vulkanisme glenn herpoelaert
TRANSCRIPT
2 BASO AJ 2006-2007
Herpoelaert Glenn 2FET
studieonderdeel: PAV leraar: F. Tanghe
INHOUD
Inleiding............................................................................................................................. 5
[1] Wat zijn vulkanen? .............................................................................................. 6
[2] De aarde............................................................................................................... 7
2.1 Samenstelling en structuur .................................................................................... 8
[3] De oorsprong en het ontstaan van vulkanen .................................................. 11
3.1 De Continenten op dreef: platentektoniek............................................................ 11
3.2 De wereldkaart anders bekeken.......................................................................... 12
3.3 Gevolgen van plaatbewegingen .......................................................................... 14
3.4 Hotspots en platentektoniek ................................................................................ 18
[4] Werking.............................................................................................................. 19
[5] Classificatie ....................................................................................................... 22
5.1 Onderverdeling naar activiteit .............................................................................. 22
5.2 Onderverdeling naar samenstelling materiaal...................................................... 23
5.3 Onderverdeling naar vorm................................................................................... 23
5.4 Typen uitbarstingen............................................................................................. 28
5.5 Zwaarte van uitbarstingen ................................................................................... 33
5.6 Waarschuwingen................................................................................................. 34
[6] Vulkanische deelgebieden................................................................................ 35
6.1 IJsland................................................................................................................. 36
6.2 De Andes ............................................................................................................ 36
6.3 Hawaii ................................................................................................................. 37
6.4 De Etna ............................................................................................................... 39
6.5 De Merapi............................................................................................................ 40
[7] Verwante verschijnselen................................................................................... 42
7.1 Gevolgen voor het klimaat................................................................................... 42
7.2 Aardbevingen ...................................................................................................... 43
7.3 Caldera’ s ............................................................................................................ 44
7.4 Modderstromen ................................................................................................... 45
7.5 Geisers en hete bronnen..................................................................................... 45
7.6 Vulkanische as .................................................................................................... 46
7.7 Fumarolen........................................................................................................... 46
7.8 Gas ..................................................................................................................... 46
7.9 Tsunami’ s........................................................................................................... 47
7.10 Meest dodelijkste uitbarstingen ........................................................................... 50
[8] Het voorspellen van gevaar .............................................................................. 51
8.1 De seismograaf ................................................................................................... 51
8.2 GPS .................................................................................................................... 52
8.3 Trillingsmeters..................................................................................................... 53
8.4 Gas en stoomuitstoot .......................................................................................... 53
8.5 Risicokaarten ...................................................................................................... 53
[9] Verklarende woordenlijst.................................................................................. 54
[10] Besluit ................................................................................................................ 62
[11] Bibliografie ........................................................................................................ 63
11.1 Boeken................................................................................................................ 63
11.2 Software.............................................................................................................. 63
11.3 Internet................................................................................................................ 63
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 5
Inleiding
De grootste natuurramp uit de geschiedenis van de aarde
moet zich ongeveer 20.000 jaar geleden op het eiland
Sumatra hebben voorgedaan. Door een vulkaanuitbarsting
werd toen in het midden van dat eiland een gat van 30 bij
100 kilometer geslagen, waaruit een wolk van gas en
brandende as opsteeg. Deze as sloeg over een oppervlakte
van 25.000 km² neer in de vorm van een laag vulkanisch
gesteente van 300 meter dik. Volgens sommige
vulkanologen zou door de bij de uitbarsting vrijgekomen
aswolk zo’n langdurige zonsverduistering kunnen zijn
veroorzaakt dat mede daardoor de laatste ijstijd z’n intrede
deed.
Ondanks zijn huiveringwekkende kracht heeft deze uitbarsting niet alleen verwoestingen
teweeggebracht. Het was tevens een scheppingsdaad, want een vulkaan is een van de
machtigste bouwers der natuur.
Vulkaanuitbarstingen zijn een wezenlijk onderdeel van het altijd voortdurende vormingsproces
van bergen en vlakten. De bodem van de oceanen is gevormd in miljoenen jaren van
vulkanische activiteit langs een 50.000 kilometer lange keten van ruggen in de diepten der
wereldzeeën.
Hoewel de as en gassen die door een vulkaan worden uitgespuwd zeer schadelijk zijn, zijn ze
tevens van essentieel belang voor het leven op aarde. De miljarden tonnen mineraalrijke as die
na een uitbarsting op aarde terechtkomen, worden na verloop van tijd omgezet in een bodem
van een zeer hoge vruchtbaarheidsgraad. Afgaand op de huidige mate van activiteit hebben
vulkanologen berekend dat bijna een kwart van alle zuurstof, waterstof, koolstof, chloor en
stikstof in de biosfeer te danken is aan vulkanen en dat ze de oerbron zijn geweest voor het
merendeel van alle lucht en water op aarde.
De vulkanologie staat nog in de kinderschoenen en het vulkanisme heeft nog vele geheimen.
Toch vormt zich langzaam maar zeker een algemene theorie over het vulkanisme en werkt men
aan voorspellingsmethoden en wijzen om vooralsnog op zeer bescheiden schaal vulkanische
activiteit te beheersen. In dit jaarwerk schuif ik deze theorie naar voor zonder dat het
verbazingwekkende beeld van het vulkanische verloren gaat.
In het eerste hoofdstuk wordt kort uitgelegd wat een vulkaan precies is. Daarna volgt de uitleg
over het ontstaan en de werking ervan. Vervolgens wordt de classificatie van vulkanen
toegelicht. Ook enkele bekende vulkanische gebieden zoals IJsland en Hawaii worden
benaderd. Hoofdstuk7 licht de verschijnselen toe die de gevolgen zijn van vulkanische activiteit.
In hoofdstuk 8 behandel ik kort de technieken die men gebruikt om uitbarstingen te voorspellen.
Het laatste deel bestaat uit een verklarende woordenlijst.
Krakatau of Rakata, vulkanisch eiland in
Indonesië, tussen Java en Sumatra.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 6
[1] Wat zijn vulkanen?
Een vulkaan is een gat in de aardkorst, waardoor gesmolten stenen en andere materialen naar
boven komen. Sommige vulkanen zijn gewoon scheuren in de aardkorst. Andere zijn zwakke
plekken in de aardkorst, die ontstaan op plaatsen waar magma door de korst brandt en omhoog
borrelt waardoor het aan het aardoppervlak komt. Magma is heet gesmolten gesteente, dat
ontstaat door het gedeeltelijk smelten van de korst en de mantel bij hoge temperaturen diep
onder de grond. Als magma aan de oppervlakte komt, noemt men dit lava.
De term vulkaan wordt door velen onmiddellijk aan een vuurspuwende berg gelinkt. Uit
vulkanen komt niet altijd lava gespoten. We praten vaak over drie soorten vulkanen. De eerste
zijn actieve vulkanen. Die kunnen jaren achtereen redelijk rustig zijn en dan ineens toch
uitbarsten. De tweede soort is de slapende vulkaan. Die zijn eeuwenlang stil en komen dan
plotseling tot een zware uitbarsting. De derde soort is de uitgedoofde vulkaan. Bij deze soort is
de aardkorst in de loop van de eeuwen van onderen zo aangegroeid, dat het magma er niet
meer doorheen kan branden. Daardoor kunnen deze vulkanen niet meer tot uitbarsting komen.
Augustine-vulkaan in Alaska, opname januari 2006.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 7
[2] De aarde
Om te kunnen begrijpen hoe vulkanen ontstaan, moeten we terug naar de samenstelling van de
aarde. Als je met je voet op de grond stampt, voelt de aarde hard aan. De aarde lijkt een harde
bal, bestaande uit vaste stof. Maar schijn bedriegt.
De oudste uitspraak over de structuur van het inwendige van de aarde is afkomstig van Plato.
Volgens Plato bestaat de aarde uit een gloeiende, vloeibare substantie, omgeven door een
dunne gestolde korst. Op verschillende zwakke plaatsen wordt de korst doorbroken en treedt de
inwendige materie door de vulkanen als magma naar buiten.
De seismologie of aardbevingsleer heeft geleerd dat de aarde voor het grootste gedeelte vast
is, ondanks het voorkomen van een zekere mate van beweeglijkheid. De trillingen die bij de
aardbevingen worden uitgezonden, en die de gehele aardbol kunnen doorstralen, hebben het
bewijs geleverd dat de aarde is opgebouwd uit een aantal concentrische schillen, en daarom
kan worden vergeleken met een steenvrucht. De aardkorst kan gezien worden als de dunne
opperhuid die de aarde omgeeft, de aardmantel als verreweg het grootste gedeelte, en de
aardkern als het centrale deel.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 8
2.1 Samenstelling en structuur
Vanuit het centrum van de Aarde naar buiten toe zijn er verschillende zones te onderscheiden
die geleidelijk in elkaar overgaan. Geheel binnenin ligt de kern, deze wordt omgeven door de
mantel en aan de buitenkant bevindt zich de korst. Rondom de korst ligt een gaslaag die de
atmosfeer vormt.
2.1.1 Kern
De kern van de aarde kan in twee lagen worden onderscheiden. Een binnenkern met een
diameter van ruim 2500 km die, ondanks de hoge temperatuur van ruim 5000 Kelvin
(+- 4700°C), door de enorme druk vermoedelijk uit vast ijzer bestaat. Daaromheen bevindt zich
de buitenkern met een dikte van 2200 km, waar een temperatuur van 4500 Kelvin (+- 4200°C),
heerst. De buitenkern is opgebouwd uit een mengsel van vloeibaar ijzer, nikkel en sporen van
lichtere elementen. De buitenkern is ook verantwoordelijk voor het magnetisch veld van de
Aarde.
2.1.2 Mantel
Tussen de kern van de Aarde en de korst ligt de mantel, die hoofdzakelijk is samengesteld uit
ijzer- en magnesiumrijke verbindingen. Dicht tegen de kern is de mantel als gevolg van de grote
druk vast en naar buiten toe wordt de mantel steeds minder stroperig. De dikte van de mantel
bedraagt 2800 tot 2900 km. Afhankelijk van de viscositeit zijn er een binnen- en buitenmantel te
onderscheiden met daartussen een brede overgangszone.
2.1.3 Korst
De buitenste laag van de Aarde is de Aardkorst en heeft een wisselende dikte. Er zijn twee
soorten aardkorst. De oceanische korst en de continentale korst.
2.1.3.1 De oceanische korst
Hoewel het bestaan van de Midden Atlantische zeerug al langer dan tweehonderd jaar bekend
was, is pas sinds 1954 bekend dat deze oceanische ruggen onderdeel zijn van een
aaneengesloten systeem van 80.000 km dat in alle oceanen te vinden is. De ruggen zijn
voornamelijk onderzees, slechts op enkele plaatsen komt ze boven de zeespiegel.
Opvallend is dat de oceanische korst 3 tot 4 kilometer lager ligt dan de continentale korst. Ook
verschilt de samenstelling van de oceanische korst van de continentale korst. De korst onder de
oceanen kun je in drie lagen opdelen. Het bovenste gedeelte bestaat uit een laag van maximaal
4 km dikte. In deze laag bevindt zich marine afzetting, de daaropvolgende laag met een
doorsnede van 1 tot 2,5 km bestaat uit basalt, de onderste laag van 5 km bestaat uit gesteenten
dat ‘grabbo’ wordt genoemd. Daaronder is waarschijnlijk een laag van 0,5 km met een dichtheid
van 3000 kg per m3, die op vloeibaar gesteente drijft. In vergelijking met de continentale plaat is
de oceanische plaat relatief dun en heeft ze een grote massadichtheid.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 9
2.1.3.2 De continentale korst
In tegenstelling tot de eenvoudige structuur van de oceanische korst is de continentale korst
opgebouwd uit regelmatige, opeenvolging van ouderdom met magmatisch en sedimentair
gesteente.
De oudste gesteenten worden geschat op 4000 miljoen jaar oud in tegenstelling tot 250 miljoen
jaar voor de oudste gesteenten in de oceanische bodem. Dat betekent dat de oceanische plaat
is ontstaan na de continentale plaat en dat de oceanische plaat voortdurend vernieuwd wordt.
De oceaan is ontstaan doordat midden onder de continentale plaat magma omhoog welde en
zo een scheiding begon te maken midden in de continentale plaat. De platen dreven dus steeds
verder uit elkaar. Het overblijfsel van dit scheidingsproces zijn de ruggen in de oceanen, waarbij
de grootste bergketens in het niet vallen.
De dikte van de continentale korst ligt tussen de 10 en 50 kilometer. Er is een verband tussen
de dikte van de korst en de ouderdom. Hoe dikker de korst hoe ouder het gedeelte is. De korst
onder de huidige bergketens kenmerkt zich doordat het erg dik is. De dikste korst komt voor
onder het Andes en Himalaya gebergte. De dunste korsten bevinden zich daar waar de mantel
actief is.
Hoewel de continentale korst vaak veel dikker is dan de oceanische korst is de massadichtheid
toch kleiner. De gemiddelde dichtheid ligt rond de 2650 kg /m³.
2.1.4 Atmosfeer
De atmosfeer is een ongeveer 100 km dikke laag van gassen rondom de aarde die door de
zwaartekracht op z'n plaats wordt gehouden. Voor het grootste deel bestaat de atmosfeer uit
stikstof (ruim 78%) en zuurstof (bijna 21%). De atmosfeer beschermt het leven op Aarde tegen
ultraviolette straling en tempert de temperatuurverschillen tussen dag en nacht. De atmosfeer
houdt niet plotseling op een bepaalde hoogte op, maar neemt naar buiten toe langzaam in
concentratie af. Ongeveer 75% van de atmosfeer bevindt zich tussen zeeniveau en 11 km
hoogte (troposfeer).
