mo*magazine 106

36

Upload: -mo-

Post on 07-Apr-2016

277 views

Category:

Documents


10 download

DESCRIPTION

De zomereditie van MO*magazine 2013

TRANSCRIPT

Page 1: MO*magazine 106
Page 2: MO*magazine 106

inhoud

‘Toen we voor de eerstekeer samen kwamen,

wisten we dat er inSpanje enorm veel men-

sen waren die uit hunhuis waren gezet. Maar

we hadden ons nooitkunnen voorstellen dat

het er zó veel waren.’ QDossier pagina 24

JULI - AUGUSTUS 2013

6 � de wereld kortChina in Afrika, Zuid-Zuidcoöpera-tie, VS en China in Trinidad het hof,Microfinanciering, Kaspische wapen-wedloop, Turkse remigratie

10 � baanbrekerPralineproducent Belvas.

12 � mondialiseringHet gaat steeds beter met de wereld.

14 � belgen in het buitenlandEén op de twintig van ons is expat.

nieuws

6-17tendensen

18-39mensen en verhalen

40-5518 � in beeld

Een groene woestijn in Guatemala.

20 � interviewNavi Pillay, Hoge Commissaris voorde Mensenrechten van de VN.

24� dossier crisis Hoe er gehakt wordt, en waar despaanders vallen: Griekenland,Spanje en Portugal.

30 � algerije Geen ‘Arabische lente’?

32 � reportage panamaDe uitdagingen van het nieuwekanaal.

38� mensenrechtenEuropa en zijn arbeidsmigranten.

40 � in beeldHet strand van Mogadisjoe.

42 � philly achter traliesPolitiek gevangen in Philadelphia.

46 � pkk-moedersEindelijk vrede in Koerdistan?

52 � wouter vandenabeelePortret van een wereldmuzikant.

3MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

56 � debat & lezing58 � recensies62 � agenda64 � opinie66 � column bruksel

moQservice

56-66

14

32

40

© L

ectrr

© Ja

n D

e N

ul

© A

licia

Sul

lyzdz

MO*magazine is beschikbaar op iPad. Abonnees kunnen de iPad-versie gratis downloaden en lezen. Niet-abonnees kunnen via deApple-nieuwskiosk een los nummer of een jaarabonnement kopen.Download de MO*-app via de QR-code of via www.mo.be/ipad.

Page 3: MO*magazine 106

� Hassan Rouhani is dé verrassing van het jaar.Pessimisten geloven niet dat zijn verkiezing tot president vanIran iets kan veranderen in de Islamitische Republiek. Demeest optimistische versie van de feiten gelooft dan weer datde verkiezing van Rouhani de eerste stap is in een Myanmar-scenario. Ingrijpende interne hervormingen, waarbij welis-waar de economische belangen van de religieuze stichtingenen Revolutionaire Wachters gevrijwaard worden, creërendan volkomen nieuwe mogelijkheden voor regionale eninternationale relaties. Vanuit het Westen werd meteen na de verkiezing vanRouhani in elk geval de vraag gesteld of de nieuwe presidentzal zorgen voor een opener houding in de onderhandelingenover het Iraanse atoomprogramma. Rouhani heeft dieonderhandelingen in het verleden al geleid, dus hij kent hetdossier én de marges waarover de Iraanse politici beschik-ken. Hij weet ook dat je om succesvol te onderhandelensamen moet oversteken. Dat is het voorbije decennium twee-maal mislukt. Toen Rouhani onderhandelaar was enMohammad Khatami president, kregen ze het deksel op deneus vanwege een extreem ideologisch Witte Huis onderGeorge Bush. En toen Obama helemaal bij het begin vanzijn eerste ambtstermijn een hand uitstak naar Teheran,kreeg hij een vuistdikke brief vol ideologische eigenwaanterug van Mahmoud Ahmadinejad. Het antwoord op devraag of de verkiezingen van 13 juni voor een doorbraak kun-nen zorgen in de gesprekken tussen Iran en het Westen,hangt dus niet alleen af van de complexe en ondoorzichtigemachtsverhoudingen in Teheran, maar ook van de vraag ofWashington, Londen, Parijs, Berlijn en Brussel werkelijk eenoplossing zoeken, dan wel een regimewissel.‘Het verhaal van het Amerikaanse beleid tegenover deIslamitische Republiek is een ononderbroken opsommingvan slechte ideeën, van hoge verantwoordelijken die niet instaat blijken te leren uit vroegere mislukkingen en nietbereid om te stoppen met werkmethodes die duidelijk niet

werken, van een grote macht die niet kan weerstaan aan deverleiding om het Midden-Oosten te overheersen.’ Die ver-nietigende evaluatie van de Amerikaanse –en bij uitbreiding,westerse– aanpak van Iran sinds de revolutie in 1979 is vanhet echtpaar Flint en Hillary Leverett, die beiden jaren werk-ten voor Amerikaanse inlichtingendiensten, BuitenlandseZaken en academische instellingen. In Going to Tehran plei-ten de Leveretts voor een aanpak die vergelijkbaar zou zijnmet Richard Nixons bezoek aan Beijing in 1972. Toen werdhet bestaan van de Volksrepubliek China erkend en aan-vaard, als voorwaarde om tot vruchtbare internationalesamenwerking te komen. Vandaag, zeggen ze, moetWashington de moed hebben om de Islamitische Republiekin Iran te aanvaarden als een fact of life, ook al belichaamt dieeen wezenlijke uitdaging voor het Amerikaanse economi-sche belang in de regio en voor de kapitalistische ideologie.Voor die fundamentele wijziging van het Iranbeleid kanObama teruggrijpen op het Akkoord van Algiers (1981), datdoor Reagan ondertekend werd en dat stipuleert dat de VS‘niet zullen interveniëren, direct of indirect, politiek of mili-tair, in Irans interne aangelegenheden’.Het Westen moet, met andere woorden, niet alleen specule-ren over de intenties en mogelijkheden die de pas verkozenHassan Rouhani heeft. Het zou er goed aan doen zelf eeneerste stap te zetten om de kansen van de nieuwe presidentte vergroten. Barack Obama heeft nog drie jaar om de raadvan de Leverretts op te volgen en naar Teheran af te reizenom er een historisch akkoord te sluiten waardoor de imperi-alistische pretenties van de VS in het Midden-Oosten inge-ruild worden tegen hersteld moreel gezag en de economi-sche voordelen die daarmee gepaard gaan. Zo’n demarchezou bovendien kunnen zorgen voor een hoogst welkomeafkoeling van het kunstmatig opgefokte conflict tussen sjiie-ten en soennieten in de islamitische wereld. Al zal Amerikazijn Arabische bondgenoten uit de Golf dan ook moetenovertuigen dat sektarisme niet langer lonend zal zijn.

VOORWOORD

door Gie GorisDe toekomst begint in Teheran

5MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

COMMENTAAR

� Ik lees in een Brusselse krant ‘alarmkreten uit alle hoeken over deVlaamse economie, een gevolg van de aanhoudende economische cri-sis’. In dezelfde krant lees ik echter dat ook deze zomer Vlamingenzich massaal zullen bezondigen aan ‘luxeverzuim’ om betaalbaarderop vakantie te gaan. We gaan dus toch nog op vakantie. Misschienmet de hand op de knip, maar de crisis heeft onze welvaart (nog) nietverpletterd. De diepte van de gaten die de economische en sociale crisis in hetzuiden van het continent heeft geslagen, kunnen we ons hier nauwe-lijks voorstellen. In Griekenland ligt de gemiddelde werkloosheid nogsteeds op 30 procent. In de rijen voor gemeentelijke voedselbedelingstaan niet langer alleen sans-papiers. In Portugal bedraagt het gemid-delde salaris 840 euro, het minimumloon is er niet hoger dan 480euro. De belastingen op inkomen en consumptie werden drastischverhoogd. Tegelijk werden sociale voorzieningen in de gezondheids-zorg en het onderwijs teruggeschroefd. In Spanje, waar tien jaar langin een verschroeiend tempo woningen werden gebouwd, barstte devastgoedzeepbel. Terwijl drie miljoen woningen leegstaan, wordt hetaantal gedwongen uitzettingen op 171.110 geraamd.Terwijl ze zich het brood uit de mond sparen, zoeken burgers naarnieuwe oplossingen, als antwoorden op falende overheden. In hetdossier op bladzijde 24-29 beschrijven drie Zuid-Europese journalis-ten hoe burgers in drie crisislanden op zoek gaan naar overlevings-strategieën. In Spanje slaagden burgeractivisten erin het recht op wonen op teeisen en de Spaanse banken te kijk te zetten. In het Portugese indus-triestadje Portalegre haalden mensen de Ajudada onder het economi-sche puin vandaan, een term die verwijst naar de collectieve land-bouwarbeid van weleer, waarbij gemeenschappen samenwerkten omde landbouwkalender te kunnen bijbenen. In Griekenland heropen-den fabrieksarbeiders hun fabriek onder de slogan ‘werknemers kun-nen het zonder bazen af’.Nood breekt wet en maakt geesten wakkerder, niet alleen om broodop de plank te krijgen, ook uit zelfrespect. Waardigheid, schrijft deGriekse Maria Alexaki, is het voedsel waarop mensen in tijden vaneconomische crisis kunnen overleven.

door Tine Danckaers

Creatief met crisis�Wie Panama zegt, zegt Panamakanaal. Het land dankt er zijnbestaan aan. Voor de VS was die doorgang tussen twee oceanendestijds strategisch zo belangrijk, dat ze een opstandelingenbewe-ging in de regio een handje hielpen om Panama van Colombia afte scheiden. De hele kanaalstrook bleef een Amerikaanse enclavetot eind december 1999.Sinds 2000 is Panama eindelijk van de Panamezen. In eigen landheeft dat een zoektocht naar de eigen identiteit op gang gebracht,terwijl tegelijk de heersende elite het land aanbiedt als knooppuntvan de globalisering. Die middelpuntzoekende en middelpuntvlie-dende krachten willen vandaag nog wel eens botsen.‘Wij zijn nooit geconcipieerd als een soevereine natie’, zegt CarlosLee, directeur van ICI, het Interamerikaans Instituut voorCoöperatie. ‘Als land zijn wij ontworpen om ten dienste te staanvan anderen.’ Dat was zo met de Spaanse kolonisatie, nadien metde spoorweg die in 1850 werd aangelegd, vervolgens met hetkanaal dat in 1903 werd gebouwd, en nu, in de eenentwintigsteeeuw, als sluis voor de internationale financiële geldstromen. Eenrijke bovenlaag, de symbolische “honderd families”, heeftPanama’s natuurlijke rijkdommen steeds weer uitgeleverd aan demeest biedende: de landengte, de eilanden, vandaag de goud- enkopermijnen, grond, de prachtige kusten en de laatste eigenbedrijven. Dat proces leidt steeds meer tot een denationaliseringvan het land.Maar het bewustzijn van die historische erfenis groeit en hetmanifeste wanbeleid van de regering-Martinelli stimuleert datproces. Toen de president in oktober vorig jaar een stuk grondwilde verkopen in de vrijhandelszone van Colón, stootte hij opbikkelhard verzet. Er vielen doden en de koop is niet doorgegaan.Ook enkele projecten voor de aanleg van stuwdammen zijn tegen-gehouden door het volksverzet. Volgend jaar zijn er presidentsver-kiezingen en het monopolie van de vijf traditionele politieke par-tijen zal daar doorbroken worden door enkele nieuwkomers dieop een sterke achterban kunnen rekenen. De Panamezen roerenzich en willen eindelijk een land dat ze als hun hunne kunnenbeschouwen.

Tussen wal en schip

door Alma De Walsche

4 MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

Page 4: MO*magazine 106

7MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

de wereld kort

6 MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

� ‘China ziet zichzelf nog steeds als een broederen partner van de Afrikaanse landen, gewoon van-

uit de gedeelde ervaring als ontwikkelingsland. Dat

faciliteert China’s contacten in Afrika, maar het

beperkt China ook. Zo hadden Chinese diplomaten

heus wel vragen bij het beleid van Robert Mugabe,

de president van Zimbabwe, maar ze vonden het

als partner moeilijk om hun oude vriend af te val-

len.’ Sinologe Sara Van Hoeymissen schreef aan de

KU Leuven een doctoraat over het Chinese huma-

nitaire beleid in Afrika. In dat beleid is niet-inmen-

ging een rode draad: soevereine naties mogen zich

niet mengen in elkaars interne aangelegenheden.

Toch groeit bij China, volgens Van Hoeymissen,

stilaan een nieuwe identiteit: die van verantwoorde-

lijke grootmacht.

‘China blijft niet-inmenging belangrijk vinden,

maar meent tevens dat staten verantwoordelijk

zijn tegenover hun burgers. Maar dat vertaalt zich

voorlopig zelden in een andere rol. De crisis in

Darfoer, Soedan, was een uitzondering. Ik ver-

wacht dat de Chinese houding niet fundamenteel

verandert, zolang China een ondemocratische een-

partijstaat blijft, die eigen burgers, soms met

geweld, onderdrukt. Chinese contacten zeiden me

dat ook in bedekte termen: er mag niet te veel ver-

schil zijn tussen de interne en de externe houding.’

Ook het zoeken naar wederzijds belang is een con-

stante in China’s omgang met ontwikkelingslan-

den. ‘De vraag is of China dat zal volhouden naar-

mate het machtiger wordt’, aldus Van

Hoeymissen, die het te vroeg vindt voor algemene

positieve of negatieve oordelen over de Chinese

exploitatie van natuurlijke rijkdommen in Afrika.

‘Ze zien in elk geval meer potentieel in Afrika dan

het Westen, omdat ze vanuit hun eigen ervaring

geloven in ontwikkeling.’

De opkomst van China zal volgens Van

Hoeymissen gepaard gaan met een zekere demo-

cratisering van het internationale bestuur. ‘China

kijkt altijd eerst wat regionale spelers in Afrika zelf

vinden. Dat dwingt het Westen om dat ook meer te

doen. Soms kunnen China en het Westen elkaar

aanvullen – in Soedan heeft het Westen niet veel

directe invloed meer, China wel – maar daartoe is

een minimum aan consensus nodig. Hoe dan ook

zullen we China onze visie niet kunnen opleggen,

we moeten leren zoeken naar compromissen.’

(John Vandaele)

� Terwijl Duitsland op dat moment slechts depremier van China over de vloer kreeg, ontving

Trinidad en Tobago eind mei niemand minder

dan president Xi Jinping. Hij werd meteen het

allereerste Chinese staatshoofd ooit dat de

Caraïbische aardgasproducent bezocht. Bovendien

had de eilandenstaat, vooral bekend om zijn witte

stranden, wuivende palmbomen en ruige carna-

valsfeest, een paar dagen daarvoor pas de

Amerikaanse vicepresident Joe Biden ontvangen.

Een voorschot op een visite van president Obama,

die later dit jaar eveneens naar de regio afreist.

De aandacht van beide grootmachten toont aan

dat de Caraïben belangrijker zijn dan ze op het

eerste gezicht mogen lijken. Dat kan best ver-

wonderlijk worden genoemd. Het gebied telt

nog geen veertig miljoen inwoners, verspreid

over zestien onafhankelijke staten en negen

overzeese gebiedsdelen van Europese naties en

de VS. Multilaterale initiatieven als de Caricom

(de Caribbean Community, die ooit zou moeten

uitgroeien tot een variant van de Europese

Unie) komen door die versnippering amper van

de grond.

Toch hebben de twee mastodonten er heel wat

belangen veilig te stellen, met handel als groot-

ste gemene deler. Zo tekende vicepresident

Biden met de eilandengroep een overeenkomst

die op termijn moet leiden tot permanent over-

leg over handelskwesties. China, de grootste

energieconsument ter wereld, is dan weer uiter-

mate geïnteresseerd in het gas van Trinidad. De

afgelopen zes jaren verdrievoudigde de waarde

van de goederenstroom tussen Beijing en Port

of Spain. Ook op het tropische hout van

Guyana en Suriname heeft de Volksrepubliek

zijn zinnen gezet. Meer dan de helft van de

houtexport van Suriname, het dichtstbeboste

land ter wereld, gaat naar het Oosten.

Al zijn er tegelijk grote verschillen tussen de

Caraïbische agenda’s van Washington en Bei-

jing. Met de geografische nabijheid in gedach-

ten hamerde Biden erop dat de VS niet willen

dat de Caraïben de strijd tegen de internationa-

le drugshandel verwaarlozen. Trinidad zelf kan

volgens waarnemers ook een handig gelegen

Amerikaanse bondgenoot zijn als het in Vene-

zuela ooit helemaal uit de hand zou lopen. Op

een bepaalde plek scheidt amper elf kilometer

zee beide landen.

China focust dan weer op zijn ‘Eén-China-

beleid’, de doctrine dat er maar één China is.

Zachte leningen en door Beijing gesponsorde

infrastructuurprojecten moeten ervoor zorgen

dat Taiwan in de regio geen voet aan grond

krijgt. Met succes: het merendeel van de

Caraïben onderhoudt geen diplomatieke rela-

ties met Taipei. (Pieter Van Maele)

© ReutersS/Th

omas M

ukoya

Het middenveld en de Zuid-Zuidhype� Zuid-Zuidsamenwerking is het nieuwste aandachtspunt in ontwikkelingsdebatten. Indeze constellatie lijken de klassieke westerse donoren aan invloed in te boeten ten voordele

van de opkomende spelers zoals China, India, Brazilië of Zuid-Afrika. Tot nog toe is deze

Zuid-Zuidsamenwerking vooral een interstatelijke kwestie en is het niet erg duidelijk welke

plaats het middenveld in de betrokken landen inneemt of toebedeeld krijgt.

Onderzoekers van de 11.11.11 Leerstoel voor Ontwikkelingssamenwerking aan het HIVA van

de KU Leuven geven alvast een voorzet in de zoektocht naar antwoorden. Ze bevroegen een

zeventigtal Afrikaanse middenveldorganisaties over hun visie op de Zuid-Zuidsamenwerking.

Het voorlopige resultaat spreekt van een genuanceerde, licht optimistische afwachtende hou-

ding. Het discours van de Zuid-Zuidsamenwerking dat vooral de nadruk legt op gelijkheid en

het einde van de politieke inmenging lijkt het bevraagde Afrikaanse middenveld wel te beval-

len. Ook de nieuwe budgetten die vrijkomen nu het Noorden in crisis is en de snelle en effi-

ciënte aflevering van infrastructuurwerken vallen in goede aarde.

‘Ondanks hun positieve appreciatie hebben ze echter niet het gevoel dat de Zuid-

Zuidsamenwerking zichzelf al bewezen heeft’, onderstreept onderzoekster Sarah Vaes hun

afwachtende houding. Aan de meer negatieve kant wijzen ze op de moordende concurrentie

van de goedkope consumptiegoederen die hun markten overspoelen, alsook het gevaar dat

Afrika opnieuw een speelveld van de grootmachten zou worden. ‘Wanneer twee olifanten

vechten, is het het gras dat eronder lijdt’, klonk het.

Gyekye Tanoh van Third World Network waarschuwde tijdens de presentatie van het onder-

zoek voor een al te kritische westerse houding tegenover de Zuid-Zuidsamenwerking: ‘Het

gaat niet om een ethisch minderwaardige samenwerking, het is een andere soort samenwer-

king’, aldus Tanoh. De grootste uitdaging voor het zuidelijke middenveld ligt voor hem in het

vinden van alternatieve vormen van ontwikkeling, buiten de neoliberale groeilogica. De studie

concludeert dat een debat in het Noorden over de politieke voorwaarden meer dan ooit nood-

zakelijk is. Voor Bogdan Vanden Berghe, coördinator van 11.11.11, zijn vooral de zuidelijke

organisaties aan zet in deze nieuwe realiteit: ‘Het is in essentie een zuidelijke agenda. Zij moe-

ten die invullen en daarna eventueel aangeven hoe wij hen hierin kunnen faciliteren.’ (Olivia

Rutazibwa)

Grootmachten stellen Caraïbische belangen veilig

China en Afrika nog steeds broeders?

© Ann

elies Ve

rhelst

‘China ziet in elk gevalmeer potentieel inAfrika dan het Westen,omdat het vanuit zijneigen ervaring gelooftin ontwikkeling.’

De VS zoeken een bond-genoot in de strijd tegende internationale drugs-handel, terwijl China, ’swerelds grootste ener-

gieconsument, uit is opTrinidads aardgas.

Page 5: MO*magazine 106

� De leiders van de vijf staten aan de Kaspische Zee – Azerbeidzjan, Iran,

Kazachstan, Rusland en Turkmenistan – praten vaak over vrede in de Kaspische

regio. Maar die regio is een gebied van geostrategisch belang vanwege de aanwezi-

ge energiereserves. De rivaliteit en het wantrouwen tussen deze landen is toege-

nomen, net als de onenigheid over de juridische status van het Kaspische-Zeege-

bied. De rivaliteit heeft geleid tot een aanzienlijke toename in de militaire uitga-

ven. Wereldwijd zijn die in 2012 licht gedaald, maar in de Kaspische regio zijn ze

juist gestegen. De totale militaire uitgaven worden er geraamd op 80 à 100mil-

jard dollar. Het niveau van militarisering is gevaarlijk hoog en door de jaren heen

zijn er talloze dreigende confrontaties geweest.

In 2001 voerden Iraanse schepen beschietingen uit op een schip van BP, dat

onderzoek verrichtte in wateren die Azerbeidzjan als zijn eigen beschouwt. In

2012 waren er verschillende incidenten tussen Azerbeidzjan en Turkmenistan,

en onlangs werd nog beweerd dat een Turkmeens schip te dicht bij de

Azerbeidzjaanse olievelden zou zijn gekomen. Voortdurende marine-oefeningen

zijn ook niet bevorderlijk voor de stabiliteit en vredesopbouw. En waar Moskou fel

wordt als het gaat om de bouw van een Transkaspische pijplijn tussen

Azerbeidzjan en Turkmenistan, is Iran grillig en onvoorspelbaar. Irans omstre-

den nucleaire programma bedreigt de stabiliteit van de regio nog meer.

Externe actoren, zoals de VS, hebben ook bijgedragen aan de oplopende span-

ning. Washington heeft geholpen bij de ontwikkeling en training van de marine

van Azerbeidzjan, Kazachstan en Turkmenistan om zo een tegenwicht te bieden

voor de Iraanse en de Russische vloot. De VS hebben zich ook, tot grote irritatie

van Moskou, hard gemaakt voor de ontwikkeling van de Transkaspische pijplei-

ding om zo de Russische invloed in de regio te verminderen.

Hoewel het onwaarschijnlijk lijkt dat de Kaspische staten hun marines tegen

elkaar gebruiken, kan het niet worden uitgesloten. Door het uitblijven van over-

eenstemming over het verloop van de Kaspische grenzen, zal een demilitarisering

er voorlopig niet komen. Bovendien blijven er nog vele andere veiligheidsuitda-

gingen, zoals oude conflicten, grensgeschillen en de schaarste van water, die ont-

wapening in de weg staan. Een risico van verdere escalatie wordt gevormd door

de Amerikaanse terugtrekking uit Afghanistan in 2014, waardoor drugs- en men-

senhandel zullen toenemen en radicale islamisten zich eenvoudiger over de regio

kunnen verspreiden.

De opstapeling van militair materieel in de Kaspische regio zal naar alle waar-

schijnlijkheid nog wel enige tijd doorgaan. Inspanningen om regionale stabiliteit

en vertrouwen te scheppen lijken vooralsnog zinloos. (Peter Blasic)

98 MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

de wereld kort

Microfinanciering is geen wondermiddel� Microfinanciering geldt als eenvan de belangrijkste instrumenten

waarmee de armsten in het Zuiden

zichzelf uit de armoede kunnen til-

len. Het succes ervan creëert echter

zijn eigen bedreigingen, met een toe-

nemend aantal gevallen van overma-

tige schuldenlast tot gevolg. In een

recent gepubliceerd onderzoek stel-

len de onderzoekers bijvoorbeeld vast

dat in Cambodja 22procent van de

onderzochte microkredietklanten

insolvent is. Coauteur van de studie

Dina Pons, Investment Manager

Oost-Azië voor Incofin IM, licht dat

verontrustend hoge cijfer toe: ‘Dat

resultaat werd opgetekend in dorpen

waarvan we vooraf wisten dat er meer

leningen waren dan inwoners. En

slechts 6procent van de dorpen in

Cambodja vertoont dat profiel.’

De studie concludeert dat er twee

bepalende factoren zijn die verklaren

of mensen al dan niet in de proble-

men komen met hun schulden en

terugbetalingen: het inkomen en het

aantal leningen dat iemand heeft

(vanaf drie wordt het problematisch).

Eén van de factoren die verklaart hoe

mensen te veel leningen kunnen aan-

gaan, is de aanwezigheid van (te) veel

aanbieders of microfinancieringsin-

stellingen (MFI’s). Dina Pons wijst er

echter op dat die concurrentie, in

ieder geval wel in Cambodja, ook

geleid heeft tot dalende rentevoeten.

‘Die bedragen nu rond de 25 tot 30

procent. Dat lijkt vrij hoog voor ons,

maar de kosten voor personeel en

kapitaal maken het moeilijk nog aan-

zienlijk lager te gaan. Voor de arme

Cambodjanen is het alternatief trou-

wens een stuk duurder: de informele

kredietverschaffers rekenen vaak 80

tot 100procent rente.’ Bovendien,

zegt Pons, ‘is het aantal mensen dat

zichzelf tot “onaanvaardbare opoffe-

ringen” gedwongen ziet, zoals bespa-

ren op voeding, om de leningen terug

te betalen heel miniem.’

De belangrijke lessen uit deze studie

voor het goede functioneren van

microfinanciering zijn volgens Dina

Pons het belang van een goed regule-

rende overheid, met een effectieve

nationale bank en een kredietbureau

dat in staat is om snel de problemen

te detecteren. Daarnaast is een effec-

tief overleg van instellingen ook

belangrijk. Opmerkelijk daarbij is dat

de Cambodjaanse overheid in dat ver-

band een heel goed cijfer krijgt van

Pons, in sterk contrast met de

Corruption Perception Index van

Transparency International, waarin

Cambodja in 2012 op plaats 157 van

174 landen eindigde.

Dina Pons: ‘De mensen die voor de

nationale bank werken en die toe-

zicht houden op de financiële sector

zijn van een ander gehalte dan wat je

op andere overheidsadlinistraties

aantreft. Ze beseffen ook dat het van

cruciaal belang is dat financiële dien-

sten gelijk gespreid worden over het

hele land, op straffe van sociale

onrust en conflict. Daarom hebben

ze er bijvoorbeeld ook op toegezien

dat MFI’s niet gingen zoeken naar

het spaargeld van de rijken in

Phnom-Penh, maar dat ze op het

platteland spaarrekeningen openden

van een euro of wat.’ (Gie Goris)

© Reuters/Cho

r Sokun

thea

© Reuters / David M

dzinarishvili

Wapenwedloop langs de Kaspische Zee

� Jaarlijks keren heel wat Europese Turken met hungezin terug naar Turkije. De grootste remigratiegolf komt

uit Duitsland, immigratieland nummer één voor de

Turken. Tussen 2006 en 2011 emigreerden zelfs meer

Turken uit Duitsland dan er aankwamen. Russell King

en Nilay Kilinc, respectievelijk verbonden aan de univer-

siteit van Malmö en die van Lund, gingen op zoek naar de

tweede generatie die naar Turkije trok. Ze peilden naar

de motieven en de reïntegratie in Turkije. King en Kilinc

kwamen tot de conclusie dat terugkeer niet automatisch

wordt ingegeven door een mislukt verblijf in Duitsland.

‘Wetenschappers of media hebben het beeld dat de door-

snee terugkeerder in een Turks getto in een grote Duitse

stad als Berlijn woont, eerder een rurale dan een stedelij-

ke achtergrond heeft en een niet zo geslaagd integratie-

parcours achter de rug heeft’, zegt Nilay Kilinc. ‘De mees-

te ondervraagden komen echter uit de betere arbeiders-

klasse, de middenklasse of zelfs de elite. Ze woonden

vaker in kleinere Duitse steden, en hadden veelal school-

gegaan in witte scholen. Het merendeel van de onder-

vraagden was eigenlijk goed geïntegreerd in Duitsland.

En slechts één familie keerde terug vanwege racisme.’

Een deel van de ondervraagden vestigde zich in Turkije,

het land van hun ouders, vanuit een persoonlijk project,

aangetrokken door onder meer de Turkse levensstijl,

door het idee voortaan “binnenlander” te zijn of wegens

carrièremogelijkheden.

De helft van de ondervraagden ging echter naar Turkije

in het kader van gezinsterugkeer. Vooral in de jaren 1980

keerden veel gezinnen naar Turkije terug. Ze deden dat

in het kader van een toenmalige Duitse terugkeerwet,

waarbij Duitsland terugkerende arbeidsmigranten finan-

cieel ondersteunde. Tieners die in dat kader terugkeer-

den, de huidige veertigers, spraken over ‘gedwongen

terugkeer’. ‘Omdat ik in Duitsland woonde en studeerde,

was helemaal opnieuw beginnen in Turkije moeilijk voor

me. Ik wou dat we niet teruggekeerd waren. Dan had ik

nu een Europees paspoort en kon ik reizen zoveel ik

wilde’, zo beschrijft Erhan (43), nu autoverkoper, het. Hij

keerde als vijftienjarige met zijn ouders terug. De verha-

len zijn echter heterogeen en niet zwart-wit, nuanceert

Nilinc. ‘De meeste mensen bouwden wel na een paar jaar

een goed netwerk uit. En diegenen die met romantische

ideeën vertrokken, botsten dan weer op het Turkse cliën-

telisme, de chaos, het gebrek aan professionalisme.’

(Tine Danckaers)

Turkse remigratie

Lees het hele interview met Dina Pons over de Study

on the Drivers of Over-Indebtednessof Microfinance Borrowers in

Cambodia: An In-depth Investigation of

Saturated Areas opMO.be.

De rente op microlenin-gen in Cambodja ligt nuop 25 à 30 procent. Datlijkt hoog, maar de kos-ten maken het moeilijkveel lager te gaan. Enhet alternatief is eenstuk duurder: de infor-mele kredietverschaf-fers rekenen vaak 80tot 100 procent rente.

