ë ï n n | n l a n d v e i l i„g h e i e s d i e n s t · 1968 viel in tsjechoslowakije...
TRANSCRIPT
ë=ï_N_N_|_N_L_A_N_D=S=E=_V=E_I_L_I„G_H_E_I_E_S_D_I_E_N_S_T
Maandoverzicht ïïo.^10 - 1969
(Tijdvak 1-10-1969 t/m 31-10-1969)
I N H O U D
No. 977.733Blz,
I. Communisme Internationaal
Van Praagse lente tot Praagse herfst 1
II, De activiteiten van de Communistische Partij Nederland
Eerste publicatie politiek-wetenschappelijk CPN-instituut 12Demonstratie op k oktober 13"De Waarheid" 14De staking in de strokartonindustrie 13Cursus MLCN 1?
III. Activiteiten van de communistische Frontorganisaties
Verval van de Nederlandse Vredesbeweging 19
IV. Andere groeperingen
Anarchisme 22
Agenda 2k
H O O F D S T U K I. , itmmmmtm • ^^v*f^+*»*i—»**•-*—m-
COMMUNISME INTERNATIONAAL.«.ZZw«^™~^SSSS_2:™~:sr=~^ï£3ï — £SS£3 • •
Van Praagse lente tot Praagse herfst
Om enig zichtte krijgen op de tumultueuze ontwikkeling in
Tsjechoslowakije sinds begin vorig jaar, is het zinvol zich een beeld
te vormen van de verhoudingen binnen de partij, die voor en na ge-
acht werd dit land op de "socialistische weg'1 te leiden. De CP-Tsjecho-
slowakije had zich na de machtsovername in 19̂ 8 ontwikkeld tot een
massapartij, waarin zich naast de werkers van het eerste uur en de
pure idealisten talrijke opportunisten en carrière-jagers hadden ge-
nesteld. Slechts uiterlijk leek dit heterogene gezelschap tot een
monolithische eenheid omgesmeed onder de stalinistische knoet van
en Novotny. Onder hun absolute partijdictatuur was het re-
volutionaire élan van 19̂ 8 uitgeblust en verstard in het keurslijf van
een uniform systeem, dat mechanisch naar het Sowjet-model was geco-
pieerd. Geen Sowjetsatelliet heeft zo zwaar en zo lang onder het sta-
linistisch terreursysteem geleden als juist dit land met zijn demo-
cratische tradities. Want pas na de onttroning van Novotny in januari
1968 viel in Tsjechoslowakije definitief de dooi van de destalinisatie
in, die uitzicht bood op een nieuw begin, op een Praagse lente» Met
het onnatuurlijke dwangbuis viel echter óók de zolang geforceerde
partij-eenheid weg. Weliswaar was men vrijwel unaniem in de veroor-
deling van de uitgerangeerde Novotny, maar de meningen liepen sterk
uiteen over de vraag wat met diens nalatenschap aan te vangen» In
deze meningen- en belangenconfrontatie brokkelde de kunstmatige homo-
geniteit zeer snel af en lieten zich allengs in de partij grofweg
vijf hoofdstromingen onderscheiden, die in het 'Tsjechslowakije van
1968 en 1969 elk hun specifieke rol hebben gespeeld:
1• De groep van de ideologische avantgardisten aan de rand van departij, die een "universeel humanistisch socialisme" predikenop basis van een nieuwe visionaire filosofie en rigoreuze ethiek»Deze idealisten, vooral te zoeken onder filosofen, geleerden,schrijvers, studenten en journalisten, kregen in het .vacuüm na deval van Novotny een unieke kans zich metterdaad op te werpen als"het kritisch geweten der natie". Exponenten waren figuren als defilosoof t de inspirator van de in 1968 overal opduikende"politiek geëngageerde" KAN-discussieclubs, en de schrijver ,
- 2 -
de auteur van het opzienbarende Manifest -van-̂ 2000 Woorden, dat goldals de beginselverklaring van de Praagse ideologen. Hun karakteris-tieke interpretatie van het socialisme is overigens allerminst eenPraagse exclusiviteit, want zij vindt haar vertolkers - zij het metallerlei nuanceringen - onder vooraanstaande communistische denkersin Oost en West, zoals de Fransman , de Pool ., deOostduiteer en de brede kring rond het Joegoslavische blad"Praxis".Hun filosofie heeft zich onder sterke invloed van 19e eeuws idealis-me en naoorlogs testers existentialisme ontwikkeld tot een "revi-sionistisch" marxisme, dat het primaat van de collectiviteit heeftingeruild voor dat van de individu. Het is het handelen - de"praxis" - van deze vrije, creatieve individu, dat naar hun vasteovertuiging uiteindelijk tot een wereldomvattend "humanistisch so-cialisme" zal moeten leiden. Deze opvatting vertoont een beslissen-de breuk met de leninistische visie, die de "praxis" verstaat alseen nauwgezet in praktijk brengen van de revolutionaire theorie on-der de onmisbare leiding van de elitepartij.'Nog radicaler is debreuk met de stalinistische zienswijze, die de "praxis" laat op-gaan in een slaafse uitvoering van de partijbesluiten. Juist in de"onmenselijke" dwang van de stalinistische bureaucratie herkennende "humanistische socialisten" een uiterste vqrin van de vervreem-ding van de mens van aichzelf en van zijn omgeving. En dat terwijlhet vervreemdingsverschijnsel in orthodox communistische ogen uit-sluitend en bij uitstek kennerkond is voor de kapitalistische maat-schappij ! Tegenover de monolithische uniformiteit van het stalinis-me hebben deze "existentialistische" marxisten geopteerd voor eenpluralistisch socialisme, dat - vasthoudend aan het collectief ei-gendom der productiemiddelen - ruimte schept voor de verantwoorde-lijkheid en creativiteit van de enkele mens. Vandaar ook hun prin-cipiële eis van vrijheid van meningsuiting en andere democratischegrondrechten.Nauw samenhangend met deze wijsgerige praemissen is hun nieuwe,-existentialistische benadering van de "socialistische11 ethiek, diezij niet langer wensen te normeren aan het typische nuttigheidsbe-ginsel van het marxistisch materialisme. Naar hun revisionistischoordeel wordt de moraal niet slechts b.epaald door de productiever-houdingen, maar ook door objectieve gegevenheden, die daarbovenuitgrijpen - een wel zeer onmarxistischü gedachtengangl (Juist dezeverkenning van het "transcendente" opent eun perspectief voor eenwerkelijke dialoog met "do gelovigen"») In feite komt het erop neer,dat voor de "humanistische socialisten" niet langer de pragmatischepartijinoraal geldt, maar de eigen concrete verantwoordelijkheid.Zoals gezegd kregen de Praagse ideologen begin 1968 de unieke kanshun theorieën in woord en geschrift uit te dragen en althans eengedeelte ervan gerealiseerd te zien. Want zij - en niet de partijof de arbeidersklasse - zijn het .geweest,.die het hervormingsprocesin gang hebben gezet en geïnspireerd. Helaas kon het belangwekkendexperiment, waarvoor zij het materiaal hebben aangedragen, nietvoltooid worden. Dat is niet alleen te wijten aan het brute Sowjet-ingrijpen, maar toch ook wel aan hun eigen onvermogen hun idealis-tische visie te vertalen in &on practisch politiek program. Zij kwa-men er niet aan toe hun visionaire denkbeelden te toetsen aan eenobjectieve analyse van de bestaande politieke en sociale constella-tie en bleven zo steken in de romantiek van een utopie. Zij wistengeen strategische en organisatorische basis te scheppen OEI de mas-sa's te mobiliseren. De grote meerderheid der bevolking bleef - met
- 3 -
alle waardering voor de nieuw verworven vrijheden - onbewogen voorde daarachterliggende idee; zij bleek pas werkelijk in beweging tekomen door eon gekrenkt gevoel van nationale trots.Uiteraard stonden deze "rechtse11 ideologen in Moskou bovenaan dezwarte lijst, omdat zij fundamentele kritiek leverden op de grond-slagen van het monolithische Sowjetblok. £n na de invasie was hette verwachten, dat juist zij als eersten geëlimineerd zouden worden,voor zover ze tenminste niet reeds do wijk hadden genomen naar hetV/c s t en,
