2!-'%#.1!- ..!* * !-2%&. · 2018-05-31 · 6--> #'% ( * # ($# & + '*...

StichtingSamenwerkingsverbandPassend Onderwijs VO2801

Onderzoek bestuur ensamenwerkingsverband

Vierjaarlijks onderzoek

Datum vaststelling: 19 april 2018

Samenvatting

De Inspectie van het Onderwijs bezoekt een bestuur van eensamenwerkingsverband passend onderwijs minstens één keer in devier jaar. Dit jaar was het bestuur van StichtingSamenwerkingsverband Passend onderwijs VO 2801 aan de beurt.Onder deze stichting valt het samenwerkingsverband voor hetvoortgezet onderwijs in de gemeenten Kaag en Braassem, Leiden,Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten, Wassenaar enZoeterwoude. Het bestuur is verantwoordelijk voor debeschikbaarheid van passend onderwijs aan bijna 16.000 leerlingen.

We hebben onderzocht of het bestuur zorgt voor eensamenwerkingsverband van voldoende kwaliteit en of het bestuurfinancieel in staat is om ook in de toekomst goede samenwerking teblijven verzorgen rond passend onderwijs. Dit is noodzakelijk omiedere leerling die een extra ondersteuningsbehoefte heeft, eenpassend onderwijsaanbod te kunnen bieden.We onderzochten ook wat het bestuur weet over de kwaliteit vanpassend onderwijs op de aangesloten scholen. Verder keken we hoehet bestuur er zélf voor zorgt dat voldoende passend onderwijs op descholen beschikbaar blijft. Daarnaast onderzochten we of het bestuurzorgt voor onderwijs van voldoende kwaliteit op hetorthopedagogisch-didactische centrum (opdc) dat het bestuur heeftingericht. Tot slot hebben wij gekeken in hoeverre belangrijkeonderdelen van het bestuursbeleid hun uitwerking in de praktijkvinden bij een school van een aangesloten schoolbestuur: de Prof. Dr.Leo Kanner Onderwijsgroep.

Wat gaat goed?

Redeneren vanuit de ondersteuningsbehoefte van de leerlingDe scholen en het samenwerkingsverband werken vanuit wat eenleerling kan. Het gaat niet om de beperkingen, maar om demogelijkheden en wat hij of zij nodig heeft aan hulp. De leerling staatcentraal. De scholen kunnen een ambulante dienst inschakelen omhen daarbij te helpen.

Iedereen in het samenwerkingsverband weet elkaar te vindenIn het samenwerkingsverband kennen de mensen elkaar en zoektmen elkaar op. Ze werken goed samen voor de leerlingen die extra

Vierjaarlijks onderzoeksamenwerkingsverband

Het onderzoek is uitgevoerd bij:Stichting SamenwerkingsverbandPassend Onderwijs VO 2801Bestuursnummer: 41272

Lijst met onderzochte scholen:- Leo KannercollegeBRIN: 00NT- De Delta, opdcBRIN: 30ZT

INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 2/27

ondersteuning nodig hebben.

Actieve aanpak thuiszittersThuiszitters hebben de volle aandacht van hetsamenwerkingsverband. Samen met de scholen en de gemeentenhoudt het de thuiszitters scherp in de gaten. Daardoor kunnen scholenmet hulp van het samenwerkingsverband op tijd in actie komen voordeze leerlingen.

Schotten wegnemen tussen verschillende dienstverlenersVeel dienstverleners bekommeren zich om thuiszitters. Diedienstverleners werken niet altijd goed samen omdat vooriedereen andere regels gelden. Het samenwerkingsverband zorgtervoor dat iedereen steeds beter op een lijn komt. Verder weet hetook goed de verbeterpunten te noemen.

Route naar extra ondersteuning is snel en duidelijkHet bestuur heeft goed zicht op de toewijzing van extraondersteuning. Het loket doet goed werk en krijgt daarvoor veelwaardering. Het samenwerkingsverband neemt de besluiten ruimbinnen de wettelijk voorgeschreven termijnen. De ouders enmedewerkers van de scholen zijn over het algemeen tevreden over dewerkwijze voor het krijgen van extra ondersteuning via hetsamenwerkingsverband.

Beginnen bij de scholenHet samenwerkingsverband kiest ervoor om de scholen zelf in staat testellen het onderwijs te verbeteren voor leerlingen die extraondersteuning nodig hebben. Elke school kan daarvoor middelenontvangen van het samenwerkingsverband. Elke school kan dankiezen welke aanpak het beste bij de school past. Die aanpak staat inde ontwikkelagenda van de school. Zo'n ontwikkelagenda kan en magbij elke school anders zijn. Het samenwerkingsverband zorgt dat hetweet of de school zich ook goed ontwikkelt.

De afspraken uit het ondersteuningsplan worden nagekomenUit de gesprekken en bij de controle op een van de scholen in hetsamenwerkingsverband blijkt dat de school de afspraken nakomt diein het ondersteuningsplan zijn gemaakt.


Financieel gezondHet bestuur zorgt voor een financieel gezond samenwerkingsverband.

Wat moet beter?Omdat het bestuur van het samenwerkingsverband erin slaagt op allestandaarden van de inspectie voldoende basiskwaliteit te laten zien,geven wij geen verplichtende herstelopdrachten.

Wat kan beter?

Wat wil het samenwerkingsverband precies bereiken?Het samenwerkingsverband kan meer aandacht besteden aan hetbeschrijven van heldere doelen die het binnen een afgesproken tijd wilbereiken. Dan kan iedereen ook zien of de aanpak succesvol is of datdaar misschien iets in moet veranderen. Het samenwerkingsverbandheeft heel veel informatie beschikbaar. Het kan laten zien dat erverbetering is, maar weet nu niet precies wanneer het tevredenkan zijn.

Het intern toezicht kan nog beter vorm krijgenHet samenwerkingsverband is belangrijk voor het onderwijs in deregio. Maar het kan ook grote betekenis hebben voor het jeugdbeleidin de regio. Het is daarom jammer dat er niemand van buitenmeekijkt. Alleen schoolbestuurders van de schoolbesturen diedeelnemen aan het samenwerkingsverband, vormen samen het interntoezicht. De personen die het intern toezicht uitoefenen lopendaarmee het risico dat zij niet onafhankelijk van eigen belangenfunctioneren.

Het bestuur kan ervoor zorgen dat de medezeggenschap verbetertHet bestuur van het samenwerkingsverband weet dat demedezeggenschap een belangrijke bijdrage kan leveren aan hetfunctioneren van het samenwerkingsverband. De betrokkenheid vande medezeggenschapsorganen is laag. Het bestuur denkt na oververbetering.

