uhasselt magazine april

32
Universiteit Hasselt MAGAZINE België - Belgique PB 3500 Hasselt 1 12/867 afgiftekantoor 3500 Hasselt 1 erkenning: P303505 HANDELSWETENSCHAPPEN, KLAAR VOOR DE START Nummer 2 april 2015 jaargang 10 Verschijnt vier keer per jaar

Upload: uhasselt

Post on 21-Jul-2016

240 views

Category:

Documents


4 download

DESCRIPTION

 

TRANSCRIPT

UniversiteitHasselt MAGAZINE

België - BelgiquePB

3500 Hasselt 112/867

afgiftekantoor3500 Hasselt 1erkenning: P303505

HANDELSWETENSCHAPPEN, KLAAR VOOR DE START

Nummer 2 • april 2015 • jaargang 10 • Verschijnt vier keer per jaar

C O L O F O NHoofdredactie: Koen SantermansEindredactie: Arne Biesmans Birgit LeenRedactie: Ann T ‘SyenVormgeving: Dave BosmansFotografie: Liesbeth DriessenDruk: ProfeelingVerantwoordelijke uitgever: Marie-Paule Jacobs beheerder UHasselt

Universiteit Hasselt | Campus Hasselt Martelarenlaan 42 | BE-3500 Hasselt

2

INHOUD3 Woord vooraf

4 Nieuw! Handelswetenschappen

10 UHasselt in action

15 Ruben Evens, op zoek naar de nachtzwaluw die niemand ooit zag

16 UHasselt in action

18 Geert Houben (Cubigo) op ‘bootcamp’ in Silicon Valley

22 Alumni in de kijker: Vanthielen en Vanthielen

25 CenStat & Janssen Pharmaceutica, partners in innovatie

28 Over de grenzen: Toon Moonen ‘foreign law clerk’ in Zuid-Afrika

30 UHasselt op campagne

3

“Limburg heeft ingenieurs en handelswetenschappers nodig om het regionale economische weefsel te versterken.” Met die dertien woorden gaf de SALK-commissie vorig jaar het startschot voor de oprichting van een nieuwe economische opleiding aan de UHasselt. Vandaag biedt onze universiteit enkel de meer theoretische bachelor- en masteropleidingen toegepaste economische wetenschappen en handelsingenieur aan. Maar tussen het praktijkgerichte van de professionele bachelor en het conceptuele van de TEW’er en de handelsingenieur, ontbrak er een belangrijke schakel. Limburgse bedrijven hebben immers niet alleen behoefte aan de strategische denkers én de praktische uitvoerders, maar ook aan gedreven hands-on bedrijfseconomen met sterke problem solving skills die het overzicht behouden en een team kunnen aansturen.

Het voorbije jaar is er achter de schermen ontzettend hard gewerkt aan die nieuwe opleiding. En intussen kreeg de UHasselt een positief advies van de erkenningscommissie en een lovende accreditatie van de NVAO. In september zullen de eerste studenten handelswetenschappen hun opleiding starten aan onze universiteit. Met dit door het SALK gesteunde initiatief wil de UHasselt het economische weefsel van haar regio helpen versterken. Door talent op te leiden op maat van de lokale noden willen we met onze kennis dingen in beweging te zetten. Want Knowledge in action is zoveel meer dan onze slogan. Het is onze missie. Dat bewijzen ook de verhalen in dit UHasselt Magazine. We bundelen de krachten met bedrijven, overheden en andere organisaties om de innovatiemotor te laten draaien.

De UHasselt speelt met haar expertise overigens niet alleen in op lokale noden. Ook buiten onze eigen grenzen willen we het verschil maken. Toon Moonen die als foreign law clerk meebouwt aan een democratischer Zuid-Afrika. Ruben Evens die met zijn rapport het Nechisar National Park in Ethiopië beter helpt beschermen… Ze zijn twee van de vele UHasselt-onderzoekers die onze expertise over de hele wereld mee uitdragen. En op die manier Limburg als kennisregio mee op de wereldkaart helpen zetten.

Rector Luc De Schepper

WOORD VOORAF

4

HANDELSWETENSCHAPPEN, READY FOR LIFTOFF

DECAAN PIET PAUWELS EN PROF. DR. NADINE LYBAERT

NIEUW! HANDELSWETENSCHAPPEN

“Handelswetenschappen is géén minder zware universitaire opleiding. De lat ligt niet lager… Het is gewoon een andere lat”

5

In september 2015 start de UHasselt met handelswetenschappen. Maar wat houdt deze opleiding precies in? Wat is het profiel van een handelswetenschapper? Waar zitten de verschillen met toegepaste economische wetenschappen (TEW) en handelsingenieur (HI)? En waarom is die opleiding zo’n goede zaak voor Limburg? UHasselt Magazine vroeg het aan prof. dr. Piet Pauwels (decaan) en prof. dr. Nadine Lybaert (voorzitter onderwijsmanagementteam).

Met de nieuwe opleiding handelswetenschap-pen speelt de UHasselt rechtstreeks in op de vraag van de SALK-experten, die oordeelden dat er in een modern economisch kmo-land-schap als Limburg behoefte is aan hands-on-bedrijfseconomen met dit profiel. “Handels-wetenschappers staan dicht bij de praktijk”, zegt professor Piet Pauwels, decaan van de faculteit Bedrijfseconomische wetenschappen. “Het zijn universitair geschoolden die praktisch kunnen denken, ideeën kunnen uitwerken en verschillende domeinen – zoals HR, logis-tiek, financiën en marketing – kunnen samen- brengen in één ondernemingsplan.”

Hadden jullie vóór SALK ook al het gevoel dat het lokale werkveld behoefte had aan af-gestudeerden met dit profiel?

PIET PAUWELS: In opleidingen als TEW en handelsingenieur ligt de focus eerder op de analyse. Lokale kmo’s voelden, ook vóór het SALK-rapport, al aan dat er in onze econo- mische UHasselt-profielen een schakel ont-brak tussen het praktijkgerichte van de profes-sionele bachelor en het conceptuele van de TEW’er. Bedrijven in de regio hebben niet al-leen behoefte aan de grote, strategische den-kers en de praktische uitvoerders, maar ook aan gedreven operations managers die het overzicht behouden en van aanpakken weten. Problem solvers met goede communicatieve skills, die een team kunnen aansturen.”

NADINE LYBAERT: “Recent nog nodigden we ervaren bedrijfsleiders op de campus uit om eens kritisch naar de competentieprofielen van onze economische opleidingen te kijken.

En ook dat expertenpanel juichte de oprichting van handelswetenschappen toe. In bedrijven als JBC, Carglass, Estée Lauder, Deloitte, ING… is er duidelijk nood aan al die verschil-lende economische profielen. Zij zagen op de werkvloer een plaats voor TEW’ers, handels-ingenieurs én handelswetenschappers. Vaak zelfs in een complementair team. En om die economische motor in hun bedrijf elke dag te laten draaien, hebben ze een groter aantal handelswetenschappers nodig.”

Handelswetenschappen wordt vaak gezien als een ‘TEW Light’. Is dat een foute percep-tie?

PIET PAUWELS: ”Absoluut. Handelsweten-schappen is géén minder zware universitaire opleiding. De lat ligt niet lager… Het is ge-woon een andere lat. Op de werkvloer houden TEW’ers zich vooral bezig met de waarom-vraag, terwijl handelswetenschappers een praktischer antwoord zoeken op de hoe-vraag. Maar de handelswetenschapper moet net zo goed abstract kunnen denken. Hij moet in complexe omgevingen verschillende disci-plines kunnen samenbrengen, de onderlinge synergieën benutten én ze ook doelgericht inzetten. Hij moet mensen kunnen mobilise-ren en aansturen. Daar is leiderschap én body voor nodig.”

NADINE LYBAERT: ”We zien handels- wetenschappen en TEW als gelijkwaardige opleidingen. Wie na zijn bacheloropleiding handelswetenschappen naar de master TEW wil doorstromen, moet eerst een voorberei-dingsprogramma van een jaar volgen. Maar

NIEUW! HANDELSWETENSCHAPPEN

6

omgekeerd geldt dat net zo goed. In de oplei-ding handelswetenschappen doceren we ook niet minder uren wiskunde of statistiek, maar we vullen ze wel op een andere manier in. De link met de dagelijkse praktijk en de aandacht voor multidisciplinariteit is veel prominenter aanwezig. We benaderen eenzelfde econo-mische verhaal eerder oplossingsgericht dan analytisch.”

BEDRIJFSPRAKTIJK

Handelswetenschappers zijn doeners, pro-blem solvers en ondernemende managers. Op welke manier vertaalt zich dat in het op-leidingsprogramma?

NADINE LYBAERT: “Aan de UHasselt be-steden we in alle opleidingen veel aandacht aan soft skills als communicatieve vaardig-heden en teamwork. In handelswetenschap-pen zetten we daarnaast sterk in op de ontwikkeling van management- en onder-nemerschapsskills. Ook vreemdetalenkennis krijgt een prominentere plaats in het curricu-lum. En van in het eerste bachelorjaar wer-ken studenten aan een geïntegreerde case. Een reële business case waarin ze hun syn-thetische vaardigheden aanscherpen en er-varen op welke manier financiële gegevens,

NIEUW! HANDELSWETENSCHAPPEN

marketingdata en bedrijfsstrategieën met el-kaar verbonden zijn.”

PIET PAUWELS: ”Het UHasselt-concept van opdrachtgestuurd onderwijs en begeleide zelf-studie (waarbij studenten al van bij de start heel actief deelnemen aan hun leerproces, red.) schept het ideale leerklimaat om zulke skills te ontwikkelen. In minstens de helft van het programma kiezen we resoluut voor an-dere didactische methoden dan het hoorcol-lege. Dat geldt trouwens ook voor onze oplei-dingen TEW en handelsingenieur. En ook daar dragen we samenwerking met én inbreng van het werkveld hoog in het vaandel. We zoe-ken zoveel mogelijk aansluiting bij de reële bedrijfspraktijk. Maar waar we bij handels- wetenschappen vanuit een case vertrekken om theorieën aan te reiken, dient die case in onze andere opleidingen veel meer om de ge-ziene theorie concreet te maken.”