De groep van de intellectuele partij-elite, waaronder de scherpzin-nige jurist Husak gerekend kan v/orden, evenals de voorctilige partij-secretaris , die het partijprogram van april 1968 opstelde.Ook deze knappe partijkoppen wilden vorig jaar definitief afrekenenmet het primitieve Novotniaanse partijmonopolie, v/aaraan ze niet zel-den zelf ten slachtoffer waren gevallen. Hoewel zij eveneens een ze-•kere liberalisering van de Tsjechoslow^iakse samenleving voorstonden,waren ze echter niet geportocrd voor een werkelijk democratisch al-ternatief. Zij zagen moer heil in eon verlichte dictatuur van eonintellectuele bovenlaag, die de leidende rol van de partij voortaanmoest effectueren door superieure overreding ia plaats van puremachtsmiddelen. In hun nogal paternalistische opvatting was er slechtsruimte voor oen "deraooratisering'1, voor zover die naar hun eigen in-zichten wenselijk en haalbaar was. Sn omdat zij inzagen dat de Sow-jetleiders Tsjechoslowakije nooit zouden kunnefi of Urilleh loslaten,pleitten zij voor een voorzichtig hervormingsbeleid, dat Moskou niette zeer -voor het hoofd zou stoten en dat de bondgenootschappelijkeverplichtingen geen geweld zou aandoen. Hoewel deze partij-intellec-tuelen grote invloed hebben ge^ad bij het uitstippelen van het derao-cratiseringsprogram, zijn ze eigenlijk een geïsoleerde groep geble-ven. De grote massa der bevolking voelde zich niet aangesproken doorhun koele superioriteit, terwijl de ideologische voorhoede hun be-rekenend pragnatisme verwierp als e-an onaanvaardbaar compromis*Na de invasie viel deze partij-braintrust in tweeën uiteen. Bij som-migen won de afschuw het van nuchter pragmatisme; figuren alstrokken zich vrijwillig uit het politieke leven terug of werden daarlater wegens hun "anti-Sowjethouding" toe gedwongen. Anderen brachtenevenwel vroeg of laat zoveel '-'werkelijkheidszin:i op, dat zij de be-zetting als nieuw uitgangspunt kozen. De eerste die zich openlijkhoeft bekend tot dit ''realisme" tot elke prijs, was Husak, die daar-mee de basis legde voor zijn huidige positie. Hij en zijn geestver-wanten zijn geen rechtlijnige stalinisten en Moskouse zetbazen zoalsNovotny, maar zij hebben er blijk van gegeven onder druk van de "rea-liteit" tot zeer vergaande compromissen te willen gaan.
De groep van de hervormingsgezinde partijfunctionarissen, die na deval van Novotny wel begrepen dat het anders moest, maar toch geenwelomschreven hervormingsplannen hadden. Deze op zichzelf weinig mar-kante groep heyft in het democratiseringsproces een uitzonderlijkerol gespeeld, omdat haar sinds januari 1968 de meeste sleutelpositieswaren toegevallen en zij in Dubcek en beschikte over per-soonlijkheden, die aan het nieuwe regiem een "menselijk gezicht" wis-ten te geven. Deze populaire leiders wensten als overtuigde coraaunis-ten ongetwijfeld de "socialistische verworvenheden" te bewaren, maarzij wilden deze humaniseren tot een voor heol het volk aanvaardbaargoed. Door hun toedoen verwierf de Tsjechoslowaakse partij een good-will en steun, die tot nu toe geen precedent had in enig Oosteuropees
land. Hun beleid wer: evenwel bepaald door gelegenheidsbesluiten,die hen - bij gebrek aan een eigen conceptie - werden ingegevendoor de behoefte van het ogenblik. Door dit politiek empirisme kre-gen zij de situatie niet ondor controle en werden zij allengs mee-gezogen in de stroomversnelling van een vernieuwingsproces, dat zijneigen gang en tempo ging bepalen. Onder de last van de groeiende'volksgunst en onder de toenemende pressie van de vrije pers kwamenzij niet toe aan oon cohaerente en afgewogen politiek on verlorenzij steeds meer het zicht op de internationale realiteit, ' zoals dietenminste in het Kremlin wordt verstaan. Toen hen dit in augustus.1968 noodlottig werd, kregen ze dan ook niet zozeer de allure van
. politieke als wel van nationale martelaren, die boven zichzelf uit-groeiden tot een herkenbaar syubool in de ongelijke strijd tegenhet Sowjetgeweld. Dat zij zich nadien nog door de Sowjets hebbenlaten gebruiken om Tsjechoslowakije weer in te tomen, is eens temeer een blijk van hun politieke naïviteit zowel als van hun op-rechte intenties, vtfant uit de loop der gebeurtenissen is wel ge-bleken dat zij deze ondankbare taak op zich hebben genomen in devage illusie dat zij onder de nieuwe, uiterst ongunstige conditiesvoor hun land een aanvaardbaar minimum van de humane "na-januaripolitiek" zouden kunnen redden. Op dit onmogelijke compromis zijnDubcek en de zijnen tenslotte stukgelopen.
k. De groep van opportunisten en carrière jagers, die het grootste deeluitmaken van het omvangrijke partij- en regeringsapparaat. Dezeapparatchiks, van wie premier Cernik en Politburolid ______ typischevoorbeelden zijn, hebben zich sinds de uitschakeling van Novotnyvooral moeite gegeven hun posities te handhaven of zo mogelijk teverbeteren. Hoewel zij als vertegenwoordigers van de bureaucratischeklasse weinig goeds hadden te verwachten van een democratisering,haastten zij zich in het voorjaar van 1968 daaraan lippendienst tebewijzen, om bij het koren van het tij de boot toch maar niet temissen. Met dezelfde ijver als waarmee zij tevoren Novotny gediendhadden, stelden zij zich in dienst van het "liberale'1 Dubcek-bewind.Zij stelden echter alles in het werk het partijcongres en de parle-mentsverkiezingen zolang mogelijk uit te stellen 012 hun ambtelijkecarrière niet voortijdig beëindigd te zien. £o hebben zij de Praag-se lente overleefd en konden zij na de invasie opnieuw positie kie-zen. Aanvankelijk bleven zij in do meeste gevallen nog op Dubcekwedden, misschien ook wel tijdelijk meegesleurd door het algemenenationale reveil. Maar zodra zij inzagen dat daarin geen brood meerzat, aarzelden zij niet lang zich van Dubcek af te wenden en op-nieuw de kant van du sterkste te kiezen. Hoe gering de eigen poli-tieke inbreng van de apparatchiks ook is, hun aandeel in de Tsjecho-slowaakse ontwikkeling is daarom zo belangrijk geweest, omdat zij inorganen als het centrale parti jcomit$ en het parlement steeds demeerderheid leverden om elke opportune zwenking in de Praagse koerste "legaliseren"»
5. De groep van de Moskou-getrouwe conservatieven, onder wie orthodoxecommunisten als Politburolid _ en extreme neo-stalinisten alsCC-lid . Dit was de relatief kleine groep partijleden, die inde jaren vijftig hun glorietijd hadden bolewft en inet reden vrees-den niet zonder kleerscheuren uit het democratiseringsproces te-voorschijn te zullen konen. Onder hen zouden de "partij- en rege-ringsfunctionarissen" gezocht moeten worden, die volgens de Tass-verklaring van 21 augustus 1968 het Kremlin om daadwerkelijke hulp
- 5 -
zouden hebben gevraagd, maar die zich tot nu toe nog steeds niethebben bekend gemaakt. Het was een ernstige misrekening van de Sow-jets te menen uit deze kring een Quisling-regering te kunnen samen-.stellen, die hun gewelddadige interventie onmiddellijk had kunnenrechtvaardigen. Tot hun grote ergernis moesten zij ervaren dat
en andere orthodoxe prominenten in dat;stadium de leidingniet op zich durfden te nemen. Sn het handjevol stalinistische ul-tra's was te weinig representatief om het Tsjechoslpwaakse volk ookmaar enigszins aannemelijk te kunnen vertegenwoordigen. De Sowjet-vrienden stonden geheel geïsoleerd en werdeü openlijk gebrandmerktals collaborateurs. Maar terwijl c.s. zich van dit odiumtrachtten schoon te praten en zich verder op de achtergrond hieldenin afwachting van betere tijden, begonnen neo-stalinisten alszich onmiddellijk ostentatief te organiseren (o,a. in de zgn. Liben-groep) om met nadrukkelijke steun van Moskou te ageren tegen de"rechtse opportunisten" en de "contra-revolutionairen". Dankzij hunsleutelposities in onder meer de veiligheidspolitie en het leger endankzij de effectieve dekking van de bezettingsmacht wisten zij methun intriges en provocaties in de periode na de invasie de geschiktesfeer te scheppen om het Kremlin uit de impasse te helpen.
