onderzoeksverslag move well feel better

51
Move Well, Feel Better Naam en studentnummer: Afke Bloemhof 319178 [email protected] Amanda Garlich 325651 [email protected] Opleiding: Academie voor Verpleegkunde Uitstroomprofiel: GGZ Progresscode: HVVH90DG3 Actieonderzoek naar de ontwikkeling van een IRB-module gericht op bewegen en ontspannen

Upload: vuxuyen

Post on 11-Jan-2017

239 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

1

Move Well, Feel Better

Naam en studentnummer: Afke Bloemhof 319178

[email protected]

Amanda Garlich 325651

[email protected]

Opleiding: Academie voor Verpleegkunde

Uitstroomprofiel: GGZ

Progresscode: HVVH90DG3

Actieonderzoek naar de ontwikkeling van een IRB-module gericht op bewegen en ontspannen

Page 2: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

2

Samenvatting

Dit actieonderzoek is verricht in opdracht van het lectoraat Rehabilitatie en is een deelproject van het programma ‘Zo kan het ook’ van Promens Care. De vraagstelling die centraal stond was: ‘Hoe ziet de inhoud van een op de Individuele Rehabilitatie Benadering gebaseerde module over het verkennen, kiezen, verkrijgen en behouden van ontspanning- en bewegingsactiviteiten eruit voor mensen met een ernstige psychische beperking?”. De daarop aansluitende doelstelling luidde: “Binnen 20 weken is er een module ontwikkeld die mensen met een ernstige psychische beperking ondersteunt in het kiezen, verkrijgen en behouden van een gezonde balans als het gaat om bewegen en ontspannen”.

De cyclus van actieonderzoek is tijdens dit onderzoek driemaal doorlopen. De fasen die daarbij voorbij kwamen waren de voorfase, oriëntatiefase, diagnostische fase, ontwikkelfase en de actiefase. Er is gestart met het vormen van een theoretisch kader, waar verdieping is gezocht in de volgende onderwerpen; uitgangspunten van de IRB, specifieke kenmerken van de doelgroep, effecten van bewegen en ontspannen op herstel, al reeds ontwikkelde modules en belangrijke aspecten voor de vormgeving. Naar aanleiding van de ondervindingen is de eerste versie van de module opgezet. Deze is voorgelegd aan een panel van deskundigen, onder andere op het gebied van IRB, beweging en ontspanning en ervaringsdeskundigen. Om de leesbaarheid te bevorderen is de gekregen feedback omgezet naar zakelijk taalgebruik en vervolgens in tabellen geplaatst. Na overleg is besloten welke feedback wel en welke feedback niet toegepast werd. Na het aanpassen van de module is de dezelfde cyclus nogmaals doorlopen, met als resultaat ‘Move well, Feel better’, een op de IRB-gebaseerde module gericht op bewegen en ontspannen.

De module is ontwikkeld voor volwassen mensen met een ernstige psychische beperking en bestaat uit 6 hoofdstukken met verschillende onderdelen. Er wordt gestart met het verkennen van de wensen. Bij volgende de fase wordt er een doel gekozen, waarna de deelnemer gaat kijken hoe de doelen verkregen kunnen worden. De laatste fase ‘behouden’ heeft nog geen invulling gekregen. In de module zijn diverse opdrachten verwerkt. Onder andere educatie, herinneringen aan eerdere fysieke activiteiten en sociale aspecten komen aan bod, omdat dit belangrijk is bij het vergroten van het gevoel van controle en empowerment. Daarnaast draagt kennis bij aan de motivatie voor gedragsverandering. Elke deelnemer wordt gezien als een uniek, geheel persoon en hun eigen verlangens staan centraal. Dit komt naar voren in opdrachten waarin gevraagd wordt naar herinneringen, karaktereigenschappen, capaciteiten en motivatie. De nadruk ligt op de mogelijkheden en niet op de beperkingen, wat ook de reden is dat de module voor een breed publiek te gebruiken is. Belangrijk is ook dat naar autonomie en wordt gestreefd omdat dit het gevoel van eigenwaarde en –kracht bevordert.

In de discussie wordt benadrukt dat de ontwikkelde module één van de mogelijke resultaten is. Hoewel getracht is zo transparant mogelijk te werken heeft subjectiviteit wel degelijk een rol gespeeld. De gebruikte methode bleek een geschikte keuze te zijn omdat de module meerdere aanpassingen nodig had. De deskundigheid van de panelleden is gebleken door de kritische feedback. Doordat de deskundigheid per panellid erg verschilde is de module vanuit meerdere invalshoeken bekeken, maar het bewegingsgedeelte werd enigszins onderbelicht. Ten slotte worden er een aantal aanbevelingen gedaan. Om de module in de praktijk te implementeren zal deze nog van een derde feedbackronde voorzien moeten worden. Bij voorkeur gebeurt dit met hetzelfde panel. Wanneer de module in de praktijk gebruikt gaat worden, wordt aanbevolen om begeleiders aan te stellen. Het is belangrijk dat zij getraind zijn in de methodiek van de IRB om de module op de juiste wijze te gebruiken. Dit kan met behulp van de trainingsmodules van de IRB, maar er zou ook een aparte docentenhandleiding ontworpen kunnen worden zodat dit beter aansluit bij de module.

Page 3: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

3

Inhoudsopgave Samenvatting ........................................................................................................................................... 2

Voorwoord .............................................................................................................................................. 5

Inleiding ................................................................................................................................................... 6

1. Onderzoeksmethodiek ................................................................................................................... 8

1.1 Vraagstelling, doelstelling, kernbegrippen .............................................................................. 8

1.1.1 Vraagstelling en doelstelling ......................................................................................................... 8

1.1.2 Definiëring begrippen ................................................................................................................... 9

1.1.3 Module .......................................................................................................................................... 9

1.2 Onderzoeksdesign ................................................................................................................ 10

1.2.1 Voorfase ...................................................................................................................................... 10

1.2.2 Oriëntatiefase ............................................................................................................................. 11

1.2.3 Diagnostische fase ...................................................................................................................... 12

1.2.4 Ontwikkelingsfase ....................................................................................................................... 13

1.2.5 Actiefase ..................................................................................................................................... 14

1.3 Ethische verantwoording ...................................................................................................... 14

2. Theoretisch kader ......................................................................................................................... 15

2.1 Doelgroep .............................................................................................................................. 15

2.1.1 Specifieke kenmerken ................................................................................................................. 15

2.1.2 Bevorderende factoren ten aanzien van bewegen en ontspannen ............................................ 15

2.1.3 Belemmerende factoren ten aanzien van bewegen en ontspannen .......................................... 16

2.2 Uitgangspunten van de Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB) ..................................... 17

2.2.3 Uitgangspunten........................................................................................................................... 17

2.2.2 Missie .......................................................................................................................................... 17

2.2.3 Waarden ..................................................................................................................................... 17

2.2.4 Doelen IRB ................................................................................................................................... 18

2.2.5 Verkennen ................................................................................................................................... 18

2.2.6 Kiezen .......................................................................................................................................... 18

2.2.7 Verkrijgen .................................................................................................................................... 18

2.2.8 Behouden .................................................................................................................................... 19

2.3 Effecten van bewegen en ontspannen op herstel ................................................................ 19

2.3.1 Beweging ..................................................................................................................................... 19

2.3.2 Ontspanning ................................................................................................................................ 19

2.4 Bestaande modules..................................................................................................................... 20

2.4.1 Health4U ..................................................................................................................................... 20

2.4.2 30 minuten bewegen .................................................................................................................. 20

2.4.5 Minddistrict ................................................................................................................................. 21

2.4 Vormgeving module .............................................................................................................. 21

2.5.1 Frequentie en duur ..................................................................................................................... 21

Page 4: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

4

2.5.2 Interventies ................................................................................................................................. 22

2.5.3 Opbouw ...................................................................................................................................... 22

3. Onderzoeksrondes ........................................................................................................................ 23

3.1 Opzet conceptmodule ........................................................................................................... 23

3.1.1 Bestaande modules..................................................................................................................... 23

3.1.2 Uitgangspunten IRB .................................................................................................................... 23

3.1.3 Doelgroep ................................................................................................................................... 25

3.1.4 Vormgeving ................................................................................................................................. 25

3.2 Aanpassingen module na feedbackronde I ........................................................................... 26

3.2.1 Panel ........................................................................................................................................... 26

3.2.2 Aanpassingen .............................................................................................................................. 26

3.3 Aanpassingen module na feedbackronde II .......................................................................... 27

3.3.1 Panel ........................................................................................................................................... 27

3.3.2 Aanpassingen .............................................................................................................................. 27

3.3.3 Overzicht respons panelleden .................................................................................................... 29

4 Slotbeschouwing ........................................................................................................................... 30

4.1 Discussie ................................................................................................................................ 30

4.1.1 Resultaten ................................................................................................................................... 30

4.1.2 Methodologie .............................................................................................................................. 31

4.2 Conclusie ............................................................................................................................... 32

4.3 Aanbevelingen ....................................................................................................................... 33

Bronvermelding ................................................................................................................................. 34

Bijlagen .................................................................................................................................................. 38

Bijlage 1: Feedbackronde I ................................................................................................................ 39

Bijlage 2: Feedback ronde II .............................................................................................................. 44

Bijlage 3; Module ‘Move well, Feel better’ ....................................................................................... 51

Page 5: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

5

Voorwoord Binnen het lectoraat Rehabilitatie kwam de vraag naar een module, gebaseerd op de individuele rehabilitatie benadering, gericht op bewegen en ontspannen. Dit is een onderdeel van het onderwijsprogramma van de afstudeerfase HBO-verpleegkunde. Met veel plezier hebben wij hier de afgelopen 20 weken aan gewerkt. Het resultaat is dit onderzoek en bijbehorende module “Move Well, Feel Better”.

Tijdens het maken van de module is de samenwerking goed verlopen. We hadden beide verschillende kwaliteiten en vulden elkaar goed aan. Bijzonder is dat er nagenoeg geen tegenslagen zijn geweest. We hebben veel geleerd van deze manier van onderzoek doen en vonden het fijn dat we er stukje van ons eigen creativiteit en ideeën in kwijt konden.

Afgelopen semester hebben we deskundige en plezierige begeleiding gehad van Jannie Boomsma, die zowel ons opdrachtgever als begeleider was. We willen haar bedanken voor haar opbouwende feedback, vertrouwen in ons en medewerking aan het onderzoek. Ook het panel van deskundigen die zich voor dit onderzoek heeft ingezet willen we op deze manier bedanken voor hun kritische blik.

We hopen dat het resultaat van dit onderzoek een waardevolle bijdrage is aan de onderzoekslijn en aan het project van Promens Care!

Afke Bloemhof en Amanda Garlich

Page 6: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

6

Inleiding In de westerse samenleving is de welvaart de afgelopen decennia enorm toegenomen. Hiermee zijn ook bepaalde ziektes (onder andere obesitas, hart- en vaatziekten, diabetes, COPD en kanker) toegenomen die ontstaan door leefgewoonten die nauw samenhangen met de moderne welvaart. Een kwart van de ziektelast van welvaartsziekten is toe te schrijven aan risicofactoren zoals roken, excessief alcoholgebruik en te weinig lichaamsbeweging (Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, 2011). Uit wetenschappelijk onderzoek naar preventieve maatregelen is gebleken dat leefstijlverandering effectief kan zijn om deze ziekten te voorkomen (Lakerveld, Bot, Chinapaw, Tulder, Oppen, Dekker & Nijpels, 2008).

De behoeftes ten aanzien van de fysieke gezondheid van mensen met een psychische beperking zijn een lange tijd over het hoofd gezien door zorgverleners in zowel de eerste- als tweedelijnszorg, maar de laatste jaren komt hier steeds meer aandacht voor (Robson & Gray, 2006). Uit een Brits onderzoek is gebleken dat mensen met een ernstige psychische beperking gemiddeld 15 jaar korter leven dan de rest van de bevolking (Chang, Hayes, Perera, Broadbent, Fernandes, Lee, Hotopf, Stewart, 2011). De oorzaak van deze lage levensverwachting is naast een verhoogde kans op suïcide een verhoogd risico op somatische aandoeningen (Weinmann, Read & Aderhold, 2009). Deze aandoeningen ontstaan vaak door factoren die samenhangen met de (welvaart)ziekte zelf, zoals verkeerde gewoontes in de leefstijl en bijwerkingen van medicatie. Van der Stel (2005) zegt dat op grond van de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek vastgesteld kan worden dat fysieke activiteit niet alleen gunstig is voor de preventie van chronische somatische aandoeningen, maar ook effectief is voor de behandeling van psychische stoornissen. Uit het literatuuronderzoek van Dorenbos en Visser (2010) is gebleken dat een bewegingsprogramma de lichamelijke gesteldheid, sociale gedrag en –vaardigheden, zelfwaardering en algemeen psychisch welbevinden verbetert. Bovendien vermindert het de ervaring van depressieve symptomen. Deze gezondheidseffecten staan echter niet op zichzelf, ook voeding, niet roken en matig alcoholgebruik dragen hieraan bij (Van der Stel, 2005). Zowel internationaal als nationaal zijn er modules, programma’s en trainingen ontworpen gericht op aspecten van een gezonde leefstijl. Het Nederlands instituut voor Sport en Bewegen (NISB) heeft het BRAVO-Kompas ontwikkeld, dat staat voor de thema’s bewegen, roken, alcohol, voeding en ontspanning. Al ontwikkelde programma’s zijn onder andere de vaardigheidstraining Health4U (Health4U, nd), de online module Mentaal Vitaal (Trimbos Instituut, 2010), het Wellness Recovery Action Plan (Copeland, 1992) en het Belgische programma Fit in je hoofd, Goed in je vel (Vlaamse overheid, 2006). Deze modules zijn echter niet gebaseerd op de rehabilitatiebenadering. De Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB) is een methode om mensen met psychische beperkingen te ondersteunen bij het realiseren van hun wensen op het gebied van wonen, werken, leren, dagbesteding en sociale contacten. De drie hoofddoelen zijn het herstellen of verbeteren van rol/functioneren op deze gebieden, toename van de maatschappelijke participatie en herstel van het gevoel van eigenwaarde en –kracht. De laatste jaren zijn er verscheidene effectonderzoeken uitgevoerd naar de IRB. Er zijn zowel directe als indirecte bewijzen voor de effectiviteit van de IRB (Korevaar, Dröes & Van Wel, 2010). Personen die IRB begeleiding krijgen, slagen er na een jaar bijna twee keer zo vaak in om hun doelen helemaal te behalen dan cliënten die andere vormen van rehabilitatiegerichte begeleiding krijgen (Swildens, Busschbach, Michon, & Kroon, 2007). Binnen het lectoraat Rehabilitatie van de Hanze Hogeschool is in september 2007 de onderzoekslijn Wellness gestart. Het doel hiervan is mensen met langdurende psychische beperkingen te ondersteunen bij het ontplooien van activiteiten die hun welbevinden bevorderen. Er zijn inmiddels verschillende onderzoeken gedaan naar verschillende aspecten van wellness, met onder andere als resultaat het cursusboek ‘Verandering van Spijs’, een op de IRB gebaseerde module gericht op voeding.

Page 7: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

7

Promens Care, een organisatie die mensen met een beperking helpt om zo normaal mogelijk leven te leiden (Promens Care, nd), is in 2010 gestart met het programma ‘Zo kan het ook’. Een van de drie deelprojecten is het ontwikkelen van een module binnen het Wellnessprogramma gericht op bewegen en ontspannen. Hiervoor heeft Promens Care de expertise van het lectoraat Rehabilitatie ingeschakeld, omdat zij ervaring heeft met het ontwikkelen van IRB modules. Nadat er behoefte-inventarisatie is uitgevoerd onder mensen met een psychische beperking (Pol en Polman, 2008) en door middel van literatuurstudie onderzocht is aan welke aspecten een bewegingsprogramma voor mensen met een psychische beperking moet voldoen om effectief te zijn in het verbeteren van het welbevinden (Dorenbos en Visser, 2010), is nu de fase aangebroken waarin onderzoek gedaan wordt naar de invulling van een module gericht op bewegen en ontspannen. Het doel hiervan is om een bijdrage te leveren aan het welzijn van mensen met een psychische beperking. De rol van verpleegkundige wordt in dit onderzoek vormgegeven door vernieuwing en kwaliteitsverbetering te leveren op het gebied van wellness vanuit de IRB. Het resultaat van het onderzoek levert een bijdrage in de beroepspraktijk in de vorm van een op de IRB gebaseerde module gericht op bewegen en ontspannen. Deze nieuwe module kan gebruikt worden als verpleegkundige interventie bij mensen met een psychische beperking die veranderwensen hebben op het gebied van leefstijl, om zo hun gezondheid te bevorderen. Het gaat bij dit onderzoek om selectieve, geïndiceerde preventie aan de hand van GVO (gezondheidsvoorlichting en opvoeding). Het doel is om risicofactoren, welvaartsziekten, verkorte levensduur bij mensen met een psychische beperking en een inactieve leefstijl uiteindelijk terug te dringen. Daarnaast bleek uit het literatuuronderzoek van Dorenbos en Visser (2010) dat binnen een bewegingsprogramma een verpleegkundige de aangewezen persoon is om samen te werken met alle andere disciplines en daar ook coördinerende taak in heeft. Twee belangrijke functies van de verpleegkundige zijn hierbij het geven van voorlichting en het toepassen van gezondheidsbevorderende interventies. De opbouw van het verslag ziet er als volgt uit:

1. Onderzoeksmethodiek; Hierin worden ten eerste de doelstelling, vraagstelling en deelvragen genoemd. Een aantal begrippen worden gedefinieerd. De keuze voor het gebruikte design wordt beargumenteerd en per fase wordt toegelicht wat de stappen waren. Zo wordt inzichtelijk gemaakt hoe de onderzoekers te werk zijn gegaan.

2. Theoretisch kader; In een aantal relevante onderwerpen wordt verdieping gezocht, onderverdeeld in paragrafen. Aan de hand van literatuur en artikelen wordt het kader neergezet waarbinnen dit onderzoek plaatsvindt. Dit hoofdstuk is tevens de eerste ronde van de dataverzameling.