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 10
2.1.5 Lithosfeer
De ca. 100 km dikke buitenste schil van de aardmantel vormt samen met de daarop liggende
aardkorst de harde lithosfeer of steenschaal. Het verschilt van de onderliggende asthenosfeer
doordat het gesteente kouder, sterker en stijver is. De aardkorst ligt op de lithosfeer.
2.1.6 Asthenosfeer
Onder de lithosfeer bevindt zich de asthenosfeer, tussen ongeveer 100 en 200 km diepte onder
de oceanen, en tussen ongeveer 100 en 500 km diepte onder de vastelanden. De asthenosfeer
is een laag die door de hoge temperatuur minder hard is dan de lithosfeer, en waarin
gemakkelijker plastische bewegingen kunnen plaatshebben.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 11
[3] De oorsprong en het ontstaan van vulkanen
3.1 De Continenten op dreef: platentektoniek
Alfred Wegener merkte aan het begin van de 20e eeuw op dat de randen van sommige
continenten, met name Zuid-Amerika en Afrika, gelijk zijn van vorm. Hoewel hij niet de eerste
was die dit opmerkte, was hij wel de eerste die daaruit concludeerde dat de continenten
vroeger aan elkaar zaten en uit elkaar zijn gegaan. Dit idee noemde hij continentendrift of
continentale drift. Wegener verzamelde veel bewijzen ten gunste van zijn theorie, wat niet
voorkwam dat die door de meeste geologen werd afgewezen. Het probleem was dat niet
bekend was hoe enorme landmassa's konden bewegen over het aardoppervlak. Voor zo'n
beweging is een enorme kracht nodig en het was niet bekend waar die vandaan kwam.
Nadat Wegener op vrij jonge leeftijd stierf in 1930 verzamelde Alexander du Toit meer bewijs
voor continentendrift. Arthur Holmes stelde tegelijkertijd voor dat de beweging van de
continenten wordt aangedreven door horizontale stroming in de onderliggende aardmantel, die wordt veroorzaakt door convectie. Er waren geen bewijzen voor Holmes' idee zodat ook dit
genegeerd werd.
Na de Tweede Wereldoorlog werden deze bewijzen wel ontdekt door o.a. John Tuzo Wilson. In
1961 stelde Harry Hammond Hess dat op mid-oceanische ruggen oceanische spreiding
plaatsvindt, waarmee de theorie van platentektoniek was geboren.
Volgens de platentektoniek bewegen de continenten als gevolg van convectiestroming in de
mantel. De hete magma wordt door de kern opgewarmd, verplaatst zich vervolgens richting
aardoppervlak om dan uiteindelijk af te koelen en terug richting aardkern te stromen. Hierdoor
bewegen de platen langzaam van elkaar af, botsen tegen elkaar, schuiven onder elkaar door,
of schuren langs elkaar heen. Dit veroorzaakt verschillende verschijnselen aan de oppervlakte,
zoals aardbevingen, vulkanisme, en langzame veranderingen, zoals bodemdaling,
gebergtevorming en de verplaatsing van continenten.
Sommige platen bevatten zowel vastelanden als stukken oceaanbodem; andere bestaan alleen
uit oceaanbodem. De lithosfeerschollen kunnen in horizontale richting verschoven worden
doordat de onderliggende laag in de aardmantel, de asthenosfeer, minder hard is en langzame
bewegingen toelaat.
Continentenverschuiving volgens Wegener.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 12
3.2 De wereldkaart anders bekeken
Het aardoppervlak bestaat dus uit platen die drijven op een laag van gedeeltelijk gesmolten
gesteente. De aardschollen kunnen wel 75 km dik zijn. De aardschollen verplaatsen zich zeer
langzaam, ongeveer 5 cm. per jaar. Er zijn ongeveer 9 grote platen en 7 kleinere. Op
onderliggende wereldkaart worden de grootste platen afgebeeld.
• Euraziatische plaat
Deze bestaat uit de Aziatische en Europese continenten en delen van de Atlantische en
Arctische Oceaan. Het is een van de grootste platen. Op de rand van deze plaat
bevinden zich enkele bekende vulkanen: de Stromboli, Vesuvius en Vulcano in Italië.
• Filippine plaat
Deze bestaat uit delen van de Stille Oceaan ten oosten van de Filipijnen. De
Marianetrog maakt deel uit van de grens die deze plaat van de Pacifische plaat scheidt
• Indisch-Australische plaat
Deze bestaat uit Australië en delen van de Indische Oceaan. Hij is verantwoordelijk
voor een groot vulkanisch gebied in Nieuw-Zeeland.
• Pacifische plaat
Dit is een van de grootste platen. Hij omvat bijna de hele Stille Oceaan. Hier bevinden
zich de Hawaiaanse eilanden. Er is hier regelmatig vulkanische activiteit. Twee van de
beroemdste vulkanen van Hawaï zijn de Mauna Loa en de Kilauea.
• Noord-Amerikaanse plaat
Deze bestaat uit Noord-Amerika en delen van de Atlantische Oceaan. Een van de
grootste breuken bevindt zich aan de westgrens van de Noord-Amerikaanse plaat
namelijk de 970km lange San Andreas-breuk.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 13
• Antarctische plaat
Deze omvat de Antarctische Oceaan en het continent Antarctica. Twee vulkanen op
deze plaat, namelijk de Terror en de Erebus werden ontdekt door de
ontdekkingsreiziger James Ross in de 19e eeuw. De vulkanen Terror en Erebus zijn
vernoemd naar de schepen waarmee hij voer.
• Zuid-Amerikaanse plaat
Deze bestaat uit Zuid-Amerika en een deel van de Atlantische Oceaan. De Andes is
een enorme bergketen in Zuid-Amerika waar vaak aardbevingen zijn en waar zich veel
vulkanen bevinden.
• Afrikaanse plaat
Deze bestaat uit het Afrikaanse Continent en een deel van de Atlantische en Indische
Oceaan. Het hoogste punt op de Afrikaanse plaat is een gedoofde vulkaan, namelijk de
Kilimanjaro. Deze vulkaan is 5.895 meter hoog.
De Kilimanjaro, Tanzania.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 14
3.3 Gevolgen van plaatbewegingen
De verscheidene bewegingen van de platen hebben tevens diverse gevolgen. In onderstaande
afbeelding zijn alle vormen van het ontstaan van een vulkaan weergegeven. Links vind je een
voorstelling van een convergente beweging. Links van het midden wordt een hotspot
weergegeven. In het midden en op de rechterkant worden 2 vormen van een divergente
beweging afgebeeld.
3.3.1 Divergente beweging
Bij divergente beweging zetten de platen van elkaar af. Op de locaties
waar platen uit elkaar drijven, komt er gesmolten gesteente als lava
omhoog waardoor er nieuw materiaal aan de platen vastgroeit; basalt.
Op deze manier worden nieuwe oceaanplaten gevormd. De plaats waar
dat gebeurt, noemt men ook wel oceaanruggen. Oceaanruggen zijn
zelden meer dan 1500 meter hoog, maar ze kunnen zich duizenden
kilometers lang over de zeebodem slingeren. In alle grote oceanen
bevindt zich een oceaanrug. Het beste voorbeeld hiervan is
waarschijnlijk de Mid-Atlantische Rug. Deze ‘onderwater bergketen’, die
bijna de hele Atlantische Oceaan van noord tot zuid scheidt, is slechts
een deel van de mid-oceanische ruggen die rondom de aarde lopen..
3.3.2 Convergente beweging
Bij convergente beweging gaan de platen naar elkaar toe. Soms wordt de rand van de plaat
geleidelijk vernietigd door de kracht van de botsing. Maar de rand van de plaat kan ook
opkomen zodat er bergketens ontstaan.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 15
3.3.2.1 Oceanische tegen continentale plaat
Als de ene tektonische plaat bij een botsing onder de andere wordt gedwongen noemt men dit
subductie. Dit gebeurt meestal doordat een zware oceanische plaat op een lichtere
continentale plaat botst; de toplaag van de mantel en de oceaankorst zinken onder het
continent. Er wordt een diepe zeetrog gevormd.
Als de plaat naar beneden schuift komt er ook water mee. De stenen beginnen op te warmen
terwijl ze naar beneden gaan en smelten. De plaat beweegt naar beneden met een paar
centimeters per jaar. Later gaan de gesmolten rotsen langzaam omhoog. Het opkrikken van
deze rotsen kan tienduizenden jaren duren. Hierna kunnen er twee dingen gebeuren. Ze
kunnen weer vast worden. Ze vormen dan bijvoorbeeld graniet. Of het magma bereikt het
oppervlak en barst dan uit. Dit komt omdat het magma lichter is dan het vaste gesteente
doordat het vermengd is met gassen. Hierna koelt het snel af en vormen ze onder andere
basalt.
Een voorbeeld van zo een plaat is de Oost Pacifische plaat. Deze beweegt met negen
centimeter per jaar naar Zuid-Amerika. In tien miljoen jaar is er bijna 1000 kilometer plaat in de
aarde gezonken. Toch wordt deze op heel veel plaatsen doorbroken door breukzones. Deze
zones zijn voornamelijk seismisch actief op de plaatsen waar ze de top van een oceaan rug
snijden. Bij deze ruggen wordt dus nieuwe oceaankorst gemaakt en hierdoor ontsnapt ook de
meeste warmte van de aarde.
De oceaanbodem wordt steeds vernieuwd maar de continentale korst niet, deze kan namelijk
niet onder een plaat zinken. Daardoor is de continentale korst ook veel ouder dan de
oceanische korst. Een voorbeeld hiervan is de kust van de Stille Oceaan in Zuid-Amerika. De
oceaanplaat schuift daar naar beneden in de asthenosfeer. Door de hitte van asthenosfeer,
smelt het materiaal naarmate het dieper komt. Aan de oppervlakte zie je hierdoor een
oceaantrog ontstaan, gevolgd door een eilandenboog. Ook komen hier veel vulkanische
activiteiten en aardbevingen voor.
Natuurlijke basaltzuilen
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 16
3.3.2.2 Oceanische tegen oceanische plaat
Het is ook mogelijk dat een oceanische plaat niet tegen een continentale plaat botst, maar
tegen een andere oceanische plaat. De oudste oceanische plaat is dan zwaarder en zakt naar
beneden. Hierbij ontstaan troggen. Subductieprocessen tussen oceanische platen zorgen ook
voor de vorming van vulkanen. Na miljoenen jaren en vele uitbarstingen komt de vulkaan
boven het oceaan oppervlak uit en vormt dan een vulkanisch eiland. Er zijn meestal meerder
eilanden naast elkaar, deze heten eiland bogen. Deze eilanden lopen parallel aan de troggen.
Een voorbeeld hiervan zijn de Filippijnen in de Grote Oceaan.
3.3.2.3 Continentale tegen continentale plaat
Tenslotte kan er ook nog een continentale plaat op een andere continentale plaat botsen. In dit
geval zal het subductieproces moeilijk doorgaan en zal er korstverdikking optreden.
Hierdoor kunnen verschillende soorten gebergten ontstaan:
• Bij plooigebergten worden de gesteenten van de platen samengeperst en omhoog
gedrukt. Afhankelijk van het soort gesteente en de kracht van de botsing kan de hoogte
van de plooien verschillen van enkele meters tot kilometers. Er kunnen vier
verschillende plooien ontstaan. De plooien vormen een dal of bekken, de plooien
vormen een boog, bij een plooi zijn de kanten zo ver over elkaar geschoven dat ze bijna
horizontaal zijn en een kant van een plooi schuift over de andere. De vorm van de plooi
is afhankelijk van de druk.
• Breukgebergten ontstaan langs de breuklijn van twee continentale platen. Het uit elkaar
getrokken gesteente wordt dun en splijt. Vervolgen vallen grote stukken gesteente in de
door de breuk ontstane holte. Het gesteente dat boven achterblijft heet horst. Het lagere
gedeelte heet slenk.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 17
• Vulkanische gebergten zijn vaak te vinden op het punt waar een oceanische plaat op
een continentale plaat is gebotst. De dichtere, zwaardere oceanische korst wordt hierbij
in de gloeiend hete aardmantel gedrukt. De rand smelt tot magma dat zich als een
vulkaan naar boven werkt. Deze vulkanische uitbarstingen zijn vaak explosiever dan bij
het hotspot vulkanisme omdat de gasdruk hier veel groter is.
3.3.3 Transversale beweging
Bij een transversale beweging scheren de platen langs elkaar heen.
Omdat de platen niet tegen elkaar op botsen of van elkaar af bewegen
heeft de grens tussen deze platen niet de bijzondere eigenschappen van
de convergerende of divergente beweging. In plaats daarvan ontstaan er
een soort van parallellopende vallei langs de grens waar steen omhoog is gekomen door het
langs elkaar schuren van de platen. Op andere plaatsen kenmerken grenzen van deze
beweging zich door stukken grond die in tweeën zijn gedeeld en waarvan de twee helften in
tegenovergestelde richting zijn gegaan.
De bekendste grens van langs elkaar schurende platen is de San Andreas breuklijn in
Californië. Het deel ten westen van de breuklijn beweegt langzaam in noordelijke richting ten
opzichte van de rest van Californië. Los Angeles gaat hierdoor langzamerhand richting San
Francisco toe met een snelheid van ongeveer zes centimeter per jaar. Dit zou betekenen dat
als de twee steden over tien miljoen jaar nog bestaan ze dan naast elkaar zouden liggen.
Transversale bewegingen dragen niet toe voor het
ontstaan van een vulkaan maar kunnen wel enorme
gevolgen hebben. Bij het langs elkaar schuren van
de platen ontstaan enorme spanningen, met
aardbevingen als gevolg. De krachtigste en meest
bekende aardbeving langs de San Andreas breuk
bijvoorbeeld, is die San Francisco in 1906 trof. Heel
veel gebouwen werden vernietigd door de
aardbeving en een groot deel van de stad werd
vervolgens vernietigd door de branden die erop
volgden. Meer dan zeshonderd mensen stierven als
gevolg van de aardbeving en de branden.