De opstapeling van mili-tair materieel in deKaspische regio zal naaralle waarschijnlijkheidnog wel even doorgaan.

Page 6: MO*magazine 106

10

Voormalig Reuters-journaliste Barbie Zelizer is als profes-sor Communicatie verbonden aan de Universiteit vanPennsylvania. Ze doet onderzoek naar collectief geheu-gen en de culturele dimensies van (crisis)journalistiek.Waarom is het zo belangrijk om bewuster om te gaan met het verleden en met hetcollectief geheugen in de journalistiek?Zelizer: Het verleden is een integraal deel van zowat elk nieuwsitem dat we lezen,horen of bekijken. Wanneer een journalist een parallel maakt tussen 9/11 en PearlHarbor, zijn dat strategische keuzes om een bepaald doel in het heden te dienen.Omdat we dat verleden vaak niet verwachten in de journalistiek, hebben we noggeen methoden ontwikkeld voor journalisten om systematischer terug te blikken.Wanneer die terugblik op een onverantwoorde manier op het heden reflecteert, kandat erg problematisch zijn. Een sprekend voorbeeld is het beeld van het neerhalenvan een standbeeld dat teruggrijpt naar de Hongaarse revolutie. Dit beeld wordt veel-vuldig gebruikt in zogenaamde volksrevoluties overal ter wereld. Het meest bekendevoorbeeld is het neerhalen van Saddam Hoesseins standbeeld. Dat was helemaalgeen volksrevolutie, het was geënsceneerd door Amerikaanse troepen. Maar omdatdie visuele geheugensteun voorhanden was, kon het gebruikt worden om een ver-haal te spinnen rond de idee dat de democratie Bagdad had bereikt.

Collectief geheugen is per definitie subjectief. Moeten we in de journalistiek danafscheid nemen van de idee van objectiviteit?Zelizer: Wat is objectiviteit? Er bestaan zachtere manieren om over objectiviteit na tedenken. Denk bijvoorbeeld aan verantwoordelijkheid, betrouwbaarheid, onpartijdig-heid, accuraatheid. Het zijn allemaal attributen van objectiviteit, ze behoren totdezelfde familie, maar geen van hen pretendeert dat een nieuwsitem de gehele waar-heid bevat. De idee van objectiviteit creëert de verwachting dat we in een bepaaldbericht, van een bepaald medium of reporter, de gehele waarheid mogen verwach-ten. Er is dus ook een taak weggelegd voor de nieuwsconsumenten. Zij moeten hunverwachtingen aanpassen en de reflex hebben om actief verschillende invalshoekenvan één bepaald evenement of gebeurtenis te consulteren.

Maak u zich zorgen over de staat van de journalistiek vandaag? Zelizer: Het staat buiten kijf dat dingen veranderen maar ik maak me geen zorgen. Inde VS hebben kranten niet dezelfde waarde meer als vroeger, maar in India bijvoor-beeld schieten ze de hoogte in. Ik denk dat we dus veeleer aankijken tegen een ver-andering in het landschap. De alarmbellen van zij die het einde van de journalistiekaankondigen, dienen vooral de groep mensen die hun inkomsten bedreigd zien. Alsonderzoekster van de journalistiek denk ik niet dat het mijn rol is hierin mee te gaan.Het sterkt me wel in de overtuiging dat we terug moeten grijpen naar de kernwaardenvan de journalistiek. (Olivia Rutazibwa)

Zelizer was te gast bij de VUB in het kader van de Corelio-leerstoel.

3vragen aan...

Barbie Zelizer

11

BAANBREKERn i e u w s

warmen als om af te koelen’, legt Lovens uit. Belvas heeft drie belangrijke fasen doorlopen. Eerst envooral de reductie van het eigen energiegebruik, tentweede het gebruik van een recyclingsysteem voorwarmte dat tot 30procent energie bespaart, en tot sloteen installatie van 380 zonnepanelen over een opper-vlakte van 1500m². Die panelen produceren 40procentvan de benodigde stroom. De warmte die wordt her-wonnen gaat naar de chocoladesmelterij. Een tegelijk duurzaam en overheerlijk product afleve-ren, dat doet Belvas door weloverwogen aanpassingenin het productieproces. ‘We hebben de koude tunnelvoor de afkoeling van de pralines verlengd. Daardoorkrijg je een geringere afkoeling, wat dus energievrien-delijker is.’ Het voordeel van die techniek is dat de prali-ne minder temperatuurschokken krijgt en dus lekker-der is. Ook aan de warme kant van de verwerking isgedacht. Een goede verdeling van de ruimten en eenperfectie isolatie leidt tot een minimum aan energiever-lies. Maar het pareltje van het bedrijf is het recyclingsy-steem. Aan de ene kant kan daardoor warmte in aparteruimten worfen gebruikt, aan de andere kant recyclethet de gebruikte warmte voor de opwarming van water.

op zoek naar evenwichtDat het niet allemaal rozengeur en maneschijn is, blijktal snel. Belvas excelleerde volgens de jury in duurzameeconomie. Maar daar ligt volgens Philippe Lovens ookde grootste moeilijkheid. Het personeelbestand isenorm gegroeid. ‘We zijn geëvolueerd van twee werk-nemers in 2009 naar vijftien werknemers vandaag.We hebben acht tijdelijke werknemers en vier perma-nente in de beschutte werkplaats in Eningen voor deverpakkingen.’ Zeven werknemers zaten voordien zon-der werk, enkelen komen direct van de schoolbanken. ‘Maar de interne organisatie hapert soms wat, we heb-ben veel idealen, maar moeten ook streng zijn om eenkwaliteitsproduct af te leveren. Het is heel moeilijk omwinst te maken, terwijl de bank van ons toch eist dat erop een bepaald moment return on investment komt.’Over de verkoop kan het bedrijf niet klagen. Belvasmikt op een groei van 35procent in vergelijking metvorig jaar, bij een omzet van 4miljoen euro. Dat heefthet vooral te danken aan zijn export. De fairtrademarktin België is te klein, zelfs met klanten als Oxfam en Del-haize. In de voorbije zeven jaar steeg de export van 10naar 80 procent. Momenteel zijn in 28 landen, waaron-der China, Rusland en Australië, Belvas-producten tekoop.

VERHALEN SPINNEN

MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

� Belvas kwam als winnaar uit de bus omdat het over de heleproductieketen een kwaliteitsproduct aflevert. Qua milieu, duurza-me economie, sociaal welzijn en open participatie scoort het bedrijfgoed. De prijs is voor Belvas bijzonder zinvol. ‘Het is echt een prijsmet inhoud, en dat doet deugd’, zegt Philippe Lovens, rechterhandvan bedrijfsleider Thierry Noesens. Dat Belvas het bronzen prijsbeeldje mocht meenemen is niet toeval-lig. Van fairtrade tot bewustmaking van jongeren, er wordt aan allesgedacht bij het bedrijf. Beide bedrijfsleiders zweren bij fairtrade. Nazijn studie commercieel ingenieur ging Philippe Lovens naar Brazi-lië, Bahia, waar hij werkte met boeren die cacao verbouwen. Daar zaghij zelf hoe fairtrade een verschil maakt. Door het gebruik van gecer-tificeerde fairtradeproducten is het bedrijf er zeker van dat de boerenvan coöperaties uit Peru, Ecuador en Haïti eerlijke prijzen krijgenvoor hun producten. ‘Toen ik terugkwam, wilde ik ergens werkenwaar ik mijn ziel in kon leggen. Het moest en zou fairtrade zijn, entoen ik Thierry Noesens ontmoette, heb ik niet lang getwijfeld om inhet bedrijf te stappen.’ De landen uit het Zuiden leveren de cacaoboontjes aan. Alle produc-ten waar Belvas mee werkt, zijn bio. ‘Het is een cultuur van produc-ten zonder chemische stoffen. Bio betekent voor mij werken metingrediënten die mens en natuur respecteren. We hebben veel klan-ten die enkel bioproducten willen’, zegt Philippe Lovens.

energieproducerende cacaoEen van de redenen waarom de jury Belvas ver-koos, is zijn hoge score voor milieu. Door zijnproductieproces zo ecologisch mogelijk te hou-den, probeert Belvas zijn voetafdruk te verklei-

nen. ‘We richtten een leeg gebouw in Gellingen volledig in volgensecologische normen.’ Het bedrijf heeft aan alles gedacht. Tallozetechnieken worden gebruikt om vervuiling tegen te gaan. Zo werkthet samen met een Duits bedrijf om de verpakkingen aan te passenof vraagt het zijn personeel het openbaar vervoer te gebruiken. Maar Belvas’ grootste trots is zijn afvalbeheer. ‘Het is niet het aan-trekkelijkste aspect, maar de ervaring leert ons dat een goed afvalbe-heer de grootste invloed heeft op het milieu. We hebben negen ver-schillende afvalbuizen voor recyclage.’ Eentje daarvan is een speciaalsysteem om de cacao die niet wordt gebruikt te verwerken. Een speci-aal bedrijf haalt energie uit de herwerking van cacao, via iets dat “bio-methanisatieproces” heet. Dat zet de biomassa om in elektrische enthermische energie.

koude tunnel, warmtewinning In 2011 behaalde Belvas de strenge EMAS-registratie

(Eco-Management and Audit Scheme), van de Euro-pese Commissie. ‘EMAS is echt veeleisend, het isnooit genoeg.’ Het bedrijf focust op een zo laagmogelijk energieverbruik. ‘Een chocoladefabriekheeft enorm veel energie nodig, zowel om op te

MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

Het jonge bedrijf Belvas uit Henegouwen won deGrote Prijs voor Toekomstige Generaties 2013met

een duurzaam en ecologisch product waar België ombekend staat: pralines. Het bedrijf is de eerste ecolo-

gische fairtradechocolatier in Noord-Europa.

door Sofie Coen

Duurzame pralines uit Henegouwen

© P

hilip

pe L

oven

s

Page 7: MO*magazine 106

13

� Kishore Mahbubani ziet de werkelijkheid door een roze bril,omdat we op wereldschaal naar elkaar toegroeien. Het mondialesucces schrijft hij toe aan het feit dat de meerderheid van dewereldbevolking vijf normen en waarden deelt: moderne weten-schap en technologie, ratio en logica, vrijemarkteconomie, een poli-tiek model op basis van een sociaal contract en multilateralisme.‘Vroeger zaten alle 193 staten op hun eigen bootje en met huneigen kapitein’, verduidelijkt Mahbubani. ‘Vandaag zitten we alle-maal op één groot vlot en bezetten de 193 landen hun eigen kajuit.’Dit betekent volgens Mahbubani dat we niets meer alleen kunnenaanpakken. Ook al zien we de vooruitgang vooral buiten hetWesten, dit succesverhaal zou ook het Westen optimistisch moetenstemmen, want het wijst op de populariteit van het westerse modelin de rest van de wereld.Mahbubani onderscheidt zich niettemin van Francis Fukuyama’shet-einde-van-de-geschiedenisgedachte: het idee dat het Westen alleoplossingen al heeft gevonden en dat die nu alleen nog correct toe-gepast dienen te worden. ‘Het einde-van-de-geschiedenisverhaal gafmensen in het Westen de indruk dat de rest van de wereld henmaar moest kopiëren en dat zij gewoon op hun lauweren kondenrusten. Mijn punt is dat we naar elkaar toegroeien en aan een nieu-we reis beginnen samen. We zullen heel hard en vooral sámenmoeten werken, omdat we in het zelfde schuitje zitten.’

passagiers en stuurluiHet is niet altijd duidelijk of het voor de optimistische denker omeen wereldvisie gaat dan wel of hij denkt dat de wereld echt zo dras-tisch veranderd is. ‘Alleen al in de afgelopen dertig jaar heeft dewereld meer veranderingen doorgemaakt dan in de driehonderdjaar daarvoor’, leest de tweede zin van zijn boek. Kolonisatie en sla-vernij doen de bedenking rijzen dat internationale verbondenheidniet iets van gisteren is. ‘We zijn altijd al verbonden geweest,’beaamt Mahbubani. ‘De globalisering gaat inderdaad al honderdenjaren terug. Tweehonderd jaar geleden echter was de meerderheidvan de wereldbevolking passief,’ specifieert hij. ‘Indiërs werdenoverheerst door de Britten, Afrikanen door Europeanen. Het gingom eenrichtingsverkeer. Nu is de rest van de wereld geëvolueerd

van medepassagiers naar medebestuurders op de boot van dewereldgeschiedenis. De graad van globalisering en onderlingeafhankelijkheid is van een heel andere orde.’Het feit dat de voormalige Amerikaanse president Bush met de cri-sis zich genoodzaakt zag om via de G20 de hulp van de rest van dewereld in te roepen, is voor Mahbubani een treffend voorbeeld.‘Vroeger hadden de Amerikanen de anderen niet nodig omdat zemachtig genoeg waren.’Door de snelle veranderingen en de nieuwe kapiteins dient het Wes -ten zich beter aan te passen. ‘Hiervoor hebben Europa en Amerikawijzere politieke leiders nodig,’ vindt Mahbubani. De huidige han-gen volgens hem nog te veel vast aan het electoralisme: ze wetenwelke oplossingen ze moeten doorvoeren, maar niet hoe ze dat kun-nen doen zonder hun herverkiezing in het gedrang te brengen.‘Er is nog veel arrogantie en een groot gevoel van superioriteit inEuropa,’ merkt Mahbubani op. Daartoe ziet hij geen reden, want:‘De rest van de wereld wil geen zwak Europa. Die wil een sterkEuropa en wil daarbij helpen.’ In de leer gaan bij de rest van dewereld zou al een eerste stap zijn. ‘Tijdens de economische crisis inAzië kwamen de ASEAN-ministers naar Europa om ideeën op tedoen. Met de Europese economische crisis is er geen Europeseminister naar Azië gekomen om het een en ander op te steken. Datis waanzin, waarom kan Europa niet van de rest van de wereld

DE NIEUWE WERELDn i e u w s

12 MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

leren?’ vraagt Mahbubani zich af. ‘De EU,die uiteindelijk een christelijke club is, zouveel kunnen leren van de ASEAN, die eensmeltkroes van religies is. De wereld die eraan staat te komen is geen monobescha-vingswereld maar een multibeschavingswe-reld. Turkije klopt al veertig jaar aan deEuropese deur. Mocht het binnengelatenworden, dan pas zou Europa zicht krijgenop hoe de wereld eruitziet.’

multilateralisme en mondiaalbestuurMahbubani’s meest praktische voorstel isde hervorming van de VN-Veiligheidsraad,omdat het systeem waarin de overwin-naars van WOII de macht in handen hou-den gestaag aan legitimiteit verliest. Hetprincipe van één land, één stem is echterniet haalbaar volgens Mahbubani. ‘Hetveto is de enige manier om de machtigstelanden aan boord te houden. We moetenstreven naar een betere wereld, geenUtopia.’ Concreet denkt hij aan een 7-7-7formule voor de VN-Veiligheidsraad:China, Rusland, de VS, Europa, Nigeria,India en Brazilië als de zeven permanenteleden die de verschillende regio’s vertegen-

woordigen. Zij moeten een extra financiëlebijdrage leveren ter compensatie van hungrotere macht. Daarnaast stelt hij zevensemipermanente leden voor uit een groepvan 28 landen op basis van hun bevolkingen bnp. De laatste zeven zetels reserveerthij voor de overige 160 kleine landen. Volgens Mahbubani hebben de westerselanden in de afgelopen jaren de multilate-rale organisaties doelbewust zwak gehou-den. ‘Als je maar twaalf procent van dewereldbevolking uitmaakt, heeft het hele-maal geen zin om de multilaterale organi-saties zwak te houden’, appelleert hij aanhet westerse eigenbelang. Hij is er boven-dien zeker van dat ook China hiervoor tevinden is. ‘De Chinezen weten immers datze op een gelijk speelveld moeiteloos decompetitie aankunnen.’Daartoe is volgens Mahbubani echter gro-tere internationale consequentie nodig. ‘Jekan niet tegen de VS zeggen: “Je mag

Guantánamo hebben” en tegen China:“Maar jij niet.” Als Amerika deZeeconventie overtreedt, kan het niet ver-wachten dat China zich er aan houdt.Daarom is het ook in Amerika’s belang omzich te houden aan deze internationaleregels.’ In dezen is hij erg teleurgesteld inde EU. ‘Europa is kampioen in multilatera-lisme,’ zegt Mahbubani. ‘Maar niet éénEuropese lidstaat bekritiseerde de VS open-lijk over Guantánamo. Dat is schokkend!’Tijdens de presentatie van zijn boek op hetNederlandse ministerie van BuitenlandseZaken in april had hij nog een laatsteopdracht voor de Europeanen, die binnendrie jaar een VN-secretaris-generaal moe-ten afvaardigen. ‘Sinds DagHammerskjöld is er geen moedigeEuropese secretaris-generaal meergeweest. Het is belangrijk dat jullie in dekomende drie jaar weer eenHammerskjöld vinden.’

Ex-VN-diplomaat Kishore Mahbubani

‘De EU, die uiteindelijk een christelijke club is, zou veelkunnen leren van de ASEAN, die een smeltkroes vanreligies is.’

Pano

s /

Tim

Dirv

enSteeds meer aziaten zien de toekomst door een roze bril.

Volgens Kishore Mahbubani, academicus enex-VN-diplomaat uit Singapore, ging het nog

nooit zo goed. We zijn het gevecht tegen hongersnood en extreme armoede aan het

winnen. Het aantal gewapende conflicten tussen staten, de mensen die daarbij omkomen

en de kindersterfte zijn nog nooit zo laaggeweest. MO* las Mahbubani’s nieuwste

boek, Naar één wereld, en interviewde hemvoor meer tekst en uitleg bij zoveel optimisme.

Het gaat steeds beter met de wereld

door Olivia Rutazibwa

Page 8: MO*magazine 106

MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

��

15

In 2013 zijn 381.452 Belgen geregistreerd op consulaire posten in hetbuitenland. ‘Als je dat aantal kruist met de statistieken van de VN ende bestemmingslanden zelf, dan kom je op zowat een half miljoenBelgen in het buitenland’, zegt professor demografie Michel Poulain.Profielschets van de Belgische gelukzoeker.

� Het afgelopen decennium is het aantal geregistreer-de Belgen in het buitenland gestegen van een kleine300.000 naar ruim 380.000. Die toename geldt voorzowat alle landen – met uitzondering van Venezuela,Tanzania, Nigeria en, niet verwonderlijk, Syrië en Libië. ‘In de negentiende eeuw vertrokken heel wat Vlamingenen Walen om economische redenen richting VS,Argentinië en Brazilië. Tot de Eerste Wereldoorlog wasBelgië een emigratieland. Dat is nu wel anders. Tochverblijft zowat een half miljoen landgenoten in het bui-tenland, als je de cijfers van Buitenlandse Zaken kruistmet de statistieken van de VN en de bestemmingslan-den zelf. Is dat veel of weinig? Het is iets tussenin.Landen als Moldavië, de Comoren of Kaapverdië hebbenmeer burgers in het buitenland dan thuis. Hier is de ver-houding een op de twintig.’ Aan het woord is professordemografie Michel Poulain, internationaal erkend alsexpert migratie-statistiek. Sinds Poulain met emeritaatging aan de UCL is hij als onderzoeker verbonden aande Universiteit van Tallinn. In de Estse hoofdstad heeft

hij een tweede residentie. ‘Ik heb onlangs zelf de vraag gekregen om mij in teschrijven op de Belgische ambassade in Tallinn en ikben dat ook van plan. Maar niet iedereen laat zich regi-streren. Net daarom zijn de statistieken vanBuitenlandse Zaken over het aantal aangemelde Belgeneen onderschatting van het werkelijke aantal.Tegelijkertijd zijn ze ook een overschatting, want som-mige personen die zich laten registreren zijn eigenlijkkinderen of kleinkinderen van Belgen die verder niets temaken hebben met hun land van oorsprong. Heeft deBelg er belang bij zich te laten registreren op de ambas-sade? Dat is de kernvraag.’ Verplicht is zo’n registratie alleszins niet. ‘Al valt het welaan te raden om praktische redenen’, staat te lezen op dewebsite van Buitenlandse Zaken: ‘Mogelijkheid tot afgif-te van een identiteitskaart of consulaire attesten (bijvoor-beeld attesten van woonst of nationaliteit), efficiëntereconsulaire bijstand in geval van nood, gemakkelijkereafgifte van reispaspoorten…’

door Kristof Clerix en Maarten Lambrechts

Migratie

14 MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

REPORTAGEt e n d e n s e n

Eén Belg op de twintig woont in het buitenland

TOP-20VAN BELGEN GEREGISTREERD IN CONSULAIREBEVOLKINGSREGISTERS 2013

1 Frankrijk............133.0662 Nederland ...........32.6233 Duitsland ............24.6344 Spanje ................23.0665 VS .......................22.4046 Luxemburg ...........19.5117 Groot-Brittannië..18.8468 Zwitserland ..........18.3119 Canada ................13.46410 Israël .....................8385

11 Zuid-Afrika..............811212 Italië ......................704413 Argentinië..............588814 Australië.................516915 Brazilië ..................389316 Congo ....................326917 Marokko ................326018 Turkije....................257819 Portugal.................242820 Thailand.................2374

(Bron: Buitenlandse Zaken)

© Lectrr

M/VEen op de vijf Belgen in het bui-tenland is jonger dan achttien. Deman/vrouw-verhouding is onge-veer gelijk. In een aantal landenwonen meer Belgische vrouwendan mannen: Italië (62% vrou-wen), Griekenland (59%) enTurkije (54%). Omgekeerd zijn deBelgische mannen in de meerder-heid in Thailand (71% mannen),Vietnam (70%), de Filipijnen(64%) en een aantal Oost-Europese landen.

Page 9: MO*magazine 106

Meer uitgewerkte analyse leest u in het online

MO*dossier over Belgen in het buitenland:

MO.be.

17MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

focus op de top twintigVan de geregistreerde Belgen in het bui-tenland woont 94procent in een van detwintig topbestemmingen. Frankrijkspant de kroon met 133.066 Belgen,gevolgd door Nederland (32.623) enDuitsland (24.634). Niet toevallig debuurlanden dus. ‘Afstand is inderdaadeen belangrijke factor’, zegt professorPoulain. ‘Hoe kleiner de afstand, hoemeer mogelijkheden je hebt om temigreren – omdat het goedkoper is.Naast fysieke afstand speelt ook sociaal-culturele afstand een rol. De meerder-heid van de Belgen in Nederland is onge-twijfeld Vlaming, in Frankrijk gaat hetvooral om Walen.’ Engeland (18.846) en Duitsland (24.634)scoren lager dan de andere buurlanden.Poulain: ‘Bij Engeland speelt opnieuw deafstand. Je moet het Kanaal oversteken enook sociaal-cultureel gezien ligt het verderweg. Bij Duitsland, dat driekwart minderBelgen huisvest dan Frankrijk, speelt eenzeker historisch effect mee, de perceptievan de twee wereldoorlogen. Bovendienhebben enkel de inwoners van deOostkantons Duits als moedertaal.’Dat ook de Verenigde Staten,Luxemburg en Zwitserland in de top tienprijken, heeft volgens Poulain alles temaken met hun status als internationalezakencentra. Poulain: ‘De cijfers overLuxemburg zijn echter een onderschat-ting. Je zou op 30-40.000 uitkomen alsje de Belgen erbij telt die in Luxemburgwerken maar in België wonen.’‘Andere bestemmingen zijn dan weerpopulair door het toerisme: Italië, Spanjeen Portugal. Vaak gaat het om gepensio-neerde landgenoten die zich daar vesti-gen. Ook hier zijn de cijfers vanBuitenlandse Zaken vermoedelijk eenflinke onderschatting, want veel Belgengaan maar voor zes maanden per jaarnaar Spanje. Die zijn in de statistiekenniet meegeteld.’Ook bij Marokko en Turkije (17de en 18de

plaats in de top-twintig) speelt volgens de

professor toeristische migratie een rol. ‘Alheb je daar natuurlijk ook het effect vandubbele nationaliteiten. Ze worden doorBelgië als Belg meegeteld.’

geen brics-effectVan de grote groeilanden verenigd in deBRICS ontbreken India (800 Belgen),China (1.500) en Rusland (500) in de toptwintig van landen met de meeste Belgen.China is wel bezig aan een sterke opmars:het aantal geregistreerde Belgen inPeking, Shanghai en Canton verdriedub-belde sinds 2004. Ook een aantal kleineregroeilanden, zoals Turkije en Peru, zaghet aantal Belgische inwoners verdriedub-belen in de afgelopen tien jaar. Zuid-Afrika (meer dan 8.000) en Brazilië(bijna 4.000) halen wel de top twintigwel, maar veeleer om historische en cultu-rele redenen dan om economische.

zuid-afrikaZuid-Afrika telt ruim 8000 geregistreerdeBelgen. Velen behoren tot de tweedegeneratie. Hun ouders zijn Congo na deonafhankelijkheid en de daaropvolgendecrises ontvlucht richting zuiden, naar hettoenmalige Rhodesië (nu Zimbabwe) envooral naar Zuid-Afrika. Het proces her-haalde zich na 2000, toen in Zimbabwede economische crisis uitbrak en Belgenvan Zimbabwe naar Zuid-Afrika trokken.Heel wat Belgen met uiteenlopende pro-fielen (van ingenieurs over landbouwwe-tenschappers tot kleine ondernemers) gre-pen bovendien in de jaren zestig enzeventig van de vorige eeuw de kans omer een nieuw leven op te bouwen. VoorVlaamse migranten was de verwantschaptussen hun moedertaal en het Afrikaanseen extra argument. Na de val van Apartheid in 1994 hebbenzich weinig nieuwe Belgische migrantenin Zuid-Afrika aangemeld, tenzij in detoeristische sector of als werknemer vanbuitenlandse bedrijven, internationaleinstellingen of Zuid-Afrikaanse bedrijven(bijvoorbeeld in de diamantsector).

16 MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

REPORTAGEt e n d e n s e n

braziliëIn Brazilië staan 3893 Belgen in de consu-laire registers geregistreerd. In verhoudingtot de geografische en demografische pro-porties van het land is de Belgischegemeenschap al bij al erg bescheiden. Zegroeit met gemiddeld vijf procent per jaar,en die groei is volgens de Belgische ambas-sade veeleer te wijten aan afstamming danaan immigratie. De aanwezigheid vanBelgen in Brazilië is voor een stuk histo-risch. In de negentiende eeuw slaagdenBelgen erin belangrijke commerciële posi-ties in te nemen in de Braziliaanse metaal-en spoorwegsector. Vandaag werken land-genoten onder meer in Belgische bedrijvenin het land (GDF Suez, Tractebel, Umicore,DEME, De Nul), de onderzoeksector(Fiocruz) of de gastronomie – Chez Michouis een bekende pannenkoekenketen in Riode Janeiro. ‘De meeste Belgen in Brazilië zijn perfectgeïntegreerd in de Braziliaanse samenle-ving’, klinkt het op het Consulaat-Generaalin Sao Paulo. ‘De kennis van onze landsta-len en cultuur gaan opmerkelijk snel verlo-ren. Bij Belgen van de tweede generatie iser nog een kleine groep die bandenbehoudt met het land van de ouders, maarbij de derde generatie is die band zeldennog te merken.’

canadaNa de VS is Canada de populairste niet-Europese bestemming voor Belgen (13.464geregistreerde landgenoten). De voorbije

twee eeuwen verliep de migratie richtingCanada in verschillende golven.Achtereenvolgens verhuisden Belgischeboerenfamilies, mijnbouwers, oorlogsbrui-den (die de Canadese bevrijder volgden) entabakstelers. De voorbije decennia zijn hetvooral dokters, consultants, ingenieurs(mijnbouw, olie- en gassector), horeca-krachten (pralines & patisserie) en professo-ren die naar Canada trekken. ‘De Belgenhier ontwikkelen amper een eigen nationaleidentiteit om zich te differentiëren vanandere Canadezen’, zegt Jonas De Meyer,tweede secretaris op de Belgische ambassa-de in Canada. ‘Zowel de Nederlands- alsFranstalige assimileren zich heel snel in demaatschappij en noemen zich “Canadeesmet Belgische roots”.’

israëlIsraël telt 8385 geregistreerde Belgen enhoort zo nog net tot de top tien bestem-mingslanden. De Israëlische Belgen bezit-ten de dubbele nationaliteit. Het gaat omeen jonge gemeenschap: de helft is tussennul en dertig jaar. Ruim 56procent van de Israëlische Belgenis geboren in Israël zelf. Ze hebben deBelgische nationaliteit verkregen doordateen van hun ouders een Belgische identi-teitskaart bezit of door te huwen met eenBelg. Een op de drie Israëlische Belgen iswel in België geboren. De Belgische ambas-sade in Tel Aviv heeft de indruk dat die laat-ste groep Israëlische Belgen, hoewel goedgeïntegreerd, in het algemeen gehecht blijft

aan het koninkrijk, onder meer via netwer-ken van vrienden.

argentiniëHet gros van de 5888 geregistreerde Belgenin Argentinië behoort tot de vierde genera-tie. Ze hebben doorgaans nog maar weinigbanden met België. Sinds het begin van deeconomische onafhankelijkheid vanArgentinië en de mondiale oriëntatie vanBuenos Aires was België een van de belang-rijkste partners. De laatste georganiseerdemigratiegolf vond in de jaren vijftig plaats,toen vissers uit Oostende naar Mar delPlata trokken. Vandaag zijn de Belgischeexpats doorgaans werknemers van groteBelgische bedrijven, met baggeraar Jan DeNul als uitschieter.

australiëOp de Belgische ambassade in Canberrazijn 5169 Belgen geregistreerd. 4450 daar-van wonen in Australië, de rest in Nieuw-Zeeland en kleine eilandjes in de buurt. Inde periode 1950-1960 is een groot aantalBelgen vanuit de voormalige Belgischekolonies naar Australië afgezakt. Velen heb-ben voor 2007 de Australische nationaliteitaangenomen en zijn dan ook uit de statis-tieken verdwenen. De Belgen die recenternaar Australië trokken, werken vaak voorbaggeraars Jan De Nul en Deme of op ver-schillende universiteiten. Tenslotte zijn erook Belgen die hun grote liefde naarAustralië zijn gevolgd. ‘De Belgen inAustralië zijn van alle leeftijden en socialeachtergronden’, klinkt het op de ambassadein Canberra. ‘Het enige dat opvalt bij zij diezich de laatste jaren hebben ingeschreven isdat zij over het algemeen een hogere oplei-ding gevolgd hebben.’

