jaargids duaal jaar 1 20132014

73
Jaargids studiejaar 1 2013 2014 Informatie over alle onderdelen van de duale opleiding Small Business en Retail Management

Upload: mellisa-baker

Post on 28-Oct-2015

165 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Jaargids studiejaar 1

2013 2014

Informatie over alle onderdelen van de duale opleiding Small Business en Retail Management

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 3

Stenden hogeschool - Small Business en Retail Management

Rengerslaan 8 Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden Tel: 058 2441443 www.stenden.com Maand en jaar van uitgave: augustus 2013 Constructeurs: Paula Karsten Ypie de Geus

Jaargids studiejaar 1

2013 2014

Informatie over alle onderdelen van de duale opleiding Small Business en Retail Management

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 4

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 5

Voorwoord

Welkom bij de opleiding Small Business en Retail Management! Je hebt gekozen voor duaal onderwijs waarin de combinatie van leren en werken centraal staat. In de duale opleidingsvariant komen verschillende leer-, werk- en toetsvormen aan bod waarmee competenties (integratie van kennis, vaardigheden en houding) worden ontwikkeld en beoordeeld. Deze jaargids geeft een overzicht van de inhoud en de samenhang tussen de verschillende studieonderdelen van jaar 1. De jaargids is uit 2 delen opgebouwd: Deel 1: Algemene informatie Onderdelen van het duale onderwijs, de samenhang en praktische verwijzingen (inclusief bijlagen). Het gaat dan om informatie over probleemgestuurd leren, werken-en-leren in de opleiding èn in de praktijk, werken vanuit zelfverantwoordelijkheid, persoonlijke ontwikkeling, rol van de coach, voortgangstoetsing, enz. De praktische informatie gaat onder andere over verwijzingen naar het Onderwijs Examen Regelement (OER), aanbod decanaat, kwaliteitszorg, enz.

Deel 2: Onderwijsinhoud In dit deel van de jaargids vind je de concrete informatie over het gehele studiejaar. Het gaat dan om gedetailleerde informatie over de moduulthema’s die in dit studiejaar worden behandeld. Per moduulthema wordt uitleg gegeven over de inhoud, puntenstructuur, toetsing, beoordeling, herkansingen, enz. De meest actuele versie van deze gids wordt altijd digitaal beschikbaar gesteld. Daarnaast bieden het competentieprofiel, de Zelfmanagementgids en het Onderwijs Examen Reglement (OER) van de opleiding belangrijke informatie. Je vindt deze zaken op Blackboard dan wel op iStenden. We wensen je veel succes met je studie! Retail Business School Stenden hogeschool Leeuwarden, augustus 2013

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 6

Inhoudsopgave

Deel I: Algemene informatie....................................................................................................... 8

1. Duaal onderwijs Retail Management ...................................................................... 9

1.1. Probleemgestuurd Leren en Work Based Learning ................................................... 9

1.1. Rol van de student en de docent /coach/ trainer .................................................... 12

2. Een duaal jaar: opbouw en indeling ....................................................................... 13

2.1. Jaarperspectief en opbouw ...................................................................................... 13

2.2. Moduulstructuur en organisatie .............................................................................. 14

2.2.1. De structuur en samenhang in een moduul......................................................... 14

2.2.2. Thema-opdrachten ............................................................................................... 14

2.2.3. Ervaringsronde ..................................................................................................... 15

2.2.4. Zelfmanagement .................................................................................................. 16

2.2.5. Managementvaardigheden / trainingsvaardigheden .......................................... 16

2.2.6. Ondersteunende vakken ...................................................................................... 16

2.2.7. Werken met Blackboard ....................................................................................... 17

2.3. Planning van de trainingsdagen / contacturen ........................................................ 17

2.4. Professionele houding tijdens de trainingsdag ........................................................ 19

3. European credits, toetsing en beoordeling ............................................................. 20

3.1. Studielast (European Credits) / moduultentamen ................................................... 20

3.2. Toetsing & beoordeling en herkansing .................................................................... 21

3.2.1. Toetsing & beoordeling: thema-opdracht & participatie .................................... 21

3.2.2. Toetsing & beoordeling: voortgangstoets (VGT) ................................................. 22

3.2.3. Toetsing & beoordeling: ZM-programma & vaardigheidstrainingen 1 - 4........... 23

3.2.4. Toetsing & beoordeling: competentieontwikkeling 1 - 4 .................................... 24

3.2.5. Toetsing & beoordeling: ondersteunende vakken ............................................... 25

3.2.6. Overzicht DEADLINES ........................................................................................... 26

3.2.7. Credits en registratie in Progress ......................................................................... 26

4. Rapporteren .......................................................................................................... 27

4.1. Eisen aan het taalgebruik ......................................................................................... 27

4.2. Gebruik van bronnen................................................................................................ 27

4.3. Plagiaat & Ephorus ................................................................................................... 28

5. Kwaliteit van onze opleiding .................................................................................. 29

6. Cum laude & bindend studieadvies ........................................................................ 31

6.1. Cum Laude ................................................................................................................ 31

6.2. Bindend studieadvies ............................................................................................... 31

7. Decanaat ............................................................................................................... 32

7.1. Persoonlijk gesprek .............................................................................................. 32

7.2. Aanbod trainingen .................................................................................................... 32

7.3. Dyslexie & handicap ................................................................................................. 33

8. Bij wie kan ik terecht ............................................................................................. 34

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 7

DEEL II ONDERWIJSINHOUD ............................................................................................................ 35 9. Onderwijsprogramma jaar 1 .................................................................................. 36

9.1. Onderwijsprogramma jaar 1: Algemeen .................................................................. 36

9.2. Jaarperspectief & Jaarthema .................................................................................. 37

9.3. Studielast (European Credits) / Moduultentamen .................................................. 37

9.4. Voortgangstoets ....................................................................................................... 38

10. Moduul 1: Dit is Retail ........................................................................................... 40

10.1. Omschrijving moduul 1: Dit is Retail .................................................................... 40

10.2. Competenties moduul 1: Dit is Retail ................................................................... 41

10.3. Doelstellingen thema-opdracht 1: Dit is Retail .................................................... 42

10.4. Beschrijving en beoordeling thema-opdracht 1: Dit is Retail ............................. 42

10.5. Literatuur: Dit is Retail.......................................................................................... 43

10.6. Relatie met PPO (zelfmanagement & vaardigheden) .......................................... 45

11. Moduul 2: Consument & Omgeving ....................................................................... 46

11.1. Omschrijving moduul 2: Consument & Omgeving ............................................... 46

11.2. Competenties moduul 2: Consument & Omgeving ............................................. 47

11.3. Doelstellingen thema-opdracht 2: Consument & Omgeving ............................... 48

11.4. Beschrijving en beoordeling thema-opdracht 2: Consument & Omgeving ......... 48

11.5. Literatuur: Consument & Omgeving .................................................................... 49

11.6. Relatie met PPO (zelfmanagement & vaardigheden) .......................................... 50

12. Moduul 3: (Instore) Marketing ............................................................................... 51

12.1. Omschrijving moduul 3: (Instore) Marketing ....................................................... 51

12.2. Competenties moduul 3: (Instore) Marketing ..................................................... 52

12.3. Doelstellingen thema-opdracht 3: (Instore) Marketing ....................................... 53

12.4. Beschrijving en beoordeling thema-opdracht 3: (Instore) Marketing ................. 53

12.5. Literatuur: (Instore) Marketing ............................................................................ 54

12.6. Relatie met PPO (zelfmanagement & vaardigheden) .......................................... 55

13. Moduul 4: Ondernemen ........................................................................................ 56

13.1. Omschrijving moduul 4: Ondernemen ................................................................. 56

13.2. Competenties moduul 4: Ondernemen ............................................................... 57

13.3. Doelstellingen thema-opdracht 4: Ondernemen ................................................. 58

13.4. Beschrijving en beoordeling thema-opdracht 4: Ondernemen ........................... 58

13.5. Literatuur: Ondernemen ...................................................................................... 59

13.6. Relatie met PPO (zelfmanagement & vaardigheden) .......................................... 60

14. Overige onderdelen ............................................................................................... 61

14.1. Participatie per moduul ........................................................................................ 61

14.2. Persoonlijke en Professionele Ontwikkeling ........................................................ 63

14.3. Doelstellingen Engels en BE/BA ........................................................................... 64

14.4. Overzicht deadlines .............................................................................................. 66

Zie toelichting Ephorus (in hoofdstuk 4). ............................................................................ 66

Bijlagen ........................................................................................................................... 67

Bijlage 1: Plagiaatprotocol ............................................................................................... 68

Bijlage 2: Checklist Rapporteren kun je leren .................................................................... 71

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 8

Deel I: Algemene informatie

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 9

1. Duaal onderwijs Retail Management

Duaal leren betekent lerend-werken en werkend-leren waarbij theorie, praktijk en jouw eigen persoonlijk en professioneel functioneren in een continue wisselwerking samengaan. Jouw competentieontwikkeling staat daarin centraal. Duaal leren betekent zowel actief individueel zelfstandig leren als ook leren van, in, door en met de groep in face-to-face bijeenkomsten en via de digitale leeromgeving. Duaal leren maakt gebruik van werkvormen waarin de theorie en de praktijk zich verbinden en elkaar verrijken om zo de meest optimale leeromgeving voor de student te kunnen zijn. Natuurlijk zijn docenten, trainers en coaches aan de opleiding verbonden om je daarbij te ondersteunen. In dit hoofdstuk worden de werkvormen en rollen binnen de duale opleiding toegelicht. Vervolgens worden het jaarperspectief en -opbouw, moduulstructuur en organisatie, toetsing en algemene verwijzingen binnen deze duale opleiding behandeld. 1.1. Probleemgestuurd Leren en Work Based Learning

Binnen het duale onderwijs wordt gewerkt met een mix van Probleemgestuurd Leren (PBL) en Work Based Learning (WBL). Beide werkwijzen worden kort uitgelegd. Probleemgestuurd leren (PBL) in duaal onderwijs De doelstellingen van Probleemgestuurd leren zijn: - om je kennis te laten verwerven die je onthoudt en die bruikbaar voor je is; - om je te leren leren; - om je problemen te leren analyseren en op te lossen. Samengevat streeft PBL ernaar om je theoretische kennis zodanig te leren analyseren en structureren, dat je het op een zinvolle manier kunt koppelen aan je eigen praktijksituatie. Binnen PBL wordt gewerkt met perioden waarin een bepaald moduulthema centraal staat. Het thema biedt je gelegenheid om theorie te verzamelen rond dit thema en te onderzoeken op welke wijze deze theorie verbinding heeft met de praktijk. Het thema wordt behandeld aan de hand van probleembeschrijvingen of opdrachten die uit de praktijk, mogelijk jouw praktijk, afkomstig zijn. Je leert dus, om de abstracte theorie toe te passen op jouw concrete situatie, en wel op een dergelijke manier, dat je dit ook in andere contexten zou kunnen. Je leert daarbij met grote hoeveelheden theorie te werken, waarbij je gebruik maakt van een model, waarin de werkelijkheid enigszins vereenvoudigd wordt. Zo’n model noem je ook wel een conceptueel model; er worden verschillende concepten, oftewel begrippen, met elkaar in verband gebracht. De behandeling van de problemen of opdrachten gebeurt in PBL aan de hand van de Zevensprong.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 10

Werkwijze: de Zevensprong Om te zorgen dat je methodisch aan de slag kunt gaan met de theorie, maak je gebruik van de Zevensprong. Dit zijn zeven stappen, die je als groep doorloopt, om aan het eind van het moduul een antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag van het moduul. De zeven stappen zijn de volgende: Stap 1: Introductie van het probleem, of de case. Onderzoek het thema in de tekst, verhelder de begrippen en termen in de tekst. Geef de centrale betekenis aan. Vat de kern van het probleem samen. Stap 2: Definieer het probleem en formuleer een hoofdvraag die het moduulthema afdekt. (Dit kan ook een hoofdvraag zijn op een lager abstractieniveau; bijvoorbeeld een onderdeel van de hoofdvraag). Stap 3: Analyseer het probleem. Inventariseer en cluster informatiegebieden aan de hand van de gekozen analysemethode. Stap 4: Formuleer onderzoeksvragen die moeten leiden tot nieuwe kennis met betrekking tot de centrale vraag van stap 2. Stap 5: Inventariseer en bestudeer relevante literatuur en koppel dit aan je praktijksituatie. Stap 6: Synthetiseer en evalueer de gevonden informatie in de groep. Stap 7: Rapporteer je bevindingen in de thema-opdracht. Zorg dat je antwoord geeft op de hoofdvraag. Bovengenoemde stappen worden uitgewerkt op de groene kaart, die je tijdens de trainingssessie kunt gebruiken bij het analyseren van de theorie. Workbased Learning (WBL) in duaal onderwijs In duaal onderwijs wordt ook gewerkt met ‘Workbased learning’. Onder ‘Workbased learning’ wordt een gestructureerd leerproces verstaan, waarin persoonlijk ondernemerschap en persoonlijke verantwoordelijkheid essentieel zijn. Workbased learning is een activiteit die goed dient aan te sluiten bij de werkomgeving van de student. Het werk vormt dan ook het uitgangspunt om te leren. Ook hier wordt gewerkt met moduulthema’s die aansluiting geven vanuit de werkomgeving. De kernelementen van Workbased learning (WBL) zijn:

WBL is gebaseerd op realistische problemen in de werkomgeving. WBL is leren van elkaar en door elkaar. WBL resulteert in een tastbaar product (Rapport, presentatie e.d.). WBL bevat actie gerichte elementen. WBL is gericht op persoonlijke en professionele ontwikkeling. WBL levert de student iets op binnen zijn werkomgeving.

Alle duale activiteiten worden opgestart met een verkenningsfase. Het doel van deze verkenningsfase is dat de voorkennis vanuit de groep geactiveerd wordt. De verkenningsfase kan dan ook gezien worden als een inleiding van het Workbased learning proces. Vanuit de verkenningsfase kunnen vervolgens, met behulp van de aangegeven literatuur, de vragen

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 11

van de toepassingsfase uitgewerkt worden en toegepast worden in de praktijk. De uitwerkingen van de toepassingsvragen worden vastgelegd in een rapport en worden zichtbaar in je competenties in je werk (zoals bijvoorbeeld vaardigheden). Voorbeeld: mindmap duaal studeren

Succesvol

duaal leren

student

Bedrijfscoach

Docent en trainer

programma

organisatiePunten

Planning

Communicatie

leslocaties

Vakkennis

Betrokken

Bereikbaar

Coach

Kunnen

Doen

willen

Werkplek

Doorgroeimogelijkheden

Rolmodellen

Toegang tot Informatie

Experimenteren

Zelfstandigheid

Risico’s nemen

Is een echte coach

Betrokken

Neemt de tijd

Goede studielast/werklast

Afgestemd beroepspraktijk

Afwisselend

Stimulerend

Competentiegericht

Resultaatgericht

School

Support organisatie

Overheid

Familie

vrienden

Economisch klimaat

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 12

1.1. Rol van de student en de docent /coach/ trainer

ROL van de STUDENT in PBL en WBL Probleemgestuurd onderwijs en Workbased Learning gaan ervan uit dat je als student zelf in staat bent om zelfstandig te studeren zonder daarbij voortdurend aanwijzingen en sturing van een docent nodig te hebben. Als student heb je dan ook een grote rol en eigen verantwoordelijkheid in jouw leerproces. Je zult zelf vaker dan elders op zoek moeten gaan naar je studiemateriaal, je zult (zelf) moeten leren besluiten wat relevant studiemateriaal is of niet, je zult zelf actief een studieweg moeten ontwerpen en uitzetten, je zult zelf aan medestudenten en docenten moeten vragen wat je niet begrijpt, je zult zelf vaker aan medestudenten en docenten moeten uitleggen wat je wel begrijpt en hebt bestudeerd, je zult zelf vaker om feedback moeten vragen, je zult vaker worden gevraagd om feedback te geven. Leren doe je niet alléén maar juist ook met anderen samen met de groep. Het interactieve leren tussen (mede-)studenten speelt een belangrijke rol in deze opleiding. Je kunt elkaar aan informatie helpen, elkaar theorie aandragen, elkaar praktijkvoorbeelden schetsen, nieuwe inzichten geven, etc., zaken die iemand anders tot dat moment over het hoofd had gezien of niet kende. De verschillende achtergronden, leeftijden, werksettings maken dit tot een rijke leeromgeving met en voor elkaar. Dit veronderstelt wel een bereidheid tot actief willen samenwerken en actief ‘willen brengen’ in de groep en respectvol omgaan met een ieders opvattingen. Kortom: PBL en WBL vragen om een actieve, zelfverantwoordelijke leer- en studiehouding. Daarnaast is het belangrijk om te willen leren van en met de groep en te reflecteren op het doorgemaakte leer- en groepsproces. ROL van de docent (en trainer) in PBL en WBL Natuurlijk dragen docenten en coaches ook verantwoordelijkheid in de opleiding, maar dat is een andere rol dan in het klassieke, frontale onderwijs. De docenten zijn degenen die het onderwijs begeleiden en organiseren. Zij dragen de thema’s aan waarmee studenten worden ingeleid in de verschillende vakgebieden en de integratie van deze gebieden, en plannen de onderwijsleeractiviteiten die daarbij passen. Zij zijn degenen die als experts kunnen worden benaderd op vakgebieden, verzorgen uitleg daarover (college/digitaal/bespreking, etc.) of verzorgen vaardigheidstrainingen. Voorts stellen zij de doelen op om tot het te behalen eindniveau van de opleiding te komen en hebben zij de plicht om leerresultaten en beroepsproducten op adequate wijze te beoordelen en te toetsen of de gestelde doelen wel op voldoende niveau zijn bereikt. Daarnaast zijn zij ook degenen die de student motiveren, prikkelen, uitdagen en zonodig najagen om te groeien in zijn persoonlijke en professionele ontwikkeling. Binnen de duale opleiding verzorgt de docent de bedrijfsbezoeken en bespreekt jouw competentieontwikkeling en competentiebeoordeling met de bedrijfscoach. Bijna alle docenten vervullen al deze rollen bij de verschillende onderwijsgroepen; soms komen de verschillende rollen samen in één persoon. De docent is voor de student de eerste aanspreekpersoon voor vele persoonlijke en opleidingsgerelateerde onderwerpen.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 13

2. Een duaal jaar: opbouw en indeling

Je hebt gekozen voor de opleiding Small Business & Retail Management duaal met het daarbij behorende competentiegerichte beroeps- en opleidingsprofiel SBRM. Competenties worden in de opleiding opgevat als een combinatie van kennis, vaardigheden en houdingsaspecten (attitude) die ertoe bijdragen dat beginnende beroepsbeoefenaars kritische werksituaties adequaat kunnen aanpakken en afhandelen. In de duale opleiding wordt aan de verschillende competentiedelen, kennis, vaardigheden en houding, aandacht besteed zowel binnen de school als op de werkplek. Het competentieprofiel van de opleiding SBRM is een belangrijk document; het competentieprofielboekje staat op Blackboard gepubliceerd. Voor elke moduulperiode wordt aangegeven welke competenties uit het beroepsprofiel SBRM centraal staan in die periode. Deze competenties zijn vertaald naar moduuldoelstellingen en thema-doelstellingen. De uitwerking van de thema-doelstellingen staat in DEEL 2. 2.1. Jaarperspectief en opbouw

In het eerste studiejaar wordt de basis gelegd voor de gehele studie. De nadruk ligt daarbij op: oriëntatie, selectie en verwijzing, basisvorming, leren studeren, kennismaken met het werkveld, instrumentele kennis en elementaire theorie. In het perspectief van de student gaat het daarbij vooral om zelfstandig worden, keuzes maken, verantwoordelijkheid dragen, sociaal vaardig worden en contacten leggen. In het perspectief van de opleiding gaat het om het operationele niveau binnen de Service Trinity (Marketing, HRM en Operations). Voor nadere uitwerking, zie deel 2. Een duaal studiejaar is opgebouwd uit 4 moduulperioden van gemiddeld elk tien kalenderweken. Voor elke periode behaal je een aantal credits, 15 credits per periode. Een credit staat daarbij voor een studiebelasting van (tenminste) 28 uur. Per studiejaar behaal je in totaal 60 credits (EC’s), in totaal 240 credits voor de gehele vierjarige opleiding.

