eindtermen voor miniemen

37
Eindtermen voor Eindtermen voor miniemen miniemen Paula Vanhoovels VAT-dag Edegem, 05 december 2009

Upload: lethia

Post on 23-Jan-2016

58 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Eindtermen voor miniemen. Paula Vanhoovels VAT-dag Edegem, 05 december 2009. Waarom eindtermen ?. Geen doel op zich maar langetermijnvisie Richtlijn voor jeugdtrainers Richtlijn voor opvolgtrainers Tussentijdse evaluatie. Criteria. - PowerPoint PPT Presentation

TRANSCRIPT

Page 1: Eindtermen voor miniemen

Eindtermen voor miniemenEindtermen voor miniemen

Paula Vanhoovels

VAT-dag Edegem, 05 december 2009

Page 2: Eindtermen voor miniemen

Waarom eindtermen ?Waarom eindtermen ?

Geen doel op zich maar langetermijnvisie Geen doel op zich maar langetermijnvisie

Richtlijn voor jeugdtrainersRichtlijn voor jeugdtrainers

Richtlijn voor opvolgtrainersRichtlijn voor opvolgtrainers

Tussentijdse evaluatieTussentijdse evaluatie

Page 3: Eindtermen voor miniemen

CriteriaCriteria

50% van de kinderen voldoet na minimaal 2 jaar 50% van de kinderen voldoet na minimaal 2 jaar atletiekervaring aan de doelstellingenatletiekervaring aan de doelstellingen

De doelstellingen zijn enkel bekend bij De doelstellingen zijn enkel bekend bij trainers(coördinatoren), niet bij ouders en trainers(coördinatoren), niet bij ouders en kinderen zelfkinderen zelf

Geen “examens”Geen “examens”

Kinderen evolueren verschillend Kinderen evolueren verschillend

Page 4: Eindtermen voor miniemen

InvullingInvulling

Spelend lerenSpelend leren– Algemene basisvaardighedenAlgemene basisvaardigheden– Specifieke bewegingsvaardighedenSpecifieke bewegingsvaardigheden

InitiërenInitiëren– Enkel Enkel juistejuiste technische items aanleren.Beperk technische items aanleren.Beperk

je tot het essentiële !je tot het essentiële !– Beter niet aanleren dan verkeerd aanleren.Beter niet aanleren dan verkeerd aanleren.

Page 5: Eindtermen voor miniemen

Aandacht voor…Aandacht voor…

VormspanningVormspanningLenigheidLenigheidStabiliteitStabiliteitlichaamsbesef lichaamsbesef

Blessurepreventief en toekomstgerichtBlessurepreventief en toekomstgericht

Groeispurt !Groeispurt !kan bij miniemen meisjes al aanvangenkan bij miniemen meisjes al aanvangen voorzichtig met belasten van pezen en voorzichtig met belasten van pezen en gewrichten. gewrichten.

Page 6: Eindtermen voor miniemen

Hoe opgebouwd ?Hoe opgebouwd ?

Overleg met verenigingen Overleg met verenigingen consensus consensus

Richtlijn, geen unieke formuleRichtlijn, geen unieke formule

Aan te passen volgens de mogelijkheden Aan te passen volgens de mogelijkheden van de vereniging (trainers, van de vereniging (trainers, accommodatie, …)accommodatie, …)

Realistisch blijven !Realistisch blijven !

Page 7: Eindtermen voor miniemen

Algemene principesAlgemene principes

De jonge atleten krijgen een veelzijdige De jonge atleten krijgen een veelzijdige opleiding waarbij alle onderstaande aspecten opleiding waarbij alle onderstaande aspecten aan bod komenaan bod komen

Alle jongeren krijgen een competitiegerichte Alle jongeren krijgen een competitiegerichte opleiding, ook al zullen sommigen later opteren opleiding, ook al zullen sommigen later opteren voor recreatiesport.voor recreatiesport.

50% van de kinderen zou na minimaal 2 jaar 50% van de kinderen zou na minimaal 2 jaar begeleiding en op begeleiding en op 13 jarige leeftijd13 jarige leeftijd (2de j (2de j miniem) de normen moeten kunnen behalen.miniem) de normen moeten kunnen behalen.

