web viewde fysiotherapeut luistert en verkrijgt doelmatig en doeltreffend cliëntinformatie en...
TRANSCRIPT
COMPETENTIEGEBIEDEN
Algemeen
De competenties van de fysiotherapeut zijn geordend volgens het CanMeds- model waarin zeven
competentie gebieden centraal staan. Er is gekozen, net als het beroepsprofiel KNGF, voor het
beschrijven van de competenties in gebieden, conform de systematiek in de medische specialistische
beroepen (KNMG) en niet in rollen zoals bij de oorspronkelijke CanMeds. Het geïntegreerd inzetten van
competenties bij het centrale handelingsgebied ‘fysiotherapeutisch handelen’ doet naar onze mening
meer recht aan een competentiegebied in plaats van een rol. Het competentieprofiel is als volgt
opgebouwd:
- zeven competentiegebieden;
- per competentiegebied een omschrijving en indicatoren;
- voorbeelden van Kritische en typerende beroepssituaties of vraagstukken
De competenties zijn geformuleerd in werkwoorden als termen van gedrag. Bij de (omschrijving van) competenties gaat het om feitelijk gedrag in beroepssituaties.
Er worden zeven competentiegebieden onderscheiden:
Figuur 1: Het CanMEDS-model, KNGF 2014
1. 1Fysiotherapeutisch handelen: De fysiotherapeut biedt op methodische wijze expliciet, gewetensvol en
oordeelkundig hulp aan cliënten met klachten of problemen aan het houding en bewegingsapparaat. Hij
toont professioneel gedrag naar de stand van het vakgebied. Hij verzamelt en interpreteert gegevens,
zodat hij in het screenings-, diagnostische en therapeutische proces volgens de principes van EBP
beslissingen neemt binnen de grenzen van het beroep. Hij verleent up-to-date, effectieve, curatieve en
preventieve zorg op ethisch verantwoorde wijze.
2. Communiceren: Teneinde een hoge kwaliteit van zorg te kunnen waarborgen, zowel voorafgaand als
tijdens de interventie, onderhoudt de fysiotherapeut een effectieve relatie met de cliënt en zijn naasten
en/of andere betrokken. De kern van het competentiegebied communicatie betreft het opbouwen van
een vertrouwensrelatie en een effectieve informatie-uitwisseling. De fysiotherapeut communiceert op
heldere, transparante, effectieve en efficiënte wijze met zijn cliënt. Het gaat daarbij om zowel verbale als
non-verbale communicatie.
3. Maatschappelijk handelen: De fysiotherapeut maakt op verantwoorde wijze gebruik van zijn expertise en
maatschappelijk invloed om de gezondheid en het welzijn van de individuele client (groepen) en de
bevolking te bevorderen. Tevens oefent hij op maatschappelijk verantwoorde wijze zijn beroep uit waarbij
factoren als duurzaamheid, beroepsethiek, juridisch kader en de sociaal-culturele context in acht worden
genomen.
4. Professioneel handelen: De fysiotherapeut levert hoogstaande cliënten zorg op een integere, oprechte en
betrokken wijze. Hij neemt verantwoordelijkheid voor zijn handelen en bewaart weloverwogen een
balans tussen persoonlijke en professionele rollen. Hij kent de grenzen van zijn competenties en handelt
daarbinnen, of schakelt andere deskundigen in. Hij stelt zich toetsbaar en transparant op. Hij onderkent
ethische dilemma’s, heeft inzicht in ethische normen en houdt zich aan de wetgeving.
5. Organiseren: Teneinde als fysiotherapeut efficiënt en effectief te functioneren, spant de fysiotherapeut
zich in voor een goede organisatie. In feite functioneert de fysiotherapeut als manager van zijn eigen
werkzaamheden, maar ook in relatie tot werkzaamheden van andere zorgprofessionals treedt hij als
manager op. De fysiotherapeut neemt besluiten met betrekking tot het gebruik of de inzet van middelen
en medewerkers, het stellen van doelen en prioriteiten en het maken van beleid. Hij organiseert zijn eigen
werk, waarbij hij balans houdt tussen het beroepsmatig handelen en de behoefte aan verdere
ontwikkeling van zichzelf en indien relevant, de zorgorganisatie waarin hij werkt.
6. Kennis delen en wetenschap beoefenen: De fysiotherapeut handelt volgens de principes van Evidence
Based Practice, levert een bijdrage aan de ontwikkeling, instandhouding en toepassing van klinische
expertise van zichzelf en anderen en levert een bijdrage aan wetenschappelijke onderbouwing van het
1 KNGF 2014, vertaald naar de Hogeschool van Amsterdam
fysiotherapeutisch handelen. Hierbij handelt hij daarbij volgens de daaraan gekoppelde wet- en
regelgeving en draagt bij aan de innovatie om nieuwe kennis en procedures te ontwikkelen en kennis te
verspreiden
7. Samenwerken: De fysiotherapeut werkt, indien nodig, samen met betrokken professionals,
zorgverzekeraars, maatschappelijke en overheidsinstanties, participeert in een netwerk van
samenwerkingsrelaties en maakt optimaal gebruik van beschikbare expertise om te komen tot een hoge
kwaliteit van zorgverlening.