VervolgWij wijken voor Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs


VO 2801 niet af van het reguliere toezicht. Dit betekent dat we hetsamenwerkingsverband over vier jaar weer onderzoeken, tenzij daareerder aanleiding toe is.


Inhoudsopgave

1. 7Opzet vierjaarlijks onderzoek

2. 9Resultaten onderzoek op bestuursniveau

3. 19Resultaten verificatieonderzoek

4. 20Resultaten onderzoek opdc: De Delta

5. 25Reactie van het bestuur


Opzet vierjaarlijks onderzoek1 .De inspectie heeft een vierjaarlijks onderzoek uitgevoerd bij hetbestuur van Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO2801. Bij een vierjaarlijks onderzoek staat de volgende vraag centraal:is de sturing op kwaliteit op orde en is er sprake van deugdelijkfinancieel beheer?

Het onderzoek voeren we uit aan de hand van vier deelvragen:1. Stuurt het bestuur voldoende op de (zorg voor de) kwaliteit van

de uitvoering van zijn taken? Kerntaak daarbinnen is dat hetbestuur ervoor zorgt dat er voor alle leerlingen in hetsamenwerkingsverband die extra ondersteuning nodig hebben,een passende onderwijsplaats beschikbaar is.

2. Heeft het bestuur een professionele kwaliteitscultuur enfunctioneert het transparant en integer?

3. Communiceert het bestuur actief over de eigen prestaties enontwikkelingen?

4. Is het financieel beheer deugdelijk?

WerkwijzeMet de vier deelvragen richten we het onderzoek op de standaardenbinnen de kwaliteitsgebieden Onderwijsresultaten, Kwaliteitszorg enambitie en Financieel beheer.

We hebben dit onderzoek mede ingericht met eenverificatieonderzoek. Het verificatieonderzoek is onderdeel van hetonderzoek naar de kwaliteitszorg van het samenwerkingsverband. Wevoeren het in de eerste plaats uit om vast te stellen of hetkwaliteitsgebied Kwaliteitszorg en ambitie voldoende is; hetonderzoek laat zien of het bestuur van het samenwerkingsverbandvoldoende informatie heeft over de uitvoering van de afspraken uithet ondersteuningsplan op de aangesloten scholen, en of de sturingop de kwaliteit door het bestuur ook in de praktijk werkt. Het geeftons in de tweede plaats zicht op enkele aspecten van passendonderwijs op de aangesloten scholen en op de kwaliteit van hetonderwijs op het orthopedagogisch-didactisch centrum (opdc).

OnderzoeksactiviteitenDe informatie die bij de inspectie aanwezig is over het bestuur en hetbijbehorende samenwerkingsverband, hebben we geanalyseerd. Hetgaat bijvoorbeeld om het ondersteuningsplan, het jaarverslag,resultaatgegevens en signalen.

Verder hebben we enkele aanvragen voor toelaatbaarheid tot specialevoorzieningen bekeken en ter voorbereiding van het onderzoekrondetafelgesprekken gevoerd met betrokkenen over hun ervaringenmet het samenwerkingsverband. Kort geformuleerd stonden tijdensde rondetafelgesprekken steeds de volgende drie vragen centraal:

1. Wat vindt u van passend onderwijs en wat merkt u daarvan in de


dagelijkse praktijk?2. Hoe werkt passend onderwijs binnen het samenwerkingsverband

en welke concrete ervaringen hebt u ermee?3. Helpt passend onderwijs de kinderen die hiermee te maken

krijgen?Ook hebben we gesprekken gevoerd met het bestuur en met dedirecteur van het samenwerkingsverband. We hebben ter verificatievan afspraken in het ondersteuningsplan gekeken hoe het beleid vanhet bestuur uitwerkt op een school voor voortgezet speciaal onderwijs(vso) en we onderzochten de kwaliteit van het onderwijs op het opdc.

De rondetafelgesprekken voerden wij op 25 september 2017 metvertegenwoordigers van verschillende geledingen binnen hetsamenwerkingsverband. We spraken met een groep ouders, eenaantal leraren, schakelfunctionarissen tussen hetsamenwerkingsverband en de scholen, functionarissen werkzaambinnen de jeugdhulpverlening of gemeenten en enkele schoolleidersvan scholen voor voortgezet onderwijs en voortgezet speciaalonderwijs.

De inspectie stelde samen met het bestuur en de directeur hetdefinitieve plan vast voor het onderzoek op 4 december 2017. Hetbestuur heeft daarbij geen specifieke onderwerpen benoemd. Hiernavoerden we een bestuursgesprek waarin we naast een aantalresterende gespreksonderwerpen ook een terugkoppeling gaven overonze bevindingen uit de voorgaande gesprekken.

Ten slotte is afgesproken dat wij desgewenst op een latere datum heteerder aan het samenwerkingsverband toegezonden conceptrapportvan dit kwaliteitsonderzoek en de conceptreactie daarop van hetbestuur (hoofdstuk 5 van deze rapportage) zullen bespreken met hetbestuur en de directeur.

Legenda

Beoordelingen zoals ze in derapportages wordenweergegeven:

Kwaliteitsgebieden:

G Goed

V Voldoende

O Onvoldoende

Onderwijsresultaten

Kwaliteitszorg en ambitie

Financieel beheer

LeeswijzerNa bovenstaande uitleg over de inrichting van hetinspectieonderzoek, geven we in de volgende hoofdstukken onzeoordelen en conclusies weer en lichten we die nader toe. In hoofdstuk2 geven we in paragraaf 2.1 ook de hoofdconclusie weer. In hoofdstuk3 beschrijven we de uitkomsten van de verificatie bij een aangeslotenschool. Hoofdstuk 4 bevat onze bevindingen over het opdc.In hoofdstuk 5 hebben we de reactie van het bestuur op hetonderzoek en de rapportage opgenomen.


Resultaten onderzoek opbestuursniveau

2 .

In dit hoofdstuk geven we de resultaten weer van ons onderzoek, datwil zeggen: onze oordelen op de standaarden in de gebiedenOnderwijsresultaten, Kwaliteitszorg en ambitie en Financieel beheer.

2.1 Conclusie

Wij concluderen dat de Stichting SamenwerkingsverbandPassend Onderwijs VO 2801 op alle beoordeelde standaardenzodanige kwaliteit realiseert dat daarop het oordeel voldoende vantoepassing is.