Met dank aan Buitenlandse Zaken en de ambassadesvan België in Argentinië, Australië, Brazilië, Canada,Israël en Zuid-Afrika.

‘Tijdens de verkiezingen vormen de Belgenin het buitenland zeker een factor van belang’,zegt Hendrik Vuye, professor staatsrecht aan deUniversiteit van Namen. ‘Zoveel stemmen, daarzal elke politicus voor gaan. Het zal misschiengeen grote maar toch een merkbare invloedhebben – en voor een politieke partij is eenzetel een zetel.’Belgen in het buitenland kunnen op verschil-

lende manieren hun stem uitbrengen: persoon-lijk of bij volmacht stemmen in een Belgischegemeente of diplomatieke of consulaire post.Ook stemming per brief is mogelijk. In 1998 is het stemrecht voor Belgen in het

buitenland in het kieswetboek ingeschreven.Vuye: ‘Toen waren er veel voorwaarden en washet niet verplicht. Maar weinig Belgen – hooguiteen twintigtal – hebben bij de verkiezingen van1999 van de mogelijkheid gebruik gemaakt.’ Vervolgens werd de stemplicht ingevoerd –

al is die in de praktijk niet afdwingbaar. Bij deverkiezingen van 2003 hebben 113.987 Belgenvanuit het buitenland gestemd. In 2011 werd deprocedure opnieuw aangepast, in hetVlinderakkoord over de staatshervorming. Vuye:‘Het Vlinderakkoord voert objectieve criteria in:je kunt niet langer waar je maar wilt gaan stem-men. Er moet een objectieve band zijn tussen dekiezer in het buitenland en de gemeente waarhij zijn stem uitbrengt. In de praktijk is dat vaakde laatste hoofdverblijfplaats of de geboorte-plaats. Voorheen ging men vaak stemmen inHalle-Vilvoorde. Nu zal het verspreid zijn overheel België.’ Opmerkelijk: landgenoten in het buitenland

kunnen enkel stemmen voor het federale parle-ment, niet voor de deelstaatparlementen. Vuye:‘Daarover is spijtig genoeg geen compromisbereikt. De PS is tegen omdat langs Franstaligekant de MR meer stemmen haalt bij de Belgenin het buitenland. Toen Elio Di Rupo op de ver-kiezingsavond in 2007 even ging rusten had zijnpartij één zetel voorsprong op de MR. Vier uurlater werd hij wakker en stond de PS drie zetelsachter MR. Wat was er gebeurd? Intussen hadmen ook de stemmen geteld van de Belgen inhet buitenland.’

ELKE STEM TELT

Latijns-Amerika17.894

Noord-Amerika35.868

Europa271.738

Afrika22.075

Oost-Europa4490

Midden-Oosten14.068

Azië10.150

Oceanië5169

Waar wonen de Belgen ?

Bron: Buitenlandse Zaken

Page 10: MO*magazine 106

18 MOQ • ?????????????????? • www.mo.be

????� xxxxx

MOQ • ?????????????????? • www.mo.be

door Mark Nozemanin beeldEen groene woestijn� Sayaxché in de jungle van de Guatemalaanse provincie Petén vormt hethart van een uitdijende palmindustrie. Ook in de tropische Pacifische kustpro-vincies van Guatemala wordt het landschap steeds meer bepaald door eindelo-ze palmplantages. Niet tot ieders genoegen – of welvaart.Guatemala is al de grootste producent van suikerriet ten behoeve van bio-etha-nol voor de Europese markt, en het land is nu ook op weg de grootste produ-cent van palmolie in Midden-Amerika te worden. Ruwe palmolie wordt geëx-porteerd om te voldoen aan de groeiende vraag naar biobrandstof in de VS enEuropa. Zo’n vijftien jaar geleden zijn de katoen-, bananen- en suikerprodu-centen begonnen over te schakelen op de uitheemse Afrikaanse oliepalm(Elaeis guineensis), speciaal geïntroduceerd voor de productie van de lucratievepalmolie, die na suiker en bananen nu tot de belangrijkste exportproductenvan het land behoort.‘De misstanden in de palmindustrie zijn legio’, zegt Fernando Ical van ActionAid. ‘Het werk op de palmplantages in de tropische hitte van Petén is lood-zwaar, de producenten betalen een minimumloon naar eigen inzicht, betalende vrouwen nog minder en laten kinderen meewerken.’ De plantages wordenbewaakt door gewapende beveiligers. Pottenkijkers worden niet geduld. Lokaleboeren staan onder druk om hun stukjes land te verkopen.Zoals Leona. Zij verkocht haar land tegen beter weten in. ‘De maïsoogst vieltegen en bovendien kon ik verderop een beter perceel huren.’ Verkopendelandeigenaren worden vaak misleid met loze beloften van werk en huur van‘rijke’ gronden. Met behulp van tussenpersonen komen na verkoop de stukjesland in handen van palmolieproducenten als NAISA en TIC Industrias. Inandere gevallen huren de producenten percelen van boeren. De grond en debiodiversiteit raken echter onherstelbaar beschadigd door de monocultuur enhet gebruik van ggo’s en pesticiden. Als ze hun land hebben verkocht, zijn de boeren aangewezen op het werk bijde plantages, maar ze krijgen nooit meer dan een contract van drie maanden.De oliepalm vergt weinig onderhoud en de palmvrucht kan pas drie jaar nahet aanplanten worden geoogst. ‘De nu landloze boeren blijven aangewezenop de eigen oogst op erbarmelijke veldjes die zij tijdelijk huren van dezelfdeproducenten.’ Het tekort aan werk voor de lokale boeren wordt nog verergerddoordat de producent landarbeiders uit andere regio’s overbrengt. Ical: ‘Opdeze manier probeert men te voorkomen dat de arbeiders zich lokaal vereni-gen en eisen gaan stellen.’Volgens Susana Siekavizza, directeur van de koepel van palmolieproducentenGREMPALMA, wordt er op de palmplantages geen intensief gebruik gemaaktvan pesticiden. Het gebruik van pesticiden op de plantages in Sayaxché is ech-ter niet transparant en strookt niet met het biodieselbeleid van de EU en deVS. In februari bleek het water van de zijtak van de Río de la Pasión plotszwart. Medewerkers van de nabijgelegen palmproducent NAISA kwamen deverontruste bewoners van het dorpje Semuy grote watertanks brengen. Diehoorden tot hun verbazing alleen dat het voorlopig niet verstandig was hetwater uit de rivier te gebruiken. Tot grote woede van de bewoners weigerde deprovincie Petén mee te werken een nader laboratoriumonderzoek.

Mar

k N

ozem

an

19

Page 11: MO*magazine 106

Navanathem Pillay pleitte nog voor Nelson Mandela toen die op Robbeneiland gevangen zat.Vandaag is ze de hoogst geplaatste verdedigster van de mensenrechten ter wereld.

‘Ik ben nog niemand tegengekomen die op basis van traditie of cultuur het recht verwerpt om vrij te zijn van angst of van armoede.‘

� Dat ze een uitgesproken gevoeligheid voor recht-vaardigheid en mensenrechten aan de dag legt, is nietongewoon voor iemand die opgroeide in een landwaar mensen als zijzelf gediscrimineerd werden van-wege hun huidskleur en etnische achtergrond. Zebehoorde weliswaar niet tot de Afrikaanse gemeen-schappen die afgevoerd werden naar onvruchtbare enafgelegen thuislanden of bantoestans, toch zegt ze datze, als studente rechten of als advocate, voortdurendgeconfronteerd werd met een driedubbele discrimina-tie: als kleurlinge, als vrouw en als iemand uit eenlagere sociale klasse. Het is dus allesbehalve vanzelf-sprekend dat ze het zou brengen tot de eerste niet-blanke met een eigen advocatenbureau in Zuid-Afrika.

In die functie verdedigde ze vaak de rechten vananti-apartheidsactivisten, en slaagde ze er onder ande-re in rechterlijke bijstand voor de politieke gevange-

nen op Robbeneiland af te dwingen. Misschien heeftdat wel meegespeeld toen jaren later de bekendstevan die gevangenen, Nelson Mandela, haar tot de eer-ste niet-blanke rechter bij het Opperste Gerechtshofvan Zuid-Afrika benoemde. Niet lang daarna werd zebenoemd tot rechter bij het Rwandatribunaal inArusha, waar ze onder meer aan de basis lag van eenuitspraak die verkrachting in bepaalde gevallen erken-de als genocide, en acht jaar later werd ze gekozen toteen van de eerste rechters bij het InternationaalStrafhof in Den Haag. Sinds 2008 is Navi PillayHoge Commissaris voor de Mensenrechten van deVN. Een indrukwekkend parcours voor de dochtervan een Tamil busschauffeur in Durban, KwazuluNatal.

De jaren van strijd en solidariteit hebben zich alseen rijke humuslaag onder het leven en werk vanNavanathem – kort Navi – Pillay gelegd. Ze combi-

INTERVIEWt e n d e n s e n

door Gie Goris

Navanethem Pillay, Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN

20 MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

neert haar gedrevenheid met een tastbareprofessionaliteit, haar uitgesproken stand-punten met goed onderbouwde en gerichteargumenten. Een van de kernthema s diede mondiale beweging voor mensenrech-ten moet bezighouden, vindt Pillay, is demondialisering. Want mensenrechten zijnniet alleen een kwestie van politieke enburgerlijke rechten, maar ook van sociale,economische en culturele rechten. Naaraanleiding van de ramp met de textielbe-drijven in Rana Plaza, Bangladesh, zei ze:‘Alle mensen, waar ze ook wonen, hebbenrecht op eerlijke lonen en op veilige engezonde werkomstandigheden. Ze hebbenhet recht vakbonden te vormen en er lidvan te worden, net zoals ze het recht op sta-ken hebben. ‘

In een recente toespraak aan de univer-siteit van Witwatersrand in Zuid-Afrika con-cretiseerde Navi Pillay haar bezorgdheidvoor de sociale en economische rechten ookmet een verwijzing naar grondroof: de prak-tijk waarbij vruchtbare landbouwgrondgebruikt wordt voor het verbouwen van bio-brandstoffen of voor de voedselvoorzieningin andere, rijkere landen.

Op welke manier is grondroof een schen-ding van mensenrechten?

Navanethem Pillay: Grond is onmis-baar voor de armen. Bezit of toegang totgrond bepaalt of ze hun recht op voedsel, ophuisvesting en op water kunnen realiseren,en daardoor heeft het vaak een beslissendeimpact op hun recht op gezondheid ofonderwijs. Daarom is het zo belangrijk datmensen geïnformeerd en geraadpleegd wor-den voordat het land waarvan ze leven eenandere bestemming krijgt. Gedwongen ver-plaatsing van mensen is immers verbodendoor de internationale mensenrechtenver-dragen.

Er zijn sinds 1974 al VN-richtlijnen voorverantwoordelijke omgang met het gebruikvan land, visserij en woud in de context vannationale voedselzekerheid. Daarin wordtheel duidelijk gemaakt hoe de omgang metbezit en gebruik van land een impact heeftop de mensenrechten van mensen, gemeen-

schappen en volkeren. Er is ook de verkla-ring over de rechten van inheemse volkeren,waarin niet alleen gevraagd wordt dat men-sen geïnformeerd worden, maar ook dat zevooraf hun geïnformeerde instemminggeven met elk project dat hun grondgebiedbetreft.

21MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

‘Een mening maggeen oproep tot haatof geweld worden’

‘Vrijheid van meningsuiting is een recht, maar het is nietop dezelfde manier absoluut als het verbod op martelingdat is. Ze moet samengaan met verantwoordelijkheid,zodat ze niet eindigt in geweld of uitsluiting.’

Reut

ers

/ D

enis

Bal

ibou

se

Page 12: MO*magazine 106

inderdaad dat fundamentele respect vooriedereen te combineren met het even funda-mentele recht om je religie of overtuiging tevolgen en uit te drukken.

Tijdens een gesprek in Jonglei, Zuid-Soedan, spraken vrouwen die vroeger nooithet woord gevoerd hadden mij aan over hetfeit dat hun echtgenoten hun twaalf jaaroude dochters tegen hun zin uithuwelijktenaan oudere mannen, in ruil voor vee. ‘Wijzijn de moeders die deze meisjes gebaardhebben. Hebben wij dan geen inspraak, heb-ben wij geen rechten?’ vroegen ze. Stellen zedaarmee de tradities ter discussie? Nee, zenemen de corruptie van hun tradities op dekorrel. En daarom eisen ze net als jij en ikhet recht op om een eigen mening te hebbenen te uiten, het recht om de overheid in allevrijheid te kunnen bekritiseren, enzovoort.

U wijst er anderzijds wel op dat het recht opvrije meningsuiting aan bepaalde beperkin-gen onderworpen kan worden, met nameals het gaat over hate speech en racisme.

Navanethem Pillay: Binnen het verdragvoor burgerlijke en politieke vrijheden is datheel duidelijk. Artikel 19 beschermt de vrij-heid van meningsuiting. In Artikel 20 wordtomschreven wanneer die meningsuitingbeperkt moet worden, namelijk wanneer demening in feite een oproep tot haat ofgeweld wordt. In datzelfde artikel staat trou-wens dat elke oorlogspropaganda bij de wetverboden moet worden.

Ik was de voorzitter van de rechtbankdie de mediazaak in het Rwandatribunaalbehandelde. Dat was de eerste keer in deinternationale jurisprudentie dat we dit arti-kel echt moesten toepassen en onderbou-wen. Zelfs de Verenigde Staten, die in prin-cipe niet bereid zijn om de vrije meningsui-ting welke beperking dan ook op leggen,waren het erover eens dat die vrijheid nietgold voor het soort haatpropaganda datRadio Mille Collines uitzond in de aanloopnaar en tijdens de genocide. Het actiefoproepen tot geweld en genocide tegen eenbepaalde bevolkingsgroep is ontoelaatbaar.Er zijn dus duidelijke regels.

De beperkingen mogen echter in geengeval toegepast worden om kritiek op deoverheid of de machtigen te onderdrukken.En jammer genoeg gebeurt dat vaker weldan niet. We hebben behoefte aan overhe-den en instellingen die verantwoordingafleggen. En dat houdt noodzakelijk in dater geluisterd wordt naar de stemmen op destraat. De Occupy-beweging, bijvoorbeeld,was fundamenteel een protest tegen het feitdat het economische leven bepaald wordtdoor corrupte regeringen of instellingen dieaan niemand verantwoording afleggen.

Waarnemers vrezen dat het hele apparaatvan beperkingen wegens discriminerendeof racistische meningen vooral ingezet zalworden tegen mensen of bewegingen diekritiek hebben op het systeem, terwijl erdoor dezelfde overheden niets gedaanwordt om de excessieve vrijheid van hetkapitaal te controleren.

Navanethem Pillay: Natuurlijk kunnende beperkingen van vrije meningsuitingmisbruikt worden, en we moeten er metzijn allen op toezien dat dat niet gebeurt.Vrijheid van meningsuiting is en blijft eenrecht, ook al is dat recht niet op dezelfdemanier absoluut als het verbod op martelingdat is. Vrijheid van meningsuiting moetsamengaan met verantwoordelijkheid, zodatze niet eindigt in geweld of uitsluiting. Hetzijn rechters die zich moeten uitsprekenover het taalgebruik, en onder andere hetEuropees Hof voor de Rechten van de Mensheeft daar al uitspraken over gedaan.

Hoe bescherm je de rechten van burgers opinternet, waar grenzen niet of nauwelijksbestaan, en waar er ook geen soevereineoverheid is om rechten of mensen tebeschermen of te reguleren?

Navanethem Pillay: Het internet heeftin feite een einde gemaakt aan de mogelijk-heid voor overheden om een monopolie opinformatie en nieuws te verwerven. Dat zethen onder druk om meer transparantie tecreëren en verantwoording af te leggen, watdan weer een enorme versterking betekent

van de mogelijkheid van burgers om hunandere mensenrechten op te eisen of te rea-liseren. De eerste plicht van overheden isdaarom hun burgers maximale toegang tothet internet te garanderen. Maar daarnaastmoeten ze de vrijheid van meningsuitingop het internet reguleren, zoveel mogelijkzoals dat in de niet-digitale wereld gebeurt.Want er verschijnen echt vreselijke dingenop internet. Mensen hebben recht opbescherming tegen schadelijke meningen(“harmful speech”), en regeringen kunnendaar veel aan doen.

Moeten overheden voorkomen dat er kwet-sende of smadelijke zaken gezegd of gepu-bliceerd worden, bijvoorbeeld in verbandmet religies?

Navanethem Pillay: Eind februari lan-ceerden we een weloverwogen geheel vanprincipes en richtlijnen om op die vraag teantwoorden: het Actieplan van Rabat, overhet verbod op het verkondigen van nationa-le, raciale of religieuze haat die neerkomtop een oproep tot discriminatie, vijandig-heid of geweld. Daarmee is het laatstewoord niet gezegd over het delicate even-wicht tussen het recht op vrije meningsui-ting en het recht op godsdienstbelevingzonder vrees voor vervolging, maar het istoch weer een stap vooruit.

Een van de opvallende aanbevelingen in hetActieplan van Rabat is dat nationale wettentegen godslastering contraproductief zijn,omdat ze vaak de dialoog tussen gemeen-schappen beletten en bovendien discrimi-nerend toegepast worden.

Navanethem Pillay: Het is belangrijkom deze dingen internationaal te blijvenaanpakken, precies om te voorkomen datnationale regeringen te veel speelruimtezouden krijgen om de rechten van burgersin te perken op basis van hun eigen visie ofbelang. Daarom is het belangrijk dat erinternationale verdragen zijn, dat overhedenzich tot die verdragen verbinden, en dat weblijven proberen om hen aan die verbinte-nissen te houden.Q

23MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

Het is goed dat die internationale verklarin-gen en overeenkomsten bestaan. Maarwaarom voeren regeringen de verplichtin-gen, die ze zelf formuleerden en onderte-kenden niet beter uit?

Navanethem Pillay: Dat is een terechtevraag. Overheden hebben de prioritaire ver-antwoordelijkheid om de mensenrechtenvan hun burgers te beschermen, maar vaakzijn zij juist degenen die de meeste schen-dingen begaan. Daarom werden instellingenopgericht zoals het Inter-Amerikaans Hof,waar veel gevallen van onteigening of ver-drijving van inheemse gemeenschappen,bijvoorbeeld voor de bouw van grote dam-men, terechtkomen. Er is ook een SpeciaalRapporteur voor land, water en sanitairevoorzieningen. Al die dingen kwamen totstand op verzoek en onder druk van men-sen en groepen die vaststelden dat huneigen regeringen eerder een deel van hetprobleem dan van de oplossing waren.

Een van de dingen waarover ik me inhet bijzonder zorgen maak, is dat veel over-heden niet transparant zijn over de contrac-ten die ze ondertekenen, bijvoorbeeld voorde ontginning van natuurlijke rijkdommen.In sommige landen vallen die contractenonder een officiële geheimhoudingswetge-ving. Het gevolg van die georganiseerdeonduidelijkheid is dat we niet weten hoeveelgeld er binnenkomt of waar het naartoegaat. We weten niet wiens zakken gevuldworden of op welke basis het ene bedrijf ver-kozen wordt boven het andere. We krijgengeen inzicht in de redenen waarom mensenvan hun grond verjaagd worden. We wetenalleen dat de rijkdommen van het land nietgebruikt worden voor de ontwikkeling vande mensen. Het is essentieel mijn taak alsHoge Commissaris voor de Mensenrechtenom overheden aan hun verplichtingen teherinneren, hen op te roepen om op eentransparante manier te doen waartoe ze zichverbonden hebben.

U kunt pleiten en oproepen, maar nietbestraffen. Wanneer krijgt een VN-Mensen-rechtenorganisatie evenveel macht als de

Wereldhandelsorganisatie of het Internati-onaal Monetair Fonds?

Navanethem Pillay: Als je me die vraagvijf jaar geleden gesteld had, zou ik behoor-lijk pessimistisch gereageerd hebben. Maarnu stel ik toch een zekere beweging in dejuiste richting vast. De VN-Mensenrechten-raad houdt een universal periodic review,waarvoor alle landen van de wereld zichbuigen over de mensenrechtensituatie inelk van de lidstaten. Ook niet-gouverne-mentele organisaties worden daarbij betrok-ken. Wat vroeger moeilijk voor te stellenwas, gebeurt nu: landen krijgen van anderelanden de aanbeveling om de bevolking teconsulteren bij het opzetten van mijnbouw-projecten of het sluiten van mijnbouwcon-tracten, ze krijgen de boodschap dat ze defabrieken veilig moeten maken voor dearbeiders.

De voorbije vijf jaar onderwierpen 193landen zich vrijwillig aan dit evaluatieme-chanisme. Is dat de afdwingbaarheid die jezou hopen? Nee, maar je mag de kracht vandeze aanpak ook niet onderschatten.Regeringen willen absoluut vermijden datze door andere landen te kijk worden gezetals systematische schenders van de men-senrechten, als uitbuiters of als corruptebestuurders.

Tegelijk wordt de universaliteit van de men-senrechten ter discussie gesteld of ronduitbeperkt. In het Westen is het voldoende ommensen of organisaties het label terroris-tisch te geven om hun mensenrechten radi-caal in te perken. In veel islamitische lan-den worden sommige mensenrechten terdiscussie gesteld omdat ze zouden ingaantegen religieuze voorschriften.

Navanethem Pillay: Die vragen zijn zooud als de Universele Verklaring van deRechten van de Mens, en voor zover ze reli-gieus of cultureel geïnspireerd zijn, komenze zeker niet alleen uit islamitische hoek.Maar ik ben eerlijk gezegd nog niemandtegengekomen die op basis van traditie ofcultuur het recht verwerpt om vrij te zijnvan angst of van armoede. Ik heb de wereldrondgereisd en ik hoor nergens dat men deuniversele mensenrechten niet wenst.Uiteraard zijn er verschillen in de snelheidof de prioriteit waarmee alle rechten wordenverwezenlijkt. Eeuwenoude tradities en ach-terdocht moeten soms overwonnen worden,er is dan ook een langetermijninspanningnodig om mensen te doordringen van denoodzaak om de waardigheid en de eigen-heid van elk individu te respecteren. Eenvan de thema s die dan vaak moeilijk liggen,zijn de rechten van holebi’s. De uitdaging is

INTERVIEWt e n d e n s e n

22 MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

‘Verraden vrouwen de tradities als ze niet willen dat huntwaalfjarige dochters tegen hun zin worden uitgehuwe-lijkt aan oudere mannen, in ruil voor vee? Nee, ze nemende corruptie van hun tradities op de korrel.’

Reut

ers

/ D

enis

Bal

ibou

se

Page 13: MO*magazine 106

duidelijk wie verantwoordelijk was voor de speculatiekoorts.‘Momenteel zijn het echter alleen de mensen die hun lening nietmeer kunnen afbetalen die het gelag betalen’, zegt Colau. ‘Wijvechten voor een tweede kans voor de mensen die zich in deze situ-atie bevinden in plaats van ze voor het leven te tekenen.’ Dat hetplatform een succes is blijkt ook uit de snelheid waarmee er 149lokale zetels zijn geopend in heel Spanje, geheel onafhankelijk engeworteld daar waar ze zich bevinden, maar in contact met elkaarvia sociale netwerken.

‘criminelen’De PAH-activisten zijn er met hun spectaculaire optreden ingeslaagd honderden uitzettingen tegen te gaan en de leiding van debelangrijkste banken te dwingen de acceptance in lieu te aanvaarden.Het hoogtepunt van hun populariteit bereikten ze toen ze infebruari 2013 bij het Spaanse parlement een volkswetsvoorstelindienden gesteund door meer dan anderhalf miljoen handtekenin-gen, drie keer meer dan nodig.Tijdens de presentatie in de parlementaire commissie schrok Colauer niet voor terug om de bankiers criminelen te noemen. ‘Ik zoume zonder twijfel opnieuw zo uitdrukken’, zegt ze vastberaden ach-ter haar bureau bij de ngo Observatoren DESC waarvoor ze werkt.‘Meer nog, ik denk dat ik uitermate gematigd ben geweest in mijnwoordgebruik.’ Het Europees Hof in Luxemburg heeft op 14maartjl. bovendien geoordeeld dat de Spaanse wet haar burgers onvol-doende beschermt tegen misleidende clausules on contracten enzelfs ingaat tegen de Europese normen. Dat was opnieuw een klei-ne overwinning.‘Dit hadden we nooit klaargespeeld zonder Ada en de PAH’, verteltMatías González Barquero, een activist van het platform. Hij slaag-de er enkele maanden geleden in om zijn schuld af te kopen doorafstand te doen van zijn woning. Hij kreeg de BANKIA-bank zo

ver nadat hij twee weken voor hetfiliaal waar hij zijn lening had geslo-ten had gekampeerd. Uiteindelijk,de uitputting nabij en verkleed ingevangenisplunje, raakte hij debank in Barcelona in. Ada vergezel-de hem. ‘Zij is mijn reddinggeweest. Ze is werkelijk een engel’,bevestigt González Barquero. Hijijvert er nu voor dat ook anderenopnieuw over hun contract kunnenonderhandelen.

lasterPrecies door deze successen hebbenhet PAH en vooral hun woordvoer-ster Ada een lastercampagne in de

media moeten verduren. Sommige elementen van de conservatie-ve regeringspartij Partido Popular (PP) hebben geïnsinueerd dat erterroristen van de Baskische ETA aan het werk zouden zijn in hetplatform. Anderen, zoals volksvertegenwoordigster CristinaCifuentes, hebben Ada ervan beschuldigd een nazi te zijn omdatze betogingen organiseerde voor de woningen van PP- parlementa-riërs. Vervolgens hebben bijna alle rechtse communicatiekanalenzich – zonder succes – op haar privé-leven gestort in de hoop opiets schandelijks te stuiten.Colau bevestigt dat de lastercampagne erop gericht is om de activi-teiten van het PAH in diskrediet te brengen. Ze is ervan overtuigddat ze, als ze een man was geweest, nooit zoveel laag-bij-de-grond-se streken had moeten dulden. ‘Het wordt als normaal gezien neerte kijken op een jonge vrouwelijke activiste, en haar neerbuigend,paternalistisch en zelfs met afkeer te behandelen’, vindt ze. ‘Het isalsof ze een klein meisje willen terechtwijzen.Intussen is het duidelijk dat wij vrouwen leeuwin-nen worden als het erom gaat onze huizen enfamilies te beschermen.’

In Andalusië is het PAH erin geslaagd een regionalewet goedgekeurd te krijgen die leegstaande huizen inhet bezit van banken onteigent ten voordele vangezinnen in de problemen. Banken die hun huizenniet verhuren kijken aan tegen hoge boetes. Begin juni ontving het PAH de Burgerschapsprijs vanhet Europese Parlement.

Angelo Attanasio is eenItaliaanse freelance journa-list die momenteel vanuitBarcelona werkt.

MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

� Het is gezellig druk in de zaal, in een volkswijk van Barcelona.Sommige aanwezigen zijn in een geanimeerd gesprek verwikkeld,anderen, vooral de ouderen, zitten rustig op hun stoel. In een hoek-je zijn een tiental kinderen kraaiend aan het spelen. Plots verstomthet geroezemoes. Ada Colau loopt door de deur en groet de aanwe-zigen. Velen geven haar een hand, anderen begroeten haar met eenglimlach. Het praten houdt op en iedereen neemt plaats in de kringin het midden van de ruimte. Ada gaat in het midden zitten, trekthaar jasje uit, neemt de microfoon en steekt van wal: ‘Welkom alle-maal. Ik vraag jullie om goed naar elkaar te luisteren. We verrich-ten hier geen wonderen. Maar we vechten tegen de financiëleinstellingen en hebben al kleine en grote overwinningen behaald.We hebben laten zien dat het mogelijk is!’Het PAH (Platform voor de Getroffenen van de Hypotheken) ver-dedigt de rechten van de mensen die hun lening niet meer kunnenafbetalen. In de vier jaar dat het bestaat heeft het PAH inderdaad alheel wat gerealiseerd. Veel meer dan Ada en haar partner AdríaAlemany hadden durven dromen toen ze het in februari 2009oprichtten. Sindsdien komen elke vrijdagmiddag een honderdtalmensen samen om hun situatie uit de doeken te doen en samennaar een oplossing te zoeken. ‘Toen we voor de eerste keer samenkwamen’, vertelt Ada, woordvoerster en het gezicht van PAH, ‘wis-

ten we dat er in Spanje enorm veel mensen waren die uit hun huiswaren gezet. Maar we hadden ons nooit kunnen voorstellen dat heter zó veel waren.’De Spaanse instellingen geven geen officiële cijfers, maar het aan-tal uitzettingen sinds het begin van de crisis in 2008 tot eind 2012wordt geraamd op 171.110. Alleen al in de eerste drie maanden van2012 waren er volgens de Hoge Raad van Justitie 46.559 gedwon-gen uitzettingen, 571 per dag. Deze gegevens zijn des te wraakroe-pender omdat er tussen 1998 en 20076,6miljoen woningen zijnbijgekomen in Spanje – veel meer dan in Duitsland, Frankrijk enItalië tezamen. Bovendien staan er vandaag drie miljoen huizenleeg.Ada legt uit dat het PAH is opgericht precies om een antwoord tebieden op deze sociale noodtoestand, en om het recht op een waar-dige woning weer op te eisen. Ze ontwikkelden daartoe drie concre-te voorstellen: het aanvaarden van de woning als vereffening van dehypotheeklening ondanks de gekelderde huizenmarkt (“acceptancein lieu”), een stopzetting van alle uitzettingen en het inzetten van degetroffen woningen als sociale huurwoningen.‘De leningen die in de afgelopen jaren werden gesloten bevattenonwettige clausules, op maat gemaakt voor de banken’, legt Colauuit. Pas toen de zeepbel van de woningmarkt uit elkaar spatte, werd

DOSSIERt e n d e n s e n

24 MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

Zuid-Europa:het gevecht tegen de crisis

door Angelo Attanasio

Spanje: Het gevecht tegen de uitzettingen

Bart

Lasu

y

Alm

a D

e W

alsc

he

Ada Colau is de woordvoerster van het PAH, het platform dat het recht op huisvesting in de kijker zet en de Spaanse banken

in een kramp doet schieten.