Competentiegebied 1: fysiotherapeutisch handelen
Gebied
Toelichting De fysiotherapeut biedt op methodische wijze expliciet, gewetensvol en oordeelkundig
hulp aan cliënten met klachten of problemen aan het houding en bewegingsapparaat.
Hij toont professioneel gedrag naar de stand van het vakgebied. Hij verzamelt en
interpreteert gegevens, zodat hij in het screenings-, diagnostische en therapeutische
proces volgens de principes van EBP beslissingen neemt binnen de grenzen van het
beroep. Hij verleent up-to-date, effectieve, curatieve en preventieve zorg op ethisch
verantwoorde wijze.
Competenties 1.1,1.2,1.3 en 1.4
1.1 Screening:
de fysiotherapeut screent cliënten via een gerichte anamnese, eventueel aangevuld
met lichamelijk onderzoek, teneinde te besluiten of het gezondheidsprobleem binnen
of buiten het beroepsdomein van de fysiotherapie valt.
Indicatoren De fysiotherapeut:
- legt de doelstellingen, de procedure en de werkwijze van het screenen uit;
- inventariseert via open en gesloten vragen het gezondheidsprobleem van de
cliënt, evenals diens verwachtingen over de oplossing;
- houdt rekening met de grote diversiteit in de stad Amsterdam en specifieke
kernmerken van de samenstelling van de bevolking AK;
- past de werkwijze van het afnemen van de anamnese toe (inventariseren van de
aard, de lokalisatie, het beloop, de intensiteit en de samenhang van symptomen
en tekens);
- voert zo nodig lichamelijk onderzoek uit en gebruikt relevante meetinstrumenten;
- past bij het analyseren van het gezondheidsprobleem van de cliënt
patroonherkenning toe;
- beoordeelt of hij bekwaam en/of bevoegd is om een besluit te nemen over de
indicatiestelling/contra- indicatiestelling voor fysiotherapeutisch hulpverlenen;
- neemt, op basis van kennis uit het fysiotherapeutisch domein, een besluit over
indicatiestelling/contra- indicatiestelling voor fysiotherapeutisch hulpverlenen;
- registreert en documenteert het besluit over de indicatiestelling/contra-
indicatiestelling voor fysiotherapeutisch hulpverlenen volgens de geldende
richtlijn(en) en geldende wet- en regelgeving;
- deelt de cliënt het besluit ter overweging mee, benoemt de argumenten die tot dit
besluit hebben geleid, beantwoordt eventuele vragen hierover en adviseert de
cliënt wat betreft het vervolg;
- informeert de cliënt over eventuele rapportage aan de huisarts;
- doet zo nodig schriftelijk verslag aan de huisarts van de cliënt.
1.2 Fysiotherapeutische diagnostiek:
de fysiotherapeut inventariseert en analyseert op methodische wijze het probleem
met bewegen en relateert dit probleem aan de hulpvraag van de cliënt.
Indicatoren De fysiotherapeut:
- legt de doelstellingen, de procedure en de werkwijze van het fysiotherapeutisch
diagnostische proces uit;
- gebruikt de HOAC II (hypothesis- oriënted algorithm for clinicians II) bij het
systematisch ordenen van gegevens waarbij huidige en te verwachten
(toekomstige) problemen stapsgewijs kunnen worden geïnventariseerd. AK
- heeft specifieke kennis van de prevalentie van gezondheidsproblemen bij diverse
etnische groepen en neemt dit mee in het diagnostisch proces. AK
- inventariseert het gezondheidsprobleem, de beweegomgeving en de sociaal-
culturele leefwereld van de cliënt in relatie tot diens bewegen;
- identificeert belemmerende en faciliterende factoren voor gezond
gedrag/gedragsveranderingen beschrijft het gezondheidsprobleem van de cliënt
binnen het construct van de ICF;
- identificeert belemmerende en faciliterende factoren voor gezond
gedrag/gedragsveranderingen beschrijft het gezondheidsprobleem van de cliënt
binnen het construct van de ICF;analyseert het gezondheidsprobleem van de cliënt
en legt logische verbanden tussen de dimensies van de ICF (klinisch redeneren) en
International Classification of Diseases (ICD) volgens de principes van de HOAC II;
- zet klinische onzekerheid met betrekking tot de fysiotherapeutische diagnostiek
om in beantwoordbare vraagstellingen naar algemeen geaccepteerde kennis en
kennis die nog in ontwikkeling is, zoekt met een bewust gekozen strategie,
interpreteert de antwoorden en past de resultaten van de zoekstrategie toe;
- kiest en legitimeert meetinstrumenten voor het inventariseren en het analyseren
van het (potentiële) gezondheidsprobleem van de cliënt;
- voert metingen uit in het kader van het inventariseren en analyseren van het
gezondheidsprobleem van de cliënt en interpreteert de uitkomsten van
vragenlijsten, anamnese en lichamelijk onderzoek in relatie tot het
gezondheidsprobleem van de cliënt;
- formuleert, legitimeert en fundeert de fysiotherapeutische diagnose voor het
gezondheidsprobleem van de cliënt en bespreekt met de cliënt de geformuleerde
fysiotherapeutische diagnose;
- maakt een inschatting van het verwachte beloop van het gezondheidsprobleem en
de factoren die daarop van invloed zijn;
- hanteert de voor het gezondheidsprobleem van de cliënt relevante richtlijn en
legitimeert een eventueel afwijken van deze richtlijn;
- registreert en documenteert het fysiotherapeutisch diagnostische proces volgens
de daarvoor geldende richtlijn en volgens geldende wet- en regelgeving.
