dspace.library.uu.nl€¦ · web viewhoewel er dus in de nageschiedenis een sterker beeld over...
TRANSCRIPT
‘Wat gebleven is, is de levende erfenis van een
langdurig gedeeld verleden.’(Koningin Beatrix, 1995)
Een media analyse van de postkoloniale beeldvorming rond de excuses van Nederland aan Indonesië
Masterscriptie Interculturele Communicatie
Nikki van den Brand
4292197
Eerste begeleider: drs. E. Besamusca
Tweede begeleider: dr. J. ten Thije
Voorjaar 2015
1
Samenvatting
Geschiedenis wordt getekend door de perspectieven van hen die het opschrijven. Met de
komst van de diplomatieke verontschuldiging aan het eind van de twintigste eeuw werd er
ruimte geboden voor nieuwe perspectieven. Ook Nederland heeft excuses gemaakt. Van 1995
tot 2011-2013 heeft de Nederlandse regering op verschillende wijzen haar excuses
aangeboden voor de daden van de Nederlandse strijdkrachten tijdens de politionele acties in
Nederlands Indië in 1947 en 1948. In deze periode probeerde Nederland de oude kolonie
terug te veroveren die van haar was afgenomen tijdens de tweede wereldoorlog. De acties
waren alleen een stuk gewelddadiger dan verwacht en er werden door het Nederlandse leger
extreme maatregelen toegepast. Het was pas in 1969 dat de Nederlandse bevolking voor het
eerst van deze ‘excessen’ hoorde met de komst van de ‘excessennota’. Hierna duurde het tot
1995 voordat Nederland weer naar de daden tijdens de politionele acties ging kijken toen
Beatrix voorzichtig excuses gemaakt aan de Indonesische regering. In 2011 en 2013 kwamen
er voor het eerst officiële excuses voor de daden in Rawagede en Zuid Sulawesi. Er is
gekeken in hoeverre deze excuses invloed hebben gehad op de beeldvorming rond de
politionele acties zoals deze naar voren is gebracht door de media, en hoe deze beeldvorming
van 1995 tot 2011-2013 is veranderd. Hieruit bleek dat het beeld rond de excuses over de
politionele excuses van een redelijk traditioneel koloniaal beeld naar een meer divers
uiteenlopend beeld is gegaan met meer oog voor het Indonesische perspectief. De kwestie is
in 2011-2013 nog steeds controversieel bevonden en er bleek in de media geen consensus
over hoe de geschiedenis het best kon worden benaderd.
2
Voorwoord
Persoonlijk zijn de diplomatieke excuses aan Indonesië relevant voor mij omdat ik altijd
geïnteresseerd ben geweest in Indonesië. Mijn vader werkt met mensen van Indonesische
afkomst en mijn opa heeft na de tweede oorlog in Indonesië gevochten. Tevens heeft het
excuus als taalhandeling mijn aandacht gekregen na het schrijven van mijn bachelorscriptie.
Het is een uiting die lang niet altijd is wat het lijkt. Het is dan ook heel interessant om te
onderzoeken. Het schrijven van mijn scriptie was dan ook een zoektocht, waarbij ik constant
een balans moest proberen te houden tussen mijn eigen interpretaties en visies en de feiten
zoals ze zich presenteerden. Het schrijven was dan ook vooral mentaal een lange weg. Meer
dan eens sta je ineens stil en weet je niet meer wat het is waar je nou precies naar op zoek
bent. Die vraag kan keer op keer confronterend zijn en je ook vaak op het verkeerde spoor
zetten. Ondanks alles is het schrijfproces een belangrijke stap om de wereld op een andere
manier te beschouwen en je academisch vermogen tot het uiterste te testen.
Ik wil mijn scriptiebegeleidster mevrouw E. Besamusca graag bedanken voor haar
vertrouwen in mijn onderwerp, haar kritische blik en haar motiverende woorden op de
momenten dat ik ze juist nodig had. Ook wil ik meneer J. ten Thije bedanken voor de
discussie en inspiratie waardoor ik mijn scriptie naar een hoger plan kon brengen. Als laatste
wil ik mijn scriptiegroepje bedanken voor de morele steun. Ik weet zeker dat ze allemaal
bijzondere scripties zullen afleveren.
3
Inhoudsopgave
Inleiding
1. Vergangenheitsbewältigung door boetedoening:
Nederland en de politionele acties 6
Context
2. Een geschiedenis van spijtbetuigingen en excuses van Nederland
aan Indonesië 7
2.1 Aanleiding voor excuses: dekolonisatie en de politionele acties 7
2.2 Excuses van Nederland aan Indonesië 9
2.2.1De excessennota van 1969 9
2.2.2 Beatrix in Indonesië, 1995 10
2.2.3 Schulderkenning aan Indonesië, 2011 en 2013 11
2.3 Onderzoek naar postkoloniale excuses: relevantie 12
Theorie
3. Een tijd van diplomatieke excuses 14
3.1 Diplomatieke excuses: voor- en nadelen 14
3.1.1 Een intercultureel ritueel 15
3.1.2 De diplomatieke afweging 16
3.2 Excuses en de media 17
3.2.1 Diplomatieke verontschuldigingen in de media: het sociale drama 17
3.2.1.1 Het sociale drama en de functionele pragmatiek 19
3.2.2 Beeldvorming in de media rond excuses 20
3.2.2.1 Perspectiefinname in het media discours rond excuses 21
3.3 Vraagstelling 22
Methode
4. Kwalitatieve analyses 24
4.1 Het corpus: bronnen en samenstelling 24
4.2 Inhoudsanalyse 25
4.3 Interculturele perspectiefanalyse 27
4
4.4 Validiteit en decentring 27
Resultaten
5. Resultaten inhouds- en perspectiefanalyse 29
5.1 Externe kenmerken corpus 29
5.2 Inhoudsanalyse 31
5.3 Interculturele perspectiefanalyse 35
Discussie
6. Verklaring en interpretatie 37
6.1 Deelvragen onderzoek 37
6.2 Verschillen in beeldvorming rond excuses in 1995 en 2011-2013 45
Conclusie
7. Leren omgaan met het verleden: Nederland en Indonesië 47
7.1 Voorstel voor verder onderzoek 49
Literatuur 51
Bijlagen
Bijlage 1.1: 1995 kenmerken 55
Bijlage 1.2: 1995 inhoudsanalyse 58
Bijlage 1.3: 1995 perspectiefanalyse 62
Bijlage 2.1: 2011-2013 kenmerken 64
Bijlage 2.2: 2011-2013 inhoudsanalyse 68
Bijlage 2.3 2011-2013 perspectiefanalyse 76
5
Inleiding
1. Vergangenheitsbewältigung1 door boetedoening: Nederland en de politionele acties
‘Historische waarheid is een hersenschim. Er bestaat niet zoiets als één waarheid.’
(W.F. Hermans in: Meijer, 1995, p. 45)
Geschiedenis is getekend door de visie van hen die het opschrijven. De beeldvorming die deze
perspectieven creëren over het verleden kan eeuwen lang blijven bestaan. Zo vergeten wij hoe
vertekend deze beelden zijn.
De introductie van een bijzondere taalhandeling op het wereldtoneel gaf ruimte aan
nieuwe oogpunten en daarmee nieuwe beeldvorming over de historie. Deze taalhandeling was
een daad van boetedoening. Een excuus voor daden uit het verleden, soms vele decennia later.
Ook Nederlandse overheden hebben namens hun land spijt betuigd en excuses
aangeboden voor daden uit het verleden. Een terugkerend onderwerp in dit discours zijn de
daden van de Nederlandse strijdkrachten tijdens de politionele acties in Indonesië. Tot op de
dag van vandaag probeert men in Nederland de daden tijdens de dekolonisatie een plek te
geven in het collectieve geheugen. Dit is een langdurig proces waarbij men stap voor stap met
het verleden leert om te gaan en er probeert mee in het reine te komen.
Excuses en boetedoening voor deze daden waren hoogtepunten waarbij de
Nederlandse bevolking steeds weer geconfronteerd werd met herinterpretaties van de begane
daden in Indonesië. Dit onderzoek kijkt naar het excuusdiscours rond de daden van de
strijdkrachten tijdens de politionele acties in Indonesië. Het heeft tot doel in kaart te brengen
hoe er in de Nederlandse media ruimte werd geboden voor nieuwe, oude en culturele
perspectieven met eventuele veranderingen in de beeldvorming over de politionele acties tot
gevolg. Hierbij zal het mediadiscours rond twee van deze hoogtepunten bekeken worden: het
voorzichtige excuus van Beatrix aan Indonesië in 1995 en de officiële excuses in 2011 en
2013. Er zal gekeken worden aan welke perspectieven en interpretaties er aandacht is besteed
en hoe dit na een generatie is veranderd. Het doel is de effecten van de excuses op de
perspectieven en de uiteindelijke beeldvorming over de politionele acties in de Nederlandse
media te onderzoeken.
1 Leren omgaan met het verleden
6
Context
2. Een geschiedenis van spijtbetuigingen en excuses van Nederland aan Indonesië
Oud-koloniën en hun vroegere kolonisators maken verschillende keuzes over wat er van de
gedeelde historie wordt vergeten en behouden. Dit heeft grote verschillen in de
geschiedschrijving tot gevolg (Oostindie, 2010). Een nieuw tijdperk van boetedoening zorgde
voor een tijd waarin vergeten- en nieuwe perspectieven een stem kregen. Nederland moest
hierdoor de daden van de Nederlandse strijdkrachten tijdens de politionele acties in Indonesië
onder ogen zien. Zo wordt op deze geschiedschrijving een nieuw licht geworpen.
2.1 Aanleiding voor excuses: dekolonisatie en de politionele acties
Nederlands-Indië is eeuwen lang een belangrijke Nederlandse kolonie geweest. Dit tij keerde
toen de tweede wereldoorlog uitbrak. Nederlands-Indië was een van de onderdelen van een
groot rijk dat Japan had willen stichten. Het land bezat grondstoffen die Japan miste en van
groot belang waren voor de Japanse welvaart. Uiteindelijk brak er oorlog uit, maar het kleine
Nederlands-Indische leger kon maar kort standhouden tegen de Japanse reus. Tevens konden
zij op dat moment niet rekenen op de hulp van hun bondgenoten Australië en Engeland. Beide
landen hadden hun eigen zorgen. Het was onmogelijk voor Nederland om neutraal te blijven
nadat Engeland en de Verenigde Staten met Japan in oorlog kwamen. Tevergeefs werd er
tegen de Japanners nog het samenwerkingsverbond Abdacom (American-British-Dutch-
Autralian command) tussen de geallieerden opgericht.
Op acht maart 1942 capituleerde het Nederlands-Indische leger. Japan had in korte
tijd zijn droom over een groot rijk uit zien komen. Het Japanse bestuur was centraal en
bureaucratisch. De behandeling van vijanden onverbiddelijk. Westerlingen en de inheemse
bevolking werden van elkaar gescheiden. De Nederlanders werden ondergebracht in kampen.
De Indische nationalisten hoopten dat de Japanners hen van de Nederlandse overheersing
zouden verlossen. Slechts enkelen doorzagen de fascistische aard van hun nieuwe bezetters
(van Velden, 1982).
Toen in 1944 bleek dat Japan de oorlog niet ging winnen verklaarde de Japanse
premier Koiso dat Indonesië onafhankelijk zou worden. Er werd een comité samengesteld dat
deze nieuwe mogelijkheid zou onderzoeken. Soekarno, de leider van de Indonesische
7
nationalisten, hield een toespraak voor dit comité waar hij een beeld schetste van zijn ideale
nieuwe staat. Voordat zijn plan kon worden uitgevoerd capituleerde Japan. De nationalisten
drongen er op aan dat hun leiders Soekarno en Mohammed Hatta de onafhankelijkheid van
Indonesië zouden uitroepen. De Japanse commandant Yamamoto ging tegen de eisen van de
geallieerden in om de oude staat te behouden en liet Soekarno op zeventien augustus 1945
zonder toestemming van de Nederlanders de onafhankelijkheid verklaren. Hierna brak een
gewelddadige periode aan bekend als de Bersiap-periode. Nederlanders en Indo’s (burgers
van gemengd bloed) die uit de kampen kwamen werden geconfronteerd met plundering en
moord. Uiteindelijk moesten ze terug naar de kampen en op bescherming rekenen van de
Japanners.
Nederland probeerde hierna nog twee maal in 1947 en 1948 met behulp van
politionele acties Indonesië terug te veroveren (van Velden, 1982). De daden in deze periode
waren veel gewelddadiger dan Nederland had voorzien en hadden veel slachtoffers tot gevolg.
Ook hadden de acties maar weinig zin omdat er nauwelijks diplomatieke steun was. Ondanks
dit feit heeft de Nederlandse overheid het uiteindelijke verlies van de lucratieve kolonie als
vernederend ervaren (Oostindie, 2010). Door vele verschillende interpretaties is er altijd veel
onduidelijkheid geweest over wat er zich in deze periodes heeft afgespeeld. Wel is duidelijk
dat de daden van de Nederlanders in deze periodes steeds weer terugkwamen in het
excuusdiscours in Nederland.
Na de politionele acties moest er nog veel afgewikkeld worden. Nederland had de
onafhankelijkheid van Indonesië in 1945 niet geaccepteerd, en het duurde tot maart 1947
voordat de onafhankelijkheid officieel, maar nog niet staatrechtelijk op papier stond in het
verdrag van Linggadjatie. Na een zekere periode zou Indonesië onafhankelijk zijn, maar nog
wel een Unie vormen met Nederland. Ook economisch bleef Indonesië afhankelijk van
Nederland (Oostindie en Schulte Nordholt, 2006).
Nadat Nederland in 1949 de onafhankelijkheid van Indonesië aanvaardde begon een
periode van diplomatiek getouwtrek, waarbij Nederland zijn invloed op Indonesië zoveel
mogelijk probeerde te behouden met behulp van verdragen en ontwikkelingssamenwerking
(Oostindie en Schulte Nordholt, 2006). Het land kon in de postkoloniale periode haar
dekolonisatie maar moeilijk accepteren. Van Goor (In: Meijer, 1995) beschrijft hoe Nederland
het dekolonisatieproces maar lastig kon verwerken door het beeld dat Nederlanders goede
kolonisators waren. Ondanks een soms harde hand hadden de Nederlanders het altijd goed
voor gehad met hun Nederlands-Indische kolonie. De Nederlandse overheden hebben altijd
het idee gehad dat hun daden in Indonesië gemakkelijk vergeven zouden worden. Er is sprake
8
van een koloniale blik die weigert het oogpunt van de Indonesiërs in te nemen. (Schulte
Nordholt in: Meijer, 1995).
2.2 Excuses van Nederland aan Indonesië
De weg die Nederland heeft afgelegd totdat er voor het eerst officiële excuses aan Indonesië
werden gemaakt voor de politionele acties bestaat uit kleine stappen vooruit. Van der Helm
(2014) noemt de diplomatieke spijtbetuiging van Minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot in
2005 de eerste echt beslissende diplomatieke stap van Nederland naar Indonesië. Toch was
het thema excuus tien jaar eerder, toen koningin Beatrix in 1995 op staatsbezoek ging, ook al
van groot belang. Zij zette een eerste voorzichtige stap die de weg vrij maakte voor een reeks
van excuses in de toekomst, met als (voorlopige) hoogtepunten de officiële excuses van de
staat aan Indonesië in 2011 en 2013. Ook was er nog veel eerder de excessennota, waar de
verkeerde daden tijdens de politionele acties (deels) al erkend werden.
In de verontschuldigingen van Nederland aan Indonesië hebben verschillende
complicerende factoren een rol gespeeld. Onder andere de veteranen hebben altijd groot
verzet geboden tegen de erkenning van de Nederlandse wandaden als onderdeel van de
Nederlandse historie. De angst voor kritiek van deze invloedrijke groep heeft bij de
verontschuldigingen altijd een grote rol gespeeld. Niet alleen de politiek, maar ook de
journalisten en de historici weigerden een echte schuldige aan te wijzen. In deze kwestie is het
dan ook belangrijk niet te generaliseren. Niet alle soldaten in het voormalig Nederlands-Indië
waren schuldig en niet alle Indonesiërs waren onschuldig (Kromhout, 2000).
De excuses zijn daarom een belangrijk middel om de blik van Nederlanders op het
perspectief van de Indonesiërs te vestigen Het is dan ook mogelijk dat de excuses in zeker
opzicht met de postkoloniale tradities van ontkennen en vergeten braken. Nederland kon niet
meer wegkijken van haar verleden en moest het een plek gaan geven in het nationale
geheugen.
2.2.1 De excessennota van 1969
De eerste stap waarbij Nederland de daden van de strijdkrachten tijdens de politionele acties
besloot te onderkennen was de excessennota in 1969. Door de wederopbouw na de tweede
wereldoorlog had Nederland het tot die tijd nagelaten op de daden in Indonesië te reflecteren.
Na de biecht van een Nederlandse veteraan over de verschrikkelijke daden tijdens de
politionele acties in Indonesië in een Nederlands nieuwsprogramma, kwam er een onderzoek.
9
Uit dit onderzoek kwam naar voren dat begane misdaden geïsoleerde gebeurtenissen waren.
Er was geen bewijs voor systematisch geweld door het Nederlandse leger. Er werd dan ook
niet verder tot vervolging overgegaan. Het document werd met de nodige controverse
ontvangen doordat er maar naar een beperkt aantal acties werd gekeken (Oostindie, 2010).
Naast inhoudelijke controverse was er ook verontwaardiging over de gebruikte termen
in de nota. De nota ontkrachtte niet alleen inhoudelijk, maar ook talig de schuld van de
Nederlandse strijdkrachten in Indonesië (Oostindie, 2010). Het gebruik van het woord ‘exces’
om de misdaden te beschrijven en tevens de aanhoudende duiding ‘politionele acties’ in plaats
van oorlog is het gevolg van tactisch, diplomatiek taalgebruik. Dit taalgebruik heeft tot doel
beide partijen tevreden te stellen, terwijl het zo min mogelijk schadelijk is voor de eigen
positie. Het internationale imago en de nationale trots worden hierbij in bescherming
genomen en eventuele conflicten escaleren niet verder (van der Helm, 2009). Deze tactiek
heeft tot gevolg dat belangrijke perspectieven geen aandacht krijgen.
Ook bij diplomatieke boetedoening speelt woordgebruik een belangrijke rol. Dit zal
naar voren komen in de volgende paragraaf.
2.2.2 Beatrix in Indonesië, 1995
Na ongewenste bemoeienis op het gebied van mensenrechten van Nederland in Indonesië had
premier Soeharto van Indonesië in de jaren zeventig een eind gemaakt aan de postkoloniale
samenwerking tussen Nederland en Indonesië. In de jaren negentig werd deze periode
opgevolgd door een nieuwe diplomatieke fase van enorme voorzichtigheid van Nederland
tegenover de oude kolonie (Oostindie en Schulte Nordholt, 2006). Deze gespannen periode
bereikte het hoogtepunt toen koningin Beatrix van Nederland haar staatsbezoek in 1995 moest
uitstellen zodat zij niet op de Indonesische Onafhankelijkheidsdag aanwezig zou zijn. Er was
te veel weerstand vanuit het de Nederlandse bevolking (Beunders, 2002).