Zolang de vier eerstgenoemde fracties zich uit welke motieven
ook achter Dubcek bleven scharen, genoot de Tsjechoslowaakse CP bij de
bevolking een ongekende sympathie, die tenslotte culmineerde in het
nationale passieve verzet tegen de bezetting. Tóen de Sovjetleiders
door deze massale tegenstand hun militair succesvolle overrompeling
zagen Verkeren in een politiek fiasco, schakelden zij noodgedwongen
over op een tactiek van geleidelijkheid, die er primair op was gericht
de nationale eenheid rond Dubcek te breken. Pas daarna kon immers'wer-
kelijk ernst gemaakt worden met de "normalisatie", die naar Sovijetnor-
men diende te bestaan uit een volledige aanpassing van Praag aan de
wensen van Hoskou. Door doelbewust in te spelen op de latente verdeeld-
heid in de Tsjechoslowaakse partij en zo het Dubcek-team langzaam maar
zeker te isoleren, hebben de Sowjets thans, na een uitputtingsslag van
meer dan een jaar, bereikt wat zij met grof geweld niet vermochten.
Om zover te komen heeft Moskou in een cynisch spel van kat on
muis Dubcek c.a. geprest zelf een begin te maken met het normalise-
ringsproces, ook al omdat zij in dat stadium de enigen waren, door wie
het Tsjechoslowaakse volk'zich wilde laten gezeggen. De Sowjets moes-
ten daartoe weer aan de conferentietafel gaan zitten met dezelfde "con-
tra-revolutionaire" leiders, die zij enkele dagen tevoren als misda-
digers naar Moskou hadden gesleept. Maar zij namen dit gezichtsverlies
om 20 de "hervormers" te bewegen zelf hun liberaliseringsproces weer
terug te draaien en hen zo tegelijk onmogelijk te maken bij hun eigen
aanhang. Inderdaad hebben de Tsjechoslowaakse leiders zich hiervoor
- 6 -
gewonnen gegeven on zich bij het "Akkoord van Moskou" van 26 augustus
onder meer verplicht hun meest progressieve medewerkers te ontslaan,
het clandestiene partijcongres van 22 augustus nietig te verklaren, de
censuur te herstellen, "illegale" organisaties te ontbinden en de "tij-
delijke^ legering van Sowjetttroepon te legaliseren. Dubcek heeft dit
"akkoord" geaccepteerd in de kennelijke hoop door een halfslachtige
uitvoering zowel het Kremlin tevreden te stellen als een kern van de
post-januari politiek veilig te stellen voor zijn landgenoten. Het is
zijn persoonlijke tragiek, dat hij met deze goedbedoelde maar dubbel-
zinnige politiek de Sowjets nog verder tegen zich in het harnas joeg
en tegelijk steeds meer het vertrouwen van zijn eigen volk verloor»
Üjn jesag bro ckelde zienderogen af en daarmee ook het oens zo indruk-
wekkende eenheidsfront. De onrust in het land groeide en kwam steeds
vaker tot een uitbarsting, zoals rond hot ontslag van als
parlementsvoorzitter en de zelfverbranding van de student Palach begin
1969« De bezetters schroefden hun eisen steeds hoger op en maakten
daarbij dankbaar gebruik van de diensten van de collaborerende neo-
stalinisten, die niets nalieten om door allerlei acties de tweedracht
on chaos te vergroten. Het was voor ieder duidelijk dat Dubceks posi-
tie onhoudbaar v/as geworden en dat Moskou kon beginnen aan de volgende
fase van de normalisering. De doorslag gaf tenslotte de - al dan niet
geprovoceerde - anti-Sowjet rel na de Tsjechoslowaakse ijshockeyzege
op het Sowjetteam eind 'maart in ütockholm. Ogenblikkelijk kwam een
zware Sovvjetdelegatie op hoge benen naar Praag om genoegdoening te
vragen en de vorvanging te eisen van de weifelende Dubcek-leiding door
een regiem, dat wél bereid en bij machte was de orders van hosköu stipt
uit te voeren.
Daarmee kwam de beurt aan de "realisten", die .vanaf het begin
hadden gepleit voor een loyale uitvoering van het Akkoord van Moskou
als de enig mogelijke uitweg uit de moeilijkheden. Do ambitieuze oio-
waakse partijleider Husak was daarin steeds voorgegaan en had het voor-
beeld gegeven in de Slowaakse deelstaat. Terwijl zijn "realisme" hem
voor het Kremlin aanvaardbaar maakte als opvolger van Dubcek, gold hij
voor de bevolking nog als het minst kwade .alternatief, omdat hij zich
tenminste niet gedragen had als een regelrechte collaborateur. Hoewel
om zijn koele arrogantie weinig geliefd en door zijn Slowaakse chauvi-
nisme bepaald impopulair bij het Tsjechische volksdeel, genoot hij toch
een zeker respect en vertrouwen. Hij was imiaers nauw gelieerd geweest
- 7 -
aan het Dubcek-team en al was hij dan ook niet opgevallen door hervor-
mingsdrift, hij had zich ale voormalig slachtoffer van de stalinistische
terreur doen kennen als oen fervente opposant van Novotny en diens me-
destanders. Weliswaar leek hij met zijn autoritaire en berekenende na-
tuur nauwelijks ontvankelijk voor een "socialisme met een menselijk
gezicht", maar als Dubcek dan plaats moest maken, dan liever voor deze
orthodoxe maar intelligente communist dan voor de stalinistische;mos-
kof iel'en, die ook stonden te dringen. Laatstgenoemden hadden voor de
opvolging hun hoop gesteld op hun nieuwe sterke man, de Tsjechische
partijchef . Maar de oowjets waren blijkbaar van oordeel er op
dat moment geen goed aan te doen de leiding van Tsjechoslowakije in
handen te leggen van notoire collaborateurs, die zij waarschijnlijk met
meer profijt konden inzetten als gewillige pressiegroep. }Sn zo werd
Husak op l? april met de gedweeë medewerking van het centrale partij-
comité pangewezen als de nieuwe eercte partijsecretaris.
Voor zover men - misschien tegen beter weten in - van Husak een
gematigde koers had verwacht, kwam men bedrogen uit. Meteen na zijn
ambtsaanvaarding sloeg de nieuwe partijleider zeer voortvarend aan het
"normaliseren". Het valt moeilijk te beoordelen in hoeverre hij hier-
toe werd gedreven door zijn eigen "realistische" motieven of door de
pressie van de steeds brutaler optredende conservatieve partijvleugel.
Mogelijk moest hij.bij gebrek aan een eigen achterban meer dan hem
lief was terugvallen op de steun van zijn conservatieve partijgenoten
of wilde hij deze potentiële rivalen slechts de wind uit de zeilen ne-
men door snelle en meedogenloze maatregelen. Het resultaat was in elk
geval dat Husak binnen een half jaar uiterst consequent heeft voldaan
aan de drie voornaamste Gowjttverlangens: de definitieve uitschakeling
van de ''hervormers", de volledige liquidatie van -hot liberaliserings-
proces en de rechtvaardiging van de invasie door Praag.
