6 worpen, past beter want 2 x groen geworpen. Derde reeks: door G vooraan te zetten, kan het dus alleen maar minder waarschijnlijk zijn dan de eerste (non-verbale equivalent: Linda als feministische bankbediende) net zoals bij linda experiment: representativiteit grote rol 2/3e van de respondenten vonden reeks 2 waarschijnlijker dan reeks 1 pas nadat we argumenten voor de 2 keuzemogelijkheden gaven, vond de grote meerderheid het correcte (reeks 1 stavende) argument overtuigender

Volgende vraagstuk bleek een doorbraak te zijn Eindelijk een scenario gevonden waarin de frequentie van de conjunctiefout sterk werd gereduceerd!

Twee groepen respondenten kregen iets verschillende versies van hetzelfde vraagstuk te zien (zie pg 171)

35

Page 36: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Foutpercentage bedroeg 65 in groep die vraagstuk L kregen te zien en slechts 25 in de groep die de formulering rechts kregen te zien. Waarom vraag: ‘hoeveel van de honderd?’ zoveel gemakkelijker dan de vraag ‘welk percentage?’

Mogelijke verklaring: de referentie aan honderd individuen kan een ruimtelijk beeld oproepen bij mensen

Stel: groot aantal mensen wordt verteld om zichzelf in groepjes te verdelen (indien naam begint met letters A tot en met L, in de hoek linksachter verzamelen!), vervolgens moeten ze zichzelf opdelen iedereen zal dit snappen en kunnen uitvoeren

In de vraagstelling hiervoor: slachtoffers van een hartaanval worden in hoek van de kamer gegroepeerd, en sommigen van hen zijn 55 jaar of ouder. Niet iedereen zal dit zo beeldend voor zich zien.

Vervolgonderzoek toonde aan dat de frequentierepresentatie het gemakkelijker maakt voor mensen om te snappen dat een bepaalde groep deel uit maakt van een andere DUS: ‘hoeveel?’ doet ons denken aan individuen, ‘Percentage?’ niet

Wat nu geleerd van dit onderzoek naar werking van systeem 1 en 2? Systeem 2 is niet opvallend alert Absurde van minder-is-méér-principe kwam duidelijk naar voren in Hsee’s

serviezenexperiment + ook waarneembaar in de ‘hoeveel’-formulering, maar bleek ongrijpbaar voor de mensen die conjunctiefout maakten in het Linda-vraagstuk en vergelijkbare experimenten

Conjunctie leek plausibel: ondersteuning van systeem 2 Luiheid systeem 2 waarschijnlijk een rol: indien men verteld had dat men de wetten van de logica moesten volgen of voldoende tijd hadden gegeven hadden de meesten de fout waarschijnlijk vermeden. Het leek alsof we hen gewoon vroegen naar hun mening, dus ze waren tevreden met een snel antwoord.

Opvallend aan Linda-vraagstuk Contrast met serviezen vraagstuk: hebben dezelfde opzet, maar verschillende

uitkomsten- mensen die servies met gebroken schoteltjes zien volgen intuïtieve regel- mensen die beide serviezen zagen passen de logische regel toe

Intuïtie bepaalt het oordeel in between subjectssituatie, logica in gezamenlijke evaluatie (Bij Linda domineerde de intuïtie in de gezamenlijke evaluatie)

Linda-onderzoek trok veel aandacht, maar ook magneet voor criticasters Onderzoekers gebruikten combinaties van instructies en suggesties die de frequentie

van de misvatting reduceerden Volgens anderen niet vreemd dat respondenten ‘waarschijnlijkheid’ en

‘aannemelijkheid’ door elkaar haalden ‘Als een opvallende cognitieve illusie kon worden afgezwakt of geëlimineerd, zou dit

ook voor andere gelden’ deze redenering negeert het unieke kenmerk van de conjunctiefout als conflict tussen intuïtie en logica

Bewijzen voor de heuristiek uit between-subjects onderzoeken werden niet weerlegd, maar gewoon genegeerd door criticasters + exclusieve focus op Linda-vraagstuk

36

Page 37: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Hoofdstuk 16: Oorzaken gaan voor statistiekEen taxi raakte straks betrokken bij een ongeval en reed door. In de stad zijn twee taxibedrijven actief, Groen en Blauw. U krijgt de volgende informatie:

- Van de taxi’s in de stad is 85 procent groen, 15 procent blauw.- Een getuige beweert een blauwe taxi te hebben zien wegrijden. De rechtbank toetste

de betrouwbaarheid van de getuige en concludeerde dat de getuige in 80 procent van de gevallen de kleur van de taxi correct identificeerde, en in 20% niet.

Wat is de kans dat de bij het ongeluk betrokken taxi blauw was?

Bayesiaanse deductie Taxi-probleem. Mensen hebben de neiging om geen rekening te houden met statistieken. Ze negeren de a-priori kans en richten zich enkel op de getuigenis bij het maken van een inschatting van de kans.

Causale stereotypenU krijgt de volgende gegevens:

- De twee taxibedrijven hebben hetzelfde aantal taxi’s rijden, maar de groene taxi’s zijn betrokken bij 85 procent van de ongelukken.

- De informatie over de getuige is dezelfde als in voorgaande versie,

Wiskundig identiek, maar psychologisch verschillend In deze versie houden ppn wel rekening met de a-priori kans. Waarom? Bij versie 1: weinig causaliteit. Bij versie 2: groene taxi’s veroorzaken 5x meer ongelukken! stereotiep denkbeeld: groene taxichauffeur zijn roekeloos. In deze versie dus twee causale verhalen die op elkaar moeten worden afgestemd, nl. (1) het doorrijden na het ongeval (groen = schuldig) en (2) de getuigenis (blauw = schuldig). Het gemiddelde antwoord van ppn zal nu dichter bij de Bayesiaanse oplossing liggen dan in de tweede versie.

Twee typen a-priori kansen:

Statistische a-priori kansen: feiten over een populatie waar een bepaald geval toe behoort, maar niet relevant voor het individuele geval. Afgezwakt of volledig genegeerd wanneer er specifieke informatie over het geval bekend is.

Causale a-priori kansen: veranderen onze zienswijze t.a.v. hoe het individuele geval tot stand is gekomen (zoals in versie twee).

De verleiding is groot om nu de volgende conclusie te trekken: causale a-priori kansen worden gebruikt, statistische feiten worden (min of meer) genegeerd. Maar de zaak ligt iets ingewikkelder:

Kan psychologie worden aangeleerd?Hulpexperiment: handlanger krijgt epileptische aanval slechts 4 van de 15 proefpersonen schieten te hulp. Zeer weinig! Het experiment toont aan dat mensen zich niet verantwoordelijk achten wanneer ze weten dat er anderen zijn die hulp kunnen bieden. Maar zijn de gedachtes van de studenten over de menselijke aard werkelijk veranderd? Om dit te onderzoeken werden hen video-opnames getoond van twee studenten die zogezegd hadden deelgenomen aan het hulpexperiment twee korte, saaie interviews, waarin de ondervraagden overkwamen als normale, fatsoenlijke mensen. Vervolgens moesten de

37

Page 38: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

studenten raden hoe snel de betreffende persoon het slachtoffer te hulp was geschoten. Bayesiaanse beredenering hierop toegepast:

- De a-priori kans is dat vier van de vijftien deelnemers het slachtoffer na het eerste verzoek te schoten.

- De video’s gaven geen bijkomende informatie, we zouden dus volgens de Bayesiaanse logica bij de a-priori kans moeten blijven.

Twee condities: (1) alleen de procedure van het hulpexperiment werd uitgelegd, niet de resultaten. En (2) zowel de procedure als de resultaten werden meegedeeld. De tweede groep stak echter niets op van het resultaat, hun voorspellingen over de twee individuen waren niet te onderscheiden van de voorspellingen in de eerste groep. Studenten sluiten dus zichzelf (en hun vrienden en kennissen) uit van de implicaties van verrassende experimenten. MAAR, omgekeerd leren ze het wel! Wanneer studenten door individuele gevallen werden verrast (twee aardige mensen die geen hulp hadden geboden) werd er meteen gegeneraliseerd en trok men de conclusie dat helpen moeilijker is dan gedacht.

Samengevat:

- Er bestaat een diepe kloof tussen ons denken over statistiek en ons denken over individuele gevallen.

- Statistische resultaten met een causale interpretatie hebben meer invloed op ons denken dan niet-causale informatie, maar niet voldoende om diepgewortelde overtuigingen te veranderen.

- Verrassende individuele gevallen hebben deze invloed wel effectiever middel voor het doceren van psychologie. Waarom? Ongerijmdheden moeten worden opgelost en in een causaal verband worden ingebed.

Hoofdstuk 17: Regressie naar het gemiddelde

We bespreken hier het fenomeen “Regressie naar het gemiddelde”: Na een extreme prestatie (laag of hoog) zal de volgende prestatie steeds meer gemiddeld zijn dan de eerste.

Voorbeeld adhv ‘belonen en straffen’ De feedback die mensen ons geven is misleidend. Omdat we aardig zijn tegen mensen die ons plezieren en onaardig tegen mensen die ons teleurstellen, worden we statistisch bestraft voor aardig gedrag en beloond voor onaardig gedrag.

Talent en geluk

We kunnen “succes” definieren als een som van talent en het feit of men geluk heeft of niet.

Tijdens een golfwedstrijd, die 2 dagen duurt, zijn er spelers die..

Bovengemiddelde score op dag 1 = bovengemiddeld talent + geluk op dag 1 Benedengemiddelde score op dag 1 = benedegemiddeld talent + pech op dag 1

Wanneer we moeten gokken wat de score zal zijn op dag 2 is het enige wat we kunnen beweren:

38

Page 39: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

De golfer die op dag 1 goed presteerde, zal waarschijnlijk ook op dag 2 goed spelen, maar minder goed dan op dag 1, omdat hij de ongebruikelijke hoeveelheid geluk die hij op die dag had, niet nogmaals zal hebben.

De golfer die slecht speelde op dag 1,zal waarschijnlijk op dag 2 minder goed dan gemiddeld spelen, maar wel iets beter, omdat hij de pech die hij op dag 1 had, niet nogmaals zal hebben.

het verschil tussen de twee spelers zal sowieso kleiner zijn, hoewel de eerste speler waarschijnlijk beter zal spelen dan de tweede. Dit is regressie naar het gemiddelde. Hoe extremer de aanvakelijke score, hoe meer regressie we mogen verwachten. (aangezien een extreem goede score zeer veel geluk impliceert). De regressieve voorspelling is redelijk, hoewel nauwkeurigheid niet gegarandeerd is. Sommige spelers die dag 1 zeer goed scoorden zullen dag 1 misschien nog beter presteren omdat ze nog meer geluk hebben. De meesten zullen echter wel minder goed spelen, aangezien hun geluk niet langer bovengemiddeld zal zijn.

het probleem is dat men steeds geneigd is een causaal verhaal (waarvoor we in wezen geen aanwijzing hebben) te zoeken achter dit fenomeen. Dit heeft echter geen causale verklaring nodig. Het verschil dat we opmerken is een wiskundig onvermijdelijk gevolg van het feit dat geluk een bepaalde rol speelde in de uitkomst van de eerste poging. Niet echt een verhaal dat veel voldoening schenkt, maar het is niet anders.

Regressie nader bekeken

Regressie naar het gemiddelde werd tegen het einde van de negentiende eeuw waargenomen en benoemd door Sir francis Galton.

Regressie-effecten vinden overal plaats, maar worden zelden door de mens herkend. Ze verbergen zich in het alledaagse.

Één van de obstakels die Galton moest wegnemen, was het probleem van het meten van regressie tussen variabelen die op verschillende schalen worden gemeten, bijvoorbeeld gewicht en kwaliteit van het pianospel.

Correlaties en regressie zijn geen twee verschillende concepten, het zijn verschillende zienswijzen op een en hetzelfde concept.

De algemene regel is helder, maar heeft verrassende consequenties: wanneer de correlatie tussen twee maatstaven niet 1 is, vindt regressie naar het gemiddelde plaats.

Voorbeeld

Zeer intelligente vrouwen trouwen over het algemeen met minder intelligente mannen.

De correlatie tussen IQ-scores van gehuwde mannen en vrouwen is lager dan 1.

Deze 2 stellingen zijn wiskundig identiek! Als de correlatie tussen de intelligentie van gehuwde mannen en vrouwen lager is dan 1(en als mannen en vrouwen gemiddeld even intelligent zijn) , is het wiskundig onvermijdelijk dat zeer intelligente vrouwen trouwen met mannen die gemiddeld minder intelligent zijn. (en vice versa)

waarom is het zo ingewikkeld? Onze hersenen zijn sterk gericht op causale verklaringen en kunnen slecht omgaan met ‘droge statistiek’.

39

Page 40: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Als een regressie wordt waargenomen, worden causale verklaringen opgeroepen – verklaringen die fout zijn, omdat de regressie naar het gemiddelde wel een verklaring heeft, maar geen oorzaak. Dit is deels te wijten aan de behoefte aan causale interpretatie, een kenmerk van systeem 1.

Voorbeeld

Depressieve kinderen voelen zich beter na energiedrankje. Depressieve kinderen vormen een extreme groep en zijn depressiever dan de

meeste andere kinderen – en extreme groepen bewegen zich met verloop van tijd richting het gemiddelde.

Om te concluderen dat een energiedrankje effectief werkt tegen depressiviteit onder kinderne moeten we de groep patiënten die deze behandeling krijgt, vergelijken met een ‘controlegroep’ die geen behandeling krijgt. De controlegroep zou zich door regressie beter moeten gaan voelen. Het doel van deze opzet is om te bepalen of de behandele patiënten zich beter gaan voelen dan door regressie kan worden verklaard.

Over regressie naar het gemiddelde

Voorbeelden over regressie naar het gemiddelde pagina 193

Hoofdstuk 18: Intuïtieve voorspellingen corrigeren

“Intuïtieve oordelen gaan gepaard met een hoge mate van vertrouwen, zelfs al zijn ze gebaseerd op niet-regressieve evaluaties van zwakke aanwijzingen.”

Niet-regressieve intuïtie: Stappenplan bewerkingen Systeem 1: 1. Er wordt een causaal verband tussen de aanwijzingen en het doel van de voorspelling

gezocht. (“We zijn goed in staat irrelevante of foute informatie te verwerpen, maar aanpassing aan zwakke plekken in de aanwijzingen is niet iets waar Systeem 1 goed in is. Intuïtieve voorspellingen zijn dan ook bijna volledig immuun voor de daadwerkelijk voorspellende waarde van de aanwijzingen.”

2. Vervolgens worden de aanwijzingen beoordeeld in relatie tot een relevante norm.(welke rangpositie of percentielscore hoort bij een bepaalde prestatie?)

3. De volgende stap omvat substitutie en afstemming van intensiteit . Substitutie = De evaluatie van bijvoorbeeld de zwakke aanwijzingen voor ontwikkelde cognitieve vermogens in de kindertijd wordt gebruikt als antwoord op de vraag over een cijfergemiddelde.

Afstemming van intensiteit = als men goed scoort op één bepaald aspect wordt deze competentie al snel verplaatst naar een ander aspect.

(Men begint bijvoorbeeld over de sterke mate van ontwikkeling van cognitieve vermogens in de kindertijd en gebruikt deze info om een uitspraak te doen over een cijfergemiddelde omtrent academische prestaties.)

4. Vertaling Van de relatieve academische vermogens van een individu naar een bijhorend cijfergemiddelde

40

Page 41: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

____________________

Activering in het associatieve geheugen; “een proces van zich verspreidende activeringen dat in gang is gezet door de aanwijzingen en de vraagstelling. Vervolgens gaat het proces zichzelf beïnvloeden en zal er uiteindelijk voor de meest samenhangende oplossing worden gekozen.”

Experiment: Kahneman & collega vroegen aan deelnemers van een experiment om de beschrijvingen van 8 studenten te beoordelen (zogezegd opgesteld door een adviseur op basis van gesprekken). Elke beschrijving bestond uit vijf adjectieven zoals: “intelligent, vol zelfvertrouwen, belezen, hardwerkend, nieuwsgierig.”

Ze vroegen aan een aantal deelnemers om twee vragen te beantwoorden: - welke indruk van de academische kwaliteiten van de betreffende persoon krijg je door

deze beschrijving?- hoeveel beschrijvingen, als percentage uitgedrukt, zouden indrukwekkender kunnen zijn?

Wat valt er op: De adviseur vindt de student goed, maar niet uitmuntend. Er is nog altijd ruimte voor sterkere adjectieven. Het oordeel: grote kans dat de student tot de beste 15% behoort, maar bvb niet tot de beste 3%. Over dergelijke oordelen bestaat een grote mate van concensus.

-> Andere deelnemers kregen andere vragen voorgelegd: - wat zal het cijfergemiddelde van deze student worden, denk je? - welk percentage eerstejaarsstudenten zal een hoger cijfergemiddelde halen?

= Bij de eerste set moest men enkel de aanwijzingen evalueren, bij de tweede set was er een grote mate van onzekerheid.

Het doel van dit onderzoek was het vergelijken van de percentiele inschattingen die de deelnemers maakten bij het beoordelen van de aanwijzingen aan de ene kant en het voorspellen van de uitkomst aan de andere kant.

Resultaten: de inschattingen waren identiek! Ook al was er bij de ene set vragen een hoge onzekerheid, werden beide sets toch identiek behandeld.

-> De voorspelling stond gelijk aan de evaluatie! Dit is wellicht het beste bewijs dat we hebben voor de rol van substitutie. Mensen wordt om een voorspelling gevraagd, maar ze gebruiken hun evaluatie van de aanwijzingen, zonder dat ze merken dat de vraag die ze beantwoorden niet de vraag is die hun werd gesteld. Dit proces leidt onherroepelijk tot voorspellingen met systematische bias: regressie naar het gemiddelde wordt volledig genegeerd. _______

Afstemming van intensiteit = eigen oordel overzetten naar de schaal die gebruikt wordt. (zonder dit bij te stellen)_______

Intuïtieve voorspellingen gecorrigeerd:

Maken van een voorspelling zonder bias:1. Begin met een schatting van het gemiddelde examencijfer. 2. Bepaal het cijfergemiddelde dat past bij uw indruk van de aanwijzingen.

41

Page 42: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

3. Schat de correlatie tussen de aanwijzingen en het cijfergemiddelde. 4. Als de correlatie 0,30 is, schuif dan 30% op van het cijfergemiddelde naar het ‘passende’

gemiddelde.

Stap 1: je krijgt een baseline, het cijfergemiddelde dat je zou noemen zonder verdere info.

Stap 2 is de intuïtieve voorspelling.

Stap 3 brengt je van de baseline naar de intuïtieve voorspelling, maar de afstand die je mag afleggen is afhankelijk van de inschatting die je maakt omtrent de correlatie.

Stap 4: komen tot een voorspelling die wel beïnvloed is door je intuïtie, maar veel gematigder.

^ Dit is een Algemene voorspellingsmethode. De methode kan toegepast worden bij het voorspellen van kwantitatieve variabelen.

Intuïtieve voorspellingen moeten altijd worden gecorrigeerd omdat ze niet regressief zijn (zichzelf aanpassen) en dus gebukt gaan onder bias. ___

“Het corrigeren van intuïtieve voorspellingen is een taak voor Systeem 2. het kost moeite om de relevante referentiecategorie te vinden, de baseline-voorspelling te maken én de kwaliteit van de aanwijzingen te beoordelen. Deze inspanning is alleen gerechtvaardigd als de belangen groot zijn en er geen fouten mogen worden gemaakt.”

Situatieschets: - Kim: recentelijk gepromoveerd, lovende getuigschriften en ze liet bij het solicitatiegesprek

bij iedereen een goeie indruk achter. - Jane: behoort al drie jaar tot de wetenschappelijke staf. Heeft veel artikelen gepubliceerd,

het solicitatiegesprek verliep een stuk minder goed dan dat van Kim.

(wet van de kleine getallen): In principe beschikken we over veel minder informatie van Kim, bij weinig informatie / kleinere steekproeven kunnen er vaker extreme uitkomsten voorkomen. Bij het voorspellen van Kims toekomstige wetenschappelijke werk moeten we dus onze voorspelling meer naar het gemiddelde brengen. Als we er rekening mee houden dat Kim meer naar het gemiddelde zou neigen, kiezen we al sneller voor Jane. -> Dit kunnen we makkelijk doortrekken naar andere situaties! ____

Regressie boeken vanuit twee systemen: “Extreme voorspellingen en de bereidheid om op basis van zwakke aanwijzingen zeldzame gebeurtenissen te voorspellen zijn beide manifestaties van Systeem 1.”