Voor het eerst stond het diplomatieke excuus op de agenda. Nederlandse politici,
juristen, historici en vele anderen keken in de jaren ‘90 met afkeer naar de internationale reeks
van verontschuldigingen die zich op het wereldtoneel afspeelden. Sorry zeggen was een
politieke kwestie geworden van macht, geld en handelsbelangen. Door druk van de media en
belangenorganisaties kon de Nederlandse regering de erkenning van het donkere verleden
tijdens de politionele acties niet meer ontkennen (Beunders, 2002). Ook was er in 1995 weer
een heruitgave van de excessennota, waardoor de politionele acties nogmaals een punt van
discussie werden.
10
Er was enorme verdeeldheid over het feit of de regering Kok wel of niet haar excuses
aan Indonesië moest aanbieden. En als zij dit al deed, waarvoor dan precies? Naast de
politionele acties waren ook de erkenning van de Indonesische onafhankelijkheid en de
kolonisatie in het algemeen punten van discussie (Beunders, 2002).
Op 21 augustus hield Beatrix in Indonesië een ‘voorzichtige’ tafelrede die door zijn
ambiguïteit door sommige wel en andere niet als excuus werd opgevat. Het woord excuus
letterlijk in de mond nemen was toen nog een stap te ver (Luttikhuis, 2014). Toch was er een
belangrijke stap gezet.
In 2005 was er voor het eerst een prominent uit de Nederlandse politiek aanwezig op
de onafhankelijkheidsdag. Minister Ben Bot sprak een spijtbetuiging uit en erkende voor het
eerst het leed dat de Indonesische bevolking door de Nederlanders was aangedaan (Luttikhuis,
2014). Toch was deze diplomatieke rede nog steeds zeer voorzichtig en officiële excuses
werden dan ook niet uitgesproken, in plaats daar van gebruikte Bot het woord ‘spijtbetuiging’
(van der Helm, 2014).
Spijt of excuus?
De keuze van Bot om het woord ‘spijtbetuiging’ te gebruiken was zeer bewust. In de
diplomatie maken deze woorden een groot verschil, maar naast een afzwakking of
understatement (Van der Helm, 2009), is dit verschil met name juridisch bepaald. Spijt staat
gelijk aan berouw. Een volwaardig excuus is veel meer omvattend. Het bestaat uit meerdere
componenten. Namelijk uit erkenning, verantwoording, berouw en compensatie. Bij een
incompleet excuus kan juridisch dan altijd een van deze onderdelen afgedwongen worden
(Bolivar et al. 2013). De uitvoer van een excuus is dan ook veel ingrijpender en
betekenisvoller dan een spijtbetuiging.
2.2.3 Schulderkenning aan Indonesië, 2011 en 2013
Officiële excuses aan Indonesië werden voor het eerst uitgesproken voor de Nederlandse
wandaden in Rawagede in 2011 door de Nederlandse ambassadeur. Deze excuses waren het
resultaat van de inzet van het in 2007 opgerichte Comité Nederlandse Ereschulden
(Luttikhuis, 2014).
Op 9 december 1947 werd er door het Nederlandse leger een groot aantal mannen
geëxecuteerd in het west-Javaanse dorpje Rawagede. Zij waren op zoek naar wapens en
11
verzetsstrijders, maar toen dit niet lukte besloten zij over te gaan tot de executies. Over de
hoeveelheid gesneuvelden bestaat tot heden nog onzekerheid (Luttikhuis, 2014).
Het Comité klaagde met succes de Nederlandse staat aan met een schadevergoeding en
officieel excuus aan de weduwen van de mannen tot gevolg. Dit excuus vond plaats op 9
december 2011, 64 jaar later. Hierop besloot het comité de Nederlandse staat nogmaals
namens een aantal Indonesische weduwen aan te klagen. Ditmaal voor de daden tijdens de
campagne van kapitein Raymond Westerling op zuid-Celebes (nu Zuid- Sulawesi) van 1946
tot 1947. Zijn wrede acties resulteerde in vele duizenden slachtoffers onder de Nederlands-
Indische bevolking (Luttikhuis, 2014).
Ook deze weduwen kregen financiële compensatie zonder dat de zaak voor de rechter
hoefde te komen. In september 2013 kwam er een algemeen excuus namens de Nederlandse
staat voor alle ‘excessen’ tijdens de standrechtelijke executies van het Nederlandse leger.
Hierdoor konden ook andere weduwen dan de al betrokken vrouwen zich melden voor
compensatie (Luttikhuis, 2014). In maart 2015 hebben ook de kinderen van de slachtoffers
van de executies op zuid-Celebes om compensatie gevraagd. Bij het tonen van bewijs zullen
ook zij compensatie ontvangen (NRC, 12 maart 2015). Zo blijft de zaak nog wel een tijd lang
spelen.
Luttikhuis (2014) benoemt de problematiek van deze excuses, die het resultaat zijn van
rechtszaken en niet van de proactiviteit van de Nederlandse staat. De ‘juridisering van het
excuus discours’ heeft tot gevolg dat oorlogsmisdaden altijd vanuit een specifieke beperkte
hoek benaderd zullen worden waardoor het ‘complete’ beeld verloren gaat. Tevens wordt de
grens voor staten om excuses te maken verhoogd wanneer deze onlosmakelijk verbonden zijn
met het juridisch domein. Slachtoffers krijgen dus wel eindelijk een stem, maar het algemene
excuus discours wordt er niet beter door.
2.3 Onderzoek naar postkoloniale excuses: relevantie
Van de voorzichtige stap in de rede van Beatrix tot de juridisch afgedwongen excuses aan
Rawagede en het huidige Zuid Sulawesi. Het excuusdiscours rond de daden van Nederlanders
in Indonesië neemt met kleine stappen steeds grotere vormen aan. In hoeverre het historisch
beeld over de politionele acties in het respectievelijke Nederlandse geheugen is veranderd, is
het gissen. Met behulp van de media is het deels mogelijk hier enige grip op te krijgen.
Het excuusdiscours over de controverse rond de politionele acties heeft voor meerdere
crises gezorgd. Soms kwamen de excuses door internationale druk, andere keren door
12
belangengroepen zoals het Comité Nederlandse Ereschulden tot stand (Luttikhuis, 2014). Een
excuus heeft nooit tot afwijzing van de verontschuldigende persoon geleid. Toch kan er wel
gesproken worden van een herhaling van crises omdat de meningen altijd verdeeld waren en
het discours zelfs vandaag nog relevant is en tot nieuwe crises leidt. Zoals bleek uit de nieuwe
rechtelijke uitspraken in 2015. De discussie herhaalt zichzelf dan ook voortdurend in de
media en het discours kent tot de dag van vandaag dus geen duidelijk einde.
Dit onderzoek heeft als doel het mediadiscours rond een postkoloniaal excuus in kaart te
brengen met de nadruk op de nationale beeldvorming over de politionele acties en de culturele
perspectiefverschuiving. Hiermee kan het iets zeggen over het culturele en politieke belang
van zo een uiting in de toekomst. Bevordert het cultureel begrip en heeft het effect op de
nationale beeldvorming? Denken Nederlanders anders over het verleden en het beeld van
Nederland als kolonisator? Eerder is er geen onderzoek gedaan naar de effecten van zo een
excuus en of het tot perspectiefverschuiving leidt en daardoor mogelijk invloed heeft op de
beeldvorming van Nederland over zichzelf en Indonesië .
13
Theorie
3. Een tijd van diplomatieke excuses
Sinds het eind van de twintigste eeuw is er een nieuw tijdperk aangebroken op het
wereldtoneel. Dit tijdperk kenmerkt zich door de uitvoer van een simpele, maar
desalniettemin belangrijke taalhandeling: het excuus. De enorme toename van politieke en
diplomatieke spijtbetuigingen en excuses heeft voor veel ophef gezorgd in verschillende
landen. De oorspronkelijk morele daad van ‘sorry zeggen’ heeft ineens veel meer dimensies
gekregen en aan de oprechtheid ervan wordt dan ook vaak getwijfeld. De taalhandeling wordt
vaak gebruikt om politieke en zelfs nationale imago’s te herstellen en sociale en internationale
relaties te bevorderen (Kampf en Löwenheim, 2012).
Deze nieuwe emotionele inslag van de wereldpolitiek vindt zijn oorsprong aan het
eind van de koude oorlog. Bij de afloop van deze lange periode van spanning en onzekerheid
kwamen veel emoties los. Er brak een tijd aan waarin landen het goed met elkaar voor
hadden. Politici hoefden zich niet meer sterk te houden en konden eindelijk hun emoties aan
de wereld tonen. Dit betekende ook dat men boete ging doen voor daden uit het verleden.
Naast meer politieke excuses in het binnenland, gingen staten onderling en aan minderheden
excuses aanbieden voor hun historische wandaden (Beunders 2002). Toch waren politici zich
zeer bewust van de financiële gevolgen van zo een daad. Deze financiële consequenties
leidden vaak tot halfslachtige en tot bepaalde groepen beperkte excuses (Luttikhuis, 2014).
Verontschuldigingen met financiële gevolgen worden vaak alleen uitgevoerd wanneer deze
baat hebben voor het verontschuldigende land (Jones, 2011).
3.1 Diplomatieke excuses: voor- en nadelen
Het uitvoeren van een diplomatiek excuus brengt veel risico’s met zich mee. De mening over
de motieven voor dit ritueel lopen uiteen. Zo kan een excuus opgevat worden als een oprechte
poging tot verzoening, maar ook als opportunistisch en ondergeschikt aan meer functionele
doelen (Kampf and Löwenheim, 2012). Er zijn verschillende redenen waarom staten er voor
kiezen dit ritueel wel of niet uit te voeren.
14
3.1.1 Een intercultureel ritueel
Het voordeel van het ritueel van een excuus op internationaal niveau is dat het een universeel
ritueel is waaraan strikte rollen en stappen verbonden zijn. Zowel de rollen van schuldige,
slachtoffer en het publiek zijn bepaald. Afhankelijk van het type boetedoening en of deze als
oprecht wordt opgevat kan het publiek er voor kiezen te confronteren of te accepteren.
Daarnaast volgt het ritueel een aantal belangrijke, vaak symbolische stappen en
taalhandelingen die er voor zorgen dat de actie een legitiem onderdeel wordt van het publieke
domein. Het gevolg is dat politieke beeldvorming en relaties gereconstrueerd worden
(Kertzer, 1988).
Toch speelt cultuur wel een rol bij de uitvoering van een excuus. Belangrijke culturele
verschillen in verontschuldigen zijn bijvoorbeeld de talige uiting, in sommige landen wordt
om vergeving gevraagd terwijl in andere landen meestal ‘sorry’ gezegd wordt. Hoe ernstig
een vergrijp of overtreding wordt gezien is tevens cultureel bepaald. Ook leeftijd, status,
macht en andere sociale verhoudingen hebben in culturen verschillende op de uitvoering van
een verontschuldiging (Blum-Kulka and Olshtain 1984). Hoewel het ritueel niet in alle
landen volgens dezelfde norm verloopt is uit onderzoek naar diplomatie gebleken dat rituelen
zoals het excuus en de spijtbetuiging er toe kunnen leiden dat verschillende internationale
gemeenschappen weer aansluiting vinden (Cohen, 1997) zolang er maar rekening wordt
gehouden met de verschillende culturele verwachtingen rondom de uitvoering van het excuus.
Berichtgeving over dit soort rituelen in de media speelt bij verzoening een belangrijke
rol, anders kunnen deze rituelen ook tot onenigheid en conflict leiden. Het gevolg van rituelen
zoals een politieke verontschuldiging is dat rollen, zij versus ons en vriend versus vijand, en
eventuele ongelijkheid hierin, weer benadrukt worden (Kertzer, 1988).
De visie van het diplomatieke excuus als intercultureel ritueel sluit aan bij de term
transnationaliteit, geïntroduceerd door Ehlich (2010). Hij spreekt van ontologieën die niet
meer verbonden zijn met landen, maar die een meer overkoepelende vorm krijgen. Een
onbekende ontologie is dan ook niet van een specifiek land, maar simpelweg vreemd. Hoewel
diplomatieke excuses niet vrij zijn van cultuur en land brengen zij wel nieuwe verhoudingen
naar voren. Het is een taalhandeling die normaal tussen mensen gebeurt en landen krijgen dan
ook de positie van dader en slachtoffer. Het genereert een wederzijds begrip dat door
vooroordelen en verwachtingen vaak niet mogelijk is. Het kan dan ook een stap zijn richting
een meer transnationale wereld waarbij culturele verwachtingen worden losgelaten en waarbij
15
anderen als vreemd worden gezien in plaats van cultureel bepaald, door het toeschrijven van
meer universele rollen als slachtoffer en dader.
3.1.2 De diplomatieke afweging
Een diplomatiek excuus is het resultaat van een voorzichtige afweging tussen baten en kosten.
Jones (2011) heeft een overzicht gepresenteerd van alle overwegingen die een rol spelen
wanneer een staat besluit haar excuus aan te bieden. Zo bestaat er een symbolische
compensatie en een financiële compensatie. Symbolische compensaties bestaan uit
spijtbetuigingen, herdenkingen etc. De financiële compensatie kost een staat een stuk meer.
Afhankelijk van de geleden schade, emotioneel en materieel, worden de slachtoffers
gecompenseerd. Deze twee compensaties vallen beide onder het herstelrecht. Of er
gecompenseerd wordt is afhankelijk van zowel politieke als idealistische afwegingen. Politiek
gezien kunnen diplomatieke excuses veel baat hebben voor beide landen omdat verhoudingen
worden verbeterd waardoor er weer ruimte is voor handel en andere vormen van politieke
samenwerking. Ideologische motieven hebben vooral te maken met de internationale status
van een land doordat het zekere waarden tentoonstelt (Jones, 2011).
Toch is er veel kritiek op de symbolische waarde van diplomatieke excuses. Er wordt
beweerd dat het helend zou werken voor de slachtoffers van de daad. Toch vinden veel
mensen de excuses niet oprecht omdat er vaak pas veel later door een andere overheid of
orgaan excuus wordt gemaakt dan de verantwoordelijken. Ook worden de excuses regelmatig
afgedwongen. Dit maakt volgens sommigen de excuses altijd onoprecht. Toch kunnen
excuses wel degelijk betekenis hebben. Er is sprake van een erkenning van
minderheden/slachtoffers hetgeen aangeeft dat een land een andere ideologie heeft dan
voorheen. Het heeft dan ook zin voor het verbeteren van de sociale verhoudingen. Een
diplomatiek excuus zegt dus veel over de identiteit van het land dat deze aanbiedt omdat
overheden zich anders verhouden tot groepen die eerder als minderwaardig werden gezien
(Jones, 2011).
In welke mate een land boetedoening doet is vaak afhankelijk van de nadelen die er
aan de deze daad verbonden zijn. Allereerst is er de omvang van de materiele kosten. Een
excuus betekent de erkenning van verantwoordelijkheid. Dit kan tot rechtszaken leiden waarin
aanzienlijke financiële compensatie geëist wordt. Hiernaast is er de politieke weerstand van
belangrijke groepen die het niet met het excuus eens zijn en dus het binnenlands imago
(Jones, 2011).
16
Wanneer de voordelen alleen ideologisch zijn heeft dit laatste nadeel vaak tot gevolg
dat de diplomatieke excuses worden afgezwakt tot spijtbetuigingen of ambigu worden
gebracht. Als er belangrijke politieke en economische voordelen te behalen zijn kunnen staten
er toch voor kiezen om een diplomatiek excuus uit te voeren ondanks de weerstand van
sommige burgers (Jones, 2011).
3.2 Excuses en de media
Naast politici, historici en juristen spelen ook de media een belangrijke rol in het discours
rond diplomatieke verontschuldigingen (Kromhout, 2000). Vanuit het schriftelijke media
discours rond diplomatieke verontschuldigingen kan een beeld worden verkregen hoe er in de
samenleving wordt gekeken naar de daden waarvoor de staat zijn excuses aanbiedt. Zoals
Kromhout (2000) al aangaf hadden de Nederlandse media vaak dezelfde diplomatieke
voorzichtigheid als politici als het om de interpretatie van de Nederlandse daden in Indonesië
ging,. Om na te gaan in hoeverre het steeds verder gevorderde excuusdiscours in Nederland
hier verandering in heeft gebracht, is het belangrijk om te kijken welke rol de media in dit
discours precies innemen.
3.2.1 Diplomatieke verontschuldigingen in de media: het sociale drama
De afgelopen jaren is er onderzoek gedaan naar de rol van de journalist welke veel verder gaat
dan die van rapporteur. Ze kunnen worden gezien als cruciale actoren en actieve participanten
in sociale en politieke processen. De rol van de journalist rond politieke en diplomatieke
verontschuldigingen is dan ook onderdeel van een grootschalige historische verandering in het
journalistieke vak, waarbij de journalist de rol aanneemt van aanzetter, advocaat, mediator en
nog veel meer (Cottle, 2006).
Kampf (2009) benoemt de volgende rollen die journalisten uitoefenen rond de
uitvoering van politieke en diplomatieke verontschuldigingen (p. 1):
Het benoemen, al dan niet bepalen van een overtreding die een
verontschuldiging behoeft.
Het aanzetten tot actie, conflict en bemiddelen.
Helpen het publiek te bepalen of de overtreder weer onderdeel mag worden
van de sociale structuur.
17
Deze rollen zijn onderdeel van het sociale proces rond het maken van publieke
verontschuldiging die hij ‘het sociale drama van verontschuldigen’ (vt. The social drama of
apology) noemt (Kampf, 2009, p.24). Al deze sociale drama’s draaien rond de taalhandeling
die tot doel heeft de sociale verhoudingen te herstellen: de verontschuldiging.
Het proces begint wanneer er een dialoog start naar aanleiding van een overtreding. De
dialoog vindt plaats tussen de overtreder, het slachtoffer en het publiek, waarvan de
journalisten een belangrijk onderdeel zijn. Onderwerp van discussie is in hoeverre de
overtreder verantwoording moet afleggen en aan wie (Kampf, 2009).
Het discours voorafgaand aan en na een politieke verontschuldiging is van groot
belang en wordt vaak uitgebreid behandeld op allerlei verschillende media platforms. Met
name omdat journalisten de eerder benoemde rollen in kunnen nemen en veel meer kunnen
betekenen voor hun publiek en zo de politiek direct kunnen beïnvloeden. Deze actieve rol van
journalisten in sociale en politieke processen noemt Kampf (2009) een vorm van
performance journalism. Deze vorm van journalistiek is op komen zetten met de komst van
de televisie. Journalisten waren hierdoor niet alleen maar objectieve verslaggevers, maar
werden sociale actoren. Journalisten kregen hun eigen sociale agenda en kozen er voor
bepaalde kanten van een situatie te belichten. Oorlogsjournalisme is hier een duidelijk
voorbeeld van (Liebes and Kampf, 2009).