NADINE LYBAERT: “Studenten handels- wetenschappen gaan – nog meer dan TEW’ers of handelsingenieurs – graag veel sneller met hun theorie aan de slag. We proberen de les-sen zo praktisch mogelijk in te vullen en kozen er dan ook heel bewust voor om het acade-miejaar in deze opleiding meteen in vier kwar-tielen op te delen. Daardoor wordt de inhoud

meer behapbaar én kunnen we tegelijkertijd inhoudelijk veel meer diepgang brengen.”

EIGEN ACCENTEN

In hoeverre wijkt de opleiding handelsweten-schappen aan de UHasselt af van die aan an-dere Vlaamse uniefs? Welke eigen accenten hebben jullie gelegd?

NADINE LYBAERT: ”De bacheloropleiding is nog tamelijk generiek. Heel veel ruimte voor grote trendbreuken is daar niet. Ons program-ma lijkt dan ook in grote mate op dat van an-dere Vlaamse universiteiten. Maar we leggen wel een aantal duidelijke accenten die aanslui-ten bij het onderwijsconcept van de UHasselt, onze eigen onderzoeksexpertise én bij de no-den van de regio.”

PIET PAUWELS: “Zo besteden de andere Vlaamse uniefs in hun bachelorprogramma geen aandacht aan logistiek, terwijl wij er uitdrukkelijk voor kiezen om dat domein – naast het gover-nanceverhaal in kmo’s, marketing en accoun-tancy – wél al aan bod te laten komen in de ba-cheloropleiding. Binnen de UHasselt beschikken we over heel wat relevante onderzoeksexpertise op dit domein én de logistieke sector in Limburg vraagt naar handelswetenschappers met een

7

BINNEN TWEE JAAR IN HASSELT

“Een stedelijke omgeving is een aangename setting voor economiestudenten. De verhui-zing past ook binnen de ontwikkeling van de UHasselt volgens het tweecampusmodel. De centrale diensten en de humane weten-schappen krijgen een stek in de binnenstad,

Door de groeispurt van de UHasselt is het tekort aan ruimte op campus Diepenbeek erg nijpend geworden. En in september 2015 komt daar nog de nieuwe opleiding handelswetenschappen bij... “De eerste twee jaar organiseren we deze opleiding nog op campus Diepenbeek, maar in september 2017 verhuist de hele faculteit Bedrijfseconomische wetenschappen naar campus Hasselt”, aldus decaan Piet Pauwels.

“In ons programma leggen we accenten die aansluiten bij het onderwijsconcept van de UHasselt, onze eigen onderzoeksexpertise én bij de noden van de regio”

NIEUW! HANDELSWETENSCHAPPEN

terwijl de exacte en toegepaste weten-schappen en geneeskunde een plaats krij-gen op de groene campus in Diepenbeek.”Op de gronden van de GO!-campus zal – aansluitend op het faculteitsgebouw Rech-ten – een nieuwe vleugel gebouwd worden

voor de economiestudenten. “Zij krijgen er dus een eigen, vaste plek. De bestaande in-frastructuur, met cafetaria en auditoria, kun-nen we maximaal benutten voor de facultei-ten BEW en Rechten.”

8

logistieke finaliteit. Als we daar straks in de mas-teropleiding breder op willen inzoomen, moeten we dat topic al in de bachelor aanbieden.”

NADINE LYBAERT: “Ook met een opleidings-onderdeel als ‘communicatie’ onderscheiden we ons. De UHasselt-student leert beter syn-thetiseren, presenteren en vergaderen, in een apart vak. Dat vinden we voor bedrijfsecono-men met dit profiel erg belangrijk.”

Het is een intensief jaar vol voorbereidingen geweest. Intussen kregen jullie een positief advies van de erkenningscommissie én een lovende accreditatie van de NVAO. Waar zijn jullie het meest trots op?

NADINE LYBAERT: “Op de ‘ja’ (lacht). De vi-sitatiecommissie was erg onder de indruk van onze onderzoeksexpertise en de cv’s van onze docenten. Die sloten naadloos aan bij deze nieuwe opleiding. De erkenning voor het men-selijk kapitaal dat in onze faculteit aanwezig is, geeft voldoening en vertrouwen.”

PIET PAUWELS: “Ze spraken zich ook heel lovend uit over het onderwijssysteem van de UHasselt. Uit gesprekken met onze studenten hebben ze meteen begrepen dat we kunnen waarmaken wat we beloven: onderwijs in klei-ne groepen, activerende werkvormen, de laag- drempelige interactie tussen studenten en proffen…”

“Ook het vernieuwende benoemings- en promo-tiesysteem van onze universiteit kon overigens op heel wat waardering rekenen. Omdat de UHasselt niet alleen onderzoeksprestaties va-loriseert, maar ook een weging geeft aan on-derwijsprestaties en inspanningen op vlak van samenwerking en contacten met het werkveld, creëert ze mooie randvoorwaarden om docen-ten blijvend te motiveren de vinger aan de pols te houden en die interactie met het werkveld voluit aan te gaan. Voor een opleiding als han-delswetenschappen is dat toch een must.”

JUISTE MAN OP JUISTE PLAATS

Handelswetenschappen is een UHasselt-op-leiding waarin de KU Leuven partner is. Hoe ziet die samenwerking er concreet uit?

PIET PAUWELS: “De student krijgt een UHas-selt-diploma, maar de KU Leuven vult in de bacheloropleiding 50 van de 180 studiepunten inhoudelijk in. Dat betekent dat hun proffen een deel van ons programma in Diepenbeek

“Als studenten beter kiezen en terechtkomen in een opleiding die écht bij hen past, zullen de slaagkansen – zowel in handelswetenschappen als in TEW – stijgen”

NIEUW! HANDELSWETENSCHAPPEN

VIER ECONOMISCHE PROFIELEN

HW VERSUS TEW

HI/BI VERSUS TEW

Handelswetenschappen, toegepaste economische wetenschappen, handelsingenieur én handelsingenieur in de beleidsinformatica: vanaf volgend academiejaar kunnen studenten vier economische opleidingen aan de UHasselt volgen. Waar zitten de overeenkomsten? En waar liggen de verschillen?

Waarom?

Hoe?

Abstractievermogen

Synthesevermogen

Beleidsvorming

Beleidsinvulling

Analytisch abstractievermogen

Conceptueel abstractievermogen

Besluitvorming op basis van cijfers

Besluitvorming op basis van inzichten

Hoe?

Waarom?

Handelswetenschappen

Handelsingenieur / BI

Toegepaste Economische Wetenschappen

Toegepaste Economische Wetenschappen

9

komen doceren. Onze expertises zijn com-plementair en versterken elkaar. Met een op-leiding handelswetenschappen in Antwerpen en Brussel, beschikken zij bovendien over heel wat relevante ervaring. Door dit partnerschap plukken wij daar de vruchten van.”

De verwachtingen over het aantal inschrijvin-gen zijn hooggespannen… PIET PAUWELS: “In onze macrodoelmatig-heidsanalyse hebben we dat inschrijvingsaantal becijferd op 85, maar door de grote belangstel-ling voor de nieuwe opleiding vermoeden we dat het er in de praktijk wat meer kunnen zijn.

Zijn jullie niet bang dat het aantal TEW-stu-denten zal dalen?

PIET PAUWELS: Hoeveel TEW-studenten we zullen verliezen, blijft giswerk. Omdat

HET TEAM ACHTER DE OPLEIDING

Decaan Piet Pauwels, professor Nadine Lybaert, dr. Tom Kuppens en Wendy Vankevelaer gingen in december meteen aan de slag. In Tom Van Puyenbroeck (KU Leuven-decaan van de campus Brussel) vonden ze de perfecte sparring partner. “In eerste instantie zijn we uitgebreid gaan benchmarken bij soortgelijke opleidingen in binnen- en buitenland, én hebben we de werkgevers, de UHasselt-docenten en onze alumni uitgebreid bevraagd”, zegt dr. Tom Kuppens. “Pas wanneer we het profiel van de handelswetenschapper echt scherp gesteld hadden, zijn we die inzichten gaan vertalen in eindcompetenties, leerlijnen, vakken en onderwijsvormen.”

“In zo’n recordtijd een nieuwe opleiding uit de grond stampen, is allerminst evident”, aldus stafmedewerkster Wendy Vankevelaer. “Na amper 12 weken wachtte ons – met het rapport waarin we de macrodoelmatigheid van deze opleiding moesten aantonen – al een eerste belangrijke deadline. Een jaar lang is er achter de schermen ontzettend hard gewerkt. Maar we zijn fier op het eindresultaat.”

Toen de SALK-commissie in november 2013 de aanbeveling formuleerde om in Limburg een opleiding handelswetenschappen op te richten, gaf zij het startschot voor een intensief voorbereidingsproces. De faculteit Bedrijfseconomische wetenschappen richtte een stuurgroep op die dit proces in goede banen moest leiden.

handelswetenschappen niet in de eigen provincie bestond, zullen er ongetwijfeld studenten zijn die voor TEW kozen terwijl ze eerder in handelswetenschappen thuishoor-den. Als zij straks meteen voor die nieuwe opleiding kiezen, kunnen we daar alleen maar blij om zijn.”

NADINE LYBAERT: “Misschien zal er zich in de TEW-instroom wel een daling voordoen, maar ik verwacht eerlijk gezegd niet dat er straks ook effectief minder TEW’ers zullen afstuderen. Als studenten beter kiezen en terechtkomen in een opleiding die écht bij hen past, zullen de slaag-kansen – zowel in handelswetenschappen als in TEW – stijgen. En die evolutie kunnen we alleen maar toejuichen.”

PIET PAUWELS: “De juiste man op de juiste plaats. Daar moeten we in het hoger onderwijs naartoe.”

Jullie werk zit er nog niet op. De nieuwe vak-ken moeten inhoudelijk nog verder ingevuld worden, er moeten nieuwe docenten aange-steld worden… En dan is er nog de master-opleiding.