Jaar 1

Moduul 1: Dit is retail

Moduul 2: Consument &

Omgeving

Moduul 3: (Instore)

Marketing

Moduul 4: Ondernemen

Persoonlijke en Professionele

Ontwikkeling 1

Persoonlijke en Professionele

Ontwikkeling 2

Persoonlijke en Professionele

Ontwikkeling 3

Persoonlijke en Professionele

Ontwikkeling 4

Competentie-ontwikkeling 1

Competentie-ontwikkeling 2

Competentie-ontwikkeling 3

Competentie-ontwikkeling 4

Voortgangstoets (VGT)

Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie (Be/Ba) Engels

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 14

2.2. Moduulstructuur en organisatie

2.2.1. De structuur en samenhang in een moduul

Binnen elke moduulperiode wordt in samenhang aandacht besteed aan:

- Een theoretische component; met name de thema-opdracht is daarin leidend. - Een zelfmanagement component (PPO): elke periode biedt mogelijkheid tot

competentieontwikkeling en vraagt aandacht en uitvoering geven aan zelfmanagement opdrachten (zie digitale leeromgeving Blackboard: PPO-course).

- Een component (management)vaardigheidstrainingen: elke periode doet beroep op een aantal vaardigheden. Daarnaast worden op Blackboard meer mogelijkheden geboden om verschillende vaardigheden te ontwikkelen.

- Daarnaast worden gedurende een periode van het jaar ondersteunende vakken

digitaal aangeboden, zoals Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie en Engels. - Voortgangstoets; elk moduul is er gelegenheid om de Voortgangstoets te maken en

te behalen. Elke moduulperiode is opgebouwd uit trainingsdagen, dagen werkend-leren en zelfstudiedagen, waarbij veelvuldig wordt geleerd en gewerkt met de digitale leeromgeving Blackboard. Het gehele jaar door werk je aan je competentie-ontwikkeling die o.a. resulteert in een competentiebeoordeling. De docent van de opleiding gaat op bedrijfsbezoek en bespreekt deze beoordeling met de bedrijfscoach. Elke trainingsdag bestaat uit een aantal herkenbare onderdelen dat hieronder worden geschetst. 2.2.2. Thema-opdrachten

De thema-opdracht is bedoeld om tot theoretische verkenning en verdieping te komen, om onderzoek te kunnen verrichten en is gericht op toepassing in de beroepspraktijk. De thema-opdracht resulteert in het maken van een beroepsproduct dat door de opleiding wordt beoordeeld. Hierbij is het belangrijk dat je regelmatig je rapport bespreekt met je bedrijfscoach. De begeleiding van de thema-opdrachten gebeurt door je docent. Het is mogelijk een gastdocent uit te nodigen om inhoudelijk het thema toe te lichten. Ook is het mogelijk dat (per groep bepaald) een excursie georganiseerd wordt. Je kunt ook bij elkaar op de werkplek gaan kijken hoe invulling aan het moduulthema gegeven wordt. Mix van Probleemgestuurd Leren en Work Based Learning: Alle activiteiten worden opgestart met een verkenningsfase. De verkenningsfase bestaat uit verschillende verkenningsactiviteiten in de vorm van artikelen, filmpjes of andere activiteiten. Het doel van deze verkenningsfase is dat de voorkennis vanuit de groep geactiveerd wordt. De verkenningsfase kan dan ook gezien worden als een inleiding van het leerproces. Door de verkenningsfase worden gezamenlijk de vragen en leerdoelen vastgesteld. Deze kunnen vervolgens, met behulp van de aangegeven literatuur, uitgewerkt worden en onderzocht worden in de praktijk. De uitwerkingen van de vragen en leerdoelen leg je vast in een rapportage. Via Blackboard vraag en geef je feedback op elkaars rapportages. Op de volgende trainingsdag wordt alle gevonden informatie terug gerapporteerd. Vervolgens start de groep actievraag 2 (en op de 3e trainingsdag actievraag

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 15

3) op. Nadat alle actievragen terug gerapporteerd zijn, wordt tot slot de thema-opdracht individueel gemaakt. Voor de juiste manier van rapporteren verwijzen we naar het document ‘Rapporteren kun je leren’ op Blackboard. In deze jaargids vind je tevens een checklist van Rapporteren in de bijlage. Begeleiding van de trainingsdagen: De begeleiding van de diverse thema-opdrachten zal door de docent van de trainingsdag gebeuren. Daarnaast is het mogelijk dat (sommige) groepen een specialist als docent uitnodigen. Eigen initiatieven hiervoor zijn welkom en kunnen in de eigen groep afgesproken worden. 2.2.3. Ervaringsronde

Elke trainingsdag komt de ervaringsronde aan bod. In de ervaringsronde worden de belangrijkste gebeurtenissen (zie ook Zelfmanagementgids) van de studenten verder uitgediept. De ervaringsronde is niet zomaar vertellen wat er de afgelopen weken gebeurd is. Een ervaringsronde is gekoppeld aan je persoonlijke ontwikkelingsdoelen, die je in je POP geformuleerd hebt en die altijd in relatie staan tot het competentieprofiel van de opleiding SB&RM. Het is van belang dat je jouw ontwikkelingspunten ook daadwerkelijk kunt benoemen. Hierbij ligt het accent vooral op de proceskant van de ervaring/gebeurtenis. De STARR methode wordt hierbij gehanteerd. Dit is een gestructureerde manier van beschrijving van een gebeurtenis. STARR is de afkorting van en staat voor: Situatie : Beschrijving van de situatie, plaats, betrokkenen, tijdstip etc. Taak : Wat was jouw taak? Wat moest je doen? Actie : Wat heb je gedaan? Wat heb je gezegd? Resultaat : Waar heeft je actie toe geleid? Reflectie : Hoe kijk je terug op actie en resultaat? Ben je hiermee tevreden? Wat

zou er een volgende keer anders of beter kunnen?

Collega-studenten en de docent kunnen vragen stellen, opmerkingen maken over de ervaringen die worden aangedragen, waardoor er reflectie mogelijk wordt op het persoonlijke ontwikkelingspunt van de betrokken student. De input van anderen helpt je om meer zicht te krijgen op je eigen functioneren.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 16

2.2.4. Zelfmanagement

Het zelfmanagementprogramma is bedoeld om je te helpen bij jouw persoonlijke en professionele ontwikkeling (PPO). Het programma Zelfmanagement staat op de digitale leeromgeving Blackboard gepubliceerd (PPO-course). Het programma biedt je handvatten om jouw Persoonlijke Ontwikkeling Plan (POP) te vullen en geeft richtlijnen voor de invulling van jouw portfolio. In elke moduulperiode wordt in samenhang met het moduulthema verwezen naar zelfmanagementopdrachten. Daarnaast worden andere instrumenten genoemd die je kunnen helpen bij jouw competentie-ontwikkeling. Het staat je vrij om daar nieuwe, voor jou belangrijke, instrumenten aan toe te voegen. Het zelfmanagementprogramma heeft een directe verbinding met jouw competentieontwikkeling en de beoordeling daarvan in de opleiding en in de praktijk. De beoordeling in de praktijk gebeurt in samenspraak met de bedrijfscoach uit jouw werkomgeving. Ook tijdens de bedrijfsbezoeken wordt hier aandacht aan besteed door de docent. De begeleiding van het zelfmanagement programma wordt door de docent gedaan. Hiervoor worden individuele gesprekken gepland maar je kunt ook zelf het initiatief nemen om een gesprek aan te vragen wanneer dit voor jou nodig is. 2.2.5. Managementvaardigheden / trainingsvaardigheden

In elke moduul wordt een aantal vaardigheidstrainingen aangeboden. Het vaardighedenprogramma bestaat uit 20 vaardighedenworkshops: 5 verplichte workshops en 15 workshops naar keuze. Jij kunt bepalen welke workshops behandeld worden tijdens het eerste studiejaar. De keuze workshops kunnen worden ingezet op verzoek van een individuele student, dan wel een verzoek vanuit de groep om een bepaalde vaardigheid (verder) te ontwikkelen. Dit verzoek kan bijvoorbeeld voortkomen uit een persoonlijke STARR, dan wel naar aanleiding van een studieopdracht op de duale werkplek. Keuze workshops kunnen ook ingezet worden door de docent wanneer deze vindt dat (een deel) van de groep toe is aan het oefenen met bepaalde vaardigheden die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van de RBS competenties. In het vaardighedenprogramma zijn diverse werkvormen opgenomen, van creatief en uitdagend tot serieus en zakelijk. Daag jezelf uit om net iets verder te gaan dan normaal, en probeer eventuele gêne aan de kant te zetten. De informatie over en het overzicht van workshops is te vinden in de PPO-course op Blackboard onder de knop ‘vaardigheden’. 2.2.6. Ondersteunende vakken

Tijdens verschillende moduulperioden worden ondersteunende vakken (Engels, BE/BA) digitaal aangeboden. Het gaat dan ook om zelfstudieprogramma’s. Afhankelijk van het programma worden door de vakdocent bijeenkomsten voor vragen georganiseerd. De planningen van deze ondersteunende colleges en toetsmogelijkheden staan op Blackboard onder de knop Engels, BE/BA en/of iStenden. Aan het eind van het eerste jaar dien je de programma’s afgerond te hebben.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 17

2.2.7. Werken met Blackboard

Gedurende het studiejaar wordt tussen de trainingsdagen door gewerkt met Blackboard, de elektronische leeromgeving. Via Blackboard zorg je voor de voortgang van je studie en jouw ontwikkelingsproces door heel regelmatig/dagelijks via Blackboard (onder andere via het Vrije Forum in Discussion Board) de nodige informatie op te halen, ideeën uit te wisselen, feedback te vragen of te geven en opdrachten uit te voeren. Blackboard wordt als digitale werkvorm ter ondersteuning ingezet maar ook als zelfstandige digitale leervorm toegepast. De werkvormen zijn:

- Via Discussion Boards kan een praktijkprobleem worden behandeld waarmee actief uitwisseling van ervaringen, STARR’s, inzichten en theorie kan plaatsvinden.

- Via presentaties van digitaal beeldmateriaal kunnen studenten

elkaar een kijkje in de keuken geven van elkaars werkplekken, elkaar hierop bevragen en feedback geven. Tijdens de trainingsdag kan hierop verder worden ingegaan.

- Via Discussion Boards kunnen tussenrapportages worden uitgewisseld en van individuele feedback en reflectie worden voorzien; verdieping kan op de trainingsdag volgen.

- Op diverse manieren kan uitwisseling van ‘best practices’ plaatsvinden.

Daarnaast wordt Blackboard ondersteunend ingezet voor:

- Verspreiding van informatie zoals: mededelingen, tussentijdse resultaten, studiemateriaal.

- Agenda’s en notulen. - Uitwisseling van rapporten/projecten. - Logboek en portfolio bestanden. - Film- en audio opname bestanden.

Blackboard wordt daarmee niet alleen meer ‘consumeren’, er wordt (ook in de toekenning van participatiepunten) net als tijdens de trainingsdagen op jouw actieve input gerekend! 2.3. Planning van de trainingsdagen / contacturen

Het duale jaar is opgedeeld in 4 perioden van elk 10 weken. Per moduulperiode van 10 weken krijg je 5 trainingsdagen (= 10 dagdelen) aangeboden. Wanneer je leslocatie extern is, wordt een deel van het programma in Leeuwarden georganiseerd en een deel op de externe locatie. De docent is eindverantwoordelijk en aanspreekpunt voor alle zaken rond je studie. Hij/zij is ook diegene die de bedrijfsbezoeken doet (tweemaal per jaar) en daarmee ook je competentie-ontwikkeling en -beoordeling bespreekt met je bedrijfscoach. Omdat in het tweede studiejaar niet alle groepen parallel lopen en om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de specifieke situaties in elke groep, dient elke groep zelf samen met de docent een planning te maken van alle activiteiten. Dit doe je tijdens de eerste

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 18

bijeenkomst. Als groep moet je een onderverdeling maken welke activiteiten het best tijdens de trainingsdag en welke via Blackboard gedaan worden. Tijdens de eerste trainingsdag wordt het gezamenlijke planningsschema ingevuld. Het schema wordt tevens op Blackboard geplaatst door de voorzitter van de eerste trainingsdag. Het is de gezamenlijke groepsverantwoordelijkheid dat alle studenten zich aan de planning en de deadlines houden. Voorbeeld 1: Indeling trainingsdag

Tijdstip Onderwerp Omschrijving 9.30 -11.00 uur Ervaringsronde

De docent bespreekt met jullie de werkervaringen die via de STARR methode op Blackboard zijn geplaatst. Enkele ervaringen worden via intervisie, collegiale consultatie, coaching of discussie nader besproken.

Koffiepauze 11.15- 12.30 Thema: theorie en praktijk worden

besproken. Opdrachten worden opgestart, besproken en afgerond. Dit alles aan de hand van door de student ingebrachte cases. Work Based Learning (WBL) Zelfmanagement in sessie 4 en 5 (elk 1,5 uur).

Opdrachten worden besproken en ervaringen uitgewisseld. De docent is hier begeleider van het leer- en groepsproces. Je presenteert, reflecteert en discussieert op je doelstellingen in het kader van het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). De docent is hier begeleider van het leer- en groepsproces.

Lunch 13.00 -14.30 Thema: theorie en praktijk worden

besproken. Opdrachten worden opgestart, besproken en afgerond.

Opdrachten worden besproken en ervaringen uitgewisseld. De docent is hier begeleider van het leer- en groepsproces.

Koffiepauze 14.45- 16.00* Thema: theorie en praktijk worden

besproken. Opdrachten worden opgestart, besproken en afgerond.

Opdrachten worden besproken en ervaringen uitgewisseld. De docent is hier begeleider van het leer- en groepsproces.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 19

2.4. Professionele houding tijdens de trainingsdag

Bij het volgen van een managementopleiding verwachten we van studenten een professionele houding tijdens de trainingsdagen. Concreet verwachten we van je:

- Dat je tijdig aanwezig bent voor de trainingsdag. - Dat je respect hebt voor je medestudenten, naar elkaar luistert en anderen laat

uitspreken. - Dat je actief deelneemt aan de trainingsdag, je bijdrage op tijd doet en je houdt aan

de afgesproken deadlines en afspraken. - Dat je actief rapporten van anderen leest en van feedback voorziet. Op deze wijze

krijgt het leerproces een toegevoegde waarde. - Dat je zo nu en dan de rol van voorzitter dan wel notulist vervult. De notulist plaatst

de notulen binnen 48 uur op Blackboard en is tevens de volgende bijeenkomst de

voorzitter. Dat betekent dat de voorzitter de agenda voor de volgende bijeenkomst minimaal 1 dag tevoren op Blackboard geplaatst heeft.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 20

3. European credits, toetsing en beoordeling

In het hoger onderwijs worden gerealiseerde studiebelasting en behaalde studiepunten voor toetsen en beoordelingen uitgedrukt in European Credits (EC’s). Credits die worden behaald via studiepunten van toetsing en beoordeling worden omgezet in een cijfer. In dit hoofdstuk wordt achtereenvolgens uitleg gegeven over de onderdelen van een moduulperiode waarop je credits krijgt toegekend, de toetsing en beoordeling, de deadlines en de herkansingen in dit studiejaar. 3.1. Studielast (European Credits) / moduultentamen

Elk studiejaar kent een studielast van 60 EC (European Credits). Eén EC staat voor 28 studiebelastinguren. In onderstaande tabel zie je om welke 4 modulen (van 10 kalenderweken) en welke 4 moduulthema’s het gaat in dit studiejaar en hoeveel EC’s je per onderwijsperiode moet behalen. Tevens wordt het totale aantal EC’s vermeld dat je in het eerste jaar kunt behalen, zie onderstaand EC-overzicht voor het 1e jaar.

Periode Activiteit Punten 1 Thema-opdracht: Dit is Retail

PPO1: Zelfmanagement & Vaardigheden Comp1: Competentie-ontwikkeling

6 EC 3 EC 3 EC

(inclusief participatie)

Subtotaal 12 EC

2 Thema-opdracht: Consument & Omgeving PPO2: Zelfmanagement & Vaardigheden Comp2: Competentie-ontwikkeling

6 EC 3 EC 3 EC

(inclusief participatie)

Subtotaal 12 EC

3 Thema-opdracht: (Instore) Marketing PPO3: Zelfmanagement & Vaardigheden Comp3: Competentie-ontwikkeling

6 EC 3 EC 3 EC

(inclusief participatie)

Subtotaal 12 EC

4 Thema-opdracht: Ondernemen PPO4: Zelfmanagement & Vaardigheden Comp4: Competentie-ontwikkeling

6 EC 3 EC 3 EC

(inclusief participatie)

Subtotaal 12 EC

1,2,3,4 Engels 3 EC 1,2,3,4 Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie 3 EC 1,2,3,4 Voortgangstoets 6 EC

Subtotaal 12 EC

TOTAAL 60 EC Tabel 3.1: EC overzicht voor het eerste studiejaar

Toelichting: In elk moduul wordt een thema-opdracht aangeboden, hiervoor kun je 6 EC behalen. Daarnaast kun je in elk moduul 3 EC behalen voor het PPO-programma (hierin worden zelfmanagement en vaardigheidstrainingen samen genomen) en 3 EC voor je competentie-ontwikkeling. Naast de modulen wordt een aantal onderdoorlopende activiteiten aangeboden. Deze gelden voor: Engels, Bedrijfseconomie (BE) & Bedrijfsadministratie (BA) en de Voortgangstoets (VGT).

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 21

3.2. Toetsing & beoordeling en herkansing

Elk ingeleverd onderdeel wordt beoordeeld door je docent dan wel een vakinhoudelijke docent. Hieronder zie je welke regels gelden rondom de toetsing & beoordeling dan wel herkansing van:

- Thema-opdracht & participatie - PPO-programma - Engels - Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie - Voortgangstoets - Competentie-ontwikkeling 3.2.1. Toetsing & beoordeling: thema-opdracht & participatie

Voor elk moduul kun je maximaal een 10 scoren voor de thema-opdracht. Hierin wordt de participatie van jou als student meegenomen. Voor de thema-opdracht geldt een wegingsfactor van 99% en de participatie telt mee voor 1%. Voor het behalen van het moduul dient een 5,5 gemiddeld behaald te worden. Voor de beoordeling van de thema-opdracht is participatie tijdens de trainingsdagen verplicht. Hieronder wordt op beide ingegaan: Kwantitatieve participatie trainingsdagen (80% norm) Participatie is een kwantitatieve eis. Je moet je participatie halen om voor een beoordeling in aanmerking te komen. Zonder participatie dus geen credits! Elk moduul heeft 5 bijeenkomsten. Deze bijeenkomsten zijn van een dermate groot belang dat je deze niet kunt missen. Bij overmacht kun je maximaal één bijeenkomst van de vijf afwezig zijn per periode. Is dit een bijeenkomst waarvan je van te voren weet dat je deze zult moeten missen dan geef je dit uiterlijk twee weken van te voren aan bij de docent onder vermelding van de reden. In geval van ziekte dien je je af te melden bij de eigen docent en/of trainer vóór de bijeenkomst en voor 11 uur bij het secretariaat 058-2441443 of [email protected]. Mis je meer dan één bijeenkomst dan loop je de credits van het moduul mis. Is er sprake van bijzondere omstandigheden dan kun je die voorleggen aan de examencommissie. Participatie via Blackboard Het cijfer voor participatie op Blackboard (voorbereiding voor de trainingsdag) komt als volgt tot stand:

1. De rapportages dienen voor de deadline op Blackboard te worden geplaatst. 2. Er dient feedback te worden gegeven op medestudenten.