Werking substitutie: het associatieve brein past de extremiteit van de voorspelling aan aan de vermeende extremiteit van de aanwijzingen waarop de voorspelling is gebaseerd.

+ Systeem 1 genereert oordelen die overmatig veel vertrouwen wekken! Voorspellingen zullen te extreem zijn en veel validiteit uitstralen.

! Maar voor Systeem 2 is regressie ook een probleem! Het hele concept van regressie naar het gemiddelde komt vreemd over en is lastig uit te leggen en te begrijpen.

42

Page 43: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Hoofdstuk 19: De illusie van begrip

Heuristiek #19: Narratieve vertekening = Met de weinige info die we hebben uit het verleden maken we een samenhangend verhaal en we geloven erin. Bv opvallende gebeurtenis, persoonlijkheidstrek,.. hierbij negeren we toeval en niet-gebeurde dingen

- Halo-effect draagt bij aan samenhang in een verhaal= alle eigenschappen van een persoon worden gebaseerd op één enkel attribuut dat bijzonder in het oog springt. Dit effect houdt verklaringen eenvoudig door overdreven consistentie

- Succesverhalen vb. Google: de uitvinders wilden hun bedrijf voor minder dan 1 miljoen verkopen, maar de koper kwam niet opdagen. Door hieraan te denken, gaan we het effect van toeval op de toekomst onderschatten en rol van bekwaamheid overschatten: het lijkt ons dat elke keuze die ze maakten een goede afloop had, dat ze bekwame helden zijn (Halo-effect) maar we houden geen rekening met dingen die niet gebeurd zijn: als de koper wel was opgedaagd, andere mislukkingen. Jonge ondernemers hebben weinig ervaring en daardoor minder kansen tot succes daarom speelt geluk hier belangrijkste rol. WYSIATI: enkel rekening houden met de weinige informatie waarover je beschikt, hiermee een samenhangend verhaal maken.

- Illusie dat we het verleden begrijpen: We begrijpen het verleden minder goed dan we geloven. Bv. “Al lang voordat de crisis uitbrak, had ik ‘geweten’ dat die crisis onvermijdelijk zou zijn. Ze zeggen dat ze dit wisten omdat we weten dat die crisis gekomen is, maar toen wisten ze dit niet, ze konden dit toen niet aantonen. ‘Intuïtie’: verwachtingen in het verleden die later zijn uitgekomen deze woorden voeden deze illusie

De maatschappelijke kosten van achterafkennis

- De geest doet aan zingeving: wanneer onverwachte gebeurtenis voordoet, stellen we ons beeld van de wereld bij om deze verrassing plaats te geven. Bv. wedstrijd van 2 teams op gelijke rang, één team wint herzien model: winnende team veel sterker dan de verliezer

- Beperking van geest: gebrekkige vermogen om vroegere kennis en opvattingen te reconstrueren. Bij nieuw zicht op wereld verlies je je vermogen om te herinneren wat je geloofde voor je gedachten veranderde dit onvermogen leidt ertoe dat we de mate onderschatten waarin we door gebeurtenissen in het verleden verrast zijn

Heuristiek #20: Hindsight bias/achterafkennis “Dat heb ik altijd al geweten”= De tendens om je oorspronkelijke overtuigingen te herzien afhankelijk van de uitkomst van een beslissing of van bepaalde omstandigheden. Zodra de uitkomst gekend is, zijn mensen geneigd om hun overtuiging over wat ze vooraf dachten dat er zou gebeuren, te veranderen. Alsof ze de uitkomst vooraf al wisten.

- Onderzoek: Baruch Fischhoff. Enquête voordat Nixon bezoek bracht aan China en Rusland. Men moest waarschijnlijkheden toekennen aan verschillende uitkomsten. Na bezoek van Nixon gevraagd om de waarschijnlijkheid te herinneren die ze aan de uitkomsten gaven. Resultaat: juiste uitkomstenmen overdreef de waarschijnlijkheid die men eraan had gegeven<->onjuiste uitkomstenzeiden dat ze dat altijd onwaarschijnlijk hadden gevonden. Effect ook wanneer oordelen van andere respondenten beoordeeld.

43

Page 44: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

- Hindsight bias heeft verderfelijke effecten op de oordeelsvorming van de beslissers. Waarnemers zijn geneigd de kwaliteit van een beslissing niet te beoordelen aan de hand van de zorgvuldigheid van het proces maar aan de hand van de uitkomst van dit proces. Bv ongevaarlijke chirurgische ingrijp waarbij patiënt onverwachts overlijdtachteraf heeft jury neiging om aan te nemen dat de operatie riskant was en hij beter had moeten weten uitkomstbias.

- Uitkomstbias: vaak bij mensen die ten behoeve van anderen optreden: artsen, financiële adviseurs, coaches, politici,.. We geven beslissers de schuld van goede beslissingen die verkeerd uitpakken en we geven hen te weinig lof voor succesvolle stappen die achteraf gezien vanzelfsprekend lijken

- onderzoek: gevraagd aan studenten of de stad Duluth bereid had moeten zijn om een toezichthouder op een brug in te huren om te beletten dat de vrije doorgang van water door puin belemmerd zou worden. Groep 1: enkel gegevens op moment van besluit24% Ja Groep 2: verteld dat de rivier door puin geblokkeerd was geraakt met overstromingsschade als gevolg56% Ja.

- Hoe ernstiger gevolgen, hoe sterker bias van achterafkennis. Bv. 11 september

- Om niet afgestraft te worden voor beslissingen, volgt men gestandaardiseerde werkwijzen bv. artsen: meer onderzoek voorschrijven, meer gevallen naar specialisten, meer conventionele behandelingen. Maar niet altijd goed voor patiënt!

- Achterafkennis en uitkomstbias: kennen onverdiende beloningen toe aan onverantwoordelijke leiders die waanzinnige gok nemen en door geluk winst behalen we denken dat ze veel inzicht en stoutmoedigheid hebben

Recepten voor succes

- Illusie dat je verleden begrijpt, voedt de illusie dat je toekomst kunt voorspellen. Dit stelt ons op het gemak: vermindert de angst voor de onzekere toekomst. We willen de geruststellende boodschap dat onze handelingen tot het gewenste doel leiden, en dat wijsheid en moed met succes beloond wordt

- Onderzoek: Zijn leiders en hun werkwijzen van invloed op de resultaten van bedrijven? M.a.w. leidt een sterkere CEO tot een succesvoller bedrijf? Correlatiecoëfficiënt tussen succes van het bedrijf en de kwaliteit van de CEO = 0,30dat is maar een 10% verbetering tov willekeurig kiezen! Dus geen groot effect

- Boek ‘Halo effect’ Rosenzweig: consumenten hebben behoefte aan duidelijke boodschap over factoren achter succes en mislukkingkopen bedrijfsboeken over opkomst en val van personen en bedrijven en analyses over wel of niet succesvolle firma’s. We zien hier Halo effect: CEO van succesvol bedrijf wordt gezien als flexibel en besluitvaardig <-> CEO van onsuccesvol bedrijf als onzeker en rigide. We draaien oorzakelijk verband om: we zijn geneigd te geloven dat bedrijf faalt omdat de CEO rigide is maar CEO is rigide omdat het bedrijf in een dip zit!

- Vergelijking van meer of minder succesvolle bedrijven = vergelijking van bedrijven met meer of minder gelukdaarom kan kwaliteit van leider niet uit succes bedrijf gehaald worden.

- Ranglijst van ‘Most admired companies’: bedrijven met laagste waardering over 20 jaar hoger rendement dan meest bewonderde bedrijvenregressie naar gemiddelde

44

Page 45: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Hoofdstuk 20: De illusie van validiteit

De illusie van validiteit

- Kahneman werkte in psychologische dienst van het leger, hij quoteerde soldaten op leiderschapstest voor de officiersopleiding: lange stam van de grond tillen en naar een muur van 2 meter hoog dragen. Daarna moest de hele groep naar de andere kant van de muur zonder dat de stam en de soldaten de grond of de muur raakte. Leiderschapskwaliteiten werden vastgesteld.

- De beoordelaars waren overtuigd van hun beoordeling omdat hun indrukken over de prestaties van de soldaten samenhangend waren.

- Resultaat: test was een slechte voorspelling voor toekomstige prestaties. Test moest blijven gedaan worden.

- *Maar nu ze wisten dat de test niet goed was, had dit geen invloed op de beoordeling en het vertrouwen in hun oordeel!

Heuristiek #21: De illusie van validiteit: ongeoorloofde overtuiging dat onze opinies, predicties en standpunten valide zijn

- Voorbeeld van WYSIATI: oordeel vormen op grond van beperkte gegevens.

- ! Subjectief vertrouwen in een oordeel is geen beredeneerde inschatting maar een gevoel, berust op de samenhang van de informatie

De illusie van slim beleggen

- Kahneman bezoekt firma in Wall street. Hij stelt de vraag: “Wat brengt de ene om een aandeel te kopen en de ander om te verkopen? Wat denken de verkopers te weten dat de kopers niet wisten?” Maar dat de verkoper meer weet is een illusie!

- Onderzoek 1: Odean: bekijkt geregistreerde handelingen van individuele beleggers over 7 jaar. Resultaat: gemiddeld deden de aandelen die men verkocht het in de toekomst beter dan de aandelen die men gekocht hadden

- Onderzoek 2: Odean en Barber: meest actieve handelaren boekten gemiddeld de slechtste resultaten terwijl beleggers die het minst handelen het veel beter deden.

- Reden van gedrag: beleggers proberen hun winst te consolideren door winnaars te verkopen maar op korte termijn doen winnaars het beter dan recente verliezers én individuele beleggers concentreren zich op aandelen van ondernemingen die de aandacht trekken, in het nieuws komen.

- Beleggingsdeskundigen: jaar-op-jaarcorrelatie tussen de resultaten van beleggers is bijna 0 -> succes berust dus op geluk i.p.v. vaardigheid illusie van vaardigheid

- Kahneman bezoekt groep van beleggingsadviseurs in een firma. Hij onderzoekt beleggingsresultaten van 24 adviseurs. Resultaat: jaar-op-jaar correlatie ongeveer 0.

45

Page 46: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Waardoor worden illusies van vaardigheid en validiteit ondersteund?

- Cognitieve illusies zijn hardnekkiger dan visuele illusies. Als je de visuele illusie beseft, verandert je gedrag, bij een cognitieve illusie is dit niet zo. (zie*)

- Oorzaak van illusie: beleggingsadviseurs oefenen vaardigheden uit waarvoor ze getraind zijn: economische gegevens consulteren enzo, ze passen toe wat ze geleerd zijn. Maar die vaardigheid is niet voldoende om goeie voorspellingen te maken! Subjectieve vertrouwen van handelaren is een gevoel, geen beoordeling

- Illusie ook ondersteund door sterke beroepscultuur, in stand gehouden door gemeenschap van gelijkgezinden

De illusies van experts

- De illusie dat we het verleden begrijpen: we hebben de neiging om samenhangende verhalen over het verleden op te stellen en in die verhalen te geloven (bv. in Black Swan), terugkijkend is alles helder en duidelijk. Deze illusie heeft ons een vertrouwen dat we de toekomst ook kunnen voorspellen.

- Maar grote historische gebeurtenissen zijn bepaald door het toeval, dus moeilijk vooraf te voorspellen

- Toch blijft illusie van voorspelling behouden: financiële experts, experts in politiek,..- Onderzoek Tetlock: vroeg aan experts in politiek om waarschijnlijkheid aan te geven van

bepaalde gebeurtenissen in de toekomst: status-quo/verbetering/verslechtering. Resultaat: experts presteerden slechter dan dat ze gelijke waarschijnlijkheden hadden toegekend aan alle 3. Mensen met de meeste kennis zijn minst betrouwbaar: die mensen hebben een sterkere illusie van vaardigheid. Experts gaven niet graag toe dat ze gelijk hadden. Hij vergelijkt experts met egels en de vossen

Egels: egels hebben elk een theorie over de wereld en zetten hun stekels op tegen anderen die de dingen anders zien, ze willen hun fouten niet toegeven (experts in tv-debatten)<-> Vossen: zijn dat werkelijkheid voortkomt uit interacties van verschillende krachten, waaronder toeval => vossen scoren beter in het onderzoek

Het is niet de schuld van de experts; de wereld is moeilijk

Voorspellingsfouten zijn onvermijdelijk omdat de wereld onvoorspelbaar is Sterk subjectief vertrouwen mag niet worden gezien als nauwkeurigheid

Test in het leger: gedrag wordt bepaald door veelheid van factoren, specifiek voor bepaalde situatie daarom moeilijk om goeie voorspelling te maken vanuit test.

Hoofdstuk 21: Intuïties of formules

- Onderzoek Paul Mehl, psycholoog. Onderzoeken in een klein boekje Vraag: Zijn klinische voorspellingen op grond van subjectieve indrukken van professionals nauwkeuriger dan statistische voorspellingen op grond van een aantal scores? Studieadviseurs: moesten resultaten studenten voorspellen adhv een interview, middelbare schoolcijfers, aanlegtests en opstel. Statistisch algoritme: adhv schoolcijfers en één aanlegtest. Resultaat: statistisch algoritme nauwkeuriger dan de meeste

46

Page 47: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

adviezen. geschoktheid en ongeloof van dit resultaat, veel nieuwe onderzoeken. 60% vd onderzoeken hogere nauwkeurigheid voor algoritmen.

- Daarna ook onderzoek in andere domeinen met ook hoge mate van onzekerheid en onvoorspelbaarheid=omgevingen met lage validiteit bv. medische wereld, economie,.in domeinen ook nauwkeurigheid van experts geëvenaard of overtroffen door algoritmes

- Onderzoek: toekomstige prijzen van bordeauxwijnen voorspellen. Statistische formule opgesteld op grond van kenmerken van het weeromstandigheden van de druiven nauwkeurige prijsvoorspellingen, nauwkeuriger dan courante prijzen opgesteld door deskundigen. Reden: 1. experts nemen bij maken van hun voorspellingen complexe combinaties van kenmerken in beschouwing, maar eenvoudige combinaties beter. 2. Mensen zijn inconsistent in het beoordelen van complexe informatie: geven 2x andere beoordeling over hetzelfde systeem 1 is contextafhankelijk: prikkels in onze omgeving hebben invloed op onze beoordeling. Bv. koel briesje op warme dag formules hebben hier geen last van! Conclusie: beslissingen moeten aan formules worden overgelaten, vooral in omgevingen met late validiteit.

- Toelatingsonderzoeken voor medische scholen: leden beslissen obv een interview. Maar interviewers kennen te veel gewicht aan persoonlijke indrukken en te weinig aan andere infobronnen

- Artikel van Robyn Dawes: je kunt nuttige algoritmen ontwikkelen zonder voorgaand statistisch onderzoek. Eenvoudige formules met gelijke gewichten obv bestaande cijfers zijn goede voorspellers, beter dan complexe statistische algoritmes Bv. Apgar-test: testen of baby problemen heeft adhv 5 criteria

De vijandigheid tegenover algoritmen

- Klinisch psychologen vijandig t.o.v. de ideeën van Mehl. Reden: klinisch psychologen tijdens therapie veel ingevingen over hoe de patiënt zal reageren, deze ingevingen worden meestal bevestigd, maar dit gaat over korte termijnvoorspellingen, ze falen in lange termijnvoorspellingen, want dit hebben ze niet behoorlijk geleerd, formules zijn hier beter in! Ze kennen de grenzen niet van hun vaardigheid.

- Debat tussen klinische en statistische voorspellingen: mensen hebben een voorkeur voor het natuurlijke, het menselijke, het intuïtieve boven het kunstmatige. Ze hebben een afkeer voor algoritmes/formules alhoewel deze meestal tot nauwkeurigere voorspellingen leiden Heuristiek #22: algoritmes negeren

- Onderzoek: vragen ‘Wil je biologische of commercieel geteelde appel?’ antwoord: de meesten kiezen de biologische. ‘Stel dat ze beide dezelfde smaak, voedingswaarde hebben en even gezond zijn’ antwoord: meesten kiezen zelfs dan de biologische

- Ook wijngemeenschap vijandig t.o.v. formule

- Vooroordeel tegen algoritmes wordt versterkt wanneer beslissingen belangrijke consequenties hebben mensen vinden het erger als een kind omkomt door een algoritme die fout maakte dan een menselijke fout

47

Page 48: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

- Rol van algoritmen neemt steeds toe in dagelijks leven: bv. aanbevelingen van software voor onze muzieksmaak; kredietgrenzen;.. vijandigheid zal hierdoor waarschijnlijk steeds afnemen

Leren van Meehl

- Kahenman moest in het leger een nieuw interviewsysteem creëren omdat de oude interviewmethode nutteloos was. Baseerde zich op ‘klein boekje’ van Mehl. Methode: aantal kenmerken opsommen die relevant zijn voor de functie; voor elk kenmerk feitelijke vragen opstellen om te weten hoe goed die persoon dat kenmerk bezit in zijn dagelijkse leven. Dit zijn gestandaardiseerde vragen om Halo-effect tegen te gaan. Dit werd gescoord op 5 punten schaal. Uiteindelijk somscore met een standaardformule berekend. <->daarvoor: de interviewer vatte het interview zelf samen in 1 score. Reactie: collega’s waren niet akkoord dat ze saaie feitelijke vragen moesten stellen. Als compromis voegt hij een test toe voor na het interview: “Doe je ogen dicht, probeer de rekruut als soldaat voor te stellen en geef hem score van 1 tot 5Resultaat: de prestaties werden goed voorspeld door de beoordelingen van het interview, de intuïtieve beoordeling was ook heel goed! Intuïtie kan dus een waardevolle bijdrage leveren maar enkel nadat een inzameling van objectieve informatie. Kahneman stelde een formule op die aan dit oordeel hetzelfde gewicht toekende als de soms van de scores.

Doe het zelf

1. Selecteer kenmerken die voorwaardelijk zijn vr functie, kenmerken van elkaar onafhankelijk en ze moeten betrouwbaar vastgesteld kunnen worden. 6 kenmerken genoeg

2. Lijst van vragen voor die kenmerken. bedenken hoe je wilt scoren: idee hebben wat je zwak en sterk noemt

3. 6 scores optellen

Hoofdstuk 22: wanneer kunnen we ons verlaten op de intuïties van experts?

- Samenwerking Kahneman met Gary Klein. Beide verschillende meningen: Kahneman onderzoekt heuristieken en biasen, ook bij experts<->Klein: onderzoekt goeie expertise: bv. expertise van brandweerlieden.

- Vraag: Wanneer kun je een ervaren professional vertrouwen als deze zich op een intuïtie beroept? Na 7 jaar artikel samen opgesteld

Wonderen en tekorten

- Boek ‘Blink’: kunstkenners zien kunstvoorwerp dat beschreven wordt als een sculptuur van een kouros: een voortschrijdende jongeling. Experts ervoeren intuïtie: ze voelden aan dat beeld vervalsing was triumf van intuïtie. In boek ook intuïtie die volledig faalt: voorspelling hoe Harding zal presteren als president

Intuïtie als herkenning

- Klein: expertise van brandweerlieden: de commandanten genereerden 1 plausibele mogelijkheid om te handelen (baseerden zich op patronen die ze na jaren ervaring

48

Page 49: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

kenden), ze pasten er een mentale simulatie op toe om te zien of dit zou werken, als niet geschikt gingen ze over tot andere plausibele mogelijkheid.

Recognition-primed decision model van Klein: besluitvormingsmodel op basis van herkenning: proces bedient zich eerst op systeem 1: er komt automatisch een mogelijk plan van aanpak in gedachten door het associatief geheugen. Daarna systeem 2: dit plan wordt onderworpen aan een mentale simulatie om na te gaan of het zal werken

- Herbert Simon creëerde nieuwe ideeën op basis van dit model. Intuïtie is niets meer dan herkenning: De situatie heeft een aanwijzing verschaft: deze aanwijzing heeft de expert toegang tot informatie in zijn geheugen en die info verschaft het antwoord. Dit brengt de schijnbare magie van intuïtie terug tot de alledaagse ervaring van het geheugen.