Ada Colau, bezielstervan het actieplat-form tegen de uitzet-tingen: ‘Of bankierscriminelen zijn? Datis in deze kwestienog gematigd uitgedrukt.’

© It

alo

Rond

inel

la

Q

shut

ters

tock

Page 14: MO*magazine 106

MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

DOSSIERt e n d e n s e n

26 MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

betuigden hun steun aan het project. De werknemers verlangenvan de autoriteiten dat er een wettelijk kader gecreëerd wordt voorfabrieken in zelfbeheer. Nu de werkloosheidsgraad piekt en hetene na het andere bedrijf failliet gaat, zouden mensen met eendergelijk systeem toch enigszins hun waardigheid behouden.

waardigheidWant waardigheid is het sleutelwoord voor mensen in tijden vaneconomische crisis. Dat was in elk geval de motivatie voor deoprichting van de allereerste straatkrant, Schedia. Het Griekse sche-dia betekent “houtvlot”, waar drenkelingen zich aan vastklampen.Interessant is dat in tegenstelling tot andere straatkranten ook dejournalisten zelf werkloos zijn. Net zoals Christos Alefantis, hoofd-redacteur van de krant. Hij vertelt dat hij allang naar Australië,waar hij geboren werd, vertrokken zou zijn op zoek naar werk, alshij zich niet had kunnen inzetten voor Schedia. Nu heeft hij eenproject waar hij zich in kan vastbijten en bovendien zijn er nu teveel mensen van hem afhankelijk. Het redactieteam was oorspronkelijk niet van plan een augustuseditiete publiceren. De ploeg ging ervan uit dat de meeste Grieken dantoch op vakantie zijn. Maar de Schedia-verkopers brachten de uitge-vers op andere gedachten. Werkloze journalisten en dakloze verko-pers gaan deze zomer immers nergens naartoe en de krant is boven-

dien hun enige houvast.Alefantis vertelt dat toen meegedeeldwerd dat de publicatie voor augustuser toch kwam, het gejuich van de ver-kopers twee straten ver te horen was.‘We beschikken nu over honderd ver-kopers en er is een eindeloze wacht-lijst, ze bellen ons op en huilend sme-ken ze om verkoper te kunnen wor-den.’ Voor sommigen van hen is hethele verhaal één grote droom. Dankzijde verkoop van de krant kunnen zezelf eten kopen en hoeven ze daar-voor niet naar sociale voorzieningen.

Tot het verkoopnetwerk behoren architecten, journalisten, muzikan-ten en leerkrachten. Ook zij maken deel uit van de lange lijst men-sen die de afgelopen jaren hun werk verloren in Griekenland. Goedopgeleide mensen die hun baan en huis kwijt raakten en verder opniemand konden terugvallen. Talloze advocaten rondom Athene ver-dedigen kosteloos arme mensen die in een wettelijke strijd verzeildgeraakt zijn met de banken. In de buurt Eksarchia, een plaats waarvele anarchisten vertoefden, babysitten oudere dames gratis nu ergeen geld meer is om de kinderopvang te betalen.Schedia doet het voorlopig nog steeds goed, maar het zou een stukmakkelijker zijn als de krant gebruik kon maken van fiscale voor-delen. ‘Het moet toch mogelijk zijn voor de regering om vooralprojecten te ondersteunen die banen creëren? Waar blijft het ini-tiatief van de regering nu de mensen noodgedwongen zelf het heftin handen moeten nemen?’ vraagt Alefantis. Solidariteit metelkaar is onontbeerlijk, maar steun moet er ook van de overheidkomen. De Europese Unie moet haar solidariteit tonen met demensen die lijden binnen de Europese grenzen, anders kunnenwe meteen het idee van een verenigd Europa in deprullenbak gooien.

Maria Alexaki is journaliste bij de Griekse openbareomroep ERT.

� Zaterdag 8 juni, binnenstad Athene, Solonosstraat. In eengemeentelijk ziekenhuis vaccineren de werknemers van de ngoDokters van de Wereld kinderen en kijken ze hun tanden na. Inde lange wachtrij zie je niet alleen migranten staan maar evengoedhonderden Griekse burgers met hun kinderen. Nog geen jaar gele-den zamelde de ngo nog geld in voor Afrika en zogenaamde der-dewereldlanden. Nu moet de organisatie de Grieken zelf helpenomdat de regering de nodige vaccinaties niet kan uitvoeren en dealgemene gezondheid gevaar loopt, vooral nu zoveel mensen uithet Oosten het land binnenkomen. Tweehonderd meter verderop staat nog een rij. De daklozen wach-ten er op een warme maaltijd, bereid door het keukenteam van hetziekenhuis. Ook de kerk biedt maaltijden aan, net zoals vele vrou-wen uit de buurt die vrijwillig koken en daarbij hulp krijgen vankleine winkels die hen gratis levensmiddelen schenken. In de gemeenschap Perama, een arm district ten westen van dehavenplaats Piraeus, hebben winkeliers een eigen netwerk uitge-bouwd om een aantal producten in te zamelen die daarna uitge-deeld worden aan gezinnen onder de armoedegrens. De laatstetwee jaar zijn er elke dag talloze soortgelijke initiatieven van dezelforganiserende gemeenschap van het land. Ze zorgen voor hulpwaar de staat tekortschiet.En toch blijkt uit de cijfers dat de Griekse economie aan het herle-ven is. Een positief gevoel heerst op de beurs en er is grote vraagnaar Griekse obligaties in Wall Street. Toch mag de realiteit nietonder de mat geveegd worden. Ons land heeft een algemene werk-

loosheid van bijna 30procent en onder jongeren is die zelfs hogerdan 60 procent. De Grieken realiseren zich dat een oplossing uitdeze vicieuze cirkel er niet alleen zal komen door het geven vangiften en dat de productieve economie dus opnieuw aangezwen-geld moet worden.

arbeiders zonder bazenZelfs in tijden van crisis kunnen nieuwe economieën ontstaan. Deeigenaars van een fabriek van bouwmaterialen uit Thessalonikikondigden in mei 2011 een opschorting aan van de lonen. Hetbedrijf ging over de kop, honderden werknemers verloren hunbaan. Het bedrijf maakte nochtans enorme winsten. Werknemerswerden maar liefst veertien maanden niet uitbetaald en dienden teoverleven met een toelage van een kleine 300 euro per maand. De Griekse werknemers zijn nog nooit in Argentinië geweest,maar ze hebben wel gelezen over de zelfbeheerprojecten die er nade crisis in 2001 werden opgezet. In enkele maanden werkten zehet plan uit om het bedrijf te heropenen, onder de leuze“Arbeiders zonder Bazen”. Zeventig werknemers doen nu ook hetwerk van CEO, manager of boekhouder. Afgelopen 12 februariging het bedrijf in zelfbeheer weer open. Er wordt alleen dat gepro-duceerd waar vraag naar is. De producten worden vervolgens vooreen lage prijs verkocht aan mensen die krap bij kas zitten. Dewerknemers beloofden zelfs elke extra winst in een fonds voorwerklozen te zullen storten. Verschillende vakbonden, politieke partijen en andere organisaties

door Maria Alexaki

Griekenland: Doe-het-zelf voor gevorderden

De crisis en de besparingen slaan nergens harder toe dan inGriekenland. De Grieken laten zich echter niet platslaan en antwoor-den met veel onderlinge hulp en creatieve economische projecten.

OCCUPY ERTDe dag nadat Maria Alexaki haar bijdrage instuurde, besloot de Griekse regering de hele openbare omroep op te doeken, zoge-zegd om orde op zaken te stellen en een kleinere omroep op te zetten, ‘later’. Daardoor behoorde tv-journaliste Alexaki zelfplots tot de mensen die ze in dit stuk beschrijft: slachtoffers van de crisis die niet zomaar met zich laten sollen. De werknemersvan de ERT bezetten meteen de gebouwen en Maria stuurde een bewogen bericht: 'Er heerst hier een ongelooflijke sfeer. Wezijn allemaal in het omroepgebouw en gaan door met de uitzendingen. Het is een bezetting van het uit-zendkanaal. Talloze mensen kwamen hun steun betuigen en op dit moment ontwikkelt dit alles zich toteen echte politieke crisis.' De volgende dagen kregen de Griekse ERT-medewerkers de steun van de EBU,de Europese koepel van openbare omroepen. EBU-technici zorgden ervoor dat de uitzendingen niet alleenvia internet maar ook via satelliet beschikbaar bleven. (gg)

Medewerkers van Schedia,de eerste Griekse straat-krant: ‘Waar blijft het ini-tiatief van de regering numensen noodgedwongenzelf het heft in handenmoeten nemen?’

Q

shut

ters

tock

© Jo

rgos

Mes

tous

is

Zuid-Europa:het gevecht tegen de crisis

Page 15: MO*magazine 106

MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

DOSSIERt e n d e n s e n

28 MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

De oude straten liggen er verwaarloosd bij. Deze stad heeft ooitbetere tijden gekend, toen de wol- en de kurkfabrieken nog in vollebedrijvigheid waren en werk gaven aan duizenden mensen. Gevelsvan oude gebouwen zijn vervallen, heel wat panden staan leeg enwinkels hebben hun deuren gesloten of bieden in de etalage hunruimte te koop of te huur aan. Die situatie omkeren kan alleen metcreatieve oplossingen die werken met alternatieven voor de geldeco-nomie en met coöperatieve modellen die de talenten en bekwaam-heden van de mensen ten dienste van de gemeenschap stellen. Datis waar de initiatiefnemers van de grote Ajudada op vertrouwen.De Ajudada is een term die verwijst naar de gemeenschapsarbeidop het platteland waar mannen, vrouwen, kinderen en bejaardenelkaar wederzijdse hulp boden bij specifieke taken van de land-bouwkalender. Het is dit gemeenschapsgevoel dat men nieuwleven wil inblazen.‘Het systeem van permanente economische groei functioneert nietmeer en de fundamenten zijn helemaal niet meer aangepast omeen antwoord te bieden op de problemen van de samenleving’, zegtFilipa Pimentel. Pimentel stond mee aan de wieg van dit initiatief.Momenteel woont ze in Brussel, waar ze het Europese transitienet-werk coördineert. ‘Al de protestmanifestaties die we vandaag zienop verschillende plaatsen in de wereld zijn indrukwekkend door dekracht die ervan uitgaat, door de opkomst, de argumenten en hetsamenhorigheidsgevoel onder de mensen. Maar het is maar dehelft van het werk als je echte verandering wilt bewerkstelligen’,vindt ze.‘Er overheerst te veel een gevoel dat we de macht niet hebben omdingen te veranderen, dus doen we een beroep op iemand die weldie macht heeft. Die reflex staat haaks op wat de beweging vanPortalegre wil uitdragen, namelijk het verlangen om te werken aaniets totaal anders, een positieve manifestatie die inspireert en ande-ren in gang zet om in actie te komen.’ Inspiratiebron is “de econo-mie van het geven”(gift economy) die wereldwijd in opmars is. Debedenker ervan, de Amerikaanse filosoof Charles Eisenstein, wasdan ook een van de internationale sprekers op de Ajudada-happe-ning van half juni, naast de Italiaans-Frans-Duitse filosoof Anselm

Jappe, Tim Crabtree, hoogleraar aan het Schumacher College, enGary Alexander, auteur van EGaia.

hoop doet geven Rui Pulido Valente, docent in het hoger onderwijs in Portalegre, isheel enthousiast over de samenwerking met de verschillende lokaleentiteiten, verenigingen, scholen en centra voor beroepsopleidingen.‘Veel mensen in Portalegre voelen de nood aan dergelijke initiatie-ven, die niet gebonden zijn aan partijpolitiek of hiërarchie’, zegt hij.Deze leraar technologie en management ziet een heel diep verlan-gen om verbanden te smeden en in te gaan tegen de logica van eensamenleving die gebaseerd is op consumeren en die mensenscheidt naar gelang van hun geld, leeftijd of sociale status. Tal vanprojecten zien vandaag het leven die vroeger ondenkbaar waren. Erzijn gemeenschapstuinen opgezet, er is een hele dynamiek ont-staan van workshops, seminaries en culturele activiteiten. Al dezeinitiatieven hebben speciale aandacht voor wat lokaal is en gevenvoorrang aan duurzame en milieuvriendelijke projecten.Sónia Tavares, artistiek ontwerpster en ook nauw betrokken bij deAjudada, werkt alternatieven uit voor ‘dagelijksebehoeften waar normaal geld voor nodig is’.Volgens haar stimuleren die dagelijkse behoeftenniet alleen de creativiteit, ze dragen ook bij tot hetpersoonlijke geluk omdat ze laten zien dat hetmogelijk is om grenzen te verleggen. De inzetvoor de Ajudada wordt ook ruimschoots gecom-penseerd door een gevoel erbij te horen en eendeel te zijn van het grotere geheel. ‘Je geeft, maarje wordt ook onmiddellijk beloond’, aldus Tavares.De grote hoop is dat de Ajudada een platform kanzijn voor een beweging voor verandering, lokaal,nationaal en internationaal.

Carlos Baptista is een free-lance journalist in Portugal.

� De economische crisis slaat hard toe in Portugal. Het gemiddel-de salaris bedraagt 840 euro, het minimumloon is niet hoger dan480 euro en sommige bejaarden moeten het stellen met een pensi-oentje van 150 euro. En dat terwijl de prijzen in de supermarkteneven hoog liggen als in België.Veel mensen, vooral jongeren, zoeken mogelijkheden om te migre-ren. In Portalegre vindt men echter dat er nugenoeg frustratie geventileerd is. Tijd om tefocussen op het potentieel van de eigengemeenschap. Half juni hield de stad een inter-nationale happening, de Ajudada (wat staatvoor collectieve arbeid), met als centrale thema“de economie van het geven”. De opzet wil ini-tiatieven lanceren die op andere waardengestoeld zijn en zowel lokaal als mondiaal kun-nen werken.

genoeg gezeurd Het sterke verzet tegen de bezuinigingsmaatre-gelen van het IMF maakt vandaag plaats voorgroeiende ontgoocheling over de traditioneleaanpak van de politiek. De maatregelen om het

begrotingstekort te bestrijden blijken inefficiënt en hebben een ver-woestend effect op het economisch weefsel. Het gevoel van twijfelen frustratie wordt met de dag groter. Toch groeit er tegelijk eenbeweging van burgers die willen ingaan tegen het overheersendepessimisme. Zij zijn ervan overtuigd dat er in hun eigen gemeen-schap alles te vinden is om een goed leven te leiden, zonder te hoe-

ven migreren.Portalegre is een goed voorbeeld van de nieuwemanier waarop mensen de crisis te lijf gaan.Het is een traditioneel industriestadje van zo’n20.000 inwoners in het binnenland vanPortugal dat totaal verzwakt is door het sluitenvan fabrieken en allerhande diensten. Eengroep inwoners heeft een proces op ganggebracht dat geïnspireerd is door de waardenvan delen en geven om in de gemeenschap ver-ankerde netwerkstrategieën te ontwikkelen enprojecten te realiseren. De bedoeling is om deafhankelijkheid van de centrale machthebberste verminderen en zoveel mogelijk met de loka-le gemeenschap in de eigen behoeften te kun-nen voorzien.

door Carlos Baptista

Portugal: Op onbetreden paden, dankzij de crisis

In Portalegre, een klein stadje in het Portugese binnenland, komende gevolgen van de economische crisis bijzonder hard aan. DeAjudada, een initiatief van de inwoners om te bouwen aan een

alternatieve en solidaire economie, genereert een nieuwe dynamiekdie mensen opnieuw zin geeft in het leven.

Ajudada: een eeuwenoudevorm van samenwerkingop het platteland blijkt deinspiratiebron voor succes-volle strategieën om decrisis te lijf te gaan.

Q

shut

ters

tock

????

????

Zuid-Europa:het gevecht tegen de crisis

Page 16: MO*magazine 106

Algerije is een rijk land. Het is de vierdeuitvoerder van gas ter wereld. En met schul-den van minder dan drie procent van hetbnp heeft het, samen met Saoedi-Arabië, dekleinste buitenlandse schuld van de heleArabische regio. Maar de werkloosheid isgroot, vooral onder jongeren en hoogopge-leiden. De macht is gecentraliseerd en deeconomie ook. Algerije, dat sinds beginjaren negentig geleidelijk aan overgescha-keld is naar de vrijemarkteconomie en dathet laatste decennium zijn energie-inkom-sten voortdurend zag stijgen, is er niet ingeslaagd om een welvarende staat op tebouwen. Er is een tekort aan voorzieningen,een crisis in het onderwijs en in de woon-sector. De verwaarlozing van het zuidelijkedeel van het land verklaart waarom nu hetsociale protest vooral in dat zuiden plaats-vindt. Tal van mensen in de directe omge-ving van president Bouteflika zijn boven-dien in opspraak gekomen in corruptie-schandalen.

geen eliteMaar het sociale protest van het zuidenheeft het noorden niet echt kunnen mobili-seren. Er is geen echt middenveld.Vakbonden en verenigingen worden toege-laten, maar ze vormen geen gestructureer-

de kracht. Volgens schrijver MohamedKacimi is er, behalve stemmen hier endaar, geen sprake van een echte elite. ‘Dekolonisatie – die maar liefst 130jaar heeftgeduurd – heeft de maatschappij gedestabi-liseerd. De burgeroorlog heeft het midden-veld ontwricht en de intelligentsia uitge-dund’, zei hij in een interview met Al-Watan.De regering probeert de gemoederen tebedaren en tegemoet te komen aan sommi-ge eisen. Zo werd de noodtoestand die in1992 ingevoerd werd, in februari 2011 afge-schaft en er werd een reeks sociale maatre-gelen genomen. Begin juni heeft de rege-ring opnieuw maatregelen aangekondigdom iets te doen aan het isolement van hetzuiden. Aan het grootste overheidsbedrijf,Sonatrach, zeg maar het staatsolie- en -gas-bedrijf, wordt gevraagd om een banenplanuit te werken specifiek voor de jongeren inhet zuiden. En de banken zullen kantorenopenen in verschillende steden om werkge-legenheidsprogramma’s te ondersteunen.Jongeren zouden gemakkelijker leningenkunnen krijgen. Het goederenvervoer naarhet zuiden krijgt meer steun en vliegen vanen naar de zuidelijke steden wordt dekomende maanden goedkoper. Algerije, groot verdediger van de niet-

inmengingspolitiek, was geen voorstandervan de NAVO-interventie in Libië en heefthet verlenen van de Syrische zetel in deArabische Liga aan de rebellen nietgesteund. De geschillen die hierdoor zijnontstaan met een land als Qatar zijn onder-tussen gladgestreken. Het buitenlands beleid krijgt over het alge-meen bijval van de publieke opinie.Ontevredenheid is er vooral over de internesituatie. De huidige generatie verwerpt derevolutionaire legitimiteit waarop de machtvan het huidige regime berust en eist dat ernu echt een begin wordt gemaakt met dedemocratisering van het land, aldus LADH-voorzitter Boudjemaâ Ghechir.Begin juni hebben enkele vroegere parle-mentsleden van de oppositie een initiatiefvoor een “Tweede Republiek” genomen. Zevinden dat het land een voorbereidingsperi-ode nodig heeft om aan een democratischetransitie te beginnen. Ze zien geen heil inde komende verkiezingen en willen dat dekanalen van politiek en media eerst volledigopengegooid worden, zodat sociale en poli-tieke structuren kunnen groeien. Na driejaar kan de overgang naar een democratischsysteem beginnen. Maar of deze oproepgehoor zal vinden bij de huidige machtheb-bers en bij de bevolking is zeer de vraag.

31MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

De Arabische Lente lijkt aan Algerije voorbij te zijn gegaan. Ondanks de sociale onrust en oproepen voor een democratisch

politiek systeem, wil de oude garde de status-quo behouden en stuurtze zelfs aan op een vierde ambtstermijn voor de huidige

president Abdelaziz Bouteflika. Maar diens ziekte gooit roet in het eten.

De Algerijnse paradox

� Op 19mei mochten twee kranten,Mon Journal en haar Arabischtaligetegenhanger Djaridati, niet verschij-nen. Reden s de “foutieve” berichtge-ving over de gezondheidstoestand vande president. Bouteflika was toen albijna een maand in Frankrijk. Op 17april werd hij in een Parijs ziekenhuisgeopereerd, waar hij ook moest blij-ven om te revalideren. De officiëlecommunicatie over de gezondheids-toestand van de president was vanafhet begin heel karig en bleef vaag.Reden van zijn opname was een klei-ne ingreep en de president was aan debeterhand, werd toen meegedeeld.Dat heeft niet kunnen voorkomen dater een discussie over de inwerkingtre-ding van artikel 88 van de grondwetlosbarstte. Dat artikel bepaalt dat wan-neer de president verhinderd is zichvan zijn taken te kwijten, die taken tij-delijk worden overgenomen door deSenaat. Maar dat vond men in rege-ringskringen niet nodig.Geheimzinnigdoenerij over de ziekte

van de president is niet nieuw in deAlgerijnse politiek. Dat gebeurde eer-der al met wijlen HouariBoumédienne, president van 1965 totzijn dood in 1978. En het geeft tegelij-kertijd aan hoe belangrijk Bouteflikawel is. In april 2014 zijn er presidents-verkiezingen. Een deel van het FLN,de partij die sinds de onafhankelijk-heid van Algerije in 1962 aan demacht is, wil er graag een vierdeambtstermijn voor de huidige presi-dent doordrukken. Dat dat een herzie-ning van de grondwet veronderstelt,vindt men geen punt. Maar dit plankwam op de helling te staan door degezondheidstoestand van Bouteflika.

100.000 slachtoffersEen echt alternatief is niet meteenvoorhanden. In de pers wordt er algesproken over een post-Bouteflika-tijdperk. Maar volgens BoudjemaâGhechir, voorzitter van de AlgerijnseLiga voor de Mensenrechten (LADH),is het post-Bouteflika-tijdperk niet met

de ziekte van de president begonnen.‘Het is al eerder begonnen, in april2011. Na de val van Ben Ali enMoebarak’, zei hij in een interviewmet de krant Al-Watan.Want ook in Algerije werd er in 2011opgeroepen om massaal de straat op tegaan en de democratisering van hetpolitieke systeem te eisen. Maar deopkomst was niet echt indrukwek-kend. De burgeroorlog van de jarennegentig staat nog altijd in de geheu-gens gegrift. De hel barstte los in 1991nadat de regering de resultaten van degemeenteraadsverkiezingen, de eerstevrije verkiezingen in het land, hadgeannuleerd. Het FIS, het islamitischeFront National du Salut, dat de verkie-zingen won, heeft zich niet neergelegdbij de deze beslissing. Het gewapendeconflict dat daarop volgde, heeft meerdan honderdduizend slachtoffersgemaakt. Daarom zeggen veel mensenin Algerije dat ze hun “lente” al heb-ben gehad. Ze zijn bijgevolg geen vra-gende partij voor een nieuwe “lente”,een nieuwe strijd om de macht. Watze wel willen, zijn hervormingen, voor-al op sociaal en economisch gebied, ende bestrijding van de corruptie.

door Samira Bendadi

30 MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

ACTUEELt e n d e n s e n

Het sociale protest van het zuiden heeft het noorden nietecht kunnen mobiliseren. Er is geen echt middenveld.

Reut

ers/

Zoh

ra B

ense

mra

Veel Algerijnen zijn geen vragende partijvoor een nieuwe “lente”,een nieuwe strijd om demacht, zoals eerdertijdens de zeer bloedigejaren negentig. Wat zewel willen, zijnhervormingen, vooral opsociaal en economischgebied, en de bestrijdingvan de corruptie.

Page 17: MO*magazine 106

toegewezen van een dubbel complex van drie sluizen en opvangbas-sins, één aan de Atlantische kust en het andere aan de Stille Oceaan.De New-Panamaxschepen (dat zijn schepen die groter zijn dan bin-nen de huidige ‘Panamax’-normen is toegestaan) die door het ver-brede kanaal zullen varen, kunnen tot 366m lang, 49m breed en15,2m diep zijn, dat is 40procent langer en 60procent breder dande Panamax-standaard van vandaag. Het GUPC-consortium (GrupoUnido por el Canal) bestaat behalve JDN uit het Spaanse SacyrVallehermoso, het Italiaanse Impregilo en het Panamese Cusa. Devier partners nemen het sluizenproject op zich voor 3,4miljard dol-lar (2,6miljard euro). Zij sleepten de order binnen ten nadele vanonder meer het Amerikaanse Bechtel, dat dit project heel graag hadgedaan, de Amerikanen hadden immers ook het eerste kanaalgebouwd.Alles hier neemt duizelingwekkende proporties aan: er wordtgebouwd op 120 plaatsen, door achtduizend arbeiders, die tiendui-zenden tonnen staal en beton en ontelbare liters water verwerken.Toch wordt op elk onderdeel tot in het kleinste detail toezicht gehou-den. Van elke kubieke meter beton die aangemaakt wordt, wordt viade computer gevolgd waar die terechtkomt.Beton maken op zich is hier al geen sinecure. Panama heeft eengemiddelde temperatuur van 32°C. Om te voorkomen dat het betonbij het drogen barst, moet het gestort worden bij een temperatuurvan 13°C. Dat kan alleen door alle aggregaten van het mengsel, zoalsde kiezel en het zand, vooraf te koelen en dan te mengen met ijs.Dat vreet hopen energie, en om zeker te zijn van de energietoevoer,

wordt die op de bouwplek zelf opgewekt met gigantische dieselmo-toren. Een kwaliteitseis voor de hele constructie is bovendien dat heteen gegarandeerde levensduur van minstens honderd jaar moethebben. Van duurzaamheid gesproken.

alle macht aan de arbeidersEen aantal onvoorziene omstandigheden hebben de GUPC partengespeeld. De slechte kwaliteit van de basalt, die gebroken wordt voorde betonkiezel, en een te wakke ondergrond bij het sluizencomplex,waardoor nieuwe berekeningen en nieuwe proeven nodig waren,hebben tot een half jaar vertraging geleid. ‘Voor die verkeerdeinschatting hebben we een hele grote onplezierige claim liggen omaan de Kanaalautoriteit, de bouwheer, voor te leggen’, vertelt JanKop, projectdirecteur voor JDN in Panama en een ouwe rot in hetvak.Maar misschien is het nog wel de vakbond waarvan Kop het meestwakker ligt. ‘Mijn Spaans is niet zo goed, maar het woordje “chanta-je” begrijp ik maar al te best’, zucht Kop. Yves Rasschaert, medewer-ker van JDN, deelt zijn frustratie. ‘De vakbond is mijn dagelijksestrijd.’ Hij rekent even vooruit: ‘Nog twee jaar te gaan met dit pro-ject, dat betekent nog acht stakingen.’Dag en nacht, zeven dagen per week, werken er op de bouwplaatsenin totaal zo’n 8.000 arbeiders, naast de honderden toezichters(meestal Latino’s), en de tientallen ingenieurs (expats enPanamezen). De arbeiders zijn voor 90procent Panamezen. DePanamese wet schrijft dat voor, maar het heeft ook te maken met de

33MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

� Sinds het kanaal op 31december 1999 door de VS aan Panama werdovergedragen, heeft Panama-Stad een metamorfose ondergaan. Langs dekustlijn aan de Stille Oceaan prijken ultramoderne kantoortorens en presti-gieuze hotels. De oude stadskern, die als een bolwerk uitsteekt in de oce-aan, krijgt een grondige facelift. De verkeersstromen doen het centrumhopeloos dichtslibben. Oorzaak van de verkeersellende is de toevloed vanauto’s en de chaos van de werkzaamheden die allemaal tegelijk in uitvoe-ring zijn: de aanleg van bruggen, snelwegen en een allereerste metrolijn.Panama stad is één grote bouwput, met als collectieve deadline 2015. Danmoet het uitgebreide Panamakanaal operationeel worden en verwacht meneen verdere groei van de handel en in het zog daarvan van de hele econo-mie.Die Panamese economie groeit met 10procent per jaar, een cijfer waar hetin crisis wegzinkende oude Europa alleen maar van kan dromen. Om vastal een voet tussen de deur te hebben in dit veelbelovende tropische paradijsverplaatst ons land zijn ambassade van Costa Rica naar zuiderbuurPanama.

megaprojectEen bouwput van anderhalve kilometer lang en 50meter breed ligt uitgegra-ven naast het kanaal. In het gapende gat wemelt het van torenkranen,vrachtwagens die af en aan rijden, ingenieurs die controles uitvoeren, werk-volk op de steigers of in de tunnels.Davy Spriet, ingenieur bij de Jan De Nul Group (JDN), rijdt me rond opdeze gigantische bouwplaats aan de Stille Oceaan. JDN is een van de vierbedrijven die het GUPC-consortium vormen dat in 2009 de bouw kreeg

REPORTAGEt e n d e n s e n

32 MOQ • juni 2013 • www.mo.be

Het Midden-Amerikaanse Panamawerkt volop aan de uitbreiding van zijnkanaal. Tegen 2015 zullen de eerstereuzenschepen door de nieuwe sluizenvaren. Het land wil zich met dit megaproject profileren als logistiekknooppunt voor het hele continent enbij uitbreiding voor de globaliserendewereld. Panama zelf levert de kanaalverbreding een veelvoud aan nieuwe projecten en financiële transacties op.

door Alma De Walsche

Panama, draaischijf van de wereldhandel

Jan De Nul Group

Aanzicht van het sluizencomplex aan de kantvan de Atlantische Oceaan: de drie achterelkaar liggende sluiskamers met daarnaasttelkens een bassin voor het opvangen en recy-clen van het water. De eerste deuren voor desluiskamers arriveren in juli, op een boot diespeciaal daarvoor werd gebouwd.

