2011 rode kool uit de metropool - noorderbreedte 3a
DESCRIPTION
Een speciale uitgave van Noorderbreedte en Platform GRAS over voedsel en de stad. Heeft buurtvoedsel de toekomst? Wat zijn de kansen van stadslandbouw?TRANSCRIPT
H eeft buurt voeds el de toekomst?
rode kool uit de metropool
Noorderbreedte jaargang 35
nr. 3a -2011los nummer € 8
e x t r a u i t g a v e v a n n o o r d e r b r e e d t e i . s . m . p l a t f o r m g r a s
Noorderbreedte, betrokken bij het Noorden. U ook? Word abonnee!W W W. N o o rd e r b r e ed t e . N l
breed tijdschrift over Noord-Nederlandlandschap / natuur / cultuurhistorie / ruimtelijke ordening / architectuur / wonen, werken en verpozen / stad en platteland / kunst / fotografie
NB
03een
post-zegel is niet nodig
een post-zegel is niet nodig
NOORDERBREEDTEantwoordnummer 5159700 WB Groningen
NOORDERBREEDTEantwoordnummer 5159700 WB Groningen
A
Voedsel–abécédaire, 10, 20, 45, 49, 57
1 Vooraf
2 Voedsel raakt aan alles en iedereen
Carolyn Steel schreef Foodtopiaals opstapje naar eenvoedselstrategie voor de regioGroningen-Assen. Fragmentenuit haar opstel en een gesprek met stadsecoloog Wout Veldstra.
12 Het voedsel, de stad en het kunstwerkMerijn Vrij droomt van wuivend tarwe midden in de stad.
14 De smaak van GroningenHoe Groningen Hoofdstad van de Smaak werd.
16 Eten van rijke bodem, jagen op arme grondWelke gronden rond de stad Groningen komen in aanmerking om haar bevolking te voeden?
21Een praktisch idealist in de supermarktEen betere wereld begint bij anders boodschappen doen. Op naar Jumbo!
2 8 Portret van een volkstuincomplex Fotoserie
38Stad eet land. Of: de wens van Auke van der WoudVeel historisch cultuurlandschap is geofferd aan de groei van steden en de productie van massavoedsel. Hoe kan het anders? En: enige standen van zaken rond biologische landbouw en streekvoedsel.
46 Waddengeluk in S exbierumLangs de Friese zeedijk vinden we veel glas- en akkerbouw. Waarom belanden de producten nauwelijks in de plaatselijke winkel?
48 Iedereen vegetariër! Column
50 De PeerGrouP en het VarkenshuisLeer elkaar en uw voedsel kennen, neem een buurtvarken.
52 Verse blueberries tussen de wolkenkrabbersDat ‘global’ en ‘local’ elkaar niet bijten, bewijzen de groene markten in New York City.
54 Balkonieren!Geen tuin, wel sla en tomaten. Een handleiding.
58 Meer weten over etenBoeken, sites, films.
I N H O U D
U i t g av e va n S t i c h t i n g n o o r d e r b r e e d t e(meer informatie onder de antwoordkaarten)
d i r e c t i eChris Elsinga
h o o F d r e d a c t i e & P r o d U c t i eAnnemarie Kok
r e d a c t i eMarc Floor / Tialda Haartsen / Lukas Koops / Ineke Noordhoff / Abe de Vries
e i n d r e d a c t i eMaarten Meester, Sexbierum
g r a F i S c h o n t W e r P e n o P M a a KJelle F. Post, Groningen
o n t W e r P o M S L a gJelle F. Post
t e K S t e n i n d i t n U M M e rWim Boetze / Bram Esser / Tialda Haartsen / Annemarie Kok / Lukas Koops / Maarten Meester / Bert Nijmeijer / Ineke Noordhoff / Petra Pauw / Peter Michiel Schaap / Leonie Wendker. Met dank aan Ferry Vermeer.
F o t o ’ S i n d i t n U M M e r Harry Cock / Reyer Boxem / Merijn Vrij / Nicole Lagarde / Peter Michiel Schaap
r e d a c t i e r a a dWim Boetze / Hans Elerie / Hans Harbers / Rob Hendriks / Rik Herngreen / Henk Hokse / Jan Kleine / Henk Poortinga / Maarten Schmitt / Ton Schoot Uiterkamp / Martin van Wijck
L i t h o g r a F i e e n d r U K Het Grafisch Huis, Groningen
a d v e r t e n t i e S e n a b o n n e M e n t e nJos Rietveld, Groningen
a d r e S g e g e v e n SWesterkade 2, 9718 AN Groningentelefoon (050) 314 19 56 / 314 23 74 (fax)Kantoor open: ma-di-do 10-17 uurredactie: [email protected]: [email protected] en abonnementen:[email protected] 0166 - 4948
Wat W i L n o o r d e r b r e e d t e ?Burgers, bestuurders, beleidsmakers, vakmensen en maatschappelijke organisaties inspireren tot (debat over) een zorgvuldige omgang met de noordelijke leefomgeving.
h o e d o e t n o o r d e r b r e e d t e d at ?Door de publicatie van een onafhankelijktijdschrift, thema-uitgaven en boeken.
b e S t U U rJan Wibier, voorzitter / Ryan Schepers,vice-voorzitter / Sietske Faber, penningmeester / Hans ten Hoopen, secretaris / Margreeth de Boer / Rimmer Mulder / Dirk Nijdam / Simon Tijsma
b e d r i J v e n K r i n g n o o r d e r b r e e d t eWaterleidingmaatschappij Drenthe / Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen / InvraPlus / Gasunie / Waterschap Hunze en Aa´s / Lefier / NAM delen met Noorderbreedte de betrokkenheid bij het Noorden.
a a n g e S L o t e n o r g a n i S at i e SBoerenNatuur / Bond van Friese Vogelbeschermingwachten/ Fries Natuur Museum / FrieseMilieufederatie / Fryske Feriening foar Fjildbiology / Het Drentse Landschap / Het Groninger Landschap / IVN / It Fryske Gea / K.N.N.V. / Milieudefensie / Milieufederatie Drenthe / Milieufederatie Groningen / Natuurmonumenten / NederlandseGeologische Vereniging afdeling Groningen / NIVON / Noorderlicht / Platform GRAS / Stichting Beeldlijn / Stichting Vrijwillig Bosbeheer Nederland / Waddenvereniging / Wereldnatuurfonds
r a a d va n a d v i e SWilfred Alblas / Kees Siderius / Henk de Vries / Sjoerd Wagenaar / Leonie Wendker
a b o n n e M e n t e nDe abonnementsprijs bedraagt € 37,50 per jaar (een hoger bedrag is welkom). Hiervoor krijgt u naast vijf reguliere nummers één of meer themanummers.
o v e r n a M e a r t i K e L e n U i t h e tt i J d S c h r i F t o F va n d e W e b S i t eAlleen na toestemming van de hoofdredacteur.
Voor deze extra uitgave ontving Noorderbreedte een financiële bijdrage van Platform GRAS en de gemeente Groningen, dienst ROEZ
c o L o F o n S t i c h t i n g n o o r d e r b r e e d t e Ja, ik neem een abonnement (vijf nummers + themanummers).
naam
adres
postcode en woonplaats
e-mailadres
ik ken Noorderbreedte via
Een abonnement kost € 37,50 per jaar (vijf nummers + themanummers). Ik ontvang een acceptgiro.
Als geschenk kies ik:
( ) T-shirt met zeefdruk Han Jansen (maat XL)( ) Verzamelband
Ja, ik geef een cadeau-abonnement voor een
( ) heel jaar (vijf nummers + themanummers) € 37,50( ) half jaar (drie nummers) € 20,-
( ) ik laat gratis een proefnummer naar iemand opsturen
de gelukkige is
adres
postcode en woonplaats
mijn naam is
adres postcode en woonplaats
Speciale uitgave op eet-lees-formaat, voor thuis of aan tafel in een van de restaurants waar dit nummer geserveerd wordt.
v o o r a f > d o o r A n n e m a r i e K o k
Stad zoekt boerKunstenaars die tarwe willen zaaien midden in de stad. Wachtlijsten voor volkstuinen. Steden die voedselmarkten organiseren samen met producenten uit het ommeland. Kantines die sla en tomaten een deel van het jaar in de ban doen. De rijksoverheid die meebetaalt aan de vertaling van Hungry City, een bestseller waarin de westerse omgang met voedsel wordt aangeklaagd. Verhalen in de krant over dakmoestuinen, voedsel-festivals en voedselfilmfestivals... Wat is hier aan de hand? Geen twijfel mogelijk: voedsel, en dan vooral de vraag waar het vandaan komt en hoe het wordt voortgebracht, heeft nog nooit zo sterk in de be-langstelling gestaan. Waren het aanvankelijk (na de oorlog) de biologische landbouw en sinds 1989 de Slow Food-beweging die hiervoor aandacht hadden, pas de laatste jaren begeestert het thema een breed publiek, mede door toedoen van creatieve koks en geëngageerde publicisten. Een bijzondere rol hierin speelt de Britse architect Carolyn Steel, auteur van genoemde bestseller. Het vernieuwende en aanstekelijke van haar boek schuilt in het feit dat ze laat zien hoezeer voedsel een stempel drukt op het dagelijks leven in een stad. Tegelijk zijn we vervreemd geraakt van wat we eten. Daarom pleit ze voor herstel van de vroe-gere vanzelfsprekende band tussen stad en platteland, die door de globalisering en industrialisatie verloren is gegaan. De voordelen van haar benadering lijken groot, zeker in het licht van actuele proble-men rond klimaat, ecologie, water en energie. Maar niet alleen wil Steel een oplossing bieden voor nijpende zaken als verspilling en ‘voedselkilometers’. Door voedsel- productie dichter bij huis te laten plaatsvinden, betoogt ze, zullen we bewuster gaan inkopen, koken en proeven, kan de stedelijke ruimte veel gevarieerder worden en zullen we ons meer betrokken voelen bij onze omgeving. Deze uitgave kwam tot stand in samenwerking met het Groningse Platform GRAS dat zich de afgelopen tijd ook in het onderwerp voedsel verdiepte. Centraal staan concrete initiatieven in het Noorden om – via voedsel – de relaties te versterken tussen stad en land, producent en consument, mens en dier, mens en landschap, mensen onderling. Zelfvoorzienend zullen onze steden door nieuwe verschijnselen als ‘stadslandbouw’ en ‘regionale voedselvisies’ voorlopig niet zijn. Het is ook de vraag in hoeverre dat na-gestreefd moet worden. Wel kunnen we stellen dat buurtvoedsel, zoals Noorderbreedte het met een nieuw woord noemt, in verschillende opzichten waardevol kan zijn. Wij zijn benieuwd hoe het verdergaat met deze ontwikkeling en hopen dat deze eerste noordelijke voedselpublicatie tot bezinning, discussie, verbeelding en vermeerdering van kennis leidt.
‘Voedsel is een sterk element in de vormgeving van onze omgeving en onze samenleving. De effecten ervan zijn overal te vinden; in onze steden, weidse cultuurlandschappen, werkpatronen, ons sociale leven, de politiek, economie en in de ecologische voetafdruk. Het is daarom heel vreemd dat voedsel tot voor kort niet werd beschouwd als een onderwerp van de ruimtelijke ordening.’
Carolyn Steel, architect en auteur van de in 2008
verschenen bestseller Hungry City, schrijft dit aan
het begin van Foodtopia, een veertig pagina’s tellend
opstel. De gemeente Groningen had haar vorig jaar
om dit werkstuk gevraagd. Want net als een aantal
andere grote steden in Nederland (waaronder
Amsterdam, Den Haag, Tilburg en Almere) vond
ook Groningen dat het tijd werd voor een heuse
Voedselvisie.
Het verhaal van de Britse Steel verscheen in
september en wekte veel enthousiasme in de
gemeentehuizen van zowel Groningen als Assen.
Naar verwachting verschijnt na de zomer een
Regionale Voedselvisie, een officieel beleidsdocument
gebaseerd op haar standpunten en adviezen.
Op deze en de volgende pagina’s fragmenten uit het
inspirerende Foodtopia. En een interview met Wout
Veldstra, stadsecoloog van de gemeente Groningen.
Hij is nauw betrokken bij het thema stadslandbouw
en de voedselstrategie voor de regio Groningen-Assen.
3
d o o r A n n e m a r i e K o k
Voedsel raakt aan alles en iedereen
n o o r d e r b r e e d t e - d o s s i e r r o d e k o o l u i t d e m e t r o p o o l
W aarom is voedsel pas kortgele-den ‘ontdekt’ als belangrijk beleidsonderwerp, als iets wat een groot vermogen bezit
om onze levens, onze samenleving en onze toekomst positief te beïnvloeden? Wout Veldstra heeft er een paar verklaringen voor. Zoals deze: ‘Lange tijd zat het onderwerp voedsel in de hoek van multinationals en het ministerie van Landbouw. Daar werd nu eenmaal bestierd hoe wij eten, hoe en wat er wordt geproduceerd. Als buitenstaander kreeg je moeilijk vat op de macht van deze bolwerken. Maar de laatste jaren is het bewustzijn gegroeid dat wij, burgers en bestuurders, dit letterlijk vi-
tale onderwerp ten onrechte uit handen hebben gegeven. Dit inzicht is geleidelijk ontstaan door onder meer voedselschandalen, de activiteiten van de Slow Food-beweging, kritische publica-ties als Hungry City van Carolyn Steel, maar ook dankzij fenomenen als de Partij voor de Dieren, de Alternatieve Konsumentenbond en een pro-gramma als Keuringsdienst van Waarde.’ Verder maken de mondiale klimaat- en ener-gieproblemen dat we wel anders moeten gaan kijken naar voedselproductie en -consump-tie. Ook het tegenwoordige, gecombineerde ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie erkent dit. Veldstra: ‘Dat merk je bijvoorbeeld aan het feit dat EL&I geld beschik-
baar stelt voor onderzoek naar stadslandbouw. Twaalf steden (Leeuwarden zit daar niet bij, AK) zijn sinds vorig jaar intensief met dit onderwerp bezig, samen met Wageningen Universiteit en het aan EL&I gelieerde InnovatieNetwerk.’