Het gemiddelde van deze cijfers is het cijfer dat je krijgt voor participatie via Blackboard (voorbereiding voor de trainingsdag). Zie voor gedetailleerde informatie de uitwerking van het puntenschema in deel 2 van deze jaargids.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 22

Thema-opdracht In elk moduul wordt een thema-opdracht aangeboden; je kunt deze printen vanuit jouw Blackboardcourse. Elke periode maak je een thema-opdracht in de vorm van een rapport/beroepsproduct welke volgens het leidende thema van het moduul en de bijbehorende criteria wordt opgesteld. Elke thema-opdracht is voorzien van een beoordelingsschema; per beoordelingscriterium kun je punten halen. Het beoordelingsschema verschilt per thema-opdracht. Voor elke thema-opdracht zijn maximaal 100 punten (= een 10) te behalen; de onderverdeling en de criteria zullen per moduul kunnen verschillen. Het behaalde aantal punten laat zich vertalen naar een rapportcijfer met 1 decimaal achter de komma. Herkansing

Het inleveren van beroepsproducten is gekoppeld aan deadlines. Mocht je de deadline missen of een eerste keer een onvoldoende score behalen dan is er één herkansing mogelijk. De thema-opdracht wordt op Blackboard uiterlijk op de vrijdag van de laatste lesweek ingeleverd. In geval van een herkansing vraagt de student binnen een week na publicatie van de resultaten op Blackboard bij de docent een herkansing aan via Blackboard of e-mail. Voor de voorwaarden met betrekking tot het herkansingsbeleid kan het examenreglement geraadpleegd worden. Participatie is niet herkansbaar! 3.2.2. Toetsing & beoordeling: voortgangstoets (VGT)

In elke moduulperiode is een voortgangstoets (VGT) opgenomen. Dit is een multiple choice toets bestaande uit 150 vragen. De toets beslaat de theorie die gedurende de verschillende moduulthema’s van jaar 1 en 2 aan de orde komt. We raden je aan vanaf de start van het werken aan de thema-opdracht de literatuur uitputtend te bestuderen, zodat je de voorbereiding van de kennistoetsing daarmee voor een groot deel hebt uitgevoerd. Per studiejaar zal de norm verschillen die je moet behalen om in aanmerking te komen voor de 6 EC. De toets heeft betrekking op de concrete kennisgebieden die voortkomen uit het competentieprofiel van de opleiding, de zgn. Body of Knowlegde. De specifieke kennisgebieden, leerdoelen en richtlijnen voor de te bestuderen literatuur voor de voortgangstoets zijn gepubliceerd op iStenden en /of Blackboard in de studiewijzer Voortgangstoets. De voortgangstoets is een toetsvorm waarbij je kennisontwikkeling gedurende de eerste twee jaren van de studie gemeten wordt. De toets is een afspiegeling van het Associate degree eindniveau van de opleiding. De voortgangstoets heeft als doel om je lange termijn leren te bevorderen om je inzicht te geven in de ontwikkeling van je eigen kennisniveau. De toets bestaat uit 150 drie-keuze vragen. Per semester is een norm vastgesteld waaraan je moet voldoen om de aan de toets gekoppelde credits te behalen. Per studiejaar zijn er 4 toetsmomenten. Als eenmaal de norm voor het tweede semester van het studiejaar is gehaald, hoeft je niet meer deel te nemen aan de voortgangstoets. Het is niet mogelijk om vooruit de norm van het volgende studiejaar te behalen. In onderstaand schema is te lezen hoeveel vragen uit de toets per jaar beantwoord moeten worden, hoeveel daarvan goed moeten zijn en wat de slaagnorm is.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 23

Toets Aantal vragen

Minimaal beantwoorden

Norm Goed Fout Slaagnorm (goed –

fout)

EC

Jaar 1, sem1

150 90 55% 50 40 10 3

Jaar 1, sem2

150 90 65% 59 31 28 3

Jaar 2, sem1

150 130 55% 72 58 14 3

Jaar 2, sem2

150 130 65% 85 45 40 3

Elk moduul krijg je de gelegenheid de voortgangstoets te maken. Zodra je minimaal de norm haalt op de voortgangstoets worden de 6 EC toegekend. Op iStenden staat onder de knop Voortgangstoets de nodige informatie over de voortgangstoets, welke onderwerpen aan bod komen en welke literatuur hieraan gekoppeld is, hoe de inschrijving geregeld is en andere organisatorische zaken. Tevens staat hier de normering per jaar vermeld, de mogelijkheden wanneer je de toets kunt maken enz. Mis je de toets door afwezigheid of scoor je een onvoldoende dan zijn er in de volgende moduulperioden nieuwe momenten om de voortgangstoets alsnog te kunnen behalen. Herkansing De voortgangstoets wordt 4 keer per jaar afgenomen onder examencondities in de tentamenhal. Je hebt vier keer de kans om de norm op de voortgangstoets te halen. Je dient je hiervoor in te schrijven, zie ook deel 2 van deze jaargids en iStenden. 3.2.3. Toetsing & beoordeling: ZM-programma & vaardigheidstrainingen 1 - 4

Zelfmanagement programma & vaardigheidstrainingen Gedurende het studiejaar werk je aan je persoonlijke en professionele ontwikkeling (PPO). In je studie is daarvoor een zelfmanagementprogramma opgenomen en worden trainingen op het gebied van vaardigheidsontwikkeling aangeboden. Voor zowel zelfmanagement als de vaardigheden is een aantal criteria van belang. Wil je de score behalen van de beide onderdelen dan is naast je actieve participatie gedurende de bijeenkomsten ook van belang dat je hebt laten zien actief met de theorie en materie aan de slag te zijn gegaan. De docent stelt vast of je voldoende uitvoering hebt gegeven aan de opdrachten en of je in en rondom de bijeenkomsten voldoende actief aan de slag bent (geweest) met je leerdoel(en). Uiteindelijk gaat het er natuurlijk om dat je in de werkomgeving ook door deze studieonderdelen een effectievere leidinggevende kunt zijn. Je vraagt daarom regelmatig feedback aan je docent of je op de goede weg bent. De formele kant: De credits worden 4 keer per jaar toegekend voor zowel zelfmanagement als voor vaardigheden gecombineerd; elke moduulperiode 3 EC. Het is van belang dat je zelf zicht houdt of je bijdrage voldoende is. Je kunt periodiek feedback vragen aan de docent. Hij kan aangeven of je op de wijze waarop je met deze programmaonderdelen bezig bent de credits toegekend zult krijgen. Zonder deze credits kun je het studiejaar niet afronden! Gemiste credits kunnen al snel leiden tot studieachterstand. Houd dus zelf actief zicht op je

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 24

voortgang! Het beoordelingsschema vind je in de Zelfmanagementgids, in de PPO-course op Blackboard. Herkansing Opdrachten of het portfolio voor zelfmanagement worden ingeleverd uiterlijk op de vrijdag van de laatste lesweek van het moduul. De student kan tussentijds gebruik maken van een feedbackmogelijkheid door de docent. In overleg met de docent kan er een herkansingsdeadline gesteld worden. 3.2.4. Toetsing & beoordeling: competentieontwikkeling 1 - 4

Gedurende je studie worden kennis, vaardigheden en houdingsaspecten op diverse manieren benaderd en wordt daar scholing in gegeven. Uiteindelijk zal dat wat je daarmee doet en dat wat je laat zien op enig moment worden getoetst. Eén van de toetsmethoden voor de competenties is de competentiebeoordeling. Deze wordt in de opleiding gebruikt om in samenwerking met de bedrijfscoach vast te stellen wat het niveau is waarop en hoe de student zich op verschillende momenten ontwikkelt. Voor alle duale studenten die starten met de opleiding wordt in moduul 1 een 0-meting afgenomen en een werkplekscan. Zie voor meer informatie over de beoordeling in de PPO-gids, in de PPO-course op Blackboard. Op basis van het genoemde RBS-competentieprofiel is een beoordelingsformulier ontwikkeld. Deze tref je aan in de PPO-course op Blackboard. Per jaar is er een beoordelingsformulier beschikbaar (verdeeld naar cohort). De beoordeling wordt afgenomen eind moduul 2 en eind moduul 4. Halverwege het studiejaar moet je voldoen aan 40% van de voor dat jaar geldende competenties. De uitwerking daarvan is dat je per competentie 80% van de daaronder genoemde uitwerkingen op het vereiste niveau scoort. Het kan dus niet zo zijn dat een competentie in al zijn onderdelen onvoldoende scoort en door een andere competentie ‘gecompenseerd’ wordt. Haal je deze 40% score niet, dan ga je in overleg met je docent om vast te stellen wat de volgende stap moet zijn. Aan het einde van het studiejaar moet de student 80% van de score voor het betreffende jaar hebben behaald. Per periode kunnen 3 credits worden toegekend. De uiteindelijke toekenning van de credits is de verantwoordelijkheid van de docent. Deze zal uiteraard de competentiebeoordeling van de bedrijfscoach als één van de meest relevante basisstukken gebruiken. De docent weegt af of de ’context’ waarin de beoordeling tot stand kwam een beoordeling oplevert die overeenkomt met het beeld wat jij in de rest van je studie laat zien. Samenvattend krijg je per moduul 3 EC als je de volgende forulieren voorzien van de benodigde handtekeningen inlevert op Blackboard onder Documenten en Formulieren:

Moduul 1 : Verslaggeving bedrijfsbezoek Moduul 2 : 1e competentiebeoordeling: 40% op de norm Moduul 3 : Verslaggeving bedrijfsbezoek Moduul 4 : 2e competentiebeoordeling: 80% op de norm

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 25

Herkansing Gezien het belang van competentieontwikkeling en de rol die de werkplek daarbij inneemt binnen het duale onderwijsprogramma, is dit programma onderdeel niet herkansbaar. In het geval van een overmachtsituatie kan de student een verzoek indienen via de examencommissie van de opleiding. 3.2.5. Toetsing & beoordeling: ondersteunende vakken

Engels - zelfstudieprogramma In het eerste duale jaar is er een verplicht en ‘apart’ programma Engels beschikbaar op Blackboard. Het is een zelfstudieprogramma voor 3 EC. Zodra je de toets met een voldoende afrondt, worden de 3 EC voor Engels toegekend. De toets vindt in principe plaats tijdens de laatste trainingsdag van het moduul maar in overleg met de docent kunnen er andere afspraken gemaakt worden. Herkansing Viermaal per jaar heb je de kans om de Engelse toets te halen. Deze vindt in principe plaats tijdens de laatste trainingsdag van het moduul maar in overleg met de docent kunnen er andere afspraken gemaakt worden. Bedrijfseconomie (BE) & Bedrijfsadministratie (BA) - zelfstudieprogramma Er is een apart programma BE/BA beschikbaar op Blackboard. Het is een zelfstudieprogramma voor 3 EC. De toets bestaat uit een selectie van vraagstukken uit de verplichte literatuur. De vraagstukken zijn niet letterlijk overgenomen, maar vertonen een grote verwantschap met de te bestuderen stof en bijbehorende vraagstukken. Herkansing Per studiejaar zijn er vier gelegenheden om te bewijzen dat je voldoende kennis hebt vergaard. Iedere moduulperiode krijg je de gelegenheid een toets te maken. Zie voor de data het programma BE/BA op iStenden. Tevens bestaan er mogelijkheden om voorafgaand aan de toets een vakdocent te raadplegen. Je dient jezelf aan te melden voor de toets. Hiervoor gelden een aantal deadlines en procedures, zie wederom het programma op BE/BA op Blackboard.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 26

3.2.6. Overzicht DEADLINES

Onderstaande tabel geeft een overzicht van alle deadlines voor opdrachten per moduul. (Niet genoemd is: de voortgangstoets).

Onderdeel/opdracht Deadline Inleveren bij: Thema-opdracht Per moduul: uiterlijk vrijdag week 9

tenzij anders besproken met docent.

Ephorus* op Blackboard

PPO-opdrachten / portfolio Per moduul: uiterlijk vrijdag week 9 tenzij anders besproken met docent.

In portfolio op Blackboard

Engels Laatste toetsmoment, in overleg met docent.

In overleg met docent

Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie

Laatste toetsmoment, zie planning op iStenden.

Zie programma op iStenden

Competentie- ontwikkeling

Moduul 1: verslag bedrijfsbezoek Moduul 2: digitiaal inleveren van de competentie-beoordeling Moduul 3: verslag bedrijfsbezoek Moduul 4: digitiaal inleveren van de competentie-beoordeling

Op Blackboard onder de knop ‘Documenten en formulieren’ voorzien van de handtekening van de bedrijfscoach en student.

Tabel 3.2: Overzicht deadlines in te leveren producten

3.2.7. Credits en registratie in Progress

De credits worden na afloop van de moduulperiode ingevoerd in het registratiesysteem van Stenden Hogeschool (=Progress). Via deze registratie worden regelingen zoals cum laude en Bindend Studie Advies (BSA), maar ook je uiteindelijke diplomering geregeld. Het is van belang dat jezelf nauwkeurig in de gaten houdt of de daar geregistreerde gegevens correct zijn. Je kunt via Intranet of Blackboard zelf in Progress kijken welke credits en scores zijn toegekend en voor welke onderdelen. Zo kun jezelf je studievoortgang volgen. Op het moment dat er punten worden toegevoegd, ontvang je een email op je Stenden e-mailadres. Je bent zelf verantwoordelijk voor het controleren of de juiste credits geregistreerd staan. Bij onjuistheden of ontbrekende credits dien je zelf contact op te nemen met de docent die je deze heeft toegekend.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 27

4. Rapporteren

4.1. Eisen aan het taalgebruik

Wij verwachten een goede beheersing van de Nederlandse taal in al je werk, zowel schriftelijk als mondeling. Gebruik dus de spellingscontrole en laat schriftelijk werk voor het inleveren door anderen kritisch lezen.

Schrijf je verslag in eigen woorden. Het overnemen of kopiëren van fragmenten uit rapporten van andere studenten zonder bronvermelding is ten strengste verboden en wordt beschouwd als plagiaat ongeacht de hoeveelheid. Op plagiaat staan zware sancties (zie ook de informatie uit het studentenstatuut).

Verwerk bronnen en eventuele citaten op de juiste wijze; gebruik als norm de APA-richtlijnen, zie volgende paragraaf.

Voeg volgens APA-richtlijnen aan het eind van je rapporten een alfabetische

literatuurlijst toe. 4.2. Gebruik van bronnen

1. Schrijf in eigen bewoordingen Een schriftelijke opdracht zoals een rapport heeft de bedoeling te toetsen of je bepaalde hoeveelheid leerstof beheerst. Daarom is de student bij de uitwerking van een rapport verplicht het geleerde in eigen woorden weer te geven.

2. Bronvermelding Het is niet toegestaan de structuur en/of de inhoud van het werk van anderen geheel of gedeeltelijk over te nemen in de uitwerking zonder vermelding van de bron. De hoeveelheid geciteerde tekst mag de 5% niet overschrijden.

3. Wijze van citeren Citeren = het letterlijk aanhalen van passages uit andere publicaties met bronvermelding. Neem je passages over zonder bronvermelding en zonder aan te geven dat het om citaten gaat, dan is er sprake van ‘letterroof’ ofwel: plagiaat. Voor de consequenties van (een vorm van) plagiaat verwijzen we naar het Onderwijs Examen Regelement (OER) van de Retail Business School zoals gepubliceerd op iStenden. Hoe moet je te werk gaan bij het opnemen en verantwoorden van citaten? Enkele tips:

Wees spaarzaam met citaten. Zet citaten tussen dubbele “aanhalingstekens”. Geef weglatingen/toevoegingen aan citaten duidelijk aan. Je kunt dit doen door op

de plaats van het weggelaten gedeelte teksthaakjes met daartussen punten op te nemen: (…).

Vermeld de bron waaruit je citeert. Verwijs in de tekst direct voor of na het citaat naar de bron. Volg hierbij het APA systeem. Je plaatst verwijzing in de tekst en vermeld de gegevens volgens het boek ‘rapporteren’ in de literatuurlijst.

Zie voor de APA-richtlijnen - een uitgave van Stenden Studielandschap. http://www.stenden.com/nl/mystenden/studielandschapvhchn/Documents/APA-handleiding.pdf

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 28

4.3. Plagiaat & Ephorus

Plagiaatprotocol Neem je passages over zonder bronvermelding en/of zonder aan te geven dat het om citaten gaat, dan is er sprake van ‘letterroof’ ofwel: plagiaat. Hierbij maakt het niet uit of je plagiaat pleegt uit literatuur of uit het werk van een andere student. Ook de soms onbewuste of vanzelfsprekende vormen van plagiaat zijn niet toegestaan. Plagiaat, in welke vorm dan ook, is absoluut niet toegestaan! Stenden hogeschool heeft ten behoeve van plagiaat een protocol opgesteld. Dit protocol is gepubliceerd in de bijlage van deze jaargids. Ephorus Ter ondersteuning van dit protocol maakt de Retail Business School gebruik van het plagiaatprogramma ‘Ephorus’. Voor de consequenties van (een vorm van) plagiaat word je verwezen naar het Onderwijs Examen Regelement (OER) van de opleiding SB&RM. Alle schriftelijke toetsen (rapporten) dienen via Ephorus op Blackboard ingeleverd te worden. Op deze manier leggen we een archief aan van stukken die door alle studenten geschreven zijn. Het is ook een manier om te controleren in hoeverre rapporten door alle studenten zelf geschreven zijn. Er geldt een maximum van 5% van de totale tekst die direct geciteerd mag zijn vanuit een bron. Afhankelijk van het soort rapport kan dit naar boven of naar onderen worden afgerond. Een zelfreflectie bevat natuurlijk minder citaten dan een literatuuronderzoek. Na het verstrijken van de deadline verdwijnt ook de mogelijkheid tot digitaal inleveren. De volgende regels gelden:

Bij een groepsopdracht levert maar één van het team de opdracht digitaal in. Je kunt maar één bestand inleveren. Let goed op dat je de goede versie inlevert. Het

is toegestaan de omslag weg te laten als die in een apart bestand zit.

Het bestand mag maximaal 3 Mb groot zijn. Verwijder eventueel foto's uit de digitale versie.

Je moet een Word document inleveren. PDF documenten zijn niet toegestaan. Zorg ervoor dat op pagina 1 ten minste namen en relatienummers van alle

teamleden vermeld zijn. Alle opdrachten worden automatisch op plagiaat gecontroleerd. Vermoeden van

fraude wordt bij de examencommissie gemeld. Opdrachten die niet digitaal zijn ingeleverd, worden niet beoordeeld.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 29

5. Kwaliteit van onze opleiding

De Retail Business School staat graag in voor de kwaliteit van jouw opleiding. We willen je daarom laten weten dat jij daar veel invloed op hebt. En deze invloed is belangrijk, want zonder jouw evaluaties, ideeën, suggesties ter verbetering en bijdragen aan studenttevredenheid enquêtes hebben we onvoldoende input om ons onderwijs te verbeteren. Goed onderwijs en een goede plaats in de diverse rankings in o.a. Elsevier en de Keuzegids zijn belangrijk, omdat die zichtbaar maken hoe de opleiding gewaardeerd wordt.