1.3 Fysiotherapeutisch behandelen:
de fysiotherapeut past de in samenspraak met de cliënt opgestelde behandelstrategie
toe en voert op methodische wijze de in samenspraak met de cliënt geïndiceerde
behandeling uit.
Indicatoren De fysiotherapeut:
- is op de hoogte van internationale richtlijnen indien KNGF richtlijn niet
voorhanden of mindere kwaliteit. AK
- zet klinische onzekerheid ten aanzien van het fysiotherapeutisch behandelen van
een cliënt om in beantwoordbare vraagstellingen;
- stelt in overleg met de cliënt een behandelplan op volgens de principes van
Evidence Based Practice en bespreekt dit behandelplan met de cliënt;
- stimuleert zelfmanagement;
- formuleert een behandelplan met daarin een SMART2-geformuleerde
einddoelstelling en SMART-geformuleerde subdoelstellingen, alsook de aard, de
combinatie, de sequentie en de frequentie van de geplande fysiotherapeutische
verrichtingen, legt de einddoelstelling en de subdoelstellingen aan de cliënt voor
en hanteert de voor het gezondheidsprobleem van de cliënt relevante richtlijn en
legitimeert een eventueel afwijken van deze richtlijn;
- adviseert de cliënt over de te kiezen fysiotherapeut, het te kiezen
fysiotherapeutisch specialisme of andere (para)medische hulpverleners;
- registreert en documenteert het fysiotherapeutische behandelplan volgens de
daarvoor geldende richtlijnen en volgens geldende wet- en regelgeving;
- voert het behandelplan uit volgens de principes van Evidence Based Practice en
maakt zo nodig veilig en zorgvuldig gebruik van technische hulpmiddelen;
- meet, evalueert, analyseert en registreert de verrichtingen en het beloop van het
behandelproces aan de hand van de effecten van de behandeling met behulp van
meetinstrumenten en past indien nodig het behandelplan aan;
- doet verslag aan derden over het beloop van het fysiotherapeutisch behandelen
volgens daarvoor geldende richtlijnen en volgens geldende wet- en regelgeving;
- ondersteunt de zelfredzaamheid en zelfstandigheid van cliënten met behulp van
technologische innovaties;
- verwijst indien nodig naar anderen buiten het fysiotherapeutisch domein indien er
evidentie is voor andere behandeling dan fysiotherapie.
1.4 Afsluiten van het fysiotherapeutisch behandelen:
de fysiotherapeut sluit in samenspraak met de cliënt de behandeling af.
Indicatoren De fysiotherapeut:
- evalueert samen met de cliënt, zijn naasten en andere betrokkenen3 de
behandeling, het resultaat en de gevolgde procedures, alsook het gedrag van
2 SMART staat voor: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden3 Met betrokkenen worden zowel emotioneel betrokkenen bedoeld als betrokkenen op basis van maatschappelijke
relaties.
beide in relatie tot elkaar;
- doet verslag over de resultaten van het fysiotherapeutisch behandelen aan de
verwijzer en andere betrokken professionals.
Kritische en
typerende
beroepssituaties
of vraagstukken
- cliënten die zonder verwijzing de fysiotherapeut rechtstreeks consulteren wordt
eerst gescreend in hoeverre er een indicatie is voor verder fysiotherapeutisch
onderzoek;
- cliënten bij wie sprake is van complexe gezondheidsproblemen (multiple
pathologieën, recidiverende of persisterende klachten) en langdurige
herstelperioden;
- in relatie tot werk of sport kan de fysiotherapeutische beoordeling van de situatie
ook een diepgaander analyse van werkomstandigheden, (fysieke) omgeving en/of
sport specifieke activiteiten, omvatten en verheldering van verwachtingen en
waarden van de cliënt in relatie tot het bewegen.
- Begeleiden van re- integratietrajecten;
- klinische zorg waarbij cliënten, binnen een beperkt tijdsbestek, aan de hand van
behandelprotocollen intramuraal worden behandeld;
- situaties waarbij sprake is van multi- professionele zorgprocessen, die onderlinge
afstemming vergen of waarbij andere betrokken professionals geïnstrueerd
moeten worden in bijvoorbeeld transfers, mobiliteit en ADL-handelingen.
- situaties waarbij transitie van zorg een multi- professionele aanpak vergt. AK
Beroepsproducte
n en – diensten
(voorbeelden)
- fysiotherapeutische diagnose, advies, verwijzing, behandelplan, registratie,
informatie-uitwisseling met verschillende zorgprofessionals.
- uitgevoerd behandelplan, behaalde behandeldoelen, voorlichting, advies,
verslaglegging, rapportage / verantwoording aan andere zorgprofessionals.
Competentiegebied 2: communiceren
Gebied
Toelichting Teneinde een hoge kwaliteit van zorg te kunnen waarborgen, zowel voorafgaand als
tijdens de interventie, onderhoudt de fysiotherapeut een effectieve relatie met de
cliënt en zijn naasten en/of andere betrokken. De kern van het competentiegebied
communicatie betreft het opbouwen van een vertrouwensrelatie en een effectieve
informatie uitwisseling. De fysiotherapeut communiceert op heldere, transparante,
effectieve en efficiënte wijze met zijn cliënt. Het gaat daarbij om zowel verbale als
non-verbale communicatie.