PIET PAUWELS: ”Dat is een hele uitdaging voor alle personeelsleden in onze faculteit. Op korte termijn krijgen we gelukkig 3,5 miljoen euro impulsfinanciering van SALK, maar daar-mee moeten we wel de volledige na-ijlende financiering van de bacheloropleiding dekken. En een praktijkgerichte opleiding als handels-wetenschappen is toch bijzonder onderwijs-intensief. Dat betekent dat er in onze faculteit ook de komende jaren nog ontzettend hard ge-werkt zal worden. Maar we gaan die uitdaging enthousiast aan, want we geloven rotsvast in onze nieuwe opleiding én in de meerwaarde van die afgestudeerde handelswetenschap-pers voor de Limburgse economie.”

10

Een grote meerderheid van de bestuurders van Belgische beursbedrijven is principieel gekant tegen vrouwenquota. Tegelijkertijd erkennen de bestuursleden dat zulke quota wél positieve gevolgen hebben. Dat blijkt uit onderzoek van dr. Hannelore Roos (SEIN, onderzoeksgroep rond diversiteit).

Op 24 maart lanceerden het Logistiek Platform Limburg (LPL)/POM Limburg, de UHas-selt en Hogeschool PXL ‘Smart Logistics Limburg’ (SLL). Het doel is om innovatie bin-nen de Limburgse logistieke sector verder te stimuleren en het concurrentievermogen op te krikken.

UHASSELT IN ACTION

VROUWENQUOTA WERKEN

SMART LOGISTICS LIMBURG GELANCEERD

In Belgische beursgenoteerde bedrijven is 16,7% van de bestuurders vrouw. Als het van onze politici afhangt, moeten er in de raden van bestuur binnenkort verplicht minstens een derde vrouwen zetelen. “De bevraag-den in mijn onderzoek zijn principieel tegen zulke quota. Ze vinden het niet de taak van de overheid om dat soort verhoudingen op te leggen. Toch zijn ze blij met het ‘vers bloed’ dat – door de quota – toetreedt tot de raden

Het SALK-uitvoeringsplan wil de logistiek in Limburg extra impulsen voor innovatie geven. De lancering van Smart Logistics Limburg vormt in dat verband een belangrijke stap. In het virtueel platform bundelen de drie part-ners niet enkel hun kennis en expertise op het vlak van logistiek, maar bieden ze bedrijven ook structurele, intensieve wetenschappelijke en technische ondersteuning. Zo moeten SLL-business developers onder meer de pro-blemen en uitdagingen in de markt detecte-ren, hindernissen voor de opstart van inno-vatietrajecten helpen wegnemen, bedrijven in contact brengen met de juiste onderzoeker(s) en hen de weg wijzen in het kluwen van (inter)nationale financieringskanalen.

van bestuur. Ze juichen ook toe dat bedrijven hierdoor gevoeliger zijn voor de verspilling van vrouwelijk talent”, aldus dr. Roos.

“In de discussie over quota hoor je vaak het te-genargument dat die wetgeving een kleine groep vrouwen zou overbevragen. Uit mijn onderzoek blijkt nu dat dit helemaal niet klopt. Vrouwen cu-muleren immers niet méér mandaten dan hun mannelijke collega’s in de raad van bestuur.”

Op vrijdag 6 maart gaven burgemeester Hilde Claes, schepen Tom Vandeput en vertegenwoordigers van de UHasselt, Hogeschool PXL en UCLL het startschot voor de bouw van de eerste studententoren aan de Elfde Liniestraat in Hasselt.

In september 2016 zouden de eerste 74 studenten hun intrede moeten kunnen nemen in deze nieuwe studentenhuisvestiging. Op termijn volgen er nog drie studententorens. Daarmee wil Stad Hasselt de aanhoudende groei van studenten in Hasselt helpen opvangen.

HASSELT STUDENTENSTAD

11

Energieconversieparken (ECP) met een focus op materialen kunnen een duurzaam al-ternatief vormen voor onze energieproductie. Dat blijkt uit het techno-economische doctoraatsonderzoek van Miet Van Dael (onderzoeksgroep Milieueconomie, UHasselt).

NAAR EEN BIOGEBASEERDE ECONOMIE…

Bio-energie is erg belangrijk voor onze her-nieuwbare energievoorziening. Om tot eco-nomisch interessante concepten te komen, moet de focus binnen energieconversie-parken – en biomassa-projecten in het al-gemeen – echter verschuiven van energie naar materialen. “Door bio-energie productie te combineren met de productie van mate-rialen, kan je de economische haalbaarheid sterk verbeteren”, zegt dr. Miet Van Dael. Ze wijst in dat verband op ‘slimme integraties’: concepten waarbij meerdere biomassa-stromen via een optimale combinatie van

(verwerkings)technologieën worden omgezet in materialen en energie. Commerciële ontwikkelingen op grote schaal zijn momenteel nog onvoldoende aanwezig. Hoge investeringskosten, lage sociale ac-ceptatie en onzeker beleid liggen hier aan de oorsprong. “Verder bouwen op bestaande in-stallaties, zoals vergistingsinstallaties, kan een interessante piste zijn om de transitie naar een biogebaseerde economie te realiseren”, aldus dr. Van Dael.

Ongevallenstatistieken geven ons een helder beeld van de objectieve risico’s op onze Vlaamse wegen. Maar hoe ervaren jonge kinderen en ouders zélf het ver-keer? Het Instituut voor Mobiliteit (IMOB) van de UHasselt en vtm gingen het na en namen een enquête af bij 5.510 kinderen (tussen 6 en 14 jaar) en hun ouders.

VERKEERSENQUÊTE IMOB-VTM

HELFT VAN DE KINDEREN IS BANG IN HET VERKEER

De online enquête maakt deel uit van de Zeppe en Zikki-campagne rond verkeers-veiligheid van vtm KZoom. “Het belang van zo’n onderzoek en campagne valt niet te onderschatten: jonge kinderen zijn immers een kwetsbare groep in het verkeer. Dat is er de afgelopen jaren ook steeds drukker en complexer op geworden, wat de deelname van jonge kinderen aan het verkeer er niet makkelijker op gemaakt heeft”, aldus prof. dr. Tom Brijs.

De resultaten op een rijtje:

1. KINDEREN GAAN VOORAL MET DE AUTO (EN FIETS) NAAR SCHOOL

Het openbaar vervoer scoort erg zwak. En wanneer kinderen met de fiets of te voet naar school gaan, worden ze slechts in de helft van de gevallen begeleid door hun ouders.

2. 8 OP 10 KINDEREN VINDEN HET VERKEER GEVAARLIJK

De helft van de kinderen zegt “bang tot heel bang” te zijn om gewond te geraken in het verkeer. Vooral de snelheid (82%) en de drukte (77%) vormen volgens de kinderen een probleem. Ook de grote meerderheid van de ouders (82%) vindt het verkeer gevaarlijk voor jonge kinderen.

3. HOE OUDER, HOE MINDER VAAK KINDEREN DE FIETSHELM DRAGEN

Hoewel 7 op 10 kinderen aangeven zich veiliger te voelen met een fietshelm, neemt het dragen ervan sterk af met de leeftijd. Bij de 5- tot 9-jarigen draagt nog 76% meestal een fietshelm, terwijl dit bij de 10- tot 14-jarigen nog maar 54% is.

4. VOORAL MAMA EN JUF/MEESTER GEVEN ‘VERKEERSOPVOEDING’

Als het gaat om het geven van verkeersopvoeding, wordt papa slechts in 17% van de gevallen aangeduid als de belangrijkste persoon. Zes op tien kinderen vinden bovendien dat de politie gerust wat strenger mag optreden in het verkeer, al neemt de steun voor die striktere aanpakaf met de leeftijd.

5. OUDERS GEVEN NIET ALTIJD HET GOEDE VOORBEELD

16% van de kinderen vindt dat hun ouders regelmatig te snel rijden. En de helft zegt dat mama en papa “minstens af en toe” telefoneren of sms’en achter het stuur.

UHASSELT IN ACTION

12

Het Wetenschapscafé op 26 februari serveerde het publiek een debat over de ‘app-golf’ in de gezondheidszorg.

Bachelorstudenten mobiliteitswetenschappen mochten in Maastricht deelnemen aan een internationale workshop rond actuele mobiliteitsvraagstukken.

Op 24 april startte aan de UHasselt een reeks van vijf gastcolleges over gezond-heidsbeleid. Onder meer ministers Maggie De Block en Jo Vandeurzen komen naar campus Diepenbeek.Op donderdag 28 mei zal de UHasselt

een eredoctoraat uitreiken aan Jeremy Rifkin, Emmanuel de Merode, John Lloyd Provis en Richard D. Bardgett.

WETENSCHAPSCAFÉ SERVEERT DEBAT OVER APPS IN DE ZORG

ATELIER INTERNATIONAAL

FRISSE OPLOSSINGEN VOOR ACTUELE MOBILITEITSVRAAGSTUKKEN

MAGGIE DE BLOCK EN JO VANDEURZEN GEVEN GASTLEZING

SAVE THE DATE!

UHASSELT MAAKT NAMEN NIEUWE EREDOCTOREN BEKEND

Apps die ons tips geven over voeding, slaap, beweging of die onze hartslag registreren en deze gegevens ook doorsturen naar onze arts… Vandaag zijn er al meer dan 100.000 gezondheidsapplicaties op de markt. En de Europese Commissie wil de ontwikkeling van deze apps nog verder aanzwengelen om zo de zorgkosten te helpen drukken en ge-zondheidspreventie te stimuleren. Maar is dit

Studentenmobiliteit, mobiliteitsmanagement, grensoverschrijdend openbaar vervoer… Voor die uitdagingen zoeken de gemeente Maastricht en Maastricht Bereikbaar een oplossing. Ze nodigden bachelorstudenten mobiliteitswetenschappen van de UHasselt én studenten Mobiliteit van de NHTV Breda

De gastcolleges kaderen in het vak ‘Gezond-heidsbeleid’ in de masteropleiding TEW, optie beleidsmanagement. “Met deze lezingen wil-len we in de eerste plaats studenten in contact brengen met de visie van belangrijke beleids-verantwoordelijken en onderzoekers, maar ook andere geïnteresseerden zijn zeer wel-kom”, zegt prof. dr. Wim Marneffe. Benieuwd naar het programma? Of wil u ook een lezing bijwonen? Surf dan naar www.uhasselt.be/gezondheidsbeleid.