Do uitschakeling van de ''hervormers" is onder Husak zeer metho-
disch aangepakt. Allereerst werden de "ideologen" achter het democra-
tiseringsproces - voor een deel reeds naar het Westen gevlucht - mond-
dood gemaakt en na een lastercampagne in de massamedia als partijlid
geschorst of geroyeerd, soms zelfs gearresteerd. Vervolgens werden de
"onverbeterlijke" hervormingsgezinden, die in een partij- of regerings-
functie de democratisering hadden helpen doorvoeren, van hun posten
ontheven of langzaam: maar zeker gedegradeerd. Illustratief was het
lot van Dubcek, die op l? maart zijn congé kree^: als eerste partij-
- 8 -
secretaris, op 25 september uit het partijpresidium werd gezet en op
15 oktober als parlementsvoorzitter werd ontslagen, dit alles begeleid
door een perscampagne, die hem achtereenvolgens voorstelde als een
zwakkeling, oen huichelaar, een leugenaar en een verrader. Systematisch
werd zo heel het partij- en overheidsapparaat van boven naar beneden
gezuiverd van alle ''rechts-opportunistische elementen", eerst op fede-
raal, daarna op regionaal en tenslotte op locaal niveau. Hierna waren
de bij het Nationale JTront aangesloten organisaties aan de beurt, de
vakverenigingen, de journalisten-, schrijvers-, studentenbonden ena.
Als de betrokken verenigingen niet goedschiks wilden meewerken, wer-
den zij eenvoudigweg ontbonden en vervangen door nieuwe volgzame or-
ganisaties» Daarbij dient bedacht dat niet vooral in de culturele en
wetenschappelijke beroepen nauwelijks aan de slag kan komen als men
niet "legaal" is georganiseerd.
Gelijke,tred met deze zuiveringsprocedure hield de officiële re-
habilitatie van de gecompromitteerde collaborateurs en hun aanstelling
op steeds meer en hogere posten. Overigens heeft Husak wel gestreefd
naar een zeker evenwicht tussen uitgesproken conservatieve en meer ge-
matigde functionarissen. Het hoeft nauwelijks betoog dat de grote meer-
derheid van opportunistische apparatchiks de huik bijtijds naar de
wind gehangen heeft.
De liquidatie van het democratiseringsproces, waarmee Uubcek
reeds schoorvoetend een aanvang had gemaakt, is door Husak grondig vol-
tooid. i)c weinige vrijheden, die nog waren overgebleven, zijn door hem
onverbiddelijk te niet gedaan. De preventieve censuur, onder Dubcek
nog met grote soepelheid gehanteerd, wordt nu toegepast met oen streng-
heid, die zelfs in ds laatste jaren van Novotny niot meer was ver-
toond. De moest vooruitstrevende kranten en periodieken zijn zonder
niuer verboden on de andere bladen zijn evenals radio en televisie ge-
lijkgeschakeld door een drastische zuivering of complete vervanging
van redactie en directie. £r is een dikke streep gehaald door de eco-
nomische hervormingsplannen van professor , die nu de schuld krijgt
van de economische malaise. De stringente wederinvoering van een ge-
centraliseerde plan-economie is in het vooruitzicht gesteld. De ar-
beiders zijn gewaarschuwd, dat zij hun vorig jaar verv/orven vrije za-
terdag zullen verliezen als zij nog langer de productie blijven druk-
ken door veelvuldige absentie of langzaamaan acties. Op 9 oktober werd
een reisverbod uitgevaardigd, dat het de Tsjechoslowaakse burgers weer
vrijwel onmogelijk maakt het Westen te bezoeken, zoals hen vorig jaar
- 9 -
bijna onbeperkt was toegestaan. Niettemin groeit het aantal emigranten
nog steeds. De staatsveiligheidsdienst, een jaar geleden nog voorbe-
stemd om tot een loutere contraspionagedienst te worden gereorgani-
seerd, vertoont opnieuw alle trekken van een binnenlands onderdrukkinge-
apparaat zoals in de tijd van Novotny. Er heerst in het land weer een
benauwende sfeer, die duidelijk geïllustreerd wordt door maatregelen
als die van minister van Onderwijs, die van zijn ambtenaren en
leerkrachten loyaliteitsverklaringen eist en een compleet verklikker-
systeem heeft ingevoerd. Van tijd tot tijd ontlaadt zich de haat tegen
de Sowjetbezetter en tegen het Husakregiem in collectieve of individu-
ele protestacties, zoals de demonstratieve herdenking van de eerste ver-
jaardag van de invasie en de hongerstaking van de gearresteerde schaak-
grootmeester Pachman. Maar over het algemeen laat de bevolking de ge-
beurtenissen gelaten over zich heen gaan in de zekere wetenschap dat
er voorlopig geen kans is op verbetering,
De rechtvaardiging var* de invasie door Praag was daarom zulk een
principiële eis van de Sowjets, omdat zij daarmee de tegenstanders elk
argument uit handen meenden te kunnen slaan en de Brezhnew-doctrine
zouden zien bekrachtigd*). Dubcek heeft tot nu toe geweigerd de juist-
heid en noodzakelijkheid van de invasie te erkennen, omdat naar zijn
mening Tsjechoslowakije allerminst bedreigd werd door een contrarevolu-
tie. Zelfs Husak heeft lang geaarzeld Moskou in dezen terwille te zijn.
In de eerste maanden van zijn mandaat hoeft hij er in een reeks stan-
daardformuleringen wel steeds nadrukkelijker "begrip" voor getoond,
dat de bondgenoten vorig jaar "hun vertrouwen hebben verloren in de
toenmalige Tsjechoslowaakse leiding" en daarom "uit bezorgdheid hulp
hebben verleend". Maar daarbij hield hij steeds staande "dat er vol-
doende interne krachten aanwezig waren geweest om het socialisme te
verdedigen". Pas eind september is hij gezwicht onder het aandringen
van het Kremlin en het conservatieve thuisfront. Het centrale partij-
comitê en het federale parlement annuleerden op 2? september resp.
15 oktober hun vroegere veroordeling van de militaire interventie en
zegden de bondgenoten dank voor hun "onbaatzuchtige internationalis-
tische bijstand in de kritieke augustusdagen". De capitulatie was vol-
ledig toen Huflak en de gehele Tsjechoslowaakse topleiding op 2? oktober,
aan het eind van een achtdaags officieel bezoek aan de Sowjet-Unie, hun
*) Zie MO no. 8, 1969.
- 10 —
handtekening zetten onder een document, dat de invasie definieerde
als "een daad van internationale solidariteitt welke ertoe.bijdroeg
een halt toe te roepen aan de. onkii-HDcialistische, contrarevolutio-
naire krachten"» Met het document steeraden zij in met "de klasse-
interpretatie van de soevereiniteit van de socialistische staten",
waarmee ze zich zonder voorbehoud onderwierpen aan de Brezhnew-leer
van de beperkte soevereiniteit.
