portfolio marjolein de wild

14
Marjolein de Wild ontwerper & beeldredacteur [email protected]

Upload: marjolein-de-wild

Post on 14-Jul-2015

616 views

Category:

Documents


3 download

TRANSCRIPT

Marjolein de Wildontwerper & beeldredacteur

[email protected]

Marjolein de Wild

Marjolein de Wild

VMBO - T | HAVO | VWO

biologie voor jouhandboek

1a

ISBN 978 90 345 xxxx x

xxxxxx

VM

BO

- T | HA

VO

| VW

O

auteursBen WaasGerard SmitsArteunis BosOnno Kalverda

1a

biologie voor jou han

dboek

Marjolein de Wild

Marjolein de Wild

BASISSTOF1 Leven – dood – levenloos 002 Tekeningen maken 003 Vergroten 004 Tabellen en grafieken maken 005 Groei 006 Ontwikkeling bij de mens 007 Ontwikkeling bij dieren 008 Hoofdthema’s in de biologie 009 DNA 00

exTrA BASISSTOF10 Ontwikkeling bij kinderen 0011 Nestblijvers en nestvlieders 00SAMeNVATTING & DIAGNOSTISCHe TOeTSSamenvatting 00Diagnostische toets 00VerrIJKINGSSTOF1 Het menselijk lichaam in getallen 002 Een signalement maken 003 Man – vrouw – kind 004 Kat en hond 00

Wat is biologie?1BASISSTOF1 Leven – dood – levenloos 002 Tekeningen maken 003 Vergroten 004 Tabellen en grafieken maken 005 Groei 006 Ontwikkeling bij de mens 007 Ontwikkeling bij dieren 008 Hoofdthema’s in de biologie 009 DNA 00

exTrA BASISSTOF10 Ontwikkeling bij kinderen 0011 Nestblijvers en nestvlieders 00SAMeNVATTING & DIAGNOSTISCHe TOeTSSamenvatting 00Diagnostische toets 00VerrIJKINGSSTOF1 Het menselijk lichaam in getallen 002 Een signalement maken 003 Man – vrouw – kind 004 Kat en hond 00

Wat is biologie?

4 5

Basisstof thema 5 ecologie

10 11

thema 5 ecologieBaSISStOF

2 De organisatie-niveaus van de ecologie

Elk organisme wordt beïnvloed door zijn milieu. In de ecologie worden relaties tussen organismen en hun milieu op verschillende organisatieniveaus bestudeerd (zie afbeelding 9).Je kunt bijvoorbeeld de invloed van de temperatuur op de groei van één watervlo onderzoeken. Je bestudeert dan de relatie tussen één individu en een factor uit het milieu. Je kunt ook de invloed van de temperatuur onderzoeken op al het leven op aarde, zoals mensen doen die de effecten van de opwarming van de aarde proberen te voorspellen. Je doet dan onderzoek op het niveau van de biosfeer. De biosfeer is het deel van de aarde en de dampkring dat door organismen wordt bewoond. In de biosfeer komen grote gebieden voor waarin het klimaat sterk bepalend is voor de soorten organismen die er kunnen leven. Voorbeelden daarvan zijn tropische regenwouden, woestijnen en toendra’s. Binnen zulke gebieden komen min of meer natuurlijk begrensde gebieden voor, elk met kenmerkende biotische en abiotische factoren. Deze gebieden worden ecosystemen genoemd. Voorbeelden daarvan zijn een bos, een duin- gebied, een polder en een meer.Je kunt dus vanaf verschillende niveaus (gezichtspunten) naar organismen in een bepaald gebied kijken. Het eerste organisatieniveau is het individu. Een individu is voor iedereen goed zichtbaar, al heb je voor een watervlo wel een loep nodig. Dat individu leeft in wisselwerking met de omringende biotische en abiotische factoren.