Page 8: Eindtermen voor miniemen

Lichaams- en bewegingsinzichtLichaams- en bewegingsinzicht

algemene lichaamsscholing naar lichaamsbesef algemene lichaamsscholing naar lichaamsbesef met armen en benen gelijktijdig verschillende met armen en benen gelijktijdig verschillende bewegingen uitvoeren (dissociatie) bewegingen uitvoeren (dissociatie) een eenvoudige beweging correct nabootseneen eenvoudige beweging correct nabootseneen eenvoudige beweging kunnen uitvoeren op basis een eenvoudige beweging kunnen uitvoeren op basis van verbale info van verbale info draaibewegingen uitvoeren en zich daarbij blijven draaibewegingen uitvoeren en zich daarbij blijven oriënteren in de ruimte oriënteren in de ruimte draaien om de verschillende assen (tuimelen en draaien om de verschillende assen (tuimelen en rollen) rollen) aanvoelen van spanning en ontspanning in de aanvoelen van spanning en ontspanning in de bewegingsuitvoering bewegingsuitvoering

Page 9: Eindtermen voor miniemen

Kracht en conditietrainingKracht en conditietraining

gecontroleerde romp- en bekkenstabiliteit behouden bij gecontroleerde romp- en bekkenstabiliteit behouden bij alle loop-, spring- en werpvormenalle loop-, spring- en werpvormen

enkel zonder externe belasting (de term ‘met eigen enkel zonder externe belasting (de term ‘met eigen lichaamsgewicht’ is verwarrend : men kan denken dat lichaamsgewicht’ is verwarrend : men kan denken dat men een belasting mag toevoegen gelijk aan het eigen men een belasting mag toevoegen gelijk aan het eigen lichaamsgewicht…)lichaamsgewicht…)

Page 10: Eindtermen voor miniemen

AttitudeAttitude

het kind kan een gegeven opdracht uitvoerenhet kind kan een gegeven opdracht uitvoeren

het kind kan zelfstandig aan een wedstrijd het kind kan zelfstandig aan een wedstrijd deelnemen : sportzak klaarmaken, keuze deelnemen : sportzak klaarmaken, keuze maken van disciplines, inschrijven, op tijd zijn, maken van disciplines, inschrijven, op tijd zijn, ……

het kind kan het belang inschatten van inzet het kind kan het belang inschatten van inzet en motivatie t.o.v. zichzelf, de trainer en de en motivatie t.o.v. zichzelf, de trainer en de medeatletenmedeatleten

Page 11: Eindtermen voor miniemen

MentaalMentaal

het kind kan de eigen mogelijkheden inschattenhet kind kan de eigen mogelijkheden inschattenhet kind kan voor zichzelf doelen bepalen het kind kan voor zichzelf doelen bepalen het kind kan de eigen prestaties interpreterenhet kind kan de eigen prestaties interpreterenhet kind kan een mindere prestatie relativeren en het kind kan een mindere prestatie relativeren en een goede prestatie waardereneen goede prestatie waarderenhet kind kan een verbale opdracht uitvoerenhet kind kan een verbale opdracht uitvoerenhet kind kan van alle basisbewegingen en het kind kan van alle basisbewegingen en basistechnieken de belangrijkste basistechnieken de belangrijkste aandachtspunten aangevenaandachtspunten aangeven

Page 12: Eindtermen voor miniemen

LenigheidLenigheid

het kind kent enkele basis-lenigheidsoefeningen voor het kind kent enkele basis-lenigheidsoefeningen voor de grote spiergroepende grote spiergroepen

het kind kan zelfstandig enkele basis-het kind kan zelfstandig enkele basis-lenigheidoefeningen op een correcte manier uitvoeren, lenigheidoefeningen op een correcte manier uitvoeren, zowel dynamisch als statischzowel dynamisch als statisch

het kind weet dat lenigheid belangrijk is voor de het kind weet dat lenigheid belangrijk is voor de blessurepreventie en het kunnen uitvoeren van blessurepreventie en het kunnen uitvoeren van techniekentechnieken

is geen doelstelling maar een middel is geen doelstelling maar een middel

Page 13: Eindtermen voor miniemen

Gymnastische vaardighedenGymnastische vaardigheden

het kind kan, met steunhulp, een het kind kan, met steunhulp, een handenstand uitvoerenhandenstand uitvoeren

het kind kan rotaties rond de het kind kan rotaties rond de verschillende lichaamsassen uitvoerenverschillende lichaamsassen uitvoeren