Het model van Kampf (2009) dat ‘het sociale drama van verontschuldigen’ weergeeft
is gebaseerd op het model van Victor Turner (1957) dat tot doel heeft de impact van publieke
crises in de media te analyseren. Dit sub-model bestaat uit de volgende stappen (p.24):
1) De publieke/politieke verstoring: de dader wordt op zijn overtreding gewezen,
soms door het slachtoffer, soms door de media zelf. Acties van de dader worden
geherformuleerd en onderzocht.
2) De eerste crisis: de verschillende stemmen in de dialoog rond de overtreding
worden door de media weergegeven en de behoefte aan een eventuele
verontschuldiging wordt bepaald.
3) De compensatiefase: de uitvoering van een verontschuldiging. In het geval van
sommige excuses is dit vaak onderdeel van een publiek ritueel zoals een
diplomatiek bezoek of een formele onderzoeksrapportage. Kampf (2009) toont aan
dat in veel gevallen verontschuldigingen ook het resultaat zijn van directe
inmenging van journalisten die hiervoor een aanzet geven. Denk hierbij
bijvoorbeeld aan een interview met de dader.
18
4) De tweede crisis: na het excuus wordt bepaald of het excuus voldoende en oprecht
was. Is dit niet zo dan kan dit leiden tot een tweede crisis, waarbij mogelijk
wederom een verontschuldiging nodig is.
5) De inclusie/exclusiefase: de overtreder wordt aan de hand van zijn
verontschuldiging afgewezen of weer opgenomen in de sociale structuur.
Bijzonder aan het sub- model van Kampf (2009) is dat de media aan de ene kant de rol spelen
als aanzetter van conflict wanneer zij de acties van de overtreder afkeuren en
verontschuldiging eisen, en dat zij aan de andere kant de rol spelen van mediator en
pacificator wanneer zij de taak op zich nemen om een platform te bieden voor zo een
verontschuldiging en de overtreder bijstaan in zijn inclusie in de gemeenschap wanneer dit
excuus voldoende is.
3.2.1.1 Het sociale drama en de functionele pragmatiek
De theorie van Kampf (2009) sluit aan bij een benadering die taal als een vorm van handelen
ziet. In de loop der jaren is de nadruk bij interactieanalyse steeds meer op de communicatieve
situatie komen te liggen. In de functionele pragmatiek van Ehlich en Rehbein worden
communicatieve uitingen als handelingen binnen de werkelijkheid gezien. Dit is gebaseerd op
de taalhandelingstheorie van Searle (Ehlich, 2007). Searle noemt het doel van een
taalhandeling de illocutionare handeling. Dit zijn bijvoorbeeld beloven, waarschuwen,
bevelen etc. Hierbij hoort een beoogde reactie van de hoorder: de perlocutieve handeling
zoals vraag en antwoord. In zijn indeling van de illocutionaire handelingen duidt hij het
excuus als een expressieve uiting. Bij een excuus ligt het illocutatieve punt in de waarheid van
de propositie ‘het spijt mij’ en niet op een verandering binnen de werkelijkheid (Searle.
1976). Searle gaat hier voorbij aan het feit dat excuses bestaan uit een reeks van
taalhandelingen zoals bleek in alinea 2.2.2. Ook blijft Searle zijn theorie onduidelijk over het
hele proces rondom de taalhandeling dat door de reconstructie van (internationale) relaties
wel degelijk de werkelijkheid opnieuw vorm geeft.
In de functionele pragmatiek zijn de acties van de spreker en hoorder het resultaat van
een samenwerking om bepaalde handelingen tot stand te brengen. Er is dan ook sprake van
een patroon van taalhandelingen dat (herhaaldelijk) wordt uitgevoerd om een bepaald doel te
bereiken. Hierbij is er een sterke samenhang tussen verbale en niet verbale handelingen en
doelen. Zo kunnen taalhandelingspatronen tevens leiden tot niet-verbale doelen. De
verschillende taalhandelingen kunnen dan ook niet los van elkaar worden gezien. Ze hebben
19
tezamen het doel de werkelijkheid te beïnvloeden en te veranderen. Er zijn dan ook geen
perlocutieve handelingen in deze theorie (Ehlich, 2007).
De taalhandelingen hoeven niet allen in dezelfde situatie voor te komen en vinden ook
niet altijd lineair plaats. Een taalhandeling heeft dan ook vaak een voor- en na geschiedenis
die bij een analyse ervan ook meegenomen moeten worden (Bührig, 1994, p. 7).
De patronen van de taalhandelingen vinden vaak plaats afhankelijk van de specifieke
situatie en kunnen een institutionele aard hebben. Talige handelingen zijn dan ook vaak aan
elkaar verbonden en dienen tezamen een bepaald doel te behalen Een voorbeeld van dit soort
taalhandelingspatronen is een discours (Ehlich, 2007, p. 18). Het sociale drama van
verontschuldigen (Kampf, 2009) kan ook als een discours worden gezien wat zich voltrekt
volgens een specifiek handelingspatroon. Het vindt zijn oorsprong binnen het instituut media.
De eerste crisis en tweede crisis kunnen hier als de voor- en na-geschiedenis worden
beschouwd van het diplomatieke excuus. Zo vormt zich door alle stappen van het drama een
compleet taalhandelingspatroon.
3.2.2 Beeldvorming in de media rond excuses
Het sociale drama van verontschuldigen houdt in dat de media onder andere bepalen of een
diplomatiek excuus voldoende is en of de taalhandeling gewild is. Dit komt overeen met het
beeld waarin mensen met macht zoals journalisten en prominenten de sociale werkelijkheid
vormgeven. Door het selecteren en samenstellen van de feiten en thema’s rond de excuses,
creëren zij een beeld waarmee zij invloed uitoefenen op de samenleving, en nog belangrijker
de politiek. Dit maakt het excuus discours een aantrekkelijke vorm van discours voor
journalisten om aan deel te nemen. Omdat zij zo een belangrijke rol innemen in het discours
kunnen zij hun rol als nieuwsbrenger overstijgen. Niet alleen maken zij onderdeel uit van het
excuus discours, maar zij kunnen het ook sturen door het opleggen van normen. De
journalisten bepalen wat ‘goed’ is en wat ‘slecht’, en generen het discours naast hun weergave
van het narratief van anderen (Kampf, 2009).
Er worden in totaal drie rollen aan een uiting toebedeeld: (1) de animator, de persoon
die de zichtbare uiting doet. Denk hierbij aan een journalist of columnist etc. (2) De auteur,
degene die de woorden formuleert en het perspectief bepaalt zoals een verslaggever of
persbureau. (3) De oorspronkelijke spreker. Dit is vaak een geïnterviewde, ooggetuige of
politicus. Het is de persoon namens wie de uiting wordt gedaan (Goffman, 1981).
20
Vaak is de journalist een mediator tussen zijn publiek en het perspectief van een ander
dat beschreven wordt. Hij past het perspectief zo aan dat het in het beeld van de lezer past
(Goffman, 1981). De journalisten dienen in het sociale drama ook zelf als beoordelaar. De
journalist heeft dus zowel de rol van oorspronkelijke spreker als die van mediator van de
perspectieven van anderen. De beeldvorming in de media komt dus tot stand door de mening
van de journalist en zijn weergave van de mening van anderen.
3.2.2.1 Perspectiefinname in het media discours rond excuses
In dit onderzoek wordt de definitie van perspectief volgens Graumann gebruikt. Graumann
(1992) hanteert drie elementen die samen het cognitieve perspectief uitmaken. In dit
onderzoek is het ‘object’ dat geobserveerd word de diplomatieke verontschuldiging van de
(symbolische) dader of de daden die veroordeeld worden. Allereerst is er het oogpunt. Vanuit
wie wordt de verontschuldiging in het discours van de journalist bekeken: de dader, het
slachtoffer of een derde partij? Dan is er het aspect. Hierbij wordt er gekeken wat er gezien
kan worden van het object oftewel welke daden en woorden rond het ritueel door de journalist
worden weergegeven Als derde element is er de horizon, vanuit welke context de
verontschuldiging wordt benaderd. Wordt bijvoorbeeld een historische verontschuldiging in
de historische context van het eigen land geplaatst of wordt misschien wel de geschiedenis
van het slachtofferland beschreven?
Uit een onderzoek van Graumann (1992) bleek hoe perspectiefinname leidt tot
prosociaal gedrag. Hij toont aan hoe empathie door perspectiefinname van een slachtoffer of
dader zich uitte door linguïstische middelen:
De persoon wiens perspectief wordt ingenomen is vaker het onderwerp van de
zin.
Verba sentiendi: woorden die de gevoels- en gedachtenwereld prijsgeven
worden ook eerder gebruikt bij de rol waar men empathie voor voelde.
Verbale indicaties die gepastheid of ongepastheid van emotionele reacties
aangeven waren ook afhankelijk van het perspectief.
Ook in hoeverre de overtreding van de dader werd afgekeurd was afhankelijk
van de perspectiefinname. Bij perspectiefinname vanuit de dader werd de
overtreding verantwoord met externe redenen, in plaats van interne redenen
(‘omdat hij een slecht mens is’ etc.) (Graumann, 1992, p. 251).
21
Journalisten kunnen bij het geven en tonen van perspectieven met behulp van linguïstische
middelen wel of geen empathie voor een van de betrokken partijen uitdrukken.
Perspectivering speelt ook een belangrijke rol wanneer de gemedieerde communicatie
intercultureel van aard is. Journalisten beïnvloeden zelf het publiek met hun perspectieven,
maar reflecteren ook de meningen en beelden van anderen (Macnamara, 2003). In het
discours rond diplomatieke excuses spelen de perspectieven van meer dan één cultuur een rol.
Beide betrokken landen hebben verschillende belangen bij een excuus (Jones, 2011). Ook kan
de mening van de internationale gemeenschap een rol spelen.
Als verschillende culturele perspectieven worden samengebracht om begrip tussen de
culturen te creëren heeft ten Thije (2006) een analysemodel ontwikkeld om te laten zien hoe
dit intercultureel perspectiveren in zijn werk gaat: (1) eerst generaliseert de spreker de inhoud
als een standaard culturele oplossing, dan (2) perspectiveert de spreker. Hij plaatst de inhoud
in de directe situatie en omgeving en houdt daarmee rekening met culturele standaarden van
de ander. Daarna (3) contrasteert de spreker beide culturen en vergelijkt de andere culturele
standaard met zijn eigen (ten Thije, 2006, p. 117). De aanwezigheid van intercultureel
perspectiveren wijst op kennis van intercultureel discours. Ook speelt perspectiefverschuiving
een rol bij een empathie strategie waarbij de spreker aantoont rekening te houden met de
culturele voorkeuren van een ander (Bennet, 1979). Hoewel Ten Thije zijn model heeft
ontwikkeld voor een verbaal discours is het ook zeker van toepassing in een schriftelijk
discours waar constant meer dan één cultuur bij betrokken wordt en waar onduidelijkheden
zijn over de interpretatie van bepaalde zaken. In het excuusdiscours is het de normovertreding
die tevens punt is van discussie (Kampf, 2009). Normen zijn vaak aan cultuur gerelateerd.
Hiernaast besluiten verschillende landen ook andere zaken te herinneren uit oorlogstijd, zoals
bleek uit de constatering van Oostindie (2010). Het reflecteren van verschillende culturele
perspectieven zou dan ook op een zekere empathie voor de andere cultuur kunnen wijzen.
3.3 Vraagstelling
Het excuusdiscours brengt belangrijke sociale veranderingen voort door het toekennen van
rollen, wat leidt tot een reconstructie van relaties tussen mensen en landen. De media spelen
een belangrijke rol in dit discours wat Kampf (2009) aanduidt als het sociale drama. Zowel de
thema’s als de perspectieven die worden ingenomen worden in zekere mate bepaald, al dan
niet gemedieerd door journalisten. De journalisten kunnen zo zelf ook druk uitoefenen en
aanzetten tot de uitvoer- en afwikkeling van politieke en diplomatieke excuses. Het media
22
discours zegt dan iets significants over de beeldvorming omdat de journalisten deze zelf
beïnvloeden en reflecteren. Om inzicht te krijgen of de houding van Nederland tegenover de
politionele acties is veranderd, is er dan ook een grondige bestudering van het media discours
nodig. De volgende vraag komt derhalve ook naar voren:
Wat voor beeldvorming blijkt uit de perspectiefweergave in de schriftelijke berichtgeving in
Nederland over de excuses van Nederland aan Indonesië in 1995 en 2011/2013 voor de
daden van de Nederlandse strijdkrachten tijdens de politionele acties?
De vraag zal worden onderzocht aan de hand van deelvragen die in de theorie naar voren
kwamen:
1. Is er een verband tussen de culturele afkomst van het perspectief en het gebruik van
verba sentiendi?
2. Hoe wordt het excuus beoordeeld door de perspectieven in de voor- en nageschiedenis
van de taalhandeling?
3. Hoe beoordelen journalisten de excuses in het discours?
4. Hoe wordt aan de relevante gebeurtenissen, ‘excessen’ en ‘politionele acties’,
gerefereerd in het excuus discours?
5. Wat voor perspectiefverschuivingen vinden er plaats zoals beschreven door ten Thije
(2006) om cultureel begrip te bevorderen?
6. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen het discours in 1995 en in 2011-
2013?
23
Methode
4. Kwalitatieve analyses
Dit onderzoek zal plaatvinden door kwalitatieve analyses van een schriftelijk corpus te
maken. Er is gekozen voor kwalitatieve analyses vanwege de exploratieve aard van het
onderzoek. Het is nog niet duidelijk welke componenten relevant zijn in het excuus discours
in de media omdat dit fenomeen nog niet voldoende is onderzocht. De waarde van
linguïstische en inhoudelijke elementen kan pas naderhand worden bepaald. Hoewel de
gegevens eerste op kwantitatieve wijze worden vergaard, worden deze uiteindelijk
gereduceerd zodat een kwalitatieve analyse kan plaats vinden aan de hand van de literatuur
(Macnamara,2005) . Er is sprake van een casestudy waarbij twee hoogtepunten van hetzelfde
discoursonderwerp onderzocht worden om eventuele veranderingen van dit discours rond het
betreffende onderwerp in kaart te brengen. Omdat er naar twee beperkte tijdperiodes in het
excuus discours wordt gekeken, draait het in dit onderzoek om de recente voor- en
nageschiedenis van het excuus, ook wel de eerste en tweede crisis (Zie Kampf, 2009, par
3.2.1). Het onderwerp zijn excuses van Nederland aan haar oude kolonie Indonesië.
Generalisaties naar andere postkoloniale excuses zullen achterwege worden gelaten omdat er
nog niet voldoende onderzoek is gedaan naar dat specifieke fenomeen. Uit het corpus zal een
beeld verkregen worden met behulp van twee analyses.
4.1 Corpus: bronnen en samenstelling
Door het onderzoek naar ouder nieuws uit 1995 wat goed te vergelijken moet kunnen zijn met
het nieuws uit 2011 en 2013, is er gekozen voor een schriftelijk corpus. Om een zo compleet
mogelijk beeld te krijgen zijn artikelen van alle dagbladen en weekbladen die te traceren
waren met de betreffende zoektermen verzameld. Dit was tevens het motief om al het
schriftelijk discours rond de excuses uit zowel de een tot twee maanden vóór, als de dagen na
de excuses te verzamelen, en niet alleen op de dag na het betreffende excuus.
De artikelen werden gezocht op de online kranten van LexisNexis. Er werd gezocht
met zoektermen die van algemeen naar specifiek gingen. Beide periodes, het jaar 1995 en de
jaren 2011 en 2013 werden bekeken met de zoektermen: Indonesië, excuus, Indonesië spijt,
Indonesië verontschuldiging en Indonesië sorry. Dit werd toen voor beide periodes apart
toegespitst. Voor de periode 1995 werden de zoektermen koningin Indonesië, koningin
24
staatsbezoek, koningin rede, koningin tafelrede, koningin excuus, koningin spijt en koningin
sorry gebruikt. Voor de periodes 2011 en 2013 werden de zoektermen Indonesië weduwen,
excuus weduwen, Rawagede, Zuid Sulawesi, Zuid Celebes en excuus ambassadeur ingezet.
Alle artikelen waar excuses aan Indonesië een thema waren werden verzameld. Dit bleek uit
het titelonderwerp en soms uit inhoudelijke onderwerpen. Van alle dagbladen, regionale
bladen en één weekblad zijn relevante artikelen verzameld op de krantenbank met
uitzondering van de Telegraaf. Door andere protocollen van de krant bij documentatie
moesten artikelen voor 1999 bij de redactie worden verkregen. Omtrent de rede van Beatrix
op 21 augustus 1995 zijn 43 artikelen verzameld. Van de excuses op 9 december 2011 en 12
september 2013 werden in totaal 49 artikelen verzameld. Een totaal van 92 artikelen uit de
voor- en nageschiedenis van de excuses zal worden onderzocht op verschillende kenmerken .
Artikelen die wel over het staatbezoek of de schadevergoedingen gingen, maar het onderwerp
excuus niet aansneden zijn bewust weggelaten uit dit corpus. Ook is er geen gebruik gemaakt
van artikelen van internetsites omdat deze vaak slecht een beperkte weergave tonen van de
werkelijke artikelen (Macnamara,, 2005, p. 14).
Tabel 1: corpus 1995 en 2011-2013
Aantal
N=92Nrc
De
Volks-
krant
Trouw ANPRegio-
naal
Het
ParoolAD Ander Totaal
19955 6 3 9 9 6 2 3 43
2011-
2013
7 5 5 10 10 3 2 7 49
4.2 Inhoudelijke analyse
De inhoudsanalyse naar perspectieven zal plaatsvinden door het registreren van
sleutelelementen die van belang zijn bij perspectief weergave zoals blijkt uit de theorie van
Graumann (1992), ten Thije (2006) en de best practices van Macnamara (2005). Volgens
Macnamara moeten de sleutelelementen bekeken worden vanuit een a priori design. Hij
25
noemt onder andere autoriteit en bijvoeglijk naamwoorden om inzicht te krijgen in de attitude
van de auteur van artikelen. Uiteindelijk worden dan ook de volgende elementen onderzocht:
autoriteit van de spreker, cultuur, verba sentiendi, bijvoeglijke naamwoorden en ontkenning
en referentiewoorden. Zo wordt er gekeken hoe er in het excuusdiscours geperspectiveerd
wordt en door wie. Alleen de perspectieven die betrekking hebben op het excuus of de daden
van de strijdkrachten worden in het corpus opgenomen. Andere onderwerpen worden
vermeden. Alle categorieën zijn a priori, dus voor de waarneming, vastgelegd voor de
analyse:
- Autoriteit blijkt uit de status of functie toegekend aan de spreker door de journalist.
Deze wordt direct uit de tekst overgenomen. Bij opiniestukken wordt tevens altijd het
perspectief van de journalist uitgewerkt.
- Vertelvorm wordt toegekend door het onderscheid eerste, tweede en derde persoon. Ik,
jij of hij/zij/naam.
- Cultuur wordt uit de letterlijke tekst en context gehaald of met behulp van
literatuuronderzoek. Er wordt in het onderzoek onderscheid gemaakt voor: Nederland,
Indonesië en Ander.
- Verba sentiendi worden aangestipt volgend de definitie van Graumann (1992, p. 251):
‘words designating mental states and processes’. Denk hierbij aan: vinden, hopen,
denken, willen. Ook combinaties van ‘zijn’ worden meegerekend zoals, is blij, is
teleurgesteld etc. omdat deze woorden tevens inzicht geven in de belevingswereld van
de spreker.
