1950 gouden huwelijksfeest brief f.g. verhoef sr
DESCRIPTION
ÂTRANSCRIPT
Gulden Huwelijksfeest
19 october tot 27 october 1950
Frederik George Verhoef Sr.
met
Helena Hendrika Mol
Castricum, 9 Nov. 1950
Beste Frits en Mary,
In mijn brief van gisteren beloofde ik jullie
nog te zullen schrijven over de blijde dagen
van ons gouden huwelijksfeest en vandaag
reeds wil ik daarmede een begin maken. Een
begin, zeg ik want ik heb heel veel te vertel-
len. Maar wist ik gisteren precies wat ik te
schrijven had; vandaag en momenteel nu,
weet ik waarachtig niet meer hoe ik zal be-
ginnen en kan ik geen woorden vinden om te
vertolken wat er alzo in ons omgaat. En we hebben nu eenmaal
en dat sinds onze terugkeer hier in Castricum de behoefte jullie
te zeggen hoeveel innerlijk geluk jullie ons hebben gegeven in
die dagen van herinnering aan zoveel dat wij in die halve eeuw
van ons huwelijksleven hebben meegemaakt en aan het grote
voorrecht dat wij hebben gehad boven
duizenden andere van onze medemensen
om nu alweer meer dan 50 jaar bij elkaar
te hebben mogen blijven en elkaar te
hebben mogen steunen in zoveel leed;
maar ook samen te smullen aan het vele
mooie en goede en blijde dat wij hebben
beleefd. Innige dankbaarheid moge ons
vervullen dat wij voor elkaar mochten
gepaard blijven. Vooral na Moeders
ziekte en herstel, en na getuigen te zijn
geweest
van smartelijke verliezen in onze naaste omgeving ...... waarbij
zoveel kortere en gelukkige huwelijksverbintenissen door de
dood werden verscheurd of door ontrouw werden verbroken,
soms door onwil van één of beide verbondenen, soms door ge-
brek aan vergevingsgezindheid jegens elkaar, of door gebrek
aan liefde, ook en voornamelijk soms door gebrek aan verant-
woordelijkheidsbesef jegens de uit het huwelijksleven geboren
kinderen. Dit laatste vernamen we toevallig uit de mond van een
oude dame, die berouwvol ons te kennen gaf: jullie hebben het
verstandiger aangelegd dan ik ..... daarmede doelende op haar
reeds jaren geleden uitgesproken scheiding.
We weten dat het huwelijksleven soms vol zit met voetangels en
klemmen.
Maar we willen het daarover nu niet hebben, we willen herden-
ken het vele mooie dat we hebben ondervonden en de bekroning
daarvan in de afgelopen dagen
door onze twee overgebleven
zoons met hun respectieve le-
vensgezellen, ons gegeven vóór
en tijdens ons gouden feest. En
dan denk ik ook aan jouw be-
noeming tot hoofdambtenaar,
hoofd van de Staats Uitgeverij
met ingang van 1 dec. a.s. Veel
van het initiatief dat in je leeft
als met mij, maar waarvan je
misschien wel wat zult moeten
laten vallen in de staatsdienst. Er
is echter dit grote verschil met
mij, dat waar jij aan het hoofd
van een tak van De Staatsdrukkerij/Uitgeverij aan de
Fluwelenburgwal
dienst staat, ik, op stuk van
zaken toch maar een onder-
geschikt ambtenaar was, één
van de 140 (tegenwoordig),
met een opeenvolgende
reeks van chefs van diverse
pluimage. Maar als je dan
getrouwd bent met een lieve
en verstandige vrouw, die je
moeilijkheden begrijpt en
met wie je kan praten en
overleggen dan ben je een
bevoorrecht mens en ik heb
met Moeder de overtuiging
dat je zulk een vrouw aan je
zijde hebt. Heb ik te veel
gezegd, lieve Mary?
Het einde bekroont het werk. Finis Coronat Opus.
En dat kunnen wij nu zeggen, terug-
ziende op de dagen van ons gouden
feest. Om te beginnen de ontvangst ten
huize van Kees en Martien. Jammer dat
Mary er om verschillende redenen niet
bij kon zijn. ‘t Was zo verrassend die
ontvangst. We hadden er ons eigenlijk
geen enkele voorstelling van gemaakt
en hoewel ik wel degelijk iets had kun-
nen vermoeden, op grond van de mede-
delingen door Martien om eerst om 8
uur te komen en dan te bellen in plaats
van met mijn sleutel binnen te komen,
had ik er niet verder aan gedacht en ook
bij Moeder geen gedachten opgewekt.
