carmel magazine december 2012

24
1 JAARGANG 9 NUMMER 22 DECEMBER 2012 SCHOOLVOORBEELDEN VAN INNOVATIE EEN SCHAT AAN ERVARING CARMEL PARTICIPEERT IN DATA-ANALYSE MINDER ROMPSLOMP, MEER VOORDEEL

Upload: stichting-carmelcollege

Post on 11-Mar-2016

219 views

Category:

Documents


4 download

DESCRIPTION

Carmel Magazine december 2012

TRANSCRIPT

Page 1: Carmel Magazine december 2012

1JA

AR

GA

NG

9 N

UM

ME

R 2

2 D

EC

EM

BE

R 2

01

2

SCHOOLVOORBEELDEN VAN INNOVATIE

EEN SCHAT AAN ERVARING

CARMEL PARTICIPEERT IN DATA-ANALYSE

MINDER ROMPSLOMP, MEER VOORDEEL

Page 2: Carmel Magazine december 2012

2

10DIALOOG ALS SLEUTEL TOT GOED

WERKGEVERSCHAP

Eindconferentie “GWGW” voelt als begin van

iets moois

ANDERE RUBRIEKEN

STANDPUNT VAN EEN SCHOOLLEIDER .........................3

COLUMN JOS BAACK ............................................................7

BELPANEL ....................................................................................8

MIJN PASSIE .............................................................................9

COLUMN ROMAIN RIJK ...................................................13

NIEUWS ....................................................................................16

NIEUWS VERVOLG ..............................................................19

DE BUITENWACHT ..............................................................20

HOE GING HET VERDER MET ........................................21

QUICKSCAN ............................................................................22

SCHOOLVOORBEELDEN VAN

INNOVATIE

Drie inspirerende verhalen

14

In dit nummer

MINDER ROMPSLOMP,

MEER VOORDEEL

Carmelscholen hebben baat bij gezamenlijke

inkoop

17

STICHTING CARMELCOLLEGE omvat 12 instellingen voor

bijzonder voortgezet onderwijs. Op ruim 50 locaties verzorgen

we een breed onderwijs aanbod in een kleinschalige en veilige

omgeving. Zo begeleiden we onze leerlingen. Elke dag opnieuw.

Onderstaande - voornamelijk brede - scholengemeenschappen

zijn aan Carmel verbonden:

Almelo, Pius X College, Sg. St.-Canisius ◗ Deventer, Etty Hillesum

Lyceum ◗ Eindhoven, Sg. Augustinianum ◗ Emmen, Carmelcollege

Emmen ◗ Enschede, Bonhoeffer College ◗ Gouda, Carmel college

Gouda ◗ Groenlo, KSG Marianum ◗ Haren, Maartenscollege,

International School Groningen ◗ Hengelo, Scholengroep Carmel

Hengelo ◗ Oldenzaal, Twents Carmel College ◗ Oss,

Het Hooghuis ◗ Raalte, Carmel College Salland

DATA-ANALYSE ALS BASIS VOOR

OPLOSSING ONDERWIJSPROBLEMEN

Carmel participeert in wetenschappelijke

onderzoeksmethode

4Eindconferentie

iets moois

@stgc

armel

@CarmelVacat

ures

Volg ons

op Twitter

!

Page 3: Carmel Magazine december 2012

3

D E C E M B E R 2 0 1 2

(Standpunt) van een schoolleider

Dat hoeft geen overheid of werkgever voor ons te doen.

Tot nu toe heeft een schamele 5% van de Nederlandse

docenten zich geregistreerd. Hoe is dat bij Carmel?

Al sinds de Commissie Van Es (“Toekomst leraarschap”,

1993) spreken we over de professionalisering van het

leraarsberoep en de docent als professional. Er moest een

krachtige en trotse beroepsgroep komen die haar eigen

kwaliteitsstandaarden opstelt en bewaakt. Meer rapporten

met dezelfde strekking verschenen er: “Optrekkende

krijtdampen”(1997), “Tekenen voor kwaliteit” (1998),

“Maatwerk voor morgen” (1999), “LeerKracht van

Nederland” (2007). De SBL kwam er, een wet BIO en een

heus “Actieplan Leraar 2020”. Na twintig jaar praten is

die beroepsgroep er eindelijk. Registreren dus!

En hoe is het met die andere professional: de schoolleider?

Is dat nog steeds die “omhooggevallen leraar”, de regelneef

of manager die samen met zijn staf een veel te grote

overhead vormt? Deze beelden zijn er nog steeds en zeer

ten onrechte. Lees maar eens het prachtige proefschrift

van Bas de Wit: “Loyale leiders” (Utrecht 2012). Hij laat

geen spaan heel van het beeld dat managers er de schuld

van zijn dat docenten geen ruimte hebben om hun werk

te doen.

Schoolleider zijn is ondertussen een heus vak geworden,

waar gedegen opleidingen voor zijn. Carmel heeft uitge-

sproken dat binnen een aantal jaren elke schoolleider

zo’n opleiding hoort te hebben afgerond. En ook voor

schoolleiders is er een beroepsgroep en register in de maak.

Ga maar eens naar www.vo-academie.nl.

STANDPUNT

‘We zijn

professional aan

het worden’HENRI HAMMINKVoorzitter Centrale Directie Scholengroep Carmel Hengelo

‘Er moet een professionele dialoog komen tussen docent

en schoolleider…’ Ik hoor en lees het steeds vaker in het

onderwijsdiscours. “Dialoog”: samenspraak tussen twee

personen. Daar kom ik nog wel uit. En dat het nodig is:

daar ben ik van overtuigd. Er dient meer begrip te komen

voor elkaars professie. Die dialoog wordt gevoerd tussen

professionals. Maar zijn we dat?

Even een check bij de docenten onder ons. Bent u al

ingeschreven in het lerarenregister? In dit voorjaar werd

door de gezamenlijke onderwijsberoepsverenigingen de

Onderwijscoöperatie opgericht. Docenten die zich aan-

sluiten schrijven zich in in een register. Daarin laat je zien

hoe je je eigen professie op peil houdt. De boodschap:

wij docenten bewaken onze eigen kwaliteitsstandaard.

Professional: we zijn het aan het worden. En laten

we ons ook zo gedragen. Dat wil zeggen: de ene

professional gunt de ander zijn rol en ruimte.

De schoolleider dient de docent te positioneren

en de docent de schoolleider.

De dialoog is vervolgens heel simpel. Die begint met

de vraag die we aan elkaar stellen: wat heb jij van

mij nodig om jouw rol goed te spelen? Als we zo eens

wat beter in het spel kwamen te zitten, dan hadden

we geen competentielijsten, taaktijdspreadsheets, en

CAO’s tot vijf cijfers achter de komma meer nodig. ◗

Page 4: Carmel Magazine december 2012

Schoolvoorbeelden van innovatieHet bruist binnen Carmel. Op alle scholen wordt in experimenten, onderzoeken en andere initiatieven gewerkt

aan beter onderwijs, waarin talent de ruimte krijgt. In dit nummer van Carmel Magazine nemen we drie

inspirerende voorbeelden eens nader onder de loep.

‘Joyrite is de

verlengde arm

van de docent’

De docent van zes miljoen

SCHOOL: ETTY HILLESUM LYCEUM, DEVENTER

DOCENT: DORIEN BRATTINGA, DOCENT NEDERLANDS

PARTNER: JOYRITE, OPRICHTER JEROEN FRANSEN

INNOVATIE: EEN ONLINE PROGRAMMA DAT

DOCENTEN ONDERSTEUNT BIJ HET NAKIJKWERK

VOOR SCHRIJFVAARDIGHEID

DOEL: TIJDWINST VOOR DOCENTEN

Dorien Brattinga: ‘Schrijven leer je vooral door het te

doen. Iedere docent Nederlands wil zijn leerlingen dus

veel laten oefenen. Maar uit onderzoek blijkt dat dit pas

effect heeft als leerlingen ook goede feedback krijgen, en

dat is veel werk. Met het nakijken van één schrijfopdracht

voor het schoolexamen van één bovenbouwklas ben ik

gemiddeld zestien uur bezig. En er zijn collega’s met

wel drie of vier bovenbouwklassen! Ieder

hulpmiddel dat verlichting brengt,

is welkom. Daarom heb ik me aangemeld toen Joyrite vroeg

om een docent die wilde meedenken en meeontwerpen

aan een ondersteunend softwareprogramma. Ik vind die

nieuwe technologie bovendien heel interessant.’

VERLENGDE ARM

Jeroen Fransen: ‘Er bestaan nog maar weinig ICT-oplos-

singen voor de talen, laat staan voor schrijfvaardigheid.

Joyrite kan docenten digitale ondersteuning bieden bij

het hele schrijfproces: van het geven van de schrijf-

opdracht tot het nakijken en het geven van de feedback.