Het verwerven van vaardigheid

- Hoe wordt de info die steun biedt aan intuïtie in het geheugen opgeslagen? Sommige soorten intuïtie worden snel verworven. Vaak is 1 ervaring al genoeg om afkeer en vrees tot stand te brengen. Bv. slechte schotel in restaurantniet meer terugkerenDit emotioneel leren zien we ook bij de hond van Pavlov

- Angst kan ook door woorden worden aangeleerd. Bv brandweerlieden: denken en praten over soorten branden

- Emotioneel leren komt snel tot stand maar expertise heeft veel meer tijd nodig omdat expertise niet één vaardigheid is maar een grote verzameling van deelvaardighedenBv. schaken

De omgeving van vaardigheid

- Kahneman en Klein hebben andere experts in gedachten. Klein: brandweerlieden, verpleegkundigen met werkelijke expertise <->Kanheman: medici, therapeuten, beleggingsadviseurs die voorspellingen op lange termijn doen

- Kahneman deed eerder onderzoek naar vertrouwen dat mensen ontlenen aan 2 verwante indrukken: indruk van cognitief gemak en de indruk van samenhang: het geeft ons vertrouwen als het verhaal dat we aan onszelf vertellen gemakkelijk bij ons opkomt, zonder tegenspraak maar dit biedt geen garantie dat die overtuiging waar is!

vertrouwen dat mensen stellen in hun intuïties is geen betrouwbare aanwijzing voor validiteit Heuristiek #23: intuïtie om experts te vertrouwen

- Wanneer kun je vertrouwen stellen in een zelfverzekerde professional die zich op een intuïtie beroept? 2 basisvoorwaarden voldaan intuïties te vertrouwen1. een omgeving die voldoende regelmatig is om voorspelbaar te zijn2. gelegenheid om deze regelmatigheden door langdurige oefening te lerenDit is zo bij schakers, verpleegkundigen, brandweerlieden,..

<->beleggingsadviseurs en politieke wetenschappers: omgeving zonder validiteit <->artsen en therapeuten van Mehl: Omgeving met lage validiteit. niet onbekwaam maar ze presteerden zwak omdat ze taken toegewezen kregen waarvoor geen eenvoudige oplossing bestond. Zelfs de beste statistische algoritmes zijn hier niet nauwkeurig genoeg.

49

Page 50: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

- Statistische algoritmes zijn beter in omgevingen met veel ruis: ze zijn beter dan menselijke beoordelaars om laagvalide aanwijzingen te ontdekken en ze zijn nauwkeuriger door die aanwijzingen consistent te gebruiken

- Het is fout om iemand de schuld te geven van het onvermogen om in een onvoorspelbare wereld trefzekere voorspellingen te doen. Maar het is wel redelijk om professionals aan te spreken op hun overtuiging dat ze een onmogelijke taak met succes kunnen volbrengen. Intuïtie is niet te vertrouwen bij afwezigheid van stabiele regelmatigheden in de omgeving. (bij regelmatigheden: intuïtie=herkenning; bij onregelmatigheden: intuïtie is geluk)

Feedback en oefening

- Of professionals een kans hebben om intuïtieve expertise te ontwikkelen hangt af van de kwaliteit en de snelheid van feedback en de voldoende gelegenheid om te oefenen.Bv. snelle feedback: rem in auto

- Expertise bestaat uit een verzameling van vaardigheden en professionals kunnen zeer bedreven zijn in sommige taken en in andere een nieuweling blijven bv. minder voorkomende operaties

- Psychotherapeuten: directe feedback op korte termijn van patiënten: leren om hierop gepast tereageren. Maar ze krijgen weinig feedback op lange termijn, daarom hebben ze geen mogelijkheid om vast te stellen welke algemene behandelingsaanpak voor verschillende patiënten het meest geschikt is

- Ook hier is het mogelijk dat experts de grenzen van hun expertise niet kennen en stellen dat ze ook kunnen lange termijnvoorspellingen maken over hun patiëntenDe niet-gekende grenzen van professionele vaardigheid helpen verklaren waarom experts vaak te zelfverzekerd zijn.

Validiteit beoordelen

- Wanneer kun je een ervaren professional vertrouwen die zich op intuïtie beroept?Wanneer de omgeving voldoende regelmatig is en als de beoordelaar gelegenheid heeft om deze regelmatigheden te leren, dan zal de associatieve machine situaties herkennen en snelle en trefzekere voorspellingen en beslissingen genereren. Dan kan je de intuïties van experts vertrouwen

- In minder regelmatige omgevingen, lage validiteit, wordt beroep gedaan op heuristieken van beoordeling. Systeem 1 gaat moeilijke vragen beantwoorden door deze om te zetten naar gemakkelijke vragen waar je een antwoord op hebt. (substitutie) Het antwoord komt snel en kan voldoende geloofwaardig zijn om door de controle van systeem 2 heen te glippen

- Subjectief vertrouwen is dus geen goede aanwijzing voor trefzekerheid: ook oordelen die de verkeerde vraag beantwoorden, kunnen met grote stelligheid worden uitgesproken

Hoofdstuk 23: het externe gezichtspunt

50

Page 51: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

- Kahneman en co: leerplan opstellen voor het onderwijs

- Deed een oefening: vroeg aan iedereen om schatting te maken van de tijd die nodig was om een uitgewerkt concept van het leerboek aan het ministerie aan te bieden

- Schattingen waren rond de 2 jaar

- K. vroeg aan leerplandeskundige Seymour of hij andere teams kenden die leerplan ontwikkelde vanaf nul en hoeveel tijd zij hadden nodig gehad. Antwoord: 40% van die teams hebben het opgegeven. Van degene die door hebben gezet is de gemiddelde tijd 7 jaar. Hij zegt dat hun team een beetje onder het gemiddelde scoort

- Vooraleer hij dit aan S. had gevraagd, had S. geen link gelegd tussen zijn kennis van het verleden en de voorspelling van de toekomst. Eigenlijk wist iedereen dat een voorspelling van 7 tot 10 jaar en 40%uitval plausibeler was maar ze accepteerden niet wat ze wisten, ze konden niet voorstellen dat dit zo lang zou duren

- Toch ging het team verder en deed er 8 jaar over, uiteindelijk werd het leerplan niet uitgevoerd.

- drie lessen uit geleerd: 1. Verschil interne en externe gezichtspunt 2. Planningsfout 3. Irrationele vasthoudendheid: dwaasheid door toch het project voort te zetten

Aangetrokken tot het interne gezichtspunt

- Interne gezichtspunt: gebruikt door het team om een schatting te maken. Ze baseerden zich enkel op informatie die beschikbaar was: aantal hoofdstukken die ze al geschreven hadden, eigen ervaringen (WYSIATI) Maar de hoofdstukken die ze het eerst hadden geschreven waren waarschijnlijk gemakkelijker en meer betrokkenheid in het begin. Ze hielden geen rekening met de onbekende onbekenden: gebeurtenissen die het proces vertragen: echtscheidingen, ziekten, trage bureaucratiën

- Externe gezichtspunt: informatie over de categorie waartoe het team behoort op basis hiervan voorspelling maken, goeie methode.

- S. hield geen rekening met het externe gezichtspunt in de voorspelling van eigen project omdat deze niet bij hem in gedachten was gekomen

- Opmerkelijk dat het team zelf niet het gevoel had dat ze informatie over andere teams nodig hadden om de schatting te doen mensen voelen maar zelden de behoefte om cijfers te kennen van de klasse waartoe ze behoren, de saaie statistische info wordt opzijgeschoven wanneer deze niet overeenstemt met persoonlijke indrukken, voorkeur voor het interne gezichtspunt

De planningsfout

Heuristiek #24: De planningsfout = beschrijving van plannen die onrealistisch dicht bij ideale scenario’s liggen en verbeterd zouden kunnen worden door cijfers over soortgelijke gevallen te raadplegen

- veel voorbeelden van planningsfouten bv. nieuwe schotse parlementsgebouw geschat op 40 miljoen, uiteindelijk kwam men op 431 miljoen, bv. nieuwe keuken, gemiddeld geschat op 18 658 dollar, uiteindelijk gemiddeld 38 769 dollar

51

Page 52: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

- optimisme van planners is hiervoor een reden, maar ook dat aannemers van verbouwingen de meeste winst maken op aanvullingen op het oorspronkelijk plan: foutieve voorspellingen berusten hier dus op het onvermogen van klanten om zich voor te stellen hoe ver hun wensen zich in de loop van de tijd zullen uitbreiden.

- Soms zijn opstellers van plannen niet onschuldig: stellen een onrealistisch plan voor om het plan goedgekeurd te krijgen

De planningsfout verzachten

- Remedie voor planningsfouten: innemen van extern gezichtspunt, --voorspellingsmethode Flyvbjerg:

1. Stel een bepaalde referentieklasse vast 2. Verzamel gegevens over die klasse (halen uit een database), gebruik die cijfers om een basisvoorspelling te genereren 3. Pas deze voorspelling aan als er reden is om te verwachten dat de optimistische bias in dit project meer of minder uitgesproeken is dan in de andere projecten van hetzelfde type

- Deze analyses zijn bedoeld als richtlijn voor autoriteiten die openbare projecten aanbesteden

- Organisaties moeten de planningsfout tegen gaan door planners te belonen voor stipte uitvoering en te beboeten voor een onvermogen om te anticiperen op moeilijkheden

Besluiten en fouten

- Bij riskante projecten nemen ondernemers beslissingen op basis van misleidend optimisme in plaats van rationele afweging van winst, verlies en waarschijnlijkheden. Ze overschatten baten en onderschatten kosten

- Mensen ondernemen vaak riskante projecten omdat ze te optimistisch zijn over de kansen waarmee ze maken krijgen

Falen voor een test

- Kahneman voelt zich gefaald omdat het project zijn initiatief was en hij niet ingegrepen heeft.

- Toen het team de voorspelling kenden hebben ze geen poging gedaan om een realistischere voorspelling te maken. Het team was toen al even bezig en had al wat tijd geïnvesteerd (kosten-batenanalyse) dus wou op dat moment ook niet opgeven

Hoofdstuk 24: de machinerie van kapitalisme

Optimisten

- Planningsfout is een vorm van optimistische biasHeuristiek #25 de optimistische bias: de wereld zien als goedaardiger dan hij werkelijk is, onze eigen persoonskenmerken als gunstiger dan ze werkelijk zijn en de doelen waarop we ons richten als bereikbaarder dan ze vaak blijken te zijn. Hierdoor overschatten we ook ons vermogen om de toekomst te voorspellen

52

Page 53: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

- Optimisme grotendeels aangeboren

- Optimisten zijn vaak geen doorsneemensen: het zijn de uitvinders, politieke lijders, ondernemers,..

- Mensen met de grootste invloed op het leven van anderen zijn vaak optimistisch en te zelfverzekerd

- Optimistische mensen nemen meer grote risico’s en onderschatten die risico’s

Waanideeën van ondernemers - Onderzoek: Kans dat onderneming in de VS 5 jaar volhoudt is 35%. Amerikaanse

ondernemers werden gevraagd: 1. Hoe groot is de kans dat een onderneming zoals uw onderneming (zelfde sector) succesvol zou zijn. Antwoord: 60%. 2. Hoe groot is de kans dat uw eigen onderneming succesvol zal zijn? Antwoord: de meesten schatten meer dan 7 op 10.

- Positieve kant aan optimisme: mensen blijven vasthoudend bij hindernissen op hun pad, maar dit kan ook een negatieve kant zijn!

- Onderzoek Thomas Astebro: Wat gebeurt er als optimisten slecht nieuws ontvangen? Uitvinders moesten de commerciële vooruitzichten van hun ideeën beoordelen op #criteria. Dan eindscore gekregen. 47% van degene met lage eindscore, dus een indicatie dat het zal mislukken, ging verder met de ontwikkeling. Vasthoudendheid kwam veel voor bij uitvinders met hoge score voor persoonlijk optimisme

- meeste mensen geloven dat ze op de meest wenselijke kenmerken superieur zijn aan de meeste anderen hierdoor komt het dat bij grote, kostbare fusies en overnames leiders van grote ondernemingen grote risico’s nemen omdat ze geloven dat ze de kwaliteit van de andere onderneming beter kunnen benutten. Ze vertonen ‘hubris’=hoogmoed

- onderzoek: optimistische topmannen geïdentificeerd. Besluit: zeer optimistische leiders nemen buitensporig risico’s: liever schulden dan aandelen uitgeven; te veel te betalen voor overnames en fusies met waardeverlies;.. + De aandelen van het overnemende bedrijf werden minder wanneer de topman zeer optimistisch was, aandelenmarkt is dus in staat om te zelfverzekerde topmannen op te sporen.

- Persprijzen voor optimistische topmannen daarna doet topman en bedrijf slechter

- Optimistisch risicogedrag van ondernemers draagt bij aan economische dynamiek van een kapitalistische samenleving

Verwaarlozing van concurrentie (cognitieve factoren)

Optimisme verklaren vanuit wensdenken (emotionele factor) maar er is meer: ook principe van WYSIATI uit systeem 1 speelt belangrijke rol: We richten ons op een doel, leggen ons vast op ons plan en verwaarlozen relevante a-

priorikansen waardoor we ons blootstellen aan de planningsfout We richten ons op wat we willen en kunnen doen en verwaarlozen de plannen en

vaardigheden van anderen

53

Page 54: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Bij het verklaren van het verleden en het voorspellen van de toekomst richten we ons op de causale rol van vaardigheid en verwaarlozen we de rol van toeval. Daarom zijn we kwetsbaar voor een illusie van beheersing.

We richten ons op wat we weten en verwaarlozen wat we niet weten, iets wat ons te veel vertrouwen geeft in onze overtuigingen.

- Onderzoek: vraag: “Bent u als chauffeur beter dan het gemiddelde?” Antwoord: 90% zegt Ja. Mensen beantwoorden deze moeilijke vraag door een gemakkelijke vraag te beantwoorden(substitutie): zich vergelijken met het gemiddelde zonder over het gemiddelde na te denken.

bovengemiddeld effect: mensen zijn geneigd om zich hoger dan het gemiddelde te scoren bij activiteiten waar ze goed in zijn <->mensen zijn geneigd om zich lager dan gemiddeld te scoren bij activiteiten die ze moeilijk vinden.

- Onderzoek: vraag: “In welke mate zal de uitkomst van uw inspanning afhangen van wat u in uw bedrijf doet?” Antwoord: meer dan 80% WYSIATI: ondernemers concentreren zich op wat ze het beste kennen: hun plannen en handelingen , meest directe bedreigingen en kansen. Ze weten minder over concurrenten en zien daarom concurrentie als niet belangrijk in de toekomst

Verwaarloosde concurrentie. Vb. veel films worden allemaal samen uitgebracht op belangrijke dagen zoals independendence Day. De vraag aan die bedrijven: “Als we in aanmerking nemen wat anderen zullen doen, hoeveel mensen gaan dan onze film bekijken?” Deze vraag vervangen (substitie) door vraag: “Hebben we een goede film en organisatie om film op de markt te brengen?”concurentie wordt genegeerd. Gevolg van verwaarloosde concurrentie: meer mededingers op de marktverliesslecht voor bedrijf maar kan positief zijn voor de economie: betere concurrenten komen krijgen aandacht

Overmatig zelfvertrouwen

- Onderzoek: financieel directeurs van grote ondernemingen moesten: 1. de uitkomsten van de index van het volgend jaar schatten. resultaat: correlatie schattingen en werkelijke index ongeveer 0, directeurs hadden dit niet verwacht. 2. 80% betrouwbaarheidsinterval schatten. Resultaat: in 67% ligt waarde buiten interval (ipv 20%), ze hebben overmatig zelfvertrouwen. Ware interval: tussen -10 en 30% heel breed (4x breder), daar zou een financieel directeur niet moeten afkomen in een vergadering, dit geeft blijk van onwetendheid die niet geapprecieerd zou worden.

Sociale psychologie (sociale factor) komt hier in aanmerking: zelfvertrouwen wordt boven onzekerheid gesteld: vb. experts met grootste zelfvertrouwen vaakst uitgenodigd in nieuwsprogramma’s; overmatig zelfvertrouwen bij artsen aangemoedigd door cliënten: taboe om onzekerheid te tonen aan patiënten ook al zijn ze vaak niet juist;..

- Combinatie: emotionele, cognitieve en sociale factoren overdreven optimismegrote risco’s nemen

- Voordeel optimisme: veerkracht in het geval van tegenslagen, dit door het zelfbeeld te verdedigen: successen toekennen aan jezelf maar je niet schuldig voelt over mislukkingen, kan aangeleerd worden.

54

Page 55: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Het premortem: een gedeeltelijke remedie

Kan al te zelfzeker optimisme door training worden overwonnen? Pogingen:

- mensen oefenen in betrouwbaarheidsintervallen opstellen maar weinig succes;

- geologen bij Shell: beoordeling van boorlocaties, minder zelfverzekerd na training met gevallen uit verleden;

- Gary Klein: premortem = Wanneer organisatie bijna tot belangrijke beslissing is gekomen: voor een korte sessie groep individuen bijeenbrengen en hen vragen “Stel je voor dat we een jaar verder zijn. We hebben plan in praktijk gebracht zoals het nu voorligt. Uitkomst was rampzalig. Schrijf korte geschiedenis van de ramp op.” Voordelen: overstijgt het groepsdenken en stimuleert de verbeelding, legitimeert twijfel, moedigt zoektocht naar niet eerder gekende bedreigen aan

Hoofdstuk 25: onderzoek naar besluitvorming

‘hoe mensen zich opstellen t.o.v. riskante keuzemogelijkheden en dat we een antwoord zoeken op de vraag : welke regels bepalen hoe mensen kiezen tussen verschillende simpele gokken en tussen gokken en zekerheden?’

-theorie van verwachte utiliteit = keuzelogica op basis van elementaire regels (axioma’s) van rationaliteit.

als je liever een appel hebt dan een banaan, dan verkies je ook een kans van 10% om een appel te winnen boven de 10% kans om een banaan te winnen-> willekeurige objecten (appel/banaan)en willekeurige waarschijnlijkheden (10%kans om appel te winnen/10%kans om een banaan te winnen)

Ze bedachten enkelvoudige besluitvormingsproblemen en vroegen zich af hoe men zou kiezen: VB: Waaraan geef je de voorkeur?

A. Gooi een munt op. Als het kop is, win je 100 dollar en als het munt is, win je niets.B. Je krijgt met zekerheid 46 dollar. -> intuïtieve keuze ? meest aanlokkelijke ? – zekerheid

-Prospecttheorie (prospect theory: an analysis of decision under risk) sterk gebaseerd op utiliteitstheorie

<->puur beschrijvend met als doel vastleggen en verklaren van systematische schendingen van de axioma’s van rationaliteit bij gegokte keuzes tussen alternatieven

Kadereffecten= de grootte veranderingen in voorkeur die soms veroorzaakt worden door soms onzorgvuldige variaties in de formulering van keuzeproblemen

-wet van Fechner: onderzoeksveld psychofysica : bezeten door betrekking van geest en stof: Aan de ene kant Fysische hoeveelheid die kan variëren en aan andere kant subjectieve ervaring : variaties in fysieke hoeveelheid brengen variaties tot stand in de intensiteit of kwaliteit van subjectieve ervaring.

hij wou de psychofysische wetmatigheden achter dit verband blootleggen. Het verband tussen subjectieve waarneming en fysieke hoeveelheid > hij stelde dat dit

55

Page 56: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

voor veel functies logaritmische is = toename van gegeven stimulus intensiteit met een gegeven factor brengt dezelfde verandering teweeg op de psychologische meetlat.

-De fout van Bernoulli : hij liep op Fechner vooruit en paste redenering toe op de psychologische waarde of begeerlijkheid van geld (nu utiliteit genoemd) en de feitelijke hoeveelheid geld.

- gift van 10 euro heeft zelfde utiliteit voor iemand die al 100 euro bezit als iemand die gift krijgt van 20 euro die al 200 euro bezit. -> psychologische reactie op verandering in rijkdom is omgekeerd evenredig aan oorspronkelijke hoeveelheid rijkdom -> we kijken naar inkomensveranderingen in termen van percentages. Dus utiliteit een logaritmische functie van rijkdom

Voor Bernoulli werd er van uitgegaan dat een gok aan de hand van verwachte waarde werd beoordeeld= een gewogen gemiddelde van mogelijke (geld)uitkomsten waarbij elke uitkomst word afgewogen tegen zijn waarschijnlijkheid.