De Retail Business School scoort al enige jaren stabiel zeer goed in de diverse rankings. We hebben een goede naam in de markt en dat straalt af op het diploma dat je straks behaalt. Dat betekent niet dat alles vlekkeloos loopt en dat er geen verbeterpunten meer zijn. Graag laten we je weten waar en hoe je feedback aan ons kunt geven. Allereerst zijn er natuurlijk de moduulevaluaties. We vragen je hiervoor om vier keer per jaar een online moduulevaluatie in te vullen. Hoe hoger de respons van onze studenten, hoe meer betrouwbare informatie wij hebben en hoe meer wij ook voor onze studenten kunnen betekenen. Daarnaast organiseren wij regelmatig panelgesprekken met studenten bij bijvoorbeeld nieuwe of sterk gereviseerde modulen. Wat gebeurt er met deze evaluaties? De evaluaties worden door de moduulcoördinator geanalyseerd en besproken met de docenten in het moduul. Op basis hiervan wordt een revisievoorstel gemaakt. Dit revisievoorstel gaat voor goedkeuring langs de curriculumcommissie indien het om een omvangrijke revisie gaat (bijvoorbeeld een geheel nieuwe moduulopdracht). De revisie wordt door de moduulcoördinator verwerkt in het nieuwe moduulboek. Op deze manier wordt elk moduul elk jaar opnieuw beoordeeld en worden verbeteringen doorgevoerd. De uitslagen van de moduulevaluaties worden gepubliceerd op iStenden. We kunnen ons voorstellen dat je buiten de moduulevaluaties ook mee wilt denken over de kwaliteit van ons onderwijs. Je hebt wellicht mooie tips voor ons of je loopt met een probleem rond en weet niet hoe dit aan te pakken of je hebt echt een klacht die je kenbaar wilt maken. Uiteraard bespreek je deze aspecten eerst met je docent of de moduulcoördinator. Kom je hier niet voldoende uit, of leg je het liever niet rechtstreeks aan je docent voor, dan kun je contact opnemen met de teamleiders (het management) van de Retail Business School. Dit zijn: Jaar 1 en 2 voltijd en jaar 1 duaal: Ale Nicolai ([email protected]) Jaar 2, 3 en 4 duaal: Nina Spithost ([email protected]) Jaar 3 en 4 duaal en voltijd: Wim Keijl ([email protected]) Tevens kun je jouw ervaringen met de opleiding kwijt in de studenttevredenheid-enquêtes. Zoals de NSE, de nationale studenten enquête. Deze wordt in de maand februari en maart per Stenden e-mailadres verstuurd. Deze enquêtes zijn echter anoniem en pas na maanden worden de resultaten bekend gemaakt. Wij willen jullie daarom ook graag stimuleren om

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 30

actief problemen aan de opleiding kenbaar te maken, want dan kunnen we er ook zo snel mogelijk wat aan doen! Tenslotte is het ook mogelijk om actief deel te nemen in commissies van de opleiding en zo je invloed te laten gelden. We nodigen je daarom uit om te overwegen of je een bijdrage wilt leveren aan de STURA (studentenraad) of aan de opleidingscommissie. Wil je hier meer over weten, laat dit dan weten aan Joop Bos via [email protected]. Voor alle vragen en klachten over andere zaken dan de opleiding zelf kun je in het Onderwijs Examen Regelement (OER) vinden bij wie je terecht kunt.

Kortom, de kwaliteit van jouw opleiding is voor jou en voor ons van belang, we ontvangen graag je feedback. Gaat iets niet zoals je het zou willen, laat het dan horen, heb je ideeën waardoor je opleiding nog beter wordt, laat je stem horen!

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 31

6. Cum laude & bindend studieadvies

6.1. Cum Laude

Elk jaar heeft de Retail Business School weer een aantal studenten dat met hoge cijfers de Propedeuse (jaar 1) of het einddiploma behaalt. Zij kunnen in aanmerking komen voor de Cum Laude regeling. Dan ben je geslaagd ‘met lof’ en dit wordt ook op je diploma vermeld. Je zult dan aan specifieke eisen moeten voldoen. Voor de exacte regeling Cum Laude kun je het Onderwijs Examen Regelement (OER) op iStenden raadplegen. Cum laude en herkansingen

In de cum laude regeling (cohort 2011) geldt dat je géén herkansingen gedaan mag hebben om voor cum laude in aanmerking te komen. Je mag dus niet t.b.v. cum laude een voldoende opdracht verbeteren. (Zie ook tekst Onderwijs Examenregelement). Cum laude zelf aanvragen Je kunt voor het Associate degree en voor de Bachelor maar ook specifiek alleen voor de Propedeuse (jaar 1) in aanmerking komen voor een cum laude vermelding. Hiertoe moet jezelf een aanvraag doen bij het secretariaat, nadat je eerst hebt vastgesteld of je daarvoor in aanmerking komt. 6.2. Bindend studieadvies

Stenden hogeschool hanteert hogeschoolbreed een ‘bindend studieadvies’ (BSA). Het BSA heeft betrekking op het aantal EC’s dat je in studiejaar 1 en 2 tenminste moet behalen. Het BSA heeft vooral consequenties voor het vervolg van je studie als je niet aan de voorwaarden voldoet voor een (voorwaardelijk) positief studieadvies in jaar 1. In dat geval krijg je namelijk een negatief advies mét afwijzing. Dat wil zeggen dat je niet opnieuw voor de opleiding, waarvoor je het negatieve advies hebt gekregen, aan onze hogeschool kunt inschrijven. Het studieadvies wordt uiterlijk op 31 juli van het lopende studiejaar uitgebracht. Concreet betekent dit dat:

- In jaar 1 moet je tenminste 51 EC hebben behaald om voor een voorwaardelijk positief advies in aanmerking te kunnen komen.

- In jaar 2 moet je zeker tenminste de Propedeuse hebben behaald om een negatief advies uit te kunnen sluiten.

Voor meer informatie zie het Onderwijs Examen Regelement (OER) op iStenden, hier staan ook de voorwaarden vermeld voor het verkrijgen van een positief studieadvies.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 32

7. Decanaat

Soms gaat studeren niet van een leien dakje. Je twijfelt aan je studiekeuze of komt erachter dat je bepaalde vaardigheden mist om je studie tot een succes te maken. Een training kan dan uitkomst bieden. Studie Ondersteuning HBO Leeuwarden biedt trainingen aan, die gericht zijn op het maken van een juiste studiekeuze, waarin je leert om effectiever te studeren of in verschillende situaties persoonlijk beter te functioneren. In dit hoofdstuk

vind je informatie over aanbod decanaat.

7.1. Persoonlijk gesprek

De studentendecanen kunnen je in één of meer persoonlijke gesprekken ondersteuning bieden. Wil je een persoonlijk gesprek, loop dan even langs bij iStudy, daar kun je een afspraak maken met een decaan. Daarnaast bieden we ook trainingen aan studenten met overeenkomstige vragen. Er staat een gevarieerd aanbod aan trainingen op het programma. De meeste trainingen worden een paar keer per jaar gegeven. Voor meer uitgebreide informatie over de afzonderlijke trainingen, kun je bij iStudy een folder vinden. Je kunt je hier ook aanmelden en een intakegesprek met de trainer afspreken. 7.2. Aanbod trainingen1

Je kunt bij het decanaat informatie opvragen over verschillende trainingen, zoals:

- Rouw en verliesverwerking - Assertiviteit - Bewust omgaan met vlucht- en uitstelgedrag - Effectief studeren - Omgaan met faalangst en studiestress

- Heroriëntatie studieloopbaan Algemene informatie over de trainingen Alle trainingen zijn bestemd voor studenten van de drie Leeuwarder hogescholen. De trainingen worden gegeven door een studentendecaan of psycholoog. Meer informatie over de inhoud van de training, de exacte duur, startdata, aanvangstijden en plaats worden bekend gemaakt op de iStenden en zijn bekend bij de decanen en iStudy. Voor een aantal trainingen is een minimale groepsgrootte vereist; wanneer het aantal deelnemers te gering is, zal een training worden uitgesteld. Met alle studenten die zich aanmelden voor een training, wordt vooraf een gesprek gevoerd. Aanmelden en informatie Aanmelden voor een training kan via de decaan en iStudy (Stenden). Stenden Hogeschool iStudy Tel. 058-2441 100 Email: [email protected] of [email protected]

1 Voor actuele aanbod zie iStenden, student, decanaat

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 33

7.3. Dyslexie & handicap

Dyslexie komt regelmatig voor. Als je dyslexie hebt of denkt te hebben dan wordt daar in de studie rekening mee gehouden. Daarvoor is wel van belang dat je daarvan een verklaring kunt overleggen voor in je studentdossier. Heb je die niet, of weet je niet zeker of je dyslexie hebt dan kun je dat voorleggen aan het decanaat. Zij maken dan een afspraak om je te testen en verstrekken waar noodzakelijk ook daarvoor een verklaring. Zorg ervoor dat je docent (en trainer) weten dat je dyslexie hebt zodat ze daar rekening mee kunnen houden. Voor studenten met dyslexie is een tool (‘deskbot’) beschikbaar, wat voor veel studenten in de afgelopen jaren een goed hulpmiddel blijkt te zijn geweest. Ook dyscalculie, een handicap of andere gezondheidsproblemen kunnen van invloed zijn op je studie. Zorg ook in deze gevallen dat je docent op de hoogte is zodat daar rekening mee gehouden kan worden.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 34

8. Bij wie kan ik terecht

Zoals je eerder hebt kunnen lezen in deze jaargids is je docent je eerste aanspreekpersoon voor vele persoonlijke en opleidingsgerelateerde onderwerpen. Is de docent niet in staat je vraag te beantwoorden dan kun je contact opnemen met het secretariaat van de Retail Business School. Vervolgens met de teammanager van jaar 1 en in het uiterste geval met de teammanager van duaal jaar 2, 3, 4. Hieronder staan de bereikbaarheidsgegevens:

Wie

Email en of telefoonnummers

Secretariaat RBS 058-2441443 of [email protected] Teammanager Ale Nicolai Duaal jaar 1

[email protected]

Teammanager Nina Spithost Duaal jaar 2, 3, 4

[email protected]

Teammanager Wim Keijl Duaal en voltijd jaar 3 en 4

[email protected]

iStenden voor zaken als:

- Informatie rondom de opleiding - Mededelingen - Roosters - Examencommissie - Voortgangstoets - Enz

iStudy voor zaken als:

- Inschrijving - Progress

[email protected]

Helpdesk ICT 058-2441616

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 35

Deel II Onderwijsinhoud

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 36

Klantwaarde

Strategisch

management

Decision

support

Commercieel

beheer

Personeels-

beleid

Operationeel

beheer

Retailer

Concurrentie

Consumentengedrag

Belan

geng

roep

en

Leve

rancie

rs

Polit

iek

Tech

nolo

gis

ch

DemografischEthiek

Cultu

reel

Sociaal

JuridischEconomisch

9. Onderwijsprogramma jaar 1

Na een algemene beschrijving van jaar 1, inclusief jaarperspectief en jaarthema, worden in dit deel de thema-opdrachten en de ondersteunende onderdelen / vakgebieden van jaar 1 beschreven. Deel 2 wordt afgesloten met een herhaling ‘overzicht deadlines’, gevolgd door Bijlagen. 9.1. Onderwijsprogramma jaar 1: Algemeen

Voordat we ingaan op het specifieke programma’s van alle modulen geven we allereerst een beschrijving van algemene onderwerpen betreffende het propedeusejaar. Deze onderwerpen hebben betrekking op:

het Service Trinity Model als basis voor de inhoud van het onderwijsprogramma. het jaarthema en het jaarperspectief van studiejaar 1.

Dienstverlening staat centraal De RBS leidt op voor managementfuncties in een dienstverlenende sector. Retailorganisaties zijn bij uitstek dienstverlenende organisaties die de klant centraal stellen. De RBS hanteert een bekend model, de zogenaamde Service Trinity (Lovelock, 1992) die de centrale rol van de klant weergeeft en de onderlinge samenhang van taken die uitgeoefend worden om de dienstverlening naar de klant uit te voeren. De inhoud van het onderwijsprogramma is voor een belangrijk deel ontleend aan dit model. In figuur 1 wordt dit model visueel weergegeven.

Figuur 9.1: Service Trinity Model

De kern van het model weerspiegelt de retailorganisatie waarin een drietal functiegebieden centraal staan die georganiseerd zijn rond het verlenen van diensten aan de klant: commercieel beheer, personeelsbeleid en operationeel beheer. De kernfuncties die rondom de dienstverlening aan de klant zijn georganiseerd, staan in voortdurende wisselwerking met

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 37

het strategische proces waarin het beleid voor de (middel)lange termijn wordt uitgezet en de financiële resultaten die de organisatie behaalt. De inhoud van de propedeuse onderdelen zijn allemaal te linken aan bovenstaand model. Ondersteunende disciplines in het programma zijn bijvoorbeeld Engels, informatica en recht. 9.2. Jaarperspectief & Jaarthema

In het perspectief van het eerste studiejaar wordt de basis gelegd voor de gehele studie. De nadruk ligt daarbij vanuit opleidingsperspectief op: oriëntatie, selectie en verwijzing, basisvorming, leren studeren, kennismaken met werkveld, instrumentele kennis, en elementaire theorie. In het perspectief van de student gaat het daarbij vooral om: zelfstandig worden, keuzes maken, verantwoordelijkheid dragen, sociaal vaardig worden, en contacten leggen. Vanuit werkgeversperspectief richt het eerste jaar zich op het niveau van de beginnend verkoopmedewerker. De moduulthema’s zijn voornamelijk gericht op het operationele niveau binnen de Service Trinity (Marketing, HRM en Operations). De opleiding biedt een programma dat thematisch-exemplarisch van aard is. ‘Thematisch’ wil zeggen, dat het orde schept in de schijnbare chaos van omstandigheden, gegevens en werkwijzen door ze rond bepaalde thema's te groeperen. Met exemplarisch bedoelen we, dat de thema’s als voorbeeld staan voor situaties in het toekomstige beroepsveld. Voor de thematisering van de modulen is in het 1e jaar gekozen voor het jaarthema: ondernemen kun je leren.

Periode Module Thema

1 Dit is Retail Verkennen van organisaties

2 Consument & Omgeving Attractiewaarde van de winkel/organisatie

3 (Instore) Marketing Transactiewaarde van de winkel/organisatie

4 Ondernemen Ondernemingskansen van de winkel/organisatie

Tabel 9.2: Overzicht modulen en thema’s

9.3. Studielast (European Credits) / Moduultentamen

Het eerste studiejaar kent een studielast van 60 EC (European Credits). Eén EC staat voor 28 studiebelastinguren. In het volgende schema zie je om welke vier modulen van 10 kalenderweken het gaat en hoeveel EC’s je per onderwijsperiode en tevens het totale aantal EC’s dat je in het eerste jaar kunt behalen.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 38

Periode Activiteit Punten 1 Thema-opdracht: Dit is Retail

PPO1: Zelfmanagement & Vaardigheden Comp1: Competentie-ontwikkeling

6 EC 3 EC 3 EC

(inclusief participatie)

Subtotaal 12 EC

2 Thema-opdracht: Consument & Omgeving PPO2: Zelfmanagement & Vaardigheden Comp2: Competentie-ontwikkeling

6 EC 3 EC 3 EC

(inclusief participatie)

Subtotaal 12 EC

3 Thema-opdracht: (Instore) Marketing PPO3: Zelfmanagement & Vaardigheden Comp3: Competentie-ontwikkeling

6 EC 3 EC 3 EC

(inclusief participatie)

Subtotaal 12 EC

4 Thema-opdracht: Ondernemen PPO4: Zelfmanagement & Vaardigheden Comp4: Competentie-ontwikkeling

6 EC 3 EC 3 EC

(inclusief participatie)

Subtotaal 12 EC

1,2,3,4 Engels 3 EC 1,2,3,4 Bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie 3 EC 1,2,3,4 Voortgangstoets 6 EC

Subtotaal 12 EC

TOTAAL 60 EC

Tabel 9.3: EC overzicht voor het eerste studiejaar

Toelichting: In elk moduul wordt er een thema-opdracht aangeboden, hiervoor kun je 6 EC behalen. Daarnaast kun je elk moduul 3 EC behalen voor het PPO-programma en 3 EC voor je competentie-ontwikkeling. Naast de modulen wordt een aantal onderdoorlopende activiteiten aangeboden. In de volgende hoofdstukken worden alle 4 moduulthema’s en ondersteunende vakken verder toegelicht. 9.4. Voortgangstoets

In elke moduulperiode is een voortgangstoets (VGT) opgenomen. Dit is een multiple choice toets bestaande uit 150 vragen. De toets beslaat de theorie die gedurende de verschillende moduulthema’s van jaar 1 en 2 aan de orde komt. We raden je aan vanaf de start van het werken aan de thema-opdracht de literatuur uitputtend te bestuderen, zodat je de voorbereiding van de kennistoets daarmee voor een groot deel hebt uitgevoerd. De boekenlijst is de leidraad voor de literatuur voor de Voortgangstoets. Per studiejaar zal de norm verschillen die je moet behalen om in aanmerking te komen voor de 6 EC. We verwijzen je naar IStenden voor de actuele informatie rondom de voortgangstoets.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 39

De kennisgebieden van de voortgangstoets zijn

Management & Organisatie Operationeel beheer: efficiënte goederenbeheer

Strategievorming

Operationeel beheer: logistiek

Recht

Financieel Management

Externe Marketing

Financiële administratie

Interne Marketing

Engels

Marketing Communicatie

Onderzoek

HRM/personeelsbeleid

E-Business

Elk moduul krijg je de gelegenheid de voortgangstoets te maken. Zodra je minimaal de norm haalt op de voortgangstoets worden de 6 EC toegekend. Op iStenden staat onder de knop Voortgangstoets de nodige informatie over de voortgangstoets, welke deelgebieden er per kennisgebied aan bod komen en welke literatuur hieraan gekoppeld is. Tevens staat hier de normering per jaar vermeld, de mogelijkheden wanneer je de toets kunt maken enz. Mis je de toets door afwezigheid of scoor je onvoldoende dan zijn er in de volgende moduulperioden nieuwe momenten om de voortgangstoets alsnog te kunnen behalen. Herkansing De voortgangstoets wordt 4 keer per jaar afgenomen onder examencondities in de tentamenhal. Je hebt vier keer de kans om de norm op de voortgangstoets te halen.

Inschrijven Voor de voortgangstoets die aan het eind van elk moduul wordt aangeboden zijn studenten verplicht zich in te schrijven. Inschrijving voor de toetsen geschiedt via Progress. Op het Intranet worden onder het onderwerp ‘toetsen’ mededelingen gedaan wanneer de inschrijftermijn voor de toetsen start en eindigt en wat de locatie is en tijdstippen zijn van de toetsen.