Daarvoor gebruikt het programma protocollen die we

hebben gemaakt door Dorien en andere docenten uitvoerig

te ondervragen en te observeren. Vooral in routinewerk

is Joyrite goed. Dat scheelt, want een docent die weinig

omkijken meer heeft naar spel- en formulerings-

fouten, houdt meer tijd over voor de feedback

die minder gemakkelijk te automatiseren

is, bijvoorbeeld op inhoud en stijl. Joyrite

vervangt de docent dus niet, maar geeft

hem of haar een verlengde arm, een

verscherpte blik.’ (Tegen Dorien,

lachend:) ‘Joyrite maakt van jou de

docent van zes miljoen. Maar jij houdt

wel zelf de touwtjes in handen en jij

kiest welke functies van het programma

je “aan” zet. Er zullen in de loop der tijd

trouwens meer functies bijkomen. Ook wordt

het programma steeds beter naarmate we de

protocollen verder verfi jnen.’

TIJDWINST

Brattinga: ‘Tot nu toe heeft Joyrite mij bij het nakijken

nog geen tijdwinst opgeleverd. Maar ik werkte natuurlijk

met vroege versies.’

Fransen: ‘Het heeft tijd nodig. De versie die er nu ligt,

laten we dit jaar door zoveel mogelijk leerlingen en

leraren uitproberen. Daartoe hebben we onder andere

met Carmel een overeenkomst gesloten. Ik verwacht dat

dit tot zodanige verbeteringen leidt dat docenten vanaf

volgend jaar daadwerkelijk tijdwinst boeken. Want daar

gaat het natuurlijk om. Voor mij is Joyrite geslaagd als

het docenten op den duur 50 procent tijd bespaart.’

4

Page 5: Carmel Magazine december 2012

5

D E C E M B E R 2 0 1 2

Betere resultaten dankzij

leerstijlcoaching

SCHOOL: AUGUSTINIANUM, EINDHOVEN

DOCENT: ANTOINETTE CARELS, DOCENT WISKUNDE

INNOVATIE: LEERSTIJLCOACHING VOOR LEERLINGEN

E&M IN 4-HAVO EN 4-VWO

DOEL: BETERE LEERRESULTATEN BIJ LEERLINGEN DOOR

HET GEBRUIK VAN EFFECTIEVERE LEERSTRATEGIEËN

‘De overstap van leerjaar 3 naar 4 is altijd lastig. Of het

nu gaat om havo of vwo, leerlingen die vooral gewend zijn

om leerstof uit hun hoofd te leren, redden het op zeker

moment niet meer. Zeker in het profi el E&M vielen de

resultaten bij ons op school al een tijdje tegen. In het

kader van mijn Master in Education heb ik toen met de

leerstijlentest van Vermunt het leergedrag in kaart

gebracht. Daar kwamen heel verrassende resultaten uit,

met een zo grote statistische signifi cantie dat ik kan

zeggen dat ze landelijk geldig zijn voor heel 4-havo. Over

de hele linie blijken meisjes meer dan jongens gericht te

zijn op reproduceren. Ze benaderen de leerstof in kleine

stukjes en gaan minder de diepte in. Leerlingen met de

profi elen E&M en C&M zijn bovendien minder effi ciënt in

hun leerstrategieën dan anderen.’

KOERS 2014

‘Het goede nieuws is dat leerstrategieën volgens

literatuuronderzoek met wat aandacht best veranderbaar

zijn. En inderdaad: de eerste lichting aan wie ik leerstijl-

coaching had gegeven, haalde daarna hogere cijfers.

Voor de schoolleiding was het aanleiding om ermee in te

stemmen dat ik het onderzoek dat ik deed voor mijn

NIME-opleiding, mocht omvormen tot een onderzoek ten

behoeve van onze eigen leerlingen. In 4-havo en 4-vwo

bieden we leerlingen

E&M nu een traject

leerstijlcoaching aan.

We nemen de leerstijlentest af

en putten heel gericht uit het uitgebreide arsenaal aan

leerstrategieën, zodat leerlingen hun eigen repertoire

kunnen uitbreiden. Het project loopt drie jaar en wordt

betaald vanuit de Koers 2014-gelden van Carmel.

We hebben een stuurgroep van drie mensen en een

expertgroep waar per vakgroep twee docenten in zitten.

Aan hen geef ik een “train de trainer”-programma dat

zij op hun beurt in de mentorenteams aanbieden.

Van daaruit breidt het zich hopelijk als een olievlek

naar de vakdocenten uit.’

BIJ HET OUDE

‘Ondanks de laagdrempeligheid staat niet iedereen

meteen te trappelen. Voor mij bewijst dit dat zowel

docenten als leerlingen eerst moeten openstaan voor het

probleem, voordat ze kunnen openstaan voor hulp. Als

leerlingen goede cijfers halen, blijven ze bij het oude, ook

al leg ik nog zo vaak uit dat het niet zo effectief is om drie

uur lang woordjes te leren. Maar blijkt in 4-havo of 4-vwo

dat de cijfers teruglopen, dan ervaren ze wel een

probleem. En dan vinden leerlingen het vaak lastig om

helder te krijgen wat er niet lukt. In die situatie komt

leerstijlcoaching wel aan, want daarmee hebben ze iets

concreets in handen.

Voor mij is dit project geslaagd als leerlingen langdurig

gemiddeld hogere cijfers halen en als daarmee ook de

motivatie stijgt. Of dat gebeurt, zullen we de komende

tweeënhalf jaar zien in de jaarlijkse evaluatierapporten.’

Voor meer informatie: Augustinianum, Niel van Beek,

[email protected]

‘Leerstrategieën

zijn veranderbaar’

Page 6: Carmel Magazine december 2012

Tablets voor het onderwijs

van de 21e eeuw

SCHOOL: BONHOEFFER COLLEGE, ENSCHEDE

DOCENT: FEMKE GERRITSEN, ICT-COÖRDINATOR EN

DOCENT MENS & MAATSCHAPPIJ

INNOVATIE: GEREEDSCHAP VOOR HET MAKEN VAN

ONDERWIJSARRANGEMENTEN MET DE IPAD

DOEL: COLLEGA’S WENDBAAR LEREN OMGAAN MET

NIEUWE TECHNOLOGIE ALS INSTRUMENT VOOR HET

LEREN IN DE 21E EEUW

‘Docenten die de iPad in de les willen gebruiken, kunnen

vastlopen omdat ze zich blindstaren op educatieve apps.

Veel apps zijn Engelstalig, te moeilijk of juist te

makkelijk… In Nederland is de markt ook nog niet groot

genoeg. Maar dat hoeft niet te betekenen dat je de iPad

aan de kant moet leggen. Er zijn genoeg toepassingen

waar je zelf inhoud aan toevoegt, zoals toepassingen

waarmee leerlingen kunnen visualiseren wat ze hebben

geleerd. Maar als docent zelf digitaal leermateriaal

arrangeren, hoe doe je dat? Mijn doel is collega’s

daarvoor het gereedschap aan te reiken. In mijn master

Leren & Innoveren heb ik hier onderzoek naar gedaan.

Nu geef ik onder meer iPadcursussen: op mijn eigen school,

maar ook elders binnen Carmel. Verder verzorg ik half

januari samen met Nienke Nieveen van de SLO een lezing

over dit onderwerp op de Twente School of Education.’

PRAKTISCH

‘Ik vind het heel leuk om mensen met praktische

lesvoorbeelden te inspireren en in de actieve stand te

zetten. Een voorbeeld? In onze hele onderbouw werken

leerlingen met de iPad. Voor geschiedenis laten we ze

bijvoorbeeld een tocht naar het Egyptische dodenrijk

naspelen. Ze moeten een toneelstuk maken en de

uitvoering vastleggen op video, of ze kunnen er animatie-

fi lmpjes met Lego van maken, bijvoorbeeld met behulp

van stop-motion. Ze leren hoe je zo’n project opzet, hoe

de techniek werkt, hoe je moet samenwerken. Ze zijn ook

nog eens veel effectiever met de inhoudelijke doelen bezig:

omdat ze de kennis zelf opbouwen, heeft

die meer betekenis en beklijft dus beter.

Ik wil niet de indruk geven dat dit

bij ons massaal gebeurt: het is

‘Onderzoeken en

ontdekken met

tablets’

6

Page 7: Carmel Magazine december 2012

7

D E C E M B E R 2 0 1 2

pionierswerk. Maar de directie geeft mij als ICT-coördinator

wel de ruimte om collega’s bewust te maken van de waarde

die dit heeft voor de manier waarop we leerlingen in de 21e

eeuw willen laten leren. De veranderingen gaan razendsnel:

het is belangrijk dat leerlingen op school vaardigheden

ontwikkelen waarmee ze wendbaar kunnen omgaan met

kennis en toegang tot informatie. Tablets zijn prachtige

instrumenten voor onderzoekend en ontdekkend leren. Er is

een mooi experiment bekend uit Ethiopië, waar veertig tablets

op zonne-energie werden achtergelaten in een dorpje met een

hoog percentage analfabetisme. Kinderen pakten de dozen

uit en waren binnen de kortst mogelijke tijd in staat de tablet

te gebruiken en Engelse abc-liedjes te zingen!’

NETWERK

‘Bij het gebruik van tablets en andere technologieën vervult

de docent de sleutelrol. Samen kunnen we mooie dingen

ontwikkelen. Daarom zou ik graag binnen Carmel een netwerk

van pioniers opzetten die samen kijken wat dit voor de

toekomst van ons onderwijs kan betekenen. Wie mee wil doen,

kan me mailen!’

