een efficiënte ggz in de eerste lijn?

2
FORUM Een efficie¨nte GGZ in de eerste lijn? Een reactie en het laatste woord Abstract In het vorige nummer van PsychoPraxis plaatste Pieter Kop enkele kritische kanttekeningen bij de inzet van sociaalpsychiatrisch verpleegkundigen in de huisartsenpraktijk. We vroegen Kees Sant om een reactie en geven Pieter Kop het laatste woord. Eerstelijners worden er wel bij betrokken Pieter Kop beschrijft in zijn stuk enkele problemen rond de inzet van sociaal-psychiatrisch verpleegkundigen (SPV-en) in de huisartsenpraktijk. Hoewel hij terecht risico’s signaleert, zijn mijn ervaringen toch heel anders. Ik werk sinds twee jaar zo’n twaalf uur per week in de eerste lijn in de wijk Overvecht (25.000 inwoners) van de stad Utrecht. Daar - en in heel Utrecht - is de eerstelijn- sconsultatie zo geregeld dat alle eerstelijns hulpverleners hierbij betrokken zijn: naast huisartsen dus ook het Alge- meen Maatschappelijk Werk (AMW) en de Eerstelijns Psychologen (ELP). Om te beginnen wil ik reageren op de onduidelijkheid die kan ontstaan naar aanleiding van de woorden ‘SPV in de eerste lijn’. Het klopt dat veel SPV-en in huisartsen- praktijken werken, maar dit hoeft niet automatisch te betekenen dat AMW/ELP worden buitengesloten. In de Overvechtse situatie is dit geenszins het geval. Van de honderd consulten die ik gemiddeld per jaar doe, ver- dwijnt ongeveer 40% naar de tweede lijn, 25% naar AMW/ELP en blijft 35% bij de huisarts. Mijns inziens kan het gebrek aan samenwerking tussen de eerstelijn- spartners niet op het conto van de GGZ worden geschreven. Dat dit door de komst van de SPV in de eerste lijn in een aantal regio’s/wijken pijnlijk duidelijk is geworden, het zij zo. Een tweede punt is de hoge verwachting van de SPV. Deze zou in relatief korte tijd kunnen bijdragen aan een kwalitatieve versterking van de (hele) eerstelijn. Dit is veel te hoog gegrepen: het succes van de SPV in de eerste- lijn schuilt nu in efficie¨nte verwijsstromen van patie¨nten naar de tweede lijn, maar ook binnen de eerste lijn! Een snel, deskundig advies biedt voor zowel eerstelijns pro- fessionals als patie¨nten voordelen. Mijns inziens kan het gebrek aan samenwerking tus- sen de eerstelijnspartners niet op het conto van de GGZ worden geschreven. Natuurlijk kan er ook concurrentie tussen tweedelijns GGZ en ELP ontstaan, zoals Pieter Kop terecht signa- leert.Hiervan is sprake wanneer tweedelijns GGZ-profes- sionals mildere problematiek gaan behandelen in de eerste lijn (bijv. huisartsenpraktijk). Dit is verleidelijk omdat de ELP door veel verzekeraars (nog) niet wordt vergoed. Tot slot hoop ik dat in het meest positieve scenario de SPV in de eerstelijn als een katalysator werkt om eerstelijnswerkers weer rond de tafel te krijgen. Ondanks de cultuurverschillen tussen eerste en tweede lijn zie ik (zeker in de wijk waar ik zelf werk) positieve ontwikkelingen.Misschien onder het motto: ‘if you can’t beat them, join them!’ Kees Sant SPV Altrecht en consulent eerstelijns consultatiepro- ject Overvecht Altrecht, Utrecht ([email protected]) Psychopraxis (2003) 05:148–149 DOI 10.1007/BF03072099 13

Post on 25-Aug-2016

214 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Een efficiënte GGZ in de eerste lijn?

FORUM

Een efficiente GGZ in de eerste lijn?

Een reactie en het laatste woord

Abstract In het vorige nummer van PsychoPraxis

plaatste Pieter Kop enkele kritische kanttekeningen bij

de inzet van sociaalpsychiatrisch verpleegkundigen in de

huisartsenpraktijk. We vroegen Kees Sant om een reactie

en geven Pieter Kop het laatste woord.

Eerstelijners worden er wel bij betrokken

Pieter Kop beschrijft in zijn stuk enkele problemen rond

de inzet van sociaal-psychiatrisch verpleegkundigen

(SPV-en) in de huisartsenpraktijk. Hoewel hij terecht

risico’s signaleert, zijn mijn ervaringen toch heel anders.

Ik werk sinds twee jaar zo’n twaalf uur per week in de

eerste lijn in de wijk Overvecht (25.000 inwoners) van de

stad Utrecht. Daar - en in heel Utrecht - is de eerstelijn-

sconsultatie zo geregeld dat alle eerstelijns hulpverleners

hierbij betrokken zijn: naast huisartsen dus ook het Alge-

meen Maatschappelijk Werk (AMW) en de Eerstelijns

Psychologen (ELP).