Breder, dieper, sneller: het kanaal 2.0

Page 18: MO*magazine 106

beste knowhow van over de hele wereldsamengebracht. Ons land is daarin goedvertegenwoordigd: het ontwerp voor de slui-zen is geïnspireerd door deBerendrechtsluis in Antwerpen, hetWaterbouwkundig Laboratorium vanAntwerpen maakte voorstudies voor het in-en uitvaren en behalve JDN werkte ook deBelgische baggeraar DEME mee voor hetuitbaggeren van de toevoer aan de StilleOceaan. Het idee van recyclagebassinskomt uit Duitsland, de sluisdeuren bouwenvoort op Nederlandse en Italiaanse expertiseen worden in Italië geproduceerd, de tech-nologie voor de controlesystemen isAmerikaans. Er zijn Chinese, Koreaanse,Kroatische en Latijns-Amerikaanse produc-tieonderdelen.Met zoveel verschillende nationaliteiten iscommunicatie even belangrijk als technolo-gie, vindt Reyes. ‘Dit soort projecten wordtniet uitgevoerd door machines maar doormensen. Het is helemaal niet zo makkelijkom Chilenen, Koreanen, Kroaten,Panamezen, Italianen en Spanjaarden opdezelfde lijn te krijgen. Als je niet extrainvesteert in communicatie, loopt het mis.’De voertaal is Engels, maar in de praktijkdomineert het Spaans. Een ander probleemis de logistiek om de toevoerketens op gangte houden en de procedure om op het juiste

moment de juiste beslissingen te nementerwijl de andere partners daar tegelijk ookvan op de hoogte worden gebracht en hunfiat geven, want daar hangen miljoenen dol-lars van af.Op milieugebied is niets aan het toevalovergelaten. ‘Er zijn twee dingen die ditproject kunnen stilleggen: het niet nako-men van de veiligheidsvoorschriften en hetovertreden van de milieuvoorschriften’, zegtReyes. ‘De manier waarop wij met hetmilieu omgaan, heeft ons tot een referentiegemaakt in ons land.’Het is geen grootspraak. Voor de installatievan de nieuwe sluizen moest aan beidekanten 64hectare jungle weggekapt wor-den. Om dat gebied te compenseren, werd625ha herbebost in de nationale parken enis er 2,7miljoen euro betaald aan de natio-nale milieuautoriteit ANAM. Alle fauna,waaronder tientallen krokodillen en anderewaterdieren, zijn met zorg gevangen enovergebracht naar een vergelijkbare bio-toop. Er zijn corridors aangelegd zodat die-ren die in de buurt van de bouwplaatsenopdagen hun weg terug kunnen vindennaar hun habitat in aanpalend gebied. Er iseen opvangcentrum waar fauna die gesig-naleerd wordt dag en nacht naar kan wor-den overgebracht.Toen rond 2000 de geruchten over de uit-

35MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

organisatiekracht van de machtige vakbonds-centrales. Voor het sluizenproject werdGUPC via de Panamese Kamer voor hetBouwbedrijf CAPAC verplicht een overeen-komst te sluiten met Suntracs, een van devakbonden in de bouwsector. Die slaagde erherhaaldelijk in het werk stil te leggen omloonsverhoging te eisen. Vooral de stakingvan januari 2011 was historisch. Toen legdende arbeiders het werk een week neer endwongen een loonsverhoging af van 12,5pro-cent (van omgerekend 2,21 naar 2,56 euro).Saúl Méndez, algemeen secretaris vanSuntracs, is trots op al die acties. ‘Hetspreekt toch vanzelf dat er voor megaprojec-ten een andere loonschaal geldt. Dat is ookzo in andere landen. We zijn momenteelaan het onderhandelen opdat die voorwaar-den ook in de andere grote projecten buitende kanaalzone gelden.’ Méndez vindt dat derelatie tussen Suntracs en GUPC momen-teel gestabiliseerd is, maar wat de bedrijvenJan De Nul en DEME betreft, heeft hij nogeen grief. ‘Voor de projecten die buiten hetsluizencomplex vallen, zoals het uitbaggerenvan de toevoerkanalen, hebben zowel JanDe Nul als DEME geweigerd om de vak-bond toe te laten.’ Volgens Méndez zou jemogen verwachten dat Jan De Nul in al zijnprojecten in Panama dezelfde arbeidsvoor-waarden aanhoudt. ‘Dat is voor ons belang-

rijk, omdat hij hier nog aanbestedingenheeft lopen.’Voor Jan Kop gaan die criteria in het GUPC-sluizenproject wel erg ver. ‘We investerenontzettend veel in opleidingen. Alle over-uren worden betaald volgens een escaleren-de loonschaal, en wie drie meter boven degrond werkt of in een kelder, verdient meer.We weten soms niet meer wat mensen kos-ten met zulke steeds verder stijgende lonen.Iedere werknemer die dit project verlaat, valtin een diep gat, want nergens in Panamavindt die nog werk tegen deze voorwaarden.’Het is een permanente evenwichtsoefening,waarbij de arbeiders er best in slagen hungraantje mee te pikken. Een ongeschooldearbeider verdient in Panama zo’n 500 dollarper maand, een goede 380 euro. In dekanaalzone liggen de lonen traditioneelhoger en schommelen die rond de 1000dollar, maar met alle overuren, weekend-werk en compensaties nemen arbeiderssoms tot 3000 dollar mee naar huis. Voorde duur van dit project natuurlijk.

39 nationaliteitenIk neem de trein om van Panama-Stad aande Stille Oceaan naar Colón aan deAtlantische kust te sporen. De rit duurt eenuurtje en gaat over de 90km lange spoorlijndie in 1850 door de Panama Canal Railway

Company werd aangelegd met onder meerChinese werkkrachten. Panama was toennog een provincie van Colombia. De redenvoor de aanleg van de spoorlijn toen was desterk toegenomen handel tussen Californië,waar de goudmijnen in gebruik genomenwerden, en Europa.In de kanaalzone van Colón heb ik eenafspraak met José Reyes, ingenieur van deKanaalautoriteit ACP (Autoridad del Canal dePanamá). Dat is een onafhankelijke entiteitvan de staat die het kanaal bestuurt, verge-lijkbaar met het Antwerpse Havenbedrijf, enin het leven werd geroepen door de Torrijos-Carter-akkoorden in 1977 (zie kaderstukje).Ingenieur Reyes coördineert het sluizenpro-ject aan de Atlantische zijde en is zichbewust van de historische verantwoordelijk-heid die op zijn schouders rust. ‘Iedereendie hier is om aan dit project te werken, isgekomen met hetzelfde engagement als des-tijds eerst de Fransen en toen deAmerikanen. Het grote verschil vandaag’,beklemtoont Reyes, ‘is dat het project geleidwordt door Panamezen. Het is een uniekekans om onze professionele capaciteit te ver-hogen zodat we dat talent ook weer kunnenexporteren in de regio.’De coördinatie van het verbredingsprojectmag dan Panamees zijn, in het hele projectwerken 39 nationaliteiten samen en is de

REPORTAGEt e n d e n s e n

34 MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

HET KANAAL EN DE CARTER-TORRIJOS-AKKOORDENEen eerste poging om een kanaal door dePanamese landengte te graven werd al eindnegentiende eeuw ondernomen, toenFerdinand de Lesseps, de man achter het in1869 geopende Suezkanaal, naar Midden-Amerika kwam. De onderneming mislukte ende Amerikanen namen het project in 1903over. Om het te kunnen realiseren, splitstenze Panama eerst van Colombia af: de onafhan-kelijkheidsakte werd ondertekend opAmerikaans grondgebied.Tot 31 december 1999 was het kanaal en dehele zone erlangs eigendom van de VS, eenAmerikaanse enclave in Panama. Vanaf 1januari 2000 is het hele gebied overgedragenaan Panama, zoals in 1977 overeengekomenin de akkoorden tussen Omar Torrijos enJimmy Carter. Voor de VS was het kanaal, dataltijd op de eerste plaats een militair-strategi-sche betekenis had gehad, minder belangrijkgeworden nu ze sinds WOII overal ter wereldeen vloot geïnstalleerd hadden.Een niet onbelangrijk detail van de Carter-Torrijos-akkoorden is evenwel dat daarin declausule is opgenomen dat ‘de VS tussenbei-de kunnen komen wanneer ze hun belangenbedreigd zien’. In 1989 deden de VS ook echteen beroep op die clausule om Panama bin-nen te vallen in de jacht op generaal ManuelNoriega, een ex-CIA-informant en drugsbarondie in Washington in ongenade was gevallen.

HET NICARAGUA-KANAALHalf juni keurde het parlement van Nicaraguade plannen van de regering-Ortega goed omook in Nicaragua een kanaal te bouwen. Hetproject zou gerealiseerd worden door een tele-communicatiebedrijf uit Hongkong. Of datkanaal er ooit komt, is zeer de vraag. Er zijn talvan problemen te overwinnen, zoals de vulka-nische ondergrond en het feit dat dit kanaalgebruik zou maken van het Meer vanNicaragua, de belangrijkste zoetwaterbronvan het land. Het kanaal zou ook drie keer zolang zijn als het Panamakanaal. Belangrijk iswel dat China een concessie verwierf van vijf-tig jaar, eenmaal verlengbaar met nog eensvijftig jaar. Al

ma De Walsche

Jan De Nul Group

De Panamese economie groeit met 10procent per jaar,een cijfer waar het in crisis wegzinkende oude Europaalleen maar van kan dromen.

Jan De Nul Group

Page 19: MO*magazine 106

Daarnaast werkt het kanaal ook als eenmagneet voor andere economische activi-teiten. Panama, vrijwel exact even groot alsde Benelux en met zo’n 3,6miljoen inwo-ners, is vast besloten zich te profileren alseen knooppunt voor internationale confe-renties en voor luxetoerisme. Panama-Stad,met zijn gloednieuwe torens, oogt moder-ner dan New York of Rio de Janeiro.Sommige van die torens dragen het labelvan een bank, de meeste staan er anoniemen onbewoond. ‘Witwasoperaties’, zo heethet. In mei is Panamese president RicardoMartinelli speciaal naar Parijs gereisd omer bij de OESO voor te pleiten Panama vande lijst van belastingparadijzen te schrap-pen.Vorig jaar groeide de bouwsector met 30procent, de bankensector met bijna 50 pro-cent, net als het toerisme. Van alle Midden-Amerikaanse landen haalt Panama hetmeeste buitenlandse kapitaal binnen.Volgens de Economische Commissie voorLatijns-Amerika van de VN (CEPAL) liepdat bedrag vorig jaar op tot 3,2miljard dol-lar, al is een deel daarvan gewoon in tran-sit. Die kapitaalstromen hebben vooral

betrekking op de dienstensector, de logis-tiek, de energie en de bouw. CEPAL steltwel dat er onvoldoende officiële cijfers zijnover het geld dat het land binnenkomt enweer verlaat. Vorig jaar groeide de econo-mie met 10,7 procent, voor dit jaar ver-wacht men een groei van 8,5 procent.Ook België heeft deze dynamiek opge-merkt en opent op 1 september een ambas-sade in Panama. De ambassade in CostaRica en die in Venezuela worden gesloten,en de huidige ambassadeur van Caracasverhuist naar Panama. Voor BuitenlandseZaken is die beslissing ingegeven door dehandelsrelaties die er al bestaan tussenBelgië en Panama, het economische belangvan het Panamakanaal en het groeipotenti-eel dat het land vertoont. Veel Panamezen vrezen echter voor dekeerzijde van al die economische dyna-miek. ‘Pan para hoy, hambre para mañana’(‘vandaag brood, morgen honger’), hoor jewel eens. Ze vrezen voor een Spaans scena-rio, een economische collaps wanneer derekeningen gepresenteerd worden van alleprojecten die president Martinelli in gangheeft gezet.

MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

breiding van het kanaal de ronde deden,hebben heel wat inheemse en boerenge-meenschappen hun bezorgdheid geuit overde impact daarvan op de waterhuishoudingvan het kanaalbekken. De milieuorganisa-ties eisten dat het water van de sluizen gere-cycleerd werd, wat ook echt zal gebeuren.Daardoor zullen deze uitgebreide sluizenzeven procent minder water gebruiken dande kleinere van nu.Sommigen vinden dat het ACP overdrijft.‘Dit is het meest gemonitorde project vanheel Panama’, legt Reyes uit. ‘We doen ditomdat de wereld naar ons kijkt, maar deinternationale financieringsinstanties eisenhet ook. Als we de afspraken niet nakomen,gaat de geldkraan dicht.’

‘de wereld kan op ons rekenen’De verbreding komt niks te vroeg. De slui-zen zijn te klein geworden voor een deelvan de wereldvloot, en soms moeten sche-pen ook dagenlang wachten in de file, watvoor sommige producten problematisch is.De economische crisis van 2008 remde degroei van de wereldhandel en helpt dus omde periode tot 2015 te overbruggen.

De vraag die steeds luider klinkt, is echterof het Panamakanaal zijn relevantie nietverliest wanneer de noordelijke doorvaartopen komt door de klimaatopwarming.Reyes ziet dat niet als een bedreiging. ‘Dieroute zal altijd onvoorspelbaar blijven,omdat daar geen logistieke ondersteuningin de buurt is.’ Toch beïnvloedt de klimaat-verandering de handel. De droogte in de VSvorig jaar betekent dat het graan dat vroegernaar China ging, nu niet meer wordt uitge-voerd, en dat ging wel door hetPanamakanaal. China heeft nu graan vanArgentinië gekocht, maar dat transport gaatlangs Kaap Hoorn. ‘Maar in een geglobali-seerde en georganiseerde wereld ben ik erzeker van dat ons kanaal niet hoeft te gaanzitten wachten op klanten. Wij Panamezenhebben de verantwoordelijkheid om ditkanaal naar ons beste vermogen te beherenen de wereldgemeenschap moet weten datze op ons kan rekenen’, stelt een zelfverze-kerde Reyes.De havens in de rest van de wereld, vooralin Noord- en Zuid-Amerika, maken zichinmiddels op om New-Panamaxschepen tekunnen ontvangen. Ook over nieuwe pro-

ducten en nieuwe markten wordt gedacht:schaliegas van de havens van Texas naarJapan, of Colombiaanse steenkool, ontgon-nen aan de Caribische kust, naar China, ofBraziliaans ijzererts naar China.Ook deze verbreding, zo weet men nu al bijhet ACP, zal in 2025 achterhaald zijn enweer bijgewerkt moeten worden.

knooppunt van de globalisering Het kanaal is Panama’s navelstreng, zijnreden van bestaan. Sinds het in 2000 ineigen beheer is gekomen, is het ook debelangrijkste economische pool geworden.Jaarlijks draagt de Kanaalautoriteit een mil-jard dollar (765miljoen euro) af aan destaat. Met de uitbreiding hoopt men dat ditoploopt tot 4miljard dollar (3,05miljardeuro). Voor een doorvaart door het kanaalbetaalt een containertanker tussen de150.000 en de 250.000 dollar of meer. DeNew-Panamaxen, die 12.000 of 13.000containers kunnen vervoeren in plaats vande 4000 nu, zullen al snel 400.000 dollar(305.000 euro) betalen, prijzen die in delijn liggen van de internationale tarieven.

REPORTAGEt e n d e n s e n

36 MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

Morten An

dersen

HET NIEUWE KANAALHet complete project omvat de verbredingvan de aanvoergeulen aan de Stille en aande Atlantische Oceaan, de verdieping van debestaande vaargeul Corte Culebra en van detwee sluizencomplexen. Het totale kosten-plaatje is geraamd op 4 miljard euro, watwellicht een onderschatting is.Voor de doorvaart maken de boten gebruikvan het Corte Culebra-kanaal en van hetGatunmeer, dat op 26 meter hoogte ligt. Desluizen zijn nodig om de schepen aan deene oceaanoever 26 meter omhoog te tillenen aan de andere kant 26 meter naar bene-den te laten. Met de nieuwe sluizen gaat datmet drie niveaus, drie sluizenbassins, dievolgens een systeem van communicerendevaten en zonder gebruik te hoeven makenvan pompen, door de druk van het water enmet behulp van kleppen en sluisdeuren,opgetild en neergelaten worden.

Lees hierover op

www.MO.be• Panama en de “honderd families”

• De Panamezen roeren zich • Interview met Julio Manduley:

een kritische analyse van Panama’s beleid

‘Alle deelnemers aan dit project zijn gekomen met hetzelfde engagement als destijds eerst de Fransen en toen de Amerikanen. Het grote verschil is dat de leidingnu in handen is van Panamezen.’

37

Jan De Nul Group

Q

Page 20: MO*magazine 106

39MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

� Eind mei was de Canadese expert in internationaal recht enSpeciaal VN-Rapporteur François Crépeau in Brussel om zijnrapport over de impact van het Europese grensbeheer op demensenrechten van migranten te presenteren. Crépeau pleitdaarin voor een gestuurde economische migratie en voor hetopheffen van de Europese migratiestop, zodat mensen Europaniet langer door de achterdeur hoeven binnen te komen.

Wat houdt Europa tegen?François Crépeau: Een groot probleem is dat de Europese lidsta-ten weigeren om hun behoeften op de arbeidsmarkt te erkennen,althans als het over laaggeschoolde arbeid gaat. Een aantal econo-mische sectoren zoals de landbouw, de bouw en de gezondheids-zorg, kampt met tekorten aan arbeidskrachten. Wij weten dat,buitenlanders weten dat. Wie weinig economische vooruitzichtenheeft, is bereid om zonder arbeidskaart, tegen een hongerloon en

in slechte omstandigheden dat werk te komen doen. Wij betalen als consumenten vier euro voor een mandje sei-

zoensaardbeien. Dat zou eigenlijk, als we de Europese arbeids-voorwaarden ernstig nemen, zeventien euro moeten kosten.Ook dat weten we. Alleen zijn we niet bereid om die prijs tebetalen en dus kijken we de andere kant op. Gevolg: het brood-nodige debat over eerlijke lonen en prijzen op een competitievemarkt blijft achterwege.

U bent bezorgd dat de mensenrechten van migranten, en vooralvan mensen zonder papieren, niet beschermd worden.François Crépeau: Europa heeft best wel een progressief beleid.De Europese mensenrechtentraditie is in het algemeen goedterug te vinden in de bestaande Europese regelgeving enbeleidsdocumenten. Alleen is er een kloof tussen richtlijn enattitude, tussen letter en praktijk. Neem nu de Europese

38 MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

ACTUEELt e n d e n s e n

Terugkeerrichtlijn. Daarin werd wel degelijkopgenomen dat opsluiting van mensenzonder papieren een laatste maatregel moetzijn. Alleen wordt dat niet overal toegepast,en zeker niet in Europese grenslanden alsItalië en Griekenland, twee landen die ikheb bezocht voor mijn rapport. En zo zijner veel voorbeelden.

Er is een grote kloof tussen wat de EuropeseCommissie voorschrijft en wat de EuropeseRaad of de lidstaten daarvan overnemen,zegt u. François Crépeau: In de media, in het popu-listische discours en ook steeds meer in depolitieke standpunten, worden migrantenvoorgesteld als “illegale vreemdelingen”, cri-minelen die geen rechten hebben. Ik hoef uniet te vertellen hoe fout en onwaar dat dis-cours is, zeker vanuit mensenrechtenstand-punt. Helaas aarzelen politici om dat stand-punt hardop te verdedigen, omdat het hunelectorale agenda in de weg kan zitten.Arbeidsmigranten stemmen niet, ze hebbenmet andere woorden nihil forum om politie-ke druk te creëren. Maar er is wel een luid

roepende antimigratielobby die wel uitstemgerechtigden bestaat, en die het veldvoor zich alleen heeft. Zelfs goedmenendepolitici luisteren naar hun strategisch advi-seur als die zegt dat ze maar niet te veel overmigrantenrechten moeten praten als zegeen electorale veer willen laten.

Op welk niveau moeten we de rechten vanmensen zonder papieren volgens ubeschermen?François Crépeau: In de eerste plaats moe-ten deze mensen toegang krijgen tot asiel-procedures. Mensen zonder papieren moe-ten ook betere toegang krijgen tot de traditi-onele rechtsbescherming, ze moetengemakkelijker hun weg vinden naar rechts-

bijstand. Het is de enige weg om rechten afte dwingen. Rechtbanken, arbeidstribuna-len, nationale mensenrechteninstitutenmoeten betere inzage krijgen in vreemde-lingendossiers en betere toegang krijgen totde gesloten centra.

Maar de lidstaten zijn niet geneigd om hunsoevereiniteit in het asiel- en migratiebe-leid op te geven en open te communicerenover die gesloten centra.François Crépeau: Er bestaat wel nationaleregelgeving om de rechten van gedetineer-den te beschermen. Lidstaten hebben wette-lijk verankerd op hoeveel vierkante metercel iemand recht heeft, of een toilet binnenof buiten een cel moet, welk bezoekrechtiemand krijgt, hoe de toegang tot medischezorg en tot rechtsbijstand gewaarborgd kanworden. Voor mensen zonder strafblad,wier enige overtreding is dat ze geen wetti-ge verblijfsvergunning hebben, bestaat dieregelgeving niet. Daardoor zie je zelfs nationaal enorme

verschillen ziet tussen opvangcentra. InGriekenland heb ik elf detentiecentra

bezocht. Er was geen uniformiteit: het enecentrum was een politiekantoor, het ande-re een wei vol containers, nog een andereen legerbarak. In één centrum werdenmobiele telefoons toegelaten, zodat debewoners konden bellen met familie, advo-caten, artsen. In de meeste centra werdenmobieltjes echter in bewaring genomen.‘Omwille van de veiligheid’, klonk het.‘Een gsm kan aanleiding geven tot ruzie ofgestolen worden.’ In Italië bezocht ik eencentrum waar de bewoners geen pennenkregen omdat ze zichzelf ermee kondenverwonden. Dat is absurd, het gaat hierom mensen die een beter leven zoeken.Harmonisering en normering zijn nodig,zowel nationaal als Europees.

Griekenland klaagt al jaren dat de grenslan-den alle lasten dragen en dat het zelf nietkan opdraaien voor alle kosten.François Crépeau: Het klopt dat de grens-staten extra financiële steun nodig hebben,zeker een land als Griekenland. En er iszeker gebrek aan gedeelde verantwoorde-lijkheid. We verwachten dat grenslandenillegale migratie naar het Europese vaste-land tegenhouden, maar tegelijk blokkerende lidstaten de binnengrenzen, zodatmigranten geen kant meer op kunnen. Ineen land als Griekenland is de toegang totde asielprocedure nog steeds zeer moeilijk,laat staan dat mensen een of ander ver-blijfsstatuut krijgen. We moeten erop toezien dat de Griekse

mensenrechtenorganisaties voldoendefinanciële slagkracht hebben om hun werkte kunnen doen. Het kost niet zoveel omeen organisatie als de Griekse mensenrech-tencommissie te steunen, zodat ze hunkrappe personeelsbestand kunnen uitbrei-den, detentiecentra kunnen bezoeken, rap-porten kunnen schrijven, zaken voor derechtbank kunnen brengen. Het zou de

bescherming van de migrantenrechten inGriekenland enorm kunnen verbeteren. Die kosten wegen niet op tegen het

geld dat in het Europese grensbewakings-agentschap Frontex en straks het grensbe-wakingssysteem EUROSUR wordt gestopt.De begroting voor Frontex steeg van19,2miljoen euro in 2006 naar 87miljoeneuro in 2010. Tegelijk leidt Frontex weldegelijk tot samenwerking tussen de lidsta-ten. Europa deed al grote stappen om eroptoe te zien dat Frontex de internationalevluchtelingen- en mensenrechtenwetgevingbeter respecteert. Maar in 2011 stiervennog steeds 1500mensen op zee toen ze ille-gaal de oversteek wilden maken. Dat zijn er1500 te veel.

© P

anos

/ A

lfred

o Ca

liz

Europa moet het debat openen over arbeidsmigratie, eerlijke lonen en het bestrijden van de informele economie, zegt François Crépeau in een gesprek met MO*.

De Speciale Rapporteur voor de VN over de mensenrechten van migranten ziet daarmeer heil in dan in de huidige Europese grenscontroles, die jaarlijks 90miljoen euro

en tot 1500mensenlevens kosten.

‘Zeventien euro voor een bakje aardbeien vinden we te veel’Betere bescherming mensenrechten van migranten in Europa

door Tine Danckaers

Oost-Europese arbeidsmigrantenstaan ’s ochtend in het Zuid-

Spaanse El Ejido te wachten ofiemand een klus voor hen heeft.

Page 21: MO*magazine 106

40 MOQ • ?????????????????? • www.mo.be

????� xxxxx

MOQ • ?????????????????? • www.mo.be

door Sagal Jibril beeld Alicia Sullyzdzin beeldHet strand vanMogadishu� Met mijn beide voeten diep in het blauwe wateraan het strand in Mogadishu overviel me het gevoeldat ik eindelijk thuis was. Geboren en getogen inCanada had ik er altijd van gedroomd om naarSomalië te gaan, de plek die mijn ouders had gebaard.Het land dat ik alleen kende van hun dromerige foto’sen ontelbare verhalen.De eerste keer dat ik in in Mogadishu kwam, in 2011,was ik zeer naïef en totaal onwetend over de situatieter plaatse. Ik ging af op de verhalen over de gevaar-lijkste stad ter wereld en de aanhoudende instabiliteit.Ik verwachtte oorlog en straatarme mensen, maar watik er vond was helemaal anders.Ik zag en voelde veerkrachtige mensen in beweging,ondanks hun uiterst moeilijke levensomstandighedenen ervaringen. Ondanks de jaren van vernieling enextreme armoede zag ik karakter en intense schoon-heid. Ik vond hoop bij de jeugd, de ouderen en deterugkerende diaspora. Inspiratie in de drukke markt-jes van Mogadishu, waar vrouwen de plak zwaaien. Inde bloedmooie zandstranden van Liido en Jazeera,waar kinderen zich zorgeloos op hun spel stortten. Inde bouwactiviteiten overal in de stad. Tijdens mijn daaropvolgende bezoeken kon ik nietom de snelle veranderingen heen: de luchthaven wasopgefrist, historische gebouwen waren opnieuw opge-trokken, nieuwe zaakjes links en rechts uit de grondgeschoten. Het is erg verleidelijk om Somalië te definiëren aan dehand van alles wat het nog mist. Struikelblokken entegenslagen zijn onvermijdelijk, daarom is het belang-rijk om vast te houden aan de hoop en het optimismeover Somaliës schitterende toekomst. Dat is wat demensen daar doen, dag in dag uit.Het was precies daar, met mijn voeten diep in het blau-we water van Mogadisjoes verscholen stranden, dat ikhet optimisme over de toekomst recht in de ogen keek.

Sagal Jibril werkt voor een mensenrechtenorganisatie inKenia. Voor meer foto’s: www.msafiri1.tumblr.com.Alicia Sully maakt deel uit van What Took You So Long?Deze groep journalisten en mediamakers richt zich op vergeten of verborgen verhalen uit de hele wereld.

41

Page 22: MO*magazine 106

heel wat gezondheidsproblemen met zichmee. ‘Zijn geest is sterk, maar het gaat hierom een bejaarde man. Mensen stervenlangzaam aan geneesbare aandoeningenomdat ze moeten smeken om een arts tezien. Bovendien zijn de gevangenisartsenniet top, vaak hebben ze elders medischefouten begaan. De enige plek waar je dannog werk kunt krijgen is de gevangenis.’Waar nog het volgende bijkomt. Toen hetschandaal van de Irakese Abu Ghraib-gevangenis aan het licht kwam, raakte ookbekend dat een van de mishandelendeAmerikaanse militairen bewaker was inSCI Greene. SCI Greene was eind jarennegentig verwikkeld in een schandaal vanmishandeling van gevangenen, die ookdoor Amnesty International gedocumen-

teerd werd. ‘De gevangenis waar zowelmijn vader als Mumia Abu Jamal lange tijdzat’, onderstreept Russell.

mentale martelingOfficieel zit Russell Maroon Shoatz vastomdat hij in 1969 betrokken zou zijngeweest bij de moord op een politieagent.Hij werd uiteindelijk in 1971 opgepakt enveroordeeld tot verschillende levenslangegevangenisstraffen. ‘Mijn vader groeide alstiener in de jaren vijftig en de turbulentejaren zestig op in West-Philadelphia’, verteltRussell. ‘Hij deed alles wat jongeren zoaldoen: zingen op de hoek van de straat, ben-deoorlogjes en zo meer. Af en aan zat hijvast in jeugdinstellingen.’ Voor zijn mede-standers bestaat er echter geen twijfel over

dat hij een politiek gevangene is. ‘Op eendag kwam hij thuis en was hij gepolitiseerd.Hij ging naar New York en hoorde erMalcolm X spreken. Helemaal in de banvan de man besloot hij daarop zijn leven tewijden aan sociale rechtvaardigheid.’Maroon richtte de Black Unity Council(BUC) op, die zich organiseerde tegen hetpolitiegeweld waar Afro-Amerikanen in diedagen in Philadelphia onder leden. De BUCfuseerde met de Black Panthers Party enMaroon sloot zich ook aan bij de gewapen-de Black Liberation Army, een organisatiedie andere gevangenen probeerde te bevrij-den. Eenmaal zelf opgepakt belanddeShoatz in eenzame opsluiting – het hol ofde vergeetput – omdat hij tot tweemaal toemet succes was gevlucht. ��

43MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

Politieke gevangenen zijn sinds kort weer brandend actueel in de VS, vanwege de rechtszaak tegen Bradley Manning, die drie jaar geleden werd vastgezet voor het lekken van militaire informatie aan Wikileaks. Assata Shakur, de Black Panthers-activiste die dertig jaar geleden uit de gevangenis naar Cuba vluchtte, werd begin mei opnieuw op de Most Wanted-lijst van het FBIgezet. MO* ging naar Philadelphia om te polsen hoe het intussen enkele anderepolitieke gevangenen vergaat: Russell Maroon Shoatz (70), Mumia Abu Jamal (59)

en de leden van de MOVE-organisatie.