Bezwarenprocedure VGT

Als je het niet eens bent met de uitslag van de voortgangstoets of je meent dat er ten onrechte geen of te weinig credits toegekend zijn, dan kun je hiertegen bezwaar maken. Dit kan alleen schriftelijk bij de surveillanten van de voortgangstoets en de examencommissie van de opleiding SB&RM. Voor nadere informatie verwijzen we je naar het Onderwijs Examen Regelement (OER) op iStenden.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 40

10. Moduul 1: Dit is Retail

In dit hoofdstuk wordt het moduul Dit is Retail toegelicht. Eerst kun je een algemene omschrijving lezen van het moduul. Vervolgens worden de competenties en de algemene doelstellingen gegeven. Daarna wordt er ingezoemd op de doelstellingen van de thema-opdracht en de beoordeling daarvan. Tot slot komt de aanbevolen literatuur aan bod en de relatie van dit moduul met PPO. 10.1. Omschrijving moduul 1: Dit is Retail

Het moduul Dit is Retail heeft een oriënterend karakter en streeft naar het creëren van een basis op het gebied van Management en Organisatie en E-business waarop in het tweede en derde jaar doorgebouwd wordt. De fysieke plaatsing van het moduul ‘Dit is Retail’ in het duale curriculum is als volgt:

Jaar 1

Moduul 1: Dit is retail

Moduul 2: Consument &

Omgeving

Moduul 3: (Instore)

Marketing

Moduul 4: Ondernemen

Persoonlijke en Professionele

Ontwikkeling 1

Persoonlijke en Professionele

Ontwikkeling 2

Persoonlijke en Professionele

Ontwikkeling 3

Persoonlijke en Professionele

Ontwikkeling 4

Competentie-ontwikkeling 1

Competentie-ontwikkeling 2

Competentie-ontwikkeling 3

Competentie-ontwikkeling 4

Voortgangstoets

Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie Engels

Relevantie voor het beroep Succesvolle ondernemers en retailmanagers moeten in staat zijn de activiteiten van een organisatie die waardescheppend zijn en de factoren die dit beïnvloeden te analyseren. Inzicht in de strategisch relevante activiteiten creëert inzicht in potentiële bronnen van differentiatie, waardoor een concurrentievoordeel behaald kan worden. Om dit te bereiken is inzicht in en kennis van de retailbranche noodzakelijk. De primaire aandachtsgebieden hierin zijn de ontwikkelingen in de detailhandel en het MKB, de indeling van de detailhandel, ondernemerschap, de winkelformule, de waardeketen (value chain), winkelconcept, de retailmarkt en belangenorganisatie.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 41

10.2. Competenties moduul 1: Dit is Retail

Het competentieprofiel van de opleiding SB&RM van Stenden bevat 12 competenties, geordend in drie clusters namelijk: taakgerichte (inhoudelijke), interpersoonlijke (sociale) en intrapersoonlijke (persoonlijke) competenties. Voor de uitgebreide beschrijving van de competenties zie RBS competentieboekje.

Competenties RBS competentieprofiel

Hoe?

2. Ondernemen

De duale student analyseert het retailconcept en de organisatie van het bedrijf waar zij werkzaam zijn. Vervolgens beschrijft hij/ zij in welk gedeelte van de branche zij opereren en welke omgevingsfactoren er van invloed zijn op hun organisatie.

3. Plannen, Organiseren en Beheren

Aan de hand van het conceptueel model ‘De Value Chain’ wordt door de duale student(de eigen organisatie) een analyse uitgevoerd. Door middel van het schrijven van een adviesrapport laat de duale student zien inzicht te hebben in de waardescheppende activiteiten.

5. Informeren en adviseren

De duale student vertaalt de analyse/ het interne onderzoek, in het adviesrapport, in kansen voor de organisatie om meerwaarde te realiseren, dan wel kosten te besparen. Deze adviezen worden in het rapport onderbouwd mede aan de hand van een extern onderzoek.

6. Communiceren Voor de duale student is mondelinge communicatie de backbone tijdens de lesdagen, de student laat hier zien non-verbale communicatie en mondeling ideeën en informatie op effectieve wijze te delen. Daarnaast wordt in het vaardigheden programma invulling gegeven aan de schriftelijke communicatie op het gebied van het schrijven van een rapport.

7. Samenwerken

Voor het onderzoek is samenwerking in en tussen groepsgenoten noodzakelijk voor het leveren van prestaties. De samenwerking vindt plaats tijdens PBL/WBL sessies maar ook in het kader van de moduulopdracht, waar een gedeelte van de opdracht samenwerking vereist met een of meerdere medestudenten.

8. Leervermogen In de eerste periode wordt er tijdens PBL/WBL-sessies aandacht besteedt aan het verkrijgen van PBL-vaardigheden. Daarnaast wordt in dit moduul een start gemaakt met het leren geven en ontvangen van feedback.

9. Resultaatgerichtheid De student wordt gestimuleerd door afspraken en deadlines binnen de groep om volhardend, gestructureerd en conform afspraken te werken.

10. Analyseren en Synthetiseren

Door de methodische aanpak van het moduul en de moduulinhoud wordt gewerkt naar een voorafgesteld eindresultaat (de probleemstelling van het onderzoek).

11. Waardengeoriënteerd handelen

Maatschappelijk verantwoord handelen wordt vakinhoudelijk aangeboden geïntegreerd in de thema-opdracht.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 42

10.3. Doelstellingen thema-opdracht 1: Dit is Retail

1. De student voert een deskresearch uit naar de retailbranche en de ontwikkelingen en de trends binnen deze branche.

2. De student analyseert retailorganisaties aan de hand van de value chain, concept, format en formule.

3. De student beschrijft de activiteiten en factoren die een rol spelen bij het creëren van meerwaarde (marge) voor een organisatie.

4. De student identificeert en beschrijft de missie, visie en strategie van een retailorganisatie.

5. De student vergelijkt organisaties aan de hand van interne en externe analyse. 6. De student formuleert onderbouwde conclusies en aanbevelingen ter verbetering van

de kwaliteit, kostenbeheersing of klanttevredenheid vanuit het Value Chain principe. 7. De student demonstreert de vaardigheid om complexe situaties analytisch te

benaderen door middel van diverse creatieve en probleemoplossende technieken.

8. De student toont aan verbaal en non-verbaal op effectieve wijze te communiceren. 9. De student toont aan verantwoordelijkheid te nemen/ te dragen voor de eigen- en

groepsprestaties. 10. De student stelt een duidelijk en gestructureerd adviesrapport op.

10.4. Beschrijving en beoordeling thema-opdracht 1: Dit is Retail

In het moduul ‘Dit is Retail’ wordt aandacht besteed aan de oriëntatie op het gebied van Small Business en Retail Management. Het primaire doel is het uitbereiden van de vakkennis en terminologie op het gebied van Retail. Aan de hand van de Value Chain van Porter en de omgevingsanalyse wordt de eigen retailorganisatie geanalyseerd. Hierna wordt er in groepsverband door onderlinge vergelijking gekeken naar de positionering van de organisatie(s) in de retailbranche, en de maatschappelijke factoren die deze positie beïnvloeden. Op deze wijze wordt er kennis gemaakt met het vakgebied van SBRM en in het kort alle onderdelen van het Service Trinity Model. Het eindproduct is een adviesrapport voor de eigen organisatie. Beoordeling Het beoordelingsschema bijgevoegd aan de thema-opdracht op Blackboard. Let op: voor het behalen van de 6 EC voor de thema-opdracht dien je ook te voldoen aan de participatie-eisen. Zie hiervoor hoofdstuk 14.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 43

10.5. Literatuur: Dit is Retail

Basis bronnen / literatuur (boeken) ISBN Beschik-

baar Code SLS

Hunsaker, P. L. (2010). Managementvaardigheden (3e

druk ed.). Amsterdam: Pearson Education Benelux.

978-90-430-1853-1

BL & BI 366.4 HUNS

Kind van der, R., Quix, F.(2008). Retailmarketing (4e druk),

Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.

978-90-01-70985-3

BL & BI 372.6 KIND

Kotler, P. et al. (2010). Principles of Marketing(5th

edition), Harlow: Pearson Education.

978-02-73-72064-5

BL & BI 369.1 KOTL

Marcus, J., Dam van, N. (2009). Organisatie en

Management – Een praktijkgerichte benadering van (6e

druk), Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.

978-90-01- 7665-8

BL & BI 366.1 DAM

Internet bronnen

Belangenvereniging Thuiswinkel.org. (2011).

Thuiswinkel waarborg; Daar kun je mee

thuiskopen. Opgeroepen op 07/06/2011, van

http://www.thuiswinkel.org/cms/showpage.aspx

n.v.t. WWW n.v.t.

Centraal Bureau voor de Statistiek. (2011),

Homepage CBS; Centraal Bureau voor de

Statistiek. Opgeroepen op 07/06/2011, van

http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/home/default.htm

n.v.t. WWW n.v.t.

Hoofdbedrijfschap Detailhandel. (2009).

Homepage Hoofdbedrijfschap Detailhandel.

Opgeroepen op 07/06/2011, van

http://www.hbd.nl/pages/1/Homepage.html

n.v.t. WWW n.v.t.

Retailnews. (2011). Retailnews.nl; Dagelijks nieuws voor professionals in de retail. Opgeroepen op 07/06/2011, van http://www.retailnews.nl/

n.v.t. WWW n.v.t.

Rabobank. (2011). Homepage Rabobank. Opgeroepen op 11/06/2011, van http://www.rabobank.nl

n.v.t. WWW n.v.t.

Kamer van Koophandel. (nd). Homepage Kamer van Koophandel. Opgeroepen op 11/06/2011, van http://www.kvk.nl/

n.v.t. WWW n.v.t.

123management. (2010). Managementmodellen, theoriën en concepten. Opgeroepen op 11/06/2011, van http://www.123management/

n.v.t. WWW n.v.t.

Carrieretijger. (2011). Informatie over beroepen en opleidingen op hbo-niveau, succesvol functioneren en carrière maken. Opgeroepen op 11/06/2011, van http://www.carieretijger.nl/

n.v.t. WWW n.v.t.

Onderzoek Retail2020– re’stucture (2010). Opgeroepen op 11/06/2011 van http://www.vbonijmegen.nl/VBO/wp-content/uploads/Rapport-Retail2020.pdf

n.v.t. WWW n.v.t.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 44

Actuele artikelen en publicaties

Ferwerda, R. (2006), Rapporteren kun je leren, een handleiding voor het schrijven van onderzoeksrapporten, Leeuwarden: Stenden hogeschool

n.v.t. Reader via Blackboard

n.v.t.

Zie voor de actuele boekenlijst op http://www.studystore.nl/webshop/

BL = Op verplichte boekenlijst SB & RM BI = Beschikbaar in Stenden Bibliotheek WWW= download internet

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 45

10.6. Relatie met PPO (zelfmanagement & vaardigheden)

In deze periode is een relatie met het PPO programma: zelfmanagement en vaardigheden voor tenminste de volgende gebieden:

- Schriftelijke communicatie vaardigheden - Mondelinge communicatie vaardigheden - Samenwerken - Leren geven & ontvangen van feedback - ICT vaardigheden - Presenteren

Figuur 10. Illustratie bij moduul 1

Eerste kans voor de toets: VGT Engels BE/BA

Inleveren eerste portfolio! Competenties: O-meting zelf invullen en laten invullen door je bedrijfscoach! Digitaal inleveren

verslag bedrijfsbezoek en werkplekscan.

Be

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 46

11. Moduul 2: Consument & Omgeving

In dit hoofdstuk wordt het moduul Consument & Omgeving toegelicht. Eerst kun je een algemene omschrijving lezen van het moduul. Vervolgens worden de competenties en de algemene doelstellingen gegeven. Daarna wordt er ingezoemd op de doelstellingen van de thema-opdracht en de beoordeling daarvan. Tot slot komt de aanbevolen literatuur aan bod en de relatie van dit moduul met PPO. 11.1. Omschrijving moduul 2: Consument & Omgeving

Het oriënterende karakter richt zich in dit moduul zowel op het werkgebied van marketing management en analyseren en genereren van informatie, als op het gebied van effectief studeren en actief ontwikkelen van de (individuele) student binnen het RBS onderwijsprogramma. In het moduul Consument en Omgeving wordt aandacht besteed aan het retail concept in zijn omgeving, waarbij de student kennis maakt met de factoren die de attractiewaarde van de organisatie beïnvloeden dan wel de bepaling van de doelgroep, segmentatie en het consumentengedrag van deze doelgroep. Het primaire doel is om de student inzicht te geven in deze factoren en hoe en in welke mate een organisatie invloed kan uitoefenen op de omgeving en de consument. De fysieke plaatsing van het moduul ‘Dit is Retail’ in het duale curriculum is als volgt:

Jaar 1

Moduul 1: Dit is retail

Moduul 2: Consument &

Omgeving

Moduul 3: (Instore)

Marketing

Moduul 4: Ondernemen

Persoonlijke en Professionele

Ontwikkeling 1

Persoonlijke en Professionele

Ontwikkeling 2

Persoonlijke en Professionele

Ontwikkeling 3

Persoonlijke en Professionele

Ontwikkeling 4

Competentie-ontwikkeling 1

Competentie-ontwikkeling 2

Competentie-ontwikkeling 3

Competentie-ontwikkeling 4

Voortgangstoets

Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie Engels

Relevantie voor het beroep Succesvolle ondernemers en retailmanagers kennen de voorkeuren van hun klanten en kunnen op basis van die kennis in belangrijke mate het gedrag van die klant of klantgroepen herkennen maar ook beïnvloeden. Op basis van die bekende voorkeuren worden strategische en tactische keuzes gemaakt die het (retail)concept attractief maken. Hierdoor kan concurrentievoordeel behaald worden. Om dit te bereiken is inzicht in en kennis van de omgeving en factoren die de attractiewaarde beïnvloeden, doelgroepen en concurrentiepositie nodig. De primaire aandachtsgebieden in dit moduul zijn de ontwikkelingen in het consumentengedrag en de (fysieke) omgeving van de organisatie, segmentatie, positionering, promotie, plaats, het verzorgingsgebied en de opkomstindex.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 47

11.2. Competenties moduul 2: Consument & Omgeving

Het competentieprofiel van de opleiding SB&RM van Stenden bevat 12 competenties, geordend in drie clusters namelijk: taakgerichte (inhoudelijke), interpersoonlijke (sociale) en intrapersoonlijke (persoonlijke) competenties. Voor de uitgebreide beschrijving van de competenties zie RBS competentieboekje.

Competenties RBS competentieprofiel

Hoe?

1. Commercialiteit De student onderzoekt in dit moduul consumentengedrag en klanttypologieën. Daarnaast ontwikkelt de student door middel van onderzoek in zicht in de attractiviteit van de eigen organisatie, door de diverse factoren in kaart te brengen. Ook creëert de student inzicht in het belang van de diverse factoren voor de attractiviteit en dus commercialiteit van een organisatie.

2. Ondernemen De student genereert door het onderzoek naar de attractiviteit van een organisatie inzicht in de omgevingsaspecten die de attractiviteit beïnvloeden. En de studenten genereren kennis van en inzicht in de factoren die de bedrijfsomgeving bepalen. Doordat de student de attractiviteit van de eigen organisatie evalueert en de relevantie/onderbouwing van de evaluatie uitkomsten opneemt in het verslag, leert de student de diverse factoren/ invloeden te beoordelen op hun relevantie. Daarnaast voert de student in dit moduul een klantenonderzoek uit.

5. Informeren & Adviseren

De student voert tijdens dit moduul een onderzoek uit, zowel gericht op het verwerven van kennis als een toegepast onderzoek op voor de eigen organisatie. De student kan de factoren onderbouwd inschatten op relevantie en weet de gemaakte keuzes te onderbouwen.

6. Communiceren De student verwoordt ideeën en informatie op een wijze dat dit duidelijk overkomt bij anderen. De student weet ditzelfde te bewerkstelligen in zijn evaluatierapport. Daarnaast vindt er een toelichting en verdediging van het evaluatierapport plaats.

7. Samenwerken Er wordt in PBL/WBL samengewerkt. De samenwerking richt zich primair op intervisie en feedback aan de groepsleden onderling.

8. Leervermogen De student vertoont betrokkenheid en flexibiliteit in de samenwerking en draagt actief bij aan de prestaties in PBL/WBL. De student ziet kwalitatieve feedback op het (eigen) leerproces als middel om in de toekomst succesvoller te kunnen functioneren en past dit toe.

10. Analyseren & Synthetiseren

Door de methodische aanpak van het moduul en de moduulinhoud wordt gewerkt naar een voorafgesteld eindresultaat (de probleemstelling van het onderzoek). De student maakt zich onderzoeksvaardigheden, en vergader- en presentatievaardigheden eigen en weet deze vaardigheden optimaal in te zetten. De toepassing van deze vaardigheden vindt plaats in het evaluatierapport en de presentatie en verdediging van de rapport resultaten.

11. Waarden georiënteerd handelen

Het waarden georiënteerd handelen uit zich tijdens dit moduul in het analyseren van consumentengedrag, veroorzaakt door maatschappelijke factoren en de conceptuele reactie hierop door de retailorganisatie. Daarnaast wordt duurzaamheid (onderdeel van Maatschappelijk verantwoord handelen) expliciet als aspect/ attribuut genoemd wordt in de opdracht.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 48

11.3. Doelstellingen thema-opdracht 2: Consument & Omgeving

1. De student voert een deskresearch en fieldresearch uit naar de factoren die bepalend zijn voor de attractiviteit van een (specifieke) organisatie in zijn omgeving.

2. De student analyseert de factoren van de omgeving die een (specifieke) organisatie beïnvloeden.

3. De student identificeert de klant en klanttypologieën aan de hand van diverse kenmerken en kan voor de eigen of toegewezen organisatie aangeven wie de doelgroep is.

4. De student identificeert en beschrijft het consumentengedrag in relatie tot de attractiviteit van een retailorganisatie.

5. De student schetst de omvang en de kenmerken van het verzorgingsgebied van een (specifieke) organisatie.

6. De student analyseert de attractiviteit van een specifieke retailorganisatie aan de hand van de retailmix variabelen.

7. De student evalueert de gegevens uit het onderzoek en de diverse analyses in relatie tot de toegewezen of eigen organisatie en de omgeving.

8. De student beoordeelt aan de hand van de diverse analyses en uitkomsten de attractiewaarde (kwalitatief en kwantitatief) voor de gegeven/eigen organisatie.

9. De student demonstreert de vaardigheid om complexe situaties analytisch te benaderen door middel van diverse creatieve en probleemoplossende technieken.

10. De student toont aan verbaal en non-verbaal op effectieve wijze te communiceren. 11. De student toont aan verantwoordelijkheid te nemen/ te dragen voor de eigen- en

groepsprestaties. 12. De student stelt een duidelijk en gestructureerd evaluatierapport op.

11.4. Beschrijving en beoordeling thema-opdracht 2: Consument & Omgeving

De opdracht richt zich op het evalueren van de attractiviteit van de eigen organisatie in een concrete omgeving, waarbij de attractiewaarde zowel in kwalitatief als in kwantitatief opzicht beoordeeld wordt. Er wordt gewerkt aan een adviesrapport, waarin de student onderzoekt welke aspecten de attractiviteit van een organisatie vormen/beïnvloeden. De student maakt op deze wijze kennis met externe (en in mindere mate interne) analyse van een organisatie vanuit het oogpunt van attractiviteit. Beoordeling Het beoordelingsschema bijgevoegd aan de thema-opdracht op Blackboard. Let op: voor het behalen van de 6 EC voor de thema-opdracht dien je ook te voldoen aan de participatie-eisen. Zie hiervoor hoofdstuk 14.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 49

11.5. Literatuur: Consument & Omgeving

Basis bronnen / literatuur (boeken) ISBN Beschik-baar

Code SLS

Hunsaker, P. L. (2010). Managementvaardigheden (3e

druk ed.). Amsterdam: Pearson Education Benelux.