3. Onderzoek; De cyclus die doorlopen is wordt per fase beschreven. Hierin komt de dataverzameling, data-analyse en verwerking van de resultaten aan bod. Er wordt onderbouwd en beargumenteerd hoe de informatie verwerkt is in de module.

4. Slotbeschouwing; Hierin wordt zowel het proces als het product geëvalueerd. Daarbij zullen een aantal methodologische kanttekeningen worden geplaatst. Daarnaast wordt er antwoord gegeven op de centrale vraagstelling en worden er aanbevelingen gedaan.

Page 8: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

8

1. Onderzoeksmethodiek

1.1 Vraagstelling, doelstelling, kernbegrippen

1.1.1 Vraagstelling en doelstelling Naar aanleiding van de vraag vanuit het lectoraat Rehabilitatie, is de volgende vraagstelling voor dit onderzoek geformuleerd:

Hoe ziet de inhoud van een op de Individuele Rehabilitatie Benadering gebaseerde module over het verkennen, kiezen, verkrijgen en behouden van ontspanning- en bewegingsactiviteiten eruit voor mensen met een ernstige psychische beperking?

De doelstelling van dit onderzoek luidt: Binnen 20 weken is er een module ontwikkeld dat mensen met een ernstige psychische beperking ondersteunt in het kiezen, verkrijgen en behouden van een gezonde balans als het gaat om bewegen en ontspannen.

Deze module is gericht op vergroten van kennis en bewustwording, op ondersteuning bij bepalen van persoonlijke doelen, op het onderzoeken van alternatieven en op leren van tips & technieken (Projectplan Promens Care, 2011). Om de vraagstelling uiteindelijk helder en volledig te kunnen beantwoorden, zijn er een aantal deelvragen opgesteld. De deelvragen komen deels terug in het theoretische kader, wat ook de basis was voor de eerste opzet van de conceptmodule. - Wat zijn de hoofdkenmerken van een IRB module? Om een goede IRB module te kunnen maken zal eerst helder moeten worden wat de uitgangspunten van deze methode zijn. De visie, missie en waarden moeten duidelijk zijn, evenals de stappen waarmee de IRB werkt. - Welke modules op het gebied van beweging en ontspanning zijn er al voor mensen met een

psychische beperking? Eerder ontworpen modules kunnen handvaten bieden om een conceptmodule op te zetten. Werkzame onderdelen kunnen in een nieuw jasje gestoken worden, maar tegelijkertijd kan gekeken worden wat de zwakke punten zijn van bestaande modules. - Welke behoeftes en belemmeringen ervaren mensen met een psychische beperking om deel te

kunnen nemen aan beweging- en ontspanningsactiviteiten? De doelgroep waarvoor de module ontworpen moeten begrepen worden. Het is belangrijk om te weten waar de doelgroep tegenaan kan lopen, zodat hier rekening mee gehouden kan worden. Dit bevordert uiteindelijk de werkbaarheid en effectiviteit van de module. Deze deelvraag richt zich dus puur op de ervaringen van de doelgroep. - Wat hebben mensen met een psychische beperking nodig om deel te kunnen nemen aan

ontspanning- of bewegingsactiviteiten? Deze deelvraag richt zich meer op hulp van buitenaf. Bijvoorbeeld interventies die hulpverleners kunnen plegen om mensen met een psychische beperking te ondersteunen in het ondernemen van ontspanning- of bewegingsactiviteiten, maar ook sociale contacten of praktische hulp.

Page 9: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

9

1.1.2 Definiëring begrippen

Module ‘Een module is een meer of minder zelfstandig onderdeel van een groter geheel. De module is via een zo smal mogelijke verbinding (interface) met het groter geheel gekoppeld. Bijvoorbeeld een module als meer of minder losse bouwsteen van een programma; in het onderwijs een afgebakend deel van de volledige opleiding zoals de module muzikale vorming als onderdeel van de lerarenopleiding’ (De Vree, nd).

Ontspanningsactiviteit Ontspannen is het tegenovergestelde van inspanning. Het betekent tot rust komen, zowel geestelijk al lichamelijk. De manier waarop dit gebeurd kan voor iedereen anders zijn. Voldoende ontspanning is noodzakelijk voor lichaam en geest om te herstellen, in balans te komen en alle indrukken die men op een dag opdoet te verwerken (GezondheidVanBinnenuit, 2012).

Beweginsactiviteit Beweging is een synoniem voor lichamelijke activiteit. Lichamelijke activiteit omvat behalve sporten ook diverse bewegingsvormen in de vrije tijd en tijdens dagelijkse verplichtingen. Onder bewegen in de vrije tijd wordt bijvoorbeeld dansen, fietsen of wandelen verstaan. Lichamelijke activiteit verschilt in intensiteit. Bij licht intensieve lichamelijke activiteit is er vaak geen sprake van verhoogde hartslag of versnelde ademhaling. Matig intensieve lichamelijke activiteit zorgt voor een verhoogde hartslag, stijging van lichaamstemperatuur en een versnelde ademhaling. Bij zwaar intensieve lichamelijke activiteit gaat iemand zweten en raakt buiten adem (Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2008).

Psychische beperking Onder een psychische beperking wordt een belemmering verstaan waar een persoon mee te maken in het vormgeven en leiden van diens leven heeft, ten gevolge van een psychische aandoening. De Online Encyclopedie (nd) geeft de volgende definitie van psychische aandoening: “Geestelijke verschijnselen die worden gekenmerkt door plotselinge (acute), aanhoudende (chronische) of steeds terugkerende (recidiverende) storende of bedreigende gevoelens, gedachten, gedragingen en/of lijden.”

Rehabilitatie Mensen met een ernstige, langdurige beperkingen helpen beter te functioneren, zodat ze met succes en tevredenheid kunnen wonen, werken, leren en sociale contacten kunnen hebben in de omgeving van eigen keuze, met zo min mogelijk professionele hulp (Anthony, Cohen, Farkas & Gagne, 2002).

Individuele rehabilitatie benadering Rehabilitatie is een benadering waar mensen met beperkingen ondersteund worden bij het verkennen, kiezen, verkrijgen en behouden van hun eigen doelen zodat zij tevreden en succesvol zijn in hun activiteiten en in hun deelname aan de samenleving. De ondersteuning kan bestaan uit individuele begeleiding of normalisatie/aanpassing van het milieu. Er wordt gestreefd zo weinig mogelijk professionele ondersteuning in de praktijk (Korevaar en Droës, 2008).

Page 10: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

10

1.2 Onderzoeksdesign Als onderzoeksdesign is gekozen voor een actieonderzoek (AO). Deze vorm van onderzoek is van kwalitatieve aard. Volgens Migchelbrink (2007) is actieonderzoek een onderzoekswijze die zich bezighoudt met praktische problemen die mensen ondervinden in hun dagelijks handelen in hun woon/leefsituatie, werksituatie of beroepspraktijk. Dit design is gekozen omdat het doel van dit onderzoek is om een module te ontwikkelen. De verzamelde data wordt niet alleen verwerkt, maar ook bewerkt tot een bruikbaar concept in de praktijk. Omdat het belangrijk is dat een dergelijke module goed aansluit bij de behoeften van de doelgroep moet er nauw samenwerkt worden met de praktijk. Migchelbrink (2007) schetst de hoofdlijnen van de methodiek van actieonderzoek.

De keuze voor dit design is gemaakt omdat het doel van dit onderzoek is om een module te ontwikkelen. De verzamelde data wordt niet alleen verwerkt, maar ook bewerkt tot een bruikbaar concept in de praktijk. AO is een middel om mensen te helpen om bepaalde aspecten in hun leven te veranderen, wat perfect aansluit op het doel van dit onderzoek. Omdat het belangrijk is dat een dergelijke module goed aansluit bij de behoeften van de doelgroep moet er nauw samenwerkt worden met de praktijk. Migchelbrink (2007) schetst de hoofdlijnen van de methodiek van actieonderzoek. Methodisch gezien is actieonderzoek een cyclus van vijf fasen.

Figuur 1

In figuur 1 staat schematisch weergeven hoe het onderzoeksproces ongeveer zal verlopen. Er is begonnen met deskresearch te verrichten naar relevante onderwerpen. Aan de hand van de uitkomsten is een conceptmodule ontwikkeld, die vervolgens is voorgelegd aan een panelgroep. Met hen is overlegd en gediscussieerd zodat de conceptmodule aangevuld en aangepast kon worden. De cyclus heeft zicht meerdere malen herhaald en de fasen verliepen niet in een vaste volgorde, waardoor het een flexibel en interactief proces was. De methodiek zal nu nader toegelicht worden, met als leidraad de fasen van actieonderzoek.

1.2.1 Voorfase De eerste fase van actieonderzoek is de voorfase. Hierin is het doel van het onderzoek verhelderd door middel van het onderzoeksvoorstel. Ook zijn de steekproef en populatie beschreven.

Steekproef en populatie De populatie van dit actieonderzoek zijn volwassen mensen tussen de 18-65 jaar met een ernstige psychische beperking. De operationele populatie zijn volwassen mensen met ernstige psychische beperking die een veranderwens hebben op het gebied bewegen en ontspannen. De reden dat populatie niet specifieker is afgebakend (bijvoorbeeld volwassen mensen met een depressie), komt voort uit het feit dat rehabilitatie zich richt op de mogelijkheden van elke persoon. De beperking staat niet centraal, waardoor de module voor een brede doelgroep bruikbaar is. Omdat de data

Page 11: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

11

verzameld is door middel van deskresearch en gesprekken met een panelgroep is er geen sprake van een steekproef. Tijdens het ontwikkelen van de module is de mening van een aantal deskundigen gevraagd, die samen een panelgroep vormden. Deze contacten zijn benaderd door de projectleidster en opdrachtgever Jannie Boomsma. De reden hiervoor is dat zij door haar functie en netwerk gemakkelijker in staat is om deze personen te bereiken. Een overzicht van de panelleden is te vinden op in tabel 1.

Tabel 2

1.2.2 Oriëntatiefase In deze fase staat oriëntatie en verdere verkenning centraal. In dit terugkomende onderdeel is het belangrijk dat duidelijk is wat de huidige situatie en wat de gewenste situatie is. De beginsituatie is bijvoorbeeld dat nog niet duidelijk is wat er nodig is voor de conceptmodule en hoe die eruit moet komen te zien. De gewenste situatie is dat duidelijk is welke bestanddelen nodig zijn voor de conceptmodule en wat de vormgeving van de module moet zijn.

Deskresearch Er is deskresearch gedaan naar onderwerpen die relevant zijn om een eerste concept op te stellen van een IRB module gericht op bewegen en ontspannen.

Doelgroep: Om een module te ontwikkelen die aansluit bij de behoeften van de doelgroep, zijn de specifieke kenmerken van de doelgroep beschreven. Met welke beperkingen kampen mensen met een ernstig psychische beperking, welke belemmeringen hebben ze als het gaat om het ondernemen van beweging- en ontspanningsactiviteiten. Ook is er gekeken welke factoren of interventies de doelgroep kan stimuleren om beweging- en ontspanningsactiviteiten uit te voeren.

Uitgangspunten van de IRB: Omdat de module gebaseerd is op de IRB, is er eerst gekeken wat de uitgangspunten, missie en waarden van de IRB zijn. Ook de fasen van de IRB zijn beschreven, zodat ze vervolgens op de juiste wijze toegepast konden worden in de module. Effecten van bewegen en ontspannen: Dit is belangrijk om te verantwoorden waarom er een module gericht op bewegen en ontspannen is gemaakt. Hierin zullen de positieve effecten van bewegen en ontspannen nader toegelicht worden.

Bestaande (inter)nationale modules: Om te voorkomen dat er dubbel werk verricht wordt, is eerst gekeken welke modules er al bestaan op het gebied van bewegen en ontspannen. Er is met name gelet

Naam Deskundigheid

Anton Bloemhof Ervaringsdeskundige 1

Chris Helweg Ervaringsdeskundige 2

Franca Hiddink Docent IRB 1

Wilma de Vries Verpleegkundig specialist; ontspanning en beweging

Jeanet Bonnen Coördinator scholing en vorming Promens Care

Els Luijten Docent IRB 2

Arne van den Bos Docent Toegepaste psychologie

Annemarie Zijlstra Docent IRB 3

Angelique Smid Projectleider GGZ in beweging – Promens Care

Peter van den Ende Senioronderzoeker Lectoraat Rehabilitatie

Lies Korevaar Lector van het Lectoraat Rehabilitatie

Frederique Jorg Senioronderzoeker Rob Giel onderzoekscentrum Rijksuniversiteit Groningen

Page 12: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

12

op welke aspecten van de IRB er in voorkwamen en welke onderdelen bruikbaar waren voor de conceptmodule van dit onderzoek.

Vormgeving module: Er is gekeken welke vormgeving past bij de doelgroep. Daarbij is gelet op de grootte van de module, de lengte van de hoofdstukken, taalgebruik en de moeilijkheidsgraad. Daarnaast is gezocht naar een geschikte inhoud en welke onderdelen daarbij aan bod moeten komen. Ten slotte zijn er een aantal strategieën/interventies gevonden die de effectiviteit van de module kunnen verhogen. Er is gestreefd om zoveel mogelijk wetenschappelijke bronnen te gebruiken. Deze zullen in de mediatheek van de Hanze Hogeschool en in databanken gezocht worden. Er is voor de volgende databanken gekozen omdat uit eerdere ervaringen blijkt dat hier veelal volledige (full text) en gezondheid gerelateerde artikelen in te vinden zijn:

• Bohn Stafleu van Loghum • Cochrane (Engels) • Google Scholar • Jahonline • Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) (Nederlands en Engels) • PubMed (Engels) • Science Direct

De bronnen/artikelen moeten aan een aantal selectiecriteria voldoen. Ten eerste moeten ze in het Nederlands of Engels gepubliceerd zijn. Om de betrouwbaarheid en actualiteit van de gegevens te waarborgen mogen de artikelen niet ouder zijn dan tien jaar (> 2002). De bronnen moeten wetenschappelijk onderbouwt zijn (evidence based). Naast wetenschappelijke artikelen zijn er ook samenvattingen van wetenschappelijke onderzoeken, afstudeerscripties, websites en boeken gebruikt.

1.2.3 Diagnostische fase Bij de diagnostische fase wordt er een gezamenlijke diagnose gemaakt van de situatie. In dit geval houdt dit in dat de conceptmodule wordt voorgelegd aan een panel van deskundigen. De verschillende rollen en inzichten van de panelgroep zorgen voor een brede en gevarieerde inbreng (Migchelbrink, 2007). De verschillende aspecten van de conceptmodule worden zo kritisch bekeken.

Dataverzameling Actieonderzoek is een proces waarbij de verschillende fasen meerdere malen doorlopen zullen worden. Dit heeft tot gevolg dat de dataverzameling tijdens verscheidene fasen plaatsvindt. Informatie voor het opstellen van de eerste conceptmodule is verkregen door deskresearch (beschreven bij de oriëntatiefase). Vervolgens vonden er face to face plaats met de panelgroep. Bij deze vorm van dataverzameling reageert een vaste groep respondenten periodiek op bepaalde onderwerpen, in dit geval op een IRB module gericht op bewegen en ontspannen (Inview Veldwerk, nd). Ook werd er via e-mail feedback ontvangen. Op deze manier konden de ontwikkelingen nauwkeurig worden bijgehouden.

Er zijn drie bijeenkomsten van elk 1,5 uur gepland verspreid over 10 weken. Er werd voor drie bijeenkomsten gekozen omdat er slechts beperkt de tijd is en het lastig is om een groep mensen bij elkaar te krijgen in verband met beschikbaarheid. Ruim van tevoren kregen de panelleden een e-mail met daarin informatie over het onderzoek, de context waarin dit plaatsvindt, het verzoek om deel te nemen aan de panelgesprekken en de data waarop de gesprekken plaatsvinden. Daarnaast werd nieuwste conceptversie toegestuurd. Er zijn een aantal algemene vragen gesteld en verder een aantal specifieke vragen voor bepaalde deskundigen. De feedback is zowel face to face als per e-mail gegeven. Vervolgens is deze feedback geanalyseerd en verwerkt in de tweede versie van de conceptmodule. De volgende feedback is gevraagd;

Page 13: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

13

Iedereen - Taalgebruik. Is het te moeilijk of juist te simpel? - Vormgeving. Spreekt de vormgeving aan? - Lengte van de hoofdstukken

Rehabilitatie deskundigen

- Hebben we de IRB methodiek juist toegepast? Wat kan anders/beter? - Passen de opdrachten/oefeningen bij de IRB methodiek?

Bewegings- en ontspannings-deskundigen

- Zou het een optie zijn om de deelnemers concrete oefeningen uit te laten voeren?

- Is de verhouding tussen beweging en ontspanning juist?

Generaliseerbaarheid De module wordt ontwikkeld voor alle volwassen mensen tussen de 18 en 65 jaar met een ernstige psychische beperking die een veranderwens hebben op het gebied van bewegen en/of ontspannen. Op basis van de deskundigheid van de panelleden wordt getracht een module te ontwikkelen die landelijk bruikbaar is. Als de module klaar is zal deze getest moeten worden op effectiviteit om de generaliseerbaarheid te kunnen bevestigen.

Validiteit De validiteit moet beoordeeld worden door de panelleden. Er wordt een beroep gedaan op hun deskundigheid en kritische blik, zodat de module een bruikbaar concept gaat worden. In vervolgonderzoek naar de effectiviteit van de module zal onderzocht moeten worden of de module daadwerkelijk datgene bewerkstelligd waarvoor de module bedoeld is, namelijk mensen met een psychische beperking ondersteunen in het kiezen, verkrijgen en behouden van beweging- en ontspanningsactiviteiten.

