handleiding - pure.knaw.nl · deze handleiding was aanvankeli1k bedoeld als leidraad bij het...

26
.. . HANDLEIDING VOOR DE KARTERING p, TJT!JUT VOOR OECOLOC:SCH ONDERZOEK Kl::lmperbergex weg 11 ARN HEM . VAN NEDERLANDSE INVERTEBRATEN H. TURIN INSTITUUT VOOR OECOLOGISCH ONDERZOEK

Upload: vuongthu

Post on 25-Feb-2019

217 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

... HANDLEIDING VOOR DE KARTERING

p, ~ TJT!JUT VOOR OECOLOC:SCH ONDERZOEK

Kl::lmperbergexweg 11 ARNHEM

.VAN NEDERLANDSE INVERTEBRATEN

H. TURIN

INSTITUUT VOOR OECOLOGISCH ONDERZOEK

I N H 0 U D

I n l e i d i. n g

w e 1 k s y s t e e m ?

K a a r t A

V a n K a a r t A n a a'r K a a r t B

K a.a r t B

A a n h a n g s e 1 (codering habi tatgegevens)

Deze handleiding was aanvankeli1k bedoeld als leidraad bij

het ontwerpen van één systeem voor het verzamelen van gege­

vens van alle invertebraten-groepen. Na overleg binnen de \

werkgroep 1 Invertebrata Survey1 '-Nederland~)werd besloten

een handleiding voor elke grote systematische groep afzon­

derlijk te maken. De eerste 50 kolommen va.n de ponskaart

zullen voor alle groepen identiek zijn, terwijl de laatste

30 kolommen speciaal bestemd zijn voor gegevens die betrek­

king hebben op de he treffende groep. Zo 7.ijn er i nm.iddels

twee handleidingen gereed ~ekomen, n.l. voor de insekten

en voor de mollusken. Hierbii komt deze handleiding de­

finitief te vervallen.

H.Turin Arnhem mei 1976

x) Deze werkgroep is gestart in het voorjaar 1975 en heeft

tot doel het bestaan van een datR-bank voor invertebraten­

gegevens tot een feit te maken.

Het adres van de werkgroep is voorlopip;: Museum van

Natuurlijke Historie, Raamsteeg 2 Leiden. (Inlichtingen:

Dr. P. v. Helsdingen).

2

3

4

14

1?

21

lilU;IDING

In het kader van l1et 'Euro;1e.'"'n Inverte:n'ate .Survey' (E.I.S.) is men

in e·~:n a·HLtal West-Euro,;e.se Ltn(len de laatste jaren bezig gegevens

betreffende onge<~Jervelde dieren i)i.ieen te i:lrengen. In het kort komt

het hierop neer, dat het proje~t tot doel heeft per land een data­

ban!: te forllleren, •vaar de gegevens voor iedereen toegankelijk zijn.

Dergelijke grote hoeveelheden gee;e~rens kunnen van groot nut zijn om

inzicht te krijgen in de gevol~en van milieuveranderinge~ en voor het

maken van verspreidingskaarten. Voorwa'lrde is, dat de toegankelijk­

heid en de wijze van administreren universeel en niet te moeilijk is.

Hier komen we al gauw l1ij ltet gebruik van de ponskaart en de automa­

tische verwerking terecht. Dit is evenwel een vrij kostbare geschiede­

nis, en hierin zal dan ook voor een belangrijk deel de verklaring

liggen van het feit, dat tot op heden een dergelijk centrum nog niet

vqn de grond is gekomen.

Reeds in 1971 besloten we voor zover het ons werk aan de naderland­

se loopkevers betreft, zoveel mogelijk aan te sluiten bij het E.I.S.

De noodzaak om de oorspronkelijke gegevens (welke met een kleine

wijziging volgens de E.I.S.-indeling op ponskaart waren gezet) bruik­

baar te maken voor verdere statistische bewerkingen, had tot gevolg

dat een nieuwe ponskaart-indeling moest worden ontworpen. Beide kaart­

indelingen worden in deze handleiding besproken. Daar landelijke coör­

dinatie ontbrak hebben we noodgedwongen de verwerking van de gegevens

op eigen gelegenheid ter hand moeten nemen. Vaak door schade en schan­

de wijzer wordend zijn we nu op het punt gekomen waarop de versprei­

dingskaartjes gepubliceerd kunnen worden.

Het lijkt ons nuttig door middel van deze handleiding te trachten

de standaardisatie van de werkwijze te bevorderen zodat anderen van

onze erv~ring gebruik kunnen maken.

LITE:RATUUR: Heath, J., 19'71. The Euronean Invertebrata Survey. Acta ent. fenn. 28: 27-29.

Heath, J. en F.H.Perring, 1970. Biological Records Centre (stencil).

Leclercq, J.,l070. Atlas provisoire des insectes de BeJgique (serie). Facultê des sciences agrono­miques de l'~tat, Gembloux.

Perring, F.H. en S.M. Walters, 1962. Atlas of the British Flora.

Turin, H., lC)7Lf. De kartering van Carabidae (Col.) in Nederland. Entom.Ber.,Amst.34:86-88. 1974. Over het karteren van invertebraten en het '~uropean lnvertebrate Survey'. Entom.Ber. Amst.34: 171-173.

Wanneer er voor een bepaalde vorm van biologisch onderzoek grote hoe­

veelheden ~e~evens betreffende een Groot aantal soorten bijeen moeten

worden gebracht, zijn er drie punten van belang bij het bepalen van

de keuze van het administratiesysteem:

1 Welke gegevens willen we in dit systeem opnemen (plaats, datum,

stadium, habitat, weer, gewj_cht etc.),

2 Zijn deze gegevens eenvoudig in het systeem onder te brengen, en

is het mogelijk er nieuwe !';egevens aan toe te voegen,

3 Kunnen we op het materiaal alle gewenste bewerkingen uitvoeren,

en zj_jn de resultaten van deze bewerkingen (b.v. verspreidings­

kaarten en tabellen) eenvoudig uit het systeem te halen.

Hoewel er op het moment nieuwe systemen op de markt komen, welke een

snellere verwerking dan die van ponskaarten toelaten, komen dit soort

kaarten al volledig tegemoet aan deze drie punten. Vanwege het uni­

versele gebruik zullen we hier alleen de vervaardiging van ponskaar­

ten behandelen.