Expres had ik met ons dinertje in de
stad zo lang mogelijk getraineerd,
1899-1900 Wieringen - Den Oever
Bij het maken der wiepen o/d zinkstukken v/h steenen hoofd
met loswal a/d Haven of te wel aanlegplaats.
want ik wist dat we klaar waren, Moeder direkt naar huis, i.c.
naar Kees en Martien, wilde gaan. Een paar keer had ze al de op-
merking gemaakt: Nu, we behoeven er ons zeker niet om klok-
slag acht uur te komen ..... half acht of zoiets is toch zeker ook
goed.
Maar ik dacht aan jullie, dat je er dan wel eens nog niet konden
wezen. En Moeder stond zo vreemd te kijken toen ik quasi ver-
gat de voordeur zelf te openen en ging bellen, en toen we boven
gekomen Martien typisch druk doende zo ging staan dat Moeder
niet direkt de kamer kon binnengaan, en eerst hoed en mantel
moest afdoen en hielp ophangen.
En toen onze entréé in de kamer: Volle licht, prachtige, kostbare
bloemen en dáár staan de onze twee overgebleven zo innig ge-
liefde zoons, Kees en Frits, en gelijk een bliksemflits zie je de 2
andere volwassen, ontbrekende zoons, en gedurende de prachti-
ge bruidsmars (grammofoon Kees) zien we onszelf onder de to-
nen van diezelfde mars (op het orgel) de Nieuwe Kerk op het
Spui te Den Haag, nu een halve eeuw gelden, binnen stappen.
Duizenden herinneringen woelen dan door je heen, er komt een
klein ondeugend propje in je keel, een snik, maar ook een blijde
lach door de her-
innering aan het
vele mooie dat
we samen met
onze jongens
hebben mogen
mede maken: ons
12 1/2 jarig feest,
toen Piet en Kees
met hun 1900 - Turfmarkt, gezien naar het Spui; op de achtergrond de
Nieuwe Kerk
Zondagse kleertjes aan naar
school mochten, omdat het
een feestdag was, en in af-
spraak met het schoolhoofd,
de heer Labrijn, om 10 uur
de school werden uitge-
stuurd, waar we met een
landauer, met Frits en Wil-
lem naast ons of op onze
schoot, stonden te wachten. Nog zien we die 2 knapen naar
ons toe hollen, verbaasd en nieuwsgierig omdat het een vol-
komen verrassing was. Piet zat natuurlijk zó 1,2,3 naast de
koetsier op de bok. Wat een heerlijke dag was dat.
Toen ons 15 jarig feest in Leiden, ons 20 jarig feest aldaar
met een uitstapje naar Den Haag, eten in het Gouden Hoofd,
boven en Scala. En dan de vele en mooie wandelingen in de
vacanties en op de Zondagen
naar Katwijk, Noordwijk,
Noordwijk aan Zee, Noordwij-
kerhout, Voorhout, enz. De va-
cantie te Wassenaar (waar Frits
in de duinen op de paden fiet-
sen heeft geleerd) met Moeder
en Jo en Nel de la Court; de
vacantie te Leersum met de
meisjes van Bulthuis, enz. enz.
Enfin, allemaal te veel om op
te noemen.
‘t Was een lieve, innige ont-
vangst, met een eenvoudig
hartelijk woord en toen kwam
Mary en waren we compleet. En toen kwam er een prachtige
roomtaart met gouden letters en cijfers, alsmede de nodige
lafenis. Met in de stad, door ons vrij laat gebruikte warme
maal en ..... de emoties waren oorzaak dat ik met enige angst
naar Moeder keek, bang dat ze last van haar zenuwen zou
krijgen of van haar gal. Maar Moeder was verstandig en ge-
bruikte maar 1 stuk van die overheerlijke taart, hoezeer het
haar ook ter harte ging om voor het 2e stuk te moeten bedan-
ken.
En zo eindigde heerlijk intiem en gezellig en in een rustige,
aangename stemming die Donderdag 19 october van het jaar
onzes Heren 1950.
De volgende dagen werden om beurten bij Frits en Mary, en
bij Kees en Martien doorgebracht.
En toen kwam de grote dag van Dinsdag 24 October.
Om nooit te vergeten.
Om 10 uur kwamen Frits en
Mary vóór bij K. en M. met een
grote zes persoonsauto en daar
gingen we door de oude stad,
via Paviljoensgracht, Oranje-
plein, v. Hogendorpstr., Stati-
onsweg, Groeneweg, Spui, Flu-
welen burgwal langs de Lands-
drukkerij, Herengracht, Bezui-
denhout, Viaduct Rijksweg,
Deyl, Haagse Schouw, Leiden,
Haarlemmerstraat, Haven en
Lage Zijde naar Leiderdorp. In
de Haarlemmerstraat hadden
we volop gelegenheid de rij-
kunst van onze
Kees Piet
Frits te bewonderen. Hoe hij ons daar door heen heeft geholpen
is ons een raadsel. Moeder zat te sidderen van angst en zag zich
al door een spiegelruit geslingerd geloof ik, maar alles liep
schitterend van stapel.