VB.A. Een kans van 80% op een winst van 100 dollar en een kans van 20% op een winst van 10 dollar = 82 dollar. (0.8*100+0.2*10)B. 80 dollar met zekerheid

als mensen onzekere vooruitzichten op hun verwachte waarde zouden beoordelen zouden ze voorkeur geven aan de gok omdat dit meer is dan de zekerheid <-> Bernoulli : meeste mensen hebben een afkeer van risico’s en spelen eerder op ‘safe’. -> keuzen van mensen zijn niet gebaseerd op geldwaarden maar op de psychologische waarden van uitkomsten = hun utiliteiten! Berekening : psychologische waarde van een gok = het gemiddelde van de utiliteiten van de uitkomsten die elk door zijn waarschijnlijkheid wordt gewogen. (bv 1 miljoen + 1 miljoen krijgen is 20 utiliteitspunten maar 9 miljoen + 1 miljoen krijgen slechts 4 punten) < teruglopende marginale waarde van rijkdom is verklaring voor afkeer risico’s Probleem : bepaald niet wie gelukkiger is-> afhankelijk van recente verandering ten opzichte van verschillende toestanden die het referentiepunt bepalen.(subjectieve ervaring)! Er wordt geen rekening gehouden met vanuit welk referentiepunt vertrokken wordt (hoeveel heeft de persoon al van inkomen bv) dit heeft ook een invloed!!! Wat voor de ene persoon winst is kan voor de andere verlies betekenen. Er moet dus rekening gehouden worden met de verschillende referentie punten van waar personen vertrekken: zekere en slechte uitkomst verschillen hierdoor voor verschillende personen.

Waarom deze fout? Theorie van noodzakelijke blindheid : eens je een theorie hebt aangenomen en deze aanreikt als hulpmiddel in denken is het zeer moeilijk om hierin nog fouten te ontdekken.

Hoofdstuk 26: prospecttheorie

>Toonaangevende theorie hield geen rekening met verschillende houdingen tegenover risico op verlies of winst (blindheid) -> hier nu meer focus op -> verbetering; vonden een manier om centrale probleem in keuzemodel van Bernoulli aan te tonen: theorie van Bernoulli is te simpel en mist dynamische element= het referentiepunt= eerdere toestand aan de hand waarvan winst en verlies worden beoordeeld.

56

Page 57: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

In theorie van Bernoulli enkel kijken naar stand van rijkdom om utiliteit te bepalen <> prospecttheorie ook rekening houden met referentiepunt.

3 cognitieve kenmerken in prospecttheorie:

3 operationele kenmerken van systeem 1= spelen beslissende rol bij beoordeling van financiële uitkomsten en gelden bij een grootte verscheidenheid van automatische processen bij waarneming, beoordeling en emotie

1. Beoordeling is afhankelijk van een neutraal referentiepunt (=adaptatieniveau) EXP: drie komen. Links ijswater, rechts warm water en in het midden water op kamertemperatuur. Steek eerst de handen tegelijkertijd in kom 1 en 3, 1 minuut. Steek daarna beide handen in de middelste kom. De ene hand zal kou voelen en de andere hand warm (tegengesteld met de kom waar de hand heeft ingezeten). Financieel uitgangspunt: status-quo of de uitkomst die je verwacht te hebben of deze waar je denkt recht op te hebben.Uitkomsten>referentiepunt=WINSTUitkomsten<referentiepunt=VERLIES

2. Principe van verminderende gevoeligheid. Toegepast op zintuiglijke dimensies en beoordeling van verandering in rijkdom. Bv: een zwak licht aansteken in een donkere ruimte zal meer effect hebben dan een zwak licht aansteken in een helder verlichte ruimte.Bv: het subjectieve verschil tussen 900 en 1000 is kleiner dan het subjectieve verschil tussen 100 en 200.

3. Afkeer van verlies: verliezen wegen zwaarder dan winsten. De reactie op verliezen is sterker dan op overeenkomstige winsten. Er wordt hierbij gekeken naar de psychologische kost. Er is vaak een angst om te verliezen die meer doorweegt. Afkeer-van-verlies-ratio: Hoeveel is het kleinste bedrag dat ik als tegenwinst wil (tegen het verlies)? Ligt meestal tussen 1.5 en 2x.

3 principes die waarde van de uitkomst bepalen

Heel veel keuzemogelijkheden in het leven zijn gemengd: er is een risico op verlies en een kans op winst en we moeten beslissen of we de gok zullen wagen of niet.

VB: u krijgt een gok aangeboden die door het opgooien van een munt word beslist A) als het kop is verliest u 100 dollar B)als het munt is wint u 150 dollar

- Afwijzing van gok is door systeem 2- Bepalende factor (emotionele reactie) door systeem 1

->> verliezen wegen zwaarder dan winsten

Afkeer van verlies ratio= ‘wat is de kleinste winst die ik nodig heb als tegengewicht tegen gelijke kansen om 100 dollar te verliezen’ (meestal gemiddeld bereik tussen anderhalf en twee een half) -> dit verschilt afhankelijk van specifieke instructies die je geeft Vb. ‘denk als een handelaar’ ’laat sociale overwegingen buiten beschouwing’ ’probeer u niet als doortastend of voorzichtig voor te doen’ enz..

57

Page 58: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

1. Bij gemengde gokken waarbij je zowel kan winnen als verliezen leid een afkeer van verlies tot extreme keuzes tegenover verlies

2. Bij slechte keuzes, waarbij een zeker verlies word vergeleken met een groter verlies dat alleen maar waarschijnlijk is, leid een teruglopende gevoeligheid tot het opzoeken van risico

Theorema van Rabin

Blinde vlekken van de prospecttheorie:-referentie punt als status quo als nulpunt - wordt niet veel vermeld in de economie- houdt geen rekening met teleurstelling en spijt

De Prospecttheorie

Stelling 1: Met zekerheid 900 dollar krijgen of 90% kans om 1000 dollar te krijgen?

Meeste kiezen de zekerheid, omdat de subjectieve waarde van een winst van 900 dollar groter is dan de 90% van de waarde van een winst van 1000 dollar.

Stelling 2: Met zekerheid 900 dollar verliezen of 90% kans om 1000 dollar te verliezen

Meeste kiezen voor het risico, omdat de (negatieve) waarde van het verlies van 900 dollar is groter dan 90% van de (negatieve) waarde van een verlies van 1000 dollar.

Afkeer van het zekere verlies

Mensen hebben dus contrasterende houdingen tegenover risico’s bij gunstige en ongunstige vooruitzichten.

De centrale fout in het keuzemodel van Bernoulli kan zo worden aangetoond:

Stelling 3: Bovenop wat u al had, heb je 1000 dollar gekregen. U moet daarna tussen 2 situaties kiezen. 50% kans om 1000 dollar te winnen of met zekerheid 500 dollar krijgen?

Mensen verkiezen de zekerheid

Stelling 4: Bovenop wat je al had, heb je 2000 dollar gekregen. Je moet daarna kiezen tussen 2 situaties. 50% kans om 1000 dollar te verliezen of met zekerheid 500 dollar verliezen?

Meeste kiezen voor het risico. Volgens de theorie van Bernoulli zijn de stellingen in termen van uiteindelijke rijkdom

dezelfde (met zekerheid 1500 rijker worden of kans wagen en 1000 of 2000 euro rijker worden). Dus zou dit volgens die theorie gelijke voorkeuren moeten oproepen, wat niet zo blijkt te zijn.

Een belangrijk element, waar Bernoulli geen rekening mee houdt, is het referentiepunt, de eerdere toestand aan de hand waarvan winst en verlies wordt beoordeeld. Bij 3 ligt het referentiepunt 1000 dollar hoger dan de bestaande rijkdom, bij 4 2000 dollar hoger.

58

Page 59: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

De zekerheid van 1500 dollar rijker worden is bij 3 een winst van 500, bij 4 een verlies van 500. Het gaat hier dus niet om de uiteindelijke rijkdom, maar om het feit dat mensen graag winnen en niet graag verliezen.

In de kern van de Prospecttheorie liggen drie cognitieve kenmerken, te beschouwen als operationele kenmerken van Systeem 1. Dit alles is ook terug te vinden in de onderstaande grafiek.

- Neutraal referentiepunt = Adaptatieniveau. Uitkomsten die beter zijn dan het referentiepunt, zijn winsten. Uitkomsten slechter dan het referentiepunt, zijn verliezen. (De middelste as)

- Principe van verminderde gevoeligheid. Het subjectieve verschil tussen 900 en 1000 dollar is veel kleiner dan tussen 100 en 200 dollar. Een klein lampje in een donkere kamer heeft een sterker effect dan hetzelfde lampje in een heldere kamer. (De S vormige grafiek)

- Afkeer van verlies. Verliezen wegen zwaarder dan winsten. (de asymmetrische bochten van de S)

Stelling 5: Als je een munt gooit en het eindigt op kop, verlies je 100 dollar. Eindigt het op munt, win je 150 dollar. Zou je de gok wagen?

Psychologische voordeel van 150 dollar afwegen tegen het psychologische kosten van 100 dollar.

Meeste mensen wagen de gok niet, dit is een handeling van Systeem 2, wat voortvloeit uit de emotionele reacties van Systeem 1.

De afkeer-van-verliesratio laat zien sterk je afkeer is van verlies door je af te vragen wat de kleinste winst is die je als tegengewicht wil voor een gelijke kans om 100 dollar te verliezen. Bij de meeste mensen is dit 2 keer zoveel (200 dollar).

Blinde vlekken van de Prospecttheorie

De theorie wordt niet vaak vernoemd in economische teksten, omdat ze er vanuit gaan dat Econs geen domme keuzes maken. De economie is al een zeer uitgebreide en ingewikkelde

59

Page 60: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

studie, het nog verwarrender maken door deze veronderstelling te ondermijnen zou alles nog moeilijker maken.

Een fout in de theorie zien we als we als referentiepunt de waarde 0 nemen. Stel dat je de volgende vooruitzichten hebt:

A: 1 kans op een miljoen om 1 miljoen te winnenB: 90% kans om 12 dollar te winnenC: 90% kans om 1 miljoen dollar te winnen

De prospecttheorie kent aan het niet winnen in alle drie de gevallen dezelfde waarde toe: nul. Maar we ervaren dit niet zo! In geval C is niets winnen veel teleurstellender dan in gevallen A en B. De theorie houdt dus geen rekening met teleurstelling en het verwachten van teleurstelling.

De theorie houdt eveneens geen rekening met spijt. De prospecttheorie, evenals de utiliteitstheorie, gaan uit van de veronderstelling dat een keuzeafzonderlijk en onafhankelijk wordt gemaakt.

Stelling 6 : Kies tussen 90% kans om 1 miljoen dollar te winnen of 50 dollar met zekerheid te krijgen.

Meeste kiezen voor de gok. Stel je voor dat je niks wint. Daarna krijg je de volgende keuze:

Stelling 7: Kies tussen 90% kans om 1 miljoen te winnen of 150.000 dollar met zekerheid te krijgen.

Het vooruitzicht van de mogelijk pijn als u niks wint, wordt verergert door de kennis dat u spijt zou hebben als je die 150.000 dollar hebt afgewezen.

Spijt is dus wel degelijk een belangrijk element.

Hoofdstuk 27: het bezitseffect

Onverschilligheidscurve: verbind combinaties van twee goederen die even wenselijk zijn: zelfde utiliteit hebben-> hoe meer vrije dagen je hebt, hoe minder belang je stelt in nog meer vrije dagen. Hoe meer inkomen je hebt, hoe minder je uit bent op nog een extra dollar. Als A en B zich op dezelfde onverschilligheidscurve bevinden voor jou, moet je geen keuzen maken tussen deze. Maar in deze curve zegt men niets over het huidige inkomen of de huidige aantal vrije dagen die een persoon heeft. Met andere woorden, de curve toont geen referentiepunt aan. Door dit niet aan te tonen willen de opstellers van de curve je zeggen dat dit referentiepunt er niet toe doet. Maar dit is fout, we hebben opnieuw te maken met een fout van Bernoulli. Onverschilligheidscurves gaan er altijd van uit dat je utiliteit op elk moment bepaald wordt door je bestaande situatie, dat het verleden irrelevant is, maar dit is niet realistisch. Er zijn twee aspecten van een keuze die het standaardmodel van de onverschilligheidscurves niet voorspelt nl.

1. voorkeuren variëren afhankelijk van het referentiepunt2. nadelen van een verandering wegen zwaarder dan de voordelen van een

verandering.

Richard Thaler, één van de grondleggers vond veel voorbeelden over wat hij het bezitseffect noemde. (denk flessen wijn drinken-verkopen eerste les). Hij gebruikte de

60

Page 61: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

prospecttheorie nl. de bereidheid om een fles wijn te kopen of te verkopen is afhankelijk van het referentiepunt nl. bezit de professor op dit moment de fles al ja of nee. Als hij de fles bezit, heeft hij aandacht aan de pijn die het opgeven van de fles met zich meebrengt. Als hij de fles niet bezit, denkt hij aan het genoegen om de fles te krijgen. Het afgeven van een goede fles wijn (iets negatief) is pijnlijker dan het vooruitzicht op het krijgen van een goede fles wijn. De reactie op een verlies is sterker dan de reactie op overeenkomstige winst. Maar het bezitseffect is niet universeel. Er is een verschil tussen iets dat je krijgt dat als ruilmiddel moet dienen voor andere goederen en tussen iets dat je krijgt dat dient voor gebruik/consumptie. -> basis voor hun experiment

Knetch, Thaler & Khaneman zetten een experiment op dat zich richtte op het contrast tussen goederen bestemd voor ruil en goederen bestemd voor gebruik. Ze maakten voor een deel gebruik van het experiment van Smith, grondlegger van de experimentele economie. Smith deelde in zijn experiment aan de deelnemers van een markt verschillende fiches uit. Een deelnemer die aan het einde van het experiment een fiche bezat, kon dit ruilen voor geld. Wanneer op het einde van het experiment de markt werd gesloten, waren de fiches in handen van diegenen die voor hun fiches het meeste geld konden krijgen van de proefleider.

Eigenlijke experiment: elke sessie begon met enkele rondes voor het verhandelen van fiches. Deze fiches hadden enkel waarde omdat ze op het einde voor geld konden worden ingeruild bij de proefleider, ze hadden dus geen gebruikswaarde. Er werd ook een soortgelijke markt geopend met voorwerpen die wel een gebruikswaarde hadden nl. een aantrekkelijke koffiebeker met daarop het logo van de universiteit waar het experiment werd uitgevoerd. Zo’n koffiebeker was op dat moment ongeveer 6 dollar waard. Deze bekers werden willekeurig aan de helft van de deelnemers toegekend. De deelnemers moesten de prijs aangeven waartegen ze wilden handelen. De gemiddelde verkoopprijs bleek uiteindelijk het dubbele van de gemiddelde koopprijs. Dus de magie van de markt nl. marktevenwicht werkte niet voor een object dat de eigenaars wilden gebruiken (een object met gebruikswaarde).

Er werd nog een reeks van experimenten uit met varianten van dezelfde procedure, steeds met dezelfde resultaten.

Een ander experiment: bestaat uit 3 groepen: kopers, verkopers en kiezers. Kopers moesten hun eigen som geld uitgeven om een object te verwerven, kiezers konden kiezen tussen ofwel een beker ofwel een som geld ontvangen. Verkopers stellen een hoge prijs, dit weerspiegelt de onwil om een object op te geven dat ze al bezitten. Dit wordt weerspiegeld in de neurowetenschappen: goederen verkopen die je normaal gezien zou gebruiken, activeren het hersengebied dat in verband staat met weerzin en pijn. Kopen activeert deze gebieden enkel als de prijs als te hoog wordt ervaren. (wanneer verkoper een prijs vraagt die de ruilwaarde te boven gaat)

Ander experiment: als beloning voor een experiment kregen mensen een dure pen of een reep chocolade. Op het einde kregen ze de mogelijkheid om deze te ruilen. Maar slechts 10% deed dit, de rest hield zich vast aan datgene dat ze gekregen hadden.

Ander experiment: onderzoek naar de markt voor koopflats in Boston. Eigenaars met een hoog referentiepunt, die dus kunnen rekenen op een groter verlies, zetten een hogere prijs op hun woning, zetten hun pogingen om hun woning te verkopen langer voort en ontvangen uiteindelijk meer geld. Maar er wordt geen bezitseffect verwacht wanneer eigenaren hun goederen beschouwen als waarde dragers voor een ruil in de toekomst. Zo was er een onderzoek dat beginnende plaatjesverhandelaars moeilijk afstand konden doen van de plaatjes die ze bezaten, maar dit verdween naarmate ze langer aan de handel deelnamen. Dat de ervaring met handel een rol speelt wordt ook aangetoond in een ander experiment.

61

Page 62: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

De beloning voor een onderzoek was een koffiebeker of een chocoladereep. Op het einde mocht er geruild worden. Van de ervaren handelaars ruilde 48%, van de onervaren slechts 18%. Eveneens het fysieke speelt een rol, deelnemers geven enkel blijk van het bezitseffect indien ze het object een tijdlang fysiek in het bezit hadden.

Hoofdstuk 28: slecht nieuws

Hier is de grote boodschap dat mensen over het algemeen een afkeer van verlies hebben. Verlies weegt zwaarder voor mensen dan winst.  Ook verwerken we boze gezichten sneller en efficiënter dan blije gezichten (hier speelt de amygdala belangrijke rol).

Hersenen van mensen en andere dieren bevatten een mechanisme dat voorrang geeft aan slecht nieuws, dit wordt ook grondiger verwerkt dan goed nieuws. Slechte woorden trekken bv ook sneller de aandacht dan goede woorden. Slechte indrukken en stereotypes komen sneller tot stand en worden moeilijker ontkracht dan goede.

>In veel situaties is de grens tussen goed en slecht afhankelijk van het referentiepunt dat met tijd veranderd afhankelijk is van de directe situatie

Doelen zijn referentiepunten

Afkeer van verlies heeft betrekking op de relatieve sterkte van twee motieven; we zijn sterker gemotiveerd om verlies te vermijden eerder dan winst na te streven -> Een referentiepunt is soms de status quo maar het kan ook een doel in de toekomst zijn.

Doel niet bereiken is een verlies Doel overtreffen is een winst

mensen stellen korte termijn doelen die men probeert te bereiken maar niet per se probeert overtreffen: men is geneigd inspanning te verminderen wanneer directe doel bereikt is met resultaten die soms tegen economische logica ingaan

Status quo verdedigen

Meestal 2 motieven: 1) Weerzin tegen het niet bereiken van het doel2) verlangen om het doel te overtreffen 

Het eerste motief is bijna altijd sterker dan het tweede. Er is dus een asymmetrie tussen deze twee motieven. Afkeer van verlies is de zwaartekracht die ons leven dicht bij het referentiepunt houdt.

Afkeer van verlies in verband met rechten en plichten

Onderzoek naar de visies van de algemene populatie op oneerlijk gedrag van handelaren, werkgevers en huisbazen.VB: een ijzerwinkel heeft sneeuwschuivers verkocht voor 15 dollar. Op een morgen na een grootte sneeuwstorm verhoogt de winkel de prijs tot 20 dollar. Scoor deze handeling als: volstrekt oneerlijk, aanvaardbaar, oneerlijk of zeer oneerlijk? >volgens economische standaard model reageert verkoper passend op de vraag

62

Page 63: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

>82% beoordeelde dit als oneerlijk, de prijs van voor de sneeuwstorm namen ze als referentiepunt en de verhoogde prijs zagen ze als een verlies dat de verkoper aan de klanten oplegde.

BASISREGEL VAN EERLIJKHEID ontdekt: Het benutten van een marktpositie om verliezen aan anderen op te leggen vindt men onaanvaardbaar. 