Onder het motto Sustainable World, Smart Entrepreneurship wil de universiteit haar nieuwe doctores honoris causa eren voor de manier waarop zij – via hun werk en onderzoek – vraagstukken rond duurzaam-heid aanpakken en daarbij concrete oplos-singen aanreiken die ons denken, werken en leven veranderen.

wel een goede zaak? En maken die apps straks een doktersbezoek overbodig? Dr. Lars Grieten (UHasselt/ZOL), prof. dr. Paul Dendale (UHasselt/Jessa), prof. dr. Wim Pinxten (UHasselt), Ilse Weeghmans (Vlaams Patiëntenplatform) en Peter Dedrij (Flanders Drone Valley) gingen er dieper op in. Marleen Finoulst (‘Body Talk’) modereerde het debat.

uit om – tijdens een driedaagse workshop – een frisse blik op die vraagstukken te werpen. Op de derde dag werden de resultaten voorgesteld aan een internationale jury. Daarnaast namen de docenten van de gelegenheid gebruik om te brainstormen over samenwerkingsinitiatieven tussen de UHasselt en de NHTV Breda.

13

OP ZOEK NAAR DE NACHTZWALUW DIE NIEMAND OOIT ZAG

Rond de Camprimulgus solala hangt een zweem van mysterie. Britse wetenschappers ontdekten 25 jaar geleden – als bij toeval – een vleugel van de nachtzwaluwsoort in het Nechisar National Park. Maar niemand heeft de vogel ooit gezien. UHasselt-

doctoraatsstudent Ruben Evens wou de eerste zijn en trok op expeditie naar Ethiopië.

EXPEDITION SOLALA

14

“We leefden zonder elektriciteit, gsm-bereik en stromend water. Om inkopen te doen, moesten we drie uur rijden, dus bleven we vooral op ‘pakjesvoeding’ recht”, zegt Ruben Evens. Eén teamlid moest vroegtijdig naar huis na een beet door een vleermuis. “Twee anderen werden opgeschrikt door het luide gebrul van een mannetjesleeuw naast hun camouflagetent.”

De lange expeditiedagen stonden volledig in het teken van onderzoek:

- 6 uur - Opstaan en meteen op weg naar de rivier om er insecten te vangen en vogels te ringen. Speuren naar nestplaat- sen, camera’s plaatsen en alle dieren inventariseren.- 10 uur - Te voet terug naar de kamp- plaats. Onderweg dieren inventariseren.- 12 uur - Data verwerken in de schaduw van het kamp. Af en toe wat bijslapen.- 18 uur - Vertrek naar de vlakten om er nachtzwaluwen te onderzoeken.- 2-3 uur - Eindelijk naar bed

Met Expedition solala ging het onderzoeks-team letterlijk back to basics. In het hart van Nechisar National Park leefden de onder-zoekers op het ritme van de natuur.

ben ik die ene vleugel ook in het Britse Tring gaan bestuderen.”

NATIONAAL PARK IN VERVAL

“We wisten wel dat het Nechisar National Park voor één vierde ingepalmd was door de lokale bevolking en dat het zó gedegradeerd was dat er geen wild life meer mogelijk was. Maar toen we in Ethiopië aankwamen, was meteen duide-lijk dat het park door overbegrazing, houtkap en illegale jacht nog veel zwaarder onder druk staat dan we vermoedden. Het befaamde Nechisar-gras (waar het park zijn naam aan dankt, red.) hebben we nergens gezien. Slangen, secreta-risvogels… die in groten getale aanwezig zou-den zijn, hebben we niet kunnen waarnemen. En de nachtzwaluwen die we vingen, kwamen niet overeen met de soorten die tijdens vorige expedities werden geregistreerd. Het hele eco-systeem is duidelijk aan het veranderen. Als er niet snel actie ondernomen wordt, bestaat Ne-chisar binnen tien jaar niet meer.”

Hoewel Ruben en zijn teamgenoten 95% van de nachtzwaluwen in het park hebben kunnen vangen, ringen, fotograferen en opmeten, zat er géén Camprimulgus solala tussen. “Dood-jammer, maar het is wel een belangrijk we-tenschappelijk resultaat. Dat betekent dat de

Het verhaal van de Camprimulgus solala spreekt tot de verbeelding. Zeker voor gepas-sioneerd nachtzwaluwexpert Ruben Evens. “Mijn hele leven staat eigenlijk in het teken van de nachtzwaluw. In 2010 startte ik, samen met Eddy Ulenaers, een wetenschappelijk onder-zoek naar nachtzwaluwen in Bosland. Na mijn masterthesis maak ik er ook mijn doctoraats-onderzoek over. De nachtzwaluw is de ‘Koning van de Camouflage’. Als je er niet uitdrukkelijk naar op zoek gaat, zal je hem nooit vinden. Overdag ligt de vogel stil op de grond of hoog in een boom. We weten niet waar hij broedt of waar hij slaapt. Daardoor is de soort in beheer-maatregelen ook zwaar ondervertegenwoor-digd. Door de nachtzwaluw goed te bestude-ren, willen we hem beter beschermen.”

Op zoek gaan naar een onbekende nacht-zwaluwsoort was Rubens grootste droom, zegt hij. “Toen ik contact opnam met BirdLife International stelden zij mij voor om in Ethiopië onderzoek te doen naar de Nechisar nacht-zwaluw. Een buitenkans die ik niet kon laten liggen. Ik stelde een onderzoeksteam samen en we bereidden ons een jaar lang intensief voor op deze missie. We deden research naar het ecosysteem in het Nationaal Park en ver-zamelden – met de hulp van sponsors – on-derzoeksmateriaal en –uitrusting. Eind 2014

15

MEER DAN NACHTZWALUWEN ALLEEN

Een multidisciplinair team keek met een bre-dere focus naar het complete ecosysteem. En precies die bredere kijk is nu cruciaal voor het voortbestaan van het Nationaal Park. Het team bestond uit experten in:

- Nachtzwaluwen: Ruben Evens, Eddy Ulenaers (Agentschap Natuur en Bos) en de Hongaarse onderzoekster Zsofia Gallai- Reptielen: Michiel Aerts (Natuurhulpcen- trum)- Wilde zoogdieren: Frederik Thoelen (Natuurhulpcentrum)- Ecologie en biodiversiteit: KU Leuven- doctoraatsstudent Matthias De Been- houwer- Biostatistiek: UHasselt-studente Doortje Theunissen

Aanvankelijk zouden alleen Ruben Evens en Eddy Ulenaers naar Ethiopië trekken om op zoek te gaan naar de Camprimulgus Solala. “Maar er zat veel meer in deze missie dan nachtzwaluwen alleen”, zegt Ruben.

Nechisar nachtzwaluw intussen uitgestorven is of dat hij geen vaste resident van het Nationaal Park is zoals altijd werd aangenomen. Voorlopig ga ik uit van de tweede denkpiste. De vleugel die in 1990 werd gevonden, is immers heel lang en tamelijk spits, en dat is typisch voor nacht-zwaluwen die grote afstanden afleggen. Om meer te weten te komen over de Camprimulgus solala wil ik graag een genetische analyse laten uitvoeren op de vleugel. En volgend jaar wil ik in het broedseizoen naar Ethiopië terugkeren om er opnieuw naar de nachtzwaluw te speuren.”

LEEUWEN

Of hij de missie nu als geslaagd beschouwt? “Absoluut. De impact van onze expeditie is zelfs veel groter dan verwacht. Zo hebben we de meeste grote zoogdieren die in het park voorkomen, kunnen vastleggen op camera. We hebben ook bewijzen voor de aanwezig-heid van leeuwen, terwijl iedereen ervan uitging dat die niet meer voorkomen in Nechisar. En dat kan een cruciale rol spelen bij de bescher-ming van het park. Onze bevindingen gaan we nu vertalen in een rapport voor de lokale overheden. We hopen dat dit de sleutel kan zijn voor een duurzamer beheer van Nechisar.”

UHASSELT IN ACTION

16

Wat verwacht het bedrijfsleven van ingenieurs? Welke skills zijn cruciaal op de werkvloer? En wat betekent ‘ondernemer zijn’ pre-cies? Ondernemers kwamen het derdejaarsstudenten industrieel ingenieur zelf vertellen tijdens ‘Ondernemers voor de Klas’.

De behandeling voor hiv in België kost 1.027,5 euro per patiënt per maand. Dat blijkt uit een onderzoek dat de UHasselt uitvoerde in samenwerking met het Aidsreferen-tiecentrum van het UZ Gent. Het is de eerste keer in ons land dat de kosten van de zogenaamde ‘combinatietherapie’ werden becijferd.

UHasselt-informaticastudenten Brent Chesny, Leander Hendrikx en Brecht Vande-voort behaalden de eerste plaats op de zevende editie van de Vlaamse Programmeer-wedstrijd.

ONDERNEMERS VOOR DE KLAS

HIV-BEHANDELING KOST 1.027,5 EURO PER PATIËNT PER MAAND

UHASSELT-STUDENTEN WINNEN VLAAMSE PROGRAMMEERWEDSTRIJD

“Voor onze ingenieursstudenten is ‘Onder-nemers voor de Klas’ – een initiatief van Vlajo, VKW en VKW Limburg – een unieke gelegenheid om de verwachtingen die het werkveld van onze afgestudeerden heeft, uit eerste hand te vernemen”, zegt prof. dr. Marc D’Olieslaeger, decaan van de faculteit Industriële ingenieurswetenschappen. On-der meer Gert Hazevoets (Spaas Kaarsen), Mathi Gijbels (Mathieu Gijbels), Dirk Borghs (Datwyler) en Sfeffen Brans (Appwise) ston-den voor het krijtbord.