Helaas was de ontsteking niet helemaal in orde en even voorbij
het oude Leiderdorp vertikte de wagen het nog 1 stap verder te
gaan. Goede raad was duur en ‘t was voor onze Frits wel zeer
zeker de grootste teleurstelling, maar er hielp geen lieve Moe-
dertje aan, Frits moest een motorreparateur gaan opzoeken.
Van die gelegenheid maakten Kees, Martien en ik gebruik om
vooruit te gaan wandelen.
Deze prettige wandeling deed me
denken aan een wandeling op diezelf-
de weg in een storm- en regenachtige
nacht in de winter van ‘14 op ‘15,
dus 35 jaren geleden. Ik was voor
dienst naar Haarlem en Amsterdam
geweest en kwam met noodweer in
Leiden aan. In Zomerzorg, het oude
houten stations café restaurant, waar ik morgens mijn fiets te be-
waren had gegeven was de gérant om 23:30 uur al naar bed. Al
mijn bellen hielp
niets en ten einde
raad besloot ik met
een rijtuig naar huis
te gaan, Maar geen
enkele snorder of
stalhouder wilde mij
naar Oudshoorn
wegbrengen.
omdat ze geen kans zagen om tegen de zeer krachtige west.
storm naar Leiden terug te keren. Toen besloot ik eindelijk om
00:30 uur in de nacht te gaan lopen, want ik begreep maar al te
wel hoe Moeder in doodsangst zou zitten, daar ik bij eventuele
verhindering nooit ongewaarschuwd zou weg blijven en dus of
een boodschap of een telegram zou zenden. En ik had goed ge-
raden, want toen ik na een gevaarvolle tocht met donderende
stenen en pannen en tot op mijn blote lichaam door en door nat
en doodvermoeid om plm. 03:00 in de nacht thuiskwam vond
ik Moeder de wanhoop ten prooi in de benedenvoorkamer, met
losgeraakte haren aan de tafel zitten. Ze had me al dood ge-
waand, verbrijzeld tussen perron en trein. In plaats van nu alle-
bei een cognacje te nemen ter opkikkering, dronk ik een koude
kop koffie. En na me geheel afgedroogd en verschoond te heb-
ben en de 4 kinderen stilletjes een zoentje te hebben gegeven,
die als rozen sliepen, gingen we naar bed, waar de reactie me
netjes van mijn stokje deed gaan.
Dit alles gebeurde in het huis, waarvan door Mary en Frits een
kiekje is geno-
men, naast de
kalkovens en bij
‘sMolenaarsbrug.
En dit alles herin-
nerde ik mij tij-
dens de wande-
ling met Kees en
Martien van Lei-
derdorp naar Kou-
dekerk en ‘s Moolenaarsbrug aan de Oude Rijn met de Kalkoovens
waarbij ik zo genoten heb en me zeldzaam jong, fris en krachtig
voelde of ik 40 jaar was en niet 75 en me verbeeldde dat ik zó
wel door kon wandelen tot Alphen en Woerden. Wat heb ik geno-
ten, ‘t was in één woord een heerlijke wandeling, zoveel anders
dan 35 jaar geleden; dank zij het gebrek aan het ontstekingsappa-
raat van onze auto. Zo zie je dus weer eens dat wat onaangenaam
lijkt, ook z’n aangename zijde hebben kan.
Even voor het dorp Koudekerk haalde de bus van Leiden ons in,
of liever we hadden
bij een halte op hem
gewacht en lieten ons
naar het Café restau-
rant ‘s-Molenaarsbrug
brengen. Moeder en
May zaten er niet in,
zoals we afgesproken
en gedacht hadden en
daaruit leidden we af
dat de auto dan wel
spoedig zou volgen en
dat kwam uit, want
we hadden net voor ons 3 koffie besteld toen door Kees en Mar-
tien de auto reeds werd gesignaleerd en we er onmiddellijk nog 3
koffie bij konden bestellen.
Dáár, in dat ons zo bekende café-rest. hebben we toen een paar
uur zeer en zeer gezellig door gebracht. Het eten was er best en
naar ik meen niet zo afgrijselijk duur. Maar ook daar vonden we
het oude geslacht verdwenen en geen bekenden meer. Dat is het
onaangename van het oud zijn, dat wáár je ook komt, je vrienden
en kennissen van vroeger er niet meer zijn.