Competenties 2.1, 2.2, 2.3 en 2,4
2.1 De fysiotherapeut bouwt een effectieve behandelrelatie met de cliënt op.
Indicatoren De fysiotherapeut:
- heeft gedurende het hele zorgverleningsproces een verstandhouding met de
cliënt die gekenmerkt wordt door respect, empathie, ontvankelijkheid,
vertrouwelijkheid en gevoel van veiligheid;
- inventariseert wensen en behoeften van de cliënt en zijn naasten in relatie tot
de oplossing van het probleem;
- informeert, stimuleert, corrigeert en toont grens stellend gedrag met
inachtneming van de culturele diversiteit, zonder dat dit afbreuk doet aan de
professionele relatie tussen de therapeut en de cliënt;
- weet wanneer hij gebruik moet/kan maken van een tolk of moet doorverwijzen
naar college in verband met een taal barrière. AK
- stimuleert de verantwoordelijkheid van de cliënt voor de oplossing van het
probleem in een goede afweging van de draagkracht van de cliënt en stimuleert
zelfmanagement.
2.2 De fysiotherapeut luistert en verkrijgt doelmatig en doeltreffend cliëntinformatie
en respecteert hierbij de privacy.
Indicatoren De fysiotherapeut:
- kiest en legitimeert gesprekstechnieken en voert deze uit met cliënt, naasten en
andere betrokkenen;
- kiest en legitimeert een vorm van communicatie met cliënt, naasten en andere
betrokkenen.
2.3 De fysiotherapeut bespreekt de informatie over doelen en behandeling met cliënt,
zijn naasten en/of andere betrokkenen.
Indicatoren De fysiotherapeut:
- voert, indien nodig, op methodische wijze ook gesprekken met naasten en/of
andere betrokkenen van de cliënt, afgestemd op de taalvaardigheid en de
belevingswereld van de gesprekspartner;
- begeleidt de cliënt, naasten en andere betrokkenen in de vaststelling van de
doelen en de behandelkeuze;
- komt een behandelovereenkomst (informed consent) overeen met cliënt,
naasten en/of andere betrokkenen.
2.4 De fysiotherapeut doet adequaat mondeling en schriftelijk verslag over de cliënt
De fysiotherapeut:
- verzorgt de verslaglegging volgens geldende wet- en regelgeving voor
medebehandelaars, zorgverzekeraar en andere betrokkenen;
- draagt, indien van toepassing, zorg voor schriftelijke verslaglegging aan de
verwijzer;
- doet verslag aan anderen binnen en buiten de fysiotherapie indien de cliënt
hiertoe toestemming heeft gegeven;
- verzorgt op geëigende wijze de verslaglegging over de voortgang en resultaten
van de behandeling aan andere betrokken behandelaars.
Kritische en typerende
beroepssituaties of
vraagstukken
- Cursussen en trainingen geven
- Feedback geven en ontvangen
- Intercollegiaal Overleg
- Multidisciplinair overleg
- Presentaties geven
- Gesprek voeren met zorg verzekeraars
- Elavator pitch
- Voorlichting op het gebied van preventie
Beroepsproducten en
- diensten
(voorbeelden)
- Behandelovereenkomst
- Patiënt tevredenheid onderzoek uitvoeren
- Mondelingen communicatie
- Ontslagbrief patiënt schrijven, bespreken en verantwoorden
- PR- plan
- Schriftelijke communicatie naar andere zorgprofessionals, verzekeraars
- Verslagleggingsformulier / fysio roadmap
- Voorlichting verzorgen, materiaal implementeren (flyer, website, brochures,
apps)
- Voorzitterschap van vergaderingen uitvoeren
Competentiegebied 3: maatschappelijk handelen
Gebied
Toelichting De fysiotherapeut maakt op verantwoorde wijze gebruik van zijn expertise en
maatschappelijk invloed om de gezondheid en het welzijn van de individuele
cliënt (groepen) en de bevolking te bevorderen. Tevens oefent hij op
maatschappelijk verantwoorde wijze zijn beroep uit waarbij factoren als
duurzaamheid, beroepsethiek, juridisch kader en de sociaal-culturele context in
acht worden genomen.
Competenties 3.1, 3.2, 3.3 en 3.4
3.1 De fysiotherapeut herkent determinanten van ziekte en gezondheid
Indicatoren De fysiotherapeut:
- herkent en interpreteert factoren die de gezondheid van cliënten beïnvloeden en
betrekt deze in zijn fysiotherapeutisch handelen;
- is alert op risico’s op ziekte of aandoeningen bij cliënten die zich hiervan niet bewust
zijn (case-finding).
- herkent gezondheidsproblematiek van de verschillende gezondheidsgroepen
grootstedelijk (en omgeving Amsterdam) AK.