- Bijvoeglijke naamwoorden worden met betrekking tot hun positieve of negatieve aard
onderzocht tegenover het excuus. De volgende definitie van deze naamwoorden wordt
in het onderzoek gevolgd: ‘Bijvoeglijke naamwoorden geven een eigenschap of
toestand aan van een zelfstandig naamwoord.’2
In dit geval is het zelfstandig naamwoord altijd excuus, excuses of spijtbetuiging. Bij
afwezigheid zullen ontkenningen zoals: nee, niet, geen of het naamwoordelijke
gezegde (werkwoord en naamwoord/bijvoeglijk naamwoord/bijwoord)3 gebruikt
worden om te bepalen hoe het excuus is gekwalificeerd. Bij afwezigheid van de drie
opties wordt het oordeel als ‘neutraal’ aangegeven.
2 https://onzetaal.nl/taaladvies/advies/zelfstandig-naamwoord bezocht op 25-03-20153 https://onzetaal.nl/taaladvies/advies/gezegde bezocht op 20-07-2015
26
- Referentiewoorden zijn in dit onderzoek synoniemen , hyponiemen of hyperoniemen
van de woorden ‘excessen’ en ‘politionele acties’ zoals blijkt uit de historische
context.
4.3 Interculturele perspectiefanalyse
De perspectiefanalyse zal plaatsvinden volgens de theorie van ten Thije (2006) die drie
stappen aangeeft waarmee men verschillende culturele perspectieven kan samenbrengen:
generaliseren, perspectiveren en contrasteren. In de tekst zal gezocht worden naar tekens van
deze stappen.
In de artikelen zal er systematisch naar het contrasteren van culturele perspectieven
gezocht worden met behulp van het markeren van: contrastieve connectieven, locatie- duiders
en groepsmarkeerders. Onder contrastieve connectieven vallen de woorden: omdat, want,
doordat, aangezien, maar, echter, terwijl en hoewel. Ook contrast met woorden als: in
tegenstelling tot, anders dan, strijdig met etc. wordt hier onder gerekend. Locatie duiders zoals
Nederland, Indonesië, hier, daar enz. kunnen wijzen op perspectivering en daarmee op een
eventuele aanzet voor contrasteren. Hetzelfde geldt voor woorden die groepen benadrukken
zoals Nederlanders, Indonesiërs, wij en zij.
Er zal met name op contrastering worden gelet omdat door het vergelijken van twee
culturele normen, cultureel begrip kan worden nagestreefd. Toch kan er met alleen
generalisatie en perspectiveren eventueel ook gecontrasteerd worden afhankelijk van de
context. Zonder een duidelijke context kunnen deze vormen slechts als oordeel of vooroordeel
worden opgevat en vallen zij volgens de onderzoeker niet onder het drie stappen plan van ten
Thije (2006).
4.4 Validiteit en decentring
Door de deductieve aard van de inhoudsanalyse en het afbakenen van de categorieën wordt de
validiteit van de analyse nagestreefd. Hetzelfde is gebeurd bij de perspectiefanalyse. Omdat er
eerder niet binnen een schriftelijk corpus naar een vorm van cultureel perspectiveren is
gezocht is deze methode nog vrij experimenteel. Toch is er vanuit de verwachting dat er een
heldere duiding zal plaatsvinden van de stappen gekozen voor een a priori aanpak. Dit houdt
in dat alle onderzochte sleutelelementen van te voren zijn bepaald en gedefinieerd zoals in 4.3
is aangegeven.
27
Decentring van de onderzoeker heeft met name plaats gevonden door met de
begeleider strikt na te gaan wat wel een niet onderzocht wordt. Ook zijn de artikelen in de
eerste plaats alleen bekeken op de aanwezigheid van de sleutelelementen. Inhoudelijk begrip
werd pas nagestreefd in de tijdens de perspectiefanalyse. Dit gebeurde wel pas nadat bewijzen
van een van de drie stappen werden gevonden door de aanwezigheid van bepaalde woorden.
28
Resultaten
5. Resultaten inhouds- en perspectiefanalyse
Aan het begin van de inhoudsanalyse zijn de schriftelijke corpussen geheel in kaart gebracht
door het noteren van externe gegevens die van belang zijn voor de analyse. Hierna is een
inhoudsanalyse uitgevoerd op basis van de deelvragen en tevens een perspectiefanalyse. Hier
kwamen de volgende resultaten uit.
5.1 Externe kenmerken corpus
Voor de inhoudsanalyse plaatsvindt zijn alle externe kenmerken van het corpus nagegaan. Een
aantal kenmerken worden weergegeven omdat zij mogelijk relevant zijn voor de verdere
analyse. (1) De aard van het artikel: opinie, nieuws of achtergrondartikel. De aard van het
artikel is bepaald aan de hand van de perspectieven. Alleen de journalist/redactie is opinie,
gereflecteerde perspectieven zijn nieuws, en een combinatie van gecreëerde en gereflecteerde
perspectieven zijn achtergrondartikelen. Denk hierbij aan rapportages. (2) Een ander kenmerk
is de geschiedenis: voor- of na-geschiedeis. Dit houdt in dat het artikel voor of na het excuus
is verschenen en staat gelijk aan de eerste en tweede crisis zoals beschreven door Kampf
(2009). (3) Als laatste wordt de autoriteit of aard van de verschillende perspectiefdragers
weergegeven.
Externe kenmerken 1995
Het corpus uit 1995 bestaat uit een totaal van 43 artikelen. 31 van het totaal zijn
nieuwsartikelen, 10 opinie en twee zijn achtergrondartikelen. 72 Procent van het aantal
artikelen bestaat uit nieuws, 23 procent bestaat uit opinie en 5 procent van het totaal bestaat
uit achtergrondartikelen.
Van deze artikelen is 23 procent tijdens voorgeschiedenis gepubliceerd en daarmee 77
procent tijdens de nageschiedenis. Het merendeel is dus na het excuus van Beatrix in 1995
verschenen (zie Bijlage 1.1).
29
Grafiek 1 toont de perspectieven die gecreëerd en gereflecteerd worden in het corpus.
De meeste perspectieven zijn afkomstig van politici en de overheid, respectievelijk gevolgd
door journalisten en redactie, andere algemene perspectieven, organisaties, historici en als
laatste de ooggetuigen. Het totaal aantal relevante perspectieven komt uit op 131 (zie Bijlage
1.2).
Grafiek 1: perspectieven media excuus discours 1995 (N=131)
51%
5%1%
18%
10%
15%
Beatrix, 1995
Politici/overheidHistoriciOoggetuigenJournalist/redactieOrganisatiesAnder
Externe kenmerken 2011-2013
Van de periodes 2011 en 2013 zijn totaal 49 artikelen verzameld. 37 van de artikelen zijn
nieuwsartikelen, 3 zijn opinie en 9 zijn achtergrondartikelen. Dit betekent dat 76 procent van
het totaal nieuwsartikelen zijn, slechts 6 procent opinie en 18 procent achtergrondartikelen.
Van deze artikelen is 57 procent in de voorgeschiedenis van het excuus gepubliceerd
en 43 procent in de nageschiedenis. Over de excuses aan Rawagede en Sulawesi is het meest
geschreven voordat de betreffende excuses hadden plaatsgevonden (zie Bijlage 2.1).
In grafiek 2 zijn de perspectieven die in de artikelen uit 2011 en 2013 naar voren
kwamen geduid. Het grootste aantal perspectieven is afkomstig van politici en de overheid.
Hierop volgen journalisten en redactie, ooggetuigen, organisaties en andere diverse
perspectieven met als laatste de perspectieven van historici. Het totaal aantal relevante
perspectieven komt uit op 124 (zie Bijlage 2.2).
30
Grafiek 2: perspectieven media excuus discours 2011-2013 (N=124)
35%
8%
16%
18%
11%
11%
Rawagede -Sulawesi, 2011-2013
Politici/overheidHistoriciOoggetuigenJournalist/redactieOrganisatiesAnder
5.2 Inhoudsanalyse
In de Inhoudsanalyse zijn stap voor stap in elk artikel de verschillende sleutelelementen van
de analyse nagegaan. Per perspectief is gekeken naar het gebruik van verba sentiendi en
culturele afkomst, referentiewoorden en de kwalificatie van excuses.
Culturele afkomst en verba sentiendi
In het onderzoek is gekeken in hoeverre er verba sentiendi bij perspectieven van Nederlandse
en Indonesische afkomst worden gebruikt in de corpussen uit 1995 en uit 2011 en 2013. Dit
zijn gevoels- en gedachtenwoorden die op empathie voor het gereflecteerde perspectief
kunnen wijzen (Graumann, 1992).
In het corpus uit 1995 zijn 78 van de 131 perspectieven van gereflecteerde
perspectieven van Nederlandse origine. 37 van de perspectieven zijn van Indonesische
afkomst en vier van andere nationaliteiten. Bij 68 procent van de Nederlandse perspectieven
31
is er gebruik gemaakt van gedachten- en gevoelswoorden. Bij 62 procent van de Indonesische
perspectieven worden deze woorden gebruikt (zie Bijlage 1.2).
Tijdens de periodes 2011 en 2013 zijn 82 van de 124 perspectieven gereflecteerde
perspectieven van Nederlandse aard. 31 van de perspectieven komen van Indonesiërs en 5 van
een andere nationaliteit.
Bij de Nederlandse perspectieven worden bij 33 procent van de perspectieven verba
sentiendi gebruikt. Bij de Indonesische perspectieven worden deze woorden in 68 procent van
de perspectieven gebruikt (zie Bijlage 2.2).
Voorbeelden van veel gebruikte verba sentiendi oftewel gedachten- en
gevoelswoorden zijn: vinden, denken, willen en hopen. Ook kwamen teleurgesteld zijn en
blij zijn veel voor.
In grafiek drie is een duidelijke vergelijking te zien tussen de twee periodes en het
gebruik van verba sentiendi bij verschillende culturele perspectieven.
Grafiek 3: vergelijkingsdiagram verba sentiendi en cultureel perspectief
(1995: N=78 en N=37, 2011-2013 N=82 en N=31)
1995 2011-2013
68
33
6268
Verba sentiendi per cultureel perspectiefNederlands Indonesisch
Kwalificatie excuus bij voor- en nageschiedenis
Zoals eerder is aangegeven worden excuses, afhankelijk van de aanwezigheid van
bijvoeglijke voornaamwoorden, woorden van ontkenning en naamwoordelijke gezegdes per
perspectief aangeduid als positief, negatief of neutraal. Er wordt gekeken in hoeverre deze
32
oordelen verschillen in de voor- en nageschiedenis van het excuus in 1995 en in 2011 en
2013.
In 1995 bevatten 129 van de 131 relevante perspectieven een kwalificatie van de
excuses aan Indonesië. 65 hiervan zijn positief, 46 negatief en 17 neutraal. In de
voorgeschiedenis worden 15 van de 128 perspectieven gebruikt. 33 procent hiervan zijn
positief, 33 procent negatief en 33 procent neutraal. In de nageschiedenis is er een totaal van
114 perspectieven. 53 procent van de perspectieven is positief, 36 procent is negatief en 11
procent is neutraal (zie Bijlage 1.2).
Tabel 2: kwalificatie excuus 1995Positief Negatief Neutraal
Voorgeschiedenis N=15
33,3% 33,3% 33,3%
NageschiedenisN= 114
53% 36% 11%
In het corpus van 2011 en 2013 bevatten 80 van de 124 perspectieven een kwalificatie van de
excuses. 48 hiervan zijn positief, 20 negatief en 12 neutraal. In de voorgeschiedenis zijn er in
totaal 43 perspectieven die de excuses beoordelen. 63 procent is positief, 16 procent negatief
en 21 procent neutraal. 37 van de 80 perspectieven komen uit de nageschiedenis. 57 procent
van de perspectieven is positief, 35 procent negatief en 8 procent neutraal (zie Bijlage 2.2).
Tabel 3: kwalificatie excuus 2011-2013Positief Negatief Neutraal
VoorgeschiedenisN=43
63% 16% 21%
NageschiedenisN=37
57% 35% 8%
Oordeel journalisten/redactie
Er is gekeken naar het oordeel van de journalisten met betrekking tot de excuses. Hierbij geldt
dezelfde indeling: positief, negatief en neutraal. Zo kan worden weergegeven hoe de media
zelf het excuus discours vormgeven. Het gaat hierbij dus om alle gecreëerde perspectieven in
de opiniërende artikelen.
In 1995 zijn er totaal 12 beoordelingen van het excuus. 2 hiervan zijn positief en uit de
tweede crisis, 7 negatief en uit de tweede crisis en 3 neutraal waarvan een afkomstig uit de
eerste crisis. In 2011-2013 zijn er maar 3 beoordelingen van journalisten. 2 hiervan zijn
33
positief en afkomstig uit de eerste crisis en 1 is neutraal en afkomstig uit de tweede crisis
(zie Bijlages 1.2 en 2.2).
Tabel 4: oordeel journalisten excuses 1995 en 2011-2013Positief Negatief Neutraal
1995N=12
17% 58% 25%
2011-2013N=3
66,6% 0% 33%
Referentiewoorden
Zoals eerder geduid zijn alle synoniemen, hyponiemen en hyperoniemen van de woorden
‘politionele acties’ en ‘excessen’ per periode en per perspectief genoteerd. De verschillende
woorden zijn opgeschreven en er is aangegeven hoe vaak de betreffende referentie in de
perspectieven voorkwam. Met behulp van deze woorden wordt gepoogd een concreter zicht
op de beeldvorming te krijgen die met de excuses gepaard gaat.
In het corpus van 1995 zijn er 13 referenties aan de ‘politionele acties’ gevonden. In
de 131 perspectieven wordt er 49 keer aan de acties gerefereerd.
Van de periodes 2011 en 2013 zijn er in totaal 35 verschillende referentiewoorden van
‘politionele acties’ gevonden. In totaal wordt er in de 124 perspectieven 41 keer aan
gerefereerd.
Tabel 5: referentiewoorden van ‘politionele acties’ in 1995 en 2011-2013
Referentiewoorden ‘Politionele acties’
1995 Politionele acties (14), Nederlands optreden na het uitroepen van de Indonesische onafhankelijkheid van 1945 (5), dekolonisatieproces (2), verloren koloniale veldtochten,optreden van de Nederlandse troepen, Nederlands militaire optreden in Nederlands Indië,Nederlands optreden, bloedige herfsttij van het Nederlands kolonialisme, de strijd na 1945, bloedige breuk met de voormalige kolonie in 1945, de periode 1945-1949, koloniale oorlog (2), Indonesische vrijheidsstrijd, onafhankelijkheidsstrijd
2011-2013 Politionele acties (7), bittere strijd, eufemistisch 'de politionele acties', Indonesische onafhankelijkheidsoorlog, koloniale oorlog (13), politionele acties tijdens de onafhankelijkheidsoorlog, Indonesische onafhankelijkheidsoorlog (4),verhullende term politionele acties, eerste 'politionele actie', Nederlands militair optreden, oorlogsverleden, periode van dekolonisatie, dekolonisatie, Nederlands militaire optreden, Nederlandse aanwezigheid in Indonesië, Nederlands militaire optreden,militair optreden in de periode tussen 1945 en 1949, zogeheten politionele acties (2), oorlog in Indië, grote oorlog, guerrillaoorlog, vuile oorlog, zinloze oorlog, oorlog, Nederlands militaire optreden in Rawagede, strijd, Nederlandse actie, postkoloniale
34
oorlog, bloedige strijd, bloedige oorlog, militair optreden in de periode tussen 1945 en 1949, guerrilla
In het corpus uit 1995 wordt er slechts in 7 van de 131 perspectieven aan het woord
‘excessen’ gerefereerd. Er zijn in totaal 5 verschillende referentiewoorden gevonden.
In het corpus van de periodes 2011 en 2013 zijn er in totaal 44 verschillende
referentiewoorden van ‘excessen’ gevonden. Deze referenties komen in 81 van de 124
relevante perspectieven voor.
Tabel 6: referentiewoorden van ‘excessen’ in 1995 en 2011-2013
Referentiewoorden ‘Excessen’
1995 Excessen, de rol van de Nederlandse troepen in Indonesië, oorlogsmisdaden,Nederlandse wandaden in Indië, wandaden (2), massaslachting
2011-2013Slachting (5), oorlogsmisdaad (2), wandaden (5), moordpartij (2), de actie van de Nederlandse militairen, bloedbad (10), oorlogsmisdrijf (2), standrechtelijke executie(s) (16), standrechtelijke massaexecuties (2), oorlogsmisdaden en excessen,oorlogsmisdaden (7), moord(en) (6), beestachtig gedrag, koloniale wandaden,,misdrijven, vermoord (3), massa-executie, bloedbaden (2), lukrake executies,Nederlandse massa-executies, oorlogsmisdrijven (5), doodgeschoten (4), massamoorden, executies door Nederlandse militairen, excessen (4), executie(s) (7),acties, doodseskaders, standrechtelijk geëxecuteerd (4), exces', oorlogsmisdaden,, doodscho(o)t(en) (3), de daden (2), bruut en ongeoorloofd geweld, oorlogsdaden,optreden van Nederlandse militairen in Rawagede, doodden, optreden van Nederlandse militairen, gedood, moordpartijen, misdaden (2), misstanden, moorden, zinloze moorden
5.3 Interculturele perspectiefanalyse
Met behulp van de aangegeven contrast- en perspectiefmarkeerders zijn de stappen
generalisatie, perpectivering en contrastering geïnventariseerd binnen het schriftelijk excuus
discours in 1995 en 2011-2013. Deze stappen hebben volgens de theorie van Ten Thije (2006)
het doel cultureel begrip te creëren tussen twee verschillende landen of nationaliteiten.
In het corpus van 1995 zijn er in totaal 28 generalisaties, 16 vormen van
perspectivering en 12 vormen van contrastering gevonden. In 11 gevallen was er sprake van
de drie complete stappen. In totaal kwam in 29 gevallen een van de stappen volgens de theorie
van Ten Thije (2006) voor (zie Bijlage 1.3).
35
In de artikelen uit de periodes 2011 en 2013 zijn 16 generalisaties gevonden, 21
gevallen van perspectivering en 18 gevallen van contrastering. In 26 gevallen kwam een van
de stappen voor. 7 hiervan bevatten alle drie de stappen uit de theorie (zie Bijlage 2.3).
Tabel 7: onderdelen perspectiefanalyse
Generalisatie Perspectivering Contrastering Totaal/compleet1995 28 16 12 29/112011-2013 16 21 18 26/7
36
Discussie
6. Verklaring en interpretatie
Aan de hand van de deelvragen zal worden geprobeerd de resultaten te interpreteren en te
verklaren. Vooraf zullen kort de kenmerken van het corpus beschouwd worden. Als laatste
zullen de meest opvallende verschillen tussen beide corpussen behandeld worden om te kijken
in hoeverre het excuus discours in Nederland rond de kwestie Indonesië na één generatie is
veranderd.