Politiek gevangenin Philadelphia

� Russell Shoatz III, zoon van Amerika’slangst geïsoleerde gevangene, RussellMaroon Shoatz, slalomt behendig door destad in een poging de files te ontwijken. Naeen goed uur bereiken we State Road aande noordoostelijke rand van het enormePhiladelphia (het stadsgewest is nagenoegeven groot als de provincies Antwerpen enVlaams-Brabant samen): aan weerszijdenvan de brede weg ligt de ene gevangenis nade andere. We stoppen voor het vuilrozehoofdgebouw, dat met een vrolijke muur-schildering en het opschrift ‘Een kans omin alle waardigheid te veranderen’ hetmacabere van de gevangenisindustrie poogtop te fleuren.Russell III moet er wrang om lachen. Zijnvader zit in een andere gevangenis, de State

Correctional Institution (SCI) Mahanoy openkele uren van de stad. ‘Nu kan ik mijnvader elke maand zien. Eerder zat hij veelverder weg, in de maximaleveiligheidseen-heid van de maximaleveiligheidsgevangenisSCI Greene ten zuiden van Pittsburgh. Wekonden hem maar om de zes maandenopzoeken.’Russell en velen met hem zien het als eenweloverwogen tactiek om gevangenen vanhun familie te isoleren. ‘De gevangenissenzitten vol Afro-Amerikanen en de meestenvan ons hebben de middelen niet om zichvaak ver te verplaatsen.’ Het gaat niet alleenom isolement, maar ook om geldklopperij:‘Ze vinden altijd manieren om munt teslaan uit de gevangenen’, gaat hij verder.‘Ze bellen vaak naar hun familieleden op

kosten van de ontvanger. De gevangenisrekent daarvoor een exuberant tarief aan datnog eens boven op de gewone telefoonkos-ten komt. Mensen kunnen dat uiteindelijkniet meer dragen en hun telefoonlijn wordtafgesloten.’Russells vader heeft de afgelopen 23jaarzonder onderbreking in eenzame opsluitingdoorgebracht: 23 uur per dag in een piep-kleine cel. ‘Een deel van het isolement is dathij geen enkel fysiek contact mag hebben.Hij heeft dus in twintig jaar niemand aan-geraakt’, verduidelijkt zijn zoon. ‘Twintigjaar geleden konden we hem nog in debezoekersruimte zien. We haalden watsmakeloos eten uit de automaat, maar kon-den het tenminste delen met elkaar.’Maroons gevorderde leeftijd brengt ook

door Olivia Rutazibwa

Zwart activisme

42 MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

REPORTAGEm e n s e n & v e r h a l e n

© O

livia

Rut

azib

wa

Russell Shoatz III

© O

livia

Rut

azib

wa

Ramona Africa

Russell Shoatz III: ‘Mijn vader,intussen zeventig, zit al 23 jaar ineenzame detentie. Zogenaamd

omdat hij vluchtgevaarlijk is. Hetmag duidelijk zijn dat dat op zijnleeftijd geen steek meer houdt.’

Page 23: MO*magazine 106

len weg. Je geeft ze terug aan de aarde. Indie tijd waren mensen geconditioneerdhiervoor hun neus op te halen. Vandaagnoemen ze het composteren en is het aan-vaard.’Die levensstijl wordt hun op het einde vande jaren zeventig, begin jaren tachtig niet indank afgenomen. Afgezien van het onge-dierte dat hun composthopen aantrokken,en hun weigering om levende wezens tedoden, lokten hun politieke boodschappendie de hele dag door de luidsprekers vanhun hoofdkwartier schalden de nodigebuurtklachten uit. Voor Ramona was datniettemin geen geldig excuus voor het bui-tensporige politieoptreden tegen hen. ‘Er isgeen buurt in de VS waar er geen klachtenzijn. Is dat een manier om een burenruzieop te lossen, de buurt bombarderen, kinde-

ren levend verbranden?’ vraag ze zichkwaad af. ‘De overheid geeft niet om deklachten van zwarte mensen. Het wasgewoon om ons uit te roeien omdat wenon-stop ijverden voor de bevrijding vanonze MOVE 9.’In augustus 1978 waren negen MOVE-leden opgepakt en veroordeeld voor hetneerschieten van een politieagent tijdenseen belegering van hun voormalige hoofd-kwartier omdat MOVE geen gehoor hadgegeven aan een uitzettingsbevel. MOVE-medestanders beklemtonen dat uit ballis-tisch onderzoek is gebleken dat de politie-man onmogelijk door iemand van MOVEin het huis kan zijn neergeschoten enallicht door politievuur om het leven isgekomen. Niettemin werden de MOVE 9opgepakt en veroordeeld tot levenslangegevangenisstraffen. Vijfendertig jaar later –ze zijn intussen herleid zijn tot MOVE 8omdat één van hen in de gevangenis isoverleden – zitten ze nog steeds vast.

Ramona komt gehavend uit het bombarde-ment en brengt drie maanden in het zie-kenhuis door, eer ze veroordeeld wordt totzestien maanden à zeven jaar. ‘Na zestienmaanden waren ze bereid me vrij te latenals ik alle banden met MOVE verbrak. Ikheb mijn zeven jaar uitgezeten’, vertelt zegelaten. Dan, met meer vuur: ‘De VS affi-cheert zich in het buitenland als het landvan vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid.Dat is een leugen. Wie zijn al die mensenwaar ze het over hebben? Niet de Afrikanendie ze hierheen hebben gesleept, noch devrouwen, noch de Indianen, en zelfs niet deblanken die geen land bezaten. Over wiehebben ze het dan?!’Ramona spande een zaak aan tegen de stadvoor het bombardement, en de brandweer,de politie en de stad werden verantwoorde-

lijk bevonden. De politie en de brandweermoesten gedurende elf jaar een dollar perweek betalen, de stad een schadevergoedingvan een half miljoen. ‘Een vrouw vervolgdeMcDonald’s omdat er koffie over haar heengegoten was en die kreeg een miljoen. Hetgaat me niet om het geld’, preciseertRamona, ‘maar het zegt iets over hoe zeons leven zien.’ Uiteindelijk gaf de rechterde politie en de brandweer immuniteitomdat ze al genoeg hadden meegemaakt enkwam er geen schadevergoeding.

dissidente stemVoor hun tegenstanders zijn Abu Jamal,Shoatz en de MOVE 9 niet meer dan ordi-naire cop-killers en is MOVE een verzame-ling radicale gekken, terwijl hun medestan-ders vasthouden aan de termen politiekegevangenen en zelfs oorlogsgevangenen. Ikvraag Russell Shoatz III waarom ze die ter-men gebruiken. ‘De term oorlogsgevangeneverwijst naar het feit dat de instituten die

gebruikt zijn om de activisten in de jarenzestig, zeventig en tachtig te bestrijden,zoals de CIA, de Nationale Garde of hetFBI, instituten zijn die ook in een oorlogssi-tuatie worden gebruikt. Het contraspiona-geprogramma COINTELPRO van de FBI,dat tot de huidige dag loopt, was eropgericht mensen die aan sociale rechtvaar-digheid werkten tegen elkaar op te zetten.’Hij citeert toenmalig inlichtingendiensttop-man Edgar Hoover, die openlijk verklaardedat het tegengaan van het opstaan van eenzwarte Messias een zaak van nationale vei-ligheid was. ‘Niet alleen de zwarte bewegin-gen, maar ook de Indianenbewegingen, ofde blanke marxisten-leninisten, iedereendie een dissidente stem vormde tegen hetsysteem’, gaat Russell verder. ‘Tegen aldeze mensen hebben ze de trucs toegepastdie ze normaal alleen in het buitenlandgebruiken.’ In het voorjaar kwam de film Long DistanceRevolutionary uit over Mumia Abu Jamalsleven. Terwijl Abu Jamals team een manierzoekt om zijn zaak te heropenen heeftRussell Maroon Shoatz intussen een boekgepubliceerd, Maroon the Implacable.Intussen krijgt hij hulp van het gerenom-meerde advocatenkantoor Reed Smith. Datheeft begin mei een klacht ingediend tegenMaroons decennialange eenzame opslui-ting. Het echte werk gebeurt volgensRussell III aan de basis en moet daar ookworden voortgezet: ‘We moeten onze eigengemeenschappen bewust maken van de val-kuilen van het gevangeniswezen. Van hethuidige gevangenissysteem moeten we af,want we weten dat het niet werkt. Je kunthard zijn tegen criminaliteit, maar als jemensen niet rehabiliteert, en dat gebeurtdus niet, dan creëer je een draaideursys-teem. Mensen komen nog bozer uit degevangenis dan toen ze erin gingen, zekerals ze in “het hol” worden gestopt.’

45MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

‘Er is niet echt een juridische basis waaropje iemand voor twintig jaar in eenzameopsluiting kunt houden. Het is jaren gele-den door de VN onwettig verklaard, omdatjarenlange detentie zonder interactie eenaanslag is op iemands mentale gezond-heid’, licht Russell III toe. Maar er zijn in“het hol” nog een heleboel andere bepalin-gen die er volgens Russell speciaal opgericht zijn de gevangenen gek te maken.‘Eerst word je eenzaam opgesloten, danwordt bepaald hoeveel je naar iemand magschrijven.’ Hij corrigeert zichzelf: ‘Vergeetzelfs even hoeveel je precies mag schrijven,het gaat zo ver als hoeveel licht er is en hoevaak, hoe koud of hoe warm het is of hoe-veel lucht wordt aangevoerd, zoals verwar-ming tijdens de zomer, of heel de nacht hetlicht aan. Dat heeft allemaal mentale gevol-gen.’Maandelijks wordt Maroons status in “hethol” geëvalueerd door een commissie, maarlang geleden werd hem al te verstaan gege-ven dat hij nooit meer uit eenzame opslui-ting zou komen. Officieel omdat zijnvluchtgedrag een gevaar zou zijn voor zich-zelf en de rest van de gevangenen. ‘Twintigjaar geleden hield dat nog steek, vandaag ismijn vader zeventig, de kans dat hij het opeen lopen zet is klein’, zegt Russell III laco-niek. ‘Het kan niets anders dan een per-soonlijke vendetta zijn. Het is zelfs nieteens dat hij geen berouw toont, maar degevangenis staat in direct contact met hetpolitiekorps. Als je zit voor het neerschietenvan een agent, weet je dat de gevangenis-overheid je niet zacht zal behandelen.’

MOVESCI Mahanoy huisvest een andere bekendepolitieke gevangene, Mumia Abu Jamal.Ook Abu Jamal werd beschuldigd vanmoord op een politieagent, DanielFaulkner, en in 1982 ter dood veroordeeld.Als journalist en schrijver bleef hij vanuitzijn dodencel de buitenwereld beroeren. Hijverwierf zowel nationaal als internationaalsteun voor zijn zaak en voor zijn strijdtegen het gevangeniswezen en het onrecht

in de Amerikaanse samenleving in het alge-meen. In 2001 werd zijn doodstraf omgezetin levenslang, maar hij bleef nog tien jaarextra in de dodencel omdat de aanklagersberoep bleven aantekenen tegen de ophef-fing van zijn doodstraf. In 2012 kreeg hijuiteindelijk een gewoon gevangenisregime.Vanwege zijn banden met de BlackPanthers in de jaren zeventig wordt ookAbu Jamal door medestanders als politiekgevangene gezien. Daarnaast was hij alsjournalist in 1980 een van de weinigen diesympathie had voor de radicale MOVE-beweging in Philadelphia en de moeitedeed om hun verhaal anders te brengen.MOVE is een radicaal ecologische organisa-tie die begin jaren zeventig het levenslichtzag onder leiding van de autodidact JohnAfrica. Alle leden van de organisatie namen‘Africa’ als achternaam aan. ‘Mumiaberichtte over de radicale groep MOVEomdat hij zich realiseerde dat de overheidhen slecht behandelde’, aldus RussellShoatz III.Wie in Philadelphia MOVE zegt, denktmeteen terug aan het Osage-bombarde-ment in 1985. Op moederdag, 13mei 1985,werd op bevel van de toenmalige burge-meester Wilson Goode, de eerste Afro-Amerikaanse in de geschiedenis vanPhiladelphia, een bom gegooid op hetMOVE hoofdkwartier in een dichtbevolkte

wijk rond Osage Avenue, West-Philadelphia, na een urenlange gewapendeconfrontatie tussen de bewoners en de poli-tie. 61 huizen gingen in vlammen op en elfMOVE-leden, onder wie ook kinderen, ver-brandden levend of werden neergeschoten.

burenruzieTerug in de stad zet Russell III me af vooreen kleine gezonde eettent in West-Philadelphia, waar ik de MOVE-leden Pamen Ramona Africa ontmoet. Ramona is deenige volwassene overlevende van hetOsage-bombardement. Ze is klein van pos-tuur en draagt grijzende dikke dreadlocksop schouderlengte.‘Ik was een middenklassemeisje dat rechtenen politieke wetenschappen studeerde aande Temple University. In mijn laatste jaarkwam ik in aanraking met MOVE’, verteltRamona. ‘Ik wist echt niets over revoluties.Wij waren heel uitgesproken tegen alles wathet leven in gevaar brengt. Doden, uitbui-ting, slavernij, alles.’ Voor hun kinderenverkiezen ze thuisonderwijs, omdat zeanders slaven van het systeem worden.‘Onze kinderen krijgen wijsheid aange-leerd. Wijsheid is niet het woord lucht kun-nen spellen, maar lucht naar waarde kun-nen schatten. John Africa leerde ons in devroege jaren zeventig dat voedsel geen afvalis. Je gooit geen eierschalen, pitten of schil-

44 MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

Lees meer over het

Amerikaanse gevangeniswezen

op MO.be.

REPORTAGEm e n s e n & v e r h a l e n

‘De overheid geeft niet om de klachten van zwarte mensen. Ze hebben geprobeerd ons uit te roeien omdat we non-stopijverden voor de bevrijding van onze gevangen medestanders.’

© O

livia

Rut

azib

wa

Ramona Africa: ‘De VS affi-cheren zich in het buitenlandgraag als het land van vrij-

heid, gelijkheid en rechtvaar-digheid. Dat is een leugen.’

��

Page 24: MO*magazine 106

� Voor de een is hij een vrijheidsstrijder, voor de ander een terro-rist, maar in Diyarbakir in Zuidoost-Turkije wordt de besnorde PKK-leider Abdullah Öcalan door tienduizenden aanhangers voorname-lijk als een held gezien. Het is dan ook deze stad waar de meestevreugde heerste toen eind maart bekend werd gemaakt dat de strij-ders hun wapens zouden neerleggen. Want hier in Diyarbakir, ofAmed, zoals het door de Koerden wordt genoemd, loopt het conflictletterlijk door gezinnen, weet Perihan als geen ander. ‘Iedereenheeft hier wel iemand verloren die bij de PKK is gegaan: kinderen,familieleden of kennissen. Onpartijdig zijn we niet, maar we hopenwel op vrede.’Samen met andere Koerdische vrouwen heeft zij Mothers of Peaceopgericht, een organisatie voor vrouwen die hun kinderen in de ber-gen hebben verloren. Ze praat vaak over haar dochter Fatma (22),het meisje dat zo mooi kon zingen en liederen voor Öcalan maakte.“Nadat haar vader door de Turkse regering in de gevangenis werdgegooid, sloot Fatma zich aan bij de PKK. Mijn man was een vrij-heidsstrijder, kwam op voor de rechten van ons Koerden. Toen hijvrijgelaten werd, brak hij. Mijn dochter, toen zeventien jaar, wilde inde bergen verder vechten. Ik wilde niet dat ze ging, maar op een dagwas ze spoorloos verdwenen’, vertelt Perihan. Vijf jaar later kwam

Fatma op de Turks-Iraakse grens samen met vijftien andere guerril-lero’s om tijdens een bombardement van de Turkse regering.In de kamer waar de moeders bij elkaar komen, hangt een grotefoto van haar dochter. Fatma draagt groene PKK-kleding, heeft eenbrede lach en een strakke paardenstaart. Perihan is bang dat ze hierbinnenkort nog twee portretten van haar zonen Ali en Sadek naastmoet hangen. Ze heeft al jaren niets meer van hen gehoord, wantook zij hebben zich bij de Koerdische afscheidingsbeweging aange-sloten.Het enige kind dat nog thuis woont is Sinem. Terwijl haar moederde herinneringen deelt, stromen de tranen over haar wangen.Perihan ziet het en gaat door met haar verhaal. ‘Sinem ziet haar zusals een held. Als zij ooit besluit een PKK’er te worden, pleeg ik zelf-moord. Ik kan niet nog meer kinderen verliezen.’De Koerdische Arbeiderspartij (PKK) begon in 1984 onder leidingvan Öcalan met een gewapende strijd tegen de Turkse staat, dieondertussen 40.000mensen het leven heeft gekost. Vandaag zijn deKoerden, met 40miljoen mensen verspreid over Turkije, Irak, Syriëen Iran, het grootste volk zonder eigen land. In Zuidoost-Turkijewonen meer dan 15miljoen Koerden, die een moeilijke relatieonderhouden met de Turkse regering.

47MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

REPORTAGEt e n d e n s e n

46 MOQ • juni 2013 • www.mo.be

PKK-moeders willenhun kinderen terug

In Koerdisch Turkije zagen tienduizenden vrouwen met lede ogen aan hoe hun kinderen zich aansloten bij de PKK.

Nu de vredesonderhandelingen tussen Öcalan en de Turkse regering vergevorderd zijn en de eerste strijders zich al terugtrekken, hopen ze

hen snel terug te zien. Maar voor sommigen komt de vrede veel te laat.

Tekst: Brenda Stoter - Fotografie: Marielle van Uitert

Koerdistan

Bart

Lasu

y

Mo r

t en

A nd e

r se n

‘Wij voelen de pijn van deze moeders, maar beseffen tegelijk dat het zo niet langer kan. De spanning op straat is om te snijden. Er hoeft maar dát fout te gaan en de bevolking ontploft.’

Iedereen in Amed (Diyarbakir) mist

wel iemand die bij de PKK is gegaan:

Simed verloor haar zus Fatma, en

van haar twee broers heeft ze al

jaren niets meer vernomen.

Mar

ielle

Van

Uite

rt

Mar

ielle

Van

Uite

rt

Mar

ielle

Van

Uite

rt

Mar

ielle

Van

Uite

rt

Mar

ielle

Van

Uite

rt

Page 25: MO*magazine 106

van top tot teen verbrand te zijn. Ik herken-de haar niet eens meer.’

allemaal voor ÖcalanDe moeders zijn trots op hun kinderen,maar hopen wel dat zij die nog steeds in debergen zitten zo snel mogelijk thuiskomen.Nu de onderhandelingen tussen de Turkseregering en de PKK in volle gang zijn enÖcalan de eerste strijders al liet terugtrek-ken, lijkt dat ook echt te gaan gebeuren.In de bus richting Cizre is echter niets vande onderhandelingen te merken. De meerdan zestig vrouwen zingen, klappen enzwaaien met hun PKK-sjaals. ‘Koerdistan,dat is ons land. Öcalan, u bent onze oom.Wij zullen blijven strijden, voor altijd.’Ze komen net van een bijeenkomst inDiyarbakir, waar Öcalan zijn partij ooitoprichtte. Hier spraken zij met honderdenandere vrouwen over het verlies van hungeliefden, kinderen en andere familieleden

die omkwamen tijdens de 29jaar durendestrijd.Het eveneens Koerdische Cizre, dat op degrens met Syrië ligt, leeft al jaren op gespan-nen voet met de Turkse overheid. De laatstemaanden zijn er wekelijks protesten in debinnenstad, soms met dodelijke afloop.Jongeren gooien met stenen naar de politie,die vervolgens reageert met traangas en rub-beren kogels. Protesten, gevechten en huis-zoekingen zijn aan de orde van de dag.Hierdoor wordt de PKK nog altijd gesteund,zo ook door Ayse.Hij heette ook Abdullah, net als Öcalan, enwerd een paar jaar geleden vermoord, fluis-tert de 35-jarige Koerdische zachtjes. Hetverhaal heeft ze nooit eerder aan buiten-staanders verteld, want ze is bang dat ze danweer in de problemen komt.‘Mijn man was taxichauffeur en vervoerdemensen door de bergen. De Turkse gehei-me dienst bezocht ons huis vaak, maar vond

nooit iets. Ze verdachten hem ervan wapensnaar de PKK-strijders te brengen, want hijbetuigde steun aan een Koerdische activis-tengroep. Op een dag kwam hij niet meerthuis. Drie dagen later vond een herder hemin de bergen. Mijn man was door zijn hoofdgeschoten.’De daders zijn nooit gepakt en bewijs heeftze niet, maar Ayse weet zeker dat de Turkseregering erachter zit. ‘Mijn man had geenvijanden. Het was een goed mens.’De neefjes en nichtjes van Ayse hebben zichinmiddels bij de PKK-militanten in de ber-gen aangesloten. Ze vertelt dat het traditie isom in ieder gezin één persoon naar degewapende organisatie te sturen. Dat er tij-dens de strijd ook onschuldige Turkse jon-gens vermoord worden, beaamt ze. ‘Maarons volk lijdt ook, erger zelfs, al tientallenjaren. Het dorp van mijn ouders werd twin-tig jaar geleden gebombardeerd door TurkseF-16’s. Mijn opa en oma, het gezin van mijn

49

De Vrede van Lausanne in 1923, die degrenzen van het moderne Turkije vastlegde,repte met geen woord over de Koerden.Toen Abdullah Öcalan zijn partij oprichtte,streefde hij naar een eigen staat, Koerdistan,maar tegenwoordig zet de partij zich voorna-melijk in voor de verbetering van de rechtenvan de Koerden in het land. Plaatsen zoalsDiyarbakir, Cizre en het bergdorp Roboskizijn vaak arm en achtergesteld en in de restvan Turkije worden de Koerden nog altijdgediscrimineerd.

begraafplaats voor pkk’ersSinds 1984 vertrokken tienduizendenKoerden naar de bergen om zich aan te slui-ten bij de afscheidingsbeweging, veelaljonge mannen en vrouwen die een periodevan onderdrukking gekend hebben. InDiyarbakir hebben de moeders hun kinde-ren aan de PKK verloren, want Turkenwonen hier amper. Verbonden door het leed

steunen de ‘moeders van de vrede’ elkaar,maar soms is dat niet genoeg.Op de begraafplaats staat Kibar huilend aanhet graf van Belkiz. Haar betraande lippenkussen het marmer. In iedere zin die ze uit-spreekt, klinkt de naam van haar dochter.‘Belkiz, waarom heb je me verlaten? Ik misje zo erg, Belkiz. Zie je dan niet hoe erg iklijd?’ Perihan slaat een arm om haar heenen fluistert troostende woorden. Ook haardochter ligt hier begraven, net als honder-den andere PKK’ers.De man van Kibar was werkzaam voor depro-Koerdische politieke partij BDP. In2004 werd hij door de Turkse regeringopgepakt wegens ‘terroristische activiteiten’.Tijdens zijn gevangenschap werd hij gemar-teld en toen hij eindelijk naar huis mocht,stierf hij aan zijn verwondingen. De toen26-jarige Belkiz, die als ingenieur voor deregering werkte, stopte met haar baan enwerd uit wraak activist.

‘Twee keer heeft ze in de gevangenis geze-ten omdat ze demonstreerde tegen de staat.In 2010 kwam de zaak echter opnieuw vooren toen hing haar een levenslange gevange-nisstraf boven het hoofd. Bang voor hetzelf-de lot als haar vader, besloot ze te vluchten.Ik heb haar nooit meer gezien’, verteltKibar, die kort geleden zelf ook te horenkreeg dat ze niet lang meer te leven heeft.Ze laat een foto van haar gesluierde dochterzien. Belkiz droeg alleen een hoofddoekomdat ze gezocht werd door de politie. Hetis een heel ander gezicht dan de foto dieKibar anderhalf jaar geleden op eenKoerdische nieuwszender voorbij zagkomen.‘Na mijn chemotherapie lag ik op bed tv tekijken. Opeens kwam mijn dochters gezichtvoorbij. Zij en 37 andere medestrijderswaren door een gifgasaanval om het levengekomen’, zegt ze en begint weer te huilen.‘Toen ik haar moest identificeren, bleek ze

REPORTAGEt e n d e n s e n

48

Een moeder aan het graf van haar in de strijd

omgekomen dochter (foto hiernaast): ‘Belkiz,

waarom heb je me verlaten? Ik mis je zo erg,

Belkiz. Zie je dan niet hoe erg ik lijd?’

Mar

ielle

Van

Uite

rt

Mar

ielle

Van

Uite

rt

Page 26: MO*magazine 106

snel weer in de armen te sluiten, nu de eer-ste lichting al uit de bergen vertrekt en inNoord-Irak een onderkomen vindt.‘Wat kan ik zeggen? Ja, ik ben voor Öcalan,maar snak naar vrede. Het verlies van eenkind is het ergste dat een vrouw kan overko-men. De Turkse moeders denken er het-zelfde over, dat weet ik zeker’, besluitGülsüm en trekt haar groen-geel-rode sjaalrecht.

ongelukkige grenzenOp de grens met Irak ligt Roboski, een berg-dorp waar de bewoners geen familieledenbinnen de PKK hadden, maar waar de vrou-wen al meer dan anderhalf jaar rouwen omhet verlies van hun zonen, neefjes en klein-kinderen.Leyla geeft de bloemen op het graf van haaromgekomen zonen Serwan (19) en Serhat(17) water. Het is al zeventien maandengeleden dat ze hen begroef, maar rust heeftze nog niet gevonden. Iedere dag trekt zeeen zwarte jurk aan, net als de meeste vrou-wen in Roboski.Bruiloften vinden er sinds 28 december2011 ook niet meer plaats. Op deze koudewinterdag kwamen 34 jonge smokkelaarsom het leven door een bombardement opde Turks-Iraakse grens, omdat zij door de

Turkse regering aangezien werden voorPKK-strijders. De meeste slachtoffers warentussen de dertien en de achttien jaar. Zij lig-gen naast elkaar begraven.Smokkelaar zijn is een traditie, vertelt Leyla,want normaal werk is er niet. Als kleinmeisje mocht ze wekelijks met haar vadermee. Aan de ene kant van de berg ligt Iraken aan de andere Turkije. De Koerdischebergbewoners in Roboski kennen echtergeen grenzen. Al eeuwen pendelen ze opezels van het ene land naar het andere. Voorde handel in sigaretten en dieselolie, maarook om familieleden te bezoeken.Zo ook op de dag dat veertig jongens terug-keerden uit Irak en door twee Turkse F-16straaljagers gebombardeerd werden. Demeeste slachtoffers kwamen uit dezelfdefamilie, de familie Encü. ‘In één klap ben ikelf familieleden kwijtgeraakt. Ooms, nevenen mijn lieve zoon Sehit. Hij was nog maardertien’, vertelt de moeder van Sehit, eenandere jongen die is omgekomen.Op het graf staat een portret van een jongeknul met een hip kapsel en pretogen, pre-cies zoals hij volgens zijn moeder was. ‘Diezelfde dag was hij nog naar koranlesgeweest. Een onschuldige jongen die graagvoetbalde. Toen ik hoorde dat hij dood was,stortte mijn wereld in.’

Turkse straaljagers bombarderen voortdu-rend op en over de grens vanwege de mili-tanten van de PKK, die zich in de bergenverschuilen. Premier Erdogan suggereerdeeen complot. Iemand had ze verteld dat dejongens op ezels geen smokkelaars, maarPKK-strijders waren. Het bombardementsterkte de bergbewoners echter in hun over-tuiging dat de Turkse staat iets tegenKoerden heeft.Achter Leyla prijkt de Turkse vlag op eenberg en boven haar vliegt een gevechtsvlieg-tuig door de lucht. ‘Elke dag hoop ik dat zealsnog hun excuses aanbieden’, zegt ze enlaat nogmaals een foto van Serwan enSerhat zien. ‘Wij rouwen tot de daders ach-ter slot en grendel zitten. Dat zijn we onzekinderen verschuldigd.’Al maanden wachten de dorpelingen opeen heropening van het dossier, maar voor-alsnog blijft het akelig stil. Ze willen dat dedaders gestraft worden en gaan de zaakaanhangig maken bij het Europesegerechtshof. Hebben de bergbewoners echt geen familie-leden in de PKK? Leyla kijkt zorgelijk.‘Voorheen niet, maar sinds het bombarde-ment heeft een aantal kinderen zich uitwraak bij de troepen in de bergen gevoegd.Ik hoop dat we hen ooit nog terugzien.’Q

51MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

oom en tientallen andere dorpsgenoten kwa-men om omdat Turkije dacht dat hetPKK’ers waren. Op één dag werden er driedorpen gebombardeerd. Onschuldige oude-ren, baby’s en kinderen. Wij kunnen dit nietvergeten’, vertelt Ayse en trekt haar wittehoofddoek recht.De vrouw naast haar knikt. Bayram (70)heeft ook veel meegemaakt. Toen haarkleinzoon op de universiteit in Istanboel stu-deerde, werd hij door zijn medestudenten inelkaar geslagen omdat hij Koerdisch was.De geschiedenis herhaalt zich continu, wanthaar zoon werd door de autoriteiten twintigjaar geleden zonder duidelijke reden opge-pakt en verminkt. Haar dochter kwam omtijdens een bombardement van de Turkseregering.

wantrouwenDe familieleden van de omgekomen strij-ders hebben het gevoel dat de Turkse staatiets tegen Koerden heeft. Zij eisen dat hunrechten verbeterd worden, hoewel er onderhet premierschap van Recep TayyipErdogan al veel veranderd is. Sinds een aan-tal jaren mogen zij hun eigen taal weer spre-ken op universiteiten, in instituten en zelfsde op staatstelevisie. Ook kregen zij toestem-ming om Koerdische feesten, zoals hetnieuwjaarsfeest Newroz, te vieren.De bevolking ziet de reactie van Turkije opde terugtrekking van de PKK-troepen uit debergen echter met wantrouwen tegemoet.Het is niet de eerste keer dat er onderhan-delingen plaatsvinden tussen de PKK en deTurkse regering. Menigmaal werden erwapenstilstanden beloofd en soms hieldendie jaren stand. De Turkse regering, depers en de politici zijn dit keer hoopvolover een einde van de lange oorlog, maarveel Koerden zijn bang dat de teruggetrok-ken strijders alsnog gestraft of vermoordworden.In het partijgebouw van de BDP zijn honder-den vrouwen bij elkaar gekomen om overhet verlies van hun geliefden te praten. Demeesten dragen sjaaltjes in de kleuren rood,geel en groen, de kleuren van de PKK, en

houden foto’s van overleden dierbaren vast.‘Wij voelen de pijn van deze moeders, maarbeseffen tegelijk dat het zo niet langer doorkan gaan. De Koerdische, en ook de Turksebevolking, ziet de onderhandelingen als eenlaatste oplossing’, zegt een woordvoerdervan de BDP bezorgd. ‘De spanning op straatis om te snijden. Er hoeft maar dát fout tegaan en de bevolking ontploft.’Een paar meter verderop rijden Turkselegerwagens door de straten en ook in delucht wordt meer activiteit van Turkse vlieg-

tuigen waargenomen. De PKK liet in eenverklaring weten dat dit het proces negatiefbeïnvloedt en de basis legt voor provocatiesen gevechten en behoudt zich daarom hetrecht voor om zich te verdedigen als haarstrijders tijdens de terugtrekking wordenaangevallen door het Turkse leger.De 55-jarige Gülsüm hoopt niet dat hetzover komt. In haar hand glimt een portretvan haar zoon Mehmet. Twee jaar geledenvertrok hij naar de bergen en sindsdien ont-breekt ieder spoor van hem. Ze hoopt hem

REPORTAGEt e n d e n s e n

50 MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

Tegenwoordig zet de PKK zich voornamelijk in voor de verbetering van de rechten van de Koerden in Turkije, die vaak arm en achtergesteld zijn en nog altijd gediscrimineerd worden.