Betrouwbaarheid Er werd gestreefd om zoveel mogelijk wetenschappelijke artikelen te gebruiken voor de informatieverzameling. Er waren echter niet genoeg bruikbare wetenschappelijke artikelen te vinden, waardoor is er ook gekeken naar beter toepasbare bronnen zoals bestaande modules, boeken, artikelen, etc. Dit is omdat wetenschappelijke artikelen niet vaak voor concrete oefeningen of interventies te gebruiken zijn binnen de IRB. Ook werd er tijdens het onderzoek een logboek bijgehouden, zodat de gemaakte beslissingen en keuzes achterhaalbaar zijn. Er is nauw contact gehouden met de opdrachtgever en begeleider over de opzet en duitvoering.

1.2.4 Ontwikkelingsfase

Data-analyse In de vorige fase is vastgesteld wat er verbeterd kan worden aan de conceptmodule. De volgende stap betrof het geschikt maken en uitwerken van de ideeën over de verbetering van de conceptmodule. Om de verkregen informatie te implementeren werd de verkregen informatie eerst geanalyseerd. In plaats van geluidsopnames dienden de e-mails met de feedback en de aantekeningen uit het gesprek als basismateriaal voor de analyse. Via inhoudelijke ordening werd een overzicht verkregen van de feedback. Er werd gezocht naar patronen en samenhang, waarna de informatie gegroepeerd werd. Op deze manier kon beargumenteerd worden welke feedback wel en welke feedback niet toegepast werd. Per fase van de module is gekeken welke feedback hierop gegeven werd en deze is geordend aan de hand van de volgende thema’s: • Vormgeving • Taalgebruik/moeilijkheidsgraad • IRB-methodiek • Verkennen • Kiezen • Verkrijgen • Behouden

Page 14: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

14

1.2.5 Actiefase In de laatste fase van de cyclus is de verbetering toegepast in de conceptmodule. Er is rekening gehouden met het feit dat de tweede conceptmodule waarschijnlijk nog aanpassingen nodig heeft . Dat is de reden waarom de cyclus meerdere malen doorlopen zal moeten worden.

1.3 Ethische verantwoording Tijdens het gehele onderzoek wordt de verpleegkundige geheimhoudingsplicht gehandhaafd. Dit betekent dat er geen privé kwesties van cliënten en/of professionals gepubliceerd worden (Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland, 2007). Aan de deelnemers van de werkgroep is gevraagd of hun namen vermeld mogen worden in het onderzoek

Page 15: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

15

2. Theoretisch kader

2.1 Doelgroep

2.1.1 Specifieke kenmerken De doelgroep van dit onderzoek zijn mensen met een ernstig psychische beperking in de leeftijd van 18 t/m 65 jaar. Volgens Korevaar, Dröes en van Wel (2010) worden mensen met ernstige, langdurige beperkingen die zodanig door hun beperkingen worden belemmerd dat het vervullen van maatschappelijke/ sociale rollen moeizaam gaat. In Nederland lijdt ongeveer 1 op de 5 mensen aan een psychische beperking (Kahn, 2008). Gemiddeld is de levensverwachting voor mensen met een psychische beperking 15 jaar korter dan voor de rest van de bevolking (Chang, Hayes, Perera, Broadbent, Fernandes, Lee, Hotopf, Stewart, 2011). De oorzaak van deze lage levensverwachting is naast een verhoogde kans op suïcide een verhoogd risico op somatische aandoeningen (Weinmann, et al., 2009). In dit hoofdstuk worden vooral de belangrijke kenmerken beschreven die van belang zijn voor de module ‘Move well, Feel better’. 2.1.2 Bevorderende factoren op het gebied van bewegen en ontspannen Nadruk op het sociale aspect van bewegen en ontspannen Iemand kan meer worden gestimuleerd om deel te nemen aan een activiteit met een maatje. De kans is groter dat iemand samen met zijn maatje het langer vol houden om deze activiteit uit te voeren. Hierbij gaat het vooral om het bezoeken van bewegingsactiviteit of bijvoorbeeld de sauna. Ook kan de hulpverlener de eerste paar keer mee gaan om zo iets voor de cliënt te kunnen betekenen (Martinsen, 1990).

Voorlichting geven over het belang van bewegen en ontspannen Voorlichting kan een belangrijke rol spelen bij het ondernemen van een ontspan of bewegingsactiviteit. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van voorlichting over de gezondheidsrisico’s, maar nog belangrijker de positieve aspecten van bewegen en ontspannen (Appelo, Louwerens & de Vries, 2005).

Eigen keuze Mensen moeten kunnen zelf uitkiezen hoe en waar ze graag willen bewegen of ontspannen. Hierbij wordt de voorkeur vaak gegeven aan activiteiten die geen kosten met zich mee brengen en waarbij de eventuele kosten voor aanschaf van materiaal beperkt blijven. Het streven is dat de activiteiten leuk zijn en dat er geen strenge regels aan verbonden zijn.

Vergroten van vaardigheden Vaak hebben mensen met een psychische beperking niet de kennis en vaardigheden om bepaalde activiteiten te kunnen uitvoeren. Ze vinden het lastig om bepaalde oefeningen uit te voeren en het daarbij structureel toe te passen. Hiervoor zouden speciale cursussen op gericht kunnen worden. Zo kan iemand zijn kennis en vaardigheden vergroten voor een deelname aan de gekozen activiteit. Het is belangrijk om aan het einde van elke activiteit aan te geven wat er voor vervolg komt. Mensen moeten op de hoogte zijn van de positieve effecten van de activiteit, ook moeten ze zelf “tools” ontwikkelen om de activiteit voort te kunnen zetten (Daley, 2002).

Individueel of groepsverband Vaak worden er binnen een stichting beweeg- en ontspanningsactiviteiten aangeboden in teamverband, maar niet iedereen vindt het prettig om in groepsverband te bewegen of ontspannen. Het is belangrijk na te gaan of iemand hier gebruik van wil maken of juist wil gaan voor een individueel aanbod, oftewel rekening te houden met persoonlijke voorkeuren.

Page 16: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

16

2.1.3 Belemmerende factoren op het gebied van bewegen en ontspannen Mensen met een ernstige psychische beperking kunnen veel belemmeringen ervaren bij het ondernemen van beweging- of ontspanningsactiviteiten. Door te weten wat deze belemmerende factoren zijn kan hier rekening mee gehouden worden bij het ontwikkelen van de module. Fysieke beperkingen Belemmerende factoren voor de doelgroep om deel te nemen aan fysieke activiteiten zijn onder andere een lage mate van fitheid, moeheid, lichamelijk medische zaken (zoals ziekenhuisopnames), medische afspraken, zich niet lekker voelen, verwondingen (Marzolini, Jensen & Melville, 2009). De belangrijkste oorzaken zijn een sociaal isolement, slechte voedingstoestand, weinig beweging, gewichtstoename en meer klachten van het ziektebeeld. Het is lastig om deze vicieuze cirkel te doorbreken, omdat dit vaak te maken heeft met de bijwerkingen van voorgeschreven medicatie. Bij een verlaging van de medicatie nemen de lichamelijke klachten af, maar nemen de psychische klachten toe. Bij een verhoging van de medicatie werkt het precies andersom. Er wordt van deze cliënten verwacht dat zij door verandering van leefstijl te ondergaan vanuit hun eigen kracht. Dit is echter erg lastig voor deze groep mensen (Appelo, Louwerens & de Vries, 2005).

Emotionele beperkingen Onzekerheid, angst, lage zelfwaardering en een gebrek aan zelfvertrouwen zijn belangrijke emotionele beperkingen die een rol spelen bij het afzien van fysieke activiteit bij mensen met een psychische beperking (Corne & Guy, 2008). Verder verkeren mensen met een psychische beperking in een negatieve vicieuze cirkel (Robson & Gray, 2006). Deelnemers zijn bang voor strenge procedures, verplichte deelname aan het programma en ondervinden angst om mee te moeten doen aan een fysieke activiteit (Camann, 2001, Soundy, Faulkner & Taylor, 2007). Daarnaast is er angst voor blessures en verwondingen. Ook waren er mensen die het eng vonden om buitenshuis te zijn.

Andere beperkingen Mensen met een ernstige psychische beperking hebben vaak een tekort aan ziekte-inzicht (Hasson-Ohayon, Kravetz, Roe, Rozencwaig, & Weiser, 2006). Hierdoor kan iemand zichzelf snel overschatten. Mensen die inactief zijn of een slechte conditie hebben overschatten zichzelf het vaakst, waardoor ze snel ontmoedigt raken (Richardson, Faulkner, McDevitt, Skrinar, Hutchinson & Piette, 2005). Ook hebben mensen met een psychische beperking een verminderde aandacht, stoornissen in het denken, een verminderd vermogen om initiatief te nemen, een afname van sociale contacten, last van afvlakkende gevoelens, stoornissen in de waarnemingen en moeite met het maken van een planning en het organiseren van activiteiten (Kahn, 2008).

Wat uit meerdere onderzoeken naar voren kwam was dat mensen met een psychische beperking een gebrek aan financiële middelen (Corne & Guy, 2008) vervoersproblemen van de woning naar de activiteiten gelegenheid (Richardson et al., 2005) een gebrek aan benodigdheden om bepaalde activiteiten uit te kunnen voeren. Ook slecht weer en de tijd die in de activiteiten gaat zitten kunnen een belemmering zijn voor deze doelgroep (Ussher et al., 2006).

Medicatie Veel van de medicatie die wordt voorgeschreven aan mensen met een psychische beperking hebben een kalmerende werking, wat een vervelend effect heeft op het ondernemen van actieve activiteiten (Robson, Gray, 2006). Deelnemers kunnen zich wat beperkt voelen door het gebruik van medicatie, maar tot dusver is er nog geen gevaar ontdekt ten aanzien van lichamelijk activiteiten (Richardson et al., 2005). De meest voorkomende bijwerkingen zijn gewichtstoename en obesitas (Ward, Jackson, 2005), last van dorst door het gebruik van antipsychotica en andere medicatie zoals stemmingsmedicatie, antidepressiva, medicatie voor hypotensie (Robson, Gray, 2006).

Page 17: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

17

2.2 Uitgangspunten van de Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB)

2.2.3 Uitgangspunten De IRB gaat ervan uit dan mensen met een ernstig psychische aandoening dezelfde wensen hebben als ieder ander mens, maar vaak moeite hebben met het realiseren van deze wensen. De meest voorkomende onvervulde wensen zijn een geschikte dagbesteding, een betaalde baan en voldoende sociale relaties. Dit komt doordat mensen met een psychische aandoening vaak verkeren in ongunstige levensomstandigheden; een laag inkomen, weinig sociale steun en soms langdurige opnames. Daarbij zijn er maatschappelijke barrières zoals stigmatisering, ontoegankelijke instanties en moeilijk begrijpbare regelingen. Dit bij elkaar opgeteld leidt al snel tot een grote maatschappelijke achterstand en ervaren een lage kwaliteit van leven (Kwekkeboom, 2001).

2.2.2 Missie De meest geciteerde missie van de IRB is: “Mensen met ernstige, langdurige beperkingen helpen beter te functioneren, zodat ze met succes en tevredenheid kunnen wonen, werken, leren en sociale contacten kunnen hebben in de omgeving van eigen keuze, met zo min mogelijk professionele hulp” (Anthony, et al., 2002). Dit is gebaseerd op het geloof in groeimogelijkheden van mensen met een psychiatrische beperking, dit tot tegenstelling van de andere vormen van hulpverlening (die meestal nog gericht zijn op het oplossen van problemen). Het element ‘hoop’ is hierbij onmisbaar. Het doel van rehabilitatie is mensen ondersteunen bij het zo zelfstandig mogelijk uitvoeren van activiteiten gericht op maatschappelijke rollen die ze willen vervullen op het gebied van wonen, werken, dagbesteding, vrije tijd, leren en sociale contacten. Het gaat om het overwinnen van belemmeringen die mensen met een psychiatrische beperking in het dagelijks leven tegenkomen en hen ervan weerhoudt rollen te vervullen (Dröes, van Wel & Korevaar, 2008).

2.2.3 Waarden Vanuit de IRB wordt elk mens als een geheel persoon gezien met een eigen levensgeschiedenis, karakter, capaciteiten en beperkingen. De benadering is gebaseerd op een aantal waarden:

• Een persoonlijke benadering waarin de behoeften en wensen van de cliënt centraal staan; • Handelen vanuit de holistische visie; • Een aandoening is iets wat iemand kan hebben, maar niet zelf is. (Iemand met schizofrenie is

dus niet een schizofreen, maar een persoon die lijdt aan schizofrenie); • Het doelgebied van rehabilitatie is het dagelijks functioneren; • Een persoon bevindt zich altijd in een specifieke omgeving (huis, school, werk), daarom is

rehabilitatie omgeving specifiek; • Ook mensen met beperkingen hebben opvattingen over wat prettig en belangrijk is en op basis

van die opvattingen kunnen keuzes gemaakt worden en doelen geformuleerd worden; • Alleen doelen die zelfstandig door de cliënt gesteld zijn gelden als rehabilitatiedoelen. (Anthony,

et al., 2002). Rehabilitatie is gericht op ontwikkelingsmogelijkheden. Elke persoon heeft mogelijkheden tot ontwikkeling en tot het voeren van regie over het eigen leven en de benodigde zorg, het is daarom belangrijk uit te vinden waar die mogelijkheden liggen. Er wordt gestreefd naar autonomie, de cliënt helpen om zo zelfstandig mogelijk te functioneren met zo weinig mogelijk professionele zorg. Ten slotte streeft rehabilitatie naar succes en tevredenheid. Hoewel het perspectief van de cliënt voorrang heeft, wil een goed rehabilitatieproces ook tevredenheid in de omgeving van de cliënt bewerkstelligen (Korevaar, Droës & Van Wel, 2010).

Page 18: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

18

2.2.4 Doelen IRB De IRB is ontwikkeld vanuit de visie dat een persoon met een ernstig psychische beperking in staat is om wensen en doelen te behalen met betrekking tot een rol/functie op de levensgebieden, wonen, werken, activiteiten (vrije tijd), leren, sociale (familie)contacten en financiën. Hieruit zijn een aantal hoofddoelen tot stand gekomen:

• Het herwinnen of verbeteren van rol/functioneren op deze gebieden; • Toename van de maatschappelijke participatie van de cliënt; • Herstel van het gevoel van eigenwaarde en van eigen kracht.

De hieruit volgende resultaten zijn gericht op succes (vanuit de omgeving) en tevredenheid (vanuit de cliënt). Als van beide, succes en tevredenheid, aanwezig is, kun je spreken van een positief resultaat. Het bereiken van de hoofddoelen wordt gedaan door vier fasen heen; verkennen, kiezen, verkrijgen en behouden.

2.2.5 Verkennen In de fase verkennen weet de cliënt nog niet precies wat hij wil. In de meeste gevallen heeft hij een vage wens “ik wil dat er iets verandert” of hij wil graag iets behouden, bijvoorbeeld zijn baan. Als iemand nog niet weet welke veranderwens is het lastig om na te gaan op welk gebied hij zijn doel zal stellen. Samengevat komen deze onderdelen voor in de fase verkennen:

• Er zijn nog onduidelijkheden over het doelterrein, doeltype. • een eerste doelformulering wordt gemaakt. • Ook wordt er gekeken naar hoe graag iemand wil veranderen (voor- en nadelen, motivatie); • op welke manier diegene zich er voor wil inzetten; • in hoeverre iemand ontevreden is over de huidige situatie. • Welke steun iemand nodig denkt te hebben;

2.2.6 Kiezen In de fase van kiezen weet de cliënt op wel gebied hij een doel wil stellen, hierbij moet hij kiezen uit de mogelijkheden die op dat moment beschikbaar zijn. Iemand is op dat moment in staat om te kiezen op een verantwoorde manier en kan een voorkeur geven bij de keuze uit verschillende mogelijkheden. Het resultaat wat iemand in deze fase voor ogen ziet is het doel. Deze bestaat uit een rol die iemand wil vervullen in een bepaalde omgeving (adres) op een vooraf gestelde datum. Ook houdt de fase kiezen in dat iemand daadwerkelijk zich gaat oriënteren (kijken bij een sportschool of vereniging) (Luijten, Korevaar & Dröes, 2008). Samengevat omvat de fase kiezen:

• Eerdere ervaringen die te maken hebben met een doel (bijvoorbeeld herinneringen aan een bepaalde sport die iemand heeft beoefend);

• De waarden die iemand belangrijk vindt, worden geanalyseerd; • Er wordt een doel gesteld.

2.2.7 Verkrijgen Dit is de praktische fase van de Individuele rehabilitatiebenadering. Het gaat erom dat er wat handelingen worden verricht bijvoorbeeld een sollicitatie gesprek voeren, gaan verhuizen of het aanvragen van studiefinanciering. In deze fase komt het vaak voor dat cliënten minder gemotiveerd raken, omdat er vaak gewacht moet worden, bijvoorbeeld op het begin van het schooljaar, de sleutel van het nieuwe huis en dergelijke. Er kan dan alvast aandacht besteedt worden aan het verkrijgen van vaardigheden (bijvoorbeeld een handeling kunnen uitvoeren of een probleem oplossen) en hulpbronnen (mensen of voorwerpen die een bijdrage kunnen leveren aan het behalen van een doel, bijvoorbeeld bij hardlopen kan een trainer of maatje een rol spelen of een paar hardloopschoenen) voor de volgende fase (Luijten, Korevaar & Dröes, 2008). Samengevat bevat de fase verkrijgen:

• De benodigde hulpbronnen voor het behalen van een doel; • De benodigde vaardigheden voor het behalen van een doel; • De begeleidingsbehoefte; • Wat te doen als iemand tegenslagen verwacht.

Page 19: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

19

2.2.8 Behouden In deze fase is het doel bereikt. Nu wordt er gekeken welke vaardigheden en hulpbronnen nodig heeft om het doel vast te kunnen houden.