978-90-43-01853-1

BL & BI

366.4 HUNS

Kind van der, R., Quix, F.(2008). Retailmarketing (4e druk),

Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.

978-90-01-70985-3

BL & BI

372.6 KIND

Kotler, P. et al. (2010). Principles of Marketing(5th

edition), Harlow: Pearson Education.

978-02-73-72064-5

BL & BI

369.1 KOTL

Levy, L., Weitz, B.A. (2009). Retailing Management(8th

edition), Boston: McGraw-Hill Irwin.

978-00-71-22098-9

BL & BI

372.6 LEVY

Marcus, J., Dam van, N. (2009). Organisatie en

Management – Een praktijkgerichte benadering van (6e

druk), Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.

978-90-01- 7665-8

BL & BI

366.1 DAM

Internet bronnen

Bedrijfspand.com. (n.d.). Vastgoedbegrippen A-locaties.

Opgeroepen op 6 juli 2011, van Bedrijfspand.com; de

gratis portal voor bedrijfsonroerendgoed.:

http://www.bedrijfspand.com/vastgoed-begrip/a-

locatie/

NVT WWW NVT

Centraal Bureau voor de Statistiek. (2011), Homepage

CBS; Centraal Bureau voor de Statistiek. Opgeroepen op

07/06/2011, van http://www.cbs.nl/nl-

NL/menu/home/default.htm

NVT WWW NVT

Hoofdbedrijfschap Detailhandel. (2009). Homepage

Hoofdbedrijfschap Detailhandel. Opgeroepen op

07/06/2011, van

http://www.hbd.nl/pages/1/Homepage.html

NVT WWW NVT

MKB Nederland. (2008-2011). MKB Nederland.

Opgeroepen op 6 juli 2011, van MKB Nederland:

http://www.mkb.nl/

NVT WWW NVT

Reiling, M. (n.d.). Geoclopedie - Economie - Christaller.

Opgeroepen op 6 juli 2011, van Geoclopedie:

http://www.geoclopedie.nl/Rest/economie/Economie-

Christaller.htm

NVT WWW NVT

Rosenberg, M. (sd). Reilly's Law of Retail Gravitation.

Opgeroepen op juli 6, 2011, van About.com Geography (A

part of The New York Times Company):

http://geography.about.com/cs/citiesurbangeo/a/aa041

403a.htm

NVT WWW NVT

Actuele artikelen en publicaties

Ferwerda, R. (2006), Rapporteren kun je leren, een handleiding voor het schrijven van onderzoeksrapporten, Leeuwarden: Stenden hogeschool

n.v.t. Reader via Blackboard

n.v.t.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 50

Zie voor de actuele boekenlijst op http://www.studystore.nl/webshop/ BL = Op verplichte boekenlijst SB & RM BI = Beschikbaar in Stenden Bibliotheek WWW= download internet 11.6. Relatie met PPO (zelfmanagement & vaardigheden)

In deze periode is een relatie met het PPO programma: zelfmanagement en vaardigheden voor tenminste de volgende gebieden:

- Schriftelijke communicatie vaardigheden - Mondelinge communicatie vaardigheden - Samenwerken - Leren geven & ontvangen van feedback - ICT vaardigheden - Presenteren

- Overige vaardigheden naar keuze in te vullen.

Figuur 11. Illustratie bij moduul 2

VGT: 2e kans, heb ik ‘m gehaald? Engels: 2e kans, heb ik ‘m gehaald? BE/BA: 2e kans, heb ik ‘m gehaald?

Competenties: 40% op de norm, digitaal inleveren 2e competentie-

beoordeling!! Portfolio: uitvoeren Plan van Aanpak!

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 51

12. Moduul 3: (Instore) Marketing

In dit hoofdstuk wordt het moduul (Instore) Marketing toegelicht. Eerst kun je een algemene omschrijving lezen van het moduul. Vervolgens worden de competenties en de algemene doelstellingen gegeven. Daarna wordt er ingezoemd op de doelstellingen van de thema-opdracht en de beoordeling daarvan. Tot slot komt de aanbevolen literatuur aan bod en de relatie van dit moduul met PPO. 12.1. Omschrijving moduul 3: (Instore) Marketing

Het oriënterende karakter richt zich in dit moduul zowel op het werkgebied van marketing management en analyseren en genereren van informatie, als op het gebied van effectief studeren en actief ontwikkelen van de (individuele) student binnen het RBS onderwijsprogramma. In het moduul (Instore) Marketing wordt aandacht besteed aan de transformatie van bezoeker naar tevreden klant. Het primaire doel is om de student inzicht te geven in de interne factoren die hierop van invloed zijn. De fysieke plaatsing van het moduul ‘(Instore) Marketing’ in het duale curriculum is als volgt:

Jaar 1

Moduul 1: Dit is retail

Moduul 2: Consument &

Omgeving

Moduul 3: (Instore)

Marketing

Moduul 4: Ondernemen

Persoonlijke en Professionele

Ontwikkeling 1

Persoonlijke en Professionele

Ontwikkeling 2

Persoonlijke en Professionele

Ontwikkeling 3

Persoonlijke en Professionele

Ontwikkeling 4

Competentie-ontwikkeling 1

Competentie-ontwikkeling 2

Competentie-ontwikkeling 3

Competentie-ontwikkeling 4

Voortgangstoets

Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie Engels

Relevantie voor het beroep Succesvolle ondernemers en retailmanagers dienen in staat te zijn de factoren die van invloed zijn op de klanttevredenheid en klantenbinding te analyseren en beïnvloeden. Inzicht in de relevante interne factoren op het gebied van winkelpresentatie, (Instore) Marketing, identiteit en imago, deskundigheid en klantgerichtheid van het personeel, fysieke distributie, CRM, creëert inzicht in bronnen van waardevermeerdeing (marge) van een organisatie.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 52

12.2. Competenties moduul 3: (Instore) Marketing

Het competentieprofiel van de opleiding SB&RM van Stenden bevat 12 competenties, geordend in drie clusters namelijk: taakgerichte (inhoudelijke), interpersoonlijke (sociale) en intrapersoonlijke (persoonlijke) competenties. Voor de uitgebreide beschrijving van de competenties zie RBS competentieboekje.

Competenties RBS competentieprofiel

Hoe?

1. Commercialiteit De student maakt gebruik van het winkelconcept van de eigen organisatie. De student is in staat de winstgevendheid van het assortiment te berekenen. Daarnaast analyseert de student de overige instore marketing elementen

2. Ondernemen De student analyseert de instore marketing elementen en doet aanbevelingen ter verbetering.

3.Plannen, Organiseren en beheren

Inhoudelijk wordt er dit moduul aandacht besteed aan de operationalisering van formule, concept en identiteit (winkelinrichting, winkel lay-out, merchandising, design, personeel) met als doel de transformatie van bezoeker naar klant (klanttevredenheid vergroten).

5. Informeren & Adviseren

De student voert tijdens dit moduul een onderzoek uit, zowel gericht op het verwerven van kennis als een toegepast onderzoek op de eigen retailconcept. De student kan de factoren onderbouwd inschatten op relevantie en weet de gemaakte keuzes te onderbouwen. Op het gebied van financieel management staat de assortimentsanalyse centraal, waarbij de student diverse analyse technieken leert toepassen in een concrete situatie.

6. Communiceren De student verwoordt ideeën en informatie op een wijze dat dit duidelijk overkomt bij anderen. De student weet ditzelfde te bewerkstelligen in zijn projectverslag. Een vaardigheden aspect dat aan de moduulthematiek gekoppeld kan worden is verkoopgesprekken/-technieken.

7. Samenwerken Er wordt samengewerkt door middel van PBL/WBL. De samenwerking binnen richt zich primair op intervisie en feedback aan de groepsleden onderling.

8. Leervermogen De student vertoont betrokkenheid en flexibiliteit in de samenwerking en draagt actief bij aan de prestaties in PBL/WBL. De student ziet kwalitatieve feedback op het (eigen) leerproces als middel om in de toekomst succesvoller te kunnen functioneren en past dit toe.

9. Resultaat gerichtheid De student wordt gestimuleerd door afspraken en deadlines binnen de groep om volhardend, gestructureerd en conform afspraken te werken. Daarnaast hebben de studenten een stimulerende en signalerende taak op deze gebieden naar elkaar binnen de projectgroep en de PBL/WBL groep.

10. Analyseren & Synthetiseren

Er wordt door de methodische aanpak van het moduul en de moduulinhoud gewerkt naar een voorafgesteld eindresultaat (de probleemstelling van het onderzoek). De student maakt zich onderzoeksvaardigheden, en vergader- en presentatievaardigheden eigen en weet deze vaardigheden optimaal in te zetten

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 53

12.3. Doelstellingen thema-opdracht 3: (Instore) Marketing

1. De student analyseert het begrip transactiewaarde en de factoren die van invloed zijn op de transactiewaarde.

2. De student analyseert de eigen organisatie aan de hand van de factoren die van invloed zijn op de transactiewaarde.

3. De student formuleert onderbouwde conclusies en aanbevelingen ter verbetering van de transactiewaarde met al doel meer omzet te generen, het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening en het boeien en binden van klanten.

4. De student voert deskresearch om het personeelmanagement, de instore promotie/communicatie, fysieke distributie en klantenbinding te beschrijven in relatie tot de transactiewaarde van de organisatie.

5. De student is in staat om het assortiment van de eigen organisatie te analyseren. 6. De student heeft inzicht in de trends en nieuwste ontwikkelingen op het gebied van

(instore) marketing. 7. De student demonstreert de vaardigheid om complexe situaties analytisch te

benaderen door middel van diverse creatieve en probleemoplossende technieken.

8. De student toont aan verbaal en non-verbaal op effectieve wijze te communiceren. 9. De student toont aan verantwoordelijkheid te nemen/ te dragen voor de eigen

prestaties. 10. De student stelt een duidelijk en gestructureerd adviesrapport op.

12.4. Beschrijving en beoordeling thema-opdracht 3: (Instore) Marketing

De opdracht richt zich op het evalueren van de transactiewaarde van de eigen organisatie, waarbij de transactiewaarde zowel in kwalitatief als in kwantitatief opzicht beoordeeld wordt. Er wordt gewerkt aan een evaluatierapport, waarin de student onderzoekt welke aspecten de transactiewaarde van een organisatie vormen/beïnvloeden. Beoordeling Het beoordelingsschema bijgevoegd aan de thema-opdracht op Blackboard. Let op: voor het behalen van de 6 EC voor de thema-opdracht dien je ook te voldoen aan de participatie-eisen. Zie hiervoor hoofdstuk 14.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 54

12.5. Literatuur: (Instore) Marketing

Basis bronnen / literatuur (boeken) ISBN Beschik-

baar Code SLS

Boer de, P. Brouwers, M.P., Koetsier, W. (2008). Basis boek Bedrijfseconomie, (8e druk), Groningen: Wolters-Noordhoff.

978-90-01-70243-4

BI & BV 360.6 BOER

Heezen, A.W.W (2011). Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie en bedrijfsadministratie. (3e druk), Groningen: Noordhoff Uitgevers.

978-90-01-79771-3

BI & BD 360.6 HEEZ

Hunsaker, P.L., Bergh, van den R., Brouwer, D., Minnen, van R. (2010), Managementvaardigheden (3e druk), Amsterdam: Pearson Education.

978-90-430-1853-1

BI & BL 366.4 HUNS

Kind van der, R., Quix, F.(2008). Retailmarketing (4e druk),

Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.

978-90-01-70985-3

BI & BL

372.6 KIND

Klerks- van de Nouland, C.A.M. (2004). Introductie

Bedrijfsadministratie(3e druk), Groningen: Wolters-

Noordhoff

90-01-47204-4

BI & BV 368.5 KLER

Kotler, P. et al. (2010). Principles of Marketing(5th

edition), Harlow: Pearson Education.

978-02-73-72064-5

BI & BL

369.1 KOTL

Marcus, J., Dam van, N. (2009). Organisatie en

Management – Een praktijkgerichte benadering van (6e

druk), Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.

978-90-01- 7665-8

BI & BL

366.1 DAM

Actuele artikelen en publicaties

Ferwerda, R. (2006), Rapporteren kun je leren, een handleiding voor het schrijven van onderzoeksrapporten, Leeuwarden: Stenden hogeschool

n.v.t. Reader via Blackboard

n.v.t.

Zie voor de actuele boekenlijst op http://www.studystore.nl/webshop/ BL = Op verplichte boekenlijst SB & RM BI = Beschikbaar in Stenden Bibliotheek WWW= download internet

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 55

12.6. Relatie met PPO (zelfmanagement & vaardigheden)

In deze periode is een relatie met het PPO programma: zelfmanagement en vaardigheden voor tenminste de volgende gebieden:

- Schriftelijke communicatie vaardigheden - Mondelinge communicatie vaardigheden - Samenwerken - Leren geven & ontvangen van feedback - ICT vaardigheden - Presenteren

Figuur 12. Illustratie bij moduul 3

VGT: gehaald/niet gehaald? Check! Engels: gehaald/niet gehaald? Check! BE/BA: gehaald/niet gehaald? Check!

Reflectie competenties: Check! Digitaal inleveren verslag bedrijfsbezoek:

Check! Portfolio: POP & PvA maken: Check!

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 56

13. Moduul 4: Ondernemen

In dit hoofdstuk wordt het moduul Ondernemen toegelicht. Eerst kun je een algemene omschrijving lezen van het moduul. Vervolgens worden de competenties en de algemene doelstellingen gegeven. Daarna wordt er ingezoemd op de doelstellingen van de thema-opdracht en de beoordeling daarvan. Tot slot komt de aanbevolen literatuur aan bod en de relatie van dit moduul met PPO. 13.1. Omschrijving moduul 4: Ondernemen

Het karakter van dit moduul richt zich op de afronding van jaar 1 door zowel het samenbrengen van alle opgedane kennis en vaardigheden in de toepassing en synthetisering in de thema-opdracht. De student brengt de ondernemingskansen van de eigen organisatie in kaart door middel van een uitgebreide SWOT-analyse. Hierin worden de macro-factoren en meso-factoren geanalyseerd en er wordt een interne analyse gedaan. Dit mondt uit in een SWOT-analyse gevolgd door een confrontatiematrix. De fysieke plaatsing van het moduul ‘Ondernemen’ in het duale curriculum is als volgt:

Jaar 1

Moduul 1: Dit is retail

Moduul 2: Consument &

Omgeving

Moduul 3: (Instore)

Marketing

Moduul 4: Ondernemen

Persoonlijke en Professionele

Ontwikkeling 1

Persoonlijke en Professionele

Ontwikkeling 2

Persoonlijke en Professionele

Ontwikkeling 3

Persoonlijke en Professionele

Ontwikkeling 4

Competentie-ontwikkeling 1

Competentie-ontwikkeling 2

Competentie-ontwikkeling 3

Competentie-ontwikkeling 4

Voortgangstoets

Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie Engels

Relevantie voor het beroep Succesvolle ondernemers en retailmanagers dienen in staat te zijn het strategische proces van de eigen organisatie te analyseren. Hierbij is het noodzakelijk dat de ondernemer bij de omgevingsanalyse een relatie legt met de kansen en bedreigingen voor de eigen organisatie. Tevens dient de ondernemer de sterktes en zwaktes van de eigen organisatie in relatie te brengen met de kansen en bedreigingen in een confrontatiematrix om op basis hiervan de nieuwe koers te bepalen.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 57

13.2. Competenties moduul 4: Ondernemen

Het competentieprofiel van de opleiding SB&RM van Stenden bevat 12 competenties, geordend in de drie clusters namelijk; taakgerichte (inhoudelijke), interpersoonlijke (sociale) en intrapersoonlijke (persoonlijke) competenties. Voor de uitgebreide beschrijving van de competenties zie RBS competentieboekje.

Competenties RBS competentieprofiel

Hoe?

1. Commercialiteit De student analyseert het strategische proces van de eigen organisatie en adviseert op het gebied van de ondernemingskansen voor de organisatie.

2. Ondernemen Dit hele moduul staat in het teken van ondernemen. Van de student wordt verwacht dat zij weten wat een ondernemingsplan inhoudt. Tevens onderzoekt de student de kansen en bedreigingen, de sterktes en de zwaktes van de eigen organisatie en weet dit te vertalen in een SWOT-analyse en confrontatiematrix.

3.Plannen, Organiseren en beheren

Inhoudelijk komen in het ondernemingsplan aspecten naar voren als logistiek, operationeel management (gericht op de Human Resources) en inkoopbeleid. Daarnaast heeft de inrichting van een moduul een projectmatige structuur en is een van de doelen een advies uitbrengen aan de opdrachtgever, waardoor studenten de volgende vaardigheden die hiermee samenhangen demonstreren; initiëren, organiseren en controleren.

5. Informeren & Adviseren

De student voert tijdens dit moduul een onderzoek uit, zowel gericht op het verwerven van kennis als een toegepast onderzoek op gericht op de organisatie en uitbereiding van de organisatie van de opdrachtgever. De student laat zien de kennis toe te kunnen passen op ondernemende wijze en kan de gemaakte keuzes onderbouwen.

6. Communiceren De student verwoordt ideeën en informatie op een wijze dat dit duidelijk overkomt bij anderen. De student weet ditzelfde te bewerkstelligen in zijn ondernemingsplan en in de communicatie met de opdrachtgever. De student is een goede gesprekspartner voor de opdrachtgever. Vaardigheden aspecten op het gebied van communicatie die aan de moduulthematiek gekoppeld kunnen worden zijn overtuigen, onderhandelen, acquisitie en assertiviteit.

7. Samenwerken In het duale programma wordt er in PBL/WBL samengewerkt. De samenwerking binnen duaal richt zich primair op intervisie en feedback aan de groepsleden onderling. Daarnaast vindt er op regelmatige basis communicatie met de opdrachtgever plaats om ideeën af te stemmen, hiertoe heeft de student een open en flexibele houding.

8. Leervermogen De student vertoont betrokkenheid en flexibiliteit in de samenwerking en draagt actief bij aan de prestaties in PBL/WBL. De student ziet kwalitatieve feedback op het (eigen) leerproces als middel om in de toekomst succesvoller te kunnen functioneren en past dit toe.

10. Analyseren & Synthetiseren

Er wordt door de methodische aanpak van het moduul en de moduulinhoud gewerkt naar een voorafgesteld eindresultaat (een advies rapport over de ondernemingskansen van de eigen organisatie). De student maakt zich onderzoeksvaardigheden, en communicatieve vaardigheden eigen en weet deze vaardigheden optimaal in te zetten.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 58

11. Waarden georiënteerd handelen

Van de student wordt verwacht dat het adviesrapport een goed onderbouwd rapport is. De student toont hiermee aan een gesprekspartner te kunnen zijn in de verantwoording van visie en beleid van een organisatie. Op het gebied van MVO wordt van de student verwacht dat hij/zij inzicht heeft in welke mate de organisatie rekening houdt met de MVO-principes.

13.3. Doelstellingen thema-opdracht 4: Ondernemen

1. De student is in staat de macrofactoren te analyseren die van invloed zijn op de eigen

organisatie. 2. De student is in staat de mesofactoren te analyseren die van invloed zijn op de eigen

organisatie.