VB. een kleine kopieer winkel heeft een enkele werknemer die daar al 6 jaar werkt en 9 dollar per uur verdiend. De fabriek blijft goed lopen, maar een fabriek in de omgeving is moeten sluiten en dus toegenomen werkloosheid. Andere winkels hebben nu geschikt personeel aangenomen voor 7 dollar per uur om gelijke werkzaamheden te verrichten als die van de werknemer in kopieer winkel. De eigenaar van de winkel brengt het loon van de werknemer terug tot 7 dollar per uur

>vanuit economische model aanvaardbaar vanuit werkgever >beoordeelaars 83 procent zei dat dit oneerlijk of zeer oneerlijk was

VB; winstgevend bedrijfje in omgeving met veel werkloosheid is hetzelfde maar nu neemt huidige werknemer ontslag en besluit eigenaar zijn opvolger 7 dollar per uur te geven

>hier zegt de meerderheid (73 procent) dat het aanvaardbaar is: werkgever blijkt geen morele verplichting te hebben tegen over opvolger

Recht hier is persoonsgebonden= de huidige werknemer heeft recht op behoud van zijn loon zelf als de marktsituatie de werkgever zou toestaan een loonkorting op te leggen <> de opvolger heeft daar in tegen geen recht op referentieloon daarom mag werkgever loon korten zonder risico hierdoor als oneerlijk te worden beoordeeld. wanneer het bedrijf nu echt bedreigd wordt mag men wel het verlies doorgeven. Recenter onderzoek heeft steun gegeven aan de observaties over eerlijkheid in verband met een referentiepunt.

ten slotte: Uit neuro- onderzoek vond men dat altruïstische bestraffing vergezeld gaat met toegenomen activiteit in de genotscentra. Onze hersenen zijn er beter op ingesteld gemeenheid te bestraffen dan om edelmoedigheid te belonen.

Hoofdstuk 29: het viervoudige patroon

Altijd als je een omvattende beoordeling doet van een complex object, ken je gewichten toe aan de kenmerken van dat object. De afweging vindt plaats ongeacht of je je daar al of niet van bewust bent; het is een operatie van SYSTEEM 1. Deze gewichten staan in verband met de waarschijnlijkheid van de uitkomsten: een kans van 50% om 1 miljoen te winnen is veel aantrekkelijker dan een kans van 1% op ditzelfde bedrag. De toekenning vindt soms bewust en weloverwogen plaats, maar meestal ben je niet meer dan een waarnemer van een kant-en-klare beoordeling die door je SYSTEEM 1 wordt afgeleverd.

Verandering van kansen

Reden voor de populariteit van de gokmetafoor in het onderzoek naar besluitvorming: hoe waarschijnlijker de uitkomst, hoe meer gewicht zij zal krijgen. Tot op het moment dat Bernoulli zijn theorie lanceerde, werden gokken aan de hand van hun verwachte waarde beoordeeld. In zijn theorie is de utiliteit van een gok het gemiddelde van de utiliteiten van de uitkomsten, waarbij elke uitkomst op haar waarschijnlijkheid wordt gewogen, het

63

Page 64: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

verwachtingsprincipe . Het verwachtingsprincipe biedt geen correcte beschrijving van hoe mensen denken over de waarschijnlijkheid van riskante vooruitzichten. Stel kansen van 0 tot 5% 5 tot 10% 60 tot 65% 95 tot 100%.

Het verwachtingsprincipe voorspelt hier dat uw utiliteit in elk van de vier gevallen toeneemt met precies 5% van de utiliteit van het winnen van vb. 1 miljoen. Iedereen is het er echter over eens dat stijgingen van 0 tot 5% en van 95 tot 100% indrukwekkender zijn dan van 5 tot 10 of 60 tot 65%.

Een kans die toeneemt van 0 tot 5%, verandert de situatie door een mogelijkheid te scheppen die daarvoor nog niet bestond. Het is een kwalitatieve verandering, de verhoging van 5 tot 10% is niet meer dan een kwantitatieve verandering. De verhoging van 5 tot 10% verdubbelt de waarschijnlijkheid van het winnen, maar de psychologische waarde van het vooruitzicht verdubbelt niet. De sterke indruk van de verandering van 0 tot 5% illustreert het mogelijkheidseffect dat met zich meebrengt dat zeer onwaarschijnlijke uitkomsten onevenredig veel zwaarder wegen dan ze ‘verdienen’.

De verhoging van 95 tot 100% is een andere kwalitatieve verandering die een sterk effect oplevert, het zekerheidseffect. Uitkomsten die bijna zeker zijn, krijgen minder gewicht dan hun waarschijnlijkheid rechtvaardigt. (vb. van 95% kans op erven van 1miljoen, 5% kans dat inhalige stiefzus het krijgt)

Mogelijkheid en zekerheid hebben even sterke effecten op het gebied van verliezen. Vanwege het mogelijkheidseffect zijn we geneigd aan kleine risico’s te veel gewicht toe te kennen en bereid veel meer dan de verwachte waarde te betalen om deze risico’s volledig uit te bannen. Te veel gewicht toekennen aan kleine waarschijnlijkheden verhoogt de aantrekkelijkheid van een gok of een verzekeringspolis.

De conclusie is duidelijk: in strijd met het verwachtingsprincipe zijn de gewichten die mensen bij een beslissing aan uitkomsten toekennen, niet identiek met de waarschijnlijkheden van deze uitkomsten. Onwaarschijnlijke uitkomsten krijgen te veel gewicht; dit is het mogelijkheidseffect. Bijna zekere uitkomsten daarentegen, krijgen te weinig gewicht ten opzichte van feitelijke zekerheid. Het verwachtingsprincipe – dat waarden hun gewicht krijgen op grond van hun waarschijnlijkheid – is slechte psychologie. Von Neumann en Morgenstern bewezen dat elke weging van onzekere uitkomsten die niet strikt proportioneel is, met waarschijnlijkheid leidt tot inconsistenties en andere rampen.

De paradox van Allais

Allais wilde laten zien aan zijn gasten dat zei ontvankelijk waren voor een zekerheidseffect en daarmee inbreuk maakten op de theorie van verwachte utiliteit en op de axioma’s van rationele keuze die aan de grondslag van deze theorie lagen.

A. 61% kans op 520 000 dollar winnen OF 63% kans op 500 000 dollar winnenB. 98% kans op 520 000 dollar winnen OF 100% kans op 500 000 dollar winnen

Keuze 1 bij A en keuze 2 bij B: logische zonde en schending van rationele keuzen.Dit keuzepatroon is onlogisch, maar een psychologische verklaring ligt hier voor de hand: het zekerheidseffect is hier werkzaam. In de loop der jaren zijn er allerlei pogingen gedaan om een plausibele rechtvaardiging voor het zekerheidseffect te vinden, maar geen enkele daarvan was echt overtuigend. In de prospecttheorie (Kahneman & Amos) zouden de

64

Page 65: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

gewichten die aan een beslissing ten grondslag liggen, niet gelijkstaan met waarschijnlijkheden.

Beslissingsgewichten

Zie tabel 4 p. 335: In de buurt van de twee uitersten wijken de beslissingsgewichten sterk af van de waarschijnlijkheden. Aan de onderkant vinden we het mogelijkheidseffect: onwaarschijnlijke gebeurtenissen worden aanzienlijk overgewaardeerd. Het zekerheidseffect aan de andere uiteinde van de waarschijnlijkheidsschaal is nog opvallender: een risico van 2 procent dat je de prijs niet wint, vermindert de utiliteit, of het beslissingsgewicht, van de gok met 13 procent. Het zekerheidseffect is ook sterker dan het mogelijkheidseffect als de uitkomst een mislukte operatie is in plaats van een financiële winst. Hersenreacties op verschillende waarschijnlijkheden stemmen opvallend sterk overeen met de beslissingsgewichten die uit gemaakte keuzen zijn afgeleid.

Zeer hoge of zeer lage waarschijnlijkheden (minder dan 1% of meer dan 99%) zijn een geval apart. Zeer zeldzame gebeurtenissen worden meestal buiten beschouwing gelaten, indien dit niet gebeurt, zul je ze zeker te sterk waarderen. Verder zijn mensen bijna volstrekt ongevoelig voor risicovariaties bij kleine waarschijnlijkheden. Een kans van 0,001 op kanker wordt niet gemakkelijk onderscheiden van een kans van 0,00001.

Als je aandacht schenkt aan een dreiging, maak je je zorgen en de beslissingsgewichten weerspiegelen de mate waarin je je zorgen maakt. Vanwege het mogelijkheidseffect staat je zorg niet in verhouding met de waarschijnlijkheid van de dreiging. Vb. experiment met risico’s en bereidheid tot betalen van insectenprays voor kinderen. De prijs is verenigbaar met de psychologie van bezorgdheid maar niet met het traditionele model/kans op risico.

Het viervoudig patroon

Twee conclusies van Kahneman en Amos: mensen kennen eerder waarde toe aan winst en verlies dan aan bezit, en de beslissingsgewichten die ze aan uitkomsten toekennen, verschillen van waarschijnlijkheden. In combinatie verklaren deze twee ideeën een patroon van voorkeuren dat we het viervoudige patroon noemen. (zie tabel 13 p. 337) Keuzen worden geleid door een afkeer van risico als het zekere alternatief de voorkeur krijgt en door opzoeken van risico als de voorkeur uitgaat naar de gok. De cel linksboven is de cel waarover Bernoulli sprak: mensen zijn afkerig van risico wanneer ze een grote kans hebben om een aanzienlijke winst te behalen. De cel linksonder (lage waarschijnlijkheid op winst) staat voor het mogelijkheidseffect, het ultieme voorbeeld hier is een lot in de lotto. De cel rechtsonder (lage waarschijnlijkheid op verlies) is de omgeving waarin mensen zich verzekeren.

De cel rechtsboven is nieuw (hoge waarschijnlijkheid op verlies): men besefte al snel dat we even sterk geneigd zijn om risico’s op te zoeken als het gaat om verliezen, als geneigd om risico’s te vermijden als het gaat om winsten. Het aangaan van dergelijke risico’s leidt er vaak toe dat hanteerbare problemen omslaan in rampen. De acceptatie van het grote zekere verlies is te pijnlijk, en de hoop op volledige redding te aanlokkelijk, om het verstandige besluit te nemen dat het tijd is om je verlies te nemen. Omdat een nederlaag zo moeilijk geaccepteerd wordt, blijft de verliezende partij in een oorlog vaak nog lang doorvechten na het moment waarop de overwinning van de tegenstander al duidelijk is geworden.

Gokken in de schaduw van de wet

65

Page 66: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Een proces verloopt gunstig en je hebt 95% kans om te winnen. Uw advocaat dringt er op aan om een schikking te accepteren waarbij u maar 90% van de eis zal binnenhalen. Nu worden twee emoties opgeroepen die u beide in dezelfde richting sturen: de aantrekkelijkheid van een zekere (en substantiële) winst en de angst voor intense teleurstelling en spijt als je een schikking afwijst en de zaak toch verliest. De eiser met een sterke zaak is geneigd tot een afkeer van risico.

Stap nu in de schoenen van de gedaagde in dezelfde zaak. Hier geldt hoge waarschijnlijkheid op verlies en de emoties zijn: het zekere verlies roept weerzin op en de mogelijkheid om de zaak alsnog te winnen is zeer aantrekkelijk. Een gedaagde met een zwakke zaak zal waarschijnlijk het risico opzoeken en eerder bereid zijn tot een gok dan tot het accepteren van een heel ongunstige schikking.

Denk nu aan lichtzinnig procederen: gevallen waarbij een eiser met een flinterdunne zaak een grote eis indient die zeer waarschijnlijk door de rechtbank zal worden afgewezen. De eiser bevindt zich in de cel linksonder, met een kleine kans op het winnen van een zeer groot bedrag. Voor de gedaagde is de rechtszaak een ergerlijk gebeuren met een klein risico van een heel slechte uitkomst. Te veel gewicht toekennen aan de kleine kans op een groot verlies leidt tot afkeer van risico, en een schikking voor een bescheiden bedrag staat gelijk aan het kopen van een verzekering tegen de onwaarschijnlijke mogelijkheid van een ongunstige uitspraak. De eiser is hier bereid om te gokken en de gedaagde wil zekerheid. Eisers met lichtzinnige aanspraken halen doorgaans een voor hen gunstigere schikking binnen dan de situatie cijfermatig rechtvaardigt.

Conclusie: Stelselmatige afwijkingen van verwachte waarden zijn op de lange termijn kostbaar en deze regel is zowel van toepassing op afkeer van risico als op het opzoeken van risico.

Hoofdstuk 30: zeldzame gebeurtenissen

De oorspronkelijke formulering van de prospecttheorie bevatte het argument dat ‘zeer onwaarschijnlijke gebeurtenissen ofwel genegeerd worden, ofwel overgewaardeerd’, maar gaf niet aan onder welke specifieke omstandigheden het een of het ander zich zou voordoen, en gaf ook geen psychologische interpretatie van deze reacties. Het overwaarderen van onwaarschijnlijke uitkomsten is geworteld in kenmerken van SYSTEEM 1. De emoties staan niet alleen buiten verhouding met de waarschijnlijkheid, maar is ook ongevoelig voor de precieze mate van waarschijnlijkheid.

Overschatten en te zwaar laten wegen

- Mensen overschatten de waarschijnlijkheid van onwaarschijnlijke gebeurtenissen- Mensen kennen in hun beslissingen aan onwaarschijnlijke gebeurtenissen te veel

gewicht toe.

Dezelfde psychologische mechanismen zitten achter deze verschillende verschijnselen: gerichte aandacht, bevestigingsbias en cognitief gemak. We beschikken over een nuttig mentaal vermogen om ons spontaan te concentreren op alles wat vreemd, anders of ongebruikelijk is. De waarschijnlijkheid van en zeldzame gebeurtenis wordt gemakkelijk overgewaardeerd wanneer het alternatief niet duidelijk voor ogen staat. Wanneer je probeert de uitkomst van een project te voorspellen, is de succesvolle uitvoering van een plan duidelijk en gemakkelijk voor te stellen. Daarentegen is mislukking als alternatief een vaag gegeven omdat er ontelbare manieren zijn waarop iets fout kan gaan.

Levendige uitkomsten

66

Page 67: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

In de utiliteitstheorie staan beslissingsgewichten en waarschijnlijkheden aan elkaar gelijk. In de prosecttheorie hebben variaties in de waarschijnlijkheid een minder sterk effect op beslissingsgewichten. In beide theorieën hangen de beslissingsgewichten uitsluitend af van de waarschijnlijkheid, niet van de uitkomsten. Onderzoek wees uit dat ‘met affect beladen voorstellingen’ de overhand krijgen op de reactie op waarschijnlijkheid. Volgens Kahneman dringt een rijke een levendige verbeelding van de uitkomst, ongeacht of deze al dan niet emotioneel is, de rol van waarschijnlijkheid in de beoordeling van een onzeker vooruitzicht terug. Dit houdt in dat de toevoeging van irrelevante maar levendige bijzonderheden aan een geldelijke uitkomst de berekening verstoren. Cognitief gemak draagt ook bij aan het zekerheidseffect: wanneer je jezelf een levendig beeld van een gebeurtenis hebt gevormd, wordt de mogelijkheid dat deze gebeurtenis niet zal plaatsvinden ook levendig verbeeld en wordt daar een te groot gewicht aan toegekend.

Levendige waarschijnlijkheden

Het idee dat de directheid, de levendigheid en het gemak waarmee mensen zich een beeld vormen bijdragen aan beslissingsgewichten, krijgt steun uit veel andere waarnemingen. Seymour Epstein heeft aangevoerd dat zijn resultaten (experiment met knikkers p. 350) illustratief zijn voor de oppervlakkige verwerking die kenmerkend is voor SYSTEEM 1 (dat hij het ervaringssysteem noemt). De bias in keuze in dit experiment heeft verschillende namen gekregen, onder andere ‘verwaarlozing van de noemer’: als je aandacht zich richt op de winnende knikkers, ga je niet met dezelfde zorgvuldigheid het aantal niet-winnende knikkers na. Het idee van verwaarlozing van de noemer helpt verklaren waarom verschilende manieren om risico’s te communiceren zulke verschillende effecten opleveren. Zoals de verwaarlozing van de noemer voorspelt, krijgen gebeurtenissen met een lage waarschijnlijkheid veel meer gewicht wanneer ze in termen van relatieve frequenties (hoeveel) beschreven worden dan wanneer ze geformuleerd worden in abstractere termen van ‘kansen’, ‘risico’ of ‘waarschijnlijkheid’. SYSTEEM 1 gaat veel gemakkelijker om met individuen dan met categorieën.

De manier waarop frequenties worden weergegeven, heeft een sterke uitwerking (experiment p. 351). Dit effect zou stellig worden verminderd of opgeheven als aan de deelnemers een directe vergelijking van de twee formuleringen was voorgelegd, een taak die expliciet beroep doet op SYSTEEM 2. Ook ervaren forensische psychologen en psychiaters zijn niet immuun voor de effecten van de manier waarop risico’s worden uitgedrukt. Het sterke effect van de weergave biedt ook mogelijkheden voor manipulaties, die door belanghebbenden met succes worden toegepast.

Beslissingen op grond van globale indrukken

Onderzoeksgegevens geven steun aan de hypothese dat gerichte aandacht en saillantie (het eruit springen van een bepaald gegeven) ertoe bijdragen dat onwaarschijnlijke gebeurtenissen worden overschat en onwaarschijnlijke uitkomsten worden overgewaardeerd. Saillantie wordt versterkt door een gebeurtenis te vermelden, door de levendigheid en door de manier waarop waarschijnlijkheid wordt weergegeven. De geneigdheid tot overschattingen en overwaardering van saillante gebeurtenissen is geen absolute regel, maar is sterk aanwezig en stevig wetenschappelijk onderbouwd.

Zoals op grond van de prospecttheorie verwacht mag worden, roept kiezen op grond van beschrijving een mogelijkheidseffect op: aan zeldzame uitkomsten wordt een te groot gewicht toegekend in verhouding tot hun waarschijnlijkheid. In scherpe tegenstelling hiermee wordt het toekennen van een te groot gewicht bij kiezen op grond van ervaring nooit

67

Page 68: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

waargenomen en komt het toekennen van een te klein gewicht geregeld voor. De uitkomsten van een groot aantal experimenten doet vermoeden dat zeldzame gebeurtenissen niet te veel gewicht krijgen wanneer we beslissingen nemen als het kiezen van een restaurant of het vastbinden van de boiler uit voorzorg tegen een aardbeving.

De interpretatie van kiezen op grond van ervaring is nog niet definitief vastgesteld, maar er is overeenstemming over één belangrijke oorzaak van het onderwaarderen van zeldzame gebeurtenissen, zowel in experimenten als in de echte wereld: veel deelnemers maken de zeldzame gebeurtenis nooit mee! Ralph Herwig en Ido Erev merken op dat kansen op zeldzame gebeurtenissen minder aandacht krijgen dan ze op grond van hun objectieve waarschijnlijkheid verdienen. Als voorbeeld wijzen ze op de lauwe reactie van het publiek op bedreigingen van het milieu op lange termijn. Deze voorbeelden van verwaarlozing zijn belangrijk en gemakkelijk te verklaren, maar onderwaardering vindt ook plaats wanneer mensen de gebeurtenis werkelijk ervaren hebben.

De waarschijnlijkheid van een zeldame gebeurtenis zal (vaak, niet altijd) overschat worden vanwege de bevestigende bias van het geheugen. Wanneer je denkt aan die gebeurtenis, probeer je deze in gedachten waar te maken. Een zeldzame gebeurtenis zal overgewaardeerd worden als deze specifiek de aandacht trekt. Specifieke aandacht is gegarandeerd wanneer de vooruitzichten expliciet beschreven worden. Zorgen die je niet loslaten, levendige voorstellingen, concrete voorstellingen en expliciete geheugensteuntjes dragen allemaal bij aan de overwaardering. En wanneer er geen sprake is van overwaardering, is er sprake van verwaarlozing.

Hoofdstuk 31: Riskante beleidsbeslissingen

Stel dat je een keuze moet maken tussen de volgende twee beslissingen

Beslissing 1

A: Een zekere winst van 240 dollar

B: Een kans van 25 % om 1000 dollar te winnen en een kans van 75% om niets te winnen

Beslissing 2

C: Een zeker verlies van 750 dollar

D: Een kans van 75% om 1000 dollar te verliezen en een kans van 25% om niets te verliezen

Systeem 1: We verkiezen A over B en D over C afkeer van risico als het gaat om winst en opzoeken van risico als het gaat om verlies. In het oorspronkelijke experiment koos 73% de optie AD en slechts 3% de optie BC

Maar combineer je de twee beslissingsproblemen:

AD: een kans van 25% om 240 dollar te winnen en een kans van 75% om 760 dollar te verliezen

BC: een kans van 25% om 250 dollar te winnen en een kans van 75% om 750 dollar te verliezen

optie BC domineert AD , toch heeft slechts 3% deze optie gekozen

68

Page 69: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Breed of smal?