6.1 De deelvragen
Aan de hand van de eerste vijf deelvragen is geprobeerd zicht te krijgen op de perspectieven
binnen het schriftelijke discours over de diplomatieke excuses aan Indonesië en de
beeldvorming die zij voortbrengen over het verleden tussen Nederland en Indonesië, en dan
met name de politionele acties en de daden die tijdens deze acties plaatsvonden.
De kenmerken
Opvallend aan de kenmerken is dat de corpussen uit beide periode op het gebied van autoriteit
grotendeels dezelfde opbouw hebben (zie grafieken 1 en 2). Het discours dat de journalisten
weergeven wordt voornamelijk verwoord door politici. Journalisten zelf komen op de tweede
plaats. Zoals al bleek (Kampf, 2009) zijn het meestal invloedrijke mensen die de agenda van
het excuus discours bepalen. Het is wel belangrijk te realiseren dat hetzelfde perspectief van
politici in verschillende artikelen herhaald wordt. Journalisten daarentegen hebben per artikel
authentieke meningen waaraan meestal het hele of een groot deel van het opinie- of
achtergrondartikel is gewijd. Ook de mening van ooggetuigen maakt uit. Hier was
daarentegen een groot verschil tussen in beide periodes. Er zal daar verder op worden
ingegaan bij de uitwerking van deelvraag 1.
Tevens opvallend is het verschil tussen de opbouw van de geschiedenis van de
artikelen uit beide periodes. In het corpus van 1995 was de voorgeschiedenis van het excuus
significant minder aanzienlijk dan de nageschiedenis (23% voorgeschiedenis versus 77%
nageschiedenis). In het corpus uit 2011-2013 was de opbouw gelijker (57 voorgeschiedenis
versus 42& nageschiedenis). De enorme verdeeldheid waar Beunders (2002) over sprak uitte
37
zich dan ook voornamelijk in de evaluatieve fase. Dit kan er mee samenhangen dat men niet
wist wat te verwachten. Het was de eerste voorzichtige stap richting Indonesië na een
problematische periode van diplomatieke onenigheid. Daarnaast was het diplomatieke excuus
in Nederland toen nog vrij onbekend. In het tweede corpus wist men al beter waar men op
kon anticiperen. Het feit dat het discours de media al bekender was kan ook een reden zijn
waarom er in het corpus 2011-2013 aanzienlijk minder opinie artikelen zijn. Ook het feit dat
het excuus discours in 2011 is overgenomen door het juridisch domein kan een goede reden
zijn voor de beperktheid van de opinie van de media in de latere fases. Zoals al bleek had deze
verandering mogelijk slechte gevolgen voor de proactiviteit van de staat (Luttikhuis, 2014),
maar dus tevens voor de opinie in het discours van de media.
Deelvraag 1
Is er een verband tussen de culturele afkomst van het perspectief en het gebruik van verba
sentiendi?
Er is uiteindelijk geen duidelijk verband gevonden tussen culturele afkomst en het gebruik
van verba sentiendi -woorden zoals denken, hopen en willen- in de perspectieven die
gereflecteerd worden door de media en wijzen op empathie voor de gereflecteerde
perspectieven (Graumann, 1992). In 1995 was het gebruik van deze woorden gelijk verdeeld
over de Nederlandse en Indonesische perspectieven. Er is dus geen neiging om meer empathie
te voelen voor andere culturele perspectieven. Wel is er een redelijk verschil gevonden in het
gebruik van verba sentiendi bij culturele perspectieven tussen beide periodes. In 2011-2013
werden bij de Indonesische perspectieven aanzienlijk meer verba sentiendi gebruikt dan bij de
Nederlandse perspectieven.
Toen dit nader werd bezien bleek dit samen te hangen met de aard van het autoriteit
perspectief van de ooggetuigen. Onder deze categorie vielen veteranen van beide kanten,
slachtoffers van politionele acties en de familieleden. In het eerste corpus was er maar één
perspectief van een ooggetuige en deze was Nederlands: een slachtoffer van de Bersiap. In het
corpus 2011-2013 waren er veel meer gereflecteerde perspectieven van ooggetuigen. Dit
waren voornamelijk Indonesische familieleden van de slachtoffers van Rawagede en
Sulawesi. Bijna al deze perspectieven bevatten verba sentiendi. Dit sluit aan bij de neiging om
bij slachtoffer en dader perspectieven verba sentiendi te gebruiken (Graumann, 1992). Hoewel
de gereflecteerde perspectieven van Nederlandse veteranen ook verba sentiendi bevatten
waren deze zo beperkt aanwezig (zie Bijlage 2.2) dat er niks gezegd kan worden over
38
verschillen dus Nederlanders en Indonesiërs. In het excuus discours zijn dit daders en
slachtoffers.
In het discours van de officiële excuses in 2011 en 2013 waren de ontvangers van de
excuses al veel specifieker en juridisch bepaald (Luttikhuis, 2014). Dit had waarschijnlijk de
grote aanwezigheid van het perspectief ooggetuigen tot gevolg wat leidde tot het gebruik van
meer verba sentiendi en dus meer empathie tegenover de Indonesische slachtoffer
perspectieven door de journalisten.
Deelvraag 2
Hoe wordt het excuus beoordeeld door de perspectieven in de voor- en nageschiedenis de
taalhandeling?
In het excuus discours van 1995 blijkt de verdeeldheid over de nood van excuses (Beunders,
2002) uit de opbouw van de voorgeschiedenis. Dit is de fase waarbij de behoefte aan excuses
wordt bediscussieerd, bekend als de eerste crisis. Zowel positieve, negatieve en neutrale
houdingen tegenover het excuus worden behandeld in deze fase (zie Bijlage 1.2). De
uiteindelijke excuses van Beatrix worden in de nageschiedenis grotendeels positief
beoordeeld, toch werd er ook wel degelijk negatief over geschreven. Hoewel er dus in de
nageschiedenis een sterker beeld over het excuus word verschaft is het discours nog steeds
zeer verdeeld (zie Bijlage 2.2).
In het discours uit het corpus van 2011-2013 zijn de houdingen in de voorgeschiedenis
van het excuus al veel positiever. Het feit dat mensen wisten wat te verwachten en dat het de
eerste officiële excuses waren (Luttikhuis, 2014) kan hierbij van belang zijn. Helaas is er na
de uitvoering nauwelijks verschil in de houdingen. De uitvoering van de excuses droeg niet
bij aan het veranderen van de mening. Het feit dat een minder relevantie gezagsdrager, de
Nederlandse ambassadeur, in plaats van een minister, koningin of premier in beide gevallen
het excuus maakte (Luttikhuis, 2014) kan het uiteindelijke symbolische en het inhoudelijke
belang van de excuses bij de perspectieven hebben verminderd. Tevens kan de juridische aard
van de excuses een rol hebben gespeeld. De dwang tot excuses kan een beeld van
onoprechtheid van de inhoud van het excuus hebben veroorzaakt (Jones, 2011).
Het diplomatieke excuus blijft na een generatie dus controversieel en een bron van
nieuwe crises in de media. Deze blijven een sfeer van verdeeldheid weergeven.
39
Deelvraag 3
Hoe beoordelen journalisten de excuses in het discours?
In het corpus 1995 domineerden de journalisten de nageschiedenis van het excuus van Beatrix
aan Indonesië met een behoorlijk negatieve houding. De meest voorname reden hiervoor was
de voorzichtige aard van haar speech die de journalisten niet ver genoeg ging. Zij wilden
duidelijkere excuses. Dit leidde tot titels als ‘zorgvuldig en voorzichtig’ in Trouw en ‘Bleke
toespraak’ in de Volkskrant (zie Bijlage 1.1). Zoals Kampf (2009) beschreef nemen de
journalisten echt de rol in van actoren in het excuus discours. Hun ontevredenheid en kritiek
is tevens een confrontatie met de overheid om echte excuses aan te gaan bieden.
Deze wens kwam uit tijdens de officiële excuses in 2011 en 2013 (Luttikhuis, 2014).
De rol van actor in het discours verdween hierbij grotendeels ook. Slechts drie perspectieven
van journalisten benoemden de excuses alleen positief in de voorgeschiedenis. De inhoudelijk
waarde van het excuus werd niet meer bekeken in de nageschiedenis. Het was dus niet van
belang of het excuus oprecht was. In hoeverre dit komt door de overname van het discours
door het juridische domein, of door het feit dat de journalisten tevreden zijn met de officiële
excuses is onduidelijk. Een nieuw excuus aan Indonesië is nodig om te zien of de journalisten
hun rol als actoren weer op zich nemen en hun opinie willen delen.
Deelvraag 4
Hoe wordt aan de relevante gebeurtenissen, ‘excessen’ en ‘politionele acties’, gerefereerd in
het excuus discours?
In het corpus van 1995 wordt naast de traditionele benoeming ‘politionele acties’ vaak op een
omslachtige, soms vage manier naar deze tijdsperiode verwezen. De termen als ‘het optreden’
en ‘de strijd na 1945’ of het vage ‘de bloedige herfsttij’ geven niet meer prijs dan het woord
‘politionele acties’ zelf. Dit duidt op een zekere voorzichtigheid waarmee in perspectieven
met de geschiedenis wordt om gegaan.
Ook het frequent gebruik van het woord ‘koloniaal’ bij referenties naar de ‘politionele
acties’ is opvallend. Het was geen oorlog, maar een ‘koloniale oorlog’, en de ‘verloren
koloniale veldtochten’ (zie Bijlage 1.2). Het wijst op een traditioneel beeld van Indonesië als
oude kolonie ondanks het feit dat het al decennia een soevereine staat is. Het duidt op een
dominant Nederlands perspectief wat nog weinig oog heeft voor de blik van de Indonesiërs
zoals Schulte Nordholt al aangaf (Meijer, 1995). Referenties naar het woord ‘excessen’ waren
40
in het corpus van 1995 schaars, maar waren ook niet kritisch van aard. Het benoemen van
deze problematiek was dus ook nog niet een kwestie. Wederom een teken van voorzichtigheid
van de media. De rol van de veteranen kan hierbij belangrijk geweest zijn. Hun gevoelige
aanwezigheid in het excuus discours met betrekking tot Indonesië heeft lang voor een
voorzichtige houding gezorgd, ook bij de media (Kromhout, 2000).
In het corpus van 2011-2013 is er sprake van een toename van referenties naar zowel
de ‘politionele acties’ als de ‘excessen’. De excuses waren in dit geval wel concreter met een
duidelijke verklaring van schuldige en slachtoffer binnen het juridisch domein (Luttikhuis,
2014). Dit geeft mogelijk meer vrijheid bij de interpretatie van de geschiedkundige feiten en
de nieuwe slachtoffer perspectieven die het excuus discours voortbrengt.
Het traditionele perspectief dat het ‘koloniale’ benadrukt en woorden als ‘politionele
acties en ‘excessen’ gebruikt, is nog steeds aanwezig. Toch is de blik een stuk verdeelder en
kritisch. Zo wordt de term ‘politionele acties’ bewust kritisch genoteerd als ‘de zogenoemde
politionele acties’ en ‘een eufemistische term’. Ook de introductie van termen als ‘zinloze
oorlog’, ‘guerrilla’ en frequenter gebruik van het woord ‘onafhankelijkheidsoorlog’ geven een
nieuw zicht op het verleden. Ook bij referenties naar de ‘excessen’ is er sprake van een
enorme diversiteit. Van ‘misstanden’ en ‘standrechtelijke executies’ naar ‘oorlogsmisdaden’
en ‘beestachtig gedrag’.
Het is duidelijk dat er in het corpus van 2011-2013 een veel meer divers beeld
geschetst wordt met behulp van referentiewoorden dan in het corpus van 1995. Het feit dat er
meer referenties lijken te zijn dan perspectieven geeft blijk van een creatief auteurschap van
de journalisten bij het reflecteren van de perspectieven van de oorspronkelijke spreker
(Goffman, 1981). Maar door de diversiteit is het niet duidelijk welk beeld volgens de
journalisten het best bij het Nederlandse lezer perspectief past. Dit geeft aan dat het excuus
discours over excuses van Nederland aan Indonesië over de daden van de strijdkrachten nog
lang niet bepaald is (zie Bijlage 2.2).
Deelvraag 5
Wat voor perspectiefverschuivingen vinden er plaats zoals beschreven door ten Thije (2006)
om cultureel begrip te bevorderen?
In de corpussen van 1995 en 2011-2013 waren de perspectiverende stappen volgens de theorie
van ten Thije (2006) redelijk schaars aanwezig. Wel hadden de stappen in beide periodes
opvallende vormen. De stappen zijn als volgend ingedeeld: de generalisatie of ook wel de
41
presentatie van een culturele norm of verwachting. De perspectivering is de cultuur waarop
deze norm of verwachting van toepassing is. Als laatste wordt er een norm gepresenteerd door
de spreker die hier tegen in gaat die zijn of haar cultuur representeert.
In 1995 waren het met name de perspectieven van de Nederlandse koningin Beatrix en
de Indonesische premier Soeharto die met elkaar gecontrasteerd werden. Zowel intra- als
intertekstueel. Dit houdt in dat journalisten zowel in hun eigen tekst soms de perspectieven
contrasteerden, maar ook er voor kozen een van de perspectieven uit te werken als een reactie
op een ander artikel. Hieruit kon tevens de sociale agenda van de journalist naar voren komen
doordat hier betrokkenheid uit bleek bij een bepaalde culturele partij (Liebes and Kampf,
2009).
De kwestie was in hoeverre landen zich met elkaars binnenlandse aangelegenheden
mogen bemoeien. Beatrix die met haar voorzichtige excuses het diplomatieke klimaat tussen
de landen probeerde te verbeteren (Oostindie en Schulte Nordholt, 2006) kon niet te kritisch
zijn. Beatrix, 1995 (Trouw, 22-08-1995, zie Bijlage 1.1, nr. 12) :
Beatrix probeert in haar speech begrip te krijgen voor de betrokkenheid van Nederland op het
gebied van mensenrechten. De generalisatie wordt gepresenteerd als gedeelde culturele norm.
Zij contrasteert dit met het hebben van een gesprek over fundamentele rechten. Uit de context
van het artikel blijkt dat dit over mensenrechten gaat. Zij wil hiermee aantonen dat deze twee
normen niet tegen elkaar ingaan en zo cultureel begrip bevorderen. De rede van Beatrix werd
dan weer gecontrasteerd met die van Soeharto, 1995:
Generalisatie:
‘We moeten respect hebben voor verschillende tradities en gewoonten’
Perspectivering:
(Over geschonden mensenrechten in Indonesië)
Contrastering:
‘Dit betekent echter niet dat wij geen gesprek kunnen aangaan over fundamentele
rechten en waarden die de leden van de wereldgemeenschap hebben vastgelegd’
42
Doordat Soeharto slechts alleen een generalisatie naar voren brengt blijkt dat hij van
Nederland, dat gerepresenteerd wordt door Beatrix, alleen culturele aanpassing aan de normen
verwacht en geen cultureel begrip probeert te bevorderen.
Dit werd dan weer benadrukt door de ontkenning van enige relevante band met Nederland.
Het Indonesisch perspectief werd dan ook als volgt gepresenteerd (Trouw, 22-08-1995, zie
Bijlage 1.3 nr.13):
Bijna alle stappen die tot doel hebben cultureel begrip te creëren leggen de nadruk op het feit
dat in tegenstelling tot Nederland, Indonesië geen band heeft/voelt met Nederland. Ze zijn een
vrije, soevereine staat als alle anderen. Soeharto contrasteert de verwachtingen van Nederland
en Indonesië.
In het corpus van 2011-2013 wordt de perspectivering vooral gebruikt om kritiek te
uiten op de Nederlandse en Indonesische culturen. De nadruk wordt gelegd op het feit dat
beide landen weigeren naar hun eigen geschiedenis te kijken terwijl andere landen dit wel
doen.
Generalisatie:
‘Excuses veronderstellen een emotionele band.’
Perspectivering:
‘Voor Indonesië is ons land een land geworden als alle andere.’
Contrastering:
‘Daar is geen sprake meer van.’
Generalisatie:
‘Landen moeten wederzijds respect hebben en zich niet mengen in binnenlandse
zaken’
43
(Volkskrant, 17-07-2011, zie Bijlage 2.3):
Er wordt een algemene verwachting beschreven tegenover andere culturen die Nederland zelf
niet nakomt. In dit geval zijn de normen of verwachtingen in de generalisatie en contrastering
beide Nederlands. Ze worden zo gecontrasteerd dat hieruit naar voren komt dat er sprake is
van inconsistentie en hypocrisie. De normen die een land van andere landen eist moet het ook
zelf nakomen. Indonesië krijgt vergelijkbare kritiek (Ben Bot in AD, 12-09-2013, zie Bijlage
2.3):
Indirect benoemt Ben Bot hier de onwil van Indonesië om naar de eigen fouten te kijken in
tegenstelling tot de Nederlanders. Beide citaten staan eigenlijk in tegenstelling tot elkaar. Het
ene perspectief waardeert de Nederlandse excuses en stelt deze tegenover Indonesië terwijl de
ander de moeite waarmee de excuses worden gedaan benoemt in tegenstelling tot andere
landen. Beide perspectiveringen hebben een geheel andere horizon (Graumann, 1992).
Generalisatie:
‘Het zit in de aard van het Nederlandse volk om onze zonden te belijden.’
Perspectivering
‘De Indonesische regering stelt ook geen prijs op een nieuwe spijtbetuiging’.
Contrastering
‘Het dwingt Indonesië om ook in de spiegel te kijken’.
Generalisatie:
‘We eisen excuus en schadevergoeding van andere volkeren.’
Perspectivering:
‘Nederland meet met twee maten.’
Contrastering:
‘Maar willen niet naar de negatieve kant van de eigen koloniale geschiedenis
kijken.’
44
Indirect betreffen deze stappen het excuus discours. De een wil het beëindigen, terwijl de
ander het niet ver genoeg vindt gaan en meer verwacht van de Nederlandse staat.
Waar het in de stappen van ten Thije (2006) in het corpus van 1995 nog ging om het
weergeven van verhoudingen en het aanmoedigen van begrip voor de culturen, lijkt het in
2011-2013 meer om begrip te gaan voor het excuus discours zelf en de culturele gepastheid
van dit discours. In 1995 gaan de journalisten inhoudelijk in op wat er gezegd wordt en wat
dit betekend voor beide culturen. Beatrix probeert normen juist samen te brengen terwijl
Soeharto indirect beweert dat dit onmogelijk is door een band met Nederland geheel te
ontkennen. In 2011-2013 gaat het vooral om de vraag in hoeverre het zin heeft om excuses
aan Indonesië aan te bieden. Doen we het niet, dan gaan we in tegen onze eigen normen.
Doen we het wel dan dringen wij een land normen op die zij niet bezitten. Beide zijn
verschillende argumenten vanuit twee zeer verschillende perspectieven.
6.2 Verschillen in beeldvorming rond excuses in 1995 en 2011-2013
Hoe is het excuus discours nou precies veranderd na een generatie en wat zijn de gevolgen
hiervan voor de beeldvorming? De verschillen worden hieronder duidelijk weergegeven om
deze vraag te kunnen beantwoorden.