De San Andreas breuklijn
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 18
3.4 Hotspots en platentektoniek
Hierboven wordt het ontstaan van vulkanen aan de hand van platentektoniek uitgelegd.
Vulkanisme kan ook los van de platentektoniek voorkomen. Op bepaalde plaatsen in de
aardmantel stijgt heet materiaal op dat dwars door de korst naar boven komt. Dit noemt men
hotspots. Over hotspots is nog maar weinig wetenschappelijk materiaal verspreid. Een
vermoeden is dat dit materiaal afkomstig is uit een laag tussen de mantel en aardkern in, de
‘D-laag’, welke lichter materiaal bevat dan de mantel dat omhoog gestuwd wordt.
De positie van hotspots verandert in vergelijking met de plaatbewegingen zeer traag; de platen
bewegen zich over de hotspots heen. Hotspots laten dan ook een spoor van eilandjes achter
op het aardoppervlak. Zo kan je makkelijk zien welke route een plaat in het verleden heeft
afgelegd. Voorbeelden hiervan zijn de eilanden van Hawaii. De Hawaiiaanse hotspot is al 70
miljoen jaar actief, en heeft een reeks schildvulkanen doen ontstaan over een oppervlakte van
6000 km. van het noordwesten van de Stille Zuidzee. Een andere, de Yellowstone hotspot is al
minstens 15 miljoen jaar actief en heeft en hele serie caldera's en andere vulkanische
landvormen doen ontstaan langs de Snake River Plain, een vlakte die zich over 650 km.
uitstrekt vanaf West Wyoming tot de grens tussen Idaho en Oregon.
De snelheid van de platen wordt meestal aangegeven ten opzichte van een andere plaat, dit is
een relatieve snelheid. Omdat men aanneemt dat hotspots nauwelijks bewegen, kunnen de
sporen van eilandjes gebruikt worden om een absolute plaatsnelheid te bepalen (de snelheid
van de plaat ten opzichte van een vast punt in de ruimte), als op de eilandjes de ouderdom van
het vulkanische gesteente eerst bepaald is. Men neemt dan wel aan dat de hotspot niet
beweegt.
Als een hotspot onder een continentale lithosferische plaat ligt kan de hotspot enorme volumes
magma produceren die laag over laag afgezet worden. Duizenden vierkante kilometers land
kunnen zo bedekt worden. Deze opeenhopingen worden basaltstromen genoemd
Hotspots op aarde.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 19
[4] Werking
Een vulkaan is eigenlijk een opening in de aarde waar vulkanisch materiaal (lava, gas,
proclastica (hete stenen)) naar buiten treedt, of waarbij dit ooit is gebeurd.
Sommige vulkanen zijn alleen maar lange barsten in de grond. Andere zijn bergen van
gesteente die zich als een kegel rond een krater hebben opgehoopt. Onder de krater loopt een
tunnel of kraterpijp naar een opening of uitlaat van een reservoir van magma diep onder de
berg. Deze magmakamer is door pijpen en spleten verbonden met de mantel.
Die verbindingen zijn altijd open maar de kraterpijp is meestal geheel verstopt door gestolde
lava en gesteente dat van de kraterwanden is afgebrokkeld.
Lang voordat de uitbarsting werkelijk begint stroomt steeds meer magma de magmakamer
binnen. Het reservoir wordt groter en magma stijgt naar het aardoppervlak. In het magma zijn
gassen als kool- en zwaveldioxide, zwavelwaterstof en waterdamp opgelost. Eerst is de druk in
de magmahaard even groot als erbuiten en wordt in stand gehouden door het gewicht van de
steenmassa' s bovenop de haard en van het magma zelf. Maar naarmate meer magma in de
haard doordringt, loopt de druk op en vooral bovenin wordt de druk van binnen hoger dan
erbuiten.
Het binnenste van een vulkaan
1. Magmakamer
2. Steenlaag
3. Hoofdpijp
4. Aardoppervlak
5. Zijkamer
6. Zijpijp
7. Aslagen van eerdere erupties
8. Flank
9. Lavalagen van eerdere erupties
10. Hoofdmond
12. Lavastroom
14. Krater
15. Aswolk
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 20
Als de kraterpijp niet al teveel verstopt zit, is er ook niet al teveel druk van het magma nodig om
het los gesteente uit de kraterpijp te blazen. Ondanks de lagere druk wordt het lava (magma
wat in de kraterpijp is gekomen) en het gesteente nog steeds tientallen meters de lucht in
geworpen. We noemen deze uitbarsting een eruptie. Ook is het mogelijk dat er slechts sprake
is van een uitstroom van lava.
Als de kraterpijp echter steviger vast zit kan de berg
langzaam enkele meters oprijzen door de druk van het
magma zodat de hellingen iets steiler worden. Dit
fenomeen heet deformatie. Daarbij ontstaan steeds
sneller na elkaar kleine aardbevingen en die worden
op steeds geringere diepte opgewekt. Ook komen, uit
scheuren en spleten, steeds meer gassen uit de
magmahaard en die zoeken een weg naar buiten. Zo
ontstaan er in de krater en op de hellingen van de
berg steeds meer bronnen waar stoom en gassen
onder hoge druk uit wegstromen. De druk wordt groter
totdat ook stenen en zelfs grote rotsblokken uit de
spleten geblazen worden.
Uiteindelijk komt er ook magma te voorschijn dat dan lava genoemd wordt. Of er is sprake van
gloeiend hete stof dat hoog de lucht in wordt geblazen; dit wordt vulkanische as genoemd. De
as ontstaat als magma en gassen bovenin de magmahaard zich mengen.
Door de uitschurende werking van stenen en as worden spleten in de krater steeds groter
totdat de prop in de kraterpijp naar buiten wordt geduwd of door een geweldige ontploffing in
talloze kleine stukjes de lucht in wordt geslingerd. Als er zo'n ontploffing plaatsvindt, valt er tot
ver in de omtrek een regen van as, stenen en grote rotsblokken.
Soms vormen gloeiende as en hete gassen een mengsel dat met volle vaart langs de
berghelling naar beneden woelt. Dit heet een gloedwolk. Plantengroei, dieren en mensen op
het pad van de gloedwolk verkolen in een mum van tijd en gebouwen en akkers verdwijnen
onder een dikke laag as. Nadat de kraterpijp ontstopt is blijven geruime tijd gassen, as en lava
uit de krater komen. Lava stroomt langs geulen de berghellingen af en as verspreidt zich in de
lucht boven de berg, valt als stofregen neer of wordt door de wind afgevoerd. Naarmate de
druk in de magmahaard afneemt komt de vulkaan weer tot rust. Vanaf dan kan er in de
kraterpijp een nieuwe prop vormen en de druk in de magmahaard begint weer toe te nemen.
Montserrat vulkaan op het eiland Soufière,
Zuid-Amerika.
Gloedwolk tijdens een uitbarsting van de Mayon op
de Filipijnen in 1984. Montserrat .
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 21
Samengevat kan het uitbarsten van een vulkaan in 4 verschillende fases ingedeeld worden:
1. Langzaam vullen van de magmahaard. De slapende krater is afgesloten door gestolde
lava.
2. Omdat de magmakamer vol is, neemt de druk op de grond erboven toe. Het magma
wordt door scheuren en de kraterpijp omhooggestuwd.
3. Lichte trillingen ontstaan. Er ontsnappen gassen.
4. De eigenlijke uitbarsting.
a. Als er gassen bij het magma zitten, barst de vulkaan uit met een explosie. As
en grote stenen worden de lucht in geblazen.
b. Als er minder gas met de lava vermengd is, is de eruptie niet zo hevig. Lava
stroomt langs de vulkaan naar beneden. Zo'n uitbarsting kan dagen of maanden
duren.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 22
[5] Classificatie
Er zijn duizenden vulkanen op de aarde aanwezig. Daarvan zijn er geen twee vulkanen
identiek. Toch hebben ze overeenstemmende eigenschappen. De classificatie van vulkanen
kan gebeuren aan de hand van hun activiteit, de vorm van de vulkaan, de samenstelling van
hun opbouw en de manier van uitbarsten.
5.1 Onderverdeling naar activiteit
5.1.1 Actieve vulkanen
Een actieve vulkaan is een vulkaan die vrij regelmatig tot uitbarsting komt, alhoewel deze
definitie zeer ruim is. Afhankelijk van de bron spreekt men van tientallen tot duizenden jaren bij
de duiding van een regelmatige uitbarsting. Er zijn momenteel meer dan 1.300 vulkanen over
de hele wereld die als actief worden beschouwd.
5.1.2 Dode vulkanen
De meeste andere vulkanen hebben al vele duizenden, soms zelfs al miljoenen jaren lang geen
uitbarsting meer gehad. Deze worden de dode vulkanen genoemd. Een dode of uitgedoofde
vulkaan is een vulkaan waarvan wetenschappers hebben vastgesteld dat de kans op nieuwe
erupties nihil of geheel afwezig is. Vulkanen die in een zeer lange periode van rust verkeren
kunnen echter makkelijk voor 'dood' worden gehouden. De Yellowstone caldera in de
Verenigde Staten is daar een voorbeeld van. De laatste eruptie van deze supervulkaan vond al
640.000 jaar geleden plaats maar er bestaat ook een reëel gevaar dat hij binnen de komende
millennia tot uitbarsting komt, met alle desastreuze gevolgen van dien.
5.1.3 Slapende vulkanen
Een slapende vulkaan is een vulkaan die momenteel niet
actief is maar dat in de toekomst weer kan worden.
De scheidslijn tussen slapende en actieve vulkanen is echter
betwist en leidt vaak tot verwarring, want er zijn geen
universele regels in de vulkanologie die aanduiden hoe lang
de vulkaan in rust moet zijn voordat deze niet langer als
actieve vulkaan wordt genoemd. Dit komt onder andere door
de zeer variabele 'levensduur' van vulkanen (enkele
maanden tot miljoenen jaren).
Gasemissie uit de slapende vulkaan
van de Flegreïsche velden bij Napels,
augustus
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 23
5.2 Onderverdeling naar samenstelling materiaal
5.2.1 Zure vulkanen
Als het magma felsisch of zuur van samenstelling is (de concentratie siliciumdioxide is boven
de 65%), is het magma stroperig. Daardoor kan deze massa de kratermond moeilijk verlaten of
kan het de opening door plugvorming zelfs verstoppen. Dit laatste is er de oorzaak van dat de
erupties bij dergelijke vulkanen vaak zeer explosief verlopen en gepaard gaan met
gloedwolken. Eenmaal aan de oppervlakte stolt het magma, dat nu lava wordt genoemd,
relatief snel. De Lassen Peak in Californië is een goed voorbeeld van een zure vulkaan. Ook de
Mount Saint Helens in de staat Washington heeft een zure samenstelling.
5.2.2 Basische vulkanen
Als het magma mafisch of basisch van samenstelling is (bij lage concentraties siliciumdioxide),
is de magma minder stroperig en zal de eruptie minder explosief verlopen omdat het magma
de krateropening gemakkelijker kan verlaten. De uitgespuwde lava kan door de lage viscositeit
langere afstanden afleggen, en stroomt veel sneller dan zure lava. Vulkanen van dit type
worden onder andere aangetroffen op IJsland en Hawaï.
5.3 Onderverdeling naar vorm
De vorm van de vulkaan is afhankelijk van de samenstelling van het magma en van de plaats
waar dit naar buiten stroomt. Zo zorgt dikke lava voor een hoge berg omdat de dikke lava op
een hoop blijft, dunne lava zorgt voor een platte berg omdat de dunne lava wegsijpelt.
Le Puy de Dôme, Auvergne, Frankrijk is een voorbeeld
van een zure vulkaan.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 24
5.3.1 Spleetvulkaan
Een spleetvulkaan ontstaat als twee tektonische platen uit elkaar drijven. Als het magma door
een spleet naar buiten stroomt, verspreidt de lava zich langs de spleet. Er ontstaat dan een
spleetvulkaan. Deze worden ook wel IJslandse vulkanen genoemd omdat spleetvulkanen daar
in grote mate voorkomen.
5.3.2 Schildvulkaan of rode vulkaan
Bij vulkanen van dit type is het magma in de magmahaard een dunne vloeistof. Het magma kan
daardoor makkelijk door spleten naar het aardoppervlak doordringen. Tijdens een uitbarsting
komen dan ook zelden ontploffingen voor en ook wordt er weinig of geen as uitgestoten omdat
gassen uit het magma kunnen ontsnappen zonder eerst schuim te vormen.
Uitbarstingen van rode vulkanen leveren voor de omgeving weinig gevaar op, tenzij een
lavastroom door bewoond gebied dreigt te lopen. Zelfs dan is er meestal alleen sprake van
schade aan huizen en akkers. Wel ontstaan er lavafonteinen van tientallen, zelfs honderden
meters hoog als de druk van binnenuit hoog is opgelopen. Lavastromen leggen tientallen
kilometers af. Zo verspreidt het materiaal zich tot ver in de omtrek. Na verloop van tijd ontstaat
er een berg met flauwe hellingen. De berg lijkt dan ook meer op een schild dan op een kegel.
Rode vulkanen worden dan ook schildvulkanen genoemd.
Rode vulkanen komen vaak met korte tussenpozen tot uitbarsting of blijven zelfs jaar in, jaar uit
actief zoals de Kilauea op Hawaii of de Etna op Sicilië. Rode vulkanen komen voor bij een
divergentie plaatbeweging.