2.3 Effecten van bewegen en ontspannen op herstel

2.3.1 Beweging Van der Stel (2005) zegt dat fysieke activiteit niet alleen gunstig is voor de preventie van chronische somatische aandoeningen, maar ook effectief is voor de behandeling van psychische stoornissen. De gunstige effecten zijn pas na een aantal weken merkbaar, als de betrokkene ten minste meerdere keren per week aan matig intensieve activiteit doet. Gunstige effecten van fysieke activiteiten op herstel zijn onderzocht bij allerlei psychische problemen zoals depressie, angst, schizofrenie en eetstoornissen, maar ook bij slaapproblemen en vermoeidheid. Duidelijk is dat fysieke activiteiten en de symptomen van bepaalde psychische aandoeningen kunnen verlichten. Het is echter nog niet duidelijk waarom dat precies zo is. Het is aannemelijk dat er verschillende mechanismen aan mee werken. Zowel biologische, psychologische als sociale factoren kunnen afzonderlijk en/of in combinatie deze gunstige effecten teweegbrengen (Meyer & Broocks, 2000). Ook binnen deze factoren bestaat weer discussie over welk aspect welk effect heeft. Bij hardlopen bijvoorbeeld is bekend dat er endorfinen vrijkomen die tijdens en vlak na de inspanning een euforisch gevoel veroorzaken. Het is echter de vraag of hiermee de positieve effecten op langere termijn verklaard kunnen worden. Dit zou ook kunnen komen door de toename van bloedsomloop in de hersenen en de activering van verschillende neurotransmitters, of door de toename van lichaamswarmte die een rustgevende werking heeft. Een sociaalpsychologische verklaring is dat bij volwassenen een verband wordt gelegd tussen activiteit en positieve herinneringen aan fysieke activiteiten in de jeugd. Als een patroon geleerd wordt van fysieke activiteiten levert dat enig zelfvertrouwen op dat ook een positief effect op andere levensgebieden kan hebben. Verder is het waarschijnlijk dat fysieke inspanningen afleiding bieden waardoor het piekeren stopt en negatieve gedachten geen plaats hebben.

2.3.2 Ontspanning Ontspanning en beweging liggen in de praktijk dichtbij elkaar, ze overlappen elkaar zelfs. Vele vormen van beweging worden tevens als ontspanning ervaren. Aangezien psychische aandoeningen vaak gepaard gaan met veel stress, is het belangrijk om activiteiten te ondernemen waarbij de geest (en het lichaam) kunnen ontspannen. Een manier van ontspannen die de laatste jaren veel aandacht krijgt binnen de GGZ is mindfulness. Jon Kabat-Zinn, oprichter/ eerste directeur van het Center for Mindfulness aan de universiteit van Massachusetts, omschrijft mindfulness als: “Je van elk moment bewust zijn. Oplettendheid wordt ontwikkeld door doelbewust aandacht te schenken aan dingen waar we gewoonlijk niet bij stilstaan. Het is een systematische aanpak om nieuwe manieren van controle en wijsheid in ons leven te ontwikkelen, gebaseerd op ons innerlijk vermogen tot ontspanning, aandacht, bewustzijn en inzicht.” Mindfulness is bedoeld om mensen te laten beseffen wat er in het hier en nu gebeurt, bewustzijn van het moment. Het gaat uit van een aantal componenten die samen een helende kracht vormen. Ten eerst de tegenwoordigheid van geest, leren om bewust te zijn wat er zich in het hier en nu aan ons voordoet. De aandacht kan hierbij heel breed zijn of juist op een specifiek aspect gericht zijn. Als hulpmiddel wordt het ervaren van de ademen genomen, wat dan een vast referentiepunt is van waaruit alles wordt waargenomen (Schurink, 2009). De tweede component is het ontwikkelen van een open en accepterende houding tegenover gedachten, gevoelens en lichamelijke reacties, er is geen veroordeling. Alles wat op het moment plaatsvindt, mag er zijn. Uit onderzoeken naar de effectiviteit van mindfulness blijkt dat het zorgt voor een hogere kwaliteit van leven en positieve veranderingen teweegbrengt in cognitief en neurobiologisch functioneren, verschillende psychische stoornissen en medische condities. Mindfulness is een effectieve vorm van behandeling gebleken bij psychische aandoeningen als depressie, eetstoornissen, psychosen, persoonlijkheids-stoornissen, slaapproblemen en verslaving worden genoemd. (Van der Meulen & Brandsma, 2010).

Page 20: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

20

2.4 Bestaande modules

2.4.1 Health4U Op Health4U.nu is een vaardigheidstraining speciaal ontwikkeld voor mensen met psychische klachten die daar medicatie voor gebruiken. Health4U is een groepsgewijs educatie- en trainingsprogramma. Het wordt doorgaans in een groep van 6-8 deelnemers gegeven door getrainde Health4U coaches. Health4U coaches zijn over het algemeen Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundigen of ervaren groepsverpleegkundigen. De cursus zelf bestaat naast de introductie en evaluatie uit 4 verschillende modules, namelijk gezond eten, gezond bewegen, gezond denken en doen, en bewust roken. Health4U gaat ervan uit dat ongezonde leefgewoontes vaak worden veroorzaakt door negatieve emoties en een sociaal isolement. Dat is de reden waarom het zich primair niet richt op oefenen of gedragsverandering, maar op het krijgen van een goed gevoel en onderlinge betrokkenheid. Het accent van de cursus ligt niet zo zeer op hard werken, maar meer op de vorm en manier waarop de training plaatsvindt. In tegenstelling tot andere leefstijl- en gezondheidsprogramma’s is er geen sprake van ‘moeten’ en ligt de nadruk niet op het vergaren van kennis, maar op bewustwording en op positieve ervaringen.

2.4.2 30 minuten bewegen De site 30minutenbewegen.nl is een onderdeel (campagne) van het Nederlands Instituut voor sport en bewegen. Deze website maakt mensen bewust van alle vormen van bewegen. Zo wordt er de nadruk gelegd, dat naar het werk fietsen of lopen ook onderdeel is van je dagelijkse dosis bewegen, maar ook de huishoudelijke taken, zoals stofzuigen, ramen lappen en dergelijke hier ook onder vallen. Iedereen komt zo gemakkelijk op de Nederlandse norm voor bewegen, 5 dagen per week 30 minuten in beweging. De site is opgedeeld in een kennistest over bewegen, een beweegmeter (hier kunnen mensen aangeven hoeveel ze die dag hebben bewogen) en tips. Deze module benadrukt dat je de beweging die nu al toegepast word gemakkelijk uit te breiden is, zoals een korte wandeling naar de supermarkt, maar ook dat bewegen een bijdrage levert bij het verminderen van piekeren en stress. 2.4.3 Kiezen voor meer bewegen Op de site www.cm.be is de online module is onderdeel van de christelijke mutualiteit. De module is gemaakt voor mensen die een wens hebben om meer te gaan bewegen. Mensen worden geïnformeerd over hoe ze een doel moeten stellen (gezondheid opkrikken, conditie verbeteren, gewicht verliezen, spiermassa opbouwen en het goede voorbeeld geven aan kinderen), hoe ze moeten beginnen met sporten (stappenplan maken, nadenken over barrières, etc.) en hoe ze valkuilen moeten vermijden. Daarnaast wordt er een stuk educatie verleend over de voordelen/gezondheidswinsten van bewegen en hoe mensen een beweegactiviteit kunnen kiezen, maar ook hoe ze hun goede voornemen kunnen volhouden en worden er een aantal laagdrempelig bewegingsvormen genoemd, zoals nordic walking, joggen, wandelen, fietsen etc. 2.4.4 Fit in je hoofd, Goed in je vel De website fitinjehoofd.be is in 2006 tot stand gekomen in het kader van het Vlaams actieplan suïcidepreventie (2006 – 2010) werd opgezet dankzij Inge Vervotte, voormalig minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie (VIGeZ) heeft de website in 2008 vernieuwd. De website is voor alle volwassenen (16+) die aan hun mentale veerkracht willen werken. Op de site staat een 10-stappenplan die de bezoeker kunnen inspireren om tot een gezonder en gelukkiger leven te komen. De tien stappen zijn eigenlijk een soort tips die kunnen helpen, bijvoorbeeld het onderdeel “Beweeg” bestaat uit een aantal onderdelen:

• Jezelf overtuigen door in beweging te komen, hier wordt een beweegschema aangeboden, maar ook de voor- en nadelen van bewegen en welke fysieke activiteiten er zijn (hierin wordt iemand gevraagd om twee activiteiten uit te schrijven waarvan hij/zij het meest enthousiast is. Hier

Page 21: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

21

worden alle factoren uitgewerkt die te maken hebben met het ondernemen van een activiteit, zoals wanneer het is, wat de kosten zijn, wat iemand er voor nodig heeft om deze activiteit te gaan doen etc.)

• Er een onderdeel aangeboden die mensen uitdaagt om hun conditie te testen. • Ook wordt er een mogelijkheid geboden om met een groep in beweging te komen. Hier wordt

doorverwezen naar een opdracht voor een groep met een goed- gevoel- stoel. Waarin een groep lotgenoten werken aan het langer vasthouden van een goed gevoel.

Ook is er een onderdeel “probeer iets nieuws” die bestaat uit: • Dromen in de praktijk brengen (hierin wordt iemand gevraagd waar die al een poosje van

droomt en waarom dit nog niet in de praktijk is uitgevoerd en de stappen richting het wel uitvoeren van deze droom).

• Herontdek je creativiteit; In deze opdracht wordt de nadruk gelegd dat mensen die veel piekeren (hun inspiratie kwijt zijn) vaak tot een oplossing komen tijdens een wandeling of fietstocht. Ook worden hier tips aangeboden die mensen helpen om weer wat te gaan ondernemen: zoals het ondernemen van een cursus, een werkje afmaken die al een poos onaangeraakt ergens ligt, het veranderen van hun woning (meubels verplaatsen), etc.

Zo zijn er nog een aantal stappen uitgewerkt met elk een ander thema die mensen ondersteuning kunnen bieden waaronder: zoals jezelf oké vinden, praat erover, reken op vrienden (Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, 2006)

2.4.5 Minddistrict Minddistrict.nl heeft een online module die zich richt op ontspannen voor mensen met spanningsproblemen. In deze module wordt aandacht besteed aan het leren onderscheiden van spanning en ontspannen en doormiddel van ontspanningsoefeningen leren mensen omgaan met stress en leren ze beter te slapen. De module bestaat uit één interventie. Binnen deze interventie wordt psycho-educatie verstrekt over ontspannen en krijgen mensen ontspanningsoefeningen mee, na een week worden deze geëvalueerd (hiervoor worden tijdens de gehele week bevindingen door de cliënt opgeschreven).

2.5 Vormgeving module

2.5.1 Frequentie en duur Dorenbos en Visser (2010) stellen dat er verschillende richtlijnen zijn met betrekking tot frequentie, duur en intensiteit om een programma effectief te laten zijn. Uit onderzoek is gebleken dat een bewegingsprogramma minimaal 16 weken moet duren voordat er significante resultaten behaald kunnen worden (Beebe, 2008). Hierbij gaat het echter om een fysiek doel, en dat is niet het geval bij deze module. Dit is echter wel relevant om te weten, om zo te hoge verwachtingen op fysiek gebied te voorkomen, hier is immers meer tijd voor nodig. Stichting Rehabilitatie ’92 heeft in 2011 een werkboek voor het verbeteren en uitbreiden van sociale contacten voor ouderen met een psychiatrische aandoening uitgegeven. Dit werkboek, geschreven door Korevaar en Dekker, is tevens gebaseerd op de IRB en telt 10 hoofdstukken. Een ander voorbeeld is het cursusboek ‘Verandering van Spijs’, geschreven door Bandringa en Boomsma, uitgegeven in 2010 door het Lectoraat Rehabilitatie van de Hanzehogeschool te Groningen. Dit cursusboek bestaat ook uit 10 hoofdstukken en bevat groeps- en zelfstandige opdrachten, educatieve gedeeltes en denkoefeningen. De module ‘Feeling Well’ zal tevens uit 10 hoofdstukken bestaan. Niet zo groot dat het eventuele deelnemers afschrikt, maar wel groot genoeg om persoonlijke wensen en doelen te kunnen realiseren met behulp van de fasen van rehabilitatie.

Page 22: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

22

2.5.2 Interventies Er zijn bepaalde strategieën die toegepast kunnen worden om de effectiviteit van de module te vergroten. Hierbij zijn de specifieke kenmerken van mensen met een psychiatrische aandoening, beschreven in paragraaf 1.3, een belangrijk aspect om rekening mee te houden, omdat de interventies daarop toegespitst moeten worden. Een interventie die genoemd wordt in de literatuurstudie van Dorenbos en Visser (2010) is het zichtbaar maken van de vorderingen die deelnemers maken. Daarbij zijn objectief gemeten kenmerken effectiever dan veranderingen die alleen de deelnemers zelf waarnemen. Om het vertrouwen van de deelnemers te verhogen, kunnen interventies waarbij educatie, herinneringen aan eerdere fysieke prestaties en andere activiteiten waarin de cliënt bekwaam in is aan bod komen. Interventies met elementen van educatie en sociale integratie zouden belangrijk zijn in het vergroten van het gevoel van controle en empowerment (Eklund & Bäckström, 2006). Daarnaast draagt kennis bij aan de motivatie voor gedragsverandering, en programma’s die gericht zijn op gedragsverandering zijn vaak effectiever dan eenvoudige educatieve programma’s (Dorenbos & Visser, 2010). Door middel van het stellen van doelen, zelfmonitoring en sociale ondersteuning kan geleidelijke gedragsverandering plaatsvinden. Een effectief en goedkoop hulpmiddel voor zelfmonitoring is bijvoorbeeld een dagboek (Richardson et al., 2005).

Er kan een spanningsveld ontstaan tussen het volgen van de IRB-fasen en fasen van een gedragsverandering model, zoals het bekende stages of change. Als leidraad en hoofdlijn worden de uitgangspunten en fasen van de IRB gebruik. De fasen van stages of change kunnen hier echter wel in verwerkt worden, omdat het doel van dit model eigenlijk is om bewustwording en inzicht te geven van gedragsverandering.

2.5.3 Opbouw Een individueel gestructureerd programma geeft de deelnemers de mogelijkheid om hun activiteitenniveau geleidelijk te ontwikkelen afhankelijk van hun actuele mate van fitheid en het motiveert deelnemers om grenzen te verleggen. Een stapsgewijze opbouw is erg belangrijk. Ten eerste kan een geleidelijke opbouw met betrekking tot intensiteit en duur van de beweging bot- en spierbeschadiging voorkomen (Dorenbos en Visser, 2010). Daarnaast schrijft Hasson-Ohayon (2006) dat mensen met een psychische aandoening gebrek aan ziekte-inzicht kunnen hebben. Dit kan er voor zorgen dat iemand zichzelf snel overschat, wat na mislukking voor ontmoediging zorgt. Door hier rekening mee te houden wordt getracht het uitvalpercentage zo laag mogelijk te houden. Uit een steekproef blijkt dat mensen met een psychische aandoening erg positief waren over een op maat gemaakt bewegingsprogramma naar hun individuele behoeften (Fogarty & Happell, 2005).

Page 23: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

23

3. Onderzoeksronde 1

3.1 Opzet conceptmodule Naar aanleiding van het theoretische kader is een eerste conceptmodule ontwikkeld. De bevindingen die zijn gedaan golden als inspiratie en basis voor de module. Hieronder wordt per onderdeel beschreven welke aspecten zijn verwerkt in de module. Ook de achterliggende gedachte de opbouw, aard van de opdrachten, lay-out, interventies, etc. wordt hierin beschreven. Op deze manier wordt getracht zo transparant mogelijk te werken en inzicht te geven in de ontwikkeling van de module.

3.1.1 Bestaande modules

Health4u Net als binnen Health4u wordt de nadruk niet gelegd op hard werken, maar wordt er gewerkt vanuit het tempo van de persoon zelf. Ook wordt er binnen “Move Well, Feel Better” niet de nadruk gelegd op het vergaren van kennis, maar op bewustwording en zoveel mogelijk positieve ervaringen.

30 minuten bewegen Vanuit de module 30 minuten bewegen is er voor de module “Move Well, Feel Better” een inspiratie voor een kennistest opgedaan. Ook wordt benadrukt dat huishoudelijke taken ook bij beweging horen, iets wat veel mensen dagelijks doen, net als wandelen naar de supermarkt. Dit zijn gemakkelijk uit te breiden activiteiten. Tenslotte komt in de module naar voren dat beweging een bijdrage kan leveren aan je beter voelen, het zorgt voor afleiding en zorgt ervoor dat stress vermindert.

Kiezen voor meer bewegen De module richt zich op mensen die een wens hebben op het gebied van bewegen en ontspannen. In de module wordt ook gekozen voor laagdrempelige vormen van beweging. Net als bij ‘Kiezen voor meer bewegen’ worden er in de module “Move Well, Feel Better” doelen gesteld, valkuilen getraceerd en het maken van een startplan (deze onderdelen komen ook voort van uit de IRB). Ook een aantal educatieve onderdelen vanuit ‘Kiezen voor meer bewegen’ zullen worden verwerkt in de module.

Fit in je hoofd, Goed in je vel Net als in ‘Fit in je hoofd, Goed in je vel’, richt ‘Move Well, Feel Better’ zich op een volwassen doelgroep. ‘Fit in je hoofd, Goed in je vel’ besteedt in tegenstelling tot de andere omschreven modules meer aandacht aan het onderdeel ontspannen. Ook op het gebied van ontspannen komen goed bruikbare activiteiten naar voren die in de module “Move Well, Feel Better” toegepast kunnen worden.

Minddistrict Net als binnen Minddistrict wordt er binnen de module “Move Well, Feel Better” educatie gegeven over ontspannen. Ook is het de bedoeling dat er in de module ontspanningsoefeningen komen te staan die de gebruikers van de module kunnen uitvoeren, met de daarbij horende evaluatie.