Ministerie juicht stadslandbouw toeOp 16 maart dit jaar organiseerde het minis-terie in de Der Aa-kerk in ‘Fairtrade-stad’ en ‘Hoofdstad van de Smaak’ Groningen een voor-lichtingsbijeenkomst over regionaal voedselbe-leid, bedoeld voor wethouders uit het hele land. Kort daarvoor had het ministerie een eenmalig magazine uitgebracht, Smakelijk duurzame stad, waarmee het gemeentebestuurders warm wil maken voor een andere kijk op voedsel. ‘Je kon erop wachten’, begint het blad. ‘De groeiende aandacht voor duurzaamheid en de toene-mende belangstelling voor de kwaliteit van ons eten moesten elkaar gaan ontmoeten (...) Het inspireert steeds meer mensen: je eten waar het
4 5
Uit Foodtopia:
De Regio Groningen-Assen is een rijk agrarisch gebied (...) In
het verleden waren de beide steden via de
voedselvoorziening sterk verbonden met hun
landelijke buitengebied en was de landbouw
een belangrijke werkgever in de regio. Deze
relaties zijn in de loop van de vorige eeuw
verloren gegaan.
Onze eetcultuur is een som van gewoonten, tradities, overtuigingen uit kennis en praktijk, die samen het voedselsysteem vormen. (...) De kwaliteit van een bepaalde voedselcultuur – haar smaak, als het ware – is afhankelijk van de waarde die de maatschappij geeft aan voedsel. Hoe meer voedsel wordt gewaardeerd, des te groter de positieve invloed die het heeft op mens en maatschappij. Duizenden huisvrouwen in Mumbai bijvoorbeeld, koken warme lunches voor hun echtgenoten, die verpakt in metalen lunchtrommels door een leger van fietskoeriers worden bezorgd in aantallen van 200.000 maaltijden per dag. Hoewel niemand zou willen voorstellen dat de Groningse huisvrouwen thuis blijven om te koken voor hun man, toont de situatie in Mumbai wel aan hoe sterk voedsel mensen kan verbinden, voor werkgelegenheid kan zorgen, de openbare ruimte kan verlevendigen, en een teken van liefde kan zijn. (...) Verandering van de eetcultuur met de bedoeling het voedsel een hogere maatschappelijke waarde te geven, is dan ook een prioriteit van de regionale voedselvisie. Het gaat hierbij om het
n o o r d e r b r e e d t e - d o s s i e r r o d e k o o l u i t d e m e t r o p o o l
W o u t V e l d s t r a o v e r d e R e g i o n a l e
V o e d s e l v i s i e G r o n i n g e n - A s s e n
‘Echte omslag moet van
consumenten komen’
kan van dichtbij halen, zelf weer verbouwen, je maaltijden aan de seizoenen aanpassen, geen eten weggooien, vergeten groenten weer op het menu zetten, “slow” in plaats van “fast” . En het werkt aanstekelijk, vooral omdat het nu wars is van moralisme.’ Het ministerie betaalde opmerkelijk genoeg ook mee aan de in maart verschenen Nederlandse vertaling van Carolyn Steels aanklacht tegen de (uitwassen van de) voedselindustrie (De Hongerige stad; hoe voedsel ons leven vormt, NAi Uitgevers).De bestuurlijke opkomst in de Der Aa-kerk viel overigens nogal tegen, zegt de stadsecoloog. Volgens hem hebben veel gemeenten door alle bezuinigingen waarmee ze worstelen hun hoofd niet naar dit onderwerp staan. Ook in Gronin-gen is voedsel nog geen echte beleidsprioriteit, merkt Veldstra. ‘Maar de stadsbestuurders zien wel in dat voedsel een belangwekkend issue is, dat raakt aan allerlei beleidsvelden en vraagt om een toekomstvisie.’
Wachtlijst volkstuinenHoe de relatie te hernieuwen van de stad met de landbouw in het ommeland? Daarover kwamen in Groningen al in 2000 de eerste gedachten op, aanvankelijk vooral op cultuurhistorische, landschappelijke en ecologische gronden. Toch is de vaart er pas een jaar of twee geleden echt in gekomen. Ook is toen pas echt het verband met voedsel gelegd. Dat geldt tevens voor de relatie tussen voedsel en openbaar groen in de stad. In 2009 begonnen de Natuur- en Milieufe-deratie en het burgerinitiatief Transition Towns met ‘de Eetbare Stad’. Dat speelt in op de grote vraag van stadgroningers naar volkstuinen. In
Groningen bestond (en bestaat) hier-voor een wachtlijst. Daarom kwamen er pluktuinen, straten met fruitbomen en buurtmoestuinen. Plus een subsidiere-geling voor burgers met eigen ideeën voor de verbouw van voedsel op hun balkon of in de wijk. (‘Vier je succes na de aanleg en houd regelmatig een ge-zamenlijk oogst- of buurtfeest’, aldus de handleiding.)
Voedsel en krimpVeldstra verwacht dat de Regiovisie Groningen-Assen kort na de zomer haar Regionale voedselvisie kan presenteren. Met concrete voorstellen om proefge-bieden voor duurzame landbouw in te richten in de noordoostelijke en weste-lijke stadsrand, in het Drentse Aa-dal en mogelijk ook als onderdeel van de groot-schalige stadsuitbreiding Meerstad. De visie zal ook de uitwerking bevatten voor een regionaal voedselsysteem, dat onder meer de krimp moet tegengaan in be-paalde delen van Drenthe en Groningen. Over zo’n alternatief productiesysteem praat de gemeente Groningen sinds de zomer van 2010 met zowel ‘Wageningen’ als agrarische voortrekkers. Want niet alleen burgers, bestuurders, beleids-makers en wetenschappers denken in die richting. Ook bij landbouwers, zegt Veldstra, leeft de sterke wens om anders te gaan produceren. ‘Een aantal boeren ervaart bulkgoederen leveren aan de voedselindustrie als een vorm van
7
In de voedselketen zijn koks enorm belangrijke mensen want zij denken
na over eten, bezoeken markten en winkels,
stimuleren daarmee de vraag naar goede
producten, plannen maaltijden en bepalen
daarmee ook hoeveel voedsel er wordt verspild.
Als ontwerpers en (co-)producenten zijn koks de
bewaarders van de eetcultuur. Groningen wil
als Hoofdstad van de Smaak in 2011 uitgroeien
tot een stad van goede koks – er is geen betere
manier om ervoor te zorgen dat de voedselvisie
een succes wordt.
n o o r d e r b r e e d t e - d o s s i e r r o d e k o o l u i t d e m e t r o p o o l
vergroten van de betrokkenheid van mensen bij voedsel en voeding, het bieden van mogelijkheden om er meer over te weten te komen, om hun eigen voedsel te verbouwen en te bereiden, om goed voedsel te waarderen, te genieten en te delen.
Goed eten hoeft niet ingewikkeld of duur te zijn. Carlo Petrini, de oprichter van de
Slow Food-beweging, heeft erop gewezen dat de
cucina povera – de eenvoudige, seizoensgebonden
keuken van de Italiaanse boeren – tot de beste in
de wereld behoort. Uiteraard wordt in de cucina
povera precies het soort voedsel gebruikt dat
door de industrialisatie van de voedselproductie
grotendeels verdwenen is. Maar een beter inzicht
in de waarde van gezond, duurzaam en ethisch
geproduceerd voedsel is de eerste stap naar het
herstel van een betere eetcultuur.
Het kopen en verkopen van voedsel heeft een grote invloed op de kwaliteit van de stedelijke ruimte. Warenmarkten zijn historisch gezien de sociale en
fysieke kern van de stad, daar waar stad en land elkaar
ontmoeten en waar de stedelingen een gevoel krijgen
bij het wisselen van de agrarische seizoenen. Hoewel de
markten niet langer de enige plaats zijn waar mensen
verse levensmiddelen kunnen kopen, heeft de markt veel
van deze eigenschappen behouden. Om deze reden is de
markt de beste plek voor het vergroten van de publieke
betrokkenheid en de bewustwording over voedsel.
depersonalisatie. Overstappen op de biologische productiewijze heeft niet altijd hun voorkeur, gezien alle regels die daaraan vastzitten, maar wel zijn ze gemotiveerd om meer voor de regio-nale markt te gaan werken. Dat geldt onder meer voor een deel van de boeren die zijn verenigd in BoerenNatuur. Zij hebben echter nog nauwelijks een afzetmarkt, geen eigen distributiesysteem of webwinkels zoals de biologische sector wel heeft. Om daarmee een begin te maken hebben we op 28 mei op het CiBoGa-terrein in de stad de Ommelandermarkt georganiseerd, waar 35 producenten uit de regio aan meededen.’
Spannende vraagStreekvoedsel begint al met al uit de wel heel kleinschalige hoek te komen, stelt Veldstra tevreden vast. En nu ook stadsvoedsel in op-komst is, ontstaat in feite een nieuwe catego-rie: die van het buurtvoedsel, dat zijn ideële oorsprong vindt in een eigentijds streven van zowel individuele burgers en boeren als de overheid naar anders (samen)leven: duur-zamer, socialer, gezonder, gelukkiger. Een ziekenhuis in Nijmegen draait al geheel op voedsel dat uit de nabije omgeving afkomstig is, vertelt Veldstra. ‘En wat bleek: de mensen zijn daar eerder weer beter.’Maar uiteindelijk, zegt hij, moet de echte omslag komen van de consument. ‘Zijn veel meer mensen dan nu bereid om ander voedsel te kopen en tijd te besteden aan de bereiding ervan? Dat is de spannende vraag van de komende tijd.’
8 9Voedingsgewoonten worden vroeg in het leven gevormd en het is dus belangrijk dat jonge kinderen zowel op school als thuis kennismaken met lekker eten. De waardering van goed voedsel is een sleutel waarmee de maatschappelijke waarde van voedsel wordt versterkt. De daaruit volgende vraag naar echte kwaliteit stimuleert kansen voor lokale producenten en leveranciers.
Afval is het meest verwaarloosde onderdeel van de voedselcyclus. Toch is het overal in de industriële voedselproductie aanwezig en een probleem in elk stadium van de reis van het voedsel, van productie tot consumptie. Landbouwoverschotten, supermarktuitval, onverkocht voedsel uit de horeca en organisch huishoudelijk afval ontstaan door de lage maatschappelijke waarde die aan voedsel wordt toegekend en de lage prijs die daar het gevolg van is.
Eten is een noodzaak. Hieruit volgt
dat een regionale voedselvisie niet een extraatje
in het regionale beleid is, maar een gelegenheid
om nieuwe synergieën te vinden, die bestaande
mensen, bedrijven en praktijken met elkaar
kunnen verbinden. Het vermogen van voedsel
om deze synergie-effecten te realiseren, is
vrijwel onuitputtelijk. Door goed te eten en het
voedsel zelf te verbouwen, te koken en te delen
en het afval te verwerken, kunnen mensen meer
tijd dichter bij de natuur besteden, meer fysiek
actief zijn, zich nuttiger voelen, beter met elkaar
samenwerken en ook liefde delen.
Door de industrialisatie is het beeld ontstaan van de stad als onafhankelijke, onberispelijke en niet te stuiten entiteit. Nu deze illusie
aan kracht heeft ingeboet, is een nieuwe manier van
stedelijk samenleven noodzakelijk; een woonmodel dat
de stad erkent als de dominante factor in de mondiale
ecologie. Voedsel is de sleutel om tot een dergelijk
model te komen. Het is het ideale ordeningsinstrument
voor onze levens; immers zonder eten kunnen we niet
overleven. Met elkaar kunnen we voedsel inzetten als een
sociaal en fysiek middel, niet alleen om de wereld beter
te duiden maar ook om haar beter vorm te geven. Dat kan
door een ‘Sitopia’ (afgeleid van het Griekse sitos = voedsel
en topos = plaats) te realiseren.
Omdat onze steden, landschappen en ecosystemen allemaal gevormd zijn door voedsel, leven we in zekere zin al in een Sitopia. Maar wij hebben een
systeem gecreëerd dat zo slecht is, dat het
ons bedreigt met vernietiging als wij het
niet veranderen. Daarom moeten wij een
goed Sitopia maken dat zich richt op het
hervinden van evenwicht in ons leven en
onze maatschappij en dat de relatie met de
natuur herstelt.
n o o r d e r b r e e d t e - d o s s i e r r o d e k o o l u i t d e m e t r o p o o l
1 0
Appels. Er bestaan meer dan tweeduizend
appelrassen. In de supermarkt treffen we er doorgaans niet meer dan zes aan.
B iologische snackbar Eat2Be. Eerste fastfoodbedrijf in Nederland met een volledig biologisch menu. De tot nu toe enige
vestiging is sinds maart dit jaar te vinden in de stad Groningen. Onder de noemer ‘lokaal’ verkopen ze er vruchtenyoghurt van het merk Puur Noord Nederland.