WEB ecosystemen

heT wegVangen Van de BodeMwoelende Vis‘Tussen 22 en 26 april klapte het héle meer om van troebel naar helder. het werkt!’ wetlandecoloog gerard ter heerdt werkt bij het waterleidingbedrijf amsterdam en hij coördi-neert een experiment om de laagveenplas Terra nova in oude glorie te herstellen. de natuur in laagveenwateren zoals die bestonden tot de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw, is een ijkpunt voor natuurbeheerders in ons deltalandje. de ondiepe meren, een paar meter water op resterende veenlagen, boden ruimte aan een bijzonder rijke flora en fauna, met het voorkomen van kranswieren, krabbenscheer en bittervoorn als maatstaf.Tot de catastrofe. Met het op gang komen van de intensieve landbouw in de tweede helft van de twintigste eeuw, neemt de concentratie voedingsstoffen in het milieu langzaam toe. op het eerste gezicht verandert er niks aan veenplassen en andere wateren. Maar onzichtbaar voor de oppervlakkige

waarnemer, raakt het ecosysteem uit balans en klapt het plotseling om. eerst rot de veenbodem weg en ontstaat een nutriëntenrijke sliblaag. Vervolgens transformeert de nog heldere plas met roofvis en witvis en waterplanten in luttele maanden tot een soortenarm troebel meertje waar brasems de bodem omwoelen en cyanobacteriën welig tieren. het waterleidingbedrijf amsterdam (wlB) startte vorig jaar een experiment om Terra nova weer terug te brengen in de toestand van zestig jaar geleden. de methode: het wegvan-gen van de bodemwoelende vis. op een symposium op 30 maart bij het nederlands instituut voor ecologie (nioo) in nieuwersluis laten ecologen zien dat één petgat in Terra nova na deze ingreep weer helder is geworden. ook op grote schaal blijkt dit te werken. nadat adviesbureau aqua-Terra alle vis in héél Terra nova had afgevangen, werd de hele plas uiteindelijk kraakhelder. <

opdracht 2 Beantwoord de volgende vragen.

1 IndekadertekstChaosindeecologiewordtgesprokenoveranti-fase-oscillatiesvanbeideroofdiersoorten.Watwordtdaarmeebedoeld?

2 Waaruitblijkthetchaotischepatroonvandezoöplanktonpopulatiesinafbeelding7.1? 3 AlsjehetverhaaloverhetonderzoekvanSchefferleest,kunjeerhetwetenschap-

pelijkeonderzoeksschemainterugvinden.Maakhetschema(waarneming,probleemstelling,hypothese,experiment,resultaat,conclusie).

4 Tussenbrasementroebelheidissprakevanpositieveterugkoppeling;tussenbrasemenwatervlovannegatieveterugkoppeling.Legdituit.

5 VolgensMartenSchefferkanhetideevankantelpuntenvakerwordentoegepast,bijvoorbeeldopklimaatverandering.Leguitwaaromheteengrootprobleemzoukunnenopleverenvoordemensheid,alsScheffergelijkheeft.

▼ afb. 8 De Loenderveense plassen: een gebied met laagveenplassen waarvan Terra Nova het noordwestelijke deel vormt.

▼ afb. 9 De verschillende organisatieniveaus.

1 individu

4 ecosysteem

5 biosfeer3 leefgemeenschap

Marjolein de Wild

Marjolein de Wild

ISBN 978 90 345 7982 9

546510

vw

o | g

ym

na

sium

natuurkunde

4 4 v wo | gymnasium

natuurkunde

Auteurs

Hans van BemmelPeter van HoeflakenLodewijk KoopmanRein Tromp

eindredActie

Fons Alkemade

natuurkunde

auteurs

Hans van Bemmel

Peter van Hoeflaken

Lodewijk Koopman

Rein Tromp

eindredactie

Fons Alkemade

zakboek vwo

vw

OG

ym

na

sium

z

ak

bo

ek

De eruptie van een flinke geiser is een indrukwekkend schouw-spel. De kracht waarmee het water omhoog spuit, is enorm. Die kracht is afkomstig van oververhitte stoom die zich diep (op enkele kilometers) in de vulkanische bodem heeft gevormd. Bij een geiser zit de ondergrond zo in elkaar dat de stoom niet gemakke-lijk uit de bodem kan ontsnappen. De druk loopt steeds verder op, totdat die niet meer te bedwin-gen is. De stoom ontsnapt dan met explosieve kracht, en blaast tonnen heet water de lucht in.

