6. het lagereschoolkind pblo-v
TRANSCRIPT
Ontwikkelingspsychologie
Hoofdstuk 6Het lagere schoolkind
Overzicht1. De lichamelijke ontwikkeling2. De motorische ontwikkeling 3. De perceptuele ontwikkeling4. De cognitieve ontwikkeling5. De taalontwikkeling6. De sociaal-emotionele ontwikkeling7. De seksuele ontwikkeling8. De persoonlijkheidsontwikkeling9. De morele ontwikkeling11. De spelontwikkeling12. Tekenontwikkeling13. Indien de ontwikkeling anders loopt …
1. Lichamelijke ontwikkeling
• Eerste strekking– Ledematen groeien sneller dan hoofd– Babyvet spierweefsel– Tandenwissel
• ‘Klein kind’-kenmerken verdwijnen
Overzicht1. De lichamelijke ontwikkeling2. De motorische ontwikkeling 3. De perceptuele ontwikkeling4. De cognitieve ontwikkeling5. De taalontwikkeling6. De sociaal-emotionele ontwikkeling7. De seksuele ontwikkeling8. De persoonlijkheidsontwikkeling9. De morele ontwikkeling11. De spelontwikkeling12. Tekenontwikkeling
2. Motorische ontwikkeling
Toenemende Lichaamsbeheersing
Toenemende oog/hand-coördinatie
10 jaar: ‘het volmaakte kind’Wat is het verband tussen lichamelijke/motorische en sociaal-
emotionele ontwikkeling?
Overzicht1. De lichamelijke ontwikkeling2. De motorische ontwikkeling 3. De perceptuele ontwikkeling4. De cognitieve ontwikkeling5. De taalontwikkeling6. De sociaal-emotionele ontwikkeling7. De seksuele ontwikkeling8. De persoonlijkheidsontwikkeling9. De morele ontwikkeling11. De spelontwikkeling12. Tekenontwikkeling
3. Perceptuele ontwikkeling
3. Perceptuele ontwikkeling
• Focus op opvallende kenmerkenKleuters
• Richten waarneming zelfstandig
• Gedetailleerd en systematisch
Lagere school kind
Waarom is 6 jaar een goede leeftijd om te leren lezen?
Ze kunnen systematisch en gericht kijken. Verschillen zien tussen letters, woorden, …
3. Perceptuele ontwikkeling
• Perceptuele reorganisatie (Elkind)
visueel materiaal in gedachten herschikken zodat er nieuwe structuren uit naar voor komen
3. Perceptuele ontwikkeling
• Perceptuele schematisering
Herkennen van zowel delen als geheel.
3. Perceptuele ontwikkeling
• Perceptuele exploratie
Vermogen om complexe figuur/afbeelding die meerdere afzonderlijke figuurtjes bevat systematisch en gedetailleerd te scannen
3. Perceptuele ontwikkeling
Overzicht1. De lichamelijke ontwikkeling2. De motorische ontwikkeling 3. De perceptuele ontwikkeling4. De cognitieve ontwikkeling5. De taalontwikkeling6. De sociaal-emotionele ontwikkeling7. De seksuele ontwikkeling8. De persoonlijkheidsontwikkeling9. De morele ontwikkeling11. De spelontwikkeling12. Tekenontwikkeling
Cognitieve ontwikkeling
Sensori-motorisch stadium (baby)
Pre-operationele
stadium (peuter/ kleuter)
Concreet operationele
stadium (lagere
schoolkind)
Formeel operationeel
stadium (adolescent)
http://www.youtube.com/watch?v=gA04ew6Oi9M&feature=related
4. Cognitieve ontwikkeling
Concreet operationele stadium Realistische, concreet voorstelbare situaties Gedachtenhandelingen
Probleemoplossend denken
4. Cognitieve ontwikkeling
- Reversibel denken- Organisatie van gedachten (centratie)- Toestand + proces (statisch-gericht denken)
=> Conservatienotie: oké, zolang concreet
http://www.youtube.com/watch?v=j4lvQfhuNmg&feature=related
4. Cognitieve ontwikkeling
- Positie van andere innemen (egocentrische perspectiefname)
- Klassen/deelklassen (onderscheid tussen deel en geheel)- Seriatie- Transitief denken
4. Cognitieve ontwikkeling
Magisch denkenSubjectieve ervaringen en gevoelensFantasie minder uitgesproken
Het geheugenSterk associatiefLater inzichtelijk structureren/geheugentrucs
Overzicht1. De lichamelijke ontwikkeling2. De motorische ontwikkeling 3. De perceptuele ontwikkeling4. De cognitieve ontwikkeling5. De taalontwikkeling6. De sociaal-emotionele ontwikkeling7. De seksuele ontwikkeling8. De persoonlijkheidsontwikkeling9. De morele ontwikkeling11. De spelontwikkeling12. Tekenontwikkeling
5. Taalontwikkeling• Beheersen van de volwassenentaal
• Moeilijke woordenBvb. fjord, skeeler, ‘heps’ ipv ‘hesp’, etc.