Wanneer het er om gaat de ponskaarten te gebruiken bij wijze van kaart­

systeem om een grondige administratie te voeren van collectie en lnven­

tarisatie gegevens, en er daarnaast geen ingewikkelder bewerkingen zijn

uitte voeren dan af en toe een sortering op b.v. soort of plaats, dan

verdient het aanbeveling de kaartindeling te hanteren als beschreven

onder Kaart A.

Voor hen die meer ge1nteresseerd zijn in het uitvoeren van statistische

studies (sorteringen op bepaalde criteria, tellingen, berekening van

percentages etc.), is de indeling als beschreven onder Kaart B beter

geschikt.

Het verschil is, dat Kaart A als een normale systeemkaart te lezen is

maar daarnaast veel makkelijker sorteerbaar, terwijl Kaart B vrijwel

niet te lezeri valt maar beter geschikt is voor rekenwerk.

h J\AH 1l• /~

Bi.i t; ,,,,_rt /'>. :;a<:tn we er 'Jan uit dat de ei:çenschapJ)en die een nort11aal

i':a;u·t è~fc_:teern !leeft zove2l mogeli.·ilc -..•Jorden overvenomen in het pons­

kRDrü;;y.steem. Een voordeel van de ponskaart is de mogelijkheid tot

mechanische verwerking (per sorteermachi•ne of per computer). Een

nadeel van rle ponskaart iE> z'n beperkte ruimte, waardoor men vaak ge­

dwongen wordt code.s te gel;ruiken in plaats van lee.sbare gegevens. Dit

in tegenstelJ.ing tot een systeemkaart, waarop men verschillende regels

onder elkaar kan schrijven en zelfs de achterkant kan gebruil<;:en. Op de

ponskaart kan men maar één enkele regel vermelden.

~r wordt gebruik gemaakt van de gangbare 80-koloms ponskaart. In elk

van de 80 kolommen kan onder elkaar op 12 plaatsen een gaatje worden

gemaakt. Zo'n ponsing bestaande uit één of meerder·e gaatjes, (zie afb. 11.1~11\

l, blz.6) heeft een bepaalde betekenis, overeenkomend met""bepaalde

letter of een bepaald cijfer- of ander teken. De positie van ponsing­

en in een bepaalde kolom bepaalt deze betekenis welke internationaal

lS vastgelegd. Wanneer de kaarten geponst worden kunnen tegelijkertijd

de betreffende letter- en cijfertekens boven aan de ponskaart worden

afgedrukt (afb. 1 en 2, blz.6).

Een aantal samenhangende kolommen noemen we een rubyiek. Een rubriek

van 4 kolommen kan dus zowel een naam van 4 letters als een getal van

4 cijfers bevatten, of zelfs, zoals het 't geval is bij de gridaan­

duiding van het E.I.S., een kombinatie van letters en cijfers (afb.

2 kolom 36-39, zie ook toelichting Rubriek F, blz.8).

Bij de indeling van de ponskaart legt men de positie van de rubrieken

op de kaart vast. Men noemt zo'n indeling ook wel het Format van de

kaart. Een bepaald onderdeel van de informatie komt zodoende altijd

in dezelfde kolommengroep terecht. Dit houdt in dat namen altijd in

dezelfde kolom beginnen, en dat van getallen altijd de eenheden, tien­

tallen etc. in dezelfde kolom~en terecht komen. Men mag dus ook nooit

incidenteel meer kolol!IHlen gaan r;ebru:i.ken dan die ruimte, di'e voor de

betreffertde rubriek toebedacht is. ~e lange r;enus-,species en plaats­

namen b.v. moeten dan worrten :c•.I'r:ekort;. Dit is zeer belangrijk daar

andertJ indiem men dit niet doet, de porwkaa.rten niet meer mechanisch

te verwerken zijn, en dit zov inhouden dat men niet boven de mogelijk­

heden van een gewoon kaartsysteem zou uitkomen.

i '

Om de ruimte op de kaart optimaal te benutten is het gebruikelijk zo-

veel r<!O'';el:i.jk ge1~;evenc; te coderen, ;oorten worden met een nummer aan­

.•eduicl, evenalf; r:e orde, >3tatus, bron van de gq~evens etc. De E.I.S.­

kaart hrJeft daarna;;st de mo,;elijkheid aoort- en plaatsaanduiding al­

fai·,etisch te vermelden. De ,c;orteringen geschieden echter uitsluitend

o~ de codes, tenzij men b.v. alfabetisch de soorten wil rangschikken.

De gegevens (dus namen en codes) zijn het handigste te verwerken vonr

de ponstypist(e) als deze zijn ingevuld op zogenaamde '80 kolom formu-

1 i e ren ' ( a fb • lf , b l z • ? ) .

Iedere regel komt overeen met ~~n te vervaardigen ponskaart, en wordt

volgens de vastgelegde indeling ingevuld. Op het formulier gaan 25 re­

gels, Voordeel van deze formulieren is ook dat gegevens die in een aan­

tal ponskaarten herhaald moett"worden (b.v. soortnummer en -naam), maar

~én keer ingevuld hoeven te worden. Een grote 'Z' geeft aan dat deze

informatie in de volgende ponskaarten voor duplicatie in aanmerking

komt (afb. 4). Dit dupliceren is op elke moderne ponsmachine mogelijk.

De letters in afb. 3, (blz.6), geven aan in welke rubrieken de pons­

kaart verdeeld is. Verklaring van de betreffende rubrieken zie blz.8

e.v.,

Boven de lijn staat de indeling van de E.I.S.-kaart, beneden de lijn

de indeling welke gevolgd is bij het verzamelen van de carabidenge­

gevens. Dit laatste is een voorbeeld hoe men de kaart naar eigen wen­

sen kan inrichten zonder de internationale uitwisselbaarheid van de

gegevens aan te tasten.

Rubrieken welke in beide kaartindelingen (E.I.S. en CARABIDEN) vol­

komen gelijk zijn, worden in afb.3 met dezelfde letters aangeduid.

vervolg blz.8

6

I lllllnll I I I I I n I I 0 OI 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 on ~nl uo 0 0 on 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 .0 0 0 ~ 0 0 I] ~] ~!~ 0 0 0 0 I 7 J 4 5 6 '8 9 10 11 12 IJ 14 15 Ui \1181920 lllllll. 1161111 ! JOliJl JJ H 353~ 1 JB H ~0 .t1414JU 4'i ~6 4/ 4il 49 50 51 52 53S455SE 51585HO 61616164 5F.66168 ,g 10 n n f!JgJqS!)