E konoom. Bedrijf dat tien jaar geleden
werd gestart door Peter van Kampen vanuit het
Groningse Noordwolde. Een team van twaalf medewerkers stelt wekelijks diverse
groente- en fruitpakketten samen voor circa 1200 noordelijke huishoudens. In de zomer en herfst bestaan de pakketten
vooral uit biologische groenten van Nederlandse bodem, bij voorkeur
afkomstig van telers uit het Noorden. In de winter en het vroege voorjaar vult de
Ekonoom het assortiment aan met groente en fruit uit het buitenland. De klant kan echter ook kiezen voor louter Hollandse
‘bewaargroenten’. Online zijn de pakketten desgewenst aan te vullen met onder meer vlees, zuivel en brood, deels uit de regio.
C arolyn Steel. Auteur van het boek Hungry City (2008) dat dit jaar in het Nederlands verscheen. Verplichte kost voor iedereen die wil begrijpen hoe voedsel ons leven vormt. Steel is architect, publicist en onderzoeker. Ze doceert aan verschillende universiteiten in Engeland. Sinds 2010 is ze
gastdocent aan de Universiteit van Wageningen. Voor de regio Groningen-Assen schreef ze het ‘inspiratiedocument’ Foodtopia.
D akboerin. Groente verbouwen
op een dak is een ware trend in steden
als San Francisco en New York. Ook in
Nederland zijn steeds meer daktelers
te vinden. Zoals Annelies Kuiper (37) uit Haarlem,
volgens de NRC de eerste ‘dakboerin’ van ons land.
‘Op het platteland is misschien wel meer ruimte,
maar hier wonen de afnemers. Je moet de afstanden
zo klein mogelijk maken’, aldus Annelies.
n o o r d e r b r e e d t e - d o s s i e r
Natuurvoedingswinkel bij Kaasmakerij Karwij in Rolde, zie ook de foto’s op pagina 39-41, foto Harry Cock
Beeldend kunstenaar en Noorderbreedte-medewerker Merijn Vrij zou graag ‘groei’ laten zien in de stad. Niet de groei van het aantal gebouwen maar de groei van bijvoorbeeld een eenjarig gewas. Hij droomt van een wuivend tarweveld midden in Groningen. De bouwput van het A-kwartier, waar een nieuw appartementencomplex zal verrijzen, lijkt hem daar heel geschikt voor, zie de impressie rechtsonder. Net als het braakliggende Suikerunie-terrein: daar zou je, zegt hij, echt het Hogeland-gevoel de stad in kunnen halen. Vrij ziet voor zich dat oude boeren, of boeren(klein)kinderen die nu in de stad wonen zorgdragen voor zo’n akker en hun kennis doorgeven aan de stedeling. Waarna een molen, bijvoorbeeld die van Feerwerd, het graan maalt en een bakker in de stad het brood bakt. De ooit ook hier aanwezige cyclus van zaaien-groei-oogst-verwerken-eten wordt dan weer zichtbaar binnen de ‘stadsmuren’.
Aardappelcirkels in de stad: ook een mogelijkheid, zegt Merijn Vrij. In 2007 plantte hij in de Gouverneurstuin in Assen een vijftig meter lange, slingerende rij uitvergrote
Het voedsel, de stad en het kunstwerk
takken met stokbonen. Tot plezier van daklozen en bewoners. Dat project zou goed herhaald kunnen worden in het Noorderplantsoen of in een wijk met een kale groenstrook. En dan alle bewoners een maaltijd stokbonen bezorgen...Het werk van Vrij ademt vaak tijdelijkheid. Ook in Frankrijk heeft hij gewerkt met gewassen. Daar ontstond uit wilgentenen een organisch paviljoen in de parktuin van een textielmuseum. Van binnenuit begroeid met eetbare kalabas, waarvan hij uiteindelijk ter plekke soep voor de bezoekers kookte. Groeikunstwerken in de stad kunnen mensen temidden van alle hectiek eraan herinneren dat ons voedsel tijd nodig heeft om tot wasdom te komen, vindt Vrij. Marketing Groningen heeft hem benaderd om één van zijn ideeën uit te voeren. Waar en wanneer dat gaat gebeuren, is nog niet bekend.
A n n e m a r i e K o k
12 13
d o o r B e r t N i j m e i j e r
H et eten kwam van ver weg, het werd snel en grootschalig gepro-duceerd, gedachteloos opgegeten, gemakkelijk weggegooid. We aten
zakjes zoute gruis van de multinational, poe-dereten, we vroegen ons af wat het was. We kochten grote pakken goedkoop vlees, het leed van de kiloknaller woog steeds zwaarder in onze boodschappentassen. We schaam-den ons. Dit was niet goed. Het eten was ook niet zo lekker meer.In de jaren zeventig werden de reform-winkels bezocht door het nu uitgestorven fenomeen van het geitenwollensokkentype, dat er gierst en haver betrok, en ander eten waarop je goed moest kauwen. Inmiddels is biologisch mainstream. McDonald’s behangt de ramen met allerlei groens en gezonds. De internationale Slow Food-beweging begon in 1986 met een protest tegen de opening van een McDonald’s-fi liaal naast de Spaanse Trappen in Rome. Slow Food was een ant-
woord op de vragen die fast food had opge-roepen. Het propageerde kleinschalig, regio-naal, oorspronkelijk, ‘echt’ en ‘puur’ (‘good, clean, and fair’). Niet groot, maar klein, geen haast, geduld. Eten dat het wachten waard was. Het symbool van Slow Food was de slak. Het duurde twee decennia voordat de bewe-ging zich over Europa had verspreid.
RegiocuisineIn Nederland, als in andere landen, adopteer-de de gastronomie de principes van ‘echt’ en ‘puur’, ‘van eigen bodem’. Chef-koks haalden hun ingrediënten van het land rondom hun sterrenrestaurants. Zeeuwse oesters, lam van de Waddendijk. Sla uit de berm. Regiocuisine met wereldallure. Je moest de streek proeven, meekoken met de seizoenen. Eten moest niet overal hetzelfde smaken. Wereldwijde crises, opwarming, uitputting van bronnen en ziektes voedden de behoefte aan dingen van dichtbij, die je vast kon houden. ‘Herkenbaar’ eten, aardappels die eruitzagen als aardappels, van een boer uit
De smaak van Groningen
Thema van de smaakhoofdstad: ‘Eenvoud is goud’
nog zijn wortels heeft in de ommelanden, waar de lucht nog zuiver is en het water nog schoon.’
Wandelen langs boerenHet thema van de smaakhoofdstad is ‘Een-voud is goud’. Gedurende het jaar zijn er streekproductenmarkten in en om de stad, proeverijen, wandelingen langs boeren. Slow, te voet, in de buurt. In de Week van de Smaak, 1 tot 9 oktober, komt gezonde en ‘eerlijke’ voeding ter tafel in tientallen res-taurants, de ‘Smaakmakers’, die zich kunnen aanmelden bij Marketing Groningen. De ingrediënten van Groningen Hoofdstad van de Smaak passen in een breder menu van gemeentelijk voedselbeleid, met initi-atieven op het gebied van stadslandbouw, pluktuinen en voedselpleinen. Maar 2011 gaat voorbij, volgend jaar is een andere stad de Hoofdstad van de Smaak. Dan blijven wij hier achter. Puur, eerlijk, zuiver. Eenvoudig en goed. Zo zijn wij, zo is ons land, zo is ons eten.
14 15n o o r d e r b r e e d t e - d o s s i e r r o d e k o o l u i t d e m e t r o p o o l
de buurt. ‘Vergeten’ groentes uit oma’s tijd, snijbiet, pastinaak. Veel kwam samen in het begrip ‘smaak’. De smaak van het land, de regio, de buurt. Er kwam een smaakstichting die een jaarlijkse Week van de Smaak organiseerde. Na Am-sterdam, Zwolle en Den Bosch is Gronin-gen dit jaar Nederlands ‘Hoofdstad van de Smaak’.‘Groningen is gekozen, omdat hier nog ruimte is voor eerlijk en gezond voedsel, vaak van eigen bodem’, zo staat op de web-site van Smaakstad Groningen. ‘Daarom legt Groningen het accent op de smaak en de zuiverheid van het product en het bewust-zijn van de herkomst van het product. Gro-ningen waar het land nog puur is, de stad
1 6Steeds vaker hoor je van stadsland-bouw. Een idealistische roep om ons dagelijks voedsel binnen of direct buiten de stadspoort te telen. Het zijn vooral de vooruitstrevenden onder de stedenbouwers van de grote gemeenten die wel eens wat anders willen dan een stadsuitleg met seriebouw en ecogroen. Nu de woningbouw vrijwel stilligt, komt nog gemakkelijker de gedachte op om iets met grondbewerking en duurzaamheid te doen. Dat wordt dan al gauw groente en fruit telen op plaatsen waar nog geen drie jaar geleden woningbouw was gedacht. Daarbij doet zich alleen wel het pro-bleem voor dat de grond niet overal geschikt is voor voedselproductie. Amsterdam bijvoorbeeld ligt in het water en zal zijn dichtstbijzijnde aardappels pas uit Opperdoes onder Medemblik kunnen halen. Anders is het bij Almere, waar de malse zeeklei tot ver in de buitenwijken ligt. Hier kun je de beste kwaliteit tarwe in elk plantsoen oogsten, met als toegift één keer per jaar voor de jeugd een feestelijke plukdag van de dikste goudreinetten in de bongerd van de schooltuin.
Slappe kleiHoe staat Groningen ervoor? Beter gezegd: hoe ligt Groningen erbij? De stad ligt op het noordelijke eindpunt
van de Hondsrug, een stuwwal uit de ijstijd met een kern van keileem en potklei waar je land-bouwkundig niets aan hebt. Volg je vanuit de stad in zuidelijke richting de Hondsrug, dan kun je pas op de es van Noordlaren je eerste kistjes aardappelen poten. Aan de oost- en westflank van de stad grenzen lage veengron-den, die op veel plaatsen zijn vermengd met slappe klei, zogenaamd slibrijk veen, waarop niets wil groeien. Het betreft hier de brede oeverlanden van het Peizer- en Eelderdiep in het wes-ten en van de Hunze en Fivel in het oosten. Duizenden hectares vet veen, verlaten door de boer, ‘teruggegeven’ aan de natuur. Ooit waren het de jachtgronden van de stad. Dat kunnen ze ook nu weer worden.Ten noorden van Groningen liggen de woudgronden, zware kleigronden met wat koolteelt bij Bedum, maar voor de rest al-leen geschikt voor grasland.
MelkplasZo zijn we Groningen rond en moeten we concluderen dat er voor een stad met 190 duizend inwoners weinig nabijgelegen hectares te vinden zijn voor de teelt van plantaardig voedsel.
Wel voor een flinke melkplas, door de grote oppervlakte gras en de veestapels die daarop leven. En voor vlees van de vlees-koeien die in de natuurgebieden grazen.De tijd van de groente- en fruit-telers met hun kwekerijen aan de randen van de stad, ligt ver achter ons. Deze warmoezeniers kweekten op kleine, zwaar be-meste percelen en konden zo de lijn producent-consument kort houden. Nu zou de voedselvraag veel te groot zijn voor de groep stadstelers zoals we die honderd jaar geleden hebben gekend.Een voedselproductie die de consumentenvraag van de stad aankan, in het geval de stadjer alleen mag eten van Groningse bodem, is wel mogelijk op de rijke gronden van de noorde-lijke zeepolders. Boven de lijn Zoutkamp-Delfzijl liggen tot aan de zeedijk kleigronden die behoren tot de beste landbouw-gebieden in de wereld: de zachte zavelgronden van het Hogeland. Rijke bodems voor een scala aan teelten, van waspeen tot gerst, van mosterd tot tulpen, al liggen ze wat verder van de stad dan de bedenker van stadslandbouw misschien had bedoeld.
Plantage VeenhuizenIn het Drentse Veenhuizen lag
een kavel van honderd hectare
te wachten op een goed idee. De
kavel is vierkant, de bestemming
is nog niet rond, maar de Dienst
Landelijk Gebied heeft het plan
ingebracht er een plantage van
te maken.
Honderd hectare (1 km x 1 km) is
een grote oppervlakte. Te groot
voor een gebouw, te klein voor
een stad, maar wel geschikt voor
een plantage. Nu is een plantage
van honderd hectare weer te
groot voor één teelt, maar groot
genoeg voor tien of zelfs twintig
teelten. Denk aan hardfruit
(appels, peren) voor confituur
en sappen. Zachtfruit (bessen,
druiven) eveneens voor confituur
en sappen, en ook wijn. Hop voor
bier. Spelt voor brood en jenever.
Walnoten en hazelnoten. Tamme
kastanjes voor paté en puree.
Kruiden voor de fijne keuken.
En dat alles met het keurmerk
‘Plantage Veenhuizen’. (WB)
Eten van rijke bodem,
jagen op arme grond
Nu de woningbouw vrijwel stilligt, komt
des te sterker het idee op om steden met
stadslandbouw in de eigen behoeften te laten
voorzien. Realistisch? We nemen Groningen
als casus.
d o o r W i m B o e t z e
n o o r d e r b r e e d t e - d o s s i e r r o d e k o o l u i t d e m e t r o p o o l 1 7
‘Als je de tijd neemt om te eten,
beginnen je dingen op
te vallen: ( C a r o l y n S t e e l )
geluiden in de kamer, de lichtval, de kleur van de wanden, het leven op straat’
18 19f
ot
o R
ey
er
Bo
xe
m
2 0 2 1
Fryske boerderijwinkels. Op 25 boerderijen verspreid over Friesland zijn biologische producten te koop van eigen bedrijf en collega-(biologische)bedrijven. Ze zijn te vinden op www.fryskeboerderijwinkels.nl, een initiatief van de stichting
Waddengroep en de Feriening Biologyske Boeren Fryslân, mede mogelijk gemaakt door de provincie Fryslân, SNN en het ministerie van LNV.