[email protected]

KLAAR

Ik heb goed nieuws voor jullie: we zijn klaar. Hou op met

denken dat het nog leuker moet. Ferry Haan schreef hier een

poosje geleden in de Volkskrant een helder artikel over, getiteld

“Laat puber huiswerk op school maken”. Hij constateert dat

de verkeerde groep in het onderwijs hard werkt en dat de

prestaties onder de leerlingen dalen. Leerlingen zetten zich

niet meer in, ze vinden het moeilijk om thuis voor school te

werken. Het past gewoon niet in hun drukke leven, en ook

ouders lukt het niet om hun kind aan het werk te krijgen.

Mijn collega Gerard zei het laatst aan de koffi etafel als volgt:

“Ik ben klaar. Ik heb alles gedaan wat ik moet doen voor een

goede les. Veel beter kan het niet. Dus als het nou niet goed

gaat, dan ligt het niet aan mij, maar aan de leerlingen. Ik ga

voortaan relaxt en goedgehumeurd naar school, wat er ook

gebeurt.” Hij heeft gelijk, hij is klaar en ik ben ook klaar. Ik ben

58, werk nu 34 jaar en heb nog steeds het gevoel dat het anders

moet, beter, gevarieerder. Ophouden daarmee. We werken hard

genoeg, we zijn klaar, we gaan aan een andere knop draaien.

De oplossing van Ferry Haan is even eenvoudig als doeltreffend:

huiswerkuren. Iedere docent weet dat de sleutel tot betere

prestaties huiswerk is. Daarom moeten we huiswerkuren onder

toezicht gaan aanbieden. Leerlingen gaan pas naar huis als

het huiswerk aantoonbaar klaar is. Sommige van mijn collega’s

doen dit al, maar dan anders.

Twee keer huiswerk niet gemaakt is een uur terugkomen.

Haan stelt een schoolbrede aanpak voor.

Op deze manier worden er veel problemen opgelost. Betere

prestaties, minder zittenblijvers, hogere eindexamenresultaten,

geen vervelende gesprekken tussen ouder en kind, tussen

leraar en leerling. Maar wat misschien nog belangrijker is:

leerlingen gaan inzien dat iets pas interessant wordt als je

je erin gaat verdiepen. Iets snappen, iets beheersen, jezelf

ontwikkelen, dat geeft een kick. Leren is, ik durf het woord

haast niet te gebruiken, leuk. ◗

JOS BAACKDocent Frans en CKV

Twents Carmel College, locatie De Thij

DIG

ITAA

L

COLU

MN

Page 8: Carmel Magazine december 2012

8

Leraren werken niet hard genoeg aan onderwijskwaliteit!

‘Onderwijs en wetenschap in Nederland zijn van hoog niveau, maar onze ambitie reikt verder: wij willen tot de top vijf van

de wereld gaan behoren.’ Zo staat het in het regeerakkoord van het nieuwe kabinet. En dat betekent volgens de regering

dat vooral de man of de vrouw voor de klas beter moet worden. Maar hangt die plek in de eredivisie alleen maar af van

docenten? En als die plek niet hoog genoeg is, schiet dan de leraar tekort? We leggen de vraag voor aan onze eigen

ervaringsdeskundigen. De eerste stelling waarover het vernieuwde panel zich moet buigen:

ILSE OTTINK, LEERLING 4 VMBO-KADER (KSG MARIANUM, GROENLO):

‘Ik kies neutraal. De leraren

bij ons op school doen het

goed, ik kan niet anders

zeggen. Er zijn bovendien

genoeg andere dingen die

beter kunnen en ook met

kwaliteit te maken hebben.

Vorig jaar was onze lerares

Engels ziek. Zes weken

hebben we helemaal geen Engels gehad, terwijl het een

examenvak is. Daarna moesten we keihard werken om de

achterstand in te lopen. Dat had anders gekund en gemoeten.

Nog een voorbeeld: van tussenuren kunnen best studie-uren

gemaakt worden. Dan is er een leraar bij en besteed je de tijd

veel beter. We hoeven echt niet naar de leraren te wijzen,

kwaliteit zit in veel meer.’ ◗

MICHELLE ASMA, LEERLING 6 VWO(TWENTS CARMEL COLLEGE, OLDENZAAL):

‘Ik ben het hier niet mee

eens. Op school zie ik

leraren die ons echt door

het examen willen slepen.

Ze zijn altijd bereid tijd vrij

te maken voor extra uitleg.

Natuurlijk ligt de ene

leraar je beter dan de

andere, maar ze staan er

allemaal. Andere dingen zijn bovendien net zo goed belangrijk.

Zoals een aaneengesloten lesrooster. Zelf heb ik vier tussen-

uren, maar er zijn klasgenoten die er zeven hebben. Dat zou

anders moeten. Ik denk ook aan de leraarwisselingen. Als je

van de vierde tot en met de zesde klas dezelfde docenten zou

houden, zou dat de prestaties en de examenresultaten ten

goede komen. Onderwijskwaliteit hangt echt niet alleen van

de leraren af.’ ◗

FREEK VAN OENEN, DOCENT ECONOMIE/LEERLING-COÖRDINATOR VMBO (SCHOLENGR. CARMEL HENGELO):

‘Ik ben het hier absoluut

niet mee eens! In mijn

omgeving zie ik collega’s

hard werken om nog beter

te worden. En dan gaat het

om meer dan vakkennis.

Er spelen in klassen en

tussen leerlingen zoveel

dingen die van grote

invloed zijn. Neem cyberpesten, de gevolgen van Twitter en

Facebook. Als je daarvan geen weet hebt, kun je leerlingen

niet bieden wat ze nodig hebben. Kwaliteit is véél meer dan

vakkennis, het is ook weten wat er leeft en hoe daarmee om

te gaan. Zonder besef van klassenmanagement kom je echt

niet ver. Hier zie ik alle docenten het optimale uit zichzelf en

hun vak halen om leerlingen verder te brengen. Vak... of is het

toch meer een roeping?’ ◗

MICHEL HAGMOOLE OF TEN HAVE, OUDER (CARMELCOLLEGE EMMEN):

‘Volgens mij werkt elke

leerkracht naar vermogen

aan de kwaliteit van het

onderwijs. Ik heb het niet

anders meegemaakt.

Maar als we in de eredivisie

willen spelen, is training

nodig. Ik denk hierbij aan

goede opleidingen en

daarna goede begeleiding en coaching binnen de school.

En aan her- en bijscholing, zodat de docent motiverend en

inspirerend voor de klas staat. Je kunt kwaliteit dus niet louter

verbinden met leraren, de school heeft ook een zwaarwegende

rol. Dat is in haar belang, want scholen moeten steeds vaker

concurreren. Ik vind dat bovendien de thuissituatie een rol

speelt. Ook ouders kunnen veel doen om hun kind te stimuleren.

Kortom: ik ben het niet eens met de stelling.’ ◗

Belpanel

Page 9: Carmel Magazine december 2012

9

D E C E M B E R 2 0 1 2

9

MAARTENSCOLLEGE, HARENSJOERD LOUWES (53), TEAMLEIDER MAVO

‘Na zes jaar mbo - ik was directeur onderwijs - heb ik heel bewust

weer voor het voortgezet onderwijs gekozen. Het mbo was interes-

sant vanwege het grote aantal opleidingen en partners van buiten.

Maar het was ook complex, en ik miste de gemeenschappelijkheid.

Een team om samen mee te werken, een groep klassen om les te

geven, een gemeenschappelijke taal. Hier is dat er wel.

Gezamenlijkheid is belangrijk op het Maartenscollege. Nieuwe

brugklassers beginnen hun schoolloopbaan bijvoorbeeld niet in hun

eigen klas met hun eigen mentor, maar in een gezamenlijke

bijeenkomst in de grote gymzalen. Daar tekenen ze in als

lid van de Maartensgemeenschap. Dat spreekt mij aan:

we zijn geen verzameling individuen. Daarom vind ik

het ook goed dat afdelingen hier niet in aparte

vleugels zitten, maar dat alles door elkaar loopt.

Zo neem je kennis van elkaar, en dat hebben

jongeren in deze leeftijdsfase nodig.

Het mooie van deze leeftijdscategorie vind ik dat je

jongeren echt iets kunt meegeven voor de toekomst.

Dit is de leeftijd waarop ze zich als persoon ontwikkelen;

het is aan ons om ze de ruimte te geven. Ruimte om

nieuwe dingen uit te proberen, te ontdekken wat wel en

niet bij ze past. Doe eens mee aan het open podium, probeer

het eens bij de toneelgroep.

Onderwijs is een sociale ervaring. Leerlingen komen hier om een

geweldige tijd te hebben. Maar ze komen natuurlijk ook voor goed

onderwijs. Het een kan niet zonder het ander. Het ergste dat ik kan

bedenken, is dat een leerling zich verveelt op school. Alle kinderen

hebben talenten en het is aan ons om te zorgen dat ze daarmee

verder komen. Ik geniet als docenten in de medewerkerskamer

vertellen dat leerlingen hard hebben gewerkt: dan zijn de docenten

inspirerend geweest en hebben de leerlingen dat vonkje opgepakt.