3.2 De fysiotherapeut bevordert de gezondheid van cliënten alsmede de volksgezondheid
Indicatoren De fysiotherapeut:
- neemt deel aan het maatschappelijk debat over gezondheid, hulpbehoevendheid,
gezondheidszorg en fysiotherapeutische hulpverlening vanuit meerdere
perspectieven;
- draagt zorg voor een goede toegankelijkheid van de zorg en heeft daarbij oog voor
het kosteneffect;
- draagt bij aan innovaties binnen de gezondheidszorg;
- houdt rekening met een aantal lange(re) termijn uitdagingen die de overheid en
maatschappelijke instanties in Amsterdam hebben op het gebied van zorg en
welzijn, zoals armoede, vergrijzing, vereenzaming, overgewicht, welvaartziektes
culturele diversiteit en grote gezondheidsverschillen tussen mensen, een groeiende
zorgvraag, groei in complexe problematiek en de overheveling van taken van de
landelijke overheid naar de gemeente AK.
- Is op de hoogte van internationale standaarden van de fysiotherapie in het
algemeen AK
3.3 De fysiotherapeut handelt volgens de relevante wettelijke bepalingen en beroepscode
Indicatoren De fysiotherapeut:
- handelt met inachtneming van waarden en normen voortkomend uit beroepscodes,
het publieke domein en de geldende wet- en regelgeving;
- handelt vanuit zijn juridische positie en vanuit de juridische positie van cliënten,
waarin het beroepsgeheim ligt besloten.
3.4 De fysiotherapeut treedt op bij negatieve effecten van hulpverlening en incidenten in
de gezondheidszorg.
Indicatoren De fysiotherapeut:
- onderkent eigen fouten, corrigeert en voorkomt herhaling;
- is alert, registreert en reageert adequaat op klachten;
- informeert de cliënt over klachtenprocedures en daarvoor geldende instanties;
- is alert op, herkent en meldt incidenten, fouten en misstanden in de
gezondheidszorg op de juiste wijze volgens het geldende wettelijke kader (Inspectie
voor de gezondheidszorg);
- is alert op en herkent aanwijzingen voor mishandeling en doet op de juiste wijze een
melding volgens het geldende wettelijke kader.
Kritische en
typerende
beroepssituaties of
- het signaleren van veranderingen in de ‘omgeving’ van de praktijkinstelling en
inschatting van de betekenis daarvan voor de potentiële behoefte (in aard en
omvang) aan fysiotherapeutische zorg-/dienstverlening;
vraagstukken - het onderhouden van netwerken van relevante contacten, en het initiëren en
opvolgen van overleg met collega’s en andere partijen over ‘nieuwe’ diensten en
faciliteiten, passend bij behoeften van de doelgroep(en);
- het ten behoeve van ketenzorg maken van afspraken met collega’s in andere
zorginstellingen over overdracht en continuïteit in zorgverlening.
- Afstemmen en samenwerken binnen overlegstructuren/ netwerken: 2e- 1e lijn, re
integratie, intramural, thuiszorg AK
- Shared Decision Making
Beroepsproducten
en – diensten
(voorbeelden)
- SWOT’s, organisatiebeleid (financieel, personeel en materieel), ondernemings- of
ontwikkelingsplannen, communicatie- en voorlichtingsmaterialen.
- Opstellen, ontwikkelen en uitvoeren van een protocol / zorgpad / re-integratieplan- Opzetten en ontwikkelen en deelnemen aan samenwerkingsverbanden, b.v. 1e lijn- Projectvoorstel, - plan en opbrengsten, Presentatie en/of voordracht geven (b)- Rapportage aan verwijzer- Vergadertechnieken toepassen
Competentiegebied 4: professioneel handelen
Gebied
Toelichting De fysiotherapeut levert hoogstaande cliëntzorg op een integere, oprechte en betrokken
wijze. Hij neemt verantwoordelijkheid voor zijn handelen en bewaart weloverwogen een
balans tussen persoonlijke en professionele rollen. Hij kent de grenzen van zijn
competenties en handelt daarbinnen of schakelt andere deskundigen in. Hij stelt zich
toetsbaar op. Hij onderkent ethische dilemma’s, heeft inzicht in ethische normen en
houdt zich aan de wetgeving.
Competenties 4.1,4.2,4.3 en 4.4
4.1 De fysiotherapeut toont zich in de relatie met de cliënt een professionele hulpverlener
Indicatoren De fysiotherapeut:
- toont zich vakbekwaam, aandachtig, ontvankelijk en gewetensvol;
- handelt methodisch, expliciet en doelmatig;
- registreert en verzorgt verslaglegging;
- respecteert de grenzen van zijn beroepsdomein,
- draagt verantwoordelijkheid en is daarop aanspreekbaar.
4.2 De fysiotherapeut toont zich binnen interprofessionele relaties een professionele
hulpverlener.
Indicatoren De fysiotherapeut:
- toont zich vakbekwaam, aandachtig, ontvankelijk en gewetensvol;
- handelt methodisch, expliciet en doelmatig;
- registreert en verzorgt verslaglegging;
- draagt verantwoordelijkheid en is daarop aanspreekbaar.
- De fysiotherapeut adviseert en geeft consult aan collega’s binnen en buiten de
organisatie waar hij werkzaam is.
4.3 De fysiotherapeut toont adequaat professioneel gedrag.
Indicatoren De fysiotherapeut:
- toont morele gevoeligheid;
- fundeert en legitimeert zijn morele afwegingen;
- vraagt anderen om kritische toetsing van zijn morele afwegingen;
- stelt zich bij het gepresenteerde gezondheidsprobleem de vraag wat hier ‘goed
doen’ is en relateert zijn antwoord aan belangen van de cliënt, zijn eigen belangen,
de belangen van bij de cliënt betrokken anderen en maatschappelijke belangen;
- draagt en toont verantwoordelijkheid voor morele afwegingen.