- Het discours is in 2011-2013 een is aanzienlijk concreter geworden door het juridisch
aanwijzen van dader en slachtoffer. Dit heeft een toename van nieuwe Indonesische
slachtoffer perspectieven tot gevolg die de empathie voor het Indonesische perspectief
doen toenemen door het veelvuldig gebruik van verba sentiendi in deze perspectieven.
- In het schriftelijk corpus van 2011-2013 is het oordeel over excuses overwegend
positief en minder verdeeld in de voorgeschiedenis van het excuus dan in 1995. In
1995 had de uiteindelijke uitvoer van het excuus alleen veel meer effect op de
oordelen van de perspectieven in de nageschiedenis dan in 2011-2013. Die bleven
vrijwel hetzelfde, en het discours blijft dus controversieel. Ook na de uitvoer van
officiële excuses. De verplaatsing van het discours naar het juridisch domein kan
hierbij een belangrijke rol spelen. De journalist verliest zijn invloed als sociale actor
om het discours nog te beïnvloeden omdat dit nu bepaald wordt door de rechtelijke
macht. Over de inhoudelijke waarde kan hij dan ook nog weinig inbrengen omdat het
een verplichte handeling is. Alleen over het belang van het excuus en de uitspraak van
de rechter kan hij nog eventueel wat inbrengen.
45
- De opinie van journalisten gaat in het corpus van 1995 van verdeeld naar overwegend
negatief. De journalisten nemen hun rol als actor in het sociale drama van
verontschuldigen (Kampf, 2009) serieus en moedigen aan tot meer concrete excuses.
In 2011-2013 is er nauwelijks meer sprake van deze rol. Journalisten discussiëren wel
in de eerste crisis, maar van evaluatie in de tweede crisis is geen sprake.
- De referentiewoorden gaan van een meer traditioneel Nederlands perspectief in 1995
naar een verdeeld enigszins chaotisch perspectief in het corpus van 2011-2013. Er lijkt
geen eenduidige blik te zijn bij het benoemen van de politionele acties en de excessen.
Wel zijn journalisten kritisch bij het gebruik van de diplomatieke term ‘politionele
acties.’
- Waar het in 1995 om cultureel begrip ging tussen Nederland en Indonesië en de
diplomatieke verhoudingen, zo ging het in het corpus van 2011-2013 meer om het
creëren van begrip voor het excuus zelf. Uit de perspectivering volgens de stappen van
ten Thije (2006) blijkt dat daar geen duidelijke overeenstemming over is. Er worden
zowel argumenten voor als tegen excuses aan Indonesië naar voren gebracht door het
contrasteren van culturele normen.
46
Conclusie
7. Leren omgaan met het verleden: Nederland en Indonesië
Na jarenlang een Nederlandse kolonie te zijn geweest, werd Indië een bron van onrust en
onzekerheid aan het eind van de tweede wereldoorlog. Indonesische nationalisten verklaarden
Indonesië in 1945 onafhankelijk zonder instemming van Nederland. Dit had de politionele
acties tot gevolg. Deze acties in 1947 en 1949 hadden tot doel de rust en overheersing van de
Nederlanders te herstellen. Deze periodes waren uiteindelijk veel gewelddadiger dan de
Nederlanders voorzien hadden, met het uiteindelijke begin van een soeverein Indonesië tot
gevolg met het verdrag van Lingadjati in 1949. Toch kon Nederland haar oude kolonie nooit
goed loslaten. Ondanks blijvende interventies van de Nederlandse staat in Indonesië duurde
het tot 1969 totdat Nederland ging reflecteren op de gebeurtenissen tijdens de politionele
acties met het opstellen van een excessennota. Hoewel er gesproken werd van ‘excessen’ door
de Nederlandse strijdkrachten was er niet genoeg bewijs voor systematisch geweld en werd er
niet langer naar deze daden gekeken. Pas in 1995 tijdens de heruitgave van de excessennota
en een staatbezoek aan Indonesië sprak de Nederlandse koningin, Beatrix voor het eerst
voorzichtig excuses uit tegenover de Indonesische staat voor de houding en het gedrag van de
Nederlanders in de naoorlogse periode. Er was een nieuw tijdperk aangebroken waarin
internationaal veelvuldig excuses werden aangeboden voor daden uit het verleden. Het excuus
is een bijzondere diplomatieke taalhandeling met een transnationaal karakter die relaties kan
reconstrueren en verhoudingen tussen landen kan verbeteren. De Nederlanders waren alleen
sceptisch tegenover deze taalhandeling en het duurde tot 2011 voordat er voor het eerst
officieel excuses werden aangeboden voor de daden van de Nederlandse strijdkrachten aan
het Indonesische dopje Rawagede en nogmaals aan Zuid-Sulawesi in 2013. Dit gebeurde wel
pas nadat er juridische stappen waren ondernomen door het comité Nederlandse Ereschulden.
Deze excuses aan Indonesië, waar bijna een generatie tussen zit, doen de vraag
oprijzen in hoeverre deze bijzondere taalhandeling van invloed is op de manier waarop
Nederlanders de gebeurtenissen tijdens de politionele acties in Indonesië beschouwen. Het
bleek dat journalisten een belangrijke rol innemen als sociale actoren binnen het discours rond
deze excuses dat uit meerdere stappen bestaat. Zo wordt eerst een overtreding als zodanig
aangewezen waarna er een crisis ontstaat en men er over uit moet komen in hoeverre excuses
nodig zijn. Na de uitvoer van excuses kan er een tweede crisis ontstaan als het excuus niet
47
voldoende blijkt en wordt de overtreder wel of niet terug opgenomen in de sociale structuur.
Dit is de nageschiedenis van een excuus. De stappen volgen zo een patroon dat volgens de
functionele pragmatiek als een taalhandelingspatroon kan worden gezien. Elke taalhandeling
heeft een doel en beïnvloedt zo de werkelijkheid. Om dit tot stand te brengen volgt het een
patroon dat uiteindelijk een bepaald resultaat oplevert. Het sociale drama van
verontschuldigen kan als een taalhandelingpatroon gezien worden rondom die leidt tot de
uitvoer van publieke excuses. Deze taalhandeling bestaat zelf uit een aantal stappen, maar dus
ook uit stappen voor- en na de uitvoer. Dit wordt ook wel de voor- en nageschiedenis van de
taalhandeling genoemd.
Met de focus op beide crises, en daarmee de voor- en nageschiedenis van diplomatieke
excuses werd er een corpus opgesteld en gekeken wat voor beeldvorming er is rond de
excuses in 1995 en 2011 en 2013 met betrekking tot de daden van de strijdkrachten tijdens de
politionele acties, in de schriftelijke media.
Beide corpussen bestonden grotendeels uit de perspectieven van politici en
journalisten. Dit zijn dan ook partijen die veel zeggenschap hebben op het gebied van
diplomatieke excuses in schriftelijke artikelen in de media. Waarschijnlijk omdat het
excuusdiscours in 1995 nog vrij nieuw was werd er vooral in de nageschiedenis van de
excuses veel over geschreven. In 2011 en 2013 verschenen er in beide fases ongeveer
evenveel artikelen.
Het bleek dat de beeldvorming wel degelijk is veranderd na een generatie. Excuses
zijn in de juridisch afgedwongen officiële excuses in 2011 en 2013 concreter geworden in
termen van dader en slachtoffer wat zorgde voor de introductie van belangrijke nieuwe
culturele perspectieven van Indonesische slachtoffers die weer een nieuwe visie gaven op de
gebeurtenissen tijdens de politionele acties. Dit bevorderde empathie voor het Indonesische
perspectief. Er werden in deze periode veel meer gevoels- en gedachtenwoorden zoals hopen,
denken en vinden bij de Indonesische perspectieven gezien. De controversie van de excuses
zelf is alleen niet minder geworden. Hoewel de meeste perspectieven in de voorgeschiedenis
van de excuses wel positief staan tegenover de komst van een excuus was in beide periodes de
komst van het excuus niet voldoende voor een doorslaggevend positief of negatief oordeel.
Het oordeel van de journalisten vond in 1995 voornamelijk plaats tijdens de
nageschiedenis. Er werd negatief geoordeeld over de inhoud van de speech van Nederland,
die als te voorzichtig werd beschouwd. Deze sterke evaluatieve rol van de journalisten was er
in de periode 2011-2013 niet meer. Een belangrijke reden hiervoor kan de juridisering van het
48
discours zijn en de mindere status van de Nederlandse ambassadeur in Indonesië vergeleken
met Beatrix.
De journalisten lieten deze verdeeldheid over de daden van de strijdkrachten tijdens de
politionele acties blijken door vele verschillende perspectieven aan hun lezer voor te leggen
met behulp van referentiewoorden. In 2011 en 2013 is het traditionele Nederlandse koloniale
perspectief niet meer een voor de hand liggende bron, terwijl de beeldvorming in 1995 een
sterke koloniale focus had door het veelvuldig gebruik van de term ‘koloniaal’. Ook lijkt er
eindelijk een begin te zijn van beeldvorming over de betekenis van diplomatieke excuses voor
de Nederlandse cultuur. Alleen tot welke landen Nederland zich moeten verhouden lijkt in dit
geval nog onduidelijk. Moeten we net als Duitsland trouw aan vergangenheidbewältigung
doen en onze fouten erkennen, of kunnen we net als Indonesië het verleden beter achter ons
laten?
De excuses aan Indonesië blijven in Nederland een controversieel onderwerp maar
langzaam leren we naar het verleden te kijken en hiermee om te gaan. Het kan nog vele jaren
of misschien nog wel decennia duren voordat er consensus bereikt wordt over de gepaste
beeldvorming rond de daden van de Nederlandse strijdkrachten tijdens de politionele acties.
Hoeveel excuses hiervoor nodig zijn zal moeten blijken.
7.1 Voorstel voor verder onderzoek
In dit onderzoek is er maar naar een beperkt aantal eigenschappen gekeken die van belang
kunnen zijn voor beeldvorming in de media rond excuses. Naast autoriteit van het perspectief,
bijvoeglijke naamwoorden, ontkennen, naamwoordelijk gezegden, verba sentiendi en
referenties zijn er mogelijk nog vele andere relevante sleutelelementen die onderzoek
behoeven. Het is een redelijk nieuw onderzoek en als het om het effect van diplomatieke
excuses op de beeldvorming gaat zullen er nog vele nieuwe onderzoeken moeten komen. Ook
kon er helaas door beperkingen van de onderzoeker geen onderzoek gedaan worden naar
beeldvorming binnen Indonesië zelf. Zij spreekt de taal niet. Uit het onderzoek bleek wel dat
er verschillende houdingen waren vanuit Indonesische perspectieven in het Nederlandse
corpus, maar hierover was niet genoeg informatie beschikbaar om conclusies uit te kunnen
trekken. Hier is zeker meer onderzoek naar nodig, en het zou ook meer kunnen zeggen over
de mogelijk transnationale aard van diplomatieke excuses.
49
Ook is er in het onderzoek niet gekeken naar de houdingen van de verschillende
kranten. Het kan zeer goed per politieke- of geloofsovertuiging verschillen hoe er naar de
excuses gekeken wordt. In dit onderzoek is alleen een globaal beeld gegeven van de
beeldvorming binnen alle schriftelijke media bronnen. Ook hier is zeker meer onderzoek
nodig.
Als laatste hoopt de onderzoeker dat er vaker onderzoek zal plaatsvinden nadat er
meer diplomatieke excuses zijn gemaakt door de Nederlandse staat om te kijken of en hoe de
Nederlanders deze bijzondere taalhandeling een plaats kunnen geven binnen hun cultuur.
Bij al deze onderzoeken naar beeldvorming is het wel van belang te realiseren dat alles wat
geschreven wordt onderhevig is aan beeldvorming en ook weer nieuwe beeldvorming
voortbrengt. Een kritische blik blijft dan ook van belang.
50
Literatuur
Bennett C. (2008). The Apology Ritual: A Philosophical Theory of Punishment. Cambridge:
Cambridge University Press.
Beunders, H. (2002). De politiek van schuld, boete en vergeving. Huilende politici, eisende
slachtoffers en de excuuscultuur. In Beunders, H. (Eds.). Publieke tranen. De drijfveren van
de emotiecultuur. Amsterdam: Uitgeverij Contact.
Blum-Kulka, S. and Olshtain E. (1984). Requests and Apologies. A Cross-Cultural Study of
Speech Act Realization Patterns. Applied linguistics. Vol 5(3), p. 196-213.
Bolivar, D., Aertsen I. and Vanfraechem, I. (2013). The Ritual of Apology and Restorative
Justice: Exploring the Victim’s Perspective. In Segaert, B., Cuypers D., Janssen, D. and
Haers, J. (Eds.). Public Apology between Ritual and Regret. Amsterdam/New York: Rodopi.
Bührig, K. (1994). Reformulierende Handlungen. Zur Analyse sprachlicher
Adaptierungsprozesse in Institutioneller Kommunikation. Tübingen: Narr.
Ehlich, K. (2007). Sprache und sprachliches Handeln. Band 1. Berlin/New York: De Gruyter.
Ehlich, K. (2010). Transnationaliteit: Europese talen, literaturen en culturen in het perspectief
van een postnationale horizon. Internationale Neerlandistiek. Vol. 48(4), p. 11-21.
Garschagen, M. (12-03-2015). Nederland moet betalen aan kinderen van geëxecuteerde
Indonesiërs. Als er bewijs is. In: NRC. Reportage, p. 4.
Cottle, S. (2006). Mediatized rituals: beyond manufacturing consent. Media, Culture and
Society. Vol 28(3), p. 411-432.
Goffman, E. (1981). Footings. In Goffman, E. (Eds.). Forms of talk (pp. 124-159).
Philadelpia: University of Pennsylvania Press.
51
Graumann, C. F. (1992). Speaking and Understanding from Viewpoint: Studies in
Perspectivity. In: Semin, G. R. and Fiedler, K. (Eds.). Interaction and Social Cognition (pp.
237-255). London: Sage.
Helm, R. van der (2009). De taal van de diplomaat. Onze Taal. Nr. 9, p. 228-231.
Jones, S. (2011). Apology diplomancy: justice for all? Discussion papers in diplomacy. Nr.
122, p. 1-33.
Kampf, Z. and Löwenheim, N. (2012). Rituals of apology in the international arena. Security
Dialogue, Vol. 43(1), p. 43-60.
Kampf, Z. (2009). Journalists as actors in social dramas of apologies. Journalism: Theory,
practice & Criticism. Vol 12(1), p. 71-87.
Kertzer, D. (1988). Ritual, Politics, and Power. New Haven, CT: Yale University Press.
Kromhout, B. (2000). Bedenkelijke zelfcensuur. In: Historisch Nieuwsblad. Nr. 4
Liebes, T. and Kampf, Z. (2009). Performance Journalism: The Case of Media’s Coverage of
War and Terror. The communication review. Vol. 12, p. 239-249.
Luttikhuis, B. (2014). Juridisch afgedwongen excuses. Rawagedeh, Zuid-Celebes en de
Nederlandse terughoudendheid. Low Coutries Historical Review. Vol. 129(4), p. 92-105.
Macnamara, J. (2003). Media content analysis: Its uses; benefits and best practice
methodology. Asia Pacific Public Relations Journal. Vol. 6(1), p. 1-34.
Meijer, R. (1995). Oost-Indisch doof. Het Nederlandse debat over de dekolonisatie van
Indonesië. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker.
Oostindie, G. en Schulte Nordholt, H. (2006). Nederland en zijn koloniale verleden.
Moeizame overgang van dekolonisatie naar buitenlands beleid. Internationale Spectator. Jrg.
60(11), p. 573-577.
52
Oostindie, G. (2010). Postkoloniaal Nederland. Vijfenzestigjaar vergeten, herdenken,
verdringen. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker.
Searle, J. R. (1976). A Classification of Illocutionary Acts. Language in Society. Vol 5(1), p.
1-23.
Ten Thije, J.D. (2006). Notions of perspective and perspectivising in intercultural
communication research. In K. Bührig and Thije, J.D. ten. (Eds.) Beyond Misunderstanding.
The linguistic analysis of intercultural communication (pp. 97 – 153). Amsterdam:
Benjamins.
Velden, D. Van (1982). Nederlands-Indië gedurende de tweede wereldoorlog. Velden, D. van
(Eds.) Algemene geschiedenis der Nederlanden. Haarlem: Fibula- Van Dishoeck.