In België worden ruim 13.500 personen met hiv medisch opgevolgd. Elk jaar komen er nog zo’n 1.250 nieuwe patiënten bij, dat zijn er ongeveer drie per dag. Het merendeel van deze patiënten wordt behandeld met een combinatie van hiv-remmers. “Hiv is onge-neeslijk, maar vandaag eerder chronisch dan dodelijk. De combinatie van geneesmidde-len zorgt, naast een betere onderdrukking van het virus, voor minder nevenwerkingen en dus voor een betere levenskwaliteit en levensduurte”, zegt prof. dr. Dominique Van-dijck van de onderzoeksgroep Patiëntveilig-heid, Gezondheidseconomie en Zorginno-vatie van de UHasselt.

In de categorie ‘Academische bachelor’ scoorde hun team The Mavericks de beste score op de meest uiteenlopende program-meeroefeningen. In totaal namen meer dan 500 jongeren deel aan de wedstrijd. Met vier teams in de top tien van deze categorie kan de

UHasselt meer dan tevreden terugblikken op deze editie. De programmeerwedstrijd wordt elk jaar georganiseerd door vrijwilligers van vier Vlaamse universiteiten en zeven Vlaam-se hogescholen.

STRIKTE THERAPIETROUW

De medicijnencocktail wordt volledig terugbe-taald, maar de kosten voor de gezondheidszorg liggen bijzonder hoog. De onderzoekers bere-kenden nu voor het eerst de totale kostprijs van deze combinatietherapie. Ook de kosten voor hospitalisatie, labotesten, artsen, psychologen en verpleegkundigen werden ingeschat.

Na analyse blijken de kosten van de hiv-remmers het grootste aandeel uit te maken van de totale kost van behandeling. Volgens de onderzoekers onderstrepen de resultaten waarom strikte the-rapietrouw zo belangrijk is. Prof. dr. Vandijck:

“Alleen zo kan je bijkomende aandoenin-gen beperken en vermijden dat de patiënt moet overschakelen naar duurdere, twee-de- of zelfs derdelijnsbehandelingen.”

SENSIBILISERING

“Onze bevindingen tonen dat het belang-rijk is om het gebruik van goedkopere generische geneesmiddelen te stimuleren én mensen met hiv sociaal te integreren in de maatschappij. Maar ook bijkomende inspanningen op vlak van sensibilisering, preventie en opvolging van mensen met hiv zijn broodnodig. Ook die inspanningen helpen om het gezondheidszorgbudget onder controle te houden”, zegt professor Vandijck.

17

UHASSELT IN ACTION

Imo-imomec boekte de afgelopen jaren mooie successen op vlak van zonne-energie en energieopslag. Onlangs traden ze met al die expertise officieel toe tot de Europese kenniscluster Solliance.

Op amper vier jaar tijd boekte het Limburg Clinical Research Program (LCRP) al heel wat successen. En met de start van het dertigste doctoraats-onderzoek bereikt het LCRP alweer een nieuwe mijlpaal.

Op 21 januari lanceerden de UHasselt en Hogeschool PXL Makerspace, een technolo-gisch en multidisciplinair ‘maaklabo’ voor het grote publiek.

UHASSELT TREEDT TOE TOT ‘ZONNE-ENERGIECLUSTER’ SOLLIANCE

MAKERSPACE@PXL/UHASSELT OPENT DEUREN

Solliance is een samenwerkingsverband van de TNO, TU/e, het Holst Centre, ECN, imec en het Forschungszentrum Julich. “Door alle R&D-expertise rond dunne-film photovoltaïsche zonne-energie in de ELAT-regio (Eindhoven-Leuven-Aken triangle, red.) te bundelen en een gezamenlijke on-derzoekslijn uit te zetten, kunnen we nog sneller stappen voorwaarts zetten naar een markt van goedkopere, kwaliteitsvolle zonnecellen én naar de energieproduce-rende gebouwen van de toekomst”, aldus prof. dr. Marc D’Olieslaeger. “Op die ma-nier willen we wereldwijd een voortrekkers-rol spelen op dit terrein.”

Lieselotte Lemoine zal in haar doctoraats- onderzoek een nieuwe behandeling – op basis van chemotherapie en chirurgie – scherpstellen voor kankerpatiënten met uit-zaaiingen ter hoogte van het buikvlies. Het is het dertigste doctoraat binnen het LCRP, dat in de afgelopen jaren met baanbrekende onderzoeksresultaten uitgebreid de pers haalde én wereldwijd hoge ogen gooide.

Het Limburg Clinical Research Program werd in 2011 gelanceerd door de UHasselt, het Ziekenhuis Oost-Limburg (Genk) en Jessa Ziekenhuis (Hasselt), met programmafinancie-ring van Limburg Sterk Merk (LSM). Het sa-menwerkingsverband voor patiëntgerichte life science research heeft de voorbije jaren heel wat in beweging gezet en draagt bij tot een verbeterde – en wetenschappelijk ondersteun-de – patiëntenzorg in Limburgse ziekenhuizen.

In Makerspace kunnen zowel kinderen uit de lagere en secundaire school, hun leerkrach-ten en studenten als startende ondernemers en de doe-het-zelf-hobbyist voluit komen experimenteren met een 3D-printer en een lasercutter. Daarnaast kunnen ze op de Tech-nologiecampus in Diepenbeek ook technolo-gieworkshops of bijscholingen bijwonen.

“Vlaanderen kampt met een groot tekort aan wetenschappelijke en technische profielen. Als we onze kenniseconomie willen versterken, dan moeten we méér jongeren warm maken voor wiskunde, exacte wetenschappen, technologie of het ingenieursvak. Voor kinderen is Makers-pace alvast dé ideale plek om die microbe te pakken te krijgen”, zegt rector Luc De Schepper.

DERTIGSTE DOCTORAAT LIMBURG CLINICAL RESEARCH PROGRAM

Books 2014’. Het boek, dat is opgebouwd rond een reeks zeefdrukken, onderscheidde zich op het gebied van ontwerp, beeldbehan-deling, typografie, materiaalkeuze en grafisch-technische productie. Deze prestigieuze titel werd toegekend aan 33 boeken, geselecteerd uit 298 inzendingen.

UHASSELT-DOCENT WINT ‘BEST DESIGNED DUTCH BOOK 2014’

Het boek Onomato-pee 98 - Into Lon-ging, Vast Rock van Joan van Barneveld, vormgegeven door Geoffrey Brusatto (UHasselt-MAD), is in de prijzen ge-vallen op de ‘Best Designed Dutch

18

LIMBURGSE GUTS IN SILICON VALLEY

GEERT HOUBEN (ARISTOCO) OP GOOGLE BOOTCAMP

In tijden waar de vergrijzing een globaal probleem is en rusthuizen stilaan onbetaalbaar worden, wil Cubigo mensen helpen om zo lang mogelijk onafhankelijk en gezond te blijven. “Technologie kan daar een rol in spelen”, zegt Geert Houben, CEO van UHasselt spin-off Aristoco. Met zijn gebruiksvriendelijke technologieplatform viel de Limburger al meermaals in de prijzen in België en Nederland. Sinds hij begin dit jaar door Google werd uitgenodigd voor een ‘bootcamp’ in Silicon Valley, zit het bedrijf echter in een stroomversnelling.

SPIN-OFF

verbinden. Elke dag worden er nieuwe apps op de markt gebracht, maar gebruikers kun-nen dat tempo niet bijhouden en slagen er niet in om al die verschillende toepassingen met elkaar te laten interageren. Met Cubigo kan je al die complexe toepassingen inpluggen in één platform, én de gebruiker merkt aan de voorkant niets van de complexiteit aan de ach-terkant. Hij ziet alleen een consistent en ge-bruiksvriendelijke voorkant in een aantrekkelijk design. Die horizontale aanpak is bij Blackbox in de smaak gevallen.”

TEMPTATION ISLAND

Met welke verwachtingen ben je naar Black-box Connect getrokken?“Van tevoren had ik niet zo’n grote verwachtin-gen. Ik hoopte wel dat de extra aandacht ons zou helpen om de doorbraak van Cubigo in de VS te versnellen, maar had de enorme media-aandacht absoluut niet verwacht. We merken ook dat de buitenwereld sindsdien anders naar ons kijkt. Dat bootcamp wordt echt geperci-pieerd als een kwaliteitslabel. Het opent plots deuren die tot voor kort gesloten bleven. Best vreemd allemaal, want in feite zijn we nog het-zelfde bedrijf als vorige maand.”

En inhoudelijk?“Inhoudelijk was het trainingskamp een grote verrijking. De partner van Guy Kawasaki die jou vier dagen lang pitchtraining geeft, Daniel Klaus (de partner van Sean Parker, de medeoprich-ter van Facebook, red.) die me zijn visitekaartje geeft… De verhalen van dat soort sprekers met wereldklasse inspireren. En het is bijzonder ver-frissend om met hen persoonlijk te kunnen pra-ten over jouw plannen voor jouw bedrijf. Op dat

Hoe wist een Amerikaanse internetgigant als Google waarmee jij, in Limburg, bezig was?“Dat hebben vele mensen mij gevraagd. (Lacht) Maar we kregen natuurlijk niet zomaar op een blauwe maandag een telefoontje van Mr. Google himself. Daar ging een heel proces aan vooraf. Vorig jaar hebben we een kantoor op-gericht in San Francisco en sindsdien timmeren we heel hard aan dat Amerikaanse succesver-haal. Vergrijzing is een wereldwijd probleem en het is altijd onze ambitie geweest om Cubigo breder te vermarkten dan in België en Neder-land alleen. Stilletjes aan Europa veroveren en van daaruit de stap zetten naar de Amerikaanse markt, was geen optie. Daarvoor evolueert de technologie vandaag veel te snel. En we wilden niet de tweede Netlog worden. Als je dit soort technologieplatform wereldwijd op de markt wil zetten, dan moet je naar Silicon Valley. Dat is de plek waar het allemaal gebeurt.”