‘Het verlies vaneen kind is hetergste dat een

vrouw kan over-komen.’

Mar

ielle

Van

Uite

rt

Mar

ielle

Van

Uite

rt

Mar

ielle

Van

Uite

rt

Mar

ielle

Van

Uite

rt

Mar

ielle

Van

Uite

rt

Page 27: MO*magazine 106

53MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

� ‘Wouter Vandenabeele is een Vlaamse violist en compo-nist/arrangeur’, zo stelt Wikipedia mijn gesprekspartnervoor. Ongetwijfeld correct, maar tijdens ons gesprek valt opdat deze veelzijdige muzikant vooral ook een mens is diezich bewust is van de wereld waarin hij leeft en van de roldie muziek daarin kan spelen. ‘De internationale erkenningvan de muziek van de Peul heeft deze nomadische bevol-kingsgroep, die meestal in een zwakke positie zit in deSahellanden, heel veel goed gedaan. Ik ben ervan overtuigddat zo’n internationale erkenning van je culturele erfgoedeen dynamiek op gang kan brengen in samenlevingen.’ En nog: ‘Als student heb ik veel betoogd, maar op een

bepaald moment heb ik beseft dat ik met muziek mis-schien meer kon bereiken dan met manifesteren. Je kantegen racisten uitpakken met argumenten, maar dan zul-len ze meestal reageren met tegenargumenten. Metmuziek raak je mensen op een ander niveau, je raakt ze inhun emoties. Je toont dat die anderen waar ze bang vanzijn, of op wie ze neerkijken, in hun liederen dezelfdegevoelens van liefde, haat of machteloosheid vertolken alswij. Ik heb sommige van mijn rechtse vrienden die aan-vankelijk kritisch waren toen ik vreemde muziek begon tespelen, op die manier kunnen overtuigen.’

fanfare van honger en dorstWouter Vandenabeele heeft een lange weg afgelegd. Van dejongste uit een gezin van vijf uit het provinciestadje Lokerentot iemand die musiceert in China, Senegal of Libanon.‘Mijn ouders musiceerden zelf niet maar waren wel liefheb-bers van muziek, van Bach over jazz tot Brel. Ik ging naarde muziekschool, die toen nog volledig gratis was. Ik wildepiano spelen, maar mijn ouders vonden dat ik niet speciaalmoest doen en dat ik maar viool moest spelen, net als mijnzus. Spoedig klikte het tussen de viool en mij.’De elfjarige Wouter was geïntrigeerd door klassieke

muziek – zijn spreekbeurten gingen over Bach ofBeethoven – maar zijn ouders geloofden niet in eenmuziekcarrière en zetten hem ertoe aan te gaan studeren.Het werd burgerlijk ingenieur: bakken wiskunde – maarvooral ook de ontdekking van Gent. ‘De stad voelde aan alseen paradijs. Daar waren nog meer mensen die van klas-siek hielden, er was jazz, goeie rock, Turkse muziek… eenongelooflijk rijke muzikale biotoop.’ Vóór zijn afstudeerjaar besloot Vandenabeele een jaartje

met zijn viool en zijn rugzak rond te trekken. Maar een-maal in de wereld van de muziek ondergedompeld kon hijniet meer terug. ‘Ik ben aan het conservatorium begonnen,richting jazz. Mijn ouders waren daar niet blij mee: ikkreeg het kindergeld nog, maar verder moest ik voortaanmijn eigen boontjes doppen. Misschien zou ik nu nietmeer durven wat ik toen heb gedaan, maar ik heb mijnplan getrokken. Ik verdiende geld met optredens hier endaar – in sommige cafés speelden we voor drank en eten.We hadden niet veel nodig. “De fanfare van honger endorst”, zoals Jan De Wilde zingt. Het was een leven ingrote vrijheid. Met Tom Theuns en Ambrozijn hadden wesucces. Zo ben ik geleidelijk professioneel muzikantgeworden.’Vandenabeele verkende de vele muzikale landschappen

van Gent. ‘Als student had ik al Turkse muziek gehoord inde Sleepstraat. Die exotische klanken trokken me enormaan. Maar ik was nog te verlegen om meteen contact te leg-gen. Ik leerde de Algerijnse zanger Djamel kennen. We

PORTRETm e n s e n & v e r h a l e n n

52 MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

‘Wereldmuziek bestaat eigenlijk niet, behalve als eenpretentieus label dat wij op alle niet-westerse muziekkleven’, zegt Wouter Vandenabeele, die nochtansvaak in het vakje “wereldmuziek” wordt gestopt. Hijis ook echt een wereldmusicus: een muzikant die opde wereld betrokken is.

door John Vandaele

Wouter VandenabeeleViolist, componist, arrangeur

Met muziek kan ikmeer bereiken dan met betogen’

Wouter Vandenabeele, muzikant van de wereld

Bart

Lasu

y

Bart

Lasu

y

Page 28: MO*magazine 106

daarvan. Ik heb het meermaals meegemaakt dat muzikantenzich ziek voelen maar door zo’n concert genezen. Dat geeftzoveel energie, je krijgt het gevoel dat je onoverwinnelijk bent.Je kan ook niet meteen gaan slapen dan. We zijn die nacht nogopgebleven tot zes uur. Ik voel me enorm geprivilegieerd datdit mijn beroep is, dat ik daarvoor word betaald.’ Als muziek mensen kan helen, energie kan geven, kan ze

dan ook samenlevingen of gemeenschappen helen, samen-brengen?‘Natuurlijk kan muziek mensen samenbrengen. Als je je

onderdompelt in de muziek van een volk, stel je vast dat zedezelfde gevoelens vertolken, dezelfde ontroeringen beleven…Die erkenning dat we allemaal dezelfde mensen zijn kan onsdichter bij elkaar brengen. Dat is zeker ook het geval tussenmuzikanten, als het ego niet te groot is, als je je superioriteits-gevoelens opzij kan zetten. En het gevoel dat wij met onzeBach het hoogste van het hoogste zijn. Ik vind sommigeRoemeense zigeunerzangeressen van dezelfde muzikale kwali-teit. Maar het kan dus zeker, hoewel het in de popwereld somswat moeilijker ligt, omdat sommige mensen zulke enormebedragen ontvangen en echte sterallures krijgen.’ Ook in Gent ziet Vandenabeele prachtige voorbeelden van

hoe muziek mensen samenbrengt. ‘Kijk naar het orkest deLedebirds, ontroerende muziek uit verschillende culturengebracht door mensen uit verschillende werelddelen.’Maar er zijn natuurlijk ook grenzen aan wat muziek kan

doen. ‘Ik weet nog hoe we op Cyprus met ETNO jongeren uitJordanië, Libanon, Palestina en Israël samenbrachten. Dat waseen goede ervaring, maar toen Israël Libanon binnenviel, ver-anderde de sfeer. Mensen werden stiller. De Israëli’s kondennog wel terug, maar de Libanezen hadden geen luchthavenmeer om terug te keren.’En dan geeft Vandenabeele weer een tegenvoorbeeld: ‘Het

was in Zuid-Afrika, in een vluchtelingenkamp waar 20.000Zimbabwanen in slechte omstandigheden verbleven. Toch hebik ook daar in een cafeetje samen met hen een schitterendemuzikale avond beleefd. Als je dan terugkomt en je ziet datonze douane iemand onbeschoft aanpakt, puur omdat hijzwart is, dan denk ik: denk toch eens twee keer na voor je groteuitspraken over vluchtelingen doet. Die mensen willen hierniet zijn, ze komen naar hier omdat het elders slecht is.’ Q

55MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

gooiden die Arabische muziek, die oudemuziek en de volksmuziek samen en datgaf een maffe klank. En zo begon OllaVogala, dat sindsdien altijd bij me is geble-ven en ook succes had.’ Hij keek en luisterde goed, en leerde bij.

‘Op veel plaatsen wordt muziek niet oppapier gezet. Je moet het leren door metanderen te spelen en het op het gehoor na tespelen. Voor veel klassiek geschoolde muzi-kanten is dat een probleem. Je leert vanaf departituur te spelen; ook ik heb dat moetenafleren. Maar het is heel erg de moeite: hetis veel directer om zonder papier te spelen.Bij ons zijn veel mensen heel rationeel metmuziek bezig: structuren, noten, schema’s…Heel complex vaak. Op verzoek vanVredeseilanden ging ik naar Senegal en datwas een andere wereld. Ik zag er mensenvijf noten spelen, almaar dezelfde vijf noten,maar daarmee brachten ze meer over dansommige muzikanten hier met vijfduizendnoten. Dat heeft te maken met de intensi-teit, de swing, het ritme, de kracht en ook deklank: de sound van een muzikant! Eénnoot kan soms zoveel vertellen. Een oudeTurkse muzikant kreeg ooit de vraag waar-om hij steeds dezelfde noten speelde, terwijlmuzikanten op tv de hele hals van de sazbespeelden. Hij zei: “Die jonge virtuozenzijn de noten nog aan het zoeken; ik heb zeal gevonden.”’

erkenningVerschillende muzikale tradities leggen ver-schillende accenten, ziet Vandenabeele. ‘InAfrika is ritme belangrijk, in de Indiasemuziek staat de melodie centraal en Europabracht de meerstemmigheid voort. Zelfword ik vaak geassocieerd met wereldmu-ziek, maar wereldmuziek bestaat niet. Dat iseen term die Engelse platenfirma’s bedachthebben om alles wat niet westers was telabelen, maar het is eigenlijk arrogant omde Indiase klassieke muziek in één zak testoppen met de neusfluitmuziek. Alsof jeonze klassieke muziek hetzelfde label zougeven als onze volksmuziek. Ik zit in deschemerzone van klassiek, jazz en folk.’

Zijn smaak is heel breed. Van Senegalover Arabië tot Taiwan. ‘Of het me raakt, ofhet binnenkomt: dat is het criterium voormij.’ Is het niet ontzettend moeilijk om aldie verschillende soorten muziek te lerenspelen? ‘Het is niet makkelijk, nee. Je moetje tijd nemen om iets te leren kennen, omte leren spelen in een bepaalde traditie.Zodat je je niet belachelijk maakt.’‘Maar ik ben en blijf een Belg. Hoe meer

je je bewust bent van je eigen sterke punten,hoe meer mensen je ook gaan appreciëren.Je moet de ander ook erkennen, dan word jezelf ook erkend. De Turkse muziek werktveel met kwartnoten; zij hebben een fijnergehoor dan de meeste muzikanten hier.Sommige westerlingen zeggen dan dat hunmuziek vals klinkt. Tja, dan ontgaat je desubtiliteit van die muziek.’ Vandenabeele voelt dat hij anders gaat

spelen als hij een tijd in Afrika is. ‘Ik leef enwoon daar met de mensen. Je raakt meerbetrokken, komt dieper in hun muziek, datis het belang van reizen, dat je ook muzikaalergens anders komt. In Senegal zijn ze dolop onze viool, zij hebben enkel een eensna-rig strijkinstrument. En toch, die ene hardesnaar heeft soms een enorme impact, heel

anders dan de gepolijste en complexe klankvan een viool. Je verliest ook veel door din-gen ingewikkeld te maken.’Heeft hij nooit stress als hij weer in een

andere muzikale wereld moet treden? ‘Altijdwel een beetje, maar er zijn ook dingenwaar ik niet aan begin. De klassieke Indiasemuziek is fantastisch, maar het vergt tienjaar om die te leren spelen. Die muzikantenzijn voor mij gewoon te sterk in wat zedoen, dan is het beter om je afzijdig te hou-den. Bert Cornelis is een van de weinigewesterlingen die in India kan meespelen.’ Het contact met de Chinese muziek is

voor Wouter Vandenabeele iets minder een-voudig. ‘In Afrika of de Arabische wereldheb ik niet het gevoel in het buitenland tezijn. China ligt verder van mijn bed, vooralomdat ik minder goed contact krijg metChinese muzikanten. Ik vind de Chinesemuziek nochtans heel mooi. Let op, ik wilniet negatief doen over China of deChinezen; het is ook gewoon de taal die dedingen moeilijker maakt.’ Toch werkt hijnu samen met de Taiwanese aboriginalzan-ger Sangpuy: ‘Dat zijn de oorspronkelijkebewoners van het eiland die in de bergenwoonden voor de Han-Chinezen er neer-streken. Ze voelen voor mij eigenlijk meeraan als Afrikanen.’

geprivilegieerdIn de loop van het gesprek spreektVandenabeele herhaaldelijk van “mijn soortmuziek”. Ik vraag wat hij daarmee bedoelt.‘Ik herinner me dat ik twaalf, dertien jaarwas en iets hoorde van Vivaldi dat me bijnadeed wenen. Ik vond dat zo mooi… dat hetverboden zou moeten worden. Zo’n erva-ring verruimt je bewustzijn. Dat streef ikwel na. Je kan dat schoonheid noemen,maar dat is een vaag begrip.’‘Ik wil mensen ontroeren. Als je zo’n

optreden hebt – zoals vorig jaar in de Sint-Baafsabdij met de opnamen voor OllaVogala – met zo’n publiek dat muisstil is,die prachtige samenwerking met de anderemuzikanten, die ontroering, dat eeuwen-oude gebouw… Als je ziek bent, genees je

PORTRETm e n s e n & v e r h a l e n

54 MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

6 juliWater in de wereld:problemen, uitdagingen en oplossingen Debat met Kristine Walraevens (professor geologie

UGent), professor Ricardo Petrella (publicist),

Martine De Regge (voorzitter watermaatschappij

TMVW) en Marc Despiegelaere (Protos).

Moderator: John Vandaele (MO*)

Zaterdag 6 juli, 14u-16u., Sint-Baafsabdij,Gent. Gratis inkom. Info: www.burenvandeabdij.be

26 juliDe grote energiezwendelvan Electrabel en coGentse Feestendebat over de energieproblematiek

met Tom De Meester (PVDA), Tine Heyse

(Groen), Eric Houtman (federale ombudsman

energie), Dirk Van Evercooren (VREG), Kristof

Calvo (Groen), Jeroen Olyslaegers (auteur en acti-

vist), Eloi Glorieux (Greenpeace), Mieke Clymans

(Samenlevingsopbouw Antwerpen), Tine De Moor

(hoogleraar Universiteit Utrecht) en John Vandaele

(journalist MO*). Moderator: Eric Goeman.

Vrijdag 26 juli, 14u-18u., NTGent, Sint-Baafsplein, Gent. Gratis inkom.

‘In de muziek van andere volkeren ervaar je telkens weer dat zedezelfde gevoelens vertolken, dezelfdeontroeringen beleven… Die erkenningdat we allemaal dezelfde mensen zijnkan ons dichter bij elkaar brengen.’

Bar

t La

suy

Page 29: MO*magazine 106

56 MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

� Sinds de jaren 1990 ontwikkelt de EUinstrumenten om de Europese wapenhandelte controleren. Dat doet ze om principiëleredenen: zo weinig mogelijk olie op het vuurvan burgeroorlogen, regionale conflicten ofschendingen van het internationaal humani-tair recht gooien. Daarom controleren de lid-staten de bestemming en het eindgebruik vanhun wapens voor ze verkocht worden buitenEuropa. Gezamenlijke beoordelingscriteriawerden afgesproken en verankerd in het bui-tenlands beleid van de EU in de vorm van eenGemeenschappelijk Standpunt. Op papierbestaat er grote Europese eensgezindheid overdeze principes.

Ook op het wereldtoneel is de EU vaandel-drager: de lidstaten stonden als een blok achterhet zopas bij de VN gesloten Wapenhandels-verdrag. Dat verdrag legt internationale afspraken vast omde ergste excessen van de internationale wapenhandel wegte werken door hem te reguleren. Het kan zelfs nodig zijneen verbod op het leveren van wapens in te stellen. Hetwapenembargo voor Syrië dat tot 1 juni van kracht was,sloot bij deze logica aan: de conflictpartijen konden geenwapens kopen of krijgen in de EU.

De Britse en Franse regering willen het nu mogelijkmaken om de Syrische oppositie te bewapenen en hebbeneind mei de consensus binnen de EU over de verlengingvan het wapenembargo vakkundig getorpedeerd. Hunvoornaamste argument? De levering van wapens zou dekans op vrede verhogen.

Enkele kritische bedenkingen dringen zich daarbij op.Eén: voorstanders van wapenleveringen willen de slag-

kracht van welbepaalde verzetsgroepen verhogen. In Syriëzijn op dit moment naar schatting 600 gewapende groe-pen actief die verschillende allianties vormen. Hoe wordtgecontroleerd waar de wapens terechtkomen? En hoewordt belet dat die wapens – duurzame producten avant lalettre – niet nog decennia lang de regio destabiliseren?

Twee: volgens rapporten maken niet alleen het regimevan Assad, maar ook rebellengroepen zich schuldig aan

grove schendingen van het internationaal humanitairrecht. Het gaat om moord, terechtstelling zonder vorm vanproces en foltering.

Drie: de regionale verhoudingen komen verder onderdruk. Libanon en Irak staan op het punt meegesleurd wor-den in het conflict. Saoedi-Arabië en Iran vechten eeneigen regionaal en geopolitiek machtsspel uit op Syrischebodem. Turkije en Israël zullen hun eigen veiligheidsbe-hoeften manu militari veiligstellen.

Vier: het leveren van wapens verkleint de slaagkansenvan een diplomatieke uitweg uit het bloedvergieten nogmeer. Komen tot een geloofwaardig stappenplan metbetrokkenheid van de conflictpartijen, gesteund door buur-landen – ook Iran – en met internationaal engagement –ook van Rusland – is het alternatief. Hier ligt de uitdaging.

Bovendien gaan wapenleveringen aan de Syrischeoppositie in tegen Europese en internationale afspraken.

De kans is groot dat lidstaten van de EU binnenkortopnieuw bijdragen aan een burgeroorlog en sleutelactorenin een regionaal conflict bewapenen. Het siert Europeseleiders dat ze inspanningen leveren voor de versterkingvan internationale normen. Het zou mooi zijn als ze dieniet zelf zouden ondergraven.

Geen uitzondering voor Europa

OPINIE

door Tomas Baum

Reut

ers

/ H

amid

Kha

tib

Tomas Baum isdirecteur van hetVlaamsVredesinstituut.

Page 30: MO*magazine 106

Djuwa Ya CongoIdirad

W.VictorLe Trio Perdu

Mafiasko Taxi

Jomion et les Uklos

El JuntacadaveresSkangoeroes

Maguaré

vvk en -26, +55: 7€/combi: € 18 kassa: € 10/combi: 27 € -14jaar: gratis

BOUWT MEE!

DOORLOPENDdiverse randactiviteiten(kinder) animatie, (eet) stands,+ afterparty’s

24 2

Vital

6u)

(deuren: 17u30)

24(

Vr.

4.0

J

Vr. 2

in

Decosterstraat 67, Leuven

os

a, België) xico, Chili, Cuba, België)

afro (B

gi

ho

DODOOORDO RLO

OOR PORL PEEN

OP

ND

OP

ND

PEN rs

END di iv ve di r di s ive se ver s

OPENDrs se ers arse an nd ra da ran ac and t nda ti

dac ti

c

vi t

it

te

iv

ei

vi

t

it

te

te

n

eit

n

te

(k

ten

RLOOP NDOPENDPENENDDOORLOPEND

(k (ki

(ki

in

kin d

ind

de de

in

er

er

ind

r)

er) de

de )

) der

ctivite(kinder) i an i im an ma ani at im ati m

ie ma

e, e, tie (e ie

ti ti act ti ivi vit ite

tei diverse randactiviteiten

(e e (ee

e t (e t

t (ee

t) t) e st ma (eet) t) ta an d ds tan s, and ,

ft ds,

ima mat (kinder) animatie,

+ f ft fte af

t ,

ft er ft erp a ter ar t pa ty ar y’ art y’s ty

s ty

+ afterparty’s

s, (eet) stands,

25.08

unk

5 0

elgië)

7€vvk en -26, +55:

!EEMT WUOB

t ska

world, jazz

Balkan, gypsy, rocj, jazz, ska rocj, jazz, skaBosnië, Servië, Duitsland, Frankrijk, België) i

tisar: gr4jaa -17 € i: 2b

www.brosella.be

BROSELLA FOR THE KIDS

THÉÂTRE DE VERDURENEAR ATOMIUMGROENTHEATER13 14

JULY 2013

SUNDAY(15:00)

Folk

Jazz

V.U:HE

NRI

VANDEN

BERG

HEGH

RYSA

NTE

NST

RAAT

28RUE

DES

CHRY

SANTH

ÈMES

B10

20BR

USSE

LS/V

RIJVA

NZE

GEL

37years

SATURDAY(15:00)�Olla Vogala & Guests (BE+SY) : Première

�Dacosse (BE+ES)

& Jorge Pardo (ES) : Première

�Sam Lee & Thomas McCarthy (GB)

�Carthy, Hardy, Farrell & Young (GB)

�Green Moon (BE) Carte Blanche

& Guests (BE/GB/US)

�De Temps Antan (CA-QC)

�Melech Mechaya& Mísia (PT)

�UMO Jazz Orchestra &Verneri Pohjola (FI)

�Yves Peeters Group (BE)

�Nathalie Loriers New Trio (BE)

�Elina Duni Quartet (AL/CH)

�Bill Frisell's Big Sur Sextet (US)

�Big Noise (BE) Carte Blanche

& Evan Christopher (US)

�Jon Batiste &The Stay Human Band (US)

13/07: Lili & haar familie ( Les Déménageurs )14/07 : Swing ! Kids13 & 14/07 : Cie KaO � Anne Mortiaux Land Art Atelier � KamishibaiKamo Maderas � De Bellentuin � Creanomade � La Petite ÉquipeJeugd in Brussel

&

INTERNATIONALE CONCERTEN BIJ CULTUURCENTRUM BRUGGE

vr 20.09.2013 Bollywood Masala Orchestra Spirit of India

vr 11.10.2013Oana Catalina Chitu & EnsembleDivine

zo 01.12.2013Thierry ‘Titi’ RobinLes Rives / The Banks

INFO & TICKETS WWW.CCBRUGGE 050/44 30 60

Page 31: MO*magazine 106

De inlichtingendienstenPublicaties over de Belgische geheimediensten zijn veeleer zeldzaam. Naastde jaarverslagen van de Staatsveilig-heid en het Comité I (dat in opdrachtvan het parlement de inlichtingendien-sten controleert) verschijnt slechtsoccasioneel een boek van een journa-list of een cahier van denktank BelgianIntelligence Studies Centrum. HetComité I-jubileumboek Inzicht in toe-zicht, dat terugblikt op twintig jaar con-trole van de inlichtingendiensten, isdan ook een echte verrijking. Het bun-delt academische bijdragen van 38auteurs, specialisten ter zake, zowelBelgische als buitenlandse.Alain Winants, chef Staatsveiligheid,licht uitvoerig de interne controleme-chanismen van zijn dienst toe. Fede-raal procureur Johan Delmulle en pro-fessor Brice De Ruyver kaarten de cul-tuur van overdreven geheimhoudingaan. Het boek, een baksteen van bijna600 pagina’s, staat vol relevante facts &figures en dist nu en dan een grappigeanekdote op (het Comité I krijgt weleens klachten van burgers die beweren‘het slachtoffer te zijn van paranormalefenomenen, intimidatie door elektro-magnetische golven, ervaringen waar-bij hun gedrag van op afstand wordtbeïnvloed, of hersenspoeling’). Deauteurs leggen ook enkele pijnpuntenbloot. Zo is het werken met informan-ten door de geheime diensten nogaltijd niet formeel geregeld en verlooptde samenwerking met het Comité P(dat de politie controleert) soms moei-zaam. Opmerkelijk is bovendien datde regering vrijwel nooit het initiatiefneemt om de geheime diensten doorte lichten. (kc)

Inzicht in toezicht door het Vast Comité Iis uitgegeven door Intersentia. 566blzn.ISBN 9789050955300

SalafistenIslam en radicalisme bij Marokkanen inBrussel leest vlot maar bevat groten-deels herkauwde informatie. Het isdus wachten tot pagina 97 om aan tekomen op de plek waar het om te doenis geweest in de enorme media-aan-dacht die het boek kreeg: ‘Het opruk-kende salafisme in Brussel’. Volgensde auteur is het aantal salafisten enpotentiële jihadisten groter dan de cij-fers die de staatsveiligheid naar vorenschuift. ‘Naar mijn mening’, schrijftauteur Bilal Benyaich, ‘kan ruwwegéén op de tien praktiserende, soenniti-sche moslims salafist genoemd wor-den.’ Het gaat dus om een schatting.In feite werpt het boek meer licht op deverhouding tot de islam van een deelvan de bevolking (Marokkaanse Brus-selaars) dat in een bepaald deel (de ach-tergestelde wijken) van de hoofdstadwoont. De auteur beschrijft hoe dieverhouding evolueert, in welke rich-ting ze evolueert en wie die evolutiebeïnvloedt. We komen dan terecht bijde Grote Moskee van Brussel, bij pre-dikers, websites, moskeeën, satelliet-zenders, boekhandels… Vooral de rolvan Saoedi-Arabië in de verspreidingvan het salafisme krijgt aandacht.Interessanter dan deze vaststelling isde enquête die Benyaich zo’n 200Marokkaanse Brusselaars afnam.Daarin peilde hij naar hun religiebele-ving, hun kijk op de sharia en op demogelijkheid van samenleven tussensoennieten en sjiieten. Zowel de resul-taten van de enquête als de conclusiedie hij in verband met het salafismetrekt hadden in een artikel perfect tothun recht kunnen komen. (sb)

Islam en radicalisme bij Marokkanen inBrussel door Bilal Benyaich is uitgegevendoor Uitgeverij Van Halewyck. 206blzn.ISBN 9789461310040

MO*lezers krijgeneen exclusievekorting van €2,5bij aankoop vanelk gerecenseerdboek in volgendeboekhandels: DeGroene Waterman(Antwerpen), DeReyghere (Brugge)en de Accoboekhandels vanGent, Antwerpenen Leuven. Knipdeze bon uit engeef hem af bijaankoop van hetboek. De kortingis 2 maandengeldig napublicatie van ditMO*nummer (26/06/2013).