3.1.2 Uitgangspunten IRB

Missie Doordat “Move well, Feel better” laagdrempelig is en bestaat uit korte, simpele opdrachten behoudt de persoon de autonomie en wordt hij/zij gestimuleerd over zichzelf na te denken tijdens het doorlopen van de opdrachten. De deelnemers worden bewust gemaakt welke sociale contacten ze hebben en in welke omgeving ze verkeren (de steun en mogelijkheden die ze in hun directe omgeving hebben). De opdrachten zijn vooral de positieve kanten gericht, maar er wordt ook rekening gehouden met mogelijke belemmeringen. Door deze bewustwording worden mensen gestimuleerd om hun belemmeringen te overwinnen die ze anders weerhouden om deel te nemen aan een beweeg- of ontspanningsactiviteit.

Page 24: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

24

Waarden Er wordt gewerkt vanuit de holistische visie, dat somatische, psychische en sociale aspecten onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Deelnemers worden gestimuleerd om na te gaan welke manier van bewegen en ontspannen ze het liefst zouden uitoefenen, dus hun persoonlijke voorkeuren te verkennen en hun identiteitsbesef te versterken. In de module worden opdrachten gegeven die te maken hebben met de opvattingen die de deelnemer heeft. Zoals wat iemand denkt te bereiken door deel te nemen aan een beweeg of ontspanningsactiviteit, maar ook welke ‘beren hij op de weg ziet’ om een bepaald doel te bereiken. De deelnemer maakt telkens persoonlijke keuzes naar eigen behoefte, zonder verplichtingen.

Doelen IRB De module richt zich op de onderdelen dagbesteding, vrije tijd en sociale contacten. Daarnaast is de module te gebruiken om de hoofddoelen van de IRB te kunnen behalen. Iemand kan vroeger een bewegingsactiviteit hebben gedaan die alsnog weer opgepakt kan worden (vervullen of verbeteren van een rol of functie), maar ook een toename van maatschappelijke participatie, door een sportschool te bezoeken of een sauna bezoek te plannen. Dit kan weer bijdragen aan een gevoel van eigenwaarde en empowerment. Mensen kunnen het ondernemen van bewegings- en ontspanningsactiviteiten ervaren als een middel om weer regie over eigen leven te krijgen.

Verkennen Doordat in de fase ‘verkennen’ vaak nog geen concreet doel is gesteld, begint de module met een kennistest. Dit is vrijblijvend en de deelnemer krijgt meer kennis over de positieve kanten van bewegen en ontspannen. Daarna gaat de deelnemer nadenken over zijn huidige beweeg- en ontspanningsactiviteiten, waardoor een stukje bewustwording plaatsvindt. Er wordt stil gestaan bij de noodzaak van verandering die de deelnemer ervaart en gekeken naar de inzet die iemand wil tonen. Het omgevingsbesef wordt uitgevraagd en er wordt gekeken naar de doelen die de persoon wil bereiken aan de hand van de vragen, wie, wat, waar, wanneer en hoe. Tijdens het proces van het behalen van doelen is het verkrijgen van persoonlijke steun van de omgeving een belangrijk aspect binnen de IRB. Er is voor de module een beslisboom gemaakt ter ondersteuning van het kiezen van een beweegactiviteit om tegemoet te komen aan persoonlijke voorkeuren. Tevens worden de herinneringen aan bewegen en ontspannen uitgevraag, door de positieve associaties die deze op kunnen roepen.

Kiezen In de fase van kiezen wordt er een doel gesteld aan de hand van de SMART-formulering (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdsgebonden) om te voorkomen dat er doelen worden gesteld die niet realistisch zijn. Na de uitleg van de SMART wordt gevraagd een hoofddoel te formuleren, welke nog niet smart hoeft, maar de daarna op te stellen subdoelen wel. Na het stellen doelen worden er tips en trucs aangeboden, worden de sociale contacten in kaart gebracht en wordt ingeschat in welke mate iemand begeleiding nodig heeft bij het behalen van de doelen. Doordat er in de module aandacht wordt besteed aan het behalen van doelen is er ook sprake van een ontwikkelingsmogelijkheid. De persoon krijgt de mogelijkheid om zichzelf te ontwikkelen door in kleine stapjes naar een doel te werken.

Verkrijgen In de fase van verkrijgen wordt nagegaan hoe iemand zijn doel wil bereiken, wie of wat hier voor nodig is (hulpbronnen) en hoe deze verkregen kunnen worden. Vervolgens is er een informatief hoofdstuk opgesteld over wat het effect van bewegen en ontspannen op het menselijk lichaam heeft. Deze theoretische kennis kan tot extra motivatie en bewustwording leiden, waardoor iemand in staat is verder te gaan tot het laatste hoofdstuk in de module “behouden”.

Behouden In deze fase wordt aandacht besteed aan hoe iemand zijn doelen zou kunnen vasthouden. Het eerste hoofdstuk doorzetten geeft iemand nog even een steuntje in de rug om door te zetten, maar blikt ook terug op de eerder behandelde onderdelen.

Page 25: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

25

3.1.3 Doelgroep

Specifieke kenmerken De module wordt ontwikkeld voor volwassen mensen (18+) met een ernstig psychische beperking. Het taalgebruik wordt aangepast op MBO-niveau en jargon wordt vermeden. Door de hoofstukken kort te houden wordt rekening gehouden met een laag concentratievermogen. Met deze module wordt geprobeerd een positieve bijdrage te leveren aan de levensverwachting van de doelgroep, omdat bewegen en ontspannen zowel de lichamelijke als de geestelijke gezondheid van mensen met een ernstige psychische beperking kan bevorderen.

Bevorderende factoren In de module wordt aandacht besteed aan het sociale milieu van de doelgroep. Het sociale netwerk wordt in kaart gebracht en de deelnemers moeten nadenken in hoeverre ze steun nodig denken te hebben vanuit dit netwerk. Ook kunnen ze aangeven bepaalde activiteiten liever alleen doen of met een maatje of in groepsverband. Door rekening te houden met persoonlijke voorkeuren wordt de kans van volhouden vergroot. Er wordt in de module voorlichting gegeven over bewegen en ontspannen. Er wordt aandacht besteed aan de effecten van bewegen en ontspannen op het menselijk lichaam, maar ook aan de anatomie, een gezonde leefstijl en er worden tips en trucs gegeven om een activiteit vol te kunnen houden. De module is opgezet in korte hoofdstukken, met korte opdrachten en zo weinig mogelijk tekst, maar wel met zoveel stof dat de doelgroep geactiveerd wordt om er mee bezig te gaan. Ook is er gebruik gemaakt van plaatjes om de module wat aantrekkelijker te maken en te visualiseren.

Belemmerende factoren De module draagt bij aan de gezondheid van de doelgroep. Om deze groep mensen te activeren is er gekozen om zoveel mogelijk voorbeelden te gebruiken die gemakkelijk uit te voeren zijn en die geen of weinig geld kosten. Daarnaast moeten de mensen zelf in kaart brengen wat ze graag willen bereiken en wat voor hen de belemmerende factoren zijn om deel te kunnen nemen aan een bepaalde activiteit. Ook de oefeningen die in de module worden aangeboden zijn oefeningen die normaal gesproken als vanzelfsprekend worden gezien, zoals een stukje wandelen van een kwartier of het lezen van een boek of tijdschrift. Bij het stellen van doelen worden mensen door de 5x W + H (wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe) gestimuleerd om na te denken over een haalbaar doel, aangezien deze doelgroep zichzelf vaak overschat door een tekort aan ziekte-inzicht. Dit voorkomt ook dat ze snel ontmoedigd raken en hierdoor stoppen met het doorlopen van de module.

3.1.4 Vormgeving Er is gelet op wat bevorderende factoren zijn die de kans op effectiviteit van de module verhogen. De keuze om de module uit 10 hoofdstukken te laten bestaan is gemaakt naar aanleiding van andere modules die even lang waren. In de literatuurstudie van Dorenbos en Visser (2010) zijn een aantal interventies benoemd die toegepast kunnen worden. De eerste is het zichtbaar maken van de vorderingen. Dit wordt gedaan door regelmatig een korte terugblik te werpen op opdrachten of subdoelen. Ten tweede wordt genoemd dat het vertrouwen van de deelnemers verhoogd kan worden wanneer educatie, herinneringen aan eerdere fysieke prestaties en andere activiteiten waarin de cliënt bekwaam is aan bod komen. Educatie wordt door de hele module heen gegeven. ‘Herinneringen’ is als onderdeel in het tweede hoofdstuk ingevoegd. Hierbij kan de deelnemer ook nagaan waar hij of zij vroeger bekwaam in is geweest. Ook het stellen van doelen, zelfmonitoring en sociale ondersteuning blijkt geleidelijke gedragsverandering te kunnen stimuleren. Het stellen van doelen is een essentieel onderdeel van de module, evenals de sociale kaart die daarbij betrokken wordt. Vervolgens wordt genoemd dat een individueel programma deelnemers de mogelijkheid geeft om geleidelijk te veranderen, dus zorg op maat. Iedereen die deelneemt aan ‘Move well, Feel better’ kan de module weer anders invullen, afhankelijk van de persoonlijke wensen en doelen. Daarbij is het wel belangrijk dat er een stapsgewijze opbouw plaatsvindt. Dit wordt dan ook meerdere keren benoemd in de module.

Page 26: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

26

De module is bedoeld voor volwassenen, waar de vormgeving van de module dan ook op aangepast wordt. Echter wordt ook rekening gehouden met de ernstige psychische aandoening die de deelnemers hebben, door het taalgebruik op MBO-niveau te gebruiken. Qua uiterlijk is het strak, duidelijk opgebouwd. De lay-out is vriendelijk en vrolijk doordat er met kleuren gewerkt is. Verder zijn er wel een aantal afbeeldingen gebruikt, om te voorkomen dat er alleen maar lappen tekst in de module staan. Zo nu en dan een plaatje kan de module aantrekkelijker maken en persoonlijker.

3.2 Aanpassingen module na feedbackronde I

3.2.1 Panelleden De eerste feedbackronde heeft zowel digitaal, via de mail, als mondeling plaatsgevonden. Er is per deskundige op verschillende onderdelen feedback gevraagd. De feedback staat verwerkt in bijlage 1. Hieronder staat een overzicht van de aanpassingen die getroffen zijn in de eerste conceptversie van de module. Het onderdeel bewegen werd niet vertegenwoordigd door deskundigen tijdens de eerste feedbackronde. De eerste feedbackronde werd vertegenwoordigd door de volgende deskundigen:

• Docent IRB 1 • Docent toegepaste psychologie • Ervaringsdeskundige 2 • Verpleegkundig specialist; ontspanning en beweging • Projectleider GGZ in beweging – Promens Care

3.2.2 Aanpassingen De wijzigingen zijn opgenomen in de tweede conceptmodule. De conceptmodule “Move Well, Feel Better” zit in bijlage 3.

Vormgeving • Omdat het concentratievermogen van de doelgroep vaak er laag is, zullen de hoofdstukken

ingekort worden. Dit voorkomt voortijdige uitval van deelname. • De afbeeldingen worden vervangen door meer neutrale plaatjes. • De doelgroep van de module zal nader worden toegelicht in de inleiding, zodat duidelijk is voor

wie de module bedoeld is.

Taalgebruik/moeilijkheidsgraad • De aanspreekvorm blijft ‘je’, omdat dit persoonlijker gevonden wordt. Er zal nagekeken worden

of deze aanspreekvorm consequent toegepast is. • De theoretische onderbouwing zal iets simpeler geformuleerd worden.

Methodiek • de indeling van de hoofdstukken worden veranderd, omdat de betreffende deskundige veel

ervaring en kennis heeft op het gebied van IRB. • Er zullen korte opdrachten tijdens de module worden meegegeven, omdat dat motiverend

werkt. Dit kunnen zowel individuele als groepsopdrachten zijn. • In plaats van 10 weken wordt de module als een 10-stappen plan gezien, omdat dit beter aan

kan sluiten bij de individuele draagkracht en de module zo flexibeler is.

Fase Verkennen • De beslisboom wordt niet veranderd, maar wel verplaatst naar ‘kiezen’. De beslisboom kan

meerdere keren ingevuld worden wanneer mensen van meerdere opties houden. • Het identiteitsbesef zal ten eerste verplaatst worden naar de fase van ‘kiezen’. Er wordt een

lijstje met waarden worden toegevoegd zodat de deelnemer wat voorbeelden heeft en zo meer handvaten krijgt om iets in te vullen.

Page 27: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

27

• Het stukje over motivatie wordt geplaatst onder ‘noodzaak verandering’ (hoofdstuk 2). Er worden voorbeelden toegevoegd over intrinsieke motivatie, zodat dit verhelderd wordt.

• Hoofdstuk 2, persoonlijke voorkeuren, wordt verplaatst naar ‘kiezen’, evenals ‘herinneringen’. • Het derde hoofdstuk, doelvaardigheid, wordt opgesplitst in twee gedeeltes. Deel 1: de noodzaak

tot verandering en de inzet. De inzet wordt verdeelt in 4 onderdelen; drang tot verandering, positieve/negatieve verwachtingen, zelfvertrouwen, en steun. Deel 2: Omgevingsbesef en het identiteitsbesef, wat onder ‘kiezen’ geplaatst wordt. Het omgevingsbesef omvat kennis van eerdere ervaringen en toekomstige mogelijkheden.

Fase Kiezen • De SMART formulering wordt vervangen door de 5xW+H formule. • Voorbeelden van het hoofddoel worden veranderd. Nu staat hier wat het oplevert (bijv. ‘Ik wil

afvallen’), maar dit wordt iets concreets in de zin van een actie of handeling. • Hoofdstuk 5, tips en trucs, wordt in een aparte bijlage geplaatst. • Het onderdeel ‘sociale contacten in kaart’ wordt verplaatst naar hoofdstuk 2. • De begeleidingsbehoefte wordt verplaatst naar de fase van ‘verkrijgen’. • De voorbeelddoelen worden specifieker, door de subdoelen te koppelen aan het beheersen van

bepaalde activiteiten.

Fase verkrijgen • Hoofdstuk 6, ‘Doelen bereiken’, wordt verplaatst naar de fase van ‘kiezen’. De vier specifieke

onmisbare vaardigheden worden samengevoegd tot één, omdat dit te moeilijk is. • Er wordt rekening gehouden met het feit dat de deelnemers vaak weinig geld hebben om

benodigdheden aan te schaffen.

Behouden Geen feedback.

3.3 Aanpassingen module na feedbackronde II

3.3.1 Panelleden De tweede feedbackronde werd vertegenwoordigd door meer deskundigen, zie bijlage 2 voor de feedback. Dit had ten eerste waarschijnlijk te maken met het feit dat Promens Care nu een vergoeding gereserveerd had voor de mensen die mee werkten en ten tweede door vrijwillige aanmeldingen van deskundigen die enthousiast waren over het concept. De feedback werd wederom zowel digitaal als mondeling gegeven. Bij de tweede feedbackronde gaven de volgende deskundigen feedback;

• Ervaringsdeskundige 2 • Docent IRB 1 • Docent IRB 2 • Docent IRB 3 • Projectleider GGZ in beweging – Promens Care • Senioronderzoeker Lectoraat Rehabilitatie • Lector van het Lectoraat Rehabilitatie • Senioronderzoeker Rob Giel onderzoekscentrum Rijksuniversiteit Groningen.

3.3.2 Aanpassingen De aanpassingen worden nog doorgevoerd in een derde conceptversie van de module. Door gebrek aan tijd is ervoor gekozen, deze aanpassingen door te voeren na het afronden van dit onderzoek, in verband met een tekort aan tijd.

Page 28: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

28

Vormgeving

• Wat betreft de lengte van de hoofdstukken wordt geprobeerd om deze zoveel mogelijk gelijk te maken, dit omdat er dan per stap wordt gewerkt met een zelfde tijdsbestek.

• Er worden nog wat aanpassingen gedaan in de titels van sommige hoofdstukken, zodat het aantrekkelijker wordt om een onderdeel te beginnen en er geen onduidelijkheid is. (Gezondheid in kaart activiteiten in kaart, etc.)

Taalgebruik / moeilijkheidsgraad Hier is geen feedback op gegeven.

Methodiek

• Er komt bij de derde versie van de module een handleiding voor de hulpverleners/ervaringsdeskundige die cliënten gaan begeleiden met de module, dit omdat het een goede bijdrage levert aan de kwaliteit van de module bij de uitvoering hiervan.

• De module wordt nog uitgebreid met de stappen verkrijgen en behouden, dit omdat de module dan voldoet aan de IRB methodiek.

• Er wordt bij de module ingestapt met een beslisboom, omdat dit een bijdrage kan leveren bij de stappen die iemand kan ondernemen. Niet iedereen hoeft te beginnen bij het verkennen van bewegen.

Fase verkennen

• Er wordt in derde conceptmodule in de fase verkennen meer aandacht besteed aan de twee onderdelen bewegen en ontspannen met het oog op tevredenheid en ontevredenheid.

• De kennistest wordt nagelopen op compleetheid en zinformulering. • Er wordt gevraagd per wanneer iemand graag wil veranderen, dit om mensen te stimuleren om

na te denken over hoe noodzakelijk een verandering vinden. • Reële verwachtingen wordt vervangen door hoe mensen denken en voelen bij een

voorgenomen verandering, dit omdat reëel een lastig begrip is voor de doelgroep en zo wordt ook helder wat iemand denkt of voelt bij een verandering.

• Aan het onderdeel ‘gezondheid in kaart’ wordt een dagboekje toegevoegd om de activiteiten van komende week bij te houden om er achteraf op te kunnen reflecteren.

• Er wordt in de derde conceptversie gekeken naar de onderdelen inzet en motivatie. Deze komen in zekere mate met elkaar overeen en de titels worden ook aangepast, de titels kunnen te lastig zijn of te veelomvattend. Het is de bedoeling dat hier meer onderscheidt in aangebracht wordt.

• Het onderdeel steun wordt verplaatst naar verkrijgen. Het onderdeel steun wordt ook aangepast, er wordt gekeken naar wie van de omgeving het idee van een bepaalde activiteit steunt. Het kan zijn dat mensen in de omgeving van een cliënt een bepaalde activiteit ontraadt door eerdere negatieve ervaringen of dat iemand ervan uit gaat dat iemand het niet kan. Maar er wordt ook gekeken naar mensen die een positieve verwachting hebben bij een activiteit. Het is belangrijk voor mensen om een positieve steun te ontvangen van de omgeving om een activiteit ook vol te kunnen houden.