In de buurt van dat primaire proces wil ik werken. Dit is de taal die

ik spreek.’ ◗

‘Terug bij de

taal die ik

spreek’

MIJ

N P

ASSI

E

Page 10: Carmel Magazine december 2012

10

Dagvoorzitter Jeroen Smit (onder meer hoogleraar

journalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen en auteur

van Het Drama Ahold en De Prooi) roemt meteen na

afl oop de prettige sfeer van de conferentie. ‘Ik trof

vriendelijke, bevlogen mensen die hun vak prachtig vinden,

dat voel je.’ Tegelijkertijd constateert hij een spanningsveld:

‘Er bestaat een zekere afstand tussen het bestuurlijke

niveau en de klas. Bij docenten kan dat leiden tot scepsis

en vrees om mee te denken. Terwijl al die mensen

dezelfde passie hebben. Hoe moeilijk kan het dan zijn?,

vraag ik me af.’

Hij nuanceert onmiddellijk. Een dagvoorzitter weet niet

alles. ‘Het viel me eveneens op hoe groot de openheid

was, en dat er veel werd gelachen. Als dagvoorzitter is me

gevraagd de dingen zo concreet mogelijk te maken. Peter

de Roode, één van de sprekers, benadrukte de noodzaak

van dialoog. Ga in gesprek over wat je van elkaar verwacht.

Vertel gewoon je verhaal en bevraag elkaar. Schoolleiders

Dialoog als sleutel tot goed werkgeverschap

“Een schat aan ervaring”. Zo staat het woensdag 31 oktober op de banieren bij de conferentie “Goed Werknemer-

schap verdient Goed Werkgeverschap” in Enschede. Na vijf jaar onderzoek en na sessies met leidinggevenden,

docenten en ondersteuners, wordt het tijd voor de conclusie. Projectleider Hetty Minnes vat die samen in één zin:

‘Een goede werkgever geeft ruimte aan de intrinsieke motivatie van zijn medewerker.’

BEVLOGENHEID

Page 11: Carmel Magazine december 2012

11

D E C E M B E R 2 0 1 2

kunnen daaraan meewerken door zichtbaar te zijn in de

school en met medewerkers en leerlingen te spreken.

Dan tonen ze hun waardering.’

VERWACHTING

Soms lopen projecten anders dan verwacht, beoogd of

voorzien. In 2008 gaf het College van Bestuur opdracht

voor “Goed Werknemerschap verdient Goed Werkgeverschap”

(GWGW). In het boekwerkje dat hierover in 2009 verscheen,

schreef extern projectleider Hetty Minnes over nieuwe

loopbaanarrangementen en loopbaan- en leeftijdsbeleid,

binnen de door CAO en het ministerie gestelde fi nanciële

kaders.

Ze is de eerste om te erkennen dat het project een andere

wending heeft genomen. ‘De omstandigheden zijn sinds

2008 sterk gewijzigd’, legt ze uit. Toen het project werd

voorbereid, dreigde een schrikbarend tekort aan leerkrachten,

landelijk en binnen Stichting Carmelcollege. ‘Dat is door

de recessie gedeeltelijk achterhaald, terwijl de overheid

maatregelen heeft genomen om het vak aantrekkelijker

te maken. Denk aan de functiemix. Dat konden we dus

loslaten.’

Ook de schoolleiders van Carmel riepen daartoe op.

‘Heb het niet over de grootte van de klassen, niet over

fi nanciële maatregelen, laat dat aan de minister’, was hun

boodschap in 2009. ‘De schoolleiders hielden ons voor:

richt je op ontwikkeling en leiderschap. Leg de focus op

wat we als Carmel kunnen doen. Kijk naar de zachte kant.

Wat hebben onze mensen nodig; wat kunnen wij doen,

wat kunnen ze zelf doen? De kernvraag bleef dezelfde:

wat kan Carmel doen om een goed werkgever te zijn en wat

kunnen medewerkers doen om goede werknemers te zijn?

En hoe kunnen de beide geledingen elkaar daarbij helpen?’

HET VAK CENTRAAL

Het is een benadering die Cees van Boort aanspreekt.

Hij is lid van de Gemeenschappelijke Medezeggenschaps-

raad (GMR) van Carmel en lid van de werkgroep. ‘In onze

sector gaat het niet om het salaris maar om het vak. Als

docent wil je je leerlingen stimuleren en je daarvoor blijvend

ontwikkelen. Dan doe je ertoe. Als teamleiders daaraan

meedoen, kom je tot verbetering en verrijking van dat

mooie vak.’

Organisatieadviseur, consultant en auteur Peter de Roode,

tevens leider van verschillende workshops in de loop van

het project, heeft hierover een uitgesproken mening.

‘Het individu bepaalt de kracht van de groep’, zegt hij.

‘De leider heeft de taak ervoor te zorgen dat iedereen zijn

eigen mening geeft ten overstaan van de anderen. Ik wens

schoolleiders toe dat ze hun eigen kritiek durven organiseren,

door met de medewerkers in gesprek te gaan. Laat hen

cases inbrengen uit eigen praktijk en begin het gesprek.

Spontaan, zonder voorbereiding. Deze manier is voor

iedereen geschikt, omdat je elkaar aanspreekt op je

mens-zijn. Dat verbindt en voedt bevlogenheid. Ook later,

als de docent voor de klas staat.’

WONDEROLIE?

Dialoog als wonderolie? In elk geval als smeermiddel, om

leidinggevenden en docenten echt met elkaar in gesprek

te brengen. En daardoor, zoals Van Boort en De Roode

aanduiden, elkaar in eigen kracht te zetten. Die conclusie

is niet vanzelf ontstaan. Hetty Minnes wijst op de

verschillende onderzoeken, onder meer naar leidinggeven

en professionaliseren, en naar dialoogsessies met onder

andere beginnende docenten en ervaren vijftigplussers.

‘De vraag is opgekomen of we niet principieel moeten

kiezen voor een andere vorm van leiderschap. Eén waarin

de medewerker deelt in dat leiderschap. De relatie is

complementair: als de leider verandert, zal ook de mede-

werker veranderen’, legt ze uit.

‘De medewerker vraagt zich af of hij zijn professionele

ruimte krijgt. En of hij die eventueel mag nemen.

De leidinggevende vraagt zich af of de medewerker in

dit opzicht wel initiatief neemt en of hij hem daarop

eventueel mag aanspreken. Daar kan een professionele

dialoog tot mooie gesprekken leiden, waarin iedereen

duidelijk maakt wat hij wil en nodig heeft.’

Page 12: Carmel Magazine december 2012

12

FREQUENTIE

Als het aan De Roode ligt, houden betrokkenen eenmaal

per drie weken zo’n dialoogsessie. ‘Regelmaat is echt nodig,

anders blijf je steken in politieke correctheid en kom je niet

tot de sociale innovatie die je beoogt. Het is niet voor niks

dat de deelnemers aan die sessies heel enthousiast waren.

Maar dat komt niet zomaar, je moet er ruimte voor maken.

Mensen ervaren dat als waardering. Dan ben je bij intrin-

sieke motivatie en bevlogenheid.’

Van Boort herkent het enthousiasme. ‘In één van de

bijeenkomsten voor vijftigplussers zei iemand me dat het

nog nooit zoveel over hemzelf was gegaan.’ Een frequentie

van eens per drie weken lijkt hem echter onhaalbaar: ‘Er

spelen binnen een school zoveel andere zaken. Misschien

moeten we beginnen met faciliteren. Wie aanwezig was op

de conferentie is zo gemotiveerd, die brengt het wel verder.’

ZWARE BAAN

‘Onderwijsmensen zitten ontzettend vol, het is een zware

baan’, weet ook Minnes. ‘Anderzijds: wat is het je waard?

TIEN STELLINGEN

• We gaan van een levensfasegericht

personeelsbeleid naar een loopbaangericht

personeelsbeleid.

• Carmel biedt voor al haar medewerkers een

platform om gezamenlijk te refl ecteren op

vakmanschap en professionaliteit.

• Carmelmedewerkers zijn niet alleen betrokken

bij hun leerlingen en hun vak, maar ook bij het

grotere geheel.

• We gaan van indirect leidinggeven (managen,

beheren, structureren) naar direct leidinggeven

(leiderschap, ontwikkelen, begeleiden,

motiveren).

• Teamleiders gaan leiderschap delen met hun

docenten.

• Leidinggevenden sturen niet meer op

tevredenheid maar op bevlogenheid.

• Volwassen arbeidsverhoudingen vang je niet in

een CAO.

• Bij Carmel ontwikkelt iedereen (zich) altijd!

• Carmel nodigt je uit om je talenten overal in te

zetten.

• Carmel biedt maatwerk op basis van erkende

ongelijkheid.