Page 14: Eindtermen voor miniemen

Specifieke doelstellingenSpecifieke doelstellingen

LoopscholingLoopscholingversnellingslopenversnellingslopen

het kind kan stelselmatig de snelheid opbouwen over een het kind kan stelselmatig de snelheid opbouwen over een bepaalde afstandbepaalde afstandhet kind kan een technisch gecontroleerde versnelling uitvoerenhet kind kan een technisch gecontroleerde versnelling uitvoeren

snelheidsnelheid

3-puntstart (staande houding met voetenplaatsing zoals in 3-puntstart (staande houding met voetenplaatsing zoals in startblok)startblok)startbeweging van laag naar hoogstartbeweging van laag naar hoogstart uit startblok met zowel linker als rechter voet vooraanstart uit startblok met zowel linker als rechter voet vooraankent het verschil tussen een hoge en een lage frequentiekent het verschil tussen een hoge en een lage frequentiehet kind kan snel, explosief reageren op prikkels het kind kan snel, explosief reageren op prikkels

Page 15: Eindtermen voor miniemen

LooptechniekLooptechniekalle eindtermen moeten kunnen worden uitgevoerd met een hoog en alle eindtermen moeten kunnen worden uitgevoerd met een hoog en stabiel bekken /rompblok !stabiel bekken /rompblok !

lopen op de voorvoet met voor-achter-armbeweginglopen op de voorvoet met voor-achter-armbeweginglopen met voet afrollen met voor-achter-armbeweginglopen met voet afrollen met voor-achter-armbewegingskipping met en zonder armbewegingskipping met en zonder armbewegingrustig maar gecontroleerdrustig maar gecontroleerdskipping met nadruk op kapstokvoet / klauwvoetskipping met nadruk op kapstokvoet / klauwvoethiellift met en zonder armbeweginghiellift met en zonder armbewegingkaatsen / stuwenkaatsen / stuwenactieve voetplaatsingactieve voetplaatsingstrekfase lichaamstrekfase lichaamcorrect uitvoeren van voor- en achterzwaaifase correct uitvoeren van voor- en achterzwaaifase

Page 16: Eindtermen voor miniemen

UithoudingUithouding

training van het aërobe vermogentraining van het aërobe vermogen

gedurende minstens 30’ aan een gedurende minstens 30’ aan een rustig tempo kunnen lopenrustig tempo kunnen lopen

tempogevoel hebben (sneller, trager tempogevoel hebben (sneller, trager kunnen lopen…) kunnen lopen…)

Page 17: Eindtermen voor miniemen

HordenlopenHordenlopenlopen over lage hindernissen (40-76cm)lopen over lage hindernissen (40-76cm)

met accent op snelheid – sprinten – ritmemet accent op snelheid – sprinten – ritmemet accent op voorwaartse impulsmet accent op voorwaartse impulsmet accent op gecontroleerde armbewegingmet accent op gecontroleerde armbeweging

gecontroleerde analytische uitvoering van de 2 gecontroleerde analytische uitvoering van de 2 deelbewegingen kunnen uitvoeren : deelbewegingen kunnen uitvoeren : aanvalsbeen en impuls-doorvoer-bijtrekbeenaanvalsbeen en impuls-doorvoer-bijtrekbeen

uit stand met en zonder hordenuit stand met en zonder hordenstappend met variërend aantal steunen tussen stappend met variërend aantal steunen tussen de hordede hordehuppelend ( eenvoudige oefeningen)huppelend ( eenvoudige oefeningen)

--> zowel links als rechts--> zowel links als rechts

Page 18: Eindtermen voor miniemen

op aangepaste afstand 3-pasritme kunnen lopenop aangepaste afstand 3-pasritme kunnen lopen

op aangepaste afstand een opgelegd pasritme op aangepaste afstand een opgelegd pasritme kunnen lopen (4-pas, 5-pas, 7-pas…)kunnen lopen (4-pas, 5-pas, 7-pas…)

horden kunnen en durven nemen als ze niet op horden kunnen en durven nemen als ze niet op een vaste afstand staan (ritmegevoel / een vaste afstand staan (ritmegevoel / aanpassingsvermogen) aanpassingsvermogen)

Page 19: Eindtermen voor miniemen

AflossingenAflossingen

1 aflossingstechniek kennen en kunnen toepassen zonder 1 aflossingstechniek kennen en kunnen toepassen zonder oog voor detailoog voor detail

wachtende atleet moet correcte startpositie wachtende atleet moet correcte startpositie kennen en kunnen uitvoeren (voeten recht kennen en kunnen uitvoeren (voeten recht vooruit, juiste been vooraan, juiste kant van de vooruit, juiste been vooraan, juiste kant van de baan …)baan …)aflossingszone kennenaflossingszone kennengever : correcte timing (roepen-kijken-geven !)gever : correcte timing (roepen-kijken-geven !)ontvanger : op een consequente manier snel ontvanger : op een consequente manier snel en zonder omkijken durven vertrekken op een en zonder omkijken durven vertrekken op een visueel merkteken visueel merkteken