DeKilauea, Hawaii
Vulkaaneruptie en lavastroom van de Krafla vulkaan,
Noord IJsland 1984
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 25
5.3.3 Koepelvulkaan
Wanneer de lava wat dikker is van samenstelling, vloeit het niet zover uit. Er ontstaat dan,
afhankelijk van de chemische samenstelling van de lava, een koepelvulkaan, een slakkenkegel
of een samengestelde vulkaan. De koepelvulkaan wordt gekenmerkt door een steile, bolle
helling die gevormd is door dikke snel afkoelende lava.
5.3.4 Slakkenkegel of Sintelkegel
Sintelkegels kom je regelmatig op het aardse landschap tegen. Dergelijke vulkanen
veroorzaken weinig schade of ellende. Ze worden meestal gevormd door uitbarstingen van het
Stromboli- of Hawaiiaanse type (zie 5.4). Meestal ontwikkelen de kegels zich in groepjes en ze
komen vaak voor op de hellingen van stratovulkanen en schildvulkanen.
Sintelkegels zijn opgebouwd uit lava fragmenten. Die zijn afkomstig uit de vulkaanopening of
de uitlaat en hopen zich er rondom heen op na uitstoting. Over het algemeen bestaan de
lavafragmenten uit sintels.
Sintelkegels groeien snel en bereiken vlug hun maximale formaat. Over het algemeen worden
ze niet hoger dan 250 meter en hun diameter is meestal zo'n 500 meter.
De vorm van een sintelkegel kan nog wel veranderen tijdens zijn meestal ‘korte’ bestaan. Als
de positie van de opening verandert kunnen zich meerdere kegels op een rij of door elkaar
heen staand ontwikkelen. Afhankelijk van de kracht van de eruptie kunnen de kegels
ingenesteld, begraven in de grond of in de vorm van een breuk voorkomen.
Sintelkegel, Haleakala Crater, Maui
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 26
5.3.5 Stratovulkaan of samengestelde vulkaan
Bij deze vulkanen is het magma een dikke vloeistof en kan dus moeilijk tot het aardoppervlak
doordringen. De druk in de magmahaard moet dan eerst hoog oplopen en dat kan lang duren.
Sommige stratovulkanen barsten met tussenpozen van tientallen jaren uit. Geleerden hebben
vastgesteld dat het Yellowstone Park in de Amerikaanse staat Wisconsin een stratovulkaan is
die eenmaal in ongeveer 600.000 jaar uitbarst. Deze vulkaan is de grootste ter wereld. De
meest recente uitbarsting heeft ongeveer 600.000 jaar geleden plaatsgehad dus er is een
kleine kans dat de volgende binnen honderd jaar plaatsvindt. Het zou de grootste uitbarsting
worden sinds mensenheugenis.
Yellowstone Park, Wyoming.
Stratovulkanen zijn gevaarlijk als ze uitbarsten en hoe meer tijd er verlopen is na de vorige
uitbarsting, hoe heftiger de volgende wordt. Bij uitbarstingen van stratovulkanen wordt de
verstopping in de kraterpijp door een grote ontploffing verpulverd en de lucht in geblazen.
Daarna spuiten met grote snelheid as en gassen de lucht in en vormen een pluim die tot in de
stratosfeer kan oprijzen.
De Romeinse geschiedschrijver Plinius heeft in 79 na Chr
.een beroemd verslag geschreven van een dergelijke
uitbarsting. Hij beschreef de uitbarsting van de Vesuvius
waarbij Pompeii werd verwoest. Hij maakte daarbij melding
van een wolk in de vorm van een pijnboom die boven de
Vesuvius oprees. Uitbarstingen van grijze vulkanen worden
pliniaanse uitbarstingen genoemd (zie 5.4.5).
Tijdens een uitbarsting valt eerst tot in wijde omtrek een
regen van stenen, dan volgt een regen van as die
dagenlang kan aanhouden. Bossen, akkers, steden
verdwijnen onder een laag as die meerdere meters dik kan
worden. Er komt amper of zelfs geen lava uit de vulkaan.
De bijhorende gloedwolken die de vulkaanhellingen af
komen razen zijn dramatisch gevaarlijk. Zo'n gloedwolk
begroef Pompeii tijdens de door Plinius beschreven uitbarsting. Bewoners op straat werden
daarbij gedood voordat ze in de gaten hadden wat hen boven het hoofd hing. Modderlawines
tijdens en na de uitbarsting zijn al net zo gevaarlijk. En door asregens tot in wijde omtrek
worden oogsten vernield en worden akkers enkele jaren lang onbruikbaar omdat de as
schadelijke stoffen als zwavel bevat.
De lichamen van deze slachtoffers van de uitbarsting van de Vesuvius in 79 n.C. werden vereeuwigd onder een aslaag.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 27
Als er melding wordt gemaakt van een vulkaanramp gaat het meestal om een uitbarsting van
een stratovulkaan. Stratovulkanen zijn kegelvormig en hebben steile hellingen omdat materiaal
uit de krater zich vlakbij de krater ophoopt. Als je een gat graaft in de bodem kun je verschillend
gekleurde lagen as en stenen vinden. Iedere laag is tijdens een uitbarsting ontstaan. Het
Latijnse woord "stratus" staat voor "laag". Stratovulkanen zijn vooral te vinden in
subductiezones.
5.3.6 Calderavulkaan
Bij een calderavulkaan stort de top van de oude vulkaan in of wordt hij vernietigd door een
uitbarsting. Hij zakt dan in de magmakamer en er ontstaat dan een gat. Dit heet een caldera of
een krater. In de oude krater kan dan een nieuwe vulkaan ontstaan, namelijk een
calderavulkaan. Soms raakt de krater gevuld met regen water en zo ontstaat een
vulkanenmeer (zie 7.3).
5.3.7 Complexe vulkaan
Eigenlijk kun je alle vulkanen complex noemen: ze hebben namelijk allemaal verschillende
ontstane aslagen, hellingen, kegels, kraters in allerlei vormen, variaties en aantallen.
Met een complexe vulkaan wordt verwezen op een vulkaan waarbij het “systeem” van de
vulkaan niet in een specifieke soort onder te verdelen is. Caldera complexen hebben
bijvoorbeeld vaak een grote caldera met heel veel bijkomende krater openingen en allerlei
afzettingen van gesteente, die je elk dan weer zou kunnen beschouwen als op zichzelf staande
vulkanen.
Computersimulatie van de uitbarsting van de Vesuvius in 79 n.C.
El Chichón, Mexico, is een calderavulkaan.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 28
5.3.8 Overzicht
5.4 Typen uitbarstingen
Omdat vulkanen verschillend uitbarsten, wat grotendeels afhankelijk is van de samenstelling
van het magma, kunnen we verschillende eruptietypen onderscheiden. Er worden een 10-tal
uitbarstingen onderscheiden, die in de meeste gevallen vernoemd zijn naar representatieve
vulkanen.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 29
5.4.1 Hawaiiaanse eruptie
Dit is een zeer rustig type. Het kenmerk van Hawaiiaanse
uitbarstingen is de uitstroom van vloeibare lava. Zo'n
uitbarsting begint meestal met een lavafontein, soms
worden kegels van uitgestoten lavadeeltjes gevormd.
Zeer hete lava met een geringe hoeveelheid silicium vloeit
als een snelstromende rivier uit de krater. Dit soort
uitbarstingen veroorzaakt schildvulkanen (zie: 5.3 & 6.3).
5.4.2 Stromboli-type
Het stromboli type is zeer rustig. Er komt wel er geregeld wat
lava naar buiten, ook komen er steeds gassen uit de krater. De
vorm lijkt veel op een kegel. Als magma taai is kan het gas af
en toe ontsnappen terwijl de magma naar boven stijgt. Zo
ontstaan vaak blokken en bommen die op de omgeving vallen.
Bij dit soort uitbarstingen ontstaan ook vaak lavastromen en
sintelkegels. De Stromboli is een vulkaaneiland dat deel
uitmaakt van de Eolische eilanden ten noorden van Sicilië,
Italië.
5.4.3 Vulcano-type
Vulcanische erupties komen vaak plotseling voor bij
vulkanen na een periode van rust. De Vulcanische
uitbarsting lijkt op een hydrovulkanische uitbarsting.
Uitbarstingen van dit type beginnen met hevige explosies,
gevolgd door uitstoot van magma met harde knallen.
Deze erupties veroorzaken ook een grote uitstoot van as,
sintels, en puimsteen. Deze uitstoot kan vrij kleine kegels
(zoals sintelkegels ) veroorzaken van 350 tot 600m.
hoogte.
Vulkanische uitbarstingen van het vulcano-type kunnen met grote tussenposes enige
duizenden jaren voortduren. De tussenposes worden veroorzaakt doordat de lava meteen
begint te stollen zodra het in de buitenlucht komt, een gedeelte van de lava stolt zelfs al in de
kraterpijp. De kraterpijp is hierdoor al vrij snel verstopt. Maar na en tijdje wordt de druk van het
magma te groot en komt er weer lava naar buiten. Vulcano is een vulkaaneiland in de buurt van
de Stromboli, ten noorden van Sicilië.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 30
5.4.4 Vesuvius type
Dit type op het Vulcano-type, maar het heeft alleen een grotere uitbarsting. Dit type is
vernoemd naar de Vesuvius bij Napels. Deze calderavulkaan verwoestte in 79 n.C. Pomeii en
Herculaneum.
5.4.5 Pliniaans type
Pliniaanse uitbarstingen zijn waarschijnlijk de meest explosieve en krachtigste van allemaal. Na
een lange periode van rust kunnen ze plotseling en onverwacht ontstaan.
Tijdens de uitbarsting komt er eerst een gigantische
hoeveelheid gas uit, door de warmte en kracht hiervan
scheurt de kraterpijp en ontstaat er een hele hoge wolk.
Pliniaanse uitbarstingen ontstaan als uiterst taaie magma
met een heleboel gas ontploft in de vulkaan zelf waarbij de
kraterpijp als het ware dient als de loop van een geweer.
Een geweldige uitstoot van gassen schiet naar boven met
zeer hoge snelheid waarbij ook een enorme aswolk in de
vorm van een paddestoel ontstaat.
Tijdens deze fase komen asregens en ‘nuées ardentes’
voor en tegen het einde van de eruptie kunnen ook nog
lavastromen ontstaan.
Dit soort uitbarstingen kan vulkanisch materiaal heel hoog
de atmosfeer inblazen, wat zelfs wereldwijd kan leiden tot
klimaatveranderingen. Dit gebeurde bijvoorbeeld bij de
uitbarsting van de Pinatubo in 1991 (zie hoofdstuk 7.1)
Aan het eind van de uitbarsting kan de hele bovenkant van de krater instorten en een caldera
vormen. Pliniaanse erupties zijn vernoemd naar Plinius de Oudere en Plinius de Jongere die
ons verslag deden van de bekende uitbarsting van de Vesuvius in 79 na Christus.
5.4.6 Merapi type
Bij dit type vulkaan komen ook explosies voor, maar uit de vulkaan komen alleen gaswolken.
As en lava komen hier bijna niet voor. De lava is zeer dik zoals lijm uit een tube. Dit type is te
vinden in Indonesië, waar ook de Merapi ligt.
Uitbarsting van de Merapi, mei 2006
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 31
5.4.7 St-Vincent type
Dit type is bijna hetzelfde als het Merapi type, alleen treed hier een hogere wolk op.
5.4.8 Pelee-type
Het Pelee-type is de meest gevaarlijke vorm. Door de
ontploffingen ontstaan er scheuren in de vulkaanhelling. Soms
zijn de uitbarstingen zo hevig dat de vulkaan zichzelf vernietigd.
Bij latere uitbarstingen worden deze scheuren weer gevuld met
lava zodat het toch een vulkaan blijft. Dit type is vernoemd naar
de Mount Pelée op het eiland Martinique.
Deze erupties doen zich vooral voor bij stratovulkanen
wanneer magma met een hoog siliciumgehalte naar het
aardoppervlak stijgt. Het speciale van deze uitbarstingen is
de combinatie van het ontstaan van een soort koepel over
de krater met de nuées ardentes.
Uitbarstingen van het Pelee-type hebben vaak
tussenpozen van tientallen jaren. Een paar weken voor de
eigenlijke uitbarsting wordt er as uitgestoten als een soort
waarschuwing voor wat er gebeuren gaat. Bij de eigenlijke
uitbarsting kunnen nuées ardentes ontstaan: een
gloedwolk die als een alles verwoestende vurige lawine de
vulkaanhelling afraast. Koepelvormige afzettingen boven
de krater blijven vaak als een kurk over de opening heen
zitten tot de volgende eruptie ze wegblaast.
5.4.9 Onderzeese uitbarstingen
Onderzeese uitbarstingen ontstaan meestal uit uitlaten die ontstaan zijn langs kloven en
spleten van de Midden-Oceanische Ruggen.
Omdat de vulkaan zo diep ligt zul je waarschijnlijk van zo'n uitbarsting niets merken aan de
oppervlakte. Door de druk van het water blijven gassen en stoom opgelost in het magma,
terwijl de lava in blokken de hellingen van de vulkaan afrolt. Aldus ontstane lavablokken
noemen we kussenlava.
Als de vulkanische activiteit onder water maar lang genoeg doorgaat kan er een vulkanisch
eiland ontstaan. Vulkanische eilanden zoals Stromboli, Hawaii, en Vulcano zijn begonnen als
onderzeese 'bergen'. Dit soort eilanden komt veel voor in het zuiden van de Stille Zuidzee
5.4.10 Hydrovulkanische uitbarstingen
Hydrovulkanisch wil zeggen dat er sprake is van vulkanische activiteit in combinatie met water
(hydro). We onderscheiden hierbij Surtseyaanse en Phreatomagmatische uitbarstingen.