Voor alle leerlingen is een passende plek beschikbaar. Hetterugdringen van het thuiszitten pakt het samenwerkingsverbandsamen met andere partijen in het jeugddomein op. Het beleid isgericht op ontschotting van de verschillende diensten die daaraan eenbijdrage kunnen leveren. Wanneer leerlingen zijn aangewezen op eenspeciale voorziening behandelt het samenwerkingsverband deaanvragen snel.Het uitgangspunt voor beleid is dat de basisondersteuning op descholen op orde is. Aanvullend werkt het samenwerkingsverband metontwikkelagenda's per school. Hiermee bereikt hetsamenwerkingsverband dat scholen werken aan ontwikkelingen die zijook voor zichzelf van belang vinden en aansluiten bij andereontwikkelingen in de school.De sturing op de kwaliteit is op orde, maar kan verbeteren door nietalleen de trends in de ontwikkeling te volgen en daarop te sturen,maar ook concreter vast te stellen wat het streefbeeld is en op welkmoment het samenwerkingsverband concrete doelen wil bereiken.

Ook de financiële positie van het bestuur is op orde. We zien op dekorte of middellange termijn geen risico’s voor de financiëlecontinuïteit bij Stichting Samenwerkingsverband Passend OnderwijsVO 2801. Het bestuur voldoet aan de onderzochte standaarden vanhet kwaliteitsgebied Financieel beheer.

In onderstaande tabellen zijn de oordelen samengevat.

2.2 Onderwijsresultaten

We zijn nagegaan of het bestuur voor alle leerlingen in hetsamenwerkingsverband die extra ondersteuning nodig hebben, eenpassende onderwijsplaats beschikbaar heeft. Aan de hand van destandaard ‘Resultaten' hebben we dat onderzocht. In de volgendetabel staat ons oordeel.


OR1 ResultatenHet samenwerkingsverband realiseert een samenhangend geheel vanondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de scholen, zodanigdat (voor zover mogelijk) alle leerlingen die extra ondersteuningbehoeven een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen.

Terugdringen van thuiszitten door intensieve samenwerkingHet aantal thuiszitters is beperkt. Het onderwerp staat op de agendavan het netwerkoverleg van de ondersteuningscoördinatoren enbegeleiders passend onderwijs (bpo'ers), op het overleg met de jeugd-en gezinsteams (JGT's) en er ligt een plan van aanpak om hetthuiszitten terug te dringen en te voorkomen. Een recente (november2017) inventarisatie is beschikbaar van de ontwikkelingen in deaansluiting tussen onderwijs en jeugdhulp (Factsheet noodzaakverbetering aansluiting tussen onderwijs en jeugdhulp - Kansen voorgemeentes en samenwerkingsverbanden).

Daarnaast zijn er thuiszitterstafels waaraan hetsamenwerkingsverband, leerplicht, JGT en JGZ deelnemen. Er zijnopvangvoorzieningen zoals een daghulpcentrum, het opdc, er isondersteuning door pluscoaching en er is aandacht voor preventie.Het samenwerkingsverband heeft een doorzettingsmachtgeorganiseerd en er zijn plannen om hierover ook bindende afsprakenmet de gemeenten te maken.Het wordt vaak ingewikkeld wanneer problematiek verergert enbijvoorbeeld een groter beroep op zorg nodig is. Omdat deze zorg nietaltijd snel voorhanden is wordt het risico op thuiszitten groter.Het samenwerkingsverband investeert in kleine groepjes leerlingendie ontheffing van de leerplicht hebben om zo te bereiken dat ze(weer) aan het onderwijs gaan deelnemen.Een andere belemmering is de privacybescherming, zeker wanneer hetproblematiek betreft waar de GGZ bij is betrokken.

De 'korte lijnen' in het samenwerkingsverband verklaren een deel vanhet succes bij de aanpak. Het samenwerkingsverband noemt alsverbeterpunten: het verdiepen van het inzicht wat de verschillendepartijen elkaar te bieden hebben, een snellere betrokkenheid van deJGT's, een betere terugkoppeling vanuit de JGT's en het betermanagen van onderlinge verwachtingen.

Het samenwerkingsverband bevordert dat alle leerplichtige leerlingendie extra ondersteuning nodig hebben, ingeschreven staan bij een


school en daadwerkelijk onderwijs volgen.Soms echter moet het samenwerkingsverband ver gaan om totovereenstemming met ouders te komen. In een enkel geval waarin ditniet lukt, leidt dit tot juridische procedures die hetsamenwerkingsverband veel tijd en middelen kost en waarna eenoplossing ook niet steeds direct voorhanden is.

Een snelle afhandeling van aanvragen voor toelating tot specialevoorzieningenWanneer voor een leerling extra ondersteuning is aangevraagd,handelt het samenwerkingsverband deze aanvraag ruim binnen dewettelijk voorgeschreven termijn af. Ook het voortraject is kort. Bijaanvragen voor toelaatbaarheid van leerlingen van wie detoelaatbaarheidsverklaring afloopt, is in de dossiers somsonvoldoende herkenbaar wie de tweede deskundige is. Bij eenheraanvraag voor toelaatbaarheid beschouwt de commissie dieadviseert over de toelaatbaarheid de deskundige uit de commissievoor de begeleiding van de school als tweede deskundige. Hetsamenwerkingsverband ziet deze hertoelaatbaarheidsaanvragen alseen onnodige administratieve belasting en stapt over naar eentoelaatbaarheidsverklaring voor de hele schoolloopbaan of tot 18 jaarals er geen sprake is van diplomering. Voordat hetsamenwerkingsverband besluit hiertoe over te gaan heeft het zichervan vergewist dat de scholen voor voortgezet speciaal onderwijsvoldoende werk maken van uitstroom naar regulier onderwijs.

De samenwerking met andere partijen is gericht op ontschottingHet samenwerkingsverband spant zich in om de jeugdhulpverlening tebetrekken bij het beleid en de aanpak in concrete gevallen. Deinspectie beseft dat dit ingewikkeld is omdat hiervoor samenwerkingen afstemming nodig is over veel organisaties heen waarbijbekostiging en de eerder genoemde visie op de aanpak verschillen.Het samenwerkingsverband geeft aan dat alleen al het 'spreken vandezelfde taal' een opgave is. Omdat het samenwerkingsverband temaken heeft met heel veel verschillende partijen kan dat in de praktijkbetekenen dat ook de zorg/ondersteuningsroutes binnen een schoolverschillen wanneer leerlingen woonachtig zijn in verschillendegemeenten. Deze structuurproblematiek en de ontschotting zijnonderwerp van gesprek bij het op overeenstemming gericht overleg(oogo) met gemeenten. Dat oogo kent nu als speerpunten: het jongekind, de overstap vso naar mbo en onderwijs-jeugdzorg.