1 1 11 1111 1111 1111 .111 1111 1111 1111 1111 1111 1111 • 111 1 1 11 1111 .111 1111 1111 1111 1111 1111

22 2 2 • 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 212 2 2 2 2 2 2 212 2 2 2 2 2 212 2 2 2 2 2 2 2 2 2 21 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 212 212 2 2 2 2 2 212 2

3 3 3 3 3133 3 3 3 3 3 3 3 3 3 JIJ 3 3 3 3 3331 3 3 3 3 3 3 31 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 31 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 31

4 4 4 4 4 414 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 41 4 4 4 4 4 4 4 4 • 4 4 4 4 4 4 4 • 4 4 4 4 4 4 4 4144 4 414 • 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 44 4 4 4 4 4 4444

5 5 5 5 5551 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 • 5 5 5 5 5 5 5 515 5 5 5 5 5 515 5 5 5 5 5 5 5 5 5 • 5 5 5 5 5 5 5 5 5 51 5 5 5 5 .15 5 5 5 5 5 • 5 5 5 ~ 515

G 6 6 6 G & 6 6 • 6 6 6 6 G 6 G G 6 6 G GIG 6 G G G 6 6616 6 6 s 6 s GIS 6 6 6 6 6 6 6 6 E 6 6 si 6 6 6 6 .GIS 6 6 6 6 • 6 6 6

J 77 J 7777 JIJ J 7777 J 77 J J Jl J J J 77 J771 7 77 J J J Jl J J 7 1 afb 1 11 11 7 7 J 7 1 77 J J J 771 7111 7 J 7 7

8 BB BB BB B 8 BIB 8 B 8 8 8 BB 8 8 8 BI ,~ ~~ ~~ ~ ~ ,~ ~ !~ ,~ ~~ ,~. ,B,! ,~ ,80~ ~ •

8, .~i".~ .8, ~~~ s8o ~~ \T' s8, ~~ ~ ~. ,8, ~9 ,c,:. ,~ ,~, ~~! ~ ,~ ..... nl.lll

I 2 3 4 ~ 6 1 8 9 \0 11 11 1l 14 15 16 11 IS 19 20 11 11 2J 74 1'< Hl 11 /~ 1] I' l~ lfi 11 JB Jg BC

9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 919 9 9 9 9 9 9 9 9 9 ~ ~ • J 9 9 9 9 9 9 919 9 ~ q q q 919 9 ~ q q 9 919 q 9 9 9 9 919 9 9 q 9 ~ 9 9 9 9 999991999999

/ 0 v ~oP

0 v 1--R

s (-..,

A B D E F G I L M

v ~ J c

\ afb 3] v R

( ..... s

E N A B D F H I< L

80 kolom formulier

naam tel. projekt omschrijving ca.yabid.ev.

afb 4 datum aa"vu./f,·..", blad ..... A ..... van ..................

. 1 6 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 73 80

lo !o lo fb ID I\/ 1.:. ll. lh ; lro ; Iu. Is ll'l I In lh In Ie.. Iu Ie:: F Iu 11 lo IR In- I(, l\o I• 1.- I,.J ld lt'Y1 13 lo 11 I?., lh IJ I D

lf: IT la lp, ," 0 14 1 .....

'"" I.D V\ (l h l<i'!t la lh1

~ ~ bo 1-'

-~ ~ IF IT o· 1 ... (. t.IL. ·~ I+ l\Ç 11 ll l.-J-- )....-

l IC 14 lo, lH lt b ,' 17. 1.--- 1.- 1 ... 1,... lo In I ~3 !----'

l D b G7

IK çl'l Ie: ".... "....

0 n , .., lp '" IWI D oe; I v v

F u 1 ~ A 1. G\ T , V , I 10 !1- I I -

~ I

./ :....- F u ï.B R '}... T p y e. I s 1 u ll ~ ~ r

1=

?., 1"2. c;o IÄ 'l, V I

I B (:) I I!< IJ

I I

bl3 5 I :....- I FU ~ B T p lv 11 (") oln-1- I '3 0 ~ '----á I

·- p I

i , ! -+-i I ; I !

I I I J I i L_ -

1 -- !

; i -

00 0 I lil Ie In r ld b ui <. /). 'I'" ö 11\IU I N f u <, bT 0!1:: iT 'l ~ A l"lh e rv IR " I),

I~ t. r In la + r-- e- -- I I\{ lç ':) 11 li <J

,.ll 1-j...L 1<./1<. I ,.I_ I

Î h () 0 0 l'l!n Ir I ti !..- ll'f h Ir <. IT D 111 I ie. ) / I 1-- -- -· -·

~~e 1--- 1·- r--

1/ v-I ~ I 0 0 Ir? I~ o L eir s t- 41 c; I r u 1<:. I~ lP In I<: v v

I-- .. - 1-- --f--

Oo I~ I'" I~ b..- .. ll'll h r ~ liJ ,· liJ i_c: J V v v I/ 0 3 r 11"1 t--t-

l:z. Ie Ir I~ IJ., I i I (A c. lb u : <;. let. I i I V I v v I/ 00 Q_ In i lo D l c,

I-- --- I I tvb,·~~.u V 1/ v ( 00 In l\.1 I In In lt. I oir:: i!" i I Iu lt.. :\-I+ lri I~ \J Ie. - v I-- ·- - -- t-

J__ I

~tç:~ -+-· i - ---- -· I-- r-- -- f--- -+- - 1-· -- ·--1-- 1--- I-·

Tf -t- 1-- l-- f---

:I i -- - -- i-- -- - -· 1--f--- e--1- j- f--- 1-- - - -

~- -f..- __ Q 0 0 '30 l e I s ft .(.j Is. r u f ~ Ie:. c e. ih~- F IT 1'-t I --~ el-,,

b Iu Ir 11.. 9l i\.j I 00 o!.i ~ _l -'1 Ie .e "{" ld tl ; H i 1..- .niÎ ~ L I( Ie I~ IE 'C\ Ie.. <... I"' lP d f.e.. 10 ç .2 ~ . \ 1-- r-Ï'