• Verkeerde vervoegingenBvb. ik valde ipv viel, ik loopte ipv liep, etc.
• Vreemde uitdrukkingenBvb. beroemstigheid ipv bezienswaardigheid
• Meta-linguïstisch bewustzijn• Taal = regels + afspraken, experimenteren mogelijk!• Bvb. geheimtaal
• Interesse in vreemde talen
“Hun leggen aan het strand.”“Jij ben groter als mij!”
“Hij werdt gister 18 jaar.” “Hij kocht de uitgebreidde versie.”
“Haar gezin is uitgebrijd.”
5. Taalontwikkeling
De woordenschat die een volwassene gebruikt, bestaat gemiddeld uit 10.000 woorden.
Hoeveel woorden iemand kent varieert sterk: van 45.000 tot 250.000 woorden. Meer woorden leren kennen, gaat makkelijk door te lezen. Een tienjarig kind dat ongeveer een uur per dag
leest, ziet 150 woorden per minuut. Dat zijn meer dan twee miljoen woorden per jaar. Circa twee procent van de woorden zal onbekend zijn, zo leert onderzoek. Daar onthoudt hij er vijf tot tien procent van; door zomaar te lezen komen er alleen al
twee- tot vierduizend woorden per jaar bij. En vrijwel niemand kent echt ALLE woorden die er zijn of zijn
geweest. Lezen helpt.
• Invloed van onderwijs en oefening• Taal stimuleren door lezen, taalspelletjes,…
(wie ben ik?)
• Einde lagere school 30 000 – 40 000 woorden
5. Taalontwikkeling
Overzicht1. De lichamelijke ontwikkeling2. De motorische ontwikkeling 3. De perceptuele ontwikkeling4. De cognitieve ontwikkeling5. De taalontwikkeling6. De sociaal-emotionele ontwikkeling7. De seksuele ontwikkeling8. De persoonlijkheidsontwikkeling9. De morele ontwikkeling11. De spelontwikkeling12. Tekenontwikkeling
6. Sociaal-emotionele ontwikkeling
• Spelen liever met peers• Ouders blijven belangrijkste
referentiefiguren
Verschuiving sociale
voorkeur
• Hoe omgaan met andere kinderen?
• Hoe ruzie maken?• ….
School = sociale
leerschool
6. Sociaal-emotionele ontwikkeling
• spiegel• zelfvertrouwen • zelfbeeld
Invloed leeftijdsgenootjes
• Populariteit en status• Vier typen: ster, vervelend,
middenmoot en onzichtbaren
Sociale aanvaarding
6. Sociaal-emotionele ontwikkeling
• Duurzamer en meer structuur• Één-seksegroepjes• Later: contacten tussen
jongens en meisjesvriendengroepjes
• pester• clown• vleier• pseudovolwassene
Inadequate omgangsstijlen
Kleutervriendschappen zijn heel vluchtig.
Jij zult wellicht ervaren dat kinderen erg hard zijn voor elkaar. Als een kleuter een kindje ziet
dat bijvoorbeeld mooier speelgoed heeft, zal het zijn oorspronkelijke vriendje misschien snel
vergeten. Het snapt nog niet dat dat vriendje zich daardoor eenzaam voelt. Maak je hier niet
teveel zorgen over. Waarschijnlijk heeft jouw kleuter ook wel eens een vriendje 'ingeruild'.