Vooruitzichten
Omdat Husak zich in het afgelopen half jaar in toenemende mate
geïdentificeerd heeft met een uitgesproken repressieve politiek, is
ook een ernstige slag toegebracht aan het vertrouwen, dat hij als ju-
rist, die de stalinistische terreur aan den lijve heeft ondervonden,
tenminste een garantie zou zijn voor het behoud van de "socialistische
legaliteit". De Tsjechoslowaakse partijleider is reeds bedenkelijk ver
gegaan in zijn keuze van de traditioneel communistische middelen om
de oppositie het zwijgen op te leggen, zoals daar zijn "politieke"
methoden (ideologische campagnes, politieke zuiveringen), "adminis-
tratieve" middelen (politiële en justitiële .acties met een schijn van
legaliteit) en "revolutionaire rechtsmaatregelen" (onbeperkte terreur
van massa-arrestaties en schijnprocessen). Aanvankelijk scheen Husak
zich te willen beperken tot zuiver "politieke" methoden, maar toen
dit niet afdoende bleek,: greep hij al spoedig ook naar "administra-
tieve" middelen, daarin voorgegaan door de Tsjechische partijchef
. Het is de vraag of Husak nu ook nog bereid is zijn toevlucht
te nemen tot ordinaire terreurmethoden. De weg daartoe is in elk ge-
val geopend door een reeks "tijdelijke11 noodwetten, die op 23 augustus
werden afgekondigd onder het voorwendsel van de onrust rond de eerste
verjaardag van de invasie, die daarvoor echter nauwelijks aanleiding
kan hebben gegeven» De. nieuwe uitzonderingswetten geven de "openbare
veiligheidsorganen" de vrije hand om naar eigen goeddunken arrestaties
te verrichten, maken de rechterlijke macht tot een verlengstuk van
partij en politie, kortom zetten de rechtszekerheid geheel op losse
schroeven. Veel zal afhangen van de wijze waarop de wetten in de toe-
komst zullen worden gehanteerd. Er zijn sterke aanwijzingen dat Husak
en andere gematigde leiders, die geen terugkeer naar de jaren vijftig
wensen, zich nog steeds fel verzetten tegen de extreme eis van hun
neo-stalinistische rivalen om de "hervormers" onder dwang tot zelf-
- 11 -
kritiek te brengen en daarna voor, höt .gerecht te__slepen. Husak zou in
deze machtsstrijd zelfe de steun van Moskou hebben gevraagd en ook ge-
kregen. De Sowjets beseffen waarschijnlijk, dat een collaborateursre-
giem net ton nog hardere lijn op al te grote weerstand van de nu reeds
weinig coöperatieve bevolking zou eftuiten en ook nauwelijks Interna-
tionale goodwill zou ontmoeten. Daarom schijnen zij geneigd vooralsnog
de realist Husak te willen handhaven, temeer omdat hij in zijn "proef-
tijd" bewezen^heeft de situatie onder controle te hebben en de voor-
naamste Sowjetverlangens te willen honoreren. Als blijk van erkenning
ontving de Tsjechoslowaakse partijchef eind augustus de Orde van Lunin
en werd hij twee maanden later met zijn hele staf onder groot eerbe-
toon voor een eerste officiële bezoek in Moskou ontvangen.
Tijdens dit bezoek heeft Husak het reeda eerder genoemde docu-
ment ondertekend, dat de invasie rechtvaardigt. In datzelfde document
wordt gewaagd van "het fundamenteel belang" van de blijkbaar nu perma-
nente legering van Sowjettroopen in Tsjechoslowakije voor de bescher-1 * " '
ming van de westelijke grenzen. Voorts wordt voor 1970 een nieuw
vriendschapsVerdrag tussen Moskou en Praag in het vooruitzicht gesteld
en wordt extra Sowjetrussische steun aan de Tsjechoslowaakse economie
•vangekondigd. Als bekwaam onderhandelaar zal Husak al zijn troeven heb-
ben uitgespeeld om de: zo broodnodige economische steun los te krijgen,
d'ie het Kremlin altijd aan Dubcek heeft onthouden, flant hij zal de
toestand in Tsjechofllowakije en daarmee ook zijn eigen positie slechte
kunnen consolideren, als hij in sta'it zal blijken de wankele economie
woer stevig op de boen te holpen. Uit voornoemd document laat zich
niot aflezen wat de preciese omvang van do Sowjethulp is, mot name
wordt niet duidelijk of Praag de zo fel begeerde lening in harde va-
luta heeft gekregen. Het staat te bezien of de Sowjetluiders Husak vol-
doende vertrouwen om hem een werkelijk royale kans te geven. Het risico
bestaat immers dat deze eerzuchtige pragmaticus, eenmaal in een ster-
kere onderhandelingspositie, aich aanmerkelijk minder moormaand zal to-
nen dan thans het geval is. Bezien zijn voorgeschiedenis zou hij immers
door een veranderende realiteit wel 'eens verleid kunnen worden tot een
meer verlichte partijdictatuur, die Tsjechoslowakije opnieuw rijp zou
kunnen maken voor een Praagse lente.
- 12 -
H O O F D S T U K II
DE_ACTIVIT|ITEN=VAN_DE_COMMUpSTISCH|=PARTIJ=VAN=NEDE|LAND
Pölitiek-wetenachappelijk CPN-instituut publiceert eerste rapport
Het in november 1968 door de oud-voorzitter van de CPN, de heer
P. de Groot, opgerichte "Instituut voor Politiek en Sociaal Onderzoek",
is op k oktober j.l. bij de lezers van "De Waarheid" geïntroduceerd
met de publicatie van een rapport getiteld: "Loonpolitiek en loonstrijd",
Medegedeeld werd dat het rapport C'een kritische studie met strijdbare
conclusies") is samengesteld door P. de Groot, ''met hulp van een aantal
op het gebied van genoemde studie ervaren medewerkers".
In het rapport worden geen concrete eisen geformuleerd, maar er
is gepoogd "de problemen te omschrijven, die zich in de dagelijkse
"strjjd van de Nederlandse werkers met de hand en met het hoofd voor-
"do«n". "Tot het formuleren en verwezenlijken van eisen en maatregelen
"zijn alleen de politieke en de vakorganisaties bevoegd", aldus de in-
leiding.
Ondanks deze uitspraak is de beschouwing doortrokken van de com-
munistische taktiek om, buiten de vakbeweging om, d.m.v. actiecomité's
op de bedrijven looneisen te stellen en te verwezenlijken (zoals b.v.
recent gebeurde in de Groningse strokartonindustrie). Weliswaar wordt er
tovens op gewezen dat "alle activiteiten in het bedrijf gelijktijdig en
"uiteindelijk in dienst moeten staan van de versterking van het NVV",
maar hiermee worden niet "de huidige NVV-organisaties" bedoeld, waarop
De Groot veel kritiek heeft ("alle activiteiten zijn overgecentraliseerd
"in handen van een bureaucratisch apparaat" en "daarbij komt het poli-
tiek egoïsme van de PvdA-aanhangers in het NVV, die vrezen dat commu-
"nisten hun monopolie in de besturen zouden doen eindigen"). Zijn ge-
dachten gaan uit naar een NW "waarin alle werkers hun plaats kunnen
"vindon, zonder partijtaboes en ongeacht hun opvatting over taktiek in
"de strijd tegen het kapitalisme".
Interessant is verder De Groot's visie op een wettelijke regeling
van het stakingsrecht. Ook hierbij blijkt zijn kritische opstelling
t.a.v. de vakbeweging.
"Een antistakingswet, die het wetsvoorstel nr. 10111 in we-zen is, hoe geraffineerd ook van opzet, zal de onvermijde-lijke sociale conflicten alleen maar kunnen verscherpen.
Een met machtsmiddelen ingrijpen van de staat in die con-flicten zal geen andere keus laten dan do strijd tegen deondernemers uit te breiden tot de strijd tegen de staat enzijn machtsapparaat. Het inschakelen van de vakorganisatiebij dit ingrijpen .zal de vervreemding van de werkersmassavan die vakorganisaties, die zich hiertoe zouden laten mis-bruiken, nog groter maken."
Dit eerste rapport van het "Instituut voor Politiek en Sociaal
Onderzoek" waarin - opmerkelijk feit voor een CPN-publicatie - een min-
derheidsmening over een detailpunt is opgenomen van de hand van de tfaar-
heid-redacteur , is o.m. gratis toegezonden aan allen die
ten tijde van de oprichting financiële steun hebben verleend.
k oktober
Na een wekenlange grondige voorbereiding in de districten en af-
delingen, heeft de CPN - begunstigd door goed weer - op 4 oktober te
Amsterdam haar toogdag en deoonstratie gehouden» Dit besluit van de
viering van het 50-jarig bestaan van de CPN begon met een feestelijke
bijeenkomst in de RAI. Na aanvankelijk alleen de "Oosthal11 te hebben
gereserveerd, was op het laatste moment wegens "overweldigende belang-
stelling" ook de "Noordhal" gehuurd. Het in de RAI aangeboden programma
werd door ongeveer drieduizend bezoekers bijgewoond.