Maar hoe is de bal dan echt aan het rollen gegaan?“Vorig jaar werden we door de Amerikaanse organisatie Ageing 2.0 uitgenodigd als key- notespreker op een belangrijke conferentie over ouderenzorg en technologie. Die organisatie se-lecteerde ons ook als één van de drie bootcamp-kanshebbers in de categorie zorginnovatie.”

Is Cubigo heel erg anders dan die andere ge-selecteerden?“Cubigo is een wat atypische start-up. Waar de meeste andere start-ups in zorginnovatie op dit moment heel specifieke apps en toe-passingen ontwikkelen om bijvoorbeeld je bloedwaarde te meten of je hartslag te moni-toren, bieden wij een overkoepelend platform dat al die nieuwe toepassingen met elkaar kan

gebied was dit trainingskamp echt een unieke once in a lifetime ervaring. Een boost voor mijn professioneel netwerk. En dan heb ik het nog niet over de toffe contacten met de veertien an-dere geselecteerde bedrijfsleiders.”

Hoe vielen die veertien ‘bootcamp-genoten’ overigens mee?“Stuk voor stuk dynamische, ambitieuze tech-nologietoppers met een fantastisch potentieel. Ook al waren ze in andere sectoren actief als Cubigo, hun verhalen en problemen waren bij-zonder herkenbaar. Door veertien dagen lang in één huis samen te wonen en ervaringen te delen, ontstaat er sowieso een klik. Zo’n boot-camp is in die zin eigenlijk een soort van Temp-tation Island voor jonge ondernemers.”

AMERICAN DREAM

Wat onthoud je uit dit Amerikaanse avontuur?“Dat wij Belgen het groter moeten durven zien en dat we elkaar meer moeten helpen. Think Big & Pay it Forward: dat typeert die Silicon Valley-vibe nog het best. Netwerken zit Ameri-kanen echt in het lijf. Wij moeten dat nog beter leren.”

En nu? Wat zijn de plannen?“Op korte termijn zou ik graag naar de VS ver-huizen. Daar gebeurt het allemaal. De markt is er groot en de kansen voor Cubigo zijn gigan-tisch. Als ik nog vijf jaar wacht, is er wel iemand anders die deze kansen in mijn plaats grijpt. We zijn nu volop bezig met de overdracht. Bel-gië en Nederland blijven een ideale testmarkt: het is een kleine markt, dicht bij elkaar, met een goed gezondheidszorgsysteem en schit-terende integrated care.”

19

20

Verhuizen dan ook de R&D-activiteiten mee naar de VS?“Ons R&D-lab blijft sowieso in Limburg. Onze researchers blijven onze toepassing testen bij onze 13.000 proefgebruikers. En onze ontwik-kelaars blijven dat product van hieruit verfijnen en verbeteren. Er is geen enkele reden om die R&D-activiteiten naar Amerika te verhuizen. Maar als we Cubigo écht op grote schaal wil-len verkopen in wereldmarkten als Japan en Amerika, dan moet ik naar Silicon Valley om het pad te effenen, contacten te leggen en

productie-opportuniteiten te zoeken.”

Heb je al een eerste grote klant in de VS beet?“De laatste zes maanden zijn we intensief bezig met onze zoektocht. Daar komt stilaan schot in de zaak. En van zodra die toehapt, zal die eerste investeerder hopelijk ook snel volgen.”

UHASSELT SPIN-OFF

Aristoco is een spin-off van de UHasselt. Hoe belangrijk is dat label geweest?

CHATTEN MET DE DOKTER

Door verschillende technologische toepas-singen samen te brengen in één gebruiks-vriendelijk platform met aantrekkelijk design speelt Cubigo in op de sociale noden, de zorgmedische behoeften en het comfort van de doelgroep. Via het platform kunnen de gebruikers chatten met hun dokter, hun bloeddrukwaarden doorgeven, maar ook een warme maaltijd bestellen en met hun buren communiceren.

Cubigo is een product van de UHasselt-spin-off Aristoco. Het bedrijf (met hoofdzetel op het Wetenschapspark in Diepenbeek) is ook actief in Spanje en de VS, en stelt 22 hoogopgeleiden tewerk.

Cubigo is een technologisch platform dat via een eenvoudige touchscreen het leven van ouderen en andere zorgbehoevenden makkelijker maakt.

“Als spin-off hebben we een fantastisch traject afgelegd, dat spin-off-label is immens belang-rijk geweest om credibiliteit op te bouwen. Zeker in de zorgsector heeft die link met de UHasselt mooie kansen gecreëerd. Van daaruit zijn we kunnen groeien – in expertise, in me-dewerkers en in netwerk. Intussen staan we stevig in onze schoenen en zijn we sterk ge-noeg om Cubigo verder op te bouwen. Voor de volgende stap hebben we alleen nog een grote investeerder nodig.”

SPIN-OFF

21

AmatsiGroup, de Franse nummer één dienstverlener op vlak van ontwikke-ling van farmaceutische producten voor mensen en dieren, heeft SEPS Pharma overgenomen.

De UHasselt was aandeelhouder van SEPS Pharma, gehuisvest in BioVille, door de in-breng van technologie van het Biomedisch Onderzoeksinstituut (BIOMED).

“Onze erkende expertise in de ontwikkeling van innovatieve formulaties biedt enorme

UHasselt-prof Johannes Schöning sleepte – voor de tweede keer in zijn carrière – een Google Faculty Research Award in de wacht voor zijn onderzoek naar het gebruik van draagbare navigatieapparaten voor voetgangers.

De afgelopen maanden regende het goed nieuws voor Limburgse lifesciencesbedrijven. “Successen zetten onze regio op de kaart”, zegt prof. dr. Piet Stinissen, voorzitter Life-TechLimburg.

UHASSELT-PROF KRIJGT BEURS VAN GOOGLE

LIMBURGSE LIFESCIENCESBEDRIJVEN IN DE LIFT

“Met dit onderzoeksproject willen we nagaan hoe we de klassieke, tweedimensionale kaarten kunnen omvormen voor gebruik op zogenaamde wearables zoals Google Glass of een smartwatch. Daarnaast willen we nieuwe, intuïtieve interactietechnieken ont-wikkelen die een voetganger kan gebruiken bij navigatie”, aldus prof. dr. Schöning.

De Faculty Research Awards zijn schenkingen van Google om het werk van vooraanstaande professoren aan topuniversiteiten te onder-steunen. Uit de 800 voorstellen die Google ontving, koos de internetreus 122 projecten – waarvan slechts 20% buiten de VS.

Start-up Qompium die werd opgepikt door Bayer. Cubigo dat door Google werd geselec-teerd voor een exclusief bootcamp. Het Has-seltse UgenTech (winnaar Zorgidee 2014) dat de Bryo Award in de categorie ‘Flanders Fu-ture’ in de wacht sleepte. En het in BioVille ge-huisveste TheraSolve dat in een recordtijd 2,4 miljoen euro kapitaal ophaalde... De Limburgse lifesciencesbedrijven zitten duidelijk in de lift.

“Door volgehouden inspanningen vanuit een gemeenschappelijke strategie en goede sa-menwerking tussen vele actoren – waaron-der UHasselt, LRM, Provincie Limburg, de

OVERNAME SEPS PHARMA DOOR AMATSIGROUPpotentiële synergieën met de activiteiten van AmatsiGroup. We beschouwen dit bedrijf dan ook als de ideale partner om van de interna-tionale ontwikkeling van ons dienstenaanbod voor farmaceutische laboratoria een succes te maken”, aldus CEO Yves Gonnissen.

zorgsector en het innovatiecentrum – werd een sterke voedingsbodem gelegd voor de Limburgse lifesciences- en healthcareontwik-kelingen”, zegt prof. dr. Piet Stinissen, decaan van de faculteit Geneeskunde en levensweten-schappen, en voorzitter van LifeTechLimburg. “Dit ecosysteem wordt nu verder ontwikkeld vanuit diverse SALK-programma’s. We zet-ten daarbij extra in op business development samen met het bedrijfsleven. Het is niet alleen hoopgevend dat vele jonge ondernemers deze kansen oppakken en zich snel internationaal profileren. Die successen zijn ook inspirerend voor anderen en zetten onze regio op de kaart.”

UHASSELT IN ACTION

22

Vanthielen & Vanthielen – het is niet de titel van een nieuwe detectiveserie, wél die van een unieke duolezing die Cleantech Community Limburg en alumnivereniging Continéo samen organiseerden in GreenVille. UHasselt-prof Walter Vanthielen (intussen met emeritaat) liet zijn licht schijnen over de wereldeconomie, dochter Francesca sprak over het klimaat. UHasselt Magazine wist de twee te strikken voor een gesprek.

“ ECONOMIE EN ECOLOGIE HOEVEN GEEN TEGENSTELLING TE ZIJN”

WALTER & FRANCESCA VANTHIELEN

Foto’s: LUC DAELEMENS (FROZEN MOMENTS)

23

Als we niet snel het roer omgooien, stevenen we zowel economisch als ecologisch af op grote problemen. De uitdaging bestaat erin om economie en ecologie op een duurzame ma-nier met elkaar verzoenen. Tot zover de rode/groene draad die door de lezing – in het pas-sende decor van GreenVille (Houthalen-Helch-teren) – liep. “Neen, het is niet onze bedoeling om heel Vlaanderen rond te trekken met deze lezing”, lacht Francesca Vanthielen. “Maar toen Continéo (de alumnivereniging van economie-studenten van de UHasselt, het LUC en EHL, red.) met het idee kwam, gingen we daar voor de gelegenheid graag op in.”

FIER

Eigenlijk was het geen échte duolezing, zo merkt em. prof. dr. Walter Vanthielen op. “We hebben de lezing niet samen voorbereid. Ik heb vanuit mijn academische expertise ge-probeerd om een overzicht te geven van de actuele uitdagingen in de wereldproblematiek. En op het einde van mijn verhaal ben ik dan een beetje de ecologische tour opgegaan, als opstap naar Francesca’s verhaal.”Francesca Vanthielen: “Ik was best fier toen ik papa vandaag aan het werk zag. Hij was hier

de BV vandaag. De alumni waren in groten ge-tale afgezakt om hém nog eens bezig te horen. En dan werd hij nog eens aan- en afgekondigd door oud-studenten als gouverneur Herman Reynders en Alain Yzermans (voorzitter Green-Ville NV). Dat is toch wel wat.”