6. Sociaal-emotionele ontwikkeling
Vriendschap evolueert
• 6 à 8 jaar: vriend = iemand die dezelfde dingen leuk vindt
• 10 jaar: raad geven bij problemen, troost, praten, enz.
Geen vriend is niet normaal en nefast voor de ontwikkeling
«Ik heb heel veel vrienden. Tim omdat hij mij helpt. Wout omdat hij naast mij zit. Met vrienden kun je veel doen, bijvoorbeeld spelen. Een vriend moet lief en behulpzaam zijn. In de school heb ik vrienden gemaakt. Ze zijn allemaal even oud als ik.» (Jan, 9 j.)
«Soms weet je dat je vrienden iets doen dat niet mag. Spieken, pesten. En als je niet wil meedoen, dan ben je geen vriend. Vriendschap is belangrijk maar ook zeer fragiel. Ik vind het niet gemakkelijk een goede vriend te zijn of om er te maken. Bij goede vrienden moet je je niet alleen kunnen amuseren, maar ook terecht kunnen als het niet goed gaat. Samen naar de dancing gaan, maakt nog geen vriend. Een echte vriend moet vooral kunnen luisteren. Respect hebben en tijd maken voor de andere. Er zijn als het eens niet goed gaat.» (Tom, 17 j.)
Pesten= proces waarbij een groep/pestkop zich
tegen een enkeling keert die zich niet (meer) kan verweren
– Drie partijen:• De pester(s)• De gepeste• De middengroep
6. Sociaal-emotionele ontwikkeling
http://www.youtube.com/watch?v=pymZXFAMxgs
Pesten
MIDDENGROEP
Bewondering Pester
Eigen voordeel
Angst zelf gepest
Bescherming gepeste
Merken pesten niet op
Onverschilligheid
PESTEN MEE!
PESTEN NIET MEE!
6. Sociaal-emotionele ontwikkeling
Pesten– Pesten ≠ Plagen
• Ongelijke machtsverdeling• Desastreuze gevolgen voor gepeste
– Pesten = Groepsnorm?– Zondebokverschijnsel– Wie?– Levenslange gevolgen voor pesters en
gepesten
6. Sociaal-emotionele ontwikkeling
6. Sociaal-emotionele ontwikkeling
Pesten aanpakken: Hoe?Preventief (om pesten te vermijden)- Erover ‘praten’, liefst
algemeen- Pesten ‘op zich’ = ! en dat
willen we niet op school (= anti-pest beleid)
- Alle partijen betrekken bij preventie van pesten
- Duidelijke afspraken en gedeelde verantwoordelijkheid
- Sociometrische schaal risico-kinderen detecteren
Curatief (om pesten op te lossen)- Erover praten, algemeen (!)
om vermijdingsreacties of minima-liseren te ontwijken
- Alle partijen betrekken in oplossing
- Eventueel individuele gesprekken met pesters, gepeste(n) (en ouders?): waarom? + afspraken
- Andere school Niet altijd een oplossing! Integendeel: ‘nieuwe’ leerlingen = ‘anders’.
6. Sociaal-emotionele ontwikkeling
Overzicht1. De lichamelijke ontwikkeling2. De motorische ontwikkeling 3. De perceptuele ontwikkeling4. De cognitieve ontwikkeling5. De taalontwikkeling6. De sociaal-emotionele ontwikkeling7. De seksuele ontwikkeling8. De persoonlijkheidsontwikkeling9. De morele ontwikkeling11. De spelontwikkeling12. Tekenontwikkeling
7. De seksuele ontwikkeling
Freud: latentiefase• Seksuele ontwikkeling = stilgevallen• Terugdringen seksuele gevoelens ten voordele
van schoolse kennis• Jongens/meisjes: weinig interesse voor elkaar
MAAR: Kritiek! • Wel interesse voor seksualiteit
7. De seksuele ontwikkeling
6-8j• Verliefdheden• Aanraken
geslachtsdelen, maar niet openbaar
• Schuine moppen met seksueel geladen woorden
8-10j• verliefdheid • Onschuldig lichamelijk
contact opzoeken• Groepsnorm =
heteroseksualiteit• Seksestereotiep
rolgedrag• Voortplantingsverhaal
= vrij duidelijk• 1ste kenmerken
puberteit
10-12j• Verliefdheid: hevige
emoties• belangstelling
volwassen seksualiteit
• maar ook ‘preutsheid’• Beginnende
puberteit schaamte ?