T t...o 1-- --- 1--J -- -

~-- --- 1--1-- -· - 1--1- I -~-

1-- e- 1-- - 1--1- 1--- ·r- -~ -·· -+- -- -t-- -- ~-1--

- ~~~~-~~ 1-t-f~ 1--- --- f~ ·- -- t-- -t-- t--1--- - -- --- -- - - 1-- f- ·- - 1-- -----1--- ---

i I I

RUtRIEK A, KOLOI!l 1 - I+ ; OI-WE- OF FAI'liLIENUtitHER

•:ierover be.-:;taetn af;;praken bij het E.I.S,, maar men kan hiervoor ook

een eigen code kiezen. Deze code is voor het werk binnen een bepaal­

de soortengroep niet van bela()_LJ;i bij de carabidenkaarten hebben we

deze kolommen derhalve altijd blanko gelaten.

RUBRIEK B1

KOLÜÏ'1 5 - 9 ; GENUS/SPECIESNUHl•1ER :

Het E.I.S. gebruikt de eerste 3 kolommen van deze rubriek voor het

genu[-Onurnr:.er en de laatste 2 voor het species nummer. Over de numme­

ring binnen een aantal diergroepen rJestaan afspraken. Ook hierin is

men ec~~er vrij een eigen nummering te gebruiken. Voor de loopkevers

hebbenw~de nummering volgens Brakman ( 1966) gebruikt. Dit zijn de num­

mers 001-372, waardoor we de eerste 2 kolommen van de rubriek konden

verwaarlozen.

RUBRIEK C1 KOLOM 10 ; SUBSPECIES OF AANVULLING :

Bijvoorbeel~~ __ ~-: 5 :::; s11bspe~iesJ 6 - 9 -- nieuw g~vo_I!;~~~--?()or.t~.

RUBRIEK D1 KOLOM ll - 23

RUBRIEK E 1 KOLOM 24 - 35

GENUSNAAM ALFABE'riSCH

SPECIESNAAM ALFABETISCH

Deze twee rubrieken dienen om de leesbaarheid van de kaart te verho­

gen. Voor de sorteringen gebruikt men echter het genus/speciesnummer.

De eerste letter van genus en species komen resp. in kolom ll en 24.

RUBRIEK F 1 KOLOM 36- 39; GRIDAANDUIDING:

Dit is de aanduiding van het km-hok waarin de waarneming is gedaan.

Deze code is gebaseerd op een internationaal bruikbaar systeem van

plaatsaanduiding (U.T.M.= Universele Transversale Mercatorprojectie).

Het gebruik van dit gridsysteem ma~~t het mogelijk kaarten van ver­

schillende landen aaneen te voegen~ tot b.v. europese kaarten.

We zien in afb. 5, blz.9, dat de gridindeling gebaseerd is op hokken

van 100 X 100 km. 1 welke met een kombinatie van twee letters worden

aangeduid. Daarbinnen worden de 10 X 10 km-hokken aangeduid met twee

cijfers, van 00 tot 99 (zie afb. 6a, blz,lO). Elk 10 X 10 km-hok

wordt dus aangeduid door eerst twee letters~daarna twee cijfers.

Wanneer men met een fijner hokkenraster wil werken is dit zeer goed

mogelijk.

vervolg blz.l4

8

LE

FU........_ I~ ""- J J

'---=:çr' //'

FS ET-

I

0 ES sp

I I I I 1 I I I

r---+----·---+----1- •• W G T

--......---~-'--..._"__~........!~10~Qk m -

.) ~ \ \LC t '- \ r' \ KC ~ ·~ ~ ~\

I KB G afb 5

6a wP.I FT61

,, ~

·oe "l

" 0 o1 - 0" 'l't 0~ \l

"" \'), 7-'A

OI " 'J.I '

IJJ 6b

~ FT6151

0 -

6c

a I b I

---~--

( I d I ~

5 i

.JI"

FT61D

afb 6

sa c{d

wig

--f-+-

--1---"

GT05 ~~ si<C95 ....... ~~_,..-- .....

~~ -0~ ~l

OI ~ GT~ óo 'o ~KC

0' '~ oel>&i ~'~ ~7,b \: .. ~~~ 0~ ~" ~~ r;; ~y.

~\

GS KB afb 7

10

GS KB

De uitbreiding van de ~ridaanduiding kan geschieden door van de vol­

gende rubriek ~&n of twee kolommen te gebruiken (zie toelichting on­

der rubriek G,H). Al~ we nu opnieuw binnen het hok van 10 X 10 km een

raster van tien x tien hokjes aanbrengen, en deze op dezelfde wijze

nummeren als de 10 X 10 km-hokken binnen het grote vierkant, krijgen

we dus hokken van J. X 1 km (afb. 6b, blz.lO). De twee laatste cij­

fers hiervan kunnen gepla~tst worden in kolom 40 en 41.

In plaats hiervan is het ook mogelijk het hok in vieren te verdelen

als in afb. 6c, blz.lO. De toevoeging (A,B,C,D of 1,2,3,4 naar keuze)

komt in dit geval in kolom 40.

Afb. 7, blz.lO laat zien hoe de nummering van de hokken in de 'Wig'

is opgelost. Te kleine hokken worden hier bij het naastliggende hok

getrokken (de vakken FV,L"E,FU en LD). Andere vormen tezamen één hok,

(GT05 = KC95 etc. tot GT09 = KC99) 1 beneden GT05 hebben de hokken in

de wig een eigen nummer. Afb. 7 laat ook een volledig ingevulde wig

zien.

In plaats van de nummering zoals hierboven beschreven, kunnen we voor

de gridaanduiding ook het coÖrdinatenstelsel als beschreven onder

Kaart B toepassen. zie blz.l?. (Vgl. ook afb. 9, blz.l6).

RUBRIEK G,H1 "ij:OLOH 4-0 - 43 ; GEOCODE OF TEHRE:INNUMJviER :

In de E.I.S.kaart komt hier een aanduiding van 4 letters voor de pro­

vincie of het gewest, als aanvulling op het gridnummer. Bij de loop­

keverkartering is deze rubriek gebruikt voor de aanduiding van geÏn­

ventariseerde terreinen. Wanneer deze rubriek niet wordt gebruikt,

kan men deze kolommen gebruiken voor de uitbreiding van het grid­

nummer, zoals hierboven beschreven onder rubriek F.