Er zijn 2 manieren om beslissingen 1 en 2 te presenteren. Binnen een smal kader: een opeenvolging van twee eenvoudige beslissingen die apart in beschouwing worden genomen. Of binnen een breed kader: één enkele omvattende beslissing met 4 keuzemogelijkheden. Dit is duidelijk een beter kader. Maar mensen opereren van nature binnen smalle kaders.

Het probleem van Samuelson

Samuelson vroeg aan een vriend of hij kop of munt wou gooien waarbij hij 100 dollar kon verliezen of 200 dollar kon winnen. Zijn vriend antwoordde dat hij niet wilde wedden omdat hij het verlies van de 100 dollar sterker zou voelen dan de winst van 200 dollar, maar dat hij er wel wilde op ingaan als hij 100 van zulke weddenschappen mocht doen.

Samuelson bewijst dat iemand die uit is op winst en die één enkele gok afwijst, ook een reeks van soortgelijke gokken moet afwijzen.

Om Sam’s afkeer van verlies uit te drukken herschrijft Sam de weddenschap nadat hij elk verlies met een factor 2 heeft vermenigvuldigd.

1) Een enkele worp is voor Sam niets waard omdat hij de pijn van het verlies van een dollar twee keer zo intensief ervaart als het genoegen van de winst van een dollar. Dus de waarde van de gok is 0

2) Twee worpen: hier heb je twee gunstige gokken die voor sam niets waard zijn. Als ze hem bij twee gelegenheden worden aangeboden zal hij beide eer ze afwijzen. Maar als hij ze combineert zijn ze samen eigenlijk wel 50 dollar waard

3) 3 gokken combineren: 62,5 dollar wordt aan de totale waarde van het pakket toegevoegd.

Het opmerkelijke is dat Sam zijn afkeer van verlies nooit opgeeft. Maar de opeenstapelingen van gunstige gokken brengt de kans op verlies snel terug, en daarmee vermindert ook de invloed van afkeer van verlies op zijn voorkeuren.

Boodschap van Kahneman: Ik voel mee met uw afkeer van verlies bij elke gok die u aangaat, maar deze afkeer kost u een heleboel geld. U zult zichzelf een grote financiele gunst bewijzen als u elk van deze gokken opvat als onderdeel van een verzameling kleine gokken.

69

Page 70: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Voorwaarden: het mag niet worden toegepast op gokken op lange termijn waarbij de kans op winst voor elke gok heel klein is. En het werkt enkel als de gokken onafhankelijk zijn van elkaar. Dus bv niet bij meerdere investeringen in dezelfde bedrijfstak

Als je beschikt over de emotionele discipline die deze regel vereist, zult u nooit een kleine gok op zichzelf beoordelen of een kleine gok afwijzen vanwege afkeer van verlies.

Het is niet onmogelijk om dat advies op te volgen. Je moet denken als een handelaar. Experiment: Binnen de conditie van een smal kader werd hun gevraagd elke beslissing te nemen alsof die de enige was en hun emoties te accepteren. Binnen een breed kader was de instructie: stel je voor dat je een handelaar bent en behandel deze beslissing als een van een groot aantal geldelijke beslissingen. Een breed kader verzwakt de emotionele reacties op verlies en versterkte de bereidheid om risico’s te nemen.

Beleggers volgen best niet dagdagelijks beursschommelingen want de pijn van de veelvoudige kleine verliezen overstemt de even vaak voorkomende winsten. Dit zal uiteindelijk ook de kwaliteit van beslissingen en uitkomsten verbeteren. (= externe visie op planningsproblemen).

Risicobeleid

Je bent in staat de pijn van incidenteel verlies te verminderen of weg te nemen door de gedachte dat je risicobeleid, ondanks tegenvallers op de lange duur financieel voordeel zal opleveren. Een risicobeleid dat afzonderlijke beslissingen samenbundelt tot 1 geheel komt overeen met de externe visie op planningsproblemen. Het externe gezichtspunt is een breed kader voor denken over plannen. Het externe gezichtspunt en het risicobeleid zijn remedies tegen 2 vormen van bias.

1 Overdreven optimisme van de planningsfout (beschermt mensen tegen de verlammende effecten van afkeer van verlies)

2 Overdreven voorzichtigheid vanwege afkeer van verlies (beschermt mensen tegen de dwaasheden van overmatig optimisme).

Het gecombineerde resultaat kan de beslisser enige gemoedsrust geven.

Optimisten geloven dat de beslissingen die ze nemen voorzichtiger zijn dan ze in werkelijkheid zijn. Beslissers met een afkeer van verlies wijzen op goede gronden riskante proposities af die ze anders misschien zouden accepteren.

Hoofdstuk 32: De stand bijhouden

Mentale rekeningen Richard Thaler is a jaren gefascineerd door analogieën tussen de wereld van financiële boekhouding en de mentale rekeningen die we gebruiken om ons leven te organiseren en te besturen.

Er zijn verschillenden soorten mentale rekeningen. Soms zijn ze fysiek en soms bestaan ze enkel in ons denken. We maken een onderscheid tussen 3 mentale rekeningen

1. Huishoudgeld 2. Algemene besparingen

70

Page 71: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

3. Geoormerkte besparingen voor de opleiding van onze kinderen en medische noodgevallen

Er is een duidelijk hiërarchie in onze bereidheid om geld aan deze rekeningen te onttrekken voor lopende kosten.

We gebruiken mentale rekeningen voor het doel van zelfcontrole. Econs maken geen gebruik vna mentale rekeningen. Zij beschikken over een samenvattend overzicht van uitkomsten en worden aangestuurd door externe prikkels. Voor Humans zijn mentale rekeningen een vorm van een smal kader => houden de zaken voor een beperkte geest controleerbaar en werkbaar.

=> De liefhebber die zijn kaart zelf betaald heeft.

Dit is te verklaren obv mentale rekeningen. we gaan ervan uit dat beide liefhebbers een rekening hebben geopen voor de wedstrijd die ze graag willen zien. Als ze de wedstrijd missen, zal dit hun rekeningen met een negatief saldo afsluiten. Maar het saldo is duidelijk negatiever voor diegene die een kaartje gekocht heeft. Hij heeft niet alleen de wedstrijd gemist, maar had er ook voor betaald. => Omdat thuisblijven voor hem een slechtere zaak is, zal hij eerder de sneeuwstorm trotseren.

Dit zijn onbewuste berekeningen van emotioneel evenwicht, van het soort dat systeem 1 zonder nadere overwegingen uitvoert. Voor een Econ zou het niet uitmaken of hij de kaart betaald had of gekregen had.

Een plausibele manier om de keuze te formuleren ‘ik kan BlueBerry Tiles afsluiten met een succes voor mijn reputatie als belegger. Daarentegen kan ik de rekening van Tiffany Motors afsluiten met een smet op mijn reputatie. Wat zou ik liever doen?’

Twee fanatieke sprotliefhebbers zijn van plan om 70 km te reizen om een wedstrijd te zien. Een van hen heeft voor zijn kaartje betaald; de andere was op weg om een kaartje te kopen toen hij er een voor niets door een vriend kreeg aangeboden. Het weerbericht waarschuwt voor een sneeuwstorm op de avond van de wedstrijd. Welke van de twee kaarthouders zal de sneeuwstorm eerder trotseren om de wedstrijd te zien?

U hebt geld nodig om de bruiloft van uw dochter te bekostigen en u zult enkele aandelen moeten verkopen. U herinnert zicht de prijs waarvoor u elk aandeel gekocht hebt en kunt het aanmerken als een ‘winnaar’ of als een ‘verliezer’. Van de aandelen die u bezit, is BlueBerry Tiles een winnaars; als u dit aandeel nu verkoopt, realiseert u een winst van 5000 dollar. U bezit een op dit moment gelijkwaardige belegging in Tiffany Motors, die nu 5000 dollar minder waard is dan u ervoor betaald hebt. De waarde van beide aandelen is de afgelopen weken stabiel geweest. Welk aandeel zult u eerder verkopen?

71

Page 72: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Het dispositie-effect (Bias)= er is een sterkere voorkeur voor het verkopen van winnaars in plaats van verliezers.

Het dispositie-effect is een voorbeeld van een smal kader. De belegger heeft afzonderlijke mentale rekeningen geopend voor elk aandeel dat hij gekocht heeft en wil elke rekening met een positief saldo afsluiten. Een rationele actor zou het geheel van zijn portefeuille overzien en het aandeel verkopen die het in de toekomst minder goed zou doen, zonder na te gaan of het een winnaar of een verliezer is. => als u meer belang hecht aan rijkdom dan aan directe emoties, zou u de aandelen van de verliezer moeten verkopen en vasthouden aan de winnaar.

In de VS wordt men zelfs belast op het verkopen van winnaars en krijgt men een belastingvermindering voor de verkoop van verliezers.

Nog een argument tegen het verkopen van winnaars is het netto-effect. Netto-effect = aandelen die recent in waarde zijn gestegen, deze stijging nog voor een korte tijd zullen voorzetten.

=> Dus het met winst afsluiten van een mentale rekening is een genoegen, maar is kostbaar genoegen.

De fout van de gemaakte kosten = beslissing om extra middelen te investeren in een verliezende rekening wanneer er betere beleggingen beschikbaar zijn.

=> vele ondernemingen zouden de extra 60 miljoen in het oude project investeren. Deze situatie lift in de cel rechtsboven van het viervoudig patroon, de cel waarin de keuze gaat tussen een zeker verlies en een ongunstige gok

WINST VERLIES HOGE WAARSCHIJNLIJKHEIDZekerheidseffect

95% kans om 10.000 te winnen

95% kans om 10.000 te verliezen

Angst voor teleurstelling Hoop op vermijding van verlies

Afkeer van Risico Opzoeken van risicoOngunstige regeling accepteren

Ongunstige regeling afwijzen

LAGE WAARSCHIJNLIJKHEIDMogelijkheidseffect

5% kans om 10.000 te winnen

5% kans om 10.000 te verliezen

Hoop op grote winst Angst voor groot verliesOpzoeken van risico Afkeer van risicoGunstige regeling afwijzen Ongunstige regeling

accepteren

Een onderneming heeft al 50 miljoen in een project gestoken. Het project loopt nu achter op schema en de voorspellingen van het uiteindelijke rendement zin minder gunstig dan vooraf. Een aanvullende investering van 60 miljoen is nodig om het project nog een kans te geven. Een alternatief voorstel is om hetzelfde bedrag in een nieuw project te investeren die een hoger rendement verwacht. Wat zou de onderneming doen?

72

Page 73: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Agency probleem = variant van de fout van gemaakte kosten. Een ceo die beslissingen heeft gemaakt die niet goed uitdraaiden, wil dit niet graag toegeven en zal blijven geld daarin steken. Daarom gaan ze vaak een andere ceo aanvaarden die niet belast is met dezelfde mentale berekeningen.

De fout van gemaakte kosten houd mensen te lang vast in slechte banen, ongelukkige huwelijken en uitzichtloze projecten.

Spijt Spijt is een emotie en daarnaast ook een straf die we onszelf opleggen. De angst voor spijt speelt een rol bij veel beslissingen die mensen nemen.

Nederlandse psychologen hebben opgemerkt dat spijt vergezeld gaat met:

Gevoel dat je beter had moeten weten Onmachtig gevoel Gedachten over de fout die je gemaakt heb en de kansen die verloren zijn gegan Neiging om jezelf een schop te geven en je fout te herstellen Verlangen om ongedaan te maken en een tweede kans te krijgen.

Intense spijt is wat je ervaart wanneer je je heel gemakkelijke kunt voorstellen dat je iets anders doet dan wat je feitelijk gedaan hebt. Spijt is een conftrafeitelijke emotie die wordt opgeroepen door de beschikbaarheid van alternatieve werkelijkheden. vb. bij een vliegtuigramp zin er altijd verhalen van mensen die daar niet hadden moeten zijn, abnormale gebeurtenissen. Abnormale gebeurtenissen kunnen in de verbeelding gemakkelijker ongedaan worden gemaakt dan normale.

Verband tussen spijt en normaliteit:

Spijt en schuld worden beide opgeroepen door vergelijking met een norm, maar de twee normen zijn niet hetzelfde. De emoties die Mr. Brown en Mr. Smith ervaren, worden bepaald door wat ze meestal doen. Het meenemen van een lifter is voor Mr.Brown een abnormale gebeurtenis en daarom verwachten mensen een intenser gevoel van spijt bij hem. Aan de andere kant komen we er gemakkelijk toe Mr. Smith te verwijten dat hij geregeld onnodige risico’s neemt en dat dit zelfs zijn verdiende loon is. En dat Mr. Brown geen geluk had door deze ene keer zicht niet te houden aan zijn normale praktijk.

Mr. Brown neemt bijna nooit lifters mee. Gisteren gaf hij iemand een lift en werd hij beroofd.

Mr. Smith neemt vaak lifters mee. Gisteren gaf hij iemand een lift en werd hij beroofd.

Wie van de twee zal een groter spijt voelen? Mr.BrownWie van de twee zal het zwaarst worde bekritiseerd? Mr. Smith

73

Page 74: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Nochtans zijn de situaties van beide beleggers identiek. Het enige verschil is dat George op grond van zijn eigen handelen in deze situatie terecht kwam, terwijl dit bij Paul is gebeurd omdat hij juist niet in actie is gekomen. => mensen verwachten een sterkere emotionele reactie te krijgen op een uitkomst die het gevolg is van hun handelen dan op diezelfde uitkomst als deze niet door hun eigen handelen tot stand is gekomen. => we zien dit ook in een goksituatie: mensen verwachten dat ze zich gelukkiger gaan voelen als ze gokken en winnen, dan wanneer ze niet gokken en ditzelfde bedrag gewoon krijgen.

Deze asymmetrie is ten minste even sterk bij verliezen en is zowel van toepassing op schuld en spijt. De sleutel ligt niet in het verschil tussen activiteiten en onthouding, maar in het onderscheid tussen standaardopties en handelingen die daarvan afwijken.experiment:deelnemers speelden in een computersimulatie blackjack. Aan sommige spelers werd gevraagd om in te zetten, aan anderen om te passen. Ongeacht de vraag stond bij een slechte uitkomst een bevestigend antwoord in verband met veel sterkere spijt dan een ontkennend antwoord. De afwijking van de standaardreactie roept een gevoel van spijt op.

Consumenten die eraan herinnerd worden dat ze spijt kunnen krijgen van hun keuzen, vertonen een toegenomen voorkeur voor conventionele opties, zoals een keuze voor merkartikelen boven merkloze. Ook het eindejaargedadrag van managers van financiële fondsen vertoont een effect van verwachte beoordeling. Meestal gaan ze zich nog snel ontdoen van ongebruikelijke of twijfelachtige aandelen.

Verantwoordelijkheid Afkeer van verlies weegt in sommige situaties nog veel zwaarder, vooral op levensgebieden die belangrijker zijn dan geld, gezondheid. En de afkeer om belangrijke bezittingen te

Paul heeft aandelen in onderneming A. In het afgelopen jaar heeft hij overwogen om ovver te stappen op aandelen in onderneming B, maar heeft besloten om dit niet te doen. Hij komt nu te weten dat hij er 1200 dollar op zou zijn vooruitgegaan als hij was overgestapt op aandelen van onderneming B

George heeft aandelen in onderneming B. In het afgelopen jaar is hij overgestapt op aandelen van onderneming A. Hij komt nu te weten dat hij er 1200 dollar op zou zijn vooruitgegaan als hij zijn aandelen in onderneming B had gehouden.

Wie voelt de meeste spijt? George

U bent blootgesteld aan een ziekte waaraan u, als u de ziekte hebt opgelopen, binnen een week zult sterven. De kans dat u de ziekte hebt opgedaan, is 1 op 1000. Er bestaat een vaccin dat alleen werkzaam is voordat er enig symptomen zijn verschenen. Wat is het maximumbedrag dat u voor dit vaccin zou bereidt zijn te betalen?

Er zijn vrijwilligers nodig om de hiervoor genoemde ziekte te onderzoeken. Het enige dat vereist word, is dat u zich blootstelt aan een kans van 1 op 1000 om de ziekte op te lopen. Wat is het minimum dat u uitbetaald zou willen krijgen om als vrijwillig aan dit onderzoeksprogramma mee te doen? (U zou het vaccin niet mogen kopen.)

74

Page 75: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

verkopen wordt veel sterker als dit u verantwoordelijkheid zou kunnen zijn voor een slechte uitkomst.

De prijs die ze vragen als vrijwilliger ligt veel hoger dan de prijs dit ze zouden betalen voor een vaccin (50 op 1). Er zijn twee kenmerken aan dit probleem:

1) Mensen worden niet geacht hun gezondheid te verkopen. Dit wordt niet al gerechtvaardigd beschouwd en de onwil om eraan deel te nemen komt tot uitdrukking in een hogere prijs.

2) Voor een eventuele slechte afloop zult u zelf verantwoordelijk zijn. Je zult meer spijt ervaren in het tweede geval, omdat je had kunnen weigeren om je gezondheid te verkopen. U had zich aan de standaardoptie kunne houden door niets te ondernemen.

De intense afkeer van het inwisselen van risico tegen enig ander voordeel speelt op grote schaal en rol in de wetten en regelingen. Deze tendens is vooral sterk in Europa, waar het voorzorgsprincipe dat elke mogelijk schadelijke handeling verbiedt, algemeen wordt geaccepteerd. De jurist Cass Sunstein vindt het voorzorgsprincipe kostbaar en vindt dat het verlammend kan werken. Hij maakte een enorme lijst van vernieuwingen die deze toets niet zouden hebben doorstaan, van vliegtuigen tot het vaccin voor mazelen.

Je tegen spijt vaccineren

Verwachting van spijt expliciet maken Wanneer het dan slecht afloopt kun je je herinneren dat je de mogelijkheid van spijt zorgvuldig hebt overwogen en zul je waarschijnlijk minder spijt ervaren.

Bias van achterafkennis uitsluiten Door ofwel zeer grondig na te denken over de keuze of totaal nietachterafkennis is erger als je maar een klein beetje nadenkt, net genoeg om jezelf later voor te houden dat je bijna een betere keuze had gemaakt.

Daniel Gilbert en co. : Mensen verwachten over het algemeen meer spijt dan ze in werkelijkheid ervaren. => ze onderschatten het effect van psychologische verdediging die ze zullen opwerpen = psychologisch immuunsysteem

Hoofdstuk 33: Het kan verkeren

Case: Overval in een winkel waarbij een man een schotwond krijgt. -> Schadevergoeding?

1. De overval vond plaats in de winkel waar hij het vaakst kwam. 2. De winkel die hij het vaakst bezocht, was vanwege een begrafenis gesloten en

daarom deed hij zijn boodschappen in de andere winkel waar hij beschoten werd. algemene toestemming over het antwoord: schadevergoeding moet in beide gevallen gelijk zijn. De vergoeding wordt toegekend vanwege de ernstige verwondingen. = Aan de hand van systeem 2.

Dave Miller en Cathy McFarland: deze case voorgelegd met EEN van de twee scenario’s

U bent blootgesteld aan een ziekte waaraan u, als u de ziekte hebt opgelopen, binnen een week zult sterven. De kans dat u de ziekte hebt opgedaan, is 1 op 1000. Er bestaat een vaccin dat alleen werkzaam is voordat er enig symptomen zijn verschenen. Wat is het maximumbedrag dat u voor dit vaccin zou bereidt zijn te betalen?

Er zijn vrijwilligers nodig om de hiervoor genoemde ziekte te onderzoeken. Het enige dat vereist word, is dat u zich blootstelt aan een kans van 1 op 1000 om de ziekte op te lopen. Wat is het minimum dat u uitbetaald zou willen krijgen om als vrijwillig aan dit onderzoeksprogramma mee te doen? (U zou het vaccin niet mogen kopen.)

75

Page 76: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Nu gaat men het slachtoffer een veel hoger bedrag geven als hij beschoten was in een winkel die hij maar zelden bezocht, -> medeleven met een schrijnende gebeurtenis.

Door substitutie en gematchte intensiteit -> sterkte van de emotionele reactie op het erhaal over naar de geldelijke schaal

Een uitdaging aan de economie:

Omslag van voorkeur

Sarah Lichtenstein en Paul Slovic: experiment over voorkeuren tussen weddenschappen:

- Weddenschap A: 11/36 kans om 160 dollar te winnen, 25/36 kans om 15 euro te verliezen

- Weddenschap B: 35/36 kans om 40 dollar te winnen. 1/36 kans om 10 dollar te verliezen

kiezen tussen een veilige en riskante weddenschap. Veiligheid heeft de overhand en B is duidelijk de meest gemaakte keuze.