Aan de daarna in de middaguren gehouden deraonstratieve optocht
naar het Beursplein namen naar schatting ongeveer 3̂ 00 personen deel.
Samen met de drumbands, het grote aantal spandoeken en borden, de 25
praalwagens, de 9 autobussen met ouden-van-dagen en minder-validen en
de tientallen meerijdende personenauto's, maakte de demonstratie een
zeer massale indruk. Het voorbijtrekken van de optocht nam ongeveer
een uur in beslag.
In de kop van de stoet liepen enige leden van het partijbestuur
van de CPN, o.w. ere-voorzitter Paul de Groot en de Kamerleden H. Hoek-
stra, M. Bakker en J.F. Wolff.
Op het Beursplein hield partijvoorzitter Hoekstra oen korte rede,
gebaseerd op de leuzen: "weg met de regering De Jong" en "eenheid van
alle linkse krachten". Hij bepleitte tevens het terugtrekken van de
Amerikaanse troepen uit Vietnam en zei voorts te verwachten, dat de so-
cialistische regering die in de Bondsrepubliek aan het bewind is ge-
komen, de NPD, de partij van , wel zal verbieden.
Nieuwe gezichtspunten bracht Hoekstra overigens niet naar voren.
De meeting werd besloten met het zingen van Te Internationale.
De "nieuwe11 manier waarop het feest werd gehouden - in de middag
in plaats van kermisvermaak zoals op de Waarheidfestivals, nu een de-
monstratieve optocht - is door de communisten over het algemeen goed
ontvangen. Vele deelnemers aan de optocht waren zelfs onder de indruk
gekomen van de aard en omvang daarvan.
De dee-lneming van "andersdenkenden" aan de protestbetoging is be-
perkt gebleven tot enkele groepjes van studenten, onderwijzers en kunste-
naars. Het geheel had een rustig verloop, vooral ook door het optreden
van een eigen "ordedienst".
Het dagelijks bestuur van de CPN gaf in "De Waarheid" van 7 okto-
ber 1969 een verklaring uit, waarin met grote voldoening gewag werd ge-
maakt van de "ongekend massale omvang" van de demonstratie. Het dage-
lijks bestuur riep verder op met volle kracht te werken aan d« eenheid
van de linkse krachten en aan de versterking van partij en krant, door
een leden- en abonneewerfactie die zal lopen tot het komende partijcon-
gres in februari 1970. •
Vernomen werd dat het de leiding van de CPN, die zelf geen bui-
tenlandse gasten voor het jubileumfeest hoeft uitgenodigd, enigszins is
tegengevallen dat de West- en Oosteuropese communistische pers geen aan-
dacht aan de demonstratie heeft geschonken»
"De Waarheid"
Het per l oktober door de PTT doorgevoerde S.B.S. - het e>en be-
stelling £ysteem - bezorgt de leiding van het dagblad "De Waarheid"
nogal wat hoofdbrekens.
Ongeveer een derde van het abonneebestand bestaat nl. uit post-
abonnees. Dit relatief grote aantal is ontstaan, doordat "Do Waarheid"
zich de laatste tien jaar genoodzaakt heeft gezien in al diü plaatsen,
waar het aantal abonneos to gering was om een bezorger aan het werk te
(kunnen) houden, over te schakelen op bezorging via de post. Dit bracht
toen al voor die abonnees oen verslechtering, omdat de "postkrant" eer-
der moest worden gedrukt om nog dezelfde dag bij de abonnees in de bus
te kunnen glijden.
Thans heeft de leiding van "De Waarheid" besloten de krant voor
de postabonnces reeds de avond tevoren te drukkt-n, zodat deze met do
nachtposttrein kan worden verzonden. Qun inhoud is dezu postkrant een
"mager" ochtendblad, dat in de loop van de (raid)dag bij de lezers aan-
komt.
Deze gang van zaken brengt in de, drukkerij tal van extra werk-
zaamheden met zich mee en vraagt dus meer mankracht. In verband hier-
mee plaatste de leiding van "De Waarheid" in haar editie van 15 okto-
ber een korte verklaring. Grafische vrienden van "De Waarheid" werden
opgewekt om "tijdelijk enkele uren op een of twee avonden per week" te
komen werken. Deze maatregel is provisorisch. Het ligt in de bedoeling
om mettertijd nieuw personeel aan te trekken.
Aanvankelijk is geprobeerd het voor "De Waarheid" kwalijke effect
van het EBS te verminderen door in al die plaatsen die or zich maar
enigszins toe lenen, terug te schakelen op gewone bezorging. Dit is
p.r., gelukt in Dordrecht en Schiedam. Al met al vreest men dat het EBS
tot abonneeverlies zal leiden, daar het partijdagblad hiermede als
nieuwsbron aan .betekenis heeft ingeboet.
De staking in de strokartonindustrie
"Strokartonarbeiders behalen overwinning", zo meldde het commu-
nistische dagblad "De Waarheid" op maandag 2? oktober j.l., in een zes-
koloms kop boven het verslag van de onderhandelingen, die leidden tot
een beëindiging van de .staking in de strokartonindustrie* In een redac-
tioneel commentaar constateerde het blad:
"Het conflict in de strokarton is gewonnen. De stakers,die onder leiding van hun actiecomité wekenlang een ver-beten strijd hebben gevoerd, zien hun actie thans bekroondmet een overwinning, die van vergaande strekking is* (....)De actie kenmerkte zich door oen sterke discipline, grotevindingrijkheid en een voorbeeldige eensgezindheid. (....)Het resultaat, dat op geen enkele wijze te verbloemen valt,zal ver doorwerken. (....) De overwinning in hot Noorden be-tekent echter ook, dat daardoor de positie versterkt is vanallen in ons land, die loonsverhoging willen afdwingen endie niet tevreden zijn met een stoer gebaar alleen tegen-over Roolvinks loonwet."
Door deze overwinning, waarbij de stakers zelfs met succes de eis
van de werkgevers - door verplicht overwerk de niet gewerkte uren in-
halen - afwezen, is het hun blijkbaar ontgaan, dat de ƒ 200,- (bruto),
die als eenmalige overbruggingstoelage wordt gegeven, heel wat minder
is dan de door het actiecomité geëiste ƒ V?0t- (15 weken a ƒ 30»-)
loonsverhoging plus verhoging van premietoeslag. De voorstelling van
zaken die actieleider Mois gaf, nl. ƒ 20,- per week mSér, klopt alleen
voor de periode van tien weken gelegen tussen het tijdstip van beëin-
diging van de staking en l januari 1970, wanneer een nieuwe CAO moet
- 16 -
worden afgesloten. Wijselijk verzweeg de "handelsreiziger in revolutie"
(zoals Meis zichzelf noemt), dat dus over de weken dat gestaakt is géén
loonsverhoging werd bereikt.
De solidariteitsactie, door de CPN georganiseerd t.b.v. de sta-
kende strokartonarbeiders, had een bijzonder goed resultaat. Na de vele
malen dat reeds een beroep op de leden werd gedaan om voot partij en
krant te- geven, word nu toch weer een enorm bedrag bijeengebracht. Mede
ook door hulp van buiten de CPN (studenten brachten ƒ 13.000,= bijeen
en alleen al onder de Amsterdamse bouwvakkers werd ƒ 3*000,- ingeza-
meld) kon het actiecomité over meer dan zeventigduizend gulden beschik-
ken. Hierdoor kon ruimschoots voldaan worden aan het vrij geringe aan-
tal aanvragen OEI een stakingsuitkering en beschikte het comité na de
staking nog over ruim dertigduizend gulden. Als het deze golden inder-
daad geheel in eigen beheer kan houden, heeft het CPN-bedrijfsbureau
hiermede de mogelijkheid een volgende- staking- van be-p^rkt®--ortvang- te
financieren. Met zulk .een ontwikkeling dient rekening te worden gehou-
den, want in '"je Waarheid" van 2? oktober 1.1. komen nog twee zinsneden
voor die de aandacht vragen:. ' ;•; i*
''.•••eenstemmig werd besloten het actiecomité in stand tehouden om ook in.de toekomst de arbeiders in hun strijdvoor verbeteringen bij te staan. (....)"