Dit is de hoofdstraat van St. Pierre,
helemaal verwoest na de uitbarsting van
de Mount Pelée.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 32
5.4.10.1 Surtseyaanse uitbarstingen
Dit soort uitbarstingen vindt meestal plaats in ondiepe zeeën en meren. Omdat in tegenstelling
tot bij onderzeese uitbarstingen, het water ondiep is, is de druk van het water gering.
Hydrovulkanische explosies komen voor in wateren van minder dan 100m. diepte. De
plotselinge overgang in temperatuur wanneer magma van meer dan 1200 graden Celsius in
contact komt met water van +- 20°C veroorzaakt stoom, door het uitzetten van het water komt
er energie vrij die de magma doet exploderen. Dit alles speelt zich vlak aan de
wateroppervlakte af bij een krateropening. De erupties die ontstaan gaan door tot de magma
niet meer stijgt of totdat een hoeveelheid uitgestoten as en puimsteen verhinderen dat er nog
water in de kraterpijp komt. Rond de krateropening kunnen verbrijzelde magmafragmenten
stollen en zich ophopen, dit heet tuf.
Tijdens de uitbarsting kunnen er as- en stoomwolken ontstaan tot een hoogte van 5 km. Een
van de belangrijkste kenmerken van deze uitbarstingen zijn dikke donkere fonteinen van
deeltjes en bommen die uit de krater geslingerd worden. De erupties hebben hun naam te
danken aan de Surtsey, een vulkaan op IJsland die van 130 m. diepte naar het grondoppervlak
steeg.
5.4.10.2 Phreatomagmatische erupties
Dit type uitbarstingen wordt gekenmerkt door krachtige
stoomexplosies. Door spleten in de aardkorst kan
oppervlaktewater naar beneden vloeien en in contact komen
met stijgend magma. Dit veroorzaakt explosies. Rotsen, stoom
en verpulverd magma worden uitgestoten.
Deze uitbarstingen duren meestal niet lang want er is lang niet zoveel water aanwezig als bij
een Surtseyaanse uitbarsting. Desondanks kunnen deze uitbarstingen vrij krachtig zijn en
schade veroorzaken aan de oppervlakte.
De phreatomagmatische uitbarsting stopt als het water op is en niet, zoals bij de meeste
andere uitbarstingen, wanneer de magma niet meer stijgt.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 33
5.5 Zwaarte van uitbarstingen
Jaarlijks barsten ongeveer 60 vulkanen uit, maar meestal zijn dit maar kleine uitbarstingen.
Uitbarstingen kun je onderverdelen in erupties en explosies. Bij een eruptie is de weg naar
buiten al open of vrijwel open. Het magma kan dus makkelijk, zonder al teveel kracht,
ontsnappen.
Bij een explosie is de weg naar buiten niet open. De krater zit dan helemaal dicht met
gesteente. Als de vulkaan weer actief wordt en het magma wil ontsnappen is er geen opening.
De druk onder de krater wordt alsmaar groter en groter, tot de druk zo groot is dat de hele
vulkaan kan exploderen.
Een van manieren waarop vulkanologen meten hoe zwaar een uitbarsting is, is met behulp van
de Volcanic Explosivity Index of VEI.
VEI Omschrijving Hoogterookpluim Volume Classificatie Voorkomen
0 niet-explosief <100 m 1.000-tallen
m3 Hawaiian dagelijks
1 vriendelijk 100-1000 m 10.000-tallen
m3 Haw/Strombolian dagelijks
2 explosief 1-5 km 1.000.000-
tallen m3 Strom/Vulcanian wekelijks
3 zwaar 3-15 km 10.000.000-
tallen m3 Vulcanian jaarlijks
4 gewelddadig 10-25 km 100.000.000-
tallen m3 Vulc/Plinian 10-tallen jaren
5 aanvallend > 25 km Plinian 100-tallen jaren
6 kolossaal >25 km 10-tallen m3 Plin/Ultra-Plinian 100-tallen jaren
7 super-
kolossaal >25 km 100-tallen
km3
Ultra-Plinian 1.000-tallen jaren
8 mega-
kolossaal >25 km 1.000-tallen
km3
Ultra-Plinian 10.000-tallen jaren
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 34
5.6 Waarschuwingen
Bij het voorspellen van een uitbarsting hanteert men ook een systeem van onderscheiding. Er
worden 4 verschillende kleurcodes gebruikt om het gevaar van de eruptie te duiden.
Groen
Er wordt geen uitbarsting verwacht.
De vulkaan is in 'slapende' toestand
Geel
Een uitbarsting is mogelijk in de eerstkomende weken, met lichte of nauwelijks voorafgaande
waarschuwingen.
Er worden lichte plaatselijk aardbevingen en/of verhoogde vulkanisiche gasuitstoot
geregistreerd.
Oranje
Een explosieve uitbarsting is mogelijk binnen enkele dagen en kan plaatsvinden met
nauwelijks of zelfs zonder voorafgaande waarschuwingen
Eventuele aswolken worden niet hoger verwacht dan 7500 meter boven zeeniveau, toename
van plaatselijk aardbevingen, mogelijk lavastromen>
Rood
Grote explosieve eruptie verwacht binnen 24 uur. Er worden aswolken van minsten 7,5 km
hoog verwacht.
Er wordt hevige seismische activiteit geregistreerd.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 35
[6] Vulkanische deelgebieden
Het in kaart brengen van vulkanen is niet eenvoudig. Namelijk driekwart van de aardbodem is
met water bedekt. Nog steeds komt er wel eens een nieuwe vulkaan aan het licht. Toch is na te
gaan hoeveel vulkanen momenteel actief zijn. Sedert het ontstaan van het schrift (+- 4000 v.C.)
tot op heden zijn er wereldwijd vulkaanuitbarstingen van duizenden vulkanen opgetekend. In
werkelijkheid zullen er veel meer uitbarstingen plaatsgevonden hebben, want sommige
vulkanen liggen kilometers diep onder water. Als zo'n vulkaan tot uitbarsting komt is daar vanaf
het zeeoppervlak niets van te merken.
Op de wereldkaart is duidelijk te zien dat vulkanen niet gelijkmatig op de wereld voorkomen.
Spreiding van de 500 actieve vulkanen op de aarde
De meeste vulkanen vind je op de grens tussen twee platen. Langs de westkust van Amerika
zie je een duidelijke grens. Hetzelfde is het geval in Australië en Azië. Je ziet duidelijk een
grens langs Nieuw-Zeeland, boven langs Australië, door Indonesië, met een bocht ten westen
van Thailand, onder het vasteland door naar Japan en naar boven in Rusland. Dit gebied wordt
de "Ring of Fire", ofwel de "Ring van vuur" genoemd.
Andere, minder duidelijke grenslijnen vind je in de oceaan tussen Amerika en Europa / Afrika,
in Zuid-Europa en in Zuidoost-Afrika.
Op de kaart zijn ook hotspots zichtbaar, waarvan de eilanden van Hawaii en de Canarische
Eilanden hier voorbeelden van zijn.
Hieronder wordt verder ingegaan op de belangrijke vulkanische deelgebieden: IJsland, De
Andes, Hawaii, de Etna en de Merapi.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 36
6.1 IJsland
In IJsland komt erg veel vulkanisme voor. Dit vulkanisme ontstaat door een divergente
plaatbeweging. Amerika schuift namelijk van Europa af. Hierbij ontstaan scheuren in de
aardkorst. Door de scheuren komt magma naar boven. Deze stolt vrijwel onmiddellijk en er
ontstaan schildvulkanen (zie 5.3.2). Op IJsland komen er behalve schildvulkanen ook
stratovulkanen en spleetvulkanen voor.
Omdat er op IJsland meerdere gletsjers voorkomen is het niet verwonderlijk dat er ook
uitbarstingen onder ijs plaatsvinden. Bij dergelijke uitbarsting komt er een gigantische
hoeveelheid smeltwater vrij die in het ondergrondse gletsjermeer stroomt. Hierdoor zal het
nabije meer overstromen. Uiteindelijk zal het smeltwater doorbreken en ontstaat er een
gigantisme kolkende stroom die zich met modder, stenen en ijsblokken aandikt. Alles die zijn
pad kruist zal verwoest worden. Een dergelijke catastrofale overstroming als gevolg van een
vulkaanuitbarsting onder een gletsjer wordt door de IJslanders een "jökulhlaup". Het komt voor
bij de vulkanen Katla, Eyjafjallaljökull en Öræfajökull.
De vertwoestende gletsjerstroom Vatnajokul werd in 1996 doorde vulkaan Katla veroorzaakt.
6.2 De Andes
In het Andes gebergte komt ook veel vulkanisme voor. Het vulkanisme is er door convergentie
ontstaan. Hierdoor zijn de voorkomende vulkanen in de Andes zijn vooral Stratovulkanen. Het
type eruptie wat voorkomt in de Andes is het pelee-type. De gletsjerdoorbraken die in IJsland
voorkomen kunnen niet ontstaan in de Andes. Daar zijn twee redenen voor. Ten eerste is er
een warmer klimaat in de Andes dan op IJsland. Ten tweede komt er lang niet zoveel
vulkanisme voor als op IJsland.
Kenmerkend voor de Andes is het optreden van de verwoestende lahars (zie7.3)
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 37
6.2.1 De Nevado del Ruiz
De Nevado del Ruiz is een zeer actieve vulkaan. De vulkaan ligt vlakbij het centrum van
Colombia in een vulkanisch gebergte. Het gebied maakt deel uit van het
Los Nevados Nationaal Park en is makkelijk bereikbaar. De vulkaantop is met zijn 5389 m de
hoogste berg in de omgeving.
De Nevado Del Ruiz bevindt zich slechts 500 km ten
noorden van de evenaar, maar door zijn hoge ligging in
de Andes ligt er toch het hele jaar door veel sneeuw en
ijs op de top. De hitte die bij vroegere erupties vrijkwam,
deed de gletsjers steeds smelten en veroorzaakte zo
geregeld verwoestende lahars.
In 1985 veroorzaakte de Nevado Del Ruiz de dodelijkste uitbarsting aller tijden in Zuid-Amerika.
Een betrekkelijk geringe hoeveelheid uitgeworpen materiaal)viel neer op de met sneeuw en ijs
bedekte top en dat leverde een dodelijke lahar op. Het slachtofferaantal bedroeg meer dan
23.000. Na deze uitbarsting was deze vulkaan nog actief voor een paar jaar. Namelijk in de
jaren 1991 en 1992.
6.3 Hawaii
Hawaii bestaat uit een reeks van vulkanen die oprijzen van de op 5500 m diepte gelegen
oceaanbodem. Ze werden één voor één gevormd doordat lava vanuit een 'hot spot' diep in de
aarde naar de oceaanbodem opwelde. Deze laatste verplaatst zich hier met een snelheid van
circa 10 cm per jaar naar het noordwesten, doordat een van de aardschollen over de
halfgesmolten onderlaag glijdt. De hotspot blijft echter op zijn plaats. Elke vulkaan werd door de
glijdende aardschol geleidelijk van zijn bron van gesmolten gesteente weggevoerd en doofde,
om plaats te maken voor een andere die zich weer boven de hot spot vormde. Waialeale, de
vulkaan op Kauai, begon zich bijna 6 miljoen jaar geleden op deze wijze te vormen en Hawaii,
het nieuwste van de eilanden, is nog steeds in ontwikkeling.
De bekendste actieve vulkanen zijn: Lo`ihi, Kilauea, Mauna Loa, Hualalai, Mauna Kea, Kohala
en Haleakala. In het Zuidoosten liggen de grootste en oudste vulkanen. Deze vulkanen zijn al
heel vaak uitgebarsten en worden daardoor steeds groter. De kleinste vulkanen liggen onder
water en zijn dus niet te zien. Alle vulkanen van Hawaii zijn schildvulkanen.
Nevado del Ruiz, Colombia
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 38
6.3.1 Kilauea
De meest bekendste vulkaan van Hawaii is de Kilauea. Hij ligt in het Zuidoosten van het eiland
Hawaii.
De Kilauea heeft een hoogte van 1277 m boven zeespiegel. Het is de jongste vulkaan van het
eiland. Vroeger dachten de mensen dat de Kilauea een hele kleine vulkaan was. Dit kwam
doordat ze hem vergeleken met de Mauna Loa, die heel wat hoger is. Later bleek dat de
Kilauea een groot magmapompsysteem heeft dat 60 km de grond ingaat.
Na een pauze van kwart eeuw waren er met tussenpozen een aantal uitbarstingen van de
Kilauea. Deze uitbarstingen waren in 1919, 1921, 1922 en 1923. In 1952 begon de Kilauea
weer flink met uitbarsten. Er zijn ongeveer 34 uitbarstingen geweest. De zwaarste uitbarsting
ooit was in 1960. Gelukkig waren er geen slachtoffers. Dit kwam doordat vulkanologen na een
lange periode van wetenschappelijk onderzoek de uitbarsting konden voorspellen en zo kon
alles op tijd geëvacueerd worden. In 1984 was er weer een gigantische uitbarsting. De lava
stroomde 11 km de zee in. Sindsdien is hij niet meer opgehouden. De laatste uitbarsting vond
plaats in 2003. De Kilauea produceerde reusachtige lavastromen maar gelukkig waren er weer
geen mensen in gevaar.
In totaal is de Kilauea wel 61 maal uitgebarsten. Op de Kilauea staat het vulkaanobservatorium
van Hawaii die is uitgegroeid tot een internationaal centrum voor vulkaanstudies.
Expansielijnen van lavastromen van de Kilauea van 1983 – 2006
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 39
6.4 De Etna
De Etna is de grootste vulkaan van Europa, hij is namelijk wel 1374 meter hoog. De Etna staat
op Sicilië, Italië.