RUBIUEK I,J,KOLOI"l 44-66 resp. l~l+- 60; VANGPLAATS:

Aanduiding van de vangplaats, (naam van de gemeente of het terrein).

Dit kan belangrijk zijn als aanvullende informatie. De E.I.S.kaart

heeft hier·o.i. rijkelijk veel ruimte (44-66). Deze rubriek is daar­

om voor de carabiden ingekort tot rubriek J (41~-60), ten behoeve van

de nieuwe rubriek K.

RUBRIEK K1 KOLOI''i 61 - 66 ; HABI'l'A'I'GEC1EVENS :

Deze rubriek komt in de E.I.S.indeling niet voor. Het is goed moge­

lijk in 6 kolommen veel informatie op te berf';en betreffende de habitat.

11

Een voorue ;l1-l van een dergelijk systeem wordt gegeven .in het aanhang­

scl(blz.2l e.v.). Men dient wel te bedenken dat dit voorbeeld is af­

(','et:;ternd op een be})aalde diergroep, n.l. de carabiden. Het is

handiger voor elk onderzoek of diergroep afzonderlijk een dergelijk

systeem te ontwerpen, d':tn orn één groot systeem te bedenken dat bruik­

uanr zou zijn voor alle mogelijke diergroepen en soorten van onder­

zoek tezamen. Voorts kan men dan die graad van fijnheid aanbrengen,

die men wenst.

IWBRIEK L 1 KOLO!v! 67 - 71 ; DA'I'Ul1 :

Kolommen 67-68 = Dag; kolom 69 = Maand (l = januari etc. 9 = septem­

ber, 0 =oktober, ll =november, 12 =december), de laatste twee wor­

den in één kolom in gevuld, er zijn immer 12 mogelijkheden per kolom

(zie ook afb. 4, blz.?, de bovenste drie regels); kolom 70-71 = jaar

00 = 1900 en eerder, verder normaal.

Bij ~~1]; informatie de betreffende kolommen blanke laten.

RUBRIEK M ,N1 KOLOM 72 - 75 ; LEGITNUm-:ER o:F' AANTAL INDIVIDUEN :

In de E.I.S.kaar staat hier het nummer van degene die het materiaal ver­

zameld of gedetermineerd heeft. In de carahielenkaart zijn deze kolom­

men gebruikt voor het vermelden van aantallen zoals deze verkregen

worden uit jaarseries en systematische bemonsteringen met vangeen­

heden, (blikken, trechtervallen e.d.).

RUBRIEK 0 1 KOLOM 76 ; ~IA TER I AAL :

Aanduiding van de kwaliteit van het materiaal, b.v. 1 = goed, 2 = matig en 3 = slecht.

RUBHIEK P1 KOLOM 77 ; STATUS

Inheems, import etc. Bij de carabiden is deze kolom altijd blanke

gelaten.

RUBTHEK Q1 KOLOM 78 ; BHON :

Het E.J.S. maakt onderscheid in:veldwaarnemingen; museum- en collec­

tiemateriaal, en gegevens uit de literatuur.

Bij de loopleevers werd de volgende indeling gebruikt:

1 =particuliere collecties; 2 = de literatuur; 3 = inventarisaties;

4 =,systematische bemonsteringen; 5 eigen waarnemingen; 6 = hand­

vangsten; 7:;;: coll. Everts (Leiden); 8 =idem Brakman; 9 = idem Ruurs

en Valck Lucassen; 0 = museum Leeuwarden; 11 = museum Enschede en

Lab. voor Entomologie Wageningen; 12 = 1':ateriaal uit aanspoelsel en

nesten; blanko = colJeetie museum Amsterdam.

RUBRIEK R KOLOM 79 ; STADIUM OF GESLACHT :

ei, larve, pop, 9, d, 9, epiderm of skelet.

RUBRIEK S KOLOM 80 ; EXTRA :

Deze kolom kan gebruikt worden voor aanvullende gegevens, of om een

van de andere rubrieken uit te breiden met een extra kolom.

WANNEER EEN OF MEERDERE KOLDrltHEN, OF GEHELE RUBRIEKEN NOOIT GF~BRU IK T

WORDEN, (b .v • rubriek D en E), KUNNEN DEZE lWLmlMEN GEBRUIKT WORDEN

VOOR ANDERE GEGEVENS (b.v. maten en gewichten).

VAN KAART A NAAR KAART B

Bij het verzamelen van de carabiden-gegevens werd in het begin

de gewijzigde E.I.S.-indeling gebruikt zoals hiervoor onder

KAART A beschreven. Voor het maken van uitsluitend versprei­

dingskaarten zou dit ook voldoende zijn geweest. Onze belang­

stelling gaat echter wat verder. Zo willen we iets te weten

trachten te komen over de soortensamenstaling in verschillende

gebieden. Daartoe werd~n er per soort een aantal extra biolo­

gische gegevns vastgelegd, eveneens op ponskaart. Met behulp

van de computer kunnen we nu vaststellen welke soorten met een

bepaalde eigenschap in een bepaald gebied, dus in bepaalde hok­

ken, voorkomen; bijvoorbeeld het aantal ongevleugelde loopke­

versoorten op de Waddeneilanden. Tevens kunnen we lijsten laten

afdrukken, waarop in tabelvorm wordt weergegeven welke soorten

dit zijn en om welke aantallen het gaat.

Voor dergelijke sorteringen is de E.I.S.-indeling, vooral bij

grote bestanden niet efficient.

Hiertoe werd derhalve een nieuwe indeling ontworpen, zoveel

mogelijk zonder overbodige informatie. De omzettirig van de ene

naar de andere indeling geschiedde in dit geval met behulp van

de computer, hoewel dit natuurlijk, zij het wat langzamer, ook

kan gebeuren met behulp van een sortee~ en dupliceermachiene.