Komend schooljaar start een schakeltraject vso-mbo. Dit is hetresultaat van een gezamenlijke inspanning met de gemeenten. Ook degemeente levert een financiële bijdrage aan het traject. Hetsamenwerkingsverband opereert actief op het niveau van beleid(overleg/structuren) en vergeet niet tegelijkertijd veel aandacht teschenken aan wat er op de werkvloer gebeurt.


De bovenschoolse voorziening levert een waardevolle bijdrageHet samenwerkingsverband houdt een opdc in stand: De Delta. Hetopdc was voor de invoering van passend onderwijs al operationeel.Vanwege de invoering van passend onderwijs en de daarmeesamenhangende regelgeving is er veel veranderd op de locatie; zowelin inrichting als in populatie.

De stamschool maakt het ontwikkelingsperspectief voor de leerlingenop De Delta. Plaatsing gebeurt via het loket van hetsamenwerkingsverband. Er is sprake van een 'warme overdracht' bijde overgangen van en naar een reguliere school.In de onderbouw zijn vooral leerlingen te vinden met forseleerachterstanden, die desondanks uitzicht hebben op een vmbo-traject. De bovenbouwleerlingen zijn vooral leerlingen die in reguliervo zijn vastgelopen en daar schade hebben opgelopen. Voor dezeleerlingen is het de opgave om ze terug te leiden naar een succesvolleroute naar diplomagericht regulier onderwijs, naar eenmaatwerktraject of naar de entreeopleiding. De Delta levert voor deleerlingen een belangrijke bijdrage aan de realisatie van eenononderbroken ontwikkelingsproces.

2.3 Kwaliteitszorg en ambitie

In de onderstaande tabel geven wij de oordelen en/of waarderingenweer op de standaarden van het kwaliteitsgebied Kwaliteitszorg enambitie.

Kwaliteitszorg

Versterking basisondersteuning is basis voor beleidIn het ondersteuningsplan vertaalt het samenwerkingsverband debeleidsdoelstellingen vooral naar algemene kwalitatieve enkwantitatieve resultaten en betrekt daarbij bekostigingsaspecten. Eenvisiedocument dient als grondslag voor beleid. Daarnaast is in hetondersteuningsplan en in verschillende andere beleidsdocumentenhelder vastgelegd welke aanpakken, programma's en planningen hetsamenwerkingsverband volgt.

Kern van het beleid van het samenwerkingsverband is de versterkingvan de basisondersteuning op de scholen. Om dit doel te bereikenwerkt het samenwerkingsverband met acht programma's. Deze


programma's zijn herkenbaar terug te vinden in de(meerjaren)begroting.

Verbeteren door trends om te buigen in de gewenste richtingDe cyclus kwaliteitszorg beloopt een periode van vier jaar (startdatum1 augustus 2016, en daarna per kalenderjaar). Er is een uitgebreid enactueel overzicht van een scala aan kwantitatieve gegevensbeschikbaar (oktober 2017).De metingen die het samenwerkingsverband verricht om dezegegevens beschikbaar te krijgen zijn evenals het evaluatiemomentopgenomen in een tijdplan.Uit de beschikbare evaluaties blijkt dat het samenwerkingsverbandstreeft naar verbetering door trends om te buigen, maar het is deinspectie niet geheel duidelijk wanneer het samenwerkingsverbandtevreden is met de mate waarin de doelstellingen zijn behaald. Somsis de doelstelling zelf ook niet zo geformuleerd dat inzichtelijk wordtwat het samenwerkingsverband aan opbrengst wil bereiken. Er lijktmeer sprake van een procesmatige benadering naar verbetering opeen trend in de goede richting, dan dat er een concrete stip op dehorizon is gezet. Een stap naar meer concrete normering zou debeoordeling van de uitgebreide en systematische verzameling vandata kunnen verbeteren.

Werken met ontwikkelagenda's per schoolbestuurElk schoolbestuur werkt in het kader van het ondersteuningsplan aanhet realiseren van de doelstellingen van het samenwerkingsverband.Dat betekent dat de basisondersteuning op niveau blijft en hetaanbod extra ondersteuning versterkt. Kwalitatieve en kwantitatieveopbrengsten zijn geformuleerd, waarbij de school normen vooropbrengsten vastlegt. Middelen zijn gekoppeld aan deontwikkelagenda en de schoolbesturen verantwoorden de verkregenmiddelen op drie niveaus: beleids- en coördinatieniveau,professionaliseringsniveau en leerlingondersteuningsniveau.De realisatie van basisondersteuning is een verantwoordelijkheid vande schoolbesturen zelf en niet van het samenwerkingsverband.Door de sterke focus van de gezamenlijke schoolbesturen op deverhoging van de basisondersteuning via het samenwerkingsverband,kan het onderwijs in de regio van het samenwerkingsverband zichzodanig verbeteren dat het gebruik van speciale voorzieningen kanafnemen. Deze bovenbestuurlijke insteek op verbetering van debasisondersteuning biedt het samenwerkingsverband ook demogelijkheid om de schoolbesturen aan te spreken op het nakomenvan de afspraken in het ondersteuningsplan en te sturen opkwaliteitsverbetering.

Grote verschillen in aanpak tussen gemeenten bemoeilijken hetoverlegHet samenwerkingsverband voert over het ondersteuningsplan opovereenstemming gericht overleg met burgemeester en wethouders


van de gemeenten en met de samenwerkingsverbanden die (geheel ofgedeeltelijk) samenvallen met de regio van het eigensamenwerkingsverband. Omdat de verschillen in aanpak vanproblematiek in het jeugddomein tussen gemeenten groot zijn en dewerkwijzen van de gemeenten nogal eens veranderen, is dat overlegcomplex, kwetsbaar, maar uiterst belangrijk voor hetsamenwerkingsverband.

De kwaliteit van het orthopedagogisch-didactisch centrum isvoldoende.Het samenwerkingsverband houdt een opdc in stand, De Delta, envoldoet aan de zorgplicht voor kwaliteit van het onderwijs. Het verslagvan het onderzoek en het kwaliteitsoordeel is opgenomen in dezerapportage.

KwaliteitscultuurHet bestuur van het samenwerkingsverband kent een professionelekwaliteitscultuur en functioneert transparant en integer.In het samenwerkingsverband is sprake van een open, constructieveen ambitieuze cultuur en een besturing die daarbij past. Naast eenduidelijke sturing vanuit de directie vindt veel overleg plaats dicht bij‘de werkvloer’. Hierdoor is het draagvlak voor het beleid groot.Betrokkenen werken goed samen. Ieder werkt vanuit zijn eigen rol aande versterking van de kwaliteit van de taakuitvoering en streeft naarhet bereiken van de ambities van het samenwerkingsverband.