3. De student is in staat de eigen organisatie te analyseren met behulp van een organisatie-analyse model.

4. De student is in staat een SWOT-analyse te maken voor de eigen organisatie. 5. De student is in staat een controntatiematrix te maken voor de eigen organisatie. 6. De student ziet marktmogelijkheden voor producten of diensten. 7. De student adviseert de organisatie op het gebied van de ondernemingskansen.

13.4. Beschrijving en beoordeling thema-opdracht 4: Ondernemen

De opdracht richt zich op het analyseren van het strategische proces van de eigen organisatie, waarbij gewerkt wordt aan een advies rapport waarin de ondernemingskansen beoordeeld wordt. De student onderzoekt de macro, meso en micro omgeving van de eigen organisatie en maakt een SWOT-analyse. Beoordeling Het beoordelingsschema bijgevoegd aan de thema-opdracht op Blackboard. Let op: voor het behalen van de 6 EC voor de thema-opdracht dien je ook te voldoen aan de participatie-eisen. Zie hiervoor hoofdstuk 14.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 59

13.5. Literatuur: Ondernemen

Basis bronnen / literatuur (boeken) ISBN Beschik-baar

Code SLS

Boer de, P. Brouwers, M.P., Koetsier, W. (2008). Basis boek Bedrijfseconomie, (8e druk), Groningen: Wolters-Noordhoff.

978-90-01-70243-4

BI & BV 360.6 BOER

Heezen, A.W.W (2011). Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie en bedrijfsadministratie. (3e druk), Groningen: Noordhoff Uitgevers.

978-90-01-79771-3

BI & BD 360.6 HEEZ

Kind van der, R., Quix, F.(2008). Retailmarketing (4e druk),

Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.

978-90-01-70985-3

BI & BL

372.6 KIND

Klerks- van de Nouland, C.A.M. (2004). Introductie

Bedrijfsadministratie(3e druk), Groningen: Wolters-

Noordhoff.

90-01-47204-4

BI & BV 368.5 KLER

Kotler, P. et al. (2010). Principles of Marketing(5th

edition), Harlow: Pearson Education.

978-02-73-72064-5

Idem

369.1 KOTL

Marcus, J., Dam van, N. (2009). Organisatie en

Management – Een praktijkgerichte benadering van (6e

druk), Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.

978-90-01- 7665-8

Idem

366.1 DAM

Secondaire literatuur

Grit, R. (2010). Zo maak je een ondernemingsplan (2e gewijzigde druk), Groningen: Noordhoff.

978-90-01-79097-4

BI 360.3 GRIT

Internet bronnen

Bedrijfspand.com. (n.d.). Vastgoedbegrippen A-locaties.

Opgeroepen op 6 juli 2011, van Bedrijfspand.com; de

gratis portal voor bedrijfsonroerendgoed.:

http://www.bedrijfspand.com/vastgoed-begrip/a-

locatie/

NVT WWW NVT

Centraal Bureau voor de Statistiek. (2011), Homepage

CBS; Centraal Bureau voor de Statistiek. Opgeroepen op

07/06/2011, van http://www.cbs.nl/nl-

NL/menu/home/default.htm

NVT WWW NVT

Hoofdbedrijfschap Detailhandel. (2009). Homepage

Hoofdbedrijfschap Detailhandel. Opgeroepen op

07/06/2011, van

http://www.hbd.nl/pages/1/Homepage.html

NVT WWW NVT

MKB Nederland. (2008-2011). MKB Nederland.

Opgeroepen op 6 juli 2011, van MKB Nederland:

http://www.mkb.nl/

NVT WWW NVT

Rabobank. (2011). Homepage Rabobank. Opgeroepen op 11/06/2011, van http://www.rabobank.nl

NVT WWW NVT

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 60

Actuele artikelen en publicaties

Ferwerda, R. (2006), Rapporteren kun je leren, een handleiding voor het schrijven van onderzoeksrapporten, Leeuwarden: Stenden hogeschool

n.v.t. Reader via Blackboard

n.v.t.

Zie voor de actuele boekenlijst op http://www.studystore.nl/webshop/ BL = Op verplichte boekenlijst SB & RM BI = Beschikbaar in Stenden Bibliotheek WWW= download internet 13.6. Relatie met PPO (zelfmanagement & vaardigheden)

In deze periode is een relatie met het PPO programma: zelfmanagement en vaardigheden voor tenminste de volgende gebieden:

- Schriftelijke communicatie vaardigheden - Mondelinge communicatie vaardigheden - Samenwerken - Leren geven & ontvangen van feedback - ICT vaardigheden - Presenteren

Figuur 13. Illustratie bij moduul 4

Competenties: 80% op de norm! VGT, Engels en BE/BA: laatste kans! Gehaald?

Alle thema-opdrachten gehaald!? Alle portfolio’s voldoende beoordeeld!?

Digitaal inleveren 2e competentie-beoordeling!

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 61

14. Overige onderdelen

In dit laatste hoofdstuk worden de overige onderdelen toegelicht. Allereerst komt de participatieregeling aan de orde. Daarna volgen de doelstellingen van het PPO-programma, de ondersteunende vakken als Engels en BE/BA. Het hoofdstuk eindigt met een overzicht van alle deadlines van dit jaar. 14.1. Participatie per moduul

Voor elk moduul kun je maximaal 10 punten behalen. Hierin wordt de participatie van de student meegenomen. Voor de thema-opdracht geldt een wegingsfactor van 99% en de participatie via Blackboard telt mee voor 1%. Zie onderstaand schema. Voor het behalen van het moduul dient een 5,5 gemiddeld behaald te worden. Toetswijze Max.

punten Individueel of groepswerk

Wegings-factor

Onder-norm in punten

Beoordelaar

Herkan-sing

Kwantitatieve participatie (80% norm)

Voorwaar-delijk

Individueel Voorwaar-delijk

Docent NVT

Participatie via Blackboard (voorbereiding trainingsdag)

10

Individueel 1% 5,5 Docent NVT

Themaopdracht: Adviesrapport

10 Groepswerk en individueel

99% Duaal Coach 1X

Totaal 6 EC 10 5,5

Tabel 14.1. Puntenverdeling per moduul De kwantitatieve participatie is voorwaardelijk en is dan ook niet herkansbaar. De beoordeling van de thema-opdracht en de participatie via Blackboard (voorbereiding voor het theoretische gedeelte van de trainingsdag) worden vertaald in een rapportcijfer. Onderling mogen de cijfers gecompenseerd worden, mits voor de participatie minimaal een 5,5 gescoord is (ondernorm). De wegingsfactor voor elk afzonderlijk onderdeel dient in overweging genomen te worden bij de berekening van het moduulcijfer. Het herkansingsbeleid voor dit moduul geeft de student recht op één herkansingsmogelijkheid voor de thema-opdracht. Voor de voorwaarden met betrekking tot het herkansingsbeleid kan het examenreglement geraadpleegd worden. Hieronder wordt nogmaals ingegaan op de verschillende onderdelen: Kwantitatieve participatie Participatie is een kwantitatieve eis. Je móet je participatie halen om voor een beoordeling van de thema-opdracht in aanmerking te komen. Zonder participatie dus geen credits. Elk moduul heeft 5 bijeenkomsten. Deze bijeenkomsten zijn van een dermate groot belang dat je deze niet kunt missen. Bij overmacht kun je maximaal één bijeenkomst van de vijf afwezig zijn per periode. Is dit een bijeenkomst waarvan je van te voren weet dat je deze zult

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 62

moeten missen dan geef je dit uiterlijk twee weken van te voren aan bij de docent onder vermelding van de reden. In geval van ziekte dien je je af te melden bij de eigen docent en/of trainer vóór de bijeenkomst en voor 11 uur bij het secretariaat 058-2441443 of [email protected]. Mis je meer dan één bijeenkomst dan loop je de credits van het moduul mis. Is er sprake van bijzondere omstandigheden dan kun je die voorleggen aan de examencommissie. De kwantitatieve participatie is voorwaardelijk en is dan ook niet herkansbaar. Participatie via Blackboard Het cijfer voor participatie op Blackboard (voorbereiding voor de trainingsdag) komt als volgt tot stand:

a. de rapportages dienen voor de deadline op Blackboard te worden geplaatst b. er dient feedback te worden gegeven op medestudenten .

Het gemiddelde van deze cijfers is het cijfer dat je krijgt voor participatie via Blackboard (voorbereiding voor de trainingdag).

10 punten 7 punten 4 punten 2 punten 0 punten

De tussen-

rapportages

zijn voor de

afgesproken

deadline

geplaatst op

Blackboard

Elke rapportage

is tijdig op

Blackboard

geplaatst.

75% van de

rapportages is

tijdig op

Blackboard

geplaatst.

50% van de

rapportages is

tijdig op

Blackboard

geplaatst.

25% van de

rapportages is

tijdig op

Blackboard

geplaatst.

Geen enkele

rapportage is

tijdig op

Blackboard

geplaatst.

De student

geeft feedback

voor de

gestelde

termijn op

minimaal 2

medestudenten

De student

heeft elke keer

feedback

gegeven op de

minimaal 2

medestudenten

De student

heeft in 75%

van de gevallen

feedback

gegeven op

minimaal 2

medestudenten

De student

heeft in 50%

van de gevallen

feedback

gegeven op

minimaal 2

medestudenten

De student

heeft in 25%

van de gevallen

feedback

gegeven op

minimaal 2

medestudenten

De student

heeft geen

enkele keer

feedback

gegeven op

minimaal 2

medestudenten

Uiteraard geldt dat de rapportage op Blackboard aan de volgende eisen moet voldoen:

- gebruik van verschillende literatuurbronnen - beschrijving in eigen woorden

De eisen met betrekking tot het geven van feedback zijn als volgt:

- de feedback gaat over de eisen met betrekking tot rapporteren kun je leren. Tevens kunnen er eisen afgesproken worden met je docent.

Als er niet voldaan is aan bovenstaande eisen dan geldt de rapportage of feedback als niet geplaatst. Je dient minimaal een 5,5 te behalen op je participatie om het moduul te behalen.

Actie: Elke trainingsdag dient de voorzitter van de trainingsdag in kaart te brengen welke studenten voldaan hebben aan de participatie via Blackboard: - is het werk geplaatst en - is er feedback gegeven op minimaal 2 medestudenten. Dit wordt in de notulen opgenomen.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 63

Themaopdracht In elk moduul wordt een thema-opdracht aangeboden; je kunt deze printen vanuit jouw Blackboardcourse. Elke periode maak je een thema-opdracht in de vorm van een rapport/beroepsproduct welke volgens het leidende thema van het moduul en de bijbehorende criteria wordt opgesteld. Elke thema-opdracht is voorzien van een beoordelingsschema; per beoordelingscriterium kun je punten halen. Het beoordelingsschema verschilt per thema-opdracht. Voor elke thema-opdracht zijn maximaal 100 punten (= een 10) te behalen; de onderverdeling en de criteria kunnen per moduul verschillen. Het behaalde aantal punten laat zich vertalen naar een rapportcijfer met 1 decimaal achter de komma.

Wanneer heb je het moduul gehaald of kom je in aanmerking voor 6 EC?

De beoordeling van de thema-opdracht en de participatie via Blackboard (voorbereiding

voor het theoretische gedeelte van de trainingsdag) wordt vertaald in een rapportcijfer.

Onderling mogen de cijfers gecompenseerd worden. De wegingsfactor voor elk afzonderlijk

onderdeel dient meegenomen te worden bij de berekening van het moduulcijfer.

Je krijgt de 6 credits toegekend wanneer:

- De kwantitatieve participatie (80% aanwezigheid of meer) voldoende is.

- En je een 5,5 of hoger hebt gehaald op de participatie.

- En je een 5,5 of hoger hebt gescoord op het gehele moduul (thema-opdracht

en participatie).

Herkansing Het inleveren van beroepsproducten is gekoppeld aan deadlines. Mocht je de deadline missen of een eerste keer een onvoldoende score behalen dan is er één herkansing mogelijk. De thema-opdracht wordt op Blackboard ingeleverd uiterlijk op de vrijdag van de laatste lesweek. In geval van een herkansing vraagt de student binnen een week na publicatie van de resultaten op Blackboard bij de docent een herkansing aan via Blackboard of e-mail. Voor de voorwaarden met betrekking tot het herkansingsbeleid kan het examenreglement geraadpleegd worden. Participatie is niet herkansbaar! Om te controleren of de beoordeling van verschillende docenten voldoende overeenkomen, kan de moduulcoördinator van het betreffende moduul altijd een steekproef trekken uit de ingeleverde moduulopdrachten. Naar aanleiding van de uitkomst uit de steekproef kan de moduulcoördinator in overleg met de toetscommissie de score bijstellen. 14.2. Persoonlijke en Professionele Ontwikkeling

Doelstellingen:

1. De student benoemt en beschrijft eigen ontwikkelpunten en weet deze in een SMART plan te formuleren.

2. De student evalueert op structurele wijze eigen-, peer- en groepsprestaties door middel van het geven en vragen van feedback.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 64

Vormgeving PPO: Gedurende het studiejaar werk je aan je persoonlijke en professionele ontwikkeling. In je studie is daarvoor een zelfmanagementprogramma opgenomen en worden trainingen op het gebied van vaardigheidsontwikkeling aangeboden. Het programma voor zelfmanagement en vaardigheden is te vinden in de PPO-course op Blackboard. Toetsing & beoordeling: Voor zowel zelfmanagement als de vaardigheden is een aantal criteria van belang. Wil je de score behalen van de beide onderdelen dan is naast je actieve participatie gedurende de bijeenkomsten ook van belang dat je hebt laten zien actief met de materie aan de slag te zijn gegaan. De 3 EC voor PPO worden per moduul toegekend als je docent op basis van het beoordelingsformulier (zie Zelfmanagementgids in de PPO-course) vaststelt of je voldoende uitvoering hebt gegeven aan de opdrachten en of je in en rondom de bijeenkomsten voldoende actief aan de slag bent geweest met je leerdoel(en). Herkansing Dit onderdeel kent een herkansing. Zie hiervoor de Zelfmanagementgids op Blackboard. Tevens kan de student tussentijds gebruik maken van een feedbackmogelijkheid door de docent. 14.3. Doelstellingen Engels en BE/BA

Engels Doelstelling Engels:

1. De student toont aan op effectieve wijze te communiceren in de Engelse taal.

2. De student schrijft (Business English) Engels op B1 (CEF) niveau. a. De student heeft kennis van en inzicht in de belangrijkste componenten van

het Business English. b. De student gebruikt en begrijpt basale Business English terminologie. c. De student beheerst de capaciteit om Business publicaties in de Engelse taal

samen te vatten en te interpreteren. d. De student rapporteert schriftelijk in Business English.

Vormgeving Engels: In het eerste duale jaar is er een verplicht en ‘apart’ programma Engels beschikbaar op Blackboard. Het is een zelfstudieprogramma van 3 EC. Gedurende het studiejaar zal zo nu en dan ondersteuning aangeboden worden waar je gebruik van kunt maken. Zodra je de toets met een voldoende afrondt, worden de 3 EC voor Engels toegekend. De toets vindt in principe plaats tijdens de laatste trainingsdag van het moduul maar in overleg met de docent kunnen er andere afspraken gemaakt worden. Herkansing Engels Viermaal per jaar heb je de kans om de Engelse toets te halen.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 65

Bedrijfseconomie (BE) / bedrijfsadministatie (BA) Doelstellingen:

1. De student legt de begrippen bedrijfseconomie en bedrijfsadministratie uit met als

doel een globaal beeld te geven van de inhoud van bedrijfseconomie en

bedrijfsadministratie.

2. De student bespreekt de balans, de resultatenrekening en de liquiditeitsbegroting

als belangrijkste financiële overzichten en hun onderlinge relatie.

3. De student bespreekt het bedrijfsresultaat, de opbrengsten en kosten en het

financiële succes van een onderneming.

Vormgeving BE/BA Er is een apart programma BA & BE beschikbaar op Blackboard. Het is een zelfstudieprogramma van 3 EC. De toets bestaat uit een selectie van vraagstukken uit de verplichte literatuur. De vraagstukken zijn niet letterlijk overgenomen, maar vertonen een grote verwantschap met de te bestuderen stof en bijbehorende vraagstukken. Herkansing BE/BA Per studiejaar zijn er vier gelegenheden om te bewijzen dat je voldoende kennis hebt vergaard. Iedere moduulperiode krijg je de gelegenheid een toets te maken. Zie voor de data het programma BA/BE op Blackboard. Tevens bestaan er mogelijkheden om een vakdocent te raadplegen. Je dient jezelf aan te melden voor de toets. Hiervoor gelden een aantal deadlines en procedures, zie wederom het programma op BE/BA op Blackboard.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 66

14.4. Overzicht deadlines

Onderstaande tabel geeft een overzicht van alle deadlines voor opdrachten in een moduul. Gebruik dit schema om je eigen detailplanningen te maken.

Onderdeel/opdracht Deadline Inleveren bij: Thema-opdracht Per moduul: uiterlijk vrijdag week 9

of anders besproken met docent.

Ephorus* op Blackboard

PPO-opdrachten / portfolio Per moduul: uiterlijk vrijdag week 9 of anders besproken met docent.

In portfolio op Blackboard

Engels Laatste toetsmoment, in overleg met docent.

In overleg met docent

Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie

Laatste toetsmoment, zie planning op iStenden.

Zie programma op iStenden

Competentie- ontwikkeling

Moduul 1: verslag bedrijfsbezoek Moduul 2: digitaal inleveren van de competentie-beoordeling Moduul 3: verslag bedrijfsbezoek Moduul 4: digitaal inleveren van de competentie-beoordeling

Op blackboard onder Documenten en formulieren voorzien van de handtekening van de bedrijfscoach en student.

Voortgangstoets Per moduul, zie programma op iStenden.

Zie programma op iStenden.

Zie toelichting Ephorus (in hoofdstuk 4).