Wereldeconomie is het vakgebied én de pas-sie van em. prof. dr. Vanthielen. “Ik vond het dan ook prettig om mijn verhaal nog eens voor oud-studenten te kunnen doen. Maar ik was wél behoorlijk zenuwachtig, ook al had ik me ontzettend goed voorbereid. Mijn vrouw durf-de zelfs niet meekomen omdat ze bang was dat er iets zou mislopen (lacht). Het was intus-sen een hele tijd geleden dat ik nog voor zo’n grote groep gesproken had en ik hoopte toch een beetje dat de verwachtingen niet te hoog-gespannen waren. Dé grote antwoorden heb ik natuurlijk ook niet in petto.”

ECONOMISCHE BRIL

“De academische expertise van mijn vader heb ik natuurlijk niet, maar zijn passie voor econo-mie deel ik wel”, zegt Francesca. “Ik heb zelf TEW gestudeerd en heb een economische bril op mijn neus staan. Heel spontaan bena-

ALUMNI IN DE KIJKER

“ Mijn vader was hier de BV. De alumni waren afgezakt om hém bezig te horen”

Dr. Luc Bijnens en prof. dr. Ziv Shkedy.24

der ik de wereld en haar uitdagingen vanuit dat perspectief. Dat merk je ook wanneer ik over de klimaatproblematiek spreek in deze lezing over de Noordpool. Voor mij is dat minder een verhaal over ijsberen dan eentje over olievoorra-den, de low-carboneconomie en de transitie die we moeten doormaken. Voor mij gaat ecologie sowieso over de harde economische realiteit, want de kosten die op ons afkomen zijn véél groter dan de kosten die nodig zijn om verande-ring in gang te zetten en tot een goed einde te brengen. Dat moet toch ooit gebeuren.”

CONTINÉO

Continéo is de alumniwerking van de facul-teit Bedrijfseconomische wetenschappen van de UHasselt. Met een unieke en ge-varieerde mix van ludieke en informatieve netwerkactiviteiten willen ze oud-studen-ten economie van de Universiteit Hasselt, het Limburgs Universitair Centrum (LUC) en de Economische Hogeschool Limburg (EHL) samenbrengen en levenslang leren stimuleren. Kortom, inhoud én tevreden-heid, of ‘content in het kwadraat’.

www.alumnicontineo.be

“Economie en ecologie hoeven geen tegenstel-lingen te zijn. Zeker op een plaats als GreenVil-le zie je dat die nieuwe, groene industrieën een grote economische toegevoegde waarde kun-nen leveren. Nog veel te vaak houdt men vast aan dat old school thinking van een op fossiele brandstoffen gebaseerde economie, terwijl de mogelijkheden van dat groene verhaal zoveel duurzamer, gezonder én economisch belofte-voller zijn”, zegt ze.

GEEN GEITENWOLLENSOK

Francesca Vanthielen spande eind vorig jaar samen met tien andere Bekende Vlamingen – onder wie Tom Lenaerts en Nic Balthazar – een klimaatrechtszaak aan tegen de Belgische overheid wegens nalatigheid inzake milieube-leid. “De klimaatzaak is géén geitenwollen-sokverhaal. Wij pleiten er niet voor om terug

naar het paard-en-kar-tijdperk te gaan. We wil-len gewoon duidelijk maken dat we door ons huidige beleid ons eigen economische stelsel ondergraven. Het Vlaams Instituut voor Tech-nologisch Onderzoek (VITO) ontwikkelde een – wetenschappelijk onderbouwd – plan op basis waarvan Vlaanderen tegen 2050 voor de volle honderd procent op hernieuwbare energie zou kunnen draaien. Dat rapport is betaald en ligt daar, maar er wordt niets mee gedaan. En de studie is formeel: hoe langer we wachten, hoe duurder de omschakeling.”

“Voor haar passie voor ecologie blijft niemand immuun”, lacht vader Vanthielen. “In het dage-lijkse leven en in zijn aankooppatronen past papa die ecologische gedachte zelfs beter toe dan ik”, antwoordt ze. “Soms tikt hij mij op de vingers en zegt hij: Francesca, dat kan toch beter, hè.’’

ALUMNI IN DE KIJKER

GreenVille vormde het decor van de unieke duolezing.

Dr. Luc Bijnens en prof. dr. Ziv Shkedy.25

VAN DATA TOT KENNISJe kan maar de beste geneesmiddelen ontwikkelen als je ook samenwerkt met de beste wetenschappers uit de hele wereld. En dat

hebben ze bij Janssen Pharmaceutica als geen ander begrepen. Het Belgische farmaceutische bedrijf omarmt het idee van open innovatie en bundelt intensief de krachten met een breed netwerk van top-kennisspelers in de biologie, chemie, geneeskunde,

informatica én… de biostatistiek. Sinds de jaren negentig al werkt Janssen Pharmaceutica samen met het Centrum voor Statistiek (CenStat) van de UHasselt.

PARTNERS IN INNOVATIE

26

Het ontwikkelen van nieuwe geneesmiddelen is een lang en intensief proces waarin ver-schillende disciplines – biologie, chemie, ge-neeskunde… – elkaar voortdurend raken. En precies op dát raakvlak ligt de biostatistiek. “Veel mensen denken dat statistiek vooral een rol speelt in de eindfase van een onderzoek, waarin de data moeten geanalyseerd worden. Maar biostatistici zijn bij het hele ontwikkelings-proces, van begin tot eind, betrokken”, zegt dr. Luc Bijnens, Senior Director Biostatistics bij Janssen Pharmaceutica. “Zij ontwerpen, in voortdurende interactie met de andere weten-schappers, de onderzoeksprotocollen, stellen de juiste vragen en verzamelen de passende data. En waar er vandaag, door de technologi-sche revolutie, steeds meer data voorhanden zijn, wordt hun rol steeds belangrijker. Want nieuwe statistische methodes kunnen sneller tot betere resultaten leiden.”

Bij CenStat is er volgens dr. Bijnens veel exper-tise in huis rond analyse van missing data, re-peated measures, surrogate markers, ‘omics’ en epidemiologische gegevens aan de hand van zowel Bayesiaanse als frequentistische methoden… “Topics die immens relevant zijn voor ons onderzoek”, zegt hij.

“De uitdagingen voor biostatistici vandaag lig-

gen al lang niet alleen meer in de statistiek zelf”, stelt prof. dr. Ziv Shkedy. “Om onderzoekspro-jecten tot een goed einde te kunnen brengen, is het cruciaal om goed te begrijpen waarmee de andere wetenschappers precies bezig zijn. Want enkel wie de juiste vragen stelt, kan de juiste antwoorden vinden.”

WIN-WIN

In Beerse alleen werken binnen Janssen Phar-maceutica meer dan dertig statistici. Luc Bij-nens: “Hun werk maakt deel uit van het pro-ductieproces dat tot nieuwe therapeutische oplossingen moet leiden. Geneesmiddelen ontwikkelen is onze core business. Maar als nieuwe, innovatieve statistische methodes tot betere resultaten kunnen leiden, dan zijn we daar uiteraard in geïnteresseerd. Door de krachten te bundelen met de onderzoekers van CenStat kunnen we naast het productie-proces ook inzetten op dat innovatietraject. Door die twee pistes bij elkaar te laten komen, kunnen we de statistische methodes die we gebruiken, continu verfijnen en verbeteren zonder dat we daar zelf te veel tijd en energie in moeten investeren. Dat betekent een grote meerwaarde.”

“Soms gebruiken we de datasets van Janssen

Pharmaceutica om nieuwe statistische metho-des te ontwikkelen”, aldus CenStat-professor Ziv Shkedy. “Maar het gebeurt ook dat zij met een heel concrete vraag bij ons komen aankloppen, omdat ze tijdens dat productie-proces plots met een statistische uitdaging geconfronteerd worden. Hoe kan je omgaan met data die ontbreken? Hoe kan je histori-sche data die je ter beschikking hebt op een zinvolle manier inzetten in een nieuwe studie? Of kan je een nieuwe methode vinden om bij een bepaald soort probleemstelling sneller tot resultaat te komen? Langs academische kant is het fantastisch om met datasets van zo’n schitterende kwaliteit te kunnen werken.”

De nieuwe inzichten die uit dat onderzoek ont-staan, voeden bovendien het academische onderzoek. Ziv Shkedy: “Ze helpen ons om de vinger aan de pols te houden van wat er van-daag allemaal beweegt binnen de sector. Dat komt onze onderwijs- en onderzoeksexpertise alleen maar ten goede. En het onderzoek dat je ermee verricht, heeft ook nog eens een be-langrijke maatschappelijke meerwaarde.”

ONDERWIJS EN ONDERZOEK

Heel concreet werken er een aantal doctorandi en postdocs binnen CenStat aan onderzoeks-

PARTNERS IN INNOVATIE

27

PARTNERS IN INNOVATIE

vragen van Janssen Pharmaceutica. “Een dag per week werken zij bij ons in Beerse aan hun onderzoek”, legt dr. Luc Bijnens uit. “Dat is bij-zonder prettig omdat ze op die manier niet al-leen in contact komen met onze interne statis-tici die onze data analyseren, maar ook met de wetenschappers die deze data produceren. Die wisselwerking tussen academici en mensen uit de industrie werkt bijzonder verrijkend. We or-ganiseren ook geregeld workshops over topics die voor beide partijen interessant kunnen zijn. Dit jaar trokken we met een gemengde groep onderzoekers van CenStat en Janssen naar de Ardennen om expertise uit te wisselen over on-derzoeksprotocollen. Dat soort ontmoetingen zijn bijzonder waardevol en inspirerend.”