DIALOOG

Page 13: Carmel Magazine december 2012

13

D E C E M B E R 2 0 1 2

Dit is een manier om informeel van elkaar te leren en

samen te kijken wat eventueel belemmert en hoe dat kan

worden opgelost’, benadrukt ze. Op een manier die bij de

school past: ‘De omstandigheden zijn overal anders. Kies

wat bij je past, heb het er met elkaar over. Herken je de

stellingen, kun je er iets mee? Kun je het concreet maken?’

Het verklaart waarom ze de bijeenkomst op 31 oktober

liefst een beginconferentie noemt. Alle aanwezigen

hebben nog weer aanvullende suggesties kunnen

deponeren in een ‘schatkist’. En ze ontvingen naderhand

een usb-stick, in de vorm van een sleutel om deze schatkist

aan ervaringen te openen. ‘Al het materiaal is daardoor op

alle scholen aanwezig. Er is nog heel veel te bereiken. Je

vak wordt er nog mooier van. En je leerlingen nog beter.’

‘WE ZIJN EEN MENSENORGANISATIE’

Jan van Schilt, voorzitter van de Centrale Directie

van het Bonhoeffer College in Enschede, was één

van de deelnemers aan de slotconferentie “Goed

Werknemerschap verdient Goed Werkgeverschap.”

Aan hem de vraag wat medewerkers van “zijn”

school hiervan gaan merken. Met in het achter-

hoofd dat hij pas halverwege het project binnenkwam:

daarvoor was hij directeur bij het ROC van Twente.

‘Voor mij ligt het belang in de wederkerigheid.

We moeten met elkaar praten over wat werkelijk

van belang is’, antwoordt hij. ‘Alleen, dit is geen

instrument, je kunt niet afvinken. Om een voorbeeld

te noemen: denk eens aan een docent die stelsel-

matig te laat komt. Praat daar als leidinggevende

eerst eens met hem over. Misschien zijn er onbekende

factoren die meespelen. Dus praat eerst, met

oprechte aandacht voor elkaar. Dat werkt beter dan

dossiervorming. We zijn een mensenorganisatie,

niet alles hoeft meteen vastgelegd.’

Van Schilt ziet echter de praktische bezwaren.

‘Iedereen heeft de handen meer dan vol aan het

reguliere proces. We zijn een school, er is altijd de

waan van de dag die alle aandacht opeist. Toch

moeten we hiervoor ruimte maken.’

Dat kan volgens hem op verschillende manieren.

Hij verwijst naar een traject dat “zijn” school heeft

doorlopen. ‘We hebben onszelf de vraag gesteld wie

wij eigenlijk zijn. Een havodiploma kun je overal

halen, waarom zou je dat bij ons doen? Dan gaat

het ook over wat ons drijft. We willen goed onderwijs

geven, opvoeden, waarde meegeven en sturen op

gewenst gedrag. 70% van onze leerlingen blijft in

Enschede. Het zijn de verpleegkundigen en

glazenwassers van morgen. Het geeft ons een

bijzondere verantwoordelijkheid voor de stad en

raakt eveneens aan wat ons motiveert en drijft.

Het onderstreept dat die dialoog belangrijk is moet

doorgaan. Dat gesprek is nooit af.’ ◗

COLU

MN

STRUCTUREEL EN INCIDENTEEL

Nullijn, bezuinigingen en re-allocatie van middelen zijn

bekende termen voor iedereen die in de publieke sector en

dus ook in het onderwijs werkt. Hoewel per saldo en op macro-

niveau de fi nanciële schade onder Rutte II voor het voortgezet

onderwijs lijkt mee te vallen, doet een aantal zaken natuurlijk

veel pijn. De politiek speelt mooi weer met een verwijzing

naar stijgende budgetten per leerling, maar de stille indirecte

bezuinigingen hakken er fl ink in: stijgende werkgeverslasten,

verhoging van de BTW. Ook de voortdurende nullijn maakt

mensen boos en daar heb ik begrip voor! Ook de dreigende

bezuiniging op LWOO en PRO doet pijn evenals de plotse-

linge beëindiging van de kasschuif vanuit OC&W die op

Stichtingsniveau ruim twee miljoen minder inkomsten voor

de begroting 2013 oplevert. Over een fatsoenlijke overheid

gesproken die met de boodschap komt als de begroting voor

2013 bijna klaar is.

Er staat dus druk op de begrotingen van de scholen en de

Stichting, vooral op het personele deel ervan. Hetzelfde of

meer werk moeten doen met minder mensen. En tegelijkertijd

investeren de Carmelscholen in het kader van Koers 2014 en

het bestuursakkoord. In verbetering van onderwijsresultaten,

talentoptimalisatie en professionalisering. Ik realiseer me dat

dat vragen kan oproepen: minder mensen en wel investeren?

Dat kan toch niet?

Om dat te begrijpen moeten we verschil maken tussen

structurele en incidentele inkomsten en uitgaven. Personele

lasten zijn eigenlijk altijd structureel, terwijl de inkomsten uit

de landelijke prestatiebox en het deels voorzichtig interen op

eigen vermogen natuurlijk slechts eenmalig en incidenteel

zijn. Juist in barre tijden moeten we als Carmel behoedzaam

investeren, in het belang van onze leerlingen en de kwaliteit

van ons onderwijs. Maar dat kan alleen op een verantwoorde

manier als we onze structurele exploitatie goed op orde hebben.

Het is balanceren op een dun koord en de economische

omstandigheden zijn fundamenteel anders dan een paar jaar

geleden. Samen met onze schoolleiders kijken we kritisch naar

onze inkomsten en uitgaven, omdat we ook in de toekomst

een betrouwbare en zorgvuldige werkgever willen zijn. ◗

ROMAIN RIJKVoorzitter College van Bestuur

Stichting Carmelcollege

Page 14: Carmel Magazine december 2012

14

DATA

TEAM

S

Tijdens haar promotieonderzoek zag onderwijskundige

Schildkamp dat Nederlandse scholen veel gegevens

verzamelen maar weinig gebruiken. Anders dan in de

Verenigde Staten en Canada. Ze wijst op het boek dat

voor haar ligt. Leading Schools in a Data-Rich World:

Harnessing Data for School Improvement, door Lorna M.

Earl en Steven Katz. ‘Ze tonen aan dat je onderwijs kunt

verbeteren door data te analyseren. Ik heb met Lorna

Canadese scholen en teams bezocht. Ze stelden hiermee

vast hun professionaliteit te vergroten en hun leerlingen

tot betere resultaten te brengen.’

Schildkamp heeft het model bewerkt voor de Nederlandse

situatie en een relatie gelegd met opbrengstgericht

werken. ‘Als school moet je doelen stellen’, verklaart ze.

‘Dan moet je wel meetgegevens gebruiken om te kijken

of je die doelen bereikt. We proberen de expertise van de

docent te verbinden met die gegevens, zodat hij meer kan

bereiken. Het Acht Stappenplan, een empirisch onderzoeks-

model, reikt daarbij de helpende hand.’

In een door het ministerie, VO-raad en Stichting Carmel-

college bekostigde pilot werken nu diverse scholen in

Nederland met de methode. Ze vormen datateams van

schoolleiders, docenten en kwaliteitszorgmedewerkers,

die worden begeleid door de Universiteit Twente.

BOVENBOUWRENDEMENT

Tot de deelnemende scholen behoort de Carmelinstelling

Pius X College en Scholengemeenschap Canisius uit Almelo.

Drie datateams zijn hier aan de slag, onder meer om het

rendement van de bovenbouw te onderzoeken. ‘Het kost

tijd’, weet kwaliteitsmedewerker Marloes Buschers, ‘je moet

eerst een hypothese over mogelijke oorzaken goed uit-

werken en daarna toets je die aan de hand van data.’

Haar ervaring: ‘Meestal beginnen verklaringen van

problemen bij onderbuikgevoelens. Dan ligt het aan

verklaringen van buitenaf of aan de leerlingen. Bij toetsing

aan de date blijken die gevoelens vaak niet te kloppen.

Voor het onderzoek naar het bovenbouwrendement

hebben we de doorstroomcijfers uitgebreid bekeken.

We hebben gekeken naar de invloed van de profi elen en

naar wat een slecht begin voorspelt over eventueel

doubleren aan het einde van het schooljaar. Op dit moment

nemen we een vragenlijst onder leerlingen af, met vragen

over verschillende studievaardigheden. We willen toetsen

of leerlingen die dreigen te blijven zitten, lager scoren op

onderdelen als planning en motivatie. Als we daar

signifi cante verschillen vinden, kunnen we als school

concrete maatregelen nemen.’

DOORSTROMING

Vergelijkbare resultaten zijn er bij het Maartenscollege

in Haren, waar een datateam de aansluiting onderbouw-

bovenbouw onder de loep neemt. Carolien Kasteleijn,

docent scheikunde en biologie en decaan van 3-havo en

3-vwo benoemt de onderzoeksvraag: ‘Onze doorstroom

van 3-havo naar eindexamen laat te wensen over. Hoe

komt dat?’

Bouko Tiggelaar, die het datateam leidt in het kader van

zijn LD-traject, vult aan: ‘De overgang van onderbouw

naar tweede fase is lastig. Ik zie het zelf: leerlingen

worstelen met de andere manier van werken. Over de

oorzaken bestaan vele gedachten maar die zijn nooit

objectief gemeten.’ Het datateam heeft eerst mogelijke

hypothesen voorgelegd aan twee groepen van 25 docenten.