Tabel 14.5: Overzicht deadlines

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 67

Bijlagen

Bijlage 1: Plagiaatprotocol. Bijlage 2: Checklist rapporteren / Rapporteren kun je leren

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 68

Bijlage 1: Plagiaatprotocol

Protocol plagiaat Stenden hogeschool 2009/2010 Préambule Academische integriteit is één van de centrale waarden waar het hoger beroepsonderwijs voor wil staan. Plagiaat raakt het hart van de identiteit van een hogere beroepsopleiding. Fraude in de vorm van plagiaat kan een bedreiging vormen voor de integriteit van onderwijsprocessen. Studenten dienen duidelijk voor ogen te hebben wat de kernwaarden van een hbo opleiding zijn en welke verwachtingen Stenden hogeschool heeft voor wat betreft hun studiegedrag. Een van de voornaamste pijlers binnen Stenden vormt immers het waardengericht handelen. Deze regeling beoogt dat docenten en studenten uiteindelijk invulling gaan geven aan de waarden en normen en aan preventie van oneerlijk gedrag binnen Stenden hogeschool. Daarbij moet niet uit het oog worden verloren, dat het 100% voorkómen van frauduleus handelen illusoir is. Artikel 1 Begripsbepalingen 1 Gedragswijzen waarbij gebruik wordt gemaakt van het gedachtegoed van een ander of eerder aangewend eigen gedachtegoed: a. geheel of gedeeltelijk overnemen van teksten/formuleringen/ ideeën van andere auteurs zonder plaatsing van aanhalingstekens en nauwkeurige bronvermelding en/of: het knippen en plakken van tekst van openbare digitale bronnen31 zonder aanhalingstekens en verwijzing en/of: b. passages uit het werk van een ander nagenoeg woordelijk overnemen zonder dat is aangegeven dat het hier de opvatting of gedachtegang van een ander betreft en zonder bronvermelding en/of: c. het opnemen van een vertaling zonder aanhalingstekens en verwijzing en/of: de uitgewerkte ideeën of vondsten van een ander presenteren als eigen ideeën of vondsten en/of: d. het gebruik van foto’s, video’s, geluidsfragmenten, testmateriaal of illustraties zonder toestemming en verwijzing en/of: e. het uitsluitend of overvloedig gebruik maken van andermans teksten, al dan niet letterlijk, zelfs indien met een correcte bronvermelding en/of: f. het zonder uitdrukkelijke toestemming van de docent indienen van essays of werkstukken of opdrachten die reeds in een ander moduul/onderwijsonderdeel zijn gebruikt en/of: g. eerder eigen werk gebruiken als basis voor een nieuw werkstuk zonder naar de oorspronkelijke tekst te verwijzen en/of: het niet duidelijk aangeven in de tekst, bijv. via aanhalingstekens of een bepaalde vormgeving, dat letterlijke of bijna letterlijke citaten in het werk werden overgeno men, zelfs indien met een correcte bronvermelding en/of h. het indienen van een zelfde of vergelijkbare tekst voor opdrachten van andere opleidingsonderdelen en/of: het citeren van auteurs op basis van een andere dan de zelf gebruikte bron, zonder dit duidelijk te verantwoorden en/of: i. het overnemen van werk van andere studenten en dit door laten gaan voor eigen werk; indien de andere student hiervan op de hoogte was is hij medeplichtig. ghost-writing: het laten schrijven van een werkstuk door een ander, al dan niet tegen vergoeding citeren: letterlijk overgenomen tekst, weergegeven tussen aanhalingstekens, zonder bronvermelding. j. parafraseren: andermans tekst anders geformuleerd en zonder bronvermelding weergeven. k. annoteren: het geven van een korte beschrijving van een boek, artikel of ander

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 69

materiaal, zonder bronvermelding. 2 Bovengenoemde opsomming van vormen van gebruikmaking van andermans gedachtegoed in zowel schriftelijke als mondelinge vorm, is niet limitatief. Artikel 2 Normstelling plagiaat 1 De onder artikel 1 lid 1 aangegeven werkwijzen worden aangemerkt als plagiaat. 2 Het met opzet weergeven van het gedachtegoed van een ander persoon als ware het eigen gedachtegoed, is plagiaat en kan als zodanig worden aangemerkt. 3 Citeren, parafraseren en annoteren zonder bronvermelding en daarbij de 5% grensoverschrijdend, wordt aangemerkt als plagiaat, tenzij in het moduulboek of reader anders staat aangegeven. 31 Zoals encyclopedieën of digitale tijdschriften of nieuwsbladen 32 Zoals aangegeven in de Moduultentamenregelingen of Opleidingsexamenregeling van de opleidingen Artikel 3 Digitaal inleveren 1 Ieder schriftelijk en door een docent te beoordelen (moduul)tentamen-onderdeel wordt zowel digitaal als in hard copy aangeleverd. 2 De regels voor het digitaal aanleveren, indien deze afwijken van hetgeen in het Moduultentamenreglement of Opleidingsexamenregeling van de opleiding vermeld staat,worden tijdig aan de student bekend gemaakt. 3 Zowel voor de digitale versie als voor de hard copy zijn indieningtermijnen van kracht. Deze staan vermeld in het betreffende moduulboek of reader. 4 Docenten maken bij plagiaatdetectie gebruik van de beschikbare plagiaat-detectiesoftware. Artikel 4 Procedure docent 1 De docent maakt een inlevermogelijkheid aan op Bello of Blackboard. De student levert het vereiste document digitaal in via deze mogelijkheid. 2 Door middel van de daartoe aanwezige software wordt het document onderzocht op mogelijke vormen van plagiaat, weergegeven in een getal dat een maat aangeeft voor de hoeveelheid tekst van de student die ook elders is aangetroffen (‘rating). 3 De docent noteert de rating op de hard copy. Artikel 5 Procedure bij vermoeden plagiaat 1 Gegronde vermoedens van plagiaat worden door de docent aangemeld bij de opleidingsexamencommissie. 2 De opleidingsexamencommissie draagt zorg voor de uitvoering van hoor- en wederhoor. 3 De opleidingsexamencommissie kan op ieder door haar gewenst moment detailonderzoek laten uitvoeren door enkele leden van de opleidingsexamencommissie. Artikel 6 Procedure bij bewezen plagiaat 1. De opleidingsexamencommissie beslist aan de hand van het door de docent aangeleverde bewijsmateriaal over het al dan niet schuldig zijn aan plagiaat. 2. De opleidingsexamencommissie stelt de strafmaat vast. 3 De opleidingsexamencommissie legt haar bevindingen schriftelijk vast en stuurt deze naar de betreffende student. 4. De student kan bezwaar aantekenen bij de opleidingsexamencommissie. Artikel 7 Archivering 1 De opleidingsexamencommissie rapporteert in het jaarverslag het aantal onderzoeken zoals aangegeven in artikel 3 lid 3 van dit protocol, alsmede het aantal bewezen en niet bewezen vormen van plagiaat. 2 In het dossier van de student wordt een aantekening gemaakt van geconstateerde fraude onderscheidenlijk plagiaat.

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 70

Artikel 8 Sancties 1 Bij constatering van plagiaat in een (moduul)tentamenonderdeel worden nul punten voor het betreffende moduultentamen toegekend. 2 De student kan worden uitgesloten van het betreffende studieonderdeel voor de rest van het studiejaar. 3 Bij een ernstige vorm van plagiaat of bij herhaalde vaststelling van plagiaat wordt de student uitgesloten van deelname aan tentamens of andere vormen van toetsing gedurende een periode van maximaal één jaar. 4 De maximale strafmaat voor het plegen van plagiaat zoals bedoeld in artikel 1 ongeoorloofd gebruik van teksten is ontneming van het recht gedurende een door de opleidingsexamencommissie te bepalen termijn van ten hoogste één jaar om één of meer door de examencommisssie aan te wijzen tentamens of examens af te leggen. 5 Indien een werkstuk in groepsverband is geschreven zijn alle leden van de groep in geval van plagiaat aansprakelijk, totdat het tegendeel is bewezen. 6 Indien plagiaat wordt ontdekt nadat het (eind)cijfer is vastgesteld, is de opleidingsexamencommissie bevoegd dit (eind)cijfer te vernietigen. Deze bevoegdheid verjaart één jaar na ontdekking, maar uiterlijk bij de uitreiking van het diploma. 7 De opleidingsexamencommissie informeert de student over de mogelijkheid tot beroep. Artikel 9 Inwerkingtreding Dit reglement is vastgesteld door het College van Bestuur in mei 2007, treedt in werking op 1 september 2007, gewijzigd op 20 mei 2008 en in mei 2009. Met ingang van het studiejaar 2009/2010 vervangt dit protocol het gestelde in het Studentenstatuut 2008/2009 van Stenden hogeschool voorheen Hogeschool Drenthe. Dit protocol is vastgesteld door het College van Bestuur in mei 2009 en kan worden aangehaald als ‘Protocol Plagiaat Stenden hogeschool 2009/2010. Bronvermelding: • Universiteit Leiden “Regels en Richtlijnen Plagiaat’ (www.letwijzer.leidenuniv.nl/index) • Universiteit Leuven ‘Impuls begeleide zelfstudie’ (www.kuleuven.be) • Universiteit Twente ‘Toetsing en beoordeling, voorkomen van fraude en plagiaat’ (www.utwente.nl/nieuws) • Universiteit Groningen, faculteit Bedrijfskunde ‘Voorkomen en tegengaan van plagiaat’, juni 2004 Universiteit Utrecht ‘Citaat of Plagiaat’ (Onderwijs evaluatie rapport juni 2005).

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 71

Bijlage 2: Checklist Rapporteren kun je leren

RAPPORTONDERDELEN TIPS & TRICS

*) = verplicht rapportonderdeel:

- Omslag*

- Titelpagina*

- Voorwoord

- Inhoudsopgave*

- Samenvatting*

- Inleiding*

- Kerntekst*

- Conclusie*

- Nawoord

- Literatuurlijst*

- Bijlage(n)

- Register

Vergeet niet als je jouw rapport

geprint wilt inleveren dat je een

witpagina zult moeten invoegen

tussen omslag en titelblad om

“doorschijnen” te voorkomen.

Begin je rapport met het opstellen

van deze onderdelen zonder ze in

te vullen. Je vergeet ze dan niet.

Schrijf vervolgens eerst je kerntekst

voor je de andere delen gaat

schrijven.

Let op de volgorde van de

rapportonderdelen. Bijvoorbeeld het

voorwoord vóór de inhoudsopgave

etc.

OMSLAG TIPS & TRICS

Minimaal moet op de omslag:

de titel en, desgewenst, de namen van de

schrijvers.

Natuurlijk is de omslag dé plaats om het

rapportonderwerp ook visueel te

ondersteunen door het opnemen van een

passende illustratie.

Let op: geen paginanummering op de omslag!

Geen school/moduulgegevens op de omslag

van je rapport! (zie titelblad)

De omslag maak je als één van de

laatste onderdelen. Op die manier

weet je zeker dat je omslag ‘de

lading’ dekt.

Kun je het onderwerp niet

‘pakkend’ in één titel kwijt, maak

dan een korte titel met een

pakkende tekst die nieuwsgierig

maakt, en voorzie die van een

subtitel in een kleinere letter. Een

titel moet beknopt en informatief

zijn én de belangstelling van de

lezer opwekken.

Let erop dat de illustratie werkelijk

past bij de inhoud van je rapport.

Kies bij voorkeur niet voor een

‘computeranimatie’ als illustratie.

Houd met de opmaak van je omslag

rekening met de wijze waarop je je

rapport gaat inbinden.

Als het om een rapport ten behoeve

van een bedrijf gaat is het soms goed

aan te sluiten bij de huisstijl van het

bedrijf. (bv logo).

TITELPAGINA TIPS & TRICS

- Rapporttitel (en evt subtitel)

- Naam van de auteur(s)

- Plaats van uitgave

- Naam van de opleiding

- Maand en jaar van voltooiing

- Moduulnr/ moduulomschrijving

- Naam begeleidende docent

- Evt. betrokken bedrijf

‘Kijk voor de lay out van een

titelblad in je studieboeken om een

indruk te krijgen van de gewenste

opmaak.

VOORWOORD TIPS & TRICS

Persoonlijk getint optioneel onderdeel. Hierin

worden zaken aan de orde gesteld die eigenlijk

niet met de inhoud maar meer met de

totstandkoming van je rapport te maken

hebben (evt taakverdeling, mogelijke

problemen bij de totstandkoming etc.).

Bedankjes in het voorwoord zijn

mopgelijk, bedank echter niet je

docent maar alleen personen die je

geholpen hebben zonder dat ‘t

specifiek bij hun taak hoorde.

Het voorwoord maakt NOOIT deel uit

van de hoofdstuknummering!!

Schrijf niet: ik heb geen problemen

ondervonden bij het opstellen van dit

rapport….(non-informatie)

INHOUDSOPGAVE TIPS & TRICS

Werk bij voorkeur met een automatische

inhoudsopgave.

Kijk in een aantal van je studieboeken om een

indruk te krijgen van een overzichtelijk

vormgegeven inhoudsopgave.

Gebruik in de inhoudsopgave geen

aanduidingen als Hoofdstuk,

Paragraaf oid: decimaalnummering

is duidelijk genoeg.

Zet decimaalnummers (2.1 2.2 etc.)

links vooraan, daarachter de

hoofdstuktitels. (evt een tab

ertussen). De pagina-aanduidingen

volgen direct na de titel of staan op

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 72

In plaats van inhoudsopgave wordt vaak

“inhoud” als kop gebruikt.

Bij meer dan 3 hoofdstukken kun je

tussen hoofdstuk en

paragraafaanduiding een witregel

laten voor een goede visuele

presentatie

een stippellijn in een kolom aan de

rechterkant van het papier.

Vermeld nooit inhoudsopgave zelf

inde inhoudsopgave!

SAMENVATTING TIPS & TRICS

Realiseer je dat dit in principe het meest

gelezen deel is en dat alle (potentiële)

rapportlezers eerst dit deel lezen! Maak een

informatieve inhoudelijke samenvatting, en

dus niet: in hoofdstuk 5 lees je…. etc. Vat

werkelijk de inhoud samen voor de lezer( en

schijf dit onderdeel dus als laatste!).

De samenvatting is een op zichzelf

staande tekst die los van het

eigenlijke rapport gelezen moet

kunnen worden. Niet langer dan

één hooguit anderhalve pagina met

daarin: onderwerpsafbakening,

probleemstelling, doel, kern van de

inhoud en de voornaamste

conclusies.

De plaats van het voorwoord: liefst

direct volgend op de inhoudsopgave.

De samenvatting wordt net als het

voorwoord, noten, literatuurlijst en

bijlagen nooit als hoofdstuk

gepresenteerd!

INLEIDING TIPS & TRICS

Checklist mogelijke onderdelen :

Verantwoording onderwerpskeuze Is de

aanleiding en doelstelling vermeld?

Is de hoofdvraag expliciet vermeld?

Is ‘t doel van het rapport genoemd? (wat

wordt er met de resultaten beoogd?)

Zijn belangrijke deelvragen/ onderzoeksvragen

genoemd?

Is de wijze van onderzoek vermeld?

Is de globale opbouw vermeld en toegelicht?

De inleiding is een soort

‘gebruiksaanwijzing’ voor je

rapport.

Beperk de inleiding tot één á twee

pagina’s.

Neem de inleiding op in de

hoofdstuknummering!!

Schrijf de inleiding als aansluitende

tekst. Maak er geen ‘vraag en

antwoordspel’ van bij het verwerken

van alle onderdelen.

Ga uit van GEEN voorkennis van de

lezer, dus werk de onderwerpen

voldoende uit om aan de ‘leek’ de

strekking van je rapport te kunnen

verduidelijken.

NB: Een prikkelende inleiding nodigt

uit tot lezen!!

CONCLUSIE TIPS & TRICS

In de conclusie herhaal je de hoofdvraag

van je rapport en geef je globaal

antwoord. Aanbevelingen kunnen in een

apart hoofdstuk worden opgenomen maar

ook zie je wel als hoofdstuktitel:

Conclusies/aanbevelingen.

In een conclusie kunnen geen

nieuwe gegevens worden

vermeld, de conclusies dienen

logisch voor te vloeien uit wat

in de kern al is vermeld.

De conclusie wordt altijd in de

hoofdstuknummering

opgenomen.

NAWOORD TIPS & TRICS

Komt zelden voor; kan een functie hebben

als in het voorwoord: het geven van

commentaar (achteraf) op het rapport

en/of het proces.

In het nawoord kunnen ook

suggesties worden gedaan voor

nader onderzoek .

LITERATUURLIJST/

bronvermelding

TIPS & TRICS

Bevat gegevens over boeken, artikelen,

rapporten etc. die zijn gebruikt bij het

maken van het onderzoeksrapport.

De literatuur wordt geordend op de

alfabetische volgorde van de namen van

de eerste auteur. Daarbij worden

lidwoorden genegeerd. Bijv. ‘Vries, de’

Voorbeeld boek:

Jansen, D., Z. Jansen & A.A. Jansen,

Zakelijke communicatie; handleiding voor

Bronvermelding/citaat: Het is

niet toegestaan de structuur

en/of de inhoud van het werk

van anderen geheel of

gedeeltelijk over te nemen in

de uitwerking zonder

vermelding van de bron.

De hoeveelheid geciteerde

tekst mag de 5% niet

overschrijden. Neem je

Opnemen/verantwoorden van

citaten:

- Wees spaarzaam (max 5%)

- Zet citaten tussen

“aanhalingstekens”

- Geef weglatingen/

toevoegingen aan citaten

duidelijk aan. Je kunt dit doen

door op de plaats van het

Jaargids studiejaar 1, versie 1.0

© Stenden hogeschool – Small Business en Retail Management, studiejaar 2013/1014 73

het schrijven van rapporten, 3e gew.. dr.,

Arnhem, 1999.

Voorbeeld internet:

Have, S. ten en N. Manders,

‘Mederwerkerstevredenheid in de

detailhandel’. At: http://sss.kon-

detailhandel.nl/index.rtml.

passages over zonder

bronvermelding en zonder aan

te geven dat het om citaten

gaat, dan is er sprake van

‘letterroof’ ofwel: plagiaat.

Voor de consequenties van (een

vorm van) plagiaat verwijzen

we naar de het Onderwijs

Examen Regelement (OER) van

de Retail Business School, die je

op Istudy kunt vinden.

weggelaten gedeelte tekst-

haakjes met daartussen punten

op te nemen: (…..)

- Vermeld de bron waaruit je

citeert. Verwijs in de tekst direct

voor of na het citaat naar de bron

er van.

- Volg hierbij het systeem van

‘auteur- titel-jaar-pagina’. Plaats

hiertoe een voetnoot op de

betreffende pagina en vermeld

de gegevens in de literatuurlijst.

Citaat: boeken, tijdschriften,

bedrijfsbrochures, internet,

andere rapporten,

moduulboeken etc.

BIJLAGE TIPS & TRICS

Bevat gegevens die een rommelige

structuur veroorzaken wanneer ze in de

tekst zouden worden opgenomen:

- organisatie structuur;

- gegevens die beweringen /

bevindingen in het rapport

ondersteunen;

- uitgebreide tabellen;

- frequentieverdelingen en grafieken;

- enquêteformulier en volledige

resultaten vragenlijst en de begeleidende

brief;

- reacties op de open vragen;

De bijlagen worden vaak met een

schutblad gescheiden van het

overige rapport. Op het (gekleurde)

schutblad kunnen de titels van de

bijlagen worden opgenomen. Om de

overzichtelijkheid te vergroten,

kunnen de bijlagen apart worden

genummerd.

Voorzie de bijlage(n) van een

rangnummer:

Bijlage 1, bijlage 2, en

verwijs naar de

bijlagennummers in de

rapporttekst zodat de lezer

er tijdig op wordt

geattendeerd.

Zorg voor doorlopende

paginanummering, dus niet

per bijlage.

Plaats alleen een bijlage als

deze relevant is, niet als

vulling.

REGISTER TIPS & TRICS

Een register (begrippenlijst) kan bij een

groot rapport en/of groot lezerspubliek

verstandig zijn. Plaats op alfabetische

volgorde de meest gebruikte/relevante

begrippen en de pagina’s waarop deze

voorkomen.

Veel tekstverwerkings-programma’s

kunnen door markeren van

bepaalde begrippen in de tekst

automatisch een duidelijk register

inclusief paginaverwijzing opstellen.

DIVERSEN

Schrijfstijl

Let op bij een formeel rapport dat je

voldoende ‘afstand’ tot het onderwerp

hebt. (“we”en “ons”ligt minder voor de

hand).

Beweringen/uitspraken

Zorg ervoor dat uitspraken en beweringen

altijd feitelijk onderbouwd zijn!

Nederlands

Controleer je rapport nauwkeurig op

spel stijl en tikfouten.

Tip: hardop voorlezen voorkomt

stijlen zinsopbouw fouten).

Let op: spellingscontrole van de

tekstverwerking alléén is

onvoldoende!

Illustraties

Alleen als ze tekstondersteunend

zijn!

Structuur

Let op een duidelijke

structuur. Mindmapping of

conceptueel model kan

helpen vooraf een duidelijke

opbouw te bedenken.

Kop/voettekst/lijn

Kies of voor voet of voor

koptekst/lijn. Daarin niet

schrijversnaam/data, maar

bijvoorbeeld rapporttitel.