Geitenkaas. Op de biologische geitenhouderij De Oude Streek in het Groningse Zevenhuizen maakt Hanneke Kuppens rauwmelkse kazen op traditionele wijze. In de boerderijwinkel zijn ook olijfolie, wijn, honing en diverse streekproducten te koop.
innovatieprijs MKB. Het bedrijf Dacom uit Emmen kreeg
deze prijs in mei dit jaar voor zijn TerraSen, een instrument om
de bodemvochtigheid te meten. Bijzonder is vooral dat Dacom hieraan
irrigatie-adviezen koppelt. Boeren kunnen daardoor hun waterverbruik halveren en ook kan het gebruik van
gif ter bestrijding van schimmels met minstens dertig procent naar
beneden.
h ema. Ook aan de Hema is de verbouw-je-eigen-groente-trend niet voorbijgegaan. Dit voorjaar
verkocht het warenhuis opmerkelijk veel artikelen om zelf te kunnen zaaien en oogsten: allerhande
zaden in mooie verpakkingen, kweekkistjes met aarde en al, vrolijke potten et cetera.
Jam. Zelf jam maken van zelfgeplukt fruit? Breng dan een bezoek aan
kwekerij Frytsjam in Twijzel, met een vlierbessen-, aronia-, duindoorn- en blauwe bessenplantage. Tussen mei en augustus iedere woensdag, zaterdag en zondag geopend van 13.00-17.00 uur.
n o o r d e r b r e e d t e - d o s s i e r
In de Groningse supermarkt is nauwelijks eten uit de buurt verkrijgbaar, constateerde Bram Esser . Hij probeerde bewust te winkelen maar telde ‘s avonds toch nog zevenhonderd voedselkilometers op zij n bord. Lees alles over zij n bevindingen op de volgende pagina’s.
f o t o c o l l a g e R e y e r B o x e m
Een praktisch idealist in de supermarkt
2 2 2 3
1 Alleen de geoefende snelweggebruiker weet waar
je langs het asfalt lekker kunt eten. De meeste
restaurants zijn gericht op efficiëncy. Hajé de Jager,
van de Hajé restaurant- en hotelketen, is iemand die
zich hier al langer over verbaast. Toen ik hem niet lang
geleden interviewde, vroeg hij zich onder meer af hoe het
toch komt dat de Michelinster, een kwaliteitskeurmerk
voor restaurants van een autobandenmerk, nooit op
de snelweg is geland. Hajé streeft ernaar om regionaal
voedsel op de kaart te zetten. Voor zijn restaurant de
Aalscholver in de polder wilde hij voedsel betrekken uit
de biologische landbouw uit het gebied pal achter het
restaurant. Helaas bleek 98 procent van de biologische
groente die daar wordt geteeld bestemd te zijn voor de
export. Nu heeft hij besloten zijn eigen groenten te gaan
Is lokaal voedsel inderdaad beter voor het milieu? En kun je het vinden in de super-markt tussen ons werk en huis? De praktisch idealist moet wel realistisch blijven.
HutspotIn de supermarkt waar ik langskom als ik vanuit mijn werkplek in de binnenstad van Groningen naar het huis van mijn vriendin rijd, ga ik op zoek naar een regionale pasti-naak (6). Die supermarkt is Jumbo, al dwingt mijn vriendin me vaak om boodschappen te doen bij Plusmarkt vanwege de zegeltjes die ze spaart voor een glazenset. Plusmarkt heeft het regionale merk Gijs (7) in de schappen staan. Het zal u niet verbazen dat Gijs heer-lijke pastinaakchips in het assortiment heeft. Jumbo verkoopt het merk Gijs niet, maar wel tref ik hier producten aan van Puur Noord Nederland. Zo makkelijk kan het dus zijn, om regionale spullen in huis te halen, het staat er gewoon op. De praktisch idealist die ik ben, wordt hier op zijn wenken bediend. Puur Noord Nederland heeft allerlei groentes in de aanbieding. Terwijl ik tevreden mijn mandje vul, kijk ik nog eens goed naar de herkomst van de gewassen winterpeen. Daar schrik ik van want de peen komt uit de Fle-vopolder – in de buurt, maar strikt genomen niet regionaal (8). De supermarktmanager die ik om raad vraag, verwijst mij naar een koelvitrine waar de kant-en-klaarmaaltijden van Gigi uitgestald liggen. ‘Dat is een Itali-aan uit Groningen die zelf de maaltijden klaarmaakt, veel lokaler wordt het niet.’ Ik heb een grote sympathie voor Italiaans eten,
r o d e k o o l u i t d e m e t r o p o o l
tegenaan gewerkt moet worden en dan moet eten vooral niet te veel tijd kosten. Nu ik de opdracht krijg een stuk te schrijven over lo-kaal voedsel in de supermarkt – met de daar bijbehorende vraag ‘hoe goed is dat eigenlijk voor de mens en het milieu?’ – komen ‘be-wust boodschappen doen’ en de deadline ha-len in elkaars verlengde te liggen. Opeens ga ik met een loep door de supermarkt en neem ik de tijd om de kleine lettertjes van verpak-kingen te lezen, op zoek naar de herkomst van het product.
Goeie EtenDe afgelopen jaren is het assortiment biolo-gische producten in de supermarktschappen sterk uitgebreid (2). We kunnen dan ook constateren dat de consument bewuster is gaan winkelen en leven. Ook op andere vlak-ken valt dat terug te zien. Afvalscheiding (3) is sinds jaar en dag een vanzelfsprekendheid en er zijn steeds meer lokale initiatieven om eten uit de regio te produceren. Bewust leven is lifestyle geworden, zoals ook duidelijk wordt met een schuine blik op de glossy magazines van uw lokale supermarkt. Rond gezond voedsel worden zelfs drukbezochte festivals (4) georganiseerd. En in Brabant bijvoorbeeld bestaat Goeie Eten (5), dat voort-komt uit het burgerinitiatief Transition Town Tilburg. De burgers daar willen dat boer en consument elkaar beter leren kennen, zodat de boer weer weet voor wie hij produceert en de klant weer weet waar zijn eten vandaan komt. Goeie Eten ziet als het grote voordeel dat de transportafstanden enorm afnemen.
motto: We zijn allemaal doorsnee zondaars (Giulio Andreotti)
D it is niets voor mij. Meestal ben ik niet zo bezig met de afstand die het eten heeft afgelegd totdat het op mijn bord is geland. Ik ben meer
gefocust op kortingen, vooral als het om gebakjes gaat. Een halve-prijs-sticker op een doos tompoezen betekent vrijwel altijd dat die in het mandje gaat. Onderweg eet ik dikwijls bij een fastfood-keten (1). Er is altijd wel een deadline waar
d o o r B r a m E s s e r
2 4 2 5maar de kant-en-klaarmaaltijd heeft iets treurigs. Deze bevindt zich tussen zelf koken en uit eten gaan in. Efficiency is belangrijk, maar je moet niet vervallen in barbarij. Bo-vendien weet ik niet waar Gigi z’n ingrediën-ten vandaan haalt. Niet dat ik argwanend sta tegenover Italianen, maar je moet als prak-tisch idealist nu eenmaal op je hoede zijn. Nu de winterpeen is afgevallen als strikt regionaal eten, valt het me zwaar om nog iets voedzaams uit de buurt te vinden. Ik tref een schap met fairtrade-spullen en een ander schap met Texelse producten. Het enige echt regionale product dat ik tegenkom bij Jum-bo, is Groninger koek. Ik heb ook nog even in mijn handen gestaan met een glazen potje van DeKleinsteSoepfabriek, die in Groningen staat en ook is aangesloten bij Puur Noord Nederland. Toch heb ik het teruggezet omdat er ‘meer dan soep!’ opstond. Daar houd ik helemaal niet van. Als ik soep koop, dan moet het precies dat zijn en niet iets anders. Nog steeds ligt alleen het knolgewas van het merk Puur Noord Nederland in mijn mandje. Ik laat me ook verleiden tot de aanschaf van de Texelse cranberrycompote, het verhaal-tje over aangespoelde bessen in een ton en een strandjutter die had gehoopt op drank, spreekt me wel aan. Ik ga hutspot maken en nu ontbreken alleen nog de aardappels. Op een zak aardappelen van het Jumbo-huismerk staat een tekst die tot de verbeelding spreekt. ‘Door de fijne structuur behoort ook een perfecte, zachte puree tot de mogelijkheden. In culinaire kringen wordt dit ook wel aardappel mousse-line genoemd.’ De aardappel lijkt de belofte
te doen dat hij je toegang kan verschaffen tot bepaalde culinaire kringen. Een aantrekke-lijk idee. Verder laad ik Turkse yoghurt in het mandje, die afkomstig is uit Oudewater. De kleine producent is deze yoghurt gaan maken op verzoek van leden van de Turkse gemeen-schap daar, die in zijn volromige yoghurt hun eigen grootmoeder herkenden. Lekker met de cranberrycompote.
Zevenhonderd kilometerAls ik thuisgekomen ben en dit boodschap-penlijstje nareken, blijk ik rond de zevenhon-derd kilometer te zitten. Onder de duizend kilometer is natuurlijk niet slecht, houd ik mijzelf voor. Hierbij moet ik wel aantekenen dat ik voor het gemak ook de aardappels uit de buurt heb laten komen, die zijn tenslotte al zo’n vijfhonderd jaar geleden met de Span-jaarden naar Europa en Nederland gebracht. Mijn andere boodschappen, die volgens opdracht ook in mijn mandje waren beland, maar dan volgens de gebruikelijke snelle gang langs de supermarktstellingen, liepen al snel in de tienduizenden kilometers. Toch vormden ze samen slechts een simpel soepje: Alaska koolvisfilet, knoflook uit China, een venkel uit Italië en rode peper uit Uganda. Vooral de knoflook tikte natuurlijk aan. Voor de hutspot nodig ik een lokale kun-stenaar uit, want ook lokale kunstenaars moeten eten (9). Als de maaltijd genuttigd is en de lokale kunstenaar al weer lang naar huis, komt het lastigste gedeelte van mijn opdracht. Ik moet bepalen welk koopgedrag het beste is voor
het milieu. Een zoektocht op internet levert aardig wat bronnen op. Op 26 februari 2010 beschrijft journalist Freek Schravesande in NRC Handelsblad hoe complex de materie is. Hij laat landbouwkundige Wijnand Sukkel aan het woord, die uitlegt dat meer ruimte voor kippen slecht is voor het milieu: ‘Ze lopen meer rond, verbranden meer, en heb-ben dus meer voer nodig om op sterkte te blijven.’ De rekensom is snel gemaakt: het voer moet worden geproduceerd en getrans-porteerd, dat kost fossiele brandstoffen. Biologisch kippenvoer komt uit de Oekraïne of Italië, want dichter bij huis is het aanbod te laag. De website Animal Freedom, die nare plaat-jes van kippenboerderijen verzamelt, citeert Peter van Horne van het Landbouw Econo-misch Instituut. Die zou het liefst de hele kippenteelt volgens Amerikaans model con-centreren in een paar grote ondernemingen, waarbij fokken en vetmesten plaatsvinden onder één dak. ‘Wat je dan aan transport-kosten bespaart is gigantisch.’ Van Horne is van mening dat de bio-industrie vleeskippen onder optimale gecontroleerde condities grootbrengt. ‘Niet te veel ruimte en de juiste temperatuur in combinatie met een afgewo-gen dieet zorgen voor de ideale omstandighe-den.’ De discussie over biologische uitloop-kippen en vleeskippen op kleine ruimtes schijnt in Frankrijk overigens niet te spelen, want daar kiest men gewoon voor de beste smaak, die volgens de Fransen duidelijk bij de vrije-uitloopkip te vinden is. Misschien is de oplossing van het probleem uiteindelijk wel dat we wat minder vlees en
verbouwen. Ook voor zijn hotel-restaurant in Heerenveen
heeft hij een plan bedacht: Hajé wil het gaan ommuren en
omvormen tot het eerste snelwegklooster van Nederland,
inclusief bezinningsruimtes en een eigen kruiden- en
moestuin.
2 Volgens een onderzoek uitgevoerd door de
supermarktketen Jumbo koopt een op de vier
Nederlanders meer biologische producten dan vorig
jaar (nu 25 procent van hun bestedingen). Een kleiner
deel, 6 procent, is minder biologische waren gaan kopen.
Verder geeft 51 procent aan evenveel fairtrade-producten
te kopen als vorig jaar. De voornaamste reden voor de
stijging van de verkoop van biologische producten is
dat het assortiment in de winkels is uitgebreid. In NRC
Handelsblad van 10 mei 2011 staat dat Nederlanders vorig
jaar voor het tiende opeenvolgende jaar meer uitgaven
aan biologisch voedsel. De omzet steeg met 13 procent
t.o.v. het jaar daarvoor.
Ook de bekendheid van de verschillende keurmerken
werd onderzocht. ‘Kies bewust’ is het bekendst: 96
procent van de ondervraagden herkende dit keurmerk,
gevolgd door Max Havelaar (88 procent). De groene/
ecologische keurmerken zoals Demeter, Milieukeur
en Groenlabelkas werden door ruim drie kwart van de
consumenten niet herkend.