• Er zullen meer oefeningen toegevoegd worden voor zowel individu als een groep. Het gaat hier om zowel beweeg- als ontspanningsactiviteiten. Dit omdat het voor mensen een belangrijke bijdrage kan leveren bij het uiteindelijk kiezen voor een activiteit.

Fase kiezen

• In het stuk herinneringen aan bewegen, wordt een stuk toegevoegd over de negatieve herinneringen aan bewegen en ontspannen, omdat er zo een beter beeld kan worden gevormd over de herinneringen die iemand heeft.

• Bij het onderdeel ‘waarden’, wordt het woordje ‘normen’ verwijderd.

Page 29: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

29

• De titels in dit hoofdstuk en zinsvormingen worden kritisch bekeken en mogelijk veranderd. Het moet goed te begrijpen zijn voor de doelgroep en geen verkeerde verwachtingen scheppen.

• Het bereiken van een doel wordt in de derde conceptmodule gedaan in stappen in plaats van subdoelen. De formulering subdoelen kan de doelgroep afschrikken.

• Doelstellen wordt nog aangevuld met beschikbare mogelijkheden, alternatieve omgeving, persoonlijke voorkeuren en belangrijke uitgangspunten. Op die manier komt de IRB methodiek meer naar voren.

Fase verkrijgen

• Het formuleren van een doel concreter gemaakt door te vragen naar een specifieke locatie en specifieke acties.

• ‘Vaardigheden’ wordt verwijderd uit de hulpbronnen.

Fase behouden Binnen de IRB worden 4 soorten hindernissen onderscheidden bij het uitvoeren van vaardigheden.

• Gebrek aan zelfvertrouwen (gevoel van angst, bang zijn te mislukken e.d.); • Gebrek aan kennis (niet goed weten waarom, waar en hoe je de activiteit moet uitvoeren?); • Gebrek aan anticipatie (geen tijd; slechte planning; dingen die ‘eerst’ nog moeten gebeuren); • Gebrek aan hulpbronnen ( mensen, omstandigheden of dingen missen om de activiteit goed uit

te voeren).

3.3.3 Overzicht respons panelleden Hieronder een overzicht van de respons van panelleden in de beide feedbackrondes. Wanneer de deskundige feedback heeft gegeven, staat dit aangeduid met een X.

Deskundigheid Feedbackronde 1 Feedbackronde 2

Ervaringsdeskundige 1 Ervaringsdeskundige 2 X X Docent IRB 1 X X Docent IRB 2 X Docent IRB 3 X Verpleegkundig specialist; ontspanning en beweging

X X

Coördinator scholing en vorming Promens Care

Docent Toegepaste psychologie X Projectleider GGZ in beweging – Promens Care

X X

Lector van het Lectoraat Rehabilitatie X Senioronderzoeker Lectoraat Rehabilitatie

X

Senioronderzoeker van het Rob Giel onderzoekscentrum Rijksuniversiteit Groningen

X

Tabel 3

Page 30: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

30

4 Slotbeschouwing In het vorige hoofdstuk zijn de dataverzameling, data-analyse en de verwerking van resultaten beschreven. In dit hoofdstuk zal antwoord gegeven worden op de centrale vraagstelling door middel van een conclusie. Daarnaast zullen in de discussie de methode en de resultaten geëvalueerd worden, waarbij ook de beperkingen van de methodologie van het onderzoek beschreven worden. Ten slotte zullen er aanbevelingen gedaan worden.

4.1 Discussie

4.1.1 Resultaten • Binnen dit actieonderzoek werden de verkregen gegevens verwerkt tot een bruikbaar concept. Het

opstellen van de module, het samenstellen en filteren van de bruikbare informatie, was een proces waarbij subjectiviteit een rol speelde. Er is getracht dit zoveel mogelijk te voorkomen door de gemaakte beslissingen bij te houden en te onderbouwen. Desondanks is het zeer waarschijnlijk dat wanneer andere onderzoekers hetzelfde onderzoek hadden uitgevoerd, er een andere module uitgekomen was. Hiermee wordt niet bedoeld dat er een ‘goede’ of een ‘foute’ manier is, maar wel dat dit onderzoek op meerdere manieren vormgegeven had kunnen worden.

• Een bevorderende factor voor de validiteit van de module was de verscheidenheid van deskundigen. Doordat de module kritisch bekeken is vanuit verschillende invalshoeken, is de kans groter dat de module werkbaar is voor mensen met een ernstige psychische beperking dan wanneer er vanuit een deskundigheidsgebied feedback geleverd was.

• Het gebied van bewegen is enigszins onderbelicht gebleven qua feedback, omdat de benaderde contacten vanuit sportstudies geen respons gaven. De onderzoekers hebben de opdrachten, informatie, tips, etc. met betrekking tot beweging zoveel mogelijk met literatuur onderbouwt. Een kritische blik vanuit de praktijk had het bewegingsgedeelte ten goede kunnen komen. Ook van een aantal ervaringsdeskundigen is geen respons ontvangen. Dit wordt als een gemis beschouwd, omdat de mening van een ervaringsdeskundige ervoor kan zorgen dat de module beter aansluit bij de doelgroep.

• De deskundigheid van de panelleden is gebleken door de kritische feedback, wat de

betrouwbaarheid van de module bevordert. Een belemmerende factor voor de betrouwbaarheid is dat bij het opstellen van de eerste conceptmodule afgeweken is van het plan om enkel wetenschappelijke artikelen te gebruiken. Die keuze is gemaakt omdat er niet genoeg artikelen werden gevonden die de lading van het theoretisch kader konden dekken. Omdat de onderzoekers wel graag een uitgebreid theoretisch kader wilden beschrijven is dus besloten om ook boeken, internetsites en andere afstudeerscripties te gebruiken.

• Voor het opstellen van het theoretische kader zijn bronnen gebruikt die aan bepaalde selectiecriteria moesten voldoen. Ze moesten in het Nederlands of Engels gepubliceerd zijn en mochten niet ouder dan tien jaar zijn. Tijdens het onderzoek is besloten deze criteria te verruimen, door ook artikelen van ouder dan tien jaar te gebruiken. Deze keuze is gemaakt omdat er in oudere bronnen relevante informatie werd gevonden waarvan de onderzoekers het belangrijk vonden dat die verwerkt werd in het theoretische kader.

Page 31: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

31

4.1.2 Methodologie • Er zijn in totaal drie bijeenkomsten van elk 1,5 uur verspreid over 10 weken plaats te laten vinden.

De data zijn in overleg met de docentbegeleider vastgesteld en ruim van tevoren met de panelleden gecommuniceerd. Het bleek echter niet haalbaar om panelgesprekken te voeren in verband met de drukke agenda’s van de panelleden. Daarom is gekozen om ook feedback via de digitale weg te accepteren. Hierdoor werd de dataverzamelingsmethode aangepast. Er waren geen geluidsopnames die getranscribeerd moesten worden, maar e-mails en documenten met feedback die verwerkt moest worden. Dit is gedaan door inhoudelijke ordening. Per onderdeel is de feedback overzichtelijk in tabellen geplaatst. Het taalgebruik is bij een aantal stukken aangepast voor het bevorderen van de leesbaarheid, maar de inhoud is daarbij niet veranderd.

• Actieonderzoek is geschikte vorm gebleken voor het uitvoeren van dit onderzoek. Het samenstellen en vormgeven van de module was zoals verwacht een interactief proces waarbij veel onderdelen ter discussie gesteld konden worden. Dankzij de methodiek van actieonderzoek kon er niet alleen onderzocht worden wat een geschikte inhoud van een dergelijk module zou zijn, maar kon deze gelijk in de praktijk gebracht worden. Doordat de expertise van verschillende deskundigen meerdere keren gevraagd kon worden konden de onderzoekers de module steeds weer aanpassen. Zo kon de geschiktheid gelijk getoetst worden door deskundigen.

• De conceptmodule is per email naar de panelleden opgestuurd met het verzoek om binnen een week de feedback te sturen. Dit bleek voor het merendeel niet haalbaar (3 van de 9), waardoor de reactietijd verlengd moest worden. Het verwerken van de feedback en het bijstellen van de module bleek meer tijd te kosten dan gepland was. Met het oog op de beperkte tijd is toen besloten de derde feedbackronde te laten vallen. In plaats van drie keer is de cyclus dus twee keer doorlopen. Dit heeft mogelijk gevolgen voor de implementatie van de module, omdat door de onderzoekers vermoed wordt dat twee feedbackrondes niet voldoende is. Dit komt door het feit dat bij de tweede feedbackronde minstens evenveel feedback ontvangen werd als in de eerste. Wanneer de hoeveelheid feedback duidelijk was afgenomen, was er reden geweest om aan te nemen dat dit nog minder zou worden bij een derde ronde, wat er nu niet is.

• Bij het verzamelen van de data werd een groot beroep gedaan op de deskundigheid en kritische blik van de panelleden. Er werd vanuit gegaan dat zij met een objectieve kijk naar de module feedback gaven. Echter speelt hier waarschijnlijk subjectiviteit ook een rol in. Persoonlijke voorkeuren, visies en waarden beïnvloeden vaak iemands mening. Het is moeilijk na te gaan welke (onderdelen van) feedback puur objectief zijn en bij welke feedback subjectiviteit wel degelijk een rol heeft gespeeld. Hoewel subjectiviteit niet per definitie verkeerd is, vermindert het de wetenschappelijkheid wel en daardoor mogelijk de validiteit ook. Maar door een breed panel samen te stellen, waarin vanuit verschillende invalshoeken gekeken is naar de inhoud van de module, is geprobeerd de validiteit te bewaken.

• Het viel op dat het per deskundige verschilde hoe uitgebreid de feedback was. Een mogelijke verklaring is dat dit komt door tijdsdruk, wat bleek uit sommige reacties (“Ik heb niet veel tijd over, maar […]”). Hierdoor kan het zijn dat er met een minder kritische blik is gekeken, waardoor minder (uitgebreide) feedback is gegeven. Een andere verklaring is dat de hoeveelheid feedback per deskundigheid nu eenmaal verschilde. Over de methodiek bijvoorbeeld viel meer te zeggen dan over de verhouding tussen bewegen en ontspannen. De feedback werd veelal digitaal ontvangen, wat hierin ook een rol gespeeld kan hebben. Sommige mensen kunnen hun mening beter face-to-face uitleggen dan in woorden op te schrijven. Tijdens een face-to-face meeting had er meer interactieve communicatie plaats kunnen vinden. Het gaat sneller, er kan meer gezegd worden en er kan directer op elkaar gereageerd worden. Anderzijds konden de panelleden dankzij de digitale manier langer nadenken en meer weloverwogen hun feedback beschrijven. Een ander voordeel van deze manier is dat de feedback al gelijk op papier stond, zodat de onderzoekers minder tijd nodig hadden om de dataverzameling te beschrijven.

Page 32: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

32

4.2 Conclusie De vraagstelling van dit onderzoek luidde: “Hoe ziet de inhoud van een op de Individuele Rehabilitatie Benadering gebaseerde module over het verkennen, kiezen, verkrijgen en behouden van ontspanning- en bewegingsactiviteiten eruit voor mensen met een ernstige psychische beperking?” Tijdens dit actieonderzoek is de vraagstelling beantwoord door middel van het ontwerpen van een module, gebaseerd op de IRB en gericht op bewegen en ontspannen. Zoals in de discussie nader toelicht is, is deze ontwikkelde module een mogelijk antwoord op de vraagstelling, maar niet per definitie de enige juiste.

Doelgroep De module is ontworpen voor individueel gebruik maar kan ook in een groep worden gebruikt. In dat geval zal een getrainde professional, bijvoorbeeld verpleegkundige, de groepsbijeenkomsten moeten begeleiden. Aangezien de module ontwikkeld is voor mensen met een ernstige psychische beperking, is er rekening gehouden met het niveau en beperkingen van deze doelgroep. Belemmerende factoren zijn bijvoorbeeld fysieke beperkingen door bijwerkingen van medicatie, angst, lage zelfwaardering, tekort aan ziekte-inzicht, verminderd concentratievermogen en een gebrek aan financiële middelen. Er is gezocht naar factoren die deelname aan de module kunnen bevorderen en daar is zoveel mogelijk op ingespeeld. Dit is onder andere gedaan door de module stapsgewijs op te bouwen, afwisselende opdrachten te geven (educatief, denkopdrachten en doe-opdrachten), de onderdelen kort te houden, taalgebruik op MBO-niveau te gebruiken, het gebruik van jargon te vermijden en door sociale aspecten benadrukken.

Waarden Er is rekening gehouden met de waarden van de IRB en deze zijn verwerkt in de module. - De deelnemers worden persoonlijk benaderd en worden gestimuleerd om na te denken over

persoonlijke voorkeuren. Deze voorkeuren en verlangens staan centraal. - Er wordt aan zowel lichamelijke, psychische als sociale aspecten aandacht besteed en deze worden

in verband met elkaar gezien. De holistische visie wordt dus nageleefd. Dat elke deelnemer als uniek, geheel persoon wordt gezien komt naar voren in opdrachten waarin gevraagd wordt naar herinneringen, karaktereigenschappen, capaciteiten en motivatie.

- De nadruk ligt op de mogelijkheden en niet op de beperkingen. De deelnemer wordt gezien als een individu met persoonlijk verlangens en mogelijkheden, die lijdt aan een ziekte of beperking maar die dat niet ís. (Iemand met schizofrenie is dus niet een schizofreen, maar een persoon die lijdt aan schizofrenie). Hierdoor is de module bruikbaar voor een brede doelgroep.

- De module is omgeving specifiek, doordat het zich alleen richt op beweging en ontspanning. Hierbij wordt de omgeving van de persoon bij betrokken, zoals familie en vrienden, die de deelnemer tijdens het veranderingsproces kunnen steunen.

- Door de deelnemers te stimuleren om naar hun mogelijkheden in plaats van beperkingen te kijken wordt naar autonomie gestreefd. Dat is ook de reden waarom de module ook zelfstandig gebruikt kan worden. Autonomie bevordert het gevoel van eigenwaarde en van -kracht.

Verkennen De onderdelen die bij deze fase aan bod komen zijn: • Kennistest. Bewustwording van kennis over bewegen en ontspannen. • Gezondheid in kaart. Huidige activiteitenpatroon verhelderen. • Ontevredenheid. Urgentie van verandering. • Voor- en nadelen. Intrinsieke motivatie stimuleren. • Motivatie. Uitleg over wat het is en waarom het belangrijk is. • Doen. Opdracht om in de praktijk te ervaren hoe het is om doelbewust te bewegen/ontspannen. • Verwachtingen. De verandering concreet maken, wat levert het op? • Steun. Verwachte steun vanuit de omgeving.

Page 33: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

33

• Sociale contacten. Bewustwording van de sociale contacten.

Kiezen • Herinneringen aan bewegen en ontspannen. Positieve ervaringen ophalen. • Welke vorm van ontspannen past bij jou? Suggesties aanbieden voor ontspannen. • Oefen! Ontspanningsoefening uitvoeren. • Welke vorm van bewegen past bij jou? Suggesties aanbieden voor beweging. • Waarden. Identiteitsbesef versterken. • Hoe kom je tot een doel? De verandering concreet maken. • Jouw doel! Hoofddoel en subdoelen stellen.

Verkrijgen • Wat is voor jou onmisbaar. Onmisbare hulpbronnen opschrijven. • Hoe kom jij aan deze onmisbare mensen en dingen? Concreet maken.

Behouden • Voor deze fase is nog geen concrete invulling bedacht. Het is afhankelijk van de behaalde doelen

hoe deze fase eruit moet komen te zien. In deze fase wordt vastgesteld welke vaardigheden en hulpbronnen de deelnemer nodig heeft om het behaalde resultaat te behouden.

4.3 Aanbevelingen De module dient nog van een derde feedbackronde te voorzien worden, om de kans op effectiviteit en werkbaarheid te vergroten. Vooral de fasen van verkennen en behouden hebben nog aanpassingen nodig. Bij voorkeur wordt de derde feedbackronde gedaan met hetzelfde panel, omdat deze het proces kennen en weten wat al reeds aangepast is. Mocht dit niet mogelijk zijn wordt aanbevolen om in elk geval deskundigen op dezelfde gebieden te zoeken. Verwacht wordt dat na een derde ronde de module in de praktijk gebracht kan worden.

Voordat de module op grotere schaal geïmplementeerd kan worden, wordt aanbevolen om eerst een pilot plaats te laten vinden in een kleine groep. Dit zou van tevoren aan de deelnemers duidelijk gemaakt moeten worden, zodat de doelgroep extra let op de werkbaarheid en aparte onderdelen van de module. Er zou een lijst met vragen of enquête opgesteld kunnen worden die de deelnemers na afronding van de module in kunnen vullen. Achteraf moet dan geëvalueerd worden waar zich nog knelpunten voordoen en moet een plan gemaakt worden om deze knelpunten op te lossen.

Om de module in een groep te gebruiken zullen er begeleiders aangesteld moeten worden. Het is belangrijk dat de begeleiders getraind zijn in de methodiek van de IRB om de module op de juiste wijze te gebruiken. Daarom wordt aanbevolen om de begeleiders van de groepsbijeenkomsten een trainershandleiding aan te bieden. Deze kan speciaal ontworpen zodat het goed aansluit bij de module, echter kunnen ook de trainingsmodules van de IRB gebruikt worden. Wanneer de module in een groep gebruikt gaat worden, wordt aanbevolen om extra voorlichting plaats te laten vinden. Mondelinge voorlichting, eventueel met visualisatie, sluit beter aan bij het niveau van de doelgroep dan uitgeschreven voorlichting. Voorlichting over de effecten van ontspannen en bewegen op het lichaam en op herstel kan de intrinsieke motivatie bevorderen.