Intern toezicht kan naar een hoger planDit bestuur laat zien dat het in staat is gezamenlijke besluiten tenemen om te voorkomen dat leerlingen tussen wal en schip raken. Eris geen aanwijzing voor het ontbreken van een integere entransparante organisatiecultuur.

Intern toezicht kan een belangrijke rol spelen op het moment dat hetbestuur onvoldoende functioneert. De tegenspraak is nugeorganiseerd uit eigen kring: schoolbestuurders met een eigenbelang die het toezicht uitoefenen. Bij de besluitvorming zoals deze inde statuten is geregeld, speelt het aantal leerlingen een rol dat deleden representeren. Dat is een aanwijzing dat de besluitvormingmede afhankelijk is gemaakt van schoolbestuurlijke belangen.

Dat het samenwerkingsverband het aanvankelijk zo heeftgeorganiseerd, is begrijpelijk. Bij de start van passend onderwijsmoest het bestaande samenwerkingsverband zich immersorganiseren rond een nieuwe opdracht, met een groteverantwoordelijkheid zowel inhoudelijk als financieel en voorpersoneel. In deze fase van ontwikkeling van hetsamenwerkingsverband is het echter mogelijk het intern toezicht opeen hoger plan te brengen.Met een herinrichting van het toezicht kan het


samenwerkingsverband de kans grijpen ook zijn maatschappelijkeomgeving te betrekken in de vraag of het bestuur de maatschappelijkeopdracht op een goede wijze weet te vertalen in strategie, beleid enrealisatie van doelen. Het is alleszins de moeite waard om teoverdenken hoe het samenwerkingsverband het intern toezicht zokan inrichten dat het ook op dat onderdeel waardevol kan zijn voor deorganisatie.Het toezicht dat een samenwerkingsverband nodig heeft, is toezichtdat gesprek uitlokt, nieuwe wegen zoekt, en attent maakt op enbewust maakt van de bredere maatschappelijke opdracht.

Verantwoording en dialoogHet bestuur informeert zijn omgeving en verantwoordt zich onderandere in het jaarverslag over de resultaten op een voor allebetrokkenen toegankelijke wijze.Binnen het samenwerkingsverband zelf functioneren meerdereorganen, zoals de adviescommissie toelaatbaarheid, hetorthopedagogisch-didactisch centrum, de ondersteuningsplanraad enhet loket passend onderwijs. Deze onderliggende organenverantwoorden zich aan het bestuur in een jaarverslag. Dejaarrekening 2016 en het concept van de nieuwe meerjarenbegrotinggeven voldoende inzicht. De plannen voor investeringen zijn in denieuwe meerjarenbegroting verwerkt. Aan de risicoanalyse is eenfinanciële component gekoppeld. Daarmee maakt hetsamenwerkingsverband zichtbaar wat de toekomstige financiëleruimte is.

De medezeggenschap kan een impuls gebruikenHet bestuur overlegt periodiek met de ondersteuningsplanraad en demedezeggenschapsraad personeel. Helaas is de deelname aan debijeenkomsten van de ondersteuningsplanraad erg laag en zijn er veelwisselingen in deelname. Het samenwerkingsverband bezint zich opeen verbetering hiervan. Nu lijkt de ervaren afstand tussen beleid enpraktijk te groot en komt daarom de betrokkenheid niet goed van degrond.

Het samenwerkingsverband heeft de communicatie met derden opordeVia het loket passend onderwijs, via de scholen en de AmbulanteEducatieve Dienst (AED), door middel van voorlichtingsbijeenkomstenen met behulp van de website informeert en adviseert hetsamenwerkingsverband de ouders.

2.4 Resultaten verificatieonderzoek

We zijn nagegaan of het bestuur van Stichting SamenwerkingsverbandPassend Onderwijs VO 2801 voldoende en juiste informatie heeft overhet nakomen van de afspraken uit het ondersteuningsplan door deaangesloten school het Leo Kannercollege. We onderzochten bij de


school de volgende afspraken uit het ondersteuningsplan:1. Handelingsgericht werken (pagina 4 van het Bijlagenhandboek

bij het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband);2. Deskundigheid van docenten en andere teamleden (pagina 3 van

het ondersteuningsplan).Uit het verificatieonderzoek (zie verder hoofdstuk 3) blijkt dat hetbeeld dat het bestuur heeft van de afspraken uit hetondersteuningsplan overeenkomt met ons beeld.

Ook zijn we nagegaan of het bestuur zorgt voor voldoendeonderwijskwaliteit op het opdc, De Delta, dat hetsamenwerkingsverband in stand houdt. We onderzochten bij dit opdcde standaarden uit het vo-waarderingskader 2017 OP2 Zicht opontwikkeling en begeleiding, OP3 Didactisch handelen, OP5Onderwijstijd, OP6 Samenwerking, SK1 Veiligheid en KA1Kwaliteitszorg.

Uit de verificatieonderzoeken (zie verder hoofdstuk 4) blijkt dat hetopdc op de onderzochte gebieden onderwijs van voldoende kwaliteitlevert. De voorziening vervult daadwerkelijk de functie waarvoor dezeis ingericht. De sturing op de onderwijskwaliteit kan echter scherperen aanbod en aanpak kunnen een centralere plaats krijgen in hethandelingsdeel van het ontwikkelingsperspectief.

2.5 Financieel beheer

Wij baseren ons oordeel over het kwaliteitsgebied Financieel beheerop de beoordeling van de onderliggende standaarden voor financiëlecontinuïteit en rechtmatigheid. Wij geven in beginsel geen oordeelover financiële doelmatigheid. De standaarden financiële continuïteiten rechtmatigheid zijn beide beoordeeld als ‘voldoende’. Hetfinancieel beheer is dan ook beoordeeld als ‘voldoende’.

ContinuïteitWij beoordelen de financiële continuïteit als voldoende. Degeraadpleegde gegevens over de financiële positie van het bestuurwijzen uit dat de continuïteit van Stichting SamenwerkingsverbandPassend Onderwijs VO 2801 op de korte of middellange termijngewaarborgd is. In ons onderzoek vonden wij geen belangrijkeinformatie die strijdig is met dat beeld.