DenksportEigenlijk was Denken een betere titelgeweest, want Tegendenken wekt deindruk dat Achterhuis louter reactiefdenkt. Dat doet afbreuk aan het origi-nele en baanbrekende werk dat de filo-soof de voorbije decennia geleverdheeft. Zijn fundamentele en doortim-merde kritiek op het utopische den-ken overleeft de ideologische getijdenin de samenleving, en zijn beschou-wingen over geweld en ethiek beho-ren tot de relevantste intellectueleoefeningen in het Nederlands.Het boekje dat uitgegeven werd alsTegendenken is het filosofische equiva-lent van een live-cd. Achterhuis wordtgeïnterviewd over allerhande thema’s,van de militaire interventie in Afghani-stan en de neoliberale utopie tot dePalestijnse kwestie en ethische vragenover dood en gezondheid. Hij slaagt ertelkens in je attent te maken op de con-tradicties in of de onaanvaardbare aan-names achter het dominante discours.Hij betoont zich ook een onverzettelijkvoorstander van het primaat van depolitiek, niet om met een groot gebaarde gevestigde orde omver te gooien,wel om die orde radicaal menselijker temaken, met haalbare stappen.Europa is geregeld onderwerp vangesprek en zijn kritiek vat Achterhuissamen met woorden van Oscar Wilde:‘Men kent van alles de prijs maar vanniets de waarde.’ Achterhuis gaat ookuitgebreid in discussie met de ideolo-gische grondslagen van de Amerikaan-se rechterzijde, met haar extreme anti-overheids- en pro-vrijemarktprogram-ma. Wie Ayn Rand nog niet kent, doetzijn of haar voordeel met de kritischeintroductie in Tegendenken. (gg)

Tegendenken door Hans Achterhuis enP.H. Steenhuis is uitgegeven door Lem-niscaat. 223blzn. ISBN 9789047705543

Exclusieve kortingvoor MO*lezers

59

recensies

Humanitaire hulpDe populistische truc is simpel: je gooitalle vormen van internationale hulp opéén hoop en noemt die een “industrie”.Dat is genoeg om de indruk te wekkendat de welgemeende donaties van deburger of zijn belastinggeld alleenmaar dienen om de dure lonen van dehulpprofessionals te betalen. Die kari-katuur maakt Bruno De Cordier geluk-kig niet in zijn overzicht van humani-taire hulp, al is de kritische ondertoontegenover de (gebrekkige) effectiviteiten de culturele (on)gevoeligheid vanhumanitaire hulpverlening altijd aan-wezig. De Cordier houdt als academi-cus voldoende afstand tegenover eenonderwerp dat hem passioneert, waar-door zijn nieuwe boekje een nuttiginstrument wordt voor de geïnteres-seerde leek om beter inzicht te krijgenin de achtergrond en het functionerenvan een sector die in de publieke opiniebeurtelings geromantiseerd en gede-moniseerd wordt.Er zijn mondiaal minstens 2500humanitaire organisaties actief, schrijftDe Cordier, wat bij sterk gemediatiseer-de crisissen wel eens tot een overaan-bod van hulp leidt. De Cordier geeftgoed aan hoe de VS voedselhulpgebruiken als instrument van buiten-lands beleid én als economische steunaan de eigen landbouw- en transport-sector. Maar de grootste verdienste vanHet altruïsme voorbij is dat het de eenzij-dige westerse blik op humanitaire hulpdoorbreekt en op niet-problematiseren-de wijze recht doet aan het bestaan vaneen heel netwerk van islamitischehulporganisaties. (gg)

Het altruïsme voorbij. De politiekeeconomie van humanitaire hulp doorBruno De Cordier is uitgegeven doorAcademia Press. 90blzn. ISBN9789038220932

BOERKADEBAT

Er zijn veel zaken die je een kind of goede vriend zou afraden: een hand in debek van een tijger steken, filmstunts naspelen, in het debat over de boerkade verdediging opnemen van het recht om dat controversiële kledingstuk tedragen. Geen van deze activiteiten leidt gegarandeerd tot de dood, maar dekans op een slechte afloop is zo reëel dat je degene die ze plant angst zalaanpraten. Angst, zegt Martha Nussbaum, is een oerinstinct dat vaak goederesultaten oplevert voor het overleven van individu of groep. Maar, voegt zeer uitgebreid aan toe, angst is ook de meest egocentrische van alle instinc-ten. En daarom zorgt de atavistische reflex vaak voor het afremmen of voor-komen van innovatie die nochtans nodig is in steeds complexer en diverserwordende samenlevingen.Nussbaum heeft de daad bij dat woord gevoegden haar hand in de figuurlijke bek van de tijgergestopt. Haar Nieuwe religieuze intolerantie gaatuit van de vraagstelling of het boerkaverbod inenkele Europese landen en vergelijkbare discus-sies in de Verenigde Staten gerechtvaardigd zijn.Ze ziet vijf grote groepen van argumenten dievoor dat verbod in stelling gebracht worden: deveiligheid van de samenleving lijdt onder de aan-wezigheid van individuen die hun gelaat verber-gen; de boerka verhindert identificatie en vriend-schappelijke omgang; de boerka is geen religieussymbool maar een instrument van mannelijkedominantie; de vrouwen die de boerka dragendoen dat onder dwang; en de boerka is ronduitongezond voor vrouwen. Geen van deze argu-menten blijven overeind onder de kritische lezingvan een van de meest vooraanstaande ethici van deze tijd.Let wel: het boek van Nussbaum is géén pleidooi voor de boerka. Het onder-zoekt alleen of een verbod op het dragen ervan verdedigbaar is vanuit dewaarden van individuele vrijheid en gelijke waardigheid voor elke mens. Eneigenlijk gaat het boek ook niet over die enkele boerka’s in Europa – haarreflectie geldt enkel voor vrije en democratische samenlevingen – maar overde wijdverspreide angst voor moslims en de islam in het Westen. De wester-se staten, zegt Nussbaum, zijn niet intolerant of afkerig van diversiteit. Zezijn gewoon bang van de islam. En dat is een angst die zij wel historisch kanduiden, maar die ze in de huidige omgeving en verhoudingen eerderdestructief dan beschermend vindt: ‘Op onverantwoordelijke wijze opgeroe-pen angsten vormen een bedreiging voor principes waaraan we ons zoudenmoeten vasthouden en waar we trots op zouden moeten zijn.’ (gg) De nieuwe religieuze intolerantie door Martha Nussbaum is uitgegevendoor Ambo. 320 blzn. ISBN 978 90 263 2640 0

58 MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

Page 32: MO*magazine 106

PIJNLIJK VOOR IMF ENWERELDBANKIn How Asia works maakt Joe Studwell, voormalig journa-list bij The Economist en oprichter van The China Econo-mic Quarterly, onderscheid tussen het ontwikkelingsmo-del van Noordoost-Azië en het volgens hem minder succes-volle model van Zuidoost-Azië. Tot de eerste groep rekenthij Japan, Zuid-Korea, Taiwan en China. Tot de laatsteMaleisië, Indonesië, Thailand en de Filipijnen. Het Noord-oost-Aziatische model heeft volgens Studwell drie basis-kenmerken. In elk van de vier landen werd een succesvollelandhervorming doorgevoerd: niemand mocht meer dan(doorgaans) drie hectare land bezitten. In China gebeurdedat zodra de communisten een gebied veroverden. In deandere drie landen gebeurde hetonder druk van de Amerikaansebezetter uit vrees voor communis-tisch succes.In een land met veel ongeschool-den is land geven aan al wie hetkan en wil bewerken de bestemanier om de productie te vergro-ten. De zeer arbeidsintensieve“tuinierslandbouw” is zelfs pro-ductiever dan grootschalige land-bouw. Bovendien zorgt hij voorspaargeld, en dus investerings-middelen, en een afzetmarktje voor de tweede fase: indus-trialisering. Ook die werd op een speciale manier inge-voerd, met een uitgekookte mix van planning en markt. Deregeringen lieten de concurrentie spelen en subsidieerdenalleen die bedrijven die erin slaagden veel uit te voeren.Het grote verwijt dat Studwell het Internationaal Munt-fonds en de Wereldbank maakt, is dat ze deze succesvolleaanpak steevast hebben afgeraden. Dat geldt zeker voor hetderde ingrediënt van het model: de financiële wereld korthouden en ten dienste stellen van de twee andere doelen.In de landen van Zuidoost-Azië was er geen landhervor-ming, waardoor ze ongelijker zijn, en geen industriëleplanning, waardoor ze minder eigen technologie hebben.De financiële sector was er vrijer, waardoor de crisis van1997meer schade aanrichtte. Een verhelderend boek. (jvd)

How Asia Works door Joe Studwell is uitgegeven door ProfileBooks. 322blzn. ISBN 978846682421

HET VOLKWat is een volk? Een vraag waarover vijf auteurs zich buigen in eenboekje van 143bladzijden. Elke auteur benadert het begrip uit eenbepaalde invalshoek. Het resultaat zijn vijf boeiende essays dieelkaar min of meer aanvullen.De term “volk” is een neutraal woord, leren we vanaf de eerste blad-zijde. Alles is een kwestie van context. Het bijvoeglijk naamwoord“volks” heeft meer connotaties en is actiever dan het woord “volk”.In termen zoals “volkscomité”, “volksbeweging” of “volkstribunaal”dient het bijvoeglijk naamwoord om het substantief te politiseren.Om het een aura te geven dat de breuk met de onderdrukking com-bineert met het licht van een nieuw, collectief leven.Het woord “volk” dat vandaag niet veel betekent wanneer hetgevolgd wordt door een identitair of nationaal bijvoeglijk naam-

woord, had een sterke emancipatorischebetekenis tien het verbonden was aan deonafhankelijkheidsoorlogen. De gekoloni-seerden hebben zich een term toegeëigendwaar ze geen recht op hadden. “Volk”kwam de sterken, de veroveraars toe. Degekoloniseerden waren slechts “stammen”en “etnieën”, als ze al niet als “rassen” of“wilden” werden beschreven. En toen deEgyptenaren op het Tahrirplein riepen:‘Wij zijn het Egyptische volk’, vormden zijeen volk dat zijn nationale adjectief actiefopeist. Het vaderland moet nog komen.

‘De proletariërs hebben geen vaderland’, heeft Marx ooit gezegd.Dat is nu meer dan ooit werkeljkheid. En die proletariërs zijn nietalleen de mensen die van het platteland naar de steden zijn ver-huisd, maar ook zij die zich verplaatst hebben van Afrika en Aziënaar Europa en Amerika of van Kameroen naar Shanghai. De strijdvan mensen zonder papieren en van migranten is een strijd omzich het woord “volk” als politieke term toe te eigenen. Om te beho-ren tot de gemeenschap die door de staat als het officiële volk wordtbeschouwd.Want er is het volk en er is het derde volk. Als links de spreekbuiswil worden van de volksklassen, moet het een culturele revolutieondergaan om blanken en niet-blanken rond één project te vereni-gen. Een project voor een volk dat één is en tegelijkertijd meervou-dig. (sb)

Qu’est-ce qu’un peuple? door A. Badiou, P. Bourdieu, J. Butler, G. Didi-Huberman, S. Khiari, J. Rancière is uitgegeven door La fabrique éditions.143blzn. ISBN 9782358720465

Anderstaligeboeken

60 MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

Page 33: MO*magazine 106

VANAF 20 UUR

VANAF 11 UUR

GEORGANISEERDDOOR

MANIFIESTAVERWELKOMTZITA SWOON

GROUP

JAUNE TOUJOURS SOUS-COUCHE

ANGELA DAVISAMINATA TRAORÉ PETER MERTENS

Centrum Staf Versluys

20 & 21/09BREDENE AAN ZEE

www.manifiesta.be

www. facebook.com/manifiesta.bewww.twitter.com/manifiesta_be

2013L I V E C O N C E R T E N � K I N D E R P A R A D I J S � B O E K E N B E U R S � D E B A T T E N � E E T S T A N D S

JAN DE WILDE

MODENA CITY RAMBLERS

COCO JR + ASHAM BAND

Page 34: MO*magazine 106

Vanaf 31 juliBekasEen hartverwarmende roadmovie vanKarzan Kader over moed, kracht en hettomeloze optimisme van twee kinderenin het Koerdische deel van Irak.Vanaf 31 juli in de bioscoop.Info: www.cineart.be

1-4 augustus M-idzomer FestivalStadsfestival met optredens van ondermeer Trixie Whitley, The Bony King ofNowhere, Mulatu Astatke, PorticoQuartet, Jacco Gardner, Woven Hand enAdmiral Freebee solo. Locatie: M-Museum, Leuven. Info en tickets: www.m-idzomer.be

1-22 augustusHelden in het ParkGratis wereldmuziekfestival op vier don-derdagavonden met optredens van ondermeer Mokoomba, Imperial TigerOrchestra, Kobo Town en Postmen.Locatie: Heldenpark, Eeklo.Info: www.n9.be

2-3 augustus Absolutely Free Festival Gratis festival met optredens van ondermeer Hindu Radio DJ’s en FlyingHorseman Solo, Concrete Knives, TOY,Girls Against Boys. Toegangsprijs: 3 legebatterijen of €3 sponsoring aan een stuk-je Natuurpunt-natuurgebied. Locatie: C-Mine, Genk.Info: www.kissmyaff.be

2-3 augustus Reggae GeelReggaefestival met optredens van ondermeer Gaz Mayall, Mad Professor enAfrican Head Charge Soundsystem. Locatie: Zandstraat, Geel.Info en tickets: www.reggaegeel.com

2-4 augustus Esperanzah!Wereldmuziekfestival met optredens vanonder meer Asian Dub Foundation,Goldfish, An Pierlé en Buena VistaSocial Club. Locatie: Abdij van Floreffe, Namen.Info en tickets: www.esperanzah.be

9-10 augustus Antilliaanse FeestenCaraïbisch dans- en muziekfestival metoptreden van onder meer Rikki Jai, WillyChirno en Kumbia Queers. Locatie: Blauwbossen, Hoogstraten. Info en tickets: www.antilliaansefeesten.be

9-10 augustus Afro Caribbean Festival Gratis exotisch festival met wereldcultu-renmarkt, DJ-parties en workshops. Ophet podium staan onder meer TheSelecter, Sven van Hees, Lucy Love enDreadzone. Locatie:’t Paelsteenveld, Bredene. Info: www.afrocaribbean.be

22-25 augustusBoombalfestivalFolk- en kleinkunstfestival met optre-dens van onder meer Guido Belcanto,Heather Nova, An Pierlé, Olla Vogola enAxl Peleman.Locatie: Bredestraat, Lovendegem.Info en tickets: www.boombalfestival.be

23-25 augustusColora FestivalDriedaags wereldmuziekfestival metoptredens van onder meer Maguaré,Jomion et les Uklos, Mafiosko Taxi en El Juntacadeveres.Locatie: De Zevensprong, Leuven.Info en tickets: www.colora.org

24 augustus VisPopGratis muziekfestival waarvan deopbrengst integraal naar goede doelen inhet Mechelse gaat. Optredens van ondermeer Vive la Fëte, Ask live, Dead Letteren Boulevard. Locatie: Vismarkt, Mechelen.Info: www.vis-pop.be

Postmen. De Nederlandse hiphoplegenderond frontman Remon Stotijn (de ex vanAnouk) lanceerde vijftien jaar geleden zijneigenzinnige melodieuze rap met soul-, reg-gae- en bluesinvloeden. Na twee succesvollealbums splitte Postmen en speelde Stotijneen aantal jaren soloslim als Postman.Intussen is de groep deels herenigd en ver-sterkt zangeres Alyssade de rangen. Feestjegegarandeerd in Eeklo!

63MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

30 juniOttertrotterGratis duurzaam en mondiaal festivalmet optredens van onder meer ZapMama, Setenta en Turntable Dubbers.Locatie: Domein Tivoli, Mechelen.Info: www.ottertrotter.be

5-7 juliGooikoorts Internationaal volksmuziekfestival metdit jaar traditionele percussie als centraalthema. Optredens van onder meer Frigg,Valeri Dimchev Trio, Mystic Moose enRua MacMillan Trio. Locatie: Centrum GooikInfo en tickets: www.gooikoorts.be

6 juli SimmerdownGratis wereldfestival met, naast eenwereldbuffet en fairtradebar, optredensvan Xanamek, De boM, KilimanjaroBand, Tuur Moens & Friends. Locatie: JOC Wijland, Puurs. Info: www.simmerdown.be

12-20 juliGent JazzJazzfestival met optredens van ondermeer Dee Dee Bridgewater, Diana Krall,John Zorn, Bobby Womack, ElvisCostello, Bryan Ferry en Joe Lovano.Locatie: Bijlokesite, Gent. Info en tickets: www.gentjazz.com

12-14 juliCactusfestivalDriedaags pop-en rockfestival met optre-dens van onder meer Deus, Ozark Henry,Hooverphonic, The Tallest Man OnEarth, Beach House en MichaelKiwanuka.

Locatie: Minnewaterpark, Brugge.Info en tickets: www.cactusfestival.be13-14 juli

Brosella Festival Gratis tweedaags Folk&Jazz festival metoptredens van onder meer De TempsAntan, Melech Mechaya & Misia, BigNoise & Evan Christopher en Jon Batiste& The Stay Human Band. Locatie: Groentheater, Laken.Info: www.brosella.be

13 juliVijverfestivalGratis festival met optredens van ondermeer dj Bobby Ewing, Kaer StarflamCrew, Sir Yes Sir, A Brand en AbsyntheMinded. Naast de optredens is er eenkinder- en tienerdorp, een wereldmarktmet versnaperingen uit alle windstrekenen allerlei randanimatie.Locatie: Gemeentehuis, Dilbeek.Info: www.vijverfestival.be

14 juliThe Big Jump The Big Jump vestigt ook dit jaar opludieke wijze de aandacht op propere enlevende waterlopen. In heel Europaspringen duizenden mensen synchroonrivieren en meren in. Info: www.bigjump.be

25–28 juliSfinks MixedVierdaags gratis wereldmuziekfestivalmet optredens van onder meer TheClement Peerens Explosition, AkuaNaru, Batucada Sound Machine enKapitein Winokio. Locatie: Molenveld, Boechout. Info: www.sfinks.be

* 5 tickets voor elke festivaldag van het Cactusfestival, 12-14 juli in Brugge.* 5 t-shirts van het Brosella Folk&Jazz Festival, 13-14 juli in Brussel.* 5 t-shirts en 5 cd’s van het Sfinks Mixed Festival, 25-28 juli in Boechout.* 5 duotickets voor de film Bekas van Karzan Kader vanaf 31 juli in de bioscoop.* 5 duotickets voor het Esperanzah! Festival, 2-4 augustus in Namen.* 5 tickets voor elke festivaldag van het Colora Festival, 23-25 augustus in Leuven.

MO trakteert

agenda Festivals

62 MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

© R

V

De Big Jump. DeEuropese kaderrichtlijnover water wil tegen2015 alle Europesewaterlopen in een eco-logisch evenwicht bren-gen. De waterkwaliteitmoet beter, maar dewaterlopen zouden ookgroener moeten wor-den, in plaats van inge-kapseld in een keurslijfvan beton. Er is dusnog heel wat werk aande winkel. De Big Jump wil het thema opde agenda houden. 

© G

GF

Wil je kans maken op deze prijzen, doe dan mee op www.MO.be/wedstrijd.

John Zorn. Jazz is tegelijk erfgoed en radi-cale vernieuwing, wereldmuziek en lokaal.Dat is in elk geval muzikale de boodschapvan John Zorn, die heel betrokken blijft opzijn joodse culturele achtergrond en tegelijkal decennia grenzen verlegt en doorbreekt,meestal in gezelschap van de groepMasada. In Gent brengt hij het Zorn at 60project: voor iedereen die nog denkt ofvreest dat het leven eindigt op 40.

Michael Kiwanuka Deze Britse singer-song-writer met fluwelen stem en eenvoudigedeuntjes toont hoe een perfect huwelijk tus-sen de folk van Bob Dylan en Joni Mitchellen de soul van Bill Withers en Otis Reddingklinkt. In het najaar kwam hij in Brusselzijn debuutplaat Home Again (2011) presen-teren. Het intimistische winterconcert bleefnog lang nazinderen door Kiwanuka’s diep-gang en de hoge kwaliteit van zijn livestemen zijn band. Benieuwd hoe het hem op eenBelgisch zomerfestival vergaat!

© G

F

© G

F

Raadpleeg de volledigeagenda op MO.be/agenda

© G

F

© G

F

Page 35: MO*magazine 106

64 MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be 65

� De vreselijke ramp met de kledingfabrieken in RanaPlaza, Bangladesh, heeft meteen geleid tot de erkenning vanenkele basisconventies van de InternationaleArbeidsorganisatie (IAO), die tot dan dode letter bleven inBangladesh, zoals het recht op vrije vakbondsvereniging enhet recht op collectief onderhandelen. De regering beloofdeook tweehonderd extra inspecteurs in te zetten én een opvol-ging in samenwerking met de IAO.

Ook op de internationale scène is de instorting van RanaPlaza onmiddellijk gevoeld. Er zijn nu al meer dan veertigbedrijven die een overeenkomst ondertekend hebben waar-bij ze betere lonen en arbeidsomstandigheden beloven inBangladesh, mét onafhankelijke controles. Dat is een over-eenkomst waar organisaties zoals de Schone KlerenCampagne al jarenlang voor ijveren.

Alleen zie je dan meteen dat de echte giganten zoalsWal-Mart en GAP zich aan die plotse consensus onttrekkenen gaan zwaaien met hun eigen, vrijwillige beloften opgaranties voor de werkers. Die vrijwillige engagementenkunnen niet door een externe organisatie gecontroleerd wor-den en ze kunnen ook van de ene op de andere dag inge-trokken worden. Daarom moeten we blijven ijveren vooréchte regels waarmee echte rechten afgedwongen kunnenworden.

Dat is trouwens de grote vernieuwing die door de rampin Dhaka op de internationale agenda, onder andere tijdens

Tijd voor verantwoordelijkheid

MOQ maakt de globalisering ervaarbaar, begrijpbaar en hanteerbaar.

ContactVlasfabriekstraat 11 - 1060 BrusselTel. 02.536 19 77 - [email protected] - www.MO.be

HoofdredacteurGie GorisRedactieSamira Bendadi, Kristof Clerix, Tine Danckaers, Alma De Walsche, Olivia Rutazibwa en John VandaeleEindredactieKristof Clerix en Herman JacobsWebredactieMaarten Lambrechts en Kilian De JagerStagiairsRenée Dekker, Mitchell Pontzeele, Roosmarijn Nelen en Andy CampeAan dit nummer werkten mee:Mark Nozeman, Angelo Attanasio, Maria Alexaki, Carlos Baptista,Marielle Van Uitert, Brenda Stoter, Tomas Baum, Luc Cortebeeck,Kumi Naidoo, Pieter Van Maele, Sofie Coen en Bie VancraeynestCreatie en vormgeving Chris Defossez en Inge D’haenKaarten en grafieken Dirk Billen en Maarten LambrechtsIllustratieKlaas Verplancke, LectrrCoverontwerpDarwin. Beeld: ShutterstockDrukRoularta PrintingMarketing, communicatie en agendaJan BuelinckxreclameregieADeMAR - www.ademaronline.com - 03 448 07 57AdministratieJan VanhuysseAfgevaardigd bestuurderJan LamersVerantwoordelijke uitgever Frank BekeISSN 1379-5619

• MO* is een uitgave van Roularta Publishing NV in opdracht vanWereldmediahuis vzw. De leden van Wereldmediahuis zijn 11.11.11, Broederlijk Delen, FOS, Incofin cvso, Oxfam Wereldwinkels, Plan België, Stichting Liedts, Trias, Vredeseilanden en Wereldsolidariteit. • MO* is aangesloten bij CeLT vzw, de vereniging van Culturele en Literaire Tijdschriften, www.detijdschriften.be.• MO* krijgt de steun van de Belgische Ontwikkelings samenwerking en de Vlaamse regering. Overname van artikels is toe gestaan mits bron-ver melding en toestemming van de hoofdredacteur.

Abonnementen MO*Postbus 360 - 8800 RoeselareTel 078 35 33 13 - Fax 078 35 33 [email protected](voor inschrijving, wijziging of info over uw abonnement)PrijsJaarabonnement België: 36 euro.Jaarabonnement buitenland: vraag inlichtingen.BetalingOfwel gewoon uw naam en adres opgeven en wachten op ons bericht.Ofwel rechtstreeks op rekeningnummer IBAN: BE57 4721 0111 8135 enBIC: KREDBEBB met vermelding van het exacte afleveradres.Ofwel door opgave van nummer en vervaldag van uw kredietkaart(American Express, Diners, Eurocard, Visa).

colofon

MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

de jaarlijkse algemene vergadering van de IAO in Genève injuni, geplaatst wordt. De verantwoordelijkheid voor het realise-ren en beschermen van de rechten van werkers is niet langeralleen een zaak waar nationale of lokale overheden op aange-sproken moeten worden, het is in toenemende mate een ver-antwoordelijkheid voor de bedrijven en dan vooral de multina-tionale ondernemingen, want zij bepalen de standaard.

In veel landen zijn die mno’s echter geen lid van de natio-nale werkgeversorganisaties, die op hun beurt vaak veel zwak-ker zijn dan het VBO dat wij kennen. De rechtstreekse dialoogmet die grensoverschrijdende bedrijven is nu dus niet inge-bouwd in de overlegmechanismen van de IAO. De secretaris-generaal, Guy Ryder, pleit daar nu voor en volgend jaar zalook echt geprobeerd worden dat in een nieuwe afspraak ofovereenkomst te gieten.

Dan zal er trouwens ook over mensenhandel en over hetformaliseren van de informele economie gepraat worden.Daarvoor zijn immers ook de werkgevers vragende partij, aan-gezien informele arbeid een vorm van oneerlijke concurrentieis voor wie zich wel aan wetten en overeenkomsten houdt.

Luc Cortebeeck is voorzitter van de werknemersgroep in deInternationale Arbeidsorganisatie. Voordien was hij voorzitter vanhet ACV. Hij is te ‘volgen’ op mo.be/wereldblog.

Koolstofdino’sdoor Kumi Naidoo

bij te dragen “aan een betere energietoekomst”, maar verder blijktdat het bedrijf ook volop investeert in de ontwikkeling van nieuweolievelden, de zoektocht naar olie en gas, en het exploiteren vanteerzanden. Kortom: er wordt gezocht naar nog meer fossielebrandstoffen, een activiteit die we ons eigenlijk niet meer kunnenpermitteren.

Nu de gemakkelijk te bereiken fossiele brandstofvoorraden stil-aan uitgeput raken en de mondiale consumptie van deze brand-stoffen alleen maar toeneemt, zal de vervuilende energie-industriesteeds extremer te werk gaan om te kunnen ontginnen. Fracking,het aanboren van reserves in diep water en het ontginnen van teer-zanden zijn gevaarlijke fossiele fantasieën die de maatschappij deindruk geven dat we de energierevolutie gerust nog wat kunnenuitstellen. Het prijskaartje van dit vertragingsmanoeuvre is enorm.

In mijn eigen land, Zuid-Afrika, verwierf Shell een licentie omte onderzoeken of fracking ook in de Karoo toegepast kan worden.Hierdoor dreigt een semi- woestijngebied in een totale woestijnherschapen te worden. Shell belooft dat er veel nieuwe banen zul-len worden geschapen en dat er voldoende energie is om het landnog jaren te laten draaien. Dezelfde beloften die overal gedaan wor-den.

Indien Zuid-Afrika werk en energie wil, dan zou het in de eer-ste plaats zijn wetgeving moeten aanpassen zodat ook kleinere totmiddelgrote producenten van hernieuwbare energie zich op het netkunnen aansluiten. Een natie die gezegend is met voldoende zon,wind en waterkracht om zichzelf van energie te voorzien, heeft ergeen belang bij zijn toekomst te verkopen. Of zijn grond te schen-den voor gaswinning.

Volop investeren in de productie van fossiele brandstoffen isabsurd nu de toename van de mondiale CO2-uitstoot al groter isdan de meest pessimistische voorspellingen voorzagen. Bij afwe-zigheid van een mondiaal akkoord over het terugdringen van debroeikasgassen, is het de verantwoordelijkheid van elk bedrijf enelke overheid, zowel nationaal als lokaal, om voor schone en veiligeenergieoplossingen te kiezen in plaats van tot in de verste uithoe-ken van de wereld te zoeken naar nog meer vervuilende brandstof-fen. En elke burger heeft de verantwoordelijkheid om de uitroeiingvan vervuilende koolstofdinosaurussen te eisen.

Kumi Naidoo is algemeen directeur van Greenpeace International.Hij schreef deze opinie voor het persagentschap IPS

OPINIE

� Slimme wezens passen zich aan een veranderend milieuaan. Geconfronteerd met een nieuw klimaatpatroon en eenwijzigende economie kiezen milieubewuste mensen volopvoor groene energie. Maar net zoals de eerste zoogdieren temaken kregen met de wereld van de dinosaurussen, moetende pioniers van de groene energie de strijd aangaan met eenwereld die nog altijd massaal koolstof vreet en weigert deweg van de vernieuwing in te slaan.

In het jaarrapport van 2012 beweert Shell zijn steentje

door Luc Cortebeeck

Page 36: MO*magazine 106

�Graag mag ik de stadbezingen als de natuurlijkebiotoop van de ouderemens. Graag mag ik fanta-seren hoe ik, later, aan eenhalf en half zal nippen in deCirio, schalks knipogendnaar de obers met strikjes.Of me rond zal eten, wanttegen dan mag het, aanexquise taartjes van chiquepatissiers op de Zavel. Maareven vaak houd ik mijnadem in, wanneer ik eenoudje, dat ooit met kwieketred door het leven moet zijn gestapt, zieschuifelen naar een metro ingang. De tastegen zich aan geklemd.Denise Engels ontmoet ik in ThéâtreNational, waar ik ga kijken naar een heelerg hedendaagse hiphopdansvoorstelling,en ik weet meteen dat deze vrouw al mijnaannames over ouder worden in de stadzal uitdagen. Op haar pull zitten tweeenorme badges met de beeltenis vanAdrian Monk, een televisiedetective metcompulsieve gedragsstoornissen. Zekwam in een winkel waar allerlei badgeswerden uitgestald, maar daar was geenMonk te bespeuren. Ze maakte het win-kelpersoneel daar op attent en een weeklater werd ze opgebeld met de boodschapdat haar verse speldjes klaar waren.‘Heerlijk toch’, zegt Denise, ‘die service,nu wacht ik wel nog op die andere Monk!Thelonious!’Net geen tachtig maar het zot in de kopnog lang niet versleten. Haar haren in eenmoderne grijze bob geknipt, de lippen

altijd rood gestift. Bij de term serviceflatstel je je veel voor maar niet de studio vanDenise. Die heeft meer weg van een stijl-vol studentenkot: de muren warm geschil-derd, kamerbrede boekenstapels en kunstvan alle tijden (maar vooral van nu). Uit dekoelkast, behangen met geestige postkaar-ten, komt vers fruitsap. We kijken uit opde paradijselijke tuin van het PachécoGodshuis, een verborgen parel die je vande straatkant nooit zou vermoeden. Sindsde negentiende eeuw vinden ‘zieken engebrekkigen’ in de Begijnhofwijk hier hunonderkomen. Deze oase van groen en stil-te en stadsmussen is nu ook haar tuin.Toen haar geliefde man enkele jaren gele-den overleed, sprong ze op de mogelijk-heid om hier haar intrek te nemen, in hart-je Brussel-Stad. ‘Stel je voor dat ze mij inOudergem of in een van de Woluwe’s had-den geparkeerd, waar er nooit iemand opstraat is? Molenbeek, Brussel-stad, Sint-Joost, dat zijn mijn gemeentes!’ Stukkenstad die dichtbevolkt zijn, maar waar het

verenigingsleven navenantintens is. Waar ons onskent, en zeker Denise. Zekomt overal en het is onmo-gelijk om niet door haargecharmeerd te worden.Wekelijks moet er weliemand zijn die net als ikdenkt: ‘Dat is nu echt ietsvoor…’ En zo doorkruist ze op ein-deloze uitnodiging dekanaalzone, laverend tus-sen kunst en engagement.Vorig jaar nam ze deel aan

de Zinnekeparade, maar ze ziet niet meergenoeg om de stoet over de hobbeligeBrusselse kasseien nog eens uit te stap-pen. Ze vindt wel een andere artistieke uit-laatklep. Haar carrière als juf in hetBrusselse stadsonderwijs ligt al decenniaachter haar maar ze blijft deFreinetbeginselen trouw. ‘Zo’n lidkaart,dat is voor altijd.’ De creatieve zoektochteindigt nooit en brengt steeds meer ennieuwe gelijkgestemden op haar pad. Zekijkt niet terug op een vervuld leven, zeleeft het. Of ze nooit bang is? Ja. Soms.Onlangs, toen gauwdieven haar klemzet-ten op een roltrap. Ze demonstreert hoe zehen streng in de ogen heeft aangekeken,als de juf die ze ooit was, en ik word zelfeen beetje bang. ‘Ik voelde mijn hart bon-zen, maar ik dacht: jongens, zo gaan weniet beginnen.’Pateekes en mousseukes eten, het is iets omnaar uit te kijken. Maar het tekent nauwe-lijks af tegen de overlevingsstrategieën vantedere anarchisten op leeftijd.

BRUKSELc o l u m n

66 MOQ • juli - augustus 2013 • www.mo.be

© D

iete

r Tel

eman

s

Pateekedoor Bie Vancraeynest