In de Molenaarsbrug - Frits heeft de foto genomen
Je voelt je dan niet bepaald als een overwinnaar, maar meer
als een verlatene. ‘t Klinkt misschien vreemd en ondank-
baar, maar heus, zo’n soort merkwaardig gevoel komt er
even over je bij het bezoek aan oude, bekende plaatsen.
Toen moesten we toch nog eens even naar ons oude huis
gaan kijken, waar we van 1910-1915 hadden gewoond en
waar we een paar kiekjes genomen werden. Dáár. staande
voor ons oude huis (waar Wil-
lem werd geboren en we zulk
een gelukkige tijd hebben ge-
leefd) met Kees en Frits naast
ons, herdachten we in stilte onze
geliefde zoons Piet en Willem
die niet meer van de partij zijn
en er toch zo gaarne ook aan
hadden deelgenomen.
Bang, dat de gehuurde auto-
loeder weer kuren zou kunnen
uit halen, zijn we maar wat door
het tegenwoordig zeer uitgebrei-
de Alphen a/d Rijn gereden, dan
weer rechts- en dan weer links-
om. Jammer dat we vergeten hebben ons mooiste huis van
ons leven, aan de Spoorlaan dicht bij het station. even voor
de gasfabriek, te bezoeken.
En zo kwamen we bij het wijd en zijd bekende vogelpark
AviFauna. Terwijl de anderen nog wat bleven babbelen bij
de thee, zijn Martien en ik het Vogelpark nog eens wat
nauwkeuriger gaan bekijken. Maar het was op dit vrij onbe-
schut terrein te koud en te winderig, de vogeltjes kropen
weg en wij vroegen ons af of dit
1906 Ons huis aan de Spoorlaan
Alphen a/d Rijn
Met onze Lieve jongens Piet en Kees
van de koude of van angst voor mensen was. In de zomer, vooral
op mooie zomerdagen zal het er wel aangenamer zijn, ook voor
de vogeltjes uit warmere streken dan hier.
Maar eindelijk moesten we toch weer naar huis, om ons even te
verkleden voor het diner, het glanspunt van deze dag. We zijn ge-
reden langs de Hoge Zijde of Rijksweg naar Leiden, langs het
Rijn- Schiekanaal, Lammebrug, door Voorschoten, Veur en Voor-
burg naar huis. Om 7 uur werden we weer gehaald en gingen we
naar het Jachthuis een restaurant met bar in de Kettingstraat nabij
het Achterom. Na een lekke-
re borrel genoten we van
een prima diner, met keurige
bediening in een zeer gezel-
lige omgeving.
Zoals ik reeds zeide, dit was
het hoogtepunt van ons 50-
jarig huwelijksfeest.
Hier komen mij woorden te
kort om onze gevoelens weer te geven: “Lieve kinderen, wij dan-
ken jullie met heel ons hart”. Geen hoogdravende redevoeringen,
geen overdadig drinken, geen sentimenteel gezang, uitgezonderd
een zangeres in de Bar, hetwelk ons niet aanging, of onnozele
liedjes, zoals we dat zo vaak op bruiloften en partijen mede ma-
ken, maar gezellig, prettig rus-
tig en oprecht, vol waarheid,
liefde en schoonheid, zoals dat
ons oude mensen juist aange-
naam is.
‘t Was een waardig herinne-
ringsfeest na een huwelijksle-
ven van 50 jaren, vol afwissend
levensgeluk en levenssmart.
Toen hebben we nog een uurtje
gezellig bij Kees en Martien zit-
ten babbelen en nog wat gedron-
ken en nadat Frits en Mary met
de auto naar eigen huis waren
gegaan, gingen ook wij dank-
baar en tevreden slapen.
De volgende dag, Woensdag,
brachten we weer gezellig bij
Frits en Mary door en Donder-
dag 26 Oct. zouden we weer
naar eigen huis in Castricum
gaan, toen Kees en Martien ons
verrasten met een uitgaansavond
naar Scala, waar Snip en Snap
ons volop hebben doen genieten
en lachen in een schitterende re-
vue. ‘t Was een reuze avond, zo
iets als we alweer in geen tijd
hadden gezien, nadat we de laat-
ste keer met Kees en Martien in Scala waren geweest.
En de volgende dag Vrijdag 27 Oct. gingen we linea recta naar
huis om na te genieten van alles wat we hadden genoten.
Ik weet niet wat ik méér moet zeggen dan dit eene:
Dank, hartelijk dank !
En nu gegroet met jullie beide kleine schatjes
en met onze beste wensen:
Je liefhebbende Vader en Moeder
Theater Scala in de wagenstraat