Daarna begon het onderzoek. ‘Het resultaat is soms zeer

verrassend. Denk aan een door velen gedeelde hypothese

die onjuist blijkt, of aan eerder irrelevant geachte feiten

die toch van belang zijn’, weet Kasteleijn.

VOORBIJ DE ONDERBUIK

Hier ligt volgens Tiggelaar de waarde van de datateams:

‘Je gaat de onderbuik voorbij. We gaan van subjectief

naar objectief. Het is een andere manier van kijken.’

Eén die aansluit bij docenten, meent Kasteleijn: ‘Elk probleem

Data-analyse als basis voor oplossing onderwijsproblemen

Elke school, elke sectie, elk team, elke docent kent ze: hardnekkige onderwijsproblemen die steeds terugkeren.

Datateams kunnen helpen om oorzaken boven water te krijgen, door analyse van gegevens. Dr. Kim Schildkamp,

leider van de Projectgroep Datateams van de Universiteit Twente: ‘Zo verbind je harde feiten en de expertise

van de docent.’

Acht stappen om de feiten te laten spreken

Page 15: Carmel Magazine december 2012

15

D E C E M B E R 2 0 1 2

heeft altijd verschillende oorzaken. Nu breng je in beeld

wat je zelf kunt doen om verbetering te brengen en dat is

wat we als docenten willen.’ In Haren heeft dat al geleid

tot oprichting van een ander datateam dat de doorstroom

in de onderbouw onderzoekt.

Buschers verwacht dat ook in Almelo de methodiek van

de datateams een vervolg krijgt, ook na afl oop van het

huidige project in 2013: ‘Het is een goed instrument om

van onderaf verbeteringen te realiseren.’ Bouko Tiggelaar:

‘Ik denk dat we na dit onderzoek doorgaan. De methode

werkt en biedt een verrijking.’

VAN ONDERAF

Dat laatste is wat Kim Schildkamp voor ogen staat.

‘Wij bieden vanuit de UT begeleiding en helpen bij het

hanteren van het Acht Stappenplan. Al het andere doen

de scholen zelf, vanuit hun expertise en professionaliteit

van de docent. Dat slaat aan, we hebben een wachtlijst

van scholen die willen meedoen.’

Resultaten en tussenstanden zijn op 15 november besproken

op een studiedag in de Grolsch Veste, het stadion van

FC Twente. Met lezingen van onder meer Lorna M. Earl,

de Nieuw-Zeelandse onderwijskundige Helen Timperley

en Kim Schildkamp, en met diverse workshops. ‘En met

lange pauzes, zodat deelnemers ervaringen konden delen.

Een eerdere studiedag van Carmelscholen wees uit dat

daaraan behoefte bestaat’, zegt Schildkamp.

Het enthousiasme in de Grolsch Veste was groot. Tom

Morskieft, voorzitter managementteam van het bestuurs-

bureau: ‘Dit project is een uitstekende manier om de

kwaliteit van ons onderwijs te verbeteren en te werken

aan de professionalisering van samenwerkende docenten.

Dicht bij het onderwijs, dicht bij de leerlingen. Om hen

gaat het. Geen grote concepten maar praktisch doen

en leren vanuit nieuwsgierigheid

en een zelfkritische opstelling.

En van onderaf.’ ◗

‘Dicht bij het

onderwijs, dicht bij

de leerlingen. Om

hen gaat het.’

Carolien Kasteleijn, Bouko Tiggelaar, Marloes Buschers en Kim Schildkamp.

Page 16: Carmel Magazine december 2012

16

Nieuws

WISSELINGEN VAN DE WACHT

De afgelopen tijd heeft een drietal benoemingen

plaatsgevonden binnen Centrale Directies van verschil-

lende Carmelscholen. Wilt u meer informatie over de

benoemde personen? Ga dan naar www.carmel.nl en

bekijk het nieuwsarchief onder ‘publicaties’.

DE HEER RUESEN, LID CENTRALE DIRECTIE, BONHOEFFER COLLEGE

De heer E.B.E.M.

(Genio) Ruesen (1956)

is benoemd tot lid

Centrale Directie van

het Bonhoeffer College

in Enschede. De

benoeming is per 1

september 2012

ingegaan. Hij volgt de

heer Jan van Schilt op,

die reeds benoemd was

tot voorzitter CD van het

Bonhoeffer College. ◗

DE HEER ASSINK, LID CENTRALE DIRECTIE, ETTY HILLESUM LYCEUM

De heer V.M. (Vincent)

Assink (1971) is benoemd

tot lid Centrale Directie van

het Etty Hillesum Lyceum

in Deventer. De benoeming

is per 1 september 2012

ingegaan. Hij heeft de

plaats ingenomen van de

heer Fred Kulik. ◗

DE HEER DE VETH, RECTOR, AUGUSTINIANUM

De heer M.C.G.H.M.

(Maarten) de Veth is

benoemd tot rector van

het Augustinianum in

Eindhoven. De benoeming

gaat in per 1 januari 2013.

De Veth volgt mevrouw drs.

I. van Nieuwenhuijsen op,

die onlangs een betrekking

als rector aanvaardde aan

het Varendonck-College in

Asten/Someren. ◗

Het is u vast niet ontgaan. Begin november is de nieuwe

schoolnaam van het vmbo van Twickel en De Grundel

gelanceerd, namelijk ‘VMBO De Spindel’. Daaraan

gekoppeld was de lancering van de nieuwe huisstijl van

het vmbo en die van Lyceum De Grundel, Twickelcollege

en OPDC De Arcade.

Deze vier scholen vormen vanaf nu samen Scholengroep

Carmel Hengelo, waarvoor ook een nieuwe huisstijl

ontwikkeld is. De huisstijlen benadrukken de gemeen-

schappelijke ambitie van de scholengroep en het belang

van scholen met een eigen gezicht.

Benieuwd naar het lanceringsfi lmpje van de nieuwe

huisstijl? Ga dan naar de Facebookpagina

www.facebook.nl/scholengroepcarmelhengelo. ◗

NIEUWE SCHOOLNAAM & HUISSTIJL VOOR SCHOLENGROEP CARMEL HENGELO

Page 17: Carmel Magazine december 2012

17

D E C E M B E R 2 0 1 2

Minder rompslomp, meer voordeelSamen inkopen loont: alleen al op kopieerpapier besparen Carmelscholen de komende tijd jaarlijks 33.000 euro.

Ook kan het administratieve rompslomp schelen. Maar van gedwongen winkelnering is geen sprake, benadrukt

Carmelinkoper Jeff Geeraths.

Gecombineerde inkoop:

‘Het belang van de

scholen staat voorop.

Wij willen vooral

ontzorgen’

VOORDEEL

Page 18: Carmel Magazine december 2012

18

Eigenlijk is centrale inkoop geen goede term voor wat Carmel

doet, zegt inkoper/inkoopadviseur Geeraths. ‘Het is niet

centraal, het is niet decentraal, we zitten ertussenin.

Wij sturen centraal, maar de verantwoordelijkheid blijft

bij de scholen liggen. Zo plukken we de voordelen van

onze schaalgrootte zonder dat de scholen in hun vrijheid

worden beperkt. Hun belang staat voorop. Wij willen

vooral ontzorgen.’

Geeraths kwam op 1 januari 2012 bij Carmel in dienst

vanuit een soortgelijke functie bij de Universiteit Twente.

Samen met contractbeheerder Nathalie Westerbaan wil hij

de scholen ervan bewust maken dat zij samen gunstiger

kunnen inkopen. Goedkoper. Gemakkelijker. Effi ciënter.

Duurzamer. En vooral: kwalitatief even goed of beter. ‘Weet

je dat er scholen zijn met meer dan duizend leveranciers?

Dat bedrijven scholen zonder blikken of blozen contracten

met een looptijd van zestig maanden willen laten tekenen?

En dat de prijzen die scholen voor vergelijkbare producten

en diensten betalen, enorm uiteenlopen? Het is onze plicht

om bewust in te kopen. We werken immers met gemeen-

schapsgeld.’

ZELF KIEZEN

Geeraths eerste werk was het analyseren van alle uitgaven

van alle Carmelscholen in 2011. De 25 grootste kosten-

posten is hij vervolgens nader gaan bestuderen om de

scholen gericht voorstellen voor gecombineerde inkoop

te doen. ‘Afgezien van zaken die Carmel vanwege haar

omvang Europees moet aanbesteden, kunnen de scholen

zelf beslissen bij wie ze inkopen. Wel maken mijn collega

en ik tegen een scherpe prijs en onder goede voorwaarden

centrale afspraken met leveranciers (altijd minstens drie

per product of dienst) die in ons centrale inkoopsysteem

Basware PM komen te staan. Scholen beslissen of zij deze

leveranciers gebruiken of een eigen leverancier kiezen.

Dat laatste moeten zij dan wel verantwoorden. Is een

regionale leverancier bijvoorbeeld al jarenlang een

belangrijke stagebieder, dan is een wat hogere prijs best

te verdedigen. Maar scheelt het 20 procent, dan heeft de

school wel iets uit te leggen.’