4.4 De fysiotherapeut oefent het beroep uit naar de gebruikelijke ethische normen van het
beroep.
Indicatoren De fysiotherapeut:
- houdt zich aan de juridische, ethische en medische gedragsregels;
- herkent ethische dilemma’s;
- herkent en reageert op onprofessioneel gedrag.
Kritische en
typerende
beroepssituaties of
vraagstukken
- Opstellen als rolmodel
- Deelnemen aan kwaliteitskringen
- Intercollegiaal Overleg
- Bijdrage leveren aan scholingsprogramma’s
- Deelnemen aan beroepsplatformen
- Ontwikkelen van klachtenbeleid
- Participatie in overleg richtlijnontwikkeling
- Participeert in beroepsvereniging
- Signaleren van ontwikkelingen binnen de beroepsgroep
Beroepsproducten
en – diensten
(voorbeelden)
- Actieve deelname aan beroepsplatformen, beroepsvereniging
- Actieve deelname aan Intercollegiaal Overleg, Intercollegiale Toetsing en
Intercollegiaal Consult
- Kwaliteitsjaarverslag maken, verantwoorden en implementeren
- Meewerken aan richtlijnontwikkeling
- Meewerken en deelnemen aan evaluatie onderzoek
- Ontwikkelen en implementeren van zorgproducten
- Ontwikkelen van innovatieve activiteiten op basis van onderzoek
- Toepassen van wet- en regelgeving m.b.t klachtenprocedure, declaratiegedrag
- Verantwoorden van keuzes ten aanzien van toepassen wet- en regelgeving
Competentiegebied 5: organiseren
Gebied
Toelichting Teneinde als fysiotherapeut efficiënt en effectief te functioneren, spant de
fysiotherapeut zich in voor een goede organisatie. In feite functioneert de fysiotherapeut
als manager van zijn eigen werkzaamheden, maar ook in relatie tot werkzaamheden van
andere zorgprofessionals treedt hij als manager op. De fysiotherapeut neemt besluiten
met betrekking tot het gebruik of de inzet van middelen en medewerkers, het stellen van
doelen en prioriteiten en het maken van beleid. Hij organiseert zijn eigen werk, waarbij
hij balans houdt tussen het beroepsmatig handelen en de behoefte aan verdere
ontwikkeling van zichzelf en indien relevant, de zorgorganisatie waarin hij werkt.
Competenties 5.1, 5.2, 5.3
5.1 De fysiotherapeut plant en organiseert zijn eigen werkzaamheden, in overleg met de
collega’s binnen dezelfde organisatie.
Indicatoren De fysiotherapeut:
- plant, organiseert en regisseert zijn hulpverleningsproces in termen van:
o aanwezigheid en beschikbaarheid;
o uitvoerbaarheid en geschiktheid;
o doeltreffendheid en doelmatigheid;
o geheimhouding en vertrouwelijkheid;
o kostenbeheersing;legitimiteit en legaliteit;
o bedrijfsvoering;
- zet middelen en medewerkers op efficiënte en doelmatige wijze in;
- formuleert realistische verwachtingen voor zichzelf om te komen tot een
evenwichtige levensstijl;
- onderhoudt en verbetert zijn eigen deskundigheid.
5.2 De fysiotherapeut werkt doeltreffend en doelmatig samen in interprofessionele
netwerken.
Indicatoren De fysiotherapeut:
- plant, organiseert en regisseert zijn eigen werk binnen een interprofessioneel
netwerk in termen van:
o aanwezigheid en beschikbaarheid;
o uitvoerbaarheid en geschiktheid;
o effectiviteit en doelmatigheid;
o geheimhouding en vertrouwelijkheid;
o kostenbeheersing;legitimiteit en legaliteit;
o bedrijfsvoering en praktijkmanagement;
- bewaakt en innoveert deskundigheid binnen het interprofessioneel netwerk.
- heeft binnen een multi- professionele samenwerking een belangrijke rol in transitie
van zorg, van directe naar indirecte zorg. AK
- voert gesprekken met zorgverzekeraars en gemeenten over imago en kansen op de
arbeidsmarkt en heeft hierbij een innovatieve houding AK.
5.3 De fysiotherapeut werkt doeltreffend en doelmatig binnen een
gezondheidszorgorganisatie.
Indicatoren De fysiotherapeut:
- neemt actief deel of geeft leiding aan een (multidisciplinair) team en past daarbij
organisatie- en managementprincipes doelgericht toe;
- houdt rekening met basisprincipes van organisatie van gezondheidszorg;
- past principes van efficiënt vergaderen toe;
- draagt bij aan het kwaliteitsbeleid van de organisatie;
- geeft gevraagd of ongevraagd advies aan het managementteam;
- is actief betrokken bij het ontwikkelen van het inhoudelijke beleid
Kritische en
typerende
beroepssituaties of
- binnen de eigen organisatie: maken van afspraken over de onderlinge werkverdeling
en afstemming van werkzaamheden
- in instellingen zoals bv. ziekenhuis of revalidatiecentra: voeren van multi-
vraagstukken professioneel overleg over de afstemming van zorgtaken en verantwoordelijkheden
- initiëren, organiseren van of deelnemen aan besluitvorming over de voorzieningen
in de praktijk.