Afb.8 blz.l5, laat zien hoe deze nieuwe indeling e~ uit ziet.

Overbodige informatie zoals geschreven Genus- en Speciesnaam

werd weggelaten. Verklaring van de rubrieken zie KAART B,blz.l7.

vervolg blz. 17

l't

7 11 l4U HLLIIU~ liJ u TRICHIJS ;_ ·~ 3 A l-il\ I' 1\ ? '-1 ,, 1\ t4/'>.l, i\

0't7 E LAf-'IHWS 047 ELii.PIIRUS Ü tt3 llll:THISA 004 CIC li\lDf:LA 242 AHi\f<A 2 42 AM!\ RA 242 A MA RA 0 ,,y lORICtgA 1 2 I'H· MtH DI 01'-l 314 OLISTOPUS 249 AMAR.A 342 L[BIA 342 LtiHA Ü'i0 NOTIUPHILUS B D

Sa

8b

afb 8

24 36 40 44 61 67 C;[l ll.l SUS LAOZ/\Nl) 10360 Ull TlJ Sll S CADZAND 03460 UvA TA CAD I f::R EN KfER 11956 l~liNT I VAt;A CALJH-R EN Kf.ER 13867 AlJRI:lJS f\RlH111EN AlJP[lJS rW E !JA MlJL T IPWJl. TA T f~REOA

CA MP [ ~) T 11. I S FIP.EDA SIMlLATfl f\IJRSStLE 20460 S I t~ I LAT A BURSSfLE 440 SIMlLAT/\ BORSSELE 20462 PILlCUf.'NIS ~IJRSSELc 740 LLJNULATU~1 f.HJRSSI::LE 740 RClTUNOATUS BERGEN OP ZOOM 23962 Ull'-l ICULL IS BI::RGEN OP ZOOM 23962 CHL lJf-lUC EP HAL EH~RGFN OP ZOOM 23861 CHLURDCEPHAL 1:3ERGt:N OP ZOOM 27861 f!UFlPUS BERGEN UP ZOUM 2 8538

E GH ' ! t I I

F J K L

1 4 8 12 33 39

15., 0 61' 1 LD08 BEET<ï'ffRlWAAG 8571 016 0<12L LJJ35 BEILFN 8572 Olh ogz l f))') BElLFN 8':173

21B OCJ24 LD35 BEILEN 8S7 ?53 Qg2 LD35 RF I L FN 57

2 5"~ 092 LD~5 RFllFN 57 249 16?. lC48 BEKKU"'1 HfNGFLn 857 OB 262 KI39B BELFELD 57 03fl 262 KB98 Bft.FFLD 57

368 262 KBq8 3flFFLD 58

A B c D EF G H x

Gedeelten uit 'prints' van beide ponskaarttypen.

Afb Ba : type Kaart A, als beschreven blz.4 e.v.

Afb 8b : type Kaart B, als beschreven blz.l7 e.v.

Elke ~egel geeft de inhoud van één ponskaart weer.

De letters onder de prints duiden de rubrieken,

waarin de kaarten zijn ingedeeld. (Zie de betref­

fende beschrijvingen.

De cijfers boven de prints geven het nummer van de

begirucolom van de betreffende rubriek aan.

IL1

72

N

• ,1.

- co( ". :rl.l\ .... rr~ 4' g.::: ó !!' ~~ ~ ê" ~ ~fl ~Ft~ ;: ~' ,..., ~~;; ~

--t-+--+---t-=:;;::;:;;;;;' I ~' I I I I I I I 'M" ~'I t.'l ,.,. ,..

10

'" •8 'll ., lS" ...

~

11 11 ro

' 8 l

..0 ' ()-.. ·S 'f 3

"' I

KA \Wr B

RUBRIEK A, KOLQJol 1 - j, :;QQl<TIIUt·n :EH.

Zie rub,·iek B va 1 Kaa.n.; A.

RUBfUEK B 1KOLOt-l 4 - 7, COÖlmiNAA 'l'NDI'!i''1ER

Dit nummer is gegeven aan het 10 X 10 km-hok, om het mogelijk te ma­

ken, de verspreidingskaartjes direkt door de computer te laten af­

drukken. Vanwege de 'Wig' moesten we hiervoor de U.T.M.-kaart van

naderland enigszins uit elkaar trekken, op een wijze als afb. 9 op

blz.l6 laat zien. De regeldrukker van de computer kan niet afdrukken

met een knik, zoals die in de oorspronkelijke U. T .~1. -kaart zit. De

hokleen zijn dus netjes in één lijn getrokken. Boven aan de kaart ont­

staat hierdoor een uitsparing. (zie ook rubriek F, Kaart A, blz.ll,

Nummering 'Wig'; en afb. 7, blz.lO).

Het werken met een co5rdinatensysteem heeft programeertechnisch gro­

te voordelen boven het werken met een nummering als van het E.I.S.

In afb. 9, blz.l6 zijn de co~rdinaten bijgeschreven.

Afb. 10, blz.18 en afb. 11, blz.l9 laten de computerkaart en resp.

de aan de hand van deze kaart vervaardigde verspreidingskaart zien.

RUBRil'::J( C 1 KOLOM 8 - ll, GRIDNUHMER :

De grielaanduiding is in Kaart B vnl. ingevoegd als een extra con­

trole-mogelijkheid om eventuele fouten op te sporen. Verdere uit­

leg over het grielnummer zie rubriek F, kaart A, blz.8.

RUBRIEK D1 KOLOM 12 - 26, VANGPLAATS

Aanduiding van de vangplaats binnen het hok als aanvullende in­

formatie op het gridnummer/coÖrdinaatnummer. Hier, in Kaart B

dus ten hoogste 15 letters.

RUBRIEK E 1KOLOM 27, DECENNIUM :

Het decennium waarin de waarneming valt. 0 = v66r 1900; 1 = 1900

t/m 1910; 2 = 1911 t/m 1920; 3 = 1921 t/m 1930 etc ••• 8 = 1971

t/m 1980; 9 = géén datum.

RUBRIE'K F 1 KOLOM 28 - 29, MAAND :

De maandaanduiding wordt hier gewoon in 2 kolommen genoteerd.

01 = jan etc 10 = okt, ll = nov, 12 = dec.

De dag aanduiding is bij deze sterk vereenvoudigde datum weggelaten.

'1

,,

E laphrus ullrichi Redt. 48

44 records

50

40

30

20

10

f ma m a s o n d

RlHmiEK G1 KOLOtl 30 - 31, BlWN :

Deze twee kolommen worden gebruikt om de herkomst van de gegevens

te vermelden d.m.v. codes (00-99).

RUBRIEK H1 KOLOM 33- 38, HABITAT :

In deze rubriek kan b.v. iets over de habitat van het dier vermeld

worden, op de wijze als beschreven onder rubriek K, kaart A, blz.ll;

en in het aanhangsel (blz.2l e.v.)

Deze kolommen kunnen echter evenaJs kolom 32, evenals de kolommen

van rubriek X en de rest van de l(aart, naar eigenf-i-nzicht gebruikt