Het Eigen Vermogen bedraagt ultimo 2016 €3.982.861. Het bestuurheeft ingeschat circa €1 miljoen nodig te hebben om de risico’s tekunnen afdekken. Dat betekent dat het bestuur een forse financiëleruimte heeft van circa €3 miljoen. Uit de (concept) ‘begroting 2018 enmeerjarenbegroting 2018-2021’ blijkt onder andere dat het bestuurincidenteel in totaal €2,1 miljoen beschikbaar stelt voor deontwikkelagenda vso en projecten om het aantal risicoleerlingen terugte dringen. Dit zal voor de jaren 2018 t/m 2020 leiden tot aanzienlijkenegatieve resultaten, die het bestuur begroot op in totaal circa €2,3miljoen. Het bestuur bouwt daarmee voor een groot gedeelte de forsefinanciële ruimte af.

DoelmatigheidWij geven geen oordeel over de financiële doelmatigheid. Welinformeren wij bij besturen naar aspecten van doelmatigheid en gaandaarover zo nodig het gesprek aan. Bij StichtingSamenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 2801 kwam hetvolgende onderwerp aan de orde:

Toezicht op doelmatige aanwending van rijksmiddelenVolgens artikel 24e1 lid 2 van de WVO is het de wettelijke taak van hetbevoegd gezag om onafhankelijk en deugdelijk intern toezichtmogelijk te maken. Bevoegdheden die hij moet beleggen bij de interntoezichthouder zijn dan onder meer dat deze toe moet (kunnen) zienop de financiële doelmatigheid. De intern toezichthouder legtverantwoording af over de uitoefening van zijn bevoegdheden in hetbestuursverslag. Deze verantwoording hebben wij niet aangetroffenin het bestuursverslag over 2016. Wij verzoeken de interntoezichthouder een verantwoording op te nemen in debestuursverslagen vanaf 2017 en daarin tevens aandacht te bestedenaan de doelmatigheid van de besteding en zijn toezicht daarop.

RechtmatigheidWe beoordelen de financiële rechtmatigheid voor StichtingSamenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 2801 als voldoende.Ons oordeel bij deze standaard gaat enerzijds uit van de bevindingenvan de instellingsaccountants uit het eerstelijnstoezicht op definanciën van het onderwijs. Anderzijds speelt aanvullende informatieeen rol, zoals signalen en (lopende) onderzoeken op het gebied vanfinanciële rechtmatigheid. Beide aspecten leiden gezamenlijk tot eengewogen oordeel. In het onderzoek bij deze stichting hebben zich aanons geen gegevens voorgedaan die een positieve waardering van definanciële rechtmatigheid in de weg staan.


2.6 Vervolgtoezicht

De inspectie oordeelt dat de kwaliteit van de besturing van ditsamenwerkingsverband voldoende is.Dit betekent dat de inspectie bij dit samenwerkingsverband voor hetvervolgtoezicht op de kwaliteit niet afwijkt van de reguliere termijnvan vier jaar. Een jaarlijkse risicoanalyse en/of urgente signalenkunnen de inspectie aanleiding geven van de termijn af te wijken enhet vervolgtoezicht aan te scherpen. Dat geldt ook voor het toezichtop de financiën.


Resultaten verificatieonderzoek3 .

Afspraken Onvoldoende Voldoende

1. Handelingsgericht werken (pagina4 van het Bijlagenhandboek bij hetondersteuningsplan van hetsamenwerkingsverband)

•

2. Deskundigheid van docenten enandere teamleden (pagina 3 van hetondersteuningsplan)

•

Het beeld dat het bestuur heeft over de nakoming van de afspraken isin hoofdstuk 2 naar voren gekomen en komt voldoende overeen metons beeld. We bespreken de resultaten per afspraak.

3.1 Leo Kannercollege

Afspraken uit het ondersteuningsplan worden nagekomenHet bestuur van de Prof. Dr. Leo Kanner Onderwijsgroep heeft alsdeelnemer aan het samenwerkingsverband StichtingSamenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 2810 afsprakengemaakt over:

Handelingsgericht werken (pagina 4 van het Bijlagenhandboek bij hetondersteuningsplan van het samenwerkingsverband).De afspraak is dat het aanbod aansluit bij talenten en mogelijkhedenvan de leerlingen en dat de school systematisch werkt aan hetafstemmen van haar onderwijsaanbod op de onderwijsbehoeften vande leerlingen.Uit de ontwikkelingsperspectieven die we hebben gezien blijkt dat deschool werkt volgens deze afspraak.

Deskundigheid van docenten en andere teamleden (pagina 3 van hetondersteuningsplan).De school werkt structureel aan deskundigheidsbevordering. Deschool heeft een locatiespecifieke scholingsagenda waardoor hetmogelijk is de scholingen deel te laten uitmaken van dejaarplanningen. Deskundigheidsbevordering maakt daarnaast deel uitvan de functioneringscyclus van de school. Er zijn collegiale visitaties(lesbezoeken) aan de hand van een kijkwijzer. Daarnaast is hetgebruikelijk dat collega’s elkaars lessen bezoeken.Hieruit blijkt dat ook deze afspraak uit het ondersteuningsplan vanhet samenwerkingsverband gestalte krijgt in de praktijk van het LeoKannercollege.

Beide afspraken uit het ondersteuningsplan zijn daarmee zichtbaar inde praktijk van de school.


Resultaten onderzoek opdc: DeDelta

4 .

In dit hoofdstuk geven wij de oordelen en de resultaten van hetonderzoek bij De Delta.

Conclusie

We hebben onderzocht of het bestuur zorgt voor onderwijs vanvoldoende kwaliteit op het orthopedagogisch-didactische centrumdat het bestuur heeft ingericht onder de naam De Delta. Al hetpersoneel van het opdc is in dienst van het samenwerkingsverband.

Wat gaat goed?

Positieve werking van de onderwijsopvangvoorzieningenHet samenwerkingsverband houdt al jaren een bovenschoolsevoorziening (De Delta) in stand. Deze voorziening vervultdaadwerkelijk de functie waarvoor deze is ingericht en de leerlingenen ouders zijn er tevreden over. Leerlingen die uitvallen op een schoolvoor voortgezet onderwijs of instromen vanuit een school voor(speciaal) basisonderwijs bezoeken De Delta voor een kort traject vaneen jaar of een lang traject van maximaal twee jaar. Ze krijgen er naastonderwijs onder andere extra remedial teaching, training socialevaardigheden en de mogelijkheid tot gesprekken met een pluscoach.Ook zijn er leerlingen aanwezig die thuiszaten en via ‘Buitenkans’ opDe Delta de schoolgang weer opstarten in samenwerking met externepartijen.