Page 20: Eindtermen voor miniemen

SpringscholingSpringscholing

AlgemeenAlgemeen

basis spring- en hinkoefeningen gecontroleerd basis spring- en hinkoefeningen gecontroleerd kunnen uitvoeren met accent op veelsprongenkunnen uitvoeren met accent op veelsprongenprogressief versnellende aanloopprogressief versnellende aanloop

adequate aanloop-afstootverbindingadequate aanloop-afstootverbindingactieve voetplaatsingactieve voetplaatsinglichaamsstrekking bij afstootlichaamsstrekking bij afstootknie-inzwaaiknie-inzwaaiadequate arminzetadequate arminzetvormspanning kunnen aanhouden in de luchtvormspanning kunnen aanhouden in de lucht

Page 21: Eindtermen voor miniemen

HoogspringenHoogspringen

inclineren in bochtinclineren in bochtschaarsprongschaarsprongstijgsprong vanuit rechte aanloop en bocht, stijgsprong vanuit rechte aanloop en bocht, met of zonder draai om de lichaamsasmet of zonder draai om de lichaamsaseen gecontroleerde standflop kunnen een gecontroleerde standflop kunnen uitvoerenuitvoerengoede resultante bereiken van horizontale en goede resultante bereiken van horizontale en verticale sprongcomponentverticale sprongcomponentgecontroleerde imitatiesprongen zonder gecontroleerde imitatiesprongen zonder landing kunnen uitvoeren landing kunnen uitvoeren

Page 22: Eindtermen voor miniemen

PolsstokPolsstok

correct vasthouden van de stokcorrect vasthouden van de stok

gecontroleerd aanlopen met stokgecontroleerd aanlopen met stok

planten van de stok na korte submaximale planten van de stok na korte submaximale aanloop, bv. in zandbak, gevolgd door sprong aanloop, bv. in zandbak, gevolgd door sprong (over hindernis) (over hindernis)

Page 23: Eindtermen voor miniemen

VerspringenVerspringen

zie algemeenheden sprongen + laatste zie algemeenheden sprongen + laatste pas naar plank durven/kunnen toewerkenpas naar plank durven/kunnen toewerken

volledig uitduwen van afstootbeenvolledig uitduwen van afstootbeen

uitvoeren van hurkspronguitvoeren van hurksprong

correcte knieinzetcorrecte knieinzet

armondersteuningarmondersteuning

Page 24: Eindtermen voor miniemen

WerpscholingWerpscholing

AlgemeenAlgemeen

aanvoelen van lichaamsverplaatsingen voor- aanvoelen van lichaamsverplaatsingen voor- achter en zijwaarts bij verschillende achter en zijwaarts bij verschillende medecinebaloefeningenmedecinebaloefeningen

buig-strekbeweging met uitstoten van balbuig-strekbeweging met uitstoten van bal

werptuig correct kunnen vasthoudenwerptuig correct kunnen vasthouden

correcte uitgangshouding standworp kunnen correcte uitgangshouding standworp kunnen uitvoeren uitvoeren

krachtoverdracht benen-romp-armen krachtoverdracht benen-romp-armen

dynamisch aanvoelen van de lichaamsketendynamisch aanvoelen van de lichaamsketen

Page 25: Eindtermen voor miniemen

KogelKogel

standworp rugwaartsstandworp rugwaarts

aanloopvorm met rugwaartse beweging tot aanloopvorm met rugwaartse beweging tot standworphoudingstandworphouding

Page 26: Eindtermen voor miniemen

DiscusDiscus

standworp rugwaartsstandworp rugwaarts

discus correct kunnen afwerpen discus correct kunnen afwerpen

Page 27: Eindtermen voor miniemen

SpeerSpeer

1 gecontroleerde geschouderde impulspas 1 gecontroleerde geschouderde impulspas uitvoeren met afworpuitvoeren met afworp

schouderen en werpen: L-R-L stappendschouderen en werpen: L-R-L stappend

Page 28: Eindtermen voor miniemen

Opbouw in eindtermenOpbouw in eindtermen

BEN BEN PUP PUP MINMIN

Verderzetten van eindtermenVerderzetten van eindtermen Multidisciplinaire werking cadettenMultidisciplinaire werking cadetten Specifieke disciplinetrainers SCH+Specifieke disciplinetrainers SCH+