“Daarnaast geven er drie professoren van Janssen Pharmaceutica les aan de UHasselt-studenten en -doctorandi”, aldus professor Ziv Shkedy. “Zij brengen hun expertise letterlijk onze opleiding binnen en daar profiteren onze studenten van. Door die nauwe samenwerking kunnen wij afgestudeerde biostatistici afleve-ren die in heel complexe datasets bijzonder goed hun weg vinden.”

STAPPEN VOORUIT

In Vlaanderen – en Europa – zijn samenwerkin-gen tussen kennisinstellingen en de industrie uiteraard al lang niet meer de uitzondering. “Iedereen ziet er de meerwaarde van in en overheden investeren mee in dit soort kruisbe-stuivingen. Dat is fantastisch, want die finan-ciële steun van het IWT en de EU motiveert bedrijven om verder die kant uit te gaan”, be-klemtoont dr. Luc Bijnens.

De voorbije vier jaar werkten 30 Janssen- medewerkers uit 11 verschillende departemen-ten bijvoorbeeld samen met acht academische partners – waaronder CenStat – en drie CRO’s aan een gigantisch multidisciplinair Europees project QStar (Quantitative Structure Transcripti-onal Activity Relationship). “Een bijzonder com-plex en tijdsintensief onderzoeksproject op de breuklijn van chemie, biologie en genetica waarin miljoenen data gegenereerd werden. De investe-ringen van dit soort projecten zijn enorm en het rendement situeert zich vaak niet op korte ter-mijn, maar de meerwaarde van deze consortia is immens. Het is door met de beste wetenschap-pers uit de hele wereld samen te zitten en de tijd te nemen om van elkaar te leren, dat we stappen vooruit kunnen zetten in de zoektocht naar effec-tievere en veiligere geneesmiddelen. En daar wint uiteindelijk iedereen bij: de kennisinstellingen, de bedrijven, maar ook de maatschappij.” Site Janssen Pharmaceutica - Geel.

28

Toen hij hoorde dat het Grondwettelijk Hof in Johannesburg foreign law clerks selecteerde om zijn rechters te assisteren, aarzelde dr. Toon Moonen geen seconde. Hij stelde zich kandidaat, doorstond de zware selectie en trok zes maanden naar Johannesburg. “Als ik met mijn eigen juridische kennis ook kan bijdragen tot het grondwettelijk project van Zuid-Afrika, dan wil ik die kans met beide handen grijpen.”

Zijn interesse voor Zuid-Afrika werd zo’n tien jaar geleden geprikkeld toen hij in Mpuma-langa een ontwikkelingssamenwerkingsproject bezocht dat zijn middelbare school onder-steunde. En die fascinatie voor het land raakte Toon Moonen niet meer kwijt. “Zuid-Afrika is een land met veel problemen en uitdagingen. De sociaaleconomische ongelijkheid is enorm en draagt nog steeds de sporen van het ver-leden: het gemiddelde inkomen van een zwart gezin ligt zes keer lager dan dat van een blank. Dat maakt dat de contrasten tussen armen en rijken veel scherper én zichtbaarder zijn dan in Europa. Alle lagen van de bevolking worden nog steeds getroffen door racisme en seks- isme. Hiv/aids kent een enorme verspreiding. De corruptie van de politie blijft een probleem... Wie vanuit een Europese bril naar Zuid-Afrika kijkt, ziet vaak alleen maar problemen.”

Al moet je de dingen ook in de juiste context plaatsen, meent Toon Moonen. “De Zuid-Afrikanen vieren tenslotte nog maar twintig jaar democratie en als je ziet waar ze vandaag staan, dan hebben ze een indrukwekkend par-cours afgelegd.”

RECHT MAAKT EEN VERSCHIL

Dat laatste geldt zeker op grondwettelijk vlak. “Het Grondwettelijk Hof heeft in amper twee decennia, terecht, de reputatie verworven van een onafhankelijke instelling die een enorme bijdrage levert aan de ontwikkeling van de rechtsstaat. Het Hof zet vaak duidelijke princi-pes uit. De allereerste zaak die er beslist werd, was de afschaffing van de doodstraf. Amper twee jaar na het einde van de apartheid was

dat een duidelijk statement.”

En recentelijk nog heeft het Hof moedige rechtspraak ontwikkeld over het recht op ge-zondheidszorg en het recht op wonen. “Zuid-Afrika is ook het enige Afrikaanse land waar, onder impuls van het Grondwettelijk Hof, het huwelijk is opengesteld voor holebi’s. Op een moment dat het draagvlak bij de brede pu-blieke opinie misschien nog niet groot genoeg is, probeert het Hof door dit soort beslissingen toch een belangrijke stap te zetten. Het heeft veel meer dan in België een transformerende rol”, aldus Moonen. “Recht volgt immers niet altijd de heersende opinies, of het nu afkom-stig is van rechters of van een parlementaire meerderheid. Denk maar aan de abortuswet die in België in 1990 gestemd werd. Die was toen controversieel, maar heeft de aanvaar-ding van de persoonlijke keuze van de vrouw nadien versneld.”

SIDEKICK

Als foreign law clerk helpt Toon Moonen de rechters van het Grondwettelijk Hof bij hun voorbereidend werk: hij neemt dossiers door, voert onderzoek uit, bereidt memo’s en nota’s voor en schrijft ontwerpen voor beslissingen. “Eigenlijk ben ik zo’n beetje de sidekick van de rechter”, lacht Moonen. “Een op vier law clerks in Johannesburg is een buitenlander die de rechters tijdelijk komt assisteren. De anderen zijn Zuid-Afrikaanse juristen. Iedereen heeft zijn eigen verantwoordelijkheden, maar we stem-men onze opdrachten wel voortdurend op el-kaar af. En dat is ongemeen boeiend. Het heeft ook mijn blik op de wereld én op het recht ver-

“ MEEBOUWEN AAN HET GRONDWETTELIJK PROJECT VAN ZUID-AFRIKA”

TOON MOONEN ZES MAANDEN ‘FOREIGN LAW CLERK’ IN ZUID-AFRIKA

anderd. Voor mijn doctoraat verdiepte ik mij theoretisch in de werking van het Belgische Grondwettelijk Hof, maar tijdens deze stage kon ik ondervinden hoe het er in een land als Zuid-Afrika aan toegaat.”

ZUMA

Welke dossiers zoal op zijn tafel belandden? “De dossiers waaraan ik meewerkte, zijn bij-zonder divers en hebben bovendien vaak een belangrijke symboolwaarde”, zegt Toon Moonen. “Een van de zaken waarover het Hof besliste toen ik er aan de slag was, had te maken met het Nkandla Report. Daarin werd vastgesteld dat president Jacob Zuma belas-tinggeld gebruikt had voor verbouwingen aan zijn privéwoning in Nkandla. De oppositiepartij stuurde, in volle verkiezingstijd, een sms naar anderhalf miljoen kiezers met de boodschap: The Nkandla report shows how Zuma stole your money to build his R246m home. Het ANC trok naar de rechter, de partij oordeelde dat het hier ging om het verspreiden van foute informatie. En dat is verboden tijdens de ver-kiezingsperiode. Het ANC kreeg ongelijk in eerste aanleg, maar had succes in hoger be-roep. Uiteindelijk moest het Grondwettelijk Hof oordelen: bevatte die bewuste sms effectief ‘foute’ informatie? Mag je deze feiten ‘diefstal’ noemen in het kader van de vrije meningsui-ting? En wat zijn de gevolgen daarvan? Pas-klare antwoorden zijn er in dit soort dossiers zelden. Er zijn verschillende juridische argu-menten verdedigbaar en de rechters moeten op een bepaald moment de knoop doorhak-ken, maar de maatschappelijke relevantie van sommige juridische uitspraken kan nauwelijks

29

OVER DE GRENZEN

overschat worden. Uiteindelijk oordeelde het Hof in het voordeel van de oppositie.”

ONDER DE INDRUK

Hoe kijkt Toon Moonen nu terug op dat half-jaar bij het Zuid-Afrikaanse Grondwettelijk Hof? “In die zes maanden heb ik vanop de eerste rij kunnen zien hoe het Hof werkt en ik ben erg onder indruk. Als je kijkt naar de werking van de rechterlijke macht in een land in transitie, dan spreek je zonder twijfel van een succes-verhaal”, zegt hij. “Ook op persoonlijk vlak waren mijn maanden in Johannesburg een schitterende ervaring. Ik woonde en werkte er samen met Zuid-Afrikanen en dan leer je het land, zijn bewoners én uitdagingen op een diepgaande, genuanceerde manier kennen. En dan kan je niet anders dan van Zuid-Afrika houden.”

“ Als je woont en werkt met Zuid- Afrikanen, leer je het land, zijn bewoners én uitdagingen op een diepgaande, genuanceerde manier kennen”

30

Wat na de middelbare school? De UHasselt trok op campagne en informeerde de afgelopen weken duizenden leerlingen over de studiemogelijkheden aan de UHasselt.

OP CAMPAGNE!

200 UHasselt-personeelsleden voerden

meer dan 3.000 gesprekken op de

5 SID-ins

in Leuven, Gent, Antwerpen, Kortrijk en Genk.

Daarnaast informeerden meer dan 120 personeelsleden bijna

1.500 individuele leerlingen op 3 UHasselt-infodagen.

Antwerpen

Genk

Leuven

Gent

Kortrijk

31

UHASSELT WAS ERBIJ

Alleen al op de SID-in in Genk werden er 2.000 UHasselt-opleidingsbrochures verspreid.

En meer dan 35 enthousiaste proffen trokken naar 20 secundaire scholen om

meer dan 1.000 leerlingen te vertellen wat de UHasselt voor hen kan betekenen.

EN SURF NAAR WWW.UHASSELT.BE

Campus Hasselt | Martelarenlaan 42 | 3500 HasseltCampus Diepenbeek | Agoralaan Gebouw D | 3590 Diepenbeekwww.uhasselt.be

Deze brochure is gedrukt op papier gecertificeerd door de Forest Steward Council (FSC). Deze organisatie promoot en waarborgt een verantwoord bosbeheer dat economisch leefbaar, milieuvriendelijk en sociaal rechtvaardig is.

#UHASSELT