Leerlingen die in het derde of vierde leerjaar instromen, krijgenbegeleiding om hun diploma te behalen op de school voor voortgezetonderwijs waar zij ingeschreven staan. Op een enkele leerling nabehalen zij hun vmbo-diploma (basis, kader of theoretisch). Daarnaastis er een groep die de entreeopleiding volgt om vervolgensrechtstreeks naar het roc door te stromen.De samenwerking met ketenpartners is van goede kwaliteit. Zowelmet de gemeente als de jeugdhulpaanbieders bestaan waardevollecontacten. Doordat enkele functionarissen regelmatig op De Deltaaanwezig zijn, zijn de lijnen kort en de wachttijden voor extra hulpminimaal. De contacten met de scholen voor regulier voortgezetonderwijs zijn op leerlingenniveau ruim voldoende.

Wat kan beter?

Maak de sturing op de onderwijskwaliteit scherperOm goed te kunnen sturen op de kwaliteit van het onderwijs op DeDelta beschikt het bestuur van het samenwerkingsverband onder


andere over kwantitatieve gegevens. Het is niet zichtbaar wat hetbestuur vervolgens aan beleidsaanpassingen doet en of de gegevensvoldoen aan een vooraf gestelde norm of streefbeeld.

Aanbod en aanpak centraler stellen in het handelingsdeel van hetontwikkelingsperspectiefHet bestuur van het samenwerkingsverband is verantwoordelijk vooreen ononderbroken ontwikkeling van leerlingen die de bovenschoolsevoorziening bezoeken. Dit lukt in voldoende mate, maar bevat nogwel verbeterruimte. De ontwikkelingsperspectieven van de leerlingendie instromen, zijn erg uitgebreid. De Delta schrijft vervolgens eenhandelingsdeel dat in beperkte mate de kennis, vaardigheden enattitude beschrijft die de leerlingen moeten verkrijgen om met succesde overstap (terug) naar het regulier onderwijs te kunnen maken. Hetvolgen van de leerlingen in die vervolgbestemming is wel opgestartmaar leidt niet zichtbaar tot aanpassingen in het aanbod of hetdidactisch handelen.Het aanbod voor de leerlingen die in het derde en vierde leerjaarinstromen, is voor de basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen vanhet vmbo beperkt tot het profiel economie en ondernemen. Ditaanbod is niet voor alle leerlingen even uitnodigend.

4.1 Onderwijsproces

OP2 Zicht op ontwikkeling en begeleidingDe Delta stelt voor elke leerling op basis van hetontwikkelingsperspectief het handelingsdeel vast. Hierin zijnindividuele doelen opgenomen die hun weerslag hebben in deschoolmatrix met de ondersteuningsbehoeften per klas. Afhankelijkvan de verwijzende school en het leerjaar gebruikt De Delta hetprogramma van toetsing en afsluiting van de school waar de leerlingingeschreven staat. Hiermee realiseert De Delta de ononderbrokenontwikkeling van leerlingen. Hoewel we ook verbeterruimte zien,vooral in de concreetheid van de doelen, lukt dit in voldoende mate.Doordat de trajecten korter zijn geworden is de schakelfunctie van DeDelta van groter belang dan voorheen. Niet alleen het volgen van deleerlingen, maar ook het toewerken naar een succesvolle start op hunvervolgbestemming, is de opdracht voor De Delta. De nazorg die deschool levert en het volgen van de leerling in de vervolgschool zijnbelangrijke aanzetten voor vervolgsucces. De gegevens die dezewerkwijze oplevert kan de school gebruiken voor verbetering van het


onderwijsproces.

OP3 Didactisch handelenDe Delta biedt de leerstof van het vmbo en de entreeopleiding van hetroc. De leerlingen kunnen kiezen voor de theoretische, de kader- ofbasisberoepsgerichte leerweg. Voor de laatste twee leerwegen isalleen het profiel economie en ondernemen mogelijk. De Delta wil datveranderen door meer in symbiosetrajecten samen te werken met hetregulier voortgezet onderwijs en de leerlingen meer stage enkeuzedelen aan te bieden. De klassen zijn ingedeeld op leerjaren enleerweg. Leraren bieden groepsgewijs instructie aan de leerlingen, deinteractie met medeleerlingen is minimaal. De leraren zijn veelal zelfaan het woord, de actieve betrokkenheid van de leerlingen kan beter.De leerlingen kunnen in toenemende mate zelf meer verantwoordelijkworden voor hun leerproces. De zichtbare afstemming op dedidactische behoeften van de leerlingen is een ontwikkelpunt.De leerlingen geven de school in het leerlingtevredenheidsonderzoekeen ruime voldoende.

OP5 OnderwijstijdDe school biedt het reguliere vmbo-programma in principe in vier jaaraan. Leerlingen stromen tussentijds en in verschillende leerjaren in enuit. Voor de onderinstromers, die starten in de brugklas, beslist deschool rond de herfstvakantie of ze een tussenjaar nodig hebben. Voorde zijinstromers in latere leerjaren kan de maximale verblijfsduur vooreen lang traject verlengd worden tot meer dan twee jaar om dezeleerlingen een diploma te laten halen. Deze keuzemogelijkheden moetde school zo veel mogelijk beperken. Zo kan de school tijdens deevaluatie van de doelen in het handelingsdeel van hetontwikkelingsperspectief aangeven welke vaardigheden bereikt zijnen vervolgens in combinatie met het regulier voortgezet onderwijswerken aan een geslaagde overstap.Er is weinig lesuitval. Dit is mogelijk door een groot beroep te doen opde flexibiliteit van de leraren. Tijdens het onderzoek waren relatiefveel leerlingen afwezig in de les (variërend van 20 tot 40 procent). Ditis een belangrijk aandachtspunt voor de school.

OP6 SamenwerkingDe Delta werkt samen met de ouders, verwijzende scholen, degemeentelijke wijkteams en jeugdhulpinstanties. De bovenschoolsevoorziening betrekt ouders in voldoende mate bij het onderwijs en debegeleiding van hun kind(eren). Volgens hetoudertevredenheidsonderzoek (waarbij de respons in april-mei 2017rond de 25 procent lag) zijn de ouders (zeer) tevreden over alleonderdelen en geven de school een cijfer van 7.7. De samenwerkingmet de verwijzende scholen vraagt veel van de inspanning van defunctionarissen binnen de school en is met de ene school betergeregeld dan met een andere school. De drie locaties/scholen inLeiden die leerwegondersteuning aanbieden en tevens hofleverancier


zijn van leerlingen, zijn op leerlingenniveau wel betrokken bij DeDelta, maar structurele samenwerking op inhoud en gezamenlijkeverantwoordelijkheid komt langzaam van de grond. Hetsamenwerkingsverband kan ook nog sterker sturen op deontwikkelagenda voor verwijzende scholen, zodat deze na het verblijfop De Delta in staat zijn hun leerling optimaal terug te ontvangen ente begeleiden. Hiermee is wel al een begin gemaakt en dit is terug tezien in de kwantitatieve gegevens van augustus 2017.