' "Een jonge arbeider werkzaam op een touwslagerij vraagt,en krijgt na de vergadering in zaal Sasker de toezeggingvan.Fré Meis, dat ook in deze fabriek de arbeiders, dieeen actie voor verbetering van hun lonen willen voeren, zo-nodig op zijn steun als adviseur kunnen rekenen."
"Het Nieuwsblad van het Noorden" becommentarieerde op 27-10-1969
de strokartonstaking en constateerde daarbij:
"Het succes van de staking zal er ook wel eens toe kunnenleiden, dat nen ook in andere bedrijfstakken, waarin zelfsminder wordt verdiend dan in de strokartonindustrie, eisengaat stellen. Op zijn minst is arbeidsonrust daarvan hetgevolg en daardoor een verminderde produktie."
Over actieleider Fré Meis schreef ''Het Nieuwsblad van het Noor-den":
"Op bekwame^wijze heeft' hij"zijn acties geleid en zijneigen mensen in de hand weten te houden. (...)Op het juiste moment - een bijzonder goede orderpositie -deeci hij de staking uitbreken. Op het juiste moment, depublieke opinie op zijn hand en ƒ 20,- per week voor dearbeiders extra, liet hij haar ophouden."
- 17 -
In het raaandblaadje, dat uitgegeven wordt door de groepering
"Daad en Gedachten" (enkele van de Comraunistenbond "Spartacus" afge-
scheiden radencommunisten), wordt over de staking opgemerkt:
"In een dergelijke, zorgvuldig beraamde strategie herkentmen inderdaad de hand van de CPN. Dat die op pad is om zijte spinnen bij een conflictsituatie, die de vakbonden nietzien, of waaraan zij, indien zij ze wel zien, niets kunnendoen, omdat hun handen gebonden zijn, is wel duidelijk."
Zijn leidende rol bij deze- staking heeft de organisatoren van de
reeks "Actualiteiten-colleges11 van de Universiteit te Groningen kenne-
lijk geïnspireerd tot het verzoek aan Meis een inleiding te houden op
27 oktober j.l. De volgende dag schreef "De Waarheid11 met voldoening
dat Meis op deze debatavond helder stelde wat de doelen van de actie
waren en hoe de staking langdurig was voorbereid. Op een vraag wat er
gebeuren zou indien er toch strokartonbedrijven moeten sluiten, ant-
woordde Fré Meis: •
"Ik geloof niet dat de arbeiders dat zullen nemen. Dan zaler opnieuw actie gevoerd worden. Daarom ook blijft het ac-tiecomité bestaan. Zonodig zullen de arbeidere moeten zeg-gen: Als jullie de fabriek sluiten, zullen wij deze welopenhouden."
Deze nauwelijks verhulde oproep tot "bedrijfsbezetting" oogstte,
volgens "De Waarheid", bijval bij de studenten, die de vlot causerende
"stakingsadviseur" kennelijk wel konden waarderen. Vanzelfsprekend was
de heer Meis bereid zijn instemming te betuigen met d& vraag of het
niet tijd v;erd dat in heel Oost-Groningen een eensgezinde actie komt
voor verbeteringen op ieder terrein. Het communistische dagblad besloot
niet het een zc-er leerzame en interessante avond te noemen, die meer
studenten naar de collegezaal trok dan op enige van de voorgaande "Ac-
tualiteiten-colleges" het geval was geweest.
MLCN geeft openbare^ cursus
Het "Karxistisch-Leninistisch Centrum Nederland", een groepering
van pro-Chinese communisten, die in 1964 te Rotterdam is opgericht en
sindsdien ook in andere steden afdelingen heeft gevormd, is eind sep-
tember j.l. gestart niet een openbare cursus in de marxistisch-leninis-
tische theorie. De cursus wordt gegeven in het Universiteitshuis aan
de Lepelenburg te Utrecht en wel op maandagavond om de veertien dagen.
Het ligt in de bedoeling om aandacht te besteden aan vijf aspecten t.w.:
dialectisch materialisme; ;
historisch materialisme;revolutie, socialisme, communisme;maatschappij-analyse;strategie en tactiek.
De eerste bijeenkomst d.d. 29 september j.l. werd bijgewoond
door circa 80 personen. Verreweg het merendeel der bezoekers was van
jeugdige leeftijd en onder hen bevonden zich veel studenten. N. Schre-
vel, oprichter en leider van het MLCN, hield een inleiding, die door
ds aanwezigen geïnteresseerd werd gevolgd. Tijdens de tweede bijeenkomst
d.d. 13 oktober j.l. liep het aantal bezoekers op tot circa 110.
Het ook nu weer voornamelijk uit studenten en andere jongeren
bestaande gehoor toonde zich meermalen niet geheel kritiekloos ten aan-
zien van de uitspraken van Schrevel.
Door een veelal snedige beantwoording van de vele vragen slaagde
deze er echter in de situatie meester te blijven. Deze start van de
openbare cursus in de marxistisch-leninistische theorie mag voor het
MLCN dan ook boslist succesvol worden genoemd.
- 19 -
H O O F D S T U K III
D|=CgMMUNISTISCHE=FRONTORG4NISA|IE|
Verval van de Nederlandse Vredesbeweging
Namens de Werkcommissie van de Nederlandse Vredesraad ie
begin oktober '69 per circulaire aan de medewerkers medegedeeld,
dat het maandblad "Vrede" - orgaan van de communistische Neder-
landse Vredesbeweging - in verband met toenemende schulden bij de
drukker, "voorlopig" niet meer zal verschijnen. De circulaire was
ondertekend door Dr en . 3ij be-
zegelden hiermee het doodsoordeel over de Nederlandse Vredesbewe-
ging.
De moeilijkheden van de communistische Vredesbeweging in
Nederland dateren niet van vandaag of gisteren. In de jaren zestig
is er nauwelijks ooit een periode geweest, waarin de Nederlandse
Vredesraad normaal functioneerde* Dit was niet te wijten aan ge-
brek aan ijver of tekort aan inzicht van mevrouw of de
heer , maar aan het steeds weer ingrijpen van de leiding van
de Communistische Partij van Nederland en in het bijzonder van
CPN-leider Paul de Groot.
De malaise van de jaren zestig was al te voorzien, toen de
Nederlandse Vredesbeweging in april '59 haar 10-jarig bestaan
vierde. De Nederlandse Vredesraad kon zich toen weliswaar nog be-
roemen op de medewerking van een redelijk aantal niet-communisten
(waaronder Dr , die zelfs als voorzitter van de
NVR fungeerde), maar de eenheid was ver te zoeken en de raad werd
gefrustreerd door onderlinge tegenstellingen.
In 1961 vond de leiding van de CPN, dat het zo niet langer
ging en dat de Nederlandse Vredesraad bevrijd diende te worden van
ongewenste invloeden. Voor een simpele zuivering of verwijdering
van enkele figuren was het al te ver gekomen. Het bestuurslid
mevrouw , die het vartrouwen genoot van Paul
de Groot, kreeg derhalve dé opdracht een geheal nieuwe Vredesraad
te formeren. In aanwezigheid van een groot aantal arbeiders uit de
bedrijven - opgetrommeld door de CPN - werd daarop in januari '62
. - 20 -
een nieuwe Nederlandse Vredesraad gepresenteerd.
De Groots theorie, als zou de door de CPN georganiseerde
"medewerking" van bedrijfsarbeiders impliceren dat de nieuwe NVK
een brede basis zou hebben, was, naar in de praktijk onmiddellijk
bleek, geheel en al onjuist. De nieuwe raad stond volkomen geïso-
leerd.