Om te beginnen wil ik reageren op de onduidelijkheid

die kan ontstaan naar aanleiding van de woorden ‘SPV in

de eerste lijn’. Het klopt dat veel SPV-en in huisartsen-

praktijken werken, maar dit hoeft niet automatisch te

betekenen dat AMW/ELP worden buitengesloten. In de

Overvechtse situatie is dit geenszins het geval. Van de

honderd consulten die ik gemiddeld per jaar doe, ver-

dwijnt ongeveer 40% naar de tweede lijn, 25% naar

AMW/ELP en blijft 35% bij de huisarts. Mijns inziens

kan het gebrek aan samenwerking tussen de eerstelijn-

spartners niet op het conto van de GGZ worden

geschreven. Dat dit door de komst van de SPV in de

eerste lijn in een aantal regio’s/wijken pijnlijk duidelijk

is geworden, het zij zo.

Een tweede punt is de hoge verwachting van de SPV.

Deze zou in relatief korte tijd kunnen bijdragen aan een

kwalitatieve versterking van de (hele) eerstelijn. Dit is

veel te hoog gegrepen: het succes van de SPV in de eerste-

lijn schuilt nu in efficiente verwijsstromen van patienten

naar de tweede lijn, maar ook binnen de eerste lijn! Een

snel, deskundig advies biedt voor zowel eerstelijns pro-

fessionals als patienten voordelen.

Mijns inziens kan het gebrek aan samenwerking tus-sen de eerstelijnspartners niet op het conto van deGGZ worden geschreven.

Natuurlijk kan er ook concurrentie tussen tweedelijns

GGZ en ELP ontstaan, zoals Pieter Kop terecht signa-

leert.Hiervan is sprake wanneer tweedelijns GGZ-profes-

sionals mildere problematiek gaan behandelen in de

eerste lijn (bijv. huisartsenpraktijk). Dit is verleidelijk

omdat de ELP door veel verzekeraars (nog) niet wordt

vergoed. Tot slot hoop ik dat in het meest positieve

scenario de SPV in de eerstelijn als een katalysator

werkt om eerstelijnswerkers weer rond de tafel te krijgen.

Ondanks de cultuurverschillen tussen eerste en tweede

lijn zie ik (zeker in de wijk waar ik zelf werk) positieve

ontwikkelingen.Misschien onder het motto: ‘if you can’t

beat them, join them!’

Kees Sant

SPV Altrecht en consulent eerstelijns consultatiepro-

ject Overvecht Altrecht, Utrecht ([email protected])

Psychopraxis (2003) 05:148–149

DOI 10.1007/BF03072099

13

Page 2: Een efficiënte GGZ in de eerste lijn?

Tweedelijners verdringen eerstelijners

Kees Sant zal wat Overvecht betreft wel gelijk hebben en

het gaat vast op een aantal plaatsen ook heel goed.Maar

onderzoek geeft aan dat het in heel wat gevallen helemaal

niet goed gaat. Er is in Nederland een aantal grote twee-

delijns GGZinstellingen, die door het inzetten van ver-

pleegkundigen de heirbaan naar de tweede lijn

aanzienlijk hebben verbreed en de eerste lijn nagenoeg

hebben buitengesloten. Tweedelijns verpleegkundigen

verdelen de inkomende clienten en de eerste lijn komt er

niet meer aan te pas. Mijn vragen richten zich op de

deskundigheid en de budgettering. Kan een verpleegkun-

dige beoordelen of eerste- of tweedelijns hulp is vereist,

als de huisarts dat zelf niet kan of wil doen? Moet die

poortwachtersfunctie worden uitgevoerd ten koste van

het budget voor de tweede lijn? En is dat budget zo ruim

dat ze de eerstelijns functie er wel bij kunnen nemen?

We zijn het over twee dingen eens: er kan geen sprake

zijn van behandeling door de verpleegkundigen in de

eerstelijns geestelijke gezondheidszorg, en verder zou de

samenwerking tussen de eerstelijners aanzienlijk kunnen

worden verbeterd. Of die verbetering wordt bewerkstel-

ligd door de feitelijke uitsluiting van de eerste lijn valt te

betwijfelen. En tot slot nog een opmerking over het

motto aan het einde van Sants reactie. Dat is nou precies

wat de tweede lijn doet: ze komen niet alleen naast de

eerstelijns werkers zitten, ze verdringen ze ook nog van de

plaats die aan de eerstelijns werkers in de geestelijke

gezondheidszorg is toegewezen.

Pieter Kop

Eerstelijns psycholoog in Sprang-Capelle

([email protected])

Psychopraxis (2003) 05:148–149 149

13