Internet:
https://onzetaal.nl/taaladvies/advies/zelfstandig-naamwoord bezocht op 25-03-2015
https://onzetaal.nl/taaladvies/advies/gezegde bezocht op 20-07-2015
53
54
Bijlage 1.1: 1995 kenmerken
Krant Titel Datum Woorden Type Sectie pre/post excuus Fase
1 NRC Reacties op rede Beatrix in Jakarta overwegend goed
23-08-95 735 Nieuws Binnenland Post Tweede crisis
2 NRC Grote partijen positief over
Indonesische rede
22-08-95 438 Nieuws Binnenland Post Tweede crisis
3 NRC Instemming en teleurstelling na tafelrede Beatrix
22-08-95 452 Nieuws Voorpagina Post Tweede crisis
4 NRC Troonrede in de tropen
22-08-95 605 Opinie Pagina 7 Post Tweede crisis
5 NRC Indonesië acht excuses Nederland
niet nodig
17-07-95 312 Nieuws Voorpagina Pre Eerste crisis
6 Volkskrant GroenLinks mist expliciete excuses voor Nederlands
optreden in Indonesië. Grote fractie blij met rede Beatrix
22-08-95 470 Nieuws Pagina 15 Post Tweede crisis
7 Volkskrant Beatrix 'droevig' over littekens dekolonisatie
22-08-95 689 Opinie Pagina 9 Post Tweede crisis
8 Volkskrant Indonesië vraagt Beatrix niet om
excuses
17-07-95 247 Nieuws Pagina 3 Pre Eerste crisis
9 Volkskrant Volgens enquête willen meeste Indonesiërs excuses van
Beatrix 'komst koningin brengt
polemiek met zich mee'
21-08-95 711 Achtergrondartikel Pagina 7 Pre Eerste crisis
10 Volkskrant Vergeven en vergeten
21-08-95 844 Opinie Pagina 17 Pre Eerste crisis
11 Volkskrant Bleke toespraak 22-08-95 433 Opinie Pagina 13 Post Tweede crisis
55
12 Trouw Koningin Beatrix laat in tafelrede
excuses over late erkenning
onafhankelijkheid achterwege
22-08-95 1151 Achtergrondartikel Pagina 1 Post Tweede crisis
13 Trouw Zorgvuldig en voorzichtig
22-08-95 732 Opinie x Post Tweede crisis
14 Trouw Een 'evenwichtige' rede
22-08-95 613 Nieuws x Post Tweede crisis
15 ANP Dagbladen: toespraak Beatrix
bleek en voorzichtig
22-08-95 533 Nieuws Binnenland Post Tweede crisis
16 ANP Beatrix hoefde ook geen excuses aan
te bieden
23-08-95 440 Nieuws Buitenland Post Tweede crisis
17 ANP Indonesië zoekt geen
verontschuldigingen van koningin
Beatrix
16-07-95 546 Nieuws Buitenland Pre Eerste crisis
18 ANP Prof. Hueting: spitsroeden lopen
in toespraak koningin
21-08-95 320 Nieuws Buitenland Post Tweede crisis
19 ANP Toespraak koningin Beatrix bevatte geen stof
tot opwinding
21-08-95 786 Opinie Buitenland Post Tweede crisis
20 ANP Politiek Den Haag ingenomen met
rede Beatrix
21-08-95 1226 Nieuws Buitenland Post Tweede crisis
21 ANP Soeharto duidelijker dan
Beatrix
21-08-95 1066 Opinie Buitenland Post Tweede crisis
22 ANP "Vergeven, maar niet vergeten"
21-08-95 666 Nieuws Buitenland Pre Eerste crisis
23 ANP Verdeelde reacties in Jakarta op rede
Beatrix
21-08-95 693 Nieuws Buitenland Post Tweede crisis
24 Regionaal Partijen zijn tevreden over rede
22-08-95 358 Nieuws Pagina 3 Post Tweede crisis
56
koningin25 Regionaal Verhuld excuus
aan Indonesië - 'Hoffelijke'
toespraak koningin
22-08-95 720 Opinie Pagina 1 Post Tweede crisis
26 Regionaal Politiek Den Haag ingenomen met
rede Beatrix
22-08-95 707 Nieuws Pagina 1 Post Tweede crisis
27 Regionaal Indonesische pers ook tevreden -
Rede van Beatrix goed ontvangen
23-08-95 694 Nieuws Pagina 3 Post Tweede crisis
28 Regionaal Nederlandse politiek tevreden over toespraak
koningin, Jakarta onbewogen - geen
excuses aan Indonesië
22-08-95 774 Nieuws Pagina 1 Post Tweede crisis
29 Regionaal Budiardjo: Nederland moet
zijn fouten erkennen
15-08-95 774 Nieuws Pagina 2 Pre Eerste crisis
30 Regionaal Geen excuus van koningin Beatrix:
Echtpaar Bodenstaff ervoer terreur zelf; ' de terroristen van
Soekarno gingen echt als beesten
tekeer'
19-08-95 667 Nieuws Pagina 13 Pre Eerste crisis
31 Regionaal Verdeelde reacties in Indonesië op
toespraak Beatrix - Verhuld excuus aan Indonesië
22-08-95 800 Nieuws Pagina 1 Post Tweede crisis
32 Regionaal Spitsroeden lopen' gaat koningin
tijdens staatsbezoek goed af - Rede Beatrix
bekoort bijna
22-08-95 1774 Nieuws Pagina 4 Post Tweede crisis
57
iedereen33 Het Parool Kamer noemt rede
vorstin evenwichtig
22-08-95 246 Nieuws Pagina 3 Post Tweede crisis
34 Het Parool Teleurstelling na toespraak
22-08-95 1093 Nieuws Pagina 3 Post Tweede crisis
35 Het Parool Veteranen: excuses aan Indonesië zijn
waanzin
07-07-95 318 Nieuws Pagina 3 Pre Eerste crisis
36 Het Parool Helft publiek tegen excuus aan Indonesië
10-07-95 183 Nieuws Pagina 3 Pre Eerste crisis
37 Het Parool Jakarta vraagt niet om excuses
17-07-95 242 Nieuws Pagina 3 Pre Eerste crisis
38 Het Parool VRIJ, ONVERVEERD - Diplomatieke rede
22-08-95 446 Opinie Pagina 7 Post Tweede crisis
39 AD Rede van vorstin valt alleen
GroenLinks tegen
22-08-95 364 Nieuws Pagina 5 Post Tweede crisis
40 AD Een derde Nederlanders: excuses aan Indonesië
10-07-95 205 Nieuws Pagina 5 Pre Eerste crisis
41 Het financieele dagblad
Geen excuses bij staatbezoek
22-08-95 287 Opinie Pagina 1 Post Tweede crisis
42 De Telegraaf Verdeelde reacties in Jakarta op rede
koningin
22-08-95 x Nieuws x Post Tweede crisis
43 De Telegraaf Koningin: 'Droevig om zo veel pijn'
22-08-95 x Nieuws x Post Tweede crisis
Bijlage 1.2: 1995 inhoudsanalyse
Nr. Krant Perspectief Vertelvorm
Autoriteit Cultuur
Verba sentie
ndi
Ref' politionele acties' Ref 'exces'
PK excuus
NK excuus
Neutraal excuus
1 NRC Alatas 3 MinBuza IND ja x2 NRC Wallage 3 Politicus NED Ja Dekolonisatieproces x
2 NRC Rosenmoller 3 Politicus NED Ja Nederlandse optreden na uitroepen Indonesische onafhankelijkheid
x
3 NRC Rosenmoller 3 Politicus NED Ja Nederlandse optreden na uitroepen Indonesische x
58
onafhankelijkheid3 NRC Wallage 3 Politicus NED Ja x
3 NRC Muskens 3 Bisschop NED Ja x
3 NRC Riessen 3 Vice-voorzitter kerkraad
NED Ja x
3 NRC Kousbroek 3 Schrijver NED Ja x
3 NRC Hueting 3 Historicus NED Ja Politionele acties Oorlogsmisdaden x
4 NRC NRC av Journalist NED Ja Politionele acties
5 NRC Nederlanders
3 Bevolking NED Ja x x
6 Volkskrant
Heerma 3 Politicus NED Ja x
6 Volkskrant
Rosenmoller 3 Politicus NED Ja Nederlandse optreden na uitroepen Indonesische onafhankelijkheid
x
6 Volkskrant
Jakarta 3 Voorzitter organisatie generatie
IND Ja x
6 Volkskrant
Soebadio 3 Oud-minister sociale zaken
IND Ja x
9 Volkskrant
Forum 3 Progressief weekblad IND Ja Politionele acties x
10 Volkskrant
Schuyt 1 Journalist NED Ja Politionele acties Excessen x
11 Volkskrant
Volkskrant av Journalist NED Ja Bloedige herfsttij van het Nederlandse kolonialisme, verloren koloniale veldtochten
x
12 Trouw Politieke partijen
3 Politici NED Ja x
12 Trouw GroenLinks 3 Politici NED Ja Koloniale oorlog x
12 Trouw Tutuhatunewa
3 Leider Molukse republiek IB
ANDER
Ja x
14 Trouw Bolkenstein 3 Politicus NED Ja Politionele acties x
14 Trouw Rosenmoller 3 Politicus NED Ja x
14 Trouw Tutuhatunewa
3 en 1 Leider Molukse republiek IB
ANDER
Ja x
15 ANP Volkskrant 3 Krant NED Ja Bloedige herfsttij van het Nederlandse kolonialisme
x
15 ANP Trouw 3 Krant NED Ja x
15 ANP AD 3 Krant NED Ja
16 ANP Jakarta Post 3 Krant IND Ja x
59
16 ANP Amien Rais 3 Specialist internationale verhoudingen
IND Ja x
16 ANP Rudini 3 Minister IND Ja x
18 ANP Hueting 3 en 1 Historicus NED Ja De rol van de Nederlandse troepen
x
20 ANP Rosenmoller 3 Politici NED Ja x
20 ANP Metiary 3 Leider Molukse republiek IB
ANDER
Ja x
20 ANP Jakarta 3 Voorzitter organisatie generatie
IND Ja x
20 ANP Princen 3 Activist IND Ja x
20 ANP Soebadio 3 MinBuza IND Ja x
20 ANP Hueting 3 Historicus NED Ja Optreden Nederlandse troepen
20 ANP Bolkenstein 3 Politici NED Ja Politionele acties x
21 ANP ANP av Persbureau NED Ja Politionele acties x
22 ANP Jakarta Post 3 Krant IND Ja Politionele acties x
23 ANP Tadjoenin 3 Leider Molukse republiek IB
IND Ja x
23 ANP Princen 3 Activist IND Ja x x
24 Regionaal
GroenLinks 3 Politici NED Ja Nederlandse optreden tijdens de politionele acties x
24 Regionaal
Wallage 3 Politicus NED Ja x
24 Regionaal
Heerma 3 Politicus NED Ja x
24 Regionaal
Wolffensperger
3 Politicus NED Ja x
24 Regionaal
Jakarta 3 Voorzitter organisatie generatie
IND Ja x
26 Regionaal
Wallage 3 Politicus NED Ja Dekolonisatieproces x
26 Regionaal
Heerma 3 Politicus NED Ja Politionele acties x
26 Regionaal
Bolkenstein 3 Politicus NED Ja Politionele acties x
26 Regionaal
Wolffensperger
3 Politicus NED Ja x
26 Region Rosenmoller 3 Politicus NED Ja Nederlandse optreden na uitroepen Indonesische x
60
aal onafhankelijkheid27 Region
aalVan Mierlo zegslieden
3 Politici NED ja x
27 Regionaal
Indonesische pers
3 Krant IND Ja x
28 Regionaal
Fractievoorzitters
3 Politici NED Ja x
28 Regionaal
GroenLinks 3 Politici NED Ja Politionele acties x
29 Regionaal
Budiardjo 3 Secretaris Indonesië Lingadjati
IND Ja Politionele acties x
30 Regionaal
Echtpaar Bodenstaff
3 en 1 Slachtoffer Bersiap NED Ja x
31 Regionaal
Jakarta 3 Voorzitter organisatie generatie
IND Ja x
31 Regionaal
Princen 3 Activist IND Ja x
32 Regionaal
GroenLinks 3 Politici NED Ja Politionele acties x
32 Regionaal
Wallage 3 Politicus NED Ja x
32 Regionaal
Bolkenstein 3 Politicus NED Ja Politionele acties x
32 Regionaal
Heerma 3 Politicus NED Ja x
32 Regionaal
Hueting 3 Historicus NED Ja Strijd na 1945 x
32 Regionaal
Jakarta 3 Voorzitter organisatie generatie
ANDER
Ja x x
32 Regionaal
Princen 3 Activist IND Ja x
33 Het Parool
Rosenmoller 3 Politicus NED Ja Koloniale oorlog x
33 Het Parool
Bolkenstein 3 Politicus NED Ja x
33 Het Parool
Wolffensperger
3 Politicus NED Ja x
34 Het Parool
Tamara 3 Hoofdredacteur krant IND Ja de periode 1954-1949 x
34 Het Parool
Isak 3 Hoofdredacteur krant IND Ja x
35 Het Parool
Meines 3 Voorzitter veteranenplatform
NED Ja Politionele acties Wandaden
x
61
35 Het Parool
Muskes 3 Bisschop NED Ja Politionele acties
36 Het Parool
Nederlanders
3 Bevolking NED Ja Politionele acties x x
38 Het Parool
Het Parool av Journalist NED Ja x
39 AD Bolkenstein 3 Politicus NED Ja Onafhankelijkheidsstrijd, koloniale oorlogen Wandaden
x
39 AD Wallage 3 Politicus NED Ja x
39 AD Wolffensperger
3 Politicus NED Ja x
39 AD Heerma 3 Politicus NED Ja x
39 AD GroenLinks 3 Politicus NED Ja Nederlandse optreden na uitroepen Indonesische onafhankelijkheid
x
40 AD Nederlanders
3 Bevolking NED Ja Politionele acties x x
42 De Telegr
aaf
Tadjoenin 3 Voorzitter organisatie generatie
IND Ja x
42 De Telegr
aaf
Princen 3 Activist IND Ja x
Totaal 34 5 40 36 9
1.1.3 Bijlage: 1995 perspectiefanalyse
Nr. Krant Generalisering Perspectivering Contrastering
1 NRC Koningin geeft blijk van bewogenheid hoog tijd dat Indonesiërs gaan denken over hun eigen zonden
maar van een dergelijke reflectie blijkt nog niets
12 Trouw Over een dergelijk excuus wordt in Nederland veel gesproken
In Indonesië vrijwel niet
12 Trouw Dat het Nederlands koloniaal bestuur goed was voor beide partijen Weinig aandacht voor verlangen onafhankelijkheid Indonesische bevolking
12 Trouw We moeten respect hebben voor verschillende tradities en gewoonten
In Indonesië schending mensenrechten Wel gesprek over fundamentele rechten en waarden
13 Trouw Indonesiërs houden heel erg van hun vrijheid
13 Trouw Er is een lange historische band Indonesië en Nederland staan op een nieuwe grondslag tegenover elkaar
Niet op alle punten dezelfde visie
62
13 Trouw Excuses veronderstellen emotionele band Voor Indonesië is ons land een land geworden als alle andere
Daar is geen sprake meer van
16 ANP Uitblijven excuses en erkenning tekent arrogantie Nederlanders
17 ANP Indonesië koestert geen wrok tegen zijn vroegere koloniale heerser
Beatrix is welkom op alle festiviteiten
18 ANP Alle naties moeten een relatie ontwikkelen gebaseerd op wederzijds respect van elkaars soevereiniteit
18 ANP Indonesiërs houden van hun vrijheid Net als Nederlanders
18 ANP Het Nederlandse volk bewondert Willem van Oranje al groot vrijheidsstrijder
Wij zijn trots op onze bekende en onbekende helden
19 ANP Alles uit die periode is vergeven, zij het niet vergeten Indonesiërs zijn een vergevingsgezind volk
25 Regionaal Onze twee landen houden van vrijheid
25 Regionaal Landen moeten wederzijds respect hebben en zich niet inmengen in binnenlandse zaken
28 Regionaal Landen moeten wederzijds respect hebben en zich niet inmengen in binnenlandse zaken
29 Regionaal De problemen die Nederland met zijn koloniale verleden heeft zijn begrijpelijk
Wij Indonesiërs hebben gewonnen We denken er niet meer zo over na
20 Regionaal In Nederland vonden velen dat Indië was verkwanseld In Indonesië wilde men volledige onafhankelijkheid en niets anders
31 Regionaal Landen moeten wederzijds respect hebben en zich niet inmengen in binnenlandse zaken
32 Regionaal Koningin moest spitsroeden lopen In eerste plaats voor Nederlanders
34 Het Parool Dat is toch niet meer dan billijk De Nederlanders hebben zelf verontschuldigingen geëist
Waarom niet die grootheid tegenover Indonesië?
34 Het Parool We moeten respect hebben voor verschillende tradities en gewoonten Wel gesprek over fundamentele rechten en waarden
34 Het Parool Landen moeten wederzijds respect hebben en zich niet inmengen in binnenlandse zaken
37 Het Parool Wij zullen niet vragen om een verontschuldiging
38 Het Parool Indonesië zit niet te wachten op excuses Nadruk op soevereiniteit en niet-inmenging
39 AD Indonesië zal nooit maar een land worden
41 Het Financieele dagblad
Alle naties moeten een relatie ontwikkelen gebaseerd op wederzijds respect van elkaars soevereiniteit
63
43 Telegraaf Dat het Nederlands koloniaal bestuur goed was voor beide partijen Weinig aandacht voor verlangen onafhankelijkheid Indonesische bevolking
43 Telegraaf Landen moeten wederzijds respect hebben en zich niet inmengen in binnenlandse zaken
Totaal 28 16 12
Bijlage 2.1: 2011-2013 kenmerken
Nr. Krant Titel Datum Woorden Type Sectie pre/post excuus Fase
1 NRC Excuses staat voor slachting in Rawagede
05-12-11 481 Nieuws Pagina 1 Pre Eerste crisis
2 NRC Mijn broer en mijn oom zijn
doodgeschoten en ik krijg niks;
Nederland biedt na 64 jaar excuses
aan voor bloedbad Indonesisch dorp
Rawagede; ambassadeur
bezoekt nabestaanden
09-12-11 1252 Achtergrondartikel Pagina 8 Post Tweede crisis
3 NRC Excuses én 180.000 euro voor
431 doden
09-12-11 921 Achtergrondartikel Pagina 3 pre Eerste crisis
4 NRC Weduwen Sulawesi krijgen
twee ton en excuses
09-08-13 388 Nieuws Pagina 6 Pre Eerste crisis
5 NRC Breeduit sorry zeggen is nog een
stap te ver; Nederlandse
ambassadeur reist naar Zuid-
Sulawesi om spijt over executies te
20-08-13 845 Achtergrondartikel Binnenland Pre Eerste crisis
64
betuigen6 NRC VVD tegen
ruimhartige excuses voor geweld Indië; Spijtbetuiging
Rutte in Jakarta onwaarschijnlijk
20-08-13 378 Nieuws Pagina 6 Pre Eerste crisis
7 NRC Indonesië excuses voor executies
militairen
12-09-13 114 Nieuws Pagina 8 Post Tweede crisis
8 De Volkskrant Je kunt het verleden niet
vergeten; interview Koos van Dam - oud ambassadeur in
Indonesië
17-09-11 751 Nieuws Pagina 11 Pre Eerste crisis
9 De Volkskrant Excuses aan nabestaanden
Rawagede
06-12-11 624 Nieuws Pagina 9 Pre Eerste crisis
10 De Volkskrant Weduwen glunderen, zij
hebben Nederland verslagen.