3 Op dit vlak kunnen we nog een hoop leren
van de Oostenrijkers. Wenen blijkt rond het
jaar 2000 kampioen afvalscheiden van Europa te zijn
geweest. De stad wist door het eigen organische afval
te recyclen de helft van het voedsel dat nodig is voor
ziekenhuizen zelf te produceren, aldus een artikel van
n o o r d e r b r e e d t e - d o s s i e r r o d e k o o l u i t d e m e t r o p o o l
2 6 2 7eieren eten en ons meer bewust worden van het feit dat we als mens ook deel uitmaken van de productieketen. Dat is een veel inte-ressantere discussie dan die over het rituele slachten waar de Partij voor de Dieren zich zo druk over maakt. Het zou overigens geen slecht idee zijn om van het slachten echt weer een ritueel te maken waar we als consu-ment zelf bij betrokken zijn. Op die manier weten we waar het vlees vandaan komt en realiseren we ons gemakkelijker dat elke dag vlees eten absurd is.
GroentekalenderapplicatieNiet alleen wát we kopen en consumeren is van belang, maar ook de manier waarop we dat doen. Een goede vriend van mij, net als ik praktisch idealist (weet u nog? Je doet wat je kunt zonder een kluizenaar te worden), koopt voornamelijk biologische en het liefst seizoensgebonden groenten. Hij haalt die boodschappen echter niet bij hem om de hoek, maar rijdt ervoor naar de Jumbo in de Euroborg. ‘Ze hebben daar meer keus.’ Daar-mee stoot hij, volgens aangehaalde weten-schappers in het artikel van Schravesande, in een klap meer CO2 uit dan de hoeveelheid broeikasgas die vrijkwam tijdens de reis van het voedsel vanuit de grond naar de winkel (10).Het valt niet mee om praktisch idealist te zijn, maar gelukkig is er de groente- en fruitkalender op de website van Milieu Centraal. Hierop kun je zien welke groente en welk fruit je in welke maand moet kopen om goed bezig te zijn. In mei bijvoorbeeld is
Carolyn Steel in De Groene Amsterdammer (10 maart
2011). In de consumptiemaatschappij zijn we gewend dat
alles vervangbaar is en dat anderen het afval ‘regelen’.
We kopen een heerlijk bakje pitloze witte druiven in
de supermarkt en als de druiven op zijn, gooien we het
bakje weg. De volgende dag staan er alweer nieuwe in
het schap, alsof er een vorm van homeostase bestaat
waarin alle condities voortdurend gelijk blijven. Maar we
vergeten dan voor het gemak de machinerie die erachter
schuilgaat om deze toestand van volmaakte stilstand te
bewerkstelligen. De kosten daarvan zijn enorm en we
weten niet anders dan dat dit normaal is. In New York
worden overigens culinaire fi etstochten georganiseerd
langs de prullenbakken van toprestaurants, daar valt
vaak nog een hoop goed voedsel te halen. Steel betoogt
dat we ons er weer bewust van moeten worden dat we
deel uitmaken van een cyclus. Afval hergebruiken kan
daarbij helpen.
4 Tussen 17 juni en 19 september 2010 kwamen
er 30 duizend bezoekers af op het eerste
Real Food-festival van Nederland, gehouden in de
Brabanthallen te ’s-Hertogenbosch.
5 ‘Fijn dat je er bent!!’ lees ik op de website van
Transition Town Tilburg. De organisatie bestaat
volgens de website uit ‘enthousiaste mensen die
een duurzame visie via hoofd, hart en handen willen
omzetten in lokale initiatieven. Voor, door en met
Tilburgers.’
6 Dankzij de populariteit van de vele
kookprogramma’s groeit de vraag naar pastinaak.
De pastinaak is van oorsprong afkomstig uit Midden- en
Zuid-Europa maar wordt al sinds de Middeleeuwen in zijn
huidige vorm in onze streken geteeld en gegeten.
7 Het streekproductenmerk Gijs heeft een
eigen website, waarop valt te lezen dat het
verschillende Nederlandse producenten samenbrengt.
Ook staat er een regionale evenementenkalender op.
8 Een medewerker van groothandel De Zaai-ster in
Leek meldt aan de telefoon dat die wel degelijk
producten uit Groningen, Friesland en Drenthe verpakt
onder het merk Puur Noord Nederland, maar dat Noord-
Nederland voor de groothandel tot aan Lelystad loopt.
‘We halen dus ook spullen uit de Flevopolder, waar zich
de grootste biologische landbouwsector van Europa
bevindt.’
9 Het gaat om Lambert Kamps, die ooit in de buurt
van Beverwijk bij wijze van kunstproject een
baksteenfabriekje is begonnen. Van klei rondom het
fabriekje maakte hij de stenen. Het is een mooi voorbeeld
van kunst die laat zien wat je als individu allemaal zou
kunnen doen om zelfvoorzienend te zijn. De bouwmarkt
is geen noodzaak maar een keuze.
10 Hoe dit sommetje precies tot stand komt,
maakt het artikel niet duidelijk.
n o o r d e r b r e e d t e - d o s s i e r r o d e k o o l u i t d e m e t r o p o o l
dat savooiekool uit Portugal. Ik heb er nog nooit van gehoord maar savooiekool heeft wel energielabel A. De site geeft daarmee ook antwoord op onze vraag of van dichtbij altijd beter is. Nee dus, niet altijd. Ook enkele andere producten met energielabel A komen van ver, zoals kiwi’s uit Italië en sinaasappels uit Spanje. Sommig voedsel uit koelhuizen (zoals appelen, peren, rode en witte kolen) heeft eveneens energielabel A. In grote koel-huizen word het wel maanden gekoeld, maar dit kost per kilo niet veel extra energie, aldus de site. Ook luie mensen, of mensen met weinig tijd, kunnen nu bewust boodschappen doen. Ik moet nu alleen nog even een smartphone ko-pen om de groentekalenderapplicatie down te loaden, want de praktisch idealist gaat niet eerst even online kijken welke groente hij die dag mag kopen. Mochten er nog mensen zijn die mij met het rapport van Greenpeace om de oren willen slaan omdat er allemaal giftige stoffen in het toestel zouden zitten, dan zou ik daarop willen antwoorden met een citaat van de oud-minister-president van Italië, Giulio Andreotti: ‘We zijn allemaal doorsnee zondaars.’
Voor zover er in de steden van Noord-Nederland sprake is van
landbouw, neemt die vooralsnog de vorm aan van de aloude (maar
weer zeer populaire) volkstuin, nieuwe tuinderscomplexen,
schooltuintjes, door de gemeente ondersteunde buurtmoestuinen, stadsboerderijen en een enkele
dak- of pluktuin. Harry Cock portretteerde speciaal voor deze
Noorderbreedte moestuinen en hun eigenaren op het
terrein Oranjebond aan de Zwartwatersweg in Assen. Het complex dateert van 1967, telt
156 kavels en is voorzien van een verenigingsgebouw.
De recente opkomst van het verschijnsel stadslandbouw in
Nederland brengt met zich mee dat er allerlei wetenschappelijk
onderzoek is gestart naar de sociale, ecologische, ruimtelijke,
economische en gezondheids-
effecten ervan. Zo bleek vorig jaar uit een studie van
omgevingspsycholoog Agnes van den Berg, dat volkstuinbezitters
van 62 jaar en ouder zowel gezonder, minder eenzaam als
tevredener met hun leven zijn dan leeftijdsgenoten zonder volkstuin.
Van den Berg is overigens de kersverse bijzonder hoogleraar natuur- en landschapsbeleving
aan de Rijksuniversiteit Groningen.
In hoeverre verschillende vormen van stadslandbouw leiden tot bijvoorbeeld aantrekkelijker publieke ruimtes en tot meer
sociaal verkeer tussen mensen, wordt momenteel onderzocht
door Esther Veen (Wageningen Universiteit). Zij volgt hiertoe
zes locaties waarvan zich er twee in het Noorden bevinden: volkstuinderscollectief De witte vlieg in Assen (Baggelhuizen) en
de dorpstuin van Snakkerburen bij Leeuwarden. Over de uitkomsten
van haar promotieonderzoek zullen we te zijner tijd in
Noorderbreedte berichten. ( A K )
28 2 9
De volkstuinier
3 0 3 1
3 2 3 3
3 4 3 5
3 6 3 7
Stad eet
land.
3 8 3 9
Auke van der Woud hield twee jaar geleden een hoogst interessant betoog waarin hij pleitte voor een politiek ten gunste van een ‘kritische’ (biologische) landbouw. Onze historische cultuurlandschappen én de voedselkwaliteit zouden op die manier beter beschermd zijn. Zo’n politiek kwam er niet. Wel kopen consumen-ten in toenemende mate biologisch voedsel, al dan niet uit de buurt.
t e k s t A n n e m a r i e K o k e n I n e k e
N o o r d h o f f , f o t o ’ s H a r r y C o c k
‘A ls de moderne stad trek heeft, eet hij het landschap kaal. Als hij echt honger heeft, vreet hij het op.’ Volgens Auke van
der Woud, bekend schrijver en emeritus hoogleraar geschiedenis van architectuur en stedenbouw aan de RUG, is de relatie tussen stad en platteland nog nooit zo gespannen geweest als tegenwoordig. Vroeger waren die twee afhankelijk van elkaar en profiteerden ze van elkaar. ‘Nu is de stad de baas’, zo zei hij in 2009 in Baarn bij de in ontvangstname van de Groeneveldprijs. Het beeld dat hij daar in zijn lezing schetste, van de stad die land eet, gaat in de eerste plaats over verstedelijking en over groei. Over het idee dat we met onze omgeving, het land-schap, kunnen doen wat we willen. En over het idee dat de stad modern is en het platte-land achterloopt: ‘Maakten vroeger de lokale boeren de plannen voor de transformatie van het historisch gegroeide landschap en de woeste grond, nu wordt dat gedaan vanuit stadskantoren, door ambtenaren, onderzoe-kers en technici.’ Maar de stedelijke vraatzucht heeft ook veel met echt eten te maken, maakt Van der Woud duidelijk: ‘De wetenschap en techniek die de mens in de negentiende eeuw een geweldige macht over de natuur gaven, werden ook bij de voedselproductie ingezet. Stoommachi-nes maakten de massaproductie van voedsel een feit [...] In die tijd begon ook het gesleep met voedsel van het ene werelddeel naar het andere.’ Er kwamen grote slachthuizen. Het landschap werd genormaliseerd om het geschikt te maken voor de teelt van massa-voedsel. Boeren leverden niet langer aan de
consument maar aan de industrie. En we kregen supermarkten, waar ‘somber fruit kansloos’ is: ‘groenten en fruit zijn zo schoon en gaaf: ze zijn zo te zien opgegroeid zonder aarde, zonder akker, zonder regenbuien en insecten.’
RiskantDe laatste vijftien jaar is Nederlandse land-bouwgrond op grote schaal uit productie
Of: de wens van Auke van der Woud
n o o r d e r b r e e d t e - d o s s i e r
4 0 4 1genomen en omgevormd tot wat Van der Woud ‘staatsnatuur’ noemt. Ook met histo-rische cultuurlandschappen is dit gebeurd, bijvoorbeeld met de Drents-Groningse on-landen bij Peize (ten behoeve van waterber-ging). ‘Als ik een wens mag doen’, sprak Van der Woud in Kasteel Groeneveld, ‘dan zou ik willen dat er een beleid komt dat eeuwenoud cultuurlandschap in bescherming neemt’. Om dat economisch verantwoord te maken, stelde hij voor een verband te leggen met de bescherming van voedselkwaliteit, die nu sterk aan de oppermachtige voedselindustrie wordt toevertrouwd. Een pleidooi derhalve, voor een politiek ten gunste van de produc-tie van biologisch voedsel. Op grote schaal welteverstaan, anders zet het geen zoden aan de dijk. ‘Kleinschalige landbouw is het ideaal van de jaren zeventig en geen alterna-tief voor de agro-industriële en mijns inziens riskante voedselproductie. Ook het maken van zogenoemde streekproducten blijft, hoe sympathiek en belangrijk dat ook is, abso-luut marginaal’, licht Van der Woud toe.
EenpersoonsbakjesDe biologische landbouw in Nederland is de afgelopen jaren flink gegroeid maar neemt inmiddels niet meer toe, zo meldde NRC Handelsblad onlangs. De overheid streefde een tijdlang naar een jaarlijkse uitbrei-ding van het areaal met vijf procent maar dat beleid loopt dit jaar af. De biologische sector beslaat in Nederland nu in totaal twee procent van de landbouwgrond (tegen tien procent in bijvoorbeeld Zweden en Italië).