Ook de samenwerking met het roc verdiept zich steeds meer en leidttot gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de entreeopleiding enstagemogelijkheden.De samenwerking met de afdeling leerplicht is goed te noemen, deambtenaar neemt frequent deel aan besprekingen. Samen met deschool zet leerplicht zich in onnodig schoolverzuim te beperken endaardoor vroegtijdig schoolverlaten te voorkomen. De samenwerkingmet de wijkteams is desondanks voor verbetering vatbaar omdat DeDelta leerlingen begeleidt die uit verschillende wijken en plaatsenkomen. Daardoor is het lastiger om goede afspraken te maken.De jeugdhulpverleningsinstelling heeft een pluscoach in dienst diemeerdere dagen per week op De Delta aanwezig is voor gesprekkenmet jongeren. Het loket passend onderwijs van hetsamenwerkingsverband speelt een belangrijke rol bij de screening vande lwoo-leerlingen die in aanmerking komen voor de bovenschoolsevoorziening en bij de mogelijke terugplaatsing op de stamschool. Deleerling heeft op de stamschool een gegarandeerde plek bij terugkeer.

4.2 Schoolklimaat

SK1 VeiligheidDe Delta houdt regelmatig tevredenheidsonderzoeken onder ouders,leerlingen en medewerkers. De resultaten hiervan leiden totmaatregelen en scholingsmogelijkheden voor de leraren. Zo is er demogelijkheid om een fysieke weerbaarheidscursus te volgen. Deleerlingen krijgen in steunlessen extra aandacht en kunnen trainingenin sociale vaardigheden volgen. Op school heerst een klimaat om metelkaar eventuele problemen op te lossen. Er is ruime inzet vanondersteuning voor leerlingen die iets extra’s nodig hebben.Leerlingen worden gezien en gekend, mede door de kleinschaligheidvan de voorziening.


4.3 Kwaliteitszorg en ambitie

KA1 Kwaliteitszorg en ambitieWij beoordelen de kwaliteitszorg met een magere voldoende. Hetsysteem van kwaliteitszorg is zichtbaar in ontwikkeling. De data die debovenschoolse voorziening verzamelt kan het bestuur in toenemendemate gebruiken om het onderwijs te verbeteren. De school verzameltde data op een planmatige manier. Om profijt te hebben van dezegegevensverzameling is het nodig dat het samenwerkingsverband degegevens analyseert en gebruikt voor verbetering.


Reactie van het bestuur5 .In zijn reactie d.d. 28 maart 2018 schrijft het bestuur:

Bestuur en directie van Stichting Samenwerkingsverband PassendOnderwijs VO 2801 zijn tevreden met en herkennen zich in het rapportvan het vierjaarlijks onderzoek.

Bestuur en de directie zijn zich ervan bewust dat met heldergeformuleerde beleidsdoelstellingen beter getoetst kan worden of dedoelen bereikt zijn en de aanpak werkt. Dit is een van de onderwerpenwaar het samenwerkingsverband de komende jaren verbetering in willaten zien.

Met de scheiding van bestuur en toezicht door een Dagelijks- en eenAlgemeen bestuur voldoet het samenwerkingsverband aan wet- enregelgeving en aan de uitgangspunten van good governance. Hetbestuur en de interne toezichthouder hebben kennis genomen van desuggestie om ook iemand van buiten het samenwerkingsverband toete laten tot het bestuur. Tegelijkertijd stellen wij vast dat er in hetRegeerakkoord al wordt voorgesorteerd op nieuwe richtlijnen. In datlicht achten wij het verstandig om die nieuwe richtlijnen af te wachtenalvorens eigen keuzes te maken.

Het versterken van de medezeggenschap is voor het bestuur eenbelangrijk actiepunt. Het bestuur merkt wel op dat door grote afstandvoor wat betreft inhoud en belangen tussen ouders, leraren en hetabstracte samenwerkingsverband en de veelheid aan verwachte leden(24 leden) in de ondersteuningsplanraad het wel een opgave is dit terealiseren.

In reactie op het verificatieonderzoek laat het bestuur van de LeoKannerscholengroep weten zich te herkennen in de bevindingen vanhet onderzoek.

Bestuur en directie van het samenwerkingsverband en deschoolleiding van De Delta herkennen zich in de bevindingen enaanbevelingen uit het verificatieonderzoek.

Op het gebied van verbeteren onderwijskwaliteit wordt met name inde onderbouw ook ingezet op het meten van vorderingen op deverschillende onderdelen van taal en rekenen. Leerlingen hebben daarveelal significante achterstanden op leeftijdgenoten in het reguliervoortgezet onderwijs. Mede door de aanschaf van een nieuwemethodiek kan zo gerichter worden gewerkt met deondersteuningsvragen die er zijn.

De keuze voor een enkel aanbod basis/kader profiel Economie enondernemen is een bewuste en praktische. Dat heeft te maken metmogelijkheden en noodzakelijke outillage maar biedt op deze wijze


wel de mogelijkheid om de jongere gediplomeerd te begeleiden naareen opleiding om een startkwalificatie te behalen.

De opdracht en missie van De Delta in het samenwerkingsverband isom bij te dragen aan een passend aanbod voor alle leerlingen. In dierol komt een veelheid aan ondersteuningsvragen aan de orde die perschooljaar kan verschillen. Goede samenwerking met JGT/SWT ishiervoor essentieel, we zetten ons in om die samenwerking teversterken. De veranderingen en ontwikkelingen in het reguliervoortgezet onderwijs van het samenwerkingsverband zijn bepalendvoor het aanbod van leerlingen voor De Delta.

Bestuur en directie heeft ervaren dat zij tijdens het onderzoek goedhebben kunnen laten zien hoe er gewerkt wordt binnen hetsamenwerkingsverband en wat de resultaten van de werkzaamhedenzijn. We blijven actief een rol spelen in de aanpak van thuiszitters,leggen daarbij verbindingen met verschillende dienstverleners en ditaltijd kijkend naar de mogelijkheden van het kind. De financieelgezonde situatie van het samenwerkingsverband wordt ingezet om deondersteuning voor leerlingen op scholen te versterken.


Inspectie van het OnderwijsPostbus 2730, 3500 GS UtrechtT-algemeen 088 6696000T-loket (voor vragen) 088 6696060

2!-'%*#.1!- * ..!* * !-2%&. · 2018-05-31 · 6--> #'% ( * # ($# & + '*...

Documents

2!-'%#.1!- ..!* * !-2%&. · 2018-05-31 · 6--> #'% ( * # ($# & + '*...