Tegen welke laagste prijs zou u de weddenschap verkopen? -> Uw beoordeling van wat de weddenschap waard is berust op de winstmogelijkheid. De verkoopprijs van weddenschap A ligt hoger dan die van weddenschap B. = een omslag van voorkeur. Mensen verkiezen B boven A, maar als ze slechts een van de weddenschappen bezitten hechten ze meer waarde aan weddenschap A boven B.

Eerst zullen de emotionele reacties van Systeem 1 veel meer doorslag geven bij een afzonderlijke beoordeling, bij een gecombineerde beoordeling vraagt het steeds een zorgvuldiger en intensievere beschouwing die beroep zal doen op systeem 2.

Grether en Plott: economen die de psychologische theorieën willen verklaren. -> dertien theorieën gaan bekijken. -> had weinig direct effect op de overtuigingen van economen, droeg echter bij om voor de economen psychologisch onderzoek serieus te gaan nemen.

Categorieën:

-John is zes, zijn lengte is 1m50.

- Jim is zestien, zijn lengte is 1m 52.

Als je direct vergelijkende vraag stelt, zal je zeggen dat Jon niet evenlang is als Jim. -> in andere sit waarlangs objecten en gebeurtenissen hun eigen vergelijkingscontext meebrengen voor belangrjke zaken tot onsamehangende keuzen leiden.

Vraag over dolfijnen en goede doelen: je gaat je beoordeling automatisch baseren op de dimensie goed –slecht -> automatische operatie van systeem 1. = vaststellen van waarde door substitutie en het matchen van intensiteiten. Je gaat de intensiteit van uw voorliefde voor dolfijnen over brengen op een schaal van bijdragen.

Wanneer er een vraag bijkomt naar de volksgezondheid (landarbeiders die huidkanker zouden krijgen): men acht het risico op huidkanker bj landarbeiders in deze catergorie niet hoog. In exp hebben de dolfijnen bij een afzonderlijke beoordeling iets grotere bijdragen gekregen dan de landarbeiders.

76

Page 77: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

- Landarbeiders zijn mensen en dolfijnen niet -> gaat over verschillende categorieën. - Dolfijnen kregen een hogere intensiteitsscore en kregen vervolgens een hogere

bijdrage op grond van het matchen van intensiteit- Een gecombineerde beoordeling: punt van ‘menselijk tov dierlijk’ springt pas

naar voren wanneer deze twee categorieën in samenhang bekeken worden. Mensen tonen nu een duidelijke voorkeur voor de landarbeiders en een bereidheid om aanzienlijk meer aan hun welzijn bij te dragen.

Hsee’s beoordelingshypothese: voorbeeld van de tweedehandboeken: bij een afzonderlijke beoordeling wordt aan het aantal lemma’s geen gewicht toegekend -> hierdoor kan je de boeken dus niet op zichzelf gaan beoordelen.

Onrechtvaardige omslagen:

Geval 1: een kind liep brandwonden op toen zijn pyjama vuur vatte.

Geval 2: de malversaties van een bepaalde bank veroorzaakten bij een andere bank verlies van tien miljoen euro.

Bij de afzonderlijke beoordeling kende de jury een hogere schadevergoeding toe aan de benadeelde bank dan aan het kind met de brandwonden -> omdat de omvang van het financiële verlies een sterk referentiepunt opleverde.

-> in combinatie van de twee gevallen: men gaat dubbel zoveel schadevergoeding aan het kind geven -> voorstel dat overeenstemde met de intensiteit van hun gevoelens. Een gecombineerde beoordeling die beroep doet op systeem 2 hiervoor gaat stabieler zijn dan een afzonderlijke beoordeling die vaak een afspiegeling is van de intensiteit van de emotionele reacties van systeem 1.

Hoofdstuk 34: Kaders en de werkelijkheid

Econs : wanneer twee zinnen dezelfde waarheidsvoorwaarden hebben, zijn ze hetzelfde, hebben ze dezelfde betekenis.

Humans : de betekenis van een zin is wat er in uw associatiemechanisme gebeurt als u de zin begrijpt. => associatie : reactie van Systeem I.

emotionele kaders

kadereffecten : onrechtvaardige invloed van formuleringen op overtuigingen en voorkeuren.

korting op contant betalen ipv toeslag op creditcard vanuit standpunt van iemand die met een creditcard betaalt.

mensen lopen liever een korting mis dan dat ze een toeslag moeten betalen => economisch gezien gelijkwaardig maar emotioneel gezien niet.

Je krijgt 50 dollar ; 1. 20 dollar behouden … 2. 30 dollar verliezen

experiment : ‘rad van fortuin’ je kan een zekerheid of een gok krijgen.

Men geeft voorkeur aan zekerheid in de versie van behouden

77

Page 78: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Men geeft voorkeur aan gok in de versie van verliezen

neuro-economie : wat gebeurt er in iemands hersenen bij het nemen van beslissingen. – oplichten v bepaalde gebieden door zuurstofvoorziening

onderzoek kadereffect heeft 3 belangrijke uitkomsten opgeleverd :

1. gebied met emotionele prikkeling was meestal actief wann keuze pp met het kader overeenstemden (de amygdala ; betrokkenheid systeem I)

2. gebied van conflict en zelfbeheersing (anterieure cingulate) meer actief wann pp tegen zijn natuur inging : voor zekerheid kiezen ondanks dat die was aangeduid als een verlies (weerstand tegen systeem I)

3. ‘rationeel’ = minst gevoelig voor kadereffecten, activiteit in frontaal gebied (combineert emoties en redelijkheid bij het nemen v beslissingen)

exp emotionele inkadering :

kiezen tussen operatie of bestraling – op LT (5j) geeft operatie meer overlevingskans maar op KT is het meer riskant dan bestraling-

50% kreeg cijfers over overlevingskans / 50% kreeg cijfers over sterftekans

bv. overlevingskans na 1 maand is 90% / sterftekans na 1m is 10%

resultaat : bij ‘overlevingskans’ koos 84% voor operatie, bij ‘sterftekans’ 50%

=> Systeem I staat niet onverschillig tov emotionele woorden

!! artsen waren net zo gevoelig voor het kadereffect als gewone mensen !!

Het herzien van een kader vraag inspanning en Systeem 2 is doorgaans lui

Onze voorkeuren zijn verankerd in het kader waarin ze worden aangeboden in plaats van in de werkelijkheid

lege intuïties

‘probleem van de Aziatische ziekte’ zal naar verwachting aan 600 mensen het leven kosten (programma’s tot genezing worden ontwikkeld)

Programma A : 200 mensen gered

Programma B : 1/3e kans dat 600 mensen gered worden en 2/3e kans dat er niemand gered zal worden

=> Men kiest zekerheid boven gok

Programma A : 400 mensen sterven

Programma B : 1/3e kans dat niemand sterft, 2/3e kans dat alle 600 sterven

=> Men geeft hier nu voorkeur aan de gok

78

Page 79: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Prospecttheorie : keuzen tussen gokken en zekerheden komen op verschillende manieren tot stand, afhankelijk van de vraag of de uitkomsten goed of slecht zijn.

De intuïtieve keuzes komen voort uit Systeem I en hebben geen sterke morele basis (maakt niet uit of het over mensenlevens of 20/30 dollar gaat)

Experiment Schelling (vrijstelling van belasting van een kind)

Moet de vrijstelling (van belasting) voor kinderen groter zijn voor rijken dan voor armen? (pp’en zeiden allemaal volmondig nee)

Moeten de kinderloze armen een even grote toeslag betalen als de kinderloze rijken? (pp’en zeiden opnieuw volmondig nee)

=> op logische grond kan je niet allebei de voorstellen verwerpen.

=> Systeem I hard aan het werk : formuleert direct een reactie op rijk en arm

! Kaders mogen niet beschouwd worden als iets dat een onderliggende voorkeur maskeert of vertekent ! Onze morele intuïties gaan over beschrijvingen, niet over de inhoud daarvan

goede kaders

A. Twee kaartjes (van 80 euro) voor een toneelstuk verliezen onderweg naar theater

B. 160 euro verliezen onderweg naar theater waarmee je de kaartjes ging kopen

Proefpersonen krijgen één versie te zien (A of B) ; in scenario A worden geen nieuwe kaartjes gekocht volgens hen, in scenario B wel.

=> Probleem van de mentale rekeningen en fout van gemaakte kosten.

De kaartjes die verloren zijn gegaan worden geboekt op de mentale rekening in verband met het toneelstuk ; kosten blijken nu verdubbeld te zijn en groter dan dat de voorstelling waard is.

Verlies contant geld wordt geboekt op rekening ‘algemene middelen’

Adam stapt over van een benzineslurper van 12 mijl per gallon op een iets minder gulzige die 14 mijl per gallon rijdt.

milieubewuste Beth stapt over van een auto met 30 mijl per gallon naar een auto met 40 mijl per gallon

=> wie gaat op een jaar tijd meer geld uistparen? intuiïtieve gedachte = Beth.

Systeem 2 : elk 10 000 mijl rijden

Adam van 833 gallon naar 714 gallon / Beth van 330 naar 250 gallon

Het kader van mijlen per gallon is verkeerd en moet gewisseld worden door een gallon per mijl kader

79

Page 80: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Orgaandonatie : opt-out (speciaal aangeven als je uw organen NIET wil doneren) of opt-in (speciaal aangeven als je uw organen WEL wil doneren) formulering

Oostenrijk (opt-out) : bijna 100% van de mensen wil doneren

Duistland (opt-in) : 12% wil doneren

De beste voorspeller van de bereidheid om organen te doneren is de verwoording van de standaardoptie.

Dit is een kritiek op de theorie van de rationele actor.

Hoofdstuk 35: Twee zelvenInleiding:Utiliteit heeft 2 betekenissen:

Ervaren utiliteit zoals gebruikt door Bentham De laatste jaren spreekt men van wensbaarheid of beslissingsutiliteit

Ervaren utiliteit‘Stel je iemand voor die dagelijks een pijnlijke injectie krijgt. Er vindt geen gewenning plaats: de pijn is elke dag even sterk. Zal die persoon dezelfde waarde toekennen aan een reductie van het aantal voorgenomen injecties van 20 tot 18 als aan een reductie van 6 tot 4? U kunt bij uzelf nagaan dat u bereid zou zijn meer te betalen voor een teruggang van het aantal injecties met een derde (van 6 tot 4) dan met een tiende (van 20 tot 18)’

De beslissingsutiliteit van het vermijden van twee injecties is hoger in het eerste geval dan in het tweede en iedereen zal meer betalen voor de eerste reductie dan voor de tweede.

Dit verschil is absurd: als de pijn gelijk blijft, is er geen rechtvaardigheid voor het toekennen van verschillende utiliteiten aan een reductie van de totale hoeveelheid pijn met twee injecties wanneer deze reductie afhankelijk is van het aantal eerder ontvangen injecties.

Een beslisser die verschillende bedragen betaalt om dezelfde winst aan ervaren utiliteit te realiseren vergist zich. In de beslissingstheorie is de enige reden om een besluit als verkeerd te beschouwen dat het niet overeenstemt met andere voorkeuren

Ervaring en GeheugenEdgeworth: Hedonimeter is een denkbeeldig instrument in de trant van de apparaten in weerstations, dat het niveau van plezier of pijn zou vastleggen dat iemand op een bepaald moment ervaart.

Ervaren utiliteit zou, net als de dagelijkse temperatuur, variëren en de resultaten zouden worden uitgezet als een functie van tijd.

Voorbeeld: Hoeveel pijn of plezier had Helen ervaren tijdens haar medische behandeling of vakantie? In de voorstelling van Edgeworth speelt tijd een belangrijke rol. Als Helen in plaats van 20 min 40 min op het strand doorbrengt en haar plezier even intens blijft, verdubbelt de totale ervaren utiliteit van dit verblijf.

80

Page 81: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

P407: De grafieken in figuur 15 laten profielen zien van de ervaringen van 2 patiënten die een pijnlijke colonscopie ondergaan. De ervaring van patiënt A duurde 8 minuten en die van B 24 min. ‘Aangenomen dat de 2 patiënten op de pijnschaal op dezelfde manier gebruiken, welke patiënt leed het sterkst?’ Men ging ervanuit dat B het meest leed omdat zijn behandeling langer duurde. Na de behandeling moeste ze de ‘totale hoeveelheid pijn’ aangeven zodat ze de hedinometer-totalen zouden reproduceren. Maar dit deden ze niet! 2 zaken komen hier aan bod:

1. De regel van piek en afloop: de omvattende retrospectieve beoordeling werd goed voorspeld door het gemiddelde van het pijnniveau op het pijnlijkste moment van de ervaring en aan het einde

2. Verwaarlozing van duur: de duur van de behandeling had geen effect op de beoordeling van de totale pijn

De slechtste beoordeling was voor beide patiënten gelijk, maar de laatste beoordeling was 7 voor A en 1 voor B. Daarom was de piek-afloop-gemiddelde 7.5 voor A en 4.5 voor B. A hield slechtere herinnering over aan de behandeling dan B, doordat zijn behandeling op slecht moment werd afgesloten.

Probleem: we beschikken over 2 maten van ervaren utiliteit (hedonimeter-totaal en retrospectieve beoordeling) die van elkaar verschillen. De hedonimeter-totalen worden door een waarnemer berekend op grond van de rapportage van ervaringsmomenten. Bij deze beoordeling speelt de duur van de ervaring een belangrijke rol. Bij retrospectieve beoordeling speelt duur geen rol maar piek en afloop wel. Welk moeten we nu gebruiken?

Als het gaat om de herinnering aan pijn bij patiënten terug te dringen, kan vermindering van piekintensiteit van de pijn belangrijker zijn dan het bekorten van de behandeling

Als het gaat om de hoeveelheid feitelijke ervaren pijn terug te dringen, kan een snelle uitvoering van de behandeling passend zijn ‘(zelfs als deze de piekintensiteit verhoogt)

Dit dillemma kan men voorstellen als een belangenconflict tussen TWEE ZELVEN (die niet overeenstemmen met de 2 bekende systemen). Het ervarende zelf beantwoordt de vraag: ‘doet het nu pijn?’ Het terugblikkende zelf beantwoordt de vraag: ‘hoe was het alles bij elkaar?’ herinnering zijn het enige dat we uit onze levenservaring overhouden en is dus het perspectief van het zelf dat zich ervaringen kan herinneren.

Het verwarren van ervaring met de herinnering aan ervaring is een dwingende cognitieve illusies en het vervangen van het een door het ander doet ons geloven dat een opgedane ervaring bedorven kan worden; het ervarende zelf heeft hierin geen stem. Het terugblikkende zelf heeft soms ongelijk, maar is wel het zelf dat de stand bijhoudt en toeziet op wat we van onze ervaring leren, en het zelf dat beslissingen neemt. Wat we van het verleden leren is de kwaliteit van onze toekomstige herinneringen te verhogen, maar niet noodzakelijk dat de kwaliteit van onze toekomstige ervaringen. Dit is de tirannie van het terugblikkende zelf.

Welke zelf moet de toon aangeven?Om de sterke rol van terugblikkende zelf aan te tonen: koude handproef. Uitleg condities pagina 410.

81

Page 82: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

de deelnemers kregen te horen dat ze 3 proeven met de koude hand zouden krijgen, maar in feite ondergingen ze alleen maar de korte en de lange proef, elk met een verschillende hand.

het experiment was bedoeld om een conflict te doen ontstaan tussen de belangen van het ervarende en het terugblikkende zelf, en ook tussen ervaren utiliteit en beslissingsutiliteit. Vanuit het gezichtspunt van het ervarende zelf was de lange proef zwaarder. We verwachten dat de terugblikkende zelf een andere mening zou hebben. De regel van piek en afloop voorspelt een slechtere herinnering aan de korte dan aan de lange proef, waarom zouden deelnemers een gunstigere herinnering hebben aan de lange proef, en dit was ook zo. Men koos voor de herhaling van proef waaraan men minste onplezierige herinnering heeft. Hun beslissing werd bepaald door een eenvoudige regel van intuïtieve keuze: kies de optie die je het prettigst vindt (of het minst onprettig). Geheugenregels bepaalden hoe onprettig ze beide opties vonden en dat bepaalde hun keuze. De voorkeuren in dit experiment zijn opnieuw voorbeelden van het minder-is-meer-effect! (eerdere voorbeelden waren die van Christopher Hsee, waar het toevoegen van borden aan 24-delig servies de totale waarde verminderen omdat enkele van de toegevoegde borden gebroken waren, of het voorbeeld van Linda. Dezelfde operationele kenmerken van systeem 1 zijn verantwoordelijk voor alle 3 de situaties. Systeem 1 stelt verzamelingen voor aan de hand van gemiddelde, normen en prototypes en niet aan de hand van het opgestelde fenomeen.

Biologie versus rationaliteitWanneer de beslissingsutiliteit niet overeenkomt met de verwachte utiliteit is er met de beslissing iets fout gegaan. Voorbeeld in koude handproef; een periode van pijn die 90sec duurt is erger dan de eerste 60 sec van die periode. Als mensen er vrijwillig voor kiezen om de pijn voor een langere periode te doorstaan, is er met hun beslissing iets fout gegaan. De fout weerspiegelt 2 geheugenprincipes: de verwaarlozing van duur en de regel van piek en afloop. De mechanismen zijn verschillende maar de uitkomst is dezelfde: een beslissing die niet goed uit de ervaring af te leiden is.

Besluiten die niet de best mogelijke ervaring opleveren en foutieve voorspellingen van toekomstige gevoelens zijn beide slecht nieuws voor mensen die geloven in de rationaliteit van keuzen.

Voorkeuren en beslissingen worden door herinneringen gevormd, en de herinneringen kunnen onjuist zijn.

We hebben sterke voorkeuren over de duur van onze ervaringen van pijn en plezier. We willen dat pijn kort duurt en dat plezier zo lang mogelijk aanhoudt. Maar ons geheugen, een functie van systeem 1, is geëvolueerd om het meest intenste moment van een episode van pijn of plezier vast te leggen en de gevoelens bij de afloop van die episode. Een herinnering die geen rekening houdt met duur zal onze voorkeur voor lang plezier en korte pijn niet kunnen dienen.

Hoofdstuk 36: het leven als een verhaalEen verhaal gaat over belangrijke gebeurtenissen en momenten, niet over tijdsduur. Het karakter van een verhaal wordt vaak bepaald door de afloop we kunnen zelfs droevig zijn door gebeurtenissen die verandering brengen in het verhaal van mensen die al gestorven zijn.

82

Page 83: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Experiment: is verwaarlozing van duur en de regel van piek en afloop ook van toepassing op de beoordeling van hele levens? Ze gebruikten een beschrijving van het leven van een vrouw Jen. Ze was nooit getrouwd en kinderloos en bij een auto-ongeluk is ze plots en pijnloos overleden.

In 1 versie van Jens verhaal was ze heel haar leven (30 of 60 jaar) heel gelukkig; ze genoot van haar werk, ging op vakantie en sprak veel af met vriendinnen.

In de 2e versie werden er 5 extra jaren aan haar leven toegevoegd, zodat ze stierf op haar 35/65ste.

Die extra jaren werden beschreven als prettig, maar minder prettig dan de jaren ervoor. Nadat de deelnemers een biografie van Jen hadden gelezen, moesten ze 2 vragen beantwoorden: ‘Hoe begeerlijk vindt u het leven van Jen als u het in zijn geheel overziet?’ ‘Hoeveel totaal geluk of ongeluk vindt u dat Jen in haar leven heeft ervaren?’

Uitkomst: blijk van verwaarlozing van duur een effect van piek en afloop.

De duur van Jens leven in het algemeen bleek geen effect te hebben op de prettigheid daarvan of op de beoordeling van het totale geluk dat Jen had ervaren. Haar leven werd voorgesteld als een prototypisch stukje tijd en niet als een opeenvolging van stukjes tijd. Dus was haar totale geluk het geluk van een typische periode tijdens haar leven en niet de som van al de geluksmomenten tijdens heel haar leven.

Minder-is-meer-effect: een som is vervangen door een gemiddelde (=prototype).

Het toevoegen van 5 redelijk gelukkige jaren aan een heel gelukkig leven leidde tot een daling in de beoordeling van het totale geluk van dat leven.