De meeste bedrijven liggen in Flevoland. Wel stijgt in ons land sinds tien jaar gestaag de vraag van de consument naar groente, fruit, vlees en zuivel van biologische bedrij-ven. In mei werd bekend dat de omzet vorig jaar met 13 procent is gestegen ten opzichte van het jaar daarvoor. Het gaat echter nog altijd om een zeer klein deel: 1,7 procent van de totale uitgaven aan voedsel. Ook voedsel uit de buurt, al dan niet biolo-
gisch van aard, is in steeds wijdere kring in trek. Meer en meer topkoks en restaurants koken met producten uit de omgeving en laten zich daar op voorstaan. Ze leggen de nadruk op de versheid, gezondheid en verfijnde smaak. Maar het is, zoals Van der Woud terecht opmerkt, nog slechts een heel klein briesje. Om het aandeel van regionale producten in de totale voedselaankopen te vergroten,
moeten boeren die vooral de lokale markt wensen te bedienen zich ook richten op de gemaksproducten die de hedendaagse mens graag gebruikt, zo adviseert RUG-hoogleraar plattelandsontwikkeling Dirk Strijker. Ech-ter: hoe kleiner de schaal, des te lastiger dat valt te realiseren, zegt hij. Een ander dilemma voor de makers van streekvoedsel (die vaak gezeteld zijn in histo-rische cultuurlandschappen) is in hoeverre ze hun bedrijfsvoering willen aanpassen als een product goed aanslaat. Eelco de Boer van kaasmakerij Karwij en Drentscha Aa-zuivel in Rolde kan daarover meepraten. ‘Ik wil juist die kleinschaligheid’, zegt hij. Maar als Mar-joleine de Vos in de NRC schrijft dat zijn Yo-garde onovertroffen is, trekt de vraag natuur-
r o d e k o o l u i t d e m e t r o p o o l
Kaasmakerij van Eelco de Boer in Rolde (zie ook p. 39)
4 2 4 3lijk aan. Ook grotere partijen komen daar op af. Zo levert hij sinds kort vruchtenyoghurt aan de net geopende biologische snackbar Eat2be in de stad Groningen. Ook is hij in gesprek over leveringen aan een ziekenhuis. Verder is het assortiment vergeleken met een paar jaar geleden al flink opgeschoven achter de wensen van zijn klanten aan; ging het vroeger om ‘pure’ melk en karnemelk, nu prijken dus fruityoghurts op de bestellijst die hij wekelijks via internet rondzendt. Nog wel in echte glazen flessen en potten – en niet in eenpersoonsbakjes. ‘Misschien groei ik daarin ook nog wel mee’, zegt hij.
Ecologische fundi’sIn het Groningse Onstwedde heeft bakker John Meinds een heel ander probleem. Hij had succes met Westerwolder honingkoeken – en tot voor kort ook Westerwolder rogge-brood. De roggeakkers op de esgronden bij de Ruiten Aa zijn een initiatief van natuur-beheerders die de ortolaan daarmee voor uitsterven willen behoeden. ‘Mensen vinden het mooi dat het eigen is, hier uit de buurt’, vertelt Meinds over de reacties. Maar de rogge was niet goed genoeg. ‘We hebben hier een zeeklimaat’, verklaart hij de teleurstel-lende kwaliteit. ‘Ik ben met het roggebrood gestopt.’ In landen om ons heen gaat het vaak beter met streekproducten, weet Strijker. Hij ziet dat bevestigd in een recent verschenen bundel artikelen. In een afgesloten Zwitsers bergdal blijken mensen trouwer aan lokale recepten en producten dan in ons land waar
Stad eet land36t/m41
kanalen en wegen alle regio’s al vroeg hebben ontsloten. ‘Zo’n lokale culinaire cultuur helpt. Streekproducten verwijzen dan immers naar iets wat er altijd al was. In Nederland heeft regiovoedsel lang geze-ten in de hoek van de ecologische fundi’s. Daarmee heeft de sector een brede groep afnemers lange tijd veronachtzaamd.’Die sterk ideologisch gedreven groep, zegt Strijker, moeten we plaatsen tegenover het Nederlandse agro-industriële complex – met de overheid als grote voorganger die zich in Europees verband lang verzet heeft tegen streekgebonden labels op produc-ten. Maar uiteindelijk komt er een omslag, denkt Strijker. Consumenten laten zich namelijk graag geruststellen door aandui-dingen over de regionale herkomst; zelfs grote concerns als Unilever gaan dat zien.
De stad eet land. Voedsel en de transformatie van het landschap. Voor de volledige tekst zie http://www.rug.nl/staff/a.van.der.woud/cv
Vaz, T. de Noronha, P. Nijkamp & J.-L. Rastoin (eds.) Traditional Food Production and Rural Sustainable Development: a European Challenge (Ashgate eco-nomic geography series), Ashgate, Farnham, 2009
Koeien in het Drentse Aa-dal die melk leveren voor de zuivel van kaasmakerij Karwij in Rolde
4 5
Kookfilosofie. Meesterkok Albert Kooy bedacht ‘de Nieuwe
Nederlandse Keuken’. Deze kookwijze, zo schrijft hij in zijn
gelijknamige boek uit 2006 en op zijn website, is duurzaam, gezond, diervriendelijk en eigentijds. Verse groenten spelen de hoofdrol. Kooy gebruikt producten van de koude grond, uit het water en de lucht, uit de eigen omgeving en van het seizoen. Als voedselbereider van de kantines van Stenden Hogeschool in Leeuwarden past hij deze principes
ook toe. Dat was eerst wel even wennen voor de studenten en docenten, vertelt hij in een interview met het FD. Nu vinden ze zijn eten ‘fantastisch’. ‘Maar ’s avonds rijden ze met hun karretje door de
supermarkt en gooien ze al die ellende erin.’
Lokaal. Als aanduiding van de
herkomst van voedsel lijkt ‘lokaal’ het suffer klinkende
‘streek-’ te hebben verdrongen. Moet vaak ruim worden opgevat.
Niet zelden wordt ermee bedoeld: uit de nabije of ‘eigen’ omgeving, waarbij de
grenzen niet erg vastliggen. Lokaal kan ook verwijzen naar een heel land (zie Noma).
Ommelandermarkt.
Van brood en zuivel tot soep en paardenmelkcapsules:
op 28 mei organiseerde de gemeente Groningen op het
CiBoGa-terrein de eerste Ommelandermarkt met 35
regionale producenten. Op 9 juli en 1 oktober zijn de volgende twee. Mogelijk keren de
markten daarna maandelijks of nog vaker terug.
Mobiel moestuinieren. De firma uitjeeigenstad.nl verkoopt mobiele, modulaire, flexibele teeltsystemen om ‘los van de grond’ groente te kunnen verbouwen in de stad. Noma. Restaurant in
Kopenhagen, door kenners beschouwd als beste eetgelegenheid ter wereld. Het
serveert ‘lokaal’ voedsel uit Denemarken en omstreken, dat op vernieuwende wijze is bereid.
r o d e k o o l u i t d e m e t r o p o o l
SchooltuinIn de stad Groningen zijn vier
schooltuincomplexen, nummer
vijf is in aantocht. Leerlingen
van de basisschool leren er
zaaien, planten, wieden en
oogsten, foto Nicole Lagarde
4 6 4 7
N oorderbreedte-redacteur Maarten Meester woont in Sexbierum. Om de hoek liggen de Hoarnestreek waar veel biologisch(-dynamisch) wordt geboerd, een groot glastuinbouwcomplex en de vissershaven van Harlingen. Ziet hij daarvan iets terug in de plaatselijke winkel?
‘Goedemorgen, lief plantje. Heb je lekker geslapen? Waar heb je trek in? Wil je mis-schien een slokje water?’ Zo
groeten de biologisch-dynamische boeren in de Hoarnestreek ’s ochtends hun gewassen. Tenminste, volgens een Friese vriend van ons. Hij kijkt met verwondering naar het vage gedoe op de gronden waar zijn voorvaderen generaties lang met heldere hoofden keihard hebben gezwoegd.
In die verbaasde distantie staat hij niet al-leen. Hoewel op loopafstand van het dorp, parallel aan de zeedijk, een groot gebied ligt waar veel boeren biologisch-dynamisch of biologisch boeren, heeft de gemiddelde Sexbierumer daar niet veel mee op. Dat komt misschien ook doordat een groot deel van de bevolking werkt voor de grote tegenpool aan de andere kant van het dorp: de zeker 25 hectare aan kassen waar onder meer snack-komkommers, paprika’s en trostomaten vandaan komen. Wie toch duurzame groente wil, verbouwt die in de eigen tuin of haalt die bij de boeren zelf.In de dorpssupermarkt zie ik dan ook weinig terug van het biologische(-dynamische) aanbod uit de buurt. En glastuinbouwpro-ducten uit de eigen streek mogen er niet eens liggen: de eigenaren van de kassen hebben een exclusief contract met Albert Heijn. Terwijl de snackkomkommers, paprika’s en trostomaten hier dus in grote vrachtwagens het dorp uitrijden, komen de groenten voor de plaatselijke Coop-supermarkt met een andere vrachtwagen het dorp weer binnen.
Mooie papieren zakToch bemerk ik een voorzichtige kentering. In de supermarkt hangen sinds kort groen-ten onder de mooie merknaam Waddenge-luk, aan een mooi houten rek, in een mooie papieren zak, voorzien van een mooie tekst: ‘Gewassen die geteeld zijn onder deze bij-zondere naam zijn ook bijzonder. De gewas-sen komen uit de Friese klei, gegroeid met de zilte lucht van de waddenwind.’ Volgens de eigenaar van de supermarkt lopen deze biologische waren wel, mede door de prach-tige presentatie: sober en smakelijk tegelijk.Voor vis – wie eet er nog vlees? – gaat min of meer hetzelfde op. In de nabijgelegen haven van Harlingen komt die in grote
hoeveelheden binnen, maar in de plaatse-lijke winkels vind ik daar niets van terug. De reden: mensen staan de vissersboten op te wachten en kopen direct bij de visser, of bij de groothandel. Liever nog vissen en stropen ze zelf; bij onze Friese vriend hebben we heel wat toastjes met illegale paling op. Maar ook hier is sinds kort een voorzichtige kentering gaande. Pierewaaiend in Harlingen kregen we een prachtig vormgegeven kaartje in handen gedrukt. Elke twee weken kunnen consumenten op de Harlinger Vismarkt ‘rechtstreeks de verse vangsten vanuit zee kopen’. The times they are a-changin, ook in Sexbierum en omstreken.
n o o r d e r b r e e d t e - d o s s i e r r o d e k o o l u i t d e m e t r o p o o l
Waddengeluk in Sexbierum
foto Reyer Boxem
c o l u m n4 8
Iedereen vegetariër !
T wee jaar geleden begon ik bij mijn autodealer eens over CO2-uitstoot. U moet weten dat ik een auto be-zit die tot de categorie sportauto’s
behoort en derhalve nogal hoog ingeschaald zit. Een ruim G-label, laten we maar zeggen. De dealer begon een verhandeling die niet zozeer ingestudeerd was maar toch duidelijk vaker was gegeven. Die CO2-emissie was wat hem betreft maar een nietszeggend begrip. Mijn auto was bijvoorbeeld veel duurzamer dan ieder ander merk. Wist ik wel dat tachtig procent van alle ooit door ‘mijn merk’ gepro-duceerde auto’s nog steeds rondreed? En dat de fijnstofuitstoot het allerlaagst was? En dat de uitstoot van al het autoverkeer ter wereld slechts van zeer beperkte invloed was op de totale uitstoot? Dat industrie, vliegverkeer en bio-industrie de echte schuldigen waren? Met een goed gevoel verliet ik mijn garage. Als vegetariër deed ik genoeg aan het CO2-probleem. Zelfs zo veel dat ik me wel een auto met G-label kon permitteren.Het klinkt als een goedpratertje, maar er zit wel een waarheid in het ‘dealerbetoog’. Want inderdaad is de bio-industrie met twintig pro-cent een grote veroorzaker van de wereldwijde
CO2-uitstoot. En dan hebben we het nog niet eens over het vrijkomen van het nog schade-lijker methaan. Tel daar de grote afstanden bij op die uw vlees en veel van ons andere voedsel aflegt voordat het in onze supermark-ten belandt. U eet biefstuk van de Argentijnse pampa’s, kip uit Vietnam en parmaham van Nederlandse varkens die eerst naar Italië wor-den getransporteerd en vervolgens als officiële Italiaanse vleeswaar terugkeren. Verder eten wij vaak (onvermoed) sinaasappelen uit Zuid-Afrika, sperziebonen uit Kenia en Egypte, en appels uit Nieuw-Zeeland. Als de ingrediën-ten op ons bord allemaal een Air Miles-kaart had-den gehad, was het Jorzolino-badtextiel dat je bij inwisseling van je Miles kunt krijgen allang op geweest.Kortom, geenvleeseters zijn goed bezig, zelfs als ze in een sportauto met G-label rijden. Ze-ker wanneer ze als echte biofanatici ook nog eens alle herkomstbordjes in de supermarkt checken en groenten uit verre streken laten liggen. En als ze besluiten enkel seizoensge-bonden te gaan eten – volgens onderzoek ook nog eens veel gezonder want aardbeien en frambozen in de winter, daar is ons lichaam helemaal niet op ingesteld. Dan kan volgens mij de maximumsnelheid voor vegetariërs met sportauto omhoog naar tenminste 220 kilometer per uur.
P e t e r M i c h i e l S c h a a p
Geenvleeseters met een sportauto
zijn goed bezig
4 9
Puur Noord Nederland. Een nog niet zo lang bestaand merk voor regionale biologische producten. Voortgekomen uit onvrede met het feit dat de relatie
tussen boer en consument in de gangbare voedselindustrie nogal onzichtbaar en anoniem is geworden. ‘Wij willen de mens achter het product/bedrijf tonen, met zijn persoonlijke verhalen, drijfveren, idealen en passies’, aldus de website van ‘Puur’.
Rundvlees. Het voeden van een mens met rund kost elf keer zo veel graan als
het voeden van een mens met datzelfde graan. En voor een kilo rundvlees is duizend keer zo veel water nodig als voor een kilo graan. (bron: Carolyn Steel)
Smaaklessen. Hogeschool
Van Hall Larenstein in Leeuwarden is de noordelijke vraagbaak van het
landelijk Steunpunt van Smaaklessen. Leerkrachten van de basisschool
kunnen hier terecht voor lesmateriaal en tips voor activiteiten in de klas rond voedsel.