• eerste menstruatie kan optreden
• 6 tot 8 jaar– Verliefdheden– Aanraken/strelen geslachtsdelen, maar niet
openbaar– Schuine moppen met seksueel geladen
woorden = populair
7. De seksuele ontwikkeling
10 pond bananen, bananen zijn gezond,Adam en Eva in hun blote Con...stantinopel is een mooie stad,daar lopen alle meisjes in hun blote ga...je mee naar Frankrijk, in Frankrijk is het leuk,daar wordt er 's avonds heel wat af geneu...shorentjes vangen in het hoge rietdaar lopen de meisjes in hun blote ti...ta de tovenaar is een heel wijs manmaar als hij zich verveeld dan speelt hij met zijn peni...celine is een medicijn en dit is dan het einde van een heel beschaafd refrein
• 8 tot 10 jaar– Gevoelens verliefdheid – Lichamelijk contact opzoe-
ken, hoewel onschuldig – Groepsnorm = heteroseksualiteit– Seksestereotiep rolgedrag– Voortplantingsverhaal = vrij duidelijk– 1ste kenmerken puberteit ‘kunnen’
verschijnen
7. De seksuele ontwikkeling
• 10 tot 12 jaar– Verliefdheid: hevige emoties– Belangstelling volwassen seksualiteit – Maar ook ‘preutsheid’
• Beginnende puberteit schaamte ?
– Eerste menstruatie kan optreden
7. De seksuele ontwikkeling
Overzicht1. De lichamelijke ontwikkeling2. De motorische ontwikkeling 3. De perceptuele ontwikkeling4. De cognitieve ontwikkeling5. De taalontwikkeling6. De sociaal-emotionele ontwikkeling7. De seksuele ontwikkeling8. De persoonlijkheidsontwikkeling9. De morele ontwikkeling11. De spelontwikkeling12. Tekenontwikkeling
8. De persoonlijkheidsontwikkeling
Zelfbeschrijvingen• Eigen karakter• Vaardigheden en categorieën• Concreet => algemeen stabiel
Contacten leeftijdgenoten • Keuze vriend(in)
• Belang van wederzijds vertrouwen, iets voor elkaar over hebben
• Vergelijken Zichzelf beter leren kennen
Vorming genderidentiteit continueert
Oplossing• Enthousiaste leerkrachten• Aandacht ouders• Steun leeftijdgenoten
VlijtVerwerve
n van kennis en vaardighe
den
Minderwaardig
heidIndien
moeilijkheden
8. De persoonlijkheidsontwikkeling
Overzicht1. De lichamelijke ontwikkeling2. De motorische ontwikkeling 3. De perceptuele ontwikkeling4. De cognitieve ontwikkeling5. De taalontwikkeling6. De sociaal-emotionele ontwikkeling7. De seksuele ontwikkeling8. De persoonlijkheidsontwikkeling9. De morele ontwikkeling11. De spelontwikkeling12. Tekenontwikkeling
9. De morele ontwikkeling
Preconventioneel(peuter/kleuter)1. Straf vermijden2. Beloning nastreven
Conventionele (lagere school)3. Normen directe omgeving4. Normen grotere sociale systemen
Postconventionele(adolescent/volwassene)5. Abstracte morele principes 6. Eigen prioriteiten
Kan meevoelen/meeleven- concrete emoties- algemeen inzicht
http://www.youtube.com/watch?v=yn05bGV8G2U&feature=related
• Kan meevoelen/meeleven– Concrete emoties – begin LS (moet het zien)– Algemeen inzicht – einde LS (inleving)
• Conventionele fase (Kohlberg) – Gezaghebbende ander bepaalt wat mag/niet
mag“De juf zegt …”
“Mijn papa heeft gezegd dat …”