Geeraths beseft maar al te goed dat aan inkoopkeuzes

ook niet-fi nanciële aspecten zitten. ‘Heeft een school al

digiborden, dan gaat die school niet zomaar van leverancier

wisselen. Hetzelfde geldt voor meubilair: je wilt geen twee

soorten stoelen in een lokaal. Maar gaat het om kopieer-

papier of om belminuten, dan maakt het niet veel uit wie

het levert. En dat kan enorm veel geld schelen.’

1 MILJOEN VOORDEEL

De getallen liegen er inderdaad niet om. Met de eerste

inkoopafspraken die Geeraths en zijn collega hebben

gemaakt, bespaart Carmel jaarlijks 33.000 euro op

kopieerpapier. Vijf scholen behalen in twee jaar tijd

100.000 euro voordeel op simkaarten. En heel Carmel

bespaart tussen nu en 2016 maar liefst 1 miljoen euro

op kopieer- en andere kantoormachines.

In het centrale inkoopsysteem Basware PM, dat momenteel

wordt uitgeprobeerd, kunnen Geeraths en zijn collega

voortdurend de actuele stand van zaken bijhouden.

De scholen kunnen op hun beurt rechtstreeks via dit

systeem bestellen. Dat gaat geld en administratieve

rompslomp schelen, verwacht Geeraths. ‘Lagere order- en

handlingskosten, betalen op rekening, één keer per week

of per maand een factuur. En door het combineren van

niet-urgente bestellingen tot één order per week, krijgen

we ook op kleinere bestellingen een hogere korting.’

VOORDELIG VOOR KLEINE SCHOLEN

Kees Siemann, hoofd fi nanciën & beheer van Carmel-

college Gouda is een warm voorstander van centrale

inkoop. ‘Gezamenlijke inkoop bespaart een kleine

school als de onze veel geld en werk. Ook kunnen we

profi teren van de ervaring die andere Carmelscholen

al hebben opgedaan, bijvoorbeeld met aanbestedings-

trajecten. Voor ons wegen de voordelen ruimschoots

op tegen het feit dat we af en toe een compromis

moeten sluiten. Natuurlijk zijn er situaties denkbaar

waarin er onderwijskundige redenen zijn om toch

een eigen leverancier te kiezen. Maar dan moeten

die redenen wel heel zwaar wegen.’

EENVOUDIG BESTELLEN

Carmel College Salland doet sinds dit schooljaar

ervaring op met de nieuwe software Basware PM

voor aankoopbeheer. Stafdirecteur Han Peters: ‘We

hebben de gelegenheid aangegrepen om bij Handel

& Administratie een intern servicepunt in te richten,

waar leerlingen voor ons de inkoop verzorgen. Wel

onder begeleiding natuurlijk: twee docenten fungeren

als besteller respectievelijk reservebesteller. Leerlin-

gen snapten meteen hoe de software werkt: de eerste

bestellingen waren zo de deur uit. Het is mooi dat

Carmel zo groot is dat we gezamenlijk kunnen gaan

inkopen. We profi teren van elkaars kennis en

Carmelbreed besparen we veel geld. Maar binnen de

school vergt het wel een goede voorbereiding.

Collega’s die gewend zijn hun eigen inkoop te doen,

leveren een stukje autonomie in. Om weerstand te

voorkomen, moet je goed de tijd nemen om uit te

leggen wat het oplevert.’ ◗

Page 19: Carmel Magazine december 2012

19

D E C E M B E R 2 0 1 2

Nieuws vervolg

Aan het begin van het schooljaar vond de lancering van

de Facebookpagina’s van Pius en Canisius plaats. Door

een leuke actie te bedenken hebben ze bij elkaar opgeteld

al meer dan 1.700 likes! Leerlingen konden namelijk op de

foto met een bord met ‘I like Pius X’ of ‘I like Canisius’

erop. Wilden ze de foto zien, dan moesten ze eerst de

pagina liken.

Met een Facebookpagina willen de scholen inspelen op de

manier waarop leerlingen tegenwoordig communiceren.

Ben Kokhuis, voorzitter van de Centrale Directie, ziet

Facebook als aanvulling op de website en overige

communicatiekanalen. “Met het inzetten van sociale

media zoals Facebook willen we de interactie tussen onze

school en de leerlingen vergroten”, aldus de voorzitter.

De scholen zijn nog lang niet klaar met de ontwikkeling

op het gebied van social media.

Benieuwd naar de Facebookpagina’s? Neem dan een

kijkje op www.facebook.com/rkcanisius en

www.facebook.com/pius10college. ◗

FACEBOOKSCHOLEN PIUS X COLLEGE EN SCHOLENGEMEENSCHAP CANISIUS

CARMEL AWARD 2013

Na de succesvolle pilot van vorig schooljaar zijn de

voorbereidingen voor de Carmel Award 2013 al in volle

gang. In tegenstelling tot vorig jaar zijn er dit jaar twee

winnaars; het beste profi elwerkstuk in de categorieën havo

en vwo. Voor de beoordeling van de profi elwerkstukken

wordt een onafhankelijke nominatiecommissie voor beide

niveaus samengesteld. Zij beslissen welke leerlingen

genomineerd worden om tijdens de fi nale op vrijdag

19 april 2013 aan een jury te bewijzen dat zij de titel

‘Beste profi elwerkstuk 2013’ verdienen. Welke school

volgt het Etty Hillesum Lyceum op als winnende school

en sleept de Carmel Award havo of vwo in de wacht?

Naast voorbereidingen voor de Carmel Award 2013 is de

projectgroep ook bezig met het organiseren van een

studiemiddag waar de onderzoeksvraag van het profi el-

werkstuk centraal staat. Deze dag heeft als doel om extra

gereedschap aan de begeleiders mee te geven om

leerlingen te coachen bij het formuleren van een goede

onderzoeksvraag en vindt plaats in april 2013. Een goede

voorbereiding op de profi elwerkstukbegeleiding van het

volgend schooljaar.

Op de hoogte blijven van nieuws over de Carmel Award?

Houd dan onze website in de gaten: www.carmel.nl onder

‘kennisuitwisseling’, ‘uit de praktijk’ en ons Twitteraccount

@stgcarmel. Meetwitteren kan via de hashtag

#CarmelAward. Daarnaast geldt voor medewerkers dat zij

alle benodigde informatie terug kunnen vinden op het

Carmelintranet onder ‘kennisuitwisseling’, ‘Carmel Award’. ◗

Page 20: Carmel Magazine december 2012

20

‘Betrek steeds de docenten’

De Buitenwacht - Monique van der Hoeven (SLO)

Eén opmerking wil Van der Hoeven vooraf maken: ‘Als SLO

zijn we geen eerstelijns ondersteuners. Wat wij ontwikkelen

moet voor iedere school geschikt zijn. Vóór we zover zijn,

hebben we proeftuinen nodig. Carmel is er daar soms

één van.’ Ze noemt als voorbeeld uit eigen ervaring een

project om docenten leerplankundig te professionaliseren:

‘Wij zochten scholen voor een pilot en op dat moment

klopte Carmel bij ons aan. Er waren daar nogal wat LB’ers

die konden doorgroeien naar een LC-functie, mits ze een

bepaalde scholing volgden. Daar waren wij net mee bezig,

zodat we een scholingspilot met Carmeldocenten hebben

uitgevoerd en op basis hiervan de deze opleidingsmodule

konden optimaliseren.’

Er zijn meer van dit soort projecten. ‘Misschien omdat we

in Enschede gevestigd zijn en het bestuursbureau van

Carmel in Hengelo staat. Carmel weet ons steeds te vinden,

wij hebben altijd wel ideeën die we in de praktijk willen

toetsen. Dan is het win-win. Carmel kan verder, wij eveneens.’

PROACTIEF

SLO werkt met meer schoolbesturen samen. ‘Wat mij dan

opvalt is de proactieve houding van Carmel. Die komt zelf

naar ons toe’, zegt Van der Hoeven. Daarnaast springt de

grote interne kweekvijver van de organisatie in het oog.

‘Die is een teken van kracht, al vind ik het verstandig

schoolleiders ook extern te werven, om jezelf te verzekeren

van een frisse blik. Die heb je nodig als je beleidsrijk wilt

innoveren en beleidsrijk personeelsbeleid wilt voeren.’

Vanuit een vergelijkbare positie als (betrokken) buiten-

staander komt Van der Hoeven vervolgens met enkele

positief-kritische overwegingen. ‘We zagen in de route

LB-LC-LD soms grote verschillen tussen scholen onderling,

en tussen locaties van dezelfde school.’ Volgens haar

vraagt dat om uitleg aan, en feedback van docenten.

Dat laatste geldt ook voor ontwikkeltrajecten. ‘Hier kan

een meer leerplankundige aanpak veel betekenen.

Heldere formulering van de doelen en opbouw in stappen

voorkomt vermenging van doel en middel. Betrek ook hier

de docenten bij en durf bij te stellen. Doe liever eerst één

ding goed, dan heb je een succeservaring en kun je verder.’