worden!!

RUBHIEK X1 KOLON 39- 42, VOLGNUMMER :

Dit is een nummer dat met behulp van de computer in iedere ponskaart

is ingeponst, teneinde foute kaarten snel uit het kaartenbestand te

kunnen lichten, en eventueel te kunnen vervangen.

=====================================

- "'""

·\ 1\ N iJ 11. ; l Cl S E L

Op de vol~ende bladzijden wordt een voorbeeld gegeven hoe aan

de hand van een betrekkelijk eenvoudige tabel de r.1eest belang­

rijke ge~evens betreffende de habitat,waurin de waarneming ge-

uaan is, kunnen worden f_~ecode erd.

Het bier gebruikte .sy:3teem j_c~ in hoofdzaak afgestemd op de loop­

kevers en zal daarom waarscl1ijnlijk uitsluitend geschikt zijn

voor een r)epaalde groep van bodem-lthropoden. Het is o.i. het

lTie(-èSt functioneel, wa11t1eer voor elke diergroep een zo

goed mogelijk systeem wordt ontworpen. Wanneer het noodz~celijk

wordt met meerdere diergroepen te werken, kan de scheiding van

de verschillende habitatcoderingssystemen geschieden d.m.v. het

orde- of familienwmner.

De codes kunnen bij het kaarttype A worden ondergebracht in

rubriek K, als beschreven op blz.ll, zie ook afb. 3, blz.6.

(kolom 61- 66).

Bij kaarttype B kunnen ze b.v. worden ondergebracht in de ko­

lommen 33 - 38, als in afb. Sb, blz.l5. De indeling van deze

kaart ligt echter minder vast, vgl. rubriek H, kaart B, blz.20.

COU~RING HABITATGEGEVENS

De babi tat 1~;e;~evens coderen we in hoofdzaak aan de hand van de tabel

op blz.25. De toelichting op de tabel volgt stap voor stap hieronder.

1: We kunnen een dier grofweg aantreffen op het land, nabij~ op of in

het wàter, hetzij vliegend, hetzij nonactief (b.v. als pop), op zeer

nauwkeurig te omschrijven plaatsen, als: achter schors, in aas of mest~

g: Wannee~ we een dier aantrefJ·en actief of passief op het land of in

het water, dan kiezen we in de tabel in de eerste (meest linkse) ver­

tikale kolom uit de cijfers 1 - 6. Betreft de waarneming een nauwkeu­

riger plaats als aas, mest, nesten gebouwen of een vervoermiddel dan

kiezen we 7 (Algemeen); is de soort kennelijk aan een bepaalde plant

gebonden, dan kiezen we 8 of 9. Dit cijfer is h~ eerste van de code.

Het gekozen cijfer komt dus in Kaart A in kolom 61.

3: Verder werken we uitsluitend horizontaal van links naar rechts

verder in vakken na het gekozen vak.

!±,: Bij de categorieën 1 en 2 (Bos, Struik + lioge Veg.) en de categorieën

5 en 6 (Oever/Moeras en Water), werkt men de twee volgende kolommen

afzonderlijk af. Hiervoor kan men de 'Waterklasse'vinden in Tabel A op

blz.24.

Bij de categorieën 3 en 4 (Open terrein en Lage vegetatie) worden deze

twee kolommen samen genomen.

Bij categorie 7 kiest men uit het 2e vak, en in een aantal gevallen

kan deze keuze in ~&n van de 4 volgende kolommen omschreven WQrden.

(Nesten in de 3e kolom; Hout/Schors in de 4e kolom; Aas/Mest in de 5e

kolom en Dornestic in de 6e kolom).

Bij de categorieën 8 en 9 (In/Op Plant), komt in deze twee kolommen

het Genusnummer van de plant.

2: In de laatste 3 kolommen wordt de vindplaats van het dier nauw­

keuriger omschreven. Dit geldt voor de categorieën 1 t/m 6. In de

laatste kolom van de 6 categorieën duidt men aan in welke ·•Laag' h7t

dier is aangetroffen, zie verklaring van de cijfers in Tabel B en C

blz.24. (toel. termen: droog, vochtig, nat (4e kolom), blz23)

Voor categorie 7 (Algemeen zie hierboven onder punt i• Bij de categorie~n 8 en 9 (Plant) worden de 3 laatste kolommen

gebruikt om het speciesnummer van de plantesoort te vermelden.

De codes van deze laatste 3 kolommen komen bij kaarttype A dus in

de kolommen 64, 65 en 66.

~Iet l. ,,

"' zeer wa::trschijnli.ik dat het niet altijd even gemakkelijk

zal zijn snel een vangst op deze wijze in de ponskaart van zijn

huLitat-informatie te voorzien. In geval van twijfel is het be­

ter de betreffende kolom bla~{ te laten.

Samenvattend kan gezegd worden, dat van de categorie~n 1- 6 de

eorste 3 kolornmen gebruikt worden om min of meer de naaste om­

geving van de plek van waarneming te beschrijven, terwijl de 3

laat::;te lcolülillllen dienen om de precieze vangplek te beschrijven.

Voor categorie 7 geldt hetzelfde voor resp. de eerste twee en de

laatste vier kolommen.

VERKLAlHNG VAN ENI<:ELE 'l'EWmN (Zie tabel blz. 25).

droog = watervrij (zand stuifgevoelig)

vochtig= {:';rond bevat water, grondwaterspiegel echte~ "':r_ij __ diep.

nat = water vlal{ onder oppervlakte.

water aan of op oppe~:vlald;e = categorie 5 (Oever/J'vloeras)