Ook is de Etna een van de meest actieve vulkanen van de wereld. De grootste uitbarsting van
de vulkaan had plaats in 1669. Toen overspoelde een lavastroom het hele stadje Catania.
Omstreeks 1500 werden al uitbarstingen genoteerd. Sindsdien zijn er 209 geteld. Het is nooit
de hoofdkrater die uitbarst, maar openingen in de flanken van de vulkaan. Tot vandaag de dag
barst de Etna nog regelmatig uit. In juli 2001 was er de grootste uitbarsting van de laatste
honderd jaar. Sinds eind augustus 2006 vertoont de vulkaan terug actieve symptomen.
Vulkanologen zeggen dat de mogelijkheid tot een uitbarsting als in 1992 bestaat.
Grote lavastroom uit Etna 14-10-2006
De Etna, de grootste vulkaan van Europa, is sinds 31 augustus in uitbarsting, maar de
vulkaan heeft er sinds kort ook een nieuwe ,,goed gevoede" lavastroom bij. Dat blijkt uit
metingen die vrijdag werden uitgevoerd door het Nationaal Instituut van Geofysica en
Vulkanologie van Catania
,,De stroom is betrekkelijk groot en stroomt door een kanaal van
ongeveer 2,5 tot 3 meter breed met een debiet van 3 kubieke
meter per seconde. De stroom blijft beperkt tot het hoger gelegen
deel van de Valle del Bove", aldus een bericht van het instituut.
De thermische metingen tonen aan dat er uit de mond van de
vulkaan enkel lava vrij komt. Tot nog toe is er geen explosieve
activiteit vastgesteld, maar wel meerdere andere scheuren. Na een
korte uitbarsting van de noordoostelijke krater van de Etna tussen
14 en 24 juli, kwam de zuidoostelijke krater op de top van de Etna
op 31 augustus tot uitbarsting. (SCS)
(BELGA)14/10/2006
Franse en Italiaanse onderzoekers publiceerden in Nature een artikel over geochemische
metingen aan de vulkaan. Pierre Schiano en zijn collega's meldden dat de lavasamenstelling
van de Etna verandert. Dat zou betekenen dat de Monte Etna actiever en gevaarlijker wordt en
langzamerhand veranderd in een vulkaan in de orde van de Pina-tubo en de Krakatau. Vooral
de Krakatau is een angstig beeld. Daarbij was sprake van een caldera waarbij de fundering
onder de vulkaan wegsmolt en hij onder zijn eigen gewicht instortte.
De Etna geen echt gevaarlijke vulkaan. Dit komt doordat hij lang van tevoren waarschuwt door
lichte aardschokken. Er volgt ook nooit een geweldige uitbarsting met brokstukken en as. Er
ontstaan wel stromen erg vloeibare lava die langzaam naar beneden lopen. Er is dus altijd
voldoende tijd om mensen in veiligheid te brengen indien nodig.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 40
6.5 De Merapi
De vulkaan Merapi is sinds het voorjaar van 2006 actief. Alles lijkt erop te wijzen dat er een
grote uitbarsting gaat volgen, maar tot op heden is de grote klap (nog) niet gekomen. Op 13
juni werd de hoogste alarmfase (rood) weer teruggedraaid. De kans op een uitbarsting is de
afgelopen dagen geslonken, zeggen vulkanologen.
De Indonesische archipel is een eilandenboog die zich heeft gevormd door de werking van 2
convergente platen . Een van de twee, de Australische plaat, heeft een oceanische korst. Deze
is zwaar en delft bij de botsing tussen de platen het onderspit. Met een paar centimeter per
jaar, verdwijnt de plaat onder de Sundaplaat, waarop Indonesië ligt, de diepte in. Met de diepte
neemt de temperatuur snel toe, waardoor de onderduikende plaat gedeeltelijk smelt. Het
magma dat zich hier vormt, stijgt op en zorgt voor vulkaanuitbarstingen. Zo komt het dat de
hele eilandenboog bezaaid is met vulkanen.
De Merapi is een van deze vulkanen. Het magma van de Merapi komt van gesmolten
oceanische korst, inclusief water en oceaansediment (klei). Daardoor is het magma van deze
vulkaan rijk aan silicium (Si). Dit chemische element kan lange ketens moleculen bouwen. Hoe
meer er aanwezig is, des te taaier het magma. Hoe taaier het magma, des te meer druk kan er
zich in het magma opbouwen door in het magma opgeloste gassen. En logischerwijs: als er
meer druk in het magma kan opbouwen, des te heftiger de vulkaanuitbarsting die volgt.
Het magma dat de Merapi voedt is sinds zijn ontstaan steeds rijker geworden aan silicium en
dus steeds meer visceus. Daarmee zou de vulkaan dus steeds explosiever kunnen worden.
Gelukkig is het magma echter arm aan gas, waardoor de druk in de vulkaan niet echt hoog
oploopt.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 41
De activiteit van de Merapi is wisselend. Op 15 mei was een kleine eruptie, maar die zette niet
door. De Merapi is een van de meest actieve vulkanen van de eilandboog, met bekende
uitbarstingen in 1985, 1986, 1989-1992 en 1994. Sommige waren actiever dan andere. Het kan
dus ook zo zijn dat 2006 in de boeken gaat als opnieuw een onrustige periode rond de vulkaan.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 42
[7] Verwante verschijnselen
7.1 Gevolgen voor het klimaat
Grote erupties hebben ook gevolgen op het klimaat. Gigantische hoeveelheden materiaal
worden bij een grote explosie kilometers ver de lucht in geworpen. De paddestoelvormige pluim
die dan boven de vulkaan hangt, bestaat uit gassen (onder andere: waterdamp, koolstofdioxide
en zwaveldioxide) en fijne stof deeltjes. Zo komen er miljoenen tonnen gas in de stratosfeer
terecht. Uit het zwaveldioxide ontstaan kleine zwaveldeeltjes. In de atmosfeer kunne die het
licht weerkaatsen en gedeeltelijk absorberen, waardoor maar een deel van de zonnestralen de
aarde bereikt. Het wordt dan tijdelijk een beetje kouder.
Vulkanologen kunnen nog niet met zekerheid aantonen hoe groot de invloed van
vulkaanuitbarstingen is op klimaatveranderingen. Bij zulke veranderingen spelen veel factoren
een rol. Toch zijn de meeste wetenschappers het er over eens dat grote erupties het klimaat
beïnvloeden. Alleen de mate waarin blijft een punt van discussie. Sommige meteorologen
brachten de volgende weersverschijnselen in verband met de eruptie van de Pinatubo: een
temperatuurdaling van 0,5° C in het volgende jaar met de strenge sneeuwrijke winter in Nieuw-
Zeeland, enkele zware orkanen zoals Andrew en Iniki en de hevige regenval in het Midwesten
van de Verenigde Staten in 1993.
Op deze satellietbeelden is aan te tonen dan de erupties van de Pinatubo op de
Filippijnen in juni 1991 stofdeeltjes over de hele aardbol verspreid.)
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 43
7.2 Aardbevingen
Aardbevingen ontstaan wanneer een deel van de ene plaat tegen een deel van de andere plaat
wrijft. De twee platen komen klem te zitten en scheren niet langs elkaar heen. De druk rond de
opstopping neemt toe, totdat hij zo groot wordt, dat de stenen die de platen tegen elkaar duwen
breken, waardoor de platen met een schok vrijkomen. Deze plotselinge beweging stuurt
schokken door de aarde, zo ontstaat een aardbeving
Aardbevingen ontstaan dus net als vulkanen op de randen van platen Vandaar dat in veel
vulkanisch actieve gebieden ook veel aardbevingen voorkomen. Ook tijdens een eruptie van
een vulkaan kunnen zich aardbevingen voordoen dor de grote krachten die vrijkomen.
De energie in de schokken kan gemeten worden met een seismograaf. De aardbeving krijgt
een cijfer op de schaal van Richter, waaruit je kunt aflezen hoe zwaar de beving was. De
zwaarste aardbevingen hebben een cijfer van meer dan 8 op de Schaal van Richter. Ieder jaar
hebben er ongeveer 500.000 aardbevingen plaats, maar de meeste zijn zo licht dat niemand
het merkt.
Aardbevingen kunnen op verschillende manieren ontstaan:
− doordat een meteoriet op de aarde inslaat;
− door het instorten van ondergrondse grotten binnen in de aarde;
− door het uitbarsten van vulkanen;
− door plotselinge verschuivingen van gesteente lagen.
Aardbeving Alaska 1964
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 44
7.3 Caldera’ s
Caldera's zijn grote komvormige kraters, gevormd door vulkanische activiteit. Vroeger meenden
geologen dat caldera's ontstonden wanneer bij zeer hevige uitbarstingen de top van de vulkaan
eraf geblazen werd. Slechts een paar caldera's zijn echter zo ontstaan.
Caldera's ontstaan wanneer grote hoeveelheden pyroclastische materialen door een vulkaan
worden uitgestoten waardoor het dak van de magmakamer onondersteund wordt gelaten.
Hierdoor barst de hele zaak en valt naar beneden in de magma kamer. In de diepte sijpelt
magma uit de kamer via kieren. Als dan ook nog eens de kegel instort krijg je een opeenhoping
van enorme puinbrokken waarvan sommige door de magmamassa naar beneden zakken. Dit
proces heet "ketelverzakking". Deze hele gang van zaken kan best een tijdje duren en vindt
vaak plaats in een uitgedoofde vulkaan.
Kratermeren ontstaan wanneer enige tijd na vorming van de caldera deze gevuld wordt met
water. Zo heb je in Oregon het Crater Lake. Het heeft een doorsnee van 9 km. en is 600m.
diep. Boven het meer uit rijzen de 6800 jaar oude calderawanden zo'n 600m. hoog op.
Links: de ontwikkeling van een kratermeer. Rechts: het Crater Lake te Oregon, , West-Amerika.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 45
7.4 Modderstromen
Lahars zijn modderstromen, ontstaan door de vermenging van vulkanische deeltjes met water.
Vaak veroorzaken deze stromen grote schade aan de omgeving. Het directe gevaar van een
lahar is zijn turbulente stroom, die keien en afgebroken bomen met zich meevoert en alles
makkelijk kan meesleuren wat er maar op zijn pad komt.
Zijn kracht is zo groot dat gebouwen en kostbare landbouwgrond helemaal overspoeld kunnen
worden door deze cementachtige stromingen die je kunnen meesleuren en verpletteren.
7.5 Geisers en hete bronnen
Andere vormen van vulkanisme zijn geisers en hete bronnen. Een geiser is een door
aardwarmte verwarmde natuurlijke bron, die op min of meer gezette tijden een mengsel van
heet water en stoom de lucht in spuit. Een geiser komt vaak voor waar de aardkorst dunner is
en de warmte van het magma verder doordringt in de aardkorst. Een geiser is een holte in de
aardkorst of een waterhoudende grondlaag, die door het onderliggende magma wordt
verwarmd tot het kookpunt. Het water kan dan tot 500 meter in de lucht spuiten. Een hete bron
werkt op dezelfde manier alleen wordt het water daar niet zodanig verhit, dat het onder druk
van stoom eruit spuit.
Strokkur geiser, IJsland
Donkergekleurde lahar van Mount St. Helens in maart 1982
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 46
7.6 Vulkanische as
Vulkanische as is gesteente dat uit de vulkaan komt maar door een explosie bij een uitbarsting
in hele kleine stukjes is geblazen. De stukjes hebben een doorsnede van 2 mm. en lijken op
glassplinters. Het komt overal doorheen. Huizen en gebouwen kunnen veel schade oplopen.
Tijdens asregens kunnen gebouwen onder het gewicht zelfs instorten en mensen kunnen door
de as stikken of bedolven raken.
Asregens ontstaan bij een uitbarsting van een vulkaan als het as zo licht is dat het kilometers
ver in de omgeving neer kan komen.
Soms heeft een asregen ook voordelen. Het eiland Fajal; een van de Portugese eilanden; werd
door de asregen twee vierkante kilometer groter.
7.7 Fumarolen
Een fumarole is een opening in de aardkorst, vaak in de
nabijheid van vulkanen of in vulkanisch actieve gebieden, waar
warme tot zeer hete gassen en dampen uit ontsnappen. Ze
ontstaan nadat vulkanen zijn uitgewerkt en hun warmte nog heel
lang blijft werken. Er zit dan nog heel veel warmte in de
aardkorst die er niet uit kan. Geisers worden daardoor
veroorzaakt. Fumarolen of dampbronnen zijn minder bekend. Er
ontsnapt dan geen water aan de aarde maar een mengsel van
gassen. Ze worden ook wel ‘droge geisers’ genoemd. Een van
de gassen die vrijkomt is waterdamp. Vooral na regenbuien
kunnen fumarolen veel stoom de lucht in blazen.
In Italië vlakbij Siena worden ze gebruikt om elektriciteit op te
wekken. Hoe actiever de fumarolen worden hoe meer kans er is
op een uitbarsting van een vulkaan. De druk neemt immers toe.
De temperatuur van een fumarool is ongeveer zo’n 100 tot zo’n 1000°C.
7.8 Gas
Vulkanisch gas komt vrij wanneer magma naar de oppervlakte stijgt. Het ontsnapt uit breuken
in het aardoppervlak. Deze ontsnappende gassen kunnen dus fumarolen vormen. Sommige
gassen zijn uiterst giftig en daar kan je dus aan dood gaan. In 1986 zijn er 1500 mensen
gestorven op Java omdat er onzichtbaar gas uit het kratermeer Nios kwam.