– Ook bij volwassenen: Millgram-experimenten
9. De morele ontwikkeling
http://www.youtube.com/watch?v=BcvSNg0HZwk
Overzicht1. De lichamelijke ontwikkeling2. De motorische ontwikkeling 3. De perceptuele ontwikkeling4. De cognitieve ontwikkeling5. De taalontwikkeling6. De sociaal-emotionele ontwikkeling7. De seksuele ontwikkeling8. De persoonlijkheidsontwikkeling9. De morele ontwikkeling10. De schoolse ontwikkeling 11. De spelontwikkeling13. Indien de ontwikkeling anders loopt…
• Overgang kleuterklas - 1ste leerjaar
10. De schoolse ontwikkeling
• Schoolrijpheidsvoorwaarden (p. 222-223)– Aanleg– Omgeving– Zelfbepaling
• Drie schoolse vaardigheden: (p. 223 e.v.)– Lezen– Schrijven– Rekenen
10. De schoolse ontwikkeling
• Lezen– Voorgeschiedenis– Algemene vaardigheden:
• Bvb. woordenschat, concentratie, regels naleven, geheugen, visuele discriminatie
– Specifieke vaardigheden:• Bvb. verbanden tussen
beeld en klank, etc.
– Spellend Herkennend Begrijpend
10. De schoolse ontwikkeling
• Schrijven= 2de communicatiemiddel,
na spreektaal– Algemene voorwaarden
• Bvb. taalbeheersing, zintuigen, concentratie, emotioneel evenwicht, motivatie om te leren
– Specifieke voorwaarden• Bvb. grove en fijne motoriek, lichaamsbesef,
ruimtelijke oriëntatie, vormonderscheidings-vermogen, oog/hand-coördinatie, laterisatie, gevoel voor ritme, automatiseren
10. De schoolse ontwikkeling
• Schrijven– Doel: begrijpelijk schrijven– Oefening baart kunst!
10. De schoolse ontwikkeling
• Rekenen– Getalbegrip = voorwaarde
• Tellen• Correspondentie• Classificatie• Seriatie
Bewerkingen:• Concreet Meer abstract• Automatismen cijferen vraagstukken
10. De schoolse ontwikkeling
Overzicht1. De lichamelijke ontwikkeling2. De motorische ontwikkeling 3. De perceptuele ontwikkeling4. De cognitieve ontwikkeling5. De taalontwikkeling6. De sociaal-emotionele ontwikkeling7. De seksuele ontwikkeling8. De persoonlijkheidsontwikkeling9. De morele ontwikkeling10. De schoolse ontwikkeling 11. De spelontwikkeling13. Indien de ontwikkeling anders loopt…
11. De spelontwikkeling
Bewegingsspel• Kan uitmonden in een hobby
Associatief en coöperatief spel• Groepsgrootte neemt toe• Verschil jongens / meisjes
Experimenteer- en constructiespel• Denken, experimenteren en zoeken naar oplossingen
Overzicht1. De lichamelijke ontwikkeling2. De motorische ontwikkeling 3. De perceptuele ontwikkeling4. De cognitieve ontwikkeling5. De taalontwikkeling6. De sociaal-emotionele ontwikkeling7. De seksuele ontwikkeling8. De persoonlijkheidsontwikkeling9. De morele ontwikkeling10. De schoolse ontwikkeling 11. De spelontwikkeling13. Indien de ontwikkeling anders loopt…
• Onveilige gehechtheid– Invloed op relaties en emoties– Onveilige hechting in verleden (wat is zinvol om als
leerkracht te doen en wat niet?) Knuffelen, geborgenheid, … op schoot, maar houden het
daar geen minuut uit.
Nood aan structuur, voorspelbare situaties waardoor meer ‘veiligheidsgevoel’, meer op gemak.