Rapportage nabestaanden
bloedbad Rawagede krijgen
excuses
10-12-11 551 Nieuws Pagina 15 Pre Eerste crisis
11 De Volkskrant Sorry 07-09-13 590 Opinie Pagina 2 Pre Eerste crisis
12 De Volkskrant Onzin dat idee van collectieve schuld'
12-09-13 1317 Nieuws Pagina 13 Pre Eerste crisis
13 Trouw Weduwen Rawagedeh blij
met excuses
06-12-11 356 Nieuws Pagina 9 Pre Eerste crisis
14 Trouw Excuses voor tragedie
Rawagede
10-12-11 539 Nieuws Pagina 8 Pre Eerste crisis
15 Trouw Excuses klinken weinig oprecht
07-09-13 765 Opinie Pagina 24 Pre Eerste crisis
16 Trouw Excuses en erkenning
16-09-13 428 Opinie Pagina 23 Post Tweede crisis
65
wandaden in Indonesië komen
op valreep17 Trouw Snel excuses voor
executies in voormalig
Nederlands-Indië
31-08-13 253 Nieuws Pagina 11 Pre Eerste crisis
18 ANP Ambassadeur maakt excuses over Rawagede
09-12-11 345 Nieuws Binnenland Post Tweede crisis
19 ANP Schadevergoeding en excuses voor
weduwen
26-04-13 211 Nieuws Binnenland Pre Eerste crisis
20 ANP Nederland betuigt spijt executies
Indonesië
30-08-13 228 Nieuws Binnenland Pre Eerste crisis
21 ANP Indonesië moet excuses Nederland
weigeren
05-09-13 266 Nieuws Buitenland Pre Eerste crisis
22 ANP Excuses tijdens herdenking bloedbad
Rawagede
08-12-11 187 Nieuws Binnenland Pre Eerste crisis
23 ANP Veel Indiëveteranen
niet blij met excuses
12-09-13 299 Nieuws Binnenland Post Tweede crisis
24 ANP Verdeelde reacties op excuses aan
Indonesië
12-09-13 411 Nieuws Binnenland Post Tweede crisis
25 ANP Nederland: excuses voor
executies Indonesië
12-09-13 107 Nieuws Binnenland Post Tweede crisis
26 ANP SP verheugd over excuses Rawagede
05-12-11 174 Nieuws Binnenland Pre Eerste crisis
27 ANP Stichting Rawagede blij met
excuses
05-12-11 124 Nieuws Binnenland Pre Eerste crisis
28 ND Treurige geschiedenis krijgt
een nobel einde
27-04-13 870 Achtergrondartikel X Pre Eerste crisis
29 ND Nederlandse 31-08-13 266 Nieuws X Pre Eerste crisis
66
excuses aan Indonesië
30 Vrij Nederland Excuses 10-12-11 170 Nieuws Pagina 7 Post Tweede crisis
31 Regionaal Eindelijk excuses voor nabestaanden
Rawagede
10-12-11 444 Achtergrondartikel Pagina 4 Post Tweede crisis
32 Regionaal Sulawesi wil dezelfde excuses
als Rawagede
08-05-13 304 Nieuws X Pre Eerste crisis
33 Regionaal Moeizame excuses 07-09-13 105 Achtergrondartikel X Pre Eerste crisis
34 Regionaal Historische excuses voor
executies Indië
11-09-13 411 Achtergrondartikel X Post Tweede crisis
35 Regionaal Westerling-methode' blijft
pijn doen
12-09-13 955 Nieuws Pagina 6 Post Tweede crisis
36 Regionaal Excuses divers ontvangen
13-09-13 409 Nieuws X Post Tweede crisis
37 Regionaal Verdeelde reacties op excuses
13-09-13 294 Nieuws X Post Tweede crisis
38 Regionaal Excuses executies in Indië
31-08-13 206 Nieuws X Pre Eerste crisis
39 Regionaal Nederland betuigt spijt voor
executies in Indonesië
31-08-13 240 Nieuws Pagina 6 Pre Eerste crisis
40 Regionaal Excuses voor Nederlandse
oorlogsmisdaden begaan in
Indonesië zijn schijnheilig
12-09-13 796 Nieuws Pagina 10 Post Tweede crisis
41 Het Parool Eindelijk excuses voor bloedbad
09-12-11 339 Nieuws Pagina 3 Post Tweede crisis
42 Het Parool Excuses voor executies tijdens koloniale oorlog
12-09-13 334 Nieuws Pagina 2 Post Tweede crisis
43 Het Parool Spijt of excuses 12-09-13 190 Nieuws Pagina 2 Post Tweede crisis
44 AD Eindelijk gerechtigheid voor
volk van Rawagede
10-09-11 982 Achtergrondartikel Pagina 15 Post Tweede crisis
67
45 AD Worden dit de laatste excuses?
12-09-13 1521 Achtergrondartikel Pagina 8 Post Tweede crisis
46 De Telegraaf Indonesië hoeft geen excuses
22-08-13 218 Nieuws Pagina 1 Pre Eerste crisis
47 Reformatorisch Dagblad
Stilte rond excuses Nederland
12-09-13 577 Nieuws Pagina 7 Post Tweede crisis
48 Reformatorisch Dagblad
Verdeelde reacties op excuses
13-09-13 509 Nieuws Pagina 4 Post Tweede crisis
49 Reformatorisch Dagblad
Excuses aan weduwen Indonesië
31-08-13 116 Nieuws Pagina 1 Pre Eerste crisis
Bijlage 2.2: 2011-2013 inhoudsanalyse
Nr. Krant Perspectief Vertelvorm Autoriteit Cultuur Verb. Sentiendi
Ref. Politionele
acties
Ref. Exces PK excuus NK excuus Neutraal excuus
1 NRC NRC Av Krant NED Nee Slachting, oorlogsmisd
aad, wandaden
x
1 NRC Zegveld 3 Advocaat NED Nee Wandaden x
1 NRC Rosenthal 3 Minister BuZa
NED Nee x
2 NRC Hupkes Av Journalist NED Nee Moordpartij
2 NRC Budi 3 Familie slachtoffer
IND Ja x
2 NRC Kok 3 Oud premier NED Nee Politionele acties, bittere
strijd3 NRC van Outeren Av Journalist NED Nee eufemistisch
'de politionele
acties'
De actie van de
Nederlandse militairen, bloedbad,
oorlogsmisdrijf, slachting
x
4 NRC BuZa 3 Ministerie NED nee Indonesische onafhankelijkheidsoorlog
standrechtelijke executie
4 NRC Zegveld 3 Advocaat NED Ja Koloniale oorlog
wandaden x
68
5 NRC van Outeren Av Journalist NED Nee Bloedbad, standrechtelijk
e massaexecutie
s5 NRC Han ten
Broeke3 VVD tweede
kamerlidNED Ja x x
5 NRC van Dam 3 Voormalig ambassadeur
NED Ja x
5 NRC Sulawesi 3 Indonesië IND Ja Politionele acties tijdens
de onafhankelijkheidsoorlog
x
6 NRC Han ten Broeke
3 VVD tweede kamerlid
NED Nee Koloniale oorlog
Standrechtelijke
massaexecuties
x
6 NRC Timmermans 3 Minister BuZa
NED Ja x
7 NRC De Zwaan 3 Regering NED Nee Indonesische onafhankelijkheidsoorlog
Standrechtelijke executies
8 NRC van Dam 3 Voormalig ambassadeur
NED Ja Indonesische onafhankelijkheidsoorlog
, (verhullende
term) politionele
acties
Bloedbad, oorlogsmisd
aden en excessen
x
9 De Volkskrant
De Volkskrant
av Krant NED Nee Oorlogsmisdaden,
oorlogsmisdrijf
9 De Volkskrant
Rosenthal 3 Minister BuZa
NED Nee x
9 De Volkskrant
Den Haag 3 Rechtbank NED Nee Slachting
9 De Volkskrant
Internationaal
3 Wereld Ander Nee Oorlogsmisdaad
10 De Volkskrant
Maas av Krant NED Nee Bloedbad, moord
x
69
11 De Volkskrant Sitalsing Av Journalist NED Nee Politionele acties
Beestachtig gedrag,
koloniale wandaden,
standrechtelijke executies
x
12 De Volkskrant
Maas av Krant NED Nee Koloniale oorlog, eerste
'politionele actie'
Standrechtelijke
executies, wandaden,
oorlogsmisdaden
x
12 De Volkskrant
Goenawan 1 Familie slachtoffer
IND Ja x
12 De Volkskrant
Kartono 1 Familie slachtoffer
IND Ja x
13 Trouw Zeven weduwen
3 Familie slachtoffer
IND Ja Oorlogsmisdaden
x
13 Trouw Rosenthal 3 Minister BuZa
NED Nee x
13 Trouw Han ten Broeke
3 VVD tweede kamerlid
NED Ja x
13 Trouw Pondaag 3 Lid stichting Nederlandse Ereschulden
NED Nee Nederlands militair
optreden14 Trouw Zegveld 3 Advocaat NED Nee Misdrijven x
14 Trouw Indonesië 3 Staat IND Nee Vermoord
14 Trouw Weduwen 3 Familie slachtoffer
IND Ja x
14 Trouw De Zwaan 3 Ambassadeur
NED Ja x
15 Trouw Van der Jagt Av Promovendus NED Nee Politionele acties,
oorlogsverleden
Massa-executie,
bloedbaden, oorlogsmisdad
en
x
16 Trouw Redactie av Krant NED Nee Periode van dekolonisatie
, dekolonisatie, politionele
acties
Standrechtelijke
executies, bloedbad, lukrake
executies
x
70
17 Trouw Trouw av Krant NED Nee Koloniale oorlog
Standrechtelijke executies
17 Trouw Rutte 3 Premier NED Nee Politionele acties
Standrechtelijke executies
x
17 Trouw VVD 3 Regering NED Ja Wandaden x
18 ANP De Zwaan 3 Ambassadeur
NED Nee Bloedbad, slachting
18 ANP Rukiyah 1 Familie slachtoffer
IND Ja x
18 ANP Internationaal
3 VN Ander Nee Nederlands militaire optreden
19 ANP Ministerraad 3 Regering NED Nee Nederlandse massa-
executies19 ANP Timmermans 3 Minister
BuZaNED Ja x
20 ANP Rutte 3 Premier NED Nee Koloniale oorlog,
politionele acties
Oorlogsmisdrijven,
doodgeschoten
x
20 ANP Timmermans 3 Minister BuZa
NED Ja x
21 ANP Gonggong 3 Historicus IND Nee Nederlandse aanwezighei
d in Indonesië
Massamoorden
21 ANP ANP 3 Persbureau NED Nee Oorlogsmisdaden,
doodgeschoten
22 ANP Rosenthal 3 Minister BuZa
NED Ja x
22 ANP Internationaal
3 VN Ander Nee Nederlands militaire optreden
22 ANP Nabestaanden
3 Familie slachtoffer
IND Ja x
23 ANP Noordzij 3 Voorzitter VOMI
NED Ja Executies door
Nederlandse militairen
x
24 ANP ANP av Persbureau NED Nee Koloniale Standrechteli
71
oorlog jke executies24 ANP Noordzij 3 Voorzitter
VOMINED Ja Moorden x
24 ANP Delhaye 3 Voorzitter Indisch
platform
IND Ja x
24 ANP Zegveld 3 Advocaat NED Ja Standrechtelijke
executies, militair-politiek beleid
x
25 ANP De Zwaan 3 Ambassadeur
NED Nee Koloniale oorlog
Excessen, executies
26 ANP Van Bommel 3 Kamerlid SP NED Ja Bloedbad x
27 ANP Sukarman 3 Voorzitter Stichting
Rawagede
IND Ja Bloedbad x
28 ND Bouwman av Journalist NED Nee Acties x
28 ND De Moor 3 Historicus NED Nee Doodseskaders
29 ND Rutte 3 Premier NED Nee Militair optreden in de periode
tussen 1945 en 1949,
zogeheten politionele
acties
Executies x
30 Vrij Nederland
Redactie av Weekblad NED Nee Standrechtelijk
geëxecuteerd
x
31 Regionaal Lasmi 1 Familie slachtoffer
IND Ja Doodgeschoten
x
31 Regionaal Wanti 1 Familie slachtoffer
IND Ja x
32 Regionaal Dochter weduwe
3 Familie slachtoffer
IND Ja Moordpartij
32 Regionaal Hendrawan 3 Familie slachtoffer
IND Ja Vermoord
32 Regionaal Monji 3 Familie slachtoffer
IND Nee Vermoord x
72
32 Regionaal Timmermans 3 Minister BuZa
NED Ja x
33 Regionaal Stentor av Krant NED Nee Bloedbad x x
34 Regionaal De Limburger
av Krant NED Nee Koloniale oorlog
Exces' x
34 Regionaal Oostindie 3 Historicus NED Nee Oorlog in Indië, grote
oorlog, guerrillaoorlog, vuile oorlog
x
35 Regionaal Van Maten Av Krant NED Nee Oorlogsmisdaden,
standrechtelijke executies
35 Regionaal Gonggong 3 Historicus IND Nee Zinloze oorlog Standrechtelijk
geëxecuteerd, bloedbaden
x
35 Regionaal Nouwen 3 Veteraan NED Ja Executie, doodschoten
36 Regionaal Nederland 3 Regering NED Nee Koloniale oorlog
Executies, standrechtelijke
executies, militair-politiek
beleid36 Regionaal Delhaye 3 Voorzitter
Indisch platform
IND Ja De daden x
36 Regionaal Noordzij 3 Voorzitter VOMI
NED Ja Moorden x
37 Regionaal Nederland 3 Regering NED Ja Koloniale oorlog
Standrechtelijke executies
37 Regionaal Delhaye 3 Voorzitter Indisch
platform
IND Ja De daden x
37 Regionaal Noordzij 3 Voorzitter VOMI
NED Ja Moorden x
38 Regionaal Rutte 3 Premier NED Nee Koloniale oorlog
Oorlogsmisdrijven,
standrechtelijke executies, bloedbad
x
73
38 Regionaal Timmermans 3 Minister BuZa
NED Nee Oorlogsmisdrijven
x
39 Regionaal Rutte 3 Premier NED Nee Politionele acties, koloniale
oorlog
Standrechtelijke executies,
doodgeschoten, oorlogsmisdrijv
en39 Regionaal Timmermans 3 Minister
BuZaNED Nee Oorlogsmisd
rijven40 Regionaal Gonggong 3 Historicus IND Nee Standrechtelij
k geëxecuteerd,
bruut en ongeoorloofd
geweld, doodschoot
x
40 Regionaal Oud-verzetsstrijde
r
3 Verzetsstrijder
IND Nee Oorlog Doodschoot
40 Regionaal Woordvoerder
3 Nederlandse ambassade
NED Nee Oorlogsmisdaden
41 Het Parool De Zwaan 3 Ambassadeur
NED Ja Bloedbad, slachting
41 Het Parool Zegveld 3 Advocaat NED Nee x
41 Het Parool Rukiyah 3 Familie slachtoffer
IND Ja x
41 Het Parool Internationaal 3 VN Ander Nee Nederlands militaire
optreden in Rawagede
41 Het Parool Het Parool av Krant NED Nee x
42 Het Parool De Zwaan 1 Ambassadeur
NED Nee Koloniale oorlog
Executies, excessen
42 Het Parool Delhaye 3 Voorzitter Indisch
platform
IND Nee Oorlogsdaden, moorden
43 Het Parool Kok 3 Premier NED Ja Strijd
43 Het Parool Bot 1 Minister BuZa
NED Nee Nederlandse actie
43 Het Parool van Dam 3 Ambassadeur NED Nee Optreden van Nederlandse militairen in
74
Rawagede43 Het Parool Krant av Krant NED Nee Postkolonial
e oorlog44 AD van der Mee av Journalist NED Nee Bloedige
strijd, politionele
acties
Doodden, bloedbad
44 AD Weduwen 3 Familie slachtoffer
IND Nee x
44 AD Rukiyah 1 Familie slachtoffer
IND Ja x
44 AD Internationaal 3 VN Ander Nee Optreden van Nederlandse militairen, executies
44 AD Wanti 1 Familie slachtoffer
IND Ja Gedood x
44 AD Lasmi 1 Familie slachtoffer
IND Ja x
44 AD Spoor 3 Weduwe veteraan
NED Nee x
44 AD Patil 1 Bestuurslid VOMI
NED Ja Executies x
45 AD Nouwen 1 Veteraan NED Ja Oorlogsmisdaden,
doodgeschoten
x
45 AD Comité Ereschulden
3 Comité NED Nee Moordpartijen
45 AD Ijzerzeef 3 Historicus NED Nee Bloedige oorlog
x
45 AD Nederland 3 Staat NED Nee Standrechtelijke executies
45 AD Goethem 1 Veteraan NED Ja Misdaden x
45 AD Fasseur 2 Schrijver excessennota
NED Nee misdaden' x
45 AD Gonggong 3 Historicus IND Nee x
46 De Telegraaf Marsudi 3 Ambassadeur
IND Nee x
46 De Telegraaf Nederland 3 Staat NED Nee Indonesische onafhankelijkheidsoorlog
Misstanden, standrechtelijk
e executies,
75
bloedbad47 Reformatoris
ch DagbladDe Zwaan 1 Ambassadeu
rNED Nee Militair
optreden in de periode
tussen 1945 en 1949
Excessen, executies
47 Reformatorisch Dagblad
Oostindie 3 Historicus NED Nee x
48 Reformatorisch Dagblad
De Zwaan 3 Ambassadeur
NED Nee Excessen
48 Reformatorisch Dagblad
Noordzij 3 Voorzitter VOMI
NED Ja Moorden, standrechtelijke executies
x
48 Reformatorisch Dagblad
Delhaye 3 Voorzitter Indisch
platform
IND Ja Zinloze moorden
x
48 Reformatorisch Dagblad
Zegveld 3 Advocaat NED Ja x
48 Reformatorisch Dagblad
Drooglever 3 Historicus NED Nee Guerrilla x
49 Reformatorisch Dagblad
Rutte 3 Premier NED Nee Zogeheten politionele
acties
Standrechtelijk
geëxecuteerdTotaal 41 81 48 20 12
Bijlage 2.3: 2011-2013 perspectiefanalyse
Nr. Krant Generalisering Perspectivering Contrastering
3 NRC Nederlandse excuses zijn uniek Nooit zijn excuses aangeboden voor de slavernij of Srebrenica
5 NRC Nederland is hypocriet al het om excuses gaat Er is altijd een reden om het niet te doen
We eisen ze wel van Duitsland en Japan
5 NRC Verontschuldigingen liggen gevoelig Gevoeliger dan in Indonesië Daar vinden ze wel dat Nederland excuses aan moet bieden, maar liggen er niet zo wakker van als wij
8 Volkskrant We eisen excuus en schadevergoeding van andere volkeren
Nederland meet met twee maten Willen niet naar de negatieve kant van de eigen koloniale geschiedenis kijken
10 Volkskrant De stap die voor Nederland zo moeilijk was We hebben Nederland allang vergeven
is voor de nabestaanden een peulenschil
23 ANP Indonesiërs Piekeren er niet over om excuses aan te bieden
76
23 ANP Het land zit niet te wachten op de zoveelste excuses Indonesië heeft boter op het hoofd
24 ANP Indonesiërs Piekeren er niet over om excuses aan te bieden
24 ANP Indonesië Moet zich ook bewust zijn van de zinloze moorden van die Pemoeda's
28 ND In de lange geschiedenis vormt geweld een rode draad
Dit kwam niet alleen van de Nederlandse kant
32 Regionaal Indonesië hecht aan publieke ceremonies met persoonlijke aanwezigheid van gezagdragers
34 Regionaal Waarom zouden wij excuses aanbieden Als Indonesië zelf geen excuses aanbiedt?
35 Regionaal Mijn opa en vader waren helden die vochten voor hun land
Net als de Nederlanders deden toen de Duitsers hun land bezet hielden
36 Regionaal Indonesiërs Piekeren er niet over om excuses aan te bieden
36 Regionaal Indonesië Moet zich ook bewust zijn van de zinloze moorden van die Pemoeda's
40 Regionaal Mijn opa en vader waren helden die vochten voor hun land
Net als de Nederlanders deden toen de Duitsers hun land bezet hielden
42 Regionaal Indonesië Moet zich ook bewust zijn van de zinloze moorden van die Pemoeda's
44 AD Zulke dingen gebeurden in heel Indië Gaat Indonesië ook excuses aanbieden?
Er wordt nooit gesproken over hetgeen de Indonesiërs hebben gedaan
44 AD Indonesiërs waren overwegend lieve en gastvrije mensen
45 AD Hoeveel Nederlanders zijn niet afgeslacht (…) door Indonesiërs
45 AD Het zit in de aard van het Nederlandse volk om in het openbaar onze zonden te belijden
45 AD De Indonesische regering stelt geen prijs op een hernieuwde spijtbetuiging
In een oorlog zijn twee partijen, het dwingt Indonesië om ook in de spiegel te kijken.
47 Reformatorisch dagblad
Excuses zijn uitzonderlijk Nederland heeft nooit excuses gedaan voor bijvoorbeeld de slavenhandel
48 Reformatorisch dagblad Indonesiërs Piekeren er niet over om excuses aan te bieden
48 Reformatorisch dagblad Indonesië Moet zich ook bewust zijn van de zinloze moorden van die Pemoeda's
49 Reformatorisch dagblad Indonesië heeft nooit excuses aangeboden voor de eigen bevolking
Totaal 16 21 18
77