Vooral koolstofdioxide is gevaarlijk want het is onzichtbaar en slaat snel neer op het
aardoppervlak. Binnen een paar minuten dood het alles.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 47
7.9 Tsunami’ s
Een tsunami is een verwoestend natuurverschijnsel waarbij een vloedgolf uit
de zee met een enorme kracht het land overspoelt. Tsunami's worden
meestal veroorzaakt door een zeebeving, een aardbeving op zee, of door
een onderzeese vulkaanuitbarsting. In volle zee is de tsunami nauwelijks
waarneembaar.
Doordat de voorzijde van de golven sterk wordt afgeremd, begint een tsunami meestal met het
teruglopen van het water, waarna een kwartier later de eerste golftop arriveert. Na een
aardbeving bij de Aleoeten, 1 april 1954, kwam een tsunami na vijf uur bij de Hawaii-eilanden
aan, en bereikte daar ondanks de grote afstand (3000 km) nog een hoogte van 7 m, waardoor
ongeveer 200 mensen het leven verloren en zeer grote schade werd veroorzaakt. Deze ramp
heeft aanleiding gegeven tot het instellen van een waarschuwingsdienst voor tsunami's. De
centrale leiding hiervan is gevestigd op Honolulu; seismografische stations gelegen rondom de
Grote Oceaan zenden hun gegevens naar dit centrum. Na een aardbeving in Chili op 22 mei
1960 kon de tsunami, die als gevolg daarvan Japan trof, daar bijna een dag van tevoren
worden aangekondigd.
Op 26 december 2004 vond een zeebeving plaats met een kracht 9.0 op de schaal van Richter
voor de kust van Sumatra. De tsunami die hiervan het gevolg was, overspoelde de kusten van
de landen aan de Indische Oceaan – van Indonesië tot Somalië – en kostte ruim 230.000
mensen het leven. Rond de Indische Oceaan was geen waarschuwingsdienst actief.
Ook bij een enorme explosie kan in één keer zoveel gesteente in zee komen dat er een
vloedgolf ontstaat. Een bekend voorbeeld hiervan is de uitbarsting van de Santorini (het
overblijfsel vormt het huidige Griekse eiland Thera), de uitbarsting vond met zoveel geweld
plaats dat de vulkaan als het ware ontplofte. Daarbij ontstond een vloedgolf die een einde
maakte aan de Minoïsche beschaving op Kreta.
Het grootste deel van de tsunami’s worden door een onderzeese aardverschuiving
veroorzaakt. Uit volgend artikel blijkt dat ook vulkanische uitbarstingen boven de zeespiegel
een catastrofale impact hebben.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 48
Vulkaan kan tsunami veroorzaken’ 2005/01/03
Landen aan de Atlantische oceaan kunnen te maken krijgen met een mega-tsunami’s
indien de vulkaan Cumbre Vieja op het eiland La Palma tot uitbarsting komt, zo
waarschuwen geologen.
Volgens de Britse professor David King kan de vulkaan tussen nu en de komende 10.000 jaar
tot uitbarsting komen en een catastrofale mega-tsunami op gang brengen.
Slapend gevaarte
De professor refereerde in de Independent on Sunday naar de vulkaan Cumbre Vieja op het
Canarische eiland La Palma, die nu nog een slapend bestaan leidt. De vulkaan is echter door
geologen van de universiteiten van Californië en Londen uitvoerig onderzocht en volgens de
onderzoekers kan de vulkaan ieder moment weer actief worden.
In 2001 publiceerden de wetenschappers een rapport waarin de gevolgen van een eventuele
eruptie worden beschreven. Een forse uitbarsting zou er voor kunnen zorgen dat de hele
westelijke flank van de vulkaan in zee belandt: een oppervlakte van 150 tot 500 vierkante
kilometer rots.
Mega-tsunami
Dat natuurgeweld zou een extreem krachtige mega-tsunami kunnen veroorzaken die meerdere
continenten zal raken.
Het nabijgelegen West-Afrika zal dan binnen een uur de eerste en hoogste tsunami te
verwerken krijgen, met golven van naar schatting 100 meter hoog.
Europa komt er redelijk gunstig vanaf omdat het in zee stortende deel van de vulkaan naar het
westen is gericht. Engeland en spanje kunnen bij een zware eruptie golven van 5 tot 7 meter
tegemoet zien, terwijl aan de andere kant van de Atlantische oceaan hogere golven verwacht
worden.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 49
Het Canadese Newfoundland zal golven krijgen van circa tien meter en de kust van Florida zal
overspeld worden door golven van 20 tot 25 meter. Het noorden van Zuid-Amerika kan naar
verwachting te maken krijgen met golven van 15 tot 20 meter.
Het grootste probleem volgens David King is dat niemand weet wanneer zo’n catastrofale
mega-tsunami zich zal voordoen. Dat kan vandaag zijn, maar ook pas over 10.000 jaar. De
professor pleit dan ook voor het opzetten van een waarschuwingssysteem voor tsunami’s voor
de Atlantische Oceaan.
Bronnen: The Independent, AFP
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 50
7.10 Meest dodelijkste uitbarstingen
Hieronder staat een lijst met de meest dodelijke vulkaanuitbarstingen ter wereld, gesorteerd op
het aantal slachtoffers. Ook wordt vermeld wat het meest dodelijkste gevolg was. Hieruit kan je
afleiden dat niet de uitbarsting zelf, maar de bijkomende verschijnselen de dodelijke cocktail
vormen.
Aantal
slachtoffers
Naam
vulkaan
Gebied Jaar dodelijkste gevolgen
92.000 Tamboria Indonesië 1815 hongersnood
36.417 Krakatau Indonesië 1883 tsunami
29.025 Mt. Pelee Matinique 1902 aswolken
25.000 Ruiz Colombia 1985 modderstromen
14.300 Unzen Japan 1792 instorting, vulkaan, tsunami
9.350 Laki IJsland 1790 hongersnood
5.110 Kelut Indonesië 1919 modderstromen
4.011 Golunggung Indonesië 1882 modderstromen
3.500 Vesuvius Italië 1631 modder-lavastromen
3.360 Vesuvius Italië 79 v.C. aswolken
2.957 Papadayan Indonesië 1772 aswolken
2.942 Lamington Papua N.G 1951 aswolken
1.982 El Chicon Mexico 1982 aswolken
1.680 Soufriere St. Vincent 1910 aswolken
1.475 Oshime Japan 1741 tsunami
1.377 Asama Japan 1783 aswolken, modderstromen
1.335 Taal Filipijnen 1911 aswolken
1.200 Mayon Filipijnen 1814 modderstromen
1.184 Agung Indonesië 1963 aswolken
1.000 Cotopasii Ecuador 1877 modderstromen
800 Pinatubo Filipijnen 1991 instortingen, ziektes
700 Ruiz Colombia 1845 modderstromen
700 Komagataki Japan 1640 tsunami
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 51
[8] Het voorspellen van gevaar
Vulkanologie is de wetenschappelijke studie van magma en vulkanen. Vulkanologen proberen
erachter te komen hoe de aarde in elkaar zit. Hiermee sparen ze levens en proberen ze de
vulkaanuitbarstingen in goede banen te leiden. Doordat de vulkanen grote verwoesting kunnen
aanrichten en veel slachtoffers kunnen eisen willen de bewoners van het gebied van tevoren
weten wat hen te wachten staat zodat ze op tijd kunnen evacueren.
Vulkaanuitbarstingen laten zich moeilijk voorspellen. Vaak kondigt een uitbarsting zich wel aan
met gerommel en rook, maar het precieze tijdstip van de uitbarsting is moeilijk te achterhalen.
Om toch een idee te krijgen of een vulkaan op uitbarsten staat meten vulkanologen onder
andere de trillingen van de aarde en het magnetische veld van de aarde. Als de trillingen sterk
toenemen is de kans groot dat de vulkaan gaat uitbarsten. Maar zeker weten doe je het nooit
De meest gebruikte methoden en instrumenten om uitbarstingen te voorspellen zijn de
seismograaf en GPS.
8.1 De seismograaf
Stijgend magma veroorzaakt aardschokken. Nadert het
magma het aardoppervlak dan zullen de schokken groter
worden en vaker voorkomen. De seismograaf registreert
deze schokken. Deze aardschokken zijn misschien wel
het meest betrouwbare signaal dat een vulkaan op
uitbarsten staat. Deze aardschokken worden
geregistreerd door automatische recorders die
verbonden zijn met een observatorium. Hawaii
bijvoorbeeld telt 51 van deze seismometers.
Een seismograaf reageert door middel van een
slingerend systeem op bewegingen van de bodem. De
uitwijking die de slinger krijgt wanneer de seismische
golven de seismograaf in beweging zetten, hangt sterk af
van de periode van deze golven. Zijn de seismische
trillingen veel langzamer dan de eigen trillingen van het
systeem, dan reageert de seismograaf vrijwel niet. De
uitwijking is maximaal als de perioden van de
seismograaf en die van de seismische trilling ongeveer
overeenstemmen .
Seismometers met registraties
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 52
De beweging van de seismograaf kan elektronisch zeer sterk vergroot worden en worden
weergegeven in een seismogram. Al naar gelang de seismograaf zodanig is geconstrueerd dat
de slingerende massa op en neer of heen en weer kan bewegen, zal de seismograaf hetzij op
verticale hetzij op horizontale bodembewegingen reageren. Een volledig seismografisch station
bevat instrumenten met zowel kleine als grote eigen perioden om de vaak zeer gecompliceerde
aardbevingstrillingen te kunnen analyseren.
Aardbeving: registratie:
Deze registratie van een aardbeving in Californië van 5,5 op de schaal van Richter is gemaakt door een
seismograaf. De vinger wijst naar een uitschieter van de naald van de seismograaf op het seismogram. Deze
naald is ontworpen om horizontale of verticale trillingen te registreren, maar niet beide,omdat voor beide
golfsoorten een apart balanssysteem nodig is.
8.2 GPS
Observatie per satelliet is heel duur en staat nog in de kinderschoenen. Toch kun je stellen dat
dit de voorspellingsmethode van de toekomst zal zijn. Het Global Position System (GPS)
gebruikt om veranderingen in de aardbodem in de gaten te houden. Dit wordt in het bijzonder
gedaan in de buurt van vulkanen omdat dat kan wijzen op naderende uitbarstingen. GPS
gebruikt informatie van satellieten die rond de aarde vliegen.
Global Positioning SystemCotopaxi vulkaan in Ecuador.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 53
8.3 Trillingsmeters
Trillingmeters zijn zeer nauwkeurige waterpassen, gemaakt van drie potten met graadverdeling
in een driehoek gezet en gevuld met water of kwik.
Stijgend magma in een vulkaan veroorzaakt vaak veranderingen in de grond. Met
trillingsmeters kun je die veranderingen vaststellen en meten.
Het uitstulpen van stijgend magma wordt bijvoorbeeld gemeten door een trillingsmeters. Dit
proces kan plaats vinden in de beginfase van een uitbarsting. Zoiets heeft men geconstateerd
bij Mount St.Helens twee maanden voor de eigenlijke uitbarsting in 1980.
8.4 Gas en stoomuitstoot
Toenemende uitstoot van gas en stoom uit de zijkraters is vaak een teken dat er magma naar
het aardoppervlak stijgt. Dit soort informatie is moeilijk te krijgen omdat deze verschijnselen de
gevoelige instrumenten kunnen beschadigen en gevaar opleveren voor de waarnemers.
8.5 Risicokaarten
Hierop worden de gebieden met het hoogste risico aangegeven. Het is van groot belang dat
deze gebieden goed in kaart gebracht worden zodat mensen die er wonen bij gevaar
geëvacueerd kunnen worden.
Natural Hazards in the Popocatepetl Volcano Zone, Mexico.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 54
[9] Verklarende woordenlijst
A
Aa Hawaiiaans woord voor bloklava, een bepaald type lavastroom met
een erg ruw oppervlak.
aardkorst Dunne buitenste laag van de aarde, die zowel de ondergrond van
de continenten als van de oceanen vormt.
aardverschuiving Beweging bergafwaarts van een massa gesteente onder invloed
van de zwaartekracht.
actieve vulkaan Een vulkaan die tot uitbarsting komt
aerosol Deeltjes die verspreid worden onder een gasachtige gedaante.
alarmfasen Afgesproken schaal om waarschuwingen te geven, dit gebeurt via
kleurcodes of via alarmfasen.
Daarnaast is er nog een derde belangrijke schaal, de VEI. Deze wordt gebruikt om een uitbarsting te kunnen indexeren.
as (vulkanisch) Vulkanisch gesteente met kracht uitgestoten uit een uitlaat in
deeltjes van minder dan 2 mm.. As kan vast of gesmolten zijn bij
uitstoting.
astenosfeer Zachte laag van de mantel, onder de lithosfeer.
atmosfeer Zone met gassen die de aarde omhult op grote hoogte.
B
basalt Een van de meest voorkomende vulkanische gesteenten, op land
vind je deze steen bij sintelkegels, lavastromen, schildvulkanen en
op vulkanische plateau's. Het grootste deel van de oceaanbodem
wordt gevormd door basalt.
basaltvloed Uitstromingen op grote schaal van basaltlava in dikke lagen over
elkaar.
blast (ontploffing /
explosie)
Zeer explosieve uitbarsting met hete aswolken, en andere
vulkanische materialen.
blok Een groot hoekig lavadeel wat bij een uitbarsting uitgestoten wordt.
Gewoonlijk een meter of meer in doorsnede.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 55
bom Bommen zijn grote afgeronde lavadelen die uitgestoten worden bij
een uitbarsting. Vaak wordt hun vorm tijdens hun vlucht door de
lucht bepaald.