Quinoa. Smakelijke uitheemse (Latijns-Amerikaanse) graansoort, verkrijgbaar bij de biologische winkel.
Transition Towns is een internationaal netwerk
van burgers die elkaar op lokaal niveau inspireren om minder olie-afhankelijk en
duurzamer te leven. De beweging is begonnen in Engeland. Noordelijke gemeenschappen zijn te vinden in Leeuwarden, Joure, Weststellingwerf,
Emmen, Westerveld, Haren en Groningen.
r o d e k o o l u i t d e m e t r o p o o l
Urban Green. Webwinkel die planten, bloemen en andere benodigdheden
verkoopt voor tuinen en gevels in de stad om het wonen daar ‘groener en lekkerder’ te maken. urban-green.nl
51‘W ij willen dat mensen
weer zélf verantwoor-delijk worden voor de dieren die later als hun
voedsel dienen. De beesten die ze nu eten, zien ze nooit. Die zijn alleen nog maar een product.’ Beeldend kunstenaars Elles Kiers en Sjef Meijman werken op het terrein van het locatietheater-gezelschap PeerGrouP aan het ‘Varkenshuis’. Wie dit terrein tussen Norg en Donderen oploopt, ziet meteen drie gevlekte varkens rondscharrelen. Ze knorren tevreden, wroeten in de bodem en liggen even later in een modderpoel. Wekken kortom de indruk zeer tevreden te zijn met hun bestaan. Ze hebben dan ook een bosge-bied van zo’n drie hectare ter beschikking. ‘Het zijn Bunte Bentheimers’, zegt Kiers. ‘Ze leven van wat de natuur biedt en van al het voedsel- afval dat wij hier met elkaar produceren. In tegenstelling tot de varkens die in grote stallen leven, vervelen ze zich hier geen moment.’ De samenwerking tussen Kiers en Meijman enerzijds en de Bunte Bentheimers ander-zijds begon in 2010 te Coevorden. Meijman: ‘Daar noemden we ons onderzoekspro-ject “Varkensjaar”. Samen met een aantal
“hulpboeren” hebben we er langdurig met de varkens samengeleefd om hun gedrag te bestuderen en om met mensen in gesprek te komen over voedsel en de voedingsin-dustrie. Dat was verhelderend, want de verhouding tussen het dier en zijn produc-ten is abstract geworden.’ Kiers: ‘We kijken of het mogelijk is de kringloop te herstellen. Het varken eet ons afval, dat op deze manier een nuttige functie krijgt, en wij eten vervol-gens na enige tijd het varken. Zo is de cirkel rond.’ Meijman vult aan: ‘We willen onder-zoeken hoeveel afval een varken nodig heeft. Hoeveel afval, en dus hoeveel mensen, past bij een bepaald aantal varkens?’ De kunstenaars zijn nu op zoek naar een dorp of een stadswijk waar de gezamenlijke bewoners in een zelfgebouwd onderkomen – het varkenshuis – twee varkens willen houden om daarmee het contact met dieren die als voedsel dienen te herstellen. ‘Want na verloop van tijd worden ze geslacht en opgegeten’, zegt Meijman. ‘Maar dan weten de buurtbewoners in ieder geval precies wat ze op hun bord hebben liggen.’ Kiers bena-drukt dat ze geen kritiek willen leveren op de individuele boer. ‘Die heeft om economische redenen vaak geen keus. De consument is de enige die voor échte veranderingen kan zorgen.’
De PeerGrouP en het Varkenshuist e k s t L u k a s K o o p s , f o t o H a r r y C o c k
r o d e k o o l u i t d e m e t r o p o o l
Verse blueberries tussen de
wolkenkrabbersDe Greenmarkets
van NYC
5 2 5 3
E en argeloze toerist die tijdens een citytrip vanuit de metro Union Square opstapt, kan verbaasd staan. Midden in Manhattan,
omringd door hoogbouw, is het hier iedere maandag, woensdag, vrijdag en zaterdag markt. Geen gewone markt. Nee, de producten die hier aangeboden worden, komen uit de directe omgeving van New York: groente, fruit, kaas, brood, eieren, vis, vlees, planten, bloe-men… Daarbij is het een pure producenten-markt: hier koop je niet via tussenhandel, maar rechtstreeks van boer, visser of producent. Het zorgt voor een wonderlijk tafereel, al die kleine kraampjes met een veelheid aan producten: het ‘boerenleven’ in het midden van een wereld-stad.De organisatie achter de Union Square Green-market, zoals de markt officieel heet, is Grow-
NYC. Deze inmiddels veertigjarige non-profit- organisatie heeft een nobele doelstelling: ‘to im-prove New York City’s quality of life through environ-mental programs that transform communities block by block and empower all New Yorkers to secure a clean and healthy environment for future genera-tions.’ Dat doet ze met educatieprogramma’s en community gardening, en door recycling en allerhan-de andere ‘groene’ activiteiten te stimuleren.Sinds 1976 organiseert GrowNYC de markt. Eerst op een parkeerplaats in East Midtown met 12 boeren en producenten, tegenwoordig alleen al in Manhatten op 19 plekken: van City Hall op Lower Manhatan tot 175 street, helemaal bovenin. Verder zijn er markten in Brooklyn, Queens, The Bronx en Staten Island: 54 in totaal met ruim 225 aangeslo-ten boeren, vissers en andere producenten. Met de markten stimuleert de organisatie bewust de directe handel, het contact tussen consument en producent en de toegang van alle New Yorkers tot vers, goed en regionaal geproduceerd voedsel. In een stad die misschien wel het beste voorbeeld is van de conti-nue economische en culturele integratie, illustreert dit op een prachtige manier hoe globalisering en regionalisering naast elkaar kunnen staan of zelfs in elkaar overlopen.
Geïnteresseerd? Vergeet dan tijdens een trip naar New
York niet een Greenmarket te bezoeken. Union Square is
prachtig, maar ook de Greenmarket op Grand Army Plaza,
midden in Brooklyn, is een aanrader. Kijk ook eens op de
site van de organisatie, met veel informatie over de Grow-
NYC activiteiten en gezond eten: www.grownyc.org
T e k s t e n f o t o P e t e r M i c h i e l S c h a a p
n o o r d e r b r e e d t e - d o s s i e r
5 4 5 5
Meer lezen over moestuinieren op kleine
schaal? Zie bijvoorbeeld Zelfgeoogst, door
Marian Flint, uitgeverij Snor, € 14,95Balkonieren!
meerjarige rucola/raketslaMakkelijk, komt ieder jaar terugGrond: losse, iets vochtige vruchtbare grondStandplaats: zon, halfschaduwBuiten zaaien: vanaf begin maart tot novemberOogsten: jong blad vóór de bloei oogsten (drie tot vijf weken na zaaien)
courgettes
(kruipende plant, neemt wel veel ruimte, gebruik bijvoorbeeld een speciebak)Oogst kleine vruchten en frituur de bloemenGrond: rijke, vochtige, goed bemeste grond Standplaats: warme, zonnige plek
Buiten zaaien: vanaf eind mei
Oogsten: vanaf eind juli blijven oogsten,
er komt geen einde aan!
oost-indische kers (klim- of hangplant)Eetbare bloemen, blaadjes én knoppen (‘kappertjes’)Grond: niet al te rijke grond
Standplaats: zon
Buiten zaaien: vanaf mei
Oogsten: juli tot oktober (bloemen)
kerstomaatjes (klim- of hangplant)Lekker en gezond, goed opbinden
Grond: rijke goed bemeste grond
(tomatenmest)
Standplaats: zon!
Binnen voorgezaaide of gekochte
plantjes vanaf half mei naar buiten
Oogsten: half augustus t/m september
herfstframbozenMaak je eigen frambozenjam of sorbetijs
Grond: luchtige goed doorlatende
potgrond, extra bijmesten
Standplaats: warme, zonnige plek
Buiten uitplanten: vanaf half mei 30-50
centimeter uit elkaar, en ieder jaar in
maart verpotten
Oogsten: half augustus-eind oktober
n o o r d e r b r e e d t e - d o s s i e r
d o o r L e o n i e W e n d k e r e n
P e t r a P a u w , i l l u s t r a t i e
J e l l e F. P o s t
Niet in het bezit van een grote tuin, maar wél van een balkon en (veel) zon? K week dan je eigen groenten en kruiden in pot en geniet een paar weken later van het gezonde en onbespoten resul-taat op je bord. Potten zijn fl exibel en ver-plaatsbaar en je kunt er plan-ten de ideale grond in geven voor een perfecte groei. Heb je een klein balkonnetje, hang dan bakken of zakken aan een reling of muur. En bedenk dat niet elk balkon even zwaar kan worden belast . Vierkante plastic, zinken of rieten bak-
ken nemen minder ruimte in dan ronde en zijn minder zwaar dan stenen of terracotta bakken. Zorg voor voldoende afwatering (gat onder in de pot, daarop oude scherven of steentjes en onder de pot een schaal). TIP: vul de potten met krantenpapier. Dit houdt het water langer vast, heeft een isolerende werking en zorgt als het gaat rotten voor organische voeding. Denk ook goed na over het gebruik van je balkon. Wil je er tijdens een mooie zomeravond ook nog een glas rosé kunnen drinken? Houd dan een plekje vrij.
Aan de slagGebruik geen tuinaarde, maar goede potgrond (er is zelfs speciale potgrond te koop met gerecycled materiaal eraan toegevoegd dat zeer geschikt is om groenten te kweken). Af-hankelijk van de wensen van je plant, kun je extra mestblokjes
toevoegen. Vanaf half mei kun je de meeste groenten en krui-den buiten ter plekke in de pot zaaien. Volg de aanwijzingen op het zakje. Vind je zaaien te veel gedoe? Er zijn ook volop kant-en-klare kruiden en jonge plantjes te koop op de markt, online of bij een biologische kwekerij, zoals De Keukentuin in Zuidbroek.
VerzorgingPotplanten hebben iedere dag water nodig: ’s ochtends én ’s avonds, ook al heeft het geregend. Vang daarvoor, als het even kan, regenwater op in een regenton. Laat het water iets opwarmen: planten kun-nen schrikken van koud water. Sommige planten hebben steun nodig, in de vorm van stokken of een rek dat je tegen de muur bevestigt. Hiernaast een aantal voorbeelden van makkelijk zelf te kweken groenten, kruiden en fruit.
Noorderbreedte geeft het Noorden smaak
Deze publicatie over buurtvoedsel is een speciale uitgave van Noorderbreedte, al 35 jaar hét tijdschrift over Friesland, Groningen en Drenthe. Behalve themanummers maakt de onafhankelijke redactie, samen met gerenommeerde fotografen en auteurs, vijf keer per jaar een prikkelende ‘gewone’ editie. Daarin gaat het over actuele en historische ontwikkelingen op het gebied van landschap, natuur, cultuurhistorie, architectuur, stad en platteland, kunst en fotografie. Zo hoopt Noorderbreedte burgers, bestuurders, beleidsmakers, vakmensen en maatschappelijke organisaties te inspireren tot (debat over) een zorgvuldige omgang met de noordelijke leefomgeving. ‘Het publiek debat, kwaliteit en cultuur: daarvoor staat Noorderbreedte. Abonneren svp, kopen dat blad’, schreef Max van den Berg in zijn weblog. Voelt u zich net als de makers van Noorderbreedte betrokken bij het Noorden? Voor € 37,50 ontvangt u de vijf reguliere nummers plus de extra uitgave(n). Met de antwoordkaarten in dit nummer kunt u zich opgeven als abonnee, of Noorderbreedte cadeau geven aan een ander.
Stichting Platform GRAS is het architectuurcentrum van Groningen. Haar missie: het stimuleren en aanjagen van de kennis van, en het debat over de gebouwde omgeving. GRAS geeft hier met tal van projecten invulling aan: van debatten en lezingen tot tentoonstellingen, boeken en bijzondere projecten, ‘online’ en in de ‘echte’ wereld. Platform GRAS werkt ideëel en als een onafhankelijke culturele onderneming. Elk jaar wordt een divers basisprogramma samengesteld, afgestemd op een brede doelgroep. Dit wordt aangevuld met bijzondere (samenwerkings)projecten en externe opdrachten. Afgelopen jaar besteedde GRAS met het onderzoeksproject De Schijf van Vijf uitvoerig aandacht aan de relatie tussen voedsel en de stad. Dit landde in augustus 2010 in de Noorderzon-voorstelling Proef Noord, die GRAS maakte met onder andere het Noord Nederlands Toneel, de Smaak van het Noorden en Onix architecten. Als voorlopige afsluiting van De Schijf van Vijf werkte GRAS mee aan deze speciale aflevering van Noorderbreedte
5 7
Vergeten groenten. In de Tuinen van Weldadigheid in Veenhuizen kweken Lambert Sijens en Jolanda Loonstra bijzondere en vergeten groenten: vooral
Nederlandse variëteiten maar ook allerlei noordelijke rassen. Verder proberen ze van alles uit wat een afwijkende kleur, vorm of smaak heeft, waaronder exoten zoals olijfkomkommers en palmkool. Bijna alle groenten zijn overigens ooit als exoot naar Nederland gekomen, aldus Sijens en Loonstra. Fruit, kruiden en bloemen vind je ook in hun tuinen. Het bedrijf combineert tuinbouw, natuur en landschap met zorg, recreatie en educatie. Open van juni t/m september op woensdagmiddag en zondag.
W addengoud. Streekmerk (sinds 2003) voor
producenten uit de Waddenregio. In aanmerking komen producten waarvan de grondstoffen in de Waddenstreek op duurzame wijze zijn voortgebracht, bewerkt en verwerkt. Behalve producten als duinwijn en lamsorenmosterd kregen vorig jaar ook zes fotografen het keurmerk vanwege hun specialisatie in ‘Waddenfotografie’.