De onderzoekers verzamelden ook gegevens over het effect van de extra 5 jaren bij afzonderlijke proefpersonen resultaat: men vond dat de toevoeging van 5 minder gelukkige jaren heel het leven minder geslaagd maakte. Bij de intuïtieve beoordeling van zowel hele levens als korte episodes spelen pieken en aflopen wel een rol maar duur niet.

Bewijzen tegen dit effect: de pijn van een bevalling en het genieten van een vakantie worden als bezwaren gezien tegen het idee van verwaarlozing van duur. We denken allemaal dat een bevalling van 24 uur veel zwaarder is dan een van 6 uur en dat 6 dagen vakantie beter is dan 3. In deze situaties lijkt duur iets uit te maken, maar dat komt alleen omdat de kwaliteit van de afloop met de lengte van de episode verandert. De moeder is meer uitgeput na 24 uur en de toerist is meer uitgerust na 6 dagen. Wat belangrijk is bij onze intuïtieve beoordeling van zulke episodes is de geleidelijke verslechtering of verbetering van de ervaring en hoe de betrokkene zich aan het einde van deze episode voelt.

Vakanties met geheugenverlies

In veel gevallen beoordelen we toeristische vakanties aan de hand van het verhaal en de herinneringen die we willen bewaren. Als we zeggen dat een bijzonder moment nooit zal vergeten worden, dan tonen we hier eigenlijk het karakter van het moment aan. Een ervaring die bewust als gedenkwaardig wordt aangemerkt, krijgt een gewicht en een betekenis die ze anders niet zou hebben.

83

Page 84: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Experiment: Diener en co. toonden aan dat vakanties worden gekozen door het terugblikkende zelf. -Studenten hielden een dagboek bij en gaven elke dag tijdens de vakantie een

beoordeling van die dag. -Ze noteerden ook een samenvattende beoordeling van hun vakantie toen die was

afgelopen. -Als laatste gaven ze aan of ze van plan waren om die vakantie te herhalen.

de voornemens voor toekomstige vakanties werden helemaal bepaald door de uiteindelijke beoordeling, zelfs als deze beoordeling geen nauwkeurige neerslag was van de kwaliteit van de ervaringen die in het dagboek waren beschreven. Mensen laten zich leiden door herinneringen van vroeger wanneer ze besluiten of ze een ervaring wel of niet willen herhalen. Men zou het veel minder tof vinden wanneer hun vakantiefoto’s verwijderd zouden worden dan wanneer ze het nog steeds zouden hebben. Het uitwissen van herinneringen vermindert de waarde van de ervaring. Mensen kiezen voor het vergroten van hun geluk door terug te keren naar een plek waar ze in het verleden gelukkig zijn geweest.

Hoofdstuk 37: ervaren welzijn

DE vraag voor het meten van geluk:

‘Hoe tevreden bent u, alles bij elkaar genomen, over uw leven op dit moment?’

Deze vraag is gericht aan het terugblikkende zelf, dat wordt uitgenodigd om over zijn leven na te denken.

Kahneman staat wantrouwig tegenover het idee dat een samenvattende tevredenheid over het leven een geldige meting van welzijn kan opleveren. Aangezien het terugblikkende zelf in zijn experimenten geen betrouwbare getuige was gebleken, focuste Kahneman zich op het welzijn van het ervarende zelf. Hij ging ervan uit dat je kon zeggen dat ‘Helen in de maand maart gelukkig was’ als

Zij haar meeste tijd doorbacht met activiteiten die ze liever zou voortzetten dan beëindigen, weinig tijd besteedde aan situaties waaraan ze wilde ontsnappen en niet te veel tijd doorbracht in een neutrale toestand waarin ze noch het ene wilde noch het andere.

het objectieve geluk van Helen wordt gemeten door de beoordeling van een profiel van het welzijn dat ze tijdens opeenvolgende momenten in haar leven ervoer. Kahneman volgde de methode van Edgeworth met zijn hedonimeter. Hij sloot bij deze meting het terugblikkende zelf van Helen helemaal uit door de onbetrouwbaarheid ervan.

84

Page 85: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Ervaren welzijnKahneman en zijn team ontwikkelden een meetmethode voor het welzijn van het ervarende zelf. Een doorlopende registratie van ervaringen was onmogelijk omdat niemand een normaal leven kan leiden als hij al zijn ervaringen moet neerpennen. Alternatief= sampling van ervaringen:

-Iemands mobiele telefoon op willekeurige momenten tijdens de dag een pieptoon of een trilling laten voortbrengen.

-De telefoon toonde dan een paar vragen over wat de proefpersoon deed en met wie ze was op dat moment.

-De proefpersoon krijgt ook schalen voorgelegd voor het rapporteren van de intensiteit van verschillende gevoelens: spanning, woede, etc.

Nadeel: deze methode is kostbaar en belastend. Dus ontwikkelden ze een praktischere methode die de Dag Reconstructie Methode (DRM) wordt genoemd.

Experiment: deelnemers (nu allemaal vrouwen) werden uitgenodigd voor een sessie van 2 uur. 1) Eerst werd hen gevraagd zich de vorige dag te herinneren en deze dag op

te splitsen in episodes zoals de scènes in een film. 2) Daarna beantwoordden de deelnemers vragenlijsten over elke episode op

basis van de samplingmethode. Ze kozen activiteiten waarbij ze betrokken waren geweest en markeerden de activiteit waaraan ze de meeste aandacht hadden geschonken.

3) Dan maakten ze een lijst van de personen met wie ze in aanraking waren gekomen en scoorden de intensiteit van verschillende gevoelens op afzonderlijke 6-puntsschalen (0= afwezigheid van gevoel, 6= meest intens gevoel).

wanneer mensen herinneringen van een situatie uit het verleden opriepen, waren ze ook in staat de gevoelens die met deze situatie gepaard gingen te herbeleven en zelfs hun eerdere fysiologische indicaties van emotie opnieuw te ervaren.De deelnemers rapporteerden ook de tijdstippen waarop episodes begonnen en afliepen -> hierdoor konden de onderzoekers een maat van hun gevoelens tijdens een dag van hun leven berekenen waarin de duur van hun ervaring was meegewogen. De vragenlijst bevatte ook metingen van hun tevredenheid over het leven, die de onderzoekers interpreteerden als de tevredenheid van het terugblikkende zelf.

Er zijn veel varianten van positieve en negatieve gevoelens. Die emoties kunnen op hetzelfde moment voorkomen, maar het is ook mogelijk om de meeste momenten tijdens het leven als positief of negatief te bestempelen. Een episode/moment is onplezierig als er aan een negatief gevoel een hogere score was toegekend dan aan alle postieve gevoelens. U-index: het percentage tijd dat iemand in een onplezierige toestand doorbrengt.

Bvb: als iemand 4 uur van een wakende dag van 16 uur doorbrengt in een onplezierige toestand, dan is de U-index 25%. Voordeel U-index: niet gebaseerd op een beoordelingsschaal, maar wel op een objectieve

85

Page 86: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

tijdmeting.

Emotioneel welzijn ondergaat sterke schommelingen tijdens de dag en de week. De stemming van het moment hangt vooral af van de actuele situatie. aandacht= hierbij heel belangrijk. Onze emotionele toestand wordt vooral bepaald door datgene waaraan we aandacht aan schenken, en we richten ons meestal op hetgeen waarmee we bezig zijn.

Maten van ervaren welzijn worden nu gebruikt in grootschalig onderzoek over de hele wereld. De Gallup World Poll heeft enquêtes gericht op de emoties die mensen de vorige dag ervoeren. De grote steekproeven zorgen voor significante resultaten en deze hebben aangetoond dat voor ervaren welzijn de volgende zaken van belang zijn:

-situationele factoren -lichamelijk gezondheid -sociaal contact.

Je kan 2 aspecten van welzijn vergelijken:

- Het welzijn dat mensen ervaren terwijl ze bezig zijn hun leven te leven,- Het oordeel dat ze vormen wanneer ze hun eigen leven beoordelen.

De levensevaluatie wordt bepaald door deze vraag (de Cantril Self-Anchoring Striving Scale):

‘Stel u zich een ladder voor met treden die genummerd zijn van 0 aan de onderkant tot 10 aan de bovenkant.

De bovenkant van de ladder stelt voor u het best mogelijke leven voor en de onderkant van de ladder het slechtst mogelijke. Op welke trede van de ladder voelt u zich op dit moment?’

Sommige aspecten hebben een sterker effect op de evaluatie van het leven dan op het ervaren welzijn die men voelt tijdens zijn leven. Bvb. opleidingsniveau: een hogere opleiding zorgt voor een positievere evaluatie van iemands leven, maar niet voor een verhoogd welzijn. Aan de andere kant heeft een slechte gezondheid een sterker negatief effect op ervaren welzijn dan op de evaluatie van het leven.

86

Page 87: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

Een onderzoek van de Gallup-Healthways Well-Being Index gaf een antwoord op een veelgestelde vraag in verband met welzijn: ‘kun je geluk kopen met geld?’. Antwoord: armoede geeft mensen een ellendig gevoel en rijkdom kan je tevredenheid over je leven vergroten, maar het ervaren welzijn stijgt niet. Bij heel arme mensen worden de ervaren effecten van andere negatieve gebeurtenissen versterkt. Bvb: ziekte is veel erger voor arme mensen dan voor mensen die het beter hebben. Het inkomensniveau waarboven ervaren welzijn niet langer toeneemt (in de VS), was een gezinsinkomen van ongeveer 75.000 dollar in gebieden met hoge kosten van levensonderhoud. De gemiddelde toename van ervaren welzijn dat gepaard gaat met inkomen is boven dat niveau 0. MAAR: men zou verwachten dat hoe hoger het inkomen is, hoe hoger men zich rapporteert op welzijn. Waarom is dit niet zo? Een mogelijke verklaring is dat hoger inkomen samengaat met een verminderd

vermogen om te genieten van de kleine dingen in het leven.

Er is een duidelijke tegenstelling tussen de effecten van inkomen op ervaren welzijn en op tevredenheid over het leven. Hoger inkomen zorgt voor een grotere tevredenheid, ookal heeft het geen extra effect meer op ervaring. Algemene conclusie voor welzijn: hoe mensen hun leven evalueren en wat ze eigenlijk ervaren/hoe ze zich voelen, kan met elkaar in verband staan maar het zijn niet dezelfde zaken.

Hoofdstuk 38: denken over het leven

Experiment van Andrew Clark, Ed Diener en Georgellis Yannis: Respondenten werden bevraagd over hoe tevreden ze staan in het leven.

De grafiek wordt doorgaans geïnterpreteerd als de weergave van een aanpassingsproces waarbij de eerste vreugden van een huwelijk snel verdwijnen naarmate de ervaringen het karakter krijgen van een routine. De vraag ‘Hoe gelukkig bent u tegenwoordig?’ is een moeilijke vraag om te beantwoorden. De meesten vinden niet snel een reactie op de vraag

87

Page 88: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

en maken hun taak eenvoudiger door hun reactie te vervangen door een andere vraag te beantwoorden. Hier is Systeem 1 aan het werk. Als we in dit licht naar de figuur kijken krijgt die een andere betekenis: een algemene beoordeling van het leven kan worden vervangen door antwoorden te geven op een groot aantal eenvoudige vragen. Bijvoorbeeld het onderzoek waarin studenten gevraagd werden hoeveel dates ze in de voorbije maand hebben gehad. Zij rapporteerden hun ‘tegenwoordige geluk’ op basis van het aantal dates die ze hebben gehad. Een stemmingsheuristiek is dus heel belangrijk.

De stemming van het moment is natuurlijk ook niet het enige dat in gedachten komt wanneer men die vraag stelt aan jou. Je zal ook herinnerd worden aan belangrijke gebeurtenissen in je recente verleden of nabije toekomst. De score op de vraag wordt dus eigenlijk bepaald door een kleine steekproef van gemakkelijk beschikbare ideeën en niet door een zorgvuldige afweging van verschillende levensgebieden. Bv. mensen die recentelijke getrouwd zijn zullen dat waarschijnlijk naar boven halen bij de beoordeling. Als het nieuw eraf is zal die gedachte minder naar boven komen. Op de figuur zie je ook een piek rond de huwelijksdatum, maar die mensen zijn niet continu gelukkig in deze periode enkel als ze heel de dag door gelukkige gedachten hebben over hun huwelijk.

In de onderzoeken van DRM was er geen verschil in het ervaren welzijn tussen vrouwen die met een partner leefden en vrouwen die dit niet deden. Dit komt omdat vrouwen met een partner minder tijd alleen doorbrengen maar ook minder tijd met vriendinnen. Dus welzijn wordt gemiddeld gezien niet door het huwelijk beïnvloed.

Een reden voor de lage correlatie tussen de omstandigheden waarin mensen verkeren en hun tevredenheid over hun leven is dat ervaren geluk en tevredenheid over het leven beide in hoofdzaak bepaald worden door de genetische achtergrond van hun temperament. Een dispositie voor welzijn is net zo erfelijk als lengte of intelligentie.

Grootschalig onderzoek waarbij jongeren in 1976 gevraagd werden om het doel ‘heel welgesteld zijn’ te scoren op een vierpuntenschaal. In 1995 kregen diezelfde mensen een vragenlijst over hun inkomen en een algemene indicatie van hun tevredenheid over hun leven. Uit het onderzoek bleek dat negentien jaar nadat zij hun financiële aspiraties kenbaar hadden gemaakt, de respondenten die een hoog inkomen begeerden dit ook bereikt hadden. Het effect van inkomen op tevredenheid over het leven was groter bij degenen die rijkdom als een doel van wezenlijk belang hadden aangegeven: de mensen die rijk wilden worden en dit doel ook bereikten, waren significant meer tevreden dan het gemiddelde. De mensen die rijk wilden worden maar dit doel niet bereikten, waren significant minder tevreden. Dus de doelen die jongeren zich stellen hebben een invloed op wat er met hen gebeurt, waar ze terechtkomen en hoe tevreden ze zijn.

Conclusie: bij de definitie van welzijn moet men dus rekening houden met hoe een persoon zich voelt en welke doelen die persoon vooropstelt.

De kokerillusie

Uit de snelheid waarmee mensen vragen over hun leven beantwoorden en uit het feit dat ze zich laten beïnvloeden door hun huidige stemming, kunnen we afleiden dat ze niet zorgvuldig

88

Page 89: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

te werk gaan wanneer ze hun leven beoordelen. Ze moeten dus wel heuristieken gebruiken. Bij een algemene beoordeling neemt elk aspect van het leven waarop de aandacht gericht wordt het hele toneel in beslag:

Niets in het leven is zo belangrijk als je denkt dat het is wanneer je erover denkt.

Onderzoek waarbij men studenten (uit Californië en het Midden-Westen) de volgende twee vragen vroeg: ‘Zijn mensen die in Californië wonen gelukkiger dan anderen?’ en ‘Wat denken mensen in het algemeen over het geluk van de inwoners van Californië?’ Uit het onderzoek bleek dat het klimaat geen belangrijke determinant was van welzijn. Er was geen enkel verschil in de tevredenheid over het leven tussen studenten in Californië en het Midden-Westen. Dit is de kern van de kokerillusie: te veel gewicht toekennen aan het klimaat en te weinig aan alle andere factoren achter welzijn.

Hoeveel genoegen beleeft u aan u auto?!

Op deze vraag hebt u waarschijnlijk direct een antwoord. Maar denk nu aan de vraag ‘Wanneer beleeft u genoegen aan uw auto?’. U ontleent plezier aan uw auto wanneer u aan uw auto denkt, wat waarschijnlijk niet vaak voorkomt. Dit is weer een resultaat van een kokerillusie: als u op uw auto gesteld bent, zult u gemakkelijk het genoegen dat u daaraan beleeft overdrijven, iets wat u op een dwaalspoor zal brengen wanneer u denkt aan de kwaliteiten van uw huidige auto en wanneer u de aankoop van een nieuwe overweegt.

De kokerillusie komt ook tot stand wanneer u de vraag krijgt over het geluk van Californiërs. Californiërs zullen niet snel denken aan het klimaat wanneer ze gevraagd worden om een samenvattende beoordeling te geven over hun leven.

Dus gedachten over een willekeurig aspect van het leven springen er gemakkelijker uit wanneer een contrasterend alternatief direct voor handen is.

Mensen die kort geleden zijn verhuisd naar Californië zullen het klimaat wel opnemen in de samenvattende beoordeling over het leven.

Hoeveel tijd van hun dag brengen mensen die verlamd zijn door in een slechte stemming?

Gedurende enige tijd na deze gebeurtenis denken de slachtoffers van dit ongeluk aan weinig anders dan aan hun verlamming. Maar in de loop van de tijd wordt aan een nieuwe situatie, naarmate die vertrouwder wordt, minder aandacht gegeven. Aanpassing aan een nieuwe situatie, zij het een goede of een slechte, houdt voor een belangrijk deel in dat je er steeds minder over nadenkt. Uitzonderingen van dit zijn chronische pijn, voortdurende blootstelling aan een hard geluid en ernstige depressie. Dit komt omdat deze de aandacht trekken.

Onderzoek waarbij studenten bevraagd werden over het geluk van een paraplegielijder: de studenten werden onderverdeeld onder twee groepen, waarbij in de ene groep het verlammend ongeluk recentelijk was (maand geleden) en waarbij het in de andere groep al een jaar geleden was. Respondenten die een paraplegielijder kenden in de recente conditie schatten het slechte humeur op 75%, degene die geen lijder kenden maakten een schatting van 70%. Er was wel een duidelijk verschil in de niet recentelijk conditie: degenen die een paraplegielijder kenden schatten het slechte humeur op 41% en degenen die er geen kenden schatten het slechte humeur op 68%. Kennelijk hadden degenen die een paraplegielijder kenden waargenomen dat diens aandacht zich geleidelijk van zijn of haar

89

Page 90: Web viewPsycholoog Paul Bloom stelde dat onze aangeboren neiging om fysieke en intentionele causaliteit van elkaar te scheiden, ... 1 word je soms niet bewust van de ... op

conditie terugtrok, maar werden deze aanpassing door de andere respondenten niet voorspeld.

Onderzoek bij colostomiepatiënten: men vond geen verschil in het ervaren geluk tussen patiënten en een gezonde populatie. Colostomie patiënten zijn wel bereid jaren van hun leven in te ruilen voor een korter leven zonder de colostomie. Patiënten waarbij de colostomie ongedaan is gemaakt vonden hun tijd als patiënt afschuwelijk. Hier wordt duidelijk dat het terugblikkende zelf onderhevig is aan een uitzonderlijk sterke kokerillusie.

Daniel Gilbert en Timothy Wilson hebben het woord miswanting ingevoerd: slechte keuzen die voortkomen uit fouten van affectief voorspellen. De kokerillusie is een rijke bron van miswanting. Met name maakt hij ons geneigd om het effect van belangrijke aankopen of veranderde omstandigheden op ons toekomstig welzijn te overdrijven.

Vergelijk bijvoorbeeld twee gebeurtenissen: de aankoop van een comfortabele nieuwe auto en de toetreding tot een groep die wekelijks bij elkaar komt. Beide ervaringen zullen aanvankelijk nieuw en spannend zijn. Het verschil is dat u uiteindelijk weinig aandacht zult schenken aan de auto wanneer u daarin rijdt, maar dat u altijd aandacht zult blijven geven aan de sociale interacties. U bent geneigd om de langetermijnvoordelen van uw auto te overdrijven, maar u maakt niet dezelfde fout in verband met de sociale omgeving. De kokerillusie creëert een bias ten gunste van goederen en ervaringen die aanvankelijk opwindend zijn, zelfs wanneer ze uiteindelijk hun aantrekkingskracht verliezen. De tijd wordt verwaarloosd met als gevolg dat ervaringen die hun aandachtswaarde op lange termijn behouden minder gewaardeerd worden dan ze verdienen.

Steeds opnieuw

Het terugblikkende zelf vertelt ook verhalen en maakt keuzen, en noch de verhalen noch de keuzen houden zorgvuldig rekening met de tijd. In de verhalende modus wordt een episode voorgesteld aan de hand van enkele kritieke momenten, vooral het begin, de piek en het einde. Duur wordt verwaarloosd.

De fout die mensen met de kokerillusie maken, is dat ze aandacht schenken aan geselecteerde momenten en verwaarlozen wat er op andere momenten gebeurt. In ons denken gaan we goed om met verhalen, maar ons denken lijkt niet goed toegerust te zijn voor het verwerken van tijd.

90