In 1963 pas wist de CPN-partijbestuurder , die dat
jaar in opdracht van de CPK-leiding werd aangesteld als secretaris
van de Nederlandse Vredesraad, enige verbetering te bereiken. Het
was vooral aan zijn taaie volharding te danken, dat de NVR in 196̂
en volgende jaren kon meedoen aan de voorbereiding van de traditio-
nele Paas-marsen tegen de atoombewapening, die werden georganiseerd
door het "Comité 1961 voor de vrede1'1 (overkoepelende organisatie
van pacifistische organisaties, waar de communisten buiten hadden
gestaan). Bovendien trachtte de heer in het land contacten met
niet-communisten op te bouwen door middel van het werken in plaatse-
lijke en regionale vredescomité's. Hij slaagde er bovendien in hier
en daar in gesprek te komen met een niet-communistische intellectu-
eel en op deze manier buiten eigen kring weer een begin van "good-
will" voor de Nederlandse Vredesbeweging te kweken.
Tegen 196? meende de leiding van de CPN echter opnieuw, dat
het niet goed ging met de Nederlandse Vredesbeweging. Andermaal
werd gesteld, dat gewerkt moest worden met bedrijfsarbeiders.
Secretaris kreeg het verwijt te verwerken, dat hij te veel
verwachtingen had gekoesterd van zijn contacten met enkele intellec-
tuelen.
Bovendien meende de CPN-leiding tot de conclusie te moeten
komen, dat van de samenwerking tussen communisten en niet-communis-
ten op het terrein van het "Comité 1961 voor de vrede" uiteindelijk
vooral de Pacifistisch-Socialistische Partij had geprofiteerd. Men
stelde het daarbij voor - ten onrechte - alsof de Nederlandse
Vredesbeweging en de CPN goed genoeg waren geweest om bij bepaalde
manifestaties mensen te leveren, terwijl de PSP daarvan zou hebben
geprofiteerd en met de eer zou zijn gaan strijken. De samenwerking
van de Nederlandse Vredesraad met het -'Comité 19&1 voor de vrede"
werd dan ook in 196? gestaakt. (Bij het comité had men overigens
ook langzamerhand genoeg van de wijze, waarop de communisten telken
jare bij de voorbereiding van manifestaties de wet trachtten te
stellen.)
- 21 -
In 196? werd in opdracht van het Partijbestuur van de CPN
ook een einde gemaakt aan de activiteit van de "Reisdienst" van de
Nederlandse Vredesbeweging (opgericht in 1959 onder de naam van
"Reisdienst Vrede", later herdoopt in "Vereniging voor Culturele
Uitwisseling 'Reisdienst1" en in de wandeling aangeduid als "V.C.U.
'Reisdienst"1).
De opdracht tot staking van de activiteit van de "V.C.U.
'Reisdienst1" vormde een onderdeel van de befaamde resolutie van
het CPN-partijbestuur van maart '6?, waarin werd afgerekend met
ongewenste beïnvloeding van CPN-leden door buitenlandse partijen
en de ''autonomie*' van de CPN centraal werd gesteld, (De resolutie
had tevens betrekking op de uitgeverij ''Fegasus:! en op het reis-
bureau ''Vernu". De Vereniging "Nederland-USoR", exploitant van het
reisbureau "Vernu", onttrok zich daarop aan de controle van de CPN-
leiding en zette de activiteiten van vereniging en reisbureau voort
als dissident-communistische, pro-Russische organisatie.)
Het behoeft nauwelijks betoog dat, onder invloed van de
uautonomie"-politiek van de CPN-leiding, tevens een einde kwam aan
de banden van de Nederlandse Vredesraad met de Wereldvredesraad
(waarvan de leiding, na jarenlange schermutselingen met de Chine-
zen, weer stevig in handen lag van de Russen), Mevrouw
en de heer zagen, omdat de CPN-leiding dat niet meer
wilde, tenslotte geheel en al af van deelneming aan bijeenkomsten
en conferenties van de Wereldvredesbeweging en van ondersteuning
van door de Wereldvredesraad genomen initiatieven.
Bijna elke andere communistische mantelorganisatie kan, zo
leert de praktijk in Nederland, jaren lang "autonoom" voortbestaan.
Voor de Vredesbeweging ligt het echter anders.
De communistische Wereldvredesbeweging en de communistische
Nederlandse Vredesbeweging zijn in 19̂ 9 opgericht, niet zozeer om
propaganda te maken voor het communisme, dan wel om de idee te
propageren dat de Sowjet-ünie de grootste vredesmacht ter wereld
vertegenwoordigt. In de praktijk werd en wordt de Vredesbeweging
bij voortduring ingezet ter ondersteuning van de buitenlandse poli-
tiek van de Sowjet-Unie.
Zonder deze inzet gaat het niet en heeft de Nederlandse
Vredesbeweging in feite geen bestaansrecht.
- 22 -
H O O F D S T U K IV
Anarchisme
Bij de gemeenteraadsverkiezingen in 1966 hebben de Provo's,
die in Amsterdam met een eigen lijst uitkwamen, 1 zetel behaald.
Deze werd aanvankelijk bezet door Bernard de Vries, met dien
verstande evenwel, dat dit Provo-raadslid slechts een jaar
zou aanblijven, waarna hij zou moeten plaatsmaken voor een
ander. Zodoende werd de Provo-zetel daarna achtereenvolgens
bezet door Uiud ^chimmelpennink en Mevrouw Irene van de "eetering.
Tenslotte stond laatstgenoemde op 1 oktober j.l. haar zetel af
aan -ïoel van Duyn.
De redactie van het anarchistische maandblad "de Vrije",
waarin Roei van Duyn sinds jaren regelmatig artikelen schrijft,
besloot van Duyn zoveel mogelijk bij zijn geme^nteraadswerk te
steunen. 2>ij meende n.l. dat "de gemeenteraad een uitgangspunt
;;zou kunnen zijn om te komen tot organisatie van onderop, die
"mogelijk het anarchisme een wijder perspectief kon geven",
m̂ deze zaken te bespreken werd op 29 september een bijeenkomst
belegd in "De Liefde" te Amsterdam.
Blijkens een artikel van
in "de Vrije" van 31 oktober 1969, werd
tijdens deze bijeenkomst in de eerste plaats een principiële
discussie gehouden over de zin en de gerechtvaardigdheid van
deelname aan- en infiltratie in het bestaande systeem, waartoe -
uiteraard - de gemeenteraden behoren.
Vervolgens besprak men de agendapunten voor de eerstvolgende
raadsvergadering waaraan Koel van Duyn zou deelnemen.
De resultaten van deze bespreking waren echter kennelijk nega-
tief. Schrijfster stelt dat infiltratie van de "establishment"
in de praktijk onmogelijk enig revolutionair resultaat kan
opleveren.
De \verkzaamheden van (met name) een gemeenteraad zijn zó op
details toegespitst, dat een principiële stellingname nauwelijks
opportuumis en men zich derhalve heeft te beperken tot de
''kunst van het haalbare". Ook Roei van Duyn heeft zich, volgens
haar, hieraan niet kunnen onttrekken, blijkens zijn eerste
- 23 -
optreden.
Na opgemerkt te hebben, dat anarchisten zich verre moeten .
houden van elk orgaan van de"establishment" concludeert
: "dat het een vergissing van"de Vrije"zou zijn zich nog
"verder te bemoeien met Roei van ^uyn's lidmaatschap van de
"Amsterdamse gemeenteraad". "
De redactie van "de Vrije", conformeerde zich volledig aan
deze conclusie en kondigde aan de verdere samenwerking met
Koel van Duyn als gemeenteraadslid .te zmllen staken. Ze.takende
hierbij echter aan, dat de mogelijkheid tot samenwerking wel open
bleef voor wat betrof eventuele buitenparlementaire acties, die
uit het geraeenteraadswerk kunnen voortvloeien.
A G E N D A
Datum: Bijeenkomst; P.laats: Organisatie:
herfst 1969 Vle congres FIR. • ? Fédération Int. desRésistants.
21-£2;.nov.1969 Anti-NAVO»-congres„ Amsterdam Nederlandse StudentenRaad in samenwerkingmet links-socialis-
t •. tische jeugd- en stud.organisaties in West-Europa en met de IUS.