Leren van het verleden kan daarbij helpen. ‘Om een

voorbeeld te geven: doen de LC’ers nu wat werd verwacht?

Hebben we bereikt wat we wilden? Zo’n evaluatie levert

waardevolle input voor volgende trajecten.’ ◗

Ze heeft een aardig kijkje in de Carmelkeuken gehad, vindt Monique van der Hoeven, manager onderbouw VO

bij SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling. Als projectleider heeft ze meermalen met Carmel-

scholen opgetrokken. ‘Ik bewaar er goede herinneringen aan’, zegt ze, al heeft ze zeker ook observaties die tot

nadenken stemmen.

Page 21: Carmel Magazine december 2012

21

D E C E M B E R 2 0 1 2

Vensters voor Verantwoording

Hoe ging het verder met…

Vensters voor Verantwoording was het antwoord van het

voortgezet onderwijs op de scholenranglijsten van Elsevier

en Trouw. Scholen zijn niet te versimpelen tot een score van

bolletjes, plussen of minnen, was de kritiek. De gegevens

in Vensters, een initiatief van Stichting Schoolinfo, zijn

veel uitvoeriger en kunnen bovendien door scholen zelf

worden toegelicht. Het is een vorm van transparantie die

Carmel aanspreekt. En niet alleen Carmel: 98 procent

van alle VO-scholen doet inmiddels mee. Voor Trouw was

deze brede dekking aanleiding om te stoppen met het

jaarlijkse onderzoek naar schoolprestaties.

GEZICHT NAAR BUITEN

Een deel van de informatie in Vensters komt van de

Inspectie en van DUO. Een ander deel leveren de scholen

zelf. Bij Carmel zijn vooral kwaliteitszorg- en communicatie-

medewerkers hiermee bezig, zegt Margreet ten Holder,

die het netwerk kwaliteitszorg van Carmel begeleidt.

Het bijhouden van de gegevens is een terugkerende klus,

omdat vier keer per jaar een deel van de informatie wordt

ververst. ‘In Vensters toon je je gezicht naar buiten’, zegt

Ten Holder, ‘dus moet de informatie wel goed zijn.’

De verantwoording aan ouders, gemeenten en andere

belanghebbenden was het oorspronkelijke doel van Vensters.

Maar al snel bleek de database ook bínnen de scholen

waardevol. De gegevens zijn tot in veel meer detail

beschikbaar dan naar buiten wordt getoond. Bestuur en

directie kunnen daarop sturen. Speciaal voor hen werd het

ManagementVenster verder ontwikkeld, een interactief

“mengpaneel” waarin zij de informatie naar wens kunnen

ordenen. ‘Hier doen we echt ons voordeel mee’, zegt Ten

Holder. Een directie kan bijvoorbeeld eenvoudig visualiseren

of er vakken zijn waarvan de resultaten achterblijven bij

het landelijk gemiddelde. Of waar het verschil tussen cijfers

voor school- en centraal examen te groot dreigt te worden.

Op stichtingsniveau biedt het ManagementVenster een

goed overzicht van de Carmelbrede presentaties.

SCHOOLKOMPAS

De nieuwste loot aan de stam van Vensters heet School-

kompas: een toepassing waarmee ouders van groep

8-leerlingen eenvoudig middelbare scholen kunnen verge-

lijken. Vensters komt hiermee tegemoet aan de kritiek dat

het systeem voor ouders wel erg veel informatie bevat.

Vorig jaar begon Schoolkompas in Amsterdam, dit jaar

wordt het landelijk uitgerold. Ook hieraan doet Carmel

met al haar scholen mee.

www.schoolinfo.nl

www.schoolvo.nl

www.schoolkompas.nl ◗

In 2010 besloot Carmel tot deelname aan Vensters voor Verantwoording, een online informatiesysteem over

de kwaliteit van scholen. Twee jaar later is de deelname van alle Carmelscholen een feit en blijkt de informatie

ook binnen de scholen waardevol.

‘We doen er echt

ons voordeel mee’

Page 22: Carmel Magazine december 2012

22

QU

ICKS

CAN

Page 23: Carmel Magazine december 2012

23

D E C E M B E R 2 0 1 2

Manon Moers (47),

Administratief medewerker, Het Hooghuis

1. HEB JE ALTIJD AL IN HET ONDERWIJS GEWERKT?“Ik werk nu ruim elf jaar bij Het Hooghuis. De eerste zeven

jaar bij locatie Zuid en momenteel bij Den Bongerd.

Voordat ik bij Carmel kwam, werkte ik tien jaar lang bij een

chemisch-technisch bedrijf. Een wereld van verschil! Bij Het

Hooghuis kwam ik erachter dat het geoorloofd is om even

een praatje te maken met een collega. Een warme,

menselijke organisatie; dat was ik niet gewend.”

2. WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN BEIDE LOCATIES ZUID EN DEN BONGERD? “Nu heb ik mijn twee dochters op school.

Dat is handig! Al vinden zij het soms wat

minder. We komen elkaar niet veel tegen,

maar als ze geld nodig hebben weten ze

me gek genoeg goed te vinden. Verder is

Den Bongerd als zorglocatie veel klein-

schaliger met een klein en hecht team.

Dit heeft wel wat. In mijn functie is het

verschil dat ik nu ook de leerlingenbalie doe en

werkzaamheden voor de maatschappelijke stages.

De leerkrachten daarentegen zijn hetzelfde; mensen met

een missie. Ze doen hun werk met veel passie en zorg voor

de leerlingen. Daar heb ik respect voor.”

3. WAT IS JE HET MEEST BIJGEBLEVEN IN JE CARRIÈRE? “Dat ik in het onderwijs terecht ben gekomen. Daar ben ik

erg blij om!”

4. JE HEBT VEEL VERSCHILLENDE WERKZAAMHEDEN. BEN JE DAARDOOR EEN CHAOOT OF JUIST GEORGANISEERD?“Ik dacht altijd erg geordend te zijn, maar ik betrap

mezelf vaak op chaos in mijn hoofd. De chaos weet ik wel

te vertalen naar rust. Ik maak dan een soort checklist

waar ik dingen op afstreep. Een beetje van beide dus.”

5. HEB JE NOG AMBITIES BINNEN JE HUIDIGE BAAN OF IN DE TOEKOMST?“Op het moment niet. Als ik het naar mijn zin heb en

graag naar mijn werk ga, ben ik tevreden. Ook ben ik niet

het type dat snel verveeld is of uitgekeken raakt op werk.

Als het aan mij ligt zie ik mezelf over een paar jaar nog

wel bij Het Hooghuis werken.”

6. HOE VIER JE DE FEESTDAGEN?“Tussen Sinterklaas en Kerst gaan mijn man en ik een

weekje naar New York. Dat wilden we al zolang! Verder

heb ik een man van tradities dus met Kerst zitten we de

ene dag bij zijn moeder en de andere dag bij de mijne.

Erg gezellig om weer thuis te komen in Maastricht, onze

geboorteplaats. Goede voornemens? Ik rook al een paar

jaar niet meer en afvallen staat altijd op het lijstje. Maar

dat hoeft niet per se vanaf 1 januari, hè?” ◗

‘Een warme,

menselijke

organisatie’

COLOFON

Carmel Magazine wordt gemaakt

voor medewerkers en relaties

van Stichting Carmelcollege en

verschijnt drie keer per jaar.

REDACTIE

Fijke Hoogendijk

Daphne Razi

(Stichting Carmelcollege)

Hans Morssinkhof

(Hans Morssinkhof Publicity,

Arnhem)

Suzanne Visser

(Perspect, Baarn)

FOTOGRAFIE

Marty van Dijken

(Van Dijken, Enschede)

GRAFISCH ONTWERP

Nieuwewind

DRUK

Gildeprint, Enschede

OPLAGE

4800

Page 24: Carmel Magazine december 2012

24

Stichting Carmelcollege

Drienerparkweg 16

Postbus 864

7550 AW Hengelo

(074) 245 55 55

[email protected]

www.carmel.nl

@stgcarmel

@CarmelVacatures

NEGENTIG PLUS EEN

Even nog en alles kantelt. Na het midden van december

voelt het leven anders. Het licht wordt schaars, de natuur

trekt zich terug en de grote stilte valt in. Zelfs de tijd,

die ons dagelijks zonder mededogen opjaagt, lijkt van

stroop. De plotselinge luwte nodigt uit tot terugkijken.

En evengoed tot vooruitzien, want het vertraagde

uurwerk blijft tikken en maakt ons nieuwsgierig naar

wat komt.

Deze bijzondere sfeer is eigen aan de herdenking van

de geboorte van dat ene kind in die stal. Negentig

jaar terug inspireerde het mannen in zwarte pijen tot

de oprichting van scholen voor voortgezet onderwijs.

Al zijn ze verdwenen, hun idealen werken onverminderd

door. Vandaag en morgen. Als het nieuwe jaar begint

en Carmel 91 lentes telt, gaan we gewoon verder.

Voor heel de mens en alle mensen.

We wensen u en allen die u dierbaar zijn prettige

feestdagen en een jaar vol geluk en gezondheid.