Een 2000 jaar oude stoomturbineDat stoom krachten kan uitoefe-nen, was 2000 jaar geleden ook al bekend. Toen bouwde Heron van Alexandrië, een Griekse wetenschapper en uitvinder, ’s werelds eerste stoomturbine. Een primitieve machine – voor ons gevoel is het meer een speeltje dan een serieus apparaat – maar het idee erachter was goed. Een moderne stoomturbine werkt

volgens dezelfde principes.Op de tekening zie je hoe Herons uitvinding werkte. In een stoomke-tel werd water verhit. De stoom die daarbij ontstond, werd via twee holle buizen naar een draaibare bal geleid. Daar kon de stoom via twee gebogen pijpjes uit ontsnappen. De kracht waarmee dat gebeurde, was groot genoeg om de bal met een flinke snelheid te laten draaien.

De aeolipile van Heron (zo noemde hij zijn uitvinding) kan urenlang draaien op een paar liter water. Dat komt doordat er uit een kleine hoeveelheid water een enorm volume aan stoom kan ontstaan. Als stoom onbelemmerd uit kan zetten, levert één liter water wel 1600 liter stoom op. Herons aeolipile haalt dat niet, omdat de stoom maar via twee nauwe openingen uit het apparaat kan ontsnappen. Toch heb je ook in dit geval genoeg aan één liter water om honderden liters stoom te maken.

Stoom opsluitenAls je water kookt in een steelpan-netje, kan de stoom alle kanten op. De stoom hoeft niet hard te duwen om meer ruimte voor zichzelf te maken. Je krijgt dan wel een heleboel stoom, maar geen grote krachten. Datzelfde zie je in vulkanische gebieden waar de stoom gemakkelijk uit de bodem kan ontsnappen. Je hebt daar wel hete bronnen die voortdurend borrelen en nevelwolken uitsto-ten, maar geen geisers die opeens krachtig uitbarsten.

Om stoom kracht te laten uitoefe-nen, moet je het opsluiten in een kleine ruimte, zoals de ketel van Herons aeolipile. Als het water in de ketel kookt, ontstaat er steeds meer stoom waar niet meteen een uitweg voor is. Daardoor loopt de druk in de ketel en de bol flink op – en dat is precies wat nodig is om de stoom met kracht uit de straal-pijpjes te laten stromen.Stoom onder hoge druk is uiterst geschikt om dingen in beweging

De explosieve kracht van

STOOMEerst hoor je het geborrel van water en het gesis van ontsnappende stoom. Dan begint de grond onder je voeten te trillen. Plotseling schiet een vijftig meter hoge kolom van stoom en kokend water de grond uit. Terwijl de nevelwolken wegdrijven op de wind, blijft de eruptie eindeloos doorgaan, negen, tien minuten lang. Dan stopt de geiser weer, bijna even plotseling als hij begonnen is. Als je geluk hebt, is er over een uur of acht weer een voorstelling.

Hier komt een bijschrift (optioneel)

H2 Stoffen en hun eigenschappen §7 extra 3-koloms opmaak voor vwoH2 Stoffen en hun eigenschappen

4342

Marjolein de Wild

Marjolein de Wild

opvatt ingimpressie-

556214

Marjolein de Wild

Marjolein de Wild

Marjolein de Wild

Marjolein de Wild

Marjolein de Wild