Er is tijdens het opstellen van de module gekozen om de deelnemers te tutoyeren. Een aanbeveling is om van dezelfde module een versie te maken waarin de deelnemers met ‘u’ worden aangesproken. Zo kunnen de deelnemers kiezen waar ze zich het prettigst bij voelen, waardoor de module beter aansluit bij de persoonlijke voorkeuren.

Page 34: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

34

Bronvermelding Anthony, W.A., Cohen, M., Farkas, M. & Gagne, C. (2002). Psychiatric Rehabilitation. Boston: Center for Psychiatric Rehabilitation. Appelo, M., Louwerens, J.W., & de Vries, I. (2005). Minder zwaar met psychofarmaca. Maandblad Geestelijke Volksgezondheid, 60, 411-427.

Beebe, L.H. (2008). Obesity in schizophrenia; screening, monitoring and health promotion. Perspectives in psychiatric care, 44, 25-31.

Boevink, W. (2008). Hoofdstuk 2: Lijfsbehoud, levenskunst en lessen om (van) te leren. In: Handboek rehabilitatie voor zorg en welzijn. Redactie Korevaar, L. & Dröes, J. Bussum: Coutinho. Boer, S. de, Brugman, L., Kersten, K. (2010). Zit je Mind Full? Of bèn je Mindful? Opgevraagd van: http://kennisbank.hva.nl/document/220025 Camann, M.A. (2001). To your health: Implementation of a wellness program for treatment staff and persons with mental illness. Archives of Psychiatric Nursing, 15, 182-187

Chang, K.C., Hayes, R.D., Perera, G., Broadbent, M.T.M., Fernandes, A.C., Lee, W.E., Hotopf, M. & Stewart, R. (2011). Life Expectancy at Birth for People with Serious Mental Illness and Other Major Disorders from a Secondary Mental Health Care Case Register in London. Opgevraagd van: http://www.plosone.org/article/info:doi/10.1371/journal.pone.0019590

Christelijke mutualiteit. (2005). Kiezen voor meer bewegen. Verkregen van: http://www.cm.be/nl/100/bewustgezond/gezondleven/beweging/index.jsp Crone, D., & Guy, H. (2008). ‘I know it is only exercise, but to me it is something that keeps me going’: A qualitative approach to understanding mental health services users’ experiences of sports therapy. International Journal of Mental Health Nursing, 17, 197-207

Commission of the European Communities. (2004). E-Health - making healthcare better for European citizens: An action plan for a European e-Health Area. Opgevraagd van: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2004:0356:FIN:EN:PDF Copeland, M. (1992). What is Wellness Recovery Action Plan (WRAP)? Opgevraagd van: http://www.mentalhealthrecovery.com/

Daley, A. J. (2002). Exercise therapy and mental health in clinical populations; is exercise therapy a worthwhile intervention? Advances in Psychiatric Treatment/ Psychiatric Bulletin, 8, 262-270

Dorenbos, A. & Visser, W. (2010), Lang leve je lijf! Afstudeerscriptie Academie voor Verpleegkunde. Groningen: Hanzehogeschool

Dröes, J., Wel, T. van, Korevaar, L. (2008). Hoofdstuk 1; Rehabilitatie en herstel. In: Handboek rehabilitatie voor zorg en welzijn. Redactie Korevaar, L. & Dröes, J. Bussum: Coutinho. Eklund, M., & Bäckström, M. (2006). The role of perceived control for the perception of health by patients with persistent mental illness. Scandinavian Journal of Occupational Therapy, 13, 249-256. http://informahealthcare.com/doi/pdf/10.1080/11038120600928823

Page 35: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

35

Hollander, de. (2006). Achtergrondinformatie Mentaal Vitaal. Opgevraagd van: http://www.trimbos.nl/projecten-en-onderzoek/mentaal-vitaal/achtergrondinformatie

Fisher, D., J. Chamberlin (2004). Consumer-directed transformation to a recovery-based mental health system. Lawrence: National Empowerment Center. Fogarty, M., & Happell, B. (2005). Exploring the benefits of an exercise program for people with schizophrenia: A qualitative study. Issues in Mental Health Nursing, 26, 341-351

Hasson-Ohayon, I., Kravetz, S., Roe, D., Rozencwaig, S., & Weiser, M. (2006). Qualitative assessment of verbal and non-verbal psychosocial interventions for people with severe mental illness. Journal of Mental Health, 15, 343-353. Health4U. (2001). Over Health4U. Opgevraagd van: https://www.health4u.nu/ Inview Veldwerk. (nd). Panelonderzoek. Opgevraagd van: http://www.inviewveldwerk.nl/diensten/3/wat-is-panelonderzoek.html Kahn, R. (2008). Gids pillen en psychiatrie. Amsterdam: Balans Knapen, J. & Schoubs, B. (2006). Interventiestrategieën op maat van het individu. Motiveren tot bewegen in de geestelijke gezondheidszorg. Psychopraxis, 8, 1, 17-24.

Korevaar, L., Droës, J. & Wel, T. van. (2010). Methodebeschrijving Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB). Databank Effectieve sociale interventies .Verkregen van: http://www.rehabilitatie92.nl/wp-content/uploads/2011/05/Methodebeschrijving-Individuele-Rehabilitatiebenadering-80.pdf Koster, F. (2001). Bevrijdend inzicht: Een kennismaking met de boeddhistische psychologie en inzichtmeditatie. Nieuwerkerk a/d IJssel: Asoka Kwekkeboom, M. H. (2001). Zo gewoon mogelijk: Onderzoek naar draagvlak en draagkracht voor de vermaatschappelijking in de geestelijke gezondheidszorg. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Lakerveld, J., Bot, S. D. M., Chinapaw, M. J., Tulder, M. W. van, Oppen, P. van, Dekker, J. M. (2008). Primary prevention of diabetes mellitus type 2 and cardiovascular diseases using a cognitive behavior program aimed at lifestyle changes in people at risk: Design of a randomized controlled trial. Opgevraagd van: http://www.biomedcentral.com/1472-6823/8/6 Liempd, I., Hoekstra, E. & Henkelman, A.L.C.M. (1996). Thuis in de GGZ –achtergrondstudie-. Verkregen van: http://www.rvz.net/publicaties/bekijk/thuis-in-de-GGZ Luijten, E., Korevaar, L. & Dröes, J. (2008). Hoofdstuk 7: De Individuele rehabilitatiebenadering (IRB). In: Handboek rehabilitatie voor zorg en welzijn. Redactie Korevaar, L. & Dröes, J. Bussum: Coutinho. Martinsen, E. W. (1990). Benefits of exercise for the treatment of depression. Sports Medicine, 9, 380-389. Marzolini, S., Jensen, B., & Melville, P. (2009). Feasibility and effects of a group-based resistance and aerobic exercise program for individuals with severe schizophrenia: A multidisciplinary approach. Mental Health and Physical Activity, 2, 29-36.

Page 36: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

36

Meulen, R. van der, & Brandsma, R. (2010). Onderzoek naar de effectiviteit blijkt dat mindfulness. Opgevraagd van: http://www.aandachttraining.info/downloads/Onderzoek_MFN_aandachttraininginfo.pdf Meyer, T. & Broocks, A. (2000). Therapeutic Impact of Exercise on Psychiatric Diseases: Guidelines for Exercise Testing and Prescription. Sports Med, 30, 269-79 Migchelbrink, F. (2007). Actieonderzoek voor professionals in zorg en welzijn. Amsterdam: SWP Minddistrict. (2012). Ontspannen. Verkregen van: http://www.minddistrict.nl/programmas/eerste-lijn/ontspannen-eerste-lijn

Nederlands Instituut Sport en Bewegen. (2012). 30 minuten bewegen. Verkregen van: http://www.30minutenbewegen.nl/dagelijksedosis30/index.html

Petry, D. & Nuy, M.H.R. (1997). De ontmaskering. De terugkeer van het menselijk gelaat bij mensen met een psychische beperking. Amsterdam: SWP. Promens Care. (nd). Over Promens Care. Opgevraagd van: http://www.promens-care.nl/sjablonen/1/infotype/webpage/view.asp?objectID=3520 Pol, A. & Polman, A. (2008). Leef! Wellness voor een door mensen met een psychische beperking. Afstudeerscriptie Academie voor Verpleegkundie. Groningen: Hanzehogeschool Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. (2002). E-Health in zicht. Opgevraagd van: http://rvz.net/uploads/docs/Advies_-_Ehealth_in_zicht.pdf Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. (2011). Preventie van welvaartsziekten. Effectief en efficiënt georganiseerd. Opgevraagd van: http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-en-publicaties/rapporten/2011/12/13/preventie-van-welvaarts-ziekten/preventie-van-welvaartsziekten.pdf Richardson, C.R., Faulkner, G., McDevitt, J., Skrinar, G.S., Hutchinson, D.S., & Piette, J.D. (2005). Integrating physical activity into mental health services for persones with serious mental illness. Pyschiatric Services, 56, 324-331

Robson, D., & Gray, R. (2006). Serious mental illness and physical health problems: A discussion paper. International Journal of Nursing Studies, 44, 457-466. Roelofsen, D. (2007). Bespiegelingen. 100 jaar GGZ-verpleegkunde: een vak apart. Congresbundel van het Congres van de Federatie GGZ-Verpleegkunde en het Centraal Orgaan Opleidingen in de Verpleegkunde (COOV), Utrecht, 13-16. Riper, H., Smit, F., Zanden, R. van der, Conijn, B., Kramer, J., Mutsaers, K. (2007). E-Mental Health. High Tech, High Touch, High Trust. Opgevraagd van: http://icom.trimbos.nl/org/ICOM%20-%20Programmeringsstudie%20E-mental%20Health.pdf Soundy, A., Faulkner, G., & Taylor, A. (2007). Exploring variability and perceptions of lifestyle physical activity among individuals with severe and enduring mental health problems: A qualitative study. Journal of Mental Health, 16, 493-503. Schurink, G. (2009). Mindfulness. Een praktische training in het omgaan met gevoelens en gewoonten. Zaltbommel: Thema

Page 37: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

37

Stel, J. van der. (2005). Pillen, praten en bewegen. Nut van fysieke activiteiten voor geestelijke gezondheid. Amsterdam: Uitgeverij SWP Swildens, W., Busschbach, J. van, Michon, H. & Kroon, H. (2007). Individuele rehabilitatiebenadering (IRB) bij ernstige psychiatrische stoornissen: effect op rehabilitatiedoelen en kwaliteit van leven. Jaarboek voor psychiatrie en psychotherapie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum

Tielens, J. & Verster, M. (2010). Bemoeizorg, eenvoudige tips voor moeilijke zorg. Utrecht: De tijdstroom Ussher, M., Stanbury, L., Cheeseman, V., & Faulkner, G. (2007). Physical activity preferences and perceived barriers to activity among persons with severe mental illness in the United Kingdom. Psychiatric Services, 58, 405-408. Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland. (2007). Nationale Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden. Opgevraagd van: http://www.venvn.nl/Portals/20/publicaties/20070112beroepscodebrochuredef.pdf Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. (2006). Fit in je hoofd, goed in je vel. Verkregen van: http://www.fitinjehoofd.be/

Vree, J. de. (nd). Module. Opgevraagd van: http://www.joostdevree.nl/shtmls/module.shtml Weeghel, J. van. (2000). Epiloog. Rehabilitatie vanaf 2000. p. 78-86. In Rehabilitatie. Een oriëntatie en een beschrijving van drie benaderingswijzen. Redactie: Nuy, M. Amsterdam: SWP. Weinmann, S., Read, J., & Aderhold, V. (2009). Influence of antipsychotics on mortality in schizophrenia: Systematic review. Schizophrenia Research, 113, 1–11.

Page 38: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

38

Bijlagen

Page 39: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

39

Bijlage 1: Feedbackronde I

Page 40: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

40

Vormgeving

Deskundigheid Feedback

Docent IRB 1 De hoofdstukken kunnen wel wat korter. Het concentratievermogen va mensen met een ernstige psychische beperking is vaak erg laag.

Docent Toegepaste Psychologie

Vormgeving en inhoud zien er mooi uit.

Verpleegkundig specialist ontspanning en beweging

De foto’s die er nu bij zijn geplakt zijn erg idealistisch, dat kan inspireren zijn maar het kan ook andersom werken.

Ervaringsdeskundige 2 Voor wie is de module bedoeld? Alleen voor een ‘cliënt’ of in samenwerking met een begeleider?

Taalgebruik/moeilijkheidsgraad

Deskundigheid Feedback

Docent IRB 1 De deelnemer in de module met ‘u’ aanspreken komt misschien netter ove Eventueel zou er een ‘u’ versie en een ‘je’ versie gemaakt kunnen worde Verder is het taalgebruik hier en daar nog wat te moeilijk en staan er nog ee paar taalfouten in.

Verpleegkundig specialist ontspanning en beweging

De aanspreekvorm wordt nog niet consequent toegepast.

Projectleider GGZ in beweging – Promens Care

Bij kiezen wordt veel ingegaan op de techniek van kleine concrete doele stellen, terwijl het hier ook gaat om de doelen nog verder te concretisere zodat ze echt bij iemand passen.

Ervaringsdeskundige 2 De theoretische onderbouwing is soms wat moeilijk, bijvoorbeeld de terme excentrieke motivatie, SMART formulering, etc. Deze worden niet door al cliënten goed begrepen, dit kan demotiverend werken.

Page 41: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

41

Methodiek

Deskundigheid Feedback

Docent IRB 1 Alle onderdelen van de IRB zitten in de module verwerkt. Alleen staan veel onderdelen nog op de verkeerde plek.

Verpleegkundig specialist ontspanning en beweging

Uit ervaring blijkt dat het belangrijk is dat verandering op het gebied va bewegen en ontspannen ook wordt gemotiveerd door het te doen tijdens h doorlopen van de module. Dus naast de bewustwording van het huidig beweeg en ontspanpatroon, geschiedenis en motivatie ook al korte opdrachte meegeven. Een tip is om hele korte bewegingsvormen en ontspanningsvormen te noeme als voorbeeld, bijvoorbeeld 1 kwartier wandelen of een kwartier dansen, zod mensen het gaan ervaren.

In plaats van 10 weken zou de module ook als een 10-stappen plan benoem kunnen worden, dan zit er al wat beweging in. Het zinnetje : "doe het maar gewoon, ook al vind je het eerst spannend of vin je het niets of vind je het niet leuk" kan helpend zijn, dit wordt al een beet genoemd in het hoofdstuk van doelvaardigheid. Er wordt niet expliciet genoemd voor welke doelgroep de module gemaakt Ook wordt niet genoemd hoe de module gebruikt moet worden, in een groe of individueel, met of zonder begeleiding en hoe die begeleiding er dan uit zo moeten zien.

Fase Verkennen

Deskundigheid Feedback

Docent Toegepaste Psychologie

Bij de beslisboom moet er gelijk gekozen worden tussen een actieve en ee rustige vorm van bewegen. Is dit echt nodig? Sommige mensen houden va beide vormen. Het stukje over identiteitsbesef is nog te breed. Dit is een ingewikkeld conce en de lezer heeft zo waarschijnlijk nog niet genoeg handvaten om hier ie zinvols in te vullen. Het stuk over motivatie is vrij abstract. Er zouden meer voorbeelden gegeve kunnen worden en duidelijkere/concretere informatie gegeven worden ov intrinsieke motivatie.

Docent IRB 1 In het eerste hoofdstuk zitten goede onderdelen, zoals de kennistest en het kaart brengen van het huidige activiteitenpatroon. Hoofdstuk 2, persoonlijk voorkeuren, moet verplaatst worden naar ‘kiezen’, dit hoort bij het stellen va doelen. Het onderdeel ‘herinneringen aan bewegen & ontspannen’, oftew eerdere ervaringen, moet verplaatst worden naar ‘doel stellen’, de beslisboo ook.

Page 42: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

42

Het derde hoofdstuk, doelvaardigheid, kan opgesplitst worden in twe gedeeltes. In het eerste gedeelte, wat hoofdstuk 2 wordt, komt de noodzaak t verandering en de inzet aan bod. De inzet kan opgesplitst worden in onderdelen; drang tot verandering, positieve en negatieve verwachtinge zelfvertrouwen, en de steun die je verwacht. Het tweede gedeelte van d doelvaardigheid omvat het omgevingsbesef en het identiteitsbesef, wat ond ‘kiezen’ geplaatst kan worden. Bij het identiteitsbesef is het handig om ee lijstje bij te voegen met een aantal waarden, zodat de deelnemer w voorbeelden heeft en een goed beeld krijgt van wat waarden kunnen zijn. H omgevingsbesef omvat kennis van eerdere ervaringen en kennis va toekomstige mogelijkheden.

Projectleider GGZ in beweging – Promens Care

Misschien past het punt motivatie beter bij ‘kiezen’, omdat dan gekeken wor wat echt goed bij iemand past.

Fase Kiezen

Deskundigheid Feedback

Docent Toegepaste Psychologie

De voorbeelddoelen gaan vooral over een bepaalde activiteit onderneme binnen een bepaalde tijd. Meer diepgang kan gecreëerd worden do voorbeelden te geven waar subdoelen gekoppeld worden aan het beheerse van bepaalde vaardigheden. Bijvoorbeeld: ‘Binnen drie weken kan ik ee baantje borstcrawl zwemmen’. Deze doelen moeten dan wel weer worde opgedeeld in nog meer subdoelen. Dit kan de interne motivatie en het gevo iets nieuws geleerd te hebben ten goed komen.

Docent IRB 1 De SMART uitleg is te uitgebreid, dit kan beperkt worden tot een uitleg van d 5xW (wie, wat, waar, wanneer, waarom) + H (hoe) formule. Bij het hoofddoel staan nu voorbeelden als ‘ik wil afvallen’, maar dit is wat h oplevert. Het hoofddoel moet iets concreets zijn in de zin van een actie handeling. Hoofdstuk 5, tips en trucs, kan naar verkrijgen/behouden. De tips en tru hoeven niet in een apart hoofdstuk, maar kunnen eventueel in een bijlage.