Beroepsproducten
en – diensten
(voorbeelden)
- systematische cliënten- en financiële administratie, prettig en constructief werk- en
behandelklimaat, efficiënte werkwijzen en een adequaat georganiseerde ketenzorg
- business case en elevator pitches om de student zijn verhaal te (leren) doen.
Competentiegebied 6: kennis delen en wetenschap beoefenen
Gebied
Toelichting De fysiotherapeut handelt volgens de principes van Evidence Based Practice, levert een
bijdrage aan de ontwikkeling, instandhouding en toepassing van klinische expertise van
zichzelf en anderen en levert een bijdrage aan wetenschappelijke onderbouwing van het
fysiotherapeutisch handelen. Hierbij handelt hij daarbij volgens de daaraan gekoppelde
wet- en regelgeving en draagt bij aan de innovatie om nieuwe kennis en procedures te
ontwikkelen en kennis te verspreiden.
Competenties 6.1, 6.2, 6.3 en 6.4
6.1 De fysiotherapeut bevordert de kennis van de cliënt, zijn naasten en/of andere
betrokkenen, collegae en andere betrokken professionals en mantelzorgers.
Indicatoren De fysiotherapeut:
- ontwerpt strategieën ter bevordering van kennis;
- verzamelt, selecteert en ontwerpt voorlichtings- en instructiemateriaal;
- voert leergesprekken;
- houdt voordrachten voor cliënten, vakgenoten en/of anderen;
- publiceert voor cliënten, vakgenoten en anderen;
- levert bijdragen aan vakinhoudelijke congressen.
6.2 De fysiotherapeut draagt bij aan wetenschappelijke onderbouwing van het
fysiotherapeutisch handelen en werkt mee aan wetenschappelijk onderzoek.
Indicatoren De fysiotherapeut:
- signaleert beperkingen van bestaande kennis in de beroepspraktijk en in het
kennisdomein en onderneemt actie;
- kan praktijkproblemen vertalen in termen van wetenschappelijke onderzoeksvragen;
- onderzoek in het kader van Urban Vitality en de complexe patiënt een scala aan
innovaties en implementeren deze AK;
- deelt samen met de publieke en private partners kennis rondom Urban Vitality en de
complexe patiënt en valoriseert deze AK.
- participeert onder begeleiding in wetenschappelijk onderzoek;
- verzamelt data voor wetenschappelijk en/of praktijkgericht onderzoek volgens
geëigende normen en geldende wet- en regelgeving;
- levert data voor wetenschappelijk en/of praktijkgericht onderzoek volgens
geëigende normen en geldende wet- en regelgeving;o draagt bij aan
innovatieprojecten.
- Is op de hoogte van de frequent gebruikte methoden en technieken van toegepast
wetenschappelijk onderzoek op terrein van de gezondheidszorg AK.
6.3 De fysiotherapeut past wetenschappelijke informatie kritisch toe.
Indicatoren De fysiotherapeut:
- verzamelt gegevens uit (internationale) wetenschappelijk literatuur;
- interpreteert gegevens uit (internationale) wetenschappelijke literatuur;
- past gegevens uit (internationale) wetenschappelijke literatuur toe in het
fysiotherapeutisch hulpverleningsproces volgens principes van Evidence Based
Practice;
- hanteert richtlijnen op kritische wijze;
- is op de hoogte van nationaal en internationaal onderzoek en weet dit op waarde te
beoordelen. AK
- kan door de academische verbinding een koppeling maken van de 1e naar de 2e lijn
patiënten zorg. AK.
- past binnen het fysiotherapeutisch handelen de opgedane kennis over transitie van
zorg toe.
6.4 De fysiotherapeut ontwikkelt en voert een persoonlijk ontwikkelplan uit.
Indicatoren De fysiotherapeut:
- reflecteert en evalueert aan de hand van eigen verwachtingen kritisch op het eigen
handelen binnen het fysiotherapeutische hulpverleningsproces;
- vraagt aan anderen om feedback op het eigen reflectieproces;
- stelt kritische vragen over zijn professioneel handelen, gerelateerd aan door anderen
eerder uitgesproken verwachtingen;
- stelt persoonlijke leerdoelen en kiest geschikte leerstrategieën.
- Neemt deel aan cursussen, congressen en schrijft daar waar nodig/ gewenst
referaten en publicaties.
Kritische en
typerende
beroepssituaties of
vraagstukken
- studenten participeren in de onderzoekslijn(en) van het lectoraat
- periodieke analyse van cliënten- en praktijkgegevens t.b.v. kwaliteitsborging en -
verbetering
- het doen van een voorstudie naar aanleiding van een terugkerend vraagstuk in de
praktijk, en de vertaling van de resultaten daarvan naar een probleemstelling voor
verder onderzoek;
- het beoordelen van de relevantie van een onderzoeksplan of –resultaten voor de
eigen praktijk;
- het, in de vorm van het genereren en aanleveren van relevante
onderzoeksgegevens, meewerken aan onderzoek bij patiënten reeksen of grotere
RCT;
- het opzetten en uitvoeren van een single case study en het publiceren van de
resultaten in een vaktijdschrift.