Page 29: Eindtermen voor miniemen

Invulling in trainingsplanningInvulling in trainingsplanning

Eindtermen verwerken in jaarplanningEindtermen verwerken in jaarplanning

Alle accenten komen aan bod in spel- en Alle accenten komen aan bod in spel- en oefenvormenoefenvormen

Algemene doelstellingen komen meer aan bod Algemene doelstellingen komen meer aan bod bij BEN/PUP, specifieke doelstellingen komen bij BEN/PUP, specifieke doelstellingen komen eerder aan bod bij MINeerder aan bod bij MIN

Andere accenten in winter dan in zomerAndere accenten in winter dan in zomer

Accenten afhankelijk van mogelijkheden / Accenten afhankelijk van mogelijkheden / accommodatieaccommodatie

Page 30: Eindtermen voor miniemen

TransfersTransfers

Vooral aandacht voor transfers tussen verschillende Vooral aandacht voor transfers tussen verschillende disciplines :disciplines :

– ritmescholingritmescholing– snelheidsnelheid– lichaamsstrekkinglichaamsstrekking– actieve voetplaatsingactieve voetplaatsing– dissociatievermogendissociatievermogen– rotatiesrotaties– uithoudinguithouding

Page 31: Eindtermen voor miniemen

Aantal trainingssessiesAantal trainingssessies

BenjaminsBenjamins

1 à 2 trainingssessies / week van 1 à 1,5u / 1 à 2 trainingssessies / week van 1 à 1,5u / sessiesessie

Vaste trainers ?Vaste trainers ?

Meerdere items per trainingMeerdere items per training

Algemene bewegingsvaardighedenAlgemene bewegingsvaardigheden

SpeelsSpeels

Page 32: Eindtermen voor miniemen

PupillenPupillen

2 trainingen per week van 1 à 1,5u/sessie2 trainingen per week van 1 à 1,5u/sessie

Vaste / wisselende trainersVaste / wisselende trainers

2 à 3 items per training2 à 3 items per training

Algemene en specifieke Algemene en specifieke bewegingsvaardighedenbewegingsvaardigheden

Speels – zomerperiode: korte initiaties inlassenSpeels – zomerperiode: korte initiaties inlassen

Page 33: Eindtermen voor miniemen

MiniemenMiniemen

2 à 3 trainingen per week van 1,5u / sessie2 à 3 trainingen per week van 1,5u / sessie

Wisselende trainers - rotatiesysteemWisselende trainers - rotatiesysteem

1 à 2 items / training1 à 2 items / training

Specifieke bewegingsvaardigheden en initiatieSpecifieke bewegingsvaardigheden en initiatie

Max. 1x/week specifieke initiatie - zomerperiodeMax. 1x/week specifieke initiatie - zomerperiode

coördinator bepaalt de frequentie per coördinator bepaalt de frequentie per disciplinediscipline

Page 34: Eindtermen voor miniemen

CadettenCadetten

3 à 4 trainingen per week van 1,5 à 2u3 à 4 trainingen per week van 1,5 à 2uMultidisciplinaire aanpakMultidisciplinaire aanpak– 1 (meerkamp) trainer /1 (meerkamp) trainer /– rotatiesysteem met verschillende trainersrotatiesysteem met verschillende trainers– 1 of meerdere items per training1 of meerdere items per trainingSpecifieke bewegingsvaardigheden – initiatie in Specifieke bewegingsvaardigheden – initiatie in de verschillende techniekende verschillende techniekenMogelijkheid om 1x/week specifiek te trainenMogelijkheid om 1x/week specifiek te trainen

Page 35: Eindtermen voor miniemen

Scholieren +Scholieren +

Specialisatietrainingen in disciplinegroepenSpecialisatietrainingen in disciplinegroepen

Page 36: Eindtermen voor miniemen

Mogelijke trainingsplanningMogelijke trainingsplanning

dag 1 dag 2 dag 3

weekschema 1 lichaamsstrekking ritme loopscholing

  hoog speer uithouding

weekschema 2 stabilisatie actieve voetplaatsing dissociatievermogen

  kogel horden verspringen

weekschema 3 explosiviteit lichaamsstrekking conditionele vaardigheden

starbloktraining polsstok tempogevoel

weekschema 4 rotaties loopscholing

algemene springvaardigheden

  discus spurt lenigheid

Page 37: Eindtermen voor miniemen