C
caldera Een grote komvormige krater, vaak met een doorsnee van
kilometers, gevormd door instorting van de magmakamer of door
explosieve vulkaanuitbarstingen.
calderavulkaan Dit is een oudere vulkaan met aan de bovenkant een grote brede
krater. In deze krater hebben zich weer kleinere nieuwe kraters
gevormd.
complexe vulkaan Vulkaan die bestaat uit twee of meer uitlaten of een vulkaan met
nog een kegel erbij in de krater of op de zijflanken.
continentale drift Het uiteendrijven van continenten: Theorie van de Duitse geleerde
Alfred Wegener. Volgens hem bewegen de continenten in
samenhang met de beweging der platen, die op hun beurt in
beweging gezet worden door convectiestromen.
D
deformatie Vervorming van een vulkaan/gebied, doordat de bodem beweegt
onder invloed van bijvoorbeeld de magmakamer.
E
eruptie Synoniem voor uitbarsting, maar deze term wordt ook veel gebruikt
voor een lichter uitbarsting (in tegenstelling tot een explosie) waarbij
lava en ander gesteente uit de kraterpijp wordt geworpen.
explosie Zeer zware uitbarsting waarbij het, in tegenstelling tot een lichtere
eruptie, mogelijk is dat niet alleen gesteente en lava uit de
kraterpijp wordt geworpen, maar zelfs een gedeelte van de vulkaan
de lucht in wordt geblazen.
F
felsisch Felsisch of zuur gesteente is gesteente dat meer lichte mineralen als
veldspaat en SiO2 bevat.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 56
fumarool Uitlaat of opening waar gas of stoom uitkomt op de helling van
actieve en slapende vulkanen.
G
gas (vulkanisch) Bevind zich in magma. Bij het opstijgen van magma naar het
aardoppervlak komen er gassen vrij die de kracht van de eruptie in
sterke mate kunnen beïnvloeden. Sommige gassen zijn giftig en
kunnen tot verstikkingsdood lijden.
gloedwolk Zie pyroclastische uitstroming.
H
hotspot Plaats in de mantel waar gesteente smelt en tot magma vervormt.
hydrovulkanische
eruptie
Uitbarsting waarbij water een belangrijke rol speelt.
K
kegel Vorm van de vulkaan, gestolde lava, as, en sintels vormen de kegel.
Lagen lava, afgewisseld met aslagen zorgen ervoor dat de helling
van de kegel stap voor stap steeds hoger wordt.
kleurcodes Afgesproken schaal om waarschuwingen te geven, dit gebeurt via
kleurcodes of via alarmfasen.
Daarnaast is er nog een derde belangrijke schaal, de VEI. Deze
wordt gebruikt om een uitbarsting te kunnen indexeren
koepel Koepels ontstaan wanneer vulkanisch gesteente te taai is om ver
van de uitlaat verwijderd te raken. Ze ontstaan vaak bij
samengestelde vulkanen aan het einde van een uitbarsting.
koepelvulkaan Deze kent een steile, bolle helling die gevormd is door dikke snel
afkoelende lava.
krater Een komvormige verlaging aan de bovenkant van een vulkaan. Hier
komt vooral vulkanisch materiaal, zoals as, lava en ander vulkanisch
gesteente vrij.
kratermeer Zie maar.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 57
L
lahar Modderstroom ontstaan door vermenging van vulkanische deeltjes
en water.
lava Magma of gesmolten gesteente dat het aardoppervlak bereikt en
blootgesteld wordt aan lucht of water. Lava komt voor als stromen,
zuilen en als deeltjes in vulkaankegels .
lavastroom Lava die als stroom wordt uitgestoten over land vanuit een uitlaat of
spleet. Voorbeelden van lavastromen zijn aa en pahoehoe
lavastromen.
lithosfeer Vaste buitenste schil van de aarde die is samengesteld uit de
aardkorst, en de vaste buitenste laag van de mantel. De lithosfeer
ligt boven de asthenosfeer. Op de lithosfeer liggen de platen.
M
maar Duits woord voor een haast zuiver ronde krater. Gewoonlijk gevuld
met (regen)water.
magma Zeer heet gesmolten gesteente, gevormd in het binnenste van de
aarde door het gedeeltelij smelten van de mantel.
magmakamer Kamer (grot of reservoir) in de lithosfeer waarin stijgend magma zich
verzamelt en langere of kortere tijd aanwezig blijft.
mantel De zones tussen aardkorst en kern.
modderstroom zie lahar
N
Nuée ardente Frans woord voor gloeiende lawine bestaande uit hete gassen en
vulkanische delen in alle soorten en maten: as, puimsteen, puin,
enz…
O
oceanische rug Rug op de oceaanbodem waar tweeaangrenzende platen uiteen
drijven en waar nieuwe aardkorst gevormd wordt door
vulkaanerupties.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 58
P
Pahoehoe Hawaiiaanse term om dunne, snel vloeiende lavastromen met een
glasachtig oppervlak aan te duiden.
phreatische uitbarsting Plotselinge uitbarsting met veel geweld van stoom, veroorzaakt
door de wisselwerking tussen water en heet vulkanisch gesteente.
phreatomagmatische
uitbarsting
Uitbarstingen gekenmerkt door stoomexplosies veroorzaakt door
wisselwerking van oppervlaktewater en stijgend magma.
pijp Een doorgang in de vulkaan waarin de magma opstijgt door het
aardoppervlak tijdens een uitbarsting.
plaat Grote landschollen waarin zowel de korst als het bovendeel van de
mantel verdeeld zijn.
plaattektoniek Theorie over de platen en hun bewegingen.
Pliniaanse uitbarsting Een van de meest explosieve soorten uitbarstingen, met lahars en
nuées ardantes.
Plug Gestolde lava in de pijp van een uitgedoofde vulkaan.
puimsteen Poreuze sintel, zo licht dat het blijft drijven.
pyroclastisch Snelbewegende massa van vulkanisch gesteente, water, sneeuw,
gletsjerijs, bomen en pyroclastisch materiaal.
pyroclastische
uitstroming
Mengsels hete gassen en as die snel van de helling van een
vulkaan kunnen komen razen.
R
Ring van Vuur De band van vulkanen die de Stille Zuidzee omringt. In deze band
ligt twee derde deel van de actieve vulkanen op onze aardbol. De
'Ring of Fire' bevat de vulkanen van Japan, Kamchatka, Zuid
Alaska, de Aleoeten, de gebergten van de VS en Canada, Midden-
Amerika, de Andes, Nieuw Zeeland, Tonga, Vanuata, Papua-
Nieuw Guinea, Indonesie, de Filippijnen, de Marianen,Izu en
Bonin.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 59
S
samengestelde
vulkaan
Steile vulkaan, samengesteld uit afwisselende lagen lava en ander
vulkanische producten. Ook wel stratovulkaan genoemd. Deze is
net zo opgebouwd als de slakkenkegel maar heeft naast de
hoofdkrater nog meerdere kleinere kraters op haar flanken.
schildvulkaan Dit is een brede, ondiepe vulkaankegel, die ontstaat doordat het
lava dat eruit stroomt, dun en heet is en heel langzaam afkoelt.
seismograaf Instrument om trillingen in de aarde vast te leggen.
silicium Belangrijk onderdeel van vulkanisch gesteente. Bepaalt de
vloeibaarheid van magma. Hoe meer silica hoe groter de taaiheid
van magma.
sintels Lichte stukken lava, tussen de 64 mm. en 30 cm. groot. Ook wel
scoria genoemd.
sintelkegel Steile kegelvormige heuvel gevormd rondom een uitlaat, gewoonlijk
kleiner dan 250m. Ook wel scoria-kegel genoemd.
slakkenkegel Een vulkaan die naast lava ook veel as uitspuugt. De berg die door
deze vulkaan gevormd wordt, is dan ook opgebouwd uit lagen as en
lava die elkaar afwisselen.
slapende vulkaan Vulkaan die op dit moment niet actief is maar toch nog tot
uitbarsting kan komen
solfatara Italiaans woord om een fumarool aan te duiden waar zwavelachtige
gassen uitkomen.
spat Lavafragmenten tussen de 64mm. en 30 cm, groot, vaak uitgestoten
als hete klodders. Plakt aan elkaar en vormt kegels met steile
hellingen.
spatkegel Kegel met steile hellingen gevormd door hete kloddertjes.
spleet Barst of breuk in de aardkorst of in de helling van een vulkaan
waaruit magma kan vloeien.
spleetvulkaan Een lange scheur in de aardkorst waardoor magma naar buiten
komt. Deze ontstaat als twee tektonische platen uit elkaar drijven.
Je vindt deze vooral bij oceaanruggen.
stop Lava, gestold in de pijp van een uitgedoofde vulkaan.
stratosfeer Bovenste laag van de atmosfeer.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 60
strato vulkaan Zie samengestelde vulkaan.
Stromboliaanse
eruptie
Uitbarsting van het Stromboli-type: korte erupties waarbij blokken en
bommen uitgestoten worden. Lavastromen kunnen ook voorkomen.
subductie Proces waarbij de ene plaat onder de andere gedrukt wordt, de
mantel in, als twee platen naar elkaar toe drijven.
T
Tephra Verzamelnaam voor alles wat uit een krater of uitlaat gegooid wordt
bij een uitbarsting.
trilling Siddering van de aarde met lage omvang, in verband te brengen
met het stijgen van magma.
tsunami Japans woord wat slaat op reusachtige vloedgolven, veroorzaakt
door uitbarstingen of aardbevingen.
tufsteen kegel Steile kegelvormige heuvel met diepe wijde krater. De kegel is
samengesteld uit dunne lagen fijne deeltjes. Een kegel van tufsteen
is kleiner en steiler dan een ring van tufsteen.
tufsteen ring Brede, ronde opeenhoping van fijne fragmenten voorzien van een
lage omranding en ingebed in de aarde rond een krater. Doorsnee
vaak 1km. De krater van zo'n ring is breder dan die van een
sintelkegel.
U
uitgedoofde vulkaan Vulkaan die sinds mensenheugenis niet meer actief geweest is en
dat in de toekomst ook niet meer zal zijn.
uitbarsting de wijze waarop vaste en vloeibare gesteenten en gassen door
vulkanische activiteit over het aardoppervlak worden uitgeworpen.
Dit kan variëren van erupties of rustige uitstroming van lava tot
explosies.
Daarnaast kan er onderscheid gemaakt worden in o.a vulkanische,
hydrovulkanische erupties.
uitlaat Opening in het aardoppervlak waar vulkanisch materiaal door naar
buiten komt.
uitbreiden van de
zeebodem
Proces waarbij de zeebodem zich verder uitstrekt als twee platen
uiteen drijven.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 61
V
VEI (vulkanische
Explosiviteits Index)
Een van manieren waarop vulkanologen meten hoe zwaar een
uitbarsting is.
viscositeit Geeft aan hoe kleverig en dik magma of lava is.
vloedgolf Zie tsunami.
vulkaan Een kegel gevormd boven en rond een uitlaat door opeenhopingen
van uitgeworpen materialen zoals as, puimsteen, lavastromen en
ander vulkanisch gesteente.
vulkanoloog Iemand die het gedrag van vulkanen bestudeert.
vulkanologie De wetenschap die vulkanen bestudeert.
Vulcanus God van het vuur bij de oude Romeinen. Vulkaan komt van
Vulcanus.
vulkanische eruptie Dit type uitbarsting vertoont veel gelijkenissen met hydravulkanische
erupties. Veel gas, as, sintels en puimsteen komen vrij.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 62
[10] Besluit
Voor ik aan dit jaarwerk begon leek de aarde voor mij voornamelijk een rustige en
onbeweegbare planeet waarop af en toe een aardbeving of een vulkaan voorkomt. In de
werkelijkheid is dat niet zo. De aarde bezit enorme krachten die grotendeels verborgen worden.
Maar door kleine en af en toe grote gebeurtenissen laat ze zien wat ze in petto heeft.
Wanneer in het middelbaar onderwijs de theorie over vulkanen aan bod kwam, leek het erop
dat alles vanzelfsprekend was. Maar tijdens het maken van dit jaarwerk ben ik erachter
gekomen dat nog heel veel dingen oncontroleerbaar zijn. Zo is het nog steeds niet mogelijk om
het uitbarsten van een vulkaan volledig te voorspellen want het verloop is steeds anders.
Bij het maken van dit jaarwerk heb ik veel bijgeleerd over vulkanisme. Ik heb informatie over
vulkanisme moeten zoeken, verwerken, begrijpen en omzetten op papier. Een jaarwerk maken
is volgens mij de beste manier om dingen te leren en te onthouden.
Herpoelaert Glenn Vulkanisme 63
[11] Bibliografie
11.1 Boeken
− Vulkanen en aardbevingen; Knight, Linsay; 1996
− Daniels, George C; Vulkanen; Amsterdam : Time-Life, 1982
− Meijer, Peter J. ; Vulkanen en thermische bronnen; Helmond : Palladium, 1997
− Vulkanen; Decker, Barbara; Brussel : Natuur en Techniek, 2001
− Vulkanen, levende bergen; Krafft, Maurice ; Tilburg : Zwijsen, 1990
11.2 Software
− Encarta ® Winkler Prins 2006 © 1993-2005 Microsoft Corporation/Het Spectrum.
11.3 Internet
− http://www.vulkanisme.nl
− http://www.wikipedia.be
− http://news.bbc.co.uk/2/hi/science/nature/4972366.stm
− http://proto5.thinkquest.nl/~lle0390/?page=vulkanen/
− http://www.falw.vu.nl
− http://users.telenet.be/argadiels.aardrijkskunde/vulkanen.htm
− http://www.cijfers.net/vulkanen.html
− http://platentektoniek.htmlplanet.com/vulkanisme/
Onderwijs
RENO
campus Torhout departement RENO Sint-Jozefstraat 1 B-8820 TORHOUT
tel. (050) 23 10 30 fax (050) 23 10 40 e-mail: [email protected] website: www.katho.be/