Y Google ‘Yoghurtijs’ en ‘Drenthe’ en je krijgt 1540 hits. Zo kwam IJsboerderij Sonneclaer in Fluitenberg bovendrijven, een biologische melkveebedrijf in een
bosrijke omgeving, waar veertig koeien in dienst staan van de productie van roomijs, sorbetijs en yoghurtijs.
r o d e k o o l u i t d e m e t r o p o o l
Zaai-ster.Groothandel in biologische verswaren, gevestigd in Leek en gericht op de
noordelijke markt. Levert onder meer aan natuurvoedingswinkels, restaurants, supermarkten en bedrijven. De Zaai-ster distribueert ook het Odin Groentenabonnement en is initiatiefnemer van het merk Puur Noord Nederland.
n o o r d e r b r e e d t e - d o s s i e r5 8 5 9r o d e k o o l u i t d e m e t r o p o o l
BoekenOns etenMac van Dinther (2011)Volkskrant-journalist Mac van
Dinther dook in de wereld achter het
bord. Hij liep maandenlang mee met
boeren, keek achter de schermen
van de voedselindustrie en bezocht
ook tegenhangers om te achterhalen
wat het verschil is tussen gangbaar
en biologisch geproduceerd
eten. Niet eerder, aldus uitgever
Minestrone, gaven bedrijven als
Unilever, Albert Heijn, VION en
FrieslandCampina zo openlijk een
kijkje in hun keuken.
Pleidooi voor echt eten Michael Pollan (2008)‘Eet nooit iets wat je overgroot-
moeder niet als voedsel zou
herkennen’, is het advies van
de auteur. Hij rekent af met de
alomtegenwoordigheid van vage,
voedselachtige substanties die
volgens de industrie heel goed voor
ons zijn. We zouden, stelt hij verder,
minder eten moeten kopen en er
meer voor moeten betalen.
Eat This! Het kookpunt van publiek domeinMaurice Nio en Joan Almekinders (2006)
Voedsel kan het publieke domein
verrijken, menen de auteurs, beide
architect. In Eat This! beschrijven ze
beroemde markten en bedenken ze
eetgelegenheden.
Slow Food. The Case for TasteCarlo Petrini (2003)Het in Italië ontsproten antwoord
op fast food. Een inmiddels bekend
pleidooi voor smaakvolle producten
van goede kwaliteit, die duurzaam
zijn geproduceerd.
en ook:Carolyn Steel, De hongerige stad. Hoe
voedsel ons leven vormt (2011), zie
elders in dit nummer
Maguelonne Toussaint-Samat,
A history of food (2009)
Richard Reynolds, On Guerrilla
Gardening. A Handbook For
Gardening Without Boundaries (2009)
Kenneth F. Kiple, A Moveable Feast.
Ten Millennia of Food Globalization
(2007)
Carlo Petrini en Gigi Padovani, Slow
Food Revolution: A New Culture for
Dining and Living (2006)
Massimo Montanari, Food is Culture
(2006)
Richard Wilk, Fast Food/Slow Food.
The Cultural Economy of the Global
Food System (2006)
Websitesorganiclinker.com Bereken hier uw foodprint
en carbonprint
biogids.nl Zoek verkooppunten van biologische
producten in de buurt
slowfood.nl De website van Slow Food Nederland
nederlandsestreekproducten.nl Database voor streekproducten uit
heel Nederland
grownyc.org
De website van GrowNYC, de
organisator van de New Yorkse
Greenmarkets
freegan.info
Alternatieve levensstrategieën
gebundeld
louisbolk.org
Onderzoek naar onder andere
duurzame landbouw
dakdokters.nl
Gespecialiseerd in groendaken
Films & documentairesSmakelijk eten! Walther Grotenhuis (Nederland, 2011)
Fruit en vlees reizen de hele wereld
over en liggen toch betaalbaar in
de schappen. De wereld is onze
supermarkt geworden. Maar wat
is nu de echte prijs van voedsel?
Waar komt het vandaan, door wiens
handen is het gegaan, wie heeft
eraan verdiend, en wie niet?
Taste the Waste Valentin Thurn(Duitsland 2010)
Deze film toont de schokkende
minachting van de westerse wereld
voor voedsel en de hongerende
medemens. En laat zien waarom er
zoveel eten wordt weggegooid en
wat burgers/consumenten daaraan
kunnen veranderen.
The Urbal Fix Tom Bliss
(Verenigde Staten, 2010)
Pleidooi voor stadslandbouw.
De film laat enkele inspirerende
initiatieven zien, zowel op
economisch als stedenbouwkundig
vlak.
Our Daily Bread Nikolaus Geyrhalter (Duitsland, 2007)
Twee jaar lang richtte Nikolaus
Geyrhalter zijn camera op de
Europese voedselindustrie.
Op het ritme van de machines
geeft de regisseur een inkijk
in de productielijnen van ons
voedselaanbod: van de fruitkweek
in het zuiden van Spanje tot de
kippenkwekerij om de hoek.
en ook:Fresh - Ana Sofia Jones (Verenigde
Staten, 2009)
Under the Green Sun - Chantal
Lasbat (Frankrijk, 2009)
Food, Inc. - Robert Kenner
(Verenigde Staten, 2008)
The Garden - Scott Hamilton
Kennedy (Verenigde Staten, 2008)
Black Gold - Marc Francis, Nick
Francis (2007)
We Feed the World - Erwin
Wagenhofer (Oostenrijk, 2005)
P e t e r M i c h i e l S c h a a p e n A n n e m a r i e K o k
M eer weten o ver eten
-ransition Towns is een internationaal netwerk van
burgers die elkaar op lokaal niveau inspireren om minder olie-afhankelijk en duurzamer te leven. De
beweging is begonnen in Engeland. Noordelijke gemeenschappen zijn te vinden in Leeuwarden,
Joure, Weststellingwerf, Emmen, Westerveld, Haren en Groningen.
Voedsel–abécédaire, 10, 20, 45, 49, 57
1 Vooraf
2 Voedsel raakt aan alles en iedereen
Carolyn Steel schreef Foodtopiaals opstapje naar eenvoedselstrategie voor de regioGroningen-Assen. Fragmentenuit haar opstel en een gesprek met stadsecoloog Wout Veldstra.
12 Het voedsel, de stad en het kunstwerkMerijn Vrij droomt van wuivend tarwe midden in de stad.
14 De smaak van GroningenHoe Groningen Hoofdstad van de Smaak werd.
16 Eten van rijke bodem, jagen op arme grondWelke gronden rond de stad Groningen komen in aanmerking om haar bevolking te voeden?
21Een praktisch idealist in de supermarktEen betere wereld begint bij anders boodschappen doen. Op naar Jumbo!
2 8 Portret van een volkstuincomplex Fotoserie
38Stad eet land. Of: de wens van Auke van der WoudVeel historisch cultuurlandschap is geofferd aan de groei van steden en de productie van massavoedsel. Hoe kan het anders? En: enige standen van zaken rond biologische landbouw en streekvoedsel.
46 Waddengeluk in S exbierumLangs de Friese zeedijk vinden we veel glas- en akkerbouw. Waarom belanden de producten nauwelijks in de plaatselijke winkel?
48 Iedereen vegetariër! Column
50 De PeerGrouP en het VarkenshuisLeer elkaar en uw voedsel kennen, neem een buurtvarken.
52 Verse blueberries tussen de wolkenkrabbersDat ‘global’ en ‘local’ elkaar niet bijten, bewijzen de groene markten in New York City.
54 Balkonieren!Geen tuin, wel sla en tomaten. Een handleiding.
58 Meer weten over etenBoeken, sites, films.
I N H O U D
U i t g av e va n S t i c h t i n g n o o r d e r b r e e d t e(meer informatie onder de antwoordkaarten)
d i r e c t i eChris Elsinga
h o o F d r e d a c t i e & P r o d U c t i eAnnemarie Kok
r e d a c t i eMarc Floor / Tialda Haartsen / Lukas Koops / Ineke Noordhoff / Abe de Vries
e i n d r e d a c t i eMaarten Meester, Sexbierum
g r a F i S c h o n t W e r P e n o P M a a KJelle F. Post, Groningen
o n t W e r P o M S L a gJelle F. Post
t e K S t e n i n d i t n U M M e rWim Boetze / Bram Esser / Tialda Haartsen / Annemarie Kok / Lukas Koops / Maarten Meester / Bert Nijmeijer / Ineke Noordhoff / Petra Pauw / Peter Michiel Schaap / Leonie Wendker. Met dank aan Ferry Vermeer.
F o t o ’ S i n d i t n U M M e r Harry Cock / Reyer Boxem / Merijn Vrij / Nicole Lagarde / Peter Michiel Schaap
r e d a c t i e r a a dWim Boetze / Hans Elerie / Hans Harbers / Rob Hendriks / Rik Herngreen / Henk Hokse / Jan Kleine / Henk Poortinga / Maarten Schmitt / Ton Schoot Uiterkamp / Martin van Wijck
L i t h o g r a F i e e n d r U K Het Grafisch Huis, Groningen
a d v e r t e n t i e S e n a b o n n e M e n t e nJos Rietveld, Groningen
a d r e S g e g e v e n SWesterkade 2, 9718 AN Groningentelefoon (050) 314 19 56 / 314 23 74 (fax)Kantoor open: ma-di-do 10-17 uurredactie: [email protected]: [email protected] en abonnementen:[email protected] 0166 - 4948
Wat W i L n o o r d e r b r e e d t e ?Burgers, bestuurders, beleidsmakers, vakmensen en maatschappelijke organisaties inspireren tot (debat over) een zorgvuldige omgang met de noordelijke leefomgeving.
h o e d o e t n o o r d e r b r e e d t e d at ?Door de publicatie van een onafhankelijktijdschrift, thema-uitgaven en boeken.
b e S t U U rJan Wibier, voorzitter / Ryan Schepers,vice-voorzitter / Sietske Faber, penningmeester / Hans ten Hoopen, secretaris / Margreeth de Boer / Rimmer Mulder / Dirk Nijdam / Simon Tijsma
b e d r i J v e n K r i n g n o o r d e r b r e e d t eWaterleidingmaatschappij Drenthe / Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen / InvraPlus / Gasunie / Waterschap Hunze en Aa´s / Lefier / NAM delen met Noorderbreedte de betrokkenheid bij het Noorden.
a a n g e S L o t e n o r g a n i S at i e SBoerenNatuur / Bond van Friese Vogelbeschermingwachten/ Fries Natuur Museum / FrieseMilieufederatie / Fryske Feriening foar Fjildbiology / Het Drentse Landschap / Het Groninger Landschap / IVN / It Fryske Gea / K.N.N.V. / Milieudefensie / Milieufederatie Drenthe / Milieufederatie Groningen / Natuurmonumenten / NederlandseGeologische Vereniging afdeling Groningen / NIVON / Noorderlicht / Platform GRAS / Stichting Beeldlijn / Stichting Vrijwillig Bosbeheer Nederland / Waddenvereniging / Wereldnatuurfonds
r a a d va n a d v i e SWilfred Alblas / Kees Siderius / Henk de Vries / Sjoerd Wagenaar / Leonie Wendker
a b o n n e M e n t e nDe abonnementsprijs bedraagt € 37,50 per jaar (een hoger bedrag is welkom). Hiervoor krijgt u naast vijf reguliere nummers één of meer themanummers.
o v e r n a M e a r t i K e L e n U i t h e tt i J d S c h r i F t o F va n d e W e b S i t eAlleen na toestemming van de hoofdredacteur.
Voor deze extra uitgave ontving Noorderbreedte een financiële bijdrage van Platform GRAS en de gemeente Groningen, dienst ROEZ
c o L o F o n S t i c h t i n g n o o r d e r b r e e d t e Ja, ik neem een abonnement (vijf nummers + themanummers).
naam
adres
postcode en woonplaats
e-mailadres
ik ken Noorderbreedte via
Een abonnement kost € 37,50 per jaar (vijf nummers + themanummers). Ik ontvang een acceptgiro.
Als geschenk kies ik:
( ) T-shirt met zeefdruk Han Jansen (maat XL)( ) Verzamelband
Ja, ik geef een cadeau-abonnement voor een
( ) heel jaar (vijf nummers + themanummers) € 37,50( ) half jaar (drie nummers) € 20,-
( ) ik laat gratis een proefnummer naar iemand opsturen
de gelukkige is
adres
postcode en woonplaats
mijn naam is
adres postcode en woonplaats
Speciale uitgave op eet-lees-formaat, voor thuis of aan tafel in een van de restaurants waar dit nummer geserveerd wordt.
H eeft buurt voeds el de toekomst?
rode kool uit de metropool
Noorderbreedte jaargang 35
nr. 3a -2011los nummer € 8
e x t r a u i t g a v e v a n n o o r d e r b r e e d t e i . s . m . p l a t f o r m g r a s
Noorderbreedte, betrokken bij het Noorden. U ook? Word abonnee!W W W. N o o rd e r b r e ed t e . N l
breed tijdschrift over Noord-Nederlandlandschap / natuur / cultuurhistorie / ruimtelijke ordening / architectuur / wonen, werken en verpozen / stad en platteland / kunst / fotografie
NB
03een
post-zegel is niet nodig
een post-zegel is niet nodig
NOORDERBREEDTEantwoordnummer 5159700 WB Groningen
NOORDERBREEDTEantwoordnummer 5159700 WB Groningen
A