– Veilige hechting in verleden• Basisvertrouwen kunnen autonoom functioneren• ‘Goed vastgezeten hebben om goed los te komen’
13. Indien de ontwikkeling anders loopt …
• Leerproblemen– Moeilijkheden bij het leren van schoolse
vaardigheden– Primair (= leerstoornissen) en secundair
• Leerstoornissen– Oorzaak niet in omgeving, bvb. slecht
onderwijs, afwezigheid– Oorzaak bij individu, maar niet tgv
handicap/ziekte, bvb. mentale achterstand
13. Indien de ontwikkeling anders loopt …
• Leerstoornissen– Hardnekkig– ‘Verborgen handicap’– Onderkenning via signalen
• Bvb. welbevinden , uitvluchten om bepaalde taken niet te maken, huilen, etc.
– Ermee leren leven en omgaan!
13. Indien de ontwikkeling anders loopt …
• Drie leerstoornissen:– Dyslexie
• Leren lezen = probleem
– Dysorthografie• Foutloos schrijven (spellen) = probleem • Meestal samen met dyslexie
– Dyscalculie• Leren rekenen = probleem
– (Dysgrafie)• Schrijven (motorisch) = probleem• Maar geen ‘leerstoornis’
13. Indien de ontwikkeling anders loopt …
Ik ben 22 , en weet sinds een dik jaar dat ik dyscalculie heb. Toen ik verleden jaar mijn ouders er eerst over aansprak kwam hen een aantal zaken duidelijk.Het eerste wat ik me nog van herinner dat mij 1e leerjaar moest gedubbeld worden voor wiskunde.In het 6e raadde een leraar mij aan om naar het beroeps te gaan (‘daar heb je geen wiskunde nodig zei hij’), niets was minder waar … want we hadden boekhouden , en ook daar heb je wel degelijk wiskunde nodig.Mijn ouders hebben ooit wel met mij naar een ‘remediëringsklas’ geweest maar dit bracht ook niks op.Ik vind het jammer dat mensen me altijd wezen (zelfs mijn ouders) dat ik ‘onnozel was, dom , achterlijk’.In het 7e jaar wees me een leraar dat ik dyscalculie had, met de steun van mijn therapeute en vriend ben ik aan 20 jarige leeftijd naar een centrum geweest om me te testen.Eindelijk weet ik dat ik niet ‘achterlijk en onnozel’ ben, maar een supermeid met een kleine beperking! Ik zou dan ook héél graag ouders en leerkrachten hier wat meer op wijzen…onlangs in Koppen sprak men over ADHD en ADD dat dit de meest voorkomende klachten zijn en zo in de klassen…ik zou graag es hebben dat er ook wat meer aandacht aan dyscalculie wordt gegevenWant geef toe, na bijna 20 jaar , is er dan 1 iemand die mijn probleem opmerkt.
ADHD?
Probleem of stoornis?
Stoornis als …
dagelijks functioneren verstoord wordt:- Sociale uitsluiting- Prestaties verminderen- Verlammende werking op gezin
13. Indien de ontwikkeling anders loopt …
• ADHD– ‘Attention Deficit Hyperactivity Disorder’– Drie kenmerken:
• Aandachtstekort• Overactiviteit• Impulsiviteit
Moeten alle drie in voldoende mate voorkomen om te kunnen spreken van een stoornis
13. Indien de ontwikkeling anders loopt …
Varianten:– ADD (aandachtsproblemen, zonder hyperactiviteit
en impulsiviteit)– Geen aandachtsproblemen, enkel hyperactief en
impulsief
Veelal: werkhoudingsproblemenOplossing: zelfinstructiemethoden
13. Indien de ontwikkeling anders loopt …
13. Indien de ontwikkeling anders loopt …
– Vele bijkomende problemen:• Bvb. onhandigheid, leerbaarheid laag,
leerproblemen en soms leerstoornissen, emotionele moeilijkheden, slaapproblemen, relationele en gedragsproblemen
– Aanpak:• Medicijnen
– ‘Rilatine’ helpt ‘normale ontwikkeling’ bevorderen– Maar neveneffecten
• Multidisciplinaire aanpak aangewezen
13. Indien de ontwikkeling anders loopt …