Beroepsproducten
en – diensten
(voorbeelden)
- de student heeft eigen ervaring met de uitvoering van een deelstudie, heeft
meegewerkt aan het opzetten van een onderzoeksplan, -design c.q. de organisatie
van onderzoek, onder leiding van een senior collega/onderzoeker en is
(mede)auteur van een vakinhoudelijke publicatie.
Competentiegebied 7: samenwerken
Gebied
Toelichting De fysiotherapeut werkt, indien nodig, samen met betrokken professionals,
zorgverzekeraars, maatschappelijke en overheidsinstanties, participeert in een netwerk
van samenwerkingsrelaties en maakt optimaal gebruik van beschikbare expertise om te
komen tot een hoge kwaliteit van zorgverlening.
Competenties 7.1,7.2,7.3 en 7.4
7.1 De fysiotherapeut werkt samen met binnen het hulpverleningsproces betrokken
professionele hulpverleners.
Indicatoren De fysiotherapeut:
- neemt op effectieve en doelmatige wijze deel aan cliëntbesprekingen;
- betrekt andere binnen het hulpverleningsproces betrokken professionele
hulpverleners en mantelzorgers doeltreffend en doelmatig bij het
hulpverleningsproces;
- werkt op effectieve en doelmatige wijze in teamverband samen en is zich hierbij
bewust van de gevolgen van eigen handelen voor andere betrokken hulpverleners;
- verwijst doeltreffend en doelmatig naar anderen indien de diagnose dan wel de
behandeling daarom vraagt;
- betrekt de argumenten van andere binnen het hulpverleningsproces betrokken
professionele hulpverleners en mantelzorgers bij zijn afwegingen en neemt op
doeltreffende en doelmatige wijze beredeneerde beslissingen;
- corrigeert zichzelf en anderen op de geëigende wijze binnen de geldende wet- en
regelgeving;
- werkt samen met de stad Amsterdam aan de vitale samenleving van de toekomst
door nieuwe Urban Vitality professionals van de toekomst op te leiden en huidige
professionals te scholen AK.
7.2 De fysiotherapeut verricht intercollegiale consulten.
Indicatoren De fysiotherapeut:
- zet zijn expertise in om collega’s te adviseren;
- realiseert zich mogelijke belangenverstrengeling van verschillende partijen, weegt
belangen van de betrokken partijen af en handelt daarnaar volgens de geldende
wet- en regelgeving.
7.3 De fysiotherapeut werkt samen met zorgverzekeraars.
Indicatoren De fysiotherapeut:
- werkt doelmatig en effectief samen en respecteert competenties en bevoegdheden
van anderen;
- betrekt de argumenten van zorgverzekeraars in het hulpverleningsproces, weegt
deze argumenten en neemt op doelmatige en effectieve wijze beredeneerde
beslissingen;
- verzamelt voor het hulpverleningsproces benodigde informatie bij zorgverzekeraars
op de daartoe geëigende wijze en volgens geldende wet- en regelgeving;
- rapporteert zorgverzekeraars op de daartoe geëigende wijze en volgens geldende
wet- en regelgeving;
- declareert bij zorgverzekeraars of bij de cliënt op de daartoe geëigende wijze en
volgens geldende wet- en regelgeving;
- wisselt van gedachte en discussieert met zorgverzekeraars over de kwaliteit van
fysiotherapeutische hulpverlening en over aspecten van samenwerking.
7.4 De fysiotherapeut werkt samen met maatschappelijke, overheidsinstanties en/of
beroepsverenigingen.
Indicatoren De fysiotherapeut:
- onderhoudt effectieve relaties met voor het hulpverleningsproces benodigde
maatschappelijke instanties (waaronder cliëntbelangenverenigingen) en
overheidsinstanties;
- wisselt van gedachte en discussieert met maatschappelijke instanties (waaronder
cliëntbelangenverenigingen), overheidsinstanties en beroepsverenigingen over
rechtmatigheid en kwaliteit van de hulpverlening;
- werkt samen met instanties ten behoeve van innovatieve processen binnen het
vakgebied en de overige gezondheidszorg;
- gaat samenwerking aan met partners in en buiten de zorg om nieuwe mogelijkheden
op de markt op het gebied van bewegen te vinden.
Kritische en
typerende
beroepssituaties of
vraagstukken
- afstemmen en samenwerken binnen overlegstructuren / netwerken: 1e –lijn, 2e lijn,
re-integratie, intramuraal, thuiszorg
- afstemmen en samenwerken met verwijzer, gemeenten, ARBO- dienst, scholen e.d.
- deelname aan multidisciplinair en interdisciplinaire samenwerking
- participatie in (thuis)zorgteams
- shared Decision Making
Beroepsproducten
en – diensten
(voorbeelden)
- correspondentie en verantwoording geven / vastleggen naar patiënt, andere
zorgprofessional / verwijzer en collega
- deelname aan netwerk van beroepsgroep binnen en buiten de regio
- deelname Intercollegiaal Overleg (IO)
- opstellen, ontwikkelen en uitvoeren van een protocol /re- integratie plan
- opzetten en ontwikkelen en deelnemen aan samenwerkingsverbanden, bijvoorbeeld
1e lijn en 2e lijn (transitie van zorg)
- projectvoorstel, - plan en opbrengsten, Presentatie en/of voordracht geven
- rapportage aan verwijzer
- vergadertechnieken toepassen