oligotroof = voedselarm

mesotroof ~ middel

eutroof = voedselrijk

anders verontr. = b.v. thermische verontreiniging

Ondergr.Fungi = onderaardse delen van Fungi

Nesten vogel (6) = incl. holenbroeders (b.v.oeverzwaluw)

Damestic transp.(4,6,7) = resp. voedsel-~ hout- en overige transpor­

ten per As (in tegenstelling tot chepen(8).

Literatuur betreffende de codering habitatgegevens zie blz.26.

T A B E L A W A T E R K L A S S E

A F M E 'r I N G------------~

SNELHEID ERG KLE:IN KLEIN HIDDEL GROOT ERG GROOT

STILSTAAND Boomhol kleine Poel Vijver ~1eer of Zee poel

2 < 0 'l~ ha- grote poel <l5m - < L~o ha .

LANGZAAM Sijpelend Sloot Kana!:'ll - -stroompje

MIDDEL Smal beek- Beek Rivier Grote Rivierdelta je<0,5m br rivier- <.50m br rivier estuarium

tje<5m - <500 m br.

SNEL Bron Smal Stroom- - -bergstr. versnell. Kloof

VERTICAAL Waterval Waterval Waterval 11Vaterval -<0,5m - <5m br_ <5.0m br._ <500 br .

TABEL B I N D E L I N G V • D • L A G E N Categorie 1 - 4

+ 20 m -

6 HOGE

LAAG

KRUIN-

+ 5 m

K + LA-,S STRUI

GE KR UINLAAG

+ 1,5

LAAG 4 KRUID

3 GROND

2 BOVEN

1 ONDERI

ZONE

LAAG

.. AAG

7 = vliegend

m

"" ,

vliegend = 7

vliegend = 7

7

,.., (

+ 15 cm I I ' I

"" 20 cm I I I --- - ---- - - - - - - - - - - - - -· I ' ' dieper dan I ' I I ' I - 20 cm

~AT., 1, BOS lcAT. 2, STRUIK lcAT.3,KRUIDLICAT.4 OPEN GR.,

TABEL C .;;.....;.;;......;;;;......;;;;..~---- ' L A G E N Categorie 5 en 6

water-opp_= 5

-..........v1ateroppervlakte "' 4

-----"!.:a terrnar;sa = 3

vegetatie onder water = 2

1 BOE:>

2 STRUIK­+ HOGE VEGET.

3 LAGE Vli.:G E'f'.

I.J OPEN TERHEIN

5 OEVER MOERAS

6 WATER

1 Oud loofbos ( :> 50 jr.)

2 ,Jong loofbo.'3 (20-50 jr.)

3 Naaldbos lt Getllengd bos

1 Loof 2 Naalcl 3 Gernengcl

1 droog open bos 2 vochtig open bos 3 droog dicht bos 4 vochtig dicht bos ~) droon; duinbos 6 vochtig duin bos 7 parkbos, stinse

1 bosrand 2 haag, houtwal 3 heg '+ boomaanplant 5 struikvegetatie 6 duinstruweel '7 rietland

1 droog 2 vochtig 3 nat

1 droog 2 vochtig 3 nat

1 lÖss/leem 2 klei 3 zavel 4 zand 5 veen 6 kalk 7 humus

1 lÖss/leem 2 K.IeT 3 zavel 4 zand 5 veen 6 kalk 7 humus

llti 2 3 L~

5 6 7 1 2 3 '+ 5 6 7

01 berm 11 akker met onkr. 1 droog 1 lÖss/leem 2 klei

1 2 '-',

02 droog grasl, 03 vochtig grasl. OLt schraalland 05 uiterwaard

12 akker zonder onkr. 2 vochtig 13 buitendijks bouwl. 3 nat 3 zavel 14 kwelder,schor. 15 zeereep

06 duingrasl. 16 riv-polderdijk oud 1'7 oude zeedijk 0'7 kalkgrasl.

08 duinveget. 18 jonge dijk 09 droge heide 19 spoordijk 10 vochtige heide 20 rivierduinen

01 02 03 04 05 06 0'7

landweg, pad afplagging turfafgraving zandafgraving klei-tichelgat strandvlakte stuifzand

On 0

09 10 11 12 13 14

zandplaat opgespoten land kale klei landaanwinn.slik kale akkers tuinen,kwekerij bebou.,de kom

Klasse A-T

1 bronbos 2 broekbos, vloedbos 3 oudere griend

1 zoet 2 brak 3 zout

Klasse A-T

4 ruigten, aanspoelselg. 5 vochtig hoogveen 6 laagveenmoeras,trilv, 7 moeras 8 vennen 9 begroeide oevers 0 open oevers X nat strand, str-poel Y wad, slik

1 bosrijke omgeving veel schaduw

2 weinig-matig bos­rijke omgeving

3 zeer open

1 zoet 2 brak 3 zout

p_ droog 2 vochtig ~ nat

4 zand 5 veen 6 kalk 7 humus 8 kiezel

1 lÖss/leem 2 klei 3 zavel 4 zand 5 veen 6 kalk 7 humus

4

7

1 2 3

7 1 oligotroof 1 2 idem chemisch verontr -3 idem anders verontr 3 4 mesotroof 4 5 idem chemisch verontr 5 6 idem anders verontr 7 7 eutroof 8 tdemichemisch verontr 9 idem anders verontr

(b.v. thermisch)

1 oligotroof 1 2 idem chemisch verontr 2 3 anders verontr 3 4 roesetroof 4 5 idem chemisch verontr 5 6 idem anders verontr 7 '7 eutroof 8 idem chemisch verontr 9 idem anders verontr

7 ALG~~MEEN-..=1'--Nc..ce:..c.s~t~----.. NESTEN ,Ondergr. IN HOU'r AAS OOMESTIC 2 Hout 1 insekt 1 loof

~----~--------~· 3 Aas, Mest 2 zoogdier 2 naa1d 4 Öndergr.Fung' 3 overige 5 Paddestoelen 6

NESTEN,Bovengr.

7 Hooirnijten 4 insekt Vuilstorten •_*-~-=Do-'o""m=-e=-s-"t...:.i-=c_:_=-=-• 5 zo o g di er'-' ,

9 L i eh tc....:v:..:a:...:J.=----• 6 vo ge 1

0 onder stenen 7 overige

SCHORS 3 loof l~ naald

OP HOUT 5 loof 6 naa1d

1 Vis 2 Vogel 3 Zoogdier

HEST 4 herbivoor 5 omnivoor 6 carnivoor 7 vogels

1 gebouwen 2 kelders 3 voedse1opslag 4 idem transp. 5 hout-opslag 6 idem transp. 7 overig transp. 8 schepen 9 huiden,kleding 0 papier,boeken

8 OP PLAN'l' Genusnr. ~specie snr. ~--mamna.mm~~R~~~ ... ~-~~a»n~~v-.•EMaa.aGG~~·-~RF.~~mm~BB.mu. ................ ._._._ ...... t

9 H! FLA.W[' Genusnr. lspec ie snr.