De sociale contacten in kaart brengen moet naar het 2e hoofdstuk verplaatst worden (doelvaardigheid). De begeleidingsbehoefte hoort bij de functionele diagnostiek, wat onder d fase van verkrijgen hoort. Dit moet dus later in de module aan de orde komen

Page 43: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

43

Fase verkrijgen

Deskundigheid Feedback

Docent IRB 1 Het eerste hoofdstuk van verkrijgen (hoofdstuk 6, doelen bereiken), moet na voren. De onmisbare vaardigheden, die nu opgesplitst staan in praktisch fysieke, verstandelijke en emotionele vaardigheden, kunnen samengevoeg worden in één. In dit hoofdstuk komt de functionele diagnostiek (wat heb nodig, wat kun je al, wat doe je met tegenslagen, etc.)

Projectleider GGZ in beweging – Promens Care

Bij doelen bereiken wordt ingegaan op de type vaardigheden, zoals praktisch vaardigheden en fysieke vaardigheden. Dit is best moeilijke materie waarbij h onderscheid ook met name voor begeleiders interessant is, maar minder vo cliënten. Misschien is het een tip om in deze fase een cliënt veel meer te lere hoe deze een concreet, praktisch actieplan op kan stellen met wat hier allema in komt te staan. Onder andere ook punten die genoemd worden, zoa hulpbronnen.

Ervaringsdeskundige 2 Er moet wel rekening gehouden worden dat mensen die dit traject volgen vaa geen geld hebben om sportbenodigdheden en dergelijke te kopen. In sommig gevallen staan cliënten alleen op de wereld.

Behouden Geen feedback.

Page 44: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

44

Bijlage 2: Feedback ronde II

Page 45: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

45

Vormgeving

Deskundigheid Feedback

Docent IRB 1 Verkennen en kiezen is qua grootte ongeveer gelijk en komt evenwichtig over. Verkrijgen is nog erg kort en klopt inhoudelijk op een aantal plaatsen niet.

geen literatuurverwijzingen opnemen als het cursusboek voor cliënten bedoeld. Voor de geïnteresseerde cursist kun je achteraan een aant auteurs en bronnen opsommen.

Verpleegkundig specialist ontspanning en beweging

Module ziet er nu beter uit met beter bijpassende afbeeldingen. Er komen te weinig ervaringsoefeningen in voor.

Een tip is om wekelijks de deelnemers te vragen wat er in de afgelopen periode goed op gebied van ontspannen en bewegen ging, om ze erbij stil te laten staat wat dat opgeleverd heeft. Hiervoor zouden ze een soort dagboekje bij kunnen houden. Het is goed om op meer plekken te benoemen dat iedere sta in veranderingsprocessen er één is, en iedere stap belangrijk is, hoe klein oo

Senioronderzoeker Lectorat Rehabilitatie

De module ziet er goed uit.

Het is niet duidelijk gemaakt dat deze module gebruikt gaat worden bij individuele of groepstrajecten. De titel van de eerste bijlage `Het menselijk lichaam, hoe werkt d eigenlijk?` is te ruim.

Projectleider GGZ in beweging – Promens Care 1

Complimenten voor de vormgeving van de module. Ziet er zeer mooi uit.

Taalgebruik / moeilijkheidsgraad Geen feedback ontvangen.

Page 46: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

46

Methodiek

Deskundigheid Feedback

Docent IRB 1 Bij inleiding wordt de volgorde doelen en wensen gehanteerd. De IRB gaat u van wensen die doelen kúnnen worden, maar dat is geen één-op-één wet. D volgorde wens doel wel.

Senioronderzoeker Lectorat Rehabilitatie

De methodiek zal getraind moeten worden aan begeleiders. Het gebruikelijk om daarvoor een trainingshandleiding bij te maken.

Daarnaast is het goed om een implementatietraject te hebben. Mogeli behoeft het niet in deze afstudeeropdracht te staan maar wel de intentie va verder te nemen stappen.

Docent IRB 3 De methodiek, de volgorde van de onderdelen en de items per onderde en de herkenbare vragen per onderdeel daarin zijn erg verbeterd. Goe genoeg om in de praktijk te testen!

Docent IRB 2 Wellicht een idee om de module te beperken tot verkennen/kiezen? Verkrijgen en behouden vraagt veel meer!

Lector van het Lectoraat Rehabilitatie

De IRB methodiek is niet perse een lineair proces. Iedereen kan in principe elke fase instappen. De één heeft nog helemaal geen idee wat hij/zij wil, d ander wil graag een baan of sport behouden of is wel tevreden over hetgee wat hij/zij nu doet, maar wil dit graag uitbreiden. Het is een mogelijkheid o de beslisboom die nu al in de module staat aan te passen met een and doeleinde. Bijvoorbeeld staat er een vraag of iemand van een rustige actieve sport houdt. Als iemand dit nog niet weet, begin dan bij de sta verkennen en laat iemand die twee varianten uitproberen. En zo bij elke sta in de beslisboom gekoppeld aan een fase.

Page 47: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

47

Fase verkennen

Deskundigheid Feedback

Docent IRB 1 Blz. 6. Het onderdeel sociaal zou nog wel aangevuld kunnen worden.

Blz. 8. Onder ‘ontevredenheid’: de vraag is eerst een cijfer te geven over d huidige situatie t.a.v. bewegen en ontspannen. Dit zou ook uit elkaar kunne getrokken kunnen worden (bewegen en ontspannen). Daarnaast wordt gevraagd een toelichting op de ontevredenheid op verschillende gebiede (mensen, activiteiten, locatie) dat is zonder uitleg wel erg moeilijk, suggest om die aanvulling gewoon weg te laten. Blz. 8. Per wanneer: per er af. Vraag is niet echt duidelijk. Mogelijk kunnen opties gegeven worden zoals; Tussen nu en 3 maanden, tussen 3 en maanden of over langer dan 6 maanden.

Blz. 9. hier wordt waarden synoniem verklaard aan motivatie. Een waarde is een drijfveer, dat is niet perse hetzelfde als motivatie. D voorbeeldenlijstje vereist nog wat schaafwerk. Blz. 10. Bij inzet wordt gevraagd naar persoonlijke verwachtingen, d toevoeging waarin gevraagd wordt naar hoe reëel de verwachtingen zijn ka eruit. Het gaat er nu juist om wat mensen denken/voelen als ze aan ee verandering denken, niet of dat reëel is. Angsten zijn zelden reëel maar kunt er heel veel last van hebben.

Verpleegkundig specialis ontspanning en beweging

Gezondheid in kaart kan groter gemaakt worden, bijv. op een A4. Zo komt een goed overzicht waarbij dan beter bepaald kan worden wat men w veranderen en hoe ze dat willen doen. Terug veranderen naar zoals het eer was (per dag). Op blz 8: Om de veranderwens in kaart te brengen, zou een eerste vraa kunnen zijn hoe tevreden mensen zijn over hun beweegactiviteiten op scha tussen 0 en 10 en dan uitgesplitst over bewegen en ontspannen. Om er vanu te gaan dat mensen ontevreden zijn is een negatieve benadering. Vervolge kan dan de vraag over de noodzaak tot verandering gesteld worden ook o beide gebieden en dat ook met schaalvragen tussen 0 en 10 vervolge kunnen de voordelen van verandering ,en de nadelen van de huidige situati op korte en lange termijn verder uitgevraagd worden, waardoor de motivat voor verandering ook helder wordt.

Blz. 9: Hier kan de opdracht geven om dagelijks te gaan doen : 1. Ga de komende dagen een half uur te wandelen 2. ga de komende dagen een half uur lezen Er kan ook gekozen worden om met een kwartier te beginnen.

Hoofdstuk 3: ‘Wat zijn je verwachtingen wat verandering?’ Onduidelijke zi Moet het zijn ten opzichte van de verandering in je leven?

Hoofdstuk 3: Steun: Hierbij kan ook iets geschreven kunnen worden over d drempel die mensen ervaren om ergens nieuw te beginnen en mogeli kunnen ze daar iemand in meenemen.

Projectleider GGZ in beweging – Promens Care 1

Leuk begin. Nog even kijken naar de formulering van vraag 4. Daarnaa staat de ene keer ‘moeten’ en de andere keer ‘kunnen’. Daarnaast vraag Er kan gevraagd worden naar de invloed van beweging en ontspanning o omgaan met stress.

Page 48: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

48

Bij de antwoorden staat dat je ook in blokken mag bewegen. Dit is ook ee belangrijke motiverende strategie is om in beeld te brengen en op te telle wat je dagelijks allemaal doet. Maak hier gebruik van! Antwoord 7: Mogelijk veranderen in een korte zin.

Gezondheid in kaart brengen is ook een belangrijke oefening. Er zijn moo schema’s gemaakt. Biedt deze ook aan in een bijlage zodat mensen dez kunnen invullen. Nog wat ideeën: er kan per dag in kaart gebracht worde wat iemand per dag doet. Dan kunnen mensen het dagelijks bijhouden ip aan eind week op te tellen. Er kunnen eventueel kolommen worde toegevoegd waarin ingevuld moet worden hoe mensen zich nadien voele Die informatie is later weer te gebruiken. Biedt mensen ook de mogelijkhe om dit bij te houden met een stappenteller? Vraag 2 zou veranderend kunnen worden in hoe graag iemand zijn leefst wil veranderen. Het is misschien een idee om eerst bezig te gaan met d wens en daarna de voor en nadelen van het veranderen te behandelen. Vraag niet alleen naar ontevredenheid maar ook naar tevredenheid. (blz 8 Als je vraagt naar de voordelen van verandering richt je je op het proces va verandering. Er kan ook gevraagd worden naar de voordelen van d gewenste situatie, want daar zit de energie. Bij motivatie uit elkaar halen wat redenen zijn om te veranderen en d motivatie. Een reden of nieuwe situatie geeft energie. Pas op met een term als inzet. Want veranderen is lastig. Veranderen hee niet alleen te maken met je inzet, hoeveel tijd en energie je investeert, ma ook met de mate waarin het je lukt om de verandering vast te houden e om te gaan met de lastige situaties. In hoeverre is het nodig om reële verwachtingen te hebben? Of is dit jui iets wat de trainer op moet letten.

Steun kun je het beste inventariseren als je weet wat je precies w veranderen. In z’n algemeenheid kun je dit wel aan bod laten komen, ma moet dus ook weer terugkomen bij de fase verkrijgen. Bladzijde 12 is dubbel, kan verwijderd worden. Bij verkennen is het ook leuk om praktische oefeningen te doen om deze ervaringen ook mee te nemen in de verkenning, dus dat je werkelijk ook iet gaat doen, zoals een keer naar de sportschool of dansen. Eventueel kan aandacht besteed worden aan de voor- en nadelen van computersporten.

Lector van het Lectoraat Rehabilitatie

Steun die je van je omgeving krijgt bij het ondernemen van een activite Het kan zijn dat mensen je een activiteit ontraden, zoals de huisarts ouders. Steun komt na het kiezen.

Docent IRB 2 Het sociale aspect van de antwoorden bij de kennistest van vraag 7,9 en 10 kan vallen onder mogelijke voordelen. Deze sociale voordelen hoeven namelijk niet voor iedereen te gelden. Blz 9. Het woord motivatie is te beladen voor de psychiatrie. Blz 9. Waarom moet iemand een doe opdracht doen? Blz 10. Inzet = motivatie? Negatieve verwachtingen veranderen in hindernissen.

Blz. 12 en 11 moeten omgedraaid worden.

Page 49: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

49

Fase kiezen

Deskundigheid Feedback

Docent IRB 1 Blz.12: Het stukje over rollen past niet in het kader van gedragsveranderin Het stukje zweeft, kan er zonder schade uit. Bij het schema wil je misschie weten wat iemand is van de cursist i.p.v. leeftijd. Dus vriendin, opa etc. Blz.14: Toevoegen aan herinneringen. Niet alleen positieve ervaringe zeggen iets over wat bij je past, ook negatieve leveren informatie op. Blz.16: Goed bedacht!

Blz.17: Bij het stukje over waarden kunnen de normen er uit. Waarden zi persoonlijke drijfveren, omcirkel ze hier en probeer er achter te zette waarom je juist deze waarde hebt gekozen, zonder uitleg weet je nameli nog niks. Blz.18: In schema kan ‘wanneer’ ook zijn ‘op welke termijn’.

Verpleegkundig specialist ontspanning en beweging

Hoofdstuk 4: Beweegschema. In het schema het alleen iets doen. Klimme kan niet echt alleen, yoga en pilates kan zowel alleen als in een groe waarbij een groep stimulerend en heilzaam kan werken. Vakje vo buiten actief bewegen is wat weggevallen. Bij ‘baantjes trekken’ kan h bijwoordje ‘lekker’ weg, dat staat ook niet bij de andere activiteiten. Hoofdstuk 5: Bij het kopje ‘hoe’, ook vragen naar hoe lang de activite gedaan moeten worden.

Projectleider GGZ in beweging – Promens Care 1

Optionele toevoeging: een goede keuze is wat bij jou past. Leuke oefeningen. Misschien nog vragen naar het gevoel achteraf? Om t de ervaring te komen. Nog een aantal suggesties voor ontspannende activiteiten zijn zingen e tuinieren.

De oefening laat zien hoe de persoonlijke voorkeuren richting geven aa welke vormen van bewegen bij je passen. Dit kan ook benoemd worden de toelichting van de oefening.

Toelichten: een waarde is wat jij belangrijk vindt. Meer doorvragen over waarom iemand een bepaalde waarde belangri vindt. Goed dat er gekozen wordt voor een top 5. Hoe kom je tot de doel. De 1e rij (wie) verwijderen. Jouw doel. Werken in subdoelen is best moeilijk. Misschien kan dit op een bepaalde manier gevisualiseerd worden, bijvoorbeeld dat iemand allemaal stapjes kunt maken om tot een doel te komen. Deze fase moet afgesloten worden met het kiezen van een doel.

Docent IRB 2 Kiezen is te summier uitgewerkt. Waar is het omgevingsbesef? Denk ook aa uitgangspunten, bijvoorbeeld een activiteit mag niet meer kosten dan.. Dit voor veel cliënten erg relevant. Bij alternatieve omgeving zou je op kunne nemen bijvoorbeeld over gemeentelijke voorzieningen. Dit alleen wegzette bij hulpbronnen kan zeer demotiverend werken.

Lector van het Lectoraat Rehabilitatie

Doel stellen wordt opgedeeld in twee stappen, belangrijk uitgangspunten/persoonlijke voorkeuren en wat zijn de beschikba mogelijkheden/alternatieve mogelijkheden. Als deze twee punte samengevoegd kunnen worden kan iemand een keuze maken.

Page 50: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

50

Fase verkrijgen

Deskundigheid Feedback

Docent IRB 1 Blz.19: ‘Een fitnesscentrum in Groningen’ is meer een gedragsveranderin doel, een IRB-doel is: ‘Fitnesscentrum Hupsakee aan de Sportlaan Groningen’. De andere 3 doelen zijn ook echt gedragsverandering doelen. Het woord ‘stap’ is beter dan ‘subdoel’. Blz. 21: Hier worden vaardigheden en hulpbronnen door elkaar gebruikt. Vo verandering zijn vaardigheden én mensen/dingen/activiteiten (hulpbronne nodig om dat te laten slagen. Het schema focust op hulpbronnen. Bijvoorbee kan er eerst stil gestaan worden bij de vaardigheden en dan de hulpbronne uitvragen. Blz. 22: ‘ Hoe ga je deze hulpbronnen (mensen, dingen en vaardighede verkrijgen?’ Vaardigheden zijn geen hulpbronnen, uit het rijtje halen.

Verpleegkundig specialist; ontspanning en beweging

Hoofdstuk 6: Wanneer deze module in een groep gebruikt wordt, zoude mensen met dezelfde veranderwensen ook iets samen kunnen doen of zou een groepsactiviteit van gemaakt kunnen worden om alle groepsleden ee beweging,- en of ontspanningsvorm te laten doen en ervaren.

Projectleider GGZ in beweging – Promens Care 1

Een voorwaarde voor deze fase is dat er ook echt een doel is en dat mense ermee gaan oefenen. Het doen van de oefeningen hebben pas zin, als mense ook echt kunnen oefenen. Blz. 21/22. Vaardigheden en hulpbronnen opsplitsen. In deze fase moet er geoefend worden en er moet gekeken worden hoe h gaat met oefenen en volhouden. Ook moet nagedacht worden over belonin over hoe de gekozen hulpbronnen/ steun werken en over hoe met lastig momenten om te gaan.

Fase behouden

Deskundigheid Feedback

Verpleegkundig specialist; ontspanning en beweging

In het hoofdstuk ‘behouden’ kunnen mogelijk de do's en dont’s staat uit d bijlage en ook de tips en trucs uit de bijlage zouden ergens anders in d module geplaatst kunnen worden. Het is voor mensen goed om voor zichze op papier te zetten wat ze kunnen doen om de veranderingen die in gan gezet zijn vast te houden, door te bedenken wat ze kunnen doen als een e ander weer stil dreigt te vallen.

Docent IRB 3 Bij behouden is nog niet zoveel ingevuld. Binnen de IRB onderscheiden we 4 soorten hindernissen bij het uitvoeren van vaardigheden > in dit geval bij de uitvoering activiteiten. • Gebrek aan zelfvertrouwen (angstgevoelen, bang voor mislukking enz.); • Gebrek aan kennis (wie, wat waar, wanneer, waarom) • Gebrek aan anticipatie (geen tijd; slechte planning; dingen die ‘eerst’ nog

moeten gebeuren); • Gebrek aan hulpbronnen ( mensen, omstandigheden of dingen missen

om de activiteit goed uit te voeren). Projectleider GGZ in beweging – Promens Care 1

Ook hier kijken naar wat er bereikt is. Trots zijn op jezelf, ook al heb je je doe nog niet helemaal bereikt, maar wel de stapjes die je hebt gezet. Kijken naar jezelf, de nieuwe jij? Nadenken over terugval, lastige momenten.

Page 51: Onderzoeksverslag Move Well Feel better

51

Bijlage